Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
van Woensdag 6 november 2024 Namiddag ______ |
du Mercredi 6 novembre 2024 Après-midi ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.04 uur en voorgezeten door de heer Oskar Seuntjens.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 04 et présidée par M. Oskar Seuntjens.
01.01 Marie Meunier (PS): Madame la ministre, la Conférence des Parties (COP) figure parmi les seuls endroits où les personnes les plus touchées par la crise climatique peuvent faire entendre leur voix. Les peuples autochtones, les défenseurs de l'environnement et les activistes pour le climat disposent là d'une opportunité unique d'avoir accès à des négociations qui les concernent directement. Il est donc primordial qu'ils puissent s'y exprimer librement, sans crainte de surveillance, de harcèlement ou, dans des cas malheureux, de représailles. Je souligne l'importance des COP pour relever le niveau d'ambition de l'action climatique à l'échelle mondiale, même si les efforts menés actuellement restent insuffisants.
À l'approche de la COP29, qui se déroulera du 19 au 22 novembre prochain en Azerbaïdjan, je partage les inquiétudes d'Amnesty International, qui a enregistré de graves violations des droits humains dans le pays hôte cette année. La situation des universitaires, des militants politiques et civils, des journalistes et des défenseurs des droits humains est plus que préoccupante dans ce pays. Cette situation soulève des inquiétudes quant à la sécurité des personnes participant à la COP de cette année.
Madame la ministre, pouvez-vous me confirmer que vous irez à la COP29 qui se tiendra en Azerbaïdjan? Quel membre du gouvernement vous accompagnera-t-il?
Quel message allez-vous délivrer en matière de respect des droits humains dans le pays hôte? Pouvez-vous me confirmer que la Belgique profitera de la COP29 pour faire passer des messages clairs au gouvernement azerbaïdjanais, à savoir qu'il cesse de réprimer la société civile, qu'il garantisse les droits à la liberté d'expression et d'association tout au long du sommet et pendant la période qui suivra et qu'il prenne des mesures fermes pour enrayer la détérioration de la situation des droits humains dans le pays?
01.02 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, om doeltreffend te zijn, moet een COP een forum bieden voor de vrije uitwisseling van standpunten, niet alleen van de partijen van het klimaatverdrag, maar ook van burgers en middenveldorganisaties, zowel lokaal als internationaal. Al meer dan tien jaar worden in Azerbeidzjan ngo’s willekeurig gesloten en worden kritische vertegenwoordigers van het middenveld gearresteerd of gedwongen in ballingschap te gaan. Sinds aangekondigd is dat Azerbeidzjan gastland wordt, is het optreden tegen de kritische stemmen vooral toegenomen, met arrestaties en de willekeurige opsluiting en vervolging van journalisten en activisten. Ook werd de toegang van 67 parlementsleden uit Europese landen tot de COP29 en het land ontzegd, omdat ze via een resolutie in de Raad van Europa het mensenrechtenbeleid van het land bekritiseerd hebben.
Bovendien is er het zeer penibele beleid van Azerbeidzjan tegenover de Armeense staat en bevolking. Tijdens de oorlog in Nagorno-Karabach werden vorig jaar 150.000 Armeniërs op grote schaal verdreven uit het gebied dat historisch hun thuisland is. Hun aanwezigheid is er vrijwel volledig uitgewist, want ook cultuursymbolen zijn vernietigd.
Daarnaast zitten er nog altijd politieke gevangenen in zorgwekkende omstandigheden vast. Verschillende bronnen, zoals de Armeense overheid en het Rode Kruis, hebben al gewezen op folteringen en andere ernstige mensenrechtenschendingen tegenover die gevangenen.
Tot slot schendt Azerbeidzjan geregeld de soevereiniteit van Armenië, met aanvallen in het grensgebied.
Mevrouw de minister, we zijn ongetwijfeld allebei overtuigd van het belang van de klimaatproblematiek, maar ook de mensenrechten zijn van belang. Zult u zich tijdens de COP29 publiekelijk uitspreken over de schendingen van de mensenrechten, etnische zuiveringen en oorlogsmisdaden door Azerbeidzjan?
Welke stappen hebben België en de EU gezet om een veilige en stimulerende omgeving te creëren voor het maatschappelijk middenveld en alle deelnemers van alle nationaliteiten en meningen op de COP29?
Heeft de Belgische regering bij de Azerbeidzjaanse autoriteiten gepleit voor de vrijlating van burgers die enkel en alleen zijn gearresteerd omdat ze vreedzaam hun recht van meningsuiting, vereniging of vergadering hebben uitgeoefend?
Zal de Belgische regering pleiten voor de vrijlating van de gevangenen die louter op basis van politieke motieven worden vastgehouden, zoals Anar Mammadli, een van de eerste activisten die focust op het verband tussen mensenrechten en klimaatrechtvaardigheid?
Dragen België en de EU ten slotte bij aan de organisatie van nevenevenementen bij de COP29 waaraan onafhankelijke mensenrechtenorganisaties deelnemen?
01.03 Zakia Khattabi, ministre: Madame, monsieur, le gouvernement fédéral belge sera représenté à la COP par le premier ministre De Croo, la ministre Van der Straeten et moi-même. Nous assisterons à la COP à des moments différents. Le premier ministre assistera au World Leaders Climate Action Summit qui se tiendra le mardi 12 et le mercredi 13 novembre.
La ministre Van der Straeten sera présente la première semaine, mais je ne suis pas au courant de son agenda. Pour ma part, j'y serai la seconde semaine pour le segment ministériel.
De situatie van de mensenrechten in Azerbeidzjan is inderdaad zorgwekkend, net zoals dat het geval was in de gastlanden van de COP van de afgelopen twee jaar, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte.
De keuze voor het gastland van de internationale klimaatconferentie gebeurt binnen de vijf regionale groepen van de Verenigde Naties zonder interferentie van de andere landen. Voor de COP29 kwam de rol toe aan de Eastern European Group en de finale beslissing werd genomen op de COP28 in Dubai. Binnen de groep waren er aanvankelijk verschillende kandidaten: Armenië, Bulgarije en Azerbeidzjan. Na langdurig intern overleg bereikte deze regionale groep intern een consensus. Armenië steunde dus ook de beslissing om Azerbeidzjan als gastland voor te dragen en deze steun werd ook expliciet uitgesproken.
De keuze voor Azerbeidzjan als locatie voor de
COP29 is dus de uitkomst van de gangbare procedure binnen het VN-klimaatverdrag.
België heeft geen standpunt
ingenomen in deze kwestie.
Ce contexte dressé nous force à respecter le choix des acteurs concernés mais ne nous dispense effectivement pas de continuer de porter haut et fort la question des droits humains.
Au niveau international, notre pays jouit d'une forte tradition selon laquelle la politique climatique est toujours envisagée de manière indissociable du respect des droits humains internationaux et de la promotion du développement durable. Nous soulignons systématiquement cet aspect dans les positions européennes que nous adoptons et nous l'avons également intégré dans la préparation des conclusions du Conseil de l'Union pour la COP29. Je me permets de rappeler que dans ces cénacles, la Belgique ne parle pas en son nom propre: c'est l'Union européenne qui prend la parole.
