Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mercredi 16 mars 2022 Après-midi ______ |
van Woensdag 16 maart 2022 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 18 et présidée par M. Christian Leysen.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
01 Débat d'actualité sur les prix de l'énergie et questions jointes de
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le projet de réduction de la TVA sur l'énergie et la régulation des prix vu la guerre en Ukraine" (55025784C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réduction du taux de TVA sur le gaz naturel" (55025805C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La table ronde du 10 mars 2022 concernant la précarité énergétique" (55025923C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafonnement du prix du gaz" (55025941C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les mesures d'urgence liées aux prix énergétiques et RePowerEU" (55025947C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La rencontre du vendredi 11 mars 2022 avec les fédérations patronales" (55025978C)
- Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’accord global sur l’énergie" (55025999C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réduction structurelle de la TVA sur le gaz et l'électricité" (55026003C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le gel des prix du gaz" (55026019C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le gel des prix de l'énergie au niveau européen" (55026079C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les nouvelles mesures du gouvernement en matière d'énergie" (55026091C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'indépendance énergétique de l'Union européenne à l'égard de la Russie" (55026105C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réduction sur le mazout de chauffage vs la réduction de la TVA sur le gaz" (55026130C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le gel des prix du gaz et l'estimation de son coût" (55026137C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accord sur l'énergie" (55026139C)
- François De Smet à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La dépendance énergétique à l'égard de la Russie" (55026120C)
01 Actualiteitsdebat over de energieprijzen en toegevoegde vragen van
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het voorstel van verlaging v.d. btw op energie en de prijsregulering gezien de oorlog in Oekraïne" (55025784C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De btw-verlaging voor aardgas" (55025805C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De rondetafel over energiearmoede van 10 maart 2022" (55025923C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De plafonnering van de gasprijs" (55025941C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De noodmaatregelen m.b.t. de energieprijzen in RePowerEU" (55025947C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het gesprek met de werkgeversfederaties van vrijdag 11 maart 2022" (55025978C)
- Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het alomvattende energieakkoord" (55025999C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De structurele verlaging van de btw op gas en elektriciteit" (55026003C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bevriezing van de gasprijzen" (55026019C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het bevriezen van de energieprijzen op Europees niveau" (55026079C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nieuwe energiemaatregelen van de regering" (55026091C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese energieonafhankelijkheid ten aanzien van Rusland" (55026105C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De korting op stookolie vs. de btw-verlaging voor gas" (55026130C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bevriezing van de gasprijzen en de desbetreffende kostenraming" (55026137C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energiedeal" (55026139C)
- François De Smet aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De energieafhankelijkheid ten aanzien van Rusland" (55026120C)
01.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de aanleiding voor mijn vragen is de beslissing van de regering van afgelopen maandag om een aantal maatregelen te nemen, waaronder de verlaging van de btw op aardgas en elektriciteit naar 6 % vanaf april tot en met september, dus tijdens de lente- en zomermaanden. Dat levert een gezin op vlak van gas 73 euro op. Ik weet dat collega Wollants een ander cijfer gebruikt, maar goed, het bevindt zich in die grootteorde. Bij een btw-verlaging voor het volledige jaar zou het echter om een bedrag van 450 euro gaan. Dat komt omdat in de periode van april tot en met september slechts 17,5 % van het jaarlijkse gasverbruik plaatsvindt.
De regering verlaagt ook de accijnzen op brandstof met 17 eurocent per liter en dat is toch een stuk minder dan eerder aangekondigde 24 eurocent per liter. Mensen die met stookolie verwarmen, krijgen 200 euro. Het sociaal tarief wordt opnieuw met drie maanden verlengd. De nettokostprijs van dat akkoord, indien de meerinkomsten van btw hiermee verrekend worden, is 200 miljoen euro. Ik heb daarom de volgende vragen voor u, mevrouw de minister.
Waarom besliste de regering om de btw alleen in de lente en de zomer te verlagen? Bent u werkelijk van plan om vlak voor de winter, in september, de btw opnieuw te verhogen naar 21 %? Ik kan me niet voorstellen welke reactie dit bij de bevolking zal teweegbrengen. Waarom worden de accijnzen op brandstof slechts met 17 eurocent per liter, in plaats van het eerder aangekondigde hogere bedrag, verminderd? De verwarmingspremie van 200 euro geldt per domicilie. Stel dat een aantal gezinnen een stookolieketel delen – dat gebeurt namelijk in appartementsgebouwen – is er dan ook een verwarmingspremie per gezin? Hoe zal dat gaan? De armoedeorganisaties vragen al maanden om de uitbreiding van het sociaal tarief permanent te maken. Waarom doet u dat nog altijd niet? Ondertussen doet de oorlog in Oekraïne de energieprijzen verder exploderen. Voor aardgas piekte de prijs naar 300 euro per megawattuur.
Zulke tarieven zijn pure waanzin. Ook eerste minister De Croo zei dat de geliberaliseerde energiemarkt irrationeel is. Er is pure paniek op de markt. De prijspieken tonen de irrationaliteit van de liberalisering. Een prijs die maal twintig gaat voor energie, staat gewoon los van alle realiteit, maar het heeft wel zeer concrete, catastrofale gevolgen voor de mensen, de gezinnen, de kleine zelfstandigen en kmo's, terwijl de beursspeculanten zich in de handen wrijven.
Als reactie op de crisis pleitte u op het Europese niveau voor een bevriezing van de Europese energieprijzen. Concreet ijverde u voor een prijsplafond op de gasprijs. Premier De Croo lanceerde een gelijkaardig voorstel, waarover mijn vraag gaat, en sprak over een cap op de prijs van geïmporteerd gas, zodat gas niet boven die maximumprijs verkocht of verhandeld kan worden in de EU, en waarbij de EU vervolgens buiten de markt om onderhandelt met andere landen voor het blijven leveren van aardgas onder die maximumprijs.
Mevrouw de minister, kunt u meer details geven over uw concreet voorstel voor prijsbevriezing? Over welk prijsniveau gaat het desgevallend? Wordt de prijs bevroren voor de leveranciers of de kleinhandelsmarkt, dan wel voor de producenten of de groothandelsmarkt? Is er voor de lidstaten een kostprijs aan verbonden, hoe groot is die en hoe wilt u die desgevallend financieren? Wanneer gaat de prijsbevriezing in en hoelang houdt die aan?
Hebt u meer details over het voorstel van premier De Croo, of gaat het om exact hetzelfde voorstel? Welke zijn de verschillen met uw voorstel? Op welk niveau wil de eerste minister die cap leggen? Wie onderhandelt er met de derde landen? Hoe garandeert u dat de andere landen gas blijven leveren?
Hoe hebben de andere Europese landen op uw voorstel gereageerd? Wordt er op korte termijn gewerkt aan een concreet Europees voorstel voor prijsbevriezing? Hoe schat u de kans in dat die er effectief komt?
De voorzitter: Mijnheer Warmoes, we houden, met alle respect, wat statistieken bij. U hebt 4 minuten en 12 seconden gesproken om uw drie vragen te behandelen.
Ik durf de suggestie te formuleren dat de volgende sprekers de opsomming van de regeringsmaatregelen laten vallen en zich focussen op hun effectieve vragen.
01.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u bent vorige week in overleg gegaan met de energiearmoedeorganisaties. Op dat moment was er natuurlijk nog geen eindbeslissing over het derde steunpakket. Kunt u de resultaten toelichten van die besprekingen? Wat zijn uw verwachtingen ter zake wat betreft de regionale overheden en hun bevoegdheden?
Een snelle energietransitie wordt inderdaad ingevuld met minder verwarming via fossiele brandstoffen. Uw partij heeft al een aanloop genomen voor de beslissing van vrijdag. Wat moet er echter gebeuren met bestaande woningen zonder vloerverwarming? Bij mensen die het sociaal tarief genieten en die in energieprecariteit verkeren, is dat toch wel structureel het geval. De performantie van een warmtepomp is zonder vloerverwarming vrij gering. Soms zijn warmtepompen dan zelfs technisch niet uitvoerbaar. Ik denk aan lucht-waterwarmtepompen en geothermische warmtepompen. Lucht-luchtwarmtepompen kan men natuurlijk overal plaatsen. U kunt de fiscaliteit voor warmtepompen en voor zonnepanelen dus wel verlagen, maar die moeten dan ook op grote schaal praktisch implementeerbaar zijn.
Is een structurele uitbreiding van de verankering van het sociaal tarief volgens u noodzakelijk? Ik meen alvast van wel. Ook volgens de armoedeorganisaties lijkt in de huidige context een bevriezing van het sociaal tarief noodzakelijk.
Wat de plafonnering van de gasprijs betreft, hebt u een soort tweetrapsraket gebruikt. Eerst hebt u gecommuniceerd over de vergadering van 28 februari van de Europese Raad van de EU. U zei dat u daar al de zaak van de plafonnering, en zelfs van het marginal pricing model, ter sprake zou brengen.
Achteraf blijkt echter dat die volgens de persbriefing niet aan bod is gekomen en dat alle aandacht uitging naar de steun voor de stabiliteit van het Oekraïense net en de synchronisatie met de Europese netten. Het moet gezegd, een aantal van de ideeën die u in de pers hebt geventileerd na de Europese Raad, is dan terechtgekomen in REPowerEU, dat op 8 maart werd voorgesteld door de Europese Commissie.
Welke van de richtsnoeren en nieuwe mogelijkheden rond noodmaatregelen – dat zijn er heel wat – en REPowerEU wilt u in de Belgische context toegepast zien?
Welke mogelijkheden ziet u voor een grotere invoer van lng in België via andere, niet-Russische leveranciers en voor grotere productievolumes en invoer van biomethaan en hernieuwbare waterstof?
Ik kom, ten slotte, tot mijn vraag over het gesprek met de werkgeversfederaties van vorige week vrijdag over de betaalbaarheid, de bevoorrading en de afhankelijkheid van Rusland. U wilde de werkgeversfederaties onder meer bevragen over de rol van de industrie en de werkgevers in de afbouw van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Kunt u toelichting geven bij de resultaten van dit gesprek?
Mijnheer de voorzitter, ik ben heel braaf, heb heel goed naar u geluisterd en heb mij vooral beperkt tot de vraagstelling.
01.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, je voudrais d'abord saluer l'accord qui a été conclu. Il s'agit d'un accord important qui était, je pense, nécessaire. Il s'ajoute aux deux précédents paquets de mesures urgentes pour un soutien au paiement des factures énergétiques des citoyens, lesquelles étaient vraiment devenues imbuvables pour les gens. Avec des pleins à la pompe dépassant les deux euros du litre, on se rendait bien compte qu'il était devenu urgent que le gouvernement prenne des mesures.
En élargissant le tarif social, en abaissant à 6 % la TVA sur le gaz, en accordant une aide de 100 euros pour le mazout, vous avez clairement, je pense, envoyé les signaux nécessaires. Cette aide dépasse 1,3 milliard d'euros. Je pense qu'il est très clair que ce premier bouclier ou rempart social était attendu. Toutefois, cela ne suffit pas et il est clair que, si ces mesures étaient nécessaires et urgentes, elles n'allégeront pas nécessairement de manière structurelle le coût exorbitant du gaz, du pétrole et des autres importations énergétiques.
Ma question est donc toute simple: comment allez-vous développer plus encore le renouvelable? J'entends par-là intensifier et accélérer les efforts du gouvernement fédéral dans les investissements dans la transition énergétique. Je pense aussi au soutien à l'isolation. Enfin – ce sera ma dernière question –, je sais que vous étiez la première au niveau européen à plaider en faveur du blocage des prix, et je sais aussi qu'Ursula von der Leyen a repris cette idée. Où en est la Commission européenne dans cette réflexion sur le plafonnement des prix du gaz au niveau européen? Je pense que c'est important. Des mesures sont vraiment attendues à la fois au niveau européen et au niveau belge.
01.04 Kris Verduyckt (Vooruit): Ik verwijs naar mijn ingediende vraag.
De stijgende energieprijzen staan al
maanden hoog op onze politieke agenda. Door de oorlog in Oekraïne is dit enkel
nog maar verergerd. De wereld is duidelijk veranderd zoals u aangaf. In het
plenaire debat van donderdag 10 maart 2022 hebben wij als Vooruit ons standpunt
over de btw verlaging naar 6 % - een standpunt dat we altijd hebben gehad
- nog eens duidelijk gemaakt: De btw op gas en elektriciteit moet op 6 %
worden gebracht, niet voor even, maar voor altijd. Elektriciteit, energie, is
namelijk een basisproduct.
Waarbij uw collega minister van Financiën
van Peteghem verklaarde: ‘Het KB ligt klaar. We moeten enkel nog beslissen’.
Uw antwoord was iets algemener: Wij
moeten met een globaal pakket komen over de betaalbaarheid van de facturen en
over een versnelling van de energietransitie zodat wij weerbaar zijn, als land
en als economie. Zo zorgen wij op korte en lange termijn voor betaalbare
facturen.
U vermeldde daar ook bij dat u op 10
maart samen met Minister voor armoedebestrijding Lalieux heeft samen gezeten
met de armoedeorganisaties die terecht structurele maatregelen vragen, maar ook
maatregelen die snel kunnen doorgevoerd worden.
Waarom is er nog geen beslissing genomen
om de btw op gas en elektriciteit structureel te verlagen naar 6 %?
Wanneer zal deze beslissing formeel genomen worden?
Hoe ziet die maatregel er uit? Wat ligt
er op tafel?
Zal u ook de voorstellen van de armoede- en
consumentenorganisaties waarmee u donderdag 10 maart heeft samengezeten
meenemen naar de regeringstafel?
01.05 Bert Wollants (N-VA): Mijn vragen vallen uiteen in twee luiken. Het eerste luik betreft de maatregelen die al zijn genomen, en dan specifiek het verschil in behandeling tussen stookolieverbruikers en gasverbruikers. De aardgasprijs is veel sterker gestegen dan de stookolieprijs. Om een of andere reden krijgen de stookolieverbruikers wel ongeveer dubbel zoveel ondersteuning als de gasverbruikers.
Hoe komt het dat u bij de federale verwarmingspremie met dezelfde cijfers geen onderscheid wilde maken, waardoor iedereen hetzelfde zou krijgen? Nu is dat immers niet meer het geval. Hoe komt dat?
Op de persconferentie zei u dat het allebei 200 euro is, het een voor de verlaging van stroom en gas, het andere voor de stookoliepremie. De stookolieverbruikers verbruiken echter ook elektriciteit.
Wat zijn de verschillende inschattingen van het effect van de btw-verlaging, zowel van aardgas als van elektriciteit? Hebt u een zicht op de verdeling daarvan tussen de Gewesten?
Het tweede luik betreft de bevriezing van de gasprijzen. Er is al heel veel gezegd over waar het is voorgesteld enzovoort.
Kunt u ons inzicht geven over die bevriezing op Europees vlak? Hoe verloopt die op dit moment? Hoe wordt die gefinancierd? Is dat haalbaar? Er zijn immers ook een aantal landen die gas verkopen in deze context. Toevallig zijn het die landen die zich daar al tegen hebben uitgesproken.
Soms wordt er ook gesproken over een Belgische bevriezing. Is er ooit onderzocht wat dat betekent op het vlak van de kostprijs, de effecten op de leveranciers enzovoort? Kunt u ons wat inzicht daarin geven of ligt dat misschien in het geheel niet op de tafel in de regering?
De voorzitter: Monsieur Ben Achour is niet aanwezig. De heer Van Lommel is ook niet aanwezig en de heer De Smet evenmin.
01.06 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik zal mijn interventie in dit actualiteitsdebat beperken tot de twee laatste lijnen van mijn repliek van vorige week.
De energietransitie moet ook betaalbaar blijven, want de factuur komt uiteindelijk bij de burgers terecht. Neemt u dat mee als een essentieel onderdeel van uw beleid?
Gascentrales als tussenstap moeten zoveel mogelijk beperkt worden. Gaat u daarmee akkoord?
01.07 Minister Tinne Van der Straeten: Ik dank de aanwezige collega's voor hun vragen. Ik heb enorm veel vragen gekregen, van heel veel mensen, maar het aantal geïnteresseerden voor het thema is in de realiteit blijkbaar beperkt.
De voorzitter: U weet dat men in dit Huis graag herhaalt. Morgen zult u waarschijnlijk dezelfde vragen krijgen. Dit is een opwarming voor de vragenstellers en de ministers.
01.08 Minister Tinne Van der Straeten: Laten we dan maar beginnen met de antwoorden op de vragen die vandaag gesteld zijn.
Het is onnodig te herhalen dat we de grootste energiecrisis ooit meemaken. De prijzen om te verwarmen, de prijzen van elektriciteit en de prijzen aan de pomp zijn tot historische hoogtes gestegen. Dat probleem is door de oorlog in Oekraïne alleen maar urgenter geworden. Onze gezinnen, bedrijven en onze economie in haar geheel worden getroffen door de stijgende facturen, enerzijds, en de afhankelijkheid van olie, gas en uranium, zoals de heer Cogolati zei, anderzijds.
Maandag heeft de regering inderdaad een derde steunpakket aangenomen, voor zes maanden. Deze keer gaat het over een totaalbedrag van 1,3 miljard euro om de energiefactuur op de korte termijn te verlagen. Dat zijn maatregelen die zowel voor de gezinnen als de bedrijven gelden.
Wat de gezinnen betreft, geldt de verlenging van de uitbreidingsgroep van het sociaal tarief minstens tot en met het derde kwartaal van 2022. De impact op de facturen voor die mensen, 1 miljoen gezinnen, bedraagt 2.230 euro. Ze zullen dus 2.230 euro minder moeten betalen op hun energiefactuur. Het is een bescherming van de meest kwetsbaren in deze samenleving.
Uit recent onderzoek van de KU Leuven blijkt ook dat dit een zeer doeltreffende maatregel is, en ook de beste schokdemper ter ondersteuning van de factuur van de laagste inkomens.
Ik heb hier al eerder gezegd dat iedereen het moeilijk heeft met de stijgende facturen, van gezinnen tot bedrijven. Binnen deze groepen zijn er zeer uiteenlopende situaties. Het gaat niet over het organiseren van concurrentie.
Denk u maar eens in dat wij die maatregel niet zouden hebben genomen en wat het zou hebben betekend voor 1 miljoen Belgen als zij die bescherming niet zouden hebben gehad. De uitbreiding van het sociaal tarief is gebeurd in februari 2021. Die mensen zijn beschermd sinds de energieprijzen begonnen te stijgen, dus vanaf de zomer van 2021 en door de maatregelen genomen in oktober 2021, februari 2022 en nu. Dat is maar goed ook, want zij worden uiteraard ook, zoals iedereen, geconfronteerd met de stijgende prijzen voor andere zaken, zoals voedsel.
Naast die zeer gerichte maatregel inzake het sociaal tarief hebben wij ook de dubbele btw-verlaging afgesproken, meer bepaald een verlenging van de verlaagde btw op elektriciteit en de invoering van een verlaagde btw op aardgas. Wat aardgas betreft, geldt die van april tot en met september 2022. De btw-verlaging op elektriciteit wordt bevestigd voor dezelfde periode. Samen levert dat 205 euro op voor een gezin met een gemiddeld verbruik. Dat voorstel werd eerder al op tafel gelegd door mijzelf en minister Van Peteghem en ik ben zeer tevreden dat het wordt uitgevoerd.
