Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen

Commission des Relations extérieures

 

van

 

Woensdag 23 oktober 2024

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 23 octobre 2024

 

Après-midi

 

______

 

De behandeling van de vragen vangt aan om 14.20 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Els Van Hoof.

Le développement des questions commence à 14 h 20. La réunion est présidée par Mme Els Van Hoof.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Sam Van Rooy aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De financiering van het door Hamasterroristen geïnfiltreerde en geïnfecteerde UNRWA" (56000021C)

- Lydia Mutyebele Ngoi aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De Belgische steun aan UNRWA" (56000515C)

01 Questions jointes de

- Sam Van Rooy à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le financement de l'UNRWA, organisation infiltrée et contaminée par des terroristes du Hamas" (56000021C)

- Lydia Mutyebele Ngoi à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le soutien de la Belgique à l’UNRWA" (56000515C)

 

01.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, begin 2024 beschuldigde Israël UNRWA van betrokkenheid bij de genocidale jihadistische terreuraanslag op 7 oktober 2023 door Hamas. Verschillende UNRWA-medewerkers werden geïdentificeerd terwijl ze actief participeerden aan die jihadistische moorddadige aanslag. Er werden in de Gazastrook ook terreurtunnels van Hamas onder gebouwen van UNRWA aangetroffen.

 

De aanwijzingen van sympathie voor en verheerlijking van de jihadistische massaslachting van Hamas vanwege UNRWA-medewerkers zijn legio. Zo schreef een lerares van UNRWA: bij Allah, iedereen die een Israëlische crimineel kan doden en afslachten maar dat niet doet, verdient het niet om te leven; dood hen en zit hen overal achterna; het enige wat Israël verdient, is de dood.

 

Verschillende donorstaten schortten hun hulp aan UNRWA op. De Franse ex-minister van Buitenlandse Zaken, Catherine Colonna, startte een onderzoek waaruit bleek dat de jihadistische ideologie van Hamas breed ingang kon vinden bij UNRWA. Ondanks dat alles besliste eerste minister De Croo net als een aantal donorlanden door te gaan met de financiële steun van België aan UNRWA.

 

Nu werd bekend dat Israël uiteraard gelijk had. De VN hebben genoeg bewijsmateriaal gevonden dat 9 UNRWA-medewerkers inderdaad betrokken waren bij de jihadistische massaslachting van 7 oktober, de grootste op joden sinds de holocaust.

 

Zal de federale regering de steun aan UNRWA alsnog intrekken? Zo neen, waarom niet?

 

Welke sommen geld vloeiden en vloeien vanuit de federale begroting naar UNRWA?

 

Welke controles voert men uit op de precieze aanwending van de gelden? Is er in clausules ingeschreven om dat geld, als het is aangewend voor jihadterreur tegen joden, terug te vorderen?

 

01.02  Lydia Mutyebele Ngoi (PS): Monsieur le ministre, le 6 octobre, la Knesset israélienne a approuvé deux projets de loi qui seront adoptés dans les jours ou dans les semaines qui suivent. Ils révoquent les privilèges et immunités de l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA) en interdisant à l'agence d'agir sur le territoire souverain d'Israël. Les projets de loi vont mettre fin, pour l'agence, à toute possibilité d'opérer à Gaza et probablement en Cisjordanie.

 

L'agence des Nations Unies, on le sait, est la cible d'Israël depuis déjà plusieurs années et ses attaques ont pris un tournant particulièrement virulent depuis un an. Pourtant, le rôle de l'UNRWA peut être considéré, selon M. Antonio Guterres, comme la colonne vertébrale de la réponse humanitaire à Gaza, à la fois indispensable et irremplaçable. Elle continue à fournir des services essentiels aux réfugiés palestiniens, en ce compris les soins de santé primaires à Gaza, en Cisjordanie, à Jérusalem, comme en Syrie, au Liban et en Jordanie.

 

Environ six millions de réfugiés palestiniens bénéficient de ce soutien qui joue un rôle crucial pour la stabilité de la région. En 2024, la Belgique, par l'intermédiaire de la ministre Caroline Gennez, a réaffirmé son soutien flexible et pluriannuel aux ressources générales de l'UNRWA en s'engageant à fournir une contribution de 27,5 millions d'euros sur la période allant de 2024 à 2026. C'est un financement de base qui permet vraiment à l'UNRWA d'exercer ses activités.

