Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 7 décembre 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 7 december 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen vangt aan om 16.40 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.

Le développement des questions commence à 16 h 40. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.

 

01 Actualiteitsdebat over de kernuitstap en toegevoegde vragen van

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing over de kernuitstap" (55023064C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kernuitstap" (55023106C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het evaluatierapport over de bevoorradingszekerheid" (55023112C)

- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing over de kernuitstap" (55023166C)

01 Débat d'actualité sur la sortie du nucléaire et questions jointes de

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision concernant la sortie du nucléaire" (55023064C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sortie du nucléaire" (55023106C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rapport d'évaluation sur la sécurité d'approvisionnement" (55023112C)

- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision relative à la sortie du nucléaire" (55023166C)

 

De voorzitter: Als de vragen kort en krachtig gesteld worden, kan dat de kwaliteit van het debat enkel verhogen.

 

01.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, op 30 november zou u normaal gezien aan de ministerraad het volledige verslag bezorgen dat u volgens het regeerakkoord moest aanleveren om te kunnen evalueren of op het vlak van bevoorradingszekerheid en op het vlak van prijseffecten de geselecteerde projecten van het CRM geen roet in het eten gooien.

 

Er zijn al heel wat coalitiepartners die hebben aangegeven dat zij uitkijken naar dat rapport, om te kunnen nagaan in welke mate de verlenging van 2 gigawatt kernenergie wel of niet moet plaatsvinden. Over het eerste stukje van uw rapport hebt u al een kleine uiteenzetting gehouden voor de pers. U hebt laten noteren dat dit niet het enige was waarop u wilde evalueren. Ik heb ondertussen ook de andere delen van uw rapport in enige mate kunnen nalezen.

 

Er staan toch nog een aantal vragen open.

 

Kunt u duiden welke elementen er in de evaluatie zullen zitten om ervoor te zorgen dat er een terechte keuze kan worden gemaakt?

 

Wordt het rapport ook officieel aan het Parlement bezorgd?

 

Er is sprake van mitigerende maatregelen, in die zin dat er om het probleem van de centrale van Vilvoorde aan te pakken, en eventueel ook de centrale van Les Awirs, nog andere maatregelen zouden worden genomen.

 

Zowel de CREG als u hebben echter altijd gezegd dat die nog niet beschikbaar zijn. De vraag is dus: wat is de stand van zaken van die oefening? Wanneer kunt u die toelichten aan het Parlement?

 

Tot slot, wat is de kalender voor het definitief nemen van een beslissing door de regering over het wel of niet verlengen van 2 gigawatt aan kernenergie?

 

01.02  Kris Verduyckt (Vooruit): Aansluitend bij de vraag van de heer Wollants had ik ook een vraag ingediend over de kernuitstap, vooral omdat vorige week een van de voorzitters van een meerderheidspartij opnieuw een voorstel ter zake op tafel legde. Vrij laat, maar goed. Zijn vraag kwam erop neer, als ik ze goed begrepen heb, of wij 10 % tot 20 % van de capaciteit van de twee mogelijk verlengbare centrales in staatshanden konden nemen. De opbrengsten daarvan wou hij in een fonds voor energiearmoede steken.

 

Deze discussie is voor een deel aan bod gekomen toen wij het hadden over de hoge energieprijzen. Toen bekeken wij de nucleaire rente, die in de vorige legislatuur gehalveerd werd. Ik had daar wel wat vragen over. Ik heb wel de eerste reacties gezien van de uitbater, die weinig enthousiast was, maar ik hoor ook graag uw reactie op dat voorstel, mevrouw de minister, met het oog op de nucleaire rente.

 

01.03  Reccino Van Lommel (VB): De voorbije dagen is er al veel gezegd over het evaluatierapport aangaande de bevoorradingszekerheid. Binnen de regering werd ook aan een aantal nota's gewerkt. Vorige vrijdag hebben die op tafel gelegen bij het kernkabinet, om te bekijken hoe we in de toekomst moeten omgaan met de twee jongste kerncentrales en welke knopen daarbij moeten worden doorgehakt. De verschillende reacties in de pers wijzen erop dat de standpunten toch wel bijzonder ver uit elkaar liggen. De heer De Croo is ondertussen ook het veld ingestuurd. Hij gaat nu toch met de uitbater Engie Electrabel spreken. Wat is de bedoeling daarvan?

 

Hoe zit het nu met de vergunning voor Vilvoorde? Is dat de reden waarom er op dit moment nog onenigheid bestaat? Heeft dat ook te maken met het feit dat er in de komende jaren nog veel te veilen valt?

 

Welke conclusies trekt de regering uit het rapport? Welke gevolgen heeft dit rapport voor de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3? Welke zijn de voornaamste bezorgdheden van de regering? Welke beslissingen worden er genomen?

 

Wat is uw reactie als minister van Energie op de voorstellen binnen uw eigen regering inzake de kernenergie van de toekomst, de SMR's? Gisteren heeft een collega nog duidelijk gesteld dat SMR's een onderdeel zouden moeten zijn van het relanceplan.

 

01.04  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, het voorbije jaar werd er ongelooflijk veel werk verzet. Het CRM werd succesvol afgerond voor een prijs die lager ligt dan verwacht. Verder tonen verschillende studies die samenkomen in het rapport van de FOD Economie dat de bevoorradingszekerheid en de beperking van de kostprijs voor de burger op die manier gegarandeerd zijn. Dat zijn twee belangrijke elementen die in het regeerakkoord waren opgenomen.

 

Er zit echter nog een vraagteken in het dossier, met name de gascentrale in Vilvoorde die geen vergunning kreeg. In uw nota aan de regering van vorige vrijdag legde u enkele mogelijke scenario's op tafel. Nu komt het erop neer dat de regering, volgens de lijnen uitgezet in het regeerakkoord, een beslissing moet nemen op basis van de feiten die nu voorliggen.

 

Welke scenario's zijn het meest plausibel om het probleem van de niet-vergunde centrale op te vangen? Is de regering klaar om de beslissing te nemen? Indien niet, welke elementen ontbreken er nog om het debat correct te kunnen voeren?

 

01.05  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, j'aimerais vous interroger à propos d'un point de procédure. Est-il possible, au cours d'un débat d'actualité, de prendre la parole au moment des répliques si on n'a pas posé de question?

 

Le président: Vous ne pouvez prendre la parole qu'une fois, soit au moment des questions soit lors des répliques.

 

01.06  Malik Ben Achour (PS): Très bien, monsieur le président, je répliquerai après mes collègues.

 

01.07  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp dat ik moet kiezen om het woord te nemen bij de vraagstelling of bij de repliek. Ik kies ervoor om dat bij de replieken te doen.

 

De voorzitter: Per fractie mag één spreker het woord nemen.

 

Le président: Monsieur Cogolati, vous vous réservez aussi pour la réplique?

 

01.08  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, c'est un dilemme: vais-je choisir la question ou la réplique? Je vais quand même opter pour la première.

 

Le président: Normalement, c'est un orateur par groupe. Cela ne me pose pas de problème si cela n'en pose aucun aux collègues. Mais soyons brefs et concis!

 

01.09  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, pas de souci!

 

L'accord de gouvernement est extrêmement clair et balise très bien le travail.

 

En un an, le moins que l'on puisse dire, c'est que la ministre n'a pas chômé! Le CRM a été approuvé par l'Union européenne et la première enchère est un succès - nous en avons parlé, il y a deux semaines à peine, au sein de notre commission de l'Énergie.

 

On connaît le feu vert d'Elia. Kris Peeters nous disait: "Non, la lumière ne s'éteindra pas en 2025". On connaît l'approbation de la Commission de Régulation de l'Électricité et du Gaz (CREG). On connaît aussi l'étude de prix qui a été commandée à l'Université de Caen, et on sait donc que l'impact sur le coût de l'électricité, tant pour les ménages que pour les entreprises, sera marginal.

 

Enfin, nous voyons également le rapport qui a été rendu par l'administration de l'Énergie. Dès lors, où en sommes-nous? Finalement, toutes les cartes ne sont-elles pas là? Madame la ministre, je suis désolé de répondre à la question en même temps que je la pose, mais n'avez-vous pas toutes les cartes en main pour permettre au gouvernement d'avancer et d'offrir toute la clarté aux investisseurs?

