Commissie voor Justitie

Commission de la Justice

 

van

 

Woensdag 18 september 2024

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 18 septembre 2024

 

Après-midi

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 15 et présidée par M. Jean-Luc Crucke.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.15 uur en voorgezeten door de heer Jean-Luc Crucke.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Actualiteitsdebat over de toestand in de gevangenissen en toegevoegde vragen van

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De aanval op en poging tot verkrachting v.e. maatschappelijk assistente in de Antwerpse gevangenis" (56000078C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De strijd tegen drugs in de gevangenissen" (56000087C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Het gebruik van smartphones in de gevangenissen" (56000088C)

- Sophie De Wit aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De verkrachting van een maatschappelijk assistente in de gevangenis van Antwerpen" (56000110C)

- Stefaan Van Hecke aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De gevangenis van Antwerpen (overbevolking, personeelstekort, gebrekkige veiligheidssystemen)" (56000117C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Een ontsnappingspoging in de gevangenis van Wortel" (56000122C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De gevangenis van Haren" (56000124C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De toestand in de gevangenissen" (56000126C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De alarmerende toestand in de gevangenis van Antwerpen" (56000127C)

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De hallucinante beelden over de gevangenis van Haren die op TikTok circuleren" (56000128C)

- Greet Daems aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De situatie in de Belgische gevangenissen" (56000130C)

- Jinnih Beels aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De schrijnende situatie en de onveiligheid in onze gevangenissen en arresthuizen" (56000131C)

- Sarah Schlitz aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De zelfmoorden in gevangenissen" (56000135C)

- Sarah Schlitz aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De toepassing van de 'guidelines' inzake zelfmoordpreventie in gevangenissen" (56000136C)

- Sarah Schlitz aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De geestelijke gezondheid van het gevangenispersoneel" (56000137C)

01 Débat d'actualité sur la situation dans les prisons et questions jointes de

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'agression et la tentative de viol à l'encontre d'une assistante sociale à la prison d'Anvers" (56000078C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lutte contre la drogue dans les prisons" (56000087C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'utilisation de smartphones dans les prisons" (56000088C)

- Sophie De Wit à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le viol d'une assistante sociale à la prison d'Anvers" (56000110C)

- Stefaan Van Hecke à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La prison d'Anvers (surpopulation, manque de personnel, systèmes de sécurité défaillants)" (56000117C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Une tentative d'évasion au sein de la prison de Wortel" (56000122C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La prison de Haren" (56000124C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La situation au sein des prisons" (56000126C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La situation alarmante à la prison d'Anvers" (56000127C)

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les vidéos hallucinantes de la prison de Haren circulant sur TikTok" (56000128C)

- Greet Daems à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La situation au sein des prisons belges" (56000130C)

- Jinnih Beels à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La situation déplorable et l'insécurité dans nos prisons et maisons d'arrêt" (56000131C)

- Sarah Schlitz à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les suicides en prison" (56000135C)

- Sarah Schlitz à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La mise en œuvre du guide sur la politique de prévention du suicide en milieu carcéral" (56000136C)

- Sarah Schlitz à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La santé mentale du personnel pénitentiaire" (56000137C)

 

01.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, er zijn grote problemen in de gevangenissen en het voorval in Antwerpen is onaanvaardbaar. Alle vragen over de gevangenissen werden echter in een actualiteitsdebat geclusterd, hoewel een aantal van die vragen geen betrekking heeft op die problematiek, bijvoorbeeld vraag nr. 55000087C over de strijd tegen drugs in de gevangenissen en vraag nr. 55000088C over het gebruik van smartphones in de gevangenissen. Die vragen gaan niet over de totaliteit van de problematiek. Een aantal van de samengevoegde vragen zou beter apart worden gesteld. Wat denkt u, mijnheer de minister? Ik vrees dat ik anders een aantal onbeantwoorde vragen opnieuw zal moeten indienen.

 

De voorzitter: Mevrouw Dillen, normaliter zal de minister een antwoord kunnen geven op al uw vragen. Ik stel daarom voor dat u al uw vragen samen stelt, waarna de andere leden hun vragen kunnen stellen. De minister zal uw acht vragen beantwoorden. Hij is een superminister.

 

01.02  Marijke Dillen (VB): Dank u wel, mijnheer de voorzitter.

 

Mijnheer de minister, ik begin met het bijzonder tragische voorval afgelopen week in de gevangenis van Antwerpen, namelijk de agressieve aanval op en poging tot verkrachting van een maatschappelijk assistente. Op maandag 2 september heeft een gedetineerde op zeer agressieve wijze iemand van de PSD aangevallen in het gesprekslokaal. Deze man stond bekend om agressie, maar dit was niet opgenomen in zijn dossier. Het gesprek kende een gewelddadige escalatie en de gedetineerde heeft de fysieke integriteit van het slachtoffer zwaar aangetast, onder meer met een poging tot verkrachting.

 

Bijzonder verontrust het mij dat de noodknop, die de dame in kwestie probeerde in te drukken, niet bleek te werken, waardoor er geen hulp kwam. Het slachtoffer had ook het walkietalkiesysteem bij zich, waarbij gedurende drie seconden de noodknop moest worden ingedrukt, maar ook daarmee was er een probleem, want de bediening van die knop was niet mogelijk door de agressieve houding van de gedetineerde. Het toestel viel op de grond en ook het alarmsysteem daarvan bleek niet te werken. Toen de centrale eindelijk kennis kreeg van het alarm, werd de verkeerde locatie opgegeven, nog een fout erbovenop.

 

De overbevolking in de gevangenissen is een reeds lang aanslepend probleem. In de vorige legislatuur hebben we daarover zeer uitvoerig kunnen debatteren. Die overbevolking mag echter geen excuus zijn voor het feit dat de veiligheidsinstallaties niet werken. Ik denk dat wij het er beiden over eens zijn dat de veiligheid in alle omstandigheden een absolute prioriteit moet blijven.

 

Mijnheer de minister, over die feiten heb ik enkele vragen. Vooreerst had ik graag vernomen hoe het met de dame in kwestie gaat. Wat zij heeft meegemaakt, is bijzonder traumatisch. Ik hoop dat zij goed ondersteund wordt en dat het met haar, ongeacht de omstandigheden, toch al beter gaat.

 

Graag kreeg ik toelichting betreffende die feiten. De directrice, mevrouw Janssens, heeft een analyse aangekondigd. Wat zijn daarvan de resultaten?

 

Tegen de betrokken gedetineerde liep een bijzondere voorzorgsmaatregel naar aanleiding van eerdere accidenten die hebben plaatsgevonden. Hoe is het mogelijk, in tijden van informatisering, dat dit niet werd gemeld in het elektronisch dossier en dat het personeel dus niet op de hoogte was van het gewelddadige karakter van de betrokken gedetineerde?

 

Door de falende infrastructuur is de veiligheid van alle medewerkers in de gevangenis van Antwerpen niet langer gegarandeerd. Wat zult u nu eindelijk doen om ervoor te zorgen dat dergelijke feiten zich in de toekomst niet meer kunnen voordoen?

 

Dan kom ik bij de problematiek van drugs in de gevangenissen. Dat is een ware plaag, met alle gevolgen van dien. Het is geen nieuwe problematiek, maar de bestrijding ervan moet worden geïntensifieerd. Wij pleiten al jaren voor een volledige nultolerantie tegenover drugs in de gevangenissen. Wij hebben in het verleden – u weet dat – ook al verschillende voorstellen gedaan, onder andere met betrekking tot het systematisch inzetten van drugshonden bij de controle van de bezoekers.

 

Via de media vernamen we dat de vakbonden van het gevangeniswezen vorig jaar nog met heel veel poeha aankondigden dat zij deze problematiek met betrekking tot drugsopsporing zouden aanpakken. Bij de voorstelling in maart bleek echter dat onder meer het wettelijk kader niet goed genoeg was uitgewerkt om het personeel en de vakbonden die mogelijkheid te geven.

 

De vakbonden spraken over een toestel om drugs op te sporen. Kunt u hierover wat toelichting geven? Hoe werkt dat toestel? Hoeveel dergelijke toestellen zullen worden aangekocht? Is daar budget voor? Is daar opleiding voor nodig?

 

Vorig jaar werd gezegd dat het wettelijk kader niet goed is uitgewerkt; dat betreft een kritiek van de vakbonden. Hebt u inmiddels het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat er een wettelijk kader komt, zodat dit in orde is?

 

Bent u bereid om andere initiatieven op te schalen om het gebruik en de aanwezigheid van drugs in onze gevangenissen tegen te gaan?

 

Een ander probleem betreft de smartphones in de gevangenissen. Uit cijfers blijkt dat in onze gevangenissen honderden, zoniet duizenden gsm's en smartphones circuleren. In 2023 werden in Antwerpen 445 gsm's ontdekt. De vraag is dan hoeveel er niet ontdekt werden, maar dat is een ander verhaal. U kent die cijfers, ze komen uit het jaarverslag van de commissie van toezicht dat verscheen in maart.

 

Wij weten allemaal dat een gsm in de gevangenis niet zelden gebruikt wordt om illegale activiteiten, in het bijzonder de drugshandel, vanuit de cel voort te zetten of om vluchtpogingen te faciliteren.

 

Mijnheer de minister, u weet dat wij ons in het verleden regelmatig heel kritisch hebben uitgelaten over het gebruik van smartphones in de gevangenis. Wij kunnen ons er alleen maar over verheugen dat het gevangeniswezen zelf deze problematiek eindelijk erkent en bereid is ertegen op te treden.

 

Ik zal straks uw antwoord horen, maar als wij de media kunnen geloven, zoekt Justitie naar een verkoper van hoogtechnologische toestellen van een nieuwe generatie die gsm's, smartphones en randapparatuur kunnen opsporen. Het zou gaan om toestellen die een alarmsignaal afgeven, ongeacht of de telefoon in stand-by staat, een sms verstuurt, belt of mobiele data uitwisselt. Volgens de media wil Justitie nog dit jaar een zestal van dergelijke toestellen aankopen en volgend jaar zelfs zestien. Op termijn zou elke bestaande en toekomstige vestiging zo'n operationeel toestel moeten hebben.

 

De reactie van de vakbonden was onmiddellijk heel sceptisch. Ik citeer er slechts een: "Vorig jaar werd ook met veel bombarie een toestel aangekondigd om drugs op te sporen, maar bij de voorstelling in maart bleek onder meer het wettelijk kader nog niet goed uitgewerkt." Opnieuw: problemen met het wettelijk kader.

 

Nu, de cijfers inzake het aantal aangetroffen toestellen in alle gevangenissen samen zouden blijkbaar niet structureel bijgehouden worden. De FOD Justitie geeft alleen mee dat de dienst die nationale sweepings uitvoert vorig jaar 340 gsm's aantrof en 237 stuks randapparatuur zoals opladers, USB-sticks of draagbare wifihotspots.

 

Vandaar een aantal vragen.

 

Zijn de hoogtechnologische toestellen waarvan sprake aangekocht? Wanneer zullen die in gebruik genomen worden?

 

Mochten ze al in gebruik zijn, hebt u al tussentijdse resultaten?

 

Het gebruik van smartphones in de gevangenissen wordt de laatste jaren eigenlijk meer en meer getolereerd. Wij moeten daar niet flauw over doen. Nu wordt een ander beleid vooropgesteld. Betekent dit dat men nu elke smartphone die men vindt in beslag zal nemen? Met andere woorden, is er een nieuw beleid ten aanzien van smartphones in de gevangenissen? Graag had ik daarover wat meer toelichting gekregen.

 

Tot slot van dit onderwerp, waarom worden er geen cijfers bijgehouden van het aantal aangetroffen toestellen per gevangenis? Zal daarin verandering komen?

 

Mijn volgende vraag staat eigenlijk los van het algemene thema, maar de voorzitter heeft gezegd dat ik ook deze vraag nu mag stellen. Ze gaat over de ontsnappingspoging in de gevangenis van Wortel.

 

Op het laatste nippertje is behoorlijk wat weken geleden een spectaculaire ontsnapping uit de gevangenis van Wortel vermeden. Vier gedetineerden braken in alle discretie, steen per steen, hun celmuren af zonder dat de penitentiaire beambten iets merkten. Ze probeerden daarna – gelukkig vergeefs – hun lakens aan elkaar te knopen om over de gevangenismuur te klimmen. Rond drie uur 's nachts ging het alarm van de gevangenis af. Op het laatste nippertje konden de “vier Daltons van Wortel" alsnog door toegesnelde agenten onderschept worden.

 

Het viertal, volgens de media allen van Marokkaanse afkomst, had geen recht op een wettig verblijf in België en kijkt nog aan tegen enkele jaren celstraf. De onderhandelde deal met Marokko van maart dit jaar, die heel veel aandacht kreeg in de media, om meer veroordeelde onderdanen op te nemen, zou ook meegespeeld hebben bij het bedenken van het ontsnappingsplan.

 

Ik heb dan ook een aantal vragen hierover.

 

Hoe is het mogelijk, mijnheer de minister, dat criminelen in de gevangenis van Wortel dagen aan een stuk een celmuur steen per steen kunnen uitbreken zonder dat penitentiaire beambten dit merken? Is er dan te weinig controle?

 

Is er inmiddels een onderzoek gestart? Zijn er maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst niet meer kan gebeuren?

 

Naar verluidt zou een mogelijke uitlevering aan Marokko een oorzaak geweest zijn van de ontsnappingspoging. Kwamen deze criminelen in aanmerking voor een uitlevering aan Marokko?

 

Zullen zij daar hun volledige celstraf verder moeten uitzitten? Dat is geen onbelangrijke vraag. Indien dat niet het geval zou zijn, waarom niet?

 

De volgende vraag kan ik, indien gewenst, ook schriftelijk indienen. Hoeveel criminele, veroordeelde Marokkanen werden sinds het verdrag reeds uitgeleverd aan Marokko om daar hun celstraf uit te zitten?

 

Mijn volgende vraag betreft de gevangenis van Haren. Personeelsleden daar zeggen dat ze niet genoeg opgeleid zijn om in die gevangenis te werken. Dat staat te lezen in het jaarrapport 2023 van de Toezichtsraad. Volgens het rapport zegt het personeel dat de opening van de gevangenis overhaast was en dat de toenmalige minister van Justitie, uw voorganger Vincent Van Quickenborne, “op de opening had aangedrongen".

 

Het tekort aan opgeleid personeel in de gevangenis van Haren is een structureel probleem. Nieuwkomers zouden maar twee weken kunnen dubbellopen met een ervaren collega. De opleidingen zouden pas veel later volgen. “Vroeger werd je als ancien beschouwd als je vier jaar ervaring had, hier ben je al ancien na zes maanden", zei een teamleider aan de Toezichtsraad. “Het grootste probleem is dat we hier werken met 10 % ervaren mensen en 90 % nieuwe mensen zonder enige opleiding of stageperiode."

 

Cipiers die voor de functie detentiebegeleider hadden gekozen, uitten volgens het rapport hun teleurstelling omdat de functie een lege huls blijkt te zijn: “Het gebrek aan personeel heeft ervoor gezorgd dat detentieassistenten geen socialere rol meer kunnen spelen."

 

Volgens de vakbonden, in het bijzonder de ACOD, ontbreken er op dit ogenblik nog altijd 150 personeelsleden in Haren. Niettegenstaande deze problematiek altijd werd geminimaliseerd door uw voorganger, is de geschetste situatie inderdaad zeer precair. Een familielid van een persoon die zelfmoord pleegde in de gevangenis dreigt nu zelfs de Belgische Staat te dagvaarden wegens het personeelsgebrek.

 

Kunt u toelichting geven over de situatie vandaag? Hoeveel personeelsleden moeten nog worden aangeworven om tot een volledige bezetting te komen? Hebt u een plan om de capaciteit uit te breiden en bij prioriteit te investeren in opleidingen voor het personeel? Welke middelen zult u daarvoor inzetten?

 

Ik kom nu tot een vraag in het kader van het hele actualiteitsdebat over de toestand in de gevangenissen. Ik verwijs in het bijzonder naar de jaarverslagen van de toezichtscommissies waarin sprake is van ratten, schurft, stank… Er wordt een zeer ontluisterend beeld geschetst van het leven binnen onze gevangenissen.

 

Bijna de helft van de 34 commissies waarschuwt voor de gevolgen van de gebrekkige gezondheidszorg. Dat zou u toch na aan het hart moet liggen. 15 commissies waarschuwen ervoor dat de mentale en fysieke gezondheidszorg in hun gevangenis de bodem heeft bereikt. Gedetineerden en geïnterneerden hebben recht op dezelfde kwaliteitsvolle gezondheidszorg als iedereen. Daarover zijn we het waarschijnlijk eens. Volgens dat jaarverslag blijkt dat echter niet te lukken.

 

Zo kreeg een gedetineerde in Antwerpen geregeld medicatie tegen psychose terwijl hij eigenlijk spierontspanners nodig had. In Leuven is er één tandarts voor ongeveer 500 mensen. Sommige gedetineerden hebben daar blijkbaar wekenlang zware tandpijn zonder dat enige hulpverlening wordt geboden. Eind 2023 bevonden zich in Gent 140 geïnterneerden, hoewel er in de interneringswet van uitgegaan wordt dat de gevangenis geen geschikte inrichting voor geïnterneerden is. In de vorige legislatuur hebben we daar al uitvoerig over gedebatteerd. Gent heeft een psychiatrische afdeling, maar daar is blijkbaar maar één psychiater gedurende twee halve dagen per week beschikbaar. Zo kan onmogelijk aan alle noden worden beantwoord.

 

De infrastructuur helpt de gezondheid van de gevangenen niet vooruit. Cellen zonder ramen, kapot sanitair en ongewenste huisdieren, het zijn al lang geen uitzonderingen meer. Gent kampt met invasies van muggen en zilvervisjes, in Antwerpen en Sint-Gillis zijn er ratten die via de riolering uit het toilet naar boven zouden komen. Ook in de keuken worden ze waargenomen. Het cachot in Gent stinkt permanent door slechtwerkende toiletten en een gebrek aan verluchting.

 

Mijnheer de minister, een samenleving wordt beoordeeld door de staat van haar gevangenissen. Met dat citaat opende de Gentse commissie van toezicht vorig jaar haar jaarverslag over de gevangenis van Gent. Uit hetgeen voorafgaat kan niet anders dan worden besloten dat de samenleving er bijzonder slecht aan toe is.

 

Ik heb dan ook een aantal vragen. Graag krijg ik een reactie op al die uitgebrachte jaarverslagen waarin deze wantoestanden worden aangeklaagd. Wat zult u doen op korte, middellange of lange termijn? Ik weet dat u minister in lopende zaken bent, maar deze problematiek mag niet langer onder de radar blijven. Daar moet dringend iets aan worden gedaan. Wat zult u doen om een einde te maken aan deze mensonwaardige omstandigheden, of dient België eerst opnieuw te worden gedagvaard voor en veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? Tegen wanneer zult u maatregelen nemen? Ik heb nog een cijfervraag, maar die kan ik indien nodig schriftelijk indienen. Kunt u mij een overzicht geven van het aantal veroordelingen de laatste tien jaar door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wegens de wantoestanden in onze gevangenissen?

 

Ik kom dan tot de alarmerende situatie in de gevangenis van Antwerpen, die losstaat van de gebrekkige veiligheidsinfrastructuur waarmee ik daarnet ben begonnen.  Uit de verslagen, verklaringen en getuigenissen van medewerkers blijkt namelijk ook dat de situatie in Antwerpen ronduit alarmerend is. Met personeelstekorten, constante bedreigingen en een verouderde infrastructuur lijkt het systeem op instorten te staan.

