Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

 

van

 

Dinsdag 11 maart 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 11 mars 2025

 

Après-midi

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.05 uur en voorgezeten door de heer Jeroen Soete.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 05 et présidée par M. Jeroen Soete.

 

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

01 Actualiteitsdebat over de verlenging van de nucleaire capaciteiten en toegevoegde vragen van

- Koen Van den Heuvel aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het gesprek met ENGIE en het FANC" (56002468C)

- Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De beslissing van de Europese Commissie inzake de levensduurverlenging van twee kernreactoren" (56002995C)

- Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De ad-interimbenoemingen bij Hedera en BE-NUC" (56002996C)

- Christophe Lacroix aan Mathieu Bihet (Energie) over "De financiering via de nucleaire heffingen" (56003162C)

- Marc Lejeune aan Mathieu Bihet (Energie) over "De stillegging van Doel 1 en de levensduur­verlenging van de reactors" (56003275C)

- Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "De stillegging van Doel 1 en het verdere traject" (56003368C)

- Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het beroep tegen de LTO bij het Grondwettelijk Hof" (56003371C)

- Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "De beslissing van de EC over de staatssteun in het kader van de ENGIE-deal" (56003375C)

- Luc Frank aan Mathieu Bihet (Energie) over "De strategische autonomie van de Staat en de levensduurverlenging van de kernreactoren" (56003376C)

01 Débat d’actualité sur la prolongation de la capacité nucléaire et questions jointes de

- Koen Van den Heuvel à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'entretien avec ENGIE et l'AFCN" (56002468C)

- Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La décision de la Commission européenne concer­nant la prolongation de 2 réacteurs nucléaires" (56002995C)

- Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Les nominations ad interim pour Hedera et BE-NUC" (56002996C)

- Christophe Lacroix à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Les financements liés au nucléaire" (56003162C)

- Marc Lejeune à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La mise à l'arrêt de Doel 1 et la prolongation de la durée de vie des réacteurs" (56003275C)

- Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La mise à l'arrêt de Doel 1 et la trajectoire future" (56003368C)

- Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Le recours introduit contre le LTO auprès de la Cour constitutionnelle" (56003371C)

- Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La décision de la CE concernant l'aide publique dans le cadre de l'accord conclu avec ENGIE" (56003375C)

- Luc Frank à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'autonomie stratégique de l’État dans les négociations sur la prolongation des réacteurs nucléaires" (56003376C)

 

01.01  Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag werd enkele weken geleden ingediend. Midden februari is bij manier van spreken het licht uitgegaan in de oudste kerncentrale van het land, Doel 1, die definitief werd stilgelegd. Intussen is er een nieuwe regering. De beleidsnota zal volgende week worden besproken, maar we lezen in het regeerakkoord dat de antinucleaire tendens die de voorbije jaren in dit land heerste, wordt omgekeerd. Ook heeft de nieuwe minister van Energie publiekelijk laten verstaan dat hij een zekere voorkeur heeft voor nucleaire energie en gelooft in de toekomst ervan. Dat noopt ons tot enkele vragen, want naast de stilgelegde Doel 1 zijn er natuurlijk nog een aantal andere, oudere kernreactoren, waarvan de uitschakeling op de achtergrond sluimert.

 

Mijnheer de minister, hebt u intussen samen­gezeten met ENGIE Electrabel en het FANC? Wat zijn de conclusies van dat gesprek?

 

01.02  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, ik wil het wat diepgaander hebben over de beslissing van 21 februari 2025 van de Europese Commissie. Op grond van de EU-staatssteunregels heeft ze haar goedkeuring gegeven aan een herziene Belgische steunmaatregel voor de verlenging van de levensduur van twee kernreactoren.

 

Om aan de bezwaren van de Europese Commissie tegemoet te komen, heeft België de voorwaarden van het overheidssteunpakket waar mogelijk gewijzigd, rekening houdend met het ontwerp van de kernreactoren, onder meer een maximum voor het aantal modulaties, de aanvullende financiële steunmechanismen bovenop het contract for difference (CFD) met onder andere de overheveling van de beslissingsbevoegdheid voor economische modulaties van BE-NUC naar een onafhankelijke energiebeheerder, de uitoefenprijs van het CFD, een maximum voor de waarborg inzake de operationele kasstroom, enzovoort. Ik kan nog een tijdje doorgaan.

 

Volgens uw eerste reactie moet de visie van de Europese Commissie grondig worden bestudeerd, daar bepaalde technische aspecten enkele aanpassingen aan de gesloten akkoorden vereisen.

 

De laatste documenten van het akkoord moeten blijkbaar ook nog worden afgerond. Laten we niet vergeten dat de moderniseringswerken aan de twee jongste kerncentrales ook moeten worden uitgevoerd. De nodige veiligheidsverbeteringen mogen worden gespreid in de tijd. Dat weten we. Ze moeten in 2028 conform het akkoord met ENGIE allemaal zijn uitgevoerd. De studiefase bij de exploitant is al een hele tijd geleden gestart en moest eind vorig jaar afgewerkt zijn.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil van de gelegenheid gebruik maken om te polsen naar de volledige tekst van de beslissing van de Europese Commissie, dus niet alleen het persbericht. Mevrouw Van der Straeten had daar terecht naar gevraagd, maar we hebben die jammer genoeg nog niet mogen ontvangen.

 

Ten eerste, mijnheer de minister, kunt u meer duidelijkheid bieden over de noodzakelijke aanpassingen aan de gesloten akkoorden naar aanleiding van de beslissing van de Europese Commissie van 21 februari 2025?

 

Is er al een zicht op de kostprijs van de noodzakelijke moderniseringswerken aan de twee betrokken reactoren? Op basis van de eerste inzichten werd door de exploitant een investeringsbedrag van 1,6 à 2 miljard euro voor beide centrales samen verwacht. Zijn er nieuwe cijfers? Wat is de reactie en de controle van de regering?

 

Ik kom nu tot mijn tweede vraag. Die zal enigszins korter zijn. Ze gaat over de benoemingen rond Hedera en BE-NUC. De federale ministerraad heeft op 21 februari 2025 een beslissing genomen over een aantal ad-interimbenoemingen, meer bepaald voor Hedera.

 

U hebt blijkbaar teruggegrepen naar de longlist die op vraag van uw voorgangster door headhunter Korn Ferry werd opgesteld. Het gaat over een voorzitter ad interim en een financieel directeur ad interim voor Hedera. Er was ook sprake van een technisch directeur voor Hedera, maar die functie wordt blijkbaar nog niet ingevuld of niet ingevuld. Wel is er ook de aanstelling van de financieel directeur voor BE-NUC. Die naam werd echter nog niet vrijgegeven. Alle kandidaten moesten op dat moment een fit and proper procedure doorlopen om te bepalen of zij wel geschikt waren voor hun functie.

 

De kern van de zaak is de volgende. Dat de benoemingen ad interim zijn, heeft blijkbaar te maken met wat in het regeerakkoord staat, namelijk dat alle overheidsinstellingen die zijn opgericht voor nucleair beheer, eerst nog eens tegen het licht moeten worden gehouden. Er staat ter zake in het regeerakkoord het volgende: "De regering zal de rollen en verantwoordelijkheden van NIRAS, de Commissie voor nucleaire voorzieningen, het FANC en Hedera specificeren, vervolledigen en op elkaar afstemmen. Vooraleer Hedera te operationaliseren, zal een evaluatie worden gemaakt van de geplande structuur van Hedera in functie van de beoogde activiteiten."

 

Dat klinkt allemaal veelbelovend, maar is enigszins cryptisch voor mij.

 

Mijnheer de minister, kunt u meer uitleg geven over het ad-interimkarakter van de benoemingen? Dat lijkt immers in strijd met de wet, die bepaalt dat bestuurders voor zes jaar worden benoemd.

 

Kunt u toelichting geven bij beide regerings­passages die ik heb geschetst?

 

01.03  Marc Lejeune (Les Engagés): Monsieur le ministre, le 15 février 2025, le réacteur de Doel 1 a commencé sa mise à l'arrêt définitive, concrétisant ainsi l'actuelle loi de 2003 sur la sortie progressive du nucléaire. Les Engagés et plusieurs groupes politiques ont déposé des propositions de loi afin de prolonger le plus de réacteurs possible et de permettre la construction de réacteurs de nouvelle génération. L'objectif est de maintenir la production d'électricité nucléaire dans un contexte où l'approvisionnement est complexe – on l'a vu ces derniers temps –, mais également de conserver autant que possible cette part d'autonomie énergétique et de poursuivre ainsi notre volonté de décarboner notre électricité. De ce point de vue-là, il est clairement déplorable que le démantèlement de Doel 1 ait commencé.

 

Lors de l'analyse de ces différents textes de loi, les avis rendus par la Commission de Régulation de l'électricité et du Gaz (CREG) et le Conseil d'État montraient la complexité de la situation. L'accord passé avec ENGIE pour prolonger Doel 4 et Tihange 3 de 10 ans comporte une série de dispositions qui pourraient leur permettre de demander des dédommagements voire la résiliation de la convention. Une résiliation de la prolongation de Doel 4 et Tihange 3 créerait de sérieux défis en termes d'approvisionnement. Il est bien clair que ces réacteurs doivent pouvoir être prolongés si les conditions matérielles le permettent et que notre volonté est toujours bien présente.

 

Monsieur le ministre, depuis votre prise de fonction, avez-vous pu avoir des contacts avec ENGIE, voire des réponses de sa part? L'opérateur a, à plusieurs reprises, rappelé son intention d'arrêter l'exploitation des réacteurs nucléaires. Dès lors, des contacts avec d'autres opérateurs existent-ils? Quel est l'état de démantèlement de Doel 1? Des actions irréversibles ont-elles déjà été prises? Le démantèlement de Doel 1 empêche-t-il la prolongation de Doel 2, les deux réacteurs étant couplés? En cas de modification législative pour permettre éventuellement la prolongation de réacteurs supplémentaires, existe-t-il un risque qu'ENGIE remette en question l'accord initial pour les deux réacteurs déjà prolongés, à savoir Doel 4 et Tihange 3? Quelle est l'analyse de votre cabinet et de votre administration de cet accord? Le vote d'un texte législatif modifiant la loi de 2003 de sortie du nucléaire et singulièrement la prolongation des réacteurs ne risque-t-il pas d'entrainer une remise en question de la prolongation de Doel 4 et Tihange 3?

 

01.04  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb drie vragen ingediend, die enigszins uiteen­lopen qua onderwerp, maar waarin het nucleaire wel telkens aan bod komt.

 

Mijn eerste vraag gaat over de stillegging van Doel 1. In het regeerakkoord is voorzien om te bekijken welke opties er zijn om de levensduur te verlengen van de centrales die niet in de ENGIE-deal zijn opgenomen. Na de stillegging van Doel 1 zou ENGIE al een aantal initiatieven hebben genomen die een mogelijke long term operation (LTO) zouden kunnen bemoeilijken. Tegelijkertijd zou binnen de bevoegdheid Nucleaire Veiligheid worden nagegaan welke opties andere landen hebben genomen bij het omzetten van de WENRA-normen. Dat heeft natuurlijk een zeer nauwe band met de mogelijkheden om op het vlak van LTO stappen te zetten voor de genoemde centrales. Het dossier is dus wel urgent in die zin dat het nog zinvol moet zijn om de mogelijke opties te bekijken en er aan het eind van de rit nog mogelijkheden moeten openstaan qua verlenging, zeker als we dat leggen naast de door u geformuleerde doelstelling om zowel 4 gigawatt bestaande als 4 gigawatt nieuwe nucleaire capaciteit te realiseren.

 

Mijnheer de minister, zijn er al gesprekken met de exploitant geweest in het kader van Doel 1 en eventueel andere centrales? Welke aanpak stelt u voor in het kader van dat dossier? Welke tijdslijn hebt u daarbij voor ogen? Worden daarbij ook wetgevende initiatieven voorzien?

 

Mijn tweede vraag gaat over de LTO die wel al in uitvoering is. In december 2024 hebben enkele universiteiten beroep aangetekend bij het Grondwettelijk Hof tegen een aantal artikelen van de wet van 26 april 2024 naar aanleiding van de verlenging van Doel 4 en Tihange 3. We hebben daarover al eerder vragen gesteld aan uw voorganger, maar die kon toen nog niet antwoorden over de inhoud en de mogelijke impact van het beroep. Tegelijkertijd is de vraag hoe de onderliggende vrees van de universiteiten kan worden aangepakt zonder dat de LTO in gevaar wordt gebracht.

 

Mijnheer de minister, wat is de samenvatting van het beroep van de universiteiten? Wat zijn in het slechtste geval de gevolgen van een uitspraak van het Grondwettelijk Hof naar aanleiding van dat beroep? Hebt u al contact gehad met de betrokken universiteiten? Zijn er andere partijen betrokken bij een eventueel overleg met de universiteiten? Daarmee bedoel ik NIRAS, Belgoprocess en eventueel ENGIE. Welke zijn uw volgende stappen in verband met dat beroep?

 

Tot slot heb ik nog vragen over de staatssteun­beslissing van de Europese Commissie. Ondertussen is het wel duidelijk dat de Europese Commissie de ENGIE-deal heeft goedgekeurd, mits er een aantal aanpassingen worden doorgevoerd, maar het is niet duidelijk welke aanpassingen noodzakelijk worden geacht. In de pers heeft men het over aanpassingen aan de joint venture en de methodiek van de prijsgarantie voor de stroom. Meer details waren nog niet beschikbaar.

 

Mijnheer de minister, wat zijn de contouren van de goedkeuring? Op welke punten is een bijsturing noodzakelijk? Vergt dat opnieuw onderhan­delingen met ENGIE, of zijn die wijzigingen sowieso verworven, gelet op de beslissingen van de Commissie? Kunt u de nodige documenten met betrekking tot de beslissing ter beschikking stellen?