 

Lorsqu'on parle avec les investisseurs dans le domaine de l'énergie, tous nous demandent depuis des années d'arrêter les tergiversations du passé et de prendre, enfin, une décision claire et limpide pour leur offrir un véritable cadre d'investissement en matière de transition énergétique en Belgique après 2025. Il s'agit là d'un énorme enjeu.

 

Ensuite, il y a également un enjeu dont on parle peut-être un peu moins mais qui me préoccupe très fort à titre personnel parce que j'habite dans la région de Tihange: l'emploi. Je sais qu'un conseil d'entreprise extraordinaire s'est tenu ce matin avec Thierry Saegeman, le patron de la Business Unit Nucléaire d'Engie Electrabel, qui a donné des indications sur le plan social et qui a affirmé que les emplois seraient intégralement maintenus jusqu'en 2027, mais que toutes les personnes de plus de 45 ans pourraient finir leur carrière.

 

Combien d'emplois exactement seront-ils maintenus durant toute la phase de démantèlement? Souvent, on associe la fermeture à un bain de sang social mais, en fait, ce n'est pas vraiment d'une fermeture qu'il s'agit mais plutôt d'une reconversion. On va passer de la production d'électricité nucléaire à un processus très important, un chantier sans précédent en Belgique, à savoir le démantèlement, et je pense vraiment que cela doit être une priorité et un win-win à la fois social et économique.

 

01.10 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, collega's, veel van de vragen gaan over de timing en over transparantie. In mijn antwoord zal ik me dan ook daartoe beperken. Zo doe ik hier geen uitspraken die de besprekingen in de regering kunnen schaden. Conform het regeerakkoord wordt het rapport Bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid immers wel degelijk eerst in de regering besproken, maar ik had al eerder toegezegd dat we aansluitend ook hier in het Parlement een toelichting en bespreking kunnen houden.

 

Voor velen wordt het debat soms herleid tot de kwestie van de 2 gigawatt nucleaire energie, maar er is geen tegenstelling tussen óf kernenergie, óf een andere vorm van energie. Het gaat erover hoe we de energiebevoorrading kunnen garanderen, niet alleen de komende winter of in de winter van 2025-2026, maar op een structurele manier voor de vele jaren die nog komen, in een periode waarin hernieuwbare energie een steeds groter aandeel zal hebben, waarin we de switch zullen maken naar 100 % hernieuwbare energie, waarin we geconfronteerd zullen worden met heel veel flexibiliteit, die ook in het systeem moet worden ingebouwd. Dat vergt niet alleen een gedegen visie, het is ook een opdracht in het regeerakkoord. We leggen daarmee inderdaad een bouwsteen.

 

Het rapport, opgesteld door de Algemene Directie (AD) Energie, beoordeelt aan de hand van het resultaat van de veiling wat de impact is, enerzijds op de bevoorradingszekerheid en anderzijds op de prijzen. Uiteraard brengt de regering in haar evaluatie nog meer elementen in rekening en daarom zijn er bijkomende rapporten en nota's toegevoegd aan het rapport van de AD Energie.

 

Uiteraard wordt het rapport van de AD Energie gepubliceerd op de website van de FOD Economie. Het volledige rapport, met de bijkomende elementen, zal natuurlijk ook publiek worden gemaakt. Ik zal het aan het Parlement bezorgen, maar in eerste instantie zullen de besprekingen in de regering worden voortgezet.

 

Over de mitigerende maatregelen heb ik extern nog niet veel gezegd, maar wel in de regering. Ik heb ook gemerkt dat het rapport al pootjes heeft gekregen en hier en daar al zijn weg heeft gevonden. Men heeft een verklaring van mij in het rapport geciteerd, namelijk dat geen van de oplossingen dé perfecte oplossing is. Het is natuurlijk ook wel moeilijk om de perfecte oplossing te hebben, als men zo weinig tijd heeft. Dat wil dus zeggen dat elke oplossing komt met voor- en nadelen.

 

De vraag luidt welke piste het meest beheersbaar is en welke oplossing de bevoorrading garandeert, betaalbaar en duurzaam is. Ik heb wat die drie aspecten betreft niet stilgezeten. Het CRM werd uitgewerkt, de regelgeving ter zake is rond, het CRM heeft de goedkeuring gekregen van de Europese Commissie en de veiling heeft plaatsgevonden. Qua betaalbaarheid werd de energienorm zopas door de commissie voor Energie zonder enige tegenstem goedgekeurd. Ik heb altijd gezegd, mede aan de hand van een slide die u al meermaals hebt gezien, dat het CRM en de bevoorradingszekerheid een Siamese tweeling zijn. Inzake duurzaamheid lopen er reeds projecten in het kader van het relanceplan, maar vernoem ik ook de ambitie van de te behalen doelstellingen van wind op zee, de interconnectie met Denemarken, waarover nog vragen op de agenda staan, en de waterstofstrategie.

 

Er zijn verder inderdaad ook mitigerende maatregelen nodig om de bezorgdheden in het kader van de verschillende pistes te milderen. Die mitigerende maatregelen worden nader besproken in de regering en ik zal die in de commissie nader toelichten, zodra er consensus over bestaat in de regering.

 

Inzake de timing kan ik u meedelen dat wij inderdaad toewerken naar een beslissing voor het einde van het jaar.

 

En ce qui concerne les questions relatives à l'emploi, j'ai pris acte de ce qui a été annoncé par l'exploitant ce matin. On a toujours dit, et je l'ai répété ici à plusieurs reprises, que la fermeture, la sortie qui va se produire (cinq des sept centrales vont fermer) est une réalité qui s'impose à nous avec ses conséquences pour les trois aspects: security of supply, de betaalbaarheid et la durabilité. Ces questions se posent toujours à nous et il faut les examiner. J'ai toujours dit que la sortie et la fermeture devaient s'organiser de manière ordonnée à la fois sur le plan industriel et technique mais aussi sur le plan social et humain. Je me réjouis de ce que l'exploitant prenne des mesures sociales qui vont assez loin. La première responsabilité est celle de l'exploitant.

 

Ik zal mij er niet in mengen, het komt de werknemers toe om zich daar verder over uit te spreken.

 

Ik kom dan bij de vragen van de heer Verduyckt. Over de impact van de hoge prijzen hebben we het net gehad in het kader van de programmawet. We hebben daar een groot deel van goedgekeurd. We hebben initiatieven genomen en er met de regering over gewaakt dat we de meerinkomsten van de btw konden gebruiken voor onder andere de financiering van de uitbreiding van het sociaal tarief.

 

Uw vraag ging vooral over de pistes die worden gesuggereerd voor het verder afromen van de nucleaire rente. Die pistes hadden betrekking op twee aspecten, waaronder een onteigening de facto van de nucleaire installaties. Als men niet meer geïnteresseerd is in de exploitatie kunnen we misschien iemand anders die exploitatie laten doen. Dat lijkt me niet iets dat men bij wet kan opleggen, maar het zou neerkomen op een onteigening de facto. Het recht op eigendom wordt echter beschermd door het eerste protocol bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. In die zin weet ik niet of dit wel zo realistisch is.

 

Los van de vraag of het realistisch is, heb ik gezien dat de exploitant zich daar ook zelf over heeft uitgesproken in de pers. Het zijn immers pistes die vooral in de pers gesuggereerd worden. Ik heb eerst het ene gelezen en dan het andere. De reactie van Engie was dat het niet relevant was. In die zin, mijnheer Verduyckt, kan ik u deze beschouwing daarover geven.

 

01.11  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de grote vraag is hoe u verder gaat met het verhaal. Ik hoor u zeggen dat er eigenlijk geen tegenstelling is tussen energievormen. Ik ben blij dat u erkent dat hernieuwbare energie en kernenergie best wel samen kunnen gaan om te zorgen voor de best mogelijke energiemix. Tegelijkertijd hebt u het afgelopen jaar in ieder geval niet zichtbaar veel inspanningen gedaan om het scenario van de levensduurverlenging van de twee kerncentrales levend te houden, om ervoor te zorgen dat dit mogelijk bleef. We zijn nu in een situatie terechtgekomen met een onverwacht probleem inzake bevoorradingszekerheid.

