Commission des Finances et du Budget

Commissie voor Financiën en Begroting

 

du

 

Mardi 6 juillet 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 6 juli 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door de heer Sander Loones.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 08 et présidée par M. Sander Loones.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De interdepartementale provisies in de strijd tegen het coronavirus" (55014424C)

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De coronaprovisie voor 2021" (55015812C)

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De interdepartementale provisies" (55016360C)

01 Questions jointes de

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les provisions interdépartementales dans la lutte contre le coronavirus" (55014424C)

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La provision corona pour 2021" (55015812C)

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les provisions interdépartementales" (55016360C)

 

01.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, wij hebben het al over heel wat thema's gehad tijdens de begrotingscontrole en op onze agenda staat inderdaad nog een aantal vragen die voordien waren ingediend. Voor de volgende vergaderingen moeten we met de diensten bekijken hoe de vragen die vóór een begrotingscontrole of -debat werden ingediend, zullen worden behandeld. Ik stel voor dat u dat straks opneemt met de voorzitster van de commissie, mevrouw Marghem.

 

Dat gezegd zijnde, ook al werden al heel wat punten in allerhande vragen beantwoord, er blijven nog steeds nog wat vragen open. Zo heeft een eerste reeks betrekking op de provisies. In uw begroting staan er twee soorten provisies: de interdepartementale provisie, het klassiek verhaal, en de coronaprovisie, die specifiek voor de coronacrisis in het leven is geroepen.

 

Ten eerste, we hadden u gevraagd naar een overzichttabel van de provisies. Het antwoord in de plenaire was dat de diensten daar nog volop aan werkten. Is die tabel intussen klaar? Indien niet, wanneer zou die klaar kunnen zijn?

 

Ten tweede heb ik een meer principiële vraag. Hoe zult u omgaan met de provisies? De provisies zijn deels gebruikt om politieke evenwichten in te bouwen in het regeerakkoord. De interdepartementale provisies zijn al toegewezen. U hebt altijd gezegd dat als de ministers met concrete dossiers komen, de middelen daarvoor uit de provisies zullen worden gehaald en op de juiste lijn worden ingeboekt. Betekent dat dan dat het bedrag van de provisies zal dalen? De provisiepot zou dus niet even groot blijven, wanneer er budgetten verschuiven naar de juiste lijn. Klopt dat? Dat is de tweede principiële vraag.

 

Ten derde is er een hele reeks informatievragen gesteld, waarop wij het antwoord vast nog zullen krijgen. Enkele wil ik er toch uitpikken. De vragen rond de overheidscommunicatie zijn niet beantwoord tijdens het begrotingscontroledebat. Hoe zit het precies met de overheidscommunicatie in het kader van de coronapandemie? Hoeveel is er precies aan uitgegeven? Waaraan is dat uitgegeven? Hoeveel van dat geld ging naar de campagne "1 ploeg van 11 miljoen – Allemaal samen"? Hoeveel ging naar de app CoronAlert? Daarover hebben we nog geen specifieke cijfers ontvangen.

 

01.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, ik wil allereerst zeggen dat een aantal van uw vragen achterhaald zijn, aangezien we het begrotingscontroledebat al gehad hebben. Dat vind ik zelf ook jammer en ik wil met het secretariaat en de voorzitter van de commissie bekijken hoe we dergelijke situaties kunnen vermijden. We zullen een oplossing zoeken.

 

Op uw vraag over de provisies kan ik verwijzen naar mijn uiteenzetting in de vergadering van de commissie voor Financiën en Begroting van 24 februari en 30 april 2021. De antwoorden zijn grotendeels terug te vinden in de powerpoint­presentatie die tijdens die commissievergadering is getoond. Op 13 juli 2021 zal ik evenwel opnieuw naar de commissie komen met een stand van zaken van alle provisies. Tijdens die vergadering zult u een nieuw gedetailleerd overzicht ontvangen. We beschikken inderdaad nu over de tabellen.

 

Ten tweede, het klopt dat wanneer ministers met concrete plannen komen en daarmee het hele proces hebben doorlopen, dus met onder andere de opmaak van KB's en verdelingsbesluiten, de middelen op de juiste begrotingslijn worden ingeschreven en die uit de provisie verdwijnen.

 

Op uw derde vraag over de gedetailleerde cijfers zal ik dus volgende week, 13 juli, een hele uiteenzetting geven. Dan krijgt u meer klaarheid.

 

01.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in andere commissies worden dergelijke vragen na grote debatten als beantwoord beschouwd. De diensten nemen contact met ons op om na te gaan of er nog vragen zijn die we aanhouden. Dat zorgt voor een soort filter. Dat kan een te hanteren werkwijze zijn, maar dat praktische punt kunnen we bespreken als mevrouw Marghem aanwezig is.

 

Het is goed dat we nog voor het zomerreces transparantie krijgen in de stand van zaken met de provisies. U zei dat als er een minister met een dossier komt, de middelen daartoe worden ingeschreven op de juiste lijn en verdwijnen uit de provisie. Die provisie wordt dus voor hetzelfde bedrag kleiner.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Aan de orde is vraag nr. 55014513C van mevrouw Houtmeyers. Zij is evenwel niet aanwezig.

 

02 Question de Marco Van Hees à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L’évaluation des dispenses de versement du précompte professionnel" (55015016C)

02 Vraag van Marco Van Hees aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De evaluatie van de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing" (55015016C)

 

02.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, il s'agit ici d'une question assez ancienne puisqu'elle a été déposée début mars, et que nous sommes, aujourd'hui, au début du mois de juillet. Il est vrai que vous avez évoqué le choc qui existe entre les débats budgétaires et les questions. Quoi qu'il en soit, un délai de quatre mois me semble un peu long.

 

Le 12 février, le gouvernement a décidé de mettre en œuvre un projet pilote de spending review concernant les dispenses de versement du précompte professionnel. Il s'agit d'examiner si ces dispenses atteignent effectivement leur objectif et si celui-ci ne pourrait pas être atteint plus efficacement d’une autre manière.

 

A priori, on peut se réjouir de cette initiative car les dispenses de versement du précompte professionnel, autrement dit ce "vol légal" des impôts des travailleurs par leur employeur, n’ont cessé d’augmenter depuis le début des années 2000. Elles s'élevaient à 3,4 milliards en 2019 et devraient atteindre 4,5 milliards en 2024.

 

Mais pour réaliser l’exercice, il faudrait savoir quel est l’objectif de ces dispenses. Or, elles ont souvent été instaurées dans l’urgence par des lois-programmes qui se limitent à formuler des objectifs généraux qui ne sont pas déclinés en objectifs plus spécifiques liés à des cibles chiffrées et des échéances.

 

Comme l’a relevé la Cour des comptes, "cette situation ne permet pas d’évaluer cette politique fiscale, à partir notamment d’indicateurs de performance servant à en mesurer les effets".

 

Dans son rapport de mars 2019, elle recommandait d’assigner aux dispenses des objectifs précis, concrets et mesurables. Le gouvernement n’a pas appliqué ces recommandations puisqu'une nouvelle dispense de versement du précompte professionnel pour la formation des travailleurs a été instaurée dans l’urgence via la loi-programme du 20 décembre 2020.

 

Madame la secrétaire d'État, avez-vous l’intention d’appliquer les recommandations de la Cour des comptes? Ne pensez-vous pas qu’il aurait été préférable d’appliquer ces recommandations avant de lancer le projet pilote de spending review? Pouvez-vous nous expliquer la méthodologie de ce projet pilote? Quelles seront les administrations qui seront impliquées dans ce projet? Quel est l’état d’avancement du projet? Quels seront les critères retenus pour déterminer si les dispenses de versement du précompte professionnel atteignent leurs objectifs, sachant que, jusqu’à présent, aucun objectif précis, concret et mesurable n’a été assigné à ce "cadeau fiscal"?

 

02.02  Eva De Bleeker, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Van Hees, nous allons voir comment il est possible d'éviter que la réponse aux questions ne soit trop tardive.

 

Le 12 janvier 2021, le gouvernement a en effet décidé de mettre en place un pilot spending review pour l'exonération de versement du précompte professionnel et a également approuvé le mandat du groupe de travail qui effectuera ce spending review.

 

Depuis le début des années 2000, les employeurs bénéficient dans certains cas d'une aide financière sous la forme d'une exonération partielle ou totale du versement du précompte professionnel. L'exonération de versement du précompte professionnel s'applique actuellement aux heures supplémentaires, à la marine marchande, au dragage et au remorquage, à la recherche et au développement, à la pêche en mer, au travail de nuit et en équipe, aux sportifs, aux ajustements salariaux (AIP), aux zones d'aide, aux entreprises débutantes et aux jeunes employés.

 

Le groupe de travail a démarré et c'est à lui de faire l'analyse et de préparer le rapport. Je ne peux pas avancer les résultats du rapport qui sont attendus dans le courant du mois de juillet. Le groupe de travail se compose de collaborateurs du SPF Finances, du SPF Stratégie et Appui, du SPF Emploi, du SPF Sécurité sociale, de l'ONSS et de l'Inspection des finances.

 

Le rapport de la Cour des comptes sur le sujet est le point de départ du groupe de travail. Les représentants de la Cour des comptes ont également expliqué le rapport lors de la première réunion du groupe de travail. Le spending review est donc une suite logique du rapport de la Cour des comptes. Le groupe de travail peut formuler des options pour répondre aux remarques formulées par la Cour.

 

Le groupe de travail cartographiera les données de base des différents sous-régimes de soutien, étudiera l'efficience et l'efficacité d'un ou de plusieurs régimes, la méthodologie pouvant aussi être utilisée pour les autres mesures de soutien dans une phase ultérieure, et fera un comparatif avec des choix politiques alternatifs comme les subsides directs et les dispenses de cotisations sociales.

