Commission des Finances et du Budget

Commissie voor Financiën en Begroting

 

du

 

Mardi 28 septembre 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 28 september 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 15 et présidée par Mme Marie-Christine Marghem.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.15 uur en voorgezeten door mevrouw Marie-Christine Marghem.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De impact van stijgende energieprijzen op de index" (55020079C)

01 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'incidence sur l'index de la hausse des prix de l'énergie" (55020079C)

 

01.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, allereerst mijn excuses dat ik te laat ben. Ik ben met de trein gekomen, maar daar hebben ze nog wel wat werk aan de winkel. Ik begrijp dat alles opgelost zal zijn zodra we allemaal gratis mogen sporen.

 

Ik heb een hele reeks vragen over de begroting. Het zijn boeiende tijden. Zo meteen begint u aan het begrotingsconclaaf en daarom is het interessant om met het Parlement vooraf enkele parameters te schetsen: waar staan we en waar gaan we naartoe? Ik begin bij de vierde vraag, over de impact van de stijgende energieprijzen op de index.

 

We stellen vast dat de energieprijzen blijven stijgen. Vanochtend nog was de fenomenale stijging van de gasprijzen in het nieuws. Dat werkt natuurlijk door omdat wij een systeem kennen van automatische indexering, waardoor de lonen mee stijgen en een aantal uitkeringen verhoogt. Die indexering was voorspeld door een aantal onafhankelijke organisaties, maar werd nog niet meegenomen in de begroting. Dat zal dus moeten gebeuren door middel van een aanpassingsblad, hebben we van u al te horen gekregen. Toch zou het goed zijn als u nog even de laatste stand van zaken schetst. Nu is immers de analyse dat de begroting binnen het jaar nogmaals zal worden overschreden. Als ik me niet vergis, zou dat in juni 2022 het geval zijn.

 

Ik had dus graag de laatste stand van zaken om een en ander begrotingsmatig correct te kunnen inschatten. Hoe zit het met de begrotingsaanpassing nu, én met de stijging en mogelijke indexering over een aantal maanden?

 

01.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: De inflatie­vooruitzichten zijn momenteel sterk onderhevig aan veranderingen. De laatste inflatievooruit­zichten van het Federaal Planbureau dateren van 7 september 2021. De gemiddelde jaarinflatie – dus het nationale indexcijfer der consumptieprijzen (NICP) – wordt voor 2021 geraamd op 1,90 % en voor 2022 op 2,10 % ten opzichte van 0,74 % in 2020 en 1,44 % in 2019.

 

De groeivoet van de zogenoemde gezondheidsindex, die onder meer wordt gebruikt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen, zal in 2021 gemiddeld 1,60 % en in 2022 gemiddeld 2,10 % bedragen, ten opzichte van 0,99 % in 2020 en 1,46 % in 2019.

 

In augustus 2021 werd de spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen laatst bereikt. Dit is twee maanden vroeger dan wat in de vorige inflatievooruitzichten van juli 2021 verwacht werd. De volgende overschrijding van de spilindex – momenteel 111,53 – zou plaatsvinden in juni 2022.

 

De budgettaire impact op de primaire uitgaven van de overschrijding van de spilindex in augustus in plaats van in oktober wordt geraamd op bijna 80 miljoen euro. Dit bedrag komt boven op het bedrag van 60 miljoen euro, dat al werd opgenomen in de nota van het Monitoringcomité en dat de kostprijs in 2021 voor een overschrijding van de spilindex in oktober moest dekken.

 

Op 21 september zal het Monitoringcomité evenwel een actualisatie van zijn rapport van juli publiceren voor de begrotingsjaren 2021-2022, wat het ondertussen heeft gedaan. Hierbij zullen de ramingen onder meer gebaseerd zijn op macro-economische parameters uit de economische begroting van het Federaal Planbureau van 9 september. Op dat moment zal het effect van de vervroegde overschrijding van de spilindex ook gekend zijn langs de uitgavenzijde op de sociale prestaties en langs de ontvangstenzijde op de sociale bijdragen en de bedrijfsvoorheffing.

 

Men vergeet immers vaak dat een overschrijding van de spilindex niet enkel langs de uitgavenzijde een impact heeft, maar ook langs de ontvangstenzijde. Bovendien laat ik dan nog de afgeleide effecten op onder andere de consumptie, de btw en de vennootschapsbelasting buiten beschouwing.

 

Ik herinner er u ook aan dat bijvoorbeeld de regering Michel I bij haar aantreden nog een indexsprong heeft doorgevoerd en dat op basis van de ramingen van de toenmalige minister van Financiën Johan Van Overtveldt deze operatie budgetneutraal was.

 

01.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, u bevestigt dat de volgende overschrijding van de spilindex volgens de prognoses in juni 2022 zal plaatsvinden. Dan weten we dat daarmee rekening zal moeten worden gehouden in de begrotingsgesprekken de komende weken.

 

Ik ben eerlijk gezegd wat verbaasd over de budgettaire impact. We hebben die immers besproken bij de begrotingscontrole net voor de zomer. Ik meen me te herinneren dat in de nota van het Rekenhof een bedrag van 267 miljoen euro is vermeld. Het ging toen over de impact over meerdere maanden. Ik denk drie maanden.

 

Als u spreekt over een budgettaire impact van 80 miljoen euro boven op de al geraamde 60 miljoen euro, dan gaat het om 140 miljoen euro in totaal en niet om het bedrag van 260 miljoen euro van het Rekenhof. Bovendien was dat laatste bedrag alleen maar voor de maanden oktober, november en december. Het bedrag van 140 miljoen euro heeft minstens ook betrekking op de maand september gelet op de vervroegde overschrijding.

 

Ik mis daarover mogelijk wat informatie, zodat ik kan nagaan wat de totale meerkosten zijn voor de begroting van dit jaar en eventueel voor de begrotingen van de komende jaren.

 

01.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, ik heb hier de details van wat een maand extra zou kosten. Op de post Personeel in de primaire uitgaven zou er 10 miljoen euro moeten worden ingeschreven, op die van Personeel voor de entiteiten 931.000 euro, op de dotatie pensioenen 40 miljoen euro, op de post Personen met een handicap 6 miljoen euro, op die van OCMW RMI (Recht op Maatschappelijke Integratie) 1,3 miljoen euro, op die van OCMW voor de uitvoering van de wet van 1965 216.000 euro, goed voor een totaal van 60 miljoen euro per maand.

 

01.05  Sander Loones (N-VA): U geeft dus de kostprijs per maand, terwijl het Rekenhof sprak over drie maanden. Vermenigvuldigt men 80 miljoen met 3, dan komt men inderdaad aan 240 miljoen uit. Dat zal de cijfers verklaren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het rechttrekken van de begroting" (55020078C)

02 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le redressement budgétaire" (55020078C)

 

02.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, er is heel wat interesse in de begroting. We hebben dat gezien aan de interviews die onder andere door partijvoorzitters werden gegeven. Deze ochtend zal een aantal daarvan de revue passeren.

 

Deze vraag werd ingediend naar aanleiding van een interview met Conner Rousseau, voorzitter van Vooruit, in de Krant van West-Vlaanderen, waarin hij zei dat de begroting dé test voor deze regering wordt. Hij zet daar de parameter op een begroting in evenwicht tegen 2030. Persoonlijk zou ik graag meer ambitie zien, maar ik was best verbaasd door de ambitie van Conner Rousseau. Ik had verwacht dat die lager zou zijn en een latere datum dan 2030 zou vermelden.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik heb de volgende vragen. Is dat doorgesproken? Is dat puur Conner Rousseau aan het woord of wordt ook binnen de regering een bepaalde datum als referentie gehanteerd en is die dan voor de regering en voor u 2030?

 

In het interview werd ook verwezen naar Jean-Luc Dehaene en de oefeningen die toen gebeurd zijn om België te laten toetreden tot de eurozone. Er werd toen een voorlopige bijzondere crisisbelasting ingevoerd, die wij vandaag, intussen al 30 jaar later, echter nog steeds betalen. Ik kan deze vraag wat actualiseren, want ik lees nu dat de minister van Financiën die crisisbelasting wil afschaffen.

 

Men ziet dat trouwens als de pendant om de taks op de tweede verblijven af te schaffen, de RSZ op voetballers af te schaffen en iets te doen met de auteursrechten. De minister zegt dat als we die fiscale voordelen afschaffen, we in de plaats die crisisbelasting kunnen afschaffen. Hoe zit het met die crisisbelasting? Blijft die van kracht? Vindt u ook dat dit logisch is? Wordt er overwogen om een soortgelijke nieuwe belasting in te voeren, gelet op corona?

 

Daarnaast is er de discussie over de Europese begrotingsnormen, maar gelet op de spreektijd zal ik die vraag straks stellen.

 

02.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Als staatssecretaris voor Begroting binnen deze regering moet ik er in eerste instantie voor zorgen dat het regeerakkoord correct wordt uitgevoerd.

 

In het regeerakkoord wordt per entiteit voorzien in een vaste en variabele inspanning. De vaste inspanning bedraagt 0,2 % van het bruto binnenlands product, cumulatief per jaar, voor de periode 2021 en 2024. Voor de variabele inspanning werd beslist deze te laten ingaan vanaf 2022 en afhankelijk te maken van het niveau van het bbp en van de opgetekende groeicijfers.

 

In het kader van de opmaak van de begroting 2022 zal moeten worden nagegaan of de uitvoering van de vaste inspanning op schema zit en zal de variabele inspanning op basis van de parameters van de economische begroting van september moeten berekend worden en ingevuld.

 

De horizon voor deze regering beperkt zich tot 2024 en de krachtlijnen van het begrotingsbeleid werden vastgelegd in het regeerakkoord, zoals daarnet uitgelegd. Ik begrijp dat u graag een concreet jaartal van mij hoort, maar ik zal u op dat vlak moeten teleurstellen. We worstelen nog met wat, hopelijk, de naweeën zijn van de gezondheidscrisis die, hoewel minder erg dan oorspronkelijk gevreesd, een ongeziene impact heeft gehad op onze economie. Er is nog altijd veel onzekerheid over zowel het verloop van de coronacrisis als de kracht van het herstel. De eerste doelstelling moet zijn om de aangroei van de schuldgraad te stoppen en de stijging om te buigen naar een daling. Dat is echt prioritair.

 

In het regeerakkoord werd een verdeling van de variabele inspanning voorzien van een derde uitgaven, een derde ontvangsten en een derde diversen. Hieruit afleiden dat er gedacht wordt aan de invoering van een crisisbelasting, waarover u sprak, is zeker voorbarig.

 

Deze regering zal in het kader van de voorbereiding van de begroting 2022, op basis van de economische begroting van 9 september, de te leveren variabele inspanning bepalen en deze overeenkomstig de in het regeerakkoord overeengekomen sleutel concretiseren met de nodige maatregelen.

 

Er is op dit ogenblik nog geen officieel standpunt van de Europese Commissie over een eventuele aanpassing van het budgettaire kader of over een andere behandeling van overheidsinvesteringen. De oorspronkelijke door de Commissie voorgestelde timing, eind 2020, werd onder druk van de coronacrisis uitgesteld.

 

02.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb straks nog vragen over het Europees kader en het regeerakkoord, want daar bestaat ook een spanningsveld tussen wat in de pers wordt gezegd en wat in het Parlement wordt gezegd.

 

Ik wil nog kort repliceren op de voorlopige crisisbelasting. Ik noteer dat u hebt gezegd dat de discussie over de invoering van een voorlopige crisisbelasting naar aanleiding van corona voorbarig is. Ik heb u de deur dus niet fors horen sluiten, maar in het regeerakkoord staat wel dat er geen nieuwe belastingen worden ingevoerd. Ik hoor u dat als staatssecretaris van Begroting niet even fors zeggen. Dit kan dus misschien toch nog de uitkomst van de begrotingsbesprekingen kan zijn. Dat zou dus niet helemaal uitgesloten zijn. We zullen zien.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De aankondiging van maatregelen zonder dat er in een afdoend budget voorzien wordt" (55020253C)

03 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'annonce de mesures en l'absence de budget suffisant" (55020253C)

 

03.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, deze vraag betreft ook een belangrijk thema. Ze gaat over ministers die graag en heel voluntaristisch allerlei zaken aankondigen, waarbij de budgetten echter niet steeds blijken te volgen. Minstens loopt er op dat vlak iets mis. Ik zou daarover graag meer transparantie krijgen.

 

In bedoeld geval gaat het over de steun voor mensen die naar de psycholoog willen gaan. Die maatregel is heel breed aangekondigd door de minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke. Dat consulteren van een psycholoog zou in de toekomst kunnen voor slechts elf euro, wat een heel grote drempelverlaging betekent. Mensen, ook jongeren, zullen makkelijker naar de psycholoog kunnen gaan. De kosten ervan zouden worden beperkt.

 

Wat lezen wij van de specialisten? Een en ander zou niet het geval zijn. Slechts dertig procent van de psychologen zou volgens het tarief van elf euro werken. Dat komt, omdat er niet voldoende budget is uitgetrokken. Dat stelt alvast de Vlaamse Vereniging voor Klinisch Psychologen. Zij stelt dat minister Vandenbroucke daarvoor 151 miljoen euro heeft uitgetrokken, terwijl de kostprijs anderhalf miljard euro zou bedragen.

 

Ik heb het daar altijd moeilijk mee. Ik heb er in het verleden ook al op gewezen dat naar mijn mening een overheid geen verwachtingen moet scheppen die ze niet kan inlossen. Dat is immers niet alleen niet goed voor de geloofwaardigheid van de politiek maar ook niet voor het draagvlak van degelijk bestuur.

 

Daarom heb ik een aantal vragen.

 

Hoe komt dat nu juist? Hoe komt het dat een minister zomaar kan communiceren dat iedereen voor elf euro naar de psycholoog kan, hoewel dat niet klopt?

 

Welk dossier is vooraf aan u bezorgd? Welke cijfers stonden daarin? Welke analyses zijn gemaakt? Welke parameters zijn gebruikt?

 

Wat was het begrotingsadvies van de Inspectie van Financiën? Heeft zij niet de bemerking gemaakt dat die 151 miljoen euro ruimschoots onvoldoende is en maar een tiende is van het bedrag dat blijkbaar nodig zou zijn?

 

Het is echt bijzonder dat een dergelijke maatregel wordt gecommuniceerd, bovendien nog naar mensen die zwakker staan in de maatschappij, en dat echt verwachtingen worden gecreëerd die blijkbaar niet kunnen worden ingelost.

 

03.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, eind juni 2021 werd inderdaad een overeenkomst ondertekend tussen de vertegenwoordigers van de sector, het RIZIV en de FOD Volksgezondheid.

 

Het dossier werd nog niet voorgelegd aan de regering. Ik heb daarover dus nog geen begrotingsakkoord afgeleverd.

 

Er werd wel reeds een aantal keer gevraagd het dossier snel voor te leggen aan de regering.

 

Momenteel kan ik u dus enkel meegeven dat binnen de begroting van het RIZIV een bedrag van 39 miljoen euro is ingeschreven binnen de partiële begrotingsdoelstelling 40 met titel 'Psychologische Zorg' en 200 miljoen euro binnen de partiële begrotingsdoelstelling 45, zijnde 'Herwaardering Geestelijke Gezondheidszorg'.

 

Voor alle overige vragen kan ik u dus enkel doorverwijzen naar de bevoegde minister.

 

03.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, hiermee is nogmaals bewezen welke ondankbare job u hebt, maar ik ben wel blij dat het blijkbaar om 230 miljoen euro gaat en niet over 150 miljoen euro. Het is nog niet de 1,5 miljard euro die nodig is, maar het is al iets meer.

