Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

 

van

 

Dinsdag 17 september 2024

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 17 septembre 2024

 

Après-midi

 

______

 

De behandeling van de vragen vangt aan om 10.16 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Oskar Seuntjens.

Le développement des questions commence à 10 h 16. La réunion est présidée par M. Oskar Seuntjens.

 

01 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De langetermijnfinanciering van het nucleaire passief en de stand van zaken rond Hedera" (56000085C)

01 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le financement à long terme du passif nucléaire et l'état d'avancement de Hedera" (56000085C)

 

01.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik heb meteen een vraag over het nucleaire passief, waarover ik u in de vorige legislatuur reeds verschillende malen heb bevraagd. Het Rekenhof toont hiervoor in het 181ste boek met betrekking tot de rekeningen 2023 ook belangstelling. Het betreft in het bijzonder de langetermijnfinanciering van het nucleaire passief.

 

De definitieve financieringsbeslissing dateert van 29 maart 2024, maar die heeft enkel betrekking op 2024. Het Rekenhof stelt dat de KB’s die de financiering van de verschillende passiva regelen in maart en april 2024 zijn goedgekeurd, maar dat ze niets bevatten over een vijfjaarlijkse financiering. NIRAS geeft aan dat het gebrek aan langetermijnfinanciering belangrijke projecten, die bijvoorbeeld op basis van inspectieverslagen noodzakelijk zijn, in het gedrang brengt. Uiteindelijk is er een oplossing à l’improviste gevonden waarbij het Nationaal Instituut voor Radio-elementen, dat niet tot de consolidatieperimeter behoort, de kosten tijdelijk voorfinanciert. Bovendien is voorzien in verschuivingen naar latere begrotingen.

 

Kortom, het Rekenhof beveelt de regering aan om snel werk te maken van een langetermijnvisie en een structurele financiering. U zult mij zeggen dat alles in de nieuwe openbare instelling Hedera zal zitten. We hebben op 26 april 2024 daaromtrent een wet goedgekeurd. Die uitgaven zullen daaronder vallen.

 

Wat is uw reactie op de opmerkingen van het Rekenhof? Hoe zal Hedera NIRAS beschermen tegen ESR-effecten, die gezien de grote voor de komende 10 à 15 jaar geplande uitgaven moeilijk te beheersen zijn? Wat betekent dat voor de NIRAS-begroting 2025? U mag niet vergeten dat NIRAS eind 2023 reeds aan de alarmbel trok. Mijn collega Van Lommel heeft u daar destijds nog over bevraagd.

 

Zijn de koninklijke besluiten die de oprichtingswet van Hedera moeten uitvoeren klaar en gepubliceerd? Straks zullen we het in de actualiteitsdebatten uiteraard nog hebben over het akkoord met ENGIE in zijn geheel, waarvan Hedera ook deel uitmaakt.

 

01.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, bedankt voor uw vraag over de langetermijnfinanciering van het nucleaire passief. Dat is inderdaad een belangrijke werf voor ons land, waarvoor we in de vorige legislatuur toch belangrijke stappen vooruit gezet hebben.

 

Het gaat over een vaak onderbelicht aspect van de nucleaire sector. Deze nucleaire passiva dateren immers niet van gisteren, zelfs niet van eergisteren, maar gaan decennia terug in de tijd, zelfs tot het begin van de jaren 70 als het gaat over BP1 en BP2, de afkortingen voor de afbraak en sanering van de site Eurochemic. De passiva van het SCK, naar aanleiding van het Transnuklearschandaal, gaan zelfs al terug tot het einde van de jaren 80. Ze zijn dus vele decennia oud.

 

Er was sindsdien geen globaal zicht op de kosten van die gigantische saneringsoperatie. Dat was dan ook de aanleiding om in het begin van de vorige legislatuur die spending review te lanceren. We wilden deze kosten namelijk inzichtelijk en transparant maken, om daar enige structuur in te brengen. Het resultaat was vrij verbijsterend en heeft aangetoond dat er, boven op de twee miljard die de Belgische Staat op dat moment reeds had uitgegeven, nog zes miljard zal moeten worden uitgegeven in de komende decennia.

 

In de aanbevelingen in het eindverslag van die spending review, die ook uiteengezet zijn in het verslag van het Rekenhof over de beheersing van de bestuurlijke risico's in de instellingen van de nucleaire sector van de Staat, was er sprake van onvoldoende toezicht en onvoldoende monitoring. Bovendien was er ook een onderfinanciering in de vastgelegde vijfjarenplannen. Daardoor vroegen NIRAS en Belgoprocess ons om bijkomende middelen vrij te maken. We zijn daarop ingegaan en hebben in 2023 eenmalig een verhoging van 45 miljoen toegekend, bovenop wat voorzien was in dat vijfjarenplan.

 

In het kader van de onderhandelingen met ENGIE hebben we dan een opportuniteit gezien om het beheer van het afval verder te structureren en stroomlijnen. In het kader van de onderhandelingen met ENGIE is er immers een waste cap afgesloten van 15 miljard euro voor het A-, B- en C-afval. Tegelijkertijd was het echter ook cruciaal voor ons om in de toekomst nieuwe passiva te vermijden.

 

Verder moesten de bedragen die verbonden zijn aan de uitgave van die 15 miljard euro onderworpen worden aan specifieke opvolging en toezicht via de Hederawet, waarnaar u verwees. Hedera is verantwoordelijk voor het beheer van de activa, het onder controle houden van de uitgaven en het ter beschikking stellen van de nodige liquide middelen op het juiste moment.

 

Dit werk zal Hedera doen voor de waste cap van 15 miljard euro. Als het gaat over de nucleaire passiva, is het in handen van de toezichtcomités. Die toezichtcomités zijn niet permanent.

 

Het Rekenhof en de spending review bevelen aan dat Hedera ook die nucleaire passiva zou controleren, met behulp van externe deskundigen en het FANC. Dit zal, net zoals bij het financiële beheer, de mogelijkheid bieden om deze expertise binnen Hedera te ontwikkelen en te verankeren. Zo zal Hedera in staat zijn deze rol te vervullen, zowel voor de verplichtingen uit de deal met ENGIE als voor de passiva uit het verleden. Het zal schaalvoordelen opleveren door het geïntegreerde beheer van alle nucleaire passiva.

 

Wij denken dat de uitgaven waarvan de financiering door de overheid is goedgekeurd doeltreffender zullen worden gecontroleerd door Hedera. Men werkt dan immers met één centraal orgaan in plaats van verschillende niet-permanente toezichtcomités en dit onder prudentieel toezicht van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en onder algemeen toezicht van het Parlement. Het gaat hier niet louter over een centralisatie van het beheer van de middelen, maar vooral over een structurering van het dubbel algemeen en prudentieel toezicht.

 

Wij hebben die middelen verhoogd, maar we zijn ook afhankelijk van de duur van de periode van lopende zaken en van de stappen die daarvoor in de komende maanden gezet moeten worden. We hebben aan de administratie en NIRAS gevraagd dossiers voor te bereiden voor de overeenkomstige KB’s voor het jaar 2025, zodat de continuïteit van de werkzaamheden en de veiligheid gegarandeerd kunnen blijven, met name voor de benodigde middelen voor die passiva.

 

Wat het ESR betreft, worden we ook geconfronteerd met de moeilijkheid die we ervaren in alle dossiers waarbij de overheid uitgaven over meerdere jaren moet doen. Dezelfde moeilijkheden betreffende de uitgaven zijn we tegengekomen in het MYRRHA-dossier, waar er vastgelegde middelen zijn voor gespreide investeringen over verschillende jaren die soms worden herschikt. Voor de overheid zijn investeringen die over een langere periode lopen, dus ook die die te maken hebben met de nucleaire passiva, een grote uitdaging, zeker gelet op de moeilijke budgettaire situatie van ons land. Het is een uitdaging die wij al goed gedefinieerd hebben naar aanleiding van de planning van het beheer van de 15 miljard en van de uitgaven die gekoppeld zijn aan de nucleaire passiva. Daarvoor zijn vijfjarenplannen opgesteld, waarvoor nu uitgaven moeten worden gedaan.

 

We worden meteen al geconfronteerd met extra uitgaven en soms met uitgavenposten die verschoven moeten worden. Dat is vandaag dus al een uitdaging. We zijn wel aan het bekijken hoe we binnen de structuur van Hedera een robuustere planning kunnen krijgen, zodat NIRAS beter beschermd is. Eigenlijk wordt de financiering van de nucleaire passiva dus afgevlakt in de tijd, waardoor de toekomstige budgettaire beslissingen vergemakkelijkt worden. Zo zullen grote schommelingen vermeden worden in de financieringsbehoeften van NIRAS. Ook ESR-matig wordt de planning vergemakkelijkt, door een meer stabiele ESR-impact. Daarvoor zijn wij nu in overleg met het Instituut voor de Nationale Rekeningen, dat dit verder opvolgt.

 

Wat het overdragen van het beheer van de bestaande passieffondsen betreft, waarvoor binnen de Hederawet in een getrapt systeem voorzien is, zal het toezicht op de nucleaire passiva onmiddellijk worden uitgeoefend door de Commissie voor nucleaire voorzieningen, terwijl het inkantelen van de middelen op een later moment zal gebeuren. Die inkanteling zal worden geregeld bij koninklijk besluit. Eigenlijk is dit zo opdat er een ordentelijke overgang zou zijn van het bestaande systeem naar het nieuwe systeem. Ik hoop dat we daar snel werk van zullen kunnen maken. Ook hierover loopt een overleg tussen mijn administratie en NIRAS.

 

Kortom, er zijn aan de ene kant zeker cruciale stappen vooruit gedaan, getuige de documenten die u aanhaalde. De spending review van het Rekenhof blijft die opvolgen. Er is een wetgevend kader goedgekeurd, maar verdere opvolging zal natuurlijk nodig zijn. Het werk is zeker nog niet klaar. Het zal actief opgepakt moeten worden en men zal het actief vorm moeten geven, om ervoor te zorgen dat de juiste hoeveelheid aan middelen gebruikt wordt en wij niet zomaar geconfronteerd worden met extra kosten boven op de geraamde kosten. Ook zullen de uitgaven voldoende gecontroleerd moeten worden. Niet alleen de nog te vormen regering van deze legislatuur, maar ook vele regeringen nadien zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen om nu en in de toekomst in de noodzakelijke financiële middelen te voorzien.

 

01.03  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw zeer uitgebreid antwoord. De nieuwe collega's hebben door uw antwoord meteen kennisgemaakt met de inhoud van de Hederawet, zeker wat het nucleaire passief betreft. Ik dank u ook voor de verduidelijking over de ESR-uitdaging, als ik dat zo mag omschrijven. Dat aspect van de Hederawet zullen we in de komende maanden, misschien onder een nieuwe regering, zeker opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Actualiteitsdebat over de Prinses Elisabethzone en toegevoegde vragen van

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De invulling van de Prinses Elisabethzone en de haalbaarheid v.d. deadline voor de indienststelling" (56000060C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese goedkeuring van het staatssteundossier inzake offshore wind" (56000114C)

- Jean-Luc Crucke aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing van de EC betreffende het windmolenpark in de Noordzee" (56000118C)

02 Débat d'actualité sur la zone Princesse Elisabeth et questions jointes de

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La concrétisation de la zone Princesse Elisabeth et le respect de l'échéance de la mise en service" (56000060C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'approbation par l'Europe du dossier d'aide d'État concernant l'éolien offshore" (56000114C)

- Jean-Luc Crucke à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision de la CE relative au parc éolien en mer du Nord" (56000118C)

 

02.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt een mail gericht aan de commissie in verband met het CRM en u had het daarin ook over de lopende werven.

