Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 5 octobre 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 5 oktober 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 08 et présidée par M. Christian Leysen.

 

Les textes des questions déposées sont publiés intégralement en annexe de ce compte rendu.

De teksten van de ingediende vragen worden integraal als bijlage bij dit verslag gepubliceerd.

 

01 Débat d'actualité sur le CRM et questions jointes de

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'état d'avancement du CRM" (55019626C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le CRM" (55021323C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les pénalités dans le cadre du CRM et la "condition" de neutralité climatique des centrales au gaz" (55021324C)

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’autorisation du CRM par la Commission européenne" (55021419C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La préqualification et la mise aux enchères CRM" (55021424C)

- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les problèmes avec les permis environnementaux et les enchères énergétiques" (55021498C)

- Question de Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La désignation de consultants dans le cadre du monitoring" (55021514C)

01 Actualiteitsdebat over het CRM en toegevoegde vragen van

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken met betrekking tot het CRM" (55019626C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het CRM" (55021323C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De penaliteiten in het CRM en de 'voorwaarde' van klimaatneutrale gascentrales" (55021324C)

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het groene licht van de Europese Commissie voor het CRM" (55021419C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De prekwalificatie en de CRM-veiling" (55021424C)

- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De problemen met de milieuvergunningen en de energieveilingen" (55021498C)

- Vraag van Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De aanstelling van consultants in het kader van de monitoring" (55021514C)

 

01.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik zal mijn drie vragen bundelen.

 

De eerste, meest logische vraag gaat over de stand van zaken met betrekking tot het CRM. De deadline voor het indienen van biedingen in het kader van de eerste CRM-veiling liep af op 30 september om 17.00 uur. Op de valreep kondigde Eneco aan dat het met zijn geplande gascentrale in Manage meedoet, omdat de verplichting in de vergunning om 30 % van de CO2 af te vangen werd geschrapt.

 

Specifiek voor Manage, waarom werd die vergunning last minute aangepast? Die aanpassing komt u natuurlijk goed uit. U verleent die vergunning uiteraard niet, maar beschikt u misschien over meer informatie? Er was in de pers sprake van een procedure bij de Raad van State. Was uw kabinet daarbij op de een of andere manier betrokken? Dat gebeurde immers twee dagen vóór de deadline.

 

Ten tweede, wat betreft de vervolgstappen in het kader van deze procedure vooraleer Elia overgaat tot de effectieve CRM-veiling en het aangaan van de contracten met de winnaars ervan, vindt er een rekalibratie plaats van de niet in aanmerking genomen volumes? Hoeveel volume zal er finaal worden geveild? Wanneer vindt die veiling zelf plaats? Vindt er tussen de veiling en het sluiten van de contracten nog een evaluatie plaats van de kostprijs van elk project en van het totale kostenplaatje van het CRM? Wanneer weten wij welke projecten geselecteerd zijn, hoeveel capaciteit er bijkomt en hoeveel dat ons in totaal zal kosten?

 

Ten derde, de voorbereidingen voor de T-4-veiling volgend jaar zijn gestart. Daarvoor moet opnieuw een referentiescenario worden gekozen. Net zoals uw voorgangster gaat u in tegen het advies van de CREG en kiest u ervoor om rekening te houden met een bijkomende onbeschikbaarheid van twee Franse nucleaire reactoren die het te veilen volume sterk opblazen.

 

In de Adequacy and Flexibility Study van Elia in juni 2021 hielden ze bij hun safe-scenario zelfs rekening met vier Franse nucleaire reactoren. Nu zijn het er twee. Het lijkt me toch allemaal vrij willekeurig. Waarom is dit zo bepaald?

 

U had volgens mij ook voorgesteld om op een bepaald moment hier in de commissie daar dieper op in te gaan. Dat doen we natuurlijk graag.

 

Dat is mijn eerste vraag over de stand van zaken.

 

De voorzitter: Mijnheer Warmoes, u heeft al drie minuten voor uw eerste vraag gebruikt.

 

01.02  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijn tweede vraag is meer informatief. Het betreft de boetes die zijn voorzien in de CRM-regeling als de bieders niet voldoen aan de voorwaarden, de zogenaamde penaliteiten.

 

Wat gebeurt er precies als een producent zich engageert in een CRM-veiling om een bepaalde capaciteit ter beschikking te stellen, en die uiteindelijk niet op tijd beschikbaar is? Wat gebeurt er als deze producent geen vergunning krijgt voor de bouw van de gascentrale? Als hij toch het risico neemt om dan aan de veiling deel te nemen, hoe hoog is dan de boete? Is die hoger dan de voorziene CRM-subsidie, of gaat het om een vermindering van de subsidie? Ofwel trekt men de subsidie volledig in, ofwel gaat het om een vermindering met een boete erbovenop.

 

U heeft zeer uitvoerig gecommuniceerd over het feit dat de gascentrales klimaatneutraal moeten zijn tegen 2050. Dat is de Europese doelstelling die wettelijk verankerd is in de Europese klimaatwet. Echter, de producenten zouden volgens u pas tegen eind 2026, dus meer dan een jaar nadat de centrales operationeel zijn, een onderzoek moeten uitvoeren naar de haalbaarheid van het verminderen van hun uitstoot. Pas tegen eind 2027, twee jaar nadat ze in werking getreden zijn, zouden we weten hoe ze hun uitstoot kunnen proberen te reduceren.

 

De voorzitter: U bent tijd aan het wegvreten van uw derde vraag.

 

01.03  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, Ik heb drie vragen. Dus heb ik recht op driemaal twee minuten. Dat is zes minuten.

 

De voorzitter: U heeft nog anderhalve minuut.

 

01.04  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, Ik ben zo goed als klaar.

 

Ik stel al mijn vragen in één keer, dus heb ik recht op het aantal vragen maal twee minuten.

 

Waarom moeten de producenten de mogelijkheden voor het verminderen van hun uitstoot pas onderzoeken nadat de gascentrales al ontworpen, gebouwd en in gebruik genomen zijn? Waarom gebeurt dit niet veel eerder en legt u geen tussentijdse bindende doelstellingen op voor de gascentrales, in plaats van een verre doelstelling in 2050? Op welke manier zullen die zwakke voorwaarden bijdragen tot het reduceren van de CO2-uitstoot van de gascentrales?

 

Daarmee ben ik klaar, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: Ik dank u om het algemene budget gerespecteerd te hebben.

 

01.05  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le vendredi 27 août 2021, nous avons appris avec satisfaction que la Commission européenne avait jugé que le CRM belge ne contrevenait pas aux règles de l'Union européenne en matière d'aides d'État. Je suis heureux que le débat de ce matin se tienne. Je voudrais vous poser quelques questions.

 

La Commission estime qu'en plus de respecter les règles en matière d'aides d'État, notre pays prévoit l'introduction de plusieurs exigences de durabilité en ce qui concerne les nouvelles installations utilisant des combustibles fossiles, amenés à être utilisés dans le cadre du CRM. Ces exigences ne sont pas rendues obligatoires par les règles européennes que je viens de mentionner. Pourriez-vous nous donner plus d'informations quant à la nature de ces exigences? Pourrions-nous savoir dans quelle mesure celles-ci sont conformes à l'atteinte des objectifs du European Green Deal? En novembre 2021, un rapport complet des projets sélectionnés au terme de la première enchère du CRM devra être soumis au gouvernement. Pourrions-nous avoir des informations quant au délai dans lequel ces informations seront à la disposition du Parlement?

 

01.06  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, wat het CRM betreft, zijn ondertussen verschillende stadia doorlopen.

 

Op 15 juni 2021 werd de indieningsperiode voor de dossiers afgerond. Hiermee was de prekwalificatie nog niet afgerond, maar het Overlegcomité zou zich in de periode daarna wel buigen over de kwestie van de transparantie, om te kunnen beoordelen welke informatie wanneer kan worden vrijgegeven. U hebt immers ook beklemtoond dat u overprocurement wou vermijden voor het veilingvolume.

 

Zoals iedereen weet, liep vorige week donderdag om 17 uur de termijn voor het indienen van biedingen voor de CRM-veiling af. De veilingclearing wordt deze maand afgerond, maar ik heb al een aantal vragen.

 

In hoeverre werd het cijfer voor het veilingvolume aangepast?

 

Hoe en wanneer kunt u transparantie bieden over de resultaten van de prekwalificatieprocedure, die in het geval van naleving van de voorwaarden dus verzekert dat de CRM-kandidaat een in aanmerking komend volume bij de veiling kan aanbieden en een capaciteitscontract kan ontvangen als het clearingalgoritme hem selecteert?

 

Hoe beoordeelt u de moeilijkheden met betrekking tot de gewestelijke vergunningen waarop de verschillende kandidaat-investeerders in de voorbije periode zijn gebotst? In hoeverre had dat een invloed op de uiteindelijke biedingen?

 

Wat was het resultaat van het indienen van de biedingen, waarvan de deadline vorige week was? Werd de verwachte capaciteit gehaald? Hebt u zicht op de uiteindelijke kostprijs die het CRM nu met zich zal meebrengen?

 

01.07  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, chers collègues, madame la ministre, initialement, il y avait plus qu'assez de candidats pour répondre aux besoins, que vous avez diminués, de 2,3 gigawatts de nouvelle capacité. Je ne m'étendrai pas sur les raisons de cette diminution. Nous ne sommes pas d'accord. Mais simplement, les faits sont là.

 

Engie Electrabel avait préparé des projets de grandes centrales au gaz à Vilvorde, Les Awires et Amercoeur. Luminus avait des projets à Seraing et Wondelgem, Eneco à Manage, RWE à Dilsen-Stokkem et l'entreprise chimique Tessenderlo dans la commune du même nom. Ensemble, ces projets s'élevaient à bien plus que 2,3 gigawatts.

 

Cependant, des incertitudes sont apparues déjà dans le décours de cette histoire avant les préqualifications qui se sont clôturées jeudi dernier, comme cela a été rappelé. Ces diverses entreprises ont rencontré toutes sortes de problèmes de permis. Par exemple, la députation de la province du Brabant flamand a refusé un permis d'environnement pour le projet d'Electrabel à Vilvorde. RWE n'a pas non plus reçu d'autorisation en appel de la ministre flamande de l'Environnement Zuhal Demir. Les projets qui ont reçu un permis ont dû faire face à des protestations citoyennes. Des groupes d'action tels que Tegengas menacent de recours, ce qui signifie qu'à l'heure actuelle, personne n'est définitivement sûr d'un permis valable. Le collectif citoyen a envoyé fin septembre un communiqué dans lequel il prévient qu'il introduira un recours au Conseil d'État contre le permis de Luminus à Seraing et celui d'Eneco à Manage. En Flandre, la ministre Demir détient les clés et on attend toujours un jugement sur Tessenderlo, Wondelgem et Vilvorde.

 

Madame la ministre, y a-t-il finalement suffisamment de candidats participant à la vente aux enchères qui peuvent garantir la capacité dont nous avons besoin?

 

Y a-t-il déjà eu des consultations avec, entre autres, les Régions pour discuter de la question des permis? Car, si nous avons suffisamment de candidats aux enchères, ils doivent bien entendu trouver, à la fin et au bon moment, le lieu conforme à la réglementation urbanistique et environnementale pour construire leur centrale à gaz. Comment voulez-vous aborder concrètement tous ces problèmes pour que finalement, il y ait des centrales à gaz à due concurrence sur notre territoire? Je vous remercie pour vos réponses.

 

Le président: Madame Marghem, il est suggéré que vous joigniez tout de suite la question que vous avez introduite concernant la nomination de consultants dans le monitoring. La ministre a suggéré que si vous la posez maintenant, elle peut l'englober dans sa réponse.

 

01.08  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, je ne trouve pas que ce soit une question en rapport avec le CRM. Je veux bien le faire. Mais très honnêtement, je ne vois pas le rapport.

 

Madame la ministre, Vous avez désigné Johan Albrecht et Haulogy dans le cadre des travaux d'élaboration du monitoring. Selon l'accord de gouvernement, vous êtes tenue de procéder à un monitoring depuis le début de votre mandat - vous êtes seulement en train de le faire, vous avez donc pris beaucoup de retard -, monitoring que vous devez ensuite présenter au gouvernement. On sait, grâce à diverses informations, que ce travail est à l'œuvre et que vous auriez désigné Johan Albrecht et la société Haulogy dans le cadre des travaux d'élaboration de ce monitoring.

 

Un article de presse daté de 2018 pointe le fait que l'un des deux consultants que vous avez choisis, à savoir M. Albrecht, s'est trompé dans ses évaluations car il manque un zéro dans celles-ci. Tel est le premier problème. Deuxièmement, il a été démontré que ces évaluations étaient largement favorables à votre politique, et donc pas nécessairement en conformité avec la réalité que nous découvrirons quand il sera trop tard, autrement dit quand nous verrons ce que coûte exactement le CRM.

 

Ces désignations ont-elles été faites sur la base de la comparaison entre plusieurs acteurs potentiels sur le marché? Quels sont exactement les ordres de mission que vous leur avez confiés?

 

Étant donné qu'il s'agit d'argent public et qu'il importe que cet argent public soit utilisé adéquatement, pouvez-vous nous communiquer votre lettre de mission à chacun d'entre eux?

 

De voorzitter: Zijn er nog andere leden die in het kader van het actualiteitsdebat willen spreken? U kan dat nu doen of bij de replieken.

 

01.09  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal tijdens de replieken spreken.

 

01.10  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, de meeste vragen zijn gesteld. Wij kijken allemaal met nieuwsgierigheid uit naar de veiling. Meestal gaat een veiling over kunst maar ditmaal gaat het over iets anders, zijnde iets wat essentieel is om onze bevoorradingszekerheid veilig te stellen.

 

Een ander belangrijk punt is de kostprijs daarvan. Dat is natuurlijk een andere discussie, net als de manier waarop die bij de burger belandt. Normaal belandt zij via Elia op de factuur maar u zal dat compenseren. Dat thema boeit ons natuurlijk. De kostprijs zal immers uiteindelijk bij iemand belanden, wat voor onze fractie zeker een grote bezorgdheid is.

 

01.11 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik feliciteer u nogmaals met uw aanstelling in de commissie.

 

Collega's, ik heb een gegroepeerd antwoord op alle vragen. Ik heb het antwoord gestructureerd volgens de verschillende aangekaarte topics. Ik begin met de Europese beslissing.

 

Op 23 juli 2021 heb ik een onderhoud gehad met de Europese Commissie, waarbij een aantal technische elementen werden uitgeklaard die onder andere betrekking hadden op de toepassing van de elektriciteitsverordeningen en de ACER-methodologieën die daaruit volgen. De Europese Commissie heeft vervolgens op 27 augustus 2021 haar positieve beslissing genomen. Die beslissing is kort daarna gepubliceerd op de website van het DG Competition. Wij wachten op dit moment op de vertaling in de 27 talen van de Europese Unie voor de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

De beslissing van de Europese Commissie bevat geen voorwaarden. Dat betekent dat wij geen bijkomende aanpassingen moeten doen aan het design van het mechanisme of aan de beslissing die wij hebben genomen over het volume en de prijzen van de eerste veiling.

 

Vervolgens kan ik voor de vragen over de prekwalificatie en de veiling in 2021 niet sterk genoeg benadrukken hoe gevoelig de informatie over de biedingen is. Een absoluut vertrouwelijke behandeling is nodig, om ervoor te zorgen dat er perfecte concurrentie is tijdens de veiling. Binnen het Opvolgingscomité werd dan ook afgesproken om geen informatie uit te wisselen over de prekwalificatie. Elk heeft zijn rol in de ontwikkeling en de afloop van de veiling.

 

De volumes werden vastgelegd in april, gebaseerd op de best beschikbare informatie op dat ogenblik en als sluitstuk van een wettelijk vastgelegd proces met heel wat checks-and-balances, met publieke consultaties en voorstellen en adviezen van de administratie en de regulator. Daarna is het niet opportuun, laat staan mogelijk, om het volume nog aan te passen. Als men een veiling om zeep wil helpen, moet men vooral de veilingvoorwaarden en cours de route aanpassen. Dat wil ik te allen tijde vermijden. Ik heb van de Europese Commissie bovendien geen vraag in die richting gekregen. Er is wel nog een correctie in de veiling voor de niet in aanmerking komende volumes. Dat hebben we hier in deze commissie gedurende verschillende vergaderingen uitvoerig besproken. Ik kom in deze aanpassing niet tussenbeide. Zij wordt doorgevoerd door Elia onder controle van de auditeur en de regulator, de CREG.

 

Na de prekwalificatie hebben de deelnemers aan de veiling een bod kunnen indienen tot 30 september 17 uur. Deze fase wordt nu gevolgd door de auction clearing en de verificatie van de resultaten door de CREG. Uiterlijk op 31 oktober zullen de resultaten dan gepubliceerd worden, inclusief de aanpassingen die doorgevoerd zijn voor de niet in aanmerking komende volumes. Al deze resultaten zullen uitgebreid beschreven worden in het veilingrapport van oktober.

 

Le rapport complet des projets sélectionnés au terme de la première enchère du CRM ne sera pas publié en novembre, mais bien fin octobre par Elia sur son site. Le rapport de novembre évaluera, en tenant compte entre autres de ce rapportage d'Elia, la sécurité d'approvisionnement et l'impact sur les prix.

 

Een inschatting van de kostprijs van het CRM werd al in het voorjaar in deze commissie voorgesteld en besproken. Ik heb mijn administratie gevraagd om op basis van de veilingresultaten een update van deze schatting te maken. Die update zal onderdeel zijn van het evaluatieverslag van november.

 

Contrairement à ce que Mme Marghem évoque, nous ne travaillons donc pas avec Haulogy pour cette mise à jour du coût, sauf un soutien ponctuel éventuel pour l'utilisation du modèle développé en début d'année par le consultant. Sinon, mon administration le calcule cette fois-ci de son propre chef.

 

Je tiens aussi à rappeler que Mme Marghem elle-même est venue dans ce Parlement avec une estimation du coût du CRM qui a été faite par la même personne, c'est-à-dire M. Vercruyssen. Si les coûts du début de cette année étaient plus bas que le calcul initial de mars 2018, c'est grâce au choix de design que nous avons fait, et ma décision de volume et paramètres en conformité avec la résolution parlementaire.

 

Mon administration a commandé une étude dirigée par le Pr. Lieven Vandevelde de l'UGent pour étayer la sélection de prix du rapport d'évaluation de novembre. Le SPF a suivi la procédure appropriée, c'est-à-dire qu'il a vérifié qu'il serait en mesure de mener à bien cette tâche sur la base de l'expertise en matière de modélisation et de la période de mise en œuvre.

 

Wat de vergunningen betreft, iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Ik heb mijn deel van het werk gedaan. Ik ga er ook van uit dat dit in de andere entiteiten van het land ook zal gebeuren, in het belang van de investeringszekerheid van het land. Ik ben bij deze beslissingen en deze procedures niet betrokken. Enkele projecten hebben blijkbaar voldoende vertrouwen in hun vergunning om deel te nemen aan het CRM, ondanks de boetes die zij riskeren indien zij niet beschikbaar zouden zijn. Dit aantal projecten is meer dan nodig voor de gezonde concurrentie op de veiling.

