Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
van Woensdag 27 november 2024 Namiddag ______ |
du Mercredi 27 novembre
2024 Après-midi ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 19 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
01.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, door de beperkte registratiecapaciteit slaagt de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) er niet in om dagelijks alle verzoeken om internationale bescherming te registreren in het nieuwe registratiecentrum in de Belliardstraat. Op 18 november werden naar verluidt al afspraken ingepland voor 5 en 6 december, wat betekent dat mensen meer dan twee weken moeten wachten om enkel nog maar hun asielaanvraag in te dienen. In die periode beschikken ze niet over een individueel bewijs van de asielaanvraag, waardoor ze zich niet kunnen inschrijven op de wachtlijst voor opvang en geen gratis rechtsbijstand kunnen aanvragen.
Weken na de aanmelding pas convocaties uitdelen is in strijd met artikel 50 van de vreemdelingenwet. Bij een groot aantal verzoeken om internationale bescherming mag de termijn worden verlengd met drie tot maximaal tien dagen. In juni 2023 werd België veroordeeld voor de schending van het recht op asiel, waarbij de rechtbank verwees naar artikel 50 van de vreemdelingenwet, maar de dwangsommen werden uiteraard nooit betaald.
Is de registratiecapaciteit in de Belliardstraat significant lager dan aan de Pachecolaan? Welke maatregelen acht u mogelijk om de registratiecapaciteit te verhogen? Of kunt u leven met het systeem van vandaag?
Hoe zult u de inschrijving op de wachtlijst voor opvang mogelijk maken voor wie een convocatie van de DVZ voor de registratie van hun beschermingsverzoek ontving? Hoe zorgt u ervoor dat die groep ook toegang krijgt tot gratis rechtsbijstand?
Klopt het dat er convocaties zijn uitgedeeld aan gezinnen met kinderen? Naar verluidt zou dat alleen het geval zijn als die gezinnen aangeven een opvangplek te hebben.
Op welke manier krijgen de kwetsbaarsten voorrang bij de indiening van een verzoek om internationale bescherming?
Bovendien worden de nachten kouder en slapen er alsmaar meer mensen op straat. De opvangstructuren zitten vol en een aanzienlijk deel van de bedden in de daklozenopvang in Brussel wordt ingenomen door personen die een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend en dus recht hebben op opvang bij Fedasil.
In de vragensessie van 6 november gaf u aan dat er tijdelijke opvangplaatsen in Bredene en Theux zouden worden geopend om de winterpiek te overbruggen. Daarnaast worden 2.000 plaatsen in de nachtopvang gefinancierd in het kader van de zogenaamde Brusseldeal.
Zal de federale overheid extra opvangplaatsen in Brussel financieren? Zo ja, waar en hoeveel? Welke bijkomende maatregelen plant u om de nachtopvang te ontlasten in Brussel?
Ik kijk uit naar uw antwoorden.
01.02 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag gaat over de nieuwe locatie van het aanmeldcentrum in de Belliardstraat, dat ik eergisteren heb bezocht. U hebt hier al eerder verklaard dat die locatie niet geschikt is en ik geef u daar groot gelijk in. De mensen staan in een wachtrij, geprangd tussen dranghekkens en een muur van het gebouw. Toen ik er was, regende en waaide het heel hard en de mensen stonden daar zonder enige beschutting. Kinderen staan daar heel lang met hun ouders, zonder enige manoeuvreerruimte, wat niet evident is. Sommigen staan daar uren op voorhand, anderen zelfs een hele nacht, om zeker te zijn dat ze binnen zullen geraken. Het drukke autoverkeer en het feit dat de voorbijgangers het fietspad moeten gebruiken omdat de stoep wordt ingenomen door de wachtrij, maken de situatie heel gevaarlijk. Het is een kwestie van tijd voor er daar ongevallen gebeuren. Ook de rolstoeltoegankelijkheid is een enorm probleem vanwege het hoge betonnen blok voor de deur. Mensen in een rolstoel kunnen dus onmogelijk alleen binnen geraken. Er moet daar dringend iets aan gebeuren.
Ik heb dus de volgende vragen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de zoektocht naar een geschikt pand voor het aanmeldcentrum? Zijn er ondertussen al panden bezocht? Hebben uw diensten een locatie op het oog?
Wat zult u in de tussentijd doen om de omstandigheden voor de wachtenden te verbeteren? Worden er maatregelen getroffen om beschutting te voorzien, zodat ze niet in weer en wind moeten wachten? Waarom kunnen de mensen niet binnen wachten? Wat wordt er gedaan aan de rolstoeltoegankelijkheid?
Welke maatregelen nemen uw diensten om de veiligheid van asielzoekers, medewerkers en fietsers te garanderen? U verklaarde eerder in het Parlement dat u bekijkt hoe de wachtrij kan worden verplaatst en zei dat het mogelijk zou moeten zijn om dit op een parking te doen, zodat de mensen niet op straat hoeven te wachten. Is die piste verder onderzocht? Wat is de stand van zaken? Onderzoekt u nog andere pistes?
Mijn tweede vraag gaat over het plaatsgebrek in de opvangcentra.
De humanitaire hub in Brussel heeft vorige week nog actie gevoerd om het tekort aan slaapplaatsen in Brussel aan te klagen. Men wil dringend een oplossing voor het groeiend aantal gezinnen met kinderen dat geen plek vindt in de noodopvang. Binnenkort wordt het immers winter en gaat het vriezen. Het is sowieso al mensonwaardig om mensen aan de straat over te laten, maar bij vriestemperaturen is dat ronduit gevaarlijk. Er zijn dus dringend extra plaatsen nodig, niet alleen voor gezinnen met kinderen, maar ook bijvoorbeeld voor de 2.650 alleenstaande mannen die vandaag geen plaats krijgen bij Fedasil door uw asociaal beleid.
Volgens de woordvoerder van Fedasil wordt er wel plaats gegarandeerd voor gezinnen met kinderen, maar dat wordt tegengesproken door organisaties op het terrein. Zowel bij de humanitaire hub als bij Samusocial geeft men namelijk aan dat er wel degelijk gezinnen bij hen aankloppen die recht hebben op opvang door de federale overheid.
Ik heb daarom enkele vragen.
Welke inspanningen zult u leveren om iedereen die daar recht op heeft een opvangplaats te garanderen? Heeft de zoektocht van de taskforce, die werd opgericht om nieuwe, tijdelijke opvangplaatsen te vinden ondertussen iets opgeleverd? Er moesten immers minstens 2.000 plaatsen worden gevonden. Wat is de stand van zaken? Komen er nog plaatsen bij? Worden er de volgende maanden nog plaatsen gesloten? De nooddorpen voor Oekraïense vluchtelingen zijn de laatste week immers in het nieuws geweest. Het Antwerpse stadsbestuur besliste namelijk om een nooddorp op linkeroever af te breken. In tijden van plaatsgebrek vind ik dat een bijzonder slecht idee. Kunt u het beheer van een nooddorp overnemen of kunt u met de stad Antwerpen onderhandelen om het nooddorp te behouden en dan ook open te stellen voor andere verzoekers om internationale bescherming?
01.03 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, l'hiver s'installe, les températures baissent dangereusement et, malheureusement, des familles dorment toujours à la rue. Les acteurs de terrain rapportent un constat alarmant, mais qui n'est pas nouveau: le réseau d'accueil d'urgence est saturé et de nombreuses familles et personnes en situation vulnérable sont contraintes de dormir dans la rue.
Pourtant, lorsque je vous avais interrogée à ce propos il y a une dizaine de jours, vous m'aviez assuré mettre en place toutes les solutions d'accueil nécessaires, notamment via la convention passée avec le Service public régional bruxellois, pour que personne n'ait à dormir dans la rue, et indiquiez que toutes et tous, en ce compris les hommes seuls, feraient l'objet d'un accueil formel.
Madame la secrétaire d'État, au regard de ces constats, quelles mesures d'urgence pouvons-nous espérer afin d'offrir un accueil à toutes les familles et les personnes vulnérables contraintes de passer leurs nuits dans la rue?
Quelles mesures structurelles comptez-vous mettre en place pour résoudre le manque de places dans le réseau d'accueil et, par conséquent, lutter contre la saturation des centres d'urgence?
Que comptez-vous mettre en place pour que ces mesures ne soient pas simplement des adaptations faites au détriment des hommes isolés, comme on a pu le voir par le passé, ou d'une autre catégorie de personnes, mais constituent une réelle augmentation de notre capacité d'accueil, pour toutes et tous?
01.04 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de voorbije maanden was, zeker in Brussel, de impact van de enorme instroom aan illegale migranten die asiel aanvragen, sterk voelbaar. Ik verwijs naar de tentenkampen, waarvan het tentenkamp in de Pachecolaan eind oktober door de politie werd opgedoekt.
Hoe is de situatie nu, net voor de winter? De winteropvang is al jaar en dag een heel groot probleem en vormt een discussiepunt: de instroom is gewoon te groot en Brussel kan niet zomaar iedereen opvangen. De conclusie is niet dat de DVZ tekortschiet bij de registratie, maar dat we niet meer asielzoekers aankunnen; het zijn er te veel. Hopelijk maken we niet mee dat weer tal van gezinnen met kinderen op straat belanden in putje winter. Dergelijke schrijnende toestanden getuigen allesbehalve van een humaan beleid.
Leden van de huidige regeringspartijen gebruiken hier grote woorden, maar ze zouden de hand in eigen boezem moeten steken gelet op hun beleid de voorbije jaren en hun weigering of blokkering van maatregelen ter beperking van de instroom.
Mevrouw de staatssecretaris, wat is de stand van zaken, onder andere aan de Pachecolaan en Passage 44? Hebt u daaromtrent nog meldingen ontvangen? Hoe zult u ervoor zorgen dat de situatie onder controle blijft? Hebt u daarvoor al overlegd met uw collega-minister Annelies Verlinden?
01.05 Catherine
Delcourt (MR): Madame
la secrétaire d'État, les données récentes confirment une aggravation de la
crise de l'accueil, avec un nombre record de demandes d'asile (+17 % en
octobre 2024 par rapport à octobre 2023) et une saturation manifeste
du réseau d'hébergement. Malgré l'augmentation de la capacité à 36 000 places
sous la Vivaldi, il est clair que cette gestion est insuffisante face à
l'afflux croissant de demandeurs d'asile, dont beaucoup finissent à la rue, y
compris des familles avec enfants.
Dans ce
contexte alarmant, je souhaiterais vous poser les questions suivantes. Quelles
mesures concrètes envisagez-vous de prendre dans les prochains jours, compte
tenu des conditions hivernales, pour mettre fin à la saturation structurelle du
réseau d'hébergement, en particulier pour les familles et les enfants afin
qu'ils ne se retrouvent pas à la rue? Considérez-vous que l'approche actuelle,
qui repose sur une augmentation constante des capacités d'accueil, est tenable
à moyen et long terme, ou envisagez-vous des politiques plus restrictives pour
limiter l'accès au territoire?
01.06 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op 1 november telde Fedasil maar liefst 35.885 opvangplaatsen voor asielzoekers, werden ongeveer 500 asielzoekers in hotels opgevangen en financierde de federale regering 2.000 plaatsen in de Brusselse nachtopvang. In het totaal komt dat neer op 38.358 opvangplaatsen.
Hebben we op dit moment effectief zo veel opvangplaatsen of zijn het er nog veel meer? Hoeveel opvangplaatsen voor asielzoekers heeft men wanneer men alle opvangplaatsen van Fedasil samentelt, dus de reguliere asielopvang samen met de oneigenlijke opvang van de Brusselse nachtopvang en de opvang in hotels?
Drie weken geleden heb ik u ondervraagd over het aantal asielzoekers die op hotel slapen. Zijn het er nu nog steeds 500? U beloofde toen om de hotelopvang zo snel mogelijk af te bouwen. Bent u daar intussen in geslaagd of niet?
We hebben bijna 40.000 plaatsen voor asielzoekers in dit land. Het aantal opvangplaatsen is niet het probleem, maar wel de instroom van asielzoekers. Er moeten duidelijk maatregelen worden genomen om die instroom te beperken.
01.07 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, u stelde veel vragen over de opvang en de registratie, die ik allemaal zal trachten te beantwoorden.
De Dienst Vreemdelingenzaken is enkele weken geleden verhuisd naar de Belliardstraat. Dat is inderdaad geen ideale locatie. Mevrouw Daems, ik heb nooit gezegd dat de site niet geschikt is, wel dat ze niet ideaal is en dat we op dit moment geen enkele andere optie hebben. Wat zou u zelf dan voorstellen? Ik kan me niet indenken dat u zou voorstellen om de registratiecapaciteit dan maar te sluiten.
Ook al is de site niet ideaal, we proberen er vandaag, zo goed en zo kwaad als het gaat, de registratie te organiseren. In mei 2024 stelden mijn diensten al een conceptnota voor een nieuw aanmeldcentrum op. De Regie der Gebouwen, die verantwoordelijk is voor het zoeken naar een alternatief pand, zal die zaak opvolgen. Binnen de zestien maanden dient de Dienst Vreemdelingenzaken immers opnieuw te verhuizen: zoals gezegd is de Belliardstraat een tijdelijke site.
Dit wordt dus een van de dossiers die de volgende regering snel zal moeten opnemen en wij bereiden dat mee voor. Mijn diensten bespreken alle mogelijke opties om ook de dagelijkse werking, zoals de organisatie van de wachtrijen, te verbeteren. Dat gebeurt in samenspraak met de eigenaar, de Regie der Gebouwen en de veiligheidsdiensten, zoals de brandweer en de politie. In de huidige toestand is het niet mogelijk om mensen binnen te laten voor het openingsuur, maar we onderzoeken wel verschillende mogelijkheden. Eén mogelijkheid is bijvoorbeeld om al heel vroeg in de ochtend een deel van de mensen binnen te laten. We bekijken hoe we dat zo snel mogelijk kunnen organiseren.
Mevrouw Daems, op dit ogenblik laten de medewerkers van de Dienst Vreemdelingenzaken personen in een rolstoel binnen via de hoofdingang van het gebouw. Er is dus wel degelijk aandacht voor personen in een rolstoel.