J'ai représenté l'Union européenne et ses États membres lors des sessions préparatoires techniques en participant aux négociations sur le point à l'ordre du jour "Arrangement for intergovernmental meetings". Ces sessions permettent de donner une direction à l'organisation de la COP29.
Les conclusions qui en ont découlé soulignent que le rôle de l'État hôte pour la COP29 implique que les principes et objectifs de la Charte des Nations Unies et les obligations internationales en matière de droits humains doivent être respectés. Cela implique également que, dans les lieux où se déroulent les événements de la COP29, les droits humains et les libertés fondamentales doivent être promus et protégés.
De plus, la Belgique organise depuis plusieurs années, en collaboration avec le Bureau du Haut-Commissaire aux droits de l'homme, le Center for International Environmental Law ainsi que d'autres pays partageant les mêmes valeurs, comme le Luxembourg ou le Chili, des discussions informelles lors des dîners en marge des conférences sur le climat de l'ONU. Ce sera également le cas lors de la COP à Bakou.
Ces événements contribuent à sensibiliser à la synergie entre les politiques climatiques et les politiques en faveur des droits humains. Un dialogue continu est en cours avec l'Azerbaïdjan sur la situation des droits humains dans le pays. Ce n'est pas par la filière environnementale que ces discussions se tiennent. L'Union saisit toutes les occasions, en ce compris celle de la COP, pour renforcer ce dialogue.
Dans ce cadre, l'Union souligne le rôle central de la société civile dans la promotion de l'agenda sur le changement climatique et l'environnement et attache une grande importance à garantir la participation la plus inclusive possible de la société civile, de même que l'accès libre à l'information, la liberté de réunion pacifique et l'accès libre aux zones publiques de la COP.
C'est d'ailleurs une des spécificités de la délégation belge puisqu'en permettant à la société civile, aux ONG, etc. de s'inscrire comme membres de la délégation officielle, nous leur offrons la possibilité d'accéder à des espaces auxquels elles n'auraient pas eu accès sans avoir été intégrées dans la délégation officielle.
Wat betreft onze bilaterale en Europese inspanningen met betrekking tot Azerbeidzjan zelf, verwijs ik naar het gesprek dat mijn collega Lahbib op 10 juli heeft gevoerd met de Azerbeidzjaanse minister van Buitenlandse Zaken, meer bepaald over het vredesproces tussen Azerbeidzjan en Armenië. Die ontmoeting volgde op eerdere diplomatieke contacten tussen onze beide landen in de afgelopen maanden. Tijdens die gesprekken werd onderstreept hoe belangrijk het is om een duurzaam vredesakkoord te sluiten, gebaseerd op de VN-principes van territoriale integriteit, soevereiniteit en respect voor de rechten van de bewoners. De recente vooruitgang in het vredesproces, met name op het gebied van grensafbakening, is bemoedigend.
Enfin, la Belgique soutient également les efforts de l'Union et de l'envoyé spécial de l'Union européenne pour le Caucase du Sud, qui poursuivent les mêmes objectifs. L'Union doit rester impliquée dans le processus de paix et, à ce titre, la COP29 représente une occasion d'avancer vers un accord durable.
01.04 Marie Meunier (PS): Merci, madame la ministre, pour vos différentes réponses.
Si cela a été le cas, je m'en excuse, mais ici, personne ne vous reproche le choix du lieu de la future COP. Comme vous l'avez dit, il est important de nous assurer que, même à travers votre ministère, vous puissiez porter la question des droits humains dans les différentes instances au sein desquelles vous allez nous représenter. En effet, les lieux dans lesquels se déroule la COP sont des lieux où la liberté d'expression fait foi. Mais il nous revient néanmoins de la part des associations que ce n'est clairement pas le cas à la sortie des lieux où s'effectuent les rencontres. Il me semble donc primordial qu'en tant que membre de nos trois représentants, vous puissiez faire part de ces différentes matières.
01.05 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Ik dank u voor het antwoord, mevrouw de minister. Inderdaad, België heeft geen stem gehad in de keuze voor Azerbeidzjan als gastland, maar niettemin ben ik blij met uw engagement dat u de mensenrechten hoog op de agenda wilt blijven plaatsen. Ik had ook niet anders verwacht. Dat is een gezamenlijke strijd die we voeren.
De COP blijft natuurlijk bijzonder belangrijk, want de klimaatopwarming gaat onverminderd voort. Tegelijk is de strijd tegen de klimaatopwarming inderdaad ook een strijd van respect voor de mensenrechten, van recht op leven en ontwikkelingskansen. Ik vind het goed dat we nog steeds naar die COP gaan, omdat de klimaatopwarming een belangrijke strijd is, maar we moeten daarnaast ook alles op alles zetten om de mensenrechtenschendingen ter plaatse aan te kaarten.
De internationale gemeenschap heeft daarin een heel grote verantwoordelijkheid. In Azerbeidzjan is het met de civil society heel slecht gesteld. Het is een van de slechtst scorende landen in de regio, als men naar de indexen van ngo's kijkt. De ngo's roepen op om inderdaad deel te nemen aan de COP, maar de mensenrechtensituatie sterk in het oog te houden.
We kunnen niet anders dan erkennen dat het beleid in Azerbeidzjan ten opzichte van Armenië ongelooflijk verslechterd is. Er is de vernietiging van de cultuurhistorische monumenten. Er is de etnische zuivering. Er zijn militaire acties waardoor levensnoodzakelijke middelen zoals voedsel, medicijnen en brandstof zelfs niet meer ter plaatse geraken. De internationale gemeenschap mag haar ogen daarvoor niet sluiten, hoe groot de klimaatuitdagingen ook zijn. Daar moeten we altijd tegen blijven reageren, waar we ook zijn, ook al hebben we het gastland niet gekozen. Ik hoop dat u dat ook ter plaatse met aandrang aankaart.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
02.01 Xavier Dubois (Les Engagés): Madame la ministre, dans le rapport de synthèse 2024 sur les politiques climatiques fédérales, on peut lire qu'une task force "Adaptation" a été instituée. C'est une bonne chose, puisque cet organe a été chargé d'identifier les mesures qui pourraient être prises à l'échelle fédérale pour lutter contre les effets du réchauffement climatique et, surtout, pour les prévenir. Ces mesures devaient concerner la période 2023-2026. Une évaluation de ce travail est attendue pour cet automne. Les conclusions doivent être publiées à la fin de l'année. En tout cas, le paragraphe conclut simplement qu'aucun autre progrès n'a été enregistré, hormis cette définition et cette évaluation.
