Commissions réunies des Relations extérieures, de la Défense nationale et de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Verenigde commissies voor Buitenlandse Betrekkingen, voor Landsverdediging en voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Jeudi 26 aout 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 26 augustus 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.00 uur en voorgezeten door mevrouw Els Van Hoof en de heren Peter Buysrogge en Koen Metsu.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 00 et présidée par Mme Els Van Hoof et MM. Peter Buysrogge et Koen Metsu.

 

01 De situatie in Afghanistan: gedachtewisseling en toegevoegde vragen van

- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De repatriëringsoperatie van Afghanen door de Belgische regering" (55020147C)

- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De repatriëringsoperatie van Afghanen door de Belgische regering" (55020148C)

- Ben Segers aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De recente gebeurtenissen in Afghanistan" (55020156C)

- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De repatriëringsoperatie van Afghanen door de Belgische regering" (55020147C)

- André Flahaut aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De toestand in Afghanistan" (55020118C)

- Wouter De Vriendt aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De nasleep van de val van Afghanistan" (55020094C)

- Christophe Lacroix aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De vrouwenrechten in Afghanistan" (55020103C)

- Goedele Liekens aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De bescherming van de vrouwenrechten na de machtsgreep van de taliban in Afghanistan" (55020104C)

- Séverine de Laveleye aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De situatie van de vrouwen in Afghanistan" (55020140C)

- Vicky Reynaert aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "Mensenrechtensituatie Afghanistan" (55020162C)

- François De Smet aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "Operatie Red Kite en de toekomstige relaties tussen België en Afghanistan" (55020122C)

- François De Smet aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De impact van de sluiting van de Belgische ambassade in Kaboel op het crisisbeheer in Afghanistan" (55020154C)

- François De Smet aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De Belgische burger die door een Amerikaanse soldaat neergeschoten werd op de luchthaven van Kaboel" (55020155C)

- Guillaume Defossé aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De toestand in Afghanistan" (55020083C)

- Wouter De Vriendt aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het verloop van de evacuaties in het kader van de operatie Red Kite" (55020093C)

- Christophe Lacroix aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Operatie Red Kite" (55020115C)

- Vicky Reynaert aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Operatie Red Kite" (55020158C)

- Kattrin Jadin aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De opvang van Afghaanse vluchtelingen in Spa" (55020137C)

- Julie Chanson aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De opvang van Afghaanse vluchtelingen in een vakantiecentrum van Defensie in Spa" (55020146C)

- Ben Segers aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Visa voor tolken en anderen" (55020157C)

- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Belgen in Afghanistan" (55020057C)

- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De evacuatieoperatie uit Afghanistan" (55020067C)

- Wouter De Vriendt aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De bescherming voor Afghanen die het land ontvluchten" (55020095C)

- François De Smet aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvang van de Afghaanse vluchtelingen in België" (55020110C)

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het beleid ten aanzien van de Afghaanse vluchtelingen" (55020119C)

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het beleid ten aanzien van de Afghaanse vluchtelingen" (55020120C)

- Kattrin Jadin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvang van Afghaanse vluchtelingen in Spa" (55020127C)

- Julie Chanson aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvang van Afghaanse vluchtelingen in Spa" (55020145C)

- Tim Vandenput aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De situatie in Afghanistan" (55020130C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het beleid ten aanzien van de Afghaanse ballingen" (55020132C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het opschorten van de terugkeer naar Afghanistan" (55020133C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het gezinsherenigingsbeleid ten aanzien van de Afghaanse onderdanen" (55020134C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De toekenning van humanitaire visa voor personen die Afghanistan ontvluchten" (55020135C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De beschikbaarheid van opvangplaatsen voor de Afghaanse onderdanen" (55020136C)

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Fouten in de beslissingen van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen" (55020138C)

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Belgische engagementen ten aanzien van de vluchtelingen uit Afghanistan" (55020139C)

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvangcapaciteit van Fedasil in het licht van de Afghaanse situatie" (55020141C)

- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Humanitaire visa voor Afghaanse vluchtelingen" (55020142C)

- Nabil Boukili aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Afghanen in de gesloten centra" (55020161C)

- Nabil Boukili aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Afghanen die een procedure voor gezinshereniging hebben opgestart" (55020163C)

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De recente gebeurtenissen in Afghanistan" (55020164C)

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De recente gebeurtenissen in Afghanistan" (55020165C)

01 La situation en Afghanistan: échange de vues et questions jointes de

- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'opération de rapatriement d'Afghans menée par le gouvernement belge" (55020147C)

- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'opération de rapatriement d'Afghans menée par le gouvernement belge" (55020148C)

- Ben Segers à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les événements récents en Afghanistan" (55020156C)

- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'opération de rapatriement d'Afghans menée par le gouvernement belge" (55020147C)

- André Flahaut à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "La situation en Afghanistan" (55020118C)

- Wouter De Vriendt à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Les suites de la chute du régime en Afghanistan" (55020094C)

- Christophe Lacroix à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Les droits des femmes en Afghanistan" (55020103C)

- Goedele Liekens à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "La protection des droits des femmes après le coup de force des talibans en Afghanistan" (55020104C)

- Séverine de Laveleye à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "La situation des femmes en Afghanistan" (55020140C)

- Vicky Reynaert à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "La situation des droits de l'homme en Afghanistan" (55020162C)

- François De Smet à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "L’opération Red Kite et les relations futures entre la Belgique et l’Afghanistan" (55020122C)

- François De Smet à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "L'impact de la fermeture de l'ambassade belge à Kaboul sur la gestion de la crise en Afghanistan" (55020154C)

- François De Smet à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Le ressortissant belge abattu par un soldat américain à l’aéroport de Kaboul" (55020155C)

- Guillaume Defossé à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La situation en Afghanistan" (55020083C)

- Wouter De Vriendt à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le déroulement des évacuations dans le cadre de l'opération Red Kite" (55020093C)

- Christophe Lacroix à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'opération Red Kite" (55020115C)

- Vicky Reynaert à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'opération Red Kite" (55020158C)

- Kattrin Jadin à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L’accueil de réfugiés afghans à Spa" (55020137C)

- Julie Chanson à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'accueil des réfugiés afghans au sein d’un centre de vacances de la Défense à Spa" (55020146C)

- Ben Segers à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Des visas pour les interprètes et autres" (55020157C)

- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La présence de Belges en Afghanistan" (55020057C)

- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'opération d'évacuation en Afghanistan" (55020067C)

- Wouter De Vriendt à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La protection accordée aux Afghans qui fuient leur pays" (55020095C)

- François De Smet à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’accueil des réfugiés afghans en Belgique" (55020110C)

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La politique à l'égard des réfugiés afghans" (55020119C)

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La politique à l'égard des réfugiés afghans" (55020120C)

- Kattrin Jadin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’accueil de réfugiés afghans à Spa" (55020127C)

- Julie Chanson à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'accueil des réfugiés afghans à Spa" (55020145C)

- Tim Vandenput à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La situation en Afghanistan" (55020130C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La politique à l’égard des exilés afghans" (55020132C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La suspension des retours vers l’Afghanistan" (55020133C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La politique de regroupement familial vis-à-vis des ressortissants afghans" (55020134C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La délivrance de visas humanitaires pour les personnes fuyant l'Afghanistan" (55020135C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La disponibilité de places d’accueil pour les ressortissants afghans" (55020136C)

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les erreurs dans le cadre des décisions du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides" (55020138C)

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les engagements de la Belgique envers les réfugiés provenant d'Afghanistan" (55020139C)

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La capacité d'accueil de Fedasil eu égard à la situation en Afghanistan" (55020141C)

- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Des visas humanitaires pour les réfugiés afghans" (55020142C)

- Nabil Boukili à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les Afghans dans les centres fermés" (55020161C)

- Nabil Boukili à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les Afghans en procédure de regroupement familial" (55020163C)

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les événements récents en Afghanistan" (55020164C)

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les événements récents en Afghanistan" (55020165C)

 

Els Van Hoof, voorzitster: Collega's, ik stel voor dat we deze gemeenschappelijke commissie Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Defensie starten.

 

Wij  hebben op deze uitzonderlijk bijeengeroepen vergadering vier excellenties te gast waaronder ook onze premier, waarvoor hartelijk dank. Eerst zal er een inleiding zijn van de premier en de verschillende excellenties. Vervolgens is er afgesproken dat elke fractie 10 minuten spreektijd krijgt. Zoals dat gewoonlijk gaat,  bepaalt u zelf wie daarvoor het woord neemt en hoe u die tijd opdeelt. Daarna is er nog mogelijkheid tot repliek en die zouden wij ook willen beperken tot vijf minuten per fractie.

 

Zijn daarover vragen of opmerkingen? (Nee)

 

Dan geeft ik het woord aan premier De Croo.

 

01.01 Eerste minister Alexander De Croo: Dank u wel voor deze gelegenheid om namens de regering en samen met drie collega's in debat te gaan met het Parlement. In mijn inleiding zal ik schetsen waarom de regering is overgegaan tot de evacuatie en repatriëring uit Afghanistan, hoe dat verlopen is en wat de balans van de operatie is. Vervolgens geef ik het woord aan mijn collega's, die gedetailleerder zullen ingaan op bepaalde aspecten van de operatie.

 

Na de unilaterale beslissing van de Verenigde Staten, op 8 juli 2021, om alle Amerikaanse troepen uit Afghanistan terug te trekken tegen uiterlijk 31 augustus 2021 en na de inname van Kaboel door de taliban op zondag 15 augustus, heeft de regering op maandag 16 augustus, dus daags nadien, rond 13 uur beslist om over te gaan tot de evacuatie van Belgen die in Afghanistan verbleven en personen die een band hebben met ons land. Daartoe zouden personeel en middelen worden ontplooid in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad en op de luchthaven van Kaboel.

 

De uiteindelijke evacuatie uit Kaboel zou gebeuren via dagelijkse rotatievluchten tussen Kaboel en Islamabad. De repatriëring van de geëvacueerden zou gebeuren vanuit Islamabad naar de militaire luchthaven van Melsbroek. Vervolgens zouden deze personen worden overgebracht naar de militaire kazerne van Peutie, waar ze zouden worden gescreend.

 

De beslissing om over te gaan tot evacuatie en repatriëring werd genomen na een elektronische consultatie van de leden van het kernkabinet, dat wil zeggen via een videocall, aangevuld met de minister van Defensie en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie.

 

Plusieurs éléments ont été pris en compte dans cette décision. Depuis 2014, la Belgique n'a plus d'ambassade à Kaboul, contrairement à plusieurs pays voisins. Dans les jours et les semaines qui ont précédé la prise de Kaboul par les talibans, le SPF Affaires étrangères avait contacté les Belges présents en Afghanistan – et le fait qu'il y ait de nombreux Belges en Afghanistan qui n'avaient pas déclaré leur présence là-bas a constitué un problème – pour leur demander instamment de quitter le pays.

 

Je constate que des compatriotes ont continué à se rendre en Afghanistan alors que les Affaires étrangères déconseillaient fortement ces voyages. À la mi-juillet déjà, soit un mois avant la chute de Kaboul, les compatriotes enregistrés à notre ambassade à Islamabad avaient été contactés avec l'avis pressant de quitter l'Afghanistan. Cependant, ces compatriotes et toutes les autres personnes qui se sont présentées par la suite ont demandé à être évacuées le plus rapidement possible. Le gouvernement n'avait aucune obligation de s'y conformer. D'après le Code consulaire, il est très clair que toute personne se rendant dans un pays donné contre les conseils de voyage des Affaires étrangères n'a aucun droit légal à l'assistance consulaire de notre pays. Je ne veux pas lancer la polémique par rapport à ce sujet mais je tiens tout de même à souligner la responsabilité individuelle des personnes évacuées.

 

Bien entendu, le gouvernement a décidé de venir en aide à tous les compatriotes bloqués. Si ce n'est pas une obligation légale, c'est un devoir moral et humanitaire pour un gouvernement d'aider ses compatriotes. Le gouvernement a décidé de libérer tous les moyens nécessaires à cette fin: plusieurs avions militaires, des centaines de militaires et des dizaines de diplomates et d'agents consulaires à Islamabad et à Kaboul, des dizaines de militaires et de fonctionnaires à l'aéroport de Melsbroek et à la caserne militaire de Peutie. Les ministres vous donneront les chiffres et des détails plus précis.

 

Les coûts de cette opération seront supportés par une provision interdépartementale. Il est trop tôt pour détailler le budget de cette opération.

 

Onmiddellijk na de beslissing van 16 augustus tot evacuatie en repatriëring werden de nodige middelen, zowel personeel als materieel, gemobiliseerd en naar Islamabad en vervolgens Kaboel gevlogen. De eigenlijke evacuatie begon op vrijdag 20 augustus, ondersteund door een beslissing van de ministerraad via een elektronische procedure. Gisteravond, 25 augustus, werd deze procedure afgesloten.

 

In totaal werden 1.426 personen vanop de luchthaven van Kaboel geëvacueerd door middel van 23 vluchten tussen Kaboel en Islamabad. Vanuit Islamabad werd 1.198 personen gerepatrieerd richting Melsbroek met in totaal 6 vluchten. De volgende uren zullen nog vluchten worden uitgevoerd tussen Islamabad en Melsbroek. Bij deze 1.198 personen zaten niet alleen Belgen en mensen met een band met België. Ons land heeft zich volop solidair getoond met overige EU-lidstaten en heeft burgers uit Nederland, Luxemburg, Denemarken en andere landen naar België overgevlogen. In Peutie werden 844 mensen gescreend die naar België wensten te komen. Daarnaast kwamen 101 mensen via de buurlanden naar België. In totaal 945 personen werden uit Afghanistan geëvacueerd richting België.

 

Ik wens te benadrukken dat dit voorlopige cijfers zijn. Die cijfers kunnen nog fluctueren, bijvoorbeeld op basis van de laatste vluchten vanuit Islamabad.

 

Is alles vlekkeloos verlopen? Nee, uiteraard niet. Ik meen dat iedereen zal begrijpen dat men voor dit soort evacuaties alles doet om de zaken zo goed mogelijk te laten  verlopen. Net zoals andere landen hebben wij op een bepaald moment vluchten gehad met C-130's die niet volledig gevuld waren, vooral in het begin. Net zoals alle andere landen hebben wij niet alle landgenoten en rechthebbenden op de luchthaven en in onze vliegtuigen gekregen.

 

Net als alle andere landen worstelen wij met de precieze cijfers van het aantal geëvacueerde Belgen, rechthebbenden en Afghanen met een band met ons land. Dat is normaal, gezien de enorme chaos in en rond de luchthaven van Kaboel, en de snelheid waarmee de rotaties dienden plaats te vinden. Gemiddeld was de beschikbare tijd tussen het landen van het vliegtuig in Kaboel en het opnieuw vertrekken ongeveer 30 minuten. Dat is een bijzonder korte rotatie.

 

Ik kan u wel verzekeren dat alle personen die gerepatrieerd werden een driedubbele screening hebben ondergaan: deels in Kaboel, deels in Islamabad en deels in Peutie.

 

Ten eerste, de screening van hun identiteit op basis van paspoorten, identiteitskaarten, reisdocumenten en verblijfskaarten. Ten tweede, een veiligheidsscreening die werd uitgevoerd door het OCAD, de Veiligheid van de Staat, de militaire inlichtingendienst en de federale politie. Er heeft dus bij elke persoon een viervoudige veiligheidscheck plaatsgevonden. Ten laatste werd bij aankomst ook een PCR-test afgelegd. We mogen immers niet vergeten dat we nog steeds in een covidsituatie zitten. Het Nationaal Crisiscentrum heeft een cruciale rol gespeeld in de coördinatie van dit allemaal.

 

Au cours des dix derniers jours, nous avons été inondés de milliers de demandes de Belges et d'Afghans, tous plus désespérés les uns que les autres. C'est la raison pour laquelle, dès le départ, le gouvernement a défini quatre groupes prioritaires de personnes pouvant être évacuées, comme une sorte de cercle concentrique.

 

La première catégorie était composée de personnes avec la nationalité belge et de bénéficiaires, y compris les membres de leur famille nucléaire, c'est-à-dire les partenaires et les enfants. La deuxième comprenait des Afghans qui avaient travaillé pour la Belgique et des organisations internationales, y compris les membres de leur famille nucléaire. Cela concernait principalement des interprètes et des fixeurs qui avaient travaillé pour la Défense. La troisième catégorie comprenait des Afghans qui étaient en danger, par exemple pour avoir travaillé pour une ONG ou parce qu'ils s'étaient engagés en faveur des droits de l'homme, des droits des femmes et de la communauté LGBTI. Le gouvernement belge est, en effet, disposé à accueillir un certain nombre de ces militants, mais en proportion avec d'autres pays, avec notre taille. Dans la catégorie quatre se trouvaient des Afghans dotés d'un permis de séjour en Belgique. D'après nos analyses, ces personnes encouraient un moindre danger immédiat. Si elles ne pouvaient être évacuées maintenant, elles pourraient, sans doute, partir plus tard si elles le souhaitent.

 

Ce dernier point est important: "Si elles le souhaitent". Il s'agit ici d'une évacuation volontaire et non obligatoire.

 

Nous avons entretenu des contacts quotidiens avec toutes ces personnes. Certaines d'entre elles, y compris des Belges, nous ont dit qu'elles préféraient rester en Afghanistan et le quitter d'une autre manière.

 

En pratique, l'évacuation s'est concentrée sur les trois premières catégories que je viens de mentionner.

 

Ikzelf stond tijdens deze operatie in constant overleg met de betrokken ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en Asiel en Migratie. Mijn kabinet organiseerde elke dag één of meer coördinatievergaderingen tussen de betrokken kabinetten. Het kernkabinet werd continu geïnformeerd en heeft in totaal zesmaal vergaderd om de toestand te bespreken en om beslissingen te nemen. Ik stond ook in voortdurend contact met collega's uit de buurlanden, net zoals het geval was voor de ministers Wilmès, Dedonder en Mahdi, die ook steeds in contact stonden met hun internationale collega's. Ik heb ook gesproken met de Pakistaanse premier Imran Khan en met de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel.

 

Op maandag 23 augustus besliste het kernkabinet om in de vroege ochtend van dinsdag 24 augustus een geheime operatie uit te voeren om mensen met bussen naar de luchthaven te brengen. Het werd immers steeds moeilijker voor de mensen die wij hadden gecontacteerd, om op eigen kracht aan de gates van de luchthaven te geraken en om de luchthaven te kunnen betreden. De situatie rond de luchthaven werd steeds chaotischer en ook steeds gevaarlijker. Steeds meer mensen stroomden toe en de situatie werd ook meer en meer wanhopig. De taliban die de facto de toegang tot het terrein rond de luchthaven controleerden, werden ook steeds grimmiger. De Amerikaanse en Britse troepen die de toegangspoorten controleerden, werden steeds strenger naarmate de geruchten over een op til zijnde aanslag door IS toenamen. Zij namen die geruchten ernstig. Wij ook, want wij hadden tenslotte tientallen mensen op de luchthaven, en ook vele Belgen of mensen met een link met ons land die zich in de nabijheid van de luchthaven begaven, in een omgeving die gevaarlijk kon zijn.

 

Er werd een moment overwogen om een militaire extractie uit te voeren, waarbij militairen zich buiten de perimeter van de luchthaven zouden begeven om mensen op te pikken. In samenspraak met Defensie werd dat idee vlug verlaten. Dergelijke operaties zijn extreem gevaarlijk en de kansen op succes werden laag ingeschat. Ik stel ook vast dat er bijzonder weinig landen zijn die dit soort militaire extracties buiten de luchthaven plaats hebben laten vinden. In de plaats daarvan kwam de operatie met de bussen. Vijf bussen zouden mensen oppikken op twee verzamelpunten en vervolgens naar de luchthaven brengen. Deze bussen zouden niet worden begeleid. In de nacht van maandag 23 augustus werden de personen die hiervoor in aanmerking kwamen, individueel gecontacteerd. Ik ga niet in op de details van deze operatie, maar ze is duidelijk een succes gebleken. 288 personen hebben op die manier op dinsdag 24 augustus toegang gekregen tot de luchthaven. Een tiental landen heeft dergelijke operaties uitgevoerd. Het klopt dat de volgende ochtend op woensdag 25 augustus een nieuwe, internationale poging met een bus met niet enkel Belgen, niet is gelukt.

 

Dit toont aan hoe complex dergelijke operaties zijn, hoe gevaarlijk dergelijke operaties zijn. Daarom heeft de regering over deze operaties niet gecommuniceerd, tot op het moment dat al deze operaties plaatsgevonden hadden, die van ons land, maar ook die van andere landen. Het laatste dat wij willen, is dat deze methode zou gecompromitteerd worden voor mensen uit ons land, maar ook voor mensen uit andere landen.

 

Le mercredi 25 août, le kern a décidé de mettre fin aux évacuations suivant la suggestion explicite de l'État-major de la Défense qui a insisté sur le fait que la sécurité des militaires, des diplomates et du personnel consulaire sur place devrait primer.

 

La situation aux abords de l'aéroport devenait de plus en plus dangereuse. Les informations concernant l'imminence d'un attentat à la bombe perpétré par des terroristes suicidaires sont devenues de plus en plus insistantes et nous sont parvenues notamment par le biais de nos canaux d'information américains. De plus en plus de pays ont décidé de mettre un terme à l'opération. Au total, nous avons évacué 1 426 personnes depuis l'aéroport de Kaboul entre le 20 et le 25 août. Hier soir, à 22 h30 – heure afghane – (19h30 heure belge), les derniers militaires ont quitté l'aéroport de Kaboul. Ils restent en stand-by à Islamabad.

 

L'évacuation est terminée, mais non pas les rapatriements: il y aura encore des vols entre Islamabad et Ruisbroek.

 

Il est encore trop tôt pour tirer un bilan complet de la situation, mais il n'est pas trop tôt pour tirer quelques conclusions de ce que nous avons vécu ces dernières semaines.

 

Nous avons mal évalué la vitesse de progression des talibans. Or, ce n'est pas un échec belge: c'est un échec collectif. Les services de renseignement américain, britannique, français et autres n'ont rien vu venir et nous de même.

 

Nous devons continuer à investir dans les services de renseignement et de sécurité, au niveau national tout comme au niveau international. Le ministre de la Justice, Vincent Van Quickenborne, a déjà annoncé un plan d'investissement pour la Sûreté de l'État. La ministre de la Défense, Ludivine Dedonder, a également annoncé qu'elle souhaitait réformer le service de renseignement militaire et lui donner davantage de poids. Nous devrons également investir plus dans la concertation entre les services de renseignement, au sein de l'Union européenne ainsi qu'au sein de l'OTAN.

 

Vervolgens, tijdens de recente NATO-top waaraan ook president Biden deelnam, in juni, amper twee maanden geleden, was de boodschap: America is back. Door velen werd gepleit voor meer politieke consultatie, maar ik stel ook vast en betreur dat die consultatie nauwelijks heeft plaatsgevonden in dit dossier. Ook binnen de NAVO dringt zich een grondige reflectie op, want op deze manier kunnen we niet verder. De Verenigde Staten blijven onze grootste bondgenoot en er is geen plaats voor naïviteit in de trans-Atlantische relatie. De Verenigde Staten hebben de beslissing om zich terug te trekken unilateraal genomen, ondanks het feit dat gesteld werd: in together, out together. Het was blijkbaar, op dit moment toch, opnieuw America first, net zoals het America first was toen president Biden de defence act inriep met betrekking tot de covidvaccins.

 

Europa moet daar dringend lessen uit trekken. Het is hoog tijd dat wij verder werk maken van de strategische autonomie waarover we nu al een tijdje spreken, want in het geopolitieke spel moet ook Europa haar eigen belangen krachtig kunnen verdedigen. De Verenigde Staten zijn absoluut een bondgenoot, maar wel een bondgenoot die eerst en vooral haar eigen nationale belangen afweegt. Europa moet dat ook doen: in dit soort beslissingen moeten wij onze eigen Europese belangen ook steeds meer als een absolute prioriteit naar voren durven te schuiven.

 

Tot slot, bij de oprichting van de diplomatieke dienst van de Europese Unie, de Europese Dienst voor externe optreden (EDEO), hebben wij in mijn ogen een vergissing begaan. Er werd toen afgesproken dat de consulaire bijstand absoluut een nationale bevoegdheid zou blijven. Die afspraak uit het verleden heeft, in mijn ogen, ons bij de evacuaties parten gespeeld. Op het terrein was er een goede samenwerking tussen België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg, maar het had vlotter kunnen gaan als van bij het begin er een veel sterkere Europese samenwerking en betere coördinatie geweest zou zijn. Zoals zo vaak zorgen crisismomenten ervoor dat Europa zich beter wapent. Ook bij de crisis die wij nu bespreken, moeten wij daarvoor zorgen en ik zal dat dan ook alvast aankaarten bij Raadsvoorzitter Charles Michel en bij mijn Europese collega's.

 

Ik wil afronden met een woord van dank en een woord van hulde aan alle mensen die hieraan hebben meegewerkt, hetzij in Kaboel, Islamabad, Melsbroek, Peutie en op zovele plaatsen in ons land. Jullie tomeloze inzet, jullie moed, jullie creativiteit en jullie engagement om aan iedereen die er recht op heeft de nodige hulp te kunnen geven, heeft van deze operatie een succes gemaakt. De regering, met iedereen die geholpen werd, hun familie en hun naasten, is jullie expliciet dankbaar voor het zeer harde en zeer moeilijk werk dat de voorbije dagen geleverd werd.

 

Met uw toestemming geef ik het woord door aan mevrouw Wilmès, minister van Buitenlandse Zaken, en vervolgens aan minister Dedonder en staatssecretaris Mahdi.

 

01.02 Minister Sophie Wilmès: Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de vele vragen die ik al heb gekregen te beantwoorden. Dat zal u in staat stellen om verder te gaan met de discussie.

 

We zijn hier om een balans op te maken van de situatie in Afghanistan. Meer dan 10 dagen lang zijn wij met het hele team 24 uur op 24 aan de slag geweest om onze onderdanen, hun familie en mensen in gevaar terug te brengen. Ik wil alle diensten bedanken die hard hebben gewerkt, en dat nog steeds doen, om zoveel mogelijk mensen in veiligheid te brengen.

 

Zoals u weet, is de situatie in Afghanistan snel achteruitgegaan en heeft zij de gehele internationale gemeenschap en de waarnemers verrast. Wat daar gebeurt, is een tragedie. De beelden van het menselijk leed aan de poorten van de luchthaven van Kaboel laten niemand onberoerd. Ik denk dat het belangrijk is om een balans op te maken van de situatie ter plaatse. Sommigen onder u hebben mij al vragen gesteld voor deze vergadering en ik zal die beantwoorden. Daarna zal ik het hebben over de uitvoering van de operatie Red Kite en u op de hoogte brengen van de diplomatieke contacten die in dit verband werden gelegd.

 

Ik wil ook van de gelegenheid gebruikmaken om het consulair team en het crisiscentrum van Buitenlandse Zaken te bedanken. Zij hebben onvermoeibaar gewerkt onder bijzonder moeilijke omstandigheden. Een speciale gedachte gaat naar zij die hebben aanvaard om naar Kaboel te gaan en 24 uur op 24 werkten onder heel moeilijke omstandigheden.

 

Ik wil ook de teams van Defensie, Asiel en Migratie en Binnenlandse Zaken bedanken voor hun harde werk en hun professionalisme, waardoor wij een ongeziene operatie tot stand konden brengen. Ik wil ook mijn collega's en hun kabinet bedanken, die allen onmisbare schakels zijn in een missie die uitzonderlijk is wat betreft reikwijdte en menselijke en veiligheidsdimensie.

 

Nous l'avons constaté, le retrait décidé en avril dernier des troupes américaines et la fin de la mission Resolute Support de l'OTAN, ont ouvert la voie à une stratégie de reconquête par les talibans nettement plus rapide que prévue. Le 15 août, les leaders talibans sont entrés dans Kaboul et contrôlent désormais la quasi-totalité du pays. Plusieurs facteurs peuvent expliquer la rapide détérioration de la situation: par exemple la volonté de l'armée afghane de ne pas s'opposer aux talibans pour éviter un bain de sang ou encore un manque de confiance envers le pouvoir en place. Enfin, il ne faut pas sous-estimer l'impact des accords de partage du pouvoir préalablement conclus par les talibans.

 

Le 15 août, le président Ghani a fui le pays. Le ministre de l'Intérieur afghan a lancé un message rassurant en évoquant une transition pacifique du pouvoir mais cette perspective fut rapidement démentie par la situation sur le terrain, où on a pu constater des affrontements.

 

La résistance s'organise dans la vallée du Panshir sous l'égide d'Ahmad Massoud, fils de l'ancien commandant Massoud, et de l'ex-vice-président Saleh. D'autres groupes armés s'organisent également pour attaquer les talibans, notamment dans le Nord du pays, mais il est trop tôt pour dire qu'il s'agit de l'émergence d'un nouveau front militaire.

 

Les talibans ont annoncé qu'ils souhaitaient établir un régime théocratique basé sur une interprétation stricte de la charia. Ils indiquent être disposés à préserver les droits acquis, notamment au bénéfice des femmes et des filles, uniquement s'ils sont compatibles avec la charia. Ils se sont déjà clairement exprimés sur le fait que la démocratie n'était pas un modèle de gouvernance pour l'Afghanistan et cela nous inquiète fortement pour ce qui concerne le respect des valeurs démocratiques et certainement le respect des droits humains, en particulier celui des femmes.

 

Les talibans devraient présenter leur modèle de gouvernement dans les semaines qui suivent. Il semblerait que des contacts soient en cours entre les différents acteurs politiques sur le terrain pour former un gouvernement de transition mais il est difficile d'en savoir plus à ce stade. La situation est encore extrêmement volatile.

 

À la suite de l'accord signé en février 2020 entre les USA et les talibans, une feuille de route pour des négociations intra-afghanes avait été entérinée. L'objectif était de trouver une solution à la crise par le biais de négociations en espérant apporter au pays stabilité et cessation des violences. Malheureusement, le processus de négociation en vue de ramener la paix en Afghanistan – autrement connu sous le nom de processus de Doha – lancé en septembre 2020 s'est rapidement trouvé dans l'impasse. Les discussions les plus récentes n'avaient débouché sur aucun progrès concret en vue d'un partage du pouvoir tel qu'envisagé dans le cadre de ces négociations.

 

La Belgique ne veut pas d'un régime taliban imposé par les armes et dont le projet politique est d'instaurer un émirat islamique en Afghanistan. Cette vision est aussi largement partagée au sein de la communauté internationale.

