Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

 

van

 

Woensdag 26 februari 2025

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 26 février 2025

 

Matin

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 08.30 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 08 h 30 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

De voorzitter: Goedemorgen, collega’s. Mijnheer de eerste minister, welkom in uw eerste vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken om mondelinge vragen en interpellaties te beantwoorden.

 

01 Vraag van Sam Van Rooy aan Bart De Wever (eerste minister) over "De recente dankbetuiging van Hamas aan het adres van België" (56002339C)

01 Question de Sam Van Rooy à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les remerciements récemment adressés par le Hamas à la Belgique" (56002339C)

 

01.01  Sam Van Rooy (VB): Mijnheer De Wever, vanaf nu zal ik u niet meer in het Antwerps stadhuis ondervragen, maar wel hier in het federaal Parlement. Ik heet u welkom.

 

In januari werd België voor zijn steun bedankt door Khalil al-Hayya, een leider van de genocidale, jihadistische terreurorganisatie Hamas. Naast België, Spanje en Ierland bedankte Hamas ook Turkije, Zuid-Afrika, Algerije, China, Rusland, Maleisië, Indonesië en Iran, stuk voor stuk halve of hele dictaturen of theocratieën. De vorige regering, de vivaldiregering, deed dan ook niets anders dan Israël bashen, de terreurpropaganda van Hamaspapegaaien en moslimfundamentalisme importeren en faciliteren. Het antisemitisme in dit land swingt dan ook de pan uit, zeker in Antwerpen, dat weet u zeer goed.

 

Laten we ook nooit vergeten dat Hamas een jihadistische tak is van de salafistische Moslimbroederschap, die onze samenleving probeert te veroveren en te onderwerpen aan de islam, islamisering dus. Vlak na de genocidale massaslachting door Hamas op 7 oktober 2023 in Israël, stelde u, mijnheer De Wever, dat we de kant van Israël – de kant van het licht, zo zei u letterlijk – moesten kiezen. Vindt u dat vandaag nog altijd en wil u als kersverse eerste minister die woorden herhalen?

 

Ten tweede, zult u ervoor zorgen dat Hamas België niet meer zal willen bedanken, maar integendeel België zal willen vervloeken? Ik kijk al uit naar uw antwoorden.

 

01.02 Eerste minister Bart De Wever: Mijnheer Van Rooy, de vraagstelling is redelijk consistent met die uit het Antwerpse stadhuis. Ik voel mij al helemaal thuis, behoudens dan de iets minder fraaie omgeving.

 

Een bedanking van Hamas ten aanzien van de regering is mij niet bekend, toch niet ten aanzien van de regering waar ik eerste minister van ben. Ik betwijfel dat Hamas de arizonaregering zou bedanken en ik denk dat uw vraag eigenlijk aan mijn voorganger gericht zou moeten zijn. Ik kan alleen namens de huidige regering spreken.

 

Het regeerakkoord is, denk ik, glashelder. Wij veroordelen de terreurdaden en de barbarijen van Hamas, klaar en duidelijk, en daar mag niet de minste twijfel over bestaan. Terreur is de kant van de duisternis. De strijd tegen terreur is de kant van het licht.

 

Wij beklemtonen uiteraard ook het belang van een duurzame vrede en van volgehouden inspanningen voor het vredesproces in het Midden-Oosten.

 

Uw derde vraag, die mij schriftelijk heeft bereikt, maar die u niet mondeling hebt gesteld, ging over contacten tussen de regering en Hamas, of tussen België en Hamas. Die contacten zijn er bij mijn weten niet geweest en wat mij betreft, zullen ze er nooit komen.

 

01.03  Sam Van Rooy (VB): Vandaag vindt in het Joodse staatje de begrafenis plaats van de 32-jarige moeder Shiri Bibas en haar zoontjes, de 4-jarige Ariel Bibas en de baby Kfir Bibas. Zij werden op 7 oktober 2023 gekidnapt door Hamas en door Palestijnse burgers om vervolgens met de blote hand te worden gewurgd.

 

Voor hen draag ik vandaag een oranje das, want net als Israël is het gezinnetje Bibas de kant van het licht tegenover de duisternis, tegenover het kwaad van de islamitische doodscultus van Hamas en co.

 

Mijnheer De Wever, ik heb dit ook afgelopen maandag in het stadhuis gevraagd: als de nieuwe regering echt de kant van het licht wil kiezen, de juiste kant van de geschiedenis, tegen islamitische terreur en tegen antisemitisme, dan verlicht ze een belangrijk regeringsgebouw in het oranje voor de familie Bibas en voor Israël.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Interpellatie van Barbara Pas aan Bart De Wever (eerste minister) over "Het buitenspel zetten van de Brusselse Vlamingen bij de Brusselse regeringsvorming" (56000013I)

02 Interpellation de Barbara Pas à Bart De Wever (premier ministre) sur "La mise à l'écart des Flamands bruxellois dans le cadre de la formation du gouvernement bruxellois" (56000013I)

 

02.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, u bent er zelf met uw eigen regeringsvorming getuige van geweest: door structurele tekortkomingen draaien de Belgische instellingen al geruime tijd vierkant. Het kan echter nog erger. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bijna acht maanden na de verkiezingen nog geen enkel uitzicht is op een coalitievorming.

 

Aanvankelijk lag het probleem aan Nederlandstalige kant, waar geen meerderheid kon worden gevonden, maar eens dat wel het geval was, verschoof het probleem naar de Franstalige kant.  De reden was een cordon sanitaire dat de PS in dit land legt rond uw partij. Het is een fenomeen dat u welbekend is. Het wordt in dit land vooral toegepast rond mijn partij. Ik weet dat uw partij er officieel tegenstander van is, maar dat u het zelf wel rigoureus tot in het kleinste polderdistrictje toepast.

 

Dat cordon sanitaire in Brussel tegen uw partij zorgt ervoor dat de Franstaligen zich plots gaan bemoeien met de coalitievorming aan Nederlandstalige kant. Dat doet de PS door te weigeren een Brusselse regering te vormen met de N-VA, met de gekende totale impasse met betrekking tot de Brusselse regering tot gevolg.

 

In een poging om hieruit te geraken, heeft de PS ondertussen een manoeuvre trachten uit te voeren, door voor te stellen om eenzijdig aan Franstalige kant een Brusselse regering tot stand te brengen, zonder rekening te houden met die Vlaamse Brusselaars. Het is niet de eerste keer dat de heer Laaouej de Brusselse evenwichten in twijfel trekt, maar hij is ook niet de enige die dat doet.

 

De formateur, de heer Leisterh van MR, heeft ook al de bekende grondwetspecialist Marc Uyttendaele onder de arm genomen om te laten onderzoeken of er toch geen manier bestaat om die regels betreffende de regeringsvorming te omzeilen en de Vlamingen op die manier aan de kant te schuiven. Dat manoeuvre is door de griffie van het Brussels Parlement terecht onontvankelijk verklaard wegens strijdigheid met de Brusselwet. Met dat manoeuvre – door met name het medebestuur van de Vlamingen in de Brusselse instellingen te negeren – heeft de PS in feite getracht het zogenaamde Brusselse model op te blazen. De partij brengt daarmee de communautaire evenwichten in dit land in het gedrang.

 

In het Vlaams Parlement werd daarover ondertussen een – in mijn ogen iets te flauwe – resolutie aangenomen. Dat gebeurde nagenoeg unaniem, alleen de communisten hebben niet voorgestemd. Bij de bespreking van die resolutie in het Vlaams Parlement – een debat dat er op vraag van mijn partij kwam – heeft collega Van Rompuy er zeer terecht op gewezen dat de gedeelde machtsdeelname van Vlamingen en Franstaligen in de Brusselse instellingen het spiegelbeeld is van de paritaire machtsdeelname van Vlamingen en Franstaligen in de federale instellingen. Wie het ene opblaast, moet daar dus bijnemen dat ook het andere kan worden opgeblazen.

 

Die gang van zaken mag ons niet onverschillig laten. Brussel is en blijft onze Vlaamse hoofdstad, met nog altijd een belangrijke aanwezigheid van Brusselse Vlamingen. Dat gaat ons als Vlamingen rechtstreeks aan. Daarom mogen we absoluut niet tolereren dat er in de stad over de Brusselse Vlamingen heen zou worden gelopen en vandaar ook de resolutie in het Vlaams Parlement.

 

Het resultaat van de impasse is vandaag dat Brussel al geruime tijd onbestuurbaar is en dat allicht ook nog geruime tijd zal blijven. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de gewestbevoegdheden en het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, maar natuurlijk ook voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de twee andere gemeenschapscommissies. De impasse is compleet, zoals collega Vanlouwe het zei bij het debat in het Vlaams Parlement: "Het zit muurvast, de impasse is volledig."

 

Dat gebeurt allemaal op een ogenblik waarop de Brusselse instellingen gigantische begrotingstekorten optekenen, virtueel failliet zijn en nood hebben aan tal van dringende beleidsmaatregelen. Zij worden ondertussen geconfronteerd met een regering in lopende zaken, die beperkt is in haar handelen en uiteraard geen nieuw beleid kan ontwikkelen.

