Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen

Commission de la Santé et de l'Égalité des chances

 

van

 

Dinsdag 28 januari 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 28 janvier 2025

 

Après-midi

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 03 et présidée par M. Patrick Prévot.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.03 uur en voorgezeten door de heer Patrick Prévot.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Vraag van Frieda Gijbels aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken, Volksgezondheid, Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid) over "Mogelijke zoönosen (vogelgriep)" (56000937C)

01 Question de Frieda Gijbels à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales, Santé publique, Coopération au développement et Grandes Villes) sur "De possibles zoonoses (grippe aviaire)" (56000937C)

 

01.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, bepaalde stammen van het vogelgriepvirus H5N1 blijken nogal virulent te zijn en ook in aanmerking te komen voor transmissie tussen zoogdieren en voor zoönotische infecties, dus infecties op mensen. Daarover zijn wetenschappelijke artikelen gepubliceerd.

 

Volgens het dashboard van Sciensano is vogelgriep ook breed verspreid in België. Dat moet ons toch zorgen baren, want ons land is vatbaar voor zoönotische infecties wegens de hoge dichtheid van de veestapel en de nabijheid van die veestapel bij de bevolking. Vogelgriep wordt ook vastgesteld bij wilde vogels en lijkt inmiddels niet meer puur seizoensgebonden, aangezien het virus ook in de zomer werd vastgesteld. Dat wijst op een brede verspreiding.

 

In de Verenigde Staten en Canada wordt H5N1 ook vastgesteld bij runderen en geiten. Daar zouden ook zoönotische infecties zijn beschreven. Er is recent een persoon overleden aan het virus in de Verenigde Staten. In ons land wordt het vee volgens het verslag van de Risk Assessment Group-Veterinary-Emerging Zoonoses (RAG-V-EZ) van april 2024 blijkbaar niet gemonitord.

 

Wordt de surveillance voor H5N1 verhoogd, vooral tijdens de wintermaanden? Is het de bedoeling om ook runderen of ander vee te monitoren?

 

De RAG-V-EZ adviseerde om melkstalen retrospectief te controleren op H5N1. Werd dat uitgevoerd en wat zijn de resultaten? Worden melkstalen vandaag actief getest en is er daarvoor voldoende laboratoriumcapaciteit? Er wordt ook gewaarschuwd voor de consumptie van rauwe melkproducten. Welke acties zijn er daarrond ondernomen?

 

Zijn er in België of Europa infecties van H5N1 bij mensen vastgesteld? Op welke manier wordt dat gemonitord?

 

01.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Gijbels, de problematiek van de vogelgriep, vastgesteld bij runderen in de Verenigde Staten en Canada, heeft ons allen verrast. In Europa werd dit gelukkig nog niet vastgesteld. De surveillance wordt deze winter niet actief verhoogd voor H5N1, omdat ze tot op heden steeds goed gefunctioneerd heeft en de besmettingen tijdig gedetecteerd werden.

 

We gaan op dit moment geen random monitoring doen bij runderen of ander vee. Tot nu toe werden er ook geen testen op melk uitgevoerd, maar ons referentielabo heeft ondertussen de test op punt gesteld om melk te kunnen testen zodra er een vermoeden van besmetting bestaat. Een retrospectieve testing is momenteel niet voorzien, maar enkele lidstaten hebben wel dergelijke testen uitgevoerd en die bleken telkens negatief.

 

Aangezien er amper invoer is van levende runderen, rauwe melk of rauwe melkproducten uit de Verenigde Staten, is het risico van verspreiding zeer beperkt. De H5N1-stam, die in Noord-Amerika bij vogels en runderen circuleert, is ook verschillend van de stam in Europa. Waakzaamheid blijft echter geboden om signalen snel op te vangen mocht de situatie veranderen. Er werden in de regio geen recente besmettingen gerapporteerd. Meer info kunt u zeker verkrijgen bij mijn collega van Volksgezondheid.

 

01.03  Frieda Gijbels (N-VA): Mijn vraag was in eerste instantie inderdaad ook gericht aan uw collega Vandenbroucke, maar ik werd naar u doorverwezen. Het is altijd "gevaarlijk" als een thema onder twee bevoegdheden valt, waarbij er dan door de ene naar de andere wordt verwezen.

 

Ik doe een oproep om oplettend te zijn. We weten dat de vogelgriep in België al sterk is verspreid bij het pluimvee en de vogels. De stap naar runderen of mensen is vaak niet groot. Het is goed dat de testcapaciteit er nu is voor melkproducten.

 

Ik verzoek toch om eventueel ook te denken aan random steekproeven bij runderen en melkproducten, zodat men op tijd kan ingrijpen indien nodig. De hoge dichtheid van onze veestapel en onze pluimveestapel en de nabijheid van de bevolking houden een hoog risico op zoönotische infecties in.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Irina De Knop aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De mogelijke gevolgen van de uitbraak van mond-en-klauwzeer in Duitsland" (56001792C)

- Patrick Prévot aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De mond-en-klauwzeeruitbraak in Duitsland" (56001823C)

- Katleen Bury aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Mond-en-klauwzeer" (56001868C)

02 Questions jointes de

- Irina De Knop à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Les possibles conséquences de l'émergence de la fièvre aphteuse en Allemagne" (56001792C)

- Patrick Prévot à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "L’épidémie de fièvre aphteuse en Allemagne" (56001823C)

- Katleen Bury à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La fièvre aphteuse" (56001868C)

 

02.01  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, dat de dierenziekte mond-en-klauwzeer volgens het FAVV in ons land sinds de jaren 70 niet meer voorkwam, is geen garantie dat die niet meer terugkeert. Daarom blijft altijd voorzichtigheid geboden, ook gelet op de grote aanwezigheid van intensieve dierhouderij in onze landbouw. Mond-en-klauwzeer is zeer besmettelijk en komt voor bij koeien, varkens, schapen, geiten en herten. Behandelingsmogelijkheden zijn er niet. De enige remedie is dan ook de meest drastische, namelijk de vernietiging van de hele veestapel op een boerderij zodra één besmet dier wordt gedetecteerd. Gelukkig is het virus voor mensen ongevaarlijk.

 

In ons buurland Duitsland werd een uitbraak vastgesteld in de deelstaat Brandenburg, waardoor waakzaamheid geboden is. De besmettingshaard bevindt zich weliswaar aan de oostkant van Duitsland, maar sowieso blijft Duitsland onze belangrijkste handelspartner in landbouw- en voedingsproducten. Bovendien kunnen illegaal ingevoerde dierlijke producten uit landen waar het virus nog wel voorkomt, zoals Turkije, het Midden-Oosten of delen van Azië, ook bij ons voor problemen zorgen.

 

Sinds de indiening van mijn vraag op 10 januari, is er wel al het een en ander gebeurd. Nederland heeft al heel snel een afvoerverbod van kalveren uit Duitsland geïmplementeerd en er werd een bezoekersverbod voor vleesbedrijven afgekondigd. Bij ons werden negen landbouwbedrijven geblokkeerd, maar die blokkade is ondertussen ook al opgeheven, naar ik heb begrepen, al heeft men op de landbouwbeurs Agriflanders wel besloten om traditionele prijskampen met dieren niet te laten plaatsvinden.

 

Inmiddels is de mond-en-klauwzeerdreiging in Duitsland grotendeels geweken, maar nu laten wel belangrijke naweeën zich voelen, als ik die omschrijving mag gebruiken. Door de uitbraak van mond-en-klauwzeer hebben veel niet-Europese landen hun grenzen voor Duits varkensvlees gesloten, waardoor het Duitse vlees nu volop op de Europese markt wordt afgezet. Daardoor zijn de varkensprijzen in ons land natuurlijk ook gevoelig gedaald, wat geen goed nieuws is voor onze varkensboeren, die net Duitsland als belangrijkste afzetmarkt hebben. Net nu de varkensprijzen al een tijdje op peil waren, krijgen ze opnieuw een nieuwe klap.

 

Welke preventieve maatregelen gelden in ons land om een uitbraak van mond-en-klauwzeer te voorkomen?

 

Wordt er nog systematisch op mond-en-klauwzeer gecontroleerd?

 

Hebt u zich al geïnformeerd bij de Duitse autoriteiten over de stand van zaken van het onderzoek naar de uitbraak van mond-en-klauwzeer in Märkisch-Oderland?

 

Heeft de uitbraak van mond-en-klauwzeer in Duitsland geleid tot een verhoogde waakzaamheid bij ons? Kunt u ons dan duidelijk zeggen welke maatregelen genomen werden in ons land?

 

Een van de mogelijke besmettingshaarden vormen de geïmporteerde illegale dierlijke producten. Ik wil dus heel graag weten met welke intensiteit daarop gecontroleerd wordt. Hebben de inspectiediensten effectief import van illegale dierlijke producten kunnen vaststellen? Zo ja, welke waren de resultaten van de inspecties? Uit welke landen kwam de import en welke sancties werden er opgelegd?

