Commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales

Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen

 

du

 

Mardi 29 mars 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 29 maart 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


Le développement des questions commence à 14 h 23. La réunion est présidée par M. Jean-Marc Delizée.

De behandeling van de vragen vangt aan om 14.23 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Jean-Marc Delizée.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Actualiteitsdebat over de pakjesbedrijven en toegevoegde vragen van

- Nathalie Dewulf aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "bpost en de e-commerce" (55025388C)

- Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De aanpassing van de postwet om koeriersbedrijven met vaste werknemers te laten werken" (55025455C)

- Jean-Marc Delizée aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De regulering van de pakjesbezorgingssector" (55026175C)

- Anja Vanrobaeys aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De fraude bij pakjesbedrijven" (55026549C)

- Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De postwet" (55026601C)

01 Débat d'actualité sur le secteur de la livraison de colis et questions jointes de

- Nathalie Dewulf à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "bpost et le commerce électronique" (55025388C)

- Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L’adaptation de la loi postale pour un quota de personnel fixe dans les sociétés de courrier express" (55025455C)

- Jean-Marc Delizée à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La régulation du secteur de livraison des colis" (55026175C)

- Anja Vanrobaeys à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Les fraudes dans les sociétés de livraison de colis" (55026549C)

- Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La loi postale" (55026601C)

 

01.01  Nathalie Dewulf (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik zal onmiddellijk met de deur in huis vallen. Wat zijn dat voor wantoestanden bij PostNL? De politie is binnengevallen in drie verschillende depots, in Wommelgem, Willebroek en Turnhout. Negen mensen werden opgepakt, twee van hen, namelijk de CEO en zijn nummer twee, blijven nog in de cel. Ik las daarnet dat het er nu al drie zijn. Ze werden aangehouden voor wanpraktijken.

 

Eind november was er ook reeds een grootschalige inval bij PostNL in een onderzoek naar inbreuken tegen de sociale wetgeving. Deze wantoestanden zorgen dan ook voor bezorgdheden in de sector. Een duidelijke en strenge regelgeving lijkt dan ook noodzakelijk.

 

Mijn vraag gaat ook over de nieuwe arbeidsdeal, waardoor het voor e-commerce makkelijker zou zijn om avondarbeid in te voeren. De heer Tirez heeft al op verschillende vragen geantwoord.

 

Mevrouw de minister, zal er eventueel een verandering komen voor de postbodes die op zaterdag of zondag werken?

 

Komt er een meerprijs voor klanten die pakjes ontvangen binnen de 24 uur, zoals u vorig jaar voorgesteld hebt?

 

Vindt u dat er een verschillend tarief moet zijn voor expressleveringen versus gewone leveringen? Geldt dat ook voor de leveringen uit het buitenland?

 

Mijn laatste vragen vind ik heel belangrijk. Mevrouw de minister, hoever staat u met de postwet? Zal er een algemene regelgeving komen voor alle pakjesdiensten? Zo ja, wil dat dan zeggen dat alle pakjesdiensten onder de postwet zullen vallen?

 

01.02  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, ik begin bij het nieuws van vandaag. Wij vinden dat het gerecht zijn werk moet doen en zullen niet vooruitlopen op wat kan worden aangetoond.

 

Het is duidelijk dat u werkt aan een nieuwe postwet, mevrouw de minister. U hebt het BIPT gevraagd om een aantal vragen te stellen aan de sector. Wat u voorstelt, komt misschien voort uit goede bedoelingen, maar is eigenlijk een bijzonder slecht idee. In de Europese Unie bestaat er natuurlijk vrij ondernemerschap, maar u wilt dat aan banden leggen door bedrijven te verplichten een vast aantal personeelsleden in dienst te nemen. U zult uiteraard zeggen dat u dat moet doen en daarbij geen keuze hebt, maar dat klopt niet. Zo'n verregaande maatregel kan pas worden ingevoerd nadat alle andere maatregelen geprobeerd zijn en niet blijken te werken.

 

Er is een andere oplossing: de hoofdelijke aansprakelijkheid. Die oplossing werkt bijvoorbeeld in de bouw en bij beveiligingsfirma's, maar ook de pakjessector in Duitsland heeft de hoofdelijke aansprakelijkheid al ingevoerd. Uw postwet lijkt mij dus in ieder geval in strijd te zijn met het vrije ondernemerschap en zet de investeringszekerheid in ons land op losse schroeven, want als bedrijven investeren in een magazijn, dan zullen zij bijvoorbeeld ook in een parking moeten voorzien, omdat zij eigen wagens moeten hebben.

 

Wat zal er gebeuren met alle particuliere firma's die vandaag actief zijn, maar die morgen geen klanten meer zullen hebben? Zij hebben leaseovereenkomsten, die echter niet zullen worden overgenomen door de pakjesbedrijven. Er zullen dus heel veel problemen ontstaan.

 

Tot slot moeten wij ook kijken naar de rol van bpost in het verhaal, maar daar kom ik in mijn repliek op terug, omdat ik er nauwlettend op toezie dat mijn twee minuten spreektijd niet worden overschreden.

 

01.03  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la ministre, voici un sujet dont nous discutons régulièrement. Nous en avons ainsi débattu lors de l'examen de votre dernière note de politique générale, ainsi que dans d'autres circonstances, tel le moment des questions d'actualité en séance plénière. D'un côté, les gens reçoivent facilement leurs colis. De l'autre, le secteur connaît des dérives qui ont déjà été relevées. Il a aussi été question du travail des enfants et d'autres pratiques illégales. Lors d'une réponse apportée à la Chambre en novembre dernier, vous aviez déclaré: "Cela rappelle le XIXe siècle."

 

Nous suivons d'heure en heure l'actualité. J'ai lu une première dépêche annonçant l'interpellation de neuf personnes par la police judiciaire d'Anvers et par l'Inspection du travail, accompagnée d'une mise sous scellé à Wommelgem, Willebroek et Turnhout. Puis, à la lecture de L'Echo, nous avons appris que le CEO de PostNL, M. Rudy Van Rillaer, aurait été incarcéré. Donc, l'actualité s'accélère de minute en minute. Ces faits confirment ce qui était ressorti de nos différents débats. Le contrôle social, qui est indispensable, a ses limites. J'ai interrogé le ministre Dermagne au sujet de l'Inspection sociale, dont les services font ce qu'ils peuvent et dont le travail est objectivé par des chiffres. Il est donc absolument nécessaire d'établir des règles claires qui mettent fin à des conditions de travail inacceptables et à de telles pratiques illégales. Il y a urgence.

 

Madame la ministre, où en êtes-vous dans l'exécution de votre note de politique générale, qui évoquait la régulation de ce secteur au travers d'un avant-projet de loi? Je modifie ma question initiale, qui était un peu trop générale. La consultation de l'IBPT prend du temps. Est-elle terminée? Quel est le calendrier? Quand un projet nous sera-t-il soumis pour être débattu et, je l'espère, adopté par le Parlement?

 

01.04  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, we worden elk uur door de actualiteit ingehaald. Mijn oorspronkelijke vraag ging over de verzegeling van DPD in Mechelen, maar ondertussen zijn de depots van PostNL verzegeld, zijn gisteren negen arrestaties verricht en hebben we daarnet vernomen dat de CEO en de nummer twee van PostNL in de cel zouden blijven.

 

We weten allemaal waarover het gaat: pakjeskoeriers die als schijnzelfstandigen werken. Een grens wordt stilaan overschreden. De CEO van PostNL wordt nu immers beschuldigd van het leiden van een criminele organisatie en mensenhandel. Dat gaat nog veel verder dan enkel werken met schijnzelfstandigen. Uiteraard is het al een zeer ernstige zaak dat de koeriers niet het loon en de sociale bescherming krijgen waarop ze recht hebben, maar dit is de overtreffende trap van de structurele sociale fraude die zich daar nestelt.

 

Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om de arbeidsinspectie en de arbeidsauditeur in de kijker te zetten en te feliciteren voor hun doorzettingsvermogen en daadkracht. Zij blijven telkens weer die controles volhouden. Uiteraard moeten er controles zijn en moet dit probleem worden aangepakt, waarmee ik me aansluit bij de heer Delizée. Controles mogen echter niet de enige manier zijn om de fraude aan te pakken. Er is een structurelere en vooral een preventievere aanpak nodig, want ondertussen zijn de pakjesbezorgers het slachtoffer. Zij rijden tegen de klok rond tegen een veel te lage vergoeding en zonder sociale bescherming.

 

U hebt al aangekondigd dat de postwet zou worden aangepast. Ik wil toch nog eens aandringen op de urgentie daarvan. Vindt u dat voldoende om de wanpraktijken in de sector te stoppen? Wat is het tijdpad? Heeft er al overleg plaatsgevonden met de minister van Werk? Ik heb hem dezelfde vraag gesteld.

 

Volgens de arbeidsauditeur overtreffen de wantoestanden alle verbeelding en zou er een breed maatschappelijk debat moeten komen over duurzame e-commerce. Internationale webwinkels beloven vaak gratis levering en retour, maar dat kan volgens hem nooit op een andere manier gebeuren dan zoals het nu gebeurt. Hij dweilt met de kraan open. Wat is uw mening over zijn oproep? Hoe moet dit probleem verder worden aangepakt?

 

01.05  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijn vraag was al ingediend vóór de gebeurtenissen van vanochtend.

 

We hebben al veel gedebatteerd over de problematiek van de e-commerce en de schijnzelfstandigheid. Ik heb vernomen dat twee topmensen van PostNL België zijn opgepakt en verdacht worden van medeplichtigheid aan de organisatie van sociale fraude, zwartwerk en mensenhandel. Dat is een ernstige zaak, want zij organiseren dit soort illegale praktijken dus. Dat is nog iets anders dan alleen schijnzelfstandigheid. Ik ken een aantal mensen in die sector. Wij vinden die postwet ontzettend belangrijk en het is daarom van kapitaal belang dat er een regeling komt. Wanneer ik dan hoor dat de N-VA verder wil liberaliseren, stel ik mij de vraag waar dit toe zal leiden. De postwet mag geen lege doos zijn en moet een vooruitgang voor de meerderheid van de werknemers betekenen.

 

Die strengere postwet zou van toepassing zijn voor pakjesbedrijven met een minimumomzet van 6,5 miljoen euro per jaar of voor pakjesbedrijven die minimaal 1,1 miljoen pakjes per jaar in België bezorgen. Waarom kiest u voor deze drempels? Hoeveel pakjesbedrijven komen daarvoor in aanmerking? Loopt men niet het risico dat pakjesbedrijven zich zullen opsplitsen in kleinere bedrijven? Die bezorgdheid hebben we ook al gehoord bij de syndicale organisaties.

 

De grote pakjesbedrijven moeten in fases toewerken naar een vaste tewerkstellingsgraad van 80 %, indien ze onder de vooropgestelde normen op het vlak van volume en omzet vallen. Welke functies vallen daaronder? Gaat het alleen om de chauffeurs en de koeriers of om alle werknemers, bijvoorbeeld ook magazijniers?

 

Klopt het dat de uitzendkrachten in uw voorontwerp mee worden opgenomen in de groep van de vaste werknemers?

 

Welke tijdslijn hanteert u voor de nieuwe postwet? Wanneer zullen wij die wet in het Parlement kunnen bespreken?

 

De voorzitter: Collega's, wij houden een actualiteitsdebat. Dat betekent dat ook leden van fracties die nog niet aan het woord gekomen zijn het recht hebben zich uit te spreken, ofwel vóór het antwoord van de minister ofwel na het antwoord van de minister, als repliek. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor de heer Van den Bergh. Monsieur Parent, vous avez deux minutes.

