Commission de la Constitution et du Renouveau institutionnel

Commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing

 

du

 

Mercredi 19 janvier 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 19 januari 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 23 et présidée par Mme Özlem Özen.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.23 uur en voorgezeten door mevrouw Özlem Özen.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De overheidsopdrachten in het kader van het dialoogplatform" (55023940C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De overheidsopdrachten in het kader van het dialoogplatform" (55023941C)

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De timing van de onlinebevraging in het kader van het dialoogplatform" (55023943C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De timing van de onlinebevraging in het kader van het dialoogplatform" (55023944C)

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De voorwaarden voor deelname aan het dialoogplatform" (55023946C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De voorwaarden voor deelname aan het dialoogplatform" (55023947C)

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De in het kader van het dialoogplatform geplande vragen" (55023948C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De in het kader van het dialoogplatform geplande vragen" (55023949C)

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De maatschappelijke en politieke betrokkenheid van jongeren" (55023950C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De maatschappelijke en politieke betrokkenheid van jongeren" (55023951C)

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De mogelijke onlinebevraging over de mechanismen van regeringsvorming" (55023952C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De mogelijke onlinebevraging over de mechanismen van regeringsvorming" (55023953C)

- Sander Loones aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De geloofwaardigheid van de onlinebevraging" (55023954C)

- Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De geloofwaardigheid van de onlinebevraging" (55023955C)

- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De burgerbevraging in het kader van het dialoogplatform" (55023981C)

- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De burgerbevraging in het kader van het dialoogplatform" (55023982C)

- Guillaume Defossé aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het dialoogplatform over de staatshervorming en de democratische vernieuwing" (55024119C)

- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De bijkomende vertegenwoordiging van de deelstaten in federale instellingen" (55024184C)

- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De bijkomende vertegenwoordiging van de deelstaten in federale instellingen" (55024185C)

- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De stand van zaken met betrekking tot de institutionele hervormingen inzake de gezondheidszorg" (55024187C)

- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De stand van zaken met betrekking tot de institutionele hervormingen inzake de gezondheidszorg" (55024186C)

- Barbara Pas aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De stand van zaken met betrekking tot het asymmetrische beleid" (55024188C)

- Barbara Pas aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De stand van zaken met betrekking tot het asymmetrische beleid" (55024189C)

01 Questions jointes de

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les marchés publics dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023940C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les marchés publics dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023941C)

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le calendrier de l'enquête en ligne dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023943C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le calendrier de l'enquête en ligne dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023944C)

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les conditions relatives à la participation à la plate-forme de dialogue" (55023946C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les conditions relatives à la participation à la plate-forme de dialogue" (55023947C)

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les questions retenues dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023948C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les questions retenues dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023949C)

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "L'implication sociale et politique des jeunes" (55023950C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'implication sociale et politique des jeunes" (55023951C)

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "L'éventuelle enquête en ligne concernant les mécanismes régissant la formation du gouvernement" (55023952C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'éventuelle enquête en ligne concernant les mécanismes régissant la formation du gouvernement" (55023953C)

- Sander Loones à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La crédibilité de l'enquête en ligne" (55023954C)

- Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La crédibilité de l'enquête en ligne" (55023955C)

- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La consultation citoyenne dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023981C)

- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La consultation citoyenne dans le cadre de la plate-forme de dialogue" (55023982C)

- Guillaume Defossé à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La plateforme de dialogue sur la réforme de l'État et le renouveau démocratique" (55024119C)

- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'inclusion de représentants supplémentaires des entités fédérées dans les institutions fédérales" (55024184C)

- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "L'inclusion de représentants supplémentaires des entités fédérées dans les institutions fédérales" (55024185C)

- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "L'état d'avancement des réformes institutionnelles en matière de soins de santé" (55024187C)

- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'état d'avancement des réformes institutionnelles en matière de soins de santé" (55024186C)

- Barbara Pas à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'état de la question en ce qui concerne la politique asymétrique" (55024188C)

- Barbara Pas à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "L'état de la question en ce qui concerne la politique asymétrique" (55024189C)

 

01.01  Sander Loones (N-VA): Bijzondere dank vandaag aan al de collega's die hier aanwezig zijn in de zaal om een aantal vragen en ongetwijfeld ook de antwoorden van de minister te beluisteren. Jammer dat u zelf niet aan het woord kunt komen, er is immers geen actualiteitsdebat gepland. Laat dat echter het plezier niet bederven.

 

Ik heb een reeks gebundelde vragen die, zoals aangekondigd, allemaal over het dialoogplatform gaan. De eerste reeks betreft een aantal praktische vragen erover.

 

De eerste vraag gaat over de overheids­opdrachten.

 

Gisteren hebben we een commu­nicatie van u gezien over de aanstelling van een extra externe partner. Dat kost nog eens een half miljoen, wat de totale kostprijs voor de organisatie van het dialoogplatform zou brengen op 2,1 miljoen euro. Het dialoogplatform gaat dus een stuk ruimer dan de onlinebevraging: er moet een ganse reeks overheidsopdrachten in worden goedgekeurd en beslist. In het verleden hebben we daar al vragen over gesteld. Dat leek niet al te vlot te verlopen. Op een bepaald ogenblik ontbrak er een handtekening en moesten procedures opnieuw gestart worden enzovoort. Een eerste reeks ingediende vragen gaat dus precies daarover. Hoe staat het met de overheids­opdrachten? Zijn die intussen allemaal gegund? Aan welke partners zijn die gegund? Zijn er nog opdrachten die openstaan en waar nog gezocht wordt naar externe partners om deel te nemen? Loopt dat vlot, met andere woorden?

 

Mijn tweede reeks vragen is daaraan gekoppeld en gaat specifiek over de timing van het dialoogplatform en de vraag of alles op tijd in orde komt.

 

Ook daar hebben we het al een aantal keren over gehad, omdat de timing wat verschoven is. Aanvankelijk was aangekondigd om te starten in september vorig jaar, maar dat werd uitgesteld naar achtereenvolgens november, december en de lente. Nu lees ik in uw communicatie van gisteren over de kostprijs, dat er gekeken wordt naar het voorjaar, waaruit ik begrijp dat alles afgerond moet zijn voor de zomer. Dat is een veronderstelling, het is niet helemaal duidelijk. Is er intussen duidelijkheid over de precieze datum waarop gestart zal worden met het dialoogplatform? Is het nog altijd de bedoeling om die onlinebevraging – het online deel van het dialoogplatform – op zes weken af te ronden, zoals al een aantal keren werd aangegeven? Het zou interessant zijn om dat nog eens bevestigd te zien, omdat we zo de back timing kunnen maken, gesteld dat alles rond moet zijn voor de zomer.

 

De derde reeks vragen gaat over wie precies mag deelnemen aan die onlinebevraging.

