Dialogue interparlementaire Climat

Interparlementaire Klimaatdialoog

 

du

 

Mercredi 23 juin 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 23 juni 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 12.34 uur en voorgezeten door de heren Patrick Dewael en Philippe Muyters.

La réunion publique de commission est ouverte à 12 h 34 et présidée par MM. Patrick Dewael et Philippe Muyters.

 

01 Réunion commune avec les membres du Groupe de Travail du DIPC des commissions compétentes pour le Climat de la Chambre des représentants, du Parlement flamand, du Parlement wallon, du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale et du Parlement de la Communauté germanophone: discussion en vue de la rédaction d’une résolution commune concernant la COP 26.

 

01 Gemeenschappelijke vergadering met de leden van de IPKD-werkgroep van de commissies bevoegd voor het Klimaat van de Kamer van volksvertegenwoordigers, het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap: bespreking met het oog op het opstellen van een gezamenlijke resolutie betreffende de COP 26.

 

01.01  Philippe Muyters, voorzitter: Dames en heren, zoals jullie weten, heb ik online een vergadering gehad met de meeste van jullie fracties. In die vergadering heb ik jullie gevraagd drie standpunten naar voren te brengen die jullie absoluut in de tekst willen hebben, en drie punten die jullie liever niet zien verschijnen in de tekst.

 

Ik moet zeggen dat het meegevallen is. Ik heb geprobeerd in de eindtekst toch twee van de drie groene punten op te nemen, punten die jullie graag in de tekst willen zien, en zo weinig mogelijk of geen punten op te nemen die bij no pasarán stonden. Ik heb niet altijd aan de wensen kunnen tegemoetkomen, maar toch meestal.

 

Laat ik enkele van de moeilijke punten naar voren brengen.

 

Ten eerste, een positief punt. Hoewel een aantal fracties graag een sectorale aanpak had, was iedereen vol begrip om te zeggen dat een thematische aanpak waarschijnlijk meer kans van slagen had. Vandaar dat ik ervoor gekozen heb effectief verder te gaan met de niet-sectorale aanpak. Dat was ook geen echte eis van een of andere partij.

 

Ten tweede, een moeilijk punt is het halen van de Europese doelstelling van 55 %. Er zijn partijen die vinden dat 55 % te weinig is. Er zijn partijen die zeggen dat 55 % al verworven is. Anderen willen zaken conditioneren. En nog anderen zeggen dat die 55 % helemaal niet aanvaardbaar is.

 

Er is dus, van helemaal links tot helemaal rechts, een totaal verschillende visie over die 55 %. Omdat dit het geval is en ik bij de gesprekken die ik heb gevoerd toch voelde dat iedereen tot een tekst wou komen, heb ik geprobeerd het pragmatisch op te lossen. U zult dat wel gezien hebben. Bij 'gelet op/vu' heb ik bij de letters g en i opgenomen dat wij er akte van nemen dat die 55 % door 189 landen ingediend is bij het secretariaat van het UNFCCC, waarbij de Raad namens de EU en haar lidstaten op 17 december de mededeling indiende tegen 2030 die 55 % reductie tegenover 1999 te behalen.

 

Dat is een aktename, maar het is wel belangrijk dat het erin staat. Ik hoop dat niemand daar tegen is.

 

Een tweede element dat ik eraan heb toegevoegd, is wat de eerste minister op de Europese Raad van 25 mei heeft gezegd. Hij heeft de Commissie toen verzocht om de milieu-, economische en sociale impact van de wetgevende initiatieven inzake klimaat op lidstaatniveau verder te onderzoeken alvorens klimaatdoelstellingen tussen de lidstaten te verdelen. Om een oplossing te vinden in die zeer brede standpuntbepaling over de 55 %, hoop ik dat we door aktename van twee feiten die zich hebben voorgedaan, daar uit kunnen geraken.

 

Een volgend moeilijk punt was de intra-Belgische lastenverdeling. Een aantal partijen wilde die verdeling echt niet behandelen, omdat ze niet relevant is voor het internationale gebeuren. Anderen vonden dat wel heel belangrijk. Ik heb het proberen op te lossen door er op de allerlaatste pagina in punt 43 wel iets over te vermelden, met name dat we gezien de huidige Europese ontwikkelingen met betrekking tot klimaatbeleid zo snel mogelijk tot een intra-Belgische lastenverdeling voor 2030-doelstellingen en internationale klimaatfinanciering moeten komen. Bij voorkeur vóór de aanvang van de COP 26.

 

Ik wil nog twee belangrijke punten toevoegen. Ten eerste had de MR-fractie gevraagd om niets op te nemen over de natuur, omdat dat niet met milieu te maken heeft. Zij vroeg dat als enige, terwijl anderen heel wat over de natuur wensten op te nemen. Ik heb die vraag van de MR genegeerd.