Mijnheer Vandemaele, de registratiecapaciteit in de Belliardstraat is niet structureel lager dan aan de Pachecolaan. De registratiecapaciteit was onlangs wel tijdelijk lager door een tijdelijk personeelsprobleem bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Dat was in de eerste plaats te wijten aan een hoge afwezigheidsgraad door ziekte, en daarnaast kende de DVZ deze maand veel vertrekkers. Die zijn nog niet allemaal vervangen. In dat verband heeft de dienst P&O van Binnenlandse Zaken een actieplan opgesteld dat nu prioritair moet worden uitgevoerd.
Er worden 's ochtends twee rijen gevormd aan het registratiecentrum: een voor de gezinnen, niet-begeleide minderjarigen en alleenstaande vrouwen en een voor de alleenstaande mannen. De rij van de kwetsbare personen wordt eerst binnengelaten. De algemene regel is dat alle kwetsbare personen worden geregistreerd op de dag dat ze zich aanbieden. De afgelopen weken was dat tweemaal niet mogelijk: op 18 november, toen er zich maar liefst 437 personen kwamen melden, en op 12 november, toen er 418 personen aan de deur stonden. In deze uitzonderlijke omstandigheden gaf de Dienst Vreemdelingenzaken inderdaad enkele gezinnen een convocatie. Het ging daarbij telkens enkel om gezinnen die al eerder de opvang hadden verlaten of aangaven zelf een oplossing te hebben voor opvang.
Ik herhaal en benadruk dat alle gezinnen met een opvangnood die asiel aanvragen in ons land wel degelijk geregistreerd en dezelfde dag opgevangen worden. Daarover werden vorige keer vragen gesteld, net als in de plenaire vergadering en door de pers. Ik heb elke keer de juiste informatie gegeven en wil mijn diensten daarvoor bedanken. Zij doen dat immers in zeer moeilijke omstandigheden. Zij slagen er wel nog steeds in om alle gezinnen op te vangen die in België asiel aanvragen en een opvangnood hebben.
Nadat alleenstaande mannen zich inschrijven op de wachtlijst wordt de datum van toewijzing naar een reguliere opvangplaats bepaald door de datum van de asielaanvraag. Ondertussen kunnen ze terecht in de opvangplaatsen die Fedasil financiert in de Brusselse daklozenopvang.
Opnieuw wil ik onderstrepen dat de berichten
die melden dat Fedasil niet alle families met kinderen kan opvangen fout zijn. Ik kan daarin formeel zijn.
Fedasil garantit chaque jour l'accueil aux personnes aux familles qui y ont droit. Il est faux de dire que des familles ayant droit à l'accueil ont été refusées par Fedasil. Si des personnes en procédure "Dublin", par exemple, quittent le centre "Dublin" de Zaventem, parce qu'elles ne veulent pas retourner vers l'État responsable, c'est leur choix. C'est donc un tout autre cas de figure.
La Belgique reste confrontée à un afflux très important, principalement dû à la migration secondaire. Je le répète, la Belgique gère déjà de nombreuses places d'accueil: 38 428 places pour être précise.
Ces dernières semaines, Fedasil a créé et est occupée à ouvrir 750 places supplémentaires mais temporaires à Theux, Bredene et auprès des auberges de jeunesse qui l'ont déjà fait l'année dernière.
Het laatste winterverblijf opent op 20 december 2024, met 40 plaatsen. Al die tijdelijke winteropvangplaatsen moeten echter sluiten tussen eind januari en midden april 2025.
Mevrouw Van Belleghem, op datum van
25 november 2024, gisteren dus, verblijven nog 355 personen in
de noodopvangplaatsen in Brussel, waarvan sommige dienstdeden of dienstdoen als
hotel. De bezetting
daalt daar dus wel degelijk verder.
Cependant, la création continuelle de places d'accueil supplémentaires n'est pas la solution, je le répète. La solution se situe dans la mitigation des flux secondaires vers la Belgique. Je continue à analyser avec mes services quelles sont les mesures à prendre, dans le respect des affaires courantes. Au cours des derniers mois et années, j'ai investi dans des initiatives visant à répondre à cette situation: des dispositions légales telles que l'arrêté royal "cumul"; un centre "Dublin" à Zaventem; une procédure accélérée pour des personnes, avec bateau de reconnaissance; des campagnes d'information.
Vous savez que je souhaite une application du pacte européen. En outre, je demanderai à la Commission comment la Belgique pourrait exécuter plus rapidement certaines mesures. Ce matin encore, j'ai annoncé des mesures supplémentaires pour des demandeurs d'asile qui bénéficient déjà d'un statut de protection dans un autre État membre.
Des familles sans droit à l'accueil se trouvent parfois dans le réseau des sans-abris à Bruxelles. Je peux répondre à Mme Maouane – qui avait aussi déposé une question, mais qui n'est pas encore arrivée – que le ministre régional Maron, compétent en la matière, peut expliciter comment des places réservées aux sans-abris peuvent être accordées à ces familles. Je continuerai de résister à la désinformation. Il existe une différence entre les personnes qui ont droit à un accueil et celles qui n'en ont pas, ainsi qu'entre les demandeurs d'asile et d'autres sans-abris comme des Belges, des Européens ou des individus ne disposant pas d'un droit de séjour sur notre territoire et qui n'ont pas droit à l'accueil.
Dat wil niet zeggen dat ik mijn schouders daarvoor ophaal of dat ik het zomaar oké vind dat die families met kinderen zich soms op straat bevinden. Dat is niet aanvaardbaar, maar we moeten echt wel stoppen met alles op een hoopje te gooien en altijd naar Fedasil te kijken als instantie die iedereen zou moeten opvangen, want dat is niet juist. Mevrouw De Vreese, u hebt helemaal gelijk als u zegt dat iedereen de hand in eigen boezem mag steken. Dat betekent ook dat de juiste politiek verantwoordelijken voor daklozenopvang daarover dienen te worden aangesproken.
Zoals ik in een vorige commissievergadering al heb toegelicht, heb ik geen weet van tentenkampen op dit moment. Uit mijn recent contact met het Brussels Gewest blijkt dat evenmin. Mevrouw De Vreese, de situatie aan de Passage 44 is inderdaad maandenlang problematisch geweest, maar de ingang daar werd deze zomer afgesloten. Door de verhuis van de cel Registratie naar de Belliardstraat zullen de problemen aan de Passage 44 verder kunnen afnemen. Ik blijf uiteraard in contact met de stad Brussel, zodat zij kan optreden wanneer dat nodig is.
In antwoord op de vragen over Oekraïners kan ik meedelen dat maandelijks nog meer dan 1.000 Oekraïners tijdelijke bescherming aanvragen in België. Daarover zal ik nog meer informatie geven in antwoord op de vragen onder een volgend agendapunt. De federale regering in lopende zaken heeft trouwens in de ministerraad recent haar verantwoordelijkheid genomen en zal de registratie, toewijzing en noodopvang van Oekraïners ook verderzetten in de eerste maanden van 2025, binnen de voorlopige twaalfden. Ik hoop dat de collega's van de gemeenschappen dat ook zullen doen voor de noodopvang. Het conflict is immers verre van voorbij en ik vind dat wij solidair moeten blijven met Oekraïne.
01.08 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Ik probeer alles goed te begrijpen. U zegt dat de registratiecapaciteit een tijdje lager is geweest wegens personeelsgebrek, maar dat dat tekort ondertussen is weggewerkt. Het is goed dat dat euvel al van de baan is.
U zegt ook dat u alleen convocaties geeft aan gezinnen die een opvang hebben geregeld en dus niet op straat belanden. Dat verheugt me. Ik ben ook blij dat uw diensten zich daarvoor inspannen. Voor mijn fractie is dat zeer belangrijk en wij zullen dat dus blijven vragen. Zolang u zegt dat er op dat vlak geen probleem is, zullen wij heel goede vrienden zijn.
Heb ik het goed begrepen dat u hebt gezegd dat er twee keer geen opvang kon worden gegeven aan alle kwetsbaren?
01.09 Staatssecretaris Nicole de Moor: Wel opvang, maar geen registratie voor gezinnen die opvang hadden.
01.10 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Dat is duidelijk.
Zegt u dat het eerste spoor voor alleenstaande mannen altijd de nachtopvang in Brussel is? Of begrijp ik het verkeerd?
01.11 Staatssecretaris Nicole de Moor: Het eerste spoor is altijd de wachtlijst bij Fedasil. De facto worden zij doorverwezen naar nachtopvang.
01.12 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Wanneer die nachtopvang vol zit, zullen we, zeker wanneer het kouder wordt, op een probleem botsen. Ik heb al verschillende keren naar een winterplan gevraagd, maar u fietst daar altijd gewiekst omheen. Ik vraag u nogmaals of er een winterplan komt deze winter.
01.13 Staatssecretaris Nicole de Moor: Er komt geen winterplan, er is er al een. Wij hebben altijd een winterplan samen met de stad Brussel om extra capaciteit te voorzien bij vrieskou. Ook dit jaar is dat het geval.
01.14 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Waarvoor dank. Vorige keer hebben we gesproken over het toegankelijkheidsprobleem aan de Belliardstraat. Toen zei u dat u het ging bekijken en proberen op te lossen. Ik hoop dat dat euvel snel wordt bekeken en opgelost.
Op één vraag hebt u nog niet geantwoord. Het betreft de toegang tot rechtsbijstand voor de mensen die een convocatie kregen. Kunt u die vraag beantwoorden of is die rechtsbijstand op hen niet van toepassing?
01.15 Staatssecretaris Nicole de Moor: (…)
01.16 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, dank voor uw update in verband met de niet-ideale situatie bij het aanmeldcentrum in de Belliardstraat. Ik zal dit blijven opvolgen, want het is belangrijk dat er snel concrete stappen worden gezet om de problemen aan te pakken, voor de veiligheid en het welzijn van alle betrokkenen.
Over het plaatsgebrek in de opvangcentra hoor ik steeds hetzelfde riedeltje: “Als we iets aan het opvangtekort willen doen, moeten we de instroom verlagen.” Als u het zou hebben over maatregelen die de oorzaken van gedwongen migratie helpen aan te pakken, dan zou ik het met u eens zijn. U ontloopt echter gewoon uw verantwoordelijkheid. U stelt asociale maatregelen voor die rampzalig zijn voor vluchtelingen. U bent al duizenden keren veroordeeld voor uw beleid om alleenstaande mannen niet langer opvang te verlenen. U trekt van leer tegen veroordelingen van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen als die oordeelt dat vluchtelingen wel een asielprocedure mogen opstarten terwijl u vindt van niet. Ik vind het problematisch dat u keer op keer rechterlijke beslissingen in twijfel trekt. Dat getuigt van weinig respect voor de rechtsstaat.
Als het systeem op zijn limieten botst, is dat in de eerste plaats het gevolg van een zelf veroorzaakt gebrek aan opvangplaatsen. Volgens het internationaal recht bent u verplicht om bed, bad en brood te geven aan alle asielzoekers in het land zolang hun asielprocedure loopt, of u dat nu wilt of niet. Ik verwacht dan ook dat u daar werk van maakt.
01.17 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses. Comme vous le savez – et je pense que vous partagez cette préoccupation –, personne ne doit dormir à la rue cet hiver. Nous avons déjà vécu – et vous avez déjà eu à gérer – des épisodes suffisamment douloureux pour ne plus nous satisfaire de voir des gens dormir à la rue cet hiver. Des alertes ont été données, j'ai entendu de votre part il y a dix jours comme aujourd'hui que tout est mis en œuvre et qu'à ce jour, toutes celles et tous ceux qui sont dans les conditions de bénéficier d'un accueil en bénéficient. Je vais me satisfaire de votre réponse et vous demander de faire ce que vous faites déjà – mais vous n'avez pas besoin que je vous le demande –, c'est-à-dire continuer à œuvrer avec vos services pour faire en sorte que les exigences de dignité et d'humanité soient rencontrées dans notre État afin que personne ne dorme à la rue cet hiver.
01.18 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, Ecolo, Groen en de PS dragen wel degelijk een verpletterende verantwoordelijkheid voor de chaos en de uit de hand gelopen situatie, zeker in de stad Brussel. Het ontbreekt die partijen aan een sense of urgency inzake winteropvang en een kordate aanpak van daklozen en mensen in illegaal verblijf. Als er maatregelen worden voorgesteld, worden ze gewoon van de tafel geveegd.
De voorbije vijf à zes jaar repten ze met geen woord over of weigerden ze steun aan kordate maatregelen om de instroom in te perken. U moet inderdaad maatregelen met betrekking tot de secundaire instroom nemen, maar u moet ook absoluut meer stappen ondernemen om ook de instroom aan banden te leggen. België oefent nu eenmaal een enorme aantrekkingskracht uit in vergelijking met onze buurlanden.
Er is dus voor de volgende federale regering veel werk aan de winkel op het vlak van asiel, instroom en opvang in België.
01.19 Catherine Delcourt (MR): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses, pour vos clarifications ainsi que pour les efforts fournis par les membres de vos services.
On ne peut nier que la situation actuelle est critique, en particulier pour les familles et les enfants qui restent sans solution d'accueil ou d'hébergement, ne serait-ce qu'un court instant.
Des actions immédiates mais à la fois pérennes doivent être entreprises pour éviter que cette crise ne devienne un problème systémique. Si l'augmentation de la capacité d'accueil répond à l'urgence, elle ne peut à notre estime constituer une stratégie durable.
Le futur gouvernement devra trouver des pistes pour que la solution et la situation cessent d'être critique. Une politique à la fois ferme et humaine au niveau de l'accueil doit trouver à s'appliquer le plus rapidement possible.
01.20 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, begin 2020 stelde toenmalig directeur-generaal van Fedasil Jean-Pierre Luxen dat de crisis nog lang niet voorbij was. België zou in die context, net voor de coronacrisis, een opvangnetwerk van 40.000 of zelfs 50.000 plaatsen tot stand moeten brengen, wat moeilijk te realiseren blijkt.
Die kaap is bereikt en er zijn nu bijna 40.000 opvangplaatsen voor asielzoekers, zoals de heer Luxen in 2020 al had voorspeld. Hoe zijn we in die situatie beland? Dat is omdat we de afgelopen vijf jaar geen maatregelen hebben genomen om de instroom van asielzoekers te beperken. Verstreng de gezinshereniging, werk niet alleen met een lijst van veilige landen, maar ook met een van veilige regio's. Doorzoek de gsm's van asielzoekers vanaf hun aanmelding bij de DVZ, beperk de kosteloze rechtsbijstand tot het strikt noodzakelijke, zoals de EU voorschrijft. Versober de asielopvang en scherm ons socialebijstandssysteem af.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Aan de orde is vraag nr. 56000887C van de heer Cornillie. Hij is niet aanwezig.