 

U zult hierover echter binnen de regering toch een hartig woordje moeten praten. Het gaat immers over een maatregel die op 1 september in werking is getreden, maar u zegt dat die nog niet op de ministerraad is besproken en dat u daarover zelfs nog geen dossier hebt gekregen. Welke manier van werken is dat? Er worden beleidswijzigingen doorgevoerd, maar daar wordt in de regering zelfs niet over gesproken en de minister van Volksgezondheid vindt het zelfs niet de moeite om over die maatregel het advies van de Inspectie van Financiën of het advies van de diensten van Begroting te vragen. Dat is gewoon onbehoorlijk bestuur. Dat zijn woorden die ik niet licht gebruik en ik denk dat minister Vandenbroucke meer waard is, want wij kennen hem als een degelijke minister. Dat gebeurt dan ook nog eens op de kap van mensen die psychologisch zwakker staan. Ik vind dat echt… Ik zal mijn zin niet afmaken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het rapport 'Regionale economische vooruitzichten 2021-2026'" (55019996C)

04 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le rapport "Perspectives économiques régionales 2021-2026"" (55019996C)

 

04.01  Wouter Vermeersch (VB): ​In juli 2021 werden de 'Regionale economische vooruitzichten 2021-2026' gepubliceerd. Deze zijn het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Institut Wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en Statistiek Vlaanderen. De regionale vooruitzichten schetsen een economisch scenario voor de drie Gewesten van dit land. De regionale vooruitzichten tonen aan dat de economische groei in de drie Gewesten geleidelijk vertraagt na het herstel in 2021 en 2022.

 

Welke impact hebben deze regionale vooruitzichten op de begrotingsdoelstellingen die de regering vooropstelde voor deze legislatuur?

 

De regering wil tegen 2030 komen tot een tewerkstellingsgraad van 80% van de actieve bevolking. In dat kader is ze van oordeel dat de van dat beleid verwachte terugverdieneffecten progressief zullen stijgen van 50 miljoen euro in 2021 naar 400 miljoen euro in 2024. Om tot dat rendement te komen veronderstelt de regering dat er in 2021 2.500 en in 2024 20.000 extra personen aan het werk zullen gaan naar aanleiding van de maatregelen die zullen worden genomen om die doelstelling te realiseren. Uit de regionale vooruitzichten blijkt echter dat de werkgelegenheidsgraad stijgt naar 71,9% tegen 2026.

 

Welke impact hebben deze regionale vooruitzichten op deze begrotingsdoelstelling inzake 80% tewerkstellingsgraad?

 

Tegen 2026 bedraagt het tekort 5,6% van het bbp, wat een aanzienlijke niveauverandering is ten opzichte van de tekorten van 1 à 2% (exclusief eenmalige maatregelen) in de laatste jaren vóór de gezondheidscrisis. De verwachte tekorten voor de verschillende gefedereerde entiteiten voor 2021 vallen ook hoger uit dan in de vooruitzichten van februari. Wanneer het vorderingensaldo wordt uitgedrukt in procent van een indicator die de budgettaire omvang weerspiegelt, zoals de totale ontvangsten of uitgaven, heeft de Vlaamse Gemeenschap het kleinste tekort. In 2026 is het tekort in absolute cijfers in Vlaanderen (-2,2 miljard euro) zelfs kleiner dan het tekort van Waalse Gewest (-1,9 miljard euro) en de Franse Gemeenschap (-1,3 miljard euro) samen. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie realiseren op zich nog een bijkomend tekort van -1,3 miljard euro.

 

Hoe beoordeelt u deze aangroeiende tekorten en negatieve evolutie?

 

04.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: De regionale vooruitzichten hebben geen impact op de begrotingsdoelstellingen zoals deze zijn opgenomen in het in april bij de Europese Commissie neergelegde stabiliteitsprogramma.

 

Ten eerste houden de projecties van het Federaal Planbureau geen rekening met alle aangekondigde maatregelen, maar enkel met deze waarvan de modaliteiten voldoende gedefinieerd zijn.

 

Ten tweede ga ik er vanuit dat ook de deelgebieden, net zoals de federale overheid, de nodige bijsturingen doen opdat de vooropgestelde doelstellingen worden behaald.

 

Daarnaast was de geleidelijke vertraging van de groeicijfers voor de Gewesten na het herstel 2021 en 2022 al ingecalculeerd in de economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau van juni voor entiteit 2. Deze projecties werden opgenomen in het rapport van het Monitoringcomité van juni.

 

Deze regionale vooruitzichten zullen er niet toe leiden dat deze regering de doelstelling van het streven naar een werkzaamheid van 80% tegen 2030 zou opgeven. De regering houdt integendeel vast aan deze doelstelling die expliciet is opgenomen in het regeerakkoord. Om die doelstelling te realiseren wordt onder meer gefocust op de inactiviteitsgraad in de categorie van 25 tot 64 jaar in het algemeen en op de activiteits- en werkzaamheidsgraad van de oudere werknemers en de kwetsbare groepen in het bijzonder. Concrete initiatieven en actieplannen zullen daartoe genomen worden in samenspraak met de sociale partners en de deelstaten. De regering zal op structurele wijze met de deelstaten overleggen om in een geest van samenwerkingsfederalisme tot de nodige maatregelen te komen die het arbeidsmarktbeleid van de deelstaten kunnen flankeren en ondersteunen.

 

Naar goede gewoonte neemt de regering het rapport van het Monitoringcomité als vertrekbasis voor het begrotingsconclaaf. Uiteraard beperkt het conclaaf zich tot entiteit 1. Toch wordt ook akte genomen van de ramingen van entiteit 2 als onderdeel van het resultaat voor de gezamenlijke overheid. In het rapport van het Monitoringcomité werd al rekening gehouden met door het Planbureau geraamde tekorten voor de Gemeenschappen en Gewesten en lokale overheden. Het Monitoringcomité raamde het tekort voor de gezamenlijke overheid in 2026 op 5% tegenover een tekort van 5,6% volgens de economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau. Het Internationaal Monetair Fonds raamt het tekort voor België voor 2026 op 4,9 %.

 

De geraamde oplopende tekorten zijn natuurlijk geen goede zaak voor de gezamenlijke overheid. Er mag echter niet uit het oog verloren worden dat deze projecties ramingen zijn bij ongewijzigd beleid. Van elke deelstaat mag verwacht worden dat ook zij de nodige maatregelen en actieplannen ondernemen opdat een verdere ontsporing van hun budgettaire situatie wordt vermeden.

 

De federale regering kan op budgettair vlak echter geen dwingende maatregel opleggen aan de deelstaten. Zij kan enkel in overleg treden naar aanleiding van onder meer het ontwerp van begrotingplan en het Stabiliteitsprogramma.

 

04.03  Wouter Vermeersch (VB): Ten eerste, ik hoop dat de cijfers een wake-upcall zijn voor de regering. Daarom heb ik de vraag gesteld. U gaat daar nogal gemakkelijk over, vind ik. U becommentarieert zeer gematigd, maar het rapport komt toch tot de conclusie dat de werkzaamheidgraad tegen 2026 maar stijgt naar 71 % of 72 %.

 

U en deze regering willen 80 % behalen tegen 2030. Dat betekent dat u op vier jaar tijd nog eens 8 % extra zou moeten bereiken. Uiteraard bij ongewijzigd beleid. Dat is toch echt wel een rood knipperlicht.

 

Het probleem is dat deze regering doelstellingen stelt die pas door de volgende regering, of zelfs de regering daarna, zullen moeten behaald worden. Tenzij de regering ondertussen een paar keren valt, zal de volgende regering normaal gezien regeren van 2024 tot 2029. Deze doelstelling van 80 % wordt pas voor 2030 beoogd.

 

Ten tweede, ik vroeg u uiteraard ook naar de gefedereerde entiteiten. Wij zien dat in absolute cijfers het tekort in het Waalse Gewest en in de Franse Gemeenschap samen groter zal zijn dan in Vlaanderen. Gisteren heeft de Vlaamse regering een aantal aankondigingen gedaan over hoe zij het tekort zal aanpakken. Dat zal ook verder duidelijk worden in de komende tijd.

 

U hebt het in uw antwoord ook telkens over ongewijzigd beleid. Maar daarover zal ik vandaag nog een aantal andere vragen stellen. Wat is eigenlijk het doel van de regering? Wanneer wil zij de kaap van 3 % tekort opnieuw halen? Wanneer zullen de begrotingsregels gerespecteerd worden? Wanneer zal men de staatschuld opnieuw beginnen afbouwen? Dat zijn vragen die ik vandaag zeker nog zal stellen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De uitlatingen van de Waalse minister van Begroting" (55020020C)

05 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les déclarations du ministre wallon du Budget" (55020020C)

 

05.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

Voor Jean-Luc Crucke (MR), de Waalse minister van Begroting, zal de last van de wederopbouw na de overstromingen in de eerste plaats worden gedragen door het Waalse Gewest, maar ook de federale regering moet volgens hem haar belofte "om Wallonië niet te laten vallen" waar maken.

In Le Vif laat Crucke ook noteren: “J'ai des contacts avec ma collègue Eva De Bleeker et je pense qu'elle peut me rejoindre sur la nécessité de règles de gouvernance budgétaire plus adaptées au monde d'aujourd'hui."

 

Kan de staatssecretaris deze contacten bevestigen? Binnen welke overlegstructuur vonden deze plaats? Werden de andere Gewesten hierbij ook betrokken?

 

Crucke lijkt te stellen dat de staatssecretaris ook gewonnen is voor het aanpassen van de begrotingsregels.

In De Tijd van 17 december 2020 liet de staatssecretaris net het omgekeerde optekenen:

“'De Commissie heeft haar strenge begrotingsregels zelf losgelaten (…) Maar zodra ze weer aanknoopt met het normale begrotingsbeleid, zullen wij dat ook doen. Ik ben een aanhanger van begrotingsdiscipline."

Kan de staatssecretaris duidelijkheid scheppen? En werd dit standpunt overlegd met de andere Gewesten?

 

Belga meldde dat Crucke de premier vroeg om bij Europa op soepele begrotingsregels aan te dringen.

Deelt de staatssecretaris het Waalse pleidooi tot verdere opschorting en versoepeling van de Europese begrotingsregels en zitten de andere Gewesten ook op deze lijn?

 

Wallonië maakte 2 miljard euro vrij. Federaal 20 miljoen euro via de OCMW's en 1 miljoen euro voor het Rode Kruis.

Waaruit kan de bijkomende federale budgettaire ondersteuning, waarop Crucke aanstuurt, bestaan?

 

Heeft de staatssecretaris in haar contacten met Crucke ook de zorgwekkende situatie van de Waalse financiën besproken?
De Waalse begroting kleurde al bloedrood en daar komt nog eens de miljardenfactuur van de coronacrisis én de miljardenfactuur van de overstromingen bovenop.

 

Dit jaar hebben de Waalse overheden (Franse Gemeenschap en Waals Gewest) al 32 miljard euro schulden. Tegen 2024 loopt dat op tot minstens 44 miljard euro, of anderhalf keer het gezamenlijke budget van beide regeringen.

Acht de staatssecretaris deze budgettaire situatie houdbaar?

 

Momenteel is de terugbetaling van de schuld beheersbaar dankzij de lage rente. Maar bij stijgende rentes komen de Waalse overheden budgettair in de gevarenzone door oplopende intrestlasten en een verdere daling van internationale ratings.

Acht de staatssecretaris dat risico beheersbaar?

05.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Op geregelde tijdstippen is er overleg tussen de ministers van Begroting van de diverse overheden. Dat gebeurt doorgaans binnen de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting.

 

Ik heb op 26 augustus een brief ontvangen van minister Crucke, bevoegd voor Begroting in de Waalse regering, in verband met de budgettaire impact van de overstromingen van juli 2021 op de Waalse begroting. Ik kan uit de brief niet direct afleiden dat er een aanpassing van de Europese begrotingsregels wordt gevraagd. Er wordt echter wel gevraagd om bij budgettaire discussies rekening te houden met de impact van deze natuurramp.

 

Wat eventuele contacten tussen de premier en minister Crucke betreft, verwijs ik u graag door naar de betrokkenen. Er is momenteel geen beslissing om andere budgettaire middelen vrij te maken.

 

Op dinsdag 21 september heeft er een vergadering van de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting plaatsgevonden waarbij ook de heer Crucke aanwezig was. In de variapunten werden de regio's eraan herinnerd dat ze ons in het kader van de voorbereidende werkzaamheden voor het draft budgetary plan hun info, ook die over de overstromingen, tegen 30 september dienden te bezorgen.

 

Van elke deelstaat mag verwacht worden dat zij de nodige maatregelen en actieplannen neemt opdat een ontsporing van de budgettaire situatie wordt vermeden. De federale regering kan op budgettair vlak weinig dwingende maatregelen opleggen ten aanzien van de deelstaten. Binnen de Belgische institutionele context zijn de deelstaten verantwoordelijk voor hun budgettair beleid.

 

05.03  Wouter Vermeersch (VB): Dank u, mevrouw de voorzitster. Mevrouw de staatssecretaris, de vraag is al een tijdje geleden ingediend maar uiteindelijk is die wel brandend actueel. Mijn vraag was immers wat de federale overheid kan doen naar Wallonië toe. Er zijn door de premier een aantal beloftes gemaakt aan Wallonië. Ondertussen werden reeds cijfers genoemd. Wallonië wil een fonds van 1,2 miljard euro en vraagt daarvoor minsterns 600 miljoen euro. Ik dacht dat het staatssecretaris Dermine was die zei dat ze 600 miljoen euro nodig hebben. Ondertussen heeft zijn collega Crucke gezegd dat het ministens 600 miljoen euro moet zijn dat van het federale niveau moet komen. Het is dus wel belangrijk om dat allemaal in de gaten te houden.

 

Mevrouw de staatssecretaris, in de pers werpt u zich soms op als de nieuwe Margaret Thatcher binnen België. Misschien moet u op de wijze van Margaret Thatcher gaan spreken met de heer Crucke. Ik citeer de cijfers. Dit jaar hebben de Waalse overheden al 32 miljard euro schulden gemaakt. Tegen 2024 loopt dat op tot minstens 44 miljard euro.

 

De Waalse overheid was niet klaar voor de coronacrisis en had al jaren rode cijfers. Daar bovenop kwam de coronafactuur en daar komt nu nog de overstromingsfactuur bovenop. Ik kan u dus alleen maar aanraden om toch op de wijze van Margaret Thatcher binnen België en tegenover uw coalitiepartners op de tafel te slaan. Uiteraard met het voorbehoud dat elke regio binnen België autonoom beslist wat ze met haar centen doet. Dat is de opdracht, denk ik.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het begrotingsevenwicht tegen 2030" (55020033C)

06 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'équilibre budgétaire pour 2030" (55020033C)

 

06.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag. Het betreft een voorstel van Conner Rousseau.

 

De voorzitter van meerderheidspartij Vooruit pleit in de Krant van West-Vlaanderen voor een begroting in evenwicht in 2030:

 

“Wat is uw economische hervorming?

Conner Rousseau: Het doel is een begroting in evenwicht tegen 2030. Dat moet wel een gezonde begroting zijn met ruimte om te investeren in de volgende generaties. (…)"

 

1. Acht de staatssecretaris een begroting in evenwicht tegen 2030 ernstig?

2. Ligt deze doelstelling concreet op de regeringstafel?

3. Wanneer acht de staatssecretaris een begroting in evenwicht opnieuw noodzakelijk en wenselijk? Graag een concreet jaartal.

