Commission
de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat |
Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Vendredi 25 mars 2022 Après-midi ______ |
van Vrijdag 25 maart 2022 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 20 et présidée par M. Christian Leysen.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.
01 Échange de vues sur l’accord du 18 mars 2022 concernant la sécurité de l’approvisionnement énergétique et questions jointes de
- Thierry Warmoes à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La décision sur la sortie du nucléaire" (55026290C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision sur la sortie du nucléaire" (55026292C)
- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La décision sur la sortie du nucléaire" (55026291C)
- Raoul Hedebouw à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision sur la sortie du nucléaire" (55026293C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision concernant la sortie du nucléaire" (55026327C)
- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La décision concernant la sortie du nucléaire" (55026328C)
01 Gedachtewisseling over het akkoord van 18 maart 2022 betreffende de energiebevoorradingszekerheid en toegevoegde vragen van
- Thierry Warmoes aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissing over de kernuitstap" (55026290C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing over de kernuitstap" (55026292C)
- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissing over de kernuitstap" (55026291C)
- Raoul Hedebouw aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing over de kernuitstap" (55026293C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing over de kernuitstap" (55026327C)
- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissing over de kernuitstap" (55026328C)
De voorzitter: Sta me toe ter inleiding mijn appreciatie uit te drukken voor het feit dat de regering beslissingen genomen heeft zowel inzake hernieuwbare energie als inzake energiezekerheid. Dat is niet altijd evident, zeker ingeval een coalitie met verschillende partijen dergelijke beslissingen moet nemen. Iemand formuleerde het ooit zeer mooi: als men aan het beleid deelneemt – dit geldt niet alleen voor beleidspartijen, maar voor alle partijen –, moet men soms de nostalgie van zijn jeugddromen plaats laten maken voor een gemeenschappelijke oplossing voor de uitdagingen voor de volgende generaties. Dat is moeilijk.
Ik apprecieer dat de minister vandaag beschikbaar is om de genomen beslissingen, samengevat in de mooie titel 'Energiedoorbraak', te komen toelichten.
01.01 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, geachte Kamerleden, mijn presentatie bestaat uit twee delen. Ik geef eerst een toelichting bij de beslissing van vorige vrijdag. Naadloos gaat die over in de toelichting bij de parameters betreffende de aan te kopen hoeveelheid capaciteit, waarvan ik een tijd geleden heb gemeld dat ik daarover, conform de resolutie, het Parlement zal raadplegen.
Ik begin met de energiedoorbraak. Sta me toe om eerst even de context te schetsen, al is die wellicht al genoegzaam bekend. Ik kom ook terug van twee vergaderdagen volledig in het teken van energieveiligheid, bevoorradingszekerheid en de geopolitieke situatie met verschillende leden van het Internationaal Energieagentschap. Er kan niet genoeg worden onderstreept dat Europa en vooral ons land geconfronteerd worden met de grootste energiecrisis ooit. De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk hoe afhankelijk wij zijn van energie uit het buitenland. Wij importeren in ons land meer dan 90 % van onze energie. Die afhankelijkheid zorgt voor een dubbele kwetsbaarheid. Wij zijn kwetsbaar op het vlak van onze bevoorrading, aangezien energie wordt ingezet als een wapen onder de bedreiging van een bevoorradingstekort. Daarnaast zijn we kwetsbaar op het vlak van de te bepalen prijs voor energie, waarvoor we tegenwoordig oorlogsprijzen betalen.
De regering heeft begin vorige week, op maandag, een heel pakket maatregelen aangenomen met een directe impact om de energiefactuur te verlagen. Het gaat daarbij om een btw-verlaging voor gas en elektriciteit en een accijnsverlaging voor brandstoffen aan de pomp. Op het einde van vorige week, als in een ideale tangconstructie, heeft de regering ook een resem maatregelen aangenomen die een ongeziene versnelling betekenen van de energietransitie in het licht van meer energieonafhankelijkheid, met daarbij tegelijk de verzekerde bevoorrading in alle winters en in alle scenario's.
Het staat buiten kijf dat de energietransitie een gegeven is waaraan momenteel elke dag al gewerkt wordt. Niemand stelt dat in vraag. Het is niet zozeer een verhaal over de energietransitie op zich, maar wel over het versnellen van die energietransitie. Een van de conclusies aan het einde van de twee vergaderdagen binnen het Internationaal Energieagentschap was dat het in het licht van de oorlog in Oekraïne noodzakelijk is om onze energietransitie te versnellen. We moeten dus weg van fossiele brandstoffen om ons tot hernieuwbare energie wenden. Voor ons eigen land betekent dit meer hernieuwbare energie en meer elektrificatie.
Voor wind op zee zijn er vier zaken belangrijk. Ten eerste moet voor de Prinses Elisabethzone opnieuw de datum 2027 naar voren worden geschoven. Vandaag wordt 2028 naar voren geschoven. Het is onze ambitie om alles op alles te zetten om dat weer naar 2027 te brengen. Aan de ene kant is er de aansluiting van de windmolens, maar aan de andere kant is dat ook een kwestie van goed en degelijk projectmanagement. Er moet serieus vaart worden gehouden in wat voorafgaat aan de bouw van de windmolens, bijvoorbeeld de geofysische studies waarover we al gepraat hebben in deze commissie.
Ten tweede is een repowering van de eerste zone belangrijk. Dat is niet nieuw en werd al besproken in deze commissie. Eind dit jaar willen we daarvoor een strategische visie klaar hebben. Die zullen we uiteraard uitwerken in samenwerking met de sector. Ik heb daarover al voorstellen ontvangen van de sector. Die willen we dus in een strategisch beleid gieten.
Het derde punt is essentieel. Er is beslist om de capaciteit in de Prinses Elisabethzone te verhogen tot 3,5 gigawatt. Dat betekent een verdrievoudiging van energie uit windturbines op zee. We gaan nu expliciet op zoek naar een bijkomende 2 gigawatt, dus een verdrievoudiging van de huidige capaciteit. Dit zullen we enerzijds doen door de repowering van de eerste zone en anderzijds door te zoeken naar nieuwe gebieden in de Noordzee waar elektriciteitsproductie mogelijk is. Dat doen we in het kader van de herziening van het marien ruimtelijk plan.
Het laatste punt wat de energieproductie uit wind op zee betreft, is een samenwerking met onze buurlanden voor de versnelde uitbreiding van het netwerk wind op zee. Het is onze ambitie dat ons land daarin het voortouw neemt en we staan daar al redelijk ver mee. We hebben de Nemo Link, de best presterende interconnector. Er zijn ook de plannen met Denemarken. Van alle landen waarmee Denemarken een akkoord heeft gesloten, staat België al het verst. Verder is er nog de tweede verbinding met het Verenigd Koninkrijk, de Nautilus. Ik heb de afgelopen twee dagen ook kunnen spreken met Kwasi Kwarteng, mijn collega uit het Verenigd Koninkrijk. We hebben al aardig wat vordering geboekt op het vlak van onze interconnectie, zowel wat betreft het denkwerk als met de concrete projecten. Dat zet ons ertoe aan om het voortouw te nemen om samen met een aantal landen de voorhoede voor de uitbouw van het netwerk wind op zee te vormen.
Wind op land is een gewestelijke en geen federale bevoegdheid, maar we hebben hier wel een aantal hefbomen, namelijk bij de luchtvaart en Defensie. Vandaag is 5,1 gigawatt geblokkeerd vanwege uitsluitingszones, radars en technische regels. We hebben een budget voorzien zodat we de Gewesten kunnen ondersteunen om de capaciteit die ze willen gebruiken te deblokkeren.
Het is één zaak om de energietransitie te versnellen, maar het is een andere zaak ervoor te zorgen dat iedereen mee is en dat het voor iedereen toegankelijk is.
Daarom leggen wij ook veel nadruk op het wegwerken van prijsbarrières door middel van een btw-verlaging voor zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers. Daarnaast wordt de maatregel inzake de verlaagde btw op sloop en heropbouw van een woning verlengd. Wij willen ook onze eigen gebouwen en de NMBS-stations maximaal vergroenen.
Ik ga nu in op de groene mobiliteit, want onafhankelijkheid is niet alleen een kwestie van gas en elektriciteit, maar ook van olie. Tot 30 % van onze olie komt vandaag uit Rusland. Ook die afhankelijkheid moeten wij afbouwen. Het Internationaal Energieagentschap heeft gisteren trouwens ook een tienpuntenplan aangenomen om de afhankelijkheid van olie af te bouwen. Wij hebben dan ook een aantal maatregelen genomen wat betreft de groene mobiliteit, bijvoorbeeld de vergroening van bromfietsen en lichte vrachtwagens, de boost voor slimme laadpalen, die ons dan ook weer op een ander vlak kunnen helpen, met name flexibiliteit en capaciteit.
In het kader van de versnelling van de energietransitie willen wij heel wat gigawatts aan energie deblokkeren. Door de hefboommaatregelen die wij nemen op federaal niveau zorgen wij voor fors extra capaciteit. Door tegelijkertijd in te zetten op de maatregelen die ik daarnet heb toegelicht, gaat de elektrificatie ook naar boven. Wij zullen hierdoor fors minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, een pak minder CO2 uitstoten en ook een pak minder uitgeven aan gas en olie, met name tot 18 miljard euro minder.
Voor de financiering van de maatregelen kijken wij naar de repartitiebijdrage, de bijdrage die de nucleaire exploitanten betalen in het kader van de overwinsten van de kerncentrales die zij delen. Die repartitiebijdrage ligt een pak hoger door de hoge elektriciteitsprijzen en wij zullen ze gebruiken om het toegelichte beleid te financieren. Wij willen ook volop inzetten op het energietransitiefonds en willen samenwerken met private bedrijven.
Ik denk onder meer aan laadstations bij de NMBS. Dat kan via een publiek-private samenwerking. Ik denk ook aan de maatregelen die we nemen die geen prijsbarrières zijn. Er zijn heel wat andere barrières, ook in de markt, zoals upfront cash, maar ook de vraag of mensen bij alle dagelijkse beslommeringen de tijd hebben om na te denken of een warmtepomp voor hun huis wel aangewezen is. Daarom hebben wij in het akkoord een aantal maatregelen om het gemakkelijker te maken. Eentje daarvan is een wijziging van het Wetboek van economisch recht, waar we de bepalingen rond consumentenkrediet en koppelverkoop willen herbekijken om het voor energieleveranciers makkelijker te maken om energiediensten aan te bieden.
Laat mij duidelijk zijn. Vandaag zijn er in ons land 200.000 nieuwbouwwoningen gebouwd, alleen al in Vlaanderen. Dat zijn woningen zonder warmtepomp, maar ze zijn wel voldoende geïsoleerd en ze hebben vaak ook hernieuwbare energie op het dak. Ze zijn dus volledig klaar om over te schakelen naar een warmtepomp. Die investeringskeuze is niet gemaakt bij het bouwen van de woning, omdat de warmtepomp toen te duur was en daar geen business case voor was. Vandaag is die er wel. We willen dat een boost geven door de btw daarop te verminderen. Daarom komt er nog geen warmtepomp. Het is niet omdat men het gemakkelijk maakt, dat er toch een warmtepomp wordt geïnstalleerd. Dan is het belangrijk om te kijken wie daarbij de partners zijn. Dat zouden de energieleveranciers kunnen zijn bijvoorbeeld, die hun klanten zo'n dienst zouden kunnen aanbieden. Daarom wil ik absoluut met hen en met de producenten van warmtepompen in gesprek gaan, zodat we ervoor kunnen zorgen dat dit beleid ook effectief een succes wordt. Tegelijkertijd kan men ook private middelen activeren, bijvoorbeeld via de green bonds, die sowieso in de steigers staan. Dit is een totaalpakket van bijna 1,2 miljard euro om de komende jaren de energietransitie te versnellen en werk te maken van onze onafhankelijkheid.
Dat brengt mij naadloos bij de bevoorradingszekerheid van ons land. Ter zake is ons land de voorbije twintig jaar geconfronteerd geweest met een grote stilstand. Dat heeft ertoe geleid dat wij op een recordtempo het CRM hebben moeten implementeren in overtime. De voorbije tijd zijn wij in dat verband geconfronteerd met een aantal moeilijkheden. Wij beheren de zaak op de aangewezen manier. Bovendien is de situatie sinds december 2021 grondig gewijzigd, met name door de oorlog in Oekraïne, wat ertoe heeft geleid dat alle Europese landen hun strategie herbekijken. Ik heb het voorbije weekend en de voorbije dagen gesproken met mijn collega's uit Polen en uit Duitsland, die ook hun energiebeleid herijken, meer specifiek op het vlak van steenkool.
Een tweede punt waarmee wij worden geconfronteerd, is een ernstige situatie van nucleaire onbeschikbaarheid in Frankrijk. 20 % van de nucleaire capaciteit in Frankrijk is namelijk niet beschikbaar. De situatie is bovendien ernstiger dan de situatie waarmee rekening werd gehouden op het ogenblik waarop in het kader van het CRM de sensitiviteiten in kaart zijn gebracht.
U kent de situatie van de sensitiviteiten ter zake. Wij zijn echter geconfronteerd met nieuwe elementen sinds december en die elementen kunnen wij niet negeren. Wat is aangekondigd qua beschikbaarheid, dus de gegevens waarmee wij werken in het kader van REMIT, stemmen niet overeen met de situatie in de praktijk.
Tot slot, door de energietransitie te versnellen, zullen wij ook zorgen voor een snellere elektrificatie en dus ook een grotere elektriciteitsvraag, wat leidt tot een nood aan bijkomende capaciteit. Dat heeft ertoe geleid dat de regering voorbije vrijdag heeft beslist door te gaan met het CRM, maar ook een open blik te houden op de levensduurverlenging van 2 gigawatt aan nucleaire capaciteit, namelijk Doel 4 en Tihange 3, voor een periode van tien jaar. De regering heeft beslist om daartoe de nodige stappen te zetten. De eerste minister en ik zullen de onderhandelingen met de nucleaire exploitant voeren. De contouren van die onderhandelingen zijn duidelijk.
Wij wensen die gesprekken af te ronden tegen begin juni. Anderzijds kan er geen sprake zijn van een link tussen het dossier van afval en de provisies. Zowel de kernexploitant als de bijdragende vennootschap, Luminus, blijft dus verantwoordelijk voor de ontmanteling en het beheer van de bestraalde splijtstof en draagt alle kosten die daaraan verbonden zijn voor de zeven reactoren. Ik verduidelijk expliciet dat het niet de bedoeling is dat de Belgische overheid een exploitant zou zijn.
Wat de ontmanteling en het beheer van de bestraalde splijtstof betreft, de wettekst met betrekking tot de nucleaire provisies is ondertussen afgewerkt en werd op de agenda van de regering geplaatst. We hebben daarover een advies van de Raad van State ontvangen met weinig opmerkingen. Zoals ik al eerder heb toegelicht, gaat het daarbij om de volledige terugbetaling van de leningen, zowel voor de ontmanteling als voor het beheer van de bestraalde splijtstof. De tekst zal binnenkort bij het Parlement worden ingediend.
Dat betekent natuurlijk ook dat wij zullen opschieten met de beraadslaging van het wetsontwerp voor de verlenging van de levensduur van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 in eerste lezing door de regering. Dat wordt een ietwat atypische lezing, omdat vervolgens het milieueffectenrapport moet worden opgestart. Daarnaast – en misschien is dit wat onlogisch in de opsomming – is er nog het gesprek met de Europese Commissie over de goedkeuring van het CRM.
Dat brengt mij naadloos bij het CRM. Het CRM is ons investeringsmechanisme dat de bevoorradingszekerheid monitort en de bevoorrading garandeert. Wij hebben een eerste veiling georganiseerd voor de winter 2025-2026. Er werden twee capaciteiten geselecteerd, waarvan er een niet was vergund. Aan de hand van het rapport van Elia konden we vaststellen dat, ook al was er een niet vergund, andere capaciteiten wel uitvoerbaar vergund zijn en dat er bovendien geen beroep tegen hangende is.
Dat laat ons toe te concluderen dat de wet betreffende de toewijzing van extra capaciteit, die u hebt goedgekeurd, onverkort zal worden uitgevoerd. Het ministerieel besluit voor de instructie voor de toewijzing van de capaciteit zal vandaag aan de regering worden voorgelegd.
We hebben ook besloten om het CRM nog meer in te zetten als een instrument om de energietransitie te faciliteren. We zullen de CO2-limieten in het CRM verlagen, zodat er minder energie uit gascentrales en turbojets in het systeem worden opgenomen. We creëren daarmee een incentive, zodat die productiewijze door schone technologieën kan worden vervangen, steeds vanuit de redenering dat er geen overcapaciteit is en we op een snelle vergroening inzetten.
Dat brengt mij naadloos bij de beslissing die we inzake het CRM moeten nemen.
L'année dernière, le 30 mars, je suis venue devant cette commission avec la même intention qu'aujourd'hui, notamment discuter avec vous des paramètres qui détermineront le volume que nous déciderons lors de la deuxième enchère du CRM.
Comme vous le savez, le CRM est un processus annuel visant à mettre aux enchères les capacités afin d'assurer notre sécurité d'approvisionnement dans quatre ans.
Dat gebeurt telkens op basis van de betrouwbaarheidsnorm die gedefinieerd is in de wet, namelijk de LOLE van 3 uur.
Depuis cette deuxième année, nous entrons dans une sorte de régime de fonctionnement. Le calendrier est fixé et chaque autorité connaît son rôle, sa tâche. Tous les processus et calculs ont déjà été effectués. Nous avons tiré les leçons de l'année précédente, etc.
Certains partis sont encore en train de s'y habituer. Il suffit de voir certaines discussions récentes au sein de cette commission. D'aucuns avaient peut-être espéré que certaines discussions de longue haleine seraient déterminées.
Tout cela s'avère insignifiant face à un monde qui a beaucoup changé entre-temps: une guerre sur le continent européen, des perspectives économiques incertaines en raison de la montée en flèche des coûts de l'énergie et, dans le même temps, une lutte contre le changement climatique que nous ne pouvons nous permettre d'affaiblir, au contraire.
Het is in zulke onzekere omstandigheden dat een beleidsinstrument als het CRM, dat gemaakt is om zekerheid te bieden over onze elektriciteitbevoorrading, van zeer groot belang is. Het moet doorlopen worden zoals wettelijk voorzien. Daarom vind ik het uitermate belangrijk dat ik vandaag met u het voorstel van beslissing over de veilingparameters voor de winter 2026-2027 kan delen en bespreken, niet alleen omdat dit voorzien is in de resolutie van juli 2020.
Collega's, ik benadruk dat de stap waarover wij hier spreken de aanloop naar de volumebeslissing betreft. Die volumebeslissing is nog niet genomen. Ik kom bij u voor de beslissing genomen is. Ik wil toch wel benadrukken dat het hier niet gaat over met welke middelen wij onze bevoorradingszekerheid in de winter 2026-2027 moeten garanderen, maar wel over welke capaciteit daarvoor nodig is.
Ik wil het even situeren in de tijd. Het CRM is een jaarlijks proces en begint reeds vroeg, namelijk 1,5 jaar voor de eigenlijke veiling. Ik ga niet door het volledige proces gaan, maar ik wil er toch op wijzen dat Elia in mei vorig jaar het publiek zeer uitgebreid heeft geconsulteerd wat betreft data, scenario's, gevoeligheden en ook de methode die gebruikt zou worden in de berekeningen. De discussie over het gebruik van de database voor de klimaatjaren maakt daar ook deel van uit, dit om helemaal conform de Europese regelgeving ter zake te zijn, met name wat betreft de verschillende methodologieën.
Dit hele proces van consultaties, voorstellen, rapporten, adviezen en besluiten brengt ons op het punt van vandaag, waarop ik de vraagcurve en andere parameters kan voorstellen voor de veiling, dit jaar voor het eerste deel van het nodige volume voor de winter 2026-2027. Vorig jaar was dat later, zoals u zich zult herinneren, omdat wij toen nog in een overgangsregeling zaten en pas tegen 30 april klaar moesten zijn. Wij hadden toen in de wet voorzien dat er een vertraging kon zijn. Dit jaar en alle volgende jaren gebeurt dat conform de wet tegen 31 maart, dus tegen volgende week.