 

Ik heb nog een bijkomende vraag, die actueler is. Wat zult u ondernemen als blijkt dat de prijsdaling van het varkensvlees aanhoudt en onze varkenshouderijen daardoor economisch zwaar getroffen worden?

 

02.02  Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, la fièvre aphteuse a fait son retour sur notre continent. C'est une première depuis 2011. Un foyer a été détecté dans le Land de Brandebourg, dans l'Est de l'Allemagne. Trois buffles d'Asie y sont morts de la maladie. Dans leur cas précis, nos voisins n'avaient plus connu de foyer depuis 1988.

 

À l'heure d'écrire les lignes de cette question orale, une enquête allemande était en cours. Des mesures de précaution ont déjà été prises dans le pays, comme l'interdiction du transport d'animaux, la fermeture de deux zoos à Berlin et l'abattage préventif de 200 porcs présents dans une ferme voisine. Il faut dire que c'est une maladie virale très contagieuse pour les animaux à sabots et que le spectre de l'année 2001 doit évidemment encore hanter les autorités sanitaires. Depuis le dépôt de ma question, neuf exploitations agricoles ont été visitées par les vétérinaires de l'AFSCA et se sont révélées finalement conformes, tandis que l'Anses, le pendant français de l'AFSCA, travaille de son côté d'arrache-pied au développement d'une nouvelle méthode de diagnostic rapide et étudie également l'efficacité de la vaccination.

 

À l'époque, au Royaume-Uni, une telle épidémie avait conduit à abattre environ six millions de têtes de bétail. On sait qu'un abattage aussi massif a évidemment un coût qui se chiffre à plusieurs milliards d'euros.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous nous donner un instantané de la situation au sujet de l'épidémie de fièvre aphteuse en Allemagne? Où en est l'enquête en cours? Où en est la propagation du virus? Avez-vous pris connaissance des cas en Allemagne? L'AFSCA a-t-elle appelé vétérinaires et éleveurs à être vigilants et à signaler tout cas suspect? Enfin, quelles sont les dernières recommandations de l'AFSCA à ce sujet?

 

De voorzitter: Mevrouw Bury is afwezig.

 

02.03 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, collega's, vooreerst, dieren moeten voor ze ingevoerd worden uit derde landen of verzonden worden naar andere lidstaten, geïnspecteerd worden door een officiële dierenarts en vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat. In België is er een systeem van epidemiologische toezicht uitgebouwd.

 

Mond-en-klauwzeer is een aangifteplichtige ziekte en elke verdenking moet dus gemeld worden. Als veehouders verdachte symptomen opmerken bij hun dieren, moeten zij hun dierenarts contacteren. Als die mond-en-klauwzeer niet kan uitsluiten, moet hij onmiddellijk het FAVV contacteren, dat de leiding zal nemen in het verdere onderzoek om de aanwezigheid van de ziekte uit te sluiten. Ook bij de routinecontroles door het FAVV en bij certificatie voor vertrek naar andere landen, wordt gelet op symptomen die kunnen wijzen op de ziekte.

 

Het is voornamelijk de illegale invoer van dierlijke producten in de bagage van reizigers uit derde landen die een risico vormt. Het FAVV organiseert daarom op regelmatige basis BACON-acties, BACON staat voor bagagecontrole, samen met de douane. In 2024 werden ongeveer 55 BACON-acties georganiseerd in de Belgische internationale luchthaven en het station van Brussel-Zuid. Tijdens die acties werd circa 4.061 kilogram dierlijke producten in beslag genomen, waarvan circa 2.147 kilogram visserijproducten en circa 1.233 kilogram vlees- of melkproducten.

 

De producten worden in beslag genomen en geregistreerd vooraleer ze worden vernietigd. Op die manier kan de douane zendingen pas vrijgegeven nadat de invoercontrole door het FAVV is uitgevoerd.

 

Er worden ook gerichte communicatiecampagnes gevoerd om mensen bewust te maken van de regels over het meenemen van vlees naar België. Veehouders en andere betrokkenen worden ook gesensibiliseerd via de website, nieuwbrieven en vergaderingen met de landbouwsector en dierenartsen.

 

Op het ogenblik is slechts één haard van mond-en-klauwzeer bevestigd in de Duitse deelstaat Brandenburg. Het betrof een beslag van veertien waterbuffels, waarbij drie dieren stierven. De elf resterende dieren op het bedrijf werden geruimd. Het bedrijf werd ontsmet. Er werden zones afgebakend met een vervoerverbod. Eén varkensbedrijf en twee bedrijven met schapen in een straal van een kilometer rond de haard en één contactbedrijf op 20 kilometer van de haard werden preventief geruimd. Alle analyses op stalen van dieren uit de vastgelegde zone waren gunstig.

 

Het FAVV staat in permanent contact met de bevoegde diensten van Duitsland en met de Europese Commissie.

 

Tijdens de bijeenkomst van het Permanent Comité op 13, 17 en 23 januari 2025 en die van de Landbouwraad van maandag 27 januari 2025, heeft Duitsland uitgebreid toelichting gegeven over de situatie ter plekke, het epidemiologisch onderzoek en de genomen maatregelen.

 

Suite à l'émergence du foyer de fièvre aphteuse en Allemagne, l'AFSCA a appelé à la vigilance accrue. Tous les animaux originaires du Land de Brandebourg introduits dans un troupeau belge depuis le 1er décembre ont été retracés dans TRACES et Sanitel.

 

Toutes les exploitations concernées ont été mises sous suspicion et visitées par des vétérinaires de l'AFSCA qui ont procédé à des examens cliniques et à des prélèvements d'échantillons. Tant les examens que les résultats d'analyses étaient parfaitement conformes. Les exploitations concernées ont toutes été libérées le vendredi 17 janvier.

 

L'AFSCA continue à suivre de près l'évolution de la situation en Allemagne. Par le passé, la fièvre aphteuse était combattue préventivement par la vaccination du cheptel bovin. Toutefois, depuis 1991, cette vaccination préventive n'est plus autorisée. Depuis lors, la prévention consiste en l'application correcte d'un certain nombre de mesures de biosécurité générales mais très importantes, comme par exemple l'interdiction d'entrée dans une exploitation d'élevage aux personnes revenues dans les 72 heures précédentes d'un pays où la fièvre aphteuse est présente ou suspectée.

 

Tous les moyens de transport doivent être nettoyés et désinfectés après chaque transport de biongulés. Dans certains cas, un certificat doit être présenté à cet effet. De plus, conformément à l'arrêté royal du 10 octobre 2005 relatif à la lutte contre la fièvre aphteuse, le fonds budgétaire pour la santé et la qualité des animaux et des produits d'origine animale, mieux connu sous le nom de Fonds sanitaire, a mis en place un système d'indemnisation en cas d'abattage.

 

Lorsqu'une épidémie survient en Belgique ou ailleurs dans l'Union européenne, diverses mesures de lutte sont prises pour empêcher la propagation du virus et éradiquer la maladie.

 

Ces mesures comprennent notamment une interdiction de transport de 72 heures maximum pour les animaux et les produits à risque tels que le lait; la limitation des différentes zones (trois kilomètres et dix kilomètres) autour des foyers identifiés où des mesures strictes de lutte sont en place; l'abattage dans les entreprises contaminées et, si nécessaire, dans les entreprises de contact et entreprises voisines; la restriction des déplacements des animaux, des aliments pour animaux, des produits d'origine animale et d'autres produits pouvant propager la maladie; une interdiction de rassemblement d'animaux; des mesures de biosécurité strictes y compris pour les visiteurs des exploitations agricoles; une surveillance accrue dans les zones délimitées et dans le reste du pays; une vaccination d'urgence dans un rayon limité autour des entreprises contaminées et des entreprises de contact, si nécessaire.

 

Ces mesures sont prises dans les plus brefs délais.

 

02.04  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, uw antwoord was vrij algemeen. Sowieso vinden wij het zeer belangrijk dat er van zeer nabij op de kwestie wordt toegezien. Misschien kunnen we op dat vlak meer doen in ons land. In elk geval zal ik uw antwoord via het verslag verder analyseren. Wij komen hier zeker op terug, indien dat nodig is.

 

02.05  Patrick Prévot (PS): Merci monsieur le ministre pour cette longue réponse, qui démontre que les erreurs ou les difficultés auxquelles nous avons été confrontés par le passé ont été retenues. Vous avez rappelé la surveillance accrue qui est à l'œuvre dans notre pays, avec la surveillance épidémiologique, mais aussi les processus et mécanismes qui sont mis en place dès une détection ou une suspicion de détection par les vétérinaires. Il faudra à tout le moins maintenir ce processus et le renforcer, le cas échéant. Nous constatons que le secteur agricole n'est pas épargné par ce genre de maladies, qui reviennent régulièrement sur le devant de l'actualité. Je ne peux qu'encourager le prochain gouvernement à continuer dans cette voie et à être à la pointe en termes de détection, également au niveau européen. 

