Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 21 septembre 2021 Après-midi ______ |
van Dinsdag 21 september 2021 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.33 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 33 et présidée par M. Christian Leysen.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Le président: Madame la ministre, pour moi c'est une primeur. Vous savez que nous sommes tous concernés par le climat. En tant qu'entrepreneur, il m'importe de ne pas voir proposés uniquement des slogans, mais aussi des solutions et non pas seulement des signaux d'alerte, mais aussi de l'action. Je compte sur vous et suis curieux d'entendre les questions et surtout leurs réponses.
01 Vraag van Wouter Raskin aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De concrete voorstellen van de regering om de CO2-uitstoot te verminderen" (55020041C)
01 Question de Wouter Raskin à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les propositions concrètes du gouvernement pour réduire les émissions de CO2" (55020041C)
01.01 Zakia Khattabi, ministre: Monsieur le président, je me réjouis de la collaboration que j'entretiendrai avec vous ainsi qu'avec les membres de la commission. Je vous souhaite une année fructueuse.
01.02 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, weldra gaat de klimaattop COP26 van start in Glasgow. Op die top wil de federale regering een reeks concrete maatregelen kunnen voorleggen om de uitstoot van CO2 terug te dringen. In een interview in L'Echo liet uw partijvoorzitter onlangs verstaan dat de vertaling van de klimaatdoelstellingen in concrete maatregelen een van de prioriteiten is waarmee de regering na het zomerreces – nu dus – aan de slag moet. U zou zelf een akkoord hebben dat alle ministers tegen 30 september – en dat is niet meer zo lang – hun voorstellen op tafel moeten leggen.
Ik heb twee korte vragen. Welke regeringsleden hebben hun voorstellen al met u gedeeld en wat houden die in?
01.03 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Raskin, met het oog op de klimaattop van Glasgow hebben de politieke verantwoordelijken van de verschillende Gewesten en de federale staat zich in de Nationale Klimaatcommissie geëngageerd om voor deze top tot een politiek akkoord te komen betreffende de verdeling van de inspanningen en baten van de Belgische internationale klimaatverplichtingen. Vanuit federale zijde wensen wij ons zeer coöperatief op te stellen om dit voornemen realiteit te laten worden en nemen we alle initiatieven om hiertoe bij te dragen.
Een eerste stap hierin is natuurlijk het uitvoeren van de federale ambities zoals opgenomen in het Nationaal Energie- en Klimaatplan, de aangekondigde acties in het regeerakkoord, de algemene beleidsnota en de beleidsverklaringen, alsook het uitwerken van een coherente reeks adaptatiemaatregelen. Hiertoe heb ik op 2 april de bevestiging gekregen van de ministerraad dat alle leden van deze regering zich ertoe verbinden om de federale klimaatbeleidslijnen en -maatregelen in te voeren. Daarnaast zullen de bevoegde ministers met hun administraties roadmaps opstellen die het proces beschrijven van de implementatie, met een gedetailleerde planning van de vereiste acties, de verantwoordelijke overheidsdiensten, instellingen of bedrijven, een tijdschema voor de implementatie met de tussenstappen, een voorstel van opvolgingsindicatoren en, indien van toepassing, de budgettaire impact.
Ik ben dan ook verheugd te constateren dat mijn oproep tot een collegiale inspanning brede weerklank heeft gekregen onder alle betrokken ministers en administraties. De verschillende roadmaps worden as we speak besproken door de diverse beleidscellen. We hopen tegen het einde van deze maand of begin volgende maand een reeks knopen hierover te mogen doorhakken binnen de regering.
Het operationaliseren van reeds geformuleerde engagementen is essentieel, maar onvoldoende. Om ervoor te zorgen dat de Europese emissies minstens 35 % lager liggen in 2030 dan in 1990, zal de Europese Unie haar reductie-inspanningen min of meer moeten verdubbelen op minder dan tien jaar. De federale regering steunt deze Europese ambitie resoluut en zal met het oog daarop de bijkomende maatregelen treffen waarvoor ze bevoegd is.
In dit kader nodig ik de leden van deze commissie graag uit voor de Fit for 55-conferentie. Dit evenement dat op woensdag 6 oktober wordt georganiseerd door mijn administratie zal focussen op dit pakket en voorstellen van de Europese Commissie, waarbij ruimte is om kennis te nemen van de initiële appreciaties van de verschillende betrokkenen. Er wordt ook tijd voorzien voor thematische discussiegroepen. Ik hoop u daar te mogen ontmoeten.
Ik antwoord hiermee niet op uw vraag over wie een roadmap heeft ingediend.
Ik werk met mijn collega's van Energie, Mobiliteit en Fiscaliteit en ook
Gezondheid, waar ons aanpassingsplan ook aandacht aan besteedt. Binnen de twee
weken zal ik u meer precieze informatie kunnen geven, we zijn nog volop aan het
onderhandelen.
01.04 Wouter Raskin (N-VA): Zoals u zelf zegt, geeft u een vaag antwoord. À la bonne heure, er zal volgens u binnen de twee weken meer nieuws zijn, ik hoop er dan ook op.
U zegt dat de huidige engagementen niet volstaan en dat er bijkomende maatregelen zullen getroffen worden. Ik kijk uit naar wat er komt.
Via de pers heb ik vernomen dat u voorzitster wordt van een van die thematische werkgroepen die de premier heeft aangekondigd als herstart- en transitieplan, omdat de Vivaldi-regering ook toe is aan een nieuwe adem, aan meer zuurstof. Ik vind het alvast mooi dat de eerste minister zelf beseft dat jullie toe zijn aan nieuwe zuurstof.
U geeft ook aan dat u binnen de twee weken concreet nieuws zal brengen. Ik kijk ernaar uit en we zullen het zeker opvolgen.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De stand van zaken rond het in oktober 2021 wereldwijd te bereiken Biodiversiteitsakkoord" (55020174C)
- Mélissa Hanus aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De voorbereidende werkzaamheden voor de COP 15" (55020828C)
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De EU-natuurherstelwet als onderdeel van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030" (55020175C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'état d'avancement de l'accord mondial pour la biodiversité qui doit être atteint en octobre 2021" (55020174C)
- Mélissa Hanus à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les préparatifs de la COP 15" (55020828C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La loi de l'UE sur la restauration de la nature comme élément de sa stratégie de biodiversité 2030" (55020175C)
De voorzitter: Mijnheer Ravyts, ik stel voor dat u meteen uw twee vragen stelt, waarna mevrouw Hanus kan aansluiten.
02.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, Kunming in China is het toneel van de volgende biodiversiteitstop van de VN, de COP 15, die tussen 11 en 15 oktober 2021 digitaal doorgaat, gevolgd door een fysieke bijeenkomst volgend jaar. België en de Europese Unie hebben de ambitie om op deze top een wereldwijd kader te definiëren dat tegen 2050 alle ecosystemen ter wereld effectief zal herstellen, beschermen en veerkrachtig maken. Eén element daarvan is het initiatief 30x30 voor de oceanen. België is wat dat betreft vrij prominent aanwezig op het internationale forum.
Het is de bedoeling om de deelnemende landen in oktober 2021 een verklaring wereldkundig te laten maken waarin de doelstelling zou worden verankerd om in 2030 minimaal 30 % van de aarde te beschermen. Het Nature Map Consortium stelt nu echter voor om niet per land te werken maar om gebieden aan te wijzen die mondiaal van belang zijn voor zowel het tegengaan van biodiversiteitsverlies als voor het opvangen van de klimaatverandering. Men pakt uit met een kaart waarop deze prioritaire gebieden voor biodiversiteit worden gemarkeerd, met oog voor een combinatie van biodiversiteit en het vasthouden van koolstof. Samengevat wil men dus klimaatbeleid en soortenbescherming meer op elkaar afstemmen.
Op 12 juli 2021 werd het eerste ontwerp van het Biodiversiteitsakkoord voor Kunming met 21 globale doelstellingen bekendgemaakt. Deze zomer zou daar verder over onderhandeld worden. Mevrouw de minister, kan u enige toelichting geven over de onderhandelingen over de ontwerptekst? Wat was de Belgische bijdrage?
Hoe beoordeelt België het voorstel om gebieden te markeren die mondiaal van belang zijn en waarin biodiversiteit wordt gecombineerd met klimaatbeleid?
Mijn tweede vraag gaat over de EU-natuurherstelwet, een cruciaal onderdeel van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030.
De Raad van de EU heeft op 23 oktober 2020 de conclusies inzake de biodiversiteitsstrategie voor 2030 aanvaard. De Raad steunt de doelstellingen, maar onderstreepte dat het nieuwe Europese governancekader voor biodiversiteit moet stroken met het subsidiariteitsbeginsel en dat alle voorstellen in samenwerking met de lidstaten moeten worden opgesteld en uitgewerkt.
De EU-natuurherstelwet is een van de belangrijke instrumenten. Naar aanleiding van de recente overstromingsproblematiek in België vragen natuurorganisaties een ambitieuzere wet met juridisch bindende hersteldoelen voor onder meer uiterwaarden, natte gebieden en alle soorten ecosystemen die bijdragen aan het vasthouden en opslaan van water. De EU werkt momenteel al aan een impactassessment inzake de EU-natuurherstelwet. De inspraakprocedure werd beëindigd op 5 april. Daarna volgde dus het impactassessment, dat misschien al is afgelopen.
Welke was de insteek van de federale overheid met betrekking tot het impactassessment inzake de komende EU-natuurherstelwet of kwam de insteek louter van de Gewesten, aangezien heel wat bevoegdheden ter zake, zo niet allemaal, gewestelijk zijn?
02.02 Mélissa Hanus (PS): "Madame
la Ministre,
Du 11 au 24 octobre 2021, se tiendra la 15e
Conférence des Parties à la Convention sur la Diversité Biologique (COP 15) à
Kunming en Chine, une conférence lors de laquelle seront analysés les résultats
du plan stratégique pour la diversité biologique 2011-2020 des Parties.
Ajoutons à cela que cette Conférence verra être élaboré le cadre mondial de
protection de la biodiversité post 2020.
La crise que connaît la biodiversité à
l'échelle mondiale – dont celle de la
COVID-19 constitue un triste reflet – rend aujourd'hui plus que
nécessaire la prise de décisions de grande ampleur, témoignant d'une prise en
considération réelle des maux que subissent la faune et la flore de notre
planète.
Madame la Ministre, mes questions sont les
suivantes :
1. Pouvons-nous avoir votre retour sur les
acquis obtenus par le biais de la mise en place du Plan stratégique pour la
biodiversité biologique 2011-2020 ? Plus précisément, pouvons-nous avoir votre
retour sur la réalisation des objectifs nationaux prévus par ce plan ?
2. Dans votre note de politique générale,
Madame la Ministre, vous indiquiez que « la Belgique jouera son rôle pour
négocier un cadre global ambitieux et pour dégager des solutions qui répondent
aux questions qui se posent d'un bout à l'autre de la planète, plus
particulièrement en matière de protection et de restauration de la
biodiversité, ainsi que de l'utilisation durable des matières premières ». De
plus, vous y mentionniez votre projet d'exprimer cette ambition au sein de la
Direction générale Affaires européennes et Coordination (DGE) lors des
préparatifs de la COP15. Pouvons-nous obtenir de plus amples informations à ce
propos ?
3. Enfin, vous indiquiez votre volonté de
proposer « rapidement un projet de loi et d'arrêté royal afin de garantir le
partage juste des avantages découlant de l'utilisation des ressources ».
Pouvons-nous être informés à ce propos ?"
02.03 Minister Zakia Khattabi: Van 23 augustus tot en met 3 september vond het eerste deel van de derde sessie van de Open-ended Working Group plaats. Deze formele sessie ging integraal virtueel door en boog zich over het eerste ontwerp van het post-2020 mondiaal biodiversiteitskader.
Aangezien de EU op internationale leefmilieufora met een stem spreekt, stond de zomer dan ook in het teken van intense onderhandelingen hieromtrent op Europees niveau. België heeft hieraan heel intensief deelgenomen met de bedoeling om het ambitieniveau zo hoog mogelijk te krijgen en tevens te waken over de procedurele aspecten, in het bijzonder gezien de uitzonderlijke omstandigheden waarin deze onderhandelingen zich nog steeds afspelen.
De internationale onderhandelingen verliepen, onder meer door deze omstandigheden, zeer moeizaam en vergden opnieuw veel van de onderhandelaars gezien de enorme tijdsverschillen en technische beperkingen.
De onderhandelingen worden hervat in januari 2022, wanneer zowel het tweede deel van de Open-ended Working Group als de subsidiaire organen van de Conventie inzake biologische diversiteit in principe fysiek zullen plaatsvinden in Genève. Dit is de laatste grote onderhandelingstap in de aanloop naar de CBD COP15 in Kunming China eind april en begin mei 2022.
Le travail intersessionnel à la fois au niveau belge et européen en vue de la préparation de ces négociations qui auront lieu au mois de janvier 2022 reprendront la semaine prochaine. De nombreuses propositions ont été formulées à l'occasion de la première partie de la 3ème session de l'Open Working Group par et grâce à l'implication active d'un large éventail de parties prenantes allant des ONG à d'autres conventions et instituts, des Nations Unies jusqu'au secteur privé en passant par le monde académique, les femmes, les jeunes et les populations autochtones et locales.
Ces différentes contributions sont particulièrement appréciées tant par la Belgique que par l'Union européenne (UE) et sont prises en compte dans le processus de prises de position à l'un et l'autre niveaux qui reprendra son cours dans le courant de la semaine prochaine, comme dit précédemment.
L'approche énergique des différentes crises mondiales constitue un des fers de lance tant de la position belge que de la position européenne dans les négociations environnementales et internationales dans la mesure où ces crises requièrent de s'y atteler conjointement et de manière urgente non seulement au vu de leurs problématiques mais aussi des solutions à apporter.
Wat uw tweede vraag betreft, mijnheer Ravyts, er was geen gecoördineerde nationale reactie op de openbare raadpleging van de Europese Commissie inzake de Europese beleidsinitiatieven inzake biodiversiteit.
De federale overheid heeft daarom uit eigen naam feedback gegeven over de implementatie van de biodiversiteitstrategie voor 2020, om zodoende deze ervaring te kunnen meenemen bij de uitvoering van de strategie 2020-2030 met inbegrip van juridisch bindende doelstellingen voor het natuurherstel.
De federale overheid heeft op de openbare raadpleging gereageerd met het oog op ambitieuze bindende doelstellingen die in overeenstemming zijn met de voorbeeldfunctie die zij op het gebied van biodiversiteit wil vervullen.
Wij willen een concrete bijdrage leveren aan deze hersteldoelstellingen met onze infrastructuur en onze terreinen, in samenwerking met de regio's, om de connectiviteit van het ecologische netwerk te verzekeren, en ook om de voordelen van het herstel te maximaliseren.
Bovendien is het herstel van mariene ecosystemen een sleutelelement voor de federale overheid, ook in de context van de Blue Leaders. Dit is afhankelijk van het herstel van andere territorium- en riviergebonden ecosystemen.
Om deze ambitieuze hersteldoelstellingen in België te bereiken, is het dan ook belangrijk te zorgen voor een alomvattend herstel.
02.04 Kurt Ravyts (VB): Dank u wel, mevrouw de minister.
De rode draad is natuurlijk het hoge ambitieniveau inzake biodiversiteit waarvan de Belgische regering blijk wil geven. Ik begrijp dat mijn vraag nog een beetje te vroeg komt en dat de onderhandelingen volgende week blijkbaar worden voortgezet, om dan in een finaal stadium te komen.
Ik hoop dat wij in deze commissie in aanloop van de definitieve teksten daar toch ook wat aandacht aan zullen kunnen besteden, los van de sessies met mondelinge vragen, gelet op het feit dat er een belangrijke resolutie inzake biodiversiteit is ingediend door onze collega van Ecolo. Die moest heel vlug behandeld worden. Goed, dan houden wij eraan ook het vervolg te bestuderen.
Ik merk ook op dat inzake de Europese Natuurherstelwet, en vooral wat het federale gedeelte betreft, het mariene ecosysteem een belangrijke rol speelt.
02.05 Mélissa Hanus (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre présentation et les réponses que vous nous apportez ce jour. Effectivement, lors de cette législature, dans cette même commission, nous avons déjà eu ici des travaux importants sur des textes qui traitent de la question de la biodiversité. Je mentionnerai également un texte actuellement en cours de travail que je porte personnellement et qui fait le lien entre la préservation de la biodiversité et l'émergence de pandémies. Je tenais à le porter à votre connaissance.
