Commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions

Commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen

 

du

 

Mercredi 27 octobre 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 27 oktober 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.19 uur en voorgezeten door de heer Wim Van der Donckt.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 19 et présidée par M. Wim Van der Donckt.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

De voorzitter: Goedemorgen iedereen. Vraag nr. 5501968C van collega Thémont en vraag nr. 55021302C  van collega Robaeys worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Nahima Lanjri aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De modaliteiten van het rouwverlof voor zelfstandigen" (55021073C)

- Anja Vanrobaeys aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het rouwverlof voor zelfstandigen" (55021302C)

01 Questions jointes de

- Nahima Lanjri à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les modalités du congé de deuil pour les travailleurs indépendants" (55021073C)

- Anja Vanrobaeys à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le congé de deuil pour les indépendants" (55021302C)

 

01.01  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de wet met betrekking tot de uitbreiding van het rouwverlof naar tien dagen werd hier goedgekeurd en geldt voor werknemers en ambtenaren. Zelfstandigen werden hierin nog niet opgenomen, hoewel het verlies van een partner of een kind moeilijk is voor iedereen, ongeacht het statuut waarin men werkt. De uitbreiding moet voor zelfstandigen nog verder worden geconcretiseerd met een koninklijk besluit.

 

Mijnheer de minister, hoe ver staat het met de voorbereiding van dat koninklijk besluit, zodat zelfstandigen na de publicatie ervan ook tien dagen rouwverlof kunnen opnemen en tijd kunnen nemen voor het verlies dat zij lijden?

 

01.02 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, ik heb een antwoord op twee vragen, die van mevrouw Vanrobaeys en van mevrouw Lanjri.

 

Mevrouw Vanrobaeys, op mijn initiatief werd door mijn administratie een ontwerptekst opgesteld die de nodige uitvoeringsmodaliteiten voor het rouwverlof voor zelfstandigen bevat. Dit ontwerp van koninklijk besluit werd op 21 oktober goedgekeurd door de ministerraad en wacht nu op het advies van de Raad van State. Ik kan u nog geen precieze datum geven, maar gelet op de inwerkingtreding van de wet van 27 juni 2020 begrijpt u dat ik al het nodige in het werk stel om zo snel mogelijk tot de publicatie te kunnen overgaan.

 

Wat de uitkering betreft, moet de aanvraag volgens de bepalingen van het ontwerpbesluit worden ingediend bij het sociaal verzekeringsfonds waarbij de zelfstandige is aangesloten, uiterlijk op de laatste dag van het jaar na de dag van het overlijden. De aanvraag moet gebeuren via een aangetekend schrijven, door indiening van de aanvraag ter plaatse of via elektronische weg. Het bedrag van de uitkering bedroeg op 1 september 2021 85,77 euro per dag.

 

De zelfstandigen zullen over deze nieuwe uitkering en de modaliteiten ervan op de gebruikelijke manier worden geïnformeerd. Dat wil zeggen via de website en de andere normale informatiekanalen van de socialeverzekeringsfondsen, via informatiebrieven die naar de zelfstandigen worden gestuurd.

 

01.03  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, ik ben tevreden dat er ook voor de zelfstandigen vooruitgang wordt geboekt, zodat zij op die uitkering kunnen rekenen.

 

U verwees voorts naar de wet hieromtrent, die sinds de overstromingen ook retroactief wordt toegepast. Het is belangrijk dat daar klaarheid over bestaat. Ik begrijp dat u zo snel mogelijk wilt overgaan tot de publicatie van het ontwerp-KB, maar het is voor de zelfstandigen belangrijk om te weten of zij daar ook retroactief een beroep op kunnen doen. De eerste drie dagen na het overlijden zijn verplicht, terwijl de volgende zeven dagen binnen het jaar na het overlijden opgenomen kunnen worden. Zo kan men bepaalde belangrijke dagen overbruggen, zoals een trouwdag of kerstdag. Het hangt ervan af wat mensen zelf belangrijk vinden. Voor zelfstandigen is dat niet anders.

 

Tot slot wil ik herinneren aan een resolutie die ik heb ingediend om mensen die jong hun partner verliezen, extra te ondersteunen. Die ondersteuning gaat heel breed: het gaat uiteraard over de overgangsuitkering, maar ook over administratieve en psychologische ondersteuning en een actualisering van betalingen die gebeuren met geblokkeerde rekeningen. Daar blijken immers problemen mee te zijn. Zo worden bijvoorbeeld doorlopende opdrachten voor internetabonnementen of kosten voor kinderopvang gewoon geblokkeerd. Dat moeten wij dringend actualiseren, vandaar een virtuele oproep aan mijn collega's om de resolutie te steunen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Katrien Houtmeyers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De bestraffing van het misbruik van het overbruggingsrecht" (55020385C)

02 Question de Katrien Houtmeyers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La répression des abus en matière de droit passerelle" (55020385C)

 

02.01  Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, wij hebben het vorige week in de commissie voor Economie al even gehad over de maatregelen voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis. U heeft aangegeven dat er sinds de start van de coronacrisis al 5,2 miljard euro aan steun is uitgekeerd. Dat is absoluut een goede zaak en heeft voor heel wat zelfstandigen het verschil gemaakt tussen overleven of niet. U gaf ook aan dat een derde van deze zelfstandigen in die periode gebruik heeft gemaakt van het overbruggingsrecht. Het overbruggingsrecht is 2,8 miljoen keer toegekend.

