Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 16 novembre 2021 Après-midi ______ |
van Dinsdag 16 november 2021 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 16.21 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.
Le développement des questions commence à 16 h 21. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.
01 Le mécanisme de rémunération de la capacité (CRM) – état des lieux – échange de vues avec la ministre de l'Energie et questions jointes de
- Thierry Warmoes à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les résultats de la mise aux enchères CRM et la sortie du nucléaire" (55021867C)
- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les résultats de la mise aux enchères CRM et la sortie du nucléaire" (55021868C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan social d'accompagnement (art. 10) pour les travailleurs des sites électronucléaires" (55021945C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les enchères CRM" (55021989C)
- Georges Dallemagne à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'évaluation de l'impact de la sortie du nucléaire" (55022488C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La mise aux enchères CRM" (55022507C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les turbojets" (55022508C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'option de prolongation du nucléaire" (55022509C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les résultats de la première mise aux enchères CRM" (55022513C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le fonctionnement du marché après les enchères CRM" (55022584C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sortie du nucléaire, le CRM et le rapport d'audit" (55022683C)
01 Het Capaciteitsvergoedingsmechanisme (CRM) – stand van zaken – gedachtewisseling met de minister van Energie en toegevoegde vragen van
- Thierry Warmoes aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De resultaten van de CRM-veiling en de kernuitstap" (55021867C)
- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De resultaten van de CRM-veiling en de kernuitstap" (55021868C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het sociale begeleidingsplan (art. 10) voor werknemers op elektronucleaire sites" (55021945C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De CRM-veiling" (55021989C)
- Georges Dallemagne aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De evaluatie van de impact van de kernuitstap" (55022488C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De CRM-veiling" (55022507C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Turbojets" (55022508C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nucleaire verlengingsoptie" (55022509C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De resultaten van de eerste CRM-veiling" (55022513C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De marktwerking na de CRM-veiling" (55022584C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kernuitstap, het CRM en het evaluatierapport" (55022683C)
01.01 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, pourquoi ne poursuivons-nous pas le débat sur la base des questions que nous avons à poser, en lien avec le débat qui vient de se tenir?
Le président: C'est ce que nous allons faire.
01.02 Malik Ben Achour (PS): Nous poursuivons dans l'ordre de l'importance des groupes, sans nous en référer aux questions.
Le président: Ceux qui ont des questions qui n'ont pas été formulées dans le cadre du CRM et qui veulent compléter leurs questions peuvent intervenir. La ministre répond, puis ont lieu les répliques.
01.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, een aantal zaken is nog niet aan bod gekomen. Een eerste deel van mijn ingediende vragen betrof specifiek de optie van nucleaire levensduurverlenging. Ik begrijp wel dat er van u wordt verwacht dat u eind deze maand een rapport voorlegt aan de regering om daarover verder te debatteren. De optie van nucleaire levensduurverlenging staat in het regeerakkoord. Bij de regeringsvorming is daarover gedebatteerd. In het Europees Parlement zijn daarover vragen gesteld, onder andere of die al dan niet nog haalbaar is. U hebt aan de Europese Commissie voor de Belgische Staat aangegeven dat een verlenging sowieso zal worden genotificeerd en dat daartoe een aparte procedure zal worden gevoerd. Hoe schat u de tijdslijn zelf in? Is het eigenlijk ooit mogelijk geweest om die tijdslijn te halen met een beslissing in november? Dan maak ik nog abstractie van het feit dat de regering blijkbaar pas tegen eind november daarover een beslissing zal nemen.
Ten tweede had ik een algemene vraag ingediend over de CRM-veiling zelf. Op basis van de antwoorden van, onder meer, de heer Peeters kom ik tot de vaststelling dat er in die T-1-veiling nog min of meer 6,4 gigawatt zal worden geveild. Ik was er inderdaad, zoals de heer Peeters opmerkte, ervan uitgegaan dat er 4,5 gigawatt was toegewezen in de veiling, terwijl dat maar 4,4 gigawatt is. Daardoor ligt het cijfer uiteindelijk iets hoger dan het cijfer dat ik zopas heb genoemd. Er zal namelijk nog 6.449 megawatt moeten worden toegewezen, dat wil zeggen nog grofweg 60 % van wat er noodzakelijk wordt geacht. Dat lijkt me toch nog behoorlijk veel.
De heer Peeters is ook niet onmiddellijk ingegaan op de kwestie van het Verenigd Koninkrijk, maar ik denk dat ik het wel bij het rechte eind heb dat het Verenigd Koninkrijk zelf niet zal kunnen deelnemen en dat wordt aangenomen dat dat volume op de markt aanwezig is. Zo niet moet er nog meer dan 7 gigawatt worden geveild en dan veranderen de cijfers opnieuw een beetje.
Heel erg geruststellend is dat allemaal niet, zeker wanneer ik hoor dat als er een probleem blijft bestaan met de vergunningen voor de nieuwe centrales, dat volume moet worden toegevoegd aan de T-1-veilingen. Dat leidt ertoe dat er nog 7 à 8 gigawatt moet worden toegewezen. Wat hebben wij dan geleerd over de capaciteit die wij nu voor 100 % zeker hebben toegewezen? Dan gaat het blijkbaar om slechts een deel van de oefening.
Hoe kunt u een uitspraak doen over de bevoorradingszekerheid als u daar in de regering nog beslissingen over moet nemen? Het regeerakkoord stelt dat als er een onverwacht probleem optreedt met de bevoorradingszekerheid, er andere pistes moeten worden bewandeld, maar het omgekeerde is ook waar. Kunt u vandaag zeggen dat er geen onverwachte problemen zullen zijn met de bevoorradingszekerheid? Als u nog maar 40 % of zelfs minder hebt toegewezen, denk ik dat het niet zo evident is om te poneren dat de bevoorrading gegarandeerd is. Zult u dat in de regering opvolgen?
Hoe moet het verder? De heer Peeters maakt zich geen zorgen op dat vlak. Hij verwacht niet dat het licht zal uitgaan, omdat er alles aan zal worden gedaan om dat te vermijden. Ik zie andere elementen die mijn vrees dat het licht zal uitgaan, wel voeden. Trouwens, grote marktspelers formuleren dezelfde vraag in hun communicatie en stellen vast dat er toch nog een groot saldo dient te worden ingevuld.
Ik begrijp dat alle ogen nu gericht zijn op degenen die het bod hebben uitgebracht, om hun bod gestand te doen en in die capaciteit te voorzien. Moet ik daaruit afleiden dat zolang de aanbieders van die capaciteit niet zeggen dat er een probleem is, de regering daarover geen verdere beslissingen zal nemen? Of denkt u wel na over oplossingen? Bij Elia hoor ik dat men niet hoeft in te grijpen, zolang zij niet aangeven dat er een probleem is. Voor Elia is er niets veranderd: ze hadden vroeger geen vergunning en hebben die nog altijd niet. Is dat ook uw mening?
Ten slotte, het is volgens mij geen goed idee als de turbojets, die toch een zeer zichtbare voetnoot in het hele verhaal vormen, in toekomstige veilingen alsnog naar voren zouden komen. Uit de opt-outvolumes blijkt dat er turbojets zitten te wachten voor de T-1-veiling. Moeten we daar vanuit het oogpunt van duurzaamheid naar uitkijken, wat u betreft? De duurzaamheidscriteria die u nu hebt opgesteld, zijn alleen maar van toepassing op de grote nieuwe capaciteiten en niet op de bestaande capaciteit. Ze zijn dus ook niet van toepassing op de turbojets, behalve dat die 350 kilogram per kilowattuur op jaarbasis gecombineerd met een gemiddelde per kilowattuur mogen uitstoten. De vraag is waar u met dat verhaal heen wil en wat u daar nog meer in ziet.
Ik kijk er vooral naar uit hoe u de zaken zult aanpakken dan wel of u, de piste van de heer Peeters volgend, de zaken niet aanpakt en afwacht wat er vervolgens gebeurt. Dat laatste wekt evenwel niet veel vertrouwen.
01.04 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, pardon de vous interrompre à chaque fois et de contredire votre manière de faire à chaque fois. Je suis désolé, mais… Donc, ici, nous allons faire à chaque fois l'aller-retour.
Le président: Non. L'impression était que beaucoup de questions ont été…
01.05 Malik Ben Achour (PS): Clôturez-vous le deuxième tour? C'est cela, ma question.
Le président: Je structure le deuxième tour. Y a-t-il d'autres questions à la ministre?
01.06 Malik Ben Achour (PS): Mais oui, bien sûr.
Le président: Et dans la mesure où beaucoup de questions ont été déposées, je demandais si quelqu'un voulait compléter les questions. J'ai regardé la liste. Dans la mesure où M. Verduyckt et M. Ravyts n'ont pas encore posé leur question, je leur demande de la poser.
01.07 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wat is uw appreciatie van de veiling? Ik sluit mij ook aan bij de vraag van de heer Wollants. Bent u het eens met de benadering van Elia met betrekking tot de bezorgdheden die mijn collega heeft geuit en die ik ook deel?
De exploitant heeft 1,6 MW nieuwe capaciteit binnengehaald. Wat betekent dit voor de evaluatie van de marktwerking? Ik verwijs ter zake naar de resolutie, waarbij u een van de protagonisten was.
01.08 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de marktwerkingsresolutie was ook een van onze bezorgdheden. Kunt u dat meer verduidelijken?
De cruciale vraag is, ook door de onduidelijkheid over de weigering van de gascentrale voor ENGIE, hoe het nu verder moet? Ik had daarover graag meer transparantie en duidelijke oplossingen in de vorm van wettelijke regelingen gezien. Dit gebeurt nu allemaal achter gesloten deuren.
01.09 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je n'ai pas reçu beaucoup de réponses aux questions que j'ai posées. C'est peut-être parce qu'elles avaient des implications politiques.
S'agissant des pistes de repli par rapport au refus de permis à Vilvorde, vous avez vous-même évoqué l'existence de pistes de solution. Quelles sont-elles? Quand le rapport qui sera remis d'ici une quinzaine de jours au gouvernement sera-t-il présenté et débattu au Parlement? Il sera de première importance.
Vous avez dit que les émissions de CO2 seront limitées puisque les centrales au gaz n'auraient pas vocation à tourner en permanence. A-t-on dès lors une estimation des émissions de CO2 par année et, si possible, pour les quinze prochaines années? C'est un argument non étayé qui vient régulièrement polluer le débat.
Enfin, il y a un point qui me paraît crucial pour la sécurité d'approvisionnement, c'est la balance entre T-1 et T-4, donc les volumes qui sont attribués en T-4 et les volumes qui resteraient à attribuer en T-1. Je n'arrive pas à comprendre pourquoi des capacités qui étaient présentes en préqualification n'ont pas été présentées en T-4, si ce n'est pour mettre l'État au pied du mur en T-1 et d'avoir un impact sur les prix. Cette hypothèse est-elle plausible? Avez-vous une autre explication qui nous permettrait de comprendre pourquoi si peu de capacités ont été déposées en T-4, faisant de T-1 autre chose qu'une enchère d'ajustement, comme c'était initialement prévu?