Het incident is gesloten.
- Séverine de Laveleye à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le dernier rapport du GIEC" (55020250C)
- Kim Buyst à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le sixième rapport du GIEC" (55020352C)
- Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le sixième rapport du GIEC" (55020795C)
- Séverine de Laveleye aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het jongste verslag van het IPCC" (55020250C)
- Kim Buyst aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het zesde IPCC-rapport" (55020352C)
- Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het zesde rapport van het IPCC" (55020795C)
Le président: Je fais une petite parenthèse pour signaler que, si nous avons eu les jeux olympiques à Anvers en 1950, c'est grâce à un ancêtre qui était le premier président de la Fédération de football et le premier président du Comité olympique belge.
03.01 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Merci, monsieur Leysen, pour le petit cours d'histoire de la famille de Laveleye.
Madame la ministre, nous sortons d'un été absolument catastrophique. Nous avons eu des inondations meurtrières, tout comme en Allemagne et ailleurs. Nous avons connu le mois de juillet le plus chaud jamais enregistré et des incendies se sont déclarés en nombre tant en Europe que sur d'autres continents. Il s'agit d'un nouvel appel de notre planète à nous rappeler l'urgence absolue dans laquelle nous sommes aujourd'hui.
Au milieu de cet été complètement chaotique, le 9
août, le GIEC a publié la première partie de son sixième rapport. La suite sera
publiée dans quelques mois.
Le rapport présente une mise à jour significative par
rapport au précédent, datant de 2014, notamment sur les trois dimensions
suivantes. Tout d’abord, la responsabilité humaine du réchauffement ne fait
plus aucun doute. Si on le savait déjà, les scientifiques ont pu mettre la
dernière main pour souligner cette responsabilité incontournable de l'être
humain dans son activité sur le climat. Par ailleurs, le réchauffement est en
cours, et ce partout sur la planète, impactant déjà toutes les régions
(certaines bien entendu plus que d’autres). Plus aucun doute n'est permis en la
matière. Le seuil de 1,5°C, que l'on s'était collectivement promis de ne pas
dépasser, se rapproche inexorablement.
Le GIEC propose cinq scénarios, et selon seulement
deux d’entre eux, la température planétaire ne dépassera pas le 1,5°C au cours
du XXIe siècle, scénarios prévoyant une réduction drastique des
émissions de CO2 et autres gaz à effet de serre.
En bref, même s'il n’y a pas de découverte majeure
dans ce rapport, les nouvelles sont mauvaises, et la réponse politique
(notamment lors de la COP 26) doit-être à la hauteur. Nous n’avons pas le
choix.
Madame la
ministre, à la suite de la première partie de ce rapport alarmant, quels sont
les enseignements qu’en tire le gouvernement? Quels sont les impacts à court
terme de ce rapport sur les engagements et les mesures pris par le gouvernement
jusqu’ici? Comment ce rapport influencera-t-il la préparation nationale en vue
de la COP 26?
03.02 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn collega heeft het beeld van de voorbije zomer al geschetst. Voor wie nog twijfelde of de klimaatopwarming aan de gang is, heeft het IPCC-rapport dat in augustus al deels werd voorgesteld, ons met de neus op de feiten gedrukt. Het is code rood van de mensheid en het is duidelijk dat het de mens is die de aarde, de oceanen en de atmosfeer doet opwarmen.
De gevolgen laten zich nu al voelen, sneller dan verwacht. De opwarming gaat ook sneller dan tien jaar geleden werd voorspeld. Eerlijk gezegd, dat rapport deed me even naar adem happen, net als de beelden van deze zomer. Anderzijds zal stilstaan en panikeren ons niet helpen in deze situatie. Het is dus aan onze generatie om te handelen. Ik hoorde het de voorzitter bij zijn inleiding ook al zeggen: het is heel belangrijk om niet alleen beloftes te doen, maar ook om te handelen.
De klimaattop in Glasgow is het moment dat de wereld moet grijpen om vooruitgang te boeken en om verder te kijken dan wat haalbaar en betaalbaar is. Overspoeld worden door nog meer natuurgeweld, zal immers ook niet haalbaar en betaalbaar zijn.
Welke lessen trekt de regering uit dat klimaatrapport? Hoe verloopt de Belgische voorbereiding op de klimaattop? Heeft het klimaatrapport gevolgen voor onze voorbereiding?
03.03 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, on l'a dit et je le répète: le 6 août 2021, le groupe d'experts intergouvernemental sur l'évolution du climat, le GIEC, a publié son sixième rapport d'évaluation Climate Change 2021: the Physical Science Basis. Les prévisions qu'il contient sont pour le moins catastrophiques: augmentation de la température de 1,5°C d'ici 2030, réchauffement des océans, fonte des glaciers, hausse du niveau des océans ou encore augmentation des phénomènes météorologiques extrêmes. Les conclusions du rapport du GIEC sont alarmantes, voire terrifiantes.
Madame la ministre, mes questions sont les suivantes. Pouvons-nous obtenir vos retours sur les conclusions de ce rapport? D'autre part, du 1er au 12 novembre 2021 se tiendra la 26e Conférence des parties des Nations Unies sur le changement climatique, la COP26, à Glasgow. Pouvons-nous être informés de l'influence du rapport du GIEC sur les ambitions qui y seront défendues par notre pays? D'avance, madame la ministre, je vous remercie pour vos éléments de réponse.
03.04 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, het eerste deel van het zesde evaluatierapport van het IPCC is inderdaad alarmerend en wijst ondubbelzinnig op de urgentie van de maatregelen die moeten worden getroffen om de temperatuurstijging te beperken en de meest schadelijke gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen.
In België moeten wij net als elders op twee fronten tegelijk strijd leveren, met name op het vlak van mitigatie, door onze uitstoot van broeikasgassen drastisch te beperken, en op het vlak van adaptatie, om onze samenleving beter bestand te maken tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde.
Sur le front de l'atténuation, le gouvernement a pris – je l'ai déjà dit à plusieurs reprises –, en avril dernier, une décision importante qui engage l'ensemble du gouvernement et des services fédéraux concernés à mettre pleinement en œuvre les politiques et mesures annoncées dans la contribution fédérale au Plan national Énergie-Climat et à en assurer l'évaluation annuelle.
Dans le cadre de cette décision, chaque ministre concerné a établi des feuilles de route précisant la nature exacte des mesures prévues et leur planification ainsi que les indicateurs et méthodologies de suivi. Les projets de ces feuilles de route ont été introduits au début de l'été et une version plus aboutie sera présentée au Conseil des ministres très prochainement. Ceci marquera le début du cycle annuel de monitoring et d'évaluation des progrès dans la mise en œuvre des différentes mesures. Chaque année, un rapport de synthèse faisant état de l'avancement de cette mise en œuvre sera rédigé par le gouvernement et transmis au Parlement.
Wij weten echter dat de maatregelen die in het kader van het NEKP zijn ontwikkeld niet zullen volstaan om de verhoogde doelstellingen van België te bereiken, na de versterking van de klimaatambities op het Europese niveau. Ik verwijs naar de doelstelling om de uitstoot te verminderen tot –55 % in 2030 ten opzichte van 1990.
De regering werkt al aan een aanvullend pakket maatregelen in het kader van de herziening van het NEKP, waarvan een eerste ontwerp in juni 2023 aan de Europese Commissie moet worden voorgelegd en de definitieve versie een jaar later. De contouren van dat pakket worden momenteel uitgewerkt en zullen in de nabije toekomst ook door de ministerraad worden vastgesteld. We zijn ook actief op het adaptatiefront, met de oprichting, in juli jongstleden, van een federale adaptatietaskforce, die belast is met de ontwikkeling van een samenhangend geheel van adaptatiemaatregelen op de vele relevante gebieden die onder de federale bevoegdheid vallen.
Die werkzaamheden zijn aan de gang en moeten in de komende maanden resulteren in een ontwerp waarover in het eerste kwartaal van 2022 een openbare raadpleging zal worden gehouden, waarna het ontwerp medio 2022 zal worden afgerond en ter goedkeuring aan de regering zal worden voorgelegd.
Pour le reste, je peux vous dire que les préparatifs de la participation belge à la COP26 se déroulent de manière aussi satisfaisante que possible dans le contexte d'une crise sanitaire mondiale. Comme vous le savez, l'Union européenne parle d'une seule voix dans les négociations multilatérales sur le climat. Le mandat de négociation européen sera finalisé lors du Conseil Environnement du 6 octobre prochain. La Belgique participe activement aux travaux préparatoires et, comme vous le savez, c'est la Wallonie qui occupe le siège pour la Belgique.
Madame de Laveleye, vous l'avez dit, le rapport du GIEC décrit avec plus de certitude et de détails l'ampleur sans précédent des changements du système climatique causés par l'activité humaine. Le secrétaire général des Nations unies l'a d'ailleurs qualifié de "code rouge pour l'humanité".
Het is dus ook logisch dat de publicatie van dit rapport mij en heel de Belgische onderhandelingsdelegatie op de COP26 extra motiveert om er een multilaterale mijlpaal van klimaatambitie van te maken. Alle landen ter wereld moeten hun ambitieniveau op korte en lange termijn opschalen, zodat we de 1,5 °C-doelstelling binnen bereik kunnen houden.
03.05 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je pense qu'il n'y a pas le moindre doute sur le fait que, sous votre impulsion, notre gouvernement travaille. Cela fera bientôt un an que vous êtes là et, en matière de gouvernance, la situation est radicalement différente: désormais, chaque ministre devient en quelque sorte ministre du Climat et s'engage au travers de feuilles de route claires, et on comprend que cela prenne du temps.
Franchement, ce serait de l'antipolitisme de bas étage de penser que ce n'est pas un travail compliqué pour vous et vos collègues du gouvernement d'aboutir à des décisions ambitieuses afin d'atteindre les objectifs de réduction de 55 % des gaz à effet de serre d'ici 2030. Néanmoins, je pense qu'il est nécessaire que nous ayons des espaces pour crier notre…
03.06 Zakia Khattabi, ministre: Je ne vous fais aucun reproche, je m'excuse de ne pas pouvoir vous apporter de réponse concrète.
03.07 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Nous sommes des parlementaires et représentons les personnes qui sont à l'extérieur, qui ont tellement peur et qui sont en colère. Les choses n'avancent pas assez vite et les décisions politiques sont extrêmement lentes. Une fois encore, je comprends que cette nouvelle gouvernance prenne du temps, mais chaque mois qui passe est un mois perdu. Des personnes meurent déjà du changement climatique, et il faut absolument que cette COP26 soit un succès.
À cet égard, l'attente du public belge est énorme. Le 10 octobre se tiendra dans les rues de Bruxelles une manifestation que j'espère massive. En tout cas, nous y serons, afin de vous rappeler que la population attend de vous et de votre gouvernement, mais aussi des gouvernements des Régions, que vous soyez à la hauteur de la crise du 21e siècle à laquelle nous sommes confrontés. Vous avez bien évidemment notre confiance et notre soutien, mais chaque heure compte, et nous attendons des résultats très vite, dans les semaines qui viennent. Je vous remercie.
03.08 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, u zei het bij het begin al dat het heel belangrijke maanden worden, omdat we voor de belangrijkste uitdaging staan, namelijk die van de klimaatverandering. Als beleidsmakers hebben we de plicht voortdurend te evalueren of we wel voldoende doen om de klimaatopwarming onder 1,5°C te houden. Ik ben alvast blij over uw standpunt dat België op het internationale en Europese forum een proactieve rol moet spelen.
De klimaattop van Glasgow is de plaats bij uitstek om ambitieuze internationale en Europese klimaatdoelstellingen voorop te stellen. Het is genoegzaam bekend dat de huidige inspanningen ontoereikend zijn; wij moeten dus onze ambities verhogen.
Voor de Ecolo-Groenfractie moet er in dat debat veel aandacht gaan naar een sociaal rechtvaardige relance. Het stemt mij bijgevolg erg tevreden dat u op 2 april uw collega-ministers de opdracht hebt gegeven om te reflecteren over concrete stappen in hun bevoegdheidsdomein. Er is immers in heel wat domeinen nog zoveel nodig en mogelijk.
Samenwerken is het
sleutelwoord voor de aanpak van de klimaatverandering. U doet dat al in de
federale regering. Hopelijk komt u in ons land niet alleen te staan en nemen
alle regio's met de Vlaamse, Waalse en Brusselse regeringen, net zoals de
federale regering, hun verantwoordelijkheid door te kiezen voor innovatie en de
gezondheid van hun burgers. Klimaat mag geen excuus zijn om partijpolitieke
spelletjes te spelen, maar moet onderwerp zijn van echte bezorgdheid, die
aanzet tot handelen.
03.09 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos éléments de réponse et les perspectives qui nous sont données et, à ce titre, je vais jouer un rôle de bienveillance attentive et vigilante.
Vous faites mention de l'urgence des mesures à prendre en considération, avec un combat à mener sur deux fronts: d'une part, la réduction des gaz à effets de serre et, d'autre part, un plan d'adaptation.
Il est clair que les feuilles de route par ministre du mois d'avril, avec une version aboutie au Conseil des ministres tout prochainement, sont d'actualité. Mais, dans le même temps, vous dites vous-même que les mesures conçues dans le cadre de ce plan ne sont pas suffisantes pour répondre aux objectifs belges qui ont été fixés. Ces mesures complémentaires du gouvernement à fixer par le Conseil des ministres sont évidemment urgentes.
En effet, vous mentionnez tout d'abord la consultation publique qui doit se dérouler durant le premier trimestre 2022. Mais nous sommes dans un contexte de démarches bien précis. Qu'en est-il des mesures? C'est cela qui inquiète et c'est ce que veulent les citoyens. Comme mes collègues l'ont rappelé, il leur faut du concret. Cette justice sociale doit se traduire par des éléments tangibles. Quels sont les effets des objectifs à atteindre avec le degré d'intervention des citoyens, des entreprises, des collectivités? Tout cela – je vous le dis avec fraternité mais néanmoins avec conviction – a un goût de trop peu à l'échéance de la COP26 qui nous attend. Madame la ministre, je vous demande dès lors d'y répondre positivement. Nous sommes en attente réelle non pas seulement d'objectifs mais d'actions concrètes.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De bezorgdheid rond een voldoende inclusieve UNFCCC COP 26" (55020407C)
- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De COP 26" (55020812C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'inquiétude par rapport au caractère suffisamment inclusif de la COP 26 à la CCNUCC" (55020407C)
- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La COP 26" (55020812C)
04.01 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik keer nog even terug op de vorige vraagstelling. Jullie kennen binnen Vivaldi iets van het elkaar opjagen. Dat is heel duidelijk.
Echter, mevrouw de minister, over sociale rechtvaardigheid gesproken, merk ik op dat de Climate Action Network zich zorgen maakt over de COP26 in Glasgow. Het vraagt zich met name af of die COP26 wel voldoende inclusief is.
Dat was een interessante opmerking, gelet uiteraard op de nog altijd wereldwijde covidpandemie. Er wordt letterlijk gesteld dat een persoonlijke COP begin november 2021 de facto te veel regeringsafgevaardigden, campagnevoerders van het maatschappelijk middenveld, journalisten en anderen zou uitsluiten, met name uit de landen van het Zuiden, waarvan er vele op de rode lijst van COVID-19 in het Verenigd Koninkrijk staan.
Er wordt zelfs voorgesteld daarom de COP26 uit te stellen naar het voorjaar van 2022. De COP26 is immers ook belangrijk voor internationale klimaatfinanciering en de aspecten verlies en schade, evenals voor de regels voor de internationale koolstofmarkt.
De Verenigde Naties hebben al gereageerd en stellen dat zij de bezorgdheden begrijpen, maar dat zij niet ingaan op de vraag voor uitstel. Volgens de Verenigde Naties zal een en ander in orde komen door vaccins aan te bieden aan alle deelnemers en de kosten van quarantaine in hotels te betalen, mocht dat noodzakelijk zijn. Het gaat immers al vlug over enkele duizenden personen.
Mevrouw de minister, hoe beoordelen u en de Belgische regering de visie dat er een gebrek zou zijn of zou dreigen te zijn aan gelijke participatie voor lage-inkomenslanden bij de aanstaande COP26?
04.02 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in november 2021 vindt de COP26 in Glasgow plaats. Het is dringend nodig om wereldwijde afspraken te maken, om de globale klimaatopwarming tot 1,5 .C te beperken.
