Commission de la Défense nationale

Commissie voor Landsverdediging

 

du

 

Mercredi 9 février 2022

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 9 februari 2022

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 9.05 uur en voorgezeten door de heer Peter Buysrogge.

La réunion publique de commission est ouverte à 9 h 05 et présidée par M. Peter Buysrogge.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

De voorzitter: Collega's, er is afgesproken dat de minister een briefing zal geven. Ik stel voor dat zij dat eerst doet en dat vervolgens de leden die dat wensen, het woord krijgen. Dat lijkt mij de beste manier van werken.

 

Wij zullen de fracties die vragen hebben ingediend, eerst het woord geven, waarna de andere fracties het woord krijgen. Bij een gedachtewisseling is de spreektijd niet vastgelegd in het Reglement, maar ik ga ervan uit dat iedereen kort en krachtig zijn of haar statement zal maken.

 

Vorige week hadden wij afgesproken dat de commissie aan de minister zou vragen dat wij op voorhand het plan ter actualisering van de Strategische Visie en de militaire programmerings­wet zouden kunnen inzien. Ik heb dat aan de minister gevraagd, maar zij zei mij – zij zal daar zelf wellicht nog duiding bij geven – dat het document zelf er nog niet is. Er is al een budgettaire afspraak gemaakt, maar het document zelf maakt op dit moment nog het voorwerp uit van besprekingen binnen de regering. Daarom heb ik het u nog niet kunnen bezorgen, maar ik heb u dat vorige week al laten weten.

 

01 Gedachtewisseling over de Strategische visie en toegevoegde vragen van

- Theo Francken aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De Strategische Visie" (55024329C)

- Peter Buysrogge aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De Strategische Visie" (55024330C)

- Annick Ponthier aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De Strategische Visie en de geplande investeringen bij Defensie" (55024376C)

- Maria Vindevoghel aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De verhoging van het budget voor Defensie en de hulp aan de Natie" (55024506C)

- Raoul Hedebouw aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De verhoging van het budget van Defensie" (55024680C)

- Nabil Boukili aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De verhoging van het budget van Defensie" (55024681C)

01 Echange de vues sur la Vision stratégique et questions jointes de

- Theo Francken à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La Vision stratégique" (55024329C)

- Peter Buysrogge à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La Vision stratégique" (55024330C)

- Annick Ponthier à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La Vision stratégique et les investissements prévus à la Défense" (55024376C)

- Maria Vindevoghel à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'augmentation du budget de la Défense et l'aide à la Nation" (55024506C)

- Raoul Hedebouw à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'augmentation du budget de la Défense" (55024680C)

- Nabil Boukili à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L’augmentation du budget de la Défense" (55024681C)

 

Mevrouw de minister, u hebt het woord voor uw briefing.

 

01.01 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer de voorzitter, in lijn met het regeerakkoord heb ik van bij mijn aantreden in oktober 2020 gewerkt aan de noodzakelijke actualisering van de Strategische Visie voor Defensie tegen 2030 en aan de militaire programmawet. De actualisering van die wet heeft tot doel om de investeringen in de nieuwe capaciteiten te kaderen die gepland zijn in de actualisering van de Strategische Visie, omgedoopt tot STAR-plan, een acroniem voor Security, Technology, Ambition en Resilience. Het plan tekent de contouren van Defensie uit voor de periode 2021-2022, met name op het gebied van personeel, infrastructuur, materieel, opleiding en training.

 

Tant la vision stratégique que la loi de programmation militaire sont des bases solides qui assurent une continuité nécessaire pour la Défense.

 

Toutefois, je ne vous apprends rien en vous disant que notre environnement sécuritaire a évolué depuis 2014. On peut ne serait-ce que penser, par exemple, à la vague d'attentats ayant frappé l'Europe depuis lors, à la frontière toujours plus floue entre sécurité intérieure et extérieure, à l'attitude de plus en plus assertive d'États tiers, à l'augmentation du nombre de menaces hybrides et de cybermenaces, aux conséquences géopolitiques des changements climatiques, à la réorientation stratégique de grandes puissances, qui se répercute dans les relations internationales, ou encore aux incidences de la crise sanitaire mondiale que nous vivons, et qui aura, elle aussi, des répercussions sur les questions de sécurité et de défense.

 

Daarom heb ik in december 2020 professor Tanguy Struye de Swielande en kolonel stafbrevethouder Eric Kalajzic gemandateerd om een strategisch comité op te richten, te leiden en te coördineren. Het comité bestaat uit tien academici die actief zijn in het brede veiligheidsdomein. Dit strategisch comité heeft mij op 31 mei laatstleden een bijgewerkte analyse van onze veiligheidsomgeving bezorgd, samen met aanbevelingen voor capaciteitsopbouw op basis van die nieuwe omgeving. Dit werk en de lessen uit mijn gesprekken over dit onderwerp met jullie hier in de commissie hebben het mogelijk gemaakt om de richtlijnen voor Defensie te voltooien. Ze werden gedefinieerd door de regering en de staf.

 

Le 23 juillet dernier, le Conseil des ministres a approuvé les dix grands principes directeurs autour desquels s'articule le processus d'actualisation. Vous les connaissez et ils apparaissent dans l'introduction de ma note de politique générale 2022. Ces derniers mois et ces dernières semaines, les actualisations de la vision stratégique et de la loi de programmation militaire ont fait l'objet d'un travail intense.

 

Tijdens de vergadering van de ministerraad van 28 februari is dit uitgemond in een akkoord over het algemene budgettaire traject voor het STAR-plan en de actualisering van de programmawet. Ik kom daar later uitgebreid op terug.

 

Nu het financiële kader en de krijtlijnen zijn vastgelegd, gaat het werk op dit ogenblik verder met de aanpassing van de capaciteitstabellen toegevoegd aan de geactualiseerde programmawet. Ons doel is om die programmawet zo snel mogelijk te kunnen laten goedkeuren door de ministerraad om ze vervolgens, na ontvangst van het advies van de Raad van State, aan u te kunnen voorleggen. 

 

Tant que les ajustements des tableaux capacitaires annexés à l'actualisation de la loi de programmation n'auront pas été validés et feront l'objet d'échanges au sein du gouvernement, vous comprendrez que je ne peux vous donner, aujourd'hui, plus de détails sur les différentes lignes capacitaires du plan STAR.

 

Dans tous les cas et de manière générale, comme je vous l'ai déjà dit à plusieurs reprises, les lignes de force de l'actualisation de la vision stratégique se traduiront entre autres à travers la restauration d'un équilibre entre les investissements matériels majeurs, l'infrastructure, le personnel, la formation, le training et les opérations. En effet, nous partons du constat que la vision stratégique de 2016 était fortement axée sur le matériel et les systèmes d'armes au détriment d'autres volets. Or, nous remarquons actuellement à travers le fonctionnement, que c'est le manque de personnel qui est le plus criant et contraignant dans l'exécution des missions et tâches de la Défense.

 

Zoals u weet, werken we daarom elke dag, voortbouwend op en consistent met mijn politieke beleidsverklaring, aan de heropbouw van het menselijk kapitaal en het welzijn van het defensiepersoneel. Dit zijn essentiële voorwaarden om het departement weer af te stemmen op de hedendaagse uitdagingen. Defensie voert in dit kader talrijke projecten uit.

 

Dans le cadre qui nous concerne ce matin, le plan STAR, je me dois évidemment de revenir sur les plans POP et Quartiers. En effet, avec le plan POP, présenté en février 2021, j'ai tracé la ligne d'arrêt du sous-investissement dans le personnel et amorcé de ce fait le mouvement de rattrapage qui n'avait que trop attendu. Ce plan vise une situation en personnel pérenne, tant quantitativement que qualitativement. C'est une combinaison de mesures en termes d'attractivité, de recrutement et de fidélisation du personnel.

 

Dit globale actieplan ten bate van het personeel is uiteindelijk bedoeld als een grote stap voorwaarts, de eerste van vele, voor het personeel, dat bij het departement op het voorplan moet staan. Op mijn vraag wordt daarom een belangrijk hoofdstuk van het STAR-plan en van de toekomstige militaire programmawet gewijd aan personeelsbeleid en diversiteit binnen het departement.

 

Le chiffre ambitieux de recrutement de 2 500 nouveaux militaires par an jusqu'à la fin de la législature sera donc maintenu. Nous prévoyons même de poursuivre en ce sens jusqu'en 2030. L'assurance d'une Défense effective passe par cet effort de recrutement et, bien sûr, de formation continue.

 

C'est une condition indispensable pour renforcer le département et pallier, dans un premier temps, les nombreux départs à la retraite et l'attrition du personnel particulièrement importante et préoccupante depuis plusieurs années, notamment par manque d'attractivité du département. Notre objectif est donc bien de consolider, puis de renforcer l'enveloppe du personnel.

 

J'ai hérité d'un département dénombrant quelque 25 000 collaborateurs, y compris civils, en 2020. Début 2021, ils étaient environ 27 600. En 2030, la Défense en comptera plus de 29 000. Ceci donne une perspective claire quant à la trajectoire de croissance en personnel.

 

Ik zal niet in detail ingaan op alle maatregelen die werden genomen om de aantrekkingskracht van het departement te versterken. Ze komen aan bod in mijn beleidsverklaring of in mijn laatste algemene beleidsnota, die aan ieder van u werd voorgelegd. Ze komen uiteraard ook aan bod in het startplan. Ik wil het hebben over de activering van de diensten voor collectief nut, de voortzetting in de derde graad van het secundair onderwijs van opleidingen voor jobs in de veiligheidssector in Vlaanderen en de lancering van die onderwijsrichting in de Federatie Wallonië-Brussel vanaf september 2022, het uitwerken van ontdekkingsstages voor jongeren, specifieke initiatieven gericht op het stimuleren van de interesse van jongeren voor STEM-beroepen of nog de versterking van de kadetten Lucht, Marine en vooral Land.

 

Comme mesure phare pour assurer une attractivité du département, je ne peux évidemment pas omettre de  mentionner la revalorisation salariale obtenue en octobre dernier et qui prend effet dès cette année. De plus, dans le cadre du plan POP, je viens tout juste d'obtenir l'introduction à partir du 1er novembre de cette année de chèques-repas d'une valeur de six euros par jour de service normal presté pour les militaires. Cette date d'introduction tient compte des dernières étapes requises à l'obtention de l'avis du Conseil d'État, de la publication de l'arrêté royal au Moniteur belge et du temps nécessaire au marché public pour désigner le partenaire extérieur qui sera responsable de sa mise en œuvre pratique. Nous continuons également à suivre de très près le dossier du personnel civil qui est une compétence de ma collègue en charge de la Fonction publique.

 

Het is evenwel duidelijk dat moderne en aangepaste infrastructuur en een betere geografische spreiding van de militaire kwartieren ook bijdragen tot een grotere aantrekkingskracht van het departement. Dit heeft inderdaad een directe impact op het welzijn op het werk en op het beste evenwicht tussen werk en privéleven. Dit is de essentie van het kwartierplan.

 

Dit plan wijkt af van de huidige Strategische Visie en van de centralisatie die daarmee was ingezet. Ik wil hiermee de eenheden op een meer evenwichtige manier inplanten op het grondgebied. In die logica zullen wij uiteraard nieuwe infrastructuur bouwen en ingrijpende renovaties uitvoeren. Bovendien bouwen wij voor het eerst in dertig jaar twee nieuwe kwartieren.

 

Ces quartiers du futur seront implantés dans des zones à faible présence militaire, telles les provinces de Flandre orientale et du Hainaut. Ils permettront de renforcer notre place dans la structure socioéconomique locale et de générer de nouvelles collaborations dans le domaine des ressources humaines ainsi que de la recherche et du développement, avec des acteurs civils établis dans la région. L'ambition est d'étendre ces principes de coopération à l'ensemble du territoire.

 

U zult het reeds begrepen hebben, de POP- en de kwartierplannen brengen ons coherent tot het STAR-plan. Met dat nieuwe plan wil ik het werk dat wij met het departement reeds zijn begonnen, voortzetten en concretiseren. Defensie moet met trots meerwaarde ontlenen aan haar capaciteit om de rol te kunnen spelen van een organisatie voor sociale promotie en opleiding.

 

L'ancrage de la Défense au sein de la société constitue un aspect fondamental du plan STAR mettant en avant, entre autres, un réinvestissement dans les écoles et les centres de formation de la Défense, la suppression de la condition de diplôme préalable à l'emploi à la Défense – comme c'est le cas non seulement à la police, mais également dans les départements de la Défense de pays tels que la France et l'Allemagne –, l'augmentation des promotions internes vers un niveau supérieur, de volontaire à sous-officier notamment, ou encore la coopération renforcée avec les organismes régionaux d'aide à l'emploi comme le VDAB, Actiris et le Forem.

 

Inleidend zei ik reeds dat het doel van de actualisering van de militaire programmawet is dat Defensie op termijn over voldoende capaciteiten beschikt om op nieuwe hedendaagse uitdagingen te kunnen reageren, ook op het nationale grondgebied, en de crisissen en conflicten van morgen te kunnen beheersen.

 

Pour y parvenir, le Conseil des ministres a donc bien approuvé, le 28 janvier dernier, une trajectoire de croissance budgétaire continue qui atteint 1,54 % du PIB, soit 6,9 milliards d'euros en 2030.

 

Cette trajectoire est effectivement basée sur les besoins exprimés dans le plan STAR pour une relation saine entre tous les domaines. En outre, le budget atteint couvrira les investissements capacitaires mais aussi l'enveloppe de base pour le fonctionnement, en ce compris l'entretien des nouvelles capacités et les coûts de personnel. Les investissements capacitaires représentent 10,2 milliards d'euros.

 

Naast de personeelsgebonden aspecten wilde ik in het STAR-plan de focus leggen op de veerkracht van Defensie door middel van duale capaciteiten. De taken van Defensie betreffen evenzeer hulp aan de natie als deelname aan operaties van collectieve verdediging en crisisbeheersingsoperaties of evacuatieoperaties van onderdanen, ten bewijze: het belang dat wordt gehecht aan de verwerving van capaciteiten die kunnen worden ingezet in buitenlandse operatiegebieden en ter ondersteuning van burgerlijke capaciteiten in samenwerking met bijvoorbeeld de federale politie, de douane of hulpdiensten en eenheden van de Civiele Bescherming wanneer zij daarom vragen en de middelen beschikbaar zijn.

 

Parmi ces capacités duales, je peux d'ores et déjà vous citer, dans les grandes lignes, le hub médical 2030 qui comprendra un nouvel hôpital de crise et qui s'inscrira dans des partenariats avec des centres de recherche, des hôpitaux universitaires et le réseau hospitalier civil.

 

Par ailleurs, les inondations de juillet dernier ont démontré l'urgence de réinvestir dans les moyens du génie et de la logistique qui peuvent donc également être déployés sur le territoire national en cas de catastrophe naturelle mais aussi dans le cadre de la crise sanitaire. Ces moyens seront donc renforcés.

 

Een logistiek knooppunt zal onder de naam Joint Support Hub worden ontwikkeld als onderdeel om de inzetsnelheid van Defensie, de militaire mobiliteit en de veerkracht van het land te verbeteren. Die hub zal ook over middelen beschikken om, indien nodig, de hulpdiensten bij te staan. Er zullen nieuwe transportcapaciteiten worden ontwikkeld, zowel voor land- als luchtvervoer. Die capaciteiten kunnen ook worden ingezet in een medische context, bij evacuaties of voor humanitaire operaties in de dichte nabijheid van getroffen bevolkingsgroepen.

 

Bien entendu, nous investirons aussi dans le cyber et le renseignement, y compris dans des drones non armés. L'actualité récente a prouvé la nécessité de ces investissements. Une information fiable et le transfert de cette information seront toujours la clé pour assurer notre sécurité. Cela concerne tant les troupes en opération et nos infrastructures critiques que l'ensemble de la population.

 

L'accélération du développement de la cinquième composante cyber s'inscrira dans ce processus de renforcement du SGRS via la création dès la fin de cette année d'un cybercommandement au sein du service.

 

D'autres mesures concerneront encore la protection de notre territoire contre les attaques aériennes, notamment les drones. Actuellement, notre pays, qui peut s'avérer être une cible stratégique dans le sens où il accueille de nombreuses organisations internationales, ne dispose pas de telles capacités de protection.

 

Ik kom bij een derde belangrijke as van het STAR-plan, dat als doel heeft om van Defensie een speler te maken in de energietransitie, alsook in herstel en innovatie. Defensie zet zich effectief in om de uitstoot van broeikasgassen door haar militaire installaties aanzienlijk te verminderen. Investeringen in infrastructuur dragen bij aan de nationale doelstellingen om de milieu-impact van gebouwen te verminderen met het oog op CO2-neutraliteit in 2040.

 

Le département continuera en outre son action de protection et d'amélioration de la biodiversité de ses sites conformément à la stratégie nationale pour la biodiversité et en collaboration avec les agences régionales.

 

Par ailleurs, le plan STAR fera en sorte que la Défense devienne un acteur et un partenaire pour la recherche et l'industrie. Nous voulons en effet repositionner la Défense comme un partenaire du tissu économique et académique. Des coopérations en matière de recherche et technologie et de recherche et développement seront ainsi développées et participeront au rayonnement de nos entreprises nationales et donc à la création d'emploi dans le secteur de la défense européen en contribuant à l'émergence de nouvelles capacités.

 

Dans ce cadre, le plan STAR donnera naissance à la Defense Industry and Research Strategy (DIRS) et à la participation belge dans les futurs programmes européens de défense. La DIRS doit permettre de consolider notre base industrielle et technologique de défense et contribuer à ce qu'elle se profile toujours plus comme un partenaire technologique crédible et fiable pour les capacités nécessaires à la réalisation d'une autonomie stratégique européenne.

 

Notre propre base industrielle doit en cela à son tour contribuer à la construction d'une base équivalente au niveau européen.

 

Tot slot, met een laatste, heel belangrijke as van het STAR-plan wil men van Defensie een geloofwaardig onderdeel van de Europese Defensie maken. Het STAR-plan maakt een coherente verankering van capaciteiten mogelijk met die van onze bevoorrechte Europese en internationale partners. Het ondersteunt een meer Europees defensiebeleid en past in een hechte Europese strategie en autonomie. Men bekijkt dit dus niet alleen vanuit industrieel oogpunt.

 

À ce titre, les collaborations et l'intégration de nos moyens avec nos partenaires se poursuivront, notamment avec la création d'un bataillon de reconnaissance belgo-luxembourgeois, la poursuite de la coopération entre les marines belge et néerlandaise ainsi que la coopération avec la France dans le cadre de la capacité motorisée.

 

Voilà les informations que je voulais vous communiquer ce matin. Comme je l'ai dit, le plan STAR doit encore se décliner en une nouvelle loi de programmation militaire. C'est un travail en cours de finalisation. Cette loi sera présentée en Conseil des ministres dans les meilleurs délais.

 

In afwachting van een gelegenheid om u het volledige STAR-plan en de programmeringswet meer in detail te presenteren, vat ik het plan samen als een kwestie om de veiligheid te waarborgen voor iedereen, net als voor onze strategische partners en bondgenoten door het departement weer een plaats te geven in het hart van de natie en in de harten van de burgers.

 

De voorzitter: De heer Francken is verontschuldigd.

 

01.02  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor de beperkte toelichting.

 

De programmeringswet is immers nog niet definitief uitgeklaard en kan dus ook nog niet in detail worden voorgesteld. Dat is natuurlijk jammer. We moeten het dus wat algemeen houden. U hebt hier het STAR-plan toegelicht, onderdeel van de Strategische Visie van Defensie op lange termijn. Ik heb u daarover een aantal schriftelijke vragen gesteld. Een aantal daarvan hebt u al beantwoord, maar een aantal blijven op dit moment nog onbeantwoord.

 

Het is alvast duidelijk dat de plannen die u koestert voor Defensie ambitieus zijn, zowel inhoudelijk, als op budgettair vlak. Wij kunnen dat alleen maar toejuichen. We hebben wel nog een aantal kritische bedenkingen bij de Strategische Visie en bij de programmeringswet die achteraf zal worden toegelicht.

 

U gaat mee de lineaire besparing toepassen, zo heeft u aangekondigd. Het antwoord waar u de middelen hiervoor gaat halen, of waar u hiervoor gaat besparen, blijft u ons wel schuldig. Hoe dan ook wordt dat vast en zeker opgevolgd bij de budgetcontrole en bij de gedetailleerde bespreking van de programmeringswet.

 

U heeft een aantal investeringen en een aantal aandachtspunten opgesomd. Wij vinden het jammer dat u de ambitie die u in het begin van deze legislatuur, of althans toch bij uw aantreden, aan de dag heeft gelegd om onze defensie-inspanningen op te trekken tot 1,6 % van het bbp, heeft moeten laten varen. Zoals geweten is dat vooral gebeurd onder druk van Ecolo-Groen en van Vooruit. We hebben er een probleem mee dat het op dit moment slechts 1,54 % is geworden. In uw beleidsnota met uw visie geeft u nog aan onze NAVO-bondgenoten te willen bijbenen, maar u doet dat dus maar in beperkte mate. Het wordt bovendien alsmaar moeilijker om ze bij te benen vermits onze bondgenoten steeds meer investeren in hun defensie, en ze nu gemiddeld meer dan 1,7 % van hun bbp spenderen aan hun defensieapparaat. Op die manier blijven we steeds achterop, mevrouw de minister. Wij betreuren dat de lat hier lager is gelegd.

