Commissie voor Financiën en Begroting

Commission des Finances et du Budget

 

van

 

Dinsdag 29 april 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 29 avril 2025

 

Après-midi

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.01 uur en voorgezeten door de heer Steven Vandeput.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 01 et présidée par M. Steven Vandeput.

 

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56003781C van de heer Daerden wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

01 Vraag van Dieter Vanbesien aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De koppeling van het e-loket van Geopunt aan het federale kadaster" (56004245C)

01 Question de Dieter Vanbesien à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le couplage de l'e-guichet de Geopunt au cadastre fédéral" (56004245C)

 

01.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, tot op vandaag zijn heel wat eigendommen aangeduid als jachtgebied, terwijl de eigenaars daar niet van op de hoogte zijn. Via Geopunt kunnen ze wel een aanvraag indienen om hun eigendom daaraan te onttrekken. Daarvoor moeten ze zelf een eigendomsbewijs toevoegen aan die aanvraag. Nochtans hoeft die bijkomende stap niet als het kadaster aan het e-loket van Geopunt zou worden gekoppeld. Die adminis­tratieve vereenvoudiging werd uitgewerkt en voorbereid door het Agentschap Natuur en Bos, maar de finale implementatie vereist een akkoord met de federale overheid over de uitwisseling van die kadastrale gegevens.

 

Ten eerste, bent u bekend met de problematiek?

 

Ten tweede, staat uw administratie in overleg met de Vlaamse administratie om een akkoord te sluiten over de uitwisseling van die gegevens?

 

Ten derde, waarom blijft een akkoord vooralsnog uit? Zijn er bepaalde inhoudelijke moeilijkheden?

 

Is er ten slotte een timing waarop u die koppeling in werking wilt zien treden?

 

01.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Vanbesien, de problematiek is inderdaad bij mijn administratie bekend. Sinds 2021 wordt er al met het Agentschap Natuur en Bos overlegd met het oog op het sluiten van een protocol. Maar tot op heden heeft mijn administratie geen antwoord ontvangen op enkele vragen om toelichting aan het Agent­schap Natuur en Bos, dat andermaal werd herinnerd aan die vragen. Mijn diensten blijven uiteraard bereid om binnen de juridische mogelijkheden naar een oplossing te zoeken. Ik zal zelf contact opnemen met de Vlaamse minister die verantwoordelijk is voor het Agentschap Natuur en Bos, om na gaan of er aan Vlaamse zijde een of ander obstakel is.

 

We zullen het dossier dus blijven opvolgen, zodat de koppeling zo snel mogelijk wordt geïmplemen­teerd. Er zijn geen inhoudelijke moeilijkheden wat ons betreft, maar het Agentschap Natuur en Bos geeft voorlopig niet thuis. Ik zal de nodige contacten op politiek niveau leggen om hopelijk schot in dat dossier te krijgen.

 

01.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, dat is een positief antwoord. Ik zal het dossier verder opvolgen. Ik ben alvast zeer blij met uw initiatief en hoop dat u op korte termijn een oplossing kunt voorstellen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Dieter Vanbesien aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het btw-tarief voor warmtepompen in 2025" (56004271C)

02 Question de Dieter Vanbesien à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le taux de TVA applicable aux pompes à chaleur durant l'année 2025" (56004271C)

 

02.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, door de lange regeringsvorming van Arizona zijn er een aantal gevolgen, onder andere met betrekking tot het btw-tarief dat in het jaar 2025 van toepassing is op warmtepompen.

 

Zoals u weet, was er een tijdelijke verlaging van dat btw-tarief naar 6 % onder Vivaldi en werd de duurtijd daarvan tijdens de begrotingsoefening van 2023 verlengd tot 31 december 2024. De regering in lopende zaken besliste die maatregel niet verder te verlengen, mogelijks omdat sommige partijen geloofden dat een toekomstige regering voor 2025 zou beslissen om het btw-tarief op warmtepompen permanent te verlagen tot 6 %.

 

Doordat de nieuwe regering er pas na de jaarwisseling is gekomen, lijkt het er nu op dat het btw-tarief voor warmtepompen in het jaar 2025 21 % en in 2026 opnieuw 6 % zal bedragen. Er zit dus een jaar tussen waarin het tarief weer naar 21 % gaat.

 

Kunt u bevestigen dat dat effectief het geval is of zal de programmawet het btw-tarief voor warmtepompen voor 2025 retroactief tot 1 januari op 6 % vastleggen?

 

Wat is de budgettaire impact van het retroactief vastleggen van het btw-tarief op 6 % voor 2025?

 

Zullen de mensen die in 2025 een warmtepomp installeren de dupe zijn van de trage regerings­vorming? Denkt u dat de mensen zich daarvan voldoende bewust zijn?

 

02.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Vanbesien, het is de bedoeling van de regering om de burgers een fiscaal duwtje in de rug te geven om de overgang van verwarming met fossiele brandstoffen naar verwarming zonder fossiele brandstoffen te vergemakkelijken door de financiële instapdrempel te verlagen.

 

Om redenen van onder meer praktische en juridische aard is het niet de bedoeling de maatregel met terugwerkende kracht in werking te laten treden vanaf 1 januari 2025. De heractivering van de tarifaire gunstmaatregel zal worden voorzien vanaf 1 januari 2026. Zodra die beslissing definitief is, zullen onze burgers daarover uiteraard terdege geïnformeerd worden.

 

De jaarlijkse kostprijs van de maatregel wordt geraamd op 10 miljoen euro voor het jaar 2026, maar ik neem aan dat dat voor 2025 een in grootteorde vergelijkbaar bedrag zou zijn geweest.

 

02.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, uw antwoord overtuigt mij niet helemaal. U zegt dat de reden van juridische en praktische aard is. Ik denk dat het juridisch wel mogelijk is om dat btw-tarief vanaf 1 januari retroactief op te starten. Met betrekking tot de praktische aard, in 2024 bedroeg de btw ook 6 %, de informatica­systemen om dat te kunnen doen bestaan dus. Ook dat vind ik dus niet erg overtuigend. De kostprijs van 10 miljoen in het kader van de begroting die wij momenteel bespreken, lijkt me toch ook niet onoverkomelijk.

 

Ik ben dus een beetje ontgoocheld in uw antwoord en niet helemaal overtuigd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega's, ik wil voor de goede orde een opmerking maken over de regeling van onze werkzaamheden.

 

Slechts een zeer beperkt aantal vraagstellers is aanwezig. Collega's in de zaal, als fractiegenoten van u een vraag hebben ingediend en hier nog niet zijn en u het gevoel hebt dat we snel vooruitgaan, verwittig hen dan. Ik ga gewoon de lijst af. Als een vraagsteller niet aanwezig is en het secretariaat heeft niets vernomen, dan vervalt de vraag. Dat is de enige manier om collega's ertoe aan te zetten enige discipline aan de dag te leggen.

 

03 Vraag van Matti Vandemaele aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De scanners en de veiligheid van de haven van Antwerpen" (56004316C)

03 Question de Matti Vandemaele à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les scanners et la sécurité du port d'Anvers" (56004316C)

 

03.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb mijn tekst nog niet voor me liggen, maar ik zal mijn vraag uit het hoofd stellen.

 

Mijnheer de minister, ik werd recent gecontacteerd door een aantal medewerkers uit de haven, die aangaven dat de scanners waarmee zij moeten werken regelmatig stuk zijn. Ze vertonen regel­matig technische problemen. Blijkbaar zijn ook nog niet alle scanners up and running. Een aantal stukken zit nog in een testfase. Mijn vragen zijn heel concreet.

 

Ten eerste, klopt het verhaal dat er een probleem is met de scanners? Ten tweede, hoever staat de testcase? Ten derde, wat zijn de vooruitzichten de komende maanden en jaren, zodat de scanners optimaal kunnen worden gebruikt?

 

03.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vandemaele, wanneer de douane een drugtransport controleert in de haven van Antwerpen, wordt telkens een risicoanalyse uitgevoerd. Daarbij worden tal van parameters in rekening genomen. Ook andere veiligheids­partners zijn bij die analyse betrokken. Daarover kan om veiligheidsredenen natuurlijk niet worden gecommuniceerd. De modus operandi voor drugtransport wordt gekozen in functie van het resultaat van de risicoanalyse.

 

Met de scanapparatuur, zowel de vaste scan­tunnels als de laatst aangekochte mobiele cargoscanners, zijn er de voorbije maanden inderdaad enkele technische problemen geweest, die steeds zo vlug mogelijk werden opgelost. Ik wil benadrukken dat de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen nooit zonder scan­capaciteit is geweest. Een aantal scanners heeft echter inderdaad niet op volle capaciteit kunnen draaien.

 

Alle vaste scantunnels worden de komende twee jaar vervangen. De overheidsopdrachten daartoe zijn in opmaak. Het gaat daarbij niet om een uitbreiding van het aantal vaste scantunnels, maar wel om een vervanging van de bestaande door nieuwere technologie.

 

Van de laatste negen aangekochte mobiele cargo­scanners is nog maar één scanner opgeleverd. De acht andere mobiele scanners zijn nog in de testfase. Die fase zal uiterlijk eind juni 2025 eindigen, waarna de scanners volledig in gebruik zullen worden genomen. Ik vraag u dus nog even geduld vooraleer we op volle capaciteit zullen draaien.

 

Zoals daarnet al toegelicht, wordt bij de onder­schepping van drugs vaak een combinatie van opspoortechnieken gebruikt, zowel in 2024 als in 2025. Tot op vandaag speelden de scanners een rol in ongeveer 17 % van de onderscheppingen.

 

Mijnheer de voorzitter, dat was mijn antwoord.

 

03.03  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Meyrem Almaci aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het FSMA-onderzoek naar Ekopak" (56004328C)

04 Question de Meyrem Almaci à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'enquête de la FSMA concernant Ekopak" (56004328C)

 

04.01  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de relevantie van deze vraag wordt aangetoond doordat de FSMA vandaag de communicatie uitgebracht heeft dat zij verder onderzoek instelt. Verschillende persartikels in Apache, Trends en De Tijd schetsen een meer dan problematisch beeld over de communicatie van het beursgenoteerde waterzuiveringsbedrijf Ekopak ten aanzien van zijn aandeelhouders en beleggers. Ekopak was initieel betrokken bij het miljoenen­project Waterkracht met de Antwerpse inter­communale water-link. Die intercommunale besliste in het najaar van 2023 uiteindelijk echter alleen verder te gaan met het project Waterkracht. Het bedrijf zou daarvan op de hoogte zijn geweest, maar communiceerde anders.

 

In februari 2024 kwam het bedrijf terug aan tafel en werd een confirmation letter opgesteld. Ondertussen is duidelijk dat dat geen effectieve deal is. Er was nog geen contractuele verandering, zoals het bedrijf overigens toegegeven heeft en ondertussen werd bevestigd in een recent antwoord van schepen Koen Kennis in de stad Antwerpen op een mondelinge vraag die ik daar zelf heb gesteld.

 

De huidige situatie is dusdanig bijzonder dat het aandeel van Ekopak tijdelijk werd geschorst. De media hebben gemeld dat de FSMA een onderzoek is gestart. Vandaag staat in de krant effectief dat beurswaakhond FSMA het nodig vindt om een auditeur te gelasten met het onderzoek naar de communicatie van Ekopak, wat een nieuwe stap in het dossier is. Daarmee heb ik een zeer beknopte samenvatting gegeven van een dossier met een flink tijdsverloop en heel wat kronkels.

 

Mijnheer de minister, volgens de marktmisbruik­verordening moeten beursgenoteerde bedrijven voorwetenschap zo snel mogelijk bekendmaken, dus ook de wetenschap dat een deal niet meer juridisch verankerd is of niet meer zal doorgaan. Wat is de mogelijke sanctie als bedrijven daartegen zondigen? Wat is de vork waartussen beslist kan worden om bepaalde maatregelen te nemen?

 

Wat is de specifieke aard van het onderzoek dat de FSMA uitvoert? Hoe vaak heeft de FSMA in de afgelopen tien jaar onderzoeken van vergelijkbare aard uitgevoerd bij bedrijven? Welke timing is voorzien voor de afronding van dat onderzoek, gelet op de vandaag bekendgemaakte nieuwe stap? Dus tegen wanneer zou dat onderzoek klaar moeten zijn? Op welke manier zal het resultaat gecommuniceerd worden? Is de gangbare praktijk enkel een bericht op de website, of kan het Parlement daarin inzage krijgen?

 

Welke zijn de mogelijke consequenties voor het bedrijf en zijn directie? Kortom, welke sanctie­middelen heeft de FSMA tot haar beschikking voor dergelijke zaken mocht ze na haar onderzoek naar de communicatie van beursgenoteerde bedrijven vaststellen dat er wel degelijk malversaties zijn geweest?

 

04.02 Minister Jan Jambon: Mevrouw Almaci, allereerst wil ik u eraan herinneren dat ik me als minister van Financiën natuurlijk niet mag uitspreken over de inhoud van individuele toezichtdossiers. Een aantal van uw vragen waren wel in meer algemene termen geformuleerd, maar ik mag dus niet ingaan op individuele dossiers.

 

In principe moet een beursgenoteerd bedrijf over koersgevoelige informatie, de zogenaamde voorwetenschap, onmiddellijk communiceren naar het publiek. Bij een inbreuk op deze bepaling van de marktmisbruikverordening kunnen verschil­lende administratieve sancties worden opgelegd. Deze variëren van administratieve geldboetes van 15 miljoen euro of 15 % van de totale jaaromzet voor rechtspersonen en tot 5 miljoen euro voor natuurlijke personen, tot een formele waar­schuwing of berisping, of corrigerende maat­regelen, zoals een bevel tot openbaarmaking indien de voorwetenschap nog niet is bekend­gemaakt, of een verplichte herstelmaatregel, bijvoorbeeld het aanpassen van interne procedures om herhaling te voorkomen. De Europese regelgeving voorziet ook de mogelijkheid om sancties op te leggen aan de individuele personen die deelnemen aan de laakbare beslissingen van het beursgenoteerde bedrijf inzake informatieverstrekking.

 

Binnen de behoeften die haar zijn toevertrouwd krachtens de Belgische wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de Europese marktmisbruikverordening, voert de FSMA onder­zoeken vanaf het ogenblik dat er aanwijzingen zijn van een laattijdige publicatie van voorwetenschap. Daarnaast kunnen er aan­wijzingen worden gevonden van marktmanipulatie of pogingen tot marktmanipulatie door middel van onjuiste of onvolledige communicatie en het opzettelijk weglaten van essentiële feiten. Ten slotte kunnen de vaststellingen ook worden overgemaakt aan het openbaar ministerie, wat dan weer kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.

 

Wat het Ekopakdossier betreft, het directiecomité van de FSMA heeft op basis van de analyse die reeds geruime tijd liep beslist van zijn onderzoeksbevoegdheden gebruik te maken en heeft de auditeur van de FSMA gelast met een administratief onderzoek naar de naleving door Ekopak nv van zijn informatieverplichtingen ten aanzien van de markt. In overeenstemming met de procedure voorzien in de artikelen 70 en volgende van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, zal de volgende stap in de procedure de overmaking zijn van het voorlopige onderzoeks­verslag van de auditeur aan Ekopak om het toe te laten zijn opmerkingen te maken. Na onderzoek van deze opmerkingen zal de auditeur zijn verslag finaliseren en aan het directiecomité van de FSMA bezorgen. De gemiddelde doorlooptijd van het onderzoek door de auditeur bedraagt momenteel een aantal maanden. Dit is onder meer afhankelijk van de complexiteit van het dossier en de noodzaak tot internationale samenwerking.

 

Overeenkomstig artikel 71 van de voormelde wet heeft het directiecomité drie mogelijkheden. Ten eerste, de grieven ter kennis van de betrokken partijen brengen en het dossier aan de sanctiecommissie bezorgen, waarop een tegen­sprekelijke procedure volgt. Ten tweede, een minnelijke schikking accepteren. Ten derde, het dossier afsluiten zonder verdere actie.

 

In het eerste geval, wanneer een van de grieven tevens een strafrechtelijke inbreuk kan uitmaken, informeert de FSMA ook de procureur des Konings. Voor inbreuken op de informatie­verplichtingen van genoteerde vennootschappen heeft de FSMA de voorbije jaren reeds meerdere sancties opgelegd en minnelijke schikkingen getroffen. Deze zijn allemaal raadpleegbaar op de website van de FSMA.

 

04.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Dank u wel, mijnheer de minister.

 

Ik weet dat ze raadpleegbaar zijn op de website van de FSMA, maar het is niet zo evident om daar iets terug te vinden. Het is eigenlijk onbegonnen werk. Alle cases staan gewoon onder elkaar, ongeacht hun aard. Ik zal misschien een schriftelijke vraag indienen om een overzicht te krijgen van de cases en de evolutie in de jaren.

 

In hoeverre is er misleidende communicatie van Ekopak met betrekking tot koersgevoelige informatie geweest? Wij kunnen alleen afgaan op de artikelen en de communicatie van de schepen in Antwerpen. Het ziet er niet zo fraai uit. Zij hebben hun aandeel zelf tijdelijk laten schorsen. Het is nu de vraag hoe dat waardevolle project verdergaat, want van de beloofde circulaire oplossing voor het water in de Antwerpse Haven blijft weinig over.

 

Er zal nog een raad van bestuur komen van de intercommunale. De vraag is hoe zij zich zullen opstellen. Het is in ieder geval duidelijk dat Ekopak het project inmiddels zelf uit zijn boeken heeft geschrapt wegens te veel onzekerheid. Dat is toch een gang van zaken die vragen oproept.

 

Of men deze vraag nu stelt als gemeenteraadslid, als Vlaams parlementslid of als federaal parlements­lid, het gebrek aan transparantie in dit dossier is toch wel bijzonder opmerkelijk. Ik begrijp dat het onderzoek van de FSMA nog maanden zal duren, afhankelijk van de complexiteit. Ik verwacht tegen de zomer resultaat. We zullen zien waar het toe leidt. In ieder geval is het niet gelopen zoals het voor een beursgenoteerd bedrijf zou moeten lopen. Dat is duidelijk.

 

Ik dank u voor uw antwoorden. Ik zal het resultaat van het onderzoek opvragen als het afgerond is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Meyrem Almaci aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het DRFM-programma" (56004329C)

05 Question de Meyrem Almaci à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le programme DRFM" (56004329C)

 

De voorzitter: Mevrouw Almaci, u hebt voldoende ervaring in dit Huis om te weten wat de spreektijden zijn. Ik wijs u erop dat u tot twee keer toe de spreektijd hebt overschreden. Daarom zeg ik dat we zullen proberen wat snelheid te maken.

 

05.01  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, soms is haast en spoed niet nodig in dossiers die zo complex zijn, maar ik heb de boodschap ontvangen.

 

Mijnheer de minister, zoals u weet heeft de vorige regering een proefproject opgezet voor de versnelde energetische renovatie van overheids­gebouwen. Dat is een bijzonder belangrijk programma voor de klimaatneutraliteit van ons land. Het is de Federale Participatie- en Investerings­maatschappij (FPIM), in samen­werking met de Regie der Gebouwen, de NMBS/Infrabel en het ministerie van Defensie, die de lead heeft in dit project, en dit via de DRFM-structuur (Design, Renovate, Finance and Maintain). Het DRFM-programma wordt gefinan­cierd met publiek en privaat geld.

 

Gezien het belang van het DRFM-programma, zou ik graag willen weten wat de stand van zaken is en de timing met betrekking tot de vrijmaking van de nodige middelen voor dat programma.

