Commission
de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat |
Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 19 octobre 2021 Matin ______ |
van Dinsdag 19 oktober 2021 Voormiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 10 et présidée par Mme Mélissa Hanus.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.10 uur en voorgezeten door mevrouw Mélissa Hanus.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
La présidente: Chers collègues, nous entamons nos travaux avec ce premier débat d'actualité. Comme mode opératoire, nous vous proposons que les personnes qui ont plus de deux questions en fassent la synthèse et en viennent le plus rapidement possible à leurs questions, afin de ne pas être trop longs. Nous demandons aux membres qui ont plusieurs questions de procéder ainsi endéans les cinq minutes, si cela est possible.
01 Actualiteitsdebat over de energienorm en toegevoegde vragen van
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energienorm en de betaalbaarheid van de energiefactuur" (55019398C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijgende energiefactuur en de energienorm" (55021849C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De uitvoering van de CRM-resolutie op vlak van financiering en verlaging van de federale meerkosten" (55020383C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De flexibele accijns voor de energiefactuur" (55020699C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het aangekondigde beleid in het kader van de stijging van de energieprijzen" (55021476C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwogen opties in het kader van de voorstellen tot verlaging van de energiefactuur" (55021775C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken rond de energienorm" (55021436C)
- Thierry Warmoes aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stijgende energie- en brandstofprijzen en de energienorm" (55021870C)
- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stijgende energie- en brandstofprijzen en de energienorm" (55021871C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energieprijzen" (55021919C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energienorm" (55021946C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het sociaal tarief" (55021947C)
01 Débat d'actualité sur la norme énergétique et questions jointes de
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La norme énergétique et le caractère abordable de la facture énergétique" (55019398C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La hausse de la facture d'énergie et la norme énergétique" (55021849C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'exécution de la résolution CRM en matière de financement et de diminution des surcoûts fédéraux" (55020383C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les accises flexibles dans le cadre de la facture énergétique" (55020699C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La politique annoncée dans le cadre de l'augmentation des prix de l'énergie" (55021476C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les options envisagées dans le cadre des propositions de diminution de la facture énergétique" (55021775C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation concernant la norme énergétique" (55021436C)
- Thierry Warmoes à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La hausse des prix de l'énergie et du carburant, la norme énergétique" (55021870C)
- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La hausse des prix de l'énergie et du carburant, la norme énergétique" (55021871C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les prix de l'énergie" (55021919C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La norme énergétique" (55021946C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le tarif social" (55021947C)
01.01 Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb verschillende vragen ingediend over de toename van de energiefactuur, waarover al heel wat gediscussieerd werd en vragen werden geformuleerd.
Gelukkig heeft de federale regering al vrij snel een aantal maatregelen gelanceerd. Op korte termijn gaat het dan om de verlenging van de uitbreiding van het sociaal tarief en de toekenning van 80 euro extra voor die kwetsbare doelgroep. Zij heeft ook structurele maatregelen aangekondigd, zoals de omvorming van de federale bijdrage tot een accijns, die veel beter regelbaar is, en voorts – tot onze tevredenheid – de invoering van de energienorm, waar CD&V al lang om vraagt.
Ik denk dat het belangrijk is dat er op korte en lange termijn wordt ingegrepen. Er zijn al heel wat beslissingen genomen. Wanneer treden die effectief in werking en wat zullen daarvan de effecten zijn op de energiefactuur?
01.02 Reccino Van Lommel (VB): Er is vorige week tijdens de plenaire vergadering geregeld naar de energienorm verwezen. Ik had er vandaag graag iets dieper op willen ingaan om een stand van zaken te krijgen.
De minister heeft eerder dit jaar, in februari en maart, gesprekken gevoerd met de vakbonden, de bedrijfswereld en de consumentenvereniging. Eind april was er het advies van de adviesraad van de CREG. De minister heeft steeds beklemtoond dat de energienorm op elk verbruikstype zou moeten worden toegepast.
In september, vorige maand dus, had een interkabinettenwerkgroep klaarheid moeten scheppen in een aantal zaken. Daarom had ik graag geweten of er een voorstel klaar is, wat er toen uit de bus is gekomen, wat het kader wordt en wanneer dat in werking treedt.
01.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, het gaat hier over de stijgende energie- en brandstofprijzen. Vorige week hebben we al lang gedebatteerd over wat ik uw "energiepakket" zal noemen. Daarin zitten drie maatregelen: een verlenging van het sociaal tarief tot begin april 2022, een korting van 80 euro voor wie recht heeft op dat sociaal tarief, en de invoering van een energienorm, waarbij de federale heffingen worden omgevormd tot een flexibele accijns.
Voor die energienorm wilt u aan verschillende doelgroepen vrijstellingen verlenen om de koopkracht van de gezinnen en de competitiviteit van de bedrijven te vrijwaren. Dat belet niet dat de energieprijzen blijven stijgen, en dat dus ook het sociaal tarief stijgt. Voor een gemiddeld gezin bedraagt die stijging al gemiddeld meer dan 300 euro tegenover begin dit jaar. Tegelijk blijven ook de brandstofprijzen aan de pomp stijgen. Diesel was nooit eerder zo duur. Dat wordt niet gecompenseerd in het energiepakket; diesel zit dan ook niet in de gezondheidsindex. Ook voor stookolie zijn er voorlopig geen maatregelen aangekondigd, terwijl een aanzienlijk deel van de bevolking – in Wallonië meer dan de helft van de gezinnen – nog altijd met stookolie verwarmt.
Wat wilt u doen tegen de stijgende brandstofprijzen? Hoe beschermt u de gezinnen die met stookolie verwarmen? Wat zult u doen als het sociaal tarief blijft stijgen? Is de energienorm ook van toepassing op stookolie of brandstof?
De
stijging van de energie- en brandstofprijzen wordt niet veroorzaakt door de
federale heffing of de accijnzen, wel door de steeds duurder wordende
energiecomponent. Zult u maatregelen nemen om ook de stijging van die
energiecomponent tegen te gaan?
La présidente: La question n° 55021871C de M. Hedebouw est retirée.
01.04 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, madame la ministre, mercredi dernier, le 13 octobre, la Commission européenne a publié une communication Tackling rising energy prices: a toolbox for action and support, laquelle propose une analyse de la situation actuelle et future en matière de prix de l'énergie et de certains de ses impacts sociaux.
Cette communication mentionne une série de mesures amenées à être discutées et mises en place au sein de l'Union. Je citerai notamment la révision du règlement sur la sécurité d'approvisionnement en gaz prévue en décembre 2021 afin de renforcer la résilience du marché gazier européen; mais également la série de mesures envisagées en matière de soutien d'activités économiques plus durables dans le secteur de l'énergie et de stockage d'énergie (développement du stockage d'énergie évolutif en tant qu'outil de flexibilité et achats conjoints volontaires de réserves, notamment).
Madame la ministre, quel est votre point de vue sur la communication de la Commission européenne et, plus particulièrement, sur l'analyse qu'elle propose? Pouvons-nous également obtenir de plus amples informations quant aux mesures que je viens d'évoquer et, plus particulièrement, à propos du calendrier prévu par la Commission européenne à ce sujet? Pourrions-nous simplement avoir un retour de votre part sur ces diverses mesures?
01.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, verschillende elementen van mijn vragen zijn in de loop van de afgelopen weken al ergens aan bod gekomen, zeker het concept van de flexibele accijns of de manier waarop de energienorm vorm zal krijgen. Er zijn ook binnen de regering al enkele stappen gezet die de discussie hebben gevoed, maar die nog niet hebben geleid tot een eindresultaat. Beter gezegd, er zijn voorstellen op tafel gelegd waarvan wij niet onmiddellijk kennis hebben, maar die wel ruim werden toegelicht in de pers.
Ik overloop enkele belangrijke aspecten van mijn vraag, ten eerste het sociaal tarief. Volgens mij is het een verkeerde keuze om louter en alleen op het sociaal tarief in te zetten. De cijfers die de CREG in de voortgangsrapporten aanbrengt, zijn ons allen bekend. Ongeveer 18 % van de mensen kan een beroep doen op het sociaal tarief, wat betekent dat 82 % dat niet kan. Voor dat grote percentage is er niets gepland. De regering voert aanpassingen door met een flexibele accijns, maar vandaag is nog niet geheel duidelijk op welke manier dat verder zal verlopen. We wachten nog op de teksten daarover.
Een belangrijke vraag in dat verband is hoe u zult omgaan met de voorschotfacturen. Dat element zit verwerkt in mijn ingediende vraag en ik heb het vorige week in de plenaire vergadering ook al gevraagd. Die vraag is toen echter wat ondergesneeuwd in het globale debat. Als heffingen en toeslagen worden omgezet in flexibele accijnzen, op welke manier wordt dat dan doorgerekend in de voorschotfacturen? Zult u een aanpassing van de voorschotfacturen verplichten, of blijft het bij een verbod om de voorschotfacturen aan te passen zonder akkoord van de klant?
In de pers is aangegeven dat er een lijst is met 25 voorstellen over de energiefactuur, die binnen de regering is besproken. Ik kan er dus alleen van uitgaan dat het om een publiek document gaat en dat u het aan onze commissie kan en zal bezorgen. Ik zou daar graag wat meer informatie over krijgen.
01.06 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, lors d'une interview à De Tijd en juin, vous avez indiqué, outre ce qui a été mentionné dans la presse dans l'intervalle, que vous travailliez sur une norme énergétique pour les entreprises qui garantirait la compétitivité en s'alignant sur l'évolution des prix dans les pays voisins. Pour les familles, l'accord de coalition prévoit, par exemple, que les surcoûts du mécanisme CRM seront compensés par la suppression d'autres taxes de la facture énergétique.
Le fond de l'affaire est d'essayer de comprendre – cela a également été relevé par M. Wollants – la manière dont techniquement et exactement, vous allez imaginer la norme énergétique et la présence d'accises ou la transformation de certaines lignes de la facture du consommateur en accises. Que contient en réalité cette norme énergétique? Que représentera-t-elle en accises en valeur absolue, c'est-à-dire en chiffres absolus sur la facture? À combien s'élèvera la part fédérale moyenne de la facture d'électricité une fois cette opération réalisée? Combien cela coûtera-t-il au budget de l'État et quelle sera la différence en moins, on peut l'espérer, dans la facture du consommateur par rapport à la situation actuelle?
Concernant le tarif social, vous en avez largement parlé. Le gouvernement a pris des décisions mais je souhaiterais savoir, au-delà du cliquet qui est imaginé en lien précisément avec ces accises, ce que vous comptez faire en plus pour la classe moyenne qui n'accède pas au tarif social sachant que celui-ci est additionné pour ceux qui bénéficient d'un surplus de 80 euros (20 % de la population belge) afin de les aider dans la crise actuelle de la flambée des prix de l'énergie.
01.07 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, leden van de commissie, de stijgende energieprijzen blijven een bezorgdheid. We blijven dit van nabij volgen en dit zal na vandaag ongetwijfeld nog aan bod komen als we de beleidsnota en de programmawet zullen bespreken, waarin alles met betrekking tot de energienorm opgenomen zal zijn.
De energiefactuur bestaat uit verschillende componenten, met aan de ene kant de energiecomponenten en aan de andere kant de gewestelijke heffingen en distributietarieven en als kleinste deel de federale heffingen en de transmissie- en transporttarieven, waarbovenop dan de btw komt.
Het is de energiecomponent die de laatste maanden erg gestegen is en waardoor de winter voor veel Belgische gezinnen nu financieel nog zwaarder zal vallen dan anders. Het is daarom ook dat de federale overheid de beslissing heeft genomen om bijna 1 miljoen gezinnen nog tot eind maart de kans te geven om het sociaal tarief te betalen voor gas en elektriciteit, waarbij de overheid de kosten voor de levering op zich neemt.
Die kosten bedragen 340 miljoen euro in 2022 voor alle klassieke sociaaltariefklanten en 208 miljoen euro voor de uitbreidingsgroep die in het eerste kwartaal nog een sociaal tarief geniet. Deze meerkosten zullen niet aan de andere gebruikers worden doorgerekend. Daarvoor is er de energienorm waarover we het donderdag uitgebreid hebben gehad en waar ik zo dadelijk op terugkom.
Ook voor alle beschermde klanten is er een winterkorting van de federale overheid ten belope van 80 euro per gezin. Vanaf april zal de helft van deze klanten, de uitbreidingsgroep, uit het sociaal tarief uitgefaseerd worden omdat we verwachten dat de prijzen dan weer zullen dalen en stabiliseren. Dat zijn althans de vooruitzichten. Zoals ik donderdag heb gezegd, wil een uitfasering zeggen dat we wellicht zullen werken met een tussentarief. We bekijken momenteel hoe we dat zullen implementeren.
De meeste vragen gaan terecht over de energiecomponent, waarvoor we de energienorm voor alle Belgische gebruikers implementeren. Ik herhaal wat ik donderdag heb gezegd. Het energiepakket dat we hebben afgesproken in het kader van de begroting is doelgericht en structureel.
J'aimerais aussi faire le lien avec la toolbox européenne, à laquelle M. Ben Achour fait référence. Un article très intéressant vient d'être publié par ACER, le régulateur européen. Il y a aussi des questions, plus loin dans le débat, qui portent sur ce sujet.
ACER fait une analyse de la toolbox européenne et émet des recommandations dans le même sens, à savoir de prendre des mesures ciblées envers les consommateurs les plus vulnérables, et des mesures plus structurelles, et aussi d'agir sur l'aspect fiscal et des contributions sur la facture. ACER indique aussi que c'est la partie de la facture qui pèse le plus.
En ce qui concerne les normes d'énergie, la norme énergétique est un instrument sur lequel mon cabinet travaille depuis avril en collaboration avec le cabinet du ministre M. Van Peteghem, qui protègera la part fédérale de la facture d'électricité et de gaz à partir du 1er janvier 2022.
Mijnheer Van Lommel, ik heb de timing hier al verschillende keren herhaald. We hebben gewerkt aan voorstellen die in de IKW's konden worden voorgelegd. Dat is zelfs eerder gebeurd dan wij hadden ingeschat. Die voorstellen gaan nu naar de regering in het kader van de programmawet. We zullen dat vervolgens in het Parlement indienen, waarschijnlijk in november, zodat dit nog voor het einde van het jaar ter stemming kan worden voorgelegd en dit vanaf 1 januari 2022 kan worden geïmplementeerd.
Je vais répéter ici l'explication que j'ai déjà donnée la semaine dernière. Tout d'abord, la norme énergétique se focalise sur les charges fédérales existantes sur l'électricité et le gaz. Ce faisant, la cotisation fédérale pour le gaz, celle pour l'électricité, mais aussi l'OSP (obligations de service public) et l'OSP-CRM seront supprimées dans la loi. La contribution variable annuelle va donc disparaître pour être remplacée par une contribution fixe via une accise spéciale sur l'électricité et le gaz. Les taux d'accises sont fixés par la loi et seront le reflet du niveau des surcharges en 2021. En effet, nous avons décidé ensemble, il y a maintenant plus d'un an, que l'année 2021 serait l'année de référence en matière de part fédérale sur la facture. La remise dégressive qui existait auparavant se traduira désormais par un droit d'accises dégressif. Un gros consommateur paiera donc moins par MWh pour ses tranches de consommation les plus élevées que pour sa tranche la plus basse avec une fluctuation de 14,21 euros par MWh à 0,5 euro par MWh.