01.10 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, madame la ministre, j'ai pris connaissance des slides qui ont été communiqués à tous les membres. Mais on avait déjà été informé par voie de presse, ce qui est d'ailleurs un peu dommage pour le Parlement. En effet, il importe que ce dernier puisse avoir une information transparente et claire sur des questions aussi cruciales qui portent sur des années, au moment où les décisions se prennent. Or, ces décisions ont été prises il y a maintenant déjà quinze jours.
Je constate, en outre, que les slides qui nous sont présentés ne sont pas ceux – me semble-t-il – qui ont été présentés à la réflexion du gouvernement. Il s'agit de slides d'Elia et de la CREG. Une question se pose: la CREG a-t-elle vu l'étude de l'Université de Gand que nous n'avons toujours pas reçue? J'ai écrit au président de cette commission ainsi qu'à la ministre qui m'a donné une réponse de Normande. Autrement dit, elle est passé à côté de la question que je lui posais et s'est abstenu d'y répondre en me renvoyant à des études existantes et déjà dépassées ou, en tout cas, beaucoup trop larges pour pouvoir sous-tendre le point focal dont nous débattons aujourd'hui, c'est-à-dire le point relatif aux résultats des enchères en T-4.
En la matière, on constate que nous avons de nouvelles capacités sur 4 447,7 MW de 36 %, des capacités existantes de 56 % et de la demande (demand-side response) à raison de 7 % avec des batteries de 1 %. Donc, 8 % (7+1) de 4 447,7 MW, ce n'est pas beaucoup plus que ce qui existait déjà auparavant. Quand on fait un simple calcul, on constate qu'il y a des risques en termes de sécurité d'approvisionnement, sachant qu'en T-1 nous serons en novembre 2024 et que ce gouvernement aura terminé sa tâche depuis mai 2024, d'où une inquiétude légitime.
À cela vient s'ajouter le fait que, pour des raisons liées à la législation régionale, la centrale de Vilvorde relève peut-être d'une responsabilité dont ENGIE doit tenir compte par rapport à la mise en ordre de son projet, sachant que les deux centrales à gaz choisies sont issues d'un marché où domine finalement un seul opérateur.
J'entends encore M. Nollet nous parler de la concurrence nécessaire dans le marché et du fait que l'on pourrait penser à activer deux centrales nucléaires dans le plan B de l'accord de gouvernement, si la concurrence ou les ressources dans le marché n'étaient pas suffisantes. C'est une question.
La question
vraiment centrale aujourd'hui et à laquelle nous souhaitons une réponse
concrète, objective, documentée et transparente est la suivante. Avec un
tableau peu réjouissant qui peut faire naître des craintes légitimes sur la
sécurité d'approvisionnement, quelles stratégies la ministre met-elle en place
pour compenser ce retard, dans le cas le moins défavorable, ou carrément cette
absence, dans le cas le plus défavorable, d'une puissance de plus de
800 MW avec la centrale de Vilvorde qui doit normalement agir dans les new
CCGT reprises dans les slides d'Elia? Quels sont éventuellement les
recours qu'il y aurait à un moment donné en fonction des conditions du marché
public? Même si l'opérateur doit se mettre en ordre, il peut aussi introduire
des recours. Madame la ministre, comment envisagez-vous dès lors votre nouvelle
enchère pour l'année prochaine? Sur quelle base allez-vous la configurer
sachant que par ailleurs, on y a introduit une nouvelle méthode, la méthode
ACER européenne qui doit rendre les critères de sélection beaucoup plus
sélectifs qu'aujourd'hui.
01.11 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik heb een aantal algemene, grote topics opgeschreven die doorheen de vragen terugkomen. Ik zal daarna nog punctueel de verschillende vragen behandelen om ofwel terug te vallen op meer algemene zaken ofwel in te gaan op specifieke punten.
Ik wil beginnen met de vele vragen die zijn gesteld aan de heer Peeters maar ook aan mij en die ik ook mee wil beantwoorden. Het betreft het T-1 en de overdracht van het volume T-1. Ik heb de vragen over zekerheid inzake capaciteit en gemoedsrust gehoord en begrijp ze ook. De vraagcurve is verschoven, wat de heer Peeters heeft getoond op de slides. Dat kan op het eerste gezicht heel verwarrend overkomen of geen geruststelling bieden. Nochtans volgt een en ander ook uit het design van het CRM. De vraag van de heer Ben Achour is pertinent. Wat zou de achterliggende reden kunnen zijn waarom iemand heeft beslist te kiezen voor de opt-out-in?
Opt-out-in, mensen die niet aan de veiling willen meedoen, maar wel beschikbaar zijn, is een goede zaak voor de prijs.
Je vous prie de m'excuser de vous l'expliquer en néerlandais. Si la traduction pose problème, faites-moi signe.
Het design is niet zo opgevat dat iedereen die capaciteit heeft, moet meedoen voor een contract. Als dat zo zou zijn, zouden we iedereen die capaciteit heeft, moeten vergoeden. De ondersteuning van ons mechanisme zou dan ook veel groter kunnen zijn. Dat is een theoretische afweging.
U vraagt dan wat er zal gebeuren. Het betreft bestaande capaciteit op de markt. Mensen met bestaande capaciteit in de markt doen per definitie mee voor een eenjarig contract. In de T-4-veiling doen ze niet mee voor een eenjarig contract, want ze weten natuurlijk dat de T-1-veiling nog komt. Daar kunnen ze meedoen voor een eenjarig contract. Dat is op zich wel normaal marktgedrag. Ze kunnen dan natuurlijk een betere inschatting maken om een beter bod te maken. We weten sowieso dat de bestaande capaciteiten onder de IPC vallen. Die IPC is bepaald op 20 euro. Het biedgedrag van mensen met bestaande capaciteit is een van de aspecten waar we samen goed naar moeten kijken. De heer Peeters zei hier dat ze een technisch rapport zullen aanleveren. Daarover moeten de CREG ook goed ondervragen. De CREG wordt immers ook geconfronteerd met de derogaties. Op verplichting van de Europese Commissie hebben we een derogatie moeten inschrijven. De Europese Commissie was namelijk van mening dat eenieder altijd op elk moment zijn missing money zou moeten kunnen inbieden. Iemand die van mening is dat hij onvoldoende heeft met de IPC moet een derogatie kunnen aanvragen en de CREG oordeelt daarover. Daar komt een ja- of nee-antwoord op. De CREG heeft niet de mogelijkheid om een beetje goed te keuren.
Ik heb vastgesteld dat er tegen de IPC is geboden. We hebben er in de commissie ook al over gesproken dat die mogelijkheid zou kunnen bestaan, ook voor T-4. Daar is dat niet gebeurd voor de nieuwe capaciteiten, dus de meerjarige contracten.
Integendeel, de biedingen bleven ver beneden de price cap. Daar heeft de competitie, de concurrentie, dus wel gespeeld, en we zien een impact naar beneden op de prijs. Met de IPC is dat niet het geval. Vooraleer wij dus de nieuwe IPC vastleggen, wat we moeten doen op het moment dat wij de volumeparameters vaststellen, in de loop van februari 2022, moeten wij daarover een grondige analyse hebben, met name voor de impact op de prijs, zoals de heer Ben Achour zegt.
Ook voor de T-1-veiling die nog moet plaatsvinden, wordt de IPC telkens veiling per veiling vastgelegd. Een aanbieder van grote capaciteit heeft aangekondigd misschien te zullen meedoen, maar we weten dat nog niet zeker. We weten vandaag slechts dat er misschien beschikbaarheid zal zijn in 2025, maar of er een bod zal worden uitgebracht in de T-1-veiling, weten we niet. De parameters voor de T-1-veiling moeten nog vastgelegd worden.
Een zeer grote les uit de afgelopen veiling is voor mij de IPC en het biedgedrag daarrond. Wij zouden dus vervolgens ook de IPC moeten vastleggen. Ik zal daarop niet vooruitlopen. In de resolutie is voorzien dat de minister het Parlement moet raadplegen als de minister wil afwijken van de IPC in de hoogte. Bij de consultatie in het Parlement over de veilingparameters stelde de heer Wollants daarover onder andere vragen. Ik herinner eraan dat ik een rapport had van Elia, waarin er een range werd voorgesteld, 20 of 28 euro. Mijn administratie stelde 20 euro voor. De heer Wollants vroeg toen of ik de intentie had om aan het Parlement instemming te vragen voor een afwijking van het IPC, waarop ik geantwoord heb dat ik dat niet zou doen.
In de resolutie was er sprake van een afwijking naar boven, wat eigenlijk logisch is. Ik denk dat wij vandaag vaststellen dat ook afwijkingen naar beneden mogelijk zijn. In de feiten hebben we gezien dat er wel concurrentie is voor de T-4, niet tegen de price cap geboden, maar voor de T-1 wel. Voor de T-1-veiling moeten wij de parameters opnieuw vastleggen. Op die manier kunnen wij vandaag lessen trekken, waarnaar de heer Ben Achour terecht verwijst, en daarmee rekening houden, zodat we geen opwaartse druk krijgen op de prijzen door strategisch biedgedrag.
J'espère que c'est clair pour vous.
U hebt gelijk als u zich afvraagt of er een opwaartse druk kan zijn op de prijzen door het grote volume. Wij zien immers dat er tegen de IPC wordt aangeboden. Mijn conclusie is dat wij, op basis van wat wij nu weten, een meer doorgedreven analyse nodig hebben van de missing money op de markt, om te vermijden dat de IPC te hoog wordt vastgelegd, hoewel deze laag vastgelegd was. We weten ook dat wij een derogatiemogelijkheid hebben.
De CREG komt hier waarschijnlijk nog aan bod met betrekking tot haar beleidsnota. Misschien moet u bij haar eens polsen hoe zij daar tegenover staat, want dat betekent voor haar heel veel werk. Ik ben echter geneigd om de CREG een sterke bevoegdheid te geven om het plafond lager te gaan vastleggen en haar de mogelijkheid te geven van een afwijking, zodat er telkens een grondige afweging is van de vraag of er effectief missing money is. Dat is voor mij één van de grote aandachtspunten bij de verdere evaluatie van wat er in deze veiling gebeurd is.
Dan wil ik terugkomen op de transparantie op verschillende vlakken. Dit is meer een algemene beschouwing. Er werden vragen gesteld over de transparantie van het evaluatierapport en ik ben zeker bereid om daarover een gedachtewisseling te hebben in het Parlement. Uiteraard moet er eerst een regeringsbeslissing zijn. Ik ben echter absoluut vragende partij. Mijnheer de voorzitter, u weet waarschijnlijk waar dat nog ergens in de agenda zal passen. Wij hebben hier echter de goede traditie opgebouwd om telkens van gedachten te wisselen over deze verschillende aspecten. Ik ben daartoe bereid.
Mijnheer Verduyckt, u had het ook over andere aspecten met betrekking tot de afwikkeling van Vilvoorde. Ik weet niet of ik u juist citeer en ik bedoel het niet pejoratief, maar u zei dat het geen onderonsje mag worden tussen de minister en ENGIE. Ik ben het voor honderd procent met u eens. Ons energiebeleid is te lang ziek geweest in het bedje met bilaterale afspraken tussen één of meerdere exploitanten en de regering. Dat is niet de weg die ik op wil gaan.