 

U gaf ook aan dat er 125 miljoen euro teruggevorderd is in 2020 en 46 miljoen euro in 2021. Dat brengt het totaal op 171 miljoen euro. Het is een goede zaak dat dit wordt gecontroleerd.

 

U gaf verder aan dat het hier niet per se over bewuste fraude gaat. Dat geloof ik zeker. Het kan ook gaan over vergissingen of onverschuldigde betalingen. In die moeilijke tijden zullen onze zelfstandigen het ook zeer verwarrend gevonden hebben. Ik kan me dan ook zeer goed voorstellen dat er vergissingen gebeurd zijn. Aan de andere kant denk ik ook dat we niet naïef mogen zijn. Er zijn altijd en overal wel mensen die bewust misbruik willen maken van het systeem.

 

Mijnheer de minister, bent u het ermee eens dat het intentionele misbruik van het overbruggingsrecht een zware fout is en dus streng bestraft moet worden? Bent u ook bereid om hier gevolgen aan te verbinden en om dus naast het terugvorderen van bedragen ook sancties te koppelen aan fraude?

 

U gaf in de vorige vergadering aan dat 171 dossiers ondertussen bij het gerecht beland zijn. Daarvan zijn er ondertussen 72 afgesloten. U kon toen echter niet vertellen in welke zin ze afgesloten werden. Kunt u dat nog even toelichten? Wat is er precies met deze dossiers gebeurd?

 

Welke stappen denkt u nog te zetten? Wilt u ook een globaal plan van aanpak opstellen, naar het voorbeeld van de Vlaamse regering, om alle vormen van coronafraude aan te pakken? Ik denk daarbij aan het inzetten van extra inspecteurs en het opdrijven van de inspecties.

 

02.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Houtmeyers, ik wil beginnen met een kleine precisering inzake uw vragen. Ik vestig uw aandacht op het feit dat de onterechte uitbetaling van een overbruggingsrecht niet noodzakelijk wijst op fraude. Er bestaat veel verwarring in dat opzicht, maar het kan ook gaan om fouten, onterechte betalingen, enzovoort. Ik ben het echter wel met u eens dat echte fraudeketens, zij die geprofiteerd hebben van de crisis om de federale Staat, de boekhouders en de zelfstandigen op te lichten, een sanctie verdienen.

 

Na onze gedachtewisseling in de commissie voor Economie van 20 oktober heb ik een actualisering gevraagd van de cijfers om u recente gegevens te kunnen geven. Zoals u weet, bestaan er drie controlelijnen voor de tijdelijke crisismaatregelen sinds het begin van de sanitaire crisis en de invoering van het crisisoverbruggingsrecht om fraude aan te pakken. De eerste lijn wordt gevormd door de sociale verzekeringsfondsen, de tweede lijn door de audit van de fondsen en de derde lijn door de directie Eerlijke Concurrentie (ECL) van het RSVZ.

 

Vanaf 2020 hebben de verschillende stakeholders nauw samengewerkt om de gevallen van fraude of misbruik van de tijdelijke maatregelen in verband met het crisisoverbruggingsrecht op te sporen en te behandelen. In 2021 werden de controles opgevoerd. Terwijl de partners in 2020 de nadruk legden op de controles a posteriori, hebben zij in 2021 de nadruk gelegd op controles a priori door hun samenwerkingsmechanisme te versterken. Het RSVZ heeft bovendien samenwerkingsprotocollen afgesloten met de deelstaten om een ad-hocgegevensuitwisseling te verzekeren. In dat verband kan ik u zeggen dat het RSVZ met de hulp van de sociale verzekeringsfondsen al effectief 125 miljoen euro in 2020 en 46 miljoen euro in 2021 heeft kunnen terugvorderen via de eerstelijncontrole.

 

Dan kom ik bij de vragen over ECL-fraude. De gevallen van misbruik en fraude worden bestraft. In functie van de situatie zal een terugvordering worden georganiseerd door het sociaal verzekeringsfonds of een administratieve of strafrechtelijke sanctie worden opgelegd.

 

Van het begin van de crisis tot september 2021 heeft de directie ECL 8.165 onderzoeken geopend in verband met een vermoeden van misbruik of fraude of een anomalie in de tijdelijke crisismaatregelen. Van het begin van de crisis tot september 2021 werden 3.912 onderzoeken afgesloten. Van deze 3.912 onderzoeken waren er 1.454 met gevolg. De directie ECL heeft een onderscheid gemaakt tussen twee types van fraude: misbruik of anomalie.

 

Het gaat om gevallen die specifiek verband houden met de toekenning van een tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht, bijvoorbeeld het feit dat men zich fictief als zelfstandige aansluit zonder ooit een zelfstandige activiteit te hebben uitgeoefend, maar met als enig doel een overbruggingsrecht te verkrijgen of het gebruik van een valse identiteit in het kader van een aanvraag voor toekenning van overbruggingsrecht. Ook klassiekere fraude en misbruiken werden ontdekt naar aanleiding van het indienen van een aanvraag tot toekenning van overbruggingsrecht, bijvoorbeeld mensen die werkten zonder aangesloten te zijn en zich tijdens de coronacrisis aansloten om een vergoeding te ontvangen.