 

Dit neemt niet weg dat de geselecteerde projecten van nabij opgevolgd zullen worden. Via een uitgebreide preleveringscontrole door Elia en de CREG kan snel worden ingegrepen indien een vertraging wordt vastgesteld of indien het alsnog fout zou lopen met een vergunning. U kunt dit allemaal nalezen in de werkingsregels die beschikbaar zijn op de website van Elia. In die werkingsregels zult u lezen dat er boetes kunnen worden opgelegd. De hoogte van die boetes is het resultaat van uitgebreide besprekingen tussen Elia, de marktpartijen en de CREG. Hierbij is een evenwicht gezocht tussen een voldoende hoge incentive en het niet-excessief opdrijven van het risico, wat de biedprijs onnodig zou opdrijven.

 

Ik kan mij echter niet indenken dat de CREG onvoldoend hoge boetes zou hebben goedgekeurd. Het risico dat een aanbieder loopt, valt niet te onderschatten. Er is een boete van 10.000 euro per megawatt, die tot drie keer toe kan worden opgelegd. Het contract kan worden ingekort of geannuleerd, waardoor de aanbieder de capaciteitsvergoeding in rook ziet opgaan, terwijl de ontwikkelaar al ettelijke miljoenen heeft uitgegeven aan ontwikkeling, de vergunningsaanvraag, de contracten met de contractoren, en mogelijk ook al de bouw.

 

Het doel van het CRM is de bevoorradingszekerheid te garanderen tegen 2025. Deelname aan het CRM is niet vrijblijvend. Integendeel, wij rekenen erop.

 

Ik kom nu tot het thema klimaat.

 

J'ai en effet demandé des engagements supplémentaires dans le cadre de la transition énergétique aux nouvelles unités qui visent un contrat de 15 ans. Si ces unités sont alimentées par des combustibles fossiles, elles doivent reconnaître que l'obtention d'un contrat de capacité ne les exempte pas de la législation et des objectifs actuels et futurs établis par l'Union européenne et/ou la Belgique visant à réduire les émissions de gaz à effet de serre. En outre, elles reconnaissent que l'obtention d'un contrat de capacité les engage à contribuer au travail de préparation des politiques pour atteindre ces objectifs.

 

À cette fin, elles joignent une déclaration écrite dans laquelle elles s'engagent:

- à étudier la faisabilité technique et économique de la réduction des émissions de gaz à effet de serre au plus tard le 31 décembre 2026;

- à établir, pour le 31 décembre 2027, un plan de réduction des émissions indiquant comment elles contribueront à la transition vers la neutralité climatique avec des objectifs intermédiaires pour les années 2035 et 2045;

- à parvenir à des émissions nulles ou négatives en 2050 au plus tard.

 

Cette déclaration doit être jointe au dossier de préqualification. Sa présence sera vérifiée par le gestionnaire de réseau. Le respect des engagements énoncés au point précité doit être démontré auprès de la DG Énergie.

 

Ik heb in de commissie eerder al benadrukt dat de sanctiebepalingen van de elektriciteitswet hier van toepassing zijn.

 

Mijnheer Warmoes, u vraagt waarom deze tijdslijn werd gebruikt. Wij zijn verder gegaan dan wat Europees wordt opgelegd. De elektriciteitsverordening legt voorwaarden vast met betrekking tot de CO2-uitstoot van capaciteiten binnen het CRM. Die passen wij uiteraard integraal toe en toch zijn er bijkomende reductiedoelstellingen geëist voor de nieuwe centrales, omdat wij ervan uitgaan dat er tijdens het ontwerpproces van de nieuwe centrales al toekomstgericht is gedacht, gelet op hun levensduur en de ondertussen toch wel goed gekende klimaatdoelstellingen. Ik heb aan elke ontwikkelaar duidelijk willen maken dat ik die toekomstgerichtheid verwacht en dat niemand, als wij onderweg zijn, zal moeten komen zeggen dat het contract werd toegezegd in 2021 op het moment dat de nieuwe verstrengde doelstellingen nog niet in werking waren getreden.

 

Ik wil echter geen discriminatie organiseren tussen bestaande en nieuwe gascentrales. De technische mogelijkheden moeten beschikbaar en haalbaar zijn. Daarom heb ik in een zekere flexibiliteit voorzien waarbij de producenten binnen het vastgestelde kader zelf een traject uittekenen en hun oplossingen definiëren. Bovendien moet ik er hopelijk niemand aan herinneren dat de gascentrales onderworpen zijn aan het ETS. In het Europese cap-and-tradesysteem is er een absoluut plafond en dat plafond zal dalen. Bovendien zal de energietransitie ervoor zorgen dat zij steeds minder nodig zijn. Dankzij de verdere uitbouw van de hernieuwbare energie zal er na verloop van tijd steeds minder een beroep worden gedaan op de gascentrales: het aantal draaiuren zal dalen, waardoor hun uitstoot sowieso afneemt.

 

Ik ga nu in op de veiling in 2022. Ik heb mijn beslissing gebaseerd op het advies van mijn administratie, hetgeen er op neerkomt dat het voorstel van de CREG volledig wordt gevolgd, behalve wat de beschikbaarheid van het Franse nucleaire park betreft. Ik wijs u erop dat mijn administratie bevoegd is voor de bevoorradingszekerheid, niet de CREG.

 

Mijn administratie had goede redenen om toch aan te bevelen rekening te houden met de extra onbeschikbaarheid van twee nucleaire eenheden van het Franse park. Ten eerste, al vijf jaar lang ligt de beschikbaarheid van het Franse nucleaire park tijdens de winterperiodes lager dan wat er werd voorspeld en er zijn veel aanwijzingen dat dat zich ook de komende jaren zal doorzetten.

 

Ten tweede, Frankrijk waarschuwt zelf voor de veronderstellingen van de MAF 2020-studie, die als basis diende voor de keuze van het scenario, en signaleert zelf een onderschatting van de onbeschikbaarheid van Franse kernenergie in die studie. De MAF 2020 is nog steeds een vrijblijvend initiatief van de Europese TSO's en is nog bijlange niet het European Resource Adequacy Assessment zoals bedoeld in de Europese verordening. Dat zal pas in 2023 volledig zijn ontwikkeld en aan de resultaten van het ERAA dat dan uitkomt, zal België gebonden zijn in de nationale adequacy assessments, net zoals Frankrijk.

 

Mijnheer Leysen, u had nog een vraag toegevoegd over de prijs. Daarvoor moeten wij uiteraard het veilingresultaat afwachten. Er komt nadien ook nog een actualiteitsdebat over de prijzen zelf waar er dieper zal worden ingegaan op de energienorm en dergelijke.

 

De voorzitter: Dan komen wij daar later op terug.

 

Wie wenst een repliek te geven?

 

01.12  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord op onze vragen. Ik neem er akte van dat u zegt dat het volume niet aangepast wordt, behalve voor de niet in aanmerking komende capaciteit.

 

U hebt niet geantwoord op de vraag of de vergunning van de centrale van Manage aangepast is, maar ik neem aan dat uw antwoord gewoon zou hebben geluid dat u daarvoor niet verantwoordelijk bent. Toch was dat een opvallende zaak.

 

Ik wil vooral reageren op wat u zegt over de CO2-uitstoot. U hebt herhaald wat ik in mijn vraag al aangaf.

 

Vous parlez de faire une étude de faisabilité pour le 31 décembre 2026 et d'analyser comment ils contribueront à l'objectif "zéro émissions" en 2050. Ce sont des belles demandes mais pourquoi ne vous les y obligez pas dès le départ? Vous avez une entière confiance envers les producteurs mais nous ne sommes pas convaincus.

 

Le président: Monsieur Warmoes, il vous reste 45 secondes.

 

01.13  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Madame la ministre, il faut mettre des conditions fermes si on veut vraiment arriver à une diminution des émissions.

 

Si vous disposez des documents au sujet des capacités nucléaires françaises, cela nous intéresse.

 

01.14  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je relirai le compte rendu pour bien m'imprégner de vos paroles et être sûr d'avoir tout compris.

 

J'insiste sur la nécessité d'informer le Parlement le plus rapidement possible.

 

Vous avez pointé la responsabilité des entités fédérées qui seront associées au bon déroulement de l'ensemble du processus. D'une certaine manière, ne considérez-vous pas que le CRM sera l'otage des Régions qui, en fonction du permis qu'elles octroieront ou pas, pourront décider du bon aboutissement de ce CRM et donc de la possibilité de sortir du nucléaire? Ne seront-ce finalement pas les Régions qui décideront si la Belgique pourra respecter ses engagements en matière de sortie du nucléaire?

 

01.15  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, wij zullen het natuurlijk niet snel eens worden over dit thema. U zegt dat discretie in dit proces geboden is en ik begrijp dat natuurlijk wel. Het is daarbij echter wel belangrijk dat het Parlement regelmatig op de hoogte wordt gehouden.

 

U zegt dat u gevraagd hebt om een update te maken van de schatting van de kostprijs van het CRM in functie van de uiteindelijke veilingen en dat wij die resultaten in november mogen verwachten. Ik kijk daar zeker naar uit, maar of wij daar vrolijk van zullen worden is een andere vraag. Ik blijf immers bezorgd over de kostprijs van het CRM.

 

Er werd gesproken over technologieneutraal, maar wij weten allemaal dat het in de praktijk zal gaan om gascentrales, die in principe 15 jaar nodig zouden hebben om rendabel te zijn. U zegt dat het aantal draaiuren over de jaren heen zal dalen en dat het CO2-verhaal ook gekoppeld is aan ETS enzovoort. Ik vind het echter een vreemde evolutie om van CO2-neutraliteit te gaan naar CO2-uitstotende centrales.

 

Wij wachten de verdere publicatie van Elia af en de uiteindelijke schatting van de kostprijs, waaraan u momenteel werkt.

 

01.16  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, vous avez donné certaines réponses, mais de préférence pas aux questions que j'ai posées. Je rejoins mes collègues qui disent que le fait que votre plan soit exécuté concrètement dépendra finalement de la bonne volonté des Régions. En effet, dans tout ce que vous dites, que ce soit à propos du CO2 ou de l'installation concrète des centrales à gaz sur notre territoire dans les Régions, vous ne parlez jamais d'un plan B. Vous êtes a priori certaine, comme depuis le début de votre mandat, que tout cela va se réaliser sans problème, et amènera, à moyen et à long terme, une diminution sensible du CO2. Nous n'y croyons malheureusement pas, en tout cas, vous ne convainquez pas en la matière.

 

Concernant le prix du CRM, je vous rappelle que, même si vous voulez mettre une plume à votre chapeau en disant que vous avez changé le design, et que forcément l'évaluation des coûts a été différente, M. Vercruysse a tout de même indiqué dans son tableau et dans son étude tous les écueils et toutes les exceptions au principe de ce coût minimal de 230 millions. Cela a été démontré. Ceci fait craindre que ce coût soit très élevé.

 

Par ailleurs, ce coût sera pris en charge par le budget de l'État. Il va s'ajouter à la part fédérale dans la facture, et le tout va être transformé en accises. Je voudrais savoir – et c'est la question de notre président – combien tout cela va coûter sur le budget de l'État. J'entends certaines évaluations. Je suis heureuse qu'en ce qui concerne l'actualisation du prix, votre administration ait repris le mors aux dents et que vous l'ayez à nouveau remise sur les rails, plutôt que de désigner des consultants externes. En effet, c'est le rôle de notre administration de procéder à certaines analyses, comme vous l'avez dit. J'aurai l'occasion de revenir vers vous avec d'autres questions subsidiaires.

 

01.17  Bert Wollants (N-VA): Bedankt, mevrouw de minister.

 

We hebben weinig nieuws gehoord, dit ligt in de lijn van wat de laatste weken en maanden al is aangekondigd. U hebt uzelf goed 'ingebetonneerd', u zegt: als er voldoende aanbieders zijn dan kunnen we juridisch niet meer terug en dan kunnen de kerncentrales niet verlengd worden. Dat is zowat de samenvatting van de piste die u vandaag bewandelt.

 

Dat heeft mogelijk grote gevolgen. Er is een paar keer verwezen naar de studie van Haulogy, waarbij u een ruime disclaimer hebt geschreven volgens dewelke de aannames helemaal voor hen zijn, wat toch enigszins aantoont dat u zich niet geheel aansluit bij de conclusies. Bovendien hebt u een aantal parameters gewijzigd, bijvoorbeeld de investeringsdrempels. Er is ook sprake van aannames van nulbiedingen van een aantal spelers, waar ook de markt zelf niet in gelooft.

 

Op dat vlak zal het afwachten zijn en kijken wat er exact uit de bus komt, maar dat u een ravijn bent ingereden waar u niet terug uit kan, is natuurlijk wel zo. U zal krijgen wat u wil, u zal datgene krijgen waarom u in deze regering bent gestapt. Of u echter zal krijgen wat de burger heel graag had gewenst, dat weet ik niet.

 

01.18  Kris Verduyckt (Vooruit): Dank u, mevrouw de minister, voor uw uitleg.

 

Wij zijn nooit grote liefhebbers van het CRM geweest, maar ondertussen zijn we wel overtuigd van het feit dat het absoluut noodzakelijk is, omwille van twee redenen.

 

Ten eerste is er de overgang naar de productiemarkt, waarbij we hernieuwbare energie centraal zetten.

 

Ten tweede is het goed voor de bevoorradingszekerheid en de elektrificatie van onze maatschappij. Als we straks meer zullen inzetten op elektrische wagens, waterpompen enzovoort, moet daar elektriciteit voor zijn. Punt uit.

 

De collega's die de discussie weer proberen te verengen tot de vraag of het nu het CRM moet zijn of twee kerncentrales, zijn niet ernstig. Alle studies die we hier hebben besproken tonen aan dat we er absoluut niet komen, zelfs niet met die twee kerncentrales erbij. Als ik de collega van het Vlaams Belang zich zorgen hoor maken over de kostprijs van het CRM, vraag ik me echt af wat het alternatief is. Zelfs als u die twee kerncentrales openhoudt, zal het licht nog uitgaan als u geen alternatief hebt. Ik heb u geen enkel alternatief horen voorstellen, ik heb u enkel wat bezorgdheden horen uiten en een beetje horen stoken over die twee kerncentrales. Daarmee zullen we de mensen straks niet vooruithelpen.

 

Ik heb nog twee laatste bemerkingen.

 

Ten eerste, de Gewesten moeten inderdaad hun verantwoordelijkheid nemen, dat is zeer duidelijk. Ik ben er ook van overtuigd dat het gezond verstand uiteindelijk wel zal zegevieren.

 

Ten tweede, wat de uitstoot van die gascentrales betreft, dat is een moeilijke maar noodzakelijke omweg die we moeten maken. Toch denk ik dat onze volgende opdracht erin bestaat in te zetten op sterke centrales waarvan we de uitstoot onder controle krijgen. Afgelopen zomer heb ik zelf de gascentrale van Gent bezocht, waar men mij heeft uitgelegd dat onderzocht wordt hoe de uitstoot flink teruggedrongen kan worden. Dat onderzoek staat in de kinderschoenen, maar ik ben er echt van overtuigd dat er op dat vlak mogelijkheden zijn. Het zal aan onze politici zijn om mee die weg te bewandelen.

 

De voorzitter: Ik dank u voor al uw relevante en interessante bijdragen. Wordt vervolgd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De taskforce om de economische sector achter de ontmanteling van de kerncentrales uit te bouwen" (55019738C)

- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De taskforce over de ontmanteling van de kerncentrales" (55021499C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het sociaal plan voor de sluiting van de kerncentrales" (55021320C)

02 Questions jointes de

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La task force pour le développement du secteur lié au démantèlement des centrales nucléaires" (55019738C)

- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La task force sur le démantèlement des centrales nucléaires" (55021499C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan social pour la fermeture des centrales nucléaires" (55021320C)

 

02.01  Leen Dierick (CD&V): Minister Dermagne, Minister Verlinden en u hebben een taskforce opgericht voor een veilig en verantwoord kader voor de ontmanteling van de kerncentrales. Naast toe te zien dat de ontmanteling op een veilige en sociaal verantwoorde manier gebeurt, wil de taskforce ook onderzoeken in hoeverre de ontmanteling ook nieuwe jobs kan creëren. Bedoeling is om van de ontmanteling en de kennis een economisch succesverhaal te maken.

 

Mijn vragen aan de Minister zijn:

Kan de Minister toelichten hoe de taskforce precies te werk zal gaan? Wat is het plan van aanpak? Wat wil de taskforce bereiken en wat is de vooropgestelde timing?

Wat is de samenstelling van de taskforce? Zullen ook de gewesten worden betrokken als het gaat over tewerkstelling?

De taskforce wil onder meer met de 25 miljoen euro Europees relancegeld voor de ontmanteling onderzoeken hoe nieuwe jobs in de sector gecreëerd kunnen worden. Op welke manier zullen deze middelen worden ingezet? Hoe wil de Minister dit aanpakken? Wat met de bestaande jobs die dreigen te verdwijnen? Zal u hiervoor samenwerken met de Gewesten?

Door de ontmanteling zal er heel wat expertise worden opgebouwd die zou geëxporteerd kunnen worden omdat ook andere landen de komende jaren voor deze uitdaging staan. Hoe wil de taskforce dit aanpakken?

 

02.02  Marie-Christine Marghem (MR): "Vous avez décidé de constituer une Task Force pour le démantèlement des centrales nucléaires. Ce groupe s'est-il déjà réuni? Et si oui combien de fois se sont-ils rencontrés? Quelles sont leurs grandes lignes sur lesquelles ils envisagent travailler et dans quel délai rendront-ils leurs conclusions?"

 

02.03  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijn excuses, maar ik ben geen voorstander van deze formule. Als mensen volgen, wil ik dat ze weten wat we vragen. Daarom wil ik vragen om de tijd op vier minuten in te stellen, want ik heb twee vragen. Ik dacht immers dat het Reglement bepaalt dat er twee minuten per vraag uitgetrokken worden. Daarmee ben ik al twaalf seconden kwijt.

 

De voorzitter: Uw tweede vraag hebben we in een andere groep ingedeeld. Er zijn nu subgroepen gemaakt, dus begint u maar met uw eerste vraag.

 

02.04  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, stel ik dan nu mijn vraag over het sociaal plan?

 

De voorzitter: Ik heb de minister gevraagd om haar antwoorden te bundelen in subgroepen. Gemakkelijkheidshalve volg ik de guidance voor de minister, die haar antwoorden heeft voorbereid. Wij beginnen met de vragen over het sociaal plan.

 

02.05  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, sowieso zullen er vijf van de zeven kerncentrales sluiten in de volgende vier jaar. Dat is toch het plan. Er is nog een discussie over de twee andere, die eventueel open zouden blijven, dat staat in het regeerakkoord.

 

In die centrales werken 2.000 werknemers en bij de onderaannemers 5.000 werknemers. Ik ondervroeg u eerder reeds over de sociale aspecten van die transitie. U verwees toen, terecht, naar de verantwoordelijkheid van de exploitanten. Maar het is wel zo dat artikel 10 van de wet op de kernuitstap bepaalt, ik citeer: “Wanneer er tot sluiting van een nucleaire centrale overgegaan wordt, moet er in overleg met de sociale partners een sociaal begeleidingsplan voor de betrokken werknemers worden opgesteld.”

 

Het gaat dan niet alleen over het behoud van de werkgelegenheid, die trouwens gegarandeerd is in een akkoord van 1962 voor de werknemers en de onderaannemers, maar ook over het behoud van de arbeidsomstandigheden en loonvoorwaarden. De werknemers van de energiesector zijn immers aangesloten bij paritair comité 326 en hebben een zeer goed statuut. Zij vrezen terecht dat ze in een ander statuut gaan terechtkomen, met slechtere arbeids- en loonvoorwaarden.