Wie verwarmt met stookolie, propaan en butaan, krijgt een korting van 200 euro, want iedereen wordt geconfronteerd met de hoge energieprijzen. Mijnheer Wollants, het doet er niet toe of iemand Vlaming of Waal is en of iemand zijn huis verwarmt met gas of stookolie. Ik wil hier geen communautair verhaal van maken. Vandaag verwarmen 600.000 gezinnen in Vlaanderen hun huis met stookolie. Ik vind die tegenstelling dus misplaatst. Het is trouwens opvallend dat er een communautaire vergelijking wordt gemaakt als het gaat over stookolie. Wij kunnen die ook maken voor diesel en de accijnsmaatregelen aan de pomp en kijken naar de verhouding van de wagens in Vlaanderen en Wallonië. In uw redenering zou dan kunnen worden gezegd dat de Vlaming meer profiteert of de Waal minder profiteert gelet op de verdeling van de wagens. Voor ons is het echter geen communautair verhaal. Iedereen is Belg en of men nu Belg, Duitser of Fransman is, iedereen wordt op dezelfde manier geconfronteerd met de stijgende prijzen. Een gemiddeld gezin krijgt dus ongeveer 300 euro korting dankzij de verschillende steunmaatregelen.
Wat de verwachtingen ten aanzien van de regionale overheden betreft, heb ik altijd gezegd dat zowel de betaalbaarheid als de bevoorradingszekerheid een gedeelde verantwoordelijkheid is van de verschillende regeringen in ons land. Dat geldt ook op dit vlak. De federale regering en de Gewesten hebben eigen bevoegdheden.
Onze huizen zijn de op een na grootste energieverbruikers van Europa. Helaas zijn het net degenen met weinig of geen spaargeld die in de minst geïsoleerde woningen wonen. Daarom is de betaalbaarheid van renovatie en isolatie een heel grote bekommernis van de armoedeorganisaties die ik vorige week sprak, in voorbereiding op de vergadering van de regering. Zij kennen de situatie op het terrein als geen ander. Ze zijn niet de luidste roepers, maar hun stem verdient het om gehoord te worden. Zij hadden naast hun vragen over de druk op de factuur ook de zeer uitdrukkelijke vraag om meer bij de energietransitie betrokken te worden, bijvoorbeeld als het gaat over renovatie en isolatie.
Ik zat ook samen met de vertegenwoordigers van de industrie, de zelfstandigen en kmo's over de aanpak van de prijzencrisis. Zij worden getroffen via de energiefactuur, maar ook via de aankoop van materialen en het aanbod en de kosten van arbeid.
Mijn voorstel voor een plafonnering van de gasprijs op het Europese niveau en een gecoördineerde Europese aanpak kon daar best wel op bijval rekenen. Zij hebben met mij ook hun bezorgdheid gedeeld over de Europese energiebevoorrading door de oorlog in Oekraïne. Zij steunen ook een versnelling van de energieswitch om de energieafhankelijkheid te verminderen.
Daarom waren er naast de maatregelen voor gezinnen ook maatregelen voor ondernemingen. De Nationale Bank wordt gevraagd om tegen eind april de impact van de stijgende energie- en grondstoffenprijzen op de verschillende sectoren in detail te onderzoeken. Daarbij kan ook worden bekeken welke beleidsmaatregelen kunnen worden genomen. Dat loopt enigszins parallel met de studie over de energienorm. We moeten goed bekijken hoe we daarin een complementariteit kunnen vinden.
Er is ook beslist tot een verlenging van de tijdelijke werkloosheid voor de periode van 1 april tot 30 juni.
Dan is er nog de maatregel met betrekking tot de accijnzen aan de pomp, een vermindering van 17,5 cent per liter, dus een korting van 10 euro op een tankbeurt van 60 liter. Verder zijn de ticketprijzen voor de NMBS bevroren. De geplande prijsstijgingen gaan daar dus niet door.
Comme M. Cogolati l'a dit, il s'agit en réalité d'un antidouleur, car il ne s'attaque pas à la cause.
Zoals de heer Cogolati heeft gezegd, is het een pijnstiller, omdat die de oorzaak van de stijgende prijzen niet wegneemt, namelijk de afhankelijkheid van dure fossiele energie. We zijn vandaag te veel afhankelijk van fossiele brandstoffen, wat dé oorzaak is van de stijgende energieprijzen. Daarvoor kan men natuurlijk niet werken met pijnstiller na pijnstiller, maar moet men het probleem structureel aanpakken.
C'est pour cette raison, monsieur Cogolati, que nous discutons aujourd'hui, au sein du gouvernement, de mesures structurelles par rapport à la transition énergétique, d'une accélération de celle-ci, afin d'augmenter la résilience de notre économie, de notre société et afin d'augmenter l'indépendance par rapport aux importations d'énergie. Comme vous le savez, en effet, on importe aujourd'hui 90 % de notre énergie et il est clair pour tous que cela doit diminuer.
Velen onder u hadden vragen over de bevriezing van de gasprijzen. Die heb ik inderdaad voorgesteld. Het Belgische voorstel werd in de Europese Energieraad besproken.
Mijnheer Ravyts, u vroeg mij waarom dit dan niet in de persbriefing staat. Dat is een gevolg van twee elementen.
Een eerste element is het grote geopolitieke belang van de crisis in Oekraïne, waarbij de concrete vraag voor een snelle koppeling van het Oekraïens elektriciteitsnetwerk via hoogdringendheid werd geagendeerd. Aangezien de elektriciteitsinfrastructuur doelgericht wordt aangevallen door het Russisch leger en aangezien er grote eensgezindheid bestaat tussen de EU-lidstaten om het Oekraïense net in evenwicht te brengen in deze uitzonderlijke situatie, ging de aandacht logischerwijs in de eerste plaats uit naar dit aspect. Er werd daar beslist om ENTSO-E het mandaat te geven om risico's in kaart te brengen en daarvoor oplossingen te vinden om tot die koppeling te kunnen overgaan.
De tweede reden is dat verschillende lidstaten uiteraard voorstellen hebben gedaan om de energieprijzen te matigen, maar dat er nog geen eensgezindheid kon worden gevonden over de concrete methode. Er circuleren verschillende voorstellen. De Commissie onderzoekt dit nu met grote urgentie om tot een gezamenlijk gedragen voorstel te komen. Dat blijkt ook uit de communicatie inzake REPowerEU.
Waarover gaat het voorstel? Mijnheer Warmoes, mijn voorstel en dat van de eerste minister is uiteraard hetzelfde. Het is het Belgische voorstel. Dat voorstel is om op Europees niveau een plafond op te leggen op de transacties die gebeuren. Dat plafond wordt op een voldoende niveau gelegd en 120 en 150 euro zijn de bedragen die circuleren. Dat wil dus zeggen dat wanneer de gasprijs dat niveau behaalt, hij niet meer kan stijgen.
Dat heeft natuurlijk ook een ander gevolg. Dit kan immers een impact hebben op de toevoer van gas. Ik wil daarbij wel de kanttekening maken dat het grootste deel van het gas dat in Europa wordt ingevoerd gecontracteerd is. De volledige toevoer zal dus niet van de ene dag op de andere stilvallen, maar er dreigt wel een impact te zijn.
Ons voorstel bestaat daarom uit twee delen. Als de prijskaap benaderd wordt en het plafond bereikt is, komt er een call for tender, dus een groepsaankoop op Europees niveau, bilateraal, om ervoor te zorgen dat er voldoende aanvoer is naar Europa.
Dat heeft een dubbel doel. Dat zorgt voor een kalmerende impact op de prijs, maar vooral haalt dit de volatiliteit uit de markt. Het gedrag dat wij vandaag op de markt zien en de prijs die wij vandaag op de markt zien, zijn immers compleet irrationeel. Er is vandaag geen bevoorradingsprobleem. Het gas stroomt. De contracten worden gehonoreerd en er wordt gehandeld op de TTF. Er komt ook lng naar Europa. De prijzen vandaag geven echter de indruk dat er wel een onderbreking zou zijn. Dat is een irrationaliteit.
Die irrationaliteit is er natuurlijk omdat het oorlog is. Ik ga niet zeggen dat de prijzen laag zouden zijn zonder die irrationaliteit. Uiteraard zouden wij hoge prijzen kennen, maar de 200 en 300 euro die wij op bepaalde momenten zagen, is compleet irrationeel.
Als dat zou gebeuren op de beurs, wordt de beurs stilgelegd. Als een aandeel dergelijke sprongen maakt, wordt de aandelenkoers gewoon stilgelegd. Dat is eigenlijk hetgeen wij hier ook doen, met een fall back, met een back-upmechanisme om ervoor te zorgen dat de fysieke stromen alsnog naar Europa komen en dat wij dus geen bevoorradingscrisis veroorzaken.
Het bijzondere daaraan is – en daarin onderscheidt het Belgische voorstel zich van andere voorstellen – dat men door dit te doen op het niveau van de gasprijs, ook een onmiddellijke impact heeft op de elektriciteitsprijs. Men krijgt hierdoor bijna een de facto ontkoppeling, een de facto verlaging van de elektriciteitsprijs. De marginal pricing voor elektriciteit laat men wel intact. Er is hier eerder van de week een hoorzitting geweest over het prijsmechanisme.
Daarom heeft de Commissie zeer veel interesse in dit voorstel. De eerste minister en ikzelf staan zeer nauw in contact met de Europese Commissie, met de regulator, om dit voorstel tot verdere gedragenheid te beperken.
Ik denk dat ik daarmee op de meeste vragen heb geantwoord.
Om uw laatste vraag te beantwoorden, mijnheer de voorzitter, wil ik u zeggen dat ik vind dat we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen op alle vlakken moeten afbouwen. Alleen over gasbevoorrading in het kader van elektriciteitsopwekking spreken, is een verenging van de situatie. 50 % van het gasverbruik vandaag is voor verwarming en zit in het distributienet. Volgt hieruit dat we niet naar elektriciteitsopwekking kijken? Zeker niet, maar het is een foutieve redenering te denken dat ons probleem opgelost is als we geen elektriciteit meer produceren door middel van gascentrales.
Ten tweede worden we in ons energiebeleid geconfronteerd met 20 jaar stilstand en met een de facto kernuitstap die de voorbije jaren in ieder geval ook onvoldoende is voorbereid. Die transitie via gas zal altijd noodzakelijk zijn. Uiteraard kunnen en moeten we de mogelijkheden onderzoeken om dat te beperken. De afhankelijkheid afbouwen, betekent de afhankelijkheid afbouwen van onze volledige fossiele import. We moeten kijken naar het volledige plaatje. We moeten vooral niet de illusie hebben dat we er ons vanaf kunnen maken door slechts te focussen op één aspect van het verhaal. Mijn voorstellen aan de regering ageren zowel op gas als olie, op mobiliteit, op elektrificatie, op hernieuwbare energie en elektriciteitsopwekking.
01.09 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wat het eerste deel van mijn vragen betreft, over de door u genomen maatregelen, hebt u eigenlijk geen enkel antwoord gegeven. U spreekt over 200 euro. Ik heb het snel nagekeken. De maatregelen die u maandag genomen hebt, zijn goed voor 118 euro. Als u daar 65 euro bijtelt voor de btw-verlaging op elektriciteit van maart tot juni, als ik me niet vergis, dan kom ik aan 183 euro. U rekent een beetje dubbel, maar goed.
De essentie is dat wij gewoon niet begrijpen dat gas in de zomer een basisproduct is geworden en in de winter een luxeproduct. U strooit de mensen eigenlijk zand in de ogen. Eigenlijk geeft u nu 6 % btw op 17,5 % van het gasverbruik. De rest van het jaar, als u uw plan uitvoert, zal dat 21 % zijn. Dat is een cadeau voor de mensen die in de zomer hun zwembad verwarmen, maar voor de rest, voor degenen die hun huis verwarmen, zal dat niet veel opbrengen. Ik heb het al 10 of 20 keer gezegd, maar nog eens: gas en elektriciteit zijn basisgoederen die aan 6 % getaxeerd moeten worden, niet meer. Dat moet permanent, want alleen zo kunnen we de peperdure facturen in de winter compenseren.
Wat uw voorstellen op Europees niveau betreft, begrijp ik dat het allemaal nog niet concreet is. Ik ben wel wat geschrokken van het niveau waarop u ze wilt bevriezen. U hebt gesproken van 120 tot 150 euro. Ik heb even op de dagmarkt gekeken vandaag. Vandaag staat gas op 110 à 120 euro per megawattuur. U zou de gasprijs vandaag dus niet bevriezen. 120 tot 150 euro is wel 8 tot 10 keer meer dan gewoonlijk. Voor de crisis was het 15 tot 20 euro. U zult daarmee alleen de hoge pieken opvangen, maar meer niet. Dat is wat een gebrek aan ambitie.
Wat de irrationaliteit van de markten betreft, dat hebben we gisteren op de hoorzitting ook gehoord. Een beurs kan worden stilgelegd, maar een energiemarkt niet. Dat toont nog maar eens aan dat de beslissing om de energiemarkt te liberaliseren compleet fout is en tot al die toestanden leidt. Wij zijn er uiteraard voorstander van om daar met de overheid weer greep op te krijgen via een ander prijsvormingsmechanisme. Ik ben redelijk teleurgesteld door uw antwoorden. Het zijn kleine maatregelen, maar die zullen de problemen van de mensen niet oplossen.
01.10 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, als we in de toekomst willen loskomen van onze afhankelijkheid van de Russische gastoevoer en de impact ervan op de Europese gasprijs, is de oplossing inderdaad hernieuwbare, en in ons geval nucleaire energie. Dat staat buiten kijf, ook al zijn we maar beperkt afhankelijk van Rusland aangezien slechts 5 à 6 % van ons gas van daar komt. Het zou enorm boeiend worden wanneer Groen daar ook die bocht zou durven maken. Dan zouden we misschien zelfs nog vrienden kunnen worden.
Wat de warmtepompen betreft waarvan u in uw communicatie toch een speerpunt maakt, blijf ik vanuit ervaringen uit de praktijk stellen dat niet elke woning geschikt is voor een lucht-waterwarmtepomp en al zeker niet voor een geothermische warmtepomp. Dat is de realiteit. Het zou goed zijn, mijnheer de voorzitter, mocht eens onderzoek wordt uitgevoerd over hoeveel Belgische woningen het gaat. Misschien is dat ook een taak voor de regionale overheden. Ik meen namelijk dat een heel brede uitrol gewoon niet realistisch is.
01.11 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Je pense qu'à moyen et long terme, il faut s'accorder à dire qu'il s'agit à la fois d'une question environnementale, de protection des écosystèmes et du climat en particulier, d'une question sociale, afin d'ériger un rempart ou un bouclier face à l'augmentation de la facture, mais aussi d'une question géostratégique et de sécurité nationale et même européenne, dans la mesure où il faut se rendre indépendant des importations de gaz, d'hydrocarbures, de pétrole et aussi – je le dis sans tabou – d'uranium, depuis la Russie. Très clairement, lorsque l'on voit les baisses de prix de différentes sources d'énergie, - 89 % en dix ans pour l'éolien, je crois que la voie est tout indiquée, toute claire, pour les investissements futurs de la Belgique.
01.12 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, als het gaat over het verschil tussen gas en stookolie is het een feit dat u op het einde van de dag de gasverbruiker en de stookolieverbruiker allebei onder de ogen moet kunnen komen. Wanneer de prijs voor gas sterker is gestegen dan de prijs voor stookolie, dan moet u aan die mensen kunnen uitleggen waarom u aan de stookolieverbruikers dubbel zo veel geeft als aan de gasverbruikers. Die wonen inderdaad vooral in Vlaanderen en bij u in Brussel. De vraag is hoe dat komt. Wij weten hoe dat komt. Wij weten dat dit een eis van de PS was. Wij weten dat dit aan het einde van de rit niet meer of niet minder is dan een tapijtenmarkt waarbij wordt uitgemaakt wie wat krijgt. U wilt een akkoord, dus u zult moeten toegeven. Zo is het ook verlopen.
U hebt niet geantwoord op mijn vraag over de redenering die is gevolgd. U hebt alleen gezegd dat het communautaire u niet veel zegt, dat kan goed zijn, maar daarmee is de gasverbruiker geen stap verder.
De gasprijsbevriezing is met veel poeha aangekondigd, maar ik heb de indruk dat het niet zo veel effect zal hebben. U mikt alleen op de extreme speculatie. Dat houdt natuurlijk de kosten en de gevolgen daarvan onder controle, maar de vraag is of dit een oplossing is, want ook bij 150 euro per megawattuur hebben onze gasverbruikers een enorm probleem.
01.13 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, wij zitten nu aan het derde pakket maatregelen. De regering heeft voldoende bewezen dat zij in verschillende stappen kan reageren op de energiecrisis. De btw-verlaging is voor ons een belangrijke stap. Dat zal u wellicht niet verbazen, want Vooruit is daar altijd voorstander van geweest. Dat is een belangrijke beslissing.
De PVDA gaf de eerste keer als kritiek dat er geen btw-verlaging op aardgas kwam, nu verwijt zij de regering dat die verlaging slechts tijdelijk is. De eerste minister zei gisteren dat de situatie in september zal worden geëvalueerd, dus ik ben benieuwd wat de kritiek dan zal zijn. Vermoedelijk zal die kritiek op een bepaald moment wel opdrogen. Ik ben alleszins heel blij dat wij niet meegegaan zijn in de strategische spelletjes waarbij de PVDA een voorstel voor een btw-verlaging tot 6 % op tafel had gelegd. Vandaag wordt dat een kleine maatregel genoemd. Dat vind ik eigenaardig, maar die spelletjes dienen natuurlijk vooral voor Facebook.
Ik weet nu ook waarom u de wet op de slapende energiecontracten mee hebt goedgekeurd, mijnheer Wollants. Dat is omdat er meer slapende energiecontracten in Vlaanderen zijn dan in Wallonië. Dat is volgens mij de reden. Nee, in alle eerlijkheid, wij moeten stoppen met die communautaire spelletjes hierover. Zoals u zegt, mevrouw de minister, zijn het maatregelen voor alle Belgen. Er zijn 600.000 Vlaamse gezinnen die hun huis met stookolie verwarmen. Laten we daar dus mee stoppen en de maatregelen op een andere manier bekijken.
Tot slot, vond ik het debat over het Europese energiemarktmodel van gisteren heel interessant. U zegt dat die energiemarkt zich vandaag irrationeel gedraagt, mevrouw de minister. Ik stel echter vast dat er bepaalde effecten zijn in dat model – ik heb ze gisteren al opgesomd – die ons tot enig scepticisme moeten aanzetten en waarover wij een debat moeten hebben. De lage prijzen die ons aanvankelijk altijd werden beloofd, zijn er niet helemaal uitgekomen, er is weinig stabiliteit in het model vandaag en de energietransitie zie ik ook niet echt vooruitgaan, ondanks het model. Ik stel mij ook de vraag of de winsten die de energiesector uit het model haalt voldoende worden geïnvesteerd in de eigen productiecapaciteit, aangezien wij vaststellen dat de overheid vandaag via het CRM-mechanisme moet bijdragen.