 

We hebben daarover nog niet echt een debat gehad hier in de Kamer. Er zijn wel wat nota's verschenen, waaronder onder andere uw eerste nota aan de ministerraad, waarin aangegeven wordt dat iedereen die minstens 16 jaar is en in België woont of de Belgische nationaliteit heeft, zou moeten kunnen participeren. Dat stond in die nota van 30 april 2021, maar sindsdien hebben we daarover niet meer geïnterpelleerd. Vandaar de vraag of het nog altijd de bedoeling is om effectief ook jongeren onder de 18 jaar te betrekken. En vooral, met welke participatievoorwaarde: nationaliteit of verblijf?

 

Het gekozen platform Mijn Opinie van de FOD BOSA werkt met een authenticatiemethode via de eID-kaart, voor mensen dus met de Belgische nationaliteit. Maar in uw opdracht wordt ook melding gemaakt van mensen van buitenlandse origine, die dus met een verblijfskaart zouden kunnen participeren. Ik weet niet of dat zomaar kan met dat platform Mijn Opinie. De technische informatie op die website vermeldt enkel het gebruik van de eID-kaart, en niet de vreemde­lingenkaart. Er bestaat wel een elektronische versie van de vreemdelingenkaart. Kan die op dezelfde manier gebruikt worden om toegang te krijgen tot dat platform, of is dat technisch niet mogelijk en moet het platform daarvoor worden aangepast? Daarbij heb ik ook een meer juridische vraag. Voor het stemrecht van mensen met een migratie­achtergrond bij gemeenteraads­verkiezingen wordt een zekere duurzaamheid van het verblijfsrecht vereist. Men moet een aantal jaar een verblijfsstatuut hebben vooraleer men kan deelnemen. Is het de bedoe­ling u daarop te aligneren? Kan iedereen die gisteren een verblijfskaart kreeg, meteen morgen al deelnemen aan die onlinebevraging, of vindt u toch dat mensen al op z'n minst enkele maanden of jaren verblijfsrecht moeten genieten vooraleer ze kunnen participeren?

 

Ik heb ook een reeks vragen ingediend over de vragen die precies gesteld zullen worden. We hebben het er al enkele keren over gehad, maar ik blijf wat op mijn honger zitten. Er is aangekondigd dat met het expertencomité zal worden nagegaan welke vragen precies zullen worden opgesteld – vragen die tot die vijf clusters behoren – maar is intussen duidelijk welke vragen dat zullen worden? Heeft u zelf die vragenlijst? Weet u om welke vragen het zal gaan? Mag het Parlement dat ook weten? En dan liefst vóór het onlineplatform van start gaat, zodat wij hierover ook van gedachten kunnen wisselen.

 

U weet dat voor de geloofwaardigheid van een peiling de realiteitswaarde van de gestelde vragen een belangrijk punt is. Er bestaat een hele techniciteit rond de manier waarop vragen geformuleerd worden, zodat ze zo neutraal mogelijk klinken. Het zou interessant zijn dat te kunnen nagaan, alsook de thema's die precies aan bod komen. Heeft u de vragenlijst al? Mogen wij die ook hebben?

 

Ik heb een andere vraag die minder te maken heeft met het dialoogplatform maar die er toch aan gekoppeld is. Het gaat om het specifieke dossier van het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd voor de Europese verkiezingen. We hebben het er vorige week in de commissie voor Grondwet al over gehad.

 

De meerderheid heeft een wetsontwerp ingediend om het stemmen voor de Europese verkiezingen mogelijk te maken voor jongeren vanaf 16 jaar. Vorige week werd duidelijk dat de meerderheid dat graag met enige spoed behandeld wilde zien. Ik heb toen de vraag gesteld of het niet logischer zou zijn om hierover eerst de mening van de mensen te vragen. Dat kan perfect via een onlineplatform. Er werd toen gereageerd dat die vraag geen deel zou uitmaken van de onlinebevraging, maar via een parallel circuit zou worden gesteld. Ik vind dat jammer omdat dat de geloofwaardigheid van het dialoogplatform enigszins aantast. Het lijkt me net een typische vraag waarover het interessant zou zijn om ieders mening te vragen.

 

Ik heb bovendien gezien dat hierover werd gecommuniceerd, onder meer via tweets van uzelf, naar aanleiding van de Europese democratietop van Amerikaans president Biden. U vond daarin dat de democratie moest worden versterkt en verwees expliciet naar het dossier van de stemgerechtigde leeftijd bij Europese verkiezingen. Ook in de media werd verspreid dat één van die vijf online thema's zou gaan over de versterking van de democratie en werd expliciet melding gemaakt van stemrecht op 16 jaar.

 

Dit gaat meer over het wetsontwerp dan over het dialoogplatform, maar de vraag blijft dezelfde. Vindt u dat dit wetsontwerp prioritair of snel moet worden behandeld alvorens er een ruime bevraging over wordt georganiseerd? Of vindt u dat het dialoogplatform ernstig moet worden opgevat en ook daar de vraag moet worden gesteld over de leeftijdsvoorwaarde, om nadien op basis van de verworven gegevens verder te werken en al dan niet een wetswijziging door te voeren?

 

Een volgende vraag gaat in mijn ogen wat minder over het dialoogplatform, maar vooral over het voorstel van de groene fractie om een inleidend verslag op te stellen. Ik ben fan geworden van die techniek en ik dank collega Calvo om te hebben gewezen op de mogelijkheid in het Kamerreglement om daarvan gebruik te maken. Ik ken artikel 152bis ondertussen meer dan uit het hoofd.

 

Het voorstel vanuit de Kamer om te onderzoeken hoe de regeringsvorming precies verloopt, hoe lang ze duurt, of het gemakkelijker kan en hoe we een aantal zaken in het proces kunnen wijzigen, lijkt mij een heel interessante oefening, maar het lijkt mij potentieel ook wel een oefening die in uw online burgerbevraging aan bod kan komen. Vindt u dat ook? Zullen er ook daarover vragen worden gesteld? Lijkt het u interessant dat het Parlement zijn ritme aanpast en het afronden van die bevraging afwacht, zodat het met die kennis verder kan werken? Het komt u natuurlijk niet toe om de agenda van het Parlement te bepalen, maar het zou wel interessant zijn om uw inzichten op dat vlak te verwerven.

 

Een laatste reeks vragen betreft de credibiliteit van de oefening. Ik zal dat blijven vragen, want ik vind het belangrijk om dat te doen, ook al ken ik het antwoord. Ik blijf vragende partij om de experts van het Wetenschappelijk Comité in deze Kamer uit te nodigen en met hen van gedachten te wisselen. Dat was eerst toegezegd, maar werd dan geweigerd omdat zij geen spreekbuis, geen voorzitter hebben. Er werd gezegd dat wij onze vragen aan u moesten stellen. We hebben daar geen probleem mee en hebben de vragen opnieuw ingediend.

 

Ik denk dat het de geloofwaardigheid van de oefening ten goede zou komen als er wat meer transparantie zou zijn over wie precies begeleidt, hoe dat gebeurt en welke processen daar achter zitten. Daarom probeer ik vandaag vanuit een andere invalshoek om transparantie te vragen. Ik ga ervan uit dat het Wetenschappelijk Comité al een aantal keren heeft vergaderd. Kunnen wij de verslagen van die vergaderingen krijgen? Kunnen die aan het Parlement worden bezorgd, zodat wij kunnen zien wat daar precies is besproken, wanneer dat is gebeurd, welke thema's al werden afgehandeld en wat er nog allemaal openstaat?