 

Ik citeer: “Het voelt alsof hier permanent iemand met een kettingzaag achter ons aanloopt. Thuis zijn wij bang. Er was al een gevangene die te weten gekomen was welke route wij naar huis nemen.” Dat zijn slechts enkele citaten. Ze zijn werkelijk onbegrijpelijk.

 

Mijnheer de minister, het tekort aan personeel is een probleem dat al herhaaldelijk werd aangekaart, zowel door de vakbonden als door de gevangenisleiding. Voor de mensen op de werkvloer is de situatie echter ronduit ondraaglijk geworden. Cipiers krijgen de hele zomer geen dag vakantie. Collega’s vallen uit door stress en burn-out. Zij moeten de hele dag brandjes blussen. Een cipier loopt de hele dag rond om de toiletten te ontstoppen, omdat gedetineerden hun kledij doorspoelen. Onlangs waren er vier zelfmoordpogingen op één dag. Dat zijn maar enkele klachten die wij hebben gehoord.

 

Mijnheer de minister, behalve de zorg voor gedetineerden moeten de cipiers ook de gevangenis opruimen voor de wandelingen, waaronder de koer, die bezaaid ligt met drugs en gsm’s. Zij krijgen te maken met agressieve gedetineerden onder invloed van drugs. De dagelijkse realiteit in de gevangenis van Antwerpen is hard. Het gebrek aan veiligheid is er heel groot. Iedereen hier in de zaal is het er denkelijk mee eens dat die situatie werkelijk onhoudbaar is.

 

Wat zult u doen om de situatie voor het personeel bij hoogdringendheid te verbeteren en opnieuw draaglijk te maken? Wat zult u doen om de veiligheid opnieuw te waarborgen?

 

Zult u laten onderzoeken hoe het mogelijk is dat gedetineerden de route van het personeel naar huis te weten komen? Dat is immers bijzonder verontrustend.

 

Kunt u een overzicht geven van het personeelstekort in Antwerpen? Kunt u mij een overzicht geven van het aantal cipiers dat tijdens de voorbije zomer zijn vakantie niet heeft kunnen opnemen? Mijnheer de minister, iedereen heeft na een jaar hard werken recht op vakantie, zeker tijdens de zomer, om met de kinderen of de familie op vakantie te gaan. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat dit gecompenseerd wordt en dat het personeel in de toekomst zijn vakantie wel kan opnemen?

 

Collega’s, ik heb nog een laatste vraag in het kader van dit debat.

 

Ze gaat met name over de hallucinante beelden die deze week op TikTok hebben gecirculeerd over de gevangenis van Haren. Gevangenen kunnen er over de daken lopen of muren beklimmen. Drugspakketjes worden van buiten de gevangenismuren naar gedetineerden gekatapulteerd. Gedetineerden die rondlopen op de daken vangen de pakjes op en werpen ze eenvoudigweg naar de medegevangenen op het recreatieplein. Dat is toch totaal onaanvaardbaar? Nochtans gaan dergelijke beelden over de gevangenis van Haren rond op TikTok. Ik neem aan dat ook u ze gezien hebt. Het is absoluut surrealistisch. Terecht wordt in de media gesteld dat de gedetineerden daar blijkbaar de gevangenis hebben overgenomen.

 

Mijnheer de minister, kunt u die choquerende en surrealistische beelden toelichten?

 

De betrokken gedetineerden zijn meer dan waarschijnlijk gekend, aangezien zij zeer herkenbaar in beeld komen. Kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de tuchtmaatregelen die werden genomen? Werd er een onderzoek geopend naar de overgooiers? Zijn er vaststellingen gedaan met betrekking tot de daders?

 

De gevangenis van Haren is een recente gevangenis, gebouwd toen de overgooiproblematiek reeds bekend was. Waarom werd daar bij het ontwerp van de plannen geen rekening mee gehouden?

 

Welke initiatieven worden er genomen om die overgooiproblematiek in de toekomst te voorkomen? Zullen er bij hoogdringendheid aanpassingen gebeuren?

 

De voorzitter: Collega's, ik wens eraan te herinneren – ik had dit misschien voorafgaand aan het debat moeten doen – dat in een actualiteitsdebat een spreektijd van twee minuten per vraag geldt.

 

Het woord is aan mevrouw De Wit voor de N-VA-fractie.

 

01.03  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, voor mij zal twee minuten spreektijd wel volstaan. Collega Dillen schetste de context al.

 

In de gevangenis van Antwerpen werd een maatschappelijk assistente aangevallen door een gedetineerde. Ze kreeg niet op tijd hulp aangezien de alarmknoppen niet werkten. Een aantal zaken liepen daar grondig fout, met heel zware gevolgen. Het bleek ook om een niet-ongevaarlijke gedetineerde te gaan, maar die informatie was niet doorgegeven. Uiteindelijk zit de persoon die daar kwam om te helpen nu zwaar geschaad thuis. Bovendien zijn de andere maatschappelijk assistenten nu uiteraard weigerachtig om hun werk binnen de gevangenismuren voort te zetten. Nochtans is dat werk cruciaal met betrekking tot reclassering. De overheid heeft hier gefaald, de systemen hebben gefaald.

 

Waarom werkten die alarmsystemen niet? Waren ze te oud en onvoldoende nagekeken? Is hetgeen wij daarover in de pers lezen juist? Ik neem aan dat er procedures zouden moeten zijn om dergelijke zaken regelmatig te testen. Als dat niet gebeurt, lijkt mij dat nalatigheid.

 

Is dat trouwens enkel een probleem in Antwerpen of bestaat dat ook in andere gevangenissen? Ik neem aan dat u dan al lang een ordemotie hebt uitgestuurd om te controleren hoe de situatie elders is. Hebt u dat gedaan?

 

Hoe zal het nu verder lopen in de praktijk? Reclassering is belangrijk, evenals de gesprekken van maatschappelijk assistenten met gedetineerden. Hoe verloopt het verder met betrekking tot alle organisaties die hebben laten weten dat ze geen gesprekken meer willen voeren in de gevangenissen?

 

01.04  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de problematiek werd al geschetst.

 

Veel leden van deze commissie zijn al eens in een of andere hoedanigheid, de meesten als advocaat, in een gevangenis geweest. Ze hebben toen gesproken met gedetineerden, vaak alleen en in een klein en kaal lokaal. De penitentiaire beambten staan buiten. Er is alleen een tafel, een stoel en een noodknop.

 

Ik zal eerlijk zijn: toen ik als jonge advocaat voor de eerste keer in zo'n lokaal binnenkwam en een relatief zware cliënt voor mij had, was ik niet echt op mijn gemak. Heel veel mensen hebben waarschijnlijk hetzelfde gevoel, niet alleen advocaten maar ook andere mensen die in welke hoedanigheid dan ook een afspraak hebben met een gedetineerde. Na de feiten die zich hebben voorgedaan, kan ik me voorstellen dat er wel een en ander door het hoofd gaat wanneer men vandaag alleen in zo'n lokaal binnengaat. Zit ik hier veilig? Zullen de penitentiaire beambten mij horen als er iets gebeurt? Zal de noodknop werken als ik die nodig heb? Dat overstijgt de gruwelijke feiten die zich hebben voorgedaan, maar illustreert wel hoe moeilijk de situatie is voor mensen die dagelijks in dergelijke situaties moeten werken.

 

Ik heb daarom een aantal heel concrete vragen ingediend. Een deel ervan werd reeds door de collega's gesteld.

 

Hoe kunnen dergelijke incidenten in de toekomst worden vermeden?

 

Gebeurt het vaak dat er door een personeelstekort veiligheidsprocedures niet kunnen worden nageleefd, zoals het aantal cipiers in de gang?

 

Wie is er verantwoordelijk voor de controle en het onderhoud van de veiligheidssystemen?

 

De PSD neemt in Antwerpen geen nieuwe dossiers meer aan. Wat zijn de eisen van het personeel? Hoe zult u daaraan tegemoetkomen?

 

Is de psychosociale begeleiding van gedetineerden gegarandeerd? Heeft de PSD voldoende capaciteit om de begeleiding, zoals wettelijk bepaald, te kunnen uitvoeren?

 

01.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, wat er op 2 september gebeurd is in de gevangenis van Antwerpen is vreselijk. Mijn gedachten gaan dan ook uit naar die maatschappelijk werkster. Ik denk ook aan haar familie, vrienden en collega's van de Begijnenstraat en daarbuiten. We weten ondertussen dat er drie technische zaken misgelopen zijn: de alarmknop was niet aangesloten, het mobiele alarm gaf de foute locatie aan en niet alle informatie stond in het digitale systeem. Het is helaas geen probleem van Antwerpen alleen. Veel inrichtingen hebben ermee te kampen. De vakbonden hebben daarom aangedrongen op veiligheidsinstructies voor alle gevangenissen. Zijn die instructies overal uitgestuurd? Over welke instructies gaat het specifiek?

 

De problemen gaan natuurlijk veel verder dan alleen de falende infrastructuurproblemen. Ook de personeelstekorten en de overbevolking van de gevangenissen zijn een verklaring voor dit drama. Het gaat om problemen die u en uw voorgangers nooit structureel hebben aangepakt. U schuift het verlengde penitentiaire verlof naar voren als oplossing, maar dat is onvoldoende. Andere voorstellen van de vakbonden hebt u afgeschoten.

 

Mijnheer de minister, wat zult u, in de tijd die u rest in lopende zaken, nog doen om de overbevolking echt aan te pakken?

 

Mijn laatste vraag gaat over de verstrenging van de minimale dienstverlening. Het KB zou sinds 22 augustus al terug zijn van de Raad van State. Er was beloofd dat de vakbonden de conclusies van de Raad van State meteen mochten inkijken. Dat is niet gebeurd. Nu blijkt dat ze pas over een paar dagen inzage zullen krijgen. Dat is niet alleen een gebroken belofte, maar ook misprijzen ten opzichte van de vakbonden en het gevangenispersoneel.

 

Mijnheer de minister, vanwaar komt het gebrek aan respect voor de vakbonden? Waarom geeft u hun niet meteen inzage?

 

01.06  Jinnih Beels (Vooruit): Mijnheer de minister, het arresthuis in Antwerpen werd dit jaar geteisterd door meerdere incidenten, waaronder dagenlange foltering, vechtpartijen en onlangs de fysieke mishandeling en aanranding van een maatschappelijk werkster. We weten intussen ook dat de alarmsystemen in verschillende gevangenissen en arresthuizen niet naar behoren werken. Het personeel op het terrein kan dus niet in veilige omstandigheden functioneren.

 

Er zijn verschillende noodkreten uit het veld gekomen, maar de regering is er niet in geslaagd om het personeel van de gevangenissen en arresthuizen voldoende te beschermen, wat een grove nalatigheid is. De structurele overbevolking in de gevangenissen en arresthuizen is onder meer het onderliggende probleem van veel incidenten. Dit wordt ook door verschillende mensen in het werkveld beaamd.

 

Ik ben mij ervan bewust dat u en de huidige regering een aantal initiatieven hebben genomen, zoals de uitrol van detentiehuizen en de bouw van een nieuw arresthuis in Antwerpen en de creatie van 1.200 extra plaatsen. Helaas zijn dat druppels op een hete plaat.

 

Wat voor mij echter van fundamenteel belang is, is dat het personeel op het terrein te allen tijde zijn werk veilig kan uitvoeren. Naast het risico dat we opnieuw met opstanden in de gevangenissen te maken zullen krijgen, zoals ik zelf als ex-politiecommissaris al heb mogen ondervinden, is het slechts een kwestie van tijd – laten we hopen van niet – vooraleer de volgende maatschappelijk werkster of cipier misschien niet meer in staat zal zijn om het na te vertellen. 

 

Ondanks het feit dat de regering in lopende zaken zit, heb ik toch nog de volgende vier vragen voor u.

 

Welke maatregelen zult u nemen om de veiligheid van het personeel op zeer korte termijn, het liefst vanaf morgen, te verbeteren?

 

Welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat iedere gevangenis en ieder arresthuis effectief uitgerust is met de juiste en functionerende alarmsystemen?

 

Wat is uw onderbouwde mening, met zowel de pro’s als de contra’s, over het voorstel om in gevangenissen en arresthuizen, net zoals in de FPC’s of ziekenhuizen, met quota’s te werken, zoals de sector al jarenlang vraagt?

 

Welke concrete initiatieven zult u nemen om de alternatieve pistes van detentiecentra en transitiehuizen ook effectief verder uit te rollen?

 

Le président: Les trois questions suivantes sont posées par notre collègue Sarah Schlitz. Elles portent sur les suicides en prison, la mise en œuvre du guide sur la politique de prévention du suicide en milieu carcéral et la santé mentale du personnel pénitentiaire. Je rappelle aussi que ceci a lieu dans le cadre d'un débat d'actualité et que deux minutes sont allouées par question. Chère collègue, vous avez la parole.

 

01.07  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je vais en référer à mes questions écrites, si c'est possible. Ce sera plus simple.

 

Le président: C'est toujours possible, et c'est encore plus rapide.

 

01.08  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je suis alertée sur la question très préoccupante des nombreux suicides dans nos prisons.

 

Mes questions sont les suivantes:

- Combien de personnes se sont suicidées en 2023 et depuis le début de l'année 2024 dans les prisons belges? Pouvez-vous me donner ce décompte par prison.

- Comment ce décompte est-il fait: est-ce que toutes les personnes ainsi décédées sont prises en considération dans le décompte ou, si la personne décède à l'hôpital, est-elle exclue de ce décompte?

- Un guide adressé à l'administration pénitentiaire demande qu'un décompte des tentatives de suicide soit réalisé: est-ce que cela est effectivement fait? Si oui, selon quels critères et quels sont les chiffres?

- Qu'est-ce qui est prévu en termes de prise en charge pour les personnes détenues avant un passage à l'acte? Comment le choix de l'affectation dans une cellule/une unité/à un étage se fait-elle?

 

Monsieur le Ministre, un guide sur la politique de prévention du suicide a été diffusé par la DG-EPI en 2023. Le guide liste une série de recommandations, parmi lesquelles:

- Les numéros de téléphone doivent être affichés de manière visible dans les sections (idéalement, à côté des téléphones s’il n’y a pas de téléphone en cellule).

- Dans les établissements disposant d’une plateforme numérique ou d’un canal d'information, des informations sur l’offre sont présentées par cette voie.

- Des dépliants de Télé-Accueil et de la prévention du suicide sont mis à disposition.

- Des ouvrages sur la prévention du suicide sont mis à la disposition des détenus à la bibliothèque.

- La disponibilité d’un téléphone d’urgence et la procédure permettant d'appeler le centre de prévention du suicide et Télé-Accueil, par exemple via un téléphone sans fil, doivent être examinées s’il n’y a pas de téléphone en cellule ou s’il s'agit d'une cellule collective.

- La création d’un groupe de messagerie consacré à la prévention du suicide regroupant les acteurs suivants: direction, AP, SPS, équipe soins et service médical.

 

Pourriez-vous m'indiquer si ces recommandations ont été mises en œuvre dans l’ensemble des établissements pénitentiaires? Comment ce contrôle est-il effectué? Je vous remercie pour vos réponses.

 

Monsieur le Ministre, les conditions de travail sont de plus en plus difficiles pour le personnel pénitentiaire. En témoignent les grèves qui ont été nombreuses en début d’année.

 

- Comment les agents sont-ils informés des ressources et procédures à sa disposition pour faire face à des difficultés psychologiques?

- En début d’année, vous avez évoqué la mise en place d’une politique de gestion des conflits active dans 24 établissements. Pourriez-vous m'indiquer dans lesquels?

- Dans ce cadre, les agents peuvent-ils bénéficier d’un accompagnement en termes de santé mentale?

- Qu'en est-il dans les établissements dans lesquels cette politique n’est pas mise en place? Je vous remercie pour vos réponses.

 

De voorzitter: Zijn er collega's van andere fracties die in dit debat vragen wensen te stellen? (Neen)

 

01.09 Minister Paul Van Tigchelt: Mijnheer de voorzitter, Wat op 2 september gebeurd is in de Begijnenstraat, is inderdaad vreselijk. Jullie hebben het gezegd en wij kunnen het inderdaad niet anders omschrijven. Als minister van Justitie voel ik mij daar dan ook echt verantwoordelijk voor.

 

Het is misschien niet de gewoonte, maar ik wil eerst de oude en de nieuwe leden, en zeker ook de nieuwe voorzitter van de commissie voor Justitie gelukwensen. Ik zou normaal gezien ook tussen jullie zetelen, maar ik zit nu nog hier. Dat is vrij eigenaardig, moet ik eerlijk toegeven.

 

De commissie voor Justitie – en dit zeg ik voor de nieuwe leden – heeft een goede reputatie. Zij die hier al langer zetelen, kunnen daarvan beter getuigen dan ik. De commissie voor Justitie is actief, kritisch en zeer actief bezig met wetgeving. Daar kan ik van getuigen. Als ik even chauvinistisch mag zijn, merk ik op dat de nieuwe leden van de commissie voor Justitie vooral uit de provincie Antwerpen komen. Ik meen dus dat de toekomst van de commissie voor Justitie gegarandeerd is.

 

Ik zei het al, het is een beetje bizar dat ik hier nog zetel als minister in lopende zaken. Ik moet u niet uitleggen dat dit betekent dat ik terughoudend moet zijn. Dat neemt niet weg dat ik mijn verantwoordelijkheid wel wil opnemen en dat ik in alle transparantie zoveel mogelijk wil antwoorden op de gestelde vragen. Maar u weet dat de bevoegdheden van de regering in lopende zaken – in het Engels de caretaker government – zeer beperkt zijn. Ik moet vanuit democratisch oogpunt zeer terughoudend zijn in het nemen van nieuwe beleidsinitiatieven.

 

Er is één fractie, de Vlaams Belangfractie, die mij vandaag vele vragen stelt als: wat zult u doen, welke initiatieven zult u nemen, welke middelen zult u vrijmaken voor probleem X of voor probleem Y? Wel, ik zal u wat dat betreft moeten ontgoochelen. Dat is niet aangenaam voor u, maar dat is voor mij ook niet zo aangenaam. Lopende zaken zijn echter wat ze zijn. Het is goed dat wij hier kunnen samenzitten en ik hoop dat wij ons goed zullen kunnen vinden in het begrip "lopende zaken".

 

En ce qui concerne les problèmes dans les prisons, nous avons déjà eu ce débat à de nombreuses reprises, dernièrement le 26 mars 2024 après l'incident dramatique dans la cellule 1311 de la Begijnenstraat. Comme vous le savez, nous avons toujours essayé d'être ouverts au débat et, comme je l'ai déjà dit, je reste disponible pour cette commission. J'essaie dans la mesure du possible de répondre à toutes vos questions.

 

Er zijn een aantal heel terechte vragen gesteld. Ik wil niet te veel doceren. Ik probeer het kort te houden, maar ik wil het eerst nog even over de overbevolking hebben. Dat is een oud fenomeen, waarvoor verschillende oorzaken kunnen worden aangehaald. Ik wil enkele elementen nog eens heel specifiek aanhalen, omdat er misverstanden over bestaan en blijven bestaan.

 

Ten eerste, meer dan 50 % van de veroordeelden blijft tot de laatste dag van het strafeinde in de cel. Er is daarover dus nog steeds een misverstand, dat door sommigen bewust wordt opgepookt, namelijk dat gedetineerden d’office na een tweede of een derde van hun straf vrijkomen. Niets is minder waar. Dat is vooral een evolutie, die u positief of negatief mag noemen, maar die merkbaar is sinds die bevoegdheid is weggehaald bij de uitvoerende macht en aan de rechterlijke macht gegeven werd. De strafuitvoeringsrechters blijken in de praktijk – dat is een feit, waarover ik geen oordeel heb – vrij streng te zijn in het vrijlaten van gedetineerden. Er is uiteraard ook een categorie gedetineerden die er bewust voor kiest tot het strafeinde in de gevangenis te blijven zitten, om aldus aan het moeilijke toezicht van politie en justitieassistenten te ontsnappen, maar meer dan 50 % van de gevangenen blijft dus tot het strafeinde in de gevangenis.