 

In 2020 en 2021 werden er 79 administratieve boetes opgelegd in verband met een vermoeden van fraude met de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht. Het bedrag van de administratieve boetes ligt tussen 500 en 2.000 euro.

 

Gelijklopend hiermee heeft het RSVZ sinds het begin van de crisis samengewerkt met het arbeidsauditoraat voor 257 dossiers in verband met de crisismaatregelen. Voor 111 dossiers werd het onderzoek afgesloten, voor 146 dossiers is het nog steeds aan de gang. De dossiers zijn nu in handen van Justitie en ik kan u zeggen dat de cijfers elke maand toenemen. U ziet dus dat ik de strijd tegen misbruik en fraude serieus neem.

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, ik dank u voor het zeer uitgebreide antwoord. Het was een belangrijke vraag en daarom heb ik u wat meer spreektijd gegeven. Het lukt natuurlijk niet altijd om zich aan de voorziene twee minuten te houden en uw antwoord was zeer volledig.

 

02.03  Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw uitgebreide antwoord. We hebben weer wat extra cijfers.

 

Wat me opvalt, is dat we hier spreken over 865 manuele onderzoeken. Dat lijkt me weinig in vergelijking met Vlaanderen, waar er 15.000 manuele inspecties zijn geweest voor heel wat minder dossiers. Ook op het vlak van tijdelijke werkloosheid zijn er in Vlaanderen veel meer inspecties gebeurd. Ik blijf dus zitten met de vraag hoe het komt dat het cijfer zo laag ligt. Ligt het misschien aan het feit dat er te weinig inspecteurs of middelen zijn?

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Katrien Houtmeyers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De eindafrekening van sociale lasten voor zelfstandigen" (55021537C)

03 Question de Katrien Houtmeyers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le décompte final des charges sociales des indépendants" (55021537C)

 

03.01  Katrien Houtmeyers (N-VA): Op 1 oktober titelde Het Laatste Nieuws: “Correcte eindafrekening niet mogelijk voor 200.000 zelfstandigen. Blijkbaar zitten de socialeverzekeringskassen met de handen in het haar omdat ze geen juiste eindafrekening kunnen maken van de sociale bijdragen van zelfstandigen die zonder vennootschap werken. Dat is het merendeel van alle zelfstandigen in ons land.

 

Reden: socialeverzekeringsfondsen kunnen de eindafrekeningen van sociale lasten pas bepalen na de belastingaangifte. Maar die belastingaangiften blijken dit jaar voor veel zelfstandigen niet helemaal te kloppen, omdat er voor de aangifte van het crisisoverbruggingsrecht – de tegemoetkoming die zelfstandigen kregen als ze dat jaar hun werkzaamheden verplicht of vrijwillig onderbraken door de coronapandemie – geen aparte code was voorzien. Op het crisisoverbruggingsrecht moesten geen sociale bijdragen worden betaald. Maar omdat hiervoor geen aparte code was voorzien op de belastingaangifte, is dit bedrag verweven met andere inkomsten. Gevolg: de socialeverzekeringskassen vrezen dat ze de eindafrekening op een te hoog bedrag gaan maken. Voor 200.000 zelfstandigen kunnen ze dus geen afrekening maken. Intussen liggen de definitieve afrekeningen stil.

 

Dit probleem had men kunnen voorzien. Waarom werd preventief niet naar een oplossing gezocht? Waarom is er bijvoorbeeld niet geopteerd voor een aparte code op de belastingaangifte?

 

Hoe verlopen de gesprekken met de socialeverzekeringsfondsen om samen te zoeken naar een oplossing? Wat kwam daaruit al voort?

 

Bij de socialeverzekeringsfondsen leeft de vrees dat ze elk dossier individueel moeten bekijken. Dat zal een enorme administratieve last met zich meebrengen. Welke andere mogelijkheden liggen nog voor en welke draagt uw voorkeur?

 

Heeft u al enig idee hoe de berekening van de eindafrekeningen alsnog op tijd zal kunnen gebeuren?

 

03.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Houtmeyers, de belasting van de tijdelijke crisismaatregelen, het overbruggingsrecht, alsook het vaststellen van een specifieke code voor deze belasting in de belastingaangifte, vallen onder de bevoegdheid van de minister van Financiën. Mijn kabinet overlegt hierover evenwel regelmatig met de minister van Financiën. Hetzelfde geldt voor onze respectieve administraties omdat deze gunstige en afzonderlijke belasting van 16,5 % een sociale impact heeft.

 

Zoals u weet, en met het oog op een gelijke behandeling op het vlak van de berekening van de sociale bijdragen voor alle begunstigden van financiële uitkeringen inzake de verschillende crisismaatregelen overbruggingsrecht werd via rondzendbrieven beslist het bedrag van de financiële uitkeringen inzake de tijdelijke crisismaatregelen, belast aan 16,5 %, niet in aanmerking te nemen bij de vaststelling van de berekeningsgrondslag voor de socialezekerheidsbijdragen.

 

Bij gebrek aan een specifieke code die gekoppeld is aan de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht voor de inkomsten van 2020, werken de minister van Financiën en ikzelf, alsook onze respectieve administraties en de socialeverzekeringsfondsen, samen om een globale procedure te ontwikkelen die erop gericht is een eenvoudig mechanisme van gegevensuitwisseling op te zetten tussen de socialeverzekeringsfondsen en de FOD Financiën via het RSVZ teneinde de tegen 16,5 % belaste bedragen correct te individualiseren, een correcte fiscale inkohiering te verzekeren, en er vervolgens voor te zorgen dat deze bedragen in mindering worden gebracht op de berekeningsgrondslag voor de socialezekerheidsbijdragen, en zodoende tot een correcte berekening van de sociale bijdragen te komen.