 

U kunt vandaag niet zeggen hoe u de problematiek van Vilvoorde zult oplossen en ook niet of Les Awirs zal worden gebouwd zoals voorzien, gelet op de hangende procedure. Op dat vlak moeten er dringend beslissingen worden genomen. U zorgt er het best voor dat alle pistes openblijven zodat de juiste keuzes kunnen worden gemaakt, want er zal nog werk aan de winkel zijn.

 

Wij zullen in elk geval niet wachten met vragen te stellen over uw nota's tot u ze officieel gepubliceerd hebt.

 

01.12  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Voor de Ecolo-Groenfractie is het heel duidelijk, de toekomst is 100 % hernieuwbare energie. We moeten de weg vrijmaken voor de energieswitch. De sluiting van kerncentrales vormt een kans, een kans voor producenten van hernieuwbare energie uit bijvoorbeeld de Kempen die klaarstaan om te investeren. U zei zelf dat het doel duidelijk is maar dat geen enkele weg daar naartoe de perfecte oplossing is.

 

Er zijn belangrijke pijlers zoals de bevoorradingszekerheid, de betaalbaarheid en de duurzaamheid. Het is duidelijk dat u aan alle drie werkt en dat u voor alle drie pistes op tafel hebt gelegd. Het verlengen van de levensduur van die twee laatste kerncentrales is ook geen evidentie. De kosten voor de veiligheid van die centrales kunnen oplopen tot 1,5 miljard euro en dan spreken we nog niet over het afval. Wat zullen we met het afval doen en wat zal die berging ons kosten? Ook als we de levensduur van die laatste twee kerncentrales verlengen zal er nog altijd extra capaciteit nodig zijn. Kan dat met de huidige CRM-regeling? Geen enkele weg is met andere woorden makkelijk, maar voor ons is het doel heel duidelijk, namelijk de energieswitch naar 100 % hernieuwbare energie.

 

01.13  Reccino Van Lommel (VB): Vandaag draait u opnieuw rond de pot, zoals in de debatten die we hierover de voorgaande weken hebben gevoerd. U zegt dat we moeten kijken naar een structurele oplossing en een structurele manier van werken. Dat is nu juist onze bezorgdheid, die structurele oplossing is er vandaag niet.

 

Mevrouw Buyst vindt dat we beslissingen moeten nemen op basis van de feiten die nu voorliggen. Op basis van de feiten die nu voorliggen, zeg ik dat de bevoorradingszekerheid in het gedrang is gekomen. Alles wat met het kernafval te maken heeft, komt steeds opnieuw terug. Dat is een non-debat, zeker als we spreken over een levensduurverlenging. Het gaat hier niet over veertig jaar extra voor die oude kerncentrales.

 

We moeten stoppen met dat hele verhaal dogmatisch te benaderen. U zegt dat er geen uitspraken mogen worden gedaan die de besprekingen binnen de regering kunnen schaden. U zegt dat natuurlijk omdat er helemaal geen eensgezindheid is binnen uw eigen regering. Er zijn parlementsleden van uw eigen regering die in talrijke commissies komen zeggen dat SMR's een onderdeel moeten zijn van de energiemix van de toekomst.

 

U kunt hier natuurlijk niet zeggen dat er geen eensgezindheid met uw liberale partners is. Het begint toch wel een beschamend toneel te worden, zeker als men ziet dat Alexander De Croo als een soort messias naar de exploitant wordt uitgestuurd om te horen wat de mogelijkheden zijn.

 

Mevrouw de minister, de bevolking stelt zich vragen en de bedrijven doen dat ook. Ik meen dat er deze regering nog weinig geloofwaardigheid rest, zeker als het gaat over de energiebevoorrading en de energiemix van de toekomst. U koopt eigenlijk alleen maar tijd. U wilt vandaag niet zeggen wat de conclusies van het rapport zijn, laat staan dat u daarover de nodige transparantie geeft. Het Parlement heeft daar nochtans recht op. Ik vind dat een beetje beschamend.

 

01.14  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

In het regeerakkoord werd de kernuitstap duidelijk bevestigd, maar u moest wel eerst nog met een rapport over de bevoorradingszekerheid komen. Voor CD&V zijn drie aspecten belangrijk. Ten eerste gaat het om de duurzaamheid. De transitie is ingezet en wij steunen alle mogelijke investeringen in hernieuwbare energie. Sowieso zullen er vijf centrales worden gesloten.

 

Ten tweede gaat het om de betaalbaarheid. Verschillende studies hebben al uitgewezen dat er eigenlijk geen grote prijsverschillen voor de consumenten of de bedrijven zijn, of er nu vijf of zeven centrales sluiten. Bovendien nemen we maatregelen om alles betaalbaar te houden, bijvoorbeeld de energienorm.

 

Ten derde is er de bevoorradingszekerheid. Daar knelt het schoentje, want daarover bestaat er momenteel onvoldoende zekerheid. De vragen zijn gesteld maar we hebben nog geen antwoord gekregen. Wat gebeurt er met de centrale van Vilvoorde? Wat gaat de exploitant doen? Is plan B niet meer mogelijk of niet meer haalbaar?

 

Mevrouw de minister, u bent een technocraat en u doet dat heel goed. Wij verwachten van u dat u met alle cijfers komt, ook die van plan B, en dat in alle transparantie het best mogelijke scenario kan worden gekozen. CD&V zal u geen stokken in de wielen steken. Wij zullen ook geen schoonvader van deze regering spelen, de bevoorradingszekerheid van de gezinnen en de bedrijven verdient veel beter dan dat. Wij hopen dat er in het kernkabinet in alle transparantie over alle mogelijke scenario's kan worden gesproken en vooral dat er zeer snel een oplossing komt. Onze gezinnen en bedrijven verdienen immers veel beter dan onduidelijkheid en onzekerheid.

 

 Ik hoop dat er voor Nieuwjaar echt een beslissing wordt genomen, liefst in samenwerking met alle ministers van Energie van dit land.

 

01.15  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, u heeft de drie criteria goed geschetst. Wat duurzaamheid betreft, waren we opgelucht dat er slechts twee centrales uit die veiling kwamen. Eén centrale is vandaag nog onzeker, wat een probleem creëert voor de bevoorradingszekerheid. Dat is een zaak die de regering zeker moet verduidelijken.

 

Dan is er de betaalbaarheid. De studie van EnergyVille dateert al van een paar jaar geleden en er is inmiddels een nieuwe studie uitgevoerd. Vandaag ben ik er niet meer van overtuigd dat de levensduurverlenging van de centrales de goedkopere optie is. Sommigen verwarren dit volgens mij met de lage productieprijs van die afgeschreven centrales. Ik heb de indruk dat die het debat vergiftigt.

 

Uit uw uitleg over het voorstel van de voorzitter van de MR, met name een onteigening, maak ik op dat ik het goed had gelezen. Ik vond het namelijk ook een bizar voorstel. Het is een heel fel debat geworden, zeker bij de MR en de N-VA, net de twee grootste partijen in de vorige regering.

 

In maart 2018 is er een energiepact gesloten en is er beslist om de kernuitstap te verlengen. Wat mij vandaag opvalt, is die felheid daartegen. Die is voor mij onbegrijpelijk als ik zie dat er in maart 2018 een energiepact gesloten is. De afspraak in het regeerakkoord is zeer helder, er zijn criteria. Voor ons is het vooral belangrijk dat er knopen worden doorgehakt, ver weg van dat non-stopbeleid van de afgelopen jaren.

 

01.16  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, merci aux uns et aux autres pour vos interventions. Je voudrais faire plusieurs petites remarques.

 

Tout d'abord, sur la transparence et sur la communication de l'ensemble des documents sur lesquels se base ce gouvernement pour avancer dans son processus décisionnel, qui n'est pas encore terminé. Vous semblez aujourd'hui élargir le scope en étant plus ouverte à travailler sur le plan A de l'accord de gouvernement, qui est le vôtre (le CRM, les centrales à gaz, la sortie totale du nucléaire); et le plan B, qui prévoit que s'il y a un problème imprévu, on prolonge au moins deux réacteurs, ce qui nécessite évidemment également du travail que, pardonnez-moi de vous dire, vous avez tardé à faire.

