Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mercredi 16 février 2022 Après-midi ______ |
van Woensdag 16 februari 2022 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 19 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
01 Vraag van Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De lagere terugkeercijfers" (55024750C)
01 Question de Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La diminution des chiffres relatifs aux retours" (55024750C)
01.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, in totaal zijn vorig jaar 5.340 personen gecontroleerd naar hun land teruggekeerd. 1.984 van hen deden dat onder dwang. Dat aantal ligt een stuk onder het niveau van 2019 en dat cijfer was reeds het laagste in 10 jaar. Bij uw aantreden zei u nog dat het uw ambitie was om de terugkeercijfers sterk op te drijven.
Vorig jaar werden eveneens 1.299 criminelen teruggestuurd naar hun land van herkomst. Van hen waren er 306 die gedwongen het land werden uitgezet en weigerden om een PCR-test af te leggen, die in vele gevallen vandaag verplicht is. U kondigde aan daarvoor een oplossing te zullen uitwerken door de PCR-test verplicht te maken.
Mijnheer de staatssecretaris, hoeveel criminelen werden er in 2021 teruggestuurd naar een Schengenland respectievelijk een niet-Schengenland?
Ik heb een gelijkaardige vraag voor de migranten. Hoeveel werden er teruggestuurd naar een Schengenland respectievelijk een niet-Schengenland?
Welke timing stelt u voorop voor de invoering van een verplichte PCR-test? Het lijkt mij uitdagend om een dergelijke verplichting met rechtszekerheid op te leggen. Acht u het realistisch om die verplichting in te voeren? Hebt u een plan B achter de hand?
Bij uw aantreden stelde u nadrukkelijk dat u de terugkeercijfers wilde opdrijven. U zei dat uw beleid daarop afgerekend mocht worden. Wij zijn nog niet aan de eindmeet, maar de tussentijdse resultaten zien er niet bijzonder veelbelovend uit. Welke conclusies trekt u daaruit? Welke bijkomende initiatieven zult u nemen?
01.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, ik heb het ooit al eens gezegd in de commissie, maar ik zal het herhalen voor u: het federaal Parlement is coulanter dan het Vlaams Parlement. Een strenge voorzitter zal daar cijfermatige vragen in de vergadering van tafel vegen – ze wordt daar niet behandeld – en die doen omzetten in schriftelijke vragen. In het federaal Parlement is men streng, rechtvaardig maar humaan, zoals met het migratiebeleid, en dus wordt uw vraag alsnog behandeld.
Ik zal uw vragen naar een overzicht van het aantal terugkeerders, gedetailleerd per land, crimineel en niet-crimineel in 2021 en de voorgaande jaren, en van de PCR-tests hier niet beantwoorden – daarvoor heb ik een aparte commissievergadering nodig – en dring erop aan dat u ze schriftelijk indient.
Wij maken werk van een aantal maatregelen die de terugkeer, die vandaag bemoeilijkt wordt door covid, verbeteren, alsook van de invoering van de verplichting tot PCR-tests, die vaak worden geweigerd.
Dan kan men het excuus van covid niet gebruiken om niet terug te keren, wanneer dat moet. De Dienst Vreemdelingenzaken en mijn kabinet zijn al een paar weken bezig om die verplichting juridisch hard te maken. U geeft ook terecht aan dat de verplichting juridisch bijzonder goed moet zijn onderbouwd, wil ze overeind blijven. in elkaar moet steken om ervoor te zorgen dat het staande blijft. Wij hopen dat werk snel te kunnen afronden.
U stelde ook een aantal vragen over het terugkeerbeleid van de afgelopen tien jaar en concludeerde uit uw vergelijking dat het voorbije jaar de laagste cijfers werden opgetekend. In de voorbije tien jaar was er volgens mij geen covid. Uiteraard moeten we discussiëren over het migratiebeleid, maar we moeten ons in elk debat wel baseren op de juiste context. Vraagstellers mogen niet uit het oog verliezen dat covid de terugkeercijfers heeft beïnvloed, waarmee ik niet gezegd wil hebben dat het beleid niet op de daden mag worden afgerekend, mijnheer Roggeman.
Die beleidsdaden bestaan er onder andere in dat 30.000 mensen niet langer een bevel krijgen om het grondgebied te verlaten zonder opvolging. Wij zorgen voor individuele begeleiding. Wij hebben 700 extra medewerkers aangeworven in de hele asiel- en migratieketen. Helaas werd er in de voorbije jaren op de migratiedienst bespaard, onder het mom van beter beleid. Dat heeft gezorgd voor een tragere behandeling van de dossiers en een minder goede opvolging van wie moest terugkeren.
Nog een element van ons migratiebeleid zijn de regionale terugkeerbureaus, verspreid over het hele land, waardoor we personen die anders enkel een velletje papier dienen op te halen in Brussel, individueel aanklampend op te volgen. In ons aanklampend terugkeerbeleid werken er heel wat terugkeerbegeleiders van de DVZ, trouwens ook in de gevangenissen, met tien extra DVZ-medewerkers die criminelen die niet op ons grondgebied horen te zijn, terugsturen vanuit de gevangenis. Ondanks covid zijn we er dankzij die investering erin geslaagd om dat cijfer op zijn minst stabiel te houden. Die investeringen zijn dus belangrijk.
Ik kan moeilijk zeggen hoe lang covid zich nog zal laten voelen, want ik ben professor Van Ranst niet. Ik kan alleen maar als beleidsvoerder en als staatssecretaris bevoegd voor asiel en migratie, investeren in personeel en in maatregelen die noodzakelijk zijn om ook het terugkeerbeleid te verbeteren. Met de inzet van 20 % meer medewerkers en met ruimere maatregelen dan afgifte van een velletje papier aan de betrokkenen doen wij in ieder geval op dat vlak al heel wat meer dan er in het verleden werd gedaan.
Overigens hebben we de maatregelen van destijds, toen uw partij deel uitmaakte van de toenmalige regering, gehandhaafd. Daaraan is er niets veranderd. Wij hebben wel extra maatregelen genomen. Dat is wat een beleidsvoerder moet doen, rekening houdend met de context. We werken daar hard aan.
Schriftelijke vragen over de cijfers zijn wellicht interessant om de impact van COVID-19 te kunnen inschatten. Mochten we nog aan andere aspecten moeten werken om het beleid te verbeteren, namelijk aspecten waaraan er de voorbije jaren misschien te weinig werd gewerkt, laten we dat dan zeker samen doen en onderzoeken hoe we sommige vreemdelingen op een humane en correcte manier, maar kordaat kunnen terugsturen als dat moet.
01.03 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
U verwijst heel graag naar de regels die van toepassing zijn in het Vlaams Parlement. Het lijkt alsof u stilaan de regels van het Vlaams Parlement beter kent dan die van de Kamer, waar u wel verantwoording dient af te leggen. Hoewel ik niet van u verlang dat u hier tabellen en cijfers voorleest, is er niets dat u tegenhoudt om die cijfers ter beschikking te stellen van het commissiesecretariaat of de griffie van de Kamer. Daardoor zouden mondelinge vragen naar uitgebreide data eenvoudig kunnen worden beantwoord. Ik geef u dat graag mee voor toekomstige gelijkaardige gevallen.
01.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, de timing is natuurlijk lichtjes anders. U hebt tot een dag voor de commissievergadering de tijd om vragen in te dienen naar een overzicht per land wat terugkeer betreft. Er werken geweldige mensen op de Dienst Vreemdelingenzaken. Het zijn genieën, maar van hen verwachten dat ze binnen de 24 uur antwoord geven op uw schriftelijke vragen, zou toch toverkracht vereisen, laat staan dat u ze langer dan 24 uur van tevoren indient.
01.05 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatsecretaris, dat verwacht ik ook niet. Ik heb mijn vraag twee weken geleden ingediend, wat mij meer dan voldoende tijd lijkt om een antwoord met gedetailleerde cijfers op te stellen.
U schetst het belang van de juiste context. Ik ben het daarmee eens, vandaar dat ik ook graag de cijfers die in de pers verschenen, gecontextualiseerd zou zien. U verwijst heel graag naar de coronacrisis als bemoeilijkende factor bij het terugsturen naar land van herkomst. Dat is zeker het geval voor bepaalde landen, om Marokko niet te noemen, dat enige tijd een inreisverbod had ingevoerd. Maar dergelijke maatregelen waren helemaal niet van toepassing bij Schengenlanden. Vandaar dat mij dat een heel relevant aspect lijkt, waarover ik graag meer van u zou vernemen. Zoals u hebt voorgesteld, zal ik voor uw gemak daartoe een schriftelijke vraag indienen.
U zegt dat de coronacrisis roet in het eten heeft gegooid. Ik verwacht niet dat u het einde van de coronacrisis kunt voorspellen, maar ik houd u aan uw woorden.
Toen u aantrad, de eed aflegde en deel werd van de regering, was de coronacrisis al bezig. U kunt nu, nadat u destijds de ambitie uitsprak om de terugkeercijfers te doen stijgen en beter te doen dan uw voorgangers, waar we u zelfs op mochten afrekenen, niet komen zeggen dat het plan niet lukt wegens de coronacrisis. Die vlieger gaat niet op.
Ik zal dan een schriftelijke vraag indienen. Dan kunnen wij het terugkeerbeleid binnen de context bekijken, zoals het hoort.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik treed de staatssecretaris wel bij. Het Reglement stipuleert duidelijk dat er geen cijfergegevens via een mondelinge vraag mogen worden gevraagd. De meeste parlementsleden maken handig gebruik van het instrument door er algemene of inhoudelijke vragen aan toe te voegen. Niets belet u om schriftelijke vragen in te dienen.
Tegelijk moet ik toegeven dat veel ministers zeer laattijdig de schriftelijke vragen beantwoorden, waardoor parlementsleden zich genoodzaakt zien om de schriftelijke vragen om te zetten in een mondelinge vraag.
Het mes snijdt dus aan twee kanten.
- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het recht op onderwijs voor kinderen in de Griekse vluchtelingenkampen" (55024779C)
- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De herplaatsing van asielzoekers vanuit Griekenland" (55025019C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De aanpak van de migranten door Griekenland" (55025264C)
- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le droit à l'éducation pour les enfants dans les camps de réfugiés grecs" (55024779C)
- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La relocalisation des demandeurs d'asile en Grèce" (55025019C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La gestion des migrants par la Grèce" (55025264C)
02.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.
02.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, en septembre 2020, à la suite de l’incendie du camp de Moria en Grèce, vous aviez annoncé vouloir accueillir – et je salue cette décision – 150 demandeurs de protection internationale ainsi que 12 MENA.
Si les MENA sont bel et bien arrivés en Belgique fin 2020, début 2021, vous disiez espérer accueillir les 150 autres personnes dans la première moitié de l’année. En septembre 2021, vous avez annoncé que 34 des 150 personnes prévues étaient arrivées dans notre pays, que le transfert de 43 autres était prévu et que les dossiers de 55 personnes étaient en traitement. Il y avait donc 18 places encore à pourvoir pour une relocalisation. Malheureusement, il semblerait que la situation des migrants bénéficiant de cet accord de relocalisation n’avance pas et que la Belgique n’a donc pas encore tenu son engagement d’accueil.
Monsieur le secrétaire d'État, quelles sont les récentes avancées dans cet accord de relocalisation? Les 43 personnes dont le transfert était prévu sont-elles arrivées en Belgique? Les 55 dossiers en traitement ont-ils avancé? Les 18 personnes manquantes ont-elles été trouvées? Quels sont les éléments qui ralentissent l’exécution de cet accord? Comment les éviter la prochaine fois? En effet, lors d'une précédente question, vous aviez notamment évoqué le fait que la bureaucratie ou l'administration, y compris du côté de la Grèce, était compliquée.
De voorzitter: Mevrouw Platteau, de diensten melden mij dat ze een technisch probleem hebben, waardoor een verwijzing naar de ingediende vraag vanmiddag niet mogelijk is. Kunt u die alsnog mondeling brengen? Anders komt die niet in het verslag.
02.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb die vraag een tijd geleden ingediend en ik krijg inderdaad ook geen toegang tot het systeem van de mondelinge vragen, QOMV. Ik probeer de vraag op papier terug te vinden.
De voorzitter: Dan geef ik eerst even het woord aan de heer Rigot.
02.04 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, vous avez relevé, dans certains médias, le fait que la Grèce ne gère pas correctement les migrants qui entrent sur son territoire. Selon vous, cela aurait pour conséquence de pousser les migrants à venir s'installer dans d'autres pays d'Europe, notamment en Belgique où la politique d'accueil semble plus humaine.
Comme mon collègue, Simon Moutquin, l'a également souligné, les îles de la mer Égée restent, cependant, une zone d'enfermement soumise à des enjeux nationaux et internationaux qui ne concernent pas uniquement la migration, mais qui mettent aussi et surtout en scène une politique du rejet, de la peur et de la dissuasion. La Grèce n'est donc évidemment pas un modèle d'accueil, aujourd'hui.
Monsieur le secrétaire d'État, sur quels chiffres vous basez-vous pour étayer votre affirmation? Il semble que ceux du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) ne reprennent pas la Belgique en quatrième position des pays accueillant le plus de demandeurs d'asile, mais bien – je cite dans l'ordre – l'Allemagne, l'Espagne, la France, la Grèce et l'Italie. Pouvez-vous me donner des éclaircissements à ce sujet?
Quelle est la position des autres pays européens concernant la gestion des migrants par la Grèce? Comment la Grèce peut-elle exceller dans sa mission alors que l'Union européenne a mis en place un régime d'asile européen commun faisant reposer sur les pays qui forment la frontière extérieure de l'Union, dont la Grèce et l'Italie qui connaît également des difficultés, la charge principale de l'accueil des migrants qui souhaitent solliciter une protection internationale en Europe?
Projetez-vous des missions de relocalisation afin d'évacuer l'île de Lesbos et de venir en aide à ces migrants qui sont dans des situations humainement dramatiques, ce par solidarité avec la Grèce, mais aussi par solidarité internationale?
02.05 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Net als in ons land geldt er in Griekenland schoolplicht voor kinderen, ongeacht hun nationaliteit of wettelijke status, maar toch wordt er in de praktijk een grote groep uitgesloten, namelijk kinderen van vluchtelingen in de Griekse kampen. Er wonen ongeveer 10.400 kinderen in vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden, waarvan minder dan 15 % toegang heeft tot formeel onderwijs. Dat is een ernstige schending van artikel 28 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
De Griekse regering heeft nochtans 3,45 miljard euro van het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie ontvangen om aan migratiemanagement te doen. Hierbij werden ook duidelijke doelstellingen omtrent onderwijs voor kinderen van vluchtelingen vermeld. Daarbovenop ontving ze meer dan een miljard euro uit verschillende Europese fondsen voor onderwijs. Ondanks de vele middelen toont de overheid geen of te weinig intenties om de scholing van vluchtelingen te verbeteren.
