Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
van Dinsdag 17 december 2024 Voormiddag ______ |
du Mardi 17 décembre 2024 Matin ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door de heer Oskar Seuntjens.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 08 et présidée par M. Oskar Seuntjens.
De voorzitter: Collega D'Amico is niet aanwezig om zijn vraag nr. 56001165C te stellen.
01.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, op 3 december 2024 bracht de sultan van Oman een staatsbezoek aan België. U was daar ook bij betrokken. U had reeds in mei 2023 een overleg met de bevoegde minister uit Oman naar aanleiding van de aankondiging dat DEME een proefproject zou opstarten voor de certificering van waterstof die het wil produceren in Oman. U brak toen een lans voor de Europese certificering van waterstof als groene energie. Zo'n groen label zou moeten toelaten dat waterstof als hernieuwbare energie in België wordt geïmporteerd. De intentieverklaring die toen ondertekend werd, bepaalde dat in de haven van Duqm een waterstoffabriek zou worden gebouwd: Hyport Duqm. Een en ander zou in de vorm van groene ammoniak naar verschillende regio's in de wereld, zoals de EU, worden verscheept. Onze industrie zoekt inderdaad naar manieren om op grote schaal haar CO2-uitstoot terug te dringen. De regering kondigde al enige jaren geleden aan dat er de ambitie had om België tot een Europese energiehub voor waterstof uit te bouwen.
Kunt u verslag uitbrengen van uw betrokkenheid bij het staatsbezoek van de sultan van Oman? Wat werd precies besproken? Hoe ver staat het met de uitvoering van de intentieverklaring met Oman?
De voorzitter: Collega Crucke had hierover ook een vraag, maar hij zit momenteel in een andere commissie.
01.02 Minister Tinne Van der Straeten: Elke Belgische minister werd betrokken bij het staatsbezoek van de sultan van Oman aan België onder leiding van de FOD Buitenlandse Zaken, voor zover er voor zijn of haar departement relevante thema's aan bod kwamen.
We werken al lang samen met Oman. Die samenwerking is gestart met de ondertekening van een MoU in 2021. De heer Crucke had een aantal specifieke vragen over dat MoU en wat er precies ondertekend werd. Laat ik duidelijk zijn: tijdens het recente staatsbezoek werd niets concreets ondertekend. Er werden wel een aantal statements gegeven. Het kader waarbinnen België en Oman samenwerken, is het MoU dat gesloten werd in 2021 en waarin de nadruk ligt op certificering.
Het project dat gerealiseerd wordt in Oman, in de haven van Ad Duqm, bestaat uit havenontwikkeling, waarbij de haven van Antwerpen ook sterk betrokken is, en een project om groene waterstof te produceren en te exporteren buiten Oman. Dat project vindt tussen private partijen plaats, al zijn dat bij Oman natuurlijk partijen waarin ook de staat betrokken is. Aan onze zijde zijn DME, de haven van Antwerpen en Fluxys betrokken.
Het MoU die we in 2021 sloten, bood een kader en legde heel veel nadruk op alles wat te maken heeft met certificering. Oman kan zeer goedkoop elektriciteit kan opwekken dankzij de ongelooflijke opbrengst van de energiebronnen wind en zon en kan zo goedkoop waterstof maken en exporteren in de vorm van ammoniak. Oman wil absoluut zeker zijn van een gegarandeerde afname van die ammoniak, die ook zeker als groene ammoniak, als groene waterstof zou moeten worden gecertificeerd. Naar aanleiding van het MoU heeft België werk gemaakt van onder andere projecten die gefinancierd zijn via het ETF met het oog op een mogelijk certificatieschema. Een pilootstudie werd uitgevoerd door Initio en LBTS. Het onderwerp daarvan was de productie van ammoniak in Oman en het transport daarvan naar België. Het voldoet aan de EU-normen, inclusief wat bepaald is in de RED II, de tweede richtlijn betreffende hernieuwbare energie. De impact was dusdanig dat het eigenlijk een sterke basis was voor samenwerking en schaalvergroting. Dat wordt ook verder besproken met de Europese Commissie. De Europese Commissie zal dit jaar nog over het certificatieschema beslissen. Dat betekent dat hetgeen wij ontwikkeld hebben in het kader van het ETF, een Europees certificatieschema kan worden.
Dat is de stand van zaken. Het voorbije staatsbezoek was een zeer goede follow-up van de eerdere bezoeken in Oman, onder andere van ons koningshuis aan Oman. We zien dat dergelijke bezoeken die projecten een stap verder brengen. Het gaat over innovatieve projecten, over pionierprojecten, met zeer veel onzekerheden. Er zijn onzekerheden over de toeleveringsketen, over de afname en over het transport. Die onzekerheden moeten stap voor stap worden weggewerkt. Vandaar het belang van dergelijk high profile-bezoek aan België.
01.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het doel van mijn vraag was om wat meer duidelijkheid te krijgen over dat certificatieschema. Hyport Duqm betreft natuurlijk een publiek-private samenwerking. Dat is belangrijk in het geheel. We volgen het dossier verder op.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 56001289C van de heer Crucke wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
02.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik had mijn vraag al ingediend voordat de persartikels zijn verschenen. Dat merkt u ook aan de inhoud.
De verschillende wetten gekoppeld aan de ENGIE-deal zijn ondertussen al enige tijd door het Parlement goedgekeurd. We weten ondertussen dat bepaalde delen daarvan worden aangevochten. U kunt ongetwijfeld meer details geven over de procedures die zijn gestart tegen een of meerdere wetten die met de ENGIE-deal verband houden.
Wat is de aanleiding voor die procedures? Welke tegenpartijen dienen zich aan?
Zijn er nog andere partijen dan de universiteiten waarover de kranten intussen berichtten?
Welke evaluatie maakt u hiervan? Zijn hiervan gevolgen te verwachten bij de praktische uitrol van de LTO-projecten en de hele ENGIE-deal?
02.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, er werd blijkbaar een procedure bij het Grondwettelijk Hof ingesteld door de Vlaamse koepel VLIR tegen enkele artikels van de Phoenixwet, of eigenlijk de Hederawet, van april 2024.
In het kader van de deal met ENGIE is overeengekomen om de financiële verplichtingen in verband met het hoogradioactief afval en de gebruikte splijtstoffen voor een totaalbedrag van 15 miljard euro over te nemen. Dat weten we allemaal. Universiteiten en hun academische ziekenhuizen produceren nu eenmaal radioactief afval bij wetenschappelijke experimenten en medische activiteiten zoals diagnoses of kankerbestrijding. Het gaat wel om veel kleinere hoeveelheden en minder langlevend afval dan het kernafval van de elektriciteitsproductie. Zij vinden dat deze deal een dreiging van financiële onzekerheid voor hen inhoudt en een oneerlijke verdeling van de lasten met zich meebrengt. Dat is de kern van de zaak.
NIRAS heeft daarover vorige week haar visie gegeven in de subcommissie Nucleaire Veiligheid. Ik heb daar gevraagd hoe dat technisch in elkaar zit. Dat is zeer complex. De stelling van de universiteiten is dat er voor ENGIE een cap wordt vastgelegd, waarbij eventuele tekorten dan ten laste van de overige producenten vallen, waaronder de universitaire instellingen. Zij vragen de vernietiging van enkele artikelen van de Hederawet en een herziening van de regelgeving, met op de achtergrond het dispuut met NIRAS.
Ik hoor graag uw visie op die zaak. U zei in de pers dat u nog niet wenste te reageren op de juridische demarches omdat u het verzoekschrift nog aan het doornemen was. Misschien hebt u nu al wat tegenargumentatie klaar. Tot slot, heeft dit mogelijk een impact op de LTO?
02.03 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mevrouw de minister, ik sluit mij aan bij de vorige vraagstellers en zal niet herhalen wat beide collega's al hebben gezegd. Ook bij ons leeft er onzekerheid en ongerustheid omdat de twee koepels van universiteiten naar het Grondwettelijk Hof zijn gestapt met betrekking tot de Phoenixwet. Zij zeggen dat er van alles fout loopt en vragen waarom sommige producten een cap krijgen en zij niet. Ik krijg dus graag wat verduidelijking.
Aanvullend, we weten dat er tussen de universiteiten en NIRAS al een tijdje wat wrevel bestaat. Kunt u daarover wat meer zeggen? Is er een oplossing in zicht voor de retroactieve retributies?
02.04 Oskar Seuntjens (Vooruit): De vorige sprekers hebben het probleem duidelijk geschetst, dus ik zal dat niet herhalen. Als de universiteiten juridische stappen overwegen, dan zullen zij dat niet zomaar doen. Ik heb dan ook enkele concrete vragen die aansluiten bij die van de vorige sprekers.
Hoe beoordeelt u die bezorgdheden? Welke mogelijke oplossingen zijn er? Wat is de rol van NIRAS? Kunt u daarover wat meer duidelijkheid verschaffen?
02.05 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, er zitten verschillende elementen in mijn antwoord over de procedures op zich en een aantal beschouwingen over het statuut van de universiteiten en de verschillende entiteiten die al dan niet beschikken over nucleair afval. Vandaag hebben mijn administratie en ik eigenlijk niet veel informatie over de procedures. De verzoekschriften zijn nog niet aan de federale regering betekend en ik baseer mij dus aan de ene kant op het overzicht op de website van het Grondwettelijk Hof waaruit blijkt dat er inderdaad twee procedures zijn en aan de andere kant op de krantenartikels die hierover verschenen zijn.
Ik lees samen met u op de website van het Grondwettelijk Hof en in de krantenartikels dat de twee koepels, de Nederlandstalige en de Franstalige koepel, een beroep hebben ingediend tegen een aantal artikels van de Phoenixwet. Aangezien dat mijn informatie is, wil dat dus ook zeggen dat ik geen verdere toelichting kan geven bij de juridische argumenten die zij inroepen. Natuurlijk is het een procedure voor het Grondwettelijk Hof en de juridische argumenten gaan dus uiteraard altijd terug op het gelijkheidsbeginsel, maar tot nader orde heb ik geen verdere details over de juridische procedure an sich en de argumenten die ze aanhalen.
Sta mij echter toe om te zeggen dat ik wel zeer verrast was door die procedures. Ik had dat niet zien komen en er was op voorhand ook geen enkele indicatie dat een dergelijke procedure zou worden gestart. Het is dus niet zo dat er voorafgaand overleg was of dat er door de universiteiten contact was gezocht met mijn administratie, mijn team of anderen om te worden betrokken bij de onderhandelingen over een akkoord met ENGIE over de levensduurverlenging, waarvan afval een belangrijk onderdeel uitmaakt. De universiteiten zijn weliswaar geen elektriciteitsproducent, maar ze produceren wel afval, weliswaar ander afval. Zij hebben echter niet gevraagd om te weten waarover de deal gaat en of ze daar al dan niet bij betrokken konden worden. Niets van dit alles is op voorhand gebeurd en ik was dus erg verrast. Het is niet dat we de universiteiten niet kennen, want we hebben er redelijk veel contact mee, maar er is dus geen voorafgaand overleg geweest.
U kunt dan misschien vragen of wij niet met andere afvalproducenten hebben gesproken. Ik zal het overleg met ENGIE even kaderen. De onderhandelingen met ENGIE waren intensief en zijn gedurende lange tijd gevoerd. Ze gingen over de verlenging van de exploitatie van de kerncentrales Tihange 3 en Doel 4, waarbij de Belgische Staat enerzijds bevoorradingszekerheid wilde garanderen vanaf de winter van 2025 en ENGIE anderzijds zekerheid wilde hebben over haar afval. ENGIE is een elektriciteitsproducent die een eigen specifiek regime heeft, waarbij het werkt met een kernprovisievennootschap waarin de provisies worden aangelegd die onder toezicht staan van de Commissie voor nucleaire voorzieningen. Zij hebben een totaal ander systeem. De universiteiten werken met overeenkomsten met MYRRHA. Ik zal daar zo meteen iets meer over zeggen. In het kader van ENGIE waren we in dat bestek aan het werken.
De universiteiten waren daar dus niet bij en het was op dat moment ook niet nodig om ze te betrekken bij die onderhandelingen aangezien het over de bevoorradingszekerheid ging. Het was de bedoeling dat Hedera enerzijds de 15 miljard euro te betalen door ENGIE zou beheren en anderzijds de kosten onder controle zou houden. Bij de oprichting van Hedera hebben we altijd op de radar gehad dat Hedera in de toekomst idealiter over het beheer van alle afval zal gaan, met de inkanteling van de nucleaire passiva, wat wel in de Hederawet is voorzien. In de Hederawet is nog niet voorzien dat de andere afvalstromen er op termijn ook in ondergebracht kunnen worden. Daarvoor was de tijd te kort en u weet wat we nog in orde moeten brengen voor Hedera. We kunnen niet alles tegelijk doen.