 

06.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Vermeersch, als staatssecretaris van Begroting moet ik er in de eerste plaats voor zorgen dat het regeerakkoord correct wordt uitgevoerd. In het regeerakkoord werd voor entiteit I voorzien in een vaste en variabele begrotingsinspanning. De vaste begrotingsinspanning bedraagt 0,2% van het bruto binnenlands product, gecumuleerd per jaar, voor de periode van 2021 tot 2024.

 

De variabele begrotingsinspanning, die ingaat vanaf 2022, is afhankelijk van het bruto binnenlands product en de genoteerde groeicijfers.

 

Bij de opmaak van de begroting 2022 zal moeten worden nagegaan of de uitvoering van de vaste begrotingsinspanning op schema zit en zal de variabele begrotingsinspanning op basis van de parameters van de economische begroting van september moeten worden berekend en ingevuld.

 

De horizon voor de regering beperkt zich tot 2024 en de krachtlijnen van het begrotingsbeleid werden vastgelegd in het regeerakkoord. Ik begrijp dat u van mij graag een concreet jaartal hoort, maar ik zal u ter zake moeten teleurstellen. We worstelen nog met wat hopelijk de nadelen van de gezondheidscrisis zijn, die hoewel minder dan voorheen gevreesd, toch een ongeziene impact had op de economie. Er is nog altijd onzekerheid over het verloop van de coronacrisis en de kracht van het herstel. De eerste doelstelling moet zijn om de aangroei van de schuld een halt toe te roepen en de stijging naar een daling om te buigen.

 

Mevrouw de voorzitter, hiermee moet ik nagenoeg hetzelfde antwoord geven als op een vorige vraag. Het zou best zijn dat vragen in dat geval samengevoegd worden.

 

De voorzitster: Ik moet bekennen dat er iets fout gelopen is met de lijst. Een aantal vragen was samengevoegd, maar werden toch apart aan de orde gesteld.

 

06.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u had het over variabele en vaste inspanningen. We hebben allemaal het regeerakkoord gelezen en die passage hebben we al ettelijke keren gehoord, we weten dus wat wel en wat niet het doel is van deze regering.

 

In uw antwoord verwees u ook naar de begrotingsopmaak voor 2022. Ik hoop dat u daar intussen mee bezig bent, daarom stellen we deze vragen ook. We hopen dat we daar vandaag al antwoorden op kunnen krijgen. Als we alles moeten uitstellen tot december, dan wordt het wel erg laat voor ons. Wij hopen immers met enige voorbereiding aan de begrotingsbesprekingen in het Parlement te kunnen beginnen.

 

Het regeerakkoord heeft het wel over het saneren van de begroting maar niet over een begroting in evenwicht. Ook hier houdt u het echter bij nietszeggende voornemens. U weigert immers concrete en duidelijke doestellingen te formuleren.

 

Conner Rousseau pleitte in de krant voor een begrotingsevenwicht in 2030, ook de streefdatum voor een werkzaamheidsgraad van 80 %. De paars-groene partijen formuleren dus geen doelstellingen voor deze regering of de volgende maar pas voor degene die daarna komt. Zo is het gemakkelijk om aan politiek te doen, als de meerderheid doelstellingen formuleert voor binnen twee regeringen. Partijvoorzitters als Rousseau kletsen heel wat af in de pers en schuiven de hete aardappel voor zich uit. De rekening is dan voor de volgende generaties. In die zin is de nieuwe sp.a duidelijk niet anders dan de oude.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De financiële steun aan Afghanistan" (55020123C)

07 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le soutien financier accordé à l'Afghanistan" (55020123C)

 

07.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, sinds 2008 heeft België meer dan 60 miljoen euro (72 miljoen dollar) gestort in het 'Afghan National Army Trust Fund' (ANA Trust Fund) via bijdrages uit de federale begrotingskas.

 

Het ANA Trust Fund werd opgericht in 2007 om het 'Afghan National Army' te ondersteunen, zowel wat betreft training als uitrusting. De bijdragen aan het Trust Fund komen van 29 NAVO-bondgenoten, 12 partnerlanden en de Afghaanse regering zelf. Staatshoofden en regeringsleiders beslisten op de NAVO-top van 2018 in Brussel om het Afghaanse leger steun te verlenen tot 2024

1. Kan de staatssecretaris deze cijfers bevestigen?

2. België was bijna twee decennia lang ook militair aanwezig in Afghanistan.

Kan de staatssecretaris de kostprijs voor de begroting van deze militaire operaties in Afghanistan ramen?

3. Zijn er naast het 'Afghan National Army Trust Fund' en de militaire operaties in Afghanistan nog andere middelen uit de federale begroting naar Afghanistan gevloeid in de afgelopen jaren? Zo ja, voor welke bedragen?

4. In de begroting werd deze legislatuur nog eens 9 miljoen euro voorzien voor het 'Afghan National Army Trust Fund'.

 

Wat zal er met deze middelen in de begroting gebeuren? En werden er nog andere bedragen voorzien in de begrotingen?

 

07.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Vermeersch, in totaal heeft België 72.253.000 dollar, omgerekend bijna 66 miljoen euro, bijgedragen in het kader van het ANA Trust Fund.

 

De eerste bijdrage gebeurde in 2015 overeenkomstig de notificaties inzake de BC 2015, basisallocatie 14.53.11.35.40.02. In 2021 werd besloten om de kredieten ten gunste van het ANA Trust Fund op te nemen in de interdepartementale provisie, namelijk 9 miljoen euro, en niet meer rechtstreeks in de kredieten van sectie 14 Buitenlandse Zaken. Er is echter geen overdracht van de kredieten gebeurd in het kader van de verschillende KB's die dit jaar werden gerealiseerd. In 2021 is er met andere woorden geen enkele uitgave gedaan in het kader van het ANA Trust Fund.

 

In het kader van de opmaak van de begrotingen van 2022 tot 2026 werd er in 2022, 2023 en 2024 een bedrag van 9 miljoen euro ingeschreven in de interdepartementale provisie.

 

Dit bedrag werd ingeschreven in de provisie tijdens de voorbereidingen op technisch niveau van de begrotingen van 2022 tot 2026, dus voor de machtsovername door de taliban.

 

Samengevat zijn de verschillende bijdrages vanaf 2015 tot en met 2020 66.334.493,70 euro.

 

Voor uw tweede vraag verwijs ik u door naar de minister van Defensie.

 

Er werden geen andere bedragen expliciet voor Afghanistan ingeschreven in de begroting. De voltallige regering zal dat moeten bekijken, in het kader van het begrotingsconclaaf.

 

Er werden geen bedragen, expliciet voor Afghanistan, in de begroting ingeschreven.

 

07.03  Wouter Vermeersch (VB): Via dit fonds werd door Westerse politici, Sinterklaaspolitici, maar liefst 3,4 miljard euro in Afghanistan gepompt. Ons land heeft meer dan 66 miljoen euro gestort in een fonds via bijdrages uit de federale begrotingskas. Andere landen hebben veel minder bijgedragen.

 

Ik heb het even opgezocht ter vergelijking. Denemarken heeft maar 37 miljoen euro bijgedragen, de helft van de Belgische bijdrage. Denemarken is als land te vergelijken met België.

 

Dat is nog maar eens het bewijs dat Belgische politici, of toch uw voorgangers, graag sponsor van buitenlandse regimes spelen op kosten van de belastingsbetaler, maar zonder enige garantie op succes. Dat moet benadrukt worden als het we het fiasco in Afghanistan bekijken.

 

Het Vlaams Belang kan alleen maar hopen dat deze regering en u, mevrouw de staatssecretaris, lessen zullen trekken uit dergelijke geopolitieke fiasco's en beter zullen omspringen met onze belastingscenten. Er stromen veel miljoenen uit onze begroting naar het buitenland, terwijl de noden in eigen land, zeker na de coronacrisis en de overstromingen, nog nooit zo hoog zijn geweest.

 

Dus laat ons ons belastingsgeld nu eindelijk eens gebruiken voor onze eigen economie, onze eigen ondernemingen en onze eigen mensen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire impact van de overschrijding van de spilindex" (55020254C)

- Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De inflatie en de spilindex" (55020373C)

- Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De tweede overschrijding van de spilindex" (55020822C)

08 Questions jointes de

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'incidence budgétaire du dépassement de l'indice pivot" (55020254C)

- Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'inflation et l'indice pivot" (55020373C)

- Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le second dépassement de l'indice pivot" (55020822C)

 

08.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, in feite is mijn vraag over de spilindex zonet beantwoord. Ik verwijs graag naar mijn schriftelijk ingediende voorbereiding. Als u nog iets wilt toevoegen, dan kan dat. Anders zal de heer Vermeersch het antwoord in het verslag kunnen lezen.

 

De spilindex wordt vroeger dan verwacht overschreden. Ook in uw begrotingscontrole net voor de zomer is daar geen rekening mee gehouden, en dit ongeacht de vraag van de N-VA en het Rekenhof om dat wél te doen. Een N-VA-amendement daartoe werd weggestemd in de bevoegde commissie en in de plenaire vergadering.

 

Het Federaal Planbureu becijferde eerder dat de spilindex in oktober 2021 zou worden overschreden. In die veronderstelling zouden de sociale uitkeringen en de wedden van het overheidspersoneel met 2% worden opgetrokken in respectievelijk november en december 2021, wat zou leiden tot een stijging van de uitgaven met ongeveer 267 miljoen euro.

 

De begroting(scontrole) houdt hiermee dus geen rekening. Opgemerkt kan echter worden dat verschillende experten zelfs al langer een nog eerdere overschrijding van de spilindex verwachten, vroeger dan oktober. En de kost dus nog verder kan oplopen.

 

In dit verband graag volgende vragen:

Wat is de budgettaire impact van deze nog vroegere overschrijding van de spilindex op de begroting 2021?

 

Hoe schat u de evolutie van de inflatie verder in?

 

08.02  Wouter Vermeersch (VB): Ook ik verwijs naar mijn tot tweemaal toe schriftelijk ingediende vragen met betrekking tot de spilindex.

 

De aangepaste begroting houdt rekening met de toename van de consumptieprijsindex voor 2021 van 1,3 % en de gezondheidsindex van 1,1 % en schatte in dat de spilindex in januari 2022 zal worden overschreden.

 

Het Rekenhof waarschuwde dit voorjaar echter dat de spilindex al in oktober 2021 zou worden overschreden. In die veronderstelling zouden de sociale uitkeringen en de wedden van het overheidspersoneel met 2 procent worden opgetrokken in respectievelijk november en december 2021, wat zou leiden tot een stijging van de uitgaven met ongeveer 267 miljoen euro. De mogelijke stijging van de sociale uitkeringen vanaf november 2021 (op 240 miljoen euro geraamd) en van de lonen van de ambtenaren vanaf december 2021 werd uiteindelijk niet opgenomen in de aanpassing.

 

In België is de werkelijke inflatie ondertussen opgelopen richting 3 procent (2,73 % in augustus 2021). Dat is een stuk meer dan de 2,3 procent in juli en de sterkste stijging sinds het najaar van 2018. Daardoor is de spilindex in augustus al overschreden. Door de overschrijding worden de sociale uitkeringen en de pensioenen al in september 2021 met 2 procent verhoogd, de lonen in de openbare sector volgen in oktober 2021. In de privésector zal dat later gebeuren, afhankelijk van de cao.

 

De impact van de overschrijding van de spilindex in oktober 2021 werd dus op 267 miljoen geraamd. Nu de spilindex 2 maand vroeger werd overschreden, wat is de budgettaire impact? (In miljoen euro)

Wat is de budgettaire impact van deze sterke inflatie op het vorderingensaldo van de federale overheid?

Wat is de budgettaire impact van deze sterke inflatie op het vorderingensaldo van de sociale zekerheid en de evenwichtsdotatie aan de sociale zekerheid? En hoe zal deze impact op de sociale zekerheid worden ondervangen gezien die evenwichtsdotatie in de aangepaste begroting al 26 miljard bedraagt?

 

De spilindex dreigt binnen het jaar nog eens te worden overschreden. In de nieuwe vooruitzichten van het Federaal Planbureau wordt juni 2022 naar voren geschoven. Voor de schatkist betekent dat extra uitgaven voor ambtenarenweddes en -uitkeringen.

 

Wat is de verwachte budgettaire impact van een overschrijding van de spilindex in juni 2022? (In miljoen euro)

 

Uit de nieuwste inflatievooruitzichten blijkt dat het Planbureau rekent op een gemiddelde inflatie van 2,1 procent over 2022. In vorige prognoses was dat nog 1,9 procent. Wat is de budgettaire impact op het vorderingensaldo van de federale overheid van deze verhoogde inflatie?

 

Wat is de budgettaire impact van deze sterke inflatie over 2022 op het vorderingensaldo van de sociale zekerheid en de evenwichtsdotatie aan de sociale zekerheid?

 

08.03 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Aangezien in het vorige antwoord het stuk over de sociale zekerheid niet expliciet aan bod kwam, lijkt het mij belangrijk om dit antwoord nog eens te lezen. Ongetwijfeld zal er enige overlap zijn, maar dat is niet zo erg.

 

Allereerst wil ik nogmaals benadrukken dat een overschrijding van de spilindex niet enkel rechtstreekse gevolgen heeft aan de uitgavenzijde van de overheid, maar ook op de inkomsten. Zo zal de overheid aan de ene kant worden geconfronteerd met stijgende loonkosten voor haar federale ambtenaren, met een stijging van de sociale prestaties zoals de werkloosheidstoelagen, pensioenen en RIZIV-uitkeringen, en met een stijging van andere sociale uitgaven, zoals de toelagen aan de OCMW's, tegemoetkomingen aan personen met een handicap en de inkomensgarantie voor ouderen. Aan de andere kant zal de overheid evenwel, als een gevolg van de hogere lonen, ook extra ontvangsten genereren via de sociale bijdragen en de bedrijfsvoorheffing. Daarnaast mag niet uit het oog worden verloren dat een overschrijding van de spilindex ook een aantal afgeleide effecten met zich meebrengt op onder meer de werkgelegenheid, de consumptie en de vennootschapsbelasting.

 

Wat de impact betreft op de primaire uitgaven van de federale overheid, inclusief de dotatie voor de overheidspensioenen, betekent de overschrijding van de spilindex in augustus in plaats van in oktober een bijkomende kostenpost in 2021 van bijna 80 miljoen euro. Het Monitoringcomité had in zijn rapport van juli al rekening gehouden met een overschrijding van de spilindex in oktober en raamde reeds ongeveer 61 miljoen euro kosten.

 

Het Monitoringcomité heeft op 23 september 2021 een actualisering gepubliceerd van de begrotingsjaren 2021 en 2022. Die actualisering is gebaseerd op de macro-economische parameters van de economische begroting van het Federaal Planbureau van 9 september. Deze nieuwe inschatting neemt dus ook de impact van een vroeger dan verwachte overschrijding van de spilindex mee, naast natuurlijk alle andere macro-economische ontwikkelingen.

 

Het is moeilijk om in de gehanteerde ramingen deze effecten af te zonderen van de indexering Toch kan men ervan uitgaan dat de effecten op de uitgaven grotendeels gecompenseerd worden door de hogere ontvangsten.

 

De wet van 18 april 2017 houdende de hervorming van de financiering van de sociale zekerheid bepaalt dat er in een evenwichtsdotatie wordt voorzien in het stelsel van zowel de werknemers als de zelfstandigen en dat die zo wordt bepaald dat de beide globale beheren een overschot noch een tekort vertonen. Bijgevolg zal de budgettaire impact van een stijgende inflatie via de evenwichtsdotatie worden opgevangen, maar vermits – zoals vermeld – de stijgende inflatie een impact heeft op de ontvangsten en uitgaven, kan deze de evenwichtsdotatie zowel opwaarts als neerwaarts beïnvloeden.