Zonder tijd te verliezen leg ik u graag de vraagcurve voor. U zult doorheen de uiteenzetting merken dat er zeker nog aspecten zijn waarover ik graag uw feedback krijg.
Ten eerste, u ziet hier de vraagcurve met de voorgestelde waarden inzake volume en prijs. Zoals u ziet, is ons voorstel dat wij de maximumprijs op 75 euro per kilowatt bepalen, zoals voorzien in de resolutie. Dit bedrag wijkt af van de lagere waarde die de CREG heeft voorgesteld. De reden daarvoor is het advies van mijn administratie. Mijn administratie heeft mij erop gewezen dat de CREG de berekening van de net-CONE niet conform het koninklijk besluit inzake volumemethodologie heeft gedaan.
Met een correcte berekening werd een hoger bedrag bekomen dan in de resolutie staat, met name 81 euro. De CREG kwam uit op 48 euro, mijn administratie op 81 euro. Daarom hebben wij de maximumprijs afgetopt op 75 euro per kilowatt. Bij de vorige veilingen hebben wij gezien dat dit hoegenaamd geen probleem geweest is en dat er ook hoegenaamd geen reden is om de prijs naar boven aan te passen.
Dat is natuurlijk de maximumprijs voor meerjarencontracten. Dan is er ook nog de intermediate price cap voor capaciteit die slechts voor één jaar gecontracteerd wordt. Die bepalen wij op 20 euro per kilowatt. De CREG wijst op een aantal incoherenties maar stelt geen andere waarde voor. Vandaar dat wij de waarde behouden die voorgesteld is door Elia en die overeenkomt met wat wij in de parlementaire resolutie bepaald hebben. Dit is een punt waarover ik graag uw reflectie hoor, collega's.
U zult ook merken dat de prijzen die ik hier voorstel, 20 euro en 75 euro, niet geïndexeerd zijn, terwijl er in onze resolutie wel sprake was van een indexering. Ook hierover hoor ik graag jullie mening.
Vervolgens is er de terugbetaalverplichting. Wij laten de terugbetaalverplichting weer ingaan zodra de prijs op de dagmarkt in België hoger staat dan de uitoefenprijs van 300 euro per megawattuur.
Daarin volgen wij dus volledig het advies van Elia en de CREG. Er loopt momenteel een onderzoek om de uitslag van de vorige veiling dieper te analyseren, met de focus op de modaliteiten van de terugbetaalverplichting en de uitoefenprijs en hoe die een impact hebben gehad op de offertes. De voorlopige conclusies van die studie worden momenteel op de website van de FOD ter consultatie voorgelegd. De deadline voor de reacties is vandaag. De suggesties in dat rapport voor de bijsturing van de manier waarop de uitoefenprijs geïndexeerd wordt, kunnen we daarom nu nog niet meenemen.
Met de volgende slide ga ik wat dieper in op de volumecijfers. Op deze slide ziet u de volumeverdeling. De informatie is opgenomen in het voorstel van de CREG, op basis waarvan een bepaald volume in de veiling T-4 overgedragen wordt, en dus ook een volume dat overgedragen wordt naar de veiling T-1. U ziet dat de split tussen beide veilingen gelijkaardig is aan de split die we ook vorig jaar gezien hebben.
In de eerste van de twee kolommen ziet u het punt A, dat rekening houdt met de correctiefactor, en in de tweede kolom staat het volume voor punten B en C. De start is – dit is u reeds bekend – het gemiddelde elektriciteitverbruik bij een tekort, waarbij wij vervolgens een nood aan regelvermogen optellen. Vaak gebruik ik daarvoor het beeld dat als het water aan de lippen staat, men nog altijd een zwembandje nodig heeft. Dat zijn die balanceringsreserves. Als er een probleem opduikt, schakelen we de balanceringsreserves in. Om die reden tellen we deze volumes daarbij op. Eens we een cartouche verschoten hebben, kan die natuurlijk niet meer gebruikt worden. Om die reden moet het volume daarbij opgeteld worden.
Op de volgende lijn ziet u de gemiddelde niet-geleverde energie bij schaarste, de zogenaamde expected energy not served. Dat volume trekken we af. We aanvaarden dat die capaciteit er niet is, want die komt overeen met onze betrouwbaarheidsnorm, de LOLE van drie uur. Als wij aanvaarden dat wij in een statistisch normaal jaar drie uur geen elektriciteit hebben, moeten we die uiteraard ook niet contracteren.
Dan komen we bij de niet in aanmerking komende capaciteit. De niet in aanmerking komende capaciteit nemen we weg van het te veilen volume. Dat is capaciteit die al steun krijgt en waarover we vorig jaar al heel uitgebreid hebben gesproken. In reactie op het voorstel van de CREG heeft Elia voorgesteld om dat volume nog met 2 megawatt te corrigeren. Het is deze lijn, dus de niet in aanmerking komende capaciteit, die essentieel zal zijn wanneer we straks kunnen beschikken over 2 gigawatt nucleaire capaciteit.
Ik zal eerst de redenering afmaken en kom straks terug op wat de nucleaire verlenging betekent voor dit schema.
De volgende lijnen zijn de volumes die overgeheveld worden naar de T-1-veiling, dus de capaciteit gereserveerd voor de T-1 veiling overeenkomstig de wet. Dat is de capaciteit die minder dan 200 draaiuren nodig heeft per jaar. Het volume dat de CREG hiervoor hanteerde was met enkele megawatts niet volledig gelijk aan het volume in het kalibratierapport. Dat was waarschijnlijk een fout bij het overnemen van de cijfers.
Net zoals vorig jaar wordt een bepaald volume voorbehouden voor buitenlandse capaciteit. Normaliter zullen zij kunnen deelnemen in de T-4-veilingen, maar ook voor dit jaar is dat nog niet op punt. De Europese methodologieën en afspraken met de buurlanden moeten daarvoor nog gemaakt worden. Dit volume reserveren we bijgevolg ook voor de T-1-veiling.
In de eerste veiling werd ook al voor langere termijn capaciteit gecontracteerd. Deze wordt natuurlijk afgetrokken van de nog te veilen capaciteit voor de winter 2026-2027. Het gaat over capaciteit die in de eerste veiling contracten gekregen heeft en waarvoor de capaciteitscontracten ondertekend werden. Dat is uiteraard volume dat gecontracteerd is en dat we nu niet meer terug moeten contracteren, dus die capaciteit wordt afgetrokken. Hier had de CREG een verhogende correctie op voorgesteld met toepassing van de hogere reductiefactoren, maar dat zou leiden tot een dubbeltelling en is niet in overeenstemming met het KB inzake volumemethodologie.
Zoals ik al zei is de verdeling tussen beide veilingen van 75 %-25 % dezelfde als vorig jaar.
Dat brengt me bij een ander aspect. De CREG had me haar voorstel van vraagcurve overgemaakt. Daarin had ze een bijkomende analyse gedaan waarbij ze een vergelijking maakte tussen de vraagcurve van dit jaar en die van vorig jaar. Ze stelde verschillen vast die volgens haar zouden kunnen leiden tot een overschatting van de nodige capaciteit voor de winter 2026-2027. Toen de CREG me haar voorstel had overgemaakt, hebben we aansluitend daarop er een meeting over gehad, omdat de CREG daar zeer bezorgd over was. De opmerking die de CREG met mij wilde delen, is dat Elia niet de gegevens opleverde die de CREG vroeg om deze verschillen ten gronde te kunnen verklaren.
Daarom heb ik zowel de CREG als Elia aangespoord om samen te werken. Dat weet u. Ik heb de CREG gezegd dat zij over gegevens moeten kunnen beschikken en ik heb Elia gevraagd om die gegevens te verstrekken. In de weken na de oplevering van hun rapport hebben zij dan ook intensief overlegd en heeft Elia ook bijkomende gegevens aangeleverd. Uit die gegevens blijkt dat vooral de implementatie van de nieuwe klimaatdatabank en de hogere vraag in de simulaties voor de winter van 2026-2027 leiden tot een verschil in de vraagcurve. Het leidt dus tot een hoger aantal simultane schaarstesituaties tussen België en haar buurlanden, maar die zijn wel korter van duur.
Dat brengt ons terug tot de discussie over hoe met die klimaatjaren om te gaan. Ik heb twee weken geleden in de commissie gezegd dat daarvoor drie manieren zijn afgebakend in de methodologie van ACER: de synthetische klimaatjaren, het gewogen gemiddelde van historische klimaatjaren en dertig klimaatjaren. Wij hebben gekozen voor de eerste methode van de synthetische klimaatjaren. De hiertoe gebruikte database van Météo-France voldoet aan de eisen van de CREG om rekening te houden met de klimaatverandering en is bovendien volledig conform met de Europese regulering. Dat werd ook bevestigd door het CRM in het kader van de goedkeuring van het CRM. In de staatsteunnotificatie wordt daarnaar verwezen.
Meer schaarstesituaties, maar korter van duur: dat betekent dat dit een invloed heeft op de reductiefactoren, op de deratingfactoren. Dat is de volgende slide.
Om een gelijk speelveld te hebben, wordt gewerkt met reductiefactoren per technologiecategorie. Dit zijn percentages, altijd minder dan of gelijk aan 100 % van het nominale referentievermogen. Het is een statistische inschatting van de werkelijke beschikbaarheid op schaarstemomenten.
Vorig jaar hebben wij daarbij uitgebreid stilgestaan. Als een schaarste zich voordoet, in hoeverre kan men dan op een bepaalde technologie rekenen? Als een stukje werd ingezet om een schaarstemoment te vermijden, dan kan men dat op een schaarstemoment niet meer gebruiken.
Die reductiefactoren zijn vooral voor opslagtechnologieën en vraagsturing drastisch veranderd ten opzichte van vorig jaar, wat te maken heeft met het gebruik van die andere klimaatgegevensbank. Er zijn dus nog wel winterpieken en koudegolven, maar die zijn kouder en heviger, wat er dus voor zorgt dat die technologieën een hogere beschikbaarheid hebben op die schaarstemomenten. Dat heeft ook het gunstige effect dat ook meer van de vereiste capaciteit voor de winter van 2026-2027 kan worden ingevuld met deze technologieën, die nu competitiever zijn geworden dan, bijvoorbeeld, gascentrales.
Het tweede jaar van het CRM moet het CRM echt op de sporen zetten. Uiteindelijk moet het CRM op volle snelheid komen. De methodologische verbeteringen die werden ingevoerd om volledig te voldoen aan de Europese regelgeving, leiden tot een duidelijke verbetering voor projecten van vraagsturing en opslag. Dat is maar goed ook. Ze bieden de nodige flexibiliteit in het systeem als we de switch naar hernieuwbare energie nog meer gaan versnellen. Daarmee toont het CRM zich als een volwaardige, complementaire tool in de energietransitie. Het stimuleert investeringen in flexibele alternatieven zoals opslag en vraagsturing en garandeert tegelijkertijd onze bevoorradingszekerheid. Daar is het uiteindelijk om te doen. De bevoorradingszekerheid, zoals ik reeds zei, gaat niet over hoe we dat invullen, maar over de manier hoe we dat bereiken.
Nog twee afsluitende commentaren. Quid de 2 gigawatt van het nucleaire? In de toelichting heb ik gezegd dat deze regering de nodige stappen zal zetten om de levensduurverlenging mogelijk te maken. Dit betekent dat die 2 gigawatt van het nucleaire op een bepaald moment zal ingeschoven worden in het CRM. We moeten ons nu al afvragen hoe daarmee om te gaan. Een vraag zou kunnen zijn waarom dat nu gebeurt, waarom per definitie nu deze volumebeslissing moet worden genomen. Er is een wettelijke verplichting om dat ten laatste tegen 31 maart te doen. Laten we niet vergeten dat het CRM de manier is om onze bevoorradingszekerheid te monitoren en garanderen. Dat is meer dan 2 gigawatt nucleair. Dit vandaag niet doen zou een serieus risico zijn voor de bevoorradingszekerheid van het land. We moeten er te allen tijde voor zorgen dat we het juiste volume contracteren. Het CRM is marktbreed en technologieneutraal.
Dat wil dus zeggen dat we van alle spelers met een energieproductiecentrale die vandaag actief op de markt zijn en instaan voor de bevoorrading, moeten weten hoe de zaak evolueert, wat de piekvraag is en hoe men tot die piekvraag komt. Alleen op die manier kan de markt zich organiseren.
Tegelijkertijd geven wij met de volumebeslissing ook duidelijkheid aan de markt, in die zin dat, als er 2 gigawatt nucleaire capaciteit beschikbaar is voor die winter, we die zullen toevoegen aan de niet-eligibele capaciteit, zodat de vraagcurve ook verschuift en dat er niet onnodig of te veel wordt gecontracteerd.
Wat betekent dat voor de nieuwe capaciteit? Ik wil u een beetje voor zijn, want er zal ongetwijfeld nog een heel debat ontstaan, net zoals vorig jaar. Naar aanleiding van de vragen van de CREG heeft Elia zelf een schatting gemaakt van de impact ervan voor de nieuwe capaciteit, maar ik denk dat wij de vorige veiling indachtig moeten houden. Bij de vorige veiling heb ik mij ook wat laten verleiden tot een verklaring over de omvang van de nieuwe capaciteit die wij moeten zoeken. Maar bij de veiling speelt marktdynamiek. Welke de nieuwe gecontracteerde capaciteit is, wordt bepaald door het werkelijke biedgedrag. Ik heb de reductie- of deratingfactoren getoond. Zij zullen een impact hebben op het soort projecten dat wordt aangeboden en dat geselecteerd zal worden, zoals wij bij de eerste veiling al hebben gezien. Met andere woorden, het is eigenlijk onmogelijk om vandaag een voorafname te doen inzake de nieuwe capaciteit. Uiteraard heeft de beschikbaarheid van 2 gigawatt capaciteit daar ook een impact op.
Er werd afgelopen vrijdag een beslissing genomen over een totaalpakket dat in de eerste plaats gaat over de versnelling van de energietransitie en over het veiligstellen van de bevoorradingszekerheid. Er staat ons een pittige en ambitieuze oefening te wachten. Vorig jaar was eigenlijk ook al een pittige en ambitieuze oefening, omdat wij moesten werken met een totaal onmogelijke deadline, maar het is toch gelukt.
Dit moet onze mindset in het dossier zijn: het is niet omdat het moeilijk is, dat het onmogelijk is, integendeel. Vorig jaar zijn wij in ons opzet geslaagd, omdat ik kon rekenen op uw feedback en beschikbaarheid en op een atypische meerderheid en oppositie. We gaan op dezelfde wijze jaar twee in van ons beleid inzake bevoorradingszekerheid; een bijzonder jaar, gelet op de oorlog in Oekraïne, waarbij iedereen voor buitengewone omstandigheden staat en er van iedereen buitengewone inspanningen worden gevraagd. Iedereen draagt verantwoordelijkheid en wat mij betreft, let's get to work. We kunnen het en het is een goede zaak voor ons land. We kunnen werken aan onze onafhankelijkheid en we zullen daar allemaal beter van worden.
Ik luister nu graag naar uw vragen en opmerkingen.
De voorzitter: U hebt het verschil gemaakt in het CRM-dossier, tijdens de vorige legislatuur met de heer Wollants. Uw verwezenlijkingen in dat dossier zijn nieuwe mijlpalen. Ik geef het woord aan uw partner in crime.
01.02 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb alvast de indruk dat mijn aandeel in de ontwikkeling van het CRM elke week alsmaar groter wordt. Gisteren zei een minister zelfs dat ik het had ontworpen. Ik vind dat een straffe uitspraak, want het studiebureau PwC is daar wel voor betaald.
Ik zal mijn uiteenzetting in twee delen opsplitsen met, ten eerste, mijn opmerkingen in verband met de energietransitie en, ten tweede, mijn opmerkingen over de volumebeslissing en alles wat daarop betrekking heeft. Wat de voorstellen van de energietransitie betreft, was er eerst sprake van een uitgebreidere lijst maatregelen met een totale kostprijs van 8 miljard euro. Men is dan geland met een beperktere lijst van maatregelen met een kostprijs van 1 miljard euro. Daarvan is 673 miljoen euro ten laste van de Staat, de rest wordt aan de private markt aangerekend. Het valt me wel op – en ik heb daarover gisteren ook aan minister De Sutter een vraag gesteld – dat de 673 miljoen euro nagenoeg samenvalt met de verwachte opbrengsten uit de nucleaire taksen volgend jaar. Als ik de bedragen optel, kom ik inderdaad op dat bedrag uit. Het lijkt me wel dat de middelen van het Energietransitiefonds daar vlot bij worden geteld, terwijl het andere doelen moet dienen, zoals onderzoek en innovatie. Mijns inziens moeten er voor de voorgestelde maatregelen specifieke middelen worden toegewezen. Dat doet de vraag rijzen in welke mate het Energietransitiefonds dan zal worden bijgestuurd. In het verleden werden sommige zaken bespreekbaar na een call, maar nu wordt de call door de regering zelf georganiseerd. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de 20 miljoen euro voor de juiste doeleinden wordt gebruikt? Dat is voor mij wel belangrijk.
Daarnaast komen verschillende voorstellen terug die mij niet geheel onbekend in de oren klinken. Ik heb de afgelopen jaren vooral aan skeyes vragen gesteld over de drempels die daar mogelijk waren. Ik zie dat nu terugkomen. Men heeft daar wel zeer hoge verwachtingen van. Op dit moment staat er ongeveer 2,6 gigawatt aan windmolens op land. Het wegwerken van de drempels zou ervoor zorgen dat dit op korte termijn stijgt met 1,5 gigawatt. Dat lijkt mij behoorlijk fors, zeker aangezien de mensen bij skeyes zelf aangeven dat ze eigenlijk helemaal niet zoveel negatieve beslissingen nemen in dat verhaal.
Hoe is die berekening dan exact gemaakt? Op welke manier is de berekening van de kostprijs daarvoor gebeurd? In de budgettaire tabel is ongeveer 13,5 miljoen euro voorzien voor dat deel van het project, terwijl de radarsystemen moeten worden aangepast. Skeyes heeft ook altijd gezegd dat dit moet worden betaald door diegenen die investeren in de windenergie. Is het de bedoeling dat de federale overheid die kosten ten laste neemt? Komen we dan toe met die 13,5 miljoen euro?
Er wordt verder gekeken naar drijvende zonnepanelen op de Noordzee. Daar wordt ook een vrij hoog verwachtingspatroon aan gehecht. Er wordt gesproken over 1 gigawatt. Het project waaraan u tot hiertoe hebt deelgenomen, gaat ervan uit dat er deze zomer een proof of concept van die drijvende zonnepanelen zou komen. Op welke manier raken we dan aan 1 gigawatt voor installatie op een relatief korte termijn? Hoe komt u aan die cijfers? Uiteindelijk is 1 gigawatt toch relatief veel op dat vlak. Vlaanderen scoort vandaag tamelijk hoog op het vlak van het aantal zonnepanelen, met 4,3 gigawatt. Daar een kwart van realiseren op relatief korte termijn, met technologie die zichzelf nog moet bewijzen, is wel stevig.
Het is mij ook niet duidelijk hoeveel zonnepanelen u exact plant op de gebouwen van de federale overheid. U weet dat wij daarop een aantal keren hebben aangedrongen. Wij hebben in het kader van uw beleidsnota een aanbeveling gedaan, die jammer genoeg – wellicht was het een misverstand – werd weggestemd. Die verschijnt nu wel in dit lijstje. Graag verneem ik welke richting u daar uitgaat.
U spreekt over de verviervoudiging van de wind op zee. Natuurlijk moet daar eerlijkheidshalve wel bij gezegd worden dat de ambitie ook voor deze legislatuur reeds hoger lag. De ambitie lag toen reeds op 4 gigawatt. Zelfs met wat u hier voorstelt, komt u maximaal aan een verdubbeling en niet aan een verviervoudiging van de ambitie.
Ik heb wel wat vragen over de termijn van de planning. Als ik het goed heb, wilt u reeds tegen 2030 resultaten zien. Dat wil zeggen dat u de repowering vroegtijdig zou uitvoeren. Wij hebben hier een hoorzitting gehad in het kader van offshore. Toen ging het niet over een vroegtijdige repowering maar werd er gezegd dat wij klaar moesten zijn om die nieuwe generatie windmolens te installeren zodra de huidige generatie aan het einde van zijn levensduur komt.
