Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
van Woensdag 6 november 2024 Namiddag ______ |
du Mercredi 6 novembre 2024 Après-midi ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 21 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De voorzitter: Mevrouw Safai is verontschuldigd.
01.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op 4 oktober 2024 stelde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg dat Afghaanse vrouwen als een specifieke sociale groep aangezien moeten worden en dat ze bij hun terugkeer naar het land van herkomst daadwerkelijk en specifiek vervolging dreigen te ondergaan vanwege de onderdrukking door de taliban. Om te oordelen over de asielaanvraag, volstaat het volgens het Hof om alleen te kijken naar de nationaliteit, zijnde Afghaans, en naar het geslacht, zijnde vrouw, om in aanmerking te komen voor een asielstatus.
Bestaat er volgens u een risico dat dat zal leiden tot een toename van het aantal asielaanvragen en dat de uitspraak een aanzuigeffect heeft?
Zal er bij de beoordeling van toekomstige asielaanvragen door het CGVS rekening worden gehouden met die beslissing, of oordeelde het CGVS al in die zin en zal het arrest dus geen impact hebben?
Wat is momenteel de erkenningsgraad van Afghaanse vrouwen?
Bent u voorstander van beslissingen waarbij het voldoende is om nationaliteit en geslacht in aanmerking te nemen voor de toekenning van een asielaanvraag?
Hoe zorgt u ervoor dat de individuele toetsing van een asielaanvraag gewaarborgd blijft?
01.02 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, les droits des femmes en Afghanistan sont de jour en jour de plus en plus restreints par le régime des talibans et ces droits finiront par devenir inexistants.
Face à cette situation, aux discriminations graves, aux violences de genre, qui hélas ne font plus les gros titres de la presse internationale depuis de trop nombreux mois, la Cour de justice de l'Union européenne a publié un arrêt important. Elle indique que dans le cadre d'une procédure d'asile, la nationalité et le sexe suffisent pour établir qu'une femme afghane fasse l'objet de persécutions en cas de retour dans son pays. Chaque État membre pourra désormais se baser uniquement sur ces critères pour accorder une protection internationale aux femmes afghanes.
Madame la secrétaire d'Etat, dans le cadre de la procédure d'asile en Belgique, quelles sont les conséquences concrètes de cet arrêt pour les femmes afghanes?
Le CGRA a-t-il revu ses instructions dans le sens précisé par la Cour de justice de l'Union européenne?
Au 1er octobre 2024, combien de femmes afghanes ont demandé le statut de réfugiées dans notre pays et combien ont reçu une suite favorable cette année?
Une procédure de révision des décisions prises pour les femmes afghanes toujours présentes sur le territoire est-elle envisagée ou leur demanderez-vous d'introduire une nouvelle demande, dite multiple, qui serait justifiée par ce nouvel arrêt de la Cour de justice?
Qu'en est-il des membres de la famille accompagnant ces femmes?
Pourriez-vous m'indiquer ce qu'il en est de la situation des hommes afghans qui sont toujours dans un no man's land juridique sur notre territoire?
01.03 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d'État, l'Afghanistan est redevenu un enfer pour les femmes depuis le retour des talibans. Nous ne comptons plus les mesures de privation de droits qui touchent les femmes afghanes qui sont interdites d'accès à l'éducation, exclues de la quasi-totalité des emplois, interdites de vie sociale, interdites d'apparaître dans l'espace public sans être accompagnées.
Il leur a même été récemment interdit de parler entre elles. La presse nous apprend en effet que le ministre afghan de la Promotion de la vertu et de la Prévention du vice a affirmé que les femmes ne devaient pas entendre la voix d'autres femmes, même lorsqu'elles prient.
Nous n'avons évidemment pas de moyens directs d'action pour aider ces femmes là-bas mais notre pays, comme les autres pays de l'Union européenne, a un levier: se montrer ouvert.
Lorsque des femmes venues d'Afghanistan introduisent une demande d'asile, nous pourrions faire en sorte qu'être femme et venir d'Afghanistan constituent en soi une catégorie de personnes à laquelle nous pouvons et devons offrir asile et protection, comme nous le permet désormais la Cour de justice de l'Union européenne.
Madame la secrétaire d'État, pouvez-vous nous dire si cette catégorie de réfugiées fait l’objet d’une attention spécifique du CGRA? Pouvez-vous nous donner les chiffres relatifs au nombre de demandes concernées?
01.04 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, chaque jour, les droits des femmes en Afghanistan s’effacent sous le régime des talibans. Elles sont privées de toute liberté. Alors que le monde regarde malheureusement ailleurs, la Cour de justice de l'Union européenne a affirmé qu'être femme et afghane suffit désormais pour être considérée en danger et obtenir protection en Europe.
Madame la secrétaire d'État, que signifie concrètement cet arrêt pour les femmes afghanes en Belgique? Le CGRA a-t-il revu ses pratiques pour faciliter leur demande d'asile? Combien de femmes afghanes ont été protégées ici cette année? Pour celles qui sont déjà présentes, une révision de leur dossier est-elle envisagée ou devront-elles reprendre la démarche pour faire valoir ce droit?
Concernant leurs proches, en particulier les hommes afghans, comment ce statut est-il appliqué?
Je vous remercie pour vos réponses, dont j’espère qu’elles éclaireront un peu le sort de ces femmes qui ont tout perdu.
De voorzitter: Zijn er leden die zich daarbij wensen aan te sluiten?
01.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, nooit en nergens ter wereld zouden vrouwen moeten meemaken wat er nu in Afghanistan gebeurt. Daarover zijn we het allemaal eens. De vrouwen die in ons land bescherming vragen, moeten die ook kunnen krijgen. Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie komt neer op een directe erkenning van de vluchtelingenstatus van Afghaanse vrouwen. Alleen de nationaliteit en het geslacht zijn al voldoende om aan te tonen dat ze vervolging riskeren. De PVDA vindt het dan ook uw plicht om dat arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie ook in België ten uitvoer te leggen.
Zult u dat doen? We hopen alvast dat u dat zeer ernstig neemt.
01.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, ik bedank de parlementsleden voor hun vragen over het beschermingsstatuut van Afghaanse vrouwen en het recente arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie daarover.
Depuis la reprise du traitement de toutes les demandes d'Afghans en mars 2022, le traitement de ces dossiers par le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) va déjà dans le sens de cet arrêt. La pratique du CGRA est donc déjà conforme à l'arrêt de la Cour européenne de Justice qui a été discuté. Il n'y a donc pas lieu de procéder à un réexamen du dossier, monsieur Aouasti. Toutes les ressortissantes afghanes peuvent prétendre au statut de réfugiée en tant que groupe social déterminé.
Het begrip 'sociale groep' wordt namelijk in die zin geïnterpreteerd. Het is al langer duidelijk dat vrouwen in Afghanistan zich in een zeer precaire situatie bevinden. De discriminerende maatregelen die de taliban aan Afghaanse vrouwen opleggen, volstaan volgens de huidige rechtspraak op zich om te worden beschouwd als daden van vervolging. Het is goed dat het Hof van Justitie ook duidelijkheid schept met het oog op een uniforme toepassing van de kwalificatierichtlijn en de Conventie van Genève in alle lidstaten. Een harmonisering van de interpretatie wat dat betreft door verschillende lidstaten is een belangrijke zaak.
Wat de cijfers betreft, in 2024 is 16 % van de Afghaanse verzoekers een vrouw, wat iets hoger ligt dan voorgaande jaren. In 2023 was dat 11 %, in 2022 was dat 7 %. De voorgaande jaren waren er ongeveer 250 volwassen Afghaanse vrouwelijke verzoekers. Voor de eerste 9 maanden van dit jaar zitten we ook aan dat cijfer. Wellicht zal het aantal dus iets hoger liggen dit jaar, al betreft het een zeer beperkte stijging.
Het verbaast niet dat die cijfers zo laag zijn. Het is geweten dat Afghaanse vrouwen veel moeilijker het land kunnen verlaten en veel moeilijker op eigen houtje kunnen reizen. Het is belangrijk op te merken dat we de afgelopen jaren een heel sterke daling hebben gezien van het aantal Afghaanse niet-begeleide minderjarigen. Daar ging het voornamelijk om jongens. Er is dus inderdaad een kleine procentuele stijging van de vrouwen, tot 16 % vandaag.
En 2024, jusqu'à la fin du mois de septembre, un total de 2 486 personnes afghanes ont demandé une protection internationale dont 390 femmes et filles. Au cours de la même période de référence, le CGRA a accordé le statut de réfugiée à 372 femmes et filles afghanes. Cela représente un taux de reconnaissance de 95,6 %. Veuillez noter aussi que les décisions de 2024 ne sont pas nécessairement liées aux demandes de 2024.
Het is belangrijk op te merken dat er een daling is in het totale aantal Afghaanse verzoeken en een nog grotere daling van het aantal eerste verzoeken in België. Maar vergis u niet, collega's, er vindt nog altijd een onderzoek op individuele basis plaats. Ik vind dit zelf heel belangrijk. Het CGVS zal nog altijd moeten nagaan of de verzoekster daadwerkelijk de Afghaanse nationaliteit heeft, of er bepaalde uitsluitingsgronden spelen en of de verzoekster niet reeds internationale bescherming geniet in een andere Europese lidstaat.
Het CGVS kan dus nog steeds een weigeringsbeslissing nemen wegens nationaliteitsfraude, of een beslissing van niet-ontvankelijkheid wegens het reeds hebben van een statuut van internationale bescherming in een andere Europese lidstaat. Het CGVS volgt altijd de wettelijk voorziene procedures en zal dus niet zomaar overgaan tot een automatisch erkenningsbeleid.
Hetzelfde geldt uiteraard voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Il convient toutefois de noter que la grande majorité des demandeurs afghans sont des hommes. Pour les hommes célibataires, le CGRA évaluera également sur une base individuelle, pour chaque demandeur, s'il existe un besoin de protection tenant compte de la situation actuelle en Afghanistan. Actuellement, le taux de reconnaissance global du CGRA pour les Afghans est de 38 %.
01.07 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op basis van uw antwoord heb ik toch nog een kleine, bijkomende vraag. Ik weet niet of dat mogelijk is?
Spelen de uitsluitingsgronden nog steeds, bijvoorbeeld die wegens verstoring van de openbare orde, ongeacht de rechtspraak? (De staatssecretaris knikt instemmend.) Oké.
Los van de situatie in Afghanistan moeten we echt wel opletten voor rechterlijke uitspraken die de individuele toetsing van asielaanvragen moeilijker of onmogelijk maken, al wordt er in de praktijk gesproken van een sociale groep of al erkent men in de praktijk al bijna alle vrouwen. Ik meen dat we zeer voorzichtig moeten zijn groepen in globo te erkennen. Daar gaat volgens mij wel een aanzuigeffect van uit.
01.08 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'état, je vous remercie pour vos réponses. Je vous remercie aussi d'avoir confirmé que notre pays n'a pas attendu l'arrêt de la Cour de justice pour considérer que la condition de femme était malheureusement une condition pour être maltraitée et persécutée sur le territoire afghan. Je vous remercie également d'avoir confirmé que le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides a anticipé les choses. Je pense qu'il est très heureux que notre jurisprudence ait anticipé cette jurisprudence de la Cour de justice et qu'elle se maintienne comme telle.
Je rappelle néanmoins malheureusement toujours le sort de ces centaines d'hommes afghans qui sont ici. Ils ne sont pas reconnus, mais ils sont considérés comme inexpulsables vers leur pays d'origine; ils se trouvent donc dans un no man's land et errent aujourd'hui dans une relative incertitude pour un temps dont on ignore la longueur. Je pense qu'il faut aussi pouvoir profiter de cette tribune pour lancer un message et faire en sorte qu'il y ait de l'humanité dans la manière dont sont traitées ces demandes-là, afin que ces hommes afghans qui sont sur le territoire puissent avoir un avenir.
01.09 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses très claires. Moi aussi, je suis heureux que la Belgique n'ait pas attendu l'arrêt de la Cour de justice pour considérer que les femmes afghanes sont une catégorie devant bénéficier de cette protection. Je pense que c'est le devoir de notre pays de continuer en ce sens et de s'intéresser malgré tout au sort des hommes afghans. Ces derniers ne sont pas dans la même situation, mais la leur n'est pas très enviable non plus.
01.10 Rajae Maouane (Ecolo-Groen):
Merci, madame la secrétaire d'État, pour vos réponses qui sont assez
rassurantes. Aujourd'hui, notre attention et notre engagement envers ces femmes
doivent être totaux, pleins et entiers, face à cette situation tragique. Je
vous appelle à continuer à faire de notre pays un allié inébranlable pour ces
femmes qui sont contraintes de fuir et qui sont dans des situations absolument
désastreuses là-bas. Comme mes collègues, je rejoins l'appel lancé concernant
les hommes afghans; il faut traiter ces dossiers avec humanité. Je sais que vous en faites preuve. Merci
beaucoup.
De voorzitter: Zijn er leden die wensen aan te sluiten?
01.11 Maaike De Vreese (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, mevrouw Darya Safai en ikzelf hebben het arrest zelf heel goed gelezen. Daarin kan worden vastgesteld dat het Europees Hof de lidstaten toestemming geeft om de vluchtelingenstatus uit te reiken op basis van louter herkomst en geslacht.
Daarin is de toestemming belangrijk. Het Europees Hof verplicht de lidstaten inderdaad in geen enkel geval een en ander categorisch te doen, over de hele categorie heen. Dus weigeren op basis van een individueel onderzoek is en blijft mogelijk.
Het lijkt voor ons heel belangrijk dat het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, op dit moment een heel onafhankelijke organisatie of instantie, het op die manier ook blijft doen, namelijk op strikt individuele basis blijven oordelen. Indien een Afghaanse vrouw immers niet in dat geval is, moeten wij de status ook niet toekennen.
Wij zijn bezorgd dat, wanneer dat voor een hele categorie wordt gedaan, daarvan binnen de kortste keren misbruik zal worden gemaakt en het een aanzuigeffect kan hebben. Afghaanse vrouwen worden dan naar hier gestuurd opdat de mannen ook naar hier kunnen komen op basis van het statuut dat de vrouw hier heeft gekregen.
We mogen ter zake niet naïef zijn en moeten de dossiers op individuele basis blijven bekijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, het is positief dat de meeste Afghaanse vrouwen die in ons land asiel aanvragen, dat ook effectief krijgen. Deze vraag gaat echter over de Afghaanse mannen, voor wie het een totaal ander verhaal is. Aan slechts 38 % van de Afghaanse mannen die in ons land asiel aanvragen, wordt dat ook effectief verleend. In onze buurlanden ligt de erkenningsgraad veel hoger. Voor de gehele Europese Unie krijgt 80 % verblijfsrecht. In Duitsland is dat 93 %, in Nederland 88 % en in Denemarken 94 %.
De Afghanen die geweigerd worden krijgen een bevel om het grondgebied te verlaten. Gedwongen terugkeer naar Afghanistan is echter niet mogelijk. In de vorige legislatuur beklemtoonde u verschillende keren dat vrijwillige terugkeer wel mogelijk is, maar in de praktijk stellen we vast dat dat absoluut niet het geval is. De situatie van geweigerde Afghaanse verzoekers om internationale bescherming is bijgevolg verschrikkelijk. Ze kunnen nergens naartoe en worden gedwongen tot een leven zonder wettig verblijf. Het Federaal Migratiecentrum, Myria, vraagt een oplossing voor de Afghanen die in zo'n uitzichtloze situatie zijn beland, zonder rechten, inkomen of hulp.
Hoe komt het dat er zulke grote verschillen bestaan tussen de erkenningsgraad van Afghanen in België en die van Afghanen in buurlanden als Nederland of Duitsland? Wat zult u doen opdat zij niet in de illegaliteit belanden? Waarom blijft u steevast weigeren om hun een tijdelijke verblijfsvergunning te geven?
02.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, uw vraag sluit perfect aan bij het actualiteitsdebat van daarnet. Ik heb gezegd dat het huidige beschermingspercentage voor Afghanistan voor alle beslissingen ten gronde 38 % bedraagt. De niet-ontvankelijkheidsbeslissingen niet meegerekend, bedraagt het beschermingspercentage 43 %.
U kunt niet zomaar een vergelijking met andere lidstaten maken, gelet op verschillende factoren. De beschermingsgraad van Afghanen in de EU-lidstaten, het aantal toegekende vluchtelingenstatussen en subsidiairebeschermingsstatuten gedeeld door het totale aantal verzoeken, bedraagt voor de eerste zes maanden van 2024 zo’n 63,2 %. Duitsland kende in de eerste helft van 2024 aan slechts 46,2 % van de Afghanen internationale bescherming toe. Daarnaast kent Duitsland ook tijdelijke statuten toe die niet onder het stelsel van internationale bescherming vallen. De cijfers van de buurlanden zijn dus niet altijd representatief voor die bijzondere statuten.
