Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
van Dinsdag 5 november 2024 Voormiddag ______ |
du Mardi 5 novembre 2024 Matin ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.01 uur en voorgezeten door de heer Oskar Seuntjens.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 01 et présidée par M. Oskar Seuntjens.
De voorzitter: Collega’s, vanochtend houden we op vraag van de MR-fractie een gedachtewisseling over de kostenstijgingen voor het energie-eiland. Ik dank de minister voor haar aanwezigheid. Enkele leden hebben op voorhand vragen ingediend, maar we zullen iedereen per grootte van de fractie aan het woord laten. U mag uw ingediende vragen dan ineens in uw betoog opnemen.
01.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is belangrijk om in te zoomen op het dossier van het energie-eiland, want er is duidelijk het een en ander aan de hand. De oorspronkelijke kostenraming voor het energie-eiland was 2,2 à 2,3 miljard euro. Die raming werd nadien bijgesteld tot 3,6 miljard euro. Al weken, zo niet maanden was het voor iedereen duidelijk dat de raming veel hoger zou uitvallen, maar u wilde daarover geen duidelijkheid scheppen. Ik ben blij dat die duidelijkheid er nu voor een deel is. We hebben in de pers inderdaad de reacties gelezen van u en van de CREG. Die geven aan dat er wel degelijk iets aan de hand was. De CREG stuurde u in het verleden trouwens al een brief hierover. Waarom konden we daarover zo moeilijk duidelijkheid krijgen?
Op 17 september heb ik u een vraag gesteld over de kostenraming. U wilde toen niet antwoorden. Ik heb die vraag een tweede keer gesteld op 22 oktober, waarbij ik verwees naar het bedrag van 7 miljard, dat ondertussen in alle kranten stond. Ik wilde van u vernemen of dat bedrag juist was. U wilde toen opnieuw geen antwoord geven. U wilde noch het bedrag, noch de grootteorde ervan, noch de enorme toename bevestigen. Het is onduidelijk waarom u geen klaarheid wilde scheppen voor het Parlement, terwijl u zeer duidelijk wel op de hoogte was. Dat zegt althans de CREG, die u daarover een brief schreef.
Mijn eerste vragen gaan over de transparantie. Kunt u ons aangeven sinds wanneer u op de hoogte bent van de sterke stijging van de ramingsbedragen? Sommige bronnen zeggen mij dat u al sinds maart op de hoogte bent en dat u daarover niet transparant bent geweest, ook niet ten opzichte van de wetgevende macht.
Waarom hebt u die informatie niet gedeeld met het Parlement, hoewel er uitdrukkelijk en meermaals naar werd gevraagd?
Bent u bereid om de brief van de CREG over het onderwerp, die vernoemd werd in de pers, ook integraal te delen met het Parlement, zodat wij daarmee zelf aan de slag kunnen? Zeker in deze periode van lopende zaken lijkt mij dat aan de orde.
Ten tweede, inzake de gedetailleerde raming die nu de ronde doet, heb ik begrepen dat de kosten voor de verschillende onderdelen van het energie-eiland niet in dezelfde mate stijgen, deels omdat voor sommige al toegewezen delen, onder andere de constructie van het eiland zelf en die van de wisselstroominfrastructuur, de kostenstijgingen veel beperkter zijn. Er wordt vooral een groot kostenverschil verwacht voor de gelijkstroominfrastructuur en mogelijk ook voor de bijbehorende kabels. Is het mogelijk ons meer details te bezorgen over de kosten voor de verschillende onderdelen van het eiland? Elia beschikt daarover. We moeten immers bekijken of we op dat vlak keuzes kunnen maken.
Ik moet trouwens vaststellen dat de opdracht om een energie-eiland te bouwen in twee stappen gebeurt, volgens het federale ontwikkelingsplan. Aanvankelijk ging het over de basisinfrastructuur van het eiland en over de wisselstroominfrastructuur. De gelijkstroominfrastructuur is in het ontwikkelingsplan in een aparte fase terechtgekomen. Ik heb een aantal specifieke vragen daarover.
Klopt het dat de kosten niet in dezelfde mate stijgen voor de verschillende onderdelen van het eiland?
Kunt u weergeven hoe groot de kostenstijging is, zowel procentueel als in absolute cijfers, voor de verschillende onderdelen, gespecifieerd voor de bouw van het eiland, de AC-infrastructuur, de DC-infrastructuur, de AC-kabelaansluiting, en de DC-kabelaansluiting?
Dan kom ik tot mijn derde reeks vragen. Wat zijn de mogelijke oplossingen? We hebben een poging gedaan daarover vragen te stellen in de plenaire vergadering. We hebben echter geen antwoorden gekregen. We begrijpen wel dat de kostenstijging vooral aan de DC-zijde zit en ook dat het wisselstroomgedeelte nodig is voor de eerste twee kavels van de Prinses Elisabethzone (PEZ). De derde kavel en vervolgens de Nautilusverbinding en de mogelijk niet meer te realiseren TritonLink, zouden ook via de DC-zijde moeten gaan. Dat maakt het volgens mij op korte termijn wel mogelijk om de al gegunde infrastructuur van het eerste park aan te sluiten, op voorwaarde dat voor kavel 2 de Boucle du Hainaut en Ventilus klaar zijn, maar het geeft ook de mogelijkheid de gelijkstroominfrastructuur tegen het licht te houden en dat project voorlopig on hold te zetten.
De interne audit bij Elia leidt er mogelijk toe dat de opdracht voor de gelijkstroominfrastructuur niet op korte termijn zal worden toegewezen. Dat was aanvankelijk gepland voor 28 november, maar de interne audit zou meer tijd in beslag nemen.
Gezien de gestegen kostprijs rijzen er ook vragen of de welfareberekeningen voor zowel TritonLink als Nautilus nog steeds van kracht zijn. Ze zijn namelijk uitgevoerd met de oudere bedragen en mijns inziens moeten de berekeningen weer tegen het licht gehouden worden om na te gaan of daarmee het dossier nog altijd goed wordt aangepakt.
Dat brengt me tot volgende vragen. Voor welke activiteiten is de gelijkstroominfrastructuur op het eiland exact nodig? Is het on hold zetten van dat gedeelte een optie? Werden er ondertussen nieuwe welfareberekeningen uitgevoerd voor Nautilus en TritonLink op basis van de nieuwe ramingen? Wat was daarvan het resultaat? Indien die niet werden uitgevoerd, zult u daartoe dan opdracht geven? Hoeveel tijd denkt u dat de interne audit bij Elia in beslag zal nemen? Wat zal er concreet worden onderzocht?
Het laatste element gaat specifiek over de transmissienettarieven. Gelet op het feit dat het eiland met al zijn aanhorigheden in het federaal ontwikkelingsplan is opgenomen en doordoor een gereguleerde activiteit is bij Elia, worden de kosten ervan ook verrekend in de transmissienettarieven. Dat zal niet in de huidige tariefperiode zijn, maar zeker wel in de volgende tariefperiode. U hebt al aangegeven dat u wilt onderzoeken hoe de CREG zou kunnen verhinderen dat die kosten in de tarieven terechtkomen. In dat verband heeft de CREG al aangegeven dat zij niet in de mogelijkheid is om dat te doen binnen het wettelijk kader. Wat u vraagt, zal enkel mogelijk zijn indien de wet wordt gewijzigd.
Het is bovendien ook geen sluitende oplossing, omdat de kosten onverkort worden gemaakt. Indien we de huidige piste volgen, blijft het niet bij 7 of 8 miljard euro, maar zullen we ons aan verdere kostenstijgingen mogen verwachten. Ik begrijp dat dat een gelijkaardig effect op de transmissienettarieven zou kunnen hebben als wat we kunnen verwachten in januari 2025. Er komt dan namelijk 80 % bij die tarieven en dat is al een gigantisch probleem voor onze industrie.
Klopt het dat de hogere kosten in de volgende tariefperiode moeten worden verrekend en dat de CREG zonder wetswijziging dat niet kan verhinderen via de tariefmethodologie? Wat is de grootteorde van de tariefstijging als gevolg van de stijgende ramingen? Welke piste wilt u onderzoeken om de tariefstijgingen te beperken?
01.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, eind 2021 werd beslist om het energie-eiland – uw paradepaardje – te bouwen in het kader van het Europees relanceplan. Deze energiehub moet zorgen voor bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en aanvoer van groene elektriciteit naar België. Dat is in zijn tweeledigheid ook cruciaal voor uw interconnectiedromen en -objectieven.
Collega Wollants heeft aangehaald dat de bouw van de betonnen constructie in Vlissingen al vergevorderd is. De kosten bedragen 600 miljoen euro, waarvan 100 miljoen euro door Europa wordt gefinancierd. Het budget voor de geplande infrastructuur op die betonnen constructie ontspoort echter.
Ook ik heb een vraag met betrekking tot die tweeledigheid van wisselstroom en hoogspanningsgelijkstroom. De contracten voor de hoogspanningsgelijkstroominfrastructuur zijn vooral belangrijk voor de derde kavel, Nautilus en mogelijk andere toekomstige verbindingen. Klopt het dat het krappe internationale aanbod aan HVDC-technologie, zoals kabel en omvormers, aan de basis ligt van de ontsporing van het budget? Door de elektrificatie van West-Europese economieën is de vraag naar HVDC uiteraard groter geworden. Die technologie is essentieel voor het transport van elektriciteit over lange afstanden of via ondergrondse kabels. Er zouden slechts drie leveranciers zijn in Europa en hun orderboekje is volledig gevuld. Men vraagt dus wat men wil.
Zo is men eigenlijk naar een seller's market gegaan, zoals dat heet wanneer er een tekort is, wat uiteraard een grote kostprijs heeft. Sommige bronnen verwijzen ook naar wat er is gebeurd in Nederland, waar netbeheerder TenneT vorig jaar contracten heeft afgesloten voor 23 miljard euro om 22 gigawatt aan windenergie te verbinden via HVDC met de energieplatformen. Ook daar loopt er een debat daarover. Dat debat – energie-eiland of energieplatformen – werd bij ons ook al eens gevoerd in de vorige legislatuur. Er zijn dus heel wat problemen met de aanvoerketen, waardoor de ramingen serieus ontsporen.
Inzake de CREG – wanneer was u op de hoogte en wat hebt u precies gedaan – hebt u twee weken geleden in de plenaire vergadering geantwoord dat u wel degelijk de nodige initiatieven hebt genomen, maar mijn fractie zou graag het schrijven van de CREG alsook uw reactie daarop kunnen inkijken.
Het debat heeft zich de dag na de plenaire vergadering voortgezet. U was toen in Vlissingen, als ik mij niet vergis, en hebt daar een aantal belangrijke verduidelijkingen gegeven, maar de CREG is ook met verduidelijkingen gekomen. Het werd al aangehaald dat de CREG min of meer zei dat zij niet kan vermijden dat de meerkosten van verschillende miljarden euro's worden doorgerekend in de transmissienettarieven op de energiefactuur.
Er is ook de realiteit van het federaal ontwikkelingsplan 2024-2034, waardoor u per ministerieel besluit gebonden bent om de financiering te waarborgen via de transmissienettarieven. De CREG zei ook dat zij binnen het huidige wettelijke kader niet de bevoegdheid heeft om het project aan te passen of stop te zetten. Ik herinner mij een gedachtewisseling met de CREG over de nettarieven. Dat was in 2023, maar ik vind de samenvatting niet meer terug. Misschien kan het commissiesecretariaat daarvoor zorgen. Die vergadering vond plaats in een ouderwets zaaltje in het Paleis der Natie en daar werd toen gezegd dat de volle kracht van de kosten van het energie-eiland zelfs niet voor de nettarievenperiode 2024-2027 zou zijn, maar voor daarna. Dat is natuurlijk onthutsend en ontstellend nieuws in het licht van de huidige ontwikkelingen rond die prijs.
U zei ook dat de CREG momenteel aan een detailanalyse van de geraamde kosten werkt. Daarover bestaat echter discussie tussen de CREG en Elia. In 2022 heeft de CREG inderdaad aangegeven dat het project zou moeten kunnen slagen. Op een ander moment zei de CREG dat ze nooit de nodige precieze gegevens van Elia heeft gekregen om de kosten echt adequaat te kunnen ramen. Daar is regelmatig discussie over tussen de CREG en Elia. Als verkozen volksvertegenwoordigers staan wij daarop te kijken en moeten wij daar akte van nemen.
Inzake de financiering hebt u in Vlissingen natuurlijk ook de Europese piste bewandeld. Ook dat is niet nieuw. U stelt dat andere Europese landen die profijt hebben van dat energie-eiland zouden moeten kunnen bijdragen aan de financiering. U bent van plan om die zaak stevig aanhangig te maken in de North Sea coalition. Ik vermoed dat u daarop dieper zult kunnen ingaan in uw antwoord.
Ik herinner me de discussie over de nettarieven zeer goed, aangezien ik die zelf aangezwengeld heb. Kunnen we elementen in die nettarieven blijven onderbrengen of moeten we ons op de algemene begroting richten? De CREG is mij gevolgd in de vraag welke kosten we al dan niet in de nettarieven kunnen proppen.
De intensieve elektriciteitsgebruikers binnen de industrie, gegroepeerd in Febeliec, vragen om de pauzeknop in te drukken, zo hebben we vorige week gehoord. Ondertussen is daar de gemeentelijke aandeelhouder Publi-T bijgekomen, die een interne audit naar het energie-eiland vraagt. We weten dat Publi-T via de instap van Fluxys de Belgische verankering in Elia moet garanderen. Daardoor bestaat ook daar ongerustheid over heel het dossier.
Tot daar mijn opmerkingen en vragen, mevrouw de minister. Heel het dossier van het energie-eiland en alle ontwikkelingen daarin zorgen in de perceptie voor een verminderde draagkracht. In de samenleving hebben we heel wat politieke actoren. Dat is wel een beetje jammer, want het ondergraaft het hele vermazingsverhaal. Ik denk dat het nu alle hens aan dek is om de kosten te beperken en om ervoor te zorgen dat er prioritair wordt ingezet op de Belgische productie in de Noordzee in de Prinses Elisabethzone. Er zijn immers nog heel wat vragen over de interconnectie.
01.03 Mathieu Bihet (MR): Monsieur le président, je vous remercie pour l'organisation de cette réunion de la commission ainsi que la ministre pour sa disponibilité. Cela fait suite à nos questions en séance plénière.
Pour reprendre l'historique de ce dossier, en octobre 2021, le Conseil des ministres décidait d'augmenter la capacité de l'éolien offshore et il a alors été demandé à Elia de trouver en quelque sorte une solution pour la connexion de ces capacités en mer du Nord vers le territoire national. À ce moment-là, il y a eu une évaluation de ce coût. On sait aujourd'hui qu'on sera largement au-dessus de celle-ci.
Par ailleurs, la CREG est sollicitée à l'époque – c'est pourquoi il serait également intéressant d'en discuter avec la CREG – et indiquait, dans un avis rendu en novembre 2021, que ce n'était sans doute pas le moyen le plus économe ou le plus optimal de connecter ces capacités avec le territoire et qu'il y avait certainement d'autres possibilités comme des plateformes.
En juillet 2023, le budget augmente déjà une première fois et une notification du Conseil des ministres demande à la ministre de voir avec la CREG comment minimiser l'impact de cette augmentation sur le tarif de l'énergie et sur les coûts de transport. Le problème est qu'Elia indique à l'époque dans sa justification de prix pour 2024-2027 que l'augmentation du coût sera répercutée sur le tarif de transport. On a donc déjà une première indication sur une question qui a été posée voici dix jours en séance plénière par certains collègues ainsi que par moi-même et qui concernait l'impact sur le tarif.
Aujourd'hui, on nous dit qu'il n'y aura pas d'impact. On a demandé qu'il n'y ait pas d'impact mais Elia, dans ses justifications, indique le contraire. C'est donc une première question sur laquelle il faudra être très clair car il y a une dissonance de réponses selon l'interlocuteur à qui on pose la question.
Certains collègues ont demandé – et je me joins évidemment à leur question – où sont ces courriers de la CREG pour avertir de l'augmentation de ce prix. Que disaient-ils? Quelle réaction a été apportée à ces différents courriers, notamment sur l'impact sur la facture?
Un autre point sur lequel il faut que nous nous interrogions aussi, est le fait que certains acteurs appellent à la suspension du développement du projet. Le Danemark a, de son côté, déjà mis sur pause certains projets en mer du Nord. Qu'en est-il de notre côté? Quelles ambitions pouvons-nous encore avoir avec une île énergétique à ce prix-là en mer du Nord? Est-il possible de changer de projet ou bien est-ce trop tard? On connaît les procédures mais on sait toutefois qu'Elia est un partenaire du gouvernement fédéral. Quelle est la possibilité de revenir sur la suggestion de différentes plateformes, émise à l'époque par la CREG? Ces modèles seraient-ils aujourd'hui moins chers et plus contrôlables pour garder cette ambition d'avoir de l'éolien offshore fournissant une énergie abondante et décarbonée et dont le prix doit rester contenu? Je me rappelle des sorties dans la presse à l'époque disant qu'il fallait faire de la mer du Nord une centrale électrique verte pour avoir de l'énergie peu chère et décarbonnée. Je pense qu'aujourd'hui ces objectifs-là ne sont plus remplis. Si nous pouvions avoir ici les réponses à ces questions, ce serait une belle avancée.
01.04 Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, chers collègues, nous constatons que la guerre en Ukraine et le difficile sevrage à l'égard du gaz russe ont entraîné une ruée vers les énergies renouvelables. Elia souligne que tous les pays veulent désormais les mêmes équipements tels que les câbles et les convertisseurs, avec pour conséquence une pression accrue sur les approvisionnements. Les faits sont là: le coût de l'île va plus que tripler. Dès lors, vous indiquez vouloir le réduire. Le gouvernement fédéral plaide pour un soutien financier accru de l'Union européenne.