Le rapport note encore qu'un projet de plan national d'adaptation (PNA) a été préparé pour renforcer la coopération et la coordination entre le fédéral et les entités fédérées. Il s'agit à nouveau, bien entendu, d'une bonne initiative. La liste des mesures fédérales et régionales a été présentée à la Commission nationale Climat afin qu'une enquête publique sur le projet de plan puisse être lancée. Malheureusement, aucun accord n'a pu être trouvé quant au projet de plan et aux prochaines étapes nécessaires à l'entrée en vigueur de cet outil important.
Madame la ministre, nous entrons dans l'automne, nous le sentons bien dans ce bâtiment de la Chambre. Cette évaluation a-t-elle déjà été réalisée et, surtout, est-elle disponible?
Des mesures spécifiques ont-elles été définies en coordination avec les entités fédérées, notamment pour lutter contre les inondations? Par ailleurs, pour quelle raison aucun accord n'a-t-il pu être trouvé au sujet du plan national? Quels sont les arguments qui ont été avancés pour aboutir à cet échec, en tout cas, temporaire?
02.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, vooreerst spreek ik nog eens mijn tevredenheid uit dat wij het syntheserapport 2024 over het federale klimaatbeleid hebben gekregen. Het is goed dat u transparantie biedt.
De federale ministerraad keurde op 3 maart 2023 de federale taskforce Adaptatie goed en een eerste tussentijdse evaluatie was gepland in het najaar van 2024, dus in dit seizoen, waarbij de resultaten van de federale adaptatiemaatregelen zouden worden gepubliceerd.
De werkgroep Adaptatie bij de Nationale Klimaatcommissie (NKC) heeft een ontwerp van nationaal adaptatieplan opgesteld, maar blijkbaar werd daarover geen akkoord bereikt. Wel kwam er een publieksenquête rond de voorgestelde lijst van federale en gewestelijke maatregelen.
Tegelijkertijd speelt enige urgentie mee op de achtergrond. Op 16 oktober 2024 heeft de Europese Rekenkamer een speciaal verslag gepubliceerd, zoals ze wel vaker doet, deze keer over klimaatadaptatie in de EU. Dat rapport concludeert dat actie geen gelijke tred houdt met ambitie. Verschillende zichtbare fenomenen van klimaatverstoring en klimaatverandering doen zich voor, waarvoor ik nog maar naar het recente Spaanse drama hoef te verwijzen. De praktische uitvoering van het adaptatiebeleid in de EU levert problemen op.
Mevrouw de minister, kunt u meer toelichting geven bij de twistpunten rond het ontwerpplan in de Nationale Klimaatcommissie? Wat is het eigenlijke probleem?
Hoe reageert u op het speciale verslag van de Europese Rekenkamer?
02.03 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer de voorzitter, uiteraard ben ik, zoals u, bezorgd wanneer ik het speciale verslag van de Europese Rekenkamer lees. Het verslag kaart duidelijk tekortkomingen aan bij de uitvoering van het adaptatiebeleid van de Europese Unie en haar lidstaten. De Europese Unie biedt weliswaar een gemeenschappelijk kader voor klimaatadaptatie, maar de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering ervan.
De recente gebeurtenissen in Spanje herinneren ons aan het belang van alle facetten van het klimaatbeleid: mitigatie, adaptatie en het beheer van schade en verlies.
De auteurs van het speciale verslag wijzen in hun analyse op het gebruik van verouderde wetenschappelijke gegevens door lidstaten voor hun documenten met betrekking tot de nationale aanpassingsstrategie.
Ons land beschikt sinds 2021 op mijn initiatief over een Centrum voor Risicoanalyse van Klimaatverandering (Cerac) dat in samenwerking met alle relevante actoren in actuele analyses op de middellange termijn zal voorzien. Het centrum zal rapporteren aan de Nationale Veiligheidsraad. Het centrum kan een waardevolle bijdrage leveren aan alle actoren die een wetenschappelijk onderbouwd klimaatbeleid vorm wensen te geven.
Op 13 februari 2024 hebben de directeur en de adjunct-directeur van het Cerac hier in de Kamercommissie toelichting gegeven bij de werking van het centrum.
Bovendien verwijst het speciale verslag naar uitdagingen op het vlak van monitoring en mogelijke sectorale of regionale tegenstrijdigheden. De bevindingen versterken volgens mij de noodzaak om silo's te overstijgen en steeds een langetermijnperspectief te hanteren.
Ook op dat vlak zijn er tijdens de voorbije legislatuur stappen gezet. Echter, een betere mainstreaming en monitoring van het adaptatiebeleid zijn onder meer noodzakelijk, ook inzake publieke financiën en budget.
De Europese Commissie heeft in haar mededeling van 12 maart 2024 over het beheren van de klimaatrisico’s en het beschermen van de bevolking en de welvaart benadrukt dat de verantwoordelijkheden van de Europese Unie en de lidstaten op het gebied van risicobeheer beter moeten worden gedefinieerd om de toenemende klimaatrisico’s adequater aan te pakken.
In die context kijk ik uit naar het European Climate Adaptation Plan, maar benadruk ik eveneens het belang van het volgende meerjarig financieel kader op Europees niveau. Net als op Belgisch niveau moeten op Europees niveau volgens mij meer middelen naar klimaatadaptatie gaan, aangezien de huidige publieke financiering onvoldoende is. Bovendien verwelkom ik ook Europese initiatieven inzake green budgeting, zodat de adaptatie-uitgaven in de begroting helder in kaart worden gebracht. Met betrekking tot de begroting is het ook belangrijk om in overeenstemming met de richtlijn nr. 2024/1255 de macrobudgettaire impact van de klimaatverandering op de begroting in kaart te brengen en in voldoende ruimte te voorzien voor schadekosten.
Un ensemble de mesures d’adaptation fédérales ont été adoptées au cours de cette législature. Même si, et je le reconnais, cela reste sans doute insuffisant, cet ensemble de mesures est considérablement plus complet que le précédent plan d’adaptation fédéral.
J’ai estimé qu’il était important que chaque ministre et chaque département soit impliqué dans cet exercice. Bien que l’administration du Climat assume le rôle de coordination, la responsabilité de chaque mesure incombe aux départements fédéraux concernés. Je réitérerai la même suggestion que j’ai faite lors de la précédente législature, que chaque ministre soit interrogé par rapport aux mesures d’adaptation qu’il prend dans son propre département.
L’examen à mi-parcours de l’ensemble des mesures d’adaptation fédérales est en cours. En d’autres termes, la task force composée de représentants de chaque administration concernée est actuellement consultée sur l’état de la mise en œuvre des mesures sous leur responsabilité, notamment en ce qui concerne la mise en œuvre, les objectifs intermédiaires fixés, le budget et le résultat final de la mesure. Toute modification ou concrétisation des mesures sera également signalée. Cette évaluation sera achevée avant l’hiver et publiée en fin d’année.
En ce qui concerne les mesures contre l’impact des intempéries, dans le cadre des compétences fédérales, la limite d’intervention des assureurs a été augmentée. D’autres mesures préventives relèvent principalement des compétences régionales et sont donc incluses dans les plans régionaux.
