Commission de l'Économie, de la Protection des
consommateurs et de l'Agenda numérique |
Commissie
voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda |
du Mercredi 23 février 2022 Après-midi ______ |
van Woensdag 23 februari 2022 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.03 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 03 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Vraag van Leen Dierick aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De Pano-reportage 'Goedkoopste kip'" (55024624C)
01 Question de Leen Dierick à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le reportage de Pano "Le poulet le moins cher"" (55024624C)
01.01 Leen Dierick (CD&V): Ik verwijs naar de uitgebreide schriftelijke versie van mijn vraag.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op woensdag 26 januari 2022 zond de VRT op Eén een Pano-reportage uit
over de “Goedkoopste kip". In de reportage werd aangekaart dat 1 op de 20
winkelproducten met kip of kalkoen besmet is met salmonella. Het aantal
positief geteste producten met kippen- en kalkoenvlees stijgt jaar na jaar, ten
opzichte van 2020 zou er een stijging zijn met 4 %.
We moeten de race to the bottom van onze
voedselprijzen een halt toeroepen wanneer blijkt dat dit de kwaliteit en de
veiligheid van onze voeding in gedrang brengt. De pano-reportage geeft
duidelijk aan dat de consument meer bereid is te betalen voor kwalitatief en
veilig voedsel met respect voor het dierenwelzijn.
Willen we een toekomst geven aan onze Belgische
boeren en kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit wat betreft onze
voeding dan moeten we hiernaar handelen.
Mijn vragen aan de Minister:
Vandaag dienen de producenten zelf
controles uit te voeren naar onder meer Salmonella. Hoe evalueert u deze
zelfcontrole door de sector? Dient volgens u het FAVV deze taak over te nemen?
Indien ja, zal het FAVV hier bijkomende middelen voor krijgen?
In de reportage was te zien dat een
bepaald product, namelijk diepgevroren kippenworst, dat reeds eerder uit de
rekken werd gehaald omwille van besmetting met salmonella, opnieuw besmet bleek
te zijn met salmonella. Hoe kan dit? Dienen deze producenten niet onder
verhoogd toezicht te worden geplaatst in geval er eerder al inbreuken waren met
betrekking tot de voedselveiligheid?
Ik stelde u onlangs een schriftelijke
vraag over dierenziektes en de economische gevolgen ervan. In uw antwoord kwam
salmonella niet aanbod als vaakst voorkomende aangifteplichtige dierenziekte
tijdens de laatste jaren. Kan u toelichten in welke mate salmonella circuleert
bij Belgische levende pluimveedieren en andere dieren? Is er in België sprake
van een problematische circulatie?
Het probleem zit vaak bij verwerkte
producten met buitenlands kippenvlees. Zo bevestigde de Europese Commissie
enkele maanden geleden nog dat er disproportioneel veel meldingen over
salmonellabesmettingen in Polen waren en dat 2 op de 8 gecontroleerde
kippenbedrijven niet in orde waren op vlak van hygiëne of infrastructuur. Welke
initiatieven zal u nemen op EU-niveau om de controle op de hygiëne van onder
meer de kippenbedrijven en de voedselveiligheid met betrekking tot salmonella
te verstrengen?
Zal u het FAVV de opdracht geven
verhoogde controles uit te voeren op de kwaliteit van (verwerkt) voedsel
afkomstig uit het buitenland?
01.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Dierick, de producent is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn producten, conform de Europese wetgeving. De pluimveesector neemt zeker zijn verantwoordelijkheid op wat de aanwezigheid van salmonella betreft. Door de autocontrole wordt de veiligheid van de voedselketen gewaarborgd op verschillende niveaus, maar dat is de verantwoordelijkheid van de operator en kan dus niet overgenomen worden door de overheid.
Sinds 2007 worden zowel op nationaal als op Europees niveau aangepaste en efficiënte maatregelen uitgewerkt voor de detectie en bestrijding van salmonella, om het risico voor de volksgezondheid te reduceren. In geen enkele sector en voor geen enkele zoönose worden er meer analyses uitgevoerd dan voor salmonella bij pluimvee.
In de Europese regelgeving ligt een proceshygiënecriterium voor salmonella vast voor braadkippen en kalkoenen. De controle op de naleving van het proceshygiënecriterium wordt eveneens uitgevoerd door de exploitanten van de slachthuizen in het kader van de autocontrole. Het FAVV voert controles uit op die verplichte autocontrole.