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Lotte Peeters aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De door Albert Heijn teruggeroepen blauwe bessen wegens een mogelijke besmetting met hepatitis A" (56001939C)

03 Question de Lotte Peeters à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Les myrtilles rappelées par Albert Heijn en raison d'une éventuelle contamination à l'hépatite A" (56001939C)

 

03.01  Lotte Peeters (N-VA): Mijnheer de minister, wij vernamen dat in Nederland twaalf personen besmet waren geraakt met hepatitis A na het eten van blauwe bessen uit de supermarktketen Albert Heijn. Twee personen belandden effectief in het ziekenhuis.

 

De winkelketen liet ook in ons land loten terugroepen en het departement Zorg maakt melding van vier vermoedelijke besmettingen in België. Ook vernamen we dat de besmetting vermoedelijk het gevolg is van slechte handhygiëne van een medewerker die de diepvriesbessen heeft ingepakt. We moeten ons dan toch de vraag stellen of er voldoende controle gebeurde en of de processen correct worden gevalideerd.

 

Heeft het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen kennisgenomen van deze meldingen? Indien ja, welke stappen heeft het FAVV ondernomen om de veiligheid van gelijkaardige producten op de Belgische markt te controleren? Bestaat er ondertussen meer duidelijkheid over de precieze oorzaak van deze besmetting? Waren de controles op de verwerking van deze producten afdoende uitgevoerd?

 

Wordt er in België actief gecontroleerd op hepatitis A in geïmporteerde verse en/of diepvriesproducten die vaak rauw geconsumeerd worden, zoals blauwe bessen? Zijn daarvan recente testresultaten bekend? Hoe verloopt de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de Belgische en Nederlandse autoriteiten in dit soort grensoverschrijdende voedselveiligheidskwesties?

 

Hoe ziet u de rol van importeurs en distributeurs in het versterken van de preventie van voedselgerelateerde gezondheidsrisico's? Zijn uw diensten op de hoogte van soortgelijke besmettingen van diepgevroren producten in 2024? Wat was de ernst daarvan?

 

03.02 Minister David Clarinval: Het FAVV werd op de hoogte gebracht via het daartoe voorziene communicatiesysteem in de Europese Unie, namelijk het Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF). Een recall van de betrokken producten werd georganiseerd. Het incident noodzaakte geen aanpassing van de huidige inspecties en monsternemingen voor analyse. Die zijn immers reeds voorzien in het controleprogramma van het FAVV.

 

Op dit ogenblik is er geen info beschikbaar over hoe de contaminatie kon gebeuren. De betrokken producten waren afkomstig van Polen en zijn geleverd aan Albert Heijn in Nederland via verschillende intermediaire bedrijven in Polen. De Poolse autoriteiten voeren een onderzoek uit.

 

Wat uw derde vraag betreft, het FAVV plant jaarlijks monsternemingen voor analyse op het hepatitis A-virus van verse en diepgevroren kleine bessen, groenten en fruit van het vierde gamma en visserijproducten om rauw te consumeren. In zijn controleprogramma van 2025 voorziet het FAVV voor elk van die vier productengroepen in 182 analyses. In 2023 werden in totaal 695 monsters genomen voor analyse op het hepatitis A-virus. Alle monsters waren conform. Uit de voorlopige cijfers van 2024 blijkt dat van de 704 geanalyseerde monsters op het hepatitis A-virus bij oesters één monster niet conform was. Bij grensoverschrijdende incidenten in Europa die een mogelijk risico inhouden voor mensen of dieren, wordt het speciaal hiervoor opgezette systeem RASFF gebruikt.

 

De informatie-uitwisseling tussen de Belgische en de Nederlandse autoriteiten over dit dossier verloopt uitstekend, vooral via het RASFF.

 

Wat uw vijfde vraag betreft, de importeurs en de distributeurs zijn, net als de andere operatoren in de voedselketen, verantwoordelijk voor de levensmiddelen die ze op de markt brengen. Het Europese kader voorziet al jaren in een belangrijke gereguleerde en gecontroleerde verplichting van eigen controles, autocontroles genoemd, voor alle operatoren. Naast het toezien op de eigen producten en procedures houdt dat ook toezicht in op de leveranciers. Dit toezicht kan bijvoorbeeld gebeuren via audits die toezien op de productieomstandigheden ter plaatse en die erop toezien hoe de pluk van de bessen gebeurt, of er voldoende hygiënische toiletten en handwasmogelijkheden zijn op de velden, wat de hygiënische maatregelen zijn voor plukkers die afkomstig zijn uit landen waar hepatitis-A-infectie endemisch is en of de eventuele irrigatie gebeurt met water van deugdelijke kwaliteit.

 

Uit de voorlopige cijfers van 2024 van de analyses door het FAVV van diepgevroren producten, werden geen non-conforme resultaten vastgesteld.

 

03.03  Lotte Peeters (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Wij danken ook het Federaal Voedselagentschap voor de reeds geleverde inspanningen, onder andere de jaarlijkse monsternemingen op bessen, groenten, fruit en visserijproducten, maar ook voor het inzetten van een controleprogramma om snel te kunnen schakelen.

 

We zullen de vervolgstappen nauwgezet mee opvolgen. Het zal zeker niet de laatste keer zijn dat we in een gelijkaardig dossier moeten tussenbeide komen. Ik denk bijvoorbeeld aan het nieuws over het hoge chloraatgehalte in Coca Cola, dat ons gisteren bereikte. Ik zal daarover naar analogie met dit dossier dan ook een mondelinge vraag indienen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Marie Meunier à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "L’interdiction d’exportation de pesticides interdits" (56001982C)

- Sarah Schlitz à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "L'exportation de pesticides interdits en Europe" (56002175C)

- Anne Pirson à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Le refus de signer la demande d’interdiction d’exportation des pesticides prohibés en Europe" (56002085C)

04 Samengevoegde vragen van

- Marie Meunier aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het verbod op de uitvoer van verboden pesticiden" (56001982C)

- Sarah Schlitz aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De uitvoer van in Europa verboden pesticiden" (56002175C)

- Anne Pirson aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De weigering om de handtekening te zetten onder een uitvoerverbod voor in Europa verboden pesticiden" (56002085C)

 

04.01  Marie Meunier (PS): Monsieur le ministre, en février 2023, 6 organisations non gouvernementales (ONG) ont publié un rapport dénonçant le fait que la Belgique est l'un des plus importants exportateurs de pesticides, avec 16 substances actives à usage agricole interdites au sein de l’Union européenne exportées entre 2013 et 2020, soit un total de près de 50 000 tonnes envoyées à 70 pays différents sur la période.

 

Dans la foulée, en novembre 2023, le gouvernement Vivaldi a posé un acte fort en publiant au Moniteur belge un arrêté royal interdisant l'exportation de certaines substances dangereuses vers des pays non-membres de l'Union européenne. Concrètement, cet arrêté interdit l'exportation de 15 substances et limite strictement l'exportation de 10 autres produits. L'entrée en vigueur est prévue le 28 mai 2025.

 

Sur cette lancée, dans le cadre de la présidence belge au premier semestre 2024, la Belgique a fait adopter des conclusions ambitieuses sur le sujet, l'idée étant de ramener l'ensemble de l'Europe autour d'une position cohérente.

 

Or, nous sommes aujourd’hui inquiets, car cet élan pourrait se fracasser. C’est en tout cas ce que dénonce l’ONG Humundi, qui alerte sur un rétropédalage de la Belgique. D'un côté, le Danemark a pris l'initiative de demander à la Direction générale Environnement de la Commission européenne de stopper ce type d’exportations à l'échelle de l’Union européenne. Cette demande a été appuyée par sept pays, mais pas par la Belgique, ce qui constitue un revirement. D'un autre côté – et c’est plus inquiétant encore – vous, le ministre fédéral de l’Agriculture, êtes accusé de mener en coulisses des tractations pour reporter l'entrée en vigueur de l'arrêté royal de novembre 2023.

 

Monsieur le ministre, l'arrêté royal du 19 novembre 2023 entrera-t-il bien en vigueur le 28 mai 2025 comme prévu? Dans la négative, pourquoi?

 

La Belgique se joindra-t-elle à l'initiative du Danemark afin de demander à la Commission européenne de stopper l'exportation de pesticides interdits à l'échelle de l'Europe? Dans la négative, pourquoi?

 

Enfin, il me paraît insensé d'interdire à nos agriculteurs l'usage de certains pesticides mais, par ailleurs, d’exporter ces mêmes pesticides hors de l'Europe, pour finalement importer de l'étranger des aliments dont la culture a nécessité l'usage des mêmes poisons. Même aveuglé par les vertus du libre-échange, qui pourrait comprendre ce raisonnement? Dès lors, confirmez-vous l'information de l’ONG Humundi selon laquelle la Belgique rétropédale? Si oui, comment pouvez-vous le justifier?