Tijdens het federale voorzitterschap van de Nationale Klimaatcommissie zijn er belangrijke stappen gezet naar een nieuw nationaal adaptatieplan. Na veel consultatie en enig uitstel kon in de NKC geen akkoord worden gevonden over dat plan.
Ik vertrouw erop dat het werk zal worden voortgezet met voldoende aandacht voor coherentie en samenwerking tussen de verschillende entiteiten. Dat zal bijvoorbeeld belangrijk zijn voor het voorkomen en beheersen van extreme weersomstandigheden en de remediëring nadien.
Les raisons de ce blocage sont les raisons habituelles, à savoir les différences d'ambition en matière de politiques climatiques entre les différentes entités.
02.04 Xavier Dubois (Les Engagés): (…) À côté de cela, ce sont surtout des mesures concrètes qui sont attendues. S'il y a bien évidemment la limite des compétences de chaque entité, le rôle de coordination qui est à votre niveau est important. L'idée d'un plan national d'adaptation est bonne et doit être poursuivie. Il y a effectivement eu un échec pour aboutir à ce plan. Les raisons de cet échec que vous donnez sont, comme à votre habitude, assez vagues. Il faudrait des réponses beaucoup plus concrètes et, surtout, il faut continuer de travailler.
Certes, nous sommes en affaires courantes mais nous sommes ici sur des matières urgentes. Comme l'a rappelé mon collègue, il y a les événements dramatiques ayant entraîné la mort de 217 personnes et la disparition de bien plus encore de personnes en Espagne, ceux de 2021 qui ont causé la mort de 39 personnes dans le sud de la Belgique. L'année 2024 aura été riche en événements sur l'ensemble du territoire belge, qui ont causé des dégâts importants et créent un contexte psychologique très dur à vivre pour de nombreuses personnes. On parle beaucoup de phénomènes d'éco-anxiété qui se développent de manière très importante. En tant que bourgmestre, je le vis au quotidien sur mon territoire et je constate à quel point cela est lourd à supporter. À la moindre alerte, à la moindre goutte de pluie annoncée par l'Institut royal météorologique (IRM), l'angoisse est présente.
Il est donc indispensable d'avancer, même en dépit du fait que nous sommes en affaires courantes. Je vous invite dès lors à poursuivre les discussions, à reprendre les contacts avec les nouveaux gouvernements mis en place en Wallonie, en Flandre et, bientôt je l'espère, à Bruxelles également afin de poursuivre ce nécessaire travail de coordination et d'adaptation. Nous avons besoin d'actions concrètes et de soutien au niveau local car ce n'est pas avec une équipe au niveau communal que nous réussirons à gérer cette problématique. C'est un changement important que nous devons apporter dans toutes les thématiques de notre vie quotidienne. Il y a là une responsabilité forte et vous devez aussi la porter.
02.05 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het Centrum voor Risicoanalyse van Klimaatverandering is in februari op mijn aangeven naar hier gekomen. Ik zou dat in het voorjaar willen herhalen.
Ik dank u voor het antwoord met betrekking tot de noodzaak van risicobeheer in de EU. Alles wat u gezegd hebt over de EU is juist. Ik vraag mij wel af waar het contentieux met Vlaanderen inzake adaptie nu precies ligt. Ik heb het niet over mitigatie maar over adaptatie. Het zou goed zijn om daarop eens concreter in te gaan. Dit kan uiteraard nu niet, want we kunnen in dit format geen debat organiseren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, dat was een belangrijke Raad. Ik heb vernomen dat de heer Maron daar was namens ons land als gevolg van het roterende systeem. Ik stel de vraag echter toch aan u omdat u de bevoegde minister bent.
De ministers hebben zich gebogen over de onderhandelingspositie van de EU in de aanloop naar de COP29 in Bakoe. De klimaatfinanciering wordt daar het grote thema. De voorzitter heeft daarover straks ook nog een vraag. Het zal er immers gaan over een new collective quantified goal voor de klimaatfinanciering. We weten dat er 100 miljard dollar werd afgesproken, maar dat akkoord is pas na 15 jaar bereikt in 2022. Toen was het 116 miljard dollar. In totaal zou er jaarlijks voor de adaptatie en mitigatie echter 2,4 biljoen dollar nodig zijn tegen 2030.
De hele discussie gaat natuurlijk over de investeringsstromen tussen de private en publieke sector. Daarover is er ook een contentieux tussen de ontwikkelingslanden en de rijke landen, die verkiezen om de verschillende lagen van de financiering tegelijk aan te pakken. Wat is de Belgische inbreng en positiebepaling rond dat thema?
Onze fractie vindt ook dat China, de op één na grootste economie ter wereld, een sterkere bijdrage zou moeten leveren aan het klimaatfinancieringsplan.
Het internationaal plasticverdrag stond ook op de agenda, net als de implementatie van de EU-chemicaliënstrategie. Kunt u verslag uitbrengen over de Belgische inbreng en positiebepaling?
03.02 Minister Zakia Khattabi: De Belgische positie voor de Raad Milieu op 14 oktober werd vastgesteld tijdens een DGE-vergadering op 8 oktober 2024. Voor de COP29 stonden de Raadsconclusies op de agenda in verband met de internationale onderhandelingen over het Plastics Treaty en de strategie inzake chemicaliën en vond er een gedachtewisseling plaats. Minister Alain Maron vertegenwoordigde er, zoals reeds gezegd, ons land. Wat de COP29 betreft, focuste de DGE-vergadering op de nog openstaande punten in de ontwerp-Raadsconclusies van de Europese Unie voor de COP29. Er werd besloten dat ons land een aantal aandachtspunten zou meegeven conform eerdere Belgische standpunten in de Raad Milieu of Ecofin. Algemeen werd ook besloten dat ons land de voorliggende Raadsconclusies zou steunen, wat de positie van ons land op Europees niveau tijdens later Europees overleg zal versterken.
In zijn tussenkomst met betrekking tot de INC-5 hechtte België veel belang aan maatregelen over de hele levenscyclus inclusief stroomopwaarts van de waardeketen, bijvoorbeeld via mondiale, bindende maatregelen die problematische chemische stoffen en plasticproducten verbieden. België steunt ook de invoering van in de EU reeds toegepaste, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en modellen voor hergebruik. België onderstreept het belang van de link met gezondheid in deze context. België beoogt een dynamisch instrument dat in de loop van de tijd kan evolueren, waarvoor een robuust besluitvormingsmechanisme nodig zal zijn.
België gaat niet akkoord met een verdragstekst die geen bindende en geharmoniseerde verplichtingen bevat voor het stroomopwaartse deel van de levenscyclus. Tot slot kan België niet akkoord gaan met een instrument zonder verantwoordelijkheid voor de privésector of handelsmaatregelen.
Tijdens de Raad Milieu steunde België ook de nadere uitvoering van de Chemicals Strategy for Sustainability en van alle thema’s die daarbinnen werden geïdentificeerd, zoals de herziening van de REACH-verordening, de invoering van spiegelclausules en het beëindigen van dubbele standaarden voor stoffen die op EU-niveau verboden zijn. België heeft ook opnieuw zijn steun uitgesproken voor een groepsrestrictie voor PFAS die momenteel door het ECHA wordt beoordeeld.