 

01.06  Nicolas Parent (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, l'actualité nous rattrape avec les chefs d'inculpation à l'encontre du PDG de PostNL (trafic d'êtres humains, direction d'une organisation criminelle, faux en écriture, détachement illégal de personnes, travail au noir, emploi d'enfants). C'est interpellant et le mot est faible. Il s'agit ici d'une des réalités de l'e-commerce que l'on connaît depuis plusieurs mois. Vous avez utilisé des expressions comme far west, retour au XIXsiècle. Ce modèle est insoutenable.

 

Je me réjouis que la justice ait pu agir et procéder à des investigations. L'urgence de la régulation n'est pas à démontrer. Les choses bougent. Vous avez soumis l'avant-projet sur la loi postale à la consultation via l'IBPT. Cette consultation est nécessaire dans la mesure où différentes remarques ont été exprimées en fonction des sensibilités. Chaque membre de la société doit également pouvoir émettre des observations pour améliorer ce texte et doter la Belgique d'un cadre qui assure une concurrence saine entre les opérateurs et qui enlève toute la pression exercée sur le travail et sur ces sociétés. En effet, la situation n'est pas tenable.

 

Madame la ministre, pouvez-vous me donner des informations quant au calendrier de la consultation et quant aux étapes qui la suivront? On peut également s'interroger sur la pérennité des activités de PostNL dans notre pays. Avez-vous eu des contacts à ce sujet ou concernant la reprise de leurs services? Avez-vous déjà eu des contacts avec le ministre de l'Économie concernant ce sujet d'actualité brûlante?

 

01.07 Minister Petra De Sutter: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. We hebben deze zaak al een aantal keer besproken en mijn antwoorden zullen dus in lijn liggen met wat ik al eerder zei. Zoals u echter ook allemaal aangeeft, haalt de actualiteit ons sneller in dan we konden vermoeden. De vragen die ik vooraf gekregen heb, zal ik dus proberen min of meer gestructureerd te beantwoorden. Zo zijn er vragen over de impact van de nieuwe arbeidsdeal en van de postwet, enerzijds op de activiteiten van bpost en anderzijds op de hele sector van de postpakketten.

 

Mevrouw Dewulf, ik heb het eerst over de arbeidsdeal, vervolgens over de nieuwe postwet en ten slotte over de niet-meerprijs bij snelle leveringen en de ambities van bpost. Op de vraag of de regels van de nieuwe arbeidsdeal ook van toepassing zijn op bpost, is het antwoord zeer duidelijk 'ja'. Volgende activiteiten zijn opgenomen in de nieuwe wet: het uitvoeren van alle logistieke en ondersteunende diensten, verbonden aan de elektronische handel en roerende goederen. Bpost valt hier dus ook onder.

 

De particuliere sector is aan andere regels onderworpen dan bpost, maar dankzij het sociaal overleg binnen het paritair comité beschikt bpost over dezelfde middelen als de particuliere sector, en de wet op de cao's is, zoals u wellicht wel weet, niet van toepassing op autonome overheidsbedrijven. Bpost moet dit dus bereiken via werkverordeningen. In dit stadium verwacht bpost in feite geen ingrijpende veranderingen in de arbeidsvoorwaarden van de distributeurs ten gevolge van wat in de arbeidsdeal is afgesproken.

 

De arbeidsdeal heeft natuurlijk impact op de volledige e-commercesector, waaronder dus ook het fulfilment of het voorbereiden van de pakjes valt en niet enkel en alleen de distributie. Als men over sorteercentra praat, is het vooral dat laatste dat vaak naar boven komt in de discussies over de concurrentiepositie van België ten opzichte van het buitenland.

 

De problemen van oneerlijke concurrentie in België zelf hebben wat mij betreft vooral betrekking op de zogenoemde last mile, dus de levering van het pakje tussen het sorteercentrum en de eindklant. Het sociaal gelijke speelveld tussen de verschillende e-commercebedrijven zal dus vooral voortvloeien uit het voorontwerp van wet tot aanpassing van de postwet, waarover u allen vragen hebt gesteld. Het uitdrukkelijke doel van dat voorontwerp is uiteraard om fraude en sociale dumping tegen te gaan binnen de last mile. Dat is exact zoals we het al hadden genotificeerd bij de beslissingen rond de begroting in oktober 2021. Met andere woorden, de scope van het voorontwerp zijn de bezorgers, niet de sorteerders of ander personeel in de e-commerceketting. Dat komt gewoon doordat de postwet enkel op dit stuk betrekking kan hebben.

 

De wet zal inderdaad enkel van toepassing zijn op de grootste spelers, zijnde de aanbieders van postdiensten die in het voorgaande kalenderjaar ofwel een omzet van minimaal 6,5 miljoen euro hebben behaald met de bezorging van pakketten in België, ofwel minimaal 1,1 miljoen pakketten in België hebben bezorgd. Het gaat om een twintigtal bedrijven. Die drempels hebben als doel enkel aanbieders te viseren die groot genoeg zijn om het risico te lopen van structurele onderaanbesteding via kleine bedrijven, want we weten dat de problemen zich meestal daar voordoen. Bovendien zullen pakketbezorgers met een arbeidsovereenkomst zich dankzij deze drempels ook beter kunnen laten vertegenwoordigen door de vakbondsvertegenwoordigingen binnen de ondernemingen waarvoor ze werken. Vaak zijn ondernemingen nu immers net klein genoeg om volgens de regelgeving geen vakbondsvertegenwoordiging nodig te hebben.

 

De verplichting geldt voor alle aanbieders van postdiensten die direct of indirect – via onderaannemers – op de Belgische markt actief zijn, of ze nu in België zijn gevestigd of in andere lidstaten. Dat garandeert dat die verplichting niet kan worden omzeild door bijvoorbeeld een aanbieder die in een andere lidstaat gevestigd is, maar toch heel wat pakketten in België bezorgt.

 

Om te vermijden, mevrouw Vindevoghel, dat pakjesbedrijven zich opsplitsen om niet aan de vooropgestelde normen te hoeven voldoen, hebben we bepaald dat de omzet berekend wordt op een geconsolideerde basis, rekening houdend met elke verbonden onderneming in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Ook het aantal door verbonden aanbieders bezorgde pakketten wordt dus meegerekend. Met andere woorden, elke groep die in België via verschillende entiteiten pakketten bezorgt, zal voor het bepalen van het toepassingsveld van de verplichting als een geheel worden beschouwd.

 

Ik kan ook bevestigen dat de distributie van pakketten door uitzendkrachten op dezelfde manier zal worden behandeld als de distributie door eigen werknemers van de aanbieder van postdiensten, en dit omdat de inzet van uitzendkrachten wordt geregeld door de wet van 24 juli 1987, wat ervoor zorgt dat het gebruik van uitzendarbeid geen bron van sociale en fiscale fraude kan of mag zijn. Dat betekent ook dat het gebruik van uitzendarbeid door zijn aard beperkt is, ook in duur, en dat een aanbieder van postdiensten niet in de eerste plaats uitzendkrachten zal kunnen inzetten voor distributie van pakketten.

 

Voor ik verder inga op het voorontwerp dat we voorbereiden en in welke fase we ons daarmee bevinden, wil ik aanvullend op de heer Freilich toch even zeggen dat vandaag in de postwet voor de distributie van brievenpost in artikel 5, § 1, – u zult die wet wel kennen – gedefinieerd wordt dat elke fysieke persoon die de activiteit uitvoert, vermoed wordt te zijn tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst. U kunt zeggen dat dit een probleem is ten opzichte van de markt en het vrije initiatief. Dat klopt. Dat is nu al zo voor brievenpost en wij zullen dat uitbreiden tot pakketpost. Dat is juist het instrument dat de postwet ons geeft om het risico van toestanden zoals we die vandaag weer hebben gezien, te verminderen. Ik begrijp dat het enigszins een ideologisch debat kan zijn of we daarin meegaan of niet, maar wij denken dat dit absoluut noodzakelijk is en dat het niet alleen de sociale wetgeving en de inspectie zijn die voor controle en handhaving moeten zorgen, maar dat we hier misschien preventief iets aan kunnen doen. De postwet levert ons daarvoor het instrument.

 

Concernant l'état d'avancement de l'avant-projet de loi modifiant la loi postale, l'Institut belge des services postaux et des télécommunications prépare actuellement une analyse d'impact économique. Le 11 mars, l'avant-projet de loi ainsi qu'un certain nombre de questions ont été soumis, à ma demande, à une consultation publique via le site internet de l'IBPT. Il me paraît important d'avoir une consultation publique du secteur et de tous les stakeholders pour comprendre comment nous devons procéder et quels pourraient être les effets et l'impact du changement que l'on propose. Toutes les parties concernées seront en mesure de réagir et auront quatre semaines, soit jusqu'au 6 avril, pour le faire. La consultation publique n'est pas une formalité obligatoire. J'ai décidé de le faire parce que cela m'a semblé approprié. Les commentaires que nous recevrons seront analysés et, le cas échéant, intégrés dans l'avant-projet de loi.

 

Par ailleurs, j'ai aussi demandé un avis au Service d'information et de recherche sociale (SIRS). Mon objectif est de finaliser le dossier avant ou juste après l'été. Une discussion politique aura lieu au sein du gouvernement et nous présenterons ensuite le projet au Parlement.

 

Mijn adviseurs hebben intussen al overlegd met de coalitiepartners. Tijdens een informatieve interkabinettenwerkgroep, reeds in december, werden de krachtlijnen van het ontwerp al uitgelegd. Ik wil graag benadrukken dat voor de voltallige regering, zoals in het regeerakkoord bevestigd, de strijd tegen sociale en fiscale fraude een prioriteit is. Zoals ik al zei, in het begrotingsconclaaf in oktober 2021 hebben wij dat akkoord vastgelegd om sociale dumping en fraude in de pakjessector via de postwet aan te pakken.

 

Mevrouw Dewulf, u vraagt of er al dan niet een meerprijs zal worden gevraagd voor snelle leveringen. Ik zal nog eens herhalen dat ik als minister niet de mogelijkheid heb om rechtstreeks in te grijpen in de marktprijs van de levering van pakketjes, dus dat zal ik ook niet doen. Ik denk wel dat de sociale en ecologische kosten van de leveringen van pakketjes gerust in de prijs verrekend mogen worden. De markt zal dat zelf moeten doen, als wij het kader creëren waarbinnen wij de standaarden vastleggen waaraan moet worden voldaan. Het is mijn mening dat die kosten in de gehele e-commerce in de prijzen kunnen worden doorgerekend, waarbij het logisch is dat de meest duurzame levering de goedkoopste is. Ik vind dat een evident principe. Wanneer het niet zo geregeld is, is er een probleem, zoals in de huidige situatie. Ik zal de prijs echter niet bepalen, de markt moet dat doen. De businessmodellen binnen die sector moeten daar in principe zelf op uitkomen, zoals dat ook in andere sectoren werkt. Een spoedconsultatie bij een arts kost bijvoorbeeld meer dan een consultatie op afspraak op termijn. Ik vind het vreemd dat dit voor de levering van pakjes niet geldt.

 

Tot slot heb ik nog een woordje over de ambitie van bpost om het meest duurzame en klantgerichte e-commercelogistieke bedrijf te worden. Vorig jaar hebben wij, zoals u weet, met bpost een charter maatschappelijk verantwoord ondernemen afgesloten, waarin het ambitieniveau van duurzaamheid sterk verhoogd wordt. Bpost wil dat bereiken via maatregelen op verschillende gebieden en met alle beschikbare hefbomen. Ik vernoem – maar het is niet hiertoe beperkt – de keuze van het distributiemodel, de infrastructuur, de voertuigen, de energiebronnen, het prijsbeleid, de bepaling van de arbeidsvoorwaarden, de opleidingsinspanningen en de bevordering van diversiteit en inclusie.