 

We weten ook dat er een probleem is dat vaak terecht is aangehaald door leden van de commissie voor Justitie, met name het hoge recidivecijfer in ons land. Ik moet eerlijk bekennen dat de cijfers waarover justitie beschikt niet altijd erg actueel en pertinent zijn. We weten echter, uit de recentste cijfers waarover wij beschikken, dat meer dan 70 % van de veroordeelden die vrijkomen, binnen de vijf jaar na vrijlating nieuwe feiten pleegt en dus opnieuw voor een rechter verschijnt. Collega’s, meer dan 70 %, dat is ook een politieke verantwoordelijkheid. Ik wil in dat verband twee specifieke problemen aanhalen, die eigenlijk vreemd zijn aan justitie, maar waarmee justitie wel wordt geconfronteerd en die goeddeels de historische overbevolking mee verklaren.

 

Momenteel zitten 1.054 geïnterneerden in onze gevangenissen. Dat is opnieuw een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. Wij weten allemaal – ik hoef dit niet mee te geven aan dit gespecialiseerde publiek – dat geïnterneerden mensen zijn met psychische problemen, die niet in de gevangenis thuishoren. Zij hebben specifieke zorg nodig, die hun geboden moet worden in de FPC’s, in het forensische zorgcircuit of in het reguliere psychiatrische circuit. Daar werkt men inderdaad met quota, mevrouw Beels.

 

Ook bij de DVZ werkt men met quota. Vandaag zitten er immers niet alleen 1.000 geïnterneerden in onze gevangenissen, maar ook meer dan 3.800 mensen zonder papieren. Het gevangeniswezen werkt niet met quota, maar – ik druk mij oneerbiedig uit, maar ik wil het duidelijk stellen – het is al jaren de vergaarbak voor alle problemen die zich in onze samenleving voordoen. Haal die 1.000 geïnterneerden en die 3.800 mensen zonder papieren eruit en er is geen sprake van overbevolking. Dat is een redenering die heel kort door de bocht gaat, maar ik wilde dat punt toch even maken. Aan wie blijft beweren dat justitie een fout heeft gemaakt door de korte straffen uit te voeren, zeg ik dat dit de wereld op zijn kop is, want justitie moet haar eigen straffen uitvoeren. Voor mij zijn straffen tot drie jaar geen korte straffen.

 

Als laatste element wat de overbevolking betreft, wil ik nog het volgende zeggen aan collega Van Hoecke. In sommige vragen laat u uitschijnen dat justitie en politie in dit land niets zouden doen. Welnu, de ongeveer 12.400 gedetineerden komen niet zomaar in de gevangenissen. Dat is dankzij het werk van justitie en politie. We hebben het de voorbije maanden vaak gehad over Sky ECC en de 'successen'. De problemen met de georganiseerde criminaliteit en drugs zijn nog verre van opgelost, maar het is wel een feit dat politie en justitie successen hebben geboekt en dat 4.500 van de meer dan 12.000 gedetineerden in de gevangenis zitten voor drugsmisdrijven. Dat zijn enkele randbemerkingen die ik toch wilde maken.

 

On sait tous qu'il n'y a pas de solution miracle aux problèmes de nos prisons. Si cette solution existait, les problèmes seraient résolus depuis des années.

 

Verschillende sprekers hebben aangehaald dat er in de afgelopen legislatuur 1.260 plaatsen bij gekomen zijn. Vaak gaat het ook over beslissingen van de voorgaande regering die in de afgelopen legislatuur uitgerold werden, net zoals de toekomstige regering hopelijk plaatsen zal kunnen openen die door de huidige – thans in lopende zaken – regering zijn beslist. Zo verloopt het nu eenmaal, al frustreert dat ons allemaal. Het gaat traag. Voor een stuk kijk ik daartoe naar de Regie der Gebouwen, maar die bevoegdheid komt mij niet toe in de periode van lopende zaken. Het is nu eenmaal zo.

 

De capaciteit zal tegen het einde van het jaar 11.100 bedragen. Ik heb de cijfers nog eens nagekeken die ik meegedeeld heb in de vergadering van de commissie voor Justitie van 26 maart 2024. Ik kan vaststellen dat wat ik toen heb gezegd op een tiental na klopt. De huidige capaciteit is 11.010 en tegen het einde van het jaar zal die 11.100 bedragen. Op het moment van de commissievergadering van 26 maart bedroeg de capaciteit 10.760. Naast de toename tot 11.010 en tot 11.100, op het einde van het jaar, staan nog tal van projecten in de steigers die in de loop van 2025 en in het voorjaar van 2026 hopelijk de capaciteit zullen doen toenemen met zowat 400 plaatsen, waardoor de capaciteit op 11.500 gebracht zal worden. Draai of keer het zoals u wilt, ofwel halen we er een aantal mensen uit, bijvoorbeeld geïnterneerden, bijvoorbeeld illegalen, ofwel creëren we capaciteit bij. Ik meen dat we op verschillende sporen moeten inzetten. Een van de zaken is dat de capaciteit toeneemt. Dat is gepland. Het komt de volgende regering toe om daar al dan niet een andere richting aan te geven.

 

Investeren in bijkomende plaatsen betekent ook investeringen in bijkomend personeel, zoals u wel weet. Er is wat mij betreft geen misprijzen voor de vakbonden, mevrouw Daems. Die spelen hun rol. We hebben geïnvesteerd in extra personeel. Dat is u allen bekend, want op de versnelde aanwerving van personeel is er ook kritiek geuit, aangezien er een spanningsveld ontstaat tussen de snelheid van aanwerving en voldoende opleiding. Dat probleem manifesteert zich voor een stuk in Haren, maar we hebben dus wel extra personeel aangeworven. In de afgelopen vier jaar zijn in totaal maar liefst 4.000 personeelsleden aangeworven voor de gevangenissen. De medische teams en de zorgteams hebben we versterkt. Nogmaals, daarmee breng ik geen hoeraverhaal, ik geef gewoon de feiten. We zijn er nog niet, dat weet ik ook wel.

 

Wij hebben het bewakings- en administratief kader versterkt, zowel in de nieuwe als in de bestaande gevangenissen. Op vele vlakken was er effectief een inhaalbeweging nodig. Collega Daems, ik geef het toe, ondanks die inspanningen blijft er in sommige inrichtingen, niet in alle maar in sommige, effectief een personeelstekort.

 

De overbevolking is gedaald. Het kan vreemd klinken als ik dat zeg, maar ze is gedaald ten opzichte van 10 jaar geleden. Ze bedraagt nu 13 %, 10 jaar geleden bedroeg ze 24 %. Dat is onder meer het gevolg van het optrekken van het aantal plaatsen in onze gevangenissen.

 

Ik wil daaraan toevoegen dat de capaciteit die ik net vermeldde nog steeds onvoldoende is voor de meer dan 12.300 gedetineerden. In commissie en plenum heb ik al vaak gezegd dat de eerste ambitie moet zijn om nul grondslapers te hebben. Ik kan u in alle eerlijkheid zeggen dat dit tijdens de vakantie niet gelukt is. Zeker in de Begijnenstraat worden wij opnieuw geconfronteerd met tientallen grondslapers.

 

Het aantal gedetineerden blijft nog stijgen, tot onze verbazing. Wij hebben het zelf niet in de hand. Net zoals wij de uitstroom niet in de hand hebben – dat is een beslissing van strafuitvoeringsrechters – hebben wij de instroom ook niet in de hand, want die ligt in handen van parketmagistraten en onderzoeksrechters. Traditioneel zien wij tijdens de zomer een daling van het aantal gedetineerden. Nu is het aantal blijven stijgen. Justitie en politie zitten blijkbaar niet stil, ook niet tijdens de zomer. Die gedetineerden komen er niet vanzelf.

 

De gevangenissen zijn inderdaad verplicht om elke inkomende gedetineerde op te nemen. Collega Beels, de voorzitter ad interim van de FOD Justitie, mevrouw Sarah Blancke, die zal vertrekken op 1 oktober, pleit inderdaad voor quota in de gevangenissen. In tegenstelling tot gesloten centra, FPC's en centra voor illegalen zijn er voor de gevangenissen geen quota. Het gevangeniswezen kan vandaag niet zeggen dat de gevangenissen vol zitten en dat er een stop is.

 

Dat maakt dan inderdaad ook dat de gevangenissen een beetje – dit is een unconvenient truth, maar het is wel een waarheid – een vergaarbak worden voor problemen die elders niet worden opgelost. Het resultaat is dat gevangenissen problemen van andere departementen ondervangen. Er zijn meer dan 1.000 geïnterneerden en meer dan 3.800 gedetineerden zonder recht op verblijf. Het resultaat is inderdaad – dat is correct, collega Daems – dat het personeel gebukt gaat onder een grote werklast, dat de veiligheid onder druk staat en dat we hier nu in de commissie voor Justitie zitten om al die problemen te bespreken. De overbevolking, het personeelstekort, de veiligheid binnen onze inrichtingen en de staat van de gebouwen blijven inderdaad problemen die bijkomende initiatieven en maatregelen vergen.

 

Collega Beels, u sprak over het beleid van de huidige regering tijdens de vorige legislatuur. Ik denk dat ik het zo juridisch correct zeg, want het is nog de huidige regering. Het zouden druppels op een hete plaat zijn. Daar ben ik het niet mee eens. We hebben het geweer van schouder veranderd en dat is eigenlijk al gebeurd onder de Zweedse regering. Een derde van de infrastructuur is vervangen. Tegen dit tempo is tegen 2031 de helft van de verouderde infrastructuur vervangen. Ik ben het met u eens dat dat veel te traag gaat. Koken kost geld, maar nu is dus een derde van de infrastructuur up-to-date en tegen 2031 de helft. We investeren in bijkomende capaciteit en we nemen ook maatregelen om anders te straffen. Ik kom daar nog op terug. We willen alternatieven voor de gevangenisstraf meer 'promoten'. Ik vind dus wel dat dat meer is dan druppels op een hete plaat. Ook de initiatieven die we hebben genomen voor de detentiehuizen en detentiebegeleiders mogen hier aangehaald worden.

 

Voor bijkomende initiatieven en maatregelen moet ik als ontslagnemend minister in een regering in lopende zaken een zekere terughoudendheid aan de dag leggen. Nieuwe initiatieven kan ik niet nemen. Ik ben ook niet in de mogelijkheid om in extra financiële middelen te voorzien. Normaal zijn we nu bezig met beleidsnota's, beleidsverklaringen en de begrotingsopmaak, maar er is dus niets van dat alles. Ik hoef u de omzendbrief over de lopende zaken niet te citeren.

 

Ik hoop, en ik ga ervan uit, dat de volgende regering de ingeslagen weg zal volgen. Wat is die ingeslagen weg?

 

Ten eerste, alle straffen moeten worden uitgevoerd. Een justitie die dat niet doet, is geen geloofwaardige justitie. Een justitie waarbij de uitvoerende macht zomaar beslissingen van rechters aan de kant schuift, is niet ernstig in een rechtsstaat. Alle straffen moeten worden uitgevoerd.

 

Ten tweede, wij moeten straffen op maat hebben. Dat punt heb ik daarnet ook gemaakt. Wij hebben in de commissie voor Justitie hard gewerkt aan het nieuwe Strafwetboek, waarin de gevangenisstraf een ultimum remedium is. We spraken daar al lang over. Wij hebben dat nu effectief verankerd in ons Strafwetboek. Een rechter die een straf van niveau 2 wil uitspreken, moet motiveren waarom hij een gevangenisstraf oplegt en waarom een andere straf dan een gevangenisstraf niet gepast is.

 

Ten derde, als er dan toch een gevangenisstraf opgelegd wordt, moet die zinvol zijn. Ik heb het recidivecijfer aangehaald, namelijk 70 %. Een zinvolle gevangenisstraf is een straf waarbij de gedetineerde wordt begeleid, vandaar de detentiehuizen. Dat is geen Belgische uitvinding, dat is iets dat uit Scandinavië komt, vandaar ook de detentiebegeleiders.

 

Zinvol straffen moeten wij doen vanuit een menselijk oogpunt. Gedetineerden zijn mensen. Wij moeten dat doen vanuit een maatschappelijk oogpunt, want onze maatschappij wordt daardoor veiliger. En wij moeten dat ook doen vanuit een economisch oogpunt, want hoewel ik het niet kan berekenen, ben ik ervan overtuigd dat zinvol straffen op termijn ook budgettair zal lonen. Als wij niet investeren in gedetineerden, blijft het recidivecijfer hoog. De maatschappelijke kosten zijn dan ook bijzonder hoog. Kortom, wij moeten aan begeleiding doen.

 

Wij botsen echter ook voor een deel op onze staatsstructuur. Ik leg de bal niet in het kamp van de gemeenschappen, dat is niet mijn bedoeling, maar u weet dat de begeleiding al voor een goed deel geregionaliseerd is en dat de gemeenschappen dus ook hun duit in het zakje moeten doen.

 

Chers collègues, j'ai regroupé vos nombreuses questions en différents thèmes afin d'essayer de vous répondre de manière structurée.

 

Het is vreselijk wat er in de gevangenis van Antwerpen gebeurd is. Er werd expliciet gevraagd hoe het met het slachtoffer gaat. Ze heeft echter via haar hiërarchie laten weten dat ze op haar privacy gesteld is. U zult mij dat niet kwalijk nemen, maar ik zal dus op haar vraag geen informatie verstrekken.

 

Er loopt een gerechtelijk onderzoek. De zaken die daarover gezegd en geschreven zijn in de pers zijn grotendeels juist. Het slachtoffer werd dus brutaal betast en seksueel aangerand. Het parket voert een onderzoek ter zake. De verdachte is een man die vastzat voor diefstallen. Hij zat in eerste instantie in voorlopige hechtenis en is na zijn veroordeling door de correctionele rechtbank in strafuitvoering gebleven. Op het ogenblik van de feiten, namelijk op 2 september, zat hij dus in strafuitvoering.

 

De man bleek ook – en ik zeg dat met de nodige voorzichtigheid – mentale problemen te hebben. Dat is een algemene term en dat zal dus verder bevestigd moeten worden. We zien dat echter vaak in de gevangenissen. Ik heb immers nog niet gezegd dat een derde van de geweldsincidenten door geïnterneerden wordt gepleegd. Dat zijn dus mensen die psychische zorg nodig hebben. Zij zijn extra vatbaar voor het plegen van geweld tegen ons penitentiair personeel.

 

Ik zal het nu hebben over de veiligheidsprocedures, de noodknop en het mobiele alarm. Ik vat het samen, want u hebt het goed gelezen in de pers. De noodknop, die aan de muur hing, functioneerde niet. Elk personeelslid is ook uitgerust met een gsm met een mobiel alarm, en dat heeft wel gewerkt. Volgens de gevangenisdirectie en de informatie die mij verstrekt werd, was er na ongeveer één minuut bijstand aanwezig. In dergelijke verschrikkelijke omstandigheden zijn 60 seconden echter een eeuwigheid. Dat waren dus 60 seconden te veel.

 

Het incident heeft problemen blootgelegd. De vaste alarmknop werkte niet en bleek zelfs niet aangesloten te zijn. Hoewel dergelijke alarmknoppen niet het primaire alarmsysteem binnen de gevangenissen zijn, is zoiets onaanvaardbaar. Die knop wordt geacht te functioneren. Inmiddels zijn die alarmknoppen – niet alleen in de Begijnenstraat, maar ook in alle andere gevangenissen – gecontroleerd, aangesloten en getest. Technische mankementen zijn altijd mogelijk, maar dan moeten die aan het licht komen tijdens de testen.

 

Het mobiele alarm werkte wel. Zoals collega Dillen al zei, kon het slachtoffer de knop wel indrukken, maar duurde het te lang voor men haar wist te lokaliseren. Het DG EPI heeft mij laten weten dat nieuwe testen van het systeem worden uitgevoerd en maatregelen worden genomen om dat probleem te verhelpen. Er waren veiligheidsmedewerkers op de gang, maar zij waren inderdaad pas na een minuut ter plaatse om hulp te bieden. Er wordt ook geëvalueerd of het wel aangewezen is om iemand in zo'n lokaal alleen te laten met een gedetineerde.

 

Ik herhaal dat naar aanleiding van het incident met de noodknop in de Begijnenstraat ook in de andere gevangenissen de veiligheidsprocedures worden herbekeken en testen worden uitgevoerd.

 

Ik zeg dit met heel veel schroom, want ik vind het moeilijk om dat te zeggen, maar in de gevangenis zitten geen koorknapen. Daarom moeten de veiligheidsprocedures functioneren. Het is moeilijk te aanvaarden dat die noodknop niet functioneerde, maar zelfs als we ervoor zorgen dat alle veiligheidsprocedures 100 % werken, dan nog kunnen wij geen absolute veiligheid garanderen. Het spijt me dat ik dit moet zeggen, maar ik denk dat ik dat hier wel moet doen. U moet mij die kritische vragen stellen, maar ik kan niet garanderen dat er nooit meer iets zal gebeuren in de gevangenis als alle veiligheidsprocedures 100 % worden nageleefd. Dat is niet zo in de buitenwereld en dat zal intra muros ook niet zo zijn. Dat neemt echter niet weg dat we er alles aan moeten doen om die veiligheidsprocedures correct toe te passen en te controleren.

 

De werkdruk van het personeel is hoog. Collega Daems, wij hebben respect voor elk personeelslid dat dagelijks in die moeilijke omstandigheden moet werken. Ik hoed mij er echter voor om het personeelstekort of de overbevolking als verschoningsgrond aan te wenden om de veiligheidsprocedures niet te respecteren. We moeten ook in die situaties kunnen vertrouwen op die procedures en die worden nu op scherp gezet. Ik twijfel er niet aan dat u dit zult opvolgen. Zolang ik minister in lopende zaken blijf, zal ik dat ook opvolgen en mij hierover laten rapporteren.

 

De videobeelden uit de gevangenis van Haren op TikTok zijn door de politie en het gevangeniswezen bekeken. Het overgooien door middel van een katapult, zowel in Haren, in de Begijnenstraat in Antwerpen als in andere gevangenissen, is de voorbije jaren een plaag geworden. De overgooiproblematiek heeft altijd bestaan, maar de laatste jaren is dit exponentieel toegenomen. Nooit eerder kregen gevangenen zoveel luchtpost als in de afgelopen maanden. Het gaat dan over drugs, smartphones en andere vaak onschadelijke en soms schadelijke zaken.

 

Er worden maatregelen genomen en in het nieuwe Strafwetboek werd deze praktijk strafbaar gemaakt. We hebben het artikel met betrekking tot het overgooien ook vervroegd in werking laten treden, waardoor ook niet meer bewezen hoeft te worden dat iets dat wordt overgeworpen een illegaal goed betreft. Het overgooien op zich is nu immers een strafbaar feit, wat het werk van politie en justitie vergemakkelijkt.

 

Er komt een geldboete voor wie dat één keer doet. Daarna kan dat een celstraf worden.