Niettemin riepen meer dan duizend ngo's op om de COP26 uit te stellen. Dat komt door de wereldwijde vaccinatieapartheid. Zij vrezen dat daardoor onvoldoende vertegenwoordigers uit het globale Zuiden fysiek zullen kunnen deelnemen aan de conferentie in november 2021. Daardoor bestaat het risico dat beslissingen worden genomen die heel nefast zijn voor de mensen in het Zuiden. Zij zullen immers de eerste klappen van de klimaatverandering opvangen.
Steunt u de eis van de ngo's, om de COP26 pas te laten aanvangen, wanneer kan worden gegarandeerd dat alle vertegenwoordigers uit het globale Zuiden aanwezig kunnen zijn?
Zal u ervoor pleiten dat daartoe zo snel mogelijk de nodige stappen worden ondernomen?
Een van de hete hangijzers waarvoor de inspraak van het globale Zuiden zeker niet mag ontbreken, is de uitwerking van de regels voor de operationalisering van artikel 6, om een wereldwijde koolstofmarkt te installeren.
Ondersteunt u de operationalisering van artikel 6? Waarom wel of niet? Hoe vindt u dat die operationalisering eruit moet zien?
Tot slot riepen afgelopen week meer dan 2.000 wetenschappers over heel de wereld op tot een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen om een einde te stellen aan de expansie van de fossielebrandstofproductie, de bestaande productie uit te faseren en een wereldwijd transformatieplan naar 100 % hernieuwbare energie te realiseren. Zult u die oproep steunen op de COP26?
04.03 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, ik heb kennisgenomen van de vraag van het Climate Action Network International om de COP26 uit te stellen en ook van het antwoord op die vraag vanwege het Verenigd Koninkrijk als voorzitter van de COP26.
Laat mij vooreerst stellen dat ik het er helemaal mee eens ben dat de COP26, die een mijlpaal moet worden in de multinationale klimaatonderhandelingen, zo inclusief mogelijk moet verlopen, zodat alle landen van de wereld een stem hebben in de onderhandelingen en stakeholders en vertegenwoordigers de onderhandelingen kunnen opvolgen.
België draagt jaarlijks bij aan het UNFCCC-fonds dat de deelname van vertegenwoordigers uit het Zuiden aan de klimaatonderhandelingen ondersteunt. Het Belgische onderhandelingsteam en ikzelf staan steeds open voor een dialoog met de stakeholders in de aanloop naar en tijdens de COP. Ik begrijp dan ook de bezorgdheid die aanleiding heeft gegeven tot deze vraag.
Het Verenigd Koninkrijk heeft vanaf het begin aangegeven dat inclusiviteit een van de richtinggevende principes is bij de organisatie van de COP en heeft daartoe concrete initiatieven genomen, zoals het beschikbaar stellen van vaccins en het op zich nemen van bepaalde logistieke kosten in geval van verplichte quarantaine. Ik hoop dat zij ook effectief kunnen bijdragen tot een inclusieve COP. Ik begrijp immers ook het belang om in 2021 de klimaatconferentie te laten doorgaan. Ook de klimaatcrisis stelt de wereld immers voor immense uitdagingen. Het recente IPCC-klimaatrapport toont aan dat er geen tijd te verliezen is. Beide crisissen vereisen een dringende, doortastende aanpak.
De gesprekken over artikel 6 zijn heel belangrijk binnen het ruimere pakket van onderhandelingen naar aanleiding van de COP26. Voor België staan milieu-integriteit, bijdragen tot duurzame ontwikkeling en respect voor de mensenrechten voorop.
Tot slot, ik heb nog geen kennis kunnen nemen van de oproep tot een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen. Los van mijn eventuele persoonlijke sympathie voor dat initiatief of andere initiatieven moet de eventuele steun van ons land steeds met de andere entiteiten worden besproken.
04.04 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, uw antwoord is wat ik verwachtte: u sluit zich aan bij de communicatie van de VN. U hebt uiteraard begrip voor de bekommernissen rond inclusiviteit, maar denkt dat er voldoende maatregelen genomen zullen worden om dat gevaar weg te nemen. Laten we afwachten tot november om te zien welke communicatie er op dat moment zal worden verspreid over de COP.
04.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. U stelt dat het Verenigd Koninkrijk inclusiviteit als richtinggevend beschouwt, maar natuurlijk werden de vaccins zeer laattijdig ter beschikking gesteld waardoor een groot deel van de vertegenwoordigers uit het globale Zuiden niet aanwezig zal kunnen zijn op de COP26. Het is essentieel dat landen die het zwaarst getroffen worden door de klimaatcrisis, vertegenwoordigd zijn zodat er geen beslissingen met verregaande negatieve gevolgen voor hen genomen worden in hun afwezigheid.
Wat artikel 6 van het Klimaatakkoord van Parijs betreft, kent u ons standpunt: wij vinden dat dit niet geoperationaliseerd mag worden. Koolstofmarkten zijn ineffectief en asociaal. Het lot van de planeet in handen van de markt leggen, is verraad voor het klimaat. Wij hebben een ambitieus globaal plan nodig om de klimaatverandering aan banden te leggen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mevrouw de minister, u hebt in de pers gesproken over de oprichting van een OCAD Klimaat. Verschillende collega's hebben daar vragen over.
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het voorstel van de minister om een 'OCAD Klimaat' op te richten" (55020454C)
- Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De dreiging van klimaatrampen" (55020717C)
- Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De oprichting van een "OCAD Klimaat"" (55020794C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La proposition de la ministre de créer un "OCAM Climat"" (55020454C)
- Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La menace de catastrophes climatiques" (55020717C)
- Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La création d'un "OCAM Climat"" (55020794C)
05.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik volg u op de voet, wat ook mijn taak is. Ik was enigszins verrast door de benaming OCAD Klimaat, omdat ik die weinig respectvol vond voor de slachtoffers van terrorisme. Ik ken de visie van Ecolo, namelijk dat de klimaatcrisis hetzelfde is als een wereldwijde terroristische dreiging. Wij doen daar niet aan mee, we laten dat met alle respect voor uw rekening.
Ik kom dan bij uw concrete voorstel, een
coördinatieorgaan voor de risicoanalyse en de evaluatie van de klimaatcrisis
naar het voorbeeld van het OCAD, een multidisciplinair en federaal kennis- en
expertisecentrum onder uw voogdij. Het orgaan zou volledig onafhankelijk zijn
en bijgevolg neutrale en objectieve risico-evaluaties en aanbevelingen moeten
garanderen. Het zou verslag uitbrengen aan de Nationale Veiligheidsraad, waar
voortaan ook de minister van Klimaat en Leefmilieu zou moeten worden
uitgenodigd. U zou dus structureel aanwezig moeten zijn in de Nationale
Veiligheidsraad aangezien die zich ook met het klimaat zou moeten bezighouden.
Een en ander moet uitmonden in het formuleren van aanbevelingen inzake
mitigatie, adaptatie en loss and damage.
Ik moet zeggen dat ook het KMI enigszins in die richting denkt, namelijk aan een soort risicocentrum voor natuurrampen. Dat is het overwegen waard. Men heeft immers vastgesteld dat bepaalde Europese instellingen waarschuwingen uitstuurden terwijl de bevoegde Waalse diensten erbij stonden en ernaar keken. Dat zegt u niet in uw communicatie. Ik vind dat niet uit, dat werd gezegd in de Waalse onderzoekscommissie naar de overstromingen. Dat echter terzijde.
Mevrouw de minister, kan u toelichten hoe u de samenwerking van het OCAD Klimaat met het Federaal Crisiscentrum en de bevoegde Europese instanties ziet? Hoe ziet u de samenwerking met het KMI? Hoe moet dit worden gefinancierd en welke samenstelling zal dit nieuw op te richten coördinatieorgaan hebben? Heeft u hierover reeds overleg gepleegd binnen de regering?
05.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik heb inderdaad uw idee gezien rond een soort klimaat-OCAD om beter te kunnen inspelen op de dreiging van klimaatrampen. Mijnheer Ravyts, of u nu het slachtoffer bent van een aanslag of van een klimaatramp, de balans is even triestig. Elk verloren leven is er een te veel.
Het idee is zeker
interessant. Niet omwille van de structuur, die is voor mij minder belangrijk.
Belangrijk is wel dat we de klimaatopwarming en de dreiging die ermee gepaard
gaat steeds ernstiger in acht nemen.
In de commissie
voor Landsverdediging hebben we een rapport ontvangen met een analyse van onze
defensie en hoe we er in de toekomst mee moeten omgaan. De defensie-experts
gaven er zelf in aan dat cyberterrorisme en klimaatopwarming de bedreigingen
zijn die ons te wachten staan en die zorgen voor een wereldwijde disruptie.
Op zich is dat
klimaat-OCAD dus een interessant idee, want de opwarming van de aarde kan
zorgen voor vele problemen. Ik had dus graag willen vragen hoe u dat precies
ziet en welke pistes u aan het uitwerken bent.
05.03 Christian Leysen (Open Vld): De COP26 is natuurlijk een belangrijk hoofdstuk. Er is al vermeld dat wij een resolutie zullen indienen, die naar ik meen breed gedragen zal worden. Hoewel wij een complexe overheidsstructuur hebben met veel parlementen, is er een consensus.
Wij zullen proberen die resolutie zo snel mogelijk in overweging te doen nemen en hier te agenderen.
Ik kom nu tot het OCAD voor het klimaat.
Madame la ministre, j'approuve la création de nouvelles structures, mais j'ai parfois en tête le dicton "Qui trop embrasse mal étreint". Ne faudrait-il pas essayer de faire travailler dans les structures qui sont actuellement en vigueur? Sans que je prenne une position définitive à cet égard, je vous invite à répondre aux questions qui ont été formellement soumises.
05.04 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, een en ander is mij niet duidelijk. Is het de bedoeling dat u van elke vraag een actualiteitsdebat maakt? Dan voel ik mij immers genoodzaakt om bij elke vraag het woord te nemen.
De voorzitter:
Ik geef eerst het woord aan de heer Senesael et puis, je vous répondrai. J'ai parlé avant mon tour.
05.05 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, on l'a dit et rappelé, le 8 septembre dernier, nous apprenions votre volonté de mettre en place un OCAM Climat, soit un organe de coordination pour l'analyse et l'évaluation des risques liés à la crise climatique. Il prendrait la forme d'un centre fédéral de connaissance et d'expertise pluridisciplinaire et garantirait l'apport d'évaluation de risques et de recommandations au sein du Conseil national de sécurité. Madame la ministre, pouvons-nous être informés de l'état d'avancement de ce projet? D'autre part, pouvons-nous obtenir de plus amples informations sur la nature de ce projet ainsi que sur le fonctionnement concret de cet organe? Sur quel type de phénomènes les analyses et activités de cet organe seraient-elles orientées? Une mise en relation de cet organe avec deux outils mis en place ces derniers mois, les scénarios pour une Belgique climatiquement neutre à l'horizon 2050 et l'outil de monitoring relatif aux politiques climatiques fédérales, est-elle prévue? D'avance, madame la ministre, Je vous remercie pour vos réponses.
05.06 De voorzitter: Mijnheer Wollants, indien u aansluitend op dit thema een vraag wil stellen, dan mag u nu tussenkomen. Vanaf drie vragen mag de voorzitter even uitbreiden.
05.07 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid: normaal gezien wordt het dan ook op de agenda voorzien als een actualiteitsdebat. Dan weten de andere collega's ook dat ze het woord mogen nemen.
Wat dat klimaat-OCAD betreft, moet er worden bekeken hoe men dat organiseert. De veiligheidsproblemen waar het OCAD zich vandaag over buigt, zijn heel vaak punctuele zaken en onmiddellijke dreigingen. De dreigingen op het vlak van klimaat zijn natuurlijk van een heel andere aard.
Op welke manier en voor welke thema's wenst u dan tussen te komen? Wil het OCAD Klimaat zich buigen over te lage ambities bijvoorbeeld in China of gaat het over het al dan niet uitbreiden van een zone voor een autoloze zondag? Waarover gaat het precies? Kan u daar wat meer duiding over geven?
De voorzitter: Ter verduidelijking, u heeft altijd het recht, indien u over de agenda beschikt, om zelf een bijkomende vraag te stellen. Ik wil gerust een dialoog met alle fracties aangaan over hoe de werking nog vloeiender, en misschien ook gerichter, gemaakt kan worden.
05.08 Minister Zakia Khattabi: De beelden van overstromingen in verschillende provincies van ons land hebben ons getoond welke grote economische, sociale en menselijke kosten extreme weersomstandigheden kunnen hebben. Ook elders in Europa en de wereld heeft de klimaatverandering reeds zware gevolgen.
Uiteraard moeten we volop blijven inzetten op mitigatie en het snel en drastisch reduceren van onze uitstoot. Daarnaast zijn adaptatiemaatregelen onontbeerlijk. De klimaatverandering is immers reeds een feit. Een derde domein is dat van loss and damages, verlies en schade. Indien we niet in staat zijn de nodige ambitie te tonen in voornoemde gebieden, mitigatie en adaptatie, zullen we met schade en verlies geconfronteerd worden op verschillende vlakken: op economisch, sociaal, ecologisch en menselijk vlak. De scenario's waarnaar wordt verwezen tonen aan dat het mogelijk is om klimaatneutraliteit te bereiken in België tegen 2050. Net als de stappenplannen die momenteel voorbereid worden door mijn collega's, betreft het analyses en maatregelen inzake mitigatie en de noodzakelijke reductie van onze emissies.
L'urgence climatique nécessite une accélération et un renforcement considérables de notre politique climatique dans tous ses aspects. Pour donner corps à ces politiques de manière cohérente et efficace, il importe de disposer de structures décisionnelles et d'instances adéquates. Le renforcement de notre politique climatique requiert une approche transversale et holistique qui intègre la dimension climatique comme un élément structurel et prend en compte les nombreuses interactions entre les politiques sectorielles et leurs interactions avec d'autres problématiques environnementales ou socioéconomiques.
Par conséquent, nous devons nous équiper d'une capacité spécifique d'analyse et d'évaluation des risques en matière de mitigation et d'adaptation, mais aussi de pertes et préjudices qui nous permettra de formuler des recommandations pour renforcer notre résilience. (J'en profite pour rappeler qu'un des objectifs du Green Deal et de la loi climat n'est pas seulement la neutralité à l'horizon de 2050, mais aussi la résilience de nos États à ce même horizon.)
En ce sens, cela n'a rien à voir avec l'OCAM actuel qui traite des informations et des renseignements présentant un intérêt en matière de terrorisme, d'extrémisme et de radicalisation problématique. Le parallèle concernait la méthodologie. L'OCAM Climat requiert une expertise spécifique dont la philosophie de base, tout comme l'actuel OCAM (raison pour laquelle j'utilise ce terme), est: connecting the dots, car tel est bien l'objectif.
De context van een omvangrijke noodsituatie vereist ook dat strategische beslissingen op het gepaste niveau worden genomen. Mijn voorstel om een coördinatieorgaan voor analyse en beoordeling van klimaatrisico's op te richten dat verslag zou uitbrengen aan de Nationale Veiligheidsraad is bedoeld om in deze behoeften te voorzien.
Het is de Raad die het Nationaal Crisiscentrum aanstuurt. Coördinatie met het Europese niveau spreekt voor zich, interactie met buurlanden eveneens. De kerntaken van dit orgaan zullen erin bestaan het klimaatrisico te analyseren met gebruikmaking van een multidisciplinaire aanpak en advies en aanbevelingen te verstrekken over het huidige en toekomstige beleid.
Dit orgaan moet over de nodige middelen beschikken om zijn taken uit te voeren en moet onafhankelijk en objectief kunnen optreden. De details van het mandaat, de samenstelling, de structuur en de financieringswijze van dit orgaan worden nog bestudeerd en zullen in dialoog worden gefinaliseerd.
Zoals aangegeven is het niet de bedoeling om in de plaats te treden van het wetenschappelijk onderzoek of van de huidige overheids- en beleidsinstanties. De resultaten van wetenschappelijk onderzoek zullen het OCAD Klimaat ten goede komen om een gedegen, gedetailleerde en continue risicoanalyse en evaluatie te maken op het vlak van mitigatie en adaptatie en verlies en schade.
05.09 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik heb uw antwoord niet kunnen beluisteren, dus ik zal het grondig nalezen.
