Commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique

Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

du

 

Mercredi 30 juin 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 30 juni 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.14 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 14 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Vraag van Robby De Caluwé aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De witte zones" (55017260C)

01 Question de Robby De Caluwé à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Les zones blanches" (55017260C)

 

01.01  Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de minister, veel landelijke grensgemeenten zoals Moerbeke, waar ik woon, een van de mooie grensgemeenten, worden geconfronteerd met de aanwezigheid van witte zones, waarbij mensen geen toegang hebben tot een kwaliteitsvol netwerk voor internet en mobiele telefonie.

 

U hebt daarover eerder al een vraag gekregen in de vergadering van de Kamercommissie Economie van 28 april 2021 en bevestigde toen dat u tegen 2025 de resterende 2,7 % van de huishoudens toegang wil geven tot netwerken die een minimumdownloadsnelheid van 100 megabits per seconde hebben, wat een comfortabele snelheid is voor deelname aan videoconferenties. Om de netwerken aan te leggen, zijn enerzijds, stimulansen voor telecombedrijven nodig en anderzijds, investeringen van de overheid zelf in gebieden die niet interessant zijn voor die bedrijven. Uw kabinet stelt daarvoor momenteel een plan op. De betrokken gezinnen zullen uiteindelijk dezelfde prijs betalen als andere gezinnen in België.

 

Wanneer zal het plan klaar zijn? Wat is de huidige stand van zaken van het plan?

 

Hebt u reeds een indicatie van het noodzakelijke budget dat nodig zal zijn en hoeveel zal er worden uitgetrokken?

 

Welke gebieden of gemeenten moeten zeker in het plan worden opgenomen? Hebt u ze reeds in kaart gebracht?

 

U spreekt ook over stimulansen voor bedrijven, die hebben geresulteerd in netwerken voor 50.000 Waalse gezinnen. Kunt u daarover wat meer uitleg geven? Zijn er dergelijke plannen voor Vlaanderen?

 

Ten slotte, plant u tijdelijke tegemoetkomingen of een alternatieve manier voor de gezinnen bij wie nu nog niet in een downloadsnelheid van 10 megabit per seconde is voorzien, maar die wel moeten thuiswerken of thuisonderwijs volgen door de coronacrisis?

 

01.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer De Caluwé, de inhoud van het breedbandplan werd op de Ministerraad van 30 april 2021 goedgekeurd, met dien verstande dat de daaraan gekoppelde budgetten tijdens de begrotingsopmaak 2021-2022 zullen worden besproken. De grote assen van het plan zijn dus uitgewerkt, maar wachten nog op de toewijzing van middelen. In het kader van de begrotingsbespreking 2022 zullen wij zeker nog op het dossier terugkomen.

 

Een van de assen waarvoor ik de noodzaak tot interventie zie, is inderdaad de dekking van de zogenaamde witte zones, zijnde de zones waar op het moment nog geen snelle vaste internetverbinding beschikbaar is en waar dus verschillende gezinnen de kans op telewerk en homeschooling ontlopen.

 

Daarvoor trekken wij echt wel tientallen miljoen euro aan subsidies uit, die operatoren over de streep zullen moeten trekken om in die zones te investeren, terwijl het voor hen anders economisch niet rendabel is om vaste netwerken aan te leggen. U begrijpt wel dat die laatste aansluitingen voor operatoren de duurste zijn.

 

De witte zones worden door het BIPT, de regulator, op het moment reeds in kaart gebracht via de atlaskaarten, die jaarlijks worden geüpdatet en online door elke burger kunnen worden geraadpleegd. Die identificatietool zal ook de basis vormen van het subsidieproces voor de witte zones die niet over een vaste internetsnelheid van 100 megabit per seconde beschikken.

 

Wat uw vraag over de stimulansen van overheidswege betreft, heeft het BIPT vanaf 2018 maatregelen genomen om de dekking te verbeteren voor gezinnen die getroffen worden door een gebrek aan connectiviteit. Het gaat om regelgevende maatregelen die gunstig zijn voor investeringen zoals verminderde regulering wanneer er een netwerk wordt uitgerold in witte zones. Hierbij moet een operator dan tijdelijk geen toegang tot zijn netwerk verlenen aan derden, waardoor hij zekerder is van het rendement van zijn investering, terwijl dat voor de overheid niets kost.