Een vergelijking van de beschermingsgraad voor de verschillende lidstaten wordt onder meer bemoeilijkt door het verschil in profielen die zich aanbieden. Een lager aandeel positieve beslissingen kan dus ook te wijten zijn aan het feit dat zich in bepaalde lidstaten minder risicoprofielen aanbieden, bijvoorbeeld etnische minderheden of vrouwen. Ik heb al gezegd dat het aantal vrouwen ter zake in België 16 % omvat. Zo dienen in België hoofdzakelijk alleenstaande Pasjtoense jonge mannen een verzoek om internationale bescherming in en ligt de weigeringsgraad bij hen zeer hoog.
Beschermingspercentages zijn bovendien slechts representatief als ze betrekking hebben op een aanzienlijke hoeveelheid dossiers. Zo werden in landen zoals Nederland, Finland, Noorwegen of Denemarken de jongste jaren zeer weinig asielaanvragen van Afghanen behandeld of lag de prioriteit op de behandeling van dossiers met veel kans op erkenning. In heel wat van die landen werden gedurende lange tijd de procedures opgeschort. Zo werd in Denemarken sinds begin 2024 tot nu in slechts 90 Afghaanse dossiers een beslissing genomen. De erkenningsgraad kan daar dan inderdaad wel op 94 % liggen, maar dat zegt op zich zeer weinig in vergelijking met de cijfers in België.
Ten tweede, wat de terugkeer betreft, iemand met een negatieve asielbeslissing en zonder enig ander verblijfsrecht moet naar zijn land van herkomst terugkeren. Die terugkeer gebeurt bij voorkeur vrijwillig. Verschillende personen zijn al vrijwillig teruggekeerd naar Afghanistan, ofwel met de steun van Fedasil, ofwel zelfstandig. Een terugkeer is dus absoluut niet onmogelijk. U blijft het tegendeel herhalen, elke commissievergadering opnieuw, maar dat is niet juist, zoals ik u al gezegd heb. Een gedwongen terugkeer blijft vandaag inderdaad moeilijk, omdat we daarvoor moeten samenwerken met het talibanregime, maar het is evenmin onmogelijk. Recent werden door Duitsland bijvoorbeeld 28 Afghanen met een zwaar crimineel verleden onder dwang teruggestuurd. Ook mijn asieldiensten zijn aan het bekijken hoe wij de terugkeer naar Afghanistan kunnen verhogen.
U spreekt over humanitaire regularisatie. Welnu, dat wordt altijd op individuele basis onderzocht. Ik kan u wel meedelen dat het feit dat men Afghaan is, voor mij absoluut niet volstaat. We hebben in ons land een goedwerkende asielprocedure. We beschermen de mensen die bescherming nodig hebben. Als men na een grondige asielprocedure een negatieve beslissing krijgt, dan betekent het dat men kan terugkeren naar het herkomstland. Meer nog, het betekent dat men móét terugkeren naar zijn herkomstland. Wie zich daarbij niet neerlegt maar van mening is dat ongeacht de uitkomst van een asielbeslissing toch aan iedereen een verblijfsstatuut toegekend moet worden, ondermijnt het volledige asielsysteem.
02.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.
In het voorbije actualiteitsdebat had u het daarnet over harmonisering van de lidstaten. U vond de uitspraak van het Europees Hof van Justitie over de bescherming van Afghaanse vrouwen belangrijk, omdat op die manier het beleid in de lidstaten geharmoniseerd wordt. Voor de Afghaanse mannen volgt u dat niet, of ik hoor althans toch een grote 'maar'. Ik vind dat opmerkelijk. Eigenlijk laat u die Afghaanse mannen aan hun lot over door niets te doen aan hun situatie. Zij hebben hier geen recht op verblijf, maar draai of keer het zoals u wilt, ze kunnen heel moeilijk terug. Heel veel mensen zitten vast tussen twee muren. Ze mogen hier niet werken. Ze kunnen niet huren. Wat moeten ze doen? Als ze elders asiel aanvragen, worden ze conform de Dublinprocedure terug naar België gestuurd. Er moet toch een andere oplossing zijn?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, in de nacht van 5 op 6 september is David Tchatchoua overleden in het gesloten centrum van Brugge. Over de precieze omstandigheden is zeer weinig informatie beschikbaar. Het gebrek aan transparantie over wat zich allemaal afspeelt achter de deuren van de gesloten centra is groot. In de afgelopen jaren lieten een aantal mensen het leven in de gesloten centra in ons land, maar steeds is slechts heel weinig informatie beschikbaar over de omstandigheden. Ook komt naderhand nooit een woordje uitleg over hoe een dergelijk overlijden kan worden voorkomen.
We weten ondertussen wel al iets meer over de concrete situatie, omdat we zelf een bezoek hebben gebracht aan het gesloten centrum in Brugge. Ik begrijp zeker dat niet steeds alle informatie openbaar gemaakt kan worden, bijvoorbeeld omdat een onderzoek lopende is. Toch wil ik u vragen welke conclusies uit het onderzoek u ons wel kunt meegeven.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe zijn de zaken geëvalueerd? Hebt u gesproken met de directeur van het centrum?
Waarom weigert de DVZ over dergelijke zaken te communiceren? Wat wordt gedaan om de transparantie rondom gesloten centra te verbeteren?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Daems, op 5 september overleed inderdaad een man van Georgische nationaliteit die verbleef in het gesloten centrum van Brugge. De betrokkene werd onwel, waarna een ziekenwagen werd opgeroepen. Hij ontving de nodige medische zorgen en werd naar het ziekenhuis gebracht, waar hij overleden is. Een politioneel en intern onderzoek werd opgestart. Vanwege de privacy en het lopend onderzoek kan ik onmogelijk al de vragen die u hier stelt beantwoorden.
In het algemeen klopt het niet dat de gesloten centra niet transparant opereren, zoals u elke keer suggereert. Ik wil erop wijzen dat u als federaal parlementslid te allen tijde toegang hebt tot de gesloten centra. Het lijkt me moeilijker om nog transparanter te zijn dan dat. Daarnaast kunnen ngo's bezoeken brengen aan de bewoners en geregeld vinden ook controles door internationale organisaties plaats.
Uiteraard dienen tegelijkertijd de privacy van de bewoners, in dit specifiek geval het onderzoek en de goede werking van de centra te worden gegarandeerd. Dat is een evenwichtsoefening waar niemand omheen kan.
03.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
Het is inderdaad een evenwichtsoefening. Wij zijn inderdaad zelf naar het gesloten centrum gegaan om verhaal te halen. Toch denken wij dat het nog transparanter kan, want ik meen dat er in het Parlement ruimte moet zijn om dergelijke zaken te bespreken, zodat wij niet allemaal individueel naar het gesloten centrum moeten gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, we hadden het daarnet al over de Afghaanse vrouwen. Nu heb ik het over een Afghaanse man.
Uit een artikel van het weekblad Knack blijkt dat het CGVS de vluchtelingenstatus van Jamil Qadery heeft opgeheven. Jamil is niet zomaar iemand. Hij heeft heel wat volgers op YouTube (80.000), TikTok (45.000), Twitter (19.000) en Facebook (160.000). Hij kwam vorig jaar in opspraak nadat hij op sociale media zijn steun voor de taliban had uitgesproken. Hij wordt niet voor niets de 'talibaninfluencer' genoemd.
U hebt in 2023 aangekondigd dat het CGVS de vluchtelingenstatus van de man opnieuw zou onderzoeken, wat ook is gebeurd. Het CGVS heeft in mei 2024 zijn vluchtelingenstatus opgeheven. Op 5 juni zou Jamil Qadery bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een beroep tegen de beslissing hebben ingesteld. Er zou echter nog geen zittingsdatum zijn vastgelegd.
Hoe is het überhaupt mogelijk dat iemand met een dergelijk profiel alsnog de vluchtelingenstatus heeft verkregen? Qadery zijn YouTubekanaal bestaat al sinds 2020. Hoe is het mogelijk dat het tot 2023 duurt alvorens zijn vluchtelingenstatus wordt heronderzocht?
Strekken de onderzoeksmogelijkheden van de protection officers van het CGVS wel ver genoeg? Hebben ze genoeg tijd en ruimte om statussen te heronderzoeken of is er nog steeds een gebrek aan personeel?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de terugkeer van illegalen naar Afghanistan?
04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Belleghem, u hebt heel veel vragen gesteld. Eén vraag heb ik inderdaad al beantwoord, ik probeer de andere vragen zo kort mogelijk te beantwoorden.
Een asielaanvraag wordt in ons land individueel en onafhankelijk beoordeeld door het CGVS. Dat betekent dat ik als staatssecretaris niet tussenkom in die individuele beoordeling. Ik kan echter wel aan het CGVS vragen om een beoordeling opnieuw te evalueren of te herzien. In mei 2023 heb ik inderdaad aan het CGVS gevraagd om de vluchtelingenstatus van die persoon in te trekken. De asielprocedure dient om mensen te beschermen die gevaar lopen voor oorlog of vervolging en niet voor wie zich schuldig maakt aan haatspraak of het verheerlijken van moorddadige regimes. De aanwezigheid van dergelijke personen in ons land kunnen wij niet tolereren.
Het CGVS heeft mijn verzoek als onafhankelijke instantie beoordeeld en heeft inderdaad de vluchtelingenstatus ingetrokken. Momenteel wordt het beroep tegen die intrekking behandeld door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Doordat het CGVS is gebonden aan het beroepsgeheim kan ik u uiteraard geen verdere, gedetailleerde informatie geven over dit individuele dossier. Ik kan u wel zeggen dat elk dossier grondig wordt beoordeeld door het CGVS. Bovendien is daar ook bijzondere aandacht voor het veiligheidsaspect. Er gebeurt een veiligheidsscreening bij elke registratie van een verzoek om internationale bescherming bij de DVZ door de inlichtingendiensten.
Informatie over haatpropaganda verkrijgt het CGVS zowel door eigen onderzoek, onder andere door de nieuwe media-unit, als via derden, dat zijn dan andere diensten of landgenoten die het CGVS op de hoogte brengen. Dat kan gaan om radicale religieuze preken, om propaganda voor de taliban of ISKP, om haatdragende standpunten tegen etnische of religieuze minderheden enzovoort. Het CGVS zal de elementen waarvan het op de hoogte is altijd onderzoeken tijdens de asielprocedure of zal, indien het om een persoon gaat die al een beschermingsstatus heeft, onderzoeken in welke mate een intrekking van de status van vluchteling of subsidiaire bescherming mogelijk is. Het is daarbij van belang om de aanwijzingen van haatpropaganda zoveel mogelijk te objectiveren en hard te kunnen maken. De betrokken persoon krijgt ook steeds de kans om te reageren op de elementen en desgevallend op het voornemen van het CGVS om de status in te trekken.
Bij het beoordelen van verzoeken om internationale bescherming kan het CGVS gebruikmaken van publiek toegankelijke elektronische informatie. Wanneer het CGVS online informatie van sociale media wil raadplegen en verwerken in een beslissing, dient dit evenwel conform de GDPR-wetgeving te gebeuren. Een onderzoek naar de sociale media van de verzoeker kan alleen plaatsvinden als daar tijdens de behandeling van het dossier een specifieke reden voor is.
Als er tijdens een lopende procedure nood is aan een grondig online onderzoek naar de socialemediaprofielen van een verzoeker, wordt dit uitgevoerd door gespecialiseerde medewerkers van de nieuwe media-unit van Cedoca, de dienst van het CGVS die onderzoek voert naar de herkomstlanden van verzoekers om internationale bescherming. Die unit ondersteunt Cedoca en de protection officers in hun onderzoek door zich te specialiseren in het verzamelen van informatie uit open bronnen en het onderzoek op sociale netwerken. Die medewerkers zijn specifiek opgeleid om publiek beschikbare informatie te verzamelen en te analyseren, met respect voor de GDPR-richtlijnen. Ze maken daarbij gebruik van zeer geavanceerde zoektechnieken.
Zo’n onderzoek begint standaard met het nagaan van de online aanwezigheid van de verzoeker op verschillende platformen: Facebook, YouTube, Instagram, Telegram, TikTok, VKontakte – dat ik zelfs niet ken – enzovoort. Wanneer onlineprofielen met zekerheid kunnen worden gelinkt aan een bepaalde verzoeker en wanneer er relevante openbare informatie terug te vinden is, wordt die informatie geanalyseerd met het oog op het behandelen van het verzoek.
De nieuwe media-unit beschikt hiervoor over gespecialiseerd materiaal en medewerkers die verschillende talen beheersen. Bovendien heeft de unit toegang tot software voor analyse en vertaling en kan men zo nodig een beroep doen op beëdigde tolken van het CGVS. Alle relevante informatie die tijdens het onderzoek is verzameld, wordt via gespecialiseerde software opgeslagen. Dat waarborgt de authenticiteit ervan en voorkomt vervalsingen.
De unit rapporteert haar bevindingen aan de bevoegde protection officer, die de informatie dan kan gebruiken bij het nemen van een beslissing.
In een notendop kunnen we zeggen dat de socialemediaprofielen van verzoekers om internationale bescherming vandaag heel grondig worden onderzocht.
Op de vraag naar terugkeer heb ik al geantwoord.
04.03 Francesca Van Belleghem (VB): Dank voor uw uitgebreide antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
Ik vind het werkelijk heel erg dat dit soort 'talibaninfluencer' zo lang op ons grondgebied kan blijven en dat hij überhaupt de vluchtelingenstatus heeft gekregen, dat hij drie jaar ongestoord op sociale media zijn haatspraak heeft kunnen verkondigen. Zijn laatste video op YouTube dateert van 13 dagen geleden, hij is dus nog steeds actief. Ik versta geen snars van wat hij zegt, maar ik heb er geen goed oog in.
Ik hoop uit de grond van mijn hart dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de juiste beslissing neemt. Ik zie trouwens maar één mogelijke juiste beslissing. Ik hoop ook dat de terugkeer vanuit België naar Afghanistan opnieuw opgestart kan worden. Als Duitsland het kan, moeten wij het ook kunnen. We zullen alleszins heel grondig opvolgen of u die terugkeer weer oppikt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, op donderdag 3 oktober werd een grootschalige actie georganiseerd aan de Frans-Belgische grens om alle soorten grenscriminaliteit tegen te gaan en tevens de transmigratieproblematiek aan te pakken. Daarbij werden 22 transmigranten opgepakt. Naast de Belgische en Franse politiediensten namen ook de douane, de Dienst Vreemdelingenzaken en sociaal inspecteurs deel. Er werden nog dergelijke acties aangekondigd.
Het zwaartepunt van het aantal vaststellingen inzake transmigratie via België ligt in West-Vlaanderen. Naast vrachtwagens en containers wordt er ook gebruikgemaakt van small boats. Het parket van West-Vlaanderen stelde het al, er is een heel grote toename ten opzichte van vorig jaar. De laatste maanden is er weer een zeer sterke stijging.
Kunt u de evolutie schetsen van transmigratie in België in de voorbije jaren? Welk aandeel was daarbij weggelegd voor West-Vlaanderen? Hoe is dit de laatste maanden geëvolueerd? Zullen de acties verdergezet worden en welke inspanningen zal de Dienst Vreemdelingenzaken leveren? Werden er ook minderjarige transmigranten aangetroffen en welke opvolging werd daaraan gegeven? Kwamen die gewoon op straat terecht of werden ze werkelijk opgevolgd? Hoeveel transmigranten werden er overgebracht naar een gesloten centrum? Wat zijn de voornaamste nationaliteiten? Welke instructies hanteert de Dienst Vreemdelingenzaken in verband met de verdere opvolging van bijvoorbeeld de mensen die in vrijheid werden gesteld of terechtkomen in een gesloten centrum?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw De Vreese, dit is een belangrijk onderwerp dat wij nauwlettend moeten blijven opvolgen. Het is de federale politie die het fenomeen onderzoekt, dus voor heel wat van uw vragen dien ik u naar mijn collega van Binnenlandse Zaken te verwijzen. Ik heb uiteraard mijn diensten, zeker de DVZ, gevraagd om de politie maximaal te ondersteunen in de strijd tegen transmigratie.