Als daar andere afvalproducenten bij betrokken worden, is het aangewezen te onderzoeken of zij een dergelijke regeling verkiezen. De universiteiten hebben momenteel tariefakkoorden met NIRAS en ik begrijp dat er een haar in de boter is gekomen door die tariefakkoorden. Volgens mij heeft dat onderliggend probleem geleid tot het beroep. Let wel, dat is mijn interpretatie. Natuurlijk zullen de universiteiten erover moeten nadenken of zij zulke regeling verkiezen en bijgevolg ook een risicopremie willen betalen en dat prudentieel toezicht van het Parlement willen. Het is een totaal verschillend systeem. Hedera is op dat vlak een gamechanger.
Het zou volgens mij beter zijn dat de betrokken partijen, NIRAS en de overheid onderzoeken hoe de regeling voor de universiteiten gewijzigd kan worden in plaats van het uit te vechten voor het Grondwettelijk Hof, hoewel het de partijen vrij staat dat te doen. Zij focussen nu erg op de tarieven die op hen van toepassing zijn, maar bij provisies horen ook nog andere zaken, bijvoorbeeld de beschikbaarheid van de middelen. In de inventaris nucleair afval van NIRAS staat dat men gehouden is tot boekhoudkundige voorzieningen in de rekeningen. ENGIE Electrabel moet verplicht voldoende provisies aanleggen en die moeten ook beschikbaar zijn om risico’s af te dekken. Ook het debat daarover zal dan moeten worden gevoerd.
Ik wacht momenteel de betekening van de verzoekschriften af. Op basis van de inhoud ervan zullen we een aantal zaken nader bekijken. Het is dan de vraag of de regering in lopende zaken zelf nog het initiatief zal nemen om met NIRAS en de universiteiten samen aan tafel te zitten om naar oplossingen te zoeken. Het zal ook afhangen van de keuze van de universiteiten om de kwestie al dan niet voor het Grondwettelijk Hof af te handelen.
Ten slotte heb ik een aantal krantenartikelen gelezen, waarin stond dat de universiteiten er vooral voor bevreesd zijn dat de kosten voor het beheer van het afval dat zij produceren, zouden verhogen, indien de fondsen in het kader van Hedera ontoereikend zijn. Dat is feitelijk onjuist. Dat klopt niet. Het gaat niet om communicerende vaten. Zelfs mocht alles worden ondergebracht in het kader van Hedera, moet er geringfencet worden.
Ik ben ook niet helemaal zeker of de universiteiten voldoende op de radar hebben wat de consequenties zijn of wat de inhoud is van de regeling voor het afval, die werd afgesproken met ENGIE.
02.06 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor de verduidelijking.
Er moet in ieder geval worden bekeken op welke manier in dialoog kan worden gegaan met de universiteiten om vast te leggen waar we willen landen. Het zal altijd een inschatting blijven welke kans een dergelijke zaak maakt en het effect daarvan op de hele deal. Mocht op een bepaald moment uit die dialoog blijken dat de cap een probleem is – ik stel het heel voorwaardelijk –, dan is er een probleem met de hele deal en moet een en ander worden herbekeken.
Ik heb ondertussen uit de vergadering van de subcommissie Nucleaire Veiligheid ook begrepen van NIRAS dat een deel van het probleem ligt in het feit dat in het verleden is gewerkt met te lage tarieven, waardoor moest worden bijgepast. Dat bijpassen gebeurde in het verleden vooral door de grootste producenten, in casu de nucleaire exploitanten, die in het kader van de cap nu natuurlijk ook niet meer bereid zijn die stap te zetten. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat men met Hedera die stap wel zou zetten en de tekorten zou opvangen die zich bij andere producenten voordoen. Dat moet mee worden bekeken in het geheel der zaken. Dat mogen we alleszins niet op zijn beloop laten, want het is riskant om af te wachten welk standpunt het Grondwettelijk Hof uiteindelijk in het dossier inneemt.
Misschien moeten er stappen worden ondernomen. Of dat kan door de regering in lopende zaken dan wel door de nieuwe regering, is een moeilijke vraag. Op een bepaald moment moeten we vermijden dat bepaalde effecten zouden opduiken. De gevolgen daarvan kunnen immers weleens heel erg verstrekkend zijn.
02.07 Kurt Ravyts (VB): Ik deel de interpretatie van de heer Wollants. Ik was eveneens aanwezig in de vergadering van de subcommissie en ook ik interpreteer het dat de Hederawet een gevolg heeft voor de huidige manier van werken van NIRAS met afvalproducenten. Dat is de link. Zolang we geen zicht op het resultaat van het verzoekschrift hebben, kunnen we nog niet veel zeggen.
U hebt wel een
punt met uw argument dat men moet weten wat men wil en in welk systeem men wil
instappen.
Kortom, ik deel de
bezorgdheid van mijn collega over de mogelijke impact op de totaliteit van de
Hederawet.
02.08 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Het is voor iedereen duidelijk dat we hier de nodige omzichtigheid aan de dag moeten leggen. Het principe van de cap is heel delicaat. We moeten de kwestie scherp in het oog houden. Nu er een zaak bij het Grondwettelijk Hof aanhangig werd gemaakt, moeten we toch de consequenties daarvan bekijken.
Mevrouw de minister, u hebt niet met de andere producenten rond de tafel gezeten. U hebt ook gezegd waarom. Dat is duidelijk.
Het zou ook goed zijn dat in het dispuut tussen de universiteiten en NIRAS faciliterend wordt opgetreden om daar tot een goede oplossing te kunnen komen.
02.09 Oskar Seuntjens (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van mijn collega's. Het is belangrijk dat we het dossier goed opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik kan het kort houden. U hebt een gesprek gehad met de uitvoerend vicevoorzitster van de Europese Commissie, die ook bevoegd is voor Schone, Rechtvaardige en Concurrentiële Transitie.
U hebt het wellicht onder meer gehad over de Clean Industrial Deal. Die houdt uiteraard verband met het dossier-ArcelorMittal. Daarover hebt u ongetwijfeld ook gesproken met mevrouw Ribera. In uw communicatie had u het over dossiers die cruciaal zijn voor de energiebevoorrading van ons land. Kunt u ons vertellen welke dossiers besproken werden? Wat was telkens de uitkomst van het onderhoud?
03.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, dank u wel voor uw vraag.
De aanleiding voor het aanvragen van een meeting met de vicevoorzitster van de Europese Commissie, mevrouw Teresa Ribera, was uiteraard de ENGIE-deal. We hebben er heel erg op aangedrongen om, zodra de Commissie volledig was aangesteld – wat het geval was op 1 december, meen ik – zo snel mogelijk een meeting te hebben met de commissaris.
Waarom? We zitten met dit staatssteundossier werkelijk in de laatste rechte lijn. U weet dat we al verschillende staatssteundossiers besproken hebben. Er waren er eigenlijk drie die er met kop en schouders bovenuit staken: het CRM, de windmolens op de Noordzee en het dossier-ENGIE. Die drie Belgische dossiers kunnen niet gewoon door de mazen van het net glippen. Zij zijn bijzonder.
Het CRM-dossier was bijzonder omdat dat het eerste dossier was waar de verordeningen inzake ACER (Agentschap voor de samenwerking tussen Energieregulators) speelden. Het dossier van de windmolens op de Noordzee was bijzonder omdat dat het eerste dossier was dat vertrok van wat er in het EMD (Electricity Market Design) besloten was. Dit dossier is ook bijzonder, omdat het voortgaat op het EMD, namelijk op het aspect PPA (Power Purchase Agreement). Het is echter ook bijzonder omdat dit het eerste dossier zal zijn waarover de nieuwe Commissie zal beraadslagen. Bovendien is het een kernenergiedossier.
We hadden met mevrouw Margrethe Vestager, de voorganger van mevrouw Teresa Ribera, een heel strikte timing afgesproken. U weet dat er in-depth investigation gebeurd is, in samenspraak met de Commissie, om zo snel mogelijk te kunnen gaan. Er is ook zeer veel en zeer intensief overleg met de technische mensen, zowel van mijn diensten als van de diensten van de Commissie.
Op het einde van zo'n dossier blijven er natuurlijk een aantal open punten, die dan rechtstreeks met de commissaris moeten worden besproken. Daarom hebben we die meeting aangevraagd zodra de Commissie was geïnstalleerd. De vergadering duurde een uur en we hebben drie kwartier gepraat over de ENGIE-deal. Dat is eigenlijk logisch, omdat het een nucleair dossier betreft, waarbij veel aspecten komen kijken. Er is de cap met betrekking tot afval, maar ook het CFD (contract for difference) zit erin. De Commissie bekijkt het echt langs alle kanten om tot een goede en robuuste beslissing te komen.
Uit die meeting bleek dat er veel appreciatie is voor het werk dat technisch gedaan was door de verschillende teams. Tevens bleek dat er absoluut mogelijkheden zijn om het dossier effectief afgerond te krijgen binnen de timeline die iedereen hier voor ogen heeft, dus eind dit jaar, begin volgend jaar. Ik verwacht dat we de komende weken finaal zullen landen en dat we effectief op een zucht staan van een akkoord. Er wordt vooral nog gekeken naar een aantal elementen in het kader van het CFD.
Aan onze kant, dus de Belgische Staat en ENGIE, wordt er nog gewerkt aan een aantal verduidelijkingen om de Commissie aan te tonen dat er nog voldoende risico blijft bij ENGIE en dat het niet een volledige de-risking is die op tafel ligt. Zoals altijd in dit domein, wil dat zeggen dat onze mensen tot de laatste dag voor de kerstvakantie hieraan zullen voortwerken. Het is wel de bedoeling – en dat is dan het positieve – dat ze dan met een goed gevoel de kerstvakantie kunnen ingaan.
In het overige kwartier hebben we gesproken over de brief die we gestuurd hebben, de clean industrial en de elementen die voor de nieuwe Commissie op tafel liggen. Teresa Ribera zei dat het de bedoeling is om de twee elementen in haar portefeuille, mededingen en transitie, samen te brengen voor de koopkracht van onze gezinnen, maar ook voor de concurrentiekracht van onze bedrijven.
03.03 Kurt Ravyts (VB): Ik was de voorbije dagen een beetje in de war door de titel van de bevoegdheden van mevrouw Ribera. Ik had niet door dat ze de opvolgster was van mevrouw Vestager voor mededingen. Bijgevolg had ik niet door dat het vooral ging over de zeer belangrijke ENGIE-deal en het staatssteundossier, dat dus blijkbaar elke dag kan landen, en in mindere mate over de brief rond Assouar Wittelmar.
Ik ga ervan uit dat de ENGIE-deal in de volgende vragensessie weer aan bod zal komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, mijn vraag gaat over de dreigende niet-closing van het akkoord over de levensduurverlenging en uiteraard over de sinterklaasbrief van ENGIE van 6 december. De pers meldt dat ENGIE in het worstcasescenario zelfs een schadevergoeding zou kunnen eisen. Kunt u toelichten wat er precies in die brief staat?
Op 27 november heeft uw partijgenoot Stefaan Van Hecke al een vraag gesteld over de kwestie van Hedera en de benoeming van een voorzitter en twee directeuren, en over het bestuur en een financieel directeur voor Be-Nuc, de joint venture die de twee kernreactoren zou moeten uitbaten.
Afgelopen weekend verscheen een belangrijk interview met u in De Tijd. U had het daarin over de procedure en de vraag of het om een politieke benoeming gaat. Terecht gaf u aan dat in januari de eerste investeringsbeslissingen zouden moeten worden genomen. Het gaat om die eerste schijf van 11,5 miljard euro die ENGIE zou storten. In de zomer zouden de werken volgen en in de winter van volgend jaar de operationalisering van de levensduurverlenging.
Het is bizar dat de arizonapartijen binnen Vivaldi blijkbaar op de rem staan. Misschien creëert men vrijdag tijdens de ministerraad weer licht in de duisternis. U zult het ons ongetwijfeld allemaal uitleggen.
04.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, op 27 november hebt u inderdaad verduidelijkt dat er geen sprake kan zijn van politieke benoemingen, maar dat een externe headhunter een shortlist van kandidaten heeft opgesteld. Dit weekend hebt u in de kranten verduidelijkt dat al die kandidaten werden gekwalificeerd als uiterst geschikt, zonder rangorde, in reactie op de namen van kandidaten die al eerder in de pers verschenen en die toch een link hadden met uw kabinet en het kabinet van de premier. Uiteraard zult u hier geen namen noemen, zoals u eerder trouwens al aangekondigd hebt. Tegelijkertijd moeten we die shortlist wel goed kunnen inschatten.
Daarnaast bestaat ook enige onduidelijkheid over het moment waarop die personen aangeduid moeten zijn. In uw antwoord op de vorige vraag bent u daar al enigszins op ingegaan. De closing, die afhangt van het traject bij de Europese Commissie, is nakende.
ENGIE heeft een brief gestuurd, waarvan we vernemen dat die er zou zijn gekomen op uw uitdrukkelijke vraag. Mevrouw de minister, dat leidt tot verdere vragen. Hoeveel personen werden in de shortlist opgenomen voor de verschillende functies binnen Hedera en Be-Nuc? Wat is de stand van zaken van de besprekingen in het kernkabinet over de aanduiding van die personen?
Wat is de stand van zaken bij de Europese Commissie inzake de ENGIE-deal? Daarop bent u in antwoord op de vorige vraag al enigszins ingegaan.
