Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen

Commission de la Santé et de l'Égalité des chances

 

van

 

Dinsdag 03 juni 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 03 juin 2025

 

Après-midi

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 15.11 uur en voorgezeten door mevrouw Irina De Knop.

La réunion publique de commission est ouverte à 15 h 11 et présidée par Mme Irina De Knop.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Sam Van Rooy aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "Homofobe influencers via VRT Max" (56004253C)

- Irina De Knop aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "Homofobe influencers die een forum krijgen via VRT MAX" (56004393C)

01 Questions jointes de

- Sam Van Rooy à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "La présence d'influenceurs homophobes sur VRT Max" (56004253C)

- Irina De Knop à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "Les influenceurs homophobes qui bénéficient d'une tribune sur VRT MAX" (56004393C)

 

01.01  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, mijn eerste vraag gaat over de homofobe influencers die een forum krijgen via VRT MAX. In uw antwoord op mijn eerdere mondelinge vraag van 8 april over de groeiende intolerantie bij jongeren ten aanzien van lgbtqia+-personen deed u een opmerkelijke uitspraak. U stelde namelijk dat de golf van intolerantie ook extreem woedt op sociale media. Zo vernam ik dat een aantal influencers die intolerantie bevorderen ook programma's op VRT MAX hebben. Ik stel me daar vragen bij.

 

U gaf toen aan dat we ook die golf van communicatie moeten herbekijken en hier en daar herpositioneren. Vermits dit raakt aan de Vlaamse bevoegdheid inzake media, lijkt overleg met de Vlaamse minister van Media aangewezen.

 

Op welke manier hebt u vernomen dat bepaalde influencers die intolerantie daadwerkelijk bevorderen programma’s hebben op VRT MAX? Over welke influencers en welke programma's gaat het concreet? Gaat het over influencers die aantoonbaar intolerante verbale of andere acties hebben gesteld? Werden die personen daarvoor officieel aangeklaagd? Welke concrete daden van intolerantie werden er vastgesteld? Welke acties zult u ondernemen om die golf van communicatie te herbekijken? Zult u hierover contact opnemen met de Vlaamse minister van Media en er eventueel ook de VRT rechtstreeks over aanspreken?

 

01.02 Minister Rob Beenders: Mevrouw De Knop, ik geef graag wat meer verduidelijking over de antwoorden die ik gaf in de commissievergadering van 8 april, mede op basis van uw vragen van vandaag.

 

Ik verwijs specifiek naar een documentaire die beschikbaar is op VRT MAX, met als titel I Am Andrew Tate. De documentaire gaat over Andrew Tate, een influencer die geen onbekende is en een aanzienlijke invloed heeft op de sociale media. Hij is vooral bekend geworden door zijn homofobe en vrouwonvriendelijke uitspraken. Het is vooral door die uitspraken dat hij een grote aanhang heeft gekregen op de sociale media, voornamelijk onder jongere doelgroepen. Persoonlijk vind ik dat bijzonder zorgwekkend. Daarnaar verwees ik ook in mijn eerdere opmerkingen op 8 april.

 

Deze documentaire is beschikbaar tot eind augustus 2025 op VRT MAX en geeft een beeld van Tate op basis van bestaand beeldmateriaal. In de documentaire worden zijn gewelddadige en haatzaaiende uitlatingen dan ook ongefilterd getoond. Het is verontrustend om sommige expliciete beelden te zien, vooral gezien de impact die ze kunnen hebben op jongeren. Zo wordt bijvoorbeeld de uitbuiting van meisjes om zijn bedrijf op te richten en miljoenen te verdienen gewoon ongecensureerd getoond, inclusief fragmenten waarin wordt geapplaudisseer voor de bedragen die hij op die manier genereerde. In een ander fragment presenteert hij zijn leven als de droom van elke tienerjongen.

 

Dergelijke boodschappen zijn best problematisch, zeker omdat ze beschikbaar zijn op een breed toegankelijk platform als VRT MAX. Bovendien biedt de documentaire een eenzijdig perspectief door uitsluitend bestaand beeldmateriaal te gebruiken, zonder kritische context of analyse. Hoewel enkele slachtoffers aan het woord komen en er beelden te zien zijn van pogingen tot vervolging, ontbreekt een diepgaande reflectie op de schadelijke impact van Tates gedrag. Door dit gebrek aan kritische duiding wordt het voor kijkers – zeker voor jongeren – moeilijk om de ernst van zijn daden en de bredere maatschappelijke gevolgen ervan te begrijpen.

 

In dit verband werd er geen officieel contact opgenomen met de Vlaamse regering. Wat wel onder mijn bevoegdheid valt – wat niet het geval is voor de VRT – is het maximaal bevorderen van een inclusieve samenleving, met de focus op een beleid voor gelijke kansen, ongeacht seksuele geaardheid, genderidentiteit of andere beschermde kenmerken.

 

In lijn met dat doel zal ik wel actief blijven werken aan de bescherming van de lgbtqia+-personen en zal ik blijven strijden tegen discriminatie en haatzaaiende uitlatingen tegen verschillende doelgroepen, zowel online als offline.