 

Het strafbaar maken is uiteraard onvoldoende. Er moeten ook aanpassingen zijn aan de infrastructuur om dat tegen te gaan. Ik kan u melden dat er op dat vlak momenteel door de Regie der Gebouwen en de bevoegde staatssecretaris een studie wordt uitgevoerd in de gevangenis van Mechelen over de overgooiproblematiek. De resultaten van de studie worden afgewacht, om te bekijken welke specifieke algemene maatregelen eventueel kunnen worden getroffen. Ik hoor u denken en opwerpen dat het niet zo moeilijk kan zijn om gewoon een net te spannen. Blijkbaar is dat echter niet erg evident.

 

Inzake het beklimmen van daken, dus gedetineerden die op daken zouden zijn gezien, kan ik meegeven dat in samenspraak tussen de gevangenis en de privépartners een oplossing wordt uitgewerkt die maakt dat gedetineerden niet langer op de daken kunnen klimmen. As we speak wordt daaraan gewerkt.

 

Inzake het personeelstekort in de gevangenis van Haren kan ik melden dat daar 258 nieuwe personeelsleden zijn aangeworven, waarvan 221 in de bewaking. Wij starten binnenkort opnieuw met een aanwervingscampagne. Ik weet immers dat er nog een personeelstekort is in de gevangenis van Haren. Er komt dus een aanwervingscampagne, specifiek voor de gevangenis van Haren.

 

Wij zullen voor die rekrutering, zoals hier in het verleden al is toegelicht, de procedure Fast Lane hanteren. Dat doen wij samen met BOSA en de minister van Ambtenarenzaken. Met die versnelde procedure menen wij op korte termijn opnieuw extra personeel te kunnen aanwerven.

 

De grote aanwervingsgolven hebben voor een achterstand in de opleiding van het personeel gezorgd. Die achterstand wordt weggewerkt. Binnenkort zullen de personeelsleden de eerste module van de basisopleiding hebben gevolgd. In afwachting van die basisopleiding krijgen de nieuwe personeelsleden een opleiding op de werkvloer vooraleer zij op een sectie worden geplaatst.

 

Over de ontsnappingspoging uit de gevangenis van Wortel, wat een vraag van mevrouw Dillen was, kan ik meegeven dat het om vier gedetineerden met de Marokkaanse nationaliteit ging.

 

Mevrouw Dillen, u hebt een verklaring voor de ontsnappingspoging gezocht in het feit dat er nu een akkoord is met Marokko om gedetineerden te repatriëren. Dat akkoord is er wel degelijk. De aantallen zijn in juli en augustus 2024 een beetje gedaald. Ik hoop en het zal ook zo zijn dat ze in september 2024 opnieuw zullen stijgen. Ze zijn in juli en augustus 2024 namelijk gedaald, omdat die maanden vakantiemaanden zijn en omdat het ook van Marokkaanse zijde moeilijker was om tot samenwerking te komen.

 

Wij hebben dit jaar al 165 Marokkaanse onderdanen zonder papieren kunnen repatriëren, waarvan 90 gedetineerden. Marokko aanvaardde geen eigen onderdanen meer sinds 2017, nu gebeurt dat opnieuw. Ik was op 1 november 2023 in Marokko, samen met andere mensen uit de veiligheidswereld, om daarover te praten. Marokko aanvaardt nu opnieuw de eigen onderdanen. Dat is belangrijk, maar ik geef u meteen mee dat er nog veel Marokkaanse onderdanen zonder geldige papieren in onze gevangenissen zitten, onder andere de verdachte van de feiten op 2 september.

 

Die overbrengingen naar Marokko zijn geen sinecure, dat is een open deur intrappen. Marokkaanse gedetineerden gaan zelden akkoord met hun overbrenging. Ze weten nu ook dat ze repatriëring riskeren. Het wordt de omgekeerde wereld, want ik hoor dat ze zich nu voordoen als Algerijn of Tunesiër, om aan uitwijzing naar Marokko te ontsnappen. U weet dat het onze taak is, de taak van DVZ en de overheid, om te bewijzen welke nationaliteit zij hebben, waarna wij inderdaad een laissez-passer kunnen aanvragen en bekomen in Marokko. Ze doen echter hun best om hun ware identiteit te verhullen.

 

Er is ook de nieuwe wet – het wetsontwerp werd behandeld in de commissie voor Binnenlandse Zaken – die mensen van de dienst Vreemdelingenzaken de bevoegdheid van officier van gerechtelijke politie geeft om gsm-toestellen uit te lezen, om de identificatie en de juiste identiteit van personen te achterhalen.

 

In totaal werden in 2024 165 Marokkaanse onderdanen teruggestuurd, waarvan 90 gedetineerden. Dat is een goed resultaat in vergelijking met de vorige jaren. Het is echter nog niet voldoende om de overbevolkingsproblematiek in onze gevangenissen aan te pakken en om de overlast in onze steden, die gepaard gaat met die illegaliteit, aan te pakken. Justitie kan dat niet alleen. Dat weet u.

 

In geval van overbrenging is Marokko in principe verplicht de tenuitvoerlegging van de straf voort te zetten. Derhalve is Marokko gebonden door de juridische aard en de duur van de sanctie. Dat is een algemeen principe bij overbrengingen. Er is echter een mogelijkheid om daarvan af te wijken, met name wanneer de straf naar de aard of de duur onverenigbaar is met het Marokkaanse recht. In dat geval kan Marokko de sanctie aanpassen aan de straf of maatregel die door zijn eigen wet voor een soortgelijk strafbaar feit is voorgeschreven. België wordt tijdens die overbrengingsprocedure ook ingelicht over de wijze waarop de tenuitvoerlegging van de Belgische veroordeling in Marokko plaatsvindt.

 

Wat de vier gedetineerden met Marokkaanse nationaliteit in de gevangenis van Wortel betreft, voor een van hen loopt een dossier met het oog op een overbrenging naar Marokko. De betrokkene gaat akkoord met zijn overbrenging. Voor de drie andere personen zal in samenwerking met de Dienst Vreemdelingenzaken de terugkeer georganiseerd worden op het ogenblik waarop ze hun strafeinde naderen.

 

U hebt heel concrete cijfers gevraagd, maar ik raad u aan om daarvoor een schriftelijke vraag in te dienen.

 

Nu kom ik tot de vragen over de strijd tegen drugs in de gevangenissen. Ook dat is een oud zeer. Drugs bevinden zich in de maatschappij en dus ook in de gevangenissen. U weet dat wij tien toestellen aankopen om drugs te detecteren in de gevangenissen. Eén toestel is momenteel in testfase en roteert tussen de verschillende gevangenissen.

 

Tegen het gebruik van smartphones in de gevangenissen wordt nog steeds streng opgetreden. Het beleid op dat vlak is vernieuwd. Gevonden smartphones worden in beslag genomen. We hebben ook opsporingstoestellen aangekocht die helpen in de zoektocht naar verboden smartphones. Vijf dergelijke toestellen zijn aangekocht. Ze worden momenteel getest en ingezet bij zoekacties in diverse gevangenissen. De resultaten daarvan zijn voorlopig positief, zo zegt het gevangeniswezen mij. Een overheidsopdracht wordt voorbereid voor de aankoop van meer van die toestellen, zodat ze in meerdere gevangenissen ingezet kunnen worden.

 

We hebben eveneens kennisgenomen van het jaarverslag van de Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen. Daat stonden een aantal aanbevelingen en opmerkingen in die bestudeerd worden door de administratie van het gevangeniswezen. Ik kan u trouwens ook nog aangeven dat het gevangeniswezen een nieuwe directeur-generaal heeft. Dat is een dame die u goed kent, want ze was kabinetschef van de minister van Justitie, namelijk Mathilde Steenbergen. Het lijkt me dus een zegen voor de volgende minister van Justitie om met zo'n directeur-generaal te kunnen samenwerken.

 

Ik zal niet aarzelen om operationele knelpunten aan te pakken in deze periode van lopende zaken. Ik had vorige week bijvoorbeeld nog een ontmoeting met de Centrale toezichtsraad in het kader van de evaluatie van zijn eigen werking. Ook wat zijn eigen werking betreft, hangt de CTRG namelijk af van het Parlement. Ook daar kan echter nog een aantal zaken worden verbeterd.

 

Wat de vraag van collega Daems over de minimale dienstverlening betreft, klopt het dat er een advies van de Raad van State is binnengekomen op 22 augustus. De administratie is dat advies aan het analyseren. Er werd afgesproken dat het advies uiterlijk op 22 september aan de vakbonden wordt overgemaakt. Dat is één maand na ontvangst, dus dat lijkt me redelijk. Dat is geen kwestie van misprijzen van de gevangenissen.

 

Je vais maintenant répondre à la question de notre collègue Sarah Schlitz concernant les suicides en prison. En 2023, il y a eu 15 suicides dans les prisons belges. Il va de soi que c'est un état de choses déplorable. Je vous invite à poser une question écrite si vous souhaitez obtenir des chiffres plus détaillés à ce sujet.

 

Le nombre de suicides et de tentatives de suicides sont également une des conséquences de l'augmentation du nombre de détenus souffrant de maladies psychiatriques. C'est une constatation indéniable et je pense que l'on peut constater un phénomène similaire au sein de la société en général. Le personnel est formé pour reconnaitre les signes avant-coureurs du suicide parmi les détenus. Un groupe de travail se penche sur le sujet dans le Sud du pays. Ce groupe travaille à une simplification des instructions à destination des agents pour le Nord du pays. Un projet pilote va démarrer le 1er octobre et sera mené par le VLESP (Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie) au sein de quatre prisons, à savoir Bruges, Malines, Ypres et Merksplas. J'espère, monsieur le président, avoir répondu aux questions.

 

01.10  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik begrijp dat u, doordat de regering in lopende zaken is, terughoudend moet zijn en dat u geen nieuwe initiatieven kunt nemen. Hier gaat het echter over problemen die al decennialang aanslepen en die in de voorbije legislatuur al herhaaldelijk zijn aangekaart. Dan is het toch belangrijk dat u uw verantwoordelijkheid opneemt?

 

U hebt een aantal cijfers gegeven, waarvoor dank. 50 % van de veroordeelden blijft in de cel tot het strafeinde. We weten allemaal waarom, mijnheer de minister. We moeten daar niet flauw over doen. De gedetineerde is dan namelijk niet langer gebonden aan voorwaarden en moet die voorwaarden dan ook niet respecteren.

 

Helaas klopt het recidivecijfer dat u vermeldde. 70 % van de vrijgelaten gevangenen pleegt nieuwe feiten binnen de 5 jaar. Hoe komt dat, mijnheer de minister? Ik ben er eerlijk in, het is niet hoofdzakelijk uw verantwoordelijkheid, maar het mag wel gezegd worden, dat komt doordat er vandaag van een zinvolle detentie amper sprake is.

 

Het is heel belangrijk gedetineerden gedurende hun gevangenisstraf, hoe lang die ook mag zijn, te begeleiden naar hun terugkeer in de maatschappij. Op een bepaald ogenblik zullen zij immers vervroegd vrijkomen of vrijkomen na het einde van hun straftijd. Men moet hen dus begeleiden. Die begeleiding is bijzonder belangrijk, vanuit menselijk oogpunt, maar vooral ook vanuit maatschappelijk oogpunt. Nu laat die begeleiding werkelijk te wensen over. Nogmaals, dat is hoofdzakelijk een bevoegdheid van de gemeenschappen. Die mogen toch ook gewezen worden op hun verantwoordelijkheid?

 

Mijnheer de minister, u hebt het cijfer gegeven van het huidige aantal gedetineerden: 12.400, waarvan 1.054 geïnterneerden en 3.800 gedetineerden zonder papieren. Ik ben het volledig met u eens, geïnterneerden horen niet thuis in de gevangenis. Daar zitten zij als gevolg van een falend beleid voor het inzetten van FPC's, enzovoort.

 

Wat de 3.800 gedetineerden zonder papieren betreft, mijnheer de minister, zorg ervoor dat de nodige initiatieven genomen worden om hen uit de gevangenis te halen. Er is het verdrag met Marokko, dat met veel poeha is voorgesteld in de media. U zult zich de beelden wel herinneren. Mijnheer de minister, er moet meer op uitwijzing ingezet worden. Het gaat toch niet op dat een gedetineerde zijn akkoord moet geven? Nee, wie in ons land strafbare feiten pleegt, moet zonder pardon worden uitgewezen naar het land van herkomst.

 

U hebt gezegd dat die verantwoordelijkheden onder andere departementen ressorteren, dat klopt deels. Dring er bij de bevoegde collega’s op aan dat zij hun verantwoordelijkheid nemen.

 

Het aantal gedetineerden is deze zomer verder gestegen. Dat verbaast u. Mij verbaast dat eerlijk gezegd niet. Dat is immers het gevolg van de stijgende drugscriminaliteit, vooral in Antwerpen, maar waarschijnlijk ook in andere provincies. Alle respect voor de inspanningen van politie en justitie om deze criminelen – hoofdzakelijk mannen – te vatten, want daar wordt hard op ingezet, maar het gevolg is wel dat het aantal gedetineerden stijgt. We moeten daarover dus niet verwonderd zijn. De Vlaams Belangfractie steunt de aanpak van deze criminaliteit ten volle.

 

Wat de bijzonder trieste feiten in de gevangenis van Antwerpen betreft, hebt u aangegeven dat hierdoor de veiligheidsprocedure werd blootgelegd. De alarmknop was blijkbaar niet aangesloten en werd zelfs nooit getest. Mijnheer de minister, dat heeft niets te maken met de overbevolking in de gevangenissen. Het feit dat zaken niet getest worden, moet worden losgekoppeld van de problematiek van de overbevolking. U hebt gezegd dat er maatregelen werden genomen om de juiste locatie te laten vinden door EPI. Wanneer wordt die maatregel van kracht?

 

Mijnheer de minister, u hebt gelijk dat er geen 100 % garantie geboden kan worden dat er nooit meer incidenten zullen plaatsvinden, zelfs met perfect werkende systemen. In alle gevangenissen moeten echter de nodige initiatieven worden genomen om alles te testen.

 

Mijnheer de minister, wat de gevangenis van Antwerpen betreft, hoop ik dat de lokalen voor advocaten inmiddels ook getest werden en dat er daar niets misloopt. Dat is immers niet onbelangrijk.

 

Wat betreft de beelden van de gevangenis van Haren die op TikTok circuleren, net als u zit ik niet op TikTok. Ik denk dat ik daar net iets te oud voor ben. Ik heb die gegevens niet gekregen via TikTok, die zijn in alle media verschenen. De problematiek van het overgooien is de laatste jaren exponentieel gegroeid en er moeten heel dringend maatregelen worden genomen om de infrastructuur aan te passen. Ik weet dat dit niet uw bevoegdheid is, maar u kunt toch wel bij uw collega aandringen om daarvan bij hoogdringendheid werk te maken.

 

U zegt dat er een project komt in de gevangenis van Mechelen. Ik vind de keuze voor Mechelen bizar. Waarom begint men niet met een project in Antwerpen of Haren, waar de problematiek heel zwaar aanwezig is? We hebben daarover al herhaaldelijk gediscussieerd. We kennen het nieuwe fenomeen van de drones, maar in Antwerpen gebeurt het niet met drones en weet men toch perfect vanwaar dat overgooien gebeurt? Dat kan met een paar kleine ingrepen of maatregelen worden vermeden. Ik geef een voorbeeld. U kent de situatie evengoed als ik. Ga eens kijken naar de parking van het ACV in de Nationalestraat of vraag uw collega van de Regie der Gebouwen om daar te gaan kijken. Met een paar kleine ingrepen zijn er al belangrijke verbeteringen mogelijk.

 

Wat Wortel betreft, u hebt daarnet geantwoord dat ik de verantwoording hiervan zou hebben gezocht in het akkoord met Marokko. Ik heb dat niet gezocht, dat zijn verantwoordingen die ik in de media heb kunnen lezen. U hebt gezegd dat Marokko een deel van de gedetineerden terugneemt. Nu hebben ze ineens allemaal andere nationaliteiten. Ik dring erop aan dat er op dat vlak meer inspanningen worden geleverd.

 

Tot slot, in uw antwoord op mijn vragen in verband met drugs en smartphones in de gevangenissen hebt u verwezen naar de toestellen die aangekocht zijn en hebt u gezegd dat de resultaten positief zijn. Ik zal daarover nog een schriftelijke vraag indienen, maar ik krijg toch nog graag een antwoord op één vraag.

 

Volgens de vakbonden – het zijn niet mijn woorden – zouden er problemen zijn met het wettelijk kader, dat niet voldoende uitgewerkt is om die toestellen in te zetten. U zegt dat ze blijkbaar wel goed werken en dat de resultaten goed zijn. Vergissen de vakbonden zich dan en is het wettelijk kader wel afdoend?

 

Tot slot, mijnheer de minister, ik begrijp dat een aantal van de vragen die ik gesteld heb cijfervragen zijn. Die zal ik uiteraard schriftelijk stellen.

 

01.11  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt veel beantwoord, maar ik had u enkele heel concrete vragen over het probleem in Antwerpen gesteld en daar heb ik eigenlijk geen concrete antwoorden op gekregen. Ik hoop dus maar dat u, ook al bent u aan het werk in lopende zaken, er wel voor zult zorgen dat alles voortaan gecontroleerd wordt en goed werkt, in elke gevangenis en niet alleen in de Antwerpse. Waaraan het dan lag, daar heb ik geen concreet antwoord op gekregen. Werd dat dan niet regelmatig gecontroleerd? Ik heb alleen gehoord dat u in lopende zaken niet veel kunt doen. Veiligheid is echter een kerntaak. Lopende zaken of niet, u bent nog steeds verantwoordelijk. Dat de infrastructuur zich in die toestand bevindt, is ook een gevolg van het gevoerde beleid. Ik meen dat u daar ook in lopende zaken nog steeds aandacht voor moet hebben en dat u ervoor moet zorgen dat alles werkt.

 

01.12 Minister Paul Van Tigchelt: Excuseer, maar dat antwoord heb ik wel degelijk gegeven. De noodknop was niet aangesloten en wordt nu in alle gevangenissen getest. Dat heb ik meermaals gezegd.

 

01.13  Sophie De Wit (N-VA): Het is niet meer dan logisch dat dit gebeurt, ook al hebt u enige schroom, aangezien u in lopende zaken werkt.

 

Ten tweede, ik heb u veel horen zeggen over de overbevolking. Welnu, de overbevolking is één zaak en een heikel punt, maar ook de veiligheid is belangrijk. Of dat alarm kan werken, valt of staat niet met de overbevolking in de gevangenissen.

 

Ik heb u horen zeggen dat de huidige regering iets zal achterlaten voor de volgende. Laat ons hopen dat er inderdaad iets gebeurt in Antwerpen. Ik moet u niet herinneren aan de 720 beloofde detentieplaatsen en detentiehuizen die er niet zijn gekomen. Haren was een uitvoering van.... Ik meen dat er voor te weinig capaciteit is gezorgd voor een zinvolle detentie.

 

Het is cruciaal dat het masterplan weer onder handen wordt genomen, want dat is stiefmoederlijk behandeld. Dit is één incident, maar er zijn er al vele andere geweest. Veiligheid kan men nooit voor honderd procent bereiken maar u moet er alles aan doen, u in lopende zaken en de toekomstige minister, om die veiligheid te allen tijde te garanderen, buiten de cel en binnen de cel, voor het personeel, voor de gedetineerden en voor elke medewerker die in de gevangenis komt.

 

01.14  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u zei dat veiligheid nooit voor honderd procent kan worden gegarandeerd. Dat is juist, maar laten wij ervoor zorgen dat de veiligheidsprocedures en de veiligheidssystemen die er zijn wel degelijk werken. Het gaat dan om de noodknop, het mobiele alarm, voldoende personeel in de buurt enzovoort. Dat zal het percentage richting honderd procent brengen. Wij weten dat men nooit de honderd procent kan bereiken, maar wij kunnen grote stappen zetten richting die honderd procent.