 

Je précise que, d'un point de vue juridique, toute reconnaissance s'applique aux États et non aux gouvernements. Néanmoins, la question de la légitimité du futur gouvernement transitoire sous l'égide des talibans se posera et fera l'objet d'une concertation avec nos partenaires européens et internationaux. Les talibans devront être jugés sur leurs actes dans la durée et non sur leurs paroles.

 

À ce stade, pour empêcher un désastre humain, des canaux de communication opérationnels avec les talibans doivent être maintenus – mais cela n'implique nullement une reconnaissance politique. Les contacts informels avec les talibans menés par les envoyés spéciaux de certains grands acteurs régionaux et internationaux, y compris l'envoyé spécial de l'Union européenne pour l'Afghanistan, étaient en cours, notamment dans le cadre du processus de négociation à Doha.

 

Comme cela a été exposé lors du Conseil Affaires étrangères du mardi 17 août, nos relations et notre niveau d'engagement avec les talibans devraient être déterminés en fonction de leur respect du droit humanitaire international, des droits humains, en particulier du droit des femmes et des enfants, de leur contribution active en faveur d'un processus politique inclusif et, enfin, de leur adhésion à tous les engagements internationaux conclus ces dernières années par l'Afghanistan, notamment quant aux conditions à remplir pour bénéficier de l'assistance au développement. Ces conditions ont été rappelées lors de la Conférence internationale des donateurs de Genève, en novembre 2020.

 

Une solution politique inclusive et négociée doit être mise en œuvre. L'objectif est et reste la stabilité, la sécurité pour tous les Afghans et le respect des droits humains, en particulier pour les femmes et les filles. Je ne le répèterai jamais assez. Nous verrons ce qu'il en ressortira. À ce stade, rien n'indique que ce soit le cas. 

 

Pour sauvegarder nos valeurs et nos principes, la communauté internationale doit être unie afin d'envoyer un message fort aux représentants du pouvoir afghan.

 

Zoals u weet zijn de mensenrechten, en in het bijzonder de rechten van vrouwen en meisjes, een prioriteit van het Belgische buitenlands beleid, ook met betrekking tot Afghanistan. Dit blijkt uit de steun die België geeft aan UN Women. Wij hebben er erover gesproken tijdens de vorige vergadering van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen. Ik heb deelgenomen aan een bijeenkomst met Afghaanse vrouwen, die in juni jongstleden door UN Women en onze ambassade werd georganiseerd. Hun woorden laten mij niet los.

 

Ik deel dan ook uw bezorgdheid met betrekking tot de impact van de machtsovername van de taliban op de mensenrechten in Afghanistan, specifiek deze van vrouwen en meisjes. Hoewel verre van perfect, is de situatie van vrouwen en meisjes in Afghanistan er de afgelopen 20 jaar op vooruitgegaan, onder meer met betrekking tot de toegang tot onderwijs, werk en gezondheidszorg, alsook de participatie van vrouwen en meisjes in het openbare leven. Het risico bestaat dat dit alles teniet wordt gedaan. De informatie die ons hierover tot nog toe vanuit Afghanistan bereikt, stemt niet hoopvol.

 

België aarzelt niet om dit punt op de verschillende relevante fora onder de aandacht te brengen. Zo werd op 24 augustus een bijzondere zitting van de VN-Mensenrechtenraad georganiseerd over de situatie in Afghanistan. Ons land pleitte in de onderhandelingen voor de versterking van mensenrechten van vrouwen en meisjes, steunde een gezamenlijke verklaring over de mensenrechten van vrouwen en meisjes in Afghanistan en hield ook een rede over deze belangrijke kwestie.

 

Er werd mij ook een vraag gesteld over de resolutie die de Mensenrechtenraad op 24 augustus heeft goedgekeurd. Net als de EU en gelijkgestemde partners is ook België teleurgesteld over de tekst van de resolutie die werd aangenomen tijdens de bijzondere zitting van de Mensenrechtenraad over Afghanistan. De oprichting van een mechanisme om massale schendingen van de mensenrechten te onderzoeken, wat het aanvankelijke doel was, werd door de lidstaten van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC) verworpen. In de tekst van de aangenomen resolutie wordt de taliban niet expliciet genoemd en wordt niet verwezen naar de CEDAW, een verdrag dat zo belangrijk is voor de rechten van de vrouwen.

 

Er werd eenvoudigweg overeengekomen dat de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten tijdens de vergadering van september 2021 mondeling verslag zal uitbrengen over de situatie in Afghanistan en tijdens de zitting van maart 2022 een schriftelijk verslag zal voorleggen. Dit resultaat blijft achter bij de standpunten die tijdens deze buitengewone zitting zijn ingenomen, met name door België. Ondanks deze teleurstelling verzocht geen enkele staat om een stemming, zodat de resolutie zeer snel bij consensus kon worden aangenomen.

 

De EU heeft haar spijt betuigd met een krachtige toelichting bij haar standpunt. Er had een onderzoeksmechanisme kunnen worden ingesteld. Waarschijnlijk zou haar de toegang tot het grondgebied zijn ontzegd en zou ze geen steun hebben gekregen van de OIC, waarvan sommige leden wellicht enige druk op de taliban zouden kunnen uitoefenen. De bredere strategische reflectie over dit onderwerp zal op EU-niveau worden voortgezet.

 

Ook binnen de EU en de NAVO is België traditioneel een pleitbezorger van gendergelijkheid en gendermainstreaming. Beide organisaties hebben zich de afgelopen dagen, met Belgische steun, duidelijk uitgesproken over het belang van mensenrechten van vrouwen en meisjes in Afghanistan.

 

Ik kan u tot slot verzekeren dat ons land, mezelf dus en de FOD Buitenlandse Zaken, de situatie van vrouwen en meisjes in Afghanistan van nabij zal blijven volgen. Elk toekomstig leiderschap in Afghanistan is ertoe gebonden de mensenrechten van alle mannen, vrouwen, jongens en meisjes in Afghanistan te beschermen en moet beseffen dat een stabiel en welvarend land niet mogelijk is wanneer de helft van de bevolking uitgesloten wordt. Afghanistan is verdragspartij bij het CEDAW-verdrag en ons land zal niet nalaten de Afghaanse autoriteiten te wijzen op hun plichten onder dat verdrag, opnieuw zonder enig gebrek aan realisme.

 

In het kader van onze toekomstige verbintenissen pleit ik er reeds voor dat in overleg met onze like-minded partners, met name op het niveau van de EU en de VN, een specifieke strategie voor de verdediging van de rechten van de Afghaanse vrouwen in al hun diversiteit wordt bestudeerd.

 

De humanitaire en  voedselsituatie in Afghanistan, die reeds catastrofaal was, is sterk verslechterd na het offensief van de taliban, waardoor duizenden mensen in dit land ontheemd zijn geraakt en anderen in ballingschap zijn gegaan. De helft van de bevolking is afhankelijk van internationale hulp. Sinds enkele maanden ondervinden ngo's steeds meer problemen bij de toegang om humanitaire hulp te verlenen. Het zal vooral van belang zijn de aanwezigheid van humanitaire organisaties ter plaatse te handhaven en hen financieel te steunen.

 

Vele VN-organisaties en enkele internationale ngo's, zoals het Rode Kruis, zijn nog steeds actief in Afghanistan. In sommige gevallen hebben ze een deel van hun personeel naar een buurland overgeplaatst om hun activiteiten te vergemakkelijken.

 

Er is een aantal hefbomen die de internationale gemeenschap in staat moet stellen relatieve druk uit te oefenen op de taliban om de rechtsstaat en de mensenrechten te eerbiedigen en de criminaliteit, met inbegrip van de corruptie, te bestrijden en zekere voorwaarden te verbinden aan de voortzetting van de ontwikkeling, reconstructie en humanitaire bijstand. Een onderdeel van de puzzel zal erin bestaan de dialoog te onderhouden met regionale actoren en landen die in staat zijn een positieve invloed – als ik het zo mag noemen –  uit te oefenen in Afghanistan. Dit zal gebeuren in een poging om te komen tot een politieke oplossing van het conflict, de eerbiediging van de mensenrechten, de stabiliteit in de regio en een versterkte samenwerking bij het beheer van de migratiestromen en de bestrijding van terrorisme. De Europese aanpak zal in dit opzicht van fundamenteel belang zijn.

 

J'en viens à présent à la situation de la communauté belge sur place. Pardonnez à celles et ceux qui ont moins d'intérêt pour les questions spécifiques relatives aux Affaires étrangères, mais il s'agit ici d'une commission conjointe et l'on traite ce genre de questions dans la commission des Affaires étrangères toutes les semaines, Mme Van Hoof le sait bien.

 

L'avis de voyage pour l'Afghanistan indiquait depuis plus de cinq ans que tous les voyages vers ce pays étaient absolument déconseillés. Au vu de la dégradation des conditions de sécurité ces dernières semaines, la Belgique a émis un avis formel de quitter le territoire le 7 août 2021. À trois reprises en un mois, et pour la troisième fois le 14 août, notre ambassade à Islamabad a contacté individuellement chaque Belge enregistré auprès de nos services et ceux qui avaient signalé leur présence en Afghanistan sur Travellers Online, afin de vérifier leur situation et de leur rappeler cet avis formel de quitter le territoire. À l'époque, seuls 31 Belges étaient inscrits auprès de l'ambassade à Islamabad comme résidents en Afghanistan. Une quinzaine de voyageurs avaient également signalé y être présents. Jusqu'au samedi 14 août donc, aucun Belge en Afghanistan n'avait émis le souhait, auprès de l'ambassade ou du SPF Affaires étrangères, d'une assistance afin de quitter le pays.

 

Comme nous le savons, depuis lors, les chiffres ont évolué d'heure en heure et de jour en jour et à ce jour, plus de 500 Belges et ayants droit se sont manifestés et ont fait une demande d'assistance pour quitter le territoire. On compte aussi plusieurs personnes titulaires d'un permis de séjour belge valable. Certains, il faut le savoir, se sont encore signalés pour la première fois il y a quelques jours seulement.

 

La détérioration extrêmement rapide de la situation sur place – la prise de Kaboul, les craintes à l'égard des talibans, la cessation de tous les vols commerciaux – ont rendu évidente et nécessaire l'organisation d'une opération de rapatriement dès le dimanche 15 août. Contact a donc été immédiatement pris avec la Défense pour envisager ce qui était possible. Nous avons également pris contact avec nos partenaires européens afin de nous coordonner le plus possible, j'y reviendrai dans quelques instants.

 

Le lundi 16 août, sur notre proposition conjointe avec la ministre de la Défense et le secrétaire d'État à l'Asile et à la Migration, il a été décidé de lancer une non-combatant evacuation operation (NEO) à Kaboul. L'opération est menée au départ de notre ambassade à Islamabad car il n'y a pas d'ambassade belge en Afghanistan. Pour mémoire, la Belgique n'a plus mené ce type d'opération depuis les événements dramatiques au Rwanda en 1994. Dans le cas présent, l'opération actuelle ne concerne pas seulement les Belges et les ayants droit. Elle concerne d'autres catégories de personnes comme l'a rappelé le premier ministre à l'instant.

 

La structure de cette opération repose sur le protocole d'accord entre le ministre de la Défense et le ministre des Affaires étrangères concernant les missions de préparation à une crise, de protection ou d'évacuation des ressortissants belges et d'ayants droit à l'étranger, signé le 5 novembre 2013.

 

Ce protocole prévoit que le SPF Affaires étrangères est responsable au nom du gouvernement fédéral de l'appui consulaire à fournir aux ressortissants belges et ayants droit à l'étranger. Il précise qu'une des mesures que le SPF Affaires étrangères peut proposer au gouvernement fédéral est l'organisation de l'évacuation et du rapatriement des ressortissants belges et ayants droit lorsque leur situation est menacée suite à des problèmes sécuritaires ou sanitaires. Le protocole précise que la décision d'entamer une opération d'évacuation est prise par le gouvernement fédéral. Schématiquement, l'évacuation primaire – entre Kaboul et Islamabad – et la gestion des évacués sont effectuées par la Défense durant cette phase de l'opération. Le SPF Affaires étrangères s'occupe, avec l'appui de la Défense, de l'évacuation secondaire.

 

Il s'agit là de ce qui est prévu dans le protocole. Vous avez bien remarqué que la réalité sur le terrain est que tous les services dépendent des uns et des autres pour toute l'opération, du début à la fin. Nos équipes sur le terrain à Kaboul et à Islamabad ont d'ailleurs véritablement travaillé main dans la main, avec beaucoup de professionnalisme lors de cette opération difficile. Je souhaite aussi remercier le ministre de la Mobilité pour la mise en contact initiale avec la compagnie charter qui a effectué les vols de rapatriement. À ce titre, je souhaite remercier Air Belgium pour ses services et sa flexibilité dans cette mission et épreuve.

 

Dans le cadre de cette opération, le gouvernement a également décidé d'accorder une attention toute particulière au screening. Je pense que le premier ministre est suffisamment revenu sur ce sujet.

 

Ik wil ook nog even ingaan op een paar specifieke punten waarover vragen werden gesteld. In de eerste plaats over de rol van onze consulaire diensten. Zij waren verantwoordelijk voor het verzamelen van verzoeken om bijstand, het nagaan van de situatie van de betrokken personen, met inbegrip van hun nationaliteit en familiebanden. Een FACT-team, wat staat voor Foreign Affairs Crisis Team, was aanwezig op de luchthaven van Kaboel. Onze teams hebben ook de repatriëring vanuit Islamabad geleid.

 

Wij hebben gewerkt op basis van een lijst van minder dan 1.000 te repatriëren mensen en dit in slechts enkele dagen tijd omdat we daarvoor geen informatie over hen hadden. Enkele Belgen die niet in contact stonden met onze ambassade in Islamabad, kwamen ook spontaan opdagen op de luchthaven van Kaboel.

 

Door de veranderde omstandigheden ter plaatse is deze operatie nu voorbij. De meeste Europese landen hebben hun activiteit ook moeten stopzetten en de Verenigde Staten zijn bezig met het organiseren van hun terugtrekking uit de luchthaven. De situatie is nog in volle ontwikkeling.

 

Wij werden geconfronteerd met verschillende operationele uitdagingen. Met wij bedoel ik de departementen Buitenlandse Zaken en Defensie, en hun aanwezigheid ter plaatse. Ik zou er twee willen vernoemen: de toegang tot de luchthaven van Kaboel en de vele factoren die buiten onze macht liggen en verband houden met de uiterst onstabiele situatie ter plaatse. Veiligheid was en is dan ook een voortdurende bron van zorgen.

 

Toegang tot en beveiliging van de luchthaven van Kaboel en de luchtverkeersleiding maken de situatie nog ingewikkelder. Deze missie wordt uitgevoerd door de Amerikanen en enkele bondgenoten. Wij zijn hen zeer dankbaar. Wij zijn dan ook afhankelijk van hen om de toegang tot de luchthaven open te houden en slots voor vluchten ter beschikking te stellen. U hebt vast foto's en video's gezien van duizenden mensen die zich naar de luchthaven begaven. U kunt zich de extreme volatiliteit van de situatie dan ook wel voorstellen.

 

Er hebben verscheidene politieke contacten plaatsgevonden, met name om de toegangsregels te verduidelijken. Ik zal hier dadelijk op terugkomen.

 

La présence américaine à l'aéroport est censée prendre fin ce 31 août. J'ai plaidé, lors de la réunion extraordinaire des ministres des Affaires étrangères du 20 août, pour la prolongation de cette date butoir afin que l'évacuation se poursuive de manière sûre et efficace. Plusieurs partenaires ont partagé ce point de vue, qui a été réitéré lors du sommet du G7 de ce mardi 24 août. Les talibans continuent cependant à se montrer très fermes sur la date à laquelle les Américains doivent avoir quitté le sol afghan. Comme tous les pays, nous avons travaillé en fonction de cette date et avons fait tout notre possible pour faire sortir le plus grand nombre de nos concitoyens et d'autres personnes, bien sûr, au plus vite. Ce travail n'est pas terminé.

 

Il faut également rester lucide. Nous avons été confrontés à un grand nombre de facteurs externes échappant à notre contrôle. Le Haut représentant de l'Union Européenne pour les Affaires étrangères, Josep Borell, a d'ailleurs dit: "Il ne sera pas possible d'évacuer tous les Afghans qui veulent quitter le pays."

 

Il a été extrêmement difficile d'évacuer toutes les personnes que nous avons identifiées. Certaines personnes ayant reçu une invitation à se rendre à l'aéroport n'ont, par exemple, pas pu le rejoindre.

 

À l'heure où je vous parle, nous avons été en mesure d'évacuer plus de  1 400 personnes, dont des personnes sous responsabilité belge et sous responsabilité néerlandaise, luxembourgeoise et d'autres États. La ministre de la Défense Dedonder ne manquera pas de faire le bilan de cette opération.

 

L'opération Red Kite a dû être clôturée. Des personnes sous notre responsabilité n'ont donc pas réussi à quitter le territoire afghan et leur nombre exact doit être affiné. Certains n'ont effectivement pas réussi à rejoindre l'aéroport. D'autres n'ont pas voulu rentrer: pour des raisons familiales, temporaires certes, qui font qu'ils ne souhaitaient pas rentrer pour le moment ou qu'ils ne se sentaient pas la force de le faire. D'autres ne se sont pas manifestés auprès de l'ambassade ou ne sont pas parvenus à le faire, notamment parce qu'ils n'étaient pas à Kaboul et qu'ils n'ont pas eu les moyens de s'y rendre vu la situation dans le pays. Enfin, certains ont été rapatriés alors qu'ils ne s'étaient pas signalés au préalable auprès de nos services ou sont rentrés en Belgique par d'autres moyens sans nous en informer, chacun d'entre eux étant détenteurs de documents belges, sinon ils n'auraient pas pu accéder à l'aéroport.

 

Dans ce but, il a été demandé aux personnes étant encore sur le territoire de prendre contact le plus rapidement possible avec notre ambassade à Islamabad et de lui communiquer leurs coordonnées précises et leur localisation. C'est un message que nous avons envoyé de manière large cette nuit. Nous en avons envoyé plusieurs: un sur la situation sécuritaire et un autre où nous demandons à celles et ceux qui n'ont pas quitté le territoire de le faire aujourd'hui.

 

Enfin, ce mardi, l'un de nos compatriotes a été blessé par balle alors qu'il se tenait à proximité de la porte d'évacuation nord. Une enquête est en cours afin de déterminer les circonstances de l'accident.

 

Er waren ook vragen over de ambassade in Kaboel en over de luchthaven. Men vroeg naar de gevolgen van de sluiting van onze ambassade in Kaboel in 2015 voor het beheer van de evacuaties. Zodra de operatie was opgezet, is een consulair team van Buitenlandse Zaken, vergezeld van een defensiedetachement, ter plaatse gegaan en heeft het van daaruit kunnen opereren.

 

Ook de westerse ambassades die op 15 augustus nog in Afghanistan aanwezig waren, hebben zich teruggetrokken op de luchthaven van Kaboel om hun werking te verzekeren, terwijl de veiligheidssituatie in de stad zelf aanzienlijk verslechterde. Wederzijdse bijstand van andere Europese naties en EU-diensten vergemakkelijkten de evacuatie van onze onderdanen, hoewel elke lidstaat het eerste aanspreekpunt voor zijn burgers blijft, zoals de premier al heeft gezegd.

 

Ten slotte werd een vraag gesteld over de toegang tot de luchthaven. De lijsten van voor repatriëring in aanmerking komende personen worden door Buitenlandse Zaken opgesteld voor Belgen en hun gezinsleden, net als voor personen die op het consulaat hebben gewerkt. Het ministerie van Defensie heeft een lijst opgesteld van mensen die voor haar hebben gewerkt, terwijl de staatssecretaris voor Asiel en Migratie mensen heeft geselecteerd die risico's lopen, met name vanwege hun inzet voor de mensenrechten en meer in het algemeen voor de ontwikkeling van een democratische samenleving.

 

Om de luchthaven binnen te komen, moeten de betrokken personen op de lijst staan en in het bezit zijn van een document dat hun identiteit aantoont. Die controle wordt uitgevoerd door onze partners die de luchthaven beveiligen en wij bieden ondersteuning om de beweging te versnellen. Laten we niet vergeten dat de gecontacteerde personen alvorens bij deze controlepost aan te komen eerst de talibancontrole buiten de perimeter moeten passeren voor zij de poort van de luchthaven te bereiken. Aangezien de toegangspunten – de gates – beperkt zijn en de toegang mogelijk moeilijk is, verzamelen duizenden mensen zich voor de gates, waardoor het heel moeilijk is om de luchthaven binnen te komen. De poorten werden verschillende keren tijdelijk gesloten om de veiligheid te kunnen garanderen.

 

Jullie zijn op de hoogte van de vergadering van de Mensenrechtenraad, waarover ik al gesproken heb. Jullie zijn ook op de hoogte van de Europese Raad van Buitenlandse Zaken op EU-niveau van 16 augustus, waar ik heb benadrukt dat de coördinatie en de solidariteit tussen de EU-partners moet worden versterkt, onder meer de coördinatie van de evacuatievluchten voor onze onderdanen en andere begunstigden.

 

Ik heb ook de nadruk gelegd op de prioriteit die gegeven moet worden aan humanitaire bijstand, steun aan de Afghanen die door de EU bevorderde waarden en mensenrechten verdedigen. Voorts heb ik de EU aangemoedigd om de dialoog met belangrijke regionale en internationale actoren te versterken, teneinde het politiek proces in Afghanistan te beïnvloeden of te minste te proberen te beïnvloeden. Het onderwerp zal opnieuw op de agenda staan van de Gymnich, de informele raad die op 2 en 3 september zal plaatsvinden.

 

Ik heb ook een NAVO-vergadering gehad, zoals u welbekend is. De eerste bekommernis die daar werd besproken, was de evacuatie van de mensen. Ik heb jullie ook reeds informatie meegedeeld over de G7-vergadering van gisteren of eergisteren – de tijd gaat heel vlug wanneer men constant bezig is met een dergelijk moeilijke situatie.

 

Ook bilaterale contacten hebben plaatsgevonden, zoals op het niveau van de premier, op het niveau van Defensie en op het niveau van Buitenlandse Zaken. De bondgenoten hebben ook gesproken met partners van Pakistan, met name minister Qureshi.

 

J'ai également eu des contacts extrêmement fréquents avec mon homologue néerlandaise qui opérait à partir du Pakistan et qui, vous le constaterez à l'audition de Mme Dedonder, a pu largement profiter des vols C130 qui ont été organisés entre Kaboul et Islamabad. Nous avons pu aussi profiter de places dans certains de leurs avions. J'ai également été en contact avec Jean Asselborn, mon collègue luxembourgeois en ce qui concerne leurs ressortissants et avec la France. Hier, j'ai été en contact avec mon collègue du Royaume-Uni, Dominic Raab. Nous avons parlé des jours qui se profilaient devant nous et de la façon d'envisager ensemble le futur de la meilleure manière possible. Je souligne le mot "possible". Nous avons été en contact constant avec les États-Unis, bien entendu, tant sur le terrain à Kaboul que via Islamabad, Bruxelles, Washington, puisque vous savez combien les États-Unis jouent un rôle important dans la sécurisation et l'organisation de l'aéroport.

 

Les contacts bilatéraux, internationaux ont été extrêmement nombreux, parallèlement à l'organisation, avec les services compétents, de l'évacuation des uns et des autres.

 

Je voudrais juste terminer ce long discours introductif en précisant que, hier, nous avons eu l'opportunité de visiter le centre d'accueil de Peutie et j'ai été très impressionnée du professionnalisme et de la qualité de leur accueil. C'est un centre qui été construit et développé en très peu de temps avec énormément de personnes qui sont, non seulement très professionnelles mais aussi très attentives. Évidemment, c'est une opportunité rare de rencontrer les gens qui arrivent après un voyage extrêmement éprouvant. Je veux parler de moments éprouvants, de tout ce qui les a conduits jusqu'à l'aéroport, ces moments de stress, ces moments de doute de pouvoir atteindre cet endroit de sécurité, car le doute subsiste jusqu'au moment de l'arrivée sains et saufs en Belgique. Autant de moments d'émotions partagés par chacun d'entre nous et qui sont très peu de choses par rapport à ce qu'ils et elles peuvent éprouver et éprouvent aujourd'hui à leur arrivée. Et je pense que c'est au nom de tous ceux qu'ils regrettent d'avoir dû laisser derrière que nous devons continuer à travailler pour l'Afghanistan.

 

01.03  Ludivine Dedonder, ministre: Madame et messieurs les présidents, mesdames et messieurs les députés, je vais concentrer mon intervention sur l'engagement de la Belgique en Afghanistan et la prise de Kaboul par les talibans, sur l'opération Red Kite et la situation sécuritaire sur place et enfin sur l'accueil des ex-collaborateurs de la Défense.

 

S'agissant de la prise de contrôle de Kaboul par les talibans et sur la situation sécuritaire sur place, pour rappel, la Belgique s'est engagée en Afghanistan en 2003 en participant à la force internationale d'assistance et de sécurité pour protéger l'aéroport de Kaboul et être déployée dans diverses parties du pays avec un maximum de 750 militaires. La Belgique a poursuivi son engagement avec la mission non combattante Resolute Support lancée en janvier 2015 afin d'épauler les forces afghanes dans un souci d'autonomisation et de soutien à la transition démocratique. La Belgique y a participé dans une proportion nettement plus modeste de 70 militaires environ.

 

En avril dernier, au moment où les Américains ont signifié aux alliés de l'OTAN leur volonté de se retirer d'Afghanistan, la Belgique a été un des seuls pays à attirer l'attention sur le temps requis pour déterminer une véritable stratégie de sortie. Suite à la décision américaine, nous avons pu néanmoins effectuer notre redéploiement dans de bonnes conditions, en bonne coordination avec notre partenaire allemand sur place. En d'autres termes, le matériel opérationnel de la Défense, y compris les armes et munitions, a bien été évacué d'Afghanistan avant la prise de pouvoir des talibans. Cette prise de pouvoir, bien qu'elle soit encore récente et que l'Afghanistan soit un pays difficile à contrôler, a été très rapide.

 

J'en viens à la dégradation rapide de la situation en Afghanistan et à la situation qui prévaut actuellement à Kaboul. Les attaques des talibans se sont multipliées et intensifiées de manière impressionnante dès le début du mois d'août. La montée en puissance s'est faite tant au travers d'attaques symboliques dans la capitale que par la prise de villes et capitales de provinces. Dès le 6 août, la première capitale provinciale tombe aux mains des talibans.

 

Les prises de ce type se multiplient. D'une à trois capitales provinciales tombent chaque jour, jusqu'au 15 août.

 

La deuxième semaine d'août, les renseignements américains prévoyaient encore la chute de Kaboul plutôt dans un délai d'un à trois mois. Les USA annoncent l'envoi de troupes supplémentaires pour aider aux opérations de redéploiement de leurs troupes; cette évaluation était malheureusement encore trop optimiste.

 

Le 15 août, après que la ville de Mazar-i-Sharif, importante ville située au nord de l'Afghanistan, soit tombée après plusieurs jours de résistance, c'est une importante ville de l'est, Jalalabad, qui est prise sans résistance importante de l'armée afghane cette fois.

 

Dès ce jour, Kaboul est encerclée par les talibans, ce qui déclenche la fuite à l'étranger du président Ghani et l'entrée subséquente des talibans en ville et dans l'enceinte du palais présidentiel, sans véritables combats. À partir de ce moment, le personnel des ambassades partenaires se déplace vers le périmètre de l'aéroport international, qui est sécurisé, dans la mesure du possible, par les troupes américaines.

 

La situation se stabilise quelque peu à partir du 18 août.

 

La situation s'est aujourd'hui fortement détériorée et j'y reviendrai.

 

Au vu des événements dont je viens de vous parler, il apparaît que la communauté internationale a mésestimé et sous-estimé les dynamiques sur le terrain et le rapport de force entre talibans et autorités en place. Aucun analyste n'avait prévu la conquête éclair de Kaboul par les talibans sans résistance des forces armées afghanes. Les leçons de cet épisode devront être tirées et elles le seront en temps et en heure.

 

Le message qui sera porté les 1er et 2 septembre prochains lors de la conférence ministérielle Défense s'inscrira pleinement dans les propos que le premier ministre vient de tenir sur la nécessité du renforcement de la capacité militaire de l'Union européenne et de son autonomie pour faire face aux crises de sécurité pour nos ressortissants, telles celle que nous vivons aujourd'hui.

 

Met betrekking tot operatie Red Kite, de snelheid van de herovering was voor iedereen verrassend, niet het minst voor de Belgische landgenoten die nog in Afghanistan waren en die zich ter plaatse in een zeer precaire situatie bevonden.

 

Un risque de sécurité aigu pesait sur les ressortissants belges et leurs ayants droit ainsi que sur les gens ayant un titre de séjour pour la Belgique. On peut citer en particulier les personnes qui ont travaillé directement pour la Belgique ou pour des organisations internationales. Parmi elles, figurent les anciens collaborateurs de la Défense sur lesquels je reviendrai plus tard, les personnes qui ont pris des risques personnels pour défendre les droits humains, en particulier le droit des femmes, et celles qui ont des titres de séjour pour la Belgique.

 

Face à cette situation, la Défense a pris les mesures nécessaires afin de pouvoir exécuter au plus tôt une éventuelle mission d'évacuation.

 

Op maandag 16 augustus, enkele uren na de herovering van Kaboel en de eerste evacuatie door de Amerikaanse luchtmacht, besliste de regering om een zogenaamde non-combatant evacuation operation op te starten om Belgische onderdanen en rechthebbenden zo snel mogelijk te evacueren. Hiervoor bestaat een protocolakkoord tussen Buitenlandse Zaken en Defensie. De plannen hieromtrent worden regelmatig up-to-date gehouden. De volgende uren werden alle militaire middelen voorbereid voor een ontplooiing naar de zone.

 

Zoals u weet, is reeds op dinsdag 17 augustus, minder dan 24 uur na de beslissing van de regering, het eerste vliegtuig vertrokken naar de regio, met het verkennings- en consulaire team. Zij hebben zo snel mogelijk contacten gelegd voor de voorbereiding van de evacuatieoperatie. De transportvliegtuigen, het beveiligingsdetachement en het benodigde materieel werden op woensdag 18 augustus overgevlogen vanuit Brussel en zijn in de loop van donderdag in Islamabad aangekomen. Dezelfde dag werd ook reeds een deel van het consulaire team naar Kaboel gebracht, via een vlucht van een partnerland.