 

Bpost heeft zijn ambitie – wij hebben daarover onderhandeld – voor de CO2-uitstoot vastgelegd op een vermindering met 55 %, helemaal in lijn met het scenario van een reductie met 1,5 °C. Met het oog daarop zullen zo goed als alle vrachtwagens waarover bpost beschikt overstappen van diesel naar alternatieve brandstoffen, zal de isolatie van de gebouwen worden aangepakt en zal de rest van het wagenpark – kleine en middelgrote auto's en bestelwagens – tegen 2030 worden geëlektrificeerd. De elektriciteit die bpost gebruikt voor zijn elektrisch wagenpark zal groene elektriciteit zijn.

 

Bpost wil voorts ook klantgericht verder werken. Daarvoor voorziet het de lancering van een app. Klanten kunnen ook gepersonaliseerde postzegels maken. Dat zijn allemaal zaken die de klantentevredenheid willen verhogen. In de variabele verloning van de mensen wordt ook de klantentevredenheid meegenomen als doelstelling, dus dat is een belangrijke incentive. Ook ten aanzien van bedrijven ontwikkelt bpost verdere initiatieven. Zo heeft het in 2022 een digitale omgeving gecreëerd voor bedrijfsklanten om de interacties met pakjes te kunnen opvolgen en optimaliseren en zo beter aan te sluiten bij de noden van kmo's. Er zijn ook initiatieven als Elke Zaak Online en Active Ants, die u natuurlijk kent.

 

Ik wil nog iets toevoegen over de actualiteit van vandaag: het oppakken en zelfs voorlopig aanhouden van de CEO van PostNL en zijn nummer twee. De heer Freilich stelde correct dat wij geen uitspraken kunnen doen over de aard en de al dan niet correctheid van de beschuldigingen, maar praktijken van mensenhandel gaan nog wat verder dan 19e-eeuwse praktijken, want toen was de mensenhandel al afgeschaft, als ik mij niet vergis. Ik vind dat zeer ernstig, maar ik kan geen uitspraken doen over wat er exact is gebeurd of over een bepaald bedrijf. Voor mij is het echter absoluut een bewijs dat er iets schort aan de manier waarop onze e-commerce is georganiseerd en dat wij dat moeten rechtzetten. Nogmaals, mijnheer Freilich, wij hebben een instrument om de markt te reguleren waardoor er een gelijk speelveld zal komen voor alle spelers op de Belgische markt, waar zij ook vandaan komen.

 

U hebt nog een andere vraag die daaraan refereert, dus we zullen daarop terugkomen.

 

Ik vind dat iedereen die zich in dit marktsegment begeeft dezelfde spelregels moet volgen. Mensen moeten aan correcte arbeids- en loonvoorwaarden worden tewerkgesteld en moeten sociale bescherming genieten. We hebben heel vaak te maken met onderaannemingen die zich in een grijze zone bevinden wat betreft zelfstandigheid, schijnzelfstandigheid of werknemerschap. Dit is een algemeen probleem in de platformeconomie.

 

Hier kunnen we iets aan doen, op de snelst mogelijke manier. Minister Dermagne is daar ook mee bezig. De hele sector van de e-commerce en platformeconomie reguleren is een grote opdracht, dus dat zal iets meer tijd in beslag nemen. De vraag werd gesteld of we dat samen doen. Wij doen dat inderdaad samen. We zitten op dezelfde lijn, maar ik kan hier sneller gaan. De actualiteit toont voortdurend aan dat dit noodzakelijk is, dus ik hoop op uw steun om in die sector de lat eindelijk gelijk te leggen voor alle spelers die erin actief zijn.

 

01.08  Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, ik ben blij te vernemen dat fraude zal worden aangepakt, ook met de pakjes die vanuit het buitenland komen. Ik ben echt benieuwd naar de postwet, maar ik heb niet gehoord wanneer die er precies zal komen. Er moet immers voor ieder koeriersbedrijf eerlijke tewerkstelling en een gelijk speelveld komen. Ik kijk uit naar de postwet.

 

01.09  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, uw voorstel is disproportioneel. Ik begrijp dat dit vandaag al bestaat voor de brievenpost. De brievenpost vergelijken met de pakjespost is appels met peren vergelijken. Er is de universele dienst. Het probleem is dat de concurrentie zich op de last mile bevindt. U hebt het ook over het gelijke speelveld gehad. De postbodes van bpost nemen de pakjes nu ook mee, dus wat voor een gelijk speelveld is er? Uw voorstel speelt eigenlijk ook in de kaart van één bedrijf, met name bpost. Bpost heeft vandaag al verschillende preferentiële voorwaarden, die de hele sector niet heeft. Iedereen moet zich houden aan het paritair comité voor het wegvervoer en de logistiek, behalve bpost. Die hebben geheime cao's die het daglicht niet mogen zien. Wat u doet, is bpost voortrekken. Dan krijgen we een belangenconflict. U bent immers minister van bpost, maar ook van Post. U las daarnet een hele reeks ambities voor van bpost en het leek alsof u de woordvoerder van bpost was.

 

Hoe kunt u de markt reguleren met uw huidige disproportionele voorstel dat in de kaart speelt van bpost? Ik heb deze vraag aan het begin van de legislatuur al schriftelijk gesteld aan de eerste minister. Ik vroeg hem of eenzelfde persoon minister kan zijn van een sector en ook van dat overheidsbedrijf waarbij we meerderheidsaandeelhouder zijn. Hij zei het volgende: "Zij", u dus, "zal er alles aan doen om elk mogelijk belangenconflict te voorkomen. Zij zal zich zo neutraal mogelijk opstellen." Er is een probleem als de eerste minister antwoordt dat u al het mogelijke zult doen om zich zo neutraal mogelijk op te stellen. We hebben beiden een andere ideologische visie van aanpak. Europa zal absoluut tegen uw voorstel zijn, dat ook disproportioneel is. Daar kan echter over worden gediscussieerd. Uw voorstel speelt wel in de kaart van bpost. Al die andere bedrijven zullen daar geld door verliezen. U weet ook dat er geheime cao's zijn waar zelfs de parlementsleden geen inzage in hebben. Ik heb vorige week tijdens de hoorzitting aan de CEO van bpost gevraagd of dit dan achter gesloten deuren kan. Wij moeten toch kunnen oordelen of hier wel of geen preferentiële voorwaarden zijn?

 

Ik kan alleen maar besluiten dat er momenteel duidelijk sprake is van een probleem.

 

Ik wil nog even ingaan op uw bewering omtrent de platformeconomie – met name de koeriers van Deliveroo enzovoort – als zou dit meer tijd vergen om te kunnen oplossen. Niets is minder waar. We hebben namelijk een wetsvoorstel ingediend om net de pakjessector en de koerierssector via de hoofdelijke aansprakelijkheid te reguleren en de sociale fraude die er heerst aan te pakken. Het wetsvoorstel is ingediend, mocht u ons hierin willen volgen en dit zo snel mogelijk willen oplossen. Ik richt me overigens ook tot de collega's vermits ik bij de voorstelling ervan in de Kamer applaus kreeg vanaf de banken van de PS en de PVDA, met woorden van lof erbij. De hoofdelijke aansprakelijkheid is doeltreffend gebleken in andere sectoren en in deze sector ook in Duitsland, waar bewezen is dat het sneller en beter werkt en geen problemen oplevert inzake een eventueel belangenconflict.

 

01.10  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la ministre, malheureusement, l'actualité ne nous apprend rien que nous ne sachions déjà. Mais elle illustre à l'extrême l'exploitation inacceptable qui existe dans ce secteur, exploitation tant de fois décriée et débattue. Si vous me permettez d'utiliser cette métaphore, l'actualité nous met le paquet malodorant sous le nez. Les chefs d'inculpation dont fait l'objet le responsable de PostNL sont très lourds: organisation criminelle, trafic d'être humains, détachement illégal, falsifications, etc.

 

Je crois que l'actualité va vous aider en donnant du poids aux argumentations qui seront développées dans le cadre des discussions que nous aurons. En tout cas, pour ce qui nous concerne, nous attendons avec une certaine impatience le débat sur un projet de loi. Nous comprenons qu'un débat politique doit avoir lieu. Mais je répète qu'il y a urgence en la matière.

 

Nous avons déjà eu des débats avec bpost, et nous recevrons bientôt les organisations syndicales. Mais tant la direction de bpost que les syndicats nous ont fait savoir qu'ils attendent que les politiques et le gouvernement travaillent efficacement pour lutter contre toutes les formes de pratiques déloyales et illégales. Je pense pouvoir dire qu'il y a une réelle volonté pour mettre en place une législation avec une initiative forte de nature à remettre de l'ordre dans cette mécanique d'exploitation humaine qui rappelle effectivement des pratiques du XIXsiècle totalement inacceptables.

 

01.11  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik wil gezien de omstandigheden toch aandringen op een zekere urgentie. We horen telkens hetzelfde riedeltje. Wij moeten ervoor zorgen dat er snel een gelijk speelveld komt. Ik ben het met u eens dat de postwet een instrument kan zijn om ter zake snel vooruitgang te boeken.

 

Mijnheer Freilich, u zei dat hetzelfde geldt voor de fietskoeriers en de transportsector. Ik ben het met u eens dat het gaat om een zaak van fair transport. Mensen zijn niet bereid om een eerlijke prijs te betalen voor een eerlijk transport. De regering werkt aan een omkering van de bewijslast. Er zal een vermoeden van werknemerschap worden ingesteld. Ik heb zelf ook een voorstel over fiscaal peer-to-peerstatuut van de fietskoeriers.

 

Mevrouw de minister, ik vraag mij af of het probleem van de pakjesbezorgers ook niet beter op de Europese agenda wordt gezet. Wij erkennen de bedrijven die hier onder bepaalde voorwaarden activiteiten mogen ontplooien, maar wij zien ook dat deze bedrijven die regels keer op keer aan hun laars lappen.

 

Een collega zei dat we terugkeren naar de tijden van Daens. Ik ben van Aalst. Ik ben daar zeer gevoelig voor. De sociale strijd zit in mijn DNA, maar het is zoals u zegt: dit gaat nog veel verder, want het gaat over criminele organisaties en mensenhandel. In de 19e eeuw was die tenminste al afgeschaft, hoewel er andere wantoestanden waren waartegen de mensen moesten opkomen, zoals kinderarbeid, te lange werkdagen en een oneerlijk loon.

 

Mevrouw de minister, maak snel een einde aan de wanpraktijken, preventief, via de aanpassing van de postwet, het liefst nog voor de zomer in plaats van na de zomer.

 

01.12  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het gaat om een sector die heel veel winst maakt. De sector heeft veel geld. Wij zien dat er enerzijds enorme winsten worden gemaakt en dat er anderzijds enorm veel sociale fraude is. Er wordt gesproken over mensenhandel. De vakbonden noemen het moderne slavernij. Ik kan wat daar nu gebeurt niet anders noemen, vandaag opnieuw. Zij zijn al op het matje geroepen, maar doen gewoon voort alsof er niks aan de hand is. Dat is ongelooflijk.

 

Ik las vanmorgen in De Standaard over een studie van McKinsey, waaruit blijkt dat meer dan een derde van de pakjesleveringen niet conform de wetgeving gebeurt en dat die praktijk de Schatkist honderden miljoenen euro kost. Dat is op zich al een belangrijk argument om duidelijk te maken dat er aan die toestanden iets moet gebeuren en dat het op die manier niet verder kan.

 

Wij willen natuurlijk niet dat het om een lege doos gaat. De doos moet vol zitten en moet ervoor zorgen dat de uitbuiting aan banden wordt gelegd.