Los van wat de concrete oplossing zal worden, hebben wij baat bij markttransparantie. Het moet voor de markt en de marktspelers duidelijk zijn op welke wijze er beslissingen genomen worden in ons land. Dit moet voor iedereen toegankelijk zijn. Er zijn nog veel energiespelers die gaan investeren in dit land. Wij hebben nu een T-4-veiling waarmee twee gascentrales gecontracteerd zijn, maar wij zullen nog veilingen krijgen voor een omvangrijke capaciteit. Daarmee kan misschien ook wel eens iets misgaan. De transparantie die wij daarbij aan de dag moeten leggen is echter inderdaad zeer belangrijk.
Het energiebeleid krijgt vorm via een regelgevend kader, koninklijke besluiten en wetten. U vestigt daar terecht de aandacht op, mijnheer Verduyckt.
Dat brengt mij ten tweede bij Vilvoorde. Daar kwamen zeer veel terechte vragen over. De heer Ben Achour verwees naar mijn uitspraak vorige week in plenaire vergadering dat er verschillende oplossingen denkbaar zijn binnen en buiten het CRM. Bij de opvolging werden er vragen gesteld door de heren Wollants en Ravyts, maar misschien worden die intuïtief ook wel gedeeld door andere collega's. Sta ik daarin zoals Elia en zeg ik we zien wel? Mijn antwoord is neen. Ik denk niet dat u van mij iets anders had verwacht.
Dat doet echter geen afbreuk aan het standpunt van Elia. Elia is de netbeheerder in dit verhaal en maakt noch de wetten, noch het beleid. Dat doet geen afbreuk aan wat de heer Peeters hier heeft gezegd, namelijk dat marktregels zijn waarin zaken zijn voorzien. Dat is daarin geregeld. Ik meen ten andere dat hij heeft gezegd niet te zullen vooruitlopen op hoe daarmee beleidsmatig wordt omgegaan.
Laat mij beginnen met de marktregels zelf. In het design van het CRM is inderdaad een risicobeheersingssysteem opgenomen, waarbij op bepaalde momenten wordt geëvalueerd of de capaciteit al dan niet beschikbaar is. Is dat niet zo, dan kan het contract worden geannuleerd of ingekort. De capaciteitshouder moet zich dan behelpen op de secundaire markt. Zoals hier werd opgemerkt, moet er dan wel voldoende fysieke capaciteit zijn. Als we daar vandaag naar kijken, is dat een piste die we niet zullen verlaten. De eerste verantwoordelijkheid blijft uiteraard bij de exploitant liggen, die ervoor moet zorgen dat hij alsnog zijn vergunning bekomt. Ik kan daar niet op vooruitlopen. Ten eerste ben ik niet de exploitant die een vergunning moet aanvragen en ten tweede ben ik ook niet de vergunningverlenende overheid. Het is ongepast om daar verregaande uitspraken over te doen.
Wel stel ik vast dat er in de publieke ruimte uitspraken worden gedaan over die vergunning. Men stelt met name dat een vergunning niet alleen kan worden bekomen door beroep aan te tekenen tegen de beslissing. De bevoegde Vlaamse minister heeft gezegd dat er ook een nieuw dossier kan worden ingediend, waarin de exploitant dan duidelijk zal moeten maken hoe hij de ammoniakuitstoot zal beperken.
Er zijn dus twee wegen om tot die vergunning te komen. Het moet niet noodzakelijk gebeuren via de beroepsprocedure waarvan we de termijnen kennen, men kan ook de weg van de nieuwe vergunningsaanvraag volgen.
De exploitant heeft aan de veiling deelgenomen in de volle wetenschap dat hij geen vergunning had, in de volle wetenschap dat zijn vergunning al eerder geweigerd was en wellicht ook in de volle wetenschap dat zijn project wel een positief advies had gekregen. Daarmee wil ik zeggen dat we deze piste, mits aanpassingen aan het dossier, niet mogen verlaten. Het kan immers nog een vergunbaar dossier zijn. Dat betekent dat we voldoende druk op de exploitant moeten zetten om alsnog die vergunning te bekomen. Het betekent uiteraard niet dat we niet naar andere oplossingen moeten kijken.
In dit dossier ga ik er niet van uit dat de vergunning er ooit wel zal komen. Dat creëert voor ons immers niet de zekerheid die we allemaal willen. We willen de druk op de exploitant wel hoog houden, want het is één van de goedkoopste projecten. Als er een ander project in de plaats moet komen, dan zal de prijs sowieso de hoogte in gaan. Als we echter anderzijds geconfronteerd zouden worden met het feit dat het project toch niet vergunbaar zou zijn, dan hebben we ook een oplossing nodig.
Ik weet dat het zeer onbevredigend is als ik zeg dat ik hierop niet vooruit kan lopen en ik verduidelijk de reden daarvoor. Wij werden hier vorige week mee geconfronteerd. Het is niet zo dat wij hier niet aan gedacht hebben, maar nu moeten we die pistes wel concreet maken. Er zijn een aantal wegen naar een oplossing maar ik zou graag naar hier komen op het moment waarop we voldoende vaste grond onder de voeten hebben om verdere speculatie of onduidelijkheid te vermijden. Ik weet dat de experts en de journalisten over elkaar struikelen om te zeggen wat er allemaal mogelijk is, maar de markt heeft nood aan duidelijkheid over wat een mogelijke oplossing kan zijn.
Ik zal niet dralen. We werken de klok rond om zo snel mogelijk naar u te kunnen komen zeggen hoe we dat zullen doen. We zijn in gesprek met de coalitiepartners, Elia en de actoren om dat mogelijk te maken. Die gesprekken verlopen niet, zoals de heer Verduyckt laat uitschijnen, als in een onderonsje met de exploitant. We kunnen dat ook nog meemaken in andere veilingen. Er kunnen nog andere capaciteiten wegvallen, dus we moeten een robuuste oplossing hebben die we ook in de toekomst kunnen gebruiken.
Ik heb er absoluut vertrouwen in dat we dit kunnen regelen. Ongeacht of de vergunning er komt of niet, zullen we die oplossing ook snel in gang moeten kunnen zetten. We zullen de komende weken wellicht beginnen werken op parallelle pistes. Dat is voor wat betreft Vilvoorde.
Ik wil in het algemeen ook nog ingaan op het aspect van de CO2. Dat is uiteraard een heel terechte vraag. Mijnheer Ben Achour, u hebt de link gemaakt met de vergadering van vanochtend, waarin u het had over de draaiuren. De heer Peeters heeft toen geantwoord dat het in 2026 om ongeveer 7.000 draaiuren gaat en om ongeveer 4.000 in 2032. Tegen dan zien we immers die stijging in hernieuwbare energie, met in ons land onder andere een verdrievoudiging van offshore wind, maar ook op aansturen van de targets voor hernieuwbare energie in de Fit for 55. Daardoor gaan die draaiuren naar beneden, maar er is uiteraard ook de vraag van de CO2.
Die vraag moeten we bekijken voor de energiesector in zijn geheel en niet alleen voor die twee gascentrales. De eerste analyse die we daar wel moeten maken, is dat de industriële uitstoot van de energiesector valt onder het Europees mechanisme van de ETS, van de verhandelbare emissierechten. Dat wil zeggen dat die uitstoot op Europees niveau wordt geregeld door een Europees mechanisme, dat er een plafond staat op die uitstoot en dat dit plafond ook jaarlijks naar beneden gaat.
In het kader van de Fit for 55 moet in de voorstellen van de Europese Commissie het plafond met 61 % dalen. De CO2 stijgt dus niet. Wij spelen hier in een Europees systeem. Daar abstractie van maken, is ook de waarheid geweld aandoen.
Dat neemt niet weg dat ik altijd heb aangegeven dat wij ook verplichtingen zullen opleggen op het niveau van de installatie en op het vlak van duurzaamheidcriteria. Mijn administratie is nader ingegaan op de manier waarop zij de plannen zal beoordelen. Dat heeft geleid tot de opname van de duurzaamheidcriteria in het CRM na uitwisseling met de Europese Commissie, omdat dit geen expliciete vereiste is in het kader van de staatssteunnotificatie. Wij hebben die criteria er echter wel bewust in willen opnemen.
Een gascentrale, die wij in alle scenario's nodig hebben, zal niet alleen haar draaiuren verminderen, omdat de hernieuwbare energie stijgt, maar heeft ook de mogelijkheid te kunnen draaien op een andere bron, bijvoorbeeld op groen gas, synthetisch gas of waterstof. Een dergelijke centrale heeft misschien in de toekomst de mogelijkheid ook CO2 af te vangen en kan dus met andere woorden meegaan in klimaatneutraliteit. Niet elke industriële installatie heeft vandaag die mogelijkheid, maar een elektriciteitscentrale heeft dat wel. Wij mogen ook niet vergeten dat een gascentrale ook de nodige flexibiliteit biedt die wij nodig hebben in het systeem.
Misschien komt u straks in de repliek bij mij terug met een verwijzing naar de MSR of Market Stability Reserve, die geen volledige nul is, maar een beetje boven nul blijft omwille van de techniciteit van het ETS. Ter zake wil ik u meegeven dat ook initiatieven van de Europese Commissie op tafel liggen voor een one-off reductie binnen het ETS, die net tot doel heeft de bestaande grote reserves en overschotten effectief weg te werken. In dit land is er echter geen gedragen of uniform standpunt over de verschillende entiteiten over de manier waarop wij ons daartoe verhouden. Bepaalde entiteiten zijn tegen de one-off vermindering van de rechten.
Soms is het CO2-debat er een met twee maten en twee gewichten, maar het is en blijft een zeer belangrijk debat. We moeten daarnaar kijken, we moeten daar antwoorden op bieden. We moeten ons daar echter ook geen complexen over laten aanpraten.
De turbojets vertegenwoordigen minder dan 0,5% van de totale capaciteit en hebben in deze veiling geboden voor een contract van één jaar. Het zijn vijf turbojets van 17 megawatt, samen dus 85 megawatt, die geaggregeerd aangeboden werden voor slechts 64 megawatt. Zij blijven onder de Europese drempel voor CO2 door het lage aantal draaiuren. Ze moeten in de toekomst deze norm uiteraard ook blijven respecteren door het aantal draaiuren laag te houden. De FOD Economie zal dit controleren.
Dankzij het CRM zullen de turbojets nog minder tot niet moeten draaien. Het CRM-mechanisme zorgt voor meer stabiliteit en zekerheid, minder piekmomenten van schaarste. Het CRM is ingesteld voor het vergoeden van beschikbaarheid van capaciteit, dus niet de geleverde energie. Het doet dit tegen de laagst mogelijke kost. Ze krijgen een vergoeding om beschikbaar te zijn in extreem zeldzame situaties van schaarste. Er zullen investeringen gebeuren om hun betrouwbaarheid nog te verbeteren.
ENGIE heeft laten weten dat de turbojets in het kader van de adequacy en flexibility uit de markt zouden worden genomen. De brief van ENGIE zit ook in de bijlage van de adequacy en flexibility en vermeldt end of lifetime- en aging-issues. Wat de heer Warmoes gezegd heeft, klopt dus zeker niet helemaal.