 

Enfin, je voudrais souligner qu'il s'agit de projets pilotes et que l'intention est également de permettre à l'administration d'acquérir de l'expérience en matière d'examen des dépenses. Sur la base de l'expérience acquise dans les projets pilotes, une réflexion sera menée sur le processus des spending reviews et, le cas échéant, les améliorations nécessaires pourront également être apportées ou le processus pourra être davantage formalisé.

 

02.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour ces réponses. J'entends que le rapport devrait être finalisé en juillet. J'espère qu'on pourra le recevoir ce mois-ci encore pour l'analyser. Je suppose que nous n'aurons pas le temps d'organiser une réunion. Recevoir le rapport serait donc déjà une bonne chose.

 

Vous citez dix catégories de dispense du précompte professionnel. Effectivement, il y a une inflation dans ces catégories et dans les montants. En effet, au début des années 2000, il s'agissait de quelques centaines de millions alors qu'aujourd'hui, on est à plusieurs milliards. On n'en connaît pas l'effet éventuellement positif. Le risque est de créer des effets d'aubaine et de dépenser ces milliards d'euros à fonds perdu sauf pour les employeurs qui en profitent mais sans effets véritables.

 

J'entends que ce groupe de travail va aussi comparer l'efficacité des dispenses du précompte professionnel par rapport à d'autres formes de subsides salariaux. Le problème, c'est que ces subsides salariaux peuvent aussi avoir des effets d'aubaine. Il pourrait donc s'agir d'un simple changement de cadeau. Dans tous les cas, ce sont, selon moi, des fonds perdus pour l'État. Il faudrait donc revoir la conception même de ce subside permanent aux employeurs qui revient à leur donner des cadeaux. Il serait beaucoup plus utile d'utiliser l'argent public pour financer directement des emplois publics et du service public plutôt que de toujours passer par cette politique d'effets d'aubaine offerts au patronat. Je ne peux que déplorer le fait qu'avant même d'avoir attendu les conclusions de ce groupe de travail, le gouvernement ait créé de nouvelles catégories de dispenses de précompte professionnel. C'est incohérent comme politique!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Nathalie Muylle aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De financiering in de zorgsector" (55015381C)

03 Question de Nathalie Muylle à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le financement dans le secteur des soins" (55015381C)

 

03.01  Nathalie Muylle (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, deze vraag heb ik al een tijdje geleden ingediend, meer bepaald naar aanleiding van een uitspraak die u in februari deed in het kader van een drietal pilootprojecten die u wenst te lanceren.

 

Het doel van een van die projecten is zorg efficiënter maken. Het zal u niet verrassen dat ik, toen ik dat las, benieuwd was naar uw plannen, zeker als ondervoorzitter van de commissie voor Gezondheid. Het zou de bedoeling zijn om een bredere studie op te zetten in het kader van het herzien van bestaande financierings­mogelijk­heden en eventueel ook de introductie te bekijken van innovatieve financieringssystemen, om op die manier zowel overconsumptie als ondercon­sumptie van zorg tegen te gaan. De focus is de juiste zorg op de juiste plaats, wat volgens mij de juiste focus is. U zou daarvoor een projectoproep lanceren. Het doel is een kostenefficiënter systeem te laten werken.

 

Het is nu begin juli. Is die projectoproep uitgebracht? Zijn de thema's al bepaald? Gaat het over ziekenhuisfinanciering, het geneesmiddelenbudget en/of de nomenclatuur?

 

De discussie is overigens ook vrij actueel na uitspraken van uw collega-minister Frank Vandenbroucke vorige week op het seminarie van Zorgnet. Daar zijn in dit kader door Zorgnet zelf enkele pistes aangereikt om de financierings­stroom te wijzigen. Overlegt u daarover ook met uw collega?

 

Welke instellingen zijn betrokken? Zijn ook de FOD en het RIZIV betrokken? Zijn ook de Gemeenschappen erbij betrokken, gelet op de verwevenheid na de zesde staatshervorming, bijvoorbeeld inzake de ziekenhuizen?

 

Wat is de timing? Welke is de opzet? Is er een bepaalde resultaatsverbintenis of inspannings­verbintenis gekoppeld?

 

03.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw Muylle, de uitgaven die binnen de scope van de spending review zijn alle uitgaven binnen de perimeter van de begroting voor de gezondheidszorg. Het gaat dus om de begroting RIZIV en geneeskundige verzorging.

 

Het engagement voor dit project werd een eerste keer opgenomen in het akkoord artsen-verzekeringsinstellingen Medicomut van december 2020 en bekrachtigd door het Verzeke­rings­comité op 8 februari 2021. Sinds de goedkeuring van het traject door het Verzekeringscomité wordt bij elke vergadering van het comité verslag uitgebracht over de voortgang van de werkzaamheden. Het comité heeft intussen vergaderd op 26 april en 10 mei en uiteraard ook in juni.

 

De afspraak is dat er midden juli, net als bij de twee andere projecten inzake spending review, een rapport wordt opgeleverd waarna met de implementatie van de geselecteerde voorstellen kan worden begonnen. Bepaalde delen van deze oefeningen zouden ook opgenomen kunnen worden in het kader van de begrotingsopmaak voor 2022.

 

Zodra het rapport er is, wordt het verder besproken in de werkgroep. Als de finale resultaten er zijn, zullen die uiteraard verspreid worden. Het is ook belangrijk te weten dat het om een pilootstudie gaat, een oefening om de techniek van de spending reviews in de vingers te krijgen. Daardoor kunnen wij nu nog niet zeggen hoe de timing er precies uit zal zien maar we verwachten het rapport midden juli, waarna we met de resultaten zo snel mogelijk aan de slag hopen te gaan.

 

03.03  Nathalie Muylle (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, het is positief dat dit verder zijn beloop zal krijgen in het kader van de Medicomut en het Verzekeringscomité. We wachten best het rapport af. Dit alles staat uiteraard niet los van wat we in het regeerakkoord hebben opgenomen over andere trajecten, bijvoorbeeld voor de financiering van de ziekenhuizen. Die trajecten vallen ook onder de bevoegdheid van uw collega en ik zal het daar eveneens aankaarten. Ik kijk uit naar het rapport en ik kom er zeker op terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55015765C, 55015766C en 55015807C zijn al beantwoord tijdens de bespreking over de begrotingscontrole. Of wenst u nog elementen toe te voegen?

 

03.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Neen.

 

04 Vraag van Annick Ponthier aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het financieel beheer van het WHI" (55016287C)

04 Question de Annick Ponthier à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La gestion financière du WHI" (55016287C)

 

Voorzitter: Marie-Christine Marghem.

Président: Marie-Christine Marghem.

 

04.01  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb u een hele tijd geleden een vraag gesteld over het financieel beheer van het War Heritage Institute (WHI).

 

U weet dat er enige tijd geleden melding werd gemaakt van een brief van de regeringscommissaris die in 2019 aan de toenmalige minister van Begroting over de financiële werking van het WHI. Die werking laat op vele vlakken te wensen over. Het rapport van de regeringscommissaris maakte dan ook onder andere melding van jarenlange verwaarlozing, sterk verwaarloosde infrastructuur, een management dat excessief gericht is op externe representatie, meer dan op management­capaciteiten. Er was ook een gebrek aan uniformiteit, coherentie, ten aanzien van het personeel, enzovoort. Daar is een uitgebreid rapport van het Rekenhof over.

 

Ik heb mijn vraag ook gericht aan de minister van Defensie. Ik zetel in deze commissie in mijn hoedanigheid als lid van de commissie voor Landsverdediging. De minister van Defensie heeft gezegd dat een aantal brieven, ook van u, bezorgd is aan de directie van het WHI.

 

Kunt u daar kort de inhoud van schetsen? Welke aandachtspunten hebt u daarin naar voren gebracht?

 

Ik weet uit andere bronnen dat u die brief effectief bezorgd hebt, en dat u daarin melding hebt gemaakt van de wantoestanden binnen het WHI, en dat u een soort ultimatum hebt gesteld.

 

Kunt u daar meer informatie over geven op dit moment zodat wij dat dossier ook in de commissie voor Landsverdediging verder kunnen opvolgen?

 

04.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw Ponthier, de regeringscommissaris van Begroting heeft mij in een brief van 19 november ingelicht over de algemene stand van zaken in de betrokken instelling. Op basis daarvan heeft een overleg plaatsgevonden tussen de beleidscel Defensie, de regeringscommissaris en mede­werkers van mijn beleidscel.

 

De beleidscel Defensie heeft in dit overleg aangegeven dat zijzelf en het WHI de nodige acties zullen ondernemen. Indien er echter geen structurele verbetering merkbaar zou zijn, bestaat de kans dat het WHI financiële gevolgen zal ondervinden.

 

Ik ben een beetje verwonderd dat u om deze informatie vraagt door middel van een mondelinge vraag. Het is niet duidelijk of u het document nu al wel of niet hebt gekregen. In het document van de Kamer, De actiemiddelen van de Kamerleden, In vraag en antwoord, staat letterlijk: "Wat moet ik doen om een bestuursdocument te raadplegen of er een kopie van te ontvangen? Wie een bestuursdocument wil raadplegen of er een kopie van wil ontvangen, richt daartoe aan de bevoegde federale administratieve overheid een schriftelijke aanvraag, waarin hij de aangelegenheid en zo mogelijk de betrokken bestuursdocumenten vermeldt."

 

Ik weet niet of u de brief nu al hebt gekregen of niet, maar ik zal hem u niettemin bezorgen. U kunt die nota bekijken, waarin de stand van zaken binnen de instellingen wordt weergegeven. Dat is een openbaar document. Aangezien het over Defensie gaat, stel ik voor dat u dit oppikt in de desbetreffende commissie.