Klopt het dat u aan ENGIE hebt gevraagd om u aan te schrijven over Hedera?
04.03 Marie Meunier (PS): Madame la ministre, la situation autour des nominations au sein des structures Hedera et Be-Nuc, telle que décrite dans un courrier récent qu'ENGIE vous a adressé, soulève des préoccupations quant à l'avenir de la gestion nucléaire en Belgique et à notre sécurité d'approvisionnement.
La société Hedera, chargée de recevoir les 15 milliards d'euros de provision nucléaire versés par ENGIE, n'est toujours pas opérationnelle, n'ayant à ce stade toujours pas de comité de direction. De plus, l'absence de nominations au sein de Be-Nuc, structure clé pour la gestion des réacteurs prolongés Doel 4 et Tihange 3, met en péril l'avancée des projets nécessaires pour assurer un approvisionnement électrique stable, en particulier pour l'hiver prochain.
ENGIE souligne que ces retards, qui sont dus à l'absence de décisions de l'État belge, pourraient entraîner un manquement. Ce manquement pourrait engendrer des demandes de compensations financières importantes et retarderait le redémarrage des réacteurs prolongés.
Par ailleurs, ENGIE insiste sur le fait que ces nominations sont des étapes nécessaires, relevant de la continuité normale des procédures, et donc compatibles avec un gouvernement en affaires courantes. Nous ne comprendrions donc pas pourquoi il reviendrait au prochain gouvernement de prendre ces décisions assez urgentes.
Dans ce contexte, et alors que ce blocage menace à la fois l'exécution des accords et la sécurité d'approvisionnement, nous souhaitons obtenir des clarifications sur vos intentions et comprendre les obstacles qui freinent ce dossier.
Madame la ministre, que comptez-vous faire pour accélérer ces nominations et éviter les conséquences évoquées par ENGIE, notamment les demandes de compensations financières et le retard opérationnel?
04.04 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, de opdracht die we aan de headhunter hebben gegeven, bestond erin om voor de drie functies bij Hedera en voor de CFO van Be-Nuc per functie een shortlist te bezorgen met minstens vijf personen. Er diende daarbij ook rekening te worden gehouden met de taal- en genderevenwichten. Zoals ik al eerder heb gezegd, werd er daarbij geen voorkeur of ranking meegegeven. We hebben alleen de opdracht gegeven om per functie vijf geschikte kandidaten naar voren te schuiven. Ik heb die vijf mensen voor elk van die functies ook zelf ontmoet.
Zoals steeds worden per kandidaat onder meer de sterke punten benadrukt. Dat is logisch, want anders zou men niet op de shortlist terechtkomen. Er is een functiebeschrijving gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Iedereen die heeft meegedaan in de procedure is daarop beoordeeld en daaruit zijn er per functie telkens vijf personen overgebleven.
Zoals ik ook vorige keer heb gedaan, wil ik ten stelligste tegenspreken dat het hier om politieke benoemingen gaat. Het is niet omdat er mensen op de shortlist staan die op kabinetten gewerkt hebben, dat het om politieke benoemingen gaat. Ik vind het een reductie, mijnheer Wollants, om daarbij enkel het kabinet van de premier en van mijzelf te vermelden. Er zijn mensen die op verschillende kabinetten hebben gewerkt en soms ook op andere kabinetten. Er stond nergens in de functiebeschrijving dat men op een kabinet moet hebben gewerkt, dat men voor de minister moest hebben gewerkt of dat men bij de bespreking van een deal betrokken moest zijn geweest. Dat is absoluut niet het geval. Er staan ook mensen op die shortlist die niet betrokken waren bij de onderhandelingen, maar zij hebben bijvoorbeeld de openbare debatten in dit Parlement kunnen volgen al die keren dat we het over de ENGIE-deal hebben gehad. Het klopt dat op de shortlist namen staan van mensen die nauw betrokken waren bij de ENGIE-deal en daar is niets mis mee.
Ik wil hier ook nog eens zeggen dat de mensen die aan die deal gewerkt hebben, de mensen van de verschillende kabinetten, ook andere kabinetten van deze regering, allemaal experts in hun domein zijn. Ik denk dat niemand dat betwist. Het zijn diezelfde experts die aan de onderhandelende partijen, met name de arizonapartijen, de hele deal hebben uitgelegd. Het waren ook die experts die in het Parlement zaten om mee op technische vragen te komen antwoorden. Dat zijn mensen die de deal van binnen en van buiten kennen. Hun meerwaarde zit in hun expertise.
Dat heeft dus niks met een politieke benoeming te maken. Een politieke benoeming heeft men wanneer de telefoons van de partijvoorzitters roodgloeiend staan en er plots een oververwacht iemand uit de hoed wordt getoverd.
Wat is de stand van zaken? We hebben dat dossier op de kern van 25 november voorgelegd. Daar vonden met name de arizonapartijen van Vivaldi dat het niet nodig was om nu al te beslissen. Ik denk dat de brief van ENGIE net aantoont hoe dringend het wel is.
We hebben het daarnet al gehad over de goedkeuring van de deal door de Europese Commissie die in de loop van januari wordt verwacht. Ik heb al toegelicht dat een technisch akkoord daar imminent is. Zodra er een closing is, wordt een aantal zaken in gang getrokken. Op dat moment wordt 11 miljard euro door ENGIE gestort. Op dat moment vervallen ook alle joint development agreements. Be-Nuc komt in de plaats en beslist over het investeringsprogramma van de LTO. Dat is wat er eind januari gebeurt.
Bonne chance als men daar alleen maar een vertegenwoordiging van ENGIE heeft en niemand van de Belgische Staat. Wat gaat er dan gebeuren? Gaat ENGIE zelf die beslissing nemen om dan achteraf geconfronteerd te worden met een nieuwe minister die het allemaal veel te duur vindt, vraagt hoe dat komt en zegt dat daarmee gestopt moet worden. Dat gaat natuurlijk niet. Ik ben van mening dat het imminent is voor Hedera voor het beheren van de 15 miljard euro waarvan de eerste schijf van 11 miljard euro direct na de closing komt en dat de CFO wordt aangeduid. Daarvoor moet ik niet aan ENGIE vragen om een brief te sturen.
Ik weet dat voor de N-VA bon ton is – want dat is gedurende 3,5 jaar gebeurd – om mij te verdenken van allerlei verhoudingen met ENGIE. De partijvoorzitter van de N-VA heeft immers nog voor de levensduurverlenging gezegd dat ik me heb laten omkopen door ENGIE. Nu wordt er door u gezegd, mijnheer Wollants, dat ik mij voor hun kar heb laten spannen. ENGIE is echter een beursgenoteerd bedrijf. Zo werkt dat niet.
ENGIE is een beursgenoteerd bedrijf dat, van zodra het akkoord van de Europese Commissie er is, 11 miljard moet overschrijven. Het moet een beslissing nemen over de investeringen die nodig zijn voor de LTO. Die beslissingen zullen gereflecteerd worden in de strike price, die cost based is. De strike price is een essentieel element van het CFD. Dat was de aanleiding van ENGIE om die brief te schrijven. Ze waren bezorgd over het feit dat de Belgische Staat de instellingen die in de deal en in de wet vervat zitten, niet operationaliseert.
Daarnet werd hier gevraagd welke gevolgen de procedure van de universiteiten voor het Grondwettelijk Hof kan hebben op de deal, want die zouden wel eens zeer verstrekkend kunnen zijn. Dat waren uw woorden, mijnheer Wollants. Ik zeg u nu dat de niet-benoeming van de functies bij Hedera en van de CFO van Be-Nuc grotere gevolgen zal hebben op de deal dan de procedure van de universiteiten die op dit moment hangende is voor het Grondwettelijk Hof. Als het dus van mij afhangt, wordt dit dossier opnieuw op de regeringstafel gelegd.
Als ik luister naar de heer Bouchez, hebben we nog voor Kerstmis een akkoord. De heer Bouchez en de heer Clarinval zijn de optimisten van de onderhandelaars. De andere onderhandelaars zeggen daarentegen dat ze nog meer tijd nodig hebben. Ik weet echter dat de klok tikt voor de levensduurverlenging. De eerste nucleaire elektriciteit uit die twee centrales wordt in september op het net gezet. Dat punt in de tijd verschuift niet. U mag dus zo lang onderhandelen als u wilt en als de nieuwe regering die beslissing wil nemen, be my guest, maar de regering zal er moeten zijn. Als ze er niet is, zal Vivaldi alsnog die beslissing moeten nemen in het belang van de bevoorradingszekerheid en om de 15 miljard te beheren.
04.05 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik verwachtte uw antwoord enigszins. Ik kan daar zelfs grotendeels mee akkoord gaan. Ik was vorige week van plan u tijdens de mondelinge vragen te ondervragen over de kwestie. Ik zou u daarop niet meteen zwaar aanvallen, maar ik wou wel even kijken naar de optimisten in de zaal, zoals u ze noemt. Het zijn immers wellicht zij binnen Vivaldi en Arizona die op de rem zijn gaan staan in het dossier.
Ik kan uw redenering volgen over de expertise en over de mensen die zijn betrokken bij de totstandkoming van de deal, die bijzonder complex is. Er is ook nog eens BE-WATT, dat ook een heel complexe zaak is op het vlak van financiële interacties, om het eens op die manier uit te drukken.
Ik dank u voor de stand van zaken. Ik hoop dat het drama vrijdag misschien alweer vermeden kan worden als er een akkoord is over de benoemingen. Zij moeten er immers effectief komen.
04.06 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het verduidelijken van een aantal zaken, al waren die verduidelijkingen wel beperkt.
Zoals altijd, doet elk woord dat u uitspreekt en elke nuance die u legt, ertoe in uw antwoorden. Of u nu wel of niet aan ENGIE hebt gevraagd de brief te schrijven, is uit uw antwoord natuurlijk niet duidelijk geworden. Dat zal wellicht bewust onduidelijk zijn gehouden.
04.07 Minister Tinne Van der Straeten: (...)
04.08 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u geeft aan dat u niet hebt gevraagd de brief te schrijven.
04.09 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, ik zal het in de microfoon herhalen zodat mijn woorden in het verslag worden opgenomen.
Neen, ik heb dat niet gevraagd aan ENGIE. ENGIE heeft op papier gezet wat het ons eerst mondeling heeft meegegeven.
04.10 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik kijk dan vooral uit naar wat nu gebeurt. Ik begrijp immers dat een heel aantal personen in aanmerking komt voor de functie.
Uiteraard zullen de krantenartikelen zijn gebaseerd op lekken uit het kernkabinet en dies meer. Ik ben benieuwd naar wat in de praktijk effectief zal gebeuren, zowel in het belang van het dossier als van de verdere opvolging die er uiteraard voor moet zorgen dat het nucleaire dossier blijft lopen en nergens stilvalt.
04.11 Marie Meunier (PS): Merci, madame la ministre, pour vos précisions. Je constate qu'on partage la même inquiétude à ce stade. Vous le disiez tout à l'heure, on nous promet un gouvernement avant Noël. Si ce n'est pas le cas, je constate que l'horloge tourne et qu'à un moment donné, il faudra prendre une décision rapidement. Il y a vraiment énormément d'enjeux. Je mesure que dans votre chef, vous êtes prête à prendre cette décision si d'aventure c'était vous qui deviez la prendre, ou en tous cas le gouvernement dans lequel vous êtes actuellement. On restera attentifs aux suites.
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het probleem met de budgetten van NIRAS blijft maar duren. In de commissievergadering van 27 november 2024 zei u dat u werkt aan een KB voor een noodbegroting voor het eerste kwartaal van 2025 volgens de methode van de voorlopige twaalfden. De nucleaire passiva zouden worden gefinancierd vanuit de accijnsopbrengsten en de volgende regering moet een definitieve begroting voor 2025 en de jaren nadien voorstellen. Het zou gaan om de bedragen die door NIRAS noodzakelijk worden geacht en niet zozeer over drie twaalfden van het budget van 69 miljoen euro, waarmee we vorig jaar in de problemen zijn gekomen.
NIRAS zei op 10 december in de subcommissie voor Nucleaire Veiligheid dat het nog geen zicht heeft op het budget voor 2025 en dat het niet op de hoogte is van het feit dat u aan een ontwerp-KB zou werken. Intussen zou uw regeringscommissaris het budget voor de nucleaire passiva dat de raad van bestuur van NIRAS heeft goedgekeurd, geschorst hebben, omdat er ondanks uw belofte geen aanvullende middelen ter beschikking zijn.
NIRAS zal dus opnieuw worden gedwongen om, net als in 2024, tal van aanwervingen en investeringen stop te zetten, wat uiteraard de nucleaire veiligheid zeker niet ten goede komt en op termijn de totale factuur dreigt te laten stijgen. Het heeft ons daar nogmaals voor gewaarschuwd in de subcommissie, een waarschuwing die ik als voorzitter daarvan ook ernstig neem, vandaar mijn vragen.
Mevrouw de minister, hoever staat u met het KB voor een noodbegroting? Waarom hebt u niet vroeger actie ondernomen? Iedereen weet immers wat er in 2024 gebeurd is en wat de kwalijke gevolgen daarvan zijn.