03.03 Kurt Ravyts (VB): Dank voor de toelichting inzake het plasticverdrag en de strategie rond chemicaliën, mevrouw de minister. Ik vind het wel belangrijk, mijnheer de voorzitter, dat we in de weken na de COP onmiddellijk samenkomen om de minister van Klimaat en mevrouw Van der Straeten te horen over wat daar allemaal beslist en gebeurd is en wat de Belgische actieradius precies inhoudt.
Ik weet nu al wat er gaat gebeuren. Men zal in de plenaire vergadering ministers ondervragen, maar om dieper te gaan moeten we als Parlement zelf ook een initiatief nemen. Ik zal dat nog op mail zetten.
De voorzitter: Dat lijkt me zeker geen slecht idee. Ik stel voor om volgende week nog een regeling der werkzaamheden te agenderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Collega Ribaudo is niet aanwezig.
04.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het definitieve Belgische Energie- en Klimaatplan (NEKP) is een hele saga. Mijn schriftelijke vraag over dat plan had ik al ingediend toen ik nog niet op de hoogte was van de actualiteit daaromtrent. Het plan werd niet tijdig, dus niet voor 30 juni, ingediend bij de Europese Commissie. Daarom besliste de Europese Commissie om een procedure op te starten.
De toenmalig bevoegde Vlaamse minister, mevrouw Demir, liet weten dat zij niet akkoord kon gaan met de principiële niet-aansprakelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Uittredend Brussels minister Maron schreef op 25 juli een brief aan de Nationale Klimaatcommissie om te melden dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in geen geval de gevolgen wenste te dragen van eventuele Europese sancties. De Europese Commissie legde 27 september als nieuwe einddatum vast, maar toen kon geen consensus tussen Wallonië en Vlaanderen worden gevormd over het voorstel van antwoord aan de Europese Commissie om de vertraging te motiveren.
Mijnheer de voorzitter, ik richt mij ook even tot u. Er bestaat een soort van optimisme omtrent het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. U hebt bevoegd minister Depraetere gezien. Sta me echter toe om toch even letterlijk te citeren uit het Vlaamse regeerakkoord: "Als uit de jaarlijkse monitoring van de Vlaamse broeikasgasuitstoot blijkt dat Vlaanderen een emissiereductie van 40 % bereikt tegenover 2005 voor de sectoren die onder de Effort Sharing Regulation vallen, zal Vlaanderen zijn klimaatambitie voor 2030 optrekken richting 47 %, voor zoverre die ambitieverhoging onderbouwd is met aanvullende maatregelen die tijdig worden ingediend." Van die 47 % is dus slechts heel voorwaardelijk sprake. Sommigen noemden het nieuwe Vlaams akkoord een trendbreuk, maar ik denk dat zij een perceptie willen creëren die niet met de realiteit van de tekst overeenkomt. Ik weet weliswaar dat ik in een politieke omgeving zit, maar de waarheid mag ook eens gezegd worden.
Het blijft zeer moeilijk om ook met deze Vlaamse minister een akkoord te bereiken. Ik hoor graag van u een verslag van de contacten met mevrouw Depraetere. Kunt u ook een inhoudelijk overzicht geven van de besprekingen in de stuurgroep NEKP en de NKC over de geblokkeerde situatie?
04.02 Minister Zakia Khattabi: In het kader van het federale voorzitterschap van de NKC had ik een constructief gesprek met Vlaams viceminister-president en minister van Energie en Klimaat Melissa Depraetere. Ik gaf een overzicht van de lopende dossiers en we bespraken het standpunt van de Vlaamse regering over deze dossiers en in het bijzonder over het NEKP, om de mogelijkheid in te schatten om het dossier tot een goed einde te brengen tijdens het federale voorzitterschap van de NKC, ongeacht de inhoud.
U hebt het
Vlaamse regeerakkoord gelezen. Het gaat nu niet over de inhoud, ik wil alleen
de EU-procedure respecteren. We hebben een agenda. Wat de Vlaamse regering ook
beslist inzake klimaatbeleid, we moeten toch een signaal aan Europa geven, même si l'ambition est nulle. We kunnen
toch een signaal geven. Het kan zijn dat de Vlaamse regering geen nieuwe
maatregelen zal nemen. Zelfs dan mochten we niets aan de Commissie sturen. Op
dat gebied is er toch een verschil met de vorige collega.
Nog tot eind december zal ik mijn federaal voorzitterschap van de NKC inzetten om samen met ENOVER in het energieoverleg vooruitgang te boeken. Vanaf 1 januari 2025 neemt het Waalse Gewest het voorzitterschap van de NKC over. Binnen de ambtelijke stuurgroep NEKP is alles in gereedheid gebracht om snel te kunnen schakelen bij een politiek akkoord.
04.03 Kurt Ravyts (VB): Die trendbreuk, mevrouw de minister, zal er dan in bestaan dat men toch bereid is om in de Europese procedure antwoorden te geven en coöperatief te zijn. We moeten concreet zien hoe dat…
04.04 Minister Zakia Khattabi: De procedure gaat nu over het feit dat we niets hebben ingediend, nog niet over de inhoud. Daarom zal er een verschil zijn.
04.05 Kurt Ravyts (VB): Ik bedoelde het ook zo: het gegeven dat er niets is ingediend en de motieven daarvoor. De voorbije verkiezingen zullen ook wel een rol gespeeld hebben. De volgende weken worden dus zeer belangrijk.
Ik heb echter toch willen citeren uit het Vlaamse regeerakkoord. Het is namelijk niet zo dat er plots een totale paradigmashift is. Die perceptie wordt zo wel gecreëerd in het Vlaams Parlement, maar dat is voor de galerij. Een grote Vlaamse partij waakt erover dat dit zo zal gebeuren of niet.
Ik dank u voor uw antwoord. We volgen dit week na week, maand na maand verder op en we zien elkaar met betrekking tot dit thema zeker nog terug.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Crucke is niet aanwezig.
05.01 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, over de biodiversiteitstop bracht de VRT een bericht onder de titel: "VN-top over natuur eindigt in chaos en mislukking over nieuw fonds, wel deelakkoorden over inheemse volkeren en farma- en cosmeticabedrijven." Inzake de farma- en cosmeticabedrijven gaat het om een vrijwillig fonds, zoals u weet. Het deelakkoord over inheemse volkeren is wel belangrijk en vind ik ook een goede zaak.
Mijn vraag gaat natuurlijk over de Belgische inbreng op die biodiversiteitstop en ook over het tijdpad voor de actualisering van de Belgische nationale biodiversiteitsstrategie tot 2030. We staan met de plannen nog niet waar we moeten staan. Dat geldt niet voor ons alleen, want ook andere landen hebben nog geen afdoende plannen ingediend.