 

Wat is de stand van zaken van de benoeming van de bestuurders in de verschillende dochter­vennoot­schappen van de DRFM-structuur? U mag ook schriftelijk een antwoord geven als het lang duurt om een overzicht te maken.

 

Zijn er duurzaamheidsexperts opgenomen in de raad van bestuur van Public Company (PubCo), de door de FPIM opgerichte beheersvennootschap voor de DRFM-programma's? Zo ja, is er dan al een duurzaamheidscharter aangenomen, zoals was bepaald in het KB? Zo niet, wat is de timing om zowel de duurzaamheidsbestuurders aan te duiden als het duurzaamheidscharter aan te nemen?

 

Kunt u ons het charter van PubCo bezorgen?

 

Gezien de Europese taxonomie, zult u de klimaatneutraliteitsvoorwaarde respecteren en ervoor zorgen dat elk project in overeenstemming is met de zes milieudoelen van de Europese taxonomie?

 

Bent u van plan om dit DRFM-programma niet gewoon voort te zetten maar ook uit te breiden waar nodig?

 

05.02 Minister Jan Jambon: Mevrouw Almaci, het DRFM-programma heeft tot doel de energie­renovatie van 2.586 federale overheidsgebouwen van de Regie der Gebouwen en Defensie te versnellen door de financiële en personele middelen te optimaliseren. Het is gebaseerd op de groepering van projecten, de standaardisering van contracten en het gebruik van privéfinanciering.

 

De investeringsperiode wordt gespreid over 15 jaar en de aflossingsperiode over 30 jaar, per projectcluster. De 2.586 gebouwen waarvan sprake worden gegroepeerd in 42 clusters, 18 zijn voor de Regie en 24 zijn voor de gebouwen van Defensie.

 

De ministerraad keurde in januari 2024 de lancering goed van de eerste twee renovatie­projecten, de startclusters. De selectieleidraad voor de startcluster voor het militair kwartier te Burcht zal hoogstwaarschijnlijk gepubliceerd worden na de zomer. De startcluster voor de gebouwen van de Raad van State wordt nog verder bestudeerd door de Regie der Gebouwen op het vlak van de extra nodige werken boven op de energetische renovatie.

 

De PubCo wordt binnenkort opgericht. De PubCo is de entiteit die verantwoordelijk zal zijn voor het centraliseren van het financiële en budgettaire beheer. Een koninklijk besluit moet de PubCo het exclusieve recht verlenen om overheidsopdrachten te gunnen namens de begunstigde entiteiten, waarbij een uniforme aanpak wordt gewaarborgd, zodat de risico's beperkt worden.

 

Op 25 februari 2024 werd daartoe een koninklijk besluit gepubliceerd, maar het moet worden herzien om te voldoen aan de gebruikelijke praktijken van de Europese Investeringsbank (EIB.) Het is belangrijk dat de EIB tot 40 % van de investeringen financiert om de totale financierings­kosten te verlagen. De herziening van het koninklijk besluit ligt klaar en zal binnen de kortste tijd gepubliceerd worden. Nadien zal de overheids­opdracht voor de aanduiding van de DRFM-facilitator kunnen plaatsvinden.

 

De PubCo zou dit jaar nog opgericht kunnen worden om de volgende clusters voor te bereiden. De FinCo zal pas opgericht worden nadat de DRFM-facilitator aangeduid is.

 

Wat het vrijmaken van de nodige middelen betreft, zal de discussie starten tegen de zomer, wanneer het herziene businessplan van het programma beschikbaar is. De benoeming van de bestuurders in de dochtervennootschappen van de DRFM zal plaatsvinden als de PubCo en later de FinCo worden opgericht.

 

De opname van duurzaamheidsexperts in de raad van bestuur van de PubCo zal bestudeerd worden wanneer het businessplan van de PubCo klaar is.

 

Wat de Europese taxonomie betreft, de DRFM-projecten zullen telkens conform de geldende regelgeving zijn en een mogelijke uitbreiding van het DRFM-programma zal op het best passende moment besproken worden met de betrokken departementen. Daar alles nog moet worden opgestart, is het nog wat te vroeg om al over een mogelijke uitbreiding te spreken.

 

05.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik begrijp dat u het DRFM-programma voortzet, maar dat het koninklijk besluit aangepast moet worden en dat de PubCo eigenlijk nog moet worden opgericht. Pas als de PubCo er is, kan de FinCo worden opgericht. Pas als dat in orde is, kan worden overgegaan tot de aanstelling van de bestuurders in de betrokken entiteiten. Dan pas kunnen de duurzaamheidsexperts worden aan­gesteld.

 

Het begint natuurlijk allemaal met de oprichting van de PubCo. U zegt dat die binnenkort wordt opgericht. Bedoelt u met binnenkort een kwestie van weken, van maanden? Diezelfde vraag geldt voor het koninklijk besluit dat herzien moet worden. Natuurlijk wilt u de gelden van de Europese Investeringsbank niet mislopen, want 40 % is niet weinig, dus ik begrijp dat u als goede huisvader het maximale probeert te bereiken; dat zou ik u ook adviseren. Wel vraag ik me af welke timing u daarbij voor ogen hebt. Dat zou me helpen met de cascade in het achterhoofd. Binnenkort kan slaan op een paar dagen, een paar weken of een paar maanden. Het antwoord op die vraag wil ik graag horen inzake de oprichting van de PubCo en voor de aanpassing van het koninklijk besluit aan de vragen van de Europese Investeringsbank. Kunt u die vraag nog beantwoorden?

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, wenst u nog iets toe te voegen?

 

05.04 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, ik weet niet wat de geplogenheden zijn in deze commissie.

 

De voorzitter: De formule is normaal gezien vraag, antwoord, repliek. Mevrouw Almaci heeft een bijvraag. Misschien is het antwoord eenvoudig.

 

05.05 Minister Jan Jambon: Goed. Mevrouw Almaci, zoals ik daarnet in mijn antwoord heb gezegd, het koninklijk besluit ligt klaar. Het zal eerstdaags gepubliceerd worden. Van de PubCo zullen we zo snel mogelijk werk maken. Dat is een kwestie van een kort tijdsbestek. Het is echt niet mijn bedoeling om vertragend op te treden, maar juist om die dingen zo snel als mogelijk ingang te laten vinden.

 

05.06  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Bedankt, mijnheer de minister, daarmee heb ik de verduide­lijking dat het eerder een kwestie van dagen of een tweetal weken is dan een langere termijn. Ik zal het koninklijk besluit dan ook opvragen eens het klaar is en zal het in ieder geval kunnen lezen bij de publicatie ervan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Meyrem Almaci aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het rapport FairFin & BOS+ van 10 april jongstleden m.b.t. de financiering van ontbossing" (56004334C)

06 Question de Meyrem Almaci à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le rapport de FairFin & BOS+ du 10 avril dernier relatif au financement du déboisement" (56004334C)

 

06.01  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent wellicht op de hoogte van het schrikbarende probleem van de ontbossing. Het tempo is bijzonder hoog en heel problematisch in tijden van klimaatverandering. De effecten zijn verwoestend voor mens, natuur en economie.

 

Jammer genoeg blijkt uit een nieuw rapport van FairFin samen met BOS+ dat onze Belgische financiële sector miljarden euro's blijft investeren in bedrijven die bijdragen aan de vernietiging van bos en daarbij horend ook lokale inheemse gemeenschappen. Het rapport beschrijft echt heel duidelijk de linken tussen financiële instellingen die actief zijn in ons land en bedrijven die met hun activiteit een heel hoog risico leveren op het vlak van de bijdrage aan de wereldwijde ontbossing. Sinds 2016 gaven in België actieve banken concreet bijna 20 miljard euro uit aan kredieten en garanties aan bedrijven die een hoog ontbossings­risico met zich brengen. Ze bezitten ook meer dan 76 miljoen euro aandelen in die bedrijven. Gezien het rapport heb ik de hiernavolgende vragen.

 

Wat is uw reactie? Hebt u het rapport al kunnen lezen? Hebt u contact gehad met de opstellers ervan en met de financiële sector? Indien ja, wat was de uitkomst? Indien niet, bent u dat van plan? Waarom bent u dat wel of niet van plan? Op welke manier bent u van plan gevolg te geven aan de vaststellingen in het rapport?

 

Zult u zich in het kader van de sustainable finance strategy, die ook in uw beleidsnota stond, inzetten voor een sterker regelgevend kader inzake onder ander de financiering van ontbossing? Op welke manier zou dat dan zijn?

 

Zult u op Europees en internationaal niveau actie ondernemen om de geldstroom naar ontbossing aan banden te leggen?

 

Ik dank u alvast voor uw antwoorden.

 

06.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Almaci, een medewerker van mijn beleidscel heeft het rapport in ontvangst genomen en contact gehad met de opsteller. De beleidscel analyseert momenteel het rapport.

 

De Europese initiatieven omtrent sustainable finance zijn erop gericht om de transparantie rond de duurzaamheid van activiteiten, producten en marktpartijen te verhogen om op die manier het marktmechanisme beter te kunnen laten spelen.

 

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vereist bijvoorbeeld dat financiële instellingen en grote ondernemingen duurzaam­heids­informatie publiek maken. Financiële instellingen krijgen daardoor betere informatie ter beschikking, waardoor zij hun ESG-risico’s beter kunnen inschatten. Het beter in kaart brengen van die risico’s zal ongetwijfeld ook een impact hebben op de uiteindelijke financiering van dergelijke activiteiten.

 

Prudentiële regelgeving kan echter geen verboden of beperkingen op de financiering leggen louter op basis van ethische of maatschappelijke overwe­gingen. Prudentiële regelgeving heeft tot doel de financiële gezondheid van de financiële instel­lingen, alsook de financiële stabiliteit te vrijwaren. Ze dient te allen tijde risicogebaseerd te blijven. Ook activiteiten die vanuit maatschappelijk of ethisch oogpunt wenselijk zijn, kunnen namelijk risico's met zich meebrengen. Ook met deze risico's dient rekening gehouden te worden in het risicobeheer van een financiële instelling.

 

06.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u hebt een beknopt antwoord gegeven. U hebt het rapport gekregen. Ik weet dat er limieten zijn aan hoever men kan gaan in het reguleren van een financiële sector. Er bestaan natuurlijk regulatoren en er is ook een overheidsbank. Men zou ten minste al een voorbeeld kunnen geven via de Nationale Bank en Belfius. Men zou tegen hen kunnen zeggen dat men een beleid wil zien dat een voorbeeldbeleid is ten aanzien van anderen in de financiële sector.

 

De CSRD is fel bevochten. Ik ben blij dat u ernaar verwijst in positieve zin. Die impact zal van groot belang zijn. Waarschijnlijk zal het ook in de gaten worden gehouden door ratingbureaus. Het is echter toch ook wel zinvol om na het gesprek met de ontvangers en de analyse aan tafel te gaan zitten met de financiële sector zelf, eerst met onze overheidsbank en vervolgens met de koepel en de grote banken die bij ons zitten.

 

Er heeft een actie plaatsgevonden aan uw kabinet. Ik hoop dat het contact verder is gegaan dan alleen het moment van de actie, maar het is wel duidelijk. U hebt mogelijkheden, u hebt op het vlak van regelgeving, met die sustainable finance strategy, een tool in handen waarmee u actie kunt ondernemen. Ik moedig u dan ook echt aan om dat te doen.

 

Tussen zwart en wit is er een hele zone waar u van uw belangrijk statuut gebruik kunt maken om die financiële sector richting een ethischer beleid en ook een duurzamer goedehuisvaderbeleid te stuwen. Financiering van ontbossing is een systemisch probleem. Het overschrijdt de grenzen tussen landen en het is ook een financieel risico, omdat het zich op andere manieren terug laat voelen, denk maar aan de instabiliteit van bijvoorbeeld de verzekeringssector. Dus ik hoop dat het uw aandacht heeft en dat u toch nadenkt over mogelijke maatregelen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Alexia Bertrand aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het paasakkoord" (56004401C)

07 Question de Alexia Bertrand à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'accord de Pâques" (56004401C)

 

07.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, de regering heeft een paasakkoord bereikt. Daarin werd beslist om het defensiebudget overeenkomstig de NAVO-norm op te trekken tot 2 % van het bbp tegen deze zomer. Dat vereist een bijkomende financiering van ongeveer 4 miljard euro. Mijn vragen gaan over de wijze waarop dit gefinancierd wordt.

 

Kunt u bevestigen dat alles gecompenseerd wordt? De minister van Begroting verklaarde herhaaldelijk dat alles gecompenseerd moet worden. Als ik naar het akkoord kijk, heb ik echter niet de indruk dat dat momenteel het geval is. Waar blijft die structurele financiering? Waar moet die gevonden worden? Momenteel zijn er 2 miljard euro aan leningen, 1,2 miljard euro is afkomstig van Russische tegoeden en 500 miljoen was een uitzonderlijk dividend van Belfius.

 

Van uw coalitiepartners heb ik gehoord dat het wel de bedoeling is om dat structureel via belastingen te financieren. De collega's Seuntjens en Mahdi hebben dat op de VRT verklaard. U bent niet verantwoordelijk voor de begroting, maar wel voor de inkomsten en de schuld.

 

Is daar een akkoord over binnen de regering? Wat houdt dat precies in? Kunt u duidelijk maken welke belastingen overwogen worden? Vooral, deelt u dat principe als minister van Financiën?

 

07.02 Minister Jan Jambon: Mevrouw Bertrand, vorige vrijdag werd de begroting voor 2025 ingediend bij het Parlement. U kunt de volledige financiering van het paasakkoord daarin terugvinden. De komende weken zijn er nog bijkomende toelichtingen. Op 13 mei lichten minister Van Peteghem en ikzelf de begroting toe. Op 19 mei wordt het rapport van het Rekenhof voorgesteld. U zult daarna de kans krijgen om bijkomende vragen te stellen in de commissievergadering van 20 mei.

 

Ik verwijs ook naar de toelichting van de premier bij het paasakkoord vorige week in dit Parlement. Ik meen te kunnen zeggen dat wat betreft de opstap naar 2 %, die al zo lang door België wordt beloofd en die nu eindelijk zal worden gerealiseerd, de financiering voor 2025 rond is. Voor de volgende jaren zullen we moeten bekijken hoe dat verder structureel wordt gemaakt.

 

Mevrouw Bertrand, u zult wel weten dat we in juni waarschijnlijk nog met een factuur of een engagement geconfronteerd zullen worden. Er zal daarover dus wel nog heel wat moeten worden gepraat. Als u mijn persoonlijke mening vraagt, ik ben een koele minnaar van belastingverhogingen – maar dat is een bespreking die we binnen de regering zullen moeten voeren – met betrekking tot de structurele financiering van de NAVO-bijdrage, vooral met de beslissing van juni voor ogen. Wat de begroting 2025 betreft, zullen we dit hier de komende weken uitgebreid en in detail kunnen bespreken.

 

07.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, ik begrijp uit uw antwoord dat ik nog heel wat geduld zal moeten oefenen en dat er nog veel besprekingen zullen volgen, ook binnen de regering. Ik begrijp niet goed waarom sommige van uw coalitiepartners dan zoveel verklaringen afleggen op televisie en radio als er …

 

07.04 Minister Jan Jambon: Het lijkt Vivaldi wel.

 

07.05  Alexia Bertrand (Open Vld): Dat zegt u, niet ik. Dat lees ik vandaag in een opiniestuk in La Libre Belgique. Misschien moet u dat ook lezen. Ik lees meer antwoorden in de pers dan ik er krijg in het Parlement.

 

Ik hoor dat u een koele minnaar bent van meer belastingen, maar dat betekent nog niet dat u er een tegenstander van bent. Ik vrees ervoor. Het is niet gefinancierd, wat u ook toegeeft. U zult het bedrag nog moeten verhogen in juni en wij zullen tot 13 of 20 mei moeten wachten om meer uitleg te krijgen. Ik hoop dat u ondertussen veel vergade­ringen zult hebben om op één lijn te komen.

 

Momenteel vangen wij zoveel verschillende signalen op over de financiering. Voor sommigen moet het via de sociale zekerheid en voor anderen via de belastingen. Van de rest horen wij gewoon niets. Ik zou het niet weten. Ik vind het heel moeilijk om mijn controlefunctie op de regering uit te oefenen, want ik kan niets controleren omdat ik geen antwoorden krijg en dus niets weet. Ik zal wel geduld oefenen tot 20 mei en hoop dat we tegen dan een duidelijk antwoord krijgen van de regering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Alexia Bertrand aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het gebruik van opbrengsten uit bevroren Russische tegoeden" (56004402C)

08 Question de Alexia Bertrand à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'utilisation des recettes provenant des avoirs russes gelés" (56004402C)

 

08.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, de minister van Defensie heeft in zijn beleids­verklaring uitdrukkelijk opgenomen dat de opbrengsten uit de bevroren Russische tegoeden bij Euroclear niet naar de eigen defensiebegroting mogen gaan, maar wel naar Oekraïne. Dat was trouwens ook de lijn van de vorige regering. Hoe verzoent u die uitspraak met het feit dat die middelen nu toch ingeboekt worden in het Belgische budget voor Defensie? Worden die inkomsten nu twee keer geteld? Dat is mij namelijk helemaal niet duidelijk.

 

Ik heb ook nog een meer technische vraag. U hebt het rapport van het Monitoringcomité waarschijnlijk aandachtig gelezen. Op bladzijde 29 staat dat het comité in zijn berekening nog steeds een impact van 1,26 miljard euro uit de opbrengst van bevroren Russische tegoeden in aanmerking neemt. De FOD Financiën neemt dat echter vanaf 2025 niet meer op. Wat is het standpunt van de regering daarover? Worden die opbrengsten definitief uitgesloten uit de begrotingsramingen? Als dat namelijk al in het verslag van het Monitoringcomité stond, bent u dat geld al twee keer aan het uitgeven. Dat waren immers inkomsten die voor andere uitgaven zouden worden gebruikt. Wanneer het Monitoringcomité in maart een verslechtering van 2,4 miljard voorspelde, dan had het daarbij al rekening gehouden met die opbrengsten. Daarom zei het Monitoringcomité in maart dat de verslechtering 2,4 miljard euro bedroeg. Die opbrengsten zitten daar echter in. Wanneer u nu zegt dat u 1,2 miljard van de Russische tegoeden zult gebruiken, bedraagt de verslechtering 3,6 miljard en niet 2,4 miljard. U bent bedragen tweemaal aan het uitgeven en ik wil dat beter begrijpen.

 

08.02 Minister Jan Jambon: Mevrouw Bertrand, het Monitoringcomité van maart voorziet inderdaad 1,26 miljard euro op de provisie Oekraïne. Daarvan zat reeds 52 miljoen euro in de basiscijfers voor het dekken van de kosten van het leefloon voor Oekraïners in België. De provisie Oekraïne is verhoogd met 1,21 miljard.

 

De begrotingsnotificaties van 28 maart nemen als uitgangspunt het rapport van het Monitoringcomité van 6 maart 2025. Bijgevolg zijn de bijkomende opbrengsten ook opgenomen in de begroting van 2025, zoals die afgelopen vrijdag in het Parlement werd ingediend.

 

De uitgaven werden rechtstreeks ingeschreven in de begroting van Defensie, op een afzonderlijke provisie, met uitvoering van het defensieplan Strategische bijdrage aan Vrede door Kracht, goedgekeurd door de ministerraad van 11 april 2025 als onderdeel van de tijdelijke financiering van defensie-uitgaven.

 

Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne werd de militaire steun aan dat land altijd aangerekend op de defensiebegroting na een herverdeling vanuit de interdepartementale provisie. Nu werden de middelen onmiddellijk in de defensiebegroting ingeschreven. De minister van Defensie zal heel snel een voorstel van besteding voorleggen aan de ministerraad en de besteding zal uiteraard hoofdzakelijk bestaan uit militaire steun aan Oekraïne. Voor verdere inhoudelijke vragen daarover verwijs ik door naar minister Francken.