Wat gaat u doen met de beslissing van de regeringscommissaris om beroep aan te tekenen tegen het werkingsbudget van NIRAS?
Wat zijn de gevolgen voor NIRAS als u het KB voor de noodbegroting niet tijdig rond krijgt?
05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, twee ontwerpen van koninklijk besluit voor een noodbegroting voor de passiva van Belgoprocess en het SCK werden door ons aangeboden op de ministerraad van 6 december. De ministerraad kon over die beide ontwerpen niet delibereren. Omdat er geen begrotingsakkoord werd afgeleverd door de bevoegde staatssecretaris, kan dat formeel gezien niet in de minsterraad geagendeerd worden. We hebben beide ontwerpen daarom opnieuw ingediend voor de ministerraad van 20 december. Ik hoop dat die dan alsnog worden goedgekeurd. Op dit moment hebben we echter nog steeds geen akkoord van begroting.
Beide koninklijke besluiten zijn vereist om de nucleaire passiva te kunnen betalen. Die passiva worden, zoals voorzien, gefinancierd uit de accijnsopbrengsten.
Voor de goedkeuring van die koninklijke besluiten is geen advies van de Raad van State nodig, aangezien het geen reglementaire koninklijke besluiten betreft. Na goedkeuring kan publicatie binnen de 48 uur plaatsvinden.
Ik ben het absoluut niet eens met de kwalificatie dat ik niet tijdig voldoende actie zou hebben ondernomen. NIRAS heeft tot 2013 een aanzienlijke reserve opgebouwd, waarmee een structurele onderfinanciering de laatste tien jaar werd gecompenseerd. Voor de passiva van Belgoprocess bijvoorbeeld bleef de financiering sinds 2014 op ongeveer 69 miljoen euro per jaar, terwijl de jaarlijkse uitgaven gestaag stegen tot bijna 120 miljoen in 2023. Die reserve raakte in 2023 uitgeput, waarna mijn collega-minister Dermagne en ikzelf 45 miljoen euro extra financiering hebben vrijgemaakt om de onmiddellijke noden te dekken. In 2024 hebben we het budget verder verhoogd tot 151 miljoen euro. We hebben bovendien 26 miljoen euro gereserveerd voor 2025. Het is dan ook onterecht om te beweren dat beide voogdijministers, minister Dermagne en ikzelf, onvoldoende actie hebben ondernomen om die historische onderfinanciering, ontstaan door het beleid van voorgangers, aan te pakken.
Dankzij bijvoorbeeld de hervorming van de federale bijdrage, uitgevoerd samen met minister Van Peteghem in 2021, worden de nucleaire passiva sinds 2022 gefinancierd uit de accijnzen. Dat systeem biedt de nodige flexibiliteit om de stijgende financieringsbehoefte van NIRAS adequaat te ondersteunen, zonder impact te hebben op de elektriciteitsfactuur van de Belgische bedrijven en consumenten. Mijn collega Dermagne en ikzelf hebben steeds de door NIRAS gevraagde middelen aan de regering voorgelegd door middel van voorstellen van financierings-KB. Dat gebeurde nog op het laatste kernkabinet, op 25 november, over de begroting voor de eerste drie maanden van 2025. We vonden echter geen steun voor die bedragen. De bedragen zijn trouwens sterk gestegen door de investeringen in de oplossing voor de definitieve berging van afval van categorie A. Dat is eveneens beleid dat werd goedgekeurd door mijn voorgangers. Ik wil benadrukken dat ik uitvoering geef aan de afspraken die gemaakt werden in de federale regering.
De structurele oplossing voor de financiering en controle van de nucleaire passiva ligt in de oprichting van Hedera. Dat dossier heeft mijn volle aandacht gekregen, inclusief een uitgebreide procedure om geschikte kandidaten te vinden voor het directiecomité en ligt bij de regering voor verdere opvolging.
De regeringscommissarissen hebben het werkingsbudget van NIRAS geschorst. We zijn momenteel bezig met de evaluatie van het beroep. De regeringscommissarissen konden niet anders dan schorsen, want NIRAS nam een beslissing die niet in overeenstemming is met de begroting van de Staat. NIRAS was trouwens zeer goed op de hoogte van de begroting van de Staat. Het is essentieel dat NIRAS een begroting indient die in overeenstemming is met de beschikbare middelen, zoals vastgelegd in de noodbegrotings-KB's.
Ik kan niet vooruitlopen op beslissingen van een toekomstige regering met volheid van bevoegdheden voor de structurele financiering van NIRAS, maar ik kan ook niet niets doen en moet ervoor zorgen dat NIRAS de eerste maanden geld heeft voor zijn acute noden.
Indien de koninklijke besluiten niet tijdig in orde zijn, kunnen er geen middelen worden vrijgemaakt voor NIRAS. Dat zou dan ernstige gevolgen hebben voor de operationele werking van NIRAS en mogelijk een verdere impact op investeringen en veiligheid. Dat risico onderstreept het belang van een snelle goedkeuring en publicatie van de koninklijke besluiten. Daarvoor hebben collega Pierre-Yves Dermagne en ikzelf alle initiatieven genomen die we konden nemen. Ik hoop dat mijn vivaldicollega's dat zullen steunen.
Verder doen we alles binnen onze bevoegdheden om een oplossing te bieden voor de acute noden van NIRAS. Tegelijkertijd blijft de verantwoordelijkheid voor een structurele begroting bij een regering met volheid van bevoegdheden.
05.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het spijt me, maar u had nog volheid van bevoegdheid toen de eerste problemen opdoken in 2024. Er werd gewaarschuwd vooraleer die begroting werd afgewerkt – hier in de Kamer – dat die 69 miljoen onvoldoende was om die activiteiten te dekken. U hebt toen geantwoord dat u zich daarvan bewust was, maar dat u toch niet bereid was om meer geld aan NIRAS te spenderen, ook al was dat geld nodig voor de operationele werking, de nucleaire veiligheid en omdat het nu eenmaal aangegane engagementen waren. U kunt zich dus niet verschuilen achter lopende zaken om te zeggen dat in 2024 de problemen niet te voorkomen waren. U had daar immers wel iets aan kunnen doen.
Ik blijf dus bij mijn stelling dat u veel en veel te laat actie hebt ondernomen in dit kader. U zet daarmee de betaalbaarheid van dat hele geval op de helling in de toekomst. NIRAS heeft ons immers zeer duidelijk gemaakt dat dit gewoon meer geld gaat kosten. U hebt ons dus op vlak van nucleaire veiligheid achteruit zien boeren en dat kan absoluut niet de bedoeling zijn. Daarvan bent u zich zeer bewust.
De acties die u hebt ondernomen waren telkens kortetermijnacties en noodmaatregelen. Nu zult u een nieuwe noodmaatregel nemen omdat u er niet in bent geslaagd om binnen de regering, op het moment dat ze in volheid van bevoegdheid en volgens mij één en ondeelbaar was, de juiste beslissingen voor de toekomst te nemen. U bent daarin achterwege gebleven en u hebt niet de verantwoordelijkheid genomen die we nodig hadden in dit dossier.
05.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn antwoord opnieuw lezen, want ik denk niet dat alles goed begrepen is.
In 2024 hebben we het budget verder verhoogd tot 151 miljoen euro. Bovendien hebben we 26 miljoen euro gereserveerd voor 2025.
Het is trouwens niet de eerste keer dat we hierover spreken. Ook toen we nog in volheid van bevoegdheid waren, ben ik hierover ondervraagd. Ik heb toen ook toegelicht dat de situatie waarmee we toen werden geconfronteerd… Er waren inderdaad extra vragen, meer dan wat we gegeven hadden… Uit de spending review bleek echter dat de governance compleet niet in orde was. Ik zeg dat niet; de spending review en het Grondwettelijk Hof zeggen dat.
Hoe was die governance? NIRAS stuurt een brief naar de regering waarin het zegt hoeveel geld het nodig heeft. Pierre-Yves Dermagne en ik zeggen daarop aan onze partners in de regering hoeveel geld NIRAS nodig heeft. Vervolgens vragen de collega's in de regering hoeveel geld NIRAS precies vraagt en waarvoor dat dient. Ze vragen ons om dat uit te leggen. Wij zeggen dat NIRAS zegt dat dat nodig is. NIRAS is uiteraard de eerste om dat goed te kunnen kaderen, om dat te contextualiseren. Ik verdenk NIRAS niet ervan de budgetten substantieel op te pompen, maar tegelijkertijd is er niemand die een controle doet op de uitgaven.
Straks zullen we het hebben over de kostenstijging van het energie-eiland. Daar kijken we lijn per lijn, is er een audit besteld, worden er analyses gemaakt of dat wel klopt, wordt er gevraagd of we dat wel zullen doen en welke timing we daarvoor zullen hanteren. Hier kan NIRAS gewoon een brief sturen om te zeggen wat het nodig heeft en moeten we betalen, want dat is zo beslist.
Wat heeft de regering dus structureel beslist in 2024? Ten eerste, om de middelen vrij te maken om de onmiddellijke noden te dekken, zodat er geen probleem zou zijn met de nucleaire veiligheid. Ten tweede, om de nucleaire passiva in te kantelen in Hedera, zodat enerzijds de inkomensstroom substantieel en structureel verzekerd wordt en er anderzijds ook een externe controle is op de uitgaven.
Dat is wat deze regering structureel heeft gedaan. Ik betwist uw appreciatie daarvan niet, het is aan u om te beoordelen, maar het is niet zo dat we dit dossier op zijn beloop hebben gelaten, integendeel. We kunnen van mening verschillen of dat goed of slecht is, dat is uw appreciatie, maar het klopt niet dat er niks is gebeurd.
05.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik kan alleen maar vaststellen dat u de problemen niet hebt kunnen voorkomen en dat we nu in een situatie zitten waarin we liever niet hadden gezeten en die voor niemand goed is en waar u zelf ook niet tevreden kunt zijn met het resultaat. Daar stellen we ons dus inderdaad vragen bij.
Er werden hierover de afgelopen jaren heel veel vragen gesteld in deze commissie en het geraakt niet op een degelijke manier opgelost. De noodmaatregel die u hebt genomen, was niet structureel, maar was een oplossing die zeer ad hoc was en nu zoekt u een nieuwe ad-hocmaatregel om dat tijdelijk op te lossen. Het is noodzakelijk dat we met een structurele oplossing komen.
De acties die NIRAS onderneemt, zijn gebaseerd op een aantal actieplannen die al een hele tijd geleden werden goedgekeurd en waarop er toen ook niet is ingegrepen. Toen werd al aangegeven dat het noodzakelijk was om de volgende stappen te zetten wat betreft die budgetten, maar de regering is niet gevolgd. Ze heeft zich niet verzet tegen de actieplannen, maar heeft zich tegelijkertijd ook niet akkoord verklaard om die budgetten op tafel te leggen. Dan komt men op een gegeven moment tot een clash en tot problemen en daarmee worden we nu geconfronteerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u gaf al een korte inleiding over het energie-eiland.
We vernemen in de pers dat de audit van Elia inzake het eiland afgerond zou zijn. Dan is het bijzonder relevant daarvan kennis te kunnen nemen, te meer omdat die audit zou bevestigen – dat wordt in ieder geval gesteld – dat het huidig ingeschatte budget voor het eiland alle risicofactoren in rekening brengt.
Tegelijkertijd lazen we in de krant dat u, net als heel wat andere actoren, de kostprijs van het eiland hoog vindt, meer nog, dat u hem té hoog vindt.
U ging onze eerdere vragen om te reageren op de verschillende alternatieve pistes steeds uit de weg, redenerend dat de achtbare Kamerleden maar moesten zeggen waar zij dezelfde hoeveelheden groene elektriciteit zouden halen.
Het lijkt dus aan de orde om het te hebben over de alternatieven die nu nog mogelijk zijn om de kosten van het eiland te doen dalen. Kunt u uw standpunt over de kostprijs van het eiland verduidelijken?
Welke alternatieven zijn er voor u aan de orde? Welke impact kunnen die hebben op de eindfactuur?
Bent niet erg laat met uw vaststelling, daar u al meer dan een halfjaar officieel op de hoogte bent van de scherp gestegen ramingen, tot 7 miljard euro.
Welke initiatieven zult u ter zake nog nemen?
Hebt u de audit ondertussen ontvangen van Elia? Welke vaststellingen doet u op basis van de audit? Blijven er voor u onderzoeksvragen na de audit?
Welke initiatieven wilt u nemen op basis van de uitgevoerde audit?
Kunt en wilt u de audit ter beschikking stellen aan de Parlementsleden van onze commissie?
06.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, indien de audit klaar is, willen wij daar uiteraard ook kennis van nemen.
De kop voor uw interview in De Tijd herhaalde uw verklaring dat 7 miljard euro voor het energie-eiland té veel is. Hierin is het woordje 'te' belangrijk. Ondertussen zijn enkele werkgroepen aan het werk rond onder meer de kostenbeheersing, op basis van structurele informatie-uitwisseling tussen de CREG en Elia. Bij de berekening van de baten en de scenarioanalyse wordt duidelijk gesteld dat Elia duidelijkheid dient te verschaffen omtrent de baten van mogelijke alternatieve configuraties.