Dat zorgt natuurlijk voor behoorlijke uitdagingen voor de bedrijven die vandaag de concessies hebben. Als zij vandaag een concessie hebben die nog wel wat jaren loopt en men zegt dat het sneller dan oorspronkelijk gepland moet gebeuren om aan die 8 gigawatt te komen, dan vraag ik mij af op welke manier u dat zult realiseren, want een deel van die investeringen moet natuurlijk nog worden afbetaald. Zal het de federale overheid zijn die daarin zal tussenkomen, om ervoor te zorgen dat die investering versneld wordt terugverdiend en dat er dan een uitbreiding komt? Zit dat soms anders in elkaar?
Ik merk dat u een punt maakt van het vervroegen van die tweede zone. U spreekt over 2027. Ten opzichte van de tabel die momenteel te vinden is op de website van de FOD is dat een vervroeging met drie maanden voor 700 megawatt, een kwartaal dus. Is dat wat er wordt bedoeld met die vervroeging? In uw antwoord op een vraag van twee weken geleden mikte u vooral op geen verdere vertraging oplopen.
Ik zie ook een aantal zaken verschijnen waarover de federale overheid in het verleden anders heeft geoordeeld. Ik zie het verhaal van de waterstoftreinen. In het verleden werd die piste niet gevolgd omdat onderzoek had uitgewezen dat dit niet de meest kostenefficiënte manier was om ervoor te zorgen dat die treinen zouden kunnen rijden op de niet-geëlektrificeerde lijnen. Welk onderzoek heeft ervoor gezorgd dat dit nu wel de meest efficiënte manier is?
Er werd aanvankelijk ook gecommuniceerd dat het zou gaan om een verdubbeling van het modale aandeel van de trein in zowel goederen- als personenvervoer. Ik zie op uw slides echter iets anders staan, met name dat het enkel over goederenvervoer zou gaan. Kunt u daarover wat meer uitleg geven? Ik begrijp natuurlijk dat het verdubbelen van het modale aandeel van de trein in het personenvervoer op korte termijn een heel grote uitdaging is en vraag mij daarbij af waar de maatregelen zijn die daartoe moeten leiden. Bij dat pakket heb ik dus nog wel wat vragen over de manier waarop men aan die cijfers is gekomen en waar men daarmee dan naartoe gaat.
Wat betreft het onderhandelingsmandaat om te gaan naar een verlenging van 2 gigawatt nucleair, de vraag is op welke manier u aan die 2 gigawatt bent gekomen. Werden er ook andere centrales bekeken of niet? Heeft dat nooit op de tafel gelegen? In welke mate is het een verstandige keuze om die verlenging maar voor tien jaar te doen? Ik kan mij voorstellen dat een verlenging met twintig jaar in grootteorde bijna dezelfde investeringen vergt. Dat werd in de praktijk ook zo aangegeven door een aantal spelers. Dat maakt dat het voor u een pak gemakkelijker is om te onderhandelen in Parijs voor die verlenging van twintig jaar. Er blijven dan immers een pak meer opbrengsten over en dan is het veel eenvoudiger om tot een akkoord te komen. Er zijn desgevallend ook meer opbrengsten die kunnen worden gedeeld met de ruimere bevolking.
Hebt u ter zake een bewuste keuze gemaakt? Waarom is de keuze gemaakt voor tien jaar en niet voor twintig jaar?
Ik kom nu bij het verhaal van het milieueffectenrapport. U moet ter zake een alternatievenonderzoek doen. Voor Doel 1 en 2 was het alternatievenonderzoek wat is goedgekeurd in de wet van 2015 of het nulalternatief. Het zou volgens mij een verstandige keuze zijn om in dat alternatievenonderzoek de drie mogelijkheden te bekijken, zijnde het nulalternatief, de verlenging met tien jaar, maar ook de verlenging met twintig jaar.
Bent u bereid de verlenging met twintig jaar te bekijken in het alternatievenonderzoek zodat tenminste in een milieueffectenrapport de beste keuze tegen het licht kan worden gehouden? De resultaten zouden mogelijk wel eens in het voordeel kunnen zijn van het leefmilieu op dat vlak. Dat moeten wij dus eens bekijken.
Inzake het hele pakket rond het CRM was mij in het kalibratierapport van Elia reeds opgevallen dat bij de reductiefactoren een lijntje is weggevallen over tot de kerncentrales. U weet dat in het vorige kalibratierapport nog een lijntje stond met de reductiefactor specifiek voor nucleaire energie. Dat lijntje staat er nu niet meer in. Ik kan mij voorstellen dat de desbetreffende cijfers niet drastisch zijn gewijzigd. Indien ik mij niet vergis, stond er vorige keer een reductiefactor van 96 %, wat samen met de turbojets tot de hoogste behoorde van het hele lijstje.
Rekent u opnieuw met diezelfde reductiefactor wanneer u het hebt over het bepalen van de niet in aanmerking komende capaciteit en wanneer de 2 gigawatt nucleaire capaciteit daarin wordt ingeschoven?
Dat maakt immers een behoorlijk groot verschil. Of hebt u andere reductiefactoren laten berekenen? Het viel mij op dat het lijntje was verdwenen. Ik kan niet goed uitleggen hoe dat uit het totale pakket is verdwenen.
Als ik de berekeningen van Elia naast de berekeningen van vorig jaar leg, dan zie ik toch een aantal evoluties. De CREG heeft die deels meegenomen en stelt zich eigenlijk niet te moeten uitspreken over de verhouding tussen de T-4- en de T-1-veiling. Nochtans heeft dat volgens mij wel een grote impact. Ten opzichte van de veiling van vorig jaar lijkt immers een groot pakket van de T-1-veiling naar de T-4-veiling te zijn verschoven. Ik verklaar mij nader. Als het pakket voor de cross-boarder (buitenlandse capaciteit) kleiner wordt, dan verschuift dit pakket automatisch naar de T-4-veiling. Als het gedeelte dat voorzien werd voor de 200 uren kleiner wordt, dan betekent dit in absolute cijfers dat er meer in de T-4-veiling wordt geveild. Dat is belangrijk omdat we weten dat in een T-4-veiling andere capaciteiten kunnen deelnemen dan in een T-1-veiling. De zaak is technologieneutraal, maar ik ben er vrij zeker van dat een nieuwe gascentrale in de T-1-veiling het een stuk lastiger zal hebben dan in een T-4-veiling. Men moet die dingen ook nog bouwen.
De vraag is of er daardoor niet meer van die capaciteiten aan bod kunnen komen. U hebt gezegd dat u de fout niet meer zult maken om dat uit te drukken in nieuwe gascentrales. Ik kan dat begrijpen, maar het gevolg van wat hier op tafel ligt kan wel zijn dat er een groter pakket aan bod zou kunnen komen. Dan is de vraag wat daarvan de effecten zullen zijn.
Als men alle wijzigingen bij elkaar optelt – het volume dat berekend werd voor de vorige veiling en het volume dat berekend wordt voor de huidige veiling – is het verschil in volume tussen 1.365 en 1.858, afhankelijk van of men punt A of punten B en C neemt. Dan heb ik de gecontracteerde capaciteit er uiteraard nog niet afgehaald, voor alle duidelijkheid. Dat is ongeveer de grootteorde waar het over gaat. Dat maakt natuurlijk dat er wel wat meer capaciteit zal worden toegewezen, tenzij wij ervoor zorgen dat de nucleaire capaciteit de lat opnieuw naar beneden brengt.
Alleen blijft voor mij de vraag of twee nieuwe gascentrales plus twee verlengde kerncentrales ons niet op meer capaciteit brengen dan uw berekening eigenlijk zou moeten uitwijzen. Tenzij u zo dadelijk iets zegt over de reductiefactor van de nucleaire energie die u in uw berekening hebt toegepast. Die kan uiteraard wel een verschil uitmaken.
Met betrekking tot de gascentrales hebt u gezegd dat de drempels voor de CO2-emissies worden aangepast. Hebt u er al zicht op in welke richting dat zou gebeuren? Ik heb u in het verleden al de suggestie gedaan die eens te bekijken, specifiek waar het ging over turbojets. Ik meen dat het een goede zaak zou zijn als die niet meer in het verhaal zouden zitten. Ik merk dat daar nu initiatieven toe worden genomen.
Ik ben wel benieuwd op welke manier u te werk zult gaan met de uitstoot van de bestaande gascentrales. Die kan ervoor zorgen dat de capaciteit die nu eenjarige contracten krijgt vervangen wordt door capaciteit die mogelijk 15-jarige contracten krijgt. Dat maakt een verschil, in die zin dat een oude gascentrale van het ene jaar op het andere eruit kan uitvallen. Eén winter verder kan men tot de vaststelling komen dat die capaciteit niet meer nodig is. Geen probleem, die krijgt dan geen contract meer voor het volgende jaar.
Voor een nieuwe gascentrale ligt dat anders. Die krijgt immers automatisch een contract van vijftien jaar. In welke mate zal de regeling leiden tot een soort lock-in waarbij we de capaciteit in de markt houden, ook al is die misschien op dat moment niet meer noodzakelijk door een aantal andere ontwikkelingen? Hoe ziet u dat?
U hanteert niet geheel onlogisch de prijslimieten uit de resolutie. Maar er is toch al een en ander geëvolueerd. Zo moesten we vaststellen dat er bij de vorige veiling vrij sterk gericht werd op de intermediaire prijslimiet. Bijna iedereen bood een eenjarig contract voor bedragen variërend tussen 19,6 en 20 euro. De vastlegging van de prijslimiet kan ter zake dus een groot effect sorteren. Bij een vorige versie hebben we ook al gedebatteerd over de vraag of het niet aangewezen is om met die vaststellingen in het achterhoofd de intermediaire prijslimiet toch naar beneden te brengen, zeker omdat er in uw systeem afwijkingen van de intermediaire prijslimiet mogelijk zijn. Dat zal niet noodzakelijk capaciteiten uitsluiten en dus niet noodzakelijk leiden tot een probleem met de bevoorradingszekerheid. Er zou alleen een procedure moeten worden gevoerd die de noodzaak van een hogere intermediaire prijslimiet aantoont, waardoor men ervan kan afwijken.
Is het niet aangewezen om de intermediaire prijslimiet toch lager te zetten dan degene die we in de resolutie vooropgesteld hadden? Toen we de 20 euro op papier hebben gezet, was er immers nog geen sprake van een afwijking op de intermediaire prijslimiet. Nu dat vangnet er wel is, zijn er wel goede redenen om die limiet naar beneden bij te stellen, net omdat iedereen zich opvallend genoeg helemaal heeft geallieerd op de intermediaire prijslimiet, op 0,4 euro per kilowatt na.
Wat de maximumprijs van 75 en 50 betreft, misschien hebben we die enigszins arbitrair vastgelegd rekening houdend met de verwachtingen op basis van de studies van toen. Maar gelet op het feit dat men in de veiling een heel stuk lager heeft geboden, kan men zich afvragen of men niet moet overwegen om die parameters voor meerjarige contracten zo hoog te leggen. Men kon inderdaad argumenteren dat we de door PwC aangehouden parameter van 83 hadden afgetopt om ervoor te zorgen dat een en ander tot 75 zou worden gelimiteerd. Maar het uiteindelijke biedbedrag zat veel lager. Er zijn dus volgens mij redenen om na te gaan of de parameter niet lager kan worden ingesteld en wat het effect daarvan is op het hele pakket.
Ik denk ook wel dat we ons op zeer korte termijn zouden moeten kunnen uitspreken over de vraag wanneer de 2 gigawatt nucleaire energie kan worden ingeschoven. Dat is van belang voor de bepaling van het volume en de niet in aanmerking komende capaciteit. Natuurlijk is er eerst de prekwalificatie. De volgende stap zal duidelijk maken in welke mate de niet in aanmerking komende capaciteit een rol speelt. Wil dat dan ook zeggen dat volgens u ook voor de nucleaire capaciteit op relatief korte termijn tot prekwalificatie moet worden overgegaan in het kader van de komende veiling? Er is enerzijds de waarschuwing van onder andere de heer Saegeman dat de capaciteit van de in levensduur verlengde kerncentrales pas vanaf juni 2027 ter beschikking is, en anderzijds het verhaal van het FANC dat aan de hand van een tabel aantoont dat er niet echt een probleem is en dat de verlenging van de levensduur van de kerncentrales tijdig rond kan zijn.
Waar zult u rekening mee houden? Als u het volume op het einde van de maand – dat is niet lang meer – vastlegt, dan moet u minstens weten of er een prekwalificatie komt van de nucleaire capaciteit en wat het resultaat daarvan is. Dat zal het hele verhaal, met de instructie om de veiling te organiseren, immers drastisch veranderen. Vorige keer hebt u gewerkt met een zeer hoge niet in aanmerking komende capaciteit, waar wij trouwens de nodige vraagtekens bij plaatsten, maar dat cijfer werd na de prekwalificatie bijgesteld. In welke mate moet dat nu voor de nucleaire capaciteit ook gebeuren?
Een ander element heeft niet zozeer te maken met de veiling die nu wordt georganiseerd, maar eigenlijk met het resultaat van de vorige veiling. De cijfers die Elia nu hanteert had men ook al bij de vorige veiling moeten gebruiken, rekening houdend met de beschikbaarheid van buitenlandse capaciteit of de reductiefactoren. Ik geef maar een voorbeeld. Ik kan mij echt moeilijk voorstellen dat er een groot verschil is tussen de twee winters wanneer de beschikbaarheid van zonnepanelen in het verhaal toen als een reductiefactor van 3 % en nu als een van 1 % in rekening wordt gebracht. Het gaat vooral om voortschrijdend inzicht. Wil dat dan zeggen dat wij op een of andere manier nog een compensatie moeten doen in het kader van de T-1-veiling voor de winter van 2025-2026? Ik denk dat men daar dan op aanstuurt, maar ook dat zou natuurlijk ook een aantal effecten kunnen hebben.
Ik wil die opmerkingen toch even naar voren brengen, zodat wij met alle informatie op tafel de juiste stappen kunnen zetten en tot conclusies komen.
De voorzitter: Men kan niet klagen over een gebrekkige dossierkennis bij onze commissieleden.
01.03 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, je tiens, tout d'abord, à vous remercier pour votre exposé très détaillé et pour vous être rendue disponible cet après-midi afin de participer à nos débats.
Vu l'importance de l'enjeu et le contexte, il est tout à fait normal que les échanges que nous pouvons avoir ici soient longs, techniques, précis et détaillés, comme nous avons pu le constater à l'occasion de l'intervention de notre collègue, Bert Wollants.
Au nom du groupe Ecolo-Groen, je voudrais attirer l'attention et émettre quelques remarques au sujet de l'accord global qui a été conclu par le gouvernement, il y a un peu moins d'une semaine.
À nos yeux, il s'agit d'un accord exceptionnel dans la mesure où il a été trouvé dans un contexte exceptionnel. Personne ne pourra le nier. La guerre se déroule de manière totalement dramatique aux portes de l'Union européenne, avec l'attaque de l'Ukraine par la Russie.
Ce contexte met notamment en évidence notre dépendance énergétique. La Belgique est dépendante à 90 % en matière d'énergie. Il est ici question de toutes les matières premières qu'elle importe pour produire de l'énergie. Elle est particulièrement dépendante de la Russie. Les chiffres ont été cités à de nombreuses reprises: 30 % pour ce qui concerne le pétrole, 25 % pour ce qui concerne l'uranium qui est utilisé dans les centrales nucléaires et 6 % pour ce qui concerne le gaz.
Au niveau international, au niveau énergétique, l'enjeu est, pour les écologistes, de sortir de cette dépendance en gardant à l'esprit l'objectif climatique. Comme je l'ai dit à plusieurs reprises, comme cela a été le cas de certains collègues, à l'occasion de tous les débats organisés à ce sujet, dans cette commission ou en séance plénière, la solution est d'investir massivement dans les énergies renouvelables pour atteindre 100 % d'énergies renouvelables afin de nous rendre totalement indépendants par rapport à la Russie, mais aussi par rapport à d'autres pays, et d'atteindre nos objectifs en matière de climat.
L'objectif est la neutralité carbone à l'échéance 2050, objectif fixé collectivement aux niveaux européen et international.
Dans ce contexte exceptionnel, un autre point est important: l'instabilité totale des prix affichés sur les marchés internationaux comme le prix du gaz et de toutes les matières premières, car il est question de crise alimentaire dans toutes les analyses.
Je m'arrêterai sur les prix de l'énergie. Madame la ministre, vous avez dit revenir d'un sommet de deux jours avec vos collègues européens. Aujourd'hui se tient un sommet entre chefs d'État à ce sujet.
Le premier ministre belge nous rappelait, hier et lundi en commission, que la Belgique a mis sur la table un non-paper de propositions concernant les prix de l'énergie pour établir un plafond et un mécanisme d'achat collectif, comme ce fut le cas pour l'achat des vaccins, comparaison que le premier ministre a reprise lundi.
De ce que je lis dans la presse, les discussions sont en cours et plusieurs blocs de pays (l'Espagne, l'Italie, la France, etc.) qui soutiennent notre initiative discutent notamment du plafond des prix de l'énergie. D'autres pays ne semblent pas encore convaincus comme les Pays-Bas et l'Allemagne; de nouveaux éléments sont-ils intervenus? On avait l'impression que le principe du single buyer était en très bonne voie. Qu'en est-il du plafond des prix de l'énergie dans vos discussions ces deux derniers jours, mais aussi dans celles que M. De Croo entretient avec ses homologues européens?
La Belgique joue ici un rôle ambitieux et pionnier entre une partie des pays du Sud et l'Allemagne et les Pays-Bas. Cette initiative est à saluer. Cette ambition est importante au vu de l'instabilité internationale.
Nous parlons d'un accord exceptionnel parce qu'il fixe le cap pour les dix prochaines années et, surtout, met en place des décisions sans précédent en termes d'accélération d'investissement dans les énergies renouvelables.
Pour les écologistes, cela a toujours été le cap. Cela a toujours été notre vision énergétique. C'est aussi une vision stratégique par rapport à la sécurité géopolitique, pour sortir de la dépendance aux énergies fossiles.
En l'occurrence, je parlerai d'une accélération sans précédent avec 1,2 milliard dans les solutions structurelles d'énergie renouvelable. Il s'agit essentiellement d'investissements en éolien offshore, qui va être porté à huit gigawatts, mais aussi dans d'autres séries de solutions, que ce soit onshore ou par rapport aux panneaux photovoltaïques et autres.
Je ne vais pas entrer dans les détails. Je veux ici soutenir non seulement cette ambition, mais également vous encourager à faire davantage. De la part de notre groupe, c'est bien la moindre des choses. Je rappelle qu'il s'agit d'un gigawatt d'énergie renouvelable en plus par an dans les années à venir.
Comme je l'ai dit, l'objectif est la neutralité carbone d'ici 2050 avec 100 % d'énergies renouvelables. Mais d'ici 2030, c'est 30 % de production d'électricité renouvelable. Là, on entre dans le concret, dans l'opérationnalisation. Il n'est plus question de grands plans qui, parfois, paraissent abstraits à nos concitoyens – à juste titre. En ce qui concerne notre groupe, c'est fondamental. Avoir pu accélérer à ce point la transition vers les énergies renouvelables est un grand motif de satisfaction.
Cela tranche évidemment avec la vision et la politique énergétique qui a pu être menée dans ce pays ces vingt dernières années. C'était soit du sur-place, soit, dans le meilleur des cas, des non-décisions par rapport à ce type d'investissements. C'est ce que je tiens à souligner.
Madame la ministre, je ne peux que vous encourager à faire encore plus. Je pense que nous en avons les possibilités. En outre, l'Europe va aussi nous pousser à faire plus en la matière.
Le premier ministre nous parlait, lundi après-midi, de possibilités d'investissements communs au niveau européen, pour de l'interconnexion. Imaginez qu'on pourra investir, avec les Pays-Bas et la France, par exemple dans des interconnexions en mer du Nord pour relier entre eux les câblages d'énergie renouvelable. C'est fondamental.
Ce sont des solutions qui sont en train d'être mises en place pour aller plus vite.
La dernière partie du plan a trait au reste de la capacité de production énergétique pour l'électricité. En tant qu'écologistes, nous avons communiqué sur notre ouverture à revoir "le plan B", c'est-à-dire la possibilité de prolonger les deux réacteurs les plus anciens, Doel 4 et Tihange 3. Cette ouverture que vous avez vous-même opérée s'est matérialisée, via nos vices-premiers ministres ou présidents de partis, par le mandat que vous avez reçu du gouvernement pour négocier cette prolongation des deux réacteurs les moins vieux. La négociation est en cours.