Het uitvoeren van de controles zelf is een politionele bevoegdheid, niet de bevoegdheid van de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik kan echter wel meegeven dat de actuele aanpak, waarbij de nadruk echt ligt op het gerechtelijke deel en waarbij men ook focust op het opsporen en ontmantelen van netwerken van smokkelaars, volgens mij de goede aanpak is. We moeten de netwerken ontmantelen om het fenomeen echt helemaal te stoppen. In dit kader wordt er ingezet op politionele acties, versterkte samenwerking met Frankrijk en ondersteuning van de operaties door Frontex.
De acties met betrekking tot transmigratie worden door de politie ingepland. Zij kan daarvoor desgewenst ondersteuning vragen van de DVZ. In feite wordt de planning van de dienst Ondersteuning Politie op het Terrein bepaald door de vragen die de DVZ van de politiediensten krijgt. Tegelijkertijd is er ook overleg met de politiediensten, met lokale overheden en met de provincies, waaraan de DVZ kan deelnemen.
Bij de actie waarnaar u verwees, was er inderdaad een DVZ-medewerker aanwezig. Er werden echter 8 en dus geen 22 vreemdelingen bestuurlijk aangehouden. Enkel voor de personen voor wie de DVZ een administratief verslag van controle ontvangt, kan men een beslissing nemen.
Onder deze 8 personen was er één niet-begeleide minderjarige. Daar de DVZ niet bevoegd is voor deze categorie, verwijst de politie dan door naar de Dienst Voogdij. Ook uw vraag over de opvolging van deze minderjarige moet worden voorgelegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, bevoegd voor politie, en aan de minister van Justitie, bevoegd voor de Dienst Voogdij.
Ik kan u wel zeggen dat er ten gevolge van die actie geen personen werden vastgehouden door de DVZ, omdat gedwongen terugkeer op dat moment bijna onmogelijk was. Uitgezonderd de niet-begeleide minderjarige kregen zij allen een bevel om het grondgebied te verlaten. De betrokkenen verklaarden afkomstig te zijn uit Tsjaad, Guinee, Soedan en Sierra Leone. Vasthouding in een gesloten centrum is uiteraard enkel mogelijk indien er op het moment van de interceptie plaats is, maar ook enkel indien de betrokkene gedwongen verwijderd kan worden. Onder de transitmigranten bevinden zich helaas heel wat personen van nationaliteiten waarvoor een gedwongen terugkeer niet uitgevoerd kan worden, bijvoorbeeld omdat er geen samenwerking is voor de identificatie of omdat er tout court geen gedwongen verwijderingen naar bepaalde herkomstlanden mogelijk zijn.
Dat betekent echter niet dat deze personen geen bevel krijgen om het grondgebied te verlaten, maar gelet op het beperkte aantal plaatsen voor detentie worden deze voorbehouden voor gevallen van zware verstoring van de openbare orde en eerder vlot verwijderbare personen, dus personen van wie identificatie mogelijk is of voor wie er een akkoord voor overname is, of die in het bezit zijn van een geldig reisdocument.
05.03 Maaike De Vreese (N-VA): Bedankt, mevrouw de staatssecretaris. Het is inderdaad belangrijk om in te zetten op gerechtelijke onderzoeken en de ontmanteling van de netwerken, maar het is wel de bestuurlijke informatie die heel vaak de nodige informatie geeft om gerechtelijk verder te werken. Ik meen dat het bestuurlijke aspect minstens even belangrijk is in de aanpak van het probleem.
Ik heb natuurlijk de vraag ook al aan minister Verlinden gesteld, gefocust op het politionele aspect, maar ook de Dienst Vreemdelingenzaken speelt hierin een zeer belangrijke rol, al was het maar omdat de politiediensten enorm gefrustreerd zijn door het feit dat niemand van de mensen die aangetroffen worden overgebracht wordt naar een gesloten centrum. U hebt dat ook bevestigd. Ik vroeg eerst of die informatie klopte. U bevestigt het.
Nog veel grotere frustratie is er omdat niet-begeleide minderjarigen gewoon terug op straat belanden, al hebt u niet gezegd of dat klopt of niet. Het is niet logisch dat niet-begeleide minderjarigen nog steeds onder de Dienst Voogdij van Justitie vallen en dat wij er zo geen grip op hebben of u niet kunnen bevragen over wat er met die mensen gebeurt, terwijl het gaat om min 18-jarigen die onze specifieke aandacht moeten kunnen krijgen.
Blijf inspanningen leveren. De regering is wel in lopende zaken, maar ik hoop dat die acties minstens voortgezet worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op maandag 7 oktober 2024 vonden er op een kwartier tijd twee steekincidenten plaats in Sint-Niklaas. In de krant konden we hierover het volgende lezen: "Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor nam ondertussen maatregelen tegen de twee Afghaanse asielzoekers die maandagavond opgepakt werden in de Stationsstraat. Zij werden verplicht overgebracht naar een ander opvangcentrum."
Kunt u me meedelen op basis van welke verblijfsstatus de betrokkenen verdachten, die niet de Belgische nationaliteit hebben, in dit land verblijven en welke nationaliteit ze hebben? Indien het om asielzoekers gaat, hoelang zijn de personen in kwestie al in ons land? Betreft het hun eerste asielverzoek? Naar welk asielcentrum werden de twee Afghaanse asielzoekers overgebracht? Mijn belangrijkste vraag is waarom deze personen niet worden uitgesloten van het opvangnetwerk.
Als u me toestaat, wil ik deze vraag ook aangrijpen om het over de horrorfeiten van maandag in het Naamse stadje Yvoir te hebben. Daar werd een 22-jarige asielzoekster op brutale wijze vermoord. Zij is de keel overgesneden en in de Maas gegooid. De verdachte, die haar ex-vriend zou zijn, werd overgeplaatst naar een ander asielcentrum. Kunt u die feiten bevestigen en ons daar wat meer over vertellen? In de media horen we daar immers bitter weinig over.
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, op 7 oktober vonden er inderdaad twee vechtpartijen plaats in het stadscentrum van Sint-Niklaas. Die vechtpartijen stonden los van elkaar, maar ik veroordeel beide incidenten met klem. We moeten een absolute nultolerantie hanteren voor geweld in en rond de opvangcentra, binnen de grenzen van wat de wet mij toelaat.
Bij het eerste incident, dat trouwens geen steekincident was maar wel een vechtpartij, waren twee meerderjarige bewoners van het opvangcentrum Westakkers betrokken. Op basis van de informatie werd overgegaan tot een disciplinaire transfer van de bewoners naar twee afzonderlijke opvangcentra buiten de regio Waasland. Dat gebeurde conform het sanctiebeleid van Fedasil. Bij het tweede, meer ernstige incident diezelfde dag, dat inderdaad een steekincident was, waren geen bewoners van het opvangcentrum van Sint-Niklaas of van Westakkers betrokken.
Ik zal er uiteraard nauw op blijven toezien dat gewelddadige incidenten met verzoekers om internationale bescherming niet zonder gevolg blijven.
Wat uw tweede vraag betreft, moet ik de privacy en het lopend onderzoek respecteren. Ik wil eerst en vooral mijn medeleven betuigen aan de naasten, de omgeving en het personeel van het opvangcentrum in Yvoir, dat uitermate geschokt is door deze vreselijke feiten. Wij zorgen ervoor dat zij alle steun en begeleiding krijgen die zij in deze moeilijke periode nodig hebben. De dame in kwestie is inderdaad op een vreselijke manier om het leven gebracht. De aangehouden verdachte is haar ex-partner. Ik wil even corrigeren dat de betrokkene reeds eerder werd overgeplaatst naar een ander opvangcentrum. Dat gebeurde dus niet als reactie op deze feiten. Hij werd aangehouden door het gerecht en het gerechtelijk onderzoek daarover moet nog plaatsvinden.
06.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mijn dank voor uw antwoord op mijn tweede vraag, die ik niet voorafgaandelijk heb ingediend.
Het Vlaams Belang vindt dat personen die geweld plegen terwijl ze in een opvangcentrum voor asielzoekers verblijven, veel sneller uit dat opvangcentrum moeten kunnen worden geweerd. Ze van het ene naar het andere opvangcentrum verplaatsen is geen fundamentele oplossing. Ik hoop dat een nieuwe regering werk zal maken van wetgevend werk om de categorieën van situaties uit te breiden waarin personen uit een opvangcentrum geweerd kunnen worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, we hebben dit punt al eens besproken tijdens de vergadering van 1 oktober. Toen zei u dat u bereid was om te bekijken hoe u de gap analysis met het Parlement kon delen. Ondertussen is ook een eerste versie van het implementatieplan aan de Europese Commissie bezorgd. Tegen 12 december moet er een definitieve versie zijn. Ik heb eens geïnformeerd. Blijkbaar laat de Europese Commissie toe dat die documenten publiekelijk gedeeld worden.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe zit het met uw belofte om het document met ons te delen? Als u dat niet wilt delen, wat is daarvoor dan de reden?
Zal het definitieve implementatieplan wel publiekelijk beschikbaar worden gesteld? U zegt in veel verklaringen altijd dat de implementatie van het Europese migratiepact heel belangrijk is voor uw beleid. Dat kan, maar dan lijkt het ons zinvol dat we die informatie krijgen.
U had het de vorige keer over een werkgroep. Wat is daar besproken? Wordt het middenveld daarbij betrokken? Ik heb dat de vorige keer ook gevraagd, maar u hebt dat toen handig ontweken. Wordt het middenveld bij het implementatieplan betrokken? Hoe zal de implementatie op een transparante manier gebeuren, zodat wij als parlementsleden ons werk kunnen doen?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Dank u voor uw vragen over de implementatie van het Europees migratiepact. U hebt daarover al eerder vragen gesteld. Zoals u weet ben ik heel vastberaden om dit proces zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen en ons land voor te bereiden op de operationalisering van dat pact. Ik denk dat ik ook duidelijk ben geweest over het proces tijdens onze vorige uitwisseling hierover, maar ik herhaal mijn standpunt graag.
De wetgeving die België moet respecteren, is openbaar. U kunt die raadplegen. Negen verordeningen zullen rechtstreeks van toepassing worden, één richtlijn moet worden omgezet. U kunt deze wetgeving nalezen in het Publicatieblad van de Europese Unie. Wanneer dat nodig blijkt, zal er ook nationale wetgeving moeten worden aangenomen en dan zal dit Huis uiteraard zijn gebruikelijke parlementaire rol kunnen spelen.
We zijn daar echter nog niet. Het proces dat nu loopt, is een administratief proces van mijn diensten, waarbij de verschillende betrokken diensten analyseren welke wijzigingen in wetgeving en beleid er precies nodig zijn. We staan daarover in nauw contact met de Europese Commissie. De inhoud van onze eigen contacten met de Europese Commissie is inderdaad niet publiek.
De diensten maakten deze zomer een stand van zaken van de Belgische situatie. Er werd in oktober ook een ontwerp van nationaal implementatieplan door hen opgesteld. Beide documenten zijn overgemaakt aan de Europese Commissie.
Het implementatieplan bevindt zich momenteel nog in een vroege fase. Een eerste ontwerpversie is slechts een indicatieve inschatting van een aantal acties die België moet ondernemen. We streven ernaar om het definitieve implementatieplan tegen 12 december klaar te hebben. Ook die versie is in de eerste plaats een werkdocument voor de diensten.
De Europese Commissie heeft nog geen formele feedback verstrekt over het voorlopige ontwerp van implementatieplan. Er lopen wel al constructieve gesprekken met een landenteam dat ons begeleidt. We verwachten binnenkort gerichte feedback over de noodzakelijke bijsturingen.
Middenveldorganisaties werden ook al ingelicht over dit proces, maar maken geen deel uit van de Belgische stuurgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende administraties. Voor specifieke thema's en vraagstukken kunnen en zullen zij evenwel op ad-hocbasis worden geraadpleegd. Dat zorgt ervoor dat we bij relevante aspecten van de implementatie ook hun expertise kunnen valoriseren.
Transparantie is en blijft een prioriteit voor mij. Ik zal daarom updates blijven geven aan de betrokken stakeholders, waaronder het Parlement en het bredere publiek, over de voortgang van de implementatie binnen de grenzen van de diplomatieke vertrouwelijkheid, maar vandaag heb ik er het volste vertrouwen in dat mijn diensten dit proces op een gedegen manier aan het voorbereiden zijn.
07.03 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, u verklaart meermaals dat u transparant bent, maar daarna verklaart u dat u toch niet transparant kunt zijn en ons geen informatie kunt bezorgen. De Europese Commissie verklaart letterlijk dat er geen probleem is om de gap analysis te bezorgen en het voorlopige document publiek te maken.
U zegt dat we de wetgeving kunnen terugvinden. Dat kan ik uiteraard, maar ik ben niet geïnteresseerd in de wetgeving, maar wel in de manier waarop ons land dat Europees migratiepact ten uitvoer zal brengen. Het is een legitieme vraag om daarover in dit Parlement met elkaar van gedachten te wisselen. Voor ons is het heel moeilijk om te bepalen welke richting u uit gaat als we geen enkel document ontvangen en op geen enkele manier feedback mogen of kunnen geven op de huidige werkzaamheden.
U beweert ook transparant te zijn voor het middenveld, maar dat wordt er niet bij betrokken, u zegt enkel dat u het te gepasten tijde eens zult informeren.
Dat is eerder een manier van werken van de vorige eeuw. Ik ben meer fan van het samenwerkingsmodel, waarbij de bevoegdheid van het Parlement gerespecteerd wordt en de parlementsleden dus samen met u de wetgeving bekijken en daarover discussiëren en van gedachten wisselen. We moeten elkaar helpen in plaats van informatie af te schermen voor elkaar.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Greet
Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, vorige week kwam de Europese Raad samen om
over migratie te spreken en te kijken hoe het staat met de uitvoering van de
integrale aanpak van migratie, waarover zij overeenstemming bereikten tijdens
de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 9 februari 2023.
Wat zijn de conclusies van de Europese Raad van 17 oktober mbt migratie? Hoe verhoudt België zich tot die conclusies?
08.02 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, midden oktober 2024 vond een veelbesproken Europese top plaats met als thema het indammen van de illegale immigratie. Men zocht er naar innovatieve oplossingen om de instroom te verminderen en de terugkeer van afgewezen asielzoekers op te drijven. Daarmee lijkt in ieder geval het inzicht te groeien dat het fameuze en historische EU-migratiepact, op zijn zachtst gezegd, helemaal niet het middel zal zijn dat de illegale instroom aan banden zal leggen. Eigenlijk is de vraag ondertussen of de Europese Unie zelf nog gelooft in het pact. Indien we de berichten mogen geloven, werd tijdens de recente top weinig of niets concreets beslist.
In een brief aan de lidstaten opperde de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, het idee om sommige onderdelen van het EU-migratiepact versneld uit te voeren. Over welke onderdelen zou het gaan? Welke concrete impact zou dat hebben? Bent u voorstander van dat idee?
Een ander prominent idee dat de revue passeerde, was de aanpassing van de terugkeerrichtlijn uit 2008, omdat die niet meer aangepast is aan de realiteit van vandaag. Dat had eigenlijk moeten zijn gebeurd bij het EU-migratiepact. Toen werd echter geen overeenstemming daarover gevonden. Welke verstrengingen mogen wij verwachten? Voor welke verstrengingen bent u vragende partij?
Ik heb in de krant ook gelezen dat de nieuwe Commissievoorzitter zelf ook tegen juni 2025 een plan zou opstellen om de terugkeer op te drijven. Wat is de stand van zaken in dat verband?
Hoe men het ook draait of keert, het centrale probleem blijft altijd de gebrekkige medewerking van herkomstlanden bij de terugkeer van illegalen. Mogelijke instrumenten zoals het visumbeleid en de gunstige handelstarieven blijven tot op heden naar onze mening onderbenut. Is er op dat vlak een vooruitzicht op verandering? Indien ja, aan welke maatregelen wordt dan gedacht? Wat zit concreet in de pijplijn?
Voorts vernam ik graag wat uw standpunt is ten opzichte van de tijdelijke opschorting van het asielrecht door Finland en Polen. Bent u daar voorstander van? Steunt u die beslissing?
Kunnen wij ook een dergelijke asielstop opleggen aan de EU? Wij hebben hier geen last van hybride oorlogsvoering, maar we hebben wel te maken met een forse toename van asielaanvragen. Duizenden asielzoekers slapen buiten. U hebt nog meer veroordelingen opgelopen, er zijn inbeslagnames geweest wegens een gebrekkig asielbeleid. Misschien is ook hier de enige oplossing een asielstop? Ik zou graag uw standpunt hieromtrent kennen.
