Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mercredi 16 mars 2022 Matin ______ |
van Woensdag 16 maart 2022 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.01 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 01 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
01 Gedachtewisseling met de eerste minister over de nationale veiligheidsstrategie en toegevoegde vragen van
- Koen Metsu aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De kritieke infrastructuren die met Chinese camera’s uitgerust zijn" (55024597C)
- Reccino Van Lommel aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De kernuitstap in het licht van de oorlog in Oekraïne" (55025758C)
- Michael Freilich aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Oekraïne en de Russische cyberoorlog" (55025765C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De informele Europese top van 10-11 maart" (55025786C)
- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Oekraïens-Russische oorlog" (55025811C)
- Dries Van Langenhove aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stand van zaken m.b.t. de crisis van de Oekraïense vluchtelingen" (55025799C)
- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De oorlog in Oekraïne" (55025991C)
- Samuel Cogolati aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De informele Europese top in Versailles" (55026001C)
- Wouter De Vriendt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De situatie in Oekraïne" (55026015C)
- Ben Segers aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Een transversaal plan tegen uitbuiting en mensenhandel van Oekraïense vluchtelingen" (55026026C)
- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De 2 %-norm voor Defensie" (55026067C)
- François De Smet aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Een humanitaire luchtbrug naar Oekraïne" (55026117C)
- Darya Safai aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De mensensmokkel aan de Pools-Oekraïense grens" (55026134C)
- Theo Francken aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het leefloon voor tijdelijk ontheemden" (55026151C)
01 Échange de vues avec le premier ministre sur la stratégie de sécurité nationale et questions jointes de
- Koen Metsu à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les infrastructures critiques équipées de caméras chinoises" (55024597C)
- Reccino Van Lommel à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La sortie du nucléaire dans le contexte de la guerre en Ukraine" (55025758C)
- Michael Freilich à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'Ukraine et la cyberguerre russe" (55025765C)
- Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le sommet européen informel des 10 et 11 mars" (55025786C)
- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La guerre russo-ukrainienne" (55025811C)
- Dries Van Langenhove à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le point sur la crise des régugiés ukrainiens" (55025799C)
- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La guerre en Ukraine" (55025991C)
- Samuel Cogolati à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le sommet européen informel de Versailles" (55026001C)
- Wouter De Vriendt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La situation en Ukraine" (55026015C)
- Ben Segers à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Un plan transversal de lutte contre l'exploitation et la traite des réfugiés ukrainiens" (55026026C)
- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La norme de 2 % pour la Défense" (55026067C)
- François De Smet à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L’opportunité d’un pont aérien humanitaire en Ukraine" (55026117C)
- Darya Safai à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le trafic des êtres humains à la frontière entre la Pologne et l'Ukraine" (55026134C)
- Theo Francken à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'octroi du revenu d'intégration aux personnes temporairement déplacées" (55026151C)
01.01 Eerste minister Alexander De Croo: In tegenstelling tot de meeste lidstaten van de Europese Unie en leden van de NAVO had ons land tot december 2021 geen nationale veiligheidsstrategie (NVS). Dat is merkwaardig, omdat een van de basistaken van een overheid is om de veiligheid van haar burgers, bedrijven en instellingen die er actief zijn, te garanderen.
In de regeringsverklaring was opgenomen dat we een breed uitgedragen veiligheidsstrategie zouden uitwerken en op 1 december 2021 heeft de Nationale Veiligheidsraad (NVR) die veiligheidsstrategie goedgekeurd.
C'est le Comité de coordination du renseignement et de la sécurité qui a assuré la préparation de ce document dans un groupe de travail présidé par un service public des Affaires étrangères. Le think tank de l'Institut Egmont a organisé plusieurs workshops avec des entreprises, la société civile et le milieu académique.
Het woord "société civile" brengt bij de heer De Roover opeens een kettingreactie teweeg, zeer verbazend. En opeens komt de helft van de commissieleden binnen, dat is ook goed nieuws.
Pour définir cette stratégie, nous avons fait appel à toute l'expertise disponible dans notre pays, avec des experts en politique étrangère, dans le domaine de la sécurité et des services de renseignement, des entreprises et du milieu universitaire, etc. Le fil conducteur de notre stratégie, ce sont les valeurs et les intérêts qui, à mon sens, ne sont pas contradictoires. Nous protégeons nos intérêts et défendons les valeurs qui nous sont chères. C'est précisément ces valeurs qui nous distinguent de l'autocratie et de la dictature. Le conflit entre l'Ukraine et la Russie revient finalement à un conflit de valeurs et d'intérêts.
La Belgique est un des pays les plus ouverts au monde. Nous sommes le troisième pays le plus globalisé du monde et la 26e économie. Nous sommes dans le top 10 des pays les plus exportateurs. La Belgique est un important centre logistique et recèle d'industries clés, comme l'énergie, la finance, le transport, les communications, etc. Dans plusieurs secteurs, nous sommes vraiment à la pointe du progrès: l'énergie éolienne, l'industrie pharmaceutique, l'infrastructure maritime, où nous jouons un rôle majeur, et ce dans le monde entier.
En même temps, nous sommes aussi un centre politique et diplomatique. Il existe peu d'endroits dans le monde où il y a une telle concentration de décisions diplomatiques et politiques qui sont prises. Maximum dix villes dans le monde entier sont au même niveau que Bruxelles et nous sommes clairement dans le top 5. En Belgique se trouvent plus de 300 missions diplomatiques internationales et plus de 120 organisations internationales, en plus de l'Union européenne et de l'OTAN, que tout le monde connaît.
Si on additionne le hard power et le soft power, la Belgique se situe à la 25e place au niveau mondial, tout en étant un pays de taille moyenne qui compte 11 millions d'habitants.
Economisch is de waarde daarvan ook zeer belangrijk. Driekwart van onze export is gericht op de Europese interne markt, 85 % van ons bbp en een vijfde van onze jobs zijn gelieerd aan handel. De welvaart in ons land is dus sterk afhankelijk van de mondiale ontwikkelingen.
Hetzelfde geldt voor onze veiligheid. We hebben in onze contreien een zeer lange geschiedenis van bezetting door buitenlandse mogendheden, ongeacht de definitie die men daar historisch voor gebruikte. Op basis daarvan heeft ons land zeer vaak gekozen voor een neutrale positie, die niet verhinderd heeft dat we zijn aangevallen tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Daarom heeft ons land na de Tweede Wereldoorlog voluit gekozen voor multilaterale samenwerking. Wij zijn één van de stichters van de Europese Unie, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de Verenigde Naties, de OVSE enzovoort. We zijn er ons ten volle van bewust dat multilaterale samenwerking belangrijk is om onze welvaart en onze veiligheid te kunnen garanderen.
Daarnaast stellen we vast dat de Europese landen na de val van de Berlijnse muur over het algemeen te ver zijn gegaan met hun besparingen op defensie. De regering heeft een aantal weken geleden, ruim voor de inval van Rusland in Oekraïne, een groeipad voor het defensiebudget tot 1,54 % van het bbp in 2030 vastgelegd. Dat is een extra inspanning van 11 miljard euro, dus nagenoeg een verdubbeling van het defensiebudget in vergelijking met acht jaar geleden. Het is echter duidelijk dat dit niet zal volstaan.
Eind volgende week vindt in Brussel een NAVO-top plaats. Het is zeer duidelijk dat er vooral zal worden gevraagd om op korte termijn te investeren in operationaliteit. Dit wil zeggen dat er op korte termijn andere eisen zullen worden gesteld aan de inzetbaarheid van defensie. Ons land moet op dat vlak zijn verantwoordelijkheid nemen. Wat er in Oekraïne is gebeurd, is voor ons Europeanen een beetje ons 9/11-moment. Dit zal zeer verstrekkende gevolgen hebben, overduidelijk op economisch gebied maar zeker ook op het gebied van veiligheid.
Notre stratégie nationale de sécurité a été conçue sur la base de cette vision ouverte sur le monde. Pour nous, cette vision est très importante. Dans ce contexte, six intérêts vitaux fondamentaux pour la cohésion interne de notre pays et la pérennité de notre société ont été identifiés.
Premièrement, l'État de droit démocratique, la résilience nationale et les valeurs que nous partageons. La mission essentielle de chaque gouvernement est de préserver la stabilité sociale et politique ainsi que les libertés qui fondent notre société.
Deuxièmement, la sécurité physique de nos citoyens et l'intégrité territoriale de notre pays. La protection de notre population est le devoir de toute autorité publique. Il s'agit d'un intérêt de sécurité dans le sens très strict.
Troisièmement, l'environnement naturel de notre pays. Le changement climatique et la perte de la biodiversité dont nous ressentons l'impact nous confrontent chaque jour à l'importance de la préservation de la qualité de l'air, des espaces publics, de l'approvisionnement en eau, de la production alimentaire, etc.
Quatrièmement, notre prospérité économique. J'ai déjà mentionné l'importance de notre économie ouverte pour notre prospérité.
Cinquièmement, l'ordre international fondé sur le droit international et l'encadrement multilatéral. Le système international des normes et accords fiables et contraignants est vital pour un pays comme la Belgique tant pour sa politique commerciale et sanitaire que pour les droits humains.
Sixièmement, le fonctionnement efficace de l'Union européenne. L'Union européenne permet de défendre au mieux les intérêts belges à l'échelle mondiale. Par exemple, dans le cas de la pandémie de covid-19 et de la campagne de vaccination, les accords conclus par la Commission européenne avec des fournisseurs et les accords de coordination conclus entre les différents pays furent cruciaux pour la santé de notre population. Nous constatons qu'une réponse conjointe et inédite de l'Union européenne face à l'agression russe est une nouvelle dynamique qui s'installe. C'est, selon moi, une bonne chose.
Dat zijn de zes gedefinieerde veiligheidsbelangen. Naast deze veiligheidsbelangen hebben we de risico's in kaart gebracht die deze zes belangen kunnen bedreigen. We houden daarbij rekening met zowel safety risico's, als met security risico's en risico's van accidentele en intentionele aard.
Zowel de Russische agressie in Oekraïne, als de wankele toestand van de sarcofaag rond de ontplofte kernreactoren in Tsjernobyl vormen een veiligheidsrisico. Op de eerste plaats uiteraard een veiligheidsrisico voor de Oekraïense bevolking, maar ook voor ons land. De Russische agressie is een voorbeeld van een security risk, namelijk een risico van intentionele aard. De toestand van de centrale in Tsjernobyl is veeleer een safety risk, namelijk veeleer van accidentele aard. Het is hoe dan ook belangrijk beide risico's in rekening te nemen.
De strijd tegen de georganiseerde misdaad vraagt een continue aandacht. De resultaten van het Sky ECC-onderzoek, een doorbraak van inmiddels zowat anderhalf jaar geleden, tonen ons dat de gevolgen zeer verreikend zijn voor ons land. Daarnaast zijn ook veel onderzoeken in andere landen op basis daarvan gevoerd. Essentieel te begrijpen is dat dat evenzeer de interne, als de externe veiligheid behelst. Sky ECC is slechts een voorbeeld, maar de problematiek van drugshandel komt steeds terug. Antwerpen speelt daarin een rol, gewoonweg omdat het een wereldhaven heeft en aldus een logistieke draaischijf vormt. Dat soort zaken moeten een belangrijk onderdeel vormen van onze veiligheidsstrategie.
Op basis dus van enerzijds de specifieke eigenheid van ons land, en daarnaast de zes vitale belangen en de analyse van de dreigingen, komen we vervolgens tot een reeks beleidsprioriteiten. De volledige lijst kan worden nagelezen in het document zelf, maar ik zou er graag een aantal elementen willen uitlichten. Bij de bescherming van de democratie en de rechtstaat is het zaak werk te maken van de strijd tegen polarisatie, georganiseerde desinformatie, radicalisering en complotmanipulatie. We zien onder meer in de Verenigde Staten hoe desinformatie en polarisering een hele samenleving kunnen verdelen en uiteindelijk de fundamenten van een politiek bestel van een democratie, waarvan iedereen dacht dat ze zeer veerkrachtig was, toch op een verregaande manier op de proef kunnen stellen en kunnen verzwakken.
Dat gebeurt niet enkel in de Verenigde Staten, maar ook bij ons. Het is bijvoorbeeld ontstellend te zien hoe manifest georganiseerde desinformatieplatformen rond de antivaxbeweging naadloos aan het vervellen zijn in complottheorieën die eigenlijk een soort pro-Poetinplatformen aan het worden zijn.
