Commission de l'Économie, de la Protection des
consommateurs et de l'Agenda numérique |
Commissie
voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda |
du Mercredi 29 septembre 2021 Matin ______ |
van Woensdag 29 september 2021 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 9.16 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.
La réunion publique de commission est ouverte à 9 h 16 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.
[NL]De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
[FR]Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De voorzitter: Wij vatten onze vergadering aan. Welkom, collega's.
01 Vraag van Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De invoering van een (inter)federaal overstromingsfonds" (55020893C)
01 Question de Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "La création d'un fonds inondations (inter)fédéral" (55020893C)
01.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dit thema staat hoog op de agenda. We zagen de afgrijselijke overstromingen in Wallonië en ook een stukje in Vlaanderen. Iedereen ziet dat daar hulp nodig is en dat er extra investeringen nodig zijn voor de wederopbouw. De vraag is hoe dat precies zal worden georganiseerd en betaald.
U hebt een voorstel gedaan om een nieuw overstromingsfonds van 1,2 miljard euro op te richten, waarvan 600 miljoen euro door de federale overheid zou worden betaald.
Ik wil u ook wijzen op een aantal andere thema's in het nieuws, bijvoorbeeld het feit dat Jan Jambon, de Vlaamse minister-president, het aanbod heeft gedaan om aan zeer gunstige voorwaarden een lening toe te kennen of een garantie te geven. Ik wil benadrukken dat dit twee gescheiden discussies zijn. Ik zie dat die in de media door elkaar worden gehaald, maar dat zijn twee totaal verschillende zaken.
De lening heeft eerder betrekking op de gesprekken van de Waalse regering met de verzekeringssector. De verzekeringssector heeft onder meer voorgesteld om een aantal zaken te prefinancieren aan een tarief van 0 %. Het verhaal van de Vlaamse regering zit eerder in die context. Uw voorstel gaat over iets totaal anders. Dat gaat over het overstromingsfonds.
Uit een aantal krantenartikelen blijkt enige onduidelijkheid over uw voorstel. Ik heb de indruk dat uw voorstel op twee manieren wordt gelezen. Ik wil niemand woorden in de mond leggen, maar ik heb de indruk dat een groep mensen uw voorstel leest als een blanco cheque, dat u voorstelt dat er 600 miljoen euro wordt gegeven vanuit de federale begroting die op een of andere manier kan worden ingezet in Wallonië, door de Waalse overheid vooral.
Andere mensen, daar behoor ik toe, lezen het artikel anders. U lijkt te pleiten voor een conditionalisering van de steun. U wilt dus een aantal voorwaarden verbinden aan het project dat zou worden opgezet. Het gaat dan over de duur van het project, de aard van de projecten, maar ook over de opvolging ervan.
Bij de duur spreekt u over een termijn van vijf jaar. Hoe zit dat precies? Moeten de projecten opgestart en afgerond worden binnen de vijf jaar?
Over de afbakening zegt u in de krant dat het moet gaan over openbare infrastructuur met nationaal nut. Ik denk dat u de steun daar conditionaliseert. U zegt dat de centen alleen zullen kunnen worden gebruikt voor openbare infrastructuur van nationaal nut, maar het is niet helemaal duidelijk wat u daarmee bedoelt.
Over welke infrastructuur gaat het juist? Gaat het effectief over grote infrastructuur die een federale bevoegdheid is?
Wij lezen dat u het ook had over bijvoorbeeld scholen, die een regionale bevoegdheid zijn. Hoe zit de taakverdeling precies in elkaar? Wat is de verhouding met de Europese relancecenten, en met de 1,2 miljard of 1,4 miljard voor extra investeringen? Wat is de precieze scope? Is er effectief een soort conditionalisering? Of niet?
Mijn laatste punt gaat over de opvolging. U stelde voor dat er een opvolgingscomité zou komen, met maximaal 4 mensen per Entiteit. Eén per Deelstaat en één van de federale overheid, veronderstel ik. Ik vraag mij af hoe u garandeert dat de opvolging voldoende professioneel en onafhankelijk gebeurt.
Politici moeten beleidskeuzes maken, maar zij horen het beste niet aan projectmanagement te doen. Daar zijn professionele mensen mee bezig.
Mijn indruk is dat u een voorstel doet dat eigenlijk wat in lijn ligt met de rest van uw projecten. U krijgt Europese centen, die worden ingezet voor een bepaald doel. Geconditionaliseerd. Gekoppeld aan een aantal hervormingen. Opgevolgd door een Europees expertencomité of een ander expertencomité.
Het zou goed zijn uitgeklaard te zien of het om een blanco cheque gaat of niet.
01.02 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mijnheer Loones, dank u voor uw vraag.
Ik wil eerst en vooral de Vlaamse regering danken. Er is de politieke context. Er is de zeer zware situatie in Wallonië. Dit is een teken van solidariteit van de Vlaamse regering, en wij willen de Vlaamse regering daarvoor danken.
De kwestie wordt op dit moment binnen de regering besproken. De precieze details van dit samenwerkingsmechanisme moeten nog nader omschreven worden. Wij hadden inderdaad een voorstel, dat vandaag besproken is. Er zijn veel mogelijkheden om solidariteit te betonen vanuit het federale niveau.
La base du raisonnement est la suivante: à l'issue d'une première analyse, le Commissariat wallon à la reconstruction a estimé le montant global de la reconstruction post-inondations à approximativement 4 milliards d'euros toutes entités confondues, en ce compris le fédéral mais aussi les Communautés (par exemple, les écoles et les institutions culturelles). Il nous a semblé, notamment en regardant la situation dans d'autres États fédéraux, que de façon générale, comme par exemple en Allemagne suite aux inondations, le gouvernement fédéral a assumé 50 % des dépenses d'infrastructures des Länder concernés. Vous êtes expert en constructions institutionnelles. Un État fédéral n'est pas l'autre évidemment. Par exemple également, aux États-Unis, suite à l'ouragan Katrina, une forme de solidarité au niveau fédéral s'est exprimée, et ce peu importe la construction institutionnelle. En effet, on peut voir que, notamment dans le cas de ces inondations, le niveau européen, qui n'est en rien compétent pour des calamités naturelles, a exprimé une solidarité d'un point de vue politique, mais aussi financier, via une intervention du Fonds de solidarité européen. Il nous a donc semblé légitime, sachant que le gouvernement wallon allait intervenir de manière conséquente, ce qui est bien normal puisque les choses se situent très largement dans ses compétences, et sachant aussi qu'une solidarité allait s'exprimer au niveau européen, qu'une solidarité intervienne également au niveau fédéral.