 

Wat het aangekochte materieel betreft, juichen wij het toe dat er wordt geïnvesteerd in materieel en personeel. Ik vraag me af hoe die investeringen in de praktijk zullen worden ingevuld. Is het de bedoeling om op korte termijn meer Europees in te kopen? Is het de bedoeling om onze eigen defensie-industrie een flink zetje te geven?

 

Ook dat kan namelijk een antwoord zijn op de inflatie waar ons land momenteel mee te maken heeft. Is dat uw plan? Ik hoop dat u daarover meer toelichting kan geven. Op dat vlak moeten we een voortrekkersrol spelen door zo veel mogelijk bij Europese partners aan te kopen. Wij denken dat op die manier onze veiligheidsbelangen op lange termijn beter kunnen gediend worden dan op dit moment het geval is.

 

U had het over de aankoop van drones, maar wat die investering betreft, betreuren wij dat u drones aankoopt die u niet zult bewapenen. Als we de berichten mogen geloven, bestaan die bewapenbare drones namelijk. Wat ons betreft, heeft het weinig zin om louter observatiedrones aan te kopen of ze als dusdanig te gebruiken, en geen offensieve capaciteit uit te bouwen. Dat is nochtans een groot onderdeel van de toekomst van moderne oorlogsvoering en alle grootmachten investeren momenteel volop in dat segment. Vorige week voerden we hier nog een debat over het moreler zijn door onbewapende drones te gebruiken. Daarmee gunnen we onze vijanden een voorsprong en versterken we hun waarden en belangen. Dat is niet moreler, maar wel gevaarlijker voor onze militaire capaciteit en onze nationale en Europese veiligheid. Wij hopen dat u op dat vlak uw beslissing nog zult bijsturen.

 

Wat het optrekken van het personeelsbestand betreft, delen wij uw doelstelling om het op te trekken tot 29.000 manschappen, zij het pas in 2030. Daar zijn we nog lang niet aanbeland. De drempelverlaging om jonge enthousiaste rekruten aan te trekken, heeft immers meer om het lijf dan louter rekruteren. Als we zien dat veel jonge rekruten langs de voordeur binnenkomen en snel langs de achterdeur weer vertrekken, hopen wij oprecht dat dat tij kan worden gekeerd. Daarvoor zal niet alleen de weddeverhoging volstaan die u vooropstelt. Veel militairen sluiten zich aan om op buitenlandse missie te kunnen vertrekken, uit zin voor avontuur.

 

Het aantal militairen in operatie is momenteel zeer laag in verhouding tot ons personeelsbestand. We zien graag dat dit wordt opgetrokken, maar dan wel met bijdragen aan zinvolle militaire operaties met duidelijke doelstellingen en een exitstrategie, zodat elke militair weet waar hij of zij aan begint, wat de doelstelling is en hoe dat op termijn wordt afgesloten.

 

U had het ook over het invullen van een cybercommand tegen eind 2022 met een cybercomponent als uiteindelijk doel. Dat is positief. Wij hebben eind vorig jaar ondervonden dat wij niet tegen een cyberdreiging opgewassen zijn. De vraag blijft hoe u die cybercommand met capabel IT-personeel zal bevolken? Dan verwijs ik naar het loon dat op dit moment wordt geboden. De manier waarop wordt gerekruteerd is ook nogal schamel om de concurrentie met de privémarkt aan te gaan. Dat is voor ons ook een minpunt in uw plannen, hoe nobel die ook zijn.

 

U hebt ook gezegd dat hulp aan de natie een kerntaak voor Defensie is. Wij delen die mening niet. Wij vinden dat de bijdragen van Defensie in het algemeen en vooral in de afgelopen twee jaar zeer waardevol waren, maar voor ons is het geen kerntaak van Defensie. Die mening delen wij duidelijk niet.

 

Wij kunnen vandaag niet in detail gaan, maar wij zullen op een later tijdstip wel kunnen ingaan op de invulling van uw ambitieuze plannen. Uw ambitie om zowel het personeel als het budget als de uitrusting bij Defensie te versterken, honoreren wij. Hoe die worden uitgevoerd en betaald is op dit moment nog onduidelijk. Gezien de snel veranderende en onvoorspelbare veiligheidsomgeving waarin we ons bevinden, kunnen wij dat alleen maar betreuren. Wij hopen dat het niet too little too late is. Wij moeten echt bijbenen inzake de scherpe strategische keuzes die onze partners maken. Ik heb het gevoel dat wij achterop blijven hinken, dat wij altijd met de handrem op werken. Ik hoop dat die plannen op termijn zullen worden bijgestuurd.

 

01.03  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, sinds uw aantreden hebt u inderdaad een actualisering van de Strategische Visie van 2016 gevraagd. Ik heb in juli 2021aan die debatten deelgenomen in de commissie. ik zal dat debat niet recycleren, maar ik kan er in elk geval uit concluderen dat het toch een heel eenzijdige visie is op bepaalde bedreigingen en uitdagingen waar wij voor staan. Zij worden altijd in de nauwe tunnelvisie van het militaire gedwongen. Daar zijn wij het uiteraard niet mee eens, want niet alle uitdagingen in de wereld vereisen militaire oplossingen.

 

Dat gezegd zijnde, u hebt daarnet de krachtlijnen van de visie weergegeven en het zal u niet verrassen dat wij niet echt een vreugdedansje doen. Dat staat in contrast met wat mevrouw Ponthier net zei. Wij vinden dat de regering te veel investeert, onder meer in offensieve militaire capaciteit. Dat blijkt uit het gelekte lijstje met materieel. Het gaat over drones, mijnen en raketsystemen. Het Belgisch leger heeft een pioniersrol gespeeld in ontmijningsoperaties, zoals in Libanon, maar nu gaan wij blijkbaar ook mijnen aankopen om ze te plaatsen. Wat is daarvan het doel, waar en waarom zal dat in godsnaam gebeuren?

 

Er is nog iets wat mij frappeert. De meerderheid van de vivaldiregering bestaat uit de groene en de sociaaldemocratische families, die elkaar tijdens de vorige legislatuur bij de bespreking van de programmeringswet van 2017 bijna vertrappelden voor het voeren van de vurigste oppositie tegen die wet. Zij beschouwden die als een blanco cheque, waardoor men in een keurslijf werd gestoken om elk jaar een bepaald percentage in Defensie te investeren. Nu merk ik echter dat de huidige regering nog meer wil investeren dan de Zweedse regering heeft gedaan. In de programmeringswet van 2017 ging het over 9 miljard euro, nu gaat het over 10,2 miljard euro. U sprak daarnet over 9 miljard euro, mevrouw de minister, terwijl de VRT sprak over 14 miljard euro. Dat moet u dus nog enigszins verduidelijken.

 

In elk geval hebt u daar toen ook oppositie tegen gevoerd, net als wij. U stelde de militaire investeringen in contrast met de vele bestedingen die nodig waren om de sociale noden te lenigen. Ik zou op dit moment dezelfde analyse kunnen maken, net zoals heel veel mensen dat doen. Wij komen uit de context van de coronapandemie, met heel veel sociaaleconomisch leed. Mensen liggen wakker van de betaalbaarheid van hun pensioenen en willen een versterking van de wettelijke pensioenpijler. Ons zorgsysteem is aan het kraken. Wij moeten dringend investeren in een meer preventieve gezondheidszorg.

 

Deze regering heeft er drie weken erover gedaan – de berg heeft een muis gebaard – om de mensen een aalmoes te schenken. Zij zullen 165 euro krijgen ter verlichting van hun energiefactuur, terwijl sommige mensen 3.500 euro betalen. Men heeft drie weken gedaan over die onderhandelingen en net op dat moment komt u triomfantelijk verklaren dat men een politieke consensus heeft gevonden om tegen 2030 10 miljard euro te besteden aan Defensie. Dat betekent 1 tot 2 miljard erbij. Dat is blijkbaar geen enkel probleem, ook niet voor de liberalen die altijd pleiten voor begrotingsorthodoxie.

 

Er is geen geld voor pensioenen, er is geen geld voor gezondheidszorg. Stel u voor dat wij er 1,1 miljard aan zouden besteden, de aalmoes waarvan Groen zei dat men er een enorme inspanning mee deed. Dat is eigenlijk alleen het surplus van de btw-inkomsten die de staat heeft binnengerijfd en nu teruggeeft aan de bevolking. Er was 800 miljoen inkomsten, dus eigenlijk blijft van dat geschenk maar 300 miljoen over. Het gaat dus over 300 miljoen, ten opzichte van 1 tot 2 miljard extra voor Defensie. Het is op zijn minst duidelijk waar de prioriteiten van de vivaldiregering liggen.

 

Ik nuanceer dit even, mevrouw de minister. Dit betekent niet dat wij er tegen zouden zijn dat, zoals uw POP-plan, People Our Priority, aangeeft, het statuut van de militairen verbeterd wordt en dat er een salarisverhoging komt. Het statuut moet inderdaad aantrekkelijker worden gemaakt. Op zich hebben wij daar geen probleem mee. Iets waarmee wij echter manifest wel een probleem hebben, is dat u zich inschrijft in de logica van de NAVO. U bent minister van Defensie, maar u wil heel duidelijk ook investeren in offensieve militaire capaciteit. U hebt ook aangekondigd dat er heel wat materiaal voor dual use zal worden aangekocht. Ik vrees dat u een brave leerling wil zijn in de NAVO-klas, terwijl wij weten dat de NAVO op dit moment al verantwoordelijk is voor meer dan de helft van alle militaire uitgaven in de wereld. Toch gaat het kleine België ernstig boven zijn gewicht spelen om mee te gaan in het militaire opbod. Uiteindelijk wordt zo een bewapenings­wedloop in gang gezet met de zelfverklaarde strategische vijanden van de NAVO. De NAVO moet zich natuurlijk steeds kunnen blijven heruitvinden om ervoor te zorgen dat de defensie-inspanningen blijven stijgen.

 

Mevrouw de minister, wij hebben daar heel veel bedenkingen en vragen bij, zeker als men dat groeipad van de NAVO wil aanhouden. U stelde zelf 1,6 % voor maar men wil uiteindelijk naar 2 % gaan. Wij hebben nochtans gezien wat deelname aan militaire avonturen onder de regie van de Verenigde Staten ons heeft opgeleverd. Er zijn niet echt veel succesverhalen. Denk maar aan  Libië en Afghanistan.

 

U zegt dat de hulp aan de natie een kerntaak moet zijn. In de actualisering van de Strategische Visie wordt daaraan één paragraaf gewijd. Dat is het probleem, de tegenstelling die u onder ogen moet zien. Door het feit dat het Belgische leger constant wordt bevraagd en constant wordt belast met allerlei inspanningen die door de NAVO worden opgelegd, door het feit dat het interventiecapaciteit moet hebben, kan het jammer genoeg niet voldoen aan de kerntaak die hulp aan de natie is. Wij hebben dat gezien bij de overstromingen in augustus vorig jaar en wij zullen in de toekomst geconfronteerd worden met nog extremere weerfenomenen. Als u ons vraagt wat de prioriteit moet zijn, dan gaat het inderdaad over die hulp aan de natie, wat een kerntaak is. Dat is belangrijker dan het opbouwen van operationele vermogens om ingeschakeld te kunnen worden voor de realisatie van de geopolitieke agenda van de Verenigde Staten.

 

Mevrouw de minister, dat waren enkele belangrijke kanttekeningen en bedenkingen. Ik heb nog een aantal vragen. Misschien kunt u daarover reeds enige duidelijkheid verschaffen.

 

Ik heb begrepen dat de regering nog een aantal zaken moet uitklaren. Wat zal het relatieve aandeel zijn van de investeringen, van dat groeipakket van 10 miljard? Dat is voor mij nog steeds onduidelijk. Men gaat dat in een programmawet stoppen. U gaat 10 miljard investeren. U zegt ook dat u 5.000 extra militairen gaat aanwerven, dat we gaan van 24.000 naar 29.000 militairen. Zijn dat werkingskosten? Is dat exploitatie? Dat komt ook jaarlijks terug. Is dat hierbij inbegrepen of moet het nog begroot worden? Dat is toch ook een belangrijke nuance.

 

Hoeveel van die 10,2 miljard euro zal besteed worden aan dual use en hoeveel aan de defensieve militaire capaciteit?

 

U hebt ook aandacht geschonken aan de cyberveiligheid. Ik vraag mij echter af in welke mate de cybercomponent ook offensief zal worden ingezet.

 

Mevrouw de minister, dat waren al enkele vragen. Ik hoop dat u enige verduidelijking zult kunnen bieden.

 

01.04  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Merci, madame la ministre, pour ce point d'étape. Nous n'en sommes que là; il y aura encore des discussions et certaines sont en cours. Il importe que nous ayons ce débat et que celui-ci soit plus qu'une répétition générale du moment où nous aurons le document définitif. Ce débat devrait pouvoir aussi alimenter vos réflexions au sein du gouvernement.

 

Il est clair que nous parlons de montants considérables, d'autant plus que nous sommes confrontés à une crise sanitaire, économique et sociale. Cependant, nous devons aussi faire face à des décennies de désinvestissement dans la Défense, avec les gouvernements précédents. Je comprends donc qu'aujourd'hui nous devons faire des choses importantes à la Défense. Je pense entre autres au personnel et aux infrastructures, qui ont été abandonnées pendant longtemps et qu'il faut rénover. Il faut notamment les mettre aux normes de manière à les rendre plus performantes énergétiquement, et à réduire les émissions de CO2 de l'ensemble de la Défense. C'est extrêmement important d'un point de vue écologique; il en va de même d'un point de vue social, la revalorisation salariale du personnel et tout le travail que vous avez mis en place le prouvent. C'est une priorité que nous devons soutenir et que nous soutenons.

 

En parallèle de cela, nous devons renforcer les capacités duales, comme vous l'avez dit. Je pense aussi aux capacités médicales, aux hélicoptères et au domaine cyber. C'est ce que je retiens dans les capacités importantes. Évidemment, avec la crise climatique dont il a été question, il est sûr que nous aurons encore malheureusement souvent besoin de la Défense et de son matériel pour aider la population dans les situations de crise. Je pense aux inondations mais aussi au coronavirus, comme c'est le cas actuellement et encore pour un moment. Il convient donc de réfléchir à cela.

 

Cependant, la plupart des crises que nous connaissons aujourd'hui nécessitent des réponses non militaires et axées sur la prévention. C'est pourquoi, avec cette augmentation du budget de la Défense, il faut s'assurer de ne pas mettre en péril les budgets des autres départements qui travaillent sur les causes des crises. Je parle, par exemple, des Affaires étrangères, de la Coopération au développement ou des départements qui travaillent sur le changement climatique. Je pense que c'est très important mais l'objectif n'est pas de diminuer ces budgets. Nous sommes bien d'accord. Je dis simplement que cela doit s'accompagner de ce travail-là. Je vois que vous faites des grimaces, madame la ministre; je sais que ce n'est pas vous, mais je dis juste que globalement, cela doit être aussi un point d'attention. Je pense que c'est important.

 

Après le débat sur ce qu'on veut, il y aura le débat sur comment on le veut, et quand. Je ne vais pas aller plus loin que cela. Je pense que nous aurons encore des discussions par la suite. Merci, madame la ministre, pour votre présentation.

 

01.05  André Flahaut (PS): Monsieur le président, comme vient de le dire M. Defossé, ce n'est effectivement aujourd'hui qu'une première étape d'un travail de longue haleine. La ministre, que je remercie pour la présentation, a rappelé le processus qui a été suivi, avec une réflexion stratégique qui nous a été présentée en temps et en heure, et des décisions qui ont été prises en concertation avec l'état-major.

 

Le plan auquel cela a abouti réoriente ce qui a été fait dans le passé. Il corrige un peu certaines orientations prises dans le passé. Je serais tenté de dire que c'est un plan qui est à la fois volontariste, prudent et équilibré, puisqu'on reparle de la première priorité. Parce que, qu'on le veuille ou non, pour avoir des avions, des drones et tout le matériel que vous voulez, s'il n'y a pas de militaires et de gens pour les faire fonctionner, vous pouvez les ranger au garage.

 

En clair, la priorité à l'humain est incontestablement une nécessité dans toute entreprise. Comme l'humain est présent aussi dans les entreprises d'e-commerce.

 

C'est donc la première préoccupation, et c'est heureux ainsi, parce qu'on insiste sur la situation pécuniaire des militaires, la situation de leurs familles, l'accompagnement, les pensionnés, etc. Il faut effectivement tenir compte de cela aussi. Une reconnaissance doit être apportée, comme à tout travailleur.

 

Je ne vais pas utiliser le terme de "plan global", parce qu'à une autre époque, le plan global avait une mauvaise réputation. Mais il reprend les différentes activités existantes en les actualisant et il ajoute le domaine cyber, qui est en fait une vision pour le futur.

 

Quant à la participation, j'entends la participation à l'OTAN, etc. Les engagements qui sont pris sont respectés à leur juste mesure, sans tomber dans les exigences sans cesse répétées du gros allié de l'OTAN, qui voudrait que l'on dépense toujours plus. Or, il est préférable de mieux dépenser, notamment par la mutualisation au niveau européen pour les gros achats.

 

Pour le reste, ce serait une erreur d'opposer les dépenses de la Défense à d'autres dépenses. Le gouvernement doit répondre aux défis qui se présentent à lui et y répondre de la façon la plus coordonnée qui soit. Pour ce faire, il faut que les départements puissent être dotés correctement, tant en termes de personnel que de matériel. S'il n'y avait pas de personnel ni de matériel pour venir en aide lors de crises telles que celles que nous avons connues lors des inondations, on critiquerait en posant la question de savoir pourquoi les moyens n'ont pas été donnés à la Défense pour aider. De telles critiques ont déjà été émises. Et ce sont ces mêmes personnes qui critiquaient l'absence de la Défense, alors qu'elle était très présente sur les lieux des inondations, qui critiquent aujourd'hui l'augmentation des budgets.

 

C'est une question d'équilibre et de choix. Il se fait qu'effectivement, pendant un certain nombre d'années, le département a été malmené. On ne lui a pas accordé suffisamment d'attention. Aujourd'hui, on corrige et on rééquilibre les choses dans un ensemble cohérent qui doit être l'ensemble au niveau du gouvernement. Or, au sein des gouvernements, chacun veut tirer la couverture à soi. En l'occurrence, je crois que la ministre de la Défense a su défendre le budget et les priorités du département. Je n'ai pas de question particulière, juste une considération.

 

01.06  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je commence à être "usé" par un certain nombre de déclarations de mes amis et collègues de la majorité Vivaldi au niveau d'Ecolo qui nous assènent systématiquement qu'il y a eu un gros désinvestissement dans la Défense précédemment, avant leur arrivée. Heureusement qu'ils sont arrivés! Je vais donc transmettre le tableau des désinvestissements qui ont été opérés sous la législature précédente au président de la commission, s'il le permet, afin que nous puissions systématiquement renvoyer, si nécessaire, au travail qui a été opéré dans une belle collaboration aussi entre la N-VA, l'Open Vld et le CD&V.

 

Cela nous permettra d'objectiver un certain nombre de choses. Ce qui est fait, aujourd'hui, par la ministre Dedonder, à la tête de notre Défense nationale, est un excellent travail, comme nous pouvons estimer modestement que la part que nous avons prise à l'investissement en matière de Défense sous la législature précédente était, sans nul doute, un bon travail.

 

Madame la ministre, vous parlez d'un investissement de 10,2 milliards d'euros, mais on ne parle pas là uniquement d'un investissement matériel. Je pense qu'il serait intéressant que vous nous indiquiez ce qu'il en est en la matière.

 

Il faut avancer sur deux jambes, le matériel et le personnel. Quand j'entends le PTB, à l'instant dans ses critiques, nous indiquer que socialement, on devrait dépenser ailleurs, mais que faisons-nous dans cette majorité? Nous avons, chers collègues du PTB, un engagement social et économique très fort en faveur du personnel. C'est comme cela qu'on maintiendra l'attractivité de la Défense. La ministre reviendra sans doute sur l'effort accompli et l'accord qu'elle a obtenu en matière de revalorisation salariale pour le personnel de la Défense.

 

Vous pensez qu'on ne devrait pas, chers collègues du PTB, augmenter le salaire de nos militaires? On devrait augmenter tous les autres salaires mais pas celui des militaires? On ne devrait pas engager de montants financiers supplémentaires pour assurer également les pensions de ces militaires? Madame la ministre, si vous aviez encore quelques réglages en matière de pensions, car qui dit augmentation des salaires dit impact sur les pensions deux ans plus tard, je pense que vous pouvez sans doute nous indiquer aujourd'hui que vous avez les garanties que l'incidence budgétaire en matière de pensions est également couverte dans l'accord que vous avez obtenu le 28 janvier. C'est important car l'un ne peut pas aller sans l'autre. On ne peut pas dire qu'on va revaloriser les salaires mais qu'on n'a pas la capacité budgétaire pour garantir les pensions plus tard.

 

Certains ont parlé de répétition générale. Madame la ministre, j'ai vu votre photo sur Instagram et votre appétit pour les crêpes. Je voudrais que vous ayez autant d'appétit pour nous présenter le plus rapidement possible, même si je sais que cela ne dépend pas uniquement de vous, la loi de programmation militaire et la vision stratégique dans son ensemble. On avait déjà prévu de le faire l'année dernière. Un certain nombre de réglages s'amorcent. Je pense que vous avez la volonté, cette fois, de mener un vrai débat. Ici, on reparle du budget, on a un élément supplémentaire. Cependant, on attend avec impatience que vous arriviez avec ces éléments essentiels. Vous pourrez compter sur notre formation politique pour vous épauler dans ce cadre-là. La vision stratégique et la loi de programmation militaire vont pouvoir articuler et complètement mettre votre budget sur les rails.