Madame la ministre, pouvez-vous nous expliquer pourquoi, selon vous, les coûts ont explosé? Le groupe PS demande à pouvoir consulter toutes les communications entre vous, madame la ministre, la CREG et Elia pour obtenir toute la transparence sur ce dossier.
Par ailleurs, vous avez demandé ici que la CREG trouve une solution pour contenir l'impact des prix sur les consommateurs via une nouvelle étude coûts-bénéfices. Qu'en est-il? Qu'est devenue la première étude, en tout cas? Pourquoi n'est-ce pas Elia qui nous explique tout cela de manière chiffrée? Dans un avis remis en novembre 2021, la CREG indiquait pourtant ne pas être en mesure d'estimer l'impact potentiel de l'île. Elle évoque également un manque de transparence dans la vérification des chiffres portant sur l'analyse coûts-bénéfices de l'île en septembre 2022. J'aimerais donc comprendre comment les coûts d'un tel projet se répercuteront sur la facture des ménages et des entreprises. Nous savons que les tarifs des liaisons à haute tension vont augmenter. Comment les ménages et les industries pourront-ils absorber ces nouvelles hausses tarifaires? Comment justifier la position d'Elia dans ce dossier, dans lequel elle joue simultanément le rôle de conseiller, de juge ainsi que d'exécutant? Mon groupe regrette évidemment que certains partis aient systématiquement refusé d'accroître les pouvoirs de la CREG et ceux de l'administration.
Enfin, madame la ministre, pourriez-vous nous présenter les différentes options envisageables pour ce projet? Nous entendons qu'il pourrait être mis en œuvre étape après étape et qu'il serait possible de reporter ou d'arrêter certaines phases sans compromettre l'ensemble du projet. Qu'en pensez-vous?
01.05 Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, on sait qu'en matière de transition énergétique les choix qui doivent être faits sont généralement complexes car ce sont essentiellement des décisions sur le moyen et le long terme. Chez Les Engagés – même si nous n'étions pas au gouvernement en octobre 2021 – nous ne sommes pas de ceux qui résument leur pensée en disant qu'il ne fallait pas et qu'il aurait fallu faire autre chose. C'est simpliste et ne correspond pas à la réalité du développement durable et de la transition énergétique. Cependant, ne pas avoir participé à la prise de décision d'alors ne nous empêche pas aujourd'hui de nous poser des questions sur l'évolution de ce dossier, que la presse a abondamment commentée.
Pour le dire simplement, le choix d'une île énergétique – dont il faut reconnaître le caractère audacieux et dont il se dit qu'il s'agit d'une première mondiale – se justifie pour deux raisons: le raccordement des productions éoliennes offshore et le développement d'interconnexions. Ces deux services justifient la construction d'une île énergétique et je pense qu'intellectuellement, personne ne peut le contester. Nous, du moins, ne le contesterons pas.
Mais à regarder aujourd'hui le dossier du raccordement des productions éoliennes offshore, on constate un dérapage conséquent entre octobre 2021, où nous avions une estimation de 2,2 milliards, et aujourd'hui, où on nous promet une ardoise au-delà des 7 milliards – mais vous nous donnerez certainement plus d'informations à ce sujet.
En ce qui concerne l'interconnexion, le dossier est frais. J'entends par-là qu'il est au frigo. Les Danois ne semblent plus se souvenir du projet TritonLink, ils ne semblent plus s'y intéresser et regardent plutôt vers l'Allemagne. La Grande-Bretagne a un nouveau ministre, que vous avez d'ailleurs rencontré; il ne semble pas là non plus y avoir de décision ferme. Quant à l'Irlande, c'est encore plus hypothétique puisqu'il y a une évaluation, une rencontre. En résumé, à supposer que le deuxième objectif de l'île existe encore, il est en tout cas bien nettement moins présent, moins prenant, moins sûr.
La cerise sur le gâteau est que le chantier d'Elia a débuté – je ne vous en fais pas le reproche, madame la ministre. Cela veut dire qu'un certain nombre de coûts ont déjà été engagés. D'autres continueront à être engagés, d'autant plus que le dossier a été placé dans le plan de relance. Des échéances européennes sont donc aussi à la clé.
J'ai trois types de question par rapport au dossier afin d'éclaircir la situation. Le but d'un Parlement et des parlementaires est d'abord de comprendre les tenants et aboutissants de ce dossier, savoir qui fait quoi, qui joue comment, ou qui n'a pas joué. Le but premier est un enjeu de gouvernance et je sais que vous y êtes sensible.
Certains collègues ont évoqué le fait que la CREG a montré sa réticence dès 2021; elle a écrit qu'elle ne souscrivait pas au raisonnement d'Elia. Par ailleurs, en 2023, la Cour des comptes dit, premièrement, que la CREG ne dispose pas de suffisamment de moyens pour pouvoir réellement prendre connaissance de tous les éléments et étayer ce qu'elle avance et, deuxièmement, que des alternatives existantes n'ont pas été étudiées, ou pas suffisamment étudiées. En 2024, la CREG revient avec deux courriers qui ont été évoqués, dans lesquels le dérapage des prix est clairement avancé.
Par rapport à cet élément de gouvernance et de transparence, j'aimerais savoir comment ces observations ont été prises en compte par la ministre et par le gouvernement. Groen et Ecolo n'étaient pas seuls dans ce gouvernement. Pourquoi, malgré ces éléments d'éveil, la décision de poursuivre a-t-elle été maintenue? Pourquoi, nonobstant le fait que le feu a commencé à passer à l'orange, il a été décidé de continuer à rouler comme s'il était vert?
Pour en revenir à la CREG, s'il y a eu des courriers, des réponses ont dû suivre. Tout comme mes collègues du PS et du MR, je vous demande la communication de ces courriers et des réponses aux questions qui ont été adressées par la ministre. Cela relève de la transparence.
Mon deuxième type de questionnement porte sur l’enjeu des coûts. Les travaux ayant débuté, certains coûts sont incompressibles. La question que nous devons pouvoir nous poser aujourd'hui, en tenant compte du moyen et du long terme, est la suivante: qu’est-ce qui peut être sauvé, ou doit être sauvé? En d’autres termes, qu’est-ce qui peut être abandonné ou doit être abandonné?
Le TritonLink, le dossier danois, est – j’exagère peut-être, mais vous le préciserez – considéré aujourd'hui comme en pertes plutôt qu’en profits. Quel est l’impact de l’abandon du TritonLink sur la rentabilité du projet? Sachant qu’il n’y a pas de certitude vers la Grande-Bretagne et vers l’Irlande, en tout cas à l’heure où nous nous parlons.
Ces alternatives qui n’ont pas été étudiées ab initio ne doivent-elles pas pouvoir l'être aujourd'hui? Si oui, dans quelles conditions et de quelle manière? Mieux vaut tard que jamais, diront certains.
Quelle est la rentabilité de l’interconnexion, et je dirais même du dossier si l’on considère que l’interconnexion est aujourd'hui plus qu’incertaine? Quelle influence cela peut-il avoir sur les investisseurs dans la zone Princesse Élisabeth? On sait que des marchés doivent être lancés. L’explosion des coûts à laquelle on fait face aujourd'hui ne va-t-elle pas ralentir ceux qui doivent encore, ou veulent encore, investir dans l’éolien offshore? Je ne le souhaite vraiment pas, car je crois qu’il faut plus qu'un mix énergétique. L’éolien offshore fait partie de ce mix. N’y a-t-il pas là un élément que nous devons pouvoir aborder sereinement et étudier?
Mon troisième type d’interrogation porte sur les enjeux stratégiques. Vous avez dit en séance plénière que, malgré l’augmentation des coûts évoquée, et les chiffres cités, l’éolien offshore restait, selon vous, le plus attractif en termes de coûts.
Je dois vous dire que si mon attention a été attirée sur les coûts, c'était par un article du journal L’Echo. Cet article figurait sur la moitié supérieure de la page, avec l’évocation des coûts de l’offshore éolien.
Mais l'article juste en dessous, pour ceux qui ont pris la peine de le lire aussi, portait sur le nucléaire et sur le démantèlement d'une centrale nucléaire en Angleterre, dont les coûts avaient non pas explosé, mais sur-explosé: plus de 100 milliards d'euros. Je ne réponds pas à la place de la ministre. Je dis simplement que quand je lis une page, je lis tout. Et les coûts, cela vaut pour l'un et pour l'autre. On ne peut pas dire que j'absous la ministre sur un dérapage budgétaire. S'il existe, je veux le comprendre. Est-ce cela ou d'autres choses qui vous font dire aujourd'hui que malgré l'inflation des coûts, et même si on peut comprendre une partie des coûts par la situation géopolitique environnante, cela reste intéressant? On doit pouvoir bien comprendre.
Quels sont finalement les éléments de comparaison qui vous permettent d'affirmer cela? Qu'est-ce qui vous permet d'étayer cette affirmation? Vous l'avez bien compris: mon objectif n'est pas de dire qu'il faut se débarrasser de l'offshore. C'est tout le contraire. Mais pour cela, il faut pouvoir continuer à convaincre, et à être crédible. En d'autres termes, aujourd'hui, une île énergétique hybride telle qu'on l'a présentée est-elle encore la solution, ou ne s'agit-il pas plutôt d'un moyen conventionnel – tel que celui utilisé par les Hollandais –, mais qu'il faut matérialiser et opérationnaliser?
Enfin, monsieur le président, pour ne pas être trop long, je termine sur un élément qui me perturbe. Nous devons tous faire preuve de correction. Je ne dis pas que la ministre n'aime pas que les choses soient très claires, mais même quand les nouvelles ne sont pas bonnes, on doit pouvoir oser le dire aux citoyens. Or, madame la ministre, vous avez dit et écrit qu'il n'y aurait peut-être pas de coûts. Mais d'abord vous avez dit qu'il y aurait bien un coût sur la facture. Maintenant, vous nous dites, concernant la facture du citoyen, que vous demandez à la CREG de réfléchir à un moyen pour qu'il n'y ait pas de répercussions sur la facture. De fait, les coûts de transport sont sur les factures. Il y a peut-être quelque chose que je ne connais pas et que vous pourrez me dévoiler, mais je ne comprends pas. Je n'ai aucune difficulté à comprendre que je ne comprends peut-être pas certaines choses, et je demande à les comprendre, mais a priori, pour moi, le transport figure sur la facture. On peut encore trouver d'autres choses, sauf à dire que c'est l'État qui paye, mais cela reste l'impôt des citoyens.
Donc, comment faire pour que cela ne frappe pas
la facture des citoyens et des entreprises? Vous avez vu la réaction de la Febeliec:
"il faut arrêter les dégâts". Et elle estime qu'il faut suspendre le
dossier. Comme je ne suis pas membre de la Febeliec, avant de suspendre, je
veux comprendre. Cela dit, je peux aussi entendre son propos, qui est celui des
entreprises qui sont de grandes consommatrices d'énergie. Elles nous disent que
les États-Unis leur font un pont d'or. Et espérons que l'Oncle Sam ne se fourvoie pas
dans l'élection de ce jour, même si certains l'apprécieraient; ce qui n'est pas
le cas des Engagés. Peu importe ici le choix des Américains, car le tout est de
savoir que certaines entreprises sont attirées par les États-Unis sur le plan des coûts
énergétiques. En général, le capitalisme ne considère que les chiffres. C'est
sans doute une grossière erreur, mais c'est un mode de fonctionnement qu'on n'a
pas encore réussi à contourner, sauf dans certains pays où les dégâts ont été
patents. Les chiffres ne plaident pas en votre faveur. Comment pouvez-vous nous
apporter des garanties? Peut-être avez-vous reçu des informations d'Elia ou de
la CREG, qui sont probablement, monsieur le président, les deux acteurs absents
de cette commission.
En tout cas, je ne plaiderai jamais à charge de la ministre. Ce ne sera jamais ma manière de fonctionner! Du reste, j'ai souvent considéré qu'elle avait fait du bon travail. En revanche, je n'imagine pas que nous puissions continuer à réfléchir dans un tel dossier sans avoir en face de nous la CREG et Elia afin qu'elles nous livrent leur version. En effet, mon sentiment est que l'un des trois partenaires ne dit pas tout. Je ne prétends pas qu'il ne dit pas toute la vérité, mais quelqu'un, en tout cas, retient sans doute l'une ou l'autre information. La beauté d'une assemblée et la joie d'un parlementaire, c'est justement d'aller chercher ce qui est tu en vue d'une meilleure compréhension, de manière à obtenir ce que j'appelle cette vision d'avenir.
01.06 Tine Gielis (cd&v): Mevrouw de minister, ik heb niet veel meer toe te voegen aan wat hier vandaag al verteld werd.
Er is wel nog een behoorlijk ambitieus project lopende, dat het maritiem milieu moet verbeteren. Dat heeft in se niets te maken met energieproductie, maar is misschien wel een van de oorzaken waarom de onkosten nu de pan uit swingen We stellen ons daarbij dus nog wel wat vragen.
Onze tweede bekommernis is ingegeven door het feit dat het hier het allereerste energie-eiland ter wereld betreft. We nemen dus in dat opzicht wel een pioniersrol op. Die kan de Belgen echter duur komen te staan op hun energiefactuur. Is dat wel een rol voor ons als klein landje?
01.07 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn, want ik heb zelf geen vraag ingediend en er zijn al heel wat vragen gesteld door de collega's, waarop de minister straks uitgebreid zal antwoorden.
Ik apprecieer de uiteenzetting van collega Crucke. Hij waarschuwt er terecht voor om de minister niet van alles te verwijten. Ik apprecieer dat enorm. De partijen die immers aanwezig zouden moeten zijn om een nuttig debat te voeren, zijn niet aanwezig vanochtend. Het zou interessant zijn om ook Elia en de CREG hierover te kunnen bevragen. Het is dus jammer dat we dat in de regeling van de werkzaamheden van vorige keer niet op die manier hebben georganiseerd. Het zij zo, de minister zal vele antwoorden geven en het is daarna aan ons om te kijken of we nog verdere vragen moeten stellen aan de andere partners. We zien hen vannamiddag wel in een andere context, maar misschien kunnen daar nog wel een aantal aanvullende vragen worden gesteld.
01.08 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal het heel kort houden, want de meeste leden waren heel volledig in hun vraagstelling.
Ik kijk dus uit naar de antwoorden van de minister, in het bijzonder op de vragen die betrekking hebben op de mogelijke gevolgen voor de kostprijs van de elektriciteit voor de burger, die uiteindelijk de eindgebruiker is. Het is immers altijd de eindgebruiker, die betaalt.
Wat kunnen dus de gevolgen van de toenemende kosten zijn?
In welke mate is het proces nog omkeerbaar?
In welke mate moeten we op een bepaald moment eventueel beslissen om de stekker
uit het project te trekken? Is dat een optie? Kan dat nog? In welke mate is dat
haalbaar? Wat zou dat kosten?
01.09 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, je ne parlerai pas très longtemps étant donné que la plupart de mes questions ont déjà été posées par les collègues. J'aimerais juste revenir sur l'un ou l'autre point.
Personne, ou presque, ne remet en cause la question de l'éolien en mer. Nous avons par contre un devoir de clarté dans ce Parlement. Qu'il s'agisse de l'éolien offshore ou du nucléaire, nous devons y voir plus clair dans le coût des options énergétiques que nous avons devant nous, même si des coûts supplémentaires se révèlent.
L'explosion des coûts de l'île énergétique est extrêmement conséquente et nous amène à nous demander, tout en ne renonçant pas à l'éolien en mer, si d'autres options ne seraient pas préférables. L'article de L'Echo, qu'a cité notre collègue Crucke, stipule qu'Andreas Tirez, l'ancien directeur de la CREG, estime que le coût de l'île sera environ deux fois plus élevé que celui des plateformes énergétiques en mer que TenneT, l'homologue néerlandais d'Elia, va utiliser pour connecter les nouveaux parcs éoliens en mer. Est-ce exact? Comment peut-on justifier une telle différence d'un pays à l'autre? La guerre en Ukraine et l'augmentation du coût des matériaux est une réalité, mais cela devrait impacter les deux pays de la même manière. Ou alors certaines causes seraient-elles plus spécifiques à la Belgique?
Par ailleurs, où en est l'évaluation que vous avez commandée sur la cause des surcoûts? Où en est l'audit interne commandé chez Elia? Comment peut-on s'assurer que ces surcoûts ne seront pas répercutés sur les tarifs, sachant qu'Elia semble nous dire qu'ils seront bien répercutés sur les coûts de transport.
01.10 Oskar Seuntjens (Vooruit): Mevrouw de minister, ik wil nog even het woord nemen namens de Vooruitfractie. Het nadeel om als laatste aan beurt te komen, is dat de meeste vragen al gesteld zijn, maar ik wil toch benadrukken dat onze fractie de hele zone zeker niet in twijfel trekt. Als we zien wat er vandaag in Spanje gebeurt, dan is het heel duidelijk dat we moeten durven investeren in hernieuwbare energie. De Belgische economie staat heel sterk op het vlak van windenergie. We moeten die rol blijven opnemen en om onze energiebevoorrading in de toekomst te verzekeren, moet ons land durven investeren.
Het is helaas geen alleenstaand feit dat de kosten stijgen. Men ziet dat heel vaak in grote projecten, zoals de bouw van kerncentrales. In Antwerpen, waar ik woon, lopen de kosten voor de Oosterweelverbinding op tot 10 miljard euro. In het buitenland horen we ook vaak hetzelfde verhaal. Bij grote projecten stijgen de kosten zeker, maar dat neemt niet weg dat het Parlement kritisch moet zijn.
De meeste vragen zijn al gesteld, maar mijn eerste bezorgdheid betreft de kosten die de burgers zullen moeten dragen. Collega Wollants wees er ook al op dat onze industrie het vandaag moeilijk heeft, maar dat geldt evenzeer voor onze burgers die energie nodig hebben. De CREG zegt dat ze geen juridische basis heeft om die kosten te weren uit de transmissienettarieven. Wat is uw reactie daarop? Wat kunnen we daar eventueel aan doen?