We zetten een mechanisme op poten om capaciteit te contracteren, waaruit nieuwe technologie blijkt die we niet verwacht hadden en die boven verwachting is, zoals batterijen, maar we zitten ook nog altijd met die straalmotoren. Uiteraard is dat schrijnend. Dat is vooral een indicatie van het feit dat er de laatste jaren geen of nauwelijks investeringen zijn gebeurd in dit land op het vlak van energie. We moeten toevlucht zoeken, en zochten in de winter van 2018 ook toevlucht, tot die manieren om op piekmomenten met schaarste die technologie te kunnen inzetten. Dat is misschien ook terecht. Het is een piekcentrale die kan worden aangeschakeld, die op die momenten juist die energie kan leveren. Dat we in de wereld van vandaag waarin we schone technologieën hebben, nog steeds zitten met die straalmotoren, is ook voor mij moeilijk te aanvaarden.
In de vergadering deze morgen klaagde de heer Warmoes aan dat ik als minister steeds over investeringen spreek, terwijl volgens hem de regering het allemaal zelf zal moeten doen. Welnu, in dit voorbeeld zien wij het resultaat van een gebrek aan energie-investeringen, van het gebrek aan een regelgevend kader dat ervoor moet zorgen dat er nieuwe investeringen komen. Het punt wordt net bewezen door bijvoorbeeld het feit dat wij de deratingfactoren voor batterijen en opslag nog hebben aangepast in het kader van de parameters, vastgelegd bij de bepaling van het volume. Wij hebben die anders vastgelegd dan voorgesteld in het Eliarapport. Dat is voor mij een van de redenen waarom die technologieën vandaag wel kunnen aantrekken. Het is nodig dat een overheid richting geeft aan de markt, en dan zullen de investeringen ook volgen.
Uiteraard moeten wij in verband met de turbojets ook bekijken hoe wij zo snel mogelijk van die vervuilende technologieën verlost geraken.
De vragen over de IPC heb ik beantwoord.
Critères de durabilité, plan de réduction de CO2.
Monsieur Cogolati, mon administration a également ajouté qu'elle vérifiera ce plan avec la DG Environnement. En effet, toutes ces compétences ne sont pas uniquement du ressort de mon administration mais aussi de celle de la DG Environnement.
Er wordt verwacht dat er een studie wordt uitgevoerd in 2026, zodat er in 2027 een uitstootreductieplan wordt voorgelegd in het licht van de doelstellingen 2035, 2045 en 2050. Waarom komt die studie dan zo vroeg? Dat is omdat de overheid daar zelf voldoende zicht op moet krijgen. Als de exploitant bijvoorbeeld kiest voor waterstof, heeft dat gevolgen voor onze waterstofvisie. Wij moeten dan voor alle nodige infrastructuur zorgen. We moeten een goed zicht op de plannen krijgen om te kunnen zorgen voor de nodige regelgevende kaders. Bovendien moeten we de exploitanten ook dwingen sneller te zijn opdat er niet wordt gewacht tot een jaar voor ze hun doelstelling moeten verwezenlijken.
En ce qui concerne T-1, j'ai répondu.
Mijnheer Ben Achour, u had een vraag over de gasprijzen en de prijzen van het CRM. Hoge gasprijzen nu hebben natuurlijk niets te maken met de prijzen van het CRM, dat pas begint in 2025. De publicaties, de noteringen en de forwardnoteringen geven niet meer dergelijke hoge pieken aan en de prijs wordt ook vastgeklikt. Er is nu geboden met de prijzen die er zijn, dus dat heeft geen impact op de prijzen van het CRM.
Mijnheer Ravyts, op uw vraag over dominante marktspelers en marktconcentratie zal ik een genuanceerd antwoord geven. Conform de resolutie hebben wij aan de CREG de opdracht gegeven om HHI te berekenen. Dat moeten wij zeker ook in het Parlement bespreken. In het regeerakkoord staat dat wij werken aan de competitie op de productiemarkt. Tegelijkertijd gaat de nucleaire capaciteit van ENGIE eruit en komt er andere capaciteit bij. Het is dus een genuanceerd beeld. Wij mogen ook niet vergeten dat er ook verrassende actoren zitten in het totaal van de geselecteerde projecten. Men ziet dat de bevoorradingszekerheid in ons land niet langer een zaak is van alleen maar de traditionele energiespelers en de klassieke energieproducenten. Wij kennen bijvoorbeeld al Zandvliet Power en ArcelorMittal, maar er zijn ook nieuwe spelers op de markt gekomen. Voldoende concurrentie zal alleszins een continue zorg zijn.
Als u mij een foute observatie toestaat – de exploitant zal ze mij misschien niet in dank afnemen –, dan ziet men dat de klassieke energieproductie in handen van de klassieke energiespelers blijft en dat de flexibiliteit, die wij zullen nodig hebben en waar onze energiemarkt alsmaar verder naar evolueert, in handen komt van nieuwe spelers. Bij batterijtechnologie, projecten van demand-side management en andere projecten zien wij een veel diverser beeld ontstaan. Vroeger, in de centrale energiemarkt, was een sterke leverancier een leverancier die asset-backed was: een sterke leverancier had productieassets en dan kon hem eigenlijk bijna niets overkomen. Wij hebben dat ook gezien bij de leveranciersmarkten: de leveranciers die in moeilijkheden komen, zijn vaak de leveranciers zonder productie-installaties. In de toekomst zal een sterke leverancier een flexibele opslag of een batterij ter beschikking hebben of aan load shifting kunnen doen, wat betekent dat die via demand-side management, aggregatie en digitalisering een piek kan wegwerken, bijvoorbeeld inzake elektrische wagens.
Kortom, onze bevoorradingszekerheid in tijden van energietransitie naar meer hernieuwbare energie krijgt ook een diverser beeld.
Mevrouw Dierick, u verwees ook naar boetes. De boetes zijn geen doel op zich; de boete is vooral een incentive opdat de vergunning er alsnog komt. Dat is mijn houding. We zijn zeker proactiever.
Wat het T-4-volume betreft, weet ik niet of Elia erop heeft geantwoord. We wachten op het kalibratierapport, dat rond deze periode, wellicht tegen het einde van de week, zal worden gepubliceerd. Dan wordt opnieuw dezelfde procedure gestart: een kalibratierapport van de netbeheerder, een voorstel van vraagcurve door de regulator, advies van de regulator over de veilingparameters, advies van mijn administratie, dat uitmondt in de vastlegging van de veilingparameters. Daartussen is er over al de documenten een uitwisseling in het Parlement, zoals we vorige keer ook hebben gedaan. Wij hebben intussen wel al lessen geleerd over een aantal aspecten, bijvoorbeeld de intermediate price cap (IPC) als een van de veilingparameters.
Ik was blij met de vraag van mevrouw Dierick of de stakeholders tevreden zijn met het resultaat. We moeten inderdaad wel leren uit het resultaat. Zoals ik vanochtend heb gezegd, komt er ook nog een uitgebreidere, algemenere evaluatie om het design te toetsen.
Mijnheer Leysen, wat de kosten van het CRM betreft, op die vraag heeft mijn administratie geantwoord. Dat wordt inderdaad deel van het evaluatierapport. Vandaag kennen we een deeltje van de puzzel, namelijk de kostprijs van de gecontracteerde capaciteit vandaag. We moeten dat uitzetten overheen de jaren, maar we zullen ook inschattingen moeten maken voor de T-1-veiling. De eerste ballparkcijfers geven aan dat die kostprijs niet afwijkt van de recentste inschattingen.
Dan kom ik bij de aanvullende vragen. De heer Wollants vroeg naar de optie van de nucleaire verlengingsduur en hoe ik die tijdslijn inschat. Wij hebben in het regeerakkoord een duidelijke keuze gemaakt. Die gemaakte keuze in het regeerakkoord is per definitie niet anders dan de keuze van alle regeringen voor ons sinds 2003, namelijk het bevestigen van de wet op de kernuitstap. Dat is zo gebeurd in 2003, toen de wet werd aangepast. Elke regering daarna, 18 jaar, 10 regeringen, 6 ministers, hebben telkens opnieuw dezelfde premisse bevestigd. Bij het sluiten van het energiepact was het uitgangspunt dat niet wordt teruggekomen op de kernuitstap en dat de kernuitstap er komt.
De voorbije jaren is echter te weinig gebeurd om de implementatie in gang te zetten. De heer Peeters riep op om daarmee op tijd te beginnen, een boodschap die ik trouwens ook meeneem voor de T-1-veiling. Herinner u de race tegen de klok, wij hebben hier toen op een vrijdag vergaderd om op tijd de tekst in de plenaire vergadering te kunnen bespreken, zodat de wet op tijd zou kunnen goedgekeurd zijn, om op tijd te kunnen zijn met de koninklijke besluiten, om de volumebeslissing te kunnen nemen, om de prekwalificaties te kunnen laten beginnen en om de veiling te kunnen organiseren. Wij hadden geen dag op overschot. Geen enkele dag hadden wij op overschot. Dat wil ik niet meer meemaken voor de T-1-veiling.
Ik merkte het vanochtend al op, hiermee de uitspraken van de heren Wollants en Ben Achour beamend, dat de organisatie van de T-1-veiling een grote uitdaging wordt gelet op de buitenlandse capaciteit, de gereserveerde capaciteit en de overgedragen capaciteit.
Ik zal de fout van mijn voorgangers door te wachten tot het allerlaatste moment niet herhalen en zal ageren op een moment dat er effectief nog tijd is. Dat is volgend jaar. Dat kon u zien op de timeline die ik vanochtend getoond heb en die ik reeds verschillende keren getoond heb. De voorbereiding van de T-1-veiling begint volgend jaar.
De verwachtingen zijn groot. U maakte daarstraks de opstelsom en sprak over 6,4 gigawatt, de heer Peeters heeft daarop geantwoord. Er moet nog nieuwe capaciteit gecontracteerd worden in T-1-veiling. Die capaciteit zal moeten gerealiseerd worden in één jaar tijd. Dat zullen dus batterijen zijn. Dat zal demand-side management zijn. Dat is gederate capaciteit; wij moeten een en ander dus verdubbelen tot verdrievoudigen.
We kunnen niet zomaar zeggen: après nous le déluge, on verra. Neen, we hebben nu met de T-4-veiling geleerd dat we dat in handen moeten nemen en richting moeten geven, en dat is ook wat er met de T-1-veiling zal gebeuren.
Ik ben wat afgeweken van de vraag over de optie van nucleaire levensduurverlenging. U vroeg mij hoe ik die tijdslijn zelf inschat. Van bij het begin zeggen wij dat wij de wet op de kernuitstap bevestigen en het CRM zullen implementeren. Op verschillende momenten werd de balans opgemaakt om na te gaan hoe ver we stonden met het CRM. Ik ben driemaal bij de Europese commissaris, mevrouw Vestager, langsgegaan om af te toetsen waar we stonden. Alvorens we de beslissing over het volume hebben genomen, ben ik bij de commissaris langsgegaan om aan te voelen of de CRM al dan niet kan worden goedgekeurd. Op dat moment heb ik geoordeeld dat de technische problemen op dat moment zouden kunnen worden opgelost. Dat was geen verkeerde inschatting, want het CRM is ook zonder voorwaarden goedgekeurd voor augustus 2027.
De resultaten van de prekwalificatie zijn niet met ons gedeeld, maar Elia heeft wel aangegeven dat er voldoende projecten geprekwalificeerd waren om aan het volume te kunnen beantwoorden. Ook dat is in de praktijk aangetoond, omdat er een veiling is geweest en het volume is ingevuld. Het feit dat er een bepaald volume is overgedragen naar de T-1-veiling met inbegrip van een opt-out toont gewoon aan dat het design, zoals we dat hebben vastgesteld, wordt gevolgd. Zo verrassend kan dat niet zijn.