 

Volgens de laatst uitgewisselde informatie zijn de minister van Financiën en zijn administratie in staat deze gegevens te bezorgen aan het RSVZ en aan de socialeverzekeringsfondsen. Mijn administratie staat in contact met de FOD Financiën en verwacht op korte termijn een antwoord of een oplossing. Ons opzet is het voorkomen van elke administratieve overbelasting, zowel voor de betrokken zelfstandigen als voor de socialeverzekeringsfondsen en de fiscale administratie.

 

Voor wat de financiële uitkeringen in het kader van de tijdelijke crisismaatregelen daarentegen betreft, belast tegen 16,5 %, genoten in 2021, zal in een afzonderlijke code worden voorzien, zodat deze globale procedure enkel van toepassing zal zijn op de uitkeringen, genoten in 2021.

 

03.03  Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, het zijn inderdaad niet de meest eenvoudige Nederlandse woorden die u moet kennen voor deze materie. U zegt dat u samenwerkt aan een oplossing op korte termijn, maar ondertussen is er wel onzekerheid op dat vlak. Dat is niet leuk, want men heeft het al zo moeilijk gehad. Ik hoop dat dit op zeer korte termijn heel duidelijk zal worden en snel kan worden afgehandeld.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Hans Verreyt aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het overbruggingsrecht voor zelfstandigen" (55020080C)

04 Question de Hans Verreyt à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le droit passerelle pour les indépendants" (55020080C)

 

04.01  Hans Verreyt (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt begin augustus 2021 aangekondigd dat u voorstander was van de verlenging van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen tot eind 2021. Mijn vraag dateert al van augustus 2021. De maatregel liep normalerwijze eind september 2021 af. In een persbericht van de regering van 24 september 2021 werd ook bevestigd dat het overbruggingsrecht inderdaad zou worden verlengd tot eind 2021.

 

Het recht was zeker een goede maatregel, die veel zelfstandigen door de crisis heeft geholpen. Echter, uit de cijfers die onder andere De Tijd publiceerde half augustus 2021, blijkt dat in juli 2021 amper nog 1,1 % van de zelfstandigen de tegemoetkoming heeft aangevraagd. Dat is duidelijk een teken dat de heropleving van de economie een feit is en dat de maatregel geen verdere reden van bestaan heeft. Het kan inderdaad nooit de bedoeling zijn onleefbare bedrijven op die manier langer en kunstmatig in leven te houden.

 

Tegelijk zijn er echter de sectoren die de regering heel lang heeft verplicht gesloten te blijven, namelijk tot 1 oktober 2021, zoals het nachtleven, en die nu na anderhalf jaar natuurlijk een erg moeilijke heropstart kennen. Er is ook de heel hoge vaccinatiegraad in Vlaanderen, waarmee de regering en het Overlegcomité gisteren geen enkele rekening wilden houden. Wellicht zijn echter specifieke en betere maatregelen denkbaar.

 

Graag kreeg ik een antwoord op de hiernavolgende vragen.

 

Ten eerste, hoeveel zelfstandigen genoten nog het overbruggingsrecht in mei, juni en juli 2021? Indien u ondertussen ook de cijfers hebt van augustus en september 2021, mogen die er zeker bij.

 

Ten tweede, zijn uit die cijfers specifieke sectoren te kristalliseren die vandaag nog het overbruggingsrecht genieten?

 

Ten derde, meent u niet dat de genoemde maatregel gezien de heropleving van de economie geen echte meerwaarde meer heeft en beter zou worden stopgezet, zoals oorspronkelijk voorzien in september 2021?

 

Ten vierde, wat is sinds het begin van de crisis tot eind juli 2021 de volledige kostprijs geweest van het speciale overbruggingsrecht?

 

04.02 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verreyt, wat betreft de cijfers, hebben meer dan 92.000 zelfstandigen in mei 2021 een uitbetaling genoten in het kader van tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht. In juni en juli 2021 waren er dat nog respectievelijk meer dan 76.000 en bijna 23.000. De cijfers zijn voorlopig en weerspiegelen de gegevens zoals die gekend zijn op 11 september 2021.

 

In verband met de bedrijfstakken, uit het detail per tak blijkt dat de zelfstandigen die in de maanden mei tot juli 2021 voor een of meerdere maanden genoten hebben van tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht vooral actief zijn in de handel. Ik kan u de tabel bezorgen als u dat wenst. Ik zal ze aan het secretariaat overhandigen. Binnen de handel zitten de meeste begunstigden van tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht in de horeca: meer dan 35.000 in mei, bijna 32.000 in juni en bijna 5.000 in juli.

 

Wat de verlenging van de maatregelen betreft, keurde de ministerraad op 1 oktober 2021 de verlenging goed van bepaalde steunmaatregelen voor de ondernemingen en de zelfstandigen. Deze maatregelen zijn meer gericht op de personen die nog moeilijkheden hebben of zullen hebben door de covidcrisis.