U blijft tijdens het interview met De Tijd warm en koud blazen over de alternatieve configuraties. U zegt dat de businesscase volledig herbekeken moet worden en dat er rekening moet worden gehouden met de baten. Men kan, volgens u, over alternatieven nadenken, maar u vraagt zich af of die over 7 jaar evenveel elektriciteit zullen opleveren. Tijdens de eerste gedachtewisseling over de problematiek hier in het Parlement hebt u zich ook al op die manier uitgesproken. U profileerde zich als een koele minnares van mogelijke alternatieven. U wees daarbij op het risico op onder andere stroomtekorten.
Kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot de audit?
Hoe staat het met de alternatieve configuraties? Houden die volgens u al dan niet een voordeel in?
06.03 Ismaël Nuino (Les Engagés): Madame la ministre, je souhaiterais commencer par revenir sur les auditions que nous avons eues il y a deux ou trois semaines avec Elia, vous-même et la CREG. Suite à plusieurs heures d'auditions, je n'ai pas eu de réponse à mes deux questions principales pour lesquelles j'espère bien avoir des réponses ce matin.
En ce qui concerne le calendrier des décisions qui ont été prises concernant l'île énergétique, après avoir réécouté la présentation d'Elia et de la CREG, je ne comprends pas très bien certaines décisions prises dans ce dossier en termes de ligne du temps.
Il semblerait qu'Elia ait proposé trois options au gouvernement fédéral. Le gouvernement fédéral aurait choisi le 15 octobre 2021, d'opter pour l'option 2, c'est-à-dire celle qui contenait une île énergétique. À ce moment-là, la seule estimation budgétaire dont il disposait de la part d'Elia était d'un coût de 2,2 milliards d'euros.
Pendant les auditions, Elia nous a dit que qu'à ce moment-là, les 2,2 milliards d'euros n'étaient pas un budget parce qu'ils ne prenaient pas en compte les coûts, l'inflation, le risque et tout un tas de choses. Le seul véritable budget qu'Elia a fourni date de juillet 2023, date à laquelle il s'élevait à 3,6 milliards d'euros.
Je me demande donc si le gouvernement fédéral a choisi une option sans avoir de réel budget. Cela voudrait dire que l'option 2 – j'attends vraiment d'être contredit – a été choisie alors même qu'Elia a affirmé pendant les auditions que nous n'avions pas un vrai budget. J'aimerais savoir si cela s'est réellement passé comme je l'interprète ou s'il y a une autre explication.
Ma deuxième question concerne le calendrier subsidiaire. Nous connaissons l'importance du régulateur et des avis, souvent plutôt éclairés, qu'il nous donne. Pourquoi le gouvernement n'a-t-il pas attendu l'avis de la CREG pour prendre la décision?
En audition, j'ai posé plusieurs fois la question du coût réel de l'île. Il a fallu un petit temps pour avoir des réponses… qui étaient peu claires. J'ai demandé si le coût de démantèlement était pris en compte dans les nouvelles estimations d'Elia, revues très à la hausse. On m'a d'abord répondu que oui, en disant que le coût était de 25 millions d'euros par an. On m'a ensuite dit que ce n'était pas pris en compte dans l'estimation. Or, si on prend la durée de vie de soixante ans de cette île énergétique et qu'on la multiplie par 25 millions, le résultat est de 1,5 milliard d'euros supplémentaires au budget. Disons, 1 milliard. Ce montant n'est pas pris en compte dans le budget dont on parle aujourd'hui, dans les CAPEX (CAPital EXpenditures ou dépenses d'investissment), mais n'est pas non plus pris en compte dans les coûts répercutés sur la facture des usagers qui a déjà fortement augmenté vu la hausse du coût de cette île énergétique. Ce sont les seules informations que j'ai eues. Elia m'a informé qu'effectivement ces coûts de démantèlement devraient être répercutés sur la facture mais ne m'en a pas dit plus.
Madame la ministre, avez-vous plus d'informations sur les coûts du démantèlement? Sont-ils de cet ordre de grandeur? Que représenteront-ils globalement? Que représenteront-ils sur la facture des usagers? Aujourd'hui, Elia avance le chiffre de 5 à 5,5 euros d'augmentation par MWh. Cela entraînera-t-il une augmentation plus importante? Ces questions me semblent particulièrement importantes.
Madame la ministre, vous vous êtes exprimée précédemment dans la presse concernant le prix. Quelle est votre position sur le prix de cette île énergétique? Elia vous a-t-elle communiqué une date à laquelle elle doit attribuer les marchés? On sait effectivement qu'une partie a été mise sur pause. Jusque quand?
06.04 Marie Meunier (PS): Madame la ministre, le CEO d’Elia a récemment fait des déclarations dans la presse. Il y a abordé les différents enjeux concernant l’île énergétique.
Nous apprenons que l’audit commandé par Publi-T à propos du dérapage budgétaire a déjà livré ses premières conclusions, qui ont été présentées au comité d’audit. La dernière partie, qui doit s’assurer que le développement de l’île est en ligne avec la demande initiale, est encore en cours.
Madame la ministre, avez-vous eu des contacts avec Elia concernant les premiers résultats de l’audit? Que pouvez-vous nous en dire? Avez-vous des informations à nous communiquer concernant la dernière partie de l’audit?
Il est également question dans cet article d’une nouvelle analyse coûts-bénéfices qui doit explorer un certain nombre de variantes ainsi qu’estimer leurs coûts respectifs. Il y aurait quatre scénarios différents sur la table. Elia estime qu’un débat politique doit avoir lieu afin de pouvoir faire un choix parmi les différentes alternatives. Disposez-vous des analyses concernant les différentes variantes envisageables? Connaît-on les différences de coûts entre celles-ci?
Enfin, Elia annonce avoir pris contact avec le formateur du futur gouvernement avec l’objectif de pouvoir disposer d’une décision sur l’île énergétique en janvier 2025. Que pouvez-vous nous dire par rapport au processus de décision concernant l’île? Avez-vous eu des contacts avec le formateur? Si oui, quelles conclusions peut-on en tirer?
06.05 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, ik zal starten met de audit van Elia, met een stand van zaken van de analyses. Elia heeft zelf tijdens de hoorzittingen in deze commissie aangegeven dat het een internationaal auditkantoor belast heeft met de opdracht om een evaluatie uit te voeren van de evolutie van de kostprijs van MOG 2 – het eiland – en in het bijzonder van de gebruikte budgetteringsregels, de kostenelementen verbonden aan de realisatie van het project, hoe die evolueren en de huidige budgetraming.
Het is een proces dat plaatsvindt binnen de auditorganen van Elia en dus door het auditcomité van de raad van bestuur wordt opgevolgd. Elia heeft me geïnformeerd dat het auditcomité een voorlopige versie van het eerste verslag heeft kunnen raadplegen. Het rapport moet verder nog vervolledigd en afgewerkt worden. Dat zal tegen eind januari gebeuren. Elia wil het definitieve rapport afwachten.
Uiteraard heb ik er geen bezwaar tegen – het is ook niet aan mij om hier al dan niet bezwaar tegen te hebben – dat de uitkomst van die audit hier wordt gedeeld. Ik heb ter zake altijd gepleit voor transparantie. Zoals u weet, heb ik niet alleen aan Elia maar ook aan de CREG gevraagd om verdere analyses, audits en berekeningen te doen die ook worden uitgevoerd. Zowel Elia als de CREG werken in overleg met elkaar aan de opdrachten die we hun hebben gegeven. Naast het auditrapport is ook de kosten-batenanalyse belangrijk.
De vraag is of ik mijn eigen positie in dit dossier gewijzigd heb. Dat is natuurlijk niet het geval. Van bij het begin heb ik gezegd dat de kosten moeten worden beheerst en hebben we ook geageerd. Verder heb ik gesteld dat er naast de kosten ook naar de baten moeten worden gekeken. Meneer Ravyts, is het misschien daarom dat u op uw honger blijft over de alternatieven en mijn positie ten opzichte van de alternatieven en de verdere voortgang in dit dossier? Het is absoluut mijn mening dat we de volledige set van documenten moeten hebben. We hebben ook de bedragen voor de voorgestelde opties nog niet gezien, noch de consequenties ervan. Wat betekent dat voor de timing? Wat betekent dat voor de elektriciteit die dan al dan niet naar ons land gebracht wordt? Is die dan niet nodig? Kunnen we daarmee wachten? Wat zijn de kosten van het werken aan een compleet ander design? Al die elementen moeten verenigd zijn, opdat ik er een duidelijk standpunt over kan innemen. Zolang ik niet over die verschillende documenten beschik, zal ik de verschillende zaken tegen elkaar blijven afwegen.
Wat de volgende stappen betreft, heeft Elia aangegeven nog even te kunnen wachten, maar niet al te lang. Elia heeft een brief gestuurd met de verschillende opties waarover ze gesprekken zullen aanknopen met onder andere de formateur. Ik heb zelf geen gesprekken over dit dossier met de formateur. Het zijn eigenlijk bijna twee parallelle processen, aangezien er in de onderhandelingen enerzijds mogelijk over gesproken of onderhandeld wordt en we anderzijds voortwerken aan het dossier binnen de mogelijkheden waarover we beschikken.
Het dossier was ook aan de orde in de marge van de Energieraad gisteren. Afgelopen zondag vond er ook een vergadering van de Pentaministers plaats. België is momenteel voorzitter van het Pentaforum, waarvan de volgende landen lid zijn: België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland.
Gisteren hebben we in de Energieraad kennisgemaakt met de nieuwe Eurocommissaris voor Energie, Dan Jørgensen. In het kader van de Pentavergadering hebben mijn Nederlandse en Duitse ambtgenoten en ikzelf over dit dossier gesproken. België is immers niet het enige land dat een netwerkontwikkelingsplan heeft opgesteld en voor de uitwerking ervan een beroep doet op HVDC (hoogspanningsgelijkstroom). Nederland en Duitsland doen hetzelfde. Voornoemde ambtgenoten vertelden mij dat zij worden geconfronteerd met dezelfde problemen als de kostenstijging en de druk op de supplychain. Mijn Nederlandse ambtgenoot gaf aan dat zij met dezelfde problemen geconfronteerd wordt.
Gisteren heb ik in de marge van de Energieraad gesproken met Eurocommissaris Dan Jørgensen. Wij hebben hem en Ursula von der Leyen immers een brief gestuurd met daarin het verzoek om naar de onderliggende oorzaken te kijken en om naar oplossingen te zoeken. Hij gaf aan dat zij het dossier zeker kennen, dat het hun onverdeelde aandacht krijgt en dat hij dit zal bespreken met zijn de eurocommissaris voor Mededinging, Teresa Ribera.
Sommigen onder u vroegen tijdens de hoorzitting ook in hoeverre er sprake is van schaarsteprijzen, in hoeverre drie spelers de markt onder elkaar verdelen en in hoeverre alle prijsstijgingen al dan niet verklaard kunnen worden door gestegen kosten. In de loop van januari zullen we daarvoor een follow-up doen.
Ondertussen zijn er nog twee andere elementen waaraan we werken, met name de CEF, (Connecting Europe Facility) waarbij ik erop heb aangedrongen dat we voor de projecten die goedgekeurd zijn en die met een kostenstijging worden geconfronteerd maar waarvan de baten zijn aangetoond bijkomende of voldoende ondersteuning van de CEF zouden kunnen krijgen.
Rond de tafel is iedereen, zeker ook de eurocommissaris, ervan overtuigd dat de CEF ondergefinancierd is. Het vrijmaken van middelen voor de CEF moet binnen het algemeen budgettaire kader van de Europese Unie, het MFF (multiannual financial framework), worden besproken. Ik zal het hierover ook hebben met de minister van Financiën, Vincent Van Peteghem, opdat het standpunt van België zeker is dat voor onze interconnecties, voor de cruciale projecten die we nodig hebben, de middelen van de CEF zouden moeten worden verhoogd. Op die manier kunnen er voor dit dossier ook bijkomende middelen binnen de CEF worden gevonden.
Ik zal aan mijn administratie ook vragen om te bekijken – dat was een suggestie van Europa – of we de middelen voor het RRF (Recovery and Resilience Facility), die uiteindelijk niet zijn uitgegeven aan projecten binnen het RRF omwille van tal van redenen, aan projecten die wel doorgaan kunnen worden toegewezen.
Tijdens de vorige vergadering hadden we het hier over Clean Hydrogen for Clean Industry, waarvan we het KB hebben teruggetrokken omwille van een beroep ingediend door de Vlaamse regering, waarbij er middelen eigenlijk bijna worden geschrapt. Dat is een budget dat we aan het eiland zouden kunnen toewijzen.
Er zijn ook andere projecten, bijvoorbeeld projecten bij het IRE, die niet konden doorgaan omdat ze uiteindelijk niet matuur bleken. Er zijn verschillende projecten binnen het RRF die uiteindelijk ook niet zijn doorgegaan, waardoor we al onze middelen niet zouden kunnen uitgeven. Het zou zonde zijn als die middelen verloren zouden gaan. Ik ga dus bekijken of we die middelen niet alsnog aan het eiland kunnen toewijzen.