 

08.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, daarmee bevestigt u waar ik voor vreesde. U rekent zich rijk, met 1,2 miljard euro, die al in de basis stond. Dat is alsof het Monitoringcomité zou hebben gezegd dat de roerende voorheffing 2 miljard extra zou hebben opgeleverd en u die 2 miljard euro extra aan Defensie zou uitgeven. Het tekort dat het Monitoringcomité berekent, houdt rekening met de extra opbrengsten, in dit geval met de Russische tegoeden. U geeft dat geld gewoon twee keer uit en u maakt het tekort groter dan het is. Het beste bewijs is dat u een tekort hebt van 8,5 miljard euro extra in uw begroting en dat is exact het bedrag volgens de berekening die ik samen met de heer Van Quickenborne in de commissie voor Binnenlandse Zaken heb gemaakt, namelijk de som van 2,2 miljard, 2,4  miljard, 1,2 miljard en de 770 miljoen. Als het niet duidelijk is voor u, bezorg ik u mijn slides, die zeer pedagogisch zijn.

 

Het is gewoon wiskunde: u kunt geld maar één keer uitgeven. Geld dat er is en dat moet dienen voor primaire uitgaven besteden aan Defensie, dat werkt niet. U hebt eigenlijk niet geantwoord en ik kan alleen maar vaststellen dat wij de juiste redenering hebben toegepast.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Alexia Bertrand aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het dividend van Belfius" (56004403C)

- Koen Van den Heuvel aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het uitzonderlijke dividend van Belfius" (56004761C)

- Hugues Bayet aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het uitzonderlijke dividend van Belfius" (56004774C)

09 Questions jointes de

- Alexia Bertrand à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le dividende de Belfius" (56004403C)

- Koen Van den Heuvel à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le dividende exceptionnel de Belfius" (56004761C)

- Hugues Bayet à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le dividende exceptionnel de Belfius" (56004774C)

 

De voorzitter: De heer Van den Heuvel is momenteel niet aanwezig.

 

09.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, ik vind dit een pijnlijk verhaal. U kent natuurlijk heel de geschiedenis van Belfius en hoe pijnlijk het is geweest in het verleden tussen die mooie bank en de overheid. Op enkele weken tijd hebt u opnieuw de indruk gegeven – het is meer dan een indruk – van de onbetrouwbaarste aandeelhouder ooit te zijn als overheid. De mensen van Belfius moesten immers blijkbaar in de pers vernemen dat er hun een uitzonderlijk dividend van 500 miljoen euro wordt gevraagd, en niet één keer, maar twee keer, ook volgend jaar.

 

Is dat vooraf besproken geweest met het management van de bank? Wat is hun standpunt? Wat hebben ze toen gezegd? Wat zegt de raad van bestuur hierover? Is er al een informeel contact geweest met de Europese Centrale Bank, die dat dividend uiteindelijk toch moet goedkeuren en toelaten?

 

Wat is de impact hiervan op de kapitaalpositie van Belfius? In welke mate is deze beslissing duurzaam voor de toekomst van de bank? Met toekomst van de bank bedoel ik ook haar strategische plannen. Er waren een aantal plannen bedacht. We hebben dat ook allemaal in de pers gelezen. Zijn die nog verenigbaar met het uitkeren van een dividend van 1 miljard euro?

 

09.02  Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, votre gouvernement aurait l'intention, en plus du dividende ordinaire de 445 millions reçu de Belfius, de lui imposer un dividende exceptionnel de 500 millions d'euros supplémentaire. Cet effort supplémentaire serait prévu pour financer un fonds défense.

 

Alors c'est vrai, nous socialistes pensons que le gros de l'effort budgétaire doit être porté par ce que l'on appelle communément "les épaules les plus larges", c'est-à-dire les très hauts patrimoines, les banques, les multinationales etc. Au contraire de votre conception Arizona qui vise à prévoir un effort considérablement injuste sur les travailleurs, les femmes, ou encore les pensionnés.

 

Certains partis au sein de votre coalition se sont montrés réserver par rapport à cette contribution de même que le patron de Belfius lui-même; confirmez-vous votre intention de demander ce dividende exceptionnel à Belfius et si oui pourriez-vous me confirmer le montant? Confirmez-vous qu'il s'agirait d'alimenter un fond défense et pas le budget général? Avez-vous eu des contacts avec la BCE à ce sujet?

 

Après un tel dividende peut-on déduire que vous excluez définitivement la privatisation partielle de Belfius sous la coalition Arizona?

 

Qu'en est-il des autres banques? Ne serait-il pas plus juste en termes de concurrence envers Belfius de prévoir une contribution plus importante de toutes grandes banques belges qui je le rappelle ont engrangé des bénéfices colossaux ces dernières années? À ce propos, pourriez-vous me donner les rendements de la taxe bancaire pour les années 2023 et 2024?

 

09.03 Minister Jan Jambon: Mevrouw Bertrand, mijnheer Bayet, na de vorming van de regering is er contact met Belfius geweest. In deze gesprekken zijn de ruime kapitaalbuffers aan bod gekomen. Belfius heeft dankzij onder meer de lage pay-outratio van dividenden de voorbije jaren een mooi Belgisch groeiverhaal geschreven en ruime kapitaalbuffers kunnen opbouwen.

 

In een gesprek met het Belfiusmanagement hebben we het in algemene termen gehad over de strategie van Belfius. De regering heeft nu beslist dat Belfius extra dividenden moet uitbetalen, wat dankzij de hoge kapitaalbuffers in principe mogelijk is. We zijn in overleg met Belfius om te zien op welke manier de doelstelling van de regering op de best mogelijke manier kan worden verwezenlijkt.

 

Waarom Belfius? Belfius heeft die hoge kapitaal­buffers met marge en de Belgische Staat is 100 % eigenaar.

 

En ce qui concerne les questions techniques, je peux vous fournir les éléments suivants. Le versement des dividendes ordinaires ne doit pas être approuvé par la Banque centrale européenne (BCE). Les dividendes exceptionnels qui sont versés à partir des bénéfices réservés ou des réserves distribuables, tous deux déjà inclus dans les fonds propres disponibles, le Common Equity Tier 1 de l'établissement, entraînent une diminution des fonds propres disponibles ainsi que la capacité de Belfius à continuer à constituer ses futures réserves de capital. L'impact des dividendes demandés sur le respect des exigences futures en matière de capital devra être validé. La BCE pourra effectuer une telle analyse à partir du moment où la décision de verser un dividende exceptionnel sera approuvée conformément au processus de gouvernance de l'établissement concerné. La BCE n'a pas eu de contact avec le gouvernement. Elle est seulement en contact avec l'institution financière dont elle est en charge de la supervision, Belfius Bank SA.

 

La taxe bancaire a rapporté 769 millions d'euros en 2023 et 983 millions d'euros en 2024.

 

09.04  Alexia Bertrand (Open Vld): Ik dank u voor het antwoord, mijnheer de minister.

 

U bevestigt impliciet dat dit niet met de bank werd besproken. Ik hoor dat er contacten zijn geweest op het moment van de onderhandelingen. Jullie hebben hun gezegd dat ze ruime kapitaalbuffers hadden, maar dat is geen overleg. Dat is zeker geen akkoord van het management of van de raad van bestuur. Ik ben dus benieuwd naar wat ze zullen zeggen.

 

Dit is met de regering-De Croo nooit gebeurd. Dit lijkt eigenlijk een beetje op een bankroof, mijnheer de minister. Het gevaar is dat u de kapitaalbuffers aan het afbouwen bent. Dat heeft twee gevolgen. Ten eerste, de plannen die in de maak waren om naar andere types transacties te kunnen gaan voor België, zullen niet meer mogelijk zijn. Ten tweede, u zet de kredietverlening onder druk. Ik hoop dat u dat goed beseft.

 

Op het moment dat de economie het slecht doet, dat de bedrijven onder stress staan en er veel spanning is in de markt, op het moment dat er schatkistproblemen bij de verschillende bedrijven beginnen te verschijnen, zet u de kredietverlening nog meer onder druk. Dat is een verantwoor­delijkheid die uw regering neemt.

 

Ik leid uit uw antwoord af dat er geen groen licht van het management van Belfius of de raad van bestuur is gekomen om deze beslissing te steunen. Het is een eenzijdige beslissing van de regering geweest die, zoals u terecht zegt, 100 % aandeel­houder is, maar dat leidt tot mogelijke belangrijke gevolgen voor de bank en voor de bedrijven.

 

09.05  Hugues Bayet (PS): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse.

 

J'entends donc, comme ma collègue, qu'il n'y a toujours pas d'accord et qu'il n'y a pas de montant fixé quant à ce que vous allez réclamer à Belfius comme dividende.

 

Je tiens juste à vous rappeler que votre gouver­nement va demander 23 milliards d'euros aux travailleurs et que les quatre grandes banques belges ont fait 8,35 milliards d'euros de bénéfices en 2024. Il est donc normal qu'elles participent aussi aux efforts que vous demandez à la population, mais pas au point de mettre la consommation en danger, ou la banque publique Belfius, car je vous rappelle que mon groupe pense que ce serait une erreur de privatiser cette banque, comme vous l'aviez envisagé.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Benoît Piedboeuf étant absent, sa question n° 56004627C devient sans objet.

 

Ook de heer Coenegrachts is afwezig. Zijn vraag nr. 56004645C vervalt.

 

10 Questions jointes de

- Xavier Dubois à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La réforme du régime des RDT et la clarification de la notion d'immobilisation financière" (56004658C)

- Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'augmentation d'impôt concernant les RDT" (56004765C)

- Kemal Bilmez à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le régime des RDT et l'immobilisation financière" (56004795C)

10 Samengevoegde vragen van

- Xavier Dubois aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De hervorming van het DBI-stelsel en de verduidelijking van het begrip 'financiële vaste activa'" (56004658C)

- Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De DBI-belastingverhoging" (56004765C)

- Kemal Bilmez aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het DBI-stelsel en de financiële vaste activa" (56004795C)

 

10.01  Xavier Dubois (Les Engagés): Monsieur le ministre, je tiens tout d'abord à saluer les réformes engagées dans le cadre de l'accord de Pâques, qui traduisent la volonté de moderniser et de renforcer notre régime fiscal. De plus, les changements proposés au régime des revenus définitivement taxés (RDT) – pour rappel, un mécanisme qui vise à éviter la double imposition des dividendes perçus par une société mère sur les bénéfices réalisés par ses filiales – constituent une avancée assez notable. La transformation de ce régime en un système d’exonération ainsi que l’introduction d’une condition d’immobilisation financière sont autant de mesures qui vont dans le sens d’un système fiscal plus équitable pour nos entreprises et nos concitoyens.

 

Cela étant, une incertitude de taille subsiste quant à cette nouvelle condition d’immobilisation finan­cière, qui serait déterminante pour bénéficier du régime réformé des RDT. Comme nous la comprenons, cette condition, qui ne concernera pas les petites sociétés, imposera que la participation détenue par la société mère dans sa filiale soit inscrite chez la première en tant qu’immobilisation financière. Or, à ce jour, cette notion d’immobilisation financière n’est définie que par le droit comptable et repose sur des critères particulièrement imprécis (par exemple, l'existence d'un "lien durable et spécifique"), laissant la place à une large marge d’appréciation et faisant donc peser un risque élevé d’insécurité juridique sur les entreprises concernées.

 

Monsieur le ministre, envisagez-vous de clarifier cette notion, en précisant les critères permettant de déterminer ce qui relève d’une immobilisation financière au sens fiscal, et plus particulièrement du régime des RDT, par exemple par le biais d’une circulaire administrative? Cela me semble nécessaire, car cela permettrait d'apporter une sécurité juridique qui est indispensable à la bonne application du régime.

 

10.02  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, over de DBI-aftrek is beslist dat deze wordt omgezet in een vrijstelling. Dat is een goede zaak, waarvoor mijn felicitaties.

 

Wat ik wel opvallend vind, is dat er in het regeerakkoord sprake is van twee mogelijke verstrengingen. De 2,5 miljoen zou opgetrokken worden naar 4 miljoen en ook de twee voor­waarden voor de financiële en vaste activa zouden strenger worden. Dat laatste, wat de financiële en vaste activa betreft, is terug te vinden in het paasakkoord.

 

Dat kan wel bepaalde gevolgen hebben voor start-ups en scale-ups. Als men louter financiële participaties onmogelijk maakt, dus niet de financiële vaste activa maar geldbeleggingen door investeringsvehikels en flexibele structuren, zal dat leiden tot een verschraling van de markt voor start-ups en scale-ups. Dan zullen de investerings­vehikels geneigd zijn uit te wijken naar landen waar het systeem competitiever is. Ik verwijs naar Nederland en Luxemburg. Innovatie zal daar meer gestimuleerd worden.

 

Wat opvallend is, mijnheer de minister, is dat de andere voorwaarde, zijnde het optrekken van die 2,5 miljoen naar 4 miljoen, niet terug te vinden is in het paasakkoord. Het is wel een goede zaak dat u dat niet gedaan hebt, maar dan valt me wel iets anders op. Er is het regeerakkoord, dat toch de bijbel is van deze regering, en er zijn de opbrengsten. In de opbrengsten staat er 350 mil­joen euro, nog voor die twee voorwaarden verstrengd worden. Een ervan wordt niet verstrengd en toch blijft die 350 miljoen euro behouden.

 

Kunt u helder toelichten hoe u tot die 350 miljoen bent gekomen? Welke aannamecijfers of modellen liggen daaraan ten grondslag?

 

Meent u dat u die verwachte 350 miljoen kunt blijven verantwoorden als de voorwaarde van de 4 miljoen verdwenen is?

 

Erkent u het risico dat door deze maatregel investeerders zullen uitwijken naar het buitenland?

 

Is er een advies van de IF? Wat staat er in dat advies te lezen, mijnheer de minister?

 

10.03  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, mijn vraag zal in een andere richting gaan, maar ik heb wel ongeveer dezelfde vragen.

 

Het DBI-aftrekstelsel is een fiscaal cadeau dat de Staat gemiddeld 4 miljard euro per jaar kost. Om deze ongelijkheid te verminderen, staat in uw regeerakkoord dat er een aanpassing komt. De aftrek zou worden omgevormd tot een vrijstelling. De participatie zou worden verhoogd van 2,5 miljoen naar 4 miljoen. In uw paasakkoord rest alleen nog die participatievoorwaarde over financiële activa. Volgens de begroting van februari ging dat 350 miljoen opbrengen. Dat viel toen onder de sterkste schouders. In uw beleidsnota bevestigt u echter dat u slechts een van die wijzigingen uit het regeerakkoord zult toepassen.

 

Zullen de extra inkomsten als gevolg van de wijzigingen van het DBI-stelsel in 2025 nog steeds 350 miljoen belopen?

 

Als de opbrengst lager uitvalt, wat waarschijnlijk het geval zal zijn, voorziet u dan in andere posten in te grijpen om het verschil op te vangen?

 

10.04  Jan Jambon, ministre: Chers collègues, la mesure à laquelle la question fait référence fait partie de l'avant-projet de loi portant des dispositions fiscales diverses, qui a récemment été approuvé par le Conseil des ministres et qui sera soumis pour avis au Conseil d'État. Ce projet n'est donc pas encore définitif et pourra être adapté à la suite des éventuelles observations du Conseil d'État.

 

Mijnheer Van Quickenborne, u weet heel goed dat er na een eerste lezing steeds een tweede lezing komt.

 

Il me semble donc opportun de ne pas anticiper la discussion de ce projet au sein de la présente commission et de ne commencer la discussion à ce sujet qu'au moment de l'examen de ce projet de loi, après que tous les membres de la commission auront eu l'occasion d'étudier le projet de loi et son exposé des motifs.

 

Dan kom ik aan de vraag met betrekking tot de verduidelijking. Ik zal hier inderdaad zo snel mogelijk werk van maken. Zowel de administratie als mijn beleidscel Financiën proberen zo snel mogelijk na de publicatie van de wetgeving te komen met een circulaire, zodat belasting­plichtigen goed op de hoogte zijn van de wijzi­gingen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik zeg alles onder voor­behoud van de tweede lezing in de regering. Als ik nu antwoorden zou geven en er komen bij die tweede lezing nog wijzigingen, dan wordt daarover alleen meer verwarring gecreëerd.

 

10.05  Xavier Dubois (Les Engagés): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse.

 

Nous attendons avec grande impatience la deuxième lecture, qui apportera plus d'infor­mations. Concernant l'immobilisation financière, je pense que nous pourrions déjà travailler sur différents éléments qui permettraient de clarifier ce point. Il serait très intéressant que des informations plus concrètes nous parviennent rapidement afin que nous puissions apprécier le caractère précis de ces conditions qui semblent importantes dans le cadre du projet tel que validé en première lecture et, nous l'espérons, confirmé après la deuxième lecture.

 

10.06  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, ik weet natuurlijk goed hoe het werkt: de eerste lezing, inwinnen van het advies van de Raad van State, de tweede lezing. Een eerste lezing kan echter pas worden afgerond na een advies van de Inspectie van Financiën. Ik heb u gevraagd of er een advies is van de Inspectie van Financiën en zo ja, wat erin te lezen valt. Kunt u daarop antwoorden?

 

Mijnheer de minister, is er een advies van de Inspectie van Financiën?

 

10.07 Minister Jan Jambon: Natuurlijk is er een advies.

 

10.08  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Wat staat daar in?

 

10.09 Minister Jan Jambon: De repliek is niet bedoeld voor het stellen van vragen.

 

10.10  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb nog wat spreektijd over, waarvan ik gebruik wens te maken.

 

De voorzitter: Ja, u hebt nog 1 minuut en 23 seconden.

 

10.11  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Maakt u zich geen zorgen, mijnheer de voorzitter, die tijd zal ik niet opgebruiken.

 

Mijnheer de minister, in antwoord op mijn eerste, tweede en derde vraag kunt u natuurlijk verwijzen naar de tweede lezing, die we nog moeten afwachten en aanverwante toestanden.

 

Mijn vierde vraag, of er een advies is van de Inspectie van Financiën, is echter wel relevant. U hebt zonet ja geantwoord.

 

Dat advies is belangrijk, omdat daarin staat of de opbrengsten juist ingeschat worden. U beweert dat u 350 miljoen euro ophaalt, maar u schrapt een van de twee verstrengingen, waardoor ik me afvraag of dat nog wel consistent is. Ik ben er overigens geen grote voorstander van, voor alle duidelijkheid, want als het aan mij ligt, worden beide verstrengingen geschrapt. Wij hebben de DBI trouwens niet veranderd, waarvoor we zwaarwegende argu­menten hebben: het is heel slecht voor start-ups en scale-ups en bovendien komt er nog een meerwaardebelasting, wat het landschap al helemaal bemoeilijkt.

 

Ik concludeer dat u over de antwoorden op mijn vragen beschikt, maar dat u ze niet aan het Parlement geeft. Dat betreur ik ten zeerste.