08.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, het is uiteraard de eerste minister die België vertegenwoordigt op de Europese Raad. Zoals gebruikelijk wordt het standpunt dat hij namens België verdedigt vastgelegd tijdens onze coördinatievergaderingen van de DGE. Ik geef u graag mijn lezing van de zaken, maar voor meer gedetailleerde vragen over de dynamieken tijdens de Europese Raad verwijs ik u graag door naar de eerste minister.
De conclusies van de Europese Raad, mevrouw Daems, zijn openbaar. U vindt ze terug op het internet. De Europese Raad neemt beslissingen bij consensus. Dat betekent dat alle lidstaten, met inbegrip van ons land, met de beslissingen hebben ingestemd.
Mevrouw Van Belleghem, ik ben blij dat u ook geïnteresseerd bent in de versnelde uitvoering van het Europese asiel- en migratiepact. Dat pact zal een diepgaande hervorming van het Europese migratiesysteem introduceren en zal de lidstaten toelaten om asiel en migratie beter te beheren en onze interne huishouding op orde te zetten. Wat mij betreft kan dat niet snel genoeg worden uitgevoerd.
We moeten echter wel realistisch zijn. Een vergaande hervorming neemt tijd in beslag en moet zorgvuldig gebeuren. IT-systemen moeten worden opgezet, wetten moeten in 27 landen worden aangenomen. Waar we sneller kunnen gaan, moeten we dat absoluut doen. De brief van de Commisievoorzitter behoort niet tot het publieke domein, maar aangezien u er blijkbaar inzage in hebt, zult u ook kunnen lezen wat haar concrete voorstel is.
De uitvoering van het Europese asiel- en migratiepact hangt af van effectieve terugkeerprocedures. De organisatie van terugkeer voor wie het al kan vanaf de buitengrenzen van de EU, is een absolute noodzaak voor een correct migratiebeheer. De hervorming van de terugkeerrichtlijn kan dus niet langer worden uitgesteld.
Tijdens de vorige vergadering van de Raad Migratie in Luxemburg hebben we de hervorming van het juridisch kader besproken. Ik heb er daar voor gepleit om in de Europese wetgeving een verplichting in te schrijven voor derdelanders om samen te werken met de autoriteiten tijdens het terugkeerproces. Voor wie terugkeer weigert moeten er duidelijke consequenties volgen, bijvoorbeeld wanneer men onderduikt of niet naar verplichte afspraken komt. Ik heb zelf tijdens de vorige legislatuur een dergelijke medewerkingsplicht ingevoerd in onze eigen Belgische wetgeving. Ik kan onze Belgische ervaringen dus met de Europese collega's delen.
Daarnaast had u ook een vraag over het inzetten van verschillende instrumenten om terugkeer af te dwingen. Ik wijs u graag op de bepaling in de conclusies van de jongste Europese Raad, waar u ook naar verwijst. Daarin stelden de Europese leiders dat alle relevante instrumenten moeten worden gebruikt om de terugkeer te bevorderen. Zelf zei ik het al tijdens mijn aantreden: we hebben een brede kijk op terugkeer nodig en moeten de thematiek integreren in onze diplomatieke en handelsgesprekken met derde landen.
U had ook vragen over Polen en Finland. U vraagt naar het Belgische standpunt over een tekst die we zelf mee hebben aangenomen. Het lijkt me dus duidelijk dat het geen rode lijn was. Het is niet aan mij of aan België om na te gaan of het nationaal beleid van andere lidstaten het Europese recht schendt. Dat is de job van de Europese Commissie als hoedster van de verdragen.
Vanuit principieel standpunt kan ik u wel bevestigen, zoals ik al vaak heb gedaan, dat er een recht bestaat en moet blijven bestaan om asiel aan te vragen op Europees grondgebied, maar dat we tegelijkertijd maatregelen moeten nemen om op te treden wanneer migranten door buitenlandse regimes aan onze buitengrenzen worden geïnstrumentaliseerd.
08.04 Greet Daems (PVDA-PTB): Dank voor uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
08.05 Francesca Van Belleghem (VB): Het is intussen al zover gekomen dat Ursula von der Leyen aan Polen toegeeft dat het zijn grenzen moet kunnen beschermen en dat een asielstop daarvoor een aanvaardbare maatregel is. Met alle respect voor de Poolse beslissing, maar onze asieldruk ligt vele malen hoger. Er slapen hier duizenden mensen op straat en u bent al duizenden keren veroordeeld voor een gebrekkig asielbeleid. Niet alleen Polen en Finland zouden recht moeten hebben op die buitengewone maatregelen, maar ook België. Is het niet wegens hybride oorlogsvoering, dan is het wel wegens de buitengewone verzadiging. Wij kampen met een gigantisch begrotingstekort en we kunnen dat eenvoudigweg niet meer betalen. Elke dag dat er geen beslissing komt en u geen maatregelen neemt, werken we ons dieper in de nesten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de ingediende vraag.
Sinds
de herziening van de Schengencode is de Europese Commissie verplicht om één
keer per jaar de medewerking van derde landen op het gebeid van de overname te
beoordelen, waarna de Raad positieve of negatieve gevolgen kan koppelen aan de
bevindingen uit het rapport.
In het
voorjaar van 2023 luidde het dat er overeengekomen was om de sancties tegen
Gambia (toen het enige land waartegen sancties werden uitgevaardigd) te
verhogen, terwijl de discussie voor drie andere landen (Senegal, Bangladesh en
Irak) op dat moment nog niet was afgerond.
Welke
sancties werden effectief tegen Gambia uitgevaardigd?
Wat
was het resultaat van de discussie voor Senegal, Bangladesh en Irak?
Is er
ondertussen al een nieuw rapport van de Commissie verschenen? Zo ja, wat waren
de voornaamste bevindingen (welke landen scoren 'onvoldoende', welke 'zwak')?
Wat is
de stand van zaken m.b.t. de cyclus van 2024?
Welke
maatregelen werden er ondertussen genomen om te verhelpen aan de trage
vooruitgang van de procedure die er in het verleden toe leidde dat de cyclus
niet tijdig kon worden afgerond? Is de Commissie ondertussen geboden aan een
vaste kalender? Tegen wanneer mogen we concrete resultaten verwachten?
09.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, de terugkeer van personen met onwettig verblijf is een knelpunt in alle Europese lidstaten. Een van de grootste pijnpunten daarbij is het gebrek aan medewerking bij de identificatie en de aflevering van reisdocumenten door de landen van nationaliteit. Dat is en blijft een internationale oefening waarbij we – of we dat nu leuk vinden of niet – de medewerking van de autoriteiten in de herkomstlanden moeten verzekeren om succesvol te kunnen zijn.
Ik vind het belangrijk dat de EU met één stem spreekt tegen derde landen die een gebrekkige of afwezige terugkeersamenwerking hebben met de Europese landen. De procedure onder artikel 25a van de visumcode biedt deze mogelijkheid.
Het is misschien ook nuttig te herhalen dat de lidstaten in een eerste fase zelf data over de terugkeersamenwerking met derde landen delen met de Commissie, die daar dan een rapport van maakt. Op basis van die info identificeren de lidstaten jaarlijks een reeks landen waarmee Europese gesprekken worden aangeknoopt.
In die fase doet de Commissie een outreach naar de betrokken landen om de terugkeersituatie op diplomatieke wijze aan te kaarten. In een ideale wereld wordt de samenwerking in deze fase al verbeterd en is het helemaal niet nodig om sancties aan te nemen. We leven nu echter eenmaal niet in een ideale wereld, dus wanneer er geen bereidheid is tot medewerking, stelt de Commissie wel visummaatregelen voor, waarover de lidstaten dan moeten stemmen.
Een eerste pakket aan sancties tegen Gambia – want daarover had u vragen – werd in 2021 aangenomen. Het betreft de opschorting van gunstmaatregelen zoals bijvoorbeeld afwijkingen op de vereisten voor documenten die moeten worden voorgelegd bij een visumaanvraag, aflevering van visa met meerdere binnenkomsten, vrijstelling van visumkosten voor diplomatieke en dienstpaspoorten of versnelde afhandeling van de visumaanvragen.
Omdat er geen vooruitgang werd geboekt, werd in 2022 een tweede sanctiepakket aangenomen dat de visumkosten verhoogde. De verbeterde, maar niet perfecte samenwerking met Gambia op het vlak van terugname heeft er dan toe geleid dat dit tweede pakket in april 2024 werd opgeheven, terwijl het eerste nog altijd van toepassing is.
In het geval van Gambia is het nodig om die diplomatieke druk hoog te houden, zowel op Europees als op nationaal niveau. Ik heb maandag nog een onderhoud gehad met de Gambiaanse ambassadeur om het specifiek over terugkeer te hebben. De Commissie doet hetzelfde, maar dan in naam van alle lidstaten.
U polste ook naar andere derde landen. De Europese Commissie publiceerde sanctievoorstellen tegen Irak en Bangladesh in 2021 en tegen Irak in 2022. Deze voorstellen liggen nog steeds op tafel en de samenwerking met deze drie landen wordt nauwgezet opgevolgd door de lidstaten en door de Commissie.
De Commissie publiceerde in juli 2024 haar vijfde rapport. Dat rapport kent een beperkte verspreiding. Ik kan de vaststellingen niet in detail met u delen, maar de gesprekken over dat rapport worden momenteel gevoerd in de betrokken werkgroepen van de Raad. Ik zie u al lachen, meneer Vandemaele, maar in diplomatieke contacten is er nu eenmaal het begrip 'beperkte verspreiding' en ik hou mij daaraan. U hoeft daar niet mee te lachen.
U vraagt ook naar een evaluatie van het visumsanctiemechanisme, mevrouw Van Belleghem. Het gebruik ervan is nog een relatief recent gegeven. We hebben nu een aantal cycli doorlopen en duidelijke voordelen, maar evenzeer werkpunten geïdentificeerd. België heeft zich ook al meermaals uitgesproken over de trage voortgang van de procedure. Er wordt daarom ook parallel aan de eigenlijke oefening door de lidstaten en de Commissie nog steeds onderzocht hoe het mechanisme kan worden verbeterd. Er werden op dat vlak al stappen gezet. Tijdens het Belgische voorzitterschap hebben we gewerkt aan het verbeteren van de procedure om ze efficiënter te maken en strategischer te kunnen inzetten. Mede op Belgische vraag werden de Commissieprocedures gestandaardiseerd en ingekort. Het duurt vandaag immers veel te lang.
Wat volgens mij een slechte benadering is, is om louter te focussen op de sancties zelf. Idealiter komt het immers nooit zover. Het beoogde effect van het mechanisme van artikel 25a is vooral de spreekwoordelijke stok achter de deur door de dreiging van mogelijke sancties. Als verbetering echter uitblijft, mogen lidstaten voor mij er ook niet voor terugdeinzen om daar de nodige gevolgen aan te geven en de sancties effectief in te zetten.
Na vijf rapporten kunnen we stellen dat het mechanisme nu gelanceerd is en dat de mogelijke consequenties in de herkomstlanden ook beter gekend zijn. Het werk is echter uiteraard nog niet af.
09.03 Francesca Van Belleghem (VB): Het spreekt voor zich dat men sancties neemt tegen landen die niet meewerken aan de terugkeer van hun illegalen. Die sancties werken ook beter als men ze neemt met alle EU-lidstaten. Als de EU-machine echter traag en log werkt, zoals u zelf zegt, is het nu onze plicht om niet te wachten op de EU. Misschien is er zelfs wel onwil. Als de EU nalaat om die visumsancties te nemen of ze niet snel genoeg neemt, moeten wij actie ondernemen en de visumsancties zelf nemen. Nu geeft 80 % van de illegalen immers geen gevolg aan het bevel om het grondgebied te verlaten. Elke maatregel die we kunnen nemen moeten we nemen, al is het als enige lidstaat en zonder de EU. Er zijn immers zo veel illegalen in dit land dat het zorgt voor een extra aanzuigeffect. Dat moeten we tegengaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, dit was initieel een schriftelijke vraag die ik heb omgezet naar een mondelinge vraag. Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Mijnheer
de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, mijn schriftelijke vraag nr. 48
over hetzelfde onderwerp werd nog niet beantwoord.
Op 2
september werd in de gevangenis van Antwerpen op brutale wijze een
maatschappelijk werkster verkracht door een gedetineerde. De gedetineerde
blijkt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en verblijft illegaal in dit
land.
Nochtans
beloofde medio april 2024 Marokko in een intentieverklaring om 'elke illegale
Marokkaan' terug te nemen. Om Marokkaanse onderdanen terug te kunnen sturen,
moet Marokko daarvoor de zgn. 'doorreisdocumenten' afleveren.
Hoeveel
doorreisdocumenten leverde Marokko de laatste vijf jaar (inclusief 2024, voor
zover als mogelijk) af?
Hoeveel
doorreisdocumenten werden de laatste vijf jaar aangevraagd (inclusief 2024,
voor zover als mogelijk)?
Hoeveel
illegale Marokkanen dienden de afgelopen vijf jaar (inclusief 2024, voor zover
als mogelijk) terug te keren naar het land van herkomst, en hoeveel hebben dat
effectief gedaan?
Hoe
verloopt de samenwerking met Marokko op het vlak van terugkeer? Merkt u enige
evolutie sinds de intentieverklaring van april 2024?
Werd
er een terugkeerprocedure opgestart voor de persoon in kwestie (Younes L.)? Zo
ja, in welk stadium zat de terugkeer van deze persoon?
10.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, de samenwerking met Marokko rond terugkeer en onwettig verblijf is bijzonder belangrijk en bijzonder delicaat. Het is bijzonder belangrijk omdat de groep van Marokkanen in onwettig verblijf zeer groot is in ons land.
Ik heb onder meer met collega's Annelies Verlinden en Paul Van Tigchelt ingezet op het herstellen van de samenwerking met de Marokkaanse autoriteiten op dit vlak, want die was nagenoeg stopgezet. Op mijn vraag werd er in april een brede missie naar Rabat georganiseerd, met onder andere de eerste minister en de ministers van Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken. Ook heel wat Belgische bedrijven namen daaraan deel. Dat brengt me terug bij uw vorige vraag, het inzetten van buitenlandse handel blijkt inderdaad een effectief instrument.
Het doel van de missie was vooral om de terugkeersamenwerking weer vlot te trekken. Het is de enige manier om op dat vlak vooruitgang te boeken. Die vooruitgang is er vandaag effectief. In 2022 en 2023 konden slechts 34 en 43 mensen gedwongen teruggestuurd worden naar Marokko. Dat zijn zeer lage cijfers. Op de definitieve cijfers voor 2024 is het nog wachten, maar het zal een veelvoud daarvan zijn. Dat is een rechtstreeks gevolg van de herstart van de samenwerking met de Marokkaanse autoriteiten.
Er wordt op regelmatige basis een overlegvergadering georganiseerd met de Marokkaanse ambassade en de consulaten om de identificatiedossiers en de afgifte van doorlaatbewijzen te evalueren. De samenwerking wordt door de DVZ vandaag als positief ervaren.
Is dat genoeg? Natuurlijk niet. De DVZ heeft geen zicht op hoeveel Marokkanen er exact in onwettig verblijf zijn op Belgisch grondgebied. Wellicht gaat het om een zeer grote groep. Evenmin weten we hoeveel Marokkanen elk jaar vrijwillig het land verlaten. We weten uiteraard uit verschillende cijfers, politie-intercepties en dergelijke, dat er een zeer grote groep Marokkanen in onwettig verblijf is. Wij zien dat ook in de gevangenissen.
Het is een illusie om te denken dat we alle Marokkanen in onwettig verblijf gedwongen zullen kunnen terugsturen naar hun land van herkomst. Door de heropstart van die samenwerking geven we echter wel het duidelijke signaal dat dit wel degelijk een reële mogelijkheid is en dat ze dus beter vrijwillig terugkeren.
Nog belangrijker is het signaal naar onze politiemensen, die niet langer mensen moeten laten gaan bij intercepties omdat er toch geen enkel perspectief is op terugkeer. Ik begrijp absoluut de frustratie van onze politiediensten op dat vlak. We moeten zeker vermijden dat we het signaal geven dat onwettig verblijven in ons land loont, bijvoorbeeld door over nieuwe collectieve regularisatieoefeningen te spreken. Ik ben daarover zeer duidelijk. Het signaal dat die terugkeer opnieuw wordt opgestart is een belangrijk signaal.
Ik zal dan ook blijven inzetten op het versterken van die samenwerking, met een absolute prioriteit voor de gedwongen terugkeer vanuit de gevangenissen en de gedwongen terugkeer van mensen met een crimineel verleden. Het vreselijke voorval in de gevangenis van Antwerpen waarnaar u verwees in uw vraag, onderstreept nogmaals hoe belangrijk de terugkeer is.