In de Europese regelgeving worden zowel proceshygiënecriteria als voedselveiligheidscriteria opgelegd. Bij het niet respecteren van de criteria moeten de bedrijven corrigerende maatregelen nemen. Tijdens de controles van het FAVV wordt nagegaan of die maatregelen genomen worden. Indien er herhaalde malen problemen vastgesteld worden, zal het FAVV strenger toezien en bijkomende maatregelen opleggen, conform de EU-regelgeving. Er bestaat echter geen nulrisico; zelfs met de beste systemen zijn contaminaties mogelijk.
De salmonellaserotypes die overdraagbaar zijn op de mens, veroorzaken
geen dierziektes – dieren worden er niet ziek van –, maar wel zoönose. Het is
dus logisch dat salmonella niet vermeld werd in de betreffende vraag. Een kort
overzicht van de resultaten van de Belgische monitoring is terug te vinden op
de website van het FAVV. Niet alle serotypes van zoönotische salmonella zijn even
pathogeen of virulent. De aanwezigheid van de voor de mens belangrijkste
serotypes ligt tussen de 1,3 en de 3,6 %, naargelang het type pluimvee. Er
is dus geen sprake van een problematische circulatie. De situatie in ons land
is vergelijkbaar met die in de ons omringende landen.
In
augustus 2021 antwoordde de Europese commissaris bevoegd voor Voedselveiligheid
aan het Europees Parlement dat zij, naar aanleiding van het disproportioneel
aantal RASFF-berichten voor salmonellacontaminaties op Pools vlees, opgetreden
heeft. Zo wordt er nu door Polen een actieplan uitgevoerd. Er kan, indien dat
nodig blijkt, ook een audit worden uitgevoerd door de diensten van de Europese
Commissie. Net zoals de Europese commissaris in haar antwoord stelt, kan ik u
meedelen dat de salmonellacontroles geharmoniseerd zijn in de EU en dat er dus
een level playing field is voor alle operatoren in de EU. Het komt dan ook
Polen en de Europese Commissie toe om actie te ondernemen. Uiteraard wordt het
dossier opgevolgd door het FAVV.
Gezien de harmonisatie van de salmonellabestrijding en de controles in de EU, worden er geen gerichte controles uitgevoerd op producten geproduceerd in een andere lidstaat. Iedere lidstaat heeft in Europa de verantwoordelijkheid te waken over de voedselveiligheid op zijn grondgebied.
01.03 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord.
Ik ben toch enigszins gerustgesteld door uw verklaring dat de zelfcontroles nauwgezet worden uitgevoerd, elk land in Europa aan dezelfde controle en dezelfde kwaliteitseisen moet voldoen en er zeker een level playing field van toepassing moet zijn. In de reportage was dat niet echt duidelijk en leek het toch anders te zijn.
Die lijn mag niet worden overschreden. Als consument moeten we er zeker van kunnen zijn dat het vlees of het product dat we wensen te consumeren, aan voldoende veiligheidscontroles wordt onderworpen, ongeacht het land van herkomst.
L'incident est clos.
02 Vraag van Robby De Caluwé aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De actualisatie van de varkensprijzen en de marges van de sector door het Prijzenobservatorium" (55024809C)
02 Question de Robby De Caluwé à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'actualisation des prix du porc et des marges du secteur par l'Observatoire des prix" (55024809C)
02.01 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, ik bevroeg u zo'n maand geleden over de crisis in de varkenssector. U verwees toen naar enkele maatregelen die u bij de bespreking van uw beleidsnota had aangekondigd, waaronder de vermindering van de bijdragen voor het Sanitair Fonds en meer transparantie in de keten, door aan het Prijzenobservatorium van de FOD Economie te vragen een actualisering uit te voeren van de analyse van de varkensprijzen en de marges in de varkenssector.
Wat die actualisering van de analyse van de varkensprijzen en de marges in de varkenssector betreft, kondigde u aan dat u die kort daarna zou ontvangen. Vandaar mijn vragen.
Heeft het Prijzenobservatorium de actualisering van die analyse van de varkensprijzen en marges in de sector inmiddels gefinaliseerd en werden hun bevindingen aan u bezorgd? Wat zijn de belangrijkste bevindingen en conclusies van deze analyse?