Dat is een belangrijke discussie die wij verder moeten voeren. Ik vind het alvast goed, mevrouw de minister, dat België, wat dat betreft, zijn verantwoordelijkheid neemt op Europees vlak door dat aan te kaarten.
L'incident est clos.
02 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les plaintes à propos du fournisseur de substitution Fluvius" (55025233C)
02 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De klachten over noodleverancier Fluvius" (55025233C)
02.01
Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de
minister, ex-klanten van de failliete Vlaamse Energieleverancier kregen vorige
week een torenhoge energiefactuur van noodleverancier Fluvius in de bus. Er
zijn berichten van mensen die 522,78 euro moeten betalen voor één maand
energie. Of 145 euro voor één week. Dat is onbegrijpelijk. Dit zijn net mensen
die de dupe zijn van een faillissement van hun leverancier en nu betalen ze nog
eens de rekening. Vaak gaat het bovendien over mensen die wél op tijd zijn overgeschakeld
naar een andere leverancier. Ik vraag me af hoe dit mogelijk is.
Over de problematiek van het noodtarief
van Fluvius heb ik u al eerder ondervraagd, maar het is mij nog steeds niet
duidelijk wie nu verantwoordelijk is voor het vaststellen van dit noodtarief in
geval van een leverancier die failliet gaat. Zijn dat de regio’s of het
federaal niveau? Volgens de V-test is het Fluvius-tarief in elk geval veruit
het duurste op de markt. Een doorsnee gezin betaalt ruim 1000 euro meer voor
gas en 600 euro meer voor elektriciteit tegenover het goedkoopste tarief. Dat
wil zeggen dat gedupeerden, naast het faillissement van hun leverancier, nog
eens slachtoffer worden van extra hoge energietarieven. De logica dat zo’n
uiterst hoog tarief mensen net moet aanzetten om van leverancier te veranderen
is pervers. Ze treft net degene die al de dupe zijn van een faillissement of
net kwetsbare klanten die gedropt worden door hun leverancier.
Kan u mij zeggen wat er precies misliep
bij Fluvius? Op welke manier bent u als federaal minister betrokken of bevoegd
bij deze situatie?
Bent u akkoord dat het onrechtvaardig is
dat net deze mensen een uiterst hoog tarief wordt aangerekend? En gaat u daar
iets aan doen?
02.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, het Vlaams Energiedecreet bepaalt dat in geval van faillissement of bij het opstarten van een procedure tot rechterlijke reorganisatie de klanten van de leverancier overgedragen worden aan de noodleverancier. In dezen is dat Fluvius.
Tot voor kort bepaalde het Vlaams Energiedecreet ook dat een klant maximaal 60 dagen bij de noodleverancier kon blijven. Dit werd recentelijk aangepast en is nu 12 maanden. Ik stel samen met u vast dat het tarief op een hoog niveau wordt bepaald, omdat dit ervoor zou moeten zorgen dat de consumenten snel naar een commerciële leverancier overstappen. De netbeheerder is immers geen leverancier.
De noodleveranciersregeling is een gewestelijke bevoegdheid. Ik werd niet betrokken bij deze gewestelijke regeling en haar uitvoering. Ik werd evenmin betrokken bij het vastleggen van het noodleverancierstarief door de VREG.
02.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Ik heb u al een paar keer ondervraagd over dit dossier. U geeft weer een zeer kort en zeer oppervlakkig antwoord. Sommige van die mensen hebben een factuur gekregen van 500 euro voor een maand, of 145 euro voor een week. Zij zijn wel binnen de termijn van 60 dagen overgestapt naar een commerciële leverancier, dus het is niet te verklaren.
Ik vind dat ontradingstarief echt een groot probleem. De filosofie daarachter is dat dit de mensen ertoe moet aanzetten om over te stappen naar de commerciële markt, maar het resultaat is dat mensen die al slachtoffer zijn van een faillissement ook nog eens verder de put in worden geduwd. Het gaat vaak over mensen met betalingsproblemen, die dan nog eens gestraft worden met een superhoog tarief. Dat is sociaal onrechtvaardig. Het creëert meer problemen dan het oplost.
U hebt altijd gezegd dat u inzat met energiearmoede, mevrouw de minister. Ik zou willen dat die eindelijk een keer opgelost geraakt. Blijkbaar heeft men er bij de liberalisering niet aan gedacht dat bedrijven in een liberale markt failliet kunnen gaan. Nu moet men vaststellen dat daarvoor niets fatsoenlijk geregeld is.
Gisteren heeft SAAMO, het vroegere Samenlevingsopbouw, ervoor gepleit om het ontradingstarief te plafonneren. Anders zullen er drama's gebeuren bij niet-beschermde klanten.
Ik stel vast dat het spel blijft voortduren en dat het probleem niet opgelost raakt. Ik wil dat het wel opgelost raakt. Als daarbij regionale bevoegdheden betrokken zijn, moet u dat oplossen met uw regionale collega's. Zoals altijd maakt men het in België nodeloos ingewikkeld.
02.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, sta me toe te zeggen dat ik daarvoor niet bevoegd ben. Ik kan uiteraard moeilijk ondervraagd worden over zaken waarvoor ik niet bevoegd ben.
De voorzitter: Als de heer Warmoes u een vraag stelt over zaken waarvoor u niet bevoegd bent, moet hij u een pint betalen.
02.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik heb u gevraagd of u ook vindt dat het onrechtvaardig is dat die mensen een uiterst hoog tarief wordt aangerekend. Die vraag staat dus ook in de tekst van mijn ingediende vraag, maar u beantwoordt ze niet. Vindt u dat eigenlijk wel een probleem?
02.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik beroep mij op het Reglement van de Kamer, dat stelt dat er niet wordt gevraagd naar intenties bij de uitoefening van de parlementaire controle.
De voorzitter: (geen micro)
L'incident est clos.
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kernuitstap in het licht van de oorlog in Oekraïne" (55025759C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De aanbevelingen van het IEA m.b.t. het 10 puntenplan en de kernuitstap" (55025795C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het akkoord over de kernuitstap en de energiedeal" (55026013C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken betreffende het langer openhouden van kerncentrales" (55026136C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sortie du nucléaire dans le contexte de la guerre en Ukraine" (55025759C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les recommandations de l'AIE en ce qui concerne le plan de 10 mesures et la sortie du nucléaire" (55025795C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les accords sur la sortie du nucléaire et sur l'énergie" (55026013C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le point sur la prolongation du nucléaire" (55026136C)
De voorzitter: De heer Van Lommel is afwezig. Mevrouw Marghem is verontschuldigd.
03.01 Bert Wollants (N-VA): Er wordt al een hele tijd gesproken over een akkoord ter reductie van onze energieafhankelijkheid en ter bevordering van de bevoorradingszekerheid. Daarbij werd 18 maart als deadline naar voren geschoven. Die datum komt wel dichterbij. Ondertussen circuleert er een lijst met voorstellen van het International Energy Agency met een aantal aanbevelingen specifiek over die problematiek
De kranten melden ondertussen dat uw partij of zelfs u een lijstje met wensen voor de inhoud heeft gemaakt. Voor sommige ervan kan er zeker een draagvlak worden gevonden; voor andere rijzen er toch wat vragen. Welke elementen liggen er momenteel op tafel voor de energiedeal?
Zal daarbij ook de verlenging van de levensduur voor enkele kerncentrales worden goedgekeurd? Over welke kerncentrales gaat het en voor welke termijn?
Welke maatregelen zult u nemen om energie betaalbaar te houden? In welke mate zult u ingaan op de aanbevelingen van het Internationaal Energieagentschap?
03.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Het dossier ligt nu op tafel. Als de twee kerncentrales openblijven, moet het CRM worden herbekeken. Er is vandaag sprake van twee gascentrales. Is dat nog steeds het plan? Dat lees ik althans vandaag in een analyse in de krant. Het lijkt mij wat bizar dat er in dat geval toch twee gascentrales zouden worden gebouwd. Kunt u daar iets meer duidelijkheid over geven? Kortom, als de kerncentrales openblijven, wat moet er dan met het CRM gebeuren?
De voorzitter: Ik ben blij dat we niet meer praten over de back-up van de back-up, maar dat we een en ander nu met een open blik in een bredere context zien, ook al worden we daartoe genoopt door onaangename feiten op het geopolitieke toneel. Kunt u daar commentaar op geven?
03.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik vind de gang van zaken hier in commissie toch wat bijzonder. Ik meen dat er een actualiteitsdebat is als er vijf vragen worden samengevoegd, maar er zijn twee sprekers niet aanwezig. Ik heb een vraag gekregen en twee andere reflecties over iets dat niets te maken heeft met de vraag van de heer Wollants, die over het tienpuntenplan van het IEA ging.
De voorzitter: En over het akkoord (…)
03.04
Bert Wollants (N-VA): (…)
03.05 Minister Tinne Van der Straeten: Dat hebben we toch al behandeld? De kernuitstap en de energie? Twee vragen van dezelfde persoon geldt dan als drie…
De voorzitter: Het is uw kabinet die ze heeft samengevoegd.
03.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, zoals u terecht aanhaalt, stelt het IEA 10 maatregelen voor. Onderteken geen nieuwe gasleveringscontracten met Rusland en vervang Russische leveringen door gas uit alternatieve bronnen, zijn de eerste twee punten.
België importeert vandaag vanuit Rusland een minimale fractie van zijn gas, waarvan twee derde dan nog voor doorvoer is bestemd. Het lijken mij dus interessante en nodige suggesties voor andere lidstaten.
De derde aanbeveling betreft de invoering van verplichtingen inzake minimale gasopslag. Gasopslag speelt d'office een belangrijke rol als buffer. We schakelen ons hier in in de Europese aanpak die erin bestaat om volgende winter opnieuw over een maximaal gevulde gasopslag te beschikken. Onze eigen gasopslag is vrij klein. We hebben het daarover al uitgebreid gehad en die verplichtingen zijn ook een topic op de Europese agenda. Ze worden besproken in Penta en ik zie ze ook terugkomen op de volgende Energieraad.
De vierde aanbeveling betreft de versnelde uitrol van nieuwe wind- en zonne-energieprojecten. De regering heeft reeds een belangrijke inspanning geleverd om de productie van windenergie op zee uit te breiden, met de verdrievoudiging van de capaciteit en ik heb ook een push gegeven aan de interconnecties met landen met veel hernieuwbare energie. Die inspanningen zetten we voort. Dat geldt natuurlijk alleen maar voor de aspecten van wind- en zonne-energie waarvoor ik bevoegd ben; ik hoop dat dat wordt aangevuld met inspanningen vanuit de gewesten. Ik heb vernomen dat het Vlaamse Gewest zijn doelstellingen voor wind- en zonne-energie heeft opgeschroefd.
Ten vijfde adviseert het IEA om elektriciteitsproductie uit bio-energie en kernenergie te maximaliseren.
C'est la guerre sur le continent européen. Cette guerre montre à quel point notre pays est dépendant des importations d'énergie primaire. Plus de 90 % de celle-ci est importée. Le 18 mars, donc vendredi, j'examine le calendrier de sortie du nucléaire avec un esprit ouvert et nous examinons en profondeur le plan A et le plan B, à la lumière des événements récents. Je ne souhaite donc pas préjuger de cette délibération. En tout état de cause, toute programmation n'aura aucun impact à court ou long terme sur les prix. Ceux qui le prétendent trompent les gens.
Mijnheer Verduyckt, toen ik aan de regering mijn verslag inzake bevoorradingszekerheid heb voorgelegd, heb ik uiteraard gewezen op de risico's en obstakels zowel in het ene als in het andere plan. In plan A, dat komende vrijdag ook op de regeringstafel ligt, zit de kwestie van de vergunning van de centrale van Vilvoorde. Quid, in het kader van het CRM, als een geselecteerde capaciteit niet over een vergunning blijkt te beschikken? Ook werd in kaart gebracht welke de obstakels zijn voor plan B. De oorlog in Oekraïne heeft die obstakels natuurlijk niet veranderd, ze blijven wel degelijk bestaan, ook betreffende het CRM.
Ondertussen, ook vanwege de oorlog, heeft de Europese Commissie de communicatie REPowerEU uitgebracht. Daarbij wordt aan de lidstaten aangegeven om gasenergie op te geven en in te zetten op energietransitie. Op basis van die aspecten en afhankelijk van de beslissing van het kernkabinet komende vrijdag, waarop ik dus niet kan vooruitlopen, zullen wij uiteraard ook gesprekken aanknopen met de Europese Commissie.
Het IEA stelt, ten zesde, voor om de windfall profits te gebruiken voor de kwetsbare elektriciteitsverbruikers. We hebben op die aanbeveling niet gewacht, want we hebben al heel wat beleid voor kwetsbare verbruikers, met name het sociaal tarief. Dat gezegd zijnde, ik heb in de commissie voor Energie al verschillende keren gezegd dat de CREG de windfall profits in België verder objectiveert en dat we parallel met het aankomend Europees initiatief ter zake nagaan wat we zelf kunnen doen.
Voor de voorgestelde maatregelen in de punten 7, 8 en 9 is niet de federale overheid, maar zijn de gewesten bevoegd.
Ten tiende raadt het IEA aan om de inspanningen om de flexibiliteitsbronnen van het elektriciteitssysteem te diversifiëren en koolstofarm te maken, te intensifiëren. Bijkomende flexibiliteit is uiteraard essentieel in de energietransitie. Wij hebben al belangrijke tools in handen om die flexibiliteit te stimuleren. Het CRM kan daar ook een tool voor zijn, aangezien dat zodanig ontworpen is dat vraagzijdebeheer en stockage alle kansen krijgen. De vorige veiling toont aan dat dat werkt en wij bekijken hoe wij dat nog meer kunnen stimuleren. Ik heb er vertrouwen in dat die evolutie in gang is gezet.
Ik ben terughoudender voor het advies van het IEA over de sturing van de prijzen. Dat is alleszins afhankelijk van de verdere uitrol van smart meters. Wij moeten dat grondig evalueren alvorens daarin mee te gaan, opdat dat niet zou leiden tot prijsverhogingen. De mensen en bedrijven hebben reeds genoeg afgezien.
Mijnheer Wollants, dan kom ik aan uw vragen over de kernuitstap. Voor u zegt dat ik daarop niet heb geantwoord, zal ik herhalen wat ik heb gezegd. Ik loop niet vooruit op de beslissing van komende vrijdag van de ministerraad en uiteraard zal ik elke beslissing van de regering in het Parlement komen toelichten.
De voorzitter: Wij zijn in blijde verwachting.
03.07 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, natuurlijk had ik niet verwacht dat u even de krijtlijnen uiteen zou zetten van wat er zal beslist worden en wat er op tafel ligt. Als de tafel nog niet helemaal vol ligt, zou ik u willen suggereren om uw eisenpakket nog wat aan te dikken en het bijvoorbeeld ook eens te hebben over de verhoogde investeringsaftrek voor milieu-investeringen. Vandaag geldt een aftrekmogelijkheid van 25 %. In Nederland is dat 45 % voor kleine ondernemingen. Daar zijn nog winsten te halen om een en ander te versnellen.
De Gewesten kunnen dat niet doen, maar u wel en hun op die manier bijstaan. Mevrouw Demir heeft intussen reeds gereageerd met een verhoging van 50 % van het steunbudget voor renovatie met het oog op betere isolatie en of gebruik van hernieuwbare energie. Andere regio's zouden hetzelfde kunnen doen. Als u alvast de Gewesten kunt helpen door bij uw collega de verhoogde investeringsaftrek – u bent daarvoor niet bevoegd – te bepleiten, kunnen wij misschien sneller vooruit.
De voorzitter: Mevrouw de minister, u zei dat een toenemend aanbod geen invloed heeft op de prijs. Dat verwart mij een beetje.
03.08 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik kijk uit naar de regeringsbeslissing in onderhavig moeilijke dossier. Het debat is bovendien vervuild met heel wat simplisme. De heer Ravyts verwees daarstraks bij de lage energieprijzen nog eens naar kernenergie, terwijl wij eigenlijk weten dat de impact wellicht gering zal zijn.
U hebt groot gelijk dat de obstakels niet weg zijn. Ik maak mij daarover ook zorgen. Wij zullen zien wat de uitkomst komende vrijdag is.
U hebt wel niet echt geantwoord op de vraag of de eventuele verlenging van de levensduur van de nucleaire centrales een impact heeft op het resultaat van de eerste veiling. De gascentrale in Vilvoorde komt er blijkbaar niet. Wij hebben echter voorzien dat wij verder kunnen gaan. Dat zal sowieso gebeuren, los van er vrijdag beslist wordt.
03.09 Minister Tinne Van der Straeten: De kernexploitant heeft steeds aangegeven dat nucleaire capaciteit onmogelijk is in 2025-2026. Dat wil zeggen dat er sowieso een winter is zonder nucleaire capaciteit.
L'incident est clos.
04 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stopzetting van Nord Stream 2 en het kredietrisico voor ENGIE" (55025794C)
04 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'arrêt de Nord Stream 2 et le risque de crédit pour ENGIE" (55025794C)
04.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de stopzetting van de procedure voor
de licentie van Nord Stream 2 zou volgens bepaalde bronnen een belangrijke
impact kunnen hebben op Engie. Zo is er sprake van een kredietrisico van 987
miljoen euro. Dit zou een impact kunnen hebben op 2 aspecten van uw beleid. Een
eerste is de terugbetaling van de Synatomleningen, een tweede is de mogelijke
bijkomende afroming van de nucleaire winsten in het kader van huidige
prijzencrisis.
Dit leidt tot volgende vragen:
Hoe evalueert u het risico dat dit
kredietrisico een impact zou kunnen hebben op de beide projecten?
Welke stappen wenst u te zetten om in
deze de belangen van de federale overheid en haar burgers te vrijwaren?
De voorzitter: Mijnheer Wollants, wat is die relatie tussen het kredietrisico van Engie en (…)
04.02 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, Engie is betrokken in Nord Stream 2 met een kredietrisico van 987 miljoen euro. Mijn vraag is of dit de situatie verandert en wat de impact is op de terugbetaling op de Synatomleningen.
Daarmee is het verwijzen naar mijn schriftelijke vraag geheel overbodig geworden, mijnheer de voorzitter. Ik kijk uit naar het antwoord van de minister.
04.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor deze vraag die mij toelaat om iets te vertellen over het nieuw regulerend kader voor de provisies.
De Engiegroep heeft de blootstelling aan het kredietrisico bekendgemaakt met betrekking tot Nord Stream 2. Dat project loopt het risico om geen exploitatievergunning te krijgen. Engie draagt sinds april 2017 bij aan de financiering van dit project, samen met vier andere Europese investeerders en is als kredietverstrekker blootgesteld aan een kredietrisico van maximaal 987 miljoen euro, dat kan optreden als de boeken zouden worden neergelegd. De ontwikkelingen in het Nord Stream 2-project zijn echter niet van die aard dat ze de kredietkwaliteit van de tegenpartijen van de nucleaire voorzieningen en het terugbetalingsplan van de leningen aan Synatom in het gedrang brengen.