 

Monsieur le ministre, la Belgique confirme-t-elle son soutien à l'UNRWA et envisage-t-elle une contribution concernant les besoins supplémentaires du Liban? Avez-vous pu questionner l'ambassadrice d'Israël sur les nombreuses structures de l'UNRWA qui ont été détruites par Israël, notamment une école, et sur les 228 employés de l'UNRWA qui sont décédés depuis le 7 octobre 2023 en raison des attaques de l'armée israélienne?

 

01.03  Frank Vandenbroucke, ministre: Merci, chers collègues, pour vos questions. En effet, la Belgique confirme son engagement financier et son soutien politique envers l'UNRWA.

 

Zoals u weet, zijn de humanitaire noden in Gaza gigantisch. UNRWA is de enige organisatie die over voldoende capaciteit beschikt om in deze verschrikkelijke omstandigheden de weinige hulp die er is tot bij de mensen te brengen. Ze is de ruggengraat van het humanitaire systeem in de regio voor de Palestijnen en de Palestijnse vluchtelingen.

 

L'agence est d'ailleurs indispensable au Liban, où la Belgique finance le programme UNRWA spécifique Éducation en situation d'urgence. Au Liban, la Belgique soutient également le système humanitaire au travers des fonds flexibles du système ONU.

 

Concernant l'ambassadrice d'Israël en Belgique, Caroline Gennez, ma prédécesseure, lui avait adressé, en juillet dernier, un courrier faisant part des inquiétudes de la Belgique quant aux mesures envisagées par la Knesset contre l'UNRWA. En février dernier, elle a été convoquée en raison de la destruction du bâtiment de l'agence belge Enabel à Gaza. La destruction d'infrastructures de l'UNRWA et les employés de l'agence tués à Gaza ont été relevés dans des messages diplomatiques de la Belgique, notamment aux Nations Unies.

 

Beschuldigingen over de betrokkenheid van personeel bij terroristische aanslagen moeten natuurlijk altijd, onmiddellijk en heel ernstig worden behandeld. Sta mij dan ook toe nogmaals te benadrukken dat UNRWA onmiddellijk actie ondernam toen de beschuldigingen over de vermeende betrokkenheid bij de aanslag van 7 oktober 2023 werden geuit.

 

Met het Colonnarapport werd op onafhankelijke wijze onderzocht welke systemen UNRWA heeft, om zijn neutraliteit te waarborgen. De conclusie van het rapport bevestigde dat – ik citeer – “UNRWA has a more developed approach to neutrality than similar UN or NGO entities”.

 

In het rapport worden heel wat aanbevelingen gedaan, die onmiddellijk zijn aanvaard door de commissaris-generaal van UNRWA. Ook het onafhankelijke onderzoek door het VN-orgaan OIOS of Office of Internal Oversight Services in opdracht van de VN-secretaris-generaal bracht geen gebreken aan de oppervlakte, afgezien van de door UNRWA zelf verschafte informatie en de daarop getroffen maatregelen.

 

Ik wil benadrukken dat het OIOS-onderzoek in goede samenwerking met UNRWA verliep. Van de Israëlische autoriteiten werd echter geen nadere informatie of bewijslast ontvangen. Ik citeer: “OIOS was not able to independently authenticate information used by Israel to support the allegations.”

 

Een recente MOPAN-evaluatie bevestigde nogmaals onder andere dat – ik citeer – “the Agency’s ability to deliver education, health and social services at scale to one of the world’s most vulnerable populations is unparalleled.” MOPAN staat voor de Multilateral Organisation Performance Assessment Network. Dat is een netwerk van 22 landen met als gemeenschappelijk doel rigoureuze onafhankelijke evaluaties te hebben van internationale organisaties die het financiert. Wij zijn ook lid van MOPAN.

 

Inzake de controlesystemen schrijft de Belgische wetgeving voor dat alle bijdragen moeten worden aangewend voor de doeleinden waarvoor ze werden verleend en dat de ontvangende organisatie de nodige maatregelen moet treffen om onregelmatigheden, fraude en actieve of passieve corruptiepraktijken te voorkomen en te verhelpen.

 

Op basis van documenten die verstrekt zijn door de humanitaire organisatie en monitoring die uitgevoerd is via de board van UNRWA, waarvan België sinds 1953 lid is, heeft België beslist dat de aan UNRWA toegewezen bijdrage gebruikt is voor de doeleinden waarvoor het is toegekend.