 

01.05  Luc Frank (Les Engagés): Monsieur le ministre, en 2023, le gouvernement a signé un accord avec ENGIE sur la prolongation des deux réacteurs nucléaires. Le gouvernement s'est alors fait aider par des consultants pour l'assister dans les négociations. Ces consultants détiennent dès lors un savoir et des compétences stratégiques pour l'État, au risque de déforcer sa capacité d'action.

 

Monsieur le ministre, quelles ont été les missions de ces consultants au cours des négociations du deal de prolongation? Quel a été le montant total engagé par l'État? Quel Service public fédéral (SPF) ou organisme a-t-il été chargé de payer les factures de ces consultants? Une garantie d'accès à l'information a-t-elle été prise par le précédent gouvernement afin de garantir aux futurs ministres la possibilité d'accès à cette information stratégique?

 

En tant que ministre de l'Énergie, quelle est votre analyse de la situation? Ne pensez-vous pas qu'il y a un risque de perte d'autonomie stratégique de l'État si des informations cruciales sont détenues par des privés et pas par les organes de l'État, par exemple la CREG, l'Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (ONDRAF) ou le SPF?

 

Enfin, l'accord de gouvernement prévoit la prolongation des réacteurs nucléaires. Dans ce cadre, comptez-vous à nouveau passer par des consultants? Quel groupe de travail allez-vous mettre sur pied?

 

01.06  Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, je souhaiterais participer au débat d'actualité. J'ai une question à poser à M. le ministre.

 

Monsieur le ministre, depuis votre entrée en fonction, la Belgique a opéré un tournant majeur en matière de politique énergétique, notamment en rejoignant pleinement l'Alliance du nucléaire le 18 février dernier. Cet engagement marque une rupture avec le passé et affirme notre volonté de faire du nucléaire un pilier essentiel de notre mix énergétique.

 

Vous avez clairement affiché votre ambition: garantir une production d'électricité massive, pilotable et abordable, sans recourir aux énergies fossiles, tout en renforçant la souveraineté énergétique du pays. Dans cette optique, le gouvernement prévoit de s'impliquer activement dans plusieurs axes stratégiques, allant du développement d'infrastructures nucléaires à l'accès aux financements européens, en passant par la formation des compétences et le renforcement des collaborations industrielles et scientifiques.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous préciser quelles sont les prochaines étapes concrètes que vous entendez mettre en œuvre pour prolonger et renforcer la capacité nucléaire en Belgique? Plus précisément, comment envisagez-vous de traduire cet engagement au sein de l'Alliance du nucléaire en actions tangibles pour assurer la pérennité et le développement du secteur nucléaire dans notre pays?

 

De voorzitter: Zijn er nog collega’s die wensen aan te sluiten bij het actualiteitsdebat? (Nee) Dan geef ik het woord aan de minister.

 

01.07  Mathieu Bihet, ministre: Monsieur le président, chers collègues, pour moi, c'est une première avec les rôles inversés. Ayant moi-même participé à ces salves de questions il n'y a pas longtemps, je suis heureux de venir répondre à vos nombreuses questions.

 

Les différentes questions ont été regroupées. Je vais essayer d'isoler chacune de vos sous-questions au sein de thèmes pour répondre de manière globale à vos différentes interrogations.

 

Met betrekking tot de geplande sluiting van de kerncentrale Doel 1 wens ik in de eerste plaats te verduidelijken dat de minister van Energie geen bevoegdheid heeft met betrekking tot het FANC. Het FANC valt onder de bevoegdheid van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken.

 

Ik kom nu tot de vraag over de eventuele gesprekken met de exploitant. Mijn eerste opdracht is om de nodige stappen te zetten om de reeds afgesloten overeenkomst met ENGIE Electrabel voor de levensduurverlenging met 10 jaar van Doel 4 en Tihange 3 uit te voeren.

 

Le gouvernement a fixé un calendrier pour une éventuelle nouvelle prolongation du parc nucléaire, comme l'ont évoqué plusieurs collègues. La première étape consiste en la mission confiée à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) par mon collègue Bernard Quintin, qui vise à remettre, en tant qu'organisme indépendant, d'ici le 31 mars prochain, un rapport comparant les différentes exigences de sécurité imposées aux installations nucléaires en Belgique à celles de pays dotés d'une technologie comparable. Ce rapport déterminera le contexte dans lequel se dérouleront les discussions avec l'exploitant.

 

J'en viens à l'approbation de l'aide d'État par la Commission européenne.

 

De goedkeuring door de Europese Commissie hield een aantal aanpassingen in van de akkoorden met betrekking tot de Phoenixdeal. Over die wijzigingen wordt nog onderhandeld. Het betreft bovendien ook gevoelige commerciële informatie, waaronder ook een lopende selectieprocedure voor de energy management serviceprovider die de geproduceerde volumes van de LTO zal vermarkten. Daarom kan ik nu niet verder op deze vraag ingaan.

 

De publicatie van de beslissing over de staatssteun valt onder de bevoegdheid van de Europese Commissie. Dat betekent dat ik de beslissing momenteel niet kan delen.

 

Je le répète pour les collègues francophones: à ce stade, je ne peux pas communiquer cette décision, singulièrement dans cette phase de discussion avec ENGIE.

 

Ik kom tot de wijziging van de wet van 31 januari 2003.

 

Monsieur Lejeune, vous m’interrogiez à ce sujet. En ce qui concerne les implications juridiques de l'adaptation de la loi du 31 janvier 2003 – adaptation à laquelle je tiens particulièrement –, je confirme que cette question devra avoir reçu une réponse claire au moment où il vous appartiendra à vous, législateur, d'adapter cette loi. L’accord de gouvernement prévoit spécifiquement un passage clair sur l’adaptation de cette loi.

 

Ces questions ont déjà été largement soulevées au sein de cette commission. Vous nous demandez l’avis de la DG Énergie qui a rendu un premier avis dans le cadre de cet examen en commission et nous avons déjà reçu des indications quant aux implications en jeu. Cependant, à ce stade, je ne peux anticiper le débat que vous aurez sur la question. L'attention du gouvernement est totalement focalisée sur la conclusion du deal avec Engie.

 

Dan kom ik tot de vraag over de kosten voor de moderniseringswerken aan de LTO-reactoren Doel 4 en Tihange 3. De rapportering over de investeringen door de exploitant gebeurt in het liaisoncomité tussen Electrabel en de Belgische overheid. Het liaisoncomité werd opgericht in het kader van het akkoord, met het oog op de uitwisseling van informatie. Daarin werd bevestigd dat de inschatting van de kostprijs van 1,6 miljard tot 2 miljard euro voor de werken aan de beide centrales nog steeds actueel is.

 

De rapportering van de investeringen door de operator gebeurt in het verbindingscomité tussen Electrabel en de Belgische regering. De studies en de nodige voorbereidende werken worden in afwachting van de sluiting gefinancierd door Electrabel en de Belgische Staat, via een systeem van evenredige prefinanciering. In het kader daarvan betaalden Electrabel en de Belgische Staat elk reeds ongeveer 100 miljoen euro.

 

De kosten van de noodzakelijke werken die verder dienen plaats te vinden na sluiting, worden gedragen door de gezamenlijke vennootschap BE-NUC. Bij BE-NUC zal de door de Belgische overheid aangewezen CFO en bestuurder samen met BE-WATT, namens de regering controle uitoefenen op de uitgaven.

 

De heer Ravyts had een vraag over het ad-interimkarakter van de benoeming van het directiecomité. Deze regering moest op zeer korte termijn de draad oppikken in de eindspurt van de Phoenixdeal. In dit dossier zag ik me geconfronteerd met de preselectie van de kandidaten voor het directiecomité van Hedera, waaruit geen enkel trio van kandidaten voortkwam dat voldeed aan de taal- en gendervereisten. Overeenkomstig de wet kan ik dan niemand benoemen. Daarmee zou er geen Hedera zijn die rechtsgeldig tot de akkoorden kan toetreden en zou er geen uitbetaling zijn. Kortom, er zou geen verlenging van de kerncentrales zijn geweest.

 

Ik zie mij dus genoodzaakt om, met het oog op de continuïteit van de openbare dienst, terug te vallen op een ad-interimoplossing in de vorm van de aanstelling van twee van de drie directeuren voor de duur van een jaar. Op die manier is Hedera functioneel en kan de verlenging van de kernreactor doorgaan. De kandidaten, benoemd door de regering, werden geselecteerd op basis van hun kwaliteiten die in de selectieprocedure naar voren kwamen, hun beschikbaarheid, hun kennis van de deal met ENGIE en de uitdagingen.

 

À ce stade, il n'y avait pas, dans la shortlist établie par les prestataires extérieurs, de possibilité de désigner un comité de direction valablement composé, eu égard aux différentes conditions fixées par la loi. Pour rendre le deal et donc Hedera opérationnels, nous avons choisi cette voie de l'ad interim.

 

Om op uw tweede vraag te antwoorden, er komt een evaluatie van de manier van werken van de nucleaire instellingen en van de manier waarop ze dienen samen te werken, met respect voor ieders rol en verantwoordelijkheden. De hertekening van het landschap die het door de vorige regering gesloten akkoord met zich meebrengt, vereist dat impliciet.

 

J'ai une réponse pour M. Lacroix; celui-ci n'étant pas arrivé, je lui ferai passer le message.

 

Mijnheer Wollants, u had het over het beroep tegen de LTO bij het Grondwettelijk Hof.

 

In de twee identieke vorderingen, de ene van de Franstalige universiteiten en de andere van de Nederlandstalige universiteiten, wordt een bezwaar geformuleerd tegen het forfaitaire regime voor de exploitanten van de kerncentrales in België, zoals vervat in de wet van 26 april 2024, houdende de verzekering van de bevoorradings­zekerheid op het gebied van energie en de hervorming van de sector van de nucleaire energie. Die forfaitaire regel is een gevolg van de cap die overeengekomen werd met de kernexploitant met het oog op de verlenging van de levensduur van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3.

 

Het Grondwettelijk Hof heeft de twee zaken samengevoegd. In essentie richtten zij zich tegen twee pijlers van de Phoenixwet, met name de cap op de aansprakelijkheid van de kernexploitant en de bescherming tegen wetswijzigingen.

 

Monsieur Frank, concernant votre question sur l'autonomie stratégique, une équipe de consultants a effectivement été engagée par le gouvernement précédent afin d'assister l'État dans les négociations avec ENGIE et de mener à bon terme entre autres la négociation sur le volet aide d'État dont je viens de parler. Jusqu'à présent, ceci s'est fait à travers la Société Fédérale de Participations et d'Investissement (SFPI) à qui les moyens pour cet exercice sont alloués au travers du SPF Finances. C'est par ce chemin que cela passe.

 

Le montant total engagé par l'État durant les trois années précédentes est d'environ 16,5 millions d'euros TVAC. Pour le budget 2025, un budget est prévu à hauteur d'un million d'euros par mois jusqu'au mois de mars et prorogeable à partir du 31 mars si nous ne devions pas atterrir à un accord pleinement opérationnel pour le 31 mars. Il s'agit des consultants suivants: la banque d'affaires Lazard, les cabinets d'avocats Eubelius et Clifford Chance, l'analyste économique Compass Lexecon, Eiya Consult (pour le marché d'électricité) et Korn Ferry (pour le recrutement de Hedera et BE-NUC). Cette dernière mention concerne la question de M. Ravyts et la liste qui avait été établie pour les candidats.

 

La ministre précédente a décidé d'impliquer activement la DG Énergie et le SPF Économie dans les travaux du deal, mais seulement à la fin, vers l'été 2024. Depuis cette date, l'administration collecte et consolide toutes les informations fournies par les différents consultants. De plus, comme vous l'avez mentionné, l'administration n'a pleinement pris pied dans le dossier que l'été dernier. Ensemble, nous rassemblons les différents éléments pour la clôture du deal dans les prochains jours. C'est un immense dossier dans lequel je m'efforce de compter sur la bonne collaboration et le soutien de chacun, mais plus particulièrement de la DG Énergie, du SPF Économie et de la CREG.

 

Monsieur le président, je conclus ici. Je suis désolé pour cette réponse complète, mais je me devais de répondre à toutes les questions.

 

Le président: Puisque vous avez terminé, bien qu'il vous reste 17 minutes de temps de parole, je donne la parole aux collègues pour la réplique.  

 

01.08  Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Inzake de gesprekken met ENGIE is er een akkoord voor de eerste fase. De gesprekken voor de andere uitdaging zullen echter niet evident zijn. Dat lezen we in de pers. De houding van ENGIE is zeker aarzelend.

 

Mijnheer de minister, ik wens u voor de komende maanden heel veel daadkracht om de gesprekken op een goede manier te voeren. Veel succes.

 

01.09  Mathieu Bihet, ministre: Monsieur le président, je me rends compte, honte à moi, que j'ai oublié mon ancien collègue, Christophe Bombled, dans mes réponses. Si cela ne vous dérange pas et que c'est acceptable d'un point de vue procédural, je vais répondre à ses questions, notamment sur la prolongation du calendrier.

 

Monsieur Bombled, dans un premier temps, notre attention est pleinement consacrée à la conclusion du deal pour Doel 4-Tihange 3. Il faudra préalablement le rapport AFCN, qu'on attend pour le 31 mars, mais également, comme le collègue Lejeune l'a dit tout à l'heure, une modification de la loi. Ou alors, il faudra faire une nouvelle loi ad hoc qui concernera les différents assets qu'il y a en Belgique en matière de nucléaire.

 

Vous donner un calendrier précis n'est dès lors pas possible mais parmi les prochaines étapes cruciales et importantes, il y a notamment cette date cardinale du 31 mars, à savoir le rapport AFCN.

 

Je rappelle à nouveau au collègue Van den Heuvel que l'AFCN est une compétence qui est sous l'égide de Bernard Quintin. Mais, évidemment, on travaille en bonne intelligence avec le collègue Quintin, parce que l'un ne va pas sans l'autre. Le nucléaire ne va pas sans sûreté et nous travaillerons à cela.