 

U zegt dat de noodknoppen nu overal werden getest. Ik vraag mij dan af of er echt eerst zoiets moet gebeuren alvorens men test of die noodknoppen wel effectief werken. Dat zou men op regelmatige basis moeten doen. Als men in een chemisch bedrijf de alarmsystemen alleen zou testen na een ongeval, zou men grote ogen trekken.

 

Het fundamentele debat over de overbevolking is belangrijk. Het is een complex probleem, het is geen evidente zaak. Er zijn heel veel oorzaken. Er zijn ook heel veel maatregelen en voorstellen van oplossing mogelijk. U hebt er een aantal aangehaald. U wees naar het aantal mensen zonder papieren in de gevangenissen en naar de 1.000 geïnterneerden, die daar ook absoluut geen plaats hebben en die elders zouden moeten worden opgevangen. Wij moeten voor oplossingen naar de psychiatrie en Volksgezondheid kijken.

 

Er zitten echter ook heel veel mensen in voorlopige hechtenis, meer dan gemiddeld in andere landen. Ook dat debat moeten wij aangaan. Er is het pleidooi om met quota te werken. Er zijn ideeën met betrekking tot een maximale termijn voor bepaalde categorieën van misdrijven. Die ideeën hebben allemaal voor- en nadelen, ze zijn heel moeilijk. Op een bepaald moment zullen wij die discussie echter grondig moeten voeren.

 

Veel gedetineerden blijven tot het einde van hun straf, omdat het misschien moeilijke beslissingen zijn voor de strafuitvoeringsrechtbanken, maar ook omdat gedetineerden zelf die beslissing nemen. Dat veroorzaakt ook problemen en zorgt mede voor de complexiteit van het probleem.

 

Wonderoplossingen op korte termijn zijn er niet. Wel staan wij voor een mix van oplossingen. Die maatregelen zijn nodig, want het is een tikkende tijdbom. Ik zal het daarbij laten, maar ik denk dat we nog geregeld over de gevangenissen zullen debatteren in de commissie voor Justitie.

 

01.15  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik heb het gevoel dat de sense of urgency nog altijd niet genoeg tot u doorgedrongen is. U zegt wel dat u zich verantwoordelijk voelt, maar tegelijkertijd trekt u een paraplu open en verstopt u zich achter het feit dat de regering in lopende zaken is. U moet eerlijk toegeven dat de vivaldiregering ook in volle bevoegdheid te weinig heeft gedaan, ondanks al die verschrikkelijke voorvallen in de gevangenissen.

 

U zegt dat we nooit alle incidenten kunnen vermijden, maar er had wel meer kunnen gebeuren om de recente incidenten te verhinderen, bijvoorbeeld investeringen in infrastructuur, een verbetering van het personeelsstatuut en een structurele aanpak van de overbevolking. Zolang dat niet gebeurt, is het gewoon bang afwachten tot het volgende drama.

 

U zegt dat u de vakbonden niet misprijst, maar dat er respect is voor het personeel. U stuurt echter uw kat naar bijna elk overleg. De beloofde loonsopslag is er niet gekomen, u valt het stakingsrecht aan en nu houdt u de conclusies van de Raad van State een maand achter, terwijl het anders beloofd was. Ik noem dat respectloos, mijnheer de minister.

 

01.16  Jinnih Beels (Vooruit): Mijnheer de minister, ik wil ten eerste de blijk van waardering die u aan het begin van uw betoog hebt gegeven op mijn beurt aan u geven. Wij kennen elkaar uit het verre verleden. Ik twijfel er dus absoluut niet aan – laat dit duidelijk zijn – dat u en de vorige of huidige regering enorm jullie best hebben gedaan om aan een aantal zaken op het terrein tegemoet te komen.

 

U hebt heel wat informatie gegeven. Een aantal zaken is voor mij letterlijk verzopen in de hele massa. Neem mij dat niet kwalijk.

 

Mijnheer de minister, het is voor alle duidelijkheid niet uit leedvermaak dat ik over druppels op een hete plaat spreek. Dat is ook niet uit gebrek aan respect. Ik ken het terrein, waarop ik jaren heb doorgebracht. Het is vooral uit bezorgdheid, met name bezorgdheid over het personeel dat elke dag zijn leven moet riskeren.

 

Mijnheer de minister, op dat vlak blijf ik op mijn honger. Ik reis straks terug naar Antwerpen, terug naar de straten. Ik weet niet wat ik het personeel zal moeten vertellen. Ik bestrijd het feit dat u moeite hebt gedaan absoluut niet, maar op bijvoorbeeld mijn vraag naar quota hebt u geen antwoord gegeven.

 

Mijnheer de minister, het gegeven ‘vol is vol’ leeft al jaren op het terrein. Doe ook daar iets aan. Aangezien FPC’s, ziekenhuizen en de DVZ met quota werken, begrijp ik niet waarom wij geen werk maken van minstens een onderzoek om het werken met quota een kans te geven.

 

Ook over de alarmsystemen ben ik bezorgd. Mevrouw De Wit heeft daarnet al opgemerkt dat die systemen altijd moeten werken. Het feit dat die nu worden getest, is eigenlijk schandalig. Dat betekent immers dat ze de voorbije jaren niet getest zijn. Ik hoop dat wij daaruit een les leren en dat wij in de toekomst de systemen op regelmatige basis zullen testen. Het risico van het vak is er natuurlijk altijd voor een politiebeambte, een cipier, een advocaat maar ook een maatschappelijk werker. Het is een feit dat zij elke dag hun leven riskeren. Dat is het risico van het vak. Wij mogen dan echter absoluut garanderen en in de plaats geven dat de betrokkenen kunnen rekenen op systemen die werken.

 

U zult in mij sowieso een partner vinden. Ik wil ter zake heel constructief zijn. Het is echter hoog tijd om de visie op het uitvoeren van korte straffen, die ik trouwens ondersteun, te herbekijken. Moeten ze per se worden uitgevoerd in de gevangenissen, die momenteel bomvol zitten?

 

Zoals ook de heer Van Hecke heeft aangegeven, zullen wij in de toekomst nog nader op het thema ingaan. Het zou echter van respect voor de mensen op het terrein getuigen om met concrete oplossingen te komen.

 

01.17  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je ne sais pas trop comment répliquer à vos réponses extrêmement réduites. S'agissant des chiffres, je vais déposer des questions écrites, mais sans doute vais-je aussi vous réinterroger, puisque je n'ai pas obtenu de réponse à mes trois questions. En tout cas, je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Stefaan Van Hecke aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Een taskforce met betrekking tot het dossier van de Bende van Nijvel" (56000033C)

02 Question de Stefaan Van Hecke à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Une task force chargée du dossier des tueurs du Brabant" (56000033C)

 

02.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het dossier van de Bende van Nijvel is nog zo'n dossier dat al veel legislaturen meegaat en maar niet opgelost geraakt.

 

Eind juni maakte het federaal parket tijdens een persconferentie bekend dat er na 40 jaar een einde komt aan het actief onderzoek in dat dossier. Omdat wij het van cruciaal belang vonden dat er antwoorden komen, voor de slachtoffers maar in de eerste plaats ook voor de samenleving, hebben wij er in de voorgaande legislatuur voor gezorgd dat het dossier niet kan verjaren. Mochten er nieuwe elementen in het dossier opduiken, dan kunnen die nog steeds worden onderzocht en kunnen de daders eventueel nog voor de strafrechter komen.

 

Die maatregel mag echter niet leiden tot een eeuwigdurende geheimhouding van het onderzoek. Daarom sluit ik mij aan bij de oproep van onder andere historicus en professor Gerard in Knack deze zomer om een taskforce op te richten van historici en criminologen die het dossier van de Bende van Nijvel kunnen doorploegen op zoek naar elementen die door de onderzoekers misschien over het hoofd zijn gezien en/of gekoppeld kunnen worden aan andere bronnen, bijvoorbeeld historische bronnen die niet in het onderzoek werden opgenomen. Misschien is dat de enige mogelijkheid die er nog rest om antwoorden te vinden waarop iedereen zit te wachten.

 

Mijnheer de minister, bent u van plan, of steunt u het idee, om een dergelijke taskforce op te richten die het dossier kan doorlichten vanuit historisch en criminologisch oogpunt?

 

Houdt de niet-verjaring automatisch ook in dat de geheimhouding van het onderzoek blijft bestaan? Kan een taskforce van historici en criminologen op basis van de huidige wetgeving al dan niet toegang krijgen tot het gerechtelijk onderzoek, mocht beslist worden een dergelijke taskforce op te richten?

 

Hoe voorkomt u de perceptie dat de niet-verjaring en de stopzetting van het onderzoek zal worden ervaren als een soort doofpotoperatie, een perceptie die hier en daar wel leeft op het terrein?

 

02.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mijnheer Van Hecke, dank u voor uw vraag.

 

Het niet ophelderen van de misdaden die worden toegeschreven aan de zogenaamde Bende van Nijvel, daar zijn wij het allemaal over eens, is een litteken voor ons land. Zeker voor de slachtoffers en de nabestaanden, maar ook voor de werking van justitie.

 

Als u het mij vraagt, en u vraagt het mij, verdient elk initiatief dat ertoe kan bijdragen dat wij dichter bij de waarheid komen, onze steun. Wij moeten dat initiatief minstens kunnen bespreken. Of de taskforce waarnaar u verwees het beste middel is, of er nog andere initiatieven zijn die beter zijn, weet ik niet. Ik vind wel dat wij die initiatieven moeten durven te bespreken. Ik ben zeker voorstander van een historisch en/of academisch onderzoek inzake dat dossier, alsook van het openbaar maken van het strafdossier en van de rapporten van de inlichtingendiensten.

 

Dat moet uiteraard bespreekbaar zijn. U weet dat goed, want u hebt ter zake wettelijke initiatieven genomen in de vorige legislatuur. Er bestaan inderdaad mogelijkheden om dossiers van inlichtingendiensten te declassificeren. De Veiligheid van de Staat heeft in diverse dossiers in dit verband trouwens al initiatieven genomen. Ze toont een zekere openheid daartoe, maar zelfs als ze die openheid niet zou vertonen, kunnen wij haar daartoe verplichten.

 

Die initiatieven kunnen echter pas effectief genomen worden nadat het dossier afgesloten is, daarin moeten we correct zijn. Ik meen dat er nog een lange weg zal moeten worden afgelegd voor het dossier effectief afgesloten wordt. Het openbaar ministerie zal zijn eindvordering publiceren, en dan hebben de verschillende partijen, zeker de burgerlijke partijen, de mogelijkheid bijkomend onderzoek te vragen. Finaal zal door de onderzoeksrechter, de raadkamer, de kamer van inbeschuldigingstelling en het Hof van Cassatie worden beslist over het einde van het onderzoek. Daar zijn wij nu nog niet.

 

Ik meen wel dat de openbaarmaking of de openstelling van het dossier voor historisch onderzoek een wettelijk ingrijpen zal vereisen. Immers, zelfs als het gerechtelijk onderzoek afgesloten is, waardoor de regels inzake het geheim van het onderzoek niet meer van toepassing zijn, blijven het beroepsgeheim en de GDPR-regels juridische obstakels. Die zouden dan weggenomen kunnen worden door het Parlement, indien men daartoe initiatieven neemt.

 

Mijnheer Van Hecke, als ex-magistraat begrijp en deel ik de frustratie en vaak zelfs de woede van de slachtoffers en de bevolking in het algemeen over dit dossier en vooral over hoe het onderzoek niet heeft geleid tot het onthullen van de waarheid. Ik ben er wel van overtuigd dat het met dit onderzoek niet is misgelopen de laatste jaren, maar wel de eerste jaren. Ik durf zelf te beweren dat het onderzoek, dat in 2017 door het federaal parket werd overgenomen, met de gegevens die er toen nog voorhanden waren, degelijk werd gevoerd door competente magistraten en onderzoekers. Volgens mij is het tijdens de eerste jaren van het onderzoek misgelopen en verschillende parlementaire onderzoekscommissies hebben de vinger al op die wonde gelegd.

 

Men heeft mij de volgende informatie in het Frans bezorgd, maar ik wil ze u niet onthouden. Sinds het onderzoek in handen werd gegeven van het federaal parket, is het vrij intensief gevoerd. Dat blijkt uit het volgende.

 

Er werden 1.131 processen-verbaal opgesteld. Het dossier werd geleid door de federale gerechtelijke politie van Charleroi, met versterking van de federale gerechtelijke politie van Brussel, Bergen, Namen, Luxemburg en Nijvel, de Centrale directie van operaties (DJO) en de speciale eenheden van de federale politie. Er zijn misdrijfanalisten op gezet, de Computer Crime Unit is erop gezet, er is een expert op gezet, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie is erop gezet. Er is DNA-onderzoek gebeurd, er hebben ballistische experts aan gewerkt, er is een DNA-labo aangeduid, het Comité P heeft eraan deelgenomen, het Labo voor Technische en Wetenschappelijke Politie is ingeschakeld, ook in het buitenland, in Lyon en Londen. Europol en Interpol zijn ingeschakeld. Er zijn verschil­lende onderzoeken gevoerd, er zijn telefoontaps geweest, er is directe afluistering geweest, er zijn huiszoekingen uitgevoerd, er zijn verschillende zaken inbeslaggenomen, er zijn verhoren afgenomen, er zijn observaties gebeurd, er is een infiltratie geweest, er waren placements de balises digitales in het kader van een observatie. Er zijn camerabeelden geanalyseerd, er zijn rogatoire commissies geweest, er is een systematische analyse van gegevens geweest, er zijn DNA-expertises en wapenexpertises gebeurd.

 

Het federaal parket heeft daar effectief niets aan het toeval willen overlaten, maar helaas niet met het gewenste resultaat.

 

Als andere zaken kunnen bijdragen tot het onthullen van de waarheid, komt het deze en hopelijk ook de volgende minister van Justitie toe om daaraan volle medewerking te verlenen.

 

02.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik ben heel tevreden met uw antwoord.

 

U staat open voor alternatieve methoden om de waarheid aan het licht te brengen. De mogelijkheid bestaat inderdaad om dossiers van inlichtingendiensten te declasseren. Historici hebben in het verleden reeds aangetoond dat ze meer duidelijkheid kunnen brengen in oude strafdossiers. Professor Gerard lag ook mee aan de basis van een grondig onderzoek van het dossier-Lahaut, waarin men de daders nooit strafrechtelijk heeft kunnen aanduiden. Historisch onderzoek heeft eigenlijk heel veel aan het licht gebracht. Een schitterend werk dat ik met veel plezier heb gelezen lag ook aan de basis van het dossier-Lumumba en leverde ook nieuwe elementen op. Het verleden heeft aangetoond dat die methode wel degelijk nieuwe elementen en de waarheid aan het licht kan brengen, als het strafrechtelijk onderzoek geen resultaten heeft opgeleverd. Het is belangrijk dat we die kans grijpen.

 

U zegt dat een wettelijk ingrijpen wellicht nodig zal zijn om bepaalde zaken mogelijk te maken. Ik begrijp dat. Het zou goed zijn met uw opvolger een goede juridische analyse te maken van de concrete problemen en hun oplossingen. U zult in mij, en hopelijk ook in de collega’s, een partner vinden om, indien nodig, juridische initiatieven te nemen om alternatieve systemen op poten te zetten met het oog op het achterhalen van de waarheid.

 

Mijnheer de voorzitter, ook dit dossier zal geregeld aan bod komen in deze commissie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Alexander Van Hoecke aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Het seponeren van internetfraude" (56000079C)

03 Question de Alexander Van Hoecke à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le classement sans suite des dossiers de fraude sur internet" (56000079C)

 

03.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de minister, u zei daarnet dat mijn vragen laten uitschijnen dat justitie niets doet. Dat is absoluut niet het geval, want dit is een voorbeeld van iets waar justitie wel iets aan wil doen, maar het eenvoudigweg niet kan omdat er een capaciteitsgebrek is.

 

Vorig jaar nog stelde procureur-generaal Delmulle dat door een tekort aan speurders en een enorme toevloed aan drugsdossiers het Brusselse gerecht almaar meer zaken zal moeten seponeren. Ze zullen nog strenger moeten selecteren welke dossiers nog onderzocht kunnen worden en welke niet. Over het hele land werden er vorig jaar 18.691 dossiers geseponeerd wegens capaciteitsgebrek. Dat is een stijging van 150 % in vijf jaar.

 

Er is niet alleen een groeiend drugsprobleem, maar ook een groeiend probleem van een tekort aan gespecialiseerde speurders die belangrijke drugsdossiers en andere zware criminaliteit, zoals cybercrime, financiële en economische fraude, mensensmokkel en terrorisme, onderzoeken, vooral in Brussel en Antwerpen.

 

Enkele maanden geleden vernamen we dat het parket van Oost-Vlaanderen geen zaken van internetfraude meer onderzoekt als het slachtoffer daarbij minder dan 1.000 euro heeft verloren. Het gerecht heeft namelijk te weinig mensen in dienst om de grote hoeveelheid aangiftes allemaal te kunnen verwerken.

 

Ook andere parketten hebben zo'n ondergrens ingevoerd. Zo maakte het parket van West-Vlaanderen vorig jaar al bekend dat het geen internetfraude meer zal onderzoeken waarbij minder dan 2.500 euro verloren is gegaan. De procureur zei dat ze eenvoudigweg te weinig personeel hebben om al die dossiers te onderzoeken. Bij het parket van Limburg ligt die grens op 500 euro.

 

Mijnheer de minister, het geloof en vertrouwen in justitie is nog nooit zo laag geweest. Als we zulke zaken horen, is dat allesbehalve verwonderlijk. Elke vorm van criminaliteit zou moeten worden bestraft. Welke maatregelen zult u nemen om die kwalijke trend te doen keren? In welke middelen voorziet u daarvoor? Tegen wanneer kunnen we resultaten verwachten?

 

Als iemand in Limburg het slachtoffer wordt van internetfraude ten bedrage van bijvoorbeeld 900 euro, dan zal het dossier wel onderzocht worden. Een soortgelijk dossier zal in het merendeel van de andere provincies echter niet onderzocht worden. Dat kan toch niet uitgelegd worden aan de bevolking? Hoe staat u daartegenover? Welke superviserende maatregelen kunt en zult u nemen om ervoor te zorgen dat dergelijke discrepanties op het niveau van de parketten worden weggewerkt?

 

03.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mijnheer Van Hoecke, u stelde dat er steeds meer vormen van criminaliteit niet meer worden onderzocht. Ik ben twintig jaar magistraat geweest en ik onderschrijf die stelling absoluut niet. Het tijdperk van de Bende van Nijvel ligt ver achter ons. We hebben het gehad over de overbevolking in de gevangenissen. Gedetineerden komen daar niet zomaar terecht. De gestage toename van het aantal gevangenisstraffen, enkelbanden en werkstraffen is er niet gekomen doordat politie en justitie niets doen.

 

Wat initiatieven voor meer speurders en magistraten betreft, is er de voorbije legislatuur geïnvesteerd in extra speurders en magistraten. Netto is er een toename van het aantal speurders bij de FGP. Indien u hiervoor een schriftelijke vraag indient, zal ik u de gedetailleerde cijfers bezorgen.