 

Wat mijn bevoegdheden betreft, gaat het om de verlenging van de tweede pijler van het crisisoverbruggingsrecht omzetdaling, maar dan voor een hogere daling. Om in aanmerking te komen, moeten de zelfstandigen immers een omzetdaling met 65 % kunnen aantonen voor de maanden voorafgaand aan hun aanvraag in vergelijking met het referentiejaar 2019. Zoals u ziet, is het percentage van omzetdaling sterk verhoogd, 65 % in plaats van 40 %. Een zelfstandige die vandaag nog wordt geconfronteerd met een omzetdaling van 65 % verdient nog financiële steun.

 

We hebben ook de derde pijler van het crisisoverbruggingsrecht verlengd in geval van quarantaine of zorg voor een kind.

 

Deze verlenging loopt tot 31 december 2021. Sinds 1 oktober bestaat het dubbel overbruggingsrecht ook niet meer en is de nieuwe eerste pijler van het crisisoverbruggingsrecht in werking getreden. Deze nieuwe pijler beoogde een enkelvoudige uitkering crisisoverbruggingsrecht in geval van een verplichte sluiting opgelegd door de federale overheid. Omdat er geen verplichte sluitingen meer zijn sinds 1 oktober werd deze pijler nog niet geactiveerd. Hij loopt af op 31 december 2021.

 

Op basis van de laatste cijfers bedroeg de kost van het crisisoverbruggingsrecht op 15 september 2021 5,2 miljard euro. Dat globale bedrag van 5,2 miljard euro vertegenwoordigt 46 % van alle federale steun in 2021. In 2020 ging het om een bedrag van 3,4 miljard euro en voor 2021 komen we uit op bijna 1,8 miljard euro. Sinds het begin van de crisis, in maart 2020, hebben wij 2,8 miljoen overbruggingsrechten unieke uitkeringen toegekend aan 441.000 zelfstandigen op een totaal van 1,2 miljoen zelfstandigen in ons land.

 

Ik wil er nog aan toevoegen dat u alle cijfers terugvindt in de tabellen.

 

04.03  Hans Verreyt (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het gedetailleerde antwoord en veronderstel dat ik de tabel via het secretariaat wel zal krijgen. Een bedrag van 5,2 miljard euro is heel veel. Collega Houtmeyers sprak daarnet over het beperkte aantal misbruiken dat werd vastgesteld, maar dat is een ander debat.

 

U haalde de cijfers aan: in mei 92.000 zelfstandigen, in juni 76.000 zelfstandigen en in juli 23.000 zelfstandigen. Ik veronderstel dat de cijfers in dezelfde grootteorde zijn gedaald in de maanden augustus, september en wellicht ook oktober, zeker omdat sinds oktober de facto geen enkele sector nog gesloten is. Ik ga er dus van uit dat de cijfers nog verder naar beneden gaan.

 

Ik kan er mij in vinden dat de derde pijler nog wordt bewaard, maar het wordt maand na maand moeilijker om de tweede pijler te blijven verdedigen. Voorlopig is het einde ervan vastgesteld op 31 december 2021 en voor ons hoeft dat niet meer te worden verlengd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Nahima Lanjri aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Een gezondheidsbudget voor zelfstandigen" (55021072C)

05 Question de Nahima Lanjri à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Un budget santé pour les travailleurs indépendants" (55021072C)

 

05.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, het aantal langdurig zieke zelfstandigen is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Zo steeg het aantal langdurig arbeidsongeschikte zelfstandigen ten gevolge van burn-out en depressie tussen 2016 en 2020 met maar liefst 50,93%. Ondernemers vormen namelijk een belangrijke risicogroep voor stressgerelateerde klachten. Net als bij werknemers is het ook voor zelfstandigen essentieel om meer in te zetten op preventie en re-integratiebeleid.

 

Het Algemeen Beheerscomité ABVGG (Verslag 2019/03) en UNIZO verwijzen in dit kader naar de nood aan een gezondheidsbudget voor zelfstandigen. Een dergelijk gezondheidsbudget zou zelfstandigen in staat stellen om er gedurende zijn/haar loopbaan enkele investeringen mee te doen in preventie en welzijn. Op deze manier kan de zelfstandige allerlei diensten (zoals coaching en begeleiding) of producten in verband met veiligheid en gezondheid op het werk aankopen voor ondersteuning op maat. Het gezondheidsbudget zou zowel ingezet kunnen worden in het kader van preventie op de werkplek, voor ondersteuning bij arbeidsongeschiktheid of voor de begeleiding bij de re-integratie in het arbeidsproces. Deze investering voor de sociale zekerheid zou zich op termijn kunnen terugbetalen doordat meer zelfstandigen aan de slag kunnen blijven en er minder uitgaven moeten worden gedaan in verband met arbeidsongeschiktheid.

 

Ik heb hierover volgende vragen:

- Hoe staat u tegenover de invoering van een gezondheidsbudget voor zelfstandigen? Zou u overwegen om dergelijke gezondheidsbudgetten ter beschikking van zelfstandigen te stellen? Zo ja, hoe zal u dit doen? Zo nee, waarom niet?

- Welke andere voorstellen heeft u om het aantal langdurig zieke zelfstandigen zoveel mogelijk terug te dringen? Gaat u hierover in overleg met de sociale partners?

 

05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Lanjri, het verslag van het Algemeen Beheerscomité waarnaar u in uw vraag verwijst, bevat interessante voorstellen over arbeidsongeschiktheid bij zelfstandigheden en hun professionele re-integratie.