We zullen nu evalueren wat de impact zal zijn op de bevoorradingszekerheid, wat we verder moeten verfijnen en wat we moeten versterken. Er is het vergunningsprobleem en dat zal integraal deel uitmaken van het evaluatierapport van de regering. We zullen dat probleem aanpakken en de gevolgen ervan op de kostprijs onder de loep nemen.
Met de uitvoering van de wet van 2003 hebben we nog nooit zo ver gestaan als vandaag.
Het Verenigd Koninkrijk kan op het moment niet deelnemen, maar het gaat wel om capaciteit die beschikbaar is, dus gratis capaciteit. Het kan pas deelnemen op basis van een akkoord en mits er wederkerigheid is. We hebben het hier al meermaals gehad over de Brexit-onderhandelingen en de capaciteit van het Verenigd Koninkrijk. De hefbomen op dat vlak liggen momenteel bij de Europese Commissie.
Ik kom nog even terug op de studie van professor Vandevelde van de UGent. Er werd gesproken over peer review. Wij hebben de CREG gevraagd om haar opmerkingen bij de studie van de UGent te geven. Ik heb aan mevrouw Marghem geantwoord dat wij het geheel aan de commissie zullen bezorgen.
01.12 Bert Wollants (N-VA): U had het erover dat er lessen kunnen worden getrokken uit de voorbije biedingen in verband met de intermediaire prijslimiet. Eigenlijk is het niet zo verrassend dat men vlak onder de intermediaire prijslimiet heeft geboden. Ik heb het tijdens de voorstelling van de studie van Haulogy ook gezegd: alle aanbieders wisten dat er nieuwe capaciteit in de veiling zou zitten. Alle aanbieders wisten dat er minstens één centrale onder de globale prijslimiet zou vallen, niet onder de intermediaire prijslimiet. Daardoor kon men heel veilig bieden tegen de intermediaire prijslimiet. Dat is logisch en dat is ook de reden waarom er niet tegen de prijslimiet van 75 werd geboden. Men had ondertussen wel door dat er wellicht meer aanbieders voor een nieuwe centrale zouden zijn dan er zou worden toegekend. Als men zich dan wilde aligneren op de prijslimiet van 75, wist men bij voorbaat dat het een moeilijke zaak zou zijn om alsnog geselecteerd te worden. Ik vind het dus niet echt een gek verhaal.
Een deel van het verhaal zal mogelijk terugkeren in de T-1-veiling, omdat ik er niet van overtuigd ben dat alle capaciteit die in de T-1-veiling zal worden geveild, onder de intermediaire prijslimiet zal vallen.
Als we kijken naar wat vandaag boven de intermediaire prijslimiet zat, was dat ook batterijcapaciteit. Dat is capaciteit die u waarschijnlijk zelf ook in de T-1-veiling verwacht en waarvan u mogelijk denkt dat het hoger dan 20 euro zal zitten, als die behouden blijft. Dat maakt dat de bestaande capaciteit waarschijnlijk opnieuw in de buurt van de intermediaire prijslimiet zal liggen. Dat is een inschatting die ik vandaag doe, zonder te weten op welk niveau u de intermediaire prijslimiet zult vastleggen.
U hebt gezegd dat er misschien ruimte is om dat te verlagen. Dat zou eventueel kunnen, gelet op de derogatiemogelijkheid, al zullen een aantal bestaande centrales dan tot de vaststelling komen dat ze misschien beter wel in T-4 hadden geboden. Dat is het gevolg daarvan: degenen die minder steun nodig hebben, missing money lager dan de intermediaire prijslimiet. Als u dan kiest voor een prijslimiet van 18 euro, dan betekent dat ook dat zij zich enigszins bekocht zullen voelen. Dat zal wel beter aansluiten dan bij de missing money, als ze niet kunnen aantonen dat ze boven de intermediaire prijslimiet moeten zitten. In die zin snap ik het verhaal, maar het zal toch even afwachten zijn.
Over de volumes die nog moeten worden gecontracteerd, zegt u dat dit deel van het systeem is en niet zo verbazingwekkend is. Als men het systeem bekijkt klopt dat, maar dat is niet waarvan u vooraf automatisch bent uitgegaan en wat u in de commissie hebt gezegd. Het feit dat er 26 % naar T-1 ging, was op dat moment een groot verschil met alle andere CRM-mechanismes in de hele wereld. Dat was heel veel meer dan wat er in alle andere landen gebeurde. Vandaag gaan we niet naar 26 %, maar waarschijnlijk naar 60 % of zelfs meer. Dan is de grote vraag: zal die capaciteit er zijn? Ik ben vandaag niet overtuigd van het feit dat alle bestaande capaciteit in de markt zal blijven, als zich problemen met vergunningen blijven voordoen en als er geen verlengingen meer zijn voor de fossiele WKK's. Dan is het mogelijk dat daar toch nog wat verschuivingen gebeuren en dat het mogelijk moeilijk kan zijn om die capaciteit alsnog te vinden.
Ik ben het met u eens dat u niet zo gerust mag zijn als Chris Peeters, maar ik denk dat u nog wat ongeruster moet zijn dan u nu bent. Wat u vandaag weet over de bevoorradingszekerheid is maar een puzzelstuk. In het oorspronkelijke plaatje was die T-1-veiling het laatste puzzelstuk. Vandaag zitten we met een puzzel waar u, zoals iedereen die een puzzel maakt, eerst de randen hebt gelegd, maar waar er in het middenvak nog geen enkel puzzelstuk ligt. U ziet er nog een aantal in de doos liggen en hoopt dat ze passen, maar die zullen er niet noodzakelijk meer zijn op het moment dat u, uw mogelijke opvolger of u in lopende zaken, die puzzel uiteindelijk gelegd moet krijgen in de veiling van 2024. Daarover maak ik mij zorgen en daarvoor zie ik vandaag weinig garanties.
Wat betreft die nucleaire verlengingsoptie, u hebt een hele uitleg gebracht dat u op dat vlak niets anders doet dan de vorige regeringen, maar hoe lang zijn wij nu al bezig over het feit dat die nucleaire verlenging toch wel een noodzaak zou kunnen zijn? Dat is ook de reden waarom het in het regeerakkoord is opgenomen, omdat het een noodzaak zou kunnen zijn.
Mijn eigenlijke vraag is of dat nog lukt. We hebben die vraag al in het Europees Parlement voorgelegd aan de toen toekomstige premier en toen werd gezegd dat het geen enkel probleem was, dat het perfect zou lukken. De premier zei toen zelfs dat het behoorde tot het klassieke bedrijfsrisico van de exploitant.
Waar staan we vandaag? Al wie zijn handtekening onder het regeerakkoord heeft gezet, dacht dat er een noodscenario was, maar eigenlijk is er geen noodscenario meer. U hebt zelf altijd aangegeven dat het heel moeilijk zou worden. Op basis van een beslissing van de Europese Commissie blijkt zelfs dat u nog een nieuwe procedure moet voeren op het vlak van notificatie. U zegt van niet, maar een van de marktspelers heeft tijdens die in depth investigation gevraagd wat dat hier allemaal is, dat er mogelijk nog een nucleaire verlenging van 2 Gigawatt komt. Het antwoord van de Belgische Staat was, en ik veronderstel dat als de Belgische Staat antwoordt over het CRM dat uw antwoord is, dat er geen nood is, want dat wij een aangepast dossier zullen notificeren wanneer we daarover in november 2021 zullen beslissen.
Dat betekent dat de Europese Commissie zich opnieuw over het dossier moet buigen. Die procedure zou maanden of misschien zelfs een jaar kunnen duren. Toen de Belgische Staat, wie dat ook moge wezen, dat antwoord gaf, wist u eigenlijk al dat uw noodscenario niet meer op tafel lag. Ik heb in het verleden, toen er nog een regering in lopende zaken was, getracht minstens de eerste stappen op dat vlak te zetten en minstens de mogelijkheden af te toetsen met de exploitant, niet om al te beslissen maar om ten minste te weten hoe een en ander in elkaar zat. De resolutie heeft hier op de banken gelegen. De meerderheid heeft zich niet bereid getoond ze goed te keuren. Zij heeft beslist naar de finish te rijden en gaf aan dat, indien er een muur zou staan, er dan maar een muur zou staan.
Vandaag komt u bij die muur aan en moet u aangeven dat u maar één optie hebt. U moet voor een T-1-veiling gaan. Zelfs indien er nu een onverwacht probleem is met de bevoorradingszekerheid, kan u die optie niet meer lichten. Dat is de situatie waarin wij ons vandaag bevinden. Alle regeringspartijen hebben hun handtekening geplaatst onder het scenario van de noodrem, die echter niet is aangesloten. Dat is het probleem waarmee u vandaag kampt.
Mevrouw de minister, over de CO2-uitstoot kan u mij niet wijsmaken dat, wanneer u kiest voor een technologie die veertig keer meer uitstoot dan de kerncentrales die ze moet vervangen en die zorgt voor bedenkingen over de stikstofuitstoot, de oplossing het Europees systeem is en dat het Europees systeem alles zal oplossen. Laat ons eerlijk zijn. Vandaag is er geen absoluut plafond op het vlak van CO2. Dat plafond is begraven met het marktstabiliteitsmechanisme en het annuleringsmechanisme. Er is geen absoluut plafond.
U stelt vandaag dat er een absoluut plafond is, dat wij met die uitstoot dus geen rekening moeten houden en dat het allemaal de schuld is van Vlaanderen dat niet wil werken aan de overschotten. Wat zeggen wij dan vandaag over pakweg de steenkool- en bruinkoolcentrales in Duitsland? Zij hebben ook geen effect op het ETS-systeem en hebben geen effect op de CO2-uitstoot in Europa. Dat is nieuw voor mij. Dat de Polen nog steenkool blijven stoken, maakt dus niets uit. Dat heeft geen effect op het ETS-systeem. Nog sterker, toen hier een paar weken geleden werd aangekondigd dat de federale regering 25 miljoen ton CO2 extra zou besparen, zat daar een deel in inzake de uitbreiding van de offshore op de Noordzee.
Als ik uw logica volg, heeft de uitbreiding van de offshore op de Noordzee geen enkele impact op de CO2-uitstoot in Europa. U zult minder gas nodig hebben als u meer offshorewind hebt en dat wordt netjes opgevuld door iemand anders. Als dat de reden is, als dat het systeem is, vraag ik mij heel erg af waarom wij dan uiteindelijk die offshorewindmolens zetten. Ik denk dat die wel een impact hebben op de CO2-uitstoot in Europa en dat daardoor het plafond sneller naar beneden zal gaan. U zegt echter dat dit niet waar is. Dan is mijn vraag aan u de volgende. Waarvoor moeten wij dat uiteindelijk nog doen?