 

En tout cas, vous avez obtenu 1,54 % du PIB. Je veux vous en féliciter parce que ce n'était pas gagné et qu'un certain nombre de partis, même de la majorité, trouvaient déjà que c'était trop. C'est très bien 1,54 %. C'est une belle progression et on en a besoin. En effet, il me semble qu'on a parfois des débats déconnectés des réalités. Cent mille soldats russes se trouvent à la frontière de l'OTAN. Je veux bien que nous ne soyons pas des va-t-en-guerre au niveau belge. Nous avons une volonté de paix mais aussi de sécurité. Mon excellente collègue Kattrin Jadin en parlera sans doute mieux parce qu'elle a l'avantage de siéger également en commission des Affaires étrangères qui a reçu les ambassadeurs russe et ukrainien en Belgique. Aujourd'hui, quand nous avons des débats sur l'augmentation budgétaire, sur une vision stratégique qui allie des investissements nouveaux en matière de matériel mais aussi de personnel – tous ces projets que vous défendez et que vous portez bien, madame la ministre –, nous ne pouvons les mener qu'à la lumière de ce qui est nécessaire compte tenu de la situation en Europe aujourd'hui. Cela signifie investir davantage en matière de défense.

 

On sait qu'un parti comme le PTB est anti-atlantiste et on sait où sont ses amis, c'est-à-dire plutôt du côté russe. Il est normal, en conséquence, qu'il critique systématiquement tout investissement en matière de défense. On sait où il se place. Il faut naturellement les entendre et les écouter, eux, à la lumière de ces réalités.

 

Au-delà de l'attente – et sans doute que vous voudrez vous engager sur un timing en matière de loi de programmation militaire et de vision stratégique –, nous vous disons tout notre soutien à poursuivre.

 

Il reste les deux éléments de question, à savoir la clarification sur les 10,2 milliards, au-delà de l'investissement militaire, semble-t-il, et l'engagement en matière de pensions. Ces éléments intéressants n'avaient pas été complètement finalisés dans le débat budgétaire, vous vous en souviendrez, en attendant, si je puis dire, "la grosse pièce" à venir dans notre commission.

 

01.07  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik was van plan om niet veel te zeggen omdat ik het een moeilijk debat vind. We hebben al veel vernomen uit verschillende bronnen, maar er is nog geen tekst, wat normaal is en de minister heeft dat ook geduid in een e-mail. Er werd echter een aantal zaken gezegd, waardoor ik toch wat meer wil zeggen.

 

Het is duidelijk, en dat is ongeveer het enige juiste dat de heer De Vuyst heeft gezegd, dat deze regering heel veel investeert, zelfs meer dan de Zweedse regering. Geopolitiek zijn er de laatste jaren heel wat zaken gebeurd en we kunnen toch niet zeggen dat 2021 een goed jaar is geweest voor Defensie. Als we de verschillende crisissen zien waarmee we in 2021 werden geconfronteerd, kunnen we toch niet zeggen dat Defensie een departement in topvorm was. Het is goed dat de geesten gerijpt zijn bij iedereen in de regering en dat er echt wordt geïnvesteerd.

 

Zoals de heer Ducarme ook al zei, mijnheer De Vuyst u schiet op sociale media op die investeringen, maar er wordt ook geïnvesteerd in mensen, in veilig materiaal en in nieuwe kwartieren. Ik vrees dat er toch een gebrek aan kennis is over de situatie op het terrein. Ik vind het raar dat een partij die opkomt voor les travailleurs dergelijke bedenkingen maakt en voorbijgaat aan die sociale dimensie. Dit plan is immers een heel sociaal plan. Het is typisch voor de pers en voor deze commissie dat er wordt gekeken naar de helikopters en de vaartuigen. Ik maak die fout soms ook, maar het is ook een investering in mensen. De weddes, heel belangrijk en heel terecht, worden verhoogd en deels gelijkgetrokken en vorige week vrijdag was er nog een debat over de maaltijdcheques.

 

Wat betreft het aantal manschappen, het strategisch comité had gezegd dat 25 of 26.000 manschappen veel te weinig is en dat dit aantal moest worden verhoogd. De minister bevestigt hier dat het er 29.000 zullen zijn. Dat zijn belangrijke aantallen en ook dat beantwoordt niet alleen aan de vraag van de Staf, maar ook aan wat het strategisch comité heeft gezegd.

 

Er wordt geïnvesteerd in mensen, maar ook in materiaal. Cyber is ook heel belangrijk. U hebt er een paar keer naar verwezen. In De Ochtend op Radio 1 kwam dit onderwerp ook weer aan bod. We moeten meer aandacht schenken aan alles wat te maken heeft met cybercapaciteit.

 

Mijnheer de voorzitter, we zijn het eens over de helikopters. De plannen inzake helikopter­capaciteit zijn ambitieus. Mevrouw de minister, aangezien er een programmawet komt, vraag ik u om onmiddellijk stappen te zetten om samen te werken met partners in de ons omringende landen. Momenteel kunnen we dat niet doen, omdat we bijna geen helikoptercapaciteit meer hebben. Uitgaande van de types waarin u wenst te investeren, waarmee ik niet de merknamen of subtypes van een merk bedoel, maar wel de aard en functie van de helikopters, is er een groot potentieel om te poolen en te sharen met in de eerste plaats Nederland, Luxemburg en Duitsland.

 

Het strategisch comité heeft ook op het gebied van offensieve capaciteiten veel verstandige zaken geschreven. Een zeer goede stap is om bijvoorbeeld zelf de capaciteit te ontwikkelen om mijnen te leggen. We zijn al decennialang een voorbeeld voor heel wat landen op het gebied van mijnenbestrijding. De NAVO-school ligt ook op ons grondgebied. We hebben dus capaciteit en expertise. De vorige regering heeft nieuwe platformen gekocht. Het is belangrijk om die vaartuigen ook voor die capaciteit uit te rusten.

 

Voorts heeft deze regering enige tijd geleden het licht op groen gezet om de artillerie te versterken met 155 mm. Ook luchtafweer is zeer belangrijk.

 

Ten slotte, moeten we op het gebied van offensieve capaciteit absoluut in een aantal projecten van de EU instappen voor de volgende generatie van fighters. Dat is misschien wat vreemd, want de F-35 wordt pas over enkele jaren geleverd. Toch moeten we nu al dat debat voeren en het wordt binnen de regering ook gevoerd.

 

Ik blijf erbij dat wij ook op het vlak van de main battle tank, de toekomstige Eurotank, moeten durven instappen. Mijnheer Flahaut, de beslissing is genomen voor de mediane capaciteit. Wij hebben onze Landcomponent daarop georganiseerd. Ook op dat vlak moeten wij echter wakker blijven voor wat geopolitiek en strategisch gebeurt. Mevrouw de minister, wij moeten daar dus instappen, ook al omwille van de sterke industriële verankering in ons land. Ook daarvoor hebt u de nodige aandacht in uw plannen.

 

Tot slot, wil ik nog twee punten aanhalen.

 

Over de drones is de beslissing nu gevallen dat ze niet bewapend zullen zijn. Mijn persoonlijke mening is dat die beslissing jammer is. Ik ben ervan overtuigd – het kan perfect; wij doen nu de deur misschien toe, maar morgen kunnen wij ze opnieuw openzetten – dat wij op termijn naar een bewapening zullen moeten gaan van die capaciteit. Het is al te gek dat de Fransen dezelfde toestellen gebruiken, maar dat zij bijvoorbeeld wel kunnen interveniëren in een operatie ergens in Afrika. Als Belgische troepen in de problemen komen, zullen ook Belgische drones worden opgeroepen. Die drones zijn echter niet bewapend. De Franse drones van hetzelfde type staan ernaast en zijn wel bewapend. Het zullen dan de Fransen zijn die de Belgen komen helpen. Daar is niets mis mee, maar dat is wel een probleem dat wij in de toekomst zullen moeten aanpakken en waarvoor wij een verandering zullen moeten invoeren. Ik heb alle begrip voor het huidige standpunt. Het is mijn persoonlijk standpunt dat ik daarover even wou delen.

 

Ten tweede, het strategisch comité is van mening dat onze aanwezigheid op zee heel belangrijk is. Ik betreur ten persoonlijken titel ook dat het derde fregat er niet komt. Ik betreur dat. Ik hoop alleszins wel dat de twee fregatten die er wel komen, op een juiste manier zullen worden uitgerust met onder andere voldoende raketsystemen. Wij zijn dat verplicht aan de bemanningen. Wij zijn dat verplicht aan onze marine. Ik zal in de toekomst blijven opvolgen wat onze patrouilleurs doen. Daar zien wij immers een enorme toename aan taken voor die twee vaartuigen, zijnde de Castor en de Pollux. De vraag zal op een bepaald moment op tafel moeten komen of wij niet een derde vaartuig moeten aanschaffen.

 

01.08  Kris Verduyckt (Vooruit): In onze commissie werd al vaak zo goed als eensgezind gesteld dat er niet alleen een einde moet worden gemaakt aan de besparingen op Defensie, maar dat er ook nieuwe investeringen moeten komen. U voegt nu de daad bij het woord, mevrouw de minister, en maakt daarmee alvast een trendbreuk met uw voorgangers. U investeert niet alleen stevig, maar vooral ook veel breder. Daar schortte het aan. Het haalt weinig uit als men wapens bestelt, zoals de vorige regering heeft gedaan, wapens die wij nu afbetalen, terwijl er te weinig en of onvoldoende gekwalificeerd personeel is om ze te bedienen, die bovendien in slechte kazernes zitten en in slechte omstandigheden moeten opereren.

 

U maakt met uw plannen de reden hard waarom wij u het vertrouwen hebben gegeven. De heer Pillen haalde reeds aan dat u in het eerste jaar van uw ministerschap te lijden had onder een aantal incidenten, waarbij vaak een duidelijk verband kon worden gelegd met de onderfinanciering uit het verleden. De oppositie gaf u hiervoor de volle lading, hoewel u niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de besparingen uit het verleden.

 

U geeft zelf aan vooruit te willen kijken en investeringen onontbeerlijk te vinden voor de toekomst. De investeringen liggen nu inderdaad op tafel, met een concreet groeipad van 1,54 % van ons bbp. De toon van de collega van het Vlaams Belang lijkt me uitermate geringschattend, aangezien het hier toch wel om flinke investeringen gaat. Kritiek spuien aan de kade, is makkelijk als men nooit enige beleids­verantwoordelijkheid heeft opgenomen. U houdt woord, mevrouw de minister, en wij staan achter u.

 

Ten behoeve van de collega van de PVDA zal ik verduidelijken waarom wij precies achter de plannen staan. We hadden kritiek op de programmeringswet wegens de eenzijdige investering in wapens. Uit ons verkiezings­programma bleek al dat wij voorstander zijn van meer en bredere investeringen in Defensie, namelijk in mensen, gebouwen en uitrusting. U doet het hier af als zouden de investeringen er komen op een sociaal kerkhof. Niets is minder waar.

 

Wat de pensioenen betreft, zal de regering de minimumpensioenen tot 1.500 euro optrekken. Terwijl u hiervoor petities opzet, zorgen wij ervoor dat die verhoging er daadwerkelijk komt. Die afspraak is gemaakt. Bovendien gaat er tegen het einde van de legislatuur 4 miljard extra naar de zorg. Tot slot vindt u dat we slechts een aalmoes geven in het licht van de stijgende energiefactuur. In ons land genieten echter liefst 1 miljoen gezinnen van de bescherming van het sociaal tarief, wat de helft is van het commerciële energietarief voor elektriciteit, en een vijfde van het gastarief, een bescherming die haar evenknie maar in weinig andere Europese landen vindt. Dan mag men niet over aalmoezen spreken. De begunstigden van die maatregel worden wel degelijk goed beschermd. Wanneer men dan beweert dat er wordt geïnvesteerd in Defensie maar dat er ondertussen niets op andere vlakken gebeurt, dan stelt men de feiten niet correct voor.

 

Mevrouw de minister, de reden waarom wij achter de plannen staan, is de volgende. Wij hebben er nu eenmaal voor gekozen om een defensieapparaat te organiseren en dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee. Dat wil zeggen dat men die organisatie middelen moet geven om mee te werken en dat men de mensen op een correcte manier moet vergoeden.

 

In het veiligheidsbeleid van de voorbije jaren ging er vooral veel aandacht naar wapens en dure veiligheidspoortjes op luchthavens, terwijl er ondertussen niet geïnvesteerd werd in de mensen. Wij hebben de acties van de politie gehad, vandaag staken de cipiers. U neemt op Defensie alvast uw verantwoordelijkheid en investeert in de mensen.

 

Een hoger loon zal uiteraard helpen om extra soldaten te vinden, maar dat zal niet voldoende zijn. Mevrouw Ponthier zegt dat wij ze af en toe op buitenlandse missie moeten sturen om ze in dienst te houden. Er zal veel meer nodig zijn. Wij moeten ervoor zorgen dat de militairen op een correcte manier kunnen werken, in moderne kazernes, met goed materiaal. Wij moeten ook oog hebben voor hun sociale veiligheid en voor hun welzijn in de organisatie. Ik ken de staat van heel wat kazernes in mijn regio en ik kan u garanderen dat daarin absoluut geïnvesteerd moet worden, zodat men er beter kan werken. Bovendien moeten ze ook beter verspreid worden over de regio's. Een moderne werkgever waakt erover dat zijn werknemers dicht bij huis kunnen werken. Investeringen zijn ook nodig om de al te hoge  ecologische impact van het apparaat te verminderen. Ik ben blij dat wij daaraan binnenkort extra aandacht in onze commissie zullen geven.

 

In tegenstelling tot de PVDA, die het beeld schetst alsof Defensie een oorlogsmachine wordt, zijn wij ervan overtuigd dat Defensie meer wordt dan dat. De regering heeft afgesproken om ook het groeipad voor de investeringen in Ontwikkelings­samenwerking eraan vast te ketenen. Defensie is immers slechts een onderdeel van een bredere benadering, met diplomatie en ontwikkeling.

 

Dual use van defensie is voor ons een heel belangrijk aspect. De coronacrisis en de overstromingen hebben duidelijk gemaakt dat wij ook dan moeten kunnen rekenen op Defensie. Defensie heeft daarin een rol, naast haar rol buiten onze landsgrenzen. Voor ons is het wel belangrijk dat er ook oog is voor die investeringen.

 

Ik vind dat de veiligheidsdiensten in ons land nog veel te veel als eilanden werken. Ook daarin zouden wij een evolutie moeten zien en dat is zeker mogelijk. Het leger, de politie, andere diensten, allemaal werken we uiteindelijk voor hetzelfde land.

 

Moeten we daarom de idee van de oorlogsmachine volledig loslaten? Ik kan ook niet voorbij aan de toename van de geopolitieke spanningen in de wereld en de nieuwe dreigingen vandaag. Dat is ook gebleken uit de update. We kampen niet alleen met de klimaatopwarming, maar ook met de cyberdreiging. Investeringen in onze cyber- en inlichtingendiensten zijn voor ons vandaag zeker gerechtvaardigd.

 

Bovendien tonen we ons met die investeringen een betrouwbaardere partner voor onze NAVO-bondgenoten, vooral voor onze Europese partners. Wij hebben vorige week een discussie gevoerd over de noodzaak van een sterkere Europese pijler in de NAVO. De crisis in Oekraïne maakt dat duidelijk. De keuze van de regering zal daarbij alvast helpen.

 

Mevrouw de minister, om al die redenen zullen wij u bij uw plannen steunen.

 

01.09  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt dat u hier uw STAR-plan kwam voorstellen. U zei dat er een budgettaire bespreking is geweest binnen de regering, en vervolgens gaf u enkele elementen weer die een doorslag zijn van de logica in uw beleidsnota. U formuleerde een aantal klemtonen. U vermeldde bijvoorbeeld het inzetten op personeel en het betrekken van laaggeschoolden bij het defensieapparaat. U wenst ook investeringen te doen in kazernes. Tot daar weinig nieuws onder de zon. Ik had gehoopt dat u nog verder zou concretiseren, maar voorlopig is dat niet het geval.

 

Mevrouw de minister, ik wil toch drie commentaren meegeven.

 

Ten eerste, de noodzaak van de budgetstijging. Er wordt hier met trots aangekondigd dat er 10 miljard ingepompt zal worden, wat ook noodzakelijk is. Wij vernemen vandaag dat er binnen de regering ook een koppeling is gemaakt met Ontwikkelings­samenwerking. De heer Verduyckt heeft dat zojuist gezegd. Hoe ziet die koppeling met Ontwikkelingssamenwerking er exact uit? Dat element was mij tot heden alleszins ontsnapt. Ik wil daar dus graag wat meer informatie over krijgen.

 

Ten tweede, u keert de zaken eigenlijk enigszins om. Binnen de regering is afgesproken hoeveel het budget van Defensie kan worden opgetrokken. Wij zijn er voor alle duidelijkheid niet tegen dat de budgetten worden opgetrokken, wij zullen dat zeker niet tegenwerken, voor ons mocht dat zelfs nog verder gaan. U keert de zaken echter enigszins om.

 

Men zou kunnen vermoeden dat er uitgegaan wordt van de noodzaak. Welke inzet is noodzakelijk, welke personeelscapaciteit is er nodig en welk investeringsplan hangt daaraan vast? Vervolgens kunnen daar dan budgetten aan verbonden worden. Nu wekt u, ongetwijfeld ongewild, de indruk dat er aan compromisvorming of aan koehandel is gedaan. Men heeft bepaald hoeveel het zou worden, zonder dat er nagedacht is over de investeringen die noodzakelijk zijn om uw plannen te realiseren, waarna de budgetten werden opgetrokken. Intussen wordt in de pers gespind dat Ecolo niet wilde dat het opgetrokken werd tot 1,6 miljard en intussen weten we waar we geland zijn. Voormalig minister van Defensie Vandeput had destijds een concreet investerings­programma met verschillende disciplines, niet alleen voor de gevechtscapaciteit maar voor vele aspecten. Extreemlinks had toen enorm veel kritiek en populistische slogans, maar toen was het tenminste duidelijk waarvoor de investeringen moesten dienen en daarna werden er ook de budgetten aan verbonden. Nu keert u de zaken om. U vindt dat voormalig minister Vandeput teveel focuste op die capaciteiten en stelt dat er nu meer aandacht is voor personeel. Ik vind dat flauw. Mocht u eerlijk zijn, dan zou u toegeven dat u erg blij bent met de investeringen die tijdens de voorbije regeerperiode zijn gedaan. Stel u voor dat die niet waren gedaan, dat er dus niet zou zijn geïnvesteerd in de luchtmacht, de landmacht of de marine. Waar zouden we dan vandaag staan? Alle partijen in het Parlement waren het er toen over eens dat er goed was geïnvesteerd in de capaciteit en dat de focus voortaan op het personeel kon worden gelegd. Om dan nu te zeggen dat er te veel is ingezet op investeringen is flauw.

 

Wij volgen uw plannen met betrekking tot het personeel in grote lijnen, mevrouw de minister, maar verlies de capaciteiten niet uit het oog.

 

Vorige week wist u ons te vertellen dat er geen tekst, tabel of document kon worden voorgelegd aan deze commissie. Vandaag vernemen wij dat er een plan afgeklopt is. Er zal worden geïnvesteerd in helikoptercapaciteit, er zullen geen bewapende drones komen en er zal worden geïnvesteerd in extra capaciteit tegen cybercriminaliteit, wat deel uitmaakt van uw cyberplan. Bestaat er nu een cyberplan of niet? In het perstekstje op uw website wordt het niet vermeld. Wij horen ook dat er volgens het plan geen derde fregat komt. Hoe het zit met de luchtmachtcapaciteit, dat weten we niet.

 

Kortom, het STAR-plan is meer dan uw persbericht, maar u zegt dat er geen tekst is. Dat vind ik een nogal merkwaardige gang van zaken. Er wordt 10 miljard euro vrijgemaakt maar we kennen de becijferde logica daarachter niet. In welke capaciteit wordt er al dan niet geïnvesteerd? Ik vermoed dat die elementen wel degelijk in het STAR-plan staan, maar u zegt dat er geen tekst, tabel of document is om aan het Parlement te bezorgen. Ik ben het daarmee niet eens en ik vraag u dan ook om ons het concrete plan te bezorgen. Het plan is er, al is het wellicht nog niet tot in alle details uitgewerkt. Het behoeft wellicht nog actualisatie, maar er staat zeker heel wat informatie in waarover wij als parlementsleden nu niet beschikken. Dat bemoeilijkt deze bespreking, als ik zo vrij mag zijn.

 

Een derde punt is de timing. Daarnet werd er al verwezen naar het strategisch comité. In het voorjaar van 2021 hebben de experts u en ook het Parlement een rapport bezorgd waarin een oplijsting gemaakt werd. Vervolgens bent u daarmee aan de slag gegaan. Wij dachten dat de resultaten voorgelegd zouden worden bij de bespreking van uw beleidsbrief in het najaar van 2021. Met het daaraan gekoppeld budget, vastgelegd voor 2022, meenden wij dat er gewerkt zou worden aan de actualisering van de Strategische Visie en misschien ook van de militaire programmeringswet. Dat was echter niet het geval. Vandaag hebben wij, op de verklaring die u hier aflegt en de perstekst op uw website na, niet veel meer. Vooralsnog blijven wij steken in algemeenheden. In uw uiteenzetting daarnet zegt u dat u zo snel mogelijk de actualisatie van de Strategische Visie en de militaire programmerings­wet aan het Parlement zult voorleggen.