Een tweede voorbeeld vindt men in wat wij doen op het gebied van screeningsmechanismen inzake onze economische belangen. Voor kritieke infrastructuren hebben heel wat landen mechanismen opgezet waardoor het aankomstbeleid voldoende kan worden gescreend. In de omzetting van het 5G-pakket van de Europese Commissie is ons land bijvoorbeeld heel streng geweest. Dat is maar normaal, want ons land heeft een zeer specifieke positie. Omdat er zoveel internationale organisaties in België gevestigd zijn, is het ook wel logisch dat wij in kritieke infrastructuur, zoals de telecominfrastructuur, een zeer nauwgezet screeningsmechanisme zouden hebben. De federale overheid is al een jaar in onderhandeling met de deelstaten over het verfijnen van dat screeningsmechanisme. Iedereen beseft het belang daarvan, maar ik hoop dat wij die discussie snel kunnen afronden, want een efficiënt screeningsmechanisme dat rekening houdt met de verdeling van de bevoegdheden tussen de federale en regionale overheden, is zeer belangrijk.
Ik kan ook het voorbeeld geven van ArcelorMittal. Dat investeert, mede met overheidssubsidies trouwens, 1 miljard euro in de productie van het duurzaamste staal ter wereld. Het doet dat in ons land, ten noorden van Gent. Dat heeft echter geen enkele zin indien er internationaal geen bindende en afdwingbare regels bestaan op het gebied van milieu-, klimaat- en sociale normen waardoor men zich kan beschermen tegen dumping van niet-duurzaam staal. Het heeft geen zin dat bij ons het duurzaamste staal wordt geproduceerd, met de kosten en investeringen die daaraan vasthangen, als er ondertussen niet-duurzaam staal uit China gewoon op onze markt wordt gedumpt.
Dat brengt ons bij de discussie over de strategische autonomie van de Europese Unie. De beweging waarbij de Europese Unie veel beter kijkt naar haar economische soevereiniteit, is al een paar jaar aan de gang. Zij probeert een evenwicht te vinden tussen economische soevereiniteit en het behoud van haar openheid naar de wereld. Dat is het delicate evenwicht dat wij moeten vinden.
De Europeanen zijn in het verleden vaak iets te naïef zeer open geweest naar de wereld, maar hebben weinig nagedacht over economische soevereiniteit. Dat komt nu meer naar een evenwicht. België moet daar zeer veel voorzichtigheid behouden. Economische soevereiniteit kan er vaak toe leiden dat de internemarktregels wat worden afgezwakt, bijvoorbeeld op het gebied van staatssteun. Dan komen we snel in een situatie waarin de grote Europese economieën een veel groter voordeel hebben ten opzichte van de kleine. Voor een klein of middelgroot land, zoals dat van ons, zijn de regels voor staatssteun en interne markt cruciaal om ervoor te zorgen dat we met gelijke wapens kunnen strijden. Dit waren een aantal voorbeelden van beleid die ik wilde aanhalen.
Lorsqu'on évoque la mitigation des menaces et des risques, on parle aussi de résilience, concept central dans cette stratégie nationale de sécurité. La cybersécurité en est un exemple très important. Est-ce une coïncidence si la Défense a été victime d'une cyberattaque, alors que la guerre en Ukraine se préparait? Si l'on considère les cyberattaques organisées ces dernières années contre les départements tels que la Défense, l'Intérieur et les Affaires étrangères, on constate que nous sommes aujourd'hui dans une situation de guerre hybride.
Cette nouvelle stratégie en matière de cybersécurité, qui a été approuvée par le Conseil national de sécurité en mai de l'année dernière, était attendue depuis longtemps, tout comme l'augmentation de moyens budgétaires en ce domaine. On le voit, la stratégie nationale de sécurité offre donc un cadre politique global, dans lequel les plans stratégiques sont nécessaires, comme par exemple concernant la cybersécurité ou la Note-cadre sur la sécurité intégrale ou encore le plan stratégique de la Sûreté de l'État.
Cette stratégie nationale de sécurité fournit un cadre de coordination et une coopération efficace entre les différents services et les départements, et ce à tous les niveaux de pouvoir. Elle devrait aboutir à une culture de sécurité plus robuste dans notre pays, une sensibilisation accrue par rapport à la sécurité, non seulement au sein des autorités de notre pays mais aussi envers nos entreprises, le monde universitaire, les partenaires privés, etc.
Ik meen dat dit een belangrijk element is. Voor het element veiligheidscultuur zijn wij, gelet op de geschiedenis van ons land, minder gevoelig dan de mensen in andere landen. Dat is al door meerdere collega's in het verleden aangehaald.
Dat element, veiligheidscultuur, moet eigenlijk zeer ver gaan. In de academische wereld zijn er bijvoorbeeld bepaalde risico's waarvoor men soms minder gevoelig is. Ook in de privésector zijn er in bepaalde sectoren soms veiligheidsrisico's waar men op het eerste gezicht geen link met veiligheid zou zien.
Ik wil mijn toelichting afsluiten, mijnheer de voorzitter, met het tijdsperspectief van deze strategie. Als men een strategie als deze opmaakt, is het niet de bedoeling dat die maar voor een paar jaar geldt, want dan kan men eigenlijk nooit overgaan tot de uitvoering ervan.
Het perspectief dat wij moeten hebben, is een periode van ongeveer 10 tot 12 jaar. Dat lijkt misschien niet zo lang, maar als wij vergelijken hoe wij naar de wereld keken in 2010 met hoe wij vandaag naar de wereld kijken, meen ik dat een periode van 10 tot 12 jaar wel juist is.
Tot slot, dit is geen puur academische oefening. Het is logisch dat men wat hier uitgezet wordt jaar na jaar tegen het licht moet houden en bekijken welke punctuele aanpassingen nodig zijn aan de internationale situatie die vaak zeer snel verandert.
Deze strategie werd goedgekeurd in december. Dit moment waarop wij de parlementaire bespreking ervan houden, kon eigenlijk bijna niet beter gekozen zijn. De manier waarop wij nu naar veiligheid kijken, is dat wij ze nu zien als een absolute prioriteit. Ik ben ervan overtuigd dat zij in de komende jaren zeer hoog op de agenda zal staan.
De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, dank u voor uw toelichting.
Wat u op het einde zei, is ook de reden waarom er vragen die over het conflict in Oekraïne gaan, aan het debat toegevoegd zijn.
Voor de laatkomers wil ik herhalen dat wij voor de eerste ronde 10 minuten spreektijd per fractie hebben afgesproken. Ik wil de vraagstellers verzoeken om hun vragen te bundelen met hun betoog.
01.02 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de premier, namens onze fractie juich ik het toe dat de oefening met betrekking tot de veiligheidsstrategie werd gedaan en voortaan zal worden herhaald. Ik denk dat een bijzonder woord van dank aan de heer Moors, uw kabinetschef, ook op zijn plaats is voor al zijn inspanningen en volharding. Het is een boeiend werkstuk geworden, wat mij ineens ook bij een potentiële valkuil brengt. Wij vinden het jammer dat wij de nationale veiligheidsstrategie hier moeten bespreken op een tweetal uurtjes tijd, want ook wij hebben getracht om ons werk grondig te doen. Wij hebben enkele opmerkingen en nog tientallen extra vragen ter verduidelijking.
Wij hebben de nationale veiligheidsstrategie gelezen en geanalyseerd. Het gaat over energie, defensie, cyberveiligheid en België in de wereld. Daarom is het goed dat wij die bespreken in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Gelet op de crisis vandaag begrijp ik dat u als eerste minister geen hele dag vrij kan maken, maar misschien is het geen gek idee om de bespreking van de veiligheidsstrategie in de plenaire vergadering te laten plaatsvinden. U spreekt ook over een tijdspanne van tien tot vijftien jaar, waardoor de strategie tot voorbij de volgende verkiezingen reikt. Het is daarom niet onheus om erover te spreken in de plenaire vergadering, met alle fracties. Het is jammer vast te stellen dat zelfs niet alle meerderheidsfracties hier nu aanwezig zijn – er ontbreken er al zeker twee –, ook al gaat het over de nationale veiligheidsstrategie.
Mijnheer de premier, ik herhaal de woorden die u twee weken geleden uitsprak, woorden die wij allen al moesten beamen. De wereld, inclusief Europa, zal nooit meer dezelfde zijn. Wat Poetin nu doet in Oekraïne, is gewoonweg vreselijk. In het document van de nationale veiligheidsstrategie wordt overigens melding gemaakt van een mogelijke inval van Rusland in Oekraïne, dus daar was u al mee bezig. Ik denk dat Europa momenteel zodanig veranderd is dat de strategie misschien al aan een update toe is.
Ik wil beginnen met twee algemene bezorgdheden en wens daarna enkele vragen te stellen. Ik zie ondertussen echter de klok met mijn spreektijd aftellen, wat mij een beetje bekommert, want ik zal niet al mijn vragen kunnen stellen binnen de toegekende spreektijd. Mijnheer de voorzitter, we moeten nog bespreken hoe we dat kunnen aanpakken.
De voorzitter: Mijnheer Metsu, de bedoeling is gewoon dat alle fracties in de eerste ronde aan bod kunnen komen vooraleer de eerste minister moet vertrekken. Ik wil uw spreektijd niet inperken, ik probeer gewoon een billijke oplossing te zoeken voor iedereen.
01.03 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de voorzitter, misschien moeten we in de Conferentie van voorzitters ook eens bekijken of het mogelijk is om te werken met een spreektijd per effectief lid of per plaatsvervangend lid, zodat de grootte van de partij kan meespelen.
Ik kom bij mij twee algemene bezorgdheden. Een strategie kan alleen werken als deze ook gekoppeld is aan KPI's. Men kan een strategie alleen evalueren als er KPI's zijn. Die hebben wij niet teruggevonden. Wordt daarover nagedacht? Kan dat opgenomen worden in een analyse?
Ten tweede, een strategie zonder capaciteit is een hallucinatie. Ik heb deze zin in het verleden nog gehoord. Bent u uitgegaan van onze huidige capaciteit bij het schrijven van die strategie? Is er nu soms een strategie waarvoor wij mogelijk te weinig capaciteit hebben, waardoor wij ze de facto niet zouden kunnen waarmaken?
Ik overloop nu snel mijn vragen. Mijnheer de eerste minister, ik begin met een vraag over de complexe staatsstructuur. Met welke maatregelen zult u de historisch gegroeide complexe institutionele en politieke structuren aanpakken en vereenvoudigen? Daaromtrent vonden wij immers niets terug in het document over de nationale veiligheidsstrategie.
Gaat u werk maken van een evaluatie van de inhoudelijke werking van de NVR, de NVO, het Coördinatie Comité Inlichtingen en Veiligheid (CCIV) en het Strategisch Comité Inlichtingen en Veiligheid (SCIV)? Wat is uw visie met betrekking tot de werking van die organen? Waar zijn er verbeteringen mogelijk en welke? Kunt u een overzicht geven van de werkzaamheden van de werkgroepen en platformen die nu reeds onder die organen werkzaam zijn? Waarom worden er nog bij gecreëerd? Welke ruimte voor sanering, maar ook voor herstructurering, is daar eventueel aan de orde?
Wat moeten wij begrijpen onder nood aan een coherente wetgeving op het vlak van veiligheid? Hoe kan daarvan werk gemaakt worden? Op welke manier kunnen wij de overregulering en het maken van uitzonderingen een halt toeroepen?
Op welke manier zullen alle plannen op elkaar worden afgestemd? Ik denk dan aan de NVS, de Kadernota Integrale Veiligheid (KIV) en het Nationaal Veiligheidsplan (NVP), maar ook aan het Stroomplan, het Kanaalplan, het Kempen-Maasplan enzovoort.
Wie zal de politieke coördinatie op zich nemen? Dat lijkt ons iets voor de eerste minister te zijn. De NVS is daarover echter niet duidelijk. Komt die verantwoordelijkheid u toe, ja of neen?
Zal er ook een boordtabel worden bijgehouden waarmee de implementatie kan worden opgevolgd? Daarmee verwijs ik opnieuw naar de KPI's.
Mijn volgende punt gaat over de betrokkenheid van de deelstaten. We hebben de whole-of-government approach bij de totstandkoming van de NVS, de Nationale Veiligheidsstrategie. Is daar in uw beleving tegen gezondigd? Ja of neen? Erkent u dat de deelstaten zeer concrete elementen hadden aangebracht en dat er met de opmerkingen maximaal rekening werd gehouden. Klopt dat? Waarom is dat gezegd? Op welke manier zullen de deelstaten wel betrokken worden bij de implementatie van deze nieuwe strategie?
