Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 22 mars 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 22 maart 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.24 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.

Le développement des questions et interpellations commence à 14 h 24. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

De voorzitter: De eerste vraag op de agenda is vraag nr. 55024839C van mevrouw Depoorter, die niet aanwezig is.

 

01 Vraag van Kris Verduyckt aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het actieplan ter bestrijding van de illegale handel in vlees van wilde dieren" (55025242C)

01 Question de Kris Verduyckt à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le plan d'action pour lutter contre le commerce illégal de viande d'animaux sauvages" (55025242C)

 

01.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Ik stel deze vraag naar aanleiding van een veroordeling van drie individuen twee maanden geleden, aan wie zware straffen werden opgelegd. Deze zaak trok toen mijn aandacht. Op dat ogenblik herinnerde ik mij dat er in de Kamer een resolutie in verband met deze problematiek werd aangenomen. Er stonden een aantal vrij duidelijke zaken in die resolutie en ik wil graag weten wat de stand van zaken is. Ik verwijs hiervoor naar mijn ingediende vraag.

 

Exact 1 jaar geleden, op 11 februari 2021 stemde deze Kamer voor een resolutie betreffende regulering van de handel in vlees van wilde dieren (doc55/1225/007)

 

De resolutie heeft maar 1 duidelijk verzoek, met name het uitwerken van een nationaal actieplan om een einde te maken aan de illegale handel in vlees van wild dieren. Dit plan heeft betrekking op heel wat bevoegdheidsdomeinen, waardoor coördinatie een must is. Ik neem alvast enkele actiepunten uit de resolutie tekst die naar mijn inschatting van toepassing zijn op uw diensten:

 

g. de Europese en de federale wetgeving aan te vullen, zodat evenredige en ontradende bestuurlijke en strafrechtelijke sancties kunnen worden opgelegd aan de invoerders van illegaal vlees;

 

h. te overwegen een verbod in te stellen op de handel in exotische wilde dieren en planten die, gelet op de wetgeving en regelgeving in het land van herkomst, illegaal zijn aangekocht, vervoerd en verkocht.

 

Welk departement heeft de eindverantwoordelijkheid voor de totstandkoming van het nationaal actieplan tegen de illegale handel in vlees van wilde dieren?

 

Is hierover al overleg gepleegd op een IMC?

 

Graag een stand van zaken betreffende de uitvoering van deze resolutie op uw bevoegdheidsdomeinen.

 

01.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Verduyckt, op 24 september 2020 heeft de uitgebreide interministeriële conferentie Leefmilieu de nationale taskforce Sustainable Wildlife Trade opgericht. Zijn taak is gericht op de handel in uitheemse diersoorten in België, met inbegrip van de specifieke problematiek van vlees van wilde dieren.

 

Mijn administratie, het Directoraat-generaal Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, coördineert de werkzaamheden en de taskforce die volgden na de conferentie Dead or Alive: Towards a Sustainable Wildlife Trade in 2019. Concreet werden er twee subgroepen opgericht, een over de problematiek over de handel in levende uitheemse dieren en de afgeleide producten ervan, de andere over de problematiek van de handel in vlees van wilde dieren. Verschillende openbare en wetenschappelijke instellingen maken deel uit van deze werkgroepen, samen met vertegenwoordigers van de douane en het FAVV, de dienst CITES, het College van procureurs-generaal, het Museum voor Natuurgeschiedenis en de gewestelijke administraties die actief zijn op het vlak van natuurbehoud.

 

Het is van fundamenteel belang dat België efficiënt kan optreden tegen de illegale invoer van vlees van wilde dieren, aangezien België een land van eindbestemming en consumptie is. De impact hiervan op de biodiversiteit is aangetoond, maar ook andere domeinen, zoals de gezondheid van dier of mens, zijn mogelijkerwijze betrokken. Door de onwettigheid van die handel zijn ook horizontale bevoegdheidsdomeinen betrokken, zoals de politie, justitie of de douane, voor grenscontroles. Samen met mijn collega-ministers die voor deze materies bevoegd zijn, moet we zorgen voor multidisciplinair overleg tussen alle actoren en dit volgens de One Health-benadering. Daarom is de uitvoering van het mandaat van de taskforce een van mijn beleidsprioriteiten, zoals ik al heb aangegeven in de algemene beleidsnota's, die ik hier in 2020 en 2021 heb mogen uiteenzetten.

 

In maart 2021 heb ik, net als mijn collega's van de uitgebreide interministeriële conferentie Leefmilieu, nota genomen van de resultaten van de eerste fase van het mandaat van de taskforce. Ze stelden zes beleidsdoelstellingen vast om de illegale handel in vlees van wilde dieren aan te pakken.

 

Daardoor kon de tweede fase van het mandaat van start gaan, met name de ontwikkeling van een project om de strategische doelstellingen te verwezenlijken. De taskforce heeft in 2021 30 acties geïdentificeerd. De concrete uitvoering en budgettering worden momenteel onderzocht om adequaat te kunnen worden omgezet in een nationaal actieplan.

 

Als het ontwerpplan klaar is, zal het voor een eerste goedkeuring aan een uitgebreide ICL worden voorgelegd. Vervolgens komt er, overeenkomstig het Verdrag van Aarhus, een publieksraadpleging, waarna het zeer waarschijnlijk eind dit jaar door de uitgebreide ICL kan worden goedgekeurd.

 

Om zo snel mogelijk de verwachting van de resolutie van 2021 in te lossen, in het bijzonder wat een betere wetenschappelijke kennis van de importstromen betreft, heb ik aan mijn administratie groen licht gegeven om via cofinanciering een BRAIN-onderzoeksproject te ondersteunen in het kader van het federaal wetenschappelijk onderzoek. Het selectieproces van de projecten is nog steeds aan de gang en ik hoop vurig dat het goedgekeurd zal worden. Zo zullen zeer snel een aantal noodzakelijke acties inzake woudvlees opgezet kunnen worden.

 

01.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Ik ben tevreden met het antwoord. De samenstelling van de taskforce geeft alleszins aan dat er veel belang wordt gehecht aan deze problematiek. De multidisciplinariteit is natuurlijk ook voor een stuk de uitdaging van dit thema.

 

Vervolgens hebt u een aantal stappen opgesomd die mij zeer logisch lijken om tot een goed actieplan te komen. Het plan is dus echter nog niet goedgekeurd. De stappen om tot extra wetenschappelijk onderzoek te komen, lijken mij prima.

 

We kijken dus verder uit naar wat het actieplan zal opleveren. Het belangrijkste is natuurlijk dat we, zoals we ook in het krantenartikel gezien hebben, mensen effectief kunnen straffen als ze zich daarmee bezighouden. Zo kunnen we het fenomeen wegdrukken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Vraag van Sander Loones aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Een asymmetrisch beleid" (55025473C)

02 Question de Sander Loones à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La politique asymétrique" (55025473C)

 

02.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb een specifieke vraag over de uitvoering van het regeerakkoord. Het regeerakkoord stelt dat uw regering maatwerk zal leveren: zij zal ingaan op de noden van de deelstaten, die wat verschillend kunnen zijn omdat er geografische verschillen zijn.

 

Ik heb al herhaaldelijk vragen gesteld aan uw collega's, mevrouw Verlinden en de heer Clarinval, over hoe dat precies zal gebeuren en welke aanpak er komt op de verschillende bevoegdheidsdomeinen. Zij antwoordden mij altijd dat zij dat niet zullen doen, omdat dat het de taak is van de vakministers.

 

Op ons aandringen is er toen een brief vertrokken naar u en uw collega's.

 

Ik heb begrepen dat u die nog niet hebt beantwoord, want minister Verlinden zegt mij dat ze enkel een antwoord heeft ontvangen van de ministers Vandenbroucke, Van Peteghem en Dedonder en van staatssecretaris Mahdi.

 

Ik ga ervan uit dat er wordt samengewerkt in de regering en dat als er een brief op uw bureau belandt, u beleefd een brief terugstuurt.

 

Mevrouw de minister, is dat daadwerkelijk gebeurd? Kan een kopie van die brief aan ons worden bezorgd?

 

02.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Loones, de bewuste passage komt uit het regeerakkoord en is duidelijk. Die passage in het regeerakkoord voorziet in de mogelijkheid voor de federale autoriteiten om hun jurisdictie asymmetrisch uit te oefenen. Maar, zoals de tekst vermeldt, dat is een mogelijkheid, geen verplichting.

 

Naar aanleiding van de brief van de minister van Institutionele Hervormingen, die u aanhaalt, heb ik inderdaad de mogelijkheid onderzocht of er al dan niet binnen mijn bevoegdheden een dergelijk initiatief moet worden genomen. Mijn conclusie luidt dat dit heden niet aangewezen is voor mijn bevoegdheden. Bijgevolg bevestig ik u dat ik nog geen voorstellen inzake asymmetrisch beleid binnen mijn bevoegdheden heb bezorgd aan de minister van Institutionele Hervormingen. Mocht ik in de toekomst op dat punt van mening veranderen, dan zal ik niet nalaten om mijn betrokken collega's daarvan in kennis te stellen.

 

02.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Als dat uw analyse is, dan durf ik te suggereren om dat ook beleefd op papier te zetten en aan uw collega's te laten weten. Dan weten zij tenminste waar ze staan. Dat lijkt me wel gepast voor een ploeg die wenst samen te werken.

 

02.04 Minister Zakia Khattabi: Ja, absoluut.

 

02.05  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, zodoende kan ook het Parlement worden geïnformeerd.

 

Ik vind daarnaast wel dat dit een gemiste kans is. U kunt er alle mogelijke analyses over maken, de realiteit is nu eenmaal dat op geografisch gebied de situatie in Vlaanderen helemaal anders is dan de situatie in Wallonië. Wij hebben nu eenmaal niet meer het uitgestrekte open gebied dat wel nog aan de andere kant van de taalgrens bestaat. Daarentegen hebben wij wel de Noordzee, die Wallonië niet heeft. Het komt mij voor dat die situatie verschillend is en daarom best ook verschillend, op maat, wordt aangepakt.

 

02.06 Minister Zakia Khattabi: In mijn antwoord gaat het over de bevindingen tot nu toe.

 

02.07  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, ik apprecieer dat u een herevaluatie mogelijk maakt.

 

De voorzitter: Mijnheer Loones, het was fijn u te zien in deze commissie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De bijeenkomst van de Nationale Klimaatcommissie van 24 februari" (55025661C)

- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De Nationale Klimaatcommissie van 24 februari 2022 en de stand van zaken m.b.t. de burden sharing" (55026223C)

- Christophe Bombled aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De burden sharing in België" (55026251C)

- Bert Wollants aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De stand van zaken m.b.t. de burden sharing 2021-2030" (55026380C)

03 Questions jointes de

- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La réunion de la Commission nationale Climat, le 24 février" (55025661C)

- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La Commission Nationale Climat du 24 février 2022 et la situation sur le plan du partage du fardeau" (55026223C)

- Christophe Bombled à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le burden sharing intra-belge" (55026251C)

- Bert Wollants à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le point en ce qui concerne le burden sharing 2021-2030" (55026380C)

 

03.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de Nationale Klimaatcommissie is op donderdag 24 februari voor de eerste keer dit jaar samengekomen. Het betrof de eerste vergadering onder het nieuwe Vlaamse voorzitterschap. De inzet van de vergadering was meteen hoog, met de hervatting van de onderhandelingen over burden sharing.

 

Mevrouw de minister, hoe is die vergadering verlopen? Wat is er besproken en beslist? Is er al meer duidelijkheid over het tijdpad van de verdere onderhandelingen over burden sharing? Zult u het verslag van de vergadering aan het Parlement bezorgen?

 

03.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, half januari richtte u een oproep tot de bevoegde Vlaamse minister die momenteel de Nationale Klimaatcommissie voorzit om de werkzaamheden inzake burden sharing te hervatten. U verwees naar de onverdeelde 530 miljoen euro, geblokkeerd op een nationale rekening. U wilde een snelle heropstart van de onderhandelingen over de verdeling, om die 530 miljoen euro desgevallend aan te wenden voor structureel beleid om de energiefactuur van de gezinnen te verlagen.

 

Op 24 februari was er dan een bijeenkomst met op de agenda onder meer burden sharing, de stand van zaken van de onderhandelingen, inclusief het voorstel van beslissing voor het responsabiliseringsmechanisme, de organisatie van klimaattafels in het kader van de herziening van de federale beleidslijnen en maatregelen van het NEKP en de planning voor de achtste nationale mededeling van het vijfde tweejaarlijkse rapport in het kader van de UNFCCC-rapportagerichtlijnen.

 

Kunt u toelichting geven bij de resultaten van de bijeenkomst van deze Nationale Klimaatcommissie met betrekking tot de geciteerde geagendeerde onderwerpen?

 

03.03  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, une réunion de la Commission nationale climat a eu lieu le 24 février dernier et les négociations afin de conclure un accord de coopération ont donc redémarré. Vous avez rappelé que 530 millions d'euros se trouvaient sur un compte national et que cette somme ne pourrait être débloquée qu'après un accord ayant trait à la répartition entre autorités fédérale et régionales.

 

Madame la ministre, pourriez-vous dresser un état des lieux de ce dossier? Où en sont les discussions sur le sujet? Quels sont les éléments bloquants? Pourriez-vous préciser le calendrier de ces négociations? Quand estimez-vous que ce nouvel accord de coopération pourra être conclu?

 

03.04  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de collega's hebben de vraag al duidelijk ingeleid. Hoe gaan wij verder met het verhaal van de burden sharing? Ik wil vooral ook graag weten welke prioriteiten u hierbij naar voren wilt schuiven. Welke zijn de volgende mijlpalen die op dit vlak in het verschiet liggen? Op welke manier wilt u hierop wegen vanuit het federale niveau?

 

03.05 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, de NKC-vergadering van 24 februari had eerder een informatief karakter en was niet zozeer een vergadering waar er veel beslissingen werden genomen.

 

À ce stade, les négociations relatives au burden sharing 2021-2030 se déroulent au sein de groupes de travail entre cabinets et pas directement au sein de la Commission nationale climat. La présidence flamande s'est dès lors limitée à présenter un état des lieux sommaire des négociations. Les discussions entre les différents cabinets se poursuivent. Un calendrier précis de la finalisation des discussions n'a pas encore été donné, mais la présidence a indiqué vouloir aboutir à un accord politique dans le courant de l'année et de préférence avant l'été.

 

Daarnaast presenteerde het voorzitterschap zijn jaarprogramma dat zich, naast de burden sharing, concentreert op de voorbereiding van de actualisering van het NEKP 2021-2030 en de voortgangsrapportering van het NEKP 2021-2030. Alle partijen konden zich hierin vinden.

 

De NKC heeft haar jaarlijkse begroting en werkprogramma goedgekeurd. Opvallend is het grote aantal verplichte rapporten dat is opgenomen voor dit jaar en begin volgend jaar, die vooral werk voor de experts binnen de administraties met zich zullen brengen. De achtste nationale mededeling van het vijfde tweejaarlijkse rapport voor de UNFCCC zal tevens een gelegenheid vormen om de balans op te maken van de vooruitgang van de uitvoering van onze internationale verbintenissen voor de periode 2013-2020, alvorens wij officieel op de nieuwe architectuur van de Overeenkomst van Parijs zullen overgaan.

 

La Commission nationale climat a également abordé la réalisation du rapport annuel sur l'exécution de l'accord de coopération burden sharing 2013-2020. Ce qui empêche toujours la réalisation de ce rapport, c'est qu'il manque la partie relative aux énergies renouvelables. C'est toutefois une avancée espérée dans le cadre de la prochaine réunion conjointe CNC-CONCERE du 18 mars 2022.

 

Par contre, la Commission nationale climat n'a pas abordé l'actualisation du PNEC, ni la préparation du rapport de suivi de ce PNEC, dans la mesure où ces points étaient aussi réservés pour la réunion conjointe que je viens d'évoquer.

 

Desalniettemin heeft de federale overheid haar voornemen kenbaar gemaakt om klimaattafels met het middenveld te organiseren in het kader van de herziening van het federale beleid en de federale maatregelen van het NEKP 2021-2030 en heeft zij de Gewesten voorgesteld om zich daar ten minste gedeeltelijk bij aan te sluiten. Vooral met het oog op een versterking van de dialoog tussen de partijen en een grotere synergie in de steun die de federale overheid zou kunnen bieden aan de Gewesten, alsook in het kader van interfederale maatregelen is dat van belang. Deze uitnodiging werd vrij positief ontvangen, maar ook met enige reserve. Zo werden er verduidelijkingen gevraagd om de zaken nog concreter te maken en blijft de timing een uitdaging.

 

Ik beschik momenteel nog steeds niet over het verslag van de vergadering, maar ik zal niet nalaten dit met u te delen zodra het is goedgekeurd.

 

03.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Net als u hopen wij dat de Nationale Klimaatcommissie spoedig tot een goed akkoord kan komen inzake de verdeling van de lasten en de lusten van het klimaatbeleid. De tijd dringt. Het was natuurlijk beter geweest als we geen tijd hadden verloren met het onderhandelen over dit soort verdelingen. Daarom zal de PVDA blijven pleiten voor de herfederalisering van het klimaatbeleid.

 

Daarnaast staan wij erop dat het Parlement inzage krijgt in de volledige verslagen van de Nationale Klimaatcommissie, niet alleen gelet op de openbaarheid van bestuur, maar ook opdat wij onze controlebevoegdheid ten volle zouden kunnen uitoefenen. Wij vinden het bijzonder jammer dat de effectieve onderhandelingen buiten de NKC plaatsvinden, in informele vergaderingen die geen transparantieverplichting hebben. Wij zouden het beter vinden mochten die onderhandelingen gewoon volgens de officiële, democratisch afgesproken procedures verlopen binnen de NKC.

 

03.07  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw Daems, we mogen niet naïef zijn. Die onderhandelingen maken eerst deel uit van een uitwisseling binnen werkgroepen op administratief vlak. De politiek komt dan als laatste om dat gebeurlijk af te kloppen.

 

Mevrouw de minister, dat afkloppen wordt niet eenvoudig. Ik ben heel benieuwd of mevrouw Demir haar aankondiging voor de zomer te zullen landen zal waarmaken. Wat betreft de klimaattafels die krachtdadig werden aangekondigd in uw oorspronkelijke beleidsnota's, zien wij dat het ook niet eenvoudig is om de Gewesten daarin voldoende snelheid te laten nemen. We volgen de zaken verder op.

 

03.08  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Force est de constater que le burden sharing intrabelge n'est jamais un long fleuve tranquille et que rien ne coule de source quant à la répartition des recettes provenant du système européen d'échange des quotas ETS. J'entends qu'un calendrier a été défini. C'est bien, mais il y a actuellement des centaines de millions d'euros qui attendent d'être répartis. En tout cas, plutôt que de dormir sur un compte en banque, ils pourraient aussi et surtout servir à soutenir les ménages en cette période d'explosion des coûts de l'énergie.