02.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen):Mevrouw de staatssecretaris, tijdens mijn recent bezoek aan het gesloten centrum voor illegalen in Brugge keek ik mijn ogen uit toen ik werd rondgeleid. Ik wist niet wat ik zag. De directeur zei dat men dit het best met een jeugdherberg kon vergelijken, maar dat zal dan toch een jeugdherberg uit de jaren 20 zijn geweest. Ik vind het totaal onwezenlijk wat ik daar te zien kreeg. Ik kan alle parlementsleden aanraden om dat of een ander centrum te bezoeken. Het is hallucinant.
Het is ook interessant omdat men in gesprek kan gaan met de mensen die er werken. Dan hoort men al eens iets. Zo kreeg ik te horen dat de juridische eerstelijnsbijstand in het centrum is stopgezet. Tot voor kort werd wekelijks een laagdrempelige juridische inloop georganiseerd, waarbij mensen een advocaat van de balie van West-Vlaanderen konden consulteren. Hij kon hen wat wegwijs maken en hun juridische bijstand geven. Ondertussen blijkt dat systeem in Brugge dus niet meer te bestaan.
Mevrouw de staatssecretaris, waarom werd de juridische eerstelijnsbijstand in het gesloten centrum in Brugge stopgezet? Krijgt men in andere gesloten centra wel nog juridische bijstand? Ik hoor dat dat in Vottem ondertussen ook is stopgezet.
Bent u bereid om contact op te nemen met de directies van gesloten centra om opnieuw juridische bijstand te organiseren?
Hoe zult u de toegang tot juridische bijstand van mensen in gesloten centra verbeteren?
02.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Vandemaele, het is heel goed dat u op bezoek gaat in de gesloten centra. Dat is inderdaad een mogelijkheid die u hebt. Ik denk dat u dan ook gezien hebt dat het absoluut noodzakelijk was om dat centrum te vervangen. De regering heeft beslist tot de bouw van nieuwe gesloten centra. Ik weet dat dit voor uw partij niet gemakkelijk was, maar u zult in Brugge gezien hebben dat het absoluut noodzakelijk was om een nieuw centrum te hebben om de leefomstandigheden in de centra te verbeteren.
U hebt gelijk dat het verlenen van eerstelijnsbijstand in de gesloten centra belangrijk is, maar het is geen verantwoordelijkheid van de DVZ maar wel van de balies. In Brugge werd die eerstelijnsbijstand in juni 2024 stopgezet door de niet-beschikbaarheid van advocaten. Dat is bijna overal een probleem. Alleen in het centrum van Vottem is er nog eerstelijnsbijstand.
Het is belangrijk om te benadrukken dat zowel ikzelf als de DVZ vragende partij zijn om die eerstelijnsbijstand in de gesloten centra terug op te starten. In Brugge is er daarom binnenkort een overleg met de balie gepland, om na te gaan of dat terug kan worden opgestart. Voor het centrum in Merksplas lopen gesprekken met de balie, maar het kon nog niet worden opgestart door financiële beperkingen en het gebrek aan advocaten bij de balie die interesse in de materie hebben.
Uiteraard zorgen de terugkeerbegeleiders er wel altijd voor dat een advocaat wordt toegewezen aan bewoners die daarom vragen. Bewoners worden ook bij de intake in het centrum altijd ingelicht over de mogelijkheid van juridische bijstand, maar de Dienst Vreemdelingenzaken heeft uiteraard geen impact op de advocaten zelf.
02.03 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, mijn bezoek aan het centrum maakte me duidelijk dat er infrastructurele verbeteringen nodig zijn. Ik had ook het gevoel dat de personeelsleden hun uiterste best doen om er absoluut het beste van te maken. Daarvoor spreek ik alvast mijn dank uit.
Ik ben blij dat we eigenlijk hetzelfde willen, maar de organisatie ervan valt onder de verantwoordelijkheid van de balies. We moeten dus goed bekijken wat we vanuit het federale niveau kunnen ondernemen om dat te stimuleren, zodanig dat de balies daadwerkelijk die rol willen opnemen.
U verklaarde dat er te weinig centen zijn. Waar kwamen die centen vroeger vandaan? Waarom zijn die er nu niet meer? Waarom is het financieel niet meer haalbaar?
02.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: (…)
02.05 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): De financiering gebeurde dus vanuit de balies. Dan is het duidelijk. Dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Maaike De Vreese (N-VA): Op maandag 11 november hielden meer dan 110 ambtenaren van de politie en van andere overheidsdiensten een gecoördineerde controleactie op twee grote parkings in Zeebrugge. Van de 168 gecontroleerde chauffeurs zouden er 86 in overtreding zijn geweest met de weekendrust en werden er zes mensen bestuurlijk aangehouden voor illegaal verblijf. Dat laatste element trok in het bijzonder mijn aandacht omdat het persbericht sprak over gecontroleerde chauffeurs. Het zou hallucinant zijn dat op één dag op die parking reeds zes mensen in illegaal verblijf als chauffeur zouden rondrijden in ons land.
Kunt u toelichting geven bij die gecoördineerde actie? Was de Dienst Vreemdelingenzaken zelf aanwezig? Welke diensten hebben deelgenomen aan die controle? Welke inbreuken werden er vastgesteld en welk gevolg werd daaraan gegeven?
Kunt u toelichting geven omtrent de zes personen die bestuurlijk werden aangehouden? Welke stappen zijn er verder ondernomen? Zal uw dienst, gezien het resultaat van die actie, verdere controles uitvoeren in Zeebrugge op de parkings, maar ook op andere plaatsen in het land, en zal uw dienst de nodige bijstand verlenen?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: De actie in Zeebrugge kadert in een groter geheel. Tijdens de actie werd er op twee vrachtwagenparkings in en rond het havengebied van Zeebrugge gecontroleerd. De vrachtwagenchauffeurs werden door verschillende diensten aan een grondige controle onderworpen. Zo werd er gekeken naar de juiste documenten en identificatie en naar eventuele sociale dumping.
De actie gebeurde met verschillende inspectie- en politiediensten onder leiding van de SIOD. Er waren observatoren van buitenlandse diensten aanwezig uit Duitsland, Polen, Nederland, Malta en Roemenië en collega’s van de European Labour Authority. Tevens was de Dienst Vreemdelingenzaken aanwezig op het terrein om de collega’s bijstand te leveren.
Er werden zes chauffeurs bestuurlijk aangehouden. Zij beschikten niet over het nodige bestuurdersattest en de juiste verblijfsdocumenten en werden dus illegaal tewerkgesteld. Er werden twee personen met Moldavische en met Macedonische nationaliteit vastgehouden in afwachting van hun repatriëring. Daarnaast kregen vier personen met Turkse en Moldavische nationaliteit een bevel om het grondgebied te verlaten.
03.03 Maaike De Vreese (N-VA): Voor dit soort gevallen zou er meer dan voldoende plaats moeten zijn in onze gesloten centra om de betrokkenen allemaal op te sluiten en te doen terugkeren naar hun land van herkomst. Er is hier sprake van zware overtredingen onder meer inzake zwartwerk. Wegens de beperkte capaciteit van de gesloten centra zijn de mensen op het terrein geremd om verder te werken op de problematiek van illegale tewerkstelling en andere fenomenen, zoals fraude.
Ik heb gelezen dat de bedwantsenplaag volledig onder controle is, dus ik hoop dat we binnenkort tot een volledig gebruik van onze gesloten centra kunnen komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in Oud-Heverlee in Vlaams-Brabant wordt tussen 2 en 5 januari een winterkamp georganiseerd door de sjiitische moslimfundamentalisten van Zainabiyyah Youth Belgium. Een honderdtal orthodox-islamitische mannen, vrouwen en kinderen zullen daaraan deelnemen. U ziet hier de prachtige affiche. Dit vindt anno 2024 gewoon plaats op ons grondgebied.
De hoofdprediker, prominent op de affiche, is Ali Raza Rizvi, een in Pakistan geboren mollah die opgroeide in het sterk geïslamiseerde Birmingham. Hij verhuisde van Birmingham naar Qum in Iran om daar islamitische en Arabische studies te doen, om te islamiseren dus. Hij is ook de leider van de grote sjiitische orthodox-islamitische organisatie Majlis e Ulama e Shia, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, die uiteraard bedoeld is om Europa te veroveren, te onderwerpen, te islamiseren.
Die prediker steunt het verschrikkelijke shariaregime van de Iraanse ayatollahs. Ook uit de zwaargesluierde vrouwen en piepjonge meisjes op die affiche blijkt het streng islamitische en islamiserende karakter van de organisatie van dit winterkamp. Dit is de lange arm van de tirannieke Iraanse grootayatollah Khamenei op ons grondgebied.
Een dergelijke islamitische organisatie, een dergelijke islamitische prediker en een dergelijk islamitisch evenement hebben als heilig islamitisch doel de islamisering van ons land en Europa en staan dus vijandig tegenover onze cultuur en onze vrije samenleving.
Wat is uw reactie hierop? Kan dit islamitisch winterkamp verboden worden? Kan deze islamitische organisatie verboden worden? Kunnen islamitische predikers zoals Ali Raza Rizvi geweerd worden van ons grondgebied? Worden alle islamitische deelnemers aan dit zogenaamde winterkamp gescreend? Kan desgevallend worden beslist om hun verblijfsstatus of nationaliteit in te trekken?
04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Van Rooy, ik heb net als u de reclame voor dit winterkamp gezien en heb daarop meteen contact opgenomen met mijn diensten om me te informeren.
In dit land heerst uiteraard vrijheid van meningsuiting en bijeenkomst. Zolang er dus geen concrete aanwijzingen zijn dat er zou worden opgeroepen tot geweld of dat er een echt veiligheidsrisico is, kan deze bijeenkomst niet zomaar worden tegengehouden. Dat is echter een kwestie voor de veiligheidsdiensten en niet voor het departement Asiel en Migratie.
Dat neemt echter niet weg dat wij de zaak nauwgezet opvolgen. De cel Radicalisme van de dienst Vreemdelingenzaken heeft immers het initiatief genomen en contact opgenomen met de Veiligheid van de Staat en met het OCAD, alsook met de politie van het arrondissement Leuven, met de vraag of zij meer informatie hebben over het event en over deze persoon. Mijn kabinet heeft zelf ook contact gehad met het lokale bestuur.
Ik kan u geen details geven over individuele dossiers, maar ik kan u zeggen dat, in tegenstelling tot wat in de media circuleert, sommige relevante betrokkenen de Britse nationaliteit hebben, waardoor zij zonder visum naar ons land kunnen reizen.
04.03 Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik stelde deze vraag ook aan de minister van Justitie. Dit is dus weer een schoolvoorbeeld van een gevolg van het decennialange opengrenzenbeleid en het islamgepamper, waaraan u ook hebt deelgenomen. De jihadistische vijand, mevrouw de staatssecretaris, bevindt zich al lang op ons grondgebied. Ons land telt steeds meer moslimfundamentalisten die onze vrijheden misbruiken om onze samenleving te islamiseren en dit is daar een schoolvoorbeeld van. Ze zijn de vijfde colonne, mevrouw de staatssecretaris, een existentiële bedreiging voor onze cultuur en onze vrije samenleving.
Naast de autochtonen zijn ook de vele mensen met migratieachtergrond die het wel goed menen, zoals seculiere Iraniërs, hiervan het slachtoffer. Zij dachten immers dat ze de verschrikkelijke sharia achter zich hadden gelaten, maar worden hiermee opnieuw geconfronteerd op ons grondgebied.
Bescherm dus eindelijk onze cultuur en vrije samenleving, stop de islamitische massa-immigratie, stop met het faciliteren van de islamisering en zet dit soort moslimfundamentalisten het land uit, mevrouw de staatssecretaris. Dat is wat er moet gebeuren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, van verschillende voogden en van het Kinderrechtencommissariaat horen wij dat de cateringmaaltijden in opvangcentra voor niet-begeleide minderjarigen afgeschaft zijn en dat jongeren een budget krijgen van 6 tot 7 euro per dag om hun autonomie en zelfredzaamheid te stimuleren. Nu heb ik zelf twee tienerzonen wier zelfredzaamheid en autonomie ik maar al te graag stimuleer, maar als ik hun 6 of 7 euro per dag geef met de opdracht dat zij daarvan drie maaltijden moeten maken, dan staat al in de sterren geschreven dat het niet goedkomt. Nochtans zijn het welopgevoede kinderen, weten ze wat gezond is, kunnen ze toch redelijk met geld omgaan en zijn ze zeer goed geïntegreerd in onze samenleving. Ik denk dat aan de betrokken jongeren iets zeer moeilijks wordt gevraagd; niet onmogelijk, maar het kan volgens mij niet van de ene op de andere dag op een goede manier. Mij lijkt het daarom logisch om daar een vorm van begeleiding bij te voorzien.
In De Morgen las ik dat in achttien opvangcentra volgens dat principe wordt gewerkt. De jongeren worden een beetje geholpen met budgetbeheer en ze krijgen ook wat informatie over gezonde voeding. Ik vraag me af hoe ernstig dat is. Het feit dat zowel de voogden als het Kinderrechtencommissariaat zich ernstig zorgen maken over die manier van werken, doet hopelijk een belletje rinkelen bij de diensten om die maatregel op zijn minst te evalueren en om te bekijken hoe de doelstelling van stimulatie van zelfredzaamheid behaald kan worden zonder dat jongeren met een lege brooddoos op school toekomen of alleen nog voeding uit blik en energiedrankjes nuttigen. Ik denk dat een soort van tussenweg gevonden moet worden.