 

Het opstellen van het sociaal plan is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van minister Dermagne, maar u bent natuurlijk minister van Energie. Wat is de status van dat sociaal plan? Tegen wanneer zal dat er zijn? Zijn de vakbonden hierbij betrokken?

 

Welke concrete afspraken zijn er gemaakt met de exploitanten? Hoe stellen zij zich op in deze discussie? Welke oplossingen voor de werknemers zult u naar voren schuiven?

 

Garandeert men werkgelegenheid voor alle werknemers, zowel van Engie Electrabel zelf als van de onderaannemers, en het behoud van de statuten en voorwaarden van paritair comité 326? Is er in een budget voorzien voor dat sociaal plan? Hoe ziet u de financiering ervan?

 

02.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, collega's, zoals werd gezegd, is het opstellen van een sociaal plan de verantwoordelijkheid van de exploitant en vice-eersteminister Dermagne is bevoegd om dat op te volgen. Ik ga hier dus niet voor mijn beurt spreken en stel voor dat u die specifieke vragen aan hem stelt.

 

U wees op de bevoegdheid van de Gewesten, daarin hebt u ook gelijk.

 

U hebt evenzeer gelijk dat ik als minister van Energie ook een rol kan spelen, net zoals de heer Dermagne en mevrouw Verlinden. We hebben immers samen belangrijke nucleaire instellingen onder onze voogdij die allemaal op een of andere manier betrokken zijn bij de verschillende facetten van de kernuitstap. De taskforce heeft dan ook precies tot doel om die aanpak op elkaar af te stemmen en waar mogelijk zelfs samen op te treden. Hij bestaat uit de drie bevoegde ministers, namelijk de vice-eersteminister, de heer Dermagne, mevrouw Verlinden en ikzelf. De taskforce komt periodiek samen. Achter de schermen werken onze drie teams permanent en intensief samen.

 

Cette task force a déjà donné ses premiers résultats concrets. En effet, cet après-midi, un projet de loi visant à clarifier le rôle de l'ONDRAF dans la détermination des règles auxquelles les déchets doivent se conformer fera l'objet d'une discussion dans cette commission. Parallèlement, même si cela se déroulera quelques semaines plus tard pour une question de planning, la commission de l'Intérieur discutera d'un projet de loi visant à définir le rôle de l'AFCN à cet égard.

 

Il est important que ces rôles soient clarifiés car il faudra faire face à de grands flux de déchets lors du démantèlement. Un système d'acceptation efficace avec une base juridique solide sera nécessaire. Tout cela a été coordonné au sein de la task force.

 

Ook in het relanceplan zijn drie nucleaire projecten opgenomen voor in totaal 60 miljoen euro. Dit zijn de investeringen in de medische isotopen, het SMART-project van het IRE en het NURA-project van het SCK. Die investeringen zullen er mee voor zorgen dat België voorloper blijft op vlak van medische isotopen en zo de werkgelegenheid in die sector ondersteunen.

 

Ook op het vlak van de ontmanteling willen we een voortrekker zijn. De heer Dermagne en ikzelf hebben samen met de heer Dermine een aantal experten uit de industrie samengebracht om een structurerende activiteit rond de ontmanteling van kerncentrales te identificeren die het mogelijk maakt om de werkgelegenheid in de sector in stand te houden of zelfs uit te breiden, de ontmantelingsactiviteiten van kerncentrales in België te verankeren en de Belgische kennis inzake specifieke ontmantelingstechnieken te ontwikkelen, zodat die later kunnen worden geëxporteerd. Het gaat over activiteiten die hoogtechnologisch van aard zijn en waarvoor we binnen het domein vandaag al expertise hebben in België, bij Belgische bedrijven. Hun beloftevolle conclusies werden voorgesteld op 20 september 2021 en staan gepubliceerd op de website van de FOD Economie. De verdere ontwikkeling van deze activiteit zal ook zorgen voor werkgelegenheid in België.

 

Waar nodig of nuttig zullen wij contact opnemen met de Gewesten, zodat zij binnen hun bevoegdheden ook mee kunnen werken aan een economisch succesverhaal op vlak van ontmanteling. Ook hier kunnen de middelen van het relanceplan die bedoeld zijn om innovatieve ontmantelingstechnieken die in samenwerking met het SCK onder meer op basis van zijn kennis en ervaring met de BR3-reactor ontwikkeld worden, uiteindelijk leiden tot nieuwe activiteiten in België.

 

Entre-temps, la task force continuera à travailler pour faire de la fermeture des centrales nucléaires un succès. C'est dans cet esprit que nous examinons la question de savoir comment les institutions nucléaires peuvent être utilisées pour la formation afin de préparer le personnel actuellement employé, mais aussi l'industrie non nucléaire belge, au démantèlement nucléaire. Je pense ici à la formation en radioprotection.

 

02.07  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, ik denk dat het belangrijk is dat die taskforce er komt en dat het goed is dat er wordt samengewerkt. Wij kijken uit naar de verdere werking daarvan.

 

Ik ben ook blij te vernemen dat er drie projecten zijn en er 60 % naar het relanceplan gaat om ervoor te zorgen dat België koploper blijft – of het nog meer wordt – inzake isotopen. Dat is volgens mij een doelstelling die we met z'n allen kunnen ondersteunen.

 

Een derde bezorgdheid gaat over de tewerkstelling en de expertise die we daarmee opbouwen. Die moeten we zeker en vast goed bijhouden, zodanig dat we ze verder kunnen exporteren en inzetten. Dat zal de tewerkstelling ongetwijfeld ten goede komen.

 

Ik deel ten slotte uw mening dat er ook een verantwoordelijkheid bij de Gewesten ligt. Overleg met de bevoegde ministers daarover zal dus zeker ook nodig zijn.

 

02.08  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Ce genre de task force est essentiel dans un dossier aussi vaste et complexe. La position de la Belgique en tant que leader mondial en matière de connaissance de l'énergie nucléaire dans ses applications industrielles et médicales est très importante. Il faut maintenir ce haut degré de visibilité internationale pour notre pays. Je suis heureuse d'entendre que cela fait partie des préoccupations de la task force.

 

Ce qui m'inquiète, c'est le volume de l'emploi et le passage de l'exploitation et de la production au démantèlement. Dans la loi de 2003, à l'article 10, il est prévu qu'un plan social sera établi avec l'exploitant et les partenaires sociaux. Je suppose que la task force pourra se préoccuper de ce genre d'incidences phénoménales puisque tous les employés qui sont sur les sites ne seront pas réemployables dans l'activité de démantèlement. Je reviendrai sur cette question ultérieurement.

 

02.09  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik ben zwaar teleurgesteld omdat u alles afschuift op de exploitant – die heeft natuurlijk een verantwoordelijkheid – en op uw collega Dermagne.

 

Ik had van u garanties verwacht over het statuut, de arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid van de werknemers en de onderaannemers. Ik voel hiervoor heel weinig empathie bij u. Het betreft immers niet enkel hooggekwalificeerd personeel, zeker bij de onderaannemers. U hebt die kernuitstap onderhandeld, neem dan ook uw verantwoordelijkheid. Ik begrijp dat u geen details kan geven, maar ik heb van u geen engagement gehoord om die mensen gerust te stellen. Als u denkt dat die werknemers zich als schapen naar het slachthuis zullen laten leiden, hebt u het mis. U speelt met vuur, of met uranium.

 

Ik hoop dat dit snel concreter wordt, de werknemers verwachten dat. Er is al grote ongerustheid en die zal er in november niet beter op worden.

 

02.10  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb toch iets anders gehoord dan de heer Warmoes.

 

Ik heb gehoord dat er een taskforce is opgericht die onderzoekt op welke manier een aantal zaken kan worden aangepakt. Een van die zaken is te onderzoeken hoe werknemers met een specifieke kennis kunnen worden ingeschakeld bij die ontmanteling. We weten uit de hoorzittingen dat niet alle werknemers dezelfde job zullen kunnen blijven doen, Maar ik hoor dat u, samen met uw collega-minister, op zoek gaart naar een manier om een sociaal plan uit te werken voor die werknemers. U voelt zich dus wel betrokken bij het nadenken over de toekomst van die werknemers.

 

02.11  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het belangrijk is dat we dit eens ten gronde bespreken. De formule van vraag en antwoord is misschien niet de ideale manier om dit te doen. In de subcommissie voor Nucleaire Veiligheid zal dit wel aan bod komen. Ik wil iedereen uitnodigen om zich daar, samen met de drie betrokken ministers, te verdiepen in dit dossier. Daarvoor zal er dan meer tijd kunnen worden uitgetrokken dan nu.

 

02.12  Marie-Christine Marghem (MR): Je rejoins ce qu'a dit le collègue Wollants. Il faut approfondir et j'espère que beaucoup d'entre nous suivront la sous-commission Sûreté nucléaire. C'est une matière extrêmement difficile et intéressante que nous devons porter tous ensemble.

 

02.13  Kris Verduyckt (Vooruit):. Het is hier misschien niet de ideale formule, maar het is een heel belangrijk thema, dat gelinkt is aan wat er te gebeuren staat. Zoals zo vaak ben ik het in deze met de heer Wollants eens.

 

02.14  Christian Leysen (Open Vld): U hebt gemerkt dat er heel wat expertise is. Als men een sociaal plan bespreekt, bekijkt men dat altijd van de negatieve kant. De expertise en de werkkracht die aanwezig zijn, zullen in de toekomst ook nodig zijn. Dat vraagt ook een stuk mobiliteit en misschien zelfs herscholing. Dat betekent ook dat er kansen zijn. Nieuwe ontwikkelingen op medisch vlak, maar overmorgen misschien ook in de nucleaire technologie of in andere gebieden, bijvoorbeeld op het vlak van energie, kunnen het dan weer interessant maken. Ik ben het ermee eens dat men goed moeten nadenken hoe het kapitaal te valoriseren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nationale beleidsmaatregelen voor het beheer van hoogradioactief/langlevend afval" (55019966C)

- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beleidsmaatregelen op nationaal niveau inzake de verwerking van hoogradioactief afval" (55021500C)

03 Questions jointes de

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les mesures politiques nationales pour la gestion des déchets hautement radioactifs/à vie longue" (55019966C)

- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les mesures de politique nationale relatives au traitement des déchets de haute radioactivité" (55021500C)

 

03.01 Leen Dierick (CD&V): Het regeerakkoord voorziet dat de regering de Nationale Beleidsmaatregelen voor het langetermijnbeheer van het hoogactief en/of langlevend afval zal vaststellen. Dit gebeurt via een nader vast te leggen participatief proces dat verder gaat dan een loutere burgerbevraging (bv. een burgerpanel). Zodra deze Nationale Beleidsmaatregelen zijn aangenomen, zal de regering wetgevende initiatieven nemen om de modaliteiten inzake omkeerbaarheid van de besluitvorming vast te leggen, die het mogelijk zullen maken om bijvoorbeeld bij een geldig alternatief, terug te komen op de beslissingen over het langetermijnbeheer alsook de modaliteiten inzake terugneembaarheid van het afval.

 

Mijn vragen aan de Minister zijn:

Het FANC heeft op 20 mei zijn advies uitgebracht m.b.t. het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval. Het FANC is voorstander van geologische berging. Wat is de stand van zaken van het voorontwerp van koninklijk besluit? Wanneer zal de Minister het besluit naar de Ministerraad brengen?

In 2020 vonden al raadplegingen en inspraak plaats. Hoe zal het verder participatief proces eruitzien? Hoe zal het participatief proces zich verhouden tot het milieueffectenrapport?

 

03.02  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, madame la ministre, ma question concerne les mesures de politique nationale relativement au traitement des déchets de haute radioactivité, de la gouvernance et du concret.

 

À propos de la gouvernance, madame la ministre, je vous ai remis, il y a un an, un dossier complet reprenant le dernier état de la procédure relative à la consultation publique lancée par l'ONDRAF en 2020. Où en êtes-vous dans ce dossier? Que comptez-vous en faire et dans quel délai? Quelles mesures sont-elles déjà en place pour le stockage des déchets radioactifs? Quelles mesures prévoyez-vous lors du démantèlement, qui approche, pour stocker les déchets? Y a-t-il déjà un plan d'action en la matière? Est-ce un plan de l'exploitant seul ou en concertation avec les autres intervenants de la task force? Vous y avez déjà en partie répondu. Est-ce que ce groupe a une mission de monitoring et, si oui, pendant combien de temps?

 

Mes questions étaient plus larges et, monsieur le président, vous les avez regroupées à votre manière. Donc elles recoupent en partie le débat qui vient de se terminer. Je m'en excuse et je demande à la ministre de répondre aux questions auxquelles elle n'aurait pas encore répondu précédemment.

 

03.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, het koninklijk besluit dat werd voorbereid, zal het deel van de nationale beleidsmaatregelen met betrekking tot het langetermijnbeheer van het hoogradioactief en/of langlevend afval vastleggen en verduidelijking geven over het stapsgewijze proces om de verdere beleidsmaatregelen vast te stellen.

 

Het koninklijk besluit zoals voorzien bij het begin van de regeerperiode werd op vraag van vice-eersteminister Dermagne en mijzelf aangepast. De nieuwe versie werd daarna ter advies voorgelegd aan het FANC. Het FANC heeft op 20 mei 2021 zijn advies kenbaar gemaakt. U kunt het terugvinden op zijn website. Het besluit werd aangepast aan de opmerkingen van het FANC en nogmaals juridisch gecheckt. Het dossier om het koninklijk besluit naar de ministerraad te brengen, is in opmaak.

 

Zoals u aangeeft, werden er in 2020 reeds raadplegingen gehouden. Het participatief proces dat ik wil doorvoeren is echter breder dan louter een consultatie. Bij iedere volgende fase in het proces moet rekening worden gehouden met geïnformeerde adviezen van het maatschappelijk middenveld die werden verkregen na een grondig beraadslagingproces met representatieve panels van deskundigen en burgers.

 

Hierin verschilt het participatief proces van milieueffectenrapporten. Die laatste bespreken de milieu-impact van een plan of een project en daar kunnen burgers en middenveldorganisaties op reageren. Een participatief proces gaat om dialoog, het is een uitwisseling tussen experts en bevolking via representatieve panels. Alleen op die manier kunnen wij tot een gedragen beslissing komen over deze belangrijke problematiek. Ook het FANC zegt in zijn advies voorstander te zijn van een stapsgewijze aanpak met een participatief besluitvormingsproces, waarbij alle stakeholders, inclusief het maatschappelijk middenveld en de bevolking, worden betrokken, zodat beslissingen met volledige kennis van zaken kunnen worden genomen.

 

Het beheer van het radioactief afval is een maatschappelijk bijzonder relevant thema. Jarenlang werd nauwelijks of minstens onvoldoende met de bevolking in overleg getreden. Ik ben van mening dat dit oude politieke cultuur is. De bevolking verwacht inspraak, ook inzake het beheer van het kernafval. Dat zal ik mogelijk maken via een breed en structureel participatief proces.

 

Comme vous le savez, la politique nationale pour les déchets de catégorie A, déchets de faible activité à vie courte, est le stockage en surface. La procédure d'autorisation pour cette installation de stockage est encore en cours.

 

Vous m'avez aussi posé une question sur le fonctionnement de la task force sur la fermeture des centrales nucléaires. L'un des projets que nous avons traités dans cette task force portait sur l'amélioration du système d'acceptation des déchets radioactifs, y inclus les déchets venant du démantèlement. Ce projet de loi sera traité cet après-midi. Je vous remercie.

 

03.04  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord, dat ik echter vrij vaag vind.

 

Ik heb geen antwoord gekregen op de vraag wanneer u met het koninklijk besluit naar de ministerraad zult komen. Het wordt momenteel voorbereid en aangepast aan het advies van het FANC, maar mogen wij dat nog dit jaar verwachten?

 

Ik deel uw mening over de participatie. Er is een verschil met een MER. Met een participatie wil men in dialoog gaan met stakeholders en iedereen die daarvoor interesse heeft en moet men terecht zoeken naar een draagvlak. De berging zal een impact hebben gedurende vele jaren en generaties, dus een draagvlak is belangrijk. U wil komen tot een breed en structureel participatief proces, maar hoe dat concreet zal worden uitgevoerd, daarop heb ik nog geen antwoord gekregen.

 

03.05  Marie-Christine Marghem (MR): Je remercie la ministre pour sa réponse mais je suis un peu étonnée. Je ne suis pas étonnée de ce que vous voulez faire, mais du temps que cela va prendre. Rappelez-vous qu'en 2011, le précédent gouvernement, donc pas celui auquel j'ai participé, mais celui d'avant, dirigé par M. Di Rupo, avait déjà décidé de ne pas décider, et avait procédé à une consultation qu'il avait laissée de côté, sans en tirer de conclusions en termes de progrès dans la politique nationale. Cela a réveillé l'Europe qui nous a enjoint d'avancer.

 

Sous l'impulsion d'un membre de votre groupe politique, qui est maintenant co-président d'Ecolo, on a refait une consultation publique. Cela n'a pas plu à certains, et finalement, une résolution n'a pas obtenu la majorité au Parlement pour que cette consultation publique en ligne soi retardée pour une période plus déconfinée. Le problème était le confinement. Souvenons-nous en, monsieur Cogolati!

 

Aujourd'hui, je suis tout à fait d'accord avec ce que vous nous dites. Je veux bien que l'on refasse des consultations et des panels de citoyens. Cela vous permettra de parler de vos sujets préférés et d'en faire état dans la presse. Mais fondamentalement, à un moment donné, il faut aboutir. La question à laquelle vous n'avez pas répondu visait à savoir quand nous allions progresser dans cette politique nationale des déchets et prendre enfin une position sur le traitement des déchets radioactifs de haute radioactivité pour savoir ce que l'on en fait. En effet pour l'instant, même si nous travaillons étape par étape, il y a des étapes intermédiaires dans les étapes. Finalement, on perd le fil et on ne sait toujours pas quelle sera la position du gouvernement sur le principe d'enfouissement ou non en couches géologiques profondes des déchets de haute radioactivité. C'est le point central et j'aimerais bien avoir une réponse de votre part sur ce sujet.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, hebt u een duidelijker antwoord te geven?

 

03.06 Minister Tinne Van der Straeten: Wat de timing betreft, heb ik gezegd dat het dossier in opmaak is en dat ik dit naar de regering breng. Ik heb in andere dossiers al aangetoond dat het niet in mijn aard ligt om af te wachten. Ik zal mij niet vastpinnen op een specifieke timing maar het zal niet voor volgend jaar zijn.

 

03.07  Marie-Christine Marghem (MR): Je réinterrogerai la ministre.

 

De voorzitter: Zijn er nog andere commissieleden die willen reageren? Het is uiteraard niet verplicht om na elke vraag te reageren.

 

03.08  Bert Wollants (N-VA): Het is niet verplicht, maar ik ben hier nu toch.

 

Het grote probleem is dat er al decennialang niet beslist is en dat er moet beslist worden. België is vandaag het laatste land met een stevig nucleair park dat nog niet beslist heeft.

 

Als er dan gezegd wordt dat het zal niet voor volgend jaar zal zijn, dan vrees ik dat wij dezelfde weg opgaan als onder alle voorgaande regeringen.

 

03.09 Minister Tinne Van der Straeten: Ik bedoelde dat ik niet wil wachten tot volgend jaar om verder te gaan met dit dossier.