À ce propos, je souhaite évoquer plusieurs éléments. Dans le cadre de ce mandat que vous avez décrit, il confirme aussi la fermeture des cinq autres réacteurs, ce qui est pour nous extrêmement important. C'est une décision claire qui découle du mandat de négociation que vous avez reçu. Vous l'avez rappelé dans le début de votre exposé. Au regard de ce qu'on lit aujourd'hui des interventions des acteurs comme ENGIE, l'un des principaux concernés, pouvez-vous fournir des éléments supplémentaires à propos des discussions que vous menez en ce moment? On sait bien que chaque acteur, que ce soit l'État belge que vous représentez avec le premier ministre ou ENGIE, doit être dans une phase de négociation et on imagine bien que les déclarations à la presse ont chaque fois un objectif. On est dans une négociation qui est évidemment importante.
Vous avez rappelé les balises du mandat très fort par rapport notamment aux déchets nucléaires qu'il ne faut absolument pas lier à cette prolongation, par rapport aussi aux provisions qui est un sujet fondamental en matière de démantèlement. En tout cas, pour nous, les écologistes, au niveau de notre groupe parlementaire, ce sont des lignes rouges extrêmement claires dans le mandat qui a été donné. Pourriez-vous nous communiquer quelques éléments? En effet, cela a beaucoup agité les débats cette semaine. Pourriez-vous-nous en dire davantage?
Je voudrais quand même rappeler ici nos lignes à ce sujet. En effet, quand on entend parfois certains, on a l'impression que tout cela a l'air très simple, qu'on va prolonger des réacteurs du jour au lendemain. Quand j'entends les lobbies ou les partis les plus pro-nucléaire de notre paysage politique, j'ai l'impression qu'installer quatre, cinq, six centrales nucléaires peut se faire du jour au lendemain sans grande difficulté. Ce n'est évidemment pas le cas.
Cela reste une énergie qui pose de nombreuses questions non seulement en termes de déchets, je viens d'en parler, mais aussi les déchets nucléaires représentent un réel problème de société, d'environnement, de sécurité, sans compter l'aspect sécuritaire plus global que pose l'énergie nucléaire. Pour nous, cela reste des points fondamentaux.
Je trouve qu'il est intéressant de réinsister sur les points qui sont importants pour nous par rapport à ce mandat. Si vous pouviez dire un mot à ce sujet.
Pour ce premier tour, je m'arrêterai à ces différentes considérations, monsieur le président.
01.04 Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, qu'il me soit d'abord permis d'excuser l'absence de mon collègue Malik Ben Achour qui est retenu par un événement familial.
Madame la ministre, l'accord du 18 mars stipule qu'un mandat vous est accordé pour discuter avec ENGIE des modalités de prolongation pour dix ans - on l'a dit, redit et répété - des réacteur de Doel 4 et Tihange 3, de sorte à pouvoir clôturer ce dossier d'ici juin.
Ces réacteurs pourraient être prolongés uniquement à partir de l'hiver 2026-2027. Dès lors, compte tenu du fait que la législation actuelle prévoit une fermeture de Doel 4 et Tihange 3 respectivement le 1er juillet et le 1er septembre 2025, notre pays devrait se passer de l'approvisionnement de l'apport de deux gigawatts durant plus d'une année. Comment comptez-vous assurez la sécurité d'approvisionnement durant cet intervalle?
La réponse à cette question devrait se rapporter au CRM. La centrale de Vilvorde n'ayant pas reçu de permis environnemental, des projets non retenus durant la précédente enchère (Eneco à Manage ou Luminus à Seraing) devraient en compenser la capacité. Sommes-nous sûrs que l'apport de cette nouvelle centrale sera suffisant?
La rémunération de l'État devant être accordée à ces projets sera plus importante que celle prévue pour la centrale de Vilvorde. De plus, si nous prenons en compte l'activité de deux réacteurs nucléaires à partir de fin 2026, les capacités devant être fournies par les centrales à gaz du CRM devraient être moindres qu'envisagées, ce qui pourrait représenter un manque à gagner plus important pour les exploitants et donc faire augmenter les financements compensatoires de l'État.
Pouvons-nous obtenir votre retour sur les analyses réalisées par la CREG et Elia à ce propos? Pouvez-vous nous fournir une estimation complète de l'impact de la prolongation de deux réacteurs sur les coûts du CRM et plus particulièrement sur les enchères d'octobre 2022? Comment garantissez-vous que ces coûts ne soient pas répercutés auprès de nos concitoyens?
Madame la ministre, l'un des principaux motifs de la prolongation de Doel 4 et de Tihange 3 est à trouver dans la volatilité des prix du gaz et la nécessité de renforcer l'indépendance de l'approvisionnement énergétique de l'Europe vis-à-vis du gaz - du gaz russe en particulier. Cependant, nous devrons recourir au gaz de manière intensive entre l'hiver 2025-2026 et le suivant. Sommes-nous certains que la soutenabilité des prix et l'approvisionnement seront garantis durant cette période?
En ce qui concerne les négociations avec ENGIE et le risque d'une position désavantageuse de la Belgique, vous avez indiqué ne pas être "dos au mur" puisque notre sécurité d'approvisionnement est garantie par le CRM. Toutefois, avant l'annonce de la prolongation de deux réacteurs nucléaires, on évoquait un manque de 1 000 MW pour passer l'hiver 2026-2027. Pouvons-nous avoir là aussi votre retour? De même, quel est l'état des négociations avec ENGIE? Une intervention financière de l'État a-t-elle été évoquée? Comment envisagez-vous de garantir une position forte de notre État dans le cadre de ces négociations?
Comment entendez-vous garantir qu'ENGIE respecte ses engagements quant aux provisions nucléaires et que les coûts de rénovation des installations estimés à un milliard soient pris en charge par l'exploitant? Jusqu'à 3,3 milliards de bénéfices pourraient être générés par les centrales nucléaires en Belgique d'ici 2024. Entendez-vous maintenir la possibilité ouverte de taxer ces surprofits ou d'augmenter la rente nucléaire en cette période de crise énergétique?
En outre, madame la ministre, le chemin vers la prolongation de Doel 4 et de Tihange 3 à l'hiver 2026-2027 est long.
Il comporte plusieurs étapes: des travaux, la mise en adéquation aux critères de sûreté, l'aval de la Commission européenne et j'en passe. Si un accord devait être trouvé en juin avec ENGIE, le timing pourrait-il être respecté? Pouvez-vous nous informer des contacts entretenus avec la Commission européenne ainsi que les échéances concernant la validation de l'extension de l'activité des deux réacteurs?
Pour notre groupe, compte tenu de la décision du gouvernement, il est primordial que les centrales puissent entrer en activité le plus rapidement possible, au début de l'année 2026, faute de quoi nous risquons de voir les techniciens à l'œuvre sur les sites quitter leur fonction ou, tout bonnement, notre pays. Ceci relève d'une haute importance. Nous ne pouvons nous contenter d'une prolongation d'ici 2027, voire 2028.
01.05 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, het gaat hier over het akkoord dat op vrijdag 18 maart werd afgesloten en waarover toen ook werd gecommuniceerd. Ik vraag mij af of iedereen in de regering even blij is met dit akkoord, zeker gezien de communicatie van de verschillende partijen in de dagen erna en de bedenkingen die werden geuit.
Mevrouw de minister, ik begrijp natuurlijk dat het op dat moment voor de groenen moeilijk slikken was, gezien de verlenging van de levensduur van die twee jongste kerncentrales. Elke partij is met een bepaalde wensenlijst naar de onderhandelingen gegaan. In uw geval ging het naar verluidt om 8 miljard euro aan maatregelen om een snellere transitie te kunnen bekomen.
U hebt hier daarnet de visie geschetst die daaruit is voortgevloeid. Ik ben vooral bezorgd om de haalbaarheid van een en ander. U zegt dat u zult gaan naar een snellere transitie, maar er is natuurlijk ook een spreekwoord dat zegt dat hoe sneller men loopt, hoe harder men kan vallen. Ik ben bijzonder bezorgd om de haalbaarheid in de toekomst. Ik merk het elke keer, bij elk akkoord zegt men sneller, sneller en sneller te zullen gaan. Het moet echter nog mogelijk zijn ook. Mevrouw de minister, zoals u weet, wij hebben het hele CRM-verhaal in het verleden met een bepaald kritische blik gevolgd.
Als wij spreken over de afhankelijkheid van het buitenland, de afhankelijkheid voor gas en dergelijke, dan weten wij allemaal dat er in de komende jaren een toenemende elektrificatie zal komen. Wij maken een omschakeling van brandstof naar elektrisch, we maken een omschakeling van gas naar warmtepompen. Met de maatregelen die u neemt, onder meer de btw-verlaging op warmtepompen, zult u de mensen natuurlijk ook in die richting sturen.
Het elektriciteitsnet zal ook cruciaal worden in de komende jaren. Wij spreken heel vaak over de bevoorradingszekerheid en de elektriciteit die op dat moment voorhanden moet zijn, maar infrastructureel zal er nog veel moeten volgen. Ik weet dat wij ter zake in het vaarwater van de Gewesten zitten, aangezien zij voor het infrastructurele aspect moeten zorgen. Er zijn echter ook de capaciteitstarieven in Vlaanderen, die net zijn uitgevonden omdat men schrik had voor alle infrastructurele werken die nodig zouden zijn om de verdere elektrificatie mogelijk te maken en teneinde de pieken af te zwakken.
Er is dus nog wat veel werk aan de winkel. Wanneer ik kijk naar de ambities die jullie koesteren – veel minder brandstoffen, veel minder gas, meer warmtepompen en dies meer – moet het op het einde van de rit ook nog over de netten gaan. Zal dat alles wel mooi in elkaar overvloeien?
U hebt in de titel heel mooi gesproken over een energiedoorbraak. Wanneer wij kijken naar de verlenging die nu op tafel ligt, is de vraag of hier nu wel sprake is van een echte doorbraak. Ik weet het niet. De huidige regering heeft sowieso heel wat signalen veel te lang genegeerd. U herinnert zich ongetwijfeld de vele debatten die wij de voorbije jaren hebben gevoerd met academici, werkgevers, internationale instellingen, de OESO en op een gegeven moment zelfs met de Europese Commissie, die sprak over een belangrijke aanwezigheid van het nucleaire verhaal in de energiemix.
U spreekt ook over een pittige deadline die er in 2021 is geweest en over een deadline nu. Wanneer wij echter kijken naar de verlenging van de nucleaire capaciteit, is die deadline voor mij helemaal niet pittig. U heeft die deadline veel te ver vooruitgeschoven.
Vanaf het regeerakkoord van 2020 werd immers vooropgesteld dat de regering die beslissing in oktober of november 2021 zou nemen. Toen moesten we echter vaststellen dat er helemaal geen plan B was voorbereid. De oorlog in Oekraïne is een bijkomende factor die de regering nu heeft bewogen tot de principiële keuze voor een verlengde levensduur van twee kerncentrales. Een volledige kernuitstap was voor uw partij wellicht de grootste inzet voor regeringsdeelname. Vanwege de oorlog in Oekraïne is het gezichtsverlies bij de keuze voor de nucleaire verlenging misschien wat beperkter.
Ik heb ook begrepen dat niet iedereen het volledig eens is met de beslissing over die twee kerncentrales. Er bestaat discussie over de vraag of de levensduur met tien dan wel twintig jaar moet worden verlengd. Mogelijk had u ook moeten kijken naar het verlengen van de levensduur van meer kerncentrales dan alleen de twee jongste, gelet op de situatie in Oekraïne. Deze beslissing heeft heel lang op zich laten wachten. Ik merk dat andere regeringspartijen, zoals Open Vld, op zulke momenten in tv-studio's dreigende taal beginnen te spreken ten aanzien van de exploitant, die uiteindelijk beslist had om eind 2020, toen het boekjaar werd afgesloten, al die nucleaire centrales boekhoudkundig af te schrijven. De regering ging immers niet mee in het verhaal van een verlengde levensduur en de regering toonde ook geen interesse om daarover rond de tafel te zitten. De exploitant heeft zijn pijlen daarom gericht op de volledige ontmanteling.
Er ontstaat nu een heel verhaal waarbij Electrabel zegt dat die kerncentrales niet zomaar langer kunnen openblijven, terwijl jullie zeggen dat dit wel kan. Dat maakt het allemaal bijzonder moeilijk.
Of we nu spreken over een volledige sluiting van de kerncentrales of niet, in het verleden is altijd gezegd dat als er niets gebeurt, we voor een derde van onze bevoorradingszekerheid afhankelijk zouden worden van het buitenland. Dat blijkt ook uit de cijfers. Ik had geen oorlog nodig om te zien dat afhankelijk zijn van het buitenland een slecht idee is. Wat mij betreft, was een levensduurverlenging sowieso een noodzaak, want oorlog of niet, zeker als we het hebben over energie, is bevoorradingszekerheid iets wat we zoveel mogelijk in eigen handen moeten houden.
Ik begrijp niet dat u het in uw betoog op het ene moment hebt over interconnecties die belangrijk zijn en die volop worden uitgewerkt, maar dat u dan in de volgende zin zegt dat we zo onafhankelijk mogelijk moeten zijn. Dat lijkt mij toch een contradictie.
Wat betreft de ambitie om de offshore op te schalen tot 8 gigawatt, heeft het Vlaams Belang zich nooit gekant tegen hernieuwbare energie, maar met zon en wind alleen zullen we er niet geraken. In bepaalde periodes kunnen zon en wind heel interessant zijn voor onze bevoorradingszekerheid, maar er is daaraan toch altijd een onzekere factor verbonden. Als men op een bepaald moment heel veel naar hernieuwbare energie gaat, dan zal men ook meer en meer moeten werken aan de opslag van energie, net om die onvoorspelbaarheid te kunnen opvangen.
Zoals ik daarnet heb gezegd, stel ik mij toch wel vragen bij de timing van een en ander. Men kan zeggen dat men het hele verhaal van offshore nog verder zal opschalen en men plaatst daar wel bepaalde tijdpaden bij, maar ik vraag mij af in welke mate die tijdpaden ook effectief realiseerbaar zullen zijn.
Wat betreft de betaalbaarheid van onze energie, waar het toch heel vaak over gaat, wij moeten die micro-economisch durven benaderen.
U hebt vaak gezegd dat hernieuwbare energie de goedkoopste vorm van energie is. In de hoorzitting hebben we vernomen hoe de prijsvorming tot stand komt. De inframarginale prijsvorming heeft dat ook aangetoond, maar het heeft ook aangetoond dat nucleaire energie samen met hernieuwbare energie de energiemix is die we in de toekomst nodig zullen hebben. Ik zie het een dus niet los van het ander. Daarom zijn die twee voor mij een en ondeelbaar. Er zijn ook andere partijen in de meerderheid die pleiten voor een blijvende aanwezigheid van nucleaire energie in de energiemix.
Ik vraag mij af wat het standpunt van de regering is over de energiemix van de toekomst. Men zegt dat men de energietransitie sneller wil uitvoeren, maar wat betekent dit concreet? Sommige partijen hebben het over de kerncentrales van de toekomst. Ik heb u niets horen zeggen over hoe we dat in de toekomst moeten zien.
Mijn grootste bezorgdheid is de laattijdige beslissing van de regering. Zullen we er geraken of niet? Dat is de vraag. Is het een spel van Electrabel om hun vel op dit moment heel duur te verkopen? Ik neem akte van wat u zegt. Ik neem akte van wat de topman van Electrabel zegt over juni 2027. Zij zeggen dat de twee kerncentrales een tijd lang niet zullen kunnen produceren.
Mevrouw Van der Straeten, u bent altijd een non-believer van de verlenging van de kerncentrales geweest. U gaat nu mee aan de tafel zitten bij de exploitant. Ik vraag mij af hoe gemakkelijk het dan voor u is om dat akkoord met volle goesting te verdedigen.
Die verlenging van tien jaar is bijzonder weinig. Ik denk dat een levensduurverlenging van twintig jaar beter te verantwoorden is. Dit maakt gesprekken met de exploitant over de verlenging van de levensduur namelijk eenvoudiger en op die manier kunnen de kosten voor de verlenging over een langere periode worden gespreid. Wat is uw standpunt en dat van de premier indien ENGIE Electrabel zelf een verlenging van twintig jaar voorstelt tijdens de onderhandelingsgesprekken?
Verder verwijs ik naar het FANC, dat steeds heeft gezegd dat die verlenging van twintig jaar mogelijk is. U zegt dat die 2 gigawatt moeten inschuiven, maar wat zult u doen indien ENGIE Electrabel niet sneller zal handelen en vasthoudt aan de vooropgestelde periode van juni 2027? Blijft het dan nog even interessant? Wat is het standpunt van de regering daarover?
Er zijn ook een heleboel organisaties die in het verleden zeer veel affiniteit met uw partij hadden. Zij hebben aangekondigd dat zij er alles aan zullen doen om die levensduurverlenging te fnuiken en te boycotten. Als groene minister zult u dit akkoord loyaal verdedigen bij de exploitant. Zult u ook met deze organisaties praten om hen de noodzaak van deze verlenging uit te leggen? Ik kijk uit naar uw antwoord.
01.06 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, tout d'abord, je vous remercie ainsi que les membres de la commission, notamment M. Wollants, si je me souviens bien, qui a écrit immédiatement pour que nous ayons le plus rapidement possible cet échange de vues sur l'accord de gouvernement qui a été pris vendredi dernier. Je remercie la ministre d'être présente alors qu'elle avait des obligations internationales cette semaine. Nous sommes un vendredi après-midi. Il fait grand soleil à l'extérieur. C'est bon aussi pour les panneaux solaires. Mais nous sommes au travail et c'est une bonne chose.
Pour parler de cet accord de gouvernement très vaste – je crois que nous n'épuiserons pas, en une après-midi, l'ensemble des choses qui peuvent en être dites –, je commencerai par dire que toute cette affaire a commencé par le refus du permis de la centrale de Vilvorde.
Au fond, dans votre plan CRM – qui est le vôtre, personnel, sur lequel M. Wollants a pesé à certains moments, mais qui s'est transformé au fil du temps, parce que vous vous l'êtes approprié, à juste titre – il est clair que le premier caillou dans la chaussure fut le refus de permis de la centrale de Vilvorde, et tous les avatars qui s'ensuivirent, avec cette obligation de créer un projet de loi permettant de rectifier le tir, ou tentant de le rectifier, afin d'obtenir dans la première enchère la capacité que vous aviez vous-même évaluée à deux centrales à gaz, et pas plus.
Or, certains observateurs savaient déjà à l'époque que cette capacité était calculée de façon beaucoup trop juste, et qu'il manquerait de toute façon de la capacité à moyen et à long terme. C'est comme cela, indépendamment de la situation géostratégique actuelle, qui est liée au conflit russo-ukrainien, que le gouvernement s'est finalement et raisonnablement penché sur d'autres moyens de capacité, afin de renforcer l'évaluation des volumes, et de renforcer la sécurité d'approvisionnement de notre pays, dans un contexte où il y a une fragilisation du système du CRM fondé sur les centrales à gaz.
En effet, en termes d'approvisionnement en matières premières, comme l'a épinglé le collègue Vanden Burre, nous allons, au niveau européen, avoir une gestion tout à fait différente de la manière dont l'approvisionnement en gaz se fera dans les années à venir.
Nul ne sait combien de temps va durer ce conflit et il est important de prendre cette fragilité en compte parce qu'elle va générer des tas de difficultés en termes d'approvisionnement en matières premières et en éléments fondamentaux pour la construction et pour l'entretien des grandes machines qui produisent l'électricité dans ce pays, que ce soit jusqu'en 2025 mais également après. Mes propos ne sont pas neutres parce qu'il est bien évident que vouloir implémenter une plus grande capacité en éoliennes offshore en mer du Nord – ce que je souhaite également et ce qui fait partie de ma vision du mix énergétique de l'avenir, à savoir un mix nucléaire renouvelable –, c'est aussi avoir des difficultés à prévoir en termes d'approvisionnement en matières premières, en termes de solidité des entreprises qui vont se présenter dans le cadre des marchés publics pour obtenir les concessions. Cela sera valable également pour la prolongation d'unités nucléaires. Cela viendra inmanquablement dans le cadre des négociations que vous avez, j'espère, maintenant entamées avec l'énergéticien.