 

Een van de werven is de tender rond het offshorewindpark Prinses Elisabeth. De Europese Commissie heeft het staatssteundossier goedgekeurd. Ook de collega's zullen het daar straks over hebben. De aankondiging van de tender wordt voor 28 oktober verwacht.

 

Mijn vraag betreft de nodige voorstudies. Op de webstek van de bevoegde FOD staat dat er voorstudies zijn waarvan het resultaat nog niet is opgeleverd. Ik moet er wel aan toevoegen dat die webstek sinds 10 juni niet meer is bijgewerkt. Kunt u een stand van zaken geven?

 

We zitten met de realiteit van Ventilus en de noodzakelijke netversterking. In maart heeft de Vlaamse regering het GRUP rond Ventilus definitief goedgekeurd. Dat is heel belangrijk voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Elia, maar verschillende steden en gemeenten in West-Vlaanderen en ook ondernemings- en burgerplatforms hebben een verzoekschrift ingediend tot vernietiging van dat GRUP. Ik blijf heel geboeid door een zinnetje dat nog steeds op de webstek van de FOD staat: "De data van de voltooiing van deze twee projecten zijn namelijk twee essentiële parameters voor potentiële inschrijvers om hun bod voor te bereiden."

 

Ik weet uit de tijdslijn dat het de bedoeling is dat men in het eerste kwartaal een maand de tijd heeft om biedingen in te dienen, waarna een evaluatie volgt en dat u verwacht dat die omgevingsvergunningsaanvraag er toch komt in het eerste of tweede kwartaal van 2025. Wanneer dient volgens u de omgevingsvergunning uiterlijk te worden toegekend? Wanneer moeten de netversterkingsprojecten worden gefinaliseerd – er is immers ook de Boucle du Hainaut voor de verdere loten –, teneinde de data voor het operationeel worden van het eerste lot niet in het gedrang te brengen? Dat aspect blijft mij boeien.

 

02.02  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, op 13 september 2024 werd inderdaad bekendgemaakt dat de Europese Commissie het staatssteundossier voor de eerste kavel van de Prinses Elisabethzone heeft goedgekeurd. Dat werd althans in de communicatie van de Europese Commissie aangegeven. Er is ter zake sprake van een staatssteun ten belope van 682 miljoen euro voor 700 MW en een jaarlijkse productie van 2,6 TWh.

 

Uiteraard is het voor ons belangrijk om na te gaan op welke manier de Europese Commissie het dossier heeft bekeken en welke klemtonen de Europese Commissie legt, aangezien dat mogelijk effecten zou kunnen hebben voor de manier waarop we de twee volgende kavels moeten bekijken. Bovendien kunt u ongetwijfeld een timing geven voor het verdere verloop van de tenderprocedure en hoe een en ander juist in zijn werk zal gaan.

 

Ik heb daarbij een aantal vragen.

 

Ten eerste, hoe komt de Europese Commissie aan het exacte bedrag van 682 miljoen euro? Bestaat er een risico dat het bedrag zou kunnen worden overschreden in de loop van de duurtijd van het contract for difference?

 

Ten tweede, welke elementen heeft de Europese Commissie in het dossier benadrukt? Welke aandachtspunten heeft de Europese Commissie ter zake geformuleerd?

 

Ten derde, moeten er lessen worden getrokken voor de kavels 2 en 3?

 

Ten vierde, wat is de concrete timing van de tenderprocedure?

 

Ik dank u voor uw antwoorden.

 

02.03  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, pour ne pas être long par rapport aux questions qui ont déjà été soulevées, je crois qu'il faut tout d'abord se réjouir que la Commission européenne ait approuvé le financement public et la mise aux enchères de la première tranche. On ne peut évidemment pas regarder ce dossier sans avoir un œil sur la deuxième et la troisième tranche. Il y a forcément des leçons à pouvoir tirer de cette décision.

 

J'aimerais tout d'abord connaître vos impressions concernant votre lecture de cette décision. Est-elle conforme à vos attentes? Des éléments supplémentaires ou contradictoires ont-ils été apportés par rapport à ce que vous attendiez? Des conditions ou des paramètres ont-ils été soulevés par cette décision? À travers votre lecture, quels sont finalement les éléments de force et les difficultés éventuelles dont vous vous apercevez? On dit que le diable se cache souvent dans les détails et j'imagine bien que dans ce type de décision, le détail est sans doute l'élément sur lequel les esprits doivent pouvoir être frappés, si besoin en est.

 

Comment percevez-vous l'évolution de l'agenda maintenant que cette décision est prise, du moins qu'elle a été approuvée par la Commission? Est-on dans le timing prévu ou estimez-vous qu'il y a, là aussi, des éléments sur lesquels l'attention devrait être portée – que cela soit par vous-mêmes ou par d'autres – dans l'évolution du dossier? Il serait intéressant de pouvoir faire le point sur le schéma chronologique des choses telles qu'elles devront se dérouler avant de pouvoir opérationnaliser et concrétiser le dossier sur le terrain.

 

02.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil het eerst even hebben over de voorstudies, omdat dit een apart element is. Alle veldstudies werden opgeleverd. De resultaten zitten al in de onlinedatabank. Enkele desktopstudies, die gebaseerd zijn op de resultaten van de veldstudies, zitten momenteel in finale fase. Ze zullen binnenkort ook opgeladen worden in de databanken. Dan zijn er nog het archeologisch assessment, het wind-resourceassessment en het metoceanassessment, dat betreft meteorologie, oceanografie en de metoceandesigncondities. Die drie studies bevinden zich in de finale fase van uitvoering. Het rapport met betrekking tot de geologische parameters doorloopt momenteel het certificeringsproces.

 

Dan kom ik aan het staatssteundossier voor de PEZ. Ter herinnering, de PEZ is een zone in de Noordzee waar we tot 3,5 gigawatt aan capaciteit zullen ontwikkelen. Dat zal in drie stukken gebeuren. Er komt een eerste kavel van 700 megawatt en nadien komen de loten 2 en 3, met telkens meer dan 1 gigawatt.

 

De huidige beslissing van de Europese Commissie gaat over de eerste kavel, die van 700 megawatt. Die beslissing gaat alleen over de eerste kavel omdat wij besloten hebben om dat dossier aan te melden onder TCTF, het Temporary Crisis and Transition Framework, dat door de Commissie op poten is gezet in het kader van de energiecrisis. Dat maakte het voor lidstaten mogelijk om projecten die de onafhankelijkheid van Europa, de transitie en de uitrol van hernieuwbare energie kunnen versnellen, via een versnelde procedure goedgekeurd te krijgen op het vlak van staatssteun.

 

TCTF-dossiers die aangemeld worden, komen ook met een externe deadline. De uitkomst van die versnelde procedure, in dit geval goedkeuring, impliceert ook dat staatssteun gegund moet worden uiterlijk op 31 december 2025. Daarom hebben we alleen de eerste kavel aangemeld onder TCTF. We kunnen de twee andere loten immers niet afronden op uiterlijk 31 december 2025.

 

Mijnheer Wollants, de Commissie heeft inderdaad via een persbericht gecommuniceerd. We wachten zelf ook nog op de integrale beslissing. Ik kan u daarover uiteraard heel veel vertellen, want dat is een intensieve onderhandeling geweest met de Commissie. Het bedrag dat daarin vermeld wordt, 682 miljoen euro voor 700 megawatt voor de jaarlijkse positie van 2,6 terawattuur, komt eigenlijk uit de strike price-studie. Voorafgaand aan en tijdens de opstelling van het KB Tender werd een studie uitgevoerd om de mogelijke en eveneens de maximale strike price te berekenen.

 

In het kader van de bepaling van de strike price zijn ook Aurora-prijscurves gebruikt, die inzage geven in of een indicatie geven van de verwachte evoluties van de elektriciteitsprijs. Die berekening is gemaakt met de te verwachten strike price en met een scenario van een high, medium en low elektriciteitsprijs, afkomstig uit die Aurora-prijscurves.

 

Dezelfde prijscurves zijn overigens ook gebruikt voor het dossier betreffende de levensduurverlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3, een dossier dat momenteel nog loopt bij de Europese Commissie. De 682 miljoen euro is het meest pessimistische scenario, namelijk met lage energieprijzen – het gaat over 49,9 euro per megawattuur. Ik wil daarbij wel aanvullen dat het over capture values gaat, terwijl in het dossier voor Doel 4 en Tihange 3 de baseload values gebruikt zijn, dus daar zit een klein verschil op.

 

Waarom hanteren we dat pessimistische scenario? Inzake staatssteun zal de Commissie bij een aangemeld dossier het maximumbedrag bepalen, maar als dat met meer dan 20 % overschreden wordt, moet het dossier opnieuw aangemeld worden. Door uit te gaan van het meest pessimistische scenario, verwacht ik niet dat we hoger zouden kunnen uitkomen.

 

Je réponds maintenant à une autre série de questions qui ont été posées et que je résumerai de la sorte: quels étaient les éléments les plus pertinents sur lesquels la négociation avec la Commission a vraiment porté? 

 

Ter zake zou ik de nadruk willen leggen op twee elementen waarover we met de Europese Commissie lang hebben gesproken.

 

Ten eerste, wat de Europese Commissie heel goed vond, was dat we werken met een two-sided capability-based contract for difference.

 

Cela signifie que les bénéficiaires reçoivent ainsi une compensation pour la production potentielle, et non pour la production réelle. Selon la Commission, cette pratique est plus conforme au fonctionnement du marché, en soutenant donc le réseau électrique et en offrant une plus grande sécurité de financement. Bien évidemment, il en résulte que l'on stimule de la sorte au maximum la disponibilité des éoliennes. Cela vaut aussi dans le dossier de Doel 4 et Tihange 3, qui sera abordé dans le débat suivant. En effet, là encore, le guideline visait à obtenir une disponibilité maximale.

 

De guideline was ook hier een maximale beschikbaarheid.

 

Donc, le fait que nous soyons les premiers à travailler avec un capability-based contract for difference a été très apprécié par la Commission européenne, qui nous a également indiqué lors de l'approbation du mécanisme que la Belgique constitue un exemple à suivre pour les autres États membres.

 

Un autre élément important était le correctiefactor voor de onbalans.

 

We weten dat er zeker voor de eerste 700 megawatt een eventuele beperking in het net, een grote onbalans, zou kunnen optreden. We zien ook nu al dat er soms momenten zijn met zeer negatieve prijzen, omdat er een grote beschikbaarheid is van windenergie op momenten dat de vraag iets lager is. Als het net onvoldoende flexibel en versterkt is, kan dat leiden tot grote onbalans en curtailment.