Ook de covidpandemie heeft de toegang tot het onderwijs voor kinderen nog meer belemmerd, want in de kampen kunnen kinderen geen onlineonderwijs volgen. Unicef waarschuwde al meermaals voor de grote gevolgen van de gebrekkige toegang tot het onderwijs voor kinderen. Hun welzijn, ontwikkeling en toekomstperspectief lopen gevaar.
De kinderen in de Griekse kampen worden aan hun lot overgelaten en dit kunnen we nooit accepteren. Hebt u de gebrekkige toegang tot onderwijs in de Griekse vluchtelingenkampen aangekaart in de ministerraad of op internationale fora? Op welke manier wilt u druk uitoefenen op de Griekse regering omtrent het recht op onderwijs?
In juni gaf u aan dat 72 verzoekers om internationale bescherming uit de Griekse kampen in België zouden opgevangen worden. Wat is de stand van zaken hieromtrent? Hoeveel kinderen werden er reeds in België opgevangen?
Zijn er momenteel nog kinderen aan het wachten op relocatie, die op dit moment uitgesloten worden van onderwijs?
U kondigde een vijfpuntenplan aan om doorreizende asielzoekers tegen te houden. Hierbij wil u onder andere de Dublinregels beter afdwingen. Geldt dit ook voor kinderen die geen toegang hebben tot onderwijs in Griekenland?
02.06 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Ik weet dat de situatie in Griekenland niet eenvoudig is. Dat is ook de reden waarom mijn eerste buitenlandse reis naar Lesbos ging. Ik was daar in juni 2021, samen met de minister van Buitenlandse Zaken. We hebben daar onder meer een opvangcentrum en een school bezocht en ik heb er gesproken met de minister bevoegd voor migratie en integratie.
Ik heb ook gesproken met een aantal ngo's die werken aan onderwijsprojecten en die het mee mogelijk maken dat kinderen toch nog in de reguliere scholen les kunnen volgen. De opvangrichtlijn bepaalt heel duidelijk dat kinderen die opgevangen worden in het kader van een verzoek om internationale bescherming toegang moeten hebben tot onderwijs, gelukkig maar. België bepleit al jaren om de Europese regels op dit vlak nauwgezet toe te passen, zodat de Dublintransfers ook kunnen doorgaan. Het huidige Franse voorzitterschap heeft de correcte en uniforme toepassing van de asielregels op de agenda gezet als een te nemen maatregel in het kader van de graduele benadering van het Europees migratiepact, met het big package en de small packages. De Fransen denken met een stap-voor-stapbenadering succes te kunnen boeken en we moedigen hen daarin aan. Deze benadering moet ook het vertrouwen tussen de lidstaten herstellen, om zo een nieuwe impuls te geven aan de onderhandelingen over het migratiepact.
Na de brand in het centrum van Lesbos in september 2020 heeft de Commissie een taskforce opgericht om samen met de Griekse overheid een pilootproject op te zetten voor opvang die volledig aan de regels voldoet en die als model zou kunnen dienen. België neemt deel aan deze taskforce en draagt bij aan de verbetering van de opvang. We kunnen allemaal van mening zijn dat de opvang moet verbeteren, maar lidstaten moeten ook begrijpen dat ze daar hun verantwoordelijkheid in hebben. Als Griekenland beslist om kinderen niet langer school te laten lopen en dat als consequentie heeft dat we geen Dublintransfers meer kunnen doen naar Griekenland, ligt de verantwoordelijkheid daarvoor in eerste instantie bij Griekenland. Dat moet ervoor zorgen dat de Europese normen worden nageleefd voor kinderen die daar in een asielprocedure zitten, al dan niet met hun ouders. Als ze dat niet doen, komt er vooral een race to the bottom. Meer en meer landen beginnen dan te denken dat de druk op hun land verlaagt als ze geen onderwijs meer voorzien voor deze kinderen, waarna de druk op een ander land zal komen te liggen. Op dat vlak moet de Belgische regering erop toezien dat die Europese kwaliteitsnormen door iedereen gerespecteerd worden.
Na de brand in het centrum in Moria is er dus een project op poten gezet. In juli en september 2021 zijn in totaal 27 minderjarige kinderen naar België kunnen komen, samen met hun familie. Op dit moment wachten nog 31 kinderen waarvan de relocatie is goedgekeurd om samen met hun familie naar België te kunnen komen. Deze families worden niet opgevangen in de opvangkampen op de eilanden, maar zijn al overgebracht naar de regio van Athene om hun transfer eenvoudiger te maken. Het is de bedoeling om die relocatietransfers zo snel mogelijk uit te voeren, rekening houdend met de beschikbare opvangplaatsen in het opvangnetwerk.
M. Rigot a fait référence à la charge administrative que l'on connaît souvent lorsque l'on essaye de faire des transferts le plus rapidement possible. C'est vrai, c'est une frustration. M. Moutquin l'a aussi mentionné. Une relocalisation dans le contexte que nous avons connu doit pouvoir se faire rapidement. Le fait que cela ne soit pas possible me frustre tout autant que vous.
Concernant l'engagement de relocaliser jusqu'à 150 personnes des îles grecques et cela suite à l'incendie du camp de Moria, la Belgique a donné son feu vert à la Grèce pour relocaliser 120 personnes. Parmi elles, 43 personnes l'ont été. Le processus opérationnel ne se déroule pas toujours sans heurts. Un premier obstacle concerne le difficile traitement administratif en Grèce. Les propositions de bénéficiaires par la Grèce sont sporadiques et irrégulières et entre-temps certains demandeurs ont obtenu une protection internationale en Grèce. Logiquement, lorsque l'on attend tellement longtemps avant d'être relocalisé, le dossier est déjà traité par la Grèce.
En raison de la saturation du réseau d'accueil en Belgique, les transferts prévus pour les mois de novembre et décembre 2021 ont été reportés à 2022. En 2022, la situation d'accueil en Belgique est ce qu'elle est et vous la connaissez assez bien. Pour ce qui concerne 2022, la Belgique mettra tout en œuvre pour achever le transfert des personnes restantes; 77 personnes déjà ciblées ont reçu l'accord pour un transfert vers la Belgique.
La relocalisaiton ad hoc depuis la Grèce présentait trop d'obstacles et son processus était beaucoup trop lourd en matière de sélection et d'administration. La position traditionnelle qu'adopte la Belgique est de dire que la relocalisation peut être un instrument important, mais qu'elle doit faire partie d'une solution plus structurelle dans le cadre des négociations sur le pacte européen. Toujours passer à des accords de relocalisaiton ad hoc ne résoudra pas le problème structurel que connaît l'Union européenne. Il faut trouver un équilibre entre les États membres frontaliers et la solidarité des autres.
Le pacte doit prévoir un screening avec des contrôles aux frontières extérieures et une procédure beaucoup plus rapide pour que tout le monde reçoive une réponse le plus rapidement possible. En outre, nous devons travailler à améliorer le retour de ceux qui n'ont pas droit à la protection. Il ne m'appartient pas, monsieur Rigot, de compléter ou d'interpréter la position individuelle des autres États membres. Ce que l'on sait, je crois, est que les États membres de destination réclament depuis un certain temps une réforme du système d'asile, des normes d'accueil équivalentes et que l'on utilise le soutien européen pour accueillir les demandeurs d'asile.
Mme Platteau a fait référence aux trois milliards investis par l'Union européenne en Grèce. Quand on investit un certain montant dans un pays, on s'attend à ce que ce pays utilise ces moyens pour que les enfants aillent à l'école, que les parents soient encadrés dans les meilleures conditions. Si ce n'est pas le cas, c'est qu'il y a un problème.
J'en arrive à la question concernant la pression de l'asile. Monsieur Rigot, vous avez fait référence à la charge principale qui pèse sur la Grèce et l'Italie. On peut en discuter en matière de chiffres absolus. En matière de chiffres proportionnels, je dois contester. Si nous prenons les chiffres relatifs, selon les données du Bureau européen d'appui en matière d'asile (EASO), notre pays se situe entre la 4e et la 6e place en fonction de la méthode de calcul et de la période de référence. Il s'agit de chiffres par habitant. Bien sûr, la Belgique est plus petite que la Grèce. Si on prend la Grèce, forcément, les grands pays auront toujours plus de demandeurs d'asile qu'un petit pays comme le nôtre. De manière proportionnelle, j'ai déjà répété dans cette commission que par rapport à l'Italie, par exemple, la comparaison va tout à fait dans l'autre sens. La charge est du côté de la Belgique beaucoup plus que sur l'Italie. Ce ne sont pas des chiffres que l'on peut relativiser, surtout quand on sait que beaucoup de demandeurs ont déjà des procédures ailleurs. La Belgique fait son fair share, et même plus. Nous demandons aux autres États membres de faire au moins de même.
02.07 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, ce sera ma seule question aujourd'hui car je m'en vais assister à un comité d'accueil du dictateur égyptien M. al-Sissi, qui est en visite à Bruxelles. Il y a beaucoup de choses à dire en matière de politique migratoire et de dialogue avec des personnes telles que le président al-Sissi.
Concernant votre réponse, il est important pour nous, écologistes, de parler d'un pacte migratoire européen solidaire, et non d'un pacte migratoire européen qui légalise des manquements au droit international. Une réponse à cette problématique consiste en des voies sûres et légales. L'accord de gouvernement prévoit notamment de pouvoir concrétiser la relocalisation.
Je suis d'accord avec vous quand vous questionnez les trois milliards versés à la Grèce, surtout que beaucoup de demandeurs d'asile se trouvent dans une situation de dénuement matériel en Grèce. Une fois reconnus, ils se retrouvent à la rue, sans travail, sans aide, etc., ce qui complique encore le débat sur l'accueil et les personnes qui sont déjà enregistrées ailleurs, puisque le retour en Grèce est parfois dangereux pour leur survie. Il est donc essentiel de débattre de l'utilisation de ces trois milliards.
Un autre aspect des voies sûres et légales concerne la réinstallation. Ce n'est pas le même dossier, mais je trouve que la réinstallation et la relocalisation ont le mérite d'éviter les réseaux de passeurs. Nous en sommes à 975 personnes réinstallées, ce qui approche de très près les objectifs du précédent gouvernement qui étaient de 1 000 personnes. C'est une bonne nouvelle que nous puissions concrétiser des voies sûres et légales comme la réinstallation.
Je vous réinterrogerai prochainement sur la suite des dossiers en Grèce.
02.08 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je comprends tout à fait votre position quant à la nécessité de connaître l'usage que fait la Grèce des moyens qui lui sont alloués. Vous avez aussi raison lorsque vous dites que la Belgique a une mission de solidarité, qu'elle assume en de nombreux points, notamment dans le programme de relocalisation.
Il faut continuer à porter la parole de la Belgique et dire à vos collègues européens qu'ils ont leur part de responsabilité, leur devoir de solidarité à mener. Ils doivent assumer une partie de la question migratoire, comme nous le faisons en Belgique, et ce n'est pas le cas actuellement. Lorsque je vois le pacte migratoire européen que le président Macron souhaite proposer pendant la présidence française de l'Union européenne, je ne suis pas rassuré. Vous allez devoir batailler pour dire à vos collègues européens qu'il y a lieu d'avoir une solidarité et une approche communes, une approche de main tendue et non de rejet, de repli sur soi et de refus de la solidarité, contrairement à ce que promet ce futur pacte migratoire.
J'ose donc espérer que c'est en ce sens que vous bataillerez les prochains mois pour porter la parole d'une Belgique solidaire, responsable et européenne au niveau international.
02.09 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor het antwoord. U verwijst naar de situatie die u zelf hebt gezien op de Griekse eilanden. U hebt er gesproken met de minister en met de ngo's die werken aan onderwijsprojecten. U noemt het een centrum, maar ik gebruik liever het woord kamp om te beschrijven hoe de mensen daar leven. Met deze vragen wilde ik bijzondere aandacht vragen voor de situatie van de daar aanwezige kinderen.
Ik heb er zelf ook gesproken met ambtenaren van het departement Onderwijs van de Griekse overheid. De situatie is er helemaal niet rooskleurig. Die mensen doen hun uiterste best om het recht van deze kinderen op formeel onderwijs mogelijk te maken, maar ze worden wel tegengewerkt, soms ook door lokale besturen. Het is echt niet evident daar. De grote tragedie is dat we daar enorm veel talent verspillen. Ik heb er gesproken met kinderen en jongeren die al jaren in een dergelijk kamp zitten en jarenlang geen kans kregen om zich verder te ontwikkelen. Dat is een tragedie waar we absoluut iets aan moeten doen. De covidpandemie heeft er natuurlijk geen goed aan gedaan, dat was het perfecte excuus om nog meer kinderen te weren uit de klassen.
Ik ben het absoluut met u eens dat het Europees beleid geen race to the bottom mag worden. Het toont ook de relevantie van mijn vraag aan. We moeten erop toezien dat de middelen die Europa in andere lidstaten besteedt aan migratie ook worden gebruikt voor de zaken waarvoor ze bedoeld zijn, net zoals wij de regels moeten respecteren als we middelen van Europa krijgen. Ik ben blij dat u dit steunt.
Wat relocatie betreft, zegt u dat er al 27 kinderen naar hier zijn gekomen en dat er binnenkort nog 31 komen met hun familie. We moeten er alles aan doen om de aangegane engagementen inzake relocatie na te komen. Daarin wil ik u ondersteunen. U heeft ook verwezen naar ngo's in Griekenland die zich vrijwillig inzetten voor onderwijsprojecten. Eigenlijk is dit geen taak voor ngo's, maar voor het formele onderwijs, waar kinderen moeten terechtkunnen. Nu zien we dat ngo's het gat opvullen en in de kampen het minimum doen om kinderen een dagbesteding te geven en te laten leren. We zien op dit moment dat de Griekse regering de ngo's zeer agressief aanpakt en het hen steeds moeilijker maakt om in de vluchtelingenkampen actief te zijn. De wetgeving wordt er strenger en strenger. We moeten daar ook waakzaam voor blijven en de race to the bottom een halt toeroepen.
L'incident est clos.
03 Vraag van Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De coronabesmettingen en de quarantaineregels in de gesloten centra" (55024794C)
03 Question de Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les contaminations au coronavirus et les règles de quarantaine dans les centres fermés" (55024794C)
03.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, toen ik onlangs, in het kader van mijn parlementaire controletaak, een bezoek wenste te brengen aan het gesloten centrum van de DVZ in Brugge, vernam ik dat een bezoek niet mogelijk was, omdat ook dat centrum helaas niet gespaard bleef van de vijfde coronagolf. Meerdere bewoners zouden besmet zijn en hierdoor moesten alle bewoners in quarantaine. Externe bezoekers waren daardoor niet welkom.
Wat zijn momenteel de quarantaineregels in de gesloten centra? Wanneer moeten bewoners in quarantaine? Hoe verloopt dat praktisch? Hoelang duurt zo'n quarantaine? In welke gevallen wordt de quarantaine verlengd?
Op basis van welke parameters wordt beslist om een gesloten centrum te sluiten voor externe bezoekers? Moet het centrum in kwestie dat dan melden aan de DVZ?
Werden er ook besmettingen vastgesteld bij het personeel van het gesloten centrum in Brugge? Welke impact heeft zo'n besmettingsgolf op de werking van zo'n centrum?