Het is mij bekend dat een openbare raadpleging plaatsgevonden heeft, georganiseerd tussen 24 juni en 24 september door de FOD Volksgezondheid en Leefmilieu, voor een deel eigenlijk uw administratie. Welke waren de belangrijkste ingediende opmerkingen?
Net zoals bij de COP29 blijft het financieringsaspect moeilijk, reden waarom ik dat VRT-artikel vernoemde in de inleiding van mijn vraag. Opkomende economieën zoals China zouden de nodige fondsen moeten ophoesten, maar er blijft discussie bestaan. Dat is dus niet gelukt.
05.02 Minister Zakia Khattabi: De Belgische delegatie heeft zowel in de aanloop naar als tijdens de VN-biodiversiteitstop verschillende rollen opgenomen. Zo werd aan verschillende experts gevraagd om de onderhandelingen in naam van de Europese Unie te voeren. Ook werd een aantal experts van de Belgische technische delegatie gevraagd om bepaalde onderhandelingen op internationaal niveau voor te zitten, meer bepaald vanwege de expertise en het netwerk van de betreffende experts, waarmee België een aanzienlijke rol speelt op internationaal niveau. Daarnaast waakte de technische delegatie erover dat de Europese posities over de meer dan vijftig onderwerpen op de agenda gevolgd werden door de Europese onderhandelaars en onderhandelde zij namens België tijdens de Europese coördinatievergaderingen over de bijsturingen van die posities waar nodig.
De belangrijkste thema's op de voorbije COP waren zonder twijfel resource mobilization en digital sequence information. Beide onderwerpen handelen in essentie over de vraag waar wij het geld moeten halen om de doelstellingen uit het Global Biodiversity Framework (GBF) te kunnen verwezenlijken. Daarnaast waren er meer dan vijftig onderwerpen betreffende de implementatie van het GBF.
En ce qui concerne la création d'un nouveau fonds pour la biodiversité, la position de la Belgique lors de la COP16 était alignée sur celle de l'Europe.
Selon la Belgique et l'Union européenne, la création d'un nouveau fonds pour la biodiversité n'est pas en soi une solution permettant d'augmenter les investissements dans la biodiversité. D'une part, un nouveau fonds fragmenterait le paysage financier, rendant plus difficile une action forte en sa faveur, et d'autre part, il ne permettrait pas de collecter plus d'argent car nous devons exploiter de nouvelles sources d'argent au lieu de répartir les flux de financement de la biodiversité déjà existants sur plusieurs fonds. En outre, la création d'un nouveau fonds est également un processus à long terme et entraîne de nouveaux coûts de gestion.
La Belgique comprend parfaitement les préoccupations des pays en développement qui estiment que les investissements dans la biodiversité sont insuffisants. C'est pourquoi nous sommes également ouverts à l'amélioration du fonctionnement des instruments existants, en particulier le Global Environment Facility.
Des négociations sont en cours dans le cadre des informations de séquençage numérique (DSI) qui pourraient constituer une nouvelle ressource importante. Un nouveau fonds a été créé à cet effet lors de la COP16 et ses modalités doivent être définies.
U heeft ook vragen gesteld over de Belgische nationale biodiversiteitsstrategie. De herziening van deze strategie loopt sinds begin 2023. Dit proces verloopt tussen de federale en regionale overheden en wordt gecoördineerd door het Nationaal Knooppunt voor het Verdrag inzake Biologische Diversiteit.
La révision est un processus qui prend du temps et qui doit être coordonné, surtout en Belgique où les compétences sont réparties entre différents niveaux. La coopération entre toutes les administrations est essentielle pour parvenir à un accord qualitatif. L'accord a été ensuite traduit dans les langues nationales officielles et, l'été dernier, un projet de stratégie nationale pour la biodiversité a été présenté au grand public lors d'une consultation. En raison de ce long processus, le timing était serré et s'est finalement avéré irréaliste en raison de la charge de travail élevée de toutes les administrations impliquées pendant la présidence belge du Conseil. Cela s'est donc révélé irréaliste pour aboutir pour la COP16.
De opmerkingen van het publiek worden momenteel geanalyseerd en verwerkt. Na de verwerking van deze opmerkingen, de afstemming tussen de experts en de vertaling zal een herziene versie aan de interministeriële conferentie Leefmilieu worden voorgelegd. Het is uiteindelijk deze conferentie van de verschillende ministers van Leefmilieu die de herwerkte strategie moet goedkeuren.
Tijdens de publieksraadpleging benadrukten veel respondenten het belang van SMART-doelstellingen: meetbaar, haalbaar, realistisch en tijdgebonden, en meer specifieke acties voor elke operationele doelstelling van de strategie. Sommige deelnemers gaven ook aan dat de strategie van een financiële component moet worden vergezeld.
Andere reacties op de raadpleging betreffen de integratie van concepten zoals circulaire economie, mijnbouw en een overgang naar alternatieve en duurzame eiwitten in de strategie. Ook werd gewezen op het belang van een versterking van de financiële en menselijke capaciteiten om de doelstellingen van de strategie te bereiken.
Nog andere opmerkingen hadden betrekking op paragrafen over landbouw, jacht en bosbouw en hoe de ambitie van het huidige Europese beleid hierin werd weerspiegeld en de nood om een specifieke doelstelling toe te voegen met betrekking tot de Belgische ecologische voetafdruk op de wereldwijde biodiversiteit.
05.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de toelichting. De besprekingen in Cali moesten leiden tot de financiering van wat in Montréal is afgesproken. De bespreking van dat nieuwe financieringsmechanisme blijft moeilijk verlopen. Dat is eigenlijk mislukt, althans volgens de pers.
Meetbaar en haalbaar, daar staan wij ook achter. We zullen de herwerkte strategie van de interministeriële conferentie en dit dossier verder opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Oskar Seuntjens (Vooruit): Mevrouw de minister, de beelden die wij vandaag en vorige week in Spanje hebben gezien, tonen nogmaals aan hoe belangrijk het is dat wij iets aan de klimaatverandering doen. De resultaten van de presidentsverkiezingen in Amerika stemmen mij alvast niet erg hoopvol. Hoe dan ook, de afspraken die wij tijdens de COP29 zullen maken, worden uiterst belangrijk. Nog belangrijker zal het zijn om ze ook waar te maken. Daarom kijk ik even terug naar de toezeggingen, de pledges van de vorige COP, de COP26.
Een van de toezeggingen daar van België was om samen met een aantal andere landen onze publieke steun meer in lijn te brengen met de doelstellingen inzake hernieuwbare energie en vooral om te proberen subsidies voor vervuilende fossiele brandstoffen stop te zetten. Dat vertaalde zich in volgende concrete actie: "We will end new direct public support for the international unabated fossil fuel sector within one year of signing this statement", tenzij men bepaalde maatregelen kan verantwoorden en die conform de doelstellingen uit de Parijsakkoorden zijn.