Eind 2021 bedroegen de uitstaande leningen van Synatom aan Electrabel 8,337 miljard euro. Het ontwerp van wet met betrekking tot de nucleaire voorzieningen, dat vrijdag in tweede lezing aan de ministerraad wordt voorgelegd, voorziet erin dat deze leningen verder worden afgebouwd naar 1,820 miljard euro tegen eind 2025 en tegen eind 2030 volledig zullen zijn terugbetaald, zowel met betrekking tot de splijtstoffen als met betrekking tot de ontmanteling. Bovendien voorziet het wetsontwerp in voldoende zekerheden voor de nog uitstaande leningen. De commissie voor Nucleaire Voorzieningen krijgt eveneens sterk uitgebreide bevoegdheden en middelen om haar prudentieel toezicht uit te oefenen.
Heel de situatie met Nord Stream 2 is erg specifiek, maar er kunnen zich ook nog andere situaties voordoen die een impact kunnen hebben op de terugbetalingscapaciteit van Engie aan Electrabel en Synatom inzake de uitstaande leningen. Wij verminderen de risico's voor de Belgische samenleving door te zorgen voor een volledige terugbetaling in een terugbetalingschema en door een voldoende scherp prudentieel toezicht.
Wat de afroming van de nucleaire winsten betreft, heeft de CREG in dit stadium, na toepassing van de repartitiebijdrage, geen overwinsten op de Belgische nucleaire productie vastgesteld. Ik heb hun ook de bijkomende opdracht gegeven om de overwinsten van de nucleaire productie en het delen van de winsten met de Staat te evalueren. In ieder geval wordt het delen van de nucleaire winsten met de Staat op geen enkele wijze beïnvloed door de problemen in verband met Nord Stream 2 omdat de berekening ervan gebaseerd is op een wettelijk en conventioneel kader dat enkel gebaseerd is op het nucleaire park.
De voorzitter: Bedankt, we leren altijd bij. Misschien kunt u ons nog even aan de verdeling herinneren? Ik denk dat 50 % van Nord Stream in Russische handen is en 50 % bij Europese spelers zit.
04.04 Bert Wollants (N-VA): De exacte onderverdeling ken ik niet in detail, mijnheer de voorzitter.
Bedankt voor uw update, mevrouw de minister. Ik heb echter in een vorige vraag al eens aangehaald dat er misschien wel redenen zijn om, in het kader van de huidige marktsituatie, de data van 2030 nog wat te vervroegen. Ik denk dat daar misschien wel mogelijkheden zijn. Dat zal deel uitmaken van het volledige pakket. Ik kijk dan ook zeker uit naar de verdere afhandeling van het hele dossier.
L'incident est clos.
05 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toegang tot de groothandelsmarkten voor energieleveranciers" (55025889C)
05 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accès aux marchés de gros pour les fournisseurs d'énergie" (55025889C)
05.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, deze vraag gaat specifiek over het feit dat leveranciers of traders voldoende waarborgen moeten bieden om deel te kunnen nemen aan de groothandelsmarkten. In de praktijk zou dat betekenen dat zij per klant aan wie zij wensen te leveren een onderpand tot 1.000 euro ter beschikking moeten stellen. Ik hoor ook vanuit de markt meer en meer signalen dat dit voor sommige leveranciers, zelfs voor de grote, niet zo evident meer is. Zij zouden mogelijk in de problemen kunnen komen. Als de markt verder verschraalt, is dat geen goede zaak en er kan zelfs een domino-effect optreden.
Is die problematiek reëel volgens uw inschatting? Is die u bekend? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de eindgebruikers en voor de marktwerking zelf? Welke oplossingen zijn er mogelijk, uiteraard steeds binnen de federale bevoegdheden?
05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Onze regulator, de CREG, bevoegd voor het toezicht op de groothandelsmarkt, meldt mij zich bewust te zijn van de impact die de aan marktdeelnemers gevraagde waarborgen kunnen hebben. Marktbeheerders, dus EPEX SPOT of Nord Pool, regelen hun relaties met de marktdeelnemers via hun marktreglement. Daarin staan de toegangsbijdragen en verplichtingen voor de deelnemers en dus ook de waarborgen die ter beschikking dienen te worden gesteld. Die reglementen worden aan mij voorgelegd ter goedkeuring en ik krijg daar advies over van de CREG.
Het probleem van de sterk gestegen waarborgen, namelijk de zogenaamde collaterals of margin calls werd mij onlangs ook gemeld door een lid van de EFET. Dit is het gevolg van de hoge prijzen, zeker tegenover de meestal veel lagere prijzen waartegen in het verleden kon gehedged worden en de huidige ongeziene volatiliteit. De clearing houses zoals EPEX SPOT en Nord Pool, nemen op zich geen financiële risico's. Zij faciliteren enkel de handel, maar ook in de OTC-handel vragen partijen deze waarborgen aan elkaar.
De hoge financieringskosten, gelinkt aan de stijgende waarborgverplichtingen, hebben verscheidene negatieve effecten. Ze vreten aan de liquiditeit van de marktspelers zelf, want het is geblokkeerd geld. Daardoor vreet dit aan de liquiditeit in de groothandelsmarkt, want de marktspelers zullen de aangeboden volumes moeten beperken in functie van de waarborgen die ze kunnen aanhouden. Uiteindelijk leidt dit inderdaad tot hoge financieringskosten.
Als dit lang aanhoudt, riskeert het niet goed te zijn voor de eindgebruikers. Ofwel worden die hogere financieringskosten rechtstreeks doorgerekend, ofwel zal een aantal traders en leveranciers de handdoek in de ring gooien en komt er een consolidering, zowel in de groothandelsmarkt als in de kleinhandelsmarkt.
Dit probleem rijst op Europees niveau, maar dat wil niet zeggen dat ik het niet zal aanpakken, integendeel. De grondoorzaken van het probleem zijn de hoge gasprijs en de volatiliteit van de prijs, wat zich ook vertaalt in de elektriciteitsprijs. We hebben het er daarnet over gehad, er zijn de afgelopen weken voorstellen doorgestuurd om in te grijpen in de groothandelsmarkt en die te kalmeren. Dit idee werd opgepikt door de Commissie en haar voorzitter, Ursula von der Leyen. Ik kan bevestigen wat ik daarnet al zei, dat de gesprekken over oplossingspistes druk zullen zijn op Europees niveau.
Daarnaast zal ik de CREG ook vragen of een voorstel van de EFET met noodfondsen voor liquiditeit bij de Europese Centrale Bank of de Europese Investeringsbank zou kunnen helpen en of het nodig is om de Belgische marktbeheerders EPEX SPOT en Nord Pool te verplichten om hun marktreglementen aan te passen. Die vraag vertrekt eerstdaags.
05.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Het was louter mijn bedoeling er zeker van te zijn dat het op de radar was. Ik ben blij dat er nu actie wordt ondernomen. Voldoende aanbod op de markt, met leveranciers die hun klanten een scherp aanbod doen, is nog altijd één van de beste manieren om er op langere termijn voor te zorgen dat we niet te veel betalen voor stroom en gas. Ik kijk uit naar de verdere evolutie op dat vlak.
L'incident est clos.
06 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overslag door Yamal LNG in Zeebrugge" (55025890C)
06 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le transbordement de Yamal LNG à Zeebrugge" (55025890C)
06.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, enkele jaren geleden werd de haven van Zeebrugge uitgekozen voor de overslag van Russisch gas uit Siberië. De bedoeling hiervan is om het mogelijk te maken dat gas in Zeebrugge kan worden overgeslagen naar reguliere lng-schepen. In de zomer is de noordelijke route vrij en kan men op een andere manier naar Azië varen.
Mijn vraag is of de oorlog in Oekraïne en de sancties die werden opgelegd aan Rusland invloed hebben op de overslag in Zeebrugge. Indien het effectief zo blijkt dat de toevoer via pijpleidingen naar Europa lager is – dat werd tot op heden altijd aangegeven – is natuurlijk de vraag of dat ook geldt voor de overslag via Zeebrugge. Zeker als Europa niet de bestemming van dat gas is, zou dat ook tegen het licht kunnen worden gehouden.
Kunt u een stand van zaken geven wat betreft het gebruik van Zeebrugge als overslaglocatie voor het Russisch gas? Zijn de volumes ook hier lager, net zoals wij zien op het vlak van de pijpleidingen?
Wordt de overslag ook bekeken in het kader van de sancties tegen Rusland, zeker als Zeebrugge wordt gebruikt als een commercieel punt om net andere regio's te bevoorraden?
Is het denkbaar dat de bijkomende opslagtank in Zeebrugge – ik denk dat het de vijfde is – wordt gebruikt voor de opslag van lng om een grotere weerbaarheid op het vlak van onze gasvoorraden te realiseren?
06.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, ik wil er eerst de aandacht op vestigen dat de toevoer via pijpleidingen van Rusland naar Europa tot op heden overeenkomt met de door de shippers genomineerde capaciteit die overeenstemt met de achterliggende langetermijncontracten met de Europese afnemers. Dat geldt evengoed voor het twintigjarige contract met Yamal Trade, waarbij jaarlijks tot 8 miljoen ton lng kan worden overgeslagen op de terminal in Zeebrugge. Dat komt overeen met een potentieel van 214 lng-tankers per jaar. Zolang er geen specifieke sancties zijn die dat contract opschorten of annuleren, moet het door alle betrokken partijen worden nageleefd.
Het is belangrijk voor ogen te houden dat het Belgische gasnet gebruikt wordt als een knooppunt en een draaischijf van het West-Europese gasnet. Het net is namelijk optimaal verbonden met alle bronnen in de wereld. Daar is de terminal in Zeebrugge historisch volledig voor ontwikkeld en uitgebouwd. Zeebrugge heeft dus baat gehad bij de uitbouw van de lng-overslag voor het langetermijncontract met Yamal Trading.
In Zeebrugge is er niet alleen de lng-terminal, maar ook de pijpleiding vanuit de Noorse velden, en de pijpleiding vanuit het Verenigd Koninkrijk, dat diverse lng-terminals heeft en ook verbonden is met de velden in de Noordzee. Ook is er een leiding vanuit Frankrijk die gas kan aanvoeren vanuit de lng-terminal in Duinkerke. Zeebrugge verzet gemakkelijk meer dan de gemiddelde Belgische dagelijkse afname. Op de lng-terminal in Zeebrugge wordt alles in het werk gesteld voor een zo groot mogelijke weerbaarheid met het oog op de gasvoorziening. De terminal is volledig volgeboekt door klanten die langetermijncontracten hebben afgesloten.
Met de klanten van de terminal die lng aanvoeren, wordt continu de losplanning opgevolgd van de schepen die zij zullen doen aanmeren. Op basis daarvan wordt bekeken waar er ruimte is om in bijkomende losvensters te voorzien om extra schepen te ontvangen. Als klanten een bestaand losvenster niet gebruiken, wordt het opnieuw ter beschikking gesteld van de markt. Of er dan ook daadwerkelijk schepen komen, hangt af van de lng-markt zelf, die een wereldmarkt is.
De exploitatie van de faciliteiten in Zeebrugge gebeurt volledig in overeenstemming met de sanctiemaatregelen die Europees zijn uitgevaardigd, en elke ontwikkeling wordt nauw gevolgd om bijkomende maatregelen snel te kunnen uitvoeren. Vandaag zijn er Europees geen sanctiemaatregelen van kracht voor ladingen van Russische schepen. De overslag van schip tot schip van Russisch gas op de lng-terminal in Zeebrugge blijft dus gevat in het langetermijncontract dat daartoe is afgesloten.
Voor alle duidelijkheid, Fluxys werkt als beheerder van de installaties, en dit volgens het model van de volledige ontvlechting. Het bedrijf is op geen enkele manier betrokken bij de productie of de handel van gas. Het zijn de klanten van Fluxys die op ieder moment eigenaar zijn van het gas. Het hoeft dus helemaal geen Russisch lng te zijn dat over- en opgeslagen wordt in Zeebrugge. Zeebrugge is daardoor een zeer belangrijke troef in onze weerbaarheid en die van West-Europa.
Mijnheer de voorzitter, een oud-Europees commissaris, voorzitter en minister van uw partij liet in de krant het volgende optekenen: dat is dan ten minste één ding dat wij goed gedaan hebben in het verleden.
06.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is duidelijk dat u nog wat zaken van de lever moesten. Maar, laten wij eerlijk zijn, het was wel de moeite de rol van Zeebrugge even aan te halen en te bekijken hoe Zeebrugge zich verhoudt tot de wereldmarkt. In de toekomst zou Zeebrugge, afhankelijk van wat er nog gebeurt, nog een belangrijkere rol kunnen spelen. Wij weten wel dat binnenkort de zomer aanbreekt en dat de situatie voor Yamal dan sowieso anders wordt. Ik dank u in ieder geval voor het duiden van de zaak.
Ik wil u er wel op wijzen dat de langetermijncontracten inderdaad worden nageleefd, maar dat wij de totale volumes wel hebben zien afnemen omdat er volgens mij wel een reductie van de kortetermijncontracten heeft plaatsgevonden. Er zijn geen contracten verbroken, als dat was waarop u wilde duiden.
L'incident est clos.
07 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken met betrekking tot de heraanduiding van het directiecomité van de CREG" (55025897C)
07 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le point sur la nouvelle désignation du comité de direction de la CREG" (55025897C)
07.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, in onze vorige vragensessie hebt u de hulp ingeroepen van het Parlement om SELOR zover te krijgen dat het de procedure opstart voor de herbenoeming van het directiecomité van de CREG.
Ik had de indruk dat daar veel draagvlak voor was binnen deze commissie. Mijn vraag is of er voor u ondertussen genoeg vooruitgang is geboekt om hiermee verder te gaan, of wenst u nog aanvullende actie van het Parlement?
07.02 Minister Tinne Van der Straeten: U weet, mijnheer Wollants, dat ik vorige keer gezegd heb dat ik net als u wil dat de vacatures bekendgemaakt worden. Ik heb toen ook, voor zover dat nodig was, aan de voorzitter bevestigd hoe belangrijk dit voor mij is. Ik val in herhaling als ik zeg dat het directiecomité van de CREG in elk geval beschikt over de volheid van bevoegdheden. Dat neemt niet weg dat wij werken aan het bekendmaken van de vacatures.
Ik heb inderdaad vorige keer op de rol van het Parlement gehint. Ik weet uiteraard niet of er enig initiatief is genomen. Van mijn kant is er de afgelopen weken meermaals overleg geweest met SELOR. De functiebeschrijvingen worden op dit moment vertaald. Ik hoop samen met u dat SELOR dus snel kan overgaan tot publicatie van de vacatures.
Er is dus beweging in het dossier. Wij blijven het nauw opvolgen.
07.03 Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister.
Ik weet natuurlijk niet, mijnheer de voorzitter, of er vanuit onze commissie een signaal is vertrokken, maar als het noodzakelijk is dat signaal te herhalen, kan dat inderdaad.
De voorzitter: Wij hebben er vertrouwen in dat minister De Sutter de nodige aanmaningen doet om het bij SELOR vooruit te doen gaan.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het studiewerk en de kostenraming van het energie-eiland" (55025898C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken m.b.t. de bijkomende interconnecties" (55025901C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Ventilusproject" (55025926C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het streven naar energieonafhankelijkheid" (55026018C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Ventilus en Boucle du Hainaut" (55026125C)
- Nathalie Gilson aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het energie-eiland en het advies van de CREG van 26 november 2021" (55026128C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les études relatives à l'île énergétique et l'estimation du coût y afférent" (55025898C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le point sur les interconnexions supplémentaires" (55025901C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le projet Ventilus" (55025926C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le désir d'indépendance énergétique" (55026018C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Ventilus et la Boucle du Hainaut" (55026125C)
- Nathalie Gilson à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’îlot énergétique et l’avis de la CREG du 26 novembre 2021" (55026128C)
08.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb een aantal vragen over verschillende thema's. Ik zal beginnen met mijn vraag over het energie-eiland. We weten dat er in het verleden werd gesproken over een subsidie van 100 miljoen euro. De inschatting van de kostprijs van het energie-eiland lijkt nu hoger te zijn. Ik heb me laten vertellen dat het gaat om 2 à 2,5 miljard euro en dat die investering een stijging van de tarieven van Elia zal veroorzaken. Tegelijkertijd zijn er bronnen die zeggen dat dit de efficiëntste oplossing is. Ik zie echter in het rapport van de CREG dat er een aantal vraagtekens bij wordt geplaatst. In dat rapport verklaart de CREG trouwens over onvoldoende informatie te beschikken om over alle elementen te kunnen oordelen, maar dat is een andere discussie.
Klopt het dat de grootteorde van de kostprijs van het energie-eiland 2 à 2,5 miljard is en dat dit zal worden verrekend via de tarieven van Elia? Zal de energienorm daarbij spelen? Zijn er intussen aanvullende kwantificeringen voor de CREG om te onderzoeken of een gerichter advies in dat kader mogelijk is? Zijn er ook aanvullende risico's die op de energieconsumenten worden verhaald en worden die vermeden?
Op het vlak van interconnectie is het een beetje hetzelfde verhaal. In deze commissie is er al zeer veel gesproken over de Deense kabel, intussen Triton gedoopt. Er is ook sprake van een bijkomende verbinding met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Hoe verhouden die verschillende dossiers zich ten opzichte van elkaar? Die moeten immers enigszins tegenover elkaar worden afgewogen, zeker wat betreft de volgorde en de manier van financieren. Zijn dat kabels die rechtstreeks via de veiling van de capaciteit kunnen worden gefinancierd of is het de bedoeling om daar toch nog een deel van aan te rekenen in de tarieven van Elia? Kan u een stand van zaken voor die projecten geven, met een inschatting van de meerwaarde, de investeringskost en de eventuele druk op de tarieven?
Mijn laatste vraag gaat over Ventilus. In de pers circuleert intussen een voorstel om de projecten voor hernieuwbare energie op de Noordzee te versnellen. Kunnen die veel versneld worden, gelet op de realisatie van Ventilus en Boucle du Hainaut? Bestaan daar mogelijkheden? De timing was op zich al redelijk strak en er zijn ook problemen met het draagvlak. Wat is de stand van zaken van die twee projecten? Is een versnelling daarvan realistisch en mogelijk? Welke stappen wenst u specifiek in dat kader te nemen?
08.02 Kurt Ravyts (VB): Mijn vraag beperkt zich tot het Ventilusproject, meer bepaald de actieradius van de ENOVER-werkgroep gewestoverschrijdende projecten. U hebt samen met uw partij de laatste dagen een snellere omslag naar hernieuwbare energie benadrukt. Er is echter nog altijd een feitelijke blokkering van het Ventilusproject, dat onontbeerlijk is voor de aansluiting van de door deze regering geplande invulling van de Prinses Elisabethzone. U wenst volgens de pers zelfs nog een derde zone.
Voor het tracé is nog steeds geen GRUP goedgekeurd. De grote discussie blijft de definitieve technologiekeuze. Volgens de netbeheerders zou het alleen ondergronds kunnen, maar een langere tijd vergen. Er wordt ook afgestapt van het principe van de stroomzekerheid en er wordt een hogere prijs voorgesteld. Wanneer die drie negatieve aspecten zouden worden geassumeerd, kan het tracé volgens Elia ondergronds.