Werden er ook besmettingen vastgesteld in andere gesloten centra? In welke centra en hoeveel besmettingen precies?
Is het proportioneel dat ngo’s of vrijwilligers geen toegang hebben tot de gesloten centra indien er besmettingen werden vastgesteld? Welke regels gelden hiervoor? Mijn vraag is weliswaar ingediend voordat de nieuwe sanitaire maatregelen bekend werden.
Wanneer zullen externe bezoeken opnieuw mogelijk zijn in het gesloten centrum van Brugge?
03.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Sinds het begin van de covidcrisis leven de gesloten centra van de DVZ, net als alle andere instellingen, strikt de regels na van de WHO, CPT en Sciensano, die van toepassing zijn op residentiële collectiviteiten. Dat doen ze om de gezondheid van zowel de bewoners als de medewerkers te beschermen. Zodra een bewoner symptomen heeft en positief test, worden de medebewoners uit dezelfde vleugel in preventieve quarantaine geplaatst en aan een PCR-test onderworpen. De covidpositieve bewoners worden in tiendaagse isolatie geplaatst, terwijl de negatief geteste bewoners in quarantaine blijven tot een tweede negatieve test, vijf dagen later. Bewoners die intussen symptomen vertonen, worden opnieuw getest en vervoegen zich zo nodig bij de positieve bewoners.
Een preventieve quarantaine van een negatief geteste bewoner duurt dus minstens zes dagen, wel slechts indien de tweede test, op dag vijf, ook negatief was en indien er tussen het testen door geen besmettingen meer waren binnen de groep. Indien er tussendoor wel besmettingen worden vastgesteld, wordt de preventieve quarantaine verlengd.
Externe bezoeken aan het centrum zijn mogelijk, maar zonder contacten met de bewoners. Om het recht op juridische bijstand te waarborgen, kunnen de advocaten die het wensen, hun cliënten wel bezoeken, waarbij de sanitaire maatregelen moeten worden gerespecteerd.
Om de gezondheid van de bewoners, het personeel en de bezoekers te beschermen, is het niet aangewezen veel bewegingen door het centrum te maken met bewoners die in isolatie of quarantaine zitten. Bovendien is het praktisch niet haalbaar een en ander op een veilige manier te organiseren. Daarom worden bezoeken aan bewoners door anderen dan advocaten gedurende de tijd van isolatie of quarantaine zoveel mogelijk uitgesteld tot na de isolatie of quarantaine.
Ik ben blij dat wij die beslissing hebben genomen. Op die manier hebben wij in onze gesloten centra heel wat drama's kunnen vermijden en waren er geen grote uitbraken in de meeste gesloten centra. Een streng toezicht op de sanitaire maatregelen is in het belang van ieders gezondheid, ook van de personen die daar worden vastgehouden in het kader van de terugkeer.
In alle gesloten centra noteerden we besmettingen, ook bij het personeel, en dus ook in Brugge. De aantallen besmettingen zijn vergelijkbaar met die welke we algemeen zien bij de Belgische bevolking. DVZ-medewerkers die in de centra werken, lopen ook rond en hebben dus evenveel kans als anderen om besmet te worden.
Dat heeft de voorbije twee jaar uiteraard een impact gehad op het algemene terugkeerbeleid. Er zijn nu eenmaal besmette personen en er moesten quarantainevleugels worden geopend om er personen in quarantaine te plaatsen, wat een impact heeft op de capaciteit.
Ook bij bewoners van de gesloten centra waren er besmettingen: in 2021 78 besmettingen en in 2020 26 besmettingen.
U hebt nog een aantal andere cijfervragen gesteld. Die moeten als schriftelijke vraag worden ingediend.
Bezoek aan de bewoners is opnieuw mogelijk, zodra de groep uit isolatie is, mits het afleggen van een negatieve sneltest en het dragen van een FFP2-masker. Zolang bewoners positief zijn of in preventieve quarantaine zitten, is het operationeel en medisch niet verantwoord ontmoetingen met bewoners te faciliteren.
Ik hoop in ieder geval dat wij nu naar code oranje en vervolgens naar code geel mogen overschakelen. Dat zal ook een impact hebben op de bezoeken. Ik ben alvast heel blij met uw inspanningen om het gesloten centrum in Brugge te bezoeken. Ik heb in de commissie al een paar keer alle commissieleden uitgenodigd om de verschillende gesloten centra in ons land te bezoeken. Zij hebben allemaal eigen kenmerken. Dat kan heel veel bijdragen aan volgende debatten over gedwongen terugkeer en over de manier waarop de medewerkers van de DVZ in de gesloten centra mooi werk leveren. Dat laatste is op zich al een woordje waard.
03.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Wij moeten inderdaad de gesloten centra bezoeken om op het terrein kennis te maken met de werking van DVZ.
Ik heb zelf reeds twee centra bezocht en ik moet zeggen dat de DVZ-medewerkers mij zeer goed hebben ontvangen.
Ik zal proberen opnieuw een afspraak te maken en langs te gaan. Ik hoop ook dat code oranje meer mogelijk zal maken en dat wij binnenkort verlost zijn van coronabesmettingen. Het is natuurlijk wel belangrijk om de quarantainemaatregelen met de nodige voorzichtigheid te gebruiken. De mogelijkheid om contact te hebben met de buitenwereld, moet steeds gegarandeerd blijven voor de bewoners.
Ik kijk ook uit naar de antwoorden op mijn schriftelijke vragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55024802C van mevrouw Jadin wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
- Franky Demon aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De krachtlijnen van het Migratiewetboek" (55025004C)
- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De architectuur van het Migratiewetboek" (55025129C)
- Franky Demon à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les grands principes du Code de la migration" (55025004C)
- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'architecture du code de la migration" (55025129C)
04.01 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, anderen spraken er vaak over, maar u maakt ook werk van een nieuw Migratiewetboek. Een eerste belangrijke horde is nu genomen. Op vrijdag 4 februari heeft de ministerraad een akkoord bereikt over de krachtlijnen op basis waarvan dit nieuwe Migratiewetboek zal worden vormgegeven. Nu kunnen de experts, uw kabinet en de administratie starten met de uitwerking en het schrijven van de teksten.
De doelstellingen zijn helder, namelijk de rechtszekerheid vrijwaren, incongruenties in de vreemdelingenwet wegwerken en de leesbaarheid van de wetteksten verhogen. Op die manier moeten we nog beter werk kunnen maken van een kordaat, maar humaan beleid inzake asiel en migratie.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u de door de ministerraad gevalideerde krachtlijnen nader toelichten? Wat zijn de vastgelegde principes waarmee nu verder zal worden gewerkt? Hoe ziet het verdere verloop van de werkzaamheden er exact uit? Hoe zult u het Parlement verder informeren over het verloop van de werkzaamheden? Wanneer zult u met een eerste versie van uw ontwerp naar de Kamer komen?
04.02 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, mijn fractie kijkt ook uit naar het komende Migratiewetboek.
Op vrijdag 4 februari 2022 deelde u het grote publiek mee dat de architectuur van het nieuwe Migratiewetboek door de ministerraad was goedgekeurd. Wij hebben daarover al veel vragen gesteld in de commissie, maar nu is het moment dan toch aangebroken
U hebt ons reeds duidelijk gemaakt dat u met het nieuwe Migratiewetboek een efficiënter, duidelijker en sneller vreemdelingenrecht wil verkrijgen. Kunt u ons wat meer duiding geven bij de architectuur van het nieuwe Migratiewetboek?
Kunt u een tijdlijn van het verdere verloop schetsen? Wanneer zult u bijvoorbeeld met een eerste ontwerp naar buiten komen? Zult u gefaseerd per onderwerp werken of wenst u meteen een ontwerp naar buiten te brengen voor het gehele wetboek?
04.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Collega's, op 4 februari heeft de ministerraad effectief de krachtlijnen voor het Migratiewetboek goedgekeurd. Deze krachtlijnen zijn tot stand gekomen op basis van het advies van de expertencommissie die ik heb opgericht en in nauw overleg met de instanties die onder mijn bevoegdheid vallen. Deze nieuwe architectuur geeft de richting aan voor het Migratiewetboek en de principes die we zullen hanteren bij het verdere schrijfproces.
Bij dat schrijfproces waren heel veel mensen betrokken. We hebben heel veel mensen laten participeren om zo veel mogelijk informatie te vergaren, om er zeker van te zijn dat het Migratiewetboek duidelijker, sneller en efficiënter wordt.
Het Migratiewetboek zal zowel de huidige Vreemdelingenwet van 15 december 1980 omvatten als de Opvangwet van 2007. In het regeerakkoord staat dat het Migratiewetboek moet zorgen voor betere leesbaarheid, minder incongruenties en meer rechtszekerheid. Dat zullen we met deze krachtlijnen concretiseren. Voor de leesbaarheid zijn er specifieke richtlijnen uitgewerkt. We zetten in op een duidelijke, logische en toegankelijke structuur die we ondertussen hebben vastgelegd. Dat houdt in dat er een codificatie komt van de huidige regels, waarbij helder taalgebruik en coherente terminologie van groot belang zijn.
Voor minder incongruenties kijken we naar de interne coherentie. Ik heb het al een paar keer gehad over wetsartikelen die verwijzen naar andere artikelen die niet meer bestaan. Die artikelen moeten worden weggewerkt. De teksten moeten ook overeenstemmen met het internationaal en Europees recht en met de relevante rechtspraak, voor zover dat nog niet het geval zou zijn.
Voor meer rechtszekerheid streven we ernaar de voorwaarden voor verblijf en de te volgen procedures transparant te maken en die duidelijk in de wet uit te werken, met duidelijke modaliteiten, zodat het zowel voor het bestuur als voor de migrant en de personen die hem zouden bijstaan klaar en duidelijk is wat de regels zijn. De rol van elk van hen moet duidelijker in de wet beschreven staan.
We willen investeren in een grondig en kwaliteitsvol onderzoek van een verzoek om in België te blijven, met duidelijke formulieren, goede informatie, klantgerichte dienstverlening enzovoort. Herhaalde aanvragen die geen doorslaggevende nieuwe elementen toevoegen willen we afremmen. We passen de procedure aan, zodat zij die recht hebben op verblijf er zo snel mogelijk van kunnen genieten en zij die niet aan de voorwaarde voldoen naar terugkeer kunnen worden begeleid, vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet. Ook die terugkeer moet binnen een duidelijk wettelijk kader gebeuren en ook dat zullen we helder uitschrijven in deze wet.
Voor de verdere werkzaamheden hebben we een aantal thematische werkpakketten samengesteld die de komende maanden zullen worden behandeld door de commissie. De administraties zullen hiervoor wetteksten aanleveren. Het is effectief de bedoeling om deze pakketten stuk voor stuk binnen de regering te bespreken en stelselmatig voor advies aan de Raad van State over te maken. Een aantal werkpakketten wordt nu prioritair behandeld, zoals internationale bescherming. Dat zijn zaken die vaak eenvoudiger zijn. Het gaat daarbij louter om pure codificatie. Die zijn immers al goed omschreven in het huidige vreemdelingenrecht. Dat zal onze werking vergemakkelijken. Opvang, toegang tot het grondgebied, kortverblijf, verblijf van Unieburgers en hun familieleden, langverblijf, terugkeer, beroepsprocedures en dergelijke zijn allemaal thema's die afzonderlijk behandeld worden en zo snel mogelijk het hele proces moeten doorlopen.
Het zal niet eenvoudig zijn om het Migratiewetboek in onderdelen ter stemming aan het Parlement voor te leggen, aangezien heel wat elementen met elkaar verbonden zijn. Het is alleszins mijn betrachting om u in 2023 meer inzicht te geven in de concrete wetteksten die we dan tot stand gebracht moeten hebben.
04.04 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, 2023 zou een puike timing zijn. Mij klinkt die snelheid als muziek in de oren, enerzijds snelheid voor mensen die recht hebben en anderzijds snelheid en helderheid voor mensen die terug moeten keren en voor hun begeleiding.
Ik kijk ernaar uit. Ik ben verheugd dat u dit opneemt als staatssecretaris, wat vroeger niet gebeurd is. Ik wens u veel succes en zal het via deze commissie proberen op te volgen.
04.05 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik zat als rechtenstudent niet heel vaak in de les maar als ik er zat, dan merkte ik soms de frustratie op van de professor die moest vaststellen dat er in de wetteksten die door professionals werden geschreven hier en daar toch nog grote fouten stonden, soms zelfs kemels van fouten. De les die daaruit valt te trekken is dat hoe meer ogen er over die wetteksten gaan, hoe minder kans er is op fouten, incongruenties en contradicties. Het lijkt mij dus het beste om zo snel mogelijk het Parlement, de juristen en de academici erbij te betrekken, om ervoor te zorgen dat er geen kleine foutjes ingeslopen zijn. Die transparantie is voor mij heel belangrijk. In 2023 gaan wij daar hopelijk meer inzicht in krijgen.
L'incident est clos.
05 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De uitspraak in de door hongerstakers opgestarte kortgedingprocedures" (55025059C)
05 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le jugement attendu dans le cadre des procédures en référé initiées par des grévistes de la faim" (55025059C)
05.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, op 1 februari ondervroegen wij u over de vijf personen zonder papieren die een kortgedingprocedure tegen u hebben opgestart.
Intussen is mijn vraag wat dat betreft ingehaald door de actualiteit, maar ik wil u toch nog de kans geven om wat extra uitleg te geven bij de argumenten waarmee u de zaak hebt gewonnen. Het lijkt mij interessant om dat ook in de commissie kort te bespreken.
05.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, ik dank u om mij die kans te geven.
De rechter heeft in de zaak intussen geoordeeld dat de eisen van de vijf ex-hongerstakers ongegrond waren. De voornaamste eisen van de betrokkenen waren het on hold zetten van het nemen van verdere beslissingen over de dossiers van ex-hongerstakers en het annuleren van negatieve beslissingen in hun dossiers, met als argument dat ik beloftes zou hebben gemaakt die ik niet zou zijn nagekomen. De rechter is hen dus duidelijk niet gevolgd.
Concreet betekent het dat ik samen met mijn administratie de verschillende ingediende aanvragen verder kan behandelen op de manier waarop we dat altijd doen. Elk dossier wordt individueel bekeken, waarbij alle elementen in rekening worden gebracht, wat een goede zaak is. Op die manier krijgt iedereen op korte termijn duidelijkheid over de vraag waar zijn toekomst ligt. Dat is ook de meest humane werkwijze. We hebben dan ook fors geïnvesteerd in onze diensten, ook bij de cel 9bis, om de vele dossiers snel te kunnen behandelen.
Hoe dan ook blijft de mogelijkheid om in beroep te gaan, bestaan. Ik kan alleen maar hopen dat de rust weerkeert. Ik denk dat niemand, ook de mensen zonder papieren niet, er baat bij heeft om via een juridische veldslag alsnog aan papieren te geraken. We zullen de dossiers individueel blijven behandelen. Alleszins was het oordeel van de rechter dat de eisen ongegrond waren ook voor mij een geruststelling.