Mevrouw de staatssecretaris, vindt u dat het toegekende budget volstaat? Hoe evalueert u het proefproject? Hoe kunnen we echt gezonde maaltijden geven aan die kinderen en jongeren? Hoe reageert u op het voorstel van het Kinderrechtencommissariaat om te werken aan een begeleid traject voor zelfstandig koken? Welke begeleiding inzake zelfstandig koken en budgetbeheer krijgen die jongeren tegenwoordig?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Vandemaele, in al onze opvangcentra zet het personeel zowel voor volwassenen als voor minderjarigen in op zelfredzaamheid en voorbereiding op de samenleving. Ik vind dat een goede zaak, want dat is in hun belang. Daarom organiseren we die zelfkook via proefprojecten, niet alleen voor volwassenen, maar ook voor autonome jongeren. Dat is uiteraard niet voor kleine kinderen, maar wel voor jongeren die autonoom kunnen zijn.
Uit de eerste resultaten van een tevredenheidsenquête die in de eerste helft van 2024 werd afgenomen bij 244 niet-begeleide minderjarigen, blijkt dat bij de jongeren die zelf kunnen koken de tevredenheid veel hoger ligt dan bij de jongeren die dat niet kunnen. De zelfredzaamheid wordt daardoor gestimuleerd en dat appreciëren ze enorm. Van de jongeren die zelf kunnen koken is 79 % van de jongens en 94,1 % van de meisjes tevreden omdat ze hun maaltijden niet langer meer door de catering moeten laten bereiden.
Het proefproject wordt onder meer ondersteund door een initiatief van een interne gezondheidspromotor om het bereiden van gezonde voeding te stimuleren. Mijnheer Vandemaele, het bedrag van 6 tot 7 euro is hetzelfde bedrag dat volwassenen in de opvang krijgen om zelf te koken. Dat is al jaren het geval.
Het uitwerken van een gradueel traject op maat, zoals gesuggereerd door de Kinderrechtencommissaris, is al gestart. Het zal de komende maanden verder vorm krijgen, in overleg met de begeleiders van de opvangcentra. Zo worden bijvoorbeeld in de observatie- en oriëntatiecentra de vaardigheden en de maturiteit bevraagd die nodig zijn voor de doorstroom naar een zelfkookcentrum, zodat de jongeren op de juiste plaats kunnen terechtkomen. De meest kwetsbare niet-begeleide minderjarigen worden uiteraard toegewezen aan de gecofinancierde plaatsen van de gemeenschappen. Het is belangrijk dat elk kind en elke jongere op de meest geschikte plaats terechtkomt.
Het initiatief voor de promotie van gezonde voeding en de uitwisseling moeten het mogelijk maken goede praktijken uit te wisselen, kennis en ervaringen te delen en op die manier de jongeren en de begeleiders beter te ondersteunen. Elk collectief centrum heeft de opdracht de niet-begeleide minderjarigen op een progressieve manier voor te bereiden op meer autonomie en hen zo zelfstandig mogelijk te maken in het dagelijkse leven. Ik denk dat deze initiatieven daarbij helpen en de responsabilisering bij jongeren voor het verwerven van de nodige basisvaardigheden, zoals koken en budgetbeheer, alleen maar aanmoedigen.
05.03 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik vind zelfredzaamheid stimuleren een geweldig idee. Die jongeren komen in de samenleving terecht en kunnen dus maar beter zo zelfredzaam mogelijk zijn.
Zowel voogden als de Kinderrechtencommissaris geven echter aan dat er vaak lege boterhammendozen zijn of ongezonde maaltijden worden genuttigd. Ik vind een goede begeleiding vanuit de centra belangrijk. U zegt dat die er is en ik zal bij mijn volgende bezoeken aan die centra daarnaar nog meer informeren, want ik vind het belangrijk dat we die kinderen op een goede en gezonde manier kunnen laten groeien. Het is vooral heel belangrijk dat we de groep van de meest kwetsbaren, die richting de bijzondere jeugdzorg en jeugdhulp zouden gaan, goed begeleiden, zodat we geen tijd verliezen en gezonde voeding kunnen garanderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
In
april 2021 - al een hele poos geleden dus - stelde de Europese Commissie voor
de gunstige handelstarieven die heel wat derde landen genieten in de toekomst
(gedeeltelijk) afhankelijk te willen maken van hun bereidheid tot terugname van
hun illegale onderdanen.
Dat
was een opmerkelijk voorstel aangezien de EU steeds - op zijn zachtst gezegd -
altijd uiterst terughoudend was in het gebruik van 'negatieve prikkels' om
derde landen tot (meer) medewerking van hun illegaal hier verblijvende onderdanen
te bewegen - zoals eind 2020 ook uit een lezenswaardig rapport van de
Europese Rekenkamer was gebleken.
Het
gunstregime dat heel wat landen genieten, is nu al gekoppeld aan voorwaarden
zoals respect voor milieu, mensen- en arbeidsrechten en goed bestuur. In dit
lijstje zou medewerking aan de strijd tegen illegale immigratie in ieder geval
niet misstaan. Zeker gezien het feit dat – ik verwijs nogmaals naar het rapport
van de Europese Rekenkamer – het huidige terugkeersysteem van de EU kampt met
'inefficiënties' die illegale migratie zelfs aanmoedigen. Dat daarin nog maar
weinig verandering is gekomen, blijkt alleen al uit het feit dat het
terugkeerbeleid de afgelopen weken opnieuw hoog op de (Europese) politieke
agenda stond.
Graag
een antwoord op volgende vragen:
Welke
acties en beslissingen zijn er sinds de démarche van de toenmalige Europese
Commissie in april 2021 concreet gevolgd?
Maakte
de koppeling van gunstige handelstarieven (en andere voordelen) deel uit van de
recente besprekingen op Europees niveau?
Zo ja,
wat zijn de concrete plannen/toezeggingen op dat vlak?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, u stelt me vooral vragen over het beleid van de Europese Commissie. Ik kan niet antwoorden namens de Commissie. Ik denk dat het nuttig zou zijn als u een collega in het Europees Parlement vraagt om die vraag aan de bevoegde Commissaris te stellen, maar ik wil u wel een aantal elementen meegeven.
Sinds april 2021 heeft de Europese Commissie diverse stappen ondernomen om de samenwerking met derde landen rond terugkeer te bevorderen. De Commissie bewandelt de diplomatieke weg in brede partnerschappen. In meer specifieke terug- en overnameakkoorden en -afspraken werden in enkele gevallen investeringen en handelssamenwerkingsvoordelen aan migratiesamenwerking gekoppeld.
U doelt ook op het idee om handelstarieven aan terugkeersamenwerking te koppelen in het kader van het Generalised Scheme of Preferences. Onder dat GSP biedt de EU een gunstige toegang tot haar markt aan ontwikkelingslanden. In 2021 heeft de Commissie een voorstel gedaan om deze gunstige voordelen voor een nieuwe periode van tien jaar te verlengen. Daarin was ook een hefboom opgenomen om deze landen aan te zetten tot samenwerking op het vlak van terugkeer van hun onderdanen. Dat betekent dat die gunstige handelsvoorwaarden zouden kunnen worden opgeschort als een land zijn terugnameverplichting niet nakomt.
De onderhandelingen met de Raad van het Europees Parlement konden niet tijdig worden afgerond, waardoor de van kracht zijnde voorwaarden werden verlengd, maar in de komende maanden zal het nieuwe Europees Parlement het dossier opnieuw kunnen behandelen.
Ook binnen de context van het Europese asiel- en migratiepact zijn terugkeer en samenwerking met derde landen centrale pijlers. De Commissie stelde bijvoorbeeld een return coordinator aan om de samenwerking te versterken en heeft ook financiering ingezet voor projecten die terugkeer en re-integratie ondersteunen.
Op vraag van de lidstaten, waaronder België, zal de Commissie ook een voorstel voor de herziening van de terugkeerrichtlijn indienen.
Met de Belgische steun heeft de Europese Raad in zijn conclusies van oktober 2024 nog maar eens herhaald dat de EU alle instrumenten moet gebruiken die ze bezit om het terugsturen van mensen zonder recht op wettig verblijf mogelijk te maken, met inbegrip van de economische instrumenten.
06.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.
In 2021 is de Europese Rekenkamer met een onthutsend rapport gekomen. De conclusie van dat rapport was dat het huidige Europese terugkeersysteem net illegale immigratie aanmoedigt. Sinds 2021 is er fundamenteel niets veranderd. We kunnen alleen spreken van gemorrel in de marge. Als de EU talmt om handelstarieven, visumvrijstellingen, arbeidsmigratie en ontwikkelingshulp afhankelijk te maken van de terugkeer van illegalen, dan is het onze taak en rol als land om de juiste weg te tonen.
Zorg er dus voor dat België de primus van de klas wordt en neem zelf op nationaal niveau al die maatregelen. Het heeft geen zin om altijd te herhalen wat de EU zou kunnen doen, maar wat nooit realiteit wordt. We zouden op nationaal niveau veel meer van ons moeten afbijten in plaats van altijd het schoothondje te spelen dat op alles ja knikt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Mevrouw
de staatssecretaris, sinds 2015 was Niger een partner in het tegengaan van de
illegale immigratie richting Europa. Het land kreeg aanzienlijke financiële
hulp toegezegd als het migranten die illegaal op weg waren naar onze contreien
zou tegenhouden én (een deel van) betrokkenen uit Libië zou terugnemen voor
hervestiging.
Eind
vorig jaar zegde de militaire junta in het West-Afrikaanse land éénzijdig deze
overeenkomst op. In één klap werd een wet die de (welig tierende) mensensmokkel
strafbaar maakte, ingetrokken en alle
veroordelingen die op basis van voornoemde wet werden uitgesproken,
geannuleerd.
De
Europese Commissie reageerde met de mededeling over deze gang van zaken 'zeer
bezorgd' te zijn. Weinig verbazend, aangezien de Europese Commissie zich - als
men de opeenvolgende verklaringen mag geloven - zich zowat in een permanente
toestand van bezorgdheid bevindt… wat helaas niet altijd betekent dat daar
concrete daden aan gekoppeld worden.
Graag
een antwoord op volgende vragen:
Betekent
het intrekken van de wet die mensensmokkel strafbaar maakte ook het einde van
het engagement van Niger om migranten die illegaal op weg zijn naar Europa uit
Libië terug te nemen met het oog op hervestiging?
Maakte
de éénzijdige beslissing van Niger het afgelopen jaar het voorwerp uit van
besprekingen op Europees niveau?
Werden
in dezelfde periode vanuit de Europese Commissie initiatieven ondernomen?
Zo ja,
dewelke en met welk resultaat?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, deze vraag gaat wederom over de migratiesamenwerking tussen de Europese Unie en Niger, en weer moet ik u zeggen dat ik niet namens de Europese Commissie kan antwoorden. Ik raad u opnieuw aan om in het Europees Parlement de bevoegde Commissaris daarover te ondervragen.
Algemeen kan ik u wel meegeven dat er zich inderdaad een wijziging aftekent in het beleid van Niger met betrekking tot het migratiebeheer. Niger ziet zijn samenwerking met Europa rond migratiekwesties niet langer als een prioriteit. Anderzijds heeft de Europese Unie de dialoog met Niger opgeschort zolang er niet voldaan is aan de voorwaarden van politieke transitie. Over die transitievoorwaarden kunt u de minister van Buitenlandse Zaken verder ondervragen.
Op migratievlak werden de projecten met de Nigerese overheid opgeschort, maar de projecten van de civiele maatschappij en internationale organisaties blijven wel lopen. Het hervestigingsprogramma valt onder de laatste categorie. Dat Emergency Transit Mechanism zoekt duurzame oplossingen voor kwetsbare personen die uit Libië werden geëvacueerd. Dat houdt onder andere een tijdelijke bescherming in Niger in, met een eventuele hervestiging in een derde land als volgende stap.
Het ETM bestaat in Niger sinds 2017. Het werd uitgewerkt door UNHCR, met financiële steun van de EU. Na de staatsgreep op 26 juli 2023 liep dit programma nog steeds verder. Toen de overeenkomst met Niger in juli 2024 afliep, werd die niet verlengd door Niger. De laatste vluchtelingen in het kader van het ETM-programma zullen binnenkort vertrekken. Het UNHCR-centrum zal voorlopig worden gesloten.
De relatie tussen de Europese Unie en Niger wordt regelmatig besproken in de EU, onder andere in de werkgroepen met betrekking tot Buitenlandse Zaken. De Europese Commissie heeft, naar ik begrijp, vooral ingezet op diplomatieke contacten en probeert om via gesprekken het huidige bewind te bewegen tot een constructievere houding en een oplossing voor het ETM.
Verder tracht de Europese Unie de situatie in de Sahelregio breder aan te pakken door versterkte samenwerking met de buurlanden van Niger en multilaterale organisaties. Voor België is deze link van cruciaal belang voor ons Sahelbeleid. Ik kan alleen maar benadrukken dat de samenwerking tussen de EU en landen in de Sahelregio van cruciaal belang is om migratiestromen onder controle te krijgen.
07.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt tot twee keer toe dat ik mijn vragen beter zou richten tot de Europese Commissie, maar dat is net het probleem: we geven onze soevereiniteit uit handen, waardoor de Europese Commissie beslist wat wij in feite zouden moeten kunnen beslissen. De Europese politiek heeft nu eenmaal gevolgen voor dit land. Het is dan ook logisch dat ik u hierover ondervraag. Het is duidelijk dat de Europese Commissie onvoldoende maatregelen neemt om de illegale immigratie tegen te gaan. België zou daarin een voortrekkersrol moeten spelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het is opvallend dat naast de klassieke herkomstlanden zoals Syrië, Afghanistan en Palestina ook de asielmigratie vanuit Turkije in de lift zit. Zo zat Turkije vorige maand zelfs in de top 5 van de herkomstlanden voor asielaanvragen. Dat is heel opmerkelijk, want Turkije is kandidaat om lid te worden van de EU.
Ook onze Duitse oosterburen worden in toenemende mate geconfronteerd met een Turkse asielinstroom. Volgens de universiteit van Duisburg-Essen heeft die ontwikkeling in eerste instantie te maken met de economische situatie in Turkije.
Het erkenningspercentage voor de Turken ligt bijzonder laag. Vorig jaar zou het om ongeveer 13 % zijn gegaan. Een andere opvallende vaststelling van die universiteit is dat niet alleen de instroom van Turkse asielzoekers stijgt, maar dat ook de gezinshereniging en de studie- en arbeidsmigratie toeneemt.
Hoe verklaart u de toegenomen asielmigratie vanuit Turkije?