 

04.03  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor het bezorgen van het document. Ik kon het ook al via een andere, niet-formele weg verkrijgen. Mogelijk volgt u de werkzaamheden van de commissie voor Landsverdediging onrechtstreeks, maar ik stel u deze vraag mondeling omdat wij op geen enkele andere manier gehoor krijgen, noch van de toenmalige directeur-generaal ad interim van het WHI, de heer Jaupart, noch van de minister van Defensie. Ongetwijfeld weet u dat wij de minister van Defensie herhaaldelijk moeten vragen om documenten ter inzage te verkrijgen. Een mondelinge vraag is vaak de snelste manier, maar deze vraag dateert al van begin april en komt nu pas, drie maanden later, aan bod in deze commissie voor Financiën.

 

Ik wil u vragen om de aanzet die u hebt gegeven in uw brief aan het WHI, voort te zetten. U weet dat de directeur-generaal, de heer Jaupart, op dit moment, tegen beter weten in, vast benoemd werd door deze regering. Het Rekenhof heeft een zeer vernietigend rapport uitgebracht over de personeelstoestand en de algemene malaise bij het WHI, het ontbreken van een doordacht beleid, het ontbrak op dat moment ook aan een budgettair meerjarenplan, en een eenduidige toekomstvisie.

 

Ik denk dat u overschot van gelijk hebt als u zegt dat als de situatie op het terrein niet snel keert, u ook zult moeten snoeien in de middelen, aangezien het WHI heel wat middelen krijgt, die op dit moment echter allerminst efficiënt worden beheerd. Ik denk dat u daarmee de juiste beslissing hebt genomen. Het bewaren van het militair erfgoed, en bij uitbreiding dus ook de herinnering aan ons verleden, verdient alle ondersteuning, dus ook werkingsmiddelen, maar als er geen efficiënt bestuur volgt, dan moet er op dat vlak gesnoeid en bespaard worden. Ik hoop dat u die lijn dan ook doortrekt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De verlenging van de steunmaatregelen" (55016357C)

05 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La prolongation des mesures d'aide" (55016357C)

 

05.01  Sander Loones (N-VA): Ik dacht ook van de vraag of de steunmaatregelen in het kader van de coronapandemie zullen worden verlengd en in welke vorm, al beantwoord was. Maar ze blijkt opnieuw open te staan, gelet op de nieuwe communicatiestijl van de regering. De open debatcultuur is terug van misschien wel nooit weggeweest.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt afgelopen weekend een interview gegeven in De Zondag waarin u zeer duidelijk een strakke lijn trekt: alle steunmaatregelen in het kader van de coronacrisis moeten eind september stoppen en we moeten weer het normale economische leven instappen. Maar vanochtend hebben we de heer Dermine daarover op de radio gehoord. Daarna hebben we opnieuw al uw tweets gezien in antwoord daarop. Ik hou wel van een transparant debat. Hopelijk praat u even duidelijk door aan de regeringstafel; ik ga daar wel van uit. Het is goed dat dat ook open en bloot gebeurt. Hoe dan ook, de heer Dermine is het niet helemaal eens met u. Volgens hem moeten we openstaan voor het feit dat de steunmaatregelen mogelijk wel nog verlengd zullen worden, ook na eind september.

 

Hoe zit het nu? Wie zal aan het langste eind trekken? Bent u dat, met uw interview in De Zondag of zal dat de heer Dermine zijn, die de steunmaatregelen voor een aantal groepen die het nog specifiek nodig hebben, voort wil financieren?

 

05.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, de steunmaatregelen lopen momenteel tot 30 september, niet langer. Het onderwerp zal natuurlijk in de regering besproken worden. Uiteraard zal de uitkomst van die bespreking ook afhangen van een eventuele nieuwe golf. Ik hoop van ganser harte dat die zich niet zal voordoen of dat ze de economie althans niet te zwaar zal treffen.

 

In principe stoppen de steunmaatregelen echter eind september, zo is het momenteel beslist. De rest moet nader worden besproken binnen de regering. U hebt alvast mijn mening hierover kunnen lezen.

 

05.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we hebben het interview in De Zondag en uw tweets kunnen lezen, maar het is jammer dat u hier niet herhaalt wat u daar zei. Hier klinkt u veel genuanceerder, daar zei u dat de maatregelen dan zouden stoppen. U maakte het stoppen van de steun dus niet voorwaardelijk. Hier linkt u dat wel aan een eventuele nieuwe golf, die een reden zou kunnen vormen om de steunmaatregelen toch te verlengen.

 

Dat is niet wat staatssecretaris Dermine vanochtend zei. Hij zei dat zelfs in de huidige pandemische situatie, zonder nieuwe golf dus, de steunmaatregelen verlengd moeten kunnen worden. Ik had dan ook gehoopt dat u hier fors zou hebben gesteld dat het definitief gedaan moest zijn, dat we hier dus dezelfde De Bleeker zouden hebben gehoord als in de kranten. Misschien kan de voorzitter u opnieuw het woord geven om uw stelling wat forser te verwoorden.

 

05.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik heb mijn mening heel duidelijk gezegd. Eind september stoppen voor mij de maatregelen. Dat heb ik overal gezegd. Ik heb in dat interview in de krant ook gezegd dat ik niet in een glazen bol kan kijken, als er een vierde of vijfde golf komt.

 

Als men echter ziet dat het consumentenvertrouwen en het ondernemers­vertrouwen zo hard gestegen zijn, dan is het echt nodig dat we terugkeren naar een normale economie. Daarom vind ik dat de maatregelen best eind september stoppen.

 

05.05  Sander Loones (N-VA): Dat is een interessante gedachtewisseling, omdat u deze keer wel duidelijker bent geweest, mevrouw de staatssecretaris. U zegt: gedaan is gedaan, tenzij er een vierde golf zou komen. Dat is niet wat de heer Derminne zegt. We zullen dat dan wel zien. Ik hoop alleszins dat u het bij het sterke eind hebt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil er ook op wijzen dat u ook middelen tot uw beschikking hebt om uw gelijk te halen. Als er dossiers op de ministerraad passeren, moet u daar uw handtekening onder zetten. U kunt die handtekening ook weigeren te zetten. Ik ben benieuwd om te zien hoeveel keer die handtekening in september zal worden geweigerd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het dubbele overbruggingsrecht" (55016358C)

06 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le double droit passerelle" (55016358C)

 

06.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de staatssecretaris, ik meende dat deze vraag over het dubbel overbruggingsrecht, redelijk beantwoord was, tot ik vanochtend La Libre las, een dikwijls zeer goed geïnformeerde krant. Daarin staat dat 430.000 zelfstandigen een beroep hebben gedaan op het overbruggingsrecht, wat overeenkomt met vier op de tien zelfstandigen.

 

"Pour la moitié des indépendants touchés par la crise corona, le droit passerelle simple est insuffisant."

 

La Libre zegt dus dat het enkel overbruggingsrecht niet volstaat. De kmo-vereniging UCM vraagt overigens ook perspectief op een verlenging van de maatregel en vraagt ook dat het dubbel overbruggingsrecht opnieuw op tafel komt. Ik citeer de heer Renaud Francart, voorzitter van UCM, in La Libre.

 

"Le mieux, ce serait que ce soit décidé au gouvernement cette semaine, pour que la Chambre puisse voter le nouveau dispositif avant les vacances. Sinon, on ne sera pas prêt à l'automne en cas de nouvelle fermeture ou autre mesure de restriction."

 

De kmo-vereniging zegt dat het enkel overbruggingsrecht niet volstaat, en al zeker niet wanneer de maatregel eind september zal stoppen. Eigenlijk vraagt de UCM een dubbel overbruggingsrecht.

 

De discussie over het dubbel overbruggingsrecht kennen we in de Kamer wel, en u in de regering eveneens. De heer Clarinval, minister voor Middenstand en Zelfstandigen, was vragende partij voor het dubbel overbruggingsrecht, maar de regering is hem daarin niet gevolgd. Hij stond alleen en heeft zijn slag niet thuisgehaald, want de regering was tegen, dus er komt geen dubbel overbruggingsrecht.

 

Mevrouw de staatssecretaris, gelet op de nieuwe publiciteit en analyses, luidt mijn vraag of het dubbel overbruggingsrecht wordt heroverwogen binnen de regering, dan wel of die discussie gesloten is.

 

06.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, u dient deze vraag eigenlijk in te dienen ter attentie van mijn collega-minister Clarinval, bevoegd voor Middenstand en Zelfstandigen. Het is vooreerst op zijn voorstel dat de regering al dan niet dubbel overbruggingsrecht kan overwegen, daarnaast komt zijn diensten de verantwoordelijkheid toe van de opmaak van de ramingen aangaande de budgettaire kosten van een dergelijke maatregel.

 

Binnen mijn bevoegdheid kan ik enkel bevestigen dat met het dubbel overbruggingsrecht voor winkels die open zijn op afspraak of die nog niet volledig opereren, geen rekening werd gehouden tijdens het conclaaf in het kader van de begrotingscontrole.

 

06.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik stel de vraag aan u, omdat u een gelijkaardige vraag al beantwoord hebt in de commissievergadering van 30 maart. U hebt de vraag toen niet doorverwezen naar uw collega Clarinval. Daarom hoopte ik nu opnieuw op een antwoord. Ik stel vast dat ik vandaag iets minder naar boven kan halen. Ik zal het daarom opnemen met minister Clarinval en afwachten wat het eind september worden zal.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De horecasector" (55016359C)

07 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le secteur horeca" (55016359C)

 

07.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag handelt specifiek over de steunmaatregelen voor de horecasector. Die sector krijgt een hele reeks steunmaatregelen en kan die ook goed gebruiken. De sector is immers zwaar getroffen en is lang gesloten moeten blijven.