05.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, waarmee ik het volmondig eens ben. Ik hoop dat u die woorden ook in de praktijk zult omzetten.
Er is hier in elk geval een heel gevaarlijk precedent vermeden, namelijk dat men op die manier rechten zou kunnen afdwingen op basis van een verzonnen belofte die u zou hebben gemaakt. Het is niet alleen belangrijk om niet toe te geven aan die chantage, het is ook belangrijk om daar gevolgen aan te hechten. In sommige gevallen zullen die gevolgen een uitwijzing zijn.
U zegt dat het heel belangrijk is om de betrokkenen duidelijkheid te geven. Daar zijn we het mee eens, maar laat het ook duidelijk zijn dat, wanneer ze worden uitgewezen, wanneer ze een bevel krijgen om het grondgebied te verlaten, dat moet worden gevolgd en dat er anders een gedwongen uitwijzing zal volgen. Ook op dat vlak is er in dit land echt duidelijkheid nodig en ik hoop dat u de daad bij het woord zult voegen.
L'incident est clos.
06 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het verblijf in België van de terroristen van de Groupe Islamique Combattant Marocain" (55025060C)
06 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La présence en Belgique de terroristes du Groupe Islamique Combattant Marocain" (55025060C)
06.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, op 1 februari ondervroegen wij u over enkele kopstukken van de Groupe Islamique Combattant Marocain. Dat netwerk was medeverantwoordelijk voor onder meer de viervoudige treinaanslag die in 2004 het leven kostte aan 191 personen. We legden u een lijst voor van een aantal terroristen, wat de namen betreft verwijs ik graag naar mijn schriftelijk ingediende vraag.
Mijn eerste vraag betreft de verblijfsprocedures. U stelde dat één persoon nog een beroepsprocedure lopende heeft. Over welke persoon gaat het precies en op welke gronden probeert u een einde te stellen aan het verblijfsrecht van deze persoon?
Ten tweede, wij begrijpen dat één persoon uit deze lijst een bevel heeft gekregen om het grondgebied te verlaten. Welke persoon betreft het en op welke gronden werd een einde gesteld aan zijn verblijf? Welke concrete maatregelen zult u nemen om dit bevel dan ook effectief uit te voeren?
06.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, ik vind het jammer dat u deze keer niet de moeite neemt om de namen voor te lezen. Ik vond dat dat de vorige keer op een zeer mooie manier werd gebracht.
Tijdens de vorige commissievergadering heb ik inderdaad globale informatie gegeven over de personen die u hebt opgesomd. U vraagt me nu om specifiek de namen te noemen van de personen over wie het concreet gaat. Ik hoop dat u begrijpt dat ik u geen details kan geven, aangezien het gaat om vertrouwelijke informatie uit individuele dossiers, die opgevolgd worden door onze veiligheidsdiensten.
Ik kan u wel garanderen dat onze veiligheidsdiensten er alles aan doen om mensen heel stipt op te volgen. Daarnaast doe ik er alles aan om met de landen van herkomst de noodzakelijke betere terugkeerakkoorden te sluiten. Daar hebben we het in deze commissie terecht al vaak over gehad en daar is nog veel werk aan. Ik kan u wel meedelen dat ik zeker alles in het werk stel om betere terugkeerakkoorden te hebben. Diplomatiek en operationeel wordt er in ons land hard gewerkt aan het sluitstuk van het migratiebeleid, met name terugkeer.
Inhoudelijk ingaan op dossiers kan ik echter niet doen omwille van de vertrouwelijkheid van die informatie.
06.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord, maar sta me toe er toch een beetje verbaasd over te zijn. In de media communiceert u namelijk vaak over bepaalde uitwijzingen, bepaalde stappen die u neemt tegen haatpredikers en zo meer. Daarover worden persconferenties georganiseerd. Wanneer het echter gaat over een aantal terroristen, van wie sommigen zich blijkbaar nog steeds in België bevinden en van wie een aantal niet kan worden uitgewezen en in beroep gaat tegen uw administratie, kunnen er blijkbaar geen namen worden genoemd. Dat vind ik toch enigszins bizar.
U zegt dat jullie hard werken aan de readmissie- of terugnameakkoorden, maar hard werken zal jammer genoeg niet voldoende zijn. In de menselijke geschiedenis zijn er heel veel mensen geweest die hard hebben gewerkt, maar toch niets hebben bereikt. Men moet natuurlijk ook met een concreet plan komen en alles op tafel durven te leggen om die readmissieakkoorden af te dwingen, maar ik vrees dat er nog steeds te veel taboes zijn die dat in de weg staan bij deze regering.
L'incident est clos.
- Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De aanpassingen van de criteria en de steun bij vrijwillige terugkeer" (55025135C)
- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De steunverlening i.g.v. vrijwillige terugkeer" (55025337C)
- Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'adaptation des critères et des aides en cas de retour volontaire" (55025135C)
- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'aide octroyée en cas de retour volontaire" (55025337C)
07.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, Fedasil heeft vanaf begin dit jaar zijn criteria herzien inzake steunverlening voor vrijwillige terugkeerders. Het re-integratiebudget wordt bijvoorbeeld drastisch verhoogd. Tegenwoordig kunnen ook mensen uit landen waar voorheen visumplicht voor gold in aanmerking komen voor een re-installatiepremie. Die uitbreiding komt er boven op de verhoging van het bedrag voor terugkeer naar visumplichtige landen, die nu 350 euro per volwassene bedraagt.
Het extra re-integratiebudget wordt ingevoerd ten belope van 1.000 euro per gezin. Dat komt boven op het hervormde basis re-integratiebudget van 1.000 euro per volwassene en 500 euro per kind. Daarbovenop komt dan nog eens 1.500 euro per gezin. Met andere woorden, voor een doorsnee gezin komt men al makkelijk aan een premie van 5.000 euro of meer.
In het verleden kwamen met lagere bedragen al herhaaldelijk voorvallen van fraude naar boven met die premies en de besteding van die middelen. Het lijkt me dan ook belangrijk om daar waakzaam voor te zijn.
Vanwaar komt die verhoging van de re-installatiepremie? Hoe motiveert u die?
Wat is de aanleiding om ook aan niet-visumplichtige terugkeerders, zoals Unieburgers of burgers van Kosovo, een re-installatiepremie toe te kennen? Vindt u dat een gepaste maatregel? Die mensen kunnen immers hier de premie ontvangen, terugkeren naar hun land van herkomst en de dag nadien weer op het vliegtuig naar Zaventem stappen. Is dat wel een goed idee?
In welke omstandigheden kan Fedasil ook aan terugkeerders uit visumvrije landen re-integratieondersteuning bieden? Dat zou in functie van de kwetsbaarheid staan, maar hoe wordt dat afgebakend en gedefinieerd?
Wat is de aanleiding om het verschil in bedrag op te heffen tussen respectievelijk verzoekers om internationale bescherming in een procedure of zonder verstreken bevel, mensen zonder wettig verblijf die uitgeprocedeerd zijn en mensen zonder wettig verblijf die nooit een procedure hebben opgestart?
Wat is de aanleiding om alle gezinnen met minderjarige kinderen een extra re-integratiebudget van 1.000 euro toe te kennen?
Graag had ik nog vernomen wat de geschatte kosten zijn voor deze maatregelen. Denkt u dat dit de juiste stimulansen biedt voor vrijwillige terugkeer?
Ten slotte, hoe zult u waken over de preventie van fraude? De bedragen nemen toe. Betekent dit ook dat de controle zal toenemen, of niet?
07.02 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de Staatssecretaris, Fedasil heeft inderdaad de criteria voor steunverlening in geval van vrijwillige terugkeer aangepast. Die aanpassingen gelden voor alle terugkeerders met vertrekdatum vanaf 1 januari 2022. Daarbij springt niet alleen de verhoging van de uitgekeerde bedragen in het oog, maar ook het feit dat ook terugkeerders uit niet-visumplichtige landen voor een re-installatiepremie in aanmerking komen.
Een ander opvallend element is dat een extra re-integratiebudget van 1.000 euro per gezin wordt toegekend voor alle gezinnen uit derde landen, ongeacht de herkomst, al dan niet uit een visumplichtig land. Daarbij stellen wij ons een aantal vragen.
Welk effect wordt beoogd met de verhoging van de re-installatiepremie voor terugkeerders uit visumplichtige landen enerzijds, en de invoering van een weliswaar lagere re-installatiepremie voor onderdanen uit niet-visumplichtige landen, inclusief EU-burgers, anderzijds?
Het basisbudget voor re-integratie blijft in principe voorbehouden voor derdelanders afkomstig uit visumplichtige landen. Uitzonderlijk, wanneer Fedasil dit goedkeurt, kunnen echter terugkeerders naar visumvrije landen ook re-integratieondersteuning krijgen in functie van hun kwetsbaarheid. Welke criteria worden hierbij gehanteerd om die kwetsbaarheid te bepalen?
Waarom wordt aan alle gezinnen met minderjarige kinderen een extra re-integratiebudget van 1.000 euro per gezin toegekend? Vreest u niet dat voornoemde regeling in het bijzonder voor onderdanen van niet-visumplichtige landen, maar ook daarbuiten, een aanzuigeffect zal creëren?
Ten slotte, welke garantie is er dat deze terugkeerders niet naar België zullen terugkeren, zeker als het gaat om niet-visumplichtige landen?
07.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, mijnheer Van Langenhove, aangaande het terugkeerbeleid, denk ik dat we het in deze commissie over weinig zaken zo eens zijn als over het veelvuldig gebruikte zinnetje: "Vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet".
De voorkeur gaat uiteraard uit naar een vrijwillige terugkeer, niet alleen omdat het humaner is, maar ook omdat het zorgt voor een duurzame terugkeer die bovendien ook goedkoper is voor de overheid. De gemiddelde kostprijs van gedwongen terugkeer is door de vasthouding ongeveer 12.000 euro per persoon. Dat zijn niet mijn woorden. Het is de commissie-Bossuyt die dat in de vorige legislatuur heeft vastgelegd. Iedere persoon die we vrijwillig teruggestuurd krijgen, is niet enkel goed voor het terugkeerbeleid, maar ook voor onze begroting. Alleen zat er nog een groot verschil tussen woord en daad.
Er is heel wat onbenut potentieel voor vrijwillige terugkeer. Daarom werkte ik aan een actieplan 'vrijwillige terugkeer', net zoals we werken aan de gedwongen terugkeer en het extra personeel dat daarvoor ondertussen ook al in dienst is getreden.
Een van de elementen van dit plan, naast het beter bereiken en begeleiden van de doelgroep, bestond erin om de re-installatiepremies te herbekijken. De re-installatiepremies werden sinds 1984 niet gewijzigd. Iedereen in deze zaal was toen nog niet geboren, behalve de voorzitter net wel en de tolken en de medewerkers misschien ook wel. Ik weet niet hoeveel een brood toen kostte, maar het zal in ieder geval minder zijn dan vandaag. Het feit dat het bedrag geïndexeerd is, lijkt me logisch. Het was simpelweg niet meer aangepast aan de huidige realiteit in de herkomstlanden. Het is dus geen drastische verhoging, maar een indexering die noodzakelijk leek te zijn.
Niet alle landen maken het verschil tussen de visumplichtige en visumvrije landen. Landen zoals Duitsland geven dezelfde steun aan vreemdelingen die terugkeren naar visumvrije landen als aan degenen die terugkeren naar visumplichtige landen. Voor mij blijft dat echter een belangrijk onderscheid, om misbruik te vermijden. België stapt daar dus niet van af en er bestaat dus nog altijd een onderscheid tussen hoe we omgaan met visumvrije en visumplichtige landen. Personen die terugkeren naar niet-visumplichtige landen krijgen wel een beperkte re-installatiepremie van 50 euro om tegemoet te komen aan de eerste basisnoden bij vertrek. Deze wordt dus zo laagdrempelig mogelijk gemaakt en te laag om een misbruikcarrousel te creëren, waar we effectief voor moeten opletten. De geschatte jaarlijkse meerkosten, op basis van de cijfers van 2021 voor de re-installatiepremies voor zowel visumvrije als visumplichtige landen, bedragen dan ook 113.000 euro.
Voortbouwend op het huidige beleid zullen Fedasil en haar partners ook in de toekomst in bepaalde omstandigheden re-integratieondersteuning kunnen bieden aan terugkeerders uit visumvrije landen. Ook in de vorige regering is op bepaalde momenten de re-integratieondersteuning gegeven aan visumvrije landen als Georgië of Oekraïne. Dat kan het geval zijn voor terugkeerders met specifieke kwetsbaarheden, zoals minderjarigen, slachtoffers van mensenhandel of personen met een medische of psychische kwetsbaarheid. Het betreft hier een uitzondering die kan worden toegekend op basis van het individuele dossier. Dat werd ook in de vorige regering zo gedaan. Daar blijven we hard aan voortwerken in gevallen waarin mensen nood hebben aan die uitzondering.
De ondersteuning van families met kinderen wordt behouden en versterkt. Families met kinderen die terugkeren, hebben uiteraard specifieke noden als ze terugkeren, op psychosociaal vlak en wat betreft achterstand op het vlak van onderwijs. De DVZ zet, via de ICAM-procedure, sterk in op deze doelgroep. Vanuit dat opzicht merken we eveneens een nood aan extra ondersteuning. De geschatte jaarlijkse meerkosten, op basis van 2021, bedragen 78.000 euro.
Ook werd de categorisering van de re-integratiebudgetten aangepast. Deze categorisering op basis van het administratief statuut was gebaseerd op een model dat gericht was op verzoekers van internationale bescherming. Dit model is niet meer aangepast aan de huidige realiteit van mensen in onwettig verblijf in de grote steden en zonder toekomstperspectief, die gebruikmaken van het programma voor vrijwillige terugkeer. De vereenvoudiging maakt het voor eerstelijnsmedewerkers gemakkelijker om de optie vrijwillige terugkeer bespreekbaar te maken bij deze doelgroep, die vaak reeds jaren zonder perspectief in België verblijft. Eerstelijnsmedewerkers hoeven geen onderscheid meer te maken tussen mensen die wel of niet ooit asiel hebben aangevraagd. Als we mensen kunnen helpen om vrijwillig terug te keren en kunnen aanmoedigen: pourquoi pas? Ik zou niet weten waarom wij dat niet zouden doen. Die doelgroep verruimen lijkt mij op dat vlak een verstandige maatregel.
Dan kom ik aan het budget. De vragen waren correct, maar ik geef het graag mee: soms krijg ik de vraag wat gedwongen terugkeer kost en wat de kostprijs van gesloten centra is. Let op als u het daarover hebt, want dan belandt u in een debat over de kostprijs van terugkeer. En ik denk dat wij allemaal van mening zijn dat iemand die niet op het grondgebied hoort te zijn, vooral hoort terug te keren en dat wij daartoe de nodige inspanningen moeten leveren.