Wat is momenteel het erkenningspercentage?
Hebt u overleg met de Turkse autoriteiten over die evolutie?
Hoeveel afgewezen Turkse asielzoekers zijn er teruggekeerd? Werkt Turkije goed mee?
08.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, het aantal Turkse verzoekers is in België al enkele jaren hoog. Het aantal is echter volledig in lijn met de cijfers op Europees niveau.
Dat blijkt ook uit het meest recente jaarverslag van het European Union Agency for Asylum, waarin staat dat Turkije al in 2022 en 2023 op de derde plaats prijkt als land met de meeste verzoeken tot internationale bescherming in de Europese Unie. Dat was misschien niet het geval in België maar wel in de rest van Europa. Zelfs in het halfjaarlijkse overzicht van het Agency for Asylum van 2024 blijft Turkije of de vijfde plaats staan.
De effectieve redenen voor migratie en voor de aanvraag van een beschermingsstatuut zijn verschillend en heel individueel: politiek, religieus, etnisch of familiaal. De beschermingsgraad ten gronde van Turkse aanvragen bedraagt in ons land 42 % in 2023 en 46 % in 2024. Turkije is een belangrijke strategische partner, waarmee wij zowel bilaterale als Europese contacten onderhouden.
Ik wil daarbij nog beklemtonen dat België voor Turken behalve een algemene visumplicht ook een specifieke plicht heeft opgelegd wanneer zij naar België komen met het vliegtuig. Turkse burgers moeten met name in het bezit zijn van een visum type A, waardoor België een grondigere controle kan uitvoeren voor Turkse burgers die in België aankomen.
Inzake de verwijderingen kan ik u meegeven dat er in 2023 110 gedwongen verwijderingen naar Turkije waren. In 2024 waren dat er tot en met oktober 77. Mijn diensten werken daarvoor goed samen met de Turkse autoriteiten. De aanvragen inzake identificatie en terugkeer van irreguliere Turkse onderdanen op het Belgische grondgebied worden in een goede dialoog en verstandhouding met de Turkse autoriteiten afgehandeld. Ze zijn gebaseerd op het re-admissieakkoord tussen de Europese Unie en Turkije.
08.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Turkije is het land waarheen jaarlijks duizenden Vlamingen op vakantie gaan. Het land is ook kandidaat-lid van de Europese Unie. Het krijgt daarvoor ook jaarlijks miljoenen euro's subsidies, indien ik me niet vergis. Wij zien Turkije nu echter opduiken in de top vijf van het aantal asielaanvragen. In 2024 hebben al 1.900 Turken hier in België asiel aangevraagd.
U merkt op dat al 77 Turken gedwongen zijn teruggekeerd en noemt dat goed samenwerken. Dat is heel verbazingwekkend. Ik hoop dat u nog veel beter zult samenwerken in de toekomst.
Wij zien ook veel Turkse arbeidsmigranten. Overleg dus met uw Vlaamse collega’s en maak arbeidsmigratie afhankelijk van de terugkeer van illegalen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
In de
beleidsnota van 2023 “engageert België zich om in 2023 500 personen te
hervestigen. Voor 2024 wordt alles in het werk gesteld om het groeipad te
hernemen, rekening houdend met mogelijke operationele beperkingen.” Tijdens het
Global Refugee Forum in Genève engageerde België zich tot 1.500
hervestigingsplaatsen voor de periode 2024-2025.
In
2023 werd het quotum niet gehaald. 287 mensen kwamen toe. 444 mensen kwamen toe
in 2024. Dat betekent dat in de periode van nu tot eind 2025 nog meer dan 1.000
mensen moeten toekomen.
Als
België deze pledges wil nakomen, betekent dit dat er in de komende periode een
versnelling hoger moet worden geschakeld.
Sinds
juli echter zijn er echter geen nieuwe goedkeuringen meer. Bovendien wachten
mensen die de selectie doorstonden in Egypte reeds lange tijd op hun vertrek
naar België. België voorzag ook de hervestiging van 150 mensen uit Libanon in
2024. De situatie in Libanon baart ons zorgen gezien de veiligheidssituatie.
Welke
stappen onderneemt België om internationale bescherming te voorzien via
hervestiging voor vluchtelingen in Libanon?
Kan de
staatssecretaris bevestigen dat het nog steeds de doelstelling is om deze
pledges na te komen?
Kan de
staatssecretaris een overzicht bieden voor de geplande aankomsten en zendingen
per land voor dit en volgend jaar?
Welke
stappen onderneemt de staatssecretaris om de nodige opvangcapaciteit te
verzekeren? Zal België daarvoor gebruik maken van de incentives in het nieuwe
EU Framework voor hervestiging? Het gaat daarbij o.a. over financiële steun
vanuit de EU voor opvanginfrastructuur.
Kan de
staatssecretaris meedelen hoeveel mensen er wachten op een vertrek naar België,
na selectie door CGVS en hoelang zij reeds wachten?
Welke
stappen worden er ondernomen om de mensen zo snel mogelijk naar België laten
komen en hen in afwachting daarvan te ondersteunen?
09.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Vandemaele, u had heel wat vragen over hervestiging vanuit Libanon.
Het klopt inderdaad dat België zich in 2023 algemeen heeft geëngageerd om in 2024 500 vluchtelingen te hervestigen en 1.000 in 2025. De hervestiging van vluchtelingen is echter een instrument waarvan ik principieel ben overtuigd. Dat heeft immers een aantal voordelen: het vermijdt dat vluchtelingen zich tot mensensmokkelaars moeten richten om naar Europa te komen, het biedt de landen van ontvangst zekerheid over welke profielen naar hun land komen en het is ook een vorm van internationale solidariteit naar andere landen, zoals Libanon of Jordanië, die proportioneel zeer veel vluchtelingen opvangen. In een ideale wereld is dat een heel mooi systeem.
Alleen, collega Vandemaele, leven we niet in een ideale wereld. De praktijk is vandaag namelijk helemaal anders. België wordt geconfronteerd met een zeer hoog aantal asielaanvragen. In de opvang – en we hebben het daarover daarnet nog gehad – is het elke dag vechten om voldoende plek te vinden voor gezinnen met kinderen die komen aankloppen voor opvang.
Binnen deze zeer moeilijke context heb ik inderdaad afgelopen juli ervoor gekozen om het hervestigingsprogramma on hold te zetten. Het valt namelijk moeilijk te verantwoorden om extra vluchtelingen toe te laten in België terwijl we ons in zo'n delicate opvangsituatie bevinden en elke dag moeten blijven vechten om de gezinnen met kinderen op te vangen zonder daarvoor zekerheid te hebben op de lange termijn. Het lijkt me niet meer dan logisch, mijnheer Vandemaele, dat we die tijdelijke pauze volhouden zolang we ons in deze precaire opvangsituatie bevinden.
Wat uw vraag naar hervestiging uit Libanon betreft voor de afgelopen jaren, kan ik u zeggen dat België sinds 2015 al 1.649 Syrische vluchtelingen uit Libanon heeft hervestigd. Dat is niet niets. Ook in 2024 vond er een hervestiging plaats van Syrische vluchtelingen uit Libanon. In mei 2024 kwamen er immers 39 vluchtelingen aan. Normaal gezien stond er nog een andere hervestigingsmissie naar Libanon gepland in september 2024. Die is echter door mij on hold gezet. Het betrof daarbij 68 personen die al waren voorgedragen door UNHCR, maar nog niet effectief waren geselecteerd. Daarnaast is er nog een groep van 58 vluchtelingen van verschillende nationaliteiten – Soedan, Zuid-Soedan, Eritrea en Syrië – die in juni 2024 al door het CGVS werden geïnterviewd in Egypte. Ook deze transfer staat on hold. Voor 2025 zijn er nog geen concrete missies gepland door de onderbreking van het hervestigingsprogramma.
U vraagt me ten slotte om de nodige opvangcapaciteit te verzekeren voor opvang. Ik kan u zeggen dat het mijn eerste prioriteit is om voldoende opvang te verzekeren voor de personen die in België asiel aanvragen. Pas als de opvangsituatie hier onder controle is, kan het hervestigingsprogramma eventueel terug worden opgestart en kunnen we kijken naar capaciteit.
09.03 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben blij dat we het eens zijn over het principe van de hervestigingssolidariteit. Het is heel belangrijk dat we niet alleen brandjes blussen, maar ook principieel onze nek uitsteken. Ik ben blij dat ons land dat doet en ik begrijp ook zelfs dat voor u de combinatie met een crisis met veel opvangnoden in ons eigen land lastig is. Het betreft een soort van kip-of-eiredenering: wat was er het eerst? Hoe zullen we het oplossen?
Enerzijds heb ik dus begrip, anderzijds zou het ene los moeten kunnen staan van het andere. Wij zouden onze internationale verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat is een princiepskwestie. We zullen het daarover in de praktijk niet eens worden, wat jammer is. Toch pleit ik ervoor om minstens de groep van mensen af te werken die een procedure hebben opgestart en al geselecteerd zijn, maar voor wie de procedure niet is voortgezet. Zij vernemen en cours de route dat het systeem on hold komt. Het lijkt dus een zaak van goed bestuur om minstens die groep af te werken en hopelijk op termijn onze hervestigingsambities weer op te nemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik had een vraag ingediend over de erkende vluchtelingen die al een status hebben gekregen in een andere EU-lidstaat, maar alsnog naar België komen en hier nogmaals asiel aanvragen.
Vanochtend gaf u op Radio 1 al antwoord op mijn vragen. Het is overigens niet voor het eerst dat u naar de media stapt en vervolgens pas naar het Parlement; denk maar aan het migratiewetboek. Goed, geen probleem, ik stel mijn vraag toch.
Al enige tijd verklaart u dat de stijging van het aantal asielaanvragen deels ligt aan het feit dat steeds meer personen asiel aanvragen in België terwijl ze al asiel hebben gekregen in een andere EU-lidstaat. Het gaat dan voornamelijk om Griekenland. Dat blijkt ook uit de cijfers: er verblijven nu 1.643 Palestijnen in onze asielopvangcentra die eigenlijk al een vluchtelingenstatuut in een andere EU-lidstaat kregen.
Wat zijn volgens u
de redenen waarom asielzoekers die al erkend zijn in een andere EU-lidstaat alsnog
naar België komen om nog eens asiel aan te vragen en zo de dure en schaarse
asielopvangplaatsen innemen?
Klopt het dat die
dubbele asielaanvragen onontvankelijk kunnen worden verklaard, maar dat de
rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen daar een stokje voor
steekt? Zo ja, was dat dan een uitspraak van een Franstalige rechter? De Franstalige
rechtbanken staan immers iets meer bekend om hun rechterlijk activisme.
Biedt het
EU-migratiepact een oplossing voor dit probleem? De bestaande Dublinverordening
is heel mooi op papier, maar in de praktijk worden de regels niet
gerespecteerd. Zal dat in de toekomst veranderen?
10.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, ons land stelt inderdaad een aanzienlijke stijging van het aantal asielaanvragen vast van vooral Palestijnen en Syriërs die al bescherming hebben in een ander Europees land, meestal Griekenland en in mindere mate Bulgarije. In de afgelopen maanden ging het telkens om meer dan 450 aanvragen per maand. Dat is dus zeker geen uitzondering.
Waarom België een verhoogde uitstroom uit deze zogenaamde M-statussen kent, is moeilijk te zeggen. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met de reeds aanwezige gemeenschap in België. We moeten een kat echter ook een kat durven te noemen, de algemene sociaal-economische situatie in België is beter dan die in Griekenland. Ook dat kan voor sommige vluchtelingen een reden zijn om naar België te komen.
Alleen, daar dient het asielsysteem niet voor. Asiel is er voor wie vlucht voor oorlog of vervolging. Veiligheid kan men ook in andere Europese landen vinden, ook al is het daar socio-economisch anders dan in België. Dat is nu eenmaal de basis van ons asielsysteem. Als we dat niet aanvaarden, zal het systeem nooit werken.
Aan het fenomeen van de M-status wil ik inderdaad paal en perk stellen. Het valt niet uit te leggen dat iemand die als vluchteling erkend is in Griekenland of Bulgarije en daar een toekomst mag uitbouwen, nog eens asiel aanvraagt in België. Ons land wil solidair zijn met oorlogsvluchtelingen, maar het systeem draait vierkant als we ook nog eens dossiers moeten behandelen van mensen die elders al bescherming gekregen hebben. Dat is niet rechtvaardig. Dat is niet houdbaar. Daar moeten we komaf mee maken.
De huidige wetgeving maakt het al mogelijk om asielaanvragen van erkende vluchtelingen onontvankelijk te verklaren en dus niet te behandelen. In de praktijk zorgt de rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen er echter voor dat twee derde van die aanvragen wel behandeld worden en dat bijna de helft daarvan ook erkend wordt. Dat komt doordat de RvV de sociale voorzieningen in Griekenland als onvoldoende en ontoegankelijk beschouwt.
Om het fenomeen van deze asielaanvragen door erkende vluchtelingen een halt toe te roepen, zal ik me met alle mogelijke juridische middelen verzetten tegen de rechtspraak van de RvV. Dat betekent dat de Belgische Staat in beroep zal gaan tegen beslissingen van ontvankelijkheid of erkenning in dergelijke dossiers. Griekenland en Bulgarije zijn namelijk veilige landen waar men effectief bescherming krijgt. Wie vlucht voor oorlog of vervolging is daar veilig. Ook zijn de sociale voorzieningen daar de jongste jaren enorm vooruitgegaan. Die beroepen hebben daarom kans op slagen, precies omdat de situatie voor erkende vluchtelingen in Griekenland verbeterd is, wat Griekenland zelf trouwens volledig erkent. Het land krijgt al jaren Europese steun, niet enkel voor asiel en opvang, maar ook voor de integratie van erkende vluchtelingen. Voor de periode van 2021 tot 2027 gaat het om meer dan 400 miljoen euro. Ik werk dan ook nauw samen met mijn Griekse collega om deze kwestie van nabij op te volgen.
Naast het juridisch aanvechten van de rechtspraak kunnen we nu ook delen van het Europees migratiepact vervroegd toepassen, zodat opvang geweigerd kan worden aan de asielzoekers die al een vluchtelingenstatus genieten in een ander Europees land. Dat is een maatregel die in het Europees migratiepact staat. We hebben gevraagd of we die vervroegd kunnen implementeren. Vorige week heeft de Europese Commissie me bevestigd dat we daar effectief versneld mee kunnen beginnen. Ik zal daarnaast dus ook met een wetsontwerp met deze nieuwe Europese regels naar het Parlement komen.