 

Daarnaast vormt een vermindering van de kosten van straalverbindingen een stimulans om de meest afgelegen dorpen te verbinden. De korting ten belope van 80 % voor een periode van tien jaar zou de overheid jaarlijks hypothetisch 200.000 euro aan gederfde inkomsten, retributies kosten. Veel straalverbindingen zouden echter niet tot stand komen, zonder de kortingsmaatregel, waardoor er geen inkomsten zouden zijn. Aangezien er sinds 2018 ettelijke tienduizenden huishoudens extra voorzien werden van een internetverbinding van minstens 30 megabit per seconde, lijken de baten zeker op te wegen tegen de kosten.

 

Door de stimulansen zijn er in Vlaanderen ongeveer 2.500 gezinnen voorzien van zo'n snelle internetverbinding. Dat is minder dan in het Waals Gewest, omdat het Vlaams Gewest op zich al heel goed verbonden is met een dekking van 99,5% voor een snelheid van 100 megabit per seconde. In het Waals Gewest bedraagt de dekkingsgraad 92,3% voor dezelfde snelheid.

 

Wat onze verdere zoektocht naar oplossingen en stimulansen betreft, verwijs ik graag naar de uitrol van 5G, dat een extra instrument kan vormen om zowel de mobiele dekking als de snelheden aanzienlijk te verbeteren. We vermoeden dat we specifiek in de witte zones oplossingen zullen toepassen die naast kabelverbindingen, glasvezelverbindingen, ook gebruikmaken van 5G-technologie.

 

De dekkingsverplichting voor de 700 MHz-band in dat 5G-verhaal wordt op termijn opgetrokken tot 99,8 %. Daarnaast is er het feit dat die band zelf ook nog voor een betere propagatie zorgt in vergelijking met bestaande hogere banden. Dat is gewoon fysica.

 

Daarnaast legt de telecomwet vast dat elke burger recht heeft op toegang tot adequaat internet. Dat wil zeggen dat de gebruiker toegang moet kunnen hebben tot een aantal diensten, zoals videobellen, internetbankieren, e-government en sociale media, die nodig zijn om deel te nemen aan de samenleving.

 

Op het moment ligt de minimumsnelheid vast op 1 megabit per seconde, maar we willen dat binnenkort herzien om te beantwoorden aan de vereisten van het Europees wetboek.

 

01.03  Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de minister, dank voor uw duidelijke en uitgebreide antwoord. Het verheugt me dat u het belang erkent van een goede netwerkdekking, zowel bij mobiele telefonie als bij vast internet, ook in afgelegen gebieden. Ik ben ook blij dat u initiatieven opzet om de operatoren te ondersteunen om dat netwerk uit te bouwen.

 

Een degelijke internetverbinding en toegang tot degelijke mobiele telefonie zijn uitermate belangrijk en dat belang zal enkel toenemen. Ongetwijfeld zijn in mijn gemeente, maar ook in andere grensgebieden, heel wat inwoners nu blij met uw initiatief.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Marianne Verhaert aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De veiling van 5G-frequenties" (55018684C)

- Leen Dierick aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "5G" (55019507C)

02 Questions jointes de

- Marianne Verhaert à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La mise aux enchères des fréquences pour la 5G" (55018684C)

- Leen Dierick à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La 5G" (55019507C)

 

02.01  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, de Brusselse burgercommissie wil 5G-vrije zones invoeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient nog te beslissen of het verder gevolg geeft aan deze aanbeveling. Het heeft hiervoor zes maanden de tijd.

 

Wat is uw mening over het invoeren van 5G-vrije zones? Lijkt u dat een goed idee? Zo ja, hoe zou u dat concreet aanpakken? Hoe zullen we die zones kunnen rijmen met de verschillende dekkingsvereisten die werden vooropgesteld?

 

Werd er in het kader van de veiling ook overeengekomen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de stralingsnormen aan te passen, in lijn met deze van het Vlaamse Gewest? Hoe kunnen de operatoren de dekkingsvereisten bereiken zonder deze aanpassing?

 

Is blootstelling aan gsm-straling aan de huidige niveaus volgens de federale regering schadelijk voor de gezondheid? Wat is uw visie daarover?