 

Op 20 augustus zijn de pendelvluchten per C-130 tussen Islamabad en Kaboel gestart. Dit staat bekend als de primaire evacuatie. Defensie voert de vluchten uit en verricht beschermings- en boardingoperaties op de luchthavens van Kaboel en Islamabad. De FOD Buitenlandse Zaken was ter plaatse om te bepalen wie geëvacueerd kon worden. De coördinatie met andere landen die ook evacuaties uitvoeren, gebeurde ter plaatse door een verbindingscel.

 

À ma demande, le chef de la Défense belge a eu un entretien téléphonique avec le chef de la Défense du Pakistan, Qamar Javed Bajwa, pour s'assurer de la bonne coopération entre nos deux nations sur les aspects militaires de la mission.

 

De omstandigheden waarin de evacuaties plaatsvonden, waren heel moeilijk door de complexe, chaotische en volatiele situatie in Kaboel en de aanzwellende onrust bij de bevolking. Toch slaagde het Belgische team ter plaatse erin de planning zo goed mogelijk te volgen.

 

La sécurisation de l'aéroport était de la responsabilité ultime des forces américaines, mais la Belgique et les autres forces présentes y ont également contribué.

 

Uiteraard hingen de daadwerkelijk gerealiseerde aantallen vooral af van de rechthebbenden die zich op de luchthaven aanboden voor evacuatie. De problemen rond het bereiken van de luchthaven zijn u allicht allen bekend.

 

Les opérations d'évacuation primaire sont clôturées depuis hier à 21 h 30. Les équipes militaires et consulaires qui étaient sur place ont désormais quitté Kaboul, après avoir assuré pas moins de 23 rotations.

 

Aujourd'hui, la situation autour de l'aéroport est qualifiée de chaotique. Pour la résumer, des menaces concrètes d'attentat sur les accès à l'aéroport sont signalés et deviennent prégnantes, les talibans contrôlent avec difficulté les mouvements autour de l'aéroport au moyen de nombreux check-points et l'attitude des talibans envers la population se durcit. L'accès à l'aéroport est de plus en plus difficile pour les civils et le niveau de violence augmente rapidement, avec de plus en plus de coups de feu signalés. Plusieurs milliers de talibans sont présents en ville et il est exclu d'étendre la présence américaine au-delà du 31 août. Nos partenaires quittent progressivement la zone, diminuant encore le niveau de sécurité sur place.

 

La Défense a évacué un maximum de Belges et d'ayants droit, mais l'évolution de la situation sécuritaire ne nous a pas laissé le choix. Le gouvernement a ainsi pris la décision de rappeler notre détachement de Kaboul et de mettre fin aux évacuations primaires.

 

Voor wat de secundaire evacuatie betreft, vertrokken op 22 augustus de eerste geëvacueerden vanuit Islamabad naar de militaire luchthaven van Melsbroek. Deze evacuatie wordt uitgevoerd door de FOD Buitenlandse Zaken, met steun van Defensie. Een vliegtuig van de commerciële luchtvaartmaatschappij Air Belgium en een MRTT-vliegtuig, een militair tankervliegtuig dat ook tot passagierstoestel kan worden omgebouwd, werden voor deze evacuatie gebruikt.

 

Les évacuations secondaires se terminent.

 

Un dernier vol Air Belgium a atterri ce matin à 8 h 55 à Melsbroek. D'autres vols sont encore possibles. Une fois sur le territoire national, les personnes évacuées sont dirigées vers la caserne de Peutie.

 

La Défense tenait en effet à apporter un soutien supplémentaire en organisant la logistique de l'accueil. À leur arrivée à Melsbroek, les personnes évacuées, y compris celles dépendant d'autres nations, sont transportées par la Défense jusqu'à Peutie avec une escorte de la police. Arrivées à Peutie, ces personnes sont accueillies par une équipe interdépartementale et passent par les différents stands de contrôle médicaux et de sécurité.

 

Chaque département présent s'occupe des tâches sous sa responsabilité. Les personnes reçoivent notamment un test PCR et une aide psychosociale leur est offerte par le SPF Santé publique. En fonction de leur statut, elles rejoignent leur domicile, celui de leur famille ou de leurs amis ou elles sont accueillies par Fedasil, voire par la Défense pour les ex-collaborateurs. Les personnes évacuées dépendant d'autres nations sont accueillies à Peutie par leur ambassade et sont ensuite transportées vers leur destination par la nation responsable.

 

La Défense s'occupe de l'organisation des lieux y compris le support médical, l'intendance et les communications. Elle s'occupe de la coordination entre les départements, du transport entre Melsbroek et Peutie, ainsi que de l'horeca pour les personnes évacuées et celles des différents départements travaillant à Peutie.

 

C'est un travail exceptionnel, réalisé conjointement par la Défense et les autres départements impliqués en pleine collaboration avec nos partenaires. Je souhaite vivement remercier les femmes et les hommes ayant contribué à cette opération remarquable pour un pays comme le nôtre.

 

In totaal werden er voor de operatie Red Kite zowat 350 militairen ontplooid in het operatietheater. Ongeveer 50 militairen werden ingezet in Peutie voor de coördinatie van de opvang. De militaire luchthaven van Melsbroek heeft dagelijks als vertrek- en aankomstplaats gediend voor alle georganiseerde vluchten. Qua luchtcapaciteit hebben wij drie Belgische C-130's, twee MRTT-vluchten van het European Air Traffic Command en twee A400M's gebruikt, waaronder de Luxemburgse A400M.

 

Comme cela a déjà été dit, les C-130 ont évacué 1 426 personnes de Kaboul, pour le compte de la Belgique ou d'autres États. Nos partenaires néerlandais ont évacué pour nous 91 personnes. À partir d'Islamabad nous avons évacué 1 198 personnes, pour notre compte et pour celui de nos partenaires.

 

La coopération internationale avec nos partenaires a très bien fonctionné. Nous avons pu compter, en particulier, sur nos partenaires privilégiés que sont le Luxembourg, les Pays-Bas et le Danemark, pour faire décoller rapidement l'A400M luxembourgeois ou pour établir le poste avancé à Islamabad. Grâce à cette excellente coopération, des ayants droit sous la responsabilité d'autres pays, comme les Pays-Bas, l'Autriche et le Luxembourg, ont été rapatriés vers la Belgique. Inversement, des Belges et ayants droit sous notre responsabilité ont été rapatriés vers des destinations européennes avant d'être redirigés vers notre territoire.

 

Cette énième crise dans laquelle la Défense intervient une fois de plus avec les moyens à sa disposition, que ce soit en Belgique ou sur des théâtres d'opération lointains, démontre à nouveau la nécessité d'investir dans cet outil régalien de plus en plus sollicité, en particulier dans le cadre de l'évolution d'un contexte sécuritaire caractérisé par l'effacement de la frontière entre la sécurité internationale et la sécurité intérieure.

 

Des questions ont été posées sur les ex-collaborateurs. Une des catégories de personnes évacuées est celle des anciens collaborateurs de la Défense.  

 

Lokale medewerkers zijn vooral in de beginjaren van de aanwezigheid van Defensie in Afghanistan ingezet geweest. Het ging niet alleen om tolken of fixers, maar ook om medewerkers die taken als poetsen of koken hadden. Wie op basis van zijn betrokkenheid bij het Belgische leger het risico loopt om problemen te krijgen met de taliban, komt in aanmerking, onafhankelijk van de taak die deze persoon uitvoerde.

 

Dezelfde lokale medewerkers werden niet enkel door Belgen geëngageerd, maar ook in de context van de internationale coalitie. Ze werkten dus vaak voor verschillende naties, soms ook voor een beperkte tijd. Samen met de zeer snel veranderende machtsverhoudingen op het terrein van de laatste tijd, maakt dit het niet eenvoudig om hen de hand te reiken. Toch heeft België, en in het bijzonder Defensie, deze mensen niet in de steek willen laten.

 

Er was uiteindelijk contact met meer dan twintig mensen, ofwel op eigen initiatief, ofwel na contactname door Defensie. Niet iedereen reageerde, maar degenen die reageerden gingen in op het aanbod en hebben we proberen te helpen.

 

La Défense a procédé, au moment où je vous parle, à l'évacuation de 15 familles de personnes ayant collaboré avec la Défense belge durant notre engagement en Afghanistan pour un total de 79 personnes. Ce sont les chiffres les plus récents dont je dispose. Ils pourraient encore être ajustés. Ces personnes bénéficient, à la demande du gouvernement, d'un dispositif d'aide et d'accompagnement de la part de la Défense.

 

L'OCASC, l'Office central d'action sociale et culturelle de la Défense, a été chargé de fournir une aide d'urgence à ces familles, en leur trouvant un logement et en veillant à ce que leurs besoins essentiels soient rencontrés. L'OCASC remplit cette tâche inhabituelle avec dévouement, en collaboration avec les autorités militaires et civiles locales. Nous envisageons actuellement avec Fedasil le soutien supplémentaire qu'ils peuvent apporter.

 

À titre d'exemple, des familles ont été logées dans un centre de l'OCASC à Spa. D'après les informations que j'ai reçues de l'OCASC, des contacts avec les autorités locales ont été pris, dès le vendredi 20 août, pour une arrivée effective le lundi suivant en soirée. À leur arrivée, les familles ont été prises en charge par l'OCASC et la Défense. Le directeur du centre où elles sont logées les a accompagnées pour des achats essentiels et le commandant de la caserne locale a organisé la livraison des repas.

 

Par ailleurs, une solidarité spontanée s'est mise en place, parfois à l'initiative de personnes, elles-mêmes récemment sinistrées et je m'en réjouis. La Belgique, l'État et ses habitants sont solidaires pour des personnes fuyant la violence aveugle, pour les sinistrés des intempéries. Les personnes impliquées par leurs fonctions ou leur simple volonté d'aider peuvent être fières du contre-exemple qu'elles donnent aujourd'hui aux nouveaux maîtres de Kaboul.

 

01.04  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Mesdames et messieurs, je vous remercie d'être présents aujourd'hui. Je suis content que nous ayons cette discussion en commission même si la mission n'est pas encore tout à fait terminée, sachant qu'il y a encore des personnes à Islamabad. Le fait d'avoir un échange avec le Parlement est important pour pouvoir répondre à vos questions.

 

Ik wil eerst en vooral beginnen met wat ik deze morgen op de persconferentie reeds heb aangegeven. Ik wil vooraf een stuk het gevoel meedelen dat ik had na de beelden gisteren. Er zijn de voorbije dagen heel veel beelden geweest, maar twee beelden van gisteren zullen mij heel lang bijblijven. Een beeld 's ochtends van een man die door de taliban werd vastgehouden en die er een gewoonte van had gemaakt om met alles te lachen als komiek, dus ook met de taliban. Tot net voor zijn executie is hij met de taliban blijven lachen.

 

Daarnaast was er het beeld van een klein meisje op de luchthaven in Melsbroek, huppelend, met een heel brede glimlach, maar met een heel ander lot dan de komiek in Afghanistan. Ik kan op dat vlak niet genoeg benadrukken hoe belangrijk deze missie was om mensen te helpen die anders in handen van de taliban beland waren, met een einde dat niet altijd het meest fraaie zou zijn.

 

Het was dus een belangrijke missie om Belgen en hun gezinnen naar hier te halen, maar ook om daarnaast mensen die een hoog risico lopen in Afghanistan bij te staan. Conform de beslissing van de kern, genomen op 16 augustus, werd beslist om ook Afghanen te evacueren om humanitaire redenen. Zoals mevrouw Dedonder al heeft gezegd, zijn daar zeker ook de Afghanen bij die jarenlang hebben gewerkt met onze militairen als tolk of als fixer, die hun nek hebben uitgestoken en mee hebben gevochten met ons, zij aan zij, en daardoor hun leven op het spel hebben gezet.

 

Daarnaast waren er nog twee andere categorieën. De Afghanen die voor internationale, Europese of nationale organisaties hebben gewerkt. België heeft daarover altijd gezegd dat wij op internationaal en Europees niveau onze fair share moeten aanvaarden. Daarnaast zijn er ook de Afghanen die strijden voor mensenrechten of vrouwenrechten en daardoor een verhoogd risico lopen in dat land. Dat zijn mensen die de hoop hadden dat Afghanistan het vrije land had kunnen worden waar iedereen niet bedekt over straat kan lopen en dat in alle vrijheid kan doen.

 

Het gaat dus steeds om betrouwbare organisaties die contact met ons hebben opgenomen en die duidelijk aangaven wie hun Afghaanse medewerkers zijn. Ik geef een aantal voorbeelden: de Afghaanse nationale mensenrechteninstellingen, de VN-organisaties ter plaatse, zoals UN Women, of ngo's die er actief waren, waaronder de vanuit Ieper ontstane ngo Moeders voor Vrede/Mothers for Peace. Die ngo heeft jarenlang gestreden voor vrouwenrechten en heeft zich – ondanks het feit dat er in Afghanistan heel wat mensen vinden dat een jong meisje niet hoort te leren lezen en schrijven – ingezet om dat toch te realiseren.

 

Wat de individuele dossiers betreft, gaat het vaak om personen met een hoog profiel, die bekendstaan om hun activiteiten en daardoor een groot risico lopen.

 

Voor alle categorieën ging de voorkeur uiteraard naar personen die al banden hebben met België. Die personen kunnen worden vergezeld door hun kerngezin, met name de partner en minderjarige kinderen, en eventueel ook andere familieleden die bij hen inwonen en ten laste zijn van het gezin, waardoor ook zij een groot risico lopen op vervolging.

 

Voor elke van deze personen gebeurde er een veiligheidscheck: een check door het OCAD, één door de Staatsveiligheid, één door de militaire inlichtingendiensten en vervolgens ook door de federale politie. Uiteraard werd ook onze eigen migratiedatabank geraadpleegd. Alleen als al deze checks negatief waren, kwamen de personen op de lijst terecht om geëvacueerd te worden.

 

Ook bij de aankomst in Peutie zijn de inlichtingendiensten aanwezig, en ook daar werd opnieuw iedereen gecontroleerd. Zolang er nog mensen onderweg zijn van Islamabad naar Melsbroek en Peutie, evolueren de cijfers natuurlijk nog, maar voorlopig zijn er al 844 personen aangekomen in België die ook in België zullen blijven. U weet dat niet iedereen die vanuit Kaboel met een Belgisch vliegtuig in Islamabad terechtkomt, ook per definitie doorreist naar België, en ook mensen die vervolgens richting Melsbroek of Peutie gaan, hebben niet per definitie België als eindbestemming. Er zijn veel inspanningen geleverd om onze internationale en Europese verantwoordelijkheid op te nemen en ook mensen op te vangen die later terecht kunnen komen in een van onze buurlanden.

 

Pour ce qui concerne les personnes évacuées qui ont été accueillies à Peutie, je rejoins les propos tenus par Mme Wilmès: la collaboration entre plusieurs services y est vraiment remarquable. Je tiens, d'ailleurs, à remercier tous ceux qui y travaillent 24 heures sur 24, ensemble. Ils ont dû aller très vite pour s'organiser. La Croix-Rouge, la police, la Défense et les services de l'Asile et de la Migration y sont présents. Tous collaborent de la meilleure des façons. Je tiens donc à les remercier une fois de plus.

 

Bien évidemment, plusieurs checks y sont effectués par la police. Des vérifications ont aussi été faites par la Sûreté de l'État, par la Défense, l'OCAM. De plus, au regard de la situation sanitaire, un test PCR est également effectué. Nous sommes assez stricts au niveau des contrôles qui doivent être effectués, mais il est important qu'ils soient réalisés. Aux Pays-Bas des tests rapides sont effectués plutôt qu'un test PCR. Pour ce qui nous concerne, nous avons choisi d'être plus stricts en la matière.

 

Belgen en hun familieleden met een verblijfskaart kunnen uiteraard naar huis gaan, eens ze voorbij Peutie zijn. Zij hebben immers een verblijf in België. De anderen krijgen bij aankomst een visum kortverblijf, dat geldig is voor 15 dagen. Dat is de manier van werken aangezien er in Kaboel geen tijd is om een humanitair visum af te leveren, gelet op de omstandigheden u allen bekend, en omdat er daar geen ambassade is.

 

Die 15 dagen laat hen toe hun quarantaineverplichtingen na te komen en daarna de nodige procedures op te starten. Ze worden ter plaatse geïnformeerd over de procedures richting verblijf. Dat betekent gezinshereniging voor wie daarvoor in aanmerking komt – deze aanvragen worden volgens de normale procedures ingediend bij de gemeente van de referentie-Belg – en asiel voor de andere personen. Zij krijgen meteen een afspraak voor het indienen van hun asielaanvraag in het Klein Kasteeltje. Ter plaatse worden voldoende tolken voorzien om iedereen bij te staan.

 

We zorgen er ook voor dat niemand van de radar verdwijnt. Hoe doen wij dat? Door in Peutie al meteen informatie te geven over alle volgende stappen: wie gezinshereniging aanvraagt, moet een Belg als referentiepersoon hebben, met alle nodige contactgegevens, en wie asiel aanvraagt krijgt al meteen een afspraak voor het indienen van een asielaanvraag in het Klein Kasteeltje. Zoals daarnet al gezegd, zijn deze afspraken ingepland na 8 dagen, zodat deze personen zich na aankomst aan de covidmaatregelen kunnen houden en zich dus niet eerder naar het Klein Kasteeltje begeven.

 

Wat de vluchten via de Europese Unie betreft, zijn ondertussen al 101 personen in andere landen aangekomen die naar België zullen overkomen of al zijn overgekomen. De samenwerking verloopt in beide richtingen. Een aantal Belgen of personen op onze lijsten is in andere landen terechtgekomen omdat zij toevallig meekonden met een evacuatievlucht van dat land. Denk aan de repatriëringen die via Nederland gebeuren, waarmee wij een heel goede samenwerking hebben.

 

U weet hoe dat gaat. Het is daar niet Brussels Airlines waar men 2 uur de tijd heeft om in te checken. Het moet snel gaan en de Amerikanen zien daarop toe. Men heeft 30 minuten om in het vliegtuig te stappen. Het is dus belangrijk om een goede samenwerking te hebben met landen die ook evacuaties doen, zodat onze onderdanen ook via andere landen in veiligheid kunnen worden gebracht. In dat geval is het in principe het andere land dat de grenscontrole doet. Passagiers met geldige inreisdocumenten worden toegelaten tot het grondgebied en worden door de plaatselijke diplomatieke post geholpen om naar België te komen.

 

In de andere gevallen wordt aan België een overnameverzoek gericht en bekijken wij of deze persoon inderdaad op onze lijsten stond en naar België kan worden overgebracht. Hiervoor staan onze immigratiediensten uiteraard in contact met elkaar.

 

Op 21 augustus werd een groep van 34 personen die op Schiphol was aangenomen naar Peutie gebracht, waar ze de volledige procedure hebben moeten doorlopen.

 

De globale cijfers zijn voor een stuk al meegegeven. Wat aankomst in België en andere landen betreft, gaat het samengeteld over 451 Belgen met hun families. 243 van hen omwille van hun kwetsbare profiel, bijvoorbeeld mensen die gewerkt hebben voor Defensie of die zich hebben ingezet voor mensenrechtenorganisaties of vrouwenrechtenorganisaties. Daarnaast zijn er 225 personen met een Belgische verblijfskaart.

 

Wat zijn de gevolgen van terugkeer naar Afghanistan voor personen die internationale bescherming genieten? Erkende vluchtelingen worden als Belg beschouwd en hebben dus evenzeer recht op consulaire bijstand. In principe is het voor een erkend vluchteling niet toegestaan om terug te keren naar zijn land van herkomst. Er zijn echter omstandigheden die dat kunnen verantwoorden. In ieder geval is dit een onafhankelijke beoordeling die moet gebeuren door het CGVS. In een tegensprekelijke procedure zullen zij dan ook gehoord worden en op basis daarvan zal het CGVS onafhankelijk oordelen over een eventuele intrekking van het vluchtelingenstatuut. We zullen in ieder geval die informatie doorgeven aan het CGVS zodat zij dit kunnen onderzoeken.

 

Wat opvang na aankomst betreft, kunnen Belgen en personen met verblijfsrecht uiteraard gewoon naar huis gaan. We veronderstellen denk ik allemaal dat die personen hier een woning hebben. Personen die asiel zullen vragen, worden opgevangen. Zoals mevrouw Dedonder al heeft aangegeven, staat Defensie in voor de opvang van Afghanen die voor hen hebben gewerkt. We staan in goed contact met Defensie om te bekijken hoe we samen zo goed als mogelijk de personen die voor Defensie hebben gewerkt en die daarvoor alle steun verdienen, op de juiste manier kunnen ondersteunen. Sommige organisaties staan in voor de opvang van hun werknemers, zodat zij kunnen worden opgevangen in een lokaal netwerk dat hen kan begeleiden. Ik denk bijvoorbeeld aan Moeders voor Vrede, die zelf heeft aangegeven dat een aantal van de mensen die voor haar hebben gewerkt door haarzelf zullen worden opgevangen. Niet allemaal, de anderen worden zullen worden opgevangen door Fedasil, net zoals alle andere personen die gestreden hebben voor bepaalde rechten en vrijheden die wij hier gelukkig kennen en die men niet altijd kent in Afghanistan.

 

Fedasil is in Peutie aanwezig om personen die nood hebben aan opvang onmiddellijk toe te wijzen aan een opvangplaats en hen daar ook naartoe te brengen. Er worden in totaal 277 personen opgevangen, van wie 143 door Fedasil en 58 door Defensie, voor wie we met Fedasil bekijken hoe we hen verder ondersteuning kunnen verlenen. Daarnaast worden 26 personen op dit moment opgevangen door organisaties waarvoor ze gewerkt hebben. Uiteraard, zoals mevrouw Wilmès al heeft aangegeven, altijd onder voorbehoud van het feit dat er nog cijfers geactualiseerd kunnen worden met personen die naar België onderweg zijn.

 

Los van de evacuatie van Afghanen wil ik ook iets zeggen over hoe wij in België omgaan met asielaanvragen van Afghanen. Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen beslist, uiteraard volledig onafhankelijk, wie in aanmerking komt voor een vluchtelingenstatuut of subsidiaire bescherming. Hierbij onderzoekt het in de eerste plaats of iemand erkend wordt als vluchteling en in ondergeschikte orde of subsidiaire bescherming wordt toegekend.

 

Met betrekking tot Afghanistan zal het CGVS de behandeling van dossiers voortzetten. Er zullen nog steeds verhoren georganiseerd worden. Het CGVS zal ook verder vluchtelingenstatuten blijven toekennen op basis van specifieke risicoprofielen en vervolging vanwege activiteiten, tewerkstelling enzovoort.

 

Het CGVS besliste op 16 augustus de beoordeling tot subsidiaire bescherming voorlopig op te schorten, tot duidelijk is of er een situatie van veralgemeend geweld komt. Dat is een kernelement in de beoordeling. Die beslissing geldt in eerste instantie tot het einde van de maand september. Het CGVS zal de komende tijd dan ook geen weigeringsbeslissingen kunnen afleveren. Dit veronderstelt immers een beoordeling van de subsidiaire bescherming, die dus op dit moment opgeschort is. Het is aan het CGVS om onafhankelijk te beslissen hoe lang deze opschorting moet duren. Ik kan of wil het daarop dan ook niet aanspreken.

 

Ik wil ook nog even iets zeggen over de situatie in de regio en de migratiestromen die daarbij gepaard kunnen gaan. Wij hebben de laatste maanden gezien dat er vooral een grote toename is van het aantal intern ontheemden in Afghanistan. De Europese Unie maakt melding van 550.000 IDP's ten opzichte van de 116.300 in dezelfde periode vorig jaar.

 

In verhouding daartoe is het aantal personen dat het land recent heeft verlaten, vooralsnog relatief beperkt. Het aantal aankomsten van Afghanen in Europa was de eerste acht maanden van dit jaar trouwens lager dan vorig jaar. Het is wel zo dat een aantal lidstaten disproportioneel veel asielaanvragen van Afghanen ontving.

 

Het is wel niet zo dat het feit dat het aantal de eerste acht maanden relatief lager ligt dan vorig jaar, iets zegt over de komende maanden en jaren.

 

De grootste groep Afghanen die hun land de jongste jaren ontvlucht hebben, bevindt zich nog steeds in Pakistan en Iran, respectievelijk 1,4 miljoen Afghanen in Pakistan en 780.000 Afghanen in Iran. Om die reden is het ook van groot belang ervoor te zorgen dat bijkomende vluchtelingen die ook in die landen zullen terechtkomen, daar op een goede manier worden opgevangen.

 

Il est clair que ce type de situation nécessite une approche globale et une coopération avec d'autres pays. Une telle approche globale doit inclure à la fois le renforcement de la protection dans la région, la possibilité d'offrir une protection effective aux personnes arrivées dans l'Union européenne avec un besoin de protection, et surtout encore un contrôle de la migration. Ce genre de question doit encore être discuté davantage au niveau européen. Des consultations d'urgence ont eu lieu dans le cadre de l'évacuation avec nos partenaires européens. Il y aura aussi un conseil JAI ad hoc consacré à l'Afghanistan le 31 août, auquel je participerai.

 

En premier lieu, la Belgique continuera à accueillir les personnes qui arrivent dans notre pays, bien évidemment. Il s'agit d'un nombre non négligeable. Des questions de solidarité devront encore être abordées, une fois de plus. La Belgique s'est toujours présentée comme un pays solidaire, et notre pays continuera à faire son fair share. Pourtant, nous ne pouvons pas séparer les questions de solidarité des discussions plus politiques dans le cadre du pacte européen, comme le principe que nous voulons que toute personne arrivant dans l'Union européenne fasse l'objet d'un screening.

 

Il existe déjà de nombreux fonds de l'Union européenne pour soutenir le système d'asile et de relocalisation, entre autres, les fonds AMIF. À ce jour, la question de savoir si des fonds supplémentaires seront effectivement mis à disposition ou non n'est pas claire.

 

Die zullen echter noodzakelijk zijn. Wanneer mensen vluchten voor oorlog en de realiteit die door internationale organisaties wordt meegegeven, is dat 90 % van die mensen vluchten in hun regio, dan is ondersteuning in de regio van groot belang. Wij moeten er dan voor zorgen dat die personen geen duizenden kilometers moeten afleggen om ergens de nodige, kwaliteitsvolle bescherming te vinden. We moeten er voor zorgen dat ze die kwaliteitsvolle bescherming zo snel mogelijk in de regio kunnen vinden. Wij moeten daarin investeren, net zoals we personen die tot bij ons komen en die nood hebben aan bescherming, bescherming geven.

 

Europa mag echter niet de fouten maken van 2015. Europa moet zorgen voor een screening aan de grens. Europa moet ervoor zorgen dat we weten wie er binnenkomt en dat er solidariteit wordt gegarandeerd door alle Europese lidstaten, waarbij iedereen de verwachte inspanningen levert, wat vandaag niet altijd het geval is.

 

Tot slot nog een woord van dank. Eerst en vooral ben ik vereerd dat ik deel mocht uitmaken van deze operatie. Collega Wilmès heeft het aangegeven: de laatste keer dat dergelijke operatie heeft plaatsgevonden, was in 1994. Ik was toen zes jaar oud. U kunt mij niet vragen hoe ik mij toen heb gevoeld, maar in ieder geval ben ik op dit moment vereerd dat ik deel mocht uitmaken van deze operatie en mocht meewerken met mijn geweldig kabinet, maar ook met de kabinetsmedewerkers van de collega's Wilmès, Dedonder en De Croo, en van de overheidsdiensten die hebben meegewerkt, zoals onze militairen en het consulair personeel ter plaatse. Ik ben bijzonder vereerd dat ik daar deel van mocht uitmaken. Dit was een historisch moment. Ik ben vereerd dat België heeft gedaan wat van ons werd verwacht: Belgische onderdanen evacueren, maar ook Afghanen die door hun inzet de voorbije jaren, in hun strijd om een vrij Afghanistan die ze zij aan zij met ons hebben gevoerd, misschien geen Belg geweest zijn, maar die in feite altijd al tot de onzen hebben behoord.

 

De uitdagingen inzake migratie worden er de komende jaren niet minder op. Noch ik noch mijn collega's zullen tijd hebben om ergens huppelend op een landingsbaan in Melsbroek rond te lopen, maar vandaag ben ik vooral blij dat ik beelden mag zien van jonge meisjes en jonge gasten, 395 kinderen op dit moment, die in België kunnen rondhuppelen en die zonder deze evacuatie nog steeds in handen van de taliban zouden zijn geweest.

 

Peter Buysrogge, voorzitter: Mijnheer de premier, ministers, staatssecretaris, bedankt voor de uitgebreide toelichting.

 

Geachte collega's, ik breng nog even de werkafspraak in herinnering die wij bij het begin van deze vergadering gemaakt hebben. Elke fractie krijgt een spreektijd van tien minuten. De leden van elke fractie beslissen onderling over de verdeling van de spreektijd, bijvoorbeeld één spreker die tien minuten het woord voert, of vijf sprekers elk twee minuten. Als voorzitters zullen wij erop toezien dat de spreektijd van tien minuten niet overschreden wordt. Ik wil er ook aan toevoegen dat er geen verplichting bestaat om die tien minuten volledig in te vullen.

 

01.05  Peter De Roover (N-VA): Geachte leden van de regering, geachte collega's, in een eerste punt wil ik zeggen dat ik denk dat deze vergadering vroeger had moeten kunnen plaatsvinden. Ik meen dat wij moeten nadenken over de werking van het Parlement tijdens het reces, want daar mankeert een en ander aan. Wij zien namelijk dat andere parlementen korter op de bal kunnen spelen.

 

Ik wens onze nadrukkelijke dank uit te spreken ten aanzien van alle militairen en het diplomatiek personeel dat, ook met eigen risico, aan die missies heeft deelgenomen en de bevelen heeft uitgevoerd.

 

Wat gebeurd is in Afghanistan, is volgens mij een realitycheck geweest voor velen en hopelijk is het dat ook voor deze regering. Luuk van Middelaar schreef in De Standaard: "Nee, de hele wereld wordt niet als wij." Ik denk dat die illusie inderdaad doorprikt is. Het is dan ook belangrijk dat wij in het buitenlands beleid voldoende realisme aan de dag leggen. Ik ben blij dat de premier de term eigen belangen heeft laten vallen. Die blijven de hoeksteen van een degelijk buitenlands beleid. Wij hebben gemerkt dat in het regeerakkoord bijvoorbeeld opvallend genoeg het woord Afghanistan nul keer voorkwam, ook al waren wij op dat ogenblik uiteraard al geëngageerd. Misschien is dat wel een verklaring voor de toch wel, in vergelijking met sommige buurlanden, late reactie die vanuit ons land heeft plaatsgevonden, waardoor veel repatriëringen in toch wel gevaarlijke omstandigheden moesten plaatsvinden. Wellicht had dat met een meer proactief optreden voor een stuk vermeden kunnen worden.

