Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
van Woensdag 18 december 2024 Namiddag ______ |
du Mercredi 18 décembre
2024 Après-midi ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 22 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De voorzitter: Ik verwelkom de staatssecretaris van Asiel en Migratie, die nog voor het jaareinde een aantal mondelinge vragen komt beantwoorden, die uiteraard allemaal heel prangend zijn en een antwoord behoeven.
01.01 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, en effet, aujourd'hui, j'aimerais vous parler de l'histoire de Sabine Amiyeme, une citoyenne camerounaise qui est arrivée en Belgique voici treize ans après un parcours migratoire extrêmement difficile et traumatisant. Elle a su reconstruire sa vie ici, a tissé des liens et travaille sans relâche depuis lors. Sa détermination et sa joie de vivre ont même inspiré la réalisatrice Rosine Mbakam qui a fait d’elle le personnage principal du documentaire "Chez Jolie Coiffure" sorti en 2019, mettant en lumière les réalités des travailleuses migrantes à Matonge. Entre-temps, Sabine a déménagé à Liège où elle a ouvert un restaurant.
Malgré ses efforts et ses nombreuses démarches, Sabine n’a jamais obtenu la régularisation de son séjour. Le 2 octobre, sa vie a basculé puisqu'elle a été arrêtée sur son lieu de travail à Liège, dans ce qui semble être une opération de police ciblée. Elle est détenue depuis lors au centre fermé pour femmes de Holsbeek, loin de chez elle.
Madame la secrétaire d’État, on entend souvent que la priorité de l’Office des étrangers sont les personnes sans papiers qui posent des problèmes d’ordre public. Pourtant, on remarque régulièrement que ce sont des personnes intégrées socialement et professionnellement qui sont arrêtées directement sur leur lieu de travail. S'agit-il d'une stratégie assumée de l’Office des étrangers? Pour quelles raisons ces profils sont-ils prioritaires?
01.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Schlitz, les actions dont vous parlez relèvent principalement de l'initiative de la police et des services d'inspection sociale. Ils peuvent demander l'aide de l'Office des étrangers sur le terrain. Si des étrangers sont découverts lors de ces interventions, la police peut établir un rapport administratif de contrôle à l'intention de l'Office des étrangers. Celui-ci prendra alors la décision qui s'impose.
Il peut s'agir d'une décision de maintien. Le fondement juridique d'une décision de retour et d'un maintien en cas de travail au noir est l'article 7.8 de la loi sur les étrangers. Un séjour illégal est non seulement contraire à la loi, madame Schlitz, mais il entraîne inévitablement d'autres infractions, notamment en matière de réglementation fiscale et sociale, ce qui en l'occurrence est le cas.
La lutte contre ces infractions constitue l'une des missions des autorités. Ces personnes sont, dès lors, légalement obligées de quitter le territoire. Elles ont la possibilité de le faire sur une base volontaire et peuvent être aidées dans cette démarche si cela s'avère nécessaire.
Toutefois, si une personne ignore délibérément l'ordre de quitter le territoire, les autorités procéderont à un éloignement forcé. Quand une personne, après avoir entamé les procédures de séjour, n'a pas obtenu de droit de séjour en Belgique, la seule possibilité est le retour. Un séjour illégal n'est, en effet, jamais une solution, ni pour notre société, ni pour la personne concernée.
01.03 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, merci pour votre réponse, même si elle ne correspond pas au cas de figure dont je vous ai parlé. Sabine n'a pas été arrêtée lors d'un contrôle inopiné, mais d'une opération ciblée. Le profil de Sabine a fait l'objet d'une enquête et d'un ciblage spécifique afin d'arrêter cette femme, qui travaille et vit chez nous depuis 13 ans, qui a besoin de protection, qui paie ses impôts et un loyer à des propriétaires. C'est en cela que c'est scandaleux.
Il s'agit d'une démarche totalement hypocrite, parce qu'il n'est évidemment pas possible d'arrêter toutes les personnes dépourvues de titre de séjour valable sur notre territoire. Vous savez pertinemment que Sabine n'est pas en mesure de rentrer chez elle. Au lieu de lui donner la possibilité de payer ses impôts dans notre pays et de contribuer, comme elle le souhaiterait, à notre société et notre vivre-ensemble, on la place dans une situation d'illégalité pour ensuite l'enfermer pendant des mois et des mois, au détriment de sa santé mentale, dans un centre fermé, situé très loin de chez elle. C'est inadmissible, et je regrette de ne pas avoir reçu de réponse à ma question sur la stratégie qui consiste à arrêter en priorité ces personnes qui travaillent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, een gemiddelde verblijfsduur van 531 dagen in opvangcentra voor asielzoekers betekent opnieuw een stijging ten opzichte van 2023 en 2022. Die stijging vinden wij onverwacht, want in juni hebt u maatregelen genomen om de gemiddelde verblijfsduur in een opvangcentrum te verkorten. Iedereen die sindsdien een negatieve asielbeslissing kreeg, moest de asielopvang binnen een periode van dertig dagen verlaten. Daarnaast werd sinds enige tijd ook het systeem van de maaltijdcheques ingevoerd.
We zijn intussen een half jaar verder, dus redelijkerwijs zouden we mogen verwachten dat de effecten van uw gewijzigd beleid al voelbaar zouden zijn. Mevrouw de staatssecretaris, hoe verklaart u dat de gemiddelde verblijfsduur in de opvangcentra voor asielzoekers stijgt, ondanks de maatregelen die u hebt genomen om die te doen dalen? Welke bijkomende maatregelen zouden er volgens u genomen kunnen worden om de gemiddelde opvangduur te doen dalen?
Uit een antwoord op een schriftelijke vraag die ik indiende, blijkt dat de langste verblijfsduur in een opvangcentrum maar liefst 3.419 dagen bedraagt, meer dan negen jaar. Het zou om een zwaar zieke persoon gaan die ten laste van de asieldiensten in een zorginstelling verblijft. Hoe komt het dat iemand negen jaar lang ten laste van Fedasil in een opvangcentrum kan verblijven zonder een antwoord op zijn of haar asielverzoek? Voor dergelijke personen bestaat de medische regularisatie, maar hoe komt het dat die in dit geval niet is toegepast?
02.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Belleghem, de gemiddelde verblijfsduur in de opvang is de afgelopen periode inderdaad niet gedaald. Asielzoekers moeten te lang in de opvang blijven. Meerdere factoren spelen daarbij een rol. De verblijfsduur is vandaag vooral heel duidelijk het gevolg van de hoge instroom en de stijgende werkachterstand bij de asielinstanties, maar daarnaast spelen ook de crisis op de woningmarkt, rechterlijke beslissingen over het recht op opvang, de medische situatie van de opvangbegunstigden en de terugkeermogelijkheden allemaal een rol.
De genomen uitstroommaatregelen zijn wel degelijk effectief, want we stellen gelukkig ook een gestegen uitstroom vast. We kunnen dus niet beweren dat de aanwervingen bij de asieldiensten niets hebben opgeleverd. Dat heeft mevrouw Van Balberghe gisteren ook goed toegelicht. De output is wel degelijk gestegen, maar we kennen nog altijd een hoge instroom. Hoewel de uitstroommaatregelen vanaf juli 2024 in werking traden, worden die effecten pas op langere termijn merkbaar en blijven ook andere belangrijke factoren, zoals aangekaart, de gemiddelde verblijfsduur beïnvloeden.
Voorlopig kunnen wij concluderen dat de maatregelen dus wel een effect hebben gehad. Immers, terwijl tussen februari 2023 en juni 2024 de uitstroom per maand slechts twee keer boven 2.000 personen per maand lag, ligt hij sinds juli 2024 ononderbroken boven 2.200 personen per maand, met een piek in juli 2024 van 2.887 personen die de opvang hebben verlaten.
Er zal op alle factoren moeten worden ingezet om de verblijfsduur naar een redelijke termijn te herleiden, namelijk minder uitstroom, snellere procedures en meer mogelijkheden in het kader van terugkeer en integratie.
Zoals u weet, kan ik geen individuele informatie delen over de persoon die al zo lang in het opvangnetwerk verblijft. Het is dus niet evident om op uw vraag te antwoorden. Ik kan wel meegeven dat het om een persoon gaat met heel erg zware medische problemen en die in een instelling moest worden opgevangen. Hij verblijft dus niet in een opvangnetwerk, maar in een zorginstelling. De asielprocedure werd negatief beoordeeld. Er is inmiddels echter een andere verblijfsprocedure, die tot een positief resultaat heeft geleid. Daardoor zitten wij in een proces om de betrokkene over te dragen aan de nodige zorginstellingen.
02.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Gisteren was er inderdaad een hoorzitting met Sophie Van Balberghe, commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Zij liet blijken dat haar job onmogelijk werd gemaakt door rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Dat verklaart ook de lange verblijfsduur in de opvangcentra voor asielzoekers.
Wij wilden een hoorzitting vragen met de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Omdat het quorum echter niet bereikt is en parlementsleden het niet belangrijk vinden om hun job uit te oefenen, kunnen wij dat nu helaas niet vragen.
02.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, ik kan dat idee alleen maar steunen. Het is een goed idee. De hoorzitting met mevrouw Van Balberghe was heel interessant. Ik heb geprobeerd delen ervan te volgen. Het was een goed en open debat. Ik weet dat ook de heer Roosemont op korte termijn naar de commissie zal komen. Het is geen slecht idee om ook een dergelijke hoorzitting te houden met de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
De voorzitter: Wij proberen inderdaad met de commissie de traditie voort te zetten. Wij nodigen altijd de verschillende asielinstanties uit voor een interessante hoorzitting.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: Vraag nr. 56001280C van mevrouw Van Belleghem wordt ingetrokken.