 

Kunt u iets concreter zijn? Wat bedoelt u met zo snel mogelijk? Welke timing hebt u zelf voor ogen om naar het Parlement te komen met die twee documenten? Het document en de militaire programmeringswet moeten ook nog goedgekeurd worden door het Parlement. Daar zal een groot aantal dossiers ter uitvoering aan moeten worden gekoppeld. Welke timing is noodzakelijk om uw plannen in deze bestuursperiode nog ten uitvoer te brengen?

 

Aan het einde van uw betoog zei u dat u ervan droomt dat onze burgers Defensie weer in hun hart sluiten. Dat hopen we met zijn allen. De N-VA draagt de mannen en vrouwen van Defensie een zeer warm hart toe. Ik reken er dan ook op dat u het Parlement en deze commissie in het bijzonder ook in uw hart sluit en dat u ons de plannen, die er wel degelijk zijn, bezorgt. U bent in het verleden nogal mistig geweest over de concretisering van uw POP-plan. Welke becijferde logica zit achter die 10,2 miljard? Er is een gebrek aan budgettaire transparantie. Ik reken op uw engagement om ons die informatie te bezorgen.

 

01.10  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, je ne serai pas très longue.

 

Je vous remercie, madame la ministre, ainsi que votre équipe pour les informations que nous avons reçues. Nous avions déjà pu mentionner, lors de la note de politique générale mais aussi des débats budgétaires que nous avons menés en fin d'année, une série de choses qui nous tenaient à cœur. Nous voyons à présent que la Vision stratégique de la Défense prend aussi petit à petit la forme annoncée, que ce soit pour le renforcement du personnel ou pour des investissements en matière d'infrastructure dans notre pays. À l'instar de mon collègue Daniel Ducarme, je m'en réjouis d'ailleurs très fortement. Vous avez gagné une bataille, madame la ministre. Cette bataille, c'est celle d'avoir réussi à augmenter les capacités budgétaires pour pouvoir subvenir à ce challenge que représente toute la vision que la Défense devra envisager à l'horizon 2030.

 

Je tiens à préciser également que nous devrons encore davantage nous pencher sur une situation mondiale et européenne qui devient de moins en moins sûre. Pour le moment, on a énormément de débats par rapport à ce qui se passe en Ukraine, à la frontière russe, mais nous connaissons aussi les autres challenges. Nous savons aussi qu'en tant que partenaires au sein de l'OTAN - avec d'autres États membres européens -, nous devrons davantage contribuer si nous voulons obtenir cette même sécurité à l'avenir et pouvoir subvenir aux demandes qui nous sont formulées régulièrement.

 

Dès lors, je voudrais vous demander, madame la ministre, de nous présenter un timing par rapport aux décisions qui devront être clarifiées en urgence. Vous avez créé un espoir, notamment au sein de tous ceux et celles qui attendent que la Défense investisse. Je parle de nos acteurs économiques et je sais qu'il y a aussi, y compris par rapport aux investissements que le gouvernement précédent a fait, énormément de retombées économiques dans notre pays. D'ailleurs, les entreprises ont un grand nombre d'attentes en la matière. Pour ce qui concerne les F-35, il y a leur achat mais aussi leur entretien.

 

Une clarification est également nécessaire quant aux collaborations que nous voulons avoir pour le matériel de la Défense. Je pense, par exemple, à l'achat des deux frégates avec nos amis hollandais. Il faudrait expliquer un peu mieux à quoi la Belgique peut s'attendre, à cette occasion, au niveau des acteurs économiques.

 

Pour terminer, monsieur le président, je mentionnerai la collaboration dans le cadre du programme du char du futur, collaboration qui pourrait avoir lieu notamment avec les Allemands, et qui pourrait être très intéressante à de nombreux de points de vue pour notre pays.

 

De voorzitter: Ik geef de heer De Vuyst één minuut voor een persoonlijk feit, maar we gaan geen tweede ronde starten.

 

01.11  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijn naam is daarnet een paar keer gevallen, wat mij niet verwondert aangezien onze partij zich vooral in de commissie voor Landsverdediging vaak buiten de pensée unique plaatst. Ik raad de collega's aan om de bandbreedte wat te vergroten. Er worden mij hier woorden in de mond gelegd, terwijl ik daarnet een heel genuanceerde uiteenzetting heb gegeven.

 

Wat betreft de veiligheidsgaranties, men heeft het heel de tijd over collectieve afschrikking, terwijl die er al voldoende is. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben elk apart al bijna een groter defensiebudget dan Rusland. Er is dus genoeg collectieve afschrikking. Wat ook voor veiligheidsgaranties kan zorgen, is investeren in ontwapening, in dialoog en in samenwerking. Ik denk aan de OVSE, de geest van Helsinki en coöperatieve veiligheid. Ontwapening staat ook in het regeerakkoord. Wij willen ervoor zorgen dat kernontwapening ook op de agenda komt te staan in plaats van de modernisering van het kernwapenarsenaal, onder meer in Kleine Brogel, waarnaar miljarden zullen gaan. Dat willen wij in dit debat brengen, dat is belangrijk. Zo zal men ook veiligheid waarborgen, maar men gaat steeds uit van het tegenovergestelde, van een militair opbod. Men weet waaraan men begint, maar niet waar men eindigt.

 

Ik wil de minister oproepen de traditie van ons land te volgen en diplomatiek een voorhoederol te spelen om conflicten te ontmijnen binnen verschillende organisaties en een nieuwe veiligheidsarchitectuur op te zetten waarin we niet het pad volgen van de systemische rivalen die de NAVO altijd naar voren schuift, maar wel het pad van confrontatie verlaten en gaan naar de-escalatie.

 

Er is inderdaad een sociale component en er is een verkeerd beeld gecreëerd, alsof wij ertegen zouden zijn dat het statuut van de militairen wordt gerevaloriseerd en dat militairen maaltijdcheques en een hoger pensioen zouden krijgen. Wij zijn daar voor, maar waar we voor passen, is dat men de logica van de NAVO volgt en meer investeert in offensieve capaciteit, wat overbodig is, terwijl er heel veel andere prioriteiten zijn waarin al die miljarden kunnen worden geïnvesteerd.

 

01.12  Ludivine Dedonder, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs, je vous remercie pour vos contributions.

 

Comme vous l'avez rappelé, j'ai toujours indiqué qu'à ce stade, je n'allais pas venir vous présenter la loi de programmation, mais bien la trajectoire et les grandes lignes. Compte tenu de ces informations, vous avez tenu à ce que je vienne. C'est donc avec plaisir que je viens ce matin, mais les règles étaient claires depuis le début.

 

Monsieur Buysrogge, je comprends que je vous déçois, parce que je ne viens pas avec l'achat d'une dizaine de F-35 supplémentaires. Cela dit, soyons de bon compte, cela fait longtemps que je fais de la politique, mais je ne m'habituerai quand même jamais à la mauvaise foi. À vous entendre, on pourrait croire que je traîne depuis un an et que je vous berce de vains espoirs.

 

Pour revenir à ce qui nous occupe, à savoir le plan STAR, il est évident que nous n'avons pas défini de budget et que nous sommes seulement en train de travailler sur un document. Vous le savez bien, puisque je l'ai rappelé dans mon intervention. Les experts sont venus exposer leur analyse des menaces et leurs recommandations, après que nous le leur avons demandé en décembre 2020. Oui, le monde évolue et, malheureusement, la situation se dégrade, les menaces gagnant en ampleur.

 

Sur cette base, il a toujours été clair que nous travaillions sur cette actualisation de la Vision stratégique. Vous comprendrez que cela ne se fait pas d'un coup de cuiller à pot, parce que ce document est extrêmement important. Nous avons souhaité une analyse cohérente et précise, ainsi qu'une identification des besoins. De même, nous avons voulu un investissement qui soit juste - même s'il paraît élevé aux yeux de certains -, d'où l'importance des capacités duales auxquelles nous pouvons recourir sur l'un ou l'autre territoire.

 

Bref, je ne vous présenterai pas ce texte aujourd'hui, puisqu'il le sera en Conseil des ministres dans les prochaines semaines. Dès qu'il aura été approuvé, vous prendrez connaissance immédiatement après de cette loi de programmation dont nous pourrons discuter. Les règles ont toujours été claires et on ne peut pas dire non plus que nous sommes déçus de ne rien avoir aujourd'hui puisque cela avait été indiqué en ce sens-là.

 

Je remercie chacun de reconnaître que c'est un investissement important et que du travail a été accompli. Nous avons connu quelques incidents mais aussi quelques avancées. C'est pour cette raison qu'au-delà de l'espoir - en arrivant à la tête de ce département, j'ai ressenti l'espoir de changement de la part des militaires -, des dossiers se sont concrétisés. Les uns et les autres, vous aviez parlé du plan de revalorisation du personnel. C'était un espoir et c'est devenu une réalité.

 

À partir du mois de mars, les militaires bénéficieront d'une augmentation salariale et, en novembre, de chèques repas. Ce n'est que le début - je l'ai précisé dans mon intervention -, d'une prise en compte du personnel dans cet équilibre nécessaire avec les capacités. L'un ne va pas sans l'autre. C'est la première fois dans cette Vision stratégique que le personnel est sécurisé et qu'une trajectoire de croissance est indiquée avec des moyens assortis pour le personnel et non pas un catalogue de capacités sur le plan offensif. Pas du tout!

 

Je me demande si vous avez bien entendu toute mon intervention car nous sommes en train de réorienter et d'ajuster nos capacités en fonction de notre environnement géostratégique. Ne nous voilons pas la face! Plusieurs l'ont dit: regardons la situation à l'Est et en Afrique! Regardez l'évolution de la situation au niveau des attentats sur notre territoire et dans les pays voisins! Regardez tout ce qui se passe! On ne peut pas être naïf.

 

En matière de cyber, nous sommes régulièrement victimes d'attaques cyber, et pas uniquement au niveau de la Défense mais tout un chacun: nos institutions, des hôpitaux, etc.

 

En l'occurrence, il s'agit ici d'équilibre. Quand je parle d'aide à la nation, je veux dire qu'à chaque crise rencontrée ces dernières années, c'est vers la Défense que l'on s'est tourné pour recevoir de l'aide, un appui. C'est toujours dans cette logique. On doit avoir les capacités d'intervenir en appui. C'est la raison pour laquelle nous investissons dans le cyber, la logistique et même sur le plan médical.

 

C'est évidemment important. Et je me souviens de votre collègue, M. Boukili, qui, au moment des inondations, disait: "Mais la Défense doit encore faire plus! La Défense doit encore faire plus!" J'ai alors à chaque fois répondu, comme dans le cadre du covid d'ailleurs, qu'on mettait toutes nos capacités et tous nos moyens humains à disposition. C'est vrai.

 

Maintenant, si on avait eu à l'époque davantage de capacités, cela aurait certainement été utile. En l'occurrence, si on revient uniquement sur les inondations, avec le hub logistique, avec les moyens complémentaires en génie et en logistique, on aura des capacités pour cela aussi. J'espère qu'on n'en aura pas besoin mais, de toute façon, ces capacités-là nous serviront quand nous nous déploierons à l'étranger.

 

On se déploie à l'étranger, non pas pour faire de l'offensif. Vous savez bien que le core business au niveau de la Défense, c'est d'abord de former les troupes locales pour qu'elles soient les plus autonomes possibles et, parallèlement à cela, d'aider les populations et le développement de ces pays. C'est la fameuse approche 3D, avec la diplomatie et la Coopération au développement. L'un ne va pas sans l'autre. Je suis persuadée que Meryame Kitir viendra également avec un plan en ce sens pour une trajectoire au niveau de la Coopération au développement. Le projet idéal est celui où nous sommes à trois sur le terrain, avec la Défense pour sécuriser et la Coopération au développement pour mener des projets avec les populations locales. C'est l'idéal et c'est ce vers quoi on essaie de tendre. Parfois, on a connu des situations où ce n'était pas possible. Vous en avez cité quelques-unes mais notre objectif est toujours de travailler dans ce sens-là.

 

Je ne peux donc pas vous laisser dire. Ce n'est certainement pas une surenchère militaire dans cette Vision stratégique, certainement pas! Je voudrais immédiatement couper les ailes au canard. Comme je l'ai rappelé, pour ce qui est de la Vision stratégique, cela fait plus d'un an qu'on a lancé le processus avec ce comité d'experts, donc bien avant la situation en Ukraine. Il ne faut donc pas lier l'un à l'autre. Ce n'est pas parce que la situation est telle qu'elle est aujourd'hui entre la Russie et l'Ukraine qu'on a augmenté les budgets pour avoir plus de militaires, pour avoir plus de missiles, et tout ce que j'ai également pu entendre d'erroné.

 

Revenons sur le fondamental, comme je vous l'expliquais. Vous le constaterez vous-mêmes aussi dans la loi de programmation.

 

J'ai entendu de nombreuses considérations et très peu de questions; je vais quand même revenir sur certains points. J'ai entendu qu'on évoquait le boost à notre industrie. J'y suis évidemment très sensible aussi. C'est un point important, une des lignes directrices d'une Défense ouverte sur la société, qui établit des partenariats, à la fois avec le monde de la formation, le monde académique, et à la fois avec les entreprises. Dans cette loi de programmation, nous comptons indiquer un budget en recherche et développement conséquent, pour soutenir nos entreprises, favoriser le savoir, la technologie et l'emploi en Belgique. C'est fondamental. Il faut pouvoir associer nos entreprises dès le développement des projets et pas en bout de course, au moment où on a déjà acheté les capacités. C'est vraiment un processus inversé, dans lequel je crois énormément, et qui nous permettra aussi via nos entreprises, en Belgique, de nous positionner sur le plan international et d'être présents lors des futurs développements de capacités européennes et transatlantiques. Donc, je prévois un budget en R&D et des budgets également pour des programmes de développement de capacités futures. Voilà pour cet aspect.

 

Acheter européen est évidemment ce que nous privilégions. Nous soutenons aussi l'Europe de la Défense et c'est aussi une ligne importante. Il va de soi que nous avons envie d'acheter un maximum de capacités européennes. C'est une direction que l'on souhaite prendre.

 

Nous avons déjà parlé longuement du recrutement. Je pense que l'année dernière était un bon indicateur du sentiment de la population qui croit encore à sa Défense. Des jeunes ont envie de servir leur pays: 8 300 postulants pour 2 500 fonctions de militaires, c'est magnifique! C'était du jamais vu depuis la Guerre froide, si on veut employer ce terme à cette époque.

 

J'entends bien qu'il y a de l'attrition. C'est pour cela qu'on a créé le plan POP. Il concerne tout ce qui est revalorisation mais qui est acquis. Mais cela ne s'arrête pas là et certains l'ont dit. Je mentionnerai l'amélioration du cadre de travail via la rénovation des infrastructures; d'autres ont parlé des missions à l'étranger. C'est évidemment important. Aujourd'hui, ils sont moins déployés à l'étranger; c'est conjoncturel et on le sait très bien. On a déjà eu l'occasion d'en discuter à maintes reprises dans la commission de suivi des opérations. Ce n'est pas pour autant que l'on va rester en l'état. Il faut donc évidemment que nous puissions nous déployer.

 

En ce qui concerne le cyber, on me demande systématiquement comment je compte recruter. On va recruter à la fois des profils qualifiés et des personnes qui ne le sont pas, que l'on formera. Sera-ce difficile? Oui, sûrement, comme pour tous les métiers techniques, c'est certainement difficile. Quelle est l'alternative? Ne pas créer de Composante cyber parce qu'on se dit à l'avance qu'on ne va pas trouver le personnel? Non, je ne pense pas. Dès lors, on lance la mécanique en vue du recrutement et, parallèlement à cela, on établit les contacts avec les entreprises qui travaillent dans le domaine cyber afin d'éventuellement travailler ensemble dans le cadre, notamment, de la réserve de personnel.

 

En ce qui concerne l'incidence sur les pensions évoquée par M. Ducarme, oui, cette incidence est couverte. Le personnel est couvert dans le cadre de l'enveloppe de base, qui elle aussi suit une trajectoire de croissance jusqu'à l'horizon 2030.

 

S'agissant du montant détaillé des dix milliards, j'y reviendrai en détail dans le cadre de la loi de programmation, puisque je vous ai également parlé ici d'un budget consacré à la recherche et au développement (R&D). Nous pourrons également le détailler une fois que le gouvernement se sera prononcé. C'est avec plaisir que nous reviendrons sur chacune des lignes de ce budget dans les semaines à venir.

 

Je ne sais pas si j'ai répondu à tout, mais je pense avoir répondu à l'essentiel de vos questions.

 

01.13  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Naar gewoonte probeert u alle vragen te beantwoorden, waarvoor ik u dank.

 

U hebt gesproken over de boost voor de industrie, die inderdaad bijna levensnoodzakelijk is, niet alleen voor onze economie, maar ook voor Defensie, en dus voor onze veiligheid. Omtrent onderzoek en ontwikkeling meldt u allemaal positieve elementen. Over de revalorisatie van het personeel kan niemand negatief zijn, want die is op dit moment broodnodig. Het gaat om de loonsverhoging en maaltijdcheques die er eindelijk zijn, drie jaar na de aankondiging. Ik laat nog in het midden of maaltijdcheques op zich een succesverhaal kunnen worden genoemd, maar goed, ze komen eraan, weliswaar pas in november. Dat is allemaal wat laat, maar op zich niet slecht dat het er uiteindelijk komt.

 

U hebt gesproken over de investeringen, niet zozeer in detail, maar wel globaal. Ik wil vooral benadrukken dat het erop aankomt slim te investeren. We hebben bijvoorbeeld al gesproken over de drones, ook de onderwaterdrones of de slimme mijnen. Het komt erop aan het juiste materiaal aan te kopen, op de juiste plaats, bij de juiste partners, gewoonweg omdat wij niet achterop kunnen hinken. Wij moeten bijblijven. We zien dat onze andere partners wel slim investeren. In het verleden werd er bij ons al te vaak snel voor de goedkoopste oplossing gekozen, terwijl wij meer op gedurfde investeringen moeten inzetten, net als onze partners.

 

U hebt ook de cyberdefensie aangehaald, die uitermate cruciaal is. Ook op dat vlak vind ik dat we niet te defensief moeten reageren, maar dat wij offensief te werk mogen gaan. Ik hoop dat het op termijn die richting zal uitgaan.

 

Het is goed dat de moderne en aangepaste infrastructuur die u hebt aangehaald, eraan komt. Naar de concrete invulling, zoals de Vlaamse locatie voor de kazerne van de toekomst, hebben we nog het raden.

 

Globaal bekeken, in deze voorlopig algemene context, wil ik meegeven dat wij niet te erg met de handrem op mogen investeren of beleid mogen voeren. Die algemene conclusie slaat volgens mij op allerlei vlakken. Wij volgen dit verhaal dus zeker verder op. Ik wil nog benadrukken dat onze fractie, samen met u, een hart heeft voor onze Defensie en uiteraard voor onze militairen, die dag na dag het beste van zichzelf geven op alle vlakken.

 

01.14  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u zei dat onze kritiek in verband met de bestelling van offensief militair materiaal niet klopt en dat u zich – zo begreep ik – aan het heroriënteren bent. Dat is dan toch wel in contrast met de lijst waarvan we via allerlei media, zoals de VRT, kennis konden nemen. Vanwaar komen die berichten dan precies? U bent zich dus aan het heroriënteren en we wachten vol spanning af wat het uiteindelijk zal worden.

 

U zult de hulp aan de natie opvoeren. Die moet inderdaad worden opgeschaald. U wilt daaraan prioriteit geven, maar dat heeft heel weinig aandacht gekregen in de actualisatie van de Strategische Visie voor Defensie. Hoe dan ook wilt u inzetten op de dual use capacity, wat betekent dat het materiaal dat wordt aangekocht met het oog op de hulp aan de natie, ook nog altijd gebruikt en ingezet kan worden in het kader van buitenlandse interventieopdrachten. Daar knelt het schoentje. We boksen met ons Belgisch leger vaak boven ons gewicht. We volgen heel vaak de logica van interventies, ook in het kader van spanningen tussen Rusland en Oekraïne. Daarbij moeten we de nodige interventiecapaciteit ter beschikking hebben, denk maar aan de readiness. Dat vergt heel veel van Defensie. We moeten daar dus een einde aan maken.

 

Het is juist dat er veel geopolitieke spanningen zijn, waarvoor we niet ongevoelig kunnen zijn, maar u zou het op een andere manier kunnen aanpakken. U hoeft geen enge militaristische benadering te hanteren. U kunt ook, net zoals de Franse president Macron zopas heeft gedaan, teruggrijpen naar het Minsk-akkoord om een de-escalatie te creëren tussen Rusland en de NAVO, en tussen Rusland en de Oekraïne. Men beoogt dan hetzelfde resultaat. Men neemt vertrouwenwekkende maatregelen, er is een dialoog. Dat kan op termijn leiden tot wederzijdse demilitarisering en ontwapening. Zo ontstaat ook veiligheid. Dat is veel goedkoper dan investeren in dure militaire capaciteit. Nogmaals, we weten waaraan we beginnen maar niet waar we eindigen.

 

Mevrouw de minister, in de NAVO blijven de Verenigde Staten de scepter zwaaien. Zij hebben een heel politieke agenda. Ook nu in het conflict tussen Oekraïne en Rusland poken zij constant op met heel wat communicatie, namelijk dat Rusland voor 70 % klaar is en binnenkort Oekraïne zal binnenvallen. Daar gaan ook andere belangen achter schuil. De Koude Oorlog is jammer genoeg volledig terug van weggeweest. Wij mogen ons daar niet aan laten vangen; dat is een valkuil.

