Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 15 février 2022 Matin ______ |
van Dinsdag 15 februari 2022 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.03 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 03 et présidée par M. Christian Leysen.
01 Samengevoegde vragen en interpellatie van
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kernuitstap" (55024929C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De studie van de Universiteit Antwerpen over de effecten van de kernuitstap" (55000248I)
- François De Smet aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De studie van de Universiteit Antwerpen over de kernuitstap" (55025283C)
01 Questions et interpellation jointes de
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sortie du nucléaire" (55024929C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'étude de l'université d'Anvers sur les effets de la sortie du nucléaire" (55000248I)
- François De Smet à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’étude de l’université d’Anvers sur la sortie du nucléaire" (55025283C)
01.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, een studie van de Universiteit Antwerpen geeft aan dat de kernuitstap een hoger risico op black-outs met zich brengt en tot hogere energieprijzen leidt. De onderzoekers zetten daarom de nodige kanttekeningen bij de keuze van de regering om de kernuitstap volledig en onverkort volgens de oorspronkelijk aangegeven timing door te voeren. Ze voegen er meteen aan toe dat ze met een aantal elementen nog geen rekening hielden, zoals met een hoger elektriciteitsverbruik als gevolg van de energietransitie. Dat dat eraan komt, is alvast duidelijk uit het recente netbeheerdersverslag van Elia, dat al hogere pieken laat zien.
Vraag is of dat het beoogde effect van de regering was en of de regering daar voldoende rekening mee hield bij haar afwegingen in het kader van haar beleidskeuze. Er is overigens al in eerdere onderzoeken gewezen op een te verwachten meerprijs, zij het dat die in eerdere studies wel lager werd ingeschat dan in de aangehaalde studie. Daar volgt een aantal vragen uit.
Mevrouw de minister, welke lessen trekt de regering uit het onderzoek? Ik zie dat u de nodige documentatie al hebt uitgestald; dus ik neem aan dat u daar zo dadelijk verder op zult ingaan.
In welke mate beïnvloedt dat onderzoek uw keuze voor een volledige kernuitstap in 2025?
Welke acties koppelt de regering aan die vaststellingen?
01.02 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, in het debat over de kernuitstap en de toekomst van nucleaire energie in dit land hebben wij het bijzonder moeilijk om mekaar te overtuigen. Ik vind wel dat het debat gevoerd moet worden en wel op een eerlijke manier. De energiebehoefte zal tegen 2050 wellicht verdubbelen. Daarom moeten wij goed durven nadenken over de bevoorradingszekerheid en de betaalbaarheid van elektriciteit in de toekomst. Dat is voor mij zeker een bezorgdheid.
In die zin heb ik ook met veel aandacht het onderzoek van de Universiteit Antwerpen gelezen, waarin heel duidelijk mogelijke effecten van een volledige kernuitstap besproken worden. Het onderzoeksrapport staat stil bij onder andere de afhankelijkheid van gascentrales en de noodzakelijke bijkomende investeringen in de integratie van alternatieve energieën in de energiemix. Steeds wordt gezegd dat we die omslag zo snel mogelijk moeten maken en dat de mix heel snel de andere kant op moet, maar dat vereist natuurlijk bijkomende investeringen. Ook de onvoorspelbaarheid van zon- en windenergie wordt besproken, wat zal moeten leiden tot bijkomende investeringen in onder meer opslagcapaciteit.
Mevrouw de minister, u was er eigenlijk als de kippen bij om op die studie te reageren. U hebt zelfs ergens verklaard dat u er uw slaap niet voor zult laten. Dat vind ik bijzonder vreemd, want de definitieve beslissing over een eventueel volledige kernuitstap neemt de regering in maart op basis van enkele parameters, waarop u nu nog geen zicht hebt. Wie maakt hier wie iets wijs in het Parlement?
De studie concludeert ook dat België sterk afhankelijk zal worden van de import van energie uit het buitenland. De onderzoekers voorspellen dat het op jaarbasis zou kunnen gaan over een derde van de benodigde elektriciteit. Andere studies zullen misschien andere cijfers geven. Hoe dan ook heb ik al vaker het percentage van een derde gehoord. Engie Electrabel, dat destijds ook berekeningen maakte, kwam op dezelfde verhouding uit. De vraag is of andere landen ons op dat moment effectief zullen kunnen depanneren tegen een betaalbare prijs.
Wij mogen natuurlijk niet uitgaan van een situatie ceteris paribus, want ondertussen is er het CRM, waarover ook al gedebatteerd werd, en heeft de regering een en ander in gang gezet wat de bevoorradingszekerheid betreft. Of die maatregelen de gewenste effecten zullen hebben, is echter nog maar de vraag. Ik ben van mening dat de regering de diverse wetenschappelijke thesissen moet aanhoren en in overweging nemen wanneer zij beslissingen neemt.
Volgens de studie komt de bevoorradingszekerheid in het gedrang; ze waarschuwt zelfs voor black-outs en dus noodzakelijke afkoppelingen en voor het feit dat een volledige uitstap hoe dan ook tot een prijsstijging van de elektriciteit zal leiden. Er worden ook bijkomende kanttekeningen gemaakt bij alles wat met de CO2-doelstellingen te maken heeft.
Ik heb al vaker gezegd dat gelijk hebben niet hetzelfde is als gelijk krijgen, mevrouw de minister. Ik probeer gewoon naar de wetenschappelijke studie te kijken zoals zij is gepubliceerd. Ik probeer er conclusies uit te trekken en ik vraag mij af welke conclusies de regering en u in het bijzonder trekken uit de studie. In welke mate zal zij een invloed hebben op de beslissingen die de regering zal nemen? Dat u meteen opwerpt dat de beslissing al genomen is, terwijl de regering volgende maand met een communicatie voor de buitenwereld moet komen, vind ik toch wel vreemd. Ik begrijp dat de standpunten in de regering redelijk ver uit elkaar liggen; ik kijk graag uit naar uw antwoord.
01.03 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, dans cette étude de l'Université d'Anvers, on lit que la fermeture des centrales nucléaires en Belgique d'ici 2025 va entraîner une augmentation du prix de l'électricité, que les objectifs de réduction d'émissions de CO2 seront plus difficiles à atteindre et que les risques de pannes de courant seront plus fréquents.
Étant donné que la Belgique devra compter davantage sur des centrales à gaz en cas de sortie du nucléaire, les chercheurs ont mis en évidence dans leur étude que le prix de l'électricité deviendrait encore plus sensible aux augmentations du prix du gaz. Les sources d'énergie renouvelables, quant à elles, nécessitent des investissements importants dans l'infrastructure du réseau et ce coût devrait également être pris en compte. Enfin, notre pays serait de plus en plus dépendant des importations d'énergie, un tiers de l’électricité requise sur base annuelle devant être importée.