 

Voor ons moet het geheel alleszins kaderen op vier pijlers.

 

De eerste pijler is, terecht, dat mensen vanwege een aangetoonde connectie met België recht hebben op repatriëring, alhoewel de eigen verantwoordelijkheid ook een rol speelt. Op dat laatste element werd al gewezen, maar de vraag rijst hoe de regering in de toekomst zal omspringen met die eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van die mensen.

 

Ten tweede, wanneer mensen recht hebben op repatriëring, moeten wij er natuurlijk voor zorgen dat alleen die mensen het land binnenkomen, want in deze chaotische omstandigheden kunnen extremistische elementen daarvan gebruik en misbruik maken, zoals in buurlanden al werd vastgesteld. Daarin moeten wij niet naïef zijn. Van de premier hoor ik dat er al een screening heeft plaatsgevonden in Kaboel en Islamabad. Het zal ons interesseren hoeveel mensen er niet door die screening zijn gekomen, dus hoeveel mensen ter plekke al zijn tegengehouden.

 

Ten derde – en daarop heeft onder meer de staatssecretaris gewezen – de opvang in de regio zal in de toekomst van het allergrootste belang zijn. Wij moeten de fouten van 2015 en 2016 vermijden.

 

Ten slotte – en dan kijk ik in de richting van de minister van Buitenlandse Zaken en van de regering in haar geheel – in de toekomst zullen wij moeten bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat Afghanistan niet opnieuw uitgroeit tot een hoofdkwartier van niet alleen fundamentalisme, maar vooral ook van terrorisme. Welk beleid zal de regering daaromtrent voeren? Voor de concrete vragen die wij daarrond hebben, geef ik het woord aan collega Francken.

 

01.06  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, ook ik wil een dankwoord richten aan onze militairen en diplomaten. Het zijn heel drukke dagen en heel korte nachten. Dit was een ongeziene operatie. Ik vind het jammer dat het Parlement niet eerder kon worden gebrieft, desnoods achter gesloten deuren, zoals dat in al onze buurlanden gebeurde. Ik vind dat een gemiste kans. Wat maakt het reces toch uit?

 

Ik heb een aantal concrete vragen. Ten eerste, u zegt dat we de Belgen toch hebben gerepatrieerd ondanks een negatief reisadvies. De diplomatieke code ontslaat ons van de verplichting om dat te doen, maar het is onze humanitaire plicht. Mijnheer de premier, misschien kan erover worden nagedacht om de Belgen die gerepatrieerd zijn een deel van de kosten te laten terugbetalen. Dat is maar een suggestie die ik u graag meegeef. Deze operatie kost immers miljoenen. Misschien kan dat worden verhaald op degenen die we hebben gered.

 

Er wordt gesproken over de partners en de kinderen en u had het over het kerngezin. Zijn er ook broers, zussen, nonkels, grootmoeders of grootvaders meegekomen? Kunt u ons bevestigen dat dit zeker niet het geval is?

 

Er wordt gezegd dat de procedure voor gezinshereniging nu zal worden opgestart. Die mensen zijn hier nu natuurlijk al. Wat zal men doen als die personen niet kunnen kan aantonen dat zij effectief de man of de vrouw zijn? Men kan hen niet terugsturen, want het terugkeerverhaal is ook opgeschort. In die zin moet men oppassen met dergelijke holderdebolderevacuaties. Als men zegt dat de partner of de kinderen zonder visum kunnen binnenkomen en dat ze daarna een procedure gezinshereniging zullen opstarten volgens alle geldende regels, dan is dat niet volgens de regel die stelt dat die aanvraag in het thuisland moet gebeuren. Als dat niet volgens de huidige regel is, zijnde een aantoonbare relatie van minstens twee jaar, dan zit men ook vast. De vraag is wat men daarmee dan zal doen.

 

Wat de tolken en de fixers betreft, heb ik de afgelopen maanden al een tiental vragen gesteld aan mevrouw Wilmès, de heer Mahdi en mevrouw Dedonder en had ik de indruk dat daarmee nooit veel stress gepaard ging. Ik hoorde op een bepaald moment over een dertigtal, in de wandelgangen ving ik het getal van 42 op en nu zijn het er al 79.

 

Hoe komt men aan dit cijfer? Twee weken geleden was het nog maar één familie, het was allemaal niet belangrijk. Eén familie met drie mensen. Nu zijn het er 79. Wat is dan het criterium om te worden bestempeld als tolk of fixer? Er zullen er waarschijnlijk nog bijkomen.

 

Mijn derde punt gaat over de vakantiegangers. Waar ik mij enorm aan stoor, en vele mensen met mij, is dat deze regering een prioriteit heeft gemaakt van het repatriëren van mensen die erkend zijn als vluchteling. Het gaat om 225 mensen met een ander statuut, ofwel een visum gezinshereniging ofwel een erkend vluchtelingenstatuut. In Nederland wordt aan deze groep de laagste prioriteit gegeven. Ik denk dat het heel belangrijk is om daar duidelijkheid over te verschaffen.

 

Mensen die erkend zijn als vluchteling mogen helemaal niet terugkeren naar of op vakantie gaan in hun land van herkomst, ongeacht het reisadvies. Door die mensen terug te nemen en binnen te vliegen creëert men illegaliteit. We gaan die dossiers immers aan het CGVS bezorgen met het oog op de intrekking van het vluchtelingenstatuut en dus eventueel ook het verblijf. Die mensen worden dan onverwijderbaar. Ze kunnen immers niet worden teruggestuurd naar Afghanistan omdat de terugkeer opgeschort is, waardoor ze finaal illegaal op het Belgisch grondgebied zullen rondstruinen. Wat is dat nu voor beleid? Wat is daar de bedoeling van? Dat mag toch absoluut niet de bedoeling zijn van een repatriëring of evacuatieoperatie? Dat is vragen om problemen.

 

Ik vind het ook storend voor de honderdduizenden vluchtelingen in Europa die zich wel aan de regels en de Conventie van Genève houden en die nooit meer terugkeren naar hun thuisland. Zij vallen elke avond al wenend in slaap, omdat ze weten dat ze hun familie nooit meer kunnen terugzien, omdat ze weten dat dat de consequentie is. Dan blijken er echter vele honderden vluchtelingen gewoon op vakantie te gaan naar hun thuisland en blijkt dat wij er dan ook nog eens een deel van gaan repatriëren. Onbegrijpelijk.

 

Ten slotte had ik graag uitleg gekregen over een aantal punten. Er is binnen de regering heel wat discussie geweest over het al dan niet uitbreiden van de EU-Turkijedeal met Afghanistan om de migratiestroom van Afghanen tegen te houden. Ik heb de heer De Vriendt daarover kunnen ondervragen in de Terzake-studio en het was heel duidelijk dat Groen deze uitbreiding niet steunt. Nochtans, mijnheer Mahdi, noemde u enkele dagen voordien de uitbreiding van de EU-Turkijedeal met Afghanistan een goed voorstel om de migratiestromen in kaart te brengen en beter te beperken.

 

Dus, mijnheer de premier, ik zal het aan u vragen: wat is het standpunt van de regering? Moet de EU-Turkijedeal uitgebreid worden met Afghanistan of niet? Klopt het dat men die onderhandelingen achter de schermen via het Schumanplein al aan het voeren is met Erdogan?

 

Ten tweede, de hervestiging. Zoals u zegt, hebben wij veel mensen gered, maar zijn er nog veel meer die nog niet werden gered. Waarom mag de ene zijn partner of zijn kinderen komen, maar de andere niet? Vele honderden mensen hebben hun familie niet mogen laten overkomen. Zij zullen vragende partij blijven voor een humanitair visumprogramma of een hervestigingsprogramma. Ik lees vandaag dat Oostenrijk en Hongarije hier niet mee akkoord gaan. Mevrouw von der Leyen vindt het zelfs een morele plicht om dit wel te doen.

 

Mijnheer de premier, wat is het Belgische standpunt? Bent u voorstander van een bijkomende hervestiging? Dit betekent het invliegen van nog meer Afghaanse gezinnen via een humanitaire luchtbrug vanuit Islamabad? Graag enige toelichting ter zake.

 

Tot slot wil ik het nog even hebben over de terugkeer. De heer Mahdi heeft drie weken geleden een brief gestuurd om de terugkeer naar Afhanistan mogelijk te houden. Groen en Vooruit hebben daarop gereageerd en gezegd dat dit niet in hun naam gebeurde. Door de omstandigheden is een terugkeer niet mogelijk, maar de heer Mahdi wil dit geval per geval bekijken. Officieel is er niet echt een moratorium op die terugkeer. Er is geen terugkeerstop volgens hem.

 

Mijnheer de premier, wat is het standpunt van de volledige regering ter zake? Is er al dan niet een terugkeerstop naar Afghanistan?

 

01.07  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, excellenties, ik wil u bedanken voor de gedetailleerde toelichting van daarnet.

 

Collega's, ik weet niet hoe dat bij u is, maar het gevoel dat bij mij overheerst, is een gevoel van schaamte over de dramatische afloop van deze Westerse operatie. Dat gevoel gaat bij mij niet weg. De evacuatie is stopgezet. Alhoewel ons land absoluut een zeer grote inspanning heeft geleverd, is de bittere realiteit dat wij mensen moeten achterlaten. Dat is een immens affront. Het maakt onze morele verantwoordelijkheid alleen maar groter om de Afghanen, die zich al die tijd hebben verzet tegen de taliban en extremisme, te blijven helpen op om het even welke manier.

 

Wat de evacuatie zelf betreft, is het goed dat wij breed zijn gegaan. Ook verschillende Afghanen werden geëvacueerd. Wij zijn ambitieus geweest en dat was de enig mogelijke positie. Er is kritiek geweest. Het zou volgens sommigen in het begin te traag zijn verlopen. Er werden ook vragen gesteld bij de Afghanen die werden geëvacueerd. Sommige oppositieleden deden alsof wij de taliban rechtstreeks hadden ingevlogen. Zij deden dit alleen maar om angst aan te jagen. Ik vind dat een pure schande.

 

Sommige oppositieleden wilden Afghaanse mensenrechtenverdedigers in de steek laten en hen pas later naar België overbrengen.

 

Ik ben zeer trots dat deze regering een andere keuze heeft gemaakt en ik wil de mensen van Defensie, Buitenlandse Zaken en Asiel en Migratie echt wel bedanken voor die gigantische operatie.

 

Beste excellenties, niettemin blijft het beschamend dat wij niet alle Belgen kunnen evacueren, laat staan mensenrechtenverdedigers, verdedigers van vrouwenrechten in Afghanistan. Ik hoor dat er geprobeerd wordt om commerciële vluchten op te starten de komende dagen en weken. Om dat mogelijk te maken moeten er afspraken gemaakt worden met de taliban, puur operationeel. Als die afspraken toch kunnen gemaakt worden, is het misschien een optie om opnieuw toestellen van Defensie in te zetten, mits er een goed en duidelijk kader komt.

 

Laten wij in elk geval verder gaan met pogingen om repatriëringen en evacuaties verder door te voeren, op elke mogelijke manier.

 

Ik wil graag van u weten of wij gepleit hebben voor een verlenging van de Amerikaanse aanwezigheid in Afghanistan op de luchthaven. Ik heb immers collega's van u uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk dat horen zeggen en ik heb België dat niet weten doen, een beetje tot mijn spijt. Ons land moet pleiten voor een coalition of the willing, voor een sterke Europese Unie. Er is veel sprake van strategische autonomie. Eerlijk gezegd, dat is een lege doos als wij niet in staat zijn om met een aantal Europese landen een evacuatieoperatie, puur vanop de luchthaven, over te nemen. Dat is een wake-upcall geweest.

 

In elk geval laat dit bij mij een bittere nasmaak achter in de mond. Na 20 jaar engagement in Afghanistan, zien wij nu een terugtrekking in totale chaos. Wij hebben de morele verantwoordelijkheid om de Afghanen die zich al die tijd hebben verzet tegen de taliban en tegen extremisme, niet nog een tweede keer te laten vallen. Ik heb het dan ook over humanitaire hulp, engagement in Afghanistan, ook van ons land, maar ook over het tonen van solidariteit bij de bescherming van Afghaanse vluchtelingen en van Afghanen die de taliban willen ontvluchten.

 

Collega's, er is ook reflectie nodig op langere termijn rond internationale militaire operaties. Onze groene fractie heeft de voorbije jaren vaak kritiek gegeven op hoe die operatie in Afghanistan is verlopen. Ik hoop echt dat er in de regering en hier in het Parlement eens een reflectie gebeurt, een militaire operatie kan alleen maar slagen binnen een goed politiek kader. Er zijn veel fouten gemaakt in Afghanistan. De levenslijn tussen de taliban en een aantal delen en sectoren in Pakistan is bijvoorbeeld nooit echt doorgeknipt. Wij hebben nooit geprobeerd om echt druk te zetten op Pakistan.

 

Een tiental jaar geleden was er kans op een politiek akkoord. De taliban waren toen zeer verzwakt. Die kansen zijn niet gegrepen, onder andere omdat we de VN niet de rol hebben toebedeeld die ze op dat moment hadden moeten krijgen.

 

Wat Afghanistan betreft, gaat onze bezorgdheid uit naar de verdedigers van democratie, vrijheid en vrouwenrechten en naar de LGBTQI-gemeenschap. Afghanistan is dan wel geen partnerland, maar wij beschikken over internationale budgetten en kunnen dus hulp vrijmaken voor de Afghaanse bevolking. De VN is er aanwezig. We vragen dus echt om Afghanistan, en zeker de Afghaanse bevolking, niet de rug toe te keren.

 

Tot slot ga ik heel kort in op wat de onmiddellijke toekomst brengt. Er zijn veel debatten over hervestiging. Solidariteit zal nodig zijn ten aanzien van al wie Afghanistan ontvlucht. Wij rekenen dus ook op een eerlijke bijdrage van België. Opvang in de eigen regio speelt zeker mee, maar een eerlijke bijdrage van ons land aan hervestiging zal evenzeer nodig zijn. Voor ons is dat de logica zelve en een kwestie van geloofwaardigheid.

 

01.08  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Merci pour votre présentation. Je me permets aussi de me joindre aux remerciements qui ont été faits au personnel qui s'est mobilisé en Belgique et en Afghanistan. Nous parlons de 1 400 personnes en si peu de temps, ce qui prouve le professionnalisme de nos équipes. Aujourd'hui, j'ai également une pensée pour les personnes dont on entend encore très peu parler: celles qui vont rester dans ce cauchemar – un pays dirigé par les talibans. Mes premières pensées vont vers toutes ces femmes et ces filles qui ne courront pas sur le tarmac de nos aéroports ces prochains jours – même si l'image était très réjouissante –, vers les personnes LGBT et vers les minorités en Afghanistan, qui vivaient dans des rêves et devront se projeter davantage dans des cauchemars pour ces prochains mois.

 

En termes de migrations, des personnes vont continuer à fuir les talibans: c'est une évidence, ce n'est pas une fatalité. En termes de politique migratoire, il n'y a pas de fatalité. Il y a des décisions – correctes – à prendre au bon moment. C'est de notre responsabilité de nous préparer et d'anticiper des arrivées qui auront lieu, qu'on le veuille ou non. C'est la réalité. Comme cela a été dit par mes collègues, il faudra veiller à ne pas reproduire les erreurs du passé. Pour l'instant, on a en effet beaucoup entendu dans les chancelleries européennes des discours qui parlaient de se protéger des flux migratoires, alors qu'on ne parlait pas encore de protéger ces personnes. Je demande aujourd'hui au gouvernement de veiller aussi et surtout à avoir ce discours de protection envers ces personnes et d'être un moteur au niveau de l'UE pour éviter que la rhétorique de l'extrême droite et du repli gagne encore une fois.

 

Concernant les personnes non évacuées – on sait qu'il en reste –, vous avez parlé de prendre contact avec l'ambassade d'Islamabad, au Pakistan. Mais quelles garanties ces personnes auront-elles? Quelle procédure est-elle possible pour eux?

 

Monsieur Mahdi, vous avez parlé d'éviter que ces personnes empruntent des routes migratoires dangereuses. Il est vrai que les pays frontaliers font partie de la solution à la question des réfugiés qui aura lieu ces prochains mois. Mais l'autre partie de la solution relève de voies sûres et légales: permettre la relocalisation. Le Canada, le Royaume-Uni et l'Ouganda ont notamment annoncé vouloir faire partie du programme de relocalisation. Vous avez déjà parlé du regroupement familial. Comment sera-t-il possible alors qu'on sait que les tests ADN et les délais sont très compliqués? Je pense que ce sont là des questions qu'il va falloir anticiper et auxquelles il faudra répondre rapidement.

 

Il reste la question des visas humanitaires: seront-ils octroyés ou des demandes de visas humanitaires seront-elles possibles depuis la Belgique quand on sait les difficultés pour se rendre à Islamabad?

 

Il y a d'autres questions en terme de ressortissants afghans en Belgique. Y en a-t-il encore dans les centres fermés? Cette question m'apparaît comme légitime et importante. En termes d'accueil, les services de l'Office des étrangers et de Fedasil seront-ils augmentés en prévision d'arrivées de personnes d'Afghanistan? Ne pas reproduire l'erreur de 2015 serait judicieux.

 

Monsieur le secrétaire d'État, je voudrais vous interroger sur une contradiction relevée aujourd'hui avec ce qui avait été dit par le CGRA au début du mois d'août. Pour rappel, le CGRA annonçait alors qu'il n'était pas acceptable de geler les décisions relativement aux Afghans, mais aujourd'hui, on entend que, depuis le début du mois d'août, nous disons à nos ressortissants en Afghanistan que le pays n'est pas sûr et qu'ils y sont en insécurité: "ne vous rendez pas en Afghanistan!". Par contre, au même moment le CGRA disait: "Non, on ne doit pas geler les retours d'Afghans puisque cela ne représente pas un danger pour leur sécurité"!

 

Il est important d'avoir une cohérence à ce niveau-là, tant pour les Belges en Afghanistan, que pour les Afghans dans ce pays, qui doivent avoir des perspectives positives.

 

Je vous ai envoyé quantité de questions. Elles ne trouveront pas toutes réponses aujourd'hui, mais nous continuerons d'y travailler en commission. Je vous remercie.

 

01.09  André Flahaut (PS): Monsieur le premier ministre, madame la vice-première ministre, madame la ministre, monsieur le secrétaire d'État, tout d'abord je vous remercie pour avoir accepté l'invitation du Parlement de venir devant notre commission aujourd'hui et je me joins aux félicitations faites à l'ensemble des services et je salue la collaboration qui a existé entre les services.

 

Je pousse un ouf de soulagement, car si cela avait mal tourné, si un des autobus avait eu un gros problème, nous nous serions retrouvés aujourd'hui dans la situation de l'après-Rwanda. Je crois que vous avez pris une sage décision.

 

Je m'attarderai plus particulièrement sur ce qu'a fait la Défense. Elle est soumise aujourd'hui a une forte pression: depuis 2015 avec sa présence dans les rues après les attentats, sa mobilisation durant la pandémie, mais aussi son aide aux sinistrés des inondations. Il ne faut pas oublier cette problématique et éviter de créer des mondes et des oppositions entre les sinistrés ou les réfugiés. Pour ce qui concerne les inondations, nous y reviendrons sans doute dans un autre modèle de commission.

 

Je rappelle que l'intervention militaire en Afghanistan se passe avec une Défense qui a toutes ces tâches, elle se passe en période de vacances mais aussi avec du matériel et du personnel réduits, résultat de politiques menées antérieurement.

 

Il faut que nous nous posions des questions. Comment faut-il analyser la position du gros allié dans l'OTAN depuis George Bush jusqu'à Joe Biden? L'intervention en Afghanistan a porté sur deux thèmes: d'abord Enduring Freedom, pour laquelle les États-Unis sont partis seuls et, en 2003, il y a eu l'ISAF dans laquelle nous nous sommes engagés. Nous nous sommes engagés très longtemps car nous n'avons jamais été pris en défaut de solidarité. C'est nous qui avons sécurisé l'aéroport de Kaboul, Kunduz, Mazâr-e Charîf etc. Quand on nous fait la leçon au niveau de l'OTAN, ce n'est effectivement pas agréable à entendre.

 

Monsieur le premier ministre, vous avez parlé d'une règle élémentaire: on entre ensemble et on sort ensemble. À chaque opération qu'on lance, on n'a pas de stratégie de sortie de crise. C'est sans doute là une leçon à retenir.

 

Ensuite, très rapidement, cette opération OTAN s'est transformée en une opération militaire américaine. L'objectif n'était pas de reconstruire le pays mais d'assurer la sécurité et d'éviter des attentats aux États-Unis principalement. C'est ce que George Bush a dit et c'est ce que le président Biden a répété ces derniers jours.

 

Nous n'avons peut-être pas travaillé correctement parce que les sommes énormes qui ont été investies en Afghanistan l'ont été surtout dans les villes. On a oublié les campagnes. On ne s'est pas occupé de la ruralité en Afghanistan ni des plantations de pavot, qui sont une source de financement des talibans. On a également eu une mauvaise compréhension du contexte local et de certaines attentes. Pour être bref, on s'est comporté là en armée d'occupation la plupart du temps.

 

En ce qui concerne la Belgique, on a fait du déminage et beaucoup de travaux – notamment avec les Allemands – pour allier coopération et sécurité militaire.

 

La formation des militaires afghans et le matériel mis à disposition n'étaient pas adéquats au vu de ce qu'il s'est passé. On a constaté une présence des talibans sur tous les terrains et non pas uniquement dans des compounds.

 

Ensuite, comme toujours, les forces occidentales ont essayé de transposer le modèle occidental. Si nous n'y prenons garde, dans quelques semaines, nous risquons de nous retrouver ici pour parler d'un problème similaire avec le Sahel et le Mali. La France est, aujourd'hui, en train d'y mener une politique d'occupation.

 

Dans tout cela, à quoi ont servi l'Europe et l'OTAN? Finalement, la Défense aurait pu faire plus, s'il y avait eu une cohérence européenne, une cohérence au niveau de l'OTAN. D'autres moyens auraient pu être mis en œuvre, comme, par exemple, des hélicoptères. Finalement, les ressortissants auraient pu être accueillis plus rapidement à Peutie. Mais les choses ne se sont pas passées ainsi. Il n'y a pas eu de lead nation pour organiser le rapatriement. Une leçon doit donc être tirée en la matière.

 

Il faut également considérer un autre élément, à savoir l'absence des services de renseignement. On ne va pas me faire croire que les services de renseignement américains n'étaient pas au courant de la progression rapide des talibans, alors que les journaux belges y faisaient référence. Malheureusement, les services de renseignement sont ce qu'ils sont: ils sont jaloux de leurs renseignements, ils ne partagent pas. Dans ce cas, cela risque d'avoir des conséquences dramatiques.

 

Pour le futur, quid des relations? Il faudra être pragmatique et réaliste. Il faudra être attentif à ce qui se passe sur place et aux évolutions. Il faudra exercer toutes les pressions possibles. On ne pourra pas refaire un État paria. Si tel était le cas, on condamnerait les gens que nous avons laissés là-bas, qui y vivront dans une prison. Il faudra aussi être attentif à ce qui se passe dans les réunions internationales, avoir un briefing avant et après les réunions dans le cadre de l'OTAN et au niveau européen, comme nous l'avons demandé avec d'autres ici présents.

 

Peter Buysrogge, président: Monsieur Lacroix, je vous donne maintenant la parole, sachant que vous disposez de quatre minutes.

 

01.10  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, je vais essayer d'être très bref en insistant sur deux ou trois aspects qui semblent important aux yeux du groupe socialiste.

 

Auparavant, je souhaite remercier monsieur le premier ministre, mesdames les ministres et monsieur le secrétaire d'État pour leur rapport exhaustif. Je souhaite également remercier les personnes qui, sur place, ont agi de manière tout à fait exceptionnelle et héroïque.

 

Je voudrais faire le bilan de la catastrophe et les limites du repli stratégique américain: 2 000 milliards d'euros consacrés à la guerre en Afghanistan, la mort de 70 000 militaires afghans, de 47 000 civils afghans et de 4 000 soldats occidentaux. Tout ça pour ça!

 

Tout cela pour que l'OTAN soit instrumentalisée une fois de plus par les États-Unis au lendemain de la guerre froide, pour des intérêts spécifiquement américains, avec une volonté hypocritement formulée que je dénonce ici avec vigueur: "reconstruire l'Afghanistan". Car, ce qui a intéressé en fait les Etats-Unis, aujourd'hui comme hier, était de négocier pour leurs intérêts à eux. Le sort des Afghans, ils ne s'en soucient absolument plus.

 

Je suis très heureux d'avoir entendu la ministre des Affaires étrangères dire que le sort des femmes en Afghanistan était une préoccupation maintenant et en sera une demain. Pour l'ensemble des droits humains, la Belgique doit rester en état de veille et d'alerte, et doit assurer sa présence dans tous les cénacles internationaux pour ouvrir des champs de discussion et de négociation, afin de préserver au maximum les droits humains en Afghanistan, en particulier ceux des populations les plus vulnérables et les plus précarisées et ceux des femmes.

 

Ceci est moins immédiat, mais cela fait partie du patrimoine mondial de l'humanité et je voudrais insister sur tout ce qui est patrimoine culturel en Afghanistan. Il y a là-bas 5 000 sites archéologiques extraordinaires. Nous connaissons la manière dont les talibans traitent le patrimoine culturel. Ils ont démoli les fameux bouddhas en 2001. J'aimerais que la Belgique, à travers les cénacles internationaux, l'Unesco et l'ONU, soit attentive, même si cette priorité est évidemment beaucoup moins grande que la priorité humanitaire aujourd'hui. Je voudrais que la Belgique devienne un relais de ces préoccupations également. 

 

01.11  Hervé Rigot (PS): Avant toute  chose, je veux féliciter le gouvernement pour la rapidité et l'efficacité de l'action qui a été menée dans des conditions terribles. C'est un gouvernement qui a démontré que l'union fait la force, et je crois qu'il ne faut pas l'oublier.

 

Je tiens aussi à dire merci à notre secrétaire d'État pour le changement de position sur l'attitude à adopter dans le cadre du retour, à l'égard des déboutés afghans. Il est clair que la situation sur place est dramatique. Il est clair aussi que les talibans sont une menace pour la démocratie et une menace immédiate pour la vie de nombreux ressortissants afghans sur place, mais aussi pour la vie de ceux qui sont chez nous, quel que soit leur statut.

 

À ce sujet, la question se pose évidemment: quelle sera la durée de la suspension de ce délai de retour? Nous aurons besoin que la clarté soit faite dans les semaines qui viennent.

 

Monsieur le secrétaire d'État, vous avez évoqué la concertation future avec les autres pays européens. Quelle sera votre position, au niveau européen, quant à la notion de pays sûr pour l'Afghanistan? Allez-vous solliciter le retrait de cette  notion pour l'ensemble de l'Afghanistan ou son maintien pour certaines parties de son territoire?

 

Au niveau européen, il faut une solidarité à l'égard des pays de la région. J'entends que vous soutenez une politique de réinstallation, à laquelle les pays européens prendraient part, le nôtre en particulier. Quelle est notre capacité à soutenir la réinstallation, notamment dans notre réseau d'accueil?

 

De voorzitter: Mijnheer Rigot, mag ik u vragen om af te ronden aub?

 

01.12  Hervé Rigot (PS): Dans ce cas, je vais renvoyer à mes questions. Il est dommage, mais je comprends la nécessité de respecter le timing, que l'on soit obligé de reporter nos questions sur un débat que d'autres collègues ont considéré comme très important. Je renverrai à mes questions écrites et ne manquerai pas de revenir vers notre secrétaire d'État. Il importe, à mes yeux, d'avoir le temps de poser les questions sur l'avenir des Afghans. Je respecte le temps de parole et votre directive, monsieur le président, mais je le regrette.

 

01.13  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, na al die jaren van oorlogsvoering in Afghanistan is de menselijke en financiële kostprijs torenhoog. Het resultaat is dat nu 33 van de 34 Afghaanse provincies in handen zijn van de taliban en dat het Westen werd vernederend, met alle gevolgen van dien, ook voor onze soft power.

 

De beslissing van de regering-Trump om de troepenmacht geleidelijk terug te trekken uit het Afghaanse wespennest, was de juiste beslissing. De eindeloze oorlogen in het Midden-Oosten, waarin ook wij – via de NAVO – worden meegesleurd, hebben nu hopelijk definitief afgedaan. De liberale wensdroom dat men met genoeg bommen en euro's overal ter wereld aan nation building kan doen en eeuwenoude volkeren en tradities zomaar kan uitwissen, behoren hopelijk definitief tot het verleden.

 

Het Afghaanse conflict mag dan wel ten einde zijn, de negatieve uitlopers ervan zullen we nog geruime tijd voelen, ook bij ons. Een reële terrorismedreiging, penibele situaties voor onze tolken en fixers en bovenal een nieuwe massale migratiegolf zijn problemen die een kordate, gecoördineerde aanpak vereisen vanuit alle departementen die hier vandaag aanwezig zijn.

 

Jammer genoeg werd daarin al meteen een valse start genomen. Hoewel er geen tijd verloren werd aan een parlementair debat – dat vindt nu pas plaats, lang na de feiten en zelfs na de laatste evacuaties – lijkt de Belgische regering toch veel te laat te zijn overgegaan tot planning en actie. Dat is overigens allesbehalve een verwijt aan onze mensen op het terrein: zij leveren puik werk. De verantwoordelijken voor deze malaise zitten vandaag hier bij ons in de zaal.

 

De excuses van de regering volgden al snel op de schaamte. Premier De Croo stelde in de media dat de Verenigde Staten schuld troffen omdat zij ons voor voldongen feiten hebben geplaatst door hun terugtrekking. Minister Dedonder kwam met een vergelijkbaar excuus: zij meende dat we voor het blok waren gezet. Kunt u mij dan eens uitleggen waarom dat bij zoveel andere landen niet het geval was, en kunt u me dan meteen ook uitleggen hoe u voor voldongen feiten kunt worden geplaatst als de Verenigde Staten hun terugtrekking uit Afghanistan vorig jaar al aankondigden? Zou het kunnen dat u er gewoon geen besef van had hoeveel nieuwe Belgen er in Afghanistan aanwezig waren?