 

Wat de toekomstige evolutie van de inflatie betreft, dat valt moeilijk in te schatten. De meeste modellen lijken ervan uit te gaan dat deze opstoot tijdelijk is, onder meer omwille van extra spanningen op een aantal grondstoffenmarkten. Het Federaal Planbureau gaat nu uit van een overschrijding van de spilindex in juli 2022, daar waar er in de economische begroting van juni 2021 geen overschrijding was voorzien in 2022.

 

Dit betekent dat er ten opzichte van de ramingen van juli zes maanden bijkomende indexering moet worden voorzien voor de sociale uitkeringen en vijf maanden voor de wedden van ambtenaren. In het rapport van het Monitoringcomité van 23 september wordt de impact van deze versnelling van de indexering van de uitkeringen en wedden geraamd op 227,5 miljoen euro voor de primaire uitgaven, inclusief de dotatie voor de overheidspensioenen, 497 miljoen euro voor de sociale uitkeringen in het stelsel van de werknemers en 52 miljoen euro voor de sociale uitkeringen in het stelsel van de zelfstandigen. In totaal gaat het dus om 776,5 miljoen euro.

 

Bovenstaande cijfers geven de impact weer van de versnelling van de overschrijding van de spilindex op de uitgaven van entiteit 1. Men mag dit cijfer niet lezen als het effect van de verhoogde inflatievooruitzichten op de begroting.

 

08.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de aanvullende informatie.

 

Ik heb toch drie korte replieken. Ten eerste, u bent staatssecretaris van Begroting en beantwoordt de vraag over de indexering dus op een begrotingswijze, waardoor u een eerder nauwe definitie van het debat hanteert. U hebt het over de inkomsten en uitgaven en hoe die in de begroting worden verwerkt. Ik wil het wat breder opentrekken en doe bij deze ook een oproep aan u. Bekijk het brede maatschappelijke debat daarover. De mensen hebben geen boodschap aan een nauw louter budgettair antwoord, zeker wanneer ze de prijzen zien stijgen. Heel wat lonen zijn gekoppeld aan de index, maar niet allemaal. Er zijn genoeg mensen die in de privésector werken en die geen automatische loonindexering zien. Zij zien alleen maar de prijzen stijgen.

 

Ten tweede, wij praten in dit land over een gezondheidsindex, wat betekent dat heel wat prijsstijgingen niet verwerkt zijn in die indexering. Zelfs mensen die hun lonen en uitkeringen wel zien stijgen worden geconfronteerd met een aantal prijsstijgingen.

 

Het is begrijpelijk dat u het debat bekijkt als staatssecretaris voor Begroting, maar wanneer u met uw collega's overlegt, zorg dan ook voor aandacht voor het brede debat. Dan gaat het onder andere over de impact van het lakse monetaire beleid van de Europese Centrale Bank, het sluiten van kerncentrales, wat waarschijnlijk voor extra druk op de energieprijzen zal zorgen, en een aantal fiscale maatregelen.

 

Ten tweede, wij moeten toch echt afstappen van het systeem van een automatische indexering die op eender welk moment kan plaatsvinden. Heel wat landen die werken met een indexering doen dat  met een systeem van een geannualiseerde indexatie, die dan wordt toegepast in het begin van het jaar bijvoorbeeld, waardoor zij op een veel voorspelbare manier kunnen begroten.

 

Dat is zelfs nog geen afschaffing van de automatische indexering. Dat is gewoon het meer ordentelijk toepassen ervan, zodat er voorspelbaarheid in het beleid kan worden ingevoegd. Dat kan misschien een suggestie zijn voor uw komende begrotingsbesprekingen?

 

08.05  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de indexsprong was wel voorspelbaar, in die zin dat het Rekenhof er al in het voorjaar voor gewaarschuwd had dat de index overschreden zou worden, maar wel op een ander moment. Het Rekenhof verwachtte dat voor november-december. Het is september-oktober geworden.

 

In het rapport van het Rekenhof zag ik cijfers van ongeveer 300 miljoen euro. U hebt een aantal cijfers genoemd dat onder 100 miljoen euro blijft. Ik vraag mij af of dat het effect is van die verschuiving van november-december naar september-oktober?

 

08.06  Sander Loones (N-VA): Het was per maand.

 

08.07  Wouter Vermeersch (VB): Oké. Dan begrijp ik het beter.

 

Mevrouw de staatssecretaris, de conclusie die u maakt over de effecten op de uitgaven, e ook door het Rekenhof geciteerd. Die belopen blijkbaar ongeveer 100 miljoen euro per maand. U zegt echter dat er ook een effect is op de inkomsten. Dat is duidelijk: de sociale bijdragen stijgen, en zo. Maar ik meen dat het niet zo eenduidig is als u het vandaag voorstelt. Anders had het Rekenhof in het voorjaar een concreet cijfer gekleefd op de uitgaven en ook een concreet cijfer op de inkomsten, en gezegd: het is ongeveer budgetneutraal.

 

Het Rekenhof heef dat voor alle duidelijkheid niet gedaan. Ik durf dus de conclusie betwijfelen dat het één op één mooi samenvalt. Natuurlijk zijn er voor de inkomsten vertragingseffecten. De sociale bijdragen zullen pas op termijn stijgen. Er zijn ook heel wat lonen die niet meestijgen, en dergelijke meer. Ik durf uw conclusie dus niet te trekken.

 

De vraag die ik overhoud, is of er dit jaar nog een aanpassing komt van de begroting voor 2021?

 

08.08 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik heb in een vorige commissievergadering al gezegd dat er inderdaad nog een aanpassingsblad komt voor die indexeringsaanpassing.

 

08.09  Wouter Vermeersch (VB): Dank u.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het budgettaire traject en de ambitie van de regering" (55020255C)

09 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La trajectoire budgétaire et l'ambition du gouvernement" (55020255C)

 

09.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, u hebt ongetwijfeld vastgesteld dat wij via verschillende invalswegen en -hoeken proberen zicht te krijgen op wat u en deze regering wensen te realiseren en wat het ambitieniveau is. Ik hoop dat u niet enkel het regeerakkoord zult voorlezen, maar wat meer duidelijkheid zult geven.

 

U hebt een aantal interviews gegeven. Ik ben fan van uw interviews, die altijd interessant zijn. Daarin zegt u dat er een budgettaire oefening van 3 miljard euro zou moeten gebeuren. Het land, of minstens uw regering, stond op zijn kop, terwijl u eigenlijk enkel het regeerakkoord had voorgelezen. U hebt gewoon letterlijk het regeerakkoord genomen: vaste inspanningen: 0,2; variabele inspanningen: 0,4. De som van beide is 3 miljard euro. U hebt eigenlijk gewoon voorgelezen wat in het regeerakkoord staat, maar dat mag blijkbaar niet gezegd worden. Voor uw regeringspartners is dat blijkbaar no pasarán. Dat is toch wel speciaal, want hoe zit dat nu precies met dat regeerakkoord? Het bevat een hele passage over die vaste en variabele inspanningen. Er staat duidelijk dat wanneer de Belgische economie voldoende hersteld is, die variabele inspanningen zullen worden geleverd. Uit heel wat interviews en analyses blijkt dat de economie voldoende hersteld is en dat we opnieuw op het peil zitten van vóór corona. Hoe zit dat nu juist? Zal het regeerakkoord, dat zwart op wit beschreven staat, ook worden uitgevoerd? Ik denk dat dit vooral een liberaal punt is in het regeerakkoord. Of zullen alleen de linkse punten van het regeerakkoord worden uitgevoerd? Dat hebben we immers al gezien bij de belastingverhogingen op het vlak van de salariswagens, de niet-indexatie van pensioenen enzovoort. Als het veeleer een links punt is, wordt het uitgevoerd. Zal ook op dit punt de ambitie worden verwezenlijkt?

 

09.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, u geeft eigenlijk in het eerste deel al het antwoord op uw vraag. Ik wil nog eens voorlezen wat u daarnet hebt gezegd. De grootte van de te leveren variabele inspanningen zal tijdens het lopende begrotingsconclaaf worden vastgelegd. Wat mij betreft, moet het jaar vóór de aanvang van de coronacrisis, dus 2019, als referentiepunt genomen worden. De inspanning dient dan bepaald te worden op basis van zowel het niveau van het bruto binnenlands product in reële termen ten opzichte van het jaar 2019 (Is het bbp dus hersteld tot het niveau van 2019?) als van de kracht van de economische groei in het betrokken jaar, dus 2022-2023-2024. De te leveren variabele inspanning zal dus inderdaad afgeleid worden uit de cijfers van de economische begroting van september, maar die besprekingen lopen nog.

 

09.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik vind het jammer dat u in de pers sterk communiceert en het debat voert, maar hier in het Parlement niet. Wat u zegt in de kranten, zegt u hier niet. Ik vind dat niet netjes. Ik vind dat u beter consequent beiden zou doen of het helemaal niet doet. Als u dat overal doet – in de kranten en in het Parlement – dan kunnen wij daarover debatteren zoals dat hoort in het Parlement.

 

Ik lees hier tussen de lijnen dat wat zwart op wit in het regeerakkoord staat, opnieuw ter discussie staat. Dat het niet verworven is en opnieuw voorwerp uitmaakt van onderhandelingen. U heeft daarover nochtans al onderhandeld bij de totstandkoming van de regering en daarvoor een prijs betaald. Nu zal er opnieuw een prijs moeten betaald worden voor een budgettair kader dat eigenlijk al verworven zou moeten zijn. Bij deze weten wij wat de waarde is van het regeerakkoord. Ik vrees dat dit een vodje papier is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De al dan niet verlenging of stopzetting van de coronasteunmaatregelen" (55020257C)

- Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De verlenging van de coronasteunmaatregelen" (55020534C)

- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De verlenging van de coronasteunmaatregelen" (55021107C)

10 Questions jointes de

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le prolongement ou la suspension éventuels des mesures d'aide corona" (55020257C)

- Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La prolongation des mesures de soutien corona" (55020534C)

- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La prolongation des mesures d'aide dans le cadre de la crise du coronavirus" (55021107C)

 

10.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de vragen zijn al een tijdje geleden ingediend en ondertussen weten wij al wat meer over de verlenging van de coronasteunmaatregelen. Normaal gezien zouden zij eind september allemaal aflopen en in de pers werd gediscussieerd over welke maatregelen zouden worden verlengd en welke niet. U zei in de pers dat geen enkele maatregel zou worden verlengd, maar op dezelfde dag zei minister Dermagne dat daar nog eens over moest worden gepraat. Wij weten ondertussen wat het resultaat is: niet alle maatregelen worden verlengd, maar wel een aantal.

 

Het zou goed zijn dat wij daarover wat transparantie krijgen, trouwens ook over hoe die gesprekken verlopen zijn. Ik heb al het een en ander kunnen achterhalen, maar het is blijkbaar een stevig gesprek geweest in de regering. Op een gegeven moment zei een Franstalige journalist van La Libre dat er een akkoord was, maar vijf minuten later was zijn tweet verwijderd. De volgende dag zei hij nogmaals dat er een akkoord was en dat dat op een persconferentie zou worden aangekondigd, maar dat gebeurde ook niet. Nog een dag later was er eerst geen en dan weer wel een akkoord. Dat gebeurde trouwens allemaal terwijl de eerste minister op een vliegtuig richting New York zat. Het was dus niet de mooiste beurt, maar dat is voor de geschiedenis. Ik hoop dat iemand ooit transparantie geeft over de sfeer in de ploeg, maar nu wil ik graag voor de mensen wat transparantie krijgen over wat er nu juist is beslist.

 

Er wordt melding gemaakt van een budget van 90 miljoen euro, maar op basis van de cijfers van dezelfde journalist komt men eerder uit op 115 miljoen euro, een verschil van 25 miljoen euro dus. In zijn tweets zei hij dat hij navraag had gedaan bij de regering over dat verschil en daaruit blijkt dat dat ligt aan wat technici de prijs van de liefde noemen. Hij zei daarover dat men dat aan niemand uitgelegd krijgt en dat hij hoopte dat de regering dat eens zou uitleggen. Bij dezen stel ik u dus de vraag hoe het juist zit met de prijs van de liefde.

 

10.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb Belga net even geopend: in die berichten ziet men voortdurend flipfloppen over de coronasteunmaatregelen, herzieningen van persberichten enzovoort. Collega Loones heeft dat zeer goed beschreven.

 

Uiteindelijk zouden er vijf coronasteunmaatregelen overleven en één belangrijke maatregel niet, namelijk de verlaging van de btw op de horeca.

 

De verlaging van de btw voor de horeca heeft het niet overleefd.

 

Die vraag willen wij updaten.

 

Welke maatregelen zijn overeind gebleven? Wat is de budgettaire kostprijs van alle bedoelde maatregelen?

 

10.03 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, mijnheer Vermeersch, verontschuldig mij, omdat ik u even te vroeg wilde antwoorden.

 

De regering heeft, zoals u aangaf, beslist vijf coronamaatregelen al dan niet in licht gewijzigde vorm te verlengen. De totale kostprijs wordt geraamd op 114,5 miljoen euro.

 

De respectievelijke administraties hebben de kostprijs van het verlengen van de maatregelen tot eind 2021 als volgt geraamd.

 

De kostprijs voor het vereenvoudigde systeem van tijdelijke werkloosheid is geraamd op 25,4 miljoen euro. Het overbruggingsrecht voor zelfstandigen, waarvoor in de huidige fase van de sanitaire crisis de nadruk zal liggen op het enkelvoudig overbruggingsrecht voor zelfstandigen met een omzetverlies van 65 %, wordt geraamd op 35,4 miljoen euro. De ondersteuning  van het spoorvervoer wordt geraamd op 14,35 miljoen euro. De premie van in dit geval 25 euro voor sociaal kwetsbaren wordt geraamd op 39,4 miljoen euro.

 

Het klopt dus inderdaad dat de premie voor de sociaal kwetsbaren een hoge kostprijs heeft, die gedeeltelijk wordt gefinancierd binnen de voorziene kredieten.

 

Bij de initiële begroting 2021 werd een budget ingeschreven van 35 miljoen euro. Dat is maar voor een klein deel benut. Dat is dus de door u genoemde prijs van de liefde. Daarvan wordt dus 35 miljoen euro gebruikt.

 

10.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, wij hebben nu enige duidelijkheid over de bedragen.

 

Ik noteer wel iets opmerkelijks, namelijk dat aanvankelijk overal is gecommuniceerd dat er een budget was van 90 miljoen euro, dat werd gekoppeld aan de verlenging van de steunmaatregelen. Ook de minister van Financiën gebruikt dat, om in zijn communicatie aan te geven dat de steun echt wel is ingeperkt. Wij zouden maar 90 miljoen euro meer besteden en niet meer de grote bedragen.

 

U verklaart vandaag echter dat het bedrag 114,5 miljoen euro is. Er is dus blijkbaar wel degelijk een verschil tussen de cijfers.

 

10.05  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, een bedrag van 114 miljoen euro is uiteindelijk een kostprijs die beheersbaar is.

 

Wij missen vooral een maatregel die niet mee was opgenomen en die voor ons absoluut wel moest zijn opgenomen, namelijk de verlenging van de btw-verlaging naar 6 % voor de horeca.

 

U weet dat een aantal handelszaken, zoals bijvoorbeeld nachtclubs, pas vanaf 1 oktober 2021 openen. Zij hebben dus nooit het voordeel gehad van die btw-verlaging.