Outre les différentes tranches de consommation, une distinction est également faite en fonction du type de consommateur. Les consommateurs non professionnels sont soumis à un taux d'accises légèrement inférieur afin de compenser l'application différente de la TVA.
Het was ook belangrijk om daarmee rekening te houden. Vandaag is er immers geen toepassing van de btw op de federale bijdragen. Daarom wordt het tarief voor de niet-zakelijke klanten lager gehouden, zodat er ook voor deze residentiële verbruikers geen verschil is op de factuur.
Il s'agit d'une mesure, madame Marghem, pour la classe moyenne. De cette manière, le taux pourrait être fixé au niveau des prélèvements fédéraux en 2021. L'accise est conçue avec une neutralité totale de la facture pour les différents profils de consommation que l'étude FORBEG rapporte annuellement.
Natuurlijk zullen de uitgaven die met de accijnsinkomsten moeten gefinancierd worden, wel nog jaarlijks fluctueren. De meeruitgaven worden dan echter jaar per jaar opgevangen door het budget en niet langer door de factuur van de Belgische verbruikers. Die vraag werd herhaaldelijk gesteld in het Parlement.
De schrapping van de federale heffingen in de elektriciteits- en gaswet, alsook de verhoging van de tarieven van de bijzondere accijnzen op gas en elektriciteit worden meegenomen in de programmawet van dit jaar. De werkzaamheden in de IKW daaromtrent zitten nu in de finale fase. Hierbij zijn dus de bevoegdheidsdomeinen van minister van Financiën Van Peteghem en mezelf betrokken. De wijzigingen zullen voor een stuk te vinden zijn in de accijnswet, dat is de programmawet van 2004, zeg ik uit het hoofd, en anderzijds in de gaswet en in de elektriciteitswet, met betrekking tot de openbaredienstverplichtingen. Wij moeten de lasagne in verband met de factuur, die daarin is ingeschreven, opkuisen. Het nieuwe regime wordt geïmplementeerd vanaf 1 januari 2022.
De kostprijs van de factuurondersteunende maatregel voor alle verbruikers bedraagt 103 miljoen euro in 2022. Dat bedrag is bestemd om, zoals we afgelopen donderdag hebben besproken, volgende tekorten te dempen: ten eerste, de verhoogde kosten van de offshorewindparken, die in 2022 hun tekorten die tijdens de coronacrisis waren ontstaan, zullen recupereren, en, ten tweede, de verhoogde kosten van de sociale tarieven. Het gaat om nettomeerkosten voor de elektriciteitsfactuur van de verbruikers ter hoogte van 51 miljoen euro. Op de gasfactuur zou normaal een verhoging van de sociaaltariefkosten ter hoogte van 52 miljoen euro worden doorgerekend, die door de wijziging naar accijnzen ook door de federale begroting wordt opgevangen.
Stap 2 van de energienorm is vervolgens de bescherming van de competitiviteit van de bedrijven en de koopkracht van de gezinnen. Door de wijziging naar accijnzen creëert de overheid een instrument dat slim kan ingezet worden om nadelen voor de koopkracht en de competitiviteit te compenseren.
Hiertoe wordt in de wet houdende diverse bepalingen in een jaarlijkse competitiviteits- en koopkrachtbijsturing voorzien. Er komt een jaarlijkse studie in opdracht van FORBEG, met publicatie uiterlijk op 15 mei. Hierin worden alle kostencomponenten voor alle verschillende verbruikers gemeten en afgezet ten opzichte van het buitenland.
Er komt eerst ook een KB waarin een benchmark wordt bepaald voor verschillende gebruikers, energiedragers en componenten
De laatste stap houdt in dat de CREG uiterlijk op 1 juli een rapport klaar heeft dat aan de hand van de resultaten uit de FORBEG-studie vaststelt of de benchmark wordt overschreden en dat, indien dat het geval is, maatregelen voorstelt om de competitiviteit van de bedrijven en de koopkracht van de gezinnen te compenseren, voor zover dat onder de bevoegdheid van de federale overheid valt.
De studie die het FORBEG in mei 2021 heeft gemaakt, concludeert dat er al lang een energienorm nodig is. De Belgische industrie vraagt die norm al langer. Het was een opdracht in het regeerakkoord om die norm tegelijk mee te ontwikkelen voor de gezinnen. Daarom hebben wij dus ook niet tot 1 juli gewacht om actie te ondernemen. Zo behouden wij bij de omschakeling naar accijnzen, die worden ingeschreven in de programmawet van 2004, ook de bestaande vrijstellingen voor bepaalde energie-intensieve bedrijven en voor kwetsbare gezinnen.
De netto kostprijs voor de overheid voor de toekenning van die vrijstellingen bedraagt jaarlijks 53 miljoen euro, waarvan de ene helft minderinkomsten zijn door een volledige accijnsvrijstelling voor kwetsbare gezinnen en de andere helft minderinkomsten door een vrijstelling van procesverbruik van bedrijven. Samen met de 51 miljoen euro aan elektriciteitscompensatie en de 52 miljoen euro aan gascompensatie komt dat dus neer op een kostprijs van 156 miljoen euro voor de energienorm in 2022.
Excusez-moi, je sais que je dépasse mon temps de parole, mais il s'agit de questions assez larges. Je n'ai pas encore répondu à toutes les questions, mais j'ai presque fini.
We kunnen dus van een uitgebreide federale energienorm spreken vanaf 2022. In het kader van de begrotingsbesprekingen circuleren er veel verschillende versies van nota's. Beleid gaat over wat beslist is en we hebben al het genoegen gehad om daar drie uur over te debatteren in de plenaire vergadering, nu in deze commissie en daarna ook in de volgende commissievergaderingen. We hebben daarin keuzes gemaakt die de oppositie in vraag stelt. Het is natuurlijk de essentie van het parlementaire werk.
Gelukkig gingen we de begrotingsbesprekingen goed voorbereid aan en kunnen we besluiten dat de overheid kiest voor een structurele aanpak die in het bijzonder zij die het het meeste nodig hebben, ondersteunt. Een beleidsvoorbereidend document van 15, 25 of 30 pagina's kan daar niks aan toevoegen. Ik word ondervraagd over het regeringsbeleid en niet over de verklaringen in de pers. Het is niet mijn opdracht om hier in de commissie verantwoording af te leggen ten aanzien van verklaringen die worden gedaan in de pers.
Je partage les analyses qui sont faites à propos du marché de l'énergie. Un engagement fort envers les sources d'énergie renouvelable et durable est recommandé. En ce qui concerne les mesures à court terme, la Belgique s'associe pleinement aux propositions de la Commission. Je vois bien que les mesures prises peuvent avoir un impact à moyen terme.
Op de vraag over het aanpassen van de voorschotten kan ik meegeven dat wij wellicht naar het Parlement zullen komen met een wettelijke regeling over de voorschotten in de wet diverse bepalingen. Deze regeling herneemt wat vandaag al in het consumentenakkoord bestaat.
Ik heb altijd, zeker in het kader van de uitbreiding van de sociale tarieven, met de leveranciers een gesprek gevoerd, om hun voorschotten evenwichtig te houden. Het federale aspect of aandeel op de factuur bedraagt 5 %. Indien de andere regeringen in dit land tegelijkertijd ook maatregelen treffen, om de factuur te verlichten, zal ik het gesprek blijven aangaan met de leveranciers, zodat de voorschotten te allen tijde in overeenstemming zijn met wat op de eindfactuur wordt verwacht. Ten andere, de leveranciers zijn daar ook zelf vragende partij voor, omdat hun klanten vragende partij zijn. Er komen later tijdens de huidige commissievergadering nog vragen over Mega. Indien er leveranciers zijn die op dat vlak de kantjes eraf lopen, zullen wij daartegen optreden.
Mijnheer Warmoes, voor de stookolieklanten verwijs ik naar het Sociaal Stookoliefonds, dat vandaag bestaat en waarop klanten een beroep kunnen doen.
Mevrouw Marghem, u had een vraag over de middenklasse. Ten eerste is de energienorm van toepassing voor iedereen en stabiliseert de factuur op het vlak van de federale taksen en heffingen. Ten tweede bevat het geheel van de begroting een pak koopkrachtmaatregelen, die ook specifiek gericht zijn op de middenklasse. Ik denk aan de lastenverlaging en aan de verhoogde aftrek voor kosten van kinderopvang. Wij kunnen uiteraard niet alles oplossen via de energiefactuur.
01.08 Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Een aantal zaken hebt u inderdaad donderdag in de plenaire vergadering al gezegd, maar het is goed om ze hier nog eens te herhalen, zodat iedereen goed weet waarover het gaat.
Ik denk dat de federale regering getoond heeft dat ze zeer daadkrachtig is. Er zijn maatregelen genomen voor de zwakste mensen. Het was echt wel nodig om hen te beschermen en er is dus zeer snel gereageerd. Er moeten natuurlijk ook herstructureringen voor alle mensen komen. Zoals u zelf aangeeft, is de energienorm daarvoor zeer geschikt, zowel voor de gezinnen als voor de bedrijven. Ook voor de middenklasse is dit zeker en vast een goede maatregel.
CD&V is zeer tevreden dat dit wordt ingevoerd en vooral dat ook het vrij snel gaat. U hebt de timing meegedeeld en als ik het goed begrijp, zullen we nog dit jaar de teksten krijgen via de programmawet. Dan kan dit snel worden ingevoerd. Ik denk dat dit een zeer goede maatregel zal zijn.
Met de andere maatregelen wordt ook gevolg gegeven aan de resolutie waarin werd gevraagd om het federale aandeel niet te laten toenemen. We kijken uit naar de teksten die u zult indienen, zodat wij ze kunnen bespreken en goedkeuren.
01.09 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben vandaag niet uitgebreid ingegaan op de maatregelen die vorige week al uitvoerig zijn besproken in de plenaire vergadering, daarom had ik het vooral over de energienorm an sich. Ik heb begrepen dat we in november een initiatief ter zake mogen verwachten en dat hierover naar verwachting dan ook gestemd zal worden, zodat die energienorm rond 1 januari 2022 van kracht kan worden.
01.10 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitgebreide en interessante uitleg. We kijken uiteraard uit naar de programmawet.
Op de vragen die ik u gesteld heb, heb ik maar bitter weinig antwoorden gekregen. De vraag over het stookoliefonds hebt u met één zin afgedaan. Dat er een sociaal fonds voor stookolie bestaat, wist ik natuurlijk wel, maar het is evident dat de huidige situatie om bijkomende maatregelen vraagt. Er zijn honderdduizenden en waarschijnlijk wel meer dan een miljoen gezinnen die daarop een beroep moeten doen om zich te verwarmen, met name in landelijke gebieden.
Ten tweede hebt u niets gezegd over brandstof. Dat verwondert me niet, want daaromtrent neemt u geen maatregelen. Nogmaals, de dieselprijs swingt de pan uit, net als de benzineprijs. Dat is voor bijvoorbeeld pendelaars een enorme kost, die niet meegenomen wordt in de gezondheidsindex en dus niet gecompenseerd wordt. Die stijging neemt dus een enorme hap uit hun koopkracht. Men kan natuurlijk zeggen dat ze dan maar het openbaar vervoer moeten gebruiken, maar zo eenvoudig is dat niet. Het openbaar vervoer is wat het is, en met de 250 miljoen die uw regering gaat investeren, zullen we er niet komen. Infrabel kampt nu al met een groot personeelstekort.
Ten derde, ik heb u al een paar keer ondervraagd over het sociaal tarief. Dit tarief is al met 300 euro gestegen en zal nog verder oplopen. De 80 euro die u daar tegenoverstelt, is volstrekt onvoldoende.
Dat brengt me bij het volgende punt. In Nederland heeft de ontslagnemende regering aangekondigd dat ze 400 euro per gezin zal compenseren. Dat heeft een kostprijs van 3,2 miljard, waarvan 2,7 miljard voor de gezinnen en 500 miljoen voor de kmo's. Dat is heel wat ambitieuzer dan wat u doet.
Tot slot zegt u dat u zich aansluit bij de maatregelen van de Europese Commissie, maar de suggestie om de btw te verlagen neemt u dan weer niet mee.
01.11 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, je remercie la ministre pour ses réponses. J'en tire comme enseignement la volonté du gouvernement de considérer comme nécessaire la mise en œuvre des mesures proposées et longuement débattues la semaine dernière et, qu'au-delà de cela, la porte reste ouverte à d'autres mesures si l'évolution de la situation l'exigeait. Je m'en réjouis.
Madame la ministre, je vous soutiens pleinement dans votre volonté de garder les yeux et les oreilles grands ouverts sur d'autres types de mesures qui pourraient s'avérer nécessaires si la situation actuelle perdurait, voire s'aggravait.
01.12 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb een aantal opmerkingen.
Ten eerste, ik begrijp dat we de 25 pagina's tellende nota niet krijgen. Blijkbaar staan daar een aantal zaken in die niet voor het Parlement zijn bestemd. Nochtans is het altijd interessant om te weten welke opties er allemaal worden overwogen als er een beslissing wordt genomen, in plaats van alleen van de beslissing zelf op de hoogte te worden gebracht. Ik begrijp dat u die zaken liever buiten het Parlement houdt.
Ten tweede, u hebt zich bijna versproken. Daarnet zei u bijna dat u ingrepen doet voor de kwetsbare verbruikers, maar u doet natuurlijk enkel ingrepen voor de meest kwetsbare verbruikers. Dat is een wereld van verschil en belangrijk om mee rekening te houden in dit debat.
Ten derde, als het gaat over die 156 miljoen euro die u inzet ten bate van de energiefactuur van de middenklasse – door u als belangrijkste maatregel bestempeld voor die doelgroep –, dan moeten we, afgaande op de uitleg die u in het plenum gaf, vaststellen dat 103 miljoen euro daarvan wordt gebruikt om stijgingen te voorkomen, en dat van het resterende deel 26 miljoen euro wordt ingezet om de factuur van de gezinnen te verlagen. Zo heb ik het toch begrepen. 26 miljoen euro verdeeld over 5 miljoen gezinnen, komt neer op iets minder dan een halve euro per maand. Het is maar de vraag of dat in verhouding staat tot wat u in feite zou moeten doen en tot waar wij op zitten te wachten.
Tot slot ga ik in op uw opmerking over de voorschotfacturen. Het hele idee van het cliquetsysteem dat de regering naar voren schoof, was net om ervoor te zorgen dat bij hoge energieprijzen de accijns zou kunnen worden verlaagd, en bij lage energieprijzen wat verhoogd. Zo blijft de impact voor de consument beperkt. Uit uw opmerking begrijp ik dat u niemand wilt verplichten de voorschotfactuur aan te passen. Dat is ook logisch: de voorschotfactuur van 5 miljoen gezinnen aanpassen veroorzaakt waarschijnlijk extra kosten op zich. Het leidt er evenwel toe dat het idee van een cliquetsysteem enigszins een lege doos is. Het is eerder een marketingpraatje dan dat het op de facturen een verschil maakt. We willen eerst zien hoe u dat allemaal in de teksten wilt verwerken.