 

03.10  Bert Wollants (N-VA): Dat is al beter. Ik meen dat wij echt de verantwoordelijkheid hebben om beslissingen te nemen, dit mag niet op de lange baan geschoven worden. Dat is mijn belangrijkste boodschap. Los van de partijpolitieke inschattingen meen ik dat er geen enkele partij gebaat is bij het voor ons uit schuiven van dat debat. Als wij het telkens doorschuiven naar een volgende regering, dan zullen wij er nooit komen.

 

De voorzitter: Uw antwoord was duidelijk, u wil het niet voor zich uit schuiven tot volgend jaar.

 

Als er geen andere interventies zijn, sluit ik dit debat nu af.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les coûts de la recherche relative au stockage à long terme des déchets radioactifs" (55020579C)

04 Vraag van Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kosten van het onderzoek naar de opslag op lange termijn van radioactief afval" (55020579C)

 

04.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): ​"Madame la Ministre, au total, quel est le montant des fonds financiers affectés en Belgique à la recherche de la faisabilité et de la sûreté du stockage à long terme des déchets radioactifs, comme notamment pour la construction et l'exploitation du laboratoire souterrain HADES, depuis le tout début de ces programmes de recherches? Ces coûts de research & development ont-ils entièrement été couverts par les producteurs de déchets radioactifs depuis le début? Si non, quelle est la partie couverte par les pouvoirs publics depuis le début de la recherche (notamment en ce qui concerne la participation du SCK-CEN)? Combien l’État belge a-t-il déjà dépensé dans la recherche d'une solution de stockage des déchets radioactifs, et notamment depuis la construction du laboratoire souterrain HADES? Dans le futur, que représente encore le budget de la recherche d'une telle solution de stockage à long terme des déchets radioactifs pour les années à venir? D'autres options de stockage à long terme des déchets radioactifs ont-elles aussi fait l'objet d'expérimentations aussi poussées que pour le laboratoire souterrain HADES dans le cas du stockage géologique? Si oui, où en sont-ces expériences alternatives? Et que représentent la recherche de ces options alternatives en termes de coût financier, en comparaison au coût de la recherche sur le stockage géologique en galeries?"

 

04.02 Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur le président, monsieur Cogolati, depuis le lancement des programmes de recherche en 1974, environ 500 millions d'euros (valeur 2021) ont été consacrés à la recherche sur la faisabilité de la sûreté du stockage géologique des déchets radioactifs de haute activité et/ou de longue durée de vie.

 

Le montant de la construction du laboratoire de recherche souterrain HADES s'élève à environ 42 millions d'euros (valeur 2007) auquel sont venus s'ajouter environ 6 millions d'euros en 2021 pour la rénovation du puits d'accès.

 

Les coûts de recherche et développement sont entièrement couverts par les producteurs de déchets radioactifs, conformément aux dispositions de l'article 179, § 2, 11°, de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires, qui prévoit que "l'ensemble des coûts liés aux activités de l'Organisme, en ce compris les coûts de ses opérations de recherche, de développement et de démonstration, et les coûts à long terme mais à l'exception de ceux liés aux activités des deux premières années en matière d'inventaire, seront mis à charge des sociétés, organismes, institutions ou personnes au bénéfice desquels l'Organisme effectue ses prestations. Ces coûts, évalués à prix de revient, seront répartis entre les bénéficiaires des prestations et proportionnellement à celles-ci, en fonction de critères objectifs".

 

Une partie des coûts est à charge de l'État fédéral en sa qualité de responsable financier des passifs nucléaires BP1 et BP2, du SCK-CEN et IRE. Le SCK CEN contribue également en sa qualité de producteur de déchets radioactifs. Au total, la part couverte par l'État belge en sa qualité de responsable financier des passifs nucléaires s'élève à environ 100 millions d'euros.

 

En l'absence d'une politique nationale pour la gestion à long terme des déchets de haute activité et/ou de longue durée de vie, l'estimation de l'ONDRAF est établie sur la base d'un scénario de référence qui repose sur certaines hypothèses comme, par exemple, pour la roche haute, la profondeur ou le site de stockage. Sur la base de ce scénario, l'ONDRAF estime que le budget en recherche et développement pour un stockage géologique s'élève à 1,25 milliard d'euros pour les années 2021 à 2050.

 

Dans le cadre d'une veille technologique, l'Organisme étudie les variantes possibles au stockage géologique en galerie, en particulier le stockage géologique en forage profond ou le stockage partagé. Il n'exclut pas la possibilité d'optimiser le stockage géologique grâce, par exemple, à l'application de technologies nucléaires avancées comme la séparation et la transmutation des actinides mineurs.

 

Ces alternatives ont notamment été étudiées dans le cadre du CA 2020. Ceci a été évoqué lors de la question précédente, dans la réplique de Mme Marghem. Ces variantes ont un degré de maturité inférieur et représentent un budget moindre que celui affecté aux recherches et expériences relatives au stockage géologique en galerie.

 

04.03  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie. Ces chiffres sont élevés. Je peux même parler – il ne faut pas avoir peur des mots – de coûts astronomiques. Je crois que c'est important. Quelque part, cela relativise aussi le débat que nous venons d'avoir. On vient de vous dire: "Één jaar om te beslissen. Er moet absoluut een beslissing komen." On vous met la pression alors que vous êtes ministre de l'Énergie depuis un an.

 

Si j'entends bien, la recherche a commencé en 1974. Il y a 47 ans. Soit 47 ans de recherches pour une solution pour les déchets hautement radioactifs, 500 millions d'euros déjà dépensés, 1,25 milliard d'euros encore à dépenser jusque 2050 pour trouver une solution que nous n'avons toujours pas, qui n'est toujours pas opérationnelle, qui n'a toujours rien de concret. La vérité, c'est qu'il n'y a encore aucun site de stockage géologique pleinement opérationnel.

 

04.04  Marie-Christine Marghem (MR): Ce n'est pas le problème, monsieur Cogolati! C'est la gouvernance.

 

04.05  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Je garde la parole, madame Marghem. C'est ma réplique. Je crois que vous n'avez pas le droit d'intervenir dans ce débat, et de me couper!

 

J'aimerais simplement remettre les pendules à l'heure. La vérité, c'est que cette recherche est en cours depuis 47 ans et qu'elle a un coût astronomique. Plus de 1,25 milliard. Plus précisément 1,75 milliard d'euros dans la recherche pour une solution. C'est bien plus que toute la recherche et le développement investis dans les solutions d'éolien et de photovoltaïque.

 

J'aimerais conclure là-dessus, et remettre l'église au milieu du village. La vérité, c'est qu'aujourd'hui, nous devrions en priorité investir cette manne d'argent dans des solutions d'avenir vertes pour une énergie abordable pour les gens.

 

Le président: Monsieur Cogolati, si vous vous adressez à un collègue, il est normal qu'il réagisse.

 

04.06  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Je répondais plutôt à une coupure de parole.

 

04.07  Marie-Christine Marghem (MR): Je reconnais vous avoir coupé la parole, et je vous prie de m'en excuser.

 

Le président: Ne discutons pas. Y a-t-il une réplique à la réponse? 

 

04.08  Marie-Christine Marghem (MR): J'aimerais dire deux choses à M. Cogolati. Je vois bien le genre de raccourci que vous prenez pour faire votre petite démonstration. En l'occurrence, c'est un problème de gouvernance. La Belgique doit se doter d'une politique nationale.

 

S'agissant du concret et de la recherche, les centrales sont là depuis plus de quarante ans, vous n'étiez pas né. Il s'agit d'un fait que nous devons traiter, comme d'autres pays qui sont plus avancés que nous en matière de gouvernance mais qui font aussi les mêmes recherches.

 

Concernant le coût moyen de production dans le renouvelable et, par exemple, dans le nucléaire, mettez vos connaissances à jour. L'Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) a publié en décembre 2020 un rapport dont il ressort que ces coûts étaient identiques et, dans le cas de la prolongation de centrales nucléaires, il s'agit même de coûts moins élevés.

 

Si on commence à mettre des choses en comparaison, je trouve qu'il est utile que vous vous informiez. Monsieur Cogolati, vous faites des raccourcis et vous comparez des torchons et des serviettes. Moi je fais la même chose, ce qui me permet de vous apprendre certaines notions.

 

04.09  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is verstandig om die onderzoeken voort te zetten. Ongeveer elk land met een nucleair verleden of een nucleaire toekomst heeft daar al een beslissing in genomen. Zij hebben oplossingen gevonden. Alleen in dit vreemde land België kan er geen oplossing gevonden worden omdat een aantal mensen niet wil dat er een oplossing wordt gevonden. Als er een oplossing wordt gevonden, gaat het verhaal dat er geen oplossing wordt gevonden, immers niet meer op. Dat zou pas pijnlijk zijn!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La transparence sur les origines et l'impact environnemental de l'uranium utilisé en Belgique" (55020581C)

- Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le bilan CO2 du projet de stockage géologique des déchets radioactifs en Belgique" (55020582C)

05 Samengevoegde vragen van

- Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De transparantie over de herkomst en de milieu-impact van het in België gebruikte uranium" (55020581C)

- Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De CO2-balans van de plannen voor geologische berging van radioactief afval in België" (55020582C)

 

05.01  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, par le passé, Synatom a gardé les sources d'approvisionnement et les lieux d'enrichissement des matières fissiles de Doel et Tihange confidentielles. Cependant, pour des questions de transparence publique, de devoir de vigilance tout au long de la chaîne d'approvisionnement et de dépendance géopolitique (comme pour les sources d'approvisionnement du gaz en Belgique), il est capital de connaître "l'amont" du cycle nucléaire en Belgique.

 

Quels sont les pays d'origine des mines d'où est extrait l'uranium utilisé dans les réacteurs nucléaires de Doel et Tihange en Belgique? Quelle est la répartition en pourcentages de ces pays producteurs d'uranium pour la Belgique? Où (dans quelles usines) est traité et enrichi ce minerai d'uranium? L’État belge applique-t-il des normes sociales et environnementales (devoir de vigilance) tout au long de la chaîne d'approvisionnement de l'uranium importé en Belgique pour protéger les populations locaux contre les risques environnementaux que représentent les mines?

 

Quelle est l'évolution du coût de ce combustible nucléaire au cours de ces 10 dernières années?

 

Enfin, que représente le volume de CO2 lié à l'extraction et au traitement des minerais d'uranium pour les centrales nucléaires belges?

 

Madame la Ministre,

 

Selon le dernier rapport de l’ONDRAF sur les incidences environnementales (SEA) concernant la gestion à long-terme des déchets radioactifs, les activités de mise en œuvre du stockage géologique en galeries les plus susceptibles d’avoir des incidences significatives sur l'environnement sont la préparation du site de stockage, la construction des installations en surface, l'entreposage sur site des matériaux excavés lors de la construction de l’installation souterraine, mais aussi la production du béton nécessaire à la construction des diverses installations souterraines et en surface.

Selon ce projet de stockage géologique tel que détaillé dans le SEA et des informations prévisionnelles déjà disponibles (par exemple, la production de 680 000 m3 de béton), que représente la somme des émissions de CO2 (bilan carbone) de l’ensemble des activités liées à la gestion des déchets radioactifs en Belgique, y compris de la fabrication de ces installations de stockage et des transports nécessaire, et ce, sur toute la durée de vie des déchets ?

 

05.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur le président, monsieur Cogolati, l'uranium actuellement consommé dans les centrales nucléaires de Doel et de Tihange provient des pays suivants: le Canada, les États-Unis, l'Australie, la Namibie, le Kazakhstan, la Russie, le Niger, l'Ouzbékistan, le Malawi et l'Afrique du Sud.

 

Synatom ne confie pas plus de 25 % de son portefeuille d'approvisionnement à un producteur et veille à la diversification des mines pour la provenance. La répartition en pourcentage de ces pays producteurs d'uranium varie d'année en année en fonction du début et de la fin des différents contrats négociés auprès des producteurs.

 

Pour ce qui concerne l'enrichissement et le traitement, après avoir été extrait, l'uranium est traité la plupart du temps sur le site même de la mine. L'uranium est ensuite transporté chez le convertisseur pour y être purifié. Il existe actuellement cinq convertisseurs qui effectuent le travail de conversion. Ceux-ci se trouvent au Canada, aux États-Unis, en France, en Russie et en Chine. Synatom traite actuellement avec quatre d'entre eux. Elle ne traite pas avec la Chine.

 

Une fois l'uranium converti, il est transporté vers une usine d'enrichissement afin d'y être enrichi. Il existe dans le monde quatre enrichisseurs qui effectuent le travail d'enrichissement. Ces entreprises se trouvent en France, aux Pays-Bas (avec des filiales en Grande-Bretagne, en Allemagne et aux États-Unis), en Russie et en Chine. Synatom travaille avec trois de ces quatre entreprises. Elle ne travaille pas avec la Chine.

 

L'État belge n'impose pas à Synatom d'appliquer des normes sociales et environnementales ni de devoir de vigilance tout au long de la chaîne d'approvisionnement de l'uranium importé en Belgique mais Synatom applique d'initiative le devoir de vigilance.

 

Synatom arrive au terme de l'exécution de ses contrats de fourniture l'année prochaine, compte tenu de l'arrêt des centrales nucléaires en 2025. La plupart des sociétés actives dans l'extraction de l'uranium signent une charte dans laquelle elles s'engagent à respecter les droits et libertés fondamentales des populations locales. Selon nos informations, l'ensemble des fournisseurs de Synatom ont suivi de près les évolutions environnementales et sociétales et ont pris des initiatives afin de s'inscrire dans ce contexte. On nous informe que la plupart des fournisseurs de Synatom disposent de chartes à cet égard publiées sur leur site internet. Ces engagements sont également traduits sous clauses contractuelles dans les contrats d'achat avec Synatom. Le non-respect de ces clauses mène directement à la suspension du contrat.

 

Depuis 2011, les prix de l'uranium naturel sont passés de plus de 70 dollars par livre d'oxyde d'uranium en 2011 à moins de 20 dollars fin 2016. Depuis, les prix ont à nouveau augmenté avec des pics récents supérieurs à 40 dollars.

 

Depuis 2011, le prix des services de conversion sont passés d'environ 13 dollars par kilo d'uranium hexafluoride à environ 5 dollars fin 2017. Depuis, les prix ont fort augmenté: plus de 20 dollars.

 

Depuis 2011, les prix des services d'enrichissement sont passés d'environ 150 euros par unité de travail de séparation en 2011 à environ 50 euros actuellement.

 

Le coût du produit fini dépend de ses caractéristiques propres à chaque étape de la fabrication. Le coût de l'uranium enrichi basé sur une teneur riche de 4,5 % est passé d'environ 3 000 dollars par unité de travail de séparation à moins de 1 000 dollars en 2017. Depuis, les prix ont augmenté: environ 1 300 dollars.

 

En général, les prix étaient plus élevés en 2011.

 

05.03  De voorzitter: Mag ik voorstellen dat zeer technische uitleg voortaan schriftelijk wordt bezorgd? De spreektijd voor een vraag is normaal gezien twee minuten. Mevrouw de minister, u hebt er nu vijf minuten over gedaan. Maar natuurlijk wil ik de parlementsleden die informatie niet onthouden.

 

05.04  Tinne Van der Straeten, ministre: Pour le volume de CO2, Synatom a renvoyé aux travaux du groupe d'experts intergouvernemental sur l'évolution du climat qui a calculé les émissions de CO2 en g/kwh de diverses sources énergie. Pour les centrales nucléaires, il est de 12 g/kwh. En comparaison, les parcs éoliens sont à 11g/kwh, les panneaux solaires sont à 27 g/kwh, les centrales au gaz sont à 490 g/kwh et les centrales au charbon sont à 820 g/kwh.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les provisions nucléaires" (55021134C)

06 Vraag Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nucleaire voorzieningen" (55021134C)

 

06.01  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse très complète. Ce sont des chiffres importants. Il est essentiel que l'on puisse savoir d'où vient l'uranium et le combustible nucléaire. Je vais me référer aux autres questions telles que déposées par écrit pour entendre les autres réponses.

 

"Madame la Ministre,

Quels sont les coûts estimés, d'une part, pour le démantèlement, et d'autre part, pour la gestion des déchets radioactifs?

Quels sont les montants que devra gérer le Belgian Nuclear Liabilities Fund (BNLF) d'ici 2025? Ces fonds seront-ils suffisants pour assumer toutes les obligations d'Engie Electrabel, selon le principe pollueur-payeur?

Quels engagements fermes avez-vous reçu de la part d'Engie Electrabel quant au remboursement des provisions? Quel est le calendrier? Et quelles garanties légales avons-nous qu'Engie remboursera effectivement ces provisions (au moins concernant la gestion du combustible usé)? Pourquoi Engie ne s'est-il pas encore engagé à rembourser les provisions constituées pour le démantèlement?

La possibilité pour Synatom de reprêter 75% du montant des provisions nucléaires à Electrabel va-t-elle cesser légalement, aussi pour la partie consacrée au démantèlement? Quid en cas de défaut de paiement?

Les taux de rendement annuel ne devraient-ils pas être revus à la baisse dans les prochaines années pour prendre en compte le risque de chute des marchés boursiers? Dans le cadre légal actuel, Electrabel pourrait-il être obligé à recapitaliser Synatom si le rendement espéré (par exemple, de 3,25%) n'est pas atteint dans les faits?"

 

06.02 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, nous sommes à quel numéro?

 

Le président: Au numéro 9 de la deuxième série.

 

Het is zeker een thema waar later nog over gesproken zal worden. Ik zou het dus ook hier kort en bondig houden.

 

06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, stelt niemand zijn vraag?

 

06.04  Marie-Christine Marghem (MR): J'en suis à la question numéro 13.

 

06.05  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Je veux bien la réponse, je me référais simplement à la question telle que introduite par écrit, afin de gagner du temps.

 

06.06  Tinne Van der Straeten, ministre: Lors de la session du 29 juin 2021 de la commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat, j'ai expliqué les différents montants des coûts pour le démantèlement et la gestion des combustibles usés qui circulent. Dès lors, je vous renvoie à ma réponse et au rapport de cette session.

 

Le Belgian Nuclear Liabilities Fund (BNLF) a été créé le 18 décembre 2020 et va recevoir, au fur et à mesure, les montants du remboursement du prêt de la société de provisionnement nucléaire à l'exploitant pour la partie Gestion des combustibles usés. La société de provisionnement nucléaire a également l'intention - dans un deuxième temps et dans un but de consolidation - de transférer les autres SICAV dans le BNLF, mais ces opérations doivent encore être approuvées par différentes autorités compétentes, et cela doit se faire de manière ordonnée.

 

Engie s'est engagée vis-à-vis de la commission d'approvisionnement nucléaire à rembourser les prêts pour la partie Gestion des combustibles usés lors de la révision triennale de fin 2019. En tout cas, les premiers remboursements ont été effectués selon le planning convenu avec la commission. J'inclurai ce remboursement dans le projet de loi sur les provisions nucléaires, que je suis en train de finaliser. Le montant prêté fin 2020 sur ce volet s'élevait à 4,6 milliards d'euros au total. L'intégralité sera remboursée fin 2025.

 

Het is 4,6 miljard, of 4.655 miljoen euro.

 

Je répète: 4,6 milliards d'euros. Les chiffres sont écrits quelque peu différemment d'une question à une autre. C'est pour cela que j'ai été confuse.

 

L'entièreté sera remboursée fin 2025 et se retrouvera au sein du nouveau BNLF. Le temps étant limité, ma réponse comporte encore trois paragraphes mais je pense que l'essentiel des données que vous me demandez ont été communiquées.