 

Ik stoorde me in de communicatie ook behoorlijk aan de cijfers. Die leken zich wel heel snel te vermenigvuldigen. Eerst zouden we 400 mensen evacueren, dat werden er 500 en ondertussen zitten we al aan meer dan 1.400. Daar komt ook nog eens heel wat volgmigratie en gezinshereniging bij, plus een eindeloze stroom aan illegale migratie, die in ons land bijna altijd evolueert tot definitieve vestiging. Die illegale migratie wordt nog aangewakkerd door de slechte signalen die onze regering uitstuurt rond terugkeer en door de aantrekking van de groeiende Afghaanse diaspora in ons land.

 

Waar stoppen we met de massamigratie in ons land? Wat is die fair share waarover u het net had, mijnheer Mahdi? Nog eens 10.000, 20.000? Wanneer is het eindelijk genoeg? Volgens de groene en rode Vivaldi-coalitiepartners staat er immers geen limiet op massamigratie, zelfs niet wanneer die illegaal gebeurt.

 

Iedereen die van Afghanistan naar België wil migreren, moet dat volgens hen kunnen, of het nu met Belgisch militair transport is, of gewoon via illegale mensensmokkelaars.

 

Kunt u trouwens meteen een inschatting maken van de legale volgmigratie die we nog te verwerken zullen krijgen door de reeds uit Afghanistan naar hier gehaalde mensen? Hoe strikt of, waarschijnlijker, hoe soepel zult u daarin te werk gaan?

 

Zowel premier De Croo als staatssecretaris Mahdi probeerde ons te sussen met een lijst die moest worden afgewerkt. Als er echter vragen volgen over wie er nu precies op die lijst staat en wat de criteria zijn om op de lijst te komen, dan is het stil aan de overkant. Aan VRT NWS zei premier De Croo: "Onze eerste prioriteit is nu mensen in veiligheid brengen en alleen die mensen terugbrengen die daar recht op hebben. We hebben een lijst opgemaakt van wie er recht heeft op bescherming: dat zijn Belgen, maar ook Afghanen die voor ons hebben gewerkt." Moeten we dat antwoord dan als exhaustief beschouwen, mijnheer De Croo? Blijkbaar niet. Intussen wordt ook al gesproken over Afghaanse sportvrouwen en mensenrechtenactivisten. Net werd zelfs de term "Afghanen met een hoog risico" door staatsecretaris Mahdi in de mond genomen. Hoe wordt dat dan bepaald? Wat zijn precies de criteria daarvoor? Belgen en Afghanen die voor ons hebben gewerkt, dat kan men zeer duidelijk afbakenen. Hoe bakent men echter "activisten" of "Afghanen die een hoog risico lopen" precies af? Hoe beslist men wie voldoende nadeel ondervindt van het talibanbewind om het privilege te krijgen te worden overgevlogen naar België?

 

Om terug te komen op de uitspraken van premier De Croo: het recht waarover u spreekt, dat Afghanen zouden hebben om door ons naar België te worden overgevlogen, hoe vult u dat precies in? Ik kan begrijpen dat we de plicht hebben onze landgenoten terug naar hier te halen, zelfs wanneer het grootste deel nooit landgenoot had mogen worden. Ik kan begrijpen dat we de morele plicht hebben om de zeer selecte groep van Afghanen te helpen die onze militairen bijstonden als tolken of fiksers, maar welke andere Afghanen hebben volgens u dan het recht om te worden overgevlogen naar België? Is dat recht dan afdwingbaar, mijnheer De Croo? Dat zou nogal een precedent scheppen. Als u met zulke zware termen goochelt, mogen we toch op zijn minst verwachten dat u duidelijkheid schept hieromtrent.

 

Dat zijn trouwens lang niet de enige vragen die deze zogezegde evacuaties oproepen. Net gaf u voor het eerst informatie over de screening ter plaatse en achteraf door onze veiligheidsdiensten. Daarbij blijven heel wat vragen nog open. U zegt dat er identiteitsdocumenten dienden voorgelegd. Wat gebeurde er als er niets kon worden voorgelegd? Klopt het dat mensen die aangaven gezinslid te zijn, zonder identiteitsbewijs mee konden naar België? De veiligheidsscreening blijkt, naar uw uitleg, achteraf gebeurd in België. Is dat ondertussen gebeurd voor iedereen die van Afghanistan naar België werd gebracht?

 

U hebt ook niets gezegd over de resultaten van die screening. Werden er reeds mensen onder toezicht geplaatst, zoals dat bijvoorbeeld in Frankrijk al het geval is? Zo ja, hoeveel mensen en om welke redenen?

 

Aangezien wij jammer genoeg maar tien minuten spreektijd krijgen, moet ik heel wat van mijn voorbereide vragen schrappen. Minister Dedonder, kunt u toch nog eens voor eens en voor altijd zeggen hoeveel tolken en fixers er nu precies voor het Belgisch leger hebben gewerkt in Afghanistan, welke criteria daarvoor worden gehanteerd en hoeveel van die mensen, al dan niet met hun kerngezin, reeds naar België werden gehaald?

 

Een andere vraag die zich opdringt, niet alleen bij leden van de oppositie, maar ook bij heel veel burgers, is wat de ooit gevluchte Afghanen, thans Belgen, nu eigenlijk deden in Afghanistan. Ondanks een heel duidelijk negatief reisadvies en ondanks het feit dat erkende vluchtelingen niet mogen teruggaan naar het land waarvan zij zogezegd zijn gevlucht, bevonden er zich opeens blijkbaar honderden Belgen in Afghanistan. Wie gaat er nu op vakantie naar het land waarvan men zegt ooit te zijn gevlucht? Hoeveel erkende vluchtelingen bevonden er zich onder de geëvacueerden? Hoe schat u in dat het CGVS die zaken zal beoordelen? U zegt dat in bepaalde omstandigheden een terugkeer van erkende vluchtelingen naar het herkomstland wel is toegelaten. Vallen een vakantie of trouwfeest onder die omstandigheden?

 

Gisteren las ik in de media dat er 27 Afghanen gewoon werden afgezet in de Waalse stad Spa. De burgemeester zei dat er geen omkadering was van Fedasil en dat zij dus een beroep moest doen op de inwoners van de gemeente, ondanks het feit dat velen onder hen zwaar getroffen zijn door de overstromingen. Het citaat van de burgemeester klinkt als volgt: "Tot verbazing van het stadsbestuur waren de vluchtelingen totaal niet omkaderd door Fedasil. De Afghaanse families met kinderen moesten dus ontvangen worden en van eten worden voorzien door de slachtoffers van de overstroming. Alsof de situatie nog niet erg genoeg is met covid, de overstromingen en de druk door de opening van een nieuw asielcentrum, hoor ik dat er nog eens 86 personen worden verwacht in de gemeente. Als zij even goed zijn omkaderd, dan wordt het een catastrofe."

 

Mijnheer Mahdi, vindt u dat verantwoordelijk beleid? Het kan niet duidelijker worden dan die cynische anekdote, dat onze eigen mensen steeds op de laatste plaats komen, zelfs na overstromingen. Dat is intriest.

 

Tijdens deze onzekere tijdens is het cruciaal om in de buurlanden van Afghanistan bijkomende opvangcapaciteit te creëren. Daarin kunnen wij een ondersteunende rol spelen. Dat is niet alleen beter voor de Afghanen zelf, want zo kunnen zij gemakkelijk terugkeren naar hun thuisland wanneer de situatie normaliseert, het is ook beter voor ons, want dan hebben wij niet de gigantische nadelige effecten van een nieuwe migratiestroom van Afghanen naar ons land, maar kunnen wij wel veel meer mensen helpen in hun eigen regio.

 

Wat is het standpunt van de regering ter zake? Werden er intussen stappen gezet om dit ook daadwerkelijk te verwezenlijken?

 

Als laatste, meest logische punt, collega's en excellenties, moeten we onze buitengrenzen beschermen. Uw oproep, mijnheer Mahdi, voor meer Europese solidariteit is totaal misplaatst. Wij moeten onze positie aanpassen aan die van onder andere Griekenland en Oostenrijk. Wij moeten de buitengrenzen van de Europese Unie beschermen tegen illegale migratie. Als dit niet of niet tijdig lukt, moeten wij onze eigen verantwoordelijkheid nemen en onze eigen grenzen beveiligen. Zekere grenzen staan immers voor een zekere en veilige toekomst.

 

01.14  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames les ministres, monsieur le secrétaire d'État, merci beaucoup pour les développements et les nombreuses réponses que vous avez apportées à nos questions que nous avons déjà eu l'occasion de vous transmettre quant à cette situation très triste. Je le disais déjà au mois d'avril, lorsque nous avons dû subir, en tant que partenaire junior au sein de l'alliance Atlantique nord, cette décision des État-Unis de retirer leurs troupes d'Afghanistan. Déjà à ce moment-là, nous formulions des inquiétudes en ce qui concerne la protection des citoyens afghans et de leurs droits fondamentaux. Les droits et progrès qui avaient été initiés, notamment pour les femmes et les progrès engrangés sont aujourd'hui anéantis. Ils nous plongent vraiment dans une situation triste et catastrophique. Nous ne pouvons que déplorer, après 20 ans de présence sur place, cette situation tout à fait dramatique. Je répète évidemment ce que certains collègues ont déjà dit.

 

Une première question se pose très naturellement. J'entends Mme le vice-premier ministre dire que l'on devra rester attentif à cette protection des droits humains, des droits fondamentaux, mais à partir du 30 août prochain, c'est-à-dire après-demain, nous aurons de grandes difficultés à venir en aide à ceux que nous laisserons. Donc, comment cette aide pourra-t-elle s'organiser?  Pourra-t-elle enfin s'organiser, ce à quoi je faisais déjà écho dans les résolutions que j'avais déposées et qui ont été adoptées le 1er juillet dernier, dans un souci de cohérence au niveau européen, en matière de défense, dans un souci de cohérence et d'un meilleur dialogue avec notre partenaire transatlantique dans ce dossier. On remarque que d'importants renseignements n'ont pas été pris en compte et je le regrette amèrement.

 

Je voudrais également vous dire combien j'apprécie tous les efforts qui ont été consentis en termes d'organisation,  de capacité d'accueil, de rapatriement et je sais que, d'un point de vue logistique, tout cela n'a pas été chose aisée. Néanmoins, j'en appelle, chers membres du gouvernement, à plus de cohérence en la matière.

 

Vous savez à quoi je fais écho, c'est-à-dire la situation que nous avons dû constater dans ma région, dans la commune de Spa, où certains couacs ont eu lieu par rapport à la prise en charge des arrivants en provenance d'Afghanistan notamment. Là encore, je souhaiterais que l'on puisse davantage se coordonner à l'avenir pour essayer de prévenir certaines situations qui, je le répète, sont déjà particulièrement difficiles dans ma région, pour les raisons que vous connaissez.

 

01.15  Denis Ducarme (MR): Nous allons demander la mise à l'ordre du jour de la proposition de résolution de Katrin Jadin en faveur des femmes afghanes. Il est important, d'autant plus compte tenu de l'actualité, que nous puissions en discuter rapidement.

 

Je voudrais d'emblée remercier et féliciter l'ensemble du gouvernement pour son action. Vous avez fait la démonstration de votre capacité à réagir rapidement à une situation complètement inattendue au regard de la défaillance de l'ensemble des services de renseignement, qu'ils soient européens ou américains. Je veux vraiment indiquer à la N-VA et au Vlaams Belang que je préfère avoir un débat quelques jours plus tard, avec un gouvernement mobilisé qui travaille et qui rencontre concrètement les résultats qui ont été les vôtres en matière de rapatriement et d'évacuation. C'était naturellement essentiel que vous soyez au travail.

 

Cependant, c'est évidemment un échec total et collectif. Quand on voit les images, après une présence militaire de près de 20 ans, on pense à celles de 1975 à l'aéroport de Saigon. Ce n'est pas seulement un retrait, c'est une fuite, une gifle pour nos militaires qui ont été là pendant près de 20 ans et qui formaient les militaires afghans. Il faut croire que les formations, de manière générale, n'étaient pas optimales. Cela méritera nécessairement que vous puissiez, madame la ministre de la Défense, faire le point sur la qualité des formations qui ont été données par nos soldats et par les alliés aux militaires afghans. C'est aussi une gifle pour le contribuable. En effet, 500 millions d'euros ont été injectés pour les opérations en Afghanistan.

 

Aujourd'hui, c'est la bérézina pour les valeurs et pour le droit des femmes. C'est extrêmement inquiétant, d'autant plus que nous avons encore, semble-t-il, monsieur le premier ministre, des Belges sur place. J'aimerais donc savoir exactement combien. C'est une matière transversale. Nous parlons des Belges et des ayants droits. Combien sont-ils encore sur place aujourd'hui? Il s'agira sans doute de les inviter à être évacués, rapatriés. Avez-vous décidé au niveau du gouvernement de les inviter à aller en ce sens et de rentrer au pays? Je pense qu'il est important que nous indiquiez la nature du message que vous leur adressez aujourd'hui.

 

Au même titre, vous avez décidé que les retours forcés ne seraient plus possibles jusqu'au 1er septembre. Soyons de bon compte. On ne va évidemment pas, dans un pays aux valeurs humanistes comme le nôtre, renvoyer au-delà du 1er septembre de manière forcée des gens en Afghanistan. Du moins je l'espère; je ne pourrais pas être d'accord avec une telle décision.

 

Je ferai un point en matière de politique intérieure. Comme vous l'avez indiqué, le screening est essentiel, on le sait. À l'issue de la guerre en Syrie, nous savons qu'un certain nombre de radicaux et de personnes avec des intentions terroristes se sont glissées dans les rangs des réfugiés. Je souhaiterais, monsieur le secrétaire d'État, que vous nous indiquiez, pour les futurs réfugiés, pas uniquement pour les personnes qui ont été rapatriées et évacuées, si un screening et un contrôle plus approfondi seront opérés.

 

Pour terminer, madame la vice-première ministre, je vous remercie pour votre action sur la question. Vous l'avez indiqué dans vos propos: des canaux d'information et d'échange sont ouverts et ils n'ont rien à voir avec une reconnaissance à caractère politique du régime. Ce régime n'est pas légitime. Les élections du président Ghani étaient légitimes. C'est un coup d'État des talibans en Afghanistan. En tant que libéral et en tant que démocrate, je pense que notre soutien moral doit aller vers la résistance afghane. Il s'agit, sur le plan politique, de voir ce qu'il en sera demain. Je parle de soutien moral aujourd'hui et je parle à titre personnel, mais il s'agira à mon sens de veiller à ce que demain, la Belgique ne reconnaisse pas le gouvernement afghan comme légitime. Peut-être pourrez-vous nous informer du sujet au cours des semaines qui viennent. Va-t-on pouvoir bénéficier enfin d'une position commune sur le plan européen en la matière?

 

Vous avez parlé de la coopération bilatérale avec un certain nombre de pays européens dans le cadre des rapatriements et des évacuations, mais il faut bien reconnaître que ce n'est pas nécessairement une action coordonnée au plan européen, et c'est regrettable.

 

Aussi, madame la ministre de la Défense, tout en vous remerciant, ainsi que vos collègues, pour la rapidité de la réaction, on pourra estimer utile d'avoir des explications sur les vingt-quatre heures de battement qui ont été au cœur d'un certain nombre d'échanges à ce stade.

 

01.16  Franky Demon (CD&V): Mijnheer de voorzitter, onze dank moet absoluut uitgaan naar de medewerkers van alle organisaties, de regering, de instanties die van deze operatie duidelijk een succes gemaakt hebben.

 

De oorspronkelijke aanleiding om de commissie voor Binnenlandse Zaken vervroegd uit reces terug te roepen was de brief die staatssecretaris Mahdi samen met enkele van zijn Europese ambtgenoten naar de Europese Commissie stuurde over de situatie in Afghanistan. Het was een genuanceerde brief met verschillende goede punten.

 

Deze brief werd echter door sommigen reeds snel herleid tot één enkel punt, namelijk het eventueel kunnen terugsturen naar Afghanistan van mensen die hier geen recht hebben op internationale bescherming. Ik heb toen reeds opgeroepen om de rust te doen weerkeren en vertrouwen te hebben in de beoordeling van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en van de dienst Vreemdelingenzaken Die oproep bleek duidelijk terecht.

 

De brief die de staatssecretaris en zijn collega's aan de Europese Commissie stuurden, ging echter ook dieper in op het ondersteunen van opvang in de regio voor Afghanen die Afghanistan ontvluchten. In de brief wijzen de ondertekenaars erop dat er momenteel reeds 4,6 miljoen Afghanen ontheemd zijn. Velen onder hen verblijven in de buurlanden van Afghanistan.

 

CD&V ondersteunt dan ook de oproep van de verschillende ministers om te voorzien in de best mogelijke ondersteuning voor mensen met nood aan bescherming die in die buurlanden verblijven en om in Europees verband te bekijken hoe de opvangcapaciteit in de regio vergroot kan worden.

 

Europa heeft de morele plicht om opvang te bieden aan mensen die hulp nodig hebben. Dat liet de voorzitster van de Europese Commissie, mevrouw Ursula von der Leyen, deze week optekenen. Wij kunnen dat volledig ondersteunen. Om een nieuwe vluchtelingencrisis en onderlinge verdeeldheid te vermijden, riep von der Leyen de Europese lidstaten op opvangquota af te spreken, zodanig dat de Europese Unie deze mensen in nood gezamenlijk kan opvangen.

 

Ik heb een aantal vragen over screening van de mensen die wij evacueren. Frankrijk heeft reeds enkele personen die banden zouden hebben met de taliban, onder justitieel toezicht geplaatst, nadat ze van de chaos in Kaboel gebruik gemaakt hadden om aan boord te geraken van een evacuatievlucht.

 

Zijn er in ons land ook reeds dergelijke gevallen bekend? Indien ja, wat zijn de gevolgen voor deze personen? Het is duidelijk dat we inzetten op een viervoudige check, maar ik verneem graag of er toch al mensen door de mazen van het net zijn geglipt.

 

We evacueren Belgen, maar ook kerngezinnen, mensen die niet noodzakelijkerwijs reeds over verblijfsdocumenten voor ons land beschikken. Hoe wordt er nagegaan of de betrokken mensen aan de voorwaarden daarvoor voldoen? Mijnheer de staatssecretaris, in de media haalde u zelf het voorbeeld aan van de veertienjarige jongen die aan de hand van een volwassene mee aan boord van het vliegtuig is geraakt, maar die uiteindelijk geen band met de desbetreffende persoon bleek te hebben en die nu wordt opgevangen als niet-begeleide minderjarige. Hoe proberen we dergelijke voorvallen te voorkomen?

 

Geëvacueerde Afghanen die nog niet over een verblijfstitel beschikken, zullen nu een asielprocedure opstarten. Beschikt Fedasil over voldoende opvangcapaciteit voor deze mensen?

 

Wat onze nationale veiligheid betreft, vernemen wij in de pers dat er bij de politie reeds een intern mailbericht wordt rondgestuurd waarin wordt gewaarschuwd voor het feit dat er tussen de Afghaanse vluchtelingen die de komende tijd ons land zullen binnenkomen misschien ook uiterst gewelddadige personen kunnen zitten. Hierbij kan worden gedacht aan mensensmokkelaars, extremisten en ronselaars.

 

Daarom zou de politie onder meer reeds de opdracht hebben gekregen om een analyse te maken van Afghaanse jeugdbendes in de asielcentra. Sommige leden van deze bendes die nu reeds in ons land verblijven, zouden zich immers al agressief gedragen. Onder meer via TikTok en andere soortgelijke fora zou er inhoud worden verspreid die kan aanzetten tot geweld. Klopt deze berichtgeving? Wordt dit fenomeen desgevallend ook buiten de asielcentra verder opgevolgd?

 

Wij hebben ook een vraag over de vaccinatie. Wij lazen in Reuters dat het aantal Afghanen dat zich laat vaccineren verder is gedaald, zeker na de overname door de taliban. Worden mensen die geëvacueerd zijn hier gevaccineerd? Behoort dit tot de mogelijkheden? Hoe wordt dit opgevolgd?

 

Vooraleer ik het woord geef aan mijn collega Van Hoof, wil ik enkele voor CD&V belangrijke zaken vragen. Ten eerste, het belangrijkste, de beslissing die werd genomen om de repatriëring stop te zetten, is de juiste, gezien de explosies die zich op de luchthaven hebben voorgedaan.

 

Als ik mevrouw Wilmès goed begrijp, zijn er wel nog 114 mensen aanwezig. Hoe zullen wij die mensen zo snel als mogelijk, als zij zich bereid tonen om naar ons land te komen, op een veilige manier hier krijgen?

 

Ten tweede, wij moeten ons zo goed als mogelijk voorbereiden op de vluchtelingenstroom die de komende maanden en jaren ongetwijfeld opnieuw op gang zal komen. Europese samenwerking en solidariteit is daarbij cruciaal. Europa heeft nu de kans om te tonen dat het in staat is om lessen te trekken uit de vluchtelingencrisis van 2015.

 

Ten derde, wij moeten in België staan voor een correct en streng, maar humaan asielbeleid. Zo creëren wij draagvlak voor de opvang van mensen die onze bescherming nodig hebben en staan wij garant voor onze nationale veiligheid.

 

01.17  Els Van Hoof (CD&V): Ik sluit mij aan bij de dankwoorden van collega Demon.

 

In deze vergadering heb ik al horen spreken over schaamte en mislukking, maar misschien moeten wij het ook hebben over waanzin, want waanzin wordt gedefinieerd als steeds hetzelfde doen, maar telkens andere resultaten verwachten. Die omschrijving past toch wel bij de Amerikaanse militaire operaties van de jongste decennia. Hetzelfde hebben we gezien in Irak, waar wij wegtrokken en een machtsvacuüm ontstond waar IS in sprong. Hetzelfde doet zich vandaag voor in Afghanistan en het is de  kroniek van een aangekondigde crisis.

 

De regering ter plaatse werd internationaal gesteund, maar het leger zelf, 300.000 mankrachten sterk, voldeed niet in de toch noodzakelijke ondersteuning van die regering. Het leken parels voor de zwijnen, maar datgene dat wij daar hebben neergelegd, zijn dat wel parels? Begin juli las ik in De Standaard de verklaring van een generaal-majoor, die zei dat het een Afghaanse mislukking is en dat wij eigenlijk nood hebben aan introspectie. De nadruk op het militaire aspect met gepantserde voertuigen en het vanuit imposante forten en met culturele arrogantie opleiding geven aan Afghaanse troepen, werkt niet meer.

 

Er is een andere arsenaal nodig om een maatschappij te pacificeren. Niemand kan worden gedwongen om democratie te omarmen. Dat stellen wij vandaag vast. Ik denk dan ook dat wij lessen moeten trekken op het vlak van defensie. Wij doen aan conflictpreventie, maar daarnaast is er ook maatschappijopbouw nodig. De whole-of-society approach moeten wij omarmen.

 

Mijnheer de premier, ik heb u horen zeggen dat wij moeten nadenken over het strategisch concept bij de NAVO en over strategische autonomie. Die zaken moeten echter niet alleen vanuit militair perspectief, maar wel globaal worden bekeken. Daarom vraag ik u of naast defensie ook het aspect van noodzakelijke maatschappijopbouw wordt meegenomen.

 

Daarnaast wil ik het kort hebben over de vrouwenrechten- en mensenrechtenactivisten. De staatssecretaris verwees daarnet naar het Belgische project Mothers for Peace. Ik ben heel blij dat de meeste medewerkers daarvan in veiligheid zijn gebracht, waarvoor ik mijn uitdrukkelijke dank wil uitdrukken. Toch zijn er nog heel wat vrouwen ter plekke die moeten leven onder de taliban. Zij zijn ten zeerste bevreesd over hun bewegingsvrijheid en toegang tot het onderwijs. Vandaag werd al gezegd dat ze tijdelijk niet meer naar hun werk kunnen, dat is vreselijk.

 

Ik hoorde minister Wilmès zeggen dat ze betreurt wat er op de Mensenrechtenraad is gebeurd: men heeft er niet geëist dat er internationale mechanismen en onderzoekszendingen komen, dat er een mechanisme ter plaatse komt dat zal controleren of er nog schendingen van de mensenrechten gebeuren. Volgens mij moeten we daar absoluut voor ijveren, en als het de VN niet lukt, moeten we daar op Europees niveau voor pleiten.

 

U spreekt over een breed strategisch debat, ook op Europees vlak. Ik hoop dat u die mechanismen op dat niveau kunt afdwingen. We mogen absoluut niet geloven in die zogezegde 'taliban 2.0', die zeggen veranderd te zijn. Hopelijk blijft het niet bij woorden, maar worden er ook daden gesteld. U zegt voor een vreedzame oplossing te kiezen. De mensenrechten zouden worden nageleefd: eerst zien en dan geloven. We mogen niet in de val trappen.

 

Mevrouw de minister, zult u die sterke mechanismen bepleiten waarin erop wordt toegezien dat de mensenrechten worden nageleefd? De taliban zijn immers systeemrivalen. Zij onderschrijven de internationale rechten en vrijheden niet.

 

Vandaag kunnen we niets anders doen dan een pragmatische houding aannemen. Al de rest moet onderworpen zijn aan internationale mechanismen.

 

01.18  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Je remercie monsieur le premier ministre, mesdames les ministres et monsieur le secrétaire d'État pour leur introduction. J'avais entendu dire que le premier ministre présenterait un bilan de la situation et j'avais l'espoir d'entendre un bilan sur l'intervention en tant que telle. Mais il paraît que le bilan s'est limité aux derniers mois et à la manière dont les choses se sont passées.

 

Il est important de revenir sur le bilan général de cette intervention.

 

Certains commentaires ces derniers jours expriment la surprise, le sentiment d'échec, la honte, comme si c'était quelque chose qui tombait du ciel. On ne s'attendait pas à ce que les choses se passent comme ça, que les renseignements n'aient pas bien fait leur travail… Je suis surpris d'entendre autant de surprises. Car le résultat de cette intervention est connu dès le départ.

 

Je reviens en 2001 lorsque M. Bush avait déclaré la guerre à l'Afghanistan: le PTB était le seul parti à s'opposer fermement à cette intervention. Tous les partis traditionnels ici ont soutenu cette intervention. Ah! Tous les partis traditionnels ont soutenu cette intervention! Quel en est le résultat? Vingt ans plus tard: 175 000 morts, plus de 2 000 milliards de dollars dépensés dans cette guerre et un chaos total, une situation catastrophique. C'était exactement le discours que le PTB avait tenu en 2001: cette guerre engendrerait une situation catastrophique comme toutes les guerres qui ont été menées par les Etats-Unis et l'OTAN. Regardez la situation en Libye, en Iraq, en Syrie. Toutes ces guerres sur fond de politiques interventionnistes et d'impérialisme à l'américaine n'ont jamais engendré que du chaos et la catastrophe.

 

Cette guerre a été justifiée par différentes raisons. On a dit qu'il fallait y construire un État démocratique. Rien n'est plus faux. Cela n'a jamais été l'objectif de cette intervention. Ceux qui y croient encore naïvement n'ont qu'à écouter M. Biden. Lui-même l'a dit. M. Biden a dit que construire un État n'avait jamais été l'objectif.

 

Il s'agit donc d'un premier argument qui est complètement fallacieux. Rien n'est plus faux.

 

On a dit qu'on intervenait pour aller défendre les droits de l'homme et les droits des femmes. Pourquoi n'intervient-on pas alors en Arabie saoudite? Parce que c'est un pays démocratique? Ces droits sont-ils respectés là-bas? Est-ce un pays exemplaire? C'est pour cela que l'on fait des contrats économiques et des partenariats avec l'Arabie saoudite? Peut-être que j'ai une mauvaise perception. Si l'Arabie saoudite est un pays démocratique, qu'on me le dise. J'ai l'impression que c'est un pays taliban qui a réussi.

 

Venir avec ces bonnes intentions pour justifier cette intervention meurtrière et catastrophique en Afghanistan, c'est hypocrite. Quand on avance ce genre d'arguments, c'est pour justifier l'échec de cette politique interventionniste de l'Occident, qui n'a jamais donné que des catastrophes dans les pays où ces interventions ont été menées.

 

Je me demande à quel moment on va tirer ce bilan. À quel moment va-t-on remettre en question cette politique interventionniste et d'ingérence dans les autres pays? Combien faudrait-il de morts et d'instabilité politique dans le monde pour qu'on se dise qu'il faut changer cette logique? Combien de temps va-t-on continuer à intervenir pour les seuls intérêts stratégiques et économiques des États-Unis? Vu que ce n'était pas pour construire un État – les Américains eux-mêmes le disent – et que ce n'était pas non plus pour les droits des hommes ou des femmes – puisqu'on fait du commerce avec des pays qui ne les respectent absolument pas –, c'est uniquement pour des intérêts stratégiques et économiques. Les Américains le savent très bien. Ils le disent et ne s'en cachent pas. Par contre ici, on se voile la face et on continue à sauter les pieds joints dès que Washington décide d'intervenir par-ci ou par-là.

 

Parmi les conséquences de ces interventions, il y a la crise des réfugiés. Il ne faut pas se voiler la face. Quand il y a la guerre quelque part, il y a d'office des réfugiés.

 

On est d'accord là-dessus. Ces réfugiés sont la conséquence de notre intervention. Nous sommes responsables de ces vagues de réfugiés. À ce sujet je vois beaucoup de cynisme, et notamment le vôtre, monsieur le secrétaire d'État, quand vous dites qu'il ne faut pas suspendre les retours forcés en Afghanistan, malgré toutes les recommandations de l'Union européenne. Vous avez même écrit une lettre à la Commission européenne pour dire qu'il ne fallait pas suspendre les retours et qu'il fallait continuer à envoyer des gens dans des pays qui sont en guerre, et dans lesquels c'est nous qui menons la guerre. Ça, c'est du cynisme, monsieur le secrétaire d'État.

 

Heureusement, vous êtes revenu sur cette déclaration et sur cette position, et le retour forcé est suspendu pour l'instant. Je me demande alors si vous regrettez ces déclarations. Pensez-vous avoir fait une erreur? Sentez-vous la nécessité de la rectifier pour prendre la position actuelle? J'aimerais aussi savoir si ces déclarations du début du mois d'août sont vos propres déclarations, individuelles, ou s'il s'agit de déclarations qui représentent une position du gouvernement.