05.10 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitleg over de methodologie die u wil toepassen. Ik begrijp dat uw uitspraak over het OCAD eerder een beeld is dat u voorgehouden hebt om het wat duidelijker te maken. Daarom vind ik het wat jammer dat de heer Wollants dit voor een stuk in het belachelijke trekt. Hoe punctueel kan het zijn? Ik heb een tweet van twee dagen voor de wateroverlast. Die tweet gaf aan dat er in Zuidoost-Limburg, in de Voerstreek, 1 tot 1,5 meter water zou vallen. Men moet geen helderziende zijn om te weten dat er zich op dat moment mogelijk problemen aandienen.
We hebben regenwater, maar ook droogte met hitteplannen gehad. Steeds vaker zien wij de gevolgen van de klimaatopwarming in onze samenleving. Die zaken kunnen heel punctueel zijn. We zullen ermee moeten leren leven. Het is dan ook des te beter dat wij ons op alle mogelijke manieren op dat onheil voorbereiden.
05.11 Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, je remercie madame la ministre de ces premiers éléments de réponse. En effet, quelques préceptes nous permettent de retracer les contours de la nécessité des interventions possibles de l'OCAM Climat, avec son analyse des dégâts et des dommages, avec l'objectif à atteindre pour cette Belgique climatiquement neutre, à l'horizon 2050. Mais pour l'instant, nous en sommes encore aux balbutiements en matière de financement et d'organisation de cet outil. Dans les prochaines semaines, il faudrait que nous puissions obtenir davantage encore de précisions pour examiner dans quel contexte les députés pourront s'inscrire en vue de coordonner les efforts gouvernement/Parlement et obtenir des résultats significatifs.
L'incident est clos.
06 Vraag van Bert Wollants aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De effecten van een carbon border adjustment tax" (55020492C)
06 Question de Bert Wollants à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les effets d'une taxe d'ajustement carbone aux frontières" (55020492C)
06.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de Nederlandse overheid heeft naar aanleiding van de Europese plannen voor de invoering van een carbon border adjustment mechanism of CBAM een studie laten uitvoeren door het bedrijf Trinomics, dat zij vervolgens aan het Nederlands Parlement heeft voorgesteld. Uit dat onderzoek blijkt dat een CBAM in combinatie met het uitfaseren van de gratis emissierechten voor een aantal sectoren kan leiden tot aanvullende risico's op carbon leakage, wat het effect van het CBAM deels zou ondergraven.
Het is natuurlijk geen uitgemaakte zaak dat die conclusie ook geldt voor de Belgische situatie. Hoe dan ook zijn de sectoren van de raffinage en van de basismaterialen, waarvoor de Nederlandse studie die vaststelling deed, ook in ons land aanwezig. Er is dus studiewerk nodig om onze positie ten opzichte van een dergelijk mechanisme, evenals eventuele flankerende maatregelen, te bepalen.
Ten eerste, in welke mate is de federale overheid bevoegd voor de bestelling van een studie om de effecten in kaart te brengen?
Ten tweede, is de regering dat desgevallend van plan, eventueel in samenwerking met de deelstaten? Werden hierover al gesprekken gevoerd met de gewestelijke ministers of werden er hier reeds gesprekken over gevoerd op de Nationale Klimaatcommissie?
Ten derde, hoe zult u onze positie in verband met de totstandkoming van een CBAM bepalen?
06.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Wollants, bedankt om mij en mijn administratie op deze studie te wijzen die wij met grote aandacht bestuderen. We zullen die laten circuleren in het uitgebreide intra-Belgische netwerk die het voorstel van de Europese Commissie analyseert en bespreekt in functie van de verdere Belgische positiebepaling.
De administratieve pilotage van het dossier bevindt zich bij de FOD Financiën in een interne ad-hocwerkgroep die de vele betrokken administraties – federaal en gewestelijk – samenbrengt, gezien het transversale en technische karakter van de door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen. De politieke arbitrage van de voorstellen tot Belgische standpunten gebeurt vervolgens tijdens de vergadering van het DGE waaraan de talrijke vertegenwoordigers van de kabinetten en departementen bevoegd op het federale en gefedereerd niveau deelnemen. Op het Europese niveau zal dit dossier getrokken worden door de ECOFIN-filière in de Europese Raad.
Betreffende de concrete inhoud van deze Nederlandse analyse onthoud ik, in lijn met uw lezing, dat de gefaseerde invoering van een EU carbon border adjustment mechanism in de eerste jaren voor de Nederlandse sectoren 'kunstmest' en ' ijzer en staal' gemiddeld resulteert in een netto kostendaling ten opzichte van een situatie zonder CBAM. Het mechanisme stelt deze ETS-bedrijven namelijk beter in staat hun ETS-kosten, inclusief degene die voorheen niet gedekt waren door gratis toewijzing van emissierechten, gedeeltelijk door te rekenen aan hun afnemers in de EU, terwijl dit voor de invoering van het CBAM vanwege internationale concurrentie niet mogelijk was. We dienen evenwel waakzaam te zijn ten aanzien van de export van deze producten door CBAM-sectoren naar niet-EU-landen wanneer bedrijven door de invoering van het CBAM de volledige koolstofkosten moeten betalen en deze niet kunnen doorrekenen, aangezien zij moeten concurreren met producenten die geen equivalente koolstofkosten moeten betalen op sommige markten buiten Europa. Momenteel is dit aspect niet voorzien in het voorstel van de Europese Commissie aangezien dit enkel één level playing field op de Europese markt voorziet.
Ik kan u alvast meegeven dat op het federale niveau op mijn initiatief vorige week een positie is vastgelegd over de hoofdlijnen rond Fit for 55. We vinden dat de exportdimensie nog verder moet worden geanalyseerd en willen bijdragen aan voorstellen om onze exporterende sectoren voldoende te beschermen als de voorstellen zowel vanuit milieu- als WTO-oogpunt de kritische toets kunnen doorstaan. We hechten ook veel belang aan de klimaatdiplomatie om het CBAM goed te kaderen en te vermijden dat deze maatregel gezien zou worden als een instrument om kosten te genereren, terwijl die enkel een milieudoelstelling beoogt.
Het is opmerkelijk dat verschillende landen die in de toekomstige CBAM-sectoren exporteren naar de Europese Unie ofwel al een afgesproken koolstofdioxide-equivalent hebben met de Europese Unie - zoals het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen - ofwel de beleidsinitiatieven versnellen om tot een volwaardige koolstofprijs te komen, zoals China en Turkije.
06.03 Bert Wollants (N-VA): Dank voor uw antwoord. Het hele systeem moet op een intelligente manier worden bekeken. Het werd in het verleden geconcipieerd als een systeem dat zou vermijden dat onze bedrijven zouden worden weggeconcurreerd door de invoer van een aantal grondstoffen die niet aan diezelfde voorwaarden moeten voldoen. Het omgekeerde kan inderdaad ook waar zijn: indien we hier duurzaam staal willen produceren en dat vervolgens niet kwijtraken op de internationale markt, dan hebben we ook een probleem.
Ik kan alleen maar oproepen om op het vlak van de export hier zeer attent op te zijn om te vermijden dat dat soort staal, bijvoorbeeld, voortaan op andere plaatsen zou worden geproduceerd, onder andere voorwaarden dan we zouden willen.
L'incident est clos.
- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Burden sharing" (55020810C)
- Bert Wollants aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De stand van zaken betreffende de burden sharing voor de periode 2021-2030" (55020493C)
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De Belgische klimaat- en energiedoelstellingen voor de periode 2021-2030" (55020530C)
- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le burden sharing" (55020810C)
- Bert Wollants à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La situation concernant le burden sharing pour la période 2021-2030" (55020493C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les objectifs climatiques et énergétiques belges pour la période 2021-2030" (55020530C)
07.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, nogmaals heb ik een vraag ingediend over de COP26, die in november in Glasgow plaatsvindt. U noemde dat daarstraks een mijlpaal en dat is het ook, aangezien alle landen van de wereld er opnieuw hun klimaatambities moeten indienen in het kader van het Akkoord van Parijs.
De EU heeft een klimaatambitie van 55 % emissievermindering tegen 2030 ingediend. In het kader van die weliswaar ruimschoots ontoereikende ambitie moet België 47 % uitstootvermindering realiseren.
Onze versnipperde bevoegdheidsverdeling zorgt ervoor dat er eerst nog binnen België een akkoord moet worden gevonden tussen het federale niveau en de verschillende Gewesten om de inspanningen voor die doelstelling te verdelen. U hebt destijds beloofd dat u daarover een akkoord wou bereiken in de Nationale Klimaatcommissie vóór de COP26.
Mevrouw de minister, zal dat lukken? Mogen wij naderhand een transparant verslag van die discussies verwachten?
07.02 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, op 13 juli hebt u al aangegeven dat de Waalse minister van Klimaat, de heer Henry, in september onderhandelingsvoorstellen zou indienen aangaande de burden sharing-oefening. Zoals mevrouw Daems aangaf, was het de ambitie om vóór de COP van Glasgow tot een akkoord te komen, maar in een vorige vergadering hebt u daaromtrent zelf al gezegd dat die timing zeker niet eenvoudig is. Met de heer Raskin hebt u al besproken dat de regering zelf maatregelen zou nemen binnen haar eigen bevoegdheden om een aanvullende bijdrage te leveren.
Natuurlijk is het wel van belang, gelet op de scherpe timing die u zelf hebt aangegeven, te weten of er vooruitgang is geboekt.
Mevrouw de minister, hebt u ondertussen de onderhandelingsvoorstellen van de voorzitter van de Nationale Klimaatcommissie ontvangen? Wanneer plant u om over die voorstellen in onderhandeling te gaan met de Gewesten? Werd er daartoe al een onderhandelingskalender opgesteld? Welke timing wordt daarin voorzien?
Ik wens ook te vernemen hoe ver u al gevorderd bent met uw voorstellen. Aan de heer Raskin hebt u geantwoord dat u binnen de twee weken een stand van zaken zult geven. Ik hoop op meer, maar ik veronderstel dat het antwoord niet dermate gewijzigd zal zijn op een uurtje tijd.
07.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik wil het hebben over de Nationale Klimaatcommissie, het Waalse voorzitterschap en het nieuwe intrabelgische samenwerkingsakkoord over burden sharing, dat noodzakelijk is. U stelde in mei dat sinds het begin van het jaar de heer Henry verschillende bilaterale vergaderingen heeft gehouden met elk van de betrokken partijen met het oog op een nieuwe intrabelgische samenwerkingsovereenkomst. U wilde vóór de COP26 in Glasgow een akkoord bereiken. Een eerste gezamenlijke plenaire vergadering van de Nationale Klimaatcommissie en de administraties was gepland op 21 mei 2021. Op deze vergadering zou het voorzitterschap van de Nationale Klimaatcommissie de volgende stappen in het proces naar een nieuwe overeenkomst bepalen.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de opmaak van een intrabelgisch samenwerkingsakkoord over de verdeling van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen? En zal dit te bereiken nieuwe akkoord op dezelfde zaken betrekking hebben als de huidige versie, die eigenlijk verlopen is? Zo niet, over welke andere thema's moet een akkoord worden bereikt?
07.04 Minister Zakia Khattabi : De onderhandelingen tussen de federale Staat en de Gewesten met het oog op het sluiten van een samenwerkingsakkoord over de klimaat- en energiedoelstellingen voor de periode 2021-2030 zijn nog niet in een effectieve fase gekomen. In dit stadium heeft alleen bilateraal overleg plaatsgevonden onder voorzitterschap van de Nationale Klimaatcommissie (NKC), die wordt voorgezeten door het Waalse Gewest.
Tijdens de laatste vergadering van de NKC op 28 juni heeft de NKC-voorzitter kort verslag uitgebracht over dit overleg, waarbij hij de bereidheid van de vier partijen bevestigt om voor COP26 een eerste politiek akkoord te bereiken, maar er ook op wees dat een akkoord tegen die datum slechts gedeeltelijk zou kunnen zijn, gezien de vele onduidelijkheden over het resultaat van de besprekingen op Europees niveau over de wetgevingsvoorstellen in het Fit for 55-pakket. De voorzitter van de NKC heeft ook aangekondigd dat hij in september met deze onderhandelingen wil beginnen.
Ik heb gepleit voor een versnelling van de werkzaamheden en zie uit naar een initiatief in die zin. In afwachting van een dergelijk initiatief op NKC-niveau zijn wij ons op federaal niveau aan het voorbereiden om onderhandelingen aan te gaan. De eerste besprekingen hebben plaatsgevonden in een interkabinettenwerkgroep om de grote lijnen van de federale voorstellen in het kader van deze onderhandelingen uit te stippelen. Deze voorstellen zullen gebaseerd zijn op een verbintenis van de federale regering om een bepaald volume aan extra emissiereducties te realiseren via nieuwe beleidslijnen en maatregelen om haar actie op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te versterken en om haar bijdragen aan de internationale klimaatfinanciering aanzienlijk te verhogen.
Een ander belangrijk aspect van het federale standpunt in deze onderhandelingen is het evenwicht dat moet worden gevonden tussen de geleverde inspanningen en het aandeel van de inkomsten uit de veiling van de ETS-emissierechten waarvan de federale overheid zal kunnen profiteren. Ik hecht ook groot belang aan de versterking van de governance en zal ervoor zorgen dat die dimensie ook bijzondere aandacht krijgt bij de onderhandelingen over een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
Tot slot wil ik hier nog aan toevoegen dat ik van plan ben om op korte termijn een voorstel in te dienen bij de ministerraad voor een verbintenis van de federale regering om een pakket aanvullende maatregelen te ontwikkelen en uit te voeren die extra emissiereducties mogelijk maken, met het oog op het bereiken van de versterkte doelstellingen die voortvloeien uit de verhoogde klimaatambitie op Europees niveau. Dat pakket aanvullende beleidslijnen en -maatregelen moet nog worden gespecificeerd, maar zal versterkte acties omvatten op het gebied van belastingen, hernieuwbare energie, vervoer, gebouwen en productnormen. Het pakket nieuwe maatregelen zal de kern vormen van het federale aanbod in het kader van de onderhandelingen met de Gewesten over de verdeling van de klimaat- en energiedoelstellingen 2030 en de herziening van de federale bijdrage aan het NEKP 2021-2030, waarvan een eerste ontwerpupdate in juni 2023 aan de Europese Commissie moet worden meegedeeld en de definitieve versie een jaar later.
07.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wij vinden het cruciaal dat op de COP26 afspraken worden gemaakt en engagementen worden aangegaan om de wereldwijde klimaatopwarming te beperken tot 1,5 °C. België en de EU moeten, gelet op de laatste stand van de wetenschap, een serieuze tand bijsteken en gaan voor minstens 65 % uitstootreductie tegen 2030. Het is onvoorstelbaar dat wij in België nog steeds aan het klimaatbikkelen zijn. Het klimaat kan niet nog eens acht jaar wachten tot België eruit is over de burden sharing. Wat ons betreft, moet het federale niveau het klimaatbeleid kunnen aansturen, zoals in nagenoeg elke andere federale staat gebeurt.
07.06 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, we zijn niet veel verder gekomen dan toen ik mijn vraag in juli stelde. Misschien moet ik ze over twee weken nogmaals indienen om te kijken hoever we dan staan.
We zijn vanuit onze fractie al de hele tijd aan het vragen om bijvoorbeeld voor de Regie der Gebouwen eindelijk een beetje ambitie te ontwikkelen. Het antwoord van de heer Michel heeft mij de laatste keer behoorlijk ontgoocheld: hij wilde niet te veel investeren in zonnepanelen, zo zei hij, want dan moest hij misschien energieleverancier worden. Als dat de manier is waarop we hiermee omgaan, dan vrees ik dat we er niet komen.
En voor mevrouw Daems: ik denk dat de grootste uitdaging van de COP zal zijn dat de andere werelddelen de inspanningen van de Europese Unie evenaren. Als die hetzelfde zouden doen als wij hier, dan geloof ik dat we al een heel stuk verder zouden staan dan nu het geval is. Want eerlijk gezegd: toen ik in dit Parlement begon, was de Europese Unie goed voor 14 % van de wereldwijde uitstoot, terwijl we nu op ongeveer 8,5 % zitten. Dat komt doordat het buitenland veel meer is gaan uitstoten dan wij hier in Europa deden.
07.07 Kurt Ravyts (VB): Na deze opstoot van ecorealisme, die ik uiteraard onderschrijf, moeten we vaststellen dat we nog niet heel ver staan in vergelijking met het begin van de zomer. De voorzitter van de Nationale Klimaatcommissie heeft gewoon verslag uitgebracht over de goede intenties die iedereen heeft, meer niet. Hij zou in september concreet beginnen met de onderhandelingen. Ondertussen kunt u inderdaad federale voorstellen doen over nieuwe beleidslijnen voor de CO2-uitstoot, maar uiteindelijk blijft de situatie zoals ze is en zal het nog wel een tijdje duren vooraleer er een finaal nieuw intrabelgisch samenwerkingsakkoord rond burden sharing is.