 

Je vous remercie, monsieur le président, et vous prie encore de m'excuser.

 

01.10  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Mijn eerste vraag ging over de beslissing van de Europese Commissie. U verwijst naar de zeer belangrijke closing van de ENGIE-deal. Het is natuurlijk een ambetante vraag. U zegt eigenlijk dat ik wel zal merken welke wetswijzigingen zullen voorliggen. Ik zal dat inderdaad opvolgen en gepast reageren. Ik hoop dat u de horde van de closing toch definitief kunt nemen, want de klok tikt.

 

Ik neem ook akte van het feit dat de preselectie voor de aanstelling van de interimkandidaten niet voldeed. Mevrouw Van der Straeten is niet aanwezig, dus ze kan geen banbliksems uitsturen. Ik vermoed dat daaraan een bepaalde politieke visie ten grondslag ligt. Ik ben zeer benieuwd. We kunnen volgende week misschien ingaan op de passage in het regeerakkoord over de rollen en verantwoordelijkheden van NIRAS, CNV, FANC en Hedera. Daar zitten we opnieuw in de context van de closing van de deal met ENGIE.

 

01.11  Marc Lejeune (Les Engagés): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos multiples réponses.

 

Nous avons reçu l'avis de la DG Énergie lors du dépôt de la proposition de loi. Entre-temps, d'autres débats ont eu lieu et d'autres avis ont été émis. Il serait dès lors intéressant que le cabinet et nous-mêmes ayons accès aux données et avis les plus à jour possible pour nous faire une opinion car nous ne savons pas trop si la modification aura un impact sur l'accord.

 

01.12  Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mijnheer de minister, voor het antwoord.

 

Dat geeft vooral aan dat er nog werk op de plank ligt, dat we nog maar aan het begin van het hele traject staan en dat de uitdagingen natuurlijk niet minder groot worden. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe moeilijker het immers zal worden om ENGIE van het idee af te brengen alles te sluiten.

 

Ik heb de indruk dat nog veel zaken aan het Parlement zullen worden voorgelegd. Ik vind het enigszins jammer dat bepaalde informatie niet ter beschikking kan worden gesteld. Als ex-lid weet u dat deze commissie de vinger aan de pols wil houden en alles in het werk stelt om mee te denken en te analyseren. Dat zullen we dan ook via toekomstige vragen blijven doen.

 

01.13  Luc Frank (Les Engagés): Tout d'abord, un grand merci pour vos réponses, monsieur le ministre.

 

Dans ma vie antérieure, pendant plus ou moins 25 ans, j'étais surtout municipaliste. Quand j'entends parler d'un budget de 20 millions d'euros, je me dis que ce n'est pas rien pour des consultants. Bien que je puisse comprendre les honoraires de certains spécialistes, je m'interroge néanmoins quant à cette prise de décision. Des organes étatiques tels que la CREG ou l'ONDRAF peuvent en effet nous conseiller et sont même payés à cet effet pour leur expertise. Donc, d'une certaine manière, nous avons payé deux fois la facture. Bref, je m'interroge sur le recours à de la consultance, alors que nous disposons déjà d'administrations et d'organes qui sont là dans ce but.

 

Ensuite, comme vous l'avez évoqué dans votre réponse, c'est dans les mains de l'État et du public que de telles décisions et cette expertise doivent reposer. Il importe donc d'opérer un transfert de compétences, d'une certaine façon, pour que ces organes prennent connaissance du dossier dans son intégralité ainsi que de sa technicité. À l'avenir, il importe aussi que les gouvernements suivants soutiennent surtout les organes qui sont payés à cet effet. 

 

01.14  Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Je comprends qu’il ne soit pas facile à ce stade de donner un calendrier précis. En effet, le rapport de l’AFCN est attendu pour le 31 mars et, en outre, la loi de 2003 sera bientôt adaptée par une proposition de loi que vous connaissez particulièrement bien. Mais nous allons dans la bonne direction et c’est important.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Sam Van Rooy aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het groeiende risico op cyberaanvallen door de snelle toename van het aantal batterijen" (56002340C)

02 Question de Sam Van Rooy à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Le risque croissant de cyberattaques induit par la forte augmentation du nombre de batteries" (56002340C)

 

02.01  Sam Van Rooy (VB): Mijnheer de minister, de snelle toename van het aantal batterijen, zoals thuisbatterijen, batterijparken en elektrische wagens, maakt ons elektriciteitsnet kwetsbaarder voor cyberaanvallen. Door de razendsnelle en naar mijn mening roekeloze elektrificatie wordt het opslaan van energie steeds belangrijker. Daardoor zal het aantal zogenaamd slimme batterijen, die ook met het internet verbonden zijn, de komende jaren alleen maar toenemen. Niet alleen betekent dat een aanslag op het milieu als we denken aan al de grondstoffen die daarvoor moeten worden ontgonnen, ook worden we daardoor kwetsbaarder voor hackers die al dan niet werken in opdracht van buitenlandse mogendheden of terroristen.

 

De wereldwijde batterijmarkt wordt vandaag, nota bene met hulp van de Europese Unie, gedomineerd door Chinese fabrikanten. Door grote batterijen op afstand bijvoorbeeld de opdracht te geven te laden op het moment dat het elektriciteitsnet al aan de maximumstroomvraag zit, zou dat tot een algemene stroomuitval kunnen leiden.

 

Peter Palensky, hoogleraar smart grids aan de Technische Universiteit Delft, zegt: "Een verstoring via een batterij of grote groep zonnepanelen kan een kettingreactie veroorzaken. De kwetsbaarheid zit vooral in hoe je de batterij inpast in het energiesysteem en de veiligheidsmaatregelen die je al dan niet neemt. Een hackersaanval zou nu alleen nog lokaal impact kunnen hebben, maar over vijf of tien jaar kan die impact regionaal of zelfs landelijk zijn." Dat is een zorgwekkend citaat.

 

Mijnheer de minister, hoe reageert u daarop? Hoe wapent België zich daartegen?

 

02.02 Minister Mathieu Bihet: Mijnheer Van Rooy, mijn administratie heeft de opdracht om proactief de impact van nieuwe technologieën op het net te analyseren en eventuele risico's in kaart te brengen. Verschillende cyberwetgevende initiatieven versterken de veiligheid van de onderdelen van het energiesysteem en helpen zo de dreiging en het risico op incidenten te beperken.

 

Naast de verschillende wetgevende kaders om de beveiliging te verbeteren, zijn er echter ook verschillende maatregelen die de stabiliteit van het energienet beschermen tegen onverwachte incidenten. Die maatregelen zorgen ervoor dat de impact van de incidenten beperkt blijft en dat de gebruikers van het net in de meeste gevallen geen enkele impact zullen voelen, bijvoorbeeld bij een cyberaanval op een van de energieoperatoren.

 

De thematiek wordt dus nauwlettend opgevolgd door mijn administratie, alsook de te nemen beveiligingsmaatregelen om de energie­bevoorradingszekerheid van België te garanderen en zo een robuuste, duurzame en veilige energietoekomst op te bouwen.

 

02.03  Sam Van Rooy (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw summier antwoord. Ik weet niet of wat u te berde brengt, mij volledig geruststelt, temeer omdat uit het recente verleden is gebleken dat de lokale en bovenlokale overheden wel degelijk te maken krijgt met hackersaanvallen. Ik denk bijvoorbeeld aan de cyberaanval in Antwerpen, waartegen de stad blijkbaar niet genoeg beveiligd was. Daarom stel ik deze vraag. We moeten inderdaad anticiperen op de toenemende dreiging via hoogtechnologische middelen en de toenemende kwetsbaarheid die we zelf in de hand werken door alles zo dwangmatig en volgens mij overdreven snel te elektrificeren en dus doorgaans ook te verbinden met het internet.

 

Ik zal dat verder blijven opvolgen en hoop dat we niet, net zoals in Antwerpen, eerst moeten voelen en een grote aanval moeten meemaken alvorens er, zoals dat vaak gaat in dit land, actie wordt ondernomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Questions jointes de

- François De Smet à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'avenir de l'île énergétique" (56002478C)

- Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La répercussion des investissements dans le réseau destinés à adapter le réseau électrique" (56003165C)

- Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La politique compensatoire pour les entreprises impactées par le projet Ventilus" (56003201C)

- Marc Lejeune à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'île énergétique Princesse Elisabeth" (56003272C)

- Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'île énergétique" (56003355C)

03 Samengevoegde vragen van

- François De Smet aan Mathieu Bihet (Energie) over "De toekomst van het energie-eiland" (56002478C)

- Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De doorrekening van de netinvesteringen voor de aanpassing van het elektriciteitsnet" (56003165C)

- Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het compensatiebeleid voor ondernemingen die een impact ondervinden van het Ventilus­project" (56003201C)

- Marc Lejeune aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het Prinses Elisabethenergie-eiland" (56003272C)

- Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het energie-eiland" (56003355C)

 

De voorzitter: De heer De Smet is niet aanwezig.

 

Het woord is aan de heer Ravyts.

 

03.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag heeft niet expliciet, maar wel onrechtstreeks betrekking op het Prinses Elisabethenergie-eiland.

 

Netbeheerder Elia heeft een persconferentie gegeven over het Ventilusproject, waarvan een nieuwe fase werd aangevat in West-Vlaanderen. Elia heeft eind vorige maand het project-MER ingediend bij de Vlaamse regering en wil het finale MER en de omgevingsvergunningsaanvraag nog voor de zomer indienen.

 

Aan Ventilus en Boucle du Hainaut is een kostenplaatje verbonden. Volgens de verouderde raming, die drie jaar geleden werd gemaakt, zouden beide projecten samen 1,6 miljard euro kosten, ook al gaat het om wisselstroom; Elia heeft dat zelf toegegeven. Er is ook in een uitgebreid compensatiebeleid voorzien, onder meer voor waardeverlies van woningen. Zelf zou ik daar ook nog de bedrijven aan willen toevoegen. Ook dat kostenplaatje mag de netbeheerder volgens het huidig systeem doorrekenen in de nettarieven.

 

Het regeerakkoord stipuleert dat er voor Ventilus en Boucle du Hainaut in samenwerking met de gewesten voldoende aansluitcapaciteit zal worden gefaciliteerd om de offshore energie tot bij de bevolking en ondernemingen te krijgen. Het is ook belangrijk – het is veel mensen misschien ontgaan – dat de termijn voor de bouw van de windparken wordt opgetrokken naar vijf jaar. Er zal dan ook worden geanalyseerd of bepaalde parameters de kosten hebben verhoogd ten aanzien van de buurlanden.

 

Mijnheer de minister, hoe legt u die passage over de verlenging van de termijn naar vijf jaar uit? De belangrijkste politieke vraag is natuurlijk hoe u de problematiek van de stijgende netwerkkosten die in de energiefactuur verrekend worden, zult remediëren in het licht van de grote netwerk­investeringen van Elia. Ik geef hierbij de projecten Ventilus en Boucle du Hainaut als voorbeeld.

 

Dan kom ik tot mijn tweede vraag. In het Ventilusproject is in een compensatiebeleid voor particulieren voorzien, maar niet voor onder­nemingen die daardoor geïmpacteerd zijn. Daarover zou u als MR-minister toch bezorgd moeten zijn? De kamer van koophandel uit mijn provincie heeft Elia eind februari nogmaals opgeroepen om een correct en billijk compensatiebeleid voor de ondernemingen uit te werken. Dat is belangrijk, gelet op de beperkingen van de uitbreidingsmogelijkheden, de waarde­vermindering van de bedrijfsgronden en de verstoringen van de dagelijkse bedrijfsvoering.

 

Bent u bereid om bij Elia aan te dringen om een compensatiebeleid uit te werken voor ondernemingen die impact ondervinden van het Ventilusproject?

 

03.02  Marc Lejeune (Les Engagés): Monsieur le ministre, vous héritez du dossier de l'île énergétique au moment même où il est impératif de faire un choix décisif quant à son avenir.

 

Nous avons eu l'occasion à plusieurs reprises d'entendre la CREG, Elia et récemment Febeliec. Ces auditions ont révélé plusieurs problèmes de fonctionnement dans la gouvernance énergétique belge et n'ont pas encore permis de faire la clarté totale sur les causes d'une si grande augmentation du coût de construction de l'île, qui est quand même passé de 2,2 milliards à 3,6 milliards, et finalement à plus de 8 milliards – ce qui représentera un coût de 1 500 euros à charge de chaque ménage belge.

 

C'est pour cette raison que nous attendons tous avec impatience le dossier d'analyse complet de la CREG ainsi que l'historique du montage du dossier, qui éclairciront certainement certaines zones d'ombre. Nous n'avons d'ailleurs toujours pas eu accès à l'étude coût-bénéfice initiale ni à l'analyse des différents scénarios réalisée au départ.

 

Dans l'intérêt des générations futures, de la bonne gouvernance et certainement des consommateurs, ne serait-il pas pertinent d'enquêter sur le processus qui a conduit au choix d'une île énergétique plutôt qu'une autre solution en comparant les coûts, les bénéfices et les opportunités techniques?

 

Les travaux parlementaires à ce propos ne sont pas finis mais je pense qu'en tant que ministre, vous avez ici l'opportunité d'obtenir et de transmettre des informations pertinentes qui intéresseront certainement la commission.

 

Parallèlement à la demande de l'historique du dossier, le gouvernement a annoncé vouloir prendre une décision avant la fin mars.

 

Monsieur le ministre, où en est actuellement le projet de l'île énergétique? Le dossier a-t-il du retard? Ne risque-t-on pas de perdre le subside européen de 100 millions qui impose une échéance au 31 août 2026 pour sa construction? Où en est-on dans le parcours administratif du dossier? Existe-t-il des pistes de financement supplémentaires et quelles en sont les conditions?