 

In het licht van het bovenstaande en gezien UNRWA alle aanbevelingen van het Colonnarapport expliciet heeft aanvaard en daarnaar handelt, en gezien de resultaten van het OIOS-rapport, heeft België zijn steun aan UNRWA behouden en herbevestigd, net zoals elke andere donor, inclusief Duitsland, wel met uitzondering van de VS.

 

Ook op Europees niveau werd de steun voor UNRWA behouden en herbevestigd door de Europese Commissie.

 

01.04  Sam Van Rooy (VB): Negen UNRWA-medewerkers waren betrokken bij de genocidale jihadistische massaslachting op 7 oktober. Enkele weken geleden nog moest UNRWA toegeven dat een Hamasleider in Libanon een UNRWA-medewerker was en werd bekend dat drie door het IDF uitgeschakelde Hamasterroristen tegelijk ook UNRWA-medewerkers waren. In de schuilplaats van de nu gelukkig geëlimineerde terroristische Hamasleider Sinwar werden zakken van UNRWA gevonden.

 

Gazanen getuigen dat UNRWA Hamas helpt om hen te onderdrukken, minister. Duizenden UNRWA-medewerkers, niet zelden leraren, verheerlijken online antisemitisme, Hitler, jihadterreur en/of de genocidale jihadaanslag op 7 oktober, de grootste op joden sinds de Holocaust.

 

UNRWA kan perfect worden vervangen door het World Food Programme, het UN Refugee Agency en het UN Development Programme, die actief zijn in Syrië, Soedan en Jemen. Dat zijn landen die veel groter zijn dan dat kleine Gazastrookje. Toch kiest België ervoor om antisemitisme en dodelijke jihadterreur te blijven sponsoren met ons belastinggeld en dat is werkelijk beschamend.

 

01.05  Lydia Mutyebele Ngoi (PS): Monsieur le ministre, merci pour votre réponse qui est rassurante, car je vois que la campagne menée par Israël contre l'UNRWA n'a pas eu d'effet sur le gouvernement belge, lequel a compris qu'il doit continuer à soutenir cette agence. Vous savez que les membres du personnel de cette agence sont constamment harcelés dans le cadre de leur travail et il est important pour nous de savoir que vous continuerez à les soutenir et j'espère qu'on pourra également continuer à augmenter leurs moyens pour leur permettre d'agir en faveur du bien-être des populations qui sont brimées depuis si longtemps dans le cadre de ce conflit qui reste complètement inhumain et dégradant. Je vous remercie donc pour vos réponses.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Ellen Samyn aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "Afghanistan" (56000253C)

02 Question de Ellen Samyn à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "L'Afghanistan" (56000253C)

 

02.01  Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, Nederland, Duitsland, Canada en Australië stapten al naar het Internationaal Gerechtshof om te protesteren tegen de mensonterende behandeling van vrouwen in Afghanistan. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp, schreef op X: "Door Afghanistan verantwoordelijk te houden, willen we een einde maken aan de afschuwelijke wetten en praktijken die de rechten van de vrouwelijke bevolking inperken."

 

België heeft de verklaring meeondertekend, maar omdat de regering in lopende zaken is gegaan, zou ons land niet betrokken zijn bij de zaak voor het Internationaal Gerechtshof. Klopt die informatie?

 

Hoeveel humanitaire hulp heeft België in 2023 en de eerste twee kwartalen van 2024 aan Afghanistan geschonken?

 

Zal het feit dat België zich achter dit initiatief schaarde, gevolgen hebben voor de geldelijke en/of materiële steun aan Afghanistan?

 

Hebt u, of heeft uw voorganger, mevrouw Caroline Gennez, over de situatie van vrouwen en meisjes in Afghanistan recent nog contact gehad met uw Afghaanse ambtsgenoot en/of de Afghaanse ambassadeur?

 

02.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Samyn, de internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid ten aanzien van ieder individu, dus ook tegenover de Afghaanse meisjes en vrouwen die in een afschuwelijke situatie gevangen zitten. De internationale gemeenschap mag en kan hen niet in de steek laten.

 

Voor uw precieze vragen aangaande de verklaring en het initiatief waarvan sprake, dient u zich te richten tot de minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Hadja Lahbib, die daarvoor bevoegd is.