De keuze voor een persoon om terug te keren is ingegeven door verschillende factoren. Voldoende ondersteuning bieden, door de reiskosten te dekken, en de mogelijkheid bieden om opnieuw een leven uit te bouwen in het land van herkomst spelen zeker mee. Personen kunnen deze middelen aanwenden om het leven te hervatten in het herkomstland, bijvoorbeeld om een opleiding te volgen of een eigen zaak te starten. Daarnaast gaat het echter voornamelijk om een begeleiding die voorzien wordt in de herkomstlanden – via de terugkeerpartners van Fedasil, denk aan Caritas, IOM en consorten – en bij vertrek. Deze zijn samen noodzakelijk om een duurzame terugkeer te kunnen realiseren.
Er waren vragen over het tegengaan van fraude. Dit is een terechte bezorgdheid. Ik heb erop toegezien dat dit een blijvend punt van focus is. Er is een continue monitoring van het programma, om misbruik te vermijden. Partnerorganisatie IOM beschikt over een internationale databank die een overzicht geeft van personen die reeds via een andere Europese lidstaat zijn teruggekeerd, want die zouden er ook kunnen zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld over iemand die beslist om via Duitsland terug te keren, dat een ander vrijwillig terugkeerbeleid met re-integratiesteun heeft, om daarna hetzelfde te doen in België en daarna in Nederland.
Op dat vlak is het goed dat IOM over een internationale database beschikt, die wij dan ook gebruiken.
Voorts houden wij een lijst bij van kortverblijvers op het grondgebied die wensen gebruik te maken van de vrijwillige terugkeer en de re-integratieprogramma's, zodat we weten wie er net is toegekomen op het grondgebied en zodat we fraude kunnen detecteren. De DVZ houdt een lijst bij van personen die effectief vertrokken zijn, dus ook de DVZ kan controleren of personen al genoten hebben van het terugkeerprogramma.
Daarnaast is de ondersteuning van de terugkeer hoofdzakelijk in kind, wat soms wordt vergeten, en dient die geïnvesteerd te worden in goederen of diensten die bijdragen tot een duurzame re-integratie in het herkomstland. Men kan dus niet zomaar het beeld creëren dat mensen hier een grote som geld meekrijgen bij vertrek.
Het belangrijkste hier blijft de goede opvolging van deze personen via de partners ter plaatse. We blijven inzetten op een betere monitoring van de re-integratie in het herkomstland, om zo ook de duurzaamheid van de vrijwillige terugkeer te kunnen waarborgen. Dankzij de creatie van een permanent monitoringsysteem, moeten we eventuele misbruiken ook kunnen detecteren en zal ik natuurlijk ook niet nalaten om desgevallend in te grijpen.
07.04 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw toelichting. Ik ben wat behoedzaam en terughoudend om dergelijke maatregelen, zoals de verhoging van die bedragen, toe te juichen.
Ten gronde gaat het erom dat sommige mensen naar hier komen op zoek naar groter financieel geluk of om te proeven van onze zeer gulle en breed uitgebouwde sociale zekerheid. Tegenover die wortel wordt nu een andere wortel voorgehouden om die mensen terug naar hun land van herkomst te laten trekken. Mocht dat systeem doeltreffend zijn, tot daaraan toe, maar net omdat het onvoldoende vruchten afwerpt, wordt het systeem nu nog uitgebreid, waardoor volgens ons de tegengestelde beweging nog wordt versterkt. Mensen krijgen nu nog meer geld wanneer ze het grondgebied verlaten, zelfs voor visumvrije landen. Ik betwijfel of dat wel de juiste richting is.
U motiveert de maatregel door te stellen dat duurzame terugkeer goedkoper is. Akkoord, maar dat vereist wel dat alle gaten in het systeem gedicht worden en dat alle misbruik uitgesloten wordt. De praktijk van de afgelopen jaren heeft bewezen dat dit nog een probleem is, want er zijn herhaaldelijk fraudegevallen geweest.
U hebt toegelicht welke controle vandaag wordt toegepast, maar ik heb geen nieuwe maatregelen of een versterking van de controle mogen vernemen vandaag. Die controle evolueert niet in gelijke tred met de verhoging van de bedragen. Mijn vrees is dat we meer geld zullen uitgeven, dat lijkt alvast gegarandeerd, terwijl er momenteel nog geen garanties zichtbaar zijn voor het succes van de vrijwillige terugkeer.
07.05 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. Ik ben het ten dele eens met voorgaande collega: dit beleid werpt onvoldoende vruchten af. Volgens ons is dat vooral te wijten aan het uitblijven van gedwongen terugkeer. Van onze fractie mag de wortel die wordt voorgehouden heel groot en sappig zijn en de moeite lonen, maar men kan dat enkel succesvol toepassen als ook de stok heel groot is en van de stok effectief gebruik wordt gemaakt als men de wortel niet verkiest. Dat deel blijft jammer genoeg uit.
We stellen wel tevreden vast dat u nog steeds een voldoende groot onderscheid maakt tussen visumplichtige en visumvrije landen, mogelijk misbruik indachtig. Dat vinden wij bij dit beleid ook heel belangrijk. Ik ben het met u eens dat iedere persoon die we kunnen terugsturen, goed is voor onze begroting. Als er één domein is waarin de federale regering voor mijn part niet genoeg kan investeren, is het wel terugkeer. De return on investment van die investering zal door niets kunnen worden overtroffen, want illegaliteit en massamigratie kosten ons land gigantisch veel geld. De gigantische kosten daarvan zullen waarschijnlijk pas over enkele generaties volledig bekend zijn. Laten we nu op zijn minst proberen om die schuld zoveel mogelijk te beperken.
L'incident est clos.
- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het gebruik van wachtlijsten voor de opvang van asielzoekers" (55024823C)
- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het opeisen van de dwangsommen door asielzoekers" (55025056C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het onthaalbeleid ten aanzien van de VIB's" (55025197C)
- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De veroordeling van België i.h.k.v. de opvangcrisis en de aanstaande nieuwe asielcrisis" (55025355C)
- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'utilisation de listes d'attente pour l'accueil des demandeurs d'asile" (55024823C)
- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les astreintes revendiquées par les demandeurs d'asile" (55025056C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La gestion de l’accueil des DPI" (55025197C)
- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La condamnation de la Belgique face à la crise de l'accueil et la nouvelle crise à venir" (55025355C)
08.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, vijf mensen hebben via een rechter opvang in een centrum van Fedasil afgedwongen, nadat ze eerder op een wachtlijst waren geplaatst. De rechter heeft geoordeeld dat een wachtlijst onrechtmatig is. Wegens de aanhoudende problemen in het opvangnetwerk wordt er met een wachtlijst gewerkt voor mensen waarvoor elders in de EU al een asielaanvraag loopt. U zult in beroep gaan tegen de beslissing van de rechter. U houdt voet bij stuk en stelt dat doorreizende asielzoekers bij krapte in het opvangnetwerk tijdelijk op een wachtlijst kunnen worden geplaatst om voorrang te geven aan kwetsbare kinderen en asielzoekers met een eerste asielaanvraag.
Bovendien hebt u aangekondigd dat u op Europees niveau een hervorming van de opvangrichtlijn zult vragen. Nochtans hebben ngo's en middenveldorganisaties er al op gewezen dat een wachtlijst in strijd is met de opvangwet. Ook het vonnis van de rechter bevestigt dat.
Dit is niet zomaar een theoretische of juridische discussie. We moeten goed beseffen dat wachtlijsten ervoor zullen zorgen dat mensen letterlijk op straat moeten blijven. Wat de reden ook is waarom ze opvang vragen, het is logisch dat we hun eerst opvang aanbieden zoals de opvangwet voorschrijft, dat we hun dossier individueel bekijken en dat er dan een beslissing wordt genomen over verblijf of terugkeer. Dat is de enige logische en menselijke aanpak.
Wie staat er
momenteel op die wachtlijst? Welke Eurodac-categorieën hebt u daarbij voor
ogen?
Is het nog altijd
de bedoeling alles in het werk te stellen om mensen die op een wachtlijst worden
geplaatst snel een plaats te geven? Hebt u deze kwestie ondertussen met uw
Europese collega's besproken? Waarvoor hebt u gepleit en wat was de uitkomst?
Is het de
bedoeling om die wachtlijst zo snel mogelijk af te schaffen zodra duidelijk is
dat ze een onwettige maatregel is? Mijn meer fundamentele bedenking is hoe
asielzoekers op straat laten slapen een oplossing kan zijn.
De term
doorreizende asielzoekers is verwarrend. Waarom kiest u ervoor die term te
gebruiken?
08.02 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, op 8 februari kopte BRUZZ dat vluchtelingenorganisaties een deurwaarder naar u hebben gestuurd. Ik heb begrepen dat dit betrekking heeft op rechtspraak waarbij Fedasil en uzelf werden veroordeeld wegens een gebrek aan opvang voor asielzoekers. Op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag dient elke asielzoeker opvang te krijgen en dient er voldoende capaciteit te zijn in het aanmeldcentrum. BRUZZ stelde daarbij dat de dwangsom begon te lopen vanaf 24 januari 2022, terwijl er ook reeds 45.000 euro werd geëist voor de dagen waarop de asielzoekers geen opvang hadden gekregen.
Wat is uw standpunt in deze zaak? Tot welk bedrag is de dwangsom vandaag al opgelopen? Werd er al overgegaan tot betaling? Waren de personen die op een wachtlijst werden geplaatst of die geen opvang kregen Dublinasielzoekers, die eigenlijk al in een andere EU-lidstaat recht hadden op bed, bad en brood, of ging het om andere gevallen?
08.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le contexte a déjà été donné par ma collègue, Mme Platteau. Effectivement, la situation pose question. Vous êtes allé en appel contre la décision prise par le tribunal avec des astreintes importantes, étant donné l'obligation d'assurer l'accueil des demandeurs de protection internationale. Cela implique une flexibilité de notre réseau. Or, il faut bien constater que nous sommes aujourd'hui dans une crise de l'accueil, davantage que dans une crise des migrants ou de la migration. En effet, les chiffres connus en 2015-2016 du nombre de migrants étaient supérieurs à maintenant. La situation n'est pas nouvelle. Il faut que nous nous adaptions et que nous ayons un réseau flexible.
Comme je le disais hier à M. Francken dans un autre dossier, je suis un légaliste. La Justice rappelle que laisser les demandeurs de protection internationale dans la rue n'est pas une option et que c'est contraire à la loi accueil. J'attendrai la décision finale en appel mais j'ose espérer que, si la décision restait la même, vous prendriez les mesures nécessaires pour respecter le cadre légal.
Monsieur le secrétaire d'État, dans l'attente qu'une décision soit prise chez nous, prendrez-vous les mesures nécessaires pour pouvoir accueillir qui a le droit d'être accueilli: pas uniquement les MENA vulnérables mais aussi les MENA "non vulnérables", les demandeurs d'asile en procédure "Dublin" ainsi que les demandeurs d'asile ayant un statut dans un autre pays européen? Combien de personnes sont-elles actuellement sur liste d'attente? Quand peuvent-elles espérer avoir une place disponible dans notre réseau? Attendrez-vous la décision du tribunal en appel qui confirmerait la décision en première instance pour supprimer cette liste d'attente ou avez-vous l'intention de la supprimer au plus vite pour respecter d'ores et déjà le droit à l'accueil des demandeurs de protection internationale?
08.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, collega's, alle verzoeken om internationale bescherming worden momenteel geregistreerd in het aanmeldcentrum. Zoals u weet, is de toestand van het opvangnetwerk op dit moment echter nog erg precair. Dat heb ik tijdens de vorige commissievergadering al uitgebreid toegelicht.
Door de situatie besliste ik een voorrangsregel in het leven te roepen. Voor de opvang wordt voorrang gegeven aan families, aan niet-begeleide minderjarigen en aan kwetsbare personen. Personen die reeds elders asiel hebben aangevraagd en daar in sommige gevallen zelfs al een beschermingsstatus hebben gekregen, kunnen zich inschrijven op een wachtlijst.
Er is gevraagd waarom ik spreek over doorreizende asielzoekers. Het antwoord is dat die term duidelijker weergeeft over wie het gaat, namelijk over asielzoekers die doorreizen in de Europese Unie als asielzoeker, waarbij blijkt dat een andere lidstaat bevoegd is voor de behandeling van hun asielaanvragen. Wanneer ik het dus over een 'Dubliner' heb, gaan de meeste mensen ervan uit dat het om iemand gaat die in Dublin is geboren en daar woont. Het is evenwel een term die moet verduidelijken wat het precies is.
L'objectif est d'inviter les personnes figurant sur cette liste d'attente à se présenter le plus rapidement possible afin de leur désigner une place.
Monsieur Rigot, sachez que sur les 126 personnes qui se trouvaient sur la liste d'attente le 14 février, 56 ont été invitées par Fedasil à se représenter au centre d'arrivée pour y recevoir l'accueil. Chaque jour, de nouvelles personnes sont invitées en fonction des places disponibles. Il était important de le signaler. Il ne s'agit pas d'une liste d'attente accompagnée de points d'interrogation pour l'avenir des personnes concernées puisque, depuis son établissement, un nombre assez important d'entre elles ont déjà été invitées à se présenter.
Je tiens également à préciser que les demandes de protection sont bien enregistrées. Les intéressés ont donc bien le statut de demandeurs d'asile. Ils peuvent aussi recevoir l'aide médicale qui est prise en charge par Fedasil.
Je voudrais encore aborder un autre élément important. Celui-ci concerne les mineurs non accompagnés. Tant M. Rigot que Mme Platteau ont fait référence aux mineurs vulnérables.
Alle minderjarigen worden opgevangen.
Aucun mineur non accompagné n'est pas accueilli. Il est parfois question de mineurs non accompagnés vulnérables. Ce dernier terme devrait être supprimé car tous les mineurs sont accueillis.
Je tiens à souligner, une fois de plus, que si nous supprimons cette liste d'attente, cela signifie que nous en reviendrons au système "premier arrivé, premier servi", système que nous avons connu en novembre et décembre et qui fait que les gens dorment à la porte pour être les premiers arrivés le lendemain.
Tant que nous n'avons pas suffisamment de places d'accueil, cette liste d'attente nous permet de contrôler la situation. Dès qu'il sera possible de ne plus y avoir recours sans courir le risque de ne pas pouvoir accueillir des enfants et des familles, il sera mis fin à ce système de liste d'attente. Si le risque existe que des enfants et des familles soient à la rue, il faut protéger le système, garantir l'ouverture de nouvelles places et, entre-temps, trouver le juste moyen pour éviter des problèmes plus importants.
Er werd in de vragen ook verwezen naar de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg. De rechter stelde vast dat verzoeken om internationale bescherming geregistreerd moeten worden en dat verzoekers opgevangen moeten worden. Deze uitspraak bevestigt gewoon wat in de regelgeving is vastgelegd. Fedasil en mijn kabinet creëren samen opvangplaatsen voor alle asielzoekers. Vandaag is de vaststelling echter dat het aantal beschikbare plaatsen onvoldoende is voor het aantal asielzoekers dat voor de deur staat.
Met betrekking tot dwangsommen in deze zaak zijn er in de pers bedragen vermeld voor ze officieel aan Fedasil gevraagd werden. De bedragen en berekeningen verschillen. Mijn diensten zullen die nader onderzoeken. In dit stadium is er in elk geval nog niets betaald.