Mijn tweede bezorgdheid gaat over de capaciteit, het gebrek aan middelen en mensen. Kunt u meedelen aan welke van de drie plannen een begroting of een budgetplan is gekoppeld met de middelen om de plannen uit te voeren? Welke middelen zijn daarvoor uitgetrokken? Werd er afgesproken op welk niveau de budgettaire inspanningen zullen worden gedaan en hoe die gefinancierd kunnen worden? Wordt de strategie gekoppeld aan KPI's of bent u dat van plan? Het is de derde keer dat ik dit vraag, omdat wij het heel belangrijk vinden.
We hebben nieuwe beleidsoriëntaties. Kunt u ons, eventueel later, een overzicht bezorgen van de nieuwe beleidsoriëntaties en de initiatieven in de NVS? Wat is er vernieuwd?
Vervolgens heb ik nog een vraag over de evaluatie van de antiterreurmaatregelen. Zult u de twee antiterreurpakketten evalueren en ze daarna verder verfijnen en uitwerken? Welke Europese regelgeving moet België nog implementeren?
Heel belangrijk voor ons is de matrix die er na de parlementaire onderzoekscommissie van eind 2020 zou komen. Daar wachten wij nog steeds op. Die werd ons beloofd door minister Van Quickenborne en minister Verlinden. De ene zou op de ander aan het wachten zijn. Helaas herdenken wij volgende week de aanslagen in Maalbeek en Zaventem van zes jaar geleden. Nadien werd een Kamerbreed onderzoeksrapport door iedereen gesteund, maar we weten niet wat er nu aan het gebeuren is. Minister Verlinden heeft ons gezegd dat er achter de schermen hard wordt gewerkt. Dat is uiteraard goed, maar wij hebben ook het recht om te weten waaraan er wordt gewerkt en waar er nog een tandje moet worden bijgezet. Bij deze dus de urgente vraag om ons die tabel te bezorgen en ons te laten weten hoever u daarmee staat.
Wat de nieuwe technologie betreft, welke digitale innovatie en specifieke innovatietechnologieën zullen worden aangewend in de strijd tegen criminaliteit? Voor welke doeleinden? Hoe wordt de privacy gewaarborgd? Hoe en door wie zal de monitoring van nieuwe technologie in het kader van de strategische toekomstanalyse plaatsvinden?
Cyberveiligheid zal in de toekomst jammer genoeg alleen maar aan belang winnen. Men zegt wel eens dat dit de toekomstige oorlogvoering is. Ik verwijs in dat verband naar de ingediende vraag over de Chinese camera's die hier worden gebruikt, die ik dan koppel aan mijn eerste uiteenzetting.
Op welke manier zal de criminele cyberinfrastructuur worden ontwricht? Wat moeten we begrijpen onder een gepaste offensieve capaciteit? Op welke manier zullen we cyberaanvallen attribueren? Is dat gebeurd voor de aanvallen van de afgelopen jaren, in het bijzonder deze die heel recent op onze defensie waren gericht? Wat moeten wij verstaan onder actieve cyberdiplomatie? Dat was ons niet helemaal duidelijk.
Kunt u de CBRN-defence ook toepassen op de actuele dreiging van een nucleaire aanval door Rusland? We lezen daarin een passage over proliferatie. Kunnen wij dat al toepassen op wat er nu zou kunnen gebeuren met Rusland?
Heel belangrijk is de desinformatie en het fake news. Fake news is helaas ook iets heel subjectiefs.
01.04 Eerste minister Alexander De Croo: Ik wil heel duidelijk zijn. Ik heb de uitdrukking fake news niet gebruikt. Ik heb gesproken over desinformatie. Dat is niet hetzelfde. U bedoelt in de toelichting?
01.05 Koen Metsu (N-VA): Neen, niet in de toelichting, maar wel in het document. Ik verwijt u zeker niets, maar wat we in het document kunnen lezen over desinformatie en fake news is vrij subjectief. Ik zeg dat omdat Poetin op dit eigenste ogenblik al zijn fake news aan het verbannen is uit Rusland, wat natuurlijk hallucinant en absurd is. We moeten daar zeker zicht op houden. Op welke manier zal weerbaarheid worden uitgebouwd tegen desinformatie en fake news, in het bijzonder tegen vijandelijke informatieoperaties?
Wat worden de taken en bevoegdheden van de interdepartementale mechanismen? Wie zal bepalen wat desinformatie en fake news is? Dat is de vraag waarnaar ik daarnet heb verwezen.
Verder zijn er nog enkele zaken die we niet helemaal begrijpen.
Volgens de nationale veiligheidsstrategie heeft enkel de EU zowel de relevante schaal, de bevoegdheden en middelen om over het spectrum van zowat alle relevante dreigingen een adequaat beleid tot stand te brengen. Dat is een beetje macro-economisch. Ons land zal in die context ook zelf alle nodige inspanningen leveren om mee verantwoordelijkheid op te nemen voor de eigen en gezamenlijke veiligheid van de EU, de NAVO en hun lidstaten. Het is de doelstelling van deze nationale veiligheidsstrategie dat België een adequaat beleid tot stand brengt. We kunnen niet alleen op de EU rekenen, we moeten wel degelijk zelf de nodige inspanningen leveren. Moeten we dat een beetje beschouwen als een contradictie, ja of nee, aan de hand van het subsidiariteitsprincipe? Wat moet België in casu zelf doen en wat moeten de EU en de NAVO doen?
In de strategie staat ook letterlijk: "Parallel aan het autoritarisme neemt het nationalisme toe. Patriottisme schept samenhang in een land en versterkt het draagvlak van de staat. Nationalisme dat zich eerder affirmeert door zich af te zetten tegen een ander, verscherpt daarentegen de concurrentie en rivaliteit tussen staten. Zonder effectieve tegenmaatregelen dreigen beide trends hun samenhang en slagkracht te ondermijnen." Het is nogal een ingewikkelde zin, mag ik stellen. Wij stellen ons dan de vraag wat juist het verschil is tussen nationalisme en patriottisme in uw beleving, en vanaf wanneer er dreiging ontstaat. Dat is niet zo onbelangrijk. Concurrentie en rivaliteit tussen staten is op zich niet ongezond. Men kan elkaar economisch ook wel eens uitdagen. Wat moeten we volgens u begrijpen onder gezonde concurrentie en rivaliteit tussen die staten? Vanaf wanneer wordt het ongezond? Vanaf wanneer moet wie optreden? Met welke reglementaire basis? Met welke concrete maatregelen wilt u de dreiging van beide trends tegengaan?
We lezen ook dat met zwakke of negatieve demografische groei in Europa gerichte migratiegroei aan belang wint voor de toekomst van het socialezekerheidsstelsel en het aantrekken van arbeidskrachten voor specifieke sectoren. Tegelijk verdient het milderen van de factoren die aanzetten tot irreguliere migratie naar de EU de nodige aandacht. Kunt u verduidelijken waarom gerichte migratiegroei aan belang wint voor de toekomst van het socialezekerheidsstelsel? Op welke manier staat ons socialezekerheidsstelsel onder druk? Wat zijn daar de remedies voor volgens u?
Wat wordt bedoeld met gerichte migratiegroei? Volgens de N-VA is dit een correcte term, maar wat bedoelt u precies met de gerichte migratiegroei?
Op welke manier wilt u arbeidskrachten aantrekken? Dat is de economische migratie. Hoe zult u de economische integratie versterken van de nieuwkomers uit de andere migratiekanalen? Met welke maatregelen wilt u de factoren milderen die aanzetten tot irreguliere migratie?
De voorzitter: Ik wil graag alle fracties aan bod laten komen. Ik heb gisteren aan alle fracties laten weten dat iedereen 10 minuten krijgt. Ik probeer mij daar ook wat aan te houden.
01.06 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer Piedboeuf wil 2 uur voor de nationale veiligheidsstrategie. Dat is onvoorstelbaar.
De voorzitter: Dat kan ik hier niet oplossen. We hebben nu tijd tot 12 uur. Ik probeer alle fracties aan bod te laten komen, daarom is de afspraak gemaakt om 10 minuten te geven per fractie.
01.07 Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, je vous rassure. Je ne serai pas aussi long.
J'ai été interpellé par une question de mon collègue, Koen Metsu, qui vous demandait la différence entre le patriotisme et le nationalisme. C'est une question assez courante dans la culture française. En fait, il y a une citation du général de Gaulle que vous connaissez sans doute. Il disait: "Le patriotisme, c'est aimer son pays. Le nationalisme, c'est détester celui des autres." Cette explication vaut ce qu'elle vaut mais, en tout cas, c'est souvent celle qui est donnée en France et en Wallonie.
(…): (…) qui est un nationaliste.
01.08 Alexander De Croo, premier ministre: Qu'il déteste les Russes, on le comprend!
(…): Ils sont des impérialistes. (…)
01.09 Éric Thiébaut (PS): C'est une explication qui vaut ce qu'elle vaut mais, moi, je l'aime bien.
01.10 Benoît Piedboeuf (MR): J'aime bien!
01.11 Éric Thiébaut (PS): Je me doutais que tu allais aimer aussi.
Monsieur le premier ministre, je crois qu'il faut d'abord vous féliciter pour l'initiative qui a été prise de définir cette stratégie nationale de sécurité car, comme vous l'avez dit au préalable dans votre exposé, cela n'avait pas été fait avant. Il serait dès lors quand même malvenu de vous critiquer pour cette initiative qui n'avait pas été prise par votre prédécesseur ni par les autres. Il faut donc vous en féliciter. Même si le document n'est évidemment pas parfait, il a le mérite d'exister. On a besoin de cette stratégie de sécurité plus que jamais, étant donné toutes les menaces auxquelles notre pays est confronté aujourd'hui. On le voit chaque jour. Le document a le mérite d'identifier ces menaces. C'est déjà un exercice très intéressant qui a été fait.
On sent bien que, derrière toutes les orientations politiques qui sont définies dans le document… Je dois vous avouer que je ne l'ai pas encore analysé complètement. Je l'ai lu en diagonale car on n'a pas eu beaucoup de temps avant cette présentation. Il faudra nécessairement parler de conséquences budgétaires des orientations politiques. Les collègues de l'opposition en ont parlé et c'est logique. Derrière la stratégie, les orientations politiques, il y a toujours des conséquences budgétaires et on ne fera clairement pas l'économie du débat de ces conséquences budgétaires, en matière de sécurité et de défense. Je crois que les derniers événements ont un peu rebattu les cartes en cette matière. Il faut bien l'avouer. J'aimerais avoir votre éclairage à ce sujet.
Dans le document, vous évoquez le suivi des mesures au moyen d'une approche pan-gouvernementale. Autrement dit, ce suivi ne se limite pas aux initiatives du gouvernement fédéral, mais s'intéresse également aux actions des entités fédérées. Comment l'envisagez-vous?
À ce stade, je ne vous poserai pas d'autres questions. De la sorte, je fais cadeau de mon temps de parole aux collègues pour un deuxième tour. En tout cas, le document représente une belle synthèse. À présent, il va falloir entrer dans l'aspect concret des choses, bien au-delà des orientations stratégiques qui sont présentées ici.
01.12 Dries Van Langenhove (VB): Premier De Croo, Oekraïne gaat gebukt onder verschrikkelijk oorlogsgeweld. Natuurlijk moeten we dan onze verantwoordelijkheid nemen, des te meer omdat Oekraïne een Europees land is. Iedereen zal ondertussen wel toegeven dat de besparingen op Defensie, het mismanagement van Defensie en ons veiligheidsbeleid de afgelopen decennia ons in een zeer zwakke positie hebben geplaatst. Laten we die fouten niet meer maken en laten we investeren in een performant en modern defensie- en veiligheidsapparaat, zodat we beschikken over de manschappen en het materiaal dat we nodig hebben om onze rol te kunnen vervullen.
Er zijn echter nog zeer veel andere lessen te trekken uit de Oekraïnecrisis. We zijn op vlak van energie bijvoorbeeld veel te afhankelijk van het buitenland en daarom moeten we massaal investeren in kernenergie. Dat is bij uitstek de enige energievorm die betrouwbaar en zelfvoorzienend is.