 

Ik heb helemaal in het begin van het dossier nog gesproken tijdens de plenaire vergadering. Ik herinner mij dat ik toen aan u heb opgemerkt dat er een goed voorbeeld is, met name een cao bij DHL International, die de 70/30-verhouding respecteert. Dat betekent 70 % vaste werknemers en de mogelijkheid tot 30 % subco's.

 

Dat is volgens mij een interessante basis. Er zijn goede praktische voorbeelden. Bpost werkt bijvoorbeeld met eigen personeel. Die voorbeelden moeten wij gebruiken om de postwet te organiseren. Ik hoop echt dat wij ter zake snel vooruitgang kunnen boeken, zodat de mensen in goede arbeidsomstandigheden kunnen werken.

 

01.13  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ook ik dank u voor uw antwoorden.

 

Het gaat om een heel ernstige situatie, zelfs behoorlijk verbazingwekkend, wetende dat er in december 2021 die inval is geweest en dat er maatregelen zijn getroffen tegen PostNL, maar ook tegen de collega's van DPD. Niettemin wordt volhard in de boosheid. Vandaag blijkt dat nog steeds wordt doorgegaan met dergelijke praktijken.

 

Ik ben heel blij. Ik volg mevrouw Vanrobaeys ter zake, die stelde dat er ook wel eens een pluim mag worden gegeven aan de procureur die tegen die praktijken optreedt en aan de diensten die daartegen optreden en ter zake goed werk leveren. Dat mag zeker worden verteld.

 

Het is in elk geval duidelijk dat de prijsdruk op de pakjesmarkt en op de e-commerce enorm groot is. Wij hebben het hier al meermaals gehad over de eindeloze reeks gratis retourzendingen en over de druk om elke dag of binnen een termijn van enkele uren te leveren. Wij zouden ons goed moeten afvragen of wij die markt niet een klein beetje in de goede richting zouden kunnen duwen. De marges staan zodanig onder druk dat de grenzen worden overschreden.

 

Bpost heeft al veel langer klachten over het level playing field. Maatregelen zijn zeker noodzakelijk. Fraude en sociale dumping in deze sector moeten worden tegengegaan. We steunen u daarin ten volle. Schijnzelfstandigheid en de platformeconomie komen daarbij om de hoek kijken. We moeten dat allemaal grondig bekijken, ook met betrekking tot onderaanneming.

 

Ik deel echter het standpunt van mevrouw Vindevoghel niet, die nagenoeg alle onderaannemers op één hoop gooit en stelt dat onderaanneming per definitie fraude en misbruik betekent. Dat is een brug te ver. Bovendien fluctueert de pakjesmarkt zo sterk – met bijvoorbeeld enorme pieken rond de feestdagen en veel minder pakjes in de zomer – dat enige flexibiliteit binnen die markt ook wel nodig is. We moeten dus goed bekijken welke normen en grenzen we hanteren. Het was de juiste aanpak om aan de sector input te vragen voor de aanpassingen in de postwet. We kijken dan ook uit naar de resultaten van die input. We kunnen dan tot een goede regelgeving komen, die hopelijk fraude en sociale dumping kan tegengaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Jef Van den Bergh aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De verkoop van de dagbladhandels van bpost aan een gokbedrijf en de toekomst van onze krantenwinkels" (55025575C)

- Nathalie Dewulf aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De autonomie van bpost" (55026382C)

- Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De FSMA-wetgeving en de verkoop van Ubiway Retail" (55026618C)

02 Questions jointes de

- Jef Van den Bergh à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La vente des magasins de journaux de bpost à une société de paris et l'avenir de nos librairies" (55025575C)

- Nathalie Dewulf à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'autonomie de bpost" (55026382C)

- Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La législation FSMA et la vente d'Ubiway Retail" (55026618C)

 

02.01  Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de minister, het onderwerp is niet nieuw. We hebben er in deze commissie al twee keer een debat over gevoerd met de minister en met de CEO van bpost. Ik zal alleen de vragen lezen en de inleiding overslaan.

 

Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat de krantenwinkels financieel verder kunnen zonder dat zij een beroep moeten doen op de verkoop van gokproducten? Kunnen we de scope van krantenwinkels verbreden en onderzoeken welke mogelijkheden er zijn?

 

Zullen er ook gokautomaten komen in de krantenwinkels van Ubiway Retail, waar er momenteel nog geen staan? Heeft u gegevens over het aantal automaten per winkel? Hoe zal u een verdere uitbreiding in de krantenwinkels tegenhouden? Zullen de krantenwinkels ook de naam Golden Palace dragen? Er is een soort addendum aan de verkoopovereenkomst toegevoegd. Zijn er bepalingen met betrekking tot het aantal gokautomaten of de naam?

 

Het blijft mij verbazen dat het management op geen enkel moment aan de noodrem heeft getrokken. Het is mij niet geheel duidelijk in welke fase van het verkoopproces het voor het management duidelijk werd dat er maar één kandidaat-overnemer was, met name Golden Palace. Waarom heeft niemand op dat ogenblijk de vraag gesteld of dat wel een goed idee was?

 

02.02  Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, tijdens de heel interessante hoorzitting van 15 maart zei mevrouw Hanard dat de reden waarom u niet op de hoogte was van de verkoop van Ubiway het gebrek aan een wettelijk kader omtrent een dergelijke beslissing was, alsook de autonomie van bpost.

 

Wij stellen heel vaak vragen over beslissingen, cijfers en beleidsplannen, maar krijgen jammer genoeg vaak een non-antwoord, met als reden de autonomie van bpost en het feit dat het overheidsbedrijf beursgenoteerd is. Deze informatie zou – dat blijkt althans uit de antwoorden van uw kabinet – nefast zijn voor de werking van het bedrijf aangezien die informatie niet openbaar mag worden gemaakt.

 

Allereerst wil ik u erop wijzen dat een bedrijf waarvan de Belgische Staat 51,04 % in handen heeft, nog steeds een overheidsbedrijf is. Dit brengt met zich mee dat wij als vertegenwoordigers van de burger naar believen beleidsplannen en cijfers mogen opvragen en ook effectief een antwoord moeten krijgen, zonder dat het bedrijf zich kan verschuilen achter allerlei redenen. Daarnaast is het ook opvallend dat journalisten wel antwoorden krijgen en de volksvertegenwoordigers niet en dat zelfs u als bevoegd minister niet op de hoogte was van een dergelijke omvangrijke beslissing binnen bpost.

 

Bent u van plan samen te zitten met mevrouw Hanard om te zoeken naar de beste oplossing? Kunnen wij een vernieuwd wettelijk kader verwachten? Wat zijn uw verwachtingen? Wat is uw standpunt met betrekking tot de non-antwoorden die wij van uw kabinet ontvangen? Zult u de autonomie op dat vlak aanpassen? Op welke manier ziet u dit haalbaar en binnen welk tijdpad? Hebt u in tussentijd overleg gehad met uw afgevaardigde binnen het bestuur van bpost? Indien ja, hoe kan het dan dat u niet op de hoogte was van de verkoop van Ubiway? Indien neen, bent u nog van plan om dit te doen?

 

02.03  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, het gaat inderdaad over de verkoop van Ubiway Retail aan Golden Palace. Wij hebben u daarover al verschillende keren ondervraagd, onder andere tijdens de plenaire vergadering van 27 januari 2022. Ik meen me te herinneren dat u toen aangaf dat de autonomie van bpost toelaat dergelijke beslissingen te nemen zonder daarover iemand te moeten inlichten. Dat is een citaat van u. De voorzitter van de raad van bestuur van bpost, mevrouw Hanard verklaarde iets anders tijdens de hoorzitting vorige week. Zij gaf mee dat bpost zelfs niet mocht informeren, aangezien de FSMA verschillende regels oplegt aan bpost.

 

U geeft aan dat zij het niet moesten doen, maar het mochten doen, vermits de verkoop onder een bepaald bedrag lag. Ik hoor echter van mevrouw Hanard dat zij het niet mochten doen en er dus ook geen weet van konden hebben. Hoe komt het dat wij hier twee verschillende zaken horen? Zijn dat twee verschillende zaken?

 

Het kwam in ieder geval op die manier over. U had mij duidelijk moeten maken dat het niet uw fout was, omdat zij het u niet mogen vertellen. Dat heb ik nooit gehoord, hoewel dat een goed antwoord is. Wanneer ik u vroeg waarom u de verkoop niet had gestopt, antwoordde u mij niet dat bpost het u überhaupt niet mocht vertellen en zich daaraan heeft gehouden. Dat antwoord heb ik niet gehoord van u.

 

02.04 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Freilich, ik kom op het einde terug op wat u hebt opgemerkt. Ik heb immers wel toegelicht wat mij wel en niet mag worden medegedeeld.

 

Ik dank de sprekers echter voor de vervolgvragen over de Golden Palace-saga.

 

Mijnheer Van den Bergh, ik zal beginnen met uw vragen over de rentabiliteit van krantenwinkels en de evolutie van het aantal gokautomaten. Daarna zal ik aan mevrouw Dewulf een toelichting geven bij de rol van bpost als autonoom beursgenoteerd overheidsbedrijf en bij de non-antwoorden van mijn kabinet. Daarna zal ik antwoorden op de vragen over het verkoopproces, waarover u allebei vragen hebt gesteld, alsook op de vragen over de regels inzake voorkennis, waarover de heer Freilich het had.

 

Mijnheer Van den Bergh, de vraag over de rentabiliteit van de krantenwinkels is een heel pertinente vraag. De inkomsten van die winkels komen vandaag uit een divers palet aan producten en diensten, namelijk kranten, magazines, gokproducten, postzegels, dranken en kleine etenswaren. De winkels zijn, zoals u weet, soms ook een afhaalpunt voor pakketten. Een deel van de inkomsten komt dus uit post- en pakjesgerelateerde activiteiten.

 

U zult wel begrijpen dat het economische model van de krantenwinkels niet binnen mijn bevoegdheid ligt, laat staan dat ik de bevoegdheid heb om onder enige vorm die activiteit te ondersteunen.

 

Het ophalen van pakketten in dit soort ophaalpunten is wel een belangrijk aandachtspunt in het kader van de verduurzaming van de postsector en de e-commerce. Dit soort afhaalpunten zal in de toekomst ook toenemen en zal niet direct verdwijnen uit het inkomstenmodel van de krantenwinkels.

 

Ubiway Retail heeft 94 winkels met een of meer gokautomaten, ook vóór de deal. Dat is de situatie zoals die ook in het verleden was. In totaal zijn er 140 van die automaten. 78 winkels hebben geen automaat. Om een nieuwe automaat te mogen zetten in zo'n krantenwinkel, is er een hele procedure die gevalideerd moet worden door de Kansspelcommissie.

 

De voorwaarden voor de exploitatie van speelautomaten zijn eigenlijk recent nog aangescherpt door de bevoegde minister van Justitie, in een nieuw KB waarin een aantal cumulatieve voorwaarden zijn opgenomen waaraan moet worden voldaan om het aangaan van weddenschappen als een aanvullende activiteit te kunnen beschouwen. Zo kan er jaarlijks maximaal 250.000 euro worden ingezet. Die krantenwinkels moeten ook minstens 200 verschillende perstitels met een omzet van minstens 25.000 euro halen. In het verleden hadden sommige van die nepkrantenwinkels namelijk alleen een paar kranten van een paar jaar oud in de vitrine. De heer Van Quickenborne getuigde hier ook over. Wat de activiteiten van krantenwinkels betreft zorgt het KB dus toch voor een verscherping. Daarnaast kan ook de burgemeester zijn advies geven. Dat maakt allemaal deel uit van de beoordeling door de Kansspelcommissie om eventueel die aanvullende activiteit toe te staan. Dat is het wettelijke kader en wij moeten ook na de overdracht naar Golden Palace binnen dat kader opereren.