 

Anderzijds zijn er heel wat handelszaken die voor hun winterseizoen staan, bijvoorbeeld aan de Vlaamse kust, een heel moeilijk seizoen waarin er weinig omzet kan worden gehaald. Aangezien deze sectoren hun verlies nog niet helemaal te boven zijn gekomen, hebben zij dat steuntje nog wat langer nodig. Dat is dus een maatregel die wij missen, zeker aangezien het om beheersbare kosten gaat. Deze maatregel is immers haalbaar en betaalbaar. Dat is dus een manco in de vijf maatregelen die hier voorliggen.

 

10.06 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik wil even verduidelijken dat die 90 miljoen euro eigenlijk de 114,5 miljoen euro van de totale kostprijs is min de kost die gerecupereerd wordt via het bestaande krediet van 34 miljoen euro. Het gaat dus om een totale kostprijs van 114,5 miljoen euro, waarvan 90 miljoen euro de bijkomende kost voor de verlenging is. Er wordt dus 24,5 miljoen euro gerecupereerd op het openstaande krediet van 35 miljoen euro dat voorzien is voor de prijs van de liefde. Er was dus 35 miljoen euro voorzien voor de prijs van de liefde. Daarvan wordt 24,5 miljoen euro gerecupereerd op eigen kredieten. De 114,5 miljoen euro min die 24,5 miljoen euro die op eigen kredieten wordt genomen geeft 90 miljoen euro. Daarom wordt er gezegd dat de kostprijs 90 miljoen euro bedraagt.

 

10.07  Sander Loones (N-VA): Begroten is technisch niet makkelijk en we doen er allen goed aan om zo transparant mogelijk te communiceren. Wat mij betreft is 114 miljoen euro de totale kostprijs van de verlenging van de maatregelen. Als ik u hoor, dan meen ik dat het eigenlijk netter is om dat zo aan de bevolking mee te delen. Nadien kunnen er dan technische discussies zijn over de vraag via welke lijn dat precies gefinancierd wordt en welk bedrag waar zat. Iedereen moet echter de totale kost transparant te zien krijgen. Het siert u dat u in uw antwoord meteen de totale kost geeft, alleen hadden we dat ook graag in de pers gelezen. Ik hoop dat iedereen deze boeiende discussie in de commissie volgt maar de kans is groter dat ze de televisiejournaals hebben gezien of de kranten hebben gelezen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De subsidiëring van private jobs" (55020258C)

11 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les subventions pour les emplois dans le secteur privé" (55020258C)

 

11.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, zeker in budgettair moeilijke tijden duiken er interessante voorstellen op, omdat iedereen creatief nadenkt over de te volgen richting, extra ondersteuning en de aanpassing daaraan van de begroting. Ik ben des te geïnteresseerder als zo'n voorstel komt van een staatssecretaris van Begroting. En u, mevrouw de staatssecretaris, hebt er inderdaad een gelanceerd in Het Laatste Nieuws afgelopen zomer naar aanleiding van uw oproep om out of the box te denken. U zei toen een idee van econoom Milton Friedman bijzonder genegen te zijn: als het loon echt laag is, kan de overheid een deel bijpassen, zodat werken meer loont.

 

Wat bedoelt u daar precies mee, mevrouw de staatssecretaris? Ik kan die uitspraak namelijk op verschillende manieren lezen. Ik lees het alvast niet als een voornemen om de fiscale druk op de lonen te verminderen, maar wel als een om een nieuwe loonsubsidie in te voeren. Is dat laatste inderdaad wat u bedoelde? Of moet ik ze anders interpreteren?

 

Ik ga ervan uit dat u als staatssecretaris van Begroting ook de budgettaire impact en het eventueel terugverdieneffect in het licht van meer mensen aan het werk van uw voorstellen becijfert. Hebt u dus een begrotingsfiche van uw voorstel? Idealiter is er ook een advies van de Inspectie van Financiën, maar ik ben al tevreden met een begrotingsfiche.

 

11.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, u leest kennelijk al mijn interviews.

 

In het aangehaalde interview heb ik inderdaad gepleit voor een tijdelijke subsidiëring van lage lonen. Dat idee is niet zo wereldvreemd en werd trouwens ook opgenomen in het Vlaams regeerakkoord, dat voorziet in een jobbonus. Ik wou in het interview vooral aangeven dat het zeker loont om inzake de arbeidsmarkt alternatieve stimuli uit te werken om bepaalde groepen gemakkelijker naar de arbeidsmarkt toe te leiden, zeker in het licht van de door iedereen gedeelde doelstelling van een activiteitsgraad van 80%. Het was niet mijn bedoeling om een uitgewerkt plan voor te leggen, maar aan te tonen dat ik daarover nadenk. Natuurlijk laat ik het aan de vakministers over om daarmee aan de slag te gaan. Ik heb daarover nog geen uitgebreide begrotingsfiche. Het is alleszins nuttig om maatregelen ter verbetering van de activiteitsgraad te inventariseren, en daarbij kunnen de ideeën van Friedman nuttig zijn.

 

11.03  Sander Loones (N-VA): Ik vind het altijd fijn als er nieuwe voorstellen komen en we daarover kunnen debatteren. Ik was er inderdaad verkeerdelijk van uitgegaan dat u als federaal staatssecretaris van Begroting een voorstel deed over de federale bevoegdheden, maar het gaat om een voorstel dat mogelijk door de deelstaten kan worden opgenomen, want zij zijn in deze wel bevoegd en u niet. Tenzij het toch een loonsubsidie zou worden, want dan komt het weer bij u. Het is nogmaals bewezen hoe complex dit land in elkaar zit en dat het arbeidsmarktbeleid best volledig zou worden gedefederaliseerd.

 

De oproep die ik daarnet aan minister Vandenbroucke deed, wil ik graag herhalen voor u. Wanneer ministers komen met voorstellen en zeker ministers van Begroting, is het altijd interessant dat daaraan, minstens in ruwe termen, een budget aan wordt gekoppeld. Het is net iets te gemakkelijk om iets in de kikkerpoel van het publieke debat te gooien, wanneer daar zelfs geen minimale becijfering tegenover staat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De besparingen in de sociale zekerheid" (55020259C)

12 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les économies dans la sécurité sociale" (55020259C)

 

12.01  Sander Loones (N-VA): Deze vraag betreft hetzelfde interview in Het Laatste Nieuws. Dat was een goed interview, met een mooie foto. U zegt dat er niet enkel gekeken moet worden naar jobs, maar ook naar hervormingen en besparingen. U zegt: “In die sociale zekerheid kan ook nog bespaard worden. Het is een te groot vangnet geworden dat te weinig aanmoedigt." Gelet op de opbouw van het interview lijkt u daarmee te insinueren dat u voorstander bent van een aantal nieuwe hervormingen, activering enzovoort. Ik weet niet of dat helemaal het geval is. U hebt het ook over het kerntakendebat.

 

Welke besparingen in de sociale zekerheid stelt u dan precies voor?

 

Wat zou dat budgettair moeten opbrengen?

 

12.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Als staatssecretaris voor Begroting zal ik in de aanloop van de begrotingsdiscussie nu natuurlijk geen verklaringen doen die de serene voorbereiding van dat begrotingsdebat in gevaar kunnen brengen. Voorstellen voor besparingen zullen voorgelegd worden aan de regering. De verklaringen waar u naar verwijst, passen perfect binnen het regeerakkoord. Het is de ambitie van deze regering om de werkzaamheid op termijn naar 80% te krijgen. Hiervoor wordt er elk jaar een werkgelegenheidsconferentie georganiseerd. Er is geen specifiek project rond het kerntakendebat opgestart. In een omvangrijk en complex systeem als onze sociale zekerheid moet er continu aandacht zijn voor mogelijke efficiëntiewinsten. Het kritisch bekijken en evalueren van bestaande regelingen en regimes vanuit de begroting kan dit proces aanmoedigen en ondersteunen, maar een belangrijke rol blijft hier natuurlijk weggelegd voor de bevoegde administraties, kabinetten en openbare instellingen van sociale zekerheid en de sociale partners.

 

12.03  Sander Loones (N-VA): Dit voorstel om te zoeken naar besparingen in de sociale zekerheid past volgens u perfect binnen het regeerakkoord. Mevrouw Lalieux heeft echter al bij herhaling aan u gezegd "Arrêter avec l'idéologie du tout à l'austérité et tout à l'économie". Ik mag niet alles linken aan wat blijkbaar austeriteit genoemd wordt. U zegt dat het het regeerakkoord is en mevrouw Lalieux zegt dat het niks te maken heeft met het regeerakkoord, maar dat dat austeriteit is en dat is gezegd dat we dat niet zullen doen. Een van beiden spreekt de waarheid. Is dat de minister van Pensioenen of bent u dat? De bevolking heeft recht om te weten wat er nu precies is afgesproken tijdens de regeringsonderhandelingen vorig jaar. Geldt dat regeerakkoord of geldt dat helemaal niet?

 

Ten tweede, ik heb respect voor het feit dat u zegt: ik zal nu geen publieke uitspraken doen, om de begrotingsonderhandelingen niet te bemoeilijken. Wij zitten immers in de aanloop van de begrotingsdiscussies.

 

Maar ik noteer dat wij op 28 augustus dan niet in de aanloop van de begrotingsdiscussies zaten, want toen hebt u wel uitspraken gedaan. Bij deze wil ik dus graag weten: vanaf wanneer begint de aanloop van de begrotingsdiscussies? Het kan misschien interessant zijn een soort sperperiode af te spreken, onder de ministers van deze regering, om te bepalen tot wanneer iedereen de wereld mag beloven, met bomen die tot in de hemel groeien.

 

Dan weten wij ook dat wij dat allemaal niet ernstig moeten nemen, want dat het gezegd is vóór de sperperiode van de begroting. Dan weten wij ook dat vanaf de sperperiode begint, er pas echt door ernstige mensen gesproken wordt over de centen van de belastingbetaler.

 

Wanneer begint de aanloop van de begroting? Het zou interessant zijn dat te weten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het pensioendossier" (55020320C)

13 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le dossier des pensions" (55020320C)

 

13.01  Sander Loones (N-VA): Dit is een belangrijke kwestie. Ik meen te ontwaren wat de precieze taakverdeling is onder de PS-ministers. Staatssecretaris Dermine moet zeer offensief de PS-lijn brengen, minister Lalieux moet in feite alles saboteren wat in het regeerakkoord staat en wat de PS niet bevalt – zij doet voorstellen die toch niet meer zullen lukken, waardoor het dossier meteen besmet is en niet meer besproken wordt –, en hopelijk kan minister Dermagne dan de redelijke stem zijn, die ervoor zorgt dat er toch nog iets gebeurt binnen uw regering.

 

Hier draait het om het meest tastbare voorstel van minister Lalieux. Wat stellen we vast? De coronacrisis was een zeer drukke periode, vooral voor de ministers van Volksgezondheid en Binnenlandse Veiligheid. Een aantal andere ministers had wat minder werk aan corona. Je zou mogen aannemen dat de minister van Pensioenen een van hen was. We gingen er dan ook allemaal van uit dat zij hard aan het werk was om een zeer degelijk pensioenvoorstel uit te werken. Er werd al maandenlang aangekondigd dat dat debat vanaf de herfst gevoerd zou worden.

 

Wat we echter kregen van de minister van Pensioenen, was een kladje, het debat onwaardig. Het enige resultaat ervan is dat de discussie over de pensioenen nu weggeduwd is. Over de discussie over de arbeidsmarktvoorstellen stel ik overigens hetzelfde vast. U moet evenwel onderhandelen over een begroting, en de voorstellen over de pensioenen en het arbeidsmarktbeleid hebben een zeer directe impact op die begroting. De premier gaf eerder al aan dat de drie thema's samen behandeld zouden moeten worden tijdens het begrotingsconclaaf. Het gaat immers niet alleen over centen uitdelen, maar ook over doorgevoerde hervormingen.

 

Ik moet nu vaststellen dat de vragen over de pensioenen niet aan bod zullen komen in het begrotingsconclaaf. Afgelopen week zei minister Van Quickenborne nog in De Zondag dat de pensioenen nu niet besproken zullen worden. Wat vindt u, als verantwoordelijke voor de begroting, daar nu eigenlijk van? Ik kan me niet voorstellen dat u dat logisch vindt. Ik neem aan dat ook u vindt dat hervormingen, centen uitgeven en centen binnenhalen deel moeten uitmaken van één en hetzelfde debat.

 

13.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Als staatssecretaris voor Begroting is het voor mij niet strikt noodzakelijk dat het pensioendossier wordt gekoppeld aan budgettaire besprekingen, in het bijzonder aan de begrotingsopmaak 2022. Veel belangrijker is het dat de regering de tijd neemt om het voorstel voor de pensioenhervorming grondig te bekijken en te bespreken. Voor mij is het wel zeer belangrijk dat het voorstel ook de doelstelling waarmaakt die in het regeerakkoord werd opgenomen, en dat we dus met andere woorden zekerheid hebben dat we door de hervorming ook de voorspelde extra kosten door de vergrijzing kunnen beheersen.

 

De hervorming zal er ook toe bijdragen de door de regering hervormde werkgelegenheidsgraad van 80 % te halen. De financiële en de sociale houdbaarheid staan voor mij voorop.

 

13.03  Sander Loones (N-VA): Ik vind het jammer dat ik geen journalist ben geworden, want dan zou ik andere antwoorden van u krijgen. Ik ben helaas parlementslid en dan krijg ik de wishy-washy.

 

In de kranten en de media zegt u: alle hervormingsdossiers hebben natuurlijk een budgettaire impact en we moeten daar zeer waakzaam voor zijn. Hier zegt u vandaag dat het pensioendossier niet aan de begrotingsbesprekingen moet worden gekoppeld. U zegt als staatssecretaris van Begroting dat u liever gaat voor een goed akkoord dan voor een snel akkoord, maar er zijn al maatregelen voor de pensioenen genomen, waardoor de vergrijzingskosten nog tien jaar langer in de tijd zullen bestaan. We weten allemaal dat de budgettaire kosten meer dan 26 miljard euro zullen bedragen, boven op de uitgaven die we al voor de begroting hadden voorzien.

 

Dit is een dossier waarin  u uw voet in het slijk moet zetten en volkomen tegengas geven. Wat uw regeringspartners vandaag van u horen, van de staatssecretaris van Begroting, is dat het van u wel wat tijd in beslag mag nemen. Als de kosten daardoor extra oplopen, wie zal daarvan wakker liggen? Wel, ik lig daar wakker van.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Katrien Houtmeyers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het naleven van de betaaltermijnen door de overheid" (55020384C)

- Leen Dierick aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het tijdig betalen van facturen door de overheid" (55020573C)

14 Questions jointes de

- Katrien Houtmeyers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le respect des délais de paiement par les autorités publiques" (55020384C)

- Leen Dierick à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le paiement des factures dans les délais par les autorités publiques" (55020573C)

 

14.01  Katrien Houtmeyers (N-VA): Ik zal collega Loones wat laten op adem komen en verwijzen naar mijn schriftelijke vraag.

 

De Europese Commissie stelt ons land in gebreke wegens de buitensporige betalingsachterstand door de overheid. Ik moet dit onderwerp helaas opnieuw aansnijden in deze commissie. Al sinds het begin van de legislatuur breng ik dit probleem onder de aandacht, maar de overheid slaagt er maar niet in om haar betaaltermijnen beter na te leven. Begin december werd mijn resolutie over dit onderwerp zelfs weggestemd in deze commissie. Men kan zich dus de vraag stellen of de meerderheid de ernst van dit probleem begrijpt.