 

Différentes versions de l'île ont-elles été présentées et ont-elles pu orienter vos choix parmi les diverses alternatives, afin d'encadrer le coût de l'île énergétique et éviter un dérapage budgétaire?

 

03.03  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, de verschillende hoorzittingen met Elia en de CREG hebben uitgewezen dat er werk aan de winkel is om tot een betaalbare aansluiting van de offshore windparken te komen. Wat evenwel zorgen baart, is dat Elia verschillende wijzigingen liet uitvoeren aan het project die de kosten verder hebben verhoogd. Zo is er plots sprake van een verbinding in HVDC van 2 gigawatt in plaats van de afgesproken 1,4 gigawatt.

 

Die wijziging komt niet voor in het federaal ontwikkelingsplan en evenmin in het ministerieel besluit grid design. Het is een raadsel wie dan wel de goedkeuring heeft gegeven voor die, volgens de CREG, relatief dure aanpassingen. De vraag is dan ook waarom we zouden moeten aanvaarden dat die kosten worden doorgerekend als niemand ze heeft goedgekeurd. Tegelijkertijd tikt de klok om de nodige beslissingen te nemen.

 

Welke tijdlijn volgt u om tot een beslissing te komen over het eiland en in het bijzonder de HVDC-verbinding?

 

Op welke manier heeft de vorige regering of uw voorganger goedkeuring gegeven aan de wijzigingen aan het concept van het eiland? Bent u van mening dat de extra kosten aanvaardbaar zijn in de tarieven? Dat is de vraag van vele miljoenen, natuurlijk.

 

Er ligt een oplossingspiste op tafel om een beperktere hoeveelheid offshore wind op dit moment aan te sluiten door het eiland helemaal in wisselstroom te houden en de Nautilusverbinding via een point-to-point connectie te voorzien. Hoe evalueert u die piste en welke stappen neemt u op dat vlak?

 

03.04 Minister Mathieu Bihet: Geachte leden, ik wil eerst verduidelijken dat het energie-eiland geen energiebron is, zoals kernenergie of offshore windenergie. Het is een platform dat fungeert als energiehub en dat het mogelijk maakt om verschillende energiebronnen te verbinden en te transporteren in verschillende richtingen en in verschillende vormen.

 

Vous, les habitués de la commission de l'Énergie, connaissez maintenant la différence entre le courant alternatif et le courant continu.

 

Le gouvernement précédent a approuvé les changements apportés au concept de l'île par le biais du Plan fédéral de développement. Certaines questions du collègue Wollants mériteront sans doute d'être creusées par cette noble Assemblée mais, à ce stade-ci, une pièce du puzzle est manquante.

 

Maintenant, bien sûr, l'intention est de respecter l'accord de gouvernement et l'objectif est toujours de prendre une décision concernant l'île énergétique pour le 31 mars 2025, comme indiqué dans l'accord. Une décision finale devra être prise sur la base d'une évaluation des coûts et avantages socio-économiques et la nécessité de réviser peut-être les ambitions initiales à la lumière des coûts totaux actuels estimés. Je m'appuierai sur tous les audits et recommandations, notamment du régulateur et du gestionnaire de réseau de transport lui-même, et nous explorerons les différentes alternatives. Quatre pistes avaient été présentées par Elia en concertation avec différents interlocuteurs, à savoir la DG Énergie, mon cabinet, la CREG, pour avoir une analyse de ces différentes alternatives.

 

De regering wil het veld van mogelijkheden zo ruim mogelijk heropenen door alle koolstofarme energiebronnen opnieuw in de energiemix op te nemen, op voorwaarde dat ze de richtlijnen respecteren die we zelf hebben vastgelegd.

 

Le problème de l’île énergétique fait partie intégrante des coûts de transmission (transport). Les coûts de l’île seront répercutés sur la facture des consommateurs et l’électricité qu’elle transportera, qu’elle soit d’origine nucléaire, hydraulique ou éolienne offshore. Tous ces coûts seront inclus dans le marché de l’électricité et donc payés in fine par le consommateur. Monsieur Ravyts, les coûts de Ventilus et de la Boucle du Hainaut – si elle aboutit – seront donc aussi inclus dans le tarif du réseau.

 

En 2021, un comité consultatif a été mis en place par l’ancien ministre de l’Énergie pour évaluer les compensations accordées par Elia pour l'installation de raccordements électriques. Il comprenait des représentants tels que la CREG, Cavex, Imbex et les Régions, entre autres.

 

Sur la base de recherches scientifiques menées par la KU Leuven, le conseil consultatif a élaboré une nouvelle politique de rémunération. Je rappelle que celle-ci se fait notamment par Elia sous la supervision de la CREG. Ce n'est pas le ministre ou le gouvernement qui décide d’octroyer çà et là des politiques de compensation pour les investissements et le déploiement de câbles. Je vous invite à interroger la CREG à ce sujet.

 

Monsieur Ravyts, vous m'avez posé une question sur le coût total des compensations, question qui n’était pas reprise dans votre question initiale. Je vous invite à m’adresser une question écrite à ce sujet. Nous interrogerons Elia pour avoir l’ensemble des chiffres détaillés, par exemple par projet, par Région ou autre. À vous de rédiger cette question dans le sens qui vous paraîtra le plus opportun.

 

03.05  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, ik hoor hier ongeveer hetzelfde als toen ik u onlangs een actuele vraag stelde in plenum. U verwijst naar de tariefbevoegdheid van de CREG om de kosten die Elia wil doorrekenen te beoordelen.

 

Ik stel u echter een politieke vraag. Mijn vraag is of de federale regering – daar kunt u als beleids­verantwoor­delijke wel stappen zetten –: overweegt om de stijgende netinvesteringskosten op de algemene middelen te plaatsen? Ik geef u een voorbeeld. Deze week kreeg ik van mijn energieleverancier de vraag om mijn voorschot aan te passen vanwege de stijgende nettarieven. Ik weet dat het natuurlijk ook gaat over de Vlaamse nettarieven, maar er zijn nog steeds transmissie­kosten voor de consument. Mijnheer Wollants, die zijn inderdaad misschien wat beperkter, maar ze komen boven op de Vlaamse netkosten. Dat is mijn politieke vraag. 

 

Ik hoop dat u tegen volgende week daarover eens nadenkt, zodat u mij een politiek antwoord kunt geven wanneer u met uw beleidsverklaring komt.

 

03.06  Marc Lejeune (Les Engagés): Monsieur le ministre, merci pour toutes ces réponses. Je suis rassuré par l'attention que vous portez au consommateur, qui finalement payera cette île énergétique. Je sens que cela vous tient bien à cœur.

 

J'ai aussi entendu votre attention vis-à-vis des différentes pistes qui ont été proposées. Rien n'est encore définitif et le gouvernement envisage toutes les sources d'énergie en même temps. Je pense que c'est essentiel pour arriver une solution qui soit compétitive, pour maintenir nos engagements face au réchauffement climatique, mais aussi pour les consommateurs. Merci pour cette attention, qui était peut-être le mot le plus important aujourd'hui.

 

03.07  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

We staan voor een bijzonder grote uitdaging met dat energie-eiland en we moeten kijken wat we zullen doen. U wijst er terecht op dat de aanvaarding van de tarieven een bevoegdheid is van de CREG, maar ik maak mij zorgen omdat de CREG het niet durft. De CREG zegt dat de netbeheerder misschien in gevaar zou komen, mocht ze bepaalde kosten zou verwerpen. Daarom verwerpt de CREG die kosten niet. Zo komen we natuurlijk in een situatie terecht waar men om het even wat kan aanrekenen, want de CREG zal het nooit aandurven om de netbeheerder in de problemen te brengen.

 

De grote vraag blijft wie uiteindelijk die technologische wijzigingen heeft goedgekeurd, die door de CREG blijkbaar klakkeloos worden aanvaard inzake tarieven. Daarover maak ik mij dus wat zorgen.

 

Tegelijkertijd is er een oplossing. We zouden ervoor kunnen zorgen dat de gelijkstroom­verbinding geen deel meer uitmaakt van het project. Dan hoeft de CREG de moeilijke beslissing om kosten te verwerpen niet te nemen, want dan zijn die kosten er gewoonweg niet. Dat is volgens mij toch een piste die u grondig moet bekijken met het oog op de beslissing die u voorziet tegen eind maart.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Roberto D'Amico à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La libéralisation du secteur de l’énergie et les multiples contrats" (56002558C)

04 Vraag van Roberto D'Amico aan Mathieu Bihet (Energie) over "De liberalisering van de energiesector en het grote aanbod aan contracten" (56002558C)

 

04.01  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, en tant que particulier, vous pouvez choisir parmi des dizaines de contrats d’énergie. C’est le résultat de la libéralisation du secteur entamée il y a plus de 20 ans. La promesse était d’alimenter la concurrence et de fournir des prix bas aux consommateurs. Pixel, Smart Green Flex, Basic Flex pro, Direct, Énergie verte variable et j'en passe; c’est loin d’être simple pour s'y retrouver parmi tous ces contrats et tous ces tarifs. Le journal De Morgen a calculé que les offres aux particuliers n’avaient jamais été aussi nombreuses qu’au mois de novembre 2024. Et Testachats confirme également la multiplication de contrats en Wallonie.

 

Le professeur Steven Van de Walle de la KU Leuven indique que cette augmentation est due à l’augmentation des critères disponibles pour choisir un contrat et il voit cela comme une stratégie délibérée des fournisseurs d'énergie pour rendre tout ça moins transparent. Ce manque de transparence généré par un trop grand nombre de contrats est également confirmé par le directeur de la CREG.

 

Monsieur le ministre, au lieu de laisser le marché produire une telle jungle d'offres, n'est-ce pas le moment pour le gouvernement d'intervenir? Pourquoi ne fixons-nous pas des prix maximum basés sur ce que coûte réellement la production d'énergie? Enfin, pourquoi ne pas obliger les fournisseurs à proposer un tarif standard avec des prix fixes qui ne peuvent être ajustés qu'une fois par an?

 

04.02  Mathieu Bihet, ministre: Monsieur D’Amico, merci pour votre question. Les marchés de l'énergie sont largement régulés par le droit européen pour ce qui concerne notamment le gaz et l'électricité. Le gouvernement et la législation belges doivent évidemment s'inscrire dans ce cadre européen.

 

Le fait d'avoir une concurrence accrue permet aux consommateurs d'avoir plus de choix par rapport à leur situation propre. Un manque de concurrence dû à un manque de fournisseurs ou de propositions d'offres peut vouloir dire un prix moyen plus haut pour les consommateurs. Je suppose que nous partageons l’objectif que les consommateurs aient accès à une énergie le meilleur marché possible. La situation bruxelloise, d'ailleurs, devrait nous interpeller à cet égard.

 

J'attire également l'attention sur le fait que les factures d'énergie recèlent très souvent des interventions étatiques: réseau, accises, TVA, distribution, transmission. Accuser la libéralisation pour ces prélèvements est assez curieux.

 

Concernant vos questions, en principe, une telle intervention générale sur les prix ne semble pas compatible avec le droit européen. Le droit européen n'autorise l'intervention sur les prix que dans des cas exceptionnels et uniquement si les conditions édictées par la directive sont strictement remplies.

 

L'article 11 de la directive 2019/944, tel que modifié par l'article 2, 4° de la directive 2024/1711, fournit actuellement un cadre dont il ressort que les États membres doivent prévoir que le cadre réglementaire national prévoit que tous les clients finaux peuvent demander un contrat de fourniture d'électricité à durée déterminée, à un prix fixe, d'une durée d'au moins un an, avec au moins un fournisseur, et chaque fournisseur ayant plus de 200 000 clients.

 

Cette disposition doit encore être transposée en droit belge, mais mes services sont occupés à sa préparation et visent à fournir la transposition requise dès que possible.

 

Enfin, monsieur D'Amico, vous avez lu l'accord de gouvernement avec grande attention. J'attire votre attention sur le fait que cet accord prévoit un sous-chapitre entier pour améliorer la transparence et faciliter la compréhension des consommateurs par rapport à leur contrat d'énergie. Ce sera évidemment une priorité au cours de cette législature.

 

04.03  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous parliez de simplification et de transparence mais qu'en est-il de l'obligation d'un tarif standard? Pour comparer des tarifs, il faut comparer des pommes avec des pommes. Si nous avons une multitude de contrats, la comparaison sera très difficile. Tout cela démontre que la baisse des prix ne provient pas d'une multitude de contrats et de la concurrence. Ce dont nous avons besoin aujourd'hui, c'est d'un contrôle des prix en fonction du coût de production.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

-Steven Coenegrachts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De korting op de transmissienettarieven voor industriële grootverbruikers" (56002762C)

-Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De competitiviteit van de energie-intensieve industrie" (56003208C)

-Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "De transmissienettarieven voor grootverbruikers" (56003357C)

-Roberto D'Amico aan Mathieu Bihet (Energie) over "De intentieverklaring die de federale regering ondertekende met ArcelorMittal" (56003367C)

05 Questions jointes de

-Steven Coenegrachts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La réduction sur les tarifs du réseau de transport pour les grands consommateurs industriels" (56002762C)

-Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La compétitivité de l'industrie à forte consommation d'énergie" (56003208C)

-Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Les tarifs du réseau de transport pour les gros consommateurs" (56003357C)

-Roberto D'Amico à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La déclaration d’intention signée par le gouvernement fédéral avec ArcelorMittal" (56003367C)

 

05.01  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de minister, het is niet voor de eerste keer dat we het hebben over de transmissienettarieven. Ik denk dat we daarover trouwens ook samen vragen hebben gesteld aan uw voorgangster.