 

Ondertussen gaan er wel wat stemmen op om Brussel zogenaamd onder curatele te plaatsen. Dat gebeurt allicht in een poging om de onderhandelingen onder druk te zetten en onder het motto dat uitzonderlijke tijden ook uitzonderlijke maatregelen vergen. Ik heb gelezen – voor zover we kunnen afgaan op wat de media allemaal schrijven – dat de bijzondere financieringswet als drukkingsmiddel zou kunnen worden gebruikt en dat de bijzondere Brusselwet als tweede instrument genoemd werd. Dat alles zou dus gebeuren om extra druk te zetten op die gesprekken.

 

Mijnheer de eerste minister, de huidige impasse wijst er vooral ook op dat die Brusselse instellingen en wellicht het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest dringend aan grondige hervormingen toe zijn. U hebt zelf geantwoord op de vraag van de heer Bouchez vorige week tijdens het vragenuurtje dat Brussel hervormd moet worden. Brussel is – dat is ondertussen genoeg bewezen – niet in staat om zelf zijn politieke structuren te rationaliseren, om zichzelf efficiënt te besturen, noch institutioneel, noch financieel, beleidsmatig of bestuurlijk. Alleen een grondige herstructurering, een grondige hervorming, kan op al die vlakken soelaas bieden, net als een nauwere betrokkenheid van het Vlaamse niveau bij het Brusselse bestuur.

 

Als we over de nodige institutionele hervormingen spreken, komen we uiteraard op dit niveau terecht en moet ik u daarover vatten. Het is immers de federale overheid die over een aantal hefbomen beschikt om orde op zaken te stellen als de Brusselse instellingen falen. Die hefbomen zijn zowel bestuurlijk als institutioneel van aard. Wat dat laatste betreft, kunt u immers sleutelen aan een hervorming van de Brusselse instellingen vandaag.

 

Vandaar, mijnheer de eerste minister, heb ik een aantal concrete vragen voor u. Ten eerste, hoe beoordeelt u zelf de situatie met betrekking tot de Brusselse regeringsvorming, meer in het bijzonder het initiatief vanuit Franstalige hoek om de Brusselse Vlamingen buitenspel te zetten en het totale onvermogen om een regering te vormen?

 

Ten tweede, ben ik benieuwd of u vanuit het federale niveau enig initiatief zal nemen om het medebestuur van de twee taalgemeenschappen in het hoofdstedelijk gebied op voet van volstrekte gelijkheid sterker te waarborgen.

 

Ten derde, neemt u, gelet op de toch wel catastrofale toestand waarin Brussel zich bevindt, ook een initiatief van institutionele aard om een einde te maken aan de Brusselse onbestuurbaarheid? Zo ja, welk initiatief zal dat dan zijn?

 

Ten slotte, zorgt u bij gebeurlijke hervormingen ter zake voor een grotere betrokkenheid van Vlaanderen bij het Brusselse bestuur? Dat is volgens ons namelijk een conditio sine qua non om Brussel uit het moeras te kunnen trekken.

 

02.02 Eerste minister Bart De Wever: Mevrouw Pas, ik dank u voor uw vraag over de betreurenswaardige situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Ten eerste, wat uw vraag betreft over de eisen die voornamelijk de Parti Socialiste stelt over de samenstelling aan de Nederlandstalige kant van de Brusselse regering, wil ik in eerste instantie verwijzen naar de bijzondere Brusselwet, die kristalhelder is. Die wet stelt namelijk dat de Nederlandse en de Franse taalgroep ieder apart een meerderheid vormen. Nadien vormen beide meerderheden samen de Brusselse regering. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is eigenlijk een zuivere confederatie. Dat is zo.

 

Ik ben zelf eerste minister geworden van de eerste regering sinds 16 jaar die een meerderheid in beide landsdelen heeft. Dat is constitutioneel niet vereist, maar het is wel netjes om het op die manier te doen. Het gaat om een dubbele legitimiteit. Dat is een eerbaar feit, dat in Brussel eigenlijk door de Brusselwet voorgeschreven is. Dat is een kwestie van respect. Ik stel samen met u vast dat sommigen dat nu willen ondermijnen. Dat is verontrustend. Die bepaling in de wet is immers een van de hoekstenen van het Belgische federalisme, waaraan nu wordt getrokken. Als men dat wil doen, dan is dat mogelijk, maar dat is een zware verantwoordelijkheid.

 

Samen met u stel ik vast dat het nu al acht maanden duurt om de Brusselse regering op de been te krijgen. Dat is alvast voor Brussel een record. Naar Belgische normen zijn zij nog niet aan het record, maar naar Brusselse normen hebben ze het record bereikt.

 

Wat we ook moeten vaststellen en onderstrepen, is dat er aan Nederlandstalige kant al geruime tijd voldaan is aan de voorwaarden om een regering te vormen. Er is een Vlaamse meerderheid die regeringsonderhandelingen kan starten, zoals beschreven in de bijzondere wet, samen met een Franstalige meerderheid. Het is niet alsof die regering geen dringende problemen te tackelen heeft. Daar is immers een immens begrotingstekort.

 

Ik heb er ook zo eentje op mijn bord gekregen, dat tamelijk immens is en nog geweldig groeit bij een ongewijzigd beleid in geopolitiek moeilijke omstandigheden. Ik moet u dat niet uitleggen, u weet dat. Alle verhoudingen in acht genomen zijn mijn problemen nog klein in vergelijking met die van het Brusselse Gewest.

 

Het kan niemand ontgaan zijn dat men in Brussel met een veiligheidsproblematiek kampt. In die context zou men veronderstellen dat alle partijen met enige spoed een regering zouden maken. De Vlaamse partijen zijn daar al en hebben de gemeenschapsbevoegdheden al ver met elkaar doorgesproken. Zij zijn dus quasi rond. De Vlamingen in Brussel zijn op het appel.

 

Ik stel samen met u vast dat er een veto wordt gesteld. U hebt gesproken over veto's tegen partijen. Ik erken dat dat een delicate zaak is. Als men een veto tegen een partij stelt, moet men dat bijzonder goed kunnen motiveren ten aanzien van die partij en ten aanzien van de democratie. Men kan daarover lang discussiëren.

 

Als men echter een veto stelt tegen een partij in het Brusselse Gewest die zowel de Vlaamse deelstaat als de federale regering bestuurt en daar in beide gevallen zelfs de leiding heeft genomen, dan vind ik dat heel moeilijk te verantwoorden. Het lijkt mij, gezien de situatie en de problemen in Brussel, onverantwoord en onverantwoordelijk.

 

Vanuit mijn perspectief – dat is mijn persoonlijke opinie over de zaak – is het eigenlijk niet zo moeilijk. Er moet gewoon een regering worden gevormd. Aan beide kanten is er een meerderheid. Als binnen het Franstalige kamp een partij of misschien meerdere partijen eisen dat ze zeggingskracht krijgen over wat er aan Vlaamse kant gebeurt, dan is dat onconstitutioneel en onverantwoord. Als ze eisen dat een bepaalde Vlaamse partij wordt ingewisseld voor een andere, staat dat volkomen haaks op de Brusselwet.

 

Het is heel eenvoudig. Wat mij betreft, kan er morgen een onderhandeling starten tussen de Vlaamse en de Franstalige meerderheid om een regeerakkoord te sluiten dat hopelijk eindelijk werk maakt van een aantal noodzakelijke hervormingen en een einde maakt aan de budgettaire catastrofe, eerder dan politieke spelletjes te spelen die misschien veel met partijbelangen te maken hebben, maar heel weinig met de Brusselaar en met wat er in deze stad en in dit gewest moet gebeuren.

 

Inzake uw vraag over initiatieven om het medebestuur van tweetalige gemeenschappen op voet van gelijkheid sterker te waarborgen, herken ik de parallel als het gaat over de taalverhoudingen, de pariteit waarover u het had. Er is een pariteit in de Brusselse regering die inderdaad historisch gekoppeld is aan de pariteit op het federale niveau. Het is daarop dat ik doel wanneer ik zeg dat men gerust aan de hoekstenen van het Belgisch federalisme mag trekken, maar dat men dan wel moet weten wat men allemaal in beweging zet.

 

De vraag die u stelt, is logisch. Alleen weet u net als ik dat, als men artikel 20, § 2 van de bijzondere Brusselwet van 12 januari 1989 wil wijzigen, men een tweederdemeerderheid en een dubbele meerderheid, dus in elke taalgroep, op de been moet brengen in de Kamer. Die lijkt mij er niet onmiddellijk te zijn, maar ik kan mij vergissen. Ik heb er al veel over gesproken en er zal nog wel wat water door de Zenne vloeien voor we zover zijn. Het lijkt mij zonneklaar dat dit een debat is dat men aan Franstalige kant niet wil.

 

Ik kom tot uw vraag over initiatieven om binnen de huidige bevoegdheidsverdeling een einde te maken aan de Brusselse onbestuurbaarheid. Als premier heb ik onder andere al in de plenaire vergadering gepleit om een Brusselse regering te vormen en ik doe dat vandaag opnieuw. U weet echter hoe het constitutioneel verdeeld is. Het is aan de Brusselse politici om orde op zaken te stellen en er is geen hiërarchie van de normen voorzien in het Belgisch federalisme. Bundesrecht bricht kein Landesrecht. Ik meen dat u dat principe zult verdedigen en daar niet van zult willen afwijken. De hiërarchie van het federale niveau over de gewesten is niet een van uw punten van geloof en ook niet van het mijne. Die vraag is dus contradictorisch aan uw basisopvattingen.