U geeft aan dat u geen grote fan bent van de turbojets, maar dat er eigenlijk veel te weinig geïnvesteerd is de voorbije jaren. Eigenlijk is niemand fan van die turbojets, u niet, wij niet, niemand is daarvan fan. Het is niet mijn bedoeling om te zeggen dat u die veiling voor leveringsjaar 2025-2026 moet aanpassen om die eruit te gooien. Dat is niet mijn bedoeling. Het gaat over rechtszekerheid, dat begrijp ik. Ik denk echter wel dat wij de zaak mogen aanscherpen naar volgende veilingen toe. Dat is ook de reden waarom ik die vraag heb gesteld aan de heer Peeters. Die turbojets zijn nu de enige vorm van capaciteit die een derating hebben gekregen van 100 %. Die worden geacht altijd te kunnen functioneren. Dat is de enige technologie die dat vandaag krijgt.
Met betrekking tot de milieucriteria, u legt die wel op aan de gascentrales, weliswaar met beperkingen, als ze de zaak voor 2050 sluiten, is het eigenlijk grotendeels opgelost. U legt echter geen beperkingen op aan die turbojets. Ik stel voor dat wij eens goed nadenken op welke manier wij daarmee omgaan en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat wij andere capaciteit krijgen. Wij weten allemaal dat wij daarvoor meer willen kijken naar bijvoorbeeld batterijparken. Dat is ook de reden waarom ik die vraag aan u heb gesteld in de plenaire vergadering. U wilde toen nog niet antwoorden, in de koffiekamer ook nog niet, maar misschien dat u daarop wel wilt antwoorden een van de volgende zittingen, want het is absoluut nodig dat u daar een aantal stappen vooruit zet.
Die zullen absoluut van pas komen in de volgende stappen om de gascentrales die er misschien niet komen, te compenseren. Geen van beide is immers zeker. Daar verwacht ik absoluut dat u stappen onderneemt. We zullen kijken waar u uitkomt.
01.13 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, j'ai l'impression d'écouter un disque rayé qui revient sans cesse sur le même refrain: "on va remplacer le nucléaire par le gaz", "le coût va exploser", "le CO2 va exploser". La ministre est disponible pour le Parlement depuis 10 h 00 ce matin. Nous avons entendu le SPF Économie, nous avons entendu le manager d'Elia, nous avons entendu la CREG. Il faut le dire de manière franche et claire: tous les signaux sont aujourd'hui au vert! S'il y a une chose qu'on ne peut reprocher à la ministre, c'est de ne pas être claire! La ministre de l'Énergie maintient clairement le noodscenario, on le sait depuis le début. Il est clair également que l'exploitant nucléaire lui-même nous dit depuis plusieurs mois qu'ENGIE Electrabel a tourné la page du nucléaire en Belgique.
J'entends qu'on va remplacer le nucléaire par le gaz, mais avez-vous entendu les chiffres? Je suis vraiment impressionné par les résultats chiffrés et objectivés des différentes études qui nous ont été présentées aujourd'hui par des institutions dont on ne peut douter de l'impartialité. 1,6 GW de gaz pour deux unités. On divise par quatre le nombre de centrales au gaz TGV dernière génération nécessaires par rapport aux prévisions de certains programmes de partis politiques qui participaient à l'ancienne majorité et par rapport au Pacte énergétique adopté en 2018.
Le coût va soi-disant exploser. Mais en un an, j'ai vu que la ministre de l'Énergie a plutôt divisé le coût par quatre! Quand je suis arrivé, on se référait à cette étude de PWC. On parlait de 600 millions par an, ce qui est énorme. Ici, on parle de 140 millions d'euros en T-4. Le coût a clairement été réduit, et je ne fais que partager des chiffres qui nous ont été donnés par des institutions dont l'impartialité ne peut être mise en doute par le Parlement.
C'est simple comme bonjour! Oui, le train de la transition énergétique est en marche dans ce pays. Je veux sincèrement remercier le travail qui a été fourni non seulement par la ministre de l'Énergie mais aussi par toutes ces institutions et toutes ces agences, notamment l'administration, qui ont fourni un travail incroyable. En un an, ce gouvernement a réussi ce que personne n'a réussi au cours des 18 années précédentes marquées par l'inaction en matière de transition énergétique. C'était le stop and go. Je veux dire au revoir à ces tergiversations et investir résolument dans la transition énergétique de demain qui va créer des emplois, qui permettra d'avoir un coût beaucoup plus abordable de l'énergie, de l'électricité dans ce pays et permettra aussi d'atteindre nos objectifs en matière d'énergies renouvelables avec une Belgique à la fois 100 % renouvelable et zéro carbone d'ici 2050. C'est notre cap et c'est ce seul cap qui doit nous guider.
01.14 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses ainsi que pour le temps que vous consacrez à cette commission et à ce Parlement.
En matière de volume, sur l'enchère T-1, j'ai bien entendu tout ce que vous avez dit. C'est vrai, vous allez revoir les paramètres et anticiper dès l'année prochaine, etc. C'est ce qu'il faut faire. C'est incontestable.
Quoi qu'il en soit, une réalité demeure: en passant d'un ratio entre T-4 et T-1, 75/25 à 45/55 ou à 40/60, la vocation de l'enchère T-1 est de fait dénaturée. Ce ne sera plus une enchère d'ajustement. C'est clair! Par conséquent, il y a des inquiétudes légitimes eu égard au volume qui devrait être contracté en T-1. Nous courons donc le risque d'être dos au mur et que, à volume aussi important en T-1, cela revienne d'une certaine manière à jouer à la roulette russe à ce moment-là.
Des inquiétudes demeurent en la matière et elles concernent la sécurité d'approvisionnement.
Vous avez reconnu par ailleurs que les alternatives à Vilvorde - l'absence de permis est un coup dur - auront un impact sur le prix. Vous avez aussi reconnu que l'ampleur des volumes en T-1 aura également un impact sur les prix.
Vous avez indiqué que le prix du gaz n'aurait pas d'impact sur le coût du CRM. J'avoue que j'ai moins bien saisi votre argument puisque le CRM dépend du missing money et que le missing money dépend du prix du gaz et du CO2. Soit! La conclusion est la suivante: pour Vilvorde, volume T-1, à ce stade, le coût n'est pas encore stabilisé. Je souscris à de nombreux propos de mon collègue Cogolati mais je pense qu'on ne peut pas affirmer clairement et de façon aussi péremptoire que le prix sera définitivement divisé par quatre.
Ce qui est certain, c'est que mon groupe vous soutient totalement dans la démarche de sortie du nucléaire. Il n'y a aucune ambiguïté sur ce point!
Nous vous soutenons d'autant plus que celles et ceux qui ont essayé de faire croire qu'on pouvait décider de prolonger l'ont fait sans jamais poser la question de savoir si on avait un partenaire industriel, sans jamais demander dans quelle position l'État serait placé dans le rapport de force avec Electrabel et l'impact de cette position de faiblesse sur, par exemple, les provisions nucléaires, les investissements, etc. Reconnaissons-le, c'était de l'esbroufe! On ne peut pas prolonger aussi facilement le nucléaire, en tout cas sans avoir répondu aux questions inhérentes à l'hypothèse d'une prolongation. Nous vous soutenons totalement mais nous devons être rassurés particulièrement sur la sécurité d'approvisionnement, compte tenu des volumes qui devront être contractés en T-1.
Les conditions étaient très claires pour nous dès le départ. On ne prend personne par surprise. On avait dit "sécurité d'approvisionnement et prix". Il y a encore du travail mais on attendra forcément le rapport que vous présenterez au gouvernement.
On espère qu'il contiendra les éléments nécessaires et de nature à nous rassurer suffisamment que pour pouvoir franchir ce cap absolument nécessaire, nous en sommes convaincus.
01.15 Kurt Ravyts (VB): Ik heb heel aandachtig geluisterd naar zowel naar de heer Wollants als de heer Ben Achour. Die laatste zegt eigenlijk twee verschillende dingen, dat zult u ook opgemerkt hebben. Hij schaart zich natuurlijk achter zijn voorzitter, Paul Magnette, en dekt zich in door te stellen dat de PS de nucleaire exit steunt. Tegelijkertijd uit hij ook zijn grote bezorgdheid over de instabiliteit. Hij geeft u echter het voordeel van de twijfel en gaat ervan uit dat u het probleem zult oplossen. Hij geeft dus twee boodschappen in één betoog. Ik vind dat een heel merkwaardige houding van de PS, maar ik hoop voor hen inderdaad dat minister Van der Straeten het zal oplossen.
01.16 Malik Ben Achour (PS): Cher collègue, il s'agit exactement de l'accord de gouvernement.
01.17 Kurt Ravyts (VB): U zegt twee dingen.
01.18 Malik Ben Achour (PS): Je m'en tiens à l'accord de gouvernement qui comprend en effet une clause de rendez-vous avec deux critères à examiner.
01.19 Kurt Ravyts (VB): On verra.
01.20 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, dans un but d'efficacité qui vous est cher, je ne vais évidemment pas répéter ce que d'autres ont bien dit, et que j'ai beaucoup apprécié pour la correction et la précision, à savoir l'intervention de M. Wollants et l'intervention de M. Ben Achour – avec quand même la lecture mitigée qui vient d'être faite par l'intervenant précédent, M. Ravyts. M. Wollants dit très bien, en utilisant l'image, qu'il y a un frein d'arrêt, mais que ce frein n'est pas raccordé. C'est exactement la bonne image, et la situation dans laquelle nous nous trouvons.
Nous pouvons espérer, nous pouvons soutenir, nous pouvons dire que, en T-1, nous allons trouver toutes les solutions parce que nous allons y travailler de façon très volontariste, etc., oublier que le précédent gouvernement a installé plus de 1 500 MW d'éoliennes en mer du Nord – on peut l'oublier, mais je le dis quand même, comme cela nous nous remémorons la situation – et voir si ce gouvernement va installer un quelconque mégawatt en mer du Nord avant 2024. Je pense que la réponse est déjà non, puisqu'on nous annonce cela à partir de 2028, ou même un peu plus tard, 2032.
J'ai bien entendu dire: "Mais non, on ne remplace pas le nucléaire par le gaz". Je signale quand même que les centrales à gaz vont fonctionner 7 000 heures par an sur 8 760 en 2026, et puis 4 000 heures par an sur 8 760 en 2032, c'est-à-dire, dans l'un et l'autre cas, pendant des années, beaucoup plus que maintenant. C'est la première chose que je veux dire.
La deuxième chose se rapporte au CO2. Je rejoins ce que M. Wollants a parfaitement expliqué. Je rappelle que l'Europe va dans un sens qui, aujourd'hui, consiste à dire qu'on va trouver une taxation carbone qui va englober le non-ETS. C'est ce qui concerne toutes les activités résidentielles, de mobilité et dans l'agriculture, qui viendront s'ajouter au marché carbone ETS qui, lui, de toute façon, ne fait qu'alourdir le prix du CRM. En effet, nos centrales à gaz, qui vont fonctionner à plein régime, à plein pot, vont évidemment produire des émissions qui deviendront payantes, et le prix augmentera à la tonne de CO2. Cela aura un impact sur le prix final, sur le consommateur ou sur le budget, c'est selon.
Aujourd'hui, Elia et la CREG sont relativement confiantes. Je rappelle qu'Elia est une société commerciale cotée en bourse. Point de vue indépendance, on repassera! Une chose est certaine: nous avons un opérateur (le GRT) qui dit à toutes les lignes: "Finalement, ce n'est pas nous qui sommes responsables de la situation dans laquelle se trouve Engie aujourd'hui à Vilvorde, ni de la situation de la sécurité d'approvisionnement, puisque ce sont des décisions politiques, pour la sécurité d'approvisionnement, et c'est l'affaire d'ENGIE pour ce qui concerne cette centrale de Vilvorde."