 

10.12  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, met twee dossiers wil de arizonaregering zogenaamd de sterkste schouders doen bijdragen: de meerwaardebelasting en de DBI. Het valt me op dat regeringspartijen zoals cd&v en Vooruit daarover al zes maanden uiteenlopende verkla­ringen afleggen in de media. Daarbij komen uw antwoorden en uitspraken van Georges-Louis Bouchez. Na zes maanden horen we nog steeds dat we nog moeten afwachten, we gaan het zien. Dat heeft in mijn ogen een groot showgehalte, want daar staat tegenover dat inzake de pensioenen het debat helemaal niet zo groot is. Ook over de index, die wordt uitgesteld voor mensen werkzaam in de zorgsector en voor gepensioneerden, is er helemaal geen debat, want daar schaart de hele regering zich achter. Over de twee genoemde maatregelen echter, die niet eens over miljarden gaan maar over 350 miljoen, is er nog altijd geen akkoord, geen duidelijkheid. Ik ben dus net als de collega's benieuwd hoe dat eruit zal zien, als het er ooit komt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Matti Vandemaele aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Vapes en de douane" (56004682C)

11 Question de Matti Vandemaele à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Les vapoteuses et la douane" (56004682C)

 

11.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, onlangs toonde alweer een vrij schokkende Panoreportage aan dat wegwerp­vapes, al dan niet met drugs in, massaal onder onze jongeren circuleren. Het gaat voor de goede orde daarbij wel om producten die verboden zijn in ons land en die men dus niet legaal kan kopen. Ze komen bijgevolg van over de grens in pakjes. Gelet op de noodkreten van de douane van de afgelopen maanden over de enorme toevloed aan pakjes – tot 600.000 pakjes per dag op piekdagen –, rijst de vraag hoe we pakjes met inhoud waarvan we geen fan zijn, zoals illegaal vuurwerk, illegale vapes, drugs en ongezonde producten, kunnen tegen­houden.

 

Cijfers tonen aan dat slechts een fractie van de goederen die ons land binnenkomen, gecontro­leerd wordt. Hoe kunnen we gerichter pakjes met illegale en of ongezonde producten weren? Wordt er specifiek ingezet op bijvoorbeeld vapes of illegale drugs?

 

Welke acties stelt u in het vooruitzicht om de douane te versterken, zoals meer mensen, meer financiële middelen en of andere methodes, opdat er minder van dat soort rommel ons land binnenkomt?

 

11.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Vandemaele, ten eerste, de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen spoort actief fraude op en voert onderzoeken binnen de grenzen van haar wettelijke bevoegdheden. Daarbij maakt ze gebruik van eigen onderzoeks- en analysemethodes evenals nationale en internationale onderzoeks­methodes, bijvoorbeeld samenwerking en informatie-uitwisseling met binnen- en buiten­landse autoriteiten. Dat geldt zowel voor fraude en illegale handel in het algemeen als voor smokkel van vapes meer in het bijzonder.

 

Voor controles bij de invoer hanteert de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen risicoprofielen die zich enerzijds richten op de verstuivers van e-sigaretten en anderzijds op de vulling ervan. Die risicoprofielen kaderen in de handhaving van de reglementering inzake de productveiligheid van e-sigaretten. De douane voert daarbij echter enkel een stopfunctie uit. De daaropvolgend uit te voeren controles en/of beslissingen behoren tot de bevoegdheid van de FOD Volksgezondheid.

 

Daarnaast kunnen e-sigaretten met drug­gerelateerde producten eveneens worden aan­getroffen tijdens controles inzake verdovende middelen, waarvoor eveneens specifieke risicoprofielen van toepassing zijn. Die controles worden zowel uitgevoerd door douaneteams in de eerste lijn als door douaneteams die zich richten op de opsporing van georganiseerde criminaliteit.

 

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen voert, waar nodig, in samenwerking met de FOD Volksgezondheid ook controles uit op de interne markt wat accijnzen op die producten betreft.

 

Ten tweede, in 2024 heeft de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen 169.618 stuks wegwerpvapes en 95.617 milliliter e-liquids in beslag genomen. In het eerste trimester van 2025, dus tot 31 maart, heeft zij reeds 25.479 milliliter e-liquids in beslag genomen. Wat men met die cijfers natuurlijk nooit weet, is welke hoeveelheid effectief werd ingevoerd, want de cijfers geven enkel aan wat er in beslag werd genomen.

 

Ten derde, er wordt sterk ingezet op uitwisseling van informatie en deelname aan acties met douaneorganisaties, internationale handhavings­diensten en andere nationale diensten, zoals de FOD Volksgezondheid. Die grensoverschrijdende en interdepartementale samenwerking heeft als doel de douane te versterken in haar strijd tegen illegale vapes.

 

Op Europees niveau wordt intensief samengewerkt via het Europees samenwerkingsprotocol EMPACT binnen Europol. In dat programma is er een aparte werkgroep voor fraude met e-liquids en vapes, die tot doel heeft kennis over fraude­technieken te delen en te analyseren en internationale frauduleuze netwerken en distribu­tie­kanalen te identificeren en te bestrijden.

 

Ten slotte, de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen plant geen operationele of organisatorische veranderingen specifiek voor de strijd tegen vapes. De risicoprofielen en bijgevolg ook de controles worden continu geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig om tot nog meer efficiëntie te komen.

 

11.03  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, 170.000 onderschepte vapes en 100.000 onderschepte e-liquids het afgelopen jaar, het zijn aantallen die doen duizelen. De combinatie van de aantallen en de vlotheid waarmee de producten circuleren onder jongeren, noopt mij ertoe vast te stellen dat er een probleem is.

 

Ik heb u en uw ambtsvoorganger al een aantal keer schriftelijke vragen gesteld over douanegerela­teerde zaken. Telkens weer krijg ik het antwoord dat men op dezelfde manier zal voortwerken. Nochtans signaleert men op de werkvloer dat de te verwerken volumes te groot en niet meer behapbaar zijn. We zullen toch op de een of andere manier acties moeten uitrollen om de douane te versterken. Of dat met middelen, mensen of scanners gebeurt, is mij eender, maar het zal wel nodig zijn. Zo niet lopen we steeds achter de feiten aan.

 

U hebt zelf gezegd dat u niet kunt inschatten welk percentage die 170.000 vapes uitmaken. Daarvoor zou immers ieder pakje geopend moeten worden. Als dat soort producten in die hoeveelheden door de douane blijven geraken, dan kan men zich wel een beeld vormen van de hoeveelheden die niet worden tegengehouden. Een handel waarbij het product gegarandeerd door de douane wordt onderschept, is immers geen lang leven beschoren. Als het percentage producten dat door de douane wordt tegengehouden klein genoeg is, dan blijft men die weg gebruiken. Ik hoop daarom dat men bij de douane begint na te denken over hoe men het astronomisch volume aan goederen kan controleren om de brol, waaronder drugs, vuurwerk en andere onveilige producten, eruit te halen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Hugues Bayet à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Les avis de rectification du précompte professionnel pour des dirigeants d'entreprise" (56004683C)

12 Vraag van Hugues Bayet aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De berichten van wijziging van de bedrijfsvoorheffing voor bedrijfsleiders" (56004683C)

 

12.01  Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, il me revient que l'administration a procédé au cours de l'année 2023 à la rectification de la situation fiscale de contribuables-dirigeants d'entreprise bénéficiant d'une rémunération pour laquelle le précompte professionnel n'avait pas été ou avait été insuffisamment retenu.

 

L'administration a considéré dans ses rectifications que le montant insuffisamment retenu constituait un avantage imposable à concurrence de celui-ci.

 

Selon mes informations, ces rectifications ont généré beaucoup de recours administratifs dont certains font l'objet de blocages au sein de l'administration.

 

Mes questions sont les suivantes:

 

1. Comment l'administration justifie-t-elle que l'insuffisance de précompte professionnel retenu constitue un avantage imposable à concurrence de celui-ci, quand il n'est pas, in fine, supporté par le débiteur de la rémunération?

S'il est exact que le contribuable a obtenu une somme plus importante lorsqu'il a perçu sa rémunération, le précompte professionnel étant une avance sur un impôt régularisé ultérieurement, le même contribuable se verra réclamé une somme équivalente au précompte professionnel non retenu lorsque sa situation sera régularisée lors de son enrôlement.

Comment l'administration justifie-t-elle l'existence d'un avantage imposable à hauteur de ce précompte professionnel alors que le contribuable ne tire aucun enrichissement sur le long terme?

 

2. Si la position administrative devait être confirmée, tous les bénéficiaires de revenus professionnels sur lesquels un précompte professionnel doit être retenu (les dirigeants d'entreprise, mais aussi les salariés, pensionnés, bénéficiaires de revenus de remplacement…) doivent-ils craindre une rectification de leur situation fiscale si le débiteur de leurs revenus professionnels ne retient pas suffisamment de précompte professionnel, à concurrence de la somme insuffisante?

 

3. Les rectifications de l'administration ont-elles généré un contentieux important? Dispose-t-on des données chiffrées sur le contentieux généré par ces rectifications? Si il existe effectivement des blocages dans le traitement des dossiers, combien sont dans ce cas et quelle en est la cause?

 

12.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur Bayet, la société en tant que débitrice de rémunérations de dirigeants d'entreprise est, en principe, redevable du précompte professionnel calculé sur les rémuné­rations payées ou attribuées. Sauf convention contraire, la société débitrice a le droit de retenir sur les rémunérations le précompte professionnel y afférent. Si, dans certains cas, la société supporte elle-même le précompte professionnel sans retenue sur les rémunérations, elle doit, dans tous les cas, impérativement le verser au Trésor. Il s'agit en effet d'une obligation légale et non d'une faculté.

 

Le précompte professionnel supporté par la société débitrice en lieu et place du bénéficiaire des revenus et qui a été versé au Trésor constitue un avantage imposable dans le chef du dirigeant d'entreprise. En effet, ce précompte professionnel constitue une avance sur l'impôt qui sera dû par le dirigeant d'entreprise sur l'ensemble de ses revenus imposables et est imputé sur cet impôt. L'excédent de précompte professionnel doit être restitué au contribuable. Dans ces circonstances, le précompte professionnel intègre bien le patrimoine du contribuable et est donc constitutif d'un avantage imposable. Un tel avantage de toute nature peut toutefois, dans certaines circon­stances, être annulé lorsque le précompte professionnel est remboursé par le dirigeant à sa société. En revanche, lorsque celle-ci, en dépit des règles légales, ne retient pas le précompte professionnel dû sur les rémunérations qu'elle octroie et ne les supporte pas elle-même, de sorte qu'aucun précompte professionnel n'est versé au Trésor, il n'y a pas lieu, à défaut d'enrichissement du dirigeant d'entreprise, de considérer ce précompte professionnel dû comme constitutif d'un avantage de toute nature dans son chef.

 

Pour votre troisième question, mon administration ne dispose pas de statistiques à cet égard. Toutefois, il convient de préciser que, dans la majorité des cas visés, la société a versé le montant du précompte professionnel consécutive­ment à l'enrôlement de ce dernier. En outre, la raison du blocage dans le traitement de certains dossiers provient essentiellement de l'examen des circonstances du remboursement du précompte professionnel par le dirigeant à sa société, au regard notamment du principe d'annualité de l'impôt et du montant imposable de l'avantage de toute nature. 

 

12.03  Hugues Bayet (PS): Merci, monsieur le ministre, d'avoir clarifié cette position administrative.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Question de Hugues Bayet à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La procédure de taxation d'office" (56004685C)

13 Vraag van Hugues Bayet aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De procedure van de aanslag van ambtswege" (56004685C)

 

13.01  Hugues Bayet (PS): Monsieur le Ministre, le 16 octobre dernier, le quotidien l'Echo se faisait le relais du ras-le-bol des experts-comptables notamment face à certaines sanctions appliquées par l'administration.

A ce sujet, il me revient notamment que, en cas de dépôt tardif de la déclaration à l'impôt des sociétés, l'administration recourt à la procédure de taxation d'office et applique conjointement les dispositions prévues par les articles 444 du CIR 92 et 206/3 du CIR 92 (et ce, quel que soit le retard observé même lorsque l'enrôlement est établi sur base des revenus déclarés sans aucune modification (par l'administration).

Monsieur le Ministre,

Considérez-vous que le recours par votre administration à ces dispositions est adéquat au regard de la volonté du législateur lorsqu'il a instauré l'article 206/3 du CIR 92  et que cette pratique répond à l'enseignement de la jurisprudence en matière de proportionnalité des sanctions administratives à caractère pénal ?

Concernant la première partie de la question, je me permets de vous rappeler que, lors de l'introduction des dispositions contenues actuellement à l'article 206/3 du CIR 92, la volonté du législateur était de sanctionner la dissimulation de revenus et non pas de sanctionner le simple fait d'être en retard, sans qu'il y ait la moindre intention dans le chef du contribuable de dissimuler quoi que ce soit à l'administration. Concernant la seconde partie de la question, je me permets de vous rappeler et d'insister sur le fait que, d'une part, le recours à la taxation d'office (et à la double sanction qui en découle) est une possibilité offerte à l'administration et non une obligation légale et que, d'autre part, la jurisprudence, et en particulier la Cour constitutionnelle, nous enseigne qu'il appartient à l'administration de choisir la sanction (l'accroissement ou l'amende ) la plus adéquate et la plus proportionnée pour sanctionner un simple retard dans le dépôt de la déclaration.

L'application de ces directives a-t-elle permis d'obtenir des résultats concrets en ce qui concerne le respect de l'obligation de dépôt de déclaration et disposez-vous de données chiffrées?

Ceci a-t-il eu des conséquences notables sur le nombre de réclamations et recours judiciaires que votre administration a dû ou doit encore traiter à la suite de ces impositions d'office et disposez-vous de données chiffrées qui permettent d'en juger ?

 

13.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur Bayet, par rapport à votre première question, l'impôt des sociétés est un impôt qui doit faire l'objet d'une déclaration. Celle-ci est donc essentielle pour pouvoir procéder à un premier établissement de l'impôt des sociétés dans le délai ordinaire d'imposition prévu par la loi. L'administration fait usage des possibilités que le législateur prévoit afin de s'assurer que l'obligation de déclaration soit respectée le mieux possible, notamment l'appli­cation de l'imposition d'office et de l'accroissement d'impôt. L'interdiction de déduction qui en résulte est appliquée par l'administration conformément aux dispositions légales du Code des impôts sur les revenus 1992. Toutefois, lorsqu'une déclaration est déposée en retard une seule fois, aucun accroissement d'impôt n'est appliqué – sauf en cas de dépôt extrêmement tardif – et la limitation de la déduction n'est par conséquent pas applicable.

 

Quant à votre deuxième question, l'impact de la nouvelle législation sur la compliance des contribuables se manifeste souvent avec un peu de retard, d'autant plus que dans de nombreux cas le premier retard – à l'exception des retards extrêmes – n'est pas sanctionné par un accroissement d'impôt et l'application de la limitation de la déduction. Il est cependant prévu de réaliser une analyse approfondie après l'exercice d'imposition 2025.

 

Pour votre troisième question, je dois vous dire que mon administration ne dispose pas de statistiques à cet égard.

 

13.03  Hugues Bayet (PS): Merci beaucoup pour toutes ces précisions.

 

Ma deuxième question reviendra donc en 2026 quand vous aurez eu le temps de faire cette analyse. Par contre, pour la troisième question, il est dommage qu'on n'ait pas un nombre de réclamations et surtout de recours judiciaires. Cela permettrait d'évaluer le système et de voir s'il fonctionne ou non. Peut-être pourriez-vous demander à votre administration d'y travailler.

 

Je vous remercie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Hugues Bayet à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La création d’un compte d’épargne à 2,8 % d’intérêt par Belfius" (56004688C)

14 Vraag van Hugues Bayet aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De lancering door Belfius van een spaarrekening met 2,8 % rente" (56004688C)

 

14.01  Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, je souhaiterais connaître votre position sur ce sujet.

 

14.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur Bayet, la récente initiative prise par Belfius de proposer un compte d'épargne réglementé affichant un rendement global de 2,8 % s'inscrit dans le cadre de la liberté commerciale dont jouissent les établissements de crédit. Cette liberté commerciale implique que les établissements puissent se positionner vis-à-vis de leurs concurrents, notamment en fixant, comme ils l'entendent, les modalités de leur offre, y compris les taux d'intérêt appliqués, tant qu'ils respectent le cadre applicable aux comptes d'épargne régle­mentés.

 

Il convient ici de rappeler qu'il n'appartient pas aux pouvoirs publics de fixer les taux d'intérêt. Leur mission consiste avant tout à garantir un environnement économique stable, concurrentiel et transparent, propice à une prise de décision éclairée par les consommateurs. À cet égard, un protocole avait d'ailleurs été conclu entre le gouvernement précédent et la Fédération belge du secteur financier (Febelfin). Ce protocole visait et vise toujours à renforcer la transparence de l'offre en matière de comptes d'épargne réglementés, notamment en limitant à quatre le nombre de formules proposées par établissement et en les répartissant en trois catégories distinctes selon leurs caractéristiques et objectifs. L'accord prévoyait également la mise en place, pour chaque établissement de crédit, d'une page web reprenant leur offre complète de comptes d'épargne régle­mentés.

 

Les analyses effectuées depuis lors par l'Autorité des services et marchés financiers (FSMA) ont mis en évidence que cette démarche a amélioré sensiblement la lisibilité et la comparabilité de l'offre en matière d'épargne.

 

Enfin, il importe de rappeler que le rendement d'un compte d'épargne réglementé se compose de deux éléments distincts: le taux de base et la prime de fidélité. Le poids à attribuer à chacune de ces composantes dépend des objectifs de chaque épargnant, rendant nécessaire une évaluation globale et individualisée des offres disponibles. L'épargnant doit également tenir compte des limites contractuelles éventuelles de montants qui pourraient s'appliquer à un compte. Dans cette perspective, le comparateur mis à disposition par la FSMA constitue un outil particulièrement pertinent. Gratuit, il permet aux citoyens de comparer en toute objectivité les comptes d'épargne réglementés proposés sur le marché belge. Sa popularité auprès des épargnants belges, avec 750 000 consultations depuis sa mise en ligne, témoigne de son utilité concrète et de la confiance qu'il inspire aux utilisateurs.

 

14.03  Hugues Bayet (PS): Je vous remercie, monsieur le ministre, pour vos réponses.

 

Cette initiative de Belfius fait apparaître clairement qu’il existe toujours des marges pour améliorer les taux d’intérêt sur les comptes d’épargne.

 

Vous avez raison de dire qu'il ne revient pas au législateur de fixer le taux d'intérêt, mais il est de notre responsabilité de garantir un environnement concurrentiel. Comme vous l’avez dit, le précédent gouvernement avait mis en place une série de mesures, notamment celle de la FSMA que vous venez d’expliquer, ainsi que des initiatives portées par le ministre des Finances.

 

Je pense que nous pourrions, comme indiqué dans la proposition que nous avons déposée, mieux réguler la différence entre le taux offert par la Banque centrale et les taux des quatre grandes banques belges, qui ne montrent parfois pas l'entrain de concurrence le plus développé. Je reviendrai donc avec cette proposition.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Steven Matheï aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De nieuwe versie van Tax-on-web" (56004699C)

15 Question de Steven Matheï à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La nouvelle version de Tax-on-web" (56004699C)

 

15.01  Steven Matheï (cd&v): Mijnheer de minister, gisteren werd de nieuwe versie van Tax-on-web gelanceerd. Op voorhand werd die ook aangekondigd als een nieuwe versie met tal van nieuwigheden en vereenvoudigingen. We stellen vast dat niet alle grote aanpassingen die aangekondigd waren ook terug te vinden waren. Vandaag waren er ook wat problemen met de operationaliteit van het systeem omdat de website weinig bereikbaar was.

 

Mijnheer de minister, vond er een evaluatie plaats voordat er tot een nieuwe versie werd overgegaan? Wat waren de conclusies? Wat is er aangepast in de nieuwe versie van Tax-on-web? Hoe zorgt men ervoor dat de gebruiksvriendelijkheid stijgt?