 

Veel bedrijven en kmo’s bevinden zich in een precaire situatie door de coronacrisis en hun liquiditeitspositie gaat erop achteruit. Het op tijd ontvangen van betalingen is dus nog crucialer dan anders. Ik dacht in u een medestander te vinden, aangezien u dit ook heeft aangehaald in uw beleidsverklaring. Herinner u, pijler 3 “bescherming tegen laattijdige betaling”. Toen hebt u bevestigd dat er een probleem is met het naleven van betaaltermijnen, ook door de overheid, en dat u zich zou engageren om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen, om zo onze kmo’s te beschermen.

 

In juli 2021 hebben wij unaniem een wetsvoorstel goedgekeurd dat een striktere betaaltermijn oplegt aan ondernemingen (B2B), maar ook aan de overheid (G2B). De betalingstermijnen mogen niet meer dan 60 dagen bedragen. Die wet is op 30 augustus gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en dus in werking getreden op de tiende dag na publicatie. ​

Hoe reageert u op deze aanmaning van de Europese Commissie?

 

Kan u bevestigen dat er nog steeds een groot probleem is met het naleven van betalingstermijnen door de overheid?

 

Bent u aan het werken aan een plan om dit probleem op te lossen?

Zo ja, hoe ver staat u met dit plan en wanneer kunnen we een concreet voorstel verwachten in deze commissie?

Zo nee, wat ik dan ten zeerste betreur, wanneer denkt u dit probleem aan te pakken en aan een plan te beginnen?

 

Wat vindt u zelf van het wetsvoorstel om een striktere betaaltermijn op te leggen aan ondernemingen én aan de overheid. Staat u hier achter?​

 

14.02  Leen Dierick (CD&V):Ik zal niet verwijzen naar een interview of tweet van mevrouw de staatssecretaris maar wel naar mijn schriftelijke vraag.

 

Niet alle federale overheidsdiensten zijn even stipt in hun betalingen. Sinds het aantreden van de huidige regering gaat de betaalhygiëne erop vooruit, maar er blijft ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit heel wat cijfers die ik opvroeg bij de verschillende ministers en staatssecretarissen.

 

Overheidsdiensten kunnen, tot vandaag, via een juridisch achterpoortje immers de betalingstermijn pas laten starten na de verificatie van de factuur, die ook 30 dagen in beslag kan nemen. Zo verlengen vele diensten de betalingstermijn in de praktijk tot 60 dagen. De overheden in ons land, zowel federaal, regionaal als lokaal, moeten het goede voorbeeld geven qua betaalhygiëne.

 

Daarom heb ik in februari 2020 een wetsvoorstel ingediend dat er mede voor zorgt dat de achterpoortjes worden gesloten. Hierdoor leggen we striktere betalingstermijnen op aan onze overheidsdiensten. De verificatietermijn zal integraal deel uitmaken van de betalingstermijn.

 

Op donderdag 15 juli 2021 heeft de plenaire vergadering unaniem mijn wetsvoorstel (55k1036) aangenomen dat de stiptheid van betalingstermijnen sterk zal verbeteren, voor zowel overheden (G2B) als bedrijven (B2B).

Ondertussen werd mijn wetsvoorstel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 30 augustus 2021. De wet dient in werking te treden op de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Welke stappen zal u ondernemen en binnen welke termijn zal dit gebeuren om de naleving van deze nieuwe wetgeving te garanderen door de federale overheidsdiensten?

 

Welke initiatieven zal u nemen om ervoor te zorgen dat de federale overheid stipter haar facturen zal betalen?

 

14.03 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw Dierick, uw vraag werd naar deze commissie doorverwezen. De FOD Economie heeft aangegeven dat ze de bepalingen van de wet van 14 augustus 2021 respecteert. De schuldeiser en de schuldenaar mogen de ontvangstdatum niet langer zelf vaststellen. De betalingstermijn begint te lopen bij ontvangst van de factuur.

 

Er wordt gestreefd om steeds 30 dagen na de ontvangstdatum te betalen. In de behandelingstermijn van de factuur zit de verificatie vervat van de geleverde prestaties. Daarnaast wordt ook een afstemming gemaakt van de gefactureerde prestaties met de bestelbon of het contract. De reden van de eventuele te late betaling is meestal te wijten aan problemen met de oplevering van de prestaties en/of het gevolg van onvolledige of niet correct uitgevoerde prestaties.

 

Sinds 2018 heeft de FOD BOSA bij de meeste federale overheidsdiensten e-invoicing geïmplementeerd. Het zal mogelijk worden om op een uniforme wijze te rapporteren over de betalingstermijnen van de verschillende FOD's en POD's op basis van zowel de factuurdatum als de scanningsdatum van binnengekomen facturen.

 

Het is de bedoeling om deze rapportering op regelmatige tijdstippen te publiceren. Het is mijn ambitie om de betaaltermijnen de volgende jaren positief te beïnvloeden door middel van een verdere uitbreiding van e-invoicing en het uitvoeren van een continue monitoring. 

 

De reglementering inzake overheidsopdrachten is reeds geruime tijd aangepast aan de Europese richtlijn van 16 februari 2011 betreffende de bestrijding van betaalachterstand bij handelstransacties.

 

Tot slot verwijs ik naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 122 ingediend door mevrouw Houtmeyers.

 

14.04  Katrien Houtmeyers (N-VA): Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris. Ik ben in ieder geval al blij dat u dit dossier wil overnemen, ter harte nemen en systematisch opvolgen. Begin december werd mijn resolutie over dit onderwerp in de commissie weggestemd. Men kan zich de vraag stellen of de regering de ernst van dit probleem wel inziet.

 

U stelt dat er een verbetering is inzake het betalen van facturen. Bij de FOD Financiën is er een verbetering met 12 procentpunten.

 

Dat betekent echter dat 14 % nog altijd laattijdig wordt betaald. Zeker in deze coronacrisis is het meer dan ooit belangrijk dat die facturen op tijd worden betaald.

 

Wat mij wel zorgen baart, is dat u zegt momenteel niet te beschikken over voldoende gegevens om een volledig beeld te krijgen van de betalingen van de federale overheid en dat deze bovendien laattijdig beschikbaar zijn. Het lijkt mij toch noodzakelijk dat er een systematische opvolging en publicatie komt. Ik hoop dan ook dat wij daarop kunnen rekenen en dat u dit verder zult opvolgen.

 

14.05  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik denk dat wij allemaal dezelfde ambitie hebben, namelijk de betaaltermijn beperken. Er is inderdaad al verbetering, maar zoals mevrouw Houtmeyers zegt, is die nog niet voldoende en moeten er nog extra inspanningen worden geleverd.

 

Ik kijk uit naar de suggesties die u zult formuleren. U zei ook dat een permanente monitoring belangrijk is. Ik hoop dat die openbaar wordt gemaakt. De overheid moet het goede voorbeeld geven en kan een stimulans zijn voor anderen als ze zien dat daarin verbetering is. Ik hoop dat die monitoring dus online kan worden bekeken. Dat is mij nog niet helemaal duidelijk, dus misschien kunt u verduidelijken hoe dat concreet in zijn werk zal gaan.

 

14.06 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Het is momenteel nog niet helemaal vastgelegd hoe dat precies zal worden gepubliceerd, maar ik zal daarop zeker nog terugkomen zodra we over meer informatie beschikken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire impact van de besparingsvoorstellen" (55020622C)

15 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'impact budgétaire des propositions d’économies" (55020622C)

 

15.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, een nieuwe vraag, een nieuw interview van u. Deze keer geen interview in Het Laatste Nieuws, maar in Le Soir van 16 september. Daarin doet u opnieuw een aantal interessante voorstellen om te besparen, vooral op de werking van de overheid. U zegt dat er besparingen mogelijk zijn bij het gebruik van overheidsgebouwen, bijvoorbeeld bij telewerk. Ook verwijst u naar de nieuwe regeling voor de invoer van minder dure producten (minder dan 22 euro). Interessant. Ten eerste zal de staatssecretaris daarbij ongetwijfeld cijfers hebben. Wat hoopt u te bereiken met het telewerk? Er loopt een aantal proefprojecten. Wilt u die breder uitrollen? Hebt u ramingen van de mogelijke opbrengsten? We beschikken al over voorlopige cijfers van de minister van Financiën over de opbrengsten van de invoer van producten van minder dan 22 euro. Misschien kunt u die aanvullen? Een meer fundamentele vraag is of u een benchmark hebt met betrekking tot de werking van de overheid. Wat is uw punt op de horizon? Vergelijkt u met andere overheden? Welke? Wat is uw streefdoel? Hoeveel mag de werking van een overheid volgens u kosten?

 

15.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, in de door de regering besliste vaste besparingen is al in een belangrijke besparing voorzien voor de administratie. Ze loopt op tot 150 miljoen euro in 2021 en tot 600 miljoen euro in 2024. Dat is die 0,2%.

 

Inzake telewerk blijkt uit de resultaten van een als proefproject uitgevoerde spending review dat, uitgaande van een veralgemening van twee dagen telewerk per week en een betere toepassing van de bezettingsnormen van de Regie der Gebouwen, er op lange termijn een jaarlijkse besparing mogelijk is van ongeveer 67 miljoen euro op de door de Regie der Gebouwen betaalde huurgelden voor de gebouwen van de federale overheid die in Brussel zijn gelegen. Op korte termijn, dit is tegen de horizon van 2028, zou een besparing van 37 miljoen euro mogelijk zijn.

 

De werkgroep die de spending review uitvoerde, geeft wel aan dat de realisatie van deze besparing afhankelijk is van een aantal randvoorwaarden. Ten eerste de noodzaak om op korte termijn te investeren in inrichtingswerkzaamheden die de uiteindelijke recurrente besparing mogelijk moeten maken. Ten tweede de consequente toepassing van het systeem New Way of Work en de ermee verbonden nieuwe telewerknorm van de Regie der Gebouwen. Ten derde de beschikbaarheid van up-to-date behoefteprogramma's van de verschillende departementen. Ten vierde de beschikbaarheid van actuele en betrouwbare informatie over gebouwen. Het betreft het overzicht van de gebouwen, parkings, huurlasten en de bezetting.

 

Voor de vragen over de impact van het gewijzigde btw-stelsel voor de online aankopen onder 22 euro hebt u voorlopige cijfers van de minister van Financiën. Voor concretere cijfers verwijs ik u ook naar hem door.

 

15.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het zijn interessante cijfers over het telewerk. Zoals bij alles, moet men eerst investeren om daarvan een zekere return te zien. Zou de spending review die gebeurd is, aan het Parlement kunnen worden bezorgd, zodat wij dat meer in detail kunnen opvolgen in de commissie die belast is met Ambtenarenzaken?

 

U vermeldt de cijfers om te werken naar een efficiëntere overheid: 150 miljoen euro, 600 miljoen euro, op termijn 24 miljoen euro, die al in de 0,2 % fix zit. Ik stel daarbij de politieke vraag wie dat coördineert. Men moet altijd lessen trekken uit het verleden en ook eerlijk zijn over wat er is gebeurd. In de vorige legislatuur zijn op dat vlak inspanningen geleverd, maar die hadden ambitieuzer moeten zijn. In mijn analyse is dat niet gelukt omdat men eigenlijk iemand nodig heeft die boven de vakministers staat en hen dwingt om efficiënter te werken. Voor de staatssecretaris voor Begroting is het moeilijk om voldoende dwang op te leggen aan de vakministers, zodat zij effectief hun targets halen. In het verleden is dat alleszins niet gelukt. Het is deels gelukt, maar het was onvoldoende. Ik denk oprecht dat de eerste minister in zo'n dossier het best zijn verantwoordelijkheid opneemt, maar ik weet niet of daarover afspraken zijn gemaakt. Zo niet, kan dat misschien een suggestie zijn.

 

15.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, ik moet even nagaan of dat publiek kan worden gemaakt. Ik zie zelf niet in waarom dat niet zou kunnen, maar wij moeten het even nagaan. Zo ja, dan zullen wij dat zeker doen.

 

Wat het monitoren van de vastgestelde inspanningen door de verschillende vakministers betreft, veronderstel ik inderdaad dat de eerste minister en ikzelf die zullen monitoren en onze collega's erop zullen wijzen dat het noodzakelijk is om het budget op orde te stellen. Dat is geen formele afspraak, maar zo voel ik dat aan. Ik zal dat inderdaad misschien eens met de eerste minister verder bespreken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire impact van de pensioenhervorming" (55020624C)

16 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'impact budgétaire de la réforme des pensions" (55020624C)

 

16.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, het betreft een dossier dat wij al herhaaldelijk hebben besproken in het Parlement. Wij wisten dat er een pensioenhervorming zou aankomen. Niemand kreeg ze echter te zien.

 

Zelfs vóór de zomer heb ik vragen over dat thema gesteld aan de eerste minister, waarin ik stelde dat mevrouw Lalieux iets aankondigt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik had intussen van u begrepen dat u geen inzicht in het dossier kreeg. De minister hield haar kaarten tegen de borst. Ook de eerste minister kreeg niets te zien.

 

Intussen hebben wij allerlei zaken gelezen in de pers en in de media. Eigenlijk weet ik echter nog altijd niet zeker of formeel het traject ook al is opgestart binnen de regering.

 

Is het dossier ook formeel aan de cijfermensen bezorgd?

 

Is een en ander ondertussen doorgerekend?

 

Wij lezen hier en daar wel enige bedragen in de media.

 

Zijn dat echter de juiste bedragen?

 

Hoe zit het juist met het pensioenvoorstel van mevrouw Lalieux? Hoe ernstig moeten wij dat voorstel nemen?

 

Vooral gekoppeld aan de kostprijs van het voorstel heb ik de hiernavolgende vraag.

 

Zij stelt dat haar voorstel budgetneutraal is, omdat er een tewerkstellingsgraad zal zijn van tachtig procent. Dat is vijf euro vinden in de broekzak, waarmee iemand de hele week gratis kan eten, omdat hij of zij constant het gevoel heeft vijf euro gratis te hebben gewonnen.

 

Ik heb de indruk dat de tewerkstellingsgraad van tachtig procent de passe-partout van de huidige regering is. Iedereen geeft dat geld zomaar opnieuw uit. Elke minister heeft dat bedrag al eens uitgegeven. Blijkbaar doet de minister van Pensioenen dat ook.

 

Hoe zit het nu juist? Hoe staat het met de cijfers?

 

16.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, ik heb een heel kort antwoord voor u.

 

Zoals u wellicht ook in de pers hebt kunnen lezen, werd de discussie over de pensioenhervorming uitgesteld naar het najaar. Er is dus voorlopig geen concreet pensioendossier op regeringsniveau.

 

16.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, dat is dan eentje bij op de stapel van communiceren en verwachtingen wekken bij de mensen, maar de job niet al te ernstig doen.

 

Dat is echt weinig netjes. Het is niet uw verantwoordelijkheid. Ik zal de eerste minister ook op dat punt aanspreken.

 

Dat is nu antwoord op antwoord op antwoord waaruit blijkt dat u uw job niet kan doen en uw diensten hun werk niet kunnen doen, omdat ministers liever communiceren met de pers.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De Europese begrotingsnormen" (55020625C)

17 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les normes budgétaires européennes" (55020625C)

 

17.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, hoe zullen we de begroting op orde stellen? In het verleden had dit land wel vaker nood aan externe druk. Dat was zo met de invoering van de euro en het hervormingsprogramma. Ongetwijfeld herinnert iedereen hier nog de vraag vanuit socialistische hoek wie Ollie Rehn, de Europese Commissaris die druk zette op de lidstaten om hun rekeningen op orde te stellen, was.