Wat de nieuwe vluchtelingencrisis betreft, moeten we onze verantwoordelijk opnemen. Ik verwijs hiervoor graag naar uw uitspraak in verband met de nationale veiligheidsstrategie dat de strijd tegen georganiseerde misdaad zeer belangrijk is. U haalde het Sky ECC-dossier betreffende de drugshandel in België aan, maar ook mensensmokkel is georganiseerde misdaad. Ik vrees dat u mensensmokkel niet serieus neemt. Vorige week tijdens de plenaire vergadering stelde u immers dat men geen onderscheid mag maken tussen migranten die via Oekraïne naar Europa komen, en Oekraïense vluchtelingen die naar Europa komen. Kunt u dat even verduidelijken? We zitten hier in de commissie, u hoeft geen toneeltje op te voeren over schaamte en het morele vingertje op te steken. Geef een concreet antwoord op mijn volgende vraag. Vindt u werkelijk dat wij in Vlaanderen en in België geen onderscheid mogen maken tussen Oekraïense oorlogsvluchtelingen en een Marokkaan, een Algerijn of een Tunesiër die in Noord-Afrika het vliegtuig naar Oekraïne neemt en daar vervolgens een mensensmokkelaar betaalt om de momenteel chaotische Pools-Oekraïense grens over te steken en zo het grondgebied van de Europese Unie illegaal te betreden en misbruik te maken van ons asielsysteem?
Vindt u dat we geen onderscheid mogen maken tussen dergelijke illegale migranten en mensensmokkelaars enerzijds en echte Oekraïense vluchtelingen anderzijds? Oekraïense vrouwen die in zeer penibele situaties naar hier komen en wier mannen aan het vechten zijn voor hun volk en land, zouden we volgens u op dezelfde manier als illegale migranten en mensensmokkelaars uit Noord-Afrika moeten behandelen? Dat krijgt men toch niet uitgelegd aan de bevolking? Ik vind dat we hierin wel een onderscheid moeten maken. Trouwens, in ons hele asielbeleid wordt eigenlijk voortdurend het onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen migranten en verschillende groepen vluchtelingen. Er wordt steeds onderzocht of de persoon die beweert vluchteling te zijn – en van die zijn er veel –, een echte vluchteling of een fake vluchteling is. Als ze behoren tot deze laatste categorie moeten we hen weigeren en moeten we hen repatriëren naar hun land van herkomst.
Wat dat betreft, ligt er ook nog een heel belangrijke opdracht voor ons. Via Oekraïne zullen namelijk veel mensen naar hier komen. Sommigen van hen zijn illegale migranten, mensen die liegen, fraudeurs. Een heel aantal anderen zijn echter mensen die in Oekraïne verbleven, maar misschien niet de Oekraïense nationaliteit hadden, die er misschien studeerden of werkten en uit delen van Afrika of Azië komen.
Mijn vraag is dus of de Belgische Staat ook deze mensen het automatische statuut zal toekennen, met alle voordelen zoals de verblijfsvergunning en het leefloon. Dat lijkt me namelijk absoluut geen goed idee. De Europese Unie is wat dat betreft heel dubieus geweest en heeft de lidstaten de keuze gegeven om dat al dan niet te doen.
Het pleidooi van mijn fractie, het Vlaams Belang, is heel duidelijk. Wij vinden dat we het statuut en de grote voordelen enkel mogen toekennen aan Oekraïners en Oekraïense vluchtelingen, het liefst aan vrouwen en kinderen, die moeten vluchten voor het oorlogsgeweld. We mogen het dus niet toekennen aan toevallige passanten die in Oekraïne waren en ook niet aan Noord-Afrikanen of Aziaten die de situatie misbruiken.
Deze mensen moeten we uiteraard ook in veiligheid brengen. We laten niemand in het oorlogsgeweld achter. We moeten ze meteen helpen om op een veilige manier gerepatrieerd te worden naar hun land van herkomst. We mogen ze dus niet hier in Vlaanderen en in België houden.
Als men echter al deze mensen een leefloon geeft – zoals de regering en staatssecretaris Mahdi laten verstaan – dan komen we niet alleen in een onwenselijke situatie, maar ook in een onbetaalbare situatie terecht. Er wordt nu al geschat dat er tot zeven miljoen Oekraïners zullen vluchten – en dat is niet onrealistisch als het oorlogsgeweld zo blijft duren – en dat er 200.000 vluchtelingen naar België zouden komen.
Premier De Croo, denkt u dat het wenselijk of betaalbaar is om al deze mensen een leefloon te geven? Of zullen we, zoals uw partijgenoot Tim Vandenput trouwens correct voorstelt, die mensen op een andere manier helpen met bijvoorbeeld weekgeld en bed, bad en brood waar ze echt nood aan hebben? Daar hebben ze namelijk echt nood aan, veeleer dan een onbetaalbaar leefloon in een land waarvan de sociale zekerheid momenteel al volledig failliet is.
Laten we dus, mijnheer De Croo, dat misbruik aanpakken. Dat misbruik heeft niets te maken met racisme, want dat verwijt krijgen we dan meteen. Het heeft enkel te maken met het helpen van echte Oekraïense vluchtelingen. We kunnen deze mensen enkel helpen als we het onderscheid maken tussen hen en de vele misbruikers, fraudeurs en fake vluchtelingen.
01.13 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, zoals collega Van Langenhove daarnet ook heel duidelijk heeft aangegeven, heeft de oorlog in Oekraïne onomwonden aangetoond hoe belangrijk het is om te streven naar energieonafhankelijkheid. Dat was in het verleden al een bijzonder belangrijk debat dat we in tal van commissies gevoerd hebben. De situatie waar we nu in zitten, toont nog maar eens aan hoe pijnlijk het is. Dat is ook het Internationaal Energieagentschap niet ontgaan. Naar aanleiding van de spanningen in Oekraïne hebben zij een tienpuntenplan opgesteld. Eén van deze punten zegt ook heel duidelijk dat nucleaire capaciteit en lage emissiebronnen zoveel als mogelijk dienen te worden verlengd.
Mijnheer de premier, we weten allemaal dat België in beperkte mate afhankelijk is van gas uit Rusland, maar toch bepaalt de geopolitieke situatie voor een groot deel ook de gasprijzen waarmee we vandaag te maken krijgen. Gisteren hebben we nog een heel interessante hoorzitting gehad in de commissie voor Energie rond de bepaling van de marktprijzen.
In december 2021 heeft u zichzelf en de regering de tijd gegeven om tegen 18 maart 2022 een beslissing te nemen rond een eventuele levensduurverlenging van een aantal kerncentrales. In eerste instantie gaat het om Doel 4 en Tihange 3. Ik vraag me af of men in de huidige situatie wel kan blijven wachten op de datum van 18 maart.
Daarom vernam ik graag van u of u als premier en als regering gehoor zult geven aan de dringende aanbeveling van het Internationaal Energieagentschap om de nucleaire capaciteit zoveel mogelijk te verlengen, gelet op de huidige geopolitieke toestand.
01.14 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, je vais rendre des minutes à mes collègues car je n'ai pas les mêmes obsessions qu'eux et je ne les ramène pas à chaque occasion.
Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour une note qui est très lisible, claire et précise et qui a le mérite, justement, d'être synthétique. Il y a une bonne identification des risques, des menaces et des intérêts vitaux.
Je souhaite vous poser deux questions, monsieur le premier ministre. Tout d'abord, vous avez souligné le fait qu'il ne s'agit pas d'un élément ponctuel mais bien d'une stratégie à long terme. Dès lors, qui va s'assurer de l'actualisation et du suivi de cette note, et comment? Je suppose que vous serez un des acteurs mais vous avez aussi beaucoup d'autres choses à faire.
Ensuite, en ce qui concerne les relations avec les entités fédérées, un des sujets majeurs évoqués est la cybersécurité. Je sais qu'il existe le Centre pour la Cybersécurité belge – et je ne cherche pas à savoir si ce mot est patriotique ou nationaliste. Il dispose probablement de moyens mais je constate que les entités fédérées, notamment dans leurs plans de relance, n'ont pas affecté beaucoup de moyens à cette matière. Je suis d'ailleurs très en colère car en Wallonie cela représente 15 millions sur 7 milliards. Je ne comprends pas qu'on puisse affecter aussi peu de moyens alors qu'on dispose d'éléments essentiels, notamment à Redu, avec le centre de l'Agence spatiale européenne et toute la cybersécurité quantique qui est en train de se développer. C'est pourquoi je souhaiterais savoir comment, dans cette stratégie nationale, vous allez inciter les entités fédérées à affecter des moyens à cette matière. On sait que s'il n'y a pas d'attaque physique, il y aura en tout cas une cyberattaque.
En résumé, qui va assurer le suivi de la note? Comment l'actualiser? Comment stimuler l'investissement commun?
01.15 Jan Briers (CD&V): Mijnheer de premier, we zijn u allen dankbaar dat deze nationale veiligheidsstrategie er is, dat is duidelijk. Ondertussen bewijst de oorlog in Oekraïne het nut en de noodzaak van een dergelijke strategie. Sommige van de geïdentificeerde risico's voltrekken zich immers op ditzelfde moment aan de buitengrenzen van onze Unie. De afgelopen weken is België daarom eensgezind en solidair opgetrokken met alle andere lidstaten van de Europese Unie en de NAVO om een antwoord te bieden op de onaanvaardbare agressie van Rusland. Dat bewijst dat het een goede zaak is dat onze nationale veiligheidsstrategie op een aantal punten expliciet verwijst naar het grote belang van die samenwerkingsverbanden.
Deze veiligheidsstrategie vertrekt vanuit het juiste uitgangspunt, namelijk dat onze visie op veiligheid ook verbonden moet zijn met onze visie op waarden. Daarover is het volgende opgenomen in de veiligheidsstrategie: "België bevordert een agenda waarin democratie, mensenrechten en de rechtstaat, ethische waarden, internationale solidariteit, duurzaamheid en vredesopbouw een centrale plaats vinden." De term ethische waarden wordt niet nader toegelicht. Kan u daar misschien wat meer uitleg over geven?
De CD&V-fractie is heel tevreden dat de nationale veiligheidsstrategie de nodige aandacht besteedt aan de risico's die zich voordoen ten gevolge van de klimaatverandering. Ik ben blij dat u ArcelorMittal als voorbeeld gaf. Economische soevereiniteit moet een blijvend aandachtspunt zijn, maar ook onze strijd tegen de klimaatverandering. Ook Volvo levert diezelfde inspanningen. Uiteindelijk zijn dat in België de twee grootste industriële werkgevers.
Er wordt terecht op gewezen dat het uitstellen van actie risicovoller en duurder zal zijn dan het tijdig nemen van de nodige maatregelen. We hopen dan ook dat er in dat kader verder nauw samengewerkt zal kunnen worden tussen de verschillende bevoegdheidsinstanties in België. Belangrijke aspecten van het klimaatbeleid behoren nu eenmaal tot de bevoegdheden van de Gewesten. Ze zijn in dezen een heel belangrijke, cruciale partner.
Een ander belangrijk punt voor de CD&V-fractie is de bescherming van onze democratie en de rechtstaat. In de nationale veiligheidsstrategie wordt uitgebreid stilgestaan bij de multidisciplinaire aanpak van extremisme, terrorisme en de voedingsbodems die leiden tot radicalisering. Daartoe is uiteraard de strategie TER van cruciaal belang, die het Overlegcomité vorig jaar heeft goedgekeurd en die momenteel reeds volop wordt toegepast.
Voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit kijkt onze fractie uit naar het wetsontwerp betreffende bestuurlijke handhaving, waaraan minister van Binnenlandse Zaken Verlinden werkt. We vernemen dat de eerste discussies daarover binnen de regering zijn opgestart. Het zal een belangrijk instrument zijn om ook onze lokale besturen meer slagkracht te geven in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en om hen aldus hun bijdrage te laten leveren in de bescherming van onze nationale veiligheid.
Een van de beleidsoriëntaties van de nationale veiligheidsstrategie is de versterking van onze weerbaarheid. In dat kader wordt onder meer verwezen naar de baseline requirements van de NAVO. De coördinatie over de departementen heen voor dergelijke noodplannen in België is toevertrouwd aan de International Crisis Management Cell (ICC) van het Nationaal Crisiscentrum. Rekening houdend van de vereisten van de NAVO, heeft het NCCN in 2020 verschillende analyses van die baseline requirements opgestart. Wat is de laatste stand van zaken van deze analyses? Heeft de huidige situatie in Oekraïne aanleiding tot extra maatregelen in dat kader?
Ook onze volksgezondheid is een belangrijk onderdeel van onze nationale veiligheid. De afgelopen twee jaar hebben dat meer dan ooit bewezen. We zijn dan ook blij vast te stellen dat in deze nationale veiligheidsstrategie expliciet aandacht wordt besteed aan dit aspect. Het is een goede zaak dat binnen zowel de Europese Unie als de Wereldgezondheidsorganisatie verder gewerkt wordt rond infectieziektebestrijding en de aanpak van pandemieën. Een mondiale aanpak is noodzakelijk.