 

Ik stel wel samen met u vast dat de bijzondere Brusselwet enkele handvaten voorziet inzake het bestuur van Brussel, maar het is ook niet meer dan dat. Als de situatie echt verslechtert, kan men die handvaten gebruiken indien daarover op federaal niveau een consensus wordt gevonden. De federale regering kan echter niet in de plaats treden van de dubbele Brusselse democratie om de zaken op te lossen of om het bestuur in handen te nemen.

 

Binnen de federale bevoegdheden kunnen we wel een aantal problemen in Brussel aanpakken. In het bestuursakkoord van de federale regering zult u een aantal zeer relevante passages daarover kunnen terugvinden. Ik denk bijvoorbeeld aan het principe van responsabilisering inzake het stabiliteitspact. Het is moeilijk denkbaar dat men tekorten en schulden kan blijven opstapelen tot in het oneindige en dat men zich in de uiteindelijke Belgische consolidatie voor Europa kan verstoppen en zijn verantwoordelijkheid kan ontwijken. Er is één deelstaat die bij een ongewijzigd beleid perfect in orde is met de Europese uitgavennorm. Alle andere niveaus in dit land, ook het federale, hebben wat werk te doen. Dat werk verbleekt bij de inspanning die Brussel zal moeten leveren.

 

Ik verwijs ook naar de fusie van de Brusselse politiezones, maar daarover zal ik niet zo veel zeggen. Ten eerste is mijn spreektijd bijna op en ten tweede is daarover een aparte vraag gesteld. Zeker inzake veiligheid heeft de federale overheid uiteraard wel krachtige bevoegdheden, maar als oud-burgemeester ben ik de eerste om te zeggen dat zonder medewerking van het lokale niveau – in Brussel hoort het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daar echt bij – het zeer moeilijk is een integrale veiligheidspolitiek uit te rollen.

 

Ten slotte, wat de Vlaamse betrokkenheid in Brussel vanuit de Vlaamse deelstaat betreft, heeft de Vlaamse regering een Brusselminister, mevrouw Van Achter, om de belangen van de Vlamingen in Brussel te verdedigen. Zij heeft me laten weten dat zij aanwezig zal zijn bij alle vergaderingen van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Dat werd in het verleden immers veel te weinig gedaan en zij heeft de intentie daarin verandering te brengen.

 

02.03  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, bedankt voor uw antwoord. Ik heb uw voorganger hier ook al over ondervraagd. Eigenlijk kwam zijn antwoord, zij het met een iets minder krachtige veroordeling en verdediging van de pariteit en de Brusselwet, op hetzelfde neer: “We erkennen het probleem, maar we zijn niet van plan een initiatief te nemen.” U hebt uw antwoord iets uitgebreider gemotiveerd, maar helaas komt het op hetzelfde neer.

 

Qua analyse hoeven we elkaar niet te overtuigen. Het is inderdaad onverantwoord dat in de huidige catastrofale begrotingstoestand banken niet meer willen lenen aan een overheid. De vraag was effectief om niet alleen hervormingen door te voeren op het vlak van veiligheid, maar ook andere hervormingen op te starten die in Brussel nodig zijn. Volgens het regeerakkoord is de voorbereiding van een institutionele hervorming aan de gang. Indien u zich echter op voorhand al wegsteekt achter een tweederde meerderheid die er vandaag nog niet is, dan hoeft u aan die hervorming niet te beginnen. In Brussel is er veel meer nodig dan dat. 

 

Zoals u zelf hebt gezegd, bestaan er bruikbare handvaten. Volgens uw voorzichtige formulering gaat het om handvaten die zouden kunnen worden gebruikt, als er een consensus binnen de regering over is. Die houding is niet echt daadkrachtig en het lijkt erop dat we van u morgen nog geen initiatief mogen verwachten. 

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb zelf een motie van aanbeveling klaar - aangezien u mijn analyse helemaal deelt - waarin duidelijk is gesteld wat u ook hebt gezegd, met name dat het buitenspel zetten van de Brusselse Vlamingen absoluut niet kan. Dat om de Brusselwet kracht bij te zetten. In de motie staat ook de oproep om dringend maatregelen te nemen en gebruik te maken van de bestaande handvaten en op zijn minst met de voorbereidingen voor de structurele hervormingen te beginnen. We vragen ook om de betrokkenheid van Vlaanderen te verhogen. De aanwezigheid van de Brusselminister is één zaak, maar ik ben ervan overtuigd dat er qua betrokkenheid van Vlaanderen nog heel wat marge tot verbetering bestaat.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van mevrouw Barbara Pas

en het antwoord van de eerste minister,

- overwegende dat op 9 juni 2024 verkiezingen hebben plaatsgevonden voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement;

- gelet op artikel 35 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen voor wat betreft de regeringsvorming;

- overwegende dat het bestuur van de Brusselse instellingen in beginsel gebaseerd is op een gelijke machtsdeelname van de Nederlandstalige en de Franstalige taalgroep;

- overwegende dat deze machtsdeling het spiegelbeeld is van de machtsdeling op federaal niveau;

- overwegende dat een aantal Franstalige regeringsonderhandelaars gepoogd hebben om de Brusselse Vlamingen buitenspel te zetten bij de Brusselse regeringsvorming;

- overwegende dat hiermee een institutionele atoombom wordt ontgrendeld waarmee het 'Brusselse model' wordt opgeblazen;

- overwegende dat hiermee ook de zogenaamde 'communautaire evenwichten' zowel op Brussels als op federaal niveau op de helling worden gezet;

- overwegende dat de Brusselse regeringsvorming in een totale impasse verzeild is geraakt en bijna acht maanden na de verkiezingen de situatie er volledig geblokkeerd is en er geen enkel uitzicht is op enige regeringsvorming;

- overwegende dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ingevolge financieel wanbeheer zo goed als failliet is en gebukt gaat onder een astronomische schuldenlast;

- overwegende dat 35 jaar bestuur door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de stad Brussel aan de rand van de afgrond heeft gebracht;

- overwegende dat er in Brussel dringend nood is om institutioneel, bestuurlijk, financieel en beleidsmatig orde op zaken te stellen;

- overwegende dat dit enkel kan door een grondige herstructurering van het Brusselse institutionele landschap waarbij een nauwere betrokkenheid van Vlaanderen en een versterking van de waarborgen voor een volwaardige machtsdeelname van de Brusselse Vlamingen een conditio sine qua non zijn;

vraagt de regering

- het initiatief van een aantal Franstalige regeringsonderhandelaars om de Brusselse Vlamingen bij de pogingen tot vorming van een Brusselse regering buitenspel te zetten krachtig te veroordelen;

- de principes van het medebestuur van de twee taalgemeenschappen in het hoofdstedelijk gebied op voet van volstrekte gelijkheid sterker te waardborgen;

- dringend maatregelen, met inbegrip van grondige structurele hervormingen, te nemen die ertoe strekken een einde te stellen aan de onbestuurbaarheid van de Brusselse instellingen;

- daarbij een nauwere betrokkenheid van Vlaanderen na te streven."

 

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Barbara Pas et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de Mme Barbara Pas

et la réponse du premier ministre,

- considérant que des élections ont eu lieu le 9 juin 2024 pour le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale;

- eu égard à l'article 35 de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises, en ce qui concerne la formation du gouvernement;

- considérant que la gestion des institutions bruxelloises est basée sur le principe d'une participation égale des groupes linguistiques néerlandophone et francophone au pouvoir;

- considérant que ce partage du pouvoir est identique à celui appliqué à l'échelon fédéral;

- considérant que certains négociateurs francophones ont essayé de tenir les Flamands de Bruxelles à l'écart de la formation du gouvernement bruxellois;

- considérant qu'un dispositif de bombe atomique institutionnelle est ainsi déclenché et que celui-ci fait voler en éclats le "modèle bruxellois";

- considérant que les "équilibres communautaires" sont ainsi également hypothéqués, tant à l'échelon bruxellois qu'au niveau fédéral;

- considérant que la formation du gouvernement bruxellois est complètement dans l'impasse et que la situation, près de huit mois après les élections, est tout à fait bloquée, sans aucune perspective de formation d'un gouvernement;

- considérant qu'à la suite d'une gestion financière calamiteuse, la Région de Bruxelles-Capitale est pratiquement en faillite et est confrontée à un endettement astronomique;

- considérant que 35 années de gestion par la Région de Bruxelles-Capitale ont mené la ville de Bruxelles au bord du gouffre;

- considérant qu'il est urgent de redresser la situation à Bruxelles sur les plans institutionnel, administratif, financier et politique;

- considérant que cette évolution n'est possible que moyennant une restructuration approfondie du paysage institutionnel bruxellois, une implication plus étroite de la Flandre et un renforcement des garanties d'une participation à part entière des Flamands de Bruxelles au pouvoir constituant une condition sine qua non;

demande au gouvernement

- de condamner fermement l'initiative prise par certains négociateurs francophones de tenir les Flamands de Bruxelles à l'écart des tentatives de formation d'un gouvernement bruxellois;