 

Op 17 december 2024 antwoordde uw voorgangster dat ze een ontwerp van koninklijk besluit had opgesteld waarmee ze in lopende zaken evenwel niet verder kon omdat er in de voorlopige twaalfden geen begrotingslijn was voorzien. Het ontwerp bood de industriële grootverbruikers een oplossing, met name een korting op de transmissienettarieven, zodat hun elektriciteitsfactuur zou verlagen. Die verdubbeling van de tarieven zou afgezwakt worden en op die manier zou de concurrentiepositie van de bedrijven behouden blijven.

 

Er werd ons toen min of meer gezegd dat dat ontwerp van koninklijk besluit plug-and-play was, dat u het op uw bureau zou aantreffen en daarmee verder zou kunnen. Ik heb daarover een paar weken geleden een resolutie ter stemming voorgelegd, maar uw collega's van de meerderheid waren ervan overtuigd dat u dat extra duwtje in de rug niet nodig had en dat u zelf over voldoende power beschikte om dat door de regering te krijgen. Dat zullen we natuurlijk zien als de begroting wordt voorgesteld aan het Parlement.

 

Ik neem aan dat u dat ontwerp van koninklijk besluit op uw bureau hebt gevonden. Hoe evalueert u het? Hebt u het laten toetsen door de Raad van State of bent u van plan om dat te doen? Hebt u daarover al informeel overleg gepleegd met de Europese Commissie? U weet immers dat er staats­steunissues zouden kunnen zijn. Heel belangrijk voor de ondernemingen in dit land is te weten wanneer ze meer duidelijkheid mogen verwachten over de modaliteiten van dat koninklijk besluit. Kunt u garanderen dat die steun nog in 2025 zal worden uitgekeerd?

 

05.02  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, ik hoop dat u straks niet antwoordt dat ik het wel zal vaststellen in mei bij de bespreking van de begroting.

 

Ik heb een vraag over het ontwerp van KB van uw voorgangster met betrekking tot de competitiviteit van de energie-intensieve industrie in dit land, in uitvoering van artikel 12quinquies van de elektriciteitswet. Hoe staat u tegenover dat ontwerp van KB en vooral ook tegenover de geschetste modaliteiten? U weet dat er in het hoofd van de minister al een aanvraagprocedure bestond, met een overgangsperiode in 2025 en een aanvraag­mogelijkheid vanaf november voor de periode vanaf 1 januari, dus retroactief, en ook voor 2026.

 

Ik weet wel dat er een begrotingslijn moet zijn, maar ik denk dat u vandaag toch wel iets moet kunnen zeggen over de voorbereidende werkzaamheden van mevrouw Van der Straeten en de geschetste modaliteiten, over het advies van de Raad van State en de notificatie bij de Europese Commissie. Dat was immers ook een issue, zoals de heer Coenegrachts al heeft gezegd.

 

We hebben ook een hoorzitting gehad, maar daar hebben we niet heel veel bijgeleerd. De FOD Energie, de CREG en Febeliec hebben er allemaal hun versie gegeven over wat zij opportuun en niet opportuun vonden en de voor- en nadelen van elk systeem, maar ik wil graag een politiek antwoord. Ik wil weten wat deze regering daadwerkelijk gaat doen met die factuur voor de korting op de transmissienettarieven.

 

05.03  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, tijdens het debat bij de installatie van de regering is duidelijk geworden dat de nodige middelen zijn voorzien – 165 miljoen euro op kruissnelheid – om een ingreep te doen op de hoog oplopende transmissienettarieven voor grootverbruikers. Er is echter ook urgentie om dat helemaal rond te krijgen. Bovendien is de vraag op welke manier de Europese Commissie daarover al dan niet nog een oordeel moet vellen in het kader van potentiële staatssteun.

 

Wat is de huidige stand van zaken van het dossier? Welke aanpak voorziet u in de komende maanden? Welke bedragen zijn er voorzien voor de jaren 2024, 2025, 2026 en 2027? Acht u het nodig om structurele wijzigingen aan te brengen aan het concept zoals dat in Frankrijk werd toegepast – want daarop zijn de cijfers gebaseerd – of denkt u dat die piste de meest betrouwbare zal blijken en dat u daarom best met die piste doorgaat?

 

05.04  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, en 2021, ArcelorMittal a annoncé des investissements dans des usines DRI et des fours électriques en Allemagne, en Espagne, en France et à Gand en Belgique.

 

À l'époque, l'Europe était le lieu privilégié d'ArcelorMittal pour les investissements dans l'acier vert. En septembre 2021, M. Mittal se rend personnellement à Gand pour signer une lettre d'intention avec les gouvernements fédéral et flamand pour un investissement dans une usine DRI de 2,5 millions de tonnes et deux fours électriques.

 

Face aux coûts énergétiques trop élevés, à la baisse de la demande en Europe et à la forte concurrence internationale, tous les investissements en Europe sont aujourd'hui mis à l’arrêt. La possibilité qu’ArcelorMittal n’investisse que dans un seul four électrique à Gand est aujourd’hui évoquée.

 

Le 22 mai 2024, l’ex-premier ministre Alexander De Croo et l’ex-ministre Tinne Van der Straeten signaient une déclaration d’intention avec ArcelorMittal pour la fourniture à long terme d’électricité à faible teneur en carbone au site de Gand d’ArcelorMittal Belgium.

 

À la suite de l’accord avec ENGIE sur la prolongation des deux centrales nucléaires Doel 4 et Tihange 3, dont les coûts de rénovation sont financés pour moitié par l’État, le gouvernement fédéral deviendra également propriétaire de 50 % de l’électricité produite. Le prix de cette électricité doit encore être estimé mais devrait avoisiner les 80 euros/MWh. À la suite de cet accord, le gouvernement est en mesure de conclure un contrat d’achat d’électricité à long terme avec des entreprises, comme celui promis à ArcelorMittal.

 

En ce qui concerne la déclaration d’intention signée avec ArcelorMittal Belgium, le PDG d’ArcelorMittal Europe, Geert Van Poelvoorde, a parlé, dans le Trends du 19 septembre 2024, d’un "prix de l’électricité qui les rend compétitifs par rapport au reste du monde".

 

Monsieur le ministre, quel prix de l’électricité a-t-il été garanti à ArcelorMittal? Grâce à quel mécanisme sera financée la réduction du prix de l'électricité qui doit rendre ArcelorMittal compétitif au niveau mondial? Le gouvernement confirme-t-il l'intention de conclure un PPA avec ArcelorMittal?

 

Le gouvernement précédent avait affirmé que la condition était qu'ArcelorMittal réalise des investissements. Mais de quels investissements s'agit-il? Ce contrat d'électricité à long terme est-il conditionné à l'investissement dans l'installation de DRI et de deux fours électriques, comme prévu dans l'accord de 2021?

 

Dans une interview du 8 mars à De Tijd, le PDG d'ArcelorMittal Europe ne semble parler que d'un four électrique comme condition au PPA. Qu'en est-il?

 

05.05  Mathieu Bihet, ministre: Chers membres de la commission, le projet d’arrêté en question contient déjà plusieurs éléments solides qui contribuent à l’objectif de garantir la compétitivité de nos entreprises. Cela se fait bien sûr sans nuire aux autres utilisateurs du réseau et dans le respect des limites budgétaires, telles qu’elles sont définies dans l’accord de gouvernement, comme l’a rappelé M. Wollants tout à l’heure.

 

Le régime proposé permettrait une compensation partielle des tarifs de transmission pour l'électricité pour les industries à forte intensité énergétique, ce qui entraînerait une réduction des tarifs au niveau de nos pays voisins.

 

Cependant, le projet est encore susceptible d'amélioration, notamment en tenant mieux compte de la nécessité annuelle de réévaluation de la mesure, ce qui inclut l'étude annuelle et l'avis du régulateur sur la nécessité de ces mesures. De plus, le projet peut encore être amélioré par une prise en compte appropriée de l'avis de la CREG reçu fin janvier (avis 2972 du 30 janvier 2025), qui est actuellement analysé par les services compétents.

 

Wat de procedure betreft, zal ik het dossier in eerste lezing aan de ministerraad voorleggen. Daarna zal het ontwerpbesluit worden besproken met de gewesten en ter advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Tevens is het mijn bedoeling om informele gesprekken met de Europese Commissie aan te knopen kort na de goedkeuring in eerste lezing door de ministerraad.

 

Comme évoqué tout à l'heure, il y a bien un aspect "aide d'État" qu'il faut pouvoir évaluer.

 

De toepassing in de tijd zal afhangen van de nieuwe studies in het nieuwe advies van de CREG die respectievelijk worden verwacht op 15 mei en 1 juni van dit jaar. Voor 2025 bevat het ontwerp kortingen van ongeveer 80 % voor drie categorieën.

 

Les trois catégories sont les profils anticycliques, avec un taux d'utilisation pendant les heures creuses d'au moins 55 % avec une consommation moyenne corrigée de plus de 10 gigawattheures par an; les profils stables, avec une durée d'utilisation d'au moins 7 000 heures et une consommation moyenne corrigée d'électricité de plus de 10 gigawattheures par an; et les profils grands consommateurs, avec un taux d'utilisation pendant les heures creuses entre 50 et 55 % et une consommation moyenne corrigée d'électricité de plus de 500 gigawattheures par an.

 

Pour les années suivantes, soit 2026 et 2027, je souhaite souligner qu'une prolongation supplé­mentaire des réductions dépendra des résultats de l'étude prescrite à l'article 22bis de la loi sur l'électricité et donc de l'avis de la CREG, comme à chaque fois. C'est la même procédure.

 

Étant donné que ces évaluations n'ont pas encore eu lieu, la taille exacte des réductions ne peut pas encore être évaluée. Je tiendrai bien sûr compte des principes généraux et de l'éventuelle évaluation "aide d'État" de la Commission européenne, dont M. Coenegrachts parlait tout à l'heure, en veillant à garantir la proportionnalité des mesures.

 

Tot slot wil ik onderstrepen dat het verlagen van accijnzen eerder tot de bevoegdheden behoort van mijn geachte collega, de vice-eersteminister en minister van Financiën en Pensioenen, de heer Jambon.

 

Monsieur D'Amico, en ce qui concerne l’accord avec ArcelorMittal et BE-NUC, j’attire votre attention sur le fait que la revente d’électricité est justement l’un des objets évalués par la Commission. Vous répondre maintenant n’est pas possible car cela doit faire l'objet de l’analyse du système de revente de l’électricité produite par les assets dans BE-NUC. Tout ceci doit encore faire l’objet d’un examen approfondi.

 

Pour rappel, BE-NUC a les assets, BE-WATT vend l’électricité et c’est dans le cadre de cette entité BE-WATT que se posera la question de contrats préférentiels – appelons-les comme cela pour faire simple. Mais à ce stade, c’est surtout au niveau de l’analyse de la Commission européenne sur le volet des aides d'État que cela se matérialise.

 

05.06  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, met betrekking tot de concrete timing blijf ik wat op mijn honger. U zegt dat u dat moet voorleggen in eerste lezing aan de ministerraad. Dat wisten we uiteraard toen we de vraag indienden. De vraag is alleen wanneer u het zult voorleggen. U zegt dat u nog wacht op een rapport dat er zal zijn tegen 15 mei en op een tweede rapport dat u tegen 1 juni verwacht. Dat betekent dat de eerste helft van dit jaar onhaalbaar is. Ook de vorige minister mikte op aanvragen in oktober en november, dus misschien haalt u die timing nog.

 

Dat is wel problematisch voor de bedrijven. Zij zitten vandaag in onzekerheid. Mochten ze de modaliteiten van uw KB kennen, zouden ze hun werking kunnen aanpassen om binnen die modaliteiten te opereren en gebruik te kunnen maken van die korting. Zolang ze de modaliteiten niet kennen, kunnen ze niet evalueren of ze hun werking kunnen aanpassen. Als ze die pas in november kennen, neem ik aan dat ze de werking niet meer kunnen aanpassen om het jaar nog goed te maken en binnen de toepassing te vallen.

 

Sommige bedrijven zeggen dat ze met wat aanpassingen wel binnen de criteria van die anticyclische werking vallen. Die bedrijven dreigen dit jaar toch een verdubbeling te moeten betalen, net omdat de modaliteiten voor dit jaar nog niet duidelijk zijn. Dat zou jammer zijn.

 

Ik vraag mij dus af of het niet allemaal wat sneller kan, aangezien ons toch werd gezegd dat in de voorbereiding heel serieus en degelijk werd gewerkt, al hebben we dat nog niet gezien.

 

Het werd hier al een paar keren gezegd: men kan blijven speculeren over de vraag of Europa dit zal goedkeuren en of hierop staatssteunregels van toepassing zullen zijn. The proof of the pudding is in the eating. Men zal op een bepaald moment het dominoblokje moeten omgooien en kijken wat Europa daarover zegt, en dan eventueel aanpassingen doorvoeren.

 

Samenvattend pleit ik dus voor iets meer bekwame spoed.

 

De voorzitter: Optimism is a moral duty volgens collega Coenegrachts. Zo heb ik hem althans begrepen.

 

05.07  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer Coenegrachts, ik deel uw analyse. Er werd echter tijd verloren bij de regeringsvorming. Dat is heel duidelijk. Minister Bihet moet nu verwijzen naar de jaarlijkse studie in mei om een zicht te krijgen op de volgende jaren en de noodzaak voor volgend jaar. Ik hoop ook dat dat koninklijk besluit zo snel mogelijk in eerste lezing zal worden voorgelegd aan de ministerraad. Ik vrees echter ook dat 2025 'verloren' is, zoals u eveneens expliciet gezegd hebt. Ik moet mij daarbij aansluiten.

 

Politiek steunen we natuurlijk elk initiatief in de richting die we moeten uitgaan, maar het is jammer dat het allemaal iets te lang duurt.