Ten tweede, zowel de CREG als het Rekenhof hebben aangegeven dat de kosten-batenanalyse die in het begin werd gemaakt onvolledig of moeilijk te interpreteren is. Hoe kon die dan passeren in de raad van bestuur van Elia, waar meerdere politieke partijen vertegenwoordigd zijn? Welke maatregelen hebt u genomen toen u hiervoor gewaarschuwd werd? Welke stappen kunnen we zetten om de transparantie over de kosten die de overheid maakt voor zo'n groot project te verbeteren?
Ik heb nog een technische vraag. Er werd al gezegd dat de TritonLink nu niet meer zo zeker is. Ik neem aan dat dit de kosten-batenanalyse eerder in negatieve richting zal beïnvloeden. Hoe staat u daartegenover? Tot slot, zijn er alternatieven? Er gaan stemmen op om de gelijkstroom on hold te zetten. Hoe staat u daartegenover?
01.11 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik apprecieer het format van de gedachtewisseling, omdat dat toelaat om in meerdere rondes dieper in te gaan op een aantal aspecten en we niet beperkt zijn tot louter vragen en antwoorden. Dit debat heeft immers meerdere facetten en invalshoeken en zal vandaag ook niet afgerond zijn.
Ik heb antwoorden op al uw vragen voorbereid, maar verschillende antwoorden moeten natuurlijk ook door de andere stakeholders meer worden gestoffeerd.
We hebben hier te maken met een netwerkinfrastructuur, wat een politieke keuze was, die door de netbeheerder wordt uitgevoerd en waarvan de kosten door de CREG gecontroleerd worden. Dit is dus een dossier met verschillende stakeholders. Ik denk dat de verschillende betrokken partijen dan ook samen moeten worden gehoord en dat we samen moeten kunnen afwegen hoe we hiermee verder gaan en wat we wel en niet meenemen.
M. Crucke a dit: "Il y peut-être quelqu'un qui ne dit pas tout". Oui et non. Je pense que tout le monde dit quand même tout, mais chacun a son propre driver et sa propre interprétation. Il est donc aussi nécessaire de confronter ces différentes visions. Comme dans d'autres dossiers, il y a la vision de l'autorité politique, il y a la vision purement technique d'Elia et il y a la vision régulatoire. Il peut y avoir des frictions entre elles. Ce n'est pas grave mais il faut que ces différentes interprétations soient discutées pour ensuite pouvoir trancher.
Comme M. Crucke l'a également rappelé, il s'agit de choix qui sont faits sur le court terme mais qui portent sur les moyen et long termes et qui doivent donc être réinterprétés et réévalués dans cette optique.
Alle vragen die hier vandaag gesteld worden en de kwestie of enkele zaken al dan niet herbekeken moeten worden, zijn voor elk infrastructuurproject in om het even welke sector altijd aan de orde. Kosten en baten moeten altijd verder afgewogen worden, zeker gelet op de investeringen waar we nog voor staan. Ik hoop dus dat het debat van vandaag de discussie niet besluit, mijnheer de voorzitter, geachte leden, maar dat het voortgezet kan worden, met name inzake de bevoegdheden van de CREG, over de vormgeving van een ontwikkelingsplan en over de rol van eenieder. Dergelijke zaken, zeker als de periode van lopende zaken nog een tijdje voortduurt, kunnen bij uitstek door het Parlement mee opgenomen worden.
In mijn antwoord zal ik toelichting geven bij de politieke keuzes; ik zal uiteenzetten wanneer we wat beslist hebben op basis van welke informatie. Ook zal ik stilstaan bij de vraag wanneer ik over welke informatie beschikte, de vraag wie mij geadviseerd heeft en wat ik daarop geantwoord heb. Daarna heb ik nog antwoorden op enkele punctuele vragen die werden aangebracht.
Ik wil mijn antwoord nog eens beginnen met het benoemen van de doelstellingen van het energiebeleid. Die doelstellingen zijn niet anders dan wat in de supernota staat. Met name gaat het om drie doelstellingen. Ten eerste, energie moet betaalbaar zijn. Ten tweede, de bevoorrading moet gegarandeerd zijn. Doorheen verschillende crises, zoals de Oekraïnecrisis en energiecrisis, hebben we gezien dat we energie ook zoveel mogelijk zelf in handen moeten nemen en controleren. Ten derde, we moeten daarbij de transitie inzetten.
Het energie-eiland, de energiehub die we willen creëren, zit op het kruispunt van die doelstellingen. Als het eenmaal volledig aangesloten is, zal het voorzien in 30 % van onze elektriciteitsbevoorrading. Het huidig elektriciteitsverbruik ligt op ongeveer 83 terawattuur. We beschikken over de adequacy- en flexibiliteitsstudie van Elia en ook de blueprintstudie van Elia, die in de middagvergadering besproken wordt. Elektrificatie zal uiteraard sneller of trager plaatsvinden naargelang het gevoerde beleid. Op basis van die studies en uitgangspunten zou het elektriciteitsverbruik tegen 2036 uitkomen op 117 tot 141 terawattuur in België. Daarvan – daarover gaat uw debat deze namiddag met de CREG, Elia en mijn administratie – zal richting 2050 nog een groot stuk moeten worden ingevuld, namelijk 50 à 60 terawattuur.
In het licht van de toekomstige bevoorrading en het verbruik zal het eiland echter absoluut cruciaal zijn, want het zal richting 2030-2032 instaan voor maar liefst 25 tot 30 terawattuur aan elektriciteit, door de combinatie van het aansluiten van onze windmolens op de Noordzee en import via interconnectie. Het eiland zal dus een derde van het Belgische verbruik in 2030 dekken, of, zoals we altijd hebben gezegd, het equivalent van het elektriciteitsverbruik van alle gezinnen. 25 tot 30 terawattuur komt overeen met ongeveer vier kernreactoren. Dat is dus veel. Straks zal ik ingaan op de kosten.
Het gaat over een grote infrastructuur en grote kosten, maar ook over veel energie. Ik heb er soms een probleem mee dat er daarover met verkleinwoorden wordt gesproken – een klein landje, een projectje –, want in termen van elektriciteitsverbruik zijn wij geen klein land, maar een groot land, omdat we grote, zware industrie hebben. We hebben staalnijverheid en chemie. Nog maar een paar weken geleden ben ik in Balen bij Nyrstar geweest, een van de grootste elektriciteitsverbruikers van ons land en een van de weinige zinksmelterijen die nog aanwezig zijn in Europa. Laten we dus alstublieft ophouden met te spreken over een klein landje en een klein projectje. Neen, we zijn een land met een grote energievraag. Dat is altijd zo geweest.
We zijn ook altijd een land geweest met weinig natuurlijke grondstoffen. We hebben in het verleden altijd energie moeten importeren. Daarvoor hebben we een lng-terminal aangelegd. We hebben ook de NAVO-pijpleidingen die voorzien in reserves. We zijn inzake fossiele brandstoffen een van de voorbeelden als het gaat over de strategische oliereserve van 90 dagen. Wel, in het kader van de energietransitie moeten we er ook voor zorgen dat we grote hoeveelheden hernieuwbare energie kunnen binnenhalen. Het is een illusie om te denken dat we 100 % in onze eigen energiebehoeften kunnen voorzien. We hebben daarvoor simpelweg niet de natuurlijke grondstoffen.
We hebben echter wel de schoonheid van een land aan de Noordzee te zijn en te kunnen intakken op de grootste elektriciteitscentrale die daar wordt gebouwd. Daartoe hebben we infrastructuur nodig.
Ik ben het echter met iedereen eens die aangeeft dat we altijd moeten blijven evalueren. Dat was ook de teneur van de uiteenzetting van de heer Crucke. We moeten altijd evalueren of we de baten kunnen genereren die we altijd voor ogen hebben gehad.
Ik stel het hier nu al. Het zal straks ook mijn conclusie zijn. De zware industrie kan maar één keer worden verloren. Wanneer verliezen we ze? Dat gebeurt wanneer haar geen toegang wordt gegeven tot betaalbare en zekere energie. Dat maakt dat er verschillende belangen zijn die we moeten afwegen. Willen we ervoor zorgen dat onze industrie en onze gezinnen toegang hebben tot energie? Zorgen we er ook voor dat zij die energie hebben in 2030? De huidige regering heeft immers altijd gesteld dat geen risico’s zouden worden genomen met de bevoorradingszekerheid. Zij neemt niet het risico dat het licht uitgaat. Daarom heeft de regering zo hard ingezet op het CRM. Ik herinner u eraan dat met het CRM hetzelfde is gebeurd. Het is hier verschillende keren besproken, namelijk de doembeelden van hoeveel het CRM zou kosten. Vandaag kost het CRM een fractie. Dat komt omdat de regering de zaken niet heeft ondergaan. Dat is met voorliggend dossier niet anders. Er komen uitdagingen op ons af die we moeten vastnemen.
Het eiland is een hoeksteen om te bekijken op welke manier ervoor kan worden gezorgd dat we toegang hebben tot die grote hoeveelheden betaalbare en emissieloze stroom. Uiteraard moet dat betaalbaar zijn.
Sta mij dus toe eerst in te gaan op de vraag welke beslissingen hebben geleid tot het energie-eiland. Wat is aan ons voorgesteld? Op basis van welke elementen heeft de regering de beslissing genomen?
Een aantal leden, onder andere de heer Bihet, heeft verwezen naar de datum van 15 oktober 2021. In oktober 2021 heeft de ministerraad de beslissing genomen om de capaciteit van het Prinses Elisabetheiland op te trekken naar 3,1 à 3,5 gigawatt. We hebben toen een maximum van 3,5 gigawatt vastgelegd om een en ander het meest kostenefficiënt te maken. Indien het kostenefficiënter is om 3,1 gigawatt te gebruiken, dan gaan we voor 3,1 gigawatt., Als de technologie en andere zaken evolueren, kunnen we evenwel tot 3,5 gigawatt gaan. De vork is dus 3,1 tot 3,5 gigawatt.
Herinner u ook dat we vóór de beslissing van de vork van 3,1 tot 3,5 gigawatt in het verleden de beslissing hebben genomen om 2,1 gigawatt toe te passen. Waarom hebben we die capaciteit opgetrokken? We hebben een klein stuk Noordzee. Wind op zee maar ook de interconnecties zijn een van de belangrijkste hefbomen die het federale niveau heeft om klimaatneutrale energie naar ons land te krijgen. Dus zetten we alles in op het optimaal benutten van de ruimte en de mogelijkheid.
Het tweede belangrijke element, naast het optrekken van de capaciteit van de PEZ, was de interconnectie. België is een klein land, dat echter strategisch zeer goed gelegen is: we hebben een cruciale ligging in Europa, in het midden tussen Noord en Zuid. We zijn dus een belangrijk knooppunt voor het toekomstige netwerk op de Noordzee. De hybride interconnectoren die kunnen intappen, zorgen er dan ook voor dat België met die infrastructuur niet alleen zijn eigen windparken kan aansluiten, maar ook verbindingen kan maken met het buitenland.
Er zijn dus twee doelstellingen: de eigen windproductie aansluiten en de windenergie uit het buitenland binnenbrengen.
Monsieur Crucke, concernant le Royaume-Uni et le Danemark, vous m'avez demandé si les dossiers étaient toujours pertinents ou s'ils étaient au frigo.
S'agissant du Royaume-Uni, j’ai rencontré à deux reprises mon homologue anglais, Ed Miliband – la première fois, c'était par Zoom, et la deuxième, c'était à Londres – notamment pour parler de ce projet. Nous attendons le rapport de Ofgem (the Office of Gas and Electricity Markets), qui est imminent. En fait, nous avions espéré le recevoir il y a une ou deux semaines; j’ai bon espoir que ce document paraîtra dans les semaines à venir. Ce rapport de Ofgem donnera – ou non – le feu vert pour investir notamment dans Nautilus et dans d’autres interconnexions, comme LionLink avec les Pays-Bas.
Het eerste rapport van Ofgem had een aantal
knipperlichten aangetoond voor het project. Op die knipperlichten, met name het aanlandingspunt …
Le point de raccordement mais aussi d'autres points, comme la configuration de l'île, sont des dossiers très spécifiques qui ont été travaillés tant entre les régulateurs, c'est-à-dire la CREG et Ofgem, qu'entre les gouvernements britannique et belge durant toute la période qui s'étend entre le rapport initial et celui que nous attendons. En ce qui me concerne, j'ai à ce jour bon espoir que le projet atterrisse de manière positive.
Mijnheer Wollants, u vroeg naar de businesscase met betrekking tot Nautilus. Reeds in het ministerieel besluit bij de goedkeuring van het ontwikkelingsplan heb ik aangegeven dat de CBA, de kosten-batenanalyse, opnieuw moest worden uitgevoerd.
We hebben het koninklijk besluit over de
procedure voor de opmaak van het ontwikkelingsplan reeds gewijzigd, in die zin
dat er elke twee jaar een update moet komen van de projecten die worden
goedgekeurd in het ontwikkelingsplan. Dat geldt voor het eiland, voor de
interconnecties en voor eender welk project. Het gaat over grote bedragen, die
sowieso moeten gefinancierd worden en die zijn alleen maar gerechtvaardigd, als
er ook baten tegenover staan. De
CBA en onduidelijkheden moeten verder geverifieerd worden.
Donc en ce qui concerne le Danemark, une discussion a lieu entre les gouvernements danois et belges. Le gouvernement danois nous demande de supporter des coûts plus importants pour les parcs éoliens en mer du Nord chez eux, ce que nous refusons. Par conséquent, ce projet, qui constitue d'ailleurs aussi une forme d'interconnexion hybride, fait l'objet en ce moment d'une étude plus poussée et une demande de subside européen est en cours.
Naast Ierland, waarover we het vorige week
hadden, zijn er ook andere. Ik zou
toch ook willen verwijzen naar Noorwegen.
Nous avons en effet bien conclu un memorandum of understanding (MOU) avec la Norvège et nous sommes d'ailleurs le seul pays à ce jour à avoir conclu ce type d'accord avec ce pays, et cela dans le but d'envisager – après 2035 – une possible interconnexion hybride.
Die is voor België zeer interessant omdat die windzones gedecorreleerd zijn. Het project Nautilus, de eerste interconnectie die in de opzet van het eiland voorzien is, maakt voortgang en zit zeker niet in de koelkast. Voor het overige moet men voor alle interconnecties ook telkens bekijken welke manier van aansluiten de beste en meest kostenefficiënte is. Daarom is het belangrijk dat we met zoveel landen de mogelijkheden onderzoeken.
Op 15 oktober 2021 heb ik de beslissing genomen om de capaciteit voor de Prinses Elisabethzone op te trekken. Hierop heeft Elia een rapport ingediend over de vormgeving van het netwerk voor het bereiken van die doelstellingen. Elia heeft in zijn analyse in oktober 2021 drie varianten onderzocht, zowel AC als DC.
De eerste variant was die met vijf AC-platformen van elk 700 MW. De tweede variant was een combinatie van 2,1 GW aan AC en 1,4 GW aan HVDC op een kunstmatig eiland. De derde variant was een combinatie van drie AC-platformen van 700 MG en één HVDC-platform van 1,4 GW. Die varianten werden onderzocht op basis van een aantal criteria, waaronder de investeringskosten, de onderhoudskosten, de kabellengtes, de timing, de beschikbaarheid, de betrouwbaarheid, de flexibiliteit, de technische complexiteit en de toekomstperspectieven. Uit die analyse bleek dat het energie-eiland met een combinatie van een AC-gedeelte en een DC-gedeelte de beste, de meeste flexibele en de goedkoopste oplossing was.
Een aantal onder u heeft gezegd dat de CREG erop gewezen heeft dat niet alles duidelijk was. Dat stond inderdaad in het advies van de CREG, maar de CREG besloot haar advies door te stellen dat die toekomstgerichte investering mogelijk is indien er geen extra risico's en/of hogere kosten worden gelegd bij de elektriciteitsconsument door de aansluiting van platformen – het gaat dan over de eerste variant – tenzij is aangetoond dat er bijkomende baten zijn, die op dit moment nog niet geïdentificeerd en gekwantificeerd zijn.
In oktober 21, dus voor de energiecrisis, meldde de CREG dat ondanks het feit dat niet alles op dat moment al volledig duidelijk was, zij toch de voordelen zag van een toekomstgerichte investering, op voorwaarde dat men – ik parafraseer –en cours de route zou blijven evalueren of men de beste investering gedaan had.
Ik heb begrepen dat Elia bezig is met een interne audit. Ik ga er dan ook van uit dat Elia in de interne governance bekijkt of het dezelfde koers is blijven volgen voor de hele rit. Ik heb op zich geen twijfel, geen wantrouwen, dat Elia dat niet zou hebben gedaan.
In december 2021 heeft de regering het ministerieel besluit over het grid design goedgekeurd. Over dat ministerieel besluit werd er overlegd in de ministerraad. We hadden met deze regering de gewoonte om voor zaken die zo fundamenteel zijn voor het energiebeleid te kiezen voor de optie van ministeriële besluiten, waarover er overlegd werd in de ministerraad. U kunt dat nagaan voor de verschillende wetten die in de afgelopen legislatuur goedgekeurd zijn.
U ziet dat bijvoorbeeld ook bij de wetgeving over het CRM. Die beslissingen waren zelden beslissingen van de bevoegde minister alleen. Steeds werd overlegd in de ministerraad, omdat die wetgeving zo fundamenteel is dat zij de hele regering aanbelangt. Ze gaat immers over de welvaart van ons land, de bevoorradingszekerheid en de betaalbaarheid van energie in ons land. Ook over de variant van het energie-eiland met de AC/DC-aansluiting, waarbij het DC-gedeelte gecombineerd kan worden met hybride connecties, werd er zo beslist.