Sur cette base, plusieurs mécanismes ont été évalués, notamment une proposition d'intervention que nous avons faite concernant des infrastructures d'utilité nationale, comme cela a été mentionné, pour trouver une accroche qui puisse être formulée dans un accord de coopération. Cette proposition est aujourd'hui discutée au sein du gouvernement, en sachant que d'autres modalités sont sur la table. Celles-ci sont évaluées. Il ne faut pas tellement s'attacher au mécanisme, mais bien à l'expression politique. Dans un État fédéral, à partir du moment où une solidarité s'est exprimée au niveau européen et au niveau régional, face à des événements non anticipés de grande ampleur, une solidarité doit s'exprimer. J'ai envie de dire: peu importe le moyen. Pour paraphraser une citation anglaise, je pense qu'effectivement nous buterons toujours sur des contraintes institutionnelles. Mais comme on l'a vu pendant le covid: "If there is a will, there is a way." C'est un message que nous voulons envoyer. Cette solidarité doit s'exprimer, peu importe le moyen institutionnel.
Dans les faits, je pense que le conclave budgétaire des prochains jours sera important pour voir dans quelle mesure le portage budgétaire est possible, et quelles sont les modalités envisagées. Je peux vous rassurer: les différentes modalités sont discutées à l'instant même où nous nous réunissons pour examiner dans quelle mesure cette solidarité pourra s'exprimer.
01.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik begrijp dat het u niet om het doel, maar om het middel te doen is. U wilt enkel het politiek signaal geven dat er nagedacht wordt over een systeem om investeringen in de meest getroffen gebieden te doen. Of dat nu gebeurt via het mechanisme dat u voorstelt, dan wel een ander mechanisme, is niet de kern.
Ik blijf wel op mijn honger wat een antwoord betreft op mijn fundamentele vraag of er, los van het mechanisme, voorwaarden gekoppeld worden aan de ontvangst van federaal geld. In Europa werd bijvoorbeeld, toen de coronacrisis uitbrak, een steunmechanisme geïnstalleerd, maar daaraan werden onmiddellijk voorwaarden gekoppeld. Zo moet een lidstaat – en u bent de medeauteur van het relanceplan hier – specificeren waaraan het geld wordt besteed en dat kan niet aan om het even wat. Een percentage moet aan groene projecten, respectievelijk digitalisering toekomen en men moet aantonen dat er hervormingen worden doorgevoerd. De fundamentelere vraag luidt dus of het overstromingssteunmechanisme dezelfde dynamiek volgt en dus gedeeltelijk geconditioneerd is dan wel of de begunstigden zonder meer een geldstroom verwachten. We zullen daarop het antwoord vaststellen, zodra de besprekingen in de regering zijn afgerond. Hiermee kent u alvast de gevoeligheden.
L'incident est clos.
- Katrien Houtmeyers aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "Het voorbehouden van leningen voor financieel gezonde bedrijven" (55020386C)
- Marco Van Hees aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De keuze voor Tikehau Capital als beheerder van het Belgian Recovery Fund" (55021210C)
- Katrien Houtmeyers à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "La réservation des prêts aux entreprises financièrement saines" (55020386C)
- Marco Van Hees à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le choix de Tikehau Capital pour gérer le Belgian Recovery Fund" (55021210C)
02.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): De komende vijf jaar zullen er achtergestelde en/of
converteerbare leningen worden verstrekt aan ondernemingen met een ambitieus en
duurzaam businessplan. In de media stelde u onlangs - terecht - dat enkel
ondernemingen die financieel gezond waren voor de coronacrisis én financieel getroffen
werden door de pandemie recht hebben op een dergelijke lening. Op voorwaarde
dat zij een ambitieus en duurzaam businessplan kunnen voorleggen. Met andere
woorden, zombiebedrijven worden uitgesloten bij die selectie. Nochtans vertelde
minister Dermagne tijdens de commissie economie steevast dat “het uitsluiten
van zombiebedrijven van overheidssteun een risicovolle strategie is omdat ze
niet gemakkelijk te identificeren zijn. Bedrijven die tijdelijk in financiële
moeilijkheden verkeren, dreigen als zombiebedrijf te worden geëtiketteerd. Een
dergelijke strategie zou bedrijven kunnen treffen waarvoor een wederopstanding
wél nog mogelijk is, en dat zou contraproductief zijn.”
Meneer de minister, ik vind het terecht
dat er, in de herstelfase van onze economie, wordt gefocust op bedrijven die
voor de coronacrisis financieel gezond waren en door corona in moeilijkheden
verkeren. Maar hoe zal u er effectief voor zorgen dat de steun bij deze
‘stevige bedrijven’ terechtkomt? Welke criteria zal u hiervoor hanteren?
Bedrijven dienen een ambitieus en
duurzaam businessplan voor te leggen om in aanmerking te komen voor een
achtergestelde en/of converteerbare lening. Aan welke vereisten zal het
businessplan moeten voldoen?
Hebt u al een zicht op hoeveel bedrijven
in aanmerkingen zullen komen?
02.02 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le secrétaire d'État, vous avez lancé, avec le ministre des Finances, le Belgian Recovery Fund qui doit réunir jusqu’à 350 millions d'euros, dont 100 millions d’argent public qui serait issu du Fonds de transformation. Cet argent sera géré par la société française de gestion d’actifs Tikehau Capital et sera destiné à des prises de participation dans des sociétés privées, entre autres dans le cadre de la transition énergétique.
Vous reconnaissez vous-même que le plan d’investissement belge issu de la manne européenne est largement insuffisant pour atteindre l’objectif que le gouvernemental s'est lui-même fixé d’un taux de 4 % et dans l'intermédiaire de 3,5 % du PIB d'ici 2024. Pourquoi mettre de l’argent public dans du capital privé? C'est la première question que je me pose.
Par ailleurs, il s’agit d’argent public géré pour le privé et par le privé. Pourquoi ne donne-t-on pas cette mission à la SFPI, dont c’est le job et pourquoi avoir choisi Tikehau Capital, une société fondée par Antoine Flamarion, ancien directeur de Goldman Sachs, banque d’investissement impliquée dans une série de scandales, et ayant parmi ses actionnaires Bernard Arnault?
Concernant Bernard Arnault, cela fait un petit temps que je me penche sur son cas puisque déjà en 2012, j'avais révélé la création par ce milliardaire français d’une fondation privée en Belgique à des fins de planification successorale et son utilisation massive des intérêts notionnels en Belgique. Cet abonné à l’évitement fiscal qui avait aussi demandé la nationalité belge avait été pointé pour une fausse domiciliation en Belgique. C'est grâce à une transaction pénale qu'il a pu échapper à un procès dans notre pays à la suite de ces malversations. On peut dire que ce n'est pas vraiment à ce genre de personnage qu'on a envie de confier l'argent du contribuable. On a en effet l'impression que c'est ce que l'on fait ici. Bernard Arnault, ou ses lieutenants en tout cas, seront chargés de gérer l'argent du contribuable.