Elia a cependant fait savoir que cette étude serait trop parcellaire et ne prendrait pas en considération l’interconnexion de notre pays au niveau européen en matière de production d’électricité. Cette étude nous ramène inévitablement à l’accord du 23 décembre dernier par lequel le gouvernement fédéral a confirmé sa volonté de fermer les vieux réacteurs et de les remplacer par des centrales au gaz, décision toutefois conditionnée au dossier toujours pendant de la création d’une centrale au gaz, à Vilvorde ou ailleurs.
Nous sommes aujourd’hui à la mi-février, soit un mois avant la décision définitive, et le temps presse tant pour la faisabilité du plan A, la sortie du nucléaire, que celle du plan B, le maintien de deux réacteurs. À ce stade, deux faits ressortent: premièrement, le citoyen n'a toujours aucune garantie quant à la disponibilité et au coût de l'énergie à l'avenir et deuxièmement, la seule décision confirmée par le gouvernement est ce recours au gaz, et donc l'émission de 13 à 14 millions de tonnes de CO2 supplémentaires dans l'atmosphère en faisant fi de la question du climat.
Madame la ministre, l'étude de l'Université d'Anvers a-t-elle fait l’objet d’une analyse par vos services et d’un débat en Conseil des ministres? Quelle est la situation actuelle sur le plan procédural en ce qui concerne la construction de la centrale au gaz de Vilvorde et l’état des négociations avec le gouvernement flamand? Existe-t-il des garanties quant à une décision définitive, quelle qu'elle soit, le 15 mars 2022? En d'autres termes, avons-nous une garantie que le 15 mars, on ne nous rejouera pas un manœuvre dilatoire de la Vivaldi par laquelle on arriverait encore à reporter la décision?
01.04 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, dank u voor uw vragen. Deze studie is niet nieuw, al is ze nu in de pers gekomen. Op uw vragen of ik ze heb gelezen en wat ik ermee heb gedaan, kan ik antwoorden dat ik er in december al kennis van heb genomen. Toen is de paper verschenen van de onderzoekers Kevin Milis, Johan Braet en Johan Springael, verbonden aan de Universiteit Antwerpen, en van Magdalena Stüber, verbonden aan de Technische Universität München, en hebben wij daar kennis van genomen. Voor ons was dit dus niet nieuw. Het is interessant, want de paper is een op een dispatchingmodel gebaseerde verkenning van de postnucleaire situatie van de Belgische energiemix.
Ik heb de paper meegebracht en begrijp dat
dit de eerste stappen zijn van de onderzoekers in de modellering van het
Belgische energielandschap. Dat lijkt me ook bevestigd te worden in de media die hierover in de
vorige weken hebben bericht en in de publieke verklaringen van de onderzoekers
in de pers. Het is een eerste toepassing van het urbs framework,
ontwikkeld aan de Technische Universität München, op het Belgische
energielandschap en een eerste dataset onttrokken aan de verschillende publiek
beschikbare databronnen van 2018. Hiermee wordt een economische optimalisatie
van het energiesysteem onder de veronderstelling van een kernuitstap en aan de
hand van het Belgisch verbruik in 2018 verkend. Alles vertrekt vanuit 2018 en
vanuit 2018 wordt er dan opgeschaald. De onderzoekers hebben in verschillende
scenario’s telkens een andere set van beperkingen voorzien. De resultaten tonen
voor elk scenario de geproduceerde elektriciteit en CO2-uitstoot van
de daaruit resulterende samenstelling van productiepark, opslag en import.
Daarmee zoeken de onderzoekers aansluiting bij studies en onderzoeken van ons Belgisch energiesysteem, zoals reeds meermaals uitgevoerd door verschillende instanties. Elia gebruikt het model Antares. Antares is ontwikkeld door de Franse TSO RTE en wordt ondertussen ook gebruikt door ENTSO-E voor de Europese adequacy studies. Door een aantal van jullie werd gevraagd welke conclusies ik trek uit deze studie van de Universiteit Antwerpen voor de Belgische bevoorradingszekerheid. Dat wordt gedaan op basis van een verplichting in het kader van de Europese methodologie, een Europese adequacy assessment door ENTSO-E, en een nationale adequacy assessment, gemaakt door de netbeheerder. Daarover hebben wij al ettelijke keren gediscussieerd in de commissie. U ziet dat er verschillen zijn.
Ik kom dan bij de andere studies. Het Federaal Planbureau gebruikt het model PRIMES, in 1994 ontwikkeld en geïmplementeerd door de Technical University of Athens. Verder zet EnergyVille het TIMES-model in dat ontwikkeld is als onderdeel van de IEA-ETSAP-methodologie. Dan is er nog het Crystal Super Grid, toegepast door het Federaal Planbureau en de Directie Energie van de FOD Economie, dat ontwikkeld werd door Artelys in het POST R&D-project, ondersteund door ADEME.
Het feit dat er mensen zijn die onderzoek doen over energie en nieuwe energiemodellen willen ontwikkelen kan ik alleen toejuichen. Ook aan de universiteit van Gent gebeurt er een verregaande modellering, bijvoorbeeld het model dat ook werd gebruikt in het kader van mijn rapport aan de regering over de bevoorradingszekerheid wat betreft prijzen. Verschillende universiteiten en instellingen gebruiken verschillende modellen en daar heb ik alleen respect voor.
Ik heb veel respect voor de mensen die dat opzoeken, die berekeningen maken om een beter inzicht te krijgen in de problematieken die hen boeien, waarvan ze wakker liggen. Zij kunnen ook een bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat, zeker als die kennis wordt ingezet om mee te werken aan oplossingen en innovatie. In mijn eigen team, in mijn administratie, bij de regulator en bij Elia zijn er veel dergelijke mensen. Dat geldt ook voor onze universiteiten, aan beide kanten van de taalgrens.
Ik wil hier een kleine kanttekening maken. Net als ik dat zou doen bij mijn eigen mensen, wil ik ook deze onderzoekers toch even aanspreken op wat ze gedaan hebben. De onderzoekers geven zelf aan dat hun berekeningen geen analyse maken van de bevoorradingszekerheid. Elk van u zei het nog even te hebben doorgenomen vooraleer naar de commissie te komen. Men kan die 16 pagina's natuurlijk perfect op de trein doornemen, maar in de studie staat letterlijk dat het niet gaat over de bevoorradingszekerheid. Het is logisch dat de onderzoekers dat zeggen. Ze maken immers geen modulering van de LoLE. Onze bevoorradingszekerheid wordt uitgedrukt aan de hand van de betrouwbaarheidsnorm, die vastligt in de elektriciteitswet en bepaald is op drie uur. Wij hebben hierover reeds veel gediscussieerd, ook in lopende zaken. Daarover gaat het echter niet. Toch concluderen ze dat er een risico van black-outs zou bestaan terwijl dit niet hard kan worden gemaakt met de resultaten. Deze ongegronde en suggestieve conclusie werd echter wel breed opgepikt in de pers.