Dan komen we bij februari 2022 en het conflict in Oekraïne. U weet wat de impact daarvan was op de grondstofprijzen en natuurlijk ook op ons energiebeleid. We voelen de effecten daarvan tot vandaag. De federale regering en de 27 energieministers zijn erin geslaagd om de gas- en elektriciteitsprijzen onder controle te krijgen door een heel scala aan maatregelen op nationaal en Europees vlak, maar de grondstofprijzen en de kosteninflatie die we nog altijd voelen, liggen vandaag nog altijd exponentieel veel hoger. De eerste stappen, ook op Europees vlak, moeten daar nog worden gezet. Ik kom daar nog op terug.
Tegelijkertijd is er een urgente nood aan investeringen om de Europese energieonafhankelijkheid te vergroten die, gecombineerd met klimaaturgentie, een enorme druk op de toeleveringsketen zet. Vandaag bestelt iedereen tegelijk dezelfde infrastructuur om zo snel mogelijk te kunnen voorzien in de aansluiting van groene energie, die bij ons wordt gemaakt, wat de prijzen van die infrastructuur verder omhoogduwt.
We werden de eerste keer in maart 2023 op prijsstijgingen geattendeerd, op het moment dat Elia het tariefdossier bij de CREG indiende en de CREG dat dossier moest goedkeuren, omdat ze op basis van de tariefmethodologie ook tarieven moet vastleggen voor de volgende periode tot 2027. Daar zagen we de eerste stijging van de initieel geraamde 2;2 miljard euro naar 3,6 miljard euro. Daar lagen drie drivers aan de basis: de algemene inflatie, de volatiliteit van de prijzen van ruwe materialen en de bottlenecks in de toeleveringsketen, gecombineerd met een hogere vraag. Dat is de reden van de stijging van 2,2 naar 3,6 miljard euro.
De vergelijking tussen de varianten die werd gemaakt voor het MB grid design werd dan opnieuw gemaakt en ook daar kwam de variant met de variatie AC/DC opnieuw als beste uit, omdat de kostprijs voor de platformen als alternatief – herinner u de eerste variant – minstens evenveel, zo niet nog meer, zou zijn gestegen. De kostenstijging zit hoofdzakelijk in staal en in de C-infrastructuur. Dat kost evenveel, of men dat nu op een platform of op een eiland zet.
Dat deel van de kostenstijging was op dat moment ook bekend bij de CREG, want die kosten zitten ook vervat in de volgende tarifaire periode.
In mei 2023 werd het federaal ontwikkelingsplan (FOP) goedgekeurd. Dat plan werd opgemaakt voor een periode van 10 jaar, 2024-2034. Daarin worden alle investeringen beschreven die nodig zijn en wordt voor elk project telkens gezegd wat de kosten en baten zijn. In dat ontwikkelingsplan voor Elia worden de kosten-batenanalyses van de individuele projecten voorgesteld en ook gepubliceerd op de website, die voor iedereen toegankelijk is.
Vanaf bladzijde 242 staan de kosten-batenanalyses voor het eiland en de Nautilusinterconnector vermeld en kan men lezen dat de uiteindelijke energiehub die met het energie-eiland wordt gerealiseerd, in de meeste toekomstscenario's voldoende welvaartcreatie geeft om de kosten te compenseren, zelfs met onzekerheid over de kosten. Vooral in scenario's die inzetten op grootschalige hernieuwbare energie en elektrificatie, zijn de baten aanzienlijk en overstijgen ze de geschatte projectkosten.
Als we de baten van het energie-eiland bekijken, zowel voor de connectie van de 3,5 gigawatt die we willen realiseren op de Noordzee, gecombineerd met de interconnectie, dan zien we dat die worden geschat op 600 miljoen tot 1,4 miljard euro per jaar welvaartswinst voor de Belgische economie in 2030 en 1 tot 2,3 miljard in 2040. Ook die bedragen zullen blijvend moeten worden geëvalueerd. Dat is een ongoing effort.
Ik wil erop wijzen dat wat het ontwikkelingsplan betreft – er zijn daarbij ook opmerkingen te maken, maar daar kom ik straks op terug wanneer het gaat over governance –, de CREG op dat moment niet heeft gezegd dat we dat toch beter niet zouden doen. De CREG heeft niet geadviseerd dat het uitgesteld moest worden, dat het te voorbarig is.
Het ontwikkelingsplan is – en ik neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid, want mijn handtekening staat daaronder – een beslissing van de minister, die niet in het ijle wordt genomen. Er wordt daarover uitgebreid geconsulteerd met andere overheden en entiteiten in dit land. Er is ook een advies van de regulator en er is mij toen niet gezegd dat ik beter zou wachten en het zeker niet zou moeten doen.
De CREG doet wel suggesties om haar rol in het ontwikkelingsplan te versterken. Ik ben dat absoluut niet ongenegen. Ik wil ook beklemtonen dat dat FOP niet zomaar door mij werd goedgekeurd. Bij de goedkeuring heb ik een aantal kanttekeningen gemaakt, waarnaar ik daarnet verwezen heb. De kosten-batenanalyse voor het VK, voor Nautilus, moet bijvoorbeeld worden geüpdatet. Ik heb ook gevraagd om een bijkomende verbinding tussen het eiland en het land te onderzoeken. Ik wil dus geen opties op voorhand uitsluiten om congestie te voorkomen. Ik heb ook kanttekeningen geplaatst bij de offshore biedzone, die politiek nog niet beslist is en dus ook niet zomaar kan worden doorgerekend door Elia in zijn ontwikkelingsplan. Die drie opmerkingen werden dus gemaakt.
Ik ben nooit ongevoelig geweest voor de opmerkingen van de CREG, ook niet voor de opmerkingen die ze over dit dossier gemaakt heeft. Dat was ook niet de eerste keer. De CREG heeft al van in het begin van mijn mandaat gevraagd – en heeft dat ook naar aanleiding van dit dossier herhaald en in haar memorandum geschreven – dat ze een betere betrokkenheid zou willen bij de opmaak van het ontwikkelingsplan.
In dezelfde periode van de opmaak van het ontwikkelingsplan hebben we een wetswijziging voorgelegd aan onze regeringspartners. We hadden daarmee twee doelstellingen voor ogen. Allereerst wilden we meer convergentie brengen in de energiescenario's. Het is ook een vraag van het Parlement of er bij de opmaak van die scenario's geen grote, sturende rol moet zijn vanuit de overheid. Er zou echter ook bij de uitvoering van die scenario's, namelijk de opmaak van de ontwikkelingsplannen, een belangrijke rol moeten worden opgenomen door de CREG, met name een betrokkenheid vanaf het begin om zicht te hebben op de werkzaamheden en de ontwikkeling. Die wetswijziging kwam er echter niet, omdat daarover geen akkoord was in de regering.
We moeten het verleden echter niet herschrijven. Er is nu een nieuwe periode aangebroken, zowel voor de regering als voor het Parlement. Wat niet is, kan misschien nog komen. Ik wil mijn teksten gerust delen en er zijn zeker ook een aantal zaken die vandaag in het debat naar voren kwamen waarover we verder kunnen debatteren.
Bij de opmaak van het ontwikkelingsplan kwam er wel een bijsturing: voor alle grote projecten moet de netbeheerder elke twee jaar een tussentijdse update doen. De reden is om meer dynamiek in dat proces in te bouwen en om sneller te kunnen inspelen op snel veranderende omstandigheden, iets wat we de laatste jaren gezien hebben.
Op het vlak van governance, samenwerking, ieders rol, kan er zeker nog meer dynamiek worden ingebracht dan er vandaag is, met een meer sturende rol vanuit de overheid, met betrekking tot de kaders waarbinnen moet worden gewerkt. Voor het regulatoir toezicht zijn er suggesties van de CREG om er op een andere manier op in te spelen.
Dat brengt me bij de uitwisseling van de brieven, waarover u veel vragen hebt gesteld. Het betreft twee aspecten, namelijk welke brieven er werden uitgewisseld en of ik die aan u kan voorleggen.
Volgende brieven werden uitgewisseld. Op 20 juni 2024 kreeg ik een brief van de CREG waarin men mij waarschuwde voor een aanzienlijke kostenstijging voor het geplande grid design van MOG II (modular offshore grid II), na het tariefdossier. Daarin suggereerde men om de kosten-batenanalyse over te doen en vroeg men naar meer mitigerende maatregelen of alternatieve ontwerpen om de kostenimpact te beperken.
Ik heb daarop geantwoord op 19 juli 2024. Ik heb de CREG gevraagd naar de oorzaken van de kostenstijgingen, naar de mogelijke oplossingen, naar de impact op de transmissietarieven en de mogelijke alternatieven. Dezelfde dag heb ik ook een brief gestuurd aan Elia, met dezelfde vragen, namelijk wat de specifieke oorzaken zijn van de kostenstijging van MOG II en wat de maatregelen zijn om die kosten te kunnen beheersen. Ik heb Elia ook gevraagd naar alternatieven. De CREG stelde alternatieven voor; ik vroeg wat er gebeuren zou mochten we het project vervangen door een volledig AC- dan wel DC-gedeelte.
Ik kreeg een antwoord van de CREG op 20 augustus, waarin de CREG vooral verwees naar haar memorandum. De CREG gaf aan dat ze op een andere manier betrokken wilde worden bij de opmaak van het ontwikkelingsplan en dat een aantal van de antwoorden Europees moest worden aangereikt, omdat er niet enkel naar haar kon worden gekeken om dit op te lossen.
Elia reageerde eveneens op 20 augustus 2024 en ging daarbij in op de kostenstijgingen, veroorzaakt door de marktsituatie, inflatie, stijgende grondstofprijzen en een beperkte capaciteit in de supplychain. De impact van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne leidde tot de hoge energieprijzen en inflatie, wat de vraag naar transmissie-infrastructuur vergroot heeft zonder dat de productiecapaciteit voor die uitrusting voldoende kon meegroeien.
De HVDC, hoogspanningsgelijkstroom, is de grootste kostendrager. Een groot deel van die kostenstijging is terug te vinden in de installatie van het HVDC-gedeelte. De prijs voor zowel onshore- als offshoreconverters en DC-kabels is sinds 2021 enorm gestegen. De aanvankelijke schatting van het budget van ongeveer 1 miljard euro voor die HVDC-systemen is nu in Europa gestegen naar een bedrag tussen 2,6 en 3 miljard. De stijging is te wijten aan onvoldoende productiecapaciteit in Europa en de daarmee gepaard gaande hoge vraag naar HVDC-technologie, en de structurele problemen binnen de Europese supplychain voor die netwerkcomponenten. De vraag naar dergelijke technologieën zal vermoedelijk verviervoudigen tegen 2030 terwijl de productiecapaciteit beperkt blijft, met dus een enorme bottleneck voor die nodige stukken.
Voor de AC-componenten is er een kostenstijging van ongeveer 60 %. De kostenstijging situeert zich in de eerste plaats in het DC-gedeelte. De stelling dat het eiland het dubbele van de platformen kost, is op zich niet correct. De kostprijs van de platformen is evenveel gestegen. Ook op de platformen moet dezelfde infrastructuur geplaatst worden om aan dezelfde doelstellingen te kunnen beantwoorden.
Ik kreeg dus antwoorden van de CREG en Elia op 20 augustus. Ikzelf heb een laatste brief gestuurd op 16 september 2024, besproken in de commissievergadering van twee weken geleden, voor de plenaire vergadering. In die brief van 16 september heb ik aangegeven wat ik graag zie gebeuren, namelijk het oprichten van een werkgroep voor kostenbeheersingsmaatregelen via een soort van scrumaanpak om een iteratieve kostenbeheersing mogelijk te maken, om gemakkelijker te kunnen reageren op marktschommelingen en ook om te kijken naar een alternatief grid design, naar gefaseerde implementatie om de kosten te kunnen spreiden en tevens naar een update van de baten: als de kosten zijn gestegen, zit er misschien ook een evolutie in de baten.
Laat me eraan toevoegen dat niet enkel het eiland geconfronteerd wordt met kostenstijgingen. Als voorbeeld uit de eigen sector noem ik de Nemo Link, onze interconnectie met Engeland. De Nemo Link heeft twee keer een black-out vermeden, een keer in België en een keer in het VK, wat het belang van interconnectie aantoont. Zes jaar geleden werd die verbinding gebouwd voor 650 miljoen euro. Dat zijn bedragen waarvan we vandaag alleen maar kunnen dromen. Als we die verbinding vandaag zouden realiseren, dan zou de kostprijs 5 miljard euro bedragen. Nog een voorbeeld is de Oosterweelverbinding, initieel begroot op 3,5 miljard euro. Vandaag staat de kostprijs op 10 miljard euro. De drivers zijn oorlog en inflatie. Nog een voorbeeld is metrolijn 3 in Brussel, waarvoor 1,66 miljard was voorzien in 2019, terwijl het in 2024 om 4,7 miljard euro gaat. Ook het GEN van Infrabel wordt met diezelfde evolutie geconfronteerd.
Dat betekent nog niet dat we zomaar genoegen moeten nemen met het feit dat de kostprijs overal stijgt. Bij elk infrastructuurproject moet men opnieuw bekijken wat er gedaan kan worden om de prijs te drukken, met de vraag wat effectief nodig is en wat de baten zijn. Daarvoor is een systeemaanpak nodig en ook andere projecten krijgen ermee af te rekenen.
Ik kom tot de transparantie. In de brief die ik op 20 juni 2024 kreeg, heeft de CREG mij voor het eerst gesproken over een bedrag van 7 miljard euro. De CREG heeft toen geschreven – onderstreept – "gelieve deze cijfers strikt vertrouwelijk te behandelen, gelet op de onderliggende commercieel gevoelige informatie en op het feit dat aanbestedingen van de DC-componenten nog lopende zijn".
Wat ik heb begrepen en wat de CREG ook heeft toegelicht in haar brief, is dat het tariefdossier werd goedgekeurd in de periode van maart 2024 en dat nadien de teams van de CREG en Elia met elkaar zijn blijven vergaderen in de loop van mei 2024. In mei 2024 heeft niemand mij verteld dat het bedrag 7 miljard euro was geworden. Dat was voor de CREG wel duidelijk geworden op basis van meetings tussen haar en Elia. De CREG heeft tegenover Elia onmiddellijk gereageerd door te stellen dat zij daarover meer wou weten en heeft Elia gevraagd om het haar uit te leggen. De CREG heeft op dat moment ook bedacht dat de minister dat ook moest weten. De CREG heeft mij dus een brief gestuurd en mij gevraagd om de inhoud ervan strikt vertrouwelijk te behandelen.
In mijn brief van juli 2024 heb ik de CREG en Elia een vraag gesteld. Ik citeer ze even: “In uw brief wordt aangegeven dat de verstrekte informatie vertrouwelijk is. Kunt u specifiëren welke onderdelen van de informatie als vertrouwelijk moeten worden behandeld en wat de mogelijke gevolgen zouden zijn als deze informatie openbaar zou worden gemaakt?”
Ik hoop dat u mij kent en uit andere dossiers weet dat ik nooit een probleem heb gehad met het toelichten van zaken voor het Parlement. Toen de CREG mij een brief stuurde waarin zij aangaf dat de inhoud ervan vertrouwelijk was, heb ik aan de CREG gevraagd om mij uit te leggen wat er volgens haar vertrouwelijk was. In mijn hoedanigheid van minister kan ik door het Parlement immers op elk moment worden geïnterpelleerd, wat jullie terecht ook doen. Van bij het begin wou ik dan ook duidelijk weten wat wel en wat niet vertrouwelijk was.
De CREG heeft mij in haar brief van 20 augustus 2024 het volgende geantwoord: "Betreffende het vertrouwelijke karakter van de budgetcijfers heeft Elia gemeld dat de aanbestedingen van het DC-gedeelte nog lopende zijn. Indien de markt weet dat Elia reeds van veel hogere kosten uitgaat, kan dat mogelijk een bijkomend verhogend effect hebben op de kosten."
Voor het DC-gedeelte – substations plus cables – heeft Elia bij de budgetinschatting van mei 2024 het budget verhoogd van 1,5 miljard euro tot 3,5 miljard euro, zodat de totale kostprijs het bedrag van 7 miljard euro benadert.
Mijnheer de voorzitter, ik heb er geen probleem mee om u mijn briefwisseling te bezorgen. Ik kan echter de vertrouwelijkheid van de documenten van Elia en de CREG niet opheffen. Zij komen straks hierheen en het Parlement is het toezichthoudend orgaan op de CREG. Ik heb de documenten hier, maar niets staat u in de weg om daar straks naar te vragen. Aangezien Elia en de CREG aangeven dat het vertrouwelijke documenten betreft die marktgevoelige informatie bevatten, kan ik niet de verantwoordelijkheid nemen om die vertrouwelijkheid op te heffen en die informatie open en bloot met u te delen. Het komt hun toe dat te doen en u kunt het hun straks vragen. Volgens mij staat er niets vertrouwelijks in mijn brieven en ik heb absoluut geen probleem om u mijn antwoorden over te maken.
Ik kom nu bij het verloop van het proces. Wat wisten we wanneer en hoe hebben we daarop gereageerd? C’est un chantier qui est en cours. Er werd een aantal zaken gevraagd en bepaalde zaken zijn lopende. De pertinente vraag is hoe het nu verder moet. Bepaalde noodzakelijke acties op verschillende vlakken worden uitgevoerd. Een deel heeft betrekking op het ontwikkelingsplan op zich. We worden geconfronteerd met grote noodzakelijke investeringen in het Belgische en Europese elektriciteitsnet en die zijn onderworpen aan rigide procedures. Om de vier jaar wordt een ontwikkelingsplan voor een periode van tien jaar opgesteld. Hierin worden belangrijke beslissingen genomen. Voordien leek het erop dat de genomen beslissingen in steen gebeiteld waren.