 

Mag ik toch wijzen op het feit dat de woorden van sommige commissieleden toch wat eng zijn? Zij plaatsen wie kritiek heeft op de manier waarop op termijn aan de bewapeningswedloop vorm wordt gegeven, waarbij de geesten worden gerijpt om ons verder te moeten wapenen, wat uiteindelijk voor meer onveiligheid dan veiligheid zal zorgen, en op de trans-Atlantische relaties en de NAVO, per definitie in het kamp van Rusland of bijvoorbeeld China, nog een andere strategische rivaal die de NAVO onlangs heeft uitgevonden. Dat is heel onrustwekkend. Wij willen precies waarschuwen voor dat binair denkpatroon, een koudeoorlogdenken en -mentaliteit.

 

Ik roep de sociaaldemocraten en de groenen, ook in de huidige regering, nogmaals op om trouw te blijven aan de oorspronkelijke pacifistische lijn en aan de geest van Helsinki van wederzijdse ontwapening. Vergeet trouwens de passage in het regeerakkoord niet om werk te maken van een betere wapenbeheersing en ontwapening, inclusief nucleaire ontwapening met een verbodsverdrag op kernwapens. Dat is de weg die wij uitstippelen en die veel belangrijker is dan meestappen in een verhaal van blinde militaire capaciteit.

 

Mevrouw de minister, ik blijf herhalen dat er genoeg afschrikking is. Er wordt gigantisch veel geïnvesteerd in militair materiaal. Ik stel voor dat België zich niet laat vangen en de weg van de NAVO niet verder bewandelt en het leger zo uitrust  om de hulp aan de natie nog beter te kunnen organiseren.

 

Wij zijn in het buitenland onder andere in het kader van de Verenigde Naties inderdaad actief op het vlak van vorming. Op dat vlak kunnen wij ons ding doen, net zoals op het vlak van vredeshandhaving en ontmijningsmissies, bijvoorbeeld die in Libanon. Daar hebben wij geen enkel probleem mee. Wij hebben wel een fundamenteel probleem met het feit dat de NAVO een geopolitieke belangenorganisatie is die ons vaak op sleeptouw neemt om meer kwaad aan te richten dan goed te doen.

 

U hebt daarnet bijvoorbeeld over Mali gesproken. De volledige Sahelregio is gedestabiliseerd door de ondoordachte en roekeloze militaire interventie van de NAVO in Libië in 2011. Heel de Libische staat werd toen vernietigd en alle wapens werden verspreid over de hele Sahel. Nu denkt men dat men opnieuw een militaire oplossing moet bieden voor een probleem dat militair veroorzaakt is. Daar moeten wij dringend over nadenken en onszelf eens aan een gewetensonderzoek onderwerpen, want militaire capaciteit in de NAVO en interventies zorgen volgens mij niet voor een veiligere omgeving op lange termijn, maar net voor een onveiligere omgeving. Ik geef dat gewoon mee.

 

Er zijn ons daarnet ook heel veel zaken in de mond gelegd, maar het zou mij te ver leiden als ik daarop inga, mevrouw de minister. Er zullen nog gelegenheden genoeg zijn om daarover van gedachten te wisselen.

 

01.15  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je tiens à vous remercier pour les réponses que vous avez données aux questions posées par mes collègues puisque, pour ce qui me concerne, je ne vous ai pas interrogé.

 

Je retiens tout d'abord le respect dont vous faites preuve à l'égard des hommes et des femmes de la Défense. Je pense en particulier à la revalorisation du salaire et à l'amélioration du cadre de travail. Nous serons tous d'accord pour dire que ces mesures étaient vraiment nécessaires car l'attention portée aux militaires a un peu fait défaut par le passé.

 

Vous avez dit être désolée à l'idée de décevoir notre collègue président de cette commission, faute d'avoir annoncé l'achat de dix nouveaux F-35. Je dois vous avouer que, si tel avait été le cas, c'est moi que vous auriez grandement déçu.

 

Par ailleurs, je n'ai pas été déçu d'apprendre que les drones ne seraient pas armés. Il ne faut en effet pas faire de surenchère dans la course à l'armement. Je me suis déjà positionné sur la question et j'estime que la décision qui sera prise est une bonne chose.

 

Nous avons fait le choix de capacités duales, qui pourront vraiment épauler nos citoyens en cas de crise, et c'est également une très bonne chose. Nous savons que ces crises seront de plus en plus nombreuses en raison du changement climatique, sans parler des crises liées à la cybersécurité.

 

Je souhaiterais rappeler ici que la Défense doit être le dernier recours pour gérer les conséquences d'une crise. Nous devons donc, en parallèle, continuer à investir dans la diplomatie et la coopération au développement.

 

01.16  André Flahaut (PS): En tant que parlementaire, il faut écouter tout le monde mais il faut aussi garder son esprit critique. C'est l'exercice auquel nous venons de nous livrer ce matin. C'était intéressant, mais ce n'était qu'une étape. Comme dans les séries Netflix, il y aura une suite et nous en reparlerons prochainement.

 

01.17  Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, dans la série Netflix de notre collègue Flahaut, j'espère qu'on ne devra pas attendre la dixième saison pour que vous nous présentiez la loi de programmation militaire et la vigilance stratégique! On vous attend naturellement plus tôt, vous l'avez compris.

 

Je suis sidéré d'entendre les communistes de ce Parlement nous indiquer qu'il n'y a aucune menace venant de la Russie et de la Chine!

 

Madame la ministre, il y a un élément dans votre propos qui me dérange un peu. C'est bien sur base de l'analyse des menaces, notamment de celles qui pèsent sur les frontières des partenaires et des alliés de l'Otan, qu'on va déterminer ce que sera notre feuille de route et notre engagement en matière d'investissements et de formation du personnel. Vous parliez de cyberdéfense il y a un instant: c'est sur base des menaces qui pèsent sur nous et sur nos alliés de l'Otan que nous allons déterminer notre politique de sécurité et de Défense. C'est nécessairement étroitement lié.

 

Par ailleurs, je sais que vous essayez vraiment de répondre aux questions fournies, multiples et nombreuses des parlementaires. Je vous remercie d'avoir apporté les garanties en matière de pension compte tenu de l'augmentation salariale.

 

Par contre, vous ne m'avez pas répondu au sujet de ce que vous présentiez comme des investissements à hauteur de 10,2 milliards d'euros. Est-on bien d'accord qu'il ne s'agit pas de 10,2 milliards d'euros d'investissements de matériel?

 

01.18  Ludivine Dedonder, ministre: (…)

 

01.19  Denis Ducarme (MR): Moi, je vous le dis. Ce n'est pas 10,2 milliards d'investissements. Non, ce n'est pas 10,2 milliards d'investissements de matériel. Mais vous le confirmerez, comme vous le dites, un peu plus tard. Merci.

 

01.20  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

U merkte op dat het enige wat mij zou interesseren is of er tien F-35's bijkomen. Mijnheer Defossé zei dat ik ontgoocheld zou zijn als ze erin zouden hebben gestaan. Er waren er trouwens twaalf gevraagd en geen tien.

 

Mevrouw de minister, ik mag toch hopen dat u weet dat de insteek van onze fractie het afgelopen anderhalf jaar ruimer is geweest dan alleen de focus op de F-35's. Wij wilden ook met u samenwerken als het ging over het personeel en de inzetbaarheid van het leger. Ook over de verschillende capaciteiten – schepen, cyber, helikopters, drones – hebben wij al meermaals geïntervenieerd. Het is nogal kort door de bocht om te zeggen dat het enige dat de N-VA wil checken, is of er wel F-35's komen. Ik vind dat nogal flauw.

 

Kan ik uit uw repliek trouwens afleiden dat er geen enkele F-35 bijkomt? U maakt deze opmerking, maar het is wel een concrete vraag. Komt er geen enkele F-35 bij? Het strategisch comité pleitte voor een versterking van het F-35-platform. Betekent dit dat het voorstel van het strategisch comité niet door u wordt gevolgd? Dat leid ik af uit uw aanval aan mijn adres. Als ik daarin verkeerd ben, hoor ik dat graag.

 

Mevrouw de minister, als er nog geen geactualiseerde strategische visie is, als er nog geen update is van de militaire programmawet, dan is het moeilijk om dat hier voor te leggen. Dat begrijp ik. U kunt dat pas voorleggen als dat klaar is. Ik heb er uiteraard alle begrip voor dat u dat nog niet kunt bezorgen.

 

Er is echter wel het STAR-plan. Er moet toch meer zijn dan alleen de perstekst die op uw website staat. U bent met dat STAR-plan naar de pers gestapt, maar daarover is inhoudelijk ongetwijfeld toch veel meer te zeggen. U hebt al een aantal zaken gezegd, maar kunt u ons alstublieft de integrale versie van dat document bezorgen?

 

Dan heb ik nog een vraag over de timing van de verdere bespreking. De heer Ducarme hoopt ook om die spoedig te kunnen aanvatten. U hebt gezegd dat u hoopt in de schoot van de regering binnen enkele weken een aantal knopen te kunnen doorhakken. U bent afhankelijk van de goedkeuring van de regering, maar hoor ik het goed dat u hoopt om voor het paasreces met uw geactualiseerde strategische visie naar dit Parlement te kunnen komen? Ik kan begrijpen dat u dat niet met zekerheid kunt zeggen, maar is het uw vaste wil om vóór Pasen naar dit Parlement te komen?

 

Ik wil u trouwens vragen om ruimte te laten. Als ik mij niet vergis, hebben we hier in de vorige legislatuur eerst de integrale bespreking gedaan van de toenmalige strategische visie, die nu in update zit, en pas nadien is de militaire programmawet er gekomen. Dat betekent dat we met kennis van zaken de bespreking van dat volledige document kunnen voeren en vervolgens ook die militaire programmawet, waarna we dan de investeringen verder concretiseren in het wetgevend materiaal dat u als ontwerp aan dit Parlement wilt voorleggen.

 

Mevrouw de minister, ook collega De Vriendt heeft in het verleden trouwens gepleit om er inzake Defensie geen spel van meerderheid/oppositie van te maken. We moeten dat kunnen overstijgen en niet alleen oppositieoverschrijdend werken. Het zijn belangrijke investeringen, dus we moeten ook legislatuuroverschrijdend kunnen werken. Ik wil nogmaals benadrukken dat N-VA daar zeker voor openstaat. Betrek ons daarbij, betrek de oppositie bij uw werk, al is het nog voorbereidend werk. Betrek ons daarbij, ofwel in deze commissie, of indien nodig ook daarbuiten. U draagt Defensie een goed hart toe. Weet dat wij op dat vlak uw bondgenoot zijn. Ik reik u de hand en hoop dat ik die coronaveilig terugkrijg.

 

01.21  Ludivine Dedonder, ministre: Monsieur le président, je vous réponds rapidement.

 

D'abord, je ne vous ai pas attaqué. C'était un petit trait d'humour sur le F-35.

 

Évidemment qu'il y a bien plus; mais il y a évidemment aussi un cheminement à suivre. Dès lors, quand nous arrivons avec la trajectoire budgétaire, après tout le travail et toute l'analyse des menaces et des besoins – travail mené par l'ensemble des équipes – à un moment, il faut que nous tranchions sur un plan budgétaire. À présent, nous affinons ce document.

 

Alors, oui, ce document existe. Mais il doit d'abord être présenté en Conseil des ministres. Et ensuite, avec le plus grand plaisir, nous viendrons ici en discuter. Pas de souci à cela.

 

Je précise que je ne l'ai pas présenté à la presse. Ce document - je pense d'ailleurs que c'était une ancienne version - s'est visiblement retrouvé dans les mains de l'un ou l'autre journaliste. Mais moi, je n'ai jamais donné ce document à la presse.

 

Pour le délai, oui, j'ai la ferme volonté d'avancer, comme dans tous les dossiers. Vous voyez que cela ne se passe pas si mal. J'espère aussi tenir le même tempo pour la Vision.

 

01.22  Peter Buysrogge (N-VA): U hoopt dus ook om tegen het paasreces naar hier te kunnen komen?

 

01.23 Minister Ludivine Dedonder: Zo snel mogelijk (…)

 

01.24  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, c'est très aimable de votre part de bien vouloir me donner la parole.

 

Je ne suis pas intervenu lors du premier tour, parce que mon collègue André Flahaut s'était exprimé. À l'issue de sa réplique, qui fut très brève, j'avoue être sidéré par le discours des communistes. Quand on se penche sur leur histoire et qu'on examine les États communistes à travers le monde, ce sont eux qui investissent le plus dans la Défense et les armes offensives et qui menacent la paix. Les budgets militaires de l'URSS, de la République populaire de Chine, de la Corée du Nord et de Cuba ont été élaborés par des communistes à des fins offensives, y compris à l'encontre de leur population, puisqu'ils achetaient des armes, des missiles, des avions et des tanks, alors que les files s'allongeaient devant les magasins pour que les peuples opprimés par ces régimes puissent trouver de quoi s'alimenter.

 

Ensuite, ils démontrent, une fois de plus, leur totale incohérence, puisqu'ils estiment nécessaire que nous quittions l'OTAN au motif qu'elle serait l'instrument des Américains et qu'elle nous imposerait ses conditions à nous qui sommes les champions de la diplomatie. Je n'ai pas entendu les communistes proposer une solution de rechange qui serait, par exemple, l'Europe de la Défense. Or si c'est cette voie qu'ils entendent suivre, l'investissement dans du matériel militaire est aussi indispensable. Et puis, si nous voulons faire de la Belgique un pays totalement non aligné qui se retire du contexte international, il ne faut pas faire croire à nos concitoyens que, vu notre taille, nous pourrions jouer un rôle diplomatique en étant complètement isolés. Au contraire: nous serons broyés par l'Histoire et les tensions géopolitiques et nous n'existerons plus sur la carte.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Kattrin Jadin à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le projet d’un hub hospitalier en 2030" (55024581C)

02 Vraag van Kattrin Jadin aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De plannen voor een ziekenhuishub in 2030" (55024581C)

 

02.01  Kattrin Jadin (MR): Madame la ministre, la Défense vient d'annoncer qu'elle envisage de faire de l'hôpital militaire Reine Astrid un hub hospitalier en 2030 afin d'assurer que l'hôpital continue à remplir ses fonctions d'un côté, et que de l'autre côté, il soit également utile à la société civile. Ce projet nécessite la coopération avec tout l'ensemble des réseaux cliniques. Il comprend un volet académique visant la formation des hôpitaux civils, ainsi qu'un versant économique important visant à nouer des partenariats public-privé avec des entreprises dans le domaine de la recherche.

 

Des études seront menées afin d'identifier les modalités pratiques. Notamment l'ampleur du personnel requis, le financement et les partenariats. Les résultats des études sont attendus pour le début de l'année prochaine. À l'heure actuelle, l'hôpital emploie 788 collaborateurs, dont 509 militaires. Il est envisagé que la Composante médicale engage 200 personnes ici 2030.

 

Madame la ministre, les études ont-elles déjà été lancées? Dans la négative, quand le seront-elles? Qu'adviendra-t-il des infrastructures obsolètes?

 

Envisagez-vous de vendre davantage d'autres parties des bâtiments? Qu'adviendra-t-il de la partie du bâtiment actuellement réservée aux examens d'entrée?

 

Les premières discussions ont-elles été lancées avec d'éventuels partenaires tels que des universités et des hôpitaux?

 

02.02  Ludivine Dedonder, ministre: Chère collègue, le hub médical sera un projet phare au niveau de la posture de la Défense au sein de la société avec un renforcement de son rôle d'aide à la nation. Les études permettant d'initier le projet seront lancées via une mission de consultance sur la base d'un concept développé en collaboration avec l'État-major et nos partenaires. Le processus de réalisation du marché est en cours. L'objectif est de réaliser l'adjudication en mars de cette année.

 

La mission de consultance est une étude préliminaire afin de récolter les connaissances nécessaires concernant le financement du projet, la meilleure procédure d'acquisition, les possibilités en master planning avec le focus sur le maintien de l'opérationnalité de l'hôpital militaire et les opportunités de partenariats. L'étude doit fournir un aperçu des possibilités de financement par des tiers et des obligations de licences auxquelles le hub médical devra satisfaire. Cette étude préliminaire donnera la direction future en tenant compte d'une garantie maximale de l'opérationnalité du hub médical, tout en s'assurant de la mise à disposition à nos concitoyens d'un hôpital de crise en cas de besoin. En fonction des études et des modèles de fonctionnement retenus, les besoins en infrastructure seront déterminés. L'hôpital militaire n'est pas un hôpital général, mais une capacité avec, d'une part, un certain nombre de services à usage militaire spécifique (la sélection médicale des recrues) et, d'autre part, un certain nombre d'autres services accessibles aux patients civils comme le centre des grands brûlés ou le caisson hyperbare.

 

Les discussions sont actuellement en cours avec différents partenaires potentiels afin de déceler les opportunités éventuelles en fonction des différentes niches envisagées et de l'intérêt des partenaires hospitaliers dans le cadre des activités de soins des réseaux cliniques hospitaliers, locorégionaux et supra-régionaux. Ceci inclut donc les hôpitaux généraux et universitaires.

 

02.03  Kattrin Jadin (MR): Madame la ministre, je trouve en effet que c'est un projet à la fois fort intéressant et ambitieux avec beaucoup d'originalité, notamment en ce qui concerne la double fonction que prendra cet hôpital à l'horizon 2030 mais également au vu des possibilités que cela offre aussi d'un point de vue scientifique et des avancées que nous pourrions espérer à ce niveau-là. Nous attendons donc avec impatience d'avoir encore davantage de détails quand ceux-ci seront connus. Je vous remercie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Questions jointes de

- Kattrin Jadin à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le déploiement de militaires dans les maisons de soins" (55024178C)

- Guillaume Defossé à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'impact d'omicron sur la Défense" (55024351C)

- Peter Buysrogge à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'incidence du coronavirus sur la disponibilité à la Défense" (55024489C)

- Nawal Farih à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le déploiement de militaires dans les maisons de repos et de soins et dans les hôpitaux" (55024623C)

03 Samengevoegde vragen van

- Kattrin Jadin aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het inzetten van militairen in verzorgingstehuizen" (55024178C)

- Guillaume Defossé aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De impact van de omikronvariant op Defensie" (55024351C)

- Peter Buysrogge aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De impact van corona op de beschikbaarheid bij Defensie" (55024489C)

- Nawal Farih aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De inzet van militairen in woonzorgcentra en ziekenhuizen" (55024623C)

 

03.01  Kattrin Jadin (MR): Madame la ministre, face à l'absentéisme élevé du personnel soignants dû à l'apparition de la variante omicron, le ministère de la Défense a déclaré de mettre 1.500 de ses employés, dont 200 ayant une formation médicale, à la disposition des maisons de soins à Bruxelles, en Flandre et en Wallonie. Comme vous l'aviez annoncé, ce cadre des 200 militaires de la composante médicale pourra être légèrement élargi.

 

Actuellement, pas moins de 1.800 employés de maisons de soins sont absents en raison de l'épidémie. Cela représente un taux de six pourcent.

 

Madame la ministre, mes questions à ce sujet sont les suivantes :

 

Quelles sont les principales tâches effectuées par le personnel militaire ?

 

Combien de militaires supplémentaires de la composante médicale pourront être déployés ?

 

Pour combien de temps les militaires seront-ils à disposition des maisons de soins ?

 

Est-il également possible d'augmenter la capacité du personnel militaire, ainsi que de prolonger leur disposition si nécessaire ?

 

Sous quels critères ont les maisons de soins concernées été sélectionnées ?

 

Qui a coordonné ces lieux de déploiement ainsi que la répartition des militaires ?

 

03.02  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, la variant omicron fait des ravages dans notre pays et les quarantaines et isolements s'enchaînent à toute allure. Par ailleurs, les institutions de soin n'arrivent plus toujours à tenir la cadence avec un personnel forcément réduit.

 

- La Défense intervient déjà dans les maisons de repos avec un renfort annoncé de 1 500 militaires pour épauler le personnel. Pouvez-vous me dire si ce nombre est appelé à évoluer? De quelle manière s'articule l'aide de la Défense avec les autres niveaux de pouvoir? Une coordination existe-t-elle ou une maison de repos peut-elle contacter directement la Défense? La Défense est-elle sollicitée sur d'autres tâches et dans d'autres lieux? Est-elle capable d'accepter ces tâches? De quelle manière et où les décisions d'intervention sont-elles prises?

 

- Quel est l'impact aujourd'hui d'omicron sur nos troupes et sur le fonctionnement de la Défense? Quel est le taux d'absentéisme de la Défense? De quelle manière gérez-vous ces absences? Y a-t-il un danger pour les missions en cours que ce soit en Belgique ou à l'étranger?

 

03.03  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, momenteel moeten we afrekenen met een sterke uitbraak van de omikronvariant, al zien we gelukkig de laatste dagen een dalende curve. Tegelijk verwachten we een hoge graad van paraatheid van onze militairen, onder meer voor de crisis in Oekraïne en de bestrijding van de coronacrisis.

 

Ik heb dan ook enkele vragen.

 

Ten eerste, hoeveel militairen kunnen er momenteel niet worden ingezet vanwege corona? Kunt u ons hierover een stand van zaken geven? 

 

Ten tweede, is er sprake van een hogere uitval bij specifieke eenheden of componenten? Hoe weegt dit door in de beschikbaarheid van de verschillende capaciteiten?

 

Ten derde, heeft Defensie strengere eisen gesteld vanwege de hogere besmettelijkheid van de omikronvariant, bijvoorbeeld voor het uitvaren van schepen, waar zich in het verleden toch problemen hebben gesteld? 