Je note aussi que Tikehau Capital a été fondée en 2004 avec le soutien financier initial de feu Albert Frère qui, outre qu’il était partenaire d’affaires de Bernard Arnault, a construit sa fortune à travers des politiques que je qualifie de politiques de pillage des finances publiques. On connaît les dossiers: Cockerill Sambre, Fortis/BNP Paribas ou à l'étranger, Quick, Petrobras au Brésil, etc.
Par conséquent, il ne s'agit pas d'une filiation très rassurante pour un projet engageant des deniers publics.
Plutôt que de placer cet argent public dans des entreprises privées, ne vaut-il pas mieux l'investir dans des projets sur lesquels l'État exerce une maîtrise? Pourquoi ne pas laisser la SFPI laisser gérer ces fonds? Enfin, ne trouvez-vous pas que le profil de Tikehau Capital est assez douteux? Faut-il laisser Bernard Arnault et ses lieutenants gérer l'argent du contribuable belge?
02.03 Thomas Dermine, secrétaire d'État: Vous m'aviez manqué, monsieur Van Hees! C'est un grand plaisir de vous revoir après l'été. Je vais à présent répondre à vos questions plus sérieusement.
Begin september hebben de minister van Financiën en ik het Belgian Recovery Fund gelanceerd om onze economie te ondersteunen en bedrijven te versterken na de coronacrisis. Zoals u zei, zal tot 350 miljoen euro beschikbaar worden gesteld om de solvabiliteit van bedrijven die gezond waren voor de coronacrisis, te verbeteren.
Il s'agit d'un fonds de sauvetage – d'où la dénomination "recovery" – destiné à renforcer la solvabilité des entreprises qui ont été touchées par la crise sanitaire. Il répond à une certaine urgence. C'est pourquoi il a été institué en un temps record afin d'aider des entreprises dont les besoins sont absolument pressants.
Mevrouw Houtmeyers, u vroeg naar de werking en de doelstellingen van dit fonds. Het Belgian Recovery Fund zal over twee financieringsbronnen beschikken. Er komt 100 miljoen euro van de FPIM via haar dochtervennootschap Relaunch. Verder komt er tot 250 miljoen euro van institutionele beleggers.
Concrètement, le Belgium Recovery Fund soutiendra des entreprises qui répondent aux critères cumulatifs suivants: ce sont des entreprises établies en Belgique ou dont une part significative des revenus et activités se trouvent sur le territoire belge, employant plus de cinq équivalents temps plein, qui étaient saines avant la crise covid – c'est-à-dire qu'elles n'éprouvaient pas de difficultés substantielles et qu'elles détenaient des actifs nets positifs avant la crise covid, à la date arrêtée du 31 décembre 2019 – pouvant démontrer la crédibilité de leur modèle d'affaire à l'avenir et intégrant une dimension de transformation de l'économie (renforcement de l'emploi, contribution à la transition de façon à relever les défis sociétaux de taille, etc.).
Les entreprises de n'importe quel secteur peuvent introduire une demande de soutien au Belgian Recovery Fund. Par ailleurs, c'est une évidence, celles qui ne répondent pas aux normes européennes ESG d'investissement soutenable en sont exclues.
En réponse à la question plus précise de Mme Houtmeyers, la notion d' "entreprise zombie" n'est donc pas reprise comme un critère excluant. Nous avons établi la liste des critères d'éligibilité - que je viens d'énumérer – nous paraissant pertinent en vue d'identifier les bons candidats à ce fonds.
De investeringsbedragen zullen tussen 5 en 20 miljoen per bedrijf bedragen. Het is moeilijk om een precies antwoord te geven op de bijkomende vraag van mevrouw Houtmeyers met betrekking tot het aantal ondernemingen dat door het fonds zou kunnen worden gesteund. Als het echter gaat om een bedrag tussen 5 en 20 miljoen uit een fonds dat 350 miljoen bevat, dan kunnen er 17 tot 70 bedrijven ondersteund worden.
J'en viens à la question de M. Van Hees. Après une consultation qui a impliqué plus de quarante gestionnaires de fonds à travers l'Europe, c'est effectivement la société Tikehau qui a été désignée pour attirer des investisseurs institutionnels et pour assumer une partie de la préparation de la gestion des dossiers de fonds. La Société Fédérale de Participations et d'Investissement (SFPI) et Tikehau ont une grande expertise et expérience de soutien au financement des entreprises. Le binôme me semble parfaitement équipé pour mettre en œuvre, dans l'urgence, ce que le gouvernement a décidé à travers le Belgian Recovery Fund.
Monsieur Van Hees, vous vous interrogez sur l'opportunité de nous appuyer sur Tikehau. Il faut savoir, d'un point de vue purement organisationnel, que lorsque la décision a été prise le 25 mai 2021, la SFPI ne comptait qu'une petite vingtaine d'employés dont moins de dix gestionnaires de portefeuilles d'investissements. Nous avons donc été contraints à renforcer très fortement, à court terme, la capacité d'analyse. Il convenait de le faire entre autres pour que les fonds publics soient le mieux dépensés dans des entreprises qui en ont vraiment besoin, qui créent de l'emploi en Belgique, mais également pour éviter ce que l'on observe parfois quand il y a des investissements publics, c'est-à-dire des effets d'aubaine et une mauvaise utilisation ou une utilisation avec certaines déviances des fonds publics par des entreprises privées. Je pense que nous partageons là le même objectif.
Je vous rejoins sur la nécessité de renforcer le "muscle" de la SFPI. Pour nous, elle a un rôle très important à jouer à l'image de ce que d'autres fonds souverains font en Europe. C'est pourquoi, en parallèle à cet effort, un plan de recrutement a été validé par le conseil d'administration, notamment au niveau de la filiale Relance, pour renforcer la SFPI dans ses missions. Effectivement, nous sommes obligés de nous appuyer sur des compétences externes à court terme parce qu'il est urgent d'investir, mais nous sommes bien conscients qu'il faut renforcer l'organisation de la SFPI pour en faire un vrai fonds souverain.
Tikehau a été sélectionnée pour ses compétences dans les instruments qui sont visés, notamment en dettes subordonnées, en convertibles et en equity, et sa connaissance du tissu belge au sein d'un processus qui a mis en concurrence plus de quarante gestionnaires de fonds. C'est un acteur qui a fait ses preuves dans d'autres mécanismes du même type en Europe, que ce soit en Espagne ou en France.