De hogere instroom van deze personen met M-status noopt me ertoe deze maatregelen te nemen. Het draait hier immers om de kern van het Europese asielbeleid dat hiermee op de helling komt te staan. Onze bescherming dient te gaan naar mensen die bescherming nodig hebben, dus niet naar mensen die die bescherming al hebben gekregen in een ander Europees land en daar een toekomst kunnen uitbouwen.
10.03 Francesca Van Belleghem (VB): Bedankt voor uw uitgebreide antwoord, mevrouw de staatssecretaris. Hebt u een concreet tijdschema voor dat wetsontwerp voor ogen?
10.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Zo snel mogelijk.
10.05 Francesca Van Belleghem (VB): We kijken ernaar uit. In afwachting van de beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen moeten die mensen uit de opvangcentra geweerd worden. Die 1.600 Palestijnse vluchtelingen in onze opvangcentra kosten ons maandelijks bakken vol geld: 3,5 miljoen euro per maand. Tel daar nog de Syriërs bij en het gaat in werkelijkheid over nog veel meer geld dat we verspillen aan mensen die al een status hebben gekregen in een ander land.
Het probleem gaat natuurlijk ruimer dan de zogenaamde M-statussen. Er is ook nog de secundaire migratie van mensen uit de EU die hun asielprocedure in een ander land niet afwachten. Daarvoor hebt u natuurlijk nog geen oplossing en wij betwijfelen of het EU-migratiepact daar wel een oplossing voor biedt. Dat wordt afwachten. Daarom zullen we de zaak nauwlettend in de gaten houden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in de EU zijn er maar vier landen waar het aantal asielaanvragen significant stijgt. Een van die vier landen is België. Het aantal asielaanvragen ligt in ons land maar liefst 11 % hoger dan vorig jaar. Nochtans is het aantal asielaanvragen in de EU op dit moment met 12 % gedaald in vergelijking met vorig jaar. Ook bij onze buurlanden zien we die trend. Frankrijk telt 8 % minder asielaanvragen en Nederland 13 %. Luxemburg en Duitsland hebben zelfs 28 % minder asielaanvragen.
Hoe verklaart u dat het aantal asielaanvragen in België blijft stijgen terwijl er in de EU minder asielaanvragen zijn? Wat zijn volgens u de pullfactoren, waardoor asielzoekers duidelijk België kiezen als bestemmingsland en niet onze buurlanden?
11.02 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in oktober 2023 kende Duitsland een enorm hoog aantal asielaanvragen: 37.140. Daarop nam de Duitse bondsregering een pakket aan strenge maatregelen. Dat werd via ontradingscampagnes ook aan de betreffende doelgroepen gecommuniceerd, met succes. Vandaag ligt het maandelijkse aantal asielaanvragen er maar liefst 42 % lager. Ook in Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Zweden en Oostenrijk is er een significante daling van de asielinstroom ten opzichte van vorig jaar waarneembaar. De hele Europese Unie plukt dus de vruchten van het succesvolle beleid van de rechtse regeringen in lidstaten aan de buitenste Schengengrens.
Slechts één eindbestemming voor asielzoekers in Europa vormt een notoire uitzondering op deze regel: België. Hier stijgen de asielaanvragen sterk. U wijt dit vanmorgen in de pers aan misbruik van onze asielprocedures door mensen die hier asiel aanvragen terwijl ze al een vluchtelingenstatus verkregen in een ander Europees land. U vermeldt ook het cijfer van 4.400 asielaanvragen. Maar ook zonder die groep steeg het aantal asielaanvragen in België ten opzichte van vorig jaar, terwijl de instroom in al onze buurlanden daalt. Het probleem gaat dus dieper dan dat.
Mevrouw de staatssecretaris, ik heb daarom vandaag maar één vraag voor u. Hoe verklaart u dat de ons omringende landen er wel in slagen om hun asielaanvragen significant terug te dringen en België niet?
11.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: De cijfers zijn inderdaad hoog. In oktober vroegen 4.300 personen asiel aan. Dat is een zeer hoog, te hoog aantal. Het aantal asielaanvragen voor november zal, zoals het er voorlopig naar uitziet, lager liggen. Oktober is traditioneel de maand met de hoogste cijfers van het jaar, maar dit jaar lagen de cijfers uitzonderlijk hoog. In november zal het aantal wellicht een duizendtal personen minder bedragen. We moeten het einde van de maand afwachten, maar er is alvast een sterke daling zichtbaar.
U maakt een vergelijking met andere Europese landen, maar die moet ik toch wat nuanceren. De Europese asielcijfers fluctueren immers voortdurend. In de Europese Unie was er in 2023 bijvoorbeeld een stijging met 20 % van het aantal asielaanvragen in vergelijking met 2022. In Frankrijk was er een stijging met 5,5 %, in Nederland met 7,6 %, in Duitsland zelfs met 51,1 %, terwijl we in België een daling met 8,8 % hadden.
Het is moeilijk vast te stellen wat de beweegredenen van individuen zijn om asiel aan te vragen in een bepaalde lidstaat. Voor België kan het zeker meespelen dat er al een aanzienlijke Palestijnse en Afghaanse gemeenschap is in België, terwijl net bij die nationaliteiten in Europa de asielaanvragen stijgen. Als mensen al kunnen bogen op een aanwezig netwerk van vrienden of familie, merken we dat ze vaker kiezen voor een land waar dat netwerk al aanwezig is.
Mevrouw Safai en mevrouw Van Belleghem, het is pertinent onwaar dat ik geen maatregelen neem om de instroom naar omlaag te krijgen. Alleen wilt u blijkbaar allebei de illusie wekken dat de instroom gemakkelijk onder controle te brengen is, dat ik maar aan een paar knoppen heb te draaien. Sorry, zo werkt het niet.
Om de asieldruk op ons land te verminderen heb ik wel degelijk al een aantal initiatieven genomen. Te veel mensen die in de asielprocedure zitten, horen daar niet in thuis. Uiteraard helpt de woelige internationale context met veel conflicten niet om de hoge instroom te verminderen.
Sinds februari is als een van de maatregelen al een fast-trackprocedure ingesteld voor nationaliteiten die nauwelijks kans maken op asiel, zoals Georgiërs en Congolezen, twee nationaliteiten in de top 10 van de aanvragen, en Moldaviërs. Die aanvragen worden zo snel mogelijk binnen de 40 werkdagen behandeld om ervoor te zorgen dat mensen zo snel mogelijk de opvang verlaten en kunnen terugkeren en dat ze zo snel mogelijk een signaal krijgen dat asiel niet voor hen is bedoeld.
Intussen zijn reeds de aanvragen van 850 mensen via die procedure behandeld. We merken dat ze in 96 % van de gevallen een negatieve beslissing krijgen. Sinds kort wordt er dan ook voor die doelgroep van mensen sterker ingezet op ontrading om te vermijden dat ze überhaupt asiel aanvragen.
Heel wat Palestijnen zijn vandaag op de vlucht voor een gruwelijke oorlog. Ons land toont zich solidair, maar het is wel heel problematisch dat er vandaag vele Palestijnen asiel aanvragen in ons land hoewel ze al erkend zijn als vluchteling in Griekenland. Daarover hebben we het daarnet al gehad. Ook wat dat betreft worden er dus maatregelen genomen.
Daarnaast is de implementatie van het migratiepact in volle voorbereiding, ook in ons land. Dat pact is een fundamentele wijziging van het interne Europese asielbeleid, met een betere controle van de Europese buitengrenzen, korte procedures aan de grenzen en een spreiding van solidariteit. Hoe graag we dat ook morgen in werking zouden zien, de uitwerking van zoiets omvangrijks kost nu eenmaal tijd. Uiteraard moet dat goed worden geïmplementeerd door alle Europese landen, niet alleen door ons, maar ook door de landen aan de buitengrenzen, die heel wat bijkomende taken krijgen om de buitengrenzen beter te controleren. Dat is iets waaronder ik ook in lopende zaken mijn schouders blijf zetten.
Tegelijkertijd heeft de Europese Commissie ons nu groen licht gegeven om bepaalde delen van dat pact vervroegd te kunnen uitwerken. Daardoor zouden we bijvoorbeeld op het vlak van opvang van personen die onder Dublin vallen of voor M-statussen al maatregelen kunnen nemen. Deze maatregelen kunnen dan ook op kortere termijn al hun vruchten afwerpen. We nemen dus wel degelijk maatregelen.
Uiteraard is er nog meer nodig. We onderhandelen vandaag een regeerakkoord met opnieuw maatregelen om meer controle te krijgen op migratie. We zullen nog veel meer dan vandaag moeten samenwerken met landen van herkomst en transitlanden om de migratiedruk op Europa naar beneden te krijgen. Beweren dat men de instroom naar beneden kan krijgen door gewoon wat te draaien aan de knoppen, is echter de mensen iets wijsmaken en daaraan doe ik niet mee.
11.04 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de asielcijfers in de EU fluctueren inderdaad. Waar maatregelen genomen of zelfs nog maar aangekondigd worden, daalt de asielinstroom. Bij ons gaan de asielcijfers maar één richting uit, namelijk omhoog. Sinds 2019, maar vooral sinds 2021, stijgt het aantal asielaanvragen systematisch.
Zweden heeft in 2022 aangekondigd de asielinstroom te willen beperken en heeft daartoe ook maatregelen genomen. Sinds 2022 evolueren de asielaanvragen in Zweden ook maar in één richting, namelijk naar beneden.
U kunt dus wel degelijk aan meer knoppen draaien dan u denkt. U kunt wel degelijk maatregelen nemen. Het gaat niet om onbestaande tovermaatregelen. Zweden doet het, dus wij kunnen het ook, mevrouw de staatssecretaris. Het vergt alleen een portie lef.
11.05 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, belangrijk om te weten is wel dat de enige reden waarom wij meer Palestijnen, Syriërs en Afghanen hebben, ons eigen beleid is. Het beleid is nog niet aangepast. Veronderstel dat Nederland zegt dat het de asielaanvragen van mensen van Syrische afkomst vanaf nu strenger zal beoordelen, terwijl wij nog altijd hetzelfde beleid aanhouden, dan is het resultaat dat veel Syriërs naar ons komen. Dat geldt evenzeer voor inwoners van Palestina. We weten dat Gaza gewoonweg afgesloten is, dus dat geen enkele vluchteling rechtstreeks uit Gaza komt, maar toch blijven we mensen van Palestijnse oorsprong die veilig in een ander land leven, hier aanvaarden. Dat beleid moet natuurlijk veranderd worden. Het CGVS moet dat aanpakken.
Ons land is daarnaast ook interessant gelet op het leefloonsysteem. Ook daarin dringen drastische veranderingen zich op.
Er moet zo snel mogelijk een regeerakkoord komen. Daarvan zullen we werk moeten maken. Hopelijk kunnen we het zo snel mogelijk oplossen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, volgens de korpschef van de politiezone Westkust zijn de cijfers inzake transmigratie zorgwekkend. Ik citeer hem: “We merken een stijging in het aantal pogingen om de oversteek te wagen, in het aantal geslaagde oversteken, in het aantal dodelijke slachtoffers tijdens mislukte oversteken en in het aantal vaststellingen van fenomenen gelinkt aan transmigratie."
Merkt u dat transmigratie vanaf de Westkust inderdaad toeneemt? Hoe verklaart u dat? Welke maatregelen zult u nemen om dat tegen te gaan, desgevallend samen met de minister van Binnenlandse Zaken? Zijn grenscontroles volgens u een nuttig instrument om transmigratie tegen te gaan?
12.02 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik zal de korpschef van de politiezone Westkust geen tweede keer citeren, maar ik denk dat hij tevreden zal zijn dat we in deze Kamer aandacht hebben voor de problematiek van transmigratie waarmee hij dagelijks wordt geconfronteerd.
Al sinds mei krijg ik verontrustende berichten van de politie dat er een probleem is dat dringend moet worden aangepakt. Er werd nu gestart met controles aan onze grensovergangen, op de stranden en in de duinen en aan de op- en afritten van onze autosnelwegen.
Er wordt ook melding van gemaakt dat er een stijging is van het aantal oversteken, dodelijke slachtoffers en vaststellingen. Ik heb nog een bijkomende vraag wat betreft de oversteken. Gaat het ook om een stijging van het aantal oversteken aan onze kust, of bedoelen ze daarmee enkel de oversteken vanaf de Franse kust?
We moeten de transmigratieproblematiek kordaat aanpakken, want dit is een problematiek die op heel korte tijd kan toenemen. Ook moeten we onze politiediensten op het terrein gemotiveerd houden. Ik heb daarnet al gezegd dat het aantal plaatsen in de gesloten centra daarin een heel belangrijke rol speelt, zodat we kunnen overgaan tot opsluitingen. Ik heb heel onrustwekkende berichten gekregen over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die worden aangetroffen en die de boel kort en klein slaan. Dat zijn jongeren van 14 tot 17 jaar, die daarna gewoon mogen beschikken en op straat worden gezet. U begrijpt dat dat helemaal niet kan, aangezien het om minderjarigen gaat, en dat het heel frustrerend is voor de diensten die dag en nacht de grenzen bewaken.
Wanneer bent u op de hoogte gebracht van de stijgende transmigratiecijfers aan onze kust? Kunt u een correct beeld schetsen van de huidige transmigratieproblematiek, met focus op West-Vlaanderen en de grensproblematiek? Wat gebeurt er met de aangetroffen niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en de illegale migranten? Wanneer bent u in overleg gegaan met de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie over die problematiek? Wat waren de conclusies van het overleg? Welke extra acties zult u nog ondernemen om de problematiek aan te pakken?
12.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, collega's, het is juist dat we een toename zien van het aantal transmigranten, maar ik merk dat de Dienst Vreemdelingenzaken in het algemeen zeer weinig door de politie gecontacteerd wordt wanneer die transmigranten intercepteert.