Zoals ik reeds in het begin zei, hebben de afgelopen weken aangetoond dat we sterker en slagvaardiger kunnen zijn indien we als Europese Unie aan hetzelfde zeel trekken. De nationale veiligheidsstrategie stelt daarom terecht dat een diplomatiek-militaire slagvaardigheid het de EU mogelijk moet maken om voor haar zelfbehoud in te staan en om een betekenisvolle wereldspeler te worden.
Daarom zal ons land onder meer pleiten voor het de verschuiving van de besluitvormingsprocedure over het gemeenschappelijk buitenlands veiligheidsbeleid naar een procedure met gekwalificeerde meerderheid. Welke stappen werden daartoe reeds ondernomen? Wat is de positie van de andere lidstaten ter zake? Verwacht u dat de actuele situatie in Oekraïne daarop een invloed zal hebben? Dat zal waarschijnlijk het geval zijn.
Tot slot wordt in het voorgestelde document expliciet gezegd dat het instrument van de nationale veiligheidsstrategie periodiek geëvalueerd zal worden. Er wordt gemikt op een evaluatie bij de aanvang van iedere legislatuur. De huidige ontwikkelingen in Oekraïne hebben uiteraard een enorme impact, ook op onze nationale veiligheid. Is het daarom denkbaar dat er reeds vroeger dan bij het begin van de volgende legislatuur een evaluatie van onze nationale veiligheidsstrategie zal plaatshebben? Op die manier kan dan optimaal ingespeeld worden op de actuele ontwikkelingen en op de impact daarvan.
01.16 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw toelichting over de nationale veiligheidsstrategie. Het is een heel duidelijk document. Het heeft de verdienste dat het veiligheid op een zeer brede manier definieert en dat het ook veiligheidsrisico's identificeert die inspanningen en beleid op diverse domeinen vergen.
Het is uitzonderlijk dat ik hierover in de commissie voor Binnenlandse Zaken het woord voer, maar hier wordt ook heel veel belang gehecht aan de buitenlandse veiligheid van België. Het staat duidelijk in het document aangegeven: binnenlandse en buitenlandse veiligheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zelfs verweven.
Het document beschrijft een multifactoriële benadering: er wordt bij verschillende dreigingsniveaus stilgestaan, niet alleen bij de geopolitieke of de militaire, maar ook bij mondiale ongelijkheid, klimaatontaarding en de gezondheidsongelijkheid. Ik verwijs naar de ongelijke toegang tot vaccins, terwijl men er zich toch van bewust moet zijn dat men pas veilig is als de meerderheid van de mensen van onze planeet gevaccineerd is.
Aspecten die niet vaak aangeraakt worden, zijn de grote ongelijke machtsverhoudingen, de economische ongelijkheid en de ontwrichting ten gevolge van ongelijke machtsverhoudingen in de handelsverdragen, die ervoor zorgen dat het globale Zuiden meer bijdraagt aan de ontwikkeling van het Noorden dan omgekeerd.
Op zich brengt dat golven van migratie op gang en helpt het in het ergste geval het terrorisme voeden, al dan niet op fundamentalistische of religieuze basis. Dan heb ik het nog niet over de destabiliserende gevolgen van jarenlange militaire inmenging, bezetting of conflicten in het Midden-Oosten en Afrika. Dichter bij ons bed doet de schandelijke inval van het Poetinregime in Oekraïne, het imperialisme van Poetin, meer dan 2 miljoen mensen op de vlucht slaan.
Het komt er dus op aan niet alleen de symptomen, de veiligheidsdreigingen, de instabiliteit en de ongelijkheid aan te pakken, maar die ook meteen bij de wortel te bestrijden. Mijn partij is een enorme voorstander van het multilateralisme, vooral op het niveau van de Verenigde Naties, volgens ons een belangrijk forum. Het multilateralisme is een belangrijk instrument en een belangrijke strategie om alle vormen van instabiliteit en ongelijkheid daadwerkelijk te tackelen. Daar wordt terecht dan ook zeer veel aandacht aan gegeven.
U hebt het, terecht overigens, ook gehad over waarden, die we moeten verdedigen en uitdragen. We hebben daar immers een belangrijke mate van welvaart en vrijheid aan te danken. Ik pleit er wel voor om die overal, wereldwijd, consequent na te streven. Waar we kunnen, moeten we zelf diplomatiek ingrijpen en zelf onze bondgenoten onder druk zetten wanneer die het internationale recht of de mensenrechten schenden.
Ik geef alvast twee voorbeelden. VN-secretaris António Guterres verklaarde nog niet zo lang geleden dat de grootste humanitaire catastrofe zich momenteel in Jemen voltrekt. Daar woedt een schandelijke oorlog die voor een groot stuk in stand wordt gehouden door de blokkade van Saoedi-Arabië. In de havenstad Hodeida zijn al miljoenen Jemenieten om het leven gekomen in een oorlog die gestaag wordt gevoed door een van onze bondgenoten via lucratieve wapendeals. Jammer genoeg speelt ook ons land daarin een rol.
Een ander voorbeeld van geschonden mensenrechten en gezondheidsongelijkheid is het feit dat de regering en de Europese Unie nog steeds het trips-waivervoorstel van de Wereldhandelsorganisatie blokkeren. Een aantal staatshoofden van de Afrikaanse Unie hebben ter gelegenheid van de EU-Afrikatop gezegd dat het blokkeren van trips-waivervoorstel eigenlijk een schending van de mensenrechten betreft. Ik kan ze daarin geen ongelijk geven.
We verheugen ons er wel over dat in het document vooral de nadruk wordt gelegd op de vredesopbouw, de OVSE, ontwapening en diplomatie. Onze partij kan zich daarin vinden als de te bewandelen weg om veiligheidsgaranties in te bouwen en ook uit te bouwen, zeker nu er ook een oorlog woedt in Europa ten gevolge van de Russische agressie. Daarop kom ik nog even terug als ik voldoende spreektijd overhoud, want ik wil nu overgaan tot mijn vragen.
Mijnheer de premier, in het rapport wordt ook melding gemaakt van een verscherping van de concurrentie tussen de Verenigde Staten en China, wat zich eerder op geopolitiek niveau afspeelt. Welke rol moet de Europese Unie volgens u spelen in die verhoogde concurrentie of rivaliteit? Hoe moeten België en vooral de EU zich verhouden tot die twee grootmachten?
Ik heb ook vragen over de cyberveiligheid. Het document meldt dat veel staten nieuwe technologieën gebruiken om de soevereiniteit van andere staten te ondermijnen. Onlangs nog werd de private NSO Group bekend met zijn spionagesoftware Pegasus, waardoor het voor bepaalde staten heel gemakkelijk wordt om informatie te onderscheppen of apparaten te hacken. Welke strategie volgt u ten aanzien van instellingen en privébedrijven gespecialiseerd in bewaking, surveillance en het onderscheppen van informatie? Hoe zal ons land vermijden dat dergelijke bedrijven misbruik kunnen maken van de controle of van de inzichten die zij kunnen verkrijgen in onze informatiestromen? Onlangs vernamen wij in dat verband van een internationaal consortium van journalisten trouwens dat het Zweeds bedrijf Ericsson ook heeft samengewerkt met Islamitische Staat in Irak. Daar vallen toch enkele kanttekeningen of vraagtekens bij te plaatsen, menen wij.
Wil u op het vlak van collectieve verdediging ook inzetten op een versterking van de NAVO, zodat die, ik citeer, "voldoende afschrikkingsvermogen heeft om elke militaire dreiging tegen ons grondgebied af te wenden"? In dat geval willen wij veel meer de nadruk leggen op een aspect dat ook in het document staat, namelijk het investeren in vredesopbouw en multilaterale wapenbeheersing en ontwapening. Als we het bekijken in termen van defensie of afschrikking, is het gezamenlijk NAVO-budget nu al verantwoordelijk voor meer dan de helft van alle militaire uitgaven in de wereld. Wij pleiten eerder voor het uitbouwen van multilateralisme en het gebruik van diplomatie, wat ook opgeschaald moet worden in organisaties als de Verenigde Naties en bijvoorbeeld de OVSE.
De OVSE vinden wij heel belangrijk, zeker in het conflict dat zich nu afspeelt in Oekraïne. Ik kan niet genoeg herhalen dat wij in dat verband ook denken aan de geest van de Helsinki-akkoorden. Tijdens de Koude Oorlog werd het principe van ondeelbare veiligheid onderschreven, wat betekent dat we ons pas veilig voelen als ook de ander zich veilig voelt. Dat heeft de wapenbeheersingsarchitectuur en ontwapening tot stand gebracht. Daarmee gaan we weg van de actie-reactiespiraal van het militaire opbod. Er wordt eerder een omgekeerde spiraal op gang gebracht, namelijk van ontspanning, vertrouwen en demilitarisering, wat op zich ook veiligheidsgaranties kan creëren.
België zou daarin bijvoorbeeld de lead kunnen nemen. Zo bereikt men veiligheid door demilitarisering in plaats van door een duur militair opbod, dat uiteindelijk ironisch genoeg ook gepaard gaat met veel onzekerheid, onvoorspelbaarheid en veiligheidsrisico's die we net willen vermijden.
Eigenlijk overtreden wij het non-proliferatieverdrag zelf door kernwapens op ons grondgebied te stationeren. Ik weet dat er daarover niet mag worden gediscussieerd, wat ik een gebrek aan democratie vind, maar er staan nog altijd kernwapens in Kleine Brogel. Enerzijds zeggen dat we het non-proliferatieverdrag zien als een uitgangspunt voor verdere nucleaire ontwapening, maar anderzijds blijven we vasthouden aan de nucleaire doctrine van de NAVO.
Ik zie daar een heel groot spanningsveld, een heel grote spreidstand. Wat is het nu eigenlijk? In het regeerakkoord staat dat we het verbodsverdrag op kernwapens beschouwen als een nieuwe impuls voor de nucleaire ontwapening, maar tegelijkertijd keuren we resoluties daarover af in de Algemene Vergadering. We zouden bijvoorbeeld ook waarnemer kunnen zijn bij de volgende Meeting of State Parties in Wenen over dat verbodsverdrag, maar België weigert om daaraan deel te nemen. Dat vind ik een gemiste kans.
In de wedloop naar onontgonnen gebieden, zoals de Noordpool, de diepzeebodem of de ruimte, geeft u aan dat België zijn belangen moet verdedigen. Kunt u explicieter zijn over wat dat dan precies betekent?
U hebt het ook over het beschermen van de democratie en de rechtsstaat. Welke initiatieven zult u in die zin nemen? Wat is uw antwoord op de alarmkreet van Justitie en de federale gerechtelijke politie met betrekking tot de strijd tegen georganiseerde misdaad en fiscale fraude? U hebt immers gezegd dat u een doortastend beleid daartegen zou voeren, maar hoe zult u het principe follow the money in deze benarde omstandigheden toepassen?
01.17 Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor deze toelichting. Elk jaar op Wapenstilstand gebruik ik in Hoeilaart dezelfde woorden om af te sluiten: "We kunnen alleen vrij zijn als we veilig zijn." De laatste twee jaar, met de pandemie en met de oorlog in Oekraïne, hebben aangetoond dat dit de realiteit is. We zijn veel minder vrij dan vroeger.
Ik wil u feliciteren want het is de eerste keer dat er een nationale veiligheidsstrategie wordt opgesteld. Daarbij aansluitend heb ik dezelfde vragen als de heer Piedboeuf. U en uw diensten kunnen dit niet allemaal zelf opvolgen.
Hoe gaat dit opgevolgd worden? Hoe gaat dit gedelegeerd worden naar de bevoegde ministers?
U zei het, onze economie is een open economie. Wij zijn heel hard afhankelijk van export en import. Wij hebben een aantal economische poorten in ons land: de haven van Antwerpen, de haven van Zeebrugge, de haven van Gent, de luchthavens enzovoort. Sky ECC heeft veel zichtbaar gemaakt, vooral rond Antwerpen. Hoe kijkt u naar het implementeren en gebruiken van nieuwe technologieën in die brede veiligheidsstrategie? Ik denk dan aan gezichtsherkenning. Die technologie is er vandaag. Kunnen wij die op een gecontroleerde manier gaan inzetten, misschien in een proeftuin, om die strategie verder implementatie te geven op het terrein?
U sprak ook over de screeningsmechanismen voor buitenlandse investeringen. Collega Metsu had het reeds over die Chinese camera's. Hoe kunnen wij dat concreet maken, met aanbestedingen en dergelijke? Kunt u daarover iets meer toelichting geven?
Ik heb ook een concrete vraag gekregen van Comeos. Staan de bevoorradingscentra op de lijst van kritische infrastructuur of niet? Comeos maakt zich daarover een beetje zorgen. Voedselveiligheid en voedselbevoorrading zijn ook heel belangrijk in ons economisch weefsel.