- de garantir plus fermement les principes de partage du pouvoir par les deux communautés linguistiques sur le territoire de la capitale, celles-ci étant strictement mises sur un pied d'égalité;

- de prendre urgemment des mesures, incluant des réformes structurelles approfondies, visant à mettre fin à l'impossibilité de gouverner à laquelle les institutions bruxelloises sont confrontées;

- de veiller à impliquer plus étroitement la Flandre dans ce cadre."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Jeroen Bergers.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Jeroen Bergers.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

03 Vraag van Sofie Merckx aan Bart De Wever (eerste minister) over "De vakbondsactie van 13 februari" (56002408C)

03 Question de Sofie Merckx à Bart De Wever (premier ministre) sur "L'action syndicale du 13 février" (56002408C)

 

03.01  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, op 13 februari, toen uw regering nog geen week geïnstalleerd was, kwamen meer dan 100.000 mensen uit verschillende sectoren op straat om te protesteren tegen het beleid dat de nieuwe regering wil voeren. Het was zelden gezien hoe militairen en brandweerlui naast mensen uit de associatieve sector, het middenveld, vrouwen en mannen zowel uit de publieke sector als uit privésector samen betoogden. De dag voordien had u nog de vakbondsorganisaties ontvangen.

 

Nu zijn er nieuwe acties gepland in het teken van 8 maart, de dag waarop we traditioneel opkomen voor de rechten van vrouwen. Deze keer wordt die dag door alle vrouwenorganisaties in het teken gesteld van de arizonamaatregelen, die natuurlijk dubbel zo hard zullen wegen op vrouwen. Onder andere de maatregelen in verband met het pensioen zullen dubbel zo hard aankomen voor vrouwen. Op 31 maart komt er een algemene staking. Het is al meer dan tien jaar geleden dat er nog een algemene staking is in ons land werd georganiseerd. De stakers stellen heel duidelijke eisen. Zij willen gaan voor degelijke pensioenen, haalbare loopbanen, een sterkere koopkracht en een kwalitatieve openbare dienst. Ze willen ook dat uiteindelijk de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Ze voelen zich belogen en bedrogen door deze regering, die beloofd had dat de koopkracht zou stijgen, terwijl die aan alle kanten afbrokkelt.

 

Bent u bereid te luisteren naar dat protest tegen uw regering?

 

Zult u nog samenzitten met de vakbonden? Tijdens de vorige plenaire vergadering heeft de heer Clarinval al aangekondigd dat u na die eerste keer nog met de vakbonden zou vergaderen. Is dat overleg gepland voor of na die algemene staking? Bent u bereid tegemoet te komen aan hun eisen?

 

03.02 Eerste minister Bart De Wever: Mevrouw Merckx, ik dank u voor uw vraag. Ik stel vast dat het in de plenaire vergadering om 100.000 actievoerders ging. Twee weken later gaat het al om meer dan 100.000. U moet mij op tijd waarschuwen wanneer het aantal van een miljoen actievoerders is bereikt. In dat geval kan ik op tijd en stond politiek asiel aanvragen in een ander land.

 

Alle gekheid op een stokje, tijdens de bewuste plenaire vergadering van 13 februari 2025 heb ik op uw vragen al geantwoord. Ik zal echter kort de belangrijkste punten in herinnering brengen.

 

We hebben op woensdag 12 februari 2025 inderdaad de sociale partners ontvangen, zijnde de zogeheten Groep van Tien. Dat is ongezien snel na de vorming van een regering. Dat was voor mij echt een belangrijk signaal. Het was voor mij ook belangrijk dat we die ontmoeting hielden. Er staan immers wel enige hervormingen in het regeerakkoord. Ik begrijp dat ze niet overal goed vallen. De hand uitsteken naar de partners om aan te geven dat wij daarover willen spreken, was voor mij erg belangrijk. Uiteraard hebben sommigen toch betoogd en actiegevoerd. Dat is normaal. Ik had het niet anders verwacht.

 

Tijdens die ontmoeting is een agenda uitgewerkt om de sociale partners regelmatig te zien en thematisch met elkaar te werken, om hervormingen door te spreken. Wij hebben immers begrip voor de impact die de hervormingen zullen hebben.

 

Het is altijd heel dubbel. Er komt enerzijds enorme kritiek op de hervormingen die we doen. Er is anderzijds enorme kritiek dat ze lang niet zullen volstaan om het land en het budget op orde te zetten. De kritiek is behoorlijk tegenstrijdig, maar dat hoort er nu eenmaal bij.

 

Beide hebben een grond van waarheid. We zullen nog veel meer moeten doen, maar de hervormingen zullen al een bijzondere impact hebben op heel veel mensen. Concertatie is dus belangrijk.

 

Ik heb niet veel tijd en zal mijn antwoord dus eindigen door mijn vraag aan Peter Mertens van uw fractie van 13 februari 2025 te herhalen. Wat is het alternatief? De feiten zijn wat ze zijn. Wij kampen met een enorme vergrijzing, die onvoldoende is voorbereid door voorgaande regeringen. De muur waar we overheen moeten, wordt alleen maar steiler in bijzonder uitdagende geopolitieke omstandigheden.

 

Als we vandaag dus niet durven door te pakken inzake hervormingen, wanneer zullen we dat dan ooit doen? Er is geen alternatief behalve ideologische fabels en economische fictie. Het staat u vrij die fabels en fictie te vertellen. Het staat verstandige mensen vrij daar niet in te geloven.

 

Ik hoop dus dat u zult willen begrijpen tijdens mijn laatste twee seconden spreektijd dat de huidige regering zal moeten ingrijpen om de sociale zekerheid en de overheidsfinanciën zeker en sociaal te houden, in het bijzonder op de langere termijn.

 

03.03  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, ten eerste, kunt u natuurlijk discussiëren over het precieze aantal betogers, maar beweren dat er weinig volk was in Brussel op 13 februari, vind ik ook wel van de pot gerukt. U had misschien toch eens naar die betoging moeten komen, want dan had u gezien hoe u er met de regering-De Wever in geslaagd bent om heel veel mensen samen te brengen, veel mensen die normaal gezien niet op straat komen. Verschillende mensen zeiden me dat u er eigenlijk in geslaagd bent om ze allemaal te verenigen.

 

Ten tweede houdt u natuurlijk vast aan uw argument dat er geen alternatief is voor wat u doet, en wijst u erop dat er van twee kanten kritiek komt, onder andere dat het niet genoeg is. Misschien is dat het probleem: u doet niets anders dan de klassieke recepten uitvoeren, voorgeschreven door de klassieke economen. U doet namelijk een grote sanering. Dat hebben we in 2008 na de bankencrisis evenwel ook gedaan en we hebben gezien dat dat tot een economische recessie heeft geleid. Eigenlijk neemt u de koopkracht van de mensen af, waardoor de interne vraag in het land naar beneden gaat. Daardoor komen we gewoon dieper in een economische crisis terecht. Nochtans is de koopkracht van de mensen ook nu net de motor van de economie.

 

Misschien moet u het dus over een andere boeg gooien. Misschien had u effectief een alternatief kunnen aanspreken, bijvoorbeeld echt de sterkste schouders, want het symbooltaksje van 500 miljoen euro, die de meerwaardebelasting wordt, zal budgettair totaal niets opleveren. Bovendien is er nog niets in orde: u hebt in het geheel nog geen plan. Was u ervoor gegaan om de sterkste schouders echt te doen bijdragen, dan hadden de maatregelen in dat verband zowel budgettair als economisch een oplossing kunnen zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Bart De Wever (eerste minister) over "De begrotingstabel van de regering-De Wever" (56002425C)

- Sofie Merckx aan Bart De Wever (eerste minister) over "De begroting 2025" (56002688C)

- Wouter Vermeersch aan Bart De Wever (eerste minister) over "De kritiek van de begrotingsexpert op de begrotingstabel van de regering-De Wever" (56003114C)

- Vincent Van Quickenborne aan Bart De Wever (eerste minister) over "De Europese uitgavengroeinorm voor 2025" (56003005C)

- Wouter Vermeersch aan Bart De Wever (eerste minister) over "De Europese uitgavengroeinorm" (56003093C)

- Wouter Vermeersch aan Bart De Wever (eerste minister) over "De kritiek van een Vlaams topambtenaar op de begrotingstabel van de regering-De Wever" (56003128C)

04 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Bart De Wever (premier ministre) sur "Le tableau budgétaire du gouvernement De Wever" (56002425C)

- Sofie Merckx à Bart De Wever (premier ministre) sur "Le budget 2025" (56002688C)

- Wouter Vermeersch à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les critiques de l'expert budgétaire concernant le tableau budgétaire du gouvernement De Wever" (56003114C)

- Vincent Van Quickenborne à Bart De Wever (premier ministre) sur "La norme de croissance des dépenses européenne pour 2025" (56003005C)

- Wouter Vermeersch à Bart De Wever (premier ministre) sur "La norme européenne de croissance des dépenses" (56003093C)

- Wouter Vermeersch à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les critiques d'un haut fonctionnaire flamand à l'égard du tableau budgétaire de l'Arizona" (56003128C)

 

04.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de eerste minister, mijn eerste vraag gaat over de begrotingstabel. Tijdens het investituurdebat moest op vraag van de Vlaams Belangfractie een aangepaste begrotingstabel worden rondgestuurd aan de Kamerleden. Die tabel bevat nog heel wat onduidelijkheden en roept ook heel wat vragen op. Midden maart moet uw regering haar begrotingsplan indienen bij de Europese instanties.