 

Ten slotte, ik heb begrepen dat u ook een beroep zult doen op dat Wetenschappelijk Comité om de antwoorden vervolgens samen te vatten, te analyseren en daaruit conclusies te trekken. Wordt ook daar gekeken naar een nog meer externe authenticatie? We kennen allemaal de deurwaarders bij de lottotrekkingen. Er zijn mensen, zoals verificateurs en auditeurs, die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van dergelijke processen. Kan die piste eventueel in overweging worden genomen?

 

La présidente: Les questions nos 55023981C et 55023982C de Mme Pas sont reportées.

 

01.02  David Clarinval, ministre: Madame la présidente, mesdames et messieurs les députés, recevez également mes meilleurs vœux pour l'année nouvelle. Je vous remercie pour vos questions et l'intérêt que vous réservez au projet de la plateforme en ligne. Je répondrai à certaines de vos interrogations. Ma collègue Annelies Verlinden complètera mon propos.

 

Tout d'abord, permettez-moi de répondre aux aspects organisationnels et techniques à propos de la plateforme en ligne. Deux marchés publics ont été attribués le 24 décembre dernier. Il s'agit du marché 11/46 qui se rapporte à la définition des questions et rédactions du rapport intitulé "Soutien dans le contenu, le processus, la méthodologie, la définition des questions et la rédaction du rapport pour la plateforme en ligne". Les prestations ont débuté le 10 janvier dernier. Le deuxième marché public concerne la mission 11/45: campagne de communication dont les prestations ont débuté le 6 janvier dernier. Les réunions de lancement ont ensuite été organisées pour ces deux marchés.

 

Enfin, conformément à la note du Conseil des ministres du 30 avril 2021, le SPF BOSA doit encore nous fournir le cahier des charges pour le dernier marché relatif à l'analyse sémantique.

 

Le coût total estimé lors de l'attribution des deux marchés publics s'élève à 1 669 610,64 million d'euros, TVA comprise; soit 611 942 euros pour le premier marché et 1 057 668 million d'euros pour le second. Le coût estimé de la future mission 11/34 est de 500 000 euros, TVA comprise.

 

Concernant le timing actuel, le planning présenté lors de la dernière commission du 1er décembre 2021 reste d'actualité. Cependant, le timing précis pourra cependant varier en fonction de la date du marché 11/34, dont le SPF BOSA est en charge, tant pour la rédaction que pour la publication du cahier. Le délai de six semaines accordé à la possibilité de réagir en ligne reste, à ce stade, inchangé.

 

Quant aux conditions de participation, celles-ci ont été validées par le Conseil des ministres du 30 avril 2021.

 

Seront donc invitées à participer à la plateforme toutes les personnes âgées de 16 ans, de nationalité belge et/ou résidant en Belgique. Aucune distinction n'est faite à ce stade au sujet des résidents en Belgique. 

 

De inschrijving op het platform zal mogelijk zijn via CSAM met het eID-systeem of itsme maar ook via een e-mailadres en een wachtwoord. Het Wetenschappelijk Comité heeft zich al voor­stander getoond van het systeem, dat ook implicaties heeft op de manier waarop de resultaten zullen kunnen worden behandeld, op de manier waarop de anonimiteit zal kunnen worden verzekerd en op het beheer van de toegang. De bespreking binnen het Wetenschappelijk Comité van die punten is belangrijk en zal rekening houden met de beschikbaarheid van de instrumenten.

 

Vervolgens is slechts in één platform voorzien voor alle categorieën respondenten. Er zullen verschillende types vragen worden gesteld, gaande van gesloten vragen tot de mogelijkheid vrije bijdragen in te dienen over de besproken thema's om de deelnemers toe te laten zowel korte als langere antwoorden te geven. Het zal dus gaan om dezelfde vragenlijst voor iedereen. Sommige vragen zullen echter complexer zijn om die categorieën toe te laten hun expertise te delen.

 

Ik kom nu bij de vragen over het Wetenschappelijk Comité. Het comité is voor de achtste keer samen­gekomen, de laatste keer op 15 december 2021. De volgende vergadering zal plaatsvinden op 27 januari 2022. De leden van het Wetenschappelijk Comité werden met name geraad­pleegd over het proces van het demo­cratische debat in zijn geheel, over de opdrachten die van de dienstverleners worden verwacht voor M11.6 en voor 36.11.35 maar ook over de thema's en de vragen die daaruit zullen kunnen voortvloeien.

 

De opdrachten met betrekking tot de semantische analyse zullen moeten worden besproken in het Wetenschappelijk Comité. Zoals ik al heb kunnen herhalen tijdens de meest recente commissie­vergadering, is in een recht van voorbehoud voorzien tijdens het hele proces, om hun opdracht te faciliteren. Iedereen brengt zijn professionele expertise in en de discussies maken het mogelijk voortgang te boeken over de goede praktijken voor dat type burgerbevraging.

 

Gelijklopend zullen mijn collega en ik aan het Parlement verslag blijven uitbrengen over de voortgang van het proces.

 

L'article 3, § 2, de l'arrêté royal qui crée le comité précise bien qu'à l'issue du processus, le comité scientifique établit un rapport sur la régularité et l'authenticité du processus qu'il communique aux ministres des Réformes institutionnelles et du Renouveau démocratique.

 

Pour répondre à la question de M. Loones sur la nécessité de s'entourer d'experts supplémen­taires, il n'y a pas de raison de prévoir un autre groupe garant du processus que celui du comité. Par ailleurs, je tiens à lui rappeler que la rédaction du contenu de la plateforme (les questions et la contextualisation) est du ressort d'experts universitaires et ce, afin d'assurer, d'une part, une qualité et, d'autre part, la garantie d'une impartialité dans la rédaction de ce contenu.

 

Quant à la question de savoir qui le Parlement peut inviter ou pas, ce n'est pas à moi de me prononcer. Je répéterai que les membres du comité scientifique ont un devoir de réserve tout au long du processus.

 

Sur les aspects relatifs à la communication, comme dit ci-avant, le marché relatif à la communication a été attribué, le 24 décembre 2021, à la société Bridgeneers. Sa mission a débuté le 6 janvier dernier. Je ne peux donc, à ce jour, vous donner davantage de précisions quant aux actions concrètes qui seront réalisées pour inciter les citoyens à prendre part à cette consultation. Il est certain qu'il sera essentiel de faire connaître au plus grand nombre ce processus participatif et de leur donner l'envie d'y participer tout en positionnant cet exercice dans le processus plus global qu'est la plateforme de dialogue (la plateforme en ligne étant la première séquence).

 

Pour ce qui concerne la promotion de la plateforme en ligne, le prestataire de services liés à la communication jouera un rôle central: en amont, sensibiliser et informer tous les citoyens sur ce processus de participation citoyenne afin qu'ils disposent des informations nécessaires pour y participer; mobiliser les citoyens qui sponta­nément, sont moins intéressés par l'action politique et publique en général. Les encourager à participer sera un challenge.