L'incident est clos.
08 Vraag van Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De stand van zaken betreffende de transparantie van de werking van de Nationale Klimaatcommissie" (55020531C)
08 Question de Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La situation concernant la transparence du fonctionnement de la Commission Nationale Climat" (55020531C)
08.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, herinnert u zich volgende passage nog uit uw beleidsverklaring? Ik citeer: “De Nationale Klimaatcommissie (NKC) moet haar rol als centraal platform voor deze samenwerking ten volle spelen en ik ben van plan een sterke impuls te geven voor het verbeteren van de transparantie van de NKC, de efficiëntie ervan en de democratische controle op haar optreden, met name door middel van een sterkere relatie met onder andere de parlementen."
Nochtans, mevrouw de minister, worden de notulen van de bijeenkomsten van de Nationale Klimaatcommissie nog steeds niet openbaar gemaakt. Het blijft bij de publicatie van vooral verplichte officiële rapportages. Er is nog steeds geen sprake van de beloofde maximale transparantie. Nochtans is die zeer belangrijk voor de follow-up van onder andere het NEKP, de burden sharing, de governance en de adaptatie.
Tijdens de bijeenkomst van 28 juni 2021 werd blijkbaar wel beslist om de publicatie op de site van de NKC van documenten die aan de orde waren in de vergaderingen van de NKC, bij de volgende bijeenkomst van de NKC te bespreken met het oog op de verduidelijking van de procedures die voor elk type document moeten worden toegepast.
Welke stappen hebt
u nog genomen om de transparantie en de werking van de Nationale
Klimaatcommissie te verbeteren?
Kunt u een
inhoudelijk grondiger verslag dan de zeer summiere beslissingsverslagen
uitbrengen van de bijeenkomsten van de Nationale Klimaatcommissie het afgelopen
jaar? Misschien werpt u op dat dat te veel is, maar ik kan er geen kennis van
nemen. U kunt mij die verslagen misschien schriftelijk bezorgen, want
vooralsnog konden we alleen kennisnemen van zeer summiere beslissingsverslagen.
08.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Ravyts, ik heb al een antwoord gegeven in verband met de aangekaarte problematiek in de vergadering van 11 mei van dit jaar en ik blijf in dezelfde lijn.
De verhoging van de transparantie en de verbetering van de democratische controle van de Nationale Klimaatcommissie (NKC) vormen de bouwstenen van een versterkte klimaatgovernance. De documenten worden na goedkeuring gepubliceerd op het platform van de NKC en, in het geval van Europese rapporteringsverplichtingen, op het platform van het Europees Milieuagentschap.
De standaardpraktijk is dat de goedgekeurde documenten openbaar worden gemaakt, maar niet alle partijen hebben dezelfde drang naar transparantie. Daarom werd tijdens de jongste vergadering van de NKC gevraagd om bij de volgende bijeenkomst de procedures voor informele werknota's en goedgekeurde documenten te verduidelijken.
In 2018 stemde de NKC met respect voor de voorwaarden van geheimhouding en voor de privacy in met de aanvraag om toegang te krijgen tot een reeks goedgekeurde documenten van de NKC.
Op die manier zouden jullie en de leden van het Interparlementair Klimaatoverleg ook toegang kunnen krijgen tot alle documenten.
Ook zou de voorzitter van de NKC jaarlijks verslag kunnen uitbrengen over de werkzaamheden van de NKC.
Op federaal niveau werd het governancekader alvast versterkt met het oog op het verbeteren van de transparantie en de democratische controle. Er werd bijvoorbeeld voor de opvolging en de evaluatie van de federale beleidslijnen en maatregelen beslist dat de federale overheid zesmaandelijkse voortgangsverslagen zal opstellen, waarvan de resultaten zouden worden gecompileerd in jaarlijkse syntheserapporten, die openbaar worden gemaakt.
Om de democratische controle te verhogen, zullen die rapporten het voorwerp uitmaken van een debat tijdens jaarlijkse klimaatdagen in het Parlement.
Gedurende de eerste helft van 2021 werden onder het voorzitterschap van het Waals Gewest een reeks discussies gevoerd en een aantal rapporten goedgekeurd, waaronder het voortgangsverslag voor de reductie van de broeikasgassen in de niet-ETS-sectoren voor de periode 2013-2020. Het toont onder meer aan dat ons land in de periode 2013-2017 een overschot heeft aan emissierechten.
Ook werd een evaluatie opgemaakt van het Nationaal Evaluatieplan, die over het algemeen positief is, met uitzondering van enkele verbeterpunten. Er werd bijvoorbeeld geen werk gemaakt van de oprichting van een Belgisch Kenniscentrum, dat de onderlinge afstemming nochtans zou kunnen optimaliseren en ervoor zou kunnen zorgen dat de expertise in ons land beter zou worden benut.
Er werd een gedetailleerd rapport gepubliceerd over de verdeling van de opbrengsten van de veiling van emissierechten voor de periode van 2 december 2016 tot 8 januari 2021.
08.03 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is maar een kleine vooruitgang. Wanneer een dergelijke bepaling in uw beleidsverklaring staat, heb ik daarbij immers veel grotere verwachtingen.
Ik begrijp dat administraties, ambtenaren en vertegenwoordigers van regeringen het er moeilijk mee hebben dat hun uiteenzettingen in debatten zomaar op de straatstenen zouden worden gegooid. Onder bepaalde voorwaarden moet het echter mogelijk zijn dat parlementsleden er inzage in zouden kunnen krijgen.
L'incident est clos.
- Leen Dierick aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De omzetting van de SUP-richtlijn" (55020603C)
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het KB betreffende de omzetting van de Europese richtlijnen 2015/720 en 2019/904" (55020770C)
- Wouter Raskin aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het KB betreffende plastic producten voor eenmalig gebruik" (55020792C)
- Malik Ben Achour aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De plasticvervuiling van de oceanen en de SUP-richtlijn" (55020799C)
- Leen Dierick à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La transposition de la directive sur les plastiques à usage unique" (55020603C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'arrêté royal relatif à la tranposition des directives européennes 2015/720 et 2019/904" (55020770C)
- Wouter Raskin à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'arrêté royal relatif aux produits en plastique à usage unique" (55020792C)
- Malik Ben Achour à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La pollution plastique des océans et la directive SUP" (55020799C)
09.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, welkom in deze commissie. Ik hoop op een constructieve en efficiënte samenwerking.
Mevrouw de minister, u weet het, de Europese lidstaten, waaronder ons land, moesten eigenlijk tegen uiterlijk 3 juli de SUP-richtlijn, de richtlijn over de single use plastics, omzetten in nationale wetgeving. De Europese Commissie heeft echter, gelet op de complexiteit van de materie, pas op 7 juni de richtsnoeren gepubliceerd.
De lidstaten kunnen deze richtsnoeren als referentie gebruiken bij de omzetting. Ik heb vernomen dat u werkt aan een koninklijk besluit om die richtlijn om te zetten.
Naar aanleiding daarvan heb ik een aantal vragen, vooral omdat er vanuit verschillende sectoren grote ongerustheid is over die omzetting.
Ik meen dat wij allemaal onderschrijven dat plastic een groeiend probleem is en dat wij het gebruik ervan moeten verminderen. De SUP-richtlijn bepaalt dan ook dat bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik, bijvoorbeeld plastic bestek of borden, niet meer in de handel gebracht mogen worden.
Uiteraard is het belangrijk dat wij ook rekening houden met de voedselveiligheid. Er moet over worden gewaakt dat er voldoende duurzame alternatieven zijn. Die alternatieven moeten natuurlijk ook een milieuwinst betekenen.
Mevrouw de minister, graag verneem ik op welke manier u rekening houdt met de voedselveiligheid, zodat die gegarandeerd kan blijven, en ervoor zorgt dat de hygiëne gegarandeerd wordt bij de verpakking van ons voedsel.
In welke mate zult u daar rekening mee houden? Is daarover contact geweest met het FAVV en de bevoegde minister, de heer Clarinval?
Wij hebben verschillende stakeholders bezorgdheden horen uiten inzake de omzetting. Graag verneem ik met welke sectorfederaties en met welke stakeholders u overleg hebt gepleegd?
Plant u nog verder overleg ter zake? Kunt u oplijsten met wie u daarover allemaal rond de tafel hebt gezeten, en vooral wat hun grootste bezorgdheden waren?
Tot slot, het regeerakkoord zegt dat het verbod op bepaalde plastics onderzocht zal worden. Er zou eerst een impactanalyse worden uitgevoerd. Kunt u meedelen wat het resultaat is van die impactanalyse? Als die er nog niet is, waarom hebt u die nog niet laten uitvoeren?
In het regeerakkoord staat ook dat een gelijk speelveld met de andere lidstaten gewaarborgd moet worden, dus geen gold-plating. Kunt u bevestigen dat in uw ontwerp van koninklijk besluit niet aan gold-plating gedaan wordt? Ik kijk uit naar uw antwoorden.
09.02 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, we gaan over naar het stokpaardje van collega Ben Achour. Op voorstel van de minister heeft de ministerraad van 17 september het KB betreffende producten voor eenmalig gebruik en ter bevordering van herbruikbare producten goedgekeurd. Het gaat erom het op de markt brengen – belangrijk: dit is federaal – van wegwerpproducten geleidelijk aan te verbieden.
Het gaat om kunststofproducten voor eenmalig gebruik, volgens de Europese richtlijnen 2015/720 en 2019/904. Concreet gaat het om het verbod op het op de markt brengen van lichte plastic draagtassen met handvaten (de kassatassen), met weliswaar een aantal specifieke uitzonderingen. De sector krijgt een termijn van één jaar om zich aan te passen. Dezelfde termijn wordt verleend voor het verbod om wegwerpdrinkbekers uit kunststof voor de eerste keer op de markt te brengen. Er komt eveneens, maar wel met onmiddellijke ingang, een verbod op het op de markt brengen van een aantal specifieke producten voor eenmalig gebruik.
Via dit KB wordt de subrichtlijn "single-use plastics" in Belgische wetgeving omgezet. Maar ik vraag mij af hoe een en ander zich verhoudt tot het op 8 juli 2020 in de commissie goedgekeurde wetsvoorstel van collega Ben Achour, dat ook plastic zakjes voor eenmalig gebruik verbood en verder ging dan de Europese richtlijnen in kwestie en dus onder de kennisgevingsprocedure aan de Europese Commissie viel.
Hoe verliep de bespreking van uw KB op de interministeriële conferentie voor Leefmilieu? Wat was de reactie van het Vlaams Gewest gelet op de lopende evaluatie door OVAM van een aantal Vlaamse maatregelen ter zake, zoals het geldende verbod op het gratis uitdelen van lichte plastic draagtassen aan de winkelkassa? Wat is het tijdspad voor de door de minister aangekondigde impactanalyse in overleg met de sectoren en doelgroepen over onder meer het verbod op voedselverpakkingen uit kunststof voor voedingsmiddelen die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie? Daarmee sluit ik aan bij de bezorgdheden van CD&V-collega Leen Dierick.
09.03 Wouter Raskin (N-VA): Alle lidstaten van de Europese Unie moesten uiterlijk op 3 juli 2021 de richtlijn van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, de zogenaamde subrichtlijn, hebben omgezet naar intern recht. België haalde de deadline niet, maar er lijkt nu wel beweging in het dossier te komen. Afgelopen vrijdag keurde de ministerraad immers op uw voorstel een koninklijk besluit betreffende producten voor eenmalig gebruik en ter bevordering van herbruikbare producten goed. Uit uw communicatie begreep ik dat het al is goedgekeurd.
Wanneer zal dat KB gepubliceerd worden?
Het KB moest een reeks stappen doorlopen, waaronder het advies van de federale adviesraden, de inspecteur van Financiën en de Raad van State. Hoe luidde het advies van deze instanties? Op welke manier werd er rekening gehouden met hun opmerkingen in uw KB?
Het afgelopen jaar hoorde ik, net als alle andere collega's, veel ongerustheid en onzekerheid binnen de sector. Ik heb u er ook meermaals naar gevraagd. De sector moet de nodige voorbereidingen kunnen treffen om de nieuwe regels te implementeren, maar lange tijd was het onduidelijk welke verpakkingen precies onder de nieuwe regels zouden vallen. Welke initiatieven zal u nemen om de sector goed te informeren?
09.04 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le 9 septembre, la revue Microplastics and Nanoplastics a publié une étude qui illustre de nouveau l'impact de la pollution plastique sur nos océans. Les auteurs soulignent que la quantité de particules de microplastique présentes en mer serait jusqu'à cinq fois plus élevée que ce qui était estimé jusqu'à présent: on compterait en effet 24,4 trillions de particules dans nos mers, alors qu'elles étaient auparavant évaluées à 5,5 millions – chiffre déjà colossal. L'estimation en poids est forcément difficile à déterminer, mais le document établit une fourchette allant de 82 000 à 578 000 tonnes. Selon les zones du globe, la concentration varie de 130 grammes à 2,6 kilos par kilomètre carré.
En parallèle, l'Institut français de recherche pour l'exploitation de la mer indique que 95 % de ces déchets finissent par se poser sur les fonds marins. La situation est à ce point dramatique que certains scientifiques parlent désormais de cycle du plastique, au même titre que l'on évoque le cycle de l'eau.
Comme cela vient d'être rappelé, j'ai porté une proposition de loi visant à la transposition de la directive européenne sur les SUP, laquelle se voulait plus ambitieuse, dans la mesure où elle étendait l'interdiction aux sacs en plastique à usage unique. Vendredi dernier, nous apprenions l'approbation de l'arrêté royal relatif aux produits à usage unique et à la promotion des produits réutilisables par le Conseil des ministres, information dont nous ne pouvons que nous réjouir. Néanmoins, bien que le texte reste encore difficile à évaluer et requière donc notre prudence, nous pourrions regretter que certains éléments de la proposition de loi ne se retrouvent pas dans le projet d'arrêté royal approuvé la semaine dernière.
Madame la ministre, pourriez-vous développer les arguments ayant motivé le choix de ne pas reprendre certains aspects de la proposition de loi que je viens d'évoquer – et, notamment, ceux relatifs aux sacs en plastique à usage unique?
D'autres mesures relatives à la production, à l'usage ou à la mise sur le marché de plastiques à usage unique sont-elles envisagées à court terme, comme nous le souhaitons?
Avez-vous pris connaissance de cette étude et des constats de l'Institut français de recherche pour l'exploitation de la mer? Le cas échéant, pouvons-nous bénéficier de votre retour à ce propos?
Enfin, pouvons-nous être informés du contrôle de l'application de cet arrêté royal dans les douze mois qui suivront sa publication?
09.05 Minister Zakia Khattabi: De ministerraad heeft inderdaad afgelopen vrijdag het ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd. Momenteel ligt de tekst voor advies bij de Raad van State. Tegen eind 2021 wordt het KB dan ondertekend en bekendgemaakt.
Ik laat opmerken dat het ontwerp van KB niet louter slaat op verpakkingen. Mijn administratie staat in contact met de bevoegde Belgische autoriteit voor food contact materials, namelijk DG Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid. Specifieke beperkingen met betrekking tot de voedselveiligheid, opdat het voedsel niet besmet zou worden door de verpakking, zijn het onderwerp van aparte maatregelen die onder de bevoegdheid vallen van de ministers Clarinval en Vandenbroucke. Mijn administratie staat wel in contact met de betrokken sectoren, onder andere vertegenwoordigd in het beheer van het begrotingsfonds voor de grondstoffen en producten, waarvoor ze een bijdrage betalen via hun toelatingsaanvragen. Ze hebben inspraak in de aanwending van het fonds met het oog op de uitvoering van voorstudies, over bijvoorbeeld stoffen, in verband met chemische producten.
Het ontwerp van KB werd aan verschillende interne en externe adviesorganen, zoals de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Raad voor het Verbruik, de Hoge Gezondheidsraad en de TRIS-commissie voorgelegd. Dankzij de opmerkingen van de Europese Commissie hebben we een betere definitie van plasticzakken kunnen uitwerken.