 

Vorige week nog haalde de Nationale Bank de cijfers van uw begrotingstabel stevig onderuit. Ik heb u daar al over ondervraagd. Uit recente uitspraken van begrotingsexpert Moesen blijkt dat de huidige begrotingsvoorstellen onvoldoende onderbouwd zijn en grotendeels steunen op speculatieve terugverdieneffecten. Hij spreekt in een interview bij DPG Media over bricolage en knip- en plakwerk. In het verleden verwezen u en de N-VA nochtans maar wat graag naar de woorden en analyses van de heer Moesen.

 

Ook de topman van het Vlaams Departement Financiën en Begroting is in zijn analyse snoeihard voor de terugverdieneffecten van 80 % werkzaamheidsgraad. U rekent op bijna 8 miljard euro. Hij noemt dat cijfer een fata morgana en baseert zich op de vooruitzichten van het Federaal Planbureau, dat een werkzaamheidsgraad van slechts 74 % in 2029 vooropstelt, zonder bijkomende beleidsmaatregelen.

 

De regering lijkt erop te rekenen dat Europa zal instemmen met een hersteltraject van zeven jaar in plaats van vier. Er is echter geen garantie dat dit verzoek zal worden ingewilligd. Indien Europa de begroting onvoldoende acht, dreigt een bijkomende besparing van 6 miljard euro. Bovendien waarschuwt de heer Moesen dat de financiële markten alert zijn en dat een negatieve evaluatie vanuit Europa extra druk kan zetten op dit land. De regering heeft een begrotingsplan voorgelegd waarin een derde van de inspanningen uit onzekere inkomstenbronnen komt, zonder solide onderbouwing. Daarnaast worden heel wat hervormingen pas aan het einde van de legislatuur ingevoerd, terwijl Europa aanstuurt op frontloading van de saneringen. De vraag rijst dus in hoeverre de regering effectief voorbereid is om Europa te overtuigen en de financiële stabiliteit van dit land te waarborgen.

 

Hoe beoordeelt u de kritiek van begrotingsexpert Moesen, temeer daar u in het verleden herhaaldelijk verwees naar hem als een gerespecteerde begrotingsexpert en u zijn analyses vaak hebt gedeeld en ondersteund?

 

Hoe beoordeelt u de kritiek van de topman van de Vlaamse begroting, de heer Algoed, die voorheen kabinetschef was van Vlaams minister van Begroting Muyters namens de N-VA?

 

Is de regering zich ervan bewust dat het begrotingsvoorstel mogelijk niet aan de Europese eisen voldoet? Hebt u een plan B als dat zo zou zijn?

 

Hoe onderbouwt de regering de haalbaarheid van de verwachte miljarden aan terugverdieneffecten? Kan en wil u de concrete en cijfermatig onderbouwde berekeningen van die effecten voorleggen aan het Parlement?

 

Waarom koos de regering ervoor om ingrijpende hervormingen uit te stellen naar het einde van de legislatuur, terwijl Europa pleit voor frontloading?

 

Hoe zal de regering vermijden dat België, al dan niet door een afwijzing van Europa, in het vizier komt van de financiële markten, met mogelijk drastische gevolgen voor de Belgische economie?

 

Bent u bereid om een uitgebreidere begrotingstabel en de achterliggende berekeningen voor te leggen aan het Parlement?

 

Ik heb ook een vraag over de Europese uitgavengroeinorm. Europa zal ons land evalueren op basis van het nieuwe Europese begrotingskader, meer bepaald de uitgavengroeinorm. Dit jaar alleen al zou u eigenlijk 3 miljard euro moeten besparen, maar u doet nog niet eens de helft. Dat blijkt uit uw begrotingstabellen. Bovendien rekent u erop dat de regering 770 miljoen euro aan defensie-uitgaven buiten de begroting zal mogen houden. Dat is een aanzienlijk risico, mijnheer de eerste minister, want grote Europese landen willen die ontsnappingsclausule – waarvan u al gebruikmaakt in uw tabellen terwijl er nog geen akkoord over is binnen Europa – pas toepassen vanaf de 2 %-norm inzake uitgaven voor defensie van de NAVO. Dat is echter een norm die België niet haalt, want wij zitten slechts aan 1,3 %.

 

Ik heb hierover twee vragen, mijnheer de eerste minister. Klopt de vaststelling dat de begrotingstabel van de regering de uitgavengroeinorm niet respecteert, al zeker niet voor 2025?

 

De Nationale Bank heeft daarover een artikel en een persbericht gepubliceerd. Zij sturen aan op ingrijpende consolidatiemaatregelen om die uitgavengroeinorm te halen. Welke specifieke maatregelen zal uw regering nemen om de uitgavengroeinorm te respecteren?

 

Ik kijk uit naar uw antwoorden, mijnheer de eerste minister.

 

04.02  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, ik heb ook een aantal vragen over het begrotingstraject dat bij Europa moet worden ingediend. De heer Van Peteghem heeft onlangs gezegd dat dit tegen midden mei zou gebeuren. Kunt u bevestigen dat de regering tegen dan klaar zal zijn? Is er een concrete planning opgemaakt, ook om de begroting aan de Kamer voor te leggen? Voorlopig wordt ons gemeld dat de voorlopige twaalfden op 11 maart zullen worden goedgekeurd. Wanneer kunnen we de echte begroting verwachten?

 

Ondertussen zijn heel wat economisten zeer kritisch over uw budgettaire traject. Koen Algoed van de KU Leuven zegt dat een tewerkstellingsgraad van 80 %, net als de 7,9 miljard euro aan terugverdieneffecten, eigenlijk een fata morgana is. Ook Wim Moesen is zeer kritisch. In De Tijd en L'Echo stond gisteren dat 2025 als een verloren jaar in de begroting kan worden gezien.

 

In de begrotingstabel die u hebt ingediend, staan heel wat cijfers in de kolom voor 2025. Gisteren hadden we hier een discussie over de hervorming of het beter innen van de effectentaks. De heer Jambon kon echter niet zeggen hoe dat precies zal worden aangepakt. Hoe kan dat al in de tabel voor 2025 staan, als men nog niet weet hoe men dat precies gaat doen? Hoe zal dat begrotingstraject verlopen, mijnheer de eerste minister?

 

04.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, u wil met uw arizonaregering een hervormings- en besparingsregering zijn. Dat klinkt goed, maar helaas blijkt uit uw eigen budgettaire tabel dat daar voor 2025 niets van in huis komt.

 

Als u de tabel bekijkt die u in de Kamer hebt neergelegd, moet u in 2025, na rekening te houden met technische correcties en nieuw beleid, een totale inspanning leveren van afgerond 4,4 miljard euro. Wat blijkt echter uit de tabel? U blijkt voor 2025 te stranden op een inspanning van 2,1 miljard, met andere woorden een negatief saldo van 2,2 miljard euro.

 

Even opmerkelijk is dat u in die tabel ook al rekening houdt met het feit dat de defensie-uitgaven sowieso buiten de begroting zullen worden gehouden. In de tabel ziet u twee paarse lijntjes. U gaat ervan uit dat u nu al een akkoord hebt om die uitgaven buiten de begroting te houden.

 

Het punt is dus een negatief saldo van 2,2 miljard in 2025. Komt daarbij dat uw minister van Financiën intussen heeft toegegeven dat de afschaffing van de federale gewone intrestaftrek dit jaar niet zal lukken en dat er nog eens 210 miljoen bijkomt.

 

Ik heb vier vragen voor u. Kunt u bevestigen dat de afschaffing van de federale gewone intrestaftrek pas ingaat vanaf het volgend aanslagjaar? Klopt het dat u met deze tabel de Europese uitgavengroeinorm van 2025 niet respecteert? Zult u nog iets doen aan dat negatief saldo of zult u alles laten zoals het is? Ten slotte, door dat negatief saldo van 2025 zal uw startbasis voor 2026, die nu is vastgelegd op 27,3 miljard, nog verslechteren naar 29,8 miljard. Geeft u dat toe of ontkent u de waarheid?