03.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op 1 juli 2024 wijzigde de bijdrageplicht voor asielzoekers met beroeps- of andere inkomsten die tegelijk materiële hulp krijgen.
Op 23 juli heb ik daarover een schriftelijke vraag ingediend, maar u zei toen dat het nog te vroeg was om mij daarop een antwoord te geven. Vol goede moed diende ik eind oktober mijn vraag opnieuw in en meende effectief antwoord te zullen krijgen. Gisteren, op 17 december, hebt u mij dan eindelijk een antwoord gestuurd. Dat luidde als volgt: "Ik verwacht een antwoord te krijgen van Fedasil in de week van 16 december."
Dat is deze week, dus mijn vraag is of u al antwoord hebt gekregen van Fedasil. Zo ja, kunt u mij dat dan bezorgen?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, u hebt ondertussen een antwoord gekregen op uw vraag, maar ik wil u gerust het antwoord van Fedasil voorlezen.
03.03 Francesca Van Belleghem (VB): Ik kan het natuurlijk zelf lezen, maar in het antwoord op de vraag staat: "Fedasil hoopt in de week van 16 december het resultaat van die kruising te krijgen." We zijn nu in de week van 16 december, dus mijn vraag is…
03.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Als ik het antwoord had gekregen, dan zou ik het u gegeven hebben. Ik heb u het antwoord gegeven zoals ik dat ontvangen heb. Ik heb u ook uitgelegd waarop we wachten en ik heb u de cijfers gegeven waarover we vandaag al beschikken.
03.05 Francesca Van Belleghem (VB): Als u deze week het antwoord nog zou ontvangen, kunt u ons dat dan bezorgen in het kerstreces, zodat ik niet de hele antwoordtermijn van 30 dagen moet afwachten?
03.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik heb er geen probleem mee om daarover transparant te zijn. Ik ben bijzonder fier op het traject dat we hebben afgelegd. Het was een heel moeilijk traject om die bijdrageplicht niet alleen in een wet te gieten, maar er ook voor te zorgen dat we dat kunnen controleren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het antwoord op een schriftelijke vraag is mij niet helemaal duidelijk. Daarom vraag ik een kleine verduidelijking.
De kostprijs die ik heb ontvangen – de vele duizenden euro’s – is dat de totale kostprijs voor 2024 of is dat het budget voor een maand? Dat blijkt niet duidelijk uit het schriftelijke antwoord.
04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Het betreft de maximale budgettaire impact. We hebben de dagprijs en de maximaal voorziene capaciteit vermeld. U kunt dan de berekening van de maximale budgettaire impact maken, maar wij hebben ze ook voor u gemaakt.
04.03 Francesca Van Belleghem (VB): Is dat het bedrag voor 2024 of voor één maand?
04.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Die plaatsen zijn niet over het hele jaar 2024 gebruikt. Het kan nooit voor een heel jaar zijn.
04.05 Francesca Van Belleghem (VB): Mijn vraag was wat de kostprijs bedroeg voor de hotelopvang voor één jaar. Hoeveel hebt u daarvoor betaald?
04.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, ik heb op uw vraag geantwoord. U hebt een volledig antwoord ontvangen.
04.07 Francesca Van Belleghem (VB): Ik zal het nader bekijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, in het regeerakkoord staat dat er een evenwicht moet zijn tussen individuele en collectieve opvangplaatsen. Kwetsbare personen met bijzondere noden, gezinnen met kinderen en personen met een hoge kans op erkenning zouden opgevangen worden in LOI's. Uit het antwoord op mijn eerdere schriftelijke vraag blijkt echter dat het aandeel LOI's in de totale opvangcapaciteit alsmaar verder daalt: van ongeveer 21 % eind 2020 tot slechts 12 % in november dit jaar. Die afbouw is dus toch wel substantieel.
Er zijn momenteel ook heel wat plaatsen geschorst, namelijk 2.158. Een reden die hiervoor wordt aangehaald, is de moeilijke doorstroming van erkende vluchtelingen naar de reguliere woonmarkt. Mogelijk zijn er ook andere redenen. Welke redenen ziet u voor het hoge aantal geschorste LOI-plaatsen?
Wat zijn volgens u de voordelen van LOI's? Deelt u onze analyse dat de opvang in LOI's een goede methode is? Welke rol voor LOI's ziet u in het huidige opvangmodel?
Hoe verklaart u de ongelijke verdeling van LOI's over het land? Denkt u dat er nood is aan een meer gelijke spreiding van LOI's over het land?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega Vandemaele, u hebt in uw antwoord de belangrijkste reden voor het hoge aantal schorsingen van LOI-plaatsen aangegeven, namelijk de heel moeilijke doorstroming naar de woonmarkt. We merken dat bewoners met een verblijfsstatuut die na de transitieperiode en eventueel een uitstel nog geen huisvesting hebben gevonden, ten laste blijven van de OCMW's in de LOI-plaatsen. Zo worden de plaatsen geschorst en zijn ze niet langer beschikbaar voor toewijzingen van Fedasil. Andere redenen voor schorsingen zijn renovatiewerken aan de LOI-infrastructuur. Ten slotte kan het OCMW soms ook beslissen om tijdelijk de woning als noodopvang voor een andere doelgroep te gebruiken. Dat zijn dan soms andere daklozen uit de gemeente of bijvoorbeeld Oekraïense vluchtelingen.
De individuele opvang helpt erkende vluchtelingen inderdaad een zelfstandig leven uit te bouwen in België en zich goed te integreren. Hij vormt voor sommige asielzoekers ook een betere oplossing dan de opvang in een heel grote collectieve structuur gelet op hun kwetsbaarheid en medische toestand.
De beslissing om een LOI te organiseren, ligt in de handen van een lokaal bestuur. Het maakt die keuze afhankelijk van zijn mogelijkheden, soms ook van de expertise bij zijn sociale dienst. Ik heb de voorbije legislatuur een aantal initiatieven genomen om de lokale besturen die een LOI organiseren daarbij te ondersteunen. Het is niet de bedoeling hen te verplichten LOI's te openen. Daarover verschillen we van mening. Ik heb me altijd verzet tegen een verplicht spreidingsplan.
Ik merk trouwens dat veel lokale besturen inspanningen leveren en doen wat ze kunnen, maar ook op hun grenzen botsen, zowel wat de beschikbare woningen in hun gemeente als wat het personeel van hun sociale dienst betreft.
Tot slot is de verhouding van LOI-plaatsen ten opzichte van collectieve opvangplaatsen vooral te wijten aan de grote toename van de collectieve plaatsen, die ervoor zorgt dat het aandeel van de LOI-plaatsen sterk is gedaald.
05.03 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, het staat buiten kijf dat veel lokale besturen grote inspanningen leveren. Het federale Parlement en de federale regering moeten daarvoor erkentelijk zijn.
Over de spreiding zullen we het nooit eens worden.
Ik ben blij met uw bevestiging dat LOI's menselijker, efficiënter en goedkoper zijn dan collectieve opvangplaatsen en verheug me erover dat u toch een rol voor de LOI's in de toekomst ziet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik had deze vraag ingediend de dag nadat dictator Al-Assad Syrië was ontvlucht, dus ze is minder actueel.
U hebt daarover al antwoorden gegeven in de Kamer, maar kunt u mij een laatste stand van zaken geven?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, heel wat collega's hadden daarover vragen ingediend, maar ik beperk mij tot het geven van een update over de situatie.
De snelheid van de ontwikkelingen in Syrië heeft de internationale gemeenschap verrast. Ik hoop, samen met iedereen, dat de vrede en stabiliteit kan terugkeren in Syrië, maar het blijft afwachten. We zijn nog niet zo heel lang na het omverwerpen van het regime, dus het is te vroeg om te zeggen wat de toekomst zal brengen. Het enige wat we kunnen zeggen, is dat Al-Assad weg is, maar we weten nog niet wat er in de plaats komt. We kennen dat nieuwe regime onvoldoende.
Hoe zal het nieuwe regime eruitzien en zal er stabiliteit zijn? Als er een nieuw regime is, hoe zal het zich opstellen tegenover bijvoorbeeld de christelijke of Koerdische minderheden en zal het de vrouwenrechten beperken? Dat zijn vragen waarop we op dit moment geen antwoord kunnen geven, dus kunnen we ook onmogelijk een antwoord geven wat betreft de mensen die hier bescherming aanvragen.
Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen heeft daarom beslist om die asielaanvragen on hold te zetten tot er een duidelijker zicht is op de situatie. Dat betekent echter niet dat het per definitie wacht tot er vrede en stabiliteit is in Syrië, maar het commissariaat wacht wel met het opnieuw nemen van beslissingen tot het een zicht heeft op de situatie ter plaatse, of het nu de goede of de slechte kant uitgaat.
Ik kan wel nog een aantal cijfers geven. De afgelopen tien jaar kregen ongeveer 35.000 Syriërs bescherming in ons land. Ook dit jaar zijn Syriërs trouwens de eerste nationaliteit wat asielaanvragen betreft. Tot en met oktober waren het er 4.725 en momenteel wachten nog 3.111 Syriërs op een beslissing van het CGVS. Dat betekent dat deze mensen op dit moment geen beslissing in hun asielaanvraag zullen krijgen. Het CGVS zal afwachten en later het risico op vervolging in de toekomst beoordelen op basis van alle objectieve informatie waarover het dan zal beschikken.
06.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, weet u ook hoeveel van die 3.111 er in een asielopvang verblijven of kunt u daarop nu geen antwoord geven?