 

Ten tweede had de PVDA-fractie gevraagd om het ETS af te schaffen, maar ook zij stond alleen met haar vraag. Die vraag heb ik dus evenmin in aanmerking genomen.

 

Dat was mijn inleiding bij de tekst die jullie hebben ontvangen. Ik hoop dat die voor jullie een beetje meeviel. Ik zal het woord geven aan de fracties en daarna de fractieleiders om te reageren op wat voorligt.

 

01.02  Andries Gryffroy (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is uiteraard een moeilijke evenwichtsoefening, omdat men moet rekening houden met alle partijen van links tot rechts en met verschillende parlementen, met name drie plus één. Wij hebben een aantal zaken opgesomd die volgens ons absoluut moeten worden opgenomen en een aantal no pasaráns. De tekst is bijlange niet perfect voor ons, maar wij vinden toch twee van onze drie punten erin terug in verband met de 55 %-doelstelling, de burden sharing en de sectorale benadering.

 

Ik kan dus meegaan in uw filosofie. Wij moeten ergens komen tot een oplossing gedragen door alle partijen van links tot rechts en door de verschillende parlementen en dus kunnen wij wel starten met de voorliggende tekst. Wij zullen uiteraard nog een aantal amendementen voorbereiden en we zullen moeten zien wat de reacties zijn bij de anderen. Wij vinden er bepaalde van onze punten in terug en een aantal punten vinden wij er niet in terug, maar het is voor ons een goede startbasis.

 

01.03  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, een schending van de wettelijke zorgplicht die de overheden hebben ten opzichte van hun inwoners en een schending van de mensenrechten van de burgers: die uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg vorige week naar aanleiding van de rechtszaak aangespannen door de vzw Klimaatzaak, maar ook het ontwerprapport van de klimaatdeskundigen van de VN waarvan wij vandaag in de pers al een stukje kunnen vernemen, moeten ons allemaal wakker schudden en stimuleren om samen tot een heel sterk akkoord te komen.

 

Ik heb al een aantal keer gezegd dat het aan ons als beleidsmakers is om ons elke dag opnieuw de vraag te stellen of wij voldoende doen om de opwarming van de aarde onder maximaal 1,5 °C te houden. Als wij dat niet doen, heeft dat immers gevolgen voor de burgers, hun omgeving en hun gezondheid, maar ook voor onze economie, want er bestaat geen sterke economie in een verzwakt leefmilieu.

 

Ons land moet niet alleen zijn stem laten horen in de internationale en Europese onderhandelingen maar er ook een actieve rol in opnemen. Dat hebben we al tegen de voorzitter gezegd en dat stond ook al in het federale regeerakkoord. We kunnen niet langer wegkijken van die klimaatcrisis. We moeten met alle regeringen en parlementen samen, dus op alle beleidsniveaus in ons land, beter samenwerken. Dat moet, wat de Ecolo-Groenfractie betreft, gebeuren met deze resolutie. Als volksvertegenwoordigers zijn we verplicht om het immobilisme rond klimaat te doorbreken dat tijdens de vorige regeerperiode ons land kenmerkte.

 

We appreciëren de manier waarop de voorzitter heeft meegewerkt aan het opstellen van deze tweede versie van de tekst. Het lijkt ons mogelijk om verder te werken met deze tekst als basis, al moet de tekst, wat onze fractie betreft, nog een stuk ambitieuzer zijn. Samen tot een degelijk compromis komen, moet de doelstelling zijn. Voor ons is de uitkomst belangrijker dan de timing. Als er bepaalde onderwerpen zijn waaraan deze commissie meer tijd moet besteden, dan moeten we die tijd nemen. We zullen ons niet laten opjutten om een tekst goed te keuren die niet voldoende doordrongen is van een koolstofvrije toekomst.

 

Het ondubbelzinnige onderschrijven van een vermindering met 55 % tegen 2030 is voor de Ecolo-Groenfractie een minimum om tot een gezamenlijke resolutie te komen. Ik begrijp dat er een compromis moest worden gezocht, maar op dit moment zijn de bewoordingen in de tekst te vrijblijvend. Het klinkt allemaal wat te voorzichtig. Als de tekst vermeldt dat er akte wordt genomen van de richtsnoeren van de Europese Raad van 11 december 2020, dan zouden wij liever in de tekst zien staan dat we ze toejuichen en ondersteunen.

 

Een tweede aspect is dat er voor onze fractie een rechtvaardig en duurzaam financieringskader moet komen. Dat is voor ons een prioriteit omdat we een aanzienlijke toename van de middelen willen voor de internationale klimaatfinanciering, dit boven op de middelen voor ontwikkelingssamenwerking, met een evenwicht tussen de financiering van mitigatie en adaptatie. Dat betekent ook dat we zo snel mogelijk, en liefst nog voor de top van Glasgow, tot die intra-Belgische lastenverdeling voor de verhoogde doelstellingen tegen 2030 in de internationale klimaatfinanciering moeten komen. Het verheugt ons dat u dat aspect als laatste hebt opgenomen in de resolutie.