 

04.04 Eerste minister Bart De Wever: U wijkt een beetje af van de vragen die werden ingediend, maar dat is geen probleem. Ik zal beginnen met iets te zeggen over de kritiek van de experts. Velen hebben daarop gewezen en gevraagd of ik die wegwuif of ter harte neem. Ik neem die wel degelijk ter harte en wuif die absoluut niet weg. Expert zijn is niet gemakkelijk, zeker niet in financiële materie en begrotingsmaterie. Dit land besturen is echter zo mogelijk nog moeilijker. Dat bewijst ook de laatste spreker, die me zoals Willem Elschot aanraadt te doen wat hij heeft nagelaten. Hij heeft namelijk nagelaten te doen wat nodig was. Ook andere sprekers uit de oppositie zeggen hoe diep de problemen zijn. Ze hebben geen ongelijk. De problemen zullen inderdaad ook nog groter worden. Door acht maanden te onderhandelen komen we immers ook in het fiscale jaar 2025 in moeilijkheden. Dat is allemaal juist. Wat de oppositie echter altijd nalaat, is een alternatieve oplossing vooruit te schuiven. Uiterst links behoudt immers de traditionele fantasieën over de verhoging van het overheidsbeslag, waar we al bijna op een wereldrecord zitten, of allerlei andere revolutionaire fantasieën die mooi klinken, maar geen zoden aan de dijk zullen brengen.

 

We zitten effectief serieus in de problemen. Die waren al structureel in dit land en al heel lang aan het groeien. Het moet me toch van het hart dat de vorige regering wat dat betreft ongekende dieptepunten heeft verkend. Mij nu vragen of ik dat op zijn beloop zal laten, valt een beetje zuur, zeker wanneer die vraag wordt gesteld door oud-ministers van de vivaldiploeg. U weet wat er op ons afkomt bij ongewijzigd beleid. Ik zal u straks de cijfers nog eens geven.

 

Hoe is onze begroting opgebouwd? Onze begroting heeft de ambitie om twee derde van de beoogde inspanning bij structurele hervormingen te halen. We doen dat met het besef, en dat staat ook verankerd in het regeerakkoord, dat het overheidsbeslag gewoon niet meer kan stijgen in dit land. Het is onze bedoeling om dat te doen dalen en belastingen te doen dalen. Dat gebeurt heel af en toe eens in dit land. Dat is in de Zweedse regering gebeurd toen er een welbepaalde samenstelling van de regering was en die is er vandaag opnieuw. Bij mijn weten hebben alle andere regeringen deze eeuw de belastingkraan allemaal verder opengedraaid. Het is de bedoeling om die een stukje dicht te draaien, maar daarvoor moet men natuurlijk zeer ingrijpend hervormen.

 

U kunt zeggen dat die structurele hervormingen niet genoeg zijn. Ik ben zelfs geneigd om u gelijk te geven, maar dat is het maximum dat we konden halen in een coalitieregering, die dit land eigen is. Het is altijd complex. Naar Belgische normen is het dus redelijk ongezien wat wij hebben gepland.

 

Er is ook niemand, ook niet van de experts, die in twijfel trekt dat dat tot resultaten zal leiden en dat het ook budgettaire effecten zal hebben. De vraag is alleen wanneer die effecten en resultaten er zullen komen en of ze voldoende zullen zijn. Hadden we geen andere maatregelen kunnen nemen? Dat zijn allemaal terechte vragen. Moest een expert een soort volmacht krijgen om dit land te besturen, zou hij een ander akkoord geschreven hebben. Ik zou ook een ander akkoord geschreven hebben als ik het helemaal alleen had mogen doen. Indien de kiezer ooit zo verstandig zou zijn om me die macht te geven, zou ik nog een ander akkoord hebben geschreven. Naar Belgische normen is wat wij op het getouw zetten inzake arbeidsmarkt, pensioenen en fiscaliteit redelijk ongezien.

 

Die terugverdieneffecten mogen we volgens mij wel verwachten. Het zou wel heel raar zijn dat er geen terugverdieneffecten komen. Geopolitiek en internationaal economisch kan ik nog in buitengewoon moeilijk vaarwater belanden, maar op basis van onze huidige kennis zou het raar zijn om geen terugverdieneffecten te verwachten. In het regeerakkoord is voorzien in een oplopend traject van die retoureffecten, waarbij we niet inschatten dat we de 80% werkzaamheidsgraad binnen de legislatuur zullen bereiken. Dat is wel degelijk voor na de legislatuur gepland. In de begroting is er ook een buffer ingeschreven van 2 miljard euro in 2029, waardoor we eigenlijk meer doen dan Europa strikt genomen van ons vraagt betreffende de uitgavennorm. We hebben toch een zekere veiligheidsmarge ingebouwd ten aanzien van de economische omgeving, zoals ik al heb aangegeven, maar ook ten aanzien van eventueel minder grote effecten dan verwacht van de maatregelen. In de begroting is er dus wel degelijk al een voorziening getroffen.

 

Indien u voortdurend de experten citeert, zou u ze best volledig citeren. Zij zeggen allemaal dat de hervormingen van deze regering de juiste zijn en dat de vorige regeringen die al hadden moeten doorvoeren of al veel meer hadden moeten doorvoeren. Bovendien zeggen ze dat deze regering in de juiste richting gaat, ook al om het budgettaire rotten te stoppen. Die ambitie lijkt me voor deze legislatuur al zeer hoog.

 

Bij ongewijzigd beleid zullen we volgens de cijfers naar ongekende diepten zakken. Vivaldi heeft voor entiteit I ongekende diepten achtergelaten. We zakken op entiteit I van een tekort van 21 miljard naar een tekort van meer dan 40 miljard bij ongewijzigd beleid. Dat maakt dat wij de unieke rode lantaarn zijn in de OESO-zone. Wij zijn niet alleen Europees recordhouder, maar wereldwijd in de ontwikkelde wereld hebben wij de slechtst denkbare begroting geërfd. Als men dat budgettair rotten kan stoppen, heeft men al een hele prestatie geleverd, vooral als men de nodige hervormingen op lange termijn neemt die dat saldo structureel gezond zouden kunnen maken. We moeten daarop focussen. Ook op Europees niveau zal de focus liggen op het structureel gezond maken van het saldo. Dat is de filosofie die Europa nu voor de uitgavennorm hanteert. We zijn wel degelijk optimistisch dat we daaromtrent groen licht zullen krijgen.

 

U hebt gelijk dat de situatie voor het fiscale jaar 2025 zeer moeilijk is. De regering zal de nodige maatregelen moeten nemen om dit overgangsjaar zo goed mogelijk door te komen en om onze uitgangspositie voor 2026 zo sterk mogelijk te maken. Het is inderdaad jammer dat de regeringsvorming zo lang heeft geduurd, maar het is wat het is.

 

We zullen zien of we defensie buiten de begroting kunnen houden. Ik verontschuldig mij al voor mijn vroegtijdig vertrek, aangezien ik een extra bijeenkomst van de Europese Raad moet bijwonen. Het gaat natuurlijk uitsluitend over dit soort thema’s. Mevrouw Von der Leyen komt volgende maand met een white paper. Wat dat betreft, is er dus zeker iets op komst.

 

De problematiek van ons land blijft echter die 2 %-norm, waaraan uw regering ook niets heeft gedaan, mijnheer Van Quickenborne. Er waren allerlei plannen, maar daarvoor werd onvoldoende of geen budget voorzien. De beloftes aan de NAVO werden niet waargemaakt, waardoor we tot onze oogballen in de problemen zitten. Ik verwacht dus wel maatregelen, ESR leniency, quantitive easing; men voelt dat er iets op komst is. Het zou wel eens kunnen dat we eerst de 2 %-norm moeten halen en dat dit onze problemen ook nog zal vergroten. We zullen zien wat er uit het Europees overleg naar voren komt.

 

Mevrouw Merckx, wat de timing betreft, hebben we de bedoeling om de begroting in mei door het Parlement te krijgen. Dat zou de ideale timing zijn. Halverwege maart zal het meerjarenplan in Europa beginnen en dan begint het hele verhaal. Ik kan u de details over de timing nog niet geven, maar we zullen daar uiteraard het normale parlementaire proces voor doorlopen.

 

Mijn excuses voor het overschrijden van mijn spreektijd, maar ik wilde de vele vragen beantwoorden.

 

De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, het is altijd zoeken naar een evenwicht. Het is nuttiger dat de parlementsleden een volledig antwoord krijgen dan het Reglement te strikt toe te passen.

 

04.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de premier, dank voor uw antwoord. Laat het duidelijk zijn dat wij het niet over een revolutie hebben. Wij houden u aan de belofte die u als partijvoorzitter aan uw kiezers en als eerste minister aan de burgers hebt gemaakt. Wij houden u aan uw verantwoordelijkheid. U hebt zelf gesteld dat u de financiën op orde wilt krijgen. Wel, de budgettaire alarmbellen gaan momenteel af. De Nationale Bank heeft vorige week een snoeiharde analyse gemaakt over het gebrek aan een langetermijnvisie in uw plannen. Experten als Moesen en Algoet, die vroeger door de N-VA als referentie werden beschouwd, spreken over bricolage, knip- en plakwerk en fata morgana’s.

 

Toch blijft uw regering tot vandaag dagdromen over de vele miljarden terugverdieneffecten, die er nooit zullen komen. Ik noteer dat u het overgrote deel van het effect verwacht in de volgende regeerperiode, maar u rekent voor het einde van deze regeerperiode al op vele miljarden aan extra inkomsten. Dat valt niet te rijmen.

 

Mijnheer de eerste minister, uw begrotingstabel is gebaseerd op onhaalbare prognoses, gebakken lucht, en ze mist een duidelijke langetermijnvisie. U maakt het nog veel bonter dan de vivaldiregering. Dat zegt niet alleen het Vlaams Belang. Dat zegt ook professor Peersman. Hij zegt dat hij het nog nooit zo extreem heeft gezien.