 

02.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Dierick, mijn voorbereide antwoord is ten dele ook gericht aan mevrouw Verhaert.

 

Het wetgevende kader dat de multibandveiling – waaronder 5G – mogelijk zal maken, bestaat uit een wet en 5 KB's en heeft al een heel traject doorlopen, zoals u weet. Op het Overlegcomité einde mei werd besloten om de wet reeds goed te keuren en er in het Parlement over te laten stemmen, wat ondertussen ook gebeurd is. Nu hebben we een rechtsbasis om het advies van de Raad van State te vragen over de KB's. Het Overlegcomité wenste eerst het advies van de Raad van State verwerkt te zien, alvorens de inhoud van de KB's goed te keuren en de definitieve keuze te maken inzake de al dan niet vierde speler.

 

Wanneer deze stappen gezet zijn, zal ik het dossier opnieuw voorleggen aan het Overlegcomité, allicht na het zomerreces. Afhangende daarvan kan de veiling misschien nog net in het eerste kwartaal van 2022 plaatsvinden. Ik denk dat dat in maart of april zal zijn, maar hoop samen met u dat het niet nog langer wordt uitgesteld. We moeten de procedure volgen, dat begrijpt u.

 

Wanneer dit alles achter de rug is, heeft de regulator BIPT nog een aantal maanden nodig om een oproep te lanceren, kandidaten te selecteren, de software te ontwikkelen op basis van de technische kenmerken die in de KB's staan – waardoor men dus moet wachten op de beslissing over de KB's om dan de software daaraan aan te passen – en dan trainingen te organiseren voor de kandidaten over die software. Men zegt mij dat dit alles toch wel een aantal maanden zal duren.

 

Het is van cruciaal belang om de kennis van 5G bij de bevolking uit te bouwen. Het is goed om nog even te benadrukken dat wij de bezorgdheden van de burgers over 5G ernstig moeten nemen. Daarom is er met de Gewesten en de Gemeenschappen een neutraal 5G-kennis- en leerplatform – ik druk op neutraal – opgericht dat ondertussen online staat op www.over5g.be. Dat heeft als doel om de burger te informeren en daarnaast ook een aantal aspecten of neveneffecten van 5G, zo u wilt, die mogelijk zouden kunnen optreden en die voor bezorgdheid zouden zorgen, te monitoren. In de eerste plaats gaat het dan over gezondheidsaspecten en het energieverbruik van 5G.

 

Er is een wetenschappelijke adviesraad met experten aangesteld die zullen analyseren welke informatie op het platform komt. Dat moet toelaten om de nodige neutraliteit te bewaren. Aan het platform kunnen bijvoorbeeld campagnes of andere communicatiekanalen worden gekoppeld om de bevolking te bereiken.

 

Er was de heel belangrijke vraag over de regionale stralingsnormen. Vooreerst wil ik stellen dat dat geen federale maar een gewestelijke bevoegdheid betreft. Uit de studie van Axon gemaakt op vraag van het Overlegcomité is gebleken dat de huidige stralingsnorm in Brussel allicht een realistische uitrol van 5G bemoeilijkt. Dat is gebaseerd op bevindingen en aanbevelingen van het BIPT omtrent de stralingsnormen in het verleden.

 

Dat betekent voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat bij de komst van een eventuele vierde speler, gelet op de norm die daar cumulatief is, in tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië, de totale hoeveelheid straling door vier in plaats van drie gedeeld moet worden, waardoor het totale stralingsniveau in Brussel gelijk blijft. In Brussel wordt die norm sowieso gerespecteerd, maar het zal voor de operatoren natuurlijk moeilijker zijn om 5G uit te rollen als zij met vier in plaats van met drie zijn en zelfs met drie operatoren. Wij weten dat dat de feiten zijn.

 

In Vlaanderen en Wallonië zijn die normen inderdaad anders gedefinieerd. Er is daar een norm per technologie en per operator en de straling van de nieuwe speler komt daar gewoon bovenop. Dat betekent dat een vierde speler daar 33 % meer straling met zich mee zal brengen dan de drie bestaande operatoren. De 5G-straling moeten wij natuurlijk samen zien met de huidige 3G en 4G-straling.