 

Wat betreft de autonomie van beursgenoteerde overheidsbedrijven als bpost en de communicatie aan hun voogdijminister, heeft de regering gezegd – het staat in het regeerakkoord – erop toe te zullen zien dat bij overheidsbedrijven de vooropgestelde competitiviteit en voorbeeldfunctie met elkaar verzoend zouden moeten kunnen worden. Ze moeten concurrentieel zijn op de markt, maar ze hebben ook een voorbeeldfunctie. Een overheid die handelt als een geïnformeerde, actieve aandeelhouder wordt internationaal erkend als goed bestuur. In dat verband zijn er OESO-richtlijnen voor overheidsbedrijven die moeten worden gevolgd.

 

Beursgenoteerde overheidsbedrijven, in casu Proximus en bpost, lezen het regeerakkoord elke dag opnieuw, nemen het ter harte en nemen hun voorbeeldfunctie zeer ernstig. Ik kijk daar ook nauwgezet op toe. De voorbeelden zijn legio, ik heb ze al aangehaald. Proximus helpt mee de digitale kloof kleiner te maken. Bpost speelt een voorbeeldrol als het over duurzaamheid van de pakjessector gaat. Ze hebben allebei ook inspanningen geleverd om slachtoffers van het conflict in Oekraïne bij te staan. Dat zijn voorbeelden daarvan en wij kijken daar nauwgezet op toe.

 

Een aantal recente beslissingen en communicaties door dit soort bedrijven kwam hier al aan bod en komt vandaag weer aan bod. Ze brengen ons tot het inzicht dat de minister van Overheidsbedrijven niet altijd over de nodige hefbomen beschikt om de rol die haar – mij dus –toekomt te spelen. Wij werden daarmee geconfronteerd in het geval van Golden Palace. Wij zijn aan het bekijken hoe we dat kunnen verhelpen en we doen dat in overleg met de heer Tirez en mevrouw Hanard. We doen hetzelfde bij Proximus, want het zal natuurlijk voor beide bedrijven van toepassing zijn.

 

Welke piste we ook kiezen, ze zal ook in lijn moeten liggen met de richtlijnen inzake goed bestuur. Daarmee komen we bij het punt van de heer Freilich, namelijk voorkennis in het kader van de marktmisbruikverordening, die in de gelijke behandeling van aandeelhouders voorziet en ook de autonomie van overheidsbedrijven, die daarop gebaseerd is. Mevrouw Dewulf, dat brengt mij bij het feit dat men geen recht heeft op meer informatie dan de minderheidsaandeelhouders omdat men 51 % van de aandelen heeft. Daar zijn heel strikte regels voor. Ik kan dus niet zeggen dat de Staat meerderheidsaandeelhouder is en dus meer kennis moet hebben van bepaalde informatie dan de minderheidsaandeelhouders. Daar moeten wij op toezien.

 

Ik kom straks nog terug op wat wij van plan zijn.

 

Wat bpost en Ubiway betreft, vroeg iemand naar de details van alles wat er is gebeurd. Ik heb dat al een keer uitvoerig besproken, maar wil dat gerust nog eens doen. Ik heb natuurlijk al heel veel contacten gehad met de CEO en de voorzitster van de raad van bestuur over het dossier en het vervolg ervan. Ikzelf en mijn kabinet waren vooraf niet op de hoogte van de verkoop, omdat die valt onder de bevoegdheidsdelegatie van de raad van bestuur aan het management.

 

Er is een intern reglement van bpost, genaamd 'Beleid inzake delegatie van bevoegdheden'. De raad van bestuur heeft al in december 2020 unaniem delegatie gegeven aan het management om een investeringsbankier aan te stellen, eventuele kopers te contacteren en biedingen op Ubiway Retail te verkrijgen. Ter informatie, de samenstelling van de raad van bestuur is heel grondig gewijzigd in de zomer van 2021.

 

In september 2021 waren er binnen de delegatie die aan het management was gegeven twee bindende aanbiedingen, zoals men dat noemt. De namen van de uiteindelijke koper en van een andere kandidaat-koper werden in november 2021 aan het auditcomité van de raad van bestuur voorgelegd. Op dat moment was de uiteindelijke koper wel niet de koper van voorkeur. Ik kan niets reconstrueren waar ik niet bij was, maar misschien kan dat de niet-reactie van de aanwezige bestuurders in het auditcomité – daar zitten niet zoveel mensen in, maar goed – verklaren.

 

De koper van voorkeur heeft zich helemaal op het einde teruggetrokken en het management is dan met de overblijvende kandidaat, Golden Palace, verdergegaan overeenkomstig het mandaat van het auditcomité en heeft vervolgens de onderhandelingen afgerond. Ik maak hierbij nog een persoonlijke opmerking. Gezien de ethische dimensie van het dossier ware een voorafgaande gedachtewisseling met de bestuurders misschien wel te overwegen en aangewezen geweest.

 

Op 27 december 2021 is de verkoopovereenkomst ondertekend, met een aantal opschortende voorwaarden, die vervolgens op 28 februari 2022 vervuld waren. Toen was de afronding – of closing zoals dat heet – een feit. De opschortende voorwaarden en de verplichtingen van de closing waren immers vervuld.

 

Mijnheer Freilich, u vraagt hoe een no surprise clause – want dat is de richting waarin we denken – soelaas zou kunnen bieden als volgens de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) de verkoop van Ubiway niet meegedeeld had mogen worden aan de minister van Overheidsbedrijven. Als ik dus vanuit mijn standpunt zei dat bpost mij dat niet hoefde te vertellen, dan zegt bpost daarop dat het dat zelfs niet mocht vertellen. Volgens mij zit daar geen onwaarheid of contradictio in terminis in. Ik heb gevraagd waarom ze het mij niet hebben verteld en het antwoord was dat het bedrijf beursgenoteerd is, dat het op voorkennis zou kunnen wijzen en indruisen tegen de regels van de FSMA.

 

Ik heb hierover uiteraard mijn licht opgestoken bij de FSMA. Misschien interessant om te weten is dat volgens artikel 7 van de Europese marktmisbruikverordening de verkoop van een dochteronderneming, zelfs als de transactie nog niet definitief is, beschouwd kan worden als voorkennis. Daar zijn we het dus over eens: wat bpost wilde doen met Ubiway, zou voorkennis zijn geweest. De FSMA zei me wel dat volgens artikel 10 van diezelfde verordening in een uitzondering is voorzien op het delen van voorkennis met derden indien dat gebeurt in het kader van de normale uitoefening van het werk, het beroep of de functie, zoals dat voor een minister van Overheidsbedrijven hier wel het geval is.

 

Artikel 10 laat volgens de FSMA dus een uitzondering op de verordening toe, waardoor ik die informatie eventueel wel had kunnen krijgen, maar op beursgenoteerde vennootschappen rust natuurlijk wel de verplichting om een permanente en een tijdelijke insiderlijst bij te houden van personen die toegang hebben tot de voorkennis, waarop dan ook de naam van de minister van Overheidsbedrijven zou staan. Dat is de denkrichting waarover we discussiëren met bpost en Proximus, en we moeten nog zien hoe we dat verder verankeren.

 

Mocht ik het weten of niet? Afhankelijk van wie het zegt, zijn er mogelijk verschillende interpretaties. Wij willen elke ambiguïteit rond dat punt in de toekomst wegwerken.

 

02.05  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het was goed om elke stap nog eens te overlopen en te bekijken hoe alles is verlopen.

 

Ik blijf een beetje op mijn honger als het gaat over de gevolgen van het addendum, bijvoorbeeld wat extra of nieuwe automaten in de bewuste krantenwinkels betreft. U verwijst daarvoor naar het wettelijk kader. Het koninklijk besluit is verstrengd. Dat is een goede zaak, maar ik begrijp daaruit impliciet dat hierover niets is opgenomen in het addendum en dat het alleen bepaalt dat de corebusiness van de krantenwinkels, namelijk kranten verkopen en dergelijke, bewaard moet blijven.

 

Met betrekking tot de eventuele naam hebt u geen uitspraken gedaan. Dat is uiteraard niet uw bevoegdheid, ik neem aan dat de overnemer de keuze heeft. Ik zou het echter wel betreuren mochten die krantenwinkels in het dorps- of wijkbeeld allemaal de naam krijgen van gokpaleizen. Daarom stelde ik die vraag. Als u daarop geen antwoord kunt geven, begrijp ik dat ook wel.

 

02.06  Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben blij te horen dat er gesprekken worden gevoerd tussen u, de CEO en mevrouw Hanard en dat er een overeenkomst zal komen, zodat er geen onverwachte dingen meer gebeuren, zoals de verkoop van krantenwinkels aan een gokbedrijf. Het benieuwt me wat er juist van zal komen.

 

02.07  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. U zegt dat er geen contradictie is tussen wat u vertelde en wat de voorzitster van de raad van bestuur van bpost vertelde. Ik heb niet gezegd dat er een contradictie is. Wel stel ik dat veel kritiek u bespaard was gebleven als u dat van in het begin had gezegd. Misschien had uw kabinet u er duidelijker op moeten wijzen dat u het niet mocht weten. U hebt de Europese richtlijn en de FSMA aangehaald. In de artikelen 7 en 10 staat dat u het wel mag weten als u op die lijst staat.

 

Het verbaast mij dat u daar niet op staat. Als minister bevoegd voor Overheidsbedrijven moet u normaal gezien op die lijst staan en ik was er vrijwel zeker van dat dit het geval was, want vorig jaar hebt u wel gecommuniceerd over de verkoop van een andere dochteronderneming van bpost, met name bpost bank. Daarover hebt u gecommuniceerd en hebben we met u kunnen debatteren. U hebt daarover gezegd wat u ervan vond. Gelet op uw communicatie over een dochteronderneming van bpost, had ik aangenomen dat u, volgens artikel 10, op die lijst stond. Na de verkoop aan Ubiway blijkt dat niet het geval te zijn. Het verschil tussen die twee is misschien voer voor een volgend debat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega's, de minister moet absoluut om 16.00 uur vertrekken. Er staan nog een tiental vragen op de dagorde. Ik zie twee mogelijkheden om het doel te bereiken alle vragen nog deze namiddag te kunnen behandelen. Een eerste mogelijkheid is de beknoptheid van de sprekers en de minister. Ten tweede wijs ik u erop dat u kunt verwijzen naar de schriftelijke tekst van uw vragen, waardoor we bij elke vraag enkele minuten winnen.

 

03 Vraag van Sander Loones aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De zendmast in Koksijde-Dorp" (55025624C)

03 Question de Sander Loones à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'antenne relais de Koksijde-Dorp" (55025624C)

 

03.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik kies toch voor de eerste optie en zal proberen beknopt te zijn.

 

Mevrouw de minister, we leven in digitale tijden. We hebben allemaal een telefoon, een smartphone, waar we allemaal slaaf van zijn. We vinden die allemaal zo gemakkelijk. Ze komen met een aantal voordelen, maar ook met nadelen. Er zijn kabels nodig, er zijn zendmasten nodig. Die moeten worden geplaatst. Er zal een zendmast worden geplaatst in Koksijde-Dorp, maar daar is heel wat eigenaardigheid rond. Ik probeer meer inzicht te krijgen in hoe dat ineen zit.

 

In 2019 is er al eens een aanvraag geweest. Proximus wilde daar toen absoluut een zendmast, maar dat is een stille dood gestorven. Het blijft mysterieus. Het gemeentebestuur wil niet onthullen waarom dat precies is gebeurd. Toen is die zendmast geschrapt, maar nu moet die zendmast er ineens toch snel komen.

 

Waarom moet dat zo snel? Het gemeentebestuur had de bevolking wel wat kunnen voorbereiden daarop.