Wil dat zeggen dat dat een go/no-go voor het project is? Neen, maar in het kader van de verschillende elementen die moeten worden verzameld, is dat zeker een element dat ook nog verder kan worden onderzocht, want de kostenstijging is reëel. Die kostenstijging zien we ook voor andere projecten in andere domeinen.
Des questions techniques ont également été posées concernant le budget. Tout d'abord, au moment où la décision a été prise pour l'île énergétique, j'avais connaissance de l'estimation des coûts et de l'évaluation des risques qui avaient été réalisées par Elia à l'époque, soit avant la guerre en Ukraine. Il s'agissait en outre d'une comparaison entre différents scénarios, et non uniquement d'un scénario relatif à l'île énergétique. Plusieurs manières de réaliser la connexion étaient étudiées dans cette comparaison.
Cette évaluation était basée sur plusieurs critères que j'ai déjà énumérés dans cette commission et qui y ont été discutés à plusieurs reprises. Les procédures applicables aux avis de la CREG ont été suivies et les avis ont été demandés sur les dossiers pour lesquels cela était prescrit selon les procédures.
Il y a donc eu une décision de principe et, ensuite, une décision de fond prenant en compte l'inflation et les coûts. Avec la guerre en Ukraine, la hausse de l'inflation est intervenue, mais il n'était pas possible de le prévoir au moment de la prise de décision. En 2021, aucune analyse de rentabilité, aucun projet ne prenait en compte la possibilité d'une guerre en prévoyant une marge supplémentaire. Tout le monde a été confronté à cette augmentation.
La question des provisions de démantèlement doit plutôt être posée à Elia. Cette provision est imposée par la loi et est déterminée sur la base d'une estimation des coûts. Ce montant doit être constitué progressivement afin d'être disponible au moment du démantèlement. En l'occurrence, il s'agit de la période démarrant lors de la mise en service de l'île en 2026, comme le prévoit la loi, avec un montant de 25 millions par an. C'est le gestionnaire de réseau qui a estimé ce montant et qui l'a soumis à la CREG. Pour plus d'informations techniques à ce sujet, je vous renvoie vers cette administration.
06.06 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik blijf nog altijd wat met een dubbel gevoel zitten na uw reactie. Het onderzoeken en bestuderen van alternatieven is immers noodzakelijk, maar tegelijkertijd is de tijd die we hebben om dat te doen, heel erg beperkt als men de piste wil openhouden om verder te doen met het eiland zoals het nu gepland is en tegen de huidige kostprijs en het eventueel te financieren met andere middelen.
De vraag is of we er hiermee zullen uitkomen en of alle alternatieven wel voldoende op tafel liggen. Mijn collega's hebben al gezegd dat Elia kijkt naar een viertal opties, maar niet alle mogelijke opties zijn daarin opgenomen. Ik denk bijvoorbeeld aan het alsnog aansluiten van het eiland in AC. Dat is een optie die op dit moment niet is opgenomen en die om de ene of andere reden niet verder wordt onderzocht. Zijn we dan niet opnieuw ons onderzoek aan het kanaliseren om uit te komen bij een scenario dat business as usual is, waarin de vraag is wie het nu eigenlijk aan het eind van de rit zal betalen, waar we de centen zullen halen enzovoort? Ik heb er toch wel wat bedenkingen bij dat u wel begrip toont voor het feit dat het eiland te duur is, maar dat u niet onmiddellijk acties onderneemt die ertoe leiden dat de kostprijs kan dalen en dat er effectief ook beslissingen worden genomen.
Vandaag is er immers maar één optie: er is namelijk een federaal ontwikkelingsplan dat aangeeft wat er moet gebeuren en zo lang er op dat vlak door u of door het Parlement geen initiatieven worden genomen om een alternatief voor dat federaal ontwikkelingsplan naar voren te schuiven, zullen we er niet komen en zal men enkel en alleen het huidige concept kunnen doorvoeren. Er gebeuren dus wel wat onderzoeken, maar ik heb eigenlijk de indruk dat we langzaam maar zeker aan het afstevenen zijn op een deadline waar we plots niet meer voorbij zullen raken, waardoor we zullen moeten zeggen dat de kostprijs 7 miljard euro bedraagt en dat we geen tijd meer hebben om alternatieven te onderzoeken. Zo zullen we vastzitten en zullen we – jammer maar helaas – dat bedrag op de ene of andere manier toch moeten betalen, of dat nu via de elektriciteitsfactuur, de belastingfactuur of een andere factuur is.
Ik maak mij daar grote zorgen over en denk dat we daadkracht moeten tonen. We moeten aangeven dat er stappen moeten worden gezet en we moeten een alternatief duidelijk naar voren schuiven om klaar te raken. Als we immers alternatieven blijven bestuderen tot de bestelling sowieso geplaatst moet worden, dan zullen we achteraf kunnen zeggen wat we het best hadden gedaan, maar zullen we in de situatie terechtkomen dat er niets meer aan te doen is. Ik vrees dat we daar naartoe gaan als we hier niet dringend keuzes maken.
06.07 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik vind ook dat we in de spreekwoordelijke fuik zitten. Enerzijds zei u in de pers "te veel" en anderzijds hebt u ook vandaag weer allerlei pistes naar voren geschoven, ook Europese pistes, waarbij dat "te veel" niet meer te veel zou zijn.
Ik blijf dat een tweeslachtige houding vinden inzake dit dossier. We zullen zien, eens alle elementen op tafel liggen, waar we uitkomen. Ik vrees echter dat het in een richting zal zijn die onze fractie niet echt zal zinnen.
06.08 Ismaël Nuino (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie de vos réponses, bien que je m'interroge très sincèrement à leur sujet.
D'abord, je n'ai pas vraiment obtenu de réponse quant au calendrier de prise de décision, si ce n'est que vous m'avez expliqué que la seule et unique cause de l'inflation était la guerre en Ukraine. Je répète ce que j'ai dit: vous avez décidé en tant que ministre, avec le gouvernement fédéral, d'opter en 2021 pour l'île énergétique alors que, selon Elia, vous n'aviez pas de budget. Donc, soit Elia ne vous a pas dit que ce n'était pas un budget soit vous avez pris une décision sans avoir de véritable budget.
Et puis, vous me dites qu'il est normal que l'inflation ait débuté en raison de la guerre en Ukraine, mais que personne ne pouvait s'en douter. Or je mettais en avant dans ma question que le budget final, reconnu comme tel par Elia, de 3,6 milliards d'euros a été remis en juillet 2023. Si je consulte mon calendrier, je constate que la guerre en Ukraine a débuté en février 2022. Il était alors possible de prévoir l'inflation. Les courriers envoyés par Elia montrent qu'elle était au courant d'une augmentation de presque 7 milliards en avril ou mars 2024. Cela signifie qu'en l'espace de huit mois, les montants ont doublé! Par conséquent, on ne peut pas simplement invoquer l'inflation ou la guerre en Ukraine. Je reste sincèrement sur ma faim. Un problème est apparu dans la prise de décision en 2021. Et je ne suis pas le seul à l'affirmer, puisque la CREG et la Cour des comptes le disent également. Je cite le rapport de cette dernière: "Le gouvernement a de nouveau choisi l'énergie éolienne offshore sans examen préalable rigoureux des alternatives." Ce n'est quand même pas rien quand la Cour des comptes l'écrit. D'où ma déception.
Ensuite, s'agissant du démantèlement, vous m'avez invité à interroger Elia, mais excusez-moi de vous rappeler que ce n'est pas cet organisme qui est responsable devant le Parlement! J'ai posé toutes les questions possibles à Elia lors de la dernière audition. On ne peut pas me dire le contraire. Et j'ai obtenu trop peu de réponses. C'est donc à vous que je pose la question, en votre qualité de ministre responsable de ce dossier. Apparemment, vos chiffres relatifs au démantèlement sont identiques aux miens: 25 millions d'euros par an jusqu'en 2062. Bref, cela représente une augmentation de l'enveloppe qui se situe entre 800 millions et 1 milliard d'euros et qui sera répercutée sur la facture des consommateurs. Vous ne savez pas combien cela représente et vous m'invitez à m'adresser soit à Elia soit à la CREG. Mais je pense que je puis obtenir de vous, en votre qualité de ministre, une réponse en commission pour savoir quel sera l'impact sur ces entreprises qui sont en difficulté sur le plan de la compétitivité et pour lesquelles l'énergie coûte de plus en plus cher, ainsi que sur les ménages pour lesquels la facture est en train d'exploser et explosera encore en janvier. Vous en parliez vous-même. L'enjeu énergétique est véritable. Nous vous l'avons déjà dit: nous serons toujours un allié en faveur de l'énergie renouvelable. Toutefois, à cause de ces projets qui dérapent complètement, nous allons perdre en même temps les industries, les citoyens et/ou le budget de l'État.
Je crois que nous avons vraiment la responsabilité de faire la clarté sur tout ce qui s'est passé. Malheureusement ici je n'ai pas obtenu les réponses aux questions que j'ai posées. Il faut s'assurer que ce genre de projets puissent, la prochaine fois, être gérés avec plus de sérieux.
06.09 Tinne Van der Straeten, ministre: Je tiens à fournir quelques précisions. J'entends ce que vous dites, mais je viens de dire que nous n'étions pas le seul pays à être confronté à la même inflation des coûts. Il y a un contexte de guerre. D'ailleurs, ce sera le troisième hiver de guerre en Ukraine. Cela a eu des conséquences dans le secteur de l'énergie, mais aussi dans d'autres secteurs. C'est un fait. C'est un constat.
Par ailleurs, comme je viens également de l'indiquer, il y a un marché avec trois fournisseurs. Ceux-ci sont capables aujourd'hui de produire ce qui est demandé avec un "pipeline" de projets et cinq projets de plus pouvant être produits. La question qui se pose ici est la suivante. Ce n'est pas la première fois que je parle de cela. Il s'agit de voir dans le fonctionnement du marché si des prix de pénurie sont appliqués ou non. Il faut voir si toute la hausse des prix peut être expliquée par l'inflation des coûts liés à la guerre ou non. C'est la raison pour laquelle on a demandé à la Commission européenne de s'en charger. À mon humble avis, et avec tout le respect que j'ai pour nos instances belges, nous ne sommes pas en mesure de le faire. C'est une investigation européenne qui doit être menée pour examiner les logiques de marchés. Je ne suis donc pas en train de balayer tout en disant qu'il y a une inflation des coûts. Il faut aussi prendre en compte ces divers aspects.
Concernant les coûts de démantèlement, M. Ravyts m'a posé des questions sur les coûts de démantèlement des éoliennes et des turbines, il y a quelques semaines. Concernant la notion de démantèlement et les provisions qui y sont associées, soit pour les infrastructures électriques soit pour les turbines, j'ai déjà dit que le cadre législatif existant est moins développé que le cadre qui existe pour le nucléaire. Vous pouvez le lire dans le rapport de la réunion. Pour ce qui est du nucléaire, et notamment des producteurs d'électricité, il existe un cadre qui prévoit qu'ils doivent faire des provisions qui sont soumises à un contrôle prudentiel. Comme je l'ai déjà dit dans cette commission, j'y suis favorable. La ligne du temps que nous avons en tête est le repowering de la première zone des éoliennes offshore.
J’ai interprété vos questions comme étant des questions purement techniques: "Quel est le montant constitué? Quels sont les différents éléments?" Renseignez-vous auprès d’Elia. Je veux bien, si cela vous aide, être la messagère pour vos questions hyper techniques.
Si votre question est plutôt politique: "Quelle est votre position?" Ma position politique est que le cadre législatif qui existe aujourd'hui est moins développé, moins détaillé que pour les autres technologies. Et, qui sait, dans le futur, Hedera ne sera pas uniquement utile pour tout ce qui est nucléaire, mais pour toutes sortes de catégories, y compris le médical ou l’éolien en mer du Nord. Pourquoi pas?
06.10 Ismaël Nuino (Les Engagés): Madame la ministre, je n’ai jamais nié le fait que d’autres pays pouvaient connaître les mêmes problèmes. À aucun moment. Je dis simplement qu’attribuer une grande partie de cette augmentation des coûts à la guerre en Ukraine, c’est à mon sens un peu facile. Je le répète encore une fois: en 8 mois de temps, le budget a doublé. En 8 mois!
L’inflation, nous la voyons dans les grands projets publics qui ont été lancés il y a 10 ans. Bien souvent, nous ne savons pas non plus très bien expliquer en quoi cela augmente à ce point-là. Mais là, c’est vraiment en l’espace de moins d’une année que le budget augmente à ce point.
J’entends que vous cherchez des solutions. Je vous en remercie. C’est utile de le faire, pour voir comment nous allons nous sortir de ce problème dans lequel nous sommes aujourd'hui. Mais moi, la question que je pose, c’est comment sommes-nous arrivés à ce problème?