 

Ce prestataire devra travailler à la conception d'une stratégie pour recevoir le plus large soutien possible de la part des citoyens et de la société civile. Une attention particulière devra également être portée à la fracture numérique qui reste un obstacle aujourd'hui. Pour ce faire, différents canaux de communication seront utilisés: des messages et des vidéos d'animations pour la publication via les réseaux sociaux; des textes, des images, des infographies à destination de la presse écrite; des spots radios et télévision.

 

Enfin, en termes de consultation et de traitement des contributions, communiquer clairement les résultats du processus participatif sera un autre impératif.

 

Plusieurs autres questions ont été posées sur les thèmes et je propose que ma collègue Annelies Verlinden apporte une réponse aux questions qui en découleront.

 

01.03 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Loones, zoals collega Clarinval al aangaf, werden een aantal parlementaire vragen gesteld over de thema's en de vragen die gesteld zullen worden op het onlineplatform. Ik ga daar even verder op in.

 

Zoals ik al tijdens een eerdere commissie­vergadering heb gezegd, werd een voorlopige lijst opgesteld van thema's die aan bod zouden kunnen komen in die onlinebevraging. Een daarvan is, zoals u aangaf, de versterking van de democratie. De voorlopige lijst is tamelijk lang en er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden. Dat is ingegeven door de wens om het aantal thema's beperkt te houden en aldus het platform niet te overladen en de appetijt van burgers om eraan deel te nemen zo groot mogelijk te houden en de laagdrempeligheid te stimuleren. Dat belet niet dat er een hele variatie aan thema's besproken kan worden, maar als mensen het gevoel willen behouden dat ze er eenvoudig op kunnen antwoorden, moeten we het niet overladen.

 

Zoals collega Clarinval al aangaf, zullen de aangestelde experten een voorstel voor de thema's formuleren. Zoals net gezegd zullen niet alle thema's die op de eerste, voorlopige lijst staan, op dat onlineplatform aan bod kunnen komen. De vorming van een federale regering, de manier waarop dat gebeurt, de invoering van een officiële termijn of een specifiek of een algemeen deblokkeringsmechanisme zouden aan bod kunnen komen, zoals overigens aangegeven in het regeerakkoord. Het is immers onze wens om in de toekomst te vermijden dat onderhandelingen over de regeringsvorming zeer lang aanslepen of zelfs tot stilstand leiden.

 

Bovendien heeft, zoals u weet, de ministerraad op 30 april vorig jaar een voorlopige lijst goedgekeurd van grondwetsartikelen die voor herziening vatbaar zouden kunnen worden verklaard. Die lijst bevat onder meer de mogelijkheid om artikelen 46 en 96 te vervolledigen, waardoor de grondwetgever in de toekomst misschien in staat zal zijn om in bepaalde gevallen een oplossing te vinden voor zulke lang aanslepende regerings­vormingen. Dat is ook relevant voor dat onlineplatform.

 

Ik wil opnieuw onderstrepen dat het niet de bedoeling is om van dat onlineplatform een opiniepeiling te maken, met alleen maar eenvou­dige ja-neevragen. Dat zou namelijk, zowel volgens ons als volgens de experten die we tijdens de overlegmomenten gehoord hebben, te weinig leiden tot onderbouwde ideeën voor de toekomst van ons land.

 

De bedoeling van dat platform – vandaar ook de verschillende overheidsopdrachten die we gelanceerd hebben – is om aan de deelnemers ideeën, visies, aanbevelingen te vragen over bepaalde thema's om zo op een meer onder­bouwde manier te kunnen bijdragen aan het democratisch debat.

 

Hoewel we echt hopen dat zoveel mogelijk mensen daaraan zullen deelnemen en we daarom inzetten op toegankelijkheid, wat onder meer dat communicatiebudget motiveert, hoeft dat platform niet per definitie representatief te zijn. We moeten er rekening mee houden dat bepaalde groepen zullen deelnemen en andere niet. Het is niet zo dat eenvoudige antwoorden op die vragen als dé standpunten van dé Belgische bevolking over de toekomst van ons land zullen kunnen worden beschouwd. Ook daar weten we – dat leren we ook uit internationale voorbeelden – dat we omzichtig met de antwoorden moeten omgaan, met voldoende daadkracht, maar in de wetenschap dat we ze door die bril moeten bekijken.

 

Wat evenmin de bedoeling van dat onlineplatform is, is een stemming te houden – een soort online voting – over het regeerakkoord. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom de verlaging van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar voor de Europese verkiezingen in het regeerakkoord staat, en zodoende niet per se bevraagd moet worden. De ministerraad heeft op 21 oktober vorig jaar al principieel ingestemd met die verlaging. De meerderheidsfracties hebben hierover al een wetsvoorstel ingediend dat verder besproken zal worden. Vorige week heeft uw commissie, als ik goed geïnformeerd ben, beslist om daar hoorzittingen over te houden. Dat element staat dus op de rails en hoeft daarom geen voorwerp uit te maken van dat onlineplatform.

 

U verwees in uw vraag ook naar enkele tweets over de Summit for Democracy die in de Verenigde Staten georganiseerd is, waarbij ook werd verwezen naar enkele elementen van ons beleid inzake democratische vernieuwing zoals dat dialoogplatform en dat stemrecht. Maar die twee staan eigenlijk los van elkaar. Zoals ik zonet ook aangaf, zijn de voorbereidende parlementaire stappen voor dat stemrecht vanaf 16 jaar intussen gezet.

 

Met het onlineplatform beogen de regering en de meerderheid in dit Parlement om input, visies, ideeën en aanbevelingen te krijgen voor de toekomst van ons land, over onderwerpen waarvoor het regeerakkoord geen keuzes maakt en de uitkomst open is.

 

Uiteraard zijn er grijze zones en soms raakvlakken, maar het is niet de bedoeling om keuzes die gemaakt werden in het regeerakkoord opnieuw voor te leggen in de onlinebevraging. Ik deel uw mening bijgevolg niet om daaruit te besluiten dat er een probleem zou zijn met de geloofwaardigheid van het dialoogplatform. Genomen beslissingen opnieuw ter discussie stellen op dat platform zou niet correct zijn ten aanzien van de regeringspartners en de afspraken die we in het regeerakkoord hebben gemaakt, maar ook niet ten aanzien van de burgers. Er is immers al een akkoord opgenomen. Daarom zou het volgens mij niet wijs zijn om een idee van valse inspraak te creëren, waardoor mensen geen geloof hechten aan de bevraging omdat men ervan overtuigd is dat de keuze eigenlijk al gemaakt is in het regeerakkoord, en men dus evengoed niet kan antwoorden op de onlinebevraging omdat dat geen verschil meer zal maken. Het gaat om elementen waarover nog geen politieke afspraken gemaakt zijn, zoals de staatsstructuur en democratische vernieuwing. Deze kunnen uiteraard op het onlineplatform opgenomen worden om zoveel mogelijk input te krijgen.

 

U vroeg zeer uitdrukkelijk naar de lijst van vragen.