 

Ik herhaal dat de stralingnormen door de operatoren zullen moeten worden gerespecteerd bij de uitrol van 5G. Die zijn immers ingevoerd om de volksgezondheid te beschermen. De Gewesten zijn bevoegd om daarin te beslissen. In de drie Gewesten van België zijn de normen op dit moment strenger dan wat door Europa wordt aanbevolen. Persoonlijk denk ik dat we daardoor heel veilig zitten, dat het goed is als we het voorzorgsprincipe toepassen en dat dit geruststellend is.

 

Ik zal geen uitspraken doen over wat elk Gewest zou moeten doen. Ik denk ook niet dat het realistisch is om te denken dat zij een gemeenschappelijke norm zouden aannemen. Het is net hun autonome keuze om voor het ene of het andere systeem te kiezen. Ik sluit ook niet uit dat die normen in de toekomst nog zullen veranderen omdat er bij 5G ook een totaal andere manier moet worden gevonden om de straling te meten. Dat is echt wel een andere technologie waardoor men het meten van de totale hoeveelheid straling bij 5G niet zomaar kan vergelijken met de totale hoeveelheid bij 4G. Dat hebben onze experts ons zo meegedeeld.

 

Wat betreft de vraag over de Brusselse burgercommissie en de 5G-vrije zones, het BIPT laat mij daarover weten dat het op dit moment geen informatie heeft over technische methodes die eventueel zouden kunnen worden toegepast om die zones of de omvang ervan te identificeren. Het heeft ook geen informatie over enige wettelijke grondslag die deze 5G-vrije zones zou kunnen opleggen.

 

Wat de wettelijke grondslag betreft, op het eerste gezicht zou dit in strijd kunnen zijn met het principe van technologische neutraliteit die de Europese wetgeving oplegt omdat men in het kader van technologische neutraliteit op geen enkele manier een verschil tussen 3G, 4G en 5G kan opleggen. Het is heel moeilijk om daar heel specifiek voor 5G een verschil te maken. Dat is de technische en juridische informatie die ik heb gekregen.

 

Wat de impact daarvan betreft, mochten er wel in 5G-vrije zones kunnen worden voorzien, dan is het moeilijk om heel veel te kunnen zeggen over de impact daarvan aangezien we eigenlijk nog niet alle toepassingen van 5G kennen. Zo zouden bijvoorbeeld onze veiligheids- en nooddiensten die voor het netwerk van ASTRID de 5G-netwerken van de mobiele operatoren zullen gebruiken, wel een probleem kunnen krijgen als er 5G-vrije zones zouden zijn aangezien de communicatie in het geval van noodsituaties dan helemaal zou kunnen wegvallen. Dat is zeker een bekommernis waaraan dan moet worden tegemoetgekomen.

 

Betreffende de compatibiliteit met de dekkingsverplichtingen, geven de tekstontwerpen die in januari zijn aangenomen, aan het BIPT de mogelijkheid om afwijkingen toe te staan in geval van overmacht. De dekkingsverplichtingen worden vastgelegd, maar er kan altijd sprake zijn van overmacht. Dan kan het BIPT een afwijking toestaan. Het lijkt mij dus moeilijk denkbaar dat het BIPT operatoren zou bestraffen, omdat ze bepaalde zones niet dekken met 5G omdat bijvoorbeeld een Gewest hen dat zou verhinderen. Dat zou dan toch een vreemde situatie worden.

 

De 5G-overlegcommissie in Brussel heeft een voorstel gedaan om de stralingsnorm op te trekken naar 14,5 volt per meter. Dat is inderdaad ook wat het BIPT heeft voorgesteld als mogelijke norm om 5G-netwerken uit te rollen. Eventuele voorstellen in verband met normen voor het Brussels Gewest en wat daarmee zal gebeuren, zijn natuurlijk geen federale bevoegdheid. Ik zal mij dus absoluut niet wagen aan uitspraken daarover.