 

Een maatregel die eruit springt, is de btw-verlaging voor de horecasector. Ik verwijs graag naar uw interview van afgelopen weekend met De Zondag, waarin de journalist, de heer Cobbaert, u vroeg of de horecasector al wist dat de btw-verlaging zou stoppen. Uw antwoord begon met een woordje tussen haakjes: "(ontwijkend)". Volgens de journalist ontweek u dus de vraag en weigerde u kleur te bekennen. U wilde niet expliciet gezegd hebben dat de btw-verlaging zeker zou stoppen.

 

Ik had graag geweten of we vandaag voorbij die ontwijking geraken. Daarom leg ik u de vraag nogmaals voor: zet uw paars-groene regering eind september de verlaagde btw voor de horecasector stop of kan de horecasector op verlengde steun rekenen, ook wanneer er geen sprake zou zijn van een vierde golf? Kan, met andere woorden, de btw-verlaging per definitie blijven gelden?

 

07.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, bij de begrotingscontrole werden de budgettaire fiches waarin de budgettaire impact van de betrokken maatregelen is opgenomen besproken in de bevoegde werkgroep. Er werd toen nog geen rekening gehouden met de mogelijke impact van bijkomende maatregelen op dat gebied, aangezien de precieze samenstelling van het pakket maatregelen op dat moment nog niet vaststond.

 

Op woensdag 21 april werd er binnen de regering wel een akkoord bereikt over een nieuw pakket steunmaatregelen, waaronder steun voor de horecasector. Een eerste raming hiervan werd mij bezorgd. Hierin was er sprake van een kostprijs van 840 miljoen euro. Dit werd bij amendement toegevoegd aan de begrotingscontrole en loopt momenteel tot eind september.

 

07.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in denk dat in het schriftelijk verslag van deze zitting zal staan: "(ontwijkend)". U hebt natuurlijk gewoon niet geantwoord op mijn vraag. Ik heb u dezelfde vraag gesteld als de journalist, om duidelijk te communiceren met de horecasector zodat zij weten waaraan zij zich kunnen verwachten. Dat is zeer belangrijk, ook voor hun contractuele relaties. Zij moeten weten dat wat gegeven is blijkbaar niet definitief verworven is. Ze moeten daar rekening mee houden wanneer zij met de brouwers gaan onderhandelen en wanneer zij prijzen op hun menukaarten zetten. Uw regering zal wellicht de verlaagde btw opnieuw schrappen. Het is belangrijk om dat transparant aan te kondigen, het zou wat extra eerlijkheid in het debat brengen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire kost van de loonsverhoging voor het militaire personeel" (55016408C)

08 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le coût budgétaire de l'augmentation des salaires du personnel militaire" (55016408C)

 

08.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag is al ruim aan bod gekomen tijdens de begrotingscontrole en kan ik samenvatten in een zin: hebt u intussen een dossier ontvangen van minister Dedonder over het militair personeel? Op 26 maart, intussen drieënhalf maanden geleden, communiceerde de minister dat ze een deal had over loonsverhogingen, toeslagen voor het personeel en aanmoedigingspremies voor Defensie. Het zou interessant zijn te weten of de minister haar huiswerk heeft gemaakt en intussen het dossier aan u heeft bezorgd.

 

08.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, er is mij op dit ogenblik nog geen concreet dossier voorgelegd. Er werd hiervoor door mij dus ook nog geen akkoord gegeven. Bij mijn weten werd er enkel nog maar een principieel akkoord met de vakbonden bekomen. Het is voor mij dan ook moeilijk om op detailvragen te antwoorden. Ik weet momenteel dus ook nog niet wanneer die hervormingen in werking zullen treden of wat de exacte budgettaire kostprijs is.

 

08.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dat is toch een kwalijke gewoonte van deze regering. U zet zelf de toon van ernstig werken en geen zaken beloven die we niet kunnen waarmaken. Ik hoop dat u die boodschap doorgeeft aan uw collega-ministers. Communiceren in de pers is altijd plezant, maar het wordt pas echt relevant wanneer hier parlementair werk wordt verricht, wanneer dossiers worden klaargestoomd en wanneer de begroting wordt aangepast.

 

Ik betreur dat mevrouw Dedonder Defensie een wortel voorhoudt en zegt dat er van alles aankomt, maar dat ze haar huiswerk niet doet. Onze militairen verdienen beter.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Yoleen Van Camp aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumenten­bescherming) over "De betaling van compensatiepremies voor het beschermings­materiaal van thuisverpleegkundigen" (55016711C)

09 Question de Yoleen Van Camp à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le paiement de primes de compensation pour le matériel de protection des infirmiers à domicile" (55016711C)

 

09.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de thuisverpleegkundigen werd in maart beloofd dat ze een premie zouden krijgen voor het aanschaffen van beschermingsmateriaal. Navraag bij de minister van Volksgezondheid leert dat het dossier een enorme vertraging heeft opgelopen bij uw kabinet. Minister Vandenbroucke vertelde dat Financiën hierover een negatief advies heeft uitgebracht en daarbij heeft aangevoerd dat het geplande forfait van 2,5 euro per patiëntencontact – toch een heel laag bedrag – te hoog werd geraamd.

 

Ik ging ervan uit dat het probleem intussen opgelost was. Het RIVIZ heeft u intussen op uw vraag bijkomende argumenten aangereikt en ook in de schoot van de regering werd beslist om die premie toe te kennen.

 

Wat is dan de oorzaak van de vertraging? Behoudens vergissing van mijn kant hebben de thuisverplegers die premie immers nog steeds niet op hun rekening zien verschijnen.

 

Ik wil ook graag weten hoe u dat dossier bekijkt. Er is sprake van een maandenlange vertraging. Vindt u die 2,5 euro voor beschermingsmateriaal echt te hoog? Hoe is die situatie kunnen ontstaan? Was er dan geen afstemming tussen u en minister Vandenbroucke?

 

Hoe kan dit in de toekomst worden vermeden? Er werden heel wat premies aangekondigd voor verpleging. Er zijn echter daden nodig, in plaats van woorden. Hoe zijn die fouten kunnen gebeuren en hoe kunnen zij in de toekomst worden vermeden?

 

09.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Eerst en vooral wil ik benadrukken dat de regering en ikzelf heel veel belang hechten aan het werk van de verpleegkundigen en alle andere zorgverleners. Wij bedanken hen uiteraard voor het geleverde werk tijdens de coronacrisis, maar ook ervoor en erna.

 

Hoewel de urgentie van deze maatregelen voor de betrokkenen begrijpelijk is, mag dat natuurlijk geen aanleiding geven tot overhaasting en fouten die daardoor kunnen ontstaan. Ik kan u evenwel verzekeren dat iedereen die in het administratief proces betrokken is, zich daarvan bewust is en zijn uiterste best zal doen om het advies zo snel mogelijk te verlenen.

 

Wat uw concrete vragen betreft, worden de verschillende maatregelen die het RIZIV neemt in het kader van COVID-19, wel degelijk binnen de regering besproken. Dat neemt niet weg dat bij de omzetting van deze akkoorden in reglementaire teksten nog vragen kunnen worden gesteld over de wijze waarop die maatregelen uitgevoerd zullen worden of over de te nemen maatregelen zelf.

 

Wat het bedrag van de toelage betreft, is het belangrijk te melden dat het oordeel komt van de Inspectie van Financiën, die in alle objectiviteit werkt. Ik veronderstel dat u dat laatste niet betwist. De argumenten die de Inspectie aandraagt, waren wel van dien aard dat een grondiger onderzoek van het dossier noodzakelijk was, zowel door mijn administratie als door mijn beleidscel. Daarbij moet ook in het achterhoofd worden gehouden dat de totale kostprijs van de maatregel voor 3 maanden ongeveer 161 miljoen euro bedraagt.

 

Ik kan u alvast meedelen – voor zover u nog niet op de hoogte bent – dat ik mijn antwoord op donderdag 6 mei heb verstuurd naar de minister van Volksgezondheid, na een laatste overleg tussen een medewerker van mijn beleidscel, het kabinet Volksgezondheid en het RIZIV op woensdag 5 mei.

 

Zoals ik daarnet zei, begrijp ik zeker de urgentie, maar noopte het advies van de Inspectie van Financiën tot een grondiger onderzoek van het dossier. Bovendien konden er ook vragen worden gesteld bij de fiscale behandeling van de maatregel. Het dossier verkreeg ondertussen ook de goedkeuring op de ministerraad van 21 mei 2021.

 

09.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, dat mij enorm teleurstelt. U schetst hier immers de gang van zaken alsof die de normaalste zaak van de wereld is. U erkent ook dat verloop en acht dat normaal.

 

Voor iets wat in maart 2021 werd aangekondigd aan de verpleging, maar waarover blijkbaar nog discussie was, zij het in termen van de inhoud of de financiële weerslag, was het niet slecht geweest om een en ander snel uit te klaren.

 

Ik weet niet wat u onder "snel" begrijpt. De maatregel werd in maart 2021 aangekondigd en in mei 2021 had de regering nog overleg over het bedrag dat niet te hoog mocht zijn en over de budgettaire impact. Dat is heel laat en getuigt van heel weinig respect voor de thuisverpleging.

 

U stelt vandaag ook dat wij eens zouden moeten weten hoeveel een dergelijke maatregel kost. U moet er echter eens bij stilstaan hoeveel het voor de thuisverplegers kost om beschermingsmateriaal tegen corona aan te schaffen. Zij zitten met die kosten en u bakkeleit ondertussen met de minister van Volksgezondheid over de hoogte van het bedrag. De kosten die zij hebben gemaakt, liggen daarentegen vele malen hoger dan de premie die zij daarvoor krijgen.