Ces négociations démarrent d'une façon un peu spéciale puisque l'énergéticien en question rappelle – et c'est une posture qui est tout à fait légitime – qu'il avait indiqué qu'il fallait décider pour fin décembre 2020 et qu'arriver en mars 2022 avec une décision de prolongation de deux unités nucléaires pour dix ans, c'était trop tard.
C'est déjà une première expression qui rend peut-être les choses un peu plus compliquées qu'elles ne l'auraient été si les négociations avaient été entamées fin décembre 2020 et si, déjà à cette époque, au lieu de nous lancer dans des calculs magiciens, on avait reconnu ce que nous avons dû reconnaître après, à savoir que nous avions besoin d'un minimum de 4 GW de capacité pour pouvoir imaginer une sortie partielle du nucléaire.
Cette première difficulté va rendre les discussions très compliquées parce que la deuxième difficulté - certains collègues l'ont souligné - résidera dans les investissements nécessaires, les matières premières, les livraisons et autres qui vont forcément se faire jour, rendant une prolongation de dix ans extrêmement chère et inefficiente sur le plan de la rentabilité légitime qu'un exploitant peut attendre de ce qu'on lui demande. Parce que, dans notre système, et contrairement à d'autres pays, ce sont les exploitants privés qui mettent à notre disposition sur le circuit électrique des machines qui leur permettent de développer un minimum de rentabilité pour assumer leur business et être en mesure de mettre sur le marché des machines en état de fonctionnement pour rendre le service pour lequel elles existent.
Il est clair, tant pour les exploitants offshore que pour les exploitants du nucléaire et pour ceux qui vont participer au projet pilote - car moi, désolée, mais je n'ai entendu parler que de projet pilote concernant les panneaux solaires en mer du Nord -, que ces entreprises privées ont besoin d'avoir une visibilité dans le temps, une sécurité juridique et d'être en mesure de faire face aux charges inhérentes à ce qu'on leur demande pour en retirer un minimum de bénéfices et faire en sorte que leurs infrastructures produisent pendant 15 à 20 ans ce qu'on leur demande de produire.
Mes questions sont les suivantes. D'une part, à partir d'aujourd'hui, votre horaire va continuer à devenir extrêmement chargé. En effet, il faut essayer d'effacer l'épisode Vilvorde et de lancer une nouvelle enchère afin de remplacer la capacité qui ne verra jamais le jour sur le sol de la Région flamande, mais probablement plus du côté de la Région wallonne. D'autre part, il faut poursuivre - en vue de les faire aboutir en juin prochain - les négociations avec ENGIE.
À la fin de ce mois, il convient également de présenter un premier projet de modification de la loi afin de favoriser la prolongation des unités nucléaires, ainsi qu'un projet de modification d'arrêté royal en ce qui concerne toutes les prescriptions relatives à la sûreté - mais qui me semble plutôt relever de la compétence de votre collègue de l'Intérieur, puisque ces questions sont cornaquées par l'Agence fédérale de contrôle nucléaire.
De même, il faut poursuivre l'étude et le travail sur le CRM pour pouvoir préparer adéquatement et ultérieurement la deuxième enchère. Par conséquent, il vous reste beaucoup de pain sur la planche.
Dans le fond, toutes les questions qui vous sont posées par les collègues, et auxquelles - pour certaines d'entre elles - vous ne répondrez évidemment pas dans la mesure où la boîte noire des négociations doit rester confidentielle pour qu'elles puissent aboutir, sont légitimes et reposent toutes sur le même sentiment: l'inquiétude envers la sécurité d'approvisionnement. Vous avez déjà prouvé une fois que les calculs n'étaient pas bons et que, pour réussir, il importait de mettre en place des unités nucléaires - ce qui n'était initialement pas prévu dans votre plan.
Nous n'aurons pas d'accélération significative de l'installation de grosses machines offshore en mer du Nord avant 2027 au mieux, ce qui est très loin. Sachant que le personnel d'ENGIE n'est pas marié avec l'entreprise et que le plan social de rétention avec les primes de sérénité ne va pas nécessairement retenir tous les ingénieurs et cadres dans l'entreprise, on ne pourra opérer toutes les centrales correctement jusqu'en 2025. Ces problèmes de capacité vont donc se présenter à vous et ce sera sans doute un élément qu'il faudra gérer dans les négociations.
Pour arriver fin juin 2022 à une négociation qui réussisse, allez-vous élargir la possibilité des négociations en fonction de ce que vous dira l'entreprise qui est en face de vous? Je suis certaine qu'elle vous dira que dix ans, c'est totalement insuffisant et qu'elle n'investira pas pour cette période. Elle l'a déjà fait antérieurement et elle avait dit que c'était la dernière fois. Cette fois, elle voudra obtenir la possibilité de prolonger pour vingt ans.
Elle vous dira probablement ensuite que son intention n'était pas de prolonger mais puisqu'on lui demande, elle souhaitera mettre sur la table la prolongation d'autres unités nucléaires. Pour pouvoir donner de la crédibilité à ce que vous prétendez vouloir injecter dans les centrales nucléaires de nouvelle génération – par exemple les SMR –, vous devez garder une chaîne de valeurs pendant suffisamment longtemps – minimum quinze ans – et vous devez faire fonctionner une entreprise avec un niveau de savoir-faire suffisant pendant tout ce temps pour qu'on ait un jour une chance d'avoir des centrales nucléaires de nouvelle génération qui soient capables de faire un vrai mix renouvelable-nucléaire, avec des centrales nucléaires capables de faire de la reprise de charge quand il n'y a pas de vent pour éviter de mettre en action des fossiles à travers des centrales thermiques comme les centrales à gaz.
Cela fait partie d'un plan sérieux, que nous soutenons et que je défends, notamment à travers une proposition de loi que je souhaite déposer. Mon collègue Bert Wollants a déposé une proposition de loi sur la prolongation de certaines unités nucléaires. Le CD&V et l'Open Vld ont également déposé des propositions de loi relatives à la mise en place de centrales de nouvelle génération sur notre territoire. Je soutiens ces initiatives.
J'ai l'intention de déposer une proposition de loi qui demande la prolongation d'unités nucléaires et qui fait le lien avec la mise en place de centrales nucléaires de nouvelle génération dans notre pays. J'estime en effet qu'en combinaison avec le renouvelable, nous avons là la capacité dont nous avons besoin et le mix énergétique du futur.
Je reviendrai vers vous dans le deuxième tour quand j'aurai entendu les réponses aux questions qui vous ont été posées pour poser l'une ou l'autre question plus précise.
01.07 Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor uw toelichting.
Vorige maand zijn wij wakker geworden in een andere wereld. De oorlog in Oekraïne treft in eerste instantie uiteraard de inwoners van Oekraïne, maar ook hier voelen wij de impact ervan, zij het vooral op economisch vlak. De energiecrisis, die niet alleen België maar ook alle andere Europese landen treft, is een rechtstreeks gevolg van de Oekraïnecrisis. De energieprijzen gaan door het dak, de prijzen aan de pomp zijn extreem hoog en energieonafhankelijkheid wordt opeens een belangrijke pijler in ons energiedebat. Bevoorradingszekerheid krijgt opeens een andere dimensie, met name de eigen bevoorradingszekerheid.
Uitzonderlijke omstandigheden vragen uiteraard om uitzonderlijke maatregelen. Het is daarom dat de regering al drie pakketten maatregelen heeft aangenomen om onze energiefactuur te milderen. Ook inzake bevoorradingszekerheid is er een toch wel uitzonderlijk akkoord gesloten. Terecht heeft de regering er finaal voor gekozen de levensduur van de twee kernreactoren te verlengen. Zij kiest hiermee voor energiezekerheid: de verlenging van de levensduur van de twee jongste kerncentrales, gecombineerd met een aangepast CRM-systeem om nieuwe capaciteit aan te trekken, en een versnelling van de omslag naar hernieuwbare energie. Die drie gelijktijdige processen moeten ervoor zorgen dat onze bevoorrading niet in het gedrang komt en dat wij meteen de omslag maken naar duurzame energie.
Het eerste deel van het akkoord dat u hebt toegelicht, mevrouw de minister, focust op meer wind-, zonne- en waterstofenergie. De grote lijnen liggen vast, maar uiteraard blijven er vragen over de manier waarop en tegen wanneer dat alles zal worden gerealiseerd. Ik deel alvast sommige van de bezorgdheden van collega Wollants daaromtrent.
Hoe zullen we met sommige maatregelen praktisch aan de slag gaan? Zo heeft het energieakkoord het over de plaatsing van zonnepanelen op de NMBS-stations. Maar moet onze commissie de uitvoering ervan opvolgen dan wel de commissie voor Mobiliteit?
U hebt voorts de ambitie om 1,5 gigawatt extra windmolenenergiecapaciteit te realiseren door drempels af te bouwen. Ik meen dat wij daar met de nodige omzichtigheid mee moeten omgaan. Ik ben benieuwd hoe wij dat effectief zullen realiseren.
De focus van het debat ligt uiteraard vooral op de verlenging van de levensduur met tien jaar van de kernreactoren en het CRM. Die topics bespreken we uiteraard in onze commissie. Voor ons was de verlenging al langer bespreekbaar; wij hebben ter zake geen taboes. Waarom overweegt men geen langere verlenging? Puur economisch beschouwd lijkt het toch beter om meteen voor een langere termijn te kiezen? Uiteraard kan zo'n langere verlenging ook een impact hebben op de groei van hernieuwbare energie. Wat zijn de pro's en contra's in verband met die gekozen termijn? Hoe wordt die gemotiveerd?
Volgens het akkoord zijn de kerncentrales waarvan de levensduur verlengd is goed voor 2 gigawatt. Dat is voor sommigen nog altijd niet genoeg. Erger nog, sommigen veranderen wel elke dag van mening: eerst willen ze geen verlenging, dan willen ze de levensduur van twee centrales, dan van vier centrales en dan van zes centrales verlengen; the sky is not the limit.
Waarom is er gekozen voor 2 gigawatt? Ongetwijfeld heeft dat te maken met de impact op de groei van hernieuwbare energie en gaat het om een evenwichtsoplossing? Kunt u de motivatie toelichten, zodat we tegenstanders van de 2 gigawatt van antwoord kunnen dienen?
Wanneer zal de verlenging van de levensduur van de twee kerncentrales rond zijn? Dat heeft immers een impact op het CRM. Bij de bepaling van de volumes moeten we weten wanneer de 2 gigawatt ter beschikking is. De verlenging wordt geen walk in the park. Er moeten nog heel wat stappen gezet worden, zoals de afwikkeling van de MER-procedure en procedures in verband met de nucleaire veiligheid, en de stemming over het wetsontwerp ter zake. De timing wordt dus zeker een harde noot om te kraken.
ENGIE waarschuwde eergisteren in de krant al
dat men ten vroegste in 2027 klaar zal zijn. Dat is niks nieuws. Er is altijd
al gezegd dat men te laat zou zijn. Maar we worden nu eenmaal geconfronteerd
met uitzonderlijke omstandigheden. De regering neemt uitzonderlijke
maatregelen. We verwachten van onze burgers en bedrijven ook uitzonderlijke
maatregelen. Ik verwacht dat dus ook van ENGIE. ENGIE zal gelet op de nieuwe
situatie zich moeten inschrijven in het traject dat wij hebben uitgestippeld.
Het worden ongetwijfeld stevige onderhandelingen over heel wat aspecten, zoals
de verlenging, het nucleaire afval, de overwinsten. Hopelijk gebeuren die
onderhandelingen aan tafel en niet in de pers, waarbij we dan elke dag iets
anders vernemen. Ik wens u veel succes om tot een goed akkoord te komen met
ENGIE ten bate van onze energiebevoorradingszekerheid.
Een aspect dat nog niet echt aan bod is gekomen, is de mate van flexibiliteit van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3. Ik heb daarover ooit al een voorstel van resolutie ingediend, dat in 2020 werd goedgekeurd. Welke stappen zijn er al gezet om gevolg te geven aan die resolutie? Zult u op basis van die resolutie tijdens de onderhandelingen nagaan in welke mate beide centrales flexibel kunnen worden ingezet of kunnen worden gemoduleerd? Neemt u dat aspect ook mee in de onderhandelingen?
Ten slotte, in het akkoord van de regering is er ook in een budget voor nucleaire knowhow voorzien. Ons land heeft heel wat nucleaire knowhow en expertise. Wij hebben daar een toppositie en mogen die uiteraard niet verliezen. Voor de komende vier jaar is er een jaarlijks budget van 25 miljoen euro vrijgemaakt. Kunt u wat meer informatie geven? Wat betekent dat concreet?
Nucleaire technologie staat niet stil en dat is maar goed ook. Wij hadden hier onlangs hoorzittingen over de SMR's. Wij hebben een wetsvoorstel ingediend om die ook in ons land mogelijk te maken.
Mevrouw de minister, u bereidt een wetsontwerp voor om de levensduur van twee kernreactoren te verlengen. Zult u in de betreffende tekst ook de mogelijkheid van nieuwe technologieën voor de nucleaire centrales van de vierde generatie inschrijven? Hoe staat u daartegenover? Er zijn al enkele wetsvoorstellen daaromtrent hangende, ook van andere collega's. Het thema ligt ons dus zeker na aan het hart en wij moeten de uitdagingen ter zake met de ogen open en met open vizier willen aangaan. Wij mogen de toekomst geenzins hypothekeren.
Concluderend, ik ben tevreden met het akkoord, dat duidelijkheid brengt over de richting waar we naartoe gaan. Het zal zeker en vast niet gemakkelijk zijn, maar ik hoop dat iedereen die sense of urgency begrijpt en er ook naar handelt. Dat geldt niet alleen voor de federale regering, maar ook voor ENGIE en de gewestregeringen, die eveneens een taak hebben in het kader van de bevoorradingszekerheid. Bevoorradingszekerheid is een taak en zaak voor iedereen. Iedereen zal zijn steentje moeten bijdragen. Dus waarom zouden we moeilijk doen als het samen kan? Dat is een boutade. Wij moeten er allemaal naar streven om samen te werken aan bevoorradingszekerheid voor iedereen.
01.08 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, collega's, wij noemen dit geen energieakkoord, maar een ENGIE-akkoord. ENGIE wint hier alweer, driemaal. ENGIE krijgt subsidies voor de nieuwe gascentrale in het kader van het CRM. ENGIE zal nu ook financiële garanties krijgen voor het langer openhouden van de kerncentrales. U moet onderhandelen, mevrouw de minister, maar ik weet niet of er veel te onderhandelen zal vallen. ENGIE zal waarschijnlijk een minimale prijs vragen, waarschijnlijk ook een toegeving over de factuur voor de berging van kernafval en de ontmanteling van kerncentrales, en er wordt met geen woord gerept over de overwinst.
De CREG gaf deze week de cijfers vrij en bevestigt wat wij al maanden – binnenkort jaren – zeggen, met name dat ENGIE Electrabel miljarden euro overwinst maakt. Blijkbaar is dat hier echt taboe. Dat is daarstraks nog gebleken tijdens de regeling der werkzaamheden, we mogen er zelfs niet over spreken. Een wetsvoorstel om de overwinst te taxeren mag volgens de meerderheid blijkbaar zelfs niet besproken worden. In het persbericht van de regering staat trouwens dat er voor juni geen initiatief zal worden genomen om de overwinst in de energiesector te belasten. Er is natuurlijk geen enkel verband tussen het feit dat dit in het persbericht van de regering staat en dat de partijen van de meerderheid, ook de zogezegd linkse als PS en Ecolo, de vraag om ons wetsvoorstel hierover te bespreken hebben weggestemd.
Mevrouw de minister, in uw presentatie zie ik dat u bij het onderdeel over de financiering van het energieakkoord zelfs niet meer spreekt over het afromen van de overwinst. Nochtans hebt u in deze commissie minstens tien keer gezegd dat niemand zich mag verrijken in deze crisis. Dat is de magische zin, maar die is blijkbaar dood en begraven. Tegelijk wilt u met ENGIE een akkoord sluiten tegen juni. Het eerste wat ENGIE op tafel zal leggen in de onderhandelingen zal het beschermen van de overwinst zijn. Zowel mevrouw Almaci, nog steeds uw voorzitster, als verscheidene woordvoerders van regeringspartijen, zoals de heer Magnette van de PS, de heer Rousseau van Vooruit en minister van Peteghem van CD&V, hebben gezegd dat niemand zich mag verrijken in deze crisis.
Het ging om 2,6 miljard voor ENGIE Electrabel, van 2021 tot 2024. We weten waar dat geld zit. Het is ook eenvoudig. Wat de mensen via de factuur betalen gaat van hun rekening en komt op een andere rekening. Dat is voornamelijk bij ENGIE Electrabel. Men zegt dus dat niemand zich mag verrijken in deze crisis. Dat zijn mooie woorden en holle slogans, maar we zien geen daden. We mogen er zelfs niet meer over spreken.
U verschool zich de laatste twee weken achter de Europese Commissie. U wacht zogezegd op een Europees initiatief, maar de Europese Commissie heeft al twee keer aangegeven dat het aan de lidstaten zelf is om een initiatief te nemen. Mevrouw Van der Straeten, u bent ondervoorzitster van het Internationaal Energieagentschap. U weet dus maar al te goed dat zelfs het Internationaal Energieagentschap de lidstaten heeft opgeroepen om de overwinsten af te romen teneinde de facturen van de gezinnen te verlagen.
U hebt een aantal maatregelen getroffen. U weet dat wij ze volstrekt onvoldoende vinden. Er moeten nog grotere bedragen worden voorzien. Dat mag trouwens niet betaald worden door de belastingbetaler, het moet betaald worden door zij die zich met de crisis verrijken, zoals u zelf aangaf.
Mevrouw de minister, zult u de winsten nu uiteindelijk afromen? Zult u ervoor zorgen dat niemand zich verrijkt tijdens de crisis? Garandeert u hier en nu dat u effectief zelf een initiatief zult nemen als er geen initiatief van Europa komt? Dat Europese initiatief zal er immers niet komen. Zult u in de onderhandelingen die u zult voeren of al voert met ENGIE dus niet aanvaarden dat de overwinsten worden beschermd?
Vicepremier De Sutter verklaarde gisteren trouwens tijdens de plenaire vergadering dat "een duidelijk kader en een duidelijk mandaat is afgesproken voor de onderhandelingen met ENGIE over het openhouden van de kerncentrales". Wat zijn die randvoorwaarden? Hoeveel mag de verlenging maximaal kosten? Ik kan mij niet inbeelden dat deze regering daar geen bedrag op heeft geplakt of dat u geen bedrag in uw hoofd hebt.
Eigenlijk is het vrij simpel, ENGIE zou de verlenging zelf moeten betalen. Het bedrijf maakt meer dan genoeg winst. Die overwinst zou perfect kunnen dienen voor de verlenging.
Ik kom nu bij de onderbouwing van de energiedeal door de huidige regering. Ik heb ter zake enkele vaststellingen. Ten eerste, het verlengen van de kerncentrales heeft nul komma nul effect gehad op de elektriciteitsprijs op de beurzen. Die is niet gedaald sinds de aankondiging van het verlengen van de levensduur van de kerncentrales. Dat is ook logisch, want het probleem is vandaag de marktwerking. Nogmaals, de prijs wordt bepaald door de duurste centrales, in casu de oude gascentrales. Het al dan niet verlengen van de levensduur van kerncentrales heeft dus geen effect op de elektriciteitsprijs.
De CEO van Electrabel verklaarde ook dat de levensduur van de kerncentrales tegen 2025 niet zal kunnen worden verlengd. U hebt al gerepliceerd dat dit geen probleem is omdat de bevoorradingszekerheid gegarandeerd is, aangezien u al twee nieuwe gascentrales zult subsidiëren in het kader van het CRM.
De MR lijkt hetzelfde standpunt te hebben. Ik zie dat mevrouw Marghem ondertussen vertrokken is, waardoor ze mij niet kan tegenspreken. De MR stelt het omgekeerde, want als de levensduur van de twee kerncentrales verlengd wordt tegen 2025, dan hoeven er geen nieuwe gascentrales gebouwd te worden.