Het is niet helemaal duidelijk of deze paper werd voorgelegd voor peerreview, zoals dat doorgaans het geval is met wetenschappelijke studies. Wel stel ik vast dat een collega van de onderzoekers, namelijk professor Stijn Derammelaere, zich op Twitter openlijk van de studie distantieerde: “Dit is zeker niet dé studie van de UAntwerpen, maar een studie van auteurs verbonden aan de UAntwerpen. De auteurs hebben dan ook geen overleg gehad met onze ingenieursfaculteit.”
Het is uiterst positief dat vorsers een eigen mening hebben, maar een mening kan al snel beschouwd worden als een wetenschappelijk onderbouwde conclusie. In dat opzicht moet enige voorzichtigheid aan de dag gelegd worden.
Ik kom dan bij de bevoorradingszekerheid. U vroeg wat dit betekent voor de bevoorradingszekerheid en welke conclusies ik daaruit trek. De bevoorradingszekerheid werd in extenso onderzocht door onze nationale netbeheerder in zijn adequacy and flexibility study, een wettelijke opdracht van de netbeheerder. De methodologie van de laatste adequacy and flexibility study, die hier in het Parlement werd toegelicht, is door de Europese Commissie in het kader van de staatssteun gevalideerd.
De Europese Commissie heeft de methodologie gevalideerd nadat het DG Energie en ACER ernaar gekeken hebben. Die bouwt immers voort op de methodologie zoals vastgelegd in het kader van een capaciteitsremuneratiemechanisme. Elia heeft daarin een grote expertise opgebouwd en deelt deze in de Europese samenwerking tussen netbeheerders en ENTSO-E. Elia maakt gebruik van internationaal erkende modellen en uitgebreide datasets van een Europees geïntegreerd systeem.
De methodologie toegepast in de adequacy and flexibility study van juni 2021 werd in het kader van de goedkeuring van het Belgische CRM door de Europese Commissie en ACER conform de Europese regelgeving bevonden. De toegepaste scenario's en datasets werden publiek geconsulteerd en afgestemd met de netbeheerders in de buurlanden. Elia onderzoekt daarmee wat nodig is om onze Belgische bevoorradingszekerheidnorm van drie uur LoLE te voldoen. Die analyses bepalen de volumes van jaarlijkse veilingen in ons Belgisch CRM. Met die veilingen zorgen we ervoor dat er genoeg capaciteit zal zijn om de kernuitstap op te vangen, uitgaande van een kalibratie op drie uur LoLE. Het is een adequacy and flexibility study, er zit dus een heel groot stuk in over flexibiliteit en ook over de verhoogde vraag in het kader van elektrificatie, niet alleen in 2025 maar ook in 2030 en later. Hierop wordt het Belgische beleid inzake bevoorradingszekerheid gebaseerd.
De Belgische wetgeving is met name opgesteld via een wettelijke opdracht van Elia. Dat kan gechallenged worden door de Universiteit Antwerpen, dat kan gechallenged worden door EnergyVille en dat kan gechallenged worden door het Federaal Planbureau. Elk van hen is al met andere modellen, andere uitgangspunten en input voor het beleid gekomen. Het Federaal Planbureau heeft bijvoorbeeld recent een studie uitgevoerd over interconnectie en offshore wind. Hoe kunnen we grote hoeveelheden hernieuwbare capaciteit laten groeien? Het Planbureau keek ook naar de impact op de CO2-uitstoot na de kernuitstap in 2025. Het bekeek de bijdrage van interconnectie, met name voor een Deense kabel die momenteel op tafel ligt. EnergyVille heeft bijvoorbeeld input geleverd over hetzelfde punt, namelijk het infaseren van grootschalige hernieuwbare energie. We baseren ons beleid echter op dit document, niet op de 16 pagina's van de Universiteit Antwerpen. Die pagina's zijn absoluut wel relevant. Ik nodig de onderzoekers uit om verder te gaan met hun nieuwe model om te kijken wat dit ons kan bijbrengen, maar ze moeten voorzichtig zijn met hun conclusies. Als ze geen onderzoek doen naar of een paper schrijven over bevoorradingszekerheid moeten ze die conclusies daar ook niet aan koppelen.
J'en viens à présent aux questions supplémentaires de M. De Smet qui me demande si l'étude en question a fait l'objet d'une analyse par mes services et d'un débat en Conseil des ministres. Comme ma réponse ci-dessus l'illustre, nous avons bien sûr analysé l'étude mais il n'est pas de coutume de discuter de toutes les études universitaires au Conseil des ministres. En ce qui concerne la situation actuelle sur le plan procédural, je renvoie aux travaux de cette commission de la semaine dernière.
Nous avons procédé à la première lecture d'un projet de loi à ce sujet et la deuxième lecture est prévue la semaine prochaine ainsi que le vote en séance plénière. De cette façon, nous garantissons l'approvisionnement et l'abordabilité à tout moment. Cette loi prévoit que si Vilvorde n'obtient pas de permis avant la date butoir du 15 mars, le candidat suivant qui dispose d'un permis exécutoire sera sélectionné.
01.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, voor elke studie zijn er natuurlijk ook commentaren over de manier waarop ze is gevoerd en over de manier waarop ze zich verhoudt tot andere studies. Dat is altijd het geval.
Na uw uitleg ben ik echter bijzonder geïnteresseerd om in de commissie de schrijvers van de studie te ontvangen, om eens even toe te lichten waarop hun model is gebaseerd en hoe zij tot hun conclusies zijn gekomen. Dat lijkt mij op zich geen slechte zaak. Het is immers niet omdat de studie dunner is, dat zij geen valabele elementen kan inhouden die nader moeten worden onderzocht.
Op dat vlak ligt er voor ons dus werk op de plank. Ik zal echter zeker het debat niet uit de weg gaan, om te bekijken welke zaken door de onderzoekers zijn aangehaald. Dat soort zaken laten verdwijnen, lijkt mij al helemaal geen goed idee.
Ik heb volgende week nog een vraag over een advies van de CREG, dat, zoals ik heb gemerkt, ondertussen van de website is verdwenen. Dat kunnen wij best in alle openheid doen.
De voorzitter: Waarvan akte.