 

Madame la ministre, nous comptons sur vous pour que les différentes entités s'accordent au plus tôt sur cette répartition.

 

03.09  Bert Wollants (N-VA): Dank voor uw antwoord, mevrouw de minister. Het wordt vooral afwachten hoe het verder loopt. Ik ben iets minder optimistisch dan mijn collega's over het feit dat er onderhandeld zou worden binnen de Nationale Klimaatcommissie. Ik weet niet of u ooit al hebt onderhandeld met vier partijen en 16 vertegenwoordigers tegelijk. Ik heb zelf in de NKC gezeten en de kans dat daar iets wordt beslist is behoorlijk klein, tenzij er van tevoren al een akkoord was.

 

Ik zie mevrouw de minister bijna knikken, maar dat is inderdaad wel de realiteit. In tegenstelling tot mijn collega denk ik dat een verdere regionalisering van het domein de voorkeur zou genieten. Zo zou het immers beter aansluiten bij bevoegdheden als Milieu, Mobiliteit, Economie enzovoort. Dat is echter weer een heel andere discussie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het tweede deel 'Effecten, aanpassing en kwetsbaarheid' van het zesde IPCC-evaluatierapport" (55025718C)

- Séverine de Laveleye aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het tweede hoofdstuk van het zesde IPCC-rapport" (55025744C)

- Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het tweede deel van het zesde IPCC-rapport" (55026198C)

- Kim Buyst aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het IPCC-rapport" (55026359C)

04 Questions jointes de

- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le 2e volet intitulé "Conséquences, adaptation et vulnérabilité" du 6e rapport d’évaluation du GIEC" (55025718C)

- Séverine de Laveleye à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le deuxième chapitre du sixième rapport du GIEC" (55025744C)

- Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La seconde partie du sixième rapport du GIEC" (55026198C)

- Kim Buyst à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le rapport du GIEC" (55026359C)

 

04.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, op 28 februari 2022 presenteerde het VN-klimaatpanel het tweede deel van zijn zesde assessmentrapport over de klimaatverandering.

 

Zoals gebruikelijk berichtten de kranten over tal van doemscenario’s. Tijdens de persconferentie liet het IPCC duidelijk verstaan dat kiezen voor het doemscenario schuldig verzuim is. Er zijn immers wel degelijk tal van oplossingen om ons te wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, naast de nodige diepe emissiereducties. Het enige wat ontbreekt zijn het beleid en de financiering om ze te realiseren.

 

De wetenschap is duidelijk. De oplossingen zijn er. Wij moeten nu allemaal dringend en versneld actie ondernemen op het gebied van adaptatie om opeenstapelende verliezen en schade te vermijden en naar een klimaatbestendige ontwikkeling te gaan.

 

In uw reactie op het rapport gaf u aan dat de federale ministers momenteel elk op hun domein bekijken welke adaptatiemaatregelen ze kunnen treffen. Dat is zo opgenomen in het federale klimaatrouteplan.

 

Wat is het precieze tijdpad voor de landing van die oefening? Vanaf wanneer zullen de maatregelen worden geïmplementeerd?

 

Zult u aan uw collega-ministers vragen om extra maatregelen te bekijken op basis van de inzichten van het IPCC-rapport?

 

Het IPCC-rapport ziet een goede governance als essentieel voor het voeren van een effectief adaptatiebeleid. In België is de klimaatgovernance echter problematisch. Wat zijn uw plannen om daaraan iets te doen zodat een effectief adaptatiebeleid mogelijk wordt?

 

Zult u de aanbeveling van het IPCC volgen om te zorgen voor een inclusieve vormgeving van het adaptatiebeleid, door het middenveld, lokale burgers en gemarginaliseerde groepen bij het beleid te betrekken?

 

Hoever staat het met de onderhandelingen rond het nieuwe Nationaal Adaptatieplan in de Nationale Klimaatcommissie? Hoe verlopen ze? Wat is het tijdpad voor die onderhandelingen?

 

Wanneer zult u ervoor zorgen dat België zijn bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering optrekt in lijn met de noden? U gaf tijdens een interview zelf nog aan dat die bijdrage te beperkt was.

 

Tot slot, welke positie heeft België ingenomen rond het begrip loss and damage in de validatie van het IPCC-rapport?

 

04.02  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, ma question est forcément assez similaire à celle de ma collègue, mais je vais quand même la poser car, il n'y a rien à faire, le rapport du GIEC – plus exactement le second chapitre du sixième rapport d'évaluation –, qui traite ici spécifiquement des impacts, de l'adaptation et de la vulnérabilité au changement climatique, constitue un moment important. Il est peut-être passé un peu trop sous le radar vu le contexte international de la crise en Ukraine, mais on sait que la crise climatique reste probablement la crise majeure à laquelle nous sommes confrontés.

 

Je vais utiliser ma minute pour rappeler ce que ce rapport met en avant, du moins dans les grandes lignes. D'abord, le caractère irréversible des effets du changement climatique et l'augmentation des risques et dangers, avec une hausse de 1,5 degré que l'on sait, de toute façon, inévitable. En outre, les impacts à venir d'ici 2040 seront significativement plus forts que ceux déjà observés aujourd'hui. Le rapport souligne également que près de la moitié de l'humanité vit dans des environnements de grande vulnérabilité au changement et en subit les effets de façon disproportionnée. Il souligne enfin que les changements climatiques interagiront avec d'autres risques, ce qui mènera à des risques en cascade, dans certaines régions du moins.

 

Le GIEC rappelle aussi le rôle central de la nature pour notre résilience et l'importance, dès lors, de la préserver. Le rapport souligne cependant aussi, et cela je pense que c'est très important, que les modes de développement passés et actuels ont accru l'exposition des écosystèmes et des populations aux risques climatiques et que les politiques climatiques à court terme seront déterminantes pour nos capacités d'adaptation aux changements, qui sont inéluctables.

 

En bref, le rapport souligne à nouveau l'urgence, tant en matière de diminution de nos émissions qu'en matière de mise en œuvre de réelles politiques d'adaptation. Je vous interrogeais déjà à la suite de la sortie du premier chapitre, mais cela m'intéresse bien évidemment d'avoir votre analyse après la sortie de ce deuxième chapitre. Mes questions additionnelles à celles qu'on a déjà pu entendre sont les suivantes: quels apprentissages tirez-vous de ce nouveau chapitre et comment allez-vous intégrer le suivi de ce chapitre dans votre travail transversal au niveau de la politique du gouvernement fédéral?

 

04.03  Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, comme on l'a indiqué, le 28 février 2022, le GIEC publiait la seconde partie de son sixième rapport, laquelle porte sur les impacts, l'adaptation et la vulnérabilité.

 

Si, dans son cinquième rapport, le GIEC mentionnait les impacts futurs potentiels du changement climatique, le présent est privilégié dans ce sixième rapport, tandis que le futur est employé de manière plus assertive: le changement climatique a et aura des effets sur le monde. Aussi est-il nécessaire de mettre en place des politiques d'adaptation au sein des pays en voie de développement, mais aussi des pays industrialisés, comme le démontrent notamment les inondations du mois de juillet en Belgique et en Allemagne.

 

Madame la ministre quel est votre retour sur ce rapport? Quels enseignements en tirez-vous? Dans quelle mesure influencera-t-il la politique internationale de notre pays en matière de climat?

 

Les éléments de ce rapport seront-ils pris en compte dans le cadre de la révision du PNEC et du projet de la task force fédérale sur l'adaptation devant être lancée dans les prochains mois?

 

Une attention particulière est accordée par les auteurs du texte à la notion de "pertes et préjudices". La déclaration de la COP26 consacrait déjà un chapitre à ce point et évoquait notamment l'importance de "fournir un soutien renforcé et supplémentaire aux activités traitant des pertes et dommages avec les effets néfastes du changement climatique". Pouvons-nous obtenir des informations sur les initiatives lancées depuis la publication de cette déclaration?

 

Qu'en est-il des négociations relatives aux accords de coopération burden sharing? La situation actuelle est particulièrement contraignante et empêche toute avancée en matière de financement climat international, un sujet dont le texte du GIEC souligne l'importance. Pouvez-vous nous indiquer les initiatives mises en œuvre par vos soins en vue d'aboutir à un accord?

 

04.04  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, soms lijkt het alsof de gevolgen van de klimaatcrisis naar de achtergrond verdwijnen zodra ze niet meer vooraan in het nieuws staan. Zeker als we dan ook nog eens geconfronteerd worden met een oorlog in Oekraïne, lijkt de klimaatcrisis minder belangrijk te worden. Niets is natuurlijk minder waar. Het tweede deel van het IPCC-rapport windt er dan ook geen doekjes om: "We moeten ons nu aanpassen, of later lijden", staat onomwonden in het rapport. Dat is duidelijke taal.

 

De collega's verwezen er al naar: de impact is nu al voelbaar. Door de klimaatverandering verdwenen er al honderden plant- en diersoorten op land en ter zee. Extreme weerfenomenen hebben al miljoenen mensen in de voedsel- en wateronzekerheid geduwd. Overal ter wereld, ook in ons land, is de impact van de klimaatverandering voelbaar.

 

Klimaatadaptatie en klimaatbeleid moeten nu hand in hand gaan. We hebben niet langer de luxe om het een of het andere te doen. We moeten erger voorkomen, en dat doen we door ons te wapenen en ons aan te passen. De Ecolo-Groenfractie is altijd van oordeel geweest dat België daarin een proactieve rol in de Europese en internationale onderhandelingen moet spelen.

 

Welke lessen trekt u uit het klimaatrapport?

 

De regering heeft besloten een soort van 'OCAD voor het klimaat' op te richten. Hoever staat het daarmee?

 

U drukte al de wens uit om te werken aan een nieuw nationaal klimaatadaptatieplan. Hoe zal dat tot stand komen? Hebt u al stappen op dat vlak gezet?

 

Het tweede deel van het IPCC-rapport toont het belang aan van een sterke internationale klimaatfinanciering. Hoe zal onze regering de kwetsbare regio's in de wereld beter ondersteunen?

 

04.05  Zakia Khattabi, ministre: Chers collègues, effectivement, comme vous l'avez tous dit, le dernier rapport du GIEC met une nouvelle fois en lumière l'urgence à laquelle nous sommes confrontés et la nécessité de prendre des mesures immédiates, tant du point de vue de l'atténuation que de l'adaptation, du risque de pertes et de dommages. Ce nouveau rapport renforce et conforte ma volonté de saisir l'occasion non seulement de la révision du PNEC, mais aussi des négociations sur le burden sharing actuellement en cours sous la présidence de ma collègue Zuhal Demir, en vue de renforcer nos ambitions, la collaboration et la cohérence de notre politique climatique. Vous avez rappelé tous les éléments du rapport en matière d'impact, d'adaptation et de vulnérabilité. Permettez-moi d'en pointer quelques-uns uns également.

 

Le rapport met en avant l'interaction entre les impacts, les risques associés au changement climatique et d'autres types de risques. Pour éviter des effets de cascade, la sauvegarde de la biodiversité et des écosystèmes est un élément central dans l'adaptation et l'atténuation au changement climatique. Parmi d'autres enseignements dans ce rapport figure le lien entre la capacité d'adaptation et l'amplitude du réchauffement. Le rapport confirme que les actions visant à limiter le réchauffement planétaire autour de 1,5 degré réduirait considérablement les pertes et les dommages par rapport à des niveaux de réchauffement plus élevés. L'ampleur des impacts à moyen, à long terme et les risques qui y sont associés dépendent fortement des mesures d'atténuation que l'on prendra à court terme.

 

Le GIEC met également l'accent sur l'importance de l'engagement et du suivi des cadres institutionnels, des politiques et des instruments assortis d'objectifs et de priorités claires ainsi que des processus de gouvernance inclusifs. Ceci constitue autant de facteurs déterminants pour le succès de la politique climatique en général et des politiques d'adaptation en particulier.

 

Ik juich de aandacht van het IPCC voor dat aspect toe. Ik heb het eerste jaar van mijn mandaat veel aandacht besteed aan de uitwerking van een governancekader. Dat blijf ik een essentieel onderdeel van het federale klimaatbeleid vinden. Er wordt soms wat meewarig gekeken naar het uitwerken van processen, maar zoals de wetenschappers benadrukken is het garanderen van transparantie en betrokkenheid van de stakeholders geen detail. Het is een van de randvoorwaarden voor een rechtvaardig en slagkrachtig beleid. Ik zal dan ook geen moeite sparen om op federaal en nationaal niveau te blijven pleiten voor samenwerking en het actief betrekken van alle betrokkenen.

 

Op federaal niveau wordt op mijn initiatief inderdaad gewerkt aan de voorbereiding van een coherente reeks adaptatiemaatregelen. Mijn collega's van de regering en ik werken, met de steun van alle betrokken departementen, een reeks van acht actievoorstellen uit. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een document waarin die voorstellen worden geconsolideerd. Dat document zal binnenkort voor validering worden voorgelegd binnen de regering. Vervolgens wordt het gepubliceerd voor een openbare raadpleging. De feedback en input van alle betrokken actoren is een belangrijk onderdeel van het proces. Na afloop van de raadpleging zal een definitief ontwerp aan de ministerraad worden voorgelegd.

 

Tegelijkertijd wordt binnen de Nationale Klimaatcommissie gewerkt aan een nieuw nationaal adaptatieplan. Een interfederale werkgroep werkt aan een voorstel. Het doel is een samenhangend kader te ontwikkelen voor een geïntegreerd aanpassingsbeleid, waarbij synergie en samenwerking tussen de federale en gewestelijke overheden worden bevorderd. Concrete maatregelen in die zin met nationale draagwijdte zullen worden geïdentificeerd.

 

De bevindingen van de wetenschappers bevestigen ook de beslissing van deze regering om onze capaciteit inzake risicoanalyses te versterken. Het rapport is expliciet over het feit dat de onderkenning en een goede identificatie van de risico's bijdragen tot een sterker adaptatie- en mitigatiebeleid, een beleid dat ook bijdraagt tot het reduceren van de risico's. Dat is exact wat ik beoog met de oprichting van het 'OCAD Klimaat'. We werken aan de creatie van een operationalisering, in dialoog met de stakeholders.

 

Ik ben het er absoluut mee eens dat de klimaatfinanciering omhoog moet. Daarom streef ik naar een verdere stijging van onze federale bijdrage, zoals in het regeerakkoord is vastgelegd. We moeten onze engagementen uit het Akkoord van Parijs naleven. Er is alvast sprake van een zeker groeipad sinds deze regering in het zadel zit. In 2021 namen mijn collega-minister Kitir en ikzelf maatregelen om de federale bijdrage te doen stijgen naar 100 miljoen euro. Vanaf 2022 zal de totale Belgische klimaatfinanciering verder oplopen, tot naar schatting ongeveer 135 miljoen euro.

 

De gesprekken over een nieuw samenwerkingsakkoord met de Gewesten zijn voor mij ook een gelegenheid om te streven naar een stijging van de Belgische bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering.

 

Comme M. Senesael l'a indiqué, la déclaration de la COP26 consacrait un chapitre sur les pertes et dommages.

 

Er werd de Glasgowdialoog en loss and damage opgericht, met als doel dat er een regeling bekomen zou worden rond de financiering van activiteiten om verlies en schade af te wenden, te minimaliseren en in kaart te brengen. Als EU-lidstaat zullen we proactief deelnemen aan deze dialoog. Naast de Glasgowdialoog zijn er eveneens discussies gaande over het Santiagonetwerk, dat werd opgericht om technische steun voor verlies en schade samen te brengen en te versnellen. We steunen uiteraard de verdere operationalisering van dit netwerk en zetten ons in om de internationale samenwerking hieromtrent te verbeteren.

 

04.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, na het verschijnen van het rapport hebt u zelf nog gezegd dat het nog mogelijk is de loop der dingen te veranderen als de politieke wil ervoor aanwezig is, hoewel de vaststellingen verontrustender dan ooit zijn. Wij bespeuren bij u alvast goede intenties, maar goede intenties zijn natuurlijk niet voldoende. Wij hebben nu dringend en versneld actie nodig. We rekenen erop dat u daarvoor zorgt en dat het niet bij plannen blijft.

 

Het IPCC-rapport stelt immers vast dat veel adaptatieplannen niet, nauwelijks of niet tijdig geïmplementeerd worden. We willen echte maatregelen en geen papieren tijgers. We moeten ook iets doen aan onze nationale governance, zodat België als geheel, en niet alleen de federale overheid, gecoördineerd en coherent kan optreden tegen de klimaatverandering en haar gevolgen. Die governance moet zo inclusief mogelijk zijn en actief luisteren naar de bevolking.

 

Last but not least, België moet zijn historische verantwoordelijkheid opnemen door zijn bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering in lijn te brengen met de noden en te zorgen voor vergoeding van verlies en schade.

 

04.07  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Vous avez souligné toute une série d'éléments importants, notamment la mise en place, enfin, de mesures d'adaptation. On sait que c'était le parent pauvre jusqu'ici. On attend donc de voir comment cela va se concrétiser, mais je pense que l'expérience de cet été nous montre l'urgence d'aboutir. Vous êtes donc assuré de notre soutien en la matière.

 

Il est évident que la révision du PNEC va être un élément déterminant de cette législature, en plus de l'accord sur les énergies renouvelables de la semaine dernière. C'est un énorme levier. On vous soutient pour être la plus ambitieuse possible. Je pense que vous avez raison de souligner que la Belgique ne figure pas du tout parmi les mauvais élèves sur le financement climatique, mais il y a encore des progrès à faire. S'il vous plaît, parlez avec vos collègues et n'oubliez pas de mettre la main au portefeuille, surtout que ces cent millions devaient normalement être additionnels à l'aide publique au développement. Ce n'est pas le cas pour l'instant. En ce qui concerne les "pertes et dommages", la Wallonie a montré la bonne direction. Vous avez emboîté le pas. J'espère qu'on va pouvoir concrétiser.

 

Je terminerai en disant que nous sommes à un momentum particulier avec cette guerre en Ukraine, on l'a souligné. On sent déjà les forces réactionnaires se réveiller face à la gestion de cette crise. On sait que c'est le moment d'accélérer la transition et de ne pas se tromper de transition, ne pas faire plus que ce qu'on a toujours fait au détriment des engagements en termes de biodiversité, en termes de circuits courts, de stratégie européenne Farm to Fork alors qu'on sait – je crois que vous allez y revenir plus tard avec une question de ma collègue – que les mauvaises solutions sont à nouveau sur la table. On compte sur vous pour être extrêmement attentive.

 

Je voudrais totalement clôturer en disant que nous avons plusieurs jeunes qui vous écoutent aujourd'hui, des jeunes de l'université, d'écoles secondaires. On sait à quel point c'est le moment d'être responsable pour la génération future. Il nous reste très peu de temps. Vous avez notre soutien entier, madame la ministre, pour être la plus ambitieuse possible.