 

Wordt alleen die piste onderzocht of alle mogelijke locaties? Het gemeentebestuur zegt dat het verschillende opties heeft bekeken. Proximus zou het gemeentebestuur hebben gezegd dat die mast maar op één plaats kan worden gezet, met name op die specifieke plaats in Koksijde-Dorp. Dat lijkt mij allemaal wat raar. Ik krijg die simulaties immers niet te zien. Ik krijg de dossiers niet te zien. Hopelijk kunt u de transparantie geven die ons blijkbaar lokaal niet helemaal wordt gegund.

 

03.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Loones, mijn antwoord is uitgebreid en technisch, maar dat blijkt nodig om een afdoend antwoord te bieden op uw vraag.

 

In 2019 is de aanvraag voor een hogere zendinstallatie niet weerhouden vanwege een negatief advies uitgebracht in de TACAN-studie, de Tactical Air Navigation Systems-studie, en daarnaast rekening houdende met de sport- en parachutesprongrichtlijnen. De studie stelde dat de initieel voorgestelde hoogte niet mogelijk bleek.

 

 In de huidige aanvraag, met lagere hoogte, is een antwoord geboden middels een positieve TACAN–studie en is tegemoetgekomen aan de verzuchtingen voor de search and rescue-opdrachten van Defensie. In 2019 ging het over een mast van meer dan 40 meter, nu gaat het over een mast van 34,5 meter. Met de ASTRID-antenne geeft dit een totale hoogte van 37,84 meter. Deze bundelt en vervangt de installatie van Proximus en Orange op de brandweerpost en de huidige gecombineerde ASTRID-Telenet pyloon van 30 meter, plus ongeveer 8 meter voor de ASTRID-antenne.

 

De totale hoogte van deze gecombineerde ASTRID-Telenet-Proximus pyloon is lager dan de bestaande ASTRID-Telenet pyloon op hetzelfde sportpark. De bestaande mast, die dichter bij de straatzijde is gepositioneerd, verdwijnt na oprichting van de nieuwe, meer centraal op het terrein gelegen pyloon die het voorwerp uitmaakt van de aanvraag tot omgevingsvergunning van Proximus.

 

De positie van de pyloon zoals aangevraagd door Proximus, is een antwoord op de voorgestelde inplanting, in overleg met de gemeente Koksijde. Gezien de hoogte die ASTRID inneemt op de huidige pyloon en de minimale hoogte die daarvoor vereist is, is het niet opportuun om meerdere pylonen van verschillende operatoren te voorzien. De Vlaamse telecomcode bepaalt namelijk dat, waar mogelijk, de voorkeur moet worden gegeven aan een bundeling van zend- en ontvangstapparatuur. De aanvraag van Proximus komt met de bundeling van Proximus, Telenet en ASTRID daaraan tegemoet.

 

De Sint-Pieterskerk in Koksijde-Dorp is geen optie, vermits de als monument beschermde kerk buiten de zone valt van waaruit dekking kan worden geboden aan Koksijde-Dorp, een louter technische aangelegenheid. Bovendien is de bundeling van de zend- en ontvangstinstallatie van ASTRID ook niet mogelijk op deze kerk vanwege de aard van de antennes.

 

Vanuit topografisch oogpunt en omwille van de vereiste constructiehoogte zijn er eigenlijk geen voldoende hoge structuren die centraal genoeg liggen om Koksijde-Dorp te kunnen bedekken. In het aanvraagdossier is natuurlijk ook rekening gehouden met de huidige actieve militaire basis, vanuit het opzicht dat er TACAN- en SAR-studies zijn opgemaakt. Die zijn eigenlijk nog meer beperkend dan voor de burgerluchtvaart. Ook na een eventuele verhuis van de militaire basis – er is nog niet vastgelegd wanneer dat zou gebeuren – blijft natuurlijk vliegverkeer mogelijk. Het lokale sportvliegen en parachutespringen kan nog altijd plaatsvinden, waardoor op een al dan niet ingekorte start- en landingsbaan evenmin de mogelijkheid bestaat tot oprichting van hoge structuren. Ik hoop dat ik u daarmee in voldoende detail heb geantwoord.

 

03.03  Sander Loones (N-VA): Het is alvast heel wat extra informatie, mevrouw de minister. Dat de zendmasten worden gebundeld vind ik een goede aanpak. Zo kunnen we zaken centraliseren en vermindert de overlast. Dat is zeker oké.

 

Ten tweede, wat de specifieke locatie betreft, bedankt voor uw antwoord over de kerk en de militaire basis. Ik meen daaruit wel te mogen opmaken dat die eigenlijk om meer algemene redenen niet als pistes zijn onderzocht, om juridische redenen, en niet bepaald omwille van stralingsnormen en zendbereikredenen. Dat antwoord krijg ik constant op lokaal niveau, dat de beste dekkingsgraad er is op die locatie. Van u krijg ik een enigszins ander antwoord, dat later nog kan worden aangevuld. Wat mij vooral is opgevallen is dat u spreekt over de inplanting op de door de gemeente voorgestelde locatie. Daar zit wellicht de angel en kan de verantwoordelijkheid specifiek worden gevonden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Nathalie Dewulf aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De pakketbrievenbussen en bpost" (55025664C)

04 Question de Nathalie Dewulf à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Les boîtes aux lettres avec compartiment à colis et bpost" (55025664C)

 

04.01  Nathalie Dewulf (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijk ingediende versie van mijn vraag.

 

Sinds de coronapandemie is de e-commerce enorm toegenomen. Volgens het BIPT kiezen 9 op 10 consumenten in België om hun onlineaankopen aan huis te laten leveren. Die thuisleveringen brengen – bij afwezigheid van de bestemmeling – helaas ook steeds meer tweede leveringen en retourzendingen met zich mee. In het kader van een actieplan van de minister om het traject van thuisleveringen duurzamer en ecologischer te maken, zou het gebruik van pakketbrievenbussen (in plaats van de kleinere klassieke brievenbussen) moeten toenemen.

 

Heeft de minister een idee van het aantal pakketbrievenbussen dat momenteel al in gebruik is?

 

Hoe zal bpost de mensen aanmoedigen om een pakketbrievenbus aan te kopen?

 

Controleert bpost de toegankelijkheid van deze brievenbussen?

 

Wat met appartementsgebouwen? Waar moeten die speciale brievenbussen geplaatst worden?

 

Volgens het koninklijk besluit dat in het kader van dit actieplan werd opgesteld, moet 'wanneer een pakketbrievenbus beschikbaar is, dit vermeld worden op de brievenbussen'. Kan de minister hier meer toelichting over geven?

 

04.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Dewulf, 30 tot 50 % van de Vlaamse nieuwbouwwoningen heeft intussen een pakketbrievenbus, meestal met een brievenluikje om ook de brieven te kunnen bussen. Dat betekent dus dat er per jaar 14.000 nieuwe pakketbrievenbussen geplaatst worden in Vlaanderen, vooral in nieuwe woningen. De cijfers nemen exponentieel toe. In totaal waren er eind 2021 35.000 pakketbrievenbussen en waarschijnlijk is dat zelfs een onderschatting.

 

Het gebruik van pakketbrievenbussen doet het aantal gemiste thuisleveringen van pakjes natuurlijk dalen. Het ecologische aspect en het duurzaamheidaspect zijn voor mij belangrijk. Vooral op het platteland kan de pakketbrievenbus een interessante oplossing zijn. In de steden kan dat misschien anders worden opgelost, bijvoorbeeld met ophaalpunten. De afstand voor mensen om pakjes op te halen, is daar immers kleiner. Wij moeten dus eerder mensen op het platteland aanmoedigen om een pakketbrievenbus te installeren dan mensen in de stad.

 

Een eerste stap om dat te doen vanuit het beleid, is te zorgen voor een juridisch kader, zodat duidelijk is afgelijnd hoe een pakketbrievenbus eruit moet zien. Samen met het BIPT is er een ontwerp-KB uitgewerkt dat in openbare raadpleging was tot 21 maart en dat in de regering zal worden besproken, nadat wij de opmerkingen hebben verwerkt in de loop van april. Wij denken dat dat kader een voordeel zal zijn voor de hele postsector.

 

Het heeft dus helemaal niets te maken met bpost, dat er ook niet verantwoordelijk voor is om pakketbrievenbussen al dan niet aan te moedigen. Het ontwerp-KB stipuleert ook dat bpost daar geen controle over dient uit te voeren. Laat dat duidelijk zijn. Postoperatoren hoeven ook niet te leveren in pakketbrievenbussen die niet conform het ontwerp-KB zijn.

 

Voor appartements- en bedrijfsgebouwen is er een ander systeem. Daarvoor bestaan er lockers, die kunnen worden gebruikt door bewoners of werknemers. Zij staan meestal in een inkomhal en zijn niet toe te wijzen aan een bepaalde gebruiker. Er is geen busnummer op aangebracht en zij vallen dus niet binnen de scope van het ontwerp-KB dat wij voorbereiden.

 

04.03  Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, hoe meer woningen en appartementsgebouwen zulke pakjesbrievenbussen hebben, hoe beter. Dat is gemakkelijker voor de postbodes, zeker nu mensen meer online bestellen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Nathalie Dewulf aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Het AI-centrum van Proximus" (55025909C)

05 Question de Nathalie Dewulf à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Le centre de Proximus dédié à l'intelligence artificielle" (55025909C)

 

05.01  Nathalie Dewulf (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik verwijs naar de tekst van mijn vraag zoals ingediend.

 

Op 8 maart 2022 was te lezen in De Morgen dat Proximus een innovatie- en expertisecentrum zal oprichten die op 1 april 2022 van start zal gaan. Het centrum krijgt de naam “Ada" en zal 50-tal experts in artificiële intelligentie en cybersecurity tewerkstellen. Het is de bedoeling om dit aantal in de komende drie jaar te verdrievoudigen.

 

Kan u mij vertellen wat de gerichte doelstellingen zullen zijn van dit centrum op korte en op lange termijn?

 

05.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Dewulf, Ada, het nieuwe innovatie- en expertisecentrum van Proximus, dat in april zal starten, heeft drie doelstellingen.

 

Ten eerste, Ada zal ten dienste staan van alle bedrijven van de Proximusgroep, in België en internationaal, om oplossingen te zoeken en expertise te leveren bij de ontwikkeling van producten en diensten van morgen. In eerste instantie gaan er 50 mensen aan de slag, maar tegen het einde van het jaar zal dat tot 90 oplopen.

 

Ten tweede, Ada wil een referentiecentrum worden op het vlak van digitale technologie, artificiële intelligentie en cyberveiligheid. Dat zal Ada doen door samenwerking met universiteiten en onderzoeksinstellingen. Zo wil men talent aantrekken van competente, gemotiveerde mensen, die in deze sector de digitale toekomst en het datamanagement mee zullen vormgeven.

 

Ten derde, op middellange en lange termijn wil Ada ook een referentiecentrum worden binnen Europa, dus internationaal samenwerkend met verschillende partners.

 

05.03  Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Gedingen over misbruik van marktpositie door bpost" (55026470C)

06 Question de Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Des procès pour abus de position de marché par bpost" (55026470C)

 

06.01  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

Op 22 maart berichtten verscheidene Franstalige nieuwsbronnen over de herverwijzing door het Hof van Cassatie van bpost naar het Hof van Beroep te Brussel naar aanleiding van boetes die ze door het BIPT respectievelijk de Belgische Mededingingsautoriteit opgelegd kreeg in 2011 en 2012 wegens misbruik van dominante marktpositie in de markt van verzending van mailings per post. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van bijna 40 miljoen euro.

 

Vandaar volgende vragen:

Had u al kennisgenomen van deze eerdere veroordelingen?

Is deze praktijk van het aanbieden van verschillende tariefkortingen aan grote verzenders van mailings sindsdien aangepast, of pas bpost deze nog steeds toe?