Is er dan ook een impact op de transmissienettarieven mogelijk? De investeringskosten van Elia zitten immers ook in die nettarieven.
Mevrouw Demir heeft op 8 maart op een vraag van een Vlaamse collega van mij geantwoord dat het rapport van de intendant die de Vlaamse regering heeft aangesteld klaar is, maar dat de werkgroep gewestoverschrijdende projecten binnen ENOVER sinds 9 december 2021 niet meer is bijeengekomen. Kunt u dat bevestigen?
Kunt u bevestigen dat er geen vooruitgang meer is geboekt in het overleg over het tracé met de vergunningsmatig bevoegde Vlaamse overheid? In hoeverre heeft de aanhoudende blokkering van het project een invloed op het tijdpad voor het operationeel worden van de offshore ontwikkelingen in de Prinses Elisabethzone? We hebben immers al verschillende jaartallen gehoord, namelijk 2026, 2027 en soms 2029.
08.03 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, door het conflict op het Europese continent wil iedereen streven naar energieonafhankelijkheid. Het was beter geweest als men voordien wat vooruitziender was geweest. Een ongeziene versnelling betekent dat alle taboes even aan de kant moeten worden geschoven. Er zijn vandaag al plannen, maar als we massaal moeten investeren in wind en zon, moeten we misschien zelfs verder durven denken dan de huidige plannen.
Wat ziet u daar nog mogelijk? Zijn er nog extra mogelijkheden, naast diegene die we al hebben? Hoe kijkt u aan tegen het feit dat het tempo in de Gewesten vandaag veel te laag ligt?
Misschien is de situatie dermate precair dat we deze zaken in één hand moeten brengen, omdat het streven naar energieonafhankelijkheid gewoon te belangrijk is. Een Vlaams minister blaast warm en koud over het Ventilusproject, terwijl dit strategisch gezien gewoon ontzettend belangrijk is voor België. Wat is uw mening hierover?
De voorzitter: Mevrouw de minister, de weg naar hernieuwbare energie is essentieel. Hoe kunnen we vermijden dat we de klassieke fout maken van het overschatten van de snelheid van uitvoering en het onderschatten van de kosten?
Is het misschien niet zinvol om ook na deze commissievergadering op een zeer eenvoudige en grafische manier voor te stellen hoe het met het budgetbeheer en de tijdlijn voor deze kritische projecten gaat, om realistisch te kunnen inschatten wanneer we van al die hernieuwbare energie gebruik kunnen maken?
U wilt hier sterker op inzetten en een aantal zaken versnellen, maar het is de zwakste schakel of de schakel die als laatste in uitvoering gaat die effectief zal bepalen wanneer wij van die hernieuwbare energie gebruik zullen kunnen maken.
Ten tweede hebben we hier in de commissie een pleidooi gehouden voor een betere samenwerking tussen Elia en de CREG. Het is misschien aangewezen om in een volgende discussie te bekijken hoe u de rol van deze organisaties bepaalt en wat het toezicht is van de CREG in zulke zaken, waarin Elia niet alleen een verstrekker van studies is, maar ook van infrastructuur en een operationele verantwoordelijkheid heeft. Werkt men soms gewoon met cost-plus pricing?
08.04 Minister Tinne Van der Straeten: Het tweede aspect van uw vraag komt aan bod in de antwoorden op de vragen van de collega's over de tariefstructuur. De bevoegdheden en de rol van eenieder zijn voldoende duidelijk.
Ten tweede hebt u het over het overschatten van de uitvoering en het onderschatten van de kosten. Dat verbaast me eerlijk gezegd. Het overschatten van de uitvoering ligt namelijk niet bij degene die uiteindelijk de installatie bouwt. Dat gaat namelijk altijd heel snel, zelfs ten tijde van de covidcrisis, toen de laatste windmolenparken op zee afgewerkt moesten worden op momenten waarop niet duidelijk was of dat wel kon gebeuren en of er mensen beschikbaar waren. We kunnen ook het voorbeeld van de interconnectie gebruiken, maar dan gaat het over het vergunningentraject.
Het onderschatten van de kosten heeft vooral te maken met de rol van de CREG. Als er één element is waarmee iedereen geconfronteerd wordt als het gaat over hernieuwbare energie, is dat het onderschatten van de technologische vooruitgang. Hier gaat het specifiek over interconnectie, maar kijk bijvoorbeeld maar naar de jack-up vessels die door de baggerbedrijven gemaakt worden. Ze kunnen hun schepen niet meer afschrijven omdat de technologie zo snel evolueert. De technologie wordt namelijk groter, veel groter dan verwacht en de schepen zijn daar niet voor gebouwd. Ze kunnen dus zelfs niet meer afgeschreven worden. Men onderschat dus niet per se de kosten, maar wel de technologische vooruitgang.
Laten we beginnen met de vraag van de heer Wollants over het energie-eiland. Voor uw vragen over de kosten van de netwerkinfrastructuur voor het transport van de energie die wordt geproduceerd door de windmolenparken die in de Prinses Elisabethzone zullen worden ontwikkeld, kan ik bevestigen dat de door de netbeheerder opgestelde raming binnen de door u aangegeven grootteorde ligt, namelijk 2 à 2,5 miljard euro voor het kunstmatig eiland, de transformatie-installaties en de kabels tussen dat eiland en het onshore netwerk.
Dit concept van een hybride eiland, samen met de verhoging van de capaciteit, zorgt dus voor meer hernieuwbare elektriciteit en minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De risico's in verband met de verwezenlijking van dit ambitieuze project zijn in kaart gebracht, evenals de maatregelen ter beperking ervan. Dat is ook een professionele manier van werken bij grote investeringsprojecten. Deze risico's zijn van dezelfde grootteorde voor de optie energie-eiland als voor de optie platformen. Uiteraard zijn er echter in beide scenario's risico's aanwezig.
Wat de kostendekking betreft, is het juist te stellen dat de investeringskosten in het transmissienetwerk worden gedekt door de transmissietarieven. Dat is zo in alle scenario's en wordt ook met de CREG besproken in een apart traject rond de tarificatie. Voor het energie-eiland is er ook 100 miljoen euro uitgetrokken in het relanceplan om een positief effect te hebben in vergelijking met het scenario platformen.
Om de impact van de verschillende kostencomponenten op de energiefactuur te monitoren is er ook de energienorm. Jaarlijks wordt uiterlijk op 15 mei de studie gepubliceerd over de energiefacturen van zowel gezinnen als bedrijven. De energienorm is er ter bescherming van de competitiviteit en de koopkracht van Belgische bedrijven en gezinnen.
Nu zal ik antwoorden op de vragen van de heer Verduyckt. In het regeerakkoord staat dat we onderzoeken of er nog bijkomende capaciteit van wind op zee kan worden gerealiseerd in de Belgische Noordzee evenals buiten de territoriale wateren, in samenwerking met andere aan de Noordzee gelegen landen. In deze context heeft de federale regering de capaciteit van de Prinses Elisabethzone verhoogd naar 3,15 tot 3,5 gigawatt. Het huidige marien ruimtelijk plan loopt tot 2026 en valt onder de verantwoordelijkheid van mijn collega Van Quickenborne, minister van Noordzee. In het kader van de herziening zou inderdaad overwogen kunnen worden om naar bijkomende capaciteit te kijken.
Hogere ambities voor wind op zee in het licht van de oorlog in Oekraïne en de roep om meer energieonafhankelijkheid zijn momenteel het voorwerp van discussie binnen de regeringen.
Nu kom ik tot de vragen over de interconnectie. Er is nog geen concreet interconnectieproject met Noorwegen. Daarvoor zullen de gesprekken in de komende weken worden opgestart, in navolging van het MOU ondertekend door de eerste minister van België en zijn Noorse ambtsgenoot.
De andere twee interconnecties zijn de Triton Link met Denemarken en Nautilus met het Verenigd Koninkrijk. Beide interconnectoren zitten in de studie- en uitvoeringsfase, waarbij ook gekeken wordt naar de financiering en de vergunningen. Voor beide projecten wordt een finale investeringsbeslissing verwacht tegen 2025, waarna de projecten uitgevoerd kunnen worden. De ingebruikname van beide projecten is gepland tegen 2030. Beide projecten zullen worden meegenomen in het federaal ontwikkelingsplan, dat uiterlijk eind mei 2023 ter goedkeuring wordt voorgelegd.
De projecten bieden een meerwaarde voor de versterking van de bevoorradingszekerheid van ons land en een CO2-besparing door het aan land brengen van meer windenergie uit de Noordzee. Een eerste analyse van die projecten is gebeurd, maar die businessplannen worden nu verder in detail uitgewerkt door Elia, samen met hun evenknie voor beide projecten. Bij beide projecten is de CREG betrokken bij de administratieve en technische werkgroepen om de impact op de tarieven mee onder de loep te nemen. Het is inderdaad de bedoeling dat beide projecten worden gerealiseerd met een minimale impact op de tarieven en de begroting.
Nu kom ik tot de vragen over Ventilus. De werkgroep grensoverschrijdende projecten (GOP) is opgericht in het kader van ENOVER, waarbij de federale overheid die energiedossiers bespreekt met de gewestelijke overheden en de betreffende administraties die betrekking hebben op projecten die door meerdere regio's lopen, dus op dit moment Ventilus en Boucle du Hainaut. De Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening besliste om het proces tot goedkeuring van het GRUP voor Ventilus on hold te zetten en een intendant aan te stellen met als opdracht om een draagvlak voor dat project te creëren. Ondertussen begrijp ik dat de intendant het eindrapport heeft opgeleverd. Conform de afspraken gemaakt op de GOP van december 2021 zal er nu een nieuw overleg ingepland worden.
Als federaal minister bevoegd voor Energie ben ik uiteraard vragende partij om het Ventilusproject zo snel mogelijk te realiseren, maar wel met het volle respect voor de autonomie en de bevoegdheden van het Vlaams Gewest. Alle formele stappen in het kader van het GRUP worden door het Vlaams niveau gezet. Indien het formeel proces voor het GRUP in Vlaanderen en het Plan du territoire in Wallonië eerstdaags wordt opgestart, is er geen bijkomende vertraging voor de aantakking van de nieuwe energieprojecten op zee. Als de timing van die projecten op zee versneld kan worden, is er wel een timingprobleem.
Beide Gewesten zijn bezig met wat zij moeten doen op hun beleidsniveau om die projecten vergund te krijgen. Ik heb gevraagd om daarover via de GOP een beter en meer structureel overleg te kunnen hebben, want uiteindelijk moeten wij daarover met elkaar praten. Die projecten zitten in het federaal ontwikkelingsplan. Misschien ging men er al te gemakkelijk vanuit dat die projecten, omdat ze in dat plan staan en geconsulteerd worden, ook aanvaard zijn, maar natuurlijk moeten die projecten nadien uitgevoerd worden, ook met de eigen consultaties. Het is absoluut mijn wens en wij denken erover na om dat op een betere manier aan te pakken, zodat het van bij het begin meer bij mekaar komt. Wij willen daartoe de bevoegde werkgroepen gebruiken. Daarom heb ik aan mijn collega's gevraagd om medewerkers van hun kabinetten naar die werkgroepen af te vaardigen, zodat er meer politieke leverage is en er niet louter op het niveau van de administraties wordt gewerkt. Dat is zo ook opgevolgd door de gewestelijke collega's.
De timing in de Gewesten heeft een directe impact op de timing voor Ventilus. Wij zoeken naar een methode om dat vlot te laten verlopen. De oorlog in Oekraïne bewijst het belang en de wenselijkheid ervan. Volgens de huidige timing komen we uit in 2028. Elk jaar dat wij kunnen winnen, geen verdere vertraging maar een eventuele versnelling, is uiteraard meegenomen. Maar nogmaals, het gaat om complexe dossiers aan beide kanten, zowel in Wallonië als in Vlaanderen. Het is dus nodig dat elk van de Gewesten de ruimte heeft om de eigen bevoegdheden op een goede manier te kunnen uitoefenen. Daarin mogen we niet met getrokken messen tegenover elkaar staan.
De voorzitter: Mevrouw de minister, dat laatste kan ik alleen beamen. Sta me toe te verduidelijken dat ik met mijn vraag niet beoog te vernemen wie wat verkeerd doet. Wel wens ik een goed zicht te krijgen op eventuele bottlenecks en hurdles en wat die betekenen voor de timing.
Mevrouw Gilson is daarnet als laatste binnengekomen. Als gentleman wil ik haar de gelegenheid bieden om als eerste te repliceren, eventueel met een bijvraag ter verduidelijking.
08.05 Nathalie Gilson (MR): Madame la ministre, je suis arrivée quand vous commenciez à prendre la parole et j'ai donc bien écouté vos réponses. Je vous en remercie. Je reste malgré tout inquiète par rapport à la mise en doute, à travers l'avis de la CREG, du scénario de l'île énergétique comme étant la plus rentable. On sait que c'est un projet que nous avons soutenu dans le cadre de l'accord de gouvernement et même auparavant. Afin d'échapper à toute critique et de s'assurer que nous faisons le bon choix, il convient, je crois, que nous disposions de données quantitatives par rapport à cette voie de l'île énergétique en comparaison aux plateformes. Cela nous permettrait d'examiner ses avantages supplémentaires et de voir s'il faut, éventuellement, au vu des circonstances, rectifier le tir, s'orienter vers d'autres pistes, comme celle que j'ai entendue de certains experts d'éoliennes flottantes.
Je n'ai pas entendu dans votre réponse plus de détails par rapport à la structure financière et juridique que prendrait tout le mécanisme, d'une part de construction de l'île énergétique et ensuite d'exploitation de celle-ci. Réfléchit-on par exemple à utiliser le mécanisme des sociétés immobilières réglementées dont un volet touche les travaux d'infrastructure et qui pourrait, à mon avis, être utilement mis à profit pour ce type d'investissement. Il s'agit d'un dossier que nous continuerons à suivre avec attention.
08.06 Tinne Van der Straeten, ministre: Madame la députée, dans l'analyse de la conception du réseau la plus appropriée, Elia a comparé différentes variantes sous différents angles: technique, environnemental, du permis mais aussi des coûts. Bien que les différences ne soient pas très importantes, dans ce cas la variante où les moyens de transformation sont concentrés sur une île artificielle et où l'énergie produite par les parcs est transportée vers le continent s'est avérée la plus efficace tant d'un point de vue économique que d'un point de vue technique.
La variante île artificielle offre également deux avantages par rapport aux autres options envisagées, dont celle des plateformes. C'est d'une part la seule option qui ouvre la voie à une subvention européenne de cent millions d'euros, ce qui la rend plus intéressante que les autres options. D'autres part, elle ouvre la possibilité de développer une interconnexion hybride vers un autre pays, ce qui offre des synergies intéressantes en matière de câbles et de transformations. Ce dernier avantage est également un élément crucial dans la décision d'augmenter la capacité de la zone Princesse Elisabeth sans modifier les projets de renforcement des réseaux sur terre, ce qui est important au vu de la séance de discussion et de questions et réponses que nous avons eue concernant Ventilus et la Boucle du Hainaut.
Concernant la structure juridique, Elia est responsable pour la construction et l'exploitation et a prévu une structure juridique conforme au cadre régulatoire en tant que GRT belge et comme prévu dans la loi. Ici Elia agit dans son rôle de GRT belge. Tout est donc réglé par la loi électricité.
En ce qui concerne l'éolien flottant, la mer du Nord devant la côte belge n'est pas assez profonde. Celui-ci n'est donc pas une option en mer du Nord belge.
08.07 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, we zijn bezorgd over die kosten en over het eventueel verder oplopen ervan. We moeten daar goed over waken. Ik vond dat het advies van de CREG een aantal vragen bevatte die verdere opvolging verdienen, om ervoor te zorgen dat dit niet terechtkomt bij de eindklant. Aan de andere kant, als het daar niet terechtkomt, komt het potentieel richting de begroting via de energienorm. Ook daarvoor wil ik de nodige waakzaamheid vragen.
Ik noteer dat we mogen verwachten dat de geplande interconnecties ten vroegste in 2030 kunnen worden gebruikt. Dat zal ons dus op korte termijn niet vooruithelpen, maar als we nooit starten, zullen we het ook nooit finaliseren.
Ten slotte, in verband met Ventilus heb ik begrepen dat het niet zeker is of het versnellen van de uitbouw van de offshorecapaciteit op de Noordzee nog zal kunnen. Ik heb daar nog een aantal vragen bij, gelet op de vele voorstudies die nog moeten worden uitgevoerd om dat te doen, maar nog meer over de projecten die het mogelijk moeten maken dat de stroom aan land komt. Ik denk dat we daarop in een volgende vergadering moeten terugkomen.
Gelet op vrijdag is het misschien niet wenselijk om dat in het lijstje te hebben. De vraag is of Ventilus moet worden opgevoerd naar aanleiding van uw ambitie, althans volgens de kranten, om richting 8 gigawatt te gaan. Dat kan ook wel een element zijn.
08.08 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, de laatste zinnen van collega Wollants kunnen ook wel tellen. Hij geeft daarmee een schot voor de boeg. Hij is blijkbaar de spreekbuis van mevrouw Demir en zegt dat we ons niet zullen laten chanteren. Dat is wat we tussen de lijnen door kunnen lezen in een soort tapijtenmarkt – nu ben ik even heel stout – rond kernenergie, waarbij bepaalde partijen heel wat vragen op tafel leggen, waaronder het versnellen van bepaalde processen. Ik hoop dat het toch enigszins hartelijk blijft aan de onderhandelingstafel.
Wat ik u nog wilde horen bevestigen, is dat het energie-eiland, met operationaliteit in 2030, en de interconnectie Nautilus, waarover ik straks nog een vraag heb, op zich dus niets te maken hebben met de aantakking van de Prinses Elisabethzone aan land, dus met het eigenlijke Ventilusproject.
08.09 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, wat betreft het offshoreverhaal en het streven naar energieonafhankelijkheid hoor ik ook heel wat bezwaren, terwijl heel wat partijgenoten van onder andere collega Wollants in andere commissies wel roepen dat energieonafhankelijkheid bijzonder belangrijk is. Het is het ene of het andere.
Mevrouw de minister ik heb u geen uitspraken kunnen ontlokken over hoe we het onshoreverhaal kunnen versnellen. Ik maak me daar zorgen over, want ik zie een minister die in beroep gaat tegen de deelregeringen op het vlak van windmolens en ik zie een Vlaams minister die vandaag heel veel toetert en twittert over het feit dat er heel veel windturbines bijkomen, maar als men dat in absolute cijfers bekijkt, is dat toch vrij beperkt. We zullen dus moeten zien hoe dat verder gaat, maar energieonafhankelijkheid kan men niet alleen met woorden belijden, er moeten ook daden komen.
08.10 Nathalie Gilson (MR): Madame la ministre, j'ai obtenu mes réponses, je vous en remercie. Nous espérons que ce dossier pourra se poursuivre favorablement.
L'incident est clos.
09 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De methaanemissies in België" (55025935C)
09 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les émissions de méthane en Belgique" (55025935C)
09.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, vorige week berichtten de media dat volgens een nieuw VN-rapport gasgestookte elektriciteitscentrales wereldwijd zelfs schadelijker kunnen zijn dan steenkoolcentrales wegens de methaanlekken. Rusland blijkt een notoire hotspot van aardgaslekken te zijn.