Par rapport à ce que vous dites concernant Bernard Arnault, permettez-moi de vous corriger en vous précisant que c'est une fake news. Si Bernard Arnault est effectivement actionnaire minoritaire dans Tikehau, Tikehau est un groupe qui est détenu par ses fondateurs. Bernard Arnault n'a aucun contrôle direct ou indirect sur Tikehau.
Il n'est pas non plus dans les organes de gouvernance.
Pour ce qui concerne Albert Frère, je vous rejoins partiellement sur l'analyse historique. Cela a beaucoup occupé ma conscience intellectuelle, étant moi-même originaire de Charleroi et ayant observé l'industrie sidérurgique. Mais je pense qu'on est un peu loin de ces considérations aujourd'hui.
02.04 Katrien Houtmeyers (N-VA): Ik ben ervan overtuigd dat het absoluut een goed en noodzakelijk initiatief is en dat het heel veel bedrijven zal redden en ten goede zal komen. Ik maak mij toch wat zorgen over de controlemechanismen die worden ingebouwd. Net zoals bij bijvoorbeeld alle uitgaven of alle steun die al verleend is, is het absoluut belangrijk dat er ook gecontroleerd wordt dat dat op een goede manier gebeurt en dat er geen malafide bedrijven tussen zitten. U wil die zombiebedrijven niet helemaal uitsluiten. Het risico blijft echt wel dat die gezonde bedrijven zullen meesleuren. Zo gaan ze allemaal samen ten onder. Dan krijgen we een domino-effect, gecombineerd met het feit dat we niet zeker zijn dat we het geld dat wordt uitgegeven, ooit nog zullen terugzien en terugbetaald zal worden. Ik ben absoluut benieuwd naar de tussentijdse evaluaties. Die zullen waarschijnlijk wel regelmatig gebeuren. Ik zal dit zeker met plezier opvolgen.
02.05 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, cette tendance à investir dans le secteur privé, c'est tout un pan de votre politique. Vous dites qu'il s'agit d'un fonds d'urgence pour venir en aide aux entreprises qui en ont le plus besoin, mais le Fonds de transformation ne se limite pas à cela. D'autres moyens de ce fonds sont alloués au secteur privé: le plan lui-même d'investissements publics passe aussi souvent par les entreprises privées et j'ai déjà eu l'occasion de vous le dire.
Quant au choix de Tikehau Capital, vous dites qu'il s'agit d'une grande entreprise - tout comme Goldman Sachs dont un des créateurs disposait aussi d'une grande expertise pour manipuler les comptes de la Grèce, entre autres. Je doute que ce soit le genre d'expertise dont nous ayons besoin. Par rapport à Bernard Arnault, vous confirmez qu'il est bien actionnaire, bien que minoritaire, de cette entreprise. Je peux vous assurer qu'un actionnaire de cette dimension pèse son poids dans une société.
Je ne vais pas vous faire un procès d'intention mais je pense que vous devez vous-même être vigilant. Je crois que vous l'êtes en partie car vous avez démissionné de certaines instances, comme la trilatérale ou la Fondation de la famille Frère dont on vient de parler, lorsque vous êtes devenu secrétaire d'État. C'est une bonne chose. J'espère toutefois que ce "réflexe" qui est de nouer ce genre de liens, vous en avez fait l'autocritique et que vous êtes passé à un autre stade de votre vision politique. En effet, je pense que c'est le genre de conflit d'intérêts qui peut poser de sérieux problèmes.
L'incident est clos.
- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De financiële impact van het Europese herstelfonds" (55020701C)
- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De financiële impact van het Europees herstelfonds" (55020546C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De minderinkomsten uit het Europees herstelfonds" (55020609C)
- Kathleen Verhelst aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "Het relanceplan en de verlaging van de ontvangen budgetten" (55021230C)
- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "L'impact financier du fonds de relance européen" (55020701C)
- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "L'impact financier du fonds de relance européen" (55020546C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "La diminution des moyens alloués par le fonds de relance européen" (55020609C)
- Kathleen Verhelst à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le plan de relance et la réduction des budgets reçus" (55021230C)
De voorzitter: Mijnheer Loones, u had twee vragen. Ik neem aan dat u ze samen zal stellen.
03.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, had ik twee vragen? Ik meende er maar eentje te hebben over het thema.
De voorzitter: Bij mij staan er twee.
03.02 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijn andere vraag gaat over de conditionaliteit van extra investeringen. Nu stel ik mijn vraag over het Europese relancefonds.
Over het Europese herstelfonds zal ik heel kort zijn.
Wij weten allemaal dat het Europese coronaherstelfonds kan worden besteed aan projecten in dit land. Tussen de federale overheid en de deelstaten zijn er afspraken gemaakt. Een en ander is geregeld op Europees niveau en is gekoppeld aan de economische groei.
Nu blijkt dat de economische groei beter is dan aanvankelijk verwacht. Dat lijkt goed nieuws, maar dat is het in dit geval niet, omdat wij daardoor 750 miljoen euro minder zouden krijgen. Wij krijgen dus geen 5,9 miljard euro. Er gaat 750 miljoen euro af.
Mijnheer de staatssecretaris, daarover kan veel worden gezegd. Ik hoop echter vooral dat u niet zal vertellen dat een en ander goed nieuws is. Dat is het immers niet. Daar zijn drie redenen voor.
Ten eerste, de economische groei doet het inderdaad beter, maar wij blinken niet uit in Europa. Ten opzichte van alle Europese landen is onze economische groei de laagste. Drie landen doen nog slechter, maar alle andere Europese landen zullen een hogere economische groei hebben dan ons.
Ten tweede, wij hadden 5,9 miljard euro gekregen, maar eigenlijk was dat bedrag al te weinig. Volgens juistere parameters had dat veel meer moeten zijn. In het licht van het gemiddelde dat Europese landen hebben gekregen, hadden wij eigenlijk in verhouding tot ons bruto binnenlands product en tot de schade veeleer recht moeten hebben op twaalf miljard euro. Wij hebben slechts 5,9 miljard euro gekregen. Dat debat hebben wij al herhaaldelijk gevoerd hier in het Parlement. U bent daar ongetwijfeld van op de hoogte. Er gaat nu nog eens 750 miljoen euro af.
Ten derde, investeringen worden niet betaald in procenten maar in centen. Het is niet omdat de economische groei in procenten vooruitgaat dat een investering in digitalisering, in een brug of in groene energie in centen goedkoper is. U zal in de realiteit 750 miljoen euro minder hebben in centen om te investeren. Het feit dat het procentueel beter is, is geen goed nieuws voor een land dat al is onderbedeeld en grote begrotingsnoden heeft.
De vraag is simpel.
Kan u de discussie bevestigen? Is daarover al gesproken binnen de regering maar ook met de deelstaten?