Heeft de herverwijzing door het Hof van Cassatie van deze dossiers naar het Hof van Beroep voor u als minister een herevaluatie tot gevolg van de aangekondigde samenvoeging van de pakjes- en brievenafdeling van bpost?

Werpt de herverwijzing door het Hof van Cassatie van deze dossiers naar het Hof van Beroep voor u als minister een ander licht op uw beleidsagenda om tot een gelijk speelveld te komen op de markt van de koerierzendingen, mede gelet op de vaststelling dat dezelfde personeelsleden van bpost ingezet worden voor zowel de uitreiking van brievenpost en pakjes?

Is de Belgische Staat (tussenkomende) partij bij één van of allebei de hangende rechtsgeschillen? Zo neen, wordt overwogen om alsnog tussen te komen in de hangende procedure(s)?

 

06.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Freilich, het gaat over de boetes die bpost opgelegd heeft gekregen naar aanleiding van haar dominante of beweerde dominante marktpositie.

 

Vooraleer ik daarop inga, wil ik even het lange gerechtelijke traject toelichten waarop de persartikelen waarnaar u verwijst betrekking hebben. Het gaat over een prejudiciële vraag die door het Belgische Marktenhof aan het Hof van Justitie van de Europese Unie is gesteld en waarop vorige week een antwoord is gekomen. Ik neem aan dat ik het Marktenhof en het begrip prejudiciële vraag niet moet toelichten. Het staat in mijn antwoord, maar het is u ongetwijfeld bekend.

 

Voorafgaand aan de prejudiciële vraag vernietigde het hof van beroep het besluit van het BIPT van 2011 en van de Mededingingsautoriteit van 2012 tot het opleggen van boetes aan bpost. Het gaat over respectievelijk 2,6 miljoen euro en 37 miljoen euro. Eigen aan deze procedure heeft bpost beide boetes betaald, maar de boete van 2,6 miljoen euro, opgelegd door het BIPT, werd inmiddels teruggevorderd en teruggestort aan bpost. Het hof van beroep beschouwde de tariefpraktijk van bpost immers niet als discriminerend. Voor de tweede boete van 37 miljoen euro, opgelegd door de Mededingingsautoriteit, is de Mededingingsautoriteit naar Cassatie gestapt, dat de zaak terugverwees naar het genoemde Marktenhof, met de prejudiciële vraag tot gevolg. Dat is de voorgeschiedenis.

 

De prejudiciële rechtsvraag die centraal staat, gaat over de interpretatie van het non-bis-in-idembeginsel, zijnde het principe dat men niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden gestraft. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat een tweede vervolging voor dezelfde feiten niet per se verboden is, maar wel wanneer strikte voorwaarden worden toegepast of wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan. Het is nu aan het hof van beroep om daar een definitieve uitspraak over te doen.

 

Ik geef ook even de feiten weer. Het was niet het aanbieden van korting aan verzenders van grote volumes post dat in 2011 als problematisch werd beschouwd, maar wel de invoering van een korting per verzender door bpost in 2010. De korting voor volumes werd dus berekend op basis van de volumes die door elke verzender afzonderlijk werden ingeleverd, niet op basis van de geconsolideerde volumes via een tussenpersoon.

 

Dat systeem voor de berekening van volumekortingen werd in 2011 gewijzigd na het BIPT-besluit en is nooit meer heringevoerd. Het BIPT en de Belgische Mededingingsautoriteit hebben het systeem van postkortingen van bpost nadien ook niet meer betwist. Die zaak behoort dus tot het verleden.

 

Deze rechtszaak heeft niets te maken met de manier waarop bpost de distributie organiseert en stelt die ook niet ter discussie. Ze doet ook niets af aan het feit dat ik het belangrijk vind dat de pakketbezorging op een sociaal verantwoorde en duurzame manier gebeurt. Deze zaak heeft dus ook geen enkele invloed op mijn politieke agenda.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Chanelle Bonaventure à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La fermeture de services au sein du centre de tri au zoning des Plenesses" (55026560C)

- Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "La grève chez bpost dans le zoning industriel des Plenesses" (55026607C)

07 Samengevoegde vragen van

- Chanelle Bonaventure aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De sluiting van afdelingen in het sorteercentrum op het industrieterrein Les Plenesses" (55026560C)

- Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De staking bij bpost in de industriezone Les Plenesses" (55026607C)

 

07.01  Chanelle Bonaventure (PS): Monsieur le président, madame la ministre, les travailleuses et les travailleurs du centre de tri des Plenesses ont appris que celui-ci allait être touché par une réorganisation du travail et des équipes, ce qui entraînera la fermeture de neuf services. Cette décision avait été annoncée à l'occasion d'un communiqué aux organisations syndicales, le vendredi 18 mars dernier. La raison invoquée est la nouvelle politique d'Amazon qui a décidé de s'engager sur le chemin de l'internalisation de sa distribution.

 

Apprendre une mauvaise nouvelle comme celle-là n'est jamais agréable. Elle l'est encore moins dans un contexte post-covid, post-inondations dans ma région, particulièrement touchée, alors que la crise énergétique bat son plein tout comme l'inflation qu'elle engendre.

 

La réaction était donc prévisible et tout à fait compréhensible: un piquet de grève, qui a rassemblé une centaine d'agents inquiets, a été mis en place dès les premières heures du 21 mars.

 

En pratique, il semblerait qu'une dizaine d'emplois soient concernés par les mesures prises. Pas de licenciements secs, certes, mais des déplacements vers d'autres sites en manque de personnel. Il n'en demeure pas moins que cela pourrait générer un surcroît de travail du côté du zoning des Plenesses, ce qui alimente également l'inquiétude sur place.

 

Madame la ministre, confirmez-vous cette réorganisation? Comment la justifiez-vous? Que répondez-vous à l'inquiétude des travailleurs?

 

07.02  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik sluit mij aan bij het debat uit respect voor de betrokken werknemers. Vanochtend kreeg ik nog telefoon van actievoerders. Werknemers maken zich niet alleen zorgen over hun job, maar ook over de werkdruk. Door het wegvallen van 9 van de 110 rondes zou de duur van de resterende rondes met minstens 45 minuten worden verlengd en wordt de werkdruk dus aanzienlijk verhoogd. Bovendien klagen de vakbonden aan dat de aanwezigheid van Amazon het aantal pakjesleveringen doet afnemen.

 

Wordt er inderdaad een reorganisatie doorgevoerd, zoals de werknemers vrezen? Zo ja, wat zullen de gevolgen zijn? Men spreekt niet over directe ontslagen, maar misschien heeft ze wel effect op de werkdruk.

 

Beaamt u de klacht van de vakbonden dat Amazon door oneerlijke concurrentie het aantal pakjes bij de post aanzienlijk deed krimpen?

 

07.03  Petra De Sutter, ministre: Monsieur le président, madame Bonaventure, mevrouw Vindevoghel, comme vous le savez, le marché des lettres, l'activité historique de bpost, est en déclin structurel et cela contraste avec la forte croissance du marché des colis où bpost opère dans un environnement très concurrentiel. Afin d'assurer l'avenir de l'entreprise et l'emploi de ses nombreux collaborateurs, bpost doit en permanence réorganiser ses activités, ce qu'elle entend faire de manière socialement responsable.

 

De werkonderbreking in het distributiecentrum van Les Plenesses maakt deel uit van de ruimere context. Geruchten over een op handen zijnde reorganisatie hebben tot een spontane actie geleid. De operationele leiding van het distributiecentrum heeft aan het personeel uitgelegd dat het bedrijf flexibel moest kunnen omgaan met grote schommelingen in de hoeveelheid pakketten, zowel op wekelijkse basis als op seizoensbasis. Die behoefte werd nog geaccentueerd door de beslissing van een grote klant om een groot deel van zijn pakketten zelf te bezorgen.

 

De operationele leiding heeft ook de precieze elementen van de reorganisatie van de diensten aangegeven en ook de bereidheid van de onderneming om te reorganiseren zonder ontslagen onderstreept.

 

Het sociaal overleg wordt in het kader van de dialoog- en overlegpraktijken van de onderneming op die manier voortgezet.

 

Effectivement, neuf personnes seront réaffectées vers d'autres sites afin de réaliser cette réorganisation de manière responsable et socialement équilibrée. Je vous remercie.

 

07.04  Chanelle Bonaventure (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. J'étais ce matin aux côtés des travailleurs de bpost aux Plenesses. Ils ont décidé de prolonger la grève en ce début de semaine. La prochaine concertation a lieu demain. Leurs espoirs sont grands: ils ont besoin d'être rassurés quant à leur avenir et à la sécurité de leur emploi à long terme.

 

Madame la ministre, je resterai attentive à l'évolution de la situation des travailleurs de bpost et je sais que vous le serez également.

 

07.05  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): De bezorgdheid van de werknemers is groot. Daarom worden de acties ook verlengd. Zij willen vooral stabiliteit. We moeten ons toch kunnen inbeelden wat het concreet betekent als de ronde verandert en ze plots naar een heel andere plaats moeten gaan. Een alleenstaande mama met dochter getuigt bijvoorbeeld hoe zij en andere werknemers zich gedurende de hele pandemie enorm hebben ingezet en zijn blijven werken, terwijl men hen nu plots laat vallen, de openbare dienst niet meer belangrijk is en men geen rekening meer houdt met de werknemers. Voor haar betekent de verandering van ronde een complete verandering van haar leven. Dat is toch niet min. Hopelijk zal de directie goed luisteren naar het personeel om tegemoet te komen aan zijn zorgen en vragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De woon-werkverkeervergoeding voor de werknemers van bpost en Proximus" (55026608C)

08 Question de Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Les frais de déplacement domicile-lieu de travail pour les travailleurs de bpost et Proximus" (55026608C)

 

08.01  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Door alweer prijsstijgingen aan de pomp hebben werknemers het heel zwaar. Vorige week hoorde ik op een actie van het ABVV waar ik aanwezig was hoe sommigen zich ziek moesten melden of in hun auto slapen, omdat ze de transportkosten niet meer kunnen betalen. Het ligt voor de hand dat ook de werknemers van bpost, die niet zo'n hoog loon hebben, vroege ploegendienst doen en dus het openbaar vervoer niet kunnen gebruiken, zich zorgen maken over hun benzinekosten.

 

Op welke manier zullen de overheidsbedrijven, Proximus en bpost, tegemoetkomen aan de gestegen brandstofprijzen?

 

Betalen de overheidsbedrijven het woon- werkverkeer volledig terug?

 

08.02 Minister Petra De Sutter: Ik zal per overheidsbedrijf overlopen wat ze doen wat de brandstof betreft en de terugbetaling van het woon-werkverkeer.

 

Bij Proximus beschikken sommige werknemers over een bedrijfswagen, andere niet. Voor wie een bedrijfswagen ter beschikking heeft, ligt het mobiliteitsbudget vast. Dat staat los van de brandstofprijs. Voor werknemers die veel kilometers moeten afleggen, is er zelfs een soort onbeperkt brandstofabonnement. Dat wordt natuurlijk verrekend met het mobiliteitsbudget, maar ook dan is de brandstofprijs relatief neutraal.

 

Er is uiteraard ook veel flexibiliteit wat de alternatieven voor wagens betreft. Men stimuleert groene mobiliteit, bijvoorbeeld het gebruik van de trein, ook voor wie een salariswagen heeft.

 

Voor werknemers zonder salariswagen zoekt Proximus naar oplossingen. Uiteraard werden er enkele politieke maatregelen genomen. Hoe dan ook ontvangen werknemers tegemoetkomingen voor het openbaar vervoer en fietsvergoedingen. Afhankelijk van het profiel kunnen er nog andere opties voorgesteld worden.