 

Wij hadden aanvankelijk in ons mechanisme voorzien om daarvoor een vergoeding te geven. Dat is immers een risico voor de ontwikkelaar. Hij kan daarmee geconfronteerd worden, hoewel hij daarvan niet altijd de oorzaak is. Hij kan namelijk geconfronteerd worden met een net dat onvoldoende sterk is. We wilden dat risico dus vergoeden met een een-op-eenvergoeding. De Commissie heeft dat echter geweigerd. Dat zou immers te weinig risico's bij de ontwikkelaar laten en mogelijk een negatieve impact hebben op het marktgedrag. Als de prijzen negatief zijn, is er te veel energie en moet er afgeschakeld worden.

 

De Commissie begreep dus wel wat we wilden doen en erkende dat er een probleem is op onze onbalansmarkt. Die is namelijk niet liquide. Dat is dus een probleem aan de ene kant van het net, maar er is ook een probleem aan de andere kant van het net. Er is namelijk te weinig flexibiliteit en capaciteit om dat te kunnen wegwerken. De Commissie zei dus dat ze zag wat we wilden doen, maar het had een te groot potentieel effect op de marktsignalen, die zouden kunnen worden verstoord.

 

We hebben daarvoor dus een alternatief gevonden. We zullen de onbalans wel vergoeden, maar op basis van de intradaymarkt. Deze vergoeding op basis van de intradaymarkt houdt in dat we een vraag zullen creëren op de intradaymarkt, zodat er capaciteit vrijgemaakt wordt om op de intradaymarkt te brengen, waardoor er een incentive gecreëerd wordt voor de ontwikkelaar om zelf die onbalansen weg te werken. We hopen dus dat de ontwikkelaar een vraag zal plaatsen op de intradaymarkt om een probleem op te lossen en dat er ook volumes zullen worden aangeboden op die intradaymarkt.

 

Dat is dus een heel belangrijk element. Ik leg daarop zoveel nadruk omdat dat niet stopt bij ons, omdat we iets hebben ingeschreven in het tenderdesign. Er zijn twee zaken die de komende jaren enorm belangrijk zijn.

 

Ten eerste moet de netbeheerder blijven werken aan betere forecasts. We hebben ook in het Energietransitiefonds (ETF) heel wat projecten, die we ondersteunen vanuit de federale overheid, die daarmee te maken hebben. Hoe beter men kan voorspellen, hoe beter men kan anticiperen en hoe minder men met dat probleem zal worden geconfronteerd.

 

Ten tweede is de onbalansmarkt, de intradaymarkt, vandaag te weinig liquide en er zal moeten worden gezorgd voor voldoende aanbod, ook op de intradaymarkt. Dat is absoluut een werf voor de komende jaren.

 

Het tweede element waarover we veel hebben gesproken met de Commissie is de beschikbaarheid van de elektriciteit voor de industrie en de burgers. U zult in het dossier zien dat het volledige volume wordt afgedekt met een CFD, maar dat er twee referentieprijzen zijn. Aan de ene kant is dat de day ahead en aan de andere kant de volumes die gedekt worden door een PPA.

 

Ik heb eurocommissaris Vestager een aantal keren ontmoet en in het begin vroeg zij mij waarom we dat zo ingewikkeld maken, waarom we niet gewoon kunnen komen met een dossier dat 100 % CFD is. Mijn antwoord was dat ik een industrie heb die vraagt om toegang te hebben tot langetermijncontracten met vaste prijzen. In dit dossier werden we geconfronteerd met aan de ene kant de ontwikkelaars, die zelf ook vragende partij waren van two-sided contracts for difference, waar 100 % van dat volume onder valt en ze wel afrekeningsbetalingen zouden doen naargelang de prijzen, maar ook met een aantal partners, zoals TotalEnergies en BASF, die niet moesten weten van two-sided contracts for difference en wel een zero bid zouden doen, ons zouden betalen en dat dan later wel zouden ontwikkelen.

 

Aan de andere kant had ik een veel grotere groep van industriële partners – zoals ArcelorMittal en Umicore, maar ook de medium caps, kleinere bedrijven – die zeiden dat hun grootste risico volatiliteit op de energieprijs is. We hebben de laatste jaren gezien dat de energieprijs bij het minste wat er op de internationale markt gebeurt omhoog- en omlaaggaat, wat het heel moeilijk maakt als een bedrijf bijvoorbeeld investeringen moet doen om de productiecapaciteit uit te breiden. Men wil weten wat de energiekosten zijn.

 

We hebben dus een heel grote vraag van onze industriesector om toegang te hebben tot elektriciteit aan vaste prijzen. We hebben ten aanzien van de Commissie altijd verdedigd dat we die mix moeten hebben om onze industrie daartoe toegang te geven. Dat was ook een beslissing die we politiek hadden genomen in de Energieraad, waar we hadden gezegd dat PPA's een belangrijk middel waren om de volatiliteit weg te nemen, want dat men dan de facto een loskoppeling van de gasprijs doet.

 

We hebben ter zake met de Commissie een zeer goed akkoord bereikt. Het is nu belangrijk dat er voor de volgende kavels stabiliteit gerealiseerd wordt. Het is een akkoord zonder voorwaarden. Het is een akkoord over het hele KB Tender. In principe zal dit KB Tender ook van toepassing zijn voor de kavels 2 en 3. In principe hoeven daaraan geen wijzigingen te worden aangebracht.

 

Uiteraard zal het resultaat van de eerste veiling wel geëvalueerd moeten worden. Het zal eerder daaruit zijn dat men lessen kan leren voor de volgende kavels dan uit het lopende dossier inzake staatssteun.

 

J'en viens au timing.

 

De einddatum, dus het punt dat niet in de tijd schuift, is 31 december 2025. De staatssteun is geldig tot en met die dag. Op dat moment moet er een definitieve gunning zijn. Tellen wij terug in de tijd, dan betekent dat dat wij er snel aan moeten beginnen.

 

Het plan is de tender te lanceren op 28 oktober 2024. Dat is dus over zes weken. Dat is ook gepubliceerd op de website van de FOD Economie. Dat is ook een heel duidelijk marktsignaal.

 

Hoe verloopt het verder? Er is een periode van negen maanden waarbinnen de kandidaat-ontwikkelaars kennis kunnen nemen van alle documenten en vragen kunnen stellen. Het volledige tenderproces zal via een onlineplatform lopen. Alle antwoorden op vragen zullen aan alle kandidaten worden bekendgemaakt, wat heel belangrijk is voor het level playing field. Gedurende de negende maand kunnen de kandidaten hun bod indienen. De einddatum daarvoor zal 28 juli 2025 zijn. Vervolgens start een evaluatieprocedure van drie maanden. De winnaar zal worden bekendgemaakt voor 31 december 2025. Vervolgens heeft de ontwikkelaar een termijn van 48 maanden om de bouw van het park te realiseren, waarbij de eerste turbines in 2028 operationeel zullen zijn.

 

Om de tender te lanceren op 28 oktober 2024, liggen wij vandaag op koers. Uiteraard wordt een aantal zaken nog in orde gebracht. Belangrijk daarbij zijn natuurlijk de milieuvergunning en het MB Kavels, dat daaruit volgt. Het platform moet klaar zijn voor het delen van de documenten. De tenderdocumenten moeten klaar zijn. Dat is allemaal op schema. Een aantal technische bijlagen van Elia en van de CREG moeten nog worden opgeleverd. Ook dat ligt op koers.

 

Er is ook nog het ministerieel besluit inzake de correctiefactor. In dat verband hebben wij echter de goedkeuring van de Europese Commissie over het principe maar ook over de formule, die dus in een ministerieel besluit zal moeten worden gegoten. Daartoe is er overleg geweest met de CREG, die het voorstel moet uitwerken en die ook heel nauw betrokken was bij het staatssteundossier. Ook op dat vlak verwacht ik geen problemen.

 

Monsieur Ravyts, j'en viens à Ventilus. Cela répond également à votre troisième question concernant les grands défis du projet, monsieur Crucke.

 

Comme vous le savez, Ventilus sera développé en même temps que le premier parc de la zone Princesse Elisabeth. Nous avons abordé en détail le calendrier de l'appel d'offres de ce premier parc éolien il y a quelques minutes. La construction et le raccordement via l'île énergétique se déroulent en parallèle. Il s'agit donc de différents projets, à la fois en mer, offshore (l'île et les câbles), et aussi sur terre, onshore (les projets de Ventilus et la Boucle du Hainaut). Ils sont exécutés simultanément afin de réaliser le renforcement du réseau et le raccordement des nouveaux parcs éoliens le plus rapidement possible. Ces différents projets doivent effectivement rester bien coordonnés. Le gestionnaire du réseau a besoin d'une période de trois ans pour construire Ventilus. Pour terminer cela fin 2028, le permis d'urbanisme de Ventilus doit être délivré au plus tard au cours du second semestre de 2025. Il s'agit donc d'un calendrier sans doute ambitieux, mais quand même réaliste. Le gouvernement flamand a finalisé la procédure GRUP pour Ventilus au printemps 2024. La demande de permis et l'étude d'impact sur l'environnement sont en cours de préparation.

 

Monsieur Crucke, j'en viens à votre question sur les éventuelles difficultés que le dossier pourrait encore rencontrer. La réponse est aussi relativement simple. Nous faisons tout pour que cela réussisse. Sans doute y aura-t-il encore des choses inattendues. C'est toujours le cas dans n'importe quel projet, pas uniquement dans les projets en énergie. C'est exactement la raison pour laquelle ce dossier retient encore toute mon attention et celle de mon équipe. Ce n'est pas le moment de lâcher, c'est le moment de bien tout coordonner, de tout mettre en route.

 

Chaque solution amène de nouvelles difficultés mais il est très important pour notre pays que nous ayons accès à ces 3,5 gigawatts de capacité en mer du Nord. J'ose donc espérer que mon successeur agira de la même façon dans l'intérêt du pays, de notre industrie et de nos citoyens. Il y a toujours une législature pendant laquelle on dessine le cadre régulateur, puis, durant la législature qui suit, on construit le tout.

 

We geven het stokje door, voor een goede zaak, namelijk betaalbare elektriciteit voor onze gezinnen en industrie.

 

02.05  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het is inderdaad een heel belangrijke werf voor de bevoorradingszekerheid in dit land. U zei dat de omgevingsvergunning voor Ventilus in het tweede kwartaal van 2025 rond zou moeten zijn. Als dat niet het geval zou zijn, zullen er dan biedingen komen van ontwikkelaars voor eind juli 2025? Dat is een belangrijke vraag met betrekking tot de slaagkansen van dit project.

 

Ik dank u voor de uitvoerige uitleg over de staatssteun en de visie van de Europese Commissie.

 

02.06  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, we zullen inderdaad moeten bekijken wat het contract for difference – in het Nederlands heet dat een bijpascontract – zou kunnen kosten. Het gaat natuurlijk in de twee richtingen, want het andere eind van de curve ligt op een meerwaarde van iets meer dan een miljard. Dat is de prijsvork. We zullen inderdaad goed moeten bekijken waar we uiteindelijk zullen landen met dat verhaal.

 

De timing is ook relatief helder. U schoof een tijdschema naar voren met een toewijzing ten laatste op 31 december 2025. Dat wil zeggen dat een volledige realisatie in 2028 niet haalbaar is. Dat zal eerder eind 2029 worden. Het is immers zo dat vanaf de bekendmaking van de winnaar volgens de tenderprincipes de termijn van 48 maanden geldt.