 

L'ensemble de ces documents est malheureusement entre les mains du gouvernement. Je peux comprendre que le gouvernement ait la priorité. Mais ils ne sont pas du tout entre les mains de l'organe qui doit contrôler, quand même, dans l'intérêt des citoyens, l'action du gouvernement, c'est-à-dire le Parlement. Là, cela pose vraiment une difficulté; parce que si nous avons les documents après la situation, c'est-à-dire longtemps après la décision, cela ne sert strictement plus à rien. Nous aurons beau avoir l'ensemble de tous les détails, nous serons inefficaces en termes de contrôle et en termes d'attention vigilante par rapport à la politique développée par le gouvernement. C'est le premier point.

 

Le deuxième point, c'est qu'il y a un problème de sécurité d'approvisionnement, quoi qu'en disent les études; non seulement créé par l'absence de permis pour l'une des deux nouvelles centrales à gaz, mais également en soi, dans la situation telle que nous la connaissons, telle que nous connaissons notre système énergétique, et quand nous voyons les capacités qu'il est en mesure d'appeler pour passer au travers d'une sortie totale ou même partielle du nucléaire.

 

Les interconnexions sont des outils très intéressants, qui se sont développés de plus en plus à partir des années 2010-2012. C'est la raison pour laquelle il y a eu moins d'investissements dans notre parc de production à cette époque et depuis cette époque. Mais elles sont de moins en moins garanties, parce que les surcapacités dans les pays qui nous entourent sont, elles aussi, de moins en moins garanties.

 

Nous voyons donc déjà apparaître cela dans le rapport d'Elia, qui fait un rapport annuel sur l'évolution du CRM pour les années 2026-2027. Il y a eu le premier rapport, que nous avons eu l'occasion de parcourir avec Elia en commission du 16 novembre. C'était l'année 2025-2026. Maintenant, il y a le nouveau rapport sur 2026-2027. Nous voyons déjà que les interconnexions, par exemple, qui étaient prévues dans le premier rapport à 1935 mégawatts - nous pouvons en discuter, mais c'est le nombre qui est cité - sont maintenant déjà fortement réduites de 507 mégawatts dans le rapport qui suit.

 

Pour l'année 2026-2027, Elia croit déjà beaucoup moins en la capacité d'interconnexion. C'est le deuxième élément.

 

Le troisième élément est le suivant. Une série de signaux nous sont envoyés, non seulement de l'intérieur de l'entreprise mais d'ailleurs. Je comprends que ni vous ni le gouvernement n'avez à vous mêler de ce qui se passe dans l'entreprise, où on essaye de retenir le personnel en mettant sur la table des moyens financiers importants. On promet à ceux qui ont plus de 45 ans de terminer leur carrière dans l'entreprise. On promet un an de salaire en plus aux autres. Comme on l'a lu dans la presse dès ce week-end, il y a quand même une proportion très importante des cadres supérieurs et des employés qui bénéficient d'un barème qui quitteront l'entreprise s'il n'y a pas de prolongation d'au moins deux centrales, donc s'il n'y a pas de prolongation du tout.

 

Cela va évidemment poser des problèmes supplémentaires de sécurité d'approvisionnement car, évidemment, ces grosses infrastructures sont opérées par des gens qui doivent en tout temps assurer la sûreté de celles-ci, répondre à des procédures qui sont extrêmement complexes et méthodiques. S'il n'y a plus suffisamment de personnel pour opérer dans ces centrales, de manière critique, elles pourraient très bien ne plus produire déjà maintenant, jusqu'en 2025. On ne parle donc même plus de la période post 2025, on parle de la période avant 2025. À ce sujet, dans le cadre des négociations que vous allez entamer avec Electrabel pour la prolongation de deux réacteurs, ce qui me semble tout à fait incontournable, c'est une attention particulière à avoir à l'égard de ce personnel, qui nous fournit tout de même, depuis plus de 40 ans, dans ce pays, plus de la moitié de notre électricité. Je vous remercie.

 

01.17  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, de bal ligt vandaag in het kamp van de regering, die ermee bezig is. Ik kan natuurlijk niet onder stoelen of banken steken dat ik bezorgd ben.

 

Wij staan voor een grote uitdaging en het is moeilijk om een goede keuze te maken. Ik ben daar inderdaad bezorgd over. Ik kan alleszins de voorstellingswijze van de feiten door sommige collega's hier niet delen. Mijn lezing van de situatie en van de aangeleverde informatie en documenten voor het trilemma van bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en klimaatimpact wijkt daarvan af.

 

Mevrouw de minister, u hebt met veel enthousiasme over het CRM gesproken. Dat was nodig, maar uiteindelijk is het CRM een noodzakelijke kwaad, dat het gevolg is van een moeizaam en verre van perfect proces van energietransitie, dat wij in gang gezet hebben vanaf 2003. Ik zeg dat met veel bescheidenheid, want ik maak deel uit van een partij die mee in de regering zitting heeft, nu en in de vorige legislatuur met een andere partij, die ook hier het woord gevoerd heeft. Als we in deze situatie verkeren, dan is dat een collectieve verantwoordelijkheid van alle voorbije regeringen.

 

In dat kader is er wel een evolutie, met prioriteiten, aandacht en een maatschappelijke focus. Nu komt de klimaatproblematiek meer op de voorgrond. Er is nog steeds heel wat discussie over de vraag hoe groen kernenergie is.

 

Dat bevestigt alleen maar mijn bezorgdheid. Mijn persoonlijke analyse, als het gaat over de bevoorradingszekerheid – en ja, soms zullen wij dan misschien het licht wat vaker moeten uitschakelen –, is dat de impact op de prijs zeer sterk wordt onderschat. Een klassiek geschoolde econoom zei in De Standaard over de arbeidsmarkt dat het volstond om meer te betalen opdat het probleem zich vanzelf zou oplossen. Ik vrees dat inzake energie – en ik heb het nu niet over de kortetermijnschommelingen – op lange termijn de betaalbaarheid een issue zal blijven, nog los van het hele klimaatdossier.

 

Iedereen mag een interpretatie geven aan die twee zinnetjes in het regeerakkoord, maar ik hoop en wens van harte dat men de best mogelijke keuze maakt tussen twee verre van perfecte opties. Men moet realistisch blijven en ik zeg dat als ondernemer. Het is een structureel zeer moeilijke situatie.

 

Immers, een overheid reageert altijd te laat, omdat ze met open kaarten moet spelen, terwijl we in een land leven met twaalf partijen, waarvan er zeven deel uitmaken van de huidige en andere partijen van de vorige regering. Kortom, het dossier zal ons nog lang bezighouden. Ik wens u en de regering veel wijsheid om de goede beslissing te nemen.

 

01.18  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je me permets de vous signaler que vous avez omis de me donner la parole alors que je la demandais.

 

J'ai écouté très attentivement chaque collègue. Je rappellerai une série d'éléments factuels. Tout d'abord, les débats qui sont menés dans ce Parlement depuis plusieurs mois s'inscrivent dans le cadre de la loi de 2003, loi qu'aucun gouvernement n'a remise en question. Ensuite, nous évoluons dans le cadre d'un accord de gouvernement qui est clair. S'il y a bien un élément clair dans cet accord, c'est celui-là! Je réaffirmerai ici le soutien de mon groupe politique au respect de cette trajectoire.

 

Depuis quelques semaines, un bruit se lève pour réclamer la prolongation de deux centrales, et cela parfois sur un ton péremptoire et très affirmatif: pour les prolonger, il n'y aurait qu'à le décider!

 

Une gestion rationnelle de l'État passe par la nécessité de faire la transparence, de la faire quant aux conditions, aux difficultés et obstacles qui se poseraient dans le cadre de ce scénario. La loi doit-elle être modifiée? Quels sont les délais et les implications? Une étude d'incidences environnementales est-elle nécessaire? Dans l'affirmative, combien de temps est-il nécessaire à cet effet? Quel est le délai pour s'approvisionner en combustible? Quel est le risque sachant que, manifestement, nous n'avons pas de partenaire industriel? Quelles sont les implications financières éventuelles d'une prolongation? Personne n'en parle jamais vraiment! Personne n'est en mesure de l'argumenter ou de l'étayer avec des chiffres. Quels investissements l'AFCN réclamerait-elle? Quels en seraient les délais pour assurer la sécurité d'approvisionnement? Y a-t-il un impact quelconque sur les provisions nucléaires?