 

On a parlé des réfugiés et de la politique d'accueil. J'ai aussi une question sur les Afghans qui se trouvent dans les centres fermés. Vu qu'on ne peut pas les renvoyer dans un pays que l'on juge aujourd'hui instable et dangereux, puisque c'est la recommandation que le gouvernement a donnée aux différents ressortissants pour qu'ils ne se rendent pas dans ce pays, je me demande quelle sera l'attitude envers les Afghans qui sont dans les centres fermés. Qu'allez-vous faire? Allez-vous les renvoyer? Sinon, allez-vous les garder dans ces prisons ou bien allez-vous mettre une politique en place? J'aimerais savoir quel est votre plan à ce sujet.

 

Concernant les évacuations et des rapatriements, je me demande si le gouvernement avait un plan d'évacuation ou s'il a agi selon les impératifs imposés par les États-Unis, qui ont guidé cette évacuation. S'il y avait un plan, quel était-il? Les évacuations sont aujourd'hui à l'arrêt mais les rapatriements continuent. C'est ce que vous avez dit, monsieur le premier ministre; j'aimerais savoir comment ce rapatriement sera fait et quel plan est mis en place. Quelles sont les démarches qui seront menées pour le faire réussir?

 

Je souhaiterais encore poser une dernière question. Mme Wilmès a signalé, tout à l'heure, qu'un soldat belge avait été blessé par balle.

 

01.19  Ludivine Dedonder, ministre: Il ne s'agit pas d'un soldat belge, mais bien d'un citoyen belge.

 

01.20  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Veuillez excuser mon erreur.

 

Quoi qu'il en soit, ce Belge aurait été blessé par balle par un soldat américain, à en croire les informations qui circulent.

 

Confirmez-vous cette information? Si oui, comment expliquez-vous qu'un soldat d'une armée alliée puisse tirer sur un Belge? Je ne comprends pas! Je souhaiterais donc connaître votre point de vue à ce sujet.

 

Monsieur le président, je conclurai mon intervention en disant ce qui suit: 20 ans se sont écoulés depuis notre intervention en Afghanistan, depuis nos interventions en Irak, en Libye, en Syrie. Aujourd'hui, cette partie du monde est embrasée en raison des guerres que nous avons menées. Ne pensez-vous pas qu'il serait temps de d'en prendre conscience et de tirer le bilan de cette politique impérialiste américaine qui nous entraîne dans un impérialisme occidental qui est source d'instabilité et qui constitue une menace pour la paix dans le monde?

 

01.21  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de vicepremier, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw aanwezigheid en de uitgebreide toelichting die aan de commissie werd gegeven. We hebben al heel veel informatie gekregen. Vanuit onze fractie betuigen wij ook veel dank aan de diensten die deze operatie allemaal vlot hebben doen verlopen: Defensie, Buitenlandse Zaken, DVZ, de medische zorgverleners en de logistieke zorgverleners. Welgemeende dank vanuit onze fractie.

 

De operatie zelf is efficiënt verlopen, zoals u heeft aangetoond met de cijfers. Het was ook zinvol dat u gisterenavond besliste om deze stop te zetten. De zelfmoordaanslag enkele uren geleden op de luchthaven van Kaboel, waarbij dertien doden vielen en daaronder blijkbaar ook kinderen, bevestigt de juistheid van deze beslissing. Het was een bijzondere uitdaging op het vlak van planning, uitvoering, materieel, personeel. Het waren gevaarlijke omstandigheden waarin onze militairen en diplomaten ter plaatse hebben moeten werken. Het lijkt ons daarom opportuun om deze operatie volledig te analyseren en te rapporteren wat daar in detail gebeurd is en dit in de opvolgingscommissie Buitenlandse Zendingen. Dat kan en moet snel gebeuren, zodat het Parlement achter gesloten deuren de details kan leren kennen.

 

De snelheid van de implosie van Afghanistan is opvallend. De premier heeft het al uitvoerig toegelicht. Collega Pillen heeft in mei al enkele vragen daarover gesteld. Minister Dedonder, u sprak in juli al over een dertigtal tolken en fixers die van groot belang zijn voor ons land. Zijn deze mensen met hun kerngezin allemaal in ons land? Of zijn er ginder nog mensen in gevaar? Zijn er nog mensen die moeten terugkomen? Is die lijst afgevinkt? Wij vinden dat die mensen hier een recht van bestaan en opbouw van hun leven hebben, omdat ze ons daar loyaal hebben geholpen.

 

Wat de evacuaties betreft, is en blijft het zo dat de Verenigde Staten de leidende kracht zijn. Ze vonden plaats tot en met 31 augustus en hadden zonder hen nooit kunnen gebeuren. Dat brengt ons tot de roep om een meer Europese aanpak en een meer Europees leger. Meer dan ooit blijkt dat we het met eenheid van commando en met gecoördineerde middelen nog beter hadden kunnen doen dan wat er vandaag op het terrein is gebeurd.

 

Met betrekking tot een Europees leger, mijnheer de eerste minister, u zei daarnet dat de EU werk moet maken van een echte strategische autonomie. Een Europees expeditieleger van 50.000 militairen zou in dit geval immers echt niet geholpen hebben. Een gestroomlijnder buitenlands beleid, meer Europese defensie, strategische autonomie, dat zijn allemaal uitdagingen om de volgende maanden en jaren op Europees vlak echt vorm te gaan geven.

 

Dan kom ik aan het onderwerp Asiel en Migratie. De cijfers zijn gegeven. Mijnheer de staatssecretaris, ik ben ook heel blij te vernemen dat het CGVS onafhankelijk zal oordelen over de toestand in Afghanistan en wat er moet gebeuren met de Afghanen die hier recent zijn aangekomen of reeds lang bij ons zijn en dat niet u of andere politici daarover zullen beslissen. Het is een onafhankelijk orgaan dat dit zal doen.

 

Ik ben ook blij te horen dat er vier checks gebeurd zijn: door ADIV, de Staatsveiligheid, OCAD en de federale politie, bij de mensen die naar hier zijn gekomen. Dat is nodig. Ik hoop dat deze methode ook verder zal gevolgd worden voor de Afghanen die nog zullen komen via herlocalisatie of opvang.

 

In verband met Europa, zei u het zelf reeds, mijnheer de staatssecretaris, wij moeten vermijden dat hetzelfde gebeurt als in 2015. U zei het zelf, opvang in eigen regio is cruciaal. Europa moet daarvoor een plan maken en niet België alleen.

 

Wat gaan wij doen met de Turkijedeal bis? Collega Francken had het daarover ook reeds. Wat zal er gebeuren met hotspots enzovoort? Wij moeten daarvan echt werk maken. Het is ook het moment voor de EU om buiten haar comfortzone te gaan, om dat nu echt eens te gaan doen.

 

Mijnheer de eerste minister, mijnheer de staatssecretaris, ik heb één concrete vraag voor u. Wat gaat u bepleiten op Europees niveau om de fouten uit 2015 niet meer te herhalen?

 

01.22  Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de vice-eerste minister, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, collega's, ik heb het genoegen gehad om na de val van de taliban in 2001 meerdere malen Afghanistan te bezoeken, met de VN, met de toenmalige eerste minister en met de toenmalige minister van Defensie, maar vooral meermaals met de ngo Moeders voor Vrede, een naam die hier reeds een paar keer is gevallen.

 

We hebben daar de voorbije 20 jaar samen met de lokale bevolking – en dat is een belangrijk accent – vrouwen en meisjes een toekomst helpen geven. Elk jaar wanneer wij terugkeerden, zagen wij een zeer mooie vooruitgang, ook al is de situatie nooit ideaal geweest zoals daarnet werd gezegd. Het onderwijs ging erop vooruit, er waren getuigenissen van meisjes en vrouwen die voor het eerst konden lezen en schrijven. Het is onvoorstelbaar wat dat betekent voor hun leven. De keuzemogelijkheden die meisjes kregen, de vrijheden zoals werken, openlijk muziek maken, vrij op pad gaan… Er was dus een enorme vooruitgang geboekt en daar hebben we met z'n allen aan meegewerkt. Ondanks hun strijdkracht en hun hoop zag men echter ook altijd de onzekerheid in de ogen van veel van die vrouwen en meisjes. Er was de onzekerheid over hun toekomst, maar ze hielden natuurlijk ook een mogelijke terugkeer van de taliban, met daarmee het verlies van hun verworven vrijheden, in het achterhoofd. Spijtig genoeg is er op 16 augustus een einde gekomen aan hun onzekerheid. De nachtmerrie is uitgekomen.

 

We stellen ons nu de vraag hoe het verder moet met die verworven vrijheden en alles wat we de voorbije 20 jaar bewerkstelligd hebben inzake vrouwenrechten. De taliban heeft weliswaar aangekondigd dat ze de vrouwenrechten zullen respecteren, tenminste volgens hun eigen interpretatie daarvan op basis van de sharia. We weten echter niet wat dat betekent, want daar valt nergens iets exacts over te vinden. Ik denk dat we heel kort kunnen zijn, zoals onze premier al zei: er is geen plaats voor naïviteit. Die vrouwen en meisjes hun rechten zijn heel erg in gevaar.

 

Het gaat bovendien niet alleen over vrouwenrechten, maar ook over de sociale en economische toekomst van een land. Als de helft van de bevolking onderdrukt wordt en niet mee kan participeren, heeft dat uiteraard een negatieve invloed op de ontwikkeling van een land. Dat land zal het economisch nog moeilijker krijgen, met nog grotere stromen vluchtelingen tot gevolg.

 

Mijn vraag is zeer concreet, mevrouw de minister van Buitenlandse Zaken. U zei dat we tot een politieke oplossing zullen komen en sprak over het uitoefenen van een relatieve druk. Ik stel me daar toch vragen bij. Welke relatieve druk kan u uitoefenen op de taliban om de internationale vrouwenrechten te aanvaarden en zelfs te implementeren in hun samenleving?

 

Welke stok achter de deur hebben wij als Europese Unie, en hoe gaan we die gebruiken? Hebben we buiten de blabla ook iets om daar boemboem te doen? Dat lijkt me toch wel een essentiële vraag.

 

Welke steun kan ons land ook in de toekomst nog bieden aan middenveldorganisaties ter plaatse? Daarbij denken we aan vrouwenrechten, maar ook aan de LGBTQ+-gemeenschap, die het behoorlijk moeilijk zal krijgen.

 

Tot slot wil ik iedereen bedanken, in het bijzonder voor de veilige repatriëring van de verschillende medewerkers van Moeders voor Vrede. 21 personen, voornamelijk vrouwen en kinderen, zijn ondertussen veilig in ons land. De oppositie vroeg zich af hoe dat precies zat. Deze mensen lopen inderdaad een groot risico. Ze hebben destijds hun nek uitgestoken door vrouwen onderwijs te bieden, door uitleg en toegang te geven tot gezinsplanning en voorbehoedsmiddelen, door te lobbyen bij de overheid voor erfenis- en andere rechten,… Zij hebben hun nek uitgestoken!

 

Mijn vraag is nu hoeveel van hen er zijn achtergebleven.

 

01.23  Vicky Reynaert (Vooruit): Bedankt aan de leden van de regering voor hun antwoord op onze vragen die we indienden over de repatriëring en de mensenrechtensituatie in Afghanistan. Ik zal zelf geen vragen meer stellen, maar wil een kort betoog houden waarin de focus ligt op defensie. Ik wil dat betoog beginnen met een woord van dank namens de Vooruitfractie aan alle Belgische militairen die jarenlang hun leven hebben geriskeerd in Afghanistan.

 

Daarnaast wil ik de medewerkers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Asiel en Migratie bedanken. Zij hebben de laatste weken in zeer moeilijke omstandigheden moeilijke en belangrijke beslissingen genomen om onze landgenoten, de Afghanen die de westerse troepen hebben bijgestaan en de mensenrechten- en vrouwenrechtenactivisten te evacueren. Voor heel wat van die mensen moet het enorm pijnlijk en moeilijk zijn om lijdzaam toe te zien hoe het werk dat zij jarenlang ter plaatse hebben verricht, nu verloren gaat.

 

Wat voor onze fractie van tel is op het vlak van defensie, is dat wij lessen trekken uit bijna 20 jaar militaire aanwezigheid in Afghanistan, een overrompeling door de taliban in enkele weken tijd, de heel chaotische terugtrekking en de evacuatie. Kortom, uit onze militaire operatie als geheel.

 

Wat waren de doelstellingen van onze militaire operatie in Afghanistan? Was het nodig om daar bijna 20 jaar aanwezig te zijn? Hoeveel jaar zouden we daar moeten gebleven zijn om de doelstellingen te bereiken? Wat was de meerwaarde voor het Westen en voor ons land in het bijzonder?

 

Die vragen zijn voor ons te weinig voorwerp van debat geweest vóór de operatie, maar ook tijdens de operatie, en zeker in dit Parlement. De les die Afghanistan ons zou moeten leren, is dat het eigenlijk het failliet aantoont van onze militaire operaties zoals we die traditioneel organiseren. Wat ons land nodig heeft en wat onze fractie al jarenlang vraagt, is een wettelijk toetsingskader voor militaire operaties.

 

Dat betekent drie zaken. Eerst en vooral moeten wij op voorhand afspreken wat de doelstellingen en de voorwaarden van die militaire missies zijn. We gaan niet naar een land of blijven daar niet als dat onze belangen niet dient en die beslissing moeten wij onafhankelijk kunnen nemen en niet als de VS, de NAVO of een andere bondgenoot met zijn vingers knipt, wat wel het geval was in Afghanistan omdat het de VS is die de beslissing heeft genomen en wij steeds gevolgd zijn.

 

Ten tweede, er is ook meer Europese samenwerking nodig, zodat de VS ons niet voor voldongen feiten stelt, zoals sommige collega's al hebben bepleit. Daarnaast moet België ook zelf in alle onafhankelijkheid de afweging kunnen maken of een militaire operatie nuttig is om te worden opgestart en/of voortgezet.

 

Daarnaast is er eigenlijk geen enkele politieke discussie geweest over wat nu de finaliteit en de doelstelling van deze militaire missie is geweest. Was het nu enkel Al Qaida verdrijven of was het ook aan wederopbouw doen? Of hebben we een staat willen opbouwen? In dat geval hebben we immers ook andere middelen nodig dan militaire middelen, zoals ontwikkelingssamenwerking. Daarover moet op voorhand in dit Parlement worden gediscussieerd, zodat Defensie een duidelijk en sterk mandaat krijgt en er ook een maatschappelijk draagvlak is.

 

Verder is er ook tijdens de operatie voldoende openheid en transparantie nodig. Voor ons is de rapportering aan de opvolgingscommissie Buitenlandse Zendingen vandaag onvoldoende. De doelstellingen en de voorwaarden die wij vooraf voor een militaire missie vastleggen, moeten ook worden getoetst aan de realiteit en er moet daarover regelmatig een parlementair en een grondig maatschappelijk debat worden gevoerd.

 

Op die manier kan de meerwaarde van aanwezigheid regelmatig worden geëvalueerd. Collega's, ik meen dat men die discussie voor of tijdens de operatie moet voeren. Op die manier kan een maatschappelijk draagvlak worden gecreëerd, ook voor de eventuele gevolgen van die evacuaties, zoals de repatriëring van Afghanen. Zonder dat maatschappelijke draagvlak gaan bepaalde politieke partijen daar handig gebruik van maken om onze eigen inwoners tegen die Afghanen op te zetten.

 

Ten derde, er moet een evaluatie komen van de missie eens deze ten einde is. Wat in andere landen gebeurt, moeten ook wij kunnen. Groot-Brittannië bijvoorbeeld publiceerde in 2016 een uitgebreid rapport over de missie in Libië. De conclusies waren vernietigend, maar alleen op die manier kan men leren uit de eigen fouten.

 

Om die reden, collega's, doen wij een tweeledige oproep. Eerst en vooral willen wij onze militaire operatie in Afghanistan grondig evalueren. Daarnaast willen wij ook een wettelijk toetsingskader installeren voor toekomstige militaire operaties. Wij hebben daarvoor een wetsvoorstel ingediend in het Parlement.

 

01.24  Ben Segers (Vooruit): Bescherming bieden aan wie in nood verkeert, is een belangrijk uitgangspunt voor Vooruit. Het was ook het uitgangspunt van deze regering bij de evacuatie in zeer moeilijke omstandigheden. Waarvoor hulde!

 

Ik zal het hebben over een aantal migratieaspecten. Vandaag wordt er veel gepraat over toekomstige migratiebewegingen, maar daar weten wij eigenlijk voorlopig nog niet zo heel veel over. Bovendien hangt het af van wat de internationale gemeenschap nog zal ondernemen. Het voorbije half jaar werden er wel vele honderdduizenden ontheemden in eigen land geregistreerd. De staatssecretaris verwees hier reeds naar.

 

Als wij na deze evacuatie bescherming willen bieden aan wie daar nood aan heeft, ongeacht waar die persoon zich bevindt, dan moet dit in de eerste plaats gebeuren via de internationale organisaties die daar ook na de terugtrekking actief blijven. Als wij na de evacuatie bescherming willen bieden, zullen wij ook de buurlanden te hulp moeten schieten want daar bevinden zich nu al miljoenen vluchtelingen. Dit moet trouwens gebeuren via voldoende financiering van internationale organisaties. Dit is een ambitieuze vorm van bescherming in de regio die zorgt voor een lotsverbetering van miljoenen. Bovendien zorgt dit ervoor dat vluchtelingen niet genoodzaakt zijn om door de erbarmelijke omstandigheden steeds verder te vluchten. Ik denk dan aan de financiering van organisaties als UNHCR en de World Food Programme.

 

Velen maken de vergelijking met Syrië in 2015. Die burgeroorlog begon in 2011 en de oversteek vond pas jaren later plaats, in 2015. De Syriërs wisten zich onder meer in Turkije immers totaal in de steek gelaten. Laat ons die fout dan ook vooral niet herhalen. De World Food Programme in Turkije was toen totaal ondergefinancieerd en de Syriërs vluchtten daardoor noodgedwongen verder naar Europa. Wij moeten dan ook af van dat idee-fixe dat vluchtelingen per se naar Europa willen komen.

 

Vandaar mijn pleidooi voor een ambitieuzere bescherming in de regio, wetende dat het merendeel van de vluchtelingen zich nu eenmaal daar bevindt en dat buurlanden hun grenzen gesloten zullen houden wanneer ze niet worden bijgestaan door de internationale organisaties en zelf alle kosten moeten dragen, met als gevolg dat vluchtelingen in de val zitten. De staatssecretaris heeft ondertussen bevestigd dat hij op Europees niveau voor een lotsverbetering van die miljoenen mensen zal pleiten. Zal België hiermee rekening houden bij de begrotingscontrole? Velen hebben het zeer graag over bescherming in de regio, maar dan is het in deze omstandigheden nodig om de daad bij het woord te voegen door een gezamenlijke, federale inspanning.

 

Als we na de evacuatie bescherming willen bieden aan wie nood daaraan heeft, zullen we dat ook moeten doen via hervestiging. Die is voor Vooruit onlosmakelijk gekoppeld aan ambitieuzere bescherming in de regio. Mijnheer de staatssecretaris, wat zijn hierin uw concrete plannen? Voorziet u hierin ook in een groeipad?

 

Als we na de evacuatie bescherming willen bieden aan wie daar nood aan heeft en de buitengrenzen gesloten blijven, dan zullen we op zoek moeten gaan naar een aantal andere manieren om hen te bereiken. Na deze evacuatie zullen er sowieso onfortuinlijke achterblijvers zijn en andere mensen die in groot gevaar zijn. Er zijn eerder operaties met humanitaire visa in Syrië geweest. We hebben daar veel van geleerd. Deze regering heeft in heel moeilijke omstandigheden laten zien dat zij met heel veel rekening heeft gehouden, ook met de lessen die konden worden getrokken uit de zaak-Kucam.

 

Ik betreur hoe een deel van de oppositie werkelijk alles in het werk heeft gesteld om toch maar een negatieve perceptie van de evacuatie te creëren. Deze keer werd men wel naar alle mogelijke Belgische controlediensten toegeleid, met een bijkomende veiligheidsscreening na aankomst, wat voordien niet het geval was. Bij de humanitaire visa in de zaak-Kucam wist men niet eens wanneer de vliegtuigen in België aankwamen, want er was geen opvolging. Deze keer worden er wel afspraken gemaakt, met DVZ, Fedasil en het Rode Kruis en is er zelfs begeleiding. Mijnheer de staatssecretaris, welke verdere begeleiding is er, behalve Mothers for Peace? De oppositie vergeet bovendien dat Belgen Belgen zijn en er dus bijhoren en dus ook gerepatrieerd dienen te worden, welke roots ze ook hebben. Dat is voor Vooruit fundamenteel.

 

Neem ook de problematisering van gezinsherenigingsaanvragen. Het is verdorie toch niet meer dan normaal dat men hier nu voor zorgt. Het gaat verdorie over het eigen gezin, gered uit de klauwen van de taliban. Er is nu wel controle van onder andere DVZ en nu zou dat wel een probleem zijn. Iedereen wil dat zijn gezin of familie in veiligheid is, dat is een universeel gegeven. Ik ben blij dat deze regering zo handelt.

 

Tot slot, mijnheer de voorzitter, wil ik nog een pleidooi houden voor een systeem op zijn Canadees, waarbij binnen bepaalde quota een aanvraag kan worden ingediend door burgers en bepaalde organisaties, waarbij er voor elk uitgereikt humanitair visum kan worden voorzien in begeleiding, zeker als de grenzen gesloten blijven.

 

01.25  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames les ministres, monsieur le secrétaire d'État, à l'heure où nous parlons, une attaque terroriste est en cours à l'aéroport de Kaboul. Différents médias l'ont confirmé: deux explosions ont eu lieu et ont fait une quinzaine de morts et plusieurs dizaines de blessés. Cette menace terroriste était donc réelle. Ce matin, un ministre du gouvernement britannique avait annoncé qu'une attaque aurait lieu. Quelle est votre degré d'information sur cette attaque? On a l'impression que tout le monde savait que cette attaque aurait lieu. Que savez-vous de cette attaque? Qu'aviez-vous comme information? Qui a pu mener cette attaque? Qu'avons-nous fait pour essayer d'empêcher cette attaque? Je pense aux victimes, à cette terreur qui continue de s'accomplir et au fait qu'il semble que nous n'avons rien fait pour essayer d'empêcher cette attaque.

 

Cela dit, je voudrais aussi m'associer aux hommages à l'égard de nos militaires, de nos fonctionnaires, de nos diplomates et du gouvernement pour ce qui est de l'opération Red Kite. Chacun a fait ce qu'il a pu faire et chacun a essayé de faire au mieux. Je parle de l'opération elle-même et certainement pas de sa préparation et de son anticipation. Je vous remercie pour les détails fournis sur cette opération.

 

Monsieur le premier ministre, j'attendais autre chose de vous. Vous avez donné beaucoup de détails sur l'opération Red Kite et vous avez dit qu'il fallait prendre notre autonomie stratégique. En tant que chef de gouvernement, je m'attendais à ce que vous fassiez le bilan politique de ce qu'il s'est passé en Afghanistan, pas seulement au sujet de notre présence là-bas mais aussi au sujet du coup d'État violent, de cette prise de pouvoir par les talibans, de ce que cela représente pour la population afghane, pour la sécurité internationale et pour notre propre sécurité.

 

Quand on veut relever la tête sur le plan politique, il faut le faire d'emblée et je ne vous ai pas entendu sur les conséquences de ce terrible choc, de ce tremblement de terre en Afghanistan, sur le monde, sur la sécurité et sur nos démocraties.

 

Nous avons vécu en Afghanistan une double humiliation: l'humiliation de la défaite, l'humiliation de ce chaos, de cette terreur, de cet obscurantisme qui revient. Mais nous avons effectivement aussi subi l'humiliation d'une Europe qui a été dans le sillage des États-Unis, qui n'avait pas de politique étrangère, qui n'avait pas de politique de défense ni de politique tout court à l'égard de l'Afghanistan et qui attendait de savoir, auprès des Américains, s'il fallait rester, sortir, de quelle manière et à quel moment.

 

Cette double humiliation est un cap important eu égard à l'avenir, à ce qu'il faut bien constater être une ère post américaine de relations internationales, où de nouvelles puissances, souvent agressives, qui refusent le multilatéralisme, les valeurs de la Charte des Nations unies, prennent de plus en plus d'importance et sont occupées à avancer leurs pions.

 

En la matière, il faut avoir une analyse, une doctrine, un cap qui est clair. Je ne vous ai pas entendu à ce sujet, monsieur le premier ministre. J'aimerais vous entendre effectivement sur ce constat et cette analyse. C'est avant tout sur ce point que je vous attends, car c'est cela aussi qui est en jeu, demain, en ce qui concerne notre propre sécurité et l'avenir de l'Europe. Les Américains avaient leur agenda. Ils ont considéré que la menace terroriste  était plus importante s'ils restaient que s'ils partaient. Mais nous avions notre propre agenda et les conséquences de ce retrait afghan seront probablement plus importantes pour nous que pour les États-Unis. Or, nous avons été collectivement défaillants à cet égard et la Belgique aussi. Je rappelle que nous sommes membre fondateur de l'OTAN, de l'UE et des Nations unies. À ce titre, nous avons une responsabilité particulière pour essayer de faire prévaloir ces valeurs.

 

Par ailleurs, je voulais mettre en avant le fait que nous laissons des gens derrière nous. Parmi les différentes catégories qui ont été citées, quel est le nombre de Belges qui désirent rester? Comment allons-nous répondre à l'appel de la Commission européenne d'Ursula von der Leyen sur les relocalisations? Aucun chiffre n'a été avancé par la Belgique. J'attends que nous ayons une part de responsabilité et que nous ayons également des critères quant aux personnes que nous allons protéger par priorité.

 

Je reçois des appels à l'aide de Belges et de non-Belges (des Afghans). Nombre d'entre eux se plaignent de ne pas recevoir de réponse de nos services, et c'est la raison pour laquelle j'aimerais savoir quelle est la procédure concrète actuelle que ces personnes doivent respecter, quel est le focal point et comment ces gens pourront être aidés. Comment pourrons-nous répondre à leurs appels de détresse et comment pourrons-nous identifier les personnes les plus à risque?

 

Madame la ministre des Affaires étrangères, vous avez dit que les talibans seront jugés sur leurs actes. Qu'est-ce que cela veut dire exactement? Quelles sont les lignes rouges et les conséquences du dépassement des celles-ci? Aujourd'hui, il faut aller au-delà des déclarations: si les lignes rouges sont dépassées en matières de droits humains (violence, terrorisme), il faut pouvoir faire en sorte que nous ayons une réaction. Je n'ai pas entendu de quelle réaction il s'agissait de la part de l'Union européenne.

 

Je rappelle que les talibans forment une organisation classée dans la liste des organisations terroristes de l'Union européenne et que, selon un rapport des experts de l'ONU auprès du Conseil de sécurité, cette organisation reste et est en lien étroit avec Al-Qaïda tout comme avec l'État islamique en Afghanistan. Si nous devions un jour avoir des rapports politiques autres que ceux que vous avez mentionnés, madame la ministre des Affaires étrangères – et je vous comprends sur ce terrain-là – il s'agirait là d'un basculement. Nous n'avons jamais eu de relations officielles avec une organisation terroriste et certainement pas de reconnaissance politique. Il s'agirait là d'un basculement politique très important pour l'avenir, qui serait catastrophique.

 

J'aimerais parler à nouveau de ces retours. Je me réjouis de ce qui a été fait et, en particulier, de cette opération discrète qui a exfiltré toute une série de personnes. Comment ferons-nous pour que des personnes vulnérables puissent être retirées d'Afghanistan et pour que les personnes qui tentent de rejoindre la frontière pakistanaise puissent être aidées lorsqu'elles s'adresseront à nos services consulaires et à notre ambassade sur place?

 

J'ai bien entendu les screenings qui ont été faits. Y a-t-il des personnes qui ont été écartées suite à ces screenings et qui n'ont pas pu rejoindre notre sol?

 

Je terminerai en disant que nous avons effectivement besoin d'Europe. Je vous ai entendu, monsieur le premier ministre, sur les services consulaires européens. Cela me paraît important. Encore une fois, je n'ai entendu personne sur une défense européenne. On a parlé d'augmentation des capacités, mais je voudrais que ces mots – défense européenne – soient prononcés de manière forte, ambitieuse et que cela fasse effectivement partie de votre agenda et ce, au service d'une doctrine, d'une politique étrangère et d'une capacité pour nous de définir quels sont nos enjeux de sécurité et comment faire en sorte de les mettre en œuvre.

 

Je pense qu'il y a cet appel américain à avoir une alliance des démocraties. Je regrette que ce soit de nouveau les Américains qui en prennent l'initiative. Dans l'avenir, par rapport à ce monde brutal qui se dessine non seulement en Afghanistan et dans certains pays islamistes comme l'Iran, mais aussi en Chine et en Russie avec d'autres agendas autoritaires, je pense que nous avons intérêt à avoir notre propre agenda et à défendre ce que nous avons écrit, avec nos grands-parents, dans la Charte des Nations Unies en matière de liberté, de sécurité, d'égalité entre les femmes et les hommes. Nous ne devons pas renoncer à cela.

 

Il serait vain, absurde et inefficace de ne faire que construire des frontières – je ne plaide pas pour des frontières ouvertes et ce débat a déjà largement eu lieu – et de croire que l'insécurité sera contenue et que les migrations seront empêchées. Il en va de notre responsabilité de continuer à avoir et développer une politique étrangère efficace.

 

01.26  François De Smet (DéFI): Merci mesdames et messieurs les ministres pour vos interventions sur cette catastrophe que constitue le retour d'un régime obscurantiste et moyenâgeux en Afghanistan.

 

Concernant la sécurité et les renseignements, il faut en effet se rendre à l'évidence. Nous avons été surpris parce que nous avons trop appris à nous reposer sur les services de renseignement alliés, en particulier américains. Nous avons finalement été soumis au tempo imprimé par le retrait rapide des Etats-Unis. Les Européens doivent en tirer des leçons majeures sur l'organisation de leur défense et de leurs services de renseignements. Ils doivent plus que jamais se prendre en main.

 

Concernant les évacuations, vous nous avez décrit les évacuations actuelles. Je veux à mon tour remercier tous les militaires, fonctionnaires et diplomates ayant permis ce résultat.