10.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Op basis van cijfers van de DVZ, die ik online heb teruggevonden, merk ik dat sinds mei 2024 al 2.053 Marokkanen het bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten. De gedwongen terugkeercijfers zijn echter slechts een fractie daarvan. Ik zie dat nog maar 149 Marokkanen effectief gedwongen zijn teruggekeerd. Ik hoop dus dat die cijfers effectief nog sterk zullen stijgen, zoals u in uw antwoord aangaf.
De stok achter de deur ten aanzien van Marokko moet echter veel groter zijn. Er zijn talloze arbeidsmigranten die van Marokko naar hier komen, vaak knelpuntberoepsbeoefenaars. Zij vormen een extra stok achter de deur waarvan de Vlaamse regering in samenwerking met de federale regering zou moeten gebruikmaken. Schort de arbeidsmigratie met Marokko dus op zolang Marokko niet deftig meewerkt aan het terugnemen van de Marokkaanse illegalen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Het registratiecentrum voor verzoeken om internationale bescherming is op 24 oktober verhuisd naar de Belliardstraat. Het is belangrijk dat we de verzoekers goed informeren over die verhuizing, dat er voldoende capaciteit is om de aanvragen te verwerken en dat de toegankelijkheid van het gebouw in orde is.
Wat is de aanleiding voor die verhuizing? Is die permanent of tijdelijk? Hoelang zal de verhuizing duren? Is er voldoende capaciteit beschikbaar in dat gebouw? We nemen elk jaar pieken waar in de aanvragen. Het is belangrijk dat de capaciteit daarop is afgestemd.
Waarom hebt u of hebben de diensten zo laattijdig gecommuniceerd naar de betrokkenen en naar het middenveld over de verhuizing? Welke maatregelen neemt de DVZ om te communiceren met de doelgroep? Staan er vandaag aan de Pachecolaan nog medewerkers om mensen naar de juiste plek door te verwijzen?
11.02 Francesca Van Belleghem (VB): Ik kan het kort houden. Er was vorige week een tentenkamp aan het voormalige aanmeldcentrum van de Dienst Vreemdelingenzaken in de Pachecolaan, waar 70 asielzoekers sliepen. Nu is het aanmeldcentrum tijdelijk verhuisd naar de Belliardstraat. Het oude tentenkamp is ondertussen ontruimd. Hebt u er zicht op of er nieuwe tentenkampen zijn opgedoken? Hoeveel tentenkampen zijn er momenteel en hoeveel asielzoekers verblijven er?
11.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega's, de aanleiding van de verhuis is zeer duidelijk. Het Pachecogebouw, waar de registratie van de DVZ in augustus 2022 zijn intrek nam, naast het hoofdkantoor van de Dienst Vreemdelingenzaken, is eigendom van de KU Leuven. De KU Leuven heeft andere plannen met het gebouw, dat nu wordt gerenoveerd, zodat de Regie der Gebouwen wel een nieuwe locatie voor het registratiecentrum moest zoeken.
De Regie is daar een hele tijd mee bezig geweest. Er werd een tijdelijke oplossing gevonden, in overleg met de stad Brussel. Vandaar de verhuis naar de Belliardstraat.
De dagelijkse registratiecapaciteit kan niet weergegeven worden met een concreet cijfer, want die is afhankelijk van meerdere factoren, bijvoorbeeld het aantal personen dat zich aanbiedt of het profiel van die personen. De registratie van een niet-begeleide minderjarige neemt bijvoorbeeld meer tijd in beslag dan de registratie van een alleenstaande man. Daarnaast speelt ook de personeelscapaciteit een rol, de beschikbare infrastructuur en de beschikbaarheid van tolken.
De directe partners en de indirecte partners van de cel Registratie van de DVZ, Fedasil, de Dienst Voogdij, het CGVS en de RvV, werden allemaal tijdig ingelicht. De communicatie aan de verzoekers en aan het brede publiek werd doelbewust op 23 oktober gedaan, ook om te vermijden dat de verzoekers zich te vroeg op het nieuwe adres zouden aanmelden. Voor de opening was daar niemand aanwezig om hen door te verwijzen, en zo zou er chaos ontstaan.
De communicatie werd wel zeer zorgvuldig aangepakt. De verzoekers werden onder andere geïnformeerd via een affiche aan de poort van de oude locatie en via een bericht op de website en de sociale media van de DVZ. Ook de partners van de DVZ hebben het adres van het registratiecentrum op hun website aangepast. Aan het onthaal van het Pachecogebouw zijn bovendien door het onthaalpersoneel flyers ter beschikking gesteld van de verzoekers. De affiche, de flyers en de elektronische communicatie bevatten dezelfde informatie: de datum van de verhuis, het adres van de nieuwe locatie en een wegbeschrijving met plan.
De verzoekers worden doorverwezen naar de nieuwe locatie door de medewerkers van het onthaal van het hoofdkantoor aan de hand van flyers. Op donderdag 24 en vrijdag 25 oktober waren ook medewerkers van de DVZ aanwezig aan het oude registratiecentrum om de verzoekers door te verwijzen naar de nieuwe locatie.
Mijnheer Vandemaele, de oude locatie is aan het hoofdkantoor van de DVZ. Uiteraard is daar altijd personeel aanwezig.
Ik kan u meedelen dat de communicatie goed gelopen is, want de verhuis zelf is over het algemeen goed verlopen, mede ook dankzij de hulp van de Civiele Bescherming. We bekijken nu hoe we een aantal zaken op het terrein nog verder kunnen verbeteren.
Aangezien dat geen evidentie is geweest, wil ik overigens benadrukken dat de DVZ gedurende de hele verhuisoperatie, die een grote operatie was, open gebleven is. Dagelijks zijn minstens alle kwetsbaren geregistreerd. Ik wil daarvoor de diensten expliciet bedanken. Geen enkele dag moest de dienst gesloten worden vanwege de verhuis.
De verhuis naar de Belliardstraat is inderdaad tijdelijk. Ik heb ervoor gepleit om zo snel als mogelijk een definitieve oplossing te vinden in Brussel. Ook tijdens de formatiegesprekken heb ik daarvoor trouwens gepleit. Voor mij moet die oplossing inhouden dat alle actoren, waaronder de DVZ, Fedasil en bijvoorbeeld de Dienst Voogdij, gecentraliseerd worden op één locatie, omdat het aanmeldproces op die manier zo efficiënt mogelijk kan verlopen.
Mevrouw Van Belleghem, ik ben niet op de hoogte van tentenkampen waar asielzoekers vandaag verblijven. Ik kan u enkel zeggen dat heel wat mensen die in Brussel op straat verblijven, geen asielzoekers zijn.
11.04 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Ik leid uit uw antwoord af dat een definitieve oplossing nog wel even op zich zal laten wachten.
Inzake de communicatie wil ik het volgende opmerken. We zijn het erover eens dat rond heel de procedure een aanzienlijk deel van de taken opgenomen wordt door spelers van het middenveld. Ook zij werden echter zeer laat geïnformeerd. In een beleid waarin wordt samengewerkt aan oplossingen, denk ik dat het handig zou zijn om de middenveldorganisaties te erkennen in de rol die zij spelen. U had hen beter vroeger geïnformeerd, zodat de overgang nog beter verlopen was.
In die zin wil ik wel mijn felicitaties overmaken, want het is goed dat de DVZ geen enkele dag gesloten moest worden, dus dat het proces kon blijven doorlopen.
Inzake de capaciteit sta ik er nog altijd van te kijken – mogelijk omdat ik een nieuw kindje ben in dit Huis – dat we het niet georganiseerd krijgen om pieken op te vangen. Dat dat zo onvoorbereid gebeurt, snap ik absoluut niet. Mocht ik staatssecretaris zijn, zou ik mijn diensten meteen opdragen om dat te bekijken en op te lossen.
Ik heb nog een aantal detailopmerkingen. Kandidaat-aanvragers schuiven nu aan op het voetpad, waardoor het voetpad op die locatie eigenlijk niet meer bruikbaar is. Soms schuift men in de Belliardstraat ook op het fietspad aan. Dat leidt onvermijdelijk tot ongelukken, dat zien we zo. Ik denk dat dat beter georganiseerd moet worden.
Aan de toegang is de dorpel bovendien 30 centimeter hoog. Rolstoelgebruikers moeten daar door andere mensen in de rij opgetild worden. Dat is echt niet meer van deze tijd.
Voor de mensen die daar staan te wachten is er bovendien geen beschutting, in tegenstelling tot op de vorige locatie. Misschien moet u uw diensten ook daar nog eens naar laten kijken.
11.05 Francesca Van Belleghem (VB): Tegenover het gebouw van de DVZ ligt het kantoor van de federale politie. We bevonden ons in een situatie waarbij agenten van de federale politie zich onveilig voelden wegens de tentenkampen in en rond hun gebouwen, in de parking, waar zich asielzoekers, illegalen en druggebruikers bevonden.
Ik heb de Belliardstraat eens opgezocht op Google Maps. Daar is inderdaad niet veel ruimte. Als er wachtrijen zijn, kan het snel uit de hand lopen. We moeten ervoor zorgen dat daar niet dezelfde problemen ontstaan. Dat doet men in de eerste plaats door de instroom van asielzoekers in te dammen. Daar schuilt het grote probleem, niet per se bij het gebouw.
Dat gebouw ligt wel vlak bij het Europees Parlement. Als men daar met deze situatie wordt geconfronteerd, zal men inzien dat de instroom hier zo hoog is dat we het niet meer aankunnen en dan zal het Europees Parlement misschien eindelijk meewerken om die instroom in te dammen.
11.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik wil graag een aantal zaken aanvullen wat betreft de wachtrijen. Op dit moment bekijken we samen met de Regie en de stad om ze te verplaatsen, omdat we daar zelf ook al lang vragende partij voor waren. Dat zou mogelijk moeten zijn op een parking, zodat de mensen niet op straat moeten wachten, ook omwille van de veiligheid van voorbijgangers en fietsers. Dat is belangrijk omdat er inderdaad dagelijks ’s ochtends een wachtrij op het voetpad staat. Dat is absoluut iets wat we aan het bekijken zijn.
Wat de locatie zelf betreft, kan ik zeggen dat die een keuze van de Regie der Gebouwen en de stad Brussel is. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft er geen zeg in en we hadden geen andere mogelijkheid. We proberen op de nieuwe locatie, in samenwerking met de stad Brussel en de Regie der Gebouwen, de situatie zo goed als mogelijk te beheren. Het is inderdaad belangrijk dat er zo snel mogelijk een nieuwe locatie gevonden wordt. Ik begrijp dat het niet altijd evident is voor de bevoegde autoriteiten, maar vanuit mijn insteek kan ik er alleen maar voor pleiten om snel een geschikte locatie te kunnen hebben.
11.07 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, als er een oplossing kan worden gevonden door de wachtrij te verplaatsen, zou ik ervoor opteren om ook beschutting te voorzien voor de mensen, zeker in de winter, als het regent, en er een uur of langer gewacht moet worden. Ik denk dat het belangrijk is dat er min of meer op een ernstige manier gewacht kan worden.
11.08 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, is het Klein Kasteeltje een oplossing om terug naartoe te verhuizen, of is dat niet mogelijk?
11.09 Staatssecretaris Nicole de Moor: Neen. Er is een reden waarom we er weggegaan zijn. In 2022 liep de situatie aan het Klein Kasteeltje helemaal uit de hand en het gebouw is ook absoluut niet geschikt. Dat is niet mogelijk.
We hebben op dat moment beslist om de Dienst Vreemdelingenzaken en de registratie terug van elkaar te scheiden. Dat is een tijdelijke oplossing, want het is beter om al de diensten terug samen te brengen. Het Klein kasteeltje is niet de beste locatie om iedereen terug samen te brengen en ik ben blij dat we die toestanden van toen vandaag niet meer zien. Dat wil nog niet zeggen dat we er al zijn, we hebben nog altijd een nieuw aanmeldcentrum nodig.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, Turkije is een belangrijk opvangland voor Syrische vluchtelingen. Officieel wonen er 3,6 miljoen Syriërs in Turkije; de officieuze cijfers zouden veel hoger liggen. Lighthouse Reports geeft recent aan dat de Syrische vluchtelingen in Turkije massaal worden opgesloten in deportatiecentra. Daar worden ze mishandeld en onder druk gezet om documenten te ondertekenen voor een vrijwillige terugkeer naar Syrië, maar men kan bij het vrijwillige karakter kanttekeningen plaatsen. Sinds 2017 zijn op die manier zowat 800.000 Syriërs “vrijwillig” teruggekeerd.
De Europese Unie heeft 213 miljoen euro betaald voor de bouw van meer dan 30 van die centra. Turkije heeft ook 1 miljard euro gekregen van de EU voor migratiemanagement. De bussen voor de deportaties dragen zelfs het EU-logo. Heel wat diplomaten van verschillende Europese landen hebben het probleem aangekaart bij de Europese Commissie en in hun hoofdsteden.
Ik breng het hier ter sprake omdat er op het moment onderhandeld wordt tussen de Europese Unie en Turkije over de voortzetting van die deal. Voor ik hier was, heeft dit Huis een resolutie aangenomen over een duurzame oplossing voor Syrische vluchtelingen. Daarin werden dergelijke praktijken verworpen.
Wat is uw reactie op het Lighthouserapport? Werden we via de ambassade in Ankara geïnformeerd? Welke zijn de bevindingen van de monitoringmechanismen van de EU in die detentiecentra? Bent u betrokken bij de onderhandelingen over de nieuwe deal tussen de EU en Turkije? Hoe ziet u de toekomstige samenwerking tussen de EU en Turkije?
12.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Vandemaele, de migratiesamenwerking met Turkije, dat een strategische en geografische partner is, is cruciaal. Turkije is inderdaad een belangrijk opvangland voor Syrische vluchtelingen en ik wil mijn antwoord dan ook beginnen met te herhalen dat de Europese Unie en Turkije ondertussen al vele jaren samenwerken om het land bij te staan in die opdracht. De verklaring van 2016 tussen de EU en Turkije heeft de migratiedruk namelijk aanzienlijk verminderd in de nasleep van de toenmalige migratiecrisis.
Die overeenkomst wordt zeker niet perfect geïmplementeerd en een permanente monitoring van de overeenkomst en de acties van de Turkse autoriteiten is nodig. Dat gebeurt dan ook, voornamelijk in Europees verband. Ook ngo's dragen daartoe bij, zoals u terecht opmerkte. Uiteraard lezen we ook hun bevindingen en gebruiken we die om de nodige vraagtekens te plaatsen en duiding te vragen. Ook de Belgische posten in Turkije informeren de Belgische overheden regelmatig over de gang van zaken.
Het is de Europese Commissie die in de context van de EU-Turkijeverklaring en de EU Facility for Refugees in Turkey met de Turkse partners onderhandelt over de uitvoering ervan. Er is een opvolgmechanisme opgezet waarin de Commissie de lidstaten informeert en consulteert. De FOD Buitenlandse Zaken vertegenwoordigt ons land in de EU-Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije en ziet er mee op toe hoe de EU-fondsen inzake migratie geïnvesteerd worden. Dat fonds werd op initiatief van de lidstaten opgericht tijdens de vluchtelingencrisis van 2015. Voor meer details daarover verwijs ik u naar mijn collega van Buitenlandse Zaken.
België is als lidstaat eveneens betrokken via de opvolging van het EU Action Plan for the Eastern Mediterranean migration route. De samenwerking met Turkije zal worden voortgezet binnen het huidige kader van de EU-Turkijeverklaring van 2016, waarin gedeelde verantwoordelijkheid en wederzijdse inzet centraal staan. België is zeker voorstander van het sluiten van evenwichtige en duurzame partnerschappen met de landen van oorsprong en transit. De uitdagingen rond migratie kunnen we immers niet alleen oplossen. Mijnheer Vandemaele, wat mij betreft, zouden we veel meer van dat soort partnerschappen moeten sluiten.
12.03 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb de vraag ook aan de minister van Buitenlandse Zaken gesteld.
Naast het Lighthouse Report was er ook van 11.11.11 en de Turkse Vluchtelingenraad een heel kritisch rapport. Ik begrijp perfect dat u een rol ziet voor dergelijke deals in uw beleid. Het lijkt me echter heel erg belangrijk dat we erop toezien dat ginds het internationaal recht wordt gehandhaafd en er geen zaken gebeuren die niet door de beugel kunnen. Als de rapporten van de ngo’s zo vernietigend zijn, kunnen we dergelijke deals niet zomaar verlengen. We moeten als lidstaat bekijken hoe de situatie ter plekke kan worden aangepast. Het risico van deportatie zou immers een heel grote driver zijn voor vluchtelingen om te kiezen voor illegale migratieroutes.