 

Ten vierde, hoe ver staat Defensie met de vaccinatie van het personeel wat de boosterprik betreft? Is de boosterprik al dan niet verplicht voor vertrek voor een opdracht?

 

Tot slot, weegt de uitval door corona ook door in het vermogen van Defensie om eenheden te mobiliseren voor inzet in de Oekraïnecrisis?

 

03.04  Ludivine Dedonder, ministre: Monsieur le président, chers collègues, le personnel militaire déployé dans le cadre de la lutte contre le coronavirus effectue principalement les tâches suivantes: mise en œuvre d'un centre de vaccination au sein de l'hôpital militaire, accueil des patients grands brûlés dans le cadre du plan BABI à l'hôpital militaire, appui en personnel aux centres de vaccination de Charleroi, Soignies, Ath et Tournai, mise à disposition d'infrastructures pour les centres de vaccination de Brasschaat et Grobbendonk, appui logistique à l'hôpital Chwapi, appui logistique et médical dans plusieurs maisons de repos et de soins, appui en personnel au profit de la task force vaccination de la Région wallonne et du SPF Santé publique.

 

La Défense dispose d'un effectif de médecins et d'infirmiers numériquement limités. Nonobstant, elle dispose d'environ 70 ambulanciers et de 30 brancardiers qui sont, eux aussi, très bien formés et qui peuvent être engagés dans différentes situations pour l'aide à la nation.

 

L'engagement des militaires dans les maisons de soins dépend de la nature de la demande adressée aux autorités, du besoin identifié à la suite de la demande et de l'évaluation faite par le Centre national de crise ou par le SPF Santé publique.

 

Chaque demande d'appui dans les domaines de la logistique, de la désinfection ou encore dans la mise en œuvre de matériel doit être introduite au Centre de crise via une demande validée par le gouverneur de province. Le Centre de crise évalue, analyse et valide, le cas échéant, les demandes avant de les transmettre vers les services prévus pour l'exécution de l'appui. La Défense n'est qu'un fournisseur d'appui parmi d'autres.

 

Op 2 februari 2022 waren er 23 militairen ingezet in woon-zorgcentra en ziekenhuizen. Dat was het geval in de woon-zorgcentra Duneroze te Wenduine, Zonnesteen te Zemst, De Stek in Sijsele, Renaissance te Brussel, Home Saint-Joseph te Hoei en Résidence des Longs Thiers te Hoei en in de ziekenhuizen Centre Hospitalier de Wallonie picarde te Doornik en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Momenteel is er nog één aanvraag in behandeling.

 

Sinds november 2021 heeft Defensie steun geboden in de twee net aangehaalde ziekenhuizen en in vijftien woon-zorgcentra. Naast de reeds vermelde zes woon-zorgcentra werd Defensie ook ingezet in de woon-zorgcentra Sint-Vincentius te Zulte, Sint-Anna te Ichtegem, Herdershove te Brugge, Woonhuis De Ark te Antwerpen, Scheldevelde in De Pinte, Hurnival in Lievegem, Au Fil de Hoëgne te Pépinster, Comme chez soi te Ecaussinnes en het Medisch-Pedagogisch Instituut Dominiek Savio te Hooglede. De impact van de omikronvariant op het aantal aanvragen en op de hoeveelheid geleverde steun is beperkt gebleven.

 

La pandémie touche la Défense tout comme elle frappe l'ensemble de la société belge. Par conséquent, la Défense a noté également une hausse du nombre de cas positifs et de contacts à haut risque. Durant la semaine du 24 au 30 janvier 2022, quelque 461 cas covid positifs ont été recensés au sein du département. En outre, 388 personnes ont été répertoriées comme contacts à haut risque, dont la plupart trouvent leur origine dans la sphère privée des militaires.

 

Tijdens de registratie wordt er geen link genoteerd met de specifieke component waarin de militair actief is.

 

Toutefois, il n'y a jusqu'à présent aucune incidence sur le fonctionnement de la Défense, ni sur les opérations en cours.

 

De door Sciensano vastgestelde regels ter preventie van de verspreiding van de omikronvariant worden binnen Defensie toegepast. Het is niet toegelaten om de isolatieperiode in te korten, ook niet voor operaties. Voor maritieme opdrachten gelden extra regels. Zo heeft Defensie beslist een relatieve thuisquarantaine van veertien dagen in te voeren, samen met een extra COVID-19-test, een verklaring op eer en een fysieke screening van alle in te schepen medewerkers.

 

Meer dan 95 % van de militairen is volledig gevaccineerd. Op 2 februari hadden reeds 7.494 of 33,6% van de militairen hun boosterprik geregistreerd. Om deel te nemen aan een operatie is volledige vaccinatie met boosterdosis verplicht. Al het personeel dat na 14 januari aan een operatie heeft deelgenomen, heeft reeds een boosterdosis gekregen. De Medische Component heeft de nodige vaccins verdeeld, zodat al het personeel dat reeds ontplooid is voor 1 februari een boosterdosis heeft gekregen.

 

À ma demande, les mesures nécessaires ont été prises afin de garantir les engagements opérationnels actuels et futurs de la Défense.

 

03.05  Kattrin Jadin (MR): Je vous remercie beaucoup, madame la ministre, pour cette réponse très circonstanciée au vu de ce qui a été entrepris.

 

Il est notable de constater à quel point cette question a été prise au sérieux. De votre réponse, je déduis que tout a bien fonctionné. C'est évidemment un enseignement que nous devons tirer, mais pas dans la précipitation. J'espère qu'un variant X, Y ou Z ne devra pas nous obliger de nouveau à nous pencher sur des situations pandémiques que nous n'avons plus envie de vivre. Il est réconfortant de constater que des protocoles ont été élaborés et que cette opération a été couronnée de succès.

 

03.06  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

Tout à l'heure, nous parlions d'aide à la nation. Nous sommes en plein dedans! J'en profite pour remercier et féliciter le personnel de la Défense qui, une fois de plus, se porte volontaire pour aider la nation quand elle en a le plus besoin. Je peux aussi constater, d'après vos propos, qu'au bout de deux ans de crise, la Défense est bien rôdée et que le système de demande d'intervention et de soutien fonctionne. C'est tout à fait rassurant.

 

En ce qui concerne les militaires eux-mêmes, nous savons qu'il est très difficile de gérer les absences, les quarantaines, les isolements. J'entends que tout est sous contrôle du côté de la Défense. Nous nous trouvons dans une phase régressive du virus, et j'espère que cela se confirmera. Contrairement à ma collègue, je pense que nous sommes seulement à la moitié de l'alphabet grec avec Omicron. J'ai donc quelques craintes pour l'avenir.

 

En tout cas, j'espère que, bientôt toute la Défense et toute la société pourront être opérationnelles.

 

Par ailleurs, madame la ministre, comment savez-vous qui est ou vacciné ou non, au vu du secret médical? Nous avons déjà abordé la question, mais j'ai oublié la réponse.

 

03.07  Ludivine Dedonder, ministre: Ils s'enregistrent sur une base volontaire.

 

03.08  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor de volledigheid van uw antwoord.

 

Er wordt inderdaad veel van Defensie gevraagd, ook in deze coronacrisis. Vanaf deze plaats wil ik een woord van dank richten aan alle militairen die daartoe bijgedragen hebben.

 

Bedankt voor de graad van detail in uw cijfers betreffende het aantal gevaccineerden en het aantal mensen dat een booster gekregen heeft. Ik dank u tevens voor uw uitleg over hoe de regels precies in elkaar zitten en over de verplichting op het moment dat men voor een operatie vertrekt.

 

Ik kan mij voorstellen dat dit een hele klus is op het moment waarop men weet dat men militairen beschikbaar moet maken voor een eventuele inzet. Laten wij hopen dat dit niet nodig zal zijn. Ik ga ervan uit dat die militairen aan die verplichting moeten voldoen alvorens zij worden ingezet. Als bijvoorbeeld het engagement wordt aangegaan om een schip in te zetten, moet men toch rekening houden met de quarantaine­verplichtingen. Dat is een hele klus voor Defensie, waarvoor mijn dank en felicitaties.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Jasper Pillen aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De bestelling van trucks bij DAF" (55024243C)

04 Question de Jasper Pillen à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La commande de camions chez DAF" (55024243C)

 

04.01  Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik stel altijd vragen over investeringsdossiers die ik zie voorbijkomen in de media. Enkele weken geleden werden negen zware trekker-opleggercombinaties aangekocht.

 

Ten eerste, vond de bestelling plaats in het kader van de vorige grotere bestelling bij DAF?

 

Ten tweede, waarom werden er negen combinaties aanvullend besteld? Waarom werden precies negen combinaties besteld?

 

04.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer Pillen, voor de verwerving van een beschermde evacuatiecapaciteit voor de interwapen­gemotoriseerde capaciteit werd de markt apart bevraagd; het is dus geen bijbestelling bij het programma lichte en zware beschermde trucks.

 

Er wordt in drie beschermde voertuigen met oplegger voorzien per bataljon, in totaal dus negen trucks.

 

Die beschermde capaciteit zal toelaten de veiligheid van het personeel te verhogen bij de uitvoering van evacuatieopdrachten.

 

04.03  Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Jasper Pillen aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De Malinese beschuldiging ten aanzien van Frankrijk over zijn luchtruim" (55024244C)

- Guillaume Defossé aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het Malinese luchtruim" (55024345C)

05 Questions jointes de

- Jasper Pillen à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'accusation portée contre la France par le Mali concernant son espace aérien" (55024244C)

- Guillaume Defossé à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'espace aérien du Mali" (55024345C)

 

05.01  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze vraag dateert van 19 januari. Intussen had ik gerust drie of vier gelijkaardige vragen kunnen stellen over de houding van het Malinese regime ten opzichte van landen die op Malinees grondgebied militaire operaties volbrengen.

 

Hier gaat het over het incident waarbij Frankrijk door de Malinese overheid werd beschuldigd haar luchtruim geschonden te hebben, met een A400M die richting Gao vloog. Het is een beetje vreemd om, als men toelaat dat er operaties plaatsvinden in zijn land, te spreken van een schending van het luchtruim. Daarenboven werd dit aangeklaagd via een perscommuniqué, een zeer opruiend perscommuniqué.

 

Werden dergelijke beschuldigen ook reeds geuit ten aanzien van Belgische toestellen? Ook wij hebben A400M’s en ook wij doen bevoorrading van onze troepen. Werden de procedures aangepast met betrekking tot onze vluchten of met betrekking tot vluchten van partnerlanden, met onze troepen en ons materiaal?

 

05.02  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, comme le dit le collègue Pillen, la situation a évolué depuis un mois et évolue presque de jour en jour.

 

Il y a quelques semaines, le Mali a accusé la France de violer son espace aérien, visant un vol d'un A400M vers Gao. Le gouvernement malien a par ailleurs dénoncé un contrôle de son espace aérien par la France et avancé qu'il devait demander une autorisation pour faire voler ses propres aéronefs. Ces deux accusations ont été contestées par le gouvernement français.

 

De la même manière, un A400M allemand avec près de 80 militaires à son bord s'est vu refusé l'accès à l'espace aérien malien alors qu'il devait se rendre au Niger. Le vol avait été détourné, à l'époque, vers Gran Canaria dans l'attente de clarifier la situation.

 

Entre-temps, il y a deux semaines, les tensions se sont aiguisées entre le Mali et le Danemark qui s'est vu imposer l'ordre de retirer ses forces spéciales du territoire malien, accusées de s'être déployées sans le consentement de la junte putschiste. Le Danemark et la Norvège ont décidé de se retirer. Les Pays-Bas se posent des questions. Les tensions se cumulent avec l'expulsion de l'ambassadeur de France au Mali.

 

Madame la ministre, la Défense belge a-t-elle déjà connu des problèmes de ce genre? De quelle manière notre accès à l'espace aérien mais également sur le territoire malien est-il défini? Ces accords sont-ils conclus entre pays ou entre le Mali et les organisations en charge des missions (ONU, UE, etc.)? Le Mali a-t-il aujourd'hui le contrôle effectif de son espace aérien?

 

Ces événements posent la question évidente du soutien du gouvernement malien à la présence internationale, ou en tout cas occidentale, sur son territoire. Quel est votre ressenti à cet égard? Quel est l'impact sur les missions en cours auxquelles participe la Belgique?

 

05.03 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer de voorzitter, de Malinese overheid heeft nog nooit klachten geformuleerd ten opzichte van Belgische militaire toestellen. Er zijn ook geen recente wijzigingen van de procedures betreffende Belgische vluchten of vluchten van partnerlanden.

 

L'accès au territoire et à l'espace aérien malien est régi par des accords internationaux conclus sous l'égide de l'ONU, d'une part, et de l'Union européenne, d'autre part. En fonction de la mission à laquelle les militaires belges participent, les détachements sont envoyés au Mali, sous couvert d'un de ces deux accords.

 

La Belgique n'a pas conclu d'accord bilatéral avec le Mali. La Défense n'est aucunement impliquée dans le contrôle de l'espace aérien malien.

 

05.04  Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de minister, bedankt voor de technische uitleg in uw antwoord.

 

Ik heb ernaar verwezen in de inleiding van mijn vraag: wij moeten het incident met de Franse A400M zien als onderdeel van een lange reeks. Er waren de uitzetting van de Deense special forces, het incident met de Duitsers, het verplichte vertrek van de Franse ambassadeur en de last minute afzegging van de politieke top van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en een aantal Sahellanden. Het is een lange opeenvolging die duidelijk een beeld geeft van een zeer sterk verslechterde relatie tussen, enerzijds, Europa en in het bijzonder de landen actief in de Sahel en, anderzijds, de regeringen van de Sahellanden, in het bijzonder die van Mali.

 

Wij moeten alle elementen op een rijtje zetten en meenemen in de analyse die momenteel bezig is. Ik heb uw uitlatingen daarover gelezen in La Libre Belgique gisteren. Alles moet samen worden gezien. Het zijn geen faits divers, het zijn geen alleenstaande feiten. Het moet worden meegenomen in de eindconclusie die er zit aan te komen. Ik blijf een beetje op mijn honger zitten, want ik zou daarover graag een parlementair debat voeren, mijnheer de voorzitter.

 

(…): (…)

 

05.05 Jasper Pillen (Open Vld): Zeer goed, ik wist nog niet dat dat volgende week zou doorgaan. Wij moeten dat dus allemaal meenemen in het debat van volgende week.

 

De voorzitter: Vooraleer ik het woord geef aan collega Defossé, wil ik iets zeggen over het debat waarvan sprake. Vorige week werd gezegd dat het interessant zou zijn om dat debat sneller te organiseren. Dat is opgenomen met de betrokken regeringsleden en er is afgesproken om volgende week dinsdag in de namiddag een gemeen­schappelijke commissievergadering te organiseren waar de drie ministers aanwezig zullen zijn.

 

05.06  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je suis ravi d'entendre que ce débat extrêmement important va avoir lieu. Je saisis cette occasion pour demander que ma question n° 55025111C à venir sur Takuba soit retirée, car il est inutile de la poser si nous avons ce débat la semaine prochaine.

 

Je vous remercie pour votre réponse, madame la ministre. Le moins que l'on puisse dire, c'est que la motivation du gouvernement malien à voir se renforcer la présence occidentale, en particulier sous commandement français, ne paraît pas évidente. Bien sûr, chaque État – même dirigé par un gouvernement putschiste – est souverain pour accepter ou non des troupes étrangères sur son territoire. Par déduction, dans le cas contraire, il s'agirait d'une occupation d'une tout autre dimension.

 

Quoi que décident les pays européens impliqués aujourd'hui au Mali, il faudra en tout cas avant tout clarifier la volonté et les intentions du gouvernement malien. Je pense, en ce qui me concerne, que la présence du groupe Wagner sur place est déjà un sérieux élément de réponse pour la suite.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Jasper Pillen aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het dragen van militaire uniformen" (55024246C)

06 Question de Jasper Pillen à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le port d'uniformes militaires" (55024246C)

 

06.01  Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de minister, in Nederland namen veteranen deel aan coronabetogingen. Zij droegen officiële militaire uniformen met camouflageprint, eigen aan de Nederlandse krijgsmacht. Dat is problematisch. In België zagen we in de nasleep van de affaire-Conings dat een gepensioneerde militair rondliep in zijn uniform. Ook in ons land werd iemand veroordeeld voor het dragen van een uniform en voor het zich uitgeven als lid van de krijgsmacht.

 

Die feiten in Nederland en België doen vragen rijzen in verband met uniformen. Wat zijn in België de regels met betrekking tot het dragen van het militaire uniform? Hoeveel gepensioneerden hebben een attest van hoedanigheid, dat hen toelaat om een uniform te dragen?

 

06.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer Pillen, het koninklijk besluit van 4 februari 1998 betreffende het uniform van de militairen is van toepassing. Op grond hiervan worden de kentekens, de kledings- en uitrustingstukken gedragen door het militair personeel, alsook de omstandigheden waarin en de wijze waarop ze gedragen moeten worden, bepaald. Voorts verduidelijkt een intern reglement het kader voor het dragen van het militair uniform. Ten slotte bestaat er een algemeen order betreffende het dragen van het uniform door militairen die niet meer in werkelijke dienst zijn, waaronder de gepensioneerden. De richtlijn herneemt de bepalingen betreffende het attest van hoedanigheid. De houders van dat attest hebben de toestemming om het uniform te dragen.

 

Het onrechtmatig in het openbaar dragen van een uniform kan worden bestraft met een geldboete bepaald in artikel 228 van het Strafwetboek. Deelname in uniform aan verboden manifestaties kan aanleiding geven tot strafrechtelijke vervolging.

 

Sinds 13 maart 2014 heeft Defensie 7.429 attesten van hoedanigheid uitgereikt aan oud-militairen. De dienst Notariaat van Defensie kent het attest in de vorm van een kaartje toe op aanvraag van de militair die met pensioen gaat. De kaart is alleen bedoeld om het bewijs van de hoedanigheid van voormalig militair te leveren en zo het dragen van militaire kledij te kunnen verantwoorden. Het bezit van het kaartje opent geen andere rechten.

 

Defensie heeft weet van vier incidenten de afgelopen vijf jaar. Ten eerste, matigden twee burgers zich het militair ambt aan waarbij ze tussen 2015 en 2018 op verschillende vliegshows in vliegoverall en jacquet met militaire graden waren verschenen. Ten tweede, postte iemand een foto van zichzelf in militair uniform op sociale media als steunbetuiging voor de heer Conings. Zijzelf bleek geen militair te zijn, maar wel de partner van een militair in actieve dienst. Defensie heeft aangifte gedaan bij de politiedienst die bevoegd is voor de opsporing van misdrijven in militair kringen. Die stelde een proces-verbaal op. Een derde incident betreft een geval van onrechtmatige uniformdracht tijdens het verboden festival La Boum 2 door een gepensioneerde militair. Op mijn vraag heeft Defensie hiervoor een klacht ingediend bij het Brusselse parket. Op 7 januari jongstleden werd bij het parket geïnformeerd naar de stand van zaken. Defensie wacht nog op antwoord. Een laatste incident betreft een geval van vermoedelijke identiteitsfraude en ambtaanmatiging door een man die zich valselijk uitgeeft voor kapitein en verscheidene publieke en private evenementen in militair uniform zou hebben bijgewoond. Die zaak wordt sinds eind oktober 2021 onderzocht door het parket van Nijvel.

 

Er zijn momenteel geen plannen tot aanpassing van het bestaande reglementaire kader.

 

06.03  Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik onthoud uit uw antwoord twee positieve zaken.

 

Ten eerste, er waren vier incidenten in vijf jaar tijd, waarbij drie van de vier sterk gemediatiseerd werden. Er wordt daaraan opvolging gegeven. Alleen het laatste kende ik nog niet. Dat aantal feiten valt dus relatief goed mee.

 

Ten tweede, er werden 7.429 attesten van hoedanigheid uitgereikt. Dat zijn 7.429 ex-militairen, mensen die op pensioen gaan, die vragen om hun uniform te mogen blijven dragen. Dat geeft blijk van een zekere trots. Ik zie dat ook in mijn omgeving, bijvoorbeeld op Te Deums en op herdenkingen in West-Vlaanderen. Dat heeft natuurlijk te maken met de verschillende sites van de Eerste Wereldoorlog. Die militairen zijn daar met de gepaste fierheid in uniform aanwezig. Dat is een sterk signaal.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Samuel Cogolati à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Les systèmes de vidéosurveillance de nos bases militaires en Belgique et à l'étranger" (55024270C)

- Samuel Cogolati à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Les caméras Dahua et Hikvision sur les sites de la Défense" (55024589C)

- Koen Metsu à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Les infrastructures critiques et les bâtiments équipés de caméras chinoises" (55024755C)

- Jasper Pillen à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Les réseaux de caméras à la Défense" (55025092C)

07 Samengevoegde vragen van

- Samuel Cogolati aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De bewakingscamerasystemen op onze militaire bases in België en in het buitenland" (55024270C)

- Samuel Cogolati aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De bewakingscamera's van de merken Dahua en Hikvision op sites van Defensie" (55024589C)

- Koen Metsu aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De kritieke infrastructuren en gebouwen die uitgerust zijn met Chinese camera’s" (55024755C)

- Jasper Pillen aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De cameranetwerken bij Defensie" (55025092C)

 

07.01  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vais regrouper mes questions qui font suite à l'une de vos réponses à une question écrite.