Zal het rapport ook aan het Parlement, aan de deelstaten en aan de verschillende actoren van het ketenoverleg ter beschikking worden gesteld? Welk gevolgen zult u aan deze analyse verbinden om de crisis in de varkenssector aan te pakken? Hebt u inmiddels ook al actie ondernomen om het ketenoverleg te faciliteren en te activeren?
02.02 Minister David Clarinval: Mijnheer De Caluwé, het Prijzenobservatorium werkt aan de actualisatie van de studie van 2015 over de prijzen en marges in de varkenssector. De studie is nog niet afgerond, maar we kregen half februari 2022 reeds een eerste overzicht met de belangrijkste vaststellingen.
Het blijkt dat de varkenssector nog steeds een belangrijk deel uitmaakt van de dierlijke productie. Men stelt vast dat het aantal varkens in België doorheen de jaren vrij stabiel is gebleven, maar dat het aantal varkensbedrijven op 15 jaar sterk is afgenomen. Daarnaast ziet men ook dat de varkensprijs en de kosten sterk fluctueren doorheen de tijd, maar dat de kosten de laatste jaren stelselmatig toenemen, waardoor de rentabiliteit doorheen de jaren ontegensprekelijk daalt. Men stelt vast dat de curves in onze buurlanden hetzelfde verloop kennen. Op momenten waarop de rentabiliteit in België daalt, is dat ook het geval in de buurlanden. Uit de grafieken kan ook worden afgeleid dat de consumptieprijzen van varkensvlees en charcuterie over de jaren toenamen.
Als het rapport is afgerond, zal het op de website van de FOD Economie worden gepubliceerd en voor iedereen toegankelijk zijn. We moeten natuurlijk nog wachten tot de studie is afgerond, maar naast de maatregelen die ik reeds heb genomen en die ik heb toegelicht in mijn antwoord op uw vragen van 26 januari, blijf ik op het niveau van de Europese Commissie verder ijveren voor de vrijmaking van steunmaatregelen. Tevens bestudeer ik welke pistes er op federaal niveau nog kunnen worden bekeken.
Zoals ik al meedeelde, wil ik het ketenoverleg Agrovoeding graag een nieuwe dynamiek geven en het een actieve rol laten spelen in de dialoog tussen de verschillende schakels van de keten.
Het ketenoverleg komt samen op initiatief van de sectoren, maar tijdens vergaderingen op het kabinet, die ik ook in de toekomst nog zal organiseren met de verschillende schakels in de keten, wijs ik telkens op het belang van dat overleg en roep ik op om er actief aan deel te nemen.
02.03 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, het uitgebreide rapport is dus nog niet beschikbaar, maar het zal voor iedereen toegankelijk zijn op de website van de FOD Economie. Waarschijnlijk zal ik daar op dat moment op terugkomen.
L'incident est clos.
03 Vraag van Leen Dierick aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het vermelden als zelfstandige van het persoonlijke adres op sociale media" (55024869C)
03 Question de Leen Dierick à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La mention par l'indépendant d'une adresse personnelle sur les médias sociaux" (55024869C)
03.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat meer bepaald over influencers. Dat is een nieuwe trend waarbij mensen op sociale media allerlei posts doen waarvoor ze soms ook een vergoeding krijgen. Zij maken zich zorgen. In ons land is het verplicht om de contactgegevens en het adres van de maatschappelijke zetel op de eigen website en op bedrijfspagina's op sociale media te vermelden. Aangezien ondernemers vandaag niet meer zonder eigen website kunnen en op sociale media actief moeten zijn, ontsnapt niemand aan die wet.
Zelfstandige influencers, een nieuwe trend op sociale media waarbij men allerlei posts doet en daar soms een vergoeding voor krijgt, maken zich zorgen. Als zij hun activiteiten in een vennootschap hebben onderbracht, zijn ze verplicht het adres van de maatschappelijke zetel op de webpagina te vermelden. Vaak is de maatschappelijke zetel op hetzelfde adres als het privéadres. Zij zijn dus gedwongen om hun privéadres te vermelden op hun posts, op de sociale media waar ze actief op zijn, en vrezen dat hiermee hun privacy wordt geschonden. Hun vaak duizenden volgers weten op die manier exact waar ze wonen. Zij vragen of het echt nodig is dat het adres vermeld wordt.
Voorts is het hun nog steeds niet duidelijk hoe ze hun volgers moeten signaleren dat een post om promotie gaat.