 

Onze humanitaire hulp draagt een steentje bij binnen de beschikbare budgetten en de gestelde prioriteiten. In 2023 maakte België 1.750.000 euro vrij voor een project van de gerespecteerde internationale humanitaire ngo Norwegian Refugee Council, gericht op de ondersteuning van intern ontheemde gezinnen in Afghanistan. De focus van haar activiteiten varieert van juridische bijstand tot voedselzekerheid en water. Daarnaast focust de ngo sterk op vrouwenrechten in Afghanistan in het algemeen.

 

De organisatie heeft zich onder andere uiterst principieel opgesteld, om haar lokaal vrouwelijk personeel te beschermen tegenover de de facto autoriteiten. Humanitaire hulp zonder vrouwelijke hulpverleners kan niet, net zoals wij ook de uitsluiting van de helft van de bevolking niet aanvaarden. Dat is wel degelijk een belangrijk principe.

 

Naast deze rechtstreekse steun droeg de Belgische humanitaire hulp ook indirect bij, via onze steun aan globale flexibele humanitaire fondsen en onze algemene bijdrage aan internationale humanitaire actoren, zoals het International Committee of the Red Cross, het UN Refugee Agency, het World Food Program en OCHA, die allemaal actief zijn in Afghanistan.

 

In 2024 werd er geen rechtstreekse steun vrijgemaakt voor de humanitaire situatie in Afghanistan, gezien de bestaande budgetten en gestelde prioriteiten. Wij dragen echter wel indirect bij, via de eerder vermelde fondsen en internationale humanitaire actoren die daar actief zijn en de bevolking ondersteunen.

 

Afghanistan is geen prioritair land voor geoormerkte bijdragen van de Belgische humanitaire hulp en ontving dit jaar geen rechtstreekse steun. Onze indirecte hulp is daarom des te belangrijker, aangezien de internationale humanitaire actoren die gebruiken om snel te reageren op ontwikkelingen in het land, temeer daar die hulp steunt op de vier internationale humanitaire principes: humaniteit, neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Dat zijn ook principes waaraan wij vasthouden. Wat mijn bevoegdheden betreft, zal er op korte termijn geen verandering in het beleid plaatsvinden.

 

Met betrekking tot uw laatste vraag wil ik u verzoeken u te richten tot mijn collega, de minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Lahbib, die bevoegd is voor bilaterale aangelegenheden. Ik heb zelf geen contact gehad met vertegenwoordigers van de Afghaanse de facto autoriteiten.

 

02.03  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik zal de vragen zeker ook aan minister Lahbib stellen. Sinds de taliban de macht grepen, zijn de vrouwenrechten in Afghanistan pijlsnel ingeperkt, in feite zijn ze onbestaande. Bij de machtsovername was het tegendeel beloofd; de taliban zouden zich gematigder opstellen dan in het verleden. Zoals te verwachten viel, is daarvan weinig in huis gekomen.

 

U kent ons standpunt met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking aan Afghanistan.

 

Er kan geen garantie geboden worden dat de middelen voor ontwikkelingshulp terechtkomen waar dat zou moeten. Zoals ik heb begrepen, is er in 2024 geen rechtstreekse hulp geboden.

 

Helaas gaat de situatie daar van kwaad naar erger. Ik hoop dat de houding van België in dit dossier niet hypocriet blijft, zoals dat soms kan gebeuren. Ik hoop ook dat men vooral gaat voor de vrouwenrechten, en niet voor het per se ondersteunen van een autoritair regime.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Lydia Mutyebele Ngoi à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La résurgence des cas de mpox en Afrique" (56000537C)

03 Vraag van Lydia Mutyebele Ngoi aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De opstoot van mpox in Afrika" (56000537C)

 

03.01  Lydia Mutyebele Ngoi (PS): Monsieur le ministre, le 14 août dernier, l'OMS a déclenché son plus haut niveau d'alerte sanitaire au niveau international face à la résurgence des cas de variole du singe. Ce virus affecte principalement la République démocratique du Congo où on a pu identifier 22 000 cas de personnes atteintes et 700 décès.

 

La Belgique a répondu rapidement à la demande de la RDC, de l'OMS et de l'Union européenne en faisant don d'une partie stratégique de ses vaccins pour que les personnes les plus à risque en RDC soient vaccinées rapidement. Je salue cette réponse rapide et solidaire. On a vu avec l'expérience du Covid-19 qu'il faut une coordination internationale au niveau des crises sanitaires.