 

Voici plusieurs mois que je m'inquiète de la présence sur le territoire belge – en particulier au sein de l'administration publique, y compris fédérale et militaire – de caméras produites par deux leaders mondiaux de provenance chinoise – Dahua et Hikvision –, qui sont clairement liés au processus génocidaire en cours contre la minorité ouïghoure au Xinjiang en Chine. Ces sociétés vendent – et s'en vantent dans leurs publicités internet – des outils de reconnaissance faciale et, donc, de ségrégation raciale. Ces marques ont été interdites dans plusieurs pays tels que l'Australie, le Royaume-Uni et les États-Unis, en tout cas dans les services de la Défense. Par ailleurs, le Parlement européen a aussi proscrit ces caméras thermiques dans ses bâtiments bruxellois.

 

D'où mes questions, madame la ministre, car il importe de bénéficier de toute la transparence quant à notre usage de ces caméras de surveillance. Les marchés publics doivent-ils recevoir l'approbation de la commission des Achats militaires de la Chambre, en ce qui concerne l'utilisation de ces caméras au sein de la Défense?

 

Je m'inquiète également de leur présence autour de sites militaires qui pourraient être jugés sensibles. Je pense aux cabinets ministériels ou encore à la base aérienne de Kleine-Brogel. Je tenais à m'assurer que ces sites n'étaient pas surveillés par des caméras Hikvision ou Dahua. Par votre collègue la ministre Verlinden, j'ai ainsi appris que les sites nucléaires de catégorie 1 de Doel et de Tihange ne le sont pas.

 

Nous savons également que l'un des dangers est constitué par le recours au software. La trentaine de caméras achetées se servent-elles de celui de Hikvision ou de Dahua?

 

Ensuite, à travers l'analyse de risque qui a été fournie par le SGRS, comment la Défense peut-elle s'assurer de l'absence de fuite de données? C'est problématique, parce que nous savons par la Sûreté de l'État et les autres services de renseignement et de sécurité civile qu'il existe bel et bien un risque – et je dis bien "risque", parce que nous n'avons reçu aucune preuve de faits d'espionnage – d'espionnage et, en tout cas, de fuite de données vers l'autorité chinoise.

 

Nous devons également savoir si des partenaires militaires de la Défense belge, telle l'armée américaine, ont partagé des craintes que ces équipements soient utilisés au sein de notre Défense. Je vous remercie d'avance pour vos éclaircissements utiles.

 

07.02  Jasper Pillen (Open Vld): Onlangs bleek uit een artikel in “Humo" dat 's werelds grootste surveillancebedrijf – het Chinese Hikvision -  probleemloos toegang zou kunnen hebben tot mogelijks gevoelige gegevens. Gezien de Chinese veiligheidswet elk Chinees bedrijf verplicht tot medewerking aan het verzamelen van gegevens voor de centrale overheid, is waakzaamheid geboden.

 

In Australië en Taiwan verwijderden de militaire diensten Hikvision intussen uit hun netwerken, daar zij zich zorgen maakten over de nationale veiligheid. In november vaardigde ook de Britse defensie een negatief advies uit.

 

Welke procedures bestaan er met betrekking tot camerabewaking op de domeinen van defensie, zowel met betrekking tot de aanbesteding als de beveiliging ervan?

 

Welke zijn bij uitbreiding de procedures met betrekking tot het “internet of things"; met andere woorden: het gebruik van apparaten die connectie (kunnen) maken met het internet? Meer bepaald met het oog op het vermijden dat gevoelige gegevens over kritische infrastructuur of militaire operaties weglekken?

 

Beschikt u over een overzicht van merken en cameratypes die door Defensie worden gebruikt?

 

Kunt u bevestigen dat er bij Defensie contracten lopen met het bedrijf Hikvision en/of Dahua?

 

Welke stappen zult u ondernemen om de potentiële veiligheidsrisico's in kaart te brengen en desgevallend te verhelpen?

 

07.03  Koen Metsu (N-VA): Ik verwijs naar mijn eerdere mondelinge vraag aan minister Van Quickenborne tijdens de commissie Justitie van 26.01.2022 (55023995C) omtrent het gebruik van beveiligingscamera's van Chinese makelij. Helaas mocht ik van de minister van Justitie geen antwoord ontvangen.

 

Er worden camera's van Chinese makelij gebruikt door o.a. Defensie, in politiecommissariaten, supermarkten, asielcentra, scholen, ziekenhuizen en zelfs in gebouwen van de federale en Vlaamse overheid. Dit verontrust mij bijzonder omdat we er zeker van mogen zijn dat China meekijkt en -luistert in ons land, erger nog, er wordt zelfs gevreesd voor spionage.

 

Wat mij nog meer verontrust is dat niemand van uw regering weet waar ze precies hangen, blijkbaar zijn ze over heel België verspreid. Er wordt niet eens een register of overzicht van de verschillende camera's in de gebouwen bijgehouden.

 

Daarom heb ik volgende vragen:

 

Klopt het dat Defensie gebruik maakt van beveiligingscamera's van Chinese makelij? Welke kritieke infrastructuren in België waaronder o.a. militaire basissen worden uitgerust met deze camera's?

 

07.04  Ludivine Dedonder, ministre: Messieurs, la Défense dispose de dix caméras Hikvision et d'une vingtaine de caméras Dahua. Le fabricant accompagne ces caméras d'un logiciel spécifique à installer sur l'ordinateur destiné à piloter le système de surveillance. Comme ce logiciel n'est pas utilisé par la Défense, il n'y a pas de risque de transmission de données à l'insu de l'utilisateur.

 

La législation européenne sur les marchés publics ne permet pas d'exclure systématiquement des produits de certains fabricants. Une interdiction totale n'est donc pas possible à l'heure actuelle. Une évaluation au cas par cas, selon le lieu d'installation et la sensibilité du site, est déjà appliquée en se basant sur les dispositions de la loi sur les marchés publics dans les domaines de la sécurité et de la défense.

 

Ce type de matériel n'est pas considéré comme matériel militaire. Il n'est donc pas demandé de présenter les dossiers d'acquisition à la commission des Achats militaires.

 

En juin 2021, des lignes directrices classifiées ont été publiées à l'attention des utilisateurs des appareils de surveillance provenant de certains producteurs jugés à risque pour la Défense.

 

Le SGRS, qui n'a reçu aucun avertissement spécifique à ce sujet de la part de ses partenaires de l'OTAN, suit les évolutions dans ce domaine et adaptera, si nécessaire, les lignes directrices en fonction de l'analyse.

 

Ces caméras, qui ne sont pas installées pour surveiller les sites sensibles, fonctionnent dans un réseau local qui n'est pas accessible de l'extérieur. Un entretien se fait toujours en présence d'un membre de la Défense.

 

Mijnheer Metsu, mijnheer Pillen, een deel van uw vragen heb ik daarnet beantwoord. De bewaking wordt verzekerd door camera's van de merken Bosch, Axis, Flir en Wisenet. Defensie heeft geen contracten met de bedrijven Hikvision en Dahua. Het internet of things wordt effectief en actief in aanmerking genomen. Op basis van een analyse van de risico's van de apparaten die gebruikt kunnen worden, worden specifieke richtlijnen opgesteld om te vermijden dat gevoelige gegevens zouden weglekken.

 

07.05  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

C'est un élément neuf et important de savoir qu'il existe effectivement des lignes directrices classifiées sur l'usage de ces caméras au sein de la Défense.

 

Je me suis inquiété de la présence de ces caméras au sein de quasiment toutes les administrations publiques et je trouve assez flagrant de voir la diversité et le peu de cohérence qu'il y a dans l'usage de ces caméras pour surveiller des sites sensibles. Dans votre réponse, vous n'indiquez pas clairement quels sites sont surveillés par Hikvision ou Dahua et quels sites ne le sont pas. La transparence pourrait ici être faite. En effet, quand on voit que le Parlement européen a exclu ces caméras de ses bâtiments et de ses couloirs, on pourrait s'imaginer que la Défense en fasse de même sur le territoire belge.

 

J'espère, madame la ministre, qu'on pourra très prochainement avoir cette transparence sur les lieux, les casernes et les sites qui sont surveillés par ces caméras Hikvision ou Dahua.

 

07.06  Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

U had toch meegegeven dat er geen contracten waren met Hikvision en Dahua? C'est ce que j'ai compris. Ik verneem dat er duidelijke richtlijnen zijn en dat de ADIV ermee bezig is. De Belgische Defensie scoort op dat vlak goede punten.

 

07.07  Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de minister, u gaf een duidelijk antwoord.

 

Ik heb aan alle andere ministers ook de vraag gesteld. Zij draaiden veeleer rond de pot. De minister van Justitie heeft mij vorige week nog geantwoord dat hij momenteel bezig is met de opmaak van een inventaris, omdat Justitie gewoon niet weet van welke merken de camera's zijn en op welke netwerken ze zijn aangesloten. De betrokkenheid van de ADIV is ter zake heel belangrijk. Ook dat hebt u vernoemd.

 

Ik heb u ook horen aangeven dat er een dertigtal camera's zijn, maar dat geen enkele kritieke infrastructuur door die camera's wordt gesurveilleerd en dat er geen sprake is van Dahua of Hikvision bij Defensie. Dat is voor mij nieuwe en erg bemoedigende informatie, omdat ik anders had verwacht.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Kris Verduyckt aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De gevolgen van de cyberaanval voor de loonsoftware" (55024357C)

08 Question de Kris Verduyckt à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Les répercussions de la cyberattaque sur le logiciel de paiement des salaires" (55024357C)

 

08.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

Geachte mevrouw de Minister,

 

Vorige week gaf u toelichting over de cyberaanval die defensie trof en de gevolgen daarvan.

 

Het is mij niet duidelijk of er ook gevolgen zijn voor de software van Capgemini die instaat voor de uitbetalingen van lonen en premies voor militairen. Die software was het afgelopen jaar al vaak verantwoordelijk voor klachten en misgelopen betalingen. Uit uw antwoord bij de laatste commissievergadering van 15 december 2021 verklaarde u dat 80 % van de achterstand werd weggewerkt in de module van de prestaties en de daaraan gekoppelde premies. Het zou dus heel erg zijn als de cyberaanval voor bijkomende complicaties zou zorgen van dit niet goed werkend pakket.

 

Vandaar mijn vragen:

 

Wat is de stand van zaken rond deze softwareproblemen die defensie en vooral vele van haar militairen al enige tijd plagen?

 

Is het softwarepakket geïmpacteerd door de cyberaanval die plaatsvond?

 

08.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer de voorzitter, sinds de commissie van 15 december 2021 zijn er door de cyberaanvallen op 17 december geen verdere ontwikkelingen meer geweest op het gebied van HRM@Defence. De toegang HRM@Defence werd onmiddellijk onderbroken, aangezien er een impact was op de productieontwikkeling en testomgeving. Bijgevolg was het niet mogelijk om data te wijzigen in de applicatie. De server werd opnieuw opgestart op 12 januari, maar enkel voor de beheerders. Sinds 17 januari kunnen de prestaties opnieuw door iedereen worden ingevoerd. In sommige gevallen zullen regularisaties plaatsvinden, die bij de volgende uitbetalingen zullen worden vereffend. Er werd voor gekozen om eerst de productie­omgeving opnieuw operationeel te maken. Sinds 24 januari worden ook de testomgevingen opnieuw ter beschikking gesteld.

 

08.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Bedankt, dat was duidelijk.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Kris Verduyckt aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het opstellen of actualiseren van waarden- en normenkaders" (55024358C)

- Guillaume Defossé aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het plan van aanpak inzake diversiteit" (55024525C)

09 Questions jointes de

- Kris Verduyckt à Ludivine Dedonder (Défense) sur "L'établissement ou l'actualisation des cadres de valeurs et de normes" (55024358C)

- Guillaume Defossé à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le plan de gestion de la diversité" (55024525C)

 

09.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u sprak hierover ook in de nasleep van de affaire-Conings. De vorige keer zei u dat men aan het werken is aan een handvest. Mijn eerste vraag werd dus reeds beantwoord. Die werkzaamheden zijn inderdaad bezig.

 

Op welke manier wordt dat opgesteld? Wie wordt daarbij betrokken? Een waarden- en normenkader hebben is heel belangrijk, maar het moet natuurlijk ook gedragen zijn door de organisatie en door de verschillende generaties binnen die organisatie.

 

Op welke manier wordt dat opgesteld? Wie wordt daarbij betrokken? Hoe wordt dat verder verspreid en gecommuniceerd?

 

09.02  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, durant les débats sur la note de politique générale, vous avez répondu qu'un travail serait effectué pour mettre à jour le cadre de normes et valeurs de la Défense, afin de lutter contre les abus et l'extrémisme. Je m'en réjouis, évidemment. Parallèlement à ce travail, il paraît aujourd'hui urgent de travailler à un plan volontariste d'action pour permettre une gestion saine de la diversité, certainement lorsqu'il y a un objectif d'ouvrir davantage la Défense à toutes et tous.

 

Nous savons que de nombreux problèmes se posent pour les personnes d'origine et de confessions différentes qui essaient de trouver leur place et d'être respectées dans leurs idées et pratiques, et c'est également le cas des femmes, qui subissent encore trop souvent du sexisme au quotidien.

 

Madame la ministre, combien de plaintes sont-elles déposées chaque année à la Défense pour discrimination raciale, religieuse, de genre ou d'orientation sexuelle? Quel est le suivi de ces plaintes? Des cas de victimes n'osant pas porter plainte vous sont-ils parvenus? Comment allez-vous encourager les victimes à porter plainte et les protéger d'éventuelles pressions et représailles?

 

Un plan concret et détaillé est-il prévu pour intégrer la diversité au sein de nos troupes? Quel en sera le contenu et quelle approche est-elle privilégiée?

 

Enfin, des partenaires tels qu'Unia ou d'autres ont-ils été sollicités? Des actions concrètes pour permettre l'accueil de toutes et tous ont-elles été mises sur pied? A-t-on par exemple nommé un ou une manager de la diversité? Je vous remercie pour vos réponses.

 

09.03 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer de voorzitter, momenteel is Defensie haar waarden- en normenkader aan het bijwerken. Deze oefening moet uitmonden in een document waarin het nieuwe waardenkader wordt uitgelegd. Er werd een voorstel uitgewerkt via de organisatie van workshops met vertegenwoordigers uit alle geledingen van Defensie. De vakorganisaties zullen eveneens meewerken aan dit ontwerp. Er werden nieuwe kernwaarden voorgesteld die van toepassing zijn op alle personeelsleden van Defensie, militairen en burgers. Per eenheid kunnen vervolgens eventueel nog bijkomende waarden worden gedefinieerd, die coherent zijn met de kernwaarden.

 

Het is de bedoeling dat het nieuwe waarden- en normenkader binnen Defensie zal worden gecommuniceerd en verspreid vanaf het tweede trimester van 2022, met affiches, flyers, infographics op het intranet en brochures. Het waarden- en normenkader zal ook deel uitmaken van de basisvorming en de opleiding. Ik informeer regelmatig naar de vooruitgang van dit proces, gezien het belang ervan in een snel evoluerende maatschappij.

 

En 2021, le service de gestion des plaintes a enregistré sept plaintes pour racisme – dont une anonyme – et sept plaintes pour sexisme. Toutes ces plaintes, y compris l'anonyme, ont été traitées et une réponse a été fournie aux personnes concernées dans un délai de 30 jours. Les actions nécessaires ont été entreprises afin que les problèmes soient cernés et pris en charge de la meilleure façon possible, et ce, en collaboration avec la ligne hiérarchique de DGHR, ACOS IS et, si d'application, les services judiciaires de DJMM.

La Défense a désormais mis en place la possibilité de porter plainte de façon anonyme afin d'empêcher et de prévenir la peur des représailles pour les plaignants. Cette possibilité a été communiquée à tous les membres du personnel de la Défense. Une politique de diversité réévaluée régulièrement a été développée en 2003 et est en vigueur depuis lors. Celle-ci vise à créer une culture d'organisation positive, plus inclusive, en vue d'attirer et de conserver un potentiel plus riche de collaborateurs. Elle entend également stimuler une collaboration constructive permettant à tout membre du personnel, quelles que soient ses spécificités visibles ou moins visibles, de s'épanouir, de s'exprimer et de contribuer pleinement au caractère opérationnel, ainsi qu'au bon fonctionnement de la Défense.

 

La politique de diversité est expliquée lors de la formation de base de tout militaire. Deux bandes dessinées articulées autour des valeurs et de la diversité ont également été produites et distribuées. En outre, respecter les autres est, depuis 2020, une compétence comportementale générique sur laquelle chaque militaire est évalué statutairement.

En lien avec les équipes de DGHR, Unia et l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes sont régulièrement consultés pour traiter de certains sujets relatifs à cette politique de diversité. Au sein de la Défense, c'est l'Inspecteur général qui est responsable de la politique de diversité.

 

09.04  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor die stand van zaken.

 

Gedachten zijn vrij, maar de benadering van collega's en derden binnen een professionele organisatie is dat niet. Het is dus goed dat daaraan gewerkt wordt. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar het resultaat daarvan.

 

U verwijst naar de snel evoluerende maatschappij, waarin tegenwoordig een andere kijk bestaat op de omgang met racisme en seksisme. Recente gebeurtenissen in Nederland geven dat aan, niet alleen in de showbizz, want gisteren is ook een Nederlands parlementslid opgestapt en ook in de voetbalwereld zijn er gevolgen. Momenteel doet een vergelijkbare situatie in ons land zich vooral voor binnen de universiteiten. Professor Adriaenssens gaf een zeer interessante kijk op de wijze waarop daarmee binnen de universiteiten en de universiteitscultuur omgegaan wordt. Die analyse loopt erg gelijk met die van een organisatie als Defensie, waar soms, alle goede bedoelingen ten spijt, ook sommige zaken afgedekt blijven.

 

Wij voelen dat de samenleving aan het veranderen is en Defensie moet daarin mee. Defensie moet gewapend zijn met een goed waarden- en normenkader en met goede afspraken voor als het ergens misloopt. Het ligt mij zeer na aan het hart en om die reden zal ik er nog op terugkomen.

 

09.05  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Comme je l'ai dit à chaque fois que je vous ai interrogée sur le sujet, la gestion de la diversité est essentielle pour la Défense et pour le bien-être du personnel évidemment. Vous êtes d'accord avec moi, je pense. Je crois qu'il serait important de bien redéfinir les valeurs, comme vous le faites actuellement, mais redéfinir les valeurs ne suffit pas. Ce n'est pas parce qu'on décrète des valeurs qu'elles sont appliquées. C'est pour cela qu'il est important de travailler sur ce plan de gestion de la diversité.

 

Vous me dites qu'il existe depuis 2003 et qu'il est régulièrement actualisé avec l'aide de Unia et de l'Institut pour l'égalité entre les femmes et les hommes. Néanmoins, il est vrai que nous avons parfois des retours sur ce qu'il se passe à la Défense. Plusieurs d'entre nous ont reçu un mémoire de fin d'études sur la question de la diversité et ce qu'on peut en lire est assez effrayant. Il faut pouvoir encore approfondir ce plan pour régler véritablement ces problèmes-là parce qu'on n'arrivera pas à avoir la Défense que l'on veut, c'est-à-dire une Défense plurielle, si on ne règle pas cette question-là.

 

J'apprends par ailleurs que vous avez mis en place la possibilité de porter plainte de manière anonyme. C'est très important et c'est très bien. Cela va vraiment dans le bons ens. On continuera évidemment à suivre ce dossier.

 

09.06  Ludivine Dedonder, ministre: Je ne pense pas qu'il y ait de doute sur ma volonté d'avancer dans ce domaine-là. Pour compléter ma réponse, l'Inspecteur général a rencontré l'auteur du rapport en question, ce qui permet de faire avancer les choses et de prendre en compte ce qui a été dit.

 

09.07  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Je n'avais évidemment aucun doute sur votre volonté de travailler sur ce sujet-là, surtout avec les événements que nous avons connus l'année dernière. C'était déjà évident avant, cela l'est d'autant plus maintenant. Je suis ravi d'apprendre que cette personne a été entendue et j'espère que l'impact sur la Défense sera positif pour la suite. Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Jasper Pillen aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De onderscheidingen voor Red Kite" (55024414C)

10 Question de Jasper Pillen à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Les décorations pour l'opération Red Kite" (55024414C)

 

10.01  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het Verenigd Koninkrijk heeft beslist om de militairen die deelnamen aan de evacuaties uit Afghanistan, een operatie­medaille uit te reiken.

 

Wordt ook in ons land hiervoor een onderscheiding gepland? Zo ja, wie zal in aanmerking komen voor de onderscheiding? Zijn dat enkel de mensen die op de luchthaven van Kaboel aanwezig waren of ook de mensen die aanwezig waren op het terrein in Pakistan en de mensen die in België zelf ongelofelijk veel werk hebben verzet, want die mogen wij niet vergeten?

 

10.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer Pillen, ik heb aan de Chef Defensie al gevraagd een voorstel te formuleren om de deelnemers aan operatie Red Kite een onderscheiding toe te kennen. De precieze modaliteiten voor de toekenning zijn nog ter studie en zullen zo snel mogelijk worden gedefinieerd en gecommuni­ceerd. Zij zijn hetzelfde voor alle personeelsleden, waar zij ook aan de operatie hebben meegewerkt.