 

Die exacte lijst is nog niet opgesteld. De experten die we aangeduid hebben via de twee overheidsopdrachten die tot op heden zijn toegewezen, hebben hun werkzaamheden gestart. Samen met hen zullen we deze lijst opstellen op basis van de voorlopige lijst waar ik daarnet naar verwees, maar ook op basis van hun expertise. De bedoeling is om dat bevragingsmoment zo goed mogelijk te laten verlopen en ervoor te zorgen dat we onderwerpen kiezen die we kunnen contextualiseren en op basis waarvan we nuttige input kunnen krijgen. Voor sommige thema's zal bijvoorbeeld bepaalde achtergrondinformatie nodig zijn die we moeten meegeven aan de burgers die willen deelnemen opdat ze zich op een geïnformeerde manier zouden kunnen uitspreken. Uiteraard staat het de mensen vrij om dit al dan niet te lezen, maar we willen het wel op deze manier doen om de relevantie van de antwoorden die we zullen krijgen zo groot mogelijk te maken.

 

Daarnet zei ik al dat we niet de bedoeling hebben om ja-neevragen te stellen, of een soort referendumvragen of vragen die louter aanleiding geven tot statistieken. We willen ons er ook niet van afmaken met het aantal mensen dat "ja", "ik weet het niet", "geen mening" of "nee" geantwoord heeft. Als we de kans geven aan de mensen om aanbevelingen of suggesties te geven, hopen we dat ze dit ook zullen doen en we op basis daarvan aan de slag kunnen gaan.

 

Om de resultaten zo representatief mogelijk te maken, moeten we dus niet enkel een kwanti­tatieve analyse mogelijk maken, vandaar de noodzaak om ons daarin te laten begeleiden door experten die ons kunnen zeggen hoe we dit het best aanpakken. Daarom is er ook de noodzaak van de derde overheidsopdracht voor de analyse. In het beste geval hebben we veel antwoorden en moeten we ervoor zorgen dat we ze op de juiste manier kunnen samenbrengen om zo de ideeën te kiezen waarmee we verder kunnen gaan.

 

Ik denk dat ik het juist verwoord als ik zeg dat we met dit onlineplatform zoveel mogelijk kennis en ideeën proberen te vergaren die in onze maatschappij voor handen is. Dat is dan onmid­dellijk gelinkt aan de essentie van participatie. Daarbij wordt een maatschappelijk debat over politieke kwesties en het zoeken naar oplossingen geïnitieerd. Dus, voor hen die zich de vraag stellen waarom we dit doen als we toch al verkiezingen hebben gehad, zeg ik dat verkiezingen een eenmalig moment zijn en niet altijd tot gevolg hebben dat mensen zich heel genuanceerd kun­nen uitspreken over uiteenlopende thema's. Dat is precies wat we met die bevraging willen doen.

 

Ik wil ook nog even terugkomen op de timing en de volgende stappen.

 

De experten die in de verschillende opdrachten aan bod komen, net als het Wetenschappelijk Comité, zullen in fases werken. We zijn gestart. Het is de bedoeling om eind januari-begin februari 2022 de methodologie voor te leggen aan de bevoegde ministers, maar ook aan het Wetenschappelijk Comité dat we hebben samengesteld. Daarna zullen de experten, in het kader van de methodologie, zich kunnen concentreren op de vragen die gesteld kunnen worden en de contextualisering daarvan.

 

Zoals ik al zei, hecht ik daar zelf veel belang aan. We hebben ook inspiratie opgedaan in andere landen waar men wel werkt met referenda en op een heel uitvoerige manier burgers informeert over de context maar ook over mogelijke standpunten zodat de vragen goed beantwoord kunnen worden.

 

Het is niet de bedoeling om de gedetailleerde inhoud van het platform voor zijn lancering voor te leggen aan het Parlement. Het is immers een typische opdracht voor de uitvoerende macht. Uiteraard kunnen we in deze commissie debatten houden indien u suggesties zou hebben over elementen waarmee we rekening moeten houden.

 

Naast de vragen die worden gesteld – ik stel mij dat vandaag voor aan de hand van een schema met een aantal tegels, zoals men dat noemt, waarop men kan klikken om dan zo verder te gaan – is het ook de bedoeling om burgers vrije bijdragen te laten leveren over thema's of bepaalde onderwerpen, waarbij de voorstellen om in aanmerking te worden genomen bij de analyse en het opstellen van het verslag in principe moeten voldoen aan drie voorwaarden. Ze moeten geformuleerd zijn in één van de drie landstalen, wat voor de verwerking uiteraard relevant is. Het moet gaan om antwoorden die worden ingediend conform het handvest van het platform inzake de moderatie ook. Men moet op een volwassen manier naar het platform kijken. Het moet gaan over één van de thema's die worden aangeboden of besproken in het onlineplatform, omdat we ons moeten beperken in de marge en de tijd die we hebben om hiermee vooruit te gaan.

 

Het Wetenschappelijk Comité is, zoals u weet, samengesteld uit experts met een heel uiteenlopende achtergrond. Het heeft geoordeeld dat bijdragen van burgers die onderwerpen zouden behandelen die buiten de scope van het onlineplatform vallen, geïdentificeerd zullen worden als buiten scope en om die reden niet geanalyseerd zullen worden. Ik wil er geen geheim van maken: het is een complexe oefening en een uitdaging om met deze bevraging een traject te starten naar een meer participatieve democratie. We moeten de verwachtingen van iedereen, van onze collega's, maar ook van de mensen, goed leiden zodat het behapbaar blijft. Het mag geen algemene vraagbaak worden waarmee vervolgens niets kan gebeuren.

 

We hebben de bedoeling het platform te lanceren in april voor een zestal weken, zoals collega Clarinval zei. Dan zal er een analyse van de resultaten worden gemaakt door de experts die we daarbij zullen betrekken. Op de eerste plaats kan het dan gaan om een aantal ruwe gegevens die beschikbaar zullen zijn na publicatie van het verslag. Dat moet uiteraard gebeuren op een bevattelijke manier, waardoor een grote groep mensen de mogelijkheid zal hebben om te weten wat er werd geantwoord op basis van die ruwe data, dat is toch wel belangrijk. Vervolgens gaan we aan de slag. Nogmaals, ik zou het Parlement ertoe willen oproepen om er verder mee aan de slag te gaan. Mogelijk zijn er thema's of ideeën die vrij eenvoudig kunnen worden uitgevoerd of besproken. Mogelijk vergen heel wat meer thema's een grondiger debat. Het zou goed zijn dat in het Parlement de mogelijkheid wordt gecreëerd om daar verder op een participatieve manier mee om te springen.

 

In elk geval zullen de resultaten van dat onlineplatform de politieke dialoog tussen de politieke vertegenwoordigers voeden en het begrip tussen de burgers en de politiek kunnen verbeteren, dat is althans onze ambitie, aangezien men zich op een meer genuanceerde en verfijnde manier heeft kunnen uitspreken.