 

05.08  Bert Wollants (N-VA): Ik sluit mij daar gedeeltelijk bij aan, maar we weten al sinds 2023 dat die tarieven met 80 % omhooggingen. Niemand heeft gevraagd aan de toenmalige regering om te wachten tot de verkiezingscampagne om een wetsvoorstel of een amendement op een andere wet aan te nemen. Men had dat al veel vroeger kunnen doen en dan waren we vandaag helemaal uit de problemen geweest. Men heeft dat echter niet gedaan.

 

We kunnen echter het verleden niet herschrijven en het is deze regering die het dossier zal vastpakken. Ik zal het antwoord van de minister nog een paar keer herlezen om de finesses er allemaal uit te halen, maar ik denk wel dat er een zekere spoed is vereist om ervoor te zorgen dat we ons industrieel weefsel kunnen beschermen. Ik ben ervan overtuigd dat ook de minister meent dat we daartoe actie moeten ondernemen.

 

05.09  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'ai écouté attentivement vos réponses aux questions mais je suis quelque peu surpris.

 

Tout d'abord, j'ai lu dans la presse que le PDG d'ArcelorMittal a annoncé qu'il allait avoir un prix très compétitif. Je suis étonné que vous ne soyez pas au courant.

 

En outre, vous n'avez pas répondu à ma question de savoir s'il y avait des garanties. ArcelorMittal négocie un prix et, en contrepartie, il doit y avoir la garantie qu'il investisse dans deux fours et dans un DRI (Direct Reduced Iron). Je suis inquiet car je ne voudrais pas que le gouvernement assiste à une désindustrialisation. Nous l'avons vécu avec Audi et Van Hool. C'est dangereux pour l'avenir du site de Gand.

 

Je vous remercie pour vos réponses.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Roberto D'Amico à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Le pacte pour une industrie propre" (56002882C)

06 Vraag van Roberto D'Amico aan Mathieu Bihet (Energie) over "De Clean Industrial Deal" (56002882C)

 

06.01  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): La Commission européenne devrait bientôt présenter son pacte pour une industrie propre. Cet accord, selon la Commission, "instaurera une approche de la décarbonation axée sur la compétitivité, afin de faire de l'UE une région attractive pour la fabrication, y compris pour les industries à forte intensité énergétique, et de promouvoir les technologies propres et les nouveaux modèles d'entreprises circulaires."

 

Ce pacte s'inscrit dans le cadre de la boussole pour la compétitivité qui, toujours selon la Commission, "trace le chemin que l'Europe doit suivre pour devenir à la fois la région où les futurs technologies, services et produits propres seront inventés, fabriqués et mis sur le marché, et le premier continent à atteindre la neutralité climatique."

 

Si la Commission semble avoir raison de diagnostiquer que l'industrie européenne souffre des prix élevés de l'énergie et d'un retard en matière d'innovation et de technologie, les solutions proposées pour l'instant ne sont pas les bonnes.

 

En effet, les principaux "catalyseurs horizontaux" mis en avant par la Commission sont la "simplification" et la "réduction des obstacles au marché unique", c'est-à-dire la poursuite de la dérégulation. En outre, tout cela s'accompagne d'un "fonds pour la compétitivité", qui distribuera une fois de plus de l'argent public aux grandes entreprises réalisant des bénéfices élevés, sans nécessairement s'engager en faveur des travailleurs, du climat ou de l'environnement.

 

Quelle est la position de la Belgique à ce sujet? Pouvez-vous apporter des précisions sur le pacte et le fonds? Quels seront les avantages pour les ménages européens?

 

06.02  Mathieu Bihet, ministre: Monsieur D'Amico, je peux vous informer que le Clean Industrial Deal vient d'être publié le 26 février 2025 par la Commission européenne. Celle-ci a pris le temps de dévoiler les principaux axes, comme l'accès à une énergie décarbonée abordable, la stimulation de la demande en produits propres ou encore le financement de l'industrie qui produit durablement, le principal secteur concerné étant évidemment l'industrie européenne – sinon, cela n'a pas de sens.

 

Je peux faire le constat que de nombreuses préoccupations de ce deal sont les mêmes que les préoccupations de l'accord de gouvernement. Nous partageons le constat que les industries européennes sont très souvent déforcées lorsqu'elles entrent en compétition avec des industries étrangères. De même, les coûts qu'elles supportent se répercutent sur les produits et aussi, inévitablement, sur les clients. Une industrie déforcée est un risque sur l'ensemble de l'économie.

 

À mon sens, ce deal va dans le bon sens mais il faudrait l'amplifier, amplifier la dynamique si nous voulons sincèrement atteindre nos objectifs. Par exemple, financer la transition implique d'ouvrir le champ des possibles en permettant aux acteurs économiques de financer toutes les énergies bas carbone.

 

Entre-temps, j'ai participé à l'Alliance du nucléaire avec 10 autres États membres de l'Union européenne qui a abouti à la publication d'une communication visant à influencer justement le plan d'action pour une énergie abordable. Plus précisément, j'ai plaidé avec ces États membres pour une inclusion égale de l'énergie nucléaire dans le plan d'action ainsi que pour le respect du principe de neutralité technologique auquel, je pense, nous tenons tous. En effet, l'électricité produite localement contribue à l'accessibilité financière et à l'indépendance de l'approvisionne­ment énergétique de l'Union ainsi qu'à l'objectif de neutralité climatique à l'horizon 2050.

 

Toutefois, conformément à l'accord du gouvernement fédéral, je plaide en faveur d'un cadre européen pour le développement de cette énergie nucléaire. Le financement est essentiel à cet égard et je me réjouis que le deal mentionne que la Commission européenne examinera le soutien de l'État à la chaîne d'approvisionnement et aux technologies nucléaires.

 

Toutefois, il ne s’agit là que d’une première étape pour mettre l’énergie nucléaire sur un pied d’égalité au niveau européen pour atteindre la neutralité climatique. L’objectif du deal et en particulier du plan d’action pour l’énergie abordable, publiés simultanément, devrait conduire à une baisse des prix de l’énergie pour les entreprises et les ménages. Je crois que c'est un objectif que nous partageons.

 

06.03  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Le seul constat que l’on peut faire est celui d’une communauté d’objectifs mais avec des moyens différents.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

-Marie Meunier à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Le nucléaire" (56002914C)

-Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'adhésion de la Belgique à l'Alliance européenne du nucléaire" (56003145C)

-Phaedra Van Keymolen à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'adhésion de la Belgique à l'Alliance européenne du nucléaire comme membre à part entière" (56003194C)

-Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L'Alliance européenne du nucléaire" (56003378C)

07 Samengevoegde vragen van

-Marie Meunier aan Mathieu Bihet (Energie) over "Kernenergie" (56002914C)

-Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het Belgische lidmaatschap van de EU Nuclear Alliance" (56003145C)

-Phaedra Van Keymolen aan Mathieu Bihet (Energie) over "De toetreding van België als volwaardig lid van de Europese Nucleaire Alliantie" (56003194C)

-Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "De Europese Nucleaire Alliantie" (56003378C)

 

07.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, ik heb in de pers vastgesteld dat België sinds 18 februari blijkbaar volwaardig lid is van de Nucleaire Alliantie, die ontstaan is in het voorjaar van 2023. België had onder voormalig minister Van der Straeten het statuut van waarnemer. Het is goed dat we nu volwaardig lid zijn.

 

In maart 2024 pakte de Nucleaire Alliantie uit met een verklaring waarin ze de goede samenwerking in de alliantie naar voren bracht en ook gewag maakte van de erkenning van de rol van nucleaire energie door de Europese Commissie, die ook haar bijval betuigde aan de European Industrial Alliance on Small Modular Reactors. In de verklaring wordt gesteld dat er gekeken moet worden naar het ontwikkelen van een allesomvattend en faciliterend Europees raamwerk voor nucleaire ontwikkeling – dat klinkt heerlijk – waarbij essentiële beleidsdimensies, waaronder financiering, worden onderzocht. Ze roept de Europese Commissie op om zich verder in te zetten voor het ontwerpen van zo'n faciliterend kader. Ik zou graag hebben, mijnheer de minister, dat er in België ook zo'n faciliterend kader komt; we kunnen daar volgende week over spreken.

 

Kunt u ons wat meer concrete toelichting geven bij de Belgische toetreding tot de alliantie als volwaardig lid en ook verslag uitbrengen over de bijeenkomst van 18 februari?

 

Ik ben ook geïnteresseerd in de positionering van de alliantie met betrekking tot de Clean Industrial Deal van de Europese Commissie, die een week later werd voorgesteld.

 

Hoe ziet u de rol van nucleaire technologie bij de uitvoering van de Europese verordening voor een nettonulindustrie als onderdeel van het Green Deal Industrial Plan, dus het bereiken van 40 % eigen productiecapaciteit voor nettonultechnologieën tegen 2030? In mijn optiek en die van mijn partij moet het nucleaire daar eigenlijk een hoofdrol in spelen. Ik wil ook wel meegaan in de nettonulodoelstellingen, maar zonder het nucleaire zal dat niet lukken. Daar ben ik van overtuigd.

 

07.02  Phaedra Van Keymolen (cd&v): Mijnheer de voorzitter, ik merkte dat u even moest kijken waar ik juist zit. Ik ben blij dat ik als nieuw lid deel kan uitmaken van de commissie voor Energie.

 

Mijnheer de minister, net als collega Ravyts heb ik gelezen dat op 18 februari werd bekendgemaakt dat België volwaardig lid is geworden van de Europese Nucleaire Alliantie, een samenwerkings­verband van pro-nucleaire EU-lidstaten dat sinds februari 2023 bestaat. Tot voor kort had ons land inderdaad enkel een waarnemersstatuut in die alliantie. Over dat volwaardig lidmaatschap verklaarde u in de pers dat België decennia van twijfel achter zich laat en een stuwende kracht wil zijn voor de ontwikkeling van kernenergie in Europa.

 

In dat kader heb ik heel wat concrete vragen. Aangezien dit mijn eerste vraag is in deze commissie, heb ik nog wat in te halen.

 

Mijnheer de minister, welke specifieke juridische en strategische verplichtingen vloeien voort uit dat lidmaatschap? Welke impact denkt u dat dit zal hebben op de Belgische energiepolitiek, met name in het kader van de lopende energietransitie en de integratie van hernieuwbare energiebronnen? Zijn er al concrete plannen om Belgische expertise of middelen in te zetten voor gezamenlijke nucleaire projecten binnen de EU? Op welke manier zal het lidmaatschap bijdragen aan het verkrijgen van publieke en private financiering voor de ontwikkeling van nieuwe nucleaire infrastructuur, zoals grote reactoren en SMR's, in overeenstemming met de doelstellingen van de alliantie?

 

U hebt ook gewezen op de noodzaak van een Europees kader voor financiering, inclusief private investeringen. Welke concrete maatregelen worden voorzien om private actoren te betrekken bij Belgische nucleaire projecten? Hoe zal de federale regering dat aspect integreren binnen het breder energiebeleid?

 

Hoe ziet u de Belgische bijdrage aan de oprichting van of deelname aan een Europees consortium voor nucleaire vaardigheden, zoals voorgesteld in de leidersverklaring van de alliantie in maart 2024, om een diverse en hoogopgeleide beroeps­bevolking te verzekeren? Ook dat is namelijk een belangrijk aspect.

 

Welke zijn de concrete prioriteiten die de regering voor België heeft vastgelegd binnen de nucleaire alliantie? Op welke specifieke kernenergie­projecten of initiatieven zal ons land binnen die samenwerking de nadruk leggen?

 

De voorzitter: Mevrouw Van Keymolen, een proficiat is op zijn plaats. U bent zeer welgekomen in deze commissie.

 

07.03  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, in de vorige legislatuur kwamen de werkzaamheden van de zogenaamde Europese Nucleaire Alliantie op gang door het initiatief van Frankrijk. België was onder impuls van de vorige minister van Energie inderdaad slechts waarnemer en nam geen positie in inzake de thema's die daar werden behandeld.

 

Ook na verschillende vragen daarover wenste de vorige minister zich niet uit te spreken over de thema's die werden behandeld, noch over het standpunt dat België op dat vlak inneemt. De vorige minister noemde de bijeenkomsten op een bepaald moment zelfs een ontbijtformule waar weinig belangwekkends aan te verbinden was, maar misschien voelde zij zich gewoon meer verbonden met het menu dan met de agenda.

 

Het regeerakkoord ziet wel een grote rol voor de alliantie en dat leidt uiteraard tot een aantal vragen, mijnheer de minister.

 

Ten eerste, hoe ziet u de internationale nucleaire samenwerking en de rol die België daarin kan opnemen?

 

Ten tweede, welke stappen zijn er gezet in dat verband? Wat plant u op dat vlak in de nabije toekomst?

 

Ten derde, welke thema's en beleidsvragen komen aan bod in de komende weken en maanden? Hebt u al overleg gepleegd met andere partners in dit samenwerkingsverband?

 

07.04 Minister Mathieu Bihet: Beste collega's, in overeenstemming met de belangrijke rol die het federale regeerakkoord voorziet voor nucleaire energie om onze bevolking en industrie een stabiele toegang te garanderen tot elektriciteit en competitieve prijzen, nam ik op 18 februari als volwaardig lid deel aan de bijeenkomst van de Nucleaire Alliantie.

 

De Nucleaire Alliantie is een informele alliantie tussen EU-lidstaten die hun gezamenlijke positie inzake nucleaire energie afstemmen in het licht van het EU-energiebeleid. Door volwaardig lid te zijn geworden, kan België in de voorbereidende fase wegen op de positiedocumenten van de Nucleaire Alliantie. Het stelt België aldus in staat via alliantievorming een groter gewicht uit te oefenen op de EU-plannen inzake nucleaire energie. Dat is precies wat het federale regeerakkoord beoogt.