Aansluitend en zeer actueel, de toevoer van basisgrondstoffen staat vandaag een beetje onder druk. Graan komt vaak uit Oekraïne of uit het oosten. Wordt er lokaal of op Europees vlak nagedacht over hoe wij dat tijdelijk kunnen oplossen? Ik hoor dat men in sommige landen massaal graan aan het inzaaien is. Hebt u meer zicht op wat wij doen of wat Europa kan doen om dat onder controle te houden?
U zei terecht dat wij meer moeten investeren in onze veiligheid. Volgende week zal er op de NAVO-top om meer inspanningen gevraagd worden. Dat zal ook meer geld kosten, voor de politie en cyberveiligheid. Ik ga daarmee volledig akkoord.
U zei eind vorig jaar in uw beleidsverklaring dat er werk zal gemaakt worden van een beveiligd netwerk om tussen de overheidsdiensten op een veilige en beveiligde manier informatie uit te wisselen. Hoe staat het daarmee? Twee weken geleden was ik op bedrijfsbezoek bij Thales in Tubize. Ik heb daar geleerd dat de overheid niet alles kan doen, maar dat de privé ook niet alles kan doen. Ik ben ervan overtuigd dat op bepaalde vlakken overheid en privé moeten samenwerken aan die veiligheid in ons land, zeker op het cybervlak. De expertise zit vandaag bij de privé en nog niet in de overheidssystemen. Daar moet meer worden samengewerkt. Kunt u daarover nog meer toelichting geven?
01.18 Bert Moyaers (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de nationale veiligheidsstrategie omvat drie onderdelen: de beschrijving van de identiteit van ons land, een analyse van de veiligheidsomgeving, met enerzijds de belangen en anderzijds de risico's en dreigingen, en de beleidsoriëntaties. De nationale veiligheidsstrategie biedt een langetermijnvisie, in dit geval van tien à vijftien jaar, maar moet ook periodiek worden geactualiseerd. Bij de aanvang van elke legislatuur zal een zorgvuldige evaluatie nodig zijn om na te gaan of een aanpassing noodzakelijk is.
Het is de allereerste nationale veiligheidsstrategie van ons land. Het feit dat de oefening werd gedaan en dat de tekst bestaat, heeft al een waarde op zich, zeker in een land waar de veiligheidscultuur niet helemaal volgroeid is. Nu de nationale veiligheidsstrategie er is, zal het aan elk van ons zijn om er het beste van te maken en ze niet gewoon in een schuif te duwen en er weer uit te halen wanneer er een grote ramp gebeurt. Een nationale veiligheidsstrategie is ook geen eenmalig gebeuren. Idealiter is dat een proces dat nauwgezet wordt opgevolgd.
Ik ben blij dat de nationale veiligheidsstrategie er is en dat zij ook de nodige aandacht geeft aan het belang van een sterk, sociaal contract met de samenleving. Het is ook tegen die achtergrond van een minder sterk sociaal contract dat wij de recente en gewelddadige protestbewegingen moeten kaderen. Een sterk sociaal contract met de samenleving is des te belangrijker, omdat de COVID-19-crisis een enorme negatieve impact heeft gehad, onder andere op het sociaal weefsel. Hoe ziet u dat aspect van weerbaarheid van de samenleving, dat vaak over het hoofd wordt gezien?
Men spreekt in de Nationale Veiligheidsstrategie over een whole of goverment approach. Als er een les is die wij het afgelopen jaar hebben geleerd, is dat wel het belang van een zeer slagkrachtige en sterke overheid om een crisis echt te kunnen aanpakken. In een land als het onze loopt dat niet altijd van een leien dakje. Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat ministeriële beslissingsprocessen om crisissen aan te pakken niet altijd optimaal verlopen. Gelukkig vinden wij heel vaak op zijn Belgisch een goede modus vivendi, maar als wij het eerlijk toegeven, is dat niet altijd voor herhaling vatbaar. Wanneer wij met een volgende crisis worden geconfronteerd, moeten er een veel duidelijkere bevoegdheidsverdeling en een chain of command zijn in dit complexe land.
Dat probleem moeten we volgens mij vandaag hier allemaal rond de tafel durven te erkennen. Hoe kijkt u daartegenaan, mijnheer de premier?
Mijnheer de premier, hoe ziet u, ten slotte, de impact van de Russische invasie in Oekraïne op onze nationale veiligheidsstrategie? Waar zouden we volgens u al aanpassingen moeten doorvoeren? Waar zitten we goed op dat vlak?
01.19 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de premier, ik dank u voor de toelichting. Ik zou het nog even willen hebben over de strijd tegen mensenhandel en tegen alle mogelijke vormen van uitbuiting. Dat thema, dat me na aan het hart ligt, is in het regeerakkoord een absolute beleidsprioriteit, maar in uw document heb ik het woord mensenhandel niet teruggevonden, wel het woord mensensmokkel. Is dat een vergetelheid of moet ik daar bepaalde consequenties aan verbinden? Ik zie u nee knikken, dus dat stelt me alvast gerust.
Ik heb u trouwens afgelopen donderdag in de plenaire vergadering in het kader van de vragen over de oorlog in Oekraïne opgeroepen tot een verhoogde waakzaamheid en een zeer grote paraatheid van alle mogelijke diensten die in contact komen met de Oekraïense vluchtelingen. Immers, waar personen zich in precaire situaties bevinden, staan ook uitbuiters klaar met eurotekens in de ogen. Het gaat dan over maffiabendes, pooiers, tienerpooiers en alle mogelijke soorten uitbuiters. Dat vereist volgens mij een transversale aanpak over vele bevoegdheidsdomeinen heen. Dan gaat het over politie en inspectiediensten, maar net zozeer over onder andere OCMW's, ziekenhuizen en Zorgcentra voor Seksueel Geweld.
Vanmiddag stel ik ook een aantal vragen aan minister Van Quickenborne. Daarover kan ik alvast zeggen dat hij met een fantastische bewustmakingscampagne bezig is, op voorzet van Vooruit. We hebben die suggestie aan hem gedaan en hij is er voor 100 % mee aan de slag gegaan. Daar ben ik hem ook zeer dankbaar voor.
Daar mag het niet bij blijven. Alle diensten moeten de hoogste waakzaamheid aan de dag leggen. Ik had bijvoorbeeld ook de vraag gesteld aan minister Verlinden, maar zij wilde nog wachten tot er effectief vaststellingen van mensenhandel waren om dan pas de strategie bij te stellen. Dat is volgens mij te laat. We weten nu al dat de uitbuiting zich hoe dan ook voordoet. Zijn ondertussen bij alle genoemde diensten over alle bevoegdheidsdomeinen heen signalen gedetecteerd van misbruik, uitbuiting of mensenhandel van Oekraïense vluchtelingen in België?
Wordt er nu ook actief en transversaal op zoek gegaan naar die vormen van uitbuiting, bijvoorbeeld op de plekken waar de Oekraïense vluchtelingen in grote getale aankomen?
Is er een gecoördineerd plan van aanpak van misbruik, uitbuiting en mensenhandel over de bevoegdheidsdomeinen heen?
01.20 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre exposé et pour la note. J'avais une question jointe spécifique sur l'Ukraine. Un point particulier que je voudrais aborder est que nous arrivons à un stade de ce terrible conflit où certaines villes sont de plus en plus encerclées ou ensevelies sous les gravats et sont donc de moins en moins accessibles par la voie terrestre. La question de la manière dont on y amène l'aide humanitaire se pose. C'est par ailleurs pour cette raison que la France a décidé de mettre en place un pont aérien via la Pologne, qui a permis d'acheminer en Ukraine et dans les pays voisins qui accueillent les réfugiés du matériel médical, des médicaments, etc.
En 2015, lorsque les tensions se sont renforcées dans les régions séparatistes d'Ukraine, un pont aérien humanitaire avait été organisé par l'Union européenne dans le cadre du mécanisme de protection civile de l'Union. Cette possibilité existe donc bel et bien et a été utilisée dans le passé.
Je pense que l'on doit commencer à se poser les questions suivantes. Serait-il envisageable que l'État belge fournisse une aide humanitaire à l'Ukraine via des ponts aériens humanitaires, notamment pour les villes qui ne sont plus aujourd'hui accessibles par la voie terrestre? Dans l'affirmative, comment cette aide pourrait-elle s'organiser? S'organiserait-elle de manière unilatérale ou en coopération avec d'autres États de l'Union? Un pont aérien humanitaire présente-il un risque de représailles directes de la Russie envers notre pays? Dans l'affirmative, comment ce risque est-il évalué? Enfin, comment pouvons-nous nous assurer que l'éventuelle présence aérienne belge en Ukraine soit bien assimilée en ce cas par l'agresseur russe comme étant de l'aide humanitaire et non comme étant l'exercice d'une légitime défense collective aux côtés de l'Ukraine?
01.21 Eerste minister Alexander De Croo: Ik zal de volgorde van de opmerkingen en de vragen gebruiken. Bedankt voor de constructieve houding over de partijgrenzen heen.
Ten eerste is dit document het resultaat van een whole-of-government approach. Dit document is tijdens het Overlegcomité van november vorig jaar voorgelegd en besproken. Er werden ook expliciet vragen aan de deelstaatregeringen gesteld met het verzoek om schriftelijk opmerkingen te geven en goedkeuring te geven. Vijf van de zes deelstaten hebben dat gedaan en hebben opmerkingen doorgestuurd. Zij hebben verklaard het eens te zijn met dit document. Van de Vlaamse regering hebben we geen goedkeuring gekregen. Na twee keer de vraag te hebben gesteld, hebben we beslist om het document te laten goedkeuren op de Nationale Veiligheidsraad. Ik ga er echter van uit dat dit niet betekent dat de Vlaamse regering het fundamenteel oneens zou zijn met de inhoud van het document.
De heer Metsu stelde de vraag hoe dit document in de praktijk moet worden omgezet en welke KPI's hieraan verbonden zijn. Het is inderdaad de bedoeling dat de verschillende betrokken departementen deze KPI's zullen definiëren. Er zal binnen de Kanselarij een cel van twee personen worden gecreëerd om de echte operationele opvolging hiervan te doen. Dan zal het de taak van iedere bevoegde minister zijn om de vertaalslag in het beleid hiervan te doen.
Wat hierbij belangrijk is, is dat deze veiligheidsstrategie een impact heeft die breder is dan die van de klassieke veiligheidsdepartementen. U kunt zich bijvoorbeeld perfect inbeelden dat een minister van Financiën hier eigenlijk ook heel wat zaken uithaalt, hetgeen niet zo verwonderlijk is. Vandaag zou men kunnen zeggen dat voedselveiligheid ook wel belangrijk aan het worden is. Dit raakt aan beleidsdomeinen waarvoor men zes maanden geleden nooit die vraag zou hebben gesteld. Ik denk dat voedselveiligheid en toegang tot voedsel een belangrijk domein zal worden in de komende weken. De oorlog in Oekraïne heeft daar een enorme impact op. Het Europese landbouwbeleid vindt zijn oorsprong in de redenering die ontstaan is na de Tweede Wereldoorlog dat men in Europa voor voldoende voedselbevoorrading diende te zorgen. Ondertussen is er al veel tijd verstreken, maar ik denk dat dit weer hoog op de agenda zal worden geplaatst.
Wat de capaciteit betreft om de strategie uit te voeren, denk ik dat er in het regeerakkoord reeds een aantal belangrijke keuzes werden gemaakt met bijkomende middelen voor politie, justitie en defensie. Daar is een paar weken geleden over beslist. Bijkomende middelen voor cybersecurity zijn een belangrijk aspect van het Europees investeringsfonds. Er zijn dus heel belangrijke keuzes gemaakt. Voor een stuk waren die een voorafname ten opzichte van de wijze waarop een veiligheidsstrategie verder geoperationaliseerd wordt.
Het is de bedoeling dat bij het begin van elke nieuwe legislatuur de aantredende regering een soort evaluatie maakt van de pertinentie van die nationale veiligheidsstrategie ten opzichte van de op dat moment geldende situatie. Dat wil daarom niet zeggen dat er op dat moment een geheel nieuwe strategie uitgewerkt moet worden, wel is het een moment voor kalibratie.
Specifiek werd er gevraagd of wij een aantal vereenvoudigingen of verbeteringen in de veiligheidsstructuur van ons land moeten doorvoeren. Het ging dan bijvoorbeeld over de Nationale Veiligheidsoverheid die instaat voor de veiligheidsaccreditaties. Heel lang werd er bediscussieerd waar dat juist moest worden ondergebracht en hoe dat georganiseerd moest worden. Dat is een voorbeeld van een vereenvoudiging die wij tijdens de recentste veiligheidsraad hebben kunnen beslissen. Cybersecurity zal ook permanent deel uitmaken van de Nationale Veiligheidsraad en ook van het voorbereidingscomité.