 

02.07 Minister Tinne Van der Straeten: De eerste verbinding komt er in 2028. Dat zal inderdaad doorlopen in 2029. De bedoeling is steeds geweest om de gehele zone operationeel te hebben uiterlijk in 2030.

 

02.08  Bert Wollants (N-VA): We zullen ook moeten kijken naar de volgende kavels. Als er een evaluatie noodzakelijk is na de eerste kavel – en ik denk dat die noodzakelijk zal zijn – kan dat impact hebben op wat er gebeurt met de kavels 2 en 3. Daarvoor zal ook de nodige tijd moeten worden uitgetrokken. In uw tijdslijn leek het alsof dat haalbaar zou zijn tegen 2026 of 2027. De tijdspanne voor een grondige evaluatie wordt kleiner, maar het gaat inderdaad om een taak voor uw opvolger.

 

02.09  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse très complète et détaillée. On voit clairement, dans ce dossier, que le temps et l'argent sont comptés, l'un dépendant parfois de l'autre mais tout ne dépendant pas du fédéral. Comme vous l'avez précisé, les Régions auront également leurs responsabilités à prendre, ce qui ne simplifie pas toujours le dossier.

 

Ceci dit, une première étape a vraiment bien été franchie: 3,5 gigawatts, cela se mérite mais cela se travaille aussi. J'ai compris qu'il restait du travail à accomplir mais qu'il restait surtout énormément de suivi et d'attention à apporter à un dossier si on veut que cette énergie durable puisse effectivement servir tant aux citoyens qu'aux entreprises.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Débat d'actualité sur la prolongation des centrales nucléaires et questions jointes de

- Jean-Luc Crucke à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'avis de la CE sur les aides d'État relatives à la prolongation de deux centrales nucléaires" (56000066C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'enquête européenne sur le soutien public de la Belgique en vue de prolonger Doel 4 et Tihange 3" (56000092C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'enquête de la Commission européenne sur les aides d'État dans le cadre de l'accord avec ENGIE" (56000109C)

03 Actualiteitsdebat over de verlenging van de kerncentrales en toegevoegde vragen van

- Jean-Luc Crucke aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het advies van de EC over staatssteun voor de verlenging van de levensduur van twee kerncentrales" (56000066C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Europese onderzoek naar de Belgische overheidssteun voor de verlenging van Doel 4 en Tihange 3" (56000092C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het onderzoek van de Europese Commissie naar de staatssteun bij de ENGIE-deal" (56000109C)

 

03.01  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, le 22 juillet, la Commission européenne a remis un premier avis sur les aides d'État relatives à la prolongation de l'exploitation des centrales nucléaires Doel 4 et Tihange 3. En même temps, comme le prévoit le processus, elle a décidé d'ouvrir cette enquête approfondie qui permet à tout tiers intéressé d'exprimer ses observations.

 

Nous reconnaissons que l'avis émis par la Commission est largement favorable, ce dont nous nous réjouissons. Ce n'est pas sur cet avis favorable que je vais vous questionner mais sur les quelques nuages qui malgré tout persistent, comme dans tout dossier, et sur les doutes que la Commission peut avoir à l'égard de trois éléments plus précis.

 

Il s'agit de la compatibilité de l'aide avec les règles du marché intérieur, de la nécessité ou non de créer une coentreprise BE-NUC et de l'indemnisation d'un montant de 15 milliards d'euros pour le transfert des risques liés aux déchets nucléaires. Par rapport à ces trois éléments, dont l'importance ne doit ni être minorée ni exagérée au point de masquer les autres, j'aimerais recueillir votre réaction et votre sentiment sur la manière dont vous considérez que ces trois points peuvent être abordés.

 

Comme je l'ai fait dans ma question précédente, je pense qu'il est important à ce stade de préciser chronologiquement les étapes à venir, non seulement eu égard à la Commission mais également au processus décisionnel belge.

 

03.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, die andere grote werf inzake de bevoorradingszekerheid is het akkoord over de verlenging van de levensduur van twee kernreactoren. Als onderdeel van dat akkoord zijn er zeer veel maatregelen genomen.

 

De Europese Commissie bekijkt al die maatregelen als één geheel. Hoewel de Belgische maatregel gerechtvaardigd lijkt, aldus de Commissie, twijfelt de Commissie in dit stadium over de verenigbaarheid met de Europese staatssteunregels. Het is een normale stap in de procedure om een diepgaand onderzoek te voeren naar de noodzaak van de aanvullende steunmechanismen, de geschiktheid van het CFD-ontwerp en de combinatie van financiële en structurele regelingen, aangezien de begunstigden onrechtmatig zouden kunnen worden ontlast van een te groot marktaandeel en van operationele risico's. Vandaar het onderzoek naar de evenredigheid van de combinatie van die financiële en structurele regelingen en het forfaitbedrag van 15 miljard euro. Dat is in de commissie voor Energie al vaker aan bod gekomen.

 

Mevrouw de minister, kunt u een stand van zaken geven betreffende de uitwisseling van vragen, opmerkingen en antwoorden met de Europese Commissie in dit dossier, waarbij de Commissie evalueert of de inhoudelijke bepalingen van het akkoord noodzakelijk, gepast en proportioneel zijn?

 

03.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, beide collega's hebben de situatie al geschetst omtrent het diepgaande onderzoek naar de ENGIE-deal dat de Europese Commissie momenteel voert.

 

Mevrouw de minister, kunt u toelichten welke stappen sinds de start van dat onderzoek zijn gezet in dat dossier? Hoe schat u het verdere verloop van die procedure in?

 

De voorzitter: Vraagt iemand van de andere fracties het woord?

 

03.04  Marie Meunier (PS): Mon groupe rejoint les questions posées par nos collègues. Où en est la procédure, madame la ministre? Pouvez-vous faire le point sur l'état d'avancement du dossier? Quelles informations pouvez-vous nous communiquer? Quelles sont les demandes de la Commission européenne? Enfin, avez-vous un agenda à nous communiquer?

 

03.05 Minister Tinne Van der Straeten: Allereerst, de Commissie heeft op 22 juli 2024 beslist om een diepgaand onderzoek te voeren. Dat kwam niet onverwacht. Het betreft niet de start van de procedure, maar wel de officiële lancering van een procedure. Onze interacties met de Commissie waren echter al geruime tijd aan de gang. Zelfs tijdens de onderhandelingen is er op verschillende momenten informeel met de Europese Commissie gesproken.

 

Eigenlijk zijn we in dit dossier niet anders te werk gegaan dan in de andere zeven staatssteundossiers waarvoor een in-depth procedure is doorlopen. Zo is het CRM goedgekeurd na die in-depth procedure. Daarnet hadden we het ook al over de procedure voor de Prinses Elisabethzone. Daarnaast was er ook de staatssteunprocedure voor de omschakeling van het financieringsmechanisme voor het afromen van de overwinsten voor wind op zee. Er zijn twee keer aanpassingen geweest van het CRM, waaronder het CRM met inclusie van 2 GW nucleair, die door de Commissie zijn goedgekeurd. Deze namiddag zal door de Commissie een persbericht worden verspreid over de goedkeuring van de T-2-veiling met de payback obligation voor het demand-side management. Daarnaast was er ook het non-dossier van de offshorebijdrage, waarin de Commissie met een infringement dreigde. We hebben daar de accijnshervorming aan gekoppeld, waardoor we buiten het bestek van de staatssteun vielen.

 

Ik geef deze inleiding om aan te geven dat het niet ons eerste dossier is. Ondertussen hebben we een goede relatie en goede werkmethodes met case handlers opgebouwd. Ik heb vertrouwen in de afloop van het dossier, vooral ook wat de gehanteerde timing betreft. Net als in de offshore, waarvoor de staatssteun toegekend moet zijn op 31 december 2025, zal in dit dossier het eindpunt van de timing niet bewegen. De kerncentrale van Tihange 3 zal elektriciteit leveren vanaf september 2025 en de kerncentrale van Doel 4 vanaf november 2025. Om dat mogelijk te maken, is de goedkeuring van de Europese Commissie inzake staatsteun nodig. De goedkeuring door de Commissie betekent meteen dat de transactie kan worden afgesloten, wat een aantal andere zaken in gang zal zetten, namelijk de oprichting van de joint venture en het storten van 11 miljard euro voor de waste cap.

 

Net als het offshoredossier is dit een dossier waarin heel wat zaken parallel lopen. Zo zal bijvoorbeeld over het investeringsprogramma van de exploitanten al parallel beslist worden. Wij verwachten dat dit begin volgend jaar zal gebeuren. Op zich is dat niet afhankelijk van het afsluiten van de transactie, maar de tijdslijnen zullen wel samenkomen. Er is namelijk een indirecte link, want 60 dagen nadat het FANC het actieplan goedkeurt, zal de exploitant het financieringsmodel moeten voorstellen. In dat financieringsmodel zal de voorlopige strike price voorgesteld worden.

 

U ziet, het is een puzzel met vele stukjes die allemaal parallel gelegd worden om de grote puzzel te kunnen maken. Het stukje van de staatssteun is daarbij absoluut essentieel.

 

La Commission a donc décidé d'ouvrir une enquête approfondie, comme c'est la coutume dans quasiment tous les dossiers nucléaires. Bref, ce n'est pas neuf. Et j'estime sain que la Commission agisse ainsi. Sinon, certains États membres pourraient s'étonner que la Commission ne pose pas de questions. Au moyen de cette étape qu'est l'enquête approfondie, celle-ci souhaite qu'une décision aussi robuste que possible soit prise.

 

Le processus avance à grands pas. Bien entendu, il s'agit d'une étape importante en vue d'une décision finale. Dans le dossier de presse, vous avez pu lire quels étaient les principaux éléments de la Commission européenne.

 

Het is eigenlijk vergelijkbaar met de Prinses Elisabethzone. Door deze aanpak wordt de markt niet onnodig verstoord. Negatieve of lage prijzen zorgen in dit geval voor een modulering van de kerncentrales. Bij offshore is het eerder curtailment, bij kerncentrales spreken we van modulering, wat technische beperkingen heeft.

 

Verder zijn er ook vragen over de economische aspecten, met name of er niet te veel garanties worden voorzien. Op het vlak van de veiligheidsinvesteringen verschilt dit dossier van dat over de Prinses Elisabethzone. De veiligheidsautoriteiten moeten de investeringsplannen goedkeuren. De driver daarvoor is nucleaire veiligheid, waarvoor zeer weinig onderhandelingsmarge bestaat.

 

Ce processus est donc en cours.

 

Na het persbericht van de Europese Commissie en de opening van de Europese Commissie in juli 2024 heeft de Belgische Staat de kans gehad om een aantal elementen extra te motiveren. Wij hebben bijvoorbeeld gemotiveerd dat de marktsignalen niet worden verstoord en dat wij integendeel een aantal punten hebben opgenomen die naar maximumbeschikbaarheid, maar ook naar flexibiliteit duwen.

 

In-depth investigation betekent ook dat de markt wordt geconsulteerd en dat de marktpartijen hun opmerkingen kunnen geven, waarop wij opnieuw onze reactie kunnen geven. Daarna starten uiteraard de verdere onderhandelingen met de Europese Commissie, met een nadere evaluatie.