Mijnheer de minister, is een zelfstandige verplicht om het adres waar de onderneming gevestigd is ook te vermelden op sociale media, zoals TikTok, Facebook of Instagram?
Hoe valt de verplichte adresvermelding van de maatschappelijke zetel van een vennootschap te rijmen met de privacy van bijvoorbeeld een influencer? Voorziet u voor hen eventueel in een uitzondering, omdat hun maatschappelijke zetel vaak ook hun privéadres is? Kunt u toelichten waarom u dat wel of niet overweegt?
Wanneer sociale influencers gesponsorde posts online plaatsen, moeten zij duidelijk weergeven dat het om reclame gaat, via de toevoeging van een bepaalde hashtag. Nu is er bij de verschillende overheidsinstanties onduidelijkheid over welke hashtag precies moet worden gebruikt. Kunt u verduidelijken welke hashtag zij effectief moeten gebruiken?
03.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Dierick, ten eerste, elke onderneming is wettelijk verplicht om bepaalde gegevens ter beschikking te stellen, waaronder het geografische adres waar de onderneming is gevestigd. Indien de zelfstandige Facebook of Instagram gebruikt als digitale etalage voor zijn ondernemingsactiviteiten, dan is hij verplicht om op die pagina zijn geografische adres te vermelden. Er is geen uitzondering voor influencers. Zodra de influencer te beschouwen is als onderneming, dan moet hij voldoen aan de wetgeving die van toepassing is op alle ondernemingen. De informatie die een onderneming ter beschikking moet stellen, is ingegeven door Europese wetgeving. Het is niet mogelijk om daarvan op Belgisch niveau af te wijken.
Ten tweede, overeenkomstig de wetgeving die onder mijn bevoegdheid valt, moet enkel expliciet vermeld worden dat het gaat om een reclame voor zover niet reeds duidelijk uit de context blijkt dat het gaat om een boodschap met een commercieel oogmerk. De wetgeving schrijft niet voor dat specifieke hashtags moeten worden gebruikt. In het licht van het verbod op oneerlijke handelspraktijken moeten de hashtags wel voldoende duidelijk weergeven dat het om een reclame gaat.
03.03 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, dank u wel voor uw duidelijke antwoord. Ik heb begrepen dat er geen afwijking kan worden toegestaan omdat het gaat om een Europese wetgeving, en dat er geen specifieke hashtag nodig is. Het is voldoende dat het duidelijk is dat het enkel om een promotie gaat. Dan is dat voor iedereen helder.
L'incident est clos.
04 Vraag van Katrien Houtmeyers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De schade die zelfstandigen lijden door vandalisme" (55025433C)
04 Question de Katrien Houtmeyers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les dégâts auxquels les indépendants sont confrontés à la suite d'actes de vandalisme" (55025433C)
04.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): We hebben allemaal de beelden gezien, in
televisie-uitzendingen of op sociale media, van de recente coronabetogingen in
Brussel die jammer genoeg telkens uit de hand liepen door relschoppers. We
zagen vooral ook hoe zelfstandigen vaak deelden in de klappen. Als ze de pech
hadden dat hun zaak op het pad van de relschoppers lag, werden hun etalages en
buitengevels vernield en/of hun stock geplunderd. Jammer genoeg zijn dergelijke
vandalenstreken niet alleen voorbehouden voor onze hoofdstad, noch voor de
coronapandemie. Op elke soort betoging, eender waar, kunnen enkelingen de sfeer
verzieken en zelfstandigen op kosten jagen met hun vernielingen.
Bij navraag blijkt dat dergelijke schade
nooit wordt opgenomen in een verzekeringspolis omdat het gaat om vandalisme.
Wil je als slachtoffer de schade recupereren, dan moet je die verhalen op de
dader. En net daar wringt het schoentje: in veel gevallen kunnen deze daders
niet getraceerd worden, waardoor de zelfstandige zelf voor alle kosten
opdraait.
Het spreekt voor zich dat dit een flinke
streep door de rekening is van de betrokken zelfstandigen. En dat zij, als dit
vaker voorvalt, overwegen om hun zaak te stoppen of te verhuizen.
Meneer de minister,
Klopt het dat schade door vandalisme niet
in verzekeringspolissen kan worden opgenomen?
Begrijpt u dat het voor de betrokken
zelfstandigen frustrerend is om zo veel verliezen te lijden door enkele
heethoofden?