Ik vrees dat hetgeen oorspronkelijk door minister Van Peteghem werd aangekondigd als een zeer grote hervorming aan het einde van de rit op de facturen niet zo heel veel verschil zal maken. Dat verklaart trouwens ook waarom er nu nog 156 miljoen is ingeschreven in de begroting, maar dat daar binnen 2 jaar nog amper 60 miljoen van overblijft. Ik vrees dat men meer van u had verwacht betreffende de factuur, maar dat zal dan niet voor deze oefening zijn.
01.13 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, merci pour le complément d'information que vous nous avez livré consécutivement à l'échange qui a eu lieu en séance plénière la semaine dernière.
Néanmoins, je n'y vois pas encore très clair sur le mécanisme dans toutes ses précisions. Je comprends bien que l'ensemble de la part fédérale, qui dépasse 5 %, contrairement à ce que vous aviez dit lors d'une précédente interview, deviendra un véhicule d'accises auquel on pourra associer un module de cliquet qui permettra de faire varier momentanément le poids de la facture pour les consommateurs de différents types.
Or, la charge pour le budget, que vous avez évaluée à 103 millions en 2022, j'aimerais que nous puissions la décortiquer pour savoir comment elle est constituée. J'espère que, lorsque vous présenterez votre texte, nous aurons l'occasion de voir exactement comment les transferts d'argent se font de la facture du consommateur vers le budget. Le budget peut s'alourdir et, à un moment donné, devenir ingérable et se transformer un impôt - ce que nous donnerons d'un côté, nous le reprendrons de l'autre.
Il peut aussi poser des questions en matière d'aides d'État puisque, à travers cette charge budgétaire et ce système d'accises - même si je sais particulièrement bien que cela ne correspond pas à des aides d'État stricto sensu - il y a quand même une aide qui est fournie. Elle doit l'être de façon à ce que nos entreprises ne se trouvent pas dans une situation de distorsion de concurrence par rapport aux entreprises voisines.
Là, je me pose réellement la question de savoir comment vous réagissez et quel est l'instrument, outre le benchmarking, qui vous permet d'éviter cette critique?
La présidente: Il y a encore une demande d'intervention de M. Leysen.
01.14 Christian Leysen (Open Vld): Ik wou nog toevoegen dat Open Vld al lang pleit voor de invoering van de energienorm. Dat stond ook al in het vorige bestuursakkoord met de N-VA. We zijn heel blij, want samen met de hervorming van de federale accijnzen is de energienorm de belangrijkste hervorming van de laatste tien jaar en ook een antwoord op de kritiek van de Europese Commissie die zei dat de huidige steun voor de offshore windparken en met name de degressiviteit voor de grote industriële verbruikers niet in overeenstemming is met de regels inzake staatssteun. Ik denk we hiermee daaraan tegemoetkomen. Er zijn maatregelen voor de middenklasse en voor de lagere inkomens. Ik ben blij dat u hiervan een prioriteit hebt gemaakt. U hebt hiervoor onze volledige steun.
L'incident est clos.
02 Actualiteitsdebat over de windparken en toegevoegde vragen van
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De variabele ondersteuning voor de windparken" (55020977C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De uitbouw van offshore wind op de Noordzee" (55021891C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De publicatie van de CREG met betrekking tot het 'contract for differences'" (55021442C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verhoging van de offshorewindenergiecapaciteit" (55021922C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het voor 2026 geplande energie-eiland" (55021942C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De invoering van een P2P-mechanisme" (55021951C)
- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verhoging van de capaciteit van de tweede offshore windzone" (55021983C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het verhogen van de capaciteit van de offshore windmolens in de Prinses Elisabethzone" (55021991C)
02 Débat d'actualité sur les parcs éoliens et questions jointes de
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le mécanisme de soutien variable aux parcs éoliens" (55020977C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'extension de l'éolien offshore en mer du Nord" (55021891C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La publication de la CREG relative au "contract for differences" (55021442C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation de la capacité du parc éolien offshore" (55021922C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le projet d’une île énergétique dès 2026" (55021942C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La mise en œuvre d'un mécanisme P2P" (55021951C)
- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation de la capacité de la deuxième zone éolienne offshore" (55021983C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation de la capacité des éoliennes offshore dans la zone Princesse Elisabeth" (55021991C)
Voorzitter: Christian Leysen.
Président:. Christian Leysen.
02.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, onlangs hebben wij vernomen dat de CREG voorstander is van een ondersteuningssysteem dat in twee richtingen kan bewegen voor offshore windenergie. Er is momenteel wel één land dat in geen enkele ondersteuning meer voorziet en dat is Nederland, maar het is duidelijk dat de CREG niet in dat systeem gelooft.
De regering heeft beslist tot het optrekken van de capaciteitsdoelstelling voor offshore windenergie in de tweede zone. Zo zou men op de hele Noordzee tot 5,8 GW kunnen gaan. In het verleden – in maart 2021, denk ik – heb ik u al vragen gesteld over dat scenario omdat daarvoor een zeer goede planning en afstemming met de andere functies van de Noordzee noodzakelijk zijn.
Daarnaast is ook de optimale densiteit van de zone al een paar keer aan bod gekomen. Door het zogenaamde wake effect zou de opbrengst van de molens lager kunnen zijn als de densiteit te hoog is. In de CREG-studie werd in zekere zin gewaarschuwd voor het verhogen van de densiteit, maar het is niet zo eenvoudig om een zin te lezen waarin vier keer een woord is geschrapt en vervangen door het woord 'vertrouwelijk'. Als ik het goed lees, zorgt de aanpassing die u doet ervoor dat de densiteit stijgt tot meer dan 12 MW/km2, wat meer dan het dubbele is van de optimale densiteit die de CREG zelf aangeeft voor 15 MW windmolens, namelijk 5,06 MW.
Het is ook goed om na te gaan hoe de systemen werkten die we in het verleden hebben uitgewerkt. In de loop der jaren hebben we er een viertal verschillende zien passeren die nu allemaal actief zijn, gaande van een vaste ondersteuning tot een ondersteuning die een link maakt met de elektriciteitsprijzen. Daartoe publiceert de CREG normaal gezien ook de minimumprijzen van de groenestroomcertificaten, al lijkt het zo te zijn dat daar momenteel geen publicaties meer over plaatsvinden. De laatste publicatie dateert in ieder geval al van een hele tijd geleden.
Ik heb een aantal vragen hierover. Is het effectief uw intentie om te kiezen voor dat tweezijdig contract, het contract for difference? Op welke manier gaat u om met de densiteit in dit verhaal? Er is immers de waarschuwing van de CREG, maar tegelijkertijd wordt ook de link gemaakt met de kostprijs van de stroom en dus ook met de vraag welke ondersteuning er nog zou nodig zijn. Wat is dus het effect van dit alles op de LCOE? Met welke productie zal u rekening houden – gelet op dat wake effect – door het kiezen voor een grotere densiteit? Ten slotte, op welke manier wordt rekening gehouden met de verschillende functies die in de Noordzee zitten, gelet op de uitdrukkelijke waarschuwing van de offshore windsector zelf tijdens het recente webinar van EnergyVille?
Ik sluit af met een vraag over het laatste stuk, met name of het inderdaad zo is dat er momenteel geen publicaties meer zullen plaatsvinden van de minimumwaarden van de groenestroomcertificaten? Of heeft u daar een andere verklaring voor?
02.02 Reccino Van Lommel (VB): De CREG stelt inderdaad voor om voor de offshore investeringen in de Prinses Elizabethzone te werken met een contract for difference. Dat zou er eigenlijk op neerkomen dat windparken steun kunnen krijgen als de elektriciteitsprijs onder een afgesproken drempel zakt, maar ook omgekeerd, dat de investeerders de overheid zouden moeten vergoeden wanneer de prijs boven een bepaalde drempel uitstijgt.
Dat betekent dat investeerders vooraf zouden moeten bieden op een minimum- en maximumdrempel die ze denken nodig te hebben. De investeerder met de laagste cijfers zou dan die concessie binnenhalen. Die exacte criteria voor die veiling moeten nog worden bepaald, maar de CREG wil dat die drempel voldoende hoog wordt gelegd.
Wat is uw inhoudelijke reactie op de visie en de voorstellen van de CREG? Die waren tot voor kort immers nog niet gepubliceerd.
De Europese Commissie heeft vorig jaar in november haar strategie voor offshore voorgesteld en toegelicht. Hoe passen de voorstellen van de CREG daarin? Zijn er de voorbije maanden al Belgische insteken geweest in een aantal wetgevende voorstellen van de Europese Commissie ter zake?
Wat is de stand van zaken rond de voorbereidende studies van de Prinses Elisabethzone?
02.03 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le 15 octobre dernier, nous apprenions l'approbation par le Conseil des ministres du projet visant à augmenter la capacité des parcs éoliens offshores. Celle-ci sera dès lors portée de 2,2 GW en première zone à 5,8 GW, un chiffre représentant un quart de la production totale d'électricité, ce qui est considérable.
J'ai une série de questions concernant cette décision. Pourrions-nous être informés du calendrier de ce projet? À quelle échéance pouvons-nous espérer que la capacité des parcs éoliens offshores soit portée effectivement à 5,8 GW?
Pouvons-nous obtenir des informations au sujet de l'état du réseau d'approvisionnement en électricité offshore? Le projet dont question nécessitera-t-il une adaptation du réseau? Des contacts ont-ils déjà été pris avec vos collègues des entités fédérées à ce propos?
Dans votre note de politique générale, vous mentionnez votre volonté, madame la ministre, d'étudier "la possibilité de réaliser une capacité supplémentaire d'éolien offshore en dehors de la mer du Nord". Peut-on avoir votre retour à ce sujet?
Enfin, nous savons que de nombreuses avancées ont été réalisées dans le domaine des technologies énergétiques éoliennes ces dernières années. Pourrait-on dès lors être informés des technologies employées dans le cadre de ce projet? Considérant les avancées technologiques que je viens d'évoquer, une adaptation des parcs éoliens existants est-elle envisagée?
02.04 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, vous avez, avec le premier ministre et le ministre de la Mer du Nord, fait des déclarations fort opportunes. La COP26 approche et il importe de s'y rendre avec une ambition et quelques éléments concrets, même si nous attendons encore le burden sharing 2020-2030 – mais qui n'est pas de votre compétence – et alors qu'énormément d'argent dort sur un compte et pourrait par exemple servir à soutenir les familles précaires en énergie.
Doel 1 fermera le 1er décembre 2025 et la question est de savoir si, en 2026, vous serez au début ou à la fin de la construction des parcs éoliens qui doivent constituer cette île énergétique. C'est crucial puisque cette énergie supplémentaire doit remplacer les infrastructures sortantes.
Madame la ministre, ce timing est-il compatible avec le projet Ventilus et la boucle du Hainaut, qu'on ne voit pas se mettre en œuvre avant 2029-2030? Avez-vous des accords contraignants associés à des garanties, responsabilités ou pénalités dans la configuration que vous imaginez? Les exploitants qui vont entrer dans ces marchés publics doivent vous assurer d'une fourniture. Quand on parle de gigawatts et de chiffres, on oublie systématiquement qu'on a affaire à des énergies intermittentes, qui ne sont pas pilotables et dont le taux de charge est pour l'instant au meilleur de 40 à 45 %.
Selon la presse, la capacité prévue se situe entre 3,1 et 3,5 GW sans extension de zone et cela nécessite un renforcement des infrastructures et des mâts beaucoup plus grands. Il y aura également des défis techniques puisqu'on va concentrer sur une même zone des infrastructures beaucoup plus grandes. Je rappelle que les éoliennes de 14 MW sont seulement des prototypes et ne sont pas encore industrialisées – on est encore en train de les tester. Que dire dès lors des éoliennes de 17 MW?
Quel sera le niveau de soutien et le strike price maximum que vous avez fixé? Avez-vous engagé l'objectif renouvelable simultanément avec un objectif réellement économique?
Enfin, cette densité de 12,5 MW/km2 est-elle réaliste?
02.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, als het goed is, zeggen wij het ook. Het plan om in de Prinses Elisabethzone in de Noordzee de voorziene capaciteit op te trekken, met een verdrievoudiging van de totale capaciteit, met grotere turbines op dezelfde oppervlakte, vindt de PVDA goed nieuws. Die grotere turbines hebben mogelijk wel meer impact. Het is dus belangrijk dat u, en uiteraard ook uw collega Van Quickenborne, werk maakt van de bescherming van de natuur op zee. Zoals reeds gezegd, zijn er immers verschillende functies op de Noordzee naast het uitrollen van die energie-infrastructuur. Wij moeten op zijn minst vermijden dat lokale bewoners, de visserijsector of natuurverenigingen zich tegen die plannen zouden verzetten en daartoe grond zouden hebben.
Op welke termijn wilt u die zone ontwikkelen? Is er iets veranderd aan de timing door het verhogen van de capaciteit? Of zal de regering deze zone versneld ontwikkelen? Zijn er ook reeds bijkomende maatregelen afgesproken rond natuurbescherming of natuurherstel?
Is er reeds een beslissing genomen over de manier waarop de regering deze zone wilt ontwikkelen? Ik doel dan op het financiële aspect. Ik heb gelezen dat u voor een tender opteert. Voor ons, en wij worden vandaag trouwens bijgetreden door de heer Coens, is de energiekwestie zodanig vitaal dat dit in publieke handen moet zijn. Volgens ons zou u dat best zelf doen, zodat de opbrengsten terugvloeien naar de gemeenschap en niet alle winst naar de private aandeelhouders vloeit. Nog minder zijn wij er voorstander van dat de gezinnen die winst dan ook nog eens zouden financieren met extra belastinggeld.
02.06 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, België is gekend als pionier op het vlak van offshore windparken. Het was steeds de bedoeling om die capaciteit te verhogen en om dit te doen via een tendersysteem. Dat werk werd gestart door de heer Philippe De Backer, die ook de verdienste heeft dat hij de moed heeft gehad om in te grijpen in de prijssetting. Hij heeft 3 à 4 miljard euro bespaard. Ik hoop dat u met gelijkaardige voorstellen afkomt. U zet dat werk nu voort, samen met collega Van Quickenborne. Wij rekenen op u, zodat de discussie niet alleen gaat over wat er bijkomt op de factuur van de ondernemingen en van de consumenten, maar ook over de kostenbeheersing.
Er zijn randvoorwaarden verbonden aan dit dossier. Collega's hebben al gewezen op die 17 megawattturbines. Zijn die voldoende beschikbaar? Wat zijn de wake effecten? Is er een effect op de luchtstromen aan land?