01.06 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
U geeft aan dat de studie niet nieuw is. U was er al van in kennis gesteld in december 2021. Laten we dan toch stellen dat het om een heel recente studie gaat.
U merkt op dat ze verkennend is en gebaseerd op het verbruik van 2018. Ik heb echter het vermoeden dat u vandaag probeert de vis te verdrinken. U wijst erop dat de studie grotendeels suggestief is en dat de Universiteit Antwerpen eigenlijk afstand van de studie heeft gedaan, omdat ze niet op de hoogte was en het niet hun studie is.
Mijnheer de voorzitter, de suggestie van de heer Wollants is heel terecht. Misschien moeten wij proberen de onderzoekers naar de commissie te halen om tekst en uitleg te geven over de studie. Er is immers herhaaldelijk gesteld dat een en ander het boek is waarop men zich baseert en dat het maar 16 pagina's is. Indien die pagina's echter belangrijke conclusies bevatten waarmee wij rekening moeten houden, is dat ten minste de overweging waard.
Mevrouw de minister, een aantal bezorgdheden in de studie zijn zeker en vast pertinent. Er wordt gesproken over afhankelijkheid van gascentrales. Dat is correct en een terechte bezorgdheid. Er wordt gesproken over de onvoorspelbaarheid van zon en wind, ook een punt dat hier in de commissie al een aantal keer is opgemerkt. Zij halen ook de integratie aan van alternatieve energie in de energiemix, waarbij zij ervoor waarschuwen dat, wanneer te snel wordt gegaan, erg zware investeringen moeten worden gedaan, om die integratie mogelijk te maken. Iemand zal uiteindelijk die rekening moeten betalen.
Voor alle duidelijkheid, mevrouw de minister, ik ben niet tegen alternatieve energie in de energiemix.
U zei daarnet dat u in de toekomst naar de interconnecties kijkt, maar daarmee trekt u in feite zelf weer een andere conclusie, namelijk dat we afhankelijk zijn van buitenlandse energie. Uiteraard zijn onze mogelijkheden om alternatieve energie op te wekken beperkt. Binnenkort staat de kustlijn vol, en ook voor windmolens op land zijn er niet meer zo heel veel mogelijkheden. Met zonnepanelen is er nog wel groei mogelijk, maar toch zal er hier en daar een rem zijn. In dat geval moet u wel naar andere landen kijken, zoals interconnecties met Duitsland of de kabel naar Denemarken. Zulke zaken maken ons bijzonder kwetsbaar, want iets strategisch als energie moeten we absoluut zoveel mogelijk in eigen handen houden.
Als ik de verschillende conclusies van de studie bekijk en vervolgens kijk naar de debatten die we hier hebben gevoerd en naar het antwoord dat u zonet gaf, dan zou ik niet zonder meer durven te stellen dat de studie suggestief is. Ze kan dan misschien gebaseerd zijn op het verbruik van 2018, maar we weten allemaal dat de energiebehoefte de komende jaren exponentieel zal blijven groeien.
Ik vind het ook heel erg dat wanneer dergelijke wetenschappelijke studies in de pers komen, nog steeds de automatische reflex volgt dat over de kernuitstap al beslist is. Steeds klinkt dat het helemaal niet de bedoeling is dat de kerncentrales langer open blijven, terwijl er nog volop een aantal parameters worden afgetoetst binnen de regering en ook niet iedereen binnen de regering uw mening deelt. Soms heb ik het gevoel dat de grond u wel heel heet onder de voeten wordt als het over dit thema gaat.
Mijnheer de voorzitter, ik heb een motie ingediend waarin ik vraag om de wetenschappelijke studie hoe dan ook mee te nemen in de besluitvorming rond een eventuele levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Die beslissing moet in principe volgende maand vallen.
01.07 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses très claires. Je n'ai rien à ajouter. Nous attendons de voir ce que la Vivaldi nous proposera le 15 mars.
Deze boeiende discussie is zeker nog niet
afgelopen. Ik wou nog even uit het
rapport citeren: "While the energy mix is a societal and political
choice on which the authors do not share the same opinion, the presented result
indicates that a nuclear phase-out in the current Belgian situation is
desirable." Dat is natuurlijk een
waardeoordeel. Zij besluiten:
"The modelresult shows that there is more work needed to accurately
model the impact of the increased projectable predicted renewable penetration
on the transmission grid stability and blackout risk as well as investigating
the blackout risk surrounding high dependency on imported electricity."
Dit geeft weer waar de studie over gaat, maar het is ook een teken van bescheidenheid. Als wij ervoor pleiten om geen greenwashing te doen, moet over deze studie waarschijnlijk ook geen "blackwashing" worden gedaan.
Wij kijken allemaal uit naar het verdere werk van de regering.
Ik neem akte van de motie van aanbeveling van de heer Van Lommel en van de eenvoudige motie van mevrouw Buyst om tot de orde van de dag over te gaan.
01.08 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, omdat u commentaar geeft op de studie, wil ik ook graag nog iets zeggen. Ik heb ook geluisterd naar het debat. Ik moet zeggen dat de minister dit heel correct en uitvoerig doet, maar ik vind ook dat ze nogal braaf is over die studie. Ik hoor de vraag om die mensen hier uit te nodigen. De heer Van Lommel zegt die studie goed te hebben bekeken, omdat hij van een eerlijk debat houdt. Ik heb hem in de plenaire vergadering de minister echter al persoonlijk zien aanvallen en dat vond ik absoluut niet eerlijk.
Ik heb die studie ook bekeken en ik heb de reactie van de onderzoekers gezien. Men kan alles zeggen in 16 pagina's. Ik zag vooral krantenkoppen waarin heel snelle conclusies werden getrokken. Ik heb die onderzoekers vervolgens aan het woord gezien. Elke conclusie werd onmiddellijk zwaar genuanceerd door henzelf. Ik denk dat ze zelf geschrokken waren van de krantenartikels die hun studie heeft opgeleverd, los van alle bedenkingen van andere wetenschappers van de Universiteit Antwerpen.
Ik wil hier gerust over elke studie debatteren, maar het zou de heer Van Lommel sieren om ook naar andere studies te verwijzen. De heer Wollants had tenminste de eerlijkheid om ook naar andere studies te verwijzen die hebben aangetoond dat de betaalbaarheid van de kernuitstap wellicht niet het grootste probleem is. Het is absoluut zo dat er moeilijkheden zijn waarover wij gedachten moeten wisselen, maar ik heb toch iets meer vertrouwen in andere studies die ik daarover heb gezien.
Mijnheer Van Lommel, u hebt het altijd over de onvoorspelbaarheid van hernieuwbare energie en de problemen met gascentrales, maar kijk naar Frankrijk. Dan zult u zien dat er vandaag geen enkele productievorm bestaat waarover men zich geen zorgen maakt. Dit zal altijd een moeilijk verhaal zijn.