 

Het betreft een dossier dat wij uiteraard hand in hand met de verschillende stakeholders beheren. ENGIE is natuurlijk ook zelf bij het dossier betrokken. Het is voor ons belangrijk dat ENGIE uit de eerste hand hoort wat de eventuele opmerkingen van de Europese Commissie zijn.

 

U weet ook dat Ursula von der Leyen vandaag haar nieuwe Europese Commissie voorstelt en dat het mijn collega Teresa Ribera is die wellicht bevoegd zal worden voor Mededinging. Ik ken haar goed. Wij waren collega’s, maar ook buren, in de Europese Raad. Het is mijn vaste voornemen om, zodra de Europese Commissie benoemd is, met Teresa Ribera een gesprek te hebben over het dossier.

 

De case handlers en de verschillende diensten werken uiteraard heel nauw samen. Het dossier wordt alsmaar verder gebracht. Het is echter ook altijd zo dat er politiek toezicht is of dat politieke autoriteiten voldoende op de hoogte moeten zijn.

 

Collega’s, het betreft een ambitieus tijdschema. Er is binnen dat schema geen dag te verliezen. Het zal ook zeker heel intensief werken zijn, wat in de andere dossiers niet anders is geweest. Ik ben dus absoluut confident. Ik heb vertrouwen dat wij het dossier kunnen afronden binnen de timing die ik hier altijd heb aangegeven, namelijk eind 2024 of begin 2025, dus aan het begin van de winter. Op die manier kunnen de implementatie en de operationalisering op een goede manier verlopen, met het oog op een tijdige heropstart van Doel 4 en Tihange 3.

 

Collega’s, er is nog één element dat ik graag wil meegeven aan het Parlement. Net als in alle andere staatssteundossiers – dit is dus niet nieuw voor dit dossier – vraagt de Europese Commissie stabiliteit in het voorliggende dossier. Het grootste deel van mijn bezoeken aan de commissaris had dan ook als doel toelichting te geven en vooral gerust te stellen dat dit de definitieve versie was. Mijn taak is nu af te werken wat eerste minister De Croo en ikzelf hebben onderhandeld.

 

Ik wil benadrukken, voor zover dat nodig is, dat ik 100 % trouw ben aan elke komma, elke letter en elk detail van dit contract van 1.000 pagina’s. U kunt op mij rekenen om toelichting te verschaffen in het Parlement indien nodig. De regering heeft alle elementen van die deal ook al toegelicht bij de onderhandelende partijen. Ik neem daar mijn verantwoordelijkheid voor. Sinds mijn eerste dag als minister heb ik daaraan gewerkt en ik zal dat blijven doen zolang ik op deze stoel zit. Ik kan echter geen verantwoordelijkheid nemen voor elementen buiten deze deal.

 

De deadlines van september 2025 en november 2025 staan vast. Het is zeer complex. We kunnen deze elementen tot een goed einde brengen, maar de stabiliteit van de gemaakte afspraken zal van cruciaal belang zijn om de finish te halen.

 

03.06  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse. Je crois que vous avez raison de dire qu'il y a des éléments de comparaison entre le dossier offshore, et d'autres d'ailleurs, et celui de la prolongation de ces deux centrales nucléaires.

 

Dans ces dossiers, on constate que deux éléments capitaux s'entrecroisent. Il s'agit du timing et du capital, de l'argent qui est sur la table – et il n'est pas ici question de montants légers.

 

Par contre, on ne peut pas s'étonner de ce que la Commission ait un œil versé sur les éventuelles perturbations des marchés. Je ne dis d'ailleurs pas ce que c'est le cas. C'est le rôle de la Commission qui est garante de l'esprit de concurrence également et je pense qu'elle remplit son rôle. Toutefois, les réponses peuvent être données aussi.

 

Madame la ministre, j'entends à la fois toute votre confiance et une forme de prudence aussi par rapport aux questions soulevées. Vous n'apportez pas ici directement les réponses. Je peux l'entendre. Cela doit effectivement se faire en bonne intelligence mais, malgré tout, il faut continuer à y travailler. Au vu des premiers éléments que j'ai évoqués et du travail qu'il reste à faire, on voit bien que, si la montagne est en train d'être escaladée, on n'est pas encore arrivé au sommet et les différents pics qu'il reste à surmonter ne sont pas minces. Madame la ministre, j'espère que le travail qui a été engagé par vous pourra se terminer avec le succès que vous espérez.

 

03.07  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord.

 

U hebt natuurlijk zelf de voorzet gegeven. Ik heb op het einde van de vorige legislatuur gezegd dat u een aantal zaken in gang hebt gezet waarmee uw opvolger rekening zal moeten houden en die hij zal moeten afwerken. Ik zie het niet anders gebeuren. Er lekt heel weinig uit van de federale onderhandelingen over energie. Er zijn wat nucleaire ambities en zaken die zijn bijgeschaafd. U kunt uw loyauteit alleen bewijzen op wat door deze regering werd overeengekomen in het voorjaar. Ik ben heel benieuwd naar de eventuele bijsturingen van een nieuwe regering in dit dossier en het andere.

 

03.08  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Dit proces zal nog enige tijd lopen. We moeten kijken waar de klemtonen gelegd zullen worden. Ik ben het met u eens dat het niet zo bijzonder is dat er een diepgaand onderzoek komt. Ik kan u ook volgen wanneer u zegt dat het goed is voor het dossier en dat het er is om te kunnen zorgen voor wat meer stabiliteit achteraf. Het gaat dus de juiste richting uit. We zullen moeten opvolgen waar de Commissie haar klemtonen in dit dossier zal leggen, of dat aanpassingen vereist of niet en hoe het verder zal worden behandeld.

 

Sowieso zullen wij dit dossier van nabij opvolgen in deze commissie. Dat is tegelijkertijd de verklaring voor mijn laattijdigheid, want de commissie voor Binnenlandse Zaken heeft zonet de aanzet gegeven voor de oprichting van de subcommissie Nucleaire Veiligheid en ik verwacht dat wij het dossier ook daar verder zullen kunnen opvolgen op het vlak van nucleaire veiligheid.

 

De voorzitter: Zijn er nog leden die het woord wensen? (Nee)

 

03.09 Minister Tinne Van der Straeten: Volgens mij is er geen link tussen de nucleaire veiligheid en het staatssteundossier.

 

Het persbericht van de Europese Commissie geeft wel aan welke elementen aandacht moeten krijgen. Uit dossiers van de afgelopen tijd blijkt dat een aantal zaken uitgelegd moet worden en een aantal zaken soms ook anders geformuleerd kan worden. Soms, zoals in het CRM-dossier, bestaat de oplossing uit evaluaties naderhand.

 

Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat we dit samen met het Parlement goed blijven opvolgen. Ik kan niet vooruitlopen op de zaken, ik heb vandaag geen indicatie. Ik blijf natuurlijk altijd optimistisch en ik wil ook altijd tot resultaten komen. Ik heb het boek The Tragic Mind van Robert Kaplan gelezen, die stelt dat beleid gevoerd moet worden met anxious forsights. Dat houdt in dat men optimistisch moet blijven, maar zich wel moet inbeelden wat er zou kunnen gebeuren. In dit geval, indien een wetswijziging noodzakelijk is, dan denk ik wel dat de commissie voor Energie dient samen te komen. Daarvoor heb ik nu echter geen indicaties. In de huidige fase van het dossier is dat niet aan de orde en hoef ik dus niet aan de bel te trekken. Wanneer dat wel het geval is, stel ik voor dat de commissie snel bijeengeroepen wordt om te bekijken hoe we dat aanpakken.

 

De voorzitter: Dat staat genoteerd, mevrouw de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toekomst van Triton Link en de kosten van het Belgische energie-eiland" (56000031C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het energie-eiland en de Triton Link" (56000108C)

04 Questions jointes de

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'avenir de Triton Link et le coût de l'île énergétique belge" (56000031C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'île énergétique et le Triton Link" (56000108C)

 

04.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, deze vraag gaat opnieuw over de bevoorradingszekerheid op lange termijn. Er is namelijk weer wat onzekerheid daarover. Ik weet dat er een verschil is tussen het Deense energie-eiland en de eigenlijke verbinding, de Triton Link. Vorig jaar, toen er met betrekking tot het eiland eigenlijk al twijfel werd geuit door Deense collega's, hebt u duidelijk gezegd dat de realisatie van de Tritonkabel niet in het gedrang kwam. U was daarover heel duidelijk. U zei dat men slechts bezig was met de hertekening van de scope van het eiland.

 

De huidige Deense minister van Energie heeft nu echter nog krachtigere vraagtekens geplaatst. Door stijgende materiaalprijzen en hogere intrestvoeten is het kostenplaatje hoger. Men wijst zelfs naar de Belgische regering, die niet bereid zou zijn meer geld op tafel te leggen voor het project. België houdt vast aan de 50/50-verdeling en er komt geen Belgische bijdrage voor het Deense eiland zelf. Denemarken kijkt naar een alternatief om het eiland niet met België verbinden, maar met Duitsland. Er is dus toch wel wat onzekerheid, ook over de timing.

 

Kunt u meer toelichting geven over de stand van zaken in het studiewerk en de lopende overeenkomst tussen Elia en zijn Deense evenknie?

 

Is het bedrag qua investeringskosten van 4,3 miljard euro ondertussen achterhaald?

 

Hoe reageert u op het huidige kosten-batenplaatje in een scenario van gedeelde kosten?

 

Kan de Europese financiering, want het werd geselecteerd als een Europees PCI-project, hier volledig soelaas brengen of moeten er zaken worden heronderhandeld?

 

Dan wil ik het ook even hebben over ons energie-eiland. Elia kende al toe orders voor de ruwbouw en een deel van de kabelwerken. Ook daarover was er, vorig jaar al, berichtgeving. De schatting van 2,5 miljard is ondertussen gestegen tot meer dan 3,5 miljard. Kunt u daaromtrent nog wat actuele informatie geven?

 

04.02  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb een gelijkaardige vraag naar aanleiding van de uitspraak van uw Deense evenknie, die zei dat de verbinding met België te duur uitvalt en dat hij ze wil heroriënteren richting Duitsland. Daarbij speelt uiteraard ook de inschatting van de kostprijs van de twee eilanden een rol. Het Deense energieagentschap had die op respectievelijk 5 en 7,5 miljard geraamd.

 

Bij ons lag de inschatting aanvankelijk een stuk lager. Er was eerst sprake van 2,2 miljard of 2,3 miljard. Nadien is dat bedrag wat opgetrokken, zoals collega Ravyts al aangegeven heeft. De vraag is natuurlijk of de kostenevolutie nu helemaal gestopt is.

 

Ik kom tot mijn vragen.

 

Ten eerste, wat is de stand van zaken van de Triton Link? Wordt dat project verder uitgerold of komt het te vervallen doordat de Denen niet meer wensen mee te werken?

 

Welke middelen werden reeds gespendeerd voor de ontwikkeling en het onderzoek van dit project?

 

Ten tweede, hoe ver staat het energie-eiland bij ons? Wat is de huidige kostenraming? Hoe ziet de planning van de realisatie er concreet uit?

 

Ten derde, wat is de stand van zaken voor projecten inzake de versterking van de interconnectie met andere landen? Er liggen op dat vlak immers nog andere projecten op de tafel.