 

Visiblement, il reste sur place des personnes ayant encore besoin de nous: des Belges – j'aimerais également savoir combien ils sont – et des personnes ayant aidé notre pays. La crainte d'un attentat était pleinement justifiée puisque pendant notre réunion, une explosion a eu lieu près de l'aéroport de Kaboul. Je pense moi aussi aux victimes, qui semblent hélas déjà nombreuses.

 

Dès lors, la question s'impose plus que jamais: de quels moyens disposent ceux qui veulent toujours rentrer? Comment allons-nous sortir de ce pays, ne serait-ce que ceux qui s'inscrivent dans les quatre catégories que vous avez définies?

 

J'en viens à la reconnaissance de ce régime. Je pense que la communauté internationale, et en particulier l'Europe, se doit de porter un message sans aucune ambivalence. Or, de l'ambivalence, je suis désolé de devoir le dire, il y en a eu dans les mots de votre majorité. Il paraît qu'il faudrait laisser une chance aux talibans ou qu'il faudrait attendre et voir. D'autres voix, plus fermes heureusement, se sont aussi exprimées au sein du gouvernement. Et pour cause: non, on ne laisse pas de chances aux talibans, car eux n'en laissent aucune à leur population. Non, il n'est pas trop tôt pour définir une attitude face à ce régime, à moins de n'avoir rien appris de l'histoire récente.

 

Vous nous dites, madame la ministre, que les talibans devront être jugés sur leurs actes et non sur leurs paroles. Bien sûr, mais je suppose et j'espère que personne ici n'est naïf, et que personne ne pense que les talibans ont changé et qu'ils seraient devenus gentiment inclusifs, comme ils le revendiquent eux-mêmes avec une certaine ironie, ou participatifs. Qui peut imaginer ici un instant que dès que les Américains auront abandonné l'aéroport de Kaboul, une chape de plomb définitive ne s'abattra pas sur les hommes et surtout sur les femmes qui vivent dans ce pays? Qui croit que peut exister une politique axée sur la charia qui soit compatible avec les droits acquis pour les femmes?

 

J'invite donc notre pays à ne rien céder à ce régime et à ne pas offrir une once de reconnaissance à ce gouvernement taliban. Quitte, si besoin est, à nous désolidariser de la communauté internationale si celle-ci cédait à la tentation de préférer le pragmatisme aux droits des hommes, et surtout des femmes et des jeunes filles.

 

Au sujet des réfugiés, enfin, être vigilant, monsieur le secrétaire d'État, certes, ne doit pas nous empêcher d'être généreux et d'être à la hauteur de la situation humanitaire. Cela parait surréaliste de le rappeler: il y a quelques semaines encore, votre gouvernement refusait de suspendre les retours forcés vers l'Afghanistan. Aujourd'hui, nous avons basculé dans un autre monde. L'Europe doit être au rendez-vous. Elle ne peut pas abandonner les femmes et les enfants qui veulent fuir. Ce n'est pas une question de politique migratoire mais une question d'humanité. Les Européens ne peuvent pas à chaque fois rater les rendez-vous avec les crises humanitaires.

 

J'entends bien la définition des quatre catégories de personnes qui ont été définies. On ne peut que souscrire à la volonté du gouvernement de les secourir. Mais j'aimerais que le fil ne soit pas coupé pour les autres. Vous pouvez très bien ne pas être belge, ne pas avoir travaillé pour une ONG, ne pas avoir travaillé pour la Belgique ou ses alliés, ne pas avoir de titre de séjour, et néanmoins avoir de très bonnes raisons de craindre les talibans et de ne pas vouloir rester en Afghanistan, surtout eu égard à l'avancée aussi rapide des talibans.

 

Peut-on se contenter d'ouvrir nos portes à vos quatre catégories de personnes? Ma réponse est non. Peut-on, d'un autre côté, accueillir tout seul toute personne souhaitant fuir les talibans? Ma réponse est non également. Mais entre les deux existe une marge. Cette marge s'appelle politique européenne de l'asile.

 

Pour ce qui me concerne, je voudrais que la Belgique joue un rôle pionnier en la matière. Je voudrais que la Belgique secoue l'Union européenne, fasse émerger l'Agence européenne de l'asile en gestation pour l'occasion. À mon avis, les fonds AMIF, monsieur Mahdi, ne sont pas suffisants.

 

Ne laissons pas sans réponse appropriée un régime qui enferme les femmes dans des prisons de tissu, qui a, par le passé, dispensé des châtiments corporels et qui entretient une idéologie théocratique clairement en contradiction avec les droits humains les plus élémentaires.

 

J'entends les efforts réels faits sur le plan humanitaire, mais ce n'est pas assez. Il faut un plan européen coordonné avec une répartition équitable entre pays européens d'une partie des demandeurs d'asile, qui arriveront dans les pays voisins de l'Afghanistan.

 

Nous pouvons et nous devons faire mieux. Nous ne pouvons pas rester, lors de chaque crise humanitaire, du mauvais côté de l'histoire.

 

Peter Buysrogge, voorzitter: Hierbij sluit ik deze ronde van betogen af. Ik geef graag het woord aan de eerste minister voor de repliek.

 

01.27 Eerste minister Alexander De Croo: Ik neem een deel van de repliek voor mijn rekening en mijn collega's zullen de rest op zich nemen. Zoals ik al aan de voorzitter aangaf, moet ik rond 17.45 uur de commissie verlaten.

 

U hebt waarschijnlijk ook de berichten gezien dat er een aanslag zou zijn geweest in de buurt van de luchthaven van Kaboel. Als dat bevestigd wordt – en veel informatie wijst daarop –, dan geeft dat aan dat de informatie waarop wij ons hebben gebaseerd om onze activiteiten ter plaatse gisteren te beëindigen, jammer genoeg klopte. Iemand vroeg welk "niveau van zekerheid" we daarover hadden. Het antwoord is natuurlijk: geen enkel. Inlichtingendiensten zeggen dat er indicaties zijn dat er een aanslag zou kunnen plaatsvinden. Dat is een typische risico-inschatting die men doet, waarbij de waarschijnlijkheid nooit 100 %, maar ook nooit 0 % is. Toch denk ik dat de beslissing van gisteren juist was om onze mensen van de luchthaven te verwijderen en duidelijk te maken aan de Belgen en anderen die op de Belgische lijsten staan, dat ze zich niet aan de luchthaven mogen aandienen. Het is bijzonder jammer om te horen dat er waarschijnlijk verschillende doden zijn gevallen.

 

Ondertussen heeft het OCAD in zijn analyse de luchthaven van Kaboel en de omgeving ervan bestempeld als een plaats van het hoogste dreigingsniveau.

 

Ik ga nu in op een aantal concrete vragen. Wat de vragen over categorie 4 betreft, heeft staatssecretaris Mahdi al aangegeven aan welke criteria mensen moesten voldoen om in een bepaalde categorie te vallen. Daarover hebben we mijns inziens altijd heel transparant gecommuniceerd. Ik heb ook duidelijk gezegd dat het bij categorie 4 gaat om mensen die niet de Belgische nationaliteit hebben of deel uitmaken van het 'nucleaire gezin', dat wil zeggen de partner of de kinderen. Of die niet in categorie 2 zitten, namelijk ze hebben samengewerkt met ons of ze zijn in gevaar door hun activiteiten, mensenrechtenactiviteiten of andere? Categorie 4 zijn mensen die een bepaalde titel hebben waardoor ze in ons land mogen zijn. Dat deze categorie als niet-prioritair werd behandeld, heb ik al in de inleiding gezegd en ik wil dat zeker nog eens herhalen. Ik wil wel duidelijk zijn dat niet iedereen die in categorie 4 zit, vluchteling is. Een deel van hen zal een vluchtelingenstatuut hebben, maar dat is niet voor iedereen het geval. Daarover moeten staatssecretaris Mahdi en zijn administratie oordelen.

 

Over de EU-Turkijedeal is de positie van de regering altijd duidelijk geweest. Eerst en vooral moet die deal geëvalueerd worden. Vervolgens kan er op basis van die evaluatie in mijn ogen een verlenging plaatsvinden. Ik zie niet in op welke manier er vandaag gepleit kan worden voor een uitbreiding van de scope van de EU-Turkijedeal.

 

Mijnheer Francken, u vraagt of er mensen zullen moeten worden teruggestuurd naar Afghanistan. Ik denk dat iedereen zeer goed begrijpt, gelet op de huidige omstandigheden, dat er de facto vandaag geen mensen kunnen worden teruggestuurd. Dat betekent niet dat er een terugkeerstop is ingesteld. Het is wel bijzonder moeilijk te voorzien op welke manier de omstandigheden verder zullen evolueren in de komende weken.

 

Mijnheer De Vriendt, uw vragen over de interacties met de Verenigde Staten zal ik laten beantwoorden door de minister van Buitenlandse Zaken.

 

Welke zijn de criteria om te voldoen aan bepaalde categorieën? Daarover hebben wij altijd transparant gecommuniceerd. Categorie 1 zijn mensen die de Belgische nationaliteit hebben of hun gezin in de strikte zin, wat wil zeggen hun partner of hun kinderen. Het is zeer duidelijk dat tantes en nonkels, zoals sommigen het omschreven hebben, daaraan niet voldoen. Die controle heeft plaatsgevonden op de luchthaven van Kaboel en heeft soms geleid tot zeer moeilijke beslissingen, aangezien vastgesteld en beslist moest worden welke mensen met onze vlucht konden vertrekken en welke mensen niet aan de voorwaarden voldoen. Er werd naar statistieken gevraagd, maar ik denk dat het zeer moeilijk zal zijn om daarover te beschikken, aangezien die beslissingen onder hoge druk werden genomen. Zoals gezegd, beschikte men over een halfuur om ter plaatse de triage van de mensen te kunnen doen, om na te gaan of zij al dan niet aan de voorwaarden voldoen. Wij zullen daarover bijkomende statistieken opvragen, maar ik ben er niet zeker van dat die beschikbaar zullen zijn.

 

Ik kom terug tot de vraag wie er recht heeft op repatriëring. Zoals ik in mijn inleiding al zei, gaat het om mensen die zich bevinden in een land met een negatief reisadvies. Strikt genomen is er geen consulaire verplichting om hen steun te geven, maar ik denk dat het overduidelijk is dat wij de mensen met de Belgische nationaliteit en hun bijhorend strikt gezin vanuit een menselijk en een moreel perspectief moeten helpen.

 

Het is duidelijk dat bijvoorbeeld voor mensen in categorie 4 die consulaire verplichting er in feite niet is. Daarom hebben zij ook een lagere prioriteit.

 

Il y avait également une question au sujet des gens qui se trouvent encore sur place. La ministre des Affaires étrangères donnera plus d'informations sur le nombre estimé. Comme dans toutes les listes, les chiffres peuvent varier. Il est clair que ce n'est pas parce que les rapatriements opérés par nos C-130 se sont arrêtés qu'on ne va plus continuer à aider les gens.

 

Comment va-t-on faire? Cela dépendra de l'évolution de la situation. Peut-être que des voyages entre l'Afghanistan et certains pays limitrophes dans lesquels nous avons une ambassade seront possibles. Pour l'instant, il est très difficile de l'envisager.

 

Monsieur Dallemagne, vous dites que le bilan politique n'a pas été tiré. Je ne suis pas tout à fait d'accord. Dans un contexte plus large, le but de ce genre d'intervention n'a pas toujours été clair. Après vingt ans, le but est-il toujours le même? Si on voulait faire du nation-building, avec un tel résultat, il faut se demander si ce genre d'intervention a du sens. Il est difficile d'imposer certaines choses dans certains pays s'il n'y pas de volonté locale. La volonté locale est une chose qui se construit mais cela ne veut pas dire qu'il ne faut pas entreprendre d'actions pour que les droits humains soient respectés, pour que les femmes et les filles aient les mêmes droits. Si on voulait créer un goodwill local et un ownership local, il est démontré ici qu'il y a énormément de leçons à tirer à ce sujet. Je crains que les répercussions de ce départ d'Afghanistan n'influencent pendant une longue période la manière dont on examine la nécessité d'intervenir, de mettre la pression ou d'entrer en interaction avec des pays dans lesquels les droits de l'homme ne sont pas respectés.

 

Je laisserai mes trois collègues répondre aux questions plus pointues.

 

01.28 Minister Sophie Wilmès: Er werd gevraagd of het departement Buitenlandse Zaken had gepleit voor een langere aanwezigheid ter plaatse. Inderdaad, wij hebben daarvoor gepleit. Ik heb dit op Europees niveau aangekaart, want ik meende dat het van belang was om iedereen op dezelfde golflengte te krijgen. Wij meenden dat de situatie dusdanig ingewikkeld was dat het veel tijd zou vergen om iedereen terug naar hier te krijgen.

 

Wij hebben dit ook heel duidelijk aangekaart op de vergadering van de NAVO. Ik heb toen de woorden all-in all-out, together gebruikt. Ik heb er nog aan toegevoegd dat dit niet alleen op militair vlak gold, maar ook op civiel vlak. Er  vond ook een G7-top plaats en ik heb vernomen dat ook daar de vraag werd gesteld aan de Amerikanen. De taliban was evenwel niet van plan om in te stemmen met die extra tijd.

 

De veiligheidssituatie is dag na dag, uur na uur verslechterd. De situatie rond de luchthaven is heel gevaarlijk. Dit was trouwens altijd al het geval. Het risico op een aanslag was aanwezig en dit risico is nog toegenomen na verloop van tijd. De gevolgen daarvan zien wij vandaag. Ik ben ervan overtuigd dat velen dit verschrikkelijk vinden.

 

Qu'en est-il du nombre de personnes qui restent? On vous a rappelé les circonstances difficiles de la constitution de ces fameuses listes. Qui est là? Qui n'est pas là? Combien sont-ils de Belges, d'ayants droit et d'autres catégories de personnes? Je rappelle qu'il est assez particulier de parler de "catégories" quand il est question d'humains là derrière. Mais cela fait partie du travail qui a dû être réalisé.

 

Cette nuit, lorsque nous avons dû constater que nous étions partis, nous avons envoyé un message de différentes manières à une série de personnes dont nous n'avions pas la certitude qu'elles avaient quitté Kaboul. Cela ne veut pas dire que nous avions la certitude qu'elles se trouvaient à Kaboul, mais nous n'avions, en tout cas, pas la certitude qu'elles ne s'y trouvaient plus. Nous avons donc opté pour la prudence et envoyé ce message de manière large en leur disant qu'il était temps qu'elles signalent, à nouveau, leur présence auprès de l'ambassade, qu'elles fassent savoir qui elles sont, combien elles sont en donnant les noms, prénoms, dates de naissance, numéros d'identité des personnes concernées et leur localisation exacte pour que nous puissions envisager l'avenir.

 

C'est quoi l'avenir? Personne ne le sait. Il y a quelques jours, on ne savait pas qu'on devrait partir. Hier soir, il y a quelques heures, on ne savait pas que ce terrible attentat aurait lieu aujourd'hui, et on ne peut pas prévoir ce qui se passera demain.

 

Par contre, on peut prévoir ce que nous avons souhaité faire et ce que nous continuons à vouloir faire, c'est-à-dire ramener celles et ceux dont nous avons la responsabilité. C'est très clair! Comment allons-nous procéder? Évidemment, tout dépendra de l'évolution de la situation sur place, du nombre de personnes dont question, de ce qui peut être fait, comment organiser les choses et avec qui. Tout cela nécessitera évidemment un certain temps, sachant que ce temps s'allongera en fonction de la dégradation de la situation sécuritaire, situation qui se dégrade, d'ailleurs, d'heure en heure et peut-être de minute en minute.

 

La volonté est là. Nous restons en contact. Nous essayons de rassembler le maximum d'informations pour rester en contact étroit avec celles et ceux que nous souhaitons ramener. Nous verrons ce que nous pourrons faire, à partir de la situation sur le terrain.

 

Une question a également été posée sur la personne qui aurait été blessée par un soldat américain.

 

Nous avons pris contact avec les Américains à ce sujet, demandant une investigation, laquelle se fera aussi de notre côté. Comprenez qu'à l'heure où je vous parle, il est bien trop tôt pour tirer des conclusions! Les nations sur place en ce moment essayent de contenir la situation sécuritaire et de voir comment elles peuvent sortir de cette situation difficile de la manière la plus sécurisée pour tout le monde.

 

Er was ook een vraag over de toekomstige relatie met de taliban. Hebben wij een stok achter de deur? Er zijn stokken achter de deur. Die zijn meestal in handen van verschillende instellingen. Afghanistan heeft onze hulp nodig om zich te ontwikkelen en voor de wederopbouw. Ook humanitaire bijstand is daar heel belangrijk.

 

We zullen een goed evenwicht moeten vinden tussen de stok achter de deur om dit regime in de juiste richting te beïnvloeden – en we weten nog niet welk soort regime het zal zijn – maar ook om te verzekeren dat de mensen daar nog onze hulp kunnen genieten. Dat is altijd een moeilijke evenwichtsoefening. De leden van de commissie voor Buitenlandse Zaken weten dat beter dan de anderen, omdat we het daarover hebben telkens wanneer we elkaar zien.

 

Er is de wil en de vraag vanuit België aan het Europees niveau om te proberen om invloed te hebben op de vorming van de regering daar, als die wordt gevormd.

 

01.29  Ludivine Dedonder, ministre: En ce qui concerne la Défense, j'avais déjà dit de nombreuses choses dans mon intervention. Je répéterai certaines choses puisque il y a eu des questions à ce sujet.

 

J'aborde d'abord le nombre de personnes ayant travaillé pour la Défense (les collaborateurs). À l'époque, j'avais répondu que nous avions identifié une petite trentaine de personnes, sur la base des critères établis par le kern.

 

Er was contact met deze mensen. Niet iedereen reageerde, maar degenen die reageerden, hebben we geholpen. Op dit moment werden 15 medewerkers met hun families gerepatrieerd, voor een totaal van 79 mensen.

 

Concernant le pilier européen, depuis ma prise de fonction, ce fut l'objet de nos premières discussions sur la note de politique générale. Bien entendu, je suis totalement favorable au renforcement du pilier européen au sein de l'OTAN, à l'augmentation de l'autonomie des pays européens. Si nous avons parfois eu des débats assez mouvementés, il n'a jamais été question d'opposer les uns aux autres. Il importe de renforcer nos capacités ainsi que le poste de commandement. Tous les débats nécessaires ont lieu à propos de la boussole stratégique au sein de l'Union européenne, mais il faudra davantage encore en réclamer.

 

Réclamer cette stratégie de sortie aussi! C'est ce que l'on fait, depuis un moment, au niveau de l'Afghanistan. Il y aura, certes, des leçons à en tirer. Nous aurons l'opportunité, au sein de notre Commission du suivi des opérations, d'entrer plus en détail sur les opérations qui ont eu lieu. Nous aurons en commission Défense et suivi des opérations l'occasion d'avoir en tête ce qui s'est passé en Afghanistan pour les théâtres d'opérations, où nous sommes encore aujourd'hui et ceux où nous serons amenés à intervenir demain. Prochainement, je soumettrai en commission une liste d'opérations pour 2022. Les discussions tiendront évidemment compte des leçons à retenir de la situation actuelle pour nos ambitions en 2022.

 

La Commission du suivi des opérations s'est réunie très régulièrement pour examiner, comme à l'heure actuelle, ce qui était à l'oeuvre dans les pays où nous intervenons. Vous y aurez toutes les informations précises sur ce qu'il se passe, puisqu'elle se déroule à huis clos et donc, on peut vraiment parler en toute sécurité. Je ne vois aucun inconvénient à ce qu'elle se réunisse davantage en cas de nécessité.

 

Voilà ce que j'avais à dire concernant le volet Défense!

 

01.30 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Dank u voor de vele betogen en vragen. Wat de vragen betreft over gezinshereniging, voorziet de Vreemdelingenwet erin dat een aanvraag tot gezinshereniging in principe vanuit het land van herkomst gebeurt. Artikel 12bis van de Vreemdelingenwet voorziet erin dat in uitzonderlijke omstandigheden deze aanvraag ook vanuit België kan worden ingediend. Voor mij is het evident dat dit uitzonderlijke omstandigheden zijn – ik hoop dat niemand daaraan twijfelt – en dat de betrokkenen hun aanvraag dus ook in België kunnen indienen.

 

Ik wil de vraag voor een stuk aan jullie terugstellen. Regels zijn belangrijk en moeten in zo goed als alle omstandigheden worden gevolgd. In tijden van buitengewone omstandigheden voorziet de Vreemdelingenwet zelf in wat ruimte. Als het gaat om een aanvraag voor een visum, ingediend door een tolk, en de Dienst Vreemdelingenzaken heeft nog een tijdje nodig om daar antwoord op te geven, terwijl de vlucht nu vertrekt, verwacht u dan van mij dat ik een mail stuur aan de persoon en zeg: u zult nog even moeten wachten, want de Dienst Vreemdelingenzaken is bezig met uw dossier, gelieve binnen een paar dagen terug te komen? Verwacht u van mij dat ik aan de tolk zeg, die met vrouw en kinderen in de luchthaven staat te wachten: mag ik vragen aan uw vrouw en kinderen om even aan de kant te gaan staan, want zij gaan niet mee? U heeft zich misschien keihard ingezet voor onze militairen, jarenlang uw nek uitgestoken onder een bepaald regime, maar ik ga u nu toch vragen om de procedures te volgen en uw vrouw en kinderen vragen even te gaan zitten, om misschien over een aantal dagen op basis van de procedures eventueel in aanmerking te komen of niet?

 

We hebben daar gedaan wat we moesten doen. We hebben tolken naar hier gehaald en mensen die gestreden hebben voor vrouwen- en mensenrechten, met daarbij hun gezin. Ik ging niet vrouwen en kinderen achterlaten, dat ging ik niet doen. Ik heb op sociale media de vraag gelezen: waar zijn de vrouwen? Ze zijn er. Op dit moment kan ik u zelfs meegeven dat vijftig procent van degenen die in Peutie zitten, vrouw zijn. Als het gaat over de categorieën 1, 2, 3 en 4, met 4 dan voor vluchtelingen en mensen die subsidiaire bescherming krijgen, met bepaalde verblijfstitels, dan zijn die ook als laatste opgeroepen.

 

Het leek mij ook maar normaal dat in eerste instantie de Belgen met hun families geconvoceerd werden, daarna de tolken en de fixers van Defensie en daarna ook wel de mensen die gestreden hebben voor mensenrechten en vrouwenrechten. Uiteraard zijn vervolgens ook de mensen die hier een verblijfstitel hebben geconvoceerd.

 

Hebben zij het recht om naar Afghanistan te gaan? Sommigen hebben inderdaad dat recht. Mensen met subsidiaire bescherming hebben het recht om zich te verplaatsen. Daarnaast is het aan het CGVS om voor bepaalde vluchtelingen te oordelen of er redenen zijn om aan te nemen dat ze hoogst uitzonderlijk toch naar hun land van herkomst hadden mogen reizen. Dat is de reden waarom ik heb aangegeven dat die namen worden doorgegeven aan het CGVS, opdat het onderzocht kan worden. Dat moet immers onderzocht worden, ik kan niet zomaar zelf bepalen dat iemand – in tegenstelling tot duizenden andere vluchtelingen – de regels niet heeft nageleefd en dus beslissen om hem niet mee te nemen. Dat moet onderzocht worden. Wanneer wil u dat ik het onderzoek? Moet ik het eerst ter plaatse onderzoeken terwijl het vliegtuig klaarstaat om te vertrekken? Nee, dat doen we niet.

 

Wat de relaties met derde landen en de Turkijedeal betreft, is het belangrijk om te begrijpen dat men landen moet versterken en men ervoor moet zorgen dat derde landen veilige derde landen worden. Hoe meer veilige derde landen er zijn in de wereld, hoe beter. Ik denk dat niemand hier in de zaal tegen een veilig derde land is. Dat is de reden waarom er enorm geïnvesteerd is geweest in Turkije, met name om ervoor te zorgen dat de opvang die zij voorzien van een dusdanig niveau is dat men mensen daar kan beschouwen als zijnde mensen die in een veilig derde land zitten.

 

Er zijn ook elementen in de Turkijedeal waar men rekening mee moet houden. Bijvoorbeeld het one-for-one-principe. Ik weet niet in welke mate er mensen in de zaal zitten die daar vragende partij voor zijn. De filosofie is echter wel dat landen in de regio versterkt moeten worden en er in geïnvesteerd moet worden. Ik heb iedereen hier in de zaal ook horen zeggen dat we moeten investeren in de landen in de regio en zelfs in de ruime regio. We moeten ervoor zorgen dat er mogelijkheden zijn voor mensen om kwaliteitsvolle opvang te hebben, dat kinderen naar school kunnen gaan, dat ouders kunnen werken. De heer Segers heeft het immers terecht aangegeven: we spreken eigenlijk verkeerdelijk over 2015 terwijl we moeten spreken over 2011. Dat klopt, als men er niet voor zorgt dat de opvang van een bepaalde kwaliteit is, krijgt men wat we in 2015 hebben gekregen. Wij moeten er dus voor zorgen dat er in die regio voldoende geïnvesteerd wordt, zodat er mogelijkheden zijn.

 

Inzake terugkeer zijn de regels duidelijk. Ik heb de leden van PTB in dat verband veel dingen horen zeggen. Misschien weten de leden van PTB waarom Nederland een moratorium moest invoeren. In Nederland moet een asielaanvraag binnen een bepaalde termijn beantwoord worden. Wanneer dat niet gebeurt, houdt men zich niet aan de eigen wettelijke bepalingen. In Nederland is de enige manier om daar onderuit te komen de instelling van een moratorium. Dat is al een eerste gegeven.

 

Ten tweede, in Nederland moet de staatssecretaris voor Asiel en Migratie wachten op een rapport van de administratie van een dienst van Buitenlandse Zaken die om de zoveel maanden een landenevaluatie maakt. Nederland had dus maandenlang moeten wachten op een nieuwe evaluatie van die dienst van Buitenlandse Zaken. In België gebeurt dat niet op die manier, want in België wordt elk dossier individueel bekeken door de Dienst Vreemdelingenzaken, met een check van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waardoor wij nooit mensen terugsturen naar plaatsen waar het gevaarlijk is. België heeft bijvoorbeeld geen moratorium ingesteld voor het terugsturen van mensen naar Libië, maar wij sturen eveneens geen mensen naar Libië terug. Er is dus een verschil tussen feiten enerzijds en mooie communicatie anderzijds. Ik had perfect een moratorium kunnen instellen, maar dat had weinig veranderd aan de realiteit, aan de zaken. De realiteit moet worden uiteengezet zoals ze is. De Dienst Vreemdelingenzaken evalueert altijd op individuele basis. Op het moment dat geoordeeld wordt dat er mogelijkheden zijn om iemand terug te sturen die geen recht heeft op internationale bescherming, dan zal dat gebeuren, maar alleen op basis daarvan.

 

Monsieur Moutquin, je comprends vos questions. Je voudrais revenir sur un élément de manière générale. On parle très souvent du Canada et j'en suis parfois jaloux. J'aimerais bien être de l'autre côté de l'océan et avoir le luxe de pouvoir dire: "Je fais venir 20 000 réfugiés au Canada". Pour moi, en ce qui concerne l'ambition, ils ne sont pas au niveau de la Belgique. Le Canada compte quatre fois plus d'habitants que la Belgique et la Belgique accueille chaque année 25 000 demandeurs d'asile. Le Canada a le luxe, avec l'océan, de pouvoir se permettre de n'avoir quasiment aucune demande d'asile et de lui-même sélectionner 20 000 réfugiés. Quand on parle du Canada, je suis jaloux de sa géographie mais pas de la politique qu'il développe.

 

Je vous suis quand vous dites qu'il faut une politique de réinstallation au niveau international. Il faut intégrer cela dans un plan européen dans lequel on peut s'assurer que les gens qui ont un réel besoin de protection soient aidés. C'est le grand enjeu d'essayer de faire la distinction entre ceux qui ont un réel besoin de protection et ceux qui n'en ont pas.

 

S'agissant des visas humanitaires, les dossiers qui sont pendants seront traités. Ensuite, il faudra évaluer la situation sur le terrain avant de pouvoir s'exprimer.

 

En ce qui concerne le réseau d'accueil, le covid n'a pas facilité les choses et on a assisté à une augmentation des demandes ces dernières semaines. Il faut tenir cela à l'œil. C'est la raison pour laquelle le gouvernement est favorable à avoir une certaine stabilité dans le réseau, avec des places tampons. Il faut éviter de devoir fermer des places puis de devoir en rouvrir. Cela n'aide personne et surtout pas le niveau local.

 

Monsieur Rigot, vous avez posé des questions sur la politique européenne. Nous en discutons chaque semaine en commission et nous devons savoir quelle type d'Europe nous voulons. Comment veut-on mieux gérer la migration? Nous savons tous que la majorité des gens qui introduisent une demande d'asile ne reçoivent pas de protection internationale et reçoivent donc un refus. C'est frustrant pour tout le monde de savoir que quelqu'un rentre en Europe, passe par quatre, cinq ou six pays pour avoir une réponse négative au final. Comment éviter cela? Nous l'éviterons si on peut renforcer nos frontières extérieures non pas pour bloquer l'entrée à tout le monde mais bien pour garantir que tout le monde pourra faire l'objet d'un screening pour savoir qui a réellement besoin de protection. Au moment où ce screening sera opéré à la frontière, je pense que nous pourrons avoir davantage de solidarité de la part de tous les États membres.

 

Vlaams Belang vroeg of er een massamigratie aankomt. Ook dat bouwt deels voort op wat collega Segers al zei: in 2011 werd de situatie in Syrië slecht gemanaged. Dat leidde in 2015 tot de migratiecrisis die we hebben gekend. Hoe voorkomt men dat grote groepen mensen elders bescherming moeten zoeken? Dat doet men door te investeren in de regio en er daarnaast voor te zorgen dat de vele mensen die vandaag Europa binnenkomen en in feite geen bescherming nodig hebben, gescreend kunnen worden aan de grenzen.

 

Op 31 augustus vindt de volgende Europese Raad plaats, waaraan ook ik zal deelnemen. Twee maanden geleden zei ik al aan mijn collega's in de Raad dat iedereen zijn vakantieplannen maar beter afblies, want dat er in de zomermaanden genoeg uitdagingen op ons af zouden komen. Geen idee wat mijn collega's deze zomer hebben gedaan, maar ik heb in elk geval mijn vakantie vroegtijdig moeten afbreken.

 

Er is geen tijd om stil te staan. We moeten vooruit. Een aantal van u zei het al: rond EASO is de eerste stap gezet, maar er zal veel sneller veel meer moeten gebeuren, willen we menselijke drama's vermijden.