Door de manier van implementatie van de deal zou u weleens het omgekeerde kunnen bereiken van wat u eigenlijk wilt. Wanneer vluchtelingen immers het risico lopen om te worden gedeporteerd, zullen ze er alles aan doen om op een alternatieve en minder legale manier naar Europa te komen. In dat geval zijn we nog verder af.
Hopelijk ziet u in dat een onafhankelijk onderzoek en meer toezicht noodzakelijk zullen zijn, zodat dergelijke deals op een ernstige en wettelijke manier kunnen worden uitgevoerd en onderdeel van uw beleid kunnen zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de socialistische regering van premier Sanchez in Spanje heeft een akkoord op zak voor een grootschalige regularisatiecampagne van illegale migranten en geweigerde asielzoekers. Volgens de Spaanse pers zou de regering van plan zijn zo'n half miljoen mensen in illegaal verblijf een verblijfsvergunning te geven. Het is niet de eerste keer dat de Spaanse regering zulke regularisaties doorvoert. In 2009 leidde dat tot omvangrijke secundaire migratie van geregulariseerden, ook naar België. Een Spaanse verblijfsvergunning opent namelijk het recht om legaal te reizen doorheen de Schengenzone en in een lidstaat naar keuze te verblijven voor maximaal 90 dagen.
Bent u op de hoogte van dit voornemen van de Spaanse regering? Weet u welke verblijfsvergunningen de Spaanse regering in het kader van deze regularisatie zal uitreiken? Gaat dit om tijdelijke of permanente verblijfsvergunningen?
In welke mate openen die verblijfsvergunningen een recht op inschrijving in een Belgische gemeente en desgevallend ook een recht op sociale bijstand? In welke mate openen die verblijfsvergunningen het recht om in België zelf verblijfsprocedures op te starten die hier ook moeten worden behandeld? Indien deze mensen langer dan 90 dagen in België verblijven worden ze hier illegaal. Zult u er bij de Spaanse regering op aandringen om in dat geval deze mensen onmiddellijk terug te nemen?
13.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw De Vreese, het is mij niet bekend hoe Spanje die grootschalige regularisatie zou organiseren en ik weet ook niet welke verblijfsvergunningen zouden worden toegekend. Aangezien dit een nationale bevoegdheid betreft, rust op Spanje geen verplichting om de Belgische migratiediensten in te lichten. Uiteraard zal ik daarover wel in contact treden met mijn Spaanse ambtsgenoot.
Indien Spanje zou overgaan tot een regularisatiecampagne, zullen die geregulariseerde personen onder de algemene regels vallen die van toepassing zijn op derdelanders met een verblijfsrecht in een lidstaat van de Unie. Een verblijfsvergunning van de Spaanse overheid geeft het recht om binnen de Schengenzone te reizen voor een periode van 90 dagen op een totaal van 180 dagen. Geen enkele buitenlandse verblijfsvergunning geeft echter recht op inschrijving in België. Er is voor deze personen ook geen recht op werk, op sociale rechten of sociale bijstand. Een wettig kortverblijf maakt het enkel mogelijk om in België een verblijfsprocedure op te starten indien er voldaan is aan de voorwaarden voor een langverblijf in België.
Een langverblijf in Spanje houdt echter niet in dat iemand aan de voorwaarden zou voldoen voor een langverblijf in België. De aard van een verblijfsvergunning, tijdelijk of permanent, heeft ook geen enkele invloed op de mogelijkheid om naar België te reizen.
Het risico dat iemand met een wettig langverblijf in Spanje zou proberen onwettig in België te komen verblijven, is wat dat betreft voor mij niet anders dan bij het verblijf in eender welke EU-lidstaat of een onwettig verblijf. Mocht dat toch het geval zijn, wordt de betrokkene uiteraard naar Spanje uitgewezen.
Ten slotte, ik heb niets te beslissen over de keuze van Spanje, maar ik zal me wel blijven verzetten tegen pleidooien voor een nieuwe collectieve regularisatieoefening in ons land. Het is geen geheim dat ik daarvan geen voorstander ben. Ik geloof echt dat als we meer controle willen krijgen op migratie, het essentieel is dat we duidelijke signalen geven. Onwettig verblijf aanmoedigen door om de tien jaar iedereen te regulariseren, is wat mij betreft absoluut niet het juiste signaal en is zeer onverstandig.
13.03 Maaike De Vreese (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, het is dan ook een absoluut fout signaal van de Spaanse regering om dat in Spanje wel te gaan doen. Door Schengen kunnen zij inderdaad met die papieren doorreizen. Het signaal daar is dat als men illegaal komt naar de Europese Unie, men op een bepaald moment wel verblijfspapieren krijgt. Ik ben het absoluut met u eens dat wij dat hier in België niet moeten doen.
Als Spanje dit doet, zorgt het echter voor een aanzuigeffect richting de Europese Unie, met nog meer bootjes die de oversteek wagen. Dat is een signaal dat we absoluut niet mogen geven, als we kijken naar de instroom, naar de mensen in illegaal verblijf in de Europese Unie. Mevrouw de staatssecretaris, ik reken op u om contact op te nemen met de Spaanse regering om protest aan te tekenen, om te zeggen dat dit een verkeerd signaal is in de Europese Unie.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
14.01 Khalil
Aouasti (PS): Madame
la secretaire d'Etat, l'hiver approche à grands pas avec ses conséquences en
matière d'accueil au regard notamment de la chute des températures.
Cette
question est d'autant plus prégnante que le Conseil de l'Europe a, à nouveau,
blâmé notre pays pour sa gestion des demandeurs d'asile. Le Conseil de l'Europe
juge en effet les efforts insuffisants pour résoudre la crise de l'accueil,
alors que plus de 4.000 personnes sont toujours en attente d'une place dans des
conditions précaires.
Madame la
secretaire d'Etat, au regard de la situation extrêmement tendue dans notre
réseau d'accueil, quelles dispositions avez-vous déjà prises dans la
perspective de l'activation des plans grand froid?
Pouvez-vous
me faire le point sur la liste d'attente des personnes dans le réseau de
Fedasil?
Qu'en
est-il de l'accueil des hommes isolés et singulièrement des ressortissants
ukrainiens?
Enfin,
quelles réponses comptez-vous apporter au Conseil de l'Europe et quelles
initiatives comptez-vous prendre pour vous conformer à nos obligations
internationales?
14.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: L'hiver arrive et la Belgique est confrontée à un flux de demandeurs d'asile qui dépasse encore les chiffres des dernières années. Fedasil a ouvert des places d'accueil temporaires comme l'année passée, par exemple à Bredene et à Theux, pour combler le pic hivernal.
En concertation avec la Région bruxelloise, il est prévu de créer des hébergements hivernaux supplémentaires dans les semaines à venir dans le cadre de la convention entre le fédéral et la Région selon laquelle nous finançons 2 000 places.
Fin octobre, 2 887 demandeurs d'asile étaient inscrits sur la liste d'attente pour une place dans le réseau Fedasil. L'afflux de personnes en provenance d'Ukraine reste important. Depuis début décembre, des hommes isolés, non vulnérables et titulaires d'une demande de protection temporaire n'ont pas systématiquement de place au centre Ariane parce qu'il est saturé.
La mesure temporaire sera évaluée à la fin du mois d'octobre. Depuis le début de la mesure, 45 hommes célibataires n'ont pas trouvé de place à Ariane mais ils ont été hébergés chaque nuit à Plasky ou dans un autre centre d'hébergement bruxellois, afin de leur donner une chance de trouver leur propre solution.
S'agissant de votre question sur l'avis du Conseil de l'Europe, je vous renvoie à ma réponse à la question orale n° 56000190C de Mme Van Belleghem le 1er octobre dernier.
14.03 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses et je me réjouis d'entendre que la convention avec la Région bruxelloise se maintient à hauteur de 2 000 places. Si je comprends ce que vous me dites entre les lignes, à ce stade, il n'y a personne qui dort en rue.
Même s'il est difficile de trouver des places dans le réseau Fedasil, des places sont trouvées pour tous ceux ayant introduit une demande, en ce compris les homme seuls. J'ose espérer que nous maintiendrons ce standard cet hiver. Les températures baissent et il est important que chacun ait un toit.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
15.01 Khalil
Aouasti (PS): Monsieur
le président, madame la secrétaire d'État, depuis plus d'un an, la
population civile de Gaza paie un très lourd tribut à la réponse militaire
israélienne disproportionnée et indiscriminée à la suite de l'attentat perpétré
par le Hamas.
On parle
de plus de 40 000 morts civils dont de nombreuses femmes et enfants
et de centaines de milliers de déplacés dans des conditions de vie
insupportables et dénoncées par l'ONU. La Cour internationale de Justice a,
pour rappel, ordonné en janvier 2024 qu'Israël prenne immédiatement des
mesures pour garantir que son armée ne viole pas la Convention sur le génocide.
Alors que
la guerre et ses conséquences destructrices pour les civils tend à devenir
régionale et qu'aucune solution de paix durable ne semble se dessiner,
j'aimerais, Madame la secrétaire d'État, vous poser les questions suivantes.
Depuis le
début des opérations militaires israéliennes dans la bande de Gaza en
octobre 2023, combien de demandes de visas humanitaires ont-elles été
introduites par des Gazaouis dans notre pays? Combien ont-elles été octroyées?
Des mesures ont-elles été prises pour réduire le temps de traitement de ces
demandes au regard de la situation sur place? Enfin, dans ce cadre,
pourriez-vous m'indiquer le nombre de visas demandés et octroyés au regard du
regroupement familial?
15.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Aouasti, il n'est pas possible de fournir des chiffres distincts pour les habitants de la bande de Gaza. Les chiffres que je vais vous donner concernent donc en général les demandes des Palestiniens. Veuillez noter aussi que les décisions ne sont pas nécessairement liées aux demandes de la même période.
Entre le 8 octobre 2023 et fin septembre, 53 demandes de visa de court séjour pour raisons humanitaires ont été introduites de même que 559 demandes de visa de long séjour pour raisons humanitaires (363 pour raisons humanitaires et 196 pour regroupement familial élargi).
Dans ce même cadre, 20 décisions positives et 33 décisions négatives ont été rendues pour des visas de court séjour, et 178 décisions positives et 147 décisions négatives ont été rendues pour des visas de long séjour.
Entre le 8 octobre 2023 et fin septembre, 15 demandes de visa de court séjour et 1 011 demandes de visa de long séjour ont été introduites dans le cadre d'un regroupement familial. Dans ce même cadre, 8 décisions positives et 1 décision négative ont été rendues pour des visas de court séjour, et 753 décisions positives et 106 décisions négatives ont été rendues pour des visas de long séjour. L'Office des étrangers traite ces demandes aussi vite que possible.
15.03 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour ces réponses détaillées. Je les analyserai et je pourrai ensuite vous revenir. J'ose espérer que le "traitement le plus vite possible" reste un traitement dans la durée moyenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, sinds februari mag het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen asielaanvragen die weinig kans op erkenning maken, versneld behandelen via dit systeem. De meeste asieldossiers komen daar niet voor in aanmerking. Alleen asielaanvragen van mensen uit de acht landen die op de veilige lijst staan, waaronder Moldavië, Albanië, Kosovo, en India, en van mensen met een nationaliteit met een lage kans op erkenning, komen in aanmerking voor de fasttrack.
Het CGVS behandelde tot nu toe de dossiers van 859 mensen via deze procedure, zo blijkt uit cijfers van uw kabinet. 96 % van de asielaanvragen in de nieuwe fasttrackprocedure worden afgewezen.
Mevrouw de staatssecretaris, kunt u een exhaustieve opsomming geven van de landen die voor deze procedure in aanmerking komen?
Naar welke landen wilt u de procedure nog uitbreiden indien mogelijk? Ziet u nog bepaalde landen waarvoor dit ook mogelijk is?
Hoe zit het met de terugkeer van de naar schatting ruim 800 mensen die geen recht hebben op asiel volgens de fasttrackprocedure? Hoeveel procent is reeds teruggekeerd naar het land van herkomst?
16.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Inderdaad, asielaanvragen van mensen met nationaliteiten die zeer weinig kans op erkenning maken, worden vanaf 1 februari in een fasttrackprocedure behandeld. Het gaat hierbij om de volgende landen: Congo, Georgië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Noord-Macedonië, Kosovo, Montenegro, Servië, India en Moldavië.
Welke nationaliteiten in de fasttrackprocedure behandeld worden, kan flexibel worden aangepast op basis van veranderingen in de instroom, in de erkenningsgraad en in bepaalde nieuwe fenomenen. Doordat er zeer snel een negatieve beslissing volgt, weten de betrokkenen zeer snel waar ze aan toe zijn. Als er een negatieve beslissing volgt, wat nu in 96 % van de gevallen zo is, volgt er snel een gesprek met het oog op terugkeer, zowel met de ICAM-coaches als met Fedasil.
Door nieuwe infobrieven informeert de DVZ van bij de registratie van de asielaanvraag al dat dergelijke verzoekers weinig kans op bescherming hebben.
Uiteraard wordt de terugkeer verder opgevolgd, zoals dat voor iedereen gebeurt die een bevel krijgt om het grondgebied te verlaten.
Voor mij is het belangrijk om die doelgroep in de toekomst te centraliseren in de opvang, zodat de asielbehandeling nog kan versnellen, maar ook omdat we de terugkeer, inclusief de gedwongen terugkeer, efficiënter kunnen organiseren als in een centrum alleen maar mensen worden opgevangen die in de fasttrackprocedure zitten.
Ik constateer eveneens dat de vrijwillige terugkeer naar landen als Moldavië en Georgië substantieel hoger ligt in 2024 dan in de voorbije jaren.
16.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik bedank u voor uw antwoord, maar ik heb eigenlijk geen antwoord gekregen op mijn vraag. Mijn vraag was hoe het zit met de terugkeer. Hoeveel van die ruim 800 mensen zijn effectief al teruggekeerd naar het land van herkomst? Op die vraag heb ik geen antwoord gekregen.
Nochtans, de fasttrackprocedure, waarbij de asielaanvraag snel behandeld wordt, is een goede zaak. Die procedure heeft echter geen zin als niet tegelijkertijd wordt gefocust op de versnelde terugkeer van exact die groep van mensen. Als u dat niet doet, creëert u gewoon een nieuwe groep van de illegalen van morgen, zoals ik hen noem. Eigenlijk doet u aan symptoombestrijding door plaatsen vrij te maken in de opvangcentra voor asielzoekers.
We zitten nu eigenlijk in een soort van vicieuze cirkel. Er zijn twee manieren om die te doorbreken: de instroom van asielzoekers indammen en de terugkeer verhogen. Ik hoop dat u effectief zult focussen op de versnelde terugkeer van de mensen van wie de asielaanvraag werd afgewezen in de fasttrackprocedure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17.01 Francesca
Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris,
graag kreeg ik een laatste stand van zaken van de asielopvang in hotels.
Hoeveel asielzoekers verblijven op dit moment in hotels? Wat zijn de
vooruitzichten? Hoeveel kost het in euro's om een asielzoeker een nacht onder
te brengen op hotel? De vorige keer zei u dat er reguliere opvangtarieven
golden. Kunt u dat in euro's
uitdrukken?
17.02 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d'État, la presse a évoqué la situation de ces demandeurs d'asile logés dans trois hôtels à Bruxelles, en abordant la question de leurs conditions de résidence: insalubrité, inconfort et insécurité semblent être le quotidien de nombreux demandeurs logés par Fedasil dans ces chambres faute de mieux. À en croire L'Echo, six hôtels bruxellois auraient été préemptés pour accueillir entre 600 et 800 personnes. Ces hôtels se trouvent à Jette, Saint-Gilles ou à Schaerbeek. Et malgré le soutien de Fedasil ou de la Croix-Rouge, dans certains cas, les conditions de logement deviendraient critiques. Cela serait notamment le cas à Jette selon plusieurs témoignages. Cela pose la question de la manière dont la Belgique remplit ses obligations en termes d'accueil de demandeurs d'asile. Il n'est déjà pas normal en soi d'avoir des demandeurs d'asile dans des hôtels. Cela devient carrément inacceptable si ces conditions deviennent indignes.
Madame la secrétaire d'état, pourriez-vous me confirmer aujourd'hui combien de personnes sont actuellement hébergées en hôtels? Quelles sont les conditions de séjour? Y a-t-il une durée maximale? Comment les autorités s'assurent-elles que ces personnes, en particulier les familles, sont logées dans des conditions de salubrité dignes? Quel est le statut administratif et de séjour exact de ces personnes? Parlons-nous bien de demandeurs d'asile exclusivement? Cette politique des chambres d'hôtel prendra-t-elle bientôt fin?