 

Vandaag stellen we vast dat er minder druk is, met name door de coronacrisis. Een aantal verplichtingen wordt inderdaad opgeschort. Het is alleszins niet juist te beweren dat we ons zomaar soepelder mogen opstellen. Men vergeet al te vaak de voorwaarde die Europa daarbij oplegt en die erin bestaat dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet in het gedrang komt. Die boodschap klinkt bovendien zeer luid ten opzichte van België, want we worden hier geconfronteerd met een gigantische overheidsschuld.

 

Het debat daarover zal alleszins aan de orde zijn in het voorjaar wanneer Frankrijk voorzitter wordt van de Europese Unie, en moet ook hier worden gevoerd, onder andere met de minister van Financiën. Er staan trouwens morgen al vragen ter zake aan minister Van Peteghem van de heer Vermeersch op de agenda. Hoe dan ook had ik graag uw mening over het thema.

 

Mevrouw de staatssecretaris, vindt u dat we externe druk nodig hebben? Of bent u ervan overtuigd dat we de doestelling ook zelf zullen kunnen realiseren?

 

Meent u dat we gebruik moeten maken van de extra flexibiliteit die Europa eventueel biedt? Het is niet omdat het mag dat we die weg ook moeten volgen. We kunnen gerust wat strenger zijn voor onszelf.

 

17.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, vooreerst ga ik ervan uit dat de beleidsvoerders in het land voldoende verantwoordelijkheidszin aan de dag leggen om een correct begrotingsbeleid te voeren. In het verleden is het wel gebleken dat de externe druk vanuit Europa een welkome hulp kan zijn voor een staatssecretaris of een minister van Begroting.

 

Het regeerakkoord voert het principe van een variabele begrotingsinspanning in, die een vorm van flexibiliteit mogelijk maakt. Die variabele begrotingsinspanning is afhankelijk van het bruto binnenlands product in 2019, het referentiejaar, en de omvang van de groei.

 

In het kader van de opmaak van de begroting voor 2022 zal de regering de concrete invulling van de variabele inspanningen moeten vastleggen. Het is daarbij de bedoeling om de begroting op termijn onder controle te krijgen, om te kunnen voldoen aan de Europese begrotingsnormen als die opnieuw gaan gelden.

 

17.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik kan mij inbeelden dat u de Vlaamse begrotingsbesprekingen heeft gevolgd. U zal gezien hebben dat men er daar in één avond uitgeraakt is en ik kan mij inbeelden dat u een zelfde vlot verloop van uw begrotingsbespreking hoopt te bereiken. In Vlaanderen zijn N-VA, CD&V en Open Vld erin geslaagd om afspraken te maken om de begroting te verbeteren met ongeveer 1 miljard euro.

 

Ik mag hopen dat alle verantwoordelijke ministers beseffen dat er op federaal niveau een hogere grootteorde van inspanningen wordt verwacht. Ik lees dat sommige partners nu al zeggen dat ze ook op federaal niveau een oefening ten belope van 1 miljard euro willen. Vlaanderen doet dat al in zijn eentje en daar staat het huis niet eens in brand, het smeult alleen een beetje. Wij blussen daar echter al. Federaal staat de begroting wel in brand en daar is men geneigd om er alleen een glas water overheen te gooien. De inspanning zal dus wat ambitieuzer dan 1 miljard euro moeten zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De stabilisering van de schuldgraad" (55020626C)

18 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La stabilisation du taux d'endettement" (55020626C)

 

18.01  Sander Loones (N-VA): Ik verwijs opnieuw naar een interview met u, in Le Soir. Daar gaat het over de schuldgraad. Daar doen verschillende scenario's en communicaties de ronde over.

 

Wat is de evolutie van de schuldgraad? Dat debat hebben we al sinds het begin van deze legislatuur. U geeft daarin aan dat bij een normale economische groei de schuldgraad zal stabiliseren. Op andere momenten wordt gezegd dat economische groei niet voldoende zal zijn, en dat er ook een aantal hervormingen zullen moeten worden doorgevoerd. Als die hervormingen doorgevoerd zijn, zal de schuldgraad stabiliseren. Het Internationaal Monetair Fonds stelt dat zelfs als hervormingen worden doorgevoerd, de schuld nog altijd niet stabiliseert. Het zou goed zijn om daar allemaal dezelfde taal over te spreken. Op dit moment zegt de federale regering immers iets anders dan de Europese Commissie, en iets anders dan het Internationaal Monetair Fonds. Ik heb nogal de neiging om de internationale analyses daarover voor waar aan te nemen.

 

18.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik heb al verschillende keren gesteld dat het bereiken van een schuldstabilisatie en het omkeren van de schuldaangroei enorm belangrijk is. Uit de nota van het Monitoringcomité van juli bleek duidelijk dat op basis van de toen beschikbare cijfers, zelfs rekening houdende met een variabele inspanning, er geen schuldstabilisatie optrad in de periode tot 2026. Het spreekt voor zich dat de schuldgraad en dus ook het moment van schuldstabilisatie sterk bepaald wordt door de groei van het bbp en de cijfers inzake het overheidstekort. Deze cijfers worden de laatste maanden in positieve zin bijgesteld.

 

De actualisatie van het Monitoringcomité op 23 september voor 2021 en 2022 laat zien dat de opwaartse bijstelling van de economische groei en de gunstige inschatting van het overheidstekort in deze periode de schuld niet verder zal laten oplopen ten opzichte van 2020. Dat kan u zien in het rapport van het Monitoringcomité op pagina 63 en 64. Daar wordt gezegd dat in 2020 de schuldgraad 114,1% betrof, voor 2021 is dat 113%. Dat is dus naar beneden bijgesteld. Voorheen ging men er vanuit dat het zou stijgen in 2021 naar 114,6%. Daar is een lichte bijsturing naar beneden, wat op zich een goede zaak is, maar dat wil niet zeggen dat we dat niet verder moeten monitoren.

 

De schuldgraad zal dus niet verder oplopen ten opzichte van 2020.

 

Niettegenstaande deze positieve bijstelling blijf ik er natuurlijk van overtuigd dat bijkomende inspanningen nodig zullen zijn om op middellange termijn tot schuldstabilisatie te komen. Natuurlijk zou ik het liefste hebben dat ik het kan omkeren, naar beneden toe.

 

18.03  Sander Loones (N-VA): Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris. Ik ben blij dat u er wat kracht achter zet en dat u blijft oproepen voor extra inspanningen. Wij zullen deze discussie ongetwijfeld opnieuw voeren wanneer de begrotingen van dit land aan de Europese Commissie moeten worden bezorgd. Die zal dan opnieuw de evaluatie maken, enzovoort, enzovoort.

 

Dan mag ik hopen dat de simulaties van het Monitoringcomité bevestigd zullen worden, want in het verleden is er wel wat ruis op de lijn geweest. Wij zullen zien.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitster: De vragen nrs. 55020765C van de heer Hedebouw en 55021157C de heer Van Hees worden uitgesteld.

 

19 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Een begrotingsinspanning van 3 miljard euro" (55020779C)

19 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Un effort budgétaire de 3 milliards d'euros" (55020779C)

 

19.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in een interview in Le Soir hebt u gezegd dat er een begrotingsinspanning van 3 miljard euro nodig is. U hebt het natuurlijk over de vaste inspanning van 0,2 %, van ongeveer 1 miljard euro. Daarbij komt nog 0,4 % of 2 miljard euro. Dat is samen 3 miljard euro.

 

Minister Van Peteghem had het vorige week in De Zevende Dag over 2,5 miljard euro of de vaste inspanning van 0,2 % en 0,3 % variabele inspanningen.

 

Minister De Sutter kwam zondag in De Zevende Dag niet veel verder dan de 1,2 miljard euro of de vaste inspanning in het regeerakkoord,. Zij heeft zich daarover niet verder uitgesproken.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt het over 3 miljard euro. De verdeelsleutel staat in het regeerakkoord: een derde, een derde, een derde. Aan welke uitgaven denkt u concreet voor een miljard euro? Welke inkomsten denkt u voor een miljard euro concreet te realiseren? Welke diversen denkt u voor een miljard euro te realiseren? Dat is samen goed voor 3 miljard euro.

 

Met betrekking tot de saneringsmaatregelen, noemt u in het interview de verlaging van de werkingskosten van de overheid – dat zijn open deuren intrappen – besparingen op het gebruik van staatsgebouwen door telewerk – of dat miljarden zal opleveren, is nog maar de vraag – en de belastingheffing op internetaankopen onder de 22 euro. Hoeveel moet elk van deze maatregelen in uw berekeningen opleveren? Ik kreeg graag ook een opsplitsing per maatregel, uitdrukt in miljoen euro.

 

19.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Vermeersch, ik wil eerst toch verduidelijken dat 0,2 % van de extra inspanningen reeds vervat zit in de door de regering besliste vaste inspanningen. In voorbereiding van het begrotingconclaaf werd de uitvoering van de verschillende besliste maatregelen geëvalueerd. Voor 0,2 % van de aangehaalde 0,6 % gaat het om reeds besliste, bestaande maatregelen.

 

De discussie over de omvang en de opvulling van de bijkomende inspanningen zal plaatsvinden rond de regeringstafel. Hierop vooruitlopen met concrete voorstellen en berekeningen, net voor de start van het conclaaf, zal de discussie niet vooruithelpen.

 

Voor de vragen over telewerk verwijs ik naar mijn antwoorden op de vragen van de heer Loones.

 

Tot slot kan ik nog zeggen dat alle beetjes helpen en dat we naar heel veel verschillende maatregelen moeten kijken om bepaalde efficiëntiewinsten te halen.

 

19.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dit is een bijzonder summier antwoord.

 

Ik herinner u aan vorige regeringen, toen ik net als u nog niet in dit Parlement zetelde. Toen werden de begrotingsconclaven al in de zomer gehouden. Dat is het probleem met deze regering. Wij hebben, net als de bevolking, een aantal vragen over die oefening. U laat allerlei ballonnetjes op, maar eigenlijk is er nog geen werk geleverd en moeten de echte onderhandelingen nog beginnen.

 

Wij kunnen u wel al om een aantal concrete cijfers vragen over hoeveel die voorstellen allemaal opleveren en u hebt al op een aspect geantwoord op de vraag van collega Loones, maar ik blijf toch op mijn honger zitten. Ik zou graag uw berekeningen zien. Met welke cijfers komt u aan tafel? Het is toch het recht van het Parlement om te vragen naar een aantal maatregelen en de berekeningen daarvan.

 

Wat uiteindelijk de onderhandelingen haalt en wat niet is het onderwerp van die discussie tussen de regeringspartijen, maar wij moeten toch inkijk kunnen krijgen in het voorbereidend werk en een aantal cijfers krijgen waarover u al beschikt. U hebt het over 3 miljard euro, maar de cijfers die u nu geeft zijn gewoon een slag in de lucht. Er zit daar geen concrete berekening achter, toch geen berekening die wij van u kunnen krijgen.

 

Wij zullen de komende dagen van nabij opvolgen hoe het zit met de verdeelsleutel uitgaven, inkomsten en diversen, maar wellicht zullen wij ons weer tot de pers moeten richten. Wij betreuren dat de parlementsleden daarover geen informatie kunnen krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Een begrotingstekort van 3 % tegen 2024" (55020780C)

20 Question de Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Un déficit budgétaire de 3 % d'ici 2024" (55020780C)

 

20.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in het reeds genoemde interview staat nog een heel belangrijke uitspraak. U zei met name dat het begrotingstekort naar 3 % moet evolueren tegen 2024. De Europese Commissie heeft de begrotingsregels bevroren maar men verwacht dat die clausule vanaf 2023 zal worden ingetrokken. De regels zullen dan, misschien onder gewijzigde vorm, opnieuw van toepassing zijn.

 

Mevrouw de staatssecretaris, volgens de Europese begrotingsregels moeten de lidstaten hun tekort onder de 3 % procent van het bbp houden en naar een structureel evenwicht toewerken. Dat laatste is vooral voor België van belang. De cijfers worden wel genoemd maar we missen daarbij de belangrijke opmerking dat er ook een structureel evenwicht moet worden bereikt in dit land.

 

Hoe zal u vermijden dat België in 2023 op het Europese strafbankje terechtkomt? Vorige regeringen hebben dat strafbankje enkele keren op het nippertje ontlopen, met de hakken over de sloot. Zullen we dat echter kunnen blijven doen?

 

Ten tweede, beoogt u om in 2023 opnieuw gebruik te maken van de in het stabiliteits- en groeipact voorziene flexibiliteitsclausule? Zal u die opnieuw inroepen voor de structurele hervormingen?

 

Ten derde, de Europese Commissie beschouwt de verschillende entiteiten als één geheel. Ondanks het samenwerkingsakkoord met de regio's van 2013 ontbreekt echter elke begrotingscoördinatie. In het bijzonder in Wallonië worden aanzienlijke tekorten verwacht. Hoe beoordeelt u deze problematiek?

 

20.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Vermeersch, mijn pleidooi om naar het einde van deze legislatuur te streven naar een tekort van 3% was niet in de eerste plaats ingegeven door de naleving van de Europese begrotingsdoelstellingen, hoewel dat uiteraard belangrijk is, maar wel door mijn bezorgdheid over de sneloplopende staatsschuld en de noodzaak om die te stabiliseren. Rekening houdend met een nominale groei van het bbp met ongeveer 3% is het noodzakelijk om het jaarlijkse tekort terug te dringen tot 3% om de schuldgraad te kunnen stabiliseren.

 

De regering zal de komende week beslissingen nemen over de begroting 2022. De vraag of we vanaf 2023 al of niet een beroep zullen doen op de flexibiliteitsclausule, is in dit kader nog niet ter sprake gekomen. De toepassing sinds acht jaar van het samenwerkingsakkoord leert ons dat het moeilijk is om te komen tot een akkoord tussen de verschillende overheden over het begrotingsbeleid. Zoals ik bij mijn aantreden heb aangekondigd, wil ik me blijven inzetten voor een verdere uitdieping van het overleg tussen de verschillende overheden. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke houding meer kans op slagen heeft dan me als federaal staatssecretaris uit te spreken over het beleid van een bepaald Gewest.

 

20.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, dat is alleszins heel wat gematigder dan Margaret Thatcher dat zou hebben verwoord. U zegt dat er nog niet over de flexibiliteitsclausule is gesproken. Het zijn echter allemaal zaken waar stilletjes aan werk van zal moeten worden gemaakt. We kampen toch met een tekort dat tegen 2023-2024 flink boven 3% zal liggen. Een aantal van uw coalitiepartners geeft absoluut geen blijk van enig bewustzijn daarover, laat staan enige nood aan realiteitszin dat we dat moeten aanpakken.

 

Het is dus vijf voor twaalf. We vragen ons af of u effectief de harde tante zult zijn die we nodig hebben voor de begroting. We vragen ons ook af of u er dit najaar in zult slagen om op de tafel te kloppen en bij een aantal van uw regeringspartners het gezond verstand te doen terugkeren. We kijken oogluikend naar de komende maanden, want die zullen cruciaal zijn voor de begroting. U kunt daarbij als staatssecretaris een rol spelen. Voor alle duidelijkheid: we steunen u. De vraag is hoe het verder zal evolueren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De regionale impact van de coronasteunmechanismen" (55020896C)

21 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'impact régional des mécanismes d'aide liés au coronavirus" (55020896C)

 

21.01  Sander Loones (N-VA): Dank u wel, mevrouw de voorzitster. We zijn er bijna doorheen: er resten nog een viertal vragen.