We hebben daarin meer dynamiek gebracht door elke twee jaar een update te vragen, maar het is de vraag van de CREG om daarbij vanaf het begin meer betrokken te worden. We hebben daarvoor een voorstel ingediend. We hebben het daarover in het verleden ook al gehad. Een van de belangrijke zaken die in ons energiebeleid moeten worden aangebracht, is wie wanneer beslist. Welke criteria hanteren we daarvoor? Op basis van welke risico-inschattingen en kosten-batenanalyses wordt dat gedaan? Welke eengemaakte methodologie kunnen we daarvoor hanteren?
Mochten Elia en de CREG hier aanwezig zijn,
dan zouden de vertegenwoordigers van Elia zeggen dat ze een berekening hebben
gemaakt en op een bepaald bedrag uitkomen. De CREG zou dan wellicht zeggen dat
zij dat eigenlijk niet zo goed begrijpt, dat het toch niet zo duidelijk is. Dat
kan door de overheid worden opgelost door de methodologie van de
kosten-batenanalyses vast te leggen. Daar worstelt men trouwens ook op Europees niveau mee.
Monsieur Crucke, c'est aussi une difficulté dans le projet danois. Leur méthodologie étant différente de la nôtre, la diversité des analyses complexifie la prise de décision au niveau politique car il est nécessaire de pouvoir s'aligner.
Je pense donc qu'il est nécessaire d'avoir une autorité politique dont le rôle est de déterminer les différents paramètres nécessaires au calcul du bien-être pour la société dans son ensemble. Cela est loin d'être évident. Par exemple, comment déterminer le bénéfice de la souveraineté énergétique? C'est peut-être plus aisé maintenant que par le passé car nous avons payé le coût des importations d'énergies fossiles parce que nous étions dépendants d'un seul pays.
Men moet dus verschillende elementen samen bekijken. Wat de ontwikkelingsplannen betreft – hoe beslissen wij en wie heeft daarin welke rol –, zijn er alvast belangrijke stappen vooruit te zetten. Er zijn ook beslissingen die het Parlement kan nemen en die zeker ook moeten worden afgetoetst, aan de ene zijde bij de CREG en aan de andere zijde misschien bij Elia. De CREG speelt daarbij een andere rol dan Elia, omdat de CREG de regulator is en Elia wat inzicht in de impact kan bieden, waardoor men dan kan beslissen of men een en ander al dan niet mogelijk acht.
Je pense qu'il est urgent de décider, sur le plan du développement du réseau, quand et comment nous allons faire un update de tous ces bénéfices.
Ten tweede, de impact van de kosten op de tarieven wordt door de CREG geschat op ongeveer 5 euro per megawattuur, wat dus lager is dan de opbrengst. Zelfs met de impact op de tarieven blijft de opbrengst dus positief. De CREG zegt daarover dat zij vandaag alleen maar de redelijkheid van de kosten in aanmerking kan nemen. Ik ben daarover verwonderd, want dat wil dan zeggen dat onze beleidsrichtsnoeren in de wet onvoldoende duidelijk zijn. Tariefcompetentie is een kerncompetentie van de regulator. Het is aan de regulator om de tariefmethodologie op te stellen en vervolgens aan Elia om een tariefdossier in te dienen. De rol van de overheid is beperkt tot het geven van beleidsrichtsnoeren. Dat betekent dan volgens mij dat wij onze beleidsrichtsnoeren onder de loep moeten nemen.
We moeten bekijken of die beleidsrichtsnoeren bijvoorbeeld de mogelijkheid geven dat de impact op de tarieven pas wordt doorgerekend op het moment dat ook de baten duidelijk zijn, dat men daar dus meer gefaseerd op kan ingaan. Dat wil dan wel zeggen dat men de inkomsten voor de netbeheerder zal vertragen, die dus ofwel reserves zal moeten hebben of zal moeten lenen, waar ook kosten tegenover staan. Het debat daarover moet volgens mij bij uitstek in het Parlement worden gevoerd gelet op de rol en de bevoegdheid van het Parlement als toezichthouder ten aanzien van de CREG wat de tarieven betreft.
Het derde punt is Europa. Vandaag worden we in Europa geconfronteerd met een grote nood aan grootschalige en proactieve investeringen in bijkomende netwerkinfrastructuur en het feit dat er slechts drie leveranciers zijn, met name Hitachi, Siemens en GE, en nog een paar Chinese die op een ander niveau staan dan die drie. Dat wil zeggen dat de leveranciers van die strategische technologie – high voltage en direct current – die nodig is om landen met elkaar te kunnen interconnecteren, vandaag een supplychain vormen die Europees is, of Amerikaans in het geval van GE.
Die bedrijven worden vandaag geconfronteerd met een enorme bottleneck, waardoor de prijzen sterk stijgen. Gisteren of eergisteren stelde Hitachi in The Financial Times dat het niet verder kan. Om de druk van de supplychain te halen, heeft men meer duidelijkheid nodig, meer vooruitziendheid met betrekking tot de projecten met betrekking tot pipelines, zodat men de capaciteit kan verhogen.
Dat blijkt uit zowel het Draghi- als het Lettarapport. Die grote investeringen zijn nodig. De bottlenecks van vandaag zorgen voor een opwaarts effect op de prijzen, die zowel de competitiviteit van onze industrie bedreigen als de koopkracht van onze gezinnen. Men betaalt immers een prijs voor schaarste. Om die prijs te doen dalen, moet men zorgen voor meer capaciteit.
Dus is er volgens mij een grote rol weggelegd voor Europa op dat vlak. Dat is voor mij ook een geval van strategische autonomie. Men heeft voor die drie spelers een gigantische afzetmarkt, zowel in Europa als in de Verenigde Staten, die ervoor zal zorgen dat we controle hebben over onze eigen energie. In plaats van met miljarden te smijten voor batterijfabrieken, gesubsidieerd door Europa – die er finaal niet komen –, of voor waterstofprojecten – die er evenmin komen – zou het misschien goed zijn om een industrieel plan te hebben voor die technologie. Wij behoren op dat vlak vandaag tot de wereldtop en willen aan de wereldtop blijven.
Dat staat ook heel duidelijk in de mission letters van de nieuwe commissarissen. Vandaag vindt de hoorzitting met de heer Dan Jørgensen plaats in het Europees Parlement. Als er een dergelijk plan komt, kunnen landen die first-mover-beslissingen genomen hebben, daarvan het voordeel hebben – wij hebben in 2030 toegang tot die elektriciteit–- en daarvan op een gelijke manier profiteren.
Dat is niet nieuw voor ons land. Herinner u de derde richtlijn houdende hernieuwbare energie, waarover een tijdje geleden werd onderhandeld. De heer Ravyts en de heer Wollants hebben mij daarover toen ondervraagd. In die hernieuwbare-energierichtlijn zaten enorm ambitieuze targets inzake het gebruik van waterstof in onze industrie, targets die voor onze industrie moeilijk waren. De richtlijn vergde een zodanige inzet voor het gebruik van groene waterstof dat de projecten voor het afvangen van CO2 waarover in ons land al beslist was en die al Europese steun hadden gekregen, mogelijk niet meer rendabel waren. Ons land heeft toen wat die richtlijn betreft over een uitzondering onderhandeld voor die projecten. Het ging dan onder andere over het project van BASF, het Kairos@C-project, dat gesteund wordt door het EU Innovation Fund.
In die derde hernieuwbare-energierichtlijn staat een uitzondering die onder andere door de rapporteur van het Europees Parlement op Twitter genoemd werd als the Belgian recital. Die uitzondering houdt in dat, wanneer first-mover-projecten in het relanceplan die goedgekeurd zijn door Europa, te maken krijgen met onverwachte zaken als prijsstijgingen – en dat geldt ook voor het energie-eiland, want daar zit ook Europees geld in – de drivers ervan niet (…) worden.
Ons land moet altijd innovatief zijn. We hebben immers altijd beperkingen, gelet op de beperkte locaties en beperkte beschikbaarheid van grondstoffen. We moeten dus altijd creatief zijn. Onze industrie is dat. In de afgelopen legislatuur zijn we, door een gezamenlijke inspanning van de eerste minister en van mezelf, erin geslaagd de industrie die zulke projecten had, ook inzake regelgeving te helpen.
Hetzelfde moet ook gebeuren voor het energie-eiland. Naar mijn mening zou er in het kader van het Innovation Fund en waarvoor specifieke calls mogelijk zijn, naar analogie met de projecten voor waterstof en CCS die in het verleden al gesteund zijn, een specifieke call moeten zijn voor projecten inzake netwerktechnologie en voor HVDC-technologie waarover al eerder beslist is en die gesteund zijn door Europa. Zo is het immers ook gegaan in de RED III-richtlijn.
Daarom hebben we in onze conclusies naar aanleiding van ons Europees voorzitterschap ertoe opgeroepen ter zake in de Europese begrotingsfondsen de nodige middelen vrij te maken.
U leest ook de krant. U weet dat er geruchten zijn over een mega competitiveness fund, waarin dan ook die projecten terecht moeten komen.
Een regering in lopende zaken bemoeilijkt de situatie, maar dergelijke zaken moeten aan de Europese onderhandelingstafel worden bepleit. Tijdens de gesprekken in de Energieraad en in bilaterale contacten voel ik steun en wordt het mandaat verleend om bij Europa te blijven aankloppen voor bijkomende, gerichte Europese middelen, niet alleen voor toekomstige projecten maar ook voor al besliste projecten die nu gerealiseerd worden. Het gaat dus niet om projecten op de tekentafel, maar om projecten die al een zekere maturiteitsfase hebben bereikt en waarvoor al verschillende investeringsbeslissingen zijn genomen.
Mevrouw Gielis, de middelen voor natuurinclusief design worden integraal gedekt door subsidies. Natuurinclusief design vertegenwoordigt een kostprijs tussen 10 en 30 miljoen euro. Het wordt geïmplementeerd naargelang de beschikbaarheid van de middelen.
Ik heb 10 miljoen euro vrijgemaakt uit het Energietransitiefonds dat door een van mijn voorgangers is opgericht met als doel de energietransitie te bevorderen. Tot nu toe werden met dat fonds hoofdzakelijk doctoraten gefinancierd. De vorige call was beperkter omdat we de financiering van het natuurinclusief design uit het Energietransitiefonds hebben gehaald. Elia heeft daarvoor ondertussen eveneens een subsidie gekregen.
De kosten zijn relatief beperkt, maar de baten zijn relatief groter. We kennen vandaag allemaal de kosten gerelateerd aan de Natuurherstelwet. Iedereen hier in het Parlement is daarvan zeer goed op de hoogte. We kunnen het ons niet veroorloven om de fouten gemaakt voor natuurherstel op land ook te maken op zee, om dan binnen 20 à 30 jaar geconfronteerd te worden met zeer dure mitigerende maatregelen. Vandaar dat er wordt geïnvesteerd in de natuurpositieve impact, gedekt door subsidies, wat geen kostenstijging tot gevolg heeft.
Ik besluit. Er zijn zeker zaken waarvan u vindt dat ik er niet of te weinig op heb geantwoord. Ik hoor dus graag in de volgende ronde waarover er nog extra verduidelijkingen nodig zijn, maar ik kijk ook uit naar hoe wij in dit dossier verder werken en wat u van mij nog verwacht in de toekomst, zodat we inzake de kostenbeheersing en de realisatie van het project een traject kunnen opzetten waarover we in het Parlement van gedachten kunnen blijven wisselen en waarvoor we misschien ook werk kunnen maken van wetgeving.
Ik heb het over één ding niet gehad, namelijk over uitstel, en dat ga ik wel nog toelichten. Velen van u hebben gevraagd of uitstel, al dan niet gedeeltelijk, mogelijk is. We hebben aan de CREG en Elia gevraagd om die vraag samen te bekijken, maar de context van die afweging is wel om 25 tot 30 terawattuur emissievrije elektriciteit in ons land binnen te halen tegen 2030-2032. Er is een kostprijs en er is een opbrengst. Als we dit project uitstellen, wat is dan de impact van de energie die we niet zullen hebben en van andere netinvesteringen die we moeten doen? De bevoorradingszekerheid na 2030 mag niet in het gedrang komen en er moet worden bekeken wat de consequenties van het uitstel zouden zijn.
Soms wordt er nogal gemakkelijk gezegd dat het project dan maar moet worden uitgesteld. Op zich is het een logische, terechte vraag of we dat allemaal wel moeten doen, gelet op de kostprijs, maar er moet worden doorgeredeneerd over de vraag. Als we het project uitstellen, wat is daarvan dan de consequentie inzake energie die we niet zullen hebben? Hebben we die dan niet nodig? Als we het project later uitvoeren, wanneer zullen we die energie dan wel hebben? De supplychain zit zodanig vol dat we sowieso kijken naar een uitstel van vijf jaar of zelfs meer, niet van een of twee jaar. Wat is daarvan dan de kostprijs en zijn er alternatieven om het dan wel te kunnen doen?
Mijnheer Crucke, u zei iets wat mij heeft getriggerd. U zei dat u de hele pagina van L'Echo hebt gelezen, over de twee technologieën, offshore windenergie en nucleaire energie, en de ontmanteling ervan.
Herinner u de vragen die hier gesteld werden over de kostenstijging van de nucleaire passiva. Ik heb daarover een brief gekregen van NIRAS bij de opmaak van de vorige begroting. In die brief stond dat de kosten zoveel gestegen waren en dat ik zoveel geld moest geven. We hebben toen op dezelfde manier gehandeld als in dit dossier: we hebben om uitleg gevraagd. We hebben dezelfde vragen gesteld. Moet dat allemaal gebeuren? Wat is er absoluut nodig op het vlak van nucleaire veiligheid? We hebben dat in dit dossier dus ook zo gedaan. Ik zal mijn brieven tonen. We hebben de CREG en Elia gevraagd of we alles nu meteen nodig hebben.
Ik herinner me echter ook dat u mij hier allemaal bent komen zeggen dat al dat geld nodig was. Toen heeft niemand mij verteld dat het uitgesteld moest worden. Dat is voor mij allemaal geen probleem. Om een kostenstijging aan te pakken, kijken we echter naar wat de kosten, baten, risico's en opbrengsten zijn. Enige technologieneutraliteit moet echter aan de orde zijn.
De conclusie voor mij is dat het voorbarig is om er nu de stekker uit te trekken. We wachten nog op bijkomende informatie. Zo wachten we nog op de update van de kosten-batenanalyse die deels belegd is bij de CREG, die daarmee ook bezig is. Elia is momenteel ook bezig met een interne audit over de budgettering. Het welslagen van het project zal ook baat hebben bij een Europese proactieve aanpak om de kosten verder te kunnen drukken. We moeten ook kritisch kijken naar de rol van de regulator. Heeft die voldoende bevoegdheden? Wat moet er eventueel aangepast worden? Welke flexibiliteit en dynamiek kunnen we aanbrengen in het project?
Uiteindelijk is de bottomline dat we tegen 2030, 2032 en 2035 een heel groot deel van onze energie kunnen binnenhalen via de Noordzee. We hebben die elektriciteit altijd nodig. De berekeningen waarover ik vandaag beschik, geven nog steeds aan dat de baten groter zijn dan de kosten. Dan moeten we deze piste blijven bewandelen.
De voorzitter: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw erg uitgebreide antwoord. Dat is belangrijk in dergelijke technische dossiers.
Vooraleer ik opnieuw het woord aan de leden geef, wil ik nog meegeven dat het misschien geen slecht idee is om naar aanleiding van de vraag van de minister, maar ook van enkele commissieleden, ook Elia en de CREG eens uit te nodigen, teneinde nader op het dossier in te gaan. We zien hen vanmiddag ook. We kunnen een en ander dan meteen vragen. We zullen het nog aftoetsen bij alle partners. Op dinsdag 12 november is er nog ruimte om een commissievergadering in te plannen. Indien dat goed is voor de commissieleden, zullen we dus een nieuwe vergadering inplannen om met Elia en de CREG nader op de kwestie in te gaan. U zult nog op de hoogte worden gebracht van het precieze tijdstip.
Ik geef nu graag opnieuw het woord aan de commissieleden, startende met de heer Wollants.
Président: Mathieu Bihet.
Voorzitter:
Mathieu Bihet.
01.12 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor de verstrekte informatie.
Ik kom tot de conclusie dat we met een gigantische constructiefout kampen op het vlak van de manier van informatie-uitwisseling en de opvolging daarvan. Het vreemde van de zaak is immers dat het Parlement de plicht heeft om zowel de regering te controleren als onrechtstreeks de voogdij over de CREG uit te oefenen, maar dat de CREG niet aan ons rapporteert.
Zo ontstaat de vreemde situatie dat het Parlement hooguit één keer per jaar zijn vragen kan richten aan de CREG, namelijk op het moment waarop de begroting in het Parlement wordt ingediend. We hebben echter geen methodiek of gewoonte om vragen te stellen aan de CREG. Nochtans hebben de Vlaamse parlementsleden aan de overkant van de straat binnen hun structuur het recht om vragen te stellen aan de VREG. Die methodiek bestaat. Bij ons bestaat ze niet.
Dat maakt dat wij u vragen stellen over informatie die u van de CREG hebt gekregen, waarbij de CREG u meldt dat u die informatie niet mag delen. De vraag is dan op welke manier het Parlement zijn werkzaamheden nog kan uitoefenen, wanneer wij niet de nodige informatie krijgen en u ons aangeeft dat u ons die informatie niet mag geven. We belanden zodoende in een scenario waarin er een probleem is waarvoor volgens mij naar een oplossing moet worden gezocht.
Het is immers alleen maar omdat er echo’s van de brieven en dergelijke via niet-officiële weg bij het Parlement terechtkomen, dat daarover vragen worden gesteld. Indien het potje immers helemaal gedekt blijft – wat naar ik heb begrepen de vraag van de CREG was – komt het dossier nooit naar het Parlement. In dat geval zou het DC-gedeelte gewoon zijn toegewezen zoals gepland en was er niks aan de hand geweest, tot we op een mooi moment, namelijk de dag na de aanbesteding, te horen kregen dat er werd toegewezen aan een kostprijs die vele malen hoger ligt dan wat oorspronkelijk werd gezegd. Ik denk dat we met de verschillende machten eens grondig moeten nadenken over mogelijkheden om daar anders mee aan de slag te gaan.