 

04.02  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, en juin 2023, la Belgique adoptait un arrêté royal interdisant l’exportation de pesticides interdits dans l'Union européenne, se positionnant comme pionnière sur cette question. Pourtant, des inquiétudes émergent en raison de votre refus de cosigner une lettre, portée par le Danemark, appelant à une interdiction européenne généralisée de ces exportations toxiques.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous éclairer sur ce refus de signer la lettre en question? Que signifie-t-il quant au positionnement de la Belgique? Le report de l’entrée en vigueur de l'arrêté royal est-il à l'ordre du jour? Autrement dit, l'arrêté entrera-t-il en vigueur le 28 mai prochain ou sera-t-il reporté?

 

Enfin, soutiendrez-vous les futures initiatives européennes visant à bannir les exportations de pesticides pourtant interdits chez nous?

 

04.03  Anne Pirson (Les Engagés): Monsieur le ministre, comme déjà indiqué, le 23 juin 2023, la Belgique se positionnait en pionnière, puisqu'elle prenait une décision historique en devenant le deuxième État membre de l'Union européenne à interdire l'exportation de pesticides bannis dans l'Union européenne. Plusieurs États membres ont accepté de soutenir cette initiative, en demandant à la Commission européenne d’interdire ces exportations, en vue de renforcer la dynamique vers une interdiction européenne. En refusant d’y apposer la signature de la Belgique, votre position semble marquer un recul par rapport aux engagements pris par notre pays, notamment sous la présidence belge du Conseil de l’Union, à l'occasion de laquelle des conclusions ambitieuses avaient été adoptées en faveur d’une telle interdiction.

 

Plusieurs associations environnementales et organisations expriment aujourd’hui leurs craintes quant aux conséquences de cette décision. Elles s’inquiètent ainsi du signal envoyé à l'échelle européenne. En effet, la Belgique pourrait constituer un frein aux avancées en matière de régulation des pesticides dangereux.

 

De plus, cette décision envoie un nouveau message négatif aux agriculteurs, déjà inquiets des différentes crises ainsi que du Mercosur. Comment pourront-ils nous maintenir leur confiance si nous autorisons l’exportation de pesticides vers des pays étrangers et que les aliments produits avec ces mêmes pesticides seront ensuite importés chez nous et pourront se retrouver dans l’assiette de nombreux Belges?

 

Monsieur le ministre, comment justifiez-vous cette décision alors que notre pays a adopté une telle interdiction dans son droit national? Pouvez-vous garantir que cette position ne préfigure pas un report ou une remise en cause de l'entrée en vigueur de l'arrêté royal prévue pour le 28 mai 2025? Après plusieurs crises majeures pour le secteur, comment comptez-vous expliquer aux agriculteurs que la Belgique est favorable à l'exportation de pesticides interdits en Europe tout en acceptant l'interdiction de denrées traitées avec ces substances? En adoptant une telle attitude, la Belgique ne risque-t-elle pas en plus d'envoyer un signal contradictoire à ses partenaires européens?

 

04.04  David Clarinval, ministre: Mesdames les députées, je comprends pleinement les préoccupations qui sont soulevées par vos différentes questions. Toutefois, il est essentiel de replacer ce sujet dans un cadre plus large et d'expliquer les dynamiques complexes qui entrent en jeu. Vos questions doivent être remises dans leur contexte.

 

Tout d'abord, l'arrêté royal qui interdit l'exportation de certaines substances dangereuses vers des pays non-membres de l'Union européenne a été précédé de longues discussions et de recherche d'équilibre menées notamment par la ministre de l'Environnement, Mme Khattabi, compétente pour ce qui concerne les normes de produits. L'arrêté du 19 novembre 2023 ne cible qu'un nombre très limité de produits, permettant l'exportation de certains produits non repris dans cette liste, bien qu'interdits pourtant d'utilisation au sein de l'Union européenne. De plus, cet arrêté prévoit une réévaluation périodique de la liste afin d'y ajouter ou de retirer des produits selon les besoins. Le gouvernement précédent ne s'est donc jamais engagé en faveur d'une interdiction totale des exportations de produits chimiques dont l'utilisation est proscrite dans l'Union européenne.

 

Je ne peux pas me prononcer ni anticiper les décisions qui seront prises par le prochain gouvernement en ce qui concerne le report ou la remise en cause de l'entrée en vigueur de cet arrêté royal.

 

Par ailleurs, en ce qui concerne le soutien durant la présidence belge, il est d'usage que l'État qui préside, en l'occurrence la Belgique à l'époque, s'abstienne de prendre position sur des dossiers en cours. Cette réserve était d'autant plus justifiée dans le cadre des affaires courantes. Pour se prononcer sur un dossier d'une telle complexité, il est essentiel de disposer de l'ensemble des informations et des études nécessaires, éléments qui n'étaient alors pas pris en compte à ce stade dans la lettre proposée par le Danemark.

 

L'utilisation des produits interdits d'usage en Europe par les pays tiers doit sans conteste se restreindre. Les besoins de lutte contre les ravageurs de culture sont différents dans le monde. La possibilité d'approvisionnement pour ces substances ne réside pas uniquement en Europe. Il n'y a pas que la Belgique qui produit ce genre de produits.

 

La coopération agronomique internationale et le soutien aux pays partenaires doivent davantage prendre le relais pour œuvrer à la vision One Health. Une telle stratégie doit être phasée pour assurer son implémentation. Elle doit prendre en compte les réalités de chacun ainsi que l'établissement de normes en résidus cohérents.

 

Pas plus tard qu'hier, j'ai rappelé très clairement en Conseil des ministres européens que nous soutenons également le fait que les normes appliquées aux importations soient similaires aux normes appliquées au sein de l'Union européenne pour autant que celles-ci ne soient pas défavorables à nos agriculteurs et maintiennent un level playing field.

 

En résumé, notre responsabilité est d'avancer avec pragmatisme et cohérence en tenant compte des réalités internationales tout en défendant les intérêts de nos agriculteurs et les normes élevées de l'Union européenne.

 

04.05  Marie Meunier (PS): Monsieur le ministre, merci d'avoir répondu à mes questions, mais pas avec des réponses encourageantes.

 

Vous me renvoyez au prochain gouvernement pour savoir si l’arrêté qui a été pris le 19 novembre 2023 entrera bien en vigueur le 28 mai 2025. Vous ne répondez pas à ma question de savoir si la Belgique se joindra au Danemark pour stopper l’exportation des pesticides interdits. Vous ne confirmez ou n’infirmez pas l’information Humundi selon laquelle la Belgique rétropédale.

 

Nous avons une réponse très vague qui reste, selon moi, très inquiétante. Vous parlez de responsabilité. Mais votre responsabilité, c’est aussi d’appliquer les décisions qui sont prises. Actuellement, ce n’est pas le cas.

 

04.06  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, merci. Cette réponse, soit me laisse sur ma faim, soit est plus qu’inquiétante. Je dois choisir entre les deux.

 

Vous nous dites que vous ne pouvez pas décider à la place du futur gouvernement si une décision prise en 2023 doit être appliquée. Sauf votre respect, vous êtes quand même impliqué dans les négociations. Je pense que le MR est un élément central dans la décision d’appliquer, ou pas, cet arrêté royal. C'est bien de ne pas tourner autour du pot par rapport à cela.

 

Vous nous parlez de complexité, de la nécessité d’études, de la prise d'un certain recul. En fait, la santé humaine, c’est la santé humaine, que ce soit à l’autre bout de la planète ou ici. Exporter des pesticides interdits ici pour les voir revenir par avion sous la forme de produits consommés dans nos pays, c’est extrêmement problématique.

 

L’intérêt des agriculteurs ici n’est pas de permettre à des agriculteurs là-bas d’utiliser des produits mauvais pour la santé des personnes d'ailleurs et des consommateurs d’ici. Que des producteurs à l’étranger produisent à moindre coût grâce à des pesticides extrêmement dangereux n’est pas dans l’intérêt de nos agriculteurs.

 

Je pense que l’Europe a justement un rôle à jouer pour harmoniser vers le haut les normes en matière de protection de la santé et de l’environnement. C’est là que nous vous attendons, monsieur le ministre.

 

04.07  Anne Pirson (Les Engagés): Monsieur le ministre, je suis un peu dans le même état d'esprit que mes collègues. Je n'ai pas obtenu de réponse à toutes mes questions. De plus, les réponses données sont inquiétantes. C'est le genre de réponse qui doit encore compliquer davantage la vie aux agriculteurs. On sait que leur vie est déjà difficile, alors quand on entend ce genre de réponse… Je repense à nouveau au Mercosur. Ce n'est vraiment pas rassurant. Nous suivrons ce dossier avec beaucoup d'attention.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Lotte Peeters aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De PFAS-besmetting op de Belgisch-Nederlandse grens" (56002018C)

05 Question de Lotte Peeters à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La contamination par les PFAS à la frontière belgo-néerlandaise" (56002018C)

 

05.01  Lotte Peeters (N-VA): Mijnheer de minister, wij vernemen dat bedrijven van enkele veehouders in het noorden van België bijna volledig werden stilgelegd nadat bij een aantal van hun dieren PFAS-gehaltes in het bloed werden vastgesteld. Het gaat om een probleem over de landsgrenzen heen, want ook Nederlandse bedrijven werden getroffen. Het meest markante is echter dat er op het moment geen duidelijkheid is over hoe het nu verder moet. Omdat de dieren bestemd waren voor de voedselketen en omdat de veiligheid daarvan onder uw bevoegdheid valt, vraag ik meer duidelijkheid.