Mevrouw de minister, welke stappen hebt u ondernomen om de engagementen die België tijdens de COP26 heeft genomen, te implementeren, in het bijzonder het engagement waarbij wij ons ertoe hebben verbonden om overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen te stoppen? Wat zijn de plannen ter zake?
06.02 Minister Zakia Khattabi: Ik zal voldoende tijd nemen voor een lang antwoord. Na het steunen van het betreffende initiatief op de COP26 startte de federale overheid een denkoefening over de uitfasering van federale publieke steun aan de internationale sector van de fossiele energie. Dat leidde tot enkele concrete maatregelen. Er werd een standpuntennota opgemaakt voor alle Belgische vertegenwoordigers in multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB) met betrekking tot projecten rond fossiele energiedragers en aanverwante domeinen, zoals transport, infrastructuur en zware industrie.
Met die nota kregen Belgische vertegenwoordigers de richtlijn om oplossingen met hernieuwbare energie te prioriteren. Daarnaast staat er te lezen dat België in principe tegen projecten met fossiele energie gekant is. Zo dienen de MDB's hun steun voor projecten rond fossiele energiedragers stop te zetten en zich uitsluitend te richten op hernieuwbare energiebronnen en op energie-efficiëntie met een positieve bijdrage aan het behalen van de brede duurzaamheidsdoelstellingen, zoals het verzekeren van de toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie.
In de nota wordt ook rekening gehouden met de noodzaak om energiezekerheid te waarborgen of energiearmoede te voorkomen en met de ontwikkelingsimpact van een eventueel project. Die principes mogen geen afbreuk doen aan de algemene richtlijn om fossiele energie uit te faseren.
Het Belgische exportkredietagentschap Credendo heeft dankzij de COP26-verklaring een fossielebrandstoffenbeleid, dat sinds januari 2023 van toepassing is. Het stelt ook dat aanvragen voor de exploratie en exploitatie van nieuwe gas- of olievelden niet langer in aanmerking komen voor dekking. Sinds november 2021 werden aanvragen voor nieuwe koolmijnen en de uitbreiding sinds het COP26-beleid van bestaande koolmijnen niet langer toegestaan.
Ik laat opmerken dat dekking mogelijk blijft voor midstream- en downstreamprojecten van reeds in productie genomen olie- en gasvelden, van olievelden waarvan de ontwikkeling reeds werd goedgekeurd en van gasvelden die reeds in ontwikkeling waren voor 2022, maar dan wel onder bepaalde cumulatieve voorwaarden.
Daarnaast probeert Credendo ook in te zetten op de promotie van schone energie om de transitie te stimuleren.
Gezien de grote impact van exportkredieten op de energietransitie wordt een internationale coalitie opgericht om de publieke exportfinanciering te aligneren met de klimaatdoelstellingen, met name Export Finance for Future, waaraan België actief deelneemt.
De Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) besliste om haar energie-investeringen te beperken tot hernieuwbare-energieprojecten en projecten die bijdragen aan de transitie naar een koolstofarme economie. BIO financiert geen doelondernemingen die energie produceren op basis van fossiele brandstoffen en biobrandstoffen van de eerste generatie.
De enige uitzonderingen zijn projecten die energie produceren op basis van gas, waarbij de energie-efficiëntie van bestaande centrales wordt verhoogd, en projecten van energieproductie op basis van biogas of door methaanextractie. Die uitsluitingslijst geldt zowel voor de directe projectfinanciering als voor projecten die via tussenpersonen worden gefinancierd. Sinds 2021 wordt de geharmoniseerde uitsluitingslijst voor fossiele brandstoffen van EDFI (Europese financiële ontwikkelingsinstellingen) toegepast.
BIO heeft nooit geïnvesteerd in steenkool en is in 2015 formeel gestopt met investeringen in olie. Via de EDFI-verklaring over klimaat- en energiefinanciering streeft BIO ernaar alle nieuwe investeringen af te stemmen op de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs en werkt zij aan de CO2-reductie van haar investeringsportefeuille om bij te dragen aan de transitie van de globale economie naar nettonuluitstoot tegen 2050.
In de context van de Belgische internationale klimaatfinanciering werd in respons op de evaluatie in 2021 van de internationale klimaatfinanciering van de Belgische overheid een internationale klimaatstrategie opgesteld door de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De strategie refereert aan de verbintenissen die België tijdens de COP26 is aangegaan, om een einde te maken aan alle publieke steun voor de brandstoffen. Ze onderschrijft ook de standpunten van uitfasering van de steun voor fossiele brandstoffen, zowel intern, als lid van de Europese Unie, en bij de MDB's.
Voorts sloot ons land zich onder meer ook aan bij de door Nederland op de COP28 gelanceerde internationale coalitie om fossielebrandstofsubsidies uit te faseren. De federale regering heeft al verschillende initiatieven in die zin genomen, onder meer door de fiscale voordelen verbonden aan professionele diesel te verminderen en door de elektrificatie van bedrijfsvoertuigen aan te moedigen. Onderhandelingen over meer verregaande belastinghervormingen werden in juli 2023 stopgezet. Nochtans blijft de inzet op een degelijke uitfasering broodnodig, aangezien in 2021 de totale directe en indirecte subsidies voor fossiele brandstoffen 14.706 miljoen euro bedroegen.
06.03 Oskar Seuntjens (Vooruit): Mevrouw de minister, mijn dank voor de duidelijke opsomming van de genomen maatregelen. Wij onderschrijven die uiteraard volledig, maar dat neemt niet weg dat we nog steeds zeer veel geld uitgeven aan fossiele subsidies. In de huidige moeilijke financiële tijden zouden we die subsidies eens kritisch tegen het licht moeten houden om te onderzoeken of we daaraan iets kunnen doen.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
07.01 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, le 24 mars 2022, la Chambre des représentants a approuvé à l'unanimité la résolution visant à interdire l'importation de trophées de chasse de certaines espèces animales.
La Chambre a demandé au gouvernement fédéral de charger le membre du gouvernement compétent – vous en l'occurrence – de décider immédiatement de ne plus octroyer d’autorisation pour l’importation de trophées de chasse de toutes les espèces animales mentionnées à l’annexe A – je vous passe les détails. Cela concerne notamment le rhinocéros blanc du Sud, l'hippopotame commun, l'éléphant de savane d’Afrique, l'argali, le lion et l'ours blanc ou polaire. Cette règle ne vaut pas pour les importations à finalités éducatives ou scientifiques ni pour les antiquités à haute valeur culturelle.
Afin de donner suite à la demande de la Chambre des représentants, vous avez déposé un projet de loi à la fin de l'année 2023. Ce projet a été adopté à l'unanimité par la Chambre des représentants le 25 janvier 2024.
Madame la ministre, combien de permis ont été délivrés au total jusqu'à la date d'entrée en vigueur de l'interdiction? Quelles sont les espèces pour lesquelles le plus grand nombre de permis a été délivré? De quels pays proviennent ces trophées de chasse? Comment l'interdiction a-t-elle été accueillie par les différentes parties prenantes? Comment l'interdiction a-t-elle été accueillie par les autres États membres de l'Union européenne? Quelle évaluation faites-vous de cette initiative politique?