Heeft u zelf al overwogen om dit probleem
aan te pakken?
Hoe staat u tegenover een fonds dat
specifiek wordt opgericht om schade te vergoeden die zelfstandigen lijden door
vandalisme tijdens betogingen?
Welke manieren ziet u om zo een fonds te
spijzen?
04.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Houtmeyers, de wetgever heeft herhaaldelijk bepaalde waarborgen verplicht in de brandverzekering voor eenvoudige risico’s. Zo bevat elke brandverzekering die dekking verleent voor eenvoudige risico’s verplicht de waarborg tegen de schade die haar oorzaak vindt in een aanslag.
Met een aanslag worden onder andere alle vormen van oproer en volksbewegingen verstaan. Schade aan gebouwen als gevolg van dergelijke manifestaties, wordt dan ten laste genomen door de brandverzekeraar. Indien de handelaar niet alleen een brandverzekering heeft afgesloten voor het gebouw maar ook voor de inhoud, dan is ook deze gedekt voor schade in het kader van de waarborg 'aanslagen'.
Schade door vandalisme of diefstal buiten het kader van een aanslag, kan ook gedekt worden door de brandverzekering. Vandalisme is een dekking die niet verplicht is, maar in de praktijk vaak is onderschreven. Gezien de mogelijkheid om schade door vandalisme te dekken door een verzekering, lijkt de oprichting van een fonds in dit kader niet aan de orde.
04.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord.
L'incident est clos.
05 Vraag van Leen Dierick aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De schade van en de verzekering tegen cyberaanvallen" (55025442C)
05 Question de Leen Dierick à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les dommages causés par les cyberattaques et les assurances contre de tels risques" (55025442C)
05.01 Leen Dierick (CD&V):
Steeds meer ondernemingen worden het slachtoffer van cyberaanvallen met alle
economische schade tot gevolg. De COVID-19 crisis heeft bij ondernemingen een
versnelde digitalisering in gang gezet waardoor de blootstelling aan
cyberdreigingen zijn toegenomen. Zeker KMO's en verenigingen zijn bijzonder
kwetsbaar gezien zij vaak niet over interne expertise beschikken en worden
benadeeld in vergelijking met grotere bedrijven die wel de financiële middelen
hebben om zich hiertegen beter te beveiligen. Om zich tegen de schade te
verzekeren zijn cyberverzekeringen een interessante piste.
Mijn vragen aan de Minister:
De FOD Economie heeft een
“CyberScan" ingevoerd. Dit is een zelfbeoordelingsinstrument waarbij
afhankelijk van de antwoorden, gepersonaliseerde adviezen kunnen worden
verstrekt aan bedrijven. Hoe vaak werd de “CyberScan" al geraadpleegd?
Vinden KMO's en verenigingen hun weg daarnaartoe? Welke adviezen worden er aan
hen gegeven? Wordt er ook geadviseerd om een cyberverzekering af te sluiten?
In kader van het Plan voor Herstel en
Veerkracht werkt de regering aan een project om cyberweerstand van de KMO's,
met inbegrip van zelfstandigen, te verhogen. Het project beschikt over een
budget van 12 miljoen euro en loopt nog tot 2026. Wat is de stand van zaken?
Werd al een oproep tot projecten gedaan?
Ik dank de Minister voor het antwoord.
05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Dierick, het probleem dat u aanhaalt, is niet nieuw. Zoals u in de preambule heel goed aangeeft, heeft de periode van versnelde digitalisering die wij in de context van de pandemie hebben meegemaakt, de situatie op het gebied van cyberaanvallen in feite echter alleen maar erger gemaakt. Daarom zet de FOD Economie zich sinds enkele jaren in om een adequaat antwoord te bieden voor kmo's en zelfstandigen.
De cyberscan waarover u spreekt, vormt een van de luiken van dat antwoord. Het is een instrument dat een kmo die de scan raadpleegt een overzicht geeft van haar niveau van cyberbeveliging en het geeft een passend advies om die te verbeteren. Cyberverzekeringen vormen een onderdeel van dat advies, maar zijn niet het enige onderdeel. Het is een pakket van maatregelen dat moet worden getroffen om ervoor te zorgen dat de cyberweerbaarheid van een kmo effectief wordt versterkt, waarbij ook rekening wordt gehouden met de verplichtingen inzake gegevensbescherming conform de AVG. Een verzekering alleen is niet voldoende.