 

Het is echt schandalig. Dat u een en ander niet erkent en er geen lessen uit trekt, is echt triest. Dat is geen goede voorbode voor de resterende maatregelen, die ook telkens vertraging oplopen.

 

De regering is heel goed in het aankondigen van maatregelen aan de sector. Bij de uiteindelijke uitvoering ervan en de omzetting ervan in daadkracht blijft zij echter achter. De verpleging heeft veel meer aan maatregelen en euro's op hun rekening dan aan het uiten van waardering, wat in daden echter niet wordt weerspiegeld.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De impact van de kernuitstap op de begroting" (55017035C)

- Kurt Ravyts aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De voorstellen van de CREG over de financiering van het energiebeleid en de budgettaire impact ervan" (55017061C)

10 Questions jointes de

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'incidence sur le budget de la sortie du nucléaire" (55017035C)

- Kurt Ravyts à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les propositions de la CREG sur le financement de la politique énergétique et son impact budgétaire" (55017061C)

 

De voorzitster: De heer Ravyts zet zijn vraag nr. 55017061 om in een schriftelijke vraag.

 

10.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de facto kan dat natuurlijk niet, omdat beide vragen samengevoegd zijn, maar dat vormt geen probleem, want in de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat staan er ook samengevoegde vragen van mij en de heer Ravyts geagendeerd. Hij is op dit moment in die commissie aanwezig en ik kan mijn vragen in die commissie dus niet stellen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik geef graag prioriteit aan u, omdat in deze commissie de begroting wordt besproken. In deze commissie gaat het uiteindelijk over alles.

 

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, deze vraag gaat over de kernuitstap, wat ook volop een actueel thema is. De groene partijen en vicepremier De Sutter van Groen hebben erover gecommuniceerd dat zij de partijen zullen zijn die de kerncentrales zullen sluiten. Vanochtend staat in de pers hoe de regering de expertise van de ontmanteling van de kerncentrales verder wil uitbouwen en vermarkten, zodat dat internationaal kan worden aangeboden.

 

De sluiting van de kerncentrales is een gigantisch dossier, dat hoef ik de commissievoorzitster niet uit te leggen. Het dossier heeft ook een gigantische budgettaire impact. In de jongste weken werd in deze commissie de begroting van dit jaar besproken en binnenkort zullen we de begroting van 2022 bespreken. De kernuitstap zit echter in het meerjarenbegrotingsperspectief. Het zou daarom goed zijn als er wat duidelijkheid komt over de precieze cijfers en over hoe een en ander nu wordt opgevat in meerjarenperspectief.

 

Het capaciteitsremuneratiemechanisme, het CRM, komt eraan om het subsidiesysteem op een enigszins andere manier in te vullen. Uw regering zegt dat het voor de consumenten niet meer zal kosten, de mensen zullen niet meer betalen voor hun energie. Daarnaast wordt ook gezegd dat de federale kosten in de elektriciteitsrekening zullen dalen. Al die zaken moeten op de een of andere manier worden samengebracht. We weten hoe dat uiteindelijk zal gebeuren: de begroting zal moeten bijspringen. Als de rekening niet klopt, dan zal het daar opnieuw belanden, en dus wellicht ook op uw tafel.

 

Mevrouw de staatssecretaris, om dat debat ten volle te kunnen voeren, denk ik dat transparantie het beste is, ook over de cijfers. In de pers lazen wij al bedragen van 842 miljoen euro, maar ik weet niet in welke mate dat juist, dan wel meer of minder zal zijn. Wanneer zouden die budgettaire kosten precies geboekt worden? In welk jaar is dat? Hoe wordt daarmee omgegaan?

 

Hoe zit het met de subsidiëring van de windmolenparken op de Noordzee die er nog bij zullen komen? Blijft dat systeem draaien of wordt dat op een andere manier aangepakt?

 

10.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Op 28 januari heeft de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, de CREG, een studie gepubliceerd met betrekking tot de impact van de kosten van de federale openbare dienstver­plichtingen op de elektriciteitsfactuur en voor een voorstel van steun voor het concurrentievermogen van de ondernemingen, die niet weegt op de factuur van de huishoudens en de kmo's voor het CRM en de toeslag offshore. In deze studie formuleert de CREG enkele voorstellen om het federale aandeel op de elektriciteitsfactuur te laten dalen. Vanaf 2025 heeft de kostprijs inzake het capaciteits­vergoedingsmechanisme het grootste aandeel in de stijging van het federale aandeel op de elektriciteitsfactuur.

 

Inzake de impact van het capaciteits­vergoedingsmechanisme op de meerjaren­begroting kan ik meegeven dat op de ministerraad van 30 april een ministerieel besluit is goedgekeurd dat instructie geeft aan de netbeheerder tot het organiseren van de veiling voor de periode van capaciteitslevering startende op 1 november 2025 en waarin onder andere het maximale volume aan capaciteit dat gecon­tracteerd kan worden, wordt bepaald. Dit ministerieel besluit is ook verschenen in het Belgisch Staatsblad. In het begrotingsakkoord voor het voorvermelde ministerieel besluit heb ik alvast als voorwaarde gesteld dat de raming van de kosten voor 2025 en 2026 opgenomen worden in de meerjarenraming. Het gaat slechts om een voorlopige raming. De uiteindelijke kosten ten laste van de algemene middelen worden bepaald door de veiling vier jaar voor de capaciteits­levering, de veiling een jaar voor de capaciteitslevering en de wijze van financiering van dat mechanisme. Voor verdere vragen met betrekking tot het federale aandeel op de elektriciteitsfactuur of de geciteerde studie van de CREG verwijs ik naar de commissie voor Energie, die daarvoor bevoegd is.

 

10.03  Sander Loones (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris. U heb gelijk, de techniciteit van het energiedossier is natuurlijk voor de bevoegde minister, maar de verwerking van de budgettaire kosten is voor u.

 

Ik begrijp twee zaken uit uw antwoord.

 

Ten eerste, de budgettaire kosten vallen vooral vanaf 2025 en dus niet in deze legislatuur. In uw antwoord hebt u enkele keren het jaar 2025 vermeld.

 

Ten tweede, mijn persoonlijke verbazing. Als ik goed geïnformeerd ben, beginnen de kerncentrales te sluiten vanaf 2022. Vijf van de zeven zullen uiteindelijk zeker gesloten worden tussen 2022 en 2025. Mag ik daaruit begrijpen dat er geen budgettaire kosten zijn vanaf 2022 en dat de rekening pas zal beginnen te lopen vanaf 2025? Dat verbaast mij. Ik ben geen energiespecialist, maar 1+1 lijkt mij hier niet onmiddellijk 2 te zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De omzendbrief over de begroting 2022" (55017119C)

11 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La circulaire relative au budget 2022" (55017119C)

 

11.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dit is de interessantste vraag, omdat die over de toekomst gaat. We hebben het gehad over de begroting van vorig jaar en de begrotingscontrole. Binnenkort komt er een blik op de nieuwe begroting. Zoals ik in de plenaire zitting heb gezegd, is de begroting-De Bleeker geboren. Nu zullen we zien hoe die zal opgroeien, in welke stijl en met welke dynamiek dat zal gebeuren. Uw communicatie is fors. U wilt orde op zaken stellen, streng zijn en alle ministers wakker schudden. Er moet volgens u hervormd worden en we moeten stoppen met alleen maar geld uit te geven. U zegt ook dat er afspraken zijn gemaakt in het regeerakkoord om de begroting op orde te krijgen en op het einde van de rit naar een tekort van 3,66 % te gaan.

 

Enerzijds bent u streng in uw communicatie, anderzijds stel ik vast dat de PS nog niet helemaal wakker is. In elk geval zijn de PS-ministers niet wakker. Ze hebben zelfs nog niet op uw betoog gereageerd. Vooruit is ook nog niet wakker. Op dit moment vindt er een commissie voor Europese Aangelegenheden plaats. Ik krijg net het bericht dat Vooruit, uw coalitiepartner, in die commissie zegt dat we niet te snel een budgettair restrictieve houding mogen aannemen. Op dit moment zegt men in ditzelfde parlement eigenlijk dat men de strenge juffrouw De Bleeker nog niet au sérieux neemt. U hebt van één persoon wel een antwoord gekregen: staatssecretaris Dermine heeft u wel van antwoord gediend, maar hij is volgens de journalist volledig tegen u ingegaan. Hij heeft volledig het tegenovergestelde gezegd. Hij was zijn beminnelijke zelve en deed dat zonder het al te expliciet te maken, maar eigenlijk was de boodschap wel duidelijk: wij vinden dat die budgettaire teugels niet te strak hoeven te worden gehouden.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoe zult u dat nu doen?

 

Wij hebben intussen vernomen dat deze zomer de technische werkgroepen draaien. Hoe zult u ervoor zorgen dat de afspraken die gemaakt zijn ook worden nageleefd? Hoe zult u ervoor zorgen dat iedereen wel wakker wordt? Vandaag zijn zij dat zeer duidelijk nog niet.

 

11.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, al uw vragen zijn interessant, hoor.

 

Ik heb de tekst van de rondzendbrief reeds op 18 mei aan het secretariaat van de commissie doen bezorgen, zodat zij deze verder kon verspreiden onder de leden.

 

De ministerraad van 12 mei 2021 gaf zijn goedkeuring voor het opstarten van drie pilootprojecten inzake spending reviews, namelijk het vrijstellen van stortingen voor de bedrijfsvoorheffing, de impact van algemeen telewerk op de organisatie en de uitgaven van de federale overheid, en de bijdragen aan een doelmatige zorg.