06.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik heb daar een zicht op, ik heb alleen het exacte cijfer niet bij mij. Ik zal het opzoeken en het u bezorgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, uit cijfers die ik van u ontving blijkt dat er elke dag gemiddeld een geweldsincident zou plaatsvinden in de opvangcentra voor asielzoekers tegen het personeel dat er werkzaam is. Er zouden ook elke dag een à twee incidenten zijn tussen asielzoekers onderling. Dan is er nog eens een incident om de drie dagen tussen asielzoekers en derden.
Ik heb deze cijfers voorgelegd aan het personeel van een opvangcentrum. Volgens hen zou het werkelijke aantal incidenten, vooral wat betreft verbale agressie tegenover personeel, vele malen hoger liggen dan de cijfers die ik van u ontving, ook de cijfers inzake alcohol en drugs.
Indien deze informatie juist is, zie ik slechts twee mogelijke oorzaken. Ofwel geeft het personeel de incidenten niet systematisch door aan de directie van het opvangcentrum in kwestie, ofwel geeft de directie van het opvangcentrum de cijfers niet door aan Fedasil. In beide gevallen is er sprake van problematische onderrapportering.
Bent u bekend met deze problematiek? Indien de informatie die ik ontving juist is, welke maatregelen zou men dan kunnen nemen om het fenomeen van onderraportering tegen te gaan? Nam u in het verleden al maatregelen om die onderrapportering tegen te gaan?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega Van Belleghem, ik ben inderdaad bekend met het fenomeen. Wij namen al maatregelen.
Ik wil in de eerste plaats herhalen dat ik elk incident met asielzoekers, klein of groot en binnen of buiten een opvangcentrum, ten strengste veroordeel. Daarom pleit ik ervoor om bijvoorbeeld een versterking van de lokale politiezones te voorzien wanneer er een collectief opvangcentrum is. Dat moeten wij bekijken in het kader van de regeringsonderhandelingen.
U hebt inderdaad contacten gehad. Het is onmogelijk om conclusies te trekken uit gesprekken met het personeel van een opvangcentrum. Wij hebben meer dan 100 opvangcentra. Conform de instructies aan de opvangcentra worden ernstige incidenten en incidenten met een belangrijke impact vandaag centraal gemeld. Het gaat hierbij om onder andere volgende incidenten: aanval op de fysieke integriteit van medewerkers of bewoners, vechtpartijen, ernstige verstoring van de rust in een centrum of van de openbare orde, aanzienlijke schade aan de infrastructuur, tussenkomst van de politie, de brandweer enzovoort. Deze gegevens worden gebruikt om te antwoorden op uw schriftelijke vragen.
Andere incidenten, bijvoorbeeld verbale agressie, worden vaak decentraal geregistreerd. Het is de bedoeling om de monitoring van deze incidenten uit te breiden opdat het centraal niveau een volledig beeld daarvan krijgt. Fedasil werkt daarvoor nu aan een nieuwe tool en dit werd ook opgenomen in een strategisch project van het agentschap, net omdat het agentschap dan een veilig leefklimaat kan nastreven, zowel voor het personeel als voor de bewoners.
07.03 Francesca Van Belleghem (VB): Het Fedasilpersoneel wordt eigenlijk moedeloos van al die incidenten. Zij ervaren elke dag geweld, zowel verbaal als fysiek. Het is goed dat men een tool op poten zet, maar wanneer komt die er?
07.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik kan nog geen datum geven waarop die tool gebruiksklaar zal zijn.
Ik kan u wel nog een bijkomend antwoord op uw vorige vraag nr. 56001383C geven.
Er blijven vandaag 3.547 Syriërs in de opvang. Ik zei daarnet dat er 3.111 een procedure hadden lopen bij het CGVS, maar er zijn ook mensen die een beroepsprocedure bij de RvV hebben lopen of mensen die al erkend zijn maar nog in de transitieperiode van twee maanden zitten. Het aantal Syriërs in de opvang bedraagt vandaag echter 3.547.
07.05 Francesca Van Belleghem (VB): Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
De
illegale migratie via de zogenaamde Kanaalroute piekt. Sinds januari wisten
bijna 34.000 migranten Groot-Brittannië via deze weg te bereiken. Daarbij zijn ondertussen minstens 70 mensen om het
leven gekomen.
Om dit
fenomeen onder controle te krijgen en de strijd tegen de criminele netwerken
die zich bezighouden met illegale immigratie in Europa op te voeren, kwamen de
ministers van Binnenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland,
Frankrijk, Nederland en België op 10 december in Londen bijeen. Aan dit overleg
namen ook vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de agentschappen van
Frontex en Europol deel om een "versterkt actieplan" voor 2025 op
tafel te leggen.
Graag
een antwoord op volgende vragen:
Wat
zijn de voornaamste conclusies die uit dit overleg kunnen getrokken worden?
Wat
leverde deze bijeenkomst concreet op? Welke initiatieven werden genomen en/of
aangekondigd?
Wat
houdt het “verstrekt actieplan" voor 2025 precies in?
Eind
2021 riepen Frankrijk en België al de bijstand in van Frontex. Hoe beoordeelt u
in het algemeen de inzet van Frontex op
dit vlak? Welke concrete resultaten leverde deze operatie op?
08.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, op 10 december 2024 vond in Londen de vierde bijeenkomst plaats van de ministers van Binnenlandse Zaken en Migratie van de Calaisgroep. Samen met collega Annelies Verlinden vertegenwoordigde ik ons land. Verder waren ook de bevoegde ministers uit het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland aanwezig, evenals de Europese Commissie en de agentschappen Europol en Frontex.
Het overleg richtte zich op het versterken van de gezamenlijke aanpak van irreguliere migratie en mensensmokkel. In de afgelopen zes maanden hebben gezamenlijke onderzoeken via Europol, Eurojust, en de wethandhavingsinstanties van de Calaisgroep in die landen geleid tot concrete resultaten. Zo werden meerdere criminele netwerken ontmanteld, waaronder een belangrijke leverancier van boten aan mensensmokkelaars, en minstens twintig personen die gelinkt zijn aan een van Europa's grootste smokkelnetwerken. Daarnaast werden levensgevaarlijke uitrustingen, zoals 600 reddingsvesten, bedoeld voor Kanaalovertochten, in beslag genomen.
Ondanks deze successen blijven tragedies langs migratieroutes een groot probleem. Criminele netwerken maken schaamteloos misbruik van kwetsbare migranten en hanteren steeds gevaarlijker methodes die mensenlevens in gevaar brengen. Om hier sterker tegen op te treden, hebben de partners van de Calaisgroep besloten hun samenwerking te intensifiëren en voort te bouwen op bestaande structuren. Het doel is de verdienmodellen van de mensensmokkelaars te ontmantelen en hun netwerken effectief voor de rechter te brengen.
Hiervoor hebben de ministers een vijfpuntenprioriteitenplan voor 2025 goedgekeurd dat online beschikbaar is. Zoals de naam van dit plan weergeeft, gaat het om acties die in 2025 worden uitgerold.
De federale regering zal er opvolging aan geven via Justitie en Binnenlandse Zaken. Wat mijn diensten betreft, ligt de focus op samenwerking in Calaisformaat rond preventie in derde landen en op het werken rond sociale media waar de smokkelaars actief op zijn.
Frontex, Frankrijk en België werken nauw samen in een gezamenlijke grensbewakingsoperatie, operatie Opal Coast. Frontex biedt hierbij technische en operationele ondersteuning met surveillanceluchtvaartuigen die zijn uitgerust met maritieme radars en met technische camera's die live beelden en gegevens doorsturen naar onze monitoringscentra.
België is tevreden over deze samenwerking, die een belangrijke bijdrage levert aan de versterkte grenscontroles en aan meer veiligheid in de regio. Bovendien onderstreept het de kracht van Europese solidariteit en gezamenlijke inspanningen in de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit.
Ook met het VK hebben wij een goede en zeer gewaardeerde bilaterale samenwerking, bijvoorbeeld in de haven van Zeebrugge. Over de details van deze politionele samenwerking kunt u collega Verlinden uiteraard verder bevragen.
08.03 Francesca Van Belleghem (VB): Dank u wel voor uw toelichting.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, al enige tijd verklaart u dat de stijging van het aantal asielaanvragen deels ligt aan het feit dat er meer personen asiel aanvragen, terwijl ze eigenlijk al een status hebben gekregen in een andere EU-lidstaat. In de afgelopen maanden ging het telkens om meer dan 450 mensen per maand. Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen Sophie Van Balberghe heeft gisteren gezegd dat het om 14 % van haar totale werklast zou gaan. Dat is gigantisch.
Het valt natuurlijk niet uit te leggen dat iemand die als vluchteling erkend is in Griekenland of in Bulgarije en daar een toekomst mag uitbouwen, nog eens asiel aanvraagt in België en onze systemen misbruikt. Op 27 november 2024 verklaarde u, terecht, dat u paal en perk wilt stellen aan het systeem van die zogenaamde M-statussen.
Er zijn twee pistes om deze problematiek aan te pakken: enerzijds de rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen aanvechten, anderzijds bepaalde delen van het EU-migratiepact vervroegd toepassen. Eind november verklaarde u zo snel mogelijk met een wetsontwerp naar het Parlement te trekken.
Kunt u ons een definitief overzicht geven van hoe groot deze problematiek is? Hoeveel procent van de asielzoekers die in de asielopvang verblijven, heeft een M-status? Om hoeveel asielzoekers gaat het? Doen die personen met een M-status ook een beroep op hotelopvang, of is dat in het verleden gebeurd? Wat betreft de rechtspraak die u probeert aan te vechten: in welke stand van het geding zitten we en wanneer mogen we eventueel een uitspraak verwachten?