 

Wanneer werden uw diensten op de hoogte gebracht van de PFAS-besmetting van de betrokken bedrijven? Hoe verliep de doorstroming van de informatie naar uw diensten?

 

Hoe schat u op het moment het probleem in? Hoeveel bedrijven zijn getroffen in België? Indien wij hiervan weet hebben, hoeveel bedrijven zijn getroffen in Nederland? Over hoeveel dieren gaat het precies? Wat is de ernst van de besmetting?

 

Is het stilleggen van de bedrijven de meest passende stap gezien de ernst van de besmetting? Wat is het risico voor de voedselketen?

 

Aangezien de feiten plaatsvinden in het grensgebied, hebt u reeds contact gehad met uw Nederlandse ambtsgenoot over de zaak? Indien nog geen contact plaatsvond, wanneer zou dat dan worden ingepland?

 

Welke bijkomende stappen dienen nog te worden genomen op basis van de voor u beschikbare informatie?

 

Welke actoren dienen voor een effectieve oplossing of strategie bij de zaak te worden betrokken?

 

Ten slotte, binnen welk tijdskader kan een en ander volgens u gebeuren?

 

05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Peeters, eind juni 2024 vernam het FAVV van de Vlaamse overheid dat een studiebureau in april en mei vleesmonsters had genomen uit de koelkasten van een veeboerderij in de omgeving van het dorp Prosperpolder. Er werd vlot informatie gedeeld.

 

Gelet op de aangetroffen concentraties is het FAVV een onderzoek gestart bij de veehouder in kwestie. Drie Belgische bedrijven die vleesrunderen produceren, laten hun dieren grazen in het Verdronken Land van Saeftinghe. Elk bedrijf heeft ongeveer 200 runderen. De NVWA deelde aan het FAVV mee dat in Nederland drie exploitanten het Verdronken Land van Saeftinghe als begrazingsgebied gebruiken, namelijk een veehouder met vleeskoeien, een andere met schapen en de organisatie FREE Nature, een milieuorganisatie die waterbuffels bezit.

 

Het FAVV is niet de bevoegde overheid om de ernst van een milieuverontreiniging te bepalen. Die wordt bepaald door de gewestelijke milieuautoriteiten. Zij bepalen de PFAS-risicozone en adviseren indien nodig voorzorgsmaatregelen.

 

Er moet worden opgemerkt dat de bedrijven in kwestie niet werden stilgelegd maar onder verhoogd toezicht staan. De taak van het FAVV is ervoor zorgen dat er geen besmet vlees in de voedselketen terechtkomt. Daarom blokkeert het de beslagen en laat het pas vlees in de voedselketen toe na conform geanalyseerde resultaten.

 

De maatregelen die het FAVV bij die bedrijven heeft genomen en nog altijd neemt, zijn bedoeld om het risico voor de consumenten zo klein mogelijk te houden dan wel geheel uit de wereld te helpen. Immers, vlees dat afkomstig is van die bedrijven mag pas in de voedselketen komen na conform geanalyseerde resultaten.

 

Zodra het FAVV duidelijke aanwijzingen had van een vermoedelijke besmetting met PFAS bij een groep Belgische runderen die grazen in het Verdronken Land van Saeftinghe, heeft het zijn Nederlandse collega's van de NVWA verwittigd. Dat gebeurde begin augustus. Sindsdien zijn er contacten geweest tussen de Nederlandse en de Belgische chief veterinary officer en chief food safety officer, waarbij informatie over het dossier werd uitgewisseld.

 

Het FAVV volgt het dossier met de nodige aandacht op en blijft beschikbaar voor verder overleg met de Nederlandse collega's en met die van de Vlaamse overheid. Op basis van zijn bevoegdheid ziet het erop toe dat de dieren waarop beslag werd gelegd pas vrij worden gegeven als er zekerheid is dat het vlees ervan voedselveilig is.

 

05.03  Lotte Peeters (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw toelichting. Het is nu zeer belangrijk om snel te blijven schakelen, zodat er op korte termijn duidelijkheid komt voor de landbouwers wier runderen in het grensoverschrijdend natuurgebied tussen België en Nederland grazen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Irina De Knop aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De aanpak van blauwtong en de preventie van EHD" (56002078C)

06 Question de Irina De Knop à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La lutte contre la fièvre catarrhale et la prévention de la MHE" (56002078C)

 

06.01  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, eind vorig jaar beslisten we in dit Parlement dat er actie zou worden ondernomen tegen het oprukkende blauwtongvirus en tegen de dreiging van de epizoötische hemorragische ziekte (EHD). Er werd een wetsvoorstel goedgekeurd dat voorzag in verplichte vaccinatie tegen het blauwtongvirus met serotypes 3 en 8 en tegen EHD. Daarnaast werd voorzien in een subsidie voor de toegediende vaccins. De federale regering heeft daarvoor het benodigde budget van maximaal 40 miljoen euro vrijgemaakt. Dat is een positieve maatregel en de Open Vld-fractie heeft dit voorstel dan ook gesteund. Ondertussen tikt de klok verder en moeten de vaccinaties uiterlijk voor 1 juni 2025 gebeuren.

 

​Inmiddels vernemen we in landbouwmiddens dat de gevolgen van blauwtong zich volop laten voelen: de melkproductie van koeien zou dalen tot 25 %, wat zich vertaalt in lagere inkomsten en bedrijfsopbrengsten. Kalveren worden dood geboren of sterven snel. Stieren blijken dan weer onvruchtbaar. We horen verhalen van koeien die pijn lijden en verwondingen oplopen aan hun kop omdat hun neus dichtzit. Dan gaat het hier nog maar om de eerste generatie. Er wordt gevreesd voor nog meer misvormingen bij de volgende generaties of een groter aandeel doodgeboortes. Ook de opmars van EHD wordt met lede ogen aanzien. Het is een zeer goede zaak dat we ook daartegen vaccins voorzien.

 

Ik wil ter opvolging van eerdere initiatieven in dit Parlement een aantal nieuwe vragen stellen. Hoeveel gevallen van blauwtong zijn er tot op heden vastgesteld? Wat is het geraamde aantal slachtoffers? Hoe groot wordt de economische schade geraamd?

 

Is er al zicht op de gevolgen van blauwtong op het vlak van de melkproductie, de verminderde vruchtbaarheid bij koeien en stieren, doodgeboortes en afwijkingen bij kalveren? Hoe zijn de vooruitzichten daaromtrent voor de volgende generaties?

 

Dan heb ik nog een heel belangrijke vraag. Hoever staan we met de uitrol van de vaccinaties tegen blauwtong en EHD? Zijn er verschillen tussen de twee gewesten merkbaar? Welke maatregelen worden er genomen om EHD buiten onze landsgrenzen te houden? Wordt er actief overlegd en samengewerkt door de federale overheid en de gewesten?

 

Hebt u inmiddels ook bij de Europese Commissie gepolst naar de mogelijkheden voor het gebruik van de Europese crisismiddelen in de aanpak van de bestrijding van blauwtong? Dat is een voorstel dat wij ook gedaan hebben naar aanleiding van de resolutie die door collega Prévot werd ingediend.

 

06.02 Minister David Clarinval: Een stand van zaken geven van het aantal gevallen en de schade is zeer moeilijk. Na de zomer van 2024 is men gestopt met het stelselmatig testen van alle mogelijke gevallen, omdat de ziekte toen overal verspreid was en verder testen geen meerwaarde meer had, maar alleen de kosten opdreef.

 

De winterscreening, waarbij in bloedstalen antistoffen tegen bepaalde ziekten worden gezocht, zal ons meer leren over het percentage dieren dat antistoffen heeft gevormd. De resultaten daarvan zullen in het voorjaar beschikbaar zijn.

 

Hoeveel dieren aan de ziekte zijn gestorven kunnen we niet exact meegeven. We baseren ons vooral op de oversterfte, die bij runderen ongeveer 15.000 dieren en bij schapen 23.000 betrof. Nieuwe gevallen worden momenteel niet meer geconstateerd.

 

Er zijn echter nog de gevolgen van de infecties van vorig jaar. Ik hoor ook getuigenissen over mindere melkproductie, lagere vruchtbaarheid, meer vroeggeboorten en een verhoogd aantal kalveren en lammeren met deficiënties. De effecten op de volgende generaties zijn nu nog niet duidelijk.