In het algemeen waren de sectoren, die vooraf bevreesd waren voor een al te strikte omzetting van de richtlijn, positief. Behoudens voedselverpakkingen van geëxpandeerd polystyreen, die niet meer op de markt mogen worden gebracht, zal ik in overleg met de sector, verdere beperkingen aan voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik opleggen. In afwachting van dat overleg zijn die nog op de markt toegelaten.
Ook de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap werd geraadpleegd. Zijn advies resulteerde in een uitzondering voor de verkoop van kunststof rietjes in apotheken.
Plastic bekers en draagzakken zullen een jaar na de bekendmaking van het KB, dus voor eind 2022, uit de handel worden genomen, zodat de sectoren zich kunnen aanpassen. De richtlijn voorziet immers in een verbod, maar verplicht de lidstaten niet over te gaan tot een verbod. Dat is niet het geval voor de lijst, die rechtstreeks van toepassing is en die onder andere wegwerpservies en wattenstaafjes vermeldt.
De sectoren werden in de regio's al aan een reeks beperkingen onderworpen, overeenkomstig de richtlijn die tot doel heeft het gebruik van die producten tegen 2026 drastisch te verminderen.
We zijn zeer specifiek gebleven in het huidige ontwerp van KB, met name bijvoorbeeld inzake plastic draagtassen. Merk hierbij op dat draagtassen nodig voor voedselveiligheid en/of op luchthavens nog steeds zijn toegestaan. Het verbod op zeer lichte plastic zakken is niet overgenomen, omdat mijn administratie van oordeel was dat er op dit moment nog geen alternatieven op de markt beschikbaar zijn. Om dezelfde reden hebben wij een uitzondering toegestaan voor kartonnen bekers met plastic coating, maar de regio's zullen het gebruik ervan waarschijnlijk steeds meer beperken totdat ze voorgoed verdwenen zijn. Door het gebruik van dit zeer onvolmaakte alternatief op korte termijn toe te staan, kunnen de sectoren andere wegen vinden.
De interministeriële conferentie voor het Leefmilieu, inclusief het Vlaams Gewest, heeft het ontwerp-KB, dat haar in maart 2021 werd voorgelegd, gunstig onthaald. De toen voorgestelde tekst ging verder dan het huidige KB en verbood met name vanaf eind 2022 voedselverpakkingen uit kunststof voor voedingsmiddelen die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie. Het Vlaams Gewest heeft toen gevraagd om die termijn uit te stellen tot 2023.
De maatregelen van de Gewesten hebben betrekking op het gebruik van de producten. Dat is uiteraard minder dwingend dan een verbod en valt in de praktijk moeilijker te controleren. Omdat de definities in het KB zeer restrictief zijn, blijven de gewestelijke maatregelen nuttig en toepasselijk voor alles wat verder reikt dan hetgeen volgens een strikte begripsomschrijving is opgenomen in het KB. De deelentiteiten moeten desgevallend hun teksten aanpassen. Een verbod op het op de markt brengen kan de zaken eenvoudiger maken voor de Gewesten, namelijk met betrekking tot de controle.
Omdat het voorstel van de heer Ben Achour uiteindelijk geblokkeerd geraakte in het Parlement, dreigde België de door de Europese Commissie opgelegde termijnen ruim te overschrijden. Ik heb bijgevolg het dossier overgenomen in een KB. De werkzaamheden van het Parlement hebben als basis gediend voor het desbetreffende onderdeel van het KB. Het KB gaat niet verder dan wat de Richtlijn mogelijk maakt. We verbieden enkel producten waarvoor de Richtlijn ofwel een verbod eist, ofwel toelaat ze volgens verschillende methodes, inclusief door een verbod, worden verminderd.
De Europese Unie laat altijd een impactanalyse uitvoeren vooraleer ze een nieuwe regelgeving voorstelt. Hieruit blijkt dat er veel positieve effecten zijn, onder meer op de gezondheid, de werkgelegenheid, de consumptie- en productiepatronen, de energie en de voeding. Ik verwijs bijvorbeeld naar een Commission staff working document uit 2018 "Impact Assessment: Reducing Marine Litter: action on single use plastics and fishing gear". Bovendien heeft het Europees milieuagentschap verschillende documenten over dit onderwerp gepubliceerd waaronder Déchets et utilsation efficace des ressources van januari 2021.
Specifiek voor België hebben de Gewesten al impactanalyses uitgevoerd. Ik zal zo snel mogelijk verdere analyses laten uitvoeren, met advies van de Gewesten, maar dit zal progressief gebeuren. Er is tijd nodig om een budget op te maken en de stakeholders bijeen te brengen.
Men zal een eerste reeks specifieke producten kunnen verbieden terwijl andere producten, waarvoor geen alternatieven voor de hand liggen, later geanalyseerd zouden kunnen worden. Voorts is mijn administratie zopas met een studie gestart over de uitdagingen van het gebruik van medische hulpmiddelen voor eenmalig gebruik. Aan de hand van de resultaten zullen we in staat zijn om samen met de sector na te denken over een rationeler gebruik ervan.
Dans l'étude à laquelle vous faites référence, monsieur Ben Achour, on estime que 95 % des déchets flottants, principalement des récipients pour aliments qui ont été perdus ou abandonnés ou des filets de pêche, finissent par se retrouver au fond des mers, souvent sous la forme de fragments microplastiques de la taille d'un grain de riz. Le cycle de la vie est tel que ces microplastiques et nanoplastiques se retrouvent à nouveau dans le corps humain. Ces études ne font que me conforter dans la conviction que le résultat obtenu avec ce projet d'arrêté royal constitue seulement une étape dans la bonne direction.
Les même rapports de forces qui n'ont pas permis à la proposition d'aboutir au parlement justifient aussi l'ambition moins forte que celle de votre proposition de loi. La conscientisation des secteurs et du grand public doit nous inciter à trouver rapidement de nouvelles solutions.
Enfin, le service d'inspection de la Direction générale Environnement assurera évidemment un contrôle de l'arrêté royal. Cependant, il est d'usage de ne pas divulguer les modalités de l'inspection au préalable et de ne pas informer chaque entreprise distincte de l'imminence d'une inspection.
09.06 Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, dank voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben blij te vernemen dat er aanpassingen zijn gebeurd op basis van de adviezen van de regio's. Ik ben ook benieuwd naar het resultaat van het advies van de Raad van State. Het is belangrijk dat er voldoende alternatieven zijn. Het stelt me gerust dat er een aantal zaken nog niet zijn opgenomen in het KB, precies omdat er nu nog niet genoeg alternatieven voorhanden zijn.
Er zijn dan wel verschillende adviezen ingewonnen, maar toch moet ik u meedelen dat wij nog altijd erg bezorgde mails krijgen van verschillende sectoren en stakeholders, zoals Fevia en Comeos. Zij hebben het gevoel dat ze er niet bij betrokken worden. Het duurt nog wel even voordat het KB daadwerkelijk wordt gepubliceerd. Ik raad u dan ook aan alsnog met hen te overleggen. Er moet voldoende draagvlak worden gecreëerd, ook bij de diverse stakeholders. Zij moeten voldoende tijd en de nodige informatie krijgen om op zoek te gaan naar alternatieven en die ook ingepast te krijgen in hun productie en hun systemen. Ga dus zeker samen om de tafel zitten, informeer hen goed en geef hun tijd.
Wat de impactanalyse betreft, blijf ik enigszins op mijn honger zitten. Mij lijkt het logisch om altijd eerst een impactanalyse te maken en dan pas maatregelen door te voeren. Uit uw uitleg begreep ik dat de Gewesten wel al impactanalyses hebben gemaakt, maar federaal blijft het wachten. Ik hoop dan ook dat die impactanalyse vrij snel komt. Alleen op basis van een stevige analyse kunnen passende maatregelen worden genomen.
09.07 Minister Zakia Khattabi: Ik had een vergadering met Comeos, vlak voor onze vergadering.
Ils ont accueilli très favorablement l'arrêté royal que je leur ai soumis. S'ils n'ont pas encore eu l'occasion d'envoyer des mails exprimant leur satisfaction, je puis vous rassurer sur ce plan-là.
De voorzitter: Ik denk dat ook het bedrijfsleven wil meewerken, maar men heeft een duidelijk kader nodig.
U hebt het woord, mijnheer Ravyts.
09.08 Kurt Ravyts (VB): Dank u voor uw zeer uitgebreide antwoord, mevrouw de minister. Ik moet het nog eens in detail nalezen. Een van uw voorgangers, mijnheer de voorzitter, namelijk de heer Van Quickenborne, die ondertussen minister is geworden, drukte hier nog de bezorgdheid uit dat voor een aantal voorstellen, of gevolgen van voorstellen, van collega Ben Achour onvoldoende alternatieven op de markt waren. Blijkbaar heeft Vivaldi dat ook ingezien, wellicht onder druk van een van de regeringspartners, waardoor u zich in dit KB beperkt, maximaal weliswaar, tot wat de SUP-richtlijn, die u moest omzetten, voorschrijft.
Ik deel de bezorgdheid voor de sector en de stakeholders. U zegt dat het vrij vlot verloopt en u gaf het voorbeeld van Comeos. Ik ben benieuwd wat de Raad van State over het KB zegt. Ik denk dat dit dossier nog wel eens aan bod zal kunnen komen in deze commissie.
09.09 Wouter Raskin (N-VA): Dit is geen mooi dossier, mevrouw de minister. Collega Ravyts zei het juist. Hij schetste een klein stukje van de historiek. Dit dossier is geblokkeerd in het Parlement. Daarom moest het een KB worden. Als er hierover een stemming gehouden zou moeten worden, ook in de plenaire vergadering, dan zou voor de zoveelste keer het schisma binnen Vivaldi blootgelegd worden. Ik hoorde mevrouw Dierick, toch ook een lid van de meerderheid, zeggen dat we het best eerst de zaken analyseren en pas dan een KB uitvaardigen. U doet net het tegenoverstelde.
Ik zal mijn repliek van de vorige keren niet overdoen. Het is een gemiste kans, mevrouw de minister, dat u de sector er niet bij betrokken hebt. U zegt dat u contact hebt gehad met Comeos, maar ik heb al veel langer contact met Comeos en ook met andere mensen uit de verpakkingssector. U zult mij toch niet vertellen dat zij nog niet eerder de weg naar uw kabinet gevonden hadden? Het feit dat zij zich niet konden voorbereiden en amper weten wat er recent beslist is, leidt tot heel veel onrust. Dat is heel normaal.
Wijzelf zijn amper fatsoenlijk op de hoogte van wat er zal gebeuren. Wij kennen ook het advies van de Raad van State nog niet. Misschien moet uw KB nog eens herschreven worden. Dat zijn allemaal onzekerheden. Het is mij ook niet helemaal duidelijk in welke mate u al dan niet het regionale beleid doorkruist. De regio's – ik verwijs naar Vlaanderen – doen toch een en ander. Ik denk aan de blauwe zak en de Green Deal Anders Verpakt, om plastics te vermijden, nota bene in samenwerking met de sector en de bedrijven, die daarin 2 miljoen investeren. De verstrenging vanaf 1 januari 2022 inzake de herbruikbare cateringmaterialen bij overheden werd ook ruim op tijd aangekondigd. Kijk eens naar Vlaanderen, mevrouw Khattabi. Ik ben er zeker van dat u er veel zult van leren. Het kan ook voorkomen dat dit soort vervelende dossiers opnieuw op deze tafel komt.
09.10 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.
Il est évidemment toujours frustrant pour un parlementaire de voir un texte manquer la dernière marche, d'autant que la solution proposée ici se situe – pour des raisons que vous avez exposées – en deçà de ce qui avait été approuvé en commission. Cela dit, il s'agit de sentiments personnels qui ne comptent pas au regard de la gravité du problème posé par les plastiques, microplastiques et nanoplastiques.
J'entends que vous vous référez aux secteurs qui n'auraient pas été consultés. En tant qu'auteur de la proposition de loi, je puis vous assurer que j'ai entretenu des contacts très réguliers avec COMEOS. Cette fédération s'est non seulement réjouie du texte que nous nous apprêtions à approuver en séance plénière, mais – mieux encore – elle a regretté et, surtout, déploré qu'il n'ait pas été voté. Dès lors, le secteur de la grande distribution soutenait totalement la proposition de loi et les ambitions qu'elle défendait.
Vous avez parlé d'une étape. C'est pourquoi je plaide pour qu'elle en appelle d'autres. En revanche, je récuse l'idée selon laquelle il faut attendre, avant d'aller plus loin, que des solutions idéales soient disponibles sur le marché. Entre la gravité du problème, d'une part, et l'existence éventuelle de solutions absolument idéales, de l'autre, c'est le premier aspect qui doit primer et donc motiver nos positionnements politiques. Il faut équilibrer la balance entre les deux situations.
Madame la ministre, je vous encourage à poursuivre le combat. Nous le livrerons à notre niveau et, en tout cas, au mien. Le problème du plastique est extrêmement grave, comme je l'ai indiqué dans ma question. Continuons le combat!
De voorzitter: Zonder te veel te willen uitbreiden en mijn privileges te willen misbruiken, wil ik toch meegeven dat het om een belangrijk dossier gaat, over alle bestaande plastic. Ik zal er bij een andere gelegenheid tijdens de regeling der werkzaamheden over spreken. Zowel ondernemingen als burgers zijn verantwoordelijk voor een deel van die soep. Zij staan echter ook allebei voor de uitdaging om mee te werken aan het vinden van een oplossing, ook voor de soep die er in de oceanen is.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De aanwending van de Belgische opbrengsten van de veiling van de CO2-emissierechten" (55020618C)
- Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De verdeling van de ETS-emissierechten" (55020820C)
- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De impact van de steeds duurder wordende uitstootrechten op de elektriciteitsprijs" (55020288C
- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het Fit for 55-pakket, de prijsstijgingen en de klimaatimpact" (55020809C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'affectation des revenus belges de la mise aux enchères des droits d'émission de CO2" (55020618C)
- Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La répartition des droits d'émission ETS" (55020820C)
- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'impact sur le prix de l'électricité des droits d'émission de plus en plus élevés" (55020288C)
- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le paquet Fit for 55, la hausse des prix et l'impact climatique" (55020809C)
10.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik ga even in op de effect van de uitstootrechten op de elektriciteitsprijs, samen met uw voorstel voor de aanwending van de Belgische opbrengsten van de veiling van de emissierechten. U zei dat u enkele weken geleden in de ministerraad opnieuw een positiebepaling met betrekking tot Fit for 55 hebt voorgesteld. In juni had u al een Belgische positiebepaling met betrekking tot de verschillende onderdelen van Fit for 55. U hebt die hier immers voorgesteld en er een persbericht over laten verschijnen.
U was toen nogal wantrouwig over de uitbreiding van het ETS-systeem naar andere sectoren. U gaf toe dat er mogelijk ongewenste sociale gevolgen zouden kunnen zijn. Zelfs zonder die uitbreiding naar andere sectoren zijn er nu echter al sociale gevolgen van het duurder maker van de uitstootrechten. U zal ongetwijfeld zeggen dat er veel andere factoren zijn die hier een rol in spelen maar de hogere CO2-prijs is zeker een factor, omdat de elektriciteitsprijs immers fundamenteel door gascentrales wordt bepaald.
De EU heeft plannen om een sterkere jaarlijkse emissiereductie door te voeren. Men wil de marktstabiliteitsreserve herzien en versterken. Wat zal de EU daartegenover stellen? Een sociaal klimaatfonds dat alles gaat oplossen.
Hoe bekijkt u die ETS-hervormingen, vooral wat de invloed op de energieprijzen betreft?
Wordt de Nationale Conferentie voor een Rechtvaardige Transitie volgende maand opgestart? Kan u daar even op ingaan?
Vervolgens kom ik bij mijn vraag over de Belgische opbrengsten van de veiling. Hierdoor is er 350 miljoen euro ter beschikking om de energiefactuur te verlichten, maar dat geld staat op een geblokkeerde rekening, omdat de federale overheid en de deelstaten het nog niet eens zijn geraakt over de verdeling van deze middelen. Kan u enige toelichting geven bij uw voorstel ter zake, waarop mevrouw Demir zeer koel heeft gereageerd?
10.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Ravyts, u weet waarvoor dat ETS-systeem dient. De CO2-prijs is er om de opwarming van de aarde tegen te gaan. We zijn het er toch over eens dat de uitstoot van CO2 naar beneden moet en dit is een van de middelen daartoe. U zegt dat dat bij de mensen terechtkomt, maar als een huis scheurt of onder water loopt, zijn de kosten nog velen malen groter.