 

We uiten onze algemene appreciatie over de tekst omdat de coronacrisis en de behoefte aan een duurzaam sociaal-economisch herstel ons land een historische kans bieden om de omslag te maken, in lijn met het akkoord van Parijs. Onze fractie zal de komende dagen enkele amendementen indienen. Ondanks de goede basis die de tekst al biedt, vergt hij, ons inziens, immers toch nog enkele stevige aanpassingen.

 

Ik weet niet of de heer Florent de rest van mijn spreektijd nog wil invullen?

 

01.04  Jean-Philippe Florent (ECOLO): Monsieur le président, chers collègues, comme Kim l'a dit, le texte proposé est une base de discussion acceptable – je tiens vraiment à remercier l'initiative et l'écoute de M. Muyters – mais pas encore suffisante à nos yeux. Dès lors, nous proposerons quelques amendements.

 

Le plus important concerne les 55 %. Il convient selon nous de ne pas uniquement acter mais aussi d'endosser. Je vous rappellerai simplement que la Commission européenne déposera, ce 14 juillet 2021, le paquet législatif "Fit for 55" qui deviendra la feuille de route européenne juste avant la tenue de la COP26. Nous pensons que ce n'est plus l'heure d'observer un engagement de manière un peu lointaine mais vraiment de l'adopter.

 

Enfin, je terminerai en faisant référence au dernier rapport du GIEC qui a été publié ce matin. La résolution sera lue avec attention par le gouvernement mais aussi par la presse, par les environnementalistes, par la jeunesse qui est directement concernée. Il est important de mettre tous les efforts autour de la table pour être à la hauteur de l'enjeu. Donc, s'il est nécessaire d'organiser des réunions de travail complémentaires, même pendant l'été ou en septembre, pour parvenir à un accord ambitieux, nous n'avons pas de souci pour nous mobiliser. L'enjeu est suffisamment important. Je remercie chacune et chacun pour la collaboration.

 

01.05  Mélissa Hanus (PS): Chers collègues, je suis ravie de vous retrouver en ce jour pour poursuivre nos travaux dans le cadre de notre dialogue interparlementaire Climat en vue d'aboutir in fine, le 30 juin prochain, à un consensus autour de la proposition de la résolution que nous entendons adopter en amont de la COP26.

 

Avant toute chose, permettez-moi de saluer le travail réalisé par le président et les services qui, à l'issue de nos échanges lors du dernier GT et de nos échanges bilatéraux ou par email, nous ont fait une nouvelle proposition de résolution martyre. Cette nouvelle proposition semble beaucoup plus constructive que la première version qui nous avait été présentée au départ. Il est clair qu'aucun accord n'aurait pu aboutir autour de la version précédente. Par contre, il nous semble à présent possible de nous servir de la nouvelle version comme texte de base pour atteindre un consensus, moyennant bien sûr quelques amendements et davantage d'ambition.

 

Si nous regrettons l'absence de prise en compte de notre demande d'aborder la résolution selon une approche sectorielle, comme nous l'avions pourtant fait tous ensemble en 2018, nous acceptons de faire des compromis et marquons donc notre accord pour retravailler la version du président et lui soumettre des propositions d'amendements avant le 28 juin.

 

Évidemment, je ne rentrerai pas dans les détails de ces amendements aujourd'hui, mais je m'en tiendrai plutôt à quelques commentaires et j'essaierai de respecter le timing des cinq minutes.

 

Concernant le financement Climat international, la proposition initiale n'était pour nous pas acceptable en l'état. Il était important que ce financement ne soit pas affaibli. Nous ne proposerons plus de montant précis relatif à ce financement, mais nous souhaitons malgré tout nous entendre pour une augmentation significative par rapport à l'engagement précédent. Cela nous semble être un compromis acceptable et audible.

 

En ce qui concerne la structure du document, afin d'éviter toute confusion et de faire une distinction bien claire, nous devrions séparer la partie financement entre, d'une part, le financement Climat international et, d'autre part, le financement de la transition. En outre, on pourrait également insérer un titre "Impact de la crise climatique" par exemple, où l'on retrouverait les pertes de préjudice, le genre, la migration, la sécurité alimentaire, etc.

 

Par ailleurs, selon nous, il faudrait ajouter une référence directe au rapport spécial sur le réchauffement climatique du GIEC, qui documente de manière scientifique les plus graves conséquences pour la population mondiale sans une limitation suffisante et rapide des émissions de gaz à effet de serre. En réalité, il met en relief la différence vitale qui existe entre réchauffement global de 1,5°C et réchauffement global de 2°C.