 

02.03  Leen Dierick (CD&V): U hebt een zeer uitgebreid antwoord gegeven, zeker rond de 5G-vrije zones, waarvoor dank. Die vrije zones lijkt wel een mooi principe, maar er zijn nog heel wat wettelijke en technische vragen, in de eerste plaats of die inderdaad kunnen worden gerealiseerd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Een vierde telecomoperator in België" (55019509C)

- Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Een vierde telecomoperator" (55019527C)

03 Questions jointes de

- Leen Dierick à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Un quatrième opérateur de télécommunications en Belgique" (55019509C)

- Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Un quatrième opérateur de télécommunications" (55019527C)

 

03.01  Leen Dierick (CD&V): Test-Aankoop deed onlangs een vergelijkende studie tussen de Belgische telecomprijzen en die in zeven andere landen. Hieruit blijkt dat surfen in onze buurlanden gemiddeld 30 % goedkoper is dan bij ons. Eerder bewezen ook rapporten van de Belgische telecomwaakhond, het BIPT, en de Europese Commissie dat de Belgische telecomprijzen hoog waren. Er is dus wel nood aan meer concurrentie op de Belgische telecommarkt en de 5G-veiling creëert net de mogelijkheid om een vierde mobiele netwerkoperator toe te voegen aan het telecomlandschap.

 

Zal de veiling toelaten dat er een volwaardige vierde operator opstaat die op alle marktsegmenten en technologieën een netwerk kan uitrollen?

 

Welke initiatieven zult u nemen om de telecomprijzen te laten dalen?

 

Hoe zult u ervoor zorgen dat de consument in geval van familiebundel eenvoudiger en sneller van telecomoperator kan veranderen, waardoor de concurrentiekracht wordt opgevoerd?

 

03.02  Michael Freilich (N-VA): Ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

Wat is de status van het dossier van de vierde telecom-operator?

 

Zijn er al adviezen gevraagd aan de Raad van State en kunnen we deze tekst die is voorgelegd inzien of niet?

 

03.03 Minister Petra De Sutter: Wij hebben het thema vorige week al aangekaart naar aanleiding van de artikel 30-bespreking, zowel in de commissie als de plenaire vergadering. Test-Aankoop heeft een studie gedaan over de tarieven van de telecomabonnementen. De bevindingen daarvan liggen in dezelfde lijn als eerdere studies. In het bijzonder gaat het over een studie die in december 2020 door de Europese Commissie werd gepubliceerd, waarin België vijftiende staat in de rangschikking van 28 lidstaten voor prijzen van standalone mobiele abonnementen, tweeëntwintigste voor die van de gebundelde aanbiedingen van internet, tv en mobiele telefonie en vijfentwintigste – helemaal aan het einde van het peloton – voor die van vast internet. Het feit dat de evolutie van de Belgische prijzen stabiliseert, heeft niet noodzakelijk een impact op de rangschikking, want die kan ook wijzigen door prijsontwikkelingen in andere Europese landen. Een rangschikking is immers altijd relatief.

 

Test-Aankoop heeft een punt dat in een markteconomie concurrentie een van de betere manieren is om de prijzen te verlagen en om innovatie te bevorderen. Concurrentie op de mobiele markt kan komen van bestaande of nieuwe MNO's of MVNO's. Een vierde speler met een eigen netwerk en eigen licenties kan dus op een betere manier druk uitoefenen op de markt dan een virtuele operator met een beperkt marktaandeel. Dat is de reden waarom de discussie over de spectrumreservering voor een nieuwe operator zo belangrijk is, want het is uiteindelijk toch een unieke kans om in de komende 20 jaar al dan niet een vierde operator toe te laten op onze markt. De concurrentiële druk die wordt uitgeoefend door virtuele operatoren, kan dan weer worden uitgeschakeld via overnames door de operatoren die een eigen netwerk hebben.

 

Ik stel vast dat de betaalbaarheid vooral een probleem is op de vaste markt. Voor die markt is er zeker interesse, hebben we begrepen: een kandidaat-koper van VOO zou naast het vaste netwerk ook een mobiele licentie wensen aan te kopen. Dat kan een verschil maken op de telecommarkt in haar geheel en dus niet alleen op het mobiele segment, want een speler die zowel een vast als een mobiel netwerk heeft, kan natuurlijk meer impact hebben op de markt, waardoor  prijzen voor de consument eventueel worden gedrukt.

 

De regulering van wholesaleprijzen kan natuurlijk de concurrentie stimuleren, waardoor de prijzen voor de consumenten dalen.