Het is ook zo dat
we voor de stijgende energieprijzen oplossingen zoeken. Mevrouw de minister en
anderen hebben daaromtrent voorstellen gedaan. De minister stelde voor om
middelen te gebruiken uit de ETS-rechten. Dat is een idee waarvan we afwachten
wat ervan zal komen, maar het vestigt ook de aandacht op de niet-verdeling van
die middelen. De situatie zit muurvast. Ik vraag me dus af wat u, als federaal
klimaatminister, zal doen om ervoor te zorgen dat er een akkoord komt over de
verdeling van die middelen.
10.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, op 14 juli verscheen het langverwachte Europese pakket met voorstellen voor klimaatwetgeving ter uitvoering van de Green Deal en de EU-klimaatwet. Wij stellen al sinds december vragen over uw standpunt over een eventuele uitbreiding van het ETS en over de prijsstijgingen die dat teweeg zou brengen, zonder een antwoord te krijgen. Ik ben dus zeer benieuwd naar uw visie op het pakket, zoals het nu voorligt.
De energieprijzen zijn de laatste maanden door het dak gegaan. Een van de oorzaken is het ETS-systeem. De kostprijs van een ton CO2 was nog nooit zo hoog en die wordt rechtstreeks aan de consument doorgerekend. Ik heb maanden geleden al gewaarschuwd dat dit een van de perverse effecten van het ETS-systeem is: het drijft de elektriciteitsprijs op.
De afgelopen weken deed u daar nog een grote schep bovenop. Op 15 september stuurde u een persbericht uit met de aankondiging dat er dankzij het klimaatbeleid een bedrag van een half miljard euro beschikbaar is om de energiefactuur te verlichten.
Daarin stelt u voor om de inkomsten uit het ETS-systeem, die nog niet verdeeld zijn tussen de federale staat en de Gewesten doordat een nieuw samenwerkingsakkoord 2021-2030 alsnog ontbreekt, eenmalig te gebruiken om de prijs van elektriciteit te verlagen. Mevrouw de minister, dat is de wereld op haar kop! U stelt het ETS-systeem voor als een oplossing, terwijl het net een van de oorzaken van de prijsstijgingen is. Het Fit for 55-pakket wil het ETS-systeem nog verder uitbreiden naar transport en gebouwen. De asociale marktmechanismen die leiden tot perverse effecten, worden zo nog verder uitgebreid.
Hoe staat u tegenover de toegenomen marktwerking in de EU-klimaatplannen, gezien de geringe effecten op het klimaat van de marktwerking in het verleden en de ongelooflijk grote prijsstijgingen waarvoor die marktwerking nu al zorgt?
10.04 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, ik begrijp het niet meer. De heer Ravyts had een vraag, die u samen wilde behandelen met deze vraag van mevrouw Daems …
De voorzitter: Ik maakte inderdaad wellicht een verkeerde inschatting door ze te bundelen. Antwoordt u nu dus maar op de vraag die oorspronkelijk gepland stond. Dan zien we daarna wel wat we doen met het antwoord op deze vraag, waarvan de draagwijdte toch wat ruimer is.
10.05 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, als u mij even toestaat: mijn eerste vraag ging over de verhoging van de CO2-prijs. De uitstootrechten zijn mede verantwoordelijk voor een stijging van de elektriciteitsprijs. Omdat u daaromtrent, net als andere ministers, een voorstel formuleerde, heb ik – galant als ik poog te zijn, mijnheer de voorzitter – mijn vraag getracht te verbinden met die van de heer Verduyckt. Blijkbaar had uiteindelijk ook mevrouw Daems hierover een vraag. Dat is de verklaring, mevrouw de minister.
10.06 Minister Zakia Khattabi: Ik zal proberen te antwoorden, en als u niet tevreden bent, zal ik bij u terugkomen met specifiekere antwoorden. Maar ter plekke improviseren, op de koop toe in het Nederlands, is niet gemakkelijk.
De voorzitter: Ook ik leer nog elke dag bij over hoe een vergadering goed te leiden.
Het lijkt mij in elk geval nuttig om, voor een beter begrip en inzicht, in deze commissie wat dieper in te gaan op de eerste problematiek. Het is een term die vaak naar voren wordt geschoven als dé oplossing, maar de vraag naar de effecten ervan is waarschijnlijk niet in 5 minuten beantwoord.
10.07 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, ondanks alle politieke inspanningen blijven de inkomsten van de veilingrechten momenteel inderdaad geblokkeerd in afwachting van een nieuw samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de Gewesten. Het Fit for 55-pakket heeft het voorwerp van de onderhandelingen over een samenwerkingsakkoord uitgebreid en ook enigszins uitdagender gemaakt doordat de federale overheid en de drie entiteiten aangescherpte doelstellingen, maar mogelijk ook nieuwe inkomsten, moeten verdelen. Al heb ik nog steeds goede hoop dat we snel een politiek akkoord vinden, toch vind ik dat in een context van stijgende energieprijzen het niet te verantwoorden valt dat er al meer dan 300 miljoen euro aan inkomsten uit emissierechten ongebruikt geblokkeerd staat. Dat geld kan mijns inziens het best geïnvesteerd worden in klimaatbeleid om de energiefactuur van de gezinnen en de bedrijven structureel te verlagen.
Om de vele miljoenen aan inkomsten uit de veiling niet nodeloos geblokkeerd te laten staan op een wachtrekening, zoals dit jaar tot nu toe gebeurde, maar om het geld snel en efficiënt te kunnen gebruiken waarvoor het effectief bedoeld is, reik ik inderdaad de hand naar de regiocollega's om, in afwachting van een nieuw samenwerkingsakkoord, de oude verdeelsleutel eenmalig te gebruiken voor de inkomsten in het jaar 2021, zodat in de eerste plaats de Gewesten die middelen nu al kunnen aanwenden om een krachtdadig klimaatbeleid te voeren binnen hun bevoegdheden voor onder andere energiebesparingen.
Ik ben mij ervan bewust dat die middelen, die op korte termijn beschikbaar kunnen worden gesteld, niet toereikend zijn om een eerlijke en inclusieve transitie te waarborgen. Daarom grijp ik de Europese voorstellen in het kader van Fit for 55 ook aan om verder te gaan, onder meer met het sociaal klimaatfonds. Binnen de federale overheid zijn wij het er alvast over eens, dat als de gezinnen of kmo's bijkomende CO2-kosten betalen voor huis- of motorbrandstoffen door federale of Europese beslissingen, die middelen ook moeten terugvloeien naar de gezinnen en kmo's en een progressief inkomenseffect moeten teweegbrengen.
Ik hoop dat eenieder iets in dit antwoord kan vinden. Mevrouw Daems, mijnheer Ravyts, mocht dat voor u niet het geval zijn, dan ben ik bereid om het antwoord dat ik voor u had voorbereid, aan het verslag te laten toevoegen.
10.08 Kurt Ravyts (VB): (…) (microfoon niet ingeschakeld)
10.09 Minister Zakia Khattabi: Ik heb een samenvatting gemaakt van een aantal antwoorden. Ik kan de specifieke antwoorden per vraag geven voor het verslag maar als u dat wil kan ik ook hier een meer specifiek antwoord geven.
10.10 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de verduidelijking van uw standpunt over die 350 miljoen euro. Ik zal ze met aandacht lezen.
We moeten toch eens nadenken over de voor- en nadelen van dat ETS-systeem. Mijnheer Verduyckt, ik huiver enigszins voor het sfeertje dat door Vivaldi gecreëerd wordt, namelijk dat we gewoon moeten doorzetten. Burgers en bedrijven moeten doorzetten in deze overgangsperiode naar 100 % hernieuwbare energie en dan zal het negatieve effect van de uitstootrechten opgelost zijn. Als het Rijk Gods komt, is alles opgelost maar dat is er nog lang niet. Intussen moeten we het echter doen met stijgende energieprijzen.
10.11 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Ravyts, we staan voor een enorme transitie op het gebied van energie, mobiliteit en huisvesting terwijl men de sfeer schept dat dit ons niets gaat kosten, inspanningen noch geld. Dan maakt men de mensen natuurlijk iets wijs. Dat geldt ook voor de collega van de PVDA. Of het nu over het ETS gaat, de koolstofmarkt of de koolstofprijs, men wijst alles af. Ik wacht op de dag waarop de PVDA hier met concrete voorstellen komt in plaats van kritiek te geven op voorstellen waarvan elke milieu-econoom zegt dat ze absoluut nodig zijn voor de transitie. Men kan de watersnood wel heel erg vinden maar men moet de mensen ondertussen ook kunnen zeggen dat men er iets aan doet.
Het is uiteraard bijzonder belangrijk dat de transitie sociaal is. De minister verwees naar het sociaal klimaatfonds dat bij de uitbreiding van het ETS vooral gebruikt zal moeten worden om de gezinnen te helpen die het meest last hebben met die transitie. Dat lijkt mij niet meer dan normaal, er zal immers ongetwijfeld een impact zijn op de factuur en het voorstel om die effecten eens van naderbij te bekijken is zeker niet onzinnig. Doen alsof die systemen er alleen zijn om burgers te pesten en helemaal voorbijgaan aan de transitie, voor dat sfeertje pas ik helemaal.
Mevrouw de minister, vandaag is de verdeelsleutel blijkbaar geblokkeerd en ik heb in uw antwoord niet gehoord hoe u eventueel kan bijdragen tot een akkoord met de Gewesten.
De voorzitter: Dit thema verdient meer analyse en meer begrip, maar heeft geen behoefde aan slogans, noch in de ene, nog in de andere zin.
À la demande du cabinet, je me permets d'indiquer que les questions qui arrivent 24 heures avant la commission sont plus difficiles à bien préparer.
Mevrouw Daems, u
krijgt het woord voor uw repliek.
10.12 Greet Daems (PVDA-PTB): Bedankt om ook al op mijn vraag te antwoorden, mevrouw de minister. U hebt nog meer voorbereid, zei u. U mag mij die voorbereiding ook altijd schriftelijk bezorgen, want ik ben daar best wel geïnteresseerd in.
Volgens u is het ETS een oplossing voor de energieprijzen, terwijl net het tegenovergestelde waar is. De elektriciteitsprijs steeg net door de ETS-prijs. U stelt met andere woorden de oorzaak van het probleem voor als de oplossing. Dat is opmerkelijk. Ik heb u daarvoor al meermaals gewaarschuwd. Het klimaatbeleid overlaten aan marktmechanismen leidt tot perverse effecten. Het is inefficiënt en asociaal. Dat is net wat de Green Deal doet. Dat u dat verdedigt, toont aan dat u een neoliberale visie hebt.
Wat wij nodig hebben, is een totaal andere aanpak, een publieke aanpak. Ik zal u blijven wijzen op de asociale gevolgen van uw en het Europese klimaatbeleid.
U zei dat wij nooit met oplossingen komen, mijnheer Verduyckt. Ik meen dat ik hier in de commissie al vaak oplossingen heb gesuggereerd: bindende normen voor grote vervuilers, een Red Green Deal, een klimaatinvesteringsbank, investeringen in openbaar vervoer en investeringen in de omscholing naar groene jobs. De oorzaak van een probleem voorstellen als een oplossing hoort daar echter niet bij.
Het incident is gesloten.
11 Question de Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La Liste rouge de l'UICN" (55020796C)
11 Vraag van Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De Rode Lijst van de IUCN" (55020796C)
11.01 Daniel Senesael (PS): Avant d'en venir à ma question, puis-je vous suggérer que lorsque des membres de la commission souhaitent que leur question soit jointe à celle des autres qui sont à l'ordre du jour, cela se fasse en début de séance, pour que chacun des députés puisse s'organiser en fonction de l'agenda de plusieurs autres commissions qui se tiennent en même temps? D'avance, je vous en remercie.
Madame la ministre, le samedi 4 septembre 2021, lors de son congrès organisé à Marseille, l'Union internationale pour la conservation de la nature a rendue publique l'actualisation de sa liste rouge des espèces menacées. Ce texte révèle notamment qu'un quart des mammifères, un oiseau sur sept, et un tiers des amphibiens et des conifères sont menacés à l'échelle globale. À ce sujet, d'ailleurs, le responsable de la liste rouge de l'UICN a notamment souligné que cet état de fait laissait entrevoir l'apparition d'une sixième extinction massive de l'histoire du vivant. Durant le congrès, l'UICN a également présenté son statut vert des espèces, un indicateur permettant d'évaluer les possibilités de régénération des espèces menacées ainsi que l'impact des politiques mises en place à cette fin.
Madame la ministre, pouvons-nous avoir votre point de vue au sujet des conclusions exposées dans le cadre du congrès mondial de l'UICN relatif à l'état de la biodiversité? Compte tenu de la mise à disposition d'outils de l'UICN, des engagements particuliers sont-ils envisagés en vue, notamment, de la quinzième conférence des parties à la convention sur la diversité biologique qui se tiendra le mois prochain? D'avance, Je vous remercie pour vos réponses.
Il va également sans dire, pour répondre à M. le président, et à vous, madame la ministre, que le règlement autorise des questions endéans les 24 heures. Il est toujours possible pour que l'on puisse intervenir pour adapter ce règlement.
11.02 Zakia Khattabi, ministre: Monsieur Senesael, vous avez raison, mais en l'occurrence il ne s'agissait pas de vingt-quatre heures mais bien de deux minutes avant la fin. Je ne sais pas si vous êtes visé par la remarque mais j'ai demandé au président de faire ce rappel. Les députés ont la chance de disposer d'un mois pour déposer les centaines de questions qu'ils souhaitent mais pour donner une réponse satisfaisante et circonstanciée, comme vous les recevez habituellement, monsieur Senesael, il faut un peu de temps.
Monsieur Senesael, le Congrès mondial de la nature de l'UICN se conclut par une série de constats et d'appels que je porte également au niveau du gouvernement fédéral dans le cadre de ce qui est convenu dans notre accord de gouvernement.
L'UICN rassemble plus de 1 400 organisations publiques et privées et fournit un réseau de plus de 18 000 experts. Ceux-ci ont rappelé le constat alarmant dressé déjà dans le rapport d'évaluation mondiale 2019 de l'IPBES sur la biodiversité et les services écosystémiques. Ils appellent les gouvernements à mettre en œuvre une reprise post-pandémie fondée sur la nature et ont adopté une série de résolutions et d'engagements visant à lutter de manière urgente contre les crises interconnectées du climat et de la biodiversité.
Il est trop tôt pour répondre spécifiquement à votre deuxième question mais il est clair que le Congrès mondial de la nature de l'UICN est un momentum important sur le chemin qui mène à la COP15 de la Convention sur la diversité biologique. Celle-ci se déroulera finalement en deux parties. L'ouverture de la COP15 se fera bien en octobre 2021 avec des prises de décision permettant au processus de la COP de continuer et un segment de haut niveau en virtuel pour aider à la poursuite du processus qui a été postposé déjà deux fois à cause du covid-19.
L'adoption du cadre mondial pour la biodiversité est prévue au printemps 2022 lors de négociations en présentiel qui sont activement préparées dans différentes enceintes.
11.03 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, je vous remercie de nous avoir précisé l'agenda. Je suis évidemment curieux de découvrir les stratégies et les propositions qui seront formulées afin de répondre aux engagements que nous avons souscrits. Je ne manquerai pas de revenir vers vous en temps opportun pour connaître les résultats de ces démarches.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n° 55020797C et 55020798C de Mélissa Hanus sont transformées en questions écrites.
12 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het KB betreffende de bijmengverplichting voor biobrandstoffen" (55020813C)
12 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'arrêté royal relatif à l'obligation d'incorporation de biocarburants" (55020813C)
12.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in april 2021 kwam u naar buiten met het nieuws dat u soja- en palmolie als grondstof voor biobrandstoffen voor verbruik in België wilde uitfaseren via een koninklijk besluit in het kader van de wet op de productnormen.
Het koninklijk besluit kreeg echter een negatief advies van de Europese Commissie. Daarom besloot u samen met uw collega-minister voor Energie biobrandstof op basis van soja- en palmolie uit te sluiten van de bijmengverplichting in het koninklijk besluit ter uitvoering van het Nationaal Energie- en Klimaatplan.
Het NEKP voorziet 10,2 % biobrandstoffen in de energiemix voor transport, hoewel slechts 1,75 % daarvan door de Europese Unie verplicht is. Het overige deel van de doelstelling voor hernieuwbare energie en transport mag met andere energiebronnen worden ingevuld.