De cyberscan is met name gericht op kleine kmo's met minder dan vijftig voltijdse equivalenten en op zelfstandigen die weinig kennis hebben van cyberveiligheid, die de overgrote meerderheid uitmaken van ons economische landschap. Het instrument is ontworpen om zo toegankelijk en gebruiksvriendelijk mogelijk te zijn, met een eenvoudige woordenschat, geanimeerde video's, sjablonen om in te vullen en dies meer.
Ik kan u geen cijfers geven van de raadpleging van het instrument, om de eenvoudige reden dat de cyberscan nog niet is gepubliceerd. Dat zou moeten gebeuren tegen het einde van het eerste kwartaal van 2022.
De FOD Economie en de FOD BOSA die betrokken zijn bij de ontwikkeling ervan, hebben iets meer tijd nodig dan voorzien om de cyberscan te publiceren. Er moesten enkele technische moeilijkheden worden aangepakt. Ik zal niet nalaten om te communiceren over de cyberscan zodra deze beschikbaar is, in overleg met de andere bevoegde ministers en staatssecretarissen, dat wil zeggen met minister van Telecommunicatie Petra De Sutter en staatssecretaris Mathieu Michel.
Het andere project dat u noemt en dat samen met de minister van Telecommunicatie wordt uitgevoerd, is het tweede deel van het antwoord op de behoeften van kmo's en zelfstandigen. Dit project van het Plan voor Herstel en Veerkracht omvat drie onderdelen, die tussen 2022 en 2026 zullen worden ontwikkeld.
Het eerste onderdeel is een website over cyberveiligheid voor kmo's om hen te voorzien van alle nodige informatie over dit onderwerp. Deze website zal de cyberscan bevatten die ik zojuist noemde.
Daarnaast komt er een jaarlijkse communicatiecampagne om kmo's te sensibiliseren voor de risico's op het vlak van cyberveiligheid en voor de maatregelen die moeten worden genomen om hun cyberweerstand te verbeteren, en om de aandacht te vestigen op de projecten die hun ter beschikking staan om hen te steunen.
Ten derde komen er oproepen tot het indienen van projecten die u in uw vraag noemde, om projecten te financieren die de kmo's steunen en begeleiden bij de verbetering van de cyberveiligheid van hun ondernemingen, bijvoorbeeld infosessies, opleidingen, het ter beschikking stellen of ontwikkelen van software, of nog veiligheidsaudits en advies.
Er werd een reflectiecomité opgericht dat momenteel samenkomt. Zo worden verschillende stakeholders geraadpleegd, zoals het Centrum voor Cybersecurity België, om ervoor te zorgen dat dit project beantwoordt aan de behoeften van het veld en complementair is met bestaande federale en regionale initiatieven. Volgens de huidige planning zal het volledige bestek in het tweede kwartaal van 2022 gepubliceerd worden, zowel voor de overheidsopdracht voor de ontwikkeling van de website en de communicatiecampagne als voor de oproepen tot het indienen van projecten.
De selectie van de offertes en de invoering zouden in de tweede helft van het jaar moeten plaatsvinden.
05.03 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, ik besef dat mijn vraag te vroeg komt en dat het project nog niet is opgestart. Ik zal het zeker verder blijven opvolgen. Ongetwijfeld kom ik er dan later nog eens op terug.
L'incident est clos.
06 Vraag van Sander Loones aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Een asymmetrisch beleid" (55025483C)
06 Question de Sander Loones à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La politique asymétrique" (55025483C)
06.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, vandaag spreek ik u in deze commissie aan in uw bevoegdheid van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw. U hebt een brief ontvangen van de minister van Institutionele Hervormingen. Het toeval wil wel dat u als minister ook bevoegd bent voor Institutionele Hervormingen, dus u hebt een brief gestuurd naar uzelf, meer bepaald met de vraag om het regeerakkoord uit te voeren.
Een alinea in het regeerakkoord zegt dat ook vanuit de federale bevoegdheden moet worden bekeken hoe ze kunnen worden ingeschakeld om deelstaatbeleid te ondersteunen, zodat er asymmetrisch beleid wordt gevoerd. Als minister hebt u een brief gestuurd aan uzelf met de vraag wat u daarmee zult doen, hoe u dat concreet zult operationaliseren.