 

Toutes ces questions-là ne trouvent aujourd'hui aucune réponse rationnelle, sinon des spéculations ou des suppositions. Je plaide donc en faveur de la transparence: répondons à ces questions, clarifions ce scénario et évaluons quelle est la voie la plus courte vers la sécurité d'approvisionnement et la maîtrise des prix de l'énergie.

 

Un autre élément que je veux mettre en avant et dont on parle trop peu est la question de l'emploi. Quels sont les plans pour préserver l'emploi de la meilleure manière possible? Il s'agit là d'une question à laquelle nous sommes extrêmement attentifs. Je le répète: faisons la transparence sans remettre en question la trajectoire que nous avons décidée ensemble dans le cadre de l'accord de gouvernement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Voorzitster: Marie-Christine Marghem.

Présidente: Marie-Christine Marghem.

 

02 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rapport "Fueling human rights violations" d'Oxfam" (55021420C)

02 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het rapport 'Fueling human rights violations' van Oxfam" (55021420C)

 

02.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le 23 septembre 2021, l'ONG Oxfam Belgique publiait un rapport, "Fueling human rights violations, Consequences of EU and Belgian biofuel policies in northern Peru", lequel souligne les impacts sociaux, environnementaux et climatiques néfastes de la culture de canne à sucre destinée à produire du biocarburant dans la région péruvienne de la vallée du Chira. Parmi ces impacts, citons notamment la violation de droits humains fondamentaux, la réduction d'espaces traditionnellement exploités par les populations locales à des fins alimentaires, des phénomènes de déforestation, de pénurie d'eau et de pollution de l'environnement direct des populations.

 

Ce rapport indique que notre pays aurait participé à l'investissement dans la plantation de la vallée du Chira étudiée – une participation d'environ 6,5 millions d'euros entamée en 2010 – et que, depuis 2014, les importations en Belgique de biocarburants produits à partir de canne à sucre, plus précisément d'éthanol de canne à sucre, ont été multipliées par 20.

 

Avez-vous pris connaissance de ce rapport? Le cas échéant, pouvons-nous avoir votre retour à son propos? Pouvons-nous également avoir votre retour au sujet de l'investissement belge dans la plantation péruvienne étudiée? Par ailleurs, la transposition en droit belge de la directive européenne RED II, laquelle traite de l'utilisation de biocarburants dans les transports, est prévue pour cet automne, pouvons-nous être informés des avancées réalisées à ce sujet? Pouvons-nous obtenir des informations relatives à la prise en considération des conditions de production des biocarburants?

 

02.02  Tinne Van der Straeten, ministre: J'ai en effet lu avec beaucoup d'attention les conclusions plutôt inquiétantes de cette étude. Ce rapport donne un aperçu concret de plusieurs des effets négatifs directs et indirects de la demande massive de biomasse pour la production en biocarburants, en particulier de biocarburants de première génération.

 

Comme indiqué dans l'accord de gouvernement, le gouvernement fédéral met en permanence l'accent sur la bonne gouvernance, y compris l'État de droit et les droits de l'homme. Cela doit également se refléter dans notre politique étrangère et commerciale. Après avoir pris contact avec ma collègue en charge de la Coopération au développement, la ministre Meryame Kitir, concernant le rôle de BIO dans ce cas concret, il apparaît que BIO s'est déjà retiré de ce projet après un an.

 

Toutefois, le gouvernement se préoccupe également de la cohérence des politiques en faveur du développement avec d'autres domaines d'action.

 

Dans l'exécution de la directive RED II, les risques de violation des droits de l'homme, d'accaparement de terres, de violation des droits des femmes, d'esclavage, d'émissions indirectes de gaz à effet de serre constituent un aspect important que je souhaite inclure dans le cadre législatif.

 

Le vendredi 10 septembre, le Conseil des ministres a approuvé un arrêté royal qui prévoit la suppression progressive de l'incitation pour les biocarburants produits à partir de l'huile de palme et de soja, respectivement au 1er janvier 2023 et au 1er juillet de la même année. La base scientifique relative aux effets négatifs de ces matières premières sur de nombreux objectifs de développement durable est donc si étendue que le gouvernement fédéral a décidé de les éliminer progressivement, dès que possible, en tenant compte de la sécurité des investissements. Les biocarburants produits à partir d'autres matières premières doivent également être évalués à partir de ces critères. Le cas échéant, le cadre législatif devra être adapté et renforcé. Les discussions à ce sujet se poursuivent au sein du gouvernement. J'espère pouvoir en discuter plus en détail avec vous prochainement.

 

02.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: La question n° 55021920C de M. Daniel Senesael est transformée en question écrite.

 

03 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La Roadmap to Net Zero" d'Elia" (55023059C)

03 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De studie Roadmap to Net Zero van Elia" (55023059C)

 

03.01  Malik Ben Achour (PS): L'étude Roadmap to net zero présente la vision du gestionnaire de réseau de la construction d'un système énergétique climatiquement neutre d'ici 2050. Cette étude développe une analyse de deux scénarios vers la neutralité climatique: la voie ELEC (centrée sur l'électricité) et la voie MOL (centrée sur les molécules) - le premier supposant une augmentation de 70 % de la demande actuelle en électricité en Europe; le second, une augmentation de seulement 30 % en raison de l'intégration d'une part plus importante de molécules vertes dans la consommation d'électricité.

 

En ce qui concerne la Belgique, selon les deux scénarios, "environ la moitié de la demande directe d'électricité de la Belgique en 2050 devra être couverte par des sources d'énergies renouvelables non domestiques". À ce sujet, l'étude indique toutefois que "cela ne devrait pas être un problème, car la Belgique est bien située: elle a un littoral de la mer du Nord où un potentiel SER offshore suffisant est disponible".

 

Pouvons-nous avoir votre retour sur l'étude d'Elia et, plus particulièrement, sur les deux scénarios évoqués? Dans quelle mesure cette étude pourrait-elle influencer la politique énergétique de notre pays dans les années à venir?

 

Pouvons-nous également avoir votre retour sur la prévision d'Elia selon laquelle environ la moitié de la demande en électricité de notre pays devra provenir de sources d'énergies renouvelables non belges? L'étude stipule que "la Belgique devra établir des partenariats internationaux avec d'autres États membres de l'UE ainsi qu'avec le Royaume-Uni et la Norvège". Nous savons que plusieurs protocoles de coopération en matière d'électricité offshore et de molécules ont été signés ces derniers mois. Pouvons-nous avoir un aperçu des projets de coopération envisagés? Des objectifs chiffrés ont-ils été établis dans ce cadre?

 

Enfin, pouvons-nous savoir quelles suites seront données aux recommandations d'Elia, notamment en matière de vitesse de développement durable et de priorisation d'électrification?

 

03.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Ben Achour, cette étude confirme que l'avenir de l'énergie 100 % renouvelable réside à la fois dans l'électricité renouvelable et dans les molécules renouvelables. Elia propose un certain nombre de scénarios et fournit également certaines recommandations politiques. Le marché précisera progressivement où se situera l'équilibre exact entre l'électricité et les molécules.

 

Les deux voies doivent donc être développées davantage, chacune là où elles peuvent le mieux contribuer à l'objectif. Les scénarios doivent être discutés plus avant avec les acteurs du marché ainsi qu'avec notre gestionnaire de gaz naturel Fluxys, qui continue d'élaborer des scénarios pour l'hydrogène. Il est important que nous parvenions à des scénarios définis conjointement.

 

Il y avait déjà à la base de cette étude une coopération entre nos deux gestionnaires de réseau, Fluxys et Elia. Je trouve qu'il est encourageant que, dans un futur renouvelable et flexible, nos deux gestionnaires de réseau coopèrent davantage, dans un esprit d'interaction de systèmes. Comme vous le soulignez à juste titre, l'étude d'Elia confirme également notre politique visant à continuer à nous concentrer sur l'importation d'électricité renouvelable et de molécules renouvelables.