Last but not least: wat is de stand van zaken van het wetsontwerp?
09.02 Khalil
Aouasti (PS): Monsieur
le président, madame la secrétaire d’État, le CGRA a annoncé poursuivre les
entretiens personnels et la prise des décisions concernant des bénéficiaires
d’un statut de protection dans un autre État membre de l’Union européenne.
Combien de dossiers sont concernés? Combien de dossiers de ressortissants
syriens sont concernés? Vous avez annoncé que l’État ferait systématiquement
appel des décisions du CCE. Quelle est l’indépendance du CGRA dans le choix de
faire appel ou non dans le cadre d’un dossier?
Vous avez
annoncé avoir reçu l’accord de la Commission pour transposer le pacte de
manière anticipée. Quels sont les contours de cet accord? Est-ce que cela
concerne la limitation de l’accueil des bénéficiaires d’un statut de protection
dans un autre État membre? Est-ce qu’une instruction a été transmise à Fedasil?
Si oui, sur quelle base légale vous appuyez-vous?
09.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega's, een groeiend aantal mensen vraagt in België asiel aan terwijl ze al bescherming genieten in een andere lidstaat. Die situatie legt een voor mij onaanvaardbare administratieve en logistieke druk op ons systeem. Meer nog, ze ondermijnt ook een geharmoniseerd Europees asielsysteem. Dat kunnen we niet toestaan.
Daarom zag ik mij genoodzaakt om een aantal maatregelen te nemen, zoals ik eind november al had aangekondigd. Zo zal ik samen met de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en het CGVS alle juridische middelen uitputten om tot een andere rechtspraak van de RvV te komen. Dat is cruciaal. Ook loopt er een informatiecampagne op sociale media om personen te informeren dat ze niet zomaar naar een volgende lidstaat kunnen doorreizen als ze al bescherming hebben gekregen. De DVZ en Fedasil hebben ook samen de terugkeerbegeleiding versterkt voor deze specifieke doelgroep. Tot slot heb ik besloten bepaalde bepalingen uit het asiel- en migratiepact versneld uit te voeren.
Op 14 oktober stuurde voorzitter von der Leyen een brief aan de Europese leiders waarin zij de bereidheid van de Commissie uitte om onderdelen van het pact sneller te implementeren. Vervolgens bevestigde de Europese Raad op 17 oktober bij consensus het belang van een snelle uitvoering van de aangenomen wetgeving en de toepassing van de bestaande regels om de huidige uitdagingen aan te pakken. De Commissie stuurde daarop een opvolgbrief met suggesties voor lidstaten om sneller dan de deadline van juni 2026 te handelen.
Een van deze voorstellen betreft de nieuwe opvangrichtlijn die een versobering van de opvang toestaat voor personen die zich niet in de juiste lidstaat bevinden. Volgens het Europees recht mag een lidstaat een richtlijn eerder omzetten dan de gestelde deadline zolang dit in lijn is met de inhoud en de doelen van de richtlijn, die mij heel duidelijk lijken. Dit biedt lidstaten ruimte om hun nationale wetgeving sneller aan te passen aan nieuwe juridische realiteiten.
Fedasil handelt dus binnen het geldende juridisch kader en met respect voor individuele rechten. De opvangwet maakt het ook nu reeds mogelijk om de materiële hulp te beperken aan personen die al een definitieve beslissing over hun asielaanvraag hebben ontvangen. Mijns inziens vallen personen met een status in een ander land hier dus ook onder. Wanneer Fedasil van deze mogelijkheid gebruikmaakt, wordt steeds de individuele situatie van de betrokken persoon onderzocht, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen, zoals zieken, gezinnen met kinderen of alleenstaande vrouwen.
Mevrouw Van Belleghem, om op uw cijfervragen te antwoorden: op dit moment bevinden zich minstens 2.384 personen met een M-status in de asielopvang, en dit op een totaal van 33.641 personen. Het gaat dus om ongeveer 7 % van de opgevangen verzoekers.
Het is mogelijk dat sommige betrokkenen effectief in noodopvangcentra hebben verbleven, met name wanneer het gaat over gezinnen met minderjarige kinderen. Dat is in principe echter steeds het geval voor een beperkte periode. Daarna stromen ze door naar een regulier opvangcentrum.
Zoals ik heb aangekondigd, zal ik mij met alle juridische middelen verzetten tegen de rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De rechtspraak van die Raad kan natuurlijk niet in een vingerknip worden veranderd. Tegen uitspraken van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen staat enkel een cassatieberoep open bij de Raad van State. Die beroepen moeten heel grondig worden voorbereid. Ze zijn niet erg evident te voeren. Die grondige voorbereiding is nu gebeurd vooraleer wij het beroep effectief konden indienen. Mevrouw Van Balberghe heeft daar gisteren ook al over gesproken.
Er is ook een rol weggelegd voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Het kan namelijk zijn beslissingen dermate motiveren dat het de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan overtuigen een rechtspraak te veranderen. Op die manier moeten wij niet wachten op de rechtspraak van de Raad van State.
De voorbije maanden stelt het CGVS een vermindering van vernietigingen vast bij de Nederlandstalige taalrol van de RvV. Doordat het CGVS nu een diepgaander onderzoek uitvoert en de beslissingen uitgebreider motiveert, worden minder beslissingen vernietigd.
Dus stap voor stap proberen mijn diensten wel degelijk de kentering in te zetten. Dat is echter niet evident. Wij werken immers altijd binnen een strikt juridisch kader en een rechtspraak die ons soms weinig bewegingsruimte geeft.
Monsieur Aouasti, je pense avoir déjà répondu à la plupart de vos questions. Cependant, vous avez souhaité recevoir aussi quelques chiffres supplémentaires. Je peux vous informer qu'en 2024, au moins 4 404 demandeurs de protection internationale avaient déjà un statut dans un autre État membre. Cela représente a minima 15 % des demandes d'asile en 2024. Les Syriens sont concernés dans 13 % de ces cas.
09.04 Francesca Van Belleghem (VB): Dank u wel voor uw uitgebreide antwoorden.
Mijn vraag over de timing van het wetsontwerp werd echter niet beantwoord.
09.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: De diensten zijn daar volop mee bezig, dus dat komt er zo snel mogelijk.
09.06 Francesca Van Belleghem (VB): Dank u wel.
09.07 Khalil Aouasti (PS): Je remercie madame la ministre pour ses réponses détaillées.
Il y a toutefois un élément qui m'interpelle – je sais qu'il peut faire l'objet de discussions tant politiques que juridiques. Nous savons que les procédures dans les États européens ne sont pas toujours identiques. Prenez par exemple le cas de Malte ou de la Grèce. Nous nous retrouvons avec des niveaux de protection différents, mais il y a un second élément qui me paraît particulier et qui pourrait éviter à nos instances d'asile de devoir traiter des demandes ayant déjà fait l'objet d'un examen. Il s'agirait de travailler sur un processus de reconnaissance du statut de réfugié octroyé par un autre État membre.
À partir du moment où la directive Qualification, la directive de 2011 et la directive de 2013 définissent les mêmes critères, je n'arrive toujours pas à comprendre pourquoi, pour éviter de nouvelles demandes d'asile dans d'autres États membres de l'Union européenne, il n'existe pas de procédure permettant à un État de reconnaître à quelqu'un qui s'est vu octroyer le statut de réfugié dans un État et qui souhaite se déplacer dans un autre pour des raisons professionnelles ou autres, la portabilité de ce statut. Cela éviterait que d'autres demandes d'asile ne soient introduites et cela faciliterait ainsi beaucoup de choses.
Je pense que cela éviterait beaucoup de procédures inutiles. Par ailleurs, cela aurait un caractère vertueux, à l'instar de ce qui se passe pour toute autre personne qui possède un titre de séjour et qui peut introduire, depuis le pays dans lequel elle réside, une demande pour résider dans un autre État. On se trouverait là toutefois à un niveau supérieur, dès lors que le statut de reconnaissance est uniforme et des critères sont uniformes au niveau européen. Je vous remercie.
Het incident
is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Darya Safai (N-VA): Op woensdag 4 december stelde ik aan minister Verlinden een mondelinge vraag in de commissie voor Binnenlandse Zaken over de oproep tot geweld van Zaher al-Saket. Uit berichten op sociale media blijkt dat de Syrische terroristische brigadegeneraal Zaher al-Saket oproept tot het afslachten van Koerden in Aleppo. Bovendien blijkt dat deze terrorist momenteel in ons land verblijft.
Internationale mensenrechtenorganisaties, samen met de Belgische veiligheidsautoriteiten, moeten onmiddellijk actie ondernemen om hem voor de rechter te brengen op beschuldiging van het aanzetten tot moord en oproepen tot genocide. Minister Verlinden antwoordde mij het volgende: "Met betrekking tot uw vragen over de verblijfsstatus van de betrokkene verwijs ik naar mijn collega van Asiel en Migratie."
Daarom volgende vragen aan u, mevrouw de Moor. Kunt u bevestigen dat Zaher al-Saket op dit moment in België verblijft? Wat is de verblijfstatus van betrokkene?
10.02 Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in tegenstelling tot de meeste politici ben ik nog niet vergeten dat op een grote Palestijnse islamitische manifestatie in Brussel luid in het Arabisch werd opgeroepen de joden te verbranden. Het is ondertussen exact twee maanden geleden dat ik dit heb aangekaart, maar sindsdien hebben wij daar niets meer over gehoord.