 

Aangezien de preventie van arbeidsongeschiktheid, de begeleiding in geval van arbeidsongeschiktheid en de re-integratie van langdurig zieke zelfstandigen niet los van elkaar kunnen worden gezien, streef ik naar een geïntegreerd beleid. Ik ben dan ook het idee van een gezondheidsbudget voor zelfstandigen genegen. Dat zal net de begeleiding op maat mogelijk maken op het moment dat de zelfstandige er effectief nood aan heeft.

 

Tijdens het begrotingsconclaaf heb ik dan ook een voorstel op tafel gelegd waarin een aantal maatregelen opgenomen waren om tot een betere begeleiding van de arbeidsongeschikte zelfstandigen te komen. Er zal dan ook een re-integratietraject worden ingevoerd specifiek voor zelfstandigen. Daarin was ook in een gezondheidsbudget voor zelfstandigen voorzien. Dat laatste luik van mijn voorstel werd echter niet gedragen door de volledige regering. Ik kan u daar na de vergadering meer details over geven.

 

Wat uw tweede vraag betreft, beoog ik, naar analogie van wat in het werknemersstelsel wordt voorzien, om bij de ziekenfondsen ook in de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen terug-naar-werktrajecten in te voeren, onder de coördinatie van een terug-naar-werkcoördinator.

 

Er zal worden onderzocht of de bestaande vragenlijsten waarin de arbeidsongeschikte werknemer bevraagd wordt over hoe hij zijn kansen op werkhervatting inschat, ook gemodelleerd kan worden voor de situatie van de zelfstandigen. De re-integratie wordt het best zo vroeg mogelijk besproken. Daarom zullen wij een specifieke quickscan uitwerken waarmee de adviserende arts van het ziekenfonds de restcapaciteit van de arbeidsongeschikte zelfstandige inschat. Die trajecten zullen de re-integratiemogelijkheden van als arbeidsongeschikte erkende zelfstandigen gevoelig versterken.

 

Met die trajecten zorgen wij voor een persoonlijke begeleiding en een re-integratietraject op maat. Het uitgangspunt is wat men kan, en niet de arbeidsongeschiktheid. Personen die aan de slag kunnen, geven wij de kans de draad weer op te nemen. De concrete implementatie van de trajecten zal in nauw overleg met de representatieve zelfstandigenorganisaties en de verzekeringsinstellingen gebeuren.

 

05.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. Het is alvast positief dat er wordt ingezet op de re-integratie van zelfstandigen die uitvallen en dat die wordt ingepast in het bredere verhaal waar de regering mee bezig is.

 

Ik zou ook graag hebben dat er meer wordt ingezet op preventie om de uitval van zelfstandigen te vermijden. We zien dat stress en burn-out toenemen. Dat zijn belangrijke componenten in de uitval van zelfstandigen. We zien ook dat zelfstandigen minder geneigd zijn op tijd aan de alarmbel te trekken en hulp te vragen. Vandaar dat een gezondheidsbudget wel interessant zou kunnen zijn. Ik hoop dat het u zal lukken de collega's die niet overtuigd waren, toch te overtuigen. Ik zal daar mee voor pleiten.

 

Voor werknemers zijn er al vormen van preventie van stress en burn-out. Op de bedrijfsvloer kan daaraan gewerkt worden, maar voor zelfstandigen zijn die niet onmiddellijk voorhanden. Men zou extra middelen en manieren moeten vinden om ook voor hen preventief te werken. Ik hoop dat u dat luik niet helemaal opgeeft en dat u daar toch aan blijft werken. Wat vandaag nog niet mogelijk is, is misschien morgen of volgend jaar wel mogelijk.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55019778C en 55019903C van collega Willaert worden op haar verzoek uitgesteld. Vraag nr. 55020711C van collega Anseeuw wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

06 Vraag van Nahima Lanjri aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Verschillende soorten overbruggingsrecht" (55021549C)

06 Question de Nahima Lanjri à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les divers types de droit passerelle" (55021549C)

 

06.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, de coronacrisis heeft heel wat kopzorgen met zich meegebracht bij onze Belgische bedrijven, kmo's en zelfstandigen. Velen hebben zwarte sneeuw gezien ten gevolge van de opgelegde coronamaatregelen waardoor hun inkomsten sterk afnamen. Om deze zwaar getroffenen te ondersteunen kon men beroep doen op één van de verschillende soorten overbruggingsrechten gedurende de coronacrisis. Een steunmaatregel die broodnodig is/was en in dank werd onthaald.

 

Echter, in een aantal gevallen werd er ook misbruik gemaakt van deze steunmaatregel. Dat betreur ik ten zeerste. Er zouden 5.800 dossiers geopend zijn door de directie Eerlijke Concurrentie van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen (RSVZ). Meer dan 2.200 onderzoeken zouden reeds zijn afgesloten waarvan 666 een gevolg kregen. Gelukkig werd er ondertussen al voor ruim 125 miljoen euro aan onrechtmatige steun teruggevorderd.

 

Zij die het verdienen steun te krijgen, moeten we deze geven. Solidariteit onder elkaar is belangrijk, maar er misbruik van maken moet streng aangepakt worden.

 

Kan u aangeven hoeveel aanvragen er werden gedaan voor het verkrijgen van de verschillende soorten overbruggingsrechten doorheen te coronacrisis? Graag de cijfers tot het einde van september 2021 en opgesplitst per soort.