Mevrouw de minister, hoe rechtvaardigt u het dat de regering zowel twee nieuwe gascentrales zal subsidiëren met een paar honderd miljoen als twee kerncentrales zal financieren met een nog onbekend kostenplaatje? Met andere woorden, hoe onderbouwt u de beslissing van het energieakkoord, als de bevoorradingszekerheid gegarandeerd is en die beslissing geen invloed heeft op de prijs? U verwijst naar onze energieonafhankelijkheid, maar in het verleden wees u steevast zelf op het gegeven dat wij ook voor uranium afhankelijk zijn van het buitenland.
Ik wil ook specifiek terugkomen op de rechtvaardiging die de CEO van Elia gaf op de persconferentie, met name de verslechtering van de bevoorradingszekerheid in Frankrijk door de oude, onbetrouwbare kerncentrales. Dat klinkt natuurlijk aannemelijk, maar het blijkt in de feiten niet te kloppen als ik mij baseer op de cijfers van Elia zelf. Ik verklaar mij nader. Voor 2025 rekent Elia al niet op Franse import in tijden van schaarste. Om precies te zijn, in het netbeheerdersverslag voor 2025 rekent Elia op 4 megawatt, wat overeenkomt met een halve windmolen. Voor 2026 rekent Elia op meer, met name 196 megawatt. Met andere woorden, ondanks de verslechtering van de bevoorradingszekerheid in Frankrijk rekent Elia meer op Franse import in tijden van schaarste in 2026 dan in 2025. Dat kan dan ook geen rechtvaardiging zijn voor de nood aan bijkomende capaciteit in 2026.
Mevrouw de minister, hoe verklaart u die cijfers, waarbij de toestand in Frankrijk verslechtert en wij tegelijk net op meer import uit Frankrijk rekenen? Dat lijkt mij wel bijzonder.
Nu kom ik tot de volumebeslissing voor het CRM, de volumebeslissing voor de T-4 van 2026. U zegt dat er in de jongste weken intens overlegd is tussen Elia en de CREG, maar heeft de CREG reeds alle gevraagde gedetailleerde kwantitatieve gegevens gekregen? Vorige week alvast niet, zo deelde een vertegenwoordiger van de CREG ons mee in de commissie voor Energie. De CREG wachtte nog op die gegevens, in het bijzonder op simulaties en tussenresultaten. Dat levert een groot probleem op. Als minister van Energie hebt u geëist dat Elia de CREG alle gegevens overmaakt. Tot vorige week weigerde Elia dat te doen. De leden van de commissie voor Energie hebben bij wijze van spreken unaniem gezegd dat dit inderdaad moest gebeuren, al heeft niet iedereen dat luidop uitgesproken, en dat de CREG dus over de cijfers van Elia moet kunnen beschikken.
Toen Elia de vorige keer cijfers aan de CREG bezorgde, legde deze laatste een enorme sensitiviteit in de resultaten bloot, met name de impact van de klimaatverandering. Ik begrijp dan ook dat Elia liever geen pottenkijkers heeft, maar het is de rol van de regulator om de netbeheerder te controleren. Elia moet dus volledige transparantie verschaffen. Kunt u bevestigen dat de CREG alle kwantitatieve gegevens heeft ontvangen, zoals u terecht geëist hebt?
Wat het volume betreft, hebben we vastgesteld dat u weigert rekening te houden met voorstel van de CREG om het effect van de hogere reductiefactoren ook toe te passen op de reeds gecontracteerde volumes. Het gaat om 64,72 megawatt. Die zou volgens de CREG van de vraagcurve moeten worden afgetrokken, die capaciteit is immers beschikbaar. Waarom houdt u hier geen rekening mee? Heb ik goed begrepen dat er een dubbeltelling plaatsvindt? Ik zou hier graag meer uitleg over krijgen.
Ik stel vooral vast dat u het volume van Elia voor 2026 volgt en dat de nood aan capaciteit voor 2026 sterk stijgt ten opzichte van 2025. Dat is ook door de CREG uitgebreid aangehaald in deze commissie.
Op basis van de cijfers van Elia is er een volume van 1.924 megawatt voor punt A en een volume van 1.431 megawatt meer voor de punten B en C. Op basis van deze cijfers vertaalt de CREG dit naar een of twee nieuwe gascentrales. Ik weet wel dat het CRM technologieneutraal is, dus het is niet zeker dat gascentrales voor deze capaciteit zullen zorgen maar dat is wel zeer waarschijnlijk. Het gaat echter over de stijging van de vereiste capaciteit. De plotse stijging van de nood aan capaciteit moet verklaard kunnen worden. De CREG zegt dat Elia die nog altijd niet kan verklaren. Hoe verklaart u deze stijging?
U herhaalde de argumentatie van Elia dat de oorzaak hiervan de klimaatmodellering is. Dat is echter contra-intuïtief. De klimaatverandering is in wezen een klimaatopwarming. De VUB heeft duidelijk aangetoond dat strenge winters statistisch gezien veel minder vaak zullen voorkomen. Hieruit volgt dat de nood aan capaciteit logischerwijze zou moeten dalen door met de klimaatverandering rekening te houden. Daarom hebben wij de vraag van de CREG over de modellering gesteund. Ik heb u daar vorige week nog over ondervraagd.
Dat willen wij niet doen om van model te veranderen, maar om het contra-intuïtieve voorstel van een stijging van de capaciteit bij minder strenge winters te checken. De modellering kan ook eens worden uitgevoerd zonder klimaatverandering of met een andere methodologie – bijvoorbeeld de voorbije 30 jaar, want er zijn drie methodologieën voorhanden – om met het klimaat rekening te houden. Op die manier kunnen wij checken wat het effect is en ook bekijken of het effectief door de klimaatmodellering zou komen dat de nood aan capaciteit zo sterk stijgt. Voor alle duidelijkheid, ik vraag niet – er was hierover blijkbaar een misverstand vorige week – om van methodologie te veranderen, ik vraag om het effect van de specifieke methodologie die is gekozen – de statistische modellering – na te gaan.
Heeft Elia of uw administratie dat ondertussen gedaan? Zo ja, wat kwam er uit de vergelijking tussen de methodologieën? Zo neen, waarom niet? Als u dat niet doet, waarom weigert u dat? Wij moeten toch zeker zijn van de cijfers. 1.000 megawatt is niet niks. Als wij daar capaciteit voor voorzien en dat subsidiëren en de consument daarvoor betaalt, moeten wij wel goed weten dat het zeker is en dat er in de black box van Elia nergens een fout zit.
U zegt, mevrouw de minister, dat het onmogelijk is om in te schatten hoeveel nieuwe capaciteit er komt, maar volgens mij kan dat toch vrij gemakkelijk. Men moet enkel van het totale volume de bestaande derated capaciteit aftrekken en dan komt men tot het volume dat beschikbaar is voor nieuwe capaciteit. Ik begrijp natuurlijk dat u vandaag liever niet uitpakt met het nieuws dat er toch bijkomende nieuwe gascentrales komen. Vanuit groene hoek bekeken zijn de akkoorden die u sluit al catastrofaal genoeg. Wat de zaak zou veranderen, is dat er voor de veiling in oktober een akkoord wordt bereikt met ENGIE om de levensduur van de kerncentrales tegen 2026 te verlengen, zodat het volume van de kerncentrales kan worden afgetrokken van het volume waarover u nu beslist. Ik geef toe dat dat speculatie is, maar ik geloof niet te veel in toevalligheden in de politiek.
Tot slot heb ik nog een vraag over de prijslimiet. U legt die opnieuw vast op 75 euro per megawattuur, maar u zei dat de berekening van uw administratie eigenlijk op 81 euro per megawattuur uitkomt.
Waarom stijgt de prijslimiet ten opzichte van vorig jaar? De energieprijzen zijn net gestegen. De winstgevendheid van gascentrales was nog nooit zo hoog. Logischerwijze zou ik denken dat de prijslimiet daalt. Daarover kreeg ik graag meer uitleg.
01.09 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, vorige vrijdag is over een aantal cruciale zaken beslist. Ten eerste werd beslist over de bevoorradingszekerheid zodat onze industrie kan blijven functioneren en gezinnen niet in de kou komen te staan. Ten tweede, men wil de energietransitie versnellen en onafhankelijker worden van fossiele brandstoffen. Met betrekking tot de bevoorradingszekerheid heeft de regering de moedige beslissing genomen om de twee jongste kerncentrales langer open te houden.
Bij ENGIE Electrabel geeft men aan hiervoor nog steeds niet te staan springen. Het optreden van de Belgische CEO is daar een bewijs van. Hij zegt niet yes we can, maar hij geeft een opsomming van problemen en twijfels en stelt dat de levensduurverlenging pas na de winter van 2026 kan worden afgerond. Ik was eergisteren zelf bij die presentatie. Het FANC heeft daarover trouwens een andere mening.
Ik weet dat de overheid niet altijd de beste positie heeft om sterk te onderhandelen. Zij moet immers met open boeken handelen, zich voor het Parlement verantwoorden en de notulen van de regering zijn vaak in de pers te vinden. Stel u voor dat u via streaming het directiecomité van ENGIE in Parijs live mee zou kunnen volgen. Ik zou dat als overheid heel leuk vinden. Ik heb ook ervaring als voorzitter van een intercommunale in contractonderhandelingen. Ik weet dat men daar soms met lef uit de hoek moet durven te komen.
De onderhandeling zal trouwens niet in Brussel maar in Parijs gebeuren. Dit is een te belangrijk dossier voor ENGIE om dit over te laten aan de directie van hun Belgische filiaal. In die zin is het goed dat u samen met de premier de onderhandeling van een dergelijk belangrijk dossier voert.
De verklaringen van de CEO van België passen in een bepaalde onderhandelingstrategie van het moederhuis. Het is de bonne guerre. On est demandeur de rien. Dat is een slogan die we in de Belgische politiek al vaker gehoord hebben.
Laten we eerlijk zijn, bedrijven hebben een toekomststrategie. ENGIE profileert zich als leverancier van elektriciteit en gas, maar zet volop in op hernieuwbare energie en heeft de kernenergie wat in de exitmodus gezet.
ENGIE heeft ook een verleden en verplichtingen die daaruit voortvloeien en claimt trouwens ook maatschappelijk verantwoordelijk gedrag. Als ik naar hun website kijk, zie ik dat ze dat willen hardmaken met een duidelijk ESG-statement dat tot op heden als A1 geattesteerd is. Ik had eerder impossible n'est pas français verwacht, maar hun onderhandelingsstrategie is anders.
Ik begrijp wel dat het niet verkrijgen van een vergunning voor de gascentrale in Vilvoorde, zeker in hun huidige strategische focus, een ontgoocheling is voor ENGIE en dat ze zich daar ook een beetje gebruuskeerd voelen omdat ze daarin hebben geïnvesteerd. Ik begrijp ten volle dat zij bezorgd blijven – terecht, mijns inziens - over de langzame en laattijdige beslissingsprocessen in dit land en over de betrouwbaarheid van een consistent langetermijnenergiebeleid. Wat dat betreft moeten de leden van de meerderheid van de vorige legislaturen in de spiegel kijken.
Ondernemen is risico's nemen en contracten met de overheid, wetende dat die overheid geenszins karig is wat betreft investeringssubsidies en prijsgaranties, zijn toch niet altijd een win for life. Ondernemen is risico's nemen, maar de framing rond overwinsten moet stoppen. Er kunnen windfall profits zijn, waar men de wind in de zeilen heeft en hogere winsten heeft, maar daar moet naar worden gekeken in een duidelijk kader.
Mevrouw de minister, u bevestigde mij dat er op EU-niveau initiatieven worden genomen en dat, indien dat niet het geval zou zijn, de regering zelf het initiatief zou nemen. Trouwens, als ondernemer durf ik te zeggen dat de OESO-onderhandelingen rond Pillar 1 en 2 inzake het belasten van grote ondernemingen de nodige aandacht verdienen.
Zowel oververliezen als overwinsten zijn dus subjectieve en weinig zinvolle termen, ook al nemen onze afwezige communistische vrienden die woorden graag in de mond.
Mevrouw de minister, u moet nog overleggen met de Europese Commissie in het kader van het CRM. Met de informatie die is uitgelekt over het beleid is het duidelijk dat dit in de huidige geopolitieke toestand wel zal lukken. U hebt gekozen voor een rerun en wij kijken daarnaar uit. Zijn er nog andere capaciteiten die moeten worden opgevangen na het Eliarapport of zijn er nog capaciteiten die in oktober waren geselecteerd en waarvoor er geen vergunning is? Wat zult u daarmee desgevallend doen?
Op de technische zaken wil ik niet ingaan, want er werd reeds veel gezegd.
U hebt een sterk kader geplaatst rond die versnelling naar klimaatneutrale energiebronnen. De zorg, die ook andere leden hier gedeeld hebben, is natuurlijk dat die plannen om meer te doen en sneller, haalbaar moeten zijn. Dan komt men natuurlijk uit bij die problemen van connecties en vergunningen. Ik wil toch ook aandringen op het volgende. Wij moeten in dit land eens kritisch kijken naar onze vergunningsprocessen, naar de administratieve processen. Wij hebben dat gezien in de coronacrisis, in tijden van urgentie moeten dossiers in urgentie kunnen behandeld worden.
Ik ga akkoord met collega Dierick met betrekking tot wat wij doen. Die dimensie was een beetje verloren gegaan. Men zei dat men een kerncentrale niet aan en uit kan zetten en dat gascentrales de oplossing zouden zijn. Kerncentrales kunnen ook tijdelijk hun productievolume doen dalen. Hoe stemmen wij het een af op het ander? Dat zal nog heel wat zorgen baren.
Naast het subsidiëren via het CRM, naast het voorbereiden van de volgende generatie koolstofvrije niet-hernieuwbare bronnen, om de SMR's niet expliciet te noemen, wil ik u vragen om de energiezuinigheid te blijven promoten, mevrouw de minister. De hoge prijzen van vandaag betekenen immers in eerste instantie dat vraag en aanbod niet in evenwicht zijn. Het beste om te doen, eerder dan als overheid nog eens de energieprijzen op lange duur te subsidiëren, is om de burgers en ondernemingen op te roepen om niet alleen energiezuinig te zijn maar ook energie-efficiëntie in de praktijk om te zetten.
Er is een heel arsenaal van maatregelen, van initiatieven, maar wij moeten ook opletten dat wij nu niet het geld blijven smijten naar gelijk welk initiatief dat energietransitie of klimaat betreft. Wij moeten de studie doen waar wij het succesvolst kunnen investeren, waar de grootste return on investment is. Al het geld van de overheid moet immers op een bepaald moment gerecupereerd worden.
Laten we slim onderhandelen en aan de onderhandelingstafel duidelijk praten en elders zoveel mogelijk zwijgen, ook partijvoorzitters.
01.10 Minister Tinne Van der Straeten: Meestal zegt de oppositie dat het niet ambitieus is en te traag gaat. Nu vindt de oppositie dat het te ambitieus is en te snel gaat. Waarvan akte. Daarnaast worden er veel problemen toegedicht aan alles wat over hernieuwbare energie gaat, maar als het over nucleaire energie gaat, lijkt het vanzelf te gaan. Dat zijn twee opvallende vaststellingen in dit toch complexe dossier.
Het Energietransitiefonds staat expliciet vermeld op de site bij de financiering. Het is voor mij immers al langer duidelijk dat de middelen van het Energietransitiefonds in het licht van de uitdagingen waar we voor staan, en zeker nu de energietransitie wordt versneld, voor meer moeten kunnen worden gebruikt dan om te blijven studeren. Dat is ook in lijn met het regeerakkoord. We hebben al aanpassingen gedaan in de laatste call, met name kortere projecten, dus projecten met een duur van een tot twee jaar. Een frustratie in de eerste call was dat er vroeger projecten liepen over vijf jaar. Voor demand-sideprojecten is een periode van vijf jaar echter te lang. In oktober 2024 moet ook een veiling worden georganiseerd, die vooral handelt over het demand-sidemanagement en opslag. Interessante bevindingen vanuit de wetenschap komen dan wel te laat. In de vorige oproep hebben we aanpassingen gedaan, namelijk projecten laten lopen over een kortere tijd en de onderwerpen waarvoor input nodig is werden duidelijker omschreven en aangegeven richting de onderzoekers. De middelen van het Energietransitiefonds moeten vooral werkelijk kunnen worden ingezet voor de energietransitie, het voornaamste doel van die middelen. Uiteraard valt er wel nog te bestuderen.
Het is mijn uitdrukkelijke wens te bekijken of wij die niet nog doelgerichter kunnen inzetten, werkelijk op maat van de versnelling. Ik zal niet nalaten na te gaan of wij het Energietransitiefonds en de regelgeving ter zake niet verder moeten herbekijken en bijsturen, op maat van het energieakkoord dat wij afgesloten hebben.
Ten tweede, wat de hoge verwachtingen ten aanzien van skeyes en Defensie betreft, u noemt dat hoge verwachtingen maar ik ga voort op wat de sector mij zegt. Ik meen dat het realistische verwachtingen zijn. Wij hebben met de sector gesproken voorafgaand aan de gesprekken binnen de regering. De sector geeft zelf aan dat 900 megawatt aan Vlaamse kant, met aan Waalse kant gelijkaardige cijfers, onmogelijk is wegens een aantal zaken. Het gaat daarbij niet alleen om radars, maar ook om inplantingszones, hoogtebeperkingen en dergelijke meer.
Ten derde, wat de kostprijs betreft hebben wij een raming van skeyes ontvangen en een andere van Defensie. Die van Defensie is wel te laat binnengekomen. Daar gaat het ook om ruimere kosten. Wij beginnen echter met 13,5 miljoen euro voor dit jaar en volgend jaar om de beperkingen weg te werken. Dat zijn eigenlijk quick wins. Het is jammer dat die versnelling er nu pas kan komen, maar beter laat dan nooit. Daar liggen toch heel belangrijke winsten.
Wat de zonnepanelen betreft, beginnen wij uiteraard met demonstratieprojecten. Wij willen vooral bekijken wat de mogelijkheden zijn in de eerste zone, waar best nog wat ruimte is maar waar de milieu-impact uiteraard een belangrijk aspect zal zijn om mee te nemen. Wat de zonnepanelen op overheidsgebouwen betreft, geldt hetzelfde. Ook hier willen wij het potentieel versnellen via belangrijke gebouwenbeheerders binnen de federale overheid als Defensie, de NMBS en Infrabel. Alleen al in het NEKP gaf Defensie aan dat het om een potentieel gaat van 142 megawatt piek. Het gaat er nu dus vooral om dat potentieel veel sneller te kunnen aanboren.
Wat de offshore betreft, de verviervoudiging geldt natuurlijk ten opzichte van wat er vandaag geïnstalleerd is, 2,2 gigawatt. De vorige regering had inderdaad beslist tot verdubbeling daarvan in de Prinses Elisabethzone, maar u weet dat wij het al hebben opgetrokken op basis van de studie die is uitgevoerd door 3E.
Tegenover de repowering sta ik anders dan u. Het is met name de vraag van degenen die vandaag in de eerste zone parken uitbaten om over repowering te kunnen spreken. U hebt gewezen op een aantal problemen, maar ik wil vooral denken in het kader van oplossingen. Een repowering kan namelijk ook een oplossing zijn voor het feit dat een turbinefabrikant ondertussen failliet is gegaan en dat de bestaande turbines misschien niet goed meer onderhouden kunnen worden, zeker wanneer er wisselstukken nodig zijn. In die zin is repowering bij uitstek een manier om België weer in de voorhoede te zetten. We zullen dan immers het eerste land zijn dat zal overgaan tot repowering. De afweging moet daar gemaakt worden of we wachten tot het einde van de concessie of niet, of het misschien ook voordien kan. Dat is het onderwerp van gesprekken die we met de sector zullen voeren en daar willen we voor het einde van het jaar uit zijn.
Dan kom ik bij de waterstoftreinen. Welk onderzoek heeft uitgewezen dat dit het efficiëntst is? Waterstoftreinen kunnen dieseltreinen vervangen. Vandaag zijn er grote zorgen over een mogelijk tekort aan diesel in Europa, het stond gisteren zelfs op de voorpagina van De Standaard. Als wij in een aantal industriële clusters, met name de haven van Gent, waterstoftreinen kunnen laten rijden, dan draagt dat bij aan onze onafhankelijkheid. Ten tweede, CMB heeft vandaag een concreet project op de rails om te kijken of er een demonstratieproject kan gebeuren in de haven van Gent. Laten we zien wat dit in de praktijk kan opleveren in plaats van nog langer te wachten. Het gaat hier, zoals reeds herhaaldelijk gezegd, over het plaatsen van een versnelling, niet over het organiseren van business as usual op een later moment.