 

Voor werknemers die met een private wagen naar het werk rijden verleent Proximus geen financiële bijdrage voor het brandstofverbruik van woon-werkverkeer. De administratieve gebouwen liggen allemaal dicht bij een station, wat een incentive kan zijn om het openbaar vervoer te gebruiken. Bovendien herinnert het bedrijf eraan dat de salarissen in oktober, februari en april werden geïndexeerd.

 

Bpost ondervindt als logistiek bedrijf natuurlijk ook de gevolgen van de stijging van de brandstofprijzen en heeft een aantal maatregelen genomen. Ten eerste heeft bpost de vergoeding voor verplaatsingen om dienstredenen met het persoonlijke voertuig opgetrokken tot het maximaal toegelaten bedrag. Daarnaast zal de niet-recurrente bonus in maart in plaats van in april worden uitbetaald. De psychosociale dienst staat klaar om ondersteuning te bieden aan werknemers die echt met financiële problemen kampen. Bpost biedt ook de dienstverlening van vzw Actisoc aan om mensen met financiële problemen te helpen. Iedereen met een jaar anciënniteit kan eenmalig een beroep doen op een terugvorderbaar hulpgeld tot maximaal 500 euro, dat zonder interestkosten ter beschikking wordt gesteld en na maximaal twaalf maanden moet worden terugbetaald.

 

Ten slotte vergoedt bpost de kosten voor de verplaatsingen van en naar de werkplek. Dat is door het paritair comité vastgelegd. De vergoeding voor verplaatsingen met een persoonlijk voertuig of via carpooling verschilt naargelang het al dan niet om een gemotoriseerd persoonlijk voertuig gaat. Het betreft een dagelijkse vergoeding per gepresteerde dag. Voor een gemengd traject auto en fiets worden de afstanden afzonderlijk berekend en vergoed. De vergoeding van verplaatsingskosten is belastingvrij tot een bepaald maximum. Voor verplaatsingen met de fiets is de vergoeding altijd vrijgesteld van belastingen.

 

Voorts wil bpost nog initiatieven nemen om carpooling te versterken, waardoor een hogere vergoeding mogelijk wordt.

 

08.03  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Dank u voor het antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De toekomst van de grote sorteercentra van bpost" (55026612C)

09 Question de Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'avenir des grands centres de tri de bpost" (55026612C)

 

09.01  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, tijdens de hoorzitting met bpost ceo Tirez konden we horen dat de brievenpost blijft dalen en dat door de oneerlijke concurrentie men nu ook dreigt een belangrijk volume aan pakjes te verliezen. Hierdoor komt de toekomst van de 5 grote bpostsorteercentra onder druk te staan.

 

Onze vragen:

* Kunt u garanderen dat de grote postsorteercentra in Brussel, Luik, Antwerpen, Charleroi en Gent zullen openblijven de komende jaren?

* Hoe ziet bpost de toekomst van deze postsorteercentra? Op welke capaciteit werken zij vandaag?

* Hoeveel werknemers zijn er actief in de 5 grote postsorteercentra?

 

09.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Vindevoghel, u begrijpt dat ik het heel belangrijk vind dat bpost economisch, sociaal en ecologisch duurzaam kan werken. De CEO is in de commissie komen toelichten dat de postmarkt snel en grondig evolueert. De brievenvolumes zullen dalen, de pakjesvolumes zullen stijgen en de concurrentie neemt toe; we hebben het er hier voortdurend over.

 

Wat betreft de huidige industriële sorteercentra in Antwerpen, Brussel, Charleroi, Gent en Luik, bekijkt bpost voortdurend hoe men het functioneren daarvan kan optimaliseren in veranderende marktomstandigheden. Die sites zijn allemaal geografisch optimaal over het grondgebied verdeeld en zijn een ruggengraat voor het logistieke netwerk van bpost. Het bedrijf zal blijven maximaal gebruikmaken van dit netwerk. Concreet betekent dit dat bpost zal blijven investeren in voorbereidingsactiviteiten van brieven en pakjes om lagere volumes van brieven te compenseren door nieuwe activiteiten. Tegelijk met de toenemende volumes van pakjes neemt het sorteren daarvan ook een groter aandeel van de activiteit en plaats in deze centra in. Brieven dalen proportioneel natuurlijk zowel in gebruikte oppervlakte als in volume en activiteiten ten gunste van pakjesactiviteiten. We weten dat. Het komt erop neer dat de vijf centra zeker zullen blijven bestaan.

 

09.03  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Ik had gevraagd naar het aantal werknemers. Hebt u daar een idee van? Dat was de laatste vraag.

 

09.04 Minister Petra De Sutter: We zullen u dat bezorgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "bpost en de elektronische aangetekende zendingen" (55026616C)

10 Question de Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "bpost et les envois recommandés électroniques" (55026616C)

 

10.01  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister

 

Tijdens de hoorzitting van de Commissie Mobiliteit op 15/03 met de voorzitter en CEO van bpost werd ook kort van gedachten gewisseld over elektronisch aangetekende zendingen. De ambities van bpost op dat vlak blijken maar mager te zijn.

 

Elektronische aangetekende zendingen zijn veel milieuvriendelijker en er zijn nu al drie spelers die dit op de Belgische markt aanbieden. Tevens werkt de regering op basis van een wetsvoorstel van mijn hand aan een wetsontwerp om de elektronische aangetekende zending verder wettelijk te omkaderen, zodat zoveel mogelijk burgers en ondernemingen hiervan gebruik zouden gaan maken.

 

Vandaar volgende vragen:

Hoe staat u tegenover de elektrische aangetekende zending?

Waarom stimuleert u bpost niet om daar méér op in te zetten?

Is dit voor bpost niet een soort cash cow die geslacht dreigt te worden? Zijn de klassieke aangetekende zendingen in België niet veel duurder dan in het buitenland? Werd dit door u, uw kabinet of administratie al bekeken?

Hoe denkt bpost die inkomsten te recupereren als die over enkele jaren gaan uitdoven?

 

10.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Freilich, ik werk samen met staatssecretaris Michel en de ministers Vandenbroucke en Dermagne aan de aanpassing van het wetsontwerp betreffende de e-Box.

 

Een van de aanpassingen zou de mogelijkheid kunnen zijn voor aanbieders van een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende zendingen om burgers die daarvoor de toestemming geven via de e-Box een kennisgeving te sturen dat op hun platform een elektronische aangetekende zending beschikbaar is. Men verwacht dat daarmee het gebruik van dit soort zendingen zal verhogen, maar we moeten ook altijd letten op wie niet mee is met de digitale evolutie. Dat zullen we zeker doen, maar globaal genomen sta ik helemaal achter deze evolutie en zal ik deze wetsaanpassing steunen.

 

Het is niet aan mij om de commerciële strategie van een autonoom overheidsbedrijf te bepalen. Bpost volgt de markt op en de ontwikkelingen en de evolutie van de verwachtingen van klanten. Het bedrijf heeft mij ook laten weten dat het verbeteren van de klantenervaring voor zowel de verzender als de ontvanger een prioriteit is. Wat betreft deze aangetekende zendingen verbetert bpost de papieren versie door ze aan te vullen met hybride toepassingen, zoals Sign For Me of QuickStamp. De ervaringen van zowel verzenders als ontvangers zijn op dit punt positief.

 

Ik verwijs naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 394 van mevrouw Dewulf, waarin ik reeds meer informatie over deze diensten heb gegeven. Er zijn ook diverse projecten in ontwikkeling die nog in de loop van dit jaar zullen worden gelanceerd.

 

10.03  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. We weten dat bpost volledig autonoom is, maar er is het beheerscontract dat u mee in een bepaalde richting kunt duwen. Ik verwacht dat u daarover uw zegje zult doen. U bent minister voor Groen. Een elektronische aangetekende zending is vrij groen, aangezien er geen brief meer moet worden afgedrukt en rondgedragen. Ik hoop dat we daarover iets meer kunnen lezen in het volgende beheerscontract.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De staatssteun aan bpost" (55026620C)

11 Question de Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Les aides d'État à bpost" (55026620C)

 

11.01  Michael Freilich (N-VA): Ik verwijs naar mijn ingediende vraag.

 

Mevrouw de minister, tijdens de hoorzitting in de kamercommissie Mobiliteit met bpost CEO Dirk Tirez en voorzitter Audrey Hanard op 15 maart werd er aangehaald dat de Europese Commissie van 2009 tot 2012 een onderzoek heeft gevoerd naar de activiteiten van bpost sinds de jaren 1990, en dat de Europese Commissie in het lijvige onderzoeksrapport van 19000 bladzijden besloten zou hebben dat er geen sprake was van overcompensatie door illegale staatssteun en dat bpost geen enkel onrechtmatig voordeel zou hebben genoten met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden.

 

In 2012 werd bpost echter veroordeeld door de Europese Commissie om staatssteun ten belope van 417 miljoen euro bruto terug te betalen voor de periode tot 2010. In 2013 volgde nog een veroordeling tot terugbetalen van een bedrag van 119 miljoen euro bruto, voor de periode 2011-2012.

 

Vandaar volgende vragen:

Is het door CEO Tirez vernoemde onderzoeksrapport bekend bij u of uw kabinet?

Kan u bevestigen dat de inhoud van dit rapport ook effectief stelt dat bpost in de onderzochte periode geen enkel onrechtmatig voordeel zou hebben genoten met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden, en de door bpost verschafte informatie dus effectief juist is?

Het aandeel statutairen bij het personeel van bpost is sedertdien natuurlijk drastisch gedaald, en bpost werkt bijvoorbeeld momenteel vaak met bezorgers onder bediendenstatuut. Bent u bereid om voor de periode 2012-2022 een onderzoek te vragen bij de Europese Commissie naar loon- en arbeidsvoorwaarden bij bpost in het kader van oneerlijke concurrentie?

Indien u hiertoe niet bereid zou zijn of zulks niet zou kunnen, zou het wat u betreft eventueel een mogelijkheid kunnen zijn om aan het Rekenhof dergelijk onderzoek te vragen?

 

11.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Freilich, wij hebben het hier al een keer over gehad, dus ik zal daarop verdergaan. Uw vraag gaat over de inhoud van het toenmalige onderzoek. De terugbetaling van een bedrag van 417 miljoen euro gaat over de overcompensatie gegeven via de beheerscontracten tussen bpost en de Staat. Sinds 2012 zijn natuurlijk nieuwe beheerscontracten afgesloten. Die volgen de procedures, waaronder de aanmelding bij de Europese Commissie, die vervolgens de staatssteun van de Belgische Staat aan bpost zeer grondig controleert.

 

U vroeg ook naar de verschillende personeelsstatuten. Ik herinner u er graag aan dat de werkgever van statutaire werknemers de loonlast voor perioden waarin niet wordt gewerkt wegens arbeidsongeschiktheid – bijvoorbeeld door ziekte in de privésfeer of beroepsziekten en arbeidsongevallen – op zich dient te nemen. De werkgeversbijdragen en de persoonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid verschuldigd voor de tewerkstelling van statutaire werknemers is daarom lager dan deze die geldt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst. Bpost geniet dan ook geen socialezekerheidsvoordeel indien rekening wordt gehouden met de kosten van socialezekerheidsbijdragen en met de kosten die rechtstreeks door bpost moeten worden gedragen en moeten worden gefinancierd in het kader van de arbeidsongeschiktheid van statutair personeel. Dat wordt vaak niet meegenomen in de rekenoefening. Als men het uitrekent, komt dat uit op hetzelfde.

 

In 2012 is de Europese Commissie ook tot die conclusie gekomen, vandaar zou een nieuw onderzoek geen maatregel van goed bestuur zijn. De omstandigheden zijn sinds 2012 namelijk fundamenteel niet gewijzigd.

 

11.03  Michael Freilich (N-VA): Ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: It always seems impossible until it's done.

 

Mevrouw de minister, collega's, dank u voor uw deelname.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.59 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 59.