In bepaalde gevallen moet er ook met het Parlement toch absoluut in vertrouwen kunnen worden gewerkt. Ik heb in de vorige legislatuur al eens het voorstel gedaan om in het Parlement rechtstreeks aan de CREG vragen te kunnen stellen. We stellen die vragen nu aan u, maar u hebt theoretisch niets te zeggen aan de CREG, laat staan dat u daarmee aan de slag kunt. Wij hebben theoretisch wel iets aan de CREG te zeggen, maar wij krijgen geen informatie. Op die manier gaan we er niet komen.
Wat me wel zorgen baart, is dat u een voorstel van een federaal ontwikkelingsplan voorgelegd hebt gekregen. U hebt dat onder bepaalde voorwaarden goedgekeurd, maar de uitvoerder van dat federaal ontwikkelingsplan, Elia, vond het niet nodig om u in te lichten over het feit dat er een gigantische kostenoverschrijding zit aan te komen. Het was de CREG die heeft ingegrepen om u ervan op de hoogte te brengen dat degene die voor u het federaal ontwikkelingsplan aan het uitvoeren is, met een gigantische kostentoename wordt geconfronteerd. Dat die informatie niet rechtstreeks kon komen, vind ik een zeer vreemde manier van werken.
Dat betekent ook dat, als er op het design moet worden ingegrepen, de CREG dat niet kan doen zonder een wijziging door de overheid aan het federaal ontwikkelingsplan en Elia dat niet zal doen omdat het zijn opdracht is het federaal ontwikkelingsplan uit te voeren. De vraag is dan wanneer we hadden kunnen ingrijpen. Het antwoord lijkt me te zijn dat we nooit hadden kunnen ingrijpen, gezien de manier waarop we vandaag met elkaar samenwerken. Dat is voor mij een fundamenteel probleem dat moet worden bekeken.
Voor de mogelijke alternatieven wordt er gekeken naar mogelijkheden om wijzigingen aan het design aan te brengen. Dat zijn voor mij stappen die absoluut gezet moeten worden vooraleer we de boel helemaal vastklikken met bepaalde toewijzingen en aanbestedingen en zo meer. Dat debat moet nu gevoerd kunnen worden.
U zei dat er een werkgroep voor de kostenbeheersing moet worden opgezet, die een aantal zaken zal moeten bekijken. Dat is informatie die natuurlijk ook naar het Parlement moet kunnen doorstromen. Als ook daar wordt gezegd dat het Parlement dat niet mag weten omdat het mogelijk aanleiding kan geven tot verdere kostenstijgingen, kunnen we nooit onze rol als controlerende instantie uitvoeren. Ik reken er wel op dat er informatie zal komen, zodat we daar ook beslissingen in kunnen nemen.
Voorzitter:
Oskar Seuntjens.
Président: Oskar Seuntjens.
Als u vraagt naar eventuele alternatieve grid designs enzovoort, dan moeten we op bepaalde vlakken de zaken ook wel in vraag kunnen stellen, zoals het al dan niet behouden van de momenteel aan dat eiland toebedeelde functies, gezien de gestegen kostprijs. U hebt verwezen naar de Nemo Link, die wellicht 5 miljard euro zou kosten indien hij vandaag zou worden gerealiseerd. Dat gaat, mutatis mutandis, ook op voor de hoogspanningsverbindingen die we nog aan het ontwikkelen zijn. De kostenstijging die we vandaag voor het eiland zien, doet ons verwachten dat we die ook zullen zien aan de eigenlijke hoogspanningsverbindingen die daar moeten toekomen.
De vraag is dan of die welfareberekening wel positief blijft, als zowel het eiland als de verbinding zelf fors duurder worden. Ik vrees dat het dan begint te knagen. Welke zaken zijn nu wel of niet meegerekend? Op basis van de informatie waarover u beschikt, hebt u gezegd dat de baten de kosten lijken te overstijgen. Als die kostenstijging zowel in het eiland als in de verbinding zelf zit, weet ik niet of dat zo zal blijven.
U haalde aan dat we onze industrie maar één keer kunnen verliezen en dat de industrie toegang moet hebben tot goedkope groene energie. Eigenlijk zitten we vandaag in een vicieuze cirkel, die onze industrie niet vooruithelpt. Tegelijk met het werk om toegang te krijgen tot hopelijk goedkope groene energie, zijn we de transmissienettarieven enorm aan het oppompen. Het gevolg is dat de industrie vandaag niet staat te springen om elektrificatie, zolang er geen duidelijkheid is over de te verwachten kosten. De industrie stond al op haar achterste poten met de in januari komende prijsstijging van 80 % in de transmissienettarieven. Om het allemaal leefbaar te houden, werkte de vorige regering aan een korting op de transmissienettarieven. Daarmee kreeg de industrie de mogelijkheid om te innoveren, zodat ze hier zou blijven. Als de industrie nu geconfronteerd wordt met een kostenstijging van de transmissienettarieven en daarbovenop een grote kostenstijging als gevolg van de prijsstijgingen van het energie-eiland, dan vraag ik mij ernstig af hoe we die zaak nog rondgefietst krijgen. Naar mijn mening moet het hele design tegen het licht gehouden worden, aangezien ik vrees dat we in problemen blijven terechtkomen, als we daar nu niet op een goede manier mee omgaan.
De vraag is dus welk scenario we kunnen voorleggen, opdat we de nodige beslissingen kunnen nemen. Uitstel is voor u een zeer moeilijke optie, als ik het zo mag samenvatten, maar nu gewoon voortdoen zonder de kosten te bekijken, is volgens mij evenmin een optie. De zaken op hun beloop laten zonder een interne audit bij Elia en zonder resultaten van de werkgroep die op zoek gaat naar een aanpak van de kosten, zonder te kijken naar een aanpassing van het grid design, lijkt mij eveneens moeilijk. Ik kan mij nog altijd niet van de indruk ontdoen dat het project destijds door Elia niet op de allerbeste manier werd voorbereid, afgaand op het advies van de CREG, waarvan u een stukje uit de conclusie hebt voorgelezen. De paragraaf ervoor is voor mij echter minstens zo belangrijk. Terwijl Elia aangeeft dat volgens het dossier betreffende de grid design er voordelen zijn op vlak van beschikbare capaciteit en een positief effect op de sociaal-economische welvaart, zegt de CREG namelijk dat die standpunten onvoldoende en niet kwantitatief uitgewerkt zijn.
Dan zitten we toch met een probleem. De regering besliste in oktober om een energie-eiland te bouwen, waarna de CREG in november tot de conclusie kwam dat het dossier niet van die aard is dat de voordelen gekwantificeerd kunnen worden en dat het onvoldoende voorbereid is. Daarna is men gewoon verdergegaan met dat plan. De CREG waarschuwde destijds voor potentieel hogere kosten en die komen er nu voor een stuk wel aan. De vraag dringt zich op hoe we daarmee omgaan. De CREG maakte in haar analyse de vergelijking dat de oplossing voor platformen misschien nog duurder is. Als alle kosten zodanig stijgen, moet men zich na een tijd de vraag stellen of het allemaal nog wel haalbaar en draaglijk is voor de industrie, de gezinnen en de bedrijven. Zouden we dan niet veeleer moeten inzetten op andere methodes, bijvoorbeeld op bepaalde emissievrije technologieën?
Ik heb de indruk dat we het laatste van die kostentoename van dat energie-eiland en van de hoogspanningsverbindingen nog niet hebben gezien. Mensen uit de sector vertellen mij dat ze de indruk hebben dat die kosten wellicht meer zullen toenemen dan wat men nu al verwacht. Ik vraag me af hoe we daarmee moeten omgaan. We moeten een grondige analyse maken, alvorens verdere stappen te zetten. Het zou niet goed zijn de zaak toe te wijzen en vervolgens tot de orde van de dag over te gaan en af te wachten hoe de begroting of Europa op een of andere manier die kosten zullen dragen. Als ik het goed begrijp, zullen de kosten overal stijgen en aan het einde van de rit zullen die door iemand betaald moeten worden. Ik heb zeer veel vragen hoe dat moet gebeuren.
Qua inleidende vergadering is dit wellicht een goede eerste stap, maar het Parlement moet betrokken worden bij de resultaten uit die werkgroepen. Er moeten opnieuw keuzes worden gemaakt over wat we exact met de hoogspanningsverbindingen en dat eiland zullen doen. Iedereen probeert kosten in alle mogelijke richtingen naar andere partijen door te schuiven. Daarvan getuigt ook uw voorbeeld van de situatie in Denemarken. We moeten onderzoeken of het aan het einde van de rit nog voor iedereen haalbaar is. Daar heb ik aardig wat twijfels over.
Bij een aanhoudende toename van de prijzen zullen we vroeg of laat kanttekeningen moeten maken bij uw bewering dat offshore windenergie de enige technologie is die continu in prijs daalt. Misschien stijgen de kosten daar evenzeer als bij andere technologieën. We moeten die misschien ook eens naast elkaar durven te leggen en met een frisse blik oordelen of het energie-eiland wel de juiste oplossing is voor ons energieprobleem en de energie-uitdagingen waarvoor we staan.
Mijnheer de voorzitter, ik moedig u aan om de vergadering met Elia en de CREG zeker te organiseren. Alleen denk ik dat er ook moet worden gekeken naar de verhouding tussen alle functionaliteiten van een dergelijk eiland en wat we er op het einde van de rit zullen uithalen. De minister maakt de verbinding met bevoorradingszekerheid. Dat is terecht, maar we zien ook dat energie halen uit de ons omringende landen of net iets verder, niet altijd evident is. Dat komt in het CRM-dossier telkens opnieuw naar voren.
Vaak is er overal gelijktijdig een probleem van schaarste en kunnen we met het CRM maar voor een klein deel rekenen op het buitenland, omdat men ook daar met dat probleem wordt geconfronteerd. Als het windstil is in Europa, zit iedereen in hetzelfde schuitje. Dan is de vraag of die kabels ons wel zullen redden of dat ze op bepaalde momenten eerder in een andere richting zullen werken dan in de onze, terwijl wij wel de kosten hebben gemaakt voor het eiland. Ik ben daarover heel bezorgd.
De voorzitter: Collega Wollants, we zullen zeker werk maken van een vergadering met Elia en de CREG.
01.13 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik ga zeker akkoord met de organisatie van een volgende vergadering, maar ik vermoed dat het thema ook deels aan bod zal komen in de vergadering vannamiddag met onder andere Elia over de blauwdruk van de transmissienetbeheerder. De minister heeft dat in haar slotbeschouwing en al eerder ook gezegd.
De minister had het over uitstel en over de mogelijkheid om op de pauzeknop te drukken, zelfs rond bepaalde functionaliteiten van het eiland. De onderstroom van het betoog van de heer Wollants komt toch wel neer op enige kritiek op de interconnectiviteitsplannen, ik denk onder andere aan de hybriditeit.
Die zaken vloeien allemaal in elkaar over. Laten we ook niet vergeten dat we ooit een nieuwe regering zullen krijgen en dat er in de plannen die worden gemaakt nogal wat staat over de nucleaire productie in dit land, niet alleen over een SMR tegen uiterlijk 2035. Verschillende collega's zijn immers nog altijd bezig met het bestaande nucleaire park, dus niet alleen met de twee kerncentrales waarvan de levensduur wordt verlengd, maar ook met de andere. Dat moeten we allemaal meenemen in de oefening. Wanneer u slotbeschouwingen houdt over de elektriciteitsvraag – waar we het deze namiddag over zullen hebben – dan moeten al die elementen erbij, mevrouw de minister.
De CREG zet inderdaad maar een beperkte fractie van haar activiteiten op haar webstek. Er zullen ongetwijfeld fracties zijn die de nodige invloed of eerder contacten hebben bij de CREG – ik ben ook niet naïef – maar officieel weten we weinig. Een keer per jaar is er de CREG-begroting en de beleidsnota en voorts het memorandum van de CREG, maar dat is het zowat, dus ik ben daarvoor ook vragende partij.
Ik ga even in op het ontwikkelingsplan. We hebben u daarover talrijke vragen gesteld, mevrouw de minister, ikzelf in het bijzonder, en erover gedebatteerd. Van meet af aan heb ik gezegd dat ik uw bekommernis deel. Ik was verheugd dat die update er elke twee jaar moet komen conform uw ministerieel besluit. Ik ging akkoord dat er een grotere sturing vanuit de overheid moet komen en ga eigenlijk ook akkoord dat de CREG van haar oren maakt over de geringe betrokkenheid. Ik heb echter vastgesteld dat er daaromtrent geen wetswijzigingen zijn gekomen. Ik hoor nu voor de eerste keer dat er daarover geen akkoord bestond in de regering en ik betreur dat. De verschillende fracties zullen misschien hun visie daarop kunnen toelichten en uitleggen hoe het komt dat er daarover geen akkoord was.
Iemand zal de nettarieven moeten betalen. Mevrouw de minister, u hebt niet gesproken over de begroting, over de algemene middelen. Nochtans is ook die piste aan bod gekomen tijdens de gedachtewisseling met de CREG. Men kan natuurlijk zeggen dat het allemaal hetzelfde is, maar ik denk dat er psychologisch een enorm verschil is wanneer het op de factuur verschijnt en wanneer het deels uit de algemene middelen komt. Als het uit de algemene middelen komt, is er ook een stuk sociale rechtvaardigheid en sociale correctie.
Er werd gezegd dat de baten hoger zijn dan de kosten. Het debat over elektriciteit uit interconnectiviteit gaan we natuurlijk nog verder voeren.
Dan kom ik bij de Europese financiering. Soms heb ik de indruk dat u en cours de route telkens iets nieuws uitvindt. Nu spreekt u over een industrieel plan voor HVDC, een megacompetitiviteitsfonds, het Europees innovatiefonds met een specifieke call voor netwerktechnologie. Soms heb ik de indruk dat er en cours de route intellectueel wordt geïmproviseerd. Men komt steeds met iets nieuws om het op te lossen.
Er moet in elk geval een grondige analyse gebeuren, op zeer korte termijn. Mijn partij blijft zich vragen stellen bij die interconnectiviteit. Niemand hier in het Parlement heeft twijfels bij de invulling van de Prinses Elisabethzone. De tender kan elk moment gepubliceerd worden, voor zover hij nog niet gepubliceerd is, want er was een klein uitstel. De eerste fase zal wellicht plaatsvinden. Ik denk niet dat de nieuwe regering dat nog zal kunnen terugdraaien. Ik vraag mij wel af – en ik ben zeer benieuwd – hoe de nieuwe regering zal omgaan met het gegeven van alle functionaliteiten met betrekking tot dat energie-eiland.
01.14 Mathieu Bihet (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour ces longues réponses.
Nous soutiendrons évidemment la demande d'auditions de la CREG et d'Elia car je pense qu'il y a une quadrature du cercle difficile à réaliser mais nécessaire. Comme le disait le collègue Wollants, le problème dans ce dossier est que c'est le Parlement qui contrôle la CREG mais celle-ci écrit à la ministre confidentiellement pour répondre à des questions que nous nous posons. Nous n'étions pas encore au courant des questions vu qu'on ne connaissait pas le surcoût. Mais la CREG, qui est au courant, informe la ministre par le biais de lettres confidentielles, sans informer le Parlement, sur des choix politiques qui ont une conséquence sans doute tarifaire au niveau de l'énergie pour les ménages mais aussi les entreprises – qu'on oublie trop souvent.
On a donc un problème de fonctionnement, de communication et, en conclusion, il y aura un impact budgétaire ou un impact sur la facture. Or, aujourd'hui, nous n'avons toujours pas d'explication, de motivation ou de réponse. Tout à l'heure, j'évoquais la première augmentation de 2,2 milliards à 3,6 milliards. Pour celle-ci, une justification d'Elia est apportée dans son augmentation tarifaire au niveau de ses frais de transport. Elia compte donc répercuter ce coût sur le tarif pour les ménages et les entreprises.
On nous dit – j'ai par ailleurs la notification du Conseil des ministres – qu'on doit faire en sorte, avec la CREG, de minimiser l'impact sur la facture. Cela signifie que, comme il y a toujours bien quelqu'un qui paie, in fine c'est poche droite ou poche gauche. Mais que ce soit le budget de l'État ou la facture des ménages et des entreprises, il y aura quand même quelqu'un qui paiera ce surcoût. Sans cette fuite bien opportune dans des articles de presse, ce n'est que mis au pied du mur qu'on se serait rendu compte du surcoût. Actuellement, le coût est triplé par rapport au budget initial et, au rythme où ça va, ce surcoût sera sans doute au-delà des 10 milliards le jour où ce sera réalisé. On a là un vrai problème. C'est un souci.
Vous connaissez notre mantra. Pour l'énergie, c'est trois pieds: une énergie bas carbone et un approvisionnement garanti sur lesquels tout le monde est d'accord et une énergie peu chère ou dont le prix est contrôlé mais qui pose aujourd'hui vraiment problème.
J'ai entendu la dernière intervention de la ministre pour ce qui est de l'opposition au nucléaire. Je pense que le débat n'est pas là aujourd'hui. On n'est pas ici pour discuter du passif nucléaire. Il y a eu un débat et il y a des discussions à avoir. On en est pleinement conscient. Il y a un coût. On en est pleinement conscient. Aujourd'hui, le débat n'est pas celui-là mais bien celui du coût de cette île énergétique dont l'utilité, par la CREG elle-même dans un de ses avis, était quand même remise en question car elle aurait pu être transformée ou remplacée par des plateformes (700 MW par plateforme). Cela a été écrit par la CREG, je n'invente rien.