 

Zijn er dit jaar meer voorstellen van vereenvou­digde aangifte tegenover de afgelopen jaren?

 

15.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Matheï, ik denk dat er spraakverwarring is. We zijn gisteren met de belastingaangifte voor 2025 gestart, maar er is nog geen nieuwe Tax-on-web. Natuurlijk is de Tax-on-web aangepast aan 2025, maar mijn administratie leidt momenteel een belangrijk project voor de herziening van de belastingaangifte via Tax-on-web, om de gebruikerservaring te vereenvoudigen en te optimaliseren. Het doel is om een meer intuïtieve, toegankelijkere applicatie te ontwerpen, die beter op de specifieke behoeften van de burger is afgestemd.

 

Mijn administratie heeft een eerste benchmark­oefening van de beste Europese praktijken op het gebied van de online aangifte van de personenbelasting uitgevoerd. Het doel was om verbeterpunten te identificeren op het gebied van structuur, ontwerp en aangifteproces.

 

Tegelijkertijd zijn er intern grondige analyses uitgevoerd die hebben geholpen bij het identificeren van de codes van de aangifte die vereen­voudiging, een betere uitleg of een versterkte begeleiding voor de burgers vereisen. Op basis daarvan is een eerste versie ontwikkeld, met een nieuw interfaceontwerp en verbeterde functionaliteiten.

 

Een eerste test is uitgevoerd met medewerkers van andere administraties die geen belastingexpert zijn, maar representatief voor de eindgebruikers zijn. Hun feedback is meegenomen. Verdere rigoureuze tests van de functionaliteiten zijn gepland. Om de stabiliteit en de veiligheid van het platform topprioriteiten te maken, zijn de eerste ontwikkelingen gericht op het opzetten van een robuuste, technische architectuur die een betrouwbare en veilige basis garandeert.

 

Hoewel dit project niet rechtstreeks op de mandatarissen is gericht, heeft mijn administratie ervoor gezorgd dat ze betrokken zijn bij de informatie en de lopende dynamiek, door het project tijdens hun laatste vergadering van maart 2025 aan hen voor te stellen. Dat is dus niet het huidige Tax-on-web. Dat zit nog in een testfase.

 

Wat betreft uw laatste vraag, dit jaar zijn er iets minder voorstellen van vereenvoudigde aangifte uitgezonden: 3.959.385. Vorig jaar waren er dat 4.059.601. Dat zijn er dus 100.000 minder op 4 miljoen.

 

15.03  Steven Matheï (cd&v): Dank u wel voor de antwoorden.

 

Het is inderdaad belangrijk om stevig door te werken om zo snel mogelijk, hopelijk tegen de volgend aangifteperiode in 2026, van start te kunnen gaan met een nieuwe versie van Tax-on-web om de gebruiksvriendelijkheid te verhogen. Ik denk dat dat heel belangrijk is voor de belasting­plichtigen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Samengevoegde vragen van

- Steven Matheï aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De belastingvermindering voor de rechtsbijstandsverzekering" (56004700C)

- Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De mogelijke daling van de premies voor rechtsbijstandsverzekeringen" (56004770C)

16 Questions jointes de

- Steven Matheï à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La réduction d'impôts pour l'assurance protection juridique" (56004700C)

- Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'éventuelle diminution des primes de l'assurance protection juridique" (56004770C)

 

16.01  Steven Matheï (cd&v): Het regeerakkoord stelt een vermindering van de personenbelastingen en een vereenvoudiging van de fiscaliteit in het verschiet en kondigt een hervorming van het fiscaal stelsel aan. Zo zal de belastingvermindering voor de rechtsbijstandsverzekering worden afgeschaft. Nu is er een beetje verwarring, in de zin dat er her en der werd geopperd dat de belasting­vermindering vanaf 1 juli dan wel 1 januari wordt afgeschaft. Wanneer wordt die belastingvermin­dering nu eigenlijk afgeschaft? Over welke dossiers gaat het dan? Is er voorzien in overgangs­maatregelen voor lopende dossiers?

 

Wat is het effect van de maatregel op de toegankelijkheid van Justitie?

 

16.02  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, toen toenmalige minister van Justitie Koen Geens in de Zweedse regering de belastingvermindering voor de rechtsbijstands­verzekering had ingevoerd, gingen de premies voor de rechtsbijstandverzekering omhoog. Zo verhoogde rechtsbijstandsverzekeraar DAS, volgens een bericht dat ik op de VRT-website terugvond op 1 augustus 2019 – mijn verjaardag –, de premie met 120 euro en Arces, een merk binnen P&V Verzekeringen, met 75 euro. De regering geeft dus een voordeel aan de klant en het eerste wat de verzekeraars doen, is dat voordeel aan de klant in de zakken van hun maatschappij steken. Dat is toch ongelooflijk.

 

Nu zijn we zovele jaren later, en wat gebeurt er? Minister Jambon zegt het als minister van Financiën anders te zullen aanpakken. Hij heeft daarin groot gelijk. De fameuze belastingaftrek wordt afgeschaft. Het gebeurt pas 7 jaar later, of 6 jaar later, maar goed. Dan rijst wel de vraag of de premies nu opnieuw zullen dalen. We mogen toch hopen dat de mensen geen twee keer moeten betalen, de eerste keer onder Geens en de tweede keer onder Jambon?

 

Mijnheer de minister, zult u samenzitten met de sector, zodat de consument ook effectief een voordeel haalt uit de fiscale hervorming en dus niet twee keer het nadeel draagt?

 

16.03 Minister Jan Jambon: Collega's, afschaffing van de belastingvermindering voor de rechtsbijstands­verzekering maakt inderdaad deel uit van het voorontwerp van wet houdende diverse fiscale bepalingen, dat onlangs door de ministerraad is goedgekeurd en dat ter advies zal worden voorgelegd aan de Raad van State. Daarin is inderdaad 1 januari als datum van inwerkingtreding opgenomen, net zoals trouwens voor de schrapping van alle andere aftrekposten.

 

Mijn beleidscel heeft overleg gehad met de sector en mijn administratie analyseert eventuele overgangs­maatregelen in het Wetboek diverse rechten en taksen om aan sommige bezorgdheden tegemoet te komen.

 

Ik wil alvast beklemtonen dat de tekst nog niet definitief is en nog kan worden aangepast naar aanleiding van eventuele opmerkingen van de Raad van State. We zullen daarover nog een discussie ten gronde voeren.

 

Samenvattend, het overleg wordt vervolgd en de maatregel gaat in op 1 januari 2025.

 

16.04  Steven Matheï (cd&v): Bedankt voor uw antwoord.

 

16.05  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Ik had ook een vraag gesteld, mijnheer de minister, maar u hebt enkel geantwoord op de vragen van de heer Matheï.

 

16.06 Minister Jan Jambon: Nee, u hebt gevraagd of er overleg geweest is met de sector en ik heb gezegd dat er overleg was met de sector.

 

16.07  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Dat was toch met het oog op de vermindering van de premies?

 

16.08 Minister Jan Jambon: Dat was met het oog op de vermindering van de premies en we zullen het nog verder opvolgen.

 

16.09  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Dat apprecieer ik.

 

Ten tweede apprecieer ik ook dat u naar aanleiding van de vraag met betrekking tot de rechtsbijstands­verzekering wel al het een en ander uit de tekst in eerste lezing deelt. Misschien is dat omdat de collega van cd&v de vraag stelt. U hebt het namelijk over 1 januari en overgangs­maatregelen. Als ik echter een gelijkaardige vraag over de DBI stel, luidt uw antwoord dat u nog niets kunt vertellen, aangezien het gaat om een tekst in eerste lezing. Dat zijn toch twee maten en twee gewichten? Of vindt u dat ik overdrijf?

 

De voorzitter: De minister hoeft daarop niet te antwoorden.

 

16.10  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Nee, maar hij zegt wel iets en het zijn interessante dingen.

 

Hoe dan ook, mijnheer de minister, ik vind het top en apprecieer het dat u wat openheid toont, maar ik had dat graag ook gezien als het over de andere maatregelen gaat. Ik vraag dat niet om mijn collega van de PVDA een plezier te doen, want dat is het laatste wat ik zou doen, maar om een debat te hebben.

 

De voorzitter: Het lijkt wel één strijd, mijnheer Van Quickenborne.

 

16.11  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): We zijn verenigd in de methode, maar niet in de inhoud.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Steven Matheï aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het btw-tarief voor verwarmingsketels" (56004702C)

17 Question de Steven Matheï à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le taux de TVA sur les chaudières" (56004702C)

 

17.01  Steven Matheï (cd&v): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.

 

Het btw-tarief voor verwarmingsketels wordt opgetrokken.

 

Verwarmingsketels op gas of stookolie, zullen vanaf 1 juli aan een hoger btw-tarief verkocht worden.

 

Klopt het dat bij sociale woningbouw een 12% tarief wel mogelijk blijft voor verwarmingsketels die fossiele brandstof gebruiken?

 

Idem scholenbouw?

 

17.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Matheï, de regering heeft inderdaad de intentie om met ingang van 1 juli 2025 de installatie van verwarmings­ketels op fossiele brandstoffen, namelijk op gas, stookolie of steenkool, uit te sluiten van de toepassing van het verlaagd btw-tarief.

 

Die uitsluiting van het verlaagd btw-tarief zal eventueel alleen betrekking hebben op de rubrieken 31 en 37 van tabel A van de bijlage bij koninklijk besluit nr. 20. Die rubrieken betreffen uitsluitend de renovatie van privéwoningen ouder dan tien jaar en de afbraak en heropbouw van woningen waarop het verlaagd btw-tarief van 6 % van toepassing is.

 

Die uitsluiting zal in geen enkele andere rubriek van de bijlage bij koninklijk besluit nr. 20 worden ingevoegd. Ze zal dus bijvoorbeeld niet van toepassing zijn in de door u geciteerde gevallen waarin een verlaagd btw-tarief geldt met betrekking tot gebouwen bestemd voor onderwijs en leerlingenbegeleiding en met betrekking tot huisvesting in het kader van sociaal beleid. In die gevallen zal het verlaagd btw-tarief van respectievelijk 6 % en 12 % nog steeds blijven gelden voor de installatie van dergelijke verwarmings­ketels.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Steven Matheï aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het verruimde inkomensbegrip" (56004703C)

18 Question de Steven Matheï à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La définition plus large des revenus" (56004703C)

 

18.01  Steven Matheï (cd&v): Mijnheer de minister, in het regeerakkoord staat het voornemen om werk te maken van een zogenaamd ruimer inkomens­begrip. Dat is belangrijk voor het toekennen van bepaalde voordelen, zoals een studietoelage enzovoort. Op dit moment wordt dat bepaald door de belastingaangifte, maar daarin zijn een aantal inkomsten niet inbegrepen, bijvoorbeeld de inkomsten gevat door de bevrijdende roerende voorheffing en andere niet-belastbare inkomsten.

 

Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van het ruimer inkomensbegrip? Welke concrete stappen worden daartoe onder­nomen?

 

Hoe wordt de invulling van het ruimer inkomens­begrip voorzien? Zal dat beperkt blijven tot roerende inkomsten, zoals expliciet vermeld in het regeerakkoord, of gaat men verder dan dat? Wordt overwogen om het ruimer inkomensbegrip toe te passen op andere premies en uitkeringen, naast OCMW-steun vermeld in het regeerakkoord?

 

Welke pistes worden onderzocht om de gegevens van het ruimer inkomensbegrip ook beschikbaar te maken voor bepaalde controlerende instanties? Wordt er gedacht aan een uitbreiding van de aangifteplicht of een automatische meldingsplicht?

 

Is er hierover al overlegd met Vlaams minister Ben Weyts, om maatregelen met hem af te stemmen? Het ruimer inkomensbegrip is immers ook relevant in Vlaanderen

 

18.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Matheï, uw vraag over Tax-on-web kwam echt just in time, maar bij deze vraag is de situatie toch wat anders.

 

Het federaal regeerakkoord voorziet inderdaad om werk te maken van een ruimer inkomensbegrip, om zo sociale uitkeringen gerichter te laten toekomen bij zij die ze echt nodig hebben. Op dit moment wordt er voor de toekenning van veel sociale voordelen uitgegaan van de belastingaangifte of de belastingaanslag. Momenteel wordt deze interne oefening nog gemaakt binnen de regering. We zijn daar nog mee bezig.

 

Bij het aanvragen van een sociale uitkering kunnen er met andere woorden ook andere elementen worden gevraagd dan louter de belastingaangifte. Het doel is namelijk om sociale uitkeringen te laten toekomen bij de mensen die ze echt nodig hebben en niet om een vermogensfoto te maken van eenieder op een bepaald moment.

 

Zodra de maatregel concreet vorm aanneemt, zal er ook overleg worden gepleegd met alle betrokken partijen, dus ook met de Vlaamse regering en mijn goede collega Ben Weyts.

 

18.03  Steven Matheï (cd&v): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

Het is inderdaad belangrijk dat premies en voordelen terechtkomen bij wie ze nodig heeft. Wij kijken ernaar uit om dit proces op te volgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Samengevoegde vragen van

- Kjell Vander Elst aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De mogelijke bijkomende participatie van SFPIM in Brussels Airport Company" (56004726C)

- Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Brussels Airport en SFPIM" (56004767C)

- Kemal Bilmez aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De overheidsparticipatie in de luchthaven van Zaventem" (56004810C)

19 Questions jointes de

- Kjell Vander Elst à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La possible participation supplémentaire de la SFPIM dans Brussels Airport Company" (56004726C)

- Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Brussels Airport et la SFPIM" (56004767C)

- Kemal Bilmez à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La participation publique dans l'aéroport de Zaventem" (56004810C)

 

19.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, volgens berichtgeving ligt het miljardenbelang van de Australische instelling in onze Brusselse luchthaven mogelijk op tafel van de overheden. Daarbij wordt onderzocht of onder meer de Federale Investeringsmaatschappij mee zou instappen in die operatie. Volgens het artikel zou een meerderheidsbelang worden overwogen, hoewel volgens de huidige regeling een blokkerings­minderheid van 25 % voldoende kan zijn om strategische invloed uit te oefenen.

 

Mijnheer de minister, klopt de informatie in dat artikel? Kunt u bevestigen of de federale regering en FPIM inderdaad betrokken zijn?

 

Is FPIM voorstander van die operatie?

 

Is het verstandig om daarin te participeren, zeker gelet op het feit dat een blokkeringsminderheid van 25 % reeds volstaat? Waarom is een groter belang volgens u mogelijk nodig?

 

Mijn laatste vraag sluit aan op een discussie die we reeds gevoerd hebben naar aanleiding van de beleidsverklaring. Veel geld zal naar het defensiefonds vloeien. Daarom zullen keuzes moeten worden gemaakt. Investeringen in Defensie lijken mij belangrijk te zijn. Hoe verant­woordt u de inzet van miljarden voor een participatie in Brussels Airport, gezien de huidige budgettaire uitdagingen?

 

19.02  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, recent raakte bekend dat de federale en de Vlaamse overheid overwegen om het belang van OTPP in BAC over te nemen. Dat opent de deur naar een grotere publieke controle over een van de belangrijkste strategische infrastructuren van ons land. Het zal u niet verbazen dat wij dat principe vanuit de PVDA helemaal steunen. Wij vinden dat een strategisch bedrijf als Brussels Airport in publieke handen hoort te zijn. Dat is overigens het geval in de meeste grote luchthavens in Europa en in de Verenigde Staten.

 

Vandaag heeft de federale overheid al een participatie van 25 % plus één aandeel. Met de overname zou het aandelenaantal verder kunnen stijgen tot een meerderheid.

 

Tegelijk horen we sinds de publicatie van een artikel in De Tijd ook geluiden, onder andere uit Vlaams-nationalistische hoek, om het federaal belang net af te bouwen en door te schuiven naar Vlaanderen, met als doel onder andere het stijven van het defensiefonds en waarschijnlijk ook de verdere regionalisering van de luchthaven. Dat is volgens ons wel een gevaarlijke piste.

 

Bevestigt u dat de federale regering dat pad onderzoekt? Ziet u Brussels Airport nog steeds als een strategisch federaal belang en is het dan niet logisch dat het federale niveau zijn rol daarin versterkt in plaats van afbouwt? Zult u het huidige federale belang behouden en zich verzetten tegen voorstellen om die participatie over te dragen aan Vlaanderen met het oog op de financiering van militaire uitgaven? Kunt u garanderen dat bij een versterking van de federale participatie de focus niet op winstmaximalisatie ligt, maar op de verbetering van de sociale voorwaarden voor de werknemers en het maatschappelijk belang?

 

19.03 Minister Jan Jambon: Collega's, zoals u in de pers hebt kunnen lezen, kan ik u bevestigen dat het Canadese pensioenfonds OTPP vorig jaar heeft besloten zich terug te trekken uit de vijf Europese luchthavens waarin het een belang had. Brussels Airport, waarvan de Belgische Staat 25 % plus 1 van de aandelen bezit via FPIM, is een daarvan.

 

Momenteel is er slechts één bod uitgebracht om de aandelen van Brussels Airport Company die in het bezit zijn van OTPP over te nemen. Dat bod werd gedaan door het Australisch infrastructuurfonds Macquarie. Ik zal u bij eventuele ontwikkelingen in het dossier de gevolgen ervan op strategisch vlak en op het vlak van de deelname door een overheid en de budgettaire impact toelichten. U zult begrijpen dat de vertrouwelijkheid bij dat soort transacties de grootste discretie van FPIM vereist. Vandaag is er nog niets concreets te melden. Er zijn dingen in beweging. FPIM volgt de zaken mee op. Zodra er beslissingen genomen zijn, zal ik die graag in de commissie toelichten.

 

19.04  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, ik begrijp dat het dossier vertrouwelijk is, maar we kunnen toch niet onder stoelen of banken steken dat we bijzonder rare signalen krijgen. Enerzijds zal de regering nog voor het einde van het jaar een aantal geselecteerde overheids­participaties van de hand doen om Defensie te financieren. We weten nog altijd niet welke. Anderzijds verschijnen in de pers berichten dat de overheid, in casu de federale en de Vlaamse overheid, in Brussels Airport opnieuw participaties zou willen aankopen.

 

Ik vind dat een bijzonder rare manier van werken, temeer omdat u naar geld op zoek bent voor defensie. U bent er alleen nog maar in geslaagd om eenmalige inkomsten te vinden. Ik hoop op structurele maatregelen. Ik vind het alvast bijzonder vreemd dat nu ineens het ballonnetje wordt opgelaten om te investeren in Brussels Airport, een bedrijf dat op een goede manier bestuurd wordt door privéaandeelhouders.

 

Ik kan u alleen maar vragen om daarover snel duidelijkheid te scheppen.

 

19.05  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, ik heb daar niet zoveel aan toe te voegen. Het zijn wijze woorden van de heer Vander Elst, die goed geluisterd heeft naar uw antwoord.

 

Mijnheer de minister, ik denk dat het uw overtuiging is activiteiten te verankeren via een bepaalde participatie. Een participatie van 25% plus één, een blokkeringsminderheid, volstaat om de overheid een doorslaggevende stem te geven in strate­gische dossiers. Dan kiest men toch voor die werkwijze. Daarbovenop nog dingen doen lijkt me inderdaad too much, te veel van het goede, zoals de heer Vander Elst heeft gezegd.

 

Ik heb in de krant gelezen dat de MR op dezelfde lijn zit. Ik hoop dat u voor het dossier van Brussels Airport de MR volgt en niet de andere arizona­partijen.