 

Le président: C'est une question sur laquelle nous reviendrons. J'ai également encore des questions mais il faut faire un choix de passer par les questions. La ministre a normalement deux minutes. Vous avez donc encore droit à une réplique.

 

06.07  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, vous voyez que je suis le plus efficace possible, car je m'en réfère à mes questions. Pas de souci. Je n'ai pas de réplique particulière. J'ai l'impression que l'on a sauté la question n° 7 sur le bilan CO2.

 

06.08  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Monsieur le président, j'aimerais participer à ce débat avec une réplique. Je ne sais pas si M. Cogolati a terminé sa réplique ou s'il ne souhaite pas en faire. Je dois avouer que je ne sais plus très bien où nous en sommes. C'est un débat d'actualité.

 

Le président: Nous en sommes au point 9 de la deuxième série.

 

06.09  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Si nous procédons question par question, ce n'est pas normal.

 

06.10  Tinne Van der Straeten, ministre: Ce n'est pas clair du tout, mais d'un autre côté, j'apprécie quand même l'interactivité.

 

06.11  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, l'interactivité, c'est bien. Mais parfois il y a des difficultés de compréhension; je comprends que M. Cogolati veut être efficace et n'a pas de réplique a priori sur cette question et que M. Warmoes peut dès lors intervenir.

 

06.12  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Si je peux me permettre, à l'avenir, ou bien nous choisissons de faire un débat d'actualité généralisé au cours duquel chacun pose ses questions en une fois, et les répliques ont lieu aussi en une fois, ou alors nous choisissons de faire des questions individuelles. Mais là, j'ai l'impression qu'on fait des débats d'actualité sur chaque question. Cela devient un peu fou!

 

06.13  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur Cogolati, je crois que le président et peut-être son secrétaire ont fait des sous-groupes. Je ne sais pas dans quel sous-groupe nous nous trouvons.

 

Le président: J'interviens brièvement. Je crois qu'il y avait tellement de questions que procéder "plic-ploc", passer du nucléaire au prix et y retourner, avait peu de sens. L'idée est donc venue de faire trois débats d'actualité. Ensuite, une demande du ministre nous est parvenue en dernière minute qui voulait, dans le débat d'actualité sur le nucléaire, faire des sous-groupes. Ce serait mieux de distribuer ceci en temps utile. J'ai une feuille et vous ne l'avez pas. Je vais en demander une copie. Pour la suite, nous ne règlerons pas tout, mais cela fait sens de regrouper les questions là où c'est possible, sinon le débat est trop éparpillé. Mais on en apprend tous les jours et vous m'excuserez si, dans l'exercice aujourd'hui, certaines choses n'étaient pas tout à fait claires. C'est à M. Warmoes de prendre la parole. M. Cogolati n'avait pas de réplique sur la question des provisions.

 

06.14  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, en ce qui concerne la méthodologie, je suis, moi aussi, un peu circonspect sur la manière de faire, puisque le seul élément qui fait de ce débat un débat d'actualité, c'est la possibilité pour tout le monde de répondre aux questions de chacun.

 

Le président: Je suis d'accord.

 

06.15  Malik Ben Achour (PS): Mais il n'y a pas de cohérence particulière. Nous sommes en train de faire, question après question… En fait, tout le monde peut intervenir. C'est un peu anarchique!

 

Le président: Je prends bien note et nous tiendrons compte de cela. Effectivement, il y avait un tel éventail de 20 questions sur ce thème que j'ai suivi la suggestion de la ministre de faire des sous-groupes, mais nous pouvons le faire différemment, et certainement s'il y a moins de questions.

 

Je propose de continuer. Je prendrai en compte vos remarques pour faire mieux la prochaine fois.

 

06.16  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Monsieur le président, brièvement, c'est quand même une histoire assez folle que cette affaire des provisions. On demande à l'exploitant de faire des provisions pour que nous puissions gérer ces déchets, ce qui est tout à fait normal. C'est le principe pollueur-payeur, que l'on applique avec beaucoup de sévérité chez nos citoyens. Cela doit certainement aussi valoir pour une entreprise qui produit des déchets.

 

Mais en même temps, ces provisions sont reprêtées aux producteurs. Electrabel a pu profiter de ce même argent qu'il avait mis de côté pour que nous soyons sûrs que les déchets soient traités. Il y a déjà la question de savoir si ces provisions sont suffisantes. Nous verrons au bout du compte. Un jour, nous devrons faire les comptes. Nous sommes assez circonspects par rapport à cela.

 

Nous avons naturellement pris bonne note des réponses de Mme la ministre, que les premiers remboursements ont eu lieu et que cela sera entièrement remboursé en 2025. J'espère qu'Electrabel existera encore en 2025. Il y a quand même des risques. Nous sommes assez opposés à cette manière de faire, mais j'espère que Mme la ministre va très bien surveiller tout cela. Nous serons vigilants par rapport à cette question. Voilà ce que j'avais à dire sur cette thématique.

 

06.17  De voorzitter: Wenst nog iemand het woord? (Nee).

 

Dan wil ik een en ander verduidelijken. De minister heeft gevraagd om de vragen nr. 55020579C, 55020581C en 55020582C samen te voegen. U hebt naar de mondelinge vragen verwezen en ik begrijp dat de minister uiteindelijk alleen geantwoord heeft op de eerste twee vragen. Op de derde vraag hebt u nog niet geantwoord, mevrouw de minister. Het is dus een beetje een puzzel in een bijzonder complex thema.

 

Je donne donc la parole à madame la ministre pour sa réponse à la question n° 55020582C de M. Cogolati sur le bilan CO2 du projet de stockage géologique des déchets radioactifs en Belgique.

 

06.18  Tinne Van der Straeten, ministre: Le SEA stratégique, le Strategic Environmental Assessment, constitue une première évaluation des incidences environnementales d'une installation de stockage géologique générique en Belgique. La problématique des émissions de CO2 constitue un sujet qui suscite un intérêt grandissant. Au travers de ses collaborations internationales, l'ONDRAF se tient informé des bonnes pratiques et avancées en la matière sur la scène internationale.

 

À l'heure actuelle, l'ONDRAF ne dispose cependant pas d'un bilan carbone de l'ensemble des activités liées à la gestion des déchets radioactifs en Belgique. Un tel bilan ne pourrait se faire qu'à l'issue des études approfondies portant spécifiquement sur ce sujet. Sur le plan pratique dans ces projets de construction, l'ONDRAF prend des mesures visant à limiter les émissions de CO2. Les recherches sur le stockage géologique telles que décrites dans le SEA sont encore au stade de la conception. La composition de ce béton n'a pas encore été déterminée. L'utilisation de béton recyclé dans la formulation du béton de stockage géologique pourra être analysée à un stade ultérieur du projet. Le pourcentage de béton recyclé dépendra notamment des caractéristiques finales choisies pour le béton qui sera utilisé dans la construction du stockage géologique.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06.19  De voorzitter: De minister heeft gevraagd om de volgende vier vragen te bundelen.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De repartitiebijdrage" (55020987C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De woekerwinsten van de exploitant van de Belgische kerncentrales" (55021328C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwinsten door de stijgende energieprijzen" (55021414C)

- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het belasten van de superwinsten in de energiesector" (55021505C)

07 Questions jointes de

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La contribution de répartition" (55020987C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les profits exorbitants de l'exploitant des centrales nucléaires belges" (55021328C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les profits excessifs entraînés par la hausse des prix de l'énergie" (55021414C)

- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La taxation des surprofits dans le secteur de l'énergie" (55021505C)

 

07.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, voor Tihange 1 en de niet-verlengde centrales zijn er twee mechanismes voor het afromen van de nucleaire rente en die zijn gelinkt aan de energieprijs. Er wordt dus rekening gehouden met de kostprijs van de productie maar ook met de groothandelsprijzen. Voor Tihange 1 weten we dat dit, los van het eerste jaar, bijna nooit iets heeft opgeleverd. Voor de andere centrales is dat een andere zaak.

 

Met de huidige hoge marktprijzen zal de repartitiebijdrage waarschijnlijk hoger liggen dan het vastgelegde minimum. Zo wordt 15 % van de berekende winstmarge bepaald door de day-aheadmarkt en is 33 % bepaald door de forwardmarkt 1 jaar vooraf. Dat wil zeggen dat de huidige hoge prijzen zullen zorgen voor een verhoogde winstmarge gedurende vier kalenderjaren.

 

Ik heb hierover volgende vragen.

 

Bent u van mening dat de huidige marktprijzen een effect kunnen hebben op de bijdrage van Tihange 1?

 

Hoe schat u het effect van de huidige prijzencrisis in op de repartitiebijdrage?

 

Kunnen eventuele meerinkomsten die in de komende jaren naar de federale overheid zouden kunnen gaan, worden aangewend om de energiefactuur te verlagen? Hoe ziet u dat concreet?

 

07.02  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, de exploitanten van de kerncentrales boeken momenteel woekerwinsten. Hun productiekosten zijn immers niet gestegen, terwijl hun inkomsten door de hoge elektriciteitsprijzen serieus zijn toegenomen. Volgens de schattingen van onze studiedienst, op basis van een gemiddelde stroomprijs van 40,72 euro per megawattuur, boekt Engie Electrabel vandaag minimaal 127 miljoen overwinst per maand. Trouwens, in normale omstandigheden, dankzij de volledig afgeschreven kerncentrales, boekt de exploitant sowieso al grote winsten.

 

Nu spreken wij wat deze Forward Y+1-markt betreft over een prijs van 110 euro per megawattuur, op de kwartaalmarkten zelfs 170 euro per megawattuur.

 

Die grote winsten worden natuurlijk geboekt op de kap van de consument. Voor offshorewindmolens geldt eigenlijk hetzelfde, maar daar zouden niet de producenten maar wel de kopers van offshore-elektriciteit ervan genieten omdat het daar gaat om langetermijncontracten en een lage prijs.

 

De Spaanse regering heeft onder andere beslist de btw te verlagen en dit te financieren met het afromen van de superwinsten van de grote energiemultinationals. Wij stellen voor om iets gelijkaardigs te doen, mevrouw de minister.

 

Voor elke sociale maatregel is er geld nodig, ook voor uw sociaal tarief trouwens. Ik heb gehoord dat er om 16 uur een vergadering van de kern gepland is waar het daarover zal gaan. Dit is dus een hint.

 

Bent u het eens met onze analyse inzake die superwinsten? Hoe verklaart u dat de consument veel meer moet betalen?

 

Er is al een mechanisme om de woekerwinsten van Electrabel af te romen, de nucleaire repartitiebijdrage. Die bedroeg op het hoogste peil 600 miljoen euro, terwijl de CREG toen de winst op 2 miljard euro raamde. Maar vorig jaar is ze vastgelegd op amper 92 miljoen euro per jaar.

 

Zult u dat mechanisme herzien?

 

In de plenaire vergadering van vorige week hebt u gezegd dat u met handen en voeten gebonden bent door het akkoord van de vorige regering. Misschien moet ik het aan mevrouw Marghem vragen, maar wij willen uiteraard inzage in dat akkoord. Ik had graag van u gehoord hoe u met handen en voeten gebonden bent en waarom u er niets aan kunt doen, terwijl de regering normaal wel die macht heeft of zou moeten hebben.

 

De voorzitter: Als boetedoening heb ik u wat langer aan het woord gelaten.

 

07.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Voor Vooruit is de nucleaire rente ook altijd een zeer belangrijk thema geweest. Al sinds de tijd van Bruno Tuybens proberen wij dat principe in werking te stellen. Waarom? Omdat de Belgische belastingbetaler die centrales voor een groot stuk mee gefinancierd heeft. Vandaag worden zij afgeschreven.

 

Dat maakt dat die centrales vandaag met veel winst kunnen draaien, zoals de heer Warmoes terecht zegt.

 

Wij vonden de afroming in de vorige legislatuur absoluut geen goede zaak. Als ik naar de huidige situatie kijk, meen ik dat wij de situatie absoluut moeten herbekijken, gelet op de huidige energiecrisis.

 

Mevrouw de minister, donderdag sprak u over een wurgcontract. Daar wil ik graag meer over weten. Donderdag hadden wij daar de tijd niet voor, maar ik wil toch weten hoe dat juist in elkaar zit en wat wij eventueel wel kunnen doen.

 

07.04  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, madame la ministre, vous avez fait des déclarations au sujet de votre volonté de taxer les surprofits dans le secteur de l'énergie. Vous avez déclaré avoir demandé à la CREG de procéder à une évaluation de ces surprofits.

 

Pouvez-vous nous dire quand exactement cette demande a été formulée et dans quels termes? Pouvons-nous disposer de la lettre de mission que vous lui avez envoyée à ce sujet? Dans quel délai la CREG sera-t-elle en mesure de vous répondre? D'une manière générale comment envisagez-vous la concrétisation d'une telle taxation? Allez-vous vous inspirer du modèle de la contribution de répartition ou d'un autre modèle? Si oui, lequel?

 

07.05 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, bedankt voor uw vragen. Wat Tihange 1 betreft, gebeurt de controle van de opbrengsten en de kosten van deze kerncentrale in overeenstemming met de overeenkomst van 12 maart 2014 en de wijziging van het akkoord inzake de levensduurverlenging van 31 maart 2017. Dat is een taak die aan de CREG is toevertrouwd.

 

Gezien de overgedragen verliezen uit de voorgaande jaren, verwacht ik niet dat de Tihange 1-bijdrage dit jaar positief zal zijn.

 

Wat de repartitiebijdrage betreft, die roomt ongeveer een derde van de theoretische winsten van de kerncentrales af. We hebben hierover naar aanleiding van de bevestiging van de KB's in deze commissie al een aantal keren gesproken. Het gaat om theoretische winsten, na aftrek van theoretische kosten, op basis van een berekeningsmethode vastgelegd in de wet door de vorige regering in 2016. Het is een complex mechanisme met veel aanpassingen over de verschillende jaren van zowel prijzen als bijdragen.

 

Als de centrales draaien zoals gepland, gaat het mechanisme ervan uit dat 85 % van de elektriciteit op voorhand wordt verkocht en slechts 15 % op de day ahead market. De inkomsten voor de staat van dit jaar zijn gebaseerd op de resultaten van het mechanisme van het vorige jaar. Er is daarnaast een driejaarlijks vastgelegde minimumbijdrage en een driejaarlijkse aanpassing. Dit jaar is de bijdrage iets hoger dan de vastgelegde minimumbijdrage maar het jaar voordien werd de bijdrage opgetrokken tot de minimumbijdrage.

 

In 2022 zullen bij de driejaarlijkse aanpassing de hogere prijzen van dit jaar dus deels opgaan in de aanpassing. Aangezien ik niet over een kristallen bol beschik, is het in dit stadium moeilijk in te schatten wat de werkelijke impact zal zijn in 2022. De huidige hoge prijzen zullen op het eerste gezicht niet meteen leiden tot een veel hogere repartitiebijdrage dan dit jaar, maar een handhaving of stijging valt niet uit te sluiten.

 

De hoge prijzen van vandaag hebben ook een effect op de bijdragen voor de jaren na 2022 en op de volgende vastlegging van de minimumbijdrage. Het is nog te vroeg om te weten wat het effect zal zijn.

 

Ik heb de CREG gevraagd om bij de analyse van de eventuele windfall profits van de energiebedrijven ook te kijken naar de toereikendheid van de repartitiebijdragen met betrekking tot de windfall profits van de kerncentrales. Zoals ik vorige week in de plenaire vergadering heb gezegd, is de staat hier gebonden door een overeenkomst die de vorige regering heeft afgesloten met Engie, waardoor het heel erg moeilijk zal zijn om af te wijken van dit systeem.

 

De repartitiebijdrage wordt rechtstreeks aan de staat betaald. De toekomstige toewijzing van deze middelen is derhalve een vraagstuk waarover de regering een besluit zal moeten nemen in het kader van de toekomstige begrotingsbesprekingen.

 

Je n'ai pas connaissance du fait que la CREG a demandé un rapport endéans les deux semaines. La CREG publiera elle-même le résultat de ses analyses, comme elle y est tenue par la loi.

 

Op dit moment heb ik nog niet samengezeten met Engie, omdat ik op de analyse van de CREG wacht. Zoals ik al zei in de plenaire vergadering, ben ik met handen en voeten gebonden aan een contract dat de vorige regering met Engie gesloten heeft. Dat contract kan niet eenzijdig gewijzigd worden, wat een basisregel is van het Belgische contractenrecht.

 

Il est encore prématuré de parler de la concrétisation d'une telle taxation.

 

Ik kan wel duidelijk zeggen dat ik geen voorstander ben van een energiebeleid via conventies: dat is een energiebeleid van de vorige eeuw.

 

07.06  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, dat betekent eigenlijk dat u vandaag op het vlak van cijfers nog niet zo heel veel kan zeggen, ondanks het feit dat u wel hebt gezegd dat 85 % van tevoren is verkocht. Dat betekent dat u voor een bijzonder groot deel al wel een zicht hebt op de exacte winstmarge.

 

07.07 Minister Tinne Van der Straeten: Misschien.

 

07.08  Bert Wollants (N-VA): Dat is niet misschien, dat is zo. Als er 3 jaar van tevoren 19 % wordt verkocht, 2 jaar van tevoren 33 % en 1 jaar van tevoren 33 % en we weten voor het grootste deel van het jaar al wat de marktprijzen waren, kunt u eigenlijk voor het grootste deel van 2022 al een uitspraak doen en zelfs al voor meer dan de helft van 2023.

 

U verschuilt zich achter het deeltje dat u vandaag nog niet kent. We zullen afwachten wat de CREG ervan maakt en welke cijfers zij naar voren brengen. Ik heb namelijk de indruk dat de CREG die oefening al deels heeft gemaakt en dat er al heel veel van tevoren vastligt. U moet klaarheid scheppen over de cijfers die vandaag wel al vastliggen.

 

07.09  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, M. Wollants à tout à fait raison. Je ne répèterai donc pas ce qu'il vient de dire.

 

Vous connaissez déjà les chiffres, ce d'autant plus que le premier arrêté royal que vous avez signé a trait à la contribution de répartition. Cet arrêté a été confirmé par une loi que nous avons votée récemment. Tout le monde a d'ailleurs salué le fait que vous aviez fait en sorte que cette loi puisse être votée au Parlement bien avant la fin de l'année.

 

Dans cette loi qui confirme cet arrêté royal, il y a une analyse de la CREG des coûts fixes et des coûts variables. La CREG effectue également ce travail pour Tihange 1.

 

Monsieur le président, permettez-moi de faire un peu d'histoire pour M. Warmoes. Il n'y a pas que Doel 1 et Doel 2.

 

Le président: Madame Marghem, ce n'est pas possible, vu le nombre de points qui figurent à notre agenda.

 

07.10  Marie-Christine Marghem (MR): Dans ce cas, permettez-moi simplement de dire qu'il n'y a rien à espérer par rapport à Tihange 1. La CREG intervient également pour l'évaluation des coûts parce que la formule fait qu'on en est à 700 millions de dettes reportées. Avant de surnager avec des bénéfices pour avoir un peu de retour vers l'État en fonction de la convention, les poules auront des dents.