De doelstelling kan bovendien met 7 % worden verlaagd, indien België geen gebruik maakt van biobrandstoffen op basis van voedsel- en voedergewassen.
Helaas kan ik op basis van de cijfers in uw persbericht berekenen dat België het gebruik van maar liefst 8,3 % biobrandstoffen van de eerste generatie voorziet in de energiemix voor transport in 2022. België maakt daarbij handig gebruik van de te enge EU-definitie van het begrip voedsel- en voedergewassen, om meer dan 7 % eerstegeneratiebiobrandstoffen te gebruiken.
Met de uitsluiting van biobrandstoffen op basis van soja- en palmolie is het probleem dus nog lang niet opgelost. Zolang er geen totaalverbod is op het gebruik van biobrandstoffen van de eerste generatie, zullen wij gewoon een verschuiving naar andere gewassen krijgen met gelijkaardige ecologische en sociale schade.
Mevrouw de minister, ik heb de hiernavolgende vragen voor u.
Welke redenen gaf de Europese Commissie voor het negatieve advies op uw eerste ontwerp van koninklijk besluit? Op welke manier hebt u daarmee rekening gehouden in het koninklijk besluit ter uitvoering van het NEKP?
Waarom bent u voor een uitsluiting uit de bijmengverplichting gegaan in plaats van een algemeen verbod op het gebruik van biobrandstoffen op basis van soja- en palmolie?
Hoe verantwoordt u de hoge bijmengverplichting voor biobrandstoffen van de eerste generatie?
12.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Daems, de Europese Commissie heeft inderdaad eind juni 2021 een uitvoerig gemotiveerde mening uitgebracht over een artikel in het ontwerp van koninklijk besluit, dat de duurzaamheidcriteria voor biobrandstoffen regelt.
Het geviseerde artikel behandelt inderdaad een verbod op het op de markt brengen van biobrandstoffen uit palm- en sojaolie.
Het advies van de Europese Commissie was niet negatief, maar wees wel op de juridische risico's van een dergelijk verbod. De Europese Commissie wees erop dat het verbod verder gaat dan de bepalingen in de RED2-regelgeving en dat het mogelijk de intracommunautaire handel kan belemmeren. Tevens wees de Europese Commissie erop dat het verbod vragen doet rijzen over de verenigbaarheid met de WTO-regels.
De uitvoerig gemotiveerde mening ging samen met een standstillperiode tot 23 september 2021, zijnde een periode waarin niet mag worden gepubliceerd.
Omdat mijn collega's en ik vastbesloten zijn zo snel als mogelijk het verbruik van palmolie en sojaolie, die ontbossing veroorzaken, niet langer te tolereren, hebben wij inderdaad in onderling overleg een ander pad bewandeld voor de voorziene uitfasering.
De standstillperiode, maar meer nog de mogelijkheid van juridische geschillen die de uitfasering vertragen, bracht ons tot die beslissing. Daarom ben ik heel tevreden dat biobrandstoffen uit palm- en sojaolie niet meer meetellen voor de doelstellingen van de RED2 vanaf respectievelijk januari 2023 en juli 2023.
Meer toelichting bij de bepaling en de wijze waarop er zal worden omgegaan met de biobrandstoffen van de eerste generatie, kunt u aan de minister van Energie vragen.
Wel wil ik tot slot nog meegeven dat wij het advies van de Europese Commissie zo lezen dat de aanpak via het koninklijk besluit inzake de bijmenging haar voorkeur zou moeten wegdragen. Het bewuste artikel 24 zal dan ook uit het koninklijk besluit over de duurzaamheidcriteria voor biobrandstoffen verdwijnen, nu wij de verdere stappen naar publicatie ondernemen.
12.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De hoge bijmengverplichting voor biobrandstoffen van de eerste generatie is echt onverantwoord in het licht van de klimaatverandering, de biodiversiteitscrisis, de wereldvoedselproblematiek, land use change, de gebruiksconflicten en de mensenrechtenschendingen. Dat is onverantwoord en het is opmerkelijk dat u als ecologist daarin meegaat en uw ogen daarvoor sluit.
Niet alleen biobrandstoffen op basis van soja en palmolie, maar alle biobrandstoffen van de eerste generatie moeten onmiddellijk worden uitgefaseerd. Wij zijn ervan overtuigd dat biobrandstoffen een valse oplossing zijn voor de verduurzaming van ons transport. Ik weet dat u dat ook weet, dus laat ons het gebruik van biobrandstoffen beperken tot het minimum dat de EU ons oplegt, namelijk 1,75 % geavanceerde biobrandstoffen.
Daarnaast vinden wij dat u de morele plicht hebt om op EU-niveau te onderhandelen om het verplicht gebruik van geavanceerde biobrandstoffen uit de hernieuwbare energierichtlijn te halen. Echt duurzame oplossingen voor ons transport zijn wel degelijk mogelijk. Denk maar aan een goed uitgebouwd en betaalbaar openbaar vervoer en aan goederenvervoer per trein als ruggengraat, dus zonder valse oplossingen als biobrandstoffen.
Het incident is gesloten.
12.04 Le président: M. Warmoes a encore deux questions à poser. En guise d'introduction, je peux déjà vous dire que l'intention existe de réunir une commission mixte car il y a beaucoup de questions concernant les inondations. Les différents ministres compétents pourraient y être interpellés.
13 Question de Thierry Warmoes à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les inondations et l'atténuation du changement climatique" (55020805C)
13 Vraag van Thierry Warmoes aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De overstromingen en klimaatmitigatie" (55020805C)
Le président: Je laisse à la ministre le soin de décider dans quelle mesure elle répondra aujourd'hui ou si elle s'en remet à la commission mixte.
13.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Monsieur le président, je suis quelque peu étonné par vos propos. Qu'il y ait une commission mixte, c'est une chose. Je ne doute pas que Mme Khattabi répondra à mes questions. En effet, l'existence d'une commission n'enlève rien au droit des députés d'interroger les ministres, bien entendu.
Le président: Rien ne m'empêche de tenir les propos que j'ai tenus!
13.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Certes, monsieur le président, vous pouvez dire ce que vous voulez!
Par ailleurs, nous avons nos doutes quant à cette commission mixte, mais cela, c'est autre chose!
J'avais deux questions, l'une concernant la mitigation et l'autre, l'adaptation. Je ne m'étendrai pas sur les conditions météorologiques de cet été. Chacun est conscient des graves inondations qui ont touché le pays, avec près de 40 décès, des centaines de maisons inhabitables et des milliers de maisons gravement endommagées sans parler des infrastructures publiques.
Ces inondations ont particulièrement touché les populations plus précarisées, les populations ouvrières qui vivent généralement dans les vallées. Cependant, ce n'est pas la classe ouvrière qui porte la plus grande responsabilité dans le problème climatique. Oui, "l'homme" est responsable du changement climatique, mais en réalité, ce sont surtout les personnes et les entreprises les plus riches qui sont à l'origine du problème. Les 10 % les plus riches sont responsables de la moitié des émissions de CO2 dans le monde. Et ici en Belgique, cinq multinationales émettent ensemble autant que tous les ménages belges. Mais la politique climatique néolibérale menée jusqu'à présent, y compris par ce gouvernement, laisse de côté les grands pollueurs et reporte systématiquement la facture climatique sur le citoyen, qui subit en plus les conséquences néfastes du changement climatique. Jusqu'à présent, la politique climatique a été particulièrement inefficace et coûteuse pour la population.
Cependant, le GIEC est très clair dans son sixième rapport d'évaluation: les phénomènes météorologiques extrêmes vont devenir plus fréquents.
Le gouvernement échoue à cet égard, comme l'a montré le verdict dans l'affaire climat. Or, trois mois après le verdict, aucune mesure supplémentaire n'a été prise et l'objectif climatique belge n'a pas été mis en conformité avec ce qui est scientifiquement nécessaire. Les plaignants de l'affaire climatique parlent, à juste titre, de négligence coupable dans leur lettre ouverte au gouvernement de jeudi dernier.
Madame la ministre, quand allez-vous prendre vos responsabilités et prendre des mesures pour réduire les émissions belges d'au moins 65 % d'ici 2030, conformément à ce que la science juge nécessaire? Comment allez-vous faire en sorte que les grands pollueurs assument la responsabilité de réduire leurs émissions et que la classe ouvrière n'ait pas à en payer la facture?
13.03 Zakia Khattabi, ministre: Monsieur Warmoes, le gouvernement fédéral s'est rallié au nouvel objectif de réduction européen de moins 55 % d'ici à 2030. Cela représente un relèvement du niveau d'ambition de plus d'un tiers par rapport à l'ancien objectif européen de moins 40 %. Cette plus grande ambition n'a recueilli le soutien de la Belgique qu'au terme d'intenses concertations – je ne vous apprends rien. Dans un tel contexte national, il s'agit de l'ambition maximale possible aujourd'hui, mais je continuerai évidemment à œuvrer au succès de sa réalisation, avec une volonté d'aller au-delà. En effet, l'objectif européen détermine un seuil mais pas de plafond.
Il faut savoir que l'objectif actuel pour 2020, à savoir moins 20 %, a lui aussi été largement dépassé. Dans le même ordre d'idées, l'objectif pour 2030 est fixé à minimum moins 55 %. Le mot minimum a donc bien toute son importance.
Il incombe à présent de transposer cet objectif dans une politique efficace et juste, et ce dans le cadre des négociations sur le paquet "Fit for 55" qui s'ouvre. Dans le cadre de ce paquet, l'objectif de réduction pour l'EU ETS passe de moins 43 % à moins 61 % sur proposition de la Commission. Le secteur de la navigation aérienne en fait désormais partie pour ce qui concerne les vols intra-européens. Selon la nouvelle proposition, le secteur maritime sera lui aussi intégré dans l'EU ETS.
Il est certain qu'un effort est demandé à l'industrie en Europe. Le point d'attention que vous soulevez est justifié. Je continuerai à veiller à ce que les efforts soient répartis de façon équitable dans notre société. La transition doit être juste et synonyme tant de progrès social que de progrès économique.
13.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Madame la ministre, je vous remercie et prends bonne note de votre réponse.
Vous parlez de minimum moins 55 % et vous dites qu'il n'est pas possible d'aller plus loin aujourd'hui. Cependant, comme vous l'évoquez, j'espère que vous continuerez à plaider pour aller au-delà. Pour nous, l'essentiel est d'écouter les scientifiques et leurs propositions. Cette question est étudiée depuis longtemps par le GIEC. Les connaissances scientifiques évoluent avec le temps. Aujourd'hui, 55 %, c'est insuffisant.
Par ailleurs, vous dites que les efforts doivent être répartis de façon équitable. Nous sommes d'avis qu'une politique taxatoire, comme celle que l'Union européenne est en train de mettre en place avec l'extension de l'ETS en dehors des secteurs industriels, est discriminatoire, ces taxes n'étant pas liées aux revenus des gens.
Het incident is gesloten.
14 Question de Thierry Warmoes à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les inondations et l'adaptation au changement climatique" (55020806C)
14 Vraag van Thierry Warmoes aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De overstromingen en de aanpassing aan de klimaatverandering" (55020806C)
14.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Nous avons parlé de limiter le plus possible le changement climatique et ses effets. On part du point de vue, comme souligné par le GIEC récemment, que ce changement climatique est bien en marche et que certaines évolutions ne seront plus évitables ou même réversibles. Je n'aborderai par les inondations elles-mêmes. Mais nous sommes d'avis que les différents gouvernements en Belgique prennent des mesures pour limiter les dégâts. Notre avis est que les dommages dus aux inondations auraient pu être moindres si les gouvernements avaient pris les mesures nécessaires tant à court qu'à long terme.
Pour l'absurdité institutionnelle selon laquelle l'IRM fédéral n'est pas autorisé à avertir des inondations dans les Régions puisqu'il ne peut prévoir que les précipitations, vous proposiez la création d'un OCAM pour le climat afin de prévoir les catastrophes liées au climat et d'avertir à temps de leur survenue. Ce serait l'énième organe climatique dans la lasagne institutionnelle de notre pays. Après tout, notre pays dispose déjà de nombreux organes climatiques (à tous les niveaux de pouvoir), mais ils ne fonctionnent pas bien en raison de l'ordre dispersé que le fédéralisme hostile a installé dans notre pays.
Ne serait-il donc pas préférable de remédier à la fragmentation institutionnelle du paysage climatique avant d'ajouter un nouvel organe? Dans le contexte institutionnel actuel, votre OCAM ne subira-t-il pas le même sort que l'IRM lors des inondations de cet été?
Outre la prévention du changement climatique, nous devons également nous adapter aux conséquences qui existent déjà. Pour prévenir les inondations, nous devons donner plus d'espace aux rivières, modifier l'utilisation des sols, cesser de les paver et changer notre façon de cultiver c'est-à-dire prendre des mesures dans le domaine de l'agriculture. Je sais bien que ces matières sont pour la plupart des matières régionales, mais dans votre exposé d'orientation politique, vous aviez déclaré que vous veilleriez à ce qu'un nouveau plan national d'adaptation soit élaboré cette année. Quel en est l'état des lieux? Quelles mesures pouvons-nous en attendre? Êtes-vous favorable à la création d'une commission d'enquête fédérale pour déterminer les responsabilités face à cette catastrophe climatique?
Entre temps la commission spéciale a été proposée!
14.02 Zakia Khattabi, ministre: Monsieur le président, monsieur Warmoes, j'ai répondu de manière très détaillée sur l'OCAM. Pour partie, je vous renvoie à cela.
La lasagne que vous décrivez est totalement juste et manque d'efficacité. Je ne peux que vous rejoindre sur ce point. Je vous rejoins aussi dans votre préoccupation à ce que l'enjeu climatique dépasse cette lasagne institutionnelle. Je rappelle toutefois que cette institution n'a pas pour vocation à se substituer ni à la rechercher scientifique, ni aux instances politiques publiques existantes mais bien d'en exploiter toutes les sources scientifiques disponibles, d'effectuer une méta-analyse et de pointer d'eventuelles lacunes, de procéder à une évaluation solide, dans une analyse de risque telle que l'OCAM l'effectue pour le risque terroriste. Le risque climatique doit, de mon point de vue, être aujourd'hui appréhendé de manière structurelle à travers une structure d'analyse de risque.
Veuillez noter également qu'au niveau wallon, la commission d'enquête parlementaire est chargée d'explorer les causes, la gestion et les responsabilités des inondations de juillet dernier.
Le 28 juin 2021, la Commission nationale Climat a approuvé le mandat du groupe de travail intrabelge sur l'adaptation d'élaborer un nouveau plan national intégré d'adaptation d'ici le printemps 2022. Le groupe de travail tiendra compte des études récentes sur le changement climatique et ses impacts, de la stratégie d'adaptation de l'Union européenne et d'autres. Les détails sont disponibles sur le site de la Commission nationale Climat.
En ce qui concerne votre dernière question, même si j'ai bien un avis personnel sur la question, il revient au Parlement de décider s'il est opportun de créer ou pas une commission d'enquête fédérale.
14.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Vous avez tout à fait raison, madame la ministre!
Il est ici question d'une toute grosse catastrophe. Les scientifiques prédisent que les événements de ce type vont se répéter. J'espère que nous serons davantage préparés la prochaine fois. En cas de crise, il faut une unité de commandement. J'espère que vous y souscrivez. Selon notre analyse, c'est d'ailleurs une des raisons qui a fait que la réponse n'a pas été adéquate.
14.04 Zakia Khattabi, ministre: C'est la raison de ma proposition d'un OCAM Climat. C'est une unité de commandement.
14.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Il existe une commission mixte Chambre-Sénat sur la question de la répartition des compétences entre le fédéral et le régional. Ce n'est un secret pour personne que nous sommes pour plus de compétences au niveau fédéral. Nous plaidons entre autres pour que la politique de l'eau soit refédéralisée. Il est effectivement un peu absurde que le fédéral soit responsable pour ce qui concerne la goutte d'eau qui tombe du ciel et que le régional en soit responsable lorsqu'elle tombe sur le sol. On sait par ailleurs que la majorité de nos cours d'eau principaux dépasse les frontières linguistiques. Je ne m'étends pas plus dans ces considérations mais il faudra, à un moment donné, en discuter.
Pour le reste, je ne vous vise pas particulièrement, madame la ministre. Mais le monde politique sera quand même responsable d'un éparpillement de compétences avec tout ce que cela entraîne comme problèmes dans la prévention et la gestion de ces crises, avec, en l'occurrence, des morts à la clé. C'est important. Je vous remercie pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 15.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.15 uur.