 

19.06  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, ik vind het jammer dat u uw visie niet hebt gegeven. Het is een belangrijk strategisch dossier. Zeker de werknemers op de luchthaven wachten op actie. In oktober 2024 hebben onder andere de cleaning- en de securitydiensten op de luchthaven gestaakt. Hun grootste probleem is dat ze geen contact met Brussels Airport Company (BAC) vinden. Wij hoopten wel dat de overheid meer zou ingrijpen en meer controle zou hebben om ook het sociaal overleg en de werkomstandigheden van de werknemers te verbeteren. De luchthaven is de tweede economische hub van ons land en die mag niet worden overgelaten aan privéspelers, die enkel en alleen aan winstmaximalisatie denken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56004751C van de heer Keuten wordt op zijn vraag uitgesteld.

 

De heer Van den Heuvel is niet aanwezig; zijn vraag nr. 56004762C vervalt derhalve.

 

20 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De pensioenfondsen en de maximumprijzen" (56004764C)

20 Question de Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Les fonds de pension et les prix maximaux" (56004764C)

 

20.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, in het regeerakkoord staat te lezen dat de regering maatregelen wil nemen om het nettorendement van pensioenspaarders te verhogen door de kosten te beperken. Blijkbaar werkt u aan een kostenplafond, in de hoop het rendement voor spaarders te verhogen. Volgens banken, verzekeraars en onafhankelijke analisten dreigt zo'n strak prijsplafond echter het omgekeerde effect te hebben, namelijk minder keuze voor de spaarder en een verschraling van de markt. Vooral kleinere en innovatieve fondsen zouden zo kunnen verdwijnen, waardoor alleen de grootste spelers overblijven, wat leidt tot beperking van keuze voor de consumenten. De spaarder krijgt dus niet meer, maar net minder keuze en mogelijk producten die niet langer passen bij zijn of haar persoonlijk risicoprofiel.

 

Ik denk dat ik u niet hoef te overtuigen dat maximum­prijzen altijd leiden tot verschraling. U bent zelf ook actief geweest in de private sector, dus u zou dat toch moeten weten. Of het maximumprijzen betreft in de huurmarkt of op de markt van diensten, de consument komt er steeds bekaaid af. Mijnheer de minister, heeft uw partij daar soms een bocht gemaakt? Bent u tot andere inzichten gekomen?

 

Er zijn slimmere oplossingen. In plaats van een eenzijdig prijsplafond pleiten experts voor meer concurrentie en vooral voor meer transparantie. Alleen wanneer spaarders op een heldere en eenvoudige manier alle kosten, rendementen en voorwaarden kunnen vergelijken, kunnen ze echt geïnformeerd kiezen voor het product dat het best bij hen past.

 

Er zijn dus andere mogelijkheden, ik geef er u drie. Ten eerste, verbied transferkosten bij het overstappen tussen fondsen of verzekeraars, zoals dat ook al kan op de energiemarkt en de telecommarkt. Ten tweede, laat een vlotte over­dracht toe tussen fondsen en verzekeringen, zodat spaarders flexibel kunnen kiezen. Ten derde, schaf de achterhaalde beleggingsregels af, zodat fondsbeheerders efficiënter en goedkoper kunnen werken. Doe misschien ook iets aan de taksen, dan hebben we dat toch al gehad.

 

Mijnheer de minister, houdt u vast aan de beperking via een kostenplafond?

 

Bent u bereid om in plaats van te focussen op het rigide kostenplafond, dat keuzevrijheid kan beperken, in te zetten op meer transparantie, meer concurrentie en meer mobiliteit?

 

Welke stappen zult u zetten om ervoor te zorgen dat de pensioenspaarder beter geïnformeerd is en echte keuzevrijheid krijgt?

 

Voorzitter: Dieter Vanbesien.

Président: Dieter Vanbesien.

 

20.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Van Quicken­borne, ik weet niet in welk wetsontwerp u over dat kostenplafond gelezen hebt. Er is nog geen wetsontwerp van de regering.

 

Zoals u terecht stelde, zijn er verschillende mogelijkheden om de pensioenspaarder te versterken. Om de concurrentie te stimuleren is het inderdaad denkbaar dat de wetgeving wordt gewijzigd om andere gereglementeerde entiteiten, zoals beheervennootschappen van fondsen, toe te staan deelbewijzen in pensioenspaarfondsen rechtstreeks te verdelen en zelf de fiscale attesten uit te geven. Transparantie over de kostenstructuur, de prestaties en de voorwaarden van pensioenspaar­producten is bovendien essentieel om een werkelijk geïnformeerde keuze mogelijk te maken en concurrentie op basis van kwaliteit en prijs te stimuleren.

 

Inzake uw voorstel om bepaalde regels te schrappen, moeten we rekening houden met een wettelijk kader dat grotendeels voortvloeit uit het Europese recht, wat het onmogelijk maakt om achterhaalde beleggingsregels zomaar af te schaffen. Alles wat buiten de Europese regelgeving valt kunnen we bekijken, maar we hebben daar een beperking.

 

De maatregelen die aangekondigd werden in het regeerakkoord en in mijn beleidsverklaring worden op dit moment uitgewerkt door mijn administratie en mijn beleidscel. Er is echter absoluut geen wetsontwerp dat over dat kostenplafond spreekt.

 

20.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Misschien is het nog geen wetsontwerp, maar mocht het een wetsontwerp zijn, dan had u waarschijnlijk niet geantwoord, want dan was het nog in eerste lezing.

 

Ik lees wel het regeerakkoord, mijnheer de minister. Ik lees ook straffe verklaringen van uw coalitiepartner Vooruit daarover. De heer Soete pleit voor een plafond op de kosten. Ik weet niet of u het artikel in Het Laatste Nieuws gelezen hebt. Het stond daar paginabreed. Ondersteund door zijn voorzitter, de heer Rousseau. Het is hallucinant, zegt de heer Rousseau, dat banken en verzekeraars zich verrijken op de kap van de mensen die geld aan de kant willen zetten voor hun pensioen. Ze zeggen dan dat de overheid 650 miljoen heeft uitgegeven om mensen een korting te geven en dat die korting helemaal naar die bedrijven gaat. Ze zeggen ook het volgende: de instapkosten moeten beperkt worden tot maximaal 1 % en de lopende kosten tot 0,5 %. Dat is wat Vooruit zegt.

 

Nu zult u zeggen: Vooruit kan zeggen wat het wil. Ik zie nu ook uw lichaamstaal. Die stelt me gerust. U weet dat ik ook vaak aan uw kant sta, mijnheer de minister, in bepaalde discussies. Als ik goed geluisterd heb, komt er dus geen kostenplafond voor die producten en was het artikel van Vooruit in Het Laatste Nieuws het zoveelste ballonnetje van die partij. Het artikel verscheen op 17 april en werd geschreven door Fleur Mees.

 

Het is goed om dit te weten, mijnheer de minister. Uw antwoord sprak boekdelen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De nieuwe contractbreuk inzake de carried interest" (56004766C)

21 Question de Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La nouvelle rupture de contrat concernant les carried interest" (56004766C)

 

21.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, carried interest is een van de voorstellen om de sterkste schouders meer te laten bijdragen. Zoals u weet, heb ik het regeerakkoord vaak gelezen en heb ik het ook opgeslagen op mijn telefoon, zodat ik bij elke vraag de informatie onmiddellijk kan terugvinden. U hebt lang over het regeerakkoord onderhandeld en bent niet over een nacht ijs gegaan om de formulering van de teksten vast te leggen. In de tekst staat letterlijk: "Eventuele wijzigingen aan het fiscale regime van carried interest zullen geen impact hebben op bestaande plannen."

 

In het artikel uit de programmawet betreffende carried interest lees ik echter: "De nieuwe regeling is van toepassing op de inkomsten die betaald of toegekend worden vanaf de datum dat deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt."

 

Mijnheer de minister, dat artikel is een flagrante tegenspraak met de belofte uit het regeerakkoord. Door de effectieve toepassing op inkomsten die voortvloeien uit bestaande stelsels wordt het vertrouwen van investeerders geschaad en ontstaat er opnieuw contractbreuk vanuit de overheid, iets wat we ook al hebben gezien met het woonsparen.

 

Hoe verantwoordt u dat de nieuwe regeling van carried interest toch wordt toegepast op bestaande dossiers, ondanks de letter én de geest van het regeerakkoord?

 

Hoe wilt u het vertrouwen van de investeerders en de rechtszekerheid waarborgen als het regeer­akkoord zo’n essentiële belofte verbreekt?

 

21.02 Minister Jan Jambon: Ik zal hetzelfde antwoord geven als voor de andere vragen over de programmawet die in eerste lezing werd goedgekeurd door de regering – gelukkig maar. De programmawet gaat nu naar de Raad van State en komt dan terug voor een tweede lezing. Er kunnen nog wijzigingen optreden, meer dan alleen de datum van inwerkingtreding. We zullen daarover uitgebreid toelichting geven wanneer de definitieve teksten er zijn.

 

21.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, u weet zeer goed wat er in die eerste lezing werd afgesproken, en dat is in flagrante tegenspraak met het regeerakkoord. Ik heb evenwel aandachtig geluisterd, net zoals vele kijkers en luisteraars, op afstand of hier aanwezig in de zaal.

 

U zegt dat het niet uitgesloten is dat die bepaling alsnog wordt gewijzigd en dat de nieuwe regeling alleen van toepassing zal zijn op nieuwe plannen, en niet op bestaande plannen. Iets zegt me evenwel, mijnheer de minister, dat u die bepaling niet meer zult aanpassen en dat u dus contractbreuk zult plegen ten aanzien van alle mensen die actief zijn in de private equity. Het zal u misschien worst wezen, maar als u iets belooft in het regeerakkoord, moet u uw woord houden. Uw woord breken, is contractbreuk plegen.

 

We spreken dus af wanneer de tweede lezing is gebeurd. Indien u die bepaling eruit haalt of aanpast, dan zal ik u feliciteren. Zo eerlijk zal ik zijn, om u vanop deze bank te bedanken omdat u gedaan hebt wat in het regeerakkoord was afgesproken en omdat u geen contractbreuk hebt gepleegd. We spreken binnenkort af, mijnheer de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

22 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De minimale verhoging v.d. belastingvrije som en het minimale voordeel voor de belastingbetaler" (56004768C)

22 Question de Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'augmentation minimale de la quotité exemptée d'impôt et le gain minimal pour le contribuable" (56004768C)

 

22.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, er komt een hele reeks belasting­verhogingen op ons af: de hogere vliegtaks, de DBI, de carried interest, de meerwaardebelasting, de niet-indexering van allerlei aftrekken en uitgaven en er zullen nog aftrekken worden geschrapt. Er komen dus heel veel belastingen op ons af. U hebt echter ook gezegd dat de belastingen zouden worden verlaagd voor mensen die werken. Dat is zeer goed en dat siert u. We zijn echter benieuwd wanneer dat zal gebeuren en hoeveel dat zal zijn voor de gewone mensen die werken. Dat interesseert ons namelijk.

 

Ik heb kennisgenomen van het feit dat u de belastingvrije som voor het aanslagjaar 2026 niet verhoogt. Dat was ook niet voorzien in het regeerakkoord, dus dat is goed. Voor het aanslagjaar 2027, dus voor de inkomsten van 2026, gaat de belastingvrije som van 4.785 naar 4.945 euro, te indexeren. In het aanslagjaar 2028 gaat de belastingvrije som van 4.945 naar 4.990 euro. Dat wil dus zeggen, als men dat omrekent op jaarbasis – 12 maanden en 25 %, want dat is het laagste tarief –, dat voor het aanslagjaar 2027 het nettovoordeel voor de belastingbetaler 3 euro per maand bedraagt. In het aanslagjaar 2028 zal het 1 euro extra per maand bedragen. 1 euro per maand in het aanslagjaar 2028! Goed, ik moet wel coulant zijn, op jaarbasis bedraagt het voordeel 12 euro. Voor het aanslagjaar 2027 zal dat dan 36 euro zijn. Mijnheer de minister, dat verbleekt toch in alles met de lawine aan belastingverhogingen die u voorziet? Ik zal ze echter niet allemaal opsommen.

 

Ik weet dat u zult zeggen dat u in 2029 de grote verhoging zult doorvoeren. Dat kan wel zijn, maar dat is pas in 2029. Dat zal dan ook nog enkel het geval zijn als er op dat moment nog een begroting zal zijn. Ik zie immers de putten die nu worden gecreëerd. U hebt het waarschijnlijk ook gelezen in de krant en gezien in de begrotingstabellen die werden ingediend, het ziet er niet te fraai uit.

 

Klopt het dat die verhoging zo minimaal zal zijn? Is dat zo voor het aanslagjaar 2027 en 2028? Ik vermoed echter dat u zult zeggen dat het in een wet staat die nu in eerste lezing bij de Raad van State zit, dat u het daarna opnieuw zult bekijken en dat het misschien nog zal worden gewijzigd.

 

22.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Van Quicken­borne, voor het aanslagjaar 2026 – inkomstenjaar 2025, dit jaar dus – wordt inderdaad geen verhoging van de belastingvrije som voorzien. Dat was ook zo afgesproken.

 

In de regering analyseren we momenteel de verhoging van de belastingvrije som tijdens de volgende aanslagjaren. Het is de bedoeling om die verhoging over vier jaar te spreiden, over de aanslagjaren 2027 tot en met 2030. Het gaat, net zoals bij de pensioenhervorming, over een hervormingstraject van meerdere jaren. Dat is ook zo voorzien in het regeerakkoord.

 

De bedragen die u in uw vraag vermeldt, zijn basisbedragen en niet de geïndexeerde bedragen. U stelt de zaken dus – dat is niet de eerste keer – verkeerd voor.

 

Het is mijn bedoeling om de belastingvrije som te verhogen richting minstens 13.700 euro in 2029, zoals ik al heb gezegd in deze commissie. Dat bedrag van 13.700 euro houdt geen rekening met de indexatie in de volgende jaren, noch met andere parameters die op deze berekening een invloed hebben. Het bedrag zal dus mogelijk hoger zijn.

 

Het is inderdaad een politieke keuze om eerst de concurrentiekracht te herstellen en daarna pas in te zetten op de koopkracht. Daarnaast – ik kan dat toch niet genoeg herhalen – passen het schrappen van aftrekposten of een iets hogere vliegtaks, zoals u aanhaalt, bij deze regering in een globale belastinghervorming waarbij de belastingdruk uiteindelijk zal dalen. Dat is inderdaad een andere politiek dan de voorbije jaren, waarbij er enkel belastingverhogingen waren, maar geen verlagingen voor de brede werkende midden­klasse. U hebt van alles aangekondigd, grote belastinghervormingen enzovoort, maar dat is allemaal dode letter gebleven.

 

Ik wil benadrukken dat sommige belastingen die u in uw vraag vermeldt, met name de regeling inzake carried interest, en de afschaffing van vrijstellingen en belastingverminderingen die amper gebruikt zijn, natuurlijk niet alle belastingplichtigen zullen treffen. Voor vele belastingplichtigen zal het dus gaan om een extra, weliswaar beperkte, koopkrachtverhoging via de fiscaliteit vanaf volgend jaar, maar zij zal boven op de verhoging van de maaltijdcheques van 8 naar 10 euro komen.

 

22.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Dank u, mijnheer de minister. Ik heb daarnet in mijn vraag duidelijk gezegd dat de bedragen die ik heb vermeld geïndexeerd moesten worden. Als u goed geluisterd hebt, weet u dat ik dat zo heb gezegd. Wat telt in de commissie, is wat ik zeg en niet wat ik geschreven heb. U ontkent dus niet dat de verhoging minimaal zal zijn voor de aanslagjaren 2027 en 2028.

 

Over belastingverlagingen hebt u mij niet veel lessen te spellen. Wij hebben het hoogste tarief van 55 % en het tarief van 52,5 % afgeschaft. Wij hebben het aantal tarieven herleid van zeven naar vier. Deze regering schaft geen enkel belastingtarief af. U had eigenlijk gehoopt om het 50 %-tarief af te schaffen – dat zat in een van de supernota's –, maar dat is niet gebeurd.

 

Er is nog iets pijnlijks, mijnheer de minister, als men de begroting van 2025 goed analyseert, zoals wij dat hebben gedaan. Die begroting werd vrijdagavond om 21.50 uur op de website van de Kamer gepubliceerd. Als men ze goed analyseert, dan ziet men dat in 2025 de belastingdruk op arbeid zal stijgen. Dat is het probleem. Als men de optelsom maakt van de sociale bijdragen en de bedrijfsvoorheffing – ik nodig u uit om de tabellen te lezen – dan ziet men dat de belastingdruk op arbeid stijgt.

 

U doet dus allerlei grote aankondigingen en beloftes en u hebt het daarbij voortdurend over het verleden, maar de putten die u nu aan het maken bent, zijn uw putten en de belastingdruk die aan het stijgen is, is uw belastingdruk die aan het stijgen is. Dat is het probleem. Met een minimale verhoging van de belastingvrije som zult u dat niet kunnen keren. Er is dus, mijnheer de minister, niet alleen een begrotingsprobleem, er is ook een belastings­probleem. Dank u.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

23 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het CAP, bouwsteen van een echt vermogenskadaster" (56004769C)

23 Question de Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le PCC, fondement d'un réel cadastre du patrimoine" (56004769C)

 

23.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, wij hebben tijdens de beleidsverklaring een interessante discussie gehad over het CAP. Als ik me niet vergis, verklaarde u toen dat de gegevens van het CAP anoniem blijven zolang er geen aanwijzing is van fraude. Eerst zei u ‘autonoom’.

 

Ik heb echter het artikel in De Tijd van 22 april 2025 gelezen. Ik moet bekennen dat ik nu ongerust wordt. De Tijd is natuurlijk maar één zaak, maar iets anders is wat ik daarin heb gelezen van de heer Rousseau, de voorzitter van Vooruit, die u waarschijnlijk kent. Hij verklaart onomwonden in De Tijd van vorig weekend dat de maatregel van het CAP, die wordt aangemoedigd door de leden van de PVDA, het openbreken van het bankgeheim is. Dat zijn de woorden van de heer Rousseau.

 

Collega’s, volgens de plannen zal de fiscus immers voortaan – dit wordt toegejuicht door de PS en door Groen, die fan en de cheerleaders van die maatregel zijn – preventief en in bulk persoons­gegevens kunnen raadplegen zonder dat er sprake is van een concrete aanwijzing van belastingontduiking.

 

Tot nu toe kon het CAP enkel worden geraad­pleegd wanneer zo'n aanwijzing was vastgesteld. De huidige regel is dat het CAP pas kan worden geconsulteerd wanneer er een aanwijzing van fraude is. In de toekomst zal het mogelijk worden dat gegevens via datamining systematisch worden gecontroleerd. Wie gegevens kruist met andere databanken, merkt dat een persoon een hoge bankrekening heeft maar niet veel verdient en vraagt om die vaststelling te onderzoeken, zal dat voortaan kunnen.

 

Straks zullen wij het ook hebben over de meerwaardebelasting en de opbrengst die op de rekening komt. Daar zal dat ook mogelijk zijn.

 

Collega’s, mijnheer de minister, dat is een fundamentele paradigmashift. Voor het eerst wordt immers het principe gehanteerd dat de burgers hun onschuld moeten bewijzen, hoewel het CAP oorspronkelijk bedoeld was als instrument om gericht fraude op te sporen.

 

Ik heb drie vragen voor u.

 

Ten eerste, klopt het dat de fiscus voortaan preventief en in bulk bankgegevens kan raadplegen zonder dat er eerst sprake is van een concrete aanwijzing van belastingontduiking?

 

Ten tweede, er was een mogelijkheid om het op te lossen, namelijk het uit de wet halen van de depseudonimisering. U hebt dat niet uit de wet gehaald. U hebt daarover gediscussieerd in de regering, maar dat is niet gebeurd. U hebt het hoofd gebogen voor Vooruit.