 

De plus et parallèlement au fait de soutenir l'ambition européenne d'évoluer vers une société européenne climatiquement neutre à l'horizon 2050, nous sommes d'avis qu'une référence supplémentaire pourrait être ajoutée au rapport 2021 sur les scénarios pour une Belgique climatiquement neutre à l'horizon 2050, publié le 1er juin dernier.

 

Enfin, un point particulièrement important pour nous concerne le fait de ne pas se contenter de prendre acte des orientations du Conseil européen visant à réduire d'ici 2030 les émissions de gaz à effet de serre de 55 % par rapport au niveau de 1990; Il faut absolument soutenir cette ambition et ne pas se borner à dire qu'il faudrait prévoir, dans ce cadre, un processus de vérification des objectifs réalisés.

 

De manière générale, c'est ce que je voulais dire tout en respectant le temps de parole imparti. À nouveau, je vous adresse mes remerciements pour cette nouvelle version du texte au nom de mon groupe.

 

01.06  Philippe Muyters, voorzitter: De volgende tussenkomst is voor de Vlaams Belangfractie.

 

01.07  Leo Pieters (VB): Mijnheer de voorzitter, het is een staaltje van diplomatie dat u hier heeft opgevoerd, waarvoor dank. U heeft geprobeerd alle visies op één lijn te krijgen. In de bilaterale tussenkomsten hebben wij een aantal zaken op tafel gelegd, onder andere over de reductie met 55 % tegen 2030. Dat is voor ons geen kwestie van ontoelaatbaar, maar van onbereikbaar. We gaan ermee akkoord dat u zegt ervan akte te nemen. Het is mooi een ambitie te uiten, maar het is veel beter om iets te realiseren.

 

Het moet hier geen opbod worden van ideologische zaken om iets te kunnen bereiken op basis van ideologische vragen van alle partijen. Dat is bijna onmogelijk. Ik denk niet dat we zo ver moeten gaan als op de COP 26 aangegeven wordt. We zullen afwachten in welke mate er nog amenderingen aangebracht worden. Mij lijkt het dat dit enkel nog verder zal afglijden. We zullen zien wat het eindrapport zal opleveren. Met wat er nu voorligt, kunnen we moeilijk akkoord gaan.

 

01.08  Patrick Dewael, voorzitter: Ik denk niet dat de heer Pieters zijn vijf minuten heeft opgebruikt. In mijn groep zit ook de heer Ravyts, die ook kort wilde aanvullen, zij het binnen de tijdspanne van 5 minuten.

 

01.09  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, allereerst bedankt dat u ook onze fractie betrokken heeft bij het overleg over de sneuveltekst. Ik heb gezien dat het zeer moeilijk was om met onze desiderata rekening te houden. Ik verwijs kort naar punt 19, het streven naar en ondersteuning bieden aan alle initiatieven die een evaluatie mogelijk maken van hoe de aangescherpte Europese NDC's zich verhouden tot bijkomende inspanningen van andere handelsblokken. Voor ons is dat een beetje vaag. Ik houd het bij dat voorbeeld.

 

Uit de tussenkomsten van collega's van Groen en van de PS heb ik onthouden dat de sneuveltekst, die nu al zwaar geaborteerd is, nog verder zal sneuvelen.

 

Uiteindelijk gaan wij in de richting van een Vivalditekst. U zal het ongetwijfeld een compromis noemen. Onze fractie heeft via de heer Pieters aangegeven dat het veeleer een Vivalditekst lijkt te worden die u een klein beetje via aktenemingen probeert te verbloemen. De amendementen zullen echter veel duidelijk maken.

 

Wij zullen de tekst wellicht en met enige zekerheid niet kunnen goedkeuren. Dat is echter uiteraard niet uw verantwoordelijkheid.

 

01.10  Philippe Muyters (N-VA), voorzitter: Mijnheer Ravyts, mijn opdracht was om te proberen tot een consensus te komen. Soms moet dan de kool en de geit gespaard worden. Dat heb ik gedaan. Mocht het een tekst zijn die alleen van de N-VA kwam, dan zou het om een andere tekst gaan. Indien de tekst alleen van de hand van het Vlaams Belang, van de PS of van Groen zou zijn gekomen, zou het ook een andere tekst zijn geweest.

 

Ik heb echter wel bij iedereen die ik heb gehoord, de wil gevoeld om tot een gemeenschappelijke tekst te komen. Dus heb ik dat geprobeerd.

 

De volgende fractie aan het woord is de MR-fractie, waarvoor mevrouw Czekalski zal spreken.