Ces points-là posent problème, de même que l'attitude du Danemark qui suspend ses investissements dans son île. On nous répond que c'est aussi parce qu'il souhaiterait un partage de coûts différent. C'est une information, mais le Danemark reporte. La question se pose aujourd'hui pour nous: maintient-on ce projet? C'est une décision politique et ce n'est sans doute pas un gouvernement en affaires courantes qui doit prendre de telles décisions, même si on sait que le report ou la suspension d'un projet d'investissement a un coût. Mais ne pas investir, c'est aussi parfois économiser. On le sait, même si cela peut avoir un coût.
Beaucoup de questions restent avec des réponses en demi-teinte. On attendra sans doute de la CREG un peu plus de transparence dans ses communications. Nous devrions lui rappeler gentiment à qui elle doit communiquer ce genre d'informations. Je vous remercie, madame la ministre, pour votre exposé assez complet. Suite au prochain épisode.
01.15 Marie Meunier (PS): Merci, madame la ministre, pour les différentes réponses que vous nous avez apportées aujourd'hui. On peut dire que nous nous rejoignons totalement sur le prochain processus de consultation. Il faut absolument que le futur plan de développement soit mis en place avec une plus grande collaboration de l'administration, et que la CREG ait réellement un poids dans celui-ci. Ce serait essentiel.
Par contre, je note que vous avez donné des réponses sur vos échanges avec la CREG et Elia pour l'année 2024, mais mon collègue Patrick Prévot demandait tout à l'heure de pouvoir disposer de l'ensemble de ces échanges – pas uniquement pour 2024, mais depuis 2021 – et particulièrement des réponses données aux différents avis émis par la CREG, ce que nous n'avons pas eu aujourd'hui.
Enfin, je ferai un dernier point concernant l'évolution des coûts de l'île et des différents postes. Je pense avoir globalement compris vos explications sur les répercussions des coûts sur la facture des ménages. Mais existe-t-il un document qui détaille les augmentations de ces coûts, poste par poste? Je veux parler des câbles, des matériaux etc. Existe-t-il également un document qui détaille l'impact concret sur les ménages et sur les entreprises? Je ne pense pas avoir eu d'explication concrète à ce sujet.
01.16 Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour vos explications.
Vous avez commencé en nous disant: "Je ne sais pas si tout le monde dit tout. Je pense que tout le monde dit tout, mais le driver est différent." Déjà cela m’amène à une certaine prudence, parce qu’il s’agit d’investissements fort importants. Certes, on peut imaginer des conceptions différentes, des points de vue différents. C’est même le sel de la démocratie. Mais ici, nous travaillons avec de l’argent essentiellement public. Nonobstant ces différences, à un moment donné, il faut que les acteurs se mettent en ligne.
Nous avons cette impression – quand je dis impression, en ce qui me concerne, cela devient même une certitude – qu’il y a une absence de collaboration suffisante pour réellement faire en sorte que lorsque le dossier évolue – à raison ou pas, à tort ou pas – les acteurs réagissent dans la même direction.
Cela justifie, monsieur le président, les auditions que vous avez proposées. Je sais bien que nous en aurons une cet après-midi, mais je ne veux pas tout mélanger. Je crois qu’Elia ne vient pas uniquement pour cela cet après-midi.
Il est utile d’organiser ces auditions de la CREG et d’Elia d'autant plus que, par rapport à la CREG – c'est peut-être un désaccord que nous avons dans la lecture des dossiers –, vous dites: "La CREG ne m’a jamais dit qu’on ne devait pas le faire." Ce n’est pas le rôle de la CREG. Ce n’est pas à la CREG à le dire. Par contre, la CREG dit: "Nous n’avons pas l’information provenant d’Elia sur le plan quantitatif. Nous l’avons sur le plan qualitatif." Forcément, quand on n’a pas tous les éléments en main, on peut avoir un avis qui peut être opportun et judicieux, mais qui peut aussi être tout le contraire.
J’insiste, madame la ministre, pour que l’ensemble des documents soit communiqué au Parlement, à savoir les courriers de la CREG et vos réponses, et ce depuis 2021.
Pour ce qui est des coûts, vous ne pouvez pas répondre à tout, et c’est normal. Mais on ne peut pas faire comme si ces coûts n’existaient pas. Ils sont là. Dans ce contexte, je me pose une question depuis le début dans ce dossier. Pour des chantiers importants, les entreprises, les opérateurs, les investisseurs prennent des assurances. Certes, ce n’est pas la ministre qui les prend. Cependant, je voudrais savoir si des assurances ont été prises en termes de couverture.
Si oui, à quel niveau? Pour quel montant? Ce n'est pas à la juriste que vous êtes que je dois expliquer que dans les contrats d'assurance, il y a toujours ces clauses qui font qu'à un moment donné, les assureurs se déchargent de responsabilités grâce au cas de force majeure. La guerre peut évidemment être un élément de force majeure, mais il n'y a pas que la guerre. Je crois qu'il serait très intéressant d'entendre Elia à ce sujet.
Nous pouvons comprendre les coûts liés à l'inflation mais ne devons-nous pas remonter dès le début? N'y a-t-il pas eu, ab initio, une sous-estimation qui fait qu'aujourd'hui nous n'arrivons évidemment pas à l'addition et que nous n'arrivons pas à comprendre l'addition telle quelle?
Je rappelle quand même que la Cour des comptes mentionnait dans son rapport à l'époque un coût de 50 euros par ménage. Peut-être que parmi ceux qui doivent être auditionnés, monsieur le président, il ne serait pas inintéressant d'avoir également la Cour des comptes. Pourquoi a-t-elle déjà évoqué "50 euros par ménage" à l'époque? Ce n'est pas si loin que ça! Elle a sans doute des éléments que nous n'avons pas, malgré ce qui a été dit, à juste titre, concernant l'information de la CREG.
Concernant l'interconnexion, toujours sujette à réflexion, je partage ce point de vue selon lequel elle se fera. Il y aura une plus-value pour l'île si l'interconnexion se fait mais si elle ne se fait pas, nous devrons nous interroger quant à la rentabilité de l'île.
Vous nous avez fourni des informations et j'apprécie cette transparence. En ce qui concerne la Grande-Bretagne, nous attendons que le régulateur se prononce. Il a d'ailleurs un rôle très différent de celui de la CREG. Une analyse de coûts est aussi attendue là-bas. Les Anglais sont sans doute intéressés par les débats que nous avons. En Norvège, ils annoncent 2035. Pour ce qui est du Danemark, j'ai été très intéressé par ce que vous avez dit. Nous voyons bien qu'en matière d'énergie, nous sommes parfois dans un marchandage qui va au-delà de l'intérêt général. Si je comprends bien, le Danemark est d'ailleurs en train de vous dire que nous pouvons peut-être continuer à travailler ensemble, mais qu'il faudra que nous mettions plus d'argent dans la hotte. En d'autres termes, c'est comme s'ils disaient: "Vous payez plus, nous payons moins et on peut s'entendre!" Nous vivons encore sur un continent européen et le langage doit-il être finalement celui des épiciers? Je ne dis pas que c'est tout à fait le cas. Cela pose néanmoins question au regard des accords scellés.
S'agissant du chantier en cours, il faudra prendre des décisions pour voir ce qui est nécessaire et ce qui ne l'est pas. Pour ma part, je vous avoue qu'il me serait difficile de comprendre qu'on ne poursuive pas quelque chose qui, à terme, pourrait sembler utile. Mais toute la transparence doit être faite à destination des entreprises et de la population. Or, pour le moment, il nous manque certaines informations.
Ma dernière observation portera sur le volet européen. Vous avez eu raison d'en parler. Nous devons pouvoir en discuter à plusieurs titres, et déjà rien que pour ce qui concerne la compatibilité des normes et des analyses. Vous avez fait référence au Danemark. Nous jouons dans un domaine dans lequel l'autonomie stratégique et énergétique de l'Union européenne se trouve en plein dans le mille. Si ce n'est pas là, je me demande alors où nous pourrons le trouver. Si nous ne pouvons pas imposer des normes qui permettent une lecture commune aux acteurs de ce dossier, lesquels sont forcément internationaux, nous déboucherons sur une difficulté supplémentaire.
L'aspect budgétaire est évidemment essentiel. Vous évoquiez l'Innovation Fund, mais il n'y a pas que cela. Que veut réellement l'Union européenne sur le plan de l'autonomie afin de créer une source d'investissement budgétaire? Je pense en effet que l'énergie est d'abord de l'investissement, lequel ne peut exister que s'il rapporte dans le temps. Sinon, ce n'est pas un investissement, mais un cadeau. Pouvons-nous encore réfléchir autrement quand il est question d'énergie et d'autonomie, au vu de l'évolution du monde?
Et puis, il y a le dossier des fournisseurs. Ce que vous dites est fort préoccupant, mais c'est tellement juste que nous nous apercevons que nous manipulons des chiffres qu'aucun de nous ne maîtrise plus. Je ne crois, du reste, n'être ni le premier ni le dernier à pouvoir tout maîtriser. Les fournisseurs européens, américains et, vous l'avez dit mezzo voce, chinois s'affairent dans la cour présente. Donc, sur le plan de l'autonomie, les décisions doivent pouvoir être prises. Elles dépassent le gouvernement et ce Parlement.
Au demeurant, monsieur le président, je me demande s'il ne serait pas intéressant d'entendre le futur commissaire. En effet, la manière dont il gérera le dossier dans les cinq ans à venir pourra conditionner notre prise de décision.
L'énergie est complexe. C'est pourquoi ce dossier est beau et intéressant, mais également coûteux.
Or, nous sommes interpellés aujourd'hui par la population non pas sur ce côté intéressant, mais sur ce côté coûteux. Nous devons à cet égard disposer rapidement des certitudes, explications et informations qui ressortiront des auditions prévues.
De voorzitter: Mijnheer Crucke, dat is genoteerd.
01.17 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u voor het uitbreide antwoord. Ik hoor dat mijn collega's in hun repliek nog vragen stellen over de mogelijke gevolgen en het mogelijke uitstel van een deel van de investeringen. U hebt daarop duidelijk geantwoord en gewezen op de mogelijke gevolgen als zou worden beslist om een deel van de investeringen uit te stellen. Ik denk dat dit belangrijk is, maar niet iedereen is overtuigd. Het zou goed zijn om het debat voort te zetten met de CREG en Elia, zodat wij ook hun analyse horen en hun antwoorden op die vragen. Eventueel moeten we ook nog andere actoren in dit dossier horen.
01.18 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mevrouw de minister, dank u voor uw zeer uitgebreide antwoord. Ik sluit mij aan bij de laatste repliek. We moeten dit verder uitspitten met de andere actoren in het veld.
Ik sluit mij ook aan bij de repliek van de heer Wollants over de samenwerking met de CREG. Ik vind het ook totaal onlogisch dat een keer per jaar aan ons wordt gevraagd om de begroting goed te keuren, om geld op de rekening te storten, om vervolgens vast te stellen dat de rapporten die geschreven worden en die wij nodig hebben voor ons parlementair werk, gewoon naar de minister worden gestuurd met een stempel vertrouwelijk erop. Wij staan erbij en kijken ernaar. Ik denk dat we in de samenwerking met de CREG inderdaad naar een andere methodiek moeten evolueren.
Ik blijf mij ook afvragen wat het point of no return wordt, maar dat is een vraag voor Elia. Ik hoor u graag zeggen dat we hier constant gaan evalueren, maar er komt een punt dat men niet meer kan evalueren omdat men te ver in de fuik zit en men niet meer terug kan. Het is mij nog altijd onduidelijk op welk punt we dan zullen zitten, wanneer dat punt eraan komt, wat de beslissing is die maakt dat we geen keuze meer zullen hebben en dat elke evaluatie en elke vergelijking met alternatieven niet meer relevant zal zijn. Dat is voor verdere discussies in de komende weken.
01.19 Oskar Seuntjens (Vooruit): Namens de Vooruitfractie onthoud ik dat de baten nog steeds hoger liggen dan de kosten. Ik hoop dat dat effectief zo is en hoop daar volgende week met Elia en de CREG dieper op in te kunnen gaan.
Ik sluit me aan bij de interventie van collega Prévot. Als overheid moeten we inderdaad goed nadenken over hoe we de financiële transparantie kunnen verhogen. Minister, ik was verbaasd toen u zei dat de kosten-batenanalyses in Europa niet altijd op dezelfde manier worden uitgevoerd. Op Europees en op nationaal niveau moeten we daarover nadenken. Als overheid moeten we duidelijke analyses maken over welke systemen en welke technologische keuzes voor ons het interessantst zijn. We moeten daar zelf een zicht op hebben. Uiteraard werken we in dat kader samen met partners zoals Elia, maar we mogen niet enkel van hen afhankelijk zijn. De komende jaren moeten we daar werk van maken. Zo kunnen we situaties zoals die van vandaag vermijden en zelf een beter zicht verwerven op de keuzes die we maken en daarbij niet enkel van anderen afhangen.
01.20 Bert Wollants (N-VA): Ik wil nog twee elementen aanstippen, deels ook geïnspireerd op de betogen van de collega’s. Er werd verwezen naar de hoge kostprijs en de inflatie met betrekking tot de grondstoffen en de bottleneck in de leveranciersketen. We weten dat hetzelfde type onderdelen niet alleen voor eilanden en interconnecties wordt gebruikt, maar ook voor de elektrolyse van waterstof en dergelijke zaken.
Mevrouw de minister, verwacht u een soortgelijke evolutie in dat dossier? Zo ja, dan wordt naast de elektrificatie ook het waterstofgebruik voor onze industrie wellicht moeilijker.
In het verleden hebben we vaak gesproken over overwinsten. In welke mate is er sprake van overwinsten bij de leveranciers van die onderdelen? Ook wat dat aspect betreft, zou een Europees debat nuttig kunnen zijn.
De voorzitter: Dat lijkt me zeker interessant.
01.21 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik heb een aantal bijkomende opmerkingen. De tussenkomsten hebben mij zeker geïnspireerd.
Ten eerste, inzake de constructiefout op het vlak van de informatie-uitwisseling deel ik de gemaakte vaststelling, die trouwens niet eigen is aan voorliggend dossier alleen. Bijvoorbeeld, over de bevoegdheden van de CREG om toe te kijken op een aantal kostprijselementen inzake de strike price in het kader van de nucleaire verlenging, is er ook een debat geweest binnen de regering, nadat de CREG had gevraagd of zij wel alle bevoegdheden had.
Straks komt ook het Hedera-dossier naar het Parlement. Ook bij die instelling is er een toezichtrol voor het Parlement.
Hoe organiseert het Parlement zich? Ik bevind mij ter zake in een moeilijke situatie, want ik zit hier in mijn hoedanigheid van minister, maar ik ben ook parlementslid geweest en ben herverkozen. Indien u mij dus toestaat om even mee te gaan in de redenering, dan kan ik meegeven dat we naar mijn mening inderdaad moeten reflecteren over de manier waarop we dit aanpakken.
Hier in de commissie zitten ook leden die ervaring hebben met overheidsopdrachten, eventueel binnen een uitvoerend lokaal mandaat. Ook binnen dat mandaat krijgen zij marktgevoelige informatie, die een impact kan hebben op de markt indien ze wordt gedeeld. Dat hoeft niet in de weg te staan dat die uitwisseling van informatie er binnen een debat kan zijn.
We kunnen dit een constructiefout noemen, maar misschien kunnen we het ook bekijken als een gewoonte die is ontstaan, maar die niet meer juist is. Over de manier waarop het Parlement zijn rol opneemt of invult, staat niks het Parlement in de weg. Dat is in het verleden al gebleken. Ik herinner mij nog een van de eerste keren dat ik naar het Parlement ben gekomen voor het dossier over het CRM. Het Parlement stelde toen zelf dat het de minister niet wou zien, maar het opvolgingscomité van het CRM. Mijnheer Wollants, mijnheer Ravyts, ik kijk naar u. Toen moest u van mij niets weten. Vandaag is het omgekeerd. U wil de minister zien en de twee andere partijen niet. Toen wou u echter de CREG, Elia en het opvolgingscomité zien.
Er is dus absoluut ruimte voor wat ik een kerntakendebat zou willen noemen over wie wat doet. Er kan een addendum aan het Reglement worden toegevoegd of er kunnen binnen de commissie afspraken worden gemaakt.
Hedera kan ook een heel mooi voorbeeld zijn. Het Parlement heeft het unieke politieke toezicht op Hedera, zelfs nog onafhankelijker dan vandaag op het vlak van de regulator. Ter zake heeft de regering immers geen enkele bevoegdheid tot interpellatie van Hedera. Daar moet ook iets helemaal nieuws opgericht worden.
Misschien kunnen we ook inspiratie bij andere lidstaten halen en kijken hoe zij dat aanpakken? Daar ligt inderdaad een hele weg open.
Ik wil hier ook wel getuige à décharge van de CREG zijn. De CREG heeft die brief immers gestuurd toen zij als regulator overleg pleegde met Elia, de gereguleerde, die inderdaad het ontwikkelingsplan uitvoert, mijnheer Wollants. De CREG vond dat ik dat moest weten en heeft daarom die brief gestuurd. Ik ben het dus niet eens met uw uitspraak dat het goed is dat een en ander werd gelekt, want dat anders de operatie zonder meer was doorgegaan. Dat is immers niet waar. Ik heb daarnet gezegd dat ik de brieven zou tonen. Die brief is bij mij niet gewoon in de schuif beland. Ik heb ook niet gewoon een ontvangstbevestiging gestuurd. Ik heb hun allebei huiswerk gegeven en er zijn verschillende uitwisselingen gebeurd. Er is ook een traject opgestart, dat aanleiding heeft gegeven tot de oprichting van de werkgroep. Er is dus werk gaande. Zeggen dat alles werd toegewezen zoals gepland en dat er niets aan de hand is, klopt dus niet, integendeel. We zaten er kort op, net zoals we zijn blijven vragen om te kijken naar de alternatieven.