 

Cette épidémie a également ravivé certaines discriminations à l'égard des personnes issues de l'Afrique subsaharienne et du Congo et il est regrettable de constater que, malgré les progrès réalisés, les stigmatisations existent toujours pour certaines maladies liées à l'Afrique. La pandémie mpox en est l'exemple et il est nécessaire d'apporter non pas seulement une réponse sanitaire mais également sociale pour éviter toute forme de préjugé.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous me répondre par rapport à la situation sanitaire liée à l'épidémie en Afrique? Qui a reçu ces premières doses? Pouvez-vous donner des détails sur cette situation sanitaire?

 

Comment la Belgique, l'UE et l'OMS prévoient-ils de soutenir les États touchés? D'autres appuis sont-ils prévus? Des actions de sensibilisations sont-elles prévues? De la coordination logistique est-elle prévue?

 

Que faisons-nous en Belgique pour éviter la stigmatisation de ces personnes issues d'Afrique et, spécialement, de la RDC? Des actions de sensibilisation et d'information seront-elles menées afin d'éviter tout préjugé et tout mélange suite à la résurgence de ce virus?

 

03.02  Frank Vandenbroucke, ministre: Merci pour cette question importante. Permettez-moi de dire, tout d’abord, que pour développer nos réponses, nous nous appuyons sur nos services, nos ambassades, des partenaires multilatéraux ainsi que l’expertise académique belge. Ainsi, au début de l’épidémie, j’ai eu un échange très intéressant avec le professeur Liesenborghs, de l’Institut de médecine tropicale à Anvers, qui nous a remerciés pour nos efforts. En effet, c’est grâce à la coopération belge, qui finance le programme de l’institut en République démocratique du Congo (RDC), que ce virus a été découvert. Il s’agit là d’un élément qui mérite d’être souligné, parce qu’il montre l’importance de notre Aide à la coopération.

 

Si l’on en croit les derniers chiffres, il y a 42 438 cas cumulés et 1 100 décès sur le continent. En RDC, on dénombre 32 297 cas cumulés et 943 décès. La campagne de vaccination en RDC a été lancée le 5 octobre et a permis, à ce jour, de vacciner 20 897 personnes. Vous n’ignorez pas que la vaccination est réservée à certains groupes et n’a lieu que dans certaines zones à risque.

 

La Belgique, quant à elle, a déjà fourni 20 000 vaccins à la RDC. En outre, un projet de vaccination et de recherche pour le consortium Mbote a été approuvé. L’Institut de médecine tropicale, en collaboration avec l’Institut national de recherche biomédicale à Kinshasa et l’ONG Alima, lancera cette campagne au Sud-Kivu. Parallèlement, l’institut mènera une étude sur l’efficacité du vaccin et l'impact de la campagne.

 

Par ailleurs, notre agence belge de développement Enabel réaffectera ses activités pour près de 2 millions d’euros en RDC et au Burundi, en se concentrant sur l’amélioration de la coordination, la sensibilisation et la prévention. La Belgique fournit également un financement de base à l’UNICEF et à l’Organisation mondiale de la Santé (OMS), qui sont tous les deux actifs dans les zones touchées. Nos partenaires des ONG Médecins du monde et Memisa y sont également actifs et s’adaptent à la crise.

 

La Belgique travaille en outre dans le cadre de Team Europe pour coordonner la réponse. L'Agence européenne HERA a annoncé un don de 215 000 vaccins Mpox et coordonne aussi le don belge que j'ai mentionné. La Commission européenne fournit aussi des fonds, par exemple 6,7 millions d'euros via le European and Developing Countries Clinical Trials Partnership (EDCPT) pour des recherches et une enveloppe de 20 millions d'euros pour lutter contre l'épidémie en RDC. L'OMS et l'UNİCEF font partie de l'équipe de coordination mise en place, avec le CDC-Afrique. De plus, L'OMS a élaboré une feuille de route pour la préparation à la vaccination dans les pays touchés.

 

De cette manière, nous espérons contenir suffisamment le virus. En tant que Coopération belge au développement, nous assumons donc notre responsabilité dans la lutte contre ce virus. Si j'ai tiré une leçon du coronavirus, c'est que nous ne pouvons pas nous préoccuper de santé publique sans nous intéresser à ce qu'il se passe ailleurs dans le monde. C'est cette préoccupation qui motive notre action dans ce cas précis.