Ik wil het nog even hebben over het feit dat dit allemaal gepaard moet gaan met de versterking van het hoogspanningsnet op het land. Er is het jammer genoeg contesteerde Ventilusproject en in Wallonië is er la Boucle du Hainaut. Dat is allemaal van cruciaal belang en de realisatie van het energie-eiland hangt daarmee samen. Ik wil daarover niet pessimistisch zijn, maar ik wil toch een zekere realiteit in dat debat brengen.
Wij kijken uit naar de praktische en professionele uitwerking door u, de regering en de administraties.
02.07 Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie pour vos questions.
Je refuse l'idée selon laquelle la communication de la décision prise par ce gouvernement vendredi dernier soit considérée comme "quelque chose de fort opportun".
Het gaat
over een economische beslissing gebaseerd op feiten en op cijfers.
Je fais référence à l'étude récente du Bureau fédéral du Plan: Bon vent: setting sail for a climate neutral Belgian energy system - Future Belgian offshore wind unravelled Plan. Cette étude a été publiée ce lundi, 18 octobre 2021.
Misschien kan het interessant zijn om in de commissie in het kader van de behandeling van de beleidsnota daarover een gedachtewisseling te houden.
Wat zegt het Planbureau? Om te evolueren naar een klimaatneutraal energiesysteem hebben wij hernieuwbare energie nodig in grote hoeveelheden. Voor België betekent dat offshore windenergie. Het Federaal Planbureau gaat uit van een scenario met 6 GW windenergie op zee – die beslissing hebben wij vorige vrijdag genomen – bijkomend en complementair met een interconnectie.
Twee scenario's schuift het Planbureau naar voren. Er is, enerzijds, 2 GW, waarvoor we met Denemarken een MOU hebben ondertekend en waarin wij binnenkort de tweede stap zullen zetten. Er is, anderzijds, een alternatief met nog meer interconnectie met andere landen. Dat is mogelijk met het energie-eiland. Wij hebben vorige vrijdag immers ook beslist dat met het energie-eiland de interconnectiecapaciteit wordt meegenomen.
Het Planbureau voegt daaraan toe dat wij flexibele capaciteit en opslag nodig hebben, namelijk grootschalige regelbare koolstofvrije capaciteit op waterstof of biogas. Daarvoor maken we precies de switch met het CRM en met de decarbonisering van het CRM in het kader van RRF.
Het Planbureau stelt ook dat flexibiliteit nodig is in de vorm van elektrische voertuigen en warmtepompen. Die analyse is ook gemaakt in het kader van de Adequacy and Flexibility Study van Elia. Ik verwijs ter zake ook naar de beslissing van de regering eerder in 2021 om bedrijfswagens te elektrificeren. Op die manier kunnen wij evolueren naar een koolstofvrij Belgisch energiesysteem. Wij garanderen onze bevoorrading en wij zorgen voor betaalbaarheid. Wij hebben vorige vrijdag exact wat in de studie staat, beslist.
Het Planbureau geeft ook aan dat daarvoor een stabiel en regelgevend kader nodig. Daarmee ben ik het eens. Daar komen samengevat uw vragen ook op neer, namelijk hoe zorgen we voor dat stabiel en regelgevend kader. Het gaat daarbij onder andere over de financiële voorwaarden voor de concurrerende inschrijvingsprocedure voor de tender. De CREG beveelt daarvoor een two-sided contract for difference aan.
Bij zo'n contract wordt er een mechanisme opgezet om de energieprijs te stabiliseren: de ontwikkelaar is zeker van een prijs die hij kan krijgen voor zijn geproduceerde energie en de overheid is zeker van een te betalen maximumbedrag voor de stabilisatie en heeft bovendien de mogelijkheid om daar inkomsten uit te genereren in periodes van hoge energieprijzen. Daarmee worden met andere woorden windfall profits vermeden.
Dat betekent ook dat de investering die consumenten de voorbije jaren hebben gedaan om de pioniersrol waar te maken zou kunnen terugvloeien naar en worden gedeeld met de overheid, wanneer wij de tweede zone ontwikkelen.
De regering bekijk momenteel of een two-sided contract for difference inderdaad de aangewezen optie is. Dat mechanisme werd in andere Europese landen al gebruikt voor de financiering van windenergie op zee, zoals de studie van de CREG ook schrijft, en werd ook telkens door de Europese Commissie goedgekeurd. Dat mechanisme is dus perfect conform de Europese regels. Er werd een Belgische bijdrage ingediend bij de Europese Commissie in het kader van de consultatie over de climate, energy and environmental aid guidelines, die gericht is op het kader omtrent de verdere integratie en ondersteuning van hernieuwbare energie.
Ter voorbereiding van de tender van de Prinses Elisabethzone worden tien technische voorstudies uitgevoerd ten laste van de overheid. Van die tien studies werd er intussen één volledig afgerond en zijn er drie in uitvoering. Voor vier van de studies is de aanbestedingsprocedure lopende en slechts twee moeten nog volledig worden gestart. De vooropgestelde datum waarop die studies afgerond moeten zijn, midden 2023, is niet gewijzigd. Een stand van zaken is telkens te vinden op de website van de FOD Economie, de algemene directie Energie, en wordt up-to-date gehouden.
In het kader van een two-sided contract for difference zijn er momenten waarop de windparken dienen te betalen door een hogere densiteit van het windpark. Mijnheer Wollants, uw opmerking dienaangaande verbaast mij, want het kan geenszins een doelstelling van de overheid zijn om de windparken zo weinig mogelijk te laten betalen, noch voor de overheid om zoveel mogelijk winst te maken. Het mechanisme van de two-sided contract for difference heeft als doel dat er voldoende financiële zekerheid wordt ingebouwd voor beide partijen, waarbij de baten voor de maatschappij geoptimaliseerd worden en de windparken tegelijk de mogelijkheid krijgen om een stabiele businesscase uit te werken.
De minimumprijzen worden nog steeds gepubliceerd op de website van de CREG. De publicatie is up-to-date. Er is een korte technische panne geweest in de publicatie, maar die werd zeer snel weer opgelost. De minimumprijzen voor Northwester 2, Seastar en Mermaid worden voorlopig niet gepubliceerd, aangezien die parken onder de voorschotregeling vallen. De kostprijs van de voorschotten publiceert de CREG in haar jaarverslag. Ook die manier van werken is niet gewijzigd.
Madame Marghem, votre question semble très large et englobe de nombreux aspects. L'île énergétique proprement dite fera l'objet d'un appel d'offres public mené par Elia Transmission Belgium.
S'agissant de l'initiative sur les communautés d'énergie renouvelable, j'ai l'ambition d'impliquer davantage les citoyens dans l'éolien offshore et de leur faire profiter également de ses avantages. Il est important, dans le cadre de la transition énergétique, que tous les citoyens fassent également partie de l'histoire. C'est pourquoi j'ai demandé à mon équipe de formuler une proposition avec le secteur sur la meilleure façon d'intégrer cet aspect dans l'appel d'offres. La proposition de révision de la directive sur les énergies renouvelables de la Commission européenne, publiée le 14 juillet dans le cadre du paquet "Fit for 55", a pour objectif de renforcer et de dynamiser le cadre législatif relatif aux contrats d'achats d'électricité, afin que les petites entreprises telles que les communautés énergétiques des citoyens puissent également y avoir accès.
Le passage aux voitures électriques me semble assez spécifique, étant donné qu'il s'agit généralement de fournir suffisamment d'électricité renouvelable, y compris à nos concitoyens. En outre, ces citoyens peuvent également compter sur d'autres sources d'énergie renouvelable telles que l'éolien onshore et les panneaux solaires à proximité. Dans ce cas, il sera important d'aligner davantage la consommation sur la production et d'offrir de la flexibilité dans son ensemble. D'autres initiatives sont également prises dans le contexte de la gestion de la demande.
Les voitures électriques - mais aussi les pompes à chaleur - jouent également un rôle, comme l'ont indiqué Elia et le Bureau fédéral du Plan.
In verband met de verhoogde ambities van de regering voor de ontwikkeling van windenergie op zee, heeft de Europese Commissie met de Green Deal de lat wat hoger gelegd voor de lidstaten, door Europa klimaatneutraal te maken tegen 2050.
In het kader van Fit for 55 is er een doelstelling van 40 % hernieuwbare energie. De Noordzee is daarin een belangrijke schakel. De Belgische federale overheid legt de lat daarom ook op Belgisch vlak hoger, met de verhoging van de capaciteit van de Prinses Elizabethzone tot minimum 3,15 GW en maximum 3,5 GW en een totaal vermogen van offshore windproductie van 5,4 tot 5,8 GW, als we rekening houden met de reeds bestaande windparken. Zo zijn we niet ver meer verwijderd van de 6 GW die door de sector zelf naar voren wordt geschoven. België kan tegen 2030 25 TWh uit hernieuwbare offshore energie halen, wat tussen 25 en 30 % van de huidige elektriciteitsvraag in België is.
Om het effect van de densiteit op de LCOE te kunnen inschatten, heb ik aan de AD Energie gevraagd om een studie te laten uitvoeren door een onafhankelijk studiebureau. We hebben laten onderzoeken of een verhoogde productiecapaciteit economisch haalbaar is en wat het effect daarvan op de energieproductiekosten is. Hieruit is gebleken dat de impact van een verhoging van de capaciteit op de energieproductiekosten eerder beperkt is. Wanneer alle andere parameters gelijk blijven en alleen de densiteit in de parken tot het maximum wordt verhoogd, stijgt de LCOE volgens de studie met minder dan 5 %
De productiefactoren, rekening houdend met wake losses en blockage losses, schommelen tussen de 46,6 en 52,3 %, afhankelijk van het type turbine en de totale geïnstalleerde capaciteit.
Madame Marghem, l'avancée technologique la plus importante que nous constatons concerne les turbines. Alors que dans notre première zone en Belgique, des turbines de 3,5 à 9,5 MW étaient installées, des turbines de 15 à 17 MW sont actuellement en conception. Nos études et recherches ont utilisé des données réelles émanant de turbines qui sont déjà en cours de développement et dont on peut s'attendre à ce qu'elles soient disponibles au moment où la construction du premier parc éolien de la deuxième zone débutera, à savoir en 2026-2027.
Pour ce qui concerne les aspects techniques du raccordement au réseau, je renvoie au dossier de conception de celui-ci qui sera soumis au gouvernement en décembre prochain, et qui contiendra tous les détails en la matière. En outre, j'attire votre attention sur la fourchette qui a été introduite, à savoir entre 3,15 et 3,5 GW, comme objectif de capacité de production. Cette fourchette laissera aux promoteurs la flexibilité nécessaire pour trouver un équilibre optimum entre densité, capacité de production, conception et implantation en fonction des caractéristiques de la zone.
Je tiens également à souligner que plusieurs parcs éoliens de la première zone ont une densité plus élevée que celle que nous envisageons ici. Toutefois, il est vrai que la densité reste plus élevée que dans d'autres pays, ce qui ne devrait pas vous surprendre, compte tenu du fait que nous ne disposons que d'une très petite surface en mer du Nord, surface que nous devons utiliser de la manière la plus optimale possible.
Le raccordement de la zone Princesse Elisabeth sera assuré par l'île énergétique. Une expansion du réseau offshore est donc bel et bien nécessaire et prévue. Les plans détaillés de cette extension appelée MoG II seront soumis au gouvernement fédéral par le gestionnaire de réseau, Elia, en décembre de cette année.
Het gebruik en de bestemming van elk deel van de Belgische Noordzee is vastgelegd in federale wetgeving, namelijk het marien ruimtelijk plan. Het huidige MRP is in voege getreden in 2020 en is geldig tot 2026. Dit plan heeft de Prinses Elisabethzone aangeduid als zone voor productie en transmissie van hernieuwbare energie. Een gedeelte van de zone is ingekleurd als Natura 2000-gebied. Dit betekent dat natuurbehoud en natuurbescherming belangrijke bijkomende functies zijn voor deze zone.
De verhoging van de capaciteit en de bouw van het energie-eiland passen volledig binnen de grenzen die door het marien ruimtelijk plan worden uitgezet. Er wordt met andere woorden niet afgeweken van de functies en het gebruik die al in de wet bepaald waren voor deze zone.
Mijnheer Warmoes, dit beantwoordt ook uw vraag over de bijkomende maatregelen voor natuurbescherming en -behoud. De milieuvergunning en de Natura 2000-toelating zullen verschillende maatregelen opleggen, zowel voor de bouwers van de windparken als voor de bouwers van het energie-eiland. Daarbovenop voorzie ik 1 miljoen euro vanuit het RRF-subsidiebudget voor projecten in het kader van natuurbehoud en -herstel.
Het belang van interconnectie om de toegang voor België tot volledige hernieuwbare energie veilig te stellen, kan ik alleen beamen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de uitbouw van hybride connecties.
En effet, monsieur Ben Achour, deux projets concrets d'interconnexion offshore sont actuellement à l'étude. Un premier projet baptisé Nautilus prévoit le raccordement entre la Belgique et un parc éolien au large des côtes du Royaume-Uni; un deuxième projet avec le Danemark prévoit une connexion entre la Belgique et l'île énergétique danoise qui reliera également notre pays au parc éolien danois. Pour les deux projets, les discussions avec les pays partenaires sont en cours et des analyses coûts/bénéfices ainsi que des études de faisabilité sont réalisées.
Au niveau du timing, je peux vous informer, monsieur Ben Achour, madame Marghem et monsieur Warmoes, que la construction de lignes énergétiques sera finalisée au milieu de l'année 2026. Ensuite, l'infrastructure de transmission y sera construite et sa construction se déroulera parallèlement à la construction et à la mise en service des parcs éoliens, à savoir à partir de 2027. La mise en service et le raccordement se feront par phases, parallèlement à l'achèvement du renforcement du réseau onshore auquel vous avez fait référence, monsieur le président. Les timings, madame Marghem, sont donc bel et bien compatibles.
Mijnheer Warmoes, de federale overheid zal de bouw van de windparken in de markt zetten via een tenderprocedure. Er is nog geen beslissing genomen over de manier waarop de overheid de tenders in de markt zal zetten en welke mechanismen hierbij gebruikt zullen worden. Ook die beslissingen zullen echter snel volgen.
Madame Marghem, la construction de l'île énergétique se fera par le biais d'une procédure d'appel d'offres européenne mise sur le marché par le gestionnaire de réseau Elia. Les responsabilités, garanties et pénalités seront bien sûr prévues et établies contractuellement.
Comme vous l'entendez, madame Marghem, cet objectif a fait l'objet d'un examen approfondi, tant sur le plan économique que technique. L'augmentation de l'objectif est réaliste et faisable, et surtout nécessaire. Tout le monde est d'accord sur ce point. Le secteur reçoit un message clair de cet objectif et sait ce que l'on attend de lui. Le gouvernement fédéral définit clairement la direction que devra prendre l'éolien offshore, ce qui permet au secteur de commencer à y travailler.
De voorzitter: De tijd die u hebt gekregen om te antwoorden, was heel ruim, maar uw antwoorden waren wel relevant, mevrouw de minister.
Er staan nog 20 vragen op de agenda, dus ik stel voor dat de leden hun replieken kort en krachtig houden.