Stel u de ophef en de verontwaardiging voor in dit Parlement, en zeker in de mainstreammedia, mocht een Vlaams Belangpoliticus op een grote manifestatie hebben opgeroepen de joden of de moslims te verbranden. Dan zouden de verwijzingen naar fascisme en naar de jaren '30 ons wel om de oren vliegen. En terecht. Deze weerzinwekkende dubbele moraal, deze verontwaardigingsdiscrepantie, zal de beleidspartijen, maar ook onze samenleving, steeds zuurder opbreken. Immers, door het globalistische pamperbeleid wordt dit land steeds meer het toneel van oproepen tot geweld tegenover minderheden.
De voormalige Syrische generaal Zaher al-Saket, die op dit moment naar verluidt in België verblijft en zelfs in de stad waar ik woon, in Antwerpen, roept online op om de Koerden in Aleppo af te slachten. Dat tuig dient de jihadistische neo-ottomaanse agenda van de Turks-islamitische tiran Erdogan, die ook een Hamasvriend is, zoals u misschien wel weet. Letterlijk zei Al-Saket: "Slacht de Koerden niet af wanneer iedereen het kan zien, maar wel achter de schermen. Dat verdienen ze."
Mevrouw de staatssecretaris, graag had ik daarop uw reactie. De hamvraag is natuurlijk of dat sujet, dat hier uiteraard niet thuishoort, het land zal worden uitgezet.
10.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Safai, mijnheer Van Rooy, ik kan u enkel bevestigen dat die persoon op dit moment wettig in België verblijft. Verder kan ik geen individuele informatie over een persoon meedelen in deze commissie.
Ik herhaal graag dat de asieldiensten zeer goed samenwerken met de veiligheidsdiensten. Indien de veiligheidsdiensten een bijzondere bezorgdheid over die persoon hebben, zullen wij daar uiteraard naar handelen.
De voorzitter: Dat is kort en bondig.
10.04 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dat is eigenlijk wel een heel kort antwoord. Aan een wettig verblijf dacht ik ook wel, maar u geeft daarmee absoluut onvoldoende informatie. Wij moeten weten welke zijn status is. In geval het om een asielstatus gaat, moet die worden ingetrokken. Evengoed kan hij een wettig verblijf hebben als asielaanvrager dan als iemand die onder een asielregeling valt; dat zegt niet veel.
Ik weet dat u zich baseert op de veiligheidsdiensten, maar juist daarom stel ik vragen aan u en aan de minister in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Ik ben met dat antwoord niets. Ik weet niet eens of de man al dan niet een vluchtelingenstatus heeft, dan wel of hij al dan niet een Belg is. Wat is hij momenteel eigenlijk? Dat is voor mij wel heel belangrijk.
Ik weet niet hoe ik die informatie kan verkrijgen. Hebt u daarover misschien een idee?
10.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Safai, ik kan alleen bevestigen dat het iemand is die wettig in het land verblijft. Het is geen Belg, maar hij verblijft wettig in het land.
Ik dien mij overigens aan bepaalde zaken te houden. Ik kan niet zomaar individuele persoonlijke informatie in deze commissie meedelen. Ik kan u daarom alleen zeggen dat onze diensten samen met de veiligheidsdiensten altijd alle te nemen stappen zetten.
10.06 Darya Safai (N-VA): Ik zal bekijken of ik hierover nog andere informatie terugvind.
10.07 Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de genocidale oproep van die voormalige Syrische generaal Zaher al-Saket om de Koerden in Aleppo af te slachten, staat ondertussen al weken online. Dit tuig had allang van ons grondgebied verwijderd moeten zijn.
In Antwerpen en Limburg zijn er ettelijke clashes tussen Turken en Koerden geweest met straatgevechten met staven en messen, waarbij gewonden en een dode vielen. Ook in asielcentra in dit land vonden reeds gevechten plaats tussen Turken en Koerden.
Mevrouw de staatssecretaris, wie de islamitische wereld blijft binnenhalen, wordt zelf de islamitische wereld, inclusief de stammentwisten, de clanoorlogen en dit soort oude, gewelddadige Midden-Oosterse conflicten. Het slachtoffer hiervan is de brave burger en onze vrije, stabiele samenleving. Het is hoog tijd dat iedereen hier dat eens beseft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, vorige legislatuur stond in het Vlaams regeerakkoord dat er een uitwisseling zou komen tussen gegevens van het Agentschap Integratie en Inburgering en de Dienst Vreemdelingenzaken. Daarvoor moest ook een protocol gerealiseerd worden. Het doel van deze systematische en structurele samenwerking is om de Dienst Vreemdelingenzaken inzicht te geven in de inburgeringsinspanningen van nieuwkomers, op een zo objectief mogelijke manier. Indien nieuwkomers weigeren in te burgeren of niet voldoen aan hun integratieverplichtingen, kan de Dienst Vreemdelingenzaken beslissen om de verblijfsvergunning niet te verlengen of in te trekken.
Hoewel de uitwisseling van informatie over de inburgering van nieuwkomers in het Vlaams regeerakkoord stond, werd hiervan geen werk gemaakt. Ik heb deze vraag verschillende keren in het Vlaams Parlement gesteld aan minister Somers. Telkens moest ik vaststellen dat het dossier heel moeizaam verliep. Hierdoor moet de Dienst Vreemdelingenzaken zich beroepen op de informatie die door de nieuwkomer zelf wordt aangebracht. In de dossiers ziet men vaak dat het dan gaat om papiertjes met een bevestiging van vrienden of familie, die daarover niet op een objectieve manier kunnen oordelen. Die uitwisseling van gegevens zou echt een meerwaarde zijn voor de Dienst Vreemdelingenzaken en geeft ook nut aan het werk dat het Agentschap Integratie en Inburgering doet om alles bij te houden over die nieuwkomers.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot dat protocol tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de Vlaamse inburgeringsdiensten? Wanneer werd daarover nog overleg gepleegd? Wat waren de conclusies? Wat ontbreekt er nog? Hoe komt het dat men niet kan starten met die uitwisseling van gegevens? Wanneer zal dit gerealiseerd worden?
Op welke manier wordt momenteel de mate van inburgering mee beoordeeld? Wordt er bijvoorbeeld al op een niet-systematische manier gewerkt bij degenen die echt hardleers zijn? Wij weten dat er mensen zijn die wel degelijk een fameuze boete opgelegd krijgen. Wordt het al mee in rekening genomen in het dossier? Wordt er al informatie uitgewisseld over bepaalde dossiers of is er momenteel nog helemaal geen uitwisseling tussen die verschillende diensten?
11.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw De Vreese, artikel 1/2 van de Vreemdelingenwet laat inderdaad toe dat het gebrek aan toereikende inburgeringsinspanningen kan worden meegenomen in een beslissing om een einde te stellen aan het verblijf. Momenteel kan het gebrek aan inburgering of inburgeringsinspanningen alleen als bijkomende reden naast een hoofdreden worden ingeroepen om een einde aan het verblijf te stellen. Uiteraard blijft het wel zeer nuttig voor de Dienst Vreemdelingenzaken om deze personen op de radar te hebben. Daarom heeft het DG van de DVZ op mijn verzoek op 27 november de bevoegde deelstatelijke inburgeringdiensten aangeschreven om de invoering van een systematische geautomatiseerde samenwerking mogelijk te maken.
11.03 Maaike De Vreese (N-VA): Het is hallucinant te vernemen dat de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken die stappen nu onderneemt, terwijl wij op Vlaams niveau bij toenmalig minister Somers er zo hard op hebben aangedrongen daar werk van te maken. Het verbaast me niet, want hij draaide altijd rond de pot. Het is hallucinant dat dit er vandaag na zes jaar nog steeds niet is. Dit had er al moeten zijn en dit moet deze legislatuur gewoon gebeuren. Er is mijns inziens geen enkel probleem en dit gaat over een normale gegevensuitwisseling tussen twee diensten die op een correcte manier hun werk willen doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het opvangbudget van Fedasil zou in de eerste drie maanden van 2025 – exclusief indexering – stijgen met 8,8 miljoen euro. Volgens het Rekenhof zou dit het gevolg zijn van volume-effecten die berekend werden aan de hand van het prognosemodel.
Kunt u ons een kopie overmaken van dit prognosemodel? Welke volume-effecten worden verwacht? Kunt u verduidelijken waarom de begroting de facto stelt dat het budget voor Fedasil dient te stijgen omdat men uitgaat van het scenario van niet-sluiting van de bestaande opvangcapaciteit?
Wat is het bestcase- en wat is het worstcasescenario voor het aantal benodigde opvangplaatsen voor asielzoekers in 2025?
12.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, het prognosemodel is een wiskundig basismodel dat wordt beheerd door de cel Ketenmonitoring van de FOD Binnenlandse Zaken, dat op basis van Europese methodologie en Belgische historische data een raming maakt van de instroom van alle asielaanvragen voor de komende maanden, de verwachte werkvoorraad van alle asielinstanties en de benodigde opvangcapaciteit. Het gaat uit van vijf scenario's van instroom – van extreem laag tot extreem hoog – met de toekenning van een bepaalde probabiliteit en wordt minstens tweemaal per jaar geüpdatet in functie van de budgettaire cyclus.
In het model worden meer dan 140 parameters in rekening gebracht. Het zit in een continu proces van evaluatie en verbetering, met onder andere input van het Federaal Planbureau, BOSA, de Inspectie van Financiën, en uitwisselingen met de dienst Ketensturing in Nederland.