 

04.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants en mijnheer Ravyts, dank u voor uw vragen.

 

De Triton Link is inderdaad een project dat teruggaat tot 2021. Het begon met een MOU tussen Dan Jørgensen, de toenmalige Deense minister van Energie, en mijzelf. Ondertussen ben ik minister van Energie in lopende zaken. Dan Jørgensen zal de volgende Europese commissaris voor Energie worden in de nieuwe Commissie van Ursula von der Leyen. Misschien wordt dit dossier dus toch nog relevant. Daar kom ik later op terug.

 

Toen wij de MOU ondertekenden, in 2021, was er eerst pre-visibility. Nadien is er visibility gekomen. Er is ook een energiecrisis gekomen, enzovoort. Dan heeft de opvolger van Dan Jørgensen, Lars Aagaard, ongeveer een jaar geleden aangegeven dat ze te ambitieus geweest zijn en dat ons energie-eiland niet te vergelijken is met dat van de Denen. Hun energie-eiland is een massieve infrastructuur, met een heel ingewikkelde eigendomsinfrastructuur, met een haven erbij, in een publiek-private samenwerking. Daar zou men ook waterstofenergie ontwikkelen. Het MOU was volgens hem te megalomaan, te groot.

 

Toen heeft Lars Aagaard naar mij gecommuniceerd dat ik mij geen zorgen moest maken en dat het een kwestie van 'reculer pour mieux sauter' was. Ze zouden hun eiland inrichten zoals wij dat hebben gedaan en focussen op transmissie-infrastructuur en op interconnectie. Ze zouden het project wat behapbaarder maken. We moesten ons geen zorgen maken. Ze wilden ermee verder. Ze hebben een groot potentieel dat ze kunnen exporteren naar andere delen van Europa en dat zeer belangrijk is voor de energieonafhankelijkheid van de gehele Europese Unie. Dat was de boodschap die we kregen.

 

Enkele maanden geleden – en dat is ook belangrijk om een aantal zaken in hun context te plaatsen – vroeg Denemarken echter eenzijdig aan België om een groter deel van de kosten te dragen. Bij het onderzoeken van die vraag – u mag mij altijd alles vragen en u weet dat – heeft zowel mijn administratie als de netbeheerder vastgesteld dat de reden en noodzaak van die vraag onvoldoende duidelijk waren.

 

Onze vraag was vooral welke kostenberekeningen aan de grondslag daarvan lagen. We hebben immers vastgesteld dat Denemarken plots een andere rekenmethode gebruikte dan België. Het was ook een andere rekenmethode dan wij eerder samen overeengekomen waren. We hebben verder vastgesteld dat Denemarken zich erg terughoudend opstelde tegenover onze vragen naar inzicht in cijfers en berekeningen en ook elk voorstel van België om tot een tussenoplossing te komen negatief beantwoordde.

 

Mijnheer Ravyts, ik kan uw vraag over de kosten en baten dus eigenlijk niet beantwoorden. De conclusie is immers dat wij voor die berekening verschillende methodes gebruiken. Dat heeft ook als gevolg dat ik geen oplossing kan voorstellen aan de Deense collega's.

 

We zijn wel blijven aandringen op verder onderzoek en meer duidelijkheid. We wilden vooral een onderzoek naar mogelijke bijkomende Europese subsidies en cofinanciering door eventuele derde landen die baten hebben bij deze interconnectie, zoals Duitsland. Een deel van de baten valt immers in Duitsland. Momenteel wordt een aanvraagdossier voor de financiering van verder onderzoek voorbereid. Het project is dus absoluut niet stopgezet, maar bevindt zich in een tussenfase waarin bijkomend onderzoek moet worden verricht alvorens de gesprekken met Denemarken opnieuw kunnen worden opgestart.

 

Mijn collega, Lars Aagaard, heeft ook in zijn parlement toelichting gegeven. Dat was de aanleiding voor persberichten die hier aanleiding hebben gegeven tot de vragen over de huidige status van dat project. Eigenlijk heeft mijn collega in het Deense Parlement echter gezegd dat de Belgen toch niet zomaar eender welke kosten op zich willen nemen en dat er ook nog andere opties bekeken worden. Dat doen wij ook. Mijnheer Wollants, u hebt die vraag gesteld. Wij kijken inderdaad ook naar Nederland, Noorwegen en Duitsland. Op ons eiland beschikken wij immers over de mogelijkheid tot twee interconnecties. Ik zou dit project zeer graag met Denemarken verwezenlijken, maar ik ben niet met Denemarken getrouwd. Ik voel me wel gebonden aan het project met de beste business case.

 

In België moeten wij ons, met ons structurele tekort in de toekomst, verzekeren van een toegang tot gebieden in de zee met overschotten. Nautilus is een project in ontwikkeling. Ed Miliband wil ook dat dat project gerealiseerd wordt. Wij hebben met de verschillende Noordzeelanden onze ambities vastgelegd. Het potentieel in de Noordzee is zeer groot, veel groter dan alleen in ons deel van de Noordzee. Die elektriciteit naar ons halen via de interconnecties is positief voor onze bevoorradingszekerheid en voor die van de Unie in het algemeen.

 

Waarom verwees ik naar Dan Jørgensen? Dit project toont aan dat we op het Europese niveau anders moeten samenwerken, anders moeten plannen en anders moeten financieren. Het betreft hybride projecten in een bilateraal model, waarbij twee lidstaten samen proberen een dergelijk project op te zetten. Die projecten stuiten echter op bepaalde limieten. De kosten moeten tussen twee landen worden verdeeld, maar de baten komen anderen ten goede. Het gaat ook om no regret-investeringen, die bijdragen aan de algemene doelstellingen van de Europese Unie, waarin de Europese Commissie misschien ook een rol heeft te spelen. Ik denk aan het Draghi-rapport waarin sprake is van een focus op netinvesteringen. Volgens mij is het bij uitstek de rol van een volgende Commissie en van de nieuwe commissaris om de lidstaten tot een gezamenlijke aanpak te brengen.

 

Voor ons eigen eiland nemen we het voortouw om een hybride project op te zetten, met de bedoeling de 3,5 GW en de toegang tot elektriciteit voor onze gezinnen en onze industrie te realiseren. Er is een verband met de stijging van de kosten. De CEO van Elia heeft in juli 2023 daaromtrent in deze commissie in de vorige samenstelling al enige toelichting gegeven. Jullie gaan binnenkort op werkbezoek naar de CREG.

 

Het budget van het energie-eiland is onderhevig aan stijgingen die te maken hebben met inflatie, maar ook met de evolutie van de materiaalkosten en met de krapte op de markt van de toeleveringsketen van onderdelen. Dat betekent dat we, ongeacht het gekozen design, aangezien zowel een eiland als platformen de DC1-infrastructuur nodig hebben, te maken zouden hebben gekregen met kostenstijgingen.

 

Dat betekent echter nog niet dat we dat maar gewoon moeten horen, zien en geloven. Ik heb daarover gesprekken gevoerd met zowel de netbeheerder als de CREG en ik ben er absoluut van overtuigd dat de kosten en de kosteninschatting zo goed mogelijk gemonitord moeten worden, zodat zo snel mogelijk ingespeeld kan worden op veranderingen in de inschatting. Het gaat over gereguleerde assets en over de transmissietarieven, dus bij uitstek is dat een kerncompetentie van de netbeheerder en het is een kerncompetentie van de regulator om toe te zien op de kosten van de netbeheerder. Om de kosten zo laag mogelijk te houden, vooral voor de eindgebruiker, om het even wie de eindgebruiker is, vind ik het wel van belang om dat te monitoren, waarbij voortdurend uitgezocht wordt of er nog bespaard kan worden of gezocht wordt naar andere mogelijkheden om de kostprijs zoveel mogelijk te beperken.

 

Dat dossier loopt dus nog. In de toekomst kunnen we daarom zeker nog eens een update maken van alle interconnecties, bijvoorbeeld ook de Nautilusconnectie.

 

04.04  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de update betreffende het Deense project. Voor de eerste keer wordt nu echt gesproken over alternatieven, aangezien u zelf zegt dat u niet getrouwd bent met de Denen.

 

Bij hybride projecten op het Europese niveau vallen de baten soms elders. De netbeheerder hanteert de visie dat inzake de financiering een tandje bijgestoken zal moeten worden. Er ligt dus nog veel werk op de plank voor Jørgensen, de toekomstige Europese commissaris.

 

U zult onze bezorgdheid over het energie-eiland, dat onder het toezicht van Elia en de CREG valt, wel begrijpen, want daarmee zitten we bij de nettarieven. Ik denk dat elke fractie daarover bezorgd zou moeten zijn. Dat wordt dus zeker vervolgd.

 

04.05  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Wij zullen bekijken hoe een en ander verder verloopt. Dat andere interconnecties misschien beter zouden kunnen scoren en daardoor hoger op ons verlanglijstje zouden moeten staan, is een terechte bezorgdheid. Dat hebben wij in het begin ook al aangegeven. Het is niet omdat er toevallig een goede verstandhouding is met de toenmalige minister dat er daarom een kabel naar Denemarken moet komen. Voor ons moet de kabel naar het land komen waar wij de meeste voordelen kunnen halen.

 

Over ons eigen energie-eiland heb ik u niet meteen het recentste bedrag horen vernoemen. Ik begrijp dat daarover wordt gedebatteerd. Tegelijkertijd circuleren wel bedragen in de wandelgangen die niet min zijn. Vroeg of laat zullen wij over die bedragen ons licht moeten laten schijnen. Ik weet niet in welke fase dat zal zijn, ik veronderstel wanneer alle actoren daarover uitgediscussieerd zijn.

 

Het Parlement mag echter wel een zicht krijgen op de evolutie die ondertussen heeft plaatsgevonden sinds de vorige, toch wel forse prijsstijging. Ik laat mij vertellen dat de huidige prijsstijging nog forser is dan de vorige.

 

In ieder geval, indien de bedragen kloppen die momenteel in de wandelgangen rondgaan, zullen wij in de nabije toekomst naar u terugkomen, om te horen hoe het verloopt. Transparantie ter zake zou immers niet slecht zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Sancties op de wederexport van Russisch lng" (56000115C)

05 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Des sanctions sur la réexportation de GNL russe" (56000115C)

 

05.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de pers bericht dat drie landen, namelijk België, Spanje en Frankrijk, regelgeving voorbereiden om de wederexport van Russisch lng te verhinderen. Er wordt aangegeven dat de besprekingen tussen de overheden, de douane, de havens en Fluxys nog lopende zijn. Dit lijkt me dus een goede aanleiding voor een geüpdatete stand van zaken in dit dossier.

 

Welke concrete maatregelen zijn hier in voorbereiding? Welke openstaande discussiepunten tussen de verschillende actoren verhinderen momenteel om stappen vooruit te zetten? Vallen die stappen onder wat algemeen kan worden aanvaard als lopende zaken of is er een regering met volheid van bevoegdheid nodig? Welke effecten worden verwacht van deze regelgeving in voorbereiding? In welke mate zijn verschuivingen naar andere lng-havens te verwachten? ​

 

05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, u weet waar we zijn gestart in dit dossier. België wordt geconfronteerd met de doorvoer van Russisch lng via Zeebrugge. Die doorvoer is vastgelegd in langetermijncontracten tussen Fluxys en Yamal LNG, waardoor we niet unilateraal kunnen optreden zonder ons bloot te stellen aan serieuze boetes. Daarom heb ik zowel in België als Europa steeds gepleit voor een Europees verbod op de doorvoer van Russisch lng door middel van een unaniem akkoord binnen de Europese Unie. Individuele lidstaten kunnen dergelijke maatregelen immers niet zelfstandig opleggen. Frankrijk, Spanje en ook Nederland bevinden zich op dat vlak in exact dezelfde positie als België.