Dan zijn er de maatregelen inzake mobiliteit, een vraag van mevrouw Dierick. Daarvoor verwijs ik naar de minister van Mobiliteit, de heer Gilkinet, die daar beter op zal kunnen antwoorden.
Verscheidene mensen hebben hier vragen gesteld over de termijn van tien jaar en over meer reactoren. Ik houd mij aan wat we hebben afgesproken. Dat is zeer duidelijk.
Het gaat om een levensduurverlenging van tien jaar. Dat regulatoire kader is gekend. Het gaat om twee reactoren, met name de jongste twee reactoren. In het regeerakkoord is er altijd sprake geweest van maximum 2 gigawatt.
Nu kom ik tot de vragen over het CRM en de deratingfactoren voor nucleaire energie. De deratingfactoren voor nucleaire energie die in de vorige veiling waren opgenomen, waren deratingfactoren voor buitenlandse reactoren. Die kunnen nu nog niet meedoen, zoals ik heb toegelicht. Dat wil dus zeggen dat we die nu ook nog niet hoeven te berekenen. De deratingfactoren voor binnenlandse nucleaire reactoren moeten nog berekend worden.
Er zijn vragen gesteld over T-1 versus T-4. Ik vind het niet correct om te spreken over een verschuiving. Het zijn top-down berekeningen. Volgens de CREG gaat het hier om 200 megawatt. Er is geen risico van overcapaciteit, aangezien de T-1-veiling mee ingezet kan worden. De T-1-veiling biedt de mogelijkheid om dat op te vangen. Overigens, in de bespreking met de Europese Commissie was de split voor de T-1 en T-4 een heel belangrijk aspect, net om overprocurement te vermijden.
Wat betreft het IPC wil ik u meegeven dat wij geen waarden hebben ontvangen, nog van niemand. In die zin is het dus wel moeilijk om daar zelf out of the blue waarden op te plakken als we dat verder naar beneden zouden willen herzien.
Wat betreft de 75 euro prijslimiet hebben we vastgesteld dat er inderdaad een pak lager geboden is vanwege de competitiviteit in de veiling, wat aantoont dat competitiviteit in de veiling gewoonweg het belangrijkst is.
Wat betreft nucleaire energie in het CRM, we hebben de piste gekozen van de aanpassing van niet in aanmerking komende capaciteit. Dat leidt eigenlijk automatisch tot een dummy-bieding. In die zin is dat de gemakkelijkste en meest efficiënte manier om te handelen.
Inzake de deratingfactoren wil ik nog even benadrukken dat de deratingfactoren voor elke veiling worden herberekend voor alle technologieën. Daarvoor dient ook heel specifiek de T-1-veiling. Dat illustreert bij uitstek het nut en de flexibele werking van het CRM.
J'en viens aux questions de Gilles Vanden Burre, en ce qui concerne le mécanisme des prix et le plafonnement des prix. Je n'ai pas encore eu de retour complet du sommet européen qui s'est tenu aujourd'hui mais le retour partiel que j'ai reçu porte notamment sur le single buy et sur le fait qu'une plateforme flexible va être installée entre deux blocs, entre les États-Unis et l'Europe, pour pouvoir acheter des quantités, des volumes de GNL.
Dans les conclusions que j'ai vu passer - je ne sais pas si c'était une leaked version ou la version définitive -, on fait notamment référence au prix Henry Hub qui est la référence de prix américaine. Si la Commission européenne conclut un tel contrat, à savoir la mise en place d'une plateforme avec les États-Unis avec une référence de prix Henry Hub, des quantités de GNL seront amenées en Europe à un prix beaucoup plus bas qu'aujourd'hui car la référence Henry Hub est beaucoup plus basse que le TTF d'aujourd'hui. Cela signifie aussi qu'on va à nouveau évoluer vers un mix de contrats à court terme et à long terme. On va donc à nouveau installer des contrats à long terme qui vont apporter de la stabilité notamment à la sécurité d'approvisionnement, d'une part, et au prix, d'autre part.
On peut éventuellement dire qu'il s'agit ici d'un virtual pipeline. Il y a surtout les gazoducs qui viennent de la Russie vers le continent. Il existe également d'autres gazoducs entre la Belgique et la Norvège ainsi qu'entre la Belgique et les Pays-Bas. Sur la carte, vous voyez tout un réseau de gazoducs qui viennent de la Russie. Ensuite, il y a le marché GNL qui est un marché mondial et dont le driver le plus important est le prix. Le GNL arrive en Europe quand les prix sont très élevés. Cela crée une grande vulnérabilité pour le continent car cela signifie qu'on n'est jamais sûr. De telles initiatives, comme celle entre les États-Unis et l'Europe, peuvent apporter de la stabilité, notamment pour les citoyens et les entreprises car cela signifie que des quantités de GNL peuvent nous parvenir en Europe.
Il importe de souligner ici qu'il faut en même temps des mesures à court terme avec un impact sur le long terme. Comme je l'ai dit, nous ne pouvons pas organiser le business as usual. Il n'est pas dans notre intérêt de créer une relation avec les États-Unis sur le très long terme, parce qu'ils ont encore beaucoup de gaz.
Il est dans notre intérêt d'accélérer la transition énergétique et de pouvoir se passer de gaz. Certes, il faut assurer notre sécurité d'approvisionnement, notamment en ce qui concerne le gaz, pour l'hiver prochain et peut-être le suivant. Mais nous ne pouvons pas, de manière structurelle, être dépendants des énergies fossiles. La situation en Ukraine nous en montre les immenses conséquences.
La Belgique est favorable à un plafond du prix de l'énergie. Quant à l'Espagne et au Portugal, ils proposent d'intervenir dans le marché de gros de l'électricité, de faire un découplage gaz/électricité. La proposition italo-belge, quant à elle, est d'intervenir au niveau du marché du gaz. Je rappelle que c'est le gaz qui pose problème. Il faut prendre des mesures qui attaquent le problème principal, c'est-à-dire le gaz.
L'électricité n'est pas le problème en soi. Nous voulons davantage d'électricité, et davantage promouvoir l'électricité. Une intervention dans le marché, sur le mécanisme de prix de l'électricité, est beaucoup plus risquée. Nous risquerions de ralentir la transition énergétique, alors qu'il faut l'accélérer.
Mais la beauté du système, c'est que si nous intervenons dans le marché du gaz, nous aurons, en même temps, un effet immédiat sur le prix de l'électricité, parce que le prix de l'électricité suit le prix du gaz. Si nous intervenons sur le marché de gros du gaz, nous aurons un découplage qui se fera de manière automatique sur le marché de l'électricité.
Ce sont les deux grandes propositions, mais nous envisageons surtout une intervention sur le marché du gaz.
Je n'ai pas de retour spécifique de la part de l'Agence internationale de l'Énergie. De notre côté, nous attendons le rapport de l'ACER, l'agence de régulation européenne. Une fois le sommet terminé, nous nous sommes dit entre collègues que nous devions nous revoir pour implémenter les grands principes qui seront décidés par les chefs d'États avec un focus sur le joint procurement single buyer et la régulation des prix qui s'ensuivra.
Een aantal van u sprak over de overwinsten. Het Internationaal Energieagentschap heeft berekend dat er in de Europese Unie alleen al 200 miljard euro overwinsten zijn. Wij vragen dat de Europese Commissie daaromtrent met een voorstel zou komen, omdat niet alle zaken op nationaal niveau kunnen worden aangepakt, zeker aangezien bedrijven soms buiten de landsgrenzen gesitueerd zijn. De regering zal in elk geval een eigen initiatief nemen.
De eerste stap om te kunnen optreden, is ervoor zorgen dat de situatie zwart op wit en objectief duidelijk is. Dat was al geen evidentie. Ik verwijs ernaar hoe in het rapport van de regulator voor de periode september-oktober veel van de gegevens, met name inzake de overwinsten, zwart waren gemaakt en aangemerkt als confidentieel. Dat is – ik heb dat al aangeklaagd in de commissie – voor mij onaanvaardbaar. Ik heb de CREG dan ook gevraagd om dat te herbekijken en de gegevens te delen. Dat is voor mij een zaak van transparantie, waarvoor ik heb gezorgd. De CREG heeft vervolgens een deel van de gegevens wel openbaar gemaakt, waarbij sommige bedragen afgelopen week hun weg naar de kranten vonden. Ondertussen heb ik de CREG opnieuw een update van de cijfers gevraagd. Ik heb haar ook gevraagd om tegen uiterlijk volgende week met voorstellen te komen, want de afroming van de overwinsten is voor mij een absolute topprioriteit.
De CREG heeft in dezen uiteraard een grote expertise, want het was de CREG die hier meer dan tien jaar geleden als eerste een punt van heeft gemaakt, wat heeft geleid tot de invoering van de nucleaire bijdrage en de repartitiebijdrage. Het is ook de CREG die de controle uitoefent op de kosten van ENGIE Electrabel om de nucleaire overwinsten te kunnen inschatten.
Daarmee moeten wij verder aan de slag gaan, ermee rekening houdend dat ingrijpen zeer moeilijk wordt, gelet op de contracten die vorige regeringen sloten en in wetgeving werden gebetonneerd. In het contract dat de vorige regering met ENGIE heeft gesloten, is er immers letterlijk opgenomen dat de overheid niet eenzijdig de nucleaire rente voor Doel 1 en 2 en het mechanisme en dus ook de berekening van de repartitiebijdrage voor Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3 mag wijzigen.
Vandaag dragen wij de gevolgen van die keuzes uit het verleden. Vanaf 2025 zijn de overwinsten uitgesloten dankzij de maatregelen van de huidige regering. Wanneer wij spreken over overwinsten, spreken wij niet alleen over de kerncentrales. Ik heb ook steeds gevraagd een en ander te bekijken voor alle technologieën.
Pour répondre aux questions de M. Senesael sur les provisions nucléaires, je voudrais indiquer que la loi s'applique évidemment. La loi sera revue d'ici quelques semaines. Comme je viens de l'expliquer, elle va passer au gouvernement et sera ensuite déposée au Parlement.
De wet voorziet de betaaltermijnen telkens wat betreft de nucleaire provisies.
In die zin maak ik mij daarover geen zorgen.
Mevrouw Dierick, u had een vraag over de flexibiliteit van de kerncentrales. Ik denk dat de resolutie aan de vorige regering gericht was, maar het spreekt voor zich dat flexibiliteit voor ons heel belangrijk is. De twee kerncentrales zullen instaan voor ongeveer 15 terawattuur van de elektriciteitsproductie, maar de volledige elektriciteitsproductie zorgt voor ongeveer 90 terawattuur. Dit zal ook stijgen door de toegenomen elektrificatie.
Flexibiliteit is dus zeer belangrijk, maar het gaat om veel meer dan kerncentrales alleen. De flexibiliteit zal ervoor zorgen dat we minder capaciteit nodig zullen hebben, ook in het kader van het CRM en de maatregelen die we genomen hebben met betrekking tot de btw-verlaging voor zonnepanelen en meer specifiek voor de warmtepompen.
Een flexibiliteitstudie van Elia gaat uit van 200.000 warmtepompen tegen 2030. Met de maatregelen van de regering willen we dit proces versnellen, waardoor dit veel eerder kan worden bereikt. Dat betekent dat de flexibiliteit altijd een grote uitdaging zal zijn en dat we veel meer digitalisering en artificiële intelligentie nodig zullen hebben. Flexibiliteit is dus een van de prioriteiten voor de komende tijd.
Er was ook een vraag over de import uit Frankrijk. Tot nu toe werd rekening gehouden met de onbeschikbaarheid van twee kerncentrales in Frankrijk, maar we zien dat er vier tot zes keer meer onbeschikbaarheid is. Het kalibratierapport ging uit van een veel gunstigere situatie. Het is evident dat we rekening moeten houden met de situatie die zich in de praktijk voordoet.
Mijnheer Leysen, u zegt dat het op het vlak van investeringen belangrijk is om te bekijken waar investeren het zinvolst is. Om een antwoord te krijgen op uw vraag volstaat het om elke dag de krant te lezen, over de oorlog in Oekraïne. Het volstaat om naar de beslissingen van deze regering te kijken. Wij zijn drie keer moeten tussenbeide moeten komen op de energiefactuur. In zes maanden tijd heeft deze regering bijna 3 miljard uitgegeven aan dringende tussenkomsten op de gas- en de elektriciteitsfactuur en aan maatregelen voor de prijs aan de pomp. Het is de afhankelijkheid van fossiele bronnen vandaag, voor een groot stuk afkomstig uit Rusland, die onze economie leegzuigt en die onze portemonnee leegzuigt. Mensen kunnen hun facturen niet betalen en de industrie moet productieprocessen stilleggen.
In de dagelijkse monitoring die wij krijgen van Fluxys, zien wij dat de industriële vraag sterk daalt. Met andere woorden, voor een pak industrieën in ons land is het te duur om te produceren. En de reden is dat zij vandaag gas en olie hebben als grondstof voor een aantal van hun processen. Kijk naar de sector van kunstmest, van plastic. Onze industrieën in de havens vandaag zijn voor een groot stuk fossiel gebaseerd.
De vraag stellen is ze beantwoorden. Waarin investeren is het zinvolst? Het zinvolst vandaag is om te investeren in alles dat hernieuwbare energie betreft, weg van fossiel. Dat zal de weerbaarheid van onze economie verhogen. Dat zal de weerbaarheid van onze burgers verhogen. Dat zal ook vermijden dat onze overheidsfinanciën worden leeggezogen door on-offtussenkomsten op de factuur.
Dat zijn noodzakelijke maatregelen. Deze regering heeft gezegd niemand in de kou te laten staan. Het is dus noodzakelijk om tussenbeide te komen op de betaalbaarheid van de factuur en aan de pomp.
Vanuit het oogpunt van de overheidsfinanciën is dit niet duurzaam op de lange termijn. Daar moet beleid tegenover worden gesteld dat de energietransitie versnelt, waardoor men energieonafhankelijker is en men structureel kan zorgen voor lagere facturen. Is het een ambitieus plan? Ja. Is het snel? Ja. Beide zijn nodig. Er is geen andere mogelijkheid dan nu snel te handelen en ambitieus te zijn. We zullen moeilijkheden en obstakels tegenkomen, maar die zijn er om opgelost en weggewerkt te worden. Dat is de manier waarop ik mijn werk doe. Dat is de manier waarop we het afgelopen jaar verschillende zaken hebben aangepakt. Toen we aan het CRM begonnen, zei iedereen dat het onmogelijk zou zijn. Over de energienorm werd meer dan tien jaar gepraat, maar ondertussen werd die wel geïmplementeerd. Hetzelfde geldt voor de nucleaire provisies. Deze regering heeft al bewezen dat ze moeilijke dossiers tot een goed einde kan brengen en dat zal nu niet anders zijn. Er is geen reden om aan onze intenties te twijfelen, want we zijn het verschuldigd aan onze burgers en bedrijven, die zich vandaag blauw betalen aan hun facturen. Dat willen we structureel veranderen.
De voorzitter: Ik denk dat u mijn vraag gedeeltelijk verkeerd hebt geïnterpreteerd, maar ik zal dat zo meteen toelichten.
Ik geef het woord aan de heer Wollants.
01.11 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb gevraagd hoe realistisch bepaalde zaken zijn en u hebt daarvan gemaakt dat wij vinden dat we minder ambitieus moeten zijn. Dat is niet hetzelfde. Als ik morgen op basis van uw voorstellen zeg dat we op die drijvende zonnepanelen op de Noordzee geen 1 maar wel 5 gigawatt zullen plakken, dan ben ik vijf keer zo ambitieus als u, maar ik denk dat ik even onrealistisch ben. Daar zit juist het probleem. Wat wij van u willen vernemen is waarop een aantal zaken gebaseerd is. Als ik het heb over die drijvende zonnepanelen en het proof of concept dat pas deze zomer wordt uitgerold, terwijl u zelf zegt dat we daar een aantal stappen zullen moeten zetten om te kijken wat er kan, dan weet ik niet hoe u de regering kunt beloven dat u daar 1 gigawatt zult realiseren.
Hetzelfde geldt voor wat u zegt over het verlagen van die drempels. De voorbije legislatuur heb ik daarover heel regelmatig vragen gesteld, niet alleen aan ministers maar ook aan skeyes zelf. Ik ben daarover in gesprek gegaan met de sector. De verwachtingen aan de beide kanten zijn niet dezelfde, omdat ze allemaal vanuit een andere logica werken. Er is veel kennis in de energiesector over wat er kan worden gerealiseerd, maar er is weinig zicht op wat de randvoorwaarden zijn op het vlak van luchtvaartveiligheid.
Bij skeyes is dat wellicht net omgekeerd. Zij weten heel veel over luchtvaartveiligheid, maar ze zullen niet zoveel weten over de manier waarop energie kan worden opgewekt. Die twee moeten elkaar vinden. U hebt gezegd dat u naar de windsector bent gestapt, dat u hebt gehoord wat zij denken dat er op die manier kan worden gerealiseerd en dat u dat cijfer hebt genomen.
Wat u echter had moeten doen, is die twee partijen samenbrengen. Tijdens de huidige legislatuur hebben wij een heel interessante hoorzitting gehad met de heer Decuyper van skeyes. Hij heeft mijn verwachtingen op dat vlak enigszins getemperd. Wanneer u alleen gaat spreken met de windenergiesector en niet met skeyes, dan zet u een cijfer op papier waarvan ik mij afvraag waar dat exact vandaan komt. Als ik u goed heb begrepen, dan hebt u het cijfer van de Vlaamse windenergiesector gewoon geëxtrapoleerd naar het hele land. Daardoor zijn wij op 1,5 gigawatt uitgekomen. Dat is allemaal heel interessant, maar ik vraag mij af of dat wel realistisch is.
Ik had u ook gevraagd naar de vermogens die mogelijk zouden zijn op overheidsgebouwen. U hebt ter zake een cijfer gegeven voor Defensie. U weet echter ook dat ik daarover al een hele tijd vragen stel en dat er heel weinig antwoorden op mijn vragen komen, behalve dan dat een van uw collega's mij heeft geantwoord dat de regering niet te veel mag doen omdat zij anders dreigt energieleverancier te worden. U hebt mij toen geantwoord dat u het niet helemaal eens bent met die collega. Er is echter echt wel werk aan de winkel om ter zake stappen vooruit te zetten. Vandaag bereidt de Regie der Gebouwen immers antwoorden voor waarin zij stelt geen idee te hebben van waar zij zonnepanelen kan installeren omdat zij geen idee heeft van de oriëntatie en de staat van de daken. Ik vraag mij bijgevolg af welke cijfers u gebruikt.
Inzake repowering moet ik opmerken dat men er tot op heden altijd van uit is gegaan dat het moeilijk ligt om enkel en alleen te spreken met de huidige concessiehouder van een bepaalde zone. De houders hebben een concessie gekregen voor een welbepaalde termijn. Wanneer u echter enkel met hen kunt spreken over repowering, dan moet u een groot deel van de markt uitsluiten. U moet dan stellen dat enkel wie nu de concessie heeft de gelegenheid zal krijgen om te repoweren. Als we dat niet doen, zal men nooit zijn concessie vrijgeven of openbreken.
Op welke manier kunt u daar verder gaan, gelet op de noodzakelijke marktwerking? De bedrijven die nu die concessie hebben, staan daar waarschijnlijk voor open en vinden wel mogelijkheden. Ze hebben dan immers de garantie dat ze hun concessietermijn van 25 of 26 jaar kunnen verlengen met mogelijk nog eens dezelfde periode. Ik weet niet of het zo eenvoudig is om dat rond te krijgen in het kader van de Europese regels. U zegt dat België het eerste land is dat zal overgaan tot repowering, als we het doen. Dat is natuurlijk niet waar. Ik heb u niet zo lang geleden vragen gesteld over de vaststelling dat Denemarken in het kader van een aantal repoweringprojecten tot bepaalde drempels is gekomen en op problemen is gestoten, waaruit blijkt dat we daar voldoende rekening mee moeten houden. Het is mij absoluut een raadsel hoe België nu ineens het eerste land is dat aan repowering zal doen. We nemen wel akte van uw engagement op dat vlak en zullen bekijken op welke manier het verder zal gaan.