 

01.11  Aurélie Czekalski (MR): Tout comme mes collègues, je tiens à vous remercier, monsieur le président, de revenir vers nous avec cette proposition de résolution à la suite des réunions bilatérales avec les différents partis. Ce travail a dû être effectué dans un court laps de temps, et nous en sommes bien conscients. Je ne serai pas très longue dans mon intervention, car ce texte nous agrée dans sa grande majorité. Comme demandé, nous vous enverrons quelques amendements d'ici lundi.

 

Vu les enjeux, il est très important, pour le groupe MR, d'aboutir à un consensus au sujet de cette résolution. Cette proposition de résolution reprend des balises qui nous sont chères et que nous partageons. Notre groupe considère qu'il est important de rappeler qu'étant donné que deux tiers des émissions au niveau mondial sont dues à la combustion de carburants fossiles, il faut absolument mettre sur pied massivement des productions d'énergies décarbonées. Ces énergies peu émettrices en dioxyde de carbone doivent tendre vers la durabilité et garantir une énergie abondante, accessible et décarbonée.

 

Au-delà de l'aspect production et de son importance, il faut garder à l'esprit que nous n'avons, à ce stade, pas toutes les clés pour réussir la transition. Il faudra donc encore considérablement investir et innover dans les nouveaux vecteurs énergétiques afin d'arriver à pallier l'intermittence des principales énergies renouvelables électriques et assurer nos usages non électrifiables.

 

En ce qui concerne le point 11, cette demande parle de faire des accords internationaux des leviers pour le climat et d'inclure des normes contraignantes dans les accords de libre-échange, qui restent des contrats entre États. Nous allons introduire des amendements afin de nuancer cela et d'éviter que plus personne ne veuille signer d'accords avec nous.

 

S'agissant du point 35, nous introduirons un amendement afin de soutenir la recherche et l'innovation dans le domaine du kérosène vert. Enfin, pour le point 40, nous proposerons de supprimer la partie de la phrase qui concerne l'incitation d'autres pays à interdire dans les plus brefs délais l'utilisation de soja et d'huile de palme dans les biocarburants dans le secteur des transports. Selon nous, il faut rester prudent à ce sujet. Une mise en œuvre de la directive européenne est en cours en ce moment en Belgique et cause des tensions avec les pays de l'ASEAN, notamment. Je vous remercie pour votre attention.

 

01.12  Robrecht Bothuyne (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij graag aan bij alle lofbetuigingen voor het geleverde werk. Het stuk dat is afgeleverd en nu besproken wordt, is wel degelijk een zeer goede basis om tot een gezamenlijke resolutie te komen en bevat voldoende eten en drinken voor wie er een duidelijk standpunt in wil lezen.

 

Dat betekent niet dat niet hier en daar enkele zaken nog beter kunnen. Ik vernoem, ten eerste, de manier waarop wij het hebben over het Fit for 55 package van de Europese Commissie en de Green Deal. In de nu voorliggende tekst nemen wij daar veeleer gewoon akte van, terwijl we het zouden moeten hebben over actieve ondersteuning en het meehelpen aan de realisatie ervan. Vanuit onze fractie zullen wij voorstellen aanbrengen om de tekst op dat vlak iets sterker te formuleren.

 

Een tweede inhoudelijk punt betreft de internationale klimaatfinanciering, een belangrijk onderwerp als het over de COP gaat. In de tekst zie ik een vermelding, samen met de middelen voor ontwikkelingssamenwerking. Ik denk dat het belangrijk is om de zaken juist te stellen. Internationale klimaatfinanciering en ontwikkelingssamenwerking hebben met elkaar te maken, maar zijn toch twee verschillende budgetten, verschillende beleidskeuzes. Dat moeten wij ook heel uitdrukkelijk op die manier formuleren.

 

Naast enkele andere tekstuele voorstellen, vernoem ik nog een laatste inhoudelijk punt, namelijk punt 43, waarin de suggestie werd overgenomen om aan onze regeringen te vragen om vóór de COP 26 effectief een intra-Belgisch akkoord te realiseren. Ik denk dat wij dat vanuit onze parlementen op een straffere, sterkere manier mogen formuleren. Ik denk dat wij geen van allen terugwillen naar de vorige discussies over de burden sharing. Vanuit het parlement denk ik dat wij een heel sterke deadline moeten opleggen aan de regeringen, waarmee wij een duidelijk signaal geven aan zowel de regeringen als aan de buitenwereld omtrent de urgentie. Na de weliswaar maar gedeeltelijke veroordeling in de klimaatzaak, mag de klimaatproblematiek nog wel wat hoger op de agenda staan. Wij kunnen aangeven dat wij de urgentie begrepen hebben en ervoor zorgen dat ook de regeringen die urgentie begrijpen.