Ik heb op het Europese toneel reeds meerdere keren het punt gemaakt dat de Belgische opvangcapaciteit verzadigd is en dat er nood is aan structurele en duurzame oplossingen. Ik zal blijven pleiten voor een betere toepassing en hervorming van het Dublinsysteem, harmonisatie van de asielstandaarden en -procedures en vooruitgang op het vlak van de regels voor opvang.
Dat is op zich ook een debat waard in deze Kamer. Wat voor asielbeleid hebben wij op Europees niveau als men weet dat iemand in een asielprocedure kan zitten in pakweg Oostenrijk, daar zes maand zit, om nadien te beslissen, al dan niet na het antwoord dat hij gekregen heeft, om door te trekken naar België? Die persoon zit hier dan in de opvang, kan nog verder trekken naar Duitsland en daar weer in de opvang zitten. Ook voor die mensen is dat niet de beste situatie.
De Dublinregels moeten worden nageleefd. De realiteit is dat dit vandaag te weinig het geval is. Men moet een systeem hebben waarbij men niet meer heeft wat wij in januari meemaakten. In januari vroegen meer dan honderd personen opvang in België terwijl ze erkende vluchtelingen zijn in Europa. Het gaat dus om mensen die in een bepaald land asiel hebben aangevraagd, niet alleen in Griekenland, dat gekregen hebben en dan naar België komen, om hier opnieuw in het asielsysteem te gaan zitten. Dat is op zijn minst een debat waard, dat is het voorzichtigste dat ik daarover kan zeggen.
Ik heb op de JBZ-raad in Rijsel verschillende zaken besproken, zoals het Europees asiel- en migratiepact, samen met de ambities van de Fransen. Ik heb ook benadrukt dat wij Europees moeten werken aan het voorkomen van secundaire bewegingen en dat dit een prioritaire plaats moet krijgen in de graduele aanpak waarover wordt onderhandeld.
Ik ben dan ook tevreden dat het Franse voorzitterschap dit weerhouden heeft en de aanpak van de secundaire stromen, ook op mijn vraag, heeft toegevoegd aan een eerste reeks maatregelen die de ministers al dan niet kunnen aanvaarden tijdens de volgende Raad. Als ik mij niet vergis, zal die in maart plaatsvinden. Het is in elk geval belangrijk dat dit wordt meegenomen. Ik begrijp de bezorgdheden van alle Europese landen, maar de bezorgdheden van België en een aantal andere landen die geïmpacteerd worden door secundaire migratie zijn niet min. Er moet dus op korte termijn op Europees niveau een antwoord worden gevonden.
Anders zullen we nog lang spreken over wachtlijsten en andere creatieve oplossingen om het probleem tijdelijk aan te pakken. Het zal dan bij knip- en plakwerk blijven. Dat is niet wat wij moeten doen. Daarom moet Europa zo snel mogelijk in actie schieten. Ik dank de Fransen dan ook voor hun bereidheid om rekening te houden met de vraag die wij hebben gesteld.
08.05 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Als ik het goed begrijp, wordt iedereen sowieso in het aanmeldingscentrum geregistreerd en hebt u een voorrangsregel gehanteerd omdat er op dit moment te weinig opvangplaatsen voor het aantal aanvragen zijn. De grote uitdaging is om deze opvangcrisis te beheersen en zo snel mogelijk bijkomende opvangplaatsen te vinden. Ik denk dat we het daarover eens zijn.
Het was mij niet helemaal duidelijk tegen welk aspect van het vonnis u precies in beroep gaat. De rechter heeft gezegd dat een wachtlijst een schending van de opvangwet is. We zullen de uitspraak van de rechter daarover moeten afwachten. Het is in elk geval belangrijk dat we de mensen niet op de wachtlijst laten staan. De inspanningen om het opvangnetwerk te versterken moeten onverminderd worden voortgezet. U weet dat u daarvoor op onze steun kunt rekenen.
Over de term doorreizende asielzoeker ben ik wel bezorgd. Wij kennen allemaal het woord transmigrant. Dat zijn mensen die geen asielaanvraag indienen. De term doorreizende asielzoeker kan dus verwarring creëren. Of het nu 'Dubliners' zijn of niet, het zijn mensen zich in België een vraag om internationale bescherming indienen. Ik denk dat we de regels moeten naleven.
U zegt dat de Dublinregels niet worden nageleefd. We kennen allemaal de problemen met die Dublinregels. Ik ben het volledig met u eens dat er een debat moet worden gevoerd over hoe het Europees migratiebeleid in de toekomst eruit moet zien. Ondertussen is het wel belangrijk dat we de huidige regelgeving en richtlijnen volgen.
Het is in ieder geval belangrijk te begrijpen wat de oorzaken zijn van secundaire stroom. U verwijst naar landen als Oostenrijk en Duitsland, maar er komen ook mensen uit Italië, Griekenland enzovoort. We weten uit welke landen de meeste secundaire stromen komen en wat daar de oorzaken van zijn, zoals uitzichtloze situaties en lidstaten die zich helemaal niet inzetten voor een vlot verloop. De reden dat ik een probleem heb met de term doorreizende asielzoekers is dat het culpabiliserend kan zijn of de indruk wekt dat zij de oorzaak zijn van de opvangcrisis die we op dit moment doormaken. Net op een moment waarop we een draagvlak moeten creëren bij de bevolking om nieuwe opvang mogelijk te maken, lijkt het mij niet opportuun om op die manier te communiceren. We kunnen daar wel van mening over verschillen.
08.06 Dries Van Langenhove (VB): Over gerechtelijke beslissingen die worden gecommuniceerd met de pers vooraleer u ze zelf onder ogen krijgt, kan ik meespreken. Dat is behoorlijk frustrerend. Laten we daar iets aan doen.
De Dublinregels zouden voorrang moeten hebben op die voorrangsregels. Meer dan honderd van de aanvragers van bescherming de afgelopen maand waren eigenlijk al erkend vluchteling in een andere Europese lidstaat, en dus ondergeschikt aan de Dublinregels. Dan loopt daar duidelijk iets heel grondig fout. Uw standpunt is wat dat betreft toch vrij duidelijk. Het standpunt van een aantal van uw coalitiepartners is echter behoorlijk dubieus. Zij vinden dat het mensen zijn die bescherming hebben aangevraagd in ons land, Dublin of niet. Misschien moet u daarover toch nog eens grondig overleggen.
U zoekt een Europese oplossing op korte termijn voor de secundaire migratie in Europa. Zorg ervoor dat die korte termijn binnen twee jaar niet nog altijd zal worden vooropgesteld. Ik vrees dat u nog heel lang zal mogen wachten op een Europese oplossing. Ik verwijs daarvoor naar de vele voorgaande vragen die ik daarover al heb gesteld. U zal kleinere allianties moeten sluiten met lidstaten die net iets sneller willen gaan dan een kortetermijnoplossing die vele jaren op zich laat wachten.
08.07 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, avant toute chose, j'entends votre volonté de répondre aux besoins et à la nécessité d'offrir une place à chacune et à chacun se trouvant dans les conditions pour en réclamer le droit. J'espère de tout cœur que cela se traduira en actions rapides pour pouvoir concrétiser ce besoin.
Je sais que vous mettez beaucoup d'énergie à trouver de nouvelles places d'accueil et à répondre aux besoins du réseau. Je sais aussi que ce n'est pas simple et qu'il n'y a pas de formule miracle pour y parvenir. Mais il y a aujourd'hui des hommes, des femmes et des enfants qui sont à la rue, alors qu'ils ont un droit à l'accueil. C'est ce que dit le tribunal en première instance et c'est ce que je pense aussi fondamentalement. Pendant ce temps, d'autres sont dans notre réseau et n'y ont pas droit. Comme je l'ai déjà évoqué, je suggèrerais une fois encore de demander à Fedasil de veiller au contrôle du droit à l'accueil de l'ensemble du réseau, afin que celles et ceux qui ne sont plus aujourd'hui dans les conditions pour être dans notre réseau n'y soient plus. C'est une obligation. Comme il y a un droit, il y a aussi des obligations.
De même, je suggère de demander une accélération du processus de glissement d'une place vers une autre place, des places collectives vers les places individuelles et ainsi, céder de la place au centre d'arrivée et dans les centres collectifs. De plus, monsieur le secrétaire d'État, quitte à ce qu'il s'agisse d'un accueil d'urgence temporaire, peut-être précaire, mettez tout en œuvre pour ne laisser personne à la rue actuellement. Nous sommes dans des conditions de santé publique gravissimes. Il faut pouvoir y répondre lorsque l'hiver est encore là, avec les conditions climatiques que nous connaissons.
Je compte sur vous et vous pourrez compter sur nous, sur notre soutien, chaque fois que vous développerez une politique qui va dans le sens du respect des droits de chacune des parties.
L'incident est clos.
09 Vraag van Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De SAR-operaties op de Middellandse Zee" (55025204C)
09 Question de Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les opérations de recherche et sauvetage en Méditerranée" (55025204C)
09.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, in 2014 hebben middenveldorganisaties en vrijwilligers The Alarm Phone opgericht: een noodnummer voor vluchtelingen in moeilijkheden op de Middellandse Zee. Bij een melding probeert The Alarm Phone zoveel mogelijk informatie over het schip te verzamelen en worden alle beschikbare reddingsschepen en grenswachters gecontacteerd. Indien er geen gevolg wordt gegeven aan de noodoproep, meldt The Alarm Phone dat aan ngo's en journalisten.
In april vorig jaar kreeg The Alarm Phone een paniekerige melding vanuit een
rubberbootje voor de Libische kust. Door de slechte weersomstandigheden liep er
water in het bootje. De passagiers waren aan het vechten voor hun leven. Het
bootje werd gelokaliseerd en de Libische kustwacht werd gecontacteerd. Door de
slechte weersomstandigheden weigerde die echter om hulp te sturen. Later die
dag meldde een passagier dat een klein vliegtuigje rond het bootje aan het circuleren
was. Het was een bewakingsvliegtuigje van Frontex, dat snel weer verdween,
eveneens door de slechte weersomstandigheden. De volgende dag keerde het
vliegtuigje terug naar de locatie en werden helaas verschillende drijvende,
levenloze lichamen aangetroffen. De vluchtelingen werden door zowel Frontex als
de Libische kustwacht in de steek gelaten.
De gebeurtenis is jammer genoeg geen eenmalige tragedie. De voorbije zeven jaar
stierven meer dan 20.000 mensen op de Middellandse Zee. Het werk van de
vele ngo's die reddingsoperaties uitvoeren op zee wordt steeds moeilijker
gemaakt. Zij worden ervan beschuldigd een pullfactor te zijn of zelfs
mensensmokkel te faciliteren. De reddingsoperaties verdwijnen en het
dodenaantal blijft oplopen.
Momenteel wordt er in de Raad van de Europese Unie volop onderhandeld over een
nieuw Europees migratie- en asielpact. Er zijn verschillende moeilijke knopen
die nog moeten worden doorgehakt, maar één onderdeel zou een absolute
topprioriteit moeten zijn: onze grenzen mogen geen begraafplaatsen worden. Er
is dus nood aan een coördinatie van de opsporings- en reddingsoperaties.
Daarover heb ik enkele vragen.
Hoe verloopt op Europees niveau het debat over de invulling van de
SAR-conventie?
Wat zou volgens u de rol van Frontex moeten zijn bij reddingsoperaties op zee?
Vindt u dat de Libische grenswacht moet worden ingeschakeld wanneer boten in moeilijkheden geraken in Libische wateren? Met andere woorden, kunnen wij de Libische havens beschouwen als veilig naar de geest van de SAR-conventie?
Hoe kunnen wij de criminalisering van ngo's die reddingsoperaties op zee uitvoeren, tegengaan?
Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de Middellandse Zee geen begraafplaats wordt?
09.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Platteau, België dringt in debatten over de reddingsoperaties in de Middellandse Zee steeds aan op respect voor het internationaal recht, inclusief de SAR-conventie, door de individuele lidstaten tijdens de gezamenlijke Europese operaties.
De rol van Frontex bij de reddingsoperaties op zee is vastgelegd in de verordening 2019/1896, die het mandaat van het grens- en kustwachtagentschap regelt. Frontex moet tijdens de bewaking van de buitengrenzen technische en operationele steun verlenen aan de lidstaten en aan derde landen bij hun nationale zoek- en reddingsacties. Het is echter de nationale reddingsdienst die de opdracht geeft aan het dichtstbijzijnde of meest geschikte schip om te hulp te komen.
Frontex zal de nodige medische hulp verlenen en personen aan land overdragen aan de nationale overheid, voor identificatie en registratie. In bepaalde landen zijn er Frontexmissies om bijstand te verlenen bij deze registratie en identificatie.
Het internationaal zeerecht zegt dat staten hulp moeten bieden aan boten in moeilijkheden die zich in hun territoriale wateren bevinden. Wanneer dus een Europees schip in het raam van een nationale of gemeenschappelijke operatie een boot intercepteert in internationale wateren wordt die dan ook nooit teruggestuurd naar een Libische haven.
In het raam van het Europees Asiel- en Migratiepact heeft de Commissie een communicatie gepubliceerd waarin de lidstaten worden aangespoord een onderscheid te maken tussen de activiteiten van ngo's met humanitaire doeleinden en deze die enkel dienen om de irreguliere migratie en transit te faciliteren. Dat heeft tot doel de ngo's niet te criminaliseren.
Ook heeft de Commissie aanbevelingen gepubliceerd over de samenwerking tussen de lidstaten wanneer privévaartuigen migranten oppikken, om de veiligheid van de scheepvaart te garanderen en migratie efficiënt te kunnen beheren. In dat kader heeft de Commissie een expertengroep opgericht om de samenwerking te bevorderen en best practices uit te wisselen.
Het is duidelijk dat wij hard moeten werken om te vermijden dat er op zee doden vallen. Er zijn ontradings- en informatiecampagnes, en de Europese Unie sluit partnerschappen af met de landen van oorsprong en transit om te vermijden dat migranten een gevaarlijke en levensbedreigende reis aanvatten.
Bestaande missies helpen bovendien bij het ontmantelen van de criminele netwerken die achter dit soort oversteken schuilgaan en er zelfs financieel beter van worden.
Het nieuwe actieplan van de Unie voor 2021-2025 tegen de mensenhandel legt trouwens ook de nadruk op de aanpak van dergelijke criminele netwerken.
09.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Dank u voor uw antwoord, dat ik nog eens goed zal nalezen. Wat me wel frappeert, is dat u zegt dat er op Europees niveau bekeken wordt hoe we een onderscheid kunnen maken tussen ngo's die humanitaire hulp verlenen en ngo's die irreguliere migratie faciliteren. Dat is net het probleem. Als ngo's mensen in nood op zee helpen, mogen we hen daar nooit voor criminaliseren. Dat lijkt me een zeer belangrijk punt.
L'incident est clos.