 

Pour ce qui concerne l'expertise belge dans le domaine nucléaire au sujet de laquelle Mme Meunier – qui ne nous a pas encore rejoints – avait posé une question, je peux vous assurer que nos recherches et nos innovations dans le domaine nucléaire bénéficient d'une renommée mondiale. Le gouvernement a l'ambition de promouvoir notre expertise nucléaire et donc d'accroître le développement de solutions qui permettent à cette filière d'innover et d'inscrire la Belgique dans l'économie circulaire, d'une part, et l'autonomie stratégique verte, d'autre part. C'est dans ce cadre que les montants prévus au budget seront alloués. Mais nous participons à cette nouvelle Alliance et nous parlons de nos différents atouts en matière de nucléaire à l'occasion de ces réunions. 

 

Mijnheer Ravyts, met betrekking tot uw vraag kan ik aangeven dat de Nucleaire Alliantie zich tot op heden niet gepositioneerd heeft inzake de Deal en dat dit wel degelijk de intentie is.

 

Mijnheer Wollants, in antwoord op uw vraag kan ik aangegeven dat ik aan de collega's kort de politieke prioriteiten, zoals besproken in het regeerakkoord, heb toegelicht. De verdere focus van de vergadering lag in de eerste plaats op het actieplan met betrekking tot betaalbare energie. Het supporting ecosystem omvat ook de nucleaire vaardigheden, wat me bij uw vraag brengt, mevrouw Van Keymolen.

 

Mevrouw Van Keymolen, proficiat en welkom. C'est la meilleure commission du Parlement et je le dis évidemment en toute neutralité.

 

Dat brengt me dus bij uw vraag over een eventuele bijdrage van België aan de oprichting van of deelname aan het Europees consortium voor nucleaire vaardigheden. Zoals u weet, legt het federale regeerakkoord sterk de nadruk op onze nucleaire expertise. We onderzoeken momenteel alle opties.

 

Le premier Conseil européen formel des ministres de l'Énergie aura lieu lundi. Ce sera l'occasion de poursuivre une série de contacts qui ont été pris à l'occasion de cette première réunion de l'Alliance européenne du nucléaire, à laquelle j'ai participé.

 

07.05  Kurt Ravyts (VB): Het is een goede zaak dat we lid zijn van die Nucleaire Alliantie, maar die alliantie moet meer zijn dan een praatbarak. Ze moet echt wegen op de Europese Commissie en ook op de manier waarop de industrie moet decarboniseren en de 40 % eigen productiecapaciteit voor nettonultechnologieën moet bereiken.

 

Mijn fractie vindt dat kernenergie daarin een belangrijk aandeel moet vormen. Wij willen dus dat er Europese steun komt voor investeringen, maar ook nationale steun. We zullen in mei en bij de bespreking van de beleidsnota voor de volgende jaren kunnen vaststellen in hoeverre deze regering het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK CEN) en de actieradius rond de SMR's van het SCK CEN ook financieel wil steunen en niet verklaart dat alle middelen alleen van internationale steun moeten komen. Ik vind dat er ook meer nationale steun moet zijn.

 

07.06  Phaedra Van Keymolen (cd&v): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoorden.

 

Een volwaardig lidmaatschap is inderdaad positief. Een internationale aanpak op dit vlak is heel belangrijk. Een goede energiemix – de combinatie van hernieuwbare energie en kernenergie – garandeert de energie­onafhankelijk­heid van ons land, wat een heel belangrijk aspect is.

 

07.07  Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoord.

 

De Nucleaire Alliantie moet systematisch een grotere impact hebben binnen de EU, want het is nog altijd zo dat de Green Deal wel wordt besproken op Europees niveau, maar kernenergie lijkt te worden verbannen naar de achterkamers. Diegenen die geloven dat kernenergie een groot deel van de oplossing is, moeten hun gewicht gebruiken, met technische knowhow en dergelijke, om dat thema meer en meer op de agenda te zetten.

 

Uiteraard hoop ik dat de Nucleaire Alliantie in de toekomst zelfs niet meer nodig is, omdat kernenergie in de beleidslijnen van de Europese Commissie op een volwaardige manier terecht zal komen.

 

We zullen die stappen heel nauwgezet opvolgen, want het is absoluut noodzakelijk dat we vooruitgang boeken. We hebben veel te lang enkel naar hernieuwbare energie gekeken. Zoals het regeerakkoord duidelijk maakt, is het evenwel een en-enverhaal. Zonder en-enverhaal lijkt net-zero industry niet binnen handbereik.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- Marie Meunier à Mathieu Bihet (Énergie) sur "L’hydrogène" (56002917C)

- Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Les projets du gouvernement en matière d'hydrogène" (56003370C)

- Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Différents aspects de la directive RED III et la transposition de cette directive en droit belge" (56003264C)

08 Samengevoegde vragen van

- Marie Meunier aan Mathieu Bihet (Energie) over "Waterstof" (56002917C)

- Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "De waterstofplannen van de regering" (56003370C)

- Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "Verschillende aspecten van de RED III-richtlijn en de omzetting van deze richtlijn in Belgisch recht" (56003264C)

 

08.01  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, het is van 2002 geleden dat Jeremy Rifkin zijn boek The Hydrogen Economy schreef. Het concept was 100 % hernieuwbare energie en waterstof. Nadien werd de man ook raadgever van Merkel, Sarkozy en de Europese Commissie. De groene partijen hebben heel goed naar hem geluisterd. Frans Timmermans heeft immers voluit de kaart van de groene energie en vooral groene waterstof getrokken, actief gesteund door onder anderen minister Van der Straeten.

 

Het resultaat is de meest recente richtlijn over hernieuwbare energie, de RED III, waarin bindende doelstellingen tegen 2030 staan over de hoeveelheid groene waterstof of renewable fuels of non-biological origin en de manier waarop ze moet worden verbruikt.

 

Het federale regeerakkoord vraagt net als Vlaanderen dat de Europese Unie de doelstellingen inzake groene waterstof bijstuurt. Tegelijkertijd gaat de federale regering ook voor de raffinageroute voor motorbrandstoffen en voor verwarming met stookolie.

 

TotalEnergies heeft onder andere bevestigd dat het bedrijf enkel investeert in groene waterstof op voorwaarde dat het de kosten kan doorrekenen. Dat zou kunnen betekenen dat andere sectoren met een probleem zitten, omdat de kosten voor groene waterstof niet zomaar door te rekenen zijn in bijvoorbeeld chemische producten en dies meer.

 

De vrees is dus dat de prijs van groene waterstof daardoor onder druk zal komen te staan en dat er een hogere prijs zal moeten worden betaald door de chemiesector. Dat is een sector die nu al onder druk staat door hoge prijzen. Dat betekent dat we de effecten goed moeten bekijken.

 

Het regeerakkoord vermeldt ook stookolie­verwarming in het kader van groene waterstof en de raffinageroute. Aangezien dat niet Europees is gestuurd, moeten we die aanpak goed opvolgen.

 

Ik heb hierover enkele vragen.

 

Ten eerste, mijnheer de minister, hebt u al contact gehad met de gewestelijke ministers om de Europese Commissie te vragen de doelstellingen van RED III haalbaarder te maken? Wat zult u daarbij voorstellen?

 

Ten tweede, hoe zult u er in uw hoedanigheid van federaal minister voor zorgen dat voldoende groene waterstof beschikbaar zal zijn voor de raffinageroute en voor de chemie?

 

Ten derde, hoe ziet u de uitbouw van flankerende waterstofinfrastructuur?

 

Ten vierde, welke impact zal het gebruik van groene waterstof via de raffinageroute hebben op de prijs van motorbrandstoffen?

 

Ten vijfde, voorziet u ook dat de doelstelling van groene waterstof via de raffinageroute zal gelden voor stookolie voor verwarming? Welke impact zal dat hebben?

 

Tot slot, hoe bewaakt u de concurrentiepositie van de chemische sector op het vlak van waterstof?

 

08.02  Kurt Ravyts (VB): Mijn vraag nr. 56003264C gaat grotendeels over hetzelfde. Mag ik voorstellen om die aan de vraag van de heer Wollants te koppelen, mijnheer de voorzitter?

 

De voorzitter: Het is voor mij geen probleem om uw vraag nu te behandelen. Zo kunnen we thematisch werken.

 

08.03  Kurt Ravyts (VB): Ik zal het kort houden, mijnheer de minister.

 

De richtlijn over RED III is op 20 november 2023 in werking getreden. Ze moet uiterlijk tegen 21 mei omgezet worden in Belgische wetgeving. RED III verhoogt de bindende hernieuwbare-energiedoelstelling van 32 % tot 42,5 %.

 

Een aspect dat de heer Wollants niet aangehaald heeft, is de vervoerssector. Aan de brandstof­leveranciers wordt opgelegd dat de hoeveelheid geleverde hernieuwbare brandstoffen en hernieuwbare elektriciteit voor de hele sector ofwel leidt tot een aandeel van minstens 29 % hernieuwbare energie in het eindverbruik van energie in de sector, ofwel tot een reductie van minstens 14,5 % in broeikasgasintensiteit, beide tegen 2030. De brandstofleveranciers willen dat er snel beleidsduidelijkheid komt over het traject voor de bijmengingsverplichtingen.

 

Wat is het traject voor de omzetting in federale wetgeving van de RED III-richtlijn?

 

Bent u het ermee eens dat alle energievormen, dus ook hernieuwbare brandstoffen, die binnen RED III vallen een plaats moeten krijgen in de energiemix voor het transport?

 

Net als de heer Wollants stel ik de vraag hoe u gold-plating wil vermijden.

 

Steunt u de vraag van de Vlaamse overheid om de status van blauwe waterstof in de RED III-regelgeving te herzien, gelet op de verplichting voor de industrie om het aandeel groene waterstof op te trekken tot 42 % van het waterstofgebruik tegen 2030? Vlaanderen vraagt om de RFNBO-doelstelling bij te sturen, zodat ook koolstofarme waterstof kan bijdragen aan die doelstellingen. Zo kunnen we meer dan alleen groene waterstof gebruiken om onze industrie verder te verduurzamen.

 

08.04  Mathieu Bihet, ministre: Monsieur le président, je commencerai dans le désordre avec la question de M. Ravyts sur RED III.

 

Mijn diensten hebben al een voorontwerp van wet ter omzetting van de RED III-richtlijn uitgewerkt. De komende weken zullen daarvoor de nodige consultaties plaatsvinden. Alle mogelijke energievormen die binnen het kader van RED III vallen, zullen kunnen bijdragen aan de doelstellingen en zodoende een plaats krijgen in de energiemix voor het transport.

 

Wel zullen enkele energievormen restricties opgelegd krijgen, variërend per sector, in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving.

 

Wat uw vraag over gold-plating betreft, kan ik u meegeven dat door de toevoeging van de maritieme transportsector de doelstellingen in RED III voor transport reeds zeer ambitieus uitvallen voor België. Gold-plating zou hier weinig realistisch zijn voor de sector.

 

Concernant les questions de M. Wollants et Mme Meunier, les projets Backbone subissent des retards dans toute l'Europe. Les projets peinent à démarrer parce que l'hydrogène vert est très cher par rapport aux énergies fossiles, ce qui signifie que nous devons aussi porter une attention particulière au développement technologique pour rendre ce vecteur rentable.

 

En conséquence, nous adoptons une approche réaliste dans le développement des infrastructures. Cela ne sert à rien d'avoir des budgets qui sont reportés d'année en année parce qu'il n'y a pas de besoins ou, pire, d'avoir des tuyaux qui ne transportent rien du tout. Là, ce serait vraiment la catastrophe. Le gouvernement précédent avait déjà noté un ralentissement et des dépenses reportées du budget prévu, puisque les projets ne démarraient pas. Nous devons réévaluer les investissements dans le Backbone en tenant compte des besoins et des opportunités qui permettraient une rentabilité, en tout cas à moyen terme.

 

Sur la base de la réalité industrielle et de l'avancement des projets hydrogène du secteur privé, nous allons remettre à jour avec Fluxys, que je vois dans les prochaines semaines, les investissements nécessaires selon les besoins du marché. Une fois ces besoins identifiés, le gouvernement pourra dédier des moyens à investir avec le GRT hydrogène désigné récemment – donc Fluxys – et prendre des contacts avec les partenaires régionaux, soit les entités fédérées.

 

Het is echter belangrijk te onderstrepen dat die budgettaire wijziging geen rechtstreekse impact heeft op het ambitieniveau voor de ontwikkeling van het onderling verbonden netwerk voor het transport van waterstof. Als de vraag naar waterstof op middellange termijn wordt bevestigd, zal de regering de middelen bekijken om de infrastructuur optimaal te financieren.

 

08.05  Bert Wollants (N-VA): Ik dank de minister voor zijn antwoord.

 

We zullen het dossier moeten blijven opvolgen om na te gaan hoe bepaalde zaken in praktijk zullen worden gebracht. Deze regering is uiteraard nog zeer pril en er is nog heel wat werk aan de winkel om dat alles te realiseren. We volgen het op.

 

08.06  Kurt Ravyts (VB): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.

 

We zullen de bespreking voortzetten naar aanleiding van het ontwerp van omzettingswet voor RED III. Ik begrijp dat de regering al dan niet stappen zal zetten inzake het waterstofnetwerk en deel daaromtrent haar mening.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Steven Coenegrachts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De kritiek van energie-experten op het regeerakkoord" (56003154C)

09 Question de Steven Coenegrachts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La critique de l'accord de gouvernement formulée par des experts en énergie" (56003154C)

 

09.01  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, een eminent energie-expert, namelijk de heer Belmans, uitte de voorbije weken in de pers kritiek op het regeerakkoord. Hij zei dat er weinig of geen maatregelen instaan die op korte termijn extra elektriciteitscapaciteit zullen opleveren, terwijl net dat iets is dat we in de komende jaren nodig hebben. De levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3 betekent natuurlijk geen extra capaciteit.

 

Mijnheer de minister, u kent mijn goed karakter en dus vraag ik u om even te reageren op de kritiek van experts. Hoe reageert u op die kritiek?