 

Ik besluit met iets wat ik al meermaals heb gezegd, maar dat ik even herhaal omdat het hier en daar opnieuw opduikt. Het is niet de bedoeling dat dit onlineplatform het politiek debat hier vervangt en de plaats inneemt van politieke besluitvorming, maar wel om het debat te verrijken, te verfijnen en het besluitvormings­proces aan te vullen met ideeën, suggesties en meningen van burgers over thema's die, als het goed is, de toekomst van ons land mee vorm zullen geven. Dat is onze ambitie. Voor mij stopt het debat niet met het onlineplatform. Dat is een start. Zoals u weet, hebben wij daarvoor gekozen na overleg omdat we nog altijd in coronatijden zijn en het heel moeilijk te voorspellen was wanneer we heel grote groepen mensen konden samenbrengen voor een echte interactie. Als het goed verloopt, dan is dat de start van een participatief proces dat hopelijk niet alleen tot 2024 uitlopers heeft, maar ook daarna. Het gaat immers om belangrijke thema's.

 

La présidente: Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Monsieur Loones, voulez-vous répliquer?

 

01.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik ben opnieuw zeer blij dat ik een hele reeks vragen heb ingediend, want ik heb weer veel bijgeleerd. Beide ministers zetten een groot project op stapel, complex om uit te voeren. Ik blijf ervan overtuigd dat een open debat hierover in het Parlement een goede zaak is voor zijn geloofwaardigheid. Mevrouw de minister, ik neem in elk geval uw oproep tot betrokkenheid van het Parlement ter harte. In dat opzicht zal ik dit zeker van nabij blijven opvolgen en vragen blijven stellen. Ik roep alle collega's op om dat ook te doen zodat we hier talrijker aan het woord kunnen komen.

 

Mijn algemeen gevoel bij uw antwoorden is dat er nog gigantisch veel werk overblijft. Dit groot en complex project vergt ook een groot budget –  2 miljoen euro –  en dus ook veel werk. Ik heb de heer Clarinval heel vaak "on devra”, “on devra”, “on devra" horen zeggen; we zullen nog moeten... Ook bij u, mevrouw de minister, kon men "het zal”, “het zal”, “het is de bedoeling om" horen. Terwijl de heer Clarinval wat vager was over de timing, gaf u aan, mevrouw de minister, in april te starten. Het is goed om die ambitie publiek uitgesproken te horen zodat we een richtdatum hebben. Alle begrip indien dit een paar weken verschuift, maar zo weten we tenminste waar we aan toe zijn en in welk traject dit kan gevoegd worden zodat het Parlement het kan opvolgen.

 

Wat specifiek de overheidsopdrachten betreft, begrijp ik dat er twee gegund zijn en een nog gegund moet worden, waarvoor u zelfs nog niet over het bestek van FOD BOSA beschikt. Ik zal dit zeker opvolgen want – volgens wat ik begreep van minister Clarinval – zal de bevraging pas starten wanneer de overheidsopdrachten gegund, afgerond en geoperationaliseerd zijn. Als ik het goed begrijp, betreft de derde overheidsopdracht de semantische verwerking van de resultaten. Dat zou dus kunnen verschuiven in de timing. Potentieel zou de oefening al kunnen starten terwijl die opdracht nog loopt. Spreek mij gerust tegen als ik mij vergis, maar de antwoorden van minister Clarinval leken te wijzen op consecutieve stappen die dus niet parallel zouden kunnen verlopen.

 

01.05 Minister Annelies Verlinden: Het gaat over de verwerking van de resultaten. Uiteraard zal er voor de opstart van het platform interactie zijn tussen de experts die de inhoudelijke voorbereiding doen en de communicatie zal uiteraard nadien volgen. Een en ander moet immers worden verwerkt. Zij zullen betrokken worden. Die opdracht loopt al. Er zal alleen moeten worden gewacht tot de input is gegeven om de verwerking zelf te doen.

 

01.06  Sander Loones (N-VA): Ik begrijp daaruit dat de derde overheidsopdracht niet blokkerend is. Het is geen showstopper. Het is niet blokkerend om de oefening te starten. Het is mogelijk dat voor de derde opdracht, de semantische verwerking van de resultaten … Stel nu bijvoorbeeld dat u op 15 april 2022 wil starten, maar de derde opdracht nog niet helemaal is afgerond tegen 15 april 2022. Dat hoeft de start van de dialoog en de onlinebevraging niet te blokkeren. Dat kan ook zes weken later, zolang het maar in orde komt.

 

01.07 Minister Annelies Verlinden: Voor alle duide­lijkheid, in theorie mag dat niet, maar het zou goed zijn, indien mogelijk om de experts mee hun zeg te laten doen over de manier van bevraging en input van de bevolking en de verwerking van de gegevens. In theorie kan dat nadien gebeuren. Mij lijkt het echter beter dit vast te leggen opdat de verwerker later goed kan werken met de resultaten. De inhoudelijke oefening en de voorbe­reiding inzake betrokkenheid en toegankelijkheid moeten natuurlijk als eerste in het proces starten.

 

01.08  Sander Loones (N-VA): Dat lijkt mij een logisch antwoord. Als men meedoet aan een examen weet men ook graag op welke manier dat zal beoordeeld worden. Uit het antwoord heb ik dus begrepen dat de derde opdracht niet radicaal blokkerend is, zelfs al er nog wat losse eindjes zijn.

 

Op de vraag over de timing hebt u duidelijk geantwoord. Wij hebben het er daarnet over gehad.

 

Wat de deelnamevoorwaarden betreft, was het antwoord inzake mensen met een migratie­achtergrond die een verblijfskaart hebben maar geen identiteitskaart en die dus niet de nationaliteit hebben, minder duidelijk. Ik heb genoteerd dat minister Clarinval ter zake sprak over "aucune distinction n'est faite à ce stade", dus tussen mensen met verblijfsrecht. Op dit moment volstaat een dag verblijfsrecht, om à ce stade deel te nemen. Ik begrijp dat die discussie misschien nog niet helemaal is beslecht en dat u daarover nog eens zal praten.

 

Mevrouw de minister, u hebt opgemerkt dat er geen verwachtingen mogen worden gecreëerd die wij niet kunnen inlossen. Daarom lijkt het mij niet onlogisch om de deelname aan de bevraging te aligneren op de logica van deelname aan verkiezingen voor mensen met een migratie­achtergrond en diezelfde criteria te hanteren. Ik zou een zekere verblijfsduur als criterium onderzoeken, maar u zal daarover dan oordelen. Ik begrijp echter dat het à ce stade niet de bedoeling is en dat iedereen kan participeren.

 

Op een bepaald moment zei de heer Clarinval dat we rekening moeten houden met de beschikbaarheid van instrumenten. Dat was mij niet helemaal duidelijk, maar ik zal het verslag nalezen en dan kunnen we daarover in de toekomst nog eens van gedachten wisselen.

 

Mevrouw de minister, u zegt dat het complexe project wat vertraagd is wegens corona. U haalde aan dat het moeilijk was om hele grote groepen mensen samen te brengen. Dat lijkt mij enigszins op gespannen voet te staan met het feit dat het een onlinebevraging is. Ik vermoed dat u projecten hebt om daar ruimere aandacht aan te geven en mensen samen te brengen, misschien uit te nodigen of toe te lichten wat de oefening inhoudt. Is dat juist?