 

Wij hebben ons daarvoor ingezet op het Europese niveau, in overeenstemming met de doelstellingen van REPowerEU om tegen 2027 de invoer van Russische fossiele brandstoffen volledig te kunnen stopzetten. Wij hebben dat steeds actief ondersteund, ook tijdens ons voorzitterschap, met als resultaat een verbod op transshipment, de doorvoer, in het 14de sanctiepakket van de Europese Unie.

 

In principe kan België op basis van de verordening en het vernieuwde gaspakket de invoer en doorvoer van Russisch lng via ons grondgebied verbieden, maar dat moet gebeuren in nauw overleg met de Europese Commissie en onze buurlanden, gezien de mogelijke impact op de bevoorradingszekerheid en de financiële gevolgen. Toch mogen wij niet blind zijn voor de verwoestende gevolgen van de Russische agressie. Rusland valt systematisch energie-infrastructuur aan en zet meer drones in om Oekraïne te treffen.

 

Wij hebben steeds geoordeeld dat het gaspakket een tijdelijke maatregel was. Het gaf ook niet de bescherming om echt af te geraken van die contacten. Daarom zijn wij echt wel tevreden met die eerste stap. Het is slechts een voorzichtige stap, want het gaat alleen over het sanctiepakket. Wij moeten er echt alles aan doen om te voorkomen dat Rusland de opbrengsten uit de verkoop van lng aan Europa gebruikt om bijvoorbeeld Iraanse drones te financieren, waarmee vandaag Oekraïense steden gebombardeerd worden.

 

Ik heb gisteren op de vergadering van het Internationaal Atoomenergieagentschap in Wenen gesproken met mijn Oekraïense collega, German Galoesjtsjenko. Hij gaf aan dat er dirty bombs worden gebruikt. De substations van de nucleaire centrales zijn een target voor drones. Wat voor zin heeft het om F-16's naar Oekraïne te sturen als wij tegelijkertijd de Russische overheid indirect helpen om die toestellen uit de lucht te schieten?

 

Wij zijn dus volop aan de slag met dat sanctiepakket. Volgende concrete maatregelen zijn vandaag in voorbereiding.

 

Ten eerste, de opmaak van de massabalans met betrekking tot lng in Zeebrugge door Fluxys. Die moet helpen te weten te komen of er Russisch lng in de terminal zit en of het ook weer uitgevoerd wordt.

 

Ten tweede, een onderzoek naar de noodzaak van bijkomende rules and guidelines om schippers te verplichten te rapporteren over de herkomst van hun lng en de bestemming van opgeladen lng, en eventueel ook om schippers te kunnen sanctioneren in geval van overtreding. Andere Europese landen zijn daarvoor zeer sterk vragende partij. Oostenrijk is ook een van de landen die er telkens de nadruk op leggen dat er transparantie moet zijn over herkomst en bestemming.

 

Er is druk overleg gaande met alle betrokken instanties wat de openstaande discussiepunten betreft. Het is niet gewoon een druk op de knop, want er komt veel bij kijken. De ministers van Financiën en Noordzee zijn ook bevoegd. Ik heb hun dan ook gevraagd samen te werken met mijn administratie voor de implementatie van het verbod op het herladen van Russisch lng. Er is nood aan een duidelijke taakverdeling waarbij ook controle en handhaving een centrale rol spelen.

 

Het is dus niet alleen mijn administratie die bevoegd is, maar ook de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen, net als de FOD Mobiliteit en de DG Scheepvaart. Dat overleg kan best nog geïntensiveerd en bespoedigd worden. Als hieruit immers rules and guidelines voortkomen, moeten ze in december bij de Europese Commissie door mij gemeld worden. Ik nodig u dus ook uit vragen te stellen aan de bevoegde ministers voor deze deelaspecten.

 

Lopende zaken of niet, de sanctie werd vastgelegd en wordt geïmplementeerd. Dat kan zeker in lopende zaken, want het gaat over de operationele uitvoering ervan. Doen we dat niet, dan kunnen we de sanctie niet uitvoeren. Ik wil hier wel graag benadrukken dat mijn actie in lopende zaken beperkt is tot de implementatie van dat sanctiepakket. Eventuele flankerende, bijkomende of andere maatregelen kunnen alleen door een regering in volheid van bevoegdheid ingevoerd worden. Het is echter evident dat we het sanctiepakket rond het verbod op transshipment kunnen implementeren, zeker als we geen andere consequenties willen hebben.

 

Ik zal het nu hebben over de neveneffecten van de verordening. Het is een Europese verordening, dus alle lidstaten zijn verplicht om ze toe te passen. Ook het Verenigd Koninkrijk heeft al wetgeving ingevoerd om Russisch lng uit zijn havens te weren, waardoor transshipments daar ook automatisch worden uitgesloten. De Europese Commissie heeft echter slechts beperkte richtlijnen gegeven bij de verordening, waardoor er mogelijk verschillen ontstaan in de manier waarop EU-landen het sanctiepakket zullen toepassen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat de minst strenge lidstaat alsnog Russisch lng zou aantrekken voor transshipment. We zullen aan de Commissie moeten vragen om dat te monitoren en om te ageren indien nodig.

 

Natuurlijk zijn andere landen buiten de EU en het Verenigd Koninkrijk niet verplicht om transshipments te verbieden. Volgens commerciële gegevens zou er al een eerste transshipment hebben plaatsgevonden in Egyptische wateren. Daarnaast heeft Rusland zijn inspanningen opgevoerd om meer transshipments nabij Moermansk mogelijk te maken.

 

Het belangrijkste is nu dat Europa de Russische lng-uitvoer niet meer faciliteert. Zoals een Europees rapport hierover aangeeft, zal Rusland daardoor minder efficiënt zijn lng kunnen transporteren. De meest structurele oplossing is natuurlijk dat we die Russische fossiele brandstoffen gewoonweg niet meer nodig hebben, dat we moeten gaan naar een versnelde uitrol van die transitie, zowel wat betreft hernieuwbare energie in het algemeen als wat bijvoorbeeld groene waterstof betreft. Dat was ook de doelstelling van REPowerEU.

 

Verder wil ik even meedelen dat een collega van mij eurocommissaris is geworden. De heer Jozef Sikela, die tijdens de energiecrisis voorzitter was van de Europese ministerraad, wordt commissaris voor Internationale Partnerschappen. Die internationale partnerschappen zullen er bij uitstek ook zijn in het domein van energie en, flankerend, industrialisering. Ze zullen ervoor zorgen dat wij productiecapaciteit en schone technologieën in Europa kunnen houden. Wij kijken uit naar een samenwerking met deze commissaris, die het klappen van de zweep zeker kent.

 

05.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw omstandige antwoord.

 

We moeten dit inderdaad verder opvolgen en kijken op welke manier de verschillende landen daarmee omgaan. De internationale pers zal niet zomaar die drie landen hebben genoemd die daarmee actief aan de slag zijn. We moeten opletten dat de situatie niet scheefgetrokken wordt, want dan bereiken we ons uiteindelijke doel niet. We moeten goed kijken naar wat de mogelijkheden zijn, op welke manier dat verder zal lopen en in welke mate er verschuivingen buiten de Europese Unie zullen gebeuren.

 

We weten dat er soortgelijke zaken zijn gebeurd met het verbod op Russische olie, waar er ook een verschuiving richting India en daarna richting Europa is geweest en nog is. Ook daarvoor moeten we aandacht hebben. Dat wil niet zeggen dat we zo'n maatregel een slecht idee vinden. Ik meen dat het absoluut zo moeilijk mogelijk gemaakt moet worden. Volgens mij vereist dit dat de lat in zoveel mogelijk Europese landen op dat vlak zo hoog mogelijk wordt gelegd. We kijken uit naar wat dit in de praktijk zal opleveren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De korting op transmissienettarieven voor grootverbruikers" (56000116C)

06 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réduction sur les tarifs du réseau de transport pour les gros consommateurs" (56000116C)

 

06.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, voor de zomer liet u de parlementsleden van de meerderheid een amendement door het Parlement loodsen om mogelijk te maken dat grootverbruikers die op het vlak van duurzaamheid voldoende vooruitgang zouden boeken korting op de transmissienettarieven voor elektriciteit toegekend konden krijgen. In de pers werd dat al snel vernauwd tot ArcelorMittal. We weten allemaal dat die transmissienettarieven binnenkort met 80 % zullen stijgen en dus moet er hiervoor zeer snel een oplossing komen.

 

Hebt u daar concrete plannen voor binnen de krijtlijnen die u zijn toegemeten? Welke stappen kunnen er worden gezet?

 

Wat is de stand van zaken in dit concrete dossier, gelet op de mogelijk nijpende evolutie van de transmissienettarieven? Welke tijdlijn moet worden gevolgd om de nodige verlagingen te kunnen doorvoeren? Welke stappen dienen daartoe te worden gezet en in welke mate kunt u die met het oog op de operationalisering ervan ook zetten?

 

Werden er in het verleden al inschattingen van de kostprijs van die maatregelen gemaakt en wat is de grootteorde die u daarover met deze commissie kunt delen?

 

06.02 Minister Tinne Van der Straeten: Die wet hebben we toen tot grote consternatie inderdaad bij amendement gewijzigd, om mogelijk te maken dat bepaalde afnemers die een competitiviteitsnadeel zouden ondervinden daarvoor gecompenseerd zouden kunnen worden. Die wetgeving was bij ons ook ingegeven door het nationale beleid in andere landen. Zo hanteert Frankrijk een gereguleerde prijs en een korting en geeft Duitsland een hoge rebate.

 

Het risico was reëel dat industriële activiteiten zouden weglekken naar die landen of dat bepaalde investeringen niet zouden kunnen worden aangetrokken, iets waarvan ArcelorMittal toen inderdaad het meest in het oog springende voorbeeld was, maar er vallen zeker ook investeringen van andere bedrijven onder.

 

Wij zijn met dat dossier effectief aan de slag gegaan. Het amendement dat in de zomer goedgekeurd werd, was gebaseerd op een voorstel van de CREG, met de bedoeling om een koninklijk besluit uit te werken zoals voorzien in de wet. Daartoe hebben we een werkgroep opgestart met vertegenwoordigers van de CREG, mijn administratie en Elia. We hebben ons, waar nodig, uiteraard laten bijstaan door externe expertise.