 

04.08  Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre analyse, les pistes d'action proposées, le renforcement des financements, le soutien renforcé aux activités traitant des pertes et dommages. On ne peut que vous encourager à concrétiser vos intentions positives et prospectives au mieux et au plus vite.

 

On sait qu'on peut compter sur votre détermination, votre ambition. Ma collègue l'a rappelé. J'insiste tout particulièrement sur la prise en considération de ce rapport pour la révision du PNEC.

 

D'avance, je vous remercie pour vos actions.

 

04.09  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, in september 2021 hebben wij over dat rapport al een uitwisseling gehad, toen het eerste deel uitkwam. Opnieuw drukt dit rapport ons met de neus op de feiten, zoals ik in de vraagstelling al heb gezegd, dat de inspanningen opgedreven moeten worden, internationaal en Europees. Voor onze fractie is het heel belangrijk dat België daarin een proactieve rol speelt. Het doet mij deugd om hier vandaag een minister te horen die een proactieve rol naar waarde wil schatten, die een OCAD voor het klimaat wil oprichten, die wil werken aan een nieuw klimaatadaptatieplan.

 

Vorige week hebben wij in de Interparlementaire Klimaatdialoog een hoorzitting gehad met de heren Bruyninckx en Wittoeck. Zij stelden heel duidelijk dat wij, als we de klimaatcrisis willen aanpakken, een transitie nodig hebben op alle economische vlakken. Heel dikwijls spreken we alleen over energie, maar het gaat ook over voedsel, productie en mobiliteit. Zij hebben ook laten verstaan, waarnaar ook u hebt verwezen, dat loss and damage en adaptatie alleen maar belangrijker zullen worden in de internationale onderhandelingen, dus ook in de rol die wij met België zullen opnemen. Tot slot hebben zij samenwerking als sleutelwoord gebruikt, waarnaar u eveneens hebt verwezen. Die samenwerking wilt u duidelijk bereiken. Ik hoop alleen maar dat de verschillende regeringen in ons land diezelfde wens hebben. Ik hoop dat de Vlaamse regering nu eindelijk durft te kiezen voor innovatie voor haar bedrijven en voor gezondheid voor haar burgers. Ik hoop dat klimaat voor de Vlaamse regering niet enkel een excuus is om partijpolitieke spelletjes te spelen, maar dat het die regering eindelijk echt aanzet tot handelen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mélissa Hanus à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La promotion de la mobilité douce ou partagée dans les publicités pour voitures" (55025856C)

05 Vraag van Mélissa Hanus aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De boodschap ter bevordering van een actieve of gedeelde mobiliteit in autoreclames" (55025856C)

 

05.01  Mélissa Hanus (PS): Madame la ministre, un décret français propose de pouvoir soutenir la mobilité alternative à la voiture dans les publicités pour voitures. L'idée est de promouvoir une mobilité plus respectueuse de l'environnement et, dans certains cas, une mobilité meilleure pour la santé.

 

Cette initiative est portée par Barbara Pompili, ministre de l'Écologie en France, et s'inspire du modèle existant en matière d'alimentation dans lequel on promeut une alimentation plus équilibrée, meilleure pour la santé, ni trop grasse, ni trop salée.

 

Selon ce même principe, depuis le début de ce mois, dans les publicités pour voitures, la France promeut des messages pour les trajets courts, pour la marche ou le vélo, pour le covoiturage, pour les transports en commun. Ces mentions sont maintenant obligatoires dans les publicités pour voitures pour soutenir la mobilité alternative à la voiture thermique.

 

Madame la ministre, comptez-vous soutenir cette idée que je propose en Belgique? La mise en œuvre d’un tel dispositif est-elle sur la table en Belgique? Si non, êtes-vous prête à l'étudier? Si oui, pouvez-vous nous fournir de plus amples informations à propos des contacts entretenus avec vos collègues compétents aux niveaux fédéral et des entités fédérées?

 

En outre, l'ONG Greenpeace a récemment lancé une pétition en faveur de l'interdiction de la publicité pour les combustibles fossiles et pour les transports alimentés par des combustibles fossiles. Avez-vous pris connaissance de cette pétition? Le cas échéant, pouvons-nous obtenir votre point de vue à ce sujet? De manière plus générale, pouvons-nous obtenir des informations quant aux contacts entretenus avec vos collègues compétents aux niveaux belge et européen quant à la question de la publicité pour les sources d'énergie fossiles? Quelle est votre position à ce sujet?

 

Enfin, me rejoignez-vous dans l'idée de promouvoir la mobilité alternative dans les publicités pour voitures en Belgique?

 

05.02  Zakia Khattabi, ministre: Merci pour votre question, madame la députée. Je salue tout d'abord l'initiative française. Il est vrai que l'impact des messages positifs est toujours plus important que les autres. S'agissant de ce type de campagne positive, je tenais à vous dire que des campagnes régionales faisant la promotion de la mobilité alternative existent. Que ce soit à Bruxelles, à travers les campagnes très positives de ma collègue Elke Van den Brandt, ou en Wallonie, ces campagnes existent. Une campagne qui accompagne la publicité pour la voiture en tant que telle n'existe pas. Elle relèverait sans doute de la compétence de la Protection des consommateurs ou de l'Économie, mais je n'ai pas creusé la question. On pourrait le faire à partir de votre question.

 

Concernant l'interdiction de la publicité pour les voitures thermiques, je dois vous dire qu'à titre personnel, j'y suis totalement favorable. Elle me paraît logique et en cohérence avec ce qui se profile notamment comme interdiction des voitures thermiques sur le territoire européen. Avant d'en interdire la vente, autant en interdire la publicité en amont. C'est ma position personnelle.

 

Je vous signale que dans le cadre de la gouvernance climatique, la proposition est sur la table et je suis en train d'y travailler avec mon collègue en charge de l'Économie. Je mène cette discussion avec lui et nous souhaitons y associer nos collègues en charge de la Protection des consommateurs, de la Mobilité et des Finances. Le travail est donc en cours.

 

05.03  Mélissa Hanus (PS): Madame la ministre, merci pour votre réponse et votre franchise sur les différentes questions que je vous ai posées dans le cadre de ce dossier. Effectivement, afin de baisser les émissions de gaz à effet de serre, la mobilité de demain devra être décarbonnée tant au niveau de la production de l'énergie que du parc automobile.

 

Combiné au dernier accord gouvernemental et injectant des moyens dans le développement du renouvelable, ce type de message promotionnel positif est à mon sens une première étape afin d'inciter les propriétaires de nouveaux véhicules à se tourner vers une mobilité plus respectueuse de l'environnement et, comme je le disais, vers une mobilité meilleure pour la santé dans certains cas.

 

Mon groupe n'hésitera pas à aller dans le sens de cette idée qui émane de France. Nous ferons prochainement une proposition de résolution afin d'obliger la diffusion de ce genre de message – surtout de publicités de véhicules à moteurs thermiques. Nous ferons vivre ce sujet au sein de cette commission.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- Malik Ben Achour à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La résolution sur la pollution plastique adoptée par les Nations Unies" (55026199C)

- Séverine de Laveleye à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La résolution sur le plastique lors de l’ANUE-5" (55026209C)

- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "UNEA-5, la cinquième session de l'Assemblée des Nations Unies pour l'environnement" (55026222C)

- Christophe Bombled à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L’Assemblée des Nations Unies pour l’environnement" (55026252C)

- Barbara Creemers à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le traité relatif à la lutte contre la pollution causée par le plastique" (55026275C)

06 Samengevoegde vragen van

- Malik Ben Achour aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De door de Verenigde Naties goedgekeurde resolutie over plasticvervuiling" (55026199C)

- Séverine de Laveleye aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De tijdens UNEA-5 aangenomen resolutie over plasticvervuiling" (55026209C)

- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "UNEA-5, de vijfde sessie van de Milieuvergadering van de Verenigde Naties" (55026222C)

- Christophe Bombled aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De VN-Milieuvergadering" (55026252C)

- Barbara Creemers aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het verdrag tegen plasticvervuiling" (55026275C)

 

Le président: M. Malik Ben Achour est absent.

 

06.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, les chefs d'État, les ministres de l'Environnement et d'autres représentants de 175 nations ont approuvé, lors de l'Assemblée des Nations Unies pour l'Environnement (ANUE-5), une résolution historique visant à mettre fin à la pollution par les plastiques et à élaborer un accord international juridiquement contraignant d'ici 2024. La résolution porte sur l'ensemble du cycle de vie du plastique, y compris sa production, sa conception et son élimination.

 

Cette décision intervient alors que l’Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) a sorti, tout récemment, un rapport sur l’usage du plastique dans le monde. Ce rapport montre que 460 millions de tonnes de plastiques ont été produites en 2019 dans le monde, générant 353 millions de tonnes de déchets dont moins de 10 % sont actuellement recyclés et 22 % abandonnés dans des décharges sauvages, brûlés à ciel ouvert ou rejetés dans l’environnement. Le rapport rappelle encore, si cela devait être nécessaire, que l'empreinte carbone du cycle de vie des plastiques est importante et contribue à 3,4 % des émissions mondiales de gaz à effet de serre tout au long de leur cycle de vie.

 

En 2019, les plastiques ont généré 1,8 milliard de tonnes d'émissions de gaz à effet de serre, dont 90 % proviennent de leur production et de leur conversion à partir de combustibles fossiles. À cela, on sait qu’on doit ajouter les préoccupations pour la faune, la flore et la santé humaine. En effet, on sait qu'il y a notamment beaucoup de perturbateurs endocriniens dans les plastiques, perturbateurs dont on connaît les effets sur la santé. Cet aspect est bien documenté dans le NAPED que vous coordonnez.

 

Face à ce constat, on ne peut que saluer la décision qui a été prise lors de l’ANUE-5. Cependant, je me pose plusieurs questions. Ainsi, dans quelle mesure pouvons-nous espérer un traité dans le délai de 2024 annoncé? Quel rôle la Belgique a-t-elle tenu dans l'aboutissement de la résolution? Quels objectifs la Belgique va-t-elle suivre dans le cadre des négociations? Cette perspective permet-elle à la Belgique d’avancer plus vite sur la restriction des plastiques à usage unique? On sait que vous y travaillez, mais c'est fort compliqué. Enfin, quel est le niveau d’ambition que nous pouvons espérer à ce stade?

 

06.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, er is wereldwijd, gelukkig, alsmaar meer aandacht voor plasticvervuiling. Er is blijkbaar op de vijfde sessie van de Milieuvergadering van de VN een baanbrekende resolutie gestemd over de vermindering van plasticvervuiling, de verontreiniging door bepaalde chemische stoffen en de ontwikkeling van nature-based solutions.

 

Conform de resolutie zou er een juridisch bindend instrument worden uitgewerkt. Wat de nature-based solutions betreft, wijst u erop dat er nu een solide, gemeenschappelijke definitie en een gemeenschappelijk kader zijn aangenomen, die de noodzaak erkennen om terrestrische en mariene ecosystemen op duurzame wijze te beschermen, in stand te houden, te herstellen, te gebruiken en te beheren. Ook op het vlak van chemicaliën en afval heeft de EU een reeks engagementen verkregen. Die omvatten onder andere een gezamenlijke evaluatie van het milieuprogramma van de VN en de WHO op het vlak van hormoonverstoorders.

 

In welke zin heeft België in die dossiers een belangrijke rol gespeeld om het afgesproken ambitieniveau te bereiken? Welke zijn de engagementen om opties over een aanpak van het probleem van de asbestproducten in het milieu aan te reiken? In welke zin steunde België het cosponsorschap van de kwestieuze resolutie door de EU en kunt u meer uitleg geven bij het op te richten intergouvernementele panel?

 

06.03  Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, madame la ministre, la cinquième Assemblée des Nations Unies pour l'Environnement s'est déroulée dernièrement. Trois textes majeurs y ont été adoptés. L'un d'eux concerne la réduction de la pollution plastique, de produits chimiques et déchets, et le développement de solutions "basées sur la nature". Par ailleurs, une définition et un cadre solides, communs des solutions basées sur la nature reconnaissant la nécessité de protéger, conserver, restaurer, utiliser durablement et gérer les écosystèmes terrestres et marins a été adoptée. Enfin, une série d'engagements sur les produits chimiques et les déchets ont été obtenus.

 

Madame la ministre, concrètement, quelles avancées pour notre pays a permis cette Assemblée des Nations Unies pour l'Environnement? Quels objectifs souhaitez-vous mettre en avant? Quel est le calendrier de leur mise en œuvre? Quelles seront les coopérations prévues avec vos collègues régionaux? Quelle sera la méthode utilisée pour coordonner les actions avec les entités fédérées? De quelle manière la coordination des pays européens sera-t-elle assurée?

 

06.04  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, als ecologisten houden wij natuurlijk van historische resoluties met hoge ambities, maar bij de volgende stap, de onderhandelingen, zullen wij het moeten waarmaken.

 

In deze tijden zijn heel hoge ambities ontzettend belangrijk. Gelet op de huidige grondstoffencrisis zonder voorgaande, is het superbelangrijk dat wij grondstoffen gebruiken waarvoor zij absoluut nodig zijn. Als er alternatieven bestaan, mogen wij geen aardolie gebruiken. Ik denk aan het plastic bakje, dat bovendien maar één keer gebruikt wordt.

 

The proof op the pudding is in the eating. Nu zal het grote werk beginnen en nu beginnen ook de lobbyisten. Ik heb grote verwachtingen, maar ook een paar concrete vragen voor u.

 

Welke concrete ambities en maatregelen zult u voor ons land verdedigen tijdens de onderhandelingen?

 

Voor welke maatregelen zult u verdedigen dat zij bindend zouden moeten zijn?

 

Collega's vroegen al naar de samenwerking. Hoe zit die in elkaar?

 

Hoe zult u erop toezien dat het verdrag eerlijk is en ook in maatregelen voorziet voor de landen die nu het meest lijden onder de wereldwijde plasticvervuiling?

 

06.05 Minister Zakia Khattabi: UNEA-5 heeft inderdaad verschillende belangrijke resultaten voortgebracht. Er werden resoluties aangenomen over de vermindering van plasticvervuiling, chemische stoffen en afval en de ontwikkeling van zogenoemde nature-based solutions.

 

Concernant la résolution sur les produits chimiques, la Belgique a notamment porté des propositions concrètes sur les contaminants d'amiante dans les produits et l'environnement, sur les perturbateurs endocriniens et sur les pesticides. L'UNEA demande explicitement au directeur exécutif de l'UNEP, en coopération avec l'OMS, de présenter lors d'UNEA-6 en février 2024, "a full range of options to address asbestos contaminants in products and the environment".

 

J'ai soutenu la présidence française du Conseil de l'Union et la Commission européenne dans le processus de négociation à Nairobi. Sans la détermination des experts belges, que je souhaite souligner ici, cette proposition ne serait pas traduite en actions aujourd'hui. Je le dis d'autant plus volontiers que le mérite revient véritablement à l'expertise de nos négociateurs.

 

La Belgique, tout comme le reste de l'Union européenne, a soutenu dès le départ la proposition défendue notamment par la Suisse et visant à établir un panel d'experts indépendants pour contribuer davantage à la gestion rationnelle des produits chimiques et des déchets ainsi qu'à la prévention de la pollution.

 

Dat panel zal, zoals het IPCC voor het klimaat en het IPBES voor de biodiversiteit, een belangrijk sluitstuk vormen voor de op de wetenschap gebaseerde aanpak van de triple planetary crisis.

 

L'ambition affichée dans la résolution est que ce panel intergouvernemental soit établi pour 2024.

 

Voorts betekent de definitie in de resolutie rond nature-based solutions dat het concept, dat steeds vaker als oplossing naar voren wordt geschoven, ook in andere processen op een goede manier kan worden gebruikt en dat wij greenwashing via dat concept kunnen vermijden.

 

De resolutie met betrekking tot het internationale onderhandelingscomité rond plasticvervuiling vormt een mijlpaal in de strijd tegen de plasticvervuiling. Er wordt immers gevreesd dat in 2025 liefst 150 miljoen ton afval, met inbegrip van plastic dus, in de oceanen zal drijven en dat tegen 2050 het gewicht van plastic in de oceaan het gewicht van de vissen zal overtreffen.

 

 

Plastic, zwerfvuil en microplastics zijn niet enkel een gevaar voor mariene ecosystemen. Doordat microplastics in onze voedselketen terechtkomen, kunnen ze ook een gevaar vormen voor de menselijke gezondheid.

 

Mme de Laveleye l'avait souligné.

 

La question d'un outil juridiquement contraignant fut un point central dans l'ordre des travaux et notre priorité. Je me félicite que son principe en soit acquis et que le comité intergouvernemental de négociation dispose d'un mandat solide pour mener à bien ses travaux.

 

Conformément à la décision adoptée, le directeur exécutif de l'UNEP devra convier un groupe de travail ad hoc à composition non limitée pour tenir une réunion au cours du premier semestre 2022 afin de discuter du calendrier et de l'ordre des travaux de l'INC. L'ambition est de clôturer ces travaux pour fin 2024. L'ampleur du problème ne nous permet pas de perdre davantage de temps.

 

Pour assurer son succès, un nombre suffisant de réunions de l'INC devra être fixé par le groupe de travail ad hoc. Le positionnement de la Belgique passera comme de coutume par la voie diplomatique européenne. Nous continuerons à contribuer de manière constructive et ambitieuse à l'élaboration de ce positionnement et nous insisterons pour que l'Europe engage les moyens nécessaires pour garantir le succès de l'INC.

 

Het is zowel nodig om bijkomende stappen te zetten in het Europese beleid inzake plasticvervuiling als om op internationaal niveau een georkestreerde aanpak uit te werken, om ook die landen vooruit te helpen die het meest te lijden hebben van plasticvervuiling.

 

Une concertation nécessaire en amont aura lieu au niveau européen entre les experts concernés. Le mandat de l'INC va, comme nous le souhaitions, au-delà des déchets marins. Il couvre la pollution plastique de manière générale et l'ensemble du cycle de vie des plastiques. Il comprend des dispositions visant à la promotion de modes de consommation et de production durables, au design durable des produits et matériaux et à l'économie circulaire, aspects sur lesquels nous veillerons à apporter un haut niveau d'ambition.

 

België onderneemt hier al heel wat actie voor via het omzetten van de Europese subrichtlijn, het federaal actieplan circulaire economie of het federaal actieplan marien zwerfvuil.

 

En ce qui concerne la restriction des plastiques à usage unique, l'arrêté royal a été publié le 17 janvier 2022, et nous sommes en train de préparer un second arrêté royal sur la base d'une consultation approfondie du secteur. C'est l'une des actions du plan fédéral Économie circulaire, plus précisément la mesure six, qui consiste à supprimer certains produits à usage unique et à favoriser les solutions de substitution réutilisables garantissant une diminution de l'incidence de ces produits sur l'environnement et la santé, et ce, sur la base d'une analyse de l'ensemble du cycle de vie. Cette résolution aidera certainement la Belgique à prendre des décisions responsables.