De Dienst Vreemdelingenzaken ontving in september 76 administratieve verslagen van de politie. Dat is inderdaad een verdubbeling ten opzichte van de 34 verslagen die de DVZ in augustus ontving. In oktober daalde het aantal verslagen weer tot 65. In totaal ontving de DVZ dit jaar 769 verslagen inzake transmigratie. Dat aantal verdwijnt echter in het niets bij de 12.848 ontvangen verslagen in 2018 en zelfs bij de 3.458 in 2023.
Het spreekt voor zich dat de Dienst Vreemdelingenzaken weinig kan betekenen indien hij niet door de politie op de hoogte wordt gesteld bij een interceptie.
Mevrouw De Vreese, het uitvoeren van controles en het onderzoek naar fenomenen van transitmigratie zijn inderdaad politionele bevoegdheden. Voor meer antwoorden kunt u zeker terecht bij mijn collega van Binnenlandse Zaken. Ik kan u evenwel meegeven dat de actuele aanpak, waarbij de nadruk ligt op het gerechtelijke gedeelte, waar men focust op het opsporen en ontmantelen van netwerken van smokkelaars, volgens mij de juiste aanpak is. In dit kader wordt ingezet op politionele acties, versterkte samenwerking met Frankrijk en ondersteuning van de operaties door Frontex.
De acties met betrekking tot transmigratie worden door de politie ingepland. Men kan daarvoor desgewenst ook ondersteuning vragen van de Dienst Vreemdelingenzaken. In feite wordt de planning van de dienst Ondersteuning Politie op het Terrein bepaald door de vragen die de DVZ van de politiediensten krijgt. Tegelijkertijd is er ook overleg met politiediensten, lokale overheden en de provincie, waaraan de DVZ indien gevraagd deelneemt.
Voor de vragen naar de opvolging van de niet-begeleide minderjarigen onder de transmigranten verwijs ik naar de minister van Justitie, die vandaag nog steeds bevoegd is voor de Dienst Voogdij. Daaraan kan ik op dit moment weinig veranderen. Mevrouw De Vreese, net als u maak ik me zorgen. Ik maak me ongerust over het gedrag dat we zien bij de minderjarigen, het feit dat het gaat om minderjarigen en de opvolging. We moeten dat zeker aanpakken.
Mevrouw Van Belleghem, met betrekking tot de grenscontroles kan ik u meegeven dat voor het specifieke fenomeen van de transmigranten die zich ophouden aan de Frans-Belgische grens, nu al gezamenlijke controles door de Franse en Belgische politie worden uitgevoerd.
12.04 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Begrijp ik het goed dat de politiediensten niet altijd de verslagen aan de DVZ doorgeven? Of zijn er gewoon minder verslagen?
12.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik kan u alleen de cijfers geven van de verslagen die de DVZ krijgt. Ik kan u de cijfers van de politie niet geven. Ik stel alleen vast dat het aantal verslagen dat we ontvangen veel lager is dan het aantal verslagen dat we in het verleden ontvingen.
12.06 Francesca Van Belleghem (VB): Dan zullen wij dat navragen voor u.
12.07 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat de focus van de aanpak volledig op het gerechtelijke deel ligt en dat dat dan ook de prioriteit verdient. Ik ben het daar niet mee eens. Ik vind dat het bestuurlijke deel minstens even belangrijk is. Als men zegt dat het aantal administratieve verslagen vermindert, komt dat door de redenering dat het bestuurlijke niet zo belangrijk is.
Wat gebeurt er? Heel wat transmigranten worden gezien. Daarvan worden meldingen gemaakt, maar men laat na om de volledige triptiek te maken en vingerafdrukken en verhoren af te nemen, omdat dat heel wat rompslomp met zich meebrengt. Toch vind ik dat we die rompslomp moeten doorgaan. Ik vind dat de politie iedere keer moet optreden. Wat hen motiveert, is dat er gevolg wordt gegeven aan het feit dat er bestuurlijk wordt aangehouden. Het onderbrengen in een gesloten centrum is het sluitstuk, maar dat ontbreekt. Daarom is de politie helemaal niet gemotiveerd om die bestuurlijke aanhoudingen te doen. Daardoor ontstaat ook dat beeld in de statistieken.
Focus u daarom ook op het bestuurlijke deel, samen met het gerechtelijke deel, om zo de problematiek aan te pakken. Ik zal zeker de minister van Binnenlandse Zaken ook de nodige vragen stellen, als we op dat moment niet samen aan het onderhandelen zijn.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
13.01 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, à l'occasion de la Journée internationale des droits de l'enfant, le 20 novembre dernier, le Délégué général aux droits de l'enfant nous a alerté au sujet de la situation préoccupante des mineurs étrangers non accompagnés (MENA) qui se trouvent en errance ici en Belgique: 3 500 MENA seraient actuellement en situation de grande vulnérabilité hors des structures d'accueil et de soins. Dans la rue, ces enfants feraient face à de trop nombreux abus: agressions, exploitation, prostitution, travail forcé et trafic de drogue.
Selon l'organisation "Vluchtelingenwerk Vlaanderen", dans toute l'Union européenne, plus de 51 000 mineurs seraient sortis des radars entre 2021 et 2023. Au même moment le hub humanitaire bruxellois alertait sur le nombre croissant de familles avec enfants qui se retrouvent dans les rues. Cette situation est, elle aussi, inacceptable.
Madame la secrétaire d'État, comment expliquez-vous que les autorités belges puissent perdre aussi facilement la trace d'autant de mineurs étrangers non accompagnés? Comment mettre en place une identification et un encadrement afin de pouvoir offrir un accueil à ces MENA qui sont vulnérables? Quelles mesures de soutien aux structures d’accueil comptez-vous mettre en place pour ce faire? Comment envisagez-vous la collaboration avec les différentes administrations et services d’aide pour lutter contre ce phénomène?
13.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Aouasti, vous m'avez posé plusieurs questions sur les disparitions des mineurs étrangers non accompagnés (MENA), questions qui m'inquiètent également. Dans les centres d'observation et d'orientation de Fedasil, les équipes observent et orientent les jeunes en fonction de leurs besoins vers la structure d'accueil la plus adaptée possible. Par exemple, le centre de Rixensart accueille des jeunes filles-mères.
Fedasil accueille aujourd'hui plus de 2 500 mineurs non accompagnés et dispose d'une capacité suffisante pour accueillir les jeunes qui le souhaitent. Concernant les mineurs qui ne souhaitent pas être connus des autorités, des structures de mise à l'abri accueillent ces jeunes en transit, souvent vers le Royaume-Uni, et quelques jeunes en errance qui souhaitent réfléchir à la suite de leur parcours.
Dans les structures d'accueil de Fedasil, les équipes tentent préventivement d'éviter toute disparition. Si celle-ci a lieu, elle est signalée conformément au guide relatif aux disparitions, qui a été conçu par le groupe de travail organisé par mon cabinet. Vous pouvez consulter ce guide en ligne. Il a été développé avec tous les partenaires concernés.
La collaboration entre les administrations et les services d'aide peut être qualifiée de positive et de constructive. Des concertations régulières permettent une meilleure compréhension des besoins, des réalités, et la mise en place de mesures adaptées. Par exemple, début 2025, une maison d'accueil bas seuil va s'ouvrir pour les jeunes Maghrébins vivant dans la rue et ayant un problème d'assuétude.
Concernant votre question sur l'identification, je vous informe que l'identification des MENA relève de la compétence du service des tutelles du SPF Justice.
13.03 Khalil Aouasti (PS): Je vous remercie, madame la secrétaire d'État.
J'aurai été satisfait de votre réponse jusqu'à la dernière phrase. Je comprends effectivement que le service des tutelles relève de la compétence du ministère de la Justice et que la question de l'identification relève du service des tutelles, pour lequel le ministre de la Justice est compétent. Cependant, j'aurais aimé, souhaité et espéré en toute hypothèse que sur cette question toute particulière de la vulnérabilité des MENA, il puisse y avoir plus qu'un renvoi et peut-être aussi des informations qui nous auraient été communiquées de manière telle que vous puissiez nous les présenter dans le cadre de cette collaboration que vous soulignez, justement.
Je vais prendre connaissance du guide que vous indiquez, mais je pense que l'essentiel aujourd'hui est de se rendre compte du chiffre: 3 500 MENA, ce ne sont pas juste les quelques-uns qui sont en errance ou qui souhaiteraient se rendre au Royaume-Uni, avec tous les problèmes – d'exploitation, notamment – qui ont été indiqués.
Je compte sur vous pour poursuivre le travail en bonne intelligence avec votre collègue de la Justice et avec les collègues des entités fédérées qui, eux aussi, jouent un rôle important dans le dispositif.
13.04 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Vous pouvez toujours compter sur moi pour continuer à travailler sur la problématique des MENA. Je comprends que vous ne soyez pas satisfait d'une réponse disant que cette matière relève de la compétence du ministre de la Justice. Je pense, à titre personnel, que ce serait une bonne idée de faire en sorte que le département de la Migration soit compétent pour toutes les problématiques des MENA.
13.05 Khalil Aouasti (PS): Il peut y avoir de la rationalisation au fédéral, pourquoi pas. Je pense qu'il faut éviter que l'identification, le traitement et le suivi figurent parmi les compétences de plusieurs autorités différentes, tout comme on peut éviter que la gestion des bâtiments soit entre les mains d'une quatrième autorité différente, ce qui pose de grands problèmes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik heb de problematiek van de hele Borealisaffaire ook in het Vlaams Parlement opgevolgd. De belangrijke conclusie was dat we de hele procedure van alles wat met arbeidsmigratie te maken heeft, goed onder de loep dienden te laten nemen door het Rekenhof. Ik schets hier dan ook wat tijdens de zomer van 2022 is gebeurd, namelijk door de federale en Vlaamse inspectiediensten, tijdens een heel grote onderzoeksactie die is gevoerd naar mogelijke slachtoffers van mensenhandel op een bouwwerf van het chemiebedrijf Borealis in de Waaslandhaven.
De Vlaamse Dienst Economische Migratie besliste toen heel wat lopende arbeidskaarten bij onderaannemers Anki Technology en IREM stop te zetten. Een pak werknemers die aan de slag waren op de site van Borealis, al dan niet illegaal of zonder arbeidskaart, werd toen voorlopig erkend als slachtoffer.
Mijn vragen ter zake zijn voornamelijk gericht op het krijgen van een huidige stand van zaken in de hele Borealisaffaire, voornamelijk op het vlak van de slachtoffers. Zijn de slachtoffers nog in de procedure of worden zij nog opgevolgd door de diensten? Welke gevolgen zijn er op dit moment?
Een aantal slachtoffers werd tewerkgesteld bij een nieuwe werkgever. Blijkbaar was ook daar sprake van bepaalde wantoestanden die werden aangetroffen. Wat is daarvan aan?
Zijn de betrokkenen aan het werk met een single permit? Welk verblijfsrecht hebben zij hier? Waren er mensen bij die gedetacheerd waren?
Op welke manier zult u ervoor zorgen dat dergelijke zaken niet opnieuw voorvallen? Welke grendels ziet u daarvoor mogelijk in het systeem?
14.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega De Vreese, bedankt voor uw belangrijke vraag over een belangrijk onderwerp. Het gaat immers over situaties zoals we hebben gezien in de Borealiszaak, die absoluut vermeden moeten worden. Ik weet dat u er in het Vlaams Parlement heel erg mee bezig bent geweest.
Ik moet wel zeggen dat ik in deze commissie vaak vragen krijg die niet helemaal onder mijn bevoegdheid vallen. Er is niets zo vervelend als zeggen dat het iemand anders zijn of haar bevoegdheid is en ik zou graag meer antwoorden kunnen bezorgen over andere bevoegdheden, maar ik kan het helaas niet. Een volledige stand van zaken van het Borealisdossier betreft ook de stand van zaken in een gerechtelijk dossier, en daar kan ik u niets over zeggen. Opnieuw zal ik moeten verwijzen naar de minister van Justitie.
Ik geef u alle informatie over de bevoegdheden die ik zelf heb. Ik heb niet alle informatie over de begeleiding van slachtoffers van mensenhandel, want dat valt helaas ook niet onder mijn bevoegdheid, maar ik verwijs opnieuw naar de minister van Justitie.
Een vreemdeling die het slachtoffer is van mensenhandel verkrijgt in die hoedanigheid wel recht op voorlopig verblijf. Bij de eerste vaststelling ging het om 38 slachtoffers uit de Filipijnen, 30 slachtoffers uit Bangladesh en 70 slachtoffers uit Turkije. Later werden er nog bijkomende slachtoffers opgenomen in het volledige dossier.
Wat de Turkse onderdanen betreft, heeft de bevoegde magistraat al snel een einde gesteld aan het statuut slachtoffer van mensenhandel. Zij verbleven in België met een gecombineerde vergunning. Voor 71 slachtoffers, Bengalen en Filipijnen, werd de begeleiding opgestart door een gespecialiseerd centrum voor slachtoffers van mensenhandel en werd een verblijfsdocument aangevraagd. Op dit ogenblik zijn nog steeds 70 slachtoffers in begeleiding en één persoon is vrijwillig teruggekeerd naar het land van herkomst.
Zoals ik al zei, is het dossier nog lopende bij het arbeidsauditoraat Antwerpen. De tijdelijke verblijfskaart wordt elke zes maanden verlengd zolang de betrokkenen aan de voorwaarden blijven voldoen. In het dossier zijn er 26 Filipijnse onderdanen opgenomen als slachtoffer van mensensmokkel, met verzwarende omstandigheden. Dat is een inbreuk van artikel 77quater. De Filipijnse onderdanen zijn allen in begeleiding bij de vzw Payoke.
De Bengaalse en Filipijnse slachtoffers waren onwettig op het grondgebied, hadden geen gecombineerde vergunning en waren niet aan het werk in het kader van een wettige detachering. De Turkse onderdanen waren in het bezit van een gecombineerde vergunning. Deze vergunningen werden ingetrokken om redenen van gebrek in de toelating tot tewerkstelling en deze beslissing behoort tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest, maar dat kent u uiteraard zeer goed. Er werd hun door de Dienst Vreemdelingenzaken wel een termijn van 90 dagen toegestaan om een nieuwe werkgever te zoeken. Zij zijn niet in begeleiding bij een gespecialiseerd centrum voor slachtoffers van mensenhandel.