 

En ce qui concerne les quantités requises, cette étude d'Elia donne une idée des interconnexions électriques nécessaires. Ainsi, une nouvelle interconnexion vers le Royaume-Uni (Nautilus) et le Danemark (Triton) est à l'étude. La capacité de ces projets est examinée, pour chaque projet, sur la base des technologies disponibles et des business cases par projet dans le cadre de l'objectif de neutralité climatique en 2050 et de la contribution à celui-ci par projet.

 

En ce qui concerne les molécules renouvelables, des indications sont disponibles dans ma stratégie "Hydrogène". Dans ce cadre, un accord de coopération a été conclu avec la Namibie et le sultanat d'Oman.

 

Dans nos relations internationales, nous choisissons surtout de créer des liens là où il y a déjà des entreprises présentes dans le pays concerné. À Oman, DEME a un grand projet de production d'énergie renouvelable et d'hydrogène et de transport de celle-ci sous forme d'ammoniaque. En Namibie, la Compagnie Maritime Belge (CMB) a un projet qui est plutôt axé sur la verdurisation de nos navires et qui vise à inclure l'hydrogène pour ce qui concerne la voie maritime. Oman et l'Afrique du Sud apportent donc une diversification géopolitique. Vous me demandez quelles sont mes perspectives. Aujourd'hui, il n'y a rien de concret mais je ne vous cache pas que je souhaite aussi m'orienter vers l'Afrique du Nord. Je pense, par exemple, au Maroc ou à l'Égypte, qui sont des pays plus proches et qui offrent aussi des opportunités pour le transport de l'hydrogène.

 

Pour tout ce qui se rapporte aux interconnexions électriques, il y a la stratégie offshore de la Commission européenne. Cela fait beaucoup de bruit au sein des différents États membres de l'Union européenne mais aussi auprès de pays qui ne sont pas membres aujourd'hui, comme la Norvège. Chacun a des projets à développer et, parmi ceux-ci, notamment en Norvège, se trouvent peut-être des opportunités pour la Belgique.

 

Deux projets sont déjà sur la table avec la Grande-Bretagne et le Danemark. Je souhaite que les accords de coopération que l'on conclut aboutissent. Il ne sert à rien que cela reste uniquement sous forme papier. Il y a toujours un roadplan et il faut trouver le juste milieu entre une idée de partenariat et la concrétisation des projets.

 

Par ailleurs, l'électricité est en effet importante lorsqu'il s'agit d'améliorer l'efficacité. Ceci est également souligné dans notre stratégie hydrogène. Les voitures électriques et les pompes à chaleur sont un exemple clair d'électrification. Les deux sont non seulement plus efficaces et durables que les alternatives aux combustibles fossiles, mais elles peuvent également apporter une contribution importante à la flexibilité du système électrique. Par conséquent, les batteries et la gestion de la demande sont également prises en charge dans le contexte du CRM.

 

Pour soutenir davantage la flexibilité et le déploiement des voitures électriques, le ministre Van Peteghem a mis en place un avantage fiscal pour les bornes de recharge. Nous avons collaboré pour rendre celles-ci intelligentes et contrôlables, afin qu'elles s'intègrent également dans le futur système énergétique.

 

Les recommandations d'Elia vont plus loin que l'électrification et méritent notre plus grande attention pour être incluses dans la politique. Il s'agit aussi de tripler le développement de la production d'électricité renouvelable. J'ai déjà commencé à tripler l'énergie éolienne offshore, mais la mer du Nord offre encore plus de potentiel que nous devons explorer davantage.

 

03.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse très complète. Toutefois, il manque un élément concernant le calendrier des collaborations avec les pays que vous avez cités. Nous y reviendrons, sauf si vous pouvez nous donner la réponse tout de suite. 

 

03.04  Tinne Van der Straeten, ministre: Votre question concernant le Danemark suit.

 

03.05  Malik Ben Achour (PS): En effet. Mais sur Oman, la Namibie, le nord de l'Afrique, par exemple? C'est intéressant.

 

03.06  Tinne Van der Straeten, ministre: Nous pourrions organiser une réflexion approfondie sur les différents accords que nous avons conclus. Cela permettrait d'en présenter les perspectives et les détails.

 

Oman a un programme trilatéral avec l'Allemagne également pour la certification. Celle-ci est essentielle. Si nous importons des molécules, il faut garantir qu'elles soient vertes. Pour la Namibie, c'est différent. Peut-être cela mérite-t-il un débat approfondi.

 

Si vous le proposez, je viendrai présenter ces accords avec beaucoup de plaisir.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le protocole d'accord relatif à la connexion des parcs éoliens belge et danois" (55023060C)

04 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het protocolakkoord over de interconnectie van het Belgische en het Deense windmolenpark" (55023060C)

 

04.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, madame la ministre, le 23 novembre, nous apprenions la signature d'un protocole d'accord avec le Danemark. Il s'agit d'un dossier dont nous avons déjà eu l'occasion de discuter en commission. Ce protocole vise à relier, par un câble sous-marin de courant continu d'une capacité de 1,4 GW Triton Link, les parcs éoliens belge et danois.

 

Á ce propos, une étude intitulée Bon vent: setting sail for a climate neutral Belgian energy system, réalisée par le Bureau fédéral du Plan en octobre 2021, indique que 3 GW pourraient être fournis en complément à la Belgique et au Danemark grâce à la construction d'un hub hybride offshore dans les eaux danoises.

 

Madame la ministre, pourriez-vous nous donner de plus amples informations à ce sujet? In fine, quels sont les objectifs en termes de part d'électricité renouvelable sur la consommation belge que l'on peut espérer atteindre grâce aux projets belgo-danois?

 

Une étude sur l'impact de la connexion de nos deux pays sur la facture énergétique a-t-elle été réalisée? Il nous est parvenu que ce projet pourrait permettre de diminuer les hausses de prix et avoir un effet positif sur le prix de l'électricité, chose dont pourraient profiter les entreprises, mais également et surtout les ménages. Pouvons-nous avoir votre retour à ce sujet? Précisons que le coût de la mise en œuvre du Triton Link a été estimé, par le CEO d'Elia, entre 900 millions et 1,2 milliard d'euros, un coût devant être partagé entre la Belgique et le Danemark. Savons-nous déjà si ce coût est susceptible d'impacter nos concitoyens et leur facture énergétique?

 

L'étude du Bureau fédéral du Plan mentionne un scénario tenant compte de l'installation de deux hubs hybrides en eaux territoriales danoises et néerlandaises – la capacité du premier passant à 10 GW contre 3 GW dans le premier scénario, celle du second étant évaluée à 15 GW avec des liaisons entre le hub et le Royaume-Uni, la Belgique et les Pays-Bas. Pouvons-nous avoir votre retour à ce propos et, plus particulièrement, quant aux possibilités concrètes de réalisation de ce second scénario?

 

04.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Madame la présidente, monsieur Ben Achour, le Triton Link entre la Belgique et le Danemark à l'étude détient une capacité de 2 GW, tandis que les parcs éoliens offshore qui sont connectés à l'éolienne danoise posséderont une capacité de 3 GW dans une première phase et de 10 GW dans une deuxième.

 

L'objectif de l'accord signé avec le Danemark est précisément d'établir une étude détaillée de l'analyse coûts-bénéfices du Triton Link pour nos deux pays, mais également pour d'autres tels que l'Allemagne, le Royaume-Uni, les Pays-Bas et le Luxembourg. Là aussi, des économies de gaz carbonique seront possibles grâce au Triton Link. Cette analyse montrera également quels sont les bénéfices pour les prix du marché, nos industries et les citoyens. Avoir accès aux énergies renouvelables est essentiel et le deviendra encore plus pour les décisions d'investissement prises par les industries en Belgique.