 

Ik dank u nogmaals voor het geleverde werk. Ik ben ervan overtuigd dat we tot een sterke tekst kunnen komen.

 

01.13  Philippe Muyters, voorzitter: Dank u, mijnheer Bothuyne, voor het vertrouwen dat we er zullen geraken.

 

01.14  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ook wij hebben vastgesteld dat de voorliggende tekst een verbetering is ten opzichte van de oorspronkelijke versie. Die kan voor ons zeker ook als basis dienen. Wij zijn ook tevreden dat u met een aantal van onze opmerkingen – u had het over rode en groene punten – rekening hebt gehouden, zij het met niet allemaal.

 

Ik wil even stilstaan bij een artikel vandaag in De Standaard naar aanleiding van het nieuwe IPCC-rapport dat begin volgend jaar wordt verwacht, maar dat vandaag al deels is uitgelekt. Het beschrijft de huidige inzichten van de wetenschap. Ik citeer: "Een permanente opwarming van de aarde boven de drempel van anderhalve graad zou onomkeerbare gevolgen hebben voor menselijke en ecologische systemen. In het ontwerprapport van het IPCC zou onomwonden staan dat de mensheid zich niet kan aanpassen aan grote klimaatveranderingen." Wij naderen stilaan een point of no return, zegt men. Ik citeer verder: "Daarom telt elke fractie van een graad." Het verschil tussen twee graden opwarming, wat destijds de doelstelling was, en anderhalve graad opwarming, die we volgens het expertenpanel over vier jaar zullen vaststellen, is letterlijk en figuurlijk van levensbelang.

 

Het IPCC stelt dat er hoop is en dat we nog altijd krachtige maatregelen kunnen nemen om de op hol geslagen klimaatverandering tegen te houden. Het IPCC wint er geen doekjes om, ik citeer: "Daarvoor is een radicale transformatie nodig op alle niveaus. We moeten de manier waarop we onze maatschappij organiseren, volledig herdefiniëren." Collega's, ik heb het vorige keer ook al gezegd: het is cruciaal dat we naar de wetenschap luisteren. Als ik de voorliggende tekst lees, met de meest recente inzichten van de klimaatwetenschap in het achterhoofd, dan is en blijft dat onvoldoende, ook al is hij fel verbeterd. Ik krijg de indruk dat sommigen de ernst van de situatie nog altijd onderschatten of er geen rekening mee wensen te houden.

 

De tekst vertrekt immers niet van de radicale transformatie die we nodig hebben. Als we vertrekken van het behoud van onze economische slagkracht en ons klimaatbeleid afmeten aan dat van de inspanningen van andere handelsblokken, zullen we er niet geraken. Men zegt wel eens dat men op een economisch kerkhof geen sociaal paradijs kan bouwen en omgekeerd, maar ik zou hier nog verder willen gaan en zeggen dat men evenmin een bloeiende economie kan hebben op een dode planeet. De voorliggende tekst vertrekt volledig vanuit het heersende kader en de logica van de markt met onder andere overheidssubsidies om privé-investeringen aan te trekken, een internationale koolstofmarkt en een Europese CO2-grenstaks. Het is net die halfslachtige aanpak van de voorbije decennia, die ons in de situatie van vandaag gebracht heeft: een klimaatcrisis die volledig uit de hand dreigt te lopen. De huidige aanpak, die helaas gemeengoed is geworden, past mooi bij de definitie van krankzinnigheid van Einstein, namelijk telkens hetzelfde blijven doen en toch een ander resultaat verwachten.

 

Misschien een kleine correctie, mijnheer de voorzitter: u zei in uw inleiding dat u uit onze prioriteiten de afschaffing van het ETS-systeem niet aangehouden heeft. Wij blijven inderdaad dat standpunt verdedigen, maar onze formulering was wel ruimer. Waar het ons om gaat, is dat we ons in het kader van de COP 26 met klem verzetten tegen het operationaliseren van de internationale koolstofmarkt. Die dreigt de bodem uit het akkoord van Parijs te slaan, dat hebben ervaringen met koolstofmarkten, die reeds bestonden ten tijde van het Kyotoprotocol, in het verleden al bewezen.

 

Om af te ronden, wij verzetten ons tegen de logica waarbij de overheid enkel subsidies kan geven aan grote monopolies voor het aantrekken van privé-investeringen. Dat is ook de logica van de Europese Green Deal en op die manier zullen we er niet geraken. We hebben nood aan publiek initiatief en publieke investeringen. In de voorliggende tekst is er allerminst sprake van de radicale breuk die we nodig hebben volgens het IPCC. Het is de voortzetting van de huidige klimaatpolitiek, die volstrekt onvoldoende is en ons op de rand van de afgrond heeft gebracht.