U had het ook over energieconnectie. Zelfs een nieuwe Vlaamse stadstaat zou het buitenland nodig hebben. Wij zullen het nooit alleen kunnen doen. Die connectie, zeker in een centraal gelegen land als België, zal bijzonder belangrijk zijn.
Mijnheer de voorzitter, ik hoor de vraag om de wetenschappers te horen. Ik wil er op wijzen dat wij dat voor andere studies ook niet altijd hebben gedaan. Dat lijkt mij dus minder nuttig.
01.09 Reccino Van Lommel (VB): Kijk, mijnheer Verduyckt, ik kom hier debatteren en vragen stellen over onderwerpen waarvan ik de politieke relevantie inzie. Daarover moet u niet oordelen. Als u vindt dat u zich ook in het debat moet mengen, dan moet u zelf ook vragen indienen.
Zoals u heel goed weet, doen wij mee aan alle debatten over de bevoorradingszekerheid. Dat hebben wij altijd gedaan. U moet niet zeggen dat wij selectief zijn, want wij kijken ook naar andere studies. Als die in deze commissie worden behandeld, zullen wij daarover ook onze mening geven. Kom dan maar met die studies.
Met betrekking tot de import uit het buitenland, herinner ik u eraan dat het uw minister Vande Lanotte is geweest die destijds alles aan Frankrijk heeft verkocht. U moet nu niet komen zagen dat onafhankelijkheid van andere landen niet mogelijk is.
Het debat eerlijk voeren, doet men van alle kanten.
01.10 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijn naam is genoemd. Ik wil toch nog even reageren.
De heer Van Lommel zegt het debat eerlijk te willen voeren. Over alle andere studies hebt u geen interpellaties ingediend. Nu verschijnt een studie die u zeer goed uitkomt en u dient daarover een interpellatie in. Wat heeft dat met een eerlijk debat te maken? Dan had u over de andere studies ook een interpellatie moeten indienen.
Le président: Du choc des idées jaillit la lumière.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel
en het antwoord van de minister van Energie,
- gelet op de studie van onderzoekers van de Universiteit Antwerpen waarin de impact van een volledige kernuitstap werd gesimuleerd;
- overwegende dat een volledige kernuitstap volgens de studie zal leiden tot ongewenste effecten inzake de prijs, bevoorradingszekerheid, C02-doelstellingen en importafhankelijkheid;
vraagt de regering
de wetenschappelijke studie mee te nemen in de besluitvorming wat betreft de beslissing over een eventuele levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Reccino Van Lommel
et la réponse de la ministre de l'Énergie,
- eu égard à l'étude réalisée par des chercheurs de l'université d'Anvers, consistant en une simulation de l'incidence d'une sortie complète du nucléaire;
- considérant que selon l'étude, une sortie complète du nucléaire entraînera des effets indésirables sur le plan des prix, de la sécurité d'approvisionnement, des objectifs en matière de CO2 et de la dépendance des importations;
demande au
gouvernement
de prendre en considération cette étude scientifique dans le processus décisionnel relatif à une éventuelle prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Kim Buyst.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Kim Buyst.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Interpellatie van Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De vaststellingen van de Ombudsdienst voor Energie over de sterk oplopende energiefacturen" (55000249I)
02 Interpellation de Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les constatations du Service de Médiation de l’Énergie sur les factures d'énergie en forte hausse" (55000249I)
02.01 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, ik voorzie dat de heer Verduyckt alweer zenuwachtig zal worden want ook voor dit heikele punt op de agenda heeft hij noch zijn regering een oplossing, namelijk de sterk stijgende energiefacturen.
Mevrouw de minister, de federale ombudsman voor Energie deed over de kwestie enkele uitspraken en het is geenszins mijn bedoeling om hem hier vandaag in de problemen te brengen. Ik vind het bijzonder moedig dat hij conclusies formuleert. Die man staat uiteindelijk dagelijks in de realiteit en hij schetste in het interview met Het Laatste Nieuws een realistisch beeld van hetgeen hij dagelijks meemaakt. Ik vind het bijzonder belangrijk om ook naar zulke mensen te luisteren.
Er wordt hier in het Parlement ondertussen reeds enkele maanden gedebatteerd over de ongeziene prijsstijgingen voor energie waarmee we worden geconfronteerd, en natuurlijk moeten we de invloed van de geopolitieke situatie met onder andere de spanningen met Rusland op de mondiale gasprijs afwachten. Het feit is dat alsmaar meer mensen hun energiefactuur niet kunnen betalen. Gisteren werd trouwens ook nog eens duidelijk dat hoe langer hoe meer gezinnen bij het OCMW moeten aankloppen. Mevrouw de minister, het was even slikken toen de ombudsman waarschuwde dat in de komende maanden misschien wel honderdduizenden gezinnen in financiële problemen komen en in energiearmoede dreigen te verzeilen.
Het sociaal tarief werd wel uitgebreid naar 1 miljoen gezinnen, maar heel wat consumenten, bijvoorbeeld uit de lagere middenklasse, vallen uit de boot, terwijl ook zij te maken krijgen met hoge eindafrekeningen. Wij mogen dat probleem niet onderschatten. Wie slim is geweest en voor oktober 2021, toen de prijsstijgingen begonnen, een vast contract van een jaar, in sommige gevallen zelfs drie jaar, heeft gesloten, is nog redelijk goed af, want die kan voorlopig verder met de bestaande prijzen. Hoe langer hoe meer vaste contracten lopen af, waardoor zij ook nieuwe contracten moeten sluiten. Energieleveranciers zijn op het moment niet echt happig om vaste contracten aan te bieden, waardoor mensen hun energie peperduur zullen betalen.
De ombudsman sprak ook over misleidende communicatie van energieleveranciers, die op listige wijze de tarieven in vaste contracten alsnog willen verhogen, een probleem waar we ook vroeger al vaker over debatteerden.
Leveranciers proberen vaak te profiteren van het gebrek aan kennis bij
de consument. De ombudsman pleit in het interview voor structurele maatregelen.
Hij vindt enerzijds de uitbreiding van het sociaal tarief en de btw-verlaging
een goede zaak. Toch betreurt hij het dat de btw-verlaging maar voor enkele
maanden is, waardoor die geen al te groot effect zou hebben. De
verwarmingspremie van 100 euro zijn peanuts volgens hem. Uit diverse
bronnen in regeringskringen en zelfs van iemand die met u aan de tafel heeft
gezeten, heb ik gehoord dat de btw-verlaging op gas voor u no pasarán
was, enkel en alleen omdat voor u de milieudoelstellingen meespeelden. Dat is
wel erg en de ombudsman vindt dat ook. De mensen kunnen hun energiefactuur
immers niet betalen en verwachten daarom doortastendheid. Hij spreekt daarom
ook van een gemiste kans.