Zoals collega Bertrand in een vorige commissie voor Financiën en Begroting al toelichtte, is het aan een volgende regering om te bepalen hoe de opvangcapaciteit in de volgende jaren moet evolueren. Wij hebben gezorgd voor een begroting die de continuïteit van het bestaande opvangnetwerk garandeert.
Het volume-effect dat het Rekenhof signaleerde, gaat over een annualisatie. Kortweg gesteld: in 2024 werden er in het voorjaar opvangcentra geopend waarvoor men slechts zeven maanden budget nodig heeft. Als die centra heel 2025 open moeten blijven, heeft men budget voor 12 maanden nodig. Dat kan men beschouwen als een budgettair volume-effect. Het gaat dus niet over bijkomende opvangplaatsen, maar men moet wel gedurende heel 2025 plaatsen financieren die men misschien in maart 2024 heeft geopend, waardoor men in 2024 niet de volledige 12 maanden heeft moeten betalen.
De FOD BOSA is eerst uitgegaan van een laag-instroomscenario in 2025, wat minder opvangplaatsen vereiste, en heeft daarna het verschil tussen laag- en middenscenario als een provisie gezet, dus een budgettaire verzekering, omdat het op basis van de gegevens van 2024 concludeerde dat het laagscenario in 2025 eerder onwaarschijnlijk is. De laatste update van het prognosemodel stelt dat België in dat scenario eind 2025 33.500 plaatsen nodig zou hebben.
Ik wil echter benadrukken dat deze oefeningen allemaal voorbarig en heel abstract zijn. Dat is een puur budgettaire oefening. Het is duidelijk dat we niet oneindig veel plaatsen kunnen bij creëren. We hebben vandaag ook minder plaatsen dan we er eigenlijk nodig zouden hebben om iedereen op te vangen. Dat is een puur budgettaire oefening, geen oefening die men naar de realiteit van vandaag kan doortrekken.
Met verschillende beleidsmaatregelen wordt vooral getracht om die instroom naar beneden te krijgen, zodat men ook de benodigde capaciteit en de budgetten die men daarvoor moet voorzien naar beneden kan krijgen. Uiteraard moet om begrotingstechnische redenen zo'n oefening worden gemaakt. Ik weet dat ik in herhaling val, maar ik heb al heel vaak gezegd dat asiel geen absolute of exacte wetenschap is. Het is onmogelijk om dat te voorspellen, ook al vraagt een budgettaire oefening wel dat we daar cijfers op plakken.
12.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het is inderdaad geen exacte wetenschap, maar we konden er wel vanuit gaan dat met de vivaldiregering het aantal asielaanvragen zou stijgen en dat is ook zo gebleken.
Ik dank u voor de uitgebreide uitleg, maar ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of we een kopie van dat prognosemodel zouden kunnen krijgen.
12.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: (…)
12.05 Francesca Van Belleghem (VB): Twee jaar geleden hebben we van het Rekenhof een bestcase- en een worstcasescenario ontvangen, een raming van het aantal opvangplaatsen voor een bepaald jaar, dus er moet toch iets op papier bestaan.
De voorzitter: Ik kan niet antwoorden in de plaats van de staatssecretaris. U zult hierover dus opnieuw een vraag moeten indienen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik heb al een aantal keren vragen gesteld over het Europees migratiepact en ik zal vragen blijven stellen. Het is heel erg belangrijk om het migratiebeleid van ons land de komende jaren, en misschien zelfs decennia, vorm te geven. Er staan zeer goede elementen in het migratiepact; ik ben er zelfs voorstander van. Er staan echter ook zaken in die mij de wenkbrauwen doen fronsen en waarvoor ik mijn hart vasthoud.
Het kalf ligt gebonden in de implementatie en uitvoering. Ik zit daar al een tijdje op mijn honger, moet ik eerlijk bekennen. De deadline voor het indienen van het implementatieplan was 12 december. Ik hoor dat België op tijd was, maar dat niet alle landen op tijd waren. De woordvoerder van de Europese Commissie bevestigde dat de implementatieplannen publiek mogen worden gemaakt. Meer zelfs, het voor sommigen gidsland Nederland heeft dat al gedaan. Het Nederlandse implementatieplan is online terug te vinden.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot ons implementatieplan? Mag ik dat inzien en lezen? U zei daarstraks dat u bereid bent transparant te zijn en ik kom dus graag terug op uw belofte om transparant te zijn. Wilt u het implementatieplan openbaar maken? Indien niet, waarom niet? Hoe waarborgt u de nodige transparantie ten aanzien van het Parlement?
Kunt u bevestigen dat het Belgisch implementatieplan op tijd werd ingediend? Kunt u meegeven welke landen niet op tijd waren? Ik hoor dat een aantal landen weigert deel te nemen aan het solidariteitsmechanisme. Hoe gaan wij daarmee om? Kunnen wij lidstaten verplichten om een bijdrage te leveren? Welke mogelijkheden hebben wij om druk uit te oefenen op de landen die niet willen meedoen?
13.02 Maaike De Vreese (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, België heeft zijn implementatieplan inderdaad op de valreep ingediend. Het implementatieplan is een administratief werkdocument dat in kaart brengt wat er in België precies moet gebeuren om het nieuwe pact vanaf juni 2026 te kunnen toepassen. Zoals collega Vandemaele zegt, we zullen in de commissie voor Binnenlandse Zaken dus nog heel wat vragen kunnen stellen over die implementatie.
Het implementatieplan bestaat uit verschillende stappen. Zo zullen onder andere onze diensten zich moeten aansluiten op de nieuwe Eurodacdatabank en moet de capaciteit voor de overdracht van asielzoekers naar andere lidstaten worden verhoogd. De deadline voor de indiening van het plan was 12 december 2024. Via de pers vernamen we echter dat verschillende lidstaten die deadline niet hebben gerespecteerd of gehaald, hoewel lidstaten als Duitsland en Spanje – niet de minste – hadden opgeroepen voor een versnelde uitrol van het pact.
In het verleden heeft onze fractie zich steeds kritisch opgesteld tegenover dat pact, wat u wel weet, mevrouw de staatssecretaris. De paradigmashift naar een Australisch model met een externalisering blijft uit en de basisfilosofie van het pact zit volgens ons verkeerd en zal niet volstaan. Het pact gaat nog altijd uit van open asielgrenzen na illegale binnenkomst in Europa, waardoor het in feite een aantrekkelijke optie blijft voor illegale migranten.
Mevrouw de staatssecretaris, verschillende lidstaten hebben hun plan niet tijdig ingediend. Waarom was het volgens u dan wel nodig om dat in de periode van lopende zaken te doen?
Kunt u het Belgisch implementatieplan toelichten? Welke zijn de belangrijkste uit te voeren ingrepen? Wanneer zal het Belgisch implementatieplan volledig worden uitgevoerd?
Wat is de laatste stand van zaken omtrent de indiening van de implementatieplannen van andere lidstaten? Hoe groot schat u de kans in op een vervroegde uitrol van het Europese migratiepact?
Hoewel wij kritisch staan tegenover het migratieplan, erkennen we wel dat er zeer belangrijke stappen mee gezet worden, die inderdaad zo snel als mogelijk moeten worden uitgevoerd.
13.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega's, ik kan u inderdaad bevestigen dat het Belgisch Nationaal Implementatieplan op 12 december tijdig werd ingediend bij de Europese Commissie. Zoals ik al eerder heb toegelicht, is dat nationaal implementatieplan een administratief document van onze diensten en van andere diensten die daarbij betrokken zijn, dus niet alleen van de migratiediensten. Dat plan beschrijft op een heel technisch- administratief vlak hoe de verschillende overheidsdiensten de nieuwe wetgeving zullen toepassen. Het is dus een technisch plan dat werkprocessen uiteenzet en dat in een latere fase door de politiek verantwoordelijke zal worden aangevuld.
Ons plan is ingediend onder twee heel belangrijke voorwaarden: een politieke disclaimer en een budgettaire disclaimer.
De besprekingen op het politieke en het budgettaire vlak zijn nog volop lopende in ons land. Mijnheer Vandemaele, we zitten inderdaad rond de tafel met collega De Vreese om een regering te vormen en niet met u. Ik begrijp dat u op uw honger blijft zitten en dat het voor u moeilijker is om een zicht te krijgen op de politieke keuzes die in de toekomst zullen worden gemaakt. Die gesprekken zijn volop aan de gang en zijn heel constructief. Zodra er een nieuwe regering is, zult u daarop meer zicht krijgen. Ik kan u in deze commissie nog geen volledig beeld geven.
Waarom vond ik het dan toch belangrijk om dit plan in te dienen? Omdat onze diensten zich zo goed mogelijk moeten kunnen voorbereiden op een correcte uitvoering van dat pact in België. Ik wil ons land zo goed mogelijk voorbereiden en zal binnen mijn bevoegdheden en in lopende zaken alle nodige beslissingen nemen om de migratiediensten te ondersteunen bij hun belangrijke taken. Ook dat maakt immers deel uit van een periode van lopende zaken, mevrouw De Vreese. We mogen geen gat laten vallen en moeten de diensten ondersteunen om de verplichtingen op Europees vlak zo goed mogelijk voor te bereiden.
De nationale plannen van de lidstaten maken deel uit van de diplomatieke correspondentie tussen de lidstaten en de Commissie. Dit is dus in essentie een bilateraal traject, waarbij lidstaten op basis van hun nationale situatie de Commissie inlichten. België heeft heel duidelijk gemaakt dat we geen regering in volheid van bevoegdheid hebben.