10 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De veiligheidsmedewerkers-chauffeurs van de Dienst Vreemdelingenzaken" (55025284C)
10 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les collaborateurs de sécurité-chauffeurs de l'Office des étrangers" (55025284C)
10.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dit is een zeer belangrijke vraag.
Onlangs verscheen in het Belgisch Staatsblad, dat wij allemaal elke ochtend bij de koffie lezen, de publicatie van het koninklijk besluit van 30 november 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2008 houdende de vaststelling van het regime van de regels die toepasbaar zijn op de overbrenging, uitgevoerd door veiligheidsmedewerkers-chauffeurs van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het gaat om vreemdelingen bedoeld in de artikels van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Dit koninklijk besluit brengt volgens ons enkele fundamentele wijzigingen aan die de veiligheid van de veiligheidsmedewerkers-chauffeurs van de DVZ in het gedrang brengen. In principe moet er bij het vervoer van vreemdelingen minstens één DVZ-personeelslid meer mee dan het aantal te vervoeren vreemdelingen.
Het koninklijk besluit voorziet nu dat het diensthoofd of diens plaatsvervanger dat aantal kan verminderen, terwijl de media de jongste tijd maar al te vaak bericht hebben over geweld bij dergelijke overbrengingen. Bovendien zijn de bevoegdheden van het DVZ-personeel zo ruim dat ze bijna politioneel van aard zijn. Een DVZ-personeelslid moet bijvoorbeeld in bepaalde gevallen op de luchthaven de cel van de vreemdeling bewaken. Ook kan het zijn dat het DVZ-personeelslid mee moet gaan op het vliegtuig in geval van een noodsituatie. Zo'n noodsituatie is bijvoorbeeld een opstand aan boord van het vliegtuig, of hevige, zelfs fysieke weerstand.
Mijnheer de staatssecretaris, welke verplichte of facultatieve opleidingen, trainingen, en dergelijke meer krijgen de veiligheidsmedewerkers van de DVZ om hun eigen veiligheid en deze van vreemdelingen en derden te garanderen?
Beschikken de veiligheidsmedewerkers van de DVZ over bepaalde middelen om zichzelf of derden in geval van nood te verdedigen, zoals pepperspray of wapenstokken? Zo ja, over welke middelen gaat het? Zo neen, acht u die dan niet noodzakelijk?
Tot slot, artikel 23 van het koninklijk besluit van 2008 stelt dat er in geval van een incident of wanneer er dwangmiddelen werden gebruikt, een rapport moet worden opgesteld. Komt het vaak voor dat een dergelijk rapport wordt opgesteld? Zo ja, waar gaan die rapporten dan veelal over?
Gedetailleerde overzichten en statistieken zal ik in een schriftelijke opvolgvraag opvragen.
10.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, u zult het met me eens zijn dat er jaarlijks veel mensen naar ons land komen, van wie er maar een deel kan blijven. Wie niet kan blijven, wordt aangemaand terug te keren naar zijn land van herkomst. Dat verloopt inderdaad niet altijd zonder slag of stoot. De medewerkers van de DVZ die instaan voor de veiligheid in de centra en het transport van de uitgeprocedeerde personen, hebben dan ook een moeilijke opdracht, die de nodige praktische en wettelijke omkadering vereist. Om die reden werd het KB van 8 december 2008, dat de regels en het regime bepaalt die worden gehanteerd bij dit transport, gewijzigd.
De taken van de medewerkers worden nu beter omschreven, waardoor zij een betere juridische bescherming genieten bij de uitvoering van hun opdracht en zij meer controle hebben op de omstandigheden waarin ze moeten werken. Alle veiligheidspersoneel krijgt bij indiensttreding ook verplicht een opleiding over agressiebeheerstechnieken en vervolgens jaarlijks een verplichte opfrissing. Omgaan met moeilijke en agressieve bewoners en het gebruik van dwang worden hierin toegelicht, waarbij zowel theorie als praktijk aan bod komen. Ook wordt een basisopleiding en opfrissing 'omgaan met agressie' georganiseerd.
Het veiligheidspersoneel beschikt ook over de nodige toegelaten dwangmiddelen, namelijk de fysieke aansporing, de houdgreep en – zoals door u aangegeven – het gebruik van handboeien, zoals ook opgesomd in het KB. Die middelen zijn afdoend voor de uitvoering van de vervoersopdrachten. Het gebruik en de toepassing ervan worden constant gemonitord en zijn onderwerp van regelmatig overleg tussen het personeel en de directie van DVZ en de vakbonden.
Wat betreft de rapporten waar u naar verwijst: in 2022 werden tot en met 10 februari twee dergelijke rapporten opgesteld op een totaal van 617 vervoerde bewoners. Het betrof een ontsnapping en een geval van automutilatie.
10.03 Dries Van Langenhove (VB): Begrijp ik het goed dat die twee rapporten op 2022 slaan, dus op de laatste anderhalve maand? (De staatssecretaris: ja.) Dan zal ik via een schriftelijke vraag een overzicht vragen van de afgelopen jaren, dat dan als basis kan dienen voor eventuele opvolgvragen of wetgevende initiatieven.
Of de middelen die u opsomt – de fysieke aansporing, de houdgreep en, eventueel, de handboeien – voldoende zijn, daar stellen wij ons ernstige vragen bij gezien de vele berichten, die al dan niet tot in de media zijn geraakt, over geweld en agressie van de kant van vreemdelingen die worden teruggestuurd jegens de mensen van de DVZ. Ik denk dat er jammer genoeg onvoldoende rekening wordt gehouden met de gevaarlijke situatie waarin deze mensen moeten werken en dat de middelen die zij momenteel ter beschikking hebben, in tegenstelling tot wat u beweert, niet afdoend zijn, getuige daarvan de vele incidenten die al plaatsgevonden hebben.
Voor opvolgvragen wacht ik op de cijfers die u ons schriftelijk zult meedelen.
L'incident est clos.
11 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Arbeidsmigratie" (55025340C)
11 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La migration professionnelle" (55025340C)
11.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik verwijs graag naar een van mijn eerste uiteenzittingen bij de regeringsverklaring, waar u al wees op een 'war on talent'. Ik verwees toen naar het feit dat die 'war on talent' vooral hier, op eigen bodem, moet worden gevoerd en dat we die vooral hier aan het verliezen zijn.
Begin deze maand verscheen er op de website van Het Laatste Nieuws een opgemerkte en door uzelf op de sociale media gedeelde bijdrage over arbeidsmigratie. Daarin werd onder meer ook aandacht besteed aan het kansenverblijfsrecht dat recent in Duitsland werd ingevoerd, waardoor illegalen die vijf jaar in Duitsland leven en – geen onbelangrijk detail – een blanco strafregister hebben, een jaar de tijd krijgen om werk te zoeken of een opleiding te volgen dat naar een knelpuntberoep zal leiden. In dat verband stelde Het Laatste Nieuws dat u probeert richting het Duitse verhaal te gaan, maar dat u dat moeilijk verkocht krijgt bij de publieke opinie. U stelde het Duitse kansenverblijfsrecht zelf af te wijzen, maar pleitte tegelijk wel voor meer gerichte arbeidsmigratie. Aan de andere kant stelt uw partijgenoot en Vlaams minsinter van Werk, Hilde Crevits, dat een boost zetten op migratie bij ons voorlopig niet aan de orde is, gelukkig maar, aangezien Vlaanderen op het vlak van arbeidsmigratie op dit moment best aantrekkelijk is, zegt ze met, wat ons betreft, een eufemisme.
Hoe ver bent u bereid richting het Duitse kansenverblijfsrecht te gaan? Het is geen geheim dat sommige van uw coalitiepartners het kansenverblijfsrecht genegen zullen zijn. Zo vertoont het nogal sterke gelijkenissen met wat eind 2019 in de geüpdatete versie van de informateursnota van Paul Magnette te lezen stond. Kan en wil u hier duidelijk stellen dat zo'n kansenverblijfsrecht er deze legislatuur, onder uw leiding, op uw departement, onder geen beding zal komen?
In Vlaanderen is economische migratie voor hooggeschoolde en middengeschoolde knelpuntberoepen, en die lijst werd onlangs nog eens hernieuwd, automatisch toegestaan. Alleen voor kortgeschoolden wordt gekeken of er in eigen land mensen te vinden zijn. Wat houdt uw herhaald pleidooi voor nog meer gerichte migratie in deze context dan eigenlijk concreet nog meer in?
Ten slotte, welke bijkomende inspanningen mogen we van u en uw collega-ministers, zowel in de federale als in de Vlaamse regering, verwachten om die 'war on talent' op onze eigen bodem als het niet winnen is, toch in ieder geval niet verder te verliezen?
11.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Langenhove, u hebt al aangegeven dat in Het Laatste Nieuws professor Baert stelt dat ik in de richting van het Duitse verhaal wens te gaan, wat in het stuk waarin ik zelf aan bod kom, wordt tegengesproken. Ik heb een en ander ook nog eens verduidelijkt op de sociale media.
Het onderscheid dat de heer Baert, voor wie ik trouwens heel veel respect heb, ter zake niet heeft gemaakt, is het activeren van asielzoekers in een procedure die nog niet weten of zij al dan niet in België mogen blijven. Daarop zetten wij heel hard in. Dat heeft Duitsland ook gedaan in 2015, toen er een grote vluchtelingenstroom was. Het kansenverblijfsrecht geeft mensen die vijf jaar onwettig in Duitsland zouden verblijven, de mogelijkheid om op basis daarvan te worden geregulariseerd.
Op dat vlak ben ik hier in de commissie al duidelijk genoeg geweest. Indien u mij vraagt daarover duidelijkheid te geven, kan ik antwoorden dat het inderdaad klopt dat er partners in de regering zijn die daarover een andere mening hebben. Dat staat hen ook vrij. Het zou mij verbazen, mochten partijen plots van mening veranderen omdat zij deel uitmaken van een meerderheid.
Er wordt echter in de richting van een compromis gegaan, waarin het heel duidelijk is dat er geen regularisatiebeleid komt op basis van werk of voor iemand die vijf jaar wettig in België verblijft en ook nog eens door een werkbelofte aan papieren kan komen. Naar mijn persoonlijke mening is dat geen goed signaal. De vraag is ook aan mij persoonlijk gericht. Dergelijk beleid is niet verstandig. Dat betekent immers dat, wanneer ik vandaag 30.000 bevelen geef om het grondgebied te verlaten, sommigen goed weten dat zij kunnen blijven als zij, ondanks dat bevel om het grondgebied te verlaten, vijf jaar hier kunnen blijven en een werkbelofte hebben. Ik weet niet goed hoe Duitsland op die basis iemand zal overtuigen om te vertrekken. Met die argumenten zou ik het echter heel moeilijk hebben om iemand te overtuigen.
Die maatregel zal er tijdens de huidige legislatuur dus zeker niet komen. Dat is ook het standpunt van de regering, ook al zijn er partijen die daarover een andere mening hebben. Dat is hun volste recht. Het regeerakkoord is op dat vlak evenwel duidelijk. Ik ben op dat vlak ook al vaak bijzonder duidelijk geweest.
Het is niet aan mij om mij uit te spreken over wat in informateurnota's uit 2019 stond, maar in ieder geval is het regeerakkoord duidelijk genoeg.
Voor Vlaanderen zijn er vragen aan gericht, maar deels ook aan de regionaal bevoegde ministers. Als ik spreek over meer gerichte migratie, ga ik niet per se uit van meer migratie. Ze moet meer gericht zijn. Een migratiebeleid van arbeidsmigranten moet vooral focussen op de doelgroepen waarvan is geweten dat vandaag in België niemand bepaalde jobs wenst in te vullen.
Er zijn landbouwers genoeg die niemand vinden. Er zijn grote vleesverwerkende bedrijven die niemand vinden. Er moet daarnaast actie worden ondernomen op de Vlaamse en Belgische arbeidsmarkt.
Vandaar dat men trapsgewijs moet werken. Eerst moeten alle maatregelen worden getroffen die noodzakelijk zijn om iedereen die in België legaal woont, te activeren. Ook asielzoekers die hier legaal verblijven in afwachting van een antwoord op hun asielprocedure, moeten we activeren. Ik ben niet de minister van Werk en niet regionaal bevoegd, maar ook voor langdurig werklozen moeten we alles in het werk stellen om hen te activeren.
Vervolgens is er het Europese verhaal. We moeten bekijken wie in Europa de noden op onze arbeidsmarkt kan invullen. Veel werkgevers in Europa stellen ook vast dat ze vroeger, bijvoorbeeld voor seizoensarbeid, op arbeidskrachten uit Polen, Roemenië, Bulgarije of Hongarije konden rekenen, maar dat dat vandaag steeds minder het geval is. Ook in die landen kan men almaar minder mensen overtuigen om in België bepaalde jobs uit te voeren.
We moeten dus naar gerichte vormen van arbeidsmigratie evolueren. We moeten investeren in het integratiebeleid, zelfs nog voordat mensen vertrekken. We moeten ervoor zorgen dat het op de juiste manier kan gebeuren en dat we zo de noden op onze arbeidsmarkt op de juiste manier ingevuld krijgen. Ons arbeidsmigratiebeleid was in het verleden vaak ondoordacht. Er was een gebrek aan visie. De personen die in ons land wettig verblijven, moeten we zeker activeren. Daarnaast zal allicht niemand in deze commissie ontkennen dat er nog altijd een krapte op de arbeidsmarkt zal zijn, zodra iedereen is geactiveerd. Nog altijd zullen een aantal jobs niet ingevuld worden. Als land en als Europese Unie moeten we een verstandig, selectief arbeidsmigratiebeleid voeren, waarin we de juiste profielen aantrekken. We kennen de demografie van onze eigen bevolking. Men moet gericht werken met het juiste integratieparcours.
U knikt nee, maar u zult misschien voor bijzonder veel kinderen zorgen.
Uw vraag over wat we mogen verwachten van het talent op eigen bodem, betreft deels regionale materies. We moeten er vooral voor zorgen dat we het vele potentieel dat we hebben, in ons land houden. Om Silicon Valley in België uit te bouwen, moet men een ambitieus beleid ontwikkelen. Veel aspecten zijn daarbij belangrijk. Er zijn bijvoorbeeld veel mensen met een migratieachtergrond die geboren en getogen zijn in Vlaanderen en niets liever willen dan hun capaciteiten gebruiken voor de bredere samenleving.
Ook daar moeten we werken aan een beleid waarbij we mensen van op de schoolbanken tot op de arbeidsmarkt zo goed als mogelijk begeleiden om het grote potentieel dat ze hebben ook te activeren. Het talent van eigen bodem activeren en hier houden en niet wegjagen, daarmee zouden we een hele commissie kunnen vullen en leuke debatjes over kunnen voeren, maar dat zal wellicht voor een volgende keer zijn.
11.03 Dries Van Langenhove (VB): Dank u wel, mijnheer de Staatssecretaris. Nieuwkomers maken we zelf bij het Vlaams Belang. Practice what you preach, daar zullen we voor zorgen.
De media die een intentieproces maken en andere dingen naar buiten brengen dan die waar u zelf in gelooft, ook daar kan ik serieus van meespreken. Daarom ben ik blij dat u het hebt kunnen rechtzetten in deze commissie waar het hele land naar kijkt en waar de echte informatie te vinden is.