 

Par ailleurs, Mme Van der Straeten a déclaré qu'aucun contrat n'était inattaquable, qu'elle était liée par le contrat précédent. Mais elle aurait dû dire qu'elle était liée par les deux contrats précédents, à savoir celui de Doel 1 et celui de Tihange 1. Si un contrat est attaquable, c'est peut-être celui de Tihange 1 parce que la formule a été mal balancée. Pour ce qui nous concerne, nous avons refusé cette formule et nous avons prévu un forfait. C'est ce qui permet aujourd'hui au fonds de transition énergétique d'avoir 20 millions d'euros par an pendant dix ans.

 

Pourquoi ces contrats existent-ils? Parce que la loi les a autorisés. Le Parlement a, à chaque fois, voté des lois pour autoriser le gouvernement à prendre ces conventions. Ce faisant, et sur la base du traité sur la Charte de l'énergie, et du fait que la CREG dispose des chiffres et les évalue et que ces informations sont connues par la ministre, je ne vois pas comment on va trouver du surprofit dans le nucléaire.

 

En revanche, j'invite la ministre à faire comme je l'ai fait et à enlever quatre milliards d'euros aux exploitants offshore, ce qui veut dire qu'il y a de la marge. À ce niveau, il y a peut-être des surprofits à taxer.

 

07.11  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik vind dat u heel voorzichtig bent. Die woekerwinsten staan toch als een paal boven water. Ik heb u gevraagd om de cijfers te bevestigen maar u hebt dat niet gedaan. We zullen de studie van de CREG afwachten. Ik twijfel er niet aan dat men die woekerwinsten zal bevestigen, misschien niet in detail, maar ze zijn onbetwistbaar. Wanneer zal die studie er trouwens zijn?

 

Wat u verder heeft gezegd, is wel het bewijs dat het mechanisme van de repartitiebijdrage totaal onvoldoende is. Ik herinner eraan dat wij volledige transparantie over dat contract vragen. Misschien moeten wij daarvoor een aparte vergadering organiseren? Wij willen echt wel weten wat u allemaal hebt onderhandeld, mevrouw Marghem.

 

07.12  Marie-Christine Marghem (MR): Tout a été publié, monsieur Warmoes.

 

07.13  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Nous vérifierons tout cela sur le site de la Chambre. Il est clair qu'il faut davantage que cela, on ne peut pas laisser les choses en l'état, et je ne ressens pas chez vous, madame la ministre, une volonté d'agir, alors que votre tâche est de trouver les moyens de diminuer le prix pour les consommateurs et les entreprises.

 

07.14  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik wacht samen met de collega's de studie van de CREG af, maar ik betreur natuurlijk de stappen die door de vorige regering zijn gezet. Zij heeft zich in mijn ogen veel te snel laten afschrikken door eventuele rechtszaken. De facturen die wij vandaag betalen, zijn daar het gevolg van. Ik ben het volledig met u eens dat dit soort afspraken behoort tot het energiebeleid van de vorige eeuw.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De geschrapte aanbevelingen van het IEA m.b.t. een levensduurverlenging van kerncentrales" (55021423C)

08 Question de Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les recommandations abandonnées par l'AIE concernant la prolongation des centrales nucléaires" (55021423C)

 

08.01  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik heb al vaker verwezen naar de aanbeveling van het Internationaal Energieagentschap dat België zich het best voorbereidt op een eventuele levensduurverlening van zijn kerncentrales. Indien de veiling voor het CRM niet goed afloopt, zullen we immers relatief laat zijn om de twee laatste centrales nog in werking te houden.

 

We moeten vaststellen dat de passage ter zake in het te publiceren rapport enorm is afgezwakt. Ik begrijp dat we ons momenteel in woelige wateren bevinden, als het gaat over bevoorradingszekerheid, en ministers wijzen elkaar continu met de vinger. Maar wie ben ik, als uw Vlaamse collega van Energie met beschuldigende vinger zegt dat die passage afgezwakt zou zijn na een bilateraal contact tussen u en het IEA, hoewel het IEA onafhankelijk opereert.

 

Welke bilaterale contacten waren er tussen u en het IEA? Hebt u zelf aanbevelingen geformuleerd? Hoe verklaart u de koerswijziging in het rapport dat in december zal worden gepubliceerd?

 

08.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Van Lommel, ik verzet mij tegen de teneur van uw vraag, die voortgaat op een teneur die in de media wordt gezet.

 

Wat is een in-depth review? Een in-depth review wordt uitgevoerd door het IEA en verloopt volgens geijkte procedures, met vervolgens de interne Belgische afstemming, zoals ook die is vastgelegd.

 

Ik zeg aan u, mijnheer Van Lommel, aan iedereen in de commissie en aan iedereen die het verslag leest, dat de geijkte procedures nageleefd zijn. Afgelopen mei waren er consultaties tussen de IEA-experts en de Belgische federale en gewestelijke entiteiten. Ook het middenveld werd hierbij betrokken.

 

De voorbereiding en de representatie verlopen via geijkte procedures. Er zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop opmerkingen aan het IEA konden worden bezorgd, en wij hebben die strikt gevolgd.

 

Als autonome internationale organisatie maakt het IEA eigen analyses, stelt het agentschap eigen aanbevelingen op en formuleert het die op zelfstandige basis, op basis van de input die het van de lidstaat ontvangt. De in-depth review is niet beperkt tot de consultaties die in een tijdspanne van een week hebben plaatsgevonden in mei. Het is een proces, dat over meerdere maanden is gespreid en eindigt bij de formele goedkeuring van het eindrapport tijdens een bijeenkomst van het IEA. In het geval van de Belgische in-depth review zal dat in principe in december gebeuren.

 

In die tijdspanne monitort het IEA uiteraard de evolutie van de regelgeving, bijvoorbeeld van het CRM. Uiteraard zal men de bevindingen ter zake in de schriftelijke analyses en aanbevelingen meenemen.

 

Ik wacht dus op het definitieve rapport, zoals dat op het einde van het jaar zal worden gepubliceerd, mijnheer Van Lommel.

 

08.03  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik wacht natuurlijk ook het rapport af dat in december zal worden gepubliceerd, maar voor alle duidelijkheid, dat is niet de teneur die ik vandaag neerzet. U verwijst naar een door de media opgezette teneur; ik doe dat alvast niet.

 

Ik wil u natuurlijk wel geloven dat de geijkte procedures zijn gevolgd, maar wat moet ik ervan denken als uw Vlaamse collega van Energie, mevrouw Demir, iets anders beweert dan wat u hier vandaag zegt? Wat moet ik dan nog geloven als parlementslid?

 

Mevrouw de minister, ik stel voor dat u contact opneemt met minister Demir om een en ander uit te klaren, want zoals ik al zei in mijn inleiding, betreft het een bijzonder moeilijk debat en een thema waarover de bevolking zeer bezorgd is. Als we dan nog met dergelijke vingerwijzingen te maken krijgen, is dat niet bevorderlijk. Voor alle duidelijkheid, ik heb de teneur in elk geval niet neergezet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De publieke consultatie over de verlenging van D1 en D2 en de volgende stappen op dat vlak" (55020382C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De afgelopen volksbevraging rond Doel 1 en 2" (55021509C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken m.b.t. de beoogde beheersovereenkomsten met het SCK-CEN, het IRE en NIRAS" (55021435C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De federale steun voor de samenwerking tussen het SCK-CEN en IBA" (55021440C)

09 Questions jointes de

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La consultation publique sur la prolongation de D1 et D2 et les étapes suivantes du processus" (55020382C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La dernière consultation publique relative à Doel 1 et 2" (55021509C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation concernant les contrats de gestion visés avec le SCK-CEN, l'IRE et l'ONDRAF" (55021435C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le soutien fédéral à la coopération entre le SCK-CEN et IBA" (55021440C)

 

09.01  Bert Wollants (N-VA): De internationale publieke consultatie voor Doel 1 en 2 van april tot juni kan bogen op meer dan 9.500 reacties. Die moeten worden geanalyseerd. U hebt al beloofd er ter zake een wetsontwerp komt, dat voor eind volgend jaar goedgekeurd moet zijn. Het is de eerste keer dat een publieksbevraging zo ruim gaat. Honderden miljoenen inwoners konden immers een reactie geven. Het is dus goed om daar toch eens bij stil te staan.

 

Kunt u ons een aantal gegevens aanleveren? Hoeveel reacties werden er uiteindelijk ontvangen? Hoe zijn die verdeeld over de buurlanden in een omtrek van 1.000 kilometer rond de centrales? Detailgegevens mag u ons schriftelijk bezorgen.

 

Zijn er al conclusies te trekken uit het type van de binnengekomen reacties? Hebt u ook zicht op het aantal reacties dat is ingestuurd door milieubewegingen uit diverse landen? Wat zijn de verschillende conclusies?

 

Hoe ver staat u met het wetsontwerp dat u moet opmaken voor de verlengingswet? Wanneer wenst u dat in te dienen in het Parlement?

 

Bent u van mening dat er naast het louter noodzakelijke wetgevend werk ook bijsturingen noodzakelijk zijn voor de technische parameters van het LTO-project voor de twee eenheden? Werd er hiervoor al een gesprek gevoerd met de uitbaters?

 

09.02  Reccino Van Lommel (VB): In mei had ik al een gelijkaardige vraag gesteld, toen de publieksbevraging rond Doel 1 en 2 was opgestart. Inwoners buiten België konden van 2 april tot en met 2 juli geconsulteerd worden. Inwoners van België konden dat van 15 april tot 15 juni. In mei was het nog wat te voorbarig om daar een aantal concrete uitspraken over te doen.

 

Hoe is de volksbevraging finaal verlopen?

 

Hoe groot was de respons in binnen- en buitenland? Welke conclusies kunnen daaruit getrokken worden?

 

Hoe verlopen de verdere formaliteiten rond het milieueffectenrapport?

 

Tegen eind 2022 zal er wetgeving moeten worden aangepast. Acht u het nog altijd haalbaar om tegen dan de noodzakelijke voorbereidingen rond te krijgen in het kader van die levensduurverlenging tot 2025 voor Doel 1 en 2?

 

Ik kom tot mijn vraag met betrekking tot de beheersovereenkomst met het SCK, het IRE en het NIRAS verwijs ik graag naar het Rekenhof, dat eind vorig jaar een verslag publiceerde over de mate waarin de bestuurlijke risico's bij de instellingen van de federale nucleaire sector worden beheerst.

 

U zei dat een beheersovereenkomst een kwestie van goed bestuur is en dat u op die manier, met die beheersovereenkomsten, meer garantie wilt verkrijgen dat publieke middelen efficiënt worden ingezet.

 

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot die beheersovereenkomsten voor het SCK, het IRE en het NIRAS?

 

Mijn tweede vraag gaat over de federale steun aan de samenwerking tussen enerzijds het SCK en anderzijds het IBA. Deeltjesversnellerproducent IBA, enerzijds, en het Belgische nucleaire onderzoekscentrum, anderzijds, hebben de handen in elkaar geslagen via een strategisch R&D-partnerschap voor de productie van actinium-225. België zou daardoor het eerste land zijn dat actinium-225 op grote schaal produceert.

 

Het project wordt deels gefinancierd met middelen uit het Europese relancefonds. Is er daarnaast in federale steun voorzien, zoals bij het SMART-project van het IRE? Zijn er bepaalde middelen toegezegd?

 

België gaf aan marktleider te willen worden in de productie van actinium-225. Wat is het tijdspad van dit project?

 

U verwees ook naar de jobcreatie bij dit project. Hoe ziet u dit concreet?

 

09.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot de vragen over Doel 1 en Doel 2 werden, zoals u weet, bijna 10.000 reacties ontvangen. Het gaat hier eigenlijk over twee raadplegingen die samen zijn gevoegd. Enerzijds is er de nationale openbare raadpleging van het betrokken publiek en de bevoegde Belgische autoriteiten. Die werd afgesloten op 15 juni en werd gevoerd via een website, een internetplatform. Anderzijds was er een grensoverschrijdende raadpleging binnen een straal van 1.000 kilometer, met alle landen die zich betrokken voelen bij dit project, tot eind juni.

 

Zoals voorzien in de MER-richtlijn en de Espoo-conventie hebben Polen en Oostenrijk vragen gesteld naar aanleiding van het milieueffectenbeoordelingsrapport, opgesteld door onafhankelijke experts, aangeduid door de Belgische Staat en Electrabel. Dit werd georganiseerd door middel van briefwisseling tussen de bevoegde administraties, vanwege de gezondheidssituatie, vanwege de coronasituatie.

 

Belgische experts hebben in de zomer antwoorden voorbereid tijdens verschillende werkvergaderingen. Die gecoördineerde reacties zijn begin september naar die beide landen gestuurd. Polen was van mening dat al zijn vragen volledig werden beantwoord. Naar verwachting zal Oostenrijk ons uiterlijk begin november zijn definitief advies bezorgen.

 

Het rapport met de gedetailleerde analyse van de resultaten van zowel de nationale als de grensoverschrijdende consultatie zal door het SCK worden gefinaliseerd. Alle relevante documenten die in het kader van die raadpleging zijn ontvangen, worden zo snel mogelijk na de afsluiting van de grensoverschrijdende raadpleging gepubliceerd op de website van de FOD Economie, normaal gezien dus begin november. Ik blijf daarom bij mijn voornemen om tegen het einde van dit jaar een voorontwerp van regularisatiewet voor te leggen aan de ministerraad. Dat ontwerp kan dan, na advies van de Raad van State, begin volgend jaar ingediend worden in de Kamer, zodat u voldoende tijd hebt om dat ontwerp te behandelen.

 

Mijn administratie stelt een gemotiveerde conclusie op over de significante milieueffecten van het project, rekening houdend met de resultaten van de milieueffectenbeoordeling en van alle relevante informatie die in het kader van de raadplegingen is ontvangen. Ik wacht uiteraard op dat rapport alvorens zelf conclusies te trekken. Mijn opdracht is om een herstelwet in te dienen om de fouten uit het verleden recht te zetten. Die herstelwet zal uiteraard op geen enkele manier een vrijgeleide zijn om af te wijken van de reglementaire vergunningsverplichtingen onder de toepasselijke FANC- en regionale regelgeving waaraan de nucleaire exploitant onderworpen is.

 

Wat betreft de beheersovereenkomsten zijn wij inderdaad aan de slag gegaan met de opmerkingen van het Rekenhof. Een beter beheer van de nucleaire instellingen staat ook centraal in ons beleid. Wij houden regelmatig overleg met de betrokken instellingen en we hebben drie voorstellen voor beheerscontracten ontvangen. De raden van bestuur van het IRE en het SCK CEN zijn recent vernieuwd. Dat is net gebeurd zodat wij de voorstellen van beheersovereenkomsten met die nieuwe raden van bestuur kunnen bespreken. Wij hebben prioriteit gegeven aan de afronding van de beheersovereenkomst met het NIRAS, waarvan de raad van bestuur niet vernieuwd moest worden. Die beheersovereenkomst is goed op weg om te worden afgerond en zou in de komende weken kunnen worden ondertekend.

 

Nu kom ik tot de samenwerking tussen het SCK CEN en IBA. Het actinium-225-project geniet inderdaad specifieke ondersteuning voor de feasibility ervan via het Europese relancefonds. Daarbuiten is er geen specifieke federale steun aanwezig. Natuurlijk ontvangt het SCK wel de jaarlijkse dotatie voor zijn werking, maar die is niet specifiek op een bepaald project gericht. Het strategische R&D-partnerschap ter ondersteuning van de fesabilityfase heeft een duurtijd van één jaar en is verlengbaar.

 

De bedoeling van de feasabiltyfase is de technische en economische haalbaarheid en succes van het actinium 225-project te analyseren. Tijdens de feasabiltyfase zal ook de concrete planning van de realisatie van de actinium 225-infrastructuur worden uitgewerkt. De realisatie van de actinium 225-infrastructuur zal een belangrijke katalysator zijn voor de ontwikkeling van therapeutische radio-isotopen en geassocieerde radiofarmaca in België. Het biedt tevens de mogelijkheid hierrond een heel ecosysteem uit te bouwen, hetgeen in de toekomst een significante macro-economische impact zal hebben. In die zin sluit mijn antwoord op deze vraag aan bij het debat van daarnet over het postnucleaire tijdperk en de mogelijkheden daarin. Hier is een concreet project in uitvoering waarin het de bedoeling is om in iets waarin ons land sterk en groot is, namelijk medische radio-isotopen, sterk en groot te blijven en om dat uit te breiden naar therapie, niet alleen voor diagnose dus. Daarom wordt dit project in het kader van het relanceplan ondersteund omdat dat investeringen aantrekt.

 

09.04  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, wij zullen dus nog even geduld moeten hebben om een volledig zicht te krijgen op hoe alles eruit zal zien. Wij zullen het uiteraard opvolgen en zullen ook nagaan of het wetsontwerp er tijdig komt. U herinnert zich dat er de vorige keer over de levensduurverlenging van Doel 1 en 2 ongeveer 60 uur parlementair debat was. Ik ben benieuwd of iemand tweedehands de blauwe bak van Jean-Marc Nollet op de kop heeft kunnen tikken om dat debat te stofferen, maar het is dringend noodzakelijk dat wij de levensduurverlenging kamerbreed goedkeuren.

 

09.05  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, het SCK CEN moet het een en ander dus nog finaliseren. Ik heb begrepen dat de conclusies begin november op de website van de FOD Economie zullen staan. Dat zullen wij moeten afwachten. U bent ook het engagement aangegaan om begin 2022 met een wetsontwerp naar de Kamer te komen. Zoals de heer Wollants zegt, kan ik ook alleen maar hopen dat wij de verlenging zullen kunnen goedkeuren. U verwees er ook naar dat de MER-procedure bijzonder veel tijd in beslag neemt. Ik kan dus alleen maar hopen dat wij op tijd zullen zijn om alles rond te krijgen.

 

Het actinium 225-project is bijzonder belangrijk.

 

Het verdient ook alle steun.

 

Ik begrijp dat het op dit moment vooral aangewezen is op de middelen van het Europese herstelfonds, gecombineerd met de algemene middelen die het krijgt van de federale overheid.

 

Ik kan alleen maar hopen dat u het nodige zult doen om in voldoende financiering te voorzien wanneer die middelen ontoereikend zouden zijn en ter zake aan de federale regering specifieke vragen worden gesteld.