 

Desondanks zullen wij ons als linkse oppositie constructief blijven opstellen in de interparlementaire klimaatdialoog. Volgende week zullen wij dan ook een aantal amendementen indienen om te trachten de tekst nog op een aantal punten te verbeteren.

 

01.15  Patrick Dewael, voorzitter: Mijnheer de voorzitter, u krijgt het waarschijnlijk heel warm bij al die lofbetuigingen die u te beurt vallen. U hebt een maximale inspanning gedaan om met de methodologie die u toegepast hebt resultaten te bereiken. Het is niet eenvoudig om drie verzoeken met elkaar te verzoenen. Soms was het verzoek van de ene fractie onbespreekbaar voor de andere fractie. Dan moet u toch proberen te landen met een bepaalde tekst. Het is heel belangrijk dat we tot een gemeenschappelijke tekst kunnen komen. Dat zeg ik ook als delegatieleider. Het zou bijzonder vervelend en beschamend zijn als de ministers van Klimaat, federaal dan wel regionaal bevoegd, daar zouden moeten verschijnen zonder de nodige parlementaire rugdekking.

 

Ik ben het eens met mevrouw Buyst, we zijn op weg naar een soort gouvernement de juges, in het kader van die gerechtelijke uitspraak. De rechters nemen het dan over van de politiek als de politiek er niet in slaagt compromissen te maken. Dat moeten we tegen elke prijs vermijden. Dat veronderstelt dus wel dat de politiek compromissen moet kunnen maken. Als er de komende dagen wordt geamendeerd, waarbij elke fractie toch maximaal probeert terug te keren naar het eigen partijprogramma, wordt het eindresultaat natuurlijk twijfelachtig.

 

Helemaal voldoening geeft die tekst mij ook niet, wel als een poging tot compromis, maar vanuit ons partijprogramma hadden de heer Schiltz en ik wellicht ook nog andere accenten willen leggen. Wij hebben bijvoorbeeld punten voorgesteld zoals de vermelding van fiscale instrumenten van de Europese Unie. Dat hebt u niet vermeld. Ik kan daar nu nog een amendement over maken, maar ik overweeg om dat niet te doen omdat ik een compromis volgende week alle kansen zou willen geven.

 

Inzake sociale rechtvaardigheid en inzake de financiering hebt u goed rekening gehouden met de opmerking van verschillende fracties. Voor de ambitie is de techniek van de akteneming een goede methode. Dat heb ik op een vorige vergadering ook al gezegd. Als we niet anders kunnen doen, laten we dan gewoon akte nemen van feiten. U hebt akte genomen van een aantal feiten, onder meer ook van datgene wat de federale eerste minister op een andere Europese vergadering al heeft verklaard.

 

Voor ons is dat met andere woorden een goede basis. Ik hoop dat het een basis is waarmee we zouden kunnen landen, hoewel amendementen uiteraard kunnen. Als we er niet in zouden slagen consensueel tot een standpunt te komen met alle parlementen die ons land rijk is, is dat voor het prestige van ons land op zo'n internationale conferentie geen goede zaak. Ik wens u verder succes, en misschien zullen we hier en daar nog wat amendementen indienen, maar met de bedoeling het eindresultaat alleszins niet in het gedrang te brengen.

 

01.16  Philippe Muyters, voorzitter: Mijnheer Dewael, ik dank u voor de lovende woorden en de constructieve houding. Normaal zou nu de Vooruitfractie het woord nemen, maar men heeft laten weten dat zij in een andere commissie aanwezig zijn. Ze zullen wel hun amendementen op deze tekst indienen. Blijkbaar is ook de spreker voor cdH afwezig, net als de vertegenwoordiger van DéFI. Nu kunnen de fractieleiders die dat wensen het woord vragen.

 

01.17  Karl-Heinz Lambertz (SP): Mesdames, messieurs, je souhaite féliciter le président pour l'effort qu'il a fait de trouver un compromis, ce qui n'était pas simple. C'est toujours un défi permanent. Du point de vue de la Communauté germanophone, je rappelle que nous avions envoyé à l'époque une résolution adoptée par notre Parlement. Nous en retrouvons certains éléments dans le texte.

 

Ma seule remarque concerne les destinataires de cette résolution qui sont le gouvernement belge et les délégués dans les conférences mais aussi les gouvernements régionaux. À cet égard, la Communauté germanophone aimerait être incluse parmi les gouvernements régionaux, non pas parce qu'elle a l'ambition de devenir une Région mais parce qu'aujourd'hui déjà, notre gouvernement gère des compétences qui sont directement concernées et qui nous ont été transférées via l'article 139 de la Constitution, à savoir l'aménagement du territoire, le logement et une partie de la politique de l'énergie. Je voudrais que l'on indique quelque part que notre gouvernement est aussi un destinataire de cette résolution.