De actiegroep Clean Air Task Force filmde in 2021 vijf grote Fluxysinstallaties waarbij behalve bij de Zeebrugse lng-terminal overal lekken werden vastgesteld.
Ik heb hierover twee maanden ook een schriftelijke vraag ingediend, maar ik kreeg daarop nog geen antwoord.
Hoe groot is het lekverlies op ons gasleverend en gasverdelend systeem in zijn totaliteit in België in 2020 en 2021? Kan dat per infrastructuurvorm worden uitgesplitst?
Welke initiatieven heeft de gasnetbeheerder in 2021 genomen met betrekking tot de gasdetectie in de buurt van hogedrukleidingen en andere infrastructuur?
Wat is de stand van zaken in de implementatie van het reductieprogramma rond methaanverliezen? Welke initiatieven zijn er nog genomen?
Is de studie rond de tweede installatie op de lng-terminal reeds opgeleverd? Zo ja, wat zijn de resultaten van de studie? Welk gevolg wordt hieraan gegeven?
In welke zin controleert de CREG sinds 2019 scherper op aardgaslekken bij Fluxys? Fluxys moet in de periode 2020-2023 jaarlijks 10 % van zijn methaanuitstoot terugdringen tegenover het referentiejaar 2017. Acht de CREG Fluxys in staat dat doel te halen?
09.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, ik heb op 7 december geantwoord op een bijna identieke vraag van de heer Wollants. Ik herhaal kort de grote lijnen daarvan.
Fluxys engageert zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen waaronder methaan te verminderen. Dat maakt deel uit van het project Go Net Zero dat tot doel heeft zijn uitstoot van broeikasgassen tegen 2025 ten opzichte van 2017 te halveren.
Tussen 2017 en 2020 werden de methaanemissies teruggebracht tot 142 en 103 kiloton CO2-equivalent. Dat is een vermindering met 27 %. Dat werd voornamelijk mogelijk gemaakt door de drie maatregelen die genoemd zijn: werken aan pneumatische emissies, leak detection and repair en het verminderen van uitstoot bij interventies. Ook andere oplossingen worden bestudeerd en zullen worden toegepast, indien de analyse positief uitvalt.
Fluxys neemt deel aan de European Gas Research Group, via de sectorfederatie Synergrid. De groep is actief op het gebied van onderzoek en de verbetering van de aardgasvoorzieningsketen en is derhalve ook geïnteresseerd in oplossingen om de methaanuitstoot te verminderen.
U had ook vragen over de tweede installatie op de lng-terminal. In 2020 bestudeerde Fluxys Belgium de bouw van drie bijkomende hervergassers met zeewater op de lng-terminal in Zeebrugge. Begin 2021 werd de investeringsbeslissing genomen. Volgens de huidige planning gaan de installaties in gebruik in 2024 en 2026. Op basis van het verwachte gebruik van de terminal zullen de bijkomende installaties het energieverbruik significant doen dalen en daarmee ook de CO2-emissies substantieel verminderen.
Dan kom ik aan de rol van de CREG. In het kader van de vaststelling van de tariefmethodologie heeft de CREG in haar ontwerpbesluit in een stimulans voorzien om de netbeheerder aan te sporen de methaanuitstoot van zijn operaties in vergelijking met referentiejaar 2017 tijdens de periode 2020-2023 te verminderen met 10 % per jaar. Alvorens het ontwerpbesluit vast te stellen, heeft de CREG daarover een publieke raadpleging georganiseerd, van 19 april tot 17 mei 2018. Op 7 juni 2018 werd die bezorgd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De meting van de realisatie van de stimulans gebeurt op basis van de officiële cijfers, die de Vlaamse Milieumaatschappij doorstuurt naar de Europese Commissie voor de opvolging van de resultaten van België inzake methaanuitstoot. Op grond van het jongst gepubliceerde cijfer heeft de netbeheerder in 2020 zijn doelstelling behaald. De CREG verwacht dat dat ook in 2021 is gebeurd.
Fluxys volgt de evolutie van de methaanemissies en neemt de nodige reductiemaatregelen in het kader van het voorvermelde project Go For Net Zero, met als doel het behalen van de vooropgestelde doelstellingen.
09.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de actualisering van de stand van zaken met betrekking tot methaanuitstoot. Als ik het goed voorheb, heeft collega Wollants zijn vraag gesteld in december 2020 en niet enkele maanden geleden. Ik zou immers niet gedurfd hebben om u drie maanden later reeds opnieuw over min over meer hetzelfde thema te bevragen.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nood-en afschakelplannen bij mogelijke aardgastekorten" (55025937C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De noodplannen als Rusland of de EU zelf de gaskraan dichtdraaien" (55026076C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verdeling van aardgas tussen de lidstaten in Europa" (55026104C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les plans de secours et de délestage en cas d'éventuelles pénuries de gaz naturel" (55025937C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les plans d'urgence si la Russie ou l'UE elle-même interrompt les livraisons de gaz" (55026076C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La répartition du gaz naturel entre les États membres en Europe" (55026104C)
10.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt deze namiddag al verschillende keren beklemtoond dat de gasleveringen doorgaan, maar wij moeten ook preventieve maatregelen nemen. Blijkbaar worden de noodplannen verfijnd naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Er is daarnaast ook een Europees solidariteitsmechanisme, waardoor Europese landen aardgas aan elkaar kunnen leveren.
Het zal dus – hopelijk – nooit gaan over afschakelen in de strikte zin van het woord, maar wel over het inspelen op de vraag door een aantal grootverbruikers minder te laten consumeren. De gezinnen zijn in dit geval beschermde klanten en zouden dus niet direct worden geviseerd.
De CEO van Engie waarschuwde nochtans dat het zonder Russisch gas moeilijk dreigt te worden om de gasvoorraden deze zomer aan te vullen. Het is gelukkig zo ver nog niet, maar wij moeten waakzaam blijven, want de opslagcapaciteit is met 30 % toch zo'n 10 % minder gevuld dan andere jaren. U hebt dat in de plenaire vergadering gerelativeerd en zei dat dat in deze periode bijna elk jaar zo is.
In ieder geval heeft de Europese Commissie vorige maand wetgeving aangekondigd om de lidstaten te verplichten hun gasvoorraden elk jaar tegen eind september aan te vullen. Dat aspect maakt trouwens ook deel uit van REPowerEU. Het gaat dan over het verplicht bijvullen tot 80 % van de capaciteit; kortom, over een strategische opslag van gasvoorraden, die nu niet verplicht is.
In welke zin wordt het afschakelplan of noodplan geactualiseerd? Kunt u meer toelichting geven bij de gefaseerde procedures in het Europees solidariteitsmechanisme?
Wat is de reactie van België op de mededeling van de Europese Commissie over de verplichting tot strategische opslag van gasvoorraden en de verschillende elementen hiervan? Die mededeling ging eigenlijk vooraf aan het plan van 8 maart, REPowerEU.
10.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, we moeten inderdaad rekening houden met een scenario waarin Rusland ofwel Europa zelf de gaskraan dichtdraait. Volgens berekeningen van de denktank Bruegel heeft Europa, indien dit zou gebeuren, een tekort van minstens 400 terawattuur aan gas om de volgende winter door te komen. In dat geval moet er in Europa worden overgegaan tot gerichte afkoppelingen en de activering van noodplannen. Voor België is de kans op tekorten misschien iets minder groot omdat we een transitland zijn en een stuk meer aardgas invoeren dan we zelf verbruiken. Of we hiervan zelf zomaar kunnen nemen, is maar de vraag. Daar heb ik mijn bedenkingen bij.
Hebben we een noodplan indien Rusland of Europa de gaskraan dichtdraait? Welke maatregelen treden er dan in werking? Beschikt u over analyses over het risico van tekorten in ons land? Welke sectoren zouden noodgedwongen hun gebruik moeten verminderen? Zijn dat dan de grootverbruikers en/of de huishoudelijke afnemers, de kmo's en dergelijke? Volstaan de huidige noodplannen volgens u of is er bijkomende actie nodig om ons voor te bereiden op zulke acties? Welke acties onderneemt u op dit ogenblik?
10.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, het noodplan werd in juni 2020 volledig herzien en bij de Europese Commissie genotificeerd. Momenteel zijn er verschillende werkgroepen bezig, waarin de diverse stakeholders, afhankelijk van de werkgroep in kwestie, aanwezig zijn, zodat de paraatheid van die laatsten wordt verhoogd en zodat de crisisprocedures op de nodige vlakken wordt verbeterd. De stakeholders zijn Fluxys, het Nationaal Crisiscentrum en Synergrid.
Er is een taskforce opgericht om permanent toezicht te houden op de situatie en dat gebeurt in nauw overleg met Fluxys. Vandaag is er geen risico van tekorten. Er is op dit ogenblik geen onderbreking van de Russische gasstromen naar de Europese Unie. Het grootste deel van het in België verbruikte aardgas is afkomstig uit Noorwegen en Nederland. Dit werd gebaseerd op basis van de metingen van de fysieke binnenstromingen van aardgas op het Belgische grondgebied. De rest is afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en diverse andere landen over de hele wereld, waaronder Qatar. De leveranciers die op de Belgische energiemarkt actief zijn, kunnen aardgas invoeren via verschillende kanalen, per schip en per pijpleiding, uit alle mogelijke richtingen.
Het noodplan voor aardgas voorziet in drie crisisniveaus waaraan aparte maatregels zijn verbonden. Dat zijn de 'vroegtijdige waarschuwing', de 'waarschuwing' en de 'noodsituatie'. Die niveaus kunnen worden afgekondigd ofwel na een technisch incident met een impact op het Belgische transportnetwerk, ofwel wanneer er een schaarste voor de Belgische aardgasbevoorrading dreigt. De volgende situaties geven aanleiding om een van de drie crisisfases af te kondigen. Het eerste crisisniveau is de 'vroegtijdige waarschuwing', dat is een potentieel risico van schaarste aan aardgas, dat kan worden opgelost met marktmaatregelen. Het tweede crisisniveau is de 'waarschuwing', dat is een vergroot potentieel risico van een schaarste aan aardgas. Het derde crisisniveau is de 'noodsituatie', dat is een onderbreking of significante verslechtering van de aardgasbevoorrading.
Tijdens de niveaus 'vroegtijdige waarschuwing' en 'waarschuwing' worden er marktgebaseerde maatregelen getroffen om de crisis op te lossen. Het gaat om een uitgebreide monitoring en marktmaatregelen die vooral door Fluxys worden uitgevoerd ten aanzien van actieve spelers op het Belgische net, de netbalancering en de netbeheerders in de buurlanden. Voor de fase 'noodsituatie' worden er niet-marktgebaseerde maatregelen getroffen om de crisis op te lossen. Er zijn dus nog heel wat stappen die worden ondernomen voordat we effectief maatregelen kunnen nemen zoals de verplichte vermindering van het verbruik van bepaalde afnemers.
Volgens het koninklijk besluit van 2013 over het Belgische noodplan, zijn alle afnemers op de distributienetten beschermde afnemers. Daarom is momenteel voorzien dat alleen industriële afnemers op het transportnet hun verbruik moeten verminderen, op aangeven van Fluxys en voor zover dit veilig kan. Indien dit nodig zou zijn, is het aan mij om Fluxys hiertoe de machtiging te verlenen. Alvorens de door de solidariteit beschermde klanten af te schakelen, bestaat de mogelijkheid een beroep te doen op het Europese solidariteitsmechanisme. Dit mechanisme stelt België in staat steun te vragen aan haar buurlanden om aardgas te leveren, voor zover zij nog over voldoende volumes beschikken om hun niet door solidariteit beschermde klanten te bevoorraden.
De buurlanden zijn verplicht een offerte op te stellen, die België al dan niet kan aanvaarden. Dit beginsel geldt natuurlijk ook in de omgekeerde richting. Als een van onze buurlanden niet langer in staat is zijn door solidariteit beschermde klanten te bevoorraden, kan het een beroep doen op het solidariteitsmechanisme. België is dan verplicht een aanbod te doen op basis van het gas dat wordt verbruikt door onze niet door solidariteit beschermde klanten, rekening houdend met de vervoerscapaciteiten en het volume dat nodig is om onze essentiële elektriciteitscentrales te bevoorraden.
Het is de eerste keer dat er een risico op bevoorradingsproblemen zou kunnen optreden. Bij het voorbereiden van alle maatregelen en procedures komen natuurlijk een aantal tekortkomingen en praktische problemen naar boven. Er is ruimte voor verbetering. Het spreekt dan ook voor zich dat we deze verbeteringen op het noodplan zelf toepassen. Dat gebeurt in de werkgroep met de FOD en Fluxys. Wij onderzoeken momenteel wat de impact zou zijn van de door de Europese Commissie meegedeelde verplichting tot strategische opslag van gasvoorraden. Ik kan u alvast meegeven dat het voor de Europese en Belgische bevoorradingszekerheid zeer belangrijk zal zijn om de Europese opslaginstallaties tegen volgende winter voldoende gevuld te hebben. Daarin ondersteun ik het initiatief van de Europese Commissie ten volle.
Mijn administratie is actief in het pentalateraal overleg over de gasopslag en heeft in dat overleg met onze buurlanden alvast gepleit om de volgende drie principes te respecteren. Ten eerste moeten de minimumopslagniveaus in alle Europese opslagfaciliteiten vlak voor de winter worden behaald, als een maatregel voor de bevoorradingszekerheid en als prijsdemper. Ten tweede is er de toegankelijkheid voor alle marktspelers uit Europa en ten derde, een solidariteitsmechanisme om kosten te dekken.
Er zijn heel wat uitdagingen om de opslagplaatsen met de huidige hoge prijzen en de negatieve winter-zomerspread op tijd gevuld te krijgen. Herinner u de discussie die we hier hebben gevoerd naar aanleiding van het gewijzigd regulerend kader voor de gasopslageenheid in Loenhout. We bekijken alle commerciële, pragmatische en juridische pistes om ook de Belgische opslag in Loenhout tegen volgende winter te vullen en dit met zo weinig mogelijk financiële risico's. In elk geval moeten deze maatregelen en afspraken voor de zomer klaar zijn, want het duurt ongeveer vier maanden om de opslag in Loenhout volledig te vullen.
10.04 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord, rijk aan informatie. Dat betekent ook dat deze vragen zinvol zijn. Veel mensen krijgen immers schrik als zij elke dag worden overspoeld met berichten over oorlog met een mogelijke impact op onze energiebevoorrading.
10.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de gedetailleerde informatie. Dat was interessant.
Ik hoop dat het nooit zo ver komt. Wij pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren in Oekraïne en een directe terugtrekking van Rusland. Er moet zo snel mogelijk een de-escalatie komen en een diplomatieke oplossing worden gevonden, zodat het zo ver niet komt.
Ik besluit uit uw antwoord, geruststellend, dat wij niet van het Russisch gas afhangen. U zegt ook dat dit op Europees niveau moeten worden bekeken, omdat er een verplichting tot solidariteit is. Dat betekent dat als Duitsland in de problemen komt, wij dan ook ons deel zullen moeten bijdragen om de problemen op te lossen. Op zich is dat positief, maar dat betekent ook dat er verder aan de plannen moet worden gewerkt.
Ik ben ook gerustgesteld over het feit dat de kleine consument wordt beschermd. Het omgekeerde is het geval met het afschakelplan voor elektriciteit, waar eerst de gewone mensen worden afgekoppeld en dan de grootverbruikers. Dat is voor elektriciteit wel een probleem, maar voor gas zijn de mensen dan wel beschermd, wat een goede zaak is.
L'incident est clos.
11 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het actieplan om de wanpraktijken van bepaalde energieleveranciers aan te pakken" (55025938C)
11 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan d'action destiné à lutter contre les abus de certains fournisseurs d'énergie" (55025938C)
11.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u kondigde vorige maand een aantal maatregelen aan om wanpraktijken door bepaalde energieleveranciers aan te pakken. De sector zou een laatste kans krijgen om de problemen met deur-aan-deurverkoop te bannen, anders zou een totaalverbod dreigen via een wetgevend initiatief. Voor eind februari moest er een collectieve gedragscode zijn om wanpraktijken de wereld uit te helpen, waarschuwde u. Daarnaast kondigde u een informatie- en bewustmakingscampagne in samenwerking met de FOD Economie aan om consumenten te wijzen op hun rechten ten opzichte van de energieleveranciers. Die rechten werden inderdaad versterkt door de in februari in de Kamer goedgekeurde wetgeving. U vroeg de CREG om een werkgroep op te richten die de Ombudsdienst voor Energie en de Economische Inspectie zou samenbrengen om klachtenpatronen in kaart te brengen en sneller te kunnen reageren.
Hoe ver staat het met die drie voornemens?
Het is vroeg om deze vraag te stellen, maar wat is telkens
het tijdspad?
11.02 Minister Tinne Van der Straeten: Ik heb inderdaad een voorstel van collectieve gedragscode ontvangen van de sector. Dat zijn we momenteel aan het analyseren.
De FOD Economie heeft de informatie- en bewustmakingscampagne klaar en zal ze uitrollen op basis van het communicatieplan van de FOD. Zoals gewoonlijk is het antwoord van de communicatiedienst van de FOD enigszins diffuus. Ik zal vragen wat dat concreet wil zeggen.
Op initiatief van de Economische Inspectie werd op 23 februari een overlegvergadering gehouden samen met de CREG, de Ombudsman voor Energie en de Economische Inspectie zelf. Die werkgroep zal nu onder voorzitterschap van de CREG voortgezet worden en regelmatig samenkomen. De bedoeling is dat de diensten informatie uitwisselen over klachten en klachtenpatronen en mij hierover informeren om mij toe te laten de nodige initiatieven en structurele maatregelen te nemen. De werkzaamheden lopen dus. Op een paar weken is er veel werk verzet. We verwachten binnenkort meer resultaat.
11.03 Kurt Ravyts (VB): De volgende maanden zal ik uiteraard opvolgingsvragen indienen.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De ondertekening van een akkoord over een verregaande energiesamenwerking met Noorwegen" (55025952C)
- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het samenwerkingsakkoord met Noorwegen" (55026138C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energiesamenwerking met Noorwegen" (55026152C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La signature d'un accord sur une coopération approfondie en matière d'énergie avec la Norvège" (55025952C)
- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accord de coopération avec la Norvège" (55026138C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La coopération avec la Norvège en matière d'énergie" (55026152C)
12.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt met de Noorse premier een verregaand samenwerkingsakkoord ondertekend. Die verdere samenwerking moet de Belgische energiebevoorrading ten goede komen. Ze voorziet in meer uitwisseling van kennis en technologie op energievlak. Uiteraard is er ook die derde, cruciale interconnector op zee. U wil de Noordzeecoalitie op het vlak van energie zo vlug mogelijk concreet gerealiseerd zien, namelijk één grote en duurzame energiecentrale in de Noordzee. Zoals reeds aangestipt, plannen beide landen blijkbaar ook uitwisseling van kennis en technologie omdat ze complementair zijn. Heel concreet gaat het over de Noorse kennis rond de opvang en stockage van CO2 en de uitstoot van verschillende industriële processen. Kunt u iets meer toelichting geven bij de verschillende bepalingen in dit akkoord?