 

Het engagement van de internationale gemeenschap gaat alvast de goede richting uit. De samenwerking en coördinatie met de regio's en de EU inzake deze thematiek zal via de geijkte wegen en overlegfora plaatsvinden.

 

En ce qui concerne vos questions liées au milieu marin, je vous invite à interroger mon collègue le ministre Van Quickenborne, qui est chargé de cette compétence.

 

Le président: Cela a été fait ce matin.

 

06.06  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le président. Nous imaginons que M. Van Quickenborne reviendra au moins une fois encore en commission avant la fin de la législature.

 

Madame la ministre, nous ne sommes pas toujours fiers de ce que nous arrivons à mettre en place, mais si la Belgique ainsi que l'Europe ont joué le rôle que vous nous décrivez aujourd'hui, soyons fiers et heureux de ce qui a été accompli.

 

Vous parlez du premier semestre 2022, soit très bientôt. L'année 2024, c'est demain! J'espère que le poids des lobbies, qui vont aussi se mettre en marche pour faire valoir leurs priorités, ne retardera pas trop les travaux et ne diminuera pas vos ambitions.

 

Vous faites bien de rappeler que, dans les plans belges, nous l'avons déjà envisagé et que vous travaillez actuellement à un nouvel arrêté royal pour aller plus loin que le minimum demandé par la directive européenne sur le single-use plastic. Je sais que c'est difficile et j'espère réellement que cette nouvelle dynamique des Nations Unies amènera tout le monde dans le bateau de la transition quant au plastique. Nous attendons pour très vite les résultats tant au niveau fédéral que des Nations Unies. Nous y reviendrons donc très bientôt.

 

06.07  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het is uiteraard een stap vooruit dat er op VN-niveau zeer grote aandacht is voor het probleem van het plastic, dat niemand meer zal ontkennen en dat moet worden aangepakt. U hebt ter zake heel wat initiatieven ontvouwd, zowel voor de toekomst als in het recente verleden.

 

In ieder geval bestaat die sector en moet die kunnen meegaan in dit verhaal. Ik hoop dat men in de sector inderdaad ook voor duurzaamheid gaat op diverse vlakken. De voorstellen van de heer Senesael inzake de verpakkingskwestie, waarvan de PFAS-kwestie een voorbeeld is, zijn voorstellen waarvoor de industrie mee moet evolueren.

 

06.08  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Le thème général de la cinquième session de l'Assemblée des Nations Unies pour l'Environnement était "renforcer les actions en faveur de la nature et atteindre les objectifs de développement durable". La résolution relative à la pollution plastique y a notamment été votée et doit mener à un projet d'accord mondial contraignant qui définira diverses alternatives pour traiter le cycle de vie complet des plastiques.

 

Vous avez précisé le rôle majeur qu'a joué notre pays lors de cette Assemblée.

 

Il est également essentiel pour notre pays d'assurer une coopération efficiente avec nos entités fédérées. Pour cela, il est important de définir une méthode de travail afin de garantir un haut degré d'efficacité. Je ne manquerai pas de revenir vers vous afin de connaître l'état d'avancement des objectifs définis lors de l'Assemblée qui s'est tenue à Nairobi.

 

06.09  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Dank u voor uw precieze antwoord, mevrouw de minister. Het is supergoed nieuws dat dit tegen 2024 zal gebeuren. Herinner u hoelang we over de REACH-verordening gedaan hebben. Die is namelijk van start gegaan in het jaar waarin mijn zoon is geboren. Hij zal volwassen zijn tegen de tijd dat we daarvan de eerste resultaten zullen zien. Dat dit op korte termijn zal lopen, is zeer goed nieuws.

 

Ik meen dat we moeten uitgaan van het principe dat wat niet op de markt wordt gebracht, ook niet gerecycleerd moet worden. De circulaire economie is goed, maar producten die niet op de markt worden gebracht, veroorzaken ook geen problemen. Deze zullen dan ook niet in de zee terechtkomen. Het gegeven dat er op mondiaal niveau wordt onderhandeld en samengewerkt, schept een uitgelezen kans om samen aan tafel te zitten en om over onze schaduw heen te springen. We hebben in het verleden vastgesteld dat Europese richtlijnen en akkoorden achterpoortjes en mogelijkheden tot derogaties openlieten, waardoor landen het niet zo nauw nemen Europese regelgeving. Hieruit moeten we leren dat we tegen 2024 grote stappen vooruit kunnen zetten. We rekenen op u om dat mee op te volgen.

 

Le président: Madame la ministre, si vous me permettez d'ajouter quelques mots, je ne sais pas si vous connaissez l'initiative "The Ocean Cleanup", de Boyan Slat, un jeune Néerlandais. Les résolutions, c'est bien, mais les actions, c'est encore mieux. Peut-être la Chambre sera-t-elle intéressée de le rencontrer? Comme je suis en contact avec lui, je peux le faire venir un jour ici. Il développe depuis neuf ans des technologies visant à reprendre tout le plastique qui se trouve en mer et à le recycler.

 

Il me semble aussi important que nous mettions l'accent sur les initiatives correctives.

 

06.10  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wist niet dat het de gewoonte was om opnieuw het woord te nemen als er geen actualiteitsdebat is, maar ik leer bij.

 

De minister wou net het punt maken dat we moeten voorkomen dat het in de zee terechtkomt. Uw suggestie is waardevol, maar doet hier niet echt ter zake, omdat wij willen voorkomen dat het in de zee terechtkomt.

 

De voorzitter: Ik zegt het maar voor wie het ooit heeft meegemaakt tussen een zee van plasticflessen naar een mooie locatie te moeten gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De Europese taxonomie" (55026206C)

07 Question de Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La taxonomie européenne" (55026206C)

 

07.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, vorige week hebt u de Gewesten opgeroepen om zich te verzetten tegen de opname van gas en kernenergie in de Europese taxonomie.

 

Het voorstel van de Europese Commissie om gas en nucleaire activiteiten onder bepaalde voorwaarden toch op te nemen in het overzicht van economische activiteiten die als duurzaam kunnen worden bestempeld, om zo private investeringen aan te trekken, is belangrijk.

 

Die taxonomie is immers een van de instrumenten die de Europese Unie moeten helpen om klimaatneutraal te worden. Het gaat om een zogenoemde gedelegeerde handeling. Dat wil zeggen dat het voorstel automatisch in werking treedt en vanaf 1 januari 2023 van toepassing is als het Europees Parlement of de EU-lidstaten geen formeel bezwaar aantekenen. Jammer genoeg zal dat niet het geval zijn.

 

U stelt dat het nooit de bedoeling was om in de taxonomie alle activiteiten op te nemen die nuttig of belangrijk kunnen zijn voor de transitie, maar dat het integendeel opgemaakt is om richting te geven aan de duurzame financiering, om sturend te zijn.

 

Net zoals bij elk ander Europees dossier, moeten de federale overheid en de Gewesten overleggen over het officiële Belgische standpunt. U stelde dat de standpunten rond deze tijd zouden worden bepaald.

 

Er werden hier in het Parlement reeds verschillende vragen gesteld aan de heer Van Peteghem over deze materie, want uiteindelijk zit het bij zijn kabinet. Mevrouw de minister, als u een dergelijke uitspraak doet, is het echter normaal dat wij u hier bevragen.

 

Wanneer heeft de federale regering het federale standpunt rond deze gedelegeerde handeling precies bepaald?

 

Was er binnen de federale regering overeenstemming over uw visie en is uw visie bijgevolg ook het officiële standpunt van de regering?

 

Hoe motiveert u uw standpunt in het kader van de groeiende bekommernis rond grotere energieonafhankelijkheid, waarbij de toekomst uiteindelijk bij koolstofvrije energieproductie dient te liggen en waarbij nucleaire productie ook een belangrijke rol kan spelen?

 

07.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Ravyts, voor alle duidelijkheid, niet ik maar mijn federale collega's hebben opgeroepen om tegen de gedelegeerde handeling te stemmen. In sommige persartikels werd dit foutief weergegeven.

 

De heer Van Peteghem leidt de gesprekken over dit dossier. De gebruikelijke procedure werd gevolgd. Op het niveau van de DGE werd geen akkoord gevonden. Ons land moest dan ook besluiten dat er geen Belgische positie aan de Europese Commissie kon worden meegedeeld.

 

U vroeg hoe dit standpunt rijmt met de groeiende bekommernis over een grotere energieonafhankelijkheid. Uw vraag bevat al een deel van het antwoord. Met de Europese taxonomie wil men komen tot een classificatiesysteem voor ecologische, duurzame economisch activiteiten. Het was de bedoeling om de EU te helpen bij het opschalen van duurzame investeringen en het implementeren van de Europese Green Deal. De EU-taxonomie zou bedrijven, investeerders en beleidsmakers voorzien van passende definities waarvoor economische activiteiten als ecologisch en duurzaam zouden kunnen worden beschouwd. Dit moet de investeerders zekerheid bieden, particuliere investeerders beschermen tegen greenwashing, bedrijven helpen klimaatvriendelijker te worden, marktfragmentatie verminderen en investeringen helpen verplaatsen naar waar ze het meest nodig zijn.

 

Zoals ik al zei was het nooit de bedoeling van de taxonomie om alle activiteiten die nuttig of zinvol zouden kunnen zijn in de transitie te vatten, laat staan om activiteiten die het milieu schaden groen of duurzaam te noemen.

 

De gedelegeerde handeling die heden ter goedkeuring voorligt, is rechtstreeks in tegenspraak met de technische criteria die al zijn aangenomen om deze lijst op te stellen.

 

Door de opname van gas en nucleaire activiteiten ondermijnt de Commissie de geloofwaardigheid en bruikbaarheid van dit instrument als gids voor duurzame investeringen. Institutionele investeerders uiten kritiek op het voorstel, dat minder streng is dan de criteria van de Europese Investeringsbank en haar nut als gids verliest.

 

Van onze kant zijn wij ervan overtuigd dat de transitie van het energiesysteem andere aanvullende instrumenten en financieringsbronnen vereist. Dit alles moet echter niet worden geregeld in de taxonomie voor duurzame investeringen als kader voor investeerders.

 

07.03  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt inderdaad terecht gecorrigeerd dat u uw federale collega's hebt opgeroepen om zich te verzetten tegen de opname, maar als ik het goed begrijp, is er ondertussen een officieel Belgisch standpunt, met name dat er geen standpunt is. Dat is dan wellicht vrijdag op de ministerraad aan bod gekomen, aangezien u die oproep hebt gedaan op woensdag 16 maart. U kunt moeilijk een oproep doen voor iets dat al is gepasseerd. Ofwel bedoelt u verder in de procedure tegen te zullen stemmen. Ik kan geen tweede vraag stellen, maar dit moet nog worden uitgeklaard.

 

Over de ecologische duurzaamheid van kernenergie kunnen we lang discussiëren. U hebt uw mening en de anderen een andere, ook in Europa.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Séverine de Laveleye à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'exportation de pesticides" (55026208C)

08 Vraag van Séverine de Laveleye aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De uitvoer van pesticiden" (55026208C)

 

08.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je reviens une fois encore sur l’exportation de pesticides interdits au niveau européen.

 

Pour rappel, plusieurs rapports montrent que l’Europe – avec la Belgique dans le peloton de tête – exporte de très grandes quantités de pesticides dont l’usage est interdit en Europe, parce qu'ils sont trop dangereux pour la biodiversité ou pour notre santé.

 

Lors de ma première question datant de novembre 2020 – vous étiez à peine entrée en fonction –, vous m’aviez indiqué soutenir toutes les mesures proposées par la Commission européenne pour interdire la production pour l’exportation de produits chimiques en Europe dont l’usage n’y est pas autorisé, d’ici 2023 parce que l'Europe y travaille. Vous proposiez aussi de compléter les directives européennes à travers les travaux de la CIMES.

 

Je suis revenue là-dessus en octobre 2021, suite à un nouveau rapport. Vous m’aviez alors dit que vous alliez étudier les possibilités d’avancer au niveau belge et avoir demandé une analyse en ce sens à votre administration, que vous attendiez pour février 2022.

 

Madame la ministre, avez-vous reçu la note de votre administration? Si oui, quelles sont les pistes que vous comptez suivre à ce stade? Pourquoi l’interdiction de l’exportation n’apparaît-elle pas dans le NAPAN? Il y avait récemment une consultation publique à ce sujet – elle s'est terminée dimanche. Je vous remercie pour vos réponses.

 

08.02  Zakia Khattabi, ministre: Madame de Laveleye, la Belgique fait en effet partie de ces pays européens qui exportent hors Union européenne le plus de produits chimiques interdits dans l'Union européenne à cause de leur impact sur la santé et l'environnement.

 

L'Union interdit la mise sur le marché de ces produits, mais pas la production ni l'exportation. La convention dite de Rotterdam oblige les exportateurs à informer les États importateurs de la présence de substances dangereuses. Il y a des cycles de négociations sur les listes de substances soumises à cette convention.

 

La situation que vous décrivez, en plus d'être éthiquement et moralement insupportable, entraîne une discordance de marché, une concurrence déloyale de pays tiers qui peuvent utiliser certains produits chimiques, et un effet boomerang par la présence de résidus de ces produits chimiques interdits dans des produits finis importés dans l'Union.

 

De manière générale, cela déforce les normes de santé et d'environnement d'application en Europe. C'est un problème dénoncé depuis longtemps et à plusieurs reprises dans la presse.

 

Consciente de ce paradoxe, la Commission a déclaré dans les conclusions de sa stratégie européenne pour la durabilité des produits chimiques: "EU will lead by example, and, in line with international commitments, ensure that hazardous chemicals banned in the European Union are not produced for export, including by amending relevant legislation if and as needed."

 

Néanmoins, à côté de cette déclaration de principe, aucune proposition concrète n'est mise sur la table jusqu'à présent. C'est pourquoi j'ai demandé à mon administration d'analyser la faisabilité juridique pour mon gouvernement d'adopter une norme légale prévoyant l'interdiction de l'exportation de produits chimiques dont la mise sur le marché et/ou l'utilisation ont été interdites au niveau de l'Union européenne et ce, sur la base de considérations sanitaires ou environnementales. Récemment, j'ai en effet reçu l'étude juridique sur les possibilités d'action à notre disposition pour interdire au niveau national l'exportation de produits chimiques interdits pour des raisons sanitaires ou environnementales.

 

Il ressort de cette étude que nous pouvons avancer sur une interdiction sans attendre l'Union européenne et que la loi sur les normes de produits peut être la base légale pour un arrêté royal ou tout autre acte législatif. Cette interdiction se justifierait sur la base d'un critère de préservation de la santé au-delà des frontières belges, mais vous savez que je privilégie aussi l'approche One World, One Health. Dès lors, j'ai demandé de compléter l'argumentation d'une interdiction sur la base environnementale.

 

L'accord de gouvernement ne traitant pas spécifiquement de ce sujet, je dois désormais avancer en concertation avec mes partenaires pour arrêter la stratégie d'interdiction. J'avais déjà informé en amont mes collègues compétents pour la Santé et pour l'Économie de cette étude. Je prévois désormais d'en informer l'ensemble du gouvernement, mais également d'organiser un workshop avec l'ensemble des parties prenantes. Cela nous permettra de récolter les positions des entités fédérées, des acteurs du secteur, des ONG et des membres du monde académique.

 

Le cas échéant, je suis en tout cas prête pour avancer sur un arrêté royal reprenant une liste de substances à interdire et son annexe avec les critères qui garantissent son application automatique quant à des futures substances problématiques. Veuillez noter que la France a déjà mis en œuvre une mesure similaire.

 

À propos du NAPAN, celui-ci est en effet essentiel pour la réduction des produits phytopharmaceutiques autorisés au niveau européen. Mais la mesure visée ici concerne quant à elle des produits chimiques interdits au niveau européen et ce plan n'a pas été considéré comme un outil adéquat pour mettre en œuvre la mesure.

 

08.03  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Nous avons des perspectives concrètes. Vous dites qu'il n'y a pas de blocage légal nous empêchant d'avancer au niveau belge. La loi sur les normes de produits nous permet de le faire sur la base de la santé.

 

J'entends aussi que vous envisagez de prendre un arrêté royal mais, au préalable, vous allez organiser un workshop. Cette façon de faire est totalement logique. Mais on sait déjà ce qu'il va en résulter. On connaît ceux qui vont vous demander de ne pas prendre cet arrêté et ceux qui vont vous demander de le prendre. J'espère que vous allez rester sur votre position. En effet, il est éthiquement et moralement insupportable – je reprends vos propos – d'exporter des pesticides qui sont jugés mauvais pour la santé et la biodiversité.

 

J'espère que vous allez aboutir. Vous dites qu'il faut discuter avec les partenaires de la majorité. Si nous pouvons aider d'une façon ou d'une autre, nous sommes à votre service.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De EU-Milieuraad van 17 maart 2022" (55026224C)

- Mélissa Hanus aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De vergadering van de Europese ministers van Milieu op 17 maart" (55026349C)

09 Questions jointes de

- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le Conseil européen de l'Environnement du 17 mars 2022" (55026224C)

- Mélissa Hanus à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La réunion des ministres européens de l'Environnement du 17 mars" (55026349C)

 

09.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt een druk Europees programma. U bent dan ook niet vaak in België.

 

Op 17 maart 2022 vond de periodieke EU-Milieuraad plaats. Op de agenda stond onder andere het streven naar een akkoord over een algemene oriëntatie over de nieuwe verordening inzake batterijen en afgedankte batterijen.

 

Er stond ook een oriënterend debat op de planning over vijf dossiers van het Fit for 55-pakket die onder de bevoegdheid van de Raad Milieu vallen. Het betreft de herziening van de EU-regeling voor de handel in emissierechten, de herziening van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen, de herziening van de verordening inzake landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw, de herziening van de CO2-emissienormen voor auto's en bestelwagens en de totstandkoming van het aangekondigde sociaal klimaatfonds.

 

Als derde onderwerp stond ook het eerder al besproken voorstel om ontbossing en bosdegradatie terug te dringen op de agenda.

 

Kunt u verslag uitbrengen van de resultaten van deze besprekingen met betrekking tot de drie door mij geciteerde themata? Hebben de veranderde geopolitieke context met een Europese energieprijzencrisis tot gevolg en de mededeling van de Europese Commissie REPowerEU van 8 maart 2022 een invloed gehad op de besprekingen van de dossiers uit het Fit for 55-pakket? Zo ja, in welke zin?

 

Présidente: Séverine de Laveleye.

Voorzitster: Séverine de Laveleye.