 

Wat de aanpak van de internetfraude betreft, zijn de verschillen tussen de parketten inderdaad te groot. Daar hebt u zeker een punt. Ik verwijs naar artikel 151 GW, dat bepaalt dat het strafrechtelijk beleid wordt bepaald door de minister, samen met het College van procureurs-generaal. Mijn voorganger en ikzelf hebben in het verleden besprekingen met het College van procureurs-generaal gevoerd om tegemoet te komen aan dat punt. Het mag immers niet zo zijn dat men in Limburg en Oost-Vlaanderen een andere aanpak met verschillende drempels hanteert. Men werkt eraan om het vervolgingsbeleid zo uniform mogelijk te maken, maar die gelijke drempels zijn er voor alle duidelijkheid nog niet. Het probleem met internetfraude is onder meer dat de dadergroepen internationaal opereren en zich schuilhouden in landen waarmee samenwerking vaak onmogelijk blijkt.

 

Snel optreden is in het kader van phishing noodzakelijk, veeleer dan een klassieke manier van onderzoeken met het opstellen van een pv, waarna men beslist om al dan niet verder onderzoek te verrichten. We moeten snel handelen. Dat kan inderdaad met phishingapps die worden ontwikkeld om te vermijden dat slachtoffers geld wordt ontfutseld dat wordt overgemaakt naar een ver land als Nigeria. Dan is het immers al te laat. We moeten inzetten op snel rechercheren en dat maakt ook het voorwerp uit van bepaalde informaticatechnische toepassingen.

 

03.03  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik zal de cijfers zeker ook nog schriftelijk opvragen.

 

Het is belangrijk dat wij beseffen dat internetfraude allang niet meer gaat over het krijgen van een mailtje van een Nigeriaanse of Saoedische prins die zijn erfenis aan de ontvanger wil schenken. Internetfraude wordt steeds geraffineerder. Niettemin bestaat door het beleid ter zake de indruk dat vaak enkel naïeve of oudere mensen ten prooi vallen aan internetfraude. Daardoor rust er ook een stigma op de aangifte ervan en voelen mensen zich vaak ronduit beschaamd om daarover te praten.

 

Dat beneden een bepaald bedrag de zaak wordt geseponeerd, is een compleet verkeerd signaal. Het zorgt ervoor dat het probleem niet degelijk in kaart kan worden gebracht. De betrokkenen doen dan immers geen aangifte meer. Bovendien zorgt het ervoor dat slachtoffers actief wordt ontraden aangifte te doen. Dat lijkt mij absoluut onaanvaardbaar.

 

Ik hoop dat wij het probleem ernstig blijven nemen en dat wij het in de toekomst ernstiger zullen nemen. Ik hoop ook dat een volgende regering grondig werk kan maken van een doortastende aanpak van internetfraude.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Alexander Van Hoecke aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De verijdelde aanslag tijdens de Olympische Spelen" (56000080C)

04 Question de Alexander Van Hoecke à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'attentat déjoué durant les Jeux olympiques" (56000080C)

 

04.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, aan de vooravond van de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs wilden de terreurspeurders van Antwerpen geen enkel risico nemen. De jihadistische cel die op hun radar stond, was volop bezig met de voorbereiding van een aanslag. Al het nodige materiaal was trouwens al verzameld.

 

Het gerecht en de politie konden gelukkig op tijd ingrijpen en vielen binnen op 14 plaatsen verspreid over het hele land. Er vonden huiszoekingen plaats in het West-Vlaamse Menen, het Limburgse Leopoldsburg en Zonhoven, Gent, Antwerpen, Seraing, Luik en het Brusselse Sint-Joost-ten-Node.

 

Die terreuroperatie geldt als een van de grootste in lange tijd in ons land. Zeven personen werden meegenomen voor verhoor. Zij worden er volgens het parket van verdacht lid te zijn van een terroristische groep, terrorisme te hebben gefinancierd en een aanslag te hebben voorbereid.

 

De ondernomen acties zijn niet alleen bijzonder vanwege de omvang, maar ook vanwege de achtergrond van de verdachten. Ze maken namelijk deel uit van een terreurcel met wortels in de Noordelijke Kaukasus, meer bepaald in Tsjetsjenië en Dagestan. Daar zijn al tientallen jaren islamitische rebellengroeperingen actief, waardoor de regio een rekruteringsgebied is voor terreurgroepen als Islamitische Staat. Zogenaamde strijders uit Tsjetsjenië en Dagestan sloten zich aan bij IS in Irak en Syrië en er groeide een sterke afdeling van de terreurgroep in de Kaukasus.

 

Ook mensen uit de Tsjetsjeense gemeenschap in West-Europa, bij ons dus, worden daardoor aangetrokken. Ook na het uiteenvallen van IS in Irak en Syrië bleef het jihadisme broeien in de regio en bij personen met die afkomst.

 

Mijnheer de minister, zijn de personen die werden opgepakt nog steeds aangehouden door de onderzoeksrechter? Kunt u daarover toelichting geven?

 

Hoeveel mensen bevinden zich momenteel in Belgische gevangenissen met het etiket T, dus terreurverdachte of geradicaliseerd? In 2019 waren dat er nog 227. Kunt u een jaarlijkse evolutie geven van dat cijfer en meedelen hoeveel personen daarvan in een Deradexvleugel zijn ondergebracht?

 

Sommige personen die veroordeeld werden voor terrorisme hebben hun straf uitgezeten, maar zijn daarom niet minder gevaarlijk. Anderen werden met een enkelband vrijgelaten. Op welke manier worden deze categorieën van personen opgevolgd? En voor zover dit niet voor iedereen het geval zou zijn, welke maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat zij in de toekomst wel degelijk worden opgevolgd?

 

04.02 Minister Paul Van Tigchelt: Wat uw eerste vraag, betreft, er zijn in de afgelopen maanden tal van interventies van onze veiligheidsdiensten geweest. In het dossier waarnaar u verwees, bevinden zich nu drie personen in voorlopige hechtenis. Het gerechtelijk onderzoek is nog lopende en als minister van Justitie ben ik gebonden aan het geheim van het onderzoek.

 

In antwoord op uw tweede vraag, over hoeveel mensen het gaat, wil ik u zeker het antwoord bezorgen, maar ik nodig u uit daartoe een schriftelijke vraag te stellen. Het is mij wel niet duidelijk wat u bedoelt met etiket T. Mensen in de gevangenis die op de OCAD-lijst staan, zitten in de gemeenschappelijke gegevensbank. Die personen worden specifiek opgevolgd in de gevangenis. Maar een etiket T bestaat niet in onze gevangenissen, tenzij ik de actualiteit niet goed heb opgevolgd. U hebt dat metaforisch bedoeld, veronderstel ik.

 

Uw derde vraag is uiteraard belangrijk. Voor mensen die hun straf uitgezeten hebben en die vrijgelaten worden, hebben wij in het nieuwe Strafwetboek erin voorzien dat wij alsnog maatregelen kunnen nemen als zij een gevaar betekenen. In het algemeen wordt echter voorzien in opvolging van vrijgelaten gedetineerden die op de OCAD-lijst staan en in de gemeenschappelijke gegevensbank zitten. Wij hebben daar een systeem voor, de Strat TER, de Strategie Terrorisme, Extremisme en Radicalisering. Die is goedgekeurd door het Overlegcomité in september 2021.

 

Absolute veiligheid bestaat niet. Ik zal de laatste zijn om de illusie te wekken dat wij iedereen perfect onder controle hebben, want dat bestaat niet, zelfs niet in landen waar James Bond opereert, of in de Verenigde Staten. Wij hebben het systeem van de LTF's, de Local Task Forces, en de LIVC's, de Lokale Integrale Veiligheidscellen, waar de veiligheidsdiensten samenkomen met de sociopreventieve diensten en waar informatie kan worden uitgewisseld om personen goed op te volgen.

 

Wij weten dat die LIVC's in sommige steden uitstekend werken, maar dat sommige gemeenten achterblijven. Die LIVC's worden voorgezeten door de burgemeesters en wij zien dat bepaalde steden het net iets minder goed, of een pak minder goed, doen dan andere. Het blijft wel een aandachtspunt die LIVC's overal goed te doen functioneren.

 

04.03  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de minister, ik zal de cijfers opnieuw schriftelijk opvragen.

 

Die operatie van de terreurspeurders van Antwerpen toont duidelijk aan dat het gevaar van islamitisch terrorisme nog niet is geweken. Het blijft, integendeel, om de hoek loeren. We hebben alweer geluk gehad, want het betreft geen alleenstaand feit. Herinner u ook de verijdelde aanslag van afgelopen zomer die IS-terroristen planden tijdens een concert van Taylor Swift.

 

Het is van levensbelang dat we terroristische cellen van nabij volgen. Wie ooit al is veroordeeld, moet inderdaad blijvend worden opgevolgd. Jihadistische ideeën verdwijnen niet zomaar, ze vormen een blijvende bedreiging voor onze samenleving, ook wanneer iemand zijn straf heeft uitgezeten. Ik hoop dat we de ernst daarvan nooit zullen onderschatten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De uitvoering van de door de politierechtbank uitgesproken straffen" (56000081C)

05 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'exécution des peines prononcées par le tribunal de police" (56000081C)

 

05.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik verwijs naar de tekst van mijn vraag zoals ingediend.

 

Een 50-jarige werd enkele weken aangehouden voor onopzettelijke doding nadat hij met zijn auto achteraan inreed op de wagen van een jong gezin uit Kortemark.

 

De vader, de moeder en het achtjarig dochtertje van het gezin overleefden de klap niet. Na onderzoek bleek dat de schrijnwerker uit Torhout drie tot vier keer meer gedronken had dan toegelaten.

 

De man bleek bovendien een recidivist. In het verleden verzamelde hij minstens veertien veroordelingen voor allerhande verkeersinbreuken. Zijn vermoedelijk laatste veroordeling dateert van oktober 2021. Toen werd hij in beroep veroordeeld tot een rijverbod van drie maanden en een boete van 1.600 euro, omdat hij zonder verzekering met een niet-gekeurd voertuig rondreed.

 

In eerste aanleg veroordeelde de rechtbank hem nog tot zes maanden rijverbod. De rechter in beroep bracht de straf terug tot drie maanden, maar oordeelde dat L. zijn rijbewijs pas terug kon krijgen als hij zijn theoretische en praktische rijexamen opnieuw zou afleggen, en een reeks medische en psychologische tests zou ondergaan. Het vonnis in graad van beroep werd naar verluidt nooit officieel betekend waardoor het dode letter bleef.

 

Een gewezen politierechter die met deze zaak werd geconfronteerd stelt dat de diversiteit die aan straffen kunnen worden opgelegd, een enorme druk legt op de uitvoerbaarheid van de uitgesproken straffen. Hij stelt zelf dat de strafuitvoering een catastrofe is.

 

Steeds meer chauffeurs zouden een opgelegd rijverbod niet respecteren omdat dit heel moeilijk te controleren valt. De oud-politierechter pleit bovendien in sommige gevallen voor de invoering van korte gevangenisstraffen van drie tot vijf dagen die effectief worden uitgevoerd. Dit zou een schokeffect creëren dat mensen meer zou doen nadenken.

 

1. Wat is de mening van de minister op de beschouwingen van de oud politierechter in concreto dat de strafuitvoering een catastrofe is en de diversiteit aan op te leggen straffen de uitvoerbaarheid van de straffen in het gedrang brengt?

2. Welke maatregelen zal de minister op kort-, middellange-, en lange termijn nemen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de strafuitvoering significant verbetert?

3. Hoe staat de minister tegenover de suggestie van de oud politierechter om in sommige gevallen -als schokeffect- recidivisten direct een korte gevangenisstraf te laten ondergaan. Indien de suggestie wordt gedeeld, zal de minister hiervoor de nodige initiatieven nemen om deze straf in de regelgeving te incorporeren?

 

05.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw Dillen, deze politierechter had eerder in de pers reeds haar frustratie geuit. Ze hekelt dat er een harde kern van 'verkeersterroristen' is in dit land, die keer op keer voor een politierechter verschijnt. Het blijkt dat de recidivekans bij dit soort verkeerscriminelen quasi 100 % is. Ik heb daarover statistieken van Vias gezien. Hoe kan men beletten dat zulke mensen achter het stuur kruipen? Men kan hen namelijk een verval van het recht tot sturen opleggen of hen in de gevangenis stoppen, maar ooit komen ze vrij. Men kan hen zelfs een levenslang verval van het recht tot sturen opleggen of een alcoholslot, maar men kan niet vermijden dat ze ooit toch achter het stuur kruipen, bijvoorbeeld van het voertuig van een familielid of vriend. Dan maken ze opnieuw slachtoffers door onder invloed en/of te snel te rijden.

 

Dat is wat we een aantal keer hebben gezien en wat leidt tot frustratie bij de politierechters. Zij pleiten ervoor om daarvoor de korte gevangenisstraf van zes maanden in te voeren. Collega Dillen, u weet echter evengoed als ik dat we met het nieuwe Strafwetboek de gevangenisstraffen tot zes maanden hebben afgeschaft, omdat we menen dat de detentieschade voor zulke korte straffen te groot is.

 

Om te vermijden dat dergelijke verkeersterroristen achter het stuur kruipen, moeten we kijken naar technologie. Er zijn technologische oplossingen nodig om te vermijden dat mensen die van een rechter het verbod kregen om achter een stuur te kruipen nog slachtoffers maken.

 

05.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik begrijp dat het niet mogelijk is om naast iedereen met een veroordeling tot een rijverbod een agent te zetten, maar de genoemde feiten waren wel bijzonder tragisch. De uitingen van frustratie van de politie, overigens van een oud-politierechter, begrijp ik wel. Ik neem aan dat u die ook begrijpt.

 

Naar aanleiding van de bespreking van het Strafwetboek werd de gevangenisstraf van zes maanden inderdaad afgeschaft, maar u weet dat mijn fractie daarmee absoluut niet akkoord is gegaan. Het advies in dat verband, onder andere van de procureurs-generaal en de magistratuur, was trouwens negatief, want zij stellen dat een gevangenisstraf van zes maanden in sommige gevallen echt een schokeffect kan teweegbrengen. Dat is weer een illustratie van een verkeerde beslissing.

 

U zegt dat u kijkt naar de technologie. Het is misschien heel mooi te weten dat er in de toekomst technologische oplossingen komen, maar ik krijg niet te horen over welke technologische oplossingen u precies spreekt. Daarover had ik toch graag wat meer informatie gekregen, want ik denk dat die technologische oplossingen momenteel helaas nog altijd niet bestaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De omkering van de bewijslast in de strijd tegen criminele bendes" (56000082C)

06 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'inversion de la charge de la preuve dans la lutte contre les bandes criminelles" (56000082C)

 

06.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, nationaal drugscommissaris Van Wymersch heeft in de strijd tegen de drugcriminaliteit al verschillende heel goede voorstellen uitgewerkt, daarover zijn wij het allebei eens.

 

Een nieuw voorstel, dat recent door haar werd gelanceerd, betreft de omkering van de bewijslast wanneer mensen verdacht veel goederen hebben in vergelijking met hun sociale status. Jongeren die bijvoorbeeld met patserwagens rijden, maar werkloos zijn, zouden moeten bewijzen dat zij de auto op een legale manier hebben bekomen. Zij zouden met andere woorden moeten bewijzen de auto met proper en eerlijk geld te hebben gekocht.

 

Wanneer mensen met een dure wagen rijden en geen aantoonbaar legaal inkomen hebben, moeten zij de nodige bewijzen aanleveren. Is dat niet het geval, dan moeten er volgens het voorstel fiscale sancties komen. Zij ziet dus met andere woorden een oplossing in het breken van het drugsverdienmodel, door de fiscus bij de zaak te betrekken.

 

Het systeem werkt in andere Europese landen. Het zou perfect in ons land van toepassing kunnen zijn. Waarom zouden wij dus nog wachten? Daarom heb ik de hiernavolgende vragen.

 

Ten eerste, wat is uw visie op het nieuwe, volgens onze fractie heel goede voorstel van de drugscommissaris, dat werd gelanceerd in de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit, om de bewijslast in een aantal gevallen om te keren?

 

Ten tweede, ik weet dat u minister in lopende zaken bent, maar kunnen ter zake al initiatieven worden genomen om minstens al over het voorstel na te denken en het voor te bereiden? U kunt zelf niet met een wetsontwerp naar het Parlement komen, maar het betreft in elk geval een suggestie waaraan moet worden gewerkt. Zult u werk maken van het voorstel?

 

06.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Dillen, wanneer de drugscommissaris spreekt, moeten wij luisteren. Zij heeft al verschillende goede voorstellen gedaan. Met de huidige regering hebben wij overigens tijdens de vorige legislatuur ook een groot aantal maatregelen getroffen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.

 

Van het bewuste voorstel heb ik nog geen uitgewerkt voorstel van de drugscommissaris mogen ontvangen. Ik heb het voorstel ook in de pers zien verschijnen, maar ik wil daarvan een uitgewerkte versie ontvangen, zodat ik het grondig kan analyseren. Ik weet immers dat er nu al een systeem van gedeelde bewijslast bestaat in het kader van de witwaswetgeving.

 

Ik wil ver gaan in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, maar wel binnen het kader van onze rechtsstaat. Ik zeg niet dat haar voorstel buiten dat kader gaat, maar het vermoeden van onschuld en het principe van actori incumbit probatio moeten we zoveel mogelijk handhaven. We hebben nu al een systeem van gedeelde bewijslast in het kader van de witwaswetgeving. Ik wacht dus op het voorstel van de drugscommissaris.

 

06.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, u hebt terecht verwezen naar de witwaswetgeving, maar ik weet niet of het de taak van de drugscommissaris is om een wetsvoorstel uit te werken. Hebt u contact met haar opgenomen met het verzoek om iets voor te bereiden? We weten immers dat veel van die grote drugscriminelen een luxeleven leiden met peperdure auto’s en horloges. Het vermoeden van onschuld moet inderdaad de basis van ons strafrecht zijn. In het kader van de aanpak van de drugscriminaliteit moet men echter wel durven te onderzoeken of het voorstel van de drugscommissaris waardevolle suggesties bevat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De efficiënte uitvoering van straffen in snelrecht" (56000084C)

07 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'exécution efficace des peines prononcées dans le cadre de la procédure accélérée" (56000084C)

 

07.01  Marijke Dillen (VB): De Conferentie van Burgemeesters van het Brussels Gewest dringt er in een mededeling op aan maatregelen om de straffen die uitgesproken zijn in snelrecht in de praktijk uitvoerbaar te maken.

 

De Conferentie hoorde verschillende rechters van de Brusselse correctionele rechtbank over de dagelijkse realiteit van de procedures in snelrecht en de concrete impact op de veiligheid in Brussel. Ze wezen op de aanzienlijke vertraging die bestaat tussen het ogenblik dat de straf wordt uitgesproken en de concrete uitvoering ervan, vooral indien er alternatieve straffen worden uitgesproken.

 

De magistraten wezen ook op de talrijke veroordelingen voor diefstal en geweld door mensen die het bevel gekregen hebben om het grondgebied te verlaten. Ze wezen op het geval van een recidivist die sinds 20 jaar zonder verblijfsvergunning in België verblijft en intussen zo'n 200 bevelen om het grondgebied heeft ontvangen.

 

“Hier staat justitie volledig machteloos en dit creëert een sterk gevoel van straffeloosheid. Om dit te verhelpen roept de Conferentie de federale regering op om haar rol ten volle te spelen bij de handhaving van de bevelen om het grondgebied te verlaten tegen mensen die duidelijk niet in staat zijn om te integreren", benadrukten de burgemeesters.

 

Het Vlaams Belang kaart deze problematiek al decennialang aan en is blij met het voortschrijdend inzicht van de burgemeesters. Nu de praktische uitvoering nog.