Ten derde,  ik heb nog een belangrijke vraag indien u niet wilt antwoorden op de eerste twee vragen. Zult u het advies van de GBA vragen over deze kwestie?

 

23.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Van Quicken­borne, ik zou u eigenlijk willen vragen om te stoppen met bangmakerij die niet op haar plaats is. U doet alsof morgen elke fiscale ambtenaar zomaar op de rekening van elke Belg kan gaan kijken. Dat is absoluut niet waar.

 

Datamining heeft als doel het selecteren van dossiers die een hoog risicoprofiel vertegenwoor­digen. De raadpleging in bulk van persoonlijke gegevens kan en zal niet zomaar gebeuren. Slechts een beperkte groep van specifiek aangeduide dataminers zal toegang hebben tot de gepseudonimiseerde gegevens uit het CAP, op voorwaarde van het opstellen van een fiche Data Access Management, die in detail de behandeling van de beoogde gegevens verbonden aan de datamining beschrijft, en dat hun de toegang wordt verleend door de dienst bevoegd voor informatiebeveiliging en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de FOD Financiën. Slechts wanneer de dataminers de akkoord­bevinding zouden ontvangen, zal de toegang tot deze persoonsgegevens en de toelating om deze te behandelen met het oog op datamining worden toegestaan.

 

Alle bij de datamining betrokken gegevens zullen worden verbonden aan een individueel dossier via een anonieme sleutel. Slechts wanneer er een risico van fraude bestaat, op basis van vooraf bepaalde risicofactoren, kunnen de dataminers overgaan tot de selectie van een dossier, dat steeds de identificatie van de betrokken belastingplichtige zal noodzaken.

 

Geen enkel rekeningnummer of bedrag waartoe de dataminers toegang hebben gehad en dat de selectie van het dossier heeft toegelaten, zal worden meegedeeld aan de controlediensten. De dataminers zullen alleen aangeven dat het dossier van deze belastingplichtige werd geselecteerd, bijvoorbeeld omdat de groei van het patrimonium niet overeenstemt met de aangegeven inkomsten. De geselecteerde toestand zal op zichzelf geen enkele beslissing, geen enkel bindend gevolg doen ontstaan voor de betrokken belastingplichtige.

 

Op basis van deze selectie zullen de ambtenaren-controleurs vervolgens de controle starten. Zij zullen gehouden zijn de van toepassing zijnde controleprocedures met woord en wederwoord te respecteren. Zij zullen in dat geval om de in het CAP beschikbare informatie te bekomen ook de stapsgewijze procedure van artikel 322 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moeten volgen – dus concrete aanwijzingen van fiscale fraude – om het rekeningnummer of het bedrag te bekomen op basis waarvan de dataminers toegang hebben gehad en dat de selectie van het dossier van de belastingplichtigen heeft toegelaten.

 

En ja, het advies van de Gegevensbeschermings­autoriteit werd gevraagd.

 

23.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Het is interessant om te weten dat het advies van de GBA werd gevraagd. De inhoud van dat advies geeft u natuurlijk niet. Mijnheer de minister, ik apprecieer het dat u antwoordt en dat u niet louter naar de wet verwijst en zegt dat er een tweede lezing is enzovoort. U gaat dieper in op het issue, wat al positief is. U kunt het echter zoveel mogelijk proberen uit te leggen, maar het essentiële verschil tussen de huidige en de toekomstige regeling krijgt u niet uitgelegd.

 

In het huidige systeem moet men eerst een aanwijzing van fraude hebben vooraleer men het CAP kan consulteren. Dat werd door de Zweedse regering bevestigd. U hebt nu echter aangegeven dat men via datamining alle bankgegevens, rekeningnummers en saldi anoniem zal kruisen met de belastingaangifte en het inkomen. Zodra er een probleem gedetecteerd wordt, gaat men over tot depseudonimisering, opheffing van de anonimiteit, om de persoon in kwestie te controleren. Zo is dat, tenzij u de depseudo­nimisering uit de wet haalt, maar dat doet u niet. U zult dus met de grove borstel door alle geanonimiseerde gegevens gaan. Zodra er iets verdachts wordt opgemerkt, bijvoorbeeld als iemand met een laag loon veel geld op zijn rekening heeft staan, zal die persoon gepakt worden. Daarom is de heer Rousseau zo enthousiast, net zoals u, de PVDA en de PS. Natuurlijk zijn die enthousiast, aangezien het bankgeheim daarmee eindelijk verdwijnt. Het is ongelofelijk dat de N-VA daaraan meewerkt. Ofwel weet u niet goed wat u beslist hebt, ofwel is dit een majeur probleem. Het bankgeheim wordt hiermee verscheurd. Het is over en uit. Ik kan maar niet begrijpen dat u dit als minister van Financiën toelaat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

24 Samengevoegde vragen van

- Vincent Van Quickenborne aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De meerwaardetaks" (56004771C)

- Hugues Bayet aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De meerwaardebelasting" (56004780C)

- Kemal Bilmez aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De meerwaardebelasting" (56004793C)

- Alexia Bertrand aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De begrotingscijfers en de meerwaardebelasting" (56004799C)

24 Questions jointes de

- Vincent Van Quickenborne à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La taxe sur les plus-values" (56004771C)

- Hugues Bayet à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La taxation des plus-values" (56004780C)

- Kemal Bilmez à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La taxe sur les plus-values" (56004793C)

- Alexia Bertrand à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Les chiffres budgétaires et la taxe sur les plus-values" (56004799C)

 

24.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, mogelijk vraagt u zich af hoe het kan dat er nog vragen over de meerwaardetaks op de agenda staan. Nochtans is dat al even geleden. Het is niet juist dat we plankjes zouden zagen. We hebben lang op de teksten moeten wachten. Nu die ter beschikking zijn, vind ik het normaal dat we daarover vragen stellen.

 

Ik vind het alvast correct van u dat u vragen in de commissie voor Financiën komt beantwoorden. Dat kan ik niet zeggen over uw collega Van Peteghem. Vrijdagavond raakte bekend dat er een tekort is van 4 % en ondertussen hebben we daarover al iedereen gehoord in de wereld, zelfs de poetsvrouw, behalve één persoon, minister Van Peteghem. Morgen zal hij evenmin aanwezig zijn in de plenaire vergadering, aangezien hij deel­neemt aan een of andere EVP-top. U bent wel aanwezig; dat is alvast positief.

 

Het is ons bekend dat de teksten die u geproduceerd hebt nog voorwerp van discussie uitmaken, maar met die teksten hebt u wel al een bepaalde oriëntatie gekozen. De vraag van uw baas, eerste minister De Wever, is een vrijstelling voor wie tien jaar aandelen bezit, en dat hebt u in uw tekst opgenomen. De vraag naar vrijstelling van 10.000 naar 20.000 euro van de heer Mahdi – de arme man – staat niet in uw tekst. De vraag naar vrijstelling onder de 20 %, van Georges-Louis Bouchez, nochtans een van uw grootste vrienden en bondgenoten in de regering, staat evenmin in uw tekst. Bye bye, Georges-Louis, ook niet gelukt. U hebt dus wel een bepaalde oriëntatie gekozen en daarom lijkt het me maar normaal dat wij die bevragen.

 

Mijnheer de minister, waarom hebt u net die oriëntatie gekozen in de discussie?

 

De heer Rousseau, de partijvoorzitter van een van uw coalitiepartijen, noemt een vrijstelling voor tien jaar bezit economisch dom; dat heeft hij letterlijk zo gezegd. Ik mag hopen dat hij daarmee uw voorstel bedoelt en dat niet zegt over u.

 

Als u de meerwaardetaks invoert, hoop ik dat u op zijn minst de vrijstelling in geval van het aanhouden van aandelen gedurende tien jaar binnenhaalt, meer specifiek voor de heer Wouter De Both, de fameuze leraar; u weet over wie ik het heb. Hij spaart elke maand 200 euro voor zijn dochtertje. Voor Vooruit zijn dat de sterkste schouders, dat is een kapitalist. Welnu, ik hoop dat u minstens mensen zoals hij redt van die verschrikkelijke meerwaardetaks. Daarom ben ik benieuwd naar uw antwoord, mijnheer de minister.

 

24.02  Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, j'avais posé cette question il y a déjà quelques semaines. À l'époque, c'était déjà une saga gouvernementale, et cela continue. C'est une question évidemment essentielle: qu'allons-nous faire sur la taxation des plus-values? Entre-temps, il y a même eu un débat jeudi passé en séance plénière, lors duquel notre premier ministre a dit qu'il n'y avait pas d'accord de gouvernement sur votre proposition d'exonération de 10 années, et que le seul accord qui compterait, ce serait celui du gouvernement.

 

Je voudrais savoir où cela en est, puisque nous allons bientôt commencer les discussions budgé­taires.

 

Vous voyez tous les jours que les gens sont dans les rues en train de râler tellement votre gouvernement prend des mesures difficiles, mais nous n’avons pas beaucoup entendu parler des larges épaules. Comme vient de le rappeler mon collègue, nous avons plutôt l'impression que personne n'est d'accord sur ce dossier, qui est pourtant essentiel. Pour celui-là, je veux bien jouer le rôle de cheerleader, parce qu’il est plus qu'important que tous les revenus, tant du capital que du travail, soient taxés à une juste mesure.

 

Monsieur le ministre, que faisons-nous? Avez-vous trop vite parlé à la presse? C'est vraiment une question essentielle qui exige des réponses dès maintenant. Cela fait quand même déjà quelques mois que vous êtes en charge. J'imagine que vous allez nous répondre clairement.

 

24.03  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, uw wettekst is afgelopen donderdag gelekt. Daarin merken we enkele verschillen op met het regeerakkoord. Het belangrijkste verschil is de vrijstelling voor aandelen die langer dan tien jaar worden aangehouden. Op basis daarvan hebben twee van uw coalitiepartners, cd&v en Vooruit, verklaard dat dat het hele systeem ondermijnt en dat het regeerakkoord daarmee niet wordt gerespecteerd. Bovendien verklaart minister van Begroting Van Peteghem dat het niet mogelijk zal zijn om de verwachte opbrengst van 500 miljoen euro tegen 2029 te halen.

 

Ik denk dat ik al weet hoe u zult antwoorden op mijn vragen, maar ik zal ze toch stellen.

 

Zal de opbrengst van 500 miljoen euro tegen 2029, zoals ingeschreven in de begrotingstabellen van februari, nog altijd worden gehaald?

 

Indien niet, is het dan de bedoeling om het verschil elders te compenseren, zoals de heer Bouchez heeft gesuggereerd?

 

Is de volledige vrijstelling voor aandelen die langer dan tien jaar worden aangehouden in overeen­stemming met het regeerakkoord?

 

Volgens de pers is er een studie van de FOD Financiën over de meerwaardebelasting.

 

24.04  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Het is een advies van de Inspectie van Financiën, een advies.

 

24.05  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Is het mogelijk om dat bekend te maken?

 

24.06  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, mijn vraag was hier toegevoegd, maar eigenlijk heeft ze niet echt betrekking op de meerwaarde­belasting, behalve als u het begrotingstekort daarmee zou oplossen. Alles kan uiteraard, maar ik zal mijn vraag toch stellen.

 

U hebt bij de aanvang van de legislatuur beloofd dat u het tekort tegen 2030 zou terugdringen tot onder de Europese drempel van 3 %. Dat verhaal van 3 % is eigenlijk een beetje tricky. Ik zie daar leerlingen zitten. U kent de Europese regels. Een tekort lager dan 3 % bbp is heel belangrijk, maar dat geldt voor heel België. Dat is de federale regering samen met alle gemeenschappen en de gewesten. Het probleem van de federale regering is dat zij belooft het tekort te zullen terugdringen tot onder de 3 %, maar alleen voor de federale overheid. Zo werkt het natuurlijk niet. Europa kijkt naar het hele land.

 

Mijnheer de minister, waarom stel ik u die vraag? Maak u geen zorgen. Ik stel dezelfde vraag aan de minister van Begroting, maar die komt niet antwoorden. Bovendien bent ú verantwoordelijk voor de schuld en voor de opbrengsten. Dat is heel belangrijk voor de begroting. U bent eigenlijk coverantwoordelijk.

 

Ik kom tot mijn punt. Waar zaten wij in 2024, in het jaar van lopende zaken, de laatste begroting van de regering-De Croo? We zaten op 2,8 % tekort voor entiteit 1, voor de federale overheid. U hebt nu net een begroting ingediend met een tekort van 4 % voor entiteit 1. Ik wil niet weten hoeveel het is voor huis België samen. Ik heb die berekening nog niet gemaakt, maar dat zal waarschijnlijk rond de 6 % liggen. Dat is rampzalig, veel slechter dan wat de vorige regering heeft gedaan.

 

Weinig mensen hebben het opgepikt, maar dit is heel belangrijk – vandaar ook mijn vraag aan u, mijnheer de minister, want het is uw verantwoor­delijkheid, uw bevoegdheid. Standard & Poor's, het ratingagentschap dat een waarde geeft aan onze schuld en dus eigenlijk beslist of een land al dan niet geloofwaardig is op het vlak van krediet – een A of zelfs een AAA van het agentschap is heel goed; een mindere score betekent dat het meer kost om de schuld af te betalen, wat een ramp is –, heeft afgelopen vrijdag meegedeeld dat onze vooruitzichten negatief zullen zijn. Dat betekent dus concreet dat onze schuld binnenkort meer zal kosten. Hoe zult u dat oplossen, mijnheer de minister? Hoe zult u vermijden dat wij meer moeten betalen om schulden te herfinancieren? We zien immers dat er heel veel schulden zijn gemaakt. Er zijn dus niet alleen meer schulden, ze zullen bovendien ook meer kosten. Hoe zult u dat oplossen?

 

24.07 Minister Jan Jambon: Mevrouw Bertrand, we hebben de discussie daarover bij de regerings­vorming gevoerd en we zullen die ook bij de begrotingsbespreking voeren. U hebt wel ongelooflijk veel lef dat net u dergelijke uitspraken doet, terwijl u zelf medeverantwoordelijk bent voor het debacle dat ons op -3 % heeft gezet. Als we niet ingrijpen en gewoon verderdoen, dan eindigen we op het einde van deze legislatuur met -7 %. U hebt ons opgescheept met defensie-uitgaven die ver onder de 2 % zitten. Nu worden wij inderdaad geconfronteerd met een wijzigende internationale situatie, die ons in juni waarschijnlijk tot nog hogere defensie-uitgaven zal nopen.

 

Dat die budgettaire uitdaging gigantisch is, dat die schulduitdaging gigantisch is, is een feit, maar de oorzaak, de root cause analysis wijst naar de vorige regering. Verder wil ik daar niet te veel woorden aan vuilmaken.

 

Trouwens, het ging hier over de meerwaarde­belasting.

 

Monsieur Bayet, s'agissant de la taxe sur les plus-values, le premier rendement est prévu pour 2026. Il n'est donc pas inclus dans le budget 2025.

 

Voor het antwoord op uw vraag over de meerwaardebelasting verwijs ik naar wat de heer De Wever vorige week in de plenaire vergadering heeft gezegd. Ik heb het al 100 keer gezegd. Er zijn werkteksten over de meerwaardebelasting.

 

Certains aspects de la taxe sur les plus-values sont précisés dans l'accord de gouvernement, tandis que d'autres doivent encore être éclairés. J'ai soumis une proposition qui sera discutée en intercabinets, puis en Conseil des ministres.

 

We zullen alles in detail kunnen bespreken als het resultaat er is, en dat zal niet meer zo lang duren. Ingaan op werkdocumenten, op work in progress, heeft nu geen zin.

 

24.08  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Jambon, ik meen dat het toch nog ons recht is vragen te stellen, des te meer wanneer meerderheidspartijen allerlei verklaringen afleggen die in alle richtingen gaan, wanneer de chaos totaal is en wanneer zelfs de minister van Budget, die vice-eersteminister is, komt zeggen dat u uw budgettair rendement niet zult halen. De verklaringen gaan in alle richtingen en dan verwacht u van ons dat wij van de oppositie gewoon onze mond houden? We leven toch nog in een democratie? We mogen toch nog vragen stellen?

 

U had het over werkteksten. Ik hoop dat het om meer dan werkteksten gaat. Het gaat om een voorontwerp, een dat u samen met uw kabinet hebt geschreven en waarin u oriëntaties kiest. Zo kiest u voor de vrijstelling van De Wever, terwijl De Wever zelf heeft erkend dat dat niet in het regeerakkoord staat, en gooit u de andere vrijstelling in de vuilnisbak. Dat is uw oriëntatie. Wij stellen daar vragen over.

 

Wat uw antwoord aan collega Alexia Bertrand betreft, ik laat u opmerken dat het de commissie­voorzitter is, die vragen samenvoegt. Dat is niet haar verantwoordelijkheid. Speel bovendien wat minder op de vrouw of op de man. U kunt blijven verwijzen naar het verleden. Maar weet u wanneer de defensie-uitgaven op hun laagste niveau zaten? Dat was toen de minister van Defensie door uw partij geleverd werd, in 2015. Die bedroegen toen 0,9 %. Het laagste niveau was onder uw partij.

 

De putten die u nu creëert, het tekort van 4 %, zijn uw putten. U bent het die defensie-uitgaven doet en die een blanco cheque uitschrijft maar niets financiert. U bent het die een begroting gestart is in 2025 met een tekort van 2,2 miljard. U bent het die het rapport van het Monitoringcomité, met 2,4 miljard extra tekort, niet repareert. Lees wat de heer Peersman en alle economen over uw beleid zeggen. Budgettair hebt u grote beloften gedaan, maar u zult ze niet inlossen. En dat is uw probleem. Er komt een probleem van geloofwaardigheid. U doet straffe beloften, maar u hebt het tot nu toe triestig gedaan en u bent nog maar 12 weken bezig, mijnheer de minister. Herpak u eens.

 

24.09  Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, merci pour votre réponse, même si je regrette à nouveau qu'elle soit excessivement courte.

 

Ce qui se cache en vérité derrière ce projet de loi, c'est évidemment la crédibilité de votre gouver­nement. Ce n'est pas moi qui ai dit dans la presse que vous aviez mis des mois à discuter, parce que l'accord de gouvernement a été élaboré au détail près. On voit à quel point. En effet, trois mois après la formation de ce gouvernement, vous êtes encore en intercabinets et vous ne savez pas ce que vous allez faire. Depuis que vous venez en commission des Finances, vous nous dites que cela va aller mieux, surtout sans les socialistes, que toutes les exonérations seront abrogées et que tout le monde sera mis sur un pied d'égalité. Quand je vous ai demandé pourquoi vous supprimiez les déductions pour l'adoption d'un enfant, alors que cela concerne généralement des couples qui souffrent de ne pas en avoir, vous m'avez répondu: "Nous arrêtons avec les exonérations et les pensions alimentaires. Nous mettons tout le monde sur un pied d'égalité." De même, vous rabotez toutes ces associations qui œuvrent en faveur de la solidarité au sein du pays – la Croix-Rouge, Médecins Sans Frontières, etc.

 

En revanche, s'agissant de la taxation des plus riches et des plus-values, comme par hasard, il n'y a rien. C'est vous qui le dites, monsieur le ministre. Vous pouvez soupirer et remuer les épaules, si vous le voulez. C'est votre communication! C'est celle de votre gouvernement! Vous nous avez dit que vous travailliez dessus depuis des mois, mais vous n'êtes nulle part. Pour la crédibilité, excusez-moi, mais vous repasserez.