 

Ten slotte kan de prijsdruk komen van geïnformeerde consumenten: er kunnen andere mechanismen ingezet worden - daar was ook een vraag over - dan alleen maar meer concurrentie op de markt. Ik verwijs naar het Easy Switchverhaal waardoor men gemakkelijk van operator kan veranderen. Het bundelbeleid van operatoren duwt klanten daarentegen naar triple-playbundels met televisie, internet en mobiel, wat het klantverloop veeleer afzwakt. Er moeten dus zeker, naast concurrentie, ook andere mechanismen verder ontwikkeld en bekendgemaakt worden om de prijzen te drukken.

 

Met andere woorden, mevrouw Dierick en mijnheer Freilich: ja, de veiling kan ertoe leiden dat er een volwaardige vierde operator opstaat die in alle marktsegmenten, van mobiel tot vast, en technologieën actief kan worden. Nadat de wet vorige week op 17 juni door de plenaire vergadering is aangenomen, werden de adviesaanvragen over de KB's zoals in het Overlegcomité werd gevraagd, naar de Raad van State gestuurd en we verwachten de adviezen na het zomerreces. We kunnen dus echt niet anders dan het proces afwachten, vooraleer het Overlegcomité daarvoor wordt samengeroepen en de knoop rond een eventuele vierde speler definitief doorgehakt kan worden. Ik hoop dat ik daarmee voldoende op uw vragen heb geantwoord.

 

03.04  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt voldoende informatie gegeven en ik deel uw mening dat er mogelijks een vierde speler komt, wat bevorderlijk is om de prijzen omlaag te krijgen. Het is wel een en-enverhaal, de consumenten moeten eveneens beseffen dat ze gemakkelijk kunnen wisselen van operator. Ook dat zal ongetwijfeld een effect hebben op de prijzen. Ik hoop dus dat we op beide aspecten kunnen inzetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Interpellatie van Erik Gilissen aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De verplichte bewaring van gebruikersdata" (55000154I)

04 Interpellation de Erik Gilissen à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'obligation de conserver les données des utilisateurs" (55000154I)

 

04.01  Erik Gilissen (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eersteminister, de regering wil niet alleen telecomproviders, maar ook diensten als Whatsapp, Telegram of Facebookmessenger verplichten om hun gebruikersdata op te slaan en ter beschikking te houden van het gerecht. Bovendien zullen ook meer instanties toegang tot die gegevens krijgen. Dat las ik in de media.

 

Met een nieuw wetsontwerp wil men niet alleen inzage krijgen in de telecommetadata van nagenoeg iedereen op het Belgische grondgebied, maar hiermee wil men ook toegang krijgen tot versleutelde informatie in chatapplicaties. Het Europees Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof oordeelden onlangs dat de bewaarplicht op communicatiegegevens in strijd is met het recht op privacy. De zogenaamde dataretentiewet werd op 24 april 2021 dan ook vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Met het nieuwe wetsontwerp negeert de regering niet alleen dit oordeel, maar gaat zelfs een heel stuk verder. De organisaties die de wet vorige keer hebben aangevochten voor het Grondwettelijk Hof, zoals de Liga voor de Mensenrechten, hebben reeds aangegeven opnieuw gerechtelijke stappen te zullen zetten tegen deze nieuwe wet.

 

Het bijhouden van deze gegevens is een bron van informatie voor het bestrijden van misdaden zoals terrorisme, drughandel en dergelijke meer, alsook voor het opsporen van vermiste personen, maar dat mag geen vrijgeleide zijn om het recht op privacy van alle burgers zomaar te negeren. Het gerecht heeft trouwens nog andere middelen ter beschikking, zoals de facturatiegegevens die nog steeds kunnen worden opgevraagd bij de telecomoperatoren. Tevens zijn er op heel wat drukke plaatsen tegenwoordig ook camerabeelden beschikbaar, die bekeken kunnen worden.

 

Toen ik onlangs bij mijn interpellatie over de vernietiging van de dataretentiewet door het Grondwettelijk Hof de vraag stelde of u initiatieven zou nemen om een alternatief uit te werken voor de vernietigde wet, bedoelde ik uiteraard geen wet die nog veel verder gaat dan de oude, vernietigde dataretentiewet, maar wel wetgeving die rekening houdt met het recht op privacy van de burger.

 

Zult u, of de hele regering, rekening houden met de grote bezorgdheden van de Liga voor de Mensenrechten aangaande de bescherming van de privacy? Zult u, of de regering, het nieuwe wetsontwerp aanpassen, zodat de privacy van de burger gevrijwaard blijft?