Mevrouw
de minister, ik wil niet voor de ene of gene maatregel pleiten, maar wij moeten
wel alle kanten van het verhaal horen. Nu blijkt dat de energieleveranciers,
vermits het aandeel sociaal tarief toegenomen is en zij de volle pot aan onder
andere de producenten moeten voorschieten, soms tot wel twee jaar moeten
wachten vooraleer ze het verschil tussen het werkelijke bedrag en het sociaal
tarief dat door de consument betaald wordt, teruggestort krijgen. Enkele
maanden geleden nog waarschuwde u dat we absoluut moesten vermijden dat er nog
meer energieleveranciers failliet gaan, omdat zulks nefast is voor de
consument. Die bezorgdheid moet de nodige aandacht krijgen.
Deelt u
de bezorgdheden van de federale ombudsman? Welke conclusies trekt u hieruit?
Hoe zal het beleid hierop anticiperen?
Is er
voldoende capaciteit om de klachtenregen op te vangen zonder grote
vertragingen? De ombudsman heeft gesteld dat zijn diensten de jongste tijd
overspoeld worden met vragen van consumenten.
De ombudsman pleit ook voor structurele maatregelen. Wanneer wilt u eigenlijk landen en structurele oplossingen bieden voor de dure facturen van zowel gas als elektriciteit?
Hoe vermijdt u dat nog meer energieleveranciers, die uiteraard niet worden gecatalogeerd als producent, in moeilijkheden raken of failliet gaan? Energieleveranciers die zelf produceren, hebben meer marge om de crisis te overleven, dan energieleveranciers die zelf afhankelijk zijn van producenten en alles moeten inkopen.
02.02 Minister Tinne Van der Straeten: Ik denk niet dat collega Verduyckt zenuwachtig wordt van uw interpellatie, wel van de praktijken op de markt vandaag. Vandaar dat de heer Verduyckt, lang voor er problemen waren, reeds wetgevende initiatieven heeft genomen in de commissie, onder meer inzake de slapende energieproducten. Uw interpellatie zal dan ook alleen maar omarmd worden. Belangrijker nog is dat er reeds veel wetgevend werk is verricht in de commissie en dat er naar nog meer initiatieven wordt gekeken. Ik kan uiteraard niet spreken in naam van de heer Verduyckt.
Wij delen alvast de bezorgdheden van de ombudsman. Tijdens het begrotingsconclaaf in oktober werd reeds besloten om een verhoogd toezicht uit te oefenen op de leveranciersmarkt. Ook de Europese regulator ACER pleit voor een dergelijk verhoogd toezicht vanuit de overheden en regulatoren samen. Het uitgebreide toezicht komt dus nu niet alleen toe aan de regulator, maar ook aan de ombudsman en de Economische Inspectie, met de vraag om de drie bevoegde ministers, namelijk de minister van Economie in het kader van de handelspraktijken, de staatssecretaris van Consumentenbescherming, en mezelf als minister van Energie, te informeren over de klachten die tot bij hen komen. Bedoeling is uiteraard ons beleid te kunnen bijsturen. Een paar weken geleden beraadslaagden we over de uitfasering van slapende producten en vorige week nog over de uitfasering van het sociaal tarief in het kader van het wetsontwerp inzake de hogere prijzen.
Wat de soorten klachten betreft, gaat de eerste groep klachten over de prijzen en de tarieven. Die klachten gaan over meerdere leveranciers. Er is niet één leverancier die er bovenuit steekt. Integendeel, het is marktbreed en leverancierbreed.
Ik heb daarover contacten gehad met de ombudsman toen we de wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake energie aan het voorbereiden waren. Dat wetsontwerp wordt trouwens volgende week in de plenaire vergadering behandeld en bevat onder andere een verstrenging van de regeling inzake voorschotfacturen. Het legt de leveranciers ook verplichtingen op inzake voorschotten. Vorige week hebben wij daarover al gesproken.
De
klachten over een ongewilde switch van een vast naar een variabel tarief werden
ook meteen aangepakt, maar in de meeste gevallen gebeurde die switch in strijd
met de huidige wetgeving. Het lijkt mij dat het dan ook geen zin heeft om als
wetgever nog te gaan verstrengen. We volgen dit wel goed op en laten de
controle op de markt haar werk doen.
Bij de klachten over marktpraktijken kijken we specifiek naar één leverancier die een overgang van contracten voorzag en dit naar eigen zeggen deed in het raam van de wet inzake slapende producten. In die wetgeving is in een duidelijke communicatie met de klant voorzien. De CREG merkte echter dat de wijziging van voorwaarden niet steeds in het raam van die wet gebeurde, maar dat men zich er wel achter verstopte. Deze zaak werd uitgeklaard door de CREG en rechtgezet door de leverancier in kwestie. Ook hierover hebben wij in deze commissie al gepraat. Ik heb toen gezegd dat als de leverancier een fout maakt, het aan de leverancier toekomt die fout recht te zetten; hij kan dan niet zeggen dat de klant hem maar moet contacteren.
De klachten situeren zich uiteraard niet allemaal op het federale niveau. Er is ook een pak klachten over de installatie van de digitale meters en over de Vlaamse openbare dienstverlening. Het gaat om bijna een kwart van de klachten bij de federale ombudsdienst. Daar kunnen wij uiteraard niets aan doen.
Ook de klachten over klantenservice zijn wat gestegen, met zo’n 2 %. Dit zou het gevolg zijn van onbeschikbaarheden bij de leveranciers door de Vlaamse migratie naar MIG6. Ik heb echter van de leveranciers vernomen dat de migratie naar MIG6 goed verliep. Naar mijn vermoeden zullen de klachten die hiervan het gevolg waren dit jaar dan ook weer afnemen.
Inzake
de betalingsproblemen was er dan weer wel een eerder positieve boodschap.
Leveranciers ondertekenden in 2021 het coronacharter,
dat een initiatief was van Pierre-Yves Dermagne, Eva De Bleeker, mijzelf en de
sector. Dit werd
duidelijk goed opgevolgd door de leveranciers. Ik ben erkentelijk dat de
ombudsman dit uitdrukkelijk in zijn persbericht vermeldt, omdat het niet
vanzelfsprekend blijkt de extra inspanningen die leveranciers in deze tijden
voor hun klanten doen te erkennen. Die inspanningen zijn er wel degelijk.