 

Wij hebben het ook nog nooit zo extreem gezien. Het is onverantwoord de financiële toekomst van dit land en zeker van Vlaanderen op zulke wankele fundamenten te bouwen. Wij maken ons grote zorgen.

 

Mijnheer de eerste minister, u weet net als wij hoe het uiteindelijk zal eindigen. De Vlamingen zullen de rekening betalen, als de rekening niet klopt in België. Dat mogen we niet laten gebeuren. U wilt België redden, maar wij vrezen dat de Vlaming daarvoor de prijs zal betalen.

 

04.06  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, u zegt dat links enkel ideeën aanbrengt om het overheidsbeslag te verhogen. Daarbij gaat u uit van het idee dat hét overheidsbeslag en dé belastingen voor iedereen gelijk zijn, maar het probleem is nu juist dat we niet allemaal in dezelfde boot zitten. U hebt nu bijvoorbeeld beslist om de mensen één tot twee jaar langer te laten werken, of anders 200 of 300 euro van hun pensioen af te pakken. Dat zullen de mensen echt voelen. U kunt echter ook andere beslissingen nemen. Vandaag werd nog een bericht gepubliceerd over het feit dat vorig jaar, gewoon door financiële inspecties, 1,17 miljard euro extra aan belastingen geïnd kon worden van multinationals, omdat die hun belastingen niet correct invullen. U kunt ook die keuze nemen.

 

U wijst erop dat de regering-Michel bepaalde maatregelen kon nemen. Welnu, die regering heeft gezorgd voor 9 miljard minder inkomsten voor de sociale zekerheid. Dat is hier beslist. In Oostenrijk bijvoorbeeld heeft men dat totaal niet gedaan. Uw argument vandaag is dat de pensioenen onbetaalbaar zijn, maar dat komt doordat u gezorgd hebt voor minder inkomsten in de sociale zekerheid. Tegenover die minderinkomsten hebt u geen andere inkomsten gezet. Dat is het probleem. Als de rechtse partijen zeggen dat de begroting niet op orde is, dan moet u misschien eens kijken naar de beslissingen die u genomen hebt, toen u deel uitmaakte van de regering-Michel.

 

Ik denk dus dat er andere oplossingen mogelijk zijn. De mensen hebben heel hun leven hard gewerkt, maar u zorgt er nu voor dat zij minder pensioen zullen krijgen. De mensen zullen harder moeten werken voor minder loon. Ze moeten overuren of avonduren presteren waar geen overloon meer tegenover zal staan. Dus neen, de hardwerkende Vlaming komt er niet beter uit. U hebt werkelijk iedereen in het vizier. Wij zullen met hen mee op straat komen voor andere oplossingen, want die zijn mogelijk.

 

De voorzitter: Mevrouw Merckx, ik stel voor dat u bij een volgende gelegenheid een interpellatie indient, want ik stel mij nu zeer soepel op in het gebruik van spreektijd.

 

04.07  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, men kan blijven achteruitkijken, men kan blijven zeggen dat het allemaal de schuld is van anderen. Helaas voor u gaat de strenge beoordeling van experts en de Nationale Bank over uw traject, meneer De Wever, alleen over uw traject.

 

Het blijkt allemaal te weinig te zijn, want in 2025 doet u eigenlijk nagenoeg niets. Het excuus dat u nu geeft is dat de regeringsvorming wat langer heeft geduurd dan verwacht. Misschien is het feit dat het zo lang geduurd heeft ook wel de fout van de vorige regering. U beschikt nochtans over elf van de twaalf maanden van 2025. U bent gestart op 1 februari, u hebt dus elf van de twaalf maanden. Wij stellen echter vast dat u de handdoek in de ring gooit. U zegt dat u eigenlijk niks gaat doen. Weet u wat het resultaat zal zijn in 2025? Uw resultaat zal nog slechter zijn dan dat van 2024.

 

Er is dus slechts één oplossing, kom met een ernstige budgettaire tabel. Doe dat samen met uw minister van Begroting. Toon dat u echt wilt hervormen en saneren, in plaats van het fabeltje en de lucht die u nu in uw tabellen hebt gestoken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega's, we moeten de termijnen respecteren met betrekking tot het beantwoorden van interpellaties. Daarom komt nu eerst de interpellatie van de heer Van Hoecke aan bod.

 

05 Interpellatie van Alexander Van Hoecke aan Bart De Wever (eerste minister) over "Het gebruik van Chinese apps bij de federale overheid" (56000018I)

05 Interpellation de Alexander Van Hoecke à Bart De Wever (premier ministre) sur "L'utilisation d'applications chinoises par les agents de l'administration fédérale" (56000018I)

 

05.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de eerste minister, ik zal het kort houden. Ik weet immers dat u om 9.45 uur moet vertrekken. Ik zal dus met de deur in huis vallen.

 

Het gebruik van Chinese apps brengt steeds een bepaald risico met zich. De massa data die door die applicaties wordt verzameld, kan steeds opgevorderd of ingekeken worden door de Chinese overheid en de Chinese inlichtingendiensten. Er is daarop ook geen enkele controle.

 

Ook de Veiligheid van de Staat waarschuwt voor het gebruik van Chinese applicaties in zijn jaarrapport voor 2024. Vorige week nog, op 18 februari, herhaalde administrateur-generaal Francisca Bostyn die oproep en stelde dat het van gezond verstand zou getuigen om apps van Chinese oorsprong zoveel mogelijk te weren binnen de overheid.

 

De voorbije jaren kwam één specifieke app, namelijk TikTok, regelmatig in opspraak. Dat weten we allemaal. De Vlaamse regering besliste in 2023 al om de toegang tot TikTok te blokkeren op de professionele toestellen van het personeel. Het Vlaams Parlement gebood iets later om hetzelfde te doen op de professionele computers en smartphones van de parlementsleden, de politieke medewerkers en de medewerkers van de diensten. Ook de Europese Commissie gebiedt dat trouwens aan al haar medewerkers.

 

De federale regering verbood eveneens in 2023 federale overheidsmedewerkers om de applicatie op hun werktelefoons en -computers te installeren. Dat verbod was tijdelijk, maar werd verlengd. Dat kon ik vernemen.

 

Het probleem is echter veel ruimer dan enkel één applicatie. Dat is de reden waarom ik deze vraag stel. Voor wat het waard is, ook ikzelf laat TikTok al een tijdje links liggen en de meeste overheden hebben minstens in theorie al passende maatregelen getroffen.

 

Het probleem situeert zich echter niet enkel bij één socialemedia-app. Ook heel veel andere Chinese apps zijn in opmars. Ze worden door steeds meer mensen gebruikt, ook binnen de overheid. Andere populaire Chinese apps zijn bijvoorbeeld de shoppingapplicaties Temu en Shein.

 

In Nederland waarschuwt de overheid rijksambtenaren om apps als Temu niet te gebruiken, omdat er een verhoogd spionagerisico zou zijn. Temu vraagt bijvoorbeeld toegang tot de camera, audio, contacten en het wifinetwerk. De app vraagt ook het recht om het apparaat ’s nachts te ontgrendelen. Technologie-expert Vincent Nys sprak over Temu als een nog grotere datastofzuiger dan TikTok.

 

Een zusterapp van Temu, Pinduoduo, werd door Google in 2023 al uit de Play Store gehaald, omdat er malware in zou zijn verwerkt. Er loopt bovendien een onderzoek van de Europese Commissie naar Temu, zoals we allemaal weten, in verband met de verkoop van illegale producten en de manipulatie van consumenten. Dat laatste vermeld ik echter geheel terzijde.

 

Nog in Nederland verbood het Nederlandse kabinet begin deze maand het gebruik van de Chinese AI-chatbot DeepSeek, grotendeels vanwege dezelfde bezorgdheden.

 

De maatregelen in onze buurlanden en de oproep van de Veiligheid van de Staat leiden tot enkele vragen.

 

Ten eerste, hoe staat het momenteel met het verbod op TikTok, specifiek voor medewerkers van de federale overheid? Dat verbod werd eenmalig verlengd, maar is het nog steeds van kracht? Welke overheidsmedewerkers vallen er precies onder dat verbod? Hoe wordt dat verbod gecontroleerd en gehandhaafd?

 

Ten tweede, wordt het gebruik van Chinese apps op professionele apparaten van medewerkers van de federale overheidsdiensten op dit moment ontmoedigd of is er sprake van een sensibiliseringscampagne?

 

Ten derde, is de regering bereid om een algemeen verbod in te voeren op het gebruik van Chinese apps op professionele apparaten van medewerkers van alle federale overheidsdiensten? Zo ja, hoe zal dat ingevoerd en gehandhaafd worden? Zo niet, waarom niet? Welke argumenten voert de regering daarvoor aan?

 

05.02 Eerste minister Bart De Wever: Mijnheer Van Hoecke, ik begin met een positieve noot. Ik ben alleszins blij dat u het regime in China niet steunt. U weet dat naïviteit en te vriendelijke nabijheid bij autocratische regimes geen goed idee is.