02.08 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is toch niet zo vreemd dat wij vragen stellen en dat wij de concrete randvoorwaarden willen kennen, zeker omdat ik hierover in maart al vragen heb gesteld en toen zei u zelf dat dat niet in een vingerknip beslist kon worden, dat heel veel randvoorwaarden gerespecteerd moesten worden en dat u daarover in gesprek wilde gaan met alle partijen. Nu horen wij van die beslissing, maar in heel die periode hebben wij van het dossier niets vernomen, ook niet over het resultaat van de studies, over de randvoorwaarden en dies meer. U zegt dat de sector zelf die 6 GW heeft gevraagd, maar dat weet ik. Dat is de reden waarom ik u daarover op 2 maart een vraag heb gesteld. Dat lijkt mij maar logisch ook. Wij willen dus zeker worden betrokken in het verdere traject.
Wat de publicatie van de minimumprijzen betreft, kan ik alleen maar vaststellen dat ik blijkbaar altijd vragen stel op exact het verkeerde moment, want toen ik mijn vraag indiende in september, stond er sinds 2020 geen enkele prijs meer vermeld. Ik ben blij dat de indiening van mijn vraag wonderwel samenvalt met het oplossen van een panne bij de CREG. Ik vind dat allemaal leuk, maar er mag toch wat meer transparantie zijn daarover. Wij willen mee aan de kar trekken voor dat dossier, maar wij willen ook bewaken dat de factuur niet opnieuw bij de consument terechtkomt en dat wij waar voor ons geld krijgen. Dat is de enige voorwaarde die wij stellen en ik denk dat dat maar terecht is ook.
02.09 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de uitgebreide stand van zaken. Collega Wollants heeft zeker gelijk dat het lang windstil is geweest hieromtrent.
Ik wil graag een bezorgdheid meegeven. U zegt dat de ontwikkelaar zeker moet zijn van zijn investering. Dat begrijp ik heel goed, maar wij moeten heel goed nadenken over de randvoorwaarden en dergelijke, zodat het in de toekomst geen eenrichtingverkeer kan worden. Hoe men het ook draait of keert, de investeringen die nu gebeuren, zijn er voor vele jaren en wij moeten erover waken dat wij later niet met handen en voeten gebonden zijn.
02.10 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Elles marquent l'ambition du gouvernement en matière de transition. Elles font aussi la démonstration que la transition ne sera pas, et ne peut pas être, des discours incantatoires et des objectifs vagues, mais des investissements concrets, et notamment des investissements publics. De ce point de vue-là, je vous remercie pour votre approche et votre manière de voir la transition énergétique.
Monsieur le président, je voudrais en profiter pour vous demander quelle est la suite du programme. Cette commission a-t-elle une heure de fin prévue?
Le président: Oui: 12 h 30.
02.11 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je sens une certaine nervosité dans votre façon de répondre. Je ne retirerai évidemment rien de ce que j'ai dit. Je sais, pour être suffisamment informée, que le timing a été chargé pour que de telles déclarations puissent avoir lieu maintenant. Ce n'est pas un problème un soi; je le relève simplement.
Je ne voulais pas être pesante, mais M. Leysen l'a rappelé tout à l'heure, c'est avec M. De Backer que j'ai fixé le cadre dans lequel vous évoluez maintenant pour lancer les marchés publics, que nous avons déterminé la zone en mer du Nord pour l'installation du nouveau parc de la période 2020-2030, que nous avons enlevé aux exploitants quatre milliards d'euros de soutien, que nous avons donc lancé cette politique que vous poursuivez. Je l'ai fait. Nous l'avons fait, en quatre ans de gouvernement.
Au fond, entre une annonce et une série d'études qui valident un projet – dont nous nous réjouissons par ailleurs, bien entendu – il y a un élément fondamental qui est le prix. Je crois qu'il est légitime que tout parlementaire s'inquiète de savoir comment, à un moment donné, la technique sera supportée financièrement par le consommateur ou le budget de l'État.
Cela ajoutera encore un poids considérable, même si c'est le sens dans lequel nous devons aller, d'autant plus que l'intermittence, en l'absence de stockage de très grande capacité, sera compensée par le gaz, avec le coût que l'on connaît en termes financiers et en termes d'émissions de gaz à effet de serre. Nous suivrons évidemment avec grand intérêt l'avancement de ce dossier qui doit s'épanouir après 2024.
Le président: Je m'excuse de ne pas vous avoir nommée, mais j'ai rencontré très récemment M. De Backer, et c'est donc à lui que j'ai pensé immédiatement. Je sais que c'est un travail d'équipe qui a été réalisé.
02.12 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitgebreide uitleg. Zoals reeds gezegd, steunen wij de verhoogde capaciteit op de Noordzee. We verschillen natuurlijk van visie over de rol van de overheid daarin. U beslist om een beroep te doen op privéfirma's en die te subsidiëren, voor hoeveel zal nog moeten blijken. De vraag is of die windenergie op dat moment niet al rendabel zal zijn. We willen dus alleszins niet dat ook die factuur bij de consument terechtkomt.
Wat die visie betreft, kan ik me het plezier niet ontzeggen om CD&V-voorzitter Joachim Coens toch even te citeren, met een knipoog naar mevrouw Dierick. Hij zegt in Humo dat de liberalisering van de energiesector geen goede zaak was, dat we te veel uit handen gegeven hebben en dat energie een overheidstaak is. Hij zegt dat hij op dat vlak op de lijn van PVDA zit. Dat is toch wel opmerkelijk.
Wij vinden uiteraard dat er geïnvesteerd
moet worden in hernieuwbare energie, maar dan door de overheid zelf. Tegelijk verwelkomen we wat u in het
Frans zei: vouloir impliquer les citoyens dans l'énergie offshore et être
occupée à déterminer comment faire appel à des communautés énergétiques de
citoyens.
C'est une bonne initiative que nous saluons. Les coopératives citoyennes ont effectivement aussi un rôle à jouer dans la production d'énergie.
Tot slot, mevrouw de minister, verneem ik dat u aandacht hebt voor natuurherstel en -bescherming. Daar heb ik een randbemerking bij. Net als Nederland heeft België een zandige kust, met een specifieke fauna en flora en met als enige uitzonderingen daarop tot nu toe de golfbrekers en havendammen. Daarvan zijn we stilaan een rotskust aan het maken. Dat moet nu eenmaal gebeuren, maar het is goed dat de waardevolste delen van de zandige kust gevrijwaard worden en dat er voor de overige delen compensaties komen.
02.13 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je tenais à intervenir car ce dossier me semble excessivement important. Ce que j'entendais dans la voix de la ministre Van der Straeten, ce n'était clairement pas de la nervosité mais de l'ambition et une grande détermination à atteindre ses objectifs en matière d'énergie renouvelable ainsi que les objectifs climatiques. Nous sommes passés de 2,1 à 3,5 GW dans la zone Princesse Élisabeth. On y ajoute encore la capacité supplémentaire grâce à l'île énergétique. Là aussi, c'est une première mondiale, c'est une innovation qu'il convient de souligner.
Au total, il s'agit de 5,8 GW ou 25 TWh d'électricité verte. Cela signifie plusieurs choses très concrètes pour le futur énergétique de notre pays. Premièrement, le gaz va forcément moins tourner. Notre ambition est en effet de limiter au strict minimum nécessaire le recours aux turbines gaz-vapeur et aux centrales au gaz. C'est exactement cela quand on parle d'energy switch, c'est tourner le dos aux énergies du passé et investir résolument dans le renouvelable, qui est moins cher, qui est bien plus vert pour le 21e siècle.
Deuxième conséquence très concrète, tout cela, c'est sans subsides.
Et puis, c'est aussi un moyen de nous protéger, de nous rendre beaucoup moins vulnérables aux importations de gaz, d'énergie fossile. Je rappelle que, pour le moment, même l'uranium est en haut de la courbe, et ce sont des évolutions de prix que l'on ne contrôle pas, par définition, puisqu'elles ont lieu au niveau international. Ce sont 16 000 emplois créés, à terme, dans l'économie belge.
Je suis allé récemment à Taiwan. Ils ont quitté le nucléaire et sont en train de construire des parcs éoliens offshores. Et qui les construit là-bas, à Taiwan, à l'autre bout de la planète? Ce sont des Belges! C'est donc bon pour notre économie, et je suis vraiment fier, madame la ministre, que vous inscriviez la Belgique comme leader mondial en matière d'éolien offshore en mer du Nord. Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik herinner u eraan dat u het recht hebt om uw vraag schriftelijk te laten beantwoorden, te verwijzen naar de schriftelijke neerslag van uw vraag of om ze kort en bondig te stellen.
03 Vraag van Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het vereenvoudigen van de energiefactuur" (55019965C)
03 Question de Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La simplification de la facture énergétique" (55019965C)
03.01 Leen Dierick (CD&V):
De afgelopen jaren is de energiefactuur nog complexer geworden. De
energiefactuur is veel te lang, bijzonder complex en moeilijk te begrijpen voor
veel gezinnen. In mei werd een CD&V resolutie goedgekeurd (Doc 55 1650) met
de vraag aan de regering om zo snel mogelijk een akkoord te sluiten met de
deelstaten en dat akkoord tegen deze zomer al uit te voeren. We willen namelijk
geen tijd meer verliezen zodat uiterlijk op 1 januari 2022 de vereenvoudigde
energiefactuur een feit is. Naast een snelle uitvoering, werden in de resolutie
ook een aantal belangrijke principes vastgelegd hoe de vereenvoudigde factuur
eruit moet zien.
Net voor het reces werd een wetsontwerp
goedgekeurd dat door de omzetting van artikel 18 van de EMD-richtlijn een
wettelijke basis voorziet om de uitvoering van de resolutie mogelijk te maken.
Volgens de Minister zal er overleg worden gepleegd met de gewesten en zal de
Raad voor het Verbruik worden geraadpleegd.
Mijn vragen aan de Minister zijn:
Wat is de stand van zaken van de
uitvoering van de resolutie?
Hebben de gesprekken met de gewesten
geleid tot een akkoord?
Heeft u ondertussen een advies van de
Raad van State ontvangen?
Zal uiterlijk op 1 januari 2022 de
vereenvoudigde energiefactuur kunnen worden verstuurd?
03.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw Dierick, het ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de minimumvereisten waaraan facturen en factureringsinformatie moeten voldoen, werd op 23 juli door de ministerraad goedgekeurd. Wij hebben het advies van de Raad van State gekregen en wachten nu nog op de opmerkingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Wij hebben voor de zomer informeel overleg gepleegd met de Gewesten. Er was een akkoord over de implementatie van de vereenvoudigde factuur per 1 januari 2022. Het is nog altijd de bedoeling het koninklijk besluit op die dag in werking te doen treden. Wij blijven voor de implementatie wel in overleg met de leveranciers, die hebben ons gewezen op de impact van de vertraging van MIG6.
Wij vragen van hen natuurlijk ook de implementatie van de energienorm, eigenlijk van de accijns. Wij zijn dus klaar om het koninklijk besluit in werking te doen treden op 1 januari 2022, maar gelet op de verschillende implementaties die moeten plaatsvinden, ben ik niet zeker of dit er nog bij kan voor de leveranciers. Ik zal er wel op blijven aandringen dat een eventuele vertraging zo kort mogelijk is, bijvoorbeeld enkele maanden, maar geen jaar.
Het is echt wel de bedoeling dat wij hiermee vooruit gaan, nu wij eindelijk zover zijn. Zolang ik opnieuw naar het Parlement kom, heb ik u daar vragen over horen stellen. U was dan ook de hoofdindiener van de resolutie. Iedereen heeft daaraan meegewerkt, en nu zijn wij zover. De laatste loodjes zijn misschien wat zwaar, maar het zal er komen.
03.03 Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor uw transparante antwoord. Ik heb uiteraard begrip voor de bijkomende lasten voor de leveranciers, omdat er heel wat geïmplementeerd moet worden. Ik ben net als u bezorgd dat de vereenvoudiging er komt. Ik hoop dat het lukt.
L'incident est clos.
- Wouter Raskin aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De oprichting van een stookoliefonds Promaz" (55020081C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken rond het bodemsaneringsfonds Promaz" (55021428C)
- Wouter Raskin à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La création du fonds mazout Promaz" (55020081C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le point sur le fonds d'assainissement des sols Promaz" (55021428C)
04.01 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, ik zal de inleiding mijn vraag weglaten en alleen de vijf concrete vragen stellen.
Ten eerste, op welke juridische basis steunt Promaz om in de erkenningsaanvraag ook een verzoek tot verhoging van de bijdrage te formuleren en op welke juridische basis heeft u die bijdrage beloofd? Was de federale minister van Economie vooraf op de hoogte gebracht van die afspraak met de sector?
Ten tweede, hoe rijmt u de beloofde verhoging van de bijdragen in de tweede pijler met artikel 15 van het samenwerkingsakkoord van 25 juli 2018? Beschikt Promaz vandaag over de vereiste hoedanigheid om zo'n verzoek tot verhoging te formuleren?
Ten derde, het vermelde samenwerkingsakkoord voorziet al in een evaluatie van de bijdragen na enkele jaren, om dan eventueel te kunnen bijsturen. Waarom moet er dan vandaag, met de reserve van ongeveer 120 miljoen euro bij BOFAS, die in voorschotten voorafgaandelijk aan de vereffening van BOFAS aan Promaz kan worden uitbetaald, al een tweede financieringspijler worden aangeboord?
Waarom bleek deze regeling niet voldoende voor de sector en voor u? Waarom hebt u niet voorafgaandelijk bij uw gewestelijke collega's afgetoetst wat zij daarvan vonden?
Bent u zich ervan bewust dat u beloftes aan de sector heeft gedaan waarvoor u op basis van het genoemde samenwerkingsakkoord geen mandaat heeft, en die bovendien manifest strijdig zijn met artikel 15 van dat samenwerkingsakkoord?
Ten slotte, kunt u toelichten wat er, zodra Promaz zijn doel heeft bereikt, zal gebeuren met de eventuele overschotten die de consument zal betalen?
04.02 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, de stookoliesector heeft in mei 2021 met de federale overheid een akkoord bereikt over het kader voor de erkenning van dat bodemsaneringsfonds Promaz. Dat zal op twee manieren gefinancierd worden. Ten eerste gebeurt dat via de overheveling van financiële overschotten van BOFAS. Ten tweede komt er een bijdrage van 1 cent per liter, die uiteindelijk zal worden doorgerekend in de maximumprijs van de stookolie, wat voor een modale stookolietank zou neerkomen op een toeslag van 59 euro per vulbeurt.
Het fonds schat in dat er voor de werking een budget van maximaal 512 miljoen euro beschikbaar zal moeten zijn voor 20 jaar, met een automatische stop van de inning bij het bereiken van dat bedrag. Op 21 juni heeft Promaz een erkenningsaanvraag ingediend bij de IBC. De IBC zou zich op 3 juli uitspreken over de ontvankelijkheid van het dossier.