 

Kan u mij aangeven hoeveel van de aanvragen uit mijn eerste vraag effectief werden aanvaard/geweigerd en voor welk bedrag? Graag opgesplitst per soort overbruggingsrecht.

 

Kan u mij aangeven hoeveel van de reeds aanvaarde aanvragen opnieuw werden onderzocht omwille van mogelijks onterechte toekenning van de steunmaatregel? Graag opgesplitst per soort overbruggingsrecht.

 

Kan u mij aangeven hoeveel onderzoeken hebben geleid tot het effectief vaststellen van onrechtmatige toegekende steun en voor welk bedrag? Graag opgesplitst per soort overbruggingsrecht.

 

Aan hoeveel dossiers waarin sprake is van onrechtmatig toekenning van steun werd een gerechtelijk sanctie gekoppeld? Hoeveel gerechtelijke dossiers zijn hieromtrent lopende?

 

Zal u bijkomende initiatieven nemen om onrechtmatig toegekende steunmaatregelen op te sporen?​

 

06.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Lanjri, u vraagt verschillende cijfers. Het RSVZ kan gedetailleerde gegevens verstrekken van de effectieve uitbetalingen in het kader van de verschillende tijdelijke crisismaatregelen inzake het overbruggingsrecht, maar niet over het aantal aanvragen en weigeringen. De gegevens waarover ik beschik, hebben dus betrekking op het aantal zelfstandigen dat op zijn minst een financiële uitkering heeft genoten in het kader van de tijdelijke maatregelen inzake het overbruggingsrecht, het aantal betalingen dat daarmee overeenkomt en de totale bedragen die werden uitbetaald. Ik kan u echter de verschillende cijfers geven waarover ik beschik, of het nu gaat om deze vraag of de volgende.

 

Sinds het begin van de crisis zijn er drie controlelijnen voor de tijdelijke crisismaatregelen: een controle in de eerste lijn door de socialeverzekeringsfondsen (SVF), een controle in de tweede lijn door de audit van de SVF door het RSVZ en een controle in de derde lijn door de directie Eerlijke Concurrentie (ECL) van het RSVZ. Ik heb de precieze werking van de drie controlelijnen al veelvuldig toegelicht. Zij werken samen en delen regelmatig informatie. Hun controles gebeuren zowel a priori als a posteriori en op een gerichte en willekeurige manier. Samen hebben zij meer dan 125 miljoen euro in 2020 en meer dan 46 miljoen euro in het eerste semester van 2021 gerecupereerd. De bedragen betreffen het geheel aan terugvorderingen, al dan niet gelinkt aan fraude. Zij omvatten uiteraard niet de uitkeringen waarvan de fondsen als actor in de eerste lijn de uitbetaling a priori hebben geblokkeerd.

 

Op 30 september 2021 heeft de directie ECL 8.165 onderzoeken gelinkt met de tijdelijke crisismaatregelen opgestart, waarvan 3.912 onderzoeken reeds werden afgerond. Van de gesloten onderzoeken kregen 1.454 onderzoeken een verder gevolg. De cijfers kunnen niet worden opgesplitst per type tijdelijke crisismaatregel inzake het overbruggingsrecht.

 

Wat betreft de sancties, sinds het begin van de crisis heeft het RSVZ samengewerkt met het arbeidsauditoraat in 257 dossiers gelinkt aan de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht. 146 dossiers zijn lopende en 111 onderzoeken zijn afgesloten. Ik heb geen zicht op de eventuele gerechtelijke sancties die worden opgelegd naar aanleiding van een vermoeden van misbruik met tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht.

 

In antwoord op uw laatste vraag, komen mijn kabinet, mijn administratie en de verschillende stakeholders regelmatig bijeen om een balans op te maken van de situatie en de misbruiken en fraude gelinkt aan het geheel van tijdelijke maatregelen overbruggingsrecht. Bovendien, zoals reeds vermeld, werken de drie controlelijnen met elkaar samen en delen zij regelmatig informatie. In dat kader worden de verschillende procedures regelmatig geanalyseerd en aangepast indien nodig. Zo hebben de verschillende stakeholders recent nog a priori controles opgezet en werken zij momenteel aan een procedure om bepaalde vormen van fraude te voorkomen.

 

06.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

De procedure in verband met misbruik hebt u al eerder uitgelegd en vormde eigenlijk niet de kern van mijn vraag.

 

Ik stel vast dat de gevraagde cijfers grotendeels niet verstrekt kunnen worden. In het algemeen vroeg ik bijvoorbeeld naar het aantal aanvragen tot hiertoe, doorheen de hele coronaperiode. Ik wens te vernemen hoeveel aanvragen er werden ingediend en hoeveel er werden geweigerd. Blijkbaar kunt u die cijfers niet geven. Hoeveel mensen werden geweigerd? Hoe vaak werd er enkelvoudig of dubbel toegekend? Ik veronderstel dat onze administratie over die cijfers beschikt.

 

U zegt ook dat u niet weet hoeveel vermoedens van misbruik hebben geleid tot een gerechtelijk dossier. Nochtans wordt vanuit de administratie toch doorgegeven dat er in bepaalde gevallen een gerechtelijk luik moet volgen? Ik kan begrijpen dat u de uitkomst van die gerechtelijke dossiers niet kent, maar ik veronderstel dat u wel kunt meedelen hoeveel dossiers er zijn doorgestuurd naar het parket.