 

Bent u van mening dat het verkrijgen van toegang tot versleutelde informatie in berichten en chatapplicaties, zoals Whatsapp en Signal, een zeer gevaarlijke evolutie is?

 

04.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Gilissen, ik zal op uw drie vragen apart antwoorden.

 

Ten eerste, wat betreft de bezorgdheden van de Liga voor Mensenrechten, u moet weten dat er een openbare raadpleging van vier weken werd georganiseerd over het voorontwerp van wet en het ontwerp van koninklijk besluit en dat wij in het kader daarvan geen bijdrage hebben mogen leveren, wat wel jammer is. Dat neemt echter niet weg dat de regering rekening zal en moet houden met de adviezen van de verschillende gegevensbeschermingsautoriteiten - de Gegevensbeschermingsautoriteit, maar ook het Controleorgaan op de politionele informatie en het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten - en desgevallend de nodige aanpassingen zal doorvoeren in het licht van de bescherming van het recht op eerbiediging van het privéleven.

 

Wat uw tweede vraag betreft, het wetsontwerp dat wordt voorbereid, heeft tot doel de Belgische wetgeving rond dataretentie in overeenstemming te brengen met de rechtspraak van het Hof van Justitie inzake het recht op eerbiediging van het privéleven. In tegenstelling tot wat u zegt, is de regering er wel van overtuigd dat dit ontwerp tegemoetkomt aan deze doelstelling en dat wij ons op deze manier zullen inschrijven in de Europese rechtspraak, zoals dat hoort in een rechtsstaat.

 

Indien uit de adviezen van de verschillende gegevensautoriteiten zou blijken dat er op bepaalde punten wijzigingen moeten worden aangebracht om het recht op eerbiediging van het privéleven te vrijwaren, dan zal de regering hiermee rekening houden. Ik herhaal mijzelf, maar het is belangrijk om dat nogmaals te beklemtonen. Als minister zal ik in elk geval steeds de privacy als waarde en grondrecht blijven verdedigen, wetende dat dit grondrecht moet worden afgewogen tegen het recht op veiligheid en dat het vinden van een juist evenwicht tussen beide grondrechten niet altijd evident en misschien voor discussie vatbaar is. Dat is de realiteit, u zult het met mij eens zijn.

 

Ik ben ervan overtuigd dat deze regering wel degelijk een ontwerp heeft uitgewerkt dat dit evenwicht tot stand brengt en beide grondrechten met elkaar verzoent. Ik twijfel er niet aan dat dit ontwerp de toets van de Belgische en Europese rechtscolleges zal doorstaan.

 

In antwoord op uw derde vraag geef ik mee dat het Wetboek van strafvordering en de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten reeds voorzien in de mogelijkheid om toegang te krijgen tot elektronische communicatie in het kader van een gerechtelijk onderzoek, zij het tegen heel strikte voorwaarden. Dat verandert dus eigenlijk niks aan de huidige situatie.

 

In het voorontwerp wordt louter voorzien in de verplichting voor operatoren die gebruikmaken van versleutelingsystemen om een dergelijke toegang technisch mogelijk te maken. Die toegang kan, zoals reeds vermeld, slechts tegen heel strikte voorwaarden in het kader van een gerechtelijk onderzoek of een onderzoek van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden verkregen.

 

De verplichting was er al en is er. Nu wordt heel duidelijk gemaakt dat versleuteling geen reden kan zijn, om de toegang niet te verlenen in erg strikte omstandigheden.

 

Het belang van de mogelijkheid om toegang te verkrijgen tot verschillende vormen van elektronische communicatie in het kader van een gerechtelijk onderzoek naar bijvoorbeeld zware criminaliteit of terrorisme, werd onlangs nog duidelijk aangetoond in de zaak Sky ECC, die, zoals u weet, uitgebreid in de pers kwam. Zij heeft de noodzaak tot invoering van de wetsbepaling aangetoond.

 

04.03  Erik Gilissen (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoorden.

 

Ten eerste, wij betreuren dat wij een en ander via de media moeten vernemen. Ik heb zelf de tekst van het voorontwerp nog niet kunnen inkijken. Ik ga dus voort op de berichtgeving die in de media is verschenen, om mijn interpellatie te houden. Wij betreuren dus enigszins dat de parlementsleden niet eerder op de hoogte zijn van de inhoud.