Hoe zullen de cijfers nader worden verwerkt?
De voorzitter: Mijnheer Loones, één van uw vragen was ook gericht aan minister Van Peteghem. Die vraag is ook naar hier gestuurd. De vraag was wellicht gelijkaardig. Dat is de reden waarom er twee vragen van u op de agenda staan.
Hetzelfde geldt voor de heer Vermeersch. Ook hij heeft een vraag die oorspronkelijk gericht was aan de heer Van Peteghem, maar die hier zal worden beantwoord.
03.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de minister van Financiën heeft blijkbaar de hete aardappel naar u doorgeschoven.
Collega Loones heeft al aangegeven dat België zowat 5,9 miljard euro zal ontvangen uit het Europese herstelfonds. Om de economie te doen opveren, heeft de Vlaamse regering in september 2020 een relanceplan uitgewerkt van 4,3 miljard euro. Zij eiste 3 miljard euro uit het Europese herstelfonds, maar kwam uiteindelijk thuis met slechts 2,25 miljard euro. Dat bedrag is zelfs kleiner dan het bedrag dat de Waalse en de Brusselse overheden samen hebben ontvangen.
De federale overheid krijgt immers 1,25 miljard euro uit het fonds, of zowat 21 %. Ongeveer 38 % of 2,25 miljard euro gaat naar Vlaanderen. De Waalse overheden krijgen ruim 34 % of 2 miljard euro en het Brusselse Gewest krijgt 7 %, een kleine 400 miljoen euro.
In een artikel van de Nationale Bank staat dat België 750 miljoen euro minder zal krijgen dan momenteel gepland. Ik hierover een viertal vragen.
Ten eerste, kan de minister deze inzichten van de Nationale Bank bevestigen, in het bijzonder dat België 750 miljoen euro minder zal krijgen uit het herstelfonds?
Ten tweede, de Vlaamse minister van Begroting en Financiën, Matthias Diependaele, stelt dat de verkeerde parameters worden gebruikt om het geld te verdelen. Landen die trager herstellen en minder groeien, krijgen minder geld. De werkloosheid weegt bijvoorbeeld heel zwaar door. Daardoor krijgen landen die het slecht doen op dat vlak een pak meer geld dan andere landen. Kan u zich als staatssecretaris vinden in het standpunt van uw Vlaamse collega? Zal de federale regering de parameters en de verdeling opnieuw ter discussie stellen op het Europese niveau?
Ten derde, minister Diependaele engageert zich ertoe de investering van 4,3 miljard euro voorzien in het Vlaamse relanceplan te behouden, ongeacht het bedrag dat Vlaanderen uiteindelijk zal krijgen van Europa. Kan de Vlaamse regering blijven rekenen op die 2,25 miljard euro uit het Europese herstelfonds?
Ten vierde, welk niveau zal de minderinkomsten uiteindelijk ten laste nemen? Hoe zullen die minderinkomsten worden verdeeld over de verschillende entiteiten? Zal dit evenredig gebeuren of via een andere methode? Welke procedure zal hierbij worden gevolgd? Kan de federale regering haar standpunt over de verdeling van de verwachte minderinkomsten kenbaar maken?
03.04 Kathleen Verhelst (Open Vld): Ik sluit aan bij hetzelfde item. Het komt er dus effectief op neer dat er 750 miljoen minder is door een hogere groei, maar zeker niet de hoogste.
Hoorde u de bevoegde regeringsleden van de deelstaten hierover? Komen hierdoor bepaalde projecten in gevaar? Zo ja, welke? Hoe wordt de verlaging opgevangen? Welke verdeelsleutel wordt gebruikt om de verlaging te verhalen op de respectievelijke regionale en federale projecten? Worden de verlaagde budgetten opgevangen door de begroting?
Ten slotte, in het algemeen: ontving België reeds relancebudgetten van Europa? Waar werden deze dan al ingezet?
03.05 Staatssecretaris Thomas Dermine: Dank u alle drie voor uw vragen.
Ik kan mevrouw Verhelst, de heer Loones en de heer Vermeersch bevestigen dat België, op basis van de economische prognose van de Europese Commissie voor de zomer van 2021, de omvang van zijn maximale financiële enveloppe in het kader van het Europese herstelplan met 750 miljoen euro zou kunnen zien afnemen. Dat is een maximaal bedrag. Het gaat om maximaal iets meer dan 10 % van de totale enveloppe.
Allereerst ben ik zeer tevreden dat collega's van deze drie partijen net als ons vinden dat investeringen in de transitie en in onze infrastructuur echt belangrijk zijn en een van de grootste uitdagingen vormen van onze generatie.
Ten tweede is het nuttig om eraan te herinneren dat dit een recovery fund is. 70 % van de totale enveloppe is een vast bedrag, terwijl 30 % van het bedrag afhankelijk is van het herstel. Hoe sterker het herstel, hoe kleiner dat bedrag, dat is logisch. Het is een fonds dat zich richt op landen die moeite hebben met het herstel. Als België het dus beter doet, is het logisch dat het een beetje minder krijgt.
Ik voeg eraan toe dat het initiële bedrag bepaald werd op basis van de prognose van één jaar geleden, bij de start van deze regering dus. Nu, één jaar later, is de prognose van de Nationale Bank gunstiger, omdat het vertrouwen van de ondernemers groter is en omdat het beheer van de sanitaire crisis in België beter is dan in andere landen. Wij hebben dus een betere economische prognose, wat een positief signaal is, ook voor het werk van onze regeringen.
Ik wil u eraan herinneren dat het op dit moment slechts een aanname is die pas in juni 2022 zal worden geverifieerd, wanneer de Europese Commissie de economische najaarsprognoses voor 2020 zal actualiseren. De vermindering zal dus pas in juni volgend jaar worden bevestigd.
Daarnaast moeten wij vooral blij zijn met de economische heropleving, die zich vertaalt in een uitzonderlijke heropleving van het vertrouwen bij onze ondernemingen en die de Belgische overheid in staat zal stellen om ongeveer 7 miljard euro te besparen op de begroting. Dat cijfer stemt overeen met de vermindering van het overheidstekort over de periode 2020-2021. Onze subsidies zullen dus verminderen met een bedrag tussen 0 en 750 miljoen euro, maar de netto-impact op de publieke financiën zal positief zijn, omdat wij extra overheidsinkomsten zullen hebben dankzij de hogere economische groei in ons land. Het is dus echt een positief signaal dat de economie aan de beterhand is en ik denk dat de vermindering van de Europese subsidies die wij krijgen, niet vergelijkbaar is met de hogere inkomsten van de overheid dankzij de sterkere groei.
Wat de ambitie van ons plan en de daarin vervatte projecten betreft, ben ik in dit stadium van mening dat er geen reden is om iets te veranderen om ten minste twee redenen.