U stelde ook een vraag over de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie waaraan u refereert. Die zijn nu eigenlijk klaar voor uitvoering.
U stelde vragen over de attributieprocedure. Er bestaat een attributieprocedure op het gebied van cyberveiligheid. Die procedure loopt momenteel met betrekking tot de cyberaanvallen op Defensie en Binnenlandse Zaken. Dat loopt, maar het feit dat die procedure bestaat, betekent niet noodzakelijk dat de attributie eenvoudig is. Vooral aangaande cybermisdrijven is het vaak zeer moeilijk om echt te kunnen vaststellen waar die effectief vandaan komen.
Ten opzichte van de nucleaire dreiging wordt het operationele werk voor ons eigenlijk door de NAVO gedaan. Op het moment dat de nucleaire dreiging geuit werd, hebt u gezien dat de NAVO koelbloedig reageerde en de-escaleerde, volgens mij de juiste reactie. Mocht er een nucleaire aanval of een nucleair ongeval plaatsvinden, dan neemt het Nationaal Crisiscentrum de operationele coördinatie op zich.
Comme je l'ai dit, le suivi de cette stratégie sera assuré par la Chancellerie. Une petite cellule sera créée. Les ministres concernés auront également un rôle à jouer. Pour ce qui concerne, par exemple, la criminalité organisée liée au trafic de drogue, une discussion a eu lieu entre les ministres de la Justice et de l'Intérieur au sujet d'un financement garanti pour la police judiciaire. Un accord a été trouvé afin que suffisamment de moyens soient affectés à celle-ci pour qu'elle puisse jouer son rôle. Des décisions quant à des effectifs additionnels ont déjà été prises.
Mijnheer Van Langenhove, het is niet de eerste keer dat u het voorbeeld aanhaalt van mensen die misbruik zouden maken van de situatie in Oekraïne. Als u daarvan aanwijzingen heeft, moet u misschien eens met feiten komen. Het voorbeeld dat u geeft, is dat er vandaag mensen zouden zijn die in Noord-Afrika een vliegtuig nemen naar Kiev in Oekraïne en van daaruit naar ons land komen. Ik heb niet de indruk dat er vandaag veel vliegtuigen naar daar gaan, maar misschien vergis ik mij. Als u daarvan voorbeelden hebt, moet u die gebruiken. Ik bezoek deze namiddag het registratiecentrum op de Heizel. Ik zal u laten weten hoeveel mensen van bijvoorbeeld Vietnamese of andere Aziatische of Afrikaanse landen ik daar zie, maar ik heb de indruk dat dit een heel beperkt aantal zal zijn.
Mijnheer Van Lommel, u stelde een vraag over energie. Ik vermoed dat deze vraag relateert aan de geopolitieke dimensie van energiebevoorrading. Dit is overduidelijk een thema dat niet nieuw is, maar dat nu in een ander daglicht wordt geplaatst. Dat is correct.
Beslissingen over energiebevoorrading gaan natuurlijk ruimer dan enkel een discussie over nucleaire energie. Het gebruik van energie gaat over de productie van elektriciteit. Dat is juist, maar wat bijvoorbeeld het gebruik van gas in ons land betreft, is het grootste gebruik van gas niet voor de productie van elektriciteit en zal dat ook in de toekomst ook niet zijn. Het gaat vooral om industrieel gebruik en om gebruik voor verwarming.
De algemene energiestrategie is een pak breder, maar er zal de komende dagen inderdaad een beslissing worden genomen ten opzichte van de elektrische component ervan en over het al dan niet verlengen van een deel van de nucleaire capaciteit die we in ons land hebben.
Monsieur Piedboeuf, comme je viens de le dire, la Chancellerie et le CCIV suivent cette stratégie, et une évaluation a lieu au début de chaque législature. Selon moi, le document que nous avons produit est une base qui devrait servir pour une période assez longue, du moins je l'espère, car un travail énorme a été réalisé.
Concernant les investissements en matière de cybersécurité, vous aurez constaté que nous les avons augmentés. La Défense le fera aussi; elle est en train de développer des moyens dans ce domaine-là. Nous avons déjà entamé la discussion en matière de défense lors du Conseil européen de la semaine passée, Nous avons discuté des efforts supplémentaires à consentir. Il est clair que cela doit être fait de manière plus intégrée dans les pays européens. Aujourd'hui, nous sommes incroyablement fragmentés, ce qui mène à une effectivité bien moindre qu'aux Etats-Unis, par exemple. Il faut également plus de retombées industrielles dans notre pays. Nous constatons qu'actuellement, dans de nombreux cas, il n'y a pas vraiment de choix européen. Les retombées industrielles et sociétales doivent être bien supérieures. Lorsque la Défense investit dans la cybersécurité, c'est au profit de tout le monde. C'est un bon exemple qui démontre que la sécurité relève du quotidien.
Mijnheer Briers, u sprak over crisisbeheer. Dat is inderdaad een belangrijk element. We hebben heel veel lessen te trekken uit de voorbije twee jaar over hoe aan crisisbeheer moet worden gedaan in België. Er was corona. Er waren de overstromingen. Nu is er deze situatie. De evacuatie uit Afghanistan is er ook geweest. Dat zijn heel veel domeinen waar lessen te trekken zijn. De bedoeling is dat we daar zo snel mogelijk mee kunnen beginnen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft dat ter harte genomen en bekijkt op welke manier we het crisisbeheer moeten herorganiseren ten opzichte van crisissituaties die toch van een andere aard zijn dan wat we de voorbije 20 of 30 jaar hebben gezien. Een pandemie komt eenmaal om de 100 jaar voor en een oorlog op het Europese continent misschien eenmaal om de 50 jaar. Op drie jaar tijd hebben we ze wel alle twee gehad, natuurlijk. Dan waren er nog eens overstromingen die ook van een zeer uitzonderlijke aard zijn. In de toekomst zullen crisissen een veel belangrijkere rol spelen op maatschappelijk vlak dan dat dit de voorbije decennia het geval is geweest. Daar moeten we ons beheer aan aanpassen.
U sprak ook over de Europese manier van beslissen op gebied van veiligheid en buitenlandse zaken. Het unanimiteitsprincipe maakt het soms moeilijk. Over dat thema gaat de conferentie over de toekomst van Europa. De minister van Binnenlandse Zaken speelt daarin een belangrijke rol.
Mijnheer De Vuyst, u had het over de bescherming van de democratie en de rechtstaat. Dat is een belangrijk, maar gevoelig thema. De democratie en de vrije samenleving zijn nogal een teer plantje. Ze komen snel in gevaar. De overheid moet ook zeer voorzichtig zijn in de bescherming ervan. Vijf jaar geleden was ik minister van Digitale Agenda en wilde ik investeren in de strijd tegen desinformatie. Toen werd nogal snel gevraagd of ik de bedoeling had om een ministerie van waarheid te creëren. Mijn idee werd wat aan de kant gezet. Vandaag is aangetoond dat dit soort hybride oorlogsvoering een fundamenteel gevaar vormt. Hoe daarmee omgaan en op welke manier transparant tegen georganiseerde initiatieven ingaan, is geen evidentie in de techniciteit, maar ook in democratische zin.
Dat zal een van de grote werkpunten van onze samenleving zijn: op welke manier zorgt men ervoor dat men een open en vrije maatschappij is met free speech, zonder dat die free speech wordt misbruikt door diegenen die eigenlijk absoluut niet de bedoeling hebben om de free speech te beschermen. De vraag is ook hoe men technologie daarvoor kan gebruiken.
Mijnheer Vandenput, ik heb het al gehad over de opvolging. U refereert daarnaast aan het gebruik van technologie. Daar komt men ook een beetje bij een ethische vraag. Technologie kan ons natuurlijk bijzonder goed helpen om te zorgen voor meer veiligheid. Technologie wordt in een aantal autoritaire regimes ook op een zeer efficiënte manier gebruikt om te zorgen voor meer veiligheid. De vraag is of wij die richting willen uitgaan. Systemen van gezichtsherkenning kunnen soms zeer efficiënt zijn, maar naast het recht op vrije meningsuiting vind ik dat ik als persoon ook het recht heb om niet continu gemonitord te worden in alles wat ik doe in mijn leven. Gebruikmaken van technologie en ook rekening houden met de waarden waar ik in het begin van mijn uiteenzetting over heb gesproken, is niet evident. Dat kan in mijn ogen alleen als men er voldoende transparantie over geeft. Ten opzichte van bijvoorbeeld onze inlichtingendiensten geven wij bepaalde commissies in het Parlement veel inzage. Ik ben een voorstander van het gebruik van technologie, zolang men maar af en toe de motorkap kan opendoen om te zien welke de systemen zijn die eronder zitten. Transparantie is voor mij het tegengewicht van het gebruik van technologie.
U refereerde aan de voedselveiligheid. Zoals ik zei, zal dat een belangrijk thema worden in de komende maanden. Iedereen hoopt natuurlijk dat de oorlog in Oekraïne zo snel mogelijk stopt, maar ik denk dat wij sowieso naar een periode met economische schokken gaan die moeilijker te beheren zullen zijn dan de economische schokken die wij hebben gehad in de covidperiode, omdat zij zeer asymmetrisch zijn en ons economisch model zeer zwaar onder druk kunnen zetten.
Mijnheer Moyaers, u had een vraag over sociale weerbaarheid. Dat is belangrijk. Ik sprak daarnet over hybrid warfare en uiteindelijk is het voor een stuk dat wat men met hybrid warfare beoogt. Men beoogt de sociale cohesie onderuit te halen en tegenstellingen en polarisatie te creëren in de maatschappij. Zo probeert men een omgeving te creëren die samenlevingen kan destabiliseren.
Ik heb daarnet ook aangegeven hoe moeilijk het, mijns inziens, is om daarmee om te gaan. Het eerste punt is al dat men het monitort, men er analyses van maakt en men rapporteert, vooraleer men kan weten op welke manier men ermee kan omgaan.
Op de whole of government ben ik ingegaan en ik heb vermeld welk proces het geweest is.
In verband met de impact van de crisis in Oekraïne, is er een eerste directe impact ten opzichte van Defensie. De NAVO geeft een heel duidelijk signaal dat de normen op het gebied van operationaliteit omhoog gaan. Als er daar pijnpunten zouden zijn voor onze Defensie en we op korte termijn zaken kunnen doen om meer operationeel te zijn, dan moeten we daaraan tegemoetkomen. Laten we niet vergeten dat we al zeer operationeel zijn. We zitten in Estland en in Roemenië.
Mijnheer Segers, ik maak niet echt het onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel. Voor mij gaat het over hetzelfde, hoewel ik weet dat het technisch gezien misschien niet helemaal hetzelfde is. Bij al onze diensten is er een zeer grote alertheid ten opzichte van wat er buiten ons land gebeurt, maar ook ten opzichte van wat er binnen ons land kan gebeuren op het vlak van uitbuiting en mishandeling. Het is een reëel probleem. We zijn er zeer sterk mee bezig en we zijn zeer alert, maar ik zou ervoor opletten om de golf van solidariteit die we zien, te laten ondersneeuwen door het gevaar rond dit thema. Die golf is zeer breed en in haar quasi totaliteit gebaseerd op goede bedoelingen. We zijn ons evenwel zeer bewust van het fenomeen.
Mijnheer Metsu had ook een mondelinge vraag geïntegreerd over de Chinese camera's. Daarop kan ik nu wel ingaan. We hebben geen bewijzen van datalekken naar China. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen risico's zijn en dat we die niet in kaart brengen.
U stelde de vraag of de Regie der Gebouwen een gecentraliseerd register heeft van het aantal camera's per merk. Dat is niet zo. We weten wel over hoeveel camera's het gaat, maar er bestaan geen details daarover. In ieder geval zorgt men er maximaal voor dat camerasystemen geïsoleerd zijn, zoals in het gebouw waar ik werk. Dat betekent dat ze geen gebruik maken van de bestaande wifisystemen en dus niet verbonden zijn met externe netwerken. De systemen zijn helemaal losgekoppeld. In ieder geval hebben de ministers van Justitie, Defensie en Buitenlandse Zaken hierover ook al antwoorden gegeven.