 

Over de impact van de coronasteunmaatregelen hebben we vorige week in de commissie een heel boeiende gedachtewisseling gehad: hoe gaan we er in het vervolg mee om, hoe brengen we ze het best in kaart en hoe kunnen we de cijfers in de diepte analyseren? Ik vroeg toen of het niet mogelijk was om ook de regionale impact van de steunmaatregelen in de cijfers naar boven te halen. In Vlaanderen zullen immers soepeler coronamaatregelen gelden omdat de vaccinatiegraad er hoger ligt. Daardoor kun je verwachten dat ook de steunmaatregelen van Gewest tot Gewest zullen verschillen.

 

Ik vind het belangrijk om een hoorzitting te laten volgen door een formele vraag aan u. Staat u open voor dat debat?

 

Kunnen de resultaten van de verlengde steunmaatregelen voortaan per Gewest uitgesplitst worden om hun exacte impact te kunnen inschatten?

 

21.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Naar aanleiding van uw vraag heb ik contact opgenomen met de bevoegde ministers, de heren Clarinval en Dermagne, aangezien ikzelf niet over die informatie beschik. Mijn collega's zijn dus op de hoogte en u kunt de vraag bij hen opnieuw indienen. Zij kunnen u wellicht gedetailleerde informatie geven.

 

21.03  Sander Loones (N-VA): Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris. Een voorstel tot wetswijziging dat ik ooit hier in het Parlement indiende, bleef tot nu onbeantwoord. Ik stelde daarin voor dat telkens als de Nationale Bank en het Federaal Planbureau met cijfers naar buiten kwamen, ze die waar mogelijk regionaal moeten verfijnen. Daardoor kunnen de deelstaten beter budgetteren.

 

Dit lijkt me een goed moment om die wetswijziging nogmaals tevoorschijn te halen. Misschien is er voldoende openheid van geest om toch ook eens een voorstelletje van de oppositie te behandelen en – wie weet – zelfs goed te keuren. In de tussentijd zal ik contact opnemen met de ministers Dermagne en Clarinval. Hopelijk kunnen zij inspirerend werken voor de rest van de regering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

22 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het rapport van het Monitoringcomité" (55021108C)

22 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le rapport du Comité de Monitoring" (55021108C)

 

22.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, we hebben het hier al kort over gehad. Ik zal de vraag zeer kort houden.

 

Hoe stabiel zijn de cijfers? Wij zien dat dit een zeer bijzondere periode is. Corona is niet evident. De voorspellingen zijn evenmin evident. We zien dat het herstel zich ook sneller doorzet dan we aanvankelijk hadden verwacht en dat er ook minder faillissementen zijn op dit moment. De vraag is of dit in de toekomst ook zo blijft.

 

Mijn belangrijkste vraag is hoe stabiel u de simulaties van het Monitoringcomité inschat. Er zit immers nogal wat verschil op, zeker als men de cijfers van drie maanden geleden bekijkt. Ik neem aan dat u met enige voorzichtigheid budgetteert en dus ook met enige voorzichtigheid de simulaties bekijkt.

 

De regering zegt enerzijds dat corona nog niet voorbij is en dat er daarom nog extra steunmaatregelen nodig zijn waardoor besparen nog niet aan de orde is. Aan de andere kant verklaart ze dat we er economisch veel beter voor staan dan aanvankelijk gedacht. Er zijn twee verhaallijnen die botsen met mekaar.

 

22.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, de iets gunstigere economische parameters die het Planbureau raamde begin september in vergelijking met de ramingen van juli hebben er in eerste instantie toe geleid dat het geraamde vorderingssaldo op Entiteit I voor 2021 ongeveer 1,8 miljard euro beter wordt ingeschat dan de ramingen van deze zomer. Voor 2022 wordt het vorderingssaldo ongeveer 1,3 miljard euro beter ingeschat. Het vorderingssaldo voor Entiteit I wordt voor beide jaren nu geraamd op een tekort van respectievelijk 26,5 en 16,7 miljard euro of respectievelijk een tekort van 5,4 en 3,3% van het bbp.

 

Ondanks deze verbeteringen blijven dit uiteraard nog steeds aanzienlijke tekorten waarmee de federale overheid wordt geconfronteerd. Zij maken de noodzaak duidelijk aan verdere structurele besparingen.

 

Daarnaast blijkt ook dat de opwaartse herziening van het nominale bbp samen met de geraamde verbetering van het nominaal saldo op het niveau van de gezamenlijke overheid ertoe heeft geleid dat de schuldgraad – die  volgens het rapport van het Monitoringcomité in juni nog steeds in stijgende lijn ging –  omgebogen werd en een neerwaartse trend vertoont voor 2021 en 2022. De schuldgraad zal afnemen – dat heb ik daarnet voorgelezen uit het rapport – van 140,1 procent in 2020 naar 113 procent in 2021 en 112,7 in 2022.

 

Wat 2020 betreft, is dat het cijfer zoals het door het INR werd gepubliceerd in april. Binnen enkele dagen zal het INR met een nieuw definitief cijfer komen voor 2020. Ook hier mag de regering zich niet blindstaren op deze verbetering. Indien men geen verdere structurele maatregelen neemt, is de kans groot dat de schuldgraad na 2022 opnieuw zal stijgen. Daarom roep ik op tot voorzichtigheid met deze cijfers. U heeft het zelf gezegd: we leven in volatiele tijden en de cijfers kunnen ook snel een beetje naar boven of naar beneden gaan en dan een hele impact hebben op andere economische paramaters.

 

Momenteel gaan interkabinettenwerkgroepen met een kam door het rapport van het Monitoringcomité  om na te gaan of er al dan niet technische correcties dienen te gebeuren. Zoals gebruikelijk vertrekt het begrotingsconclaaf steeds van het rapport van het Montioringcomité en eventueel technische correcties worden meegenomen in de begrotingsnotificaties en verwerkt in de begroting.

 

Wat de stabiliteit van de cijfers betreft, ga ik ervan uit dat het Monitoringcomité zijn werk naar best vermogen doet. Het baseert zich voor zijn ramingen op de economische begroting van het Planbureau van september en de op dat moment beschikbare informatie.

 

Elke wijziging aan een bepaalde parameter heeft uiteraard ook een invloed op de ramingen. Zoals aangegeven, vormt het rapport van het Monitoringcomité de basis voor het conclaaf. Begin volgend jaar volgt dan een begrotingscontrole, om rekening te houden met onder meer gewijzigde parameters en nieuwe ramingen.

 

Ik heb al vaak gezegd, ook in de pers, dat door het invullen van de in het regeerakkoord voorziene variabele inspanning bijkomende structurele inspanningen zich opdringen om de begroting onder controle te krijgen. Ik wil echter niet op het conclaaf vooruitlopen en het conclaaf hypothekeren met welbepaalde eisen, maar ik meen dat mijn standpunt wel duidelijk is. De regering zal tijdens het conclaaf de knoop moeten doorhakken over de grootte van de variabele inspanning en over welke maatregelen zij daartoe zal nemen.

 

22.03  Sander Loones (N-VA): Ik zou graag een vlieg op de muur zijn. Ik vind het bijzonder dat u bij herhaling benadrukt dat u de begrotingsbesprekingen nu zeker niet zult bemoeilijken. Wij zullen zien wat dat de komende weken geeft.

 

Maar ernstig nu, drie korte opmerkingen.

 

Ten eerste, over de schuldgraad. U zegt dat de kans groot is, als er geen hervormingen komen, dat de schuldgraad opnieuw zal stijgen. Toen wij vraag 18 op de agenda behandelden, verwees u naar de bladzijden 63 en 64 van het Monitoringcomité, dat het eerder over een stabilisering had. Ik wil de vraag niet opnieuw stellen, maar ik wil wel zeggen: het zou goed zijn als wij transparantie kregen over de conditionaliteiten om de schuld opnieuw onder controle te houden.

 

Ten tweede, u verwees terecht naar het feit dat het Monitoringcomité naar best vermogen handelt. Daar mogen wij inderdaad van uitgaan. Dat zijn mensen die hun job ernstig nemen. Maar ik hoop dat wij er ook van mogen uitgaan dat u die cijfers met de nodige voorzichtigheid benadert en dat u altijd indachtig houdt dat het ook opnieuw achteruit kan gaan. Zeker als wij zien dat in een aantal Gewesten de vaccinatie nog niet helemaal onder controle is.

 

Ten derde en tot slot, ik meen vooral dat u niet content was met het verslag van het Monitoringcomité. Als ik in uw plaats was geweest, een plaats die niet te benijden is, trouwens, en ik dat rapport kreeg, zou ik onmiddellijk gevloekt hebben. Want het geeft eigenlijk minder druk op een aantal partijen in uw regering om te hervormen.

 

Als gezegd wordt: de cijfers gaan automatisch de goede richting uit, waarom zouden zij dan in godsnaam moeten hervormen? Dat maakt uw werk eigenlijk lastiger dan dat het op het eerste gezicht gemakkelijker maakt. Maar goed, daar kunnen wij het later over hebben.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

23 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Gratis openbaar vervoer" (55021152C)

23 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La gratuité des transports en commun" (55021152C)

 

23.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, een nieuwe dag, een nieuw interview, een nieuw gratis idee. Wij hebben veel gratis voorstellen: gratis pensioenen, gratis werkloosheidsuitkeringen, gratis solida­riteits­middelen naar Europa en blijkbaar ook gratis openbaar vervoer.

 

Het gratisbeleid is blijkbaar terug van nooit helemaal weggeweest.

 

In deze verwijs ik naar een recent interview dit weekend van de voorzitter van PS, de heer Paul Magnette, die voorstelt om het personenvervoer, dus het openbaar vervoer van de NMBS, volkomen gratis te maken.

 

Ik heb opnieuw dezelfde vraag.

 

Ik kan mij totaal niet inbeelden dat verantwoordelijke partijvoorzitters en ministers voorstellen lanceren in de pers, zonder minstens daarover discussies te voeren met hun coalitiepartners in de regering en voldoende budgettaire analyses te maken. Ik wil echter toch graag eens kijken.

 

Ten eerste, de heer Magnette stelt dat het 700 miljoen euro kost, om het personenvervoer gratis te maken. Is dat juist? Klopt dat bedrag?

 

Ten tweede, is daarover al gesproken binnen de regering? Weet u dat de PS met dat voorstel aan tafel komt?

 

Ten derde, is dat naar uw mening niet enigszins van het goede te veel, gelet op het feit dat de begroting nu niet bepaald een rooskleurige toekomst tegemoet lijkt te gaan? Acht u het verantwoordelijk, om nog eens een dergelijk volgens de voorzitter van de PS kostenbedrag van 700 miljoen euro in een weekendinterview op tafel te leggen?

 

23.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, het voorstel van de heer Magnette is een eigen initiatief. Het werd niet binnen de kern of de regering besproken.

 

Ik heb nog geen budgettaire fiche ontvangen van de bevoegde minister.

 

De begrotingswerkzaamheden komen met de publicatie van het rapport van het Monitoringcomité in een stroomversnelling. Het is uiteindelijk niet in de pers dat de begroting wordt getrancheerd. Daarvoor dient het begrotingsconclaaf. Tijdens dat conclaaf zullen alle voorstellen politiek en budgettair worden afgewogen, om uiteindelijk tot een evenwichtig akkoord te komen.

 

Ik wil er gerust nog aan toevoegen dat ik persoonlijk niet zo'n fan ben van gratis zaken.

 

23.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, dat siert u.

 

Ik wil ten gronde heel kort repliceren.

 

Ik begrijp uit uw antwoord dat u over het voorstel nog geen fiche hebt ontvangen van de bevoegde minister.

 

Mag ik daaruit verstaan dat u de fiche wel hebt gevraagd en dat de simulatie minstens wordt gedraaid, zodat u bij het ingaan van de onderhandelingsnachten precies de budgettaire impact weet? Indien dat nog niet is gebeurd, is het misschien een suggestie om dat wel te doen.

 

U zou kunnen uitgaan van de verantwoordelijkheidszin van uw collega's. Misschien is het echter niet onverstandig om ter zake een dubbelcheck door te voeren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

24 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De minimumbelasting" (55021155C)

24 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'impôt minimum" (55021155C)

 

24.01  Sander Loones (N-VA): Een nieuwe dag, een nieuw interview en opnieuw een nieuw voorstel! Er lijkt wel een thema te zitten of rode lijn te lopen tussen de Vivaldicollega's. Soms vraag ik me af wat jullie in godsnaam nog te bespreken hebben in de regering, want alles is al gezegd in de kranten.

 

Helaas, mevrouw de staatssecretaris, moet ik bovendien eindigen met een vraag uit uw eigen politieke familie. Dat terwijl het tot dusver vooral de linkse partijen waren die maar met voorstellen bleven komen die niet helemaal becijferd zijn of waar u in elk geval, naar ik begrepen heb uit uw antwoorden, nog niet over gecontacteerd werd.

 

In dit geval gaat het om uw Open Vld-collega Vincent Van Quickenborne, die dit weekend in de Zondag een groot interview gaf. Van liberalen zou je verwachten dat ze naar minder belastingen gaan. Minister Van Quickenborne zei echter dat we niet naar "minder" belastingen moeten gaan, maar naar "minstens" belastingen. We moeten dus minstens zoveel belastingen hebben en die belastingen mogen ook wel wat hoger zijn. Het gaat dan voornamelijk over de grote ondernemingen. We weten dat die debatten internationaal gevoerd worden, onder andere in OESO-verband, maar minister Van Quickenborne vraagt zich af waarom we daarop zouden wachten en stelt dat we gewoon sneller kunnen gaan. Hij stelt dus voor om dat dus al versneld door te voeren hier in België.

 

Vandaar mijn vraag aan u, het zijn altijd dezelfde: heeft de minister u vooraleer hij een kranteninterview gaf daarover gesproken? Zijn daarover budgettaire simulaties gemaakt? Weet u wat dat precies zou kunnen betekenen voor de begroting, of zijn het opnieuw zomaar wat woorden in een interview?

 

Ten tweede, vindt u het verstandig wanneer zulke zaken worden gecommuniceerd, goed wetende dat de OESO op dat vlak stappen vooruit aan het zetten is? Lijkt het u verstandig dat België soloslim zou spelen en op haar eentje zo'n belastingshervorming zou doorvoeren, zonder het multilaterale overleg daarover te respecteren?

 

24.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, wat betreft de planning raad ik u aan om uw vraag te stellen tot de bevoegde minister, namelijk de minister van Financiën.

 

Zowel in het regeerakkoord en in de algemene toelichting bij de begrotingsopmaak 2021 als in de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een structurele opbrengst van 300 miljoen euro vanaf 2023. De regering pleit er inderdaad voor dat de winst van multinationals in ieder afzonderlijk land onderworpen moet zijn aan ten minste een minimumniveau van belastingheffing en dat er geen uitzonderingen worden gemaakt voor bepaalde belastingregimes. Tegelijkertijd zal ervoor worden gezorgd dat het concurrentievermogen van bepaalde belangrijke sectoren van onze economie behouden blijft.

 

24.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik ga er dus van uit dat, als het OESO-initiatief niet is geoperationaliseerd voor 2023, de regering dat zal doen, want zij schrijft daarvoor 300 miljoen euro in de meerjarenbegroting in. Dezelfde discussie kunnen wij trouwens ook voeren over de digitaks, al is die nog oneerlijker, want de opbrengst van die taks zal worden gebruikt voor de financiering van het Europees herstelfonds. In dit geval kunt u ten minste nog de schijn ophouden dat het geld naar de Belgische begroting komt.

 

De regering zegt dat zij zeer sterk wil inzetten op een multilaterale aanpak en dat zij wil onderhandelen met verschillende landen, dus is zij het best ook consequent. Ik zal de discussie echter zeker opnemen met de minister van Financiën.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.17 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 17.