 

03.03  Lydia Mutyebele Ngoi (PS): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse très complète. Il est vrai que nous n'avons pas abordé ici les aspects de sensibilisation et discrimination des personnes issues de l'Afrique et de la RDC plus particulièrement. En tant que femme politique, des personnes m'adressent des questions car elles ignorent le travail qui est fait par la Coopération technique belge. Il est donc important d'informer la population sur l'action que nous menons à l'étranger parce que ce voient les gens, ce sont les photos sur les réseaux sociaux et ils en retirent l'impression que toute personne qui vient de la RDC et qui aurait touché une personne à risque va rapporter cette maladie.

 

Informer sur les actions positives que nous menons à l'extérieur est une façon de montrer que nous ne sommes pas un pays replié sur lui-même.

 

Je pense que cela vaut vraiment la peine de mener une campagne de sensibilisation ici auprès de toutes les populations au sens large pour qu'elles puissent voir le travail qui est fait, afin que les personnes se sentent en sécurité quand elles voient des personnes qui viennent de ces pays-là, sachant que la Belgique protège aussi ses ressortissants au travers des campagnes qui sont faites en dehors de la Belgique.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Els Van Hoof aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De humanitaire situatie in Gaza" (56000566C)

04 Question de Els Van Hoof à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La situation humanitaire à Gaza" (56000566C)

 

04.01  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, de humanitaire situatie in Gaza, die we al kort besproken hebben naar aanleiding van de vorige samengevoegde vragen, is dramatisch aan het worden, onder andere omdat het Israëlische offensief in de Gazastrook geïntensifieerd werd. Volgens de Integrated Food Security Phase Classification, het IPC-systeem, dreigt een catastrofale hongersnood in Gaza en geldt daar, op basis van metingen, IPC-fase 5.

 

Des te dramatischer is het feit dat men in de Knesset een wetsvoorstel bespreekt om UNRWA te bannen van het Israëlische grondgebied, terwijl dat vooralsnog de enige organisatie is die hulp ter plaatse kan brengen. Secretaris-generaal Guterres waarschuwde al dat dergelijke wetgeving de humanitaire hulp in Gaza ernstig zou inperken.

 

Uit het gesprek gisteren met de Israëlische ambassadeur moeten we besluiten dat er allerhande rare berichten en verdachtmakingen de ronde doen, onder andere dat er ergens humanitaire hulp geparkeerd zou staan, maar niet ter plaatse wordt gebracht. Ik weet niet of ons land daarvan op de hoogte is en welke boodschappen de Belgische regering daaromtrent al dan niet van de Israëlische overheid ontvangt.

 

Mijnheer de minister, wordt er nog in bijkomende humanitaire hulp voorzien voor Gaza? Werd dat op de Europese Raad besproken?

 

Welke maatregelen worden op EU-niveau inzake UNRWA genomen?

 

04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Van Hoof, helaas is het opnieuw een zeer pertinente vraag, want na meer dan een jaar oorlog blijft de situatie in Gaza catastrofaal. Met de recentste bevinding van de Integrated Food Security Phase Classification wordt een zeer grimmig beeld van de hongersnood in Gaza geschetst: 96 % van de bevolking heeft te maken met acute voedselonzekerheid op crisisniveau of hoger, IPC-categorie 3+, terwijl bijna een half miljoen mensen in catastrofale omstandigheden als IPC-categorie 5 moeten overleven. Dat zijn hallucinante cijfers.

 

België heeft het afgelopen jaar al bijna 27 miljoen euro bijgedragen aan humanitaire hulp voor de Palestijnse gebieden. Recent werd een nieuwe financiering toegewezen aan UNRWA om onderwijs in noodsituaties te ondersteunen. Dat project bestrijkt alle regio's waarin UNRWA actief is, inclusief Gaza. Met die financiering is het humanitaire budget voor 2024 volledig toegewezen.

 

Om een antwoord te bieden op dergelijke nieuwe noodsituaties en de daarmee gepaard gaande humanitaire noden, kiezen we ervoor om meer dan 60 % van het humanitaire budget flexibel toe te wijzen, zodat humanitaire organisaties, waaronder het Wereldvoedselprogramma, UNRWA en OCHA, snel kunnen reageren, zonder dat ze moeten wachten op extra middelen. Zo hebben de globale flexibele fondsen van OCHA, het World Food Programme, Food and Agriculture Organization of the UN en de International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies al middelen vrijgemaakt om tegemoet te komen aan de stijgende noden in de Palestijnse gebieden.