 

Bij de mogelijkheid waardoor versleutelde informatie kan worden ingekeken, wordt, wanneer politiediensten daar inzage in krijgen, een soort backdoor of achterdeur ingebouwd in dergelijke chat-applicaties. Wij hebben de voorbije weken en maanden zelf kunnen ondervinden dat hacking een heel groot risico is. Een dergelijke achterdeur inbouwen, vergroot natuurlijk dat risico van hacking. Immers, elke opening die wordt gelaten, betekent een punt waarop de hackers tot een aanval zouden kunnen overgaan.

 

Het op grote schaal bijhouden van allerhande informatie over burgers is voor het Vlaams Belang alvast een duidelijke schending van de privacy. Wanneer dergelijke informatie worden bijgehouden, moet dat gelinkt zijn aan bepaalde onderzoeken, waarbij er een vermoeden is van een misdrijf. Gegevens van iedereen kunnen niet zomaar worden bijgehouden. In de nieuwe wetgeving betreffende de dataretentie dient dat duidelijk te worden omschreven en dienen de grenzen strikt te worden afgebakend waarbinnen dergelijke informatie mag worden bijgehouden, opgevraagd en ingekeken.

 

Het Grondwettelijk Hof heeft de vorige dataretentiewet vernietigd. Het mag duidelijk zijn dat de nieuwe dataretentiewet niet dezelfde richting mag uitgaan en de toets met het Grondwettelijk Hof zeker moet doorstaan. Zoals ik in mijn vragen al heb aangehaald, is misdaadbestrijding ook voor het Vlaams Belang belangrijk. Er moeten middelen beschikbaar zijn voor gerechtelijk onderzoek, maar de privacy van de burger moet uiteraard wel gerespecteerd worden. Met dat doel heb ik ook een motie ingediend die ik daarstraks aan de voorzitter overhandigd heb.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter:

 

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Erik Gilissen en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Erik Gilissen

en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post,

- gelet op het voorontwerp van wet betreffende de bewaring van gebruikersdata;

- gelet op de algemene veiligheidsrisico's die kunnen ontstaan bij het voorzien van toegang tot versleutelde informatie voor bepaalde instanties, en een mogelijke schending van het briefgeheim;

- gelet op de noodzaak tot bescherming van de privacy van de burger;

- gelet op de waarde van de door dataretentie verzamelde gegevens in de strijd tegen criminaliteit;

- gelet op de vernietiging van de voorgaande wet betreffende de dataretentie door het Grondwettelijk Hof;

verzoekt de regering

een evenwichtig wetgevend kader uit te werken betreffende dataretentie en inzage in versleutelde informatie met aandacht voor de privacy van de burger, respect voor het briefgeheim en het vermoeden van onschuld tot bewijs van het tegendeel, en dat tevens de toets door het Grondwettelijk Hof zal doorstaan."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Erik Gilissen et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l’interpellation de M. Erik Gilissen

et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques, des Télécommunications et de la Poste,

- vu l’avant‑projet de loi relatif à la conservation des données des utilisateurs;

- vu les risques généraux pour la sécurité qui peuvent découler de l’octroi d’un accès à des informations cryptées à certaines instances, et la possibilité de violation du secret des lettres;

- vu la nécessité de protéger la vie privée des citoyens;

- vu la valeur des données rassemblées par le biais de la rétention de données dans le cadre de la lutte contre la criminalité;

- vu l’annulation de la précédente loi relative à la rétention des données par la Cour constitutionnelle;

demande au gouvernement

de mettre en place un cadre législatif équilibré en matière de rétention de données et d’accès à des informations cryptées, qui tienne compte du respect de la vie privée, du respect du secret des lettres et de la présomption d’innocence jusqu’à preuve du contraire, et qui puisse satisfaire à l’examen par la Cour constitutionnelle."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Albert Vicaire.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Albert Vicaire.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

De vragen nrs. 55017077C, 55019243C en 55019432C van mevrouw Depraetere worden omgezet in schriftelijke vragen, aangezien zij in de plenaire vergadering aanwezig is.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.55 uur.

La réunion publique de commission est levée à 14 h 55.