 

09.02  Mélissa Hanus (PS): "Le 17 mars 2022, s'est tenue une réunion des ministres européens de l'Environnement, une réunion lors de laquelle les sujets suivants, principalement liés au package Fit for 55, ont fait l'objet de discussions: l'impact environnemental des batteries, la consommation de produits associés à la déforestation, la durabilité du Semestre européen, la convention de Minamata sur le mercure, la pollution due aux polluants organiques persistants, ou encore la protection de l'environnement par le droit pénal.

 

Pouvons-nous obtenir votre retour sur cette réunion? Pouvez-vous nous fournir des informations sur les positions défendues par notre pays à propos des différents dossiers soumis à discussions?

 

Pouvons-nous avoir votre retour sur les modifications apportées à la proposition de règlement relatif aux batteries et aux déchets de batteries? Nous pouvons par ailleurs nous réjouir de l'extension des dispositions aux batteries des véhicules électriques. Pouvons-nous savoir dans quelle mesure la mise en œuvre de cette proposition, couplée celle du 14 juillet visant à favoriser l'utilisation de véhicules électriques et à hydrogène d'ici 2035, pourrait favoriser l'économie liée à la production de batteries et à leur gestion en tant que déchets en Belgique? Des contacts ont-ils été entretenus avec vos collègues compétents?

 

Si nous pouvons saluer des accords trouvés à propos de cette proposition, il nous faut regretter le manque de critères environnementaux attachés aux produits exportés hors Union européenne. Des avancées peuvent-elles être envisagées ce concernant? En outre, pouvez-vous nous fournir des informations sur les aspects de la proposition relatifs à la transparence des produits mis en vente sur le marché européen?

 

En ce qui concerne la question des produits associés à la déforestation, pouvez-vous nous informer des décisions prises en matière de traçabilité des produits et de définition des notions clés? Des précisions ont-elles été apportées quant à celle de « dégradation des forêts »?

 

Enfin, la Commission européenne travaille à la rédaction d'une proposition visant à interdire la production et l'usage des PFAS à l'usage défini comme non essentiel. Ce point a-t-il été abordé? La proposition de règlement sur les polluants organiques persistants présentée contient plusieurs restrictions, notamment sur l'acide perfluorooctanoïque (APFO). Pouvez-vous nous en indiquer la nature?"

 

09.03  Zakia Khattabi, ministre: Madame la présidente, ce 17 mars, les ministres européens de l'Environnement et du Climat ont eu l'occasion d'aborder plusieurs sujets majeurs dans le cadre de la transition écologique et numérique. Comme vous le savez, ce sont les ministres régionaux qui, à tour de rôle, nous représentent. C'est la ministre wallonne, Mme Tellier, qui a pris position pour la Belgique.

 

Le premier point abordé lors de ce Conseil concernait effectivement le package Fit for 55 et plus particulièrement le système d'échange de quotas d'émission pour les secteurs du bâtiment et du transport routier, ainsi que le Fonds social pour le climat proposé par la Commission européenne. Le package Fit for 55 s'attarde désormais sur les questions de résilience et de sécurité. Il doit non seulement permettre d'atteindre l'objectif des 55 % de réduction des émissions d'ici à 2030, mais sert également à accompagner la diminution de la dépendance énergétique de l'Union.

 

La Belgique a soutenu l'accélération de la transition et l'adoption de politiques et mesures fortes et ambitieuses au niveau de l'Union, combinées à des mécanismes de flexibilité renforcés et robustes. Nous avons rappelé nos inquiétudes quant aux impacts socioéconomiques d'un système de quotas d'émission appliqué au secteur du transport routier et du bâtiment. La Belgique a rappelé son soutien à des normes et standards de CO2 ambitieux pour les voitures et véhicules utilitaires légers, y compris un déphasage des véhicules thermiques en 2030 au lieu de 2035, comme proposé par la Commission européenne.

 

En conséquence, nous avons indiqué qu'il était absolument nécessaire de prendre en compte les impacts sociaux de cette proposition en explorant des pistes comme la prévisibilité et la fluctuation des prix, ou encore une introduction progressive de ce système pour les particuliers.

 

Enfin, la Belgique a mentionné que les revenus d'un tel système devraient, le cas échéant, bénéficier substantiellement aux plus vulnérables au travers de politiques climatiques sociales et en soutenant les petites et moyennes entreprises dans la transition.

 

En ce qui concerne le Fonds social pour le climat, la Belgique a indiqué son soutien à une transition verte inclusive qui ne laisse personne sur le bord de la route. Dès lors, si un système de quotas d'émission appliqué au secteur du transport routier et du bâtiment venait à entrer en vigueur, les populations les plus vulnérables de notre société devront bénéficier d'outils adéquats pour faire face aux impacts de ce système.

 

Ceci comprend également la prise en compte de la dimension du genre et de l'inclusion sociale, car il ne faut pas oublier que les femmes représentent 85 % des familles monoparentales et sont plus à risque en termes de pauvreté et de pauvreté infantile. Elles pourraient être particulièrement affectées par des mesures de tarification du carbone. C'est également le cas pour les personnes en situation de handicap, dont 87 millions vivent dans des habitations privées au sein de l'Union européenne.

 

Les ministres ont eu l'occasion de discuter du verdissement du Semestre européen, soulignant la nécessité d'y intégrer les enjeux de la transition. La Belgique a rappelé que le principe du No One Left Behind doit être au cœur des politiques européennes.

 

België wijst ook op het belang van monitoring en de integratie van de indicatoren die in het kader van het achtste milieuactieprogramma en de doelstellingen rond duurzame ontwikkeling werden ontwikkeld. Tijdens deze zitting van de Raad is het compromisstandpunt over de verordening inzake batterijen en batterijafval unaniem aangenomen.

 

La présidence française dispose ainsi d'une orientation générale lui permettant d'entrer dans les négociations inter-institutionnelles avec un mandat fort. Nous pouvons globalement aussi nous satisfaire de ce texte qui porte des exigences novatrices et ambitieuses assurant une réelle transition écologique et numérique dans le cycle de vie des batteries. Nous avons réussi à inclure, dans le champ d'application du règlement, une nouvelle catégorie de batteries: les batteries de moyens de transport légers.

 

Zo zorgen we ervoor dat de batterijen van onze elektrische fietsen, e-scooters of scooters voldoen aan de strenge eisen op het gebied van koolstofvoetafdruk, gerecycleerde inhoud, zorgplicht, prestaties en levensduur, maar ook op het gebied van informatieverstrekking aan de consument via e-ticketing, marketing en QR-code. Via het batterijlabel krijgen we toegang tot informatie zoals de prestatieklasse van de koolstofvoetafdruk, de gerecycleerde inhoud, de gegarandeerde herkomst van kritieke materialen in de batterij en de maatregelen die zijn genomen om milieu- en sociale risico's aan te pakken, het gehalte aan gevaarlijke stoffen, de verwachte prestaties en de levensduur van elke batterij.

 

Het batterijpaspoort is de eerste toepassing van het concept productpaspoort in de productiewetgeving. In combinatie met de elektronische uitwisseling van informatie zal het essentiële informatie bevatten om alle actoren in de waardeketen voor batterijen in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken en gebruikte batterijen een tweede leven te bieden.

 

Vous l'aurez compris, je suis relativement satisfaite de ce premier instrument mettant en œuvre le Pacte vert pour l'Europe, le nouveau plan en faveur de l'économie circulaire.

 

Cependant, je regrette ne pas avoir pu aboutir sur deux points précis mais je garde bon espoir qu'ils soient discutés pendant les trilogues. Il s'agit, d'une part, de ne pas dupliquer ni sectorialiser la gestion des risques liés aux produits chimiques et, d'autre part, des exigences de performance, de sécurité et de haute qualité devant être imposées aux batteries exportées en dehors de l'UE.

 

De onderhandelingen met het Europees Parlement zullen voor ons een gelegenheid zijn om deze twee punten, die voor ons van fundamenteel belang zijn, opnieuw te benadrukken.

 

En ce qui concerne la non-duplication du processus REACH pour les batteries et donc la création d'un mécanisme de restriction des substances spécifiques aux batteries, il me semble nécessaire d'avoir ce débat au plus haut niveau, avec le Parlement européen. Avons-nous la volonté de sectorialiser les règlements REACH dès que nous identifions une filière fondamentale pour notre transition verte, autonomie stratégique et économie européenne? Cela ne me semble être ni l'approche la plus adéquate, ni la plus transparente, sans compter qu'elle risque de miner un règlement exemplaire au niveau mondial.

 

Malgré ces points encore à porter et à défendre en trilogue, nous avons réussi à intégrer quelques garde-fous, assurant que la sectorialisation soit limitée et que tout soit fait pour éviter autant que possible les incohérences.

 

En ce qui concerne les exportations en dehors de l'UE, je réitère ma volonté de lutter au maximum contre les doubles standards. Ce que nous imposons pour nos batteries fabriquées ou importées ici en Europe, nous devons également le promouvoir en dehors de l'UE. Cela nous renvoie au débat précédent.

 

J'ai ainsi mandaté mon administration à travailler sur une proposition qui pourrait bénéficier de l'adhésion des autres États membres. Nous voulons assurer que les produits européens exportés soient un gage de haute qualité, de sécurité, de performance et de durabilité pour tous. Le commerce est aussi un instrument de promotion de nos valeurs en termes de haute protection environnementale et sanitaire. Cette législation offrira par ailleurs un cadre clair à qui veut investir dans ce secteur majeur en pleine croissance, qui représentera pas moins de 250 milliards d'euros d'ici à 2030.

 

En ce qui concerne la proposition de règlement visant à réduire le risque de déforestation et de dégradation associé aux produits mis sur le marché européen, celle-ci est encore dans ses premières phases de discussion au sein du Conseil et du Parlement.

 

De onderhandelingen in de Raad gaan begin april van start en zullen ons zeker in staat stellen om een standpunt in te nemen over de gehele tekst, meer in het bijzonder over de definities van ontbossing en aantasting van bossen alsmede over het zorgvuldigheidsinstrument – due diligence – en de bijbehorende traceerbaarheids­elementen.

 

Il s'agit en tout cas d'un dossier que je suis avec attention et pour lequel je souhaite que l'on consacre la plus grande ambition.

 

Het wetgevend voorstel is cruciaal in de overgang naar duurzame productie- en consumptiesystemen en zal sterk bijdragen tot de mondiale strijd tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies.

 

Le point sur la restriction REACH sur les PFAS n'a pas été abordé lors de ce Conseil, mais la révision des annexes du règlement sur les polluants organiques persistants a bien été abordée.

 

Het is een zeer technische herziening die erop gericht is nieuwe stoffen en bijbehorende concentratiedrempels in te voeren, met het oog op een optimaal beheer van het afval dat deze stoffen kan bevatten.

 

Les Régions sont pionnières dans cette discussion, dans le cadre de leurs compétences liées à la gestion écologique des déchets.

 

Enfin, la Belgique a accueilli favorablement la proposition de la Commission et soutient la présidence française dans la poursuite du processus d'incrimination de l'écocide. Ce dossier constitue une priorité pour moi, raison pour laquelle je lance un appel à mes collègues ministres européens pour nous fédérer autour de l'inscription de l'écocide au Statut de Rome.

 

09.04  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor het zeer uitgebreide antwoord. Ik denk dat het een goede zaak is dat we u geregeld over deze Raad Milieu bevragen, ook al is het een beurtrol.

 

Ik ben natuurlijk ook verheugd over het eerste deel van uw uiteenzetting. U zag dat al langer in, maar nu heeft men blijkbaar ook op EU-niveau begrepen dat de transitie een sociale transitie moet zijn. Ik heb vaak de omschrijving 'sociaux' gehoord en dat is uiteraard een goede evolutie. We zullen zien of men dat in de volgende jaren kan realiseren. U hebt het immers zelf gezegd, rond de emissierechten valt er qua impact toch heel wat te beslissen en te waarborgen.

 

09.05  Mélissa Hanus (PS): Madame la ministre, je vous remercie.

 

L'impact environnemental de la production de batteries électriques est une problématique que mon groupe et moi-même suivons de très près. Le sujet des impacts environnementaux et climatiques des équipements numériques a d'ailleurs fait l'objet d'une proposition de résolution de la part de mon excellent collègue Daniel Senesael en juin dernier, avec d'autres collègues éco-socialistes. Nous ne manquerons pas d'être attentifs à ces différents sujets ô combien! importants pour nous et vous soutiendrons dans les positions de la Belgique pour les futures rencontres avec vos homologues européens.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Barbara Creemers aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het nationaal actieplan tegen invasieve uitheemse soorten" (55026276C)

10 Question de Barbara Creemers à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le plan d'action national contre les espèces exotiques envahissantes" (55026276C)

 

10.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, dat hebt u mooi uitgedrukt in het Nederlands.

 

Mevrouw de minister, wij hebben vorige week een hoorzitting gehad over het NAPAN, waarvoor een publieksconsultatie liep. Collega de Laveleye en ik hadden voornamelijk heel veel inhoudelijke bezwaren, maar ook bezwaren over de manier waarop de publieksraadpleging plaatsvindt. De drempel voor deelname ligt immers heel hoog.

 

In die zoektocht kwamen wij op het nationaal actieplan tegen de invasieve exoten. Dat plan interesseert mij heel hard. Immers, eens die invasieve exoten hier zijn, is het heel moeilijk om ze weg te krijgen. Heel vaak worden daarvoor pesticiden gebruikt. Er wordt ook geopperd dat men niet anders kan dan pesticiden gebruiken om die invasieve exoten te beheersen.

 

Het is heel belangrijk dat het plan er is. Voor wij met Vivaldi van start zijn gegaan, had ik heel wat vragen gesteld over een aantal invasieve exoten waarmee tuiniers nogal wat moeite hebben. Het kon dus mijn aandacht wegdragen.

 

Ik heb vooral vragen over de procedure. Er is nu een publieksraadpleging tot 29 april 2022. Mijn vragen gaan vooral over de wijze waarop en via welke kanalen die publieksraadpleging wordt verspreid. Hoe verloopt de samenwerking in het kader van dat plan en in het kader van de publieksraadpleging?

 

10.02 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Creemers, op het federale vlak is de publieksraadpleging betreffende het ontwerp van nationaal actieplan georganiseerd conform de wet van 13 februari 2006.

 

Concreet werd de informatie over het houden van een publieksraadpleging over het nationaal actieplan op de hiernavolgende manieren bekendgemaakt: door een bericht in het Belgisch Staatsblad, gepubliceerd op 14 februari 2022, via de federale portaalsite www.belgium.be, via de nationale portaalsite www.aarhus.be en via de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, www.consult-leefmilieu.be voor het Nederlands en www.consult-environnement.be voor het Frans. Op die websites is er een link geplaatst naar de gewestelijke publieksraadpleging.

 

Ook via de socialemediakanalen van onder andere BeBiodiversity, de FOD en het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat werd de publieksraadpleging bekendgemaakt.

 

Die kanalen zijn complementair aan de in de wet van 2006 voorziene kanalen. Het ontwerpplan werd opgesteld in het kader van het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de federale staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en de beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten.

 

Meer specifiek, en overeenkomstig de artikelen 39 tot 41, heeft het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat voor de invasieve uitheemse soorten de coördinatie met de federale en milieuadministraties georganiseerd via het Nationaal Comité voor invasieve uitheemse soorten. De interministeriële conferentie Leefmilieu van 1 februari 2022 heeft het ontwerp van plan goedgekeurd en heeft beslist dat het plan, al dan niet aangepast na de publieke consultatie, ten laatste eind juni 2022 voor finale goedkeuring aan de ICL moet worden voorgelegd. De inbreng van het publiek zal door het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat en het Nationaal Comité voor invasieve uitheemse soorten geanalyseerd worden.

 

10.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dat is een hele lijst van mogelijkheden volgens dewelke wij het zouden kunnen weten. Ik denk echter dat het goed is – in het kader van andere publieksraadplegingen heb ik een vergelijkbare suggestie geformuleerd – om proactief te communiceren ten aanzien van een aantal verenigingen. In dezen denk ik aan Vlaamse kant aan Natuurpunt, dat daarrond al redelijk veel expertise heeft opgebouwd, en aan Velt, waar ik zelf gewerkt heb. Vaak zitten bij die verenigingen mensen met bekommernissen over het onderwerp en zij willen heel graag hun mening geven. Dikwijls worden die verenigingen wel betrokken bij de opbouw van een plan, maar de leden van zulke organisaties zijn graag op de hoogte. Rond het NAPAN en NAPED heb ik zelf de communicatie met die achterban gedaan en ik kreeg altijd heel positieve reacties, aangezien de leden meestal niet op de hoogte zijn, maar het wel fijn vinden om op die manier ook van de democratie te kunnen gebruikmaken. Het is geen kritiek, eerder een suggestie om er in de toekomst ook op die manier mee om te gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Barbara Creemers aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De impact van het conflict in Oekraïne op de Green Deal en de Farm-to-Forkstrategie" (55026277C)

11 Question de Barbara Creemers à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'impact du conflit en Ukraine sur le Pacte vert et sur la stratégie "De la ferme à la table"" (55026277C)

 

11.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, Aldi en Lidl worden leeggekocht en olie en bloem worden gehamsterd. We hebben dat ook gezien bij het begin van de coronacrisis. Daarvoor was het geleden van de Golfoorlog.

 

Er is algemeen bekommernis en bezorgdheid over de voedselvoorraden. Waar ik dan spontaan in de korte keten zoek, blijken anderen op heel hoog niveau te lobbyen om onze Europese doelstellingen in de Green Deal en de Farm to Fork Strategy net on hold te zetten of af te zwakken, terwijl we heel lang hebben moeten ijveren om zulke ambitieuze doelstellingen eindelijk uitgevoerd te zien.

 

Ik las vandaag in De Morgen nog een artikel waarin die lobbystromen in kaart werden gebracht. We moeten ons daarvan heel erg bewust zijn. Ik weet dat Farm to Fork en de Green Deal op federaal niveau gedeelde verantwoordelijkheden zijn, dus we zullen deze vraag zeker ook aan uw collega's stellen.

 

We maken ons op dit moment in de geschiedenis zorgen over voedselstromen, maar ook over grondstoffen, waarover we het daarnet hadden in de discussie over plastic. Ik maak mij zorgen over waar we naartoe gaan en welke keuzes we nu maken. Never waste a good crisis. Wij moeten nu net de keuze maken om de Farm-to-Forkstrategie en de Green Deal nog ambitieuzer dan voorheen uit te voeren, om nog meer van onze eigen sterktes uit te gaan, in plaats van te importeren uit en te exporteren naar de andere kant van de wereld. Ik ben waarschijnlijk samen met u heel verbaasd over de lobbystromen die op gang komen en wat er allemaal uit de kast wordt gehaald om die strategieën te verzwakken.

 

Ik hoorde daarnet in de discussie over plastic dat we naar nature-based solutions gaan en dat er op dat vlak ambitieuze doelstellingen worden vooropgesteld. Dat we die hier, waar we net aan de uitvoering zijn begonnen, zouden afzwakken, begrijp ik niet goed.