17.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Geachte leden, ik ben altijd heel duidelijk geweest dat ik wilde vermijden dat families met kinderen op straat zouden terechtkomen. Omdat dit anders het geval zou zijn geweest, heeft Fedasil samen met het Brussels Gewest en het Rode Kruis de voorbije maanden inderdaad gebruikgemaakt van noodopvangplaatsen, waaronder een aantal hotels. Het was een noodingreep om kinderen van de straat te houden.
Ik heb Fedasil de opdracht gegeven om deze plaatsen af te bouwen en te stoppen zodra dat mogelijk is. Begin juli verbleven er nog meer dan 700 verzoekers om internationale bescherming in deze plaatsen. Intussen is dat aantal gedaald tot 500. Ik heb aan Fedasil gevraagd om dat verder af te bouwen.
Het zijn personen met een eerste asielaanvraag die daar gemiddeld een vijftigtal dagen verblijven vooraleer ze aan een gewone opvangplaats worden toegewezen. Het gaat dus om kinderen en hun ouders.
Ik val in herhaling. Het blijft mijn bedoeling om de opvang van asielzoekers in deze logementen zo snel mogelijk af te bouwen, maar ik wil evenmin gezinnen met kinderen op straat zetten, zeker met de winter voor de deur.
De opvangkosten zijn inderdaad dezelfde als voor reguliere opvangplaatsen, mevrouw Van Belleghem, dat heb ik u al gezegd. U weet dat dit rond de 50 euro per dag per plaats is.
Les autorités locales peuvent être rassurées sur le fait que la gestion se fait correctement. Les équipes ambulatoires passent régulièrement dans les hébergements d'urgence et peuvent constater les éventuels problèmes. Les demandeurs ont également la possibilité de demander à contacter les équipes par téléphone 24 h/24 pour faire part de problèmes.
En effet, monsieur De Smet, l'accueil dans ces structures n'est vraiment pas idéal mais en ce qui me concerne, c'est toujours mieux que de laisser des familles avec enfants à la rue.
17.04 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. In juli zei u dat er inderdaad 700 asielzoekers op hotel verbleven. Begin oktober heb ik u daarover ondervraagd. Toen zei u dat er 500 asielzoekers op hotel verbleven en dat u dat zo snel mogelijk zou afbouwen.
We zijn een maand later en er verblijven nog steeds 500 asielzoekers op hotel. Dat zorgt werkelijk voor een aanzuigeffect. Onze cijfers bewijzen dat aanzuigeffect, want de asieldruk is hier veel hoger dan in de ons omringende landen. Onze asieldruk is in absolute cijfers zelfs hoger dan in Nederland, terwijl Nederland zo veel groter dan België is. We doen het slechter dan Frankrijk en Duitsland. Die asielopvang in hotels zorgt voor een aanzuigeffect en dat ziet men in de cijfers.
17.05 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse et tout particulièrement pour les chiffres. Tant mieux si des équipes ambulatoires passent. Le font-elles assez régulièrement pour éviter que les problèmes stagnent? Je n'en suis pas sûr, ce n'est en tout cas pas ce que nous dit la presse.
Nous sommes d'accord sur le fait que c'est mieux de mettre des familles à l'hôtel que de les laisser dans la rue. Mais que certaines familles aient le choix entre des logements insalubres ou la rue est inacceptable, et l'État ne devrait pas proposer un tel choix. Il faut donc que cette politique prenne fin et que, si recours aux hôtels il y a, cela se fasse dans des conditions de salubrité dignes.
17.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik wou nog even reageren op wat mevrouw Van Belleghem zei. Ik ben het absoluut met u eens dat de instroomcijfers in ons land vandaag zeer hoog zijn en dat we die naar beneden moeten krijgen, maar u vergeleek de situatie met die in de buurlanden alsof de hotels er de oorzaak van zouden zijn dat er hier veel mensen toekomen. In Nederland worden al jaren hotels gebruikt en verblijven er duizenden mensen op hotel. Dat wou ik nog graag toevoegen.
17.07 Francesca Van Belleghem (VB): In Nederland verblijven er inderdaad asielzoekers op hotel, maar …
17.08 Staatssecretaris Nicole de Moor: Duizenden …
17.09 Francesca Van Belleghem (VB): Ja, maar in België worden er geen maatregelen genomen om de instroom te beperken. Met Vivaldi hebt u werkelijk nul effectieve maatregelen genomen. Daardoor moeten er asielzoekers op hotel verblijven. Dat zorgt voor het aanzuigeffect. Het gaat dus niet om de hotelopvang tout court, u nam met de vivalidiregering gewoon geen maatregelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18.01 Francesca Van Belleghem (VB): Ik verwijs naar mijn ingediende vraag, die in het verleden overigens al vaak werd ingediend.
Graag
een meest recente stand van zaken wat betreft de veroordelingen tot dwangsommen
en de daaropvolgende inbeslagnames.
Over
hoeveel veroordelingen tot dwangsommen door de arbeidsrechtbanken en
arbeidshoven gaat het in het totaal sinds 2022 (dus alle veroordelingen samen:
van Fedasil, de Belgische Staat, andere diensten)?
Wat is
het theoretisch bedrag aan veroordeling tot dwangsommen (voor alle
veroordelingen samen)?
Welk
bedrag werd intussen 'gevat' door inbeslagnames en hoeveel werd intussen
effectief uitbetaald (bij alle diensten: uw kabinet, kabinet premier, etc. …)?
Hebben
er intussen asielzoekers een dwangsom ontvangen?
Hoeveel
openbare verkopen vonden er intussen plaats? Hoeveel hebben deze openbare
verkopen opgebracht? Zijn er nog openbare verkopen gepland?
Welke
kabinetten of overheidsdiensten werden intussen allemaal geviseerd?
18.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, in augustus hebt u ook al een vrijwel identieke schriftelijke vraag gesteld. In het antwoord kon u normaal gezien de nodige informatie terugvinden, maar ik geef u hierbij een stand van zaken.
In 2022 werd Fedasil 10.345 keer veroordeeld. In een aantal van die zaken werd Fedasil ook samen met de Belgische Staat veroordeeld. De omvang van de dwangsommen die Fedasil verschuldigd is, bedroeg op 31 oktober van dit jaar 19.374.900 euro. U ziet dat dit bedrag dus fluctueert en afneemt in de tijd. De inbeslagnames viseerden voornamelijk Fedasil en mijn kabinet.
Bij Fedasil werd begin 2023 meubilair met een waarde van 71.622 euro in beslag genomen. Dat werd verkocht op een openbare veiling. De exacte opbrengst van die veiling is Fedasil noch mij bekend. Begin 2023 werd ook beslag gelegd op bepaalde goederen van mijn kabinet. Nadat met succes verzet werd aangetekend bij de beslagrechter heeft de gerechtsdeurwaarder alleen een koffiemachine en een koelkast meegenomen. Die werden op een openbare veiling verkocht. De opbrengst daarvan was zeer beperkt.
Voor de rest staan er geen openbare verkopen gepland. Tot nu toe werd geen enkele dwangsom uitbetaald. Ik weet dat het een controversieel onderwerp is, maar ik blijf herhalen dat dwangsommen betalen niets zou oplossen. Integendeel, de budgetten voor opvang moeten naar opvang gaan.
18.03 Francesca Van Belleghem (VB): Dank voor uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris. Uw officiële titel is staatssecretaris voor Asiel en Migratie, maar in de realiteit lijkt staatssecretaris voor Dwangsommen en Inbeslagnames een betere titel voor u. Er werden al voor 19 miljoen euro dwangsommen opgelegd wegens een gebrekkig asielbeleid, alleen omdat Vivaldi weigerde maatregelen te nemen om de instroom van asielzoekers te beperken.
Ik hoop werkelijk uit de grond van mijn hart dat de volgende regering effectief maatregelen zal nemen, en niet gewoon een paar maatregelen. Het zijn er een hele hoop die genomen moeten worden om effectief die instroom van asielzoekers te doen dalen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Dit
jaar (tot en met augustus) kregen zo'n 24.000 mensen een bevel om het
grondgebied te verlaten. Een kleine 5.400 mensen hebben dat effectief gedaan.
We zien elk jaar ongeveer dezelfde percentages, i.e. dat ongeveer 20 procent
slechts gehoor geeft aan een bevel om het grondgebied te verlaten.
Om een
illegaal gedwongen terug te kunnen sturen, heb je een laissez-passer nodig van
het land van herkomst.
Kunt u
inschatten hoeveel procent van de (gedwongen) terugkeer spaak loopt omwille van
het feit dat het land van herkomst geen laissez-passer verschaft? Welke
maatregelen zouden we op nationaal niveau nog kunnen nemen om dit percentage op
te krikken?
19.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, u vermeldt dat er dit jaar tot en met augustus 24.000 mensen een bevel om het grondgebied te verlaten hebben gekregen en zowat 5.000 mensen dat daadwerkelijk hebben gedaan. Het door u aangehaalde terugkeercijfer betreft echter de gecontroleerde gedwongen en vrijwillige terugkeer, maar geeft helemaal niet weer hoeveel personen zelfstandig het grondgebied hebben verlaten. Daarvan bestaan immers geen cijfers. Het nieuwe Europese Entry/Exit System (EES) zal ons daarbij in de toekomst gedeeltelijk helpen. Ik maak u erop attent dat het cijfer in uw vraag dus niet klopt. De terugkeer die we in een bepaald jaar organiseren, gaat ook niet over de bevelen die in een bepaald jaar zijn verstrekt.
Voor de cijfers over het aantal positieve en negatieve afgesloten identificaties en het aantal al afgeleverde reisdocumenten, verwijs ik u graag naar het jaarverslag van de Dienst Vreemdelingenzaken. U vindt daarin alle cijfermatige informatie waarover de administratie beschikt.
Zoals we daarnet bij andere vragen al hebben besproken, vormen de samenwerking met herkomstlanden en de afgifte van laissez-passers al heel lang een pijnpunt, waaraan mijn diensten en ikzelf veel aandacht besteden. Zoals ik de afgelopen jaren in mijn agenda heb gemerkt, is migratie zowel een binnenlandse als een buitenlandse bevoegdheid. Ik ben bijvoorbeeld in april nog met de eerste minister, de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken naar Marokko gereisd om daar met succes een betere terugkeersamenwerking te bepleiten.
De terugkeercijfers kunnen alleen stijgen als we beter samenwerken met de herkomstlanden. De DVZ onderhoudt dan ook bilaterale relaties met de landen van terugkeer en organiseert vergaderingen met ambassades, consulaten en centrale overheden. Het permanent onderhouden van die relaties is een belangrijk element om de samenwerking op het gebied van terugkeer te behouden of te verbeteren. Ook dat mag niet worden onderschat. Terugkeer is niet het gevolg van één memorandum of understanding (MoU) of één akkoord. Een goede terugkeersamenwerking is het gevolg van continu goed onderhouden relaties.
Indien de bestaande overeenkomsten niet worden nageleefd of de bilaterale contacten niet verbeteren, dan zal de DVZ het kabinet Buitenlandse Zaken en de Europese autoriteiten daarover inlichten, opdat alle partners de druk kunnen opvoeren om de gemaakte afspraken na te leven.
In het kader van de multilaterale terugnameovereenkomsten met de Europese Unie worden regelmatig vergaderingen georganiseerd tussen de EU-lidstaten en het land van herkomst om de samenwerking te bespreken. Daarnaast is er op regelmatige basis dialoog via de Europese delegaties in de landen van herkomst en de lokale Europese liaisons om de samenwerking te bevorderen en de gemaakte afspraken te laten naleven.
19.03 Francesca Van Belleghem (VB): Bedankt voor uw uitgebreide antwoord. Maar ik heb op mijn belangrijkste vraag geen antwoord gekregen.
Kunt u inschatten hoeveel procent van de gevallen van gedwongen terugkeer of vrijwillige terugkeer spaak loopt omdat het land van herkomst geen laissez-passer geeft? Dat is immers een goede graadmeter om te weten hoe we daaraan kunnen werken en bij welke landen er pijnpunten zijn en bij welke landen niet.
19.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik heb daarop wel geantwoord, mevrouw Van Belleghem. Ik heb namelijk gezegd dat u alle cijfers over het aantal positief en negatief afgesloten identificaties en het aantal afgeleverde reisdocumenten in detail kunt terugvinden in het jaarverslag van de Dienst Vreemdelingenzaken, dat publiek beschikbaar is op de site van de DVZ.
19.05 Francesca Van Belleghem (VB): Bedankt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de Europese Unie staat reeds jaren onder zeer zware migratiedruk. Dat spoort veel Europese lidstaten aan om een strakker nationaal beleid te voeren. Zo voerde Duitsland midden september weer grenscontroles in, Frankrijk volgde begin november en ook Nederland zal deze maand grenscontroles invoeren of heeft dat al gedaan. De migratieproblematiek vraagt een nieuw Europees en federaal migratiebeleid.
Mevrouw de staatssecretaris, voor onze partij is het migratiepact misschien een stap in de goede richting, maar volstaat het absoluut niet. De externalisering van de asielprocedure is voor ons een belangrijke hoeksteen van een kordaat toekomstig asiel- en migratiesysteem. Op die manier kan asiel aangevraagd worden buiten de EU. Wie illegaal binnenkomt, moet elke kans op legaal verblijf verliezen.
Italië heeft alvast de eerste stappen gezet omtrent de externalisering van zijn asielprocedure. Zo sloot het land een akkoord met Albanië voor de behandeling van de dossiers in het buitenland. Ook Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen brak een lans voor de zogenaamde terugkeerhubs op Europees niveau en ze beloofde kordatere regelgeving inzake het Europees migratiebeleid. Hoewel de huidige federale regering ontslagnemend is, sprak de premier zich op de Europese top uit tegen die hubs. Dat is niet alleen ongehoord, maar ook ongrondwettelijk. De huidige federale regering is ontslagnemend en beschikt niet langer over een meerderheid in de Kamer. Grondwettelijk moet ze zich beperken tot het behartigen van de lopende zaken.
Wat vindt u van het standpunt ingenomen door de premier? Kan hij dat zomaar doen in lopende zaken?
Welke stappen wilt u eventueel ondernemen om op nationaal en Europees vlak terugkeerhubs te realiseren? Bent u daar voorstander van?
20.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw De Vreese, het antwoord op uw vraag begint vanzelfsprekend met een verwijzing naar het Europese asiel- en migratiepact, dat onder het Belgische voorzitterschap is goedgekeurd. Het pact biedt een meer gestructureerd en uniform kader voor de lidstaten om asiel en migratie beter te beheren. Ik weet dat we vandaag allemaal naar de Verenigde Staten kijken. Op het vlak van migratie moeten we er echter ook voor zorgen dat wij Europees op eigen benen kunnen staan en samen een sterk Europees migratiebeleid hebben. Het pact is een enorm grote stap in de richting van meer controle over migratie. Dat is een rechtmatige verwachting van heel veel Europese burgers.
Het pact voorziet niet in een automatisch recht op verblijf in de Europese Unie, maar behoudt wel het recht om asiel aan te vragen, zowel aan de grens als op het Europese grondgebied. Bovendien biedt het een juridisch kader om aanvragen sneller en efficiënter te verwerken.
Zoals ik al aangaf, is het een enorme stap vooruit. Is dat pact echter voldoende? Neen, dat is het niet. Dat heb ik ook altijd opgemerkt. We hebben een betere samenwerking en partnerschappen nodig met herkomstlanden en transitlanden om de migratie beter te beheren. We moeten ook blijven zoeken naar oplossingen voor de terugkeer van mensen die weigeren mee te werken en naar landen die weigeren mee te werken.
Op dit moment circuleren er al enkele aanvullende ideeën bij het pact. Als u het mij vraagt, zijn sommige daarvan realistischer om te organiseren of te implementeren dan andere. Ze brengen echter in elk geval zowel praktische als juridische uitdagingen met zich mee.
De terugkeerhubs, waarover nu ook de voorzitter van de Europese Commissie spreekt, bevinden zich in een heel prille fase. Dat is op dit moment slechts een idee, maar we moeten het debat daarover wel voeren. Zoals gezegd zijn er nog heel veel praktische uitdagingen ter zake, maar we moeten wel de openheid hebben om daarover te spreken.