Overigens, wat de kostenstijging voor hoogspanning in het algemeen betreft, raad ik u aan eens na te gaan wat de kosten in Nederland zijn doordat er geen investeringen gebeuren. Men zou kunnen zeggen dat het te duur is tot het niet meer te duur is. Indien men echter niet meer kan aansluiten, enkel flexibele aansluitingen kan geven en een congestieprobleem heeft dat men niet meer kan oplossen, moet men, in de globale afweging die moet worden gemaakt of het niet te duur is, ook kijken naar wat de kosten zouden zijn indien men het niet doet en de elektriciteit niet ter beschikking heeft. Daarvan zijn ook voorbeelden. Het gaat hier immers over opbrengsten tot 1 miljard euro per jaar tegen 2030 en 2,3 miljard tegen 2040 over een afscheidingsperiode van 60 jaar. Het is dus een investeringsbeslissing, die nog niet helemaal rond is, maar waarbij ook wel een grote context komt kijken met impact. Mijnheer Draghi heeft dat ook in zijn rapport geschreven: de keuze voor grootschalige netinvesteringen is in principe een no regret, maar zal een impact hebben voor de industrie en de gezinnen, die moet worden weggewerkt. Daarom staan er ook voorstellen in dat rapport.
Gelet op de vragen over de kosten en de vraag of we het project moeten laten doorgaan dan wel uitstellen, zijn de bijkomende updates van de analyses in gang gezet en loopt ook de audit bij Elia. We gaan niet zomaar over tot business as usual.
De vraag werd gesteld of het dossier wel goed voorbereid is. Werd een en ander niet onderschat van in het begin? Sta me toe om dat te kaderen. Het dossier werd opgesteld in 2021, vóór de oorlog in Oekraïne. Daarnaast zijn we een sterk geïnterconnecteerd land. We behoren tot de weinige landen die de Europese doelstellingen ter zake behalen. Bovendien hebben we ervaringen, zowel onshore als offshore, bijvoorbeeld met MOG 1 en het Stevinproject, waarbij een gedeelte ondergronds gebeurt. Voorts werd de Nemo-verbinding gerealiseerd; waarvoor de beslissing destijds ook al niet evident was. Ik vernoem ook ALEGrO. Toen in 2021 de inschatting werd gemaakt over MOG II, was zowel Elia als de CREG daarvoor in zekere mate geëquipeerd, aangezien we dergelijke investeringen en interconnecties niet voor de eerste keer deden. Er was dus ervaring.
De CREG heeft inderdaad aangekaart dat de baten niet voldoende duidelijk waren. Ze heeft ook opgeroepen om dat te blijven bekijken. De CREG bedoelde dat niet als een showstopper, niet in oktober 2021 toen beslist werd over de capaciteitsuitbreiding, en ook niet op het moment dat het ontwikkelingsplan werd goedgekeurd. Op dat moment heb ik geen enkele brief gekregen met een toonaard die ik nu hoor. Er is wel degelijk ook sprake van onverwachte factoren, met name de oorlog in Oekraïne.
Mijnheer Wollants, u zegt dat we andere methodes moeten bekijken met een lage emissiecapaciteit. Ik neem aan dat u nucleaire capaciteit bedoelt. Ik koppel dat ook aan wat de heer Bihet gezegd heeft. Moeten we vandaag beslissen tot een no-go of uitstel?
Ce sont des variations sur la même musique. Continue-t-on, oui ou non? Full ou not full? Phasé ou pas? Cette analyse devrait également tenir compte de ce qui arriverait si nous n'avions pas accès à cette électricité. Il faut donc aussi étudier la variante dans laquelle on remplace cette électricité par autre chose, et déterminer quoi, tout en se demandant à quel moment on pourrait réaliser cela et si on a les infrastructures de réseau nécessaires.
Dat maakt daar ook deel van uit. Dat is vervelend want jullie stellen zich de vraag of dit zich opdringt of niet. We bevinden ons vandaag in een context waarin we geconfronteerd worden met prijsstijgingen die niemand kon voorzien in oktober 2021. Na de Russische inval in Oekraïne moesten er een heleboel noodmaatregelen worden genomen om de elektriciteits- en gasprijzen te controleren. De Noordzeelanden zijn in Esbjerg samengekomen waarna REPowerEU in gang werd gezet. Iedereen heeft daarna massaal dezelfde bestellingen geplaatst bij die drie leveranciers van HVDC-infrastructuur. Dat onderdeel van het verhaal moet mee worden aangepakt.
Mijnheer Ravyts, u zei dat het erop lijkt dat we iets nieuws uitvinden. U bedoelde het misschien niet zo negatief als ik nu parafraseer, maar onze raadsconclusies werden wel unaniem aangenomen. Men moet in die context ook blijven nadenken over wat er nog mogelijk is. In de raadsconclusies hebben we geschreven dat er meer middelen naar Connecting Europe Facility (CEF) moeten gaan in het kader van de begroting. We verfijnen dat nu verder door het EU Innovation Fund te vragen dat ook voor netwerktechnologie te doen. Dat staat ook in de mission letters van de Commissarissen. Als Europa iets in gang zet wat de nieuwe Europese Commissie stelt te zullen doen, mogen niet alleen landen die vandaag projecten op de tekentafel hebben daarvan kunnen profiteren. Zij die beslissingen hebben genomen, moeten daarin worden meegenomen.
Dit project is niet alleen goed voor België, maar ook voor heel Europa. Bij realisatie van ons project zijn we klaar om het overschot van het Verenigd Koninkrijk in de periode 2030-2032 over te nemen. Het Verenigd Koninkrijk is aan het tenderen. Het bouwt windmolens en er zal overschot zijn. Er was een no-show op een van de biedingen omdat de strike price te laag was. Die prijs werd bijgesteld en intussen worden er recordhoeveelheden onshore en offshore energie getenderd. Er zal overschot zijn en het is dus vooruitziend om daarop te kunnen inspelen. Dat is de kosten-batenafweging. Grote hoeveelheden hernieuwbare energie zullen een ongelofelijk prijsdrukkend effect hebben op de commodity. De kostenweerslag op onze tarieven, of dat nu op de factuur is of op de algemene middelen, moet steeds kleiner zijn dan de opbrengsten die men daarmee kan garanderen en dat is een ongoing zaak.
Collega Wollants, u maakte de link tussen security of supply en het CRM. Het CRM gaat ook over adequacy. Wat kan er bij simultane schaarste nog over de interconnectoren gaan? Dat gaat over 200 uur per jaar, terwijl het binnentrekken van goedkope energie over 4.000 uur per jaar gaat. Ik wil uw argument niet helemaal onder de mat vegen, maar er zit daar toch iets meer nuance in.
Wat daarin wel belangrijk is, is dat men moet kijken of men de gedecorreleerde zones kan connecteren en naar wat de impact van de klimaatverstoring is. Is er impact van klimaatverstoring op windjaren en hoeveelheden wind? Ik ben nu wat geïnspireerd door een artikel in Guardian Weekly. Volgende week is er een COP, dus ik ben hier dan niet omdat het in de eerste week van de COP over energie gaat. Op de COP is er alsmaar meer aandacht voor energie. In Guardian Weekly staat een artikel over natural carbon sinks, natuurlijke koolstofputten die verdwijnen. Ook het stilvallen van de Golfstroom heeft een impact op wind. Over het meenemen van het klimaat in modellen voor security of supply is er al eerder een debat geweest in dit Parlement.
Je suis d'accord, monsieur Bihet, sur le fait que le débat ne porte pas sur les coûts du passif nucléaire. Le débat d'aujourd'hui est celui qui porte sur les coûts de l'île énergétique. J'ai fait mention de ce dossier pour mettre en évidence ma méthode. Ce n'est en effet pas le premier dossier dans lequel je suis confronté à une hausse des coûts. On essaie donc à chaque fois d'en comprendre les raisons, quels sont les moyens à disposition et d'où doit venir l'argent.
Il y a donc des coûts plus élevés que prévu qui peuvent être attribués à des facteurs que nous ne contrôlons pas mais, pour évaluer l'opportunité de poursuivre ou non le projet, il faut garder à l'esprit ce que l'on fera si l'on ne dispose finalement pas de la production électrique que nous escomptions. C'est cela tout l'objet du débat. Quelle sera donc l'alternative possible pour disposer de l'énergie à fournir dans les limites du timing prévu? Personnellement, je ne pense pas qu'il soit sain de donner l'idée que l'on ne croit pas à l'électrification et que l'on va faire fuir notre industrie.
Pour répondre à Mme Meunier, l'impact poste par poste existe, mais c'est surtout à Elia et à la CREG qu'il faut poser la question. Il s'agit aussi d'un dossier tarifaire et il convient donc de l'évaluer sur cette même base.
Quant à la question qui évoquait l'hypothèse de
l'absence d'interconnexion, c'est une question très générale qui prend place
dans une réalité davantage complexe et compliquée. Il y a aussi le projet Ten-Year
Network Development Plan (TYNDP). De plus, certains dossiers d'impact européens
ont été approuvés. Donc, oui, nous aurons les interconnexions. Maintenant, il
ne faut pas simplement regarder dans l'abstrait, mais aussi concrètement. En
tout cas, je suis sûre et certaine que les interconnexions vont se développer.
Il est vraiment dans l'intérêt de la Belgique, tant pour ses ménages que pour
ses industries, de pouvoir accéder à ces quantités d'énergie qui peuvent
arriver ici. Oui, il existe
toujours et surtout un volet européen.
Mijnheer Wollants, de Staat komt natuurlijk niet tussen inzake elektrolyse. Ik kan daar dus niet zomaar out of the blue op antwoorden, omdat in het ontwikkelingsplan – dat heet bij Fluxys uiteraard anders – van de waterstofbackbone natuurlijk geen elektrolyse zit. Het is echter wel zo dat bijvoorbeeld Siemens en evengoed Hitachi, bedrijven die inzake die verschillende componenten actief zijn, met capaciteitsproblemen zitten voor elk van die verschillende onderdelen.
Ik ga even in op de overwinsten. Ik ben van mening – dit is een belangrijke opdracht voor de toekomstige EU-commissaris voor Mededinging, Teresa Ribera – dat moet worden bekeken of er een scarcity-marge wordt genomen – zit er een soort overwinst in – en of er een beleid te rechtvaardigen is dat ervoor zorgt dat die wordt gedeeld. Dat overstijgt echter ons nationale, Belgische petje. Als Belgische minister van Energie kan ik moeilijk naar Siemens, Hitachi of GE gaan – dat is van een andere orde – maar ik ben wel van mening dat er moet worden in kaart gebracht wat effectief te maken heeft met onder andere inflatie en grondstoffenprijzen en waar er een scarcity-marge zit die niet toe te wijzen is aan de onderliggende kostendrivers. Daar moet dan Europees worden ingegrepen en als dat kan en een opbrengst heeft, moet die worden omgeslagen naar de projecten die investeringen nodig hebben.
Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat ik u sowieso de brieven bezorg die ik heb gestuurd naar Elia en de CREG. Ik ben ook bereid om het wetsontwerp dat we hebben voorgelegd aan de regering – dat was uw vraag, mijnheer Ravyts – te bezorgen aan de commissie. Dat is een beetje ongewoon.
Ik zou dat misschien beter in een wetsvoorstel omzetten en dat als eerste indiener door mijn fractie laten indienen, maar laten we voortwerken in de goede traditie die in deze commissie bestaat om fractieoverschrijdend te werken, zoals we onder meer ook deden met de CRM-resolutie.
Ik zal mijn ontwerp bezorgen. Dat kan ook inspiratie zijn voor het debat met de CREG en Elia. Men kan zich afvragen met welke actoren men wil samenwerken. Wat is de rol van het Federaal Planbureau daarin? We hebben daarover ook een discussie in de regering gevoerd. Dat kan bijdragen aan het kerntakendebat. Wie weet, kan daar ook een tekst van de commissie zelf uit voortkomen. Dan kunnen we nog wetgevend werk in de commissie doen voor het einde van het jaar. Dat zou een mooie conclusie zijn.
De voorzitter: Bedankt voor de interessante suggesties. We zullen dat zeker meenemen.
01.22 Bert Wollants (N-VA): Ik denk dat het feit dat het cijfer naar buiten is gekomen, voor het debat zeer belangrijk is. Ik zeg niet dat u niets aan het doen was. Ik zeg evenmin dat u die brief verticaal had geklasseerd en dat u aan het wachten was om de deur van uw kabinet dicht te trekken en die brief aan de volgende minister te overhandigen. Dat zeg ik niet.
Ik vind wel dat een debat dat zo belangrijk is, niet alleen een debat tussen een minister, een netbeheerder en een regulator mag zijn. Het is absoluut noodzakelijk dat ook de elektriciteitsverbruikers daarover hun standpunt moeten kunnen bepalen en dat ook het Parlement als controlerende instantie daarin zeggenschap heeft. Dat debat had vandaag niet plaatsgevonden als het cijfer niet naar buiten was gekomen.
Met betrekking tot de interne audit van Elia, kunnen we over zeer veel toeval spreken, maar ik heb de indruk dat de CREG en Elia daarvan al op de hoogte waren in mei of juni en dat de aandeelhouders van Elia pas hebben gereageerd toen een en ander in de openbaarheid is gekomen. Daar zit een zekere correlatie tussen en mogelijk een causaliteit. Ik denk dat het echt heel belangrijk was dat het cijfer naar buiten kwam, zodat we het debat kunnen voeren.
Het is ook in het belang van het dossier dat dit gebeurt. Het mag niet blijven bij een minister, een netbeheerder en een regulator. Ik blijf erachter staan. Het is een goede zaak dat dit cijfer naar buiten is gekomen, zodat we ten minste kunnen bekijken hoe we de toekomst verder voorbereiden en dergelijke. We moeten daar verder werk van maken en bekijken hoe we het dossier aanpakken. De komende tijd zullen we absoluut die knopen moeten doorhakken.
U sprak over bevoorradingszekerheid. Ik maakte de link met het CRM. Dat was een niet zo leuke voorzet van mij. Zo komen wij terug bij het debat uit januari 2023. Ik gaf toen aan dat we heel wat productie, in megawattuur, zouden verliezen. U zei toen dat ik het onderscheid moest maken tussen elektrische productie en energie aan de ene kant en elektrische capaciteit aan de andere kant. U zei dat elektrische capaciteit van belang is voor bevoorradingszekerheid en dat elektrische energie op zich iets is voor de markt. U zei het toen zo. Ik ben blij dat u het ondertussen met mij eens bent.
01.23 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik ben nu iets meer dan vijf jaar lid van deze commissie. Ik heb Elia hier al heel vaak gezien en ik volg Elia. We mogen toch niet naïef zijn, uw laatste interventie kon evengoed een uiteenzetting van de CEO van Elia zijn. Uw visie accordeert volledig, inzake interconnectiviteit en dergelijke meer. Voor mij is Elia ook een bedrijf. Ik kan mij echt niet van die indruk ontdoen. U hebt een bepaalde politieke visie, Vivaldi heeft een bepaalde politieke visie. Het bedrijf speelt daarop in en implementeert. Pas toen er zaken naar buiten kwamen in die periode van twee jaar, werd er een interne audit gevraagd en schoot de referentieaandeelhouder plotseling wakker. Dat is allemaal geen toeval. We moeten durven erkennen dat er een probleem is.
U hebt inspanningen gedaan, met betrekking tot dat ministerieel besluit, met betrekking tot dat ontwikkelingsplan. Ik erken dat. We zouden dat ook gesteund hebben, mocht het tot iets hebben geleid. U geeft nu zelf nog eens een voorzet door het overhandigen van die inspanningen.
We zitten echt met een probleem. Bij Elia is een bepaalde mentaliteit gegroeid. Men heeft nu eindelijk een minister met een energievisie, zo zei men mij letterlijk. Elia speelt daarop in. Het kabinet en Elia komen bijzonder goed overeen. Men doet dan maar. We hebben een toezichthouder die dan heel triomfantelijk zegt dat ze er 8 % afgepitst hebben.
Soms is het zelfs een soort naïviteit. Men stelt dat er toch nog iets gedaan kon worden: de uittredingsvergoeding van de CEO kon eruit worden gelicht, net als nog een aantal kleinigheden. Uiteindelijk doen zij echter wat zij willen, omdat zij weten dat zij gewoon op de politieke visie inspelen. Mijnheer Wollants, ik hoop dat de volgende regering en de volgende minister, wie dat ook moge zijn, daar ook mee durven om te gaan.
Mevrouw de minister, u hebt zelf aangegeven dat er uiteindelijk een periode overheen gaat. U stelt dat bijna alles te wijten is aan de Oekraïnecrisis en dat er daardoor heel onverwachte kosten waren. Sommige kosten had de regering echter heel duidelijk kunnen verwachten, gezien de elektrificatie die overal in Europa plaatsgrijpt. Het is te kort door de bocht om te stellen dat alleen de oorlog in Oekraïne de driver is. Ik geloof dat niet.
01.24 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, tegelijkertijd brengen ook de doelstellingen van het REPowerEU-plan kosten met zich. Elektrificatie in het kader van het klimaat, de klimaaturgentie, is voor de oorlog inderdaad altijd aan de orde geweest. Elia was ook bij de eerdere adequacy & flexibility studies voor de oorlog betrokken. De boom recht omhoog is echter echt wel post-oorlog.
De voorzitter: Wensen nog mensen te repliceren of kunnen we deze interessante vergadering afronden?
Ik hoop dat ik u straks allemaal zie voor de minstens even interessante hoorzitting.
01.25 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik wil de leden die tot het einde zijn gebleven danken voor hun vragen. Het was immers een heel waardevol debat. Als we in de resterende tijd op die manier kunnen blijven samenwerken, kijk ik daar heel erg naar uit.
De voorzitter: Daar zullen we voor zorgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.00 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13 h 00.