 

Vous avez indiqué à juste titre dans votre question qu'un coût de vente devait être partagé entre la Belgique et le Danemark. Comme ce projet engrangera un bénéfice également pour d'autres pays, cette répartition du coût est nécessaire. Dans une phase ultérieure, il conviendra d'examiner la possibilité d'engager des subsides européens, en particulier à travers la safe money qu'est la Connecting Europe Facility, autrement dit des fonds européens destinés à des projets entretenant un lien stratégique pour interconnecter les différents pays. Comme vous le dites, il faut bien sûr se soucier du coût, à côté des bénéfices. Un business case doit donc être élaboré à cette fin.

 

Je dois vous avouer que nos deux pays y croient, mais aussi que ce projet doit être alimenté au moyen d'études chiffrées plus approfondies qui en indiquent l'impact sur la réalité.

 

Par ailleurs, l'étude du Bureau fédéral du Plan montre en effet les conséquences du scénario pour le Danemark et les Pays-Bas.

 

Les discussions avec le Danemark sont devenues plus concrètes. Le Danemark dispose d'un excédent d'énergie renouvelable, il y a donc un grand intérêt mutuel pour nos deux pays.

 

S'agissant des discussions avec les Pays-Bas, nous avons compris lors de nos contacts que ceci devrait être discuté avec le futur nouveau gouvernement. Les Pays-Bas ont des ambitions qui sont très élevées: 22 gigawatts en construction. Nous suivons de près ce qu'il se passe là-bas. Une collaboration pourra se développer dans un futur proche.

 

04.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, c'est un autre projet très intéressant et structurant pour notre futur mix énergétique. Vous n'avez pas répondu au sujet de l'impact sur la facture mais je peux le comprendre. C'est forcément un peu tôt.

 

Nous connaissons notre souci en ce qui concerne la sécurité d'approvisionnement et le caractère vert de l'énergie que nous consommons mais tout cela doit se faire dans le cadre de prix abordables pour les ménages et les entreprises. Dès que vous aurez des précisions sur le sujet, n'hésitez pas à nous les communiquer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verdere aanpak van methaanemissies" (55023062C)

05 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La future approche en matière d'émissions de méthane" (55023062C)

 

05.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, in het verleden heb ik u al vragen gesteld over de methaanemissies bij Fluxys. We weten dat die procentueel zeer laag zijn: 0,02% van de vervoerde volumes. Als men echter veel volume vervoert, blijft dat nog altijd veel gas. Dat wil zeggen dat duizenden tonnen gas op die manier verloren gaan. Recent bleek dat de European Gas Research Group, waaraan onder andere Nederland deelneemt, verschillende technieken zal onderzoeken om de methaanemissies verder te verlagen. Het lijkt erop dat Fluxys niet deelneemt aan dat project, hoewel ook Fluxys daaruit de nodige lessen zou kunnen trekken.

 

Neemt Fluxys deel aan het project? Waarom wel of waarom niet?

 

Hoe evolueren de methaanemissies van Fluxys?

 

Welke pistes volgt Fluxys om die methaanemissies verder te verlagen? Ik bedoel dan andere pistes dan de reeds eerder aangekondigde verlaging van de pneumatische emissies, de campagnes om op zoek te gaan naar lekken en de vermindering van de uitstoot bij interventies, waarbij leidingen vaak moeten worden leeggemaakt met als gevolg dat er aardgas naar de buitenwereld ontsnapt.

 

05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, Fluxys engageert zich ertoe om haar uitstoot van broeikasgassen, zoals methaan, te verminderen. Dat maakt deel uit van haar "Go for net zero"-project, dat tot doel heeft de uitstoot van broeikasgassen tegen 2025 te halveren ten opzichte van 2017. Tussen 2017 en 2020 werden de methaanemissies teruggebracht van 142 tot 103 kiloton CO2-equivalent, een vermindering met 27 procent. Dit is voornamelijk mogelijk gemaakt door de drie maatregelen die u opsomde, namelijk het verlagen van de pneumatische emissies, leak detection and repair-campagnes, en het verminderen van de uitstoot bij interventies.

 

Ook andere oplossingen worden bestudeerd en zullen worden toegepast als de analyse positief uitvalt. Fluxys neemt deel aan de European Gas Research Group via zijn sectorfederatie Synergrid. Die groep is actief op het gebied van onderzoek ter verbetering van de aardgasvoorzieningsketen en is derhalve ook geïnteresseerd in oplossingen om de methaanuitstoot te verminderen.

 

05.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, we moeten de druk op dat vlak voldoende hoog houden zodat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt, wel wetende dat Fluxys goed scoort in vergelijking met andere transportnetbeheerders, maar het bedrijf moet ook goed blijven scoren. Ik blijf dan ook op dat punt hameren, om ervoor te zorgen dat we de juiste richting uit blijven gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De dynamische contracten in een markt met hoge energieprijzen" (55023098C)

06 Question de Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les contrats dynamiques sur un marché où les prix de l'énergie sont élevés" (55023098C)

 

06.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik heb vanochtend reeds mijn hart kunnen ophalen tijdens de vergadering met de CREG, maar ik wil u deze vraag toch nog stellen.

 

Die dynamische contracten zijn een nieuw gegeven, sinds april van dit jaar. Ik hoorde vanochtend wel van de CREG dat slechts weinig mensen daarvoor opteren. Ik maak mij hierover toch wel wat zorgen, dezelfde zorgen die de CREG reeds aanhaalde.

 

Met hetgeen wij de voorbije weken en maanden hebben meegemaakt, wil ik graag weten wat de eerste ervaringen daarmee zijn. Wat vangt u daarover op? Hoe kijkt u daarnaar?

 

Als ik het goed begrijp, is er sinds 1 april een regelgeving in werking die ervoor zorgt dat alle groten sowieso verplicht zijn om die contracten aan te bieden. Kunt u mij daarover wat meer informatie geven?

 

06.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Verduyckt, ik heb naar aanleiding van uw vraag een update gevraagd aan de CREG, het zal dus deels dezelfde informatie zijn. Op dit moment biedt alleen Engie Electrabel zulke contracten aan op de retailmarkt. Het gaat momenteel ook nog steeds over een zeer beperkt aantal contracten. Het exacte aantal is vertrouwelijke informatie, die wij zonder toestemming van de leveranciers niet kunnen geven. De prijsevolutie volgt de evolutie op de groothandelsmarkten, maar wat de consument zal betalen, is sterk afhankelijk van zijn of haar individuele verbruiksprofiel.

 

Het is inderdaad zo dat leveranciers die meer dan 200.000 klanten hebben, na de omzetting van de EMD-richtlijn verplicht zullen zijn om een contract op basis van dynamische prijzen aan te bieden. Of er dan ook een aantrekkelijk aanbod zal zijn voor de afnemers, hangt natuurlijk af van de commerciële keuzes van de leveranciers.

 

Het interessantste aspect van uw vraag gaat over hoe ik daarnaar kijk. Wij hebben hierover reeds eerder gesproken. Ik zal deels in herhaling vallen, maar ik zal ook iets nieuws toevoegen. Ik heb in Glasgow Octopus Energy ontmoet, een Engelse leverancier die dynamische contracten aanbiedt. Dat bedrijf heeft in het aanbod van dynamische contracten preventief beschermende maatregelen gestoken voor de afnemers.

 

 Daarbij wordt de verlaging gevolgd als de prijs daalt, maar als de prijs stijgt, hebben ze bepaald dat die niet boven een bepaald niveau kan komen. Zij zien dat binnen hun klantenportfolio de zogenaamde early adopters, de best geïnformeerde mensen, naar zo'n project gaan, maar dat dit wel degelijk een effect heeft op het gedrag van klanten, omdat de potentiële negatieve kanten worden afgevlakt.

 

Die feedback heeft ook de CREG mij gegeven en we hebben daarover al eerder gesproken. Qua consumentenbescherming moeten we hier op een proactieve manier mee omgaan. Dat is een aspect waarvan ik verwacht dat het bij de herziening van het consumentenakkoord in voldoende mate wordt uitgewerkt. Ik geloof in dynamische contracten in het kader van de energietransitie, maar ik geloof niet dat we hier de markt zijn vrije gang moeten laten gaan. Dan weet ik immers al wat er zal gebeuren: er komt een prijspiek en de kranten zullen vol staan met mensen die geconfronteerd worden met het één op één doorrekenen van die prijspiek.