 

De ministerraad heeft beslist dat de werkgroepen hun eindrapport moeten afleveren tegen eind juli en dat zij tussentijds moeten rapporteren aan het Monitoringcomité. Deze proefprojecten lopen dus nog. De meest recente informatie geeft aan dat zij alle drie in de loop van juli zullen worden opgeleverd.

 

Het is de bedoeling na de evaluatie van de pilootprojecten en eventuele aanpassingen door te gaan met de methodiek van de spending reviews en deze te incorporeren in het begrotingsproces.

 

In de rondzendbrief voor de begrotingsopmaak voor 2022 werd inderdaad ingeschreven dat de departementen, instellingen en de openbare instellingen van sociale zekerheid, alsook de Inspectie van Financiën en/of regerings­commissarissen, verzocht worden minimaal één onderwerp voor spending reviews voor te stellen bij het bezorgen van hun voorstellen voor de begroting 2022, of een advies inzake deze voorstellen.

 

Het is niet noodzakelijk de bedoeling de voorstellen van de departementen naast deze van de Inspectie van Financiën te leggen, wel om een lijst te bekomen van mogelijk interessante topics. In het kader van de begotingsvoorbereiding 2022 zal op basis van deze lijst een voorstel worden geformuleerd aan de ministerraad voor een aantal nieuwe projecten inzake spending reviews, die dan ook over een periode van ongeveer een jaar zouden moeten worden uitgevoerd.

 

Daarmee heb ik op uw schriftelijk ingediende vragen geantwoord. Ik kan er nog aan toevoegen dat ik mijn collega's wakker zal schudden. Ik blijf herhalen dat wij zo snel mogelijk terug naar die normale economie moeten, waaraan dan ook normale orthodoxie qua begroting en budgettering vasthangt. Los van de vraag of Europa dat oplegt, vind ik dat het ons, beleidsmakers, toekomt ervoor te zorgen dat wij een deficit bereiken dat op lange termijn houdbaar is, dus in ieder geval dat het deficit verkleint – liefst natuurlijk is er geen deficit – zodat wij de schuldgraad naar beneden krijgen, wat wel het belangrijkste is in mijn ogen. Voor de toekomstige generaties is dat wel de grootste bekommernis. Ik zal dat blijven herhalen en ik zal voet bij stuk houden, want ik vind dat echt noodzakelijk.

 

11.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik vrees dat u meer zult moeten doen dan het enkel te blijven herhalen.

 

U hebt al veel herhaald, in uw tweets en in uw interviews. Het is niet het eerste interview dat u in dezelfde zin geeft in De Zondag. U hebt al herhaaldelijk publiek en heel communicatief verklaard dat die begroting op orde zal moeten worden gesteld. Men negeert u en spreekt u zelfs flagrant tegen. Intussen staat ook in De Tijd dat de PS de coronasteun nog niet op de schop wil. Iedereen begrijpt dat er een spanningsveld zit in de regering. De PS is niet wakker en u zult meer moeten doen dan het enkel herhalen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat dossiers niet op de ministerraad worden geagendeerd. Er is een akkoord van de Inspectie van Financiën en ook uw handtekening nodig om een dossier op de ministerraad te krijgen. U kunt die handtekening niet zetten. Ik zal heel actief en met plezier opvragen hoeveel keer u dat niet zult doen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Privatiseringen" (55017359C)

12 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les privatisations" (55017359C)

 

12.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ook deze vraag had ik eigenlijk als behandeld beschouwd in de het kader van de begrotingscontrole, ware het niet dat de staats­secretaris net liet weten dat zij niet alleen kijkt naar het op orde zetten van het begrotingstekort, maar ook naar de schuldgraad.

 

Mevrouw de staatssecratis, u zegt de schuldgraad naar beneden te willen krijgen, want dat is zeer belangrijk voor de toekomstige generaties. We zullen evenwel meer moeten doen dan alleen het tekort verkleinen. We moeten ook bekijken hoe we een aantal zaken die de federale overheid vandaag organiseert, in de toekomst zullen privatiseren. Hoe zorg je ervoor dat de politiek daar minder in aanwezig is, hoe wil je verkopen en hoe zorg je ervoor dat de privésector daar actief in wordt? En hoe zorg je ervoor dat de budgettaire opbrengst daarvan kan gebruikt worden om de staatschuld naar beneden te halen?

 

Ik kan dus bij deze niet anders dan de vraag opnieuw stellen. Komen er privatiseringen? Zo ja, welke? Eerder hebt u gezegd dat de passage van de privatiseringen eerder indicatief in het regeerakkoord werd opgenomen. Mogelijk hebt u daar vandaag meer nieuws over, gelet op uw ambitie om de staatsschuld te verkleinen.

 

12.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, de ministerraad heeft, zoals u weet, op 30 april 2021 het stabiliteits­programma goedgekeurd. Daarin wordt ook de evolutie van de schuldgraad geraamd bij het aanhouden van het in het stabiliteitsprogramma vooropgestelde traject.

 

Bij de raming van de schuldgraad wordt vermeld dat geen rekening werd gehouden met opbrengsten van eventuele privatiseringen. Zoals u weet, hebben privatiseringsoperaties geen directe impact op het vorderingssaldo, maar natuurlijk wel op de overheidsschuld. Op dit moment heeft de regering dus geen concrete plannen voor privatiseringsoperaties.

 

Indien ik mag, wil ik er zelf nog aan toevoegen dat het vorderingssaldo op lange termijn datgene is wat een blijvende impact heeft op het deficit en op de schuldgraad. De prioriteit is dat het vorderingssaldo jaarlijks daalt.

 

12.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatsecretaris, ik hoor u wat gas terugnemen. Het afnemen van het begrotingstekort is echt niet voldoende. Niet alleen het vorderingssaldo, maar ook de staatsschuld zal echt moeten dalen, zodat wij dat bij beide zien. Iedereen kan vanop een afstand zien wat de lijm binnen de huidige regering is. De lijm is dat alles wat zij niet opgestopt krijgt, gewoon in extra schuld wordt gestopt.

 

Intussen zien wij dat de staatsschuld in de richting van 120 % gaat. In uw cijfers daalt ze nadien opnieuw wat. In de cijfers van de Europese Commissie doet ze dat niet. Laat ons daaraan dus echt voldoende aandacht besteden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitster: Aan de orde is vraag nr. 55017380C van de heer Loones.

 

12.04  Sander Loones (N-VA): Deze vraag is ondertussen beantwoord door de heer Clarinval. We weten dat het budget voor het dialoogplatform ongeveer 500.000 euro bedraagt.

 

De voorzitster: Is dat een vraag voor de staatssecretaris?

 

12.05  Sander Loones (N-VA): (…)

 

De voorzitster: Aan de orde is vraag nr. 55017436C van mevrouw Depoorter. Ze is niet aanwezig. Haar vraag is verworpen.

 

13 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het budget van Defensie" (55018077C)

13 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le budget de la Défense" (55018077C)

 

13.01  Sander Loones (N-VA): Mijn vraag brengt ons opnieuw bij het dossier betreffende Defensie. Daarnet hadden we het al over het door minister Dedonder aangekondigde, maar nog niet uitgevoerde personeelsakkoord.

 

Defensie bevindt zich in het heetst van de strijd, de jongste maanden niet alleen letterlijk, maar almaar vaker ook figuurlijk, met de gebeurtenissen rond Jürgen Conings en de analyse die nu van de ADIV en de militaire veiligheid wordt gemaakt. Elke dag verschijnt er wel een krantenartikel waarin staat dat Defensie meer geld moet krijgen. Inzake onze internationale engagementen blijkt dat we onze beloften om voldoende te investeren in veiligheid en defensie, niet kunnen waarmaken. Dat noopt mij tot een aantal vragen.

 

Iedereen, inclusief minister Dedonder, zegt dat de budgetten omhoog moeten. Ik ben ervan overtuigd dat de minister haar huiswerk maakt en bij u aanklopt met haar dossiers, en dan niet alleen met het personeelsdossier.

 

Heeft minister Dedonder budgettaire vragen aan u voorgelegd? Wil zij extra investeren? Hoeveel projecten diende ze al bij u in?

 

Onder hoeveel van die projecten hebt u al uw handtekening gezet? Hoeveel hebt u er geweigerd? Om welke redenen weigerde u die projecten?

 

Ik kan me moeilijk voorstellen dat de minister zich beperkt tot enkel communicatie. Ik ga er dus van uit dat ze ook concrete dossiers op uw tafel legt.

 

13.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Tenzij in uitzonderlijke gevallen is het niet de gewoonte dat departementen in de loop van het jaar vragen om bijkomende kredieten. Bij de opmaak van de initiële begroting wordt er door de voltallige regering een beslissing genomen over de kredieten van elk departement. Dat wordt bij de begrotingscontrole opnieuw geëvalueerd. Indien er in de loop van het jaar zomaar bijkomende kredieten worden toegekend, zou dat de begroting doen afwijken van het traject dat door de regering werd goedgekeurd.

 

Defensie beschikt over een enveloppebegroting. Dat betekent dat Defensie bij de opmaak van de initiële begroting en bij de begrotingscontrole binnen de afgesproken enveloppe relatief vrij kan beslissen waarvoor de kredieten gebruikt zullen worden. Specifiek voor Defensie werd er reeds door de vorige regering een groeitraject afgesproken. De militaire uitgaven zullen zo groeien naar 1,3 % van het bbp in 2030. De militaire uitgaven zijn de uitgaven van de begroting van Defensie, sectie 16 van de begroting, en de uitgaven voor Defensie bij andere departementen, zoals de pensioenen van de militairen bij de Federale Pensioendienst.