C’est essayer de comprendre pourquoi le gouvernement fédéral a décidé de choisir cette option 2 de l’île énergétique sans avoir étudié les alternatives existantes. C’est là que se pose la question.
Elia propose trois options. Le gouvernement en choisit une, et c’est à partir de ce moment-là qu’Elia a étudié plus profondément cette deuxième option. Mais pendant ce temps-là, nous n’avons pas étudié la première et la troisième option.
À voir la question sur les différentes alternatives qui se pose aujourd'hui, nous allons nous retrouver progressivement bloqués dans un tunnel, dans lequel nous n’avons pas d’autre choix que de dire stop ou encore. Je trouve que ce n’est pas une bonne manière de décider. C’est cela que j’essaie de mettre en avant, et sur quoi je pose des questions. Je n’ai toujours pas de réponse claire sur l’agenda de prise de décision.
Les questions sur le démantèlement étaient techniques.
Encore une fois, je ne comprends pas qu'une ministre m'invite en commission à m'adresser à Elia. À mon sens, madame la ministre, sauf erreur de ma part, c'est vous qui êtes en charge du dossier et qui devez le demander à Elia, comme vous l'avez fait depuis le départ, au travers de courriers entre la CREG et Elia. Moi, je n'ai aucune autorité pour demander à Elia combien va coûter le démantèlement.
La question que je pose n'est pas une question technique sur le cadre juridique. On aura le temps sur cinq ans de le préciser. Il s'agit de savoir si ces 25 millions d'euros par an, montant communiqué lors de la dernière audition, vont avoir un impact sur la facture. Elia m'a dit qu'elle devra le répercuter sur la facture et qu'elle ne l'a pas pris en compte aujourd'hui dans son estimation.
La seule et unique question que je vous posais aujourd'hui, c'était de savoir de combien sera l'augmentation des coûts de transport sur la facture, quand on prend en compte ces 25 millions d'euros en plus qui font pratiquement 1 milliard sur l'ensemble de la durée de vie. Ce n'est pas une question technique mais juste une question visant à savoir combien cela va coûter en plus tous les ans à nos entreprises et à nos ménages. Mais je n'ai pas eu de réponse et je trouve vraiment problématique que, politiquement, vous me renvoyez à Elia. Si c'est cela, je ne comprends alors pas très bien ce que l'on fait ici et pourquoi on vous pose des questions.
06.11 Marie Meunier (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses éclairées à mes différentes questions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Tine Gielis (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, voor deze vraag keer ik even terug naar de afgelopen zomer, toen in de media verschillende artikels verschenen over de zogenaamde plug-and-playzonnepanelen en batterijen, die in ons land toen nog niet toegelaten waren, terwijl dat in omliggende landen wel het geval is. Ter verduidelijking, de plug-and-playzonnepanelen en -batterijen zijn toestellen die elektriciteit op het distributienet zetten met een stekker. Ze worden aangesloten zonder dat er een installateur aan te pas komt.
Ondertussen zijn er in deze context wel wat stappen gezet. Op 6 september werd aangekondigd dat een aanpassing aan een technisch voorschrift doorgevoerd werd, waardoor het gebruik van die toestellen wel mogelijk gemaakt wordt. Ook hebben we het nieuws kunnen lezen dat, weliswaar pas vanaf 17 april 2025, het toegelaten zal zijn om plug-and-playtoestellen aan te sluiten op een elektrische installatie, onder de voorwaarde van voorafgaande homologatie door Fluvius.
Experts in die materie wijzen ons erop dat het wenselijk zou zijn om het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) aan te passen. Dat is een federale bevoegdheid. De aanpassing is nodig, gelet op risico's als overbelasting en brandgevaar bij de aansluiting van dergelijke toestellen op onze netwerken.
Mevrouw de minister, waarschijnlijk bent u wel op de hoogte van de toelating vanaf 17 april. Is voorafgaand, best in samenspraak met de minister van Economie, een aanpassing van het AREI nodig? Hebt u daartoe al initiatief genomen?
07.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gielis, er is inderdaad veel interesse in die plug-and-playzonnepaneelsystemen en –batterijen. De reden is dat die zeer toegankelijk en zeer eenvoudig zijn.
We moeten wel een duidelijk onderscheid maken in de bevoegdheden. De ontwikkeling en de promotie van de zonnepanelen valt onder de gewestelijke bevoegdheden. De technische voorschriften waaraan de installaties moeten voldoen voor aansluiting en toegang tot de distributienetten, zoals de Synergrid-voorschriften waarnaar u verwijst, vallen ook onder de gewestelijke bevoegdheden.
Dan kom ik aan uw specifieke vragen. Het op de markt brengen van elektrisch materiaal wordt gereguleerd door verschillende Europese richtlijnen en verordeningen. Die regelgeving is ontworpen om te waarborgen dat elektrisch materiaal dat op de Europese markt wordt gebracht, voldoet aan strenge eisen die een hoog niveau van bescherming van de gezondheid, de veiligheid van personen, huisdieren en goederen garanderen. Zowel in ons land als in de buurlanden vertrouw ik erop dat die wetgeving en de bijbehorende standaarden correct worden geïmplementeerd. Het is delicaat om toestellen die voldoen aan de Europese vereisten te weren van de Belgische markt of om ze aan bijkomende eisen te onderwerpen. Dat zou ook in strijd zijn met Europese regelgeving.
Het AREI bevat uitgebreide regels om de veiligheid van elektrische installaties te waarborgen, inclusief de vrije aansluiting van mobiele of verplaatsbare toestellen, ongeacht hun vermogen, en dat via een contactdoos. Als de installatie wordt aangesloten op een AREI-conforme installatie, rijst er dus geen probleem. Het is wel de verantwoordelijkheid van de eigenaar, de beheerder of de uitbater van de elektrische installatie om te zorgen voor de conformiteit met het AREI.
Bovendien moeten dergelijke toestellen, net als een fornuis, een microgolfoven, een wasmachine of een haardroger, worden gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant. Wanneer die voorwaarden worden nageleefd, zijn extra regels niet noodzakelijk om een veilig gebruik te garanderen.
07.03 Tine Gielis (cd&v): Ik onthoud uit uw antwoord vooral dat de algemene context, de kaders en de daarop betrekking hebbende wetgeving in orde zijn en we dus conform de Europese richtlijnen de toestellen op de markt kunnen brengen. We gaan ervan uit dat elke speler in het proces zijn rol correct zal moeten opnemen, in overeenstemming met de bestaande kaders.
Mijn enige overblijvende vraag aan u of uw collega-minister is om daarrond te sensibiliseren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is goed dat de Europese Commissie maatregelen neemt om onze industrie te beschermen tegen oneerlijke concurrentie door de invoer van producten zoals staal uit landen waar het klimaatbeleid minimaal tot onbestaande is. In de praktijk gebeurt dat via het CBAM (carbon border adjustment mechanism), dat eind 2022 formeel werd goedgekeurd als onderdeel van het Fit for 55-pakket. We bevinden ons nu in de overgangsperiode, die loopt van 1 oktober 2023 tot 31 december 2025. Momenteel gaat het puur over rapporteren. Vanaf januari 2026 zijn er wel financiële gevolgen. De import van bepaalde producten van buiten de Europese Unie zal namelijk duurder worden.
In maart 2024 waarschuwde Elia dat de combinatie van het CBAM en de Brexit grote gevolgen zou hebben voor de prijs van elektriciteit in Europa. De kostprijs van elektriciteit in België zou vanaf 2026 stijgen met 249 miljoen euro per jaar in het centraal scenario. Dat komt ongeveer neer op 3 euro per megawattuur.
Uit de analyse blijkt voorts dat vooral België en Nederland worden getroffen en Duitsland en Frankrijk veel minder. Dat is in het kader van de concurrentie natuurlijk nogmaals slecht nieuws voor onze bedrijven. De oorzaak is bekend. Het is namelijk het gevolg van een los eindje bij de onderhandelingen van de Brexit en bij de uitwerking van het CBAM. Met Noorwegen en Zwitserland zou daarover wel een akkoord zijn.
Het Verenigd Koninkrijk zal vooral elektriciteit naar Europa uitvoeren op het moment waarop zijn offshorewindparken volop draaien en er dus veel wind is, zijnde dus elektriciteit die heel weinig CO2 zal uitstoten. Niettemin wordt met het CBAM gevraagd rekening te houden met de gemiddelde grijze CO2 in dat scenario. Dat is natuurlijk kafkaiaans en een voorbeeld van slechte regelgeving, waardoor onze bedrijven steeds minder competitief zijn en steeds minder investeren. Dat is overigens een voorbeeld waarvoor het Draghirapport waarschuwde en waartegen niemand echt actie onderneemt.
Ten eerste, wat is de impact van het CBAM in combinatie met de Brexit op de prijs van elektriciteit in België? Wat betekent een en ander in euro voor een groot bedrijf en voor een gezin?
Ten tweede, vanaf wanneer zal dat effectief worden gevoeld in de facturen?
Ten derde, als de impact in Duitsland en Frankrijk mogelijk twee euro per megawattuur is, wat is dan de invloed op de energienorm?
Ten vierde, mevrouw de minister, welke stappen hebt u, behalve het louter sturen van een brief aan de Europese Commissie, de voorbije negen maanden gezet tegen de onredelijke stijging van de facturen van onze burgers en bedrijven?
08.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, de impact van het CBAM op de elektriciteitsprijzen in België, in combinatie met de Brexit, waardoor Groot-Brittannië als derde land wordt aangezien, wordt geschat op een stijging van ongeveer 249 miljoen euro per jaar vanaf 2026, wat neerkomt op ongeveer 3 euro per megawattuur. Dat komt vooral doordat het CBAM standaardwaarden gebruikt voor CO2-emissies, gebaseerd op historische fossiele energie, zonder dat er rekening wordt gehouden met de daadwerkelijke energiemix. De emissies van Britse elektriciteit worden dus zwaar overschat, aangezien zij, zeker bij export, een groot aandeel elektriciteit opwekken uit hernieuwbare bronnen.
Vanaf 1 januari 2026 zouden de kostenstijgingen voelbaar worden in de facturen. Opvallend is dat landen zoals Duitsland en Frankrijk minder zwaar getroffen worden, met een stijging van slechts 2 euro per megawattuur, wat onze Belgische concurrentiepositie inderdaad verder onder druk zet.
Het is belangrijk te beklemtonen dat de cijfers afkomstig zijn uit studies van belanghebbende partijen, zoals de uitbaters van interconnectoren. Bovendien zijn de cijfers en de vraag naar impactanalyses nog niet formeel besproken in de Europese werkgroep die zich bezighoudt met de opvolging van de relaties tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Het ontbreekt dus aan bredere validatie en consensus in de Europese besluitvorming.
Vanaf de definitieve fase in 2026 zal de Europese Commissie gebruikmaken van landenspecifieke standaardwaarden. Die specifieke standaardwaarden zullen in de loop van 2025 via een uitvoeringsverordening vastgelegd worden en zullen voor het Verenigd Koninkrijk alvast tot een lagere waarde leiden dan de huidige algemene standaardwaarden.
Voorts zal Europa in de loop van 2025 met een aanbevelingsrapport komen om het CBAM bij te stellen. Verschillende signalen wijzen erop dat het rapport er vrij snel zal komen om een aantal beperkingen van het CBAM snel te verhelpen, mogelijk tegen de start van de definitieve periode.
Wat de energienorm betreft, kunnen we dankzij de jaarlijkse monitoring de effecten op de elektriciteitsprijzen nauwlettend volgen. Zo kan men indien nodig tijdig ingrijpen. Op federaal niveau is die mogelijkheid echter beperkt tot de federale componenten van de energiefactuur. Voor andere prijscomponenten, zoals distributiekosten, ligt de bevoegdheid elders. Daarom is de samenwerking met regionale overheden essentieel.
Voor de acties zijn er inspanningen geleverd via bilaterale contacten met de Europese Commissie en het NSEC-platform. De focus ligt op vier belangrijke sporen.
De eerste twee sporen zouden mogelijk moeten zijn via aanpassingen in de secundaire CBAM-wetgeving, met name pleiten voor CBAM-kortingen in overeenstemming met de Britse koolstofprijsdelta zonder zware bewijslast voor de importeurs of het verbeteren van de methodologie voor CO2-emissieberekeningen in de elektriciteitsmix van derde landen om oneerlijke nadelen te vermijden.
De twee overige sporen impliceren een route via het handelsakkoord tussen de EU en het VK en vormen dan ook een grotere uitdaging. De eerste piste daarvan bestaat uit een ETS-koppeling met het VK, net zoals indertijd de EU, ETS en de Zwitserse ETS werden gekoppeld. Het Britse systeem zou in tegenstelling tot het Europese echter niet noodzakelijkerwijze elektriciteit tot scope hebben. Daardoor wordt er geen impact verwacht voor stromen vanuit de EU naar het VK. Het VK heeft met andere woorden minder belang bij een koppeling dan de Europese geconnecteerde lidstaten. Bijkomend zou het VK volgens de procedure een dergelijke koppeling moeten aanvragen.