Ten eerste, de federale investeringsprojecten in het kader van het Europees herstelplan zijn door het Federaal Planbureau en de Europese Commissie beoordeeld als goede investeringen die zowel productief als nuttig zijn om met name de digitale en de milieutransitie te waarborgen. De investeringen zullen een rechtstreeks effect hebben op de economische activiteit en ons bbp automatisch doen toenemen. Zij zullen ook bijdragen tot het groeipotentieel van de economie en tot het scheppen van werkgelegenheid in de toekomst door de voorwaarden te scheppen voor een hogere productiviteit en een groter concurrentievermogen. Daarom zou het stopzetten van sommige van de projecten wegens minder EU-financiering economisch gezien onzin zijn.
Deuxièmement, pourquoi cela n'a-t-il aucun sens, à ce stade, de revoir la liste de projets?
Comme je l'ai déjà mentionné, l'embellie conjoncturelle annoncée par la Banque nationale aura pour effet direct de lever certaines contraintes sur nos finances publiques et de dégager des marges budgétaires supplémentaires. Pour avoir analysé le budget de l'État, vous savez que certains postes, que ce soit en recettes ou en dépenses, sont fortement dépendants de la croissance. Par conséquent, s'il y a une forte croissance, il y aura un dégagement de marges supplémentaires.
Nous avons calculé que grâce aux perspectives additionnelles de croissance, les budgets publics bénéficieront de 7 milliards d'euros de marges additionnelles. C'est donc incomparable au regard de la perte des subsides. D'un côté, nous avons un risque, qui sera évalué en juin 2022, de perdre 700 millions mais de l'autre côté, nous avons un bonus sur les finances publiques, généré par la croissance additionnelle, qui est dans un rapport de 1 à 10.
Compte tenu de ce qui précède, il n'y a aucune raison objective de ne pas assumer budgétairement la mise en oeuvre de ces projets et, éventuellement, de les transférer sur les budgets propres des gouvernements concernés.
Wat de voorfinanciering betreft, hoewel wij tot de laatsten aan de startlijn behoorden, lijkt ons intensief werk van de afgelopen maanden in samenwerking met alle entiteiten van het land vruchten te hebben afgeworpen, want we behoorden tot de eerste drie lidstaten die in aanmerking kwamen voor Europese voorfinanciering in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.
De Europese Verordening tot instelling van deze faciliteit staat toe dat maximaal 13 % van de enveloppe van elke lidstaat wordt uitbetaald zodra het plan is goedgekeurd en de financieringsovereenkomst door beide partijen is ondertekend. Voor België gebeurde dat op 27 juli 2021.
Aangezien het budget in dit stadium op 5,9 miljard euro wordt geraamd, bedroeg de voorfinanciering 770 miljoen euro. Dit bedrag werd op een federale rekening gestort en vervolgens onder de entiteiten verdeeld volgens de algemene verdeelsleutel die in januari door het Overlegcomité werd goedgekeurd.
Selon la clé de répartition, la part de cette enveloppe correspond à 162 millions d'euros qui ont permis d'alimenter le fonds organique créé spécifiquement pour gérer le plan de relance. Cette somme n'a pas été affectée à des départements précis. Les départements qui doivent réaliser des dépenses pour démarrer leur(s) projet(s) transmettent leur dossier au SPF BOSA qui assume la gestion transversale et qui impute les dépenses en respectant les procédures habituelles de contrôle administratif et budgétaire.
Monsieur le président, je vous demande de bien vouloir m'excuser d'avoir un peu dépassé mon temps de parole, mais le sujet est important.
Pour conclure, je voudrais rappeler que l'autorisation pour ce fonds de présenter des positions débitrices en liquidation et en engagement permet de réaliser ces dépenses, même en l'absence de moyens disponibles. En d'autres termes, tous les projets qui doivent débuter dès maintenant pour atteindre les objectifs de mise en œuvre qui sont décrits dans la décision européenne peuvent commencer.
Par conséquent, j'encourage toutes les administrations à lancer sans plus attendre leur(s) projet(s). En effet, comme vous le savez, il y a pour chaque projet des master targets d'exécution à réaliser tous les six mois et pour lesquels nous effectuerons un reporting au sein de cette commission.
03.06 Sander Loones (N-VA): U probeert ons wijs te maken dat 750 miljoen minder krijgen, eigenlijk goed nieuws is. Dat is het echt niet. U komt af met cijfers dat we 750 miljoen verliezen, maar in de plaats 7 miljard extra krijgen door de economische groei. In realiteit hebben alle andere Europese landen, behalve drie, een nog grotere economische groei. Zij zullen dus een nog positievere return hebben. Wij zijn al opgelicht door verkeerde parameters te gebruiken. We hadden veel meer moeten krijgen dan we effectief gekregen hebben. Er is gekozen om niet te kijken naar de schade van corona, en economische sleutels te kiezen die er niets mee te maken hebben. We zijn de eerste keer bedonderd, en nu zullen we nog eens bedonderd zijn omdat onze economische groei lager ligt dan in andere landen en we toch moeten inboeten. Dit is geen verhaal van procenten, dit is een verhaal van centen. Er is 750 miljoen minder, terwijl we eigenlijk al te weinig kregen.
Deze regering wil zo graag Europees gezind zijn, dat u vergeet op te komen voor onze eigen belangen. Ik wil u echt aanraden daarmee te stoppen. Alle andere Europese landen proberen minstens of idealiter de twee te doen. Ze proberen zowel Europees gezind te zijn, als te kijken naar de eigen noden. De naïviteit bekoopt u elke keer opnieuw. Wij krijgen minder dan ons deel is.
U zegt dat er nog niks zal worden aangepast omdat we pas in juni volgend jaar zullen weten wat finaal de becijfering is van wat we minder kunnen krijgen. Dat is toch wat bijzonder. Gisteren verscheen een rapport van Bruegel, waarin alle relanceprojecten gecombineerd staan. Alle landen krijgen ongeveer dezelfde punten, terwijl België er weer wat uitspringt. Wij krijgen minder goede punten wat betreft coherentie van het plan. Het is uw verantwoordelijkheid om te waken over die coherentie. Er is dus echt wel wat werk aan. Laten we dat voldoende serieus nemen.
03.07 Wouter Vermeersch (VB): U rekende mijn partij tot een van de drie partijen die warm zouden lopen van dat herstelfonds. Dat wil ik toch rechtzetten. Vlaanderen, maar ook België zullen netto bijdragen aan dit fonds, terwijl Vlaanderen toch vooral het zwaarst getroffen werd door die crisis binnen België. Bovendien heeft de Vlaamse regering bijzonder slecht onderhandeld over dit herstelfonds. Vlaanderen krijgt immers met 38% minder dan de 34% voor de Waalse overheden en de 7% voor de Brusselse overheid samen. Ten tweede schept u op met de groei-impact van dit fonds. Dit zou een budgettaire plus zijn voor België.