 

In 2021 bedroegen de militaire uitgaven 1,14 % van het bbp ten opzichte van 0,91 % in 2018. De vereffeningskredieten in de begroting van Defensie, sectie 16 dus, bedroegen in 2018 2,6 miljard euro, in 2019 was dat 2,8 miljard euro, in 2020 3,2 miljard euro en in 2021 3,6 miljard euro.

 

Tijdens de begrotings­controle werd een bedrag van 9,2 miljoen euro toegekend voor de actualisatie van het operationeel plan 2021.

 

Naar aanleiding van de op de vlucht zijnde militair werden geen vragen om bijkomende kredieten aan mij gesteld.

 

13.03  Sander Loones (N-VA): Nochtans heeft de zoektocht bijna 900.000 euro gekost aan Defensie.

 

Samengevat begrijp ik uit uw antwoord dat mevrouw Dedonder niets extra gevraagd heeft. Het traject wordt aangehouden dat door de vorige regering is uitgezet. Daarvan maakten wij toen ook deel uit, met minister Vandeput op Defensie. Om het wat onbeleefd te zeggen, toetert en tatert mevrouw Dedonder vooral veel. Misschien zou ze wat meer kunnen werken en nieuwe dossiers op tafel leggen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Een permanent Europees herstelfonds" (55018323C)

14 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Un fonds européen de relance permanent" (55018323C)

 

14.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het Europees carcan is bepalend voor een budgettair traject en ook voor hoe een aantal zaken gebeurt.

 

Er is daar nu iets nieuws bijgekomen, het Europees herstelfonds. De vraag wordt meer en meer of dat iets tijdelijks dan wel iets definitiefs is. Er is afgesproken dat het tijdelijk is, maar er gaan meer en meer stemmen op om daarvan een permanent fonds te maken met een permanente Europese financiering.

 

Ik heb twee vragen. Een eerste vraag is een financiële vraag. Vindt u ook dat het Europees herstelfonds een permanent fonds zou moeten worden?

 

Mijn tweede vraag is meer een vraag naar de begrotingsimpact. Dat Europees coronafonds wordt gefinancierd met coronabonds, maar er is ook een plan om dat Europees te financieren met een digitaks. De grote digitale spelers zullen worden belast en er worden daarover afspraken gemaakt. De opbrengst daarvan zal aan dat Europees herstelfonds worden toegewezen.

 

Ik blijf echter opmerken, trouwens ook in uw artikel in De Zondag, dat u de opbrengst van deze digitaks incalculeert in de Belgische begroting. Dat geld kan maar voor één iets worden gebruikt. Ofwel gaat het naar Europa en is het voor het Europees coronaherstelfonds, ofwel gaat het naar u en zit het in uw begroting. Zult u zich die centen toe-eigenen en aan Europa zeggen dat de opbrengst van de digitaks voor de Belgische begroting is en niet voor de Europese, of schrijft u zich in de Europese afspraken in die zeggen dat die centen gekleurd zijn en zullen worden gebruikt voor het Europees coronafonds?

 

14.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, aangezien de beide vragen gerelateerd zijn aan elkaar, zal ik ze samen beantwoorden.

 

Wat betreft het al dan niet permanent maken van het herstelfonds, verwijs ik graag naar wat de minister van Financiën hierover al zei in de commissie, met name dat het NextGenerationEU herstelfonds een eenmalig en tijdelijk instrument is. De regering is van oordeel dat het al dan niet permanent maken ervan nu niet aan de orde is. Eerst moeten wij de crisis zien te beheersen en er vooral voor zorgen dat het herstelfonds goed wordt geïmplementeerd en onze economie ten goede komt, zowel inzake investeringen als hervormingen. Het is pas nadien dat er conclusies kunnen worden getrokken over het succes en de duurzaamheid van de Europese crisisinfrastructuur. Hoe dat fonds eventueel gestijfd zal worden, zal ook pas besproken kunnen worden als men eruit is of het überhaupt permanent zal worden, wat momenteel nog helemaal niet beslist is.

 

14.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, er is Europees wel al beslist hoe het fonds gestijfd wordt. Er is een stappenplan uitgetekend om het te financieren met coronabonds, met een belasting op plastic afval en met de opbrengsten van de digitaks.

 

Ik wil dus een oproep doen aan de regering: ofwel schrijft zij zich in het Europese verhaal in, wat betekent dat de opbrengsten van de digitaks Europees zullen zijn, ofwel beslist zij eurokritisch te worden en vraagt zij dat dat geld in haar eigen begroting terechtkomt. In dat geval kunt u die lijn voortzetten. Het is echter een van de twee. Het is niet helemaal in lijn met de Europese afspraken dat u constant de schijn hoog houdt dat de opbrengsten van de digitaks de Belgische begroting zullen versterken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitster: Dan komen wij aan vraag nr. 55018720C van de heer Loones over de budgettaire kosten van de PCR-testen.

 

14.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, die vraag lijkt mij beantwoord te zijn. Het komt alleszins ook aan bod bij de discussie over de coronaprovisie van volgende week.

 

La présidente: La question n° 55018728C de M. Ducarme est supprimée.

 

15 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire impact van het sociaal akkoord" (55018782C)

15 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'incidence budgétaire de l'accord social" (55018782C)

 

15.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag over het sociaal akkoord en de budgettaire impact ervan heb ik vorige week en de week daarvoor al gesteld. Toen was het antwoord dat men nog bezig was met de becijfering daarvan.

 

Mevrouw de staatssecretaris, is het werk ondertussen afgerond? Kent u de kostprijs van de begroting van wat de sociale partners hebben afgesproken?

 

15.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, ik wou dat ik ja kon antwoorden, maar op dit moment hebben we nog steeds niet alle elementen bij elkaar om de budgettaire impact van het sociaal akkoord mee te delen. Zowel voor het sociale luik als voor het fiscale luik zijn de administraties samen met de sociale partners nog volop bezig met het afronden van de raming. Ik hoop dus net zoals u dat er snel meer duidelijkheid komt.

 

15.03  Sander Loones (N-VA): Waarvan akte, mevrouw de staatssecretaris, maar tegelijk ook bijzonder dat zulke akkoorden worden gesloten en dat zelfs geen ruwe schatting kan worden gegeven. Tenzij u een ruwe schatting hebt, mevrouw de staatssecretaris? In de pers las ik een bedrag van 250 miljoen euro. Kunt u die informatie bevestigen? Dat zou ook al interessant zijn.

 

15.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Zodra de cijfers gekend zijn, zullen we daarover meer communiceren, maar ik hou niet van ruwe schattingen. We wachten tot we meer duidelijkheid kunnen brengen.

 

15.05  Sander Loones (N-VA): Waarvan akte, maar wel jammer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumenten­bescherming) over "Een 'belangrijk akkoord' betreffende een minimumbelasting voor multinationals" (55018790C)

16 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Un "accord important" concernant un impôt minimum sur les multinationales" (55018790C)

 

16.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de G7 heeft een akkoord bereikt over een wereldwijde minimumbelasting voor multinationals. U was er als staatssecretaris voor Begroting op twitter snel bij om te spreken over een 'belangrijk akkoord'.

 

De regering streeft in de begrotingstabel die we in oktober kregen, naar een OESO-taks Pillar 2 van 300 miljoen euro tegen 2024. Dat lezen we ook in het regeerakkoord. Wat is concreet de impact van dit akkoord inzake de wereldwijde minimumbelasting op deze begrotingsdoelstelling van de regering?

 

De regering streeft in de begrotingstabel naar een digitaks van 100 miljoen euro tegen 2024. De Verenigde Staten eisen, in het kader van dit akkoord rond de minimumbelasting, dat die digitaks in Europese landen verdwijnt, terwijl de Europese Commissie juist die Europese digitaks wil invoeren ter financiering van een aantal uitgaven. Wat is de impact van dit akkoord inzake de wereldwijde minimumbelasting op deze concrete begrotingsdoelstelling van 100 miljoen van de regering?

 

Moeten de opbrengsten van deze wereldwijde minimumbelasting toekomen aan de nationale begrotingen of aan de Europese begroting? Ik kijk uit naar een heel duidelijk en concreet antwoord.

 

16.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik verwijs hiervoor deels naar het antwoord dat mijn collega, bevoegd voor Financiën, aan deze commissie heeft verstrekt. Het is inderdaad belangrijk dat er al eensgezindheid werd bereikt tussen de G7 over een minimumbelasting. Een politiek akkoord binnen de G20 ligt nu binnen handbereik en is voorzien op de G20-top in Venetië van 10 juli 2021.

 

Aangezien het project nog verder dient te worden uitgewerkt door de OESO, is het nog onduidelijk wat de modaliteiten van de minimumbelasting zullen zijn. De precieze impact voor de begroting is dus nog niet bekend. Maar we kunnen al wel stellen dat het weinig waarschijnlijk is dat het minimumtarief lager zal liggen dan 15 %.

 

In de mededeling van de G7 werd ook gepleit voor de intrekking van de unilaterale maatregelen op het vlak van de belasting van digitale diensten. Aangezien ook dit verder dient te worden uitgewerkt door de OESO is het evenmin duidelijk welke belastingen niet meer zullen kunnen worden geheven op digitale diensten en is het dus ook zeer moeilijk om nu te beslissen of uitspraken te doen over wie of wat die moet innen, verwerken en inschrijven.

 

De voorbereidingen voor de opmaak van de begroting 2022 en de meerjarenbegroting 2023 tot 2026 zijn volop aan de gang.

 

Daarmee kan ik u momenteel nog niet met ja of nee antwoorden, gewoon omwille van het feit dat een en ander nog helemaal niet uitgewerkt is. Het principeakkoord is er maar de uitwerking en de timing ervan staan nog niet vast.