Monsieur De Smet, vous avez posé une question relative aux ponts aériens en territoire ukrainien. Ils ne peuvent être organisés qu'avec l'accord des parties belligérantes auxquelles il faut préciser que des avions vont circuler et auxquelles il est aussi demandé d'assurer leur sécurité. Malheureusement, pour l'instant, ce n'est pas le cas. De même, les accords portant sur les couloirs humanitaires ne sont pas respectés. C'est extrêmement dommageable. En effet, même durant la guerre en Syrie, il était possible de conclure des accords à ce sujet – accords qui étaient respectés. Il est désolant d'observer que la présente guerre – et nous savons qu'une guerre est toujours dramatique – n'applique pas les accords conclus. Cela démontre le caractère atroce et aveugle de la violence guerrière actuelle.
Pour ma part, j'aimerais pouvoir annoncer l'organisation de telles initiatives, mais je constate que c'est impossible pour le moment.
De voorzitter: Wij hebben nog een kwartier de tijd om de fracties te laten repliceren. We hebben gisteren twee minuten spreektijd per fractie afgesproken. Ik begrijp dat sommige vraagstellers misschien niet de antwoorden hebben gekregen die zij verwacht hadden, maar ik stel voor dat het commissiesecretariaat contact opneemt met het kabinet van de eerste minister om zo snel mogelijk een nieuwe datum vast te leggen waarop de niet-beantwoorde vragen beantwoord kunnen worden.
01.22 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik had een aantal vragen voor u, maar er liep ook een parallelle vergadering van de commissies voor Buitenlandse Zaken en Defensie over de resolutie inzake Oekraïne. Er is via mail een resolutie van de meerderheid gekomen om 10.30 uur, een halfuur nadat deze commissie begonnen is, maar was nog wat werk aan. Ik meen dat men een beetje te snel heeft moeten werken op het einde.
Ik wil bijkomend nog een aantal punten maken. Daarna zal de heer Metsu nog een aantal dingen vragen, als ik het goed begrepen heb. Ik kom hier binnenvallen, maar ik vind dat u het goed doet. Ik vind dat zowel u als mevrouw Wilmès het op het internationale toneel goed doen sinds het begin trouwens. U bewijst dat u daar veel ervaring hebt en dat het echt uw ding is. Het is meer uw ding dan hier bepaalde dossiers bestieren. Dat is immers niet gemakkelijk in een regering met zeven partijen, met zeer uiteenlopende standpunten en ideologische visies.
Ik vind dus dat wat u doet op het internationale toneel tot nu toe redelijk goed verlopen is. Ik ben blij dat hier twee liberalen mee bezig zijn en geen groenen, want het gaat om onze Defensie en onze internationale diplomatie. Dat moet ik heel duidelijk zeggen, want ik zie het anders eerlijk gezegd niet goed komen. Ik ben blij dat er bij de regeringsformatie beslist is om de groenen ver weg te houden van die posten.
Ik meen wel dat een aantal dingen nog verder uitgeklaard moet worden. Als u met de nationale veiligheidsstrategie aan het Parlement voorlegt, kunt u uw werk eigenlijk voor een stuk opnieuw doen. Ik vind het goed dat die strategie er is. Er is breed geconsulteerd en er is iets. Dat is echt de verdienste van de regering. Door de oorlog in Oekraïne staat een aantal dingen echter opnieuw helemaal op zijn kop.
Er komt een nieuwe Koude Oorlog aan, zoals Ian Bremmer gisteren in De Tijd schreef. Daar moeten wij ons op voorbereiden. Dat is nu niet het geval. U zegt dat voedselzekerheid een punt is. Dat klopt. Waarom wordt er dus niet opgeroepen om nu zomertarwe te planten? Nu is het daarvoor het plantseizoen. U woont ook in een landelijke gemeente. Ik weet het, dat is de bevoegdheid van Vlaams minister Crevits, maar het gaat hier om de nationale veiligheid. Voedselzekerheid wordt een issue van nationale veiligheid, het planten van zomertarwe is een nationale veiligheidszaak. Het is een regionale bevoegdheid, dat betwist ik als Vlaams-nationalist uiteraard niet. Voedselzekerheid is echter een nationale veiligheidszaak.
We gaan hier iets meemaken. Ik verwacht na de Oekraïense vluchtelingencrisis en de zuidelijke vluchtelingencrisis ongelooflijke voedseltekorten, net zoals tijdens de Arabische lente. De graanprijs is aan het exploderen! Voor ons zal een brood van twee of drie euro nog meevallen, maar in Egypte is dat een gigantisch probleem en daar leven 100 miljoen mensen.
Het plantseizoen is dus nu. Er moet geen weken meer gewacht worden, want dan is het te laat. Dan staat er weer overal maïs voor de dieren. We zullen misschien in een situatie komen waarin we op een bepaald moment minder vlees zullen moeten eten. Imagine everything. We staan voor een gigantisch probleem. Oekraïne zal wat het graan betreft niets worden. Er zal geen export van zomertarwe zijn, alles ligt plat. Rusland heeft zijn export bevroren tot eind juni.
Hoe zullen we alle monden in de wereld voeden? Hier zal het waarschijnlijk nog lukken, ook al zal het niet evident zijn. We zijn namelijk rijk en welvarend. Hoe zal het echter in de Arabische wereld zijn? Hoe zal het in het Midden-Oosten gaan? Ik maak me daarover enorme zorgen. U zegt dat u dat ook doet, maar ik denk dat dit eens grondig moet worden besproken in de Veiligheidsraad.
Ten tweede,…
De voorzitter: Mijnheer Francken, dat gaat niet meer lukken. De premier moet om 12 uur weg en ik heb beloofd dat alle fracties de kans zullen krijgen om te repliceren. Die regel moet ik voor iedereen toepassen.
01.23 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dat is jammer. Mijnheer de premier, geef hun geen leefloon.
01.24 Éric Thiébaut (PS): Je remercie le premier ministre pour toutes les précisions apportées. Je n'ai pas d'autres questions à poser. Je ne prendrai pas de temps de parole inutilement, monsieur le président.
01.25 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de eerste minister, ik vind het heel jammer dat u gewoon niet ingaat op de vragen. U zegt dat ik feiten moet aanbrengen. Die feiten liggen op tafel. Franse cijfers tonen aan dat één op drie zogezegde vluchtelingen die uit Oekraïne naar Frankrijk kwam, geen Oekraïner blijkt te zijn. De Duitse cijfers liggen ook op tafel, 18 % van de mensen die via Oekraïne naar Duitsland kwamen, zogezegde vluchtelingen, blijken geen Oekraïners te zijn. VTM-journalist Robin Ramaekers, die aan de grens tussen Oekraïne en Polen stond, getuigde live op televisie dat hij honderden Afrikanen de grens zag oversteken. Hij zei er meteen bij dat hij vermoedde dat het ging om mensensmokkel. Hoeveel feiten zijn er nog nodig opdat u zou inzien dat er hier fraude en misbruik op massale schaal plaatsvinden en dat onze gastvrijheid wordt misbruikt? Er worden bedden en plaatsen ingepikt door illegale migranten, die bestemd zouden moeten zijn voor echte Oekraïense vluchtelingen. Het is doodjammer dat u dat niet wilt inzien. De foto's en filmpjes staan massaal op sociale media. Men kan overal zien dat er heel veel misbruikers en fraudeurs tussen die Oekraïense vluchtelingen zitten. Het is doodjammer dat u dat niet wilt inzien.
Het is ook heel jammer dat u niet hebt geantwoord op mijn andere vragen. Ik vroeg u duidelijk of u het werkelijk een goed idee vindt om al die vluchtelingen een leefloon te geven. Dat is niet alleen onwenselijk, dat is ook onbetaalbaar. Wij kunnen dat niet aan. Onze sociale zekerheid is nu reeds failliet. Wij kunnen onze eigen mensen niet deftig helpen en dan wilt u honderdduizenden vluchtelingen een leefloon geven. Dat is onwenselijk en onbetaalbaar.
Ik vroeg u ook of u mensen die via Oekraïne komen, maar geen Oekraïner zijn, die dus een ander veilig herkomstland hebben, automatisch een erkenningsstatuut zult geven of niet. Ook daarop hebt u niet geantwoord.
Wij staan voor gigantische uitdagingen en u hebt er klaarblijkelijk geen benul van.
01.26 Jan Briers (CD&V): Mijnheer de eerste minister, u was heel duidelijk. Maar aangezien u zelf voedselveiligheid en de toegang tot voedsel als thema's voor de nationale veiligheidsstrategie zag, sluit ik mij aan bij de vraag van collega Francken, wat u daarmee bedoelt en of u het beleid ter zake zult aansturen vanuit de Nationale Veiligheidsraad dan wel of dat toekomt aan de Gewesten.
01.27 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, u hebt op slechts één vraag geantwoord. Uiteraard kon u onmogelijk op alle vragen antwoorden.
Er was daarnet een discussie over de verschillende resoluties met betrekking tot de oorlog in Oekraïne. Ik ben hier om in de commissie voor Binnenlandse Zaken de aandacht te vestigen op de buitenlandse veiligheid. Natuurlijk staan ons nog heel wat repercussies te wachten, ook in termen van voedselveiligheid. Daarop zouden we nu al moeten anticiperen.
Ik stel toch ook voor om nu al, zoals in de nationale veiligheidsstrategie wordt vooropgesteld, de diplomatie en multilaterale fora zoals de OVSE te reanimeren om het conflict te proberen te ontmijnen en alle diplomatieke middelen die de regering ter beschikking heeft, in te zetten om zo snel mogelijk naar een de-escalatie over te gaan. Op dat vlak scharen wij ons achter het standpunt van de vredesbeweging dat we een nieuwe en inclusieve veiligheidsarchitectuur op het Europese continent tot stand moeten brengen. We moeten opnieuw het principe van de coöperatieve veiligheid najagen. Als we veiligheid definiëren, mag dat niet ten koste gaan van de veiligheid van iemand anders. Jammer genoeg trapt de regering in de valkuil van een verdere militarisering en stimulering van defensie-uitgaven, terwijl onze fractie veeleer de mening is toegedaan dat ontwapening en demilitarisering een omgekeerde spiraal in gang kunnen zetten en ook voor de veiligheidsgaranties op lange termijn kunnen zorgen. Verlies dat absoluut niet uit het oog.
01.28 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, ik bedank u om ook aandacht te besteden aan de strijd tegen uitbuiting en mensenhandel, want dat is een absolute beleidsprioriteit van het regeerakkoord. We moeten dat voornemen ook absoluut waarmaken.
U sprak over mensenhandel en mensensmokkel. Ik wil echter een onderscheid maken tussen beide. De Oekraïners zijn vluchtelingen. Daarbij kan geen sprake zijn van mensensmokkel. Het gaat om mensenhandel en dus om zware vormen van uitbuiting.
Volgens u is er al een grote alertheid. Dat is ten dele waar. Ik heb vermeld dat bijvoorbeeld minister Van Quickenborne hard werkt aan een bewustmakingscampagne. Mijn vraag aan u was om daar ook transversaal werk van te maken. Ik had nog niet de indruk dat diezelfde alertheid al helemaal aanwezig is bij bijvoorbeeld minister Verlinden van Binnenlandse Zaken. Ik wilde u daarom vragen om achter ieders veren te zitten, zodat iedereen daar aandacht aan besteedt.
Op mijn vraag welke gevallen er ondertussen zijn gedetecteerd, heb ik geen antwoord gekregen. Nochtans weten we dat er een groot aantal gevallen zijn. Zoals u zegt, mogen we de solidariteit niet ondergraven. We moeten wel goed omkaderen. Er zijn ook situaties die niets te maken hebben met gastgezinnen. Sommige personen werden tegen betaling de grens overgebracht en zijn in schulden, debt bondage, geraakt. Dat staat los van de solidariteit. Ik wil daarvoor uw aandacht en die van de hele regering vragen.
01.29 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour votre indignation, que je partage. Dans les faits, nous, l'Union européenne, l'OTAN, nous acceptons la loi du plus fort ou du premier arrivé. Les Russes ont pris possession du ciel ukrainien et donc nous ne pouvons pas protéger un quelconque corridor humanitaire. C'est un recul historique. Vous avez parlé, à juste titre, de la Syrie. Souvenons-nous que même en 1948, lors du blocus de Berlin-Ouest, les alliés arrivaient à faire un pont aérien contre les Soviétiques. Aujourd'hui, nous en sommes réduits à regarder les habitants de Kiev et d'autres villes se faire encercler et bientôt assiéger sans pouvoir réagir. Je trouve cela insupportable, comme vous sans doute. Il n'y a pas trente-six solutions. Ou bien nous trouvons les moyens de faire respecter un pont aérien, ou bien nous devons livrer aux Ukrainiens les moyens de reprendre possession de leur espace aérien. Je ne vois pas d'autre possibilité.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.59 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11 h 59.