12.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, als voorzitter van de Scandinavische vriendschapsgroep heb ik recent de Zweedse ambassadeur ontmoet, de Deense heb ik ook reeds ontmoet. Dat zijn steeds heel interessante gesprekken, zeker als het over energie gaat. De Denen hebben ondertussen reeds laten weten dat ze onze commissie graag eens willen ontmoeten. De Noren komen ook nog op bezoek. U begrijpt dat ik heel hard geïnteresseerd was, toen ik dit zag passeren, temeer omdat Noorwegen ook op het vlak van fossiele energie een belangrijke speler is.
Graag had ik wat meer toelichting gekregen over die verregaande aangekondigde energiesamenwerking?
12.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, Noorwegen is een stabiele en voorspelbare langetermijnpartner voor Europa, zeker voor aardgas, op dit moment. Noorwegen heeft ook bevestigd dat de leveringen van aardgas op peil zullen blijven, van nu tot 2030 en wellicht ook daarna.
Mijnheer Verduyckt, ik verneem van u dat Noorwegen ook een vriendschapspartner is, maar dat wisten wij natuurlijk reeds.
Het doel van het MOU dat wij afgesloten hebben, is het bevorderen van de samenwerking op het vlak van wind op zee, waterstof en CCS en het delen van technische kennis, advies, vaardigheden en expertise ter zake. Ook maken wij tijdige praktische afspraken omtrent de eventuele samenwerking.
Dan gaat het in het bijzonder over samenwerking inzake het bevorderen van de totstandkoming van de noodzakelijke regelgevende kaders, de veilige en commerciële inzet en technologische ontwikkeling van wind op zee, waterstof en CCS zowel nationaal als internationaal, waaronder onder meer het Londenprotocol, het OSPAR-Verdrag en relevante EU-regelgevingkaders.
Verder gaat het over het voorbereiden en opstellen van een bilaterale overeenkomst om grensoverschrijdend transport mogelijk te maken met het oog op permanente koolstofopslag en de uitwisseling van kennis inzake wind op zee, onder meer door voort te bouwen op de bestaande samenwerking in de North Sea Energy Cooperation en analyses op technische, economische en milieuaspecten met betrekking tot wind op zee en transportinfrastructuur. Ook is er de import en export van hernieuwbare of koolstofarme waterstof.
Uiteraard zijn er ook andere onderwerpen waarover de partijen gezamenlijk kunnen beslissen.
Op dezelfde dag dat de Noorse eerste minister hier was, hebben wij ook een ontmoeting gehad met Equinor, het Noorse staatsbedrijf. Het ging toen over verschillende projecten, bijvoorbeeld H2BE in Gent. Dat is zeer belangrijk voor de ontwikkeling van waterstof.
Ik was bij het gesprek aanwezig en ik heb zelf ook het belang van de Noordzee beklemtoond in het kader van hybride interconnectoren voor elektriciteitsdistributie in Europa. Er is nu nood aan een concreet werkplan inzake de opvolging van het memorandum. Het MOU, dat door beide regeringsleiders ondertekend werd, geeft alvast een basis voor de toekomstige concrete uitwerkingen. Op technisch niveau zal er effectief een werkplan opgemaakt worden, waarbij onze beide netbeheerders betrokken zullen worden, om concreet invulling te geven aan die aspecten.
Het is één zaak om een MOU af te sluiten, het is een andere zaak om met dat MOU aan de slag te gaan. Er is H2BE en ook die samenwerking tussen onze netbeheerders. Er zijn ook de projecten van vandaag. Die zijn iets ruimer dan de federale bevoegdheid en die zijn vooral een gewestelijke bevoegdheid inzake afvang en transport van CO2. Dat zijn drie elementen waarmee echt concreet aan de slag wordt gegaan.
Het is dus een goede basis. Het MOU is ondertekend een paar dagen voor de inval van Rusland in Oekraïne. Het is een goede zaak dat wij dat MOU hebben voor die strategische samenwerking op het vlak van energie tussen onze beide landen.
12.04 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, enkele dagen of weken geleden heeft een commentator in de pers gezegd dat de term energieonafhankelijkheid nu in de politiek zeer lichtzinnig gebruikt wordt. Ik weet niet goed wat ik daarvan moet denken. Persoonlijk meen ik dat dit weer een goede stap is. Ik ben echter de eerste om toe te geven, en mijnheer Cogolati is hier niet meer, dat wanneer wij een pleidooi houden voor nucleaire ontwikkelingen, daar uiteraard uranium mee gepaard gaat. Dat moet geïmporteerd worden. Maar goed, Noorwegen en Denemarken hebben overschotten van hernieuwbare energie, dat is ook import. Laten we dus ophouden met de discussies daarover. We kunnen hier niet 100 % van onze energie hernieuwbaar produceren. Laten we de semantische discussies over afhankelijkheid achterwege laten, maar dan wel in beide richtingen.
12.05 Kris Verduyckt (Vooruit): Wat ik uit het gesprek met de Zweedse ambassadeur en uit uw antwoord afleid, is dat er in die landen toch een sterke band bestaat tussen de overheid en bedrijven die samen aan de slag willen gaan om de energietransitie vooral niet te missen. Dat is toch iets heel belangrijks voor ons bedrijfsleven. Ik ontvang daar namelijk soms gemengde signalen. De Scandinavische landen zijn dus niet alleen interessant om inspiratie op te doen, maar ook om er concrete projecten mee uit te voeren. Hans Bruyninckx verwees in de klimaatdialoog van deze ochtend ook naar deze landen als bijzonder interessant met betrekking tot hun klimaatpolitiek.
Ik kan u dus garanderen dat in de vriendschapsgroepen het thema energie ook steeds bovenaan de gesprekslijst zal staan.
L'incident est clos.
13 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Memorandum of Understanding tussen het Verenigd Koninkrijk en België rond energiesamenwerking" (55025964C)
13 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le protocole d'entente entre le Royaume-Uni et la Belgique concernant la coopération énergétique" (55025964C)
13.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt diezelfde dag ook een MOU ondertekend over de versterking van de energiesamenwerking met het Verenigd Koninkrijk.
We weten al een tijd dat de Nemo Link zal worden aangevuld met een tweede interconnectiekabel, Nautilus. Dan hebben we het inderdaad over het geplande energie-eiland en de hybride interconnectie, over een rechtstreekse uitwisseling van stroom en een ontsluiting van 1,4 gigawatt aan offshore-energie en ook over nieuwe windparken die op het eiland kunnen worden aangesloten.
België en het Verenigd Koninkrijk gaan ook samenwerken aan de ontwikkeling en het gebruik van koolstofarme waterstof en koolstofopvang en -opslag. De Europese Commissie selecteerde Nautilus drie jaar geleden al als een project of common interest (PCI). Ik ga ervan uit dat de timing, de locatie, het tracé, de capaciteit en in het algemeen de haalbaarheid al werden onderzocht.
Vorig jaar werd de aanbesteding voor het geotechnisch onderzoek gelanceerd door Elia in de context van een route-uitlijning. Het heel belangrijke contract voor zeebodemonderzoek, verdeeld in vier percelen, moet worden gegund.
Kunt u wat meer gedetailleerde toelichting geven bij dit MOU? Wat is de stand van zaken inzake Nautilus? Klopt het dat er nog geen contracten gegund zijn voor het marien geofysisch onderzoek voor de kabel en het platform, voor het ondiep marien geotechnisch onderzoek en voor de twee kavels voor diepzee geotechnisch onderzoek op 50 tot 100 m onder de zeebodem? Wat is het tijdspad dat Elia opgeeft voor de komende jaren? Ik heb begrepen dat er nog wel wat tijd is, aangezien het energie-eiland pas in 2030 operationeel zal worden.
13.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, ik wil even ingaan op uw opmerking van daarnet over energieonafhankelijkheid. U sprak in dat verband over 'te pas en te onpas'. Het is correct dat dat nu heel erg naar voren wordt geschoven, omdat wij worden geconfronteerd met die afhankelijkheid. Voor mij is er wel een verschil. Vergelijk maar eens de Europese kaart van de olie- en gaspijpleidingen vanuit Rusland naar het binnenland met de aanleg van een windnetwerk op zee. In beide gevallen blijft men inderdaad importeren, maar er is wel een totaal andere import als men de Noordzeelanden met elkaar verbindt en die overschotten verdeelt richting het continent. Dan is men niet afhankelijk van een land.
Ik wil misschien de vergelijking maken met waterstof. Ik weet dat dat niet in uw vraag zat, maar bij waterstof zetten wij sowieso ook in op import. Daarbij moeten wij ook een strategische benadering hanteren: hoe positioneren wij ons ten aanzien van de verschillende MOU's die wij hierover ondertekenen? Die reflectie nemen wij inderdaad mee om ons beleid juist te ijken.
Wat het MOU met het Verenigd Koninkrijk betreft – ondertekend op dezelfde dag – zijn de onderhandelingen tussen België en het VK over een tweede interconnector reeds gestart in 2019. Zij zijn toen ook geïntroduceerd en geaccepteerd op de vierde PCI-lijst, de interconnectie tussen de Antwerpse regio en de omgeving van Kemsley, nu bekend als Nautilus. Het is een hybride project dat niet alleen gaat over de bouw van een tweede onderzeese interconnector tussen België en het VK, maar ook zal aansluiten op een aantal windparken in het VK. Vermits het VK ondertussen uit de EU is gestapt, is dat niet langer een PCI, maar zal het de status van een project of mutual interest krijgen.
Daarop is besloten tussen beide landen een MOU af te sluiten, dat bedoeld is voor de ontwikkeling van de energie-interconnectie tussen de deelnemers, voor het efficiënte gebruik van de infrastructuur en voor de samenwerking van de deelnemers op dit gebied.
De bepalingen in dit MOU zijn in overeenstemming met de afspraken in de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen het VK en de Europese Unie. Het MOU verwijst niet naar een specifiek project, daar het Verenigd Koninkrijk voor elk energieproject moet tenderen, maar verklaart de intentie van beide landen samen te werken en te streven naar het aanmoedigen en bevorderen van strategische en technische samenwerking tussen hun systeembeheerders, regulatoren en belanghebbenden.
Werkgroepen, naar analogie van de methodologie voor de Triton Link met Denemarken, zullen in de volgende week opgestart worden om het Nautilusproject verder uit te werken, ook in samenwerking met de netbeheerders en de regulatoren.
Het MOU is op mijn vraag verder uitgebreid tot decarbonisering, zodat beide landen verder kunnen samenwerken op andere domeinen dan alleen elektriciteitsconnectie, bijvoorbeeld voor waterstof of CCS, waarvoor dan ook zo snel mogelijk werkgroepen zullen worden opgestart om dit verder uit te werken.
Er zijn op dit moment geen vergunningen aangevraagd, dus ook niet toegekend. Beide netwerkoperatoren, Elia en National Grid, werken ondertussen wel verder aan de verbinding.
De reglementering in het Verenigd Koninkrijk verandert, dus nu kunnen nog niet alle vergunningen uitgereikt worden en moeten de aan te sluiten windparken nog aangeduid worden.
Alles zal opgevolgd worden in de werkgroep Nautilus, die ik daarnet aanhaalde. De tijdlijn is op dit moment high level en moet tegen het einde van dit jaar concreter ingevuld worden. Zij moet onder andere opgenomen worden in het investeringsplan van Elia. Op dit moment is 3 jaar de verwachting voor het vergunningsproces en het commerciële en tenderproces, zodat een finale beslissing genomen kan worden in 2025. Dan kan gestart worden met de bouw zodat de interconnector voor 2030 in gebruik genomen kan worden.
13.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw update.
Mijnheer de voorzitter, ik meen dat het interessant is om Elia in de loop van dit jaar voor al deze projecten naar onze commissie uit te nodigen, specifiek met het oog op de geplande investeringen. Er is immers een link met de energienorm, en dus ook met de begroting, veronderstel ik.
Het zijn allemaal projecten in progress die over verschillende jaren lopen, maar het is niet onnuttig de netbeheerder naar hier te laten komen.
De voorzitter: Ik wil verwijzen naar mijn eerdere opmerking. Ik ben geen beroepspessimist die alles verkeerd ziet lopen, maar er komen veel tijdslijnen die elkaar overlappen, en die ook kritisch maken of iets kan werken of niet. Het zwakste onderdeel bepaalt de ingebruikname. Wij kunnen immers geen omwegen gebruiken om de energie te doen stromen.
Misschien is dit een zaak die wij tijdens de regeling der werkzaamheden kunnen bekijken. Wij kunnen ook samen met het kabinet bekijken wat er gebeurt, maar Elia zal daar ook zeker een rol in krijgen.
Ik blijf erbij, eenvoudige schema's waarop men de kritische tijdstippen ziet, en waarmee men een algemeen budgetbeheer kan opvolgen, zouden zeer nuttig zijn voor het Parlement.
L'incident est clos.
14 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le manque de moyens pour le fonds social énergie" (55026062C)
14 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het gebrek aan middelen voor het sociaal energiefonds" (55026062C)
14.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de hoge energieprijzen zorgen voor steeds meer betalingsmoeilijkheden voor de gezinnen. Het gaat al lang niet meer om de meest kwetsbaren, want ook de middenklasse komt in de problemen. Het sociaal energiefonds ondersteunt de OCMW's in hun hulp voor mensen met betalingsproblemen. Een rondvraag van De Standaard enkele weken geleden leverde echter een somber beeld op, want een aanzienlijk deel van de OCMW’s ziet de hulpvragen met een kwart tot de helft toenemen. Volgens een teambegeleider schuldbemiddeling boeten steeds meer mensen in op levenskwaliteit. Vandaag organiseert de RTBF daarover trouwens een themadag samen met Test Aankoop. Er komen enorm veel vragen binnen en er zijn pakkende getuigenissen te horen, bijvoorbeeld van mensen die zelfs hun licht uitknippen omdat ze niet weten hoe ze moeten besparen. Vaak gaat het over mensen met een job. De teambegeleider schuldbemiddeling noemt de huidige crisissituatie ongezien.
Bij het begin van deze legislatuur beloofde u samen met uw collega-minister voor Armoedebestrijding, mevrouw Lalieux, dat deze regering zou zorgen voor voldoende middelen voor het sociaal energiefonds. Al eerder heb ik in de commissie voor Energie aangeklaagd dat er momenteel onvoldoende middelen zijn. Dat kwam in december reeds naar boven in onze hoorzitting over de hoge energieprijzen.
Mevrouw de minister, mijn eerste vraag luidt dan ook wat u, samen met uw collega-minister Lalieux, ondertussen als actie hebt ondernomen. In de pers sprak minister Lalieux van een belangrijk overleg met de OCMW-federaties, ondertussen een drietal weken geleden. Wat kwam er uit dat overleg? Hoeveel middelen komt het fonds vandaag tekort om aan alle noden te voldoen? Op 24 januari heb ik daarover al een schriftelijke vraag ingediend, maar daarop heb ik nog geen antwoord ontvangen.
Zal de regering voldoende budget uittrekken voor het sociaal energiefonds, zodat het fonds aan alle noden kan voldoen?
Wellicht zult u antwoorden dat er een bijkomende dotatie noodzakelijk is, boven op wat u al gegeven hebt, om aan alle noden te voldoen. Daarnaast is ook een aanpassing van het indexeringsmechanisme noodzakelijk, ook een oud zeer, zodat de middelen van het fonds de reële prijsstijgingen kunnen volgen.
Kortom, hoe ver bent u daarin gevorderd? Wanneer zult u werk maken van het indexeringsmechanisme en van voldoende middelen voor het fonds?
14.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Warmoes, u hebt het over uitspraken van mijn collega-minister Lalieux in de pers over een overleg met de OCMW-federaties. De OCMW's vallen onder haar bevoegdheid en ik kan uiteraard niet antwoorden op de vraag wat er uit dat overleg komt.
Inzake het sociaal energiefonds wil ik er graag op wijzen dat wij op twee momenten gezorgd hebben voor bijkomende financiering. Het eerste element is dat wij er als regering voor gekozen hebben om de ingeschreven financiering niet te bevriezen. Het standaardbeleid van de vorige regering bestond erin de middelen niet te indexeren. In het Parlement hebben wij dat ongedaan gemaakt en met de huidige regering zetten wij dat beleid voort. We dus keren niet terug naar de praktijk van de vorige regering. Dat zorgt voor 8 miljoen euro bijkomende middelen voor het fonds. Daarnaast is er, in het licht van het eerste energiepakket, beslist om 16 miljoen euro bijkomende financiering uit te trekken die de OCMW's in 2022 kunnen inzetten. Voor de inzet van die middelen is er ook een rondzendbrief verspreid door minister Lalieux en mijzelf, waarin wij focussen op een preventieve inzet ervan. Collega Lalieux en ik hebben er altijd voor gepleit om het fonds van bijkomende middelen te kunnen voorzien en daarbij aandacht te hebben voor preventief sociaal energiebeleid.
De aanpassing van het indexeringsmechanisme maakt op dit ogenblik geen voorwerp uit van een consensus binnen de regering.
Er is aan de ene kant de financiering van het fonds en de vragen daarover zijn helemaal terecht. We beantwoorden er gedeeltelijk aan door de middelen wel te kunnen indexeren en bijkomende financiering te voorzien. Aan de andere kant is er ook de vraag over de inzet van die middelen. De wet maakt effectief het onderscheid en voorziet zowel de preventieve als curatieve piste. We mogen dat preventieve aspect niet uit het oog verliezen. Samen met de OCMW's kunnen we daar nog een lange weg afleggen. Vandaag is er heel veel focus op het curatieve aspect, niet onterecht. De middelen worden vaak curatief ingezet in het kader van een bredere schuldbemiddeling en bredere schuldproblematiek. Dat is effectief het eerste dat gedaan kan worden. Curatief en preventief zouden echter meer hand in hand mogen gaan. We hebben dat geprobeerd via de omzendbrief meer omkadering te geven aan de middelen van 16 miljoen van eerder begin dit jaar.
14.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): De maatregelen die u genomen hebt, juichen wij toe. U hebt ook wel erkend dat die onvoldoende zijn. Er is blijkbaar geen consensus in de regering voor de aanpassing van het indexeringsmechanisme, wat ik betreur. Twee jaar geleden vond er een hoorzitting plaats over het sociaal energiefonds met de federaties van OCMW's. Daaruit bleek dat zolang de middelen niet voldoende zijn, het preventieve deel, dus het aanmoedigen van of helpen bij de aankoop van energiezuinige toestellen, wegvalt. U wijst daar terecht op en wil de preventie meer naar voren brengen. Dat valt nu net weg als er niet genoeg middelen zijn. Dat is logisch. Eerst wordt de brand geblust en dan pas kan aan andere maatregelen worden gedacht. Dat is een extra argument om voldoende middelen uit te trekken. Hopelijk blijft u daar verder voor strijden als er geen eenheid over is in de regering.
Ik zal daar u verder vragen over blijven stellen, zolang het niet genoeg is. We hebben ook kunnen vaststellen dat het geen onderdeel is van het akkoord dat u maandag afsloot.
Het incident is gesloten.