 

Tijdens de besprekingen van de werkgroep kwamen verschillende bezorgheden naar voren. Misschien niet geheel onlogisch luidt een van de vragen of het al dan niet om staatssteun gaat. Dat heeft natuurlijk te maken met de aanvliegroute die men neemt. Een mogelijkheid is om dat probleem alleen binnen de tarieven op te lossen. Voor die piste hadden wij niet gekozen, want een consequentie daarvan is dat een andere tariefcategorie ervoor opdraait. Die tariefmethodologie valt wel buiten het bestek van staatssteun. De vorige regering had aangegeven niet te wensen dat een ander ervoor moet opdraaien als men een gebruiker iets gunt, of concreter geformuleerd, dat onze gezinnen meer zouden moeten betalen vanwege een terechte bezorgdheid van de industrie. Daarom hebben wij gekozen voor de piste om te werken met de ODV. In dat geval worden budgettaire middelen uit de begroting aangesproken, wat zeker wel als staatssteun aangemerkt wordt.

 

Om die reden heeft de werkgroep opnieuw alternatieve pistes bekeken, bijvoorbeeld, zoals in Frankrijk, kortingen binnen de tarieven die gebaseerd zijn op de werkelijke kosten, hoewel dat een verhoging van de kosten zou betekenen. De mogelijke kortingen en categorieën van netgebruikers die in aanmerking komen, zijn ondertussen volledig uitgewerkt.

 

Voor de oorspronkelijke piste, die draait rond openbare dienstverplichting, wordt op dit moment ook een koninklijk besluit uitgewerkt.

 

Ik vertel u dat allemaal omdat het bij uitstek een politieke afweging betreft, maar ik voel mij niet geroepen om die te maken in deze periode van lopende zaken. Als minister van een regering in lopende zaken voel ik me wel geplaatst om dit allemaal uit te werken. Dit dossier is zeer belangrijk voor de competitiviteit van onze industrie. We hebben de competitiviteit steeds gekoppeld aan de koopkracht van de gezinnen. Daarom moeten alle opties duidelijk zijn. Zolang er geen nieuwe regering is, werk ik verder zodat mijn opvolger dat werk niet moet herdoen en niet van nul moet herbeginnen. Ik ben zelf van nul moeten beginnen want er was helemaal niets. Dat was voor mij en mijn kabinet niet aangenaam. Voor mijn part wordt alles in de vuilnisbak gegooid, maar daar moet mijn opvolger maar over beslissen. Hij of zij zal tenminste iets hebben om mee te kunnen vergelijken.

 

De tweede reden waarom wij absoluut verder willen werken is dat we de intentie hadden die kortingen en vergoedingen toe te kunnen passen vanaf 1 januari 2025. Vanaf dan treden die tariefverhogingen immers in werking. Om dat te kunnen doen moet de juiste piste gekozen worden met een tariefwijziging. Ofwel gaat het buiten de politiek om en moet de CREG een haalbare tijdlijn bepalen, ofwel gaat het via een ODV en dan moeten we onderzoeken hoe we het staatssteundossier afronden.

 

Bij afwezigheid van een regering met volheid van bevoegdheid is het maar de vraag of de deadline van 1 januari 2025 überhaupt haalbaar is. Als deze regering niet in lopende zaken was, dan zou dit nu het onderwerp van begrotingsbesprekingen zijn. Hiermee krijgt u ook uw antwoord op uw vraag over de financiering. De huidige ramingen gaan uit van een bedrag van 106 à 125 miljoen euro voor 2025. Indien dit het voorwerp zou uitmaken van een begrotingsdossier, dan zou de discussie erover gaan of deze uitgaven al dan niet met de algemene middelen gefinancierd zouden worden. Over zulke politieke afwegingen kan mijns inziens niet in de periode van lopende zaken beslist worden. Ik zal alleszins wel verder werken aan dit voor de competitiviteit van de bedrijven en de koopkracht van onze gezinnen zeer belangrijke dossier.

 

06.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. De situatie is natuurlijk erg lastig. Wij willen immers dat alle bedrijven kunnen elektrificeren. Om dat te kunnen doen, moet het tarief – ik heb het niet over de tarieven voor de markt, maar over de transmissienettarieven en andere – echter haalbaar zijn en blijven. Op dat vlak ligt de uitdaging. De verhoging van de transmissienettarieven is destijds goedgekeurd met een lichte vertraging, die geheel toevallig in 2025 een ferm hoge vlucht neemt. Wij moeten bekijken hoe een en ander kan gebeuren.

 

Ik heb evenmin als u alle kaarten in handen om te zien hoe een en ander tot een goed einde kan worden gebracht. Het gaat echter wel om een dossier dat wij goed moeten bekijken, indien wij willen dat de industrie in onze contreien nog kan overleven, zeker industrie die steeds meer gericht zal zijn op elektriciteit, teneinde de decarbonisatie te kunnen uitvoeren. In het andere geval wordt de industrie op een andere manier beknot of belast. Het betreft een dossier dat ik zeker wil blijven opvolgen om te bekijken wat de voorbereidingen vertellen.

 

Ik begrijp echter ook uw standpunt. Indien het om een begrotingskwestie voor de begroting 2025 gaat, zal iemand de opening moeten maken en bekijken waar de centen vandaan komen. Niemand staat immers echt te springen om een en ander eens netjes tussen een aantal gebruikers te verschuiven, waarna iedereen blij is. Ik vrees dat er in dat geval weinig blije mensen zullen overblijven.

 

Het is een netelige kwestie die misschien vroeger naar voren had moeten komen. Anderzijds is ze echter ook gedreven door wat andere landen zijn beginnen te doen. Ik moet eens goed bekijken op welke manier wij de situatie zouden kunnen ontwarren, eventueel met parlementaire steun.

 

06.04 Minister Tinne Van der Straeten: Het is inderdaad een netelige kwestie. Het was voor ons ook een netelige kwestie. U moet het eens opnemen met de CREG, als u daar op werkbezoek gaat. Men begon met een marktconsultatie. Het was voor ons zeer frustrerend dat er geen eensgezindheid was bij de marktspelers zelf over hoe dat zou kunnen worden geïmplementeerd. Het gaat dan bijvoorbeeld over de Franse piste. Wij hebben daarover een aantal keren gesproken. Dat is een moeilijk dossier op verschillende vlakken. Het gaat ook terug tot de bottomline van wat u zegt. Hoe zullen wij de elektrificatie financieren?

 

Wij zullen wat meer out of the box moeten denken dan vandaag. De tarieven zijn een evident aspect daarvan. Die houden echter ook verband met netinvesteringen, waarover wij het daarnet hadden, bijvoorbeeld de Tritonkabel en de kostenstijging van het Prinses Elisabetheiland. Heel die relatie moet eens tegen het licht gehouden worden.

 

Het Draghi-rapport gaat over competitiviteit. Tegelijkertijd wordt gezegd dat een versnelling in de transitie nodig is. De missing link daarvoor is elektrificatie. Elektrificatie betekent dat er geïnvesteerd moet worden in het netwerk. Dat wil zeggen dat men een beleid nodig heeft dat dit aanmoedigt. Dit betekent veel veranderingen op korte tijd. Hoe wordt dat gefinancierd?

 

Dat kan men niet alleen via de tarieven doen. Dat gaat niet. Wij kunnen niet blijven verschuiven. Na verloop van tijd wordt het immers een lasagne. Men zet zoveel in de accijnzen en verschuift dan met de accijnzen en dan gaat een post eruit.

 

Welke anticipatieve investeringen kunnen bijkomend gefinancierd worden, bijvoorbeeld door Europa, bijvoorbeeld via een subsidie, via uitgestelde leningen, op andere manieren? Welke flankerende maatregelen zijn er nog? Om 13.00 uur publiceert de Commissie een persbericht over de goedkeuring van het CRM-dossier. Dat gaat over de T-2-veiling, waarover ik veel praat, maar dat gaat ook over – eindelijk – de goedkeuring van de uitzondering voor de payback obligation voor DSM. Het gaat ook over de meerjarencontracten voor de bestaande capaciteit. We zijn begonnen met de Prinses Elisabethzone en de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Die projecten bieden ook de mogelijkheid van betaalbare energie voor onze bedrijven. Ter zake een globaal plan maken, zal het misschien gemakkelijker maken om in individuele dossiers als dit dossier keuzes te maken.

 

Mijnheer Ravyts, u stelt mij altijd vragen over de Europese Raad voor Energie. Een level playing field is voor België superbelangrijk. Zolang wij de speelbal blijven van landen als Frankrijk en Duitsland, die een rode loper krijgen voor beslissingen die hun eigen industrie bevoordelen… Het gaat trouwens niet eens over hun eigen industrie. Het gaat gewoon over de Duitse of de Franse vestiging van ArcelorMittal. Het gaat niet over Franse industrie of over Duitse industrie. Het gaat gewoon over vestigingen van een internationale groep. Zolang zulke groepen een beleid voeren waarbij hun hoofdkwartier de Europese lidstaten tegen elkaar kan uitspelen, verliezen wij globaal.

 

Opdat België in de race kan meelopen, is een Europees level playing field absoluut nodig. Ook onze collectieve intelligentie is nodig om met de beperkte middelen die wij hebben het juiste beleid te kunnen voeren.

 

06.05  Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Wij zullen inderdaad moeten bekijken hoe wij dit aanpakken. Destijds hebben een aantal wellicht te voortvarende parlementsleden in een resolutie geschreven dat zij de federale meerkosten op de elektriciteitsfactuur wilden doen dalen, wat ik toen zeer verstandig vond, en u wellicht ook, maar in de praktijk gaat het iets minder gemakkelijk. Dat moet opnieuw worden bekeken. Er moet worden bekeken wat andere Europese landen doen.

 

Het nadeel is dat een aantal Europese landen net iets diepere zakken heeft dan België en er op het vlak van de begroting ook iets beter voor staat. Dat wij de middelen moeten zoeken op een tamelijk doodzieke begroting, maakt het natuurlijk geen gemakkelijk verhaal, maar er zal wel iets moeten gebeuren. Anders zal die industrie hier niet kunnen blijven. Wij moeten het absoluut mogelijk maken dat die industrie de energietransitie kan doormaken

 

Ik hoor af en toe in de wandelgangen dat die industrieën misschien te ver heen zijn om in ons land te houden. Als wij daarvan uitgaan, is morgen hier alles weg. En waar komt de werkgelegenheid vandaan? Waar komt de economische meerwaarde vandaan? Waar komt onze innovatie vandaan om bepaalde zaken te exporteren en om de wereldwijde strijd tegen de klimaatverandering te voeren? Ik maak mij daarover grote zorgen en we moeten dat bekijken.

 

Ook buiten de grenzen van Europa liggen er wel wat uitdagingen. De Inflation Reduction Act heeft immers ook haar gevolgen. We moeten in de commissie dus grondig nadenken over hoe we dit dossier verder kunnen bespreken en er al bepaalde richtlijnen aan kunnen geven. Het is een goede suggestie om dat ook met de CREG op te nemen om te kijken hoe we dat kunnen doen.

 

We zitten echter in een zeer moeilijke situatie. Het water staat een aantal van die bedrijven aan de lippen en ondertussen moeten we ook kijken hoe we daaraan iets kunnen doen, met onze doodzieke begroting. Dat zal niet eenvoudig zijn, vrees ik.

 

De voorzitter: Bedankt. Bij deze zijn de vragen afgerond. Ik zal met een positieve noot eindigen: ik ben alvast heel blij dat de discussies hier heel inhoudelijk gevoerd worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen eindigt om 12.05 uur.

Le développement des questions se termine à 12 h 05.