 

Als we dat nu al weten, moeten we daarop anticiperen. Ik ben wel van mening dat we niet aan overregulering moeten doen. We moeten niet op voorhand de markt stilleggen, dus ik sta zeker open voor suggesties van de marktspelers zelf. Ik moet echter eerlijk bekennen dat ik weinig input van die kant krijg. Mijnheer Verduyckt, het zal dus van ons moeten komen, van u hier in het Parlement en van mij in de regering.

 

We hebben eerder al getoond dat wij op het vlak van consumentenbescherming een zeer efficiënte samenwerking kunnen opzetten. Dat gebeurde op korte termijn als we moesten ingrijpen wegens iets wat we niet wenselijk achtten en op lange termijn om die praktijken structureel te voorkomen. Ik verwijs naar ons gezamenlijke werk inzake slapende producten. Dat was natuurlijk een reactie achteraf, maar wat betreft die dynamische contracten zouden we inderdaad vooraf moeten optreden. Informed choice en informed consent zijn daar heel belangrijk bij. We kunnen ons ook laten inspireren door voorbeelden uit het buitenland, zoals dat in Engeland.

 

Daar heeft men immers al meer van die contracten.

 

Dat is trouwens ook de weg die de CREG wil opgaan. Zij heeft tegenover mij ook altijd aangegeven dat, wat de dynamische contracten betreft, de consumentenbescherming zeer belangrijk is voor haar. Dat zal ze ongetwijfeld ook hier gesteld hebben. Men moet niet alleen de opportuniteiten van deze contracten kunnen gebruiken, maar ook de hoge risico's kunnen uitvlakken.

 

06.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik wil u eerst en vooral geruststellen, de CREG zegt tegen u hetzelfde als tegen het Parlement. Dat is alvast een goede zaak.

 

U gaf een goed voorbeeld, want dat punt is inderdaad mijn bezorgdheid. De early adopters, de mensen die er echt mee bezig zijn, zullen effectief de voordelen van dit soort contracten zien. Over hen maak ik me dan ook geen zorgen. Ik zit hier vooral voor de mensen die hier niet goed mee overweg kunnen en die straks, als dit breder uitgerold zal worden, misschien toch via een of andere promotie bij zo'n contract zullen terechtkomen. Dan zijn dergelijke formules wel interessant.

 

Wat de input betreft, op mijn cv stond altijd dat ik heel dynamisch was. Het zal dus wel lukken om iets te verzinnen voor dynamische producten. We gaan dat zeker doen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Patrick Prévot à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’étude de Revolht sur la Boucle du Hainaut" (55023154C)

07 Vraag van Patrick Prévot aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De studie van Revolht over de Boucle du Hainaut" (55023154C)

 

07.01  Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, ce n'est pas la première fois que je vous interroge à ce sujet et, même si je suis pleinement conscient que la décision définitive appartient au gouvernement wallon et en l'occurrence au ministre Borsus qui a depuis le début indiqué qu'il prendrait ses responsabilités. Je souhaitais vous interroger au vu de toute une série d'éléments nouveaux.

 

Fin octobre, l'association Revolht, qui regroupe des milliers d'habitants fermement opposés au projet de la Boucle du Hainaut tel qu'actuellement proposé par Elia, avait proposé une alternative au plan actuel. Cette alternative se caractérisait par l'enfouissement de lignes à courant continu, plutôt que des lignes aériennes à haute tension en courant alternatif. Un groupe de recherches de l'Université de Mons a été sollicité à ce propos et a démontré que cette possibilité d'enfouissement en courant continu était réalisable moyennant le respect de certaines conditions.

 

Cela a donc soulevé quelques espoirs pour les habitants des communes traversées mais également de l'association Revolht qui se démène depuis le début.

 

Avez-vous pris connaissance de la contre-proposition de Revolht? Quelle est votre position, ainsi que celle de votre cabinet à ce sujet?

 

La décision finale reviendra à votre collègue, le ministre Borsus, mais votre collègue en charge de l'aménagement du territoire au sein du gouvernement wallon a récemment affirmé que cette proposition devrait être techniquement analysée et que toute alternative au projet d'Elia serait étudiée à fond.

 

Pouvons-nous être informés des discussions éventuelles que vous entretenez avec votre collègue? Dans quelle mesure envisagez-vous de suivre ce travail d'expertise et éventuellement d'y participer? Quel sera l'impact de ce travail sur le projet global d'Elia?

 

07.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Prévot, vous m'interrogez sur le projet de la Boucle du Hainaut et j'ai bien entendu ce que vous dites. Ce n'est pas la première fois et je sais que vous n'êtes pas le seul à la manœuvre. En effet, ce projet est régulièrement évoqué en commission.

 

Je commencerai par souligner clairement que la procédure de la Boucle du Hainaut est actuellement entre les mains de la Région wallonne. L'instruction du dossier est donc en cours au niveau régional et il n'est pas à l'ordre du jour de nous avancer sur les résultats de ce processus.

 

Peu après le début de mon mandat, j'ai été contactée par des membres du groupe Revolht avec lesquels j'ai échangé sur ce projet, en leur expliquant que le projet est inscrit au Plan fédéral de développement et qu'il appartient actuellement au gouvernement d'instruire et de traiter le dossier. Je n'ai pas reçu de Revolht la proposition alternative que vous évoquez. Cela est logique vu que la prise de position sur cette proposition ne m'appartient pas, mais relève de la compétence du gouvernement wallon.

 

Par ailleurs, pour vos questions relatives au contenu, l'impact ou les analyses de cette proposition, je vous renvoie également vers les autorités wallonnes.

 

Mais pour ce qui concerne les interactions entre le niveau fédéral et la Région wallonne, un groupe de travail regio overschreidende prijken (projets transrégionaux) a été mis en place depuis déjà deux ans.

 

De grands projets d'infrastructures de réseau y sont discutés, tels que la Boucle du Hainaut et le projet Ventilus en Flandre. Dès la constitution de ce groupe de travail, un besoin clair a été identifié pour ce qui concerne la coordination et la facilitation entre les processus administratifs liés aux permis des différentes autorités dans les domaines de l'énergie, de l'aménagement du territoire et de l'environnement.

 

Pour souligner le travail important de ce groupe de travail et pour lui permettre de réellement faciliter les processus administratifs, j'ai envoyé des lettres à mes collègues compétents des gouvernements wallon, flamand et bruxellois, pour les inviter à renforcer leur représentation au sein de ce groupe de travail.

 

Le groupe de travail s'est réuni la semaine dernière et j'ai constaté que mes collègues du gouvernement wallon - impliqués dans le dossier de la Boucle du Hainaut - étaient effectivement bien représentés. J'en suis très heureuse et j'y vois le signe d'une attitude de concertation. En effet, je suis convaincue que seule une attitude de coopération, de concertation et de soutien mutuel nous permettra d'atteindre les objectifs communs des différents projets transrégionaux - tels que la Boucle du Hainaut - qui s'inscrivent dans la transition énergétique et le soutien au développement économique des Régions.

 

07.03  Patrick Prévot (PS): Effectivement, madame la ministre, c'est un projet qui est régulièrement abordé. J'entends qu'au niveau de votre cabinet, se prononcer sur cette procédure n'est pas à l'ordre du jour. Celle-ci est toujours en cours. Vous n'avez pas reçu officiellement cette alternative qui était diligentée par Revolht mais également validée par l'UMons. Pour votre édification personnelle, je demanderai aux membres du groupe Revolht de vous l'envoyer personnellement. Je ne doute pas que vous trouverez, pendant la trêve des confiseurs, un petit peu de temps pour y jeter un œil attentif. Je sais évidemment que l'issue de ce dossier dépendra, comme je l'ai dit d'emblée, du ministre Borsus. Mais je ne doute pas que ce projet de très grande envergure s'inscrive dans la politique fédérale et même internationale d'Elia. L'issue de ce dossier aura évidemment des conséquences au niveau national. J'avais promis, notamment aux membres du groupe Revolht, de vous interroger à nouveau. Je ne manquerai pas de revenir vers vous le cas échéant, s'il y avait d'autres étapes dans la procédure en cours.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 18 h 02.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.02 uur.