07.02 Zakia Khattabi, ministre: La base de données actuelle utilisée depuis mars 2015 nous permet de déduire que 294 licences d'importation ont été délivrées depuis 2015 pour un total de 483 parties. En effet, un permis peut être composé d'une ou plusieurs parties. Aucun nouveau permis n'a été délivré depuis le 14 mars 2023, date à laquelle j'ai demandé à l'administration de suspendre la délivrance de ces permis d'importation.
Les espèces les plus courantes sont le lion d'Afrique, le zèbre de Hartmann, l'éléphant d'Afrique, le léopard et l'hippopotame. Les six premiers pays d'origine sont l'Afrique du Sud, la Tanzanie, la Namibie, le Zimbabwe, la Russie et le Canada. Le débat qui a eu lieu ces dernières années à la Chambre des représentants sur l'importation des trophées de chasse a clairement montré que le commerce des trophées reste un débat politiquement sensible.
Après l'adoption de la résolution, je me suis réjouie que le projet de loi visant à interdire cette importation ait également été adopté à l'unanimité par ce Parlement.
Le WWF a montré voici quelques semaines dans son nouveau rapport Living Planet que la taille moyenne des populations d'animaux sauvages a chuté de près de 75 % en cinquante ans. Ces chiffres sont plus qu'alarmants et montrent d'autant plus l'intérêt de cette interdiction.
Il ne se passe en effet pas un jour sans qu'on nous dise que la biodiversité mondiale diminue de manière drastique et que de plus en plus d'animaux souffrent gravement, disparaissent ou sont menacés d'extinction. Malgré cela, un recours en annulation de cette loi a été introduit par l'organisation sans but lucratif Safari Club International Belgique, Pays-Bas et Luxembourg ainsi que par l'Association internationale des chasseurs professionnels, la Société pour la protection de l'environnement et le Forum pour la gestion communautaire des ressources naturelles de Zambie. Je ne peux que le regretter.
Bien entendu, les associations de défense des animaux se sont réjouies de l'adoption de cette loi dans notre pays et espèrent, comme moi, que d'autres États européens suivront. Il va sans dire que les associations de chasseurs et les anciens demandeurs de ces permis n'ont pas réagi favorablement à cette interdiction, puisqu'ils ne peuvent plus importer en Belgique leurs trophées de chasse d'espèces protégées par la CITES. D'où le recours que je viens de signaler.
07.03 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie. C'est une victoire importante pour la préservation de ces espèces. Vous avez évoqué tout à l'heure la COP Biodiversité, car l'extinction de masse représente une menace grandissante. Donc, je vous félicite.
Comme vous, je m'inquiète du poids des lobbies, tout en espérant que le prochain gouvernement n'y soit pas sensible. En effet, cette proposition a été adoptée à l'unanimité. Dès lors, nous espérons que le futur gouvernement ne détricotera pas ce travail qui porte sur un enjeu mondial.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Oskar Seuntjens (Vooruit): De COP29 in Azerbeidzjan wordt in de media ook wel de ‘Finance COP’ genoemd. Collega Ravyts verwees er ook reeds naar dat we een afspraak hebben om 100 miljard dollar per jaar toe te kennen aan ontwikkelingslanden opdat ze maatregelen zouden kunnen treffen om de gevolgen van de klimaatopwarming te bestrijden. Voor het eerst in 15 jaar zullen de omvang en het soort financiering dat ontwikkelingslanden ontvangen, geëvalueerd worden.
Om een beter zicht te krijgen op de manier waarop we naar de onderhandelingen van de COP29 zullen gaan, stel ik volgende vragen.
Hoeveel draagt België momenteel bij aan de klimaatfinanciering en hoe verhoudt dat bedrag zich tot het door studies geraamde eerlijke aandeel van België van minstens 1,1 miljard euro, uiteraard inclusief bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en multilaterale instellingen? Hoe beoordeelt de regering het effect van die huidige financiering?
Heeft België plannen om zijn bijdragen aan de internationale klimaatfinanciering met het oog op de COP29 te verhogen, en zo ja, met welk bedrag?
08.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Seuntjens, tijdens deze legislatuur werd een stijging van de federale bijdrage aan de klimaatfinanciering gerealiseerd. Gemiddeld besteedde de federale overheid in de periode 2013-2019 ongeveer 72 miljoen euro per jaar aan internationale klimaatfinanciering, dit in hoofdzaak via het budget van de DGD.
De federale bijdragen gaan zowel naar specifieke multilaterale klimaatfondsen, zoals het Least Developed Countries Fund (LDCF) en het Green Climate Fund (GCF,) als naar bilaterale samenwerking via Enabel en BIO of via actoren van het middenveld en de universiteiten.
Dankzij bijkomende middelen en strategische keuzes bij onder meer BIO steeg de federale bijdrage in 2023 tot 216 miljoen euro. De samenwerking tussen de DGD en de federale klimaatadministratie laat toe rekening te houden met de verplichtingen van de partnerlanden onder het akkoord van Parijs.
Op Belgisch niveau zijn meer bescheiden stappen gedaan. Op mijn aandringen is in het raam van de verschillende gesprekken tussen de entiteiten over de verdeling van de veilinginkomsten van het ETS voor de periode 2021-2022 een akkoord bereikt over de minimumbijdrage van België aan internationale klimaatfinanciering in de periode 2021-2024. Dit akkoord bevatte ook een bescheiden groeipad voor de gewesten naar 2024.
De Belgische bijdrage bedraagt vandaag 247 miljoen euro. 216 miljoen euro is het aandeel van de federale overheid.
De partijen bij het akkoord van Parijs hebben zich ertoe geëngageerd een stijgende bijdrage te leveren aan de internationale klimaatfinanciering. Deze bijdrage leidde tot een testbare impact in kwetsbare landen, of zij laat hen toe hun klimaatbeleid in detail vorm te geven.
Internationale solidariteit en samenwerking zijn essentiële aspecten van de internationale klimaatdiplomatie. Zij zijn belangrijk in de strijd tegen de klimaatcrisis, en voor onze allianties met de meest kwetsbare landen in het bijzonder.
De federale regering kan dus met een mooi palmares naar de COP29 trekken. U zult begrijpen dat ik geen uitspraken kan doen voor andere entiteiten, noch voor de toekomstige federale regering.
08.03 Oskar Seuntjens (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben uiteraard blij met het gestegen budget voor internationale klimaatfinanciering. Dat neemt echter niet weg dat het nog steeds niet voldoende is, als we de harde cijfers van de realiteit zien. Ik kan alleen maar hopen dat de volgende regeringen daarvan dringend werk maken, in België, maar ook elders. Veel tijd om te wachten hebben we niet meer. Dat zien we in Spanje en ook op andere plaatsen in de wereld. Ik hoop dat we snel stappen zullen zetten en dat België zijn verantwoordelijkheid nu, maar ook in de toekomst zal nemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 11.