Het is niet aan mij om te communiceren over de situatie of de gevolgde tijdslijnen in andere lidstaten. Ik kan u wel zeggen dat ik de voorbije week met heel veel collega's contact heb gehad. Er was vorige week toevallig ook een JBZ-raad op de dag dat wij ons plan hebben ingediend. In het rondetafelgesprek dat we hebben gevoerd over de opvolging van het implementatieplan hebben alle lidstaten bevestigd dat zij volop bezig zijn met die implementatieplannen. De meesten hebben al een plan ingediend en degenen die dat nog niet hebben gedaan, zeiden dat het een kwestie van dagen of weken was.
Mijnheer Vandemaele, u sprak al over sancties voor landen die niet willen meewerken aan het pact. Ik moet u teleurstellen. Rond de Europese tafel is er veel meer enthousiasme over het pact dan er bij u is.
Nu, wat de openbaarmaking van het finale Belgisch implementatieplan betreft, wanneer er een politiek verantwoordelijke is, en er ook politieke keuzes gemaakt kunnen worden, zal die beslissing aan mijn eventuele opvolger overgelaten worden.
U vraagt ook transparantie, mijnheer Vandemaele. U doet alsof het om een soort geheim plan gaat, maar ik kan u zeggen: er is volledige transparantie. Het Europees Asiel- en Migratiepact is op Europees niveau aangenomen door de medewetgevers. Die plannen zijn volledig toegankelijk. Negen van de tien instrumenten van het pact zijn trouwens verordeningen die geen omzetting in nationale wetgeving vereisen. Er is één richtlijn die België wel moet omzetten. Uiteraard zullen de nationale parlementen daarbij betrokken worden zodra er wetgevende projecten worden ingediend om de implementatie van het pact te faciliteren.
Op de vraag wat er dan allemaal in het plan zit, kan ik antwoorden dat het een heel concreet beeld geeft van onze diensten. Nemen we nu de grensprocedure. Wij hebben in België al een grensprocedure. Wij moeten voorzien in capaciteit aan de grens. Wel, wij hebben in dat plan beschreven wat de huidige capaciteit is in de gesloten centra aan onze grens en hoeveel personen er vastgehouden kunnen worden in het gesloten centrum Caricole. Dat staat allemaal in het plan beschreven. Ook hoeveel mensen daar werken en hoeveel mensen specifiek voor onze grensprocedure werken. Het plan bevat dus heel technische details. Niets nieuws, want alles wat wij moeten doen kunt u lezen op de website van de Europese diensten.
Het pact voorziet voor het eerst in een permanent en verplicht solidariteitsmechanisme, zodat de lidstaten niet alleen staan bij migratiedruk. De lidstaten dragen flexibel bij aan dit mechanisme en kiezen zelf hoe zij solidariteit tonen. De Europese Commissie beheert het systeem en kan dus altijd optreden wanneer de lidstaten hun verplichtingen niet zouden nakomen.
13.04 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, u zei dat ik alles kan terugvinden en dat er helemaal niets geheim is aan dat plan. Ik stel alleen maar vast dat dit de derde commissievergadering op rij is waarin ik vraag om ons dat plan te bezorgen.
U zegt dat u aan het onderhandelen bent. Dat kan goed zijn, maar wij zijn een volwaardig Parlement, met volheid van bevoegdheden. Dat is iets anders dan de regering waarvan u op dit moment nog deel uitmaakt en dan de regering waaraan u aan het werken bent. De arizonaregering zou er komen voor Kerstmis. Eerst zou zij er zelfs na twee weken zijn en dan tegen Kerstmis. Nu zou het voor na de kerstvakantie zijn. Het kan nog een halfjaar duren vooraleer de arizonaregering er is. Ondertussen moeten wij, parlementariërs, gewoon wachten? Wij moeten dus wachten op een regering die ons een document bezorgt waarin volgens u enkel basiszaken staan. Er staan blijkbaar twee disclaimers in, onder andere dat het politiek niet gevalideerd is. Mevrouw de staatssecretaris, u kunt dat document toch overmaken met diezelfde disclaimers? Als wij weten dat dat document niet politiek gevalideerd is bij gebrek aan een volwaardige regering, dan is dat oké voor ons. U kunt ons er toch niet van weerhouden ons werk te doen?
Ik ben bijzonder teleurgesteld, want u bent bijzonder minachtend naar dit Huis en de parlementsleden. Zo moeilijk is dat nu toch niet? In andere landen plaatst men die documenten gewoon op de website, terwijl u dat liever in de achterkamertjes houdt. Ik kan dus niet anders dan denken dat er iets aan de hand is en mij de vraag stellen waarom u dat niet met de Kamerleden wilt delen. Ik ben bijzonder ontgoocheld in uw ontwijkende antwoord.
13.05 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we zitten inderdaad rond de tafel en we spreken daar grondig over migratie en dat is ook absoluut nodig. We staan voor grote uitdagingen als we de doorstart nemen, gelet op de grote instroom van asielzoekers in België. Dat migratiepact staat of valt met de implementatie van de andere lidstaten.
U zegt ook steeds dat we hebben gedaan wat verwacht werd, maar ik vind het zeer belangrijk dat u hier zegt dat u dat onder twee belangrijke voorwaarden hebt gedaan, namelijk de politieke voorwaarde en de budgettaire voorwaarde. Die maken inderdaad deel uit van de onderhandelingen. Voor mijn partij zijn die zeer belangrijk.
We moeten dit absoluut opvolgen aan de Europese tafel. U hebt aangegeven dat daar veel enthousiasme over is en u vertrouwt erop dat de andere lidstaten hun plan binnen nu en enkele weken zullen invoeren. Het is dan ook zeer belangrijk om dit op te volgen. Indien een aantal lidstaten niet meewerkt, dan valt dit migratiepact immers volledig weg.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14.01 Francesca Van Belleghem (VB): In Spanje ziet men steeds meer asielaanvragen van asielzoekers uit Bangladesh en Pakistan. De staatsveiligheidsdiensten waarschuwen dat mensensmokkelaars in de gevaarlijke Canarische route een lucratief alternatief hebben gevonden om Europa te bereiken.
Zien we in België eenzelfde
stijging? Ik had graag cijfers gekregen van asielzoekers zowel uit Bangladesh
als uit Pakistan.
Mevrouw de
staatssecretaris, bent u op de hoogte van deze Europese ontwikkeling?
Welke maatregelen
zal België nemen om te helpen die smokkelroute aan banden te leggen? Hebt u
daarover al contact gehad met de Spaanse autoriteiten? Zo niet, wanneer neemt u
op dat vlak initiatief?
14.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, u vraagt de cijfers van de laatste jaren voor beide nationaliteiten. Voor beide zien we in België geen stijging. Voor Bangladesh blijven de cijfers zeer laag en ongeveer ex aequo ten opzichte van vorig jaar. Voor Pakistan is er zelfs sprake van een aanzienlijke daling ten opzichte van vorig jaar. In 2023 kwamen er 21 mensen uit Bangladesh, in 2024 waren dat er 22. Voor Pakistan gaat het om 194 mensen in 2023 en 151 in 2024. Nog preciezere cijfers kan ik u uiteraard bezorgen als antwoord op een eventuele schriftelijke opvolgvraag.
Ik volg de situatie op de Canarische Eilanden al geruime tijd op met de nodige aandacht en zorg. Vorige week nog sprak ik toevallig, in de marge van de Raadsvergadering Migratie, met de Spaanse minister. Tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad hebben wij samen een bezoek gebracht aan Mauritanië, om daar samen met de Europese Commissie te onderhandelen over een partnerschap. Op verzoek van mijn Spaanse collega bezocht ik destijds ook de Canarische Eilanden. Zijn kabinet bevestigde ons nu ook een algemene daling van het aantal aankomsten op de eilanden vergeleken met die eerdere periode, maar toch blijft het aantal aankomsten in het algemeen hoog. Zoals ook voor Spanje de ingeslagen weg aan de grenzen de juiste is gebleken, blijven wij in Europees verband wel werken aan de uitdagingen op de migratieroute via de Atlantische Oceaan.
14.03 Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben verheugd dat de cijfers met betrekking tot Bangladesh en Pakistan laag zijn, maar ik hoop dat die asielzoekers die in Spanje asiel aanvragen niet zullen doorstromen naar ons land, want dat is wat we nu zien. De cijfers met betrekking tot secundaire migratie stijgen. Ik hoop dat de secundaire migratie van mensen uit Bangladesh en Pakistan niet zal toenemen. Wij zullen dit jaar bijna 40.000 asielaanvragen hebben. Als we die er nog eens moeten bij nemen, ligt het systeem helemaal plat.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
De voorzitter: Mevrouw Delcourt is afwezig.
15.01 Francesca Van Belleghem (VB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Mijnheer
de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, op 21 november 2024 oordeelde het
Grondwettelijk Hof dat artikel 40ter, § 2, eerste lid, 2° van de
Vreemdelingenwet het non-discriminatieverbod schendt, omdat dat artikel geen
alternatieve bewijsmogelijkheden voor een geldig identiteitsdocument toestaat
voor de gezinsmigrant.
Hoe
schat u de gevolgen in van dit arrest? Hoe zal de Dienst Vreemdelingenzaken in
afwachting van een wetswijziging omgaan met dit arrest: zult u vanaf de
uitspraak van dit arrest reeds alternatieve bewijsmogelijkheden toestaan? Welke
'alternatieve bewijsmogelijkheden' zijn dat dan?