Dat stemt echter niet overeen met de reële cijfers. De impact op de groei wordt door het Rekenhof op enkele procentpunten van het bbp geraamd. België draagt vandaag al 7,7 miljard euro af aan de Europese Unie, zonder het herstelfonds. Uiteindelijk zullen we meer miljarden bijdragen aan dat herstelfonds dan we er ooit zullen uithalen.
U antwoordde ook niet op de vraag hoe die 750 miljoen euro zal worden verdeeld over de verschillende entiteiten. Dat schept bijzonder weinig vertrouwen, want wij vrezen dat Vlaanderen opnieuw aan het kortste eind zal trekken en uiteindelijk het kind van de rekening zal worden.
03.08 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Ik hoorde wel dat er nog onzekerheden zijn en het is belangrijk dat de investeringen niet moeten stoppen. Net als de heer Loones vind ik dat we zowel Europees als zeker ook voor ons land elke dag moeten optreden. Onze relance is goed bezig maar de bemanning om die te bereiken volstaat niet. Gelieve dat mee te nemen want het is zeer belangrijk.
Het incident is gesloten.
- Patrick Prévot à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Les derniers développements du plan de relance" (55021214C)
- Kathleen Verhelst à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Le taux d'investissement en Belgique" (55021228C)
- Sander Loones à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "Les conditions liées aux projets de relance" (55021231C)
- Patrick Prévot aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De jongste ontwikkelingen met betrekking tot het herstelplan" (55021214C)
- Kathleen Verhelst aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De Belgische investeringsgraad" (55021228C)
- Sander Loones aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "Het koppelen van voorwaarden aan de relanceprojecten" (55021231C)
04.01 Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le premier cycle de votre secrétariat d'État a été consacré à gérer le plan de résilience européen. Je pense que cela a été fait de manière efficace. Alors que la Belgique partait en retard par rapport à ses voisins, vous avez démontré que le fédéralisme de coopération fonctionne. Ce sont donc 5,9 milliards d'euros qui pourront être investis dans la transition écologique et la mobilité de demain, comme nous avons déjà pu l'évoquer avec vous.
Aujourd'hui, nous sommes entrés dans le "second cycle" de votre mandat. Ici, l'enjeu est double. Premièrement, il faut réaliser ces projets financés par l'Europe et donc être extrêmement efficace dans l'exécution du plan de résilience. Et deuxièmement, l'enjeu est d'aller encore plus loin en matière d'investissements publics.
Aller vers 4 % du PIB en 2030 avec une étape à 3,5 % en 2024, l'engagement figure d'ailleurs dans l'accord de gouvernement. C'est quelque chose de nécessaire si on veut répondre au sentiment d'urgence qui existe face aux défis structurels de notre économie (décarboner l'économie, aller vers des manières de se mouvoir plus respectueuses de l'environnement, etc.).
Dans ce cadre, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais vous poser trois questions.
Premièrement, on a pu lire dans la presse cet été qu'une première tranche du Fonds européen de relance et de résilience de l'ordre de 770 millions avait été libérée. La Belgique figure à ce titre dans le trio de tête des premiers pays de l'Union européenne à y avoir droit. Pouvez-vous nous en dire un peu plus à ce sujet? De quelle manière ces montants ont-ils été affectés ?
Deuxièmement, j'ai également appris que vous aviez, avec le ministre des Finances, M. Van Peteghem, lancé le Belgian Recovery Fund, soit 350 millions d'euros pour renforcer la solvabilité des entreprises belges après la crise liée à l'épidémie de Covid. Pourriez-vous décrire le fonctionnement et les objectifs de ce fonds?
Enfin, des discussions sont actuellement menées au gouvernement pour examiner comment rencontrer l'engagement de l'accord de gouvernement: aller vers 4 % du PIB en 2030 avec une étape à 3,5 % en 2024. Pouvez-vous dresser un état des lieux de ces discussions? Quelle est la méthode mise en place au niveau fédéral pour y parvenir? (Problème de connexion)
04.02 Kathleen Verhelst (Open Vld): Er werden 43 projecten ter waarde van 3,3 miljard
euro ingediend bij de premier zodoende de investeringsgraad te doen stijgen. De
Tijd stelt dat daarvan 1 miljard euro overeind zal blijven. U hoopt echter op
1,5 tot 2 miljard euro, volgens diezelfde krant
Wat is de stand van zaken? Welke
onderwerpen krijgen de prioriteit van de regering? Welke zullen met andere
woorden uitgevoerd worden? Hoeveel zal dat pakket uiteindelijk kosten?
04.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de zeven federale
regeringspartijen hebben vanuit hun ministers een 'investeringswenslijst' ter
waarde van 3,3 miljard euro, ofte 43 verschillende projecten in diverse
beleidsdomeinen, aan premier De Croo ingediend om de investeringsgraad op te
krikken. Dit conform het regeerakkoord die een investeringspad van 3,5% van het
bbp in 2024 belooft en in het kader van de relance na de coronacrisis.
Die bijkomende projecten, naast de reeds
ingediende voorstellen bij de Europese Commissie in het kader van het Nationaal
Plan voor Herstel en Veerkracht, zullen gefinancierd worden met extra federale
gelden boven op de voorziene Europese gelden. Die aanvullende
investeringsambitie was aanvankelijk circa 1,4 miljard euro.
Graag had ik u hierover volgende vragen
gesteld:
1/ Zullen aan de goedgekeurde projecten
voorwaarden en hervormingen gekoppeld worden (bijv. de aanbevelingen van het
Europees Semester)? Dit in navolging van de Europese conditionaliteit die het
Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht al kent.
2/ Zal bij de selectie en uitvoering in
dialoog gegaan worden met de deelstaten zodat de bijkomende federale
investeringen aansluiten op de prioriteiten zoals die door de deelstaten worden
bepaald?
3/ Zullen de federale bevoegdheden
noodzakelijk bij de uitoefening van de gekozen projecten op asymmetrische wijze
worden uitgeoefend aansluitend op de specifieke noden van het betrokken gewest?
4/ Zal een doorgedreven opvolging met
federale monitoringtool, controle en audit op het volledige traject opgezet
worden, inclusief regelmatige en grondige rapportering, minstens drie maal per
jaar, aan het parlement? Dit om te waken over de bijhorende, complementaire
hervormingen en het budgettair kader.