 

Ik heb hier dan ook de volgende vragen over:

 

Wat is de visie van de minister op de voormelde (logische) mededeling van de Conferentie van Burgemeesters om werk te maken van de uitvoerbaarheid van de uitgesproken straffen in snelrecht?

 

Welke middelen gaat de minister voorzien om hiervan zo spoedig mogelijk werk van te maken, wanneer zullen deze middelen worden ingezet, en wanneer kunnen de eerste resultaten verwacht worden?

 

Zult u initiatief nemen om in overleg te treden met uw minister van Binnenlandse zaken om ervoor te zorgen dat personen die het bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten, ook effectief het land worden uitgezet? Graag enige toelichting bij de initiatieven die u desbetreffend zult ondernemen?

 

07.02 Minister Paul Van Tigchelt: Uitgesproken straffen moeten effectief worden uitgevoerd. De straffen die in snelrecht worden uitgesproken, betreffen regelmatig alternatieve straffen, zoals probatie, opschorting, probatie-uitstel, werkstraffen en autonome probatie. Dat is in principe zo voor zover de beklaagde een vaste woon- of verblijfplaats heeft. De tenuitvoerlegging van die alternatieve maatregelen en de autonome werkstraf wordt toevertrouwd aan het justitiehuis van de woonplaats van de beklaagde. Het justitiehuis brengt dan verslag uit aan de probatiecommissie.

 

De justitiehuizen zijn bevoegd om concrete gegevens te verschaffen over de termijn van de tenuitvoerlegging en de opvolging van die alternatieve straffen. In de praktijk blijken de uitgesproken straffen in Brussel binnen een redelijke termijn ten uitvoer te worden gelegd. De tenuitvoerlegging van de autonome werkstraffen zou evenwel problematischer zijn, wegens lange wachttijden. Er moeten immers voldoende plaatsen zijn waar die werkstraffen kunnen worden uitgevoerd.

 

Een andere zaak die u aanhaalt in uw vraag betreft het bevel om het grondgebied te verlaten. De uitvoering van straffen ten aanzien van mensen zonder recht op verblijf is en blijft een moeilijke aangelegenheid. Het is aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie om ervoor te zorgen dat het bevel om het grondgebied te verlaten ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Voor alle duidelijkheid, zo'n bevel is geen straf. Om mensen terug te kunnen sturen naar hun land van herkomst hebben wij de medewerking van het land van herkomst nodig. Daarover hebben wij het daarstraks gehad, toen het ging over de overbevolking. Wat Marokko betreft doen wij dat nu.

 

07.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het is in Brussel toch wel een heel groot probleem. Dat blijkt duidelijk nu de Conferentie van Burgemeesters die een aantal rechters van de correctionele rechtbank van Brussel heeft gehoord over de toepassing van het snelrecht. Het is voor de man in de straat absoluut onaanvaardbaar dat een recidivist – we spreken niet over iemand die een eerste keer iets fouts heeft gedaan – die al 20 jaar in ons land verblijft zonder verblijfsvergunning en al meer dan 200 bevelen om het grondgebied te verlaten heeft gekregen hier nog steeds vrolijk rondloopt, nog steeds strafbare feiten kan plegen en nog steeds de veiligheid van onze burgers in het gedrang kan brengen. Ik begrijp dat niet.

 

Dit is inderdaad niet uw bevoegdheid, maar die van staatssecretaris de Moor. Ik zal deze vragen dus doorgeven aan mijn collega die haar daarover zal ondervragen, want dit is voor mij onaanvaardbaar.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De vrijlating van de moordenaar van Kitty Van Nieuwenhuysen" (56000086C)

08 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La libération de l'assassin de Kitty Van Nieuwenhuysen" (56000086C)

 

08.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van de ingediende vraag.

 

Galip Kurum, die verantwoordelijk was voor het neerschieten van inspecteur Kitty Van Nieuwenhuysen, is door de strafuitvoeringsrechtbank vrijgelaten. Dit betekent dat nu alle drie de veroordeelde daders van de moord weer op vrije voeten zijn.

 

Drie verdachten werden in het voorjaar van 2011 hiervoor berecht. Ze werden veroordeeld tot 30 jaar cel. Het assisenhof bevond hen schuldig aan meerdere misdrijven: de gewelddadige homejacking waarbij Kitty Van Nieuwenhuysen werd doodgeschoten, de brandstichting van de gestolen Peugeot van de familie Sacoor in Lot, de gewelddadige diefstal van een zwarte Volvo die ze eveneens in Lot achterlieten, en de diefstal van de nummerplaten die op die Volvo waren gemonteerd.

 

Twee van de drie veroordeelden kwamen -spijtig genoeg- al eerder vrij: Noureddine Cheikhni in september 2018 en Hassan Iasir in december 2021.

 

Als we de media mogen geloven besloot de strafuitvoeringsrechtbank op 1 juli dat Kurum, onder voorwaarden, na 16 jaar de gevangenis van Nijvel mag verlaten. Net als de andere twee veroordeelden zou Kurum zijn slachtoffers moeten vergoeden.

 

Daarnaast mag hij geen contact opnemen met de slachtoffers en moet hij wegblijven uit tien plaatsen, waaronder Beersel, Leuven en Brussel.

 

Uit berichten blijkt dat één van de voorwaarden die aan de vrijgekomen moordenaars werden opgelegd erin bestaat dat ze slachtoffers vergoeden. In 2018 en 2021 werden er twee moordenaars vrijgelaten. Kunt u mij berichten of de naleving van de opgelegde voorwaarden door de daders worden gerespecteerd? En er dus reeds sprake is geweest van het betalen van schadevergoedingen?

 

Zal de derde vrijgekomen crimineel hierop tevens worden gecontroleerd? Zijn er nog andere voorwaarden die werden opgelegd? En op welke manier worden opgelegde voorwaarden in het algemeen, en de opgelegde voorwaarden in deze zaak in het bijzonder gecontroleerd?

 

Vanaf wanneer wordt er besloten dat de opgelegde voorwaarden inzake vergoeden van slachtoffers niet is voldaan? Indien er niet wordt bijgedragen naargelang de mogelijkheden, of volstaat een minimale geldsom per maand om te besluiten dat aan deze voorwaarde wel werd voldaan?

 

08.02 Minister Paul Van Tigchelt: Collega Dillen, het parket van Brussel heeft me daarnet nog daaromtrent informatie overgemaakt, weliswaar in het Frans.

 

U hebt drie vragen gesteld over die zaak. De strafuitvoeringsrechtbank staat in voor het opvolgen van het naleven van de voorwaarden. Mag ik verder citeren in het Frans? (Ja)

 

"Iasir Hassan a obtenu la libération conditionnelle par le tribunal d'application des peines de Bruxelles (TAP) le 20 décembre 2021. Il est suivi par la maison de justice de Namur.

 

Kurum Galip a obtenu la libération conditionnelle par le TAP de Bruxelles le 1er juillet 2024 après plusieurs jugements de refus de modalités. Il est suivi par la maison de justice de Charleroi.

 

Le respect des conditions individuelles est vérifié par la police et l'assistant de justice chargé de la guidance. Ce dernier adresse de manière régulière des rapports à l'attention du TAP. Une copie de ces rapports est transmise au ministère public et si un manquement à l'une des conditions est porté à la connaissance du parquet, s'il échet, un réquisitoire en révocation de la libération conditionnelle peut être tracé afin de saisir le tribunal d'application des peines.

 

L'indemnisation des victimes se fait en fonction des capacités financières de l'intéressé. Si celles-ci augmentent, l'indemnisation des victimes doit augmenter en conséquence. S'il y a refus manifeste d'indemniser, le parquet peut demander la révocation de la mesure accordée."

 

Voilà la réponse du parquet de Bruxelles.

 

08.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

De eerste twee betrokkenen worden, indien ik het goed heb begrepen, op dit ogenblik opgevolgd door het justitiehuis van Charleroi en het justitiehuis van Namen.

 

Hoe zit het echter met de betaling van de schadevergoeding? Wordt die daaraan gekoppeld?

 

Ik had ook de vraag gesteld over de derde gedetineerde of crimineel die bij de moord betrokken was. Indien hij voor de rechtbank zal komen, wordt hij dan ook heel strikt opgevolgd door het justitiehuis?

 

Een niet onbelangrijke vraag was ook vanaf wanneer wordt beslist dat aan de opgelegde voorwaarde inzake het vergoeden van slachtoffers niet is voldaan. Op die vraag heb ik geen antwoord gekregen. Is dat het geval indien niet wordt bijgedragen naargelang de mogelijkheden, of volstaat een minimumgeldsom per maand om te beslissen dat aan de voorwaarde wel is voldaan? Daarover had ik graag enige toelichting gekregen.

 

Mijnheer de minister, ook al worden de twee daders, en binnenkort misschien ook de derde, strikt opgevolgd door het justitiehuis, de nabestaanden zijn daar niks mee. Zij krijgen geen enkele degelijke schadevergoeding.

 

Ten slotte, mijnheer de minister, ik wil hierover geen misverstanden laten bestaan. Onze fractie betreurt dat de betrokkenen, die heel zware feiten hebben gepleegd, voorwaardelijk vrijkomen, in dit geval onder voorwaarden. Wij zijn van mening dat zij hun straf volledig moeten uitzitten. Dat is echter een politieke discussie. Ter zake kent u het standpunt van onze fractie.

 

Niettemin kreeg ik graag nog een antwoord op de vraag over de schadevergoeding.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Alexander Van Hoecke aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Het verbod op lachgas" (56000119C)

09 Question de Alexander Van Hoecke à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'interdiction du gaz hilarant" (56000119C)

 

09.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, sta me toe te verduidelijken dat mijn vraag handelt over het verbod op het recreatieve gebruik van lachgas.

 

"Als de overheid niets doet tegen lachgasoverlast, dan doen de bewoners het wel", is een zoveelste krantenkop waaruit blijkt dat de problematiek van lachgas allesbehalve ernstig genomen wordt. Een vrijwilliger verzamelde met enkele vrienden in Anderlecht op drie dagen maar liefst 354 achtergelaten lachgascapsules. Niet alleen in Brussel kunnen die capsules overal gevonden worden, dat is doorheen heel het land het geval.

 

De schadelijke gevolgen van lachgas kunnen echt niet geminimaliseerd worden. Begin 2023 overleed in het Verenigd Koninkrijk een 24-jarige vrouw die dagelijks twee grote tanks lachgas consumeerde. Zij raakte door zuurstoftekort verlamd en overleed. Dat lijkt misschien extreem, maar dichterbij, in Wallonië, kieperden jongeren begin mei onder invloed van lachgas een riooldeksel vanaf een brug over de E42 naar beneden. Daarbij kwam een 50-jarige Roemeense trucker om het leven. Dat zijn maar twee voorbeelden van de schadelijkheid van lachgas.

 

Recreatief gebruik van lachgas is in België sinds eind 2023 verboden, maar dat lijkt enkel een theoretisch gegeven te zijn. Toxicologen zijn het nochtans eens over de schadelijke effecten van lachgas. Bij langdurig gebruik verliest men alle realiteitszin. Er zijn ook steeds meer bewijzen dat lachgas niet alleen tot geestelijke, maar ook tot lichamelijke afhankelijkheid leidt, want het lichaam begint te protesteren als er geen nieuwe inname is.

 

In de afvalverbrandingsoven van Net Brussel in Neder-over-Heembeek ondervindt men eveneens de gevolgen van lachgas als drug, want lachgascapsules hebben in de verbrandingsoven ongeveer hetzelfde effect als een handgranaat. De intercommunale voert daarom campagnes om de mensen te vragen de capsules vooral niet bij het restafval te stoppen. De woordvoerder zegt dat de oven vorig jaar 44 keer werd stilgelegd, meestal vanwege ontploffingen. Dat zorgde voor 8 miljoen euro aan kosten. De woordvoerder zegt bovendien geen impact gezien te hebben van de nieuwe wetgeving, integendeel.

 

Mijnheer de minister, volgens mij is het hoog tijd om die problematiek serieus te nemen en aan te pakken. Verschillende actoren stellen dat het ingevoerde verbod louter theoretisch is. Wat kunt en zult u doen om dat verbod ook in de praktijk af te dwingen?

 

Welk plan zal worden uitgewerkt in de strijd tegen het recreatieve gebruik van lachgas?

 

Als een boete slechts 50 euro bedraagt, terwijl een fles lachgas evenveel kost, dan heeft de boete natuurlijk geen enkel afschrikeffect. De tijd is dus rijp om dat beleid te veranderen en de boetes significant te verhogen. Hoe ziet u dat concreet? Wanneer zal daarin verandering worden gebracht?

 

09.02 Minister Paul Van Tigchelt: Ik moet tegenspreken dat het verbod louter theoretisch zou zijn. We hebben het verbod op lachgas ingevoerd specifiek op vraag van verschillende procureurs, zeker op vraag van de procureur van Antwerpen, die op dat vlak al een actief vervolgingsbeleid voerde tegen bijvoorbeeld dealers van lachgas. Met dat verbod heeft hij nu nog meer wapens in handen. Ik beweer daarmee niet dat de problematiek overal in het land op dezelfde manier wordt aangepakt, maar ik kan met klem tegenspreken dat het verbod dode letter zou zijn in de praktijk. Ik weet dat uit ervaring.

 

Verantwoordelijken van afvalovens zeggen misschien dat ze geen verschil zien in de praktijk, maar ik weet niet waar zij de kennis vandaan halen dat er in de praktijk niet zou worden opgetreden tegen lachgas. Ik kan u immers voorbeelden geven van politiezones in Brussel, maar ook in Antwerpen, zoals de politiezone Rupel, bij Boom. Daar werd bij verschillende tussenkomsten lachgas in beslag genomen. Er was zelfs een tussenkomst eind april waarbij meer dan 5.600 flessen lachgas in beslag werden genomen. Ik ga dus niet akkoord met uw uitspraak dat er niets tegen wordt gedaan. Ik stel echter wel vast, als ik in Brussel rondloop, dat er grote ampullen lachgas op het openbaar domein achtergelaten worden. Die zag men vroeger niet.

 

Het is alleszins voorbarig te stellen dat het verbod niet werkt. Het is een nieuw verbod en de handhaving van de wet vergt tijd. Onze politie en magistratuur nemen de handhaving van dat verbod hoe dan ook serieus. Daarom werd op mijn vraag, voor de periode van lopende zaken, de omzendbrief COL 09/2021 herzien. De herziene omzendbrief werd ook gepubliceerd. In die herziening werd onder meer de toepassing van de OMS, de onmiddellijke minnelijke schikking, uitgebreid naar het bezit van lachgas. We viseren daarmee dus niet de dealers, maar wel de bezitters van lachgas. Voor dit type bezit bedraagt de OMS geen 50 euro, maar 150 euro. Met die uitbreiding van de omzendbrief wilde justitie aan de politie een extra tool geven om het bezit van lachgas meteen te kunnen beboeten, zeker met het oog op de drukke festivalzomer die toen voor de deur stond.

 

De politie en magistratuur kunnen dat fenomeen niet alleen bestrijden. Dat is ook een klassieker in de criminaliteitsbestrijding. Strikte handhaving kan helpen, maar er is ook nood aan meer preventie, bewustwording, sensibilisering en educatie, zodat jongeren en het brede publiek beter geïnformeerd worden over de gevaren van lachgas.

 

09.03  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Met dat laatste ben ik het helemaal eens. Er is inderdaad veel meer nood aan bewustwording.

 

Ik leg tijdens de lokale campagne al wat huisbezoeken af en lachgascapsules zijn echt overal terug te vinden. Het is een groeiend probleem in het hele land, maar in uw antwoord lijkt het alsof dat probleem heel goed onder controle is en heel goed wordt aangepakt. Kijk naar het aantal lachgascapsules in de straten en de populariteit van lachgasfilmpjes op TikTok. Het is duidelijk dat het gebruik ervan heel laagdrempelig is voor jongeren en dat het bij hen ook steeds meer voorkomt.

 

Zoals ik in mijn vraag al zei, is het duidelijk dat lachgas een verslavend en schadelijk effect heeft. Ik blijf erbij dat men moeilijk van een degelijk en doortastend beleid kan spreken, als een boete even hoog is als de prijs van de drug zelf. Ik hoop oprecht dat men deze problematiek in de toekomst ernstiger zal nemen, want het is een drug die vooral jongeren treft, die schadelijk, gevaarlijk en vooral heel laagdrempelig is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De gerechtelijke achterstand" (56000120C)

10 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'arriéré judiciaire" (56000120C)

 

10.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

Wie vandaag een straf krijgt van de politierechter in Gent, bijvoorbeeld wegens dronken of te hard rijden, maar daartegen in beroep gaat, kan nog tot juni 2026 blijven rondrijden. Dan pas kan de zaak in beroep worden behandeld, zei de procureur-generaal van Gent Erwin Dernicourt tijdens zijn openingsrede voor het gerechtelijk jaar. Die lange wachttijd in Gent is een gevolg van de 'stock' aan verkeerszaken die in beroep moeten worden behandeld. Die telt momenteel 1.400 dossiers. In Dendermonde is er een wachttijd van vijftien maanden.

 

Ook de procureur-generaal van Brussel ging tijdens zijn openingsrede in op de stock aan strafdossiers in zijn rechtsgebied (Vlaams- en Waals-Brabant en Brussel-hoofdstad). De laatste tien jaar is de stapel bij dat hof van beroep met 1.863 zaken toegenomen. De stijging doet zich vooral voor bij de Franstalige kamers. Tegelijk stelt procureur-generaal Frédéric Van Leeuw vast dat het aantal seponeringen om 'opportuniteitsredenen' alleen maar toenam. Die motivatie voor een seponering betekent doorgaans dat de politie er geen capaciteit voor heeft. “Vooral het aantal zaken dat geen gevolg kreeg vanwege andere prioriteiten bij opsporings- en vervolgingsbeleid, kende een onrustwekkende evolutie", zei Van Leeuw. “Tussen 2018 en 2023 steeg dat van 7.334 naar 16.523 zaken, een stijging van liefst 125 %.

 

De cijfers zijn voor Van Leeuw slechts een opstap naar dé kwestie bij justitie vandaag: het dalende vertrouwen dat de bevolking in het gerecht heeft. Volgens de jongste Justitiebarometer is het vertrouwen van de burgers gedaald van 66 procent in 2007 naar 54 % in 2024.

 

Het probleem van de gerechtelijke achterstand is een probleem dat reeds decennia speelt. Talrijke ministers van Justitie hebben hierop hun tanden stukgebeten, niet in het minst door deze problematiek te minimaliseren dan wel maatregelen te nemen in de marge. Feit is dat alle in het verleden genomen maatregelen blijkbaar weinig zoden aan de dijk hebben gebracht.

 

Welke maatregelen en welk plan hebt u om de gerechtelijke achterstand terug te dringen, op korte-, middellange- en lange termijn?

Hoe zit het met de werklastmetingen, en wanneer zullen de resultaten eindelijk uitmonden in een onderbouwd plan van aanpak?

Welke middelen gaat u vrijmaken om dit kwalijk fenomeen grondig aan te pakken?

Gaat u een plan uitwerken om extra magistraten - zowel in de zittende als staande magistratuur - aan te werven? Kunt u dit toelichten?

 

10.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw Dillen, ik heb hierbij twee opmerkingen. De eerste heb ik al gegeven. Ik ben ontslagnemend minister van Justitie, in lopende zaken. Ik kan geen nieuwe initiatieven ontwikkelen. Ik kan alleen verdergaan met bestaande initiatieven. U weet welke initiatieven wij de vorige legislatuur hebben genomen. Er zijn extra aanwervingen gebeurd van magistraten, juristen, referendarissen en criminologen. Wij hebben ook nieuwe middelen ter beschikking gesteld, want het is geen kwestie van steeds maar meer magistraten aan te werven, justitie moet slimmer worden, met slimme maatregelen die wel degelijk effect hebben.