 

01.09 Minister Annelies Verlinden: Betreffende participatie zoals bedoeld in het regeerakkoord kunnen heel wat verschillende trajecten, fora of platformen worden bedacht. Toen we in volle coronatijd zijn gestart om participatie mogelijk te maken in dit land en dat zo goed mogelijk te doen, was het niet eenvoudig om grote groepen mensen samen te brengen om te discussiëren rond een thema, zoals de G1000. Daarom zijn we toen gestart met dat onlineplatform waar we wel ideeën kunnen verzamelen, onafhankelijk van welke coronamaatregelen er zijn. Nadien hopen we dat bijvoorbeeld het middenveld of lokale besturen daar ideeën over hebben. Jeugdverenigingen kunnen samenzitten over de toekomst van ons land. Dat zou kaderen in het onlineplatform. We konden echter geen vijfhonderd mensen in Flanders Expo samenbrengen om in groepjes te discussiëren over een thema. Dat is de reden waarom we zo gestart zijn. Er is dus geen sprake van vertraging. Het is eerder een conceptuele keuze om hiermee te starten. Ik roep het Parlement op om het mogelijk te maken om het debat nadien verder te zetten.

 

01.10  Sander Loones (N-VA): Ook dat is bij dezen duidelijk. U zal dit niet zelf trekken of opdringen, maar het staat natuurlijk iedereen, zoals middenveld­organisaties en het Parlement, vrij om zulke initiatieven te nemen.

 

01.11 Minister Annelies Verlinden: Dat is niet uitgesloten. We spreken nu over het onlineplatform. We hopen wel dat daar vanuit het terrein bepaalde debatten over ontstaan. We zullen dat ook faciliteren en aanmoedigen. We zullen zien wat we nadien doen. We moeten natuurlijk eerst de resultaten van het platform afwachten.

 

01.12  Sander Loones (N-VA): Dat is dan weer minder duidelijk voor mij.

 

Onder faciliteren en aanmoedigen kan zeer veel verstaan worden. Hoe zal dat worden opgezet? Dat kan op twee manieren worden gedaan, namelijk met een grote communicatiecampagne om mensen aan te moedigen om naar hun computer te stappen of als regering zelf mensen samenbrengen met burgerdialogen op specifieke locaties, daar dus zelf echt trekker in zijn. Onder faciliteren begrijp ik dat er geld zal worden gegeven, of iets anders, aan middenveld­organisaties om dat te doen. Is dat de bedoeling of niet?

 

01.13 Minister Annelies Verlinden: Wij lanceren dat onlineplatform. We zullen het met middelen faciliteren dat lokale besturen bijvoorbeeld groepen mensen kunnen samenbrengen om te discussiëren over een thema, zodat men nadien dat platform geïnformeerd kan invullen. Dat is de bedoeling. We zullen dat stimuleren omdat we de toegankelijkheid zo groot mogelijk willen maken. De communicatieopdracht zal uitmaken hoe we zoveel mogelijk mensen kunnen bereiken om bij te dragen. Hoe we dat precies zullen doen en hoe dat verdeeld zal worden is nog niet duidelijk. Daar is geen enkele uitspraak over gedaan. Het zo begrijpen dat er geld zal worden gegeven aan het middenveld is wel een aantal stappen te ver. We beogen dat zoveel mogelijk mensen deelnemen.

 

01.14  Sander Loones (N-VA): Ik heb niet gezegd dat u dat zal doen, ik heb gezegd dat onder faciliteren, ondersteunen en stimuleren veel kan worden verstaan. Dat zal verder nog concreet worden bediscussieerd. We zullen daar in de toekomst op terugkomen.

 

Het is goed dat er ook open vragen gesteld zullen worden, het is niet de bedoeling om een opiniepeiling te doen. Verschillende experts sugge­reren intussen dat het misschien interes­santer zou zijn om op een meer permanente basis opiniepeilingen te doen. Het is gemakkelijker om daarvan de representativiteit te bepalen dan van deze oefening. Dat is een debat dat u met hen moet voeren. Ik begrijp dat u uw keuze hebt gemaakt.

 

Er circuleert een lange vragenlijst waaruit nog selecties gemaakt zullen kunnen worden. Kunnen we die lange lijst krijgen, zodat we minstens een idee hebben waar dit precies naartoe zal gaan? Die lijst hebt u wel al. Het zou goed zijn voor het draagvlak voor die oefening als u daarover transparant met het Parlement in debat gaat vooraleer ze start. Dat betreft niet alleen de uitvoering van de beslissing, maar ook het wezen van het project, de vragen, het draagvlak voor een aantal thema's en een aantal vragen. Als u het Parlement voor zijn verantwoordelijkheid plaatst om bij die oefening betrokken te zijn, dan lijkt het mij logisch dat dit tweerichtingsverkeer moet zijn.

 

Het zou de geloofwaardigheid van de oefening en het draagvlak ervoor alleen maar versterken als u die beslissing zou nemen. U zult mij moeten vergeven dat het niet de laatste keer zal zijn dat ik u zal vragen om het Parlement die vragenlijst te bezorgen vooraleer de oefening start,.

 

01.15 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Loones, die vragenlijst is nog niet bekend.

 

01.16  Sander Loones (N-VA): Ik maak het even af wat dit onderdeel betreft. U zei op een bepaald moment dat er suggesties kunnen worden gedaan door het Parlement over elementen die in rekening kunnen worden genomen. Dat is voor mij ook een goede methodiek, want ik kan tientallen vragen stellen met suggesties voor thema's die in rekening kunnen worden genomen. Ik weet alleen niet of dit de meest efficiënte manier van werken is. Mocht er een voorstel komen waarover van gedachten kan worden gewisseld, dan doet u uiteindelijk toch nog wat u wil, maar oninteressant zou het niet zijn.

 

01.17 Minister Annelies Verlinden: Wat betreft uw vraag over de lijst, die zat als bijlage 1 bij het bestek. Dat is publiek beschikbare informatie en er is dus geen sprake van dit niet bekend te willen maken. Uiteraard houd ik u niet tegen om na te denken en al zeker niet om efficiënt te werken. Als u voorstellen heeft, hoor ik het wel.

 

01.18  Sander Loones (N-VA): Begrijp ik het nu goed dat die vragenlijst wel aan het Parlement zal worden bezorgd?

 

01.19 Minister Annelies Verlinden: We hebben die, denk ik, in een vorige commissievergadering overlopen.

 

01.20  Sander Loones (N-VA): We hebben de volgorde van de vijf thema's gezien, met hier en daar wat voorbeelden. Dat is iets anders dan wat u zegt, een lange voorlopige lijst met vragen en thema's waaruit selecties moeten komen.