In het samenwerkingsakkoord van 2018 wordt de financiering via de artikelen 15 en 35 geregeld, maar er moet ook een akkoord worden gesloten met uw gewestelijke collega's. Eind juni stelde u te werken aan de aanpassing van de programmaovereenkomst. De financiering zou immers daaraan gelinkt zijn. Ik verneem graag wat de stand van zaken van het dossier is. In welke mate stroken de bepalingen van het akkoord van mei 2021 met de verschillende bepalingen van het samenwerkingsakkoord?
04.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Van Lommel, zoals na het overleg beloofd, zou de sector het Promazdossier bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie indienen. Dat is gebeurd op 21 juni. Dat betekent dus dat dit dossier gedeblokkeerd is en dat we op dit moment aankijken tegen de effectieve inwerkingtreding ervan. We kunnen zo de grootste milieuvervuiling oplossen en de last van de factuur die de mensen boven het hoofd hangt, beperken.
De Interregionale Bodemsaneringscommissie heeft op haar vergadering van 22 juni akte genomen van het dossier. De verschillende leden van de IBC hebben de ontvankelijkheid onderzocht en dienden zich uit te spreken op 3 juli. Daarna had de commissie maximum vier maanden de tijd om het dossier te aanvaarden. In augustus vond een vergadering plaats om de definitieve aanvaarding van het dossier voor te bereiden en intussen moesten mijn diensten de programmaovereenkomst aanpassen en bekijken wanneer die in werking moet treden.
Op 26 september is er een beslissing genomen met betrekking tot de toelaatbaarheid van het dossier. Dit betekent dat de commissie ten laatste tegen 26 december een definitief advies moet geven. De conclusie is dus dat we op de goede weg zijn.
Het samenwerkingsakkoord van 25 juli 2018 wordt gehonoreerd. We zijn inmiddels drie jaar verder. Sommige Gewesten hebben terecht maatregelen genomen om het gebruik van stookolie te ontraden. Dat betekent wel dat de financiering van Promaz eventueel in het gedrang zou kunnen komen. In die zin heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om dit verder te onderzoeken.
Ik pleit er nog steeds voor dat het fonds en de financiering ervan zo snel mogelijk van start gaan. Het is geen opbod tussen de Gewesten en de federale overheid, het is een interfederale aangelegenheid en iedereen heeft zijn bevoegdheden. Ik ben bevoegd voor de financiering. Ik ga af op de afspraken die daarover eerder gemaakt zijn. Daarbij houden we rekening met het beleid dat ondertussen door de Gewesten wordt gevoerd, namelijk het uitfaseren van de stookolieketels. Door die zaken met elkaar te verzoenen, hebben we het dossier kunnen deblokkeren.
De sector heeft mij meegedeeld dat ze maximum vijf maanden nodig hebben om de vzw Promaz operationeel te maken, dus voor het aanwerven van personeel, het inrichten van de kantoren, het opstarten enzovoort. Het Promazfonds is uiteindelijk een interfederaal fonds waarmee we werken voor alle regio's, dus voor alle Belgen in dit land die getroffen zijn door een stookolievervuiling bij hun thuis en wie een zware factuur boven het hoofd hangt. Het is een gigantische milieuvervuiling die we oplossen en tegelijk lossen we ook de financiële zorgen van een pak mensen op.
04.04 Wouter Raskin (N-VA): Ik heb niets gehoord over de afstemming met de minister van Economie. De IBC gaat dus akkoord met de erkenningsaanvraag indien dat op basis van het samenwerkingsakkoord gebeurt. Dat betekent dus dat het zonder die 1 cent per liter ten laste van de consument zal zijn, althans in eerste instantie, aangezien er nog heel wat middelen in dat BOFAS-fonds zitten. Vandaag loopt het overleg tussen de regio's nog en aan die voorwaarde is dus formeel nog niet voldaan. Op basis van het samenwerkingsakkoord van 2018 is er zo lang het overleg nog loopt, geen juridische basis voor een stookoliefonds. Formeel gaat het dus om niets meer dan voorbarige communicatie van u.
Dat betekent dat u de consument de facto misleidt, want er is vandaag nog niets, wat Promaz zelf ook aangeeft op de website. Daar staat immers dat het fonds in oprichting is, maar dat er formeel nog niets is. Ik stel voor dat het probleem nu eens echt wordt opgelost.
04.05 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp natuurlijk dat een en ander gedeblokkeerd wordt vanuit de visie dat stookolie en stookolietanks worden uitgefaseerd. Ik begrijp ook de doelstellingen die erachter schuilgaan.
Het is echter op bepaalde vlakken een heel wankel dossier, dat u op dit moment heel positief voorstelt, maar waar toch heel wat meer achter schuilt. Ik stel mij daar vragen bij.
De voorzitter: Voor mij is het hier steeds een snelcursus om mijn kennis bij te spijkeren via de vragen en de antwoorden van de minister.
L'incident est clos.
05 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De evaluatie van het incident van 8 januari 2021 op het Europese hoogspanningsnet" (55020381C)
05 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'évaluation de l'incident survenu le 8 janvier 2021 sur le réseau haute tension européen" (55020381C)
05.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, op 8 januari 2021 was er een ernstig incident op het Europese hoogspanningsnet dat toen werd opgedeeld in twee zones. Een grote black-out kon worden voorkomen door ingrepen in onder meer Frankrijk en Italië. In februari gaf u aan dat de oorzaak lag bij een overstroombeveiling in Kroatië die in werking was getreden, maar dat niet geheel duidelijk was wat die exact had veroorzaakt. Een panel van zes experts zou een half jaar lang onderzoeken wat de onderliggende oorzaak was.
Die periode ligt ondertussen achter ons. Het is belangrijk om te weten wat de oorzaak nu precies was. Het Europese transmissiesysteem heeft dan wel adequaat gereageerd, maar als de oorzaak onbekend blijft, valt niet uit te sluiten dat het probleem zich herhaalt. Erger nog, het valt niet uit te sluiten dat een vergelijkbare situatie in verschillende landen tegelijk optreedt. Dat zou dan wel eens minder positief kunnen aflopen dan vorige keer.
Hebt u informatie ontvangen over het resultaat van het onderzoek? Zo niet, bent u actief op zoek gegaan naar die informatie?
Kunt u ons de resultaten toelichten?
Welke lessen trekt u hieruit inzake het Europese transmissienet en de bijbehorende capaciteiten, uiteraard met name toegespitst op de Belgische regelzone?
05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Op 15 juli 2021 publiceerde het Europees netwerk van transmissienetbeheerders voor elektriciteit (ENTSO-E) een rapport, opgesteld door een panel van experts. Op 26 juli stelde het ENTSO-E de bevindingen, conclusies en aanbevelingen voor op een extra ad-hocbijeenkomst van de Electricity Coordination Group van de Europese Commissie. De medewerkers van de algemene directie Energie waren daar aanwezig en brieften me achteraf over de meeting.
Mijnheer Wollants, als u het me toestaat, licht ik de technische aspecten van het incident dat leidde tot een splitsing van het Europese net in twee zones op 8 januari, hier niet toe. Uitleggen wat er in het 144 pagina's tellende verslag van het ENTSO-E staat, zou een zwaar beslag leggen op de beschikbare tijd in deze commissie.
Ik ga mij beperken tot de belangrijkste bevindingen.
Vooreerst is het incident goed opgevangen dankzij de coördinatie tussen de verschillende TSO's in Europa. Het werd op minder dan een uur verholpen. De bevoorradingszekerheid in Europa is niet in het gedrang gekomen. Het incident is zelfs beter en efficiënter opgevangen dan een incident met gelijkaardige gevolgen in 2006, waaruit dus duidelijk lessen getrokken zijn.
Ook uit dit incident hebben we heel wat kunnen leren.
Ten eerste heeft het een al langer bekend probleem van beperkte stabiliteitsmarges tussen de noordwestelijke en de zuidoostelijke zone duidelijker blootgelegd. Ten tweede heeft het blijkbaar ook inzicht gegeven in mogelijke toekomstige uitdagingen verbonden aan de energietransitie. De TSO's verwachten immers meer en meer grote stromen over lange afstand, maar zijn er vrij gerust in dat met goede en waar nodig verbeterde operationele afspraken, de weerbaarheid van het systeem op peil gehouden kan worden. ENTSO-E heeft in dat kader 22 aanbevelingen geformuleerd die naast zeer technische aanbevelingen neerkomen op meer analyses van de dynamische stabiliteit en de stabiliteitsmarges, een betere alarmafhandeling, ervoor zorgen dat het systeem altijd één belangrijk element mag verliezen zonder dat daarbij de stabiliteit van het net in het gedrang komt (het zogenaamde (N-1-criterium) en een betere uitwisseling tussen de netbeheerders in een regio van informatie over de eigen nettoestand en -beveiligingen.
U vraagt wat ik hier zelf uit geleerd heb. Ik heb geleerd dat de samenwerking tussen de Europese transmissienetbeheerders (TSO's) werkt en met de dag verbetert. De Europese regelgeving blijkt voor deze samenwerking en het operationeel opvangen van incidenten al zeer geschikt. Ik heb ook begrepen dat er een team samengesteld zal worden dat moet nagaan hoe het systeem zou hebben gereageerd als alle wetgeving in voege zou zijn en uitgevoerd zou zijn.
Ik kijk met bijzondere interesse uit naar de bevindingen van dat team. Het was voor mij een opvallende passage in het rapport. Enerzijds is gebleken dat het systeem en de operationele samenwerking heel robuust zijn, en dat een grote impact vermeden is. Anderzijds wordt ook bevestigd dat de impact heel groot had kunnen zijn. Bovendien verontrust het mij dat een onderzoek naar zulke incidenten zolang duurt vooraleer een rapport op te leveren, wat natuurlijk wijst op een enorme complexiteit.
De politiek moet zich hiervan bewust zijn en kan – of beter, moet – sturing geven om ervoor te zorgen dat het systeem en het beheer ervan voldoende weerbaar blijven, zeker met de uitdagingen van de energietransitie en de klimaatdoelstellingen die we ambiëren. De tools en regelgeving zijn er zowel op Europees als op Belgisch niveau, zoals de uitwerking van het netontwikkelingsplan, het systeembeschermingsplan en het herstelplan. Ik werk momenteel aan voorstellen om de rol en de expertise van mijn administratie daarin te versterken.
05.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u zegt dat er lessen getrokken worden waarmee u aan de slag gaat. Het lijkt mij inderdaad belangrijk om dat verhaal verder uit te werken, aangezien de complexiteit van het net zeker nog zal toenemen. De inbreng van andere energievormen kan voordelen opleveren, maar kan ook enkele zaken onder druk zetten. Het is daarom van belang dat we dit blijven volgen.
Ik heb wel wat vragen bij uw formulering, als werd dit incident zelfs beter opgevolgd dan in 2006. In 2006 hebben zeven landen gedurende twee uur voor een deel zonder stroom gezeten. Dat "goed" noemen, is geen optie. "Zelfs beter" zou ik dus toch enigszins nuanceren. 2006 was absoluut geen voorbeeld van de manier waarop met zulke zaken moet worden omgegaan. Voor ons moet de lat toch wel wat hoger en wij kijken dan ook uit naar de manier waarop u die hoger wil leggen.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De tuchtraad van de CREG" (55020495C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken inzake de benoeming van de leden van het directiecomité van de CREG" (55020494C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken rond de selectieprocedure voor een nieuw directiecomité van de CREG" (55021438C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le conseil disciplinaire de la CREG" (55020495C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation concernant la nomination des membres du comité de direction de la CREG" (55020494C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation relative à la procédure de sélection pour un nouveau comité de direction de la CREG" (55021438C)
06.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb twee vragen die het begrip CREG gemeen hebben, maar verder niet zoveel.
Ten eerste, een tijdje geleden hebben wij een wetsvoorstel goedgekeurd met het oog op het aanpassen van de regels voor de tuchtraad van de CREG. Kunt u duiden wat de huidige stand van zaken is, want u was zelf bezorgd dat het niet optimaal zou functioneren?
Ten tweede, wij hebben hier al veel vragen gesteld over de aanduiding van een nieuwe voorzitter, en bij uitbreiding een nieuw directiecomité, van de CREG. U hebt aangegeven dat u de procedure helemaal van nul zou opstarten voor het geheel, zowel voor de voorzitter als voor de andere leden. De aanleiding voor de vervanging van de voorzitter was dat de vorige voorzitter van het directiecomité CEO werd bij Sibelga, al is hij ondertussen opnieuw beschikbaar, heb ik begrepen. Hij werkt daar ondertussen niet meer.
Bijna een half jaar later is de vraag: welk traject hebt u ondertussen afgelegd? Is er al een nieuwe Selorprocedure opgestart? Zal dat nog gebeuren? Wat is de stand van zaken? Wat is de planning voor de komende weken en maanden? Hoe komen wij aan een volwaardig nieuw directiecomité bij de CREG? Of wordt er nog gewacht op potentiële kandidaten?
06.02 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dit is inderdaad een vervolgvraag. In maart hebt u duiding gegeven dat u de initiële procedure stop zou zetten omdat uit het Europese en het nationale energierecht bleek dat de selectietesten niet meer accuraat waren om het mandaat van de voorzitter in te vullen. Ondertussen loopt ook het mandaat van andere leden van de raad van bestuur af. Daarom wil ik graag van u weten wat de actuele stand van zaken is van de selectieprocedure.
06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik heb inmiddels opdracht gegeven aan Selor de nieuwe procedure op te starten. Ik heb van Selor nog geen concrete timing ontvangen. Ik kan u overigens melden dat hetzelfde geldt voor de vernieuwing van de Ombudsdienst voor Energie.
Wat de tuchtraad van de CREG betreft, verwijs ik naar artikel 24, paragraag 2ter van de Elektriciteitswet. De tuchtraad bestaat uit een voorzitter en twee leden, allen magistraten, gewezen magistraten, of plaatsvervangende magistraten, die worden verkozen door de Kamer van volksvertegenwoordigers voor een hernieuwbaar mandaat van 6 jaar.
De Kamer van volksvertegenwoordigers stelt de regels vast voor de verkiezing van de leden van de tuchtraad en zijn griffiers. Ik verwijs graag, zoals u ook gedaan heeft, mijnheer Wollants, naar mijn tussenkomst in de commissie destijds. Ik lees het verslag: "Mevrouw Van der Straeten is van oordeel dat over het algemeen de magistraten worden overbevraagd om in tuchtraden en tuchtcolleges van verscheidene sectoren te zetelen. De in het wetsvoorstel voorgestelde oplossing beperkt de doelgroep van de kandidaten nog steeds tot de magistraten, zij het dat er een opening wordt gemaakt naar gewezen en plaatsvervangende magistraten. Zij is bereid deze beperkte verruiming een kans te geven, maar is er niet van overtuigd dat het het probleem van een gebrek aan kandidaten zal oplossen. Indien de nieuwe wet geen afdoende oplossing zou bieden, is het lid van oordeel dat moet worden onderzocht of ook juristen of advocaten niet in aanmerking zouden kunnen komen.”
Mijnheer Wollants, uw antwoord daarop luidde als volgt, ik lees het verslag: "De heer Wollants heeft begrip voor de suggestie van mevrouw Van der Straeten, maar wenst eerst de in het wetsvoorstel voorgestelde nieuwe regeling een kans te geven.” Er waren geen andere opmerkingen bij de bespreking.
Ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat de tuchtraad er inderdaad nog steeds niet is. Ik stel u voor dat u zich richt tot de voorzitster van de Kamer om de nodige initiatieven te nemen. Uiteraard zou ik me tot de voorzitster kunnen richten, maar aangezien het de tuchtraad van de CREG betreft, zou u mij nog kunnen betichten van een negatief signaal ten aanzien van het directiecomité van de CREG, reden waarom de tuchtraad ressorteert onder het Parlement. Indien u echter van oordeel bent dat het mij toekomt een initiatief te nemen, dan kan ik dat zeker overwegen.
06.04 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, wij kijken natuurlijk uit naar hoe de situatie voor het directiecomité verder zal verlopen. Ik vermoed dat wij dan binnenkort de Selorprocedure zullen zien verschijnen. Zoals u weet, heb ik in het verleden al aangehaald dat het feit dat dat zo lang blijft aanslepen een niet echt gezonde situatie is. Ik weet ook dat er geen formeel probleem is, maar we kunnen ook niet zeggen dat de situatie waar we momenteel in vertoeven ideaal is.
Wat de tuchtraad betreft, denk ik dat de standpunten van destijds nog steeds geldig zijn. We hebben het inderdaad een kans gegeven. Als u mij adviseert om de juiste stappen te zetten om daar een oplossing aan te bieden, willen wij dat uiteraard overwegen. Wij willen u niet in een positie brengen waarin u verplicht bent om dingen te doen waarbij wij u vervolgens van iets anders zouden kunnen betichten en dat soort zaken meer. We zullen dus bekijken welke richting we zullen uitgaan.
06.05 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, de huidige leden van het directiecomité van de CREG zijn aangesteld in 2013. Dat betekent dat hun mandaat op 1 september 2019, zes jaar later, is afgelopen. Ik begrijp dat dit momenteel geen probleem is, maar toch is het geen gezonde situatie dat dit zo lang blijft aanslepen. U zegt dat de opdracht aan Selor is gegeven. We zullen zien wat de volgende stappen zullen zijn. Ik kan alleen maar hopen dat dit geen maanden meer duurt, want dit is echt niet gezond.
L'incident est clos.
07 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Nemo Link en de onbeschikbaarheid van IFA-1" (55020725C)
07 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Nemo Link et l'indisponibilité de l'IFA-1" (55020725C)
07.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dit is een relatief korte vraag.
Het is ondertussen bekend dat er een deel van de interconnectie tussen Groot-Brittannië en Frankrijk uit dienst zal zijn. Dat kan voor probleem zorgen op het vlak van de bevoorradingszekerheid, maar er kan zo ook grotere druk op onze eigen interconnectieverbindingen komen. Mogelijks beperkt dit ook de hoeveelheid stroom die we kunnen uitwisselen met andere landen dan het Verenigd Koninkrijk.
Heeft het uitvallen van deze verbinding een impact op de mate waarin wij onze interconnectiecapaciteit kunnen aanwenden? Dienen aanvullende maatregelen worden genomen om een voldoende hoog niveau van bevoorradingszekerheid te organiseren? Worden er flankerende maatregelen genomen met de TSO's in de buurlanden om de impact hiervan te beperken?
07.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, er was aanvankelijk inderdaad een geplande onbeschikbaarheid tot 25 september 2021, maar die periode is verlengd tot 23 oktober 2021. Tot die datum zal de volledige IFA-1-connector onbeschikbaar zijn. Dit gaat over 2.000 MW. Hierdoor zal de Nemo Link een nog belangrijkere rol toebedeeld krijgen voor de bevoorradingszekerheid van het Verenigd Koninkrijk. De bevoorradingszekerheid van België komt echter niet in het gedrang door deze brand.
Zoals elke winter is de bevoorradingszekerheid in België deels afhankelijk van de situatie in de buurlanden. De indicaties volgens de netbeheerder Elia zijn voor komende winter de volgende:
- Verenigd Koninkrijk: de huidige situatie toont reeds zeer hoge prijzen en nood aan import, het is onduidelijk wanneer deze situatie zal verbeteren.
- Frankrijk: de bevoorradingssituatie is vergelijkbaar met vorige winter, bij een koudegolf vertaalt zich dat in hoge importnoden voor Frankrijk.
- België: België wordt gekenmerkt door een goede beschikbaarheid van het productiepark en beperkte importnoden.
In het algemeen, op het vlak van de Belgische bevoorradingszekerheid, zal de impact van de onbeschikbaarheid van de IFA-1 positief tot neutraal zijn. Aangezien het Verenigd Koninkrijk eerder tekorten heeft zal IFA minder exporteren naar het Verenigd Koninkrijk en Nemo Link waarschijnlijk iets meer. Al moeten we meegeven dat de export van België naar het Verenigd Koninkrijk via Nemo Link al vóór dit voorval gemiddeld behoorlijk hoog was.
De markten van België en Frankrijk zijn sterk aan elkaar gekoppeld door een grote interconnectiecapaciteit tussen beide landen waardoor hetgeen Frankrijk minder exporteert naar andere landen een positief effect zal hebben op Frankrijk en België. Dat zou het eventuele negatieve effect van meer export via Nemo Link op België en Frankrijk ruimschoots moeten compenseren.
Op dit ogenblik geeft Elia geen problemen aan, waardoor er geen flankerende maatregelen moeten worden bepaald. Voor de komende winter bereidt het ENTSO-E de winteroutlook voor die een goed beeld moet schetsen op basis van de recentste informatie over hoe de toereikendheid de komende winter zal zijn voor alle EU-landen. De outlook wordt door ENTSO-E gepubliceerd op 1 december 2021, conform de Europese regelgeving. Naast de winteroutlook van het ENTSO-E worden ook dagelijks de data voor de komende week uitgewisseld om de situatie van dichtbij te volgen. De bevoorradingszekerheid en andere evenementen die de bevoorradingszekerheid zouden kunnen beïnvloeden, worden door de netbeheerders nauwkeurig gevolgd.
07.03 Bert Wollants (N-VA): Mijn bezorgdheid gaat er natuurlijk vooral over dat, als wij meer als doorvoerland richting het Verenigd Koninkrijk functioneren, omdat de IFA-1-verbinding niet in gebruik is, de mogelijkheden worden beperkt om stroom in te voeren, mocht dat nodig zijn. Dat zal voor de komende winter nog geen issue zijn, maar het zal dat misschien na 2022 of 2023 wel worden en dan wordt het wel belangrijker. Wij hopen natuurlijk dat de verbinding tegen dan weer volwaardig in dienst is en geen problemen meer oplevert.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De sociale tarieven in het algemeen en met betrekking tot de bestaande doelgroep" (55020772C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stopzetting van het uitgebreid sociaal tarief" (55021933C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De forse stijging van het sociaal tarief" (55021987C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les tarifs sociaux en général et en ce qui concerne le groupe cible existant" (55020772C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La fin de l'extension du tarif social" (55021933C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La forte augmentation du tarif social" (55021987C)
08.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in het sociaal tarief zit een aantal mechanismen die mogelijk wat vreemd in elkaar zitten. Een voorbeeld: wanneer de marktprijzen terug beginnen te dalen, is het nog steeds mogelijk dat het sociaal tarief verder blijft stijgen gedurende een zekere periode. Dat heeft vooral te maken met de plafonneringen per kwartaal en over de afgelopen vier kwartalen omdat daar dan nog een stijging is.
Vandaag zijn alle stijgingen geplafonneerd. De CREG heeft daarnaar ook reeds een aantal keren verwezen. Het plafond gaat dus steeds wat mee omhoog. Dat is natuurlijk alleen een afremming van de stijging van het sociaal tarief. Dat is echter iets dat verder kan blijven doorlopen.
Mijn eerste vraag gaat over de kostprijs, waarop wij daarstraks reeds zijn ingegaan.
Kunt u mij bevestigen dat het zo is dat het sociaal tarief in de huidige context blijft stijgen door de plafonnering, ook als de stijging op de markt reeds is stilgevallen?
Verder wil ik bevestiging vragen met betrekking tot de cijfers van het sociaal tarief van het vierde kwartaal. Ik denk dat wij echter ondertussen ook reeds weten dat in het eerste kwartaal van volgend jaar het sociaal tarief waarschijnlijk met iets meer dan 8 en 10,5 % zal stijgen. Is dat inderdaad ook wat u verwacht, mevrouw de minister?
08.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u hebt inderdaad enkele belangrijke maatregelen genomen om de invloed van de stijgende gasprijzen te beperken en het sociaal tarief is daarvan de opvallendste.
De bedoeling is dat het tot 31 maart van volgend jaar wordt verlengd. Is dat nu een definitieve einddatum of volgt er dan een evaluatie? Die communicatie is immers niet honderd procent duidelijk voor mij.
Belangrijker nog, met betrekking tot de stopzetting zelf, de meeste mensen die op dat moment in het sociaal tarief zitten, gaan daar meer dan een jaar inzitten. Hun contract van voor het sociaal tarief zal dus wellicht niet meer geldig zijn. Hoe verloopt de begeleiding naar de vrije markt? Zullen wij die klanten gewoon terug droppen op de vrije markt? Dan vrees ik immers dat zij het voordeel dat zij gehad hebben gedurende enkele maanden of een jaar, deels terug gaan kwijtspelen. En dat zou natuurlijk heel jammer zijn.
Hoe zal dit dus verlopen? Als u in begeleiding voorziet, ziet u dat als een structurele oplossing?
08.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik kan kort zijn, want mijn collega's hebben reeds het gras voor mijn voeten weggemaaid.
De heer Wollants had het reeds over de stijging van het sociaal tarief. Ik ga ervan uit dat u dat zult bevestigen, mevrouw de minister. Wat zal u daaraan doen? Want die 80 euro zal uiteraard niet volstaan, deze volstaat nu reeds niet ten opzichte van de meer dan 300 euro stijging van het sociaal tarief, die er nu reeds is ten opzichte van begin dit jaar. Zal u bijkomende maatregelen nemen? Zal u ingrijpen?
Voortbouwend op hetgeen collega Verduyckt zei, wat met mensen die op dat moment geen recht meer hebben op het sociaal tarief en die van de ene dag op de andere een duur contract krijgen, als dat op de distributienetbeheerder terechtkomt, terwijl ze misschien vroeger een goedkoper contract hadden? Wat gaat u daaraan doen? Hoe wilt u vermijden dat zij uiteindelijk meer zullen betalen?
08.04 Minister Tinne Van der Straeten: De kostprijs van het sociaal tarief in 2021 wordt geschat op 133 miljoen euro voor elektriciteit en 166 miljoen euro voor aardgas. Dat betekent extra kosten ten belope van 18 miljoen euro voor elektriciteit en 88 miljoen euro voor aardgas. Die extra kosten worden veroorzaakt door de sterk gestegen groothandelsprijzen. De ramingen dateren van 23 september.
Verwijzend naar ons debat van daarnet, wijs ik er wel op dat dankzij de energienorm die meerprijs niet wordt opgenomen in de federale bijdrage in 2022. Op die manier voorkomen we dat de factuur in 2022 stijgt.
Het sociaal tarief wordt geplafonneerd. Ten opzichte van de marktprijzen zitten de sociale tarieven op dit moment op een erg laag niveau, vooral voor gas, dat net nu, in de winter, wordt verbruikt. De komende trimesters zullen de sociale tarieven verder stijgen, ook wanneer de prijzen op de markt zouden dalen. De sociale tarieven zullen wel voordeliger blijven dan de commerciële tarieven, maar het verschil (de delta) tussen beide zal aanzienlijk dalen. Het is belangrijk dat de sociale maximumtarieven lager liggen dan de marktprijzen.
Wat uw derde vraag betreft: dat is inderdaad het geval. De CREG heeft de sociale tarieven voor het 4e kwartaal gepubliceerd op de eigen website. Het plafond is een goede zaak zodat al met al de mensen die aanspraak maken op het sociaal tarief, niet of in veel mindere mate worden blootgesteld aan de volatiliteit van de markt.
Ik ga nu in op de vragen van de heer Verduyckt. Wanneer een klant recht heeft op het sociaal tarief, zet de leverancier het commerciële contract van de betrokkene stop. Die manier van werken wordt al sinds de invoering van het sociaal tarief toegepast. Bij de stopzetting van de uitbreiding van het sociaal tarief, eind maart 2022, zal de groep sociaaltariefklanten met een recht op basis van de verhoogde tegemoetkoming, teruggeleid worden naar de commerciële markt. Ik deel uw bezorgdheid over die grote groep gezinnen. Daarom hebben we ook een overgangsregeling uitgewerkt ten belope van 32 miljoen euro. Op dit moment werken we aan de concrete uitrol van die uitfasering, waarbij we het beschikbare bedrag zo goed mogelijk inzetten om bij de betrokken gezinnen een bill shock te vermijden. Daarover loopt overleg met de sector.
Naast die budgettaire maatregel is er een kwalitatieve maatregel. De wetgeving over de slapende contracten, van de hand van de heer Verduyckt en goedgekeurd door het Parlement, is niet van toepassing op deze afnemers. Daarom wil ik snel een voorontwerp van wet voorstellen waarin we leveranciers verplichten om bij het wegvallen van het sociaal tarief de klant op de hoogte te brengen en hem het op dat moment goedkoopste equivalente product aan te bieden. Mijnheer Verduyckt, dat gebeurt naar analogie van de wetswijziging in het kader van de niet-actieve producten.
De klanten kunnen bovendien, eens ze terug op de commerciële markt hun energie aankopen, op zoek gaan naar een goedkoper contract. Daarvoor zijn de prijsvergelijkers van de regulatoren de beste tool.
Mijnheer Warmoes, de uitbreiding van het sociaal tarief naar personen met een recht op een verhoogde tegemoetkoming werd vastgelegd voor de periode van 1 februari tot 31 december 2021. In het begrotingsconclaaf werd besloten om dit te verlengen tot 31 maart 2022. Op die manier garanderen we voor 440.000 gezinnen de sociale maximumprijs op het moment dat de prijzen en het verbruik het hoogst zijn.
Het sociaal tarief is een heel efficiënte maatregel die vandaag bijna 1 miljoen gezinnen met de energiefactuur helpt.
Het feit dat het sociaal tarief de marktprijs volgt, is een Europese vereiste. Dat moet er ook voor zorgen dat het sociaal tarief betaalbaar blijft.
Zoals u aanhaalt, is het sociaal tarief voor aardgas in een jaar tijd gestegen. U zegt er niet bij dat de sociale maximumprijs door de coronacrisis vorig jaar op een historisch dieptepunt stond. Uw vergelijking geeft dus een heel vertekend beeld van de realiteit.
Bovendien is de stijging van het sociaal tarief beperkt door plafonds. Voor gas kan de prijs maximum 15 % op kwartaalbasis en 25 % op jaarbasis stijgen. Voor elektriciteit kan de prijs maximum 10 % op kwartaalbasis en 20 % op jaarbasis stijgen.