15.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Inderdaad, mevrouw Van Belleghem, het Grondwettelijk Hof oordeelde dat de bepaling die vereist dat de ouder van een minderjarig Belgisch kind die gezinshereniging aanvraagt met dat kind en de eigen identiteit dient te bewijzen met zijn geldig identiteitsdocument, in strijd is met de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, in zoverre ze geen alternatieve bewijsmogelijkheden toestaat in verband met de vereiste om een geldig identiteitsdocument voor te leggen.
De DVZ houdt uiteraard rekening met dit arrest van het Grondwettelijk Hof wanneer hij nieuwe aanvragen onderzoekt en zal dus met de geldigheid van andere documenten rekening houden. Wanneer er weigeringsbeslissingen worden genomen, dan zal de DVZ ook zijn motivering daartoe moeten wijzigen.
De diensten bij de DVZ zijn vandaag bezig met een grondiger onderzoek. Ze zullen ook instructies publiceren op GemCom voor de gemeenten.
We bestuderen de impact van dit arrest ook op de wet en het gevolg dat daaraan zal worden gegeven in termen van wetswijzigingen. We zijn daar momenteel mee bezig. Er zal hoogstwaarschijnlijk wel een wetswijziging nodig zijn.
15.03 Francesca Van Belleghem (VB): Ik dank u voor het antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
Gezinshereniging is het grootste migratiekanaal. Ik hoop dat de volgende regering werk zal maken van een verstrenging van die gezinshereniging, want op Europees vlak zien we dat onze wetgeving wel degelijk nog veel strenger kan en dus ook moet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb hier al verschillende keren de Spaanse migratiepolitiek aangekaart, meer bepaald de regularisatiepolitiek. Men kan de socialistische regering van premier Sanchez alleen maar zeer naïef noemen en eigenlijk ook deloyaal aan de rest van de Europese Unie. Ze kondigde namelijk aan dat ze per jaar 300.000 mensen in illegaal verblijf wil regulariseren en had het daarbij over 2025, 2026 en 2027.
In de praktijk gaat het om mensen die op illegale wijze de Schengenzone zijn binnengedrongen via mensensmokkel, dan wel mensen die langer in de Schengenzone verblijven dan hun visum of hun visumvrijgestelde paspoort toelaat. De verblijfsvergunningen die Spanje uitreikt, geven ook recht op vrije circulatie in de Schengenzone. Aangezien de Spaanse regering hiermee een totaal verkeerd signaal geeft en dit grote gevolgen kan hebben op de Schengenzone en dus natuurlijk ook op ons land, vroeg ik u om in contact te treden met uw Spaanse ambtgenoot. U gaf aan dat u dit zou aankaarten op de Europese Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 december 2024.
Daarom wou ik weten of u deze problematiek hebt kunnen aankaarten, wat de conclusies waren van dat overleg en welke andere stappen u zult nemen om een eventueel aanzuigeffect richting ons land te vermijden.
16.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw De Vreese, zoals ik al eerder in de commissie aangaf, beschikken de Europese lidstaten over een beleidsruimte met betrekking tot het verblijf op hun grondgebied. Ik herhaal – dat is heel belangrijk – dat een verblijfstitel toegekend door Spanje geen recht geeft op verblijf in België. Deze personen hebben evenmin recht op werk, sociale rechten of sociale bijstand in ons land.
Vorige week donderdag heb ik dit punt informeel besproken met de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken. Uit dat gesprek neem ik de volgende punten mee. Ten eerste, de regularisatie die zij voorzien, richt zich voornamelijk op migranten uit Latijns-Amerika, die dus een specifieke culturele en taalkundige band met Spanje hebben. Ten tweede, de maatregel zal pas over zes maanden in werking treden. Ten derde vertelde hij me over de enorme druk waaronder de Spaanse regering staat vanuit de meerderheid en de oppositie om die regularisatiecampagne door te voeren. Het is een zeer gevoelig onderwerp. Dat is het bij ons ook, maar de opinie over regularisatie is bij ons toch anders dan in Spanje, zeker in steden als Barcelona, waar ook vanuit de oppositie en de partij van Puigdemont, die u goed kent, een sterke vraag naar regularisatie bestaat.
Zoals u weet ben ik geen voorstander van regularisatiecampagnes. Ik denk dat ik dat na meer dan twee jaar in deze stoel niet meer hoef te herhalen.
Laten we de zaken echter in perspectief zien. Het gaat om mensen die om bepaalde redenen naar Spanje gereisd zijn en een band hebben met dat land. Ze komen immers vaak uit Latijns-Amerika en willen in Spanje blijven omdat ze de taal spreken en er willen werken. We zullen hen ook geen enkel recht op verblijf of bijstand in België geven. Mochten ze alsnog in België terechtkomen, zullen we hen terugsturen naar Spanje, een lidstaat waarmee onze diensten uitstekende relaties onderhouden.
Mevrouw De Vreese, ik denk dat wij dezelfde opinie hebben over de vraag tot regularisatie of grote regularisatiecampagnes. In Europees verband kunnen wij echter niet verhinderen dat een ander Europees land daarin andere keuzes maakt.
16.03 Maaike De Vreese (N-VA): Ik hoorde de bezorgdheid over de Canarische Eilanden, over de Atlantische route, over de nieuwe smokkelroute van Pakistani en mensen uit Bangladesh. Als Spanje dan het signaal geeft dat het om de zoveel jaar overgaat tot enorme regularisatiecampagnes, moet het niet schrikken dat het als land zeer aantrekkelijk wordt. Om economische redenen trekken mensen dan door richting ons land, bijvoorbeeld omdat de werkloosheiduitkering hier niet beperkt is in de tijd.
Ik weet dat u absoluut geen voorstander bent van regularisatiecampagnes. We zitten daar inderdaad op dezelfde lijn, mevrouw de staatssecretaris. Er is voor de volgende regering echter absoluut veel werk aan de winkel om die illegale, ongecontroleerde migratie tegen te gaan en in overleg te blijven met de andere EU-lidstaten over deze problematiek.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17.01 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, al jaren kreunt het opvangsysteem onder een tekort aan bedden voor asielzoekers tijdens hun asielprocedure, terwijl materiële opvang voor die groep een wettelijk recht is. Momenteel krijgen duizenden asielzoekers hierdoor niet de opvang waar ze recht op hebben.
In die optiek is het verwonderlijk, om niet te zeggen onbegrijpelijk, dat u nog steeds vluchtelingen naar België haalt via hervestiging, waardoor het opvangtekort in België nog verergert. Wat die praktijk nog absurder maakt, is dat het gaat om mensen die al in veiligheid zijn, omdat ze opgevangen worden in UNHCR-opvangkampen in veilige buurlanden van conflictzones. Uit de recentste cijfers van het CGVS blijkt dat het daarenboven niet over een klein aantal personen gaat. Het afgelopen jaar zouden zo al 452 asielzoekers via die weg naar Belgische opvangstructuren gevlogen zijn, op kosten van de Belgische Staat.
Mevrouw de staatssecretaris, waarom doet u dat, wetende dat de betreffende asielzoekers al veilig zijn en u daarmee het opvangtekort in België nog verergert?
17.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Safai, sta me toe om eerst de juiste cijfers mee te delen. In 2024 werden inderdaad 470 personen via hervestiging naar België overgebracht. Niet voor al die personen gaat het om nieuwe engagementen, het ging ook over de uitvoering van hervestigingsmaatregelen waartoe de regering al eerder had beslist. Voor 137 Syriërs uit Turkije dateert de beslissing uit 2022 en voor 44 Congolezen zelfs uit 2021.
Ik ben het wel met u eens dat het in de huidige context onmogelijk is om nog meer personen te hervestigen. Eerder heb ik daarom al beslist om de hervestiging on hold te zetten. De asielzoekers die dit jaar nog werden overgebracht, waren al eerder geïdentificeerd en onze diensten hadden hen al eerder geïnterviewd. Bovendien ging het om personen van wie UNHCR ons had laten weten dat zij in een zeer precaire en onveilige situatie zaten. Andere asielzoekers die eerder geselecteerd en of geïnterviewd werden, hebben we niet laten overbrengen.
Hervestiging heeft voordelen; ik denk dat we het daarover eens zijn. Ik heb u zelf al voor de hervestiging van bepaalde precaire vluchtelingen horen pleiten. Hervestiging vermijdt inderdaad dat vluchtelingen zich tot mensensmokkelaars moeten richten om naar Europa te komen en het biedt landen van ontvangst ook zekerheid over de profielen die zij opvangen. In een ideale wereld zouden vluchtelingen enkel via hervestiging naar Europa komen, maar we leven niet in een ideale wereld en de praktijk is anders. België wordt geconfronteerd met een zeer hoog aantal asielaanvragen en in de opvang is het elke dag vechten om voldoende plekken te vinden voor gezinnen met kinderen die voor opvang komen aankloppen.
In die zeer moeilijke context heb ik afgelopen juli ervoor gekozen om het hervestigingsprogramma helemaal on hold te zetten. Het valt namelijk moeilijk te verantwoorden dat wij extra vluchtelingen toelaten tot België, terwijl wij in de delicate opvangsituatie van vandaag voor elke plaats voor een gezin met minderjarige kinderen moeten vechten.
17.03 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Wij kennen inderdaad een hele moeilijke situatie op het vlak van opvang. Ik noteer dat u het met mij eens bent, dat u hervestiging van asielzoekers on hold hebt gezet en dat u dat aanhoudt zolang het opvangprobleem niet is opgelost.
Het klopt dat in een ideale wereld hervestiging de beste manier is om asielzoekers legaal te laten binnenkomen. Wij leven echter nog altijd in een wereld waarin wij de toestroom van zovele asielzoekers niet meer aankunnen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik dank alle aanwezigen en wens iedereen een goede kerstvakantie.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 46.