 

09.06  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, pendant la période des affaires courantes, nous avions énormément travaillé avec l'administration pour établir un "rétrocalendrier", afin que la loi de correction soit déposée en temps et en heure. Pour l'instant, je vois que le calendrier est respecté et que toutes les étapes que nous avions prévues sont correctement exécutées, de sorte que je n'ai pas trop de craintes.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energienorm en de betaalbaarheid van de energiefactuur" (55019398C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken rond de energienorm" (55021436C)

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het vereenvoudigen van de energiefactuur" (55019965C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De uitvoering van de CRM-resolutie op vlak van financiering en verlaging van de federale meerkosten" (55020383C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De flexibele accijns voor de energiefactuur" (55020699C)

- Barbara Pas aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De federale heffing/offshore in het licht van het temperen van de energiefactuur" (55021449C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijgende gas- en elektriciteitsprijzen" (55020674C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijging van de energieprijzen" (55021234C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "stijging energieprijzen - aangekondigd beleid" (55021476C)

- Raoul Hedebouw aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Uw belofte om de factuur te doen dalen" (55021454C)

- Raoul Hedebouw aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De exploderende energieprijzen" (55021455C)

- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energieprijzen" (55021497C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijging van de energieprijzen, de rol van Gazprom en de marktwerking" (55021355C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De 'structured toolbox' van de EC tegen de hoge energieprijzen" (55021037C)

- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese toolbox met maatregelen om de stijgende energieprijzen tegen te gaan" (55021272C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De uitbreiding van de sociale tarieven" (55020771C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De sociale tarieven in het algemeen en met betrekking tot de bestaande doelgroep" (55020772C)

- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De versterking van het sociaal tarief" (55021271C)

- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De forse stijging van het sociaal tarief" (55021327C)

- Barbara Pas aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De versterking van de sociale energiefondsen in het licht van de stijgende energieprijzen" (55021448C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De hoge energiefactuur van de getroffenen van de overstromingen" (55021078C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De situatie van de leveranciers naar aanleiding van de hoge gasprijzen" (55021240C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energieleveranciers en de stijgende energieprijzen" (55021415C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De rol van Russisch gas in de prijsvorming voor de Belgische markt" (55020980C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De vraag aan de EC om een onderzoek in te stellen naar de rol van Gazprom in de gasprijzencrisis" (55020982C)

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De brief van Test Aankoop met betrekking tot de naleving van het Consumentenakkoord" (55021422C)

10 Questions jointes de

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La norme énergétique et le caractère abordable de la facture énergétique" (55019398C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation concernant la norme énergétique" (55021436C)

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La simplification de la facture énergétique" (55019965C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'exécution de la résolution CRM en matière de financement et de diminution des surcoûts fédéraux" (55020383C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les accises flexibles dans le cadre de la facture énergétique" (55020699C)

- Barbara Pas à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La taxe fédérale/offshore à la lumière de la tentative de faire baisser la facture énergétique" (55021449C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation du prix du gaz et de l'électricité" (55020674C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation des prix de l'énergie" (55021234C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La politique annoncée dans le cadre de l'augmentation des prix de l'énergie" (55021476C)

- Raoul Hedebouw à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La promesse de la ministre de faire baisser la facture" (55021454C)

- Raoul Hedebouw à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La flambée des prix de l'énergie" (55021455C)

- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les prix de l'énergie" (55021497C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation des prix de l'énergie, le rôle de Gazprom et le fonctionnement du marché" (55021355C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La "structured toolbox" de la CE contre les prix de l'énergie élevés" (55021037C)

- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La boîte à outils européenne pour lutter contre la flambée des prix de l'énergie" (55021272C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'extension des tarifs sociaux" (55020771C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les tarifs sociaux en général et en ce qui concerne le groupe cible existant" (55020772C)

- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le renforcement du tarif social" (55021271C)

- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation considérable du tarif social" (55021327C)

- Barbara Pas à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le renforcement des fonds sociaux en matière d'énergie au vu de la hausse des prix de l'énergie" (55021448C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La facture d'énergie élevée des sinistrés touchés par les inondations" (55021078C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation des fournisseurs à la suite de la hausse des prix du gaz" (55021240C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les fournisseurs d'énergie et la flambée des prix de l'énergie" (55021415C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rôle du gaz russe dans la formation des prix sur le marché belge" (55020980C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La demande faite à la CE d'ouvrir une enquête sur le rôle de Gazprom dans la crise des tarifs du gaz" (55020982C)

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le courrier de Test Achats relatif au respect de l'Accord consommateur" (55021422C)

 

De voorzitter: Iedereen krijgt maximaal drie minuten spreektijd.

 

10.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijn vraag gaat over de uitbreiding van het sociaal tarief. U hebt dat in 2020 gedaan, zoals iedereen hier natuurlijk weet. Wij hebben dat ook goedgekeurd, dat was een goede beslissing. Het is ook de piste die u nu naar voren schuift om tegemoet te komen aan de stijgende energieprijzen voor de consumenten.

 

Wat ons betreft, moet die uitbreiding permanent worden. Wij steunen u dus uiteraard wat de verlenging betreft. Het systeem moet echter ook herzien worden, want de bedoeling moet wel zijn dat er een rechtstreekse link bestaat tussen het toekennen van het sociaal tarief en het inkomen van een gezin.

 

Ik weet niet hoever u daarmee staat? Het punt is dat het sociaal tarief op zich niet zaligmakend is, omdat het de marktprijzen volgt. Het volgt de commerciële tarieven. Aangezien de commerciële tarieven fors stijgen, is ook het sociaal tarief gestegen. Voor aardgas is het bijna verdubbeld, van 1,6 cent per kilowattuur naar 2,7 cent per kilowattuur.

 

Wij steunen uw piste, maar die is zeker niet de enige maatregel die u kunt nemen om de stijging van de tarieven voor de gebruikers ongedaan te maken of te compenseren.

 

Mijn vraag is wat u daaraan zult doen. Zult u ingrijpen om ervoor te zorgen dat het sociaal tarief betaalbaar blijft? Het heeft het etiket sociaal maar op den duur is het dat niet meer voor de mensen in de meest precaire situaties. Heeft de regering daar al iets over beslist?

 

10.02  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik spreek compleet los van mijn vragen, in die zin dat ik vandaag vooral wil weten op welke manier u de zaken aanpakt. In de afgelopen weken zijn u heel veel vragen gesteld om bepaalde ingrepen te doen voor de mensen die recht hebben op het sociaal tarief en voor de mensen die geen recht hebben op het sociaal tarief. Men vroeg u ook om te verduidelijken op welke manier u wil omgaan met de bijkomende btw-inkomsten en dat soort zaken.

 

Ik meen dat het een goede zaak zou zijn om een volledig overzicht te geven van de stappen die u aan het voorbereiden bent om ervoor te zorgen dat al die doelgroepen aan bod komen. Dat wil zeggen zowel diegenen die het zeer moeilijk hebben als diegenen die het nu moeilijk krijgen maar die op geen enkele specifieke sociale maatregel recht hebben. Het gaat evenzeer om de kmo's en de grotere bedrijven die op het vlak van competitiviteit in de problemen komen.

 

Kunt u voor al die groepen een stand van zaken geven van de plannen van de regering? Kunt u opsommen welke mogelijkheden er zijn? Dan kunnen wij daar in de komende weken verder over in debat gaan.

 

Ik denk dat het ook van belang is dat u eens perspectief geeft over welke stappen u momenteel zet met Europese partners in het ruimere verhaal. We kunnen er natuurlijk voor zorgen dat we bijsturen op basis van wat we nu zien op de markten en dat als een vaststaand gegeven beschouwen, maar ik kan mij ook voorstellen dat er momenteel gesprekken lopen om te zien wat Europa in de toekomst zou kunnen doen. Als u ons daarvan een volledig overzicht kan geven, kunnen wij vervolgens kijken hoe we onze vragen verder structureren.

 

Ik ga niet in op alle details die ik heb toegevoegd aan mijn vragen, dat zal voor een volgende keer zijn. Ik hoor echter wel graag hoe u het dossier zal aanpakken.

 

10.03  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, in de plenaire vergadering van donderdag hebben we het al gehad over de energieprijzen, die ook aan de keukentafel besproken worden, omdat ze nu eenmaal belangrijk zijn voor de mensen. Zowel donderdag als de afgelopen dagen heb ik vooral een minister en een federale regering gehoord die naar het volledige plaatje proberen te kijken.

 

Ten eerste, we bevinden ons in een Europese markt en het gaat om een Europese prijsstijging. Twee weken geleden hebt u in de plenaire verwezen naar het voorbije overleg met uw Europese collega's. Ik verneem dan ook graag welke voorstellen daar op tafel gelegd zijn om de problematiek op het Europese niveau aan te pakken, want ook in dit geval lijkt samenwerking mij het sleutelwoord.

 

Ten tweede, Groen vindt het uiterst belangrijk om de meest kwetsbaren in onze maatschappij te beschermen tegen de hoge energieprijzen. U hebt daarvoor het vorige jaar de uitbreiding van het sociale tarief op tafel gelegd en ook nu doet u dat. Zoals ik donderdag reeds zei, wordt dat ook gesteund door de Koning Boudewijnstichting. Daarnaast hebben zij verschillende andere aanbevelingen naar voren geschoven in hun rapport. Ik vroeg me af of u een aantal van die aanbevelingen zal meenemen in uw verdere beleid.

 

Daarnaast sluit ik me aan bij de vragen van de heer Wollants over de bredere kijk op de energieprijzen die de federale regering op tafel wil leggen.

 

10.04  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, het debat over de energiefactuur beheerst op dit moment het Parlement, omdat de mensen terecht bezorgd zijn over hun energiefactuur en zij zich afvragen hoe zij die zullen betalen.

 

Mevrouw de minister, ik verwacht van u uiteraard concrete antwoorden op de vraag op welke manier u het probleem op korte termijn wil aanpakken. Ik zie immers heel wat vingerwijzingen van het ene parlement naar het andere. Het ene parlement stelt dat er federale maatregelen nodig zijn, terwijl hier wordt gesteld dat een groot deel van de energiefactuur heffingen betreft die door Vlaanderen worden aangerekend. De mensen willen echter gewoon een oplossing en een antwoord. Zij willen vooral ook hun energiefactuur kunnen betalen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat mijn vraag over de energienorm de volgende keer wordt behandeld, indien er daardoor meer tijd is om dan dieper op de vraag in te gaan.

 

De voorzitter: Goed.

 

10.05  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, les prix de l'énergie flambent. Mme Almaci a déclaré dans De Zevende Dag qu'en ce qui la concernait, des mesures devraient être prises immédiatement. Vous voulez élargir le tarif social. Voulez-vous élargir cette mesure dans le temps uniquement ou voulez-vous élargir aussi la base des bénéficiaires?

 

La norme énergétique soutient les entreprises. Il en va de même pour la dégressivité offshore. Tout cela est payé par le consommateur lambda qui, lui, n'a pas accès au tarif social et qui retrouve toutes ces surcharges sur sa facture. Au MR, nous défendons la classe moyenne et le système du cliquet. J'aimerais savoir, au sortir des discussions de ce week-end, quelles sont les solutions qui émergent. Je voudrais aussi savoir si celles-ci vont prendre cours rapidement, et dans quel délai. Il faudrait qu'elles prennent cours le plus rapidement possible.

 

10.06  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, dit debat is min of meer hetzelfde als het debat in de plenaire vergadering. Er bestaat terecht grote bezorgdheid over de betaalbaarheid en de samenstelling van de energiefactuur. De energiefactuur swingt de pan uit. Verschillende mogelijkheden of pistes werden al geopperd. We kijken uit naar de energienorm. Met minister Van Peteghem hebt u een regeling over de accijnzen voorbereid. Anderen stellen dan weer een energiecheque voor.

 

Mevrouw de minister, mijn vraag is eigenlijk heel eenvoudig. Wanneer zult u met welke maatregelen komen om de energiefactuur betaalbaar en eenvoudig te houden voor iedereen?

 

10.07  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, de stijgende elektriciteitsprijzen beroeren elk gezin in ons land. Een mirakeloplossing bestaat niet, maar het is wel belangrijk dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt. Er zijn veel insteken voor het debat. Vooruit zal aan de regeringstafel mee naar oplossingen zoeken.

 

Als Parlementslid wil ik van deze gelegenheid vooral gebruikmaken om twee neveneffecten onder de aandacht te brengen, die volgens mij heel belangrijk zijn. Ten eerste, iedereen moet het hoofd koel houden, maar ik kan mij voorstellen dat het voor energieleveranciers vandaag ook geen gemakkelijke tijden zijn. Ik maak mij wel zorgen over de voorschotten die tegenwoordig aangerekend worden. Het lijkt mij belangrijk dat daarop goed wordt toegezien. Ik begrijp dat de leveranciers hun risico willen indekken, maar de slinger mag niet doorslaan naar de andere kant. De onvoorspelbaarheid van de markt zorgt er misschien voor dat er soms veel te hoge voorschotten worden aangerekend.

 

In een persbericht van Test Aankoop lees ik dat sommige leveranciers bepaalde producten zelfs niet aanpassen, waardoor klanten bij die leveranciers verplicht zijn om van een vast naar een variabel contract over te gaan. Niet toevallig gaat het om leveranciers die het consumentenakkoord niet ondertekend hebben, wat de zaken niet gemakkelijker maakt. Mevrouw de minister, hoe kunnen wij de markt ook in deze moeilijke periode enigszins in de gaten houden?

 

Ten tweede, er doet zich nu een energiecrisis voor, maar recent hebben we in ons land nog een crisis beleefd naar aanleiding van de overstromingen door de klimaatramp in Wallonië. In de getroffen streek verwarmen mensen momenteel hun vochtige huizen met elektrische vuurtjes. Ik kan mij voorstellen dat er daar twee crisissen samenkomen. De hoge elektriciteitsfactuur wordt door de stijgende gasprijzen nog versterkt.

 

Mevrouw de minister, ik vraag u om verdere dramatische toestanden te vermijden. Wat kunnen wij daartoe bijkomend doen?

 

10.08  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik heb enkele concrete vragen over wat de regering zal doen in dit problematische dossier.

 

U sprak over een vermindering van de federale heffing. In de pers is er sprake van 50 euro per jaar. Als mijn berekening juist is, bedraagt de federale heffing zo'n 57 euro per jaar, waarvan 12 euro voor de federale bijdrage en 45 euro voor toeslagen van Elia. Kunt u in de commissie bevestigen dat het de bedoeling is van de regering om de federale heffing te verminderen tot 7 euro? Is dat de grootteorde waarmee wordt gewerkt of wil men de federale heffing tot nul herleiden?

 

Over welke grootteorde spreekt men in de regering wat de accijnzen betreft? Er is sprake van 50 tot 100 euro, terwijl er voor de consument sprake is van zo'n 1.000 euro per jaar. Heeft de regering de wil om iets ingrijpends te doen om de factuur te verminderen?

 

In 2012 hebt u zelf de btw-verlaging op energie verdedigd. Ik vond dat een moedig standpunt. Vooruit en de PS hadden de btw-verlaging op energie naar 6 % als breekpunt tijdens de regeringsonderhandelingen. Stilaan ontstaat er echt een momentum om de btw tot 6 % te verlagen. Wat zijn de argumenten van de vivaldiregering om dat niet te doen? Het zou immers een verlaging met 300 à 400 euro per jaar betekenen voor de mensen. Het is belangrijk om zo'n drastische maatregel te nemen, gelet op de kritieke situatie waarin de mensen zich bevinden.

 

De voorzitter: Mijnheer Hedebouw, ik vraag u om de spreektijd te respecteren en nu af te ronden.

 

10.09  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, le 27 septembre, nous apprenions que l'association Test Achats vous avait adressé un courrier signalant que de nombreux fournisseurs de gaz et d'électricité ne respectaient pas l'Accord consommateur, c'est-à-dire l'accord relatif au consommateur dans le marché libéralisé du gaz et de l'électricité, qui vise à prévenir les pratiques abusives et les informations trompeuses dont pourraient éventuellement pâtir les consommateurs dans le cadre de leurs relations avec les fournisseurs d'énergie.

 

Dans ce courrier, Test Achats signale que, face à la forte augmentation des prix du gaz et de l'électricité, certains fournisseurs réduisent leur offre tarifaire - plusieurs d'entre eux ne proposant plus de tarifs fixes aux nouveaux clients, de même qu'aux clients amenés à prolonger leur contrat à prix fixe.

 

De plus, l'association soulève un manque de clarté et de transparence relatif aux informations fournies aux clients par certains fournisseurs, ce manque pouvant dans certains cas être assimilé à une violation des dispositions de l'Accord consommateur en ce qui concerne le renouvellement d'un contrat d'énergie. Cet accord stipule que le fournisseur doit transmettre aux clients une proposition de prolongation du contrat d'énergie en vigueur deux mois avant l'expiration de leur contrat, ainsi que des informations précises sur les modifications des conditions du contrat existant et demander l'accord du client. Si tel n'est pas le cas, le fournisseur est contraint de garantir un contrat équivalent à celui initialement souscrit.

 

Madame la ministre, pouvons-nous avoir votre retour à ce propos et, plus particulièrement, à propos des manquements relatifs aux informations fournies aux clients et nouveaux clients évoqués dans le courrier? Ce point a-t-il été évoqué avec votre collègue en charge de la Protection des consommateurs?

 

Test Achats souligne que plusieurs signataires de l'Accord consommateur semblent ne pas le respecter. Pouvons-nous être informés des modalités de contrôle du respect de cet accord?

 

Enfin, Test Achats plaide en faveur de l'obligation du respect de l'Accord consommateur pour tous les fournisseurs d'énergie. Pouvons-nous obtenir votre réaction ce concernant? Je vous remercie.

 

10.10  Christian Leysen (Open Vld): De afgelopen weken heeft iedere partij suggesties naar voren gebracht om de energieprijzen voor de consument op een of andere manier te drukken. De voorstellen gingen van btw-verlagingen en energiecheques tot een omgekeerd cliquetsysteem.

 

De eerste vraag is natuurlijk in welke mate de overheid van extra btw-inkomsten profiteert. Er zijn ook negatieve effecten; ik verwijs naar het artikel in De Tijd van 4 oktober. Wat de consument meer aan energie betaalt, betaalt hij of zij minder aan iets anders. Elk voordeel heeft ook zijn nadeel. Omgekeerd, de prijsdaling met 20 tot 30% de afgelopen jaren bracht ook minder btw-bijdragen door die consument met zich. Kortom, we moeten het probleem van de alsmaar stijgende energieprijzen oplossen, maar alleszins met gezond verstand. Dat betekent dat we moeten inzetten op structurele maatregelen zoals een federale accijns en een energienorm.

 

Aan welke maatregelen denkt u en welke liggen er op tafel bij de regeringsbesprekingen? Welke maatregelen zijn implementeerbaar op korte termijn, maar zijn ook structureel gezond en houden rekening met de begrotingssituatie? Het is gemakkelijk om te zeggen dat de overheid profiteert. Tegelijk mogen we niet vergeten dat we geconfronteerd worden met een budgettaire krater en dat het deficit moet worden gevuld.

 

10.11 Minister Tinne Van der Straeten: De markt is extreem nerveus. Ook vandaag noteren de energieprijzen op de day-aheadmarkten opnieuw hoog. Op enkele uren tijd stijgen de prijzen. Tijdens de plenaire vergadering hebben we ook het aantrekken van de economie na de coronapandemie besproken. Dat is op zich een goede zaak. De economie draait op volle toeren, met een grote vraag naar energie en grondstoffen in het algemeen tot gevolg. Tegelijkertijd is er een grote vraag naar gas door onder andere de toegenomen vraag naar warmte in een koude lente hier en naar koelte in een warme zomer in Azië.

 

Er is dus een enorme vraag naar gas geweest die een enorme druk legt op de prijzen.

 

De situatie waarmee we vandaag geconfronteerd worden is geen exclusief Belgisch fenomeen, de prijzen stijgen wereldwijd. De energiemarkt vandaag is nogal nerveus. Ik benadruk dat om u duidelijk te maken dat de beleidskeuzes die we moeten maken, structureel moeten zijn. We zullen in de toekomst immers nog geconfronteerd worden met nerveuze markten. In sommige buurlanden worden nu, op een nogal zenuwachtige manier, maatregelen genomen. Het is echter zaak om ervoor te zorgen dat we klaar zijn, dat we veerkrachtig zijn. We moeten dus een structureel energiebeleid voeren.