Ik heb vernomen dat u, enigszins onbeleefd, uzelf nog geen antwoord hebt gestuurd. Omdat er mogelijk iets misgelopen is, stel ik u deze vraag in uw hoedanigheid als vakminister.
Mijnheer de minister, hebt u die brief van uzelf goed ontvangen? Hoe zult u die beantwoorden? Met andere woorden, hebt u voorstellen om in uw eigen vakdomein, Economie, asymmetrische beleidsvoorstellen te formuleren? Kunt u die desgevallend meedelen aan het Parlement?
De voorzitter: Mijnheer de minister, de heer Loones polst even of de brief toegekomen is. Misschien werd hij via binnenpost verstuurd, wie weet.
06.02 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, ik heb goed nieuws. Aangezien ik coherent ben, heb ik die brief verstuurd.
Mijnheer Loones, er bestaan meerdere protocolakkoorden tussen de Gewesten en de Gemeenschappen enerzijds en het FAVV anderzijds, die van kracht zijn sinds 2003.
Een aantal technische taken werd gedelegeerd aan de Gewesten bij koninklijk besluit van 10 oktober 2003 houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren.
Dit koninklijk besluit werd genomen in uitvoering van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen.
Dit koninklijk besluit, dat werd beraadslaagd in de ministerraad, zorgt voor een takenverdeling voor specifieke onderwerpen, zoals verwoord in het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij.
Bovendien wordt een bepaald aantal taken door het FAVV uitgevoerd voor rekening van de Gewesten, die een impact kunnen hebben op het nagestreefde controlebeleid. Een belangrijk aspect in deze context is bijvoorbeeld de controle op de naleving van de randvoorwaarden in het kader van de toekenning van premies gelinkt aan het GLB. Om de premies te bepalen in het kader van de Europese steun aan de landbouwers, moeten de Gewesten zich baseren op de controlegegevens van het FAVV. Er werd hieromtrent een specifieke conventie gesloten tussen de betrokken diensten.
Een tweede voorbeeld is de controleverordening voor de voedselketen (EU 2017/625), die bepaalt dat een meerjarig nationaal controleplan (MANCP) moet worden opgesteld. Het MANCP moet worden uitgevoerd door één enkel coördinerend orgaan. Dit zijn bevoegdheden die niet alleen tot het federale maar ook tot het gewestelijke niveau behoren.
Tot op heden wordt gesproken over een oplossing om binnen de Belgische autoriteiten één enkel orgaan op te richten. Als minister verantwoordelijk voor de veiligheid van de voedselketen zal ik een brief sturen met deze informatie in antwoord op de vraag van de minister van Institutionele Hervormingen.
06.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, bevoegd voor Landbouw, KMO's en Zelfstandigen, ik dank u voor het antwoord. Ik vind het wel interessant, omdat u niet alleen bewijst dat het kan, maar ook omdat het al gebeurt. Federale bevoegdheden worden op een andere manier ingezet en geoperationaliseerd in vergelijking met verschillende deelstaten. Af en toe wordt daarover twijfel gezaaid. Men zegt dan dat er juridische problemen zouden zijn. U bevestigt dat het kan. Dat is een eerste goede stap.
U verwijst naar voorbeelden van voedselveiligheid en landbouw. Ik heb u helaas niets horen zeggen over de ruimere sector van kmo's en zelfstandigen. Ik denk dat ook daar creatieve stappen mogelijk zijn om die mensen meer ter wille te zijn en een beter beleid te kunnen voeren. Dat zal ervoor zorgen dat uw brief aan uw collega nog meer aangedikt kan worden.
L'incident est clos.
07 Vraag van Reccino Van Lommel aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "E-commerce" (55025519C)
07 Question de Reccino Van Lommel à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le commerce électronique" (55025519C)
07.01 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, ik zal het vandaag niet over de arbeidsdeal hebben, maar ik zou u graag mee terugnemen naar de bespreking van de beleidsnota's een aantal maanden geleden in deze commissie. U kondigde toen aan dat u een studie zou laten uitvoeren over de ontwikkeling van e-commerce door kmo's, met de bedoeling een gedetailleerd geheel van voorstellen over de verschillende digitale transformatieprocessen die hiervoor nodig zijn te bekijken.
Ondertussen heeft de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven een opdracht gekregen. Daar is een eerste verslag van gemaakt, maar dat gaat alleen over de precisering van de opdracht tot nu. U kondigde ook aan dat u de grote buitenlandse marktspelers die al lang actief zijn op de onlinemarkt zou controleren. U zou tevens kijken naar de SDG-richtlijnen inzake milieu, mobiliteit en gezondheid.