Een laatste piste bestaat erin te proberen de Britse elektriciteitssector uit de CBAM-scope te halen. Dat zou ook via een aanpassing van het handelsakkoord moeten gebeuren, en het is dus politiek zeer uitdagend.
Samenwerking met andere zwaar getroffen landen als Nederland is in dezen cruciaal om onze positie te versterken. Samen kunnen we een sterkere stem doen horen binnen de Europese besluitvorming met het oog op de herziening van het TCA (Trade and Cooperation Agreement) in 2026. Het TCA is dus het handelsakkoord tussen het VK en de EU.
Het is daarbij essentieel dat we blijven aandringen op kortetermijnoplossingen als vrijstellingen of vereenvoudigde reportageregels en dat we constructief bijdragen aan een bredere discussie om op lange termijn de effecten van het CBAM correct te beoordelen en te minimaliseren.
In die context is het ook belangrijk te noteren dat er sinds het aantreden van de nieuwe regering in het Verenigd Koninkrijk, een belangrijke toenadering tussen de EU en het VK aan de gang is. Zo schreef de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, in haar eigen Political Guidelines 2024-2029 dat: "wij zullen werken aan het versterken van de betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk op punten van gemeenschappelijk belang, zoals energie."
Het is van die politieke opening dat we in de komende jaren gebruik zullen moeten proberen maken om dit onbedoelde neveneffect van het CBAM weg te werken.
08.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord.
Dit is wel een probleem waarvan we al een goede 9 maanden op de hoogte zijn. Ik zie op dit moment maar kleine stappen. U zegt dat met de nieuwe standaardwaarden de kosten lager zullen zijn, maar nog niet noodzakelijk correct. Eventuele verdere aanpassingen zouden ertoe kunnen leiden dat er mogelijk nog voor 1 januari 2026 stappen ondernomen worden, maar dat wil ook zeggen dat het mogelijk na 2026 zou gebeuren, op het moment dat we al aan het betalen zijn.
Er is hier toch een zekere urgentie om tot een betere situatie te komen. De inspanningen daartoe moeten worden verhoogd, om ons te beschermen. Dat heeft natuurlijk grote gevolgen. U kunt dan wel zeggen dat het cijfers zijn die naar voren zijn geschoven door belanghebbenden, maar in die negen maanden is niemand erin geslaagd om zelf een berekening van het exacte bedrag te maken en zijn er niet erg veel vorderingen geboekt om het probleem op te lossen.
Als we in de toekomst bijkomende interconnectoren met het Verenigd Koninkrijk willen bouwen, dan moet de prijs wel in orde zijn. Anders is het immers een maat voor niets en zullen onze eigen prijzen daardoor sterker toenemen. Ik wil u ten sterkste aanraden om alle initiatieven te nemen die in lopende zaken mogelijk zijn en om de nodige urgentie aan de dag te leggen. Dit heeft namelijk opnieuw een concurrentieverstorend effect dat ons samen met alle andere zaken achteruit kan duwen. U hebt zelf immers gezegd dat we onze industrie maar één keer kunnen verliezen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mevrouw de minister, uw interview in De Tijd afgelopen weekend werd vandaag al vaker besproken en heeft blijkbaar meerdere mensen getriggerd. Mij triggerde uw uitspraak over de transmissienettarieven, niet het minst omdat we daarover al eerder gesproken hebben in de commissie voor Energie. Vorige week en ook de week daarvoor hebben we al geprobeerd om via het Parlement acties te ondernemen, onder meer via een amendement op de begroting, waarmee we willen tegemoetkomen aan ons vorig gesprek waarin u zei dat u geen lijn hebt in de voorlopige twaalfden, of via een resolutie waarover we deze namiddag vergaderen. We willen daarmee zorgen voor een soort politieke validatie, omdat de regering weliswaar in lopende zaken is, maar het Parlement wel volheid van bevoegdheid heeft. Een samenwerking tussen beide zou misschien wat snelheid kunnen brengen.
Vorige keer zei u dat u bezig was aan het koninklijk besluit. Nieuw is dat het af is en klaarligt. Ik begrijp dat u van twee grondslagen uitgaat. Een eerste uitgangspunt is dat er voor november 2025 een nieuwe federale regering is. Dat hoop ik met u, maar aangezien er nu al zes maanden over wordt gepraat, garandeert niets dat er niet nog eens zes maanden over gaan. Een tweede uitgangspunt is dat het koninklijk besluit dat u hebt voorbereid zonder veel problemen, aanpassingen of amendementen door die nieuwe regering zal worden ondertekend en gepubliceerd.
Mij lijkt het interessanter om na te denken over manieren om een en ander sneller voor mekaar te krijgen, zelfs binnen de context van lopende zaken, maar dan wel gefiatteerd door het Parlement in volheid van bevoegdheid.
Over dat KB zou ik toch graag wat meer uitleg krijgen. Hoe hebt u dat geconcipieerd? Bent u ervan overtuigd dat het juridisch voldoet aan de Europese regels inzake staatssteun, door de spiegeling met Frankrijk? Kunt u de eventuele juridische adviezen en andere input hierover met het Parlement delen?
Voor welk type van verbruikersbedrijven gelden de criteria? Welke criteria hebt u precies gedefinieerd? Zijn er extra voorwaarden vastgelegd om aanspraak te kunnen maken op de korting van 80 %?
Hoe gaat u verder met dat KB dat u nu afgerond hebt? Zijn de regeringspartners daarover geconsulteerd? Zo niet, waarom niet?
Neemt u initiatieven om in 2025 wel degelijk de nodige budgetten vrij te maken? Wij hebben dat van hieruit geprobeerd, maar hebben jammerlijk gefaald.
Op welke manier hebt u voor dat uitstel van betaling tot november 2025 kunnen zorgen? Ik weet niet goed hoe ik dat moet zien. U zegt dat u het clever hebt opgelost. Ik geef dat toe. U zegt: "Ik kan garanderen dat dit in orde komt, want dit komt pas in november 2025 en ik ga ervan uit dat er tegen dan wel een regering zal zijn." Ik hoop dat met u. Hoe hebt u dat geconcipieerd, want dat KB interesseert mij?
09.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Coenegrachts, het gaat over een ontwerp van koninklijk besluit in uitvoering van artikel 12quinquies van de elektriciteitswet. In dat KB bepalen we dat grote industriële verbruikers een gedeeltelijke vergoeding kunnen krijgen van de transmissietarieven. De criteria in dat verband zijn onder andere een minimale elektriciteitsafname en het engagement om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de energietransitie te versnellen. Er worden percentages van maximaal 81 % vastgelegd, afhankelijk van het gebruiksprofiel.
De compensatie is dus gericht op industriële gebruikers die minstens 10 GWh elektriciteit per jaar verbruiken. Ze moeten een stabiel of anticyclisch gebruiksprofiel hebben en zich verbinden tot CO2-reductie via deelname aan de gewestelijke beleidsinstrumenten of een actieplan met duidelijke doelstellingen. De regeling is nagenoeg gelijk met de Franse kortingen, de zogenaamde TURPE-regeling. Het grote verschil is dat België de compensatie via inkomsten uit accijnzen op elektriciteit zou financieren in plaats van een herverdeling binnen de nettarieven.
Het ontwerp houdt rekening met de voorwaarden van het Altmark-arrest. Dat betekent dat de compensatie objectief, proportioneel en transparant moet zijn en niet meer mag bedragen dan noodzakelijk. Bovendien is er geen sprake van overcompensatie, omdat de kosten direct toerekenbaar zijn aan de begunstigden.
Ik heb over de tekst input gevraagd van Elia en van de CREG. Beide zijn nogal druk bevraagd. Ik verwacht die input de komende dagen, zodat ik de tekst van het KB eventueel nog sterker kan maken, maar ik overweeg toch om hun mee te delen dat ik de tekst ter bespreking zal voorleggen op de eerstvolgende vergadering van de regering. De consultatie van de regeringspartners en de uitvoering is inderdaad voorbereid. Die beslissing komt niet uit het niets, maar is al een tijdje aan de gang.
Er was ook een amendement op de wet. Er waren berekeningen in het verleden met betrekking tot het budget. U kent die berekeningen, u hebt er zelf ook gebruik van gemaakt in het kader van uw parlementair werk. Er moest vooral gezocht worden naar een oplossing voor wie het echt nodig heeft. Daarna moest een regeling worden gevonden met een notificatie aan de Europese Commissie, om te vermijden dat we nog een jaar staatssteunprocedure aan onze broek zouden hebben.
Het regeringstraject loopt. Lopende zaken zullen echter geen ruimte laten voor nieuwe beleidsbeslissingen, zonder parlementaire goedkeuring. Zoals u mij parafraseerde, er is geen lijn in de begroting. Er is wel een kader, maar het is een politieke beslissing om budget vrij te maken of niet.
De financiering komt uit de accijnzen op elektriciteit en kan vrijgemaakt worden door middel van een koninklijk besluit en door middel van protocollen tussen de administratie, Elia en de CREG. In 2025 komt er een overgangsperiode. Dat betekent dat we retroactief zullen werken. We zullen in november een aanvraag doen voor de periode vanaf 1 januari.
Het uitstel van betaling tot november 2025 is natuurlijk ook het gevolg van de aanvraagprocedure, die nog volledig doorlopen moet worden. Daarna is er de reguliere aanvraagprocedure, die ook zal gelden voor 2026. Eens van kracht zullen de aanvragers wellicht een aanvraag kunnen doen voor beide jaren.
Het is zoals met alle procedures die worden opgezet: eens de procedure er is, is ze er. Dan moeten we niet iedereen vermoeien met een overdaad aan red tape. Ook hier hebben we voor ogen dat, wanneer men in november een aanvraag doet voor het jaar 2025, men ook onmiddellijk een aanvraag indient voor 2026. Dan vindt de toekenning plaats, waardoor de financiering in november 2025 nodig is. Dat geeft extra tijd voor budgettaire ruimte en administratieve verwerking. Het uitstel geldt voor alle industriële gebruikers die aan de criteria voldoen. Het opzet is dus dat we ervoor zorgen dat het regelgevend kader in orde is. Dan moet het budget er komen, ofwel doordat de regering in lopende zaken daarover een beslissing neemt, ofwel – zoals u suggereert – doordat het Parlement daartoe beslist. Of niet.
09.03 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mevrouw de minister, vorige week was dat alvast niet het geval, maar u hebt ons en de andere leden tot november gegeven om in het kader van de nieuwe arizonacoalitie dan wel binnen de regering in lopende zaken ervoor te zorgen dat een en ander voor november is geregeld. Onze industrie zit daar immers reikhalzend naar uit te kijken.
Mevrouw de minister, u zult dan sowieso vanop de parlementsbanken het dossier mee goedkeuren, naar ik hoop.
Heb ik goed begrepen dat de notificatie aan de Europese Commissie louter technisch is? U gaf aan dat u aan de regering zou voorleggen om alvast de notificatie aan Europa te doen? Heb ik dat goed begrepen?
09.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Coenegrachts, dat moet eigenlijk nog worden bekeken. De regering moet daarover natuurlijk nog akkoord gaan.
09.05 Steven Coenegrachts (Open Vld): De notificatie is dus wel nodig?
09.06 Minister Tinne Van der Straeten: Dat klopt. Er wordt steun gegeven aan een groep bedrijven. Die steun zal altijd met de Europese Commissie moeten worden afgetoetst. Over de herziening van de accijnzen op de factuur via de federale bijdrage is er bijvoorbeeld een notificatie geweest. De Europese Commissie heeft daarover haar akkoord gegeven. Indien de regering daarover beslist en mij het mandaat geeft om een gesprek met de Europese Commissie aan te knopen, zal ik dat zeker doen.
Ik wil wel nog meegeven dat een en ander geen uitnodiging van mij is. Ik wil ook absoluut niet insinueren dat we kunnen of moeten wachten tot november. De procedure moet immers nog worden ontwikkeld. Dat is een uitwisseling met de CREG, met Elia en waarschijnlijk ook met de administratie. Dat is meestal niet op tien dagen in elkaar geknutseld, maar neemt enige tijd in beslag. De procedure moet ook worden getest, zodat ze goed verloopt. Er zullen dus nog enige maanden nodig zijn om de procedure te implementeren. Niemand zal daaraan willen beginnen wanneer er geen koninklijk besluit is dat die procedure vastlegt.
Het gaat dus om twee zaken. Ten eerste is er het koninklijk besluit, dat echter een lege doos zal blijven, indien er, ten tweede, geen budget aan wordt gekoppeld. Dat budget zal in eerste instantie moeten komen van een regering met volheid van bevoegdheid.
09.07 Steven Coenegrachts (Open Vld): Dat is bij voorkeur het geval. Indien niet, voel ik mij niet uitgenodigd, want ik heb het vorige week al geprobeerd. Ik heb dus ook zonder uw uitnodiging een poging ondernomen, maar indien nodig, zullen we ervoor zorgen dat het binnen een aantal weken of maanden opnieuw wordt geprobeerd. Dit is immers te belangrijk om uit te stellen. Ik geef iedereen gelijk. Ook ik heb een grote voorkeur voor een regering met volheid van bevoegdheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.14 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 14.