In het regeerakkoord staat inderdaad een compromis. Het is zeker niet zo dat alle partijen van gedacht moeten veranderen zodra ze toetreden tot een bepaalde regering. Maar dat het geen goed signaal is om te regulariseren op basis van werk, mag duidelijk zijn. U stelt zich de vraag hoe men in Duitsland uitgewezen migranten nog kan overtuigen om het grondgebied te verlaten en terug te keren naar het land van herkomst. Het antwoord is: niet. Dat is ook eigenlijk wat de Duitse regering wil en wat een aantal van uw groene en rode coalitiepartners wil. Zij willen eigenlijk niemand uitwijzen en niet terug doen keren, gedwongen of vrijwillig. Ze spreken dus eigenlijk gewoon met gespleten tong als ze het hebben over een beleid waarbij men gaat regulariseren op basis van werk en een kansenverblijfsrecht.
Ik wil nog heel kort iets zeggen over het arbeidsmarktbeleid en het arbeidsmigratiebeleid. Er is inderdaad een krapte op de arbeidsmarkt momenteel, zeker in Vlaanderen, waar landbouw- en vleesverwerkingsbedrijven intensief op zoek zijn naar werkkrachten. Laat ons dan beginnen met heel wat van de Brusselse jongeren. U bent van de regio, u kent er genoeg. Zij hebben momenteel geen toekomstperspectief en hangen maar wat rond. Laat ons die mensen begeleiden in de richting van een dergelijke job waar ze voldoening uit halen en waardoor ze deel kunnen uitmaken van de samenleving. Laat ons ook beginnen met het afschaffen van het subsidiëren van de master gender en diversiteit aan de faculteit letteren en wijsbegeerte van de UGent. Dat is de populairste manama van deze faculteit. Honderden mensen studeren daar af. Wat gaan we daar in godsnaam mee doen? Laten we die mensen begeleiden naar een echte job, in de landbouw bijvoorbeeld, waar ze iets met hun handen kunnen doen en daar voldoening uit kunnen halen. Laat ons zelfs dit Parlement afschaffen, dan kunnen we met z'n allen bioboer worden. Ons land zal wel varen bij regenerative agriculture.
L'incident est clos.
12 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het opvangnetwerk van Fedasil" (55025343C)
12 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le réseau d'accueil de Fedasil" (55025343C)
12.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, sinds geruime tijd is Fedasil bezig met de verhoging van de opvangcapaciteit. Sinds 1 november kwamen er maar liefst 2.904 extra plaatsen bij. Waarschijnlijk is dit nog gestegen sinds het indienen van de vraag. Eind vorige maand overschreed het opvangnetwerk van Fedasil en zijn partners de drempel van 30.000 plaatsen. Volgens Fedasil zelf zijn de nieuwe centra echter niet voldoende om alle asielzoekers die zich de komende weken zullen aanmelden, een plaats te geven en zijn er de komende maanden dan ook nieuwe openingen gepland. Fedasil is naar eigen zeggen dan ook voortdurend op zoek naar nieuwe gebouwen die geschikt zouden zijn voor huisvesting.
Recent zou Fedasil ook vastgoedmakelaars aangeschreven hebben in het kader van een zoektocht naar leegstaande loodsen en terreinen Daar staat dan: “Idealiter zijn ze in goede staat, beschikbaar op korte termijn en aan marktconforme huurvoorwaarden. Bij voorkeur hebben deze terreinen/loodsen een minimale oppervlakte van 2.500 vierkante meter en beschikken ze over verharding", et cetera."
Kan u bevestigen dat Fedasil ook op zoek is naar terreinen en leegstaande loodsen en er ter zake een schrijven werd gericht aan de vastgoedmakelaars?
Zo ja, houdt u er rekening mee dat de ingebruikname en noodzakelijke extra aanpassingswerken grote meerkosten met zich zullen meebrengen en implicaties zullen hebben voor het budget?
De jongste cijfers van het CGVS wijzen niet bepaald op een neerwaartse trend in het aantal asielaanvragen. Naar hoeveel extra opvangplaatsen is Fedasil de komende maanden nog op zoek? Op welk aantal denkt u, inclusief de vorig jaar goedgekeurde bufferplaatsen, af te klokken?
12.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, zoals u weet, is het een van de prioriteiten van mijn beleid om de uitstroom te verhogen. De meest recente cijfers tonen aan dat de stijging van de instroom voorlopig stabiliseert, maar zelfs bij een eventuele daling van de instroom blijft het opvangnetwerk een dynamisch gegeven. Sommige centra sluiten nu eenmaal na enige tijd. Fedasil is dus continu op zoek naar voldoende bijkomende opvangplaatsen om de plaatsen die sluiten, te compenseren door andere. Het dynamische opvangbeleid is op dat vlak niet anders dan in het verleden.
Inderdaad hebben in januari en de maanden daarvoor veel personen een verzoek om internationale bescherming ingediend en we bereiden ons dan ook voor om de komende maanden nog bijkomende plaatsen te openen. Gelet op de sterke fluctuaties van het aantal personen dat een verzoek om internationale bescherming indient, is het nog niet mogelijk om dit precies te bepalen. Daarnaast is het ook nodig om over voldoende bufferplaatsen te beschikken om aan de structurele noden tegemoet te komen.
In dit kader worden verschillende pistes onderzocht en worden meerdere actoren gecontacteerd, zoals altijd het geval is. Logischerwijze wordt ook contact opgenomen met vastgoedmakelaars. Hier was dit om sites te identificeren waar eventueel noodcapaciteit gerealiseerd kan worden via het plaatsen van bijvoorbeeld wooncontainers.
Deze verkennende bevragingen zijn noodzakelijk voor Fedasil om zich verder voor te bereiden en om tot de creatie van bijkomende opvangplaatsen te kunnen komen, wat men uiteraard niet op een-twee-drie doet.
Bij de creatie van opvangplaatsen op een nieuwe site moeten er inderdaad vaak aanpassingswerken gebeuren. Hiertoe moet telkens een dossier worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. De meerkosten moeten telkens zo beperkt mogelijk blijven en worden afgetoetst aan de duurtijd dat die plaatsen uiteindelijk als opvangplaats zullen kunnen fungeren.
12.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik begrijp dat het bij die leegstaande loodsen en terreinen inderdaad gaat om noodopvang en dat u eraan denkt er wooncontainers te zetten om de grote nood aan opvangplaatsen te lenigen.
Nu, er zijn reeds 30.000 opvangplaatsen. Dat is een gigantisch aantal, zeker voor een land als België. Het lijkt mij dus dat wij primordiaal op zoek moeten gaan naar het beperken van de instroom en het vergroten van de uitstroom om die 30.000 terug te schroeven, in plaats van steeds achter de feiten aan te hollen en steeds meer opvangcapaciteit te creëren, nu zelfs op lege terreinen wooncontainers zetten. Dat is geen structurele oplossing.
De meerkosten moeten dan wel beperkt worden, maar die meerkosten zullen gigantisch zijn. Dat weet u ook. Als de Inspectie van Financiën dat zal beoordelen, hoop ik dat zij daar heel streng op zal zijn en niet zomaar zal toelaten dat de migratiefactuur, die reeds miljarden bedraagt, nog veel meer uit de pan swingt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De volgende vijf vragen van de heer Moutquin, met de nrs. 55025346C, 55025347C, 55025348C, 55025353C en 55025357C, worden op zijn verzoek uitgesteld tot een volgende commissievergadering.
13 Vraag van Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De overlast door een illegale Roemeen in Lier" (55025359C)
13 Question de Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les nuisances occasionnées par un Roumain en séjour illégal à Lierre" (55025359C)
13.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, deze week mocht u een brief ontvangen van de burgemeester van Lier. In die stad verblijft namelijk een Roemeen illegaal en hij zorgt er voor wat commotie. In het bericht van de burgemeester is er sprake van diverse incidenten, misdrijven, veelvuldige aanhouding, een verslavingsproblematiek en zelfs meervoudige brandstichting.
Bij elk van die feiten heeft de lokale politie de Dienst Vreemdelingenzaken gecontacteerd met de vraag tot uitwijzing van de betrokkene. Telkens opnieuw besliste DVZ echter om niet over te gaan tot vasthouding en verwijdering van het grondgebied. Volgens de Vreemdelingenwet is het nochtans mogelijk om burgers van de Unie gedwongen te laten terugkeren en vast te houden met het oog op verwijdering van het grondgebied om redenen van openbare orde – daaraan is in casu volgens mij zeker voldaan – of vanwege de nationale veiligheid of om redenen van volksgezondheid.
Mijnheer de staatssecretaris, wanneer werd het verblijfsrecht van de man in kwestie voor het eerst ingetrokken en om welke redenen gebeurde dat? Hoeveel bevelen om het grondgebied te verlaten werden intussen reeds aan de betrokkene overhandigd?
Is de Dienst Vreemdelingenzaken op de hoogte van het criminele verleden van de man en van de feiten die door hem werden gepleegd? Bevindt de persoon in kwestie zich inmiddels al in een gesloten centrum? U hebt de brief enkele dagen geleden ontvangen en misschien al actie ondernomen. Welk verder gevolg zult u geven aan de brief van de burgemeester van Lier?
13.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, de verblijfsaanvraag van de betrokkene op basis van werk werd geweigerd, omdat hij niet aan alle voorwaarden voldeed. Het gaat dus niet om een intrekking van het verblijfsrecht.
De Dienst Vreemdelingenzaken werd inderdaad gecontacteerd na interceptie van de betrokkene door de politie. Bij het nemen van een beslissing tot vasthouding moet de DVZ rekening houden met diverse elementen, zoals de ernst van de gepleegde feiten, de beschikbare plaatsen in de gesloten centra op dat ogenblik en de status van de persoon. Het aantal plaatsen in gesloten centra was in de voorbije weken bijzonder schaars door een groter aantal besmettingen met de omikronvariant. Tot nu toe heeft die afweging door DVZ dus nog niet tot een vasthouding geleid.
De DVZ heeft ondertussen wel contact opgenomen met de burgemeester en de lokale politie om samen op korte termijn de nodige stappen te zetten, aangezien het gaat om een persoon die bijzonder veel overlast heeft bezorgd, die effectief niet op het grondgebied moet verblijven en waarvoor stappen noodzakelijk zijn.
13.03 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben het alvast met u eens wat dat laatste betreft, volgens de toelichting van de burgemeester blijkt de betrokkene een gevaar voor de openbare orde, voor zichzelf en voor mensen in zijn omgeving.
Wij kunnen natuurlijk alleen begrip opbrengen voor de capaciteitsbeperking van de DVZ. Het viel mij in de communicatie van de DVZ echter wel op dat men zegt dat men moet rekening houden met de aard van de feiten. U verwees daar ook naar. Er ontstaat zo een heel vreemde situatie. Wanneer de feiten te licht zijn, grijpt de DVZ niet in, wat logisch is, maar wanneer de feiten te zwaar zijn, verwijst de DVZ naar het parket. Blijkbaar treedt de DVZ dus pas op wanneer de feiten zich op het juiste niveau van zwaarte bevinden. Dat is een vreemde praktijk, die ik in een toekomstig antwoord graag uitgeklaard zie.
L'incident est clos.
14 Vraag van Tomas Roggeman aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Mensen op de vlucht uit Oekraïne" (55025372C)
14 Question de Tomas Roggeman à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les personnes fuyant l'Ukraine" (55025372C)
14.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de internationale veiligheidscrisis rond Oekraïne, met oplopende spanningen en de opstelling van Russische troepen aan de grens, valt niet uit de actualiteit weg te branden. Uit verschillende Europese bronnen vernemen wij dat al verschillende duizenden Oekraïners die in de grensregio wonen, hun thuisregio ontvlucht zijn en in westelijke richting trekken.
Ik heb hierover enkele vragen. Treft de regering voorbereidingen om een mogelijke toestroom van Oekraïense vluchtelingen naar ons land aan te pakken? Worden er preventieve acties ondernomen?
Wat is het standpunt van de regering betreffende een eventuele toestroom van Oekraïners naar de Europese Unie en naar België in het bijzonder? Hebt u al met uw Europese collega's over dit thema overlegd en wat waren de conclusies?
14.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Roggeman, ook door de asiel- en migratiediensten wordt de situatie in Oekraïne opgevolgd. In eerste instantie is de Belgische positie dat wij proberen om een conflict en de bijbehorende vluchtelingenproblematiek te vermijden door in te zetten op uitvoerige diplomatieke contacten. Dat gebeurt op alle mogelijke niveaus, ook in NAVO-verband en op Europees niveau. Daarenboven werd ook reeds aangegeven dat er een gepast Europees en multilateraal antwoord zal komen in geval van een Russische inval. De Europese discussie hierover vindt uiteraard plaats in de filière Buitenlandse Zaken.
Vanuit Asiel en Migratie houden wij met alle mogelijke scenario's rekening, zodat wij niet voor verrassingen komen te staan. De precieze gevolgen van een mogelijk toekomstig conflict tussen de Russische Federatie en Oekraïne voor de Belgische migratie- en asielsituatie zijn echter moeilijk in te schatten. Hoeveel mensen de regio zullen verlaten, hangt samen met de aard, de ernst en de draagwijdte van een mogelijke inval. In 2014 zagen wij bijvoorbeeld dat veel Oekraïners besloten om in eigen land te blijven. Naast de interne verplaatsingen trokken er ook meer Oekraïners naar de Europese buurlanden, zoals Polen. Ik had onlangs nog een discussie met een aantal ministers en ambassadeurs uit Oost-Europa. Zij bevestigen dat er in die landen een grote bereidheid is om solidariteit te tonen, wanneer er een probleem zou ontstaan in Oekraïne en er een vraag naar opvang in Oost-Europa zou komen.
Zoals ik zei, trok een aantal Oekraïners naar Polen in die periode, naast de interne verplaatsingen. Soms gebeurde dat eerder voor een korte tijd, aangezien Oekraïners een visumvrijstelling hebben voor kortverblijf in de Schengenzone. Ook in België werd tijdelijk, in 2014 en 2015, een beperkte verhoging van het aantal verzoeken om internationale bescherming door Oekraïners vastgesteld.
Deze cijfers stabiliseerden achteraf. Op dit ogenblik is er nog geen grote uitstroom waar te nemen vanuit Oekraïne. Veel zal afhangen van hoe het conflict evolueert. Ook op dat vlak kunnen wij alleen maar hopen dat het probleem niet verder escaleert en hopen dat de diplomatieke contacten kunnen zorgen voor rust. Onze asiel- en migratiediensten zouden die rust bijzonder goed kunnen gebruiken.
14.03 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, wij hebben inderdaad geen glazen bol. Het valt niet te voorspellen wat daar staat te gebeuren. De situatie is echter wat ze is en het gebeurt aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Onze Waalse collega's hebben daarvoor een mooi spreekwoord: gouverner, c'est prévoir. Het zou van verstandig beleid getuigen om de nodige voorbereidingen te treffen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.28 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 28.