 

De Raad Buitenlandse Zaken besprak de situatie in het Midden-Oosten, inclusief de humanitaire situatie in Gaza, riep op tot een staakt-het-vuren, de onvoorwaardelijke vrijlating van de gijzelaars en de volledige eerbiediging van het internationale humanitair recht. Ook de situatie van UNRWA, dat het doelwit is van maatregelen van de Knesset, werd besproken. De Hoge Vertegenwoordiger deelde het verzoek gericht aan de Commissie om de volgende schijf van de EU-steun onmiddellijk ter beschikking te stellen van UNRWA, wat mijn voorgangster ook meermaals eiste tijdens verschillende bijeenkomsten van de Raad en wat intussen ook gebeurd is. De Commissie blijft tegelijkertijd toezicht houden op de uitvoering van de aanbevelingen van het verslag van het onafhankelijke beoordelingspanel.

 

Mevrouw Van Hoof, onze focus ligt al meer dan een jaar consistent op de humanitaire toegang en humanitaire bescherming, gestut door het internationaal en vooral het humanitair recht, dat niet alleen de Palestijnse bevolking beschermt, maar ook de gijzelaars. Zo hebben we consistent beargumenteerd ten opzichte van Israël en in het Europese debat. We hebben lang gestreden voor de opening van meerdere grensovergangen, zoals Kerem Shalom, en we moeten de inbreuken op het internationaal recht die we zien gebeuren, inderdaad koppelen aan sancties.

 

04.03  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, bedankt voor uw volledige antwoord. Ik ben het helemaal met u eens.

 

België heeft inderdaad al veel geïnvesteerd en aangezien de envelop opgebruikt is, kunnen we jammer genoeg niets meer doen. Het is goed dat de Europese Unie in het kader van UNRWA een tandje hoger schakelt. Naast de lokaal actieve ngo’s is UNRWA de enige optie om ter plaatse hulp te bieden. UNRWA kent het terrein het best en weet het best hoe hulp ter plaatse geraakt. Zoals we gisteren reeds hebben besproken, moeten we het toezicht op de hulpverlening aanhouden. We mogen ons niet laten leiden door verdachtmakingen. Objectieve rapporten moeten de basis vormen om na te gaan of UNRWA de middelen goed aanwendt. We zullen de kwestie blijven opvolgen, want we mogen niet blind blijven voor de catastrofale hongersnood. Dat doen we overigens niet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Els Van Hoof aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De humanitaire situatie in Libanon" (56000567C)

05 Question de Els Van Hoof à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La situation humanitaire au Liban" (56000567C)

 

05.01  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, in Libanon zien we eenzelfde verhaal met eenzelfde teneur als in Gaza. Sinds oktober vorig jaar zijn er meer dan 740.000 intern ontheemde personen. Toen al waarschuwde men dat het gezondheidssysteem in Libanon door de vijandelijkheden zwaar onder druk stond. VN-experten vrezen dan ook voor eenzelfde scenario als in Gaza.

 

We hebben momenteel al heel wat humanitaire hulp vrijgemaakt. Zo werd er 150.000 euro uitgetrokken en bracht B-FAST het medische materiaal ter plaatse. De Europese bijdrage wordt reeds geschat op 40 miljoen euro voor bijkomende humanitaire hulp.

 

We werken daar vandaag in een failed state. Er zijn heel wat Syrische vluchtelingen aanwezig. De meeste vluchtelingen uit Syrië worden immers opgevangen in Libanon. We doen heel wat moeite om daar ook in opvang en humanitaire hulp te voorzien, net zoals de voorbije jaren. Ik heb dat steeds van nabij opgevolgd in het Parlement. Het was een goede zaak om op die manier preventief te werk te gaan.

 

Plannen we nog meer en via welke kanalen? Wat heeft de Europese Raad daarover gezegd vorige week? Hoe neemt ons land deel aan de International Conference in Support of Lebanon's People and Sovereignty, die morgen in Parijs wordt georganiseerd op initiatief van president Macron?

 

05.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw van Hoof, opnieuw moeten we zeggen dat het een zeer zorgwekkende humanitaire situatie is, die we op de voet opvolgen.