 

Wat is uw standpunt daaromtrent? Hoe kunt u ervoor zorgen de Farm-to-Forkstrategie en de Green Deal de komende maanden ambitieus blijven en dat er misschien zelfs een tandje wordt bijgestoken?

 

11.02 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw Creemers, u kaart hier een zeer belangrijk punt aan. De oorlog in Oekraïne heeft inderdaad een grote impact op zowel de voedselzekerheid als de voedselprijzen in België, Europa en de rest van de wereld. Deze voedselcrisis zal mogelijk nog maanden duren. U hebt gelijk, wij moeten maatregelen treffen om deze schok op te vangen.

 

Ook ik heb van verschillende niveaus en uit verschillende hoeken de oproep gehoord om de ecologische ambities opgenomen in de Green Deal, meer specifiek de van-boer-tot-bordstrategie, af te zwakken in het licht van deze crisis. Ik zal duidelijk zijn, mijn standpunt in dezen is dat België de ambities uitgedrukt in de van-boer-tot-bordstrategie, moet verdedigen en naleven.

 

Samen met mijn collega Céline Tellier heb ik de Commissie een brief gestuurd met de volgende inhoud. Het terugbrengen van delen van onze voedselproductie binnen de Europese Unie is belangrijk voor zowel de voedselzekerheid als het milieu. Voor mij, net als voor u, is deze crisis dus net het signaal dat wij de transitie naar een weerbaar en duurzaam landbouwsysteem moeten versnellen.

 

De invoer van landbouwproducten uit Oekraïne en Rusland betreft in de EU hoofdzakelijk veevoeder. De EU moet deze aanbodschokken gebruiken om het voortouw te nemen in de transitie van intensieve veehouderij en landbouw naar een duurzaam, opnieuw in de Europese Unie gelokaliseerd en veerkrachtig voedselsysteem.

 

Het terugschroeven van onze ambities inzake pesticidenreductie en het niet langer beschermen van waardevolle natuurgebieden met een rijke biodiversiteit, zouden de kans op de instorting van ons ecosysteem gevaarlijk doen toenemen. Het verder uitputten van deze landbouwgrond, door het opnieuw toelaten van niet-duurzame landbouwpraktijken, zal de productiviteit van de Europese landbouw op lange termijn alleen maar doen afnemen. Laat dit nu net de ergste bedreiging zijn voor onze huidige sociaal-ecologische stabiliteit en onze voedselzekerheid, en zeker voor deze van de toekomstige generaties.

 

Vanuit het oogpunt van een rechtvaardige transitie maak ik mij grote zorgen dat de huidige prijsstijgingen de kwetsbaarsten, zowel land- en tuinbouw als consumenten, hard dreigen te treffen. Wij moeten ons er ook zeer bewust van zijn dat deze voedselcrisis overal ter wereld zal worden gevoeld. Vele landen, voornamelijk in het globale Zuiden, kampten reeds voor deze voedselcrisis met een grote mate van voedselonzekerheid. Door deze crisis zal de situatie daar nog verergeren. Ik zal er binnen België voor pleiten om te onderzoeken of we internationale initiatieven tegen honger, in het licht van deze crisis, extra kunnen steunen.

 

Wereldwijde voedselsystemen zullen de komende jaren en decennia door crisissen en onzekerheden geteisterd blijven worden. Door nu verantwoordelijk op te treden, kan Europa veerkrachtig worden en in een goede positie verkeren om mogelijke toekomstige crisissen het hoofd te bieden.

 

De experten binnen mijn administratie en kabinet volgen de ontwikkelingen rond dit dossier zeer nauwgezet op. In samenwerking met de andere bevoegde federale en regionale ministers zullen we de Belgische positie hieromtrent bepalen. Ik zal er tijdens deze positiebepalingen steeds op blijven hameren dat toegevingen op het vlak van milieu- en klimaatbescherming niet aanvaardbaar zijn. Ik zal er ook voor pleiten dat we, in het licht van deze crisis, solidariteit betuigen aan alle mensen die door deze crisis getroffen worden, binnen en buiten de grenzen van de Europese Unie.

 

11.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik denk dat u een terecht punt aanhaalt. Het is inderdaad een langetermijnvisie. Op de lange termijn hebben we absoluut die Green Deal en die Farm-to-Forkstrategie nodig als we hier überhaupt nog aan landbouw willen kunnen doen.

 

Wat ik vaak hoor in discussies wanneer het gaat over ons voedsel en het voedsel dat we zelf produceren, is dat men wel wil inzetten op korteketeninitiatieven, maar dat de producten te duur zijn. Heel vaak antwoord ik dan dat de andere producten die we uit lageloonlanden importeren te goedkoop zijn. We moeten namelijk – en dat was net de kracht van die Farm-to-Forkstrategie – een eerlijke prijs aan de boeren geven, zodat zij een duurzame methode kunnen hanteren.

 

Om dat te compenseren – en dat staat ook allemaal in de Farm-to-Forkstrategie – moeten we niet meer pesticiden gebruiken, maar meer acties tegen voedselverspilling organiseren. We moeten net meer seizoensgebonden en meer plantaardige eiwitten eten. De oplossingen die we nu nodig hebben, staan allemaal in de Farm-to-Forkstrategie. Het zou dus absoluut fout zijn – en daarvoor staan we samen met u op de barricades – om nu terug te grijpen naar de recepten van de jaren 90, waarvan we gezien hebben dat ze niet werkten. We moeten naar de recepten van de jaren 20, waarvan we weten dat ze wel werken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: La question n° 55026302C de Mme Mélissa Hanus est transformée en question écrite.

 

12 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De invloed van de oorlog in Oekraïne op de klimaattransitie" (55026337C)

12 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'influence de la guerre en Ukraine sur la transition climatique" (55026337C)

 

12.01  Greet Daems (PVDA-PTB): De criminele oorlog van Rusland in Oekraïne heeft heel Europa wakker geschud, niet alleen door de uitdagingen van internationale veiligheid, maar ook door de gevolgen van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Hoewel men in de eerste plaats actie wil ondernemen om de afhankelijkheid van Rusland te verminderen, stelt zich ook de vraag van fossiele brandstoffen in het algemeen in onze energiemix, des te meer in het licht van de gigantische klimaatuitdaging.

 

Voorzitter: Christian Leysen.

Président: Christian Leysen.

 

Naar aanleiding van de Europese top in Versailles kwam de Europese Commissie met de nota REPowerEU, met als doel om binnen een jaar twee derde minder Russisch gas te importeren. Ten eerste wil men de Green Deal versnellen en een turbo zetten op plannen voor renovatie, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Ten tweede wordt gekeken naar alternatieve aanvoerbronnen van gas, met een hoofdrol voor lng. De top in Versailles heeft de Europese Commissie groen licht gegeven om die voorstellen uit te werken in mei. Daarbij rijst de vraag welke tendens daarin zal doorwegen: gaan we effectief eindelijk naar een versnelling van de energietransitie of zal men gewoon Russisch fossiel gas door niet-Russisch fossiel gas vervangen? Wat zal België bepleiten?

 

In België legde de minister van Energie een pakket maatregelen op tafel om de energietransitie te versnellen, in ruil voor een onvolledige kernuitstap, in het licht van de geopolitieke situatie. Het plan werd voorgesteld in de pers als een fossiel afbouwplan. Critici merkten echter al snel op dat de voorgestelde jaarlijkse afbouw ons amper in de buurt brengt van de doelstelling van de Green Deal, die op zich al veel te laag is. Uiteindelijk heeft slechts een peulschil van de voorstellen het finale akkoord gehaald.

 

Wanneer zal de regering eindelijk een serieus plan opmaken voor een fossiele uitstap, met bindende normen voor grote vervuilers en voldoende investeringen om onze broeikasgasuitstoot op een sociaal rechtvaardige manier snel genoeg naar beneden te brengen?

 

12.02 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw Daems, het klimaatbeleid is binnen deze context in belangrijke mate een gewestelijke bevoegdheid. De regio's zijn verantwoordelijk voor de reductie van de emissie van broeikasgassen, hernieuwbare energie en energiebesparing, bijvoorbeeld in gebouwen en wegtransport. De bevoegdheden van de federale overheid zijn hierin beperkt, maar de voorbije week is toch opnieuw een stap gezet om ze maximaal in te vullen.

 

Het openhouden van twee kerncentrales en de versnelde uitbouw van hernieuwbare energie op zee, op overheidsgebouwen en in de buurt van luchthavens en militaire domeinen, zullen ervoor zorgen dat de gascentrales veel minder zullen moeten draaien. De transportemissies tracht de federale overheid verder terug te dringen door nogmaals 15 miljoen euro te investeren in goederenvervoer per spoor. Daarnaast zullen we brommers en bestelwagens sneller emissievrij maken. Daardoor wordt er bespaard op benzine en diesel. Voor gebouwen komt er 6 % btw op zonnepanelen, warmtepompen, zonneboilers en sloop en heropbouw. Samen met de regionale maatregelen zorgt dat ervoor dat er meer aardgas en stookolie wordt bespaard voor de verwarming van gebouwen. Er gaat ook 57 miljoen euro naar preventief sociaal energiebeleid om de doelgroep zo snel mogelijk van fossiele brandstoffen af te krijgen, zodat we minder steun hoeven te geven via de prijs. De pensioenfondsen en FPIM moeten sneller fossielvrij worden.

 

Dit is slechts een greep uit de lange lijst van maatregelen. Het is te vroeg om de exacte impact te berekenen, maar het eerste voortgangsrapport van de klimaatgovernance, dat in de zomer verschijnt, zal al meer concrete cijfers bevatten.

 

12.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u wel voor uw antwoord, mevrouw de minister, maar u antwoordde niet op mijn vragen over het Europese niveau.

 

Het is wel duidelijk: we moeten nu onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen radicaal afbouwen. Zo treffen we Poetin waar het pijn doet én doen we het broodnodige om de klimaatopwarming tot 1,5 °C te beperken. Het zou een foute keuze zijn om nu al al onze Russische fossiele import te vervangen door fossiele import van niet-Russische multinationals, met inbegrip van uiterst risicovolle bronnen zoals schaliegas, teerzandolie en olie van onder de Noordpool. Daarom moeten we absoluut op de lange termijn denken en niet vanuit crisisbeheer zorgen voor lock-ins van fossiele brandstoffen, waardoor we daar nog decennialang op aangewezen zijn. Investeren in extra fossiele infrastructuur zoals lng-terminals is een slecht idee. In plaats daarvan hebben we een versnelling van de energietransitie nodig, met publieke investeringen, bindende uitstootnormen om privé-investeringen te genereren en een duidelijk plan om ons gebruik van fossiele energie af te bouwen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het federaal klimaatrouteplan en het uitblijven van een broodnodige sociaal rechtvaardige transitie" (55026338C)

13 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La feuille de route fédérale climatique et l'absence d'une transition socialement juste" (55026338C)

 

13.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, op 8 oktober vorig jaar lanceerde u het federale klimaatrouteplan. Daarmee wilt u de federale uitstootreductie in lijn brengen met de verhoogde klimaatdoelstelling die België van Europa kreeg opgelegd en een federale klimaatgovernance installeren. Hoewel u in woorden steevast prat gaat op transparantie, bent u dat in daden niet geweest wat dat federale klimaatrouteplan betreft. Dat plan is immers gebaseerd op roadmaps. U hebt aan de verschillende ministers gevraagd om die op te stellen.

 

Om het plan ten gronde te kunnen analyseren en evalueren, moet het Parlement die roadmaps kunnen inzien, maar u weigert hardnekkig die te bezorgen. Op mijn eerste schriftelijke vraag kreeg ik de algemene samenvatting van het plan, die al op uw website stond, en mijn tweede vraag, waarin ik specifiek vroeg naar de roadmaps, werd onontvankelijk verklaard. Het goede nieuws is dat niet al uw collega’s zo weinig waarde hechten aan transparantie. Aangezien elke minister volgens u klimaatminister moet zijn, ben ik zo vrij geweest om bij hen de roadmaps op te vragen waar zij bevoegd voor zijn. Op minister Van Peteghem na hebben ze mij allemaal hun roadmaps bezorgd. Hoelang zult u nog wachten om uw roadmaps aan het Parlement te bezorgen?

 

Wat de inhoud betreft, was het meteen duidelijk dat de doelstellingen van extra uitstootreductie die het plan wil realiseren op geen enkele deftige ex-anteberekening gebaseerd zijn. Slechts een kleine minderheid van die roadmaps bevat zo’n berekening. Ook in de nodige budgetten is amper voorzien, soms zijn ze zelfs nog niet eens berekend. Vaak wordt de doelstelling van de roadmap zelfs afhankelijk gemaakt van de budgetten die men kan vinden, of wordt de uitvoering van de roadmap op de lange baan geschoven door een gebrek aan budget. Tot slot zijn de maatregelen zelf grotendeels een collectie van reeds geplande maatregelen en is er weinig nieuw beleid te vinden dat voor extra uitstootreductie zou kunnen zorgen. Dat is op zijn zachtst gezegd niet wat de bevolking verwacht van de groenste regering ooit. Wanneer komt de regering met een serieus becijferd klimaatplan, in lijn met de uitdagingen en met voldoende budget?

 

13.02 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw Daems, wat de transparantie betreft, in de nota aan de ministerraad van 8 oktober werd bepaald dat er elk jaar een verslag met een samenvatting van de voortgangsverslagen voor elke routekaart aan het Parlement zal worden toegezonden en openbaar zal worden gemaakt. Zoals eerder aangekondigd wordt het eerste verslag deze zomer verwacht. Aangezien de routekaarten onder de verantwoordelijkheid van elke minister vallen, was het inderdaad logisch om elke minister rechtstreeks te vragen naar de routekaarten die u wenste te ontvangen. Ik ben niet verbaasd over het grote aantal positieve reacties die u op uw verzoek hebt gekregen. In tegenstelling tot de andere ministers, heb ik van u geen verzoek ontvangen om de routekaarten waarvoor ik verantwoordelijk ben, te verkrijgen. Er is geen andere reden waarom ze u niet hebt ontvangen.

 

Hoewel ik u al meermaals de fasering en de werkwijze van de klimaatgovernance heb beschreven, haalt u in uw vraag opnieuw alles door elkaar. Op 14 juli van vorig jaar kwamen we te weten de Europese Commissie haar doelstelling voor België wil optrekken naar een vermindering van 47 %. Deze doelstelling is voor alle duidelijkheid nog niet aangenomen en ons land moet pas tegen de zomer van 2023 een update van zijn klimaat- en energieplan voorleggen, zodat duidelijk wordt hoe de klimaatdoelstellingen zullen worden bereikt.

 

Ik wou echter geen tijd verliezen en daarom heb ik in oktober van vorig jaar aan mijn federale collega's het signaal gegeven dat we ook federaal meer inspanningen zouden moeten leveren. Concreet willen we op zoek gaan naar 25 miljoen ton bijkomende emissiereducties voor de periode 2021-2030. Natuurlijk waren die nog niet gevonden in de PAM's die toen voorlagen. We namen op dat ogenblik de doelstellingen aan en keurden een proces goed om er te raken.

 

Deze zomer zullen we op basis van een onafhankelijke expertise voor het eerst een zicht hebben op de afstand tot de doelstelling. Dit is ruim op tijd om bij te kunnen sturen met bijkomend beleid voor de update van het federale luik van het NEKP, zodat wij onze bijdrage leveren tot een robuust nationaal plan om die vermindering van 47 % te halen. Concreet zullen er bijkomende emissies vooral in de fiscaliteit gezocht moeten worden, omdat dat de belangrijkste federale bevoegdheid is in de sectoren gebouwen en transport. De emissievrije bedrijfswagens zullen ons al ongeveer een derde opleveren.

 

Met het akkoord over de energietransitie en de kernuitstap, dat vorige week is goedgekeurd, versnellen we opnieuw. Onder andere de regelingen voor een verlaagde btw voor sloop en heropbouw, warmtepompen en zonneboilers, of de vergroening van bestelwagens en brommers, tonen aan dat de bevoegde ministers, telkens wanneer ze de kans daartoe hebben, het klimaatbeleid versterken. Tegenover deze maatregelen staan, net zoals in het herstelplan, heel duidelijk budgetten. Deze zomer zullen dus de routekaarten in het eerste publieke rapport opnieuw concreter zijn. Zo zullen we stap voor stap tot een regering van klimaatministers komen die ruim over de lat gaat. Alles wijst in die richting.

 

13.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, uw antwoord is heel straf. U beweert dat u geen vraag hebt gekregen van mij, terwijl ik u hierover maar liefst twee keer schriftelijk een vraag heb gesteld. Ik heb zelfs antwoord van u gekregen. Dat is dus toch wel heel bizar.

 

Ik heb wel al 80 % van de roadmaps gekregen. Het is bijgevolg al duidelijk dat uw plan fundamenteel tekortschiet. Dat is niet te wijten aan een gebrek aan draagvlak bij de bevolking. U lanceerde uw klimaatrouteplan daags voor een grote klimaatbetoging, waarbij 50.000 mensen op straat kwamen voor een echt Belgisch klimaatplan. De Klimaatcoalitie heeft een memorandum geschreven met concrete maatregelen die zo'n plan zou moeten bevatten. Daarvan vinden we echter bitter weinig terug in uw klimaatrouteplan.

 

Op 17 maart lanceerde een brede middenveldcoalitie een oproep voor een echt marshallplan voor massale investeringen in een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid. De huidige energiecrisis toont immers eens te meer de noodzaak daarvan aan.

 

Komende vrijdag trekken burgers en middenveld opnieuw de straat op voor een wereldwijde klimaatstaking, voor een sociaal rechtvaardige klimaattransitie, die erkent dat klimaatstrijd en klassenstrijd hand in hand gaan. Ze doen dat omdat plannen zoals dat van u aantonen dat de regering de boodschap nog altijd niet begrepen heeft. Er is nu een becijferd plan met voldoende budgetten nodig om onze uitstoot zo snel mogelijk naar nul te reduceren. Wij gaan dus vrijdag mee de straat op om dat te eisen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De eventuele oprichting van een observatorium inzake de grondstoffen op de wereldmarkt" (55026221C)

- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De stand van zaken m.b.t. het federaal actieplan voor circulaire economie" (55026340C)

- Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De repairscore" (55026378C)

14 Questions jointes de

- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'éventuelle création d'un observatoire des matières premières sur le marché mondial" (55026221C)

- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le point sur le plan d'action fédéral pour une économie circulaire" (55026340C)

- Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'indice de réparabilité" (55026378C)

 

14.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, mijn vraag over grondstoffen en een observatorium dat de stromen en de prijsevolutie van grondstoffen op de wereldmarkt onderzoekt, komt natuurlijk niet toevallig. De internationale spanningen met de inval in Oekraïne tonen aan dat we dringend oog moeten hebben voor de extreme afhankelijkheid van de EU op het vlak van zowel fossiele brandstoffen als van talrijke kritieke grondstoffen. De energietransitie gaat gepaard met het gebruik van grondstoffen als lithium, kobalt, nikkel, koper, uranium en zeldzame aardmetalen, die alle zeer weinig tot niet beschikbaar zijn in Europa. De prijzen voor die grondstoffen rijzen vandaag de pan uit. Momenteel is er trouwens zelfs een impact op de productie van elektrische wagens in bepaalde werelddelen. U zou de Nationale Bank vragen een diagnose te maken van de blootstelling aan een gebrekkige bevoorradingszekerheid inzake kritieke hulpbronnen, materialen, producten en onderdelen die noodzakelijk zijn voor de transformatie van onze economie. Kunt u ons meer toelichting geven bij uw pleidooi voor dit specifieke observatorium? Hoe ziet u dat concreet? Hoe ziet u de financiering?