 

Uw vraag met betrekking tot het begrip gerechtelijke achterstand is mij niet geheel duidelijk, want er worden verschillende situaties aangehaald. Het is noodzakelijk om een definitie van het begrip gerechtelijke achterstand te hebben, om op basis daarvan gedetailleerde cijfers te hebben van de verschillende gerechtelijke entiteiten. Wij weten inderdaad dat het in Brussel bij het hof van beroep pijnlijk is. In de andere hoven van beroep, zeker in Vlaanderen, is dat echter veel minder het geval. Er zijn zelfs advocaten die vragen om wat trager te gaan, omdat de zaken te snel worden vastgesteld. Wat ik u nu vertel, is geen fabeltje.

 

Het College van de hoven en rechtbanken heeft zijn werklastmeting afgewerkt. De resultaten van de werklastmeting van het College van het openbaar ministerie zijn er nog niet. Op basis van die gegevens moet de volgende minister van Justitie, samen met de gerechtelijke autoriteiten, bekijken welke bijkomende of nieuwe initiatieven haalbaar en nuttig zijn.

 

10.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik weet dat u alleen de bestaande initiatieven verder kunt opvolgen en dat u geen nieuwe initiatieven mag nemen. Het blijft echter een feit dat procureur-generaal Frédéric Van Leeuw vaststelde en aankaartte dat het aantal seponeringen om opportuniteitsredenen blijft toenemen, met als enige reden onvoldoende capaciteit bij de politie.

 

U verwees naar Brussel. De situatie daar is inderdaad heel pijnlijk. U zegt dat het in Vlaanderen beter is. Het feit dat de procureur-generaal van Gent deze problematiek ook vrij recent aankaartte, meer bepaald in zijn openingsrede enkele dagen geleden, is heel significant. Hij gaf een voorbeeld: iemand die vandaag veroordeeld is wegens dronken of te snel rijden, kan nog vrij en vrolijk tot 2026 blijven rondrijden vooraleer zijn zaak in graad van beroep zal worden behandeld. Dat is iets wat niet kan, mijnheer de minister.

 

We moeten ons daar ernstig over bezinnen en onderzoeken hoe we hierin verandering kunnen brengen. Dronken bestuurders, zeker wanneer ze recidivist zijn, zijn werkelijk een gevaar voor de samenleving, voor uw kinderen, voor mijn kinderen, voor iedereen in onze samenleving. Ik vind het onaanvaardbaar dat die daders volgens de cijfers van de procureur-generaal in Gent nog twee jaar vrij en vrolijk kunnen blijven rondrijden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Het dossier over de aanslag op Zweedse voetbalsupporters" (56000121C)

11 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le dossier relatif à l'attentat perpétré contre des supporters de football suédois" (56000121C)

 

11.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

Het dossier van de Tunesiër Abdessalem Lassoued, die in oktober drie Zweedse voetbalsupporters neerschoot in Brussel, is bij de dienst Internationale Samenwerking van het parket van Brussel in de kast blijven liggen onder meer door een gebrek aan interne controle en een hoge werklast. Dat blijkt uit het bijzonder onderzoek van de Hoge Raad voor de Justitie.

 

Al snel na de aanslag bleek dat de terrorist zonder verblijfsvergunning in België was. Hij bleek geen onbekende voor het gerecht in Tunesië en ook in Zweden zat hij eerder in de gevangenis. Maar hij is nooit aangehouden omdat zijn dossier door een samenspel van factoren nergens de alarmbellen deed afgaan.

 

De Hoge Raad voor de Justitie wilde nagaan hoe het kon gebeuren dat een uitleveringsverzoek van Tunesië onopgemerkt en onbehandeld bleef bij het parket van Brussel. In zijn onderzoek stelt de Hoge Raad voor de Justitie onder meer vast dat “de behandeling van een dossier van passieve uitlevering, zowel door de magistraat als door het administratief personeel, niet duidelijk is omschreven". “De mechanismen voor de opvolging van de dossiers zijn zwak, niet geformaliseerd en hangen voornamelijk af van personen", klinkt het.

 

“Ondanks alle competentie, expertise en goodwill van de medewerkers van de dienst internationale samenwerking van het parket van Brussel, stellen we vast dat dit dossier niet is behandeld en niet is opgevolgd zoals het hoort", stelt Hilde Melotte, voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie. “De toegewijde medewerkers geven aan dat ze roeien met de riemen die ze hebben en daar moeten we oor naar hebben."

 

De dienst moet zowel dossiers ten gronde behandelen als controle doen op dossiers.

 

Voor de Hoge Raad voor de Justitie moeten “sluitende werkprocessen en extra interne controle daarom prioriteiten worden in het beleidsplan van de toekomstige procureur des Konings van Brussel".

 

Dit leidt tot de volgende vragen:

 

Werd reeds tegemoetgekomen aan de opmerkingen van de Hoge raad van Justitie?

Wanneer zal het beleidsplan waarin deze opmerkingen zijn vervat worden voorgesteld door de benoemde Procureur des Konings?

Welke concrete maatregelen werden er genomen om ervoor te zorgen dat een gelijkaardig geval zich niet meer in de toekomst kan voordoen?

 

11.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw Dillen, wat uw eerste en derde vraag betreft over het gebruik van informatica­tools, het parket van Brussel gebruikt de tool JustOne. Er is een actieplan opgesteld om JustOne stapsgewijs, in functie van de evolutie van de tool, te laten gebruiken door de magistraten, juristen en criminologen, ook binnen de afdeling Internationale Samenwerking. JustOne is een opvolgsysteem voor het openbaar ministerie. De digitalisering van de documenten en de implementatie van de tool gebeuren stapsgewijs. De implementatie en de concrete toepassing moeten immers de evolutie van de tool volgen.

 

Wat betreft de interne controle en monitoring, worden de laatste ontwikkelingen van JustOne gevolgd teneinde dat instrument ook te gebruiken voor het beheer van de dossiers en bijgevolg om de interne controle te verbeteren. In dat opzicht werd proactief aan de nationale ICT-magistraat, de zeer capabele Stephanie Vanthienen, gevraagd een opleiding te geven over alle mogelijkheden die JustOne in de toekomst zou kunnen bieden voor het beheer van dossiers. De afdeling Internationale Samenwerking van het parket van Brussel is daar inderdaad bij betrokken.

 

De waarnemende procureur des Konings in Brussel heeft sinds april 2024 een opvolging van de diverse afdelingen van het parket in plaats gesteld. Op die overlegmomenten zijn zowel afdelingshoofden, administratieve verantwoordelijken van de afdeling als de hoofdsecretaris en de attaché Strafrechtelijk Beleid aanwezig teneinde de communicatie in alle richtingen te verbeteren, de verantwoordelijkheden, indien nodig, duidelijk te stellen en risicofactoren te detecteren met het oog op hun remediëring. Dat geldt eveneens voor de afdeling Internationale Samenwerking.

 

Wat uw tweede vraag betreft, de procedure tot benoeming van een procureur des Konings voor het parket van Brussel loopt. De vacature dateert van juni ll. en normaliter zullen we voor het einde van het jaar een nieuwe, volwaardige procureur des Konings voor het parket van Brussel hebben, dankzij het wetgevend initiatief dat tijdens de vorige legislatuur werd genomen.

 

11.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.

 

Ik meen dat het heel belangrijk is dat, wanneer er een nieuwe minister zal zijn, wij daarover in deze commissie uitvoerig van gedachten wisselen. Er is een rapport van de Hoge Raad voor de Justitie waarin, helaas, een aantal belangrijke knelpunten vastgesteld wordt. Dat dossier is niet opgevolgd zoals het hoort. Er staat letterlijk in: "De toegewijde medewerkers geven aan dat zij roeien met de riemen die zij hebben." Welnu, men moet ervoor zorgen dat die riemen voldoende aanwezig zijn om dergelijke feiten in de toekomst te vermijden.

 

Ik zal deze kwestie opnieuw agenderen wanneer er een nieuwe minister van Justitie is, zodat wij kunnen zien welke initiatieven die zal nemen om hier verder gevolg aan te geven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "Het dossier van een ‘most wanted’ gevatte crimineel" (56000123C)

12 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le dossier d'un criminel arrêté qui figurait sur la liste des fugitifs les plus recherchés" (56000123C)

 

12.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik verwijs opnieuw naar de ingediende vraag.

 

Nicolas Théodorou die twee jaar geleden in Griekenland werd opgepakt nadat hij op de 'Most Wanted'-lijst was geplaatst, zal waarschijnlijk niet opnieuw worden berecht in dit land. Op de inleidende zitting voor het hof van assisen in Bergen vorderde het openbaar ministerie dinsdag de onontvankelijkheid als gevolg van overmacht: het dossier van de man is in zeer slechte staat als gevolg van waterschade.

 

De 52-jarige Théodorou geboren in Nijvel, werd in 2005 bij verstek veroordeeld tot 25 jaar cel voor een moordpoging op twee autoverkopers in Hensies in 1999. De man was voor zijn proces al op de vlucht geslagen. In juni 2022 kon hij in Griekenland worden opgepakt: hij had er zeventien jaar ondergedoken geleefd. De man werd overgeleverd aan België.

 

Intussen heeft hij verzet aangetekend tegen zijn veroordeling.

 

Het parket en de burgerlijke partijen waren aanvankelijk vragende partij voor een nieuw proces, maar dat zal er niet komen. Het dossier van de man liep zware waterschade op en het parket slaagde er niet in om het te herstellen.

Kunt u meer toelichting geven betreffende het onontvankelijk verklaren van deze strafvordering ingevolge aantasting van het strafdossier door waterschade? Hoe kon een dergelijk zwaar dossier waterschade oplopen? Op welke wijze werd dit dossier bewaard?

 

Zijn er nog dossiers die om dezelfde en/of gelijkaardige redenen schade hebben opgelopen, en waarvan daardoor een eventuele behandeling voor de strafrechtbank in het gedrang komt?

Welke maatregelen werden genomen om ervoor te zorgen dat zich dat in de toekomst niet meer kan voordoen?

 

Hebben de burgerlijke partijen reeds hun intentie geuit om de Belgische Staat te dagvaarden wegens deze gemaakte fouten nu ze van de dader geen vergoeding kunnen ontvangen?

 

12.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw Dillen, de procureur-generaal van Mons heeft mij een antwoord bezorgd. Ik zal haar in het Frans citeren.

 

"Par arrêt du 27 octobre 2005, la cour d'assises condamna par défaut M. Theodorou à une peine de 25 années de réclusion. Durant 17 années, ce monsieur demeura introuvable bien qu'activement recherché. Son dossier était alors entreposé comme d'autres dans la cave de la cour d'appel de Mons.

 

Le 15 juin 2022, ce monsieur fut localisé en Grèce et placé sous mandat d'arrêt avant d'être remis aux autorités judiciaires belges le 15 juillet 2022. Il fit alors opposition à l'arrêt de la cour d'assises. Dans le cadre de cette opposition, pour tracer ses réquisitions devant la chambre des mises en accusation, le magistrat de mon parquet général, du parquet général du procureur général, en charge de ce dossier, le réclamait au greffe de la cour d'assises qui seul a accès à cette cave et qui l'informa que ce dossier avait subi d'importants dégâts consécutifs à une infiltration d'eau. Le dossier se révéla alors être largement inutilisable pour avoir été attaqué par des champignons et des moisissures.

 

De nombreuses pièces étant illisibles ou manquantes, une reconstitution complète et fiable de ce dossier se révéla impossible compte tenu des années écoulées, et ce, en dépit des instructions immédiatement données et des nombreuses démarches entreprises.

 

La cour a également retenu l'écoulement du temps qui, lui, fit disparaître la quasi-totalité des pièces et éléments de preuve subsistant dans le dossier ainsi que, notamment, le décès de nombreux témoins, experts et enquêteurs.

 

Des problèmes liés à la localisation et la conservation des pièces à conviction devant impérativement être soumises à de nouvelles expertises vu l'évolution des techniques scientifiques intervenues ont enfin également été épinglés.

 

La cour en retint que le droit à un procès équitable serait dès lors irrémédiablement violé.

 

Il convient de souligner que ce dossier a été conservé de manière adéquate, comme beaucoup d'autres, sur une étagère dans une cave propre, sèche et spécifiquement affectée à ces fins dans laquelle le personnel du greffe de la cour d'assises ne se rendait que très rarement, dès lors qu'elle n'abrite que des dossiers définitivement jugés, à la seule exception du dossier en cause de ce M. Theodorou, lequel était toujours susceptible d'opposition, malgré les 17 ans écoulés. Le dégât des eaux et ses conséquences n'étaient nullement prévisibles. La cause de cette infiltration n'a d'ailleurs toujours pas été clairement identifiée, ni par la Régie des Bâtiments ni par le SPF Justice.

 

D'autres dossiers ont également été endommagés par cette infiltration d'eau.

 

Outre le fait que certains dossiers, initialement dans cette cave, ont depuis lors été transférés aux Archives de l'État, certaines mesures spécifiques sont actuellement étudiées par la Régie des Bâtiments afin d'éviter la réitération d'une telle situation.

 

à ce jour aucune des parties civiles n'a fait état de son intention de citer l'État belge pour obtenir une indemnisation."

 

12.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord van de procureur-generaal van Bergen.

 

Ik noteer dat het dossier op adequate wijze zou zijn bijgehouden en dat de oorzaak van de waterschade nog wordt onderzocht. Ik hoop dat wij van u bijkomende informatie zullen krijgen zodra de resultaten van dat onderzoek bekend zijn.

 

U begrijpt dat dit een dossier is dat bijzonder veel aandacht in de media heeft gekregen en dat justitie daar niet de beste beurt heeft gemaakt. Het gaat hier immers niet over de eerste de beste crimineel, maar wel over iemand die heel zware feiten heeft gepleegd. Die zaak kan niet worden behandeld na verzet, ze wordt onontvankelijk verklaard vanwege het feit dat het dossier niet meer op een ernstige manier kan worden samengesteld of niet meer leesbaar is vanwege waterschade. Ik ben heel benieuwd naar de resultaten van het onderzoek naar de oorzaak.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De toename van het aantal seponeringen om ‘opportuniteitsredenen’" (56000125C)

13 Question de Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'augmentation du nombre de classements sans suite pour "motifs d'opportunité"" (56000125C)

 

13.01  Marijke Dillen (VB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn ingediende vraag.

 

Naar aanleiding van de opening van het gerechtelijk jaar verklaarde Procureur-generaal Frédéric Van Leeuw dat het aantal seponeringen om 'opportuniteitsredenen' alleen maar toeneemt.

 

Die motivatie voor een seponering betekent doorgaans dat de politie er geen capaciteit voor heeft.

 

“Vooral het aantal zaken dat geen gevolg kreeg vanwege andere prioriteiten bij opsporings- en vervolgingsbeleid, kende een onrustwekkende evolutie", zei Van Leeuw. “Tussen 2018 en 2023 steeg dat van 7.334 naar 16.523 zaken, een stijging van liefst 125 procent.

 

Als men bovenstaande cijfers grondig analyseert, hoeft het geen verwondering dat het vertrouwen in justitie nog nooit zo laag is geweest. Mensen worden vaker het slachtoffer van criminaliteit, in het bijzonder vermogens- en geweldsdelicten, en bij gebrek aan een goede werking van de strafketen, blijven de slachtoffers in de vrieskou staan, omdat de misdrijven niet eens (kunnen) worden onderzocht.

 

En het blijft niet beperkt tot kleine misdrijven, zo mochten we in de vorige legislatuur vernemen. Zelfs zware vormen van criminaliteit, waaronder complexe financiële fraude, en internetfraude worden in bepaalde arrondissementen nauwelijks nog onderzocht.

 

In de vorige legislatuur hebben we op het departement Justitie een minister van aankondigingen gehad, het wordt hoog tijd dat we deze legislatuur op dit departement een minister van realisaties krijgen.

 

Welk plan gaat u uitwerken om ervoor te zorgen dat het aantal seponeringen in het algemeen en wegens andere prioriteiten in het bijzonder, wordt teruggedrongen? Kunt u uw visie desbetreffend toelichten?

 

Deze problematiek vereist een multidisciplinaire aanpak. Enerzijds dient een bewustzijn te worden gecreëerd dat er zwaar moet worden geïnvesteerd in de aanwerving binnen de politie, anderzijds dienen de parketmagistraten worden te opgeschaald, en moeten procureurs en onderzoeksrechters kunnen rekenen op gespecialiseerde ondersteuning. Gaat u met uw collega-minister van Binnenlandse zaken samenzitten en aandringen dat er bijkomend wordt geïnvesteerd in de politionele diensten? Wat gaat u op uw eigen departement ondernemen om ervoor te zorgen dat deze verontrustende trend wordt gekeerd?

 

Welk budget zult u hiervoor uittrekken, en wanneer denkt u de eerste resultaten te verwachten?

 

13.02 Minister Paul Van Tigchelt: Het is belangrijk om de uitspraak van de procureur-generaal van Brussel in de juiste context te plaatsen. Hij sprak over Brussel, waar er inderdaad een stijging van het opportuniteitsseponeringen is. Dat is echter geen algemene tendens. Uit de jaarstatistieken van het openbaar ministerie blijkt immers dat het aantal opportuniteitssepots in nagenoeg alle andere rechtsgebieden is gedaald. We moeten de specifieke situatie van Brussel dus goed onderzoeken.

 

Ik wil in het algemeen nogmaals opmerken dat een seponering niet betekent dat er geen gevolg werd gegeven aan een dossier, integendeel. Een dossier wordt bijvoorbeeld ook geseponeerd nadat er een boete werd gegeven of nadat een pretoriaanse probatie werd doorlopen.

 

De voorbije legislatuur werd er sterk geïnvesteerd in de multidisciplinaire aanpak en werden extra middelen ter beschikking gesteld van de parketten om het lik-op-stukbeleid en de multidisciplinaire aanpak, zoals die werd uitgewerkt in Limburg en Antwerpen, ook nationaal uit te rollen. Zo'n aanpak vraagt veel overleg en samenwerking met ketenpartners en in sommige rechtsgebieden is dat proces nog in ontwikkeling.

 

Brussel zal binnenkort een nieuwe korpschef hebben en dat kan het tij doen keren. Sinds de aanslag op de Zweedse voetbalsupporters zijn er trouwens negen substituten en twintig juristen bij gekomen.

 

13.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik begrijp hieruit dat het probleem zich hoofdzakelijk in Brussel voordoet. Ik zal met heel veel interesse de jaarstatistieken bekijken. U zegt dat het geen algemene tendens is, maar u moet toch wel begrijpen dat al te veel seponeringen tot een daling van het vertrouwen in justitie leiden. Wanneer mensen het slachtoffer worden van criminaliteit – zeker wanneer het over vermogens- en gewelddelicten gaat – en in de kou blijven staan omdat die misdrijven niet worden onderzocht, zorgt dat bij hen voor heel veel terechte frustratie. Het gaat trouwens niet alleen over kleine misdrijven, maar ook over zware vormen van criminaliteit. In het bijzonder worden complexe financiële fraude en internetfraude vaak niet meer onderzocht. Dat zorgt voor een daling van het vertrouwen in justitie en dat moeten we voorkomen.

 

Ik zal de statistieken dus met alle interesse bekijken en u wellicht na 13 oktober, als ik meer tijd heb, daarover opnieuw ondervragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Met die laatste repliek sluit ik de vergadering van vandaag.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.55 uur.

La réunion publique de commission est levée à 16 h 55.