On n'a pas de réponse simple, claire, nette sur le remplacement de cette capacité qui est, pour l'instant, manquante. On est donc vraiment dès maintenant dans une situation d'incertitude. On a plus que besoin de ce monitoring que nous attendons avec impatience et qui doit monitorer non seulement la capacité pour voir si notre sécurité d'approvisionnement tient le choc mais également le prix et le CO2.
J'ai entendu tout à l'heure un élément sur la durabilité et donc la taxonomie. On sait que l'Europe discute âprement pour savoir si on va mettre dans la taxonomie, dans les investissements verts, le gaz, le nucléaire ou les deux. On sait aussi que cette décision ne sera peut-être pas prise avant la fin de l'année. On voit, au sein de l'Europe, nos pays voisins qui interviennent fortement dans ce débat sur la base du rapport du JRC pour plaider la durabilité de la source d'énergie nucléaire. D'autres envoient des messages en parlant du gaz. Ce sont surtout ceux qui sortent du charbon et qui ont besoin de remplacer leurs assets peut-être vieillissants qui émettent beaucoup de particules fines et de CO2 (les centrales à charbon) par des centrales un peu moins polluantes, à savoir les centrales à gaz. Mais que vous ayez ou pas un cap clair, c'est une transition dans laquelle vous allez, pendant des années, émettre énormément de CO2 alors qu'ici, vous avez des assets qui peuvent continuer à produire. C'est comme si vous disiez à un propriétaire d'automobile qui peut amortir fiscalement sa voiture en quelques années, qu'après l'amortissement fiscal, il est obligé d'acheter une nouvelle voiture alors qu'il pourrait encore utiliser sa voiture – qui lui coûte évidemment moins cher puisqu'elle est amortie –, quasiment gratuitement pendant de nombreuses années encore. Ici, c'est la même chose. C'est comme si vous disiez, alors que vous avez des assets qui sont amortis et dont nous pouvons profiter de manière intéressante sur le plan économique, du CO2 et autres, que vous allez les jeter et en acheter de nouveaux dont vous n'êtes même pas sûrs aujourd'hui que vous en aurez en suffisance. C'est quand même extraordinaire!
Je pense donc qu'il y a matière à réflexion documentée. Madame la ministre, nous voulons consulter les documents que vous avez utilisés avec Elia et l'Université de Gand, que vous avez, je suppose, commandés sur la base d'une comparaison entre différents consultants en matière de développement ayant remis des offres. Nous souhaitons les consulter pour voir sur quelle base le gouvernement s'est documenté pour faire le choix qui a été fait, il y a quinze jours.
01.21 Christian Leysen (Open Vld): Het is natuurlijk een bijzonder complex dossier waarin het begrip voortschrijdend inzicht in al zijn vormen aanwezig is, zelfs in een mate die mij als jong parlementslid nog altijd verbaast. Minder dan anderhalf jaar geleden heeft een partijvoorzitter, die toen in de oppositie zat en nu in de meerderheid zit, ervoor gepleit om de kerncentrales vijf jaar langer open te houden. Bepaalde partijen die zowat twee jaar geleden in de meerderheid zaten en die de kernuitstap eerder hebben bevestigd, hebben daar nu vragen bij. Men zit natuurlijk altijd in een zeer complexe situatie als de overheid met grote industriële spelers aan tafel zit. Zij hoeven hun kaarten niet te tonen, terwijl het in de politiek tot het democratische spel behoort dat de minister en het Parlement, alle opties en alle mogelijke twijfels kenbaar moeten maken. In het regeerakkoord staat dat het effectief de bedoeling is om de kerncentrales volgens de originele planning te sluiten, maar dat daar voorwaarden aan verbonden zijn.
Anderzijds zijn we tamelijk ver geraakt in dat proces. Misschien zouden we met de wijsheid die we vandaag hebben drie jaar geleden iets anders geprogrammeerd hebben voor de uitstap. Ik heb geen pasklaar antwoord. Ik pleit in dit belangrijke dossier, met het oog op het belang voor de ondernemingen, de burgers en de overheid, om nuchter te blijven onderhandelen, in grote openheid en zonder te zwartepieten. Het beleid dat vandaag moet worden gevoerd, is uiteindelijk het gevolg van het beleid van de laatste 18 jaar, waar heel veel partijen aan hebben meegewerkt. Wat betreft de partijen die toen niet in de regering zaten, zou ik er mijn hand niet voor in het vuur willen steken dat zij de wijsheid zouden hebben gehad om het automatisch beter te doen.
Het CRM is in feite een mechanisme waarmee de overheid tussenkomt omdat zij denkt dat de markt niet aan de behoeften van de maatschappij en de ondernemingen kan beantwoorden.
Dan moet de vraag gesteld worden of dat zo is en hoe we dat hebben kunnen vermijden. Uiteindelijk is dat een extra kost. Er wordt betaald voor de terbeschikkingstelling van capaciteit. De markt moet normaal functioneren en zal hierop inspelen. Aangezien we een CRM moeten invoeren, zijn we als beleidsmakers misschien onvoldoende duidelijk geweest opdat de markt zich tijdig zou aanpassen. Een markt past zich sneller aan als er een duidelijk kader is. Het is in die zin goed dat de beleidslijnen uitgetekend zijn. Velen van u delen mijn zorg over de kostprijs. Zulke mechanismen zijn een extra kost omdat de markt zich niet tijdig heeft aangepast of heeft kunnen aanpassen, of omdat we niet duidelijk genoeg zijn geweest. We moeten daarmee oppassen. We mogen niet te snel concluderen dat het maar een vierde zal zijn, op basis van één cijfer. Als we minder capaciteit aanbesteden, zal het ook minder kosten ten opzichte van ons plan. Daarnaast is het duidelijk dat daar een grote mate van variabiliteit blijft bestaan.
01.22 Kurt Ravyts (VB): De heer Ben Achour, mevrouw Marghem en u behoren alle drie tot de meerderheid. U zegt dat u zich houdt aan het regeerakkoord, met een nucleaire exit als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De heer Ben Achour heeft die geschetst. Tegelijkertijd zegt een regeringspartner dat de noodrem niet is aangesloten en dat u niet over genoeg gegevens beschikt om voor honderd procent zeker te zijn dat er aan de voorwaarden is voldaan. De heer Ben Achour zei eigenlijk ook dat hij niet zeker is dat er aan de voorwaarden is voldaan.
Dat is een zeer merkwaardige opstelling. Politiek gezien hebt u vertrouwen, het regeringsbeleid qua klimaat en energie is aan de groene fractie overgeleverd. U wil graag aan de macht blijven en wil geen regeringscrisis veroorzaken. U bent ervan overtuigd dat zij het zullen oplossen. Dat kan een geloofwaardige houding zijn, de toekomst zal dat uitwijzen.
De voorzitter: Ik heb geleerd dat voorspellingen zeer moeilijk zijn, vooral als ze over de toekomst gaan. We moeten ook eerlijk zijn, het is in dit complexe dossier al te gemakkelijk om te menen dat alles vastligt en duidelijk is. De vraag om meer duidelijkheid, met de gegevens die we hebben, is terecht.
01.23 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik sta achter het principe dat het Parlement het laatste woord heeft, daar hoeft u zich geen zorgen over te maken, maar ik wil nog even ingaan op enkele technische zaken.
Voor de turbojets werd er zonet misschien gewoon afgerond naar boven, maar in de feiten is er een deratingfactor van officieel 96 %. Deze turbojets werden niet aangeboden als turbojet, wel als SLA. Het gaar om vijf turbojets van 17 megawatt, samen 85 megawatt, geaggregeerd 64 megawatt. In de feiten is dat een derating van 75 % en officieel 96 %.
Dat er geen beperkingen zijn qua CO2 is op zich niet helemaal juist, aangezien zij vallen onder de drempel vastgelegd in de elektriciteitsverordening. Ik ben bereid om na te gaan of wij die nog kunnen aanscherpen, maar daarover gaat het nu niet. Het klopt niet dat er in de feiten geen beperkingen zijn; die zijn er wel.
Ik aanvaard ook de premisse niet dat slechts het randje van de puzzel is gelegd en dat er in het midden nog niets ligt. Dat is nog iets anders dan wat de heer Ben Achour heeft gezegd. Ik aanvaard die premisse niet. Het klopt dat de volumeverdeling over T-4, T-1 en de 26 %, ons onderscheidt van andere CRM-designs in Europa. De spread van het volume was sowieso niet zozeer een noodzakelijk ajustement maar diende de technologieneutraliteit te garanderen. In de feiten willen wij ervoor zorgen dat we een technologieneutraal systeem hebben. De ajustement speelt wel voor de non-éligible capaciteit, maar daarover heeft niemand hier iets gezegd. Toch was ook dat een grote onbekende, waarvan we maar moesten afwachten hoe het zou uitdraaien.
Toen wij de volumebeslissing genomen hebben, werden er veel vragen gesteld, vooral door de heer Wollants. Wat hadden we nu gedaan? Ik had daar een groot getal op geplakt. We hebben echter wel een beperkte aanpassing van de vraagcurve gezien voor dat aspect. Voor het aspect van de non-éligible capaciteit hebben wij wel een ajustement, maar niet voor het geheel van de organisatie van de T-1-veiling. Ik aanvaard de premisse niet, omdat het volume een opt-out-opt-involume is. Het is bestaande capaciteit die stelt dat ze er ook zal zijn in 2025. Het klopt dus niet dat die capaciteit er niet zal zijn.
Ze hebben alleen gezegd dat ze niet zullen bieden op een eenjarig contract in de T-4-veiling, maar wel pas bij de T-1-veiling, met alle gevolgen voor de prijzen. Daar hebben we het daarnet al uitvoerig over gehad. U zegt dat er niets ligt, en daar hebt u het mis. Er ligt wel iets, in het midden van de puzzel, met die nuance dat de prijs nog onvoldoende gekend is en dat we veronderstellingen zullen moeten maken.
Wat de heer Ben Achour zegt, is geen tegenstelling binnen de regering. Er komt een evaluatierapport over de bevoorradingszekerheid. De heer Ben Achour heeft gelijk om het punt te maken. Het moet op een goede manier worden uitgelegd en moet worden omkaderd. Ik heb daar geen problemen mee. Dit maakt integraal deel uit van het evaluatierapport. Ik heb hier ook alle vertrouwen in.
Over het noodscenario en de nieuwe notificatie wil ik nog zeggen tegen de heer Wollants dat ik die notificatie van het CRM-dossier niet heb gedaan. Ik heb de postzegel er niet op gekleefd en het dossier niet genotificeerd bij de Europese Commissie. Dat is in december 2019 gebeurd. Nadien hebben wij het dossier hier in de commissie gedeblokkeerd om er ten minste voor te zorgen dat de Europese Commissie een diepgaand onderzoek zou kunnen verrichten. Wel is het zo dat als de parameters moeten veranderen, dat ook zal gebeuren. In die zin is dit dossier, zoals het vandaag is goedgekeurd, alsook de notificatie, een scenario op basis van een volledige kernuitstap. Dat is evident. Als die parameters veranderen, dan zal ook het dossier moeten worden aangepast. Dat is een van de gevolgen van de keuzes die we hebben gemaakt. Zoals de heren Ben Achour, Cogolati en Leysen ook hebben gezegd, moet er dan ook een industriële partner zijn. Ik hoor vandaag echter een exploitant zeggen dat hij geen interesse heeft. Daar moeten we akte van nemen.