Ik heb u gevraagd waarom er is gekozen voor 2 gigawatt en tien jaar. Ik weet dat u 2 gigawatt voor tien jaar hebt afgesproken, maar dat verantwoordt die keuze nog niet. Zowel vanuit de meerderheid als vanuit de oppositie kwamen er vragen over die termijn van 10 jaar. Uw enige antwoord daarop is dat dit zo is afgesproken. U bent de vergadering met andere woorden binnengestapt met dat als rode lijn voor uw partij. Dat is volgens mij nog altijd niet de juiste keuze. U weigert echter op die vragen te antwoorden. U zegt enkel dat u dat hebt afgesproken en dat dit finaal is. Ik zou niet op die manier naar de zaken kijken, want dan sluit u een aantal zaken uit. Is dat wel in het belang van het land?
U zegt dat wij naar meer hernieuwbare energie moeten overschakelen. Daarin volg ik u. Maar u mag geen andere koolstofarme bronnen uitsluiten. Dat lijkt u hier wel te doen. Nochtans zullen we ons op die manier op termijn weer in de problemen werken. Maar goed, het hoort bij uw pakket en bij het narratief dat u daarvoor opbouwt.
Ik heb ook vastgesteld dat u ons voor een aantal zaken doorverwijst naar de minister van Mobiliteit. Maar ik heb die vragen hier aan u gesteld, omdat ze in uw nota goed voor 8 miljard voor het kernkabinet stonden, samen met de vraag aan het kernkabinet om u de opdracht tot realisatie ervan te geven en niet de minister van Mobiliteit. Als u dan niet kunt antwoorden op de vraag naar de manier waarop dat moet gebeuren, vraag ik mij af waarom u het op die manier aan het kernkabinet hebt voorgesteld. In die zin blijf ik toch inzake het energietransitietraject op mijn honger.
Als ik vraag of iets realiseerbaar is, zegt u dat ik niet ambitieus genoeg ben, terwijl u gek genoeg wel voorstellen die wij de afgelopen jaren naar voren schoven wegstemde, terwijl u ze nu wel opneemt. En u noemt mijn partij niet ambitieus genoeg? Ik zal u in de toekomst misschien nog suggesties doen. Dan kunt u ze opnieuw laten wegstemmen en in een volgende fase tot inkeer komen en ze toch opnemen. Als dat zo gaat, des te beter. Dan geraken wij uiteindelijk misschien nog ergens.
Wat de organisatie van de veiling betreft, de grote vraag wordt natuurlijk hoe u daarmee verder wilt.
Op het vlak van de prijslimieten geeft u aan dat de competitiviteit speelt. Dat verklaart natuurlijk niet waarom u die zo hoog houdt, zeker aangezien de competitiviteit mogelijk afneemt naarmate er nadere regels worden vastgesteld. Zo hebben we het gehad over de CO2-grenswaarden die u aan de gascentrales wilt opleggen. Op die manier wil u enkele oude gascentrales eruit duwen en nieuwe gascentrales in de plaats laten komen. Afhankelijk van wat u ter zake doet, krijgen we een andere competitiviteit in die markt. De vraag rijst hoe we daarin verdere stappen kunnen zetten. Ik stel me wel wat vragen over de manier waarop u dat wilt doen.
U bent niet erg ingegaan op de lock-in die u wel riskeert door contracten van vijftien jaar in de markt te zetten die de contracten van één jaar eruit moeten duwen, waardoor u meer vasthoudt aan fossiele energie dan eigenlijk zou moeten. Ik denk dat u op sommige vlakken sneller kunt gaan. U hebt hier een pakkend pleidooi gehouden opdat onze burgers en bedrijven minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen, maar daartegenover kiest u meer voor fossiele energie met de langetermijncontracten. De logica daarvan zie ik niet helemaal in, ik begrijp niet goed waar u daarmee wilt landen.
Ik vrees dat we vooral zullen moeten wachten op de effectieve beslissingen die worden genomen. Op korte termijn meen ik wel dat u duidelijkheid moet verschaffen over de rol die nucleaire energie daarin zal spelen.
U bent ook niet ingegaan op de hele kwestie rond 2027, daar hebt u bitter weinig over gezegd. Enkele mensen zeggen dat dit al bekend was vooraleer het akkoord werd gesloten. Tegelijkertijd zagen wij bij de bespreking van het regeerakkoord een zeer forse eerste minister, overigens door u gesteund, die zei dat het allemaal wel kon en dat het allemaal geen probleem vormde om die kerncentrales open te houden. Het is het een of het ander, de twee kunnen niet kloppen.
Ofwel wist u van bij het begin dat er een probleem was, ofwel was dat probleem er helemaal niet en hebt u geprobeerd om dat nadien te gebruiken in uw strijd tegen al wat met kernenergie te maken heeft. Wat dat betreft moeten we eens degelijk bekijken in welke richting dat uiteindelijk gaat en hoe we daar op langere termijn op terug kunnen komen.
Er is nog zeer veel werk aan de winkel vooraleer dit een samenhangend verhaal wordt. De overstap die u hebt gemaakt van een pakket van 8 miljard euro naar een pakket van 673 miljoen euro probeert u hier te verdoezelen door aan te geven dat er op die manier een aantal stappen vooruit worden gezet. U schuift met cijfers waarvan ik mij afvraag waarop ze zijn gebaseerd. Het is niet echt duidelijk of ze ergens op zijn gebaseerd, dat is toch een zekere bezorgdheid.
Ik ben blij dat u de zaak van de green bonds hier opneemt. U zult zich herinneren dat dit een grote doorbraak was onder de vorige legislatuur, in samenwerking tussen de heer Van Overtveldt en mevrouw Marghem. Er werd 5 miljard euro opgehaald, maar dat zijn niet de cijfers die ik vandaag in uw nota zie. Ik vrees er dan ook voor dat wij nu een kleinere oefening doen.
Om eerlijk te zijn, ik denk dat het vooral een kwestie van communicatie was, om duidelijk te maken dat u die bocht hebt genomen. Voorlopig zie ik heel weinig garanties om een aantal van die zaken te realiseren, wat toch deel uitmaakt van het hele plaatje. Als ik dan bepaalde ministers hoor zeggen dat de race nog niet gelopen is en dat het zou kunnen dat de kerncentrales helemaal geen levensduurverlenging krijgen, dan vrees ik dat het akkoord voor een stuk een schijnakkoord wordt. Dan komen we helemaal niet waar we moeten komen.
Ik heb de indruk dat de discussies binnen de regering al even fel zijn als de discussies in deze commissie. Dan ben ik wel benieuwd waar u er uiteindelijk mee wilt landen en of dat in het belang zal zijn van onze burgers en onze bedrijven, zoals u vandaag poneert.
We zullen u daarover vragen blijven stellen, want er zitten nog heel wat lacunes in uw verhaal die dringend moeten worden opgevuld.
01.12 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour ces réponses complètes et détaillées. Je serai bref en évoquant juste quelques éléments. D'abord, vous avez répondu au sujet du paquet européen et vous avez donné les dernières informations. Je pense que c'est très important parce qu'on voit à la fois le rôle que l'Europe peut mais surtout doit jouer et le rôle moteur que le gouvernement belge, grâce à vous et au premier ministre, a aussi joué dans ces discussions. Vous rappelez également que les mesures comme l'achat groupé de gaz sont des mesures d'urgence.
S'il y a bien une chose que cette horrible crise de la guerre en Ukraine peut nous apprendre, ce sont les leçons à tirer pour le futur: si les pays européens se rassemblent, il est possible de mettre en place toute une série de mécanismes. On l'a vu pour l'achat des vaccins. On le fait maintenant pour la fourniture énergétique. Ce sont des leçons essentielles à tirer pour l'avenir, mais de manière structurelle. En effet, il ne faut pas attendre de graves crises, comme on les connaît aujourd'hui, pour mettre tout cela en place. Il en va de même pour le financement des investissements dans les énergies renouvelables. Il faut créer de la dette ensemble pour le faire. C'est ce dont nous avons discuté lundi dernier avec le premier ministre. Je pense que tous ces éléments-là sont fondamentaux mais effectivement aujourd'hui, on est face à une situation d'urgence.
En ce qui concerne vos réponses quant au timing, aux investissements par rapport aux énergies renouvelables et aux discussions en cours avec ENGIE sur la prolongation des deux réacteurs les moins vieux, je comprends bien qu'on ne peut pas aller plus dans le détail actuellement. On a pleine confiance dans le mandat qui vous a été donné par le gouvernement, à vous et au premier ministre, et dans les ambitions qui sont déployées en particulier au niveau des énergies renouvelables.
Je terminerai par un point plus politique parce qu'on fait aussi de la politique dans cette commission et dans ce Parlement. J'entends les partis pro-nucléaires et c'est bien leur droit de l'être. En démocratie, on peut avoir des visions énergétiques différentes, c'est normal et je trouve même cela intéressant. Ces partis pro-nucléaires nous expliquent qu'en fait cette prolongation des centrales aurait dû se faire "dès décembre 2020", que "les calculs n'étaient pas bons", "on pouvait le faire beaucoup plus tôt, plus vite, beaucoup mieux", "qu'a-t-on attendu?", "qu'a-t-on fait?".
Quand j'entends cela, je me dis que ces partis, essentiellement les collègues du MR et de la N-VA, étaient en fait ensemble sous la législature dernière. Vous étiez en capacité de le faire si c'était vraiment votre rêve pro-nucléaire, soit de prolonger, soit de construire de nouvelles centrales. De nouveau, ce sont des choix démocratiques qui peuvent être respectables, même si ce n'est pas du tout notre vision énergétique.
Mais venir faire aujourd'hui la leçon à la ministre ou au gouvernement, puisque vous savez que le gouvernement est collégial, je trouve cela vraiment déplacé. En effet, qu'avez-vous fait de 2014 à 2019? C'est pour moi le "trou noir" de la politique énergétique de ce pays au cours de ces 20 dernières années. Qu'avez-vous fait? Le MR et la N-VA, les deux partis pro-nucléaires étaient ensemble avec le portefeuille de l'Énergie. Ce que vous avez fait, c'est confirmer la fermeture des centrales nucléaires en 2025. J'ai moins regardé le programme de la N-VA mais le MR a même dit aux citoyens lors des élections de 2019: "Nous allons confirmer la fermeture des centrales nucléaires et nous allons déployer neuf centrales au gaz." C'était dans le programme du MR. Alors, venir donner des leçons aujourd'hui, je trouve cela inopportun en termes de crédibilité de la parole politique. À un moment donné, soyons un peu sérieux! Je veux bien que nous ayons des avis différents et que nous ayons un débat démocratique, mais venir donner des leçons alors que vous étiez aux manettes entre 2014 et 2019, avec ce que vous avez obtenu et ce que vous avez fait, c'est-à-dire valider la sortie en 2025 et rien d'autre, franchement, je vous demande un peu de respect pour la crédibilité de la parole politique.
01.13 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, j'ai écouté attentivement M. Vanden Burre qui a rappelé qu'en démocratie, on peut avoir des opinions différentes. Je lui sais gré de cette correction. Je vais lui expliquer qu'un accord de gouvernement se négocie et est exécuté par les partis de la coalition qui l'ont établi. Cet accord de gouvernement, qui a été négocié avec la N-VA, le CD&V, l'Open Vld et le MR, prévoyait effectivement une prolongation de deux centrales nucléaires jusqu'en 2025, à savoir Doel 1 et Doel 2, ce à quoi nous avons déféré puisqu'il y avait des problèmes de sécurité d'approvisionnement. Ces problèmes n'apparaissent pas aujourd'hui au premier coup d'œil mais ils vont réapparaître beaucoup plus vite que vous ne le pensez.
Quand M. Wollants dit qu'il a posé des questions concrètes sur le plan exact en termes de volume de capacité à court, moyen et long termes et qu'il n'a pas de réponse concrète, il s'inquiète par rapport à la solidité de ce plan et à sa capacité à fournir à notre pays la sécurité d'approvisionnement à laquelle il a droit.
J'ai volontairement mis des questions de coûts de côté car cela nous emmènerait trop loin. Ici, nous nous sommes surtout intéressés à la manière dont notre système électrique va pouvoir fonctionner et fournir au pays la capacité nécessaire en tout temps.
Au début de la législature précédente, j'avais lu les grands rapports et je m'étais bien rendu compte que dans la configuration de notre pays, il était important de maintenir une capacité nucléaire au-delà de 2025.
Je l'ai donc dit à mes collègues. Je me suis laissée aller à le dire en répondant à un journaliste. Hurlements de la part des partenaires de coalition qui disaient: "Pas question! Accord de gouvernement!"
On voit ce que vous savez faire aujourd'hui avec un accord de gouvernement, c'est-à-dire pas grand-chose et il faut en plus vous pousser pour l'accepter et pour le concrétiser dans tous ses détails et dans tous ses éléments. Donc, si je donne mon point de vue sur l'accord que j'ai dû exécuter et l'accord d'aujourd'hui, je les estime parfaitement insuffisants au regard de ce dont nous avons besoin.
À tout moment, il faut toujours essayer – et vous pouvez trouver à redire à mes options personnelles et politiques – de mieux faire et toujours essayer de faire en sorte que l'on réussisse ensemble quelque chose. C'est dans ce sens-là que nous intervenons et c'est la raison pour laquelle, au-delà des options différentes qui sont les vôtres et qui sont les miennes, nous devons essayer de trouver un accord.
C'est pour cela qu'au début de mon intervention, j'ai dit qu'en réalité j'étais depuis longtemps pour un mix nucléaire renouvelable qui appelle, si on veut le concrétiser, un plan particulièrement ambitieux, certes, mais qui doit être toujours centré sur la volonté de trouver la capacité nécessaire pour alimenter notre pays. C'est la première urgence au-delà de toutes les ambitions qu'on peut exprimer de part et d'autre du prisme idéologique.
L'histoire va sa dérouler sous nos yeux et nous verrons, nous jugerons les gens aux actes. Si nous n'avons pas en 2023, en 2024, en 2025, en 2026 et dans les années suivantes, la capacité nécessaire et la concrétisation des ambitions qui sont aujourd'hui affichées, nous en tirerons les conclusions!
Je peux vous assurer que le moindre des gouvernements que ce soit celui d'aujourd'hui, le suivant, les suivants qui auront des problèmes d'approvisionnement pour le pays, devront faire face à de grosses difficultés politiques à gérer. Et je vous en préviens!
À partir du moment où l'on manque de sérieux sur l'ensemble des données techniques, au-delà des grands discours ronflants d'ambition, un jour, on se prend les pieds dans le tapis, et c'est moi qui vous le dis!
Effectivement, le précédent gouvernement peut être critiqué et je ne me gêne pas pour le faire. On peut critiquer le gouvernement actuel et je ne me gêne pas pour le faire, tant que je n'ai pas un plan qui me semble solide et cohérent, pour assurer notre sécurité d'approvisionnement.
01.14 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, om misverstanden te vermijden wil ik zeggen dat het niet ging om kernenergie ten opzichte van hernieuwbare energie, het ging over het geheel van de geplande investeringen van de regering in hernieuwbare energie en waterstof. We moeten ervoor zorgen die middelen optimaal te besteden. We weten immers dat ook onze buurlanden veel investeren. We moeten erop toezien dat onze investeringen de gewenste resultaten hebben. We gaan er immers nog steeds van uit dat het geld niet aan bomen groeit en dat we het maar één keer kunnen uitgeven.
Monsieur Vanden Burrre, vous avez dit qu'il y a un camp pro-nucléaire. En tout cas, en ce qui nous concerne, nous sommes pour une politique énergétique avec une bonne diversification. Il n'y a aucune source qui soit géopolitiquement neutre. Les verts allemands préfèrent aujourd'hui le charbon, et acheter du gaz au Qatar. Je ne vais pas les critiquer.
L'énergie nucléaire génère des risques, ou des soucis qu'il faut gérer. L'important pour moi aussi, c'est qu'on fasse cette transition qui est nécessaire, sans dogme idéologique. Chacun a ses passions ou ses rêves de jeunesse pour lesquels, avec militantisme, il s'est engagé – chez les libéraux, dans tous les partis.
Je crois que c'est un dossier trop important pour que nous ne puissions pas – et nous le faisons, au niveau du gouvernement – trouver une solution au sujet de laquelle nous pouvons tous nous entendre.
Ik wil hierover geen discussie openen, maar wij moeten weten dat er in de volgende tien à twintig jaar wellicht nieuwe technologische ontwikkelingen zullen zijn. Ik ken die nog niet, maar laat ons elkaar daarover niet de duvel aandoen, zeker niet binnen de overheid en ten aanzien van andere beleidspartijen die onze partners zijn in de regio's. Wij hebben een beetje realisme nodig, zonder naïviteit.
Mevrouw de minister, ik ben het er volledig mee eens dat wij erop moeten letten dat wij zo weinig mogelijk post factum optreden om een uit de hand gelopen prijsprobleem op te lossen. Wij kunnen niet teruggaan in de tijd, maar als wij de 3 miljard euro die wij nu uitgeven tien jaar geleden hadden geïnvesteerd in het kader van een langetermijnbeleid, dan zou dat waarschijnlijk beter zijn geweest, zelfs als wij de interesten mee zouden rekenen. Voor de rest ga ik er volledig mee akkoord dat wij allemaal enigszins bescheiden moeten zijn. Allen die hier aanwezig zijn hebben in de voorbije twintig jaar beleidsverantwoordelijkheid gedragen en wij hebben hier te weinig aandacht voor gehad. Wij moeten ook realistisch zijn, niemand kan de toekomst voorspellen. Als wij het verleden zouden kunnen hertekenen, zouden wij allemaal slimmer zijn. Ten bewijze daarvan, de politieke gebeurtenissen die vandaag plaatsvinden had niemand voorspeld. Achteraf is het altijd makkelijk praten, maar wij weten niet alles vooraf.
01.15 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, in dit land hebben wij veel te veel de fout gemaakt om zo snel mogelijk de kerncentrales te willen sluiten, met als gevolg dat wij al jaren hebben verlengd tot het strikt noodzakelijke maar niet tot het strikt wenselijke. Daar ligt natuurlijk een groot deel van de problematiek.
Elke partij heeft hier al voornemens gemaakt die nadien anders zijn uitgedraaid. Ik herinner mij dat Groen een aantal jaren geleden campagne voerde voor het sluiten van alle kolen- en gascentrales in dit land. Er waren al geen kolencentrales meer, dus dat was gemakkelijk. Er worden nu echter gascentrales bijgebouwd.
Ik herinner mij dat ik ooit, met name in 2012, heb voorgesteld te investeren in nieuwe kerncentrales van de volgende generatie. Toen vroeg een eerste minister, met name de heer Di Rupo, zich op het spreekgestoelte af op welke planeet de N-VA leefde. Aangezien de regering nu 100 miljoen euro wil investeren in kleine modulaire reactoren, sta ik ter zake allang niet meer alleen. Op dat vlak zijn er absoluut nog stappen te zetten. Wij moeten derhalve tot de vaststelling komen dat als in het geheel der zaken bepaalde dingen kunnen worden gerealiseerd met nucleaire en hernieuwbare energie, de waarheid daar ergens ligt om ervoor te zorgen dat wij zo snel mogelijk richting koolstofarme bronnen gaan. Wij mogen onze ogen niet sluiten voor de voordelen die de nucleaire technologie met zich mee kan brengen.
Ik heb vroeger heel vaak in de commissie gezeten met Kristof Calvo, die elke keer wist te opperen dat MYRRHA een superslecht project was. Wel, mevrouw Van der Straeten is waarschijnlijk de minister die tot hier toe het meeste geld in dat project aan het stoppen is.
Af en toe moet men tot de vaststelling komen dat de vooruitgang haar rechten heeft en dat er stappen kunnen worden gezet. Nu is de stap gezet om een capaciteit van 2 gigawatt tien jaar langer open te houden. Misschien zal het voortschrijdend inzicht ons binnenkort naar twintig jaar langer met de jongste kerncentrales leiden. Op die manier komen we nog meer los van Russisch en ander buitenlands gas.
De voorzitter: Wie nog nooit zijn mening heeft bijgesteld, heeft nooit iets gezegd of is niet eerlijk.
Het incident is gesloten.
L’incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.50 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 50.