Wat de capaciteit van de ombudsdienst betreft, kan ik u melden dat deze regering het budget van de ombudsdienst elk jaar zonder aanpassingen heeft goedgekeurd. De financiering van de ombudsdienst gebeurt in hoofdzaak aan de hand van een ombudsbijdrage die verschuldigd is door elke elektriciteits- en gasonderneming, verdeeld op basis van het aantal klachten voor elk van de ondernemingen.
Het werkingsbudget dat door de ombudsdienst voor 2022 wordt voorgesteld, bedraagt 1,8 miljoen euro, zijnde een kleine verhoging ten opzichte van de begroting voor 2021. Daarvan gaat jaarlijks 80 % naar personeelsuitgaven, goed voor 18 FTE.
Er wordt een evaluatie gemaakt om de werking en de personeelsnood van de ombudsdienst te herbekijken. Dit zullen we doen zodra er een nieuw College van federale Ombudsmannen en/of -vrouwen is aangesteld. De ombudsdienst moet vandaag inderdaad veel meer klachten verwerken dan normaal, maar daar heeft onze ombudsman zelf al een mouw aan aangepast. Voor de inkomende klachtenstroom zal de ombudsman werken met verschillende interims. Verschillende klachtensoorten gaan over hetzelfde onderwerp, zoals klachten over verhogingen van voorschotfacturen en over omschakeling naar variabele producten. Deze klachten kan de ombudsdienst nu samen aanpakken.
Er worden hierover generieke aanbevelingen opgesteld, waardoor er werk en tijd wordt bespaard. Ik heb met de ombudsman gesproken over die generieke aanbevelingen, waarvan ik zelf een groot voorstander ben omdat een dergelijke aanbeveling die over de hele sector gaat, naar aanleiding van individuele klachten die werden vastgesteld, ook input vormt voor het beleid om indien nodig te kunnen bijsturen.
Wat structureel beleid betreft, heeft deze regering veel stappen gezet. Om te vermijden dat de factuur zou stijgen door de federale heffingen is de grondige hervorming van de factuur geïmplementeerd onder de vorm van de energienorm en de verwerking van de federale heffing in een accijns. Dat is een maatregel die vanaf 1 januari 2022 door de leveranciers werd geïmplementeerd. U weet dat de leveranciers zeggen dat implementatie moeilijk is en dat zij daar tijd voor vragen. Ik stel vast dat zij kosten noch moeite hebben gespaard om dit te implementeren vanaf 1 januari 2022. Bovenop deze hervorming kijken minister Van Peteghem en ikzelf momenteel naar de uitwerking van een cliquetsysteem.
Ten slotte wil ik er nogmaals aan herinneren dat alle instanties die vanuit de federale bevoegdheid de marktwerking, de consumentenpraktijken en de leverancierszaken opvolgen, namelijk de CREG, de Economische Inspectie en de ombudsdienst, vorig najaar een brief hebben gekregen om de problemen die zich zouden stellen steeds snel te melden. Dat is de verhoogde waakzaamheid die wij hebben geïmplementeerd. Een groot voordeel daarvan is dat er een versterkte samenwerking is tussen deze drie actoren. Ik verneem dat er geregeld informatie wordt uitgewisseld over dossiers om een zo goed mogelijke opvolging te voorzien.
U bevraagt mij ook over de acties die ik onderneem om kleinere
energieleveranciers te helpen, maar bij mijn weten heeft de Ombudsdienst voor Energie zich niet over dat onderwerp uitgesproken. Ik wil u natuurlijk geen
antwoord op uw vraag onthouden, maar ik wil wel benadrukken dat het beschermen
van kleine leveranciers niet onder de federale bevoegdheid valt,
consumentenbescherming daarentegen wel. Het is ook voor consumenten van belang
dat er concurrentie blijft bestaan op de markt. Het is in het voordeel van
iedereen dat er geen kleine leveranciers overkop gaan, dus doen wij vanuit onze
federale bevoegdheid zoveel mogelijk om dat te voorkomen. Bij de financiering
van de uitbreiding van het sociaal tarief, bijvoorbeeld, is er een
prefinanciering voorzien, net zoals voor de federale forfaitaire kortingen die
worden toegekend, bijvoorbeeld de 80 euro. Dat zorgt voor een verhoging
van de kaspositie van leveranciers. Wat wij van onze kant kunnen doen, is
in deze moeilijke tijden voor de leveranciers de kaspositie niet onnodig te
verzwaren.
Daarnaast is het niet minder belangrijk dat een gelijk speelveld voor leveranciers wordt gecreëerd en dat de regels voor iedereen zo duidelijk mogelijk zijn. Met de wet houdende diverse bepalingen zullen wij dus alweer een stap in de goede richting zetten.
02.03 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, de hoge energieprijzen zullen nog wel een tijdje aanhouden. Dat is nu eenmaal een wereldfenomeen waar wij niet onderuit kunnen. Hoe dan ook zullen wij moeten bekijken hoe wij ze het hoofd kunnen blijven bieden.
U zegt dat de klachten die de Ombudsdienst voor Energie ontvangt, worden meegenomen in het beleid. Dat is zeker belangrijk, want zo weet men wat er leeft en wat er allemaal gebeurt. De energieleveranciers hanteren natuurlijk creatieve praktijken en dat zullen zij blijven doen, welke wetgeving er ook rond wordt gemaakt, maar het is van belang om dat altijd goed te blijven onderzoeken en voldoende tools te voorzien om inzake die malafide praktijken ook boetes en dergelijke mogelijk te maken.
Er is inderdaad – ik geef dat ook toe – heel wat wetgevend werk verricht in de voorbije maanden, maar er is in de komende periode ook nog veel werk aan de winkel.
U zegt voorts dat 25 % van de klachten geen federale bevoegdheid maar een Vlaamse materie betrof. Dat is waar, maar hoe u het ook draait of keert, het aantal klachten dat de Ombudsdienst voor Energie te verwerken kreeg, is wel exponentieel toegenomen.
Als we nadenken over structurele maatregelen, dan volstaat de veelbesproken draaiknop aan de accijnzen natuurlijk niet enkel. Het gaat onder meer ook over een structurele btw-verlaging, waarvan de ombudsman trouwens voorstander is. Ik weet dat er op Vlaams niveau ook nog heel wat kan gebeuren om de energiefactuur verder te ontvetten. Ik kan echter slechts vaststellen dat er op dat vlak binnen de regering evenveel meningen als partijen zijn, maar de burger heeft daar geen baat bij, want op het eind van de rit kan de burger zijn energiefactuur nog altijd niet betalen. Partijvoorzitters die gaan daten, moeten misschien ook eens afspreken met mensen die hun energiefactuur niet kunnen betalen, zodat zij eens goed horen wat er leeft bij die mensen en wat er in zulke gezinnen omgaat.