 

Par ailleurs, je suivrai attentivement les travaux qui conduiront, je l'espère, à un résultat positif. Je vous remercie.

 

01.18  Philippe Muyters, voorzitter: Mijnheer Lambertz, ik stel voor dat u een klein amendement indient op dat specifieke punt. Dat zal het gemakkelijkst zijn. Dan staat het op de plaats waar u het graag zou zien en dan zullen wij volgende week samen beoordelen of we die amendementen kunnen meenemen.

 

De volgende delegatieleider is de heer Roberti.

 

01.19  Tristan Roberti (Ecolo): Monsieur le président, nous avons eu un petit groupe de travail interne au Parlement bruxellois. Chacun a pu reconnaître que la méthode que vous aviez mise en place avec les trois priorités et les trois lignes rouges avait permis d'aboutir à un texte qui paraissait une meilleure base par rapport au texte précédent que vous aviez soumis. Certains groupes politiques ont néanmoins regretté la suppression de l'approche sectorielle. Certains groupes politiques ont dit qu'ils se retrouvaient bien dans le texte et qu'ils se limiteraient à déposer des amendements cosmétiques. D'autres ont dit que le texte était une bonne base mais qu'ils allaient toutefois déposer des amendements avec une portée un peu plus forte que cosmétique. En tant que délégation, nous n'avons pas proposé d'amendement. Nous avons convenu que maintenant, c'était aux groupes politiques de jouer et de déposer des amendements pour lundi prochain, comme vous l'avez rappelé.

 

01.20  Philippe Muyters, voorzitter: De heer Hermant heeft zich verontschuldigd wegens ziekte.

 

Ik wil zelf afsluiten, tenzij nog andere mensen het woord vragen, in ongeveer dezelfde zin als collega Dewael dat heeft gedaan. Ik kan u garanderen, na iedereen gehoord te hebben, dat als iedereen terugkeert naar zijn oorspronkelijke standpunten, wij volgende keer minder ver zullen staan dan vandaag.

 

Ik wil u echt wel verzoeken: dien amendementen in over die dingen die u absoluut noodzakelijk vindt. Ik kijk nu naar de heer Florent en naar mevrouw Buyst. Ik begrijp heel goed dat Ecolo-Groen veel verder wil gaan dan bijvoorbeeld de N-VA of Vlaams Belang of wellicht zelfs CD&V, maar dan komen wij niet tot een tekst.

 

Wat voor de ene ideaal is, zal voor de andere niet haalbaar zijn. Dat wil ik toch wel meegeven, omdat ik in de rondgang heb ervaren – en dat heeft ook de heer Dewael nog eens extra onderstreept – dat iedereen het beschamend zou vinden, mochten wij niet tot een tekst komen.

 

Hoe dichter de amendementen die u indient bij uw partijprogramma's staan, hoe verder zij wellicht van het programma van een andere partij staan. Ik vraag om daar toch rekening mee te houden om uiteindelijk tot een gedragen tekst te komen die in elk parlement de goedkeuring zou kunnen krijgen.

 

Ik volg mevrouw Buyst wel als zij zegt dat als wij voor een of ander punt wat meer tijd nodig hebben, dat mogelijk moet zijn. De heer Dewael zei op een bepaald moment – niet vandaag maar in een van de vorige vergaderingen – dat wij ook na volgende week nog tijd hebben. Daar ben ik het mee eens.

 

Wij moeten wel weten dat wij in september onze tekst moeten indienen in de verschillende parlementen om tijdig, vóór de COP, de resoluties te laten goedkeuren in de verschillende parlementen.

 

Ik bedank iedereen. Iedereen heeft mij gefeliciteerd, en daar ben ik heel blij om. Dat wil zeggen dat wij ons werk hebben gedaan. Ik wil mijn medewerkers die mee aan deze tekst hebben gewerkt ook zeker bedanken. Zij hebben een immens werk gedaan. Ik hoop dat wij effectief zullen kunnen landen.

 

Ik verwacht ten laatste maandag om 12 uur de verschillende amendementen. Wij zullen die groeperen volgens thema. Ik vraag dus echt om tekstamendementen die wij zullen groeperen volgens hun plaats in het geheel en wij zullen proberen ze volgende week woensdag te bespreken. Ik hoop dat er niet te veel zullen zijn, en ook dat zij niet te ver naar de ene of de andere kant gaan om kans van slagen te hebben. Ik denk evenwel dat iedereen begrepen heeft dat zware amendementen ook gevolgen kunnen hebben.

 

Niemand vraagt nog het woord. Dan dank ik iedereen voor zijn inbreng. Wij zien elkaar volgende week woensdag. Ik wens u veel schrijfgenot, maar weinig tekst met uw amendementen.

 

De vergadering wordt gesloten om 13.20 uur.

La séance est levée à 13 h 20.