 

10.03  Jasper Pillen (Open Vld): Ik dank u voor uw positief antwoord, mevrouw de minister. Dat is goed. Er is toen enorm snel opgetreden met een operatie die al decennialang niet meer had plaatsgevonden. U geeft hiermee een duidelijk signaal. Zoals u zei, moeten wij er inderdaad voor zorgen dat alle categorieën van militairen, waar zij zich ook hebben ingezet, in aanmerking komen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Kris Verduyckt aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "No first use" (55024461C)

11 Question de Kris Verduyckt à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le principe de non-recours en premier" (55024461C)

 

11.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, begin 2022 wordt de publicatie van de Nuclear Posture Review van de Biden-administratie verwacht. In dat document geeft elke Amerikaanse administratie zijn standpunt over de rol van nucleaire wapens. De regering-Biden gooit het over een andere boeg en overweegt om het principe van no first use in te voeren. Men zou ook de mening van de bondgenoten ter zake hebben gevraagd.

 

Mevrouw de minister, wat is het standpunt van de regering over de mogelijke invoering van een no-first-useprincipe of het enkeldoelprincipe in de nucleaire strategie van de Verenigde Staten?

 

Zou de regering een dergelijke stap van de regering-Biden steunen? Werd u daarover bevraagd? Wat was uw antwoord?

 

11.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer Verduyckt, het standpunt van de regering is dat België naar een wereld zonder kernwapens blijft streven. Dit is echter een langetermijnvisie die alleen kan worden gerealiseerd als alle kernmogendheden zich via concrete onomkeerbare en controleerbare stappen in die richting engageren.

 

De Biden-administratie heeft verklaard de rol van de nucleaire wapens in de veiligheidsstrategie te willen verminderen, mits de verzekering dat de eigen strategische ontrading feitelijk en efficiënt zou blijven en dat de extended deterrence voor de bondgenoten kan worden gegarandeerd.

 

Bovendien is een verantwoord gebruik van het militaire instrument van het hoogste belang, terwijl diplomatie de eerste optie moet blijven.

 

De overschakeling naar een sole purpose doctrine kan worden aanzien als de volgende logische stap in het proces om het aantal situaties dat zou vragen om een nucleaire interventie te verminderen.

 

De Verenigde Staten hebben een reeks vertrouwelijke consultaties gevraagd om hun nieuwe Nuclear Posture Review te bepalen. Op basis daarvan zullen ze over hun standpunt beslissen. In dit kader verwijs ik ook naar de recente verklaring van de leiders van de vijf nucleaire mogendheden, China, Rusland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Frankrijk, dat een nucleaire oorlog nooit zou moeten plaatsvinden en dat zij ook streven naar een wereld zonder kernwapens. Op een dergelijke verklaring werd ook aangedrongen door België tijdens de bevraging door de VS-autoriteiten.

 

11.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Een wereld zonder kernwapens is naar ons standpunt veel veiliger. Daar geloven wij in, zonder naïviteit, maar wel vastberaden. Elke stap in die richting, hoe klein ook, is een overwinning. Ik vind het ook goed dat de regering alleszins dat standpunt inneemt.

 

In uw antwoord hebt u het over vertrouwelijke gesprekken, dus ik kan mij voorstellen dat u niet zomaar uit de biecht kunt klappen over wat er daar allemaal gezegd is. Gelet op het standpunt van de regering, ga ik ervan uit dat het principe van no first use alleszins gesteund werd ten aanzien van de Biden-administratie.

 

Wij zullen dit uiteraard blijven volgen, aangezien het gaat om een land dat een belangrijke rol heeft te spelen in onze hedendaagse wereld met kernwapens.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Peter Buysrogge aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het communiqué van de CHOD over gevoelige informatie" (55024480C)

12 Question de Peter Buysrogge à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le communiqué du CHOD concernant les informations sensibles" (55024480C)

 

12.01  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, u en ik ergerden ons blauw, toen vertrouwelijke informatie werd gelekt die in onze commissie hier achter gesloten deuren tijdens een briefing over de cyberaanval was verstrekt. U hebt daarnet ook uw ergernis getoond over het lekken vanuit de regering van details van uw STAR-plan.

 

Er is blijkbaar ook ergernis bij de stafchef. In een toch wel opvallende Flash Defensie van 19 januari zei hij dat er bij Defensie een toenemend aantal gevallen is van militairen die vertrouwelijke informatie lekken en dat hij er niet voor zal terugdeinzen om maatregelen te nemen.

 

Wat was de aanleiding van die communicatie? Er is daarin sprake van het cyberincident en van de repatriëring van voormalige Afghaanse medewerkers. Kunt u wat meer toelichting geven? Deelt u de mening van de CHOD dat er een toename is van het aantal incidenten waarbij gevoelige informatie wordt gelekt door personeelsleden van Defensie? Beschikt u over cijfermateriaal die dat staven?

 

Waaraan wijt u dat? Is dat door slordigheid, een verminderde controle vanuit de hiërarchie of een toenemende mondigheid van onze troepen? Zal Defensie concreter optreden wat voorlichting of het opsporen en bestraffen van de lekken betreft of blijft het bij die communicatie? Acht u het nodig om, gezien de toename van het aantal vormen van sociale media en de toenemende aanwezigheid van Chinese producenten, de regels voor het gebruik van sociale media verder aan te scherpen tot zelfs een verbodslijst of een lijst van veilig te gebruiken applicaties en toestellen, zoals in andere landen al het geval is, op te stellen?

 

Tot slot, wat de directe communicatie van defensieleden met de pers betreft, wat is de houding van Defensie tegenover journalisten die op systematische wijze de officiële perskanalen omzeilen en gevoelige informatie delen? Vindt u een nieuw protocol nodig?

 

12.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer Buysrogge, zoals de Chef Defensie in de Flash aangeeft, zijn er in de voorbije maanden punctuele overtredingen vastgesteld met betrekking tot het delen van gevoelige operationele informatie op sociale media en in de pers.

 

Het is een duidelijke maatschappelijke evolutie dat er sneller wordt gereageerd via sociale media. Er bestaan daarover geen statistieken bij Defensie.

 

Dergelijke berichten kunnen echter een inbreuk vormen op diverse reglementen van Defensie, zoals richtlijnen met betrekking tot de communicatie tijdens operaties, de vrijheid van meningsuiting voor militairen en de omgang met sociale media door personeelsleden van Defensie. De niet-naleving van dergelijke richtlijnen kan ook een gevaar vormen voor de veiligheid van het personeel van Defensie, zowel in België als in het buitenland. Die veiligheid is een permanent aandachtspunt van mezelf en de Chef Defensie. Het Flashbericht moet gezien worden als een inspanning van de Defensiestaf om het personeel te herinneren aan die beperkingen in een snel evoluerende veiligheidscontext, die iedereen zorgen baart.

 

Ik heb niet de intentie om nieuwe protocollen uit te werken en reken op het verantwoordelijkheids­gevoel van alle betrokkenen.

 

12.03  Peter Buysrogge (N-VA): Defensie is onderdeel van de maatschappij en het is duidelijk dat onze militairen ook de nieuwe sociale media, die gemakkelijke kanalen zijn om informatie te verspreiden, gebruiken.

 

Er is natuurlijk ergens een grens, u vindt dat zelf ook. We zitten wat dat betreft op dezelfde lijn. Vertrouwelijke informatie mag niet gelekt worden. Daar moeten we tegen optreden, als we dat vaststellen. U hebt geen cijfermateriaal. Ik heb u ook niet horen zeggen dat er al opgetreden is ten aanzien van een militair waarbij vastgesteld is dat die een overtreding beging. Ik ga ervan uit dat daar nog niet tegen is opgetreden, tenzij u dat hier nog kan corrigeren.

 

De veiligheid van onze mensen, waaronder onze troepen in het buitenland, en de privacy van onze militairen staan voorop. Als ter zake schendingen worden vastgesteld, moet daar hard tegen worden opgetreden, des te meer omdat de veiligheid vooropstaat in alles wat een militair doet en laat.

 

12.04  Ludivine Dedonder, ministre: Monsieur Buysrogge, il n'existe pas de statistique en bonne et due forme, mais il y a des interventions de leur(s) chef(s) hiérarchique(s).

 

La moindre des choses est de les contacter quand les intéressés ont posté des informations qui ne sont pas en phase. Mais je répète que je ne dispose pas de statistique que je pourrais vous communiquer. Il s'agit ici plutôt de sensibiliser sur la prévention.

 

12.05  Peter Buysrogge (N-VA): Ik begrijp de motivering van de stafchef om dat communiqué te verspreiden. Ik besef ook dat het niet gemakkelijk is om daarover statistieken en cijfermateriaal te leveren. Wanneer er echter een disciplinaire maatregel is genomen ten opzichte van een militair, ga ik ervan uit dat dat in kaart te brengen is en dat er cijfermateriaal over geleverd kan worden. Het is misschien beter daarover een schriftelijke vraag in te dienen om informatie te krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Peter Buysrogge aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De vaccinatie van kinderen door Defensie" (55024481C)

13 Question de Peter Buysrogge à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La vaccination d'enfants par la Défense" (55024481C)

 

13.01  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, sinds 17 januari kunnen ook kinderen jonger dan twaalf jaar in het Militair Hospitaal van Neder-over-Heembeek terecht voor een vaccinatiespuit. Dit vormt een onderdeel van de brede Brusselse vaccinatiecampagne waarvoor Defensie is ingeschakeld. Defensie werd gevraagd om bij te springen op diverse kritieke momenten in deze pandemie. Acht de minister het ook een taak van Defensie om bij te springen voor de verdere afwerking van deze volledig vrijwillige vaccinatie?

 

Hoeveel personen gingen al in op het voorstel om hun kind te laten vaccineren in Neder-over-Heembeek? Ondertussen zijn 100.000 vaccins toegediend in het Militair Hospitaal. Wie draagt momenteel de kosten voor de aankoop, werkuren en verplaatsingen, bijvoorbeeld voor het gevangeniswezen? Hoe hoog worden die kosten geraamd?

 

13.02 Minister Ludivine Dedonder: Mijnheer Buysrogge, de opdrachten in het kader van de hulp aan de natie blijven een van de operationele prioriteiten. Indien beschikbaar, stelt Defensie daartoe haar middelen ter beschikking voor ondersteuning van de verantwoordelijke diensten. Sinds 10 januari 2022 is het vaccinatiecentrum in het Militair Hospitaal dagelijks van 15 tot 17 uur geopend voor kinderen. De inschrijving gebeurt niet door Defensie, maar via het platform Doctena. Tot 2 februari werden 226 vaccins toegediend aan kinderen.

 

Voor de kosten worden de volgende algemene principes gehanteerd. Het personeel wordt betaald door Defensie, waarbij er maximaal 42 personen worden ingezet in het vaccinatiecentrum, afhankelijk van het aantal geplande afspraken. Het materiaal wordt gratis geleverd door het Brussels Gewest en creëert dus geen meerkosten voor Defensie. Eventuele noodzakelijke transporten voor bijvoorbeeld gevangenissen en woon-zorgcentra worden uitgevoerd door de firma Medista. De kosten hiervan zijn niet ten laste van Defensie. De totale kostprijs van de steun aan de vaccinatiecentra, waarin het Militair Hospitaal het grootste aandeel heeft, bedroeg 3.811.000 euro voor 2021. Deze uitgaven werden gedekt met de kredieten binnen de begroting van Defensie in het kader van hulp aan de natie.

 

13.03  Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u alvast voor uw zeer uitvoerige antwoorden die ons een totaaloverzicht bieden. We hebben steeds aangegeven dat in een crisissituatie Defensie moet kunnen inspringen waar nodig. In geval van een gezondheidscrisis en in de mate dat er capaciteit beschikbaar is bij Defensie, moet de inzet verzekerd kunnen worden. Defensie heeft overigens uitstekende inspanningen op dat vlak geleverd de afgelopen twee jaren, waarvoor onze oprechte dank.

 

Vraag is hoe lang een dergelijke situatie kan blijven aanslepen. Er zijn inmiddels erg veel vrijwilligers beschikbaar gesteld voor de vaccinatiecampagnes overal te lande, en we moeten ons beraden over hoe het verder moet. Moet Defensie ook voor een volgende vaccinatiecampagne worden ingezet?  Het gaat nu om de vaccinatie van de 5- tot 11-jarigen die op vrijwillige basis de kans krijgen zich te laten vaccineren, zonder dat dit aangeraden wordt. Ook kinderen boven de 12 jaar krijgen de kans zich te laten vaccineren, zonder dat dit aangeraden wordt, om bijvoorbeeld op sneeuwvakantie te kunnen vertrekken.

 

Is het wel een kerntaak van Defensie om dergelijke opdrachten uit te voeren? Zitten we momenteel nog in een crisissituatie, of veeleer in een reguliere ondersteunende situatie? Het kan interessant zijn hierover eens grondig van gedachten te wisselen. 

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Theo Francken aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De staatsgreep in Burkina Faso" (55024488C)

- Guillaume Defossé aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De staatsgreep in Burkina Faso en de training van de Burkinese troepen door België" (55024518C)

14 Questions jointes de

- Theo Francken à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le coup d'État au Burkina Faso" (55024488C)

- Guillaume Defossé à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le coup d'État au Burkina Faso et l'entraînement des forces armées burkinabè par la Belgique" (55024518C)

 

14.01  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, depuis ce week-end, un troisième coup d'État se déroule en Afrique de l'Ouest avec la chute du Burkina Faso, il y a à peu près deux semaines. C'est une situation inquiétante, avec la particularité que cela concerne un pays membre du G5 Sahel qui est soumis à une pression djihadiste forte.

 

La Belgique a participé et devait encore participer à la formation de militaires burkinabé et, il y a encore un an, l'Agence belge de développement remettait aux forces de sécurité (gendarmerie et police) du matériel pour 1 milliard de francs CFA: 80 motocyclettes, une dizaine de véhicules de patrouille, des véhicules blindés, des ambulances, des équipements tactiques, de protection et d’intervention, des camions de transport de troupes.

 

Que savons-nous aujourd'hui des putschistes? Est-il possible que nous les ayons entraînés et fournis en matériel? Quels liens la Défense belge a-t-elle avec les forces de sécurité burkinabé et comment ces liens pourraient-ils être utiles pour résoudre la crise et œuvrer à un retour à l'ordre constitutionnel? Ce coup d'État va-t-il modifier nos plans quant à notre présence au Burkina Faso? Qu'en est-il de la sécurité de nos diplomates et de l'ambassade sur place? A-t-on prévu un renforcement de leur protection?

 

14.02  Ludivine Dedonder, ministre: Monsieur Defossé, vous recevrez une réponse en néerlandais et en français parce que M. Francken était censé posé une question sur le sujet. M. Francken me délaisse un peu en ce moment, vous le lui direz.

 

De Belgische militaire aanwezigheid in Burkina Faso is momenteel beperkt tot het veiligheids­personeel van de ambassade. Deze mensen waren niet betrokken bij de gebeurtenissen die tot de staatsgreep hebben geleid. Er werd wat hen betreft geen enkel incident gemeld.

 

Er is geen impact op de lopende operaties maar er werd wel beslist om de nog geplande operaties voor 2022 op te schorten.

 

La Défense n'a reçu aucune demande du SPF Affaires étrangères pour renforcer l'équipe de sécurité DAS sur place, ni pour contribuer à une éventuelle opération d'évacuation de ressortissants.

 

Vu que les informations concernant l'identité et le passé des putschistes sont classifiées, je ne peux communiquer ici sur ce sujet.

 

14.03  Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour le coup de théâtre en fin de réponse. Je le comprends bien sûr mais je ne peux dès lors pas dire grand-chose.

 

Les coups d'État successifs en Afrique de l'Ouest sont évidemment très préoccupants, d'autant plus que nous devons faire face à la menace djihadiste. Cela doit nous interroger sur notre action dans la région. Il est certain que le plus efficace pour garantir la stabilité d'un pays, c'est la paix du ventre et la sécurité. C'est d'abord là que nous devons agir. Nous devons investir dans le développement économique, la paix sociale, la prospérité durable et l'établissement de relations d'égal à égal entre nos pays.

 

Pour le reste, je ne peux qu'espérer que nous n'avons pas participé à la formation et l'entraînement des troupes qui ont pris le pouvoir aujourd'hui au Burkina Faso. Nous suivrons cela de près.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Samengevoegde vragen van

- Theo Francken aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De Gunfire Brasschaat" (55024491C)

- Ellen Samyn aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De Gunfire Brasschaat" (55024643C)

15 Questions jointes de

- Theo Francken à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le site Gunfire Brasschaat" (55024491C)

- Ellen Samyn à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le site Gunfire Brasschaat" (55024643C)

 

15.01  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, naar verluidt zouden dit jaar de eerste stukken en voertuigen van het Gunfiremuseum van Brasschaat naar het museum van Bastogne worden verhuisd. In 2023 wordt een deel naar het museum in Ieper gebracht. Volgens diverse bronnen zou dat worden geregeld door de ontslagnemende onderdirecteur van het War Heritage Institute (WHI), die nu een nieuwe rol krijgt toebedeeld als siteverantwoordelijke in Ieper, waar hij het museum zal uitbouwen met uitzonderlijke en vaak ook unieke voertuigen uit het Gunfiremuseum van Brasschaat. Mevrouw de minister, kunt u de feiten bevestigen? Klopt het dat de verhuis zelfs zou worden bespoedigd?

 

Wat zijn de plannen voor het Gunfiremuseum in Brasschaat? Aangezien in Brasschaat het oudste militaire vliegtuig van dit land ligt en de site de bakermat is van de Belgische artillerie, was het niet beter geweest die unieke stukken te behouden op de plaats waar het hoort, namelijk in het Gunfiremuseum van Brasschaat?

 

Ten slotte, voor het onderhoud, het herstel en de restauratie van het militaire materiaal en de rondleiding door diverse loodsen op de site van het Gunfiremuseum van Brasschaat hebben gedurende vele jaren tal van vrijwilligers gepassioneerd hun steentje bijgedragen. Bent u niet van oordeel dat die vrijwilligers onrespectvol worden behandeld, nu de verhuis van de praalstukken allicht toch werkelijkheid wordt?

 

15.02 Minister Ludivine Dedonder: Mevrouw Samyn, de beslissing om de site in Brasschaat ten voordele van de site in Ieper te verlaten, werd vorig jaar genomen in het kader van het strategisch plan van het WHI en was ingegeven, enerzijds, door de slechte staat van de beschikbare gebouwen in Brasschaat met een nefaste impact op de collectiestukken en, anderzijds, door de grotere en modernere stockageloodsen die Ieper biedt. De gemeente Brasschaat is daarvan op de hoogte en heeft te kennen gegeven de site in 2024 te willen aankopen tegen het genoemde bedrag. Defensie en het WHI gaan daarmee akkoord. De site zal tegen eind 2023 worden leeggemaakt met uitzondering van de stukken die het WHI aan de gemeente Brasschaat in bruikleen zal geven. Die instelling zal bepalen welke stukken uit haar collectie zij ter beschikking stelt.

 

Brasschaat zal in de toekomst geen deel meer uitmaken van de sites van het WHI. Het WHI gaat door met de plannen voor de site in Ieper conform de lijnen van het strategisch plan van de instelling. De conceptnota, waarin ook een kader wordt geschetst voor externe financiering, is daarvan de eerste aanzet.

 

Het WHI heeft zich steeds bereid getoond mee te werken met de gemeente Brasschaat, in het geval die op de site een nieuw museaal concept wenst te ontwikkelen. Op 10 januari 2022 vond er daaromtrent nog overleg plaats tussen de directie van het WHI en het bestuurscollege van Brasschaat. Hoewel al sinds 2016 gepeild wordt naar een concept, lijken de museale plannen van de gemeente nog altijd niet heel duidelijk te zijn.

 

Het dubbelproject Ieper-Kemmel zal het verhaal brengen van de post-1945-conflicten tot vandaag, met voor Kemmel een focus op de Koude Oorlog. In Ieper wordt de hele periode belicht aan de hand van de voertuigencollectie. De rol van Defensie in verleden, heden en toekomst zal er uitgebreid aan bod komen. Uiteraard is Defensie daarin ook partner. Het te ontwikkelen partnerschap zal kaderen in het samenwerkingsakkoord tussen Defensie en het WHI. In dat kader zal Defensie actief meewerken aan de realisatie van de open depots in Ieper, Beauvechain en Bastogne. De interne conceptnota's zijn daartoe de eerste aanzet en geven de richting aan hoe er binnen welke lijnen er wordt gewerkt.

 

Enkele vrijwilligers van de huidige Gunfiresite, vooral die van de tanks, hebben reeds aangegeven de overstap naar Ieper te zullen maken. Zij zijn daar uiteraard welkom in de moderne werkplaats en stockageloodsen. De vrijwilligers van de artillerie zijn over het algemeen wat ouder en zij wensen de overstap niet te maken.

 

15.03  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, we moeten ons geen illusies maken: de unieke en waardevolle stukken, waaraan de vrijwilligers van de Gunfiresite jarenlang gewerkt hebben, zullen uiteindelijk verhuizen en Brasschaat zal met kruimels overblijven.

 

Nogmaals, Brasschaat is de bakermat van de Belgische artillerie. Als Gunfire blijft bestaan als een volwaardig museum, lijkt het logisch dat ook de unieke stukken in Brasschaat blijven.

 

Bovendien zit de gemeente Brasschaat niet op één lijn met het WHI. Dat bleek overigens nog uit de recentste vergadering van de gemeenteraad. De communicatie loopt ook vrij stroef en zelfs ten aanzien van de vrijwilligers is er sprake van agressieve taal vanwege het WHI. Er werd ook gemeld dat de verhuis vroeger zou starten.

 

U had het over de slechte staat van de site in Brasschaat, wat ik bijzonder betreur, want dat is echt een moderne site. Blijkbaar is het ook nog de vraag of de site in Ieper wel geschikt is voor de artillerie. Dat is nog geen zekerheid.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.50 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 50.