Los van de verschillende meningen over de btw-verlaging in de regering, blijf ik erbij dat de verwarmingspremie van 100 euro echt een aalmoes is. Zelfs de ombudsman spreekt van een gemiste kans, peanuts noemt hij het letterlijk. Volgens mij percipieert de bevolking dat ook zo. Meer doortastendheid is dus nodig. Ik snap dat u ging dwarsliggen voor een btw-verlaging op gas, bijzonder spijtig dat dit moest gebeuren. Ik kan maar vaststellen, zoals in veel dossiers, dat er in deze regering weinig werkt. Het energiedossier is weer typisch een dossier waarvan de burger het slachtoffer is.
Mijnheer de voorzitter, ik dien een motie van aanbeveling in. Daarmee vraag ik om indien nodig maatregelen te nemen om de capaciteit van de Ombudsdienst voor Energie te verhogen. Er wordt gesteld dat de druk op die dienst eind dit jaar wellicht zal afnemen, maar dat weten we niet. Volgens mij zijn we alvast nog lang niet uit de problemen. Voorts vraag ik een structureel ingrijpen in de energiefactuur, onder meer met de doorvoering van een permanente en onvoorwaardelijke btw-verlaging op elektriciteit en ook op aardgas. Ik vraag om te waken over het verschil tussen de werkelijk te betalen energiekosten en de voorschotten van het sociaal tarief, om nog meer faillissementen in de toekomst te vermijden.
Ik heb begrepen dat de regering werkt aan prefinanciering om die bedrijven te beschermen, maar dit blijft toch een aandachtspunt in de toekomst.
02.04 Bert Wollants (N-VA): De minister verwijst heel graag naar de energienorm en de structurele overgang van het ene naar het andere, maar we moeten toch wel opmerken dat het effect van het verschil tussen 2021 en 2022 op de factuur nihil was. Het is dan wel een structurele overgang, maar we wachten op het moment dat de burger het verschil ziet. U zult dan zeggen dat heel wat kosten niet in de factuur werden doorgerekend, maar de factuur is in 2022 op het vlak van federale heffingen, op basis van de factcheck, iets hoger dan in 2021. Dat verschil merkt men dus niet.
De oplossing via de verwarmingspremie is allemaal goed en wel, iedereen krijgt iets, maar de ombudsman zegt wel dat het peanuts blijft. Daar wordt geen antwoord op gegeven. Aan een deel van de bevolking die amper een stijging heeft gezien, geeft men hetzelfde als aan het deel dat duizenden euro's per jaar meer moet betalen.
De voorzitter: U moet hier afsluiten, want dit gaat niet meer over de interpellatie.
02.05 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar artikel 131, waarin staat dat bij een interpellatie nog drie mensen die geen interpellatie hebben ingediend kunnen repliceren.
De voorzitter: Maak uw zin af, dan ronden wij af.
02.06 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u bent niet verantwoordelijk voor het in dienst houden van de kleine leveranciers, maar een studie in Nederland heeft uitgewezen dat bij elk faillissement de prijs voor de klant wel structureel omhoog is gegaan. Op dat vlak hebt u wel een verantwoordelijkheid en ik ben blij dat u ter zake stappen zet.
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel
en het antwoord van de minister van Energie,
- gelet op de uitspraken van de Federale Ombudsman Energie, waarbij wordt gesteld dat mogelijk honderdduizenden gezinnen in de energiearmoede zullen storten;
- gelet op de gestelde bedenkingen over het uitblijven van structurele maatregelen in de strijd tegen de hoge energiefactuur;
- gelet op de gestelde bedenking dat de verwarmingspremie van 100 euro "peanuts is tegenover de hoge facturen" en een gemiste kans is;
- gelet op de onderbemanning van de ombudsdienst die de klachten amper kunnen bijhouden;
- overwegende dat een laattijdige betaling van de overheid aan energieleveranciers inzake het sociaal tarief de operatoren dwingt tot creativiteit ten nadele van de consument;
- overwegende dat een permanente BTW-verlaging op elektriciteit en aardgas, gecombineerd met een verdere ontvetting van de factuur structureel bijdragen tot een verlaging van de energiefactuur;
vraagt de regering
- maatregelen te nemen om de capaciteit van de ombudsdienst te verhogen;
- structureel in te grijpen op de energiefactuur;
- een permanente en onvoorwaardelijke BTW-verlaging door te voeren voor aardgas én elektriciteit;
- aan de energieleveranciers tijdig het verschil tussen het werkelijke en het sociale tarief uit te betalen om nog meer faillissementen te vermijden die nefast zouden zijn voor de consument."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Reccino Van Lommel
et la réponse de la ministre de l'Énergie,
- eu égard aux déclarations du Service de Médiation de l’Énergie selon lesquelles des centaines de milliers de ménages risquent de tomber dans une situation de pauvreté énergétique;
- eu égard aux considérations sur l'absence de mesures structurelles pour faire face aux factures énergétiques élevées;
- eu égard à la réflexion selon laquelle la prime de chauffage de 100 euros "ne représente que des cacahouètes face au niveau élevé des factures" et constitue une occasion manquée;
- étant donné que le service de médiation est en sous-effectif et qu'il parvient à peine à suivre le rythme des plaintes;
- considérant que les paiements tardifs de l'État aux fournisseurs d'énergie dans le cadre du tarif social forcent les opérateurs à faire preuve de créativité au détriment du consommateur;
- considérant qu'un abaissement permanent de la TVA sur l'électricité et le gaz naturel, combiné à un nouvel écrémage de la facture, contribueront structurellement à réduire le niveau de la facture énergétique;
demande au
gouvernement
- de prendre des mesures pour accroître la capacité du service de médiation;
- d'intervenir structurellement sur la facture d'énergie;
- de procéder à un abaissement permanent et inconditionnel de la TVA sur le gaz naturel et l'électricité;
- de payer dans les délais la différence entre le tarif réel et le tarif social aux fournisseurs d'énergie pour éviter de nouvelles faillites qui seraient néfastes pour le consommateur."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Kim Buyst.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Kim Buyst.
Mijnheer Van Lommel, u maakt gebruik van uw rechten en dat is goed. Over het thema van de btw hebt u al een motie ingediend.
02.07 Reccino Van Lommel (VB): Daar zijn zelfs al wetsvoorstellen over ingediend.
De voorzitter: Dit zal worden voorgelegd aan de Conferentie van voorzitters, die de moties ter stemming zal brengen.
De vergadering wordt gesloten om 11.04 uur.
La séance est levée à 11 h 04.