 

Gezien de enorme impact van de ziekte heb ik besloten om de vaccinatiecampagne tegen blauwtong en EHD voor 2025 te verplichten er een budget voor te voorzien. Er werd veel toelichting gegeven tijdens meerdere vergaderingen met afgevaardigden van de landbouwsector en van de dierenartsenverenigingen, zowel bij mij op het kabinet als bij de administraties en de verenigingen. Er werd een FAQ opgesteld en een uniek contactpunt aangeduid.

 

Er werden ook webinars georganiseerd om dierenartsen en veehouders te informeren. Dierenartsen kunnen vandaag zelf vaccineren, maar ook de mogelijkheid om de vaccinatie te delegeren aan veehouders met een contract van bedrijfsbegeleiding bestaat. De registratie van de vaccinatie kan enkel door de dierenarts. Om de beschikbaarheid van de vaccins zo goed mogelijk te waarborgen, werd er herhaaldelijk overleg gepleegd met de betrokken firma's en wordt de beschikbaarheid regelmatig gecheckt.

 

Begin maart zal een visuele barometer worden opgesteld. De vaccinatiecampagne wordt over het hele grondgebied op dezelfde wijze uitgewerkt. De gewesten werden van de maatregelen die op federaal niveau werden uitgewerkt, op de hoogte gebracht tijdens de interministeriële conferenties Landbouw van november, december en januari.

 

Wat betreft de maatregelen om EHD buiten de landsgrenzen te houden, kan ik u meegeven dat zij beschreven staan in het ministerieel besluit van 29 augustus 2024, dat een bloedafname en isolatie verplicht bij de invoer van dieren uit risicogebied.

 

Over blauwtong serotype 12 kan ik vrij kort zijn. Dit type is in Nederland tijdens de zomer van 2024 vastgesteld. In de opvolgingsstudie bleken er antistoffen te zijn bij 11 dieren. Er is echter geen verdere verspreiding vastgesteld. Voorlopig lijkt het erop dat het om een doodgelopen infectie is. Wij volgen dit echter nader op. Zicht op een vaccin tegen dat serotype is er momenteel niet.

 

De economische schade kan beter geraamd worden door de regio’s, wier bevoegdheid dit is. Het is echter duidelijk dat de schade in de tientallen miljoenen euro loopt.

 

Sinds de zomer van 2024 heb ik bij de Europese Commissie gepolst naar steunmaatregelen. Er is echter geen financiering toegekend uit de Europese begroting.

 

Het bedrag van 40 miljoen euro dat op Belgisch niveau is vrijgemaakt, moet de veehouders de nodige ondersteuning bieden in de vaccinatiecampagne en zo bijkomende besmettingen en de daaraan gelinkte bijkomende verliezen beperken.

 

06.03  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord, dat wij zeker nog nader zullen analyseren. Ik wil al een eerste korte reactie geven.

 

Als ik goed naar uw antwoord heb geluisterd, hebt u gezegd dat de vaccinatie overal wordt uitgerold. Er zijn echter nog geen cijfers over de vaccinatiegraad. Het lijkt me essentieel dat we snel een systeem op poten hebben om de vaccinatiegraad zowel in Vlaanderen als in Wallonië te kunnen opvolgen en indien nodig de gepaste maatregelen te kunnen treffen om bij te sturen. Het is jammer dat ik in uw antwoord niet heb gehoord op welke manier dat systeem zal worden uitgerold en op welke manier u het zult monitoren. Nochtans blijkt uit de crisis bij de uitbraak in 2024 duidelijk hoe essentieel het is om op een snelle manier te reageren.

 

Met betrekking tot de vragen aan de Europese Commissie blijft u eerder vaag over wat uw bevragingen geweest zijn. Ook over dat punt zullen wij dus vragen blijven stellen. Het lijkt ons namelijk elementair om de Europese Commissie bij die problematiek te betrekken, aangezien de crisis erg groot is voor België en voor de veehouders in België.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Irina De Knop aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De bescherming van onze rundveestapel tegen miltvuur" (56002079C)

07 Question de Irina De Knop à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La protection de notre cheptel bovin contre le charbon" (56002079C)

 

07.01  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, in juli 2024 werden in de Franse regio Cantal meerdere gevallen van miltvuur bij runderen vastgesteld. Dat werd pas begin september bekendgemaakt. Die erg besmettelijke ziekte is bij ons de laatste keer voorgekomen in 1989, in Frankrijk was het van 2008 geleden.

 

Miltvuur wordt veroorzaakt door een bacterie waarvan de sporen vele jaren in de grond kunnen blijven. Miltvuur kan van dier op mens worden overgedragen, al komt dat zelden voor. Blijkbaar zouden alleen mensen die met kadavers in aanraking zijn geweest, een risico op besmetting lopen.

 

Sowieso staat miltvuur te boek als een ernstige infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie bacillus anthracis. De ziekte veroorzaakt plotselinge sterfte bij runderen, vaak zonder duidelijke ziekteverschijnselen vooraf. Symptomen kunnen onder andere koorts, ademhalingsproblemen en bloedingen uit lichaamsopeningen zijn. Miltvuur is zeer besmettelijk en kan zich snel verspreiden binnen een kudde. Vaccinatie is ook tegen die bacterie mogelijk, maar wordt blijkbaar pas overwogen nadat er een uitbraak is geweest.

 

Mijnheer de minister, hebt u zich geïnformeerd over de situatie in Frankrijk? Werden er bij ons al maatregelen genomen om de risico's van een mogelijke overdracht van miltvuur vanuit Frankrijk naar ons land in te schatten? Staat miltvuur standaard op de radar van het FAVV en het directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid? Staat ons land klaar om bij een dreigende uitbraak van miltvuur snel een vaccinatie op poten te zetten? Wordt de toestand verder opgevolgd en worden daarbij ook de slachthuizen actief betrokken?

 

07.02 Minister David Clarinval: Mevrouw De Knop, miltvuur is een aangifteplichtige ziekte op Europees niveau. De Belgische autoriteiten worden systematisch op de hoogte gebracht van gevallen van miltvuur in een andere lidstaat. Telkens wanneer zich een geval van een aangifteplichtige ziekte voordoet, waaronder miltvuur, beoordeelt het FAVV het risico op besmetting en verspreiding. Dat is dus ook in dit geval gebeurd. Als het risico bevestigd wordt, brengt het FAVV de minister op de hoogte.

 

Wat uw derde vraag betreft, miltvuur is een aangifteplichtige ziekte. Als veehouders verdachte symptomen opmerken bij hun dieren, moeten zij hun dierenarts contacteren. Als die miltvuur niet kan uitsluiten, moet hij onmiddellijk het FAVV contacteren, dat de leiding zal nemen in het verdere onderzoek om de aanwezigheid van de ziekte uit te sluiten. De prevalentie van miltvuur is evenwel heel laag in België. Het is een ziekte met een laag verspreidingspotentieel en daarom is het niet nodig om bijkomende specifieke acties te ondernemen.

 

Wat uw vierde vraag betreft, gezien de lage prevalentie van de ziekte is er geen actieplan nodig. Preventie, het vermijden van het begraven van kadavers van dieren en de vernietiging van verdachte kadavers zijn de beste manier om van de ziekte af te komen. In het onwaarschijnlijke geval van een uitbraak in België kan vaccinatie worden ingezet om verdere sterfte te voorkomen.

 

De praktijkdierenartsen en de dierenartsen die actief zijn in slachthuizen, zijn op de hoogte van de ziekte en zijn verplicht om het FAVV op de hoogte te brengen van elke verdenking.

 

07.03  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Irina De Knop aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De toevoeging van C3-suikers aan bijenhoning" (56002163C)

08 Question de Irina De Knop à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "L'ajout de sucres C3 au miel" (56002163C)

 

08.01  Irina De Knop (Open Vld): Ik heb begrepen dat een consumentenprogramma in Nederland een uitzending heeft gewijd aan de kwaliteit van bijenhoning. Mijn voormalige collega Robbie De Caluwé ondervroeg u ook over dat onderwerp op 12 maart 2024. U klasseerde het aangekaarte probleem toen onder 'economische fraude' en verwees het door naar de Economische Inspectie. We zullen de bevoegde minister daarover ook ondervragen, maar daar situeert zich volgens ons niet het fundamentele probleem. De huidige regels moeten voldoen aan het koninklijk besluit van 19 maart 2004 en de desbetreffende Europese verordening.

 

Uit een kwaliteitstest van 15 soorten honing bleek dat er geen vuiltje aan de lucht was, maar op aangeven van de heer Reybroeck, honingexpert, over toevoegingen van niet-detecteerbare substanties uit China in officiële controles, bleek dat 11 van de 15 onderzochte soorten honing toegevoegde C3-suikers bevatten. De officiële onderzoeksmethode test blijkbaar enkel op de aanwezigheid van C4-suikers, die uit maïs of suikerriet voortkomen. Jammer genoeg – en dat is net het probleem – komen inmiddels vanuit China siropen van C3-suikers gemaakt uit suikerbiet, tarwe of rijst, die worden toegevoegd aan honing, dat ook een C3-product is. Het aandeel van die siropen zou kunnen oplopen tot 50 %. Die C3-siropen zijn via het internet te koop met de garantie dat ze niet detecteerbaar zouden zijn bij controles.