 

Vous me répondez par ailleurs: "Monsieur Bayet, ne vous tracassez pas, aucune recette n'est prévue pour 2025". Je l'avais bien compris, monsieur le ministre, et je trouve cela scandaleux. Il semble clair à tout le monde que vous n'allez pas taxer les épaules les plus larges. En revanche, les travailleurs et les retraités vont déguster. Et après, vous vous étonnez que tout le monde se mette en grève et qu'il y ait encore une grève générale aujourd'hui? Vous avez fermé les robinets des enseignants en leur disant: "Vous ne saurez pas si vous pouvez prendre votre pension à la fin de l'année scolaire". Là, pour eux, pas de problème! Oui, ce sont des petits salaires. Mais ceux qui gagnent des millions et des milliards, on ne va surtout pas les embêter. Voilà à quoi ressemble votre crédibilité!

 

24.10  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Je pense que mon collègue Bayet a très bien résumé la situation.

 

Ik had wel gedacht, mijnheer de minister, dat u hetzelfde antwoord zou geven als de heer De Wever dat deed over het DBI-stelsel. Ik herhaal dus mijn argumenten. Als het gaat om de pensioenen – u bent ook minister van Pensioenen en het is dus passend om daarnaar te verwijzen – dan laat u honderden, duizenden mensen boeten door hun minder pensioen uit te betalen, omdat ze, terwijl ze toch heel hard hebben gewerkt, een keer ziek waren of een arbeidsongeval kregen. Daarover is men het in de regering eens. De details zijn uitgewerkt, de cijfers kloppen en worden niet aangepast. Daarover verschijnt in de media niet elke dag een andere verklaring van uw collega-ministers. Als het echter om twee kleine maatregelen gaat die u zou nemen om de superrijken, de sterkste schouders, mee te doen bijdragen, dan is het totale chaos. Dat toont aan dat de arizonaregering nooit de ambitie heeft gehad om de sterkste schouders te doen betalen. Het is een afbraakregering en een militariseringsregering.

 

Ik hoop dat u nog naar andere posten durft te kijken dan alleen de pensioenen van de hardwerkende mensen. Er is geld genoeg aan de top. Laten we ook naar dat geld durven kijken en het regeerakkoord respecteren, en niet altijd naar de heer Bouchez luisteren.

 

24.11  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, wij hadden beloofd dat wij een feitelijke, faire en krachtige oppositie zouden voeren. Ik zal over feiten spreken. U herhaalt steeds opnieuw dat als u niets zou doen, het tekort zou stijgen. Dat is het principe zelf van de politiek. Als u niets doet, dan stijgt natuurlijk het tekort. Dat is logisch wegens de vergrijzingskosten.

 

Toen de vorige regering aantrad in 2020, kondigde men een tekort van 4,5 % in 2024 voor entiteit I aan. De regering landde evenwel op 2,8 %, omdat ze niet bij ongewijzigd beleid is gebleven. Ze heeft een beleid gevoerd om dat tekort in te perken. U noemt het schandalig, want als u niets doet, zal het tekort stijgen. Welnu, mijnheer de minister, het tekort stijgt nu nog sneller dan wanneer u niks doet. Met uw maatregelen zorgt u ervoor dat het tekort nog sneller stijgt.

 

Het tekort bedraagt vandaag 4 %. Het bedroeg vorig jaar met de vorige regering nog 2,8 %. Dat is het gevolg van uw keuzes, omdat u Defensie financiert met een ongedekte cheque. Wij steunen die uitgaven voor Defensie, maar u moet er wel geld voor vinden. Dat vraagt een inspanning: samenzitten, af en toe 's nachts, ook in een conclaaf, zoals wij dat deden, en geld vinden. Ik geef toe dat het niet gemakkelijk is, maar u hebt dat in uw paasakkoord niet gedaan. Het gaat dus om de gevolgen van uw beleid. Had ik als voormalig staatssecretaris voor Begroting niets ondernomen, dan bedroeg het tekort 4,5 % in 2024. U kunt het verslag van het Monitoringcomité van 2020 nog eens nalezen. Ik heb dat tekort doen dalen en het eindigde op 2,8 %.

 

Uw redenering in verband met ongewijzigd beleid is absurd. Zo werkt de politiek niet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

25 Vraag van Steven Matheï aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De aangifte in de rechtspersonenbelasting" (56004776C)

25 Question de Steven Matheï à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La déclaration à l'impôt des personnes morales" (56004776C)

 

25.01  Steven Matheï (cd&v): Mijnheer de minister, vorige week verscheen in het Belgisch Staatsblad het nieuwe aangifteformulier van de rechts­personen­belasting, dat natuurlijk ook vertaald wordt in de elektronische toepassing Biztax. Heel wat vzw's, meer dan honderdduizend, zullen dat onder andere moeten invullen, in principe zeven maanden na de afsluiting van het boekjaar. Bij de lancering en de voorstelling van het nieuwe aangifteformulier is echter geen specifieke indieningsdatum bepaald die later ligt, wat normaal gesproken volgens ons nochtans wel de gewoonte is.

 

Mijnheer de minister, in de eerste plaats heb ik vragen over het aangifteformulier zelf. Normaal gesproken wordt verwacht dat ook de bijlage 270 MLH toegevoegd wordt, de huurbijlage, wat een erge administratieve rompslomp extra betekent voor de vzw's. In het regeerakkoord staat dat die bijlage zal worden geschrapt. Is dat op dit moment reeds gebeurd? Kunt u bevestigen dat de indieningstermijn niet verlengd wordt, of is een verlenging wel voorzien en wordt daarover nog gecommuniceerd? Vanaf welk moment zal de elektronische toepassing van het aangifteformulier Biztax van toepassing zijn?

 

Daarnet hebben we al gesproken over de personenbelasting en heel het netwerk aan begeleidingsmaatregelen, zoals via de lokale besturen, telefonisch advies enzovoort, om de mensen te helpen bij het invullen van hun aangifte. Bij de rechtspersonenbelasting hebben we te maken met heel wat vzw's, vrijwilligers en bestuurders, die het niet gewoon zijn om een belastingformulier in te vullen. Voorziet u specifieke begeleiding of een specifieke hulplijn om de vrijwilligers en bestuurders te ondersteunen bij die administratief noodzakelijke opdracht van hun mandaat?

 

25.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Matheï, om op uw eerste vraag te antwoorden, conform de huidige toepasselijke wetgeving maakt de bijlage 270 MLH nog steeds deel uit van de aangifte. Het regeerakkoord stelt dat de regering de bijlage 270 MLH, dus de huurbijlage, zo snel mogelijk zal schrappen en zal werken aan een minder administratief belastend alternatief, rekening houdend met de informatie waarover de administratie reeds beschikt. Mijn administratie en de beleidscel werken momenteel aan dat alternatief.

 

De indieningsdatum is de datum die conform artikel 310 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt bepaald. De indieningsdatum is dus de laatste dag van de zevende maand volgend op het afsluiten van het boekjaar, met de nuance dat dat 30 september 2025 wordt voor de gevallen waar de afsluiting van het boekjaar gebeurde in de periode van 31 december 2024 tot en met 28 februari 2025. Bij indiening van de aangifte via Biztax wordt de indieningsdatum in de applicatie duidelijk aangegeven. Een kalender met alle indieningsdata zal ook worden gepubliceerd op de website van de FOD Financiën. De toepassing Biztax zal op 30 april worden geopend voor het aanslagjaar 2025.

 

Voor de belastingplichtigen in de rechtspersonen­belasting is er momenteel geen specifieke ondersteuning bij het invullen van de belasting­aangifte voorzien, maar zoals u weet stelt het regeerakkoord een hervorming van de non-profitfiscaliteit in het vooruitzicht en die informatie lijkt mij zeker een element dat we verder kunnen bestuderen.

 

25.03  Steven Matheï (cd&v): Bedankt, mijnheer de minister, voor het antwoord en de duidelijkheid rond de indieningstermijn en de openstelling van Biztax. Dat zal dus voor morgen zijn.

 

Het is echter ook belangrijk om ook de vzw's en de bijhorende bestuurders en vrijwilligers ten volle te ondersteunen. Dat kan inderdaad op langere termijn door een vereenvoudiging van de fiscaliteit, maar op korte termijn zou ik toch willen oproepen om ook voor hen de nodige ondersteuning te voorzien. Dat zal een taak die sowieso redelijk zwaar is alleen maar lichter maken en dat is in het voordeel van ons allemaal.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

26 Vraag van Kemal Bilmez aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het terugbrengen van de fiscale aftrekbaarheid van giften van 45 % tot 30 %" (56004804C)

26 Question de Kemal Bilmez à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La réduction de 45 % à 30 % de la déductibilité fiscale des dons" (56004804C)

 

26.01  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, de plus en plus d’associations contactent notre groupe concernant votre intention de réduire la déductibilité des dons de 45 % à 30 %. Ceci apporterait un rendement budgétaire de 40 millions d’euros.

 

Ceci est un véritable coup de massue pour le secteur qui menace plus de 2 500 associations et fondations qui dépendent pour partie de la solidarité des citoyennes et citoyens pour mener leurs actions au service de l’intérêt général. Mais il y aussi d'autres structures qui bénéficient de ces dons: 580 CPAS, 150 ateliers protégés et une centaine d'établissements d'utilité publique et reconnus par la loi.

 

Selon des rapports de la Fondation Roi Baudouin et de la Banque nationale, le secteur du social/non-profit contribue de manière significative à la création de richesse dans l'économie belge, avec une valeur ajoutée de 5 % du PIB (2020). La part de l’emploi salarié s’élevait à 546 000 personnes en 2022 (13 % de l’emploi total)

 

Monsieur le ministre, confirmez-vous que ceci s’appliquera déjà aux dons qui seront effectués en 2025? Confirmez-vous un rendement budgétaire de 40 millions d’euros?

 

26.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur Bilmez, la diminution du pourcentage de 45 à 30 % pour la réduction pour libéralité se trouve dans le projet de loi-programme et s'appliquera pour les dons effectués depuis le 1er janvier 2025. Sur la base des déclarations de l'exercice d'imposition 2023 (dons effectués en 2022), le gouvernement s'attend effectivement à une économie de 40 millions d'euros.

 

Comme je l'ai déjà indiqué précédemment en séance plénière, cela s'inscrit dans une réforme fiscale globale dans le cadre de laquelle la quotité exemptée sera relevée pour tous ceux qui travaillent. Cette mesure ne peut être envisagée comme une mesure isolée.

 

26.03  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie pour la réponse.

 

Je trouve que c'est un peu facile de se référer à la quotité exemptée. On va diminuer très légèrement les taxes pour les gens qui travaillent, et donc couper dans plein d'autres choses. Cette proposition ne m'étonne pas venant de vous ou de la N-VA. Mais elle m'étonne de la part du groupe Les Engagés qui, lors de la précédente législature, avait durement critiqué, à juste titre, une augmentation de la taxe patrimoniale sur les ASBL proposée par la Vivaldi et avait déposé un amendement prévoyant des exceptions. Or, aujourd'hui, nous constatons que le gouvernement, avec Les Engagés, veut s'en prendre à nouveau aux ASBL via cette réduction de la déductibilité. C'est vraiment dommage.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

27 Vraag van Dieter Vanbesien aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De opvolging van de hervormde investeringsaftrek" (56004805C)

27 Question de Dieter Vanbesien à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le suivi de la déduction pour investissement réformée" (56004805C)

 

27.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, tijdens de vorige legislatuur werd de investeringsaftrek hervormd. Vanaf 1 januari 2025 genieten bepaalde groene investeringen van een verhoogde aftrek. Het gaat over vier thema’s, namelijk investeringen in energie, mobiliteit, leefmilieu en digitalisering.

 

Voor de thema’s energie en leefmilieu is een samenwerkingsakkoord nodig met de gewesten om van die verhoogde aftrek gebruik te kunnen maken. Het akkoord moet de adviesprocedure bepalen met betrekking tot de opmaak van de lijsten en de manier waarop de attestering van de investeringen zal verlopen. Ik heb daarover enkele vragen.

 

Ten eerste, klopt het dat nog geen samenwerkingsakkoord in voege is? Indien dat klopt, kunt u dan een zicht geven op een datum waarop dat wel het geval zal zijn? Kunt u ook aangeven welke ter zake de volgende stappen zullen zijn?

 

Ten tweede, zult u in dat samenwerkingsakkoord ook de doorstroming van informatie tussen de verschillende administraties regelen in functie van een goede opvolging en evaluatie?

 

Ten derde, hoe zal de FOD Financiën het bestaan van het instrument en zijn modaliteiten communi­ceren aan de brede samenleving?

 

27.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vanbesien, er is op dit moment inderdaad nog geen samenwerkingsakkoord van kracht. Mijn diensten en mijn kabinet zijn wel in overleg met de regio’s over de inhoud van het akkoord. Vandaag, as we speak, vindt daarover een IKW plaats. Na het overeenkomen van het samenwerkings­akkoord zal een bekrachtigingswet worden voorgelegd aan elk Parlement, dus ook aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

 

Het antwoord op uw tweede vraag spreekt voor zich. De doorstroming van informatie is inderdaad de bedoeling van het samenwerkingsakkoord. Daarover gaat het in feite.

 

Uiteraard zal het samenwerkingsakkoord gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, waarna mijn administratie het nodige zal doen om het akkoord op de gebruikelijke platformen te communiceren.

 

Eerst moet echter het samenwerkingsakkoord worden gesloten. Ik herhaal dat wij daarmee bezig zijn en dat daarover vandaag een IKW plaatsvindt.

 

27.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Ik dank u voor uw antwoord.

 

Het is natuurlijk goed om goede maatregelen in te voeren. Het is echter beter om ervoor te zorgen dat die maatregelen ook kunnen worden uitgevoerd. Ik hoor dat uw diensten met het akkoord bezig zijn. Ik zal de vinger aan de pols blijven houden om ervoor te zorgen dat dit niet stilvalt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

28 Question de Simon Dethier à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le fichier central des jugements, arrêts et actes allouant une pension alimentaire" (56004820C)

28 Vraag van Simon Dethier aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "Het centraal bestand van vonnissen, arresten en akten houdende toekenning v.e. onderhoudsuitkering" (56004820C)

 

28.01  Simon Dethier (Les Engagés): Monsieur le Ministre,

La loi du 12 mai 2014 modifiant la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances et le Code judiciaire, en vue d'assurer le recouvrement effectif des créances alimentaires, instaurait auprès du SPF Justice un registre dénommé "fichier central des jugements, arrêts et actes allouant une pension alimentaire".

A l'heure actuelle, ce fichier censé centraliser, de manière électronique, tous les jugements, arrêts et actes allouant une pension alimentaire en vue d'assurer un meilleur recouvrement des arriérés de pension alimentaire par les huissiers de justice mandatés par un créancier d'aliments ou par le SECAL ne semble toujours pas opérationnel.

Pourriez-vous nous indiquer quels sont les obstacles à sa mise en œuvre et s'il serait possible d'utiliser ce fichier afin de non seulement assurer un meilleur recouvrement des arriérés de pension alimentaire, mais également de permettre au SECAL de consulter ce fichier afin d'octroyer les avances des pensions automatiquement ?

Merci pour vos réponses.

 

28.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur Dethier, cette question a déjà été traitée dans la question parlementaire n° 56003111C posée par M. François De Smet le 1er avril dernier dans cette commission.

 

Vous faites référence au fichier émanant de la loi du 16 octobre 2022 sur le Registre central des décisions judiciaires et celle du 12 mai 2014 modifiant la loi SECAL de 2003. Celui-ci n'est pas encore établi par le SPF Justice à qui il revient d'énumérer les obstacles à sa mise en œuvre. Dès que le fichier sera disponible, le SPF Finances analysera les modalités de son exploitation afin de faciliter l'intervention du SECAL. La balle est donc dans le camp du SPF Justice.

 

28.03  Simon Dethier (Les Engagés): Merci, monsieur le ministre. J'irai voir la réponse également pour plus d'efficacité la prochaine fois.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

29 Question de Anthony Dufrane à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "Le cours actuel de l’or" (56004554C)

29 Vraag van Anthony Dufrane aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De huidige goudkoers" (56004554C)

 

29.01  Anthony Dufrane (MR): Monsieur le ministre, l'or  est une valeur refuge par excellence. Au vu de l’actualité internationale, en particulier depuis l’attaque en Ukraine, le cours de l’or a continué de monter jusqu’à des records, pour atteindre pour la première fois les 3 000 dollars l’once.

 

Au vu de la tendance que suit actuellement le précieux métal jaune, il est légitime de se demander si l'État fédéral compte investir dedans, ou au contraire, si la revente d’une partie des stocks est prévue afin de financer d’autres projets tels que les investissements dans la Défense.

 

Cependant, la question de l’origine de l’or peut aussi entrer en ligne de compte. En effet, un or recyclé ou extrait de manière éthique est préférable à un or issu de mines clandestines.

 

Monsieur le ministre, comment les stocks d'or de la Belgique se portent-ils? Comptez-vous à terme en rapatrier de Londres vers Zeelik? Comptez-vous en acheter au vu du prix croissant de l’or? Ou comptez-vous vendre une partie des stocks afin de financer certains projets? D’autres États ont-ils fait des propositions pour acheter de l’or belge? La Belgique compte-t-elle diversifier son portefeuille d’investissement en achetant d’autres métaux précieux ou biens de valeur? Porte-t-on une attention à l’origine particulière de l’or acheté par l'État belge?​

 

29.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur Dufrane, conformément au cadre juridique applicable au niveau européen et national, c'est la Banque nationale de Belgique (BNB) qui, en sa qualité de banque centrale nationale opérant au sein de l'Eurosystème, a pour mission de détenir et de gérer les réserves d'or belges. Le gouvernement fédéral n'est pas compétent en la matière.

 

Ce stock d'or constitue, avec les autres réserves officielles de change, un patrimoine affecté aux missions d'intérêt général que la BNB s'est vue confier. Le comité de direction de la BNB est habilité à arrêter les décisions relatives à la gestion des réserves de change. Il le fait en toute autonomie, dans le respect du principe d'indépendance de la banque centrale inscrite dans le droit européen.

 

Je ne suis donc pas en mesure de me prononcer sur les décisions d'achat ou de vente d'or de la BNB, encore moins dans le cadre de scénarios hypothétiques. La BNB gère les réserves de change en fonction des besoins et des conditions du marché en veillant à les diversifier suffisamment conformément aux critères de liquidité, de sécurité, de rendement et de durabilité. Dans le cadre de cet exercice, la BNB doit également tenir compte des pouvoirs de coordination de la Banque centrale européenne (BCE), s'agissant de la gestion des réserves de change au sein de l'Eurosystème.

 

À cet égard, je peux faire référence au communiqué de presse publié par la BNB le 19 mars. Les réserves d'or actuelles de la BNB sont d'environ 227 tonnes. Ces réserves ont été accumulées dans un passé lointain et leur niveau est resté stable ces dernières années. La plus grande partie des avoirs en or est conservée à la Banque d'Angleterre. Une part beaucoup plus modeste est détenue à la Banque des règlements internationaux (BRI) et à la Banque du Canada. Une quantité très limitée est stockée à la Banque nationale de Belgique.

 

Des procédures de certification sont appliquées périodiquement et les audits sur place démontrent la qualité et la sécurité du stockage. Selon mes informations, un rapatriement de l'or vers la Belgique n'est pas à l'ordre du jour. Cela étant dit, une telle décision reviendrait également à la Banque nationale de Belgique.

 

29.03  Anthony Dufrane (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je vous souhaite à tous une belle soirée.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Ceci clôture notre réunion. Je remercie le ministre. Nous nous revoyons après le congé.

 

La réunion publique de commission est levée à 16 h 39.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.39 uur.