U stelde ook de vraag wat we zullen doen om ervoor te zorgen dat dit niet opnieuw gebeurt. Zoals ik al zei, is dat een zeer terechte vraag. Er werden verschillende maatregelen genomen met het oog op een betere controle van werknemers die in België tewerkgesteld zijn als gedetacheerden. De DVZ houdt ook regelmatig overleg met de betrokken actoren: de gewesten en gemeenschappen, het College van procureurs-generaal, de gespecialiseerde centra enzovoort.
Verscheidene aanbevelingen van de parlementaire commissie Mensenhandel worden vandaag geanalyseerd of uitgevoerd. Die maatregelen vallen onder de bevoegdheid van heel wat departementen, zoals Werk of Sociale Zekerheid. Een en ander kunt u ook nalezen in het rapport Sociale Dumping van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). Volgens mij is het overduidelijk dat we, om deze problematiek op te lossen, met heel veel verschillende departementen moeten samenwerken, zowel in de deelstaten als bij de federale overheid.
14.03 Maaike De Vreese (N-VA): Onze procedure betreffende mensenhandel is, zeker op het vlak van verblijfsrecht, al jaar en dag iets waar men internationaal naar komt kijken; ze zit ook goed in elkaar. Zo’n grootschalige zaak is echter ook voor ons nieuw. Nu zullen we heel goed moeten bekijken hoe we omgaan met de slachtoffers, waar ze opgevangen kunnen worden en wie precies welke taak heeft in de hele procedure, tot en met de opvolging. Er is dus werk aan de winkel om over de verschillende niveaus heen aan de slag te gaan met de aanbevelingen en de op handen zijnde studie van het Rekenhof.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
15.01 Catherine
Delcourt (MR): Madame
la secrétaire d'État, depuis le 16 septembre dernier, l'Allemagne a
réintroduit des contrôles aux frontières avec plusieurs de ses voisins, dont la
Belgique, invoquant des raisons liées à l'immigration irrégulière, à la
criminalité transfrontalière et à la lutte contre le terrorisme.
Les
données récentes issues des autorités allemandes révèlent une diminution
significative des franchissements de frontières illégaux (-13 %) au cours
des trois premières semaines suivant la mise en place de contrôles permanents,
par rapport aux trois semaines précédentes.
Étant
donné que ces mesures semblent produire des résultats concrets, je souhaiterais
poser les questions suivantes:
1) La
Belgique envisage-t-elle, à l'instar de l'Allemagne, de recourir à des
contrôles renforcés ou ciblés à ses frontières dans le cadre de la lutte contre
l'immigration illégale et la criminalité transfrontalière? Des discussions
sont-elles envisagées avec le SPF Intérieur?
2) Quels
autres outils ou coopérations transfrontalières la Belgique considère-t-elle
comme prioritaires pour répondre aux défis posés par l'immigration irrégulière
et garantir une gestion efficace de nos frontières, tout en respectant les
règles européennes en vigueur?
15.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Madame Delcourt, le rétablissement temporaire de contrôles aux frontières internes dans l’espace Schengen est un outil prévu par le code frontières Schengen. La législation européenne fixe des règles claires à ce sujet, exigeant que ces contrôles soient temporaires, juridiquement fondés et justifiés sous le contrôle de la Commission européenne.
La Belgique peut décider à tout moment d’introduire des contrôles temporaires à ses frontières. Cette compétence relève conjointement de la ministre de l’Intérieur et de moi-même. À cet égard, des échanges réguliers ont lieu pour évaluer la situation, mais toute décision éventuelle tiendrait compte de plusieurs facteurs, notamment l’impact sur le trafic transfrontalier, le coût ou encore l’efficacité des mesures.
La gestion efficace des frontières, en ce compris la lutte contre l’immigration irrégulière, repose sur plusieurs axes prioritaires. Ainsi, la gestion de l’immigration irrégulière commence aux frontières extérieures de l’Union européenne. La Belgique, quant à elle, s’assure que ses propres frontières extérieures font l’objet d’un contrôle strict, tout en soutenant d’autres États membres dans cette tâche, pour la bonne et simple raison que leurs frontières sont également nos frontières. Cette solidarité européenne s’appuie notamment sur l’assistance de l’agence Frontex et sur des fonds spécifiques de l’Union européenne.
Aux frontières intérieures, les services de police et de migration belges coopèrent étroitement avec leurs homologues des pays voisins. Des initiatives communes, telles que les équipes d’enquête transfrontalières et les échanges d’informations en temps réel, renforcent l’efficacité des contrôles sans pour autant entraver indûment la libre circulation. La Belgique reste attachée au principe de la libre circulation, tout en veillant à ce que toute mesure prise respecte les droits fondamentaux et l’équilibre entre sécurité et mobilité.
15.03 Catherine Delcourt (MR): Madame la secrétaire d'état, je vous remercie pour votre réponse.
L’Allemagne a invoqué des raisons liées à l’immigration irrégulière, à la criminalité transfrontalière ou encore à la lutte contre le terrorisme pour renforcer les contrôles aux frontières.
Je me réjouis que la Belgique soit attentive au respect des principes de fonctionnement Schengen car c’est primordial, mais je souhaite également que la ministre de l’Intérieur comme vous-même restiez attentives à ces critères, qui peuvent à un moment donné nécessiter le renforcement des contrôles aux frontières. Nous avons vu que ce renforcement avait eu une incidence en Allemagne, qui a rapidement enregistré une baisse de 13 % de l’immigration irrégulière. Merci donc de rester attentive à ces aspects-là, dans le respect des principes de libre circulation.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
16.01 Catherine Delcourt (MR): Madame la secrétaire d'État, les récentes initiatives prises par la Belgique, notamment grâce à une coopération renforcée avec le Royaume du Maroc, ont permis de quadrupler le nombre de retours forcés de ressortissants marocains en situation irrégulière cette année. Ces résultats mettent en lumière l'efficacité d'une politique migratoire soutenue par des accords de coopération ciblés et des efforts diplomatiques renforcés.
Cependant, malgré ces progrès, le nombre d'exécutions d'ordres de quitter le territoire (OQT) reste relativement faible par rapport aux OQT délivrés. Ces retours demeurent complexes à multiplier en raison d'obstacles administratifs, logistiques et diplomatiques bien identifiés.
Quels sont les accords en cours de négociation avec d'autres pays pour faciliter les retours des personnes en séjour irrégulier?
Existe-t-il une stratégie pour étendre le modèle de coopération mis en place avec le Maroc à d'autres États, en particulier ceux où les retours forcés sont les plus difficiles à obtenir?
Quelles initiatives supplémentaires le gouvernement entend-il prendre pour accroître le nombre d'exécutions des OQT, notamment face aux obstacles tels que le manque de coopération des pays d'origine, les recours administratifs ou judiciaires et les limites de capacité dans les centres fermés?
Est-il prévu d'élargir davantage les compétences des agents de l'Office des étrangers ou de renforcer les moyens humains et logistiques dédiés à cette mission?
16.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Madame Delcourt, les retours vers le Maroc ont effectivement quadruplé cette année. On doit s’en réjouir. C’est le fruit d’un travail collectif et d’une mission conjointe que j’ai menée avec le premier ministre et les ministres de l’Intérieur, de la Justice et des Affaires étrangères au Maroc en avril. Ce n’est évidemment pas suffisant, mais nous devons continuer dans cette direction.
Nous négocions actuellement avec l’Irak, la Côte d’Ivoire, l’Égypte, l’Angola, le Suriname et la Serbie. Il s’agit d’accords bilatéraux et multilatéraux dans le cadre du Benelux. Je peux également vous informer que des négociations ont récemment abouti avec le Suriname et le Tadjikistan. Les accords avec ces deux pays seront bientôt signés.
Lorsque nous concluons et négocions des accords de retour, nous essayons autant que possible de travailler dans un contexte européen ou Benelux, plutôt que de manière purement bilatérale. Nous adoptons toujours une approche similaire. Mais bien entendu, les pays d’origine ont également une influence importante sur la forme et le contenu des accords, de sorte que le maintien de cette uniformité n’est pas toujours évident. Le Maroc, par exemple, ne veut pas conclure d’accords multilatéraux et ne travaille que via des accords bilatéraux.
Il n’y a donc pas de formule béate qu’il suffirait de copier. Je suis convaincue qu’avec la politique de retour proactive, l’instauration de l’obligation de coopérer et l’augmentation de la capacité des escorteurs, ainsi qu’avec l’élargissement des compétences de certains agents de l’Office des étrangers, investis de la capacité d’officiers de la police judiciaire, nous avons franchi des étapes importantes pour stimuler les retours.
À l’avenir, le nouveau Code de la migration doit fournir aussi des outils supplémentaires importants pour renforcer encore la politique de retour.
Madame Delcourt, en ce qui concerne la capacité dans les centres de détention, je peux vous dire que nous continuons à recruter. Avec la Régie, nous allons presque doubler la capacité des centres fermés dans les années à venir. Ainsi, en octobre 2024, 121 recrutements avaient été effectués pour les centres, 45 recrutements étaient en cours et 43 procédures de sélection étaient en cours.
Nous avançons également sur le plan des infrastructures. Les procédures d’obtention d’un permis d’environnement sont en cours dans les communes de Steenokkerzeel et de Charleroi. Pour Steenokkerzeel, nous pouvons bientôt commencer la construction.
Les procédures d'appel d'offres pour les nouveaux centres fermés à Jabbeke et à Jumet sont également en cours. Nous espérons conclure l'achat du terrain pour celui de Jabbeke d'ici la fin de l'année ou, au plus tard, au début de l'année prochaine. Je puis vous dire que je suis fière des progrès enregistrés ces dernières années.
16.03 Catherine Delcourt (MR): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour ces réponses très encourageantes. Je me réjouis des résultats obtenus grâce à la coopération avec le Maroc, qui démontrent que cette approche peut porter ses fruits en matière de retour forcé. L'augmentation significative des retours constitue, en effet, un pas important vers une gestion migratoire plus efficace et cohérente. Cette collaboration doit évidemment être renforcée pour davantage de résultats et être étendue à d'autres pays, dont ceux que vous venez de citer.
J'espère que ce modèle de collaboration pourra véritablement être étendu, que des accords pourront être conclus et que les retours, qui restent particulièrement complexes, pourront être réalisés dans davantage de pays.
Il est essentiel de capitaliser sur cette dynamique positive en diversifiant les partenariats ainsi qu'en renforçant les moyens logistiques et humains dédiés à l'exécution des OQT, ce dans quoi vous semblez vous impliquer activement. Les efforts doivent se poursuivre pour garantir que ces politiques soient appliquées systématiquement et efficacement. Il faut donc lever les obstacles qui existent à l'élaboration de ce genre d'accord avec d'autres pays.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de socialistische regering van eerste minister Sanchez in Spanje kondigde aan per jaar zowat 300.000 mensen in illegaal verblijf te regulariseren in 2025, 2026 en 2027. In de praktijk gaat het om asielzoekers die op illegale wijze de Schengenzone binnendrongen via mensensmokkel, dan wel langer in de Schengenzone bleven dan hun visum of visumvrijgesteld paspoort toeliet. Daarmee geeft de Spaanse regering een totaal verkeerd signaal. Illegale binnenkomst via mensensmokkel noch het negeren van de vervaldatum van een visum mag worden beloond met een legaal verblijf. Dergelijke maatregel is behalve deloyaal ook onwettig voor een lid van de Schengenzone. Het lidmaatschap daarvan veronderstelt immers het bestrijden van illegale migratie en niet het aanvaarden en faciliteren ervan.
Daarenboven zullen de verblijfsvergunningen die Spanje in dat verband zal uitreiken,ook een negatief effect hebben op de Schengenzone als geheel. Nog meer mensen zullen proberen met mensensmokkel via Spanje Europa te bereiken.
De verblijfsvergunningen die Spanje uitreikt, geven ook recht op vrije circulatie in de Schengenzone, met bijkomende asielaanvragen of andere aanvragen in lidstaten als Frankrijk en België tot gevolg, zoals we in 2009 al hebben gezien.
Tijdens de commissievergadering van 6 november 2024 stelde ik u over de materie reeds een vraag. Toen gaf u aan dat u daarover uiteraard in contact zou treden met uw Spaanse ambtgenoot. Er is volgens ons echter nog veel meer nodig dan louter bilateraal overleg. U dient de kwestie ook aan te kaarten op Europees niveau, opdat de Europese Raad en de Europese Commissie de Spaanse regering herinneren aan haar verplichtingen als lid van de Schengenzone.
Hebt u ondertussen reeds contact opgenomen met uw Spaanse ambtgenoot? Wat was het concrete resultaat daarvan? Indien niet, wanneer plant u dat te doen?
Zult u de onwettige en deloyale houding van Spanje in de Europese Raad aankaarten?
17.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Zoals ik tijdens de vorige commissievergadering al heb aangegeven, beschikken Europese lidstaten inderdaad over beleidsruimte met betrekking tot verblijf op hun grondgebied. Het is dan ook niet aan mij om formeel kritiek te uiten op een binnenlandse beslissing die volledig binnen die wettelijke en politieke beleidsruimte valt. België zou evenmin een Europese inmenging in zijn regularisatiebeleid waarderen.
Laat dat ook duidelijk zijn: het Belgische regularisatiebeleid staat zeer ver af van het Spaanse voorbeeld. Mijn Spaanse collega moet mij daarover ook niet formeel aanspreken of berispen. Op een informele manier zal ik het punt uiteraard wel bij een volgende gelegenheid, de JBZ-Raad van 12 december, onder de aandacht brengen bij mijn collega's en dus ook bij mijn Spaanse collega.
Ik wil u er ook aan herinneren dat een verblijf dat door Spanje wordt toegekend, geen recht geeft op verblijf in België. Voor die personen geldt evenmin een recht op werk, sociale rechten of bijstand in ons land.
17.03 Maaike De Vreese (N-VA): De maatregel opent hier inderdaad geen rechten, maar de betrokkenen zullen wel naar hier doorstromen. Ik wou natuurlijk liever dat het niet zo was, maar het verleden heeft al aangetoond dat een dergelijke maatregel ook een impact bij ons heeft. Daarom is het zeer belangrijk dat u de kwestie op het overleg met uw Spaanse collega op 12 december zeker en vast aankaart. Ik zal u nadien ondervragen over zijn reactie.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.16 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 16.