 

Duitse labo's hebben blijkbaar een methode ontwikkeld om toegevoegde C3-suikers wel te detecteren. Dat die suikers aan honing worden toegevoegd, zou op EU-niveau geweten zijn. Fraudeurs kunnen nu echter niet beticht worden van oneerlijke praktijken, omdat die C3-suikers nu niet detecteerbaar zijn met de officieel erkende controlemethode. Een nieuwe methode op basis van C3-suikers introduceren zou nog een tweetal jaar duren. Wij maken ons grote zorgen over de voedselveiligheid van die toevoegingen.

 

Mijnheer de minister, kunt u de problematiek van toevoeging van C3-suikers erkennen? Is het FAVV op de hoogte van de massale import van C3-siropen en de toevoeging ervan aan honing die ook bij ons wordt verkocht? Wat ondernemen onze diensten om zuivere honing, zonder toegevoegde C3- of C4-suikers, te garanderen?

 

Zult u er bij de Europese Unie op aandringen de zogenaamde AOAC-methode aan te passen, zodat C3-suikers kunnen worden gedetecteerd?

 

08.02 Minister David Clarinval: Mevrouw De Knop, de EU-wetgeving is gericht op de bescherming van de zuiverheid van honing als rauw en niet-verwerkt landbouwproduct en sluit elke wijziging uit van de chemische samenstelling ervan. Er mag geen enkel ingrediënt worden toegevoegd. Vervalsing, bijvoorbeeld door de toevoeging van C3- en C4-suikers, is een in Europa gekende economische fraude. De controle op de bestrijding ervan behoort tot de bevoegdheden van de FOD Economie.

 

Het gaat niet over een gezondheidsprobleem, vermits de toegevoegde suikersiroop geschikt is voor menselijke consumptie. Toch is de vervalsing van honing schadelijk voor het vertrouwen van de consument in de voedselketen van de Unie en dus een probleem voor de reputatie van de honing.

 

De officiële controlelaboratoria moeten in staat zijn honing op te sporen die vervalst is met speciaal ontworpen suikersiroop. De analysemethodes waarover de bevoegde controlediensten beschikken, maken het mogelijk de toevoeging van C3-suikers op te sporen.

 

De Commissie is zich terdege bewust van deze problematiek en heeft een gecoördineerde actie gevoerd in 2021: From the Hives, om de prevalentie van honing vervalst met suiker op de markt te evalueren. Vanaf juli 2022, na deze actie, is de cel Etikettering bij de Algemene Directie Economische Inspectie begonnen met een controlecampagne rond de opsporing, bemonstering en inbeslagname van verdachte partijen honing in de haven van Antwerpen. Tot op vandaag voldoen zeven op de twaalf zeecontainers niet aan de wettelijke kwaliteitsvereisten.

 

Met betrekking tot uw vragen over economische fraude verwijs ik u door naar mijn bevoegde collega. Hij zal uw vragen zeker kunnen beantwoorden.

 

Ten slotte nodig ik u uit kwaliteitsvolle honing te kopen bij onze lokale imkers. Op die manier neemt u actief deel aan de promotie van de korte keten en van onze ambachten.

 

08.03  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, we zijn het helemaal met u eens wanneer u ervoor pleit honing bij de imker te kopen en op die manier de korte keten te promoten. Dat is erg belangrijk, meen ik.

 

Ik hoop dat ik u goed begrepen heb. Ik ben niet helemaal zeker of u zei dat er bij deze suikers geen gevaar zou zijn voor de voedselveiligheid en dat het vooral een kwestie is van economische fraude. Ik wil toch graag door u bevestigd horen dat er geen probleem voor de voedselveiligheid zou zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Patrick Prévot aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De recordinbeslagnames van 'erectiehoning' in Frankrijk" (56002166C)

- Irina De Knop aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Honing waaraan libidoverhogende supplementen worden toegevoegd" (56002169C)

09 Questions jointes de

- Patrick Prévot à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Les saisies record de miel érectile en France" (56002166C)

- Irina De Knop à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Le miel contenant des suppléments aphrodisiaques" (56002169C)

 

09.01  Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, les douanes françaises viennent de rapporter publiquement que l'année 2024 a marqué un record absolu en termes de quantités saisies de miel dit érectile. On parle ici de plus de 30 000 tonnes, écoulées notamment dans des night shops. Parmi ces 30 000 tonnes, 13 000 avaient été saisies en novembre à Marseille.

 

C'est une explosion du phénomène, comme le rapporte le pendant français de l'AFSCA. L'Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail (Anses) estime en effet que la consommation de miel érectile s'amplifie en dépit des recommandations des autorités. Ces recommandations se résument à un précepte simple, monsieur le ministre: ne pas en consommer. Provenant le plus souvent de Malaisie, de Turquie, de Tunisie ou de Thaïlande, ces sticks de miels d'apparence anodine sont en réalité coupés avec des principes actifs présents notamment dans le Viagra. Ils peuvent provoquer des effets secondaires indésirables graves: convulsions, œdèmes cérébraux, insuffisances rénales aiguës majeures, etc. Pour l'instant, aucun décès n'a été constaté mais le principe de précaution prévaut.

 

On a du mal à croire que la Belgique fasse exception à ce phénomène qui s'amplifie chez nos voisins. Monsieur le ministre, l'AFSCA a-t-elle connaissance de cas de ces miels érectiles sur le territoire belge? Si tel est le cas, pouvez-vous nous communiquer toutes les informations dont vous disposez sur le sujet? Si aucun cas n'a été détecté ou n'a pas encore été détecté, comment l'AFSCA envisage-t-elle de réagir face à cette déferlante aux risques sanitaires sérieux? Des contrôles dans les night shops proches de la frontière française, par exemple, vont-ils être menés par l'Agence fédérale?

 

09.02  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, ik moest eerst even glimlachen toen ik las dat er honing wordt verkocht waaraan de libidoverhogende supplementen tadalafil en sildenafil, die een gelijkaardige werking als viagra hebben, zouden zijn toegevoegd. In de volksmond wordt de honing erectiehoning genoemd en in onze buurlanden wordt al gesproken over een echte hype. Daar is een hele hetze rond ontstaan, want de zakjes met de bewuste honing zijn makkelijk verkrijgbaar via onlinebedrijven, terwijl dat conflicteert met onze regels dat dergelijke stoffen enkel verkrijgbaar zijn op voorschrift van een arts. Dat is ook logisch, want het innemen van die stoffen is risicovol voor personen met hartritmestoornissen en het kan leiden tot een lage bloeddruk, hartklachten, diarree, nierfalen of een wazig zicht. Wat het probleem nog acuter maakt, is dat de toegevoegde stoffen niet op de verpakking vermeld staan. Dat heeft in Nederland blijkbaar al geleid tot een verbod op de verkoop van deze honing.

 

Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) heeft reeds gewaarschuwd voor de risico's voor de volksgezondheid. De hamvraag is of een waarschuwing voldoende is, vandaar enkele vragen.

 

Welke maatregelen zult u samen met het FAVV nemen om consumenten te waarschuwen voor de gevolgen van het consumeren van dergelijke honing?

 

Kan de honing met toevoeging van libidoverhogende middelen wettelijk op onze markt worden gebracht?

 

Welk advies geeft het FAVV omtrent het toelaten of verbieden van de verkoop van deze honing?

 

Welke initiatieven kunnen worden genomen tegen buitenlandse verkopers van honing waaraan stoffen worden toegevoegd die volgens onze regelgeving uitsluitend na doktersvoorschrift beschikbaar kunnen worden gesteld?

 

Op welke manier kan de consument zijn of haar recht op volledige informatie laten gelden om gezondheidsrisico's ter vermijden?

 

Zult u, in overleg met de inspectiediensten, nagaan of dergelijke goederen in beslag kunnen worden genomen?

 

Zult u het Nederlandse voorbeeld volgen en de verkoop van de honing verbieden?

 

09.03  David Clarinval, ministre: Madame et monsieur les députés, je commencerai par un petit rappel. La vente de miel auquel sont ajoutés des exhausteurs de libido n'est pas autorisée en Belgique. En cas de découverte par les services, ces médicaments et ces miels sont saisis. Le Tadalafil et le Sildénafil sont en effet des médicaments et ne doivent pas être ajoutés aux aliments, y compris aux compléments alimentaires.

 

Ce phénomène n'est pas nouveau et est bien connu des services d'inspection. Le contrôle des médicaments relève de la compétence de l'Agence fédérale des médicaments et des produits de santé (AFMPS). Le SPF Économie est chargé d'effectuer les contrôles de la composition, de la dénomination, de la tromperie et de la fraude économique des denrées alimentaires.