 

België droeg dit jaar op verschillende manieren bij aan de humanitaire hulp in Libanon. Die Belgische flexibele financiering draagt vandaag bij aan de humanitaire respons op de huidige crisis. Het betreft ten eerste core financiering voor een aantal humanitaire actoren, zoals UNRWA, het International Committee of the Red Cross, UNHCR, het World Food Programme en het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA). Ze konden de afgelopen weken snel reageren en hun activiteiten opdrijven. De totale core financiering voor deze humanitaire actoren bedraagt dit jaar 52,3 miljoen euro.

 

Ten tweede betreft het bijdragen aan flexibele fondsen die de voorbije weken bijkomende middelen hebben vrijgemaakt voor Libanon, namelijk het Lebanon Humanitarian Fund en het Central Emergency Response Fund, beheerd door OCHA. Die hebben respectievelijk 24 miljoen dollar en 19 miljoen dollar toegewezen om tegemoet te komen aan de stijgende noden in Libanon. Tot slot is er ook het Disaster Response Emergency Fund, beheerd door de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Red Crescent Societies, dat bijkomend 3 miljoen dollar toewees aan Libanon.

 

Het belang van die core financiering en de flexibele fondsen wordt in deze crisis jammer genoeg nogmaals aangetoond. Zo kunnen humanitaire actoren snel en efficiënt te reageren in situaties die niet alleen snel veranderen, maar ook snel escaleren.

 

Tot nu toe heeft België ook voor 150.000 euro medisch materiaal vrijgemaakt voor de Libanese ziekenhuizen via B-FAST. We bekijken op dit moment met B-FAST of we nog bijkomend materiaal kunnen leveren.

 

Gezien de enorme omvang van de crisis in de regio heb ik onze administratie ook de opdracht gegeven om te onderzoeken hoe we, binnen onze beperkte middelen en de situatie van lopende zaken, een bijkomende respons kunnen leveren op de verschillende vragen van de internationale gemeenschap om Libanon en zijn bevolking te ondersteunen. Ik ben daarover op het eigenste moment in overleg met mijn collega's in de regering.

 

Ik zal morgen inderdaad deelnemen aan de internationale conferentie over Libanon in Parijs, georganiseerd door president Macron. We zullen tijdens deze conferentie natuurlijk verschillende kwesties onder de aandacht brengen, die vorige week ook tijdens de Raad Buitenlandse Zaken aan bod kwamen.

 

Eerst en vooral dringen we aan op een staak-het-vuren voor het volledige Libanese grondgebied en benadrukken we het belang van de naleving van resolutie 1701 van de VN-veiligheidsraad door alle partijen. Daarin vindt men immers alle nodige elementen om tot een diplomatieke oplossing te komen. Daarnaast herhalen we het belang van het naleven van het internationaal recht – en met name het internationaal humanitair recht – met inbegrip van de bescherming van burgers en humanitaire werkers en de vrijwaring van de humanitaire toegang. We zullen natuurlijk de aanvallen ten aanzien van Unifil, de VN-vredesmissie in Libanon, daarbij ten stelligste veroordelen.

 

De conferentie van morgen is een belangrijke opportuniteit. We zijn de laatste loodjes aan het leggen om zo goed mogelijk voorbereid te zijn. Ik hoop dat dit een stap is op weg naar een betere toekomst voor de Libanese bevolking.

 

05.03  Els Van Hoof (cd&v): Het is inderdaad goed dat we kort op de bal spelen met flexibele en core financiering. We zijn immers al ter plekke en kunnen op die manier aan verdere harm reduction doen. Misschien is het een druppel op een hete plaat, maar hopelijk kan de conferentie van morgen soelaas bieden.

 

Het is ook positief dat de conferentie plaatsvindt en dat we daar een goede positie innemen inzake het politieke luik, het staat-het-vuren, het internationaal humanitair recht en het naleven van VN-resolutie 1701. Er is ook nog een tweede resolutie, die begint met de cijfers 150. Beide resoluties zijn zeer belangrijk in het kader van de situatie in Libanon en vormen een goede leidraad om duidelijk positie in te nemen en er hopelijk voor te zorgen dat de vijandigheden stoppen in Libanon.

 

Vrede is wat we allemaal willen. Dat heb ik gisteren ook verklaard aan de Israëlische ambassadeur. Hopelijk komt die vrede er vooraleer Netanyahu verkiezingen organiseert in 2026. Het lijkt helemaal een machtsspel te worden in die regio.

 

Het dossier wordt ongetwijfeld vervolgd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.59 uur.

La réunion publique de commission est levée à 14 h 59.