 

Vlaams Belang stelde ook een vraag over de overstromingen, die volgens mij niet aan mij was gericht. Toch vind ik het belangrijk om te vermelden dat wij ten tijde van de overstromingen plaatsen hebben vrijgemaakt in het asielcentrum van Spa voor mensen die hun huis kwijt waren geraakt door de natuurramp. De tolken die meegewerkt hebben met Defensie, worden nu opgevangen in de gebouwen van Defensie, niet in het asielcentrum. In het asielcentrum zijn namelijk plaatsen vrijgemaakt voor mensen van wie het huis helemaal onder water stond. Dat vinden we belangrijk. Net zozeer als iemand die vlucht voor oorlog, heeft iemand die op de vlucht is voor een natuurramp, nood aan bescherming en beschutting.

 

Les questions relatives aux screenings de M. Ducarme qui, je pense, n'est plus présent, ont déjà reçu une réponse: il y a un screening qui se fait à plusieurs étapes.

 

Je voudrais préciser quelque chose à tous concernant le screening. Quelqu'un a-t-il une idée du nombre de personnes qui entrent en Belgique par les aéroports chaque année? Personne? 26 millions! Sur ces 26 millions, savez-vous combien de personnes ont fait l'objet d'un screening par l'ADIV/SGRS, l'OCAM, la Sûreté de l'État, les contrôles de police ou les contrôles de l'Asile et de la Migration? La réponse est simple: zéro!

 

Ce genre de screening-là est important et nous le faisons. Il est d'ailleurs beaucoup plus sévère que dans d'autres pays. Au début, nous nous faisions taper sur les doigts parce que cela n'allait pas assez vite. Cependant, le faire est nécessaire. Nous devons avoir un screening. C'est nécessaire et nous continuerons à le faire jusqu'au bout.

 

De heer Demon stelde een vraag over de opvang binnen de Europese Unie. Op dat vlak kan ik alleen maar zeggen dat een aantal landen van de Europese Unie reeds in heel veel opvang voorzien in de regio. België maakt daar deel van uit. Het probleem is evenwel tweeledig. Er zijn mensen die beter aan de Europese buitengrenzen reeds te horen zouden krijgen dat zij geen nood aan bescherming hebben waardoor het weinig zin heeft om nog verder te gaan. Daarnaast zijn er een aantal landen die wel de lusten van Europa willen, maar niet meteen de lasten van de opvang van vluchtelingen. Ik meen dat alle lidstaten ter zake hun verantwoordelijkheid moeten nemen.

 

Les collègues du PTB ne sont plus présents, c'est dommage. Ils parlaient de l'hypocrisie de l'Occident. Je voulais faire quelques blagues sur la Chine, mais ce n'est plus possible. Je pense que les collègues du PTB ont d'ailleurs quand même un ami aux États-Unis. Il habite dans la Silicon Valley et il s'appelle Mark Zuckerberg. Ah, vous voilà, monsieur Boukili. Vu que vous parliez de l'hypocrisie de l'Occident, je voulais savoir comment cela se passe en Chine et en même temps, si aux États-Unis, votre ami Mark Zuckerberg se tient bien.

 

Parallèlement, comme M. Demon l'a précisé, quelle lettre a-t-on envoyée au président de l'Afghanistan au moment, il y a bien longtemps, où ce dernier avait déclaré que les retours forcés étaient finis pour lui, qu'il n'y travaillait plus? Avec d'autres pays, on a répondu à cette lettre en disant qu'il y a une responsabilité internationale de reprendre ses citoyens. En même temps, cette lettre de deux pages précisait qu'il fallait renforcer l'accompagnement dans la région et les investissements, que l'Union européenne doit pousser au niveau international. Tout cela faisait partie de la lettre. Il faut comprendre la lettre dans son contexte. Effectivement, quand un président d'un pays précise que les retours forcés sont d'office refusés pour tout le monde, je ne suis pas d'accord. Il y a une responsabilité internationale pour tout le monde. Pour la Belgique, il s'agit aussi de respecter le droit international et le droit européen et de ne renvoyer personne dans une région où un danger existe.

 

Concernant les Afghans dans les centres fermés, ceux qu'on ne peut expulser, un centre fermé a bien entendu comme seule utilité de mener à un retour. Si ce n'est pas possible, ce n'est pas le cas. Par contre, pour ceux qui se situent dans une procédure Dublin et qui pourraient donc être renvoyés dans un autre pays européen, ce n'est pas le cas.

 

De heer Vandenput heeft mij ook vragen gesteld over het pleidooi op 31 augustus. Ik ga verder bouwen op het pleidooi dat ik twee maanden geleden al heb gehouden tegenover mijn collega's. Ik zei toen reeds dat er geen tijd is om lang te babbelen en weinig te doen. The time is now. We moeten nu vooruitgang boeken om te vermijden dat we met de problemen uit het verleden te maken krijgen. Een aantal landen zijn zelf al initiatieven aan het nemen, maar wij moeten onze buitengrenzen versterken en we moeten ondertussen ook rekening houden met het internationale en Europese recht. Via grensposten moeten wij kunnen controleren wie er binnenkomt en bescherming geven aan wie daaraan effectief nood heeft.

 

Ik zal dat pleidooi herhalen. Ik zal er opnieuw bij de collega's op aandringen tot wij er geraken. Het is immers de enige manier om er te geraken. Het is ook de enige manier om te vermijden dat wij in een andere wereld terechtkomen. Een wereld waarin wij vandaag vooral wijzen naar een aantal Oost-Europese landen, maar waar wij wel eens niet zo ver vanaf kunnen staan als wij niet in staat zijn te zorgen voor een gecontroleerde en georganiseerde migratiestroom.

 

Mijnheer Segers, u heeft verschillende vragen gesteld over humanitaire visa. Er is absoluut nood aan ondersteuning van de buurlanden. Ik meen dat ik samen met mijn collega Kitir moet bekijken op welke manier wij landen in de regio kunnen ondersteunen en dan vooral ook de internationale organisaties die daar op het terrein actief zijn. Op die manier kunnen wij vermijden wat wij in 2011 hebben meegemaakt. U hebt ter zake volledig gelijk. Ik dring hierop aan bij mijn Europese collega's. Ik zal in de Kamer en in de regering vermoedelijk een partner vinden in Vooruit om te zorgen voor voldoende middelen voor organisaties die op het terrein een verschil maken.

 

Monsieur De Smet, vous m'avez dit qu'il fallait être vigilant, mais généreux en même temps. M. De Smet n'est plus là non plus. C'est vrai, mais je voudrais dire que nous sommes les deux. Vigilants, nous le sommes dans les procédures utilisées. Généreux, nous le sommes depuis bien longtemps. Le problème est que parfois, nous sommes généreux envers des gens à qui, au final, nous donnons un cadeau empoisonné: le fait d'être dans une procédure qui dure, qui traîne pendant longtemps, pour que la réponse finale soit négative. Il faut tenir compte de cet élément.

 

Le dernier élément est la répartition. Je veux bien, mais je l'ai déjà dit: la Belgique prend ses responsabilités par rapport à d'autre pays européens, qui malheureusement ne les prennent pas. Il y a là un réel enjeu et nous essayerons de le mener à bien. La prochaine étape est le 31 août. Nous continuerons à travailler à ce pacte migratoire qui est tellement important pour avoir un autre modèle migratoire qui soit meilleur et éviter des problèmes dans le futur, mais surtout des drames humains, comme on en a connu auparavant.

 

Peter Buysrogge, voorzitter: Collega's, ik zal geen volledige ronde meer maken waarbij alle fracties aan het woord komen, maar als er collega's zijn die nog het woord wensen, dan zal ik dat zeker toelaten.

 

01.31  Theo Francken (N-VA): Er zijn heel lange antwoorden gegeven, maar niet zoveel cijfers. Ik zal dus nog heel wat schriftelijke vragen moeten indienen om daarop zicht te krijgen. Er is vanuit verschillende fracties gevraagd hoeveel er op die screening gebotst zijn en dus een negatief advies hebben gekregen en niet afgereisd zijn of hier onder toezicht zijn geplaatst. Daarop is geen antwoord gekomen. De screening gebeurt heel grondig, dus ik neem aan dat er toch wel mensen tegen de lamp zijn gelopen of tegengehouden zijn. Als dat niet het geval is, dan lijkt mij dat toch raar, op zo'n groot aantal.

 

Wat de categorie 4 betreft, zegt u dat dit geen prioriteit is. Hoeveel erkende vluchtelingen zijn er dan per vliegtuig naar ons land gekomen? U zegt dat het aan het CVGS is om eventueel de intrekking te doen. Als men bijvoorbeeld voor een huwelijksfeest of een begrafenis wil afreizen, dan kan dat, maar dan moet men dat op voorhand aan het CGVS melden. Hoeveel hebben er dat gedaan? Als men dat heeft gedaan, dan kan ik dat begrijpen, want dan is men safe. Kan dat worden toegelicht? Geef wat cijfers daarover, want we worden hier in het ongewisse gehouden.

 

Het kerngezin is categorie 1. Als ik het goed heb begrepen –°mijn excuses als dat niet het geval is, maar ik heb heel goed geluisterd naar uw antwoorden –, vallen broers en zussen en eventueel tantes, nonkels, grootmoeders en anderen onder categorie 4. Ja of neen? Hoeveel van die gezinnen in tweede rang, die dus niet tot het kerngezin behoren, zijn er geëvacueerd? Graag krijg ik de cijfers.

 

Ook op mijn vraag over de hervestiging heb ik geen antwoord gekregen. Ik heb de premier gevraagd of er een humanitaire luchtbrug vanuit Islamabad of een hervestiging komt. Het is alweer ruzie in de Europese Unie. U zegt dat 31 augustus belangrijk is en dat we een akkoord zullen proberen te bereiken over het New Pact on Migration and Asylum. Ik wens u veel succes in het huidige klimaat. Dat zal heel moeilijk zijn en ik geloof er ook niet in. Inhoudelijk kan dat triëren aan de buitengrens ook nooit lukken. Dat is gedoemd om te mislukken. We doen dat al jaren in hotspots. Na 18 maanden is een land dan toch verantwoordelijk, want iedereen reist door naar het Westen.

 

Ik heb van de premier geen antwoord gekregen op de vraag of België nog een hervestigingsoperatie, een humanitaire luchtbrug zal organiseren en, indien ja, voor hoeveel mensen. Mijnheer De Vriendt heeft daarop aangedrongen en alle linkse partijen zijn daarvan voorstander. Ik neem aan dat dit dan het regeringsstandpunt zal worden, zoals dat meestal gaat in zo'n regering. Ik heb geen antwoord gekregen op die vraag. Er zijn er nu 1.400 naar hier gekomen met het vliegtuig, maar ik denk dat heel veel mensen zich afvragen hoeveel er nog zullen komen.

 

Dat wil ik nog graag weten. U vindt nog heel veel. Graag toelichting hoeveel. Wat is het regeringsstandpunt? Er is discussie binnen Europa. Is dat ook zo binnen de regering? Wat is dan het standpunt?

 

Ten vierde, de EU-Turkijedeal. De heer De Vriendt heeft zijn gelijk gehaald: er komt geen uitbreiding van de Turkijedeal met Afghanistan. Er komt eerst een evaluatie. Mijnheer Mahdi, sorry, maar als u dat zegt - ik heb dat gelezen in De Standaard, ik heb dat gelezen op alle websites, u hebt daar actief voor gepleit – dan speelde u cavalier seul. Net zoals met uw brief over de terugkeer die zeker behouden moest blijven inzake Afghanistan, speelde u cavalier seul. U krijgt geen steun van Groen in uw regering. Hier ook niet en u verliest het pleit. Bij Afghanistan werd u ingehaald door de feiten, bijzonder pijnlijk, en hier werd u door de premier teruggefloten, dat heb ik heel goed gehoord.

 

Dan zegt u de Afghanen te zullen vrijlaten. Buiten Dublin zegt u dan dat Afghanen worden vrijgelaten uit de gesloten centra, heb ik begrepen, omdat er geen terugkeermogelijkheid is. Ik neem akte hiervan. Dit was de grote eis van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, daar zal men zeer tevreden zijn. Ik weet niet of iedereen tevreden is, zeker in Zeebrugge waar er zoveel transitmigranten met ook Afghanen zijn, waar nu niets meer mee gebeurt. De mensensmokkel heeft nu volledig de handen vrij voor haar operaties. Er wordt een recordaantal bootjes opgepikt in het Kanaal, richting Groot-Brittannië. Het zal alleen maar erger worden, want we gaan met de Afghanen niets meer kunnen doen. Zelfs bij het plegen van overlast kunnen we hen niet meer opsluiten, want het is maar heel zelden dat er een Dublintreffer is.

 

Dan kom ik tot de Belgen. U heeft mijn naam niet genoemd, maar inzake gezinshereniging voor een tolk en fikser zegt u dat u het gezin niet daar zult laten, dat vrouw en kinderen mogen meekomen met de mensen die jaren Defensie hebben geholpen. Ik ga daarmee akkoord. Geef hun maar een humanitair visum. Ze kunnen dan inderdaad een asielaanvraag indienen per hoofd, zelfs de kinderen. Mijn vraag gaat over de Belgen die ginder waren, ondanks het negatieve reisadvies sinds vijf jaar, ondanks de dringende oproep van mevrouw Wilmès en haar diensten om terug te keren vanaf 7 augustus. Hebben die familie meegenomen? Dat zou toch wel onwaarschijnlijk zijn! Zij gaan naar daar, zijn daar, komen niet terug, worden geëvacueerd in een peperdure evacuatieoperatie waarbij wij militaire levens riskeren. Als zij dan hun familieleden meebrengen zonder visum, wat dan met alle Afghanen die niet terugkeerden naar Afghanistan en die proberen gezinshereniging te realiseren, zonder dat dit lukt? Hoe cynisch kan het eigenlijk worden! Die mensen winnen langs alle kanten.

 

Ze hebben ook nog hun gezin mee, zonder dat zij de normale procedure moeten volgen. U krijgt hen niet teruggestuurd als het een neen is. Daarover gaat het. Hoeveel mannen en vrouwen die nog geen visum hadden, zijn er met die Belgen meegekomen? Dat zou ik wel eens willen weten. De schriftelijke vragen daarover komen er zeker aan.

 

Peter Buysrogge, voorzitter: Mijnheer Francken, u moet afronden.

 

01.32  Theo Francken (N-VA): Tot slot, ik hoorde de heer Demon verklaren dat de asielquota en de spreiding over Europa ingesteld zijn om de verdeeldheid binnen de Europese Unie te overstijgen. Ik viel van mijn stoel, want het verplicht asielquotum is net de bron van alle verdeeldheid, aangezien de Visegradgroep het er niet mee eens is. Er bestaat dus nog altijd naïviteit, zeker in de huidige meerderheid. Na alles wat we hebben meegemaakt, kan er zodoende nooit een structurele oplossing komen en dat betreur ik ten zeerste. In de komende maanden zullen we het debat zeker verder kunnen voeren.

 

01.33  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Namens onze fractie wil ik nog een korte repliek geven, met vooreerst een bedanking aan de ministers voor hun antwoorden. Het was geen gemakkelijke opdracht, want we hebben allen de chaos gezien rond de luchthaven, maar desondanks is België er toch in geslaagd om landgenoten en ook Afghanen te evacueren. Elke persoon die wij zo in veiligheid kunnen brengen, telt.

 

De premier heeft gezegd dat de evacuatie een morele opdracht was voor ons land, na onze betrokkenheid in Afghanistan. Onmiddellijk hierna rijst evenwel de vraag: wat met de vele Afghanen ter plaatse die moeten vrezen voor represailles van het talibanregime? Onze gedachten zijn bij hen, bij de mensenrechtenactivisten, journalisten, al wie opkomt voor vrouwenrechten, leden van de LGBTQ-gemeenschap, kortom, mensen voor wie de toekomst in Afghanistan zeer onzeker en potentieel zeer onveilig is.

 

Ik wil de minister van Buitenlandse Zaken ook danken voor haar antwoorden en voor de hulp die België zal blijven geven aan de Afghaanse bevolking, ook al is het een moeilijk evenwicht, zoals zij gezegd heeft.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik had ook enkele vragen specifiek omtrent asiel en migratie ingediend, want wij willen natuurlijk graag weten welke engagementen België aangaat om de vluchtelingen te helpen. U hebt zelf verwezen naar de aantallen Afghaanse vluchtelingen die nu reeds in Pakistan en Iran aanwezig zijn. Het is duidelijk dat er nood is aan hervestiging, aan een structureel hervestigingsbeleid. Dat zijn geen woorden van mij of mijn fractie, wel van Ursula von der Leyen. Ik heb de regeringsleden alvast horen zeggen dat België zijn fair share zal doen.

 

Ik had ook vragen over de opvangcapaciteit. Fedasil moet klaar zijn om de mensen die asiel willen aanvragen, op te vangen. Ik heb de regering horen zeggen dat er in ook bufferplaatsen voorzien zal worden, zoals in het regeerakkoord voorzien is. Dat is belangrijk, omdat wij geen nieuwe opvangcrisis willen, zoals we in het verleden hebben gezien. Die bufferplaatsen kunnen flexibel worden ingezet. Zo vermijden we een opvangcrisis, want dat tast het draagvlak voor een humaan asielbeleid aan.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik had ook een vraag over de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Het vertrouwen in de beslissingen van het CGVS is toch voor een stuk aangetast. We hebben gezien dat zelfs toen de taliban reeds in Kaboel zat, het Commissariaat nog beslissingen nam dat mensen moesten terugkeren, terwijl het duidelijk was dat een beslissingsstop op dat moment absoluut aan de orde was. Dat verdient toch een diepgaander debat, ook over de rol en de werking van het CGVS. Omdat u zelf vaak verwijst naar de onafhankelijkheid van hun beslissingen om er uw eigen beleid op te baseren, is het belangrijk dat we kunnen vertrouwen op de correctheid van die beslissingen van de administratie.

 

Ten slotte is er ook over de humanitaire visa al veel gezegd geweest. Zal u er gebruik van maken en hoe zal dat praktisch in zijn werk gaan? Welke criteria zal u hanteren voor de uitreiking van humanitaire visa aan Afghanen? Dat waren enkele vragen en bezorgdheden van onze fractie.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik heb tijdens uw betoog alvast een grote betrokkenheid gevoeld rond de noden die er zijn. We zetten graag het gesprek verder in de commissie, ik dank u.

 

01.34  André Flahaut (PS): Monsieur le président, je souhaiterais tout d'abord remercier les ministres qui ont répondu aux questions qui ont été posées.

 

Cela dit, je crois que nous sommes à un moment de transition, puisque nos commissions se réuniront encore durant ces prochains jours, ces prochaines semaines. Il y aura des commissions de suivi. Des réunions de commissions seront également demandées pour Haïti. En effet, d'autres problèmes se posent aujourd'hui.

 

Nous tirerons, bien entendu, les leçons de ce qui s'est passé. Mais il est important que nous puissions avoir des échanges avant et après la tenue des réunions au niveau européen et de l'OTAN.

 

01.35  Ellen Samyn (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, wij hebben het deze namiddag uitgebreid gehad over verschillende aspecten en gevolgen van de overname van Afghanistan door de taliban en over hoe het mogelijk is dat niemand deze situatie heeft zien aankomen. Het ging ook over het al dan niet laat op gang komen van de evacuatievluchten, het falen van en mogelijks de andere kant uitkijken van de inlichtingendiensten, en de opvang van vluchtelingen en een mogelijke migratiegolf in de toekomst. Mijn collega verwees er daarnet nog naar. U weet dat wij pleiten voor een humane opvang in de eigen regio. Het ging uiteraard ook over de burgerrechten in Afghanistan onder het talibanregime.

 

Ik wil even stilstaan bij dat laatste aspect. Er bestaan lijsten met mensen die het doelwit zouden zijn van represailles van de taliban. Een komiek werd de keel overgesneden. Activisten moeten voor hun leven vrezen. Het is inderdaad bijzonder verontrustend dat recht en orde voortaan volgens de sharia zullen worden geregeld.

 

Minister Wilmès, u gaf uitgebreid antwoord op de vraag hoe de regering in de toekomst haar verhouding ziet met het talibanregime. U zei dat de federale regering en de EU hun politieke relaties nog moeten bepalen. In het kader van die politieke verhoudingen zal worden gekeken naar de daden van de taliban. U had het ook over stokken achter de deur in de hoop dit politieke proces vanaf het begin te kunnen beïnvloeden in de juiste richting. Laten wij echter niet naïef zijn. Wij weten allemaal uit het verleden en op basis van wat zich momenteel afspeelt hoe de oude en de nieuwe taliban denken over burgerrechten en vrouwenrechten.

 

U kent ons standpunt over die mogelijke diplomatieke banden. Wat ons betreft, hoeven die politieke relaties niet meer te worden bepaald. Er kan simpelweg nooit met een dergelijk regime worden samengewerkt. Het is de verantwoordelijkheid van de federale regering om in de toekomst te oordelen hoe zij haar verhouding ziet met een streng islamitisch regime als dat in Afghanistan. Volgens ons kan dit immers niet als een normaal land worden beschouwd.

 

01.36  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, mijnheer Demon, u zegt dat wij ons moeten voorbereiden op een nieuwe vluchtelingenstroom en dat wij dat moeten doen door een draagvlak te creëren in Europa voor opvang. Dat is echter niet de manier waarop wij ons moeten voorbereiden op die nieuwe massamigratiestroom. Dat moeten wij doen door onze buitengrenzen, de buitengrenzen van Europa en desnoods zelfs de buitengrenzen van België en Vlaanderen, af te sluiten voor die massale illegale migratie.

 

Collega Ducarme zegt dat hij liever een paar dagen later vergadert – dat is een eufemisme – met de commissie als wij dan een regering hebben die haar werk doet. Beweert collega Ducarme dan dat de regeringen van landen die wel het nodige democratische en parlementaire debat hadden voor en tijdens die evacuaties vanuit Afghanistan, hun werk niet of slecht hebben gedaan? Of zegt hij dat wij in België eigenlijk niet in staat zijn om tegelijkertijd een goedwerkende regering en een goedwerkend Parlement te hebben? Dat zijn toch wel serieuze verwijten van de heer Ducarme, die helaas niet meer aanwezig is.

 

Collega Liekens, u vraagt zich af hoeveel vrouwen en meisjes nog zijn achtergebleven in Afghanistan. Het zijn er redelijk wat. Er zijn 39 miljoen Afghanen, dus ongeveer 20 miljoen Afghaanse vrouwen. Gaan wij die dan allemaal naar België halen, omdat ze in Afghanistan niet meer mogen studeren? En gaan wij dan hetzelfde doen voor alle vrouwen in al die andere strengislamitische landen? Ik denk dat het dan behoorlijk druk gaat worden in België en Vlaanderen.

 

Mijnheer Mahdi, dat one-for-oneprincipe met Turkije wordt natuurlijk eenzijdig niet toegepast door Turkije. Het is dus toch een beetje bizar dat u dat dan vermeldt.

 

U vergelijkt de migratiestroom die mogelijk op gang zal komen vanuit Afghanistan, met die vanuit Syrië. U spreekt dan over alle Syriërs die naar hier gekomen zijn. Die migratiegolf van enkele jaren geleden betrof natuurlijk niet hoofdzakelijk Syriërs, daar zaten mensen bij uit heel de wereld, van Eritrea tot Vietnam. Iedereen maakte gebruik van de chaos om massaal naar hier te komen, vooral dan naar West-Europa, vooral ook naar België. Die vergelijking is dus een klein beetje misplaatst.

 

Ik vraag mij natuurlijk ook af waarom er geen antwoord is gekomen op de screening, hoeveel er daarop gebotst zijn.

 

Zonet las ik een nieuwsbericht dat in Frankrijk reeds een man werd opgesloten die enkele dagen geleden werd uitgevlogen vanuit Kaboel. Die man werd nagetrokken en onder toezicht geplaatst vanwege banden met de taliban. Hij kreeg het verbod om de stad waar hij zich bevond, te verlaten. Hij deed dat toch en gelukkig hebben de Franse veiligheidsdiensten hem op tijd kunnen onderscheppen.

 

De realiteit is dat we van een groot deel van de Afghaanse migranten die naar ons land komen, hetzij via een evacuatievlucht, hetzij via mensensmokkelaars, geen flauw benul hebben wie ze precies zijn en met welke bedoelingen ze naar ons land komen. Zonder te zeggen dat alle Afghanen in ons land voor problemen zorgen, moeten we toch durven toe te geven dat het niet zelden Afghanen zijn die betrokken zijn bij geweld, binnen en buiten de asielcentra.

 

Het is goed dat we ons zorgen maken over de veiligheid en de levensomstandigheden van het Afghaanse volk, 7.000 kilometer hiervandaan, maar kunnen we ons dan ook alsjeblieft eens zorgen maken over de veiligheid en de levensomstandigheden van onze eigen mensen in Vlaanderen en Wallonië, die zwaar te lijden hebben onder die massamigratie, onder meer vanuit Afghanistan? Kunnen we eens denken aan de inwoners van de door overstromingen getroffen gemeenten, die totaal in de steek werden gelaten door de overheid, maar die nu wel Afghaanse vluchtelingen moeten opvangen? Kunnen we ook eens denken aan de 73-jarige Jos uit Peer, die tijdens een wandeling brutaal en zonder aanleiding werd vermoord? Kunnen we ook eens denken aan de verkrachting van een minderjarig meisje in Houthalen-Helchteren, of aan de bejaarde dementerende vrouw die werd verkracht in een woon-zorgcentrum in Genk, of aan de kapster uit Hasselt die werd vermoord, of aan het meisje uit Diepenbeek dat van haar fiets gesleurd en brutaal verkracht werd? Al die gruwelijke criminele feiten werden gepleegd door Afghanen, vaak asielzoekers, en ik zou zo nog uren kunnen doorgaan.

 

Wil dat nu zeggen dat alle Afghaanse migranten slechte mensen zijn? Absoluut niet. Wat het wél wil zeggen, is dat er iets fundamenteel fout is met het migratiebeleid van de afgelopen tientallen jaren, als we vaststellen dat er zoveel mensen met slechte bedoelingen in die migratiestroom zitten.

 

We moeten geen mensen stigmatiseren, maar we moeten wel eindelijk de realiteit onder ogen zien. Massamigratie ontwricht onze samenleving. Het maakt ons land onveilig. Het belast onze veiligheidsdiensten en ons gerechtelijk apparaat. Het doet het niveau in onze scholen dalen en onze steden verloederen. Belgen en tolken hierheen halen, ja, maar nog eens tienduizenden illegale migranten toelaten met als excuus dat de taliban de macht hebben overgenomen in Afghanistan, daarop zeggen wij volmondig nee. Ons land is vol.

 

01.37  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, je remercie à nouveau Mmes les ministres, M. le premier ministre, M. le secrétaire d'État pour avoir une fois de plus répondu aux questions que nous nous posions. Je partage évidemment l'analyse selon laquelle nous devrons encore à l'avenir, certainement en commission de suivi des opérations militaires, refaire le point sur ce qu'il restera encore à faire. Nous devrons également avoir un débat en commission des Relations extérieures, sur les suites réservées et je ne peux qu'appeler de mes vœux que cette concertation se fasse de manière coordonnée au niveau de l'Union européenne et avec nos partenaires Outre-Atlantique. Il importe, en effet, dans ce type de dossier, de pouvoir parler d'une seule et même voix.

 

J'adresserai une petite remarque au secrétaire d'État, qui a défendu avec vigueur sa position quant au dossier relatif à l'accueil à Spa. Je tenais juste, monsieur le secrétaire d'État, non pas à vous attaquer, mais à mettre en lumière la nécessité – et je relaye ici une réelle inquiétude – d'une meilleure coordination lorsque des situations exigent la prise de décisions urgentes.

 

Peter Buysrogge, voorzitter: Dan heb ik nog een tussenkomst van collega Boukili.

 

01.38  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, je vous remercie. J'ai entendu la réponse de M. le secrétaire d'État. Il a parlé de M. Zuckerberg, de la Chine, je ne vois pas le rapport quand on parle d'hypocrisie.

 

Je vais vous dire, monsieur le secrétaire d'État ce qui est hypocrite dans cette histoire. Aujourd'hui, nous avons eu un débat et personne dans cette assemblée n'a exprimé le fait que la guerre en Afghanistan était une bonne ou une mauvaise idée.

 

On débat sur la manière dont cela prend fin, mais c'était voué à l'échec dès le départ. Comme toutes les guerres qui ont été menées par les États-Unis et par l'Occident. Regardez la Libye, l'Iraq, la Syrie! C'était voué à l'échec dès le départ. Il n'y a aucune remise en question de ce fait. On va bombarder des gens et on ne se remet pas en question. Ça, c'est hypocrite. C'est comme si on disait: voilà c'est fini, maintenant on passe à autre chose.

 

Ce qui est aussi hypocrite, c'est lorsque l'on parle de la crise des réfugiés et de la crise de l'accueil, on en parle comme si nous étions les bons samaritains essayant d'apporter des solutions. Or, on est le cœur du problème! S'il y a des réfugiés libyens, syriens et afghans aujourd'hui, c'est parce qu'on a bombardé leurs pays là-bas. On parle ici d'un politique d'accueil humaine! Est-ce humain de bombarder, de faire la guerre à des peuples? Ça, ce n'est pas humain et ça, c'est hypocrite. Voilà ce que j'entends par hypocrisie, monsieur le secrétaire d'État. Quand vous venez avec des éléments qui n'ont aucun rapport avec le sujet, je me demande s'il y a des arguments de fond pour répondre aux éléments que je viens d'avancer. Et là, j'ai l'impression que l'on essaye d'éviter ce débat. C'est ça le gros problème.

 

Aujourd'hui, le problème et la menace principale de la stabilité et de la paix dans le monde, c'est l'interventionnisme américain soutenu à 100 % par les pays européens et par la Belgique et l'alliance des pays de l'OTAN. Et à ça vous n'avez pas de réponse. Et c'est cela que j'appelle "hypocrite".

 

Peter Buysrogge, voorzitter: We zijn aan het einde van deze commissie gekomen. Ik wens de regeringsleden te bedanken voor hun inbreng en ik bedank de collega's voor het interessante debat. Ongetwijfeld zal het debat verder worden gevoerd in de verschillende commissies. Eventueel organiseren we nog eens een gezamenlijke commissie in de maand september.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.34 uur.

La réunion publique de commission est levée à 18 h 34.