 

L'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) est chargée, quant à elle, d'effectuer des contrôles relatifs aux aspects de santé publique et de sécurité alimentaire. Dans le cadre de son programme de contrôle, l'AFSCA effectue régulièrement des analyses pour détecter la présence de substances interdites dans les aliments, comme le Sildénafil dans les compléments alimentaires à allégation aphrodisiaque. Des contrôles sont déjà effectués dans les night shops et autres points de vente sur l'ensemble du territoire.

 

Les produits non conformes sont rappelés et signalés par le biais du système Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF), qui informe les autres États membres. Étant donné qu'il s'agit de produits importés illégalement sur le territoire belge en provenance de pays tiers, tous les dossiers relatifs à cette problématique sont judiciaires et gérés par différents parquets. De ce fait, l'AFSCA ne peut pas fournir de chiffres exacts quant à la quantité de produits saisis.

 

Het FAVV informeert en waarschuwt de consumenten via persberichten en sociale media over de risico’s van het aankopen online van voedingssupplementen. Hierbij wordt eveneens de boodschap beklemtoond dat het FAVV onmogelijk alle producten die via het internet worden aangeboden kan controleren, aangezien die meestal niet worden verkocht via klassieke verkoopkanalen of verkoopoperatoren die onder de controle van het FAVV vallen. Consumenten worden daarom opgeroepen om alert te zijn en desgevallend advies te vragen aan de arts of apotheker. Daarnaast geeft het agentschap op zijn website tips voor aankopen op webshops.

 

Concernant les compléments alimentaires "Gouttes d'amour" et "Miel du Soudan aphrodisiaque", vous pouvez retrouver les informations mises en ligne sur le site web de l'AFSCA à la rubrique "Rappel de produits et avertissements". Un homme averti en vaut deux, monsieur Prévot.

 

09.04  Patrick Prévot (PS): Merci, monsieur le ministre, d'avoir rappelé que le produit est interdit en Belgique. Vous nous apprenez également que ce phénomène est bien connu, même s'il a été médiatisé davantage ces dernières semaines. Vous avez rappelé aussi la structure qui est la nôtre, les missions du SPF Économie, qui est plutôt chargé d'examiner la composition, et le rôle de l'AFSCA.

 

J'entends qu'on ne dispose pas de chiffres parce que les produits sont importés et que c'est géré par les différents parquets. Il s'agit d'un vrai problème de santé publique car on retrouve dans ces produits des composants du Viagra, qui n'est délivré que sur prescription médicale et qui ne peut pas être donné à tout le monde, et singulièrement pas aux personnes cardiaques. C'est un problème qui est pris très au sérieux chez nos voisins.

 

Même si j'entends la limitation des moyens qui sont les nôtres, il faudra pouvoir y travailler. L'information transmise par l'AFSCA me semble déjà une bonne chose. Il faut relayer largement que ces produits, "Gouttes d'amour" ou autres, malgré leurs noms très mignons, peuvent potentiellement être dangereux pour la santé. Dès lors, je ne peux qu'encourager l'AFSCA à continuer cette campagne d'information et à la relayer très largement via les réseaux sociaux et tous les canaux qui permettraient de toucher un maximum de personnes.

 

09.05  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, u erkent het probleem, maar ik begrijp uit uw antwoord dat het met de aangekaarte zaak hetzelfde is als met vele andere zaken in de politiek, namelijk de bevoegdheden zijn zeer versnipperd. Een deel van de bevoegdheid valt onder de FOD Economie, een ander deel onder het FAVV en de opvolging van de kwestie komt dan weer toe aan het justitiedepartement.

 

Dat stelt me dus niet helemaal gerust. We moeten de zaak blijven opvolgen. Zoals de heer Prévot vraagt, moet er vooral een ruime informatiecampagne worden opgezet, maar geen campagne waarbij we zelf naar de website van het FAVV moeten surfen om te weten te komen wat het gevaar van de betreffende producten is. Het moet perfect mogelijk zijn om een ludieke, maar treffende campagne op poten te zetten.

 

Indien mogelijk moet een verbod op de verkoop van de honing nader worden onderzocht. Dat is misschien een symbolische maar wel een belangrijke politieke daad.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Patrick Prévot à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "L’annonce de l'interdiction de l’érythrosine par les autorités sanitaires américaines" (56002167C)

10 Vraag van Patrick Prévot aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het door de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten aangekondigde verbod op erytrosine" (56002167C)

 

10.01  Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, le 15 janvier dernier, les autorités américaines ont annoncé l'interdiction de l'érythrosine, présente dans près de 3 000 produits commercialisés outre-Atlantique.

 

Il s'agit d'une véritable victoire pour les associations de consommateurs comme Consumer Reports car ce sont elles qui avaient déposé en 2022 une requête auprès de l'Agence américaine de contrôle alimentaire et pharmaceutique (FDA). Leur objectif est atteint: bannir cet additif déjà interdit depuis 1990 dans les produits cosmétiques et les traitements à caractère cutané.

 

Mieux connu chez nous sous l'appellation "E127", ce colorant était jusqu'à aujourd'hui encore utilisé pour donner un ton rouge vif aux denrées alimentaires et aux médicaments. Dans l'Union européenne (UE), l'utilisation de l'érythrosine est extrêmement restreinte et contrôlée.

 

Par ma question, vu sous retour sur le devant de la scène, je souhaitais revenir sur ce qu'il reste de sa présence au sein de l'Union européenne.

 

Monsieur le ministre, en me documentant sur l'additif E127, j'apprends qu'il est encore utilisé dans les cerises en conserve et pour cocktail (pour ce qui est des denrées alimentaires) et surtout encore utilisé pour rougir les gélules de paracétamol (pour ce qui est du volet pharmaceutique): pouvez-vous confirmer mes dires? Le retrouve-t-on encore aujourd'hui sur d'autres produits outre ceux que j'ai pu citer?

 

Toujours dans ma documentation, j'ai pu relever l'ironie de certains experts scientifiques qui pointaient du doigt le décalage incohérent qui existait depuis 1990: il était interdit d'étaler l'érythrosine sur sa peau, mais toujours autorisé à l'ingérer. Comment la présence de cet additif se justifie-t-elle encore aujourd'hui dans les cerises en conserve et pour cocktail ainsi que dans des médicaments? Comment l'Autorité européenne de sécurité des aliments (EFSA) explique ce régime d'exception?

 

Par ailleurs, ce régime d'exception a-t-il fait l'objet de débats au niveau européen au cours de cette dernière législature afin de le bannir complètement de tous les produits susceptibles d'être ingérés par les consommatrices et consommateurs?

 

10.02  David Clarinval, ministre: Monsieur Prévot, l'autorisation comme additif alimentaire n'est possible que pour les conserves de cerises pour cocktail, les cerises confites et les bigarreaux en sirop pour cocktail, selon le règlement de la Commission européenne. Ce colorant ne peut être vendu directement au consommateur.

 

L'Autorité européenne de sécurité des aliments (EFSA) a réévalué l'érythrosine en 2011. Dans son avis, il a été conclu qu'aucun problème de sécurité ne se posait sur le plan de l'exposition, y compris pour d'autres sources d'exposition – par exemple, les dentifrices ou les produits pharmaceutiques. La dose journalière acceptable de 0,1 mg/kg a été confirmée et n'a pas été dépassée sur la base des données d'exposition. Il n'y a donc aucune raison de modifier ou de retirer les autorisations comme additif alimentaire, qui sont déjà limitées.

 

L'EFSA était déjà au courant des études sur le cancer chez les rats. Par ailleurs, elle a conclu que l'érythrosine n'est pas génotoxique. Un seuil de sécurité peut être dérivé. La conclusion est qu'il n'est pas dépassé. L'Organisation mondiale de la Santé (OMS) a abouti aux mêmes conclusions en 2018.

 

Comme communiqué par l'Agence américaine de contrôle alimentaire et pharmaceutique, les études à la base de l'interdiction aux États-Unis ont montré la présence d'un cancer chez des rats mâles de laboratoire exposés à des niveaux élevés de E127 en raison d'un mécanisme hormonal qui leur est propre. Ce mécanisme par lequel le colorant provoque le cancer chez les rats n'est pas transposable chez les humains. Il n'y a donc aucune raison de modifier ou de retirer les autorisations comme additif alimentaire.

 

Pour terminer, l'utilisation dans les produits pharmaceutiques ne relève pas de mes compétences ministérielles.

 

10.03  Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse qui se veut rassurante.

 

J'avais lu qu'outre-Atlantique, on avait légiféré beaucoup plus fermement. Comme les Américains ne sont pas souvent coutumiers du fait ni précurseurs en la matière, je m'étais dit que, s'ils le faisaient, c'est qu'il y avait un danger potentiel. Votre réponse relative au recours limité à ce colorant dans les cerises en conserve est évidemment de nature à me rassurer sur le plan de la sécurité alimentaire.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Monsieur le ministre, chers collègues, c'était la dernière question de cet après-midi. Il me reste à vous souhaiter une bonne fin de journée à toutes et tous.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.29 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 29.