 

16.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben eraan voor de moeite om toch wat concrete antwoorden te krijgen. U zei dat ik een aantal zaken aan de minister van Financiën moet vragen. Wees gerust, dat heb ik uiteraard ook gedaan. Als het echter over de begrotingsimpact gaat, dan moet ik mij natuurlijk wel tot u richten, want dat is uw verantwoordelijkheid. U hebt een aantal zaken vooropgesteld in de begrotingstabel bij het regeerakkoord. Wij zullen die zaken blijven opvolgen in de begroting voor 2022, die eind dit jaar ingediend moet worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumenten­bescherming) over "Het fraudeplan van minister Van Peteghem" (55018858C)

17 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le plan de lutte contre la fraude du ministre Van Peteghem" (55018858C)

 

17.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, uw collega-minister Van Peteghem lanceerde een plan met 29 punten. Ik heb hem daarover uiteraard ook ondervraagd, maar niet over de begrotingsimpact. Die vragen stel ik uiteraard aan u.

 

De begrotingstabel bij het regeerakkoord voorziet onder de rubriek "Strijd tegen sociale en fiscale fraude – actieplan" een inkomst van 200 miljoen euro voor 2021 en tot 1 miljard euro tegen 2024. Het Rekenhof zei daarover in december in deze commissie: “De opbrengst van die maatregelen wordt in 2021 op 200 miljoen euro geschat. Er wordt echter geen uitsplitsing gemaakt tussen fiscale fraude en sociale fraude."

 

Het Rekenhof kon toen dus voor dit jaar niet beoordelen of de ramingen van de opbrengst juist en realistisch zijn, omdat een gedetailleerde berekening ter staving van die raming ontbreekt. Het Rekenhof wees er bovendien op dat verschillende maatregelen nog moeten worden vertaald in wetteksten of pas op middellange termijn volledig van kracht zullen worden.

 

Mevrouw de staatssecretaris, komt er in de begroting een opsplitsing tussen de inkomsten uit fiscale en sociale fraude, zoals het Rekenhof vraagt?

 

Hoe zullen de opbrengsten van het plan concreet worden berekend?

 

Is de opbrengst van 200 miljoen euro voor 2021 op basis van het voorgestelde plan wel realistisch, aangezien verschillende maatregelen nog moeten worden vertaald in wetteksten? Op dit ogenblik heb ik nog geen enkele wettekst daarover gezien. In hoeverre is die begrotingsdoelstelling voor dit jaar nog realistisch?

 

17.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Vermeersch, minister Van Peteghem is bevoegd voor de coördinatie van de fraudebestrijding en hij is tevens voorzitter van het College voor de strijd tegen sociale en fiscale fraude. Vanuit mijn functie van staatssecretaris voor Begroting ga ik ervan uit dat elke minister het nodige doet om de in het regeerakkoord voorziene maatregelen en de daarvoor ingeschreven rendementen, in dit geval respectievelijk 200 miljoen, 400 miljoen, 700 miljoen en 1 miljard euro voor de periode van 2021 tot 2024, daadwerkelijk te realiseren.

 

Tot slot, voorlopig is er geen opsplitsing voorzien.

 

17.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb in mijn professionele carrière de term NIFO leren kennen, wat betekent 'niet in functieomschrijving'. Men beantwoordt dus geen vragen waarmee men eigenlijk niets te maken heeft. Hier gaat het echter over de begrotingsimpact en ik had dus wel wat antwoorden verwacht. U heeft de begroting voorgesteld in december en we zijn intussen al een half jaar verder. Er zou dus toch al enige duidelijkheid moeten zijn over die begrotingsdoelstellingen.

 

U zei in uw antwoord dat u ervan uitgaat dat de minister zijn zaken wel op orde zal hebben en dat hij alles correct zal doen. U heeft onlangs ook in de plenaire vergadering een gelijkaardige uitspraak gedaan maar ik zou daar niet van willen uitgaan. We konden tijdens de plenaire vergaderingen immers al vaststellen dat de collegialiteit in deze regering bijzonder zwak is. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de voorzitster die zei dat de minister van Defensie niet haar vriendin is. Ze zei dat men bij mij enigszins voorzichtig moest zijn met nuanceringen, maar ik vond het bijzonder duidelijk. Ik zou er dus zeker niet zomaar van uitgaan dat iedereen bekommerd is om de begroting. De heer Loones heeft dat punt vandaag meerdere keren gemaakt met betrekking tot een aantal van uw collega's.

 

Wij zullen de begrotingsdoelstellingen inzake sociale en fiscale fraude dan ook zeker blijven volgen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

18 Question de Marie-Christine Marghem à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La recommandation du Conseil supérieur des Finances" (55016864C)

18 Vraag van Marie-Christine Marghem aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumenten­bescherming) over "De aanbeveling van de Hoge Raad van Financiën" (55016864C)

 

18.01  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la secrétaire d'État, le Conseil supérieur des Finances (CSF) recommande d'entamer dès 2022 des efforts budgétaires structurels d’au moins 1,5 milliard d’euros. Vous y souscrivez, évidemment, je le sens dans vos déclarations. "Dès l’an prochain, la Belgique va en effet entreprendre des efforts budgétaires structurels afin de ne pas compromettre davantage la crédibilité de sa politique budgétaire", indique le CSF dans l’avis envoyé au gouvernement le lundi 12 avril. C'est ce que vous vous apprêtez à faire. Le cadre budgétaire européen, qui prévoit que la Belgique doit mener une amélioration structurelle annuelle de 0,6 % du PIB par an, est toujours le fil conducteur.

 

Vous avez réagi à cet avis du CSF et vous indiquez que "les efforts prévus aujourd’hui par le gouvernement fédéral sont déjà en ligne avec la première trajectoire proposée par le Conseil supérieur des Finances. Le second scénario demande quant à lui des efforts plus intensifs, tant de la part du fédéral que des entités fédérées."

 

Le CSF a indiqué que "les prévisions devront par conséquent être révisées fréquemment et la politique devra constamment s’adapter à la situation". Il y a évidemment des incertitudes dans ce parcours, notamment, comme vous l'avez évoqué tout à l'heure, les vagues éventuelles relatives à la pandémie, le rythme de la vaccination, mais aussi le comportement des taux d'intérêt. J'ai donc quelques questions, dans une situation qui, pour vous, n'est pas facile du tout et dans laquelle les défis sont énormes.

 

Pour le CSF, il serait imprudent de prendre pour acquises les conditions financières actuelles. Quelles sont les mesures structurelles que vous prévoyez?

 

Quelles mesures l'État fédéral prévoit-il si les prévisions sont néanmoins décevantes? Un scénario d'urgence est-il envisagé? Doit-on s’attendre à des augmentations d'impôt ou à des efforts d’économie de l'État fédéral? Doit-on s'attendre à d'autres mesures, sachant qu'il y a un accord de gouvernement qui balise tout cela de façon extrêmement forte sur le plan des principes? Je vous remercie pour vos réponses.

 

18.02  Eva De Bleeker, secrétaire d'État: Madame Marghem, la crise économique et sanitaire a entraîné une forte augmentation du déficit budgétaire et de la dette publique. À court terme, je pense que le facteur clé du succès d'une reprise économique est une campagne de vaccination rapide en Belgique et chez nos partenaires commerciaux. Au troisième trimestre, lorsque la majorité des Belges auront reçu au moins leur première dose, nous pouvons nous attendre à une reprise de notre économie. Aucune nouvelle détérioration de la situation économique n'est attendue pour le moment, mais cela a déjà changé un peu, à partir du moment où l'on s'attend peut-être à une quatrième vague. J'espère que non; espérons tous qu'elle n'aura pas lieu.

 

Dès son entrée en fonction, le gouvernement fédéral a déclaré que la gestion de la crise du coronavirus et de la crise économique revêtaient une importance capitale. L'accent reste donc mis sur la mise à disposition des moyens et mesures nécessaires pour faire face à ces deux crises et donner une bouffée d'oxygène aux entreprises et aux PME. Cela doit en effet permettre de maintenir au travail toutes les personnes qui contribuent à notre prospérité et de mettre en œuvre la relance.

 

À plus long terme, il existe d'autres risques et défis que nous devons surveiller. Cela doit être fait de manière systématique, raison pour laquelle ce contrôle budgétaire avait aussi une perspective pluriannuelle, contrairement aux années précédentes. En effet, le rapport du CSF indique qu'il serait imprudent de supposer que certains éléments macroéconomiques favorables tels que les faibles taux d'intérêt soient permanents. Le gouvernement fédéral partage cette préoccupation du CSF et suivra déjà ses recommandations en 2022 en faisant un effort structurel d'économies, si les conditions économiques le permettent. Cet effort structurel variable dès 2022 sera fonction de la croissance et de la reprise économique. Le niveau de cet effort variable sera fixé chaque année lors de l'élaboration du budget sur la base des derniers chiffres du budget économique du Bureau fédéral du Plan.

 

Dans le budget initial, cet effort était fixé à 0,2 % du PIB par an. Dans les circonstances actuelles, cela signifie une amélioration structurelle de respectivement 997 millions d'euros, 2 milliards d'euros et 3,1 milliards d'euros pour la période 2022-2024. Le gouvernement ne déterminera que cet été les mesures structurelles qui seront prises, lors de l'élaboration du budget pour 2022. Toutefois, l'objectif est de répartir plus ou moins équitablement l'effort budgétaire total, c'est-à-dire tant l'effort annuel fixe que l'effort variable entre les recettes, les dépenses et les divers.

 

18.03  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses complètes. Je vous soutiens dans votre politique d'effort budgétaire structurel.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 11 h 38.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.38 uur.