08.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, wij kijken uit naar de stappen die u zult zetten. Daar ligt een behoorlijke uitdaging voor u, want als die mensen naar de reguliere markt terugkeren, zullen de tarieven die zij moeten betalen vanaf april mogelijk zeer sterk geïnspireerd zijn op de nog hoge prijzen op de markt op dat moment. Wij zullen in de toekomst moeten bekijken wat dit precies betekent, zeker gelet op het mechanisme van overgangsmaatregelen dat u wilt installeren.
De cijfers over de stijging van het tarief hebt u bevestigd. Die waren ook al door de CREG bevestigd. Ik meen ook dat de cijfers die ik daarnet heb genoemd, waarschijnlijk begin januari waarheid zullen worden. We moeten ook bekijken wat het effect daarvan zal zijn in de toekomst.
08.06 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, het is goed dat u verder kijkt dan alleen de periode waarin de uitbreiding wordt verlengd. U kijkt ook naar de wetgeving die hier werd goedgekeurd om een faire en niet-dwingende regeling uit te werken. Ik vind het zeer goed dat u dat zal doen. We beschermen die mensen nu wel, maar we weten niet hoe de markt begin april zal zijn. Het is goed om in een regeling te voorzien, waarvoor dank.
08.07 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u weigert om maatregelen te nemen voor de brede werkende klasse die 80 % van de gezinnen uitmaakt. U hebt toegegeven dat de prijzen effectief zullen stijgen volgens het gekende mechanisme van de kwartaalaanpassingen van de prijzen. Er is dan wel een vertragend effect, maar het blijft een effect op de langere termijn. U slaagt er dus niet in om de kwetsbaarsten voldoende te beschermen.
Met betrekking tot de prijsstijging met 300 euro zegt u dat het betaalbaar moet blijven en dat ik er niet bij heb gezegd dat de prijs historisch laag was, maar ik wijs u erop dat heel veel gezinnen in de coronacrisis ook een historisch laag inkomen hadden. Veel gezinnen hebben inkomsten verloren, dus procentueel gezien speelt dat wel in hun budget. Ik stel vast dat u daar akte van neemt en er niet verder op ingaat. Ik betwijfel toch dat de stijging van het sociaal tarief betaalbaar blijft. Een oplossing kan nochtans eenvoudig zijn: u kunt de prijsstijging van het sociaal tarief bevriezen door een wetgevend initiatief, zodat het lager wordt, want het is nu veel te hoog.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De rol van Russisch gas in de prijsvorming voor de Belgische markt" (55020980C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De vraag aan de EC om een onderzoek in te stellen naar de rol van Gazprom in de gasprijzencrisis" (55020982C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijging van de energieprijzen, de rol van Gazprom en de marktwerking" (55021355C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese gasvoorraden" (55022000C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rôle du gaz russe dans la formation des prix sur le marché belge" (55020980C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La demande faite à la CE d'ouvrir une enquête sur le rôle de Gazprom dans la crise des tarifs du gaz" (55020982C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation des prix de l'énergie, le rôle de Gazprom et le fonctionnement du marché" (55021355C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les stocks de gaz européens" (55022000C)
09.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in de analyse over de stijgende energieprijzen wordt vooral de link gelegd met de gasprijs. Er zijn een aantal elementen die daarin van belang zijn: de aantrekkende economie, het feit dat men in Azië bereid is hogere prijzen te betalen voor LNG, wat maakt dat er ook extra aantrekkingskracht bestaat voor die markt en dat ook de aanvoer van gas in Noorwegen voor problemen heeft gezorgd.
Daarnaast zijn er een aantal marktspelers die aangeven dat het ook een geopolitiek verhaal is, in die zin dat er een strategie is vanwege de Russische aanbieders om de stocks in Europa niet aan te vullen, naar aanleiding van de Nord Stream 2-discussie. Er worden zelfs grafieken door die marktspelers verspreid waaruit blijkt dat sinds het minimumniveau gehaald werd, na de winter, de stocks nog nauwelijks werden aangevuld, wat er voor een stuk dus voor zorgde dat er problemen optraden. Dat is trouwens ook de reden waarom een aantal Europarlementsleden in een gezamenlijke brief de Europese Commissie hebben gevraagd om een onderzoek te voeren naar marktmanipulatie enzovoort.
Tegelijkertijd hebt u in een debat zelf ook aangegeven dat we dat niet mogen overroepen, omdat slechts 4 % van ons gas uit Rusland afkomstig is. De vraag is echter enigszins welk effect dat in de toekomst zal hebben, temeer omwille van het feit dat de gasprijzen niet enkel bij ons worden vastgelegd. Zo is de voornaamste markt voor gas waar wij vandaag rekening mee houden gevestigd in Nederland, al kan ik me voorstellen dat dat minder het geval zal zijn naarmate de aanvoer van gas van daaruit afneemt. Met andere woorden, ik kan me voorstellen dat het aandeel Russisch gas zal toenemen wanneer het aandeel Nederlands gas kleiner wordt.
Ten slotte doen de historisch lage CAL22- en CAL23-prijzen in verhouding tot de ons omringende landen een aantal vragen rijzen.
Ten eerste, vindt u dat de prijzen voor Russisch gas die op die manier worden gescoord geen effect hebben op de mix van onze gezinnen en dus niet op die facturen verschijnen? Hoe ziet u die evolutie op het vlak van gasbronnen?
Ten tweede, kan u de lage vullingsgraad van de Gazpromstocks bevestigen? Kan u ook informatie geven over de opslag in Loenhout? Wat is de oplossing daarvoor? Voert u daarover gesprekken binnen de Europese Unie met uw collega's? Wat is de inschatting voor de bevoorradingszekerheid? Er wordt immers gezegd dat het moeilijk zal worden om die stocks nog tijdig aan te vullen voor de echte winter. Hoe verklaart u de structureel lagere noteringen voor de CAL22 en CAL23 ten opzichte van de ons omringende landen? Wat is voor u daar de aanleiding van?
Ten slotte, zal u zich aansluiten bij de oproep om na te gaan of er sprake is van marktmanipulatie? Ik kan me voorstellen dat de Europese Commissie daar ondertussen ook al wel een aantal uitspraken over heeft gedaan.
Ik kijk uit naar uw antwoord op deze drie blokken van vragen.
09.02 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre,
On s'inquiète en Europe de savoir s'il y
aura suffisamment de gaz pour passer l'hiver. Toute l'Europe est confrontée à
une pénurie de gaz. La Belgique dispose de réserves pour subvenir à ses propres
besoins pendant 12 jours. Elle est donc plus dépendante d'un approvisionnement
constant que les pays voisins que sont l'Allemagne, les Pays-Bas et la France.
Le prix de référence néerlandais TTF pour le
gaz naturel est coté à 94 euros par mégawattheure, soit une multiplication par
cinq depuis le début de cette année. Une panique totale a éclaté parmi les
traders la semaine dernière lorsqu'un sommet historique de plus de 160 euros
par mégawattheure a été atteint. Ce n'est qu'après que le président russe
Vladimir Poutine a indiqué qu'il pourrait envoyer plus de gaz en Europe que le
marché s'est quelque peu calmé.
Peter Claes, le directeur de Febeliec, la
fédération des grands consommateurs industriels, a déclaré à l'époque que si
l'hiver devient vraiment froid, il faudra se rabattre sur le stockage de gaz.
Et il y a de la nervosité quant à savoir s'il y en aura assez.
Entsog, l'organisation des sociétés
européennes de réseau de gaz, a lancé un avertissement sans équivoque la
semaine dernière dans ses prévisions hivernales annuelles. Avec une trêve
hivernale de deux semaines, la consommation européenne de gaz augmenterait de
plus de 23 % par rapport à l'année dernière. Par une journée extrêmement
froide, il peut y avoir jusqu'à 30 % de demande en plus.
Un autre facteur crucial est la Russie. La
Russie fournit environ 40 pour cent de tout le gaz en Europe par
l'intermédiaire de la société d'État Gazprom. Nous sommes donc très dépendants
du gaz russe.
Mes Questions :
- Au vu de cette nouvelle, êtes-vous
toujours convaincu que l'approvisionnement en gaz sera suffisant ? Et comment
voyez-vous l'avenir ? Si nous absorbons complètement la sortie du nucléaire
avec du gaz, notre dépendance à son égard et aux pays étrangers ne fera
qu'augmenter.
- Notre infrastructure est-elle prête à
assurer un approvisionnement suffisant en gaz dans un hiver rigoureux ?
- Quelle est l'importance du rôle et de
l'impact du gaz étranger et plus particulièrement le gaz russe en Belgique à
l'heure actuelle ?
- Comment voyez-vous le rôle de la Russie en
ce qui concerne les importations de gaz dans notre pays ? Bien sûr, ils ont une
part très importante sur le marché européen du gaz, dont nous, en tant que
Belgique, dépendons également.
09.03 Minister Tinne Van der Straeten: Ik begrijp uw bezorgdheden omtrent onze bevoorradingszekerheid voor gas en de impact op de prijzen.
En ce qui concerne la sécurité d'approvisionnement, je suis assez rassurée. La Belgique étant située au carrefour des routes du gaz, elle dispose de 18 points d'interconnexion avec les pays limitrophes. Cette grande diversité de points d'interconnexion permet à la Belgique de disposer d'une capacité d'importation suffisante pour garantir le niveau d'importation nécessaire à l'approvisionnement du pays, même dans des situations extrêmes telles que les pointes hivernales ou les hivers rigoureux.
Pour ce qui concerne le site de stockage belge de Loenhout, son rôle au niveau de notre approvisionnement n'a jamais été d'assurer à lui seul l'approvisionnement complet du pays mais, à tout le moins, d'y contribuer pour une part non négligeable. Avec une consommation moyenne de 526 GWh par jour, le site de stockage de Loenhout est en mesure d'y contribuer à un niveau maximum de 170 GWh par jour, soit 33 % de notre consommation moyenne.
Théoriquement, si on part de l'hypothèse simplificatrice que ce sous-tirage ne serait pas dépendant du niveau de remplissage, il faudrait, au niveau de remplissage actuel - 90,5 % - 37 jours consécutifs de sous-tirage maximum pour revenir à un niveau de remplissage équivalant à 20 % de la capacité de stockage.
Momenteel is er voor België dus geen reden tot bezorgdheid op het vlak van security of supply. Dat neemt niet weg dat de evoluties aandachtig moeten worden gevolgd. Op langere termijn heb ik er bovendien vertrouwen in dat wij geen structurele problemen met onze gasbevoorrading moeten verwachten.
Dan kom ik aan uw vraag over de langetermijnanalyse. Ondanks de stopzetting van de productie van L-gas door Nederland, blijven er genoeg producerende landen over die België bevoorraden om een monopoliesituatie te vermijden. Bovendien, als wij op nog langere termijn kijken, hernieuwbare gassen, biomethaan en waterstof zouden een veelbetekende rol kunnen spelen op het vlak van bevoorradingszekerheid. Wij zijn ook aan het werken aan onze waterstofvisie. Die wordt momenteel besproken door de regering en zal hierop mee een antwoord bieden.
Een ander verhaal is de prijsevolutie. De huidige prijsstijgingen zijn globaal en het resultaat van het samenkomen van verscheidene omstandigheden. U verwees in uw vraag naar Rusland. Ik zou willen verwijzen naar de ACER-paper High Energy Prices van oktober 2021. Ik vind dat ACER daarin zeer beknopt en to the point de verschillende aspecten samenbrengt, als het gaat over Rusland.
Op pagina 7 gaat het onder punt 3.2 over Market behaviour by Russia? Daar wordt aan de ene kant verwezen naar het feit dat Gazprom zijn contractuele verbintenissen is nagekomen. Dat is iets dat men wel vaak hoort in dit debat. Tevens benoemt het daar de andere elementen, ik citeer even: "Some factors point to certain restraints facing Russian supply of gas." Daar verwijst ACER naar een hogere consumptie in Rusland zelf en naar export naar andere markten, zoals Turkije, China en LNG. Er wordt ook verwezen naar de onderhoudswerken aan zowel de Nord Stream als de Yamal-pijplijn, en dat dit de flow zou kunnen aantasten.
Er wordt ook verwezen naar de marktstrategie
van Gazprom, namelijk op lange termijn contracteren. Er staat, ik citeer: "Gazprom’s
reluctance to acquire short-term transmission capacity to increase or even
maintain its flows across Ukraine and Poland has led to discussions on
potential linkages to the possible entry into operation of the Nord Stream 2
pipeline."
U vroeg naar mijn mening en hoe ik dat lees. Dit rapport van ACER brengt voor mij op de meest bevattelijke manier de verschillende aspecten rond Rusland samen.
Dat geldt zowel op het niveau van infrastructuur als op het niveau van marktgedrag.
In de ACER-paper staat ook beschreven hoe we met onze gasopslag moeten omgaan. Kunnen we op Europees niveau een strategie ontwikkelen omtrent opslag en langetermijncontracten en kan ons dat helpen? Wij wensen op dat punt verder door te denken. Wellicht zal dat ook besproken worden op de bijkomende energieraad, die volgende week plaatsvindt. Mijnheer de voorzitter, volgende week kan ik trouwens niet aanwezig zijn in de commissievergadering, aangezien de Energieraad dan vergadert, specifiek over de toolbox van de Europese Commissie met het oog op de energieprijzen.
Wij zullen dit aspect van nabij moeten blijven volgen, ook als de noteringen terug stabiliseren. De geopolitieke aanpak zullen wij ook moeten kaderen in, zoals ACER het omschrijft, een holistisch beleid en aanpak. Wij zullen duidelijk moeten formuleren waar wij naartoe willen als land en als continent, als Europa, met de Europese Unie, omdat wij dat dan het best regulatoir kunnen begeleiden. Dat is de oefening die wij ook in het kader van de toolbox moeten maken, niet alleen op nationaal niveau, maar ook op Europees niveau.
09.04 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik denk dat het verstandig is een en ander goed te analyseren en onze rol op te nemen. Ik denk dat wij moeten vermijden dat wij ons als land of vanuit Europa zomaar neerleggen bij te hoge energieprijzen, of dat we die ondergaan. Wij dienen een rol te spelen, zodat wij minder de speelbal zijn in de toekomst. Er is een taak weggelegd voor Europa om daar een strategie rond te ontwikkelen, veeleer dan individueel te bekijken waar ons gas vandaan komt.
Van belang zijn ook de verschillen in groothandelsprijzen met de andere landen. In een volgende commissievergadering zal ik daarop terugkomen, aangezien ik meen dat u op dat aspect nog niet hebt geantwoord.
09.05 Marie-Christine Marghem (MR): Je suis tout à fait d'accord avec la réplique de M. Wollants. Nous devons garder une indépendance intellectuelle et énergétique vis-à-vis de nos fournisseurs, et nous devons le faire de préférence au niveau européen, même si nous devons le faire aussi au niveau belge. Le Nord Stream 2 n'est pas un instrument qui permet a priori de rassurer par rapport à cette réflexion qui devrait nous rendre indépendants. Nous reviendrons sur ce sujet ultérieurement.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.32 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 32.