04.04 Staatssecretaris Thomas Dermine: Het regeerakkoord stelt inderdaad 4 % publieke investeringen tegen 2030 en een tussentijdse doelstelling van 3,5 % tegen 2024 voorop. Voor het federale beleidsniveau betekent dat tegen 2024 extra investeringen ten belope van 2 miljard. Van de op initiatief van de eerste minister opgerichte vijf werkgroepen voor de opmaak van een relanceplan XXL buigt een werkgroep onder gezamenlijk voorzitterschap van de eerste minister en mezelf zich over investeringen.
De collega-ministers bezorgden ons 37 projectfiches, goed voor een bedrag van 3,3 miljard euro, die wij volgens dezelfde assen als die in ons Europees Plan voor herstel en veerkracht dat we eind april bij de Europese autoriteiten indienden, hebben verdeeld.
À côté de ces trente-sept fiches projets d'investissement, nous avons aussi introduit quatre fiches de mesures d'accompagnement pour une meilleure politique d'investissement. On sait en effet qu'en Belgique, pouvoir réaliser des grands investissements n'est pas seulement une question budgétaire mais aussi une question d'exécution administrative. Il faut établir des fast track pour mettre en place une exécution adéquate des projets d'investissement.
Ces projets doivent répondre à toute une série de critères, que nous sommes en train d'évaluer, pour pouvoir en établir un classement. Il est en effet évident que tous les projets ne seront pas financés, en tout cas pas dans leur entièreté. On évalue notamment l'effet de levier sur le secteur privé, le rendement économique, la contribution au renouvellement de notre économie et la transition vers une économie bas carbone. Je peux vous dire que dans le cadre du conclave budgétaire, des discussions ont lieu sur ce sujet en parallèle d'une inspection fine des projets par l'Inspection des finances.
En ce qui concerne la coordination avec les entités fédérées, abordée dans plusieurs de vos questions, nous sommes ici sur des investissements qui sont du ressort des compétences fédérales. Il n'est donc pas prévu d'entamer un dialogue spécifique avec les entités fédérées. Ceci dit, l'avantage de s'ancrer dans la structure du plan de relance européen est que la structure même de celui-ci avait été définie avec les Régions pour s'assurer qu'il y a une cohérence entre les différents axes pour des sujets spécifiques, notamment quand il s'agit de projets d'infrastructure. Pour ces projets, qui sont nombreux, des concertations particulières seront évidemment entreprises avec les entités fédérées pour s'assurer de la bonne cohérence et surtout de la bonne exécution de ceux-ci.
Pour conclure, soyez assurés que le suivi des projets d'investissement contenus dans ce plan – ce n'est pas un nouveau plan mais une couche additionnelle d'investissements selon les mêmes orientations que le plan de relance – sera garanti en suivant les mêmes procédures prévues dans le plan pour la reprise et la résilience. Il est notamment prévu d'organiser un rapportage de la mise en œuvre des projets deux fois par an, en principe à la fin des mois d'avril et d'octobre. Je me ferai un plaisir de venir exposer systématiquement les résultats de ce travail de rapportage au Parlement. Les progrès de la mise en œuvre des projets seront également accessibles au travers d'outils de communication ouverts et en ligne. Pour le contrôle et l'audit, tous les projets dont il est question ici seront sujets à toutes les procédures de contrôle administratif et budgétaire habituelles.
04.05 Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.
Comme je l'ai déjà fait savoir, je souhaite qu'on s'en réfère à ma question telle qu'elle a été déposée.
Cela dit, monsieur le ministre, je n'ai malheureusement pas pu entendre l'ensemble de votre réponse en raison d'un problème de connexion. Mais je suis persuadé qu'elle était excellente. En tout cas, je ne manquerai pas d'aller la consulter dans le compte rendu de la réunion.
04.06 Kathleen Verhelst (Open Vld): Bedankt voor de antwoorden. Ik hoor dus dat er tweemaal per jaar een verslag zal komen, dat u hiernaartoe zal brengen. We kijken ernaar uit en zullen controleren of ze goed geaudit zijn.
Ik blijf echter herhalen: zorg dat er meer mensen aan het werk raken, want al deze investeringen lukken niet zonder mensen. Dat is mijn grootste boodschap, dank u wel.
04.07 Sander Loones (N-VA): Ja, er zijn een aantal geruststellende boodschappen. Zo zegt u dat u zelf de investeringsgroep voorzit waarbinnen jullie samen met de premier de discussies voeren, en dat u zelf de rapportage en de opvolging ervan zal doen. Ook geeft u aan dat er volgens dezelfde redenering wordt gedacht als voor de Europese investeringsmiddelen. Dat zijn geruststellende signalen, ook omdat wij ons als Parlement moeten organiseren om de opvolging van die investeringen te kunnen doen. Op die manier weten wij dat investeringen het speelgoed zijn van staatssecretaris Dermine en kunnen wij zien of er op een correcte manier mee wordt omgegaan.
Ten tweede zegt u dat er aangesloten wordt bij de logica en de structuur van het Europese herstelfonds. Welnu, dan willen we er echt op aandringen om dat volledig te doen, dus niet alleen in het indelen in bijvoorbeeld een aantal groene en een aantal digitale investeringen, maar ook in het koppelen van die investeringen aan hervormingen.
Op dat gebied wil ik absoluut de woorden van collega Verhelst bijtreden. U zegt dat het niet voldoende is om een investering te plannen, maar dat we ook moeten zorgen dat de procedures goed zijn zodat ze op het terrein worden uitgevoerd. Als we allemaal gaan bouwen en renoveren, wat we allemaal gaan doen, dan heeft Kathleen 100 % gelijk: er zijn te weinig handen om die projecten te operationaliseren. Uw plan zal dus pas succesvol zijn als er ook hervormingen aan gekoppeld worden op het vlak van de arbeidsmarkt. Hou alstublieft die focus en zorg dat die koppeling wordt gemaakt.
Als we allemaal gaan bouwen en verbouwen zal mevrouw Verhelst zeer tevreden zijn, denk ik. En als we dat zeer energetisch doen, zal dat nog maar 1 % registratierechten kosten in Vlaanderen.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, jullie zullen ook gezien hebben dat we met het secretariaat geprobeerd hebben een planning te maken voor het najaar, zodat alle ministers en staatssecretarissen op regelmatige manier kunnen komen. Er zijn er zes, dus dat was een moeilijke oefening, bedankt aan de diensten daarvoor.
Op het intranet vinden jullie een overzicht van de momenten waarop elke minister en de staatssecretarissen komen, ik denk dat dat goed is voor jullie planning ook. Het is voor het hele najaar geregeld. Misschien zal er hier en daar nog eens een verschuiving nodig zijn, maar we zullen proberen om die planning zo goed mogelijk te volgen.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.13 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10 h 13.