 

01.21 Minister Annelies Verlinden: Die is het.

 

01.22  Sander Loones (N-VA): Dan ligt er echt nog veel werk op de plank voor april. Ik dacht dat u al verder stond.

 

U zegt dat het thema van de regeringsvorming aan bod zou kunnen komen, met de vraag naar oplossingen voor lang aanslepende onderhan­delingen. We kunnen daar veel over zeggen maar dat zou eerder een politiek debat worden. Ik zal dat dus niet doen.

 

Dan kom ik bij de geloofwaardigheid van de oefening. Ik begrijp dat het wetenschappelijk comité achtmaal heeft vergaderd. Er werd niet ingegaan op de vraag of de verslagen van die vergaderingen aan het Parlement ter beschikking kunnen worden gesteld. Ik acht dat wenselijk. Ik denk niet dat er iets mysterieus in zal staan. Uit de antwoorden van de heer Clarinval maak ik op dat u geen andere externe auditor zult aantrekken en dat het wetenschappelijk comité alles zal moeten doen.

 

Een tweede punt hierbij is dat u op een bepaald moment zei dat er moderatie van de antwoorden zou komen. Dat zijn woorden die bij mij vragen oproepen. Wat zal die moderatie inhouden? Hoe zal dat precies gebeuren? Wie zal dat doen en op basis van welke criteria? Ik denk dat er daarover ook best duidelijkheid wordt gegeven vooraleer de oefening van start gaat, zodat niet de indruk wordt gewekt dat bepaalde meningen eerder aan bod kunnen komen dan andere. Ik weet dat u dit ongetwijfeld niet zo bedoeld hebt, maar het is belangrijk dat dergelijke zaken geen eigen leven gaan leiden en dat er daarover geen twijfel kan bestaan.

 

01.23 Minister Annelies Verlinden: U weet dat u er in uw communicatie over wat we zullen doen toe kunt bijdragen dat dergelijke zaken geen eigen leven beginnen te leiden.

 

01.24  Sander Loones (N-VA): Ik ben geen minister die in het Parlement in antwoord op een parlementaire vraag zegt dat de antwoorden gemodereerd zullen worden.

 

01.25 Minister Annelies Verlinden: U zegt dat u begrijpt wat we daarmee bedoelen.

 

01.26  Sander Loones (N-VA): Ik begrijp het niet.

 

01.27 Minister Annelies Verlinden: Dat is een standaardsysteem, zoals dat ook het geval is bij elk platform of elke nieuwssite waarop men kan reageren. Er is daar niets onbekends aan. Ik noteer dat u zegt dat ik dat inderdaad niet zo heb bedoeld en dat dit geen eigen leven mag beginnen leiden. Ik wil gewoon even zeggen dat u daartoe kunt bijdragen.

 

01.28  Sander Loones (N-VA): Voor mij is dat geen gekend standaardsysteem. Ik ken dat niet. Ik weet niet hoe dat precies werkt. Dat is mijn field of expertise niet. Ik weet niet hoe moderatie op nieuwssites precies gebeurt, maar ik weet wel dat er daarover veel verhalen de ronde doen en dat dit veel ontevredenheid veroorzaakt. Als u verwijst naar die zaken, dan denk ik dat het belangrijk is om transparant te zijn over wat daarmee precies wordt bedoeld, hoe dat zal gebeuren en wie die moderatie zal doen. Ik zal wat aanvullende vragen indienen, zodat we het daarover kunnen hebben wanneer die overheidsopdrachten al wat verder staan.

 

Ik sluit af met het thema van het stemrecht voor jongeren vanaf 16 jaar in het kader van de Europese verkiezingen.

 

Dat blijf ik bijzonder jammer vinden. Ik begrijp uw redenering. U zegt dat we geen valse verwachtingen moeten creëren bij de mensen en zeggen dat ze daar inspraak in hebben, want ze hebben daar geen inspraak in omdat het al in het regeerakkoord is opgenomen. Vindt u dat geen enorm zwaktebod? Wat verhindert de regering om ook een draagvlak te zoeken voor de beslissingen die u wilt doorvoeren? Waarom gaat u er zomaar van uit dat alles wat in het regeerakkoord staat niet meer ter discussie kan worden gesteld en heilig moet worden verklaard? Als u de oefening van het dialoogplatform doet, doe ze dan ernstig.

 

Waarom zou u hiervoor terugschrikken, als u overtuigd bent van uw regeerakkoord en datgene waar u voor staat? Waarom zou u er dan voor terugschrikken om dergelijke vragen voor te leggen aan de bevolking? Dat begrijp ik echt niet. Integendeel, het zou net een versterking kunnen betekenen van de voorstellen die u lanceert in het kader van een grote oefening, die flink wat zal kosten om effectief door te voeren. Waarom doet u het dus niet? Ik blijf dat echt een zwaktebod vinden. Ik kan het niet anders benoemen, dat meen ik oprecht. Het stemrecht verlagen naar 16 jaar is geen kernfysica, het is typisch een vraag waarover mensen zich kunnen uitspreken zonder deskundig geschoold te zijn als politicoloog. Men kan gewoon zijn mening geven en ik vind het dus jammer dat dergelijke vragen er maar niet komen.

 

Ik zou het integendeel net aanmoedigen om meer dergelijke vragen te stellen die niet in de traditioneel institutionele sfeer zitten, maar die verweven zijn met het maatschappelijke leven van de mensen. Ik hoop oprecht dat er vragen tussen zitten zoals: vindt u dat de deelstaten zelf kerncentrales moeten kunnen bouwen? Vindt u dat de deelstaten zelf gevangenissen moeten kunnen bouwen? Vindt u dat de deelstaten zelf een migratiebeleid moeten kunnen voeren?

 

Op die manier worden institutionele vragen tastbaar gemaakt voor de mensen. Institutionele politiek gaat uiteraard ook over hoeveel leden er zetelen in het Parlement, maar tevens over zoveel meer. Het gaat bijvoorbeeld ook over het te voeren gezondheidszorgbeleid. Als u het laag­drem­pelig verwoordt, kan men daar zijn mening over geven. Ik hoop dat uw regering dat aandurft. Het institutionele, het maatschappelijke en het sociaal-economische vormen één debat. De schijn wekken dat alles meteen opgelost is door te peilen naar de rol van de monarchie, dat is het niet. Ik weet het wel, u bezondigt zich daar niet aan, dat was even kort door de bocht uitgedrukt.

 

Ik blijf hier oproepen om het maatschappelijke debat en de institutionele uitdagingen zeer tastbaar te maken. Dat kan door uw regeer­akkoord niet weg te zetten als onaantastbaar, maar door het ter inspiratie en misschien zelfs ter validatie voor te leggen. Hoewel, validatie is hier een te sterk woord. Men kan echter op zijn minst de mening vragen van de bevolking. Dat zal de ernst en de betrouwbaarheid van de oefening verhogen en het kan in ieder geval ook de ernst en de betrouwbaarheid van uw regeerbeleid verhogen, wat misschien toch ook een bekommernis is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Madame la ministre, monsieur le ministre, chers collègues, avant de clôturer cette réunion, je tiens à vous remercier pour cette séance de questions et réponses extrêmement intéressantes.

 

La réunion publique de commission est levée à 15 h 24.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.24 uur.