Helemaal concreet is dat dus nog niet. Het idee is echter dat mensen die hier onwettig verblijven en die bevel na bevel om te vertrekken negeren, of mensen die we niet teruggestuurd krijgen omdat het land van herkomst niet meewerkt – mensen kunnen zelf meewerken, maar we kunnen hen niet gedwongen terugsturen omdat het land van herkomst bijvoorbeeld niet meewerkt –, naar een ander land kunnen worden gestuurd waarmee er afspraken zijn gemaakt. De betrokkenen kunnen dan vanuit dat land finaal terugkeren naar hun herkomstland. Het betreft dus geen externalisering van de asielprocedure, maar het gaat over de terugkeer van mensen die hun asielprocedure bijvoorbeeld al achter de rug hebben.
Om dat te realiseren, moet men dat natuurlijk eerst intern Europees concretiseren en landen vinden die bereid zijn om daarin mee te stappen. Dat zal zeker niet evident zijn, maar ik vind wel dat we de openheid moeten hebben om dat debat te voeren.
Ik kijk op dezelfde manier naar de deal die Italië met Albanië sloot. Ook dat is geen zuivere externalisering van de asielprocedure. Het is ook geen terugkeerhub, zoals het in de pers werd voorgesteld. Daar gaat het om het organiseren van de asielprocedure en de opvang buiten de grenzen van Italië. Men wil mensen die door de Italianen op de Middellandse Zee worden gered naar Italiaanse opvangcentra in Albanië brengen, maar Italië behoudt wel de controle over de opvang en de procedure, die daar verloopt volgens Europese regels. Wie bescherming krijgt, gaat nadien naar Italië.
Al deze pistes kunnen wat mij betreft nuttige aanvullingen zijn op het Europese migratiepact, net zoals partnerschappen met derde landen, zoals dat met Tunesië of zoals de EU-Turkijedeal van 2016. Ik ben alleszins bereid om die innovatieve pistes met open vizier te bekijken.
Wat het Belgische standpunt betreft, het is op dit moment niet nodig om een Belgisch standpunt in te nemen, want er ligt vandaag geen enkel concreet voorstel op de Europese tafel. Er lopen wel gesprekken, waaraan ik uiteraard deelneem, maar er ligt geen voorstel voor. België hoeft op dit moment dus geen formeel standpunt in te nemen.
20.03 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we weten natuurlijk niet hoelang de onderhandelingen over een nieuwe federale regering nog zullen aanslepen. Wie weet komt er op een bepaald moment wel een voorstel op tafel. De vraag is dan op welke manier de standpuntbepaling zal worden gedaan voor dit land. Ik kan alleen hopen dat we snel richting een federale regering gaan, die op het vlak van migratie echt stappen vooruit durft te zetten. Op Europees niveau zien we nu immers toch dat de standpunten en de meningen de afgelopen jaren enorm veranderd zijn.
U zegt dat dit absoluut geen externalisering van de asielprocedure is. Volgens mij zullen de meningen daarover traag maar zeker rijpen en gaan we die richting uit, omdat de situatie anders gewoonweg niet houdbaar blijft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, midden september diende mijn collega Nabil Boukili al een vraag in over de bedwantsenplaag in het gesloten centrum van Steenokkerzeel. Men vocht toen al maanden tegen een plaag van bedwantsen. Hetzelfde probleem werd gemeld in Brugge en Merksplas. Volgens het personeel en de bewoners werd er te weinig gedaan om het probleem op te lossen. Het personeel weigerde in september het centrum te betreden en bewoners sliepen buiten. Op 9 september verklaarde de DVZ dat er geen reden was om buiten te slapen. Dat is echter niet wat ons verteld werd. Het hele gebouw zou besmet zijn. De enige oplossing was de bewoners tijdelijk te herhuisvesten, totdat het probleem is verholpen.
Intussen is het november en ik zou graag een stand van zaken krijgen. Wat hebt u sinds juli al gedaan tegen de bedwantsenplaag? Wat bent u nog van plan te doen? Hoe zult u de plaag onder controle krijgen?
21.02 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, er is een groot bedwantsenprobleem in meerdere gesloten centra. Daarnaast is het niet gemakkelijk voor het personeel, gelet op de hoge werkdruk door het personeelstekort en de niet-ingevulde vacatures. Er zijn ongelooflijk grote sommen geld in het asielbeleid geïnvesteerd. De toestand van de gesloten centra, het uitblijven van een onmiddellijk optreden en het falen om zulke plagen onder controle te krijgen, doen mij echter grote ogen trekken.
Hoever staat het nu met de bedwantsenplaag? In welke mate is de capaciteit in onze gesloten centra verminderd wegens dat soort plagen? In hoeverre zijn er plaatsen of vleugels noodgedwongen gesloten? Welke stappen zult u nemen om de problematiek aan te pakken?
Kunt u een stand van zaken geven omtrent de personeelsbezetting? In welke mate is de capaciteit in onze gesloten centra verminderd wegens een gebrek aan personeel? In hoeverre zijn er plaatsen noodgedwongen gesloten? Welke stappen zult u nemen om de personeelsproblematiek verder aan te pakken?
21.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega's, net als in vele andere Europese landen heeft België de jongste jaren te kampen met bedwantsen op verschillende locaties. De gevangenissen, de opvangcentra en de gesloten centra ontsnappen daar niet aan. Vanaf de eerste melding in de centra heeft de Dienst Vreemdelingenzaken snel gehandeld door externe bedrijven in te schakelen om bedwantsen uit te roeien en de centra te reinigen. Er worden dus preventieve en reactieve maatregelen genomen. Op het moment dat een bewoner aangeeft dat er bedwantsen in de kamer zijn, wordt die afgesloten en wordt de bewoner verplaatst naar een andere kamer. De centrumdirectie schakelt dan met spoed een extern bedrijf in om de kamer te desinfecteren. Tegelijkertijd worden maatregelen genomen om de kleding van de betroffene te desinfecteren en hem of haar een andere kamer te geven. Aangrenzende kamers worden ook automatisch gedesinfecteerd. Het externe bedrijf desinfecteert eerst met chemische producten en voert daarna een stoombehandeling uit om alle bedwantsen en eitjes te verwijderen. Dat proces neemt enige tijd in beslag.
Daarnaast werden in alle centra de volgende preventieve maatregelen ingevoerd. Alle nieuwe bewoners moeten verplicht douchen, krijgen schone kleren van het centrum, hun kledij wordt gewassen op 60 °C. Als er aanwijzingen zijn voor of als er een risico is, wordt de bagage behandeld met hete lucht en worden alle kleren gewassen. De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk voert voortdurend controles uit in al onze centra.
Vandaag is er nog een besmettingshaard in het centrum te Merksplas. In Brugge lopen de laatste behandelingen. Volgende week zou het probleem in Brugge opgelost moeten zijn.
Mevrouw De Vreese, met betrekking tot de bezetting van de centra kan ik u het volgende meegeven. In het transitcentrum Caricole is er geen beperking van de capaciteit wegens personeelstekort. Er zijn 100 bewonersplaatsen en 14 bufferplaatsen voor grensdossiers beschikbaar.
In het centrum 127bis is de capaciteit momenteel beperkt tot één vleugel vanwege bedwantsen. Daar wordt een deel van het personeel momenteel voor andere taken ingezet. Anderen volgen de wettelijk verplichte opleidingen of bouwen hun contingent overuren af.
In Brugge is slechts een van de twee mannenvleugels beschikbaar wegens bedwantsen. De bewonerscapaciteit van de vrouwenvleugel is niet beperkt. De gecontamineerde mannenvleugel wordt momenteel behandeld door een externe firma en zou normaliter in de tweede helft van november weer beschikbaar moeten zijn.
In Merksplas is er momenteel een beperking van de bewonerscapaciteit met 32 plaatsen wegens gebrek aan personeel in blok 4B. In Vottem zijn door een personeelstekort drie van de vier bewonersvleugels in gebruik. De noodzakelijke aanwervingen lopen. In het centrum van Holsbeek is er geen beperking van de bewonerscapaciteit.
Wat de personeelscapaciteit betreft, doen de DVZ en de stafdienst van Binnenlandse Zaken wat ze kunnen om die te doen toenemen. Voor de gesloten centra is inderdaad heel wat personeel nodig. In oktober 2024 waren voor de centra 121 aanwervingen afgerond en waren er 45 aanwervingen lopende terwijl er 43 selectieprocedures werden opgestart.
De verdere versterking van de gesloten centra, qua zowel personeel als infrastructuur, is een absolute prioriteit voor mij. Ik blijf daarop ook in de periode van lopende zaken heel hard inzetten, maar ik denk dat ook de volgende regering er verder werk van zal moeten maken om de personeelscapaciteit continu voldoende sterk te houden, zodat ook de bewonerscapaciteit voldoende hoog gehouden kan worden.
21.04 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Ik ben me ervan bewust dat men niet alleen in de gesloten centra, maar ook op alsmaar meer andere plaatsen met personeelsgebrek kampt. Hoe dan ook, niemand verdient het om te moeten leven met bedwantsen. Personeelsleden willen ook niet het risico lopen om bedwantsen mee naar huis te nemen. Ik vind het daarom alvast positief dat het probleem ernstig genomen wordt.
21.05 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, als we mensen willen aantrekken om in onze gesloten centra te werken, dan was dat natuurlijk de slechtst mogelijke reclame. Zulke zaken zorgen ervoor dat de job echt niet aantrekkelijk is. Ik hoop dat we daarop toch een ander antwoord kunnen geven.
Wie het gesloten centrum te Brugge binnengaat, ziet dat een van de twee vleugels gesloten is vanwege bedwantsen. De overige infrastructuur is er echter ook niet goed aan toe, zoals u wel weet, mevrouw de staatssecretaris. Er is dus zeer dringend een nieuw centrum nodig.
Het centrum in Jabbeke zal minder kwetsbaar zijn voor al dat soort van ongedierte en het wordt er zeer aangenaam werken voor het personeel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22.01 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, op vrijdagnacht 22 oktober kwam de Nederlandse regering tot een akkoord om de asielcrisis daar te bestrijden. De regering wil er een strikter erkenningsbeleid en wil ook meer beschermingsstatussen opnieuw intrekken indien delen van het land van herkomst veilig zijn geworden. Om dit mogelijk te maken zal Nederland de duur van de verblijfsvergunning die erkende vluchtelingen er krijgen terugbrengen van vijf naar drie jaar.
Premier Dick Schoof verklaarde hierover op een persconferentie: “Zo groeit het besef van de tijdelijkheid van asielbescherming in Nederland." Daarbij gaf de premier het voorbeeld van Syrië. Syriërs uit gebieden die vandaag veilig zijn, zouden geen verblijfsvergunning meer kunnen krijgen en moeten terugkeren.
Net als in Nederland zijn ook in België Syriërs de belangrijkste groep asielaanvragers. Dat komt niet omdat er in Syrië actueel een oorlog heerst. De burgeroorlog daar is al vele jaren voorbij. Grote delen van het land zijn veilig. Dat komt omdat het CGVS zijn beleid niet aan die verbeterde situatie heeft aangepast. Op 2.807 eindbeslissingen ten gronde die het CGVS in 2024 in asieldossiers van Syriërs nam, verkregen er maar liefst 2.279 een beschermingsstatus.
Indien het Nederlandse beschermingsbeleid voor Syriërs fors strikter wordt terwijl het Belgische even ruim blijft, laat het zich raden wat er zal gebeuren: een forse stijging van het aantal asielaanvragen door Syriërs in België.
Bent u bereid het aangescherpte Nederlandse beschermingsbeleid voor Syrische asielzoekers te bespreken met de commissaris-generaal?
Bent u bereid de nodige ontradende communicatie te doen opdat de Syriërs weten dat België als asielbestemming niet aantrekkelijker wordt dan Nederland?
Bent u bereid de beleidsnota van de commissaris-generaal wat Syriërs betreft op te vragen en te delen met de leden van de commissie voor Binnenlandse Zaken, desgevallend achter gesloten deuren en met de plicht van vertrouwelijkheid, opdat wij het Belgische beleid voor Syrische asieldossiers kunnen vergelijken met dat van de asielinstanties van Nederland, Frankrijk en Duitsland?
22.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Safai, het Commissariaat-generaal is vandaag inderdaad een onafhankelijke instantie. Dat betekent dat er geen inmenging in individuele dossiers mag zijn, zowel vanuit de uitvoerende als vanuit de wetgevende macht.
U kunt de commissaris-generaal wel altijd uitnodigen voor een informatief gesprek in dit Huis en in deze commissie. Daarvoor is mijn interventie noch mijn aanwezigheid vereist. U kunt bij die gelegenheid dan de informatie opvragen die u wilt en u kunt in dialoog gaan over het erkenningsbeleid. Ik meen dat het een goed idee is de commissaris-generaal uit te nodigen over de zaken die u met hem wilt bespreken.
Onafhankelijkheid sluit goede contacten met politieke vertegenwoordigers immers niet uit. Ik houd ook zelf regelmatig overleg met de commissaris-generaal. Mijn kabinet zorgt ook voor een goede informatie-uitwisseling over gevoelige dossiers en over landenanalyses. Wekelijks organiseren wij op mijn kabinet een vergadering met alle hoofden van de migratiediensten om ontwikkelingen in de asielketen te bespreken, waarbij Syrië heel vaak aan bod komt.
Ik kan u dus wel zeggen dat het Commissariaat-generaal de situatie op de voet volgt en dat het kenniscentrum Cedoca zich continu informeert over de actuele situatie in de landen van herkomst. De commissaris-generaal neemt daar beslissingen op basis van algemene, objectieve landeninformatie en op basis van persoonlijke elementen als het asielmotief.
In een concreet geval zal het CGVS in eerste instantie nagaan of het individu vervolgd wordt in Syrië, waarbij de criteria van de Vluchtelingenconventie worden toegepast, waarvoor het CGVS het landenbeleid van het EUAA volgt. De EUAA Country Guidance is publiek beschikbaar. Zo draagt het CGVS ook bij tot een uniformere asielbeoordeling binnen de EU.
Het CGVS zal vervolgens de subsidiaire beschermingsstatus onderzoeken op basis van individuele elementen en de algemene situatie in Syrië. Uit het meest recente rapport van het EUAA blijkt dat de burgeroorlog nog niet is afgelopen.
In verband met de mogelijke beleidsmaatregelen herinner ik u eraan dat de huidige regering in lopende zaken is. Het verkorten van de beschermingsduur lijkt me een politieke beslissing die enkel door een volgende regering kan worden genomen.
De vraag of een land veilig genoeg is voor terugkeer wordt binnen de EU bepaald zowel aan de hand van de richtlijnen van de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen als via Europese informatie. Recent overleg op Europees niveau en met UNHCR heeft bevestigd dat de omstandigheden voor veilige en waardige gedwongen terugkeer naar Syrië nog niet zijn vervuld, maar vrijwillige terugkeer is wel mogelijk. Ik moedig nauwe samenwerking hieromtrent tussen de Europese Commissie en UNHCR aan. Ik heb dit zelf ook al besproken met de Assistant High Commissioner van UNHCR. Het thema ligt me na aan het hart en ik ga hierover verschillende diplomatieke gesprekken aan.
Secundaire migratie binnen de EU blijft een uitdaging. Mijn beleid is duidelijk: wie in een andere lidstaat een asielaanvraag heeft lopen, moet daar blijven volgens de Dublinregels. Mensen met een beschermingsstatus in een lidstaat mogen maximaal 90 op de 180 dagen buiten dat land verblijven. Nieuwe asielaanvragen van personen die al beschermd worden in een andere lidstaat worden in België het best zo snel mogelijk onontvankelijk verklaard opdat de betrokkene kan worden teruggestuurd naar de lidstaat die bescherming bood. Deze regels worden regelmatig onder de aandacht gebracht binnen de EU. Het is cruciaal om daarop te blijven hameren in afwachting van de implementatie van het migratiepact. Enkel op die manier kan een Europees asielsysteem blijven functioneren.
22.03 Darya Safai (N-VA): Het CGVS is uiteraard een onafhankelijke instantie. Dat weten we allemaal. Als onze buurlanden hun eigen beleid echter veranderen en updaten, moeten we dat ook volgen. Anders krijgen we een aanzuigeffect. Het is ook niet verplicht om de EUAA Country Guidance te volgen.
Zoals u zegt, zou het dus interessant zijn om het CGVS uit te nodigen in de commissie zodat we kunnen luisteren naar wat ze doen. U hebt immers gezegd dat ze dat op de voet opvolgen, maar hun beleid is nog niet veranderd. We zouden dus graag met hen in gesprek gaan en zullen hen daartoe uitnodigen in deze commissie.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter:
Met deze mooie suggestie van de staatssecretaris sluiten we deze vergadering
af.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.38 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 38.