 

Dat beleid is te vinden in de energienorm. Hierover zijn er vandaag veel concrete vragen gesteld. We liggen wat dat betreft op schema. Ik heb dat schema al een paar keer geschetst hier in de commissie. In het regeerakkoord staat er dat we een gebenchmarkte energienorm moeten invoeren, niet alleen voor bedrijven, ook voor gezinnen. Het was de bedoeling om rond deze periode van het jaar daarover de eerste voorstellen te formuleren, en die zijn er ook. Dat zal worden afgerond in het kader van de begrotingsbesprekingen. Het zal dus niet de laatste keer zijn dat wij hierover spreken in deze commissie. Nog voor het einde van het jaar zullen er wetgevende initiatieven komen.

 

De hervorming bestaat erin dat we de energienorm willen invoeren via de methode van de accijnzen, wat ons moet toelaten de koopkracht van de gezinnen te verbeteren alsook de concurrentiekracht van de bedrijven te verhogen.

 

Waarom valt het debat over de energienorm nu precies onder structureel beleid? Wel, het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn dat we de concurrentie gaan organiseren tussen wie het moeilijk heeft en wie het heel moeilijk heeft. Iedereen wordt vandaag geconfronteerd met de hoge energieprijzen: mensen die in armoede leven, mensen met een heel bescheiden inkomen, de middenklasse, de betere verdieners, die daar misschien minder last van ondervinden, maar ook voor veel bedrijven is dit vandaag een issue.

 

Ik denk aan de bedrijven waarvoor de energie een groot deel van de kosten uitmaakt. We zien dat er vandaag al productieprocessen worden stilgelegd. Het is geen concurrentie. Het is ook geen opbod.

 

Het komt erop neer om de zaken structureel klaar te zetten om ze zo snel mogelijk te kunnen implementeren. Ik ben blij dat we daar met de regering al op tijd aan begonnen zijn. Zoiets kan men immers niet overnight invoeren. Als men vandaag een oplossing moet bedenken, kan men die morgen niet implementeren. Ik kan u zeggen dat de teams van de verschillende betrokken kabinetten al vele maanden daaraan werken. Dat maakt dat we een voorsprong hebben om de energienorm heel snel te kunnen implementeren.

 

Wij lopen ook voorop op het vlak van het sociaal tarief. Velen van u hebben ernaar verwezen. Ik lees in de pers dat daarover uiteenlopende gevoelens leven: voor de een gaat het niet ver genoeg; de ander vindt dat zo'n tarief tijdelijk moet zijn. Waarover gaat het hier? Wat is de bottomline?

 

Wij hebben in ons land al heel lang het instrument van het sociaal tarief. Sinds tien jaar wordt dat ook automatisch toegepast voor personen met een uitkering. Dat sociaal tarief is niet altijd in overeenstemming met het inkomen. De regering heeft in februari beslist om de doelgroep van sociaal tarief uit te breiden tot de personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming. Het statuut ter zake, dat door de ziekenfondsen wordt toegekend, brengt onder andere met zich dat men slechts 1 euro bij de huisarts moet betalen. De regering was met de voorbereiding van het wetgevend werk in dat verband al een jaar geleden begonnen, zodat ze de regeling vanaf februari van dit jaar zou kunnen implementeren. De mensen zien dat op hun factuur van maart en april van dit jaar. Het gaat over 1 miljoen gezinnen en 2 miljoen mensen. Dat zijn mensen die vandaag tegen de prijsstijgingen beschermd zijn.

 

Wij moeten niet aan steekvlampolitiek doen. Wij mogen niet achter de feiten aanlopen. Wij moeten niet, zoals sommige van onze buurlanden, overnight beslissingen uitdenken en implementeren. Wij hebben ervoor gezorgd dat een hele grote groep Belgen vandaag ook daadwerkelijk tegen de prijsstijgingen beschermd is. Dat scheelt meer dan een slok op de borrel. Wij kennen allemaal mensen in die situatie. Dat gaat over mensen die een inkomen van ongeveer 1.500 bruto hebben. Dat gaat over mensen met precaire jobs.

 

Het gaat over alleenstaanden met kinderen die op het einde van de maand moeten beslissen waaraan zij hun geld uitgeven. Voor die mensen zorgen wij er vandaag al voor dat zij op het einde van de maand nog altijd hun energie kunnen betalen. Wij zullen alle financiële problemen niet oplossen. Wat nu echter extra bij de kosten komt door de prijsstijgingen, is voor heel veel mensen vandaag al minder een zorg dan dat zulks anders zou zijn geweest. Geen enkele regering in Europa heeft vandaag al een beslissing genomen op dezelfde schaal als België.

 

Dat maakt ook dat wij vandaag in het kader van de begrotingsbesprekingen bekijken om wat op zich een tijdelijke maatregel was, namelijk een maatregel voor elf maanden die zou aflopen in december 2021, mogelijk te verlengen in 2022, zodat minstens de winter kan worden overbrugd in combinatie met een energienorm, die dan een structurele beleidsmaatregel is.

 

Een structureel beleid wordt uiteraard niet alleen op nationaal niveau gevoerd. Dat wordt ook op Europese niveau gevoerd. De vraag is hier ook gesteld. Twee weken geleden was de problematiek in het kader van de informele energieraad in Ljubljana uiteraard ook een hot topic. De Europese commissaris Simson heeft toen aangekondigd dat zij een toolbox zou uitwerken voor de lidstaten, waarmee zij zich ook veerkrachtig kunnen opstellen.

 

Een structureel beleid op Europees niveau gaat voor het maximaal inzetten op hernieuwbare energie, namelijk op de twee technologieën waarvoor de prijs daalt, zijnde wind en zon. Wij hebben voorbije zondag nog gemerkt hoe op het moment dat er veel wind was, weliswaar in combinatie met een lagere vraag, de prijs gedurende zes uur 0 euro bedroeg.

 

Wij hebben dat ook gezien tijdens de covidcrisis. Dat geeft ons alvast een doorkijk op de richting waarin we moeten evolueren - wij hebben het hier al eerder over gehad -, namelijk het versnellen van de productie van hernieuwbare energie in combinatie met energie-efficiëntie. Europa zal ook op maatregelen in dat verband verder inzetten.

 

Er is inderdaad een brief gestuurd naar mijn collega-staatssecretaris van Consumentenbescherming, mevrouw De Bleeker, die die brief met mij heeft gedeeld. Ik heb ook zelf gesproken met de energieleveranciers.

 

Er zijn twee aspecten aan het debat. Enerzijds is er inderdaad het feit dat de consument – wij volgen de ontwikkelingen ter zake nauwkeurig op – op een volatiele energiemarkt geconfronteerd wordt met voorschotten die verplicht worden verhoogd, en misschien met minder transparantie. Daarom zijn we in overleg gegaan met de leveranciers om te bekijken of wij het bestaande coronacharter kunnen omvormen tot een charter van de consument op de volatiele energiemarkt.

 

De gesprekken ter zake verlopen constructief, ook al zijn we er nog niet helemaal.

 

Anderzijds worden de leveranciers zelf ook blootgesteld aan hoge risico's. Ook op hen wegen de zenuwachtig stijgende prijzen. Zij worden bovendien geconfronteerd met consumenten, zeker die met een vast contract, die niet meer van leverancier of van contract veranderen. De manier waarop de leverancier zich indekt voor de mobiliteit of immobiliteit van zijn klanten kan ook druk zetten op de veerkrachtigheid van de leverancier zelf.

 

Wat ik niet wil, is een faillissement bij een leverancier. Als er een faillissement bij een leverancier komt, zoals we vandaag zien in het Verenigd Koninkrijk, riskeren we een domino-effect, want alle klanten moeten worden overgenomen door een andere leverancier. Ik zal voor u altijd een partner zijn, zoals ik altijd al was. We hebben het daarover al gehad bij de besprekingen over de vereenvoudigde factuur en de slapende energiecontracten. Ik zal altijd aan de zijde van de consument staan, maar ik vraag u om samen met mij na te denken over de situatie van de leveranciers. Een diligente leveranciersmarkt, zeker bij de nerveuze en volatiele markt van vandaag, vereist mondige en sterke consumenten, maar ook sterke leveranciers. Wij moeten daar het juiste midden vinden.

 

Mijnheer de voorzitter, het zal niet de laatste keer zijn dat we over het thema spreken, zeker in het kader van de begroting. Al de elementen worden afgeklopt in het kader van de begroting en van de budgettaire situatie. De regering zal met een uitgebalanceerd pakket komen, dat voor de verschillende groepen mensen en bedrijven een antwoord biedt, waardoor we ons samen staande kunnen houden in de crisis en vooral gewapend kunnen zijn tegen eventuele andere prijsschokken.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik ben gecharmeerd door uw gedrevenheid en het feit dat u bij deze formule losgekomen bent van de voorbereide antwoorden op de voorbereide vragen.

 

10.12  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u hebt heel sterk gefocust op het sociaal tarief, net als in de voorbije antwoorden. U mag echter niet vergeten dat 80 % van de bevolking daarvoor niet in aanmerking komt en dat de federale bijdrage dreigt op te lopen ter financiering van het basissociaaltarief. Ik heb vandaag geen zicht op wat u daarmee gaat doen.

 

Als het gaat over de energienorm, met alle respect, maar dat zou ons vandaag niet hebben geholpen. Die energienorm is steeds een benchmark geweest met de prijzen in de omliggende landen. En daar ligt de prijs zo mogelijk nog hoger dan hier. Ook daar is er dus werk aan de winkel.

 

U zegt dat u geen paniekmaatregelen wilt nemen op dit moment. Wilt dat zeggen dat er vandaag niets zal gebeuren? Dat is mij niet duidelijk, maar ik zal daarop de komende weken terugkomen.

 

Ten slotte, met betrekking tot leveranciers, er is daar een risico op het vlak van de sociale tarieven, die geprefinancierd moeten worden door die leveranciers. Is dat een goede werkwijze? Moet wij niet aan de slag en andere dingen doen?

 

10.13  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, u wil een gebalanceerd beleid uitwerken voor de toekomst. Er mogen inderdaad geen paniekmaatregelen worden genomen. Ik heb wel gehoord dat een uitgebalanceerd pakket van de federale regering ter bespreking voorligt tijdens de begrotingsgesprekken.

 

Het is ook goed dat er gekeken wordt naar die structurele maatregelen, naar de energienorm en de uitbreiding van het sociaal pakket. Ik wil toch nog eens benadrukken dat een op de vijf Belgische gezinnen door het sociaal tarief beschermd wordt en dus letterlijk niet in de kou komt te staan. Ik vind dat een heel sterk signaal van deze regering, zij laat haar sociale gelaat zien.

 

Ik heb ook genoteerd dat er samenwerking en overleg is op Europees niveau, waarbij wij vooral kijken naar de uitrol van hernieuwbare energie, omdat wind en zon de enige energiebronnen zijn die goedkoper worden in de toekomst.

 

Ten slotte wil ik ook nog een oproep doen aan de Vlaamse regering. Ik kan alleen maar vragen om evenveel inspanningen te doen als het federale niveau, voor de 22 % Vlaamse extra kosten op onze elektriciteitsfactuur.

 

10.14  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, het feit dat op dit moment 1 miljoen gezinnen nood hebben aan het sociaal tarief is duidelijk een teken aan de wand dat er iets grondig mis is met de belastingfactuur die de energiefactuur geworden is.

 

Een derde gaat naar de staatskas, in het geval van gas, en twee derde in het geval van elektriciteit. Waar zitten dan de socialisten met hun sociaal gelaat die ooit een breekpunt gemaakt hebben van de btw-verlaging? Nu komt u in de media doodleuk zeggen dat niet iedereen die nodig heeft.

 

Verlaag alstublieft het btw-tarief naar 6 %. Zorg ervoor dat de afroming van de nucleaire winsten integraal wordt ingezet voor de verlaging van de energiefactuur. Plafonneer de heffingen, mevrouw de minister. Haal van die factuur af wat er niet op moet staan. Implementeer een omgekeerd cliquetsysteem.

 

Want hoe wil u uitleggen aan een gezin dat 1.000 euro extra moet betalen voor elektriciteit en 1.500 euro extra voor gas, dat het geen nood heeft aan een btw-verlaging naar 6 %?

 

Ik vind het eigenlijk bijzonder goedkoop dat u zich op die manier verschuilt achter die belastingfactuur.

 

10.15  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la ministre, je suis un peu déçu de votre réponse. En fait, politiquement, vous dites clairement que vous allez vous limiter au tarif social. Vous n'avez répondu à aucune question concernant les gens qui ne sont pas concernés par ce tarif. Je suis donc un peu inquiet. Le signal politique donné aujourd'hui est qu'il n'y aura pas de mesures pour les 80 à 85 % de la population. C'est la première leçon de votre réponse.

 

Deuxièmement, vous dites que le tarif social compense les augmentations des prix de l'énergie: c'est faux. Il y a un alignement sur le prix du marché, moindre évidemment, mais celui-ci existe quand même. Il y a un doublement du tarif. Les gens paient plus cher, même dans le tarif social, et vont avoir du mal à payer.

 

Troisièmement, vous me parlez de la norme. Vous renvoyez tout vers du moyen terme, mais en comparaison avec quels pays cette norme énergétique sera-t-elle faite? Les pays environnants? Qu'est-ce que cela va résoudre, puisque tout va augmenter? Vous n'avez aucune réponse.

 

Quatrièmement, excusez-moi de le dire, la libéralisation du secteur n'a servi à rien du tout et cela, chers collègues, tout le monde est en train de le comprendre. Vous avez peur, à juste titre, d'une faillite d'un fournisseur. Cela montre bien que cette libéralisation du marché n'a servi à rien du tout, si ce n'est qu'à créer un chaos complet.

 

10.16  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je suis aussi un peu déçue par votre réponse qui place les accents émotionnels et idéologiques là où vous voulez les mettre, mais qui ne donne rien de concret comme réponse, à part le fait que vous allez élargir le tarif social. On ne sait pas s'il s'agit du temps d'application ou de la base. Le résultat est que 80 % des personnes, donc l'énorme classe moyenne, supporte ce tarif social qui augmente. Cela vient d'être démontré et c'est tout à fait exact.

 

Le gros problème est le budget. Dans votre facture, vous avez le transport GRT, la cotisation fédérale, le soutien au renouvelable et la TVA. Tout cela, c'est pour le fédéral. Vous dites que le renouvelable n'a rien coûté alors que nous payons un soutien très important au renouvelable dans ces factures. Donc, vous allez y ajouter le tarif social que vous allez élargir, la norme énergétique, la dégressivité offshore et le CRM. Tout cela sera en partie supporté par le budget pour qu'on ne voie pas trop le problème sur la facture d'électricité qui, de toute façon, va continuer à augmenter. J'ai donc un gros problème concernant les impôts de demain. Ceux-ci seront payés par la classe moyenne et seront la conséquence de cette politique qui consiste à tout faire porter par le budget pour cacher, en réalité, les vrais coûts. Je vous demande donc de réfléchir de façon approfondie et concrète, et de venir avec un projet qui, au moins, gardera l'église au milieu du village et soutiendra ceux qui travaillent et qui paient des impôts dans ce pays.

 

10.17  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, het is duidelijk: gezinnen en bedrijven hebben het zeer lastig om hun facturen te kunnen betalen. Er is nood aan maatregelen op korte en op lange termijn.

 

Het idee om het sociale tarief, dat we al tijdelijk hebben uitgebreid, nog tijdelijk te verlengen, is weliswaar sympathiek – voor ons mag er niemand achterblijven, zoals ik reeds zei – maar het is niet structureel genoeg. Er moeten nog extra maatregelen komen. Ik ben blij dat u dat hier beaamt. Het is slechts een maatregel voor 20 % van de gezinnen, terwijl de andere 80 % het ook lastig heeft. Structurele maatregelen zijn zeker nodig, zoals de energienorm gekoppeld aan de invoering van het accijnssysteem. Dat moet zeker worden bekeken. We moeten niet alleen de huidige situatie bekijken, maar ook al aan de toekomst denken, vandaar dat er maatregelen op korte en op lange termijn nodig zijn.

 

Ik besef dat de regering voor geen gemakkelijke opgave staat. Ik hoop dat er snel een goed akkoord kan komen en wens u daar veel succes mee. Ik hoop echter ook dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en er niet alleen gekeken wordt naar de federale regering. De gewestelijke regeringen moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen, want ook op die niveaus kunnen echt wel nog structurele maatregelen genomen worden. Door te zwartepieten gaan we de mensen niet helpen met het betalen van hun energiefactuur.

 

10.18  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, vooreerst zou ik willen reageren op de slogans van het Vlaams Belang. Ik weet niet in welke wereld u leeft, mijnheer Van Lommel, maar de belangrijkste reden voor de stijging van de factuur is vandaag de internationale gasprijs. Toen de prijzen vorig jaar heel laag stonden, heb ik u niet gehoord. Aan uw praatjes heeft niemand iets.

 

Wat de 6 % btw betreft, daar zijn wij nog altijd voorstander van. Ik stel vast dat partijen uit de meerderheid vandaag andere oplossingen voorstellen. In plaats van te klagen en te miezeren in een hoekje, denken wij dan liever mee. Wij hebben onder andere voorstellen gedaan over de meerinkomsten uit btw en zullen nu samen met de minister afwachten hoe het verhaal afloopt. Ze heeft vandaag opnieuw een aantal zaken besproken.

 

Het sociaal tarief zou een inderdaad een goede zaak zijn om de winter mee te overbruggen. U weet wat mijn belangrijkste bezorgdheid daarbij is: het sociaal tarief biedt geen oplossing voor het gebrek aan isolatie of het feit dat mensen met verouderde huishoudtoestellen blijven werken. Dat is mijn grootste probleem op dat vlak, ook al ligt dat niet volledig binnen uw bevoegdheden.

 

Ten slotte, u hebt niets gezegd over de energiefactuur van de slachtoffers van de watersnood. Het is een kleine groep, maar ik zou toch aandacht willen vragen voor hen, want zij worden dit jaar getroffen door twee crisissen tegelijk.

 

10.19  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik denk dat we er ons allemaal van bewust zijn dat het gebruik van de elektriciteits- of gasfactuur als bijkomende belastingbrief, waarbij men een aantal subsidies voor burgers en ondernemingen in de tijd verschoven heeft, zijn limieten heeft.

 

Ik ben blij dat u ook aandacht hebt voor het breder beeld als u zegt dat het niet alleen om een sociale problematiek gaat. Ik heb begrepen dat onze vrienden van de PTB zich nu niet alleen meer om de zelfstandigen bekommeren, maar ook om de rijken, door voor te stellen een geste te doen via de btw.

 

In de problematiek moeten we duidelijk ook oog hebben voor de kostprijs voor de ondernemingen. We moeten ook sterke leveranciers hebben die de continuïteit kunnen waarborgen, want ook dat is in het belang van de burgers.

 

Tot slot, wij moeten de burgers ook de boodschap geven dat zij, zelfs in tijden van piekverbruik en hoge prijzen, ook persoonlijk een tandje bij kunnen steken om hun verbruik onder controle te krijgen. Dat heeft een dubbel effect, want hun rekening zal lager zijn en er is een effect op de prijsstijgingen.

 

Wij moeten ons ervan bewust zijn dat er schommelingen zullen blijven bestaan. We moeten naar systemen zoeken die duurzaam zijn. In die zin vernoem ik uw vermelding van de omzetting van heffingen naar accijnzen, het omgekeerd cliquetsysteem en de energienorm. Dat zijn positieve signalen die wij ten volle ondersteunen. Wij blijven rekenen op uw aandacht voor de begroting, want anders zal de portemonnee van de volgende generaties alleen maar zwaarder belast worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.06 uur.

La réunion publique de commission est levée à 13 h 06.