15 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les questions écrites restées sans réponse" (55026063C)
15 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Onbeantwoorde schriftelijke vragen" (55026063C)
15.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb tussen 21 en 27 januari 24 schriftelijke vragen ingediend. Volgens artikel 123 van het Kamerreglement is de termijn voor het beantwoorden van schriftelijke vragen 20 werkdagen, dus ongeveer een maand. Tot nog toe heb ik echter slechts één antwoord gekregen.
Mijn vraag is dus simpel. Waar blijven die antwoorden? Hoe komt het dat er zoveel achterstand is? Al kan ik mij natuurlijk inbeelden dat u drukke tijden beleeft, maar dat belet niet dat wij antwoorden verwachten op onze vragen.
15.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Warmoes, ik wil mij excuseren voor het feit dat wij die timing niet halen. Wat u zegt, is juist: mijn medewerkers zijn overbevraagd. Evengoed is het juist dat het Parlement niet verstoken kan blijven van antwoorden.
Op 25 januari hebben wij via de Kamer drie vragen ontvangen. Op 26 januari volgden elf vragen en op 28 januari negen vragen. Van deze vragen zijn er vijf beantwoord en verzonden naar de diensten van de Kamer. Wij stellen alles in het werk om de overige vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden. Drie antwoorden zijn alvast gefinaliseerd en zullen u eerstdaags bereiken.
15.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, er kan natuurlijk altijd wat vertraging zijn, ook bij de diensten. Het gaat natuurlijk vaak om actualiteitsvragen en als men zeven weken later nog geen antwoord heeft, is de actualiteit reeds voor een stuk voorbij. Ik begrijp dat u ervan werk maakt en ik zie de antwoorden tegemoet.
Het incident is gesloten.
16 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'écrémage des superprofits dans le secteur énergétique" (55026065C)
16 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het afromen van de overwinsten in de energiesector" (55026065C)
16.01
Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, al sinds
het begin van de energiecrisis wijzen wij erop dat er ook winnaars zijn in de
energiecrisis. De energiemultinationals boeken op dit moment gigantische
woekerwinsten. Het Franse Total boekte vorig jaar meer dan 13 miljard euro
winst, bij ons is het Engie Electrabel dat slapend rijk wordt. U hebt al heel
vaak gezegd dat niemand zich mag verrijken in deze crisis, maar de regering
heeft tot heden nog geen enkele concrete maatregel genomen om de overwinsten
van de energiesector af te romen.
Meer
nog, u zei gisteren expliciet dat u wacht op een initiatief van de Europese Commissie,
terwijl zowel het Internationaal Energieagentschap als de Europese Commissie
vorige week nog de lidstaten hebben opgeroepen om de overwinsten te belasten en
met die inkomsten de energiefactuur te verlagen. Fiscaliteit is immers nog
steeds een bevoegdheid van de nationale regeringen. U stuurt de mensen dus
eigenlijk van het kastje naar de muur, mevrouw de minister. Waar wacht de
regering nog op? Bij gebrek aan initiatief van de regering heeft mijn fractie
vorige week dan maar zelf een wetsvoorstel ingediend voor het invoeren van een
overwinstentaks, in overeenstemming met de aanbevelingen van het Internationaal
Energieagentschap. Een ontwerp van de regering maakt echter nog altijd meer
kans in het Parlement.
Zal de regering überhaupt nog actie ondernemen
om de overwinsten af te romen? Gisteren communiceerde de regering dat u bij het
uitblijven van een Europees initiatief pas in juni 2022 een eigen
initiatief zult uitwerken. Waarom zult u dat pas zo laat doen, want alle
elementen liggen op tafel? De cijfers zijn er en er is groen licht van de CREG
en van de Europese Commissie.
De
CREG heeft voorts een rapport over de overwinsten opgesteld, maar daar staan
niet echt cijfers in. U hebt de CREG gevraagd om die cijfers vrij te geven en
ik heb begrepen dat de CREG nu onderhandelt met Engie om ze te krijgen. Eind
deze maand zouden de cijfers komen. Ik hoop dat u hierop toeziet.
Ten derde hebt u nogmaals bijkomend onderzoekswerk gevraagd. Als ik mij niet vergis, gaat het over het concretiseren van de overwinsten van de gascentrales. We hebben daarover gisteren trouwens ook cijfers gezien. Bijkomend cijferwerk kan altijd, maar dat mag u niet weerhouden om al vaart te maken met een juridisch voorstel voor het afromen van die overwinsten.
Welke concrete stappen hebt u al ondernomen op juridisch vlak? Werkt u aan een wetsontwerp voor het afromen van die overwinsten? Indien ja, wanneer mogen we dat ontvangen? Indien neen, waarom nog niet?
16.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, ik werk aan een slimme oplossing gericht op dat wat de energiemarkt momenteel zo duur maakt voor alle afnemers, bedrijven en gezinnen, niet alleen in België, maar in heel Europa, en die het irrationeel gedrag van traders op die Europese gashubs moet kalmeren.
Noem het gerust een oorlogsmaatregel, maar het zal wel de gasprijs in Europa naar beneden halen. Als we de gasprijs onder controle krijgen, dan krijgen we ook de elektriciteitsprijs onder controle en zijn er veel minder woekerwinsten die we met allerlei juridische moeilijke constructies moeten afromen. Het begint al met de definitie van woekerwinst zelf. De moeilijkheid die ook de CREG ondervond in haar rapport met de definitie daarvan was bijvoorbeeld al frappant.
Op zich is een plafonnering van de gasprijzen efficiënter en sneller, want tegen dat men inkomsten van taksen op woekerwinsten heeft, is het al veel te laat om de mensen daarmee terug te betalen. Men moet die terugbetaling, niet alleen aan gezinnen, maar ook aan zelfstandigen en bedrijven, dan ook nog organiseren en dan riskeert men een juridische mallemolen.
Dit is de piste waaraan we werken, maar wees gerust. We hebben de CREG gevraagd om verder te objectiveren wat die woekerwinsten zijn en de regering heeft maandag effectief besloten om zelf een initiatief te nemen richting de zomer. Gelet op de complexiteit hiervan, met zowel het in kaart brengen als andere zaken, zoals TotalEnergies in Frankrijk en waarnaar u verwijst, wachten wij op de input van de CREG aan wie we hebben gevraagd om concrete voorstellen ter zake te formuleren.
16.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik ben zwaar teleurgesteld door uw antwoord.
Eigenlijk zegt u nu dat u helemaal niet van plan bent om die overwinsten af te romen. U zegt niet te weten wat de definitie ervan precies is en dat we beter kunnen proberen de gasprijs naar beneden te krijgen, zodat er minder overwinsten worden geboekt.
Volgens het Internationaal Energieagentschap zouden die overwinsten 200 miljard euro bedragen. Dat geld is sowieso binnen. Er is natuurlijk een verband met de povere maatregelen die uw regering neemt, met het bezwaar van de liberalen, en misschien ook van anderen, dat het weegt op de begroting. Als u het geld niet gaat halen waar het zit, dan kunt u ook maar weinig ingrijpen, maar ondertussen worden de mensen wel met betalingsproblemen geconfronteerd.
De maatregelen die u neemt, zijn niet
ambitieus genoeg. U stelt het altijd maar uit. U zegt dat niemand zich mag
verrijken, maar in de realiteit zijn er wel degelijk partijen die zich
verrijken en u doet daar niets aan. Waarvan akte.
Het incident is gesloten.
17 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les nouvelles centrales au gaz supplémentaires et le volume des enchères T-4 en 2022" (55026066C)
17 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bijkomende nieuwe gascentrales en het volume van de T-4-veiling in 2022" (55026066C)
17.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, afgelopen week vond er een hoorzitting plaats met de CREG over de volgende subsidieronde van het CRM in september 2022. De CREG gaf in haar voorstel voor het veilingsvolume van de volgende T-4-veiling weer zeer scherpe kritiek op Elia en haar manier van werken. Ik zal nu even niet ingaan op het feit dat het rapport werd gepubliceerd hoewel dat niet had mogen gebeuren.
Netbeheerder Elia weigert tot op heden gedetailleerde kwantitatieve informatie te delen en dreigt daardoor het veilingsvolume weer te overschatten. Uit de cijfers van Elia – die de CREG voor alle duidelijkheid dus zeer sterk betwist – blijkt dat er tegen 2026 één à twee nieuwe gascentrales noodzakelijk zijn, of toch minstens het volume dat daarmee overeenkomt. Ons baserend op de cijfers van het netbeheerdersverslag van Elia komen wij dus tot dezelfde conclusie. Zo moeilijk is dat namelijk niet. Men moet enkel de juiste cijfers optellen en aftrekken. Toch heeft Elia in de pers ontkend dat er in de volgende nieuwe veiling nieuwe gascentrales zouden aankomen.
Ook u verklaarde dat u niet begreep hoe de VRT, die dat allemaal uitbracht, of de CREG tot die conclusie kwamen. Nogmaals, het volgt rechtstreeks uit de resultaten van dat netbeheerdersverslag. Het is wel zo dat de CREG zegt dat het verslag van Elia veel fouten en onzorgvuldigheden bevat. Dat weerlegt de cijfers echter niet.
De CREG klaagt volkomen terecht aan dat Elia de verschillen tussen het volume in 2025 en het dus veel hogere volume in 2026 – ongeveer 1.000 megawatt als ik mij niet vergis – niet kwalitatief kan verklaren. Elia verwijst naar de klimaatmodellering, maar die zou het noodzakelijke volume net moeten verminderen en niet verhogen. Voor de berekening voor 2025 werd er namelijk geen rekening gehouden met het klimaat, voor de berekening van 2026 gebeurde dat wel. Normaal verwacht men dan minder noodzakelijke energie als gevolg van het opwarmingseffect.
Elia weigert op vraag van de CREG een simulatie uit te voeren zonder klimaatmodellering of een simulatie waarbij enkel rekening wordt gehouden met de laatste 30 historische klimaatjaren. Dat is nochtans de enige manier om het effect van de klimaatmodellering na te gaan. De CREG wijst erop dat Elia bij de bepaling van de intermediaire prijslimiet twee keer het minimumrendement meeneemt en zich daar dus opnieuw rijk rekent.
Mevrouw de minister, u hebt een brief gestuurd naar Elia en de CREG, waarvoor dank, en aan Elia gevraagd om de nodige informatie te delen. Vorige week hebben we de CREG daarover ondervraagd en die heeft toen gezegd dat ze wel bijkomende informatie heeft ontvangen – ze hebben het zelfs een verklarende nota genoemd –, maar nog steeds niet de tussentijdse resultaten van de simulaties, noch de gevraagde extra simulatie.
Hoe is het mogelijk dat als de minister van Energie zelf eist dat Elia de informatie deelt, Elia dat weigert? Dan hebben we toch een groot probleem? Een privébedrijf is hier immers bezig met het geven van honderden miljoenen euro's subsidies belastinggeld aan andere privébedrijven door het opblazen van het volume en het opdrijven van de prijslimiet, voor zover u Elia daarin natuurlijk zou volgen.
Waarom concludeert u uit de cijfers van Elia dat er geen bijkomende nieuwe gascentrales nodig zouden zijn? Dat spreekt nochtans uit de cijfers zelf. Zult u Elia dwingen om een simulatie zonder klimaatmodellering of met slechts 30 historische klimaatjaren uit te voeren, om zo het effect van de klimaatmodellering na te gaan?
Zult u Elia vragen om de intermediaire prijslimiet opnieuw te berekenen zonder het minimumrendement twee keer mee te nemen, zoals de CREG vraagt? Hebt u al een beslissing genomen over het veilingsvolume van de volgende veiling? Die beslissing moet in principe vóór 31 maart worden genomen. Als die beslissing vandaag nog niet is genomen, en ik neem aan dat u mij hier geen primeur zult geven, zal die dan toch tijdig worden genomen?
17.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Warmoes, mijn antwoord op uw laatste vraag is dat we nog bezig zijn met de analyse van de voorstellen en adviezen voor de komende veiling. We zullen hierover nog verder moeten overleggen binnen de regering. We zijn nog bezig met de analyse voor de bepaling van het veilingvolume.
Ik wil daar aan aantal dingen over zeggen. In het kader van het veilingvolume 2026 wordt dit te gemakkelijk herleid tot gascentrales. Het slaat me met verstomming dat de regulator dat zelf doet. Het CRM is immers technologieneutraal. We zouden al lessen moeten hebben getrokken uit de veiling die reeds is afgelopen. Tijdens de vorige veiling heb ik zelf de fout begaan door te spreken over twee à drie gascentrales. Ik heb toen steeds gesproken over het volume indien men dat zou uitdrukken in het aantal vereiste gascentrales. We werden geconfronteerd met twee gascentrales en batterijprojecten die we niet verwacht hadden. Dit komt doordat we het design van het CRM zodanig hadden opgesteld dat die projecten effectief meer ondersteuning zouden krijgen.
Het is de werkelijkheid geweld aandoen door het volume uit te drukken in bepaalde technologieën. De opzet is technologieneutraal en er kunnen verschillende technologieën uitgekozen worden. Er worden immers steeds slechts bepaalde aspecten uit de circulerende studies uitgelicht. Wanneer we vaststellen dat ook de deratingfactoren enorm stijgen, betekent dit dat batterijen nog interessanter worden. Ik vind het daarenboven ook bijzonder dat de regulator de berekeningen enerzijds bekritiseert, maar er anderzijds conclusies aan verbindt.
Wat de klimaatjaren betreft, kan ik zeggen dat we dit in het Parlement en in de commissie al veel hebben besproken. De methodologie, zoals die werd vastgesteld door ACER, geeft drie mogelijkheden aan om de klimaatjaren mee in rekening te nemen.
De door Elia gekozen optie toen ze de methodologie heeft vastgesteld, was om te werken met de klimaatdatabank van Météo France, 200 synthetische klimaatjaren die representatief zijn voor het klimaat 2025 en die ook waarschijnlijk zijn. Ook deze aanpak werd gekozen door ENTSO-E voor de toekomstige adequacy studies, met implementatie in 2023. Eigenlijk hebben we met België vooropgelopen op de toekomstige aanpak van de adequacy studies.
Dat heeft ook het voorwerp uitgemaakt van onderhandelingen met de Europese Commissie over het CRM. Dit legt de lat natuurlijk op een zeker niveau en heeft een directe impact op andere landen die adequacy studies zullen uitvoeren. Er wordt ook naar verwezen in het besluit van de Commissie met de goedkeuring van het CRM, waar dat ook effectief wordt bekrachtigd. In de taskforce CRM van 6 mei 2021 is er geen bezwaar geuit van belanghebbenden of autoriteiten tegen het gebruik van de database van Météo France.
Er zijn drie opties en men kan altijd een andere optie kiezen, maar men moet geen andere optie kiezen omdat het resultaat u niet bevalt. Wij hebben gekozen voor de optie die het meest robuuste resultaat geeft, met name de keuze qua methodologie die niet gewoon een optelsom is van klimaatjaren of die puur naar het verleden kijkt, maar de best mogelijke inschatting maakt. Het CRM en de vaststelling van het volume gaan over het 'juist genoeg', niet te veel, niet te weinig. De onderliggende methodologie moet dus zo robuust mogelijk zijn. Om die reden hebben we die keuze gemaakt wat betreft de klimaatjaren.
Men kan natuurlijk kiezen voor een andere methodologie, maar het kan niet de bedoeling zijn te kiezen voor de methodologie die het laagste resultaat geeft. We willen de bevoorrading garanderen en hanteren daarvoor de methodologie die het best mogelijke resultaat geeft.
De analyse voor de bepaling van de intermediaire prijs is nog bezig. U vraagt mij specifiek naar het minimumrendement. Het lijkt mij op het eerste gezicht en onder voorbehoud van het resultaat van de analyse dat er geen rekening werd gehouden met de methodologie die voor de veiling van 2022 in de laatste versie van het koninklijk besluit, in het bijzonder waar het gaat over de risicopremie, werd bepaald. Dat is dus onder voorbehoud van verdere analyse. Voor het overige onderzoeken wij voort de documenten om het veilingvolume te kunnen bepalen.
17.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ook al is de CRM-technologie neutraal, het volume stemt wel overeen met dat van een tot twee gascentrales en de veiling voor 2025 heeft inderdaad geresulteerd in twee gascentrales. Er is veel kans dat het bij de volgende veiling gascentrales worden, maar dat kunnen we nog bekijken in de toekomst. Het gaat in essentie over een volume, met een grote kans dat dat wordt geleverd door gascentrales.
Ik denk ook dat er een misverstand is. Ik begrijp dat er drie methodologieën ter beschikking zijn en dat er een bepaald model is gekozen, maar als dat heel verrassende resultaten oplevert, dan moet men toch vraagtekens plaatsen bij dat model? Het gaat er mij niet om dat de CREG een ander model vooropstelt, omdat het resultaat van het gekozen model niet bevalt.
Het gaat mij erom te begrijpen hoe het komt dat er iets totaal onlogisch gebeurt. Men houdt rekening met de klimaatverandering, die eigenlijk neerkomt op een opwarming. Ik verwijs daarvoor naar de studie van de VUB die in het Parlement werd voorgesteld en die minder strenge winters voorspelt. Maar dan komt er plots uit de berekening naar voren dat er 1.000 megawatt extra capaciteit nodig is. Dat is totaal niet logisch. Dan lijkt het mij logisch dat de CREG om een andere berekeningswijze vraagt, zodat ze kan controleren of men daarmee tot hetzelfde resultaat komt. Het gaat mij er niet om te kiezen voor een andere berekening, maar wel om te begrijpen hoe men plots tot dat resultaat komt. Tot op heden werd een en ander nog niet verklaard, volgens de CREG. Volgens Elia heeft het cijfer te maken met de klimaatverandering, maar dat is niet logisch.
Ik blijf hierop hameren. Ik betreur het dat u Elia hierin volgt en dat de berekeningsmethode als een black box met 200 synthetische jaren en een bepaald resultaat te nemen of te laten is. Punt. Ik vind dat we dat nader moeten onderzoeken, des te meer omdat het aldus de CREG hier vorige week gaat om 750 miljoen euro meer of minder op de elektriciteitsfactuur.
Voorts zegt u ook dat u de intermediaire prijslimiet aan het onderzoeken bent. Dat zullen we dan zien.
Het CRM blijft voor mij een groot probleem. Een privébedrijf als Elia kan naar eigen goeddunken, voor zover u dat zou overnemen, honderden miljoenen euro's belastingsgeld aan andere privébedrijven geven. Los van eventuele banden tussen Elia en dergelijke privébedrijven, dat laat ik in het midden, heeft Elia sowieso een objectieve reden voor extra capaciteit, want hoe meer capaciteit of overcapaciteit er is, hoe comfortabeler dat voor Elia als netbeheerder is. Ik hoop dat u daar kritisch naar kijkt. Wij zullen de kwestie met argusogen bekijken.
Ik heb er bij u verschillende keren op aangedrongen om bij de veiling van 2025 met de klimaatverandering rekening te houden. U hebt gezegd dat dat niet kon. Nu zou u toelaten dat de impact van de klimaatverandering wordt misbruikt om nog bijkomende capaciteit te veilen, met enige waarschijnlijkheid zelfs voor fossiele gascentrales. Voor een groene minister tart dat alle verbeelding.
Wij zullen het dossier opvolgen, mevrouw de minister.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.12 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 12.