 

Hoe denkt u met de plannen die in het regeerakkoord staan, wel degelijk tegemoet te komen aan de dringende nood aan extra elektrificatie en aan de toenemende vraag naar stroom door industrie en door gezinnen?

 

Wat zijn uw zeer concrete plannen om te voorkomen dat België, net zoals Nederland, te kampen krijgt met een gebrek aan aansluit­capaciteit en met een haperende energietransitie die daaraan vasthangt?

 

09.02 Minister Mathieu Bihet: Ik ben ervan overtuigd dat ons regeerakkoord België in staat zal stellen om de uitdagingen van de energietransitie aan te gaan. Het regeerakkoord stelt een aantal maatregelen voor om de aanwezigheid en ontplooiing van de elektriciteitscapaciteit te garanderen die nodig is om de toenemende elektrificatie van de Belgische samenleving te ondersteunen en om de vermindering van ons verbruik en de flexibiliteit ervan te ondersteunen. Er zijn ook maatregelen gepland om voldoende aansluitingscapaciteit te garanderen.

 

Gezien de bevoegdheidsverdeling, zal dit beleid optimaal worden afgestemd met de gewesten. Er zal een interfederaal pact worden opgesteld in het licht van de interfederale langetermijnvisie die zal worden vastgelegd.

 

Meer specifiek zal ik een ambitieus beleid voeren om offshore windenergie te ontwikkelen, met focusgebieden buiten de territoriale zone en om repowering van bestaande gebieden mogelijk te maken. Het CRM is een uiterst belangrijk instrument voor het garanderen van de voorzieningszekerheid.

 

Daarnaast wil ik ook inzetten op de optimalisatie van opslag- en vraagbeheer voor grote infrastructuren. In samenwerking met de gewesten zal daarvoor een robuust en stabiel regeringskader ter ondersteuning van de flexibiliteit worden ontwikkeld. De uitwisselingen met de regio's moeten er ook op gericht zijn om ons intern netwerk te versterken en nuttige projecten, zoals Boucle du Hainaut en Ventilus, te ondersteunen.

 

Ik blijf pleiten voor een Europees beleid dat een hefboomeffect bevordert op het gebied van financiering of overheidssteun voor vervoers­netwerken en nuttige interconnecties. Onze regering is zich bewust van de strategische aard van onze infrastructuur en de energietransitie.

 

09.03  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de minister, ik neem aan dat we het daarover volgende week nog uitgebreid zullen hebben bij de bespreking van de beleidsverklaring. U spreekt over de ambities op het vlak van offshore wind. Ik vind dat heel nobel, maar ik meende in het regeerakkoord te hebben gelezen dat men daar in de derde fase van de Prinses Elisabethzone op de rem stond. Ik ben dus wat in de war door wat u zegt, maar ik ben ervan overtuigd dat we daarover volgende week ongelooflijk interessante debatten zullen hebben.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "Het nieuwe tijdpad voor de nieuwe gasgestookte elektriciteitscentrale van Luminus in Seraing" (56003185C)

- Bert Wollants aan Mathieu Bihet (Energie) over "De gasgestookte elektriciteitscentrale te Seraing" (56003358C)

10 Questions jointes de

- Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Le nouveau calendrier pour la nouvelle centrale au gaz de Luminus à Seraing" (56003185C)

- Bert Wollants à Mathieu Bihet (Énergie) sur "La centrale au gaz de Seraing" (56003358C)

 

10.01  Kurt Ravyts (VB): We blijven in het land van het surrealisme, want de nieuwe gasgestookte elektriciteitscentrale die Luminus aan het bouwen is in Seraing zal niet voor de komende winter klaar zijn. Jammer genoeg is die gascentrale nochtans nodig voor onze stroombevoorrading.

 

Ze moest aanvankelijk bij de eerste CRM-veiling de sluiting van de zeven Belgische kernreactoren mee helpen opvangen, maar omdat de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 wordt verlengd, rijst er voor de komende winter nog geen probleem. Voor uitbater Luminus dreigt er wel een boete, want de centrale moest op 1 november 2025 klaar zijn. Op 1 december 2025 zou men stroom beginnen te leveren, maar dat zal pas op 31 januari 2026 het geval zijn.

 

De netbeheerder meldt dat er geen probleem zal rijzen, omdat de levensduur van de twee jongste kernreactoren Doel 4 en Tihange 3 werd verlengd. Er is ook altijd een back-up. Men zou bij nood bijkomende oudere gascentrales inschakelen. Men zou ook nog meer nucleaire energie vanuit Frankrijk kunnen importeren.

 

Mijnheer de minister, kunt u de laattijdige indienststelling bevestigen? Wat zal de boete voor de exploitant zijn?

 

Eind mei 2024 zei de vorige minister dat beide nieuwe gascentrales op schema lagen. Vanwaar komt de vertraging? Klopt het dat de Luminuscentrale per jaar 40 miljoen euro subsidies krijgt tot in 2040? Welke impact heeft de vertraging daarop?

 

10.02  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er hebben ons inderdaad al eerder berichten bereikt dat de nieuwe CRM-gascentrale in Seraing niet tijdig klaar zou zijn. De vertraging is nu verder opgelopen. De vraag rijst dus of de centrale in het kader van schaarste technisch nog wel in staat zal zijn om vermogen aan te bieden. Wellicht zal een en ander ertoe leiden dat de aanbieder niet in staat is de verplichtingen van het capaciteitscontract na te komen.

 

Een gedeelte van het probleem zou te wijten zijn aan een vertraging op de aansluiting door Elia. Dat betekent dat in dit geval niet een extreme stijging van de kosten, maar wel een stijging van de termijn voor problemen zorgt. Tegelijkertijd verneem ik dat de vergunning voor Ventilus nog niet is aangevraagd en dat het ruimtelijk plan voor Boucle du Hainaut nog niet is aangepast. Dat alles is na het eiland een voorbeeld van onverantwoorde risico’s, die uw voorgangster blijkbaar nam. Zonder de verlenging van de kerncentrales hadden we komende winter dus een huizenhoog probleem.

 

Er is dus dringend nood aan een Hoge Raad die een onafhankelijk en correct langetermijnadvies kan geven. Leveringszekerheid is belangrijker dan de absoluut goedkoopste en meest groene energie. Indien die energie er immers niet is, hebben we daar helemaal niks aan. Het energiebeleid kan dus niet zijn gebaseerd op een aankondiging van snelle projecten die weinig geld kosten. We moeten ter zake de zaken over een andere boeg gooien. Die vaststelling leidt tot een aantal vragen.

 

Ten eerste, hoe staat het met de bevoorradings­zekerheid van elektriciteit voor de komende jaren in het licht van voornoemde vaststellingen?

 

Ten tweede, wat is uw mening over de vertragingen van Elia in projecten zoals het project-Seraing en het project Boucle du Hainaut?

 

Ten derde, wat is uw positie tegenover de prijsstijging van de projecten van Elia, nu ook Ventilus duurder lijkt te zijn dan eerder gemeld en dat zulks later ook het geval zou zijn voor Boucle du Hainaut? Wat betekent dat voor de tarieven van Elia?

 

Ten slotte, wat zijn de vooruitzichten voor de Hoge Raad voor Energiebevoorrading? Zal die Raad meer realiteitszin en verantwoordelijkheidsbesef aan de dag leggen dan uw voorgangster en Elia tijdens de voorbije regeerperiode? Ik kijk uit naar het antwoord.

 

10.03 Minister Mathieu Bihet: Ik bevestig de informatie over de vertraging die op 24 februari 2025 werd gepubliceerd op het REMIT-platform. REMIT vermeldt de commerciële ingebruikname van de gascentrale in Seraing op 31 januari 2026. Voor de komende winter wordt de vertraging van de gascentrale in Seraing grotendeels gecompen­seerd door een verhoging van de beschikbaarheid van het Belgisch nucleair park en aanvullende bijdragen van DSR (demand side response) en de ingebruikname van Flamanville III. Een herwaardering van de capaciteit op basis van die elementen toont een overschot van 677,83 megawatt aan, wat voldoende is om de tijdelijke niet-beschikbaarheid van de gascentrale van Seraing te compenseren, waardoor de bevoorradingszekerheid voor de winter van 2025-2026 gewaarborgd blijft.

 

Wat de sancties betreft waarnaar in de vraag wordt verwezen, is voorzien in de mogelijkheid van boetes, die kunnen worden opgelegd in geval van vertraging in de werkzaamheden met betrekking tot het project waarbij de exploitant verantwoordelijk is voor de aansluiting van de centrale. Elia, onder toezicht van de CREG, moet de situatie onderzoeken en de voorziene sanctie toepassen indien nodig.

 

Monsieur Wollants, pour ce qui est de la responsabilité d'Elia dans le retard de ses projets, je pense qu'il faut examiner aussi les raisons pour lesquelles Elia est en retard. Elia est l'opérateur des chantiers mais tous les désagréments qu'il rencontre ne sont pas de sa responsabilité. Par exemple, je connais bien la situation de Seraing, j'habite une commune limitrophe. Il peut s'agir de contraintes fixées par une bourgmestre ou de contraintes naturelles rencontrées lors de forages pour passer du câble en souterrain, etc. Même chose pour ce qui concerne le projet Boucle du Hainaut, où ce sont des problèmes de délivrance de permis et d'autorisations et de tracé dans les communes traversées.

 

De tarieven en de tariefmethodologie zijn een bevoegdheid van de CREG. Het is nu eerst aan Elia en de CREG om in kaart te brengen wat de effectieve stijging zal zijn van de kosten en wat het effect op de tarieven zou zijn bij de geldende regelgeving. Elk ander initiatief is voorbarig en zal de regering te gepasten tijden bekijken, samen met de evoluties op Europees vlak.

 

In overeenstemming met het regeerakkoord zal een Hoge Raad voor Energiebevoorrading worden opgericht om de regering bij te staan met aanbevelingen die onafhankelijk zijn van de sector en dus van Elia en Fluxys. Ik overweeg momenteel verschillende opties en zal u een tekst bezorgen zodra een eerste politiek akkoord is bereikt over de praktische modaliteiten.

 

10.04  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, dank voor de finetuning en verduidelijking rond de back-up voor deze winter. Ik kijk uiteraard ook uit naar die Hoge Raad voor Energiebevoorrading. Een nieuwe focus is noodzakelijk in relatie tot het beleid van uw voorgangster.

 

10.05  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, iedereen heeft inderdaad zijn verantwoordelijkheid. We moeten naar alle mogelijke partijen kijken. Ik kan me voorstellen dat de burgemeester van Seraing toch ook de nodige realiteitszin heeft. Haar partij zat volgens mij ook in de regering die het contract heeft toegewezen voor die gascentrale in het kader van het CRM. Ik kan me dus niet voorstellen dat men dat uiteindelijk allemaal wil tegenhouden. Het betreft echter inderdaad, zoals ik hier achter mij hoor fluisteren, een PS-burgemeester die daar mogelijk mee aan de knoppen zit en het hopelijk niet naar de knoppen helpt. Laten we hopen dat we hier stappen vooruit kunnen zetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Kurt Ravyts aan Mathieu Bihet (Energie) over "De grensoverschrijdende energienetwerken" (56003209C)

11 Question de Kurt Ravyts à Mathieu Bihet (Énergie) sur "Les réseaux énergétiques transfrontaliers" (56003209C)

 

11.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, op 25 november 2024 schreven toenmalig premier De Croo en toenmalig minister van Energie Tine Van der Straeten de Europese Commissie aan in verband met de problematiek van de kostenstijgingen, the soaring costs of electricity grid components, voor grensoverschrijdende energienetwerken in Europa. Men vroeg de Europese Commissie onderzoek te doen naar the root causes achter de problematiek, maar ook om maatregelen voor te stellen om de veroorzaakte druk op de nettarieven desgevallend te verminderen.

 

De toenmalige Belgische minister voor Energie zou op 30 januari 2025 een gesprek hebben gehad met de bevoegde Europees Commissaris en de vraag hebben herhaald dat de Europese Commissie de nodige initiatieven voor de marktwerking rond HVDC-technologie in Europa zou onderzoeken. Het dossier was ook aan de orde in de marge van de Energieraad van eind januari 2025.

 

U hebt aangekondigd binnenkort uw eerste Energieraad te zullen bijwonen. Ik veronderstel dat u daar met de heer Jorgensen over deze zaak kunt spreken.

 

Hoe bekijkt u de problematiek? Vindt u ook dat de Connecting Europe Facility, die instaat voor Europese middelen voor interconnectiedossiers, wordt ondergefinancierd? Zou extra financiering soelaas kunnen bieden? Hebt u kennis van initiatieven of concrete toezeggingen van de Europese Commissie in de voorbije weken en maanden?

 

11.02 Minister Mathieu Bihet: Mijnheer Ravyts, de problematiek aangaande de grensoverschrijdende energienetwerken treft niet enkel België, maar ook andere Europese landen. Het onderwerp staat hoog op de agenda, gelet op de hoge ambities bij de lidstaten met betrekking tot de offshore netontwikkelingsplannen. Op Europees vlak zal dat worden bekeken in samenwerking met de verschillende netbeheerders, de sector en de verschillende overheden.

 

De bestaande kosten-batenanalyses werden nog onder andere omstandigheden uitgevoerd. Bijsturingen van de plannen zullen nodig zijn, maar ook misbruiken veroorzaakt door een oververhitte markt dienen aangepakt te worden. We houden de vinger aan de pols en zullen waar nodig gezamenlijke acties ondernemen met andere landen.

 

11.03  Kurt Ravyts (VB): Mijn vraag komt dus iets te vroeg, zo blijkt uit uw beperkte antwoord. Ik zal daar in de loop van de volgende maanden zeker op terugkomen, want dit is uiteraard bijzonder belangrijk met betrekking tot de problematiek van de netinvesteringskosten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.12 uur.

La réunion publique de commission est levée à 16 h 12.