Wat de CO2-uitstoot betreft, moeten we wel een beetje ernstig blijven. Het klopt niet dat het plafond niet wordt aangepast. Het ETS-systeem werkt met een vermindering van het plafond met 61 % tegen 2030. Het systeem werkt wel. Professor Jos Delbeke, de klimaatexpert die het systeem op poten heeft gezet, heeft dat ook nogmaals bevestigd. U vraagt naar de impact van de kolencentrales. Wel, doordat het plafond naar beneden wordt bijgesteld, zullen de meest efficiënte technologieën de meest vervuilende technologieën uit het geheel doen verdwijnen.
Dat maakt dus net dat de CO2-uitstoot wel degelijk naar beneden gaat. Daar moeten wij geen spelletje van maken.
Zoals u zei, mijnheer de voorzitter, is het CRM er omdat de markt er niet op kan antwoorden, vandaar was er ook een goedkeuring door de Europese Commissie nodig. Als een overheid subsidies geeft, is er sowieso een ingrijpen in de markt en net daarom was er de beoordeling door de Europese Commissie met het oog op de verenigbaarheid van de staatssteun met de interne markt. De kostprijs is uiteraard een zorg van ons allemaal. Met wat wij nu weten, zitten wij, op basis van de gemaakte inschattingen, nog altijd on track, maar wij kunnen niet in de toekomst kijken en mogen niet op voorhand victorie kraaien. Wij moeten echter ook gewoon bij de feiten blijven en leren uit onze ervaringen en zo het design verder optimaliseren.
01.24 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb duidelijk aangegeven dat de turbojets aan 100 % derating zijn gegaan. Dat is gewoon een feit. Zij hebben zich inderdaad niet onder de titel turbojets aangeboden, maar wel aan een derating van 100 %.
Wat betreft de capaciteit die niet in aanmerking komt, hebben wij destijds inderdaad de vraag gesteld of het wel wijs was dat u daar van alles aan hebt toegevoegd. Vandaag zien wij in de cijfers dat van wat u toen hebt toegevoegd, 1 gigawatt wordt bijgesteld. Dat is niet weinig. Het gaat over behoorlijk wat capaciteit en het wil zeggen dat in totaal bijna 11 gigawatt zal worden geveild over de twee veilingen samen. Dat is een stuk meer dan wat u hebt aangekondigd toen wij daarover hebben gedebatteerd. Dat maakt dus absoluut wel een verschil.
Wat betreft het noodscenario, is de consultatie volgens mij tijdens de in-depth review uitgevoerd en op dat moment is er een antwoord gekomen van de Belgische Staat dat hij opnieuw zou notificeren. U hebt gelijk dat de notificatie tijdens de periode van lopende zaken ook is gebeurd met een volledige kernuitstap, maar u hebt allemaal in eer en geweten in het regeerakkoord een noodscenario ingeschreven en u wist dat er voor de exploitant eind 2020 moest worden beslist. U hebt echter allemaal gezegd dat dat niet waar is en dat het later ook nog kon.
Dat werd bevestigd in de zitting door de man die vervolgens premier moest worden. Nu zegt u dat het de exploitant is die zelf heeft beslist. Men heeft tegen de exploitant gezegd: wij gaan niet beslissen, ook al bent u dan te laat, ook al zegt u dat u dan 11 maanden te weinig hebt om dat allemaal rond te krijgen, wij gaan het toch doen. Wat is er gebeurd? De exploitant zegt: ik ben inderdaad te laat, ik doe het niet meer. Dat wist u op voorhand.
Daarom zeg ik dat het noodscenario van de regering van in het begin nep was. Dat is het altijd geweest. U hebt misschien een aantal mensen in dat verhaal meegekregen, maar heel veel mensen aan de tafel wisten op dat moment dat het nep was. Dat is mijn punt.
Wat de CO2-uitstoot betreft, ik heb daarnet gezegd dat er geen absoluut plafond is. Er is ook geen absoluut plafond, want als de CO2-uitstoot sneller daalt, dan daalt het plafond ook sneller. Daarover gaat het. U zegt dat ik beweer dat het plafond van de CO2-uitstoot niet daalt. Dat heb ik nooit gezegd, ik zeg alleen dat er een verschil is. Als men minder uitstoot, gaat het plafond sneller naar beneden. De gascentrales helpen niet om het plafond sneller naar beneden te helpen. Dat is wat ik heb gezegd. Dat kunt u hier vandaag niet tegenspreken.
01.25 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, il faut que les choses soient dites très clairement. Je pense que nous devons être encore plus rassurés sur plusieurs points. Comme je vous l'ai dit en séance plénière, nous sommes soumis à une obligation de résultat pour une raison très simple: il n'existe pas d'autre solution.
Au fil du temps, j'ai acquis la conviction, au-delà de tout doute raisonnable, que prolonger le nucléaire n'est plus possible. Non seulement ce ne l'est plus, mais de surcroît ce n'est pas souhaitable, compte tenu de la situation d'extrême faiblesse dans laquelle l'État serait placé. Sur le plan financier, les conséquences en seraient extraordinaires.
Encore une fois, si vous le souhaitez, nous pouvons approfondir la question des provisions nucléaires. Après qu'Engie eut répété pendant des mois qu'elle ne prolongerait pas au-delà de la date limite de décembre 2020, ses responsables ont dit que ce n'était pas du bluff. Si on arrivait même à les contraindre à prolonger, imaginez ce qu'ils réclameraient de l'État en termes de provisions, d'investissements, etc. Cela coûterait des milliards. Techniquement, il faut écouter ce que dit Engie - ce n'est pas possible -, mais si ça l'était, cela coûterait extrêmement cher. Je pose la question à ceux qui ont fait croire que la prolongation était possible: qui en payerait la facture? (Brouhaha)
Le président: Monsieur Ben Achour, nous allons terminer. Closing time!
01.26 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, nous avons des craintes et devons être rassurés quant aux points qui sont prévus à l'examen dans l'accord de gouvernement. Nous répétons qu'il n'existe pas d'autre solution. Donc, madame la ministre, je suis désolé de vous mettre la pression, mais il y a une obligation de résultat: nous devons réussir à mettre en place ce CRM.
01.27 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, tout d'abord, le but d'une clause d'urgence est de ne jamais devoir y recourir.
Si toutes les conditions sont remplies en termes de sécurité d'approvisionnement et de coût, il est logique de ne pas s'en servir. Vous ne pouvez pas le reprocher à la ministre.
J'entends qu'activer cette clause d'urgence serait similaire à profiter d'une voiture qui a déjà été déjà amortie dans le passé, etc. Non! Je veux bien utiliser la métaphore de la voiture, mais prolonger les installations nucléaires belges serait comme investir 1,2 milliard d'euros pour encore prolonger la durée de vie d'une voiture d'occasion qui a déjà 40 ans. Désolé, mais ce serait ridicule! Ce ne serait pas un bon choix public, ni politique pour le futur.
La vérité - je me permets de répondre à M. Wollants -, c'est que le but de tout le système ETS est une enveloppe fermée. On sait bien que tous les secteurs économiques et industriels ne sont pas pris en compte dans le secteur ETS, mais c'est le cas du secteur énergétique. On sait qu'avec le Fit for 55 package, nous avons un but: atteindre -55 % de CO2 d'ici 2030. Mais sur l'enveloppe ETS, nous avons -61 % par rapport à 2005, et non 1990. Cette enveloppe baisse d'année en année. Je pense même qu'elle baisse de 4,4 % annuellement. La vérité est que cette enveloppe baisse et que les émissions des futures centrales turbine-gaz-vapeur (TGV) de dernière génération seront comptées dans cette enveloppe dont le montant baissera de toute façon pour atteindre les objectifs climatiques de la Belgique.
01.28 Kurt Ravyts (VB): We hebben nood aan een klein beetje logica. Volgens mijnheer Cogolati stond het noodscenario in het regeerakkoord maar wist men van bij het begin dat het wellicht nooit zou moeten worden gebruikt. Anderen, zoals de PS, u en mevrouw Marghem, namen dat noodscenario wel degelijk ernstig en meenden dat we dat wel eens nodig zouden kunnen hebben. Nu zegt de heer Ben Achour dat naarmate de tijd vorderde bleek dat het noodscenario niet meer mogelijk was. Voortschrijdend inzicht noemt men dat. Iedereen wist al in oktober dat het noodscenario niet geloofwaardig was. De N-VA en het Vlaams Belang hebben dat toen ook gezegd.
01.29 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur Cogolati, pour ce qui concerne votre exemple de la voiture de 40 ans, il faut quand même ramener les choses à leur juste proportion. Les comparaisons sont faites sur l'amortissement fiscal. Vous le savez très bien. Vous possédez peut-être une voiture de plus de 40 ans. Mais, la plupart du temps, le citoyen utilise la même voiture pendant cinq à dix ans grand maximum.
Par ailleurs, pour ce qui concerne le volet du CO2, on ne sera jamais d'accord à ce sujet. Nombreux sont ceux à qui on demande d'acquérir une voiture électrique alors qu'ils estiment qu'il est complètement insensé de posséder une voiture électrique alimentée majoritairement par une production de gaz. Il s'agit ici d'un problème fondamental.
Quant au CRM, on a dit tout à l'heure que cela n'avait été notifié qu'en décembre 2019. Je voudrais quand même rappeler que si je n'avais pas travaillé en période d'affaires courantes pour que les choses avancent, on serait encore moins loin aujourd'hui. Et on était en affaires courantes parce que la N-VA a quitté le gouvernement en décembre 2018. Il faut dire la vérité!
De voorzitter: Er werd een regeerakkoord bereikt, met een plan A en een plan B. Dat plan B was bedoeld voor een noodsituatie, maar uiteraard wenst niemand dat die noodsituatie zich voordoet. De beoordeling blijft altijd goed.
Pour le reste, je crois que nous avons convenu que l'enthousiasme mis à finaliser la fin de vie des centrales nucléaires ne se trouve à différents degrés parmi les partenaires du gouvernement.
Ik geef als laatste ervaring uit Glasgow nog mee dat iemand van de Europese Commissie met veel enthousiasme stelde dat het ETS alles zou oplossen. Laten we waar echter ook realistisch over zijn, wat al dan niet binnen het ETS zal vallen, zal nog enige discussie vergen. Ik merkte toen op dat er bij het ETS uitzonderingsregimes zouden zijn. Hij antwoordde lachend dat een uitzonderingsregime de zuurstof van de politiek is, waarop ik repliceerde dat een dergelijk regime veeleer de CO2 van de politiek zal zijn, zoals in ons belastingregime, waar de uitzonderingsregimes de soep verbrodden.
Ik wil daarmee afronden en dank u allen voor
de pittige discussie, die op een degelijke manier is gevoerd. Mevrouw de minister,
wij kijken al uit naar het vervolg. We are hungry for more information.
Het incident is
gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.19 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18 h 19.