Wat is de stand van zaken van het aangekondigde onderzoek? Welke voorstellen mogen we verwachten binnen welk tijdpad?
Zijn er ondertussen ook al controles uitgevoerd op de grote internationale marktspelers? Voor welke aspecten hiervan voorziet u regulering?
Gegeven de SDG-doelstellingen, hoe staat u tegenover het onbeperkt terugsturen van items en leveringen binnen de 24 uur?
07.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Van Lommel, de studie werd uitbesteed aan een dienstverlener en wordt momenteel door hem uitgevoerd. Het resultaat van de studie zal in de loop van het tweede trimester van 2022 aan mijn administratie, de FOD Economie, worden geleverd. Op basis daarvan zullen communicatie-instrumenten worden ontwikkeld die het voorwerp zullen uitmaken van een bewustmakingscampagne gericht op de zelfstandigen en de kmo's.
De Economische Inspectie voert controles uit op basis van meldingen ontvangen via het contactpunt, maar organiseert ook regelmatig controles op eigen initiatief. Die controles betreffen Belgische bedrijven, maar ook grote internationale spelers op het gebied van e-commerce.
Op Europees niveau vertegenwoordigt de Economische Inspectie ons land in het Consumer Protection Cooperation Network of CPC-netwerk. Wanneer inbreuken worden vastgesteld op de website van niet-Belgische Europese bedrijven, brengt de Economische Inspectie haar buitenlandse tegenhanger op de hoogte. De Economische Inspectie kan in dat geval via het CPC-netwerk een verzoek om internationale samenwerking sturen naar de bevoegde autoriteit van het land waar het betrokken bedrijf is gevestigd. Het is aan die autoriteit om gevolg te geven aan de onregelmatigheden vastgesteld door de Economische Inspectie. België is ook regelmatig betrokken bij gezamenlijke acties binnen het CPC-netwerk die betrekking hebben op belangrijke internationale spelers op het gebied van e-commerce. De controles hebben betrekking op het naleven van de regelgeving inzake de verkoop op afstand.
Ik heb geen specifiek wetsontwerp in voorbereiding inzake e-commerce. Als minister van Zelfstandigen en KMO's ben ik mij bewust van de harde concurrentie tussen de verschillende spelers op de markt van de e-commerce. Voor de kleinste structuren is het soms moeilijk om competitief te zijn ten aanzien van de grote historische spelers uit de e-commerce.
Bovendien moet er rekening worden gehouden met de milieu-uitdagingen.
Wanneer wordt gesteld dat een levering gratis is, is dat nooit echt het geval. Er bestaan geharmoniseerde Europese handelsregels inzake levering en retour die de rechten van de consument vrijwaren, met name over het afzien van een onlineaankoop binnen de veertien dagen na ontvangst van het goed. Naargelang de algemene voorwaarden van de verkoper worden de retourkosten ten laste genomen door de consument of door de verkoper. Het is belangrijk dat de bijzonderheden van de verkoop op afstand in aanmerking worden genomen. De regels moeten op Europees niveau worden bepaald.
Voor het overige nodig ik u uit u te richten tot minister De Sutter voor haar projecten inzake bpost.
07.03 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, u zei dat de studie werd uitbesteed aan een externe dienstverlener en dat we in het tweede kwartaal van dit jaar de resultaten mogen verwachten. Het verheugt me dat u die opdracht hebt gegeven, alleen hebt u niets over het tijdpad erna verteld. Eens u de resultaten hebt ontvangen, is het namelijk tijd om over te gaan tot actie.
U hebt uitgelegd wat de Economische Inspectie doet, en dat is goed, maar wederom heb ik van u niet vernomen wat u als beleidsmaker verwacht dat die inspectie dan specifiek nog meer doet.
U zegt dat gratis niet bestaat en dat is inderdaad zo. Misschien kunt u dat eens tegen de socialisten zeggen.
U bent niet verder ingegaan op de SDG-doelstellingen en verwees naar de Europese regelgeving en het beleid van minister De Sutter met betrekking tot bpost, maar e-commerce omvat natuurlijk veel meer dan enkel bpost. Ook daar bent u niet dieper op ingegaan. Ik had iets meer van uw antwoord verwacht.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14 h 40.