 

In welke zin richt u zich tot de Europese Commissie voor grootschalige investeringen in de uitbouw van een circulaire economie? Dat hebt u immers ook in de marge van het observatorium gevraagd.

 

14.02  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, in december vorig jaar hebt u samen met de minister van Economie een federaal actieplan voor circulaire economie gelanceerd. Het thema ligt ons na aan het hart wegens de problemen met de grondstoffen, de levensduur en het afval van producten in het model van lineaire economie van vandaag.

 

Bij de lancering van uw plan beloofde u midden februari met een gedetailleerd tijdpad voor de uitvoering van de verschillende acties in het plan te komen. Ook de repair score zou er dan al zijn, maar ik heb daar nog niets van gezien, tenzij ik mij vergis.

 

Kunt u meer duidelijkheid geven over de timing van de uitvoering van het plan, of kunt u mij uitleggen waar en wanneer wij meer details mogen verwachten? Hebben de werkzaamheden vertraging opgelopen? Zo ja, waarom? Ik heb dezelfde vragen over de repair score.

 

Eenieder beseft dat de misdadige oorlog van Rusland in Oekraïne de grondstoffenschaarste op de spits drijft. Bijgevolg liggen de grondstoffenprijzen hoger dan ooit. Dat is des te pijnlijker, omdat wij die grondstoffen nodig hebben voor onze energietransitie. Net als op het Europese niveau zien wij in België twee tegengestelde tendensen om die uitdaging het hoofd te bieden. Enerzijds wordt het belang van de bestaande actieplannen voor een meer circulaire economie beklemtoond, anderzijds zien wij dat er gretig nieuwe mijnbouwpistes worden bestudeerd. Zo is er in België een wet in de maak om commerciële diepzeemijnbouw te regelen, vandaar mijn vraag.

 

Welke weg zal België inslaan, de weg van het extractivisme van het verleden, met alle biodiversiteitsverlies van dien, of die van de circulariteit van de toekomst, waarin ons materiaalverbruik geen aanslag meer vormt op het leefmilieu?

 

Daarnaast legde u een plan op de regeringstafel om een observatorium voor materialenstromen te creëren. Wanneer kunnen wij dat verwachten en welk budget zou zo’n instelling volgens u moeten krijgen? Welk gevolg zal worden gegeven aan het onderzoek van dat observatorium?

 

14.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, vooreerst hoop ik dat er nog over de term 'herstelbaarheidsindex' die in uw plan voor repair score wordt gebruikt, zal worden gebrainstormd, want met herstelbaarheidsindex zal men niet ver komen.

 

Het feit is dat de regering het systeem van Frankrijk grotendeels zal kopiëren. Dat is prima, maar misschien moet ook eens worden gekeken hoe Frankrijk tegen de repair score aankijkt. De consumentenorganisatie HOP, die intussen het systeem heeft geëvalueerd, merkt op dat bedrijven zelf de score moeten bepalen en dat er soms te weinig onderscheid is tussen de scores en heeft ook vragen bij de manier waarop de score wordt bepaald. Soms scoort men heel slecht op een bepaald onderdeel, maar wordt toch een relatief hoge score behaald. Al die punten zijn voor verbetering vatbaar. Bovendien bleek dat 80 % van de scores hoger ligt dan wanneer de consumentenorganisatie de scores zou bepalen.

 

Mevrouw de minister, zult u die pijnpunten meenemen in ons verhaal en een beter systeem met een betere naam uitwerken dan dat in Frankrijk?

 

14.04 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, collega's, conform het federaal actieplan circulaire economie heeft de regering in februari 2022 een meer gedetailleerde planning opgemaakt. Tegen eind 2022 zullen 24 van de 25 maatregelen zijn opgestart. Er is voor elke maatregel ook aangegeven welk concreet product zal worden opgeleverd, bijvoorbeeld wetgeving of communicatie.

 

Voor de ontwikkeling van een herstelbaarheidsindex of repair score zijn de voorbereidingen gestart. In Frankrijk bestaat reeds een herstelbaarheidsindex voor een aantal productgroepen. Wij willen leren uit het Franse voorbeeld en zullen de leerpunten uit de recente evaluatie grondig bekijken. Op die manier willen wij in België een verbeterde versie implementeren.

 

Inzake de winning van grondstoffen is het absoluut van belang dat wij de vraag naar nieuwe primaire grondstoffen zoveel mogelijk beperken. Het actieplan betreffende de circulaire economie voorziet daarom in maatregelen om de levensduur van de producten te verlengen en om wegwerpen tegen te gaan.

 

Ten slotte pleit ik voor de oprichting van een observatorium voor grondstoffen, dat tot taak heeft de evolutie van grondstoffenstromen en hun prijzen te volgen. Daarbij zullen wij nagaan of samenwerking mogelijk is met andere landen of met de Europese Commissie.

 

Bij de onderhandelingen over een internationaal verdrag tegen plastic, heb ik er in Nairobi voor gepleit dat er ook in maatregelen wordt voorzien die slaan op de hele levenscyclus van plastics.

 

14.05  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Over het prijzenobservatorium hebben we niet heel veel concreets gehoord. De doelstellingen waren ons uiteraard al bekend. U hebt nog de mogelijkheid om een en ander te concretiseren. Wij zullen dat opvolgen.

 

Zoals mevrouw Daems al zei, er dient te worden opgemerkt dat enkele grondstoffen die niet in Europa aanwezig zijn, heel belangrijk zijn voor de door u zo gedroomde en gewilde energietransitie. Die zaak zullen wij heel goed in het oog moeten houden.

 

14.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Wij zullen de uitvoering van het federaal actieplan betreffende circulaire economie met veel interesse blijven volgen. Om dat goed te kunnen doen, wensen wij inzage in de planning te krijgen. Het verbaast mij dat die planning nergens is aangekondigd of ter beschikking is gesteld.

 

Voorts rekenen wij op een ambitieus beleid om komaf te maken met de schadelijke manier waarop het kapitalistisch systeem met materialen omgaat. De grenzen van het extractivisme verleggen met diepzeemijnbouw is geen oplossing, integendeel, dat verergert het probleem. Wij zullen ons dus tegen diepzeemijnbouw blijven verzetten en blijven ijveren voor een volledige overschakeling naar de circulaire economie.

 

14.07  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik hoor dat de voorbereidingen gestart zijn voor de repair score. U zegt dat de leerpunten grondig zullen worden bekeken en dat er een verbeterde versie zal worden georganiseerd. Dat is een goede zaak en het komt overeen met wat wij vragen.

 

Ik geloof echt wel in zulke tools, maar ze slagen alleen als de consument er ook wezenlijk iets aan heeft. De verschillen moeten groot genoeg zijn, zodat ze voor de consument voldoende duidelijk zijn en zodat de consument op basis van die informatie een goede aankoop kan doen.

 

Ik vind daarnaast dat ook het product 'fietsen' moet worden toegevoegd aan het gamma van de repair score. In die zin heb ik een initiatief genomen, dus daarover zullen we later nog een discussie kunnen voeren. Alleszins bedankt voor uw antwoord.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La stratégie REPowerEU et le package Fit for 55" (55026285C)

15 Vraag van Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De REPowerEU-strategie en het Fit for 55-pakket" (55026285C)

 

15.01  Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, le 8 mars 2022, la Commission européenne a publié sa communication relative à la stratégie REPowerEU, laquelle vise à réduire avant 2030 la dépendance énergétique de l'Europe à l'égard de Russie et, plus particulièrement, des combustibles fossiles russes.

 

Parmi les initiatives envisagées par la Commission, nous retrouvons une révision des règles relatives aux aides d’État du système d'échange de quotas d'émissions et un renforcement des mesures proposées par le package Fit for 55.

 

Madame la ministre, pouvons-nous obtenir votre retour sur ces mesures concernant les thématiques traitées dans le cadre du Fit for 55, ainsi que leur impact général sur la mise en place du Green Deal?

 

Par ailleurs, plusieurs de ces mesures sont particulièrement ambitieuses: doublement de l’objectif du paquet pour le biométhane, 20,6 millions de tonnes d’hydrogène renouvelable d'ici 2030 contre 5,6 dans le Fit for 55, accélération du déploiement des systèmes solaires photovoltaïques et de l'éolien ou encore rehaussement des objectifs en matière d'efficacité énergétique des bâtiments.

 

Pouvons-nous obtenir la position de notre pays ce concernant, de même que les informations quant au calendrier des discussions menées au niveau européen à ce sujet?

 

Enfin, si le gaz russe ne représente qu'entre 4 et 6 % des importations gazières de la Belgique, plus de 40 % du gaz consommé en Europe provient de Russie. Ceci justifie la nécessité de travailler à une accélération vers la transition durable commune. Cependant, nous savons que notre pays est encore fortement dépendant du gaz: en 2017, près de 47 % des ménages se chauffaient au gaz naturel et, en 2021, environ 23 % de l'électricité belge était produite par des centrales à gaz.

 

Parallèlement à cela, le chauffage provenant de sources autres que le gaz et le charbon atteignait à peine 16 % en 2017 et la production d'électricité à partir de gaz devrait augmenter avec la fermeture des réacteurs nucléaires. Envisagez-vous de défendre au niveau européen des mesures sociales visant à protéger les ménages qui pourraient être impactés par l'accélération de la transition, par exemple, la création d'un fonds dédié ou un renforcement du fonds social climat? Des discussions sont-elles menées ou sont-elles prévues à ce propos?

 

15.02  Zakia Khattabi, ministre: Monsieur Senesael, les mesures proposées par la Commission dans le cadre de REPowerEU relèvent essentiellement de la compétence Énergie. Je vous invite donc à interroger ma collègue Tinne Van der Straeten à propos du biométhane, de l'hydrogène renouvelable ou des énergies renouvelables mais également sur le lien entre le Fit for 55 parce que les questions relatives aux énergies renouvelables et aux économies d'énergie y afférant relèvent également de la compétence des ministres de l'Énergie.

 

En ce qui concerne la dimension sociale, la proposition de fonds social fait l'objet d'un suivi au sein du Conseil Environnement et a fait l'objet de discussions lors du dernier conseil, le 17 mars dernier.

 

La Belgique n'a pas de position arrêtée à ce jour. Le ministre Henry a souligné au nom de la Belgique que la dimension sociale est cruciale pour notre pays dans la transition. Plus spécifiquement, il a souligné la position vulnérable des femmes seules trop souvent confrontées à la pauvreté énergétique. En effet, une seule source de revenus ne suffit pas, ne suffit plus à couvrir tous les coûts. La dimension de genre doit donc être intégrée dans la conception du fonds social pour le climat. Si celui-ci doit être introduit, les États membres ne doivent toutefois pas attendre que l'Europe mette en œuvre une politique sociale plus forte en matière d'énergie et de climat. Nous devons dès à présent redoubler d'efforts pour aider les ménages vulnérables et réduire la facture énergétique par des interventions structurelles. La compétence en incombe principalement aux Régions mais vous n'êtes pas sans savoir que, la semaine dernière, le gouvernement fédéral a également mobilisé 57 millions d'euros à cette fin.

 

15.03  Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos éléments de réponse. J'ai dépensé beaucoup d'énergie pour rien à vous interroger, puisque c'est vers Mme la ministre de l'Énergie que je dois me tourner. Je vous remercie pour l'aspect social qui vous préoccupe également et pour le suivi que vous pourrez y réserver.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De erkenning van ecocide als misdrijf" (55026339C)

16 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La reconnaissance du crime d'écocide" (55026339C)

 

16.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, van 20 tot 25 maart is het de internationale week voor de erkenning van ecocide als misdrijf. Ook in België vinden er tal van acties plaats en op het einde van de week sluit de campagne zich aan bij de wereldwijde klimaatstaking.

 

Ecocide is het equivalent van genocide, maar dan voor de natuur. Een onafhankelijk panel van internationale experts voor het wijzigen van de statuten van het Internationaal Strafhof heeft midden vorig jaar voorgesteld om ecocide als volgt te definiëren: "Het verrichten van onrechtmatige of moedwillige handelingen met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat ernstige, alsmede omvangrijke dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht door deze handelingen." Tot op vandaag gebeurt dat nog steeds straffeloos.

 

Daarom wordt er wereldwijd campagne gevoerd om ecocide in het strafrecht op te nemen als vijfde misdrijf dat berecht wordt door het Internationaal Strafhof. België was het eerste Europese land dat de campagne steunde. Ecocide is een van de weinige zaken waarop België internationaal voorloopt op het vlak van milieubeleid. Vorig jaar al stemde dit Parlement ook een resolutie om ecocide in het Belgische strafrecht te laten opnemen.

 

Ik heb hierover twee vragen. Hoever staat het wetsontwerp om ecocide in het strafrecht te laten opnemen? Zal België op het Europese niveau pleiten om ecocide op te nemen in het vernieuwde Europese milieustrafrecht?

 

16.02 Minister Zakia Khattabi: Net als u zijn de toenemende aandacht voor ecocide en de aanhoudende roep om de strafbaarstelling ervan mij niet ontgaan. Ecocide is inderdaad een immense bedreiging voor onze planeet en de mensheid.

 

Daarom omvat ons regeerakkoord het streven naar de opname van ecocide in het nieuwe Strafwetboek en het bestuderen en nemen van diplomatieke initiatieven om het misdrijf van ecocide, de opzettelijke vernietiging van ecologische systemen, te beperken.

 

Wat de strafbaarstelling van ecocide in ons strafrecht betreft, hebben de deskundigen van de commissie voor de Hervorming van het Strafrecht eind november hun advies uitgebracht. Op basis daarvan werkt mijn kabinet samen met dat van minister Van Quickenborne aan een ontwerpartikel dat in Boek 2 van het nieuwe Strafwetboek moet worden opgenomen.

 

In het kader van de Europese Green Deal heeft de Europese Commissie een wetgevingsinitiatief inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht gepubliceerd. Dit voorstel voor een nieuwe richtlijn vloeit voort uit de evaluatie van richtlijn 2008/99/EG en strekt tot een strengere en doeltreffendere aanpak van de verschillende vormen van milieucriminaliteit door de lidstaten te verplichten strafrechtelijke maatregelen te nemen.

 

Tijdens de Europese Raad Milieu van 17 maart 2021 heeft België zijn steun voor dit voorstel uitgesproken. Ons land betreurde echter dat de voorgestelde tekst niet ingaat op de kwestie van de strafbaarstelling van ecocide. Voorts heb ik het kader van de internationale week van de ecocide een oproep aan mijn Europese collega-ministers gedaan om zich te verenigen rond de opname van ecocide in het Statuut van Rome. Hierdoor zou het Internationaal Strafhof in staat worden gesteld dit soort misdrijven te berechten, zoals het tegenwoordig genocide of misdaden tegen de menselijkheid kan veroordelen. Hierdoor zou er een nieuw misdrijf aan het internationale strafrecht worden toegevoegd, het eerste sinds 1945. Overeenstemming over een misdrijf als ecocide zou kunnen bijdragen tot een mentaliteitsverandering en een betere bescherming van het milieu.

 

16.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Dank voor uw antwoord, mevrouw de minister. We zijn blij dat België het voortouw neemt met de harde wetgeving tegen ecocide. Om het met de woorden van Rise for Climate te zeggen: het is tijd om de nationale, Europese en internationale regels te veranderen, om zo ons gemeenschappelijke huis, de aarde, te beschermen. We kunnen niet vertrouwen op niet-bindende verdragen, die niet worden nageleefd. Ik reken erop dat België zijn inspanningen om ecocide op internationaal vlak als misdrijf te laten erkennen, onverminderd voorzet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De beslissing van de Raad van de EU over de uitbreiding van het ETS en de invoering van een CBAM" (55026341C)

17 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La décision du Conseil de l'UE sur l'élargissement de l'ETS et l'instauration d'un MACF" (55026341C)

 

17.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het is vreemd dat deze vraag niet werd samengevoegd met de vragen over de Europese Milieuraad van vorige week, want mijn vraag gaat grotendeels over hetzelfde.

 

17.02 Minister Zakia Khattabi: Als mijn antwoorden toen volstonden, kunnen we deze vraag misschien laten vallen? Ik heb wel een antwoord voor u klaar als u uw vraag toch wilt stellen.

 

17.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Ik zal mijn vraag stellen, mevrouw de minister.

 

Terwijl de energieprijzen ongekende hoogten bereiken, onderhandelt de Raad van de EU over een reeks voorstellen om de koolstofbeprijzing in onze economie uit te breiden en bedrijven en burgers via een prijssignaal richting de klimaattransitie te duwen. Alleen zien we met de stijging van de energieprijzen van het laatste jaar dat die aanpak helemaal niet werkt. Mensen en bedrijven gaan financieel ten onder aan de kosten en vervuilende kachels zijn helemaal terug van nooit echt weggeweest.

 

De ETS-prijs schiet alle kanten uit sinds Russische speculanten hun stocks verkochten en bedrijven weer massaal overschakelen op vervuilende steenkool. Er is in deze energiecrisis al veel gezegd over irrationele markten, ook door liberale politici, maar wat men nog niet over de lippen heeft gekregen is dat markten per definitie irrationeel zijn.

 

Nu de EU zich gerealiseerd heeft dat het menens is met de energietransitie en dat het afbouwen van fossiele afhankelijkheid een veiligheidskwestie is, praat men voor het eerst serieus over plannen in plaats van over markten. Het gaat over echte plannen voor massale renovatie, uitrol van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.

 

Mevrouw de minister, wat is volgens u nog de relevantie van het voorstel om een ETS op te richten voor transport en gebouwen als indirecte koolstoftaks? Hoe heeft België daaromtrent gepleit op Europese Milieuraad van 17 maart? Wat heeft België bepleit omtrent de invoering van een koolstofgrensmechanisme? Op welke manier heeft België in zijn positie rekeninggehouden met de Noord-Zuidkloof die dat CBAM zal vergroten?