 

Ik blijf met die vragen zitten. Kunt u uitleggen waarom u die cijfers nu niet hebt? Kan ik ze eventueel later verkrijgen? Het lijken mij essentiële zaken. Ik vraag niets nieuws, het lijkt mij te gaan om zaken die elke administratie dient bij te houden.

 

06.04 Minister David Clarinval: In dat verband heb ik geantwoord op verschillende vragen van mevrouw Houtmeyers, ook al op de specifieke vragen over misbruik. Daarom heb ik uw vraag niet op alle punten beantwoord. Ik kan u een tabel met cijfers overhandigen, waarop u de meer gedetailleerde situatie kunt aflezen.

 

06.05  Nahima Lanjri (CD&V): Dank u, mijnheer de minister. Ik was vanmorgen nog onderweg en heb niet de hele commissievergadering kunnen volgen. Graag ontvang ik wel een antwoord op de vragen die ik gesteld heb. Dat mag voor mij een schriftelijk antwoord zijn.

 

Als u zegt dat u niet weet hoeveel aanvragen er geweigerd werden, dan vind ik dat raar. Ik weet niet of collega Houtmeyers die specifieke vraag heeft gesteld. Niet alleen het aantal aanvragen, maar ook het aantal weigeringen wens ik te kennen. Mijn mondelinge vraag werd overigens niet samengevoegd met de vragen van collega Houtmeyers. Daarom neem ik aan dat de vragen niet dezelfde inhoud hebben.

 

De voorzitter: Mevrouw Lanjri, ik stel voor dat u het integraal verslag van deze commissievergadering naleest en desgevallend een opvolgingsvraag indient. We geraken er nu namelijk niet uit.

 

06.06  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, kunnen de cijfergegevens worden toegevoegd aan het verslag of kan ik ze overhandigd krijgen? In dat geval kan ik zien wat er nog ontbreekt.

 

06.07 Minister David Clarinval: Ik kan u een meer gedetailleerde tabel geven, maar de cijfers over hoe veel keer het overbruggingsrecht werd aangevraagd staan vandaag niet in de tabel. Ik kan wel om een update van deze tabel vragen.

 

06.08  Nahima Lanjri (CD&V): U hebt ze niet, dus u kunt ze niet geven, wat ik begrijp en betreur, maar de administratie zou daarover toch moeten kunnen beschikken. Als u mij dit later kan bezorgen, zal ik u heel dankbaar zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Wim Van der Donckt aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het pensioenhervormingsplan" (55020676C)

07 Question de Wim Van der Donckt à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le plan de réforme des pensions" (55020676C)

 

07.01  Wim Van der Donckt (N-VA): Het zogenaamd pensioenhervormingsplan van minister van Pensioenen mevrouw Lalieux mochten we vernemen via een persbericht uitgebracht op 1 september 2021. Daar is heel wat inkt over gevloeid. In die context heb ik vragen opgesteld over de pensioenen van zelfstandigen.

 

Bent u als minister bevoegd voor de pensioenen voor zelfstandigen geconsulteerd door de minister van Pensioenen of haar administratie wat de uitgebrachte voorstellen betreft?

 

Werd daarbij eventueel rekening gehouden met de hervormingsvoorstellen die u ongetwijfeld zelf ook voor ogen hebt inzake de pensioenen voor de zelfstandigen?

 

In welke mate zal u zelf initiatieven nemen in de komende weken en maanden om de pensioenen van de zelfstandigen te hervormen conform het regeerakkoord?

 

07.02 Minister David Clarinval: Vanzelfsprekend heb ik al contact gehad met de minister van Pensioenen over de pensioenhervorming en meer bepaald met betrekking tot de hervorming van het zelfstandigenpensioen. In het kader van de sereniteit van het debat is het aangewezen om hier nog niet te veel over te zeggen, maar het is mijn wens om hierover zo spoedig mogelijk meer toelichting te kunnen geven in deze commissie.

 

Naar aanleiding van het begrotingsconclaaf liggen er wel al enkele pensioenmaatregelen voor zelfstandigen op tafel. Zo zal er weldra een oplossing zijn om welbepaalde meewerkende echtgenoten een minimumpensioen te kunnen toekennen, ondanks het feit dat zij niet voldoen aan de toekenningsvoorwaarde die erin bestaat een loopbaan te bewijzen die ten minste gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan. Daarnaast zal er voor zelfstandigen een oplossing komen voor de hervorming van de overgangsuitkering. Deze zal samen bekeken worden met de voorstellen hierover van de minister van Pensioenen. Enkele principes daarvan werden al goedgekeurd in het kader van het begrotingsconclaaf.

 

07.03  Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer de minister, het doet me deugd om te vernemen dat er toch effectief overleg is geweest tussen u en collega Lalieux, want ik meen begrepen te hebben dat er geen overleg is geweest met uw collega Petra De Sutter, die bevoegd is voor de pensioenen van de ambtenaren. Misschien speelt de taal daarin een rol, ik weet het niet. Het is in ieder geval hoopgevend dat er toch overleg is.

 

Ik zal in de loop van de volgende weken dit dossier uiteraard verder nauwgezet in het oog houden. Ik hoor wel dat er veel goede intenties zijn, maar ik kijk toch uit naar de echt concrete voorstellen die zullen komen. Wordt dus vervolgd, mijnheer de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.09 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 09.