 

Voor het overige, als u mij zou vragen om nu onmiddellijk iets op TikTok te zetten, dan zitten we hier morgen nog. Ik zal mij aan de voorbereide tekst moeten houden, want ik ben geen expert.

 

Ik breng een kleine persoonlijke noot, aangezien ik veel spreektijd heb om op een interpellatie te antwoorden. Los van de veiligheidsrisico's die met alle sociale media en met TikTok in het bijzonder gepaard gaan, denk ik dat niet alleen het securityprobleem bij TikTok pertinent is, maar ook de werking van die algoritmes. Ik kan u uit een spijtige persoonlijke ervaring melden dat de invloed van de sociale media in het algemeen en van TikTok in het bijzonder op opgroeiende jongeren nefast kan zijn. Dan spreek ik over de rabbit holes die hen aanzetten tot allerlei afwijkend en compulsief gedrag. Ik denk dat we dat maatschappelijk enorm onderschatten.

 

Ik ben geen expert in technologische materies en dan druk ik mij nog ongelooflijk voorzichtig uit. Ik zal mij dus aan de tekst houden. Wat uw eerste vraag betreft, is het verbod op het gebruik van TikTok voor federale overheidsmedewerkers ongewijzigd. Sinds maart 2024 werd dat verbod ook voor onbepaalde duur verlengd. Alle federale overheidsmedewerkers die gebruikmaken van apparatuur van de overheid, vallen onder dat verbod. Let wel, het verbod geldt voor wie gebruikmaakt van apparatuur van de overheid. Er kan geen verbod worden ingesteld – ik zou ook niet weten hoe men dat wettelijk moet doen – voor eventuele persoonlijke toestellen, al zou ik iedereen ten stelligste afraden om het op eender welk toestel te zetten, om velerlei goede redenen.

 

Voor de handhaving is iedere entiteit van de overheid zelf verantwoordelijk. In het algemeen gebeurt dat door technische ingrepen op de toestellen zelf. Ik weet er toch iets van, want als burgemeester van een grote stad heb ik dat ook ingevoerd: op dragers van mijn stad is het gewoon onmogelijk om die applicaties te installeren alsook om andere onveilige dingen te gebruiken. Dat is zo ook bij de federale overheid, leer ik nu. Dat is goed. Het wordt uiteraard ook sterk afgeraden om de applicatie op persoonlijke toestellen te installeren en daar wordt rond gesensibiliseerd.

 

Wat de ontmoediging van het gebruik van Chinese apps en eventuele sensibiliseringscampagnes betreft, wijzen de veiligheidsdiensten op eventuele risico's die met het gebruik van dergelijke apps meekomen. Ik heb persoonlijk zo'n sessie gevolgd en men krijgt de daver op het lijf, moet ik eerlijk zeggen, van wat er allemaal mogelijk is qua breaches in de persoonlijke cyberomgeving. De mogelijkheden zijn helaas eindeloos; dus de kat moet niet bij de melk worden gezet. Trouwens, men adviseert sowieso om geen onnodige apps te installeren op apparaten die in contact komen met overheidsinformatie. Ik heb mijn eigen telefoon daar eens op gecheckt en ik denk dat ik er twee derde kan afsmijten, al is het maar omdat ik zo'n digibeet ben dat zelfs nuttige apps door mij ongebruikt blijven. Ik ben redelijk oldschool en proud to be it. Ik zal nooit veranderen.

 

Specifiek voor de applicatie Temu is door het CCB een advies gegeven aan de voorzitters van de federale overheidsdiensten, dat waarschuwt voor de potentiële risico's van het gebruik ervan. Het CCB adviseert Temu niet te installeren of te gebruiken op eender welk toestel, ook niet op persoonlijke toestellen en zeker niet op toestellen die toegang zouden krijgen tot interne overheidsnetwerken.

 

Inzake een algemeen verbod op het gebruik van Chinese apps op professionele apparaten van medewerkers van alle diensten adviseert het CCB om van een ad-hocbenadering per applicatie over te schakelen op een bredere benadering, die de voorkeur geeft aan applicaties van Belgische, Europese of NAVO-origine. Dat lijkt me een zeer verstandige aanbeveling.

 

Het regeerakkoord van de arizonaregering stelt dat we ons ten opzichte van China beter moeten afschermen tegen inmenging en spionage. Nog specifieker staat er dat we ons moeten indekken tegen veiligheidslekken in de netwerkinfrastructuur bij het gebruik van digitale diensten door het overheidspersoneel. Ik denk dat dat een onwaarschijnlijke uitdaging is.

 

Als u het hebt over budgettaire uitdagingen, wel, dat is er ook eentje. Opnieuw, vanuit mijn vorige hoedanigheid – en ik zal dat afleren; naarmate de maanden voortschrijden zal ik minder en minder over Antwerpen spreken, maar nu zit ik daar nog een beetje in – kan ik ervan getuigen dat de cyberhack waarmee Antwerpen geconfronteerd werd, wellicht uitging van een minstens door een vijandig regime ondersteunde omgeving. Men noemt het een hybride oorlog, maar eigenlijk gaat het om staatsgesponsord terrorisme; daar is geen ander woord voor. Sommige landen zoals China en Rusland geven nu eenmaal vrije baan aan hackerscollectieven, die om commerciële of andere redenen hun werk doen. Ik heb aan den lijve ondervonden wat dat kan betekenen. Daarom weet ik nu dus ook welke kosten dat met zich brengt, want wij hebben daar noodgedwongen bij moeten stilstaan, om van de stad Antwerpen een cyberveilige omgeving te maken. Die kosten zijn duizelingwekkend.

 

Grote bedrijven reserveren tot 12 % van de kosten van de bedrijfsvoering om de cyberinfrastructuur op poten te zetten en ze veilig te houden. Reken dat eens door. Dan weet u waar u voor staat als u over cyberveiligheid spreekt. De cyberinfrastructuur is wellicht even belangrijk geworden als onze fysieke infrastructuur, die ook al onvoldoende beveiligd is. Dat is dus voor het decennium waaraan we begonnen zijn, nog maar eens een uitdaging erbij.

 

Tot slot, de doelstelling die we ons hebben gesteld om ons sterker te beveiligen, moet de huidige regering gradueel uitvoeren. Zij moet daartoe proportioneel verdere stappen ondernemen. Ongetwijfeld zullen we het daarover nog hebben.

 

Ik raad u in ieder geval aan om volgende keer uw vragen te stellen aan iemand die daar echt iets van kent en die daar ook voor bevoegd is. We zullen daar beiden gelukkiger van worden.

 

05.03  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de premier, bedankt voor uw antwoord. De komende jaren zult u erover moeten bijleren. U hebt ook gezegd dat we ter zake niet naïef kunnen en mogen zijn. Geopolitiek maken we zeer turbulente tijden mee. Overheden in dit land zijn jarenlang zeer naïef geweest op heel veel vlakken en ook op veiligheidsvlak.

 

Vanochtend raakte trouwens het nieuws bekend dat de Veiligheid van de Staat tussen 2021 en 2023 het slachtoffer werd van spionage en hacking. Eén op tien e-mails die binnen en buiten zouden zijn gegaan bij onze inlichtingendienst, werd onderschept door een hackerscollectief dat spioneert voor Peking.

 

Ik ben tevreden dat het TikTokverbod, dat sinds maart 2023 geldt, voor onbepaalde duur wordt verlengd. Het is logisch dat dat verbod enkel geldt voor professionele apparaten. Ik doe absoluut geen oproep tot het algemeen verbieden van applicaties, maar vooral tot voorzichtigheid en gezond verstand. Onze buurlanden nemen dezelfde voorzichtige houding aan. Dat getuigt van gezond verstand.

 

Volgens mij knelt het schoentje op het vlak van de handhaving. Het is zeer goed dat er technisch wordt gehandhaafd en dat er op professionele apparaten van de overheidsdiensten zelf kan worden ingegrepen. Ik denk dat vooral daarop moet worden ingezet. Ik ben tevreden dat deze regering zegt minstens werk van de sensibilisering te willen maken, maar ik weet niet of dat voldoende zal zijn.

 

Wij zullen dat alleszins blijven opvolgen. Als u zich dan een beetje bijschoolt, dan doe ik hetzelfde. Dan zullen we elkaar nog vaak zien hierover.

 

De voorzitter: U hebt geen motie van aanbeveling? (Neen) Dat hoeft niet, het is geen verplichting.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb begrepen dat u naar een volgende afspraak moet?

 

05.04 Eerste minister Bart De Wever: Ja, ik wil mij tegenover de commissieleden verontschuldigen, maar gisteren is er een extra Europese Raad bij elkaar geroepen. Dat gebeurt nu bijna wekelijks. U zult wel begrijpen waarom. Ik hoop dat u begrijpt dat het redelijk dwingend is dat ik daarbij aanwezig ben. Ik hoop er geen gewoonte van te maken om de commissie te vervroegen, want ik ben geen ochtendmens, en ook niet om ze vervroegd te moeten afsluiten. Vandaag kan het echt niet anders. Slecht begonnen is half gewonnen, zeg ik altijd.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 9.43 uur.

La réunion publique de commission est levée à 9 h 43.