 

17.04 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw Daems, op 17 maart was er een bijeenkomst van de ministers van Leefmilieu, waarbij het nieuwe ETS voor gebouwen en transport in het centrum van het debat stond. In aanloop naar die Milieuraad verspreidde de Europese Commissie een non-paper over het ETS-BRT, die nog eens het belang van het instrument beargumenteerde.

 

Zo stelde de Commissie dat het nieuwe ETS voor 35 % van de benodigde bijkomende emissiereductie in de sector van gebouwen en transport kan zorgen. Dat zou ook kunnen met nog strengere normen voor gebouwen en voertuigen, maar dan stuiten de lidstaten volgens de Commissie op twee problemen.

 

Het eerste probleem is dat de verhoogde investeringen in energiezuinige woningen of elektrische voertuigen, ook bij sociaal kwetsbare groepen, dan nog niet zijn gefinancierd. Sociaal kwetsbare groepen zullen tot 5 miljard euro moeten investeren in de komende tien jaar om hun woningen klimaatvriendelijk te maken, volgens de Commissie. CO2-beprijzing levert inkomsten op die zulke hoge investeringen bij sociale doelgroepen kunnen cofinancieren.

 

Ten tweede slagen normen er niet in om gedrag te sturen. Iemand kan perfect in een efficiënte woning de verwarming heel hoog zetten omdat de verbruikskosten laag zijn. De commissie wijst erop dat de 20 % rijkste huishoudens instaan voor 32 % van de emissies in gebouwen en transport en de 20 % armste voor slechts 9 %. Een CO2-beprijzing, waarvan de middelen onder andere via een sociaal fonds terugvloeien naar de laagste inkomens en zo de nodige investeringen mogelijk maken, is dus uitermate progressief.

 

Minister Henry voerde voor België het woord in de Milieuraad. Zijn tekst was goedgekeurd door de vier ministers van Milieu van dit land. Hij zei onder andere dat België een versnelling van de energietransitie ondersteunt en voorstander is van krachtige en ambitieuze beleidslijnen en maatregelen op EU-niveau. België blijft echter bezorgd over de sociale en economische gevolgen van het nieuwe ETS voor het wegvervoer en de gebouwen. België is van mening dat een effectieve bijdrage van die sectoren ook kan worden geleverd door middel van ambitieuze Europese normen, zoals dat het geval is voor de CO2-normen voor auto's en lichte bedrijfsvoertuigen. Daarom is België voorstander van de afschaffing van voertuigen met een verbrandingsmotor tegen 2030.

 

Voorts gaf minister Henry voor België aan dat als het debat over het nieuwe ETS wordt verdiept, er absoluut rekening moet worden gehouden met de sociale dimensie, bijvoorbeeld door te werken aan de voorspelbaarheid en de schommelingen van de prijzen. België vindt ook dat de opbrengsten van een dergelijk systeem in belangrijke mate ten goede moeten komen aan de meest kwetsbare leden van de samenleving, via een sociaal klimaatbeleid en door kmo's te steunen bij de transitie. Met dat standpunt bevond België zich in een middengroep van landen die kritisch staan tegenover het ETS-BRT, maar wel een opening creëren om over modaliteiten te praten. In de Milieuraad bleken negen landen, waaronder Duitsland, duidelijk voorstander van het instrument. Zes landen, waaronder Polen en Hongarije, waren duidelijk tegenstander.

 

Volgens onze telling is het nog steeds goed mogelijk dat het nieuwe ETS aan een meerderheid komt in de Raad. Daarom vind ik het persoonlijk belangrijk dat we maximale inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat het instrument een voorspelbare prijs kent met een prijsplafond en dat de sociale dimensie volledig mee in rekening wordt genomen.

 

Wat het CBAM betreft, zoals u kon lezen in de media hebben de ministers van Financiën daarover een overeenkomst bereikt en kan het dossier naar de trialoog. Voor de details van de overeenkomst verwijs ik u door naar minister Van Peteghem, aangezien het CBAM in eerste lijn door hem wordt opgevolgd.

 

Si j'évoque la possibilité que le nouvel ETS passe, c'est parce qu'on a appris qu'outre la France, l'Allemagne et sans doute un troisième pays permettront de réunir les trois pays nécessaires pour cela.

 

Wij zijn een en ander nog aan het bekijken, maar de meest recente informatie die wij krijgen toont ons dat er meer mogelijkheden zijn dan ik in het begin dacht.

 

17.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Voor ons vormt de energiecrisis eens te meer een illustratie van het feit dat marktsignalen niet werken om burgers en bedrijven te helpen de klimaattransitie te maken. De hoge prijzen vreten aan hun investeringsbudgetten, als zij die al hebben. De grondstoffenschaarste zorgt ervoor dat zij lang moeten wachten op hun investeringen in de energietransitie en dat zij die transitie duur betalen.

 

Dat wij een koolstoftaks of koolstofmarkt nodig hebben om de energietransitie van de sociaal kwetsbaren te financieren, is een drogreden. Wat wij nodig hebben om burgers te helpen zijn geen markten maar plannen. Wij hebben grootschalige plannen nodig met massale publieke investeringen in renovatie, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.

 

Om de CO2-uitstoot eindelijk snel genoeg naar beneden te halen en de klimaatopwarming onder de 1,5 °C te houden, moeten wij de grote vervuilers verplichten te decarboniseren via bindende uitstootnormen.

 

Tot slot, wij helpen het Zuiden niet om een groene economie op te bouwen met een koolstofgrensbelasting, maar wel met een faire bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering, kwijtschelding van onrechtvaardige schulden en overdracht van technologische kennis.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

18 Question de Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L’impact climatique des cryptomonnaies" (55026342C)

18 Vraag van Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De klimaatimpact van cryptomunten" (55026342C)

 

18.01  Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, une étude réalisée par la Banque centrale néerlandaise (DNB) a récemment indiqué qu'une transaction par le biais de bitcoins était responsable d'autant d'émissions de CO2 qu'un ménage moyen en trois semaines. De plus, le Digiconomist souligne que cette cryptomonnaie consomme, aujourd'hui, 20 fois plus d'électricité qu'en 2017. Enfin, une étude publiée en septembre 2021 nous informe que les mineurs de bitcoins génèrent autant de déchets électroniques que les Pays-Bas, en raison de la durée de vie extrêmement courte des machines employées.

 

Madame la ministre, le 11 mai 2021, vous m'indiquiez que le principe des cryptomonnaies actuelles posait un problème environnemental certain et évoquiez un potentiel de réduction d'empreinte énergétique de certaines nouvelles cryptomonnaies du marché. Compte tenu des nouvelles études publiées, pouvons-nous obtenir votre retour sur la problématique? Un recours accentué aux nouvelles cryptomonnaies a-t-il été observé? Ces technologies laissent-elles entrevoir des perspectives souhaitables?

 

Dans votre réponse à la question écrite de M. Burton à laquelle vous me renvoyiez, vous précisiez que "le bitcoin ne fait pour le moment l'objet d'aucune régulation en règle générale en Europe". Nous savons qu'il s'agit ici de compétences partagées. Cependant, pouvez-vous nous indiquer quelles mesures pourraient être envisagées en vue de contrevenir au phénomène évoqué, tant au niveau national, européen, qu'international? Un système de régulation visant à réduire l'impact de ces monnaies pourrait-il être mis en place? Une limitation, voire une interdiction des pratiques problématiques, comme le minage, peuvent-elles être envisagées? Des contacts ont-ils été entretenus avec vos collègues compétents pour cette matière?

 

18.02  Zakia Khattabi, ministre: Monsieur Senesael, ma réponse du 11 mai et ma réponse écrite restent d'actualité. L'intensité du minage dépend essentiellement de la valeur de la cryptomonnaie en question, du prix de l'électricité et de la performance énergétique des ordinateurs utilisés. Si des cryptomonnaies moins énergivores devaient voir le jour, elles gagneraient vite en valeur et le problème ne se résoudrait pas pour autant. L'adoption de cryptomonnaies, par exemple par la Russie pour contourner l'embargo, fait monter leur cours. La hausse du prix de l'électricité le fait baisser, de même que le retrait ou l'introduction du minage pour des raisons environnementales, comme discuté pour le moment au sein de l'Union européenne.

 

Les trois régulateurs européens ont mis en garde les investisseurs le 17 mars 2022: ils risquent de tout perdre. Autrement dit, il s'agit d'un marché ultraspéculatif qui se fait au détriment de l'environnement. Le niveau de régulation est essentiellement européen.

 

À ce stade, je n'ai pas plus de réponses à vous donner, si ce n'est vous renvoyer vers ce débat-là. Je vous conseille aussi d'interroger le secrétaire d'État Mathieu Michel et le ministre Vincent Van Peteghem.

 

18.03  Daniel Senesael (PS): Merci, madame la ministre, pour ces réponses.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van Bert Wollants aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het akkoord over de kernuitstap en de energietransitie en de impact op het NEKP" (55026374C)

19 Question de Bert Wollants à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'accord sur la sortie du nucléaire et la transition énergétique et l'impact sur le PNEC" (55026374C)

 

19.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, vorige vrijdag werd beslist over het onderhandelingsmandaat voor het verlengen van de levensduur van de kerncentrales en het opschroeven van een aantal maatregelen op het vlak van energietransitie. De vraag is op welke manier u dit wilt vertalen in het Nationaal Energie- en Klimaatplan. Net zoals offshore windmolens een impact hebben op het klimaatplan, heeft de levensduurverlenging van kerncentrales daar een impact op, net als de andere energietransitiemaatregelen. Er zal een traject noodzakelijk zijn om dat allemaal te kunnen inpassen. In een volgende fase zal daar ook over moeten worden gesproken met de andere beleidsniveaus op dat vlak.

 

Hoe ziet u dat proces? Welke impact zal het akkoord hebben op het Nationaal Energie- en Klimaatplan?

 

19.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Wollants, het bestaande klimaatgovernancekader kan goed omgaan met het akkoord van vorige week. Het werd immers zo ontworpen dat het continu aanscherping en bijsturing van het federale klimaatbeleid mogelijk maakt en zelfs bevordert.

 

Concreet zullen alle bevoegde ministers moeten nagaan of voor de goedgekeurde maatregelen er al dan niet reeds federale beleidsmaatregelen bestaan, de zogenaamde PAM's. Indien dat het geval is, kunnen ze de bijkomende doelstellingen, deelmaatregelen of budgetten verwerken in de routekaarten voor de update van die PAM's, die we dit voorjaar plannen in aanloop naar het eerste publieke voortgangsrapport deze zomer. Zo komt de btw-korting voor warmtepompen of zonneboilers dan terecht in de routekaart voor fiscaliteit van minister Van Peteghem en de budgetten voor goederenvervoer per spoor bij die van minister Gilkinet.

 

Het is duidelijk dat met het akkoord opnieuw een stap is gezet naar de 25 miljoen ton bijkomende emissiereducties in de non-ETS op de federale bijdrage aan de Europese -55 %.

 

Wat de interfederale maatregelen betreft, stel ik een ander traject voor. Enerzijds is het de bevoegdheid van de voorzitter van de NKC, Vlaams minister Zuhal Demir, om het overleg over de bestaande interfederale maatregelen en het NEKP te activeren. Daarnaast bestaat er nu de mogelijkheid om nieuwe interfederale maatregelen mee te nemen in de politieke onderhandelingen voor een nieuw samenwerkingsakkoord voor de periode 2021-2030.

 

Ik ben voorstander om een ambitieuze lijst samen te stellen, die niet uit louter interfederale maatregelen bestaat, maar ook uit maatregelen waarvan overheden willen dat anderen ze treffen. Ik doel dan bijvoorbeeld op de talrijke wensenlijsten die met de regelmaat van de klok door het Vlaams niveau naar de federale overheid worden verstuurd en die vaak legitieme vragen bevatten. Die lijst van federale en regionale maatregelen zou volgens mij daarna besproken moeten worden met de stakeholders tijdens eens interfederale klimaattafel. Die lijst moet dan uitmonden in een apart hoofdstuk van de update van het NEKP. Jammer genoeg is daarover in de Nationale Klimaatcommissie nog geen overeenkomst gevonden. Het Vlaams Gewest blijft de inherente vervlechting van het regionale en federale klimaatbeleid daar namelijk negeren.

 

19.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, we zullen opvolgen in welke richting dit dossier verder evolueert. Het gaat echter grotendeels ook over maatregelen binnen de ETS-sector. Het Nationaal Energie- en Klimaatplan heeft die echter ook. We zijn benieuwd naar de grootteorde van een aantal zaken die naar voren worden geschoven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Samengevoegde vragen van

- Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De aangekondigde ‘klimaattafels’" (55026375C)

- Bert Wollants aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Klimaattafels" (55026384C)

20 Questions jointes de

- Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'annonce de tables rondes consacrées au climat" (55026375C)

- Bert Wollants à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les tables rondes sur le climat" (55026384C)

 

20.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, 'klimaattafels' is een woord dat men volgens mij in Nederland heeft uitgevonden. Men heeft dat concept daar alleszins toegepast. Oud-minister Nijpels is zelfs nog in onze commissie geweest om hierover een toelichting te geven.

 

Er zijn conform het regeerakkoord vijf klimaattafels, rond de thema’s elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie, landbouw en mobiliteit.

 

Mevrouw de minister, hoe ver staat men met di methodiek? Wat mogen we verwachten? Hoe, wat, met wie zullen de klimaattafels worden gerealiseerd? Ik heb hier heel veel vragen over.

 

20.02  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, uit een toelichting van de heer Nijpels heb ik begrepen dat een aantal voorwaarden aan de deelname aan klimaattafels zijn gekoppeld. In Nederland is daar bijvoorbeeld de doelstelling van -49% aan gekoppeld. Men mag dan mee aan de tafel schuiven op voorwaarde dat men de doelstelling zelf niet ter discussie stelt. Voorts mag men alles zeggen en vragen.

 

Ook de timing is in dezen van belang, want het zou kunnen dat ook de federale engagementen en budgetten moeten worden aangepast afhankelijk van het resultaat van de klimaattafels.

 

Mevrouw de minister, op welke manier wenst u het concept van de klimaattafels te gebruiken? Welke actoren wenst u hierin te betrekken? Zijn er specifieke voorwaarden om aan de klimaattafels te kunnen deelnemen? Welke timing wordt vooropgesteld?

 

20.03 Minister Zakia Khattabi: De klimaattafels zullen in de tweede helft van 2022 worden georganiseerd in het kader van de herziening van het federaal energie- en klimaatplan. Zij bieden de gelegenheid om met stakeholders en experts van gedachten te wisselen over federale beleidslijnen en maatregelen die in het kader van de goede kaarten voor klimaatgovernance worden voorgesteld, en om aanvullende maatregelen te bepalen. De conclusies van die rondetafelvergaderingen zullen tijdig beschikbaar zijn om te worden gebruikt bij de opstelling van het federaal energie- en klimaatplan.

 

Er zullen vijf klimaattafels worden georganiseerd. De precieze thema's moeten nog met de verschillende bevoegde ministers worden vastgesteld. Ik coördineer die oefening, maar ik zal nauw samenwerken met de bevoegde ministers bij de ontwikkeling en de concrete organisatie van de klimaatrondetafelconferenties voor hun specifieke bevoegdheidsgebieden. De te bespreken onderwerpen zijn vervoer, gebouwen, energie inclusief elektriciteitsopwekking, fiscaliteit en duurzame consumptie en productie. De federale regering zou ook graag een interfederale klimaattafel met de regio's organiseren.

 

Elke klimaattafel zal beperkt zijn tot 30 à 40 deelnemers, stakeholders, experts en vertegenwoordigers van verschillende federale overheidsorganen en instellingen, alsook moderatoren en factcheckers. Vertegenwoordigers van de regionale administraties zullen worden uitgenodigd om een discussie te voeren over de afstemming tussen de federale en regionale maatregelen.

 

De klimaattafels worden georganiseerd in twee sessies van een halve dag, met een maand tijd ertussen om de deelnemers in staat te stellen om hun standpunten tussen de twee sessies te verfijnen.

 

20.04  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor de stand van zaken. Van belang is dat de mensen rond de tafel impact hebben, het moeten sleutelfiguren zijn, zodat het geen praatbarak wordt. Voor inspiratie voor de thema's kunt u eventueel naar Nederland kijken, dat al vijf klimaattafels organiseerde. Nederland is natuurlijk geen federaal land zoals ons land.

 

U zegt dat u ook de regio's zult betrekken, wat mij wel verstandig lijkt. Laten we hopen dat wij, met de juiste mensen rond de tafel, er voldoende eten en drinken uit halen om uw klimaatplan te vullen en daadkrachtig te maken.

 

20.05  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. We moeten inderdaad nagaan hoe we de klimaattafels invullen en welke thema's er bijvoorbeeld aan bod zullen komen. Overigens hebben de thema's vooral betrekking op gewestbevoegdheden en daarom is het des te noodzakelijker dat iedereen op dezelfde manier naar die zaken kijkt, want anders heeft zo'n overleg volgens mij weinig zin.

 

Ik vind eveneens dat de juiste mensen rond de tafel moeten zitten, al hoeven dat voor mij niet alleen maar experts te zijn. Er is vooral ook nood aan mensen die op het terrein actief zijn en de problemen in detail kennen. De theoretische toepassing hebben we de jongste tijd namelijk al vaak gehoord. De omzetting in de praktijk is dikwijls veel belangrijker om tot resultaten te komen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De uitfasering van biobrandstoffen uit voedingsgewassen" (55026387C)

21 Question de Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'abandon progressif des biocarburants à base de plantes vivrières" (55026387C)

 

21.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, dit is altijd al een moeilijke materie geweest. De oorlog in Oekraïne, de graanschuur van Europa, en de berichten uit Oost-Afrika waar 28 miljoen mensen honger lijden, maken het moeilijk te verantwoorden om voedsel in onze energiebronnen te steken. Een nieuw rapport van een brede coalitie is verschenen over het Belgische biobrandstoffenbeleid.

 

Wat is uw reactie op dat rapport?

 

21.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Verduyckt, de discussie over het gebruik van biobrandstoffen in transport moet vanuit het oogpunt van duurzame ontwikkeling worden benaderd. We moeten rekening houden met verschillende parameters: de impact op het klimaat, leefmilieu en biodiversiteit, alsook sociaal-economische aspecten, zoals de impact op mensenrechten en voedselprijzen.

 

Ik heb kennisgenomen van het rapport en ben het ermee eens dat de huidige voedselprijzen op de wereldmarkt het belang en de urgentie van deze discussie benadrukken. Vanuit de holistische kijk op duurzame ontwikkeling is het moeilijk te verantwoorden dat de overheid het gebruik van eerstegeneratiebiobrandstoffen aanmoedigt om EU-doelstellingen inzake transport te behalen.

 

Minister Van der Straeten leidt de gesprekken inzake de omzetting van de RED II-richtlijn. Ik nodig u uit bij haar te peilen naar de laatste stand van zaken van die gesprekken.

 

21.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik deel uw mening en zal uw suggestie volgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.09 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17 h 09.