 

01.03  Irina De Knop (Open Vld): Dank u voor uw antwoorden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Irina De Knop aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "De grondwettelijke verankering van het burgerlijk huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht" (56004404C)

02 Question de Irina De Knop à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "L'inscription dans la Constitution du mariage civil des personnes de même sexe" (56004404C)

 

02.01  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, op 14 april liet u ons weten voorstander te zijn van de grondwettelijke verankering van het burgerlijk huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht, vaak aangeduid als het homohuwelijk. Aangezien België het tweede land ter wereld was waar personen van hetzelfde geslacht konden trouwen en ook kinderen konden adopteren, is het van groot belang dat ons land zijn voortrekkersrol inzake gelijke kansen blijft vervullen. Door dit recht in de Grondwet op te nemen, kan het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht beter worden gegarandeerd. Dat is geen overbodige maatregel, omdat conservatieve en extreemrechtse krachten steeds vaker de rechten van lgbtq+-personen openlijk in vraag stellen of feitelijk trachten uit te hollen. Zelfs in EU-lidstaten, met name Hongarije en Italië is dat al het geval.

 

Een grondwettelijke verankering zou dit recht dus beter kunnen beschermen tegen mogelijke inperkingen in de toekomst. Çavaria heeft alvast positief gereageerd op uw engagement, maar benadrukt dat er nog andere rechten zijn die grondwettelijk en dus beter beschermd zouden moeten worden.

 

Hebt u overleg gepleegd met uw collega-ministers voordat u dit voorstel kenbaar maakte in de media? Zo ja, zit de voltallige regering op dezelfde lijn om het burgerlijk huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht daadwerkelijk in de Grondwet te verankeren? Zal de regering zich ertoe verbinden het betreffende artikel in de Belgische Grondwet voor herziening vatbaar te verklaren zodat het burgerlijk huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht in een volgende legislatuur kan worden ingeschreven? Op korte termijn is dat immers niet mogelijk.

 

Hebt u reeds overleg gepleegd met Çavaria om na te gaan welke andere rechten de organisatie graag opgenomen zou zien in de Grondwet om gelijke rechten voor lgbtq+-personen te garanderen? Kunt u vanuit uw bevoegdheid in de toekomst beter toezien op het feit dat nieuwkomers in ons land de rechten van lgbtq+-personen respecteren en niet langer in vraag stellen?

 

02.02 Minister Rob Beenders: U hebt het kader heel goed geschetst. België was in 2003 inderdaad het tweede land dat het huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht goedkeurde. Vandaag stellen nog maar heel weinig mensen zich daar vragen bij, al is het maar omdat iedereen wel iemand kent die de stap gezet heeft, in de familiekring, vriendenkring of kennissenkring. Op een of andere manier lijkt dat een verworven recht te zijn – wat het ook is – en vinden we dat heel normaal.

 

Dan zagen we echter de cijfers van het jongerenplatform, waaruit bleek dat een op vijf jongeren problemen heeft met het idee dat mensen van hetzelfde geslacht huwen. Dat moet een alarmbel doen afgaan. Het toont aan dat dergelijke verworvenheden niet vanzelfsprekend zijn. Wanneer men dan ziet dat in andere landen deze rechten effectief onder druk komen te staan, dan wil ik als minister van Gelijke Kansen mijn verantwoordelijkheid opnemen.

 

Alle partijen in de regering delen de ambitie om het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht te beschermen. De regering wil ook blijven inzetten op gelijke rechten, op respect en op de bescherming van de lgbtq+-gemeenschap. Het verankeren van het homohuwelijk in de Grondwet past volledig binnen die doelstelling. Iedereen, ongeacht seksuele geaardheid of genderidentiteit, moet vrij en veilig kunnen leven.

 

Mijn administratie onderzoekt momenteel de mogelijkheid om dat aspect in het kader van een grondwetsherziening te verankeren. Ik verdedig – uiteraard – dit standpunt ook binnen de regering, onder meer in het kader van het opstellen van de verklaring tot herziening van de Grondwet, die traditioneel het einde van de legislatuur inluidt.

 

Bovendien is er blijvend overleg met alle lgbtq+-koepels, waaronder Cavaria, om ook hun advies te blijven aanhoren en waar mogelijk te implementeren. In het kader van het nieuwe interfederaal actieplan voor lgbtq+-rechten worden zij ook structureel geconsulteerd, zodat beleidsmatig doelgerichte en vooral doeltreffende maatregelen kunnen worden getroffen. In dat overleg is er ook ruimte om na te gaan welke rechten extra bescherming nodig hebben om de duurzaamheid  van de gelijkheid en de veiligheid van lgbtq+-personen te garanderen. Het overleg verloopt vrij intensief en structureel. Naar aanleiding van het topic in kwestie hebben wij al nadere gesprekken gevoerd.

 

Het blijft belangrijk om in te zetten op het bestrijden van intolerantie tegenover lgbtq+-personen. Het nieuw interfederaal plan zal zich daarom onder meer focussen op de bescherming van de meest kwetsbare groepen. Wij zetten in op nieuwe maatregelen die focussen op sensibilisering bij de doelgroepen in de samenleving waar dat absoluut nodig is. Waar nodig zullen wij ook de nodige experts en uiteraard ook het middenveld inzetten. Dat is dus een brede aanpak, die wij blijven stimuleren.

 

02.03  Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoorden. Het volgende moet mij wel van het hart.

 

Het is fantastisch dat u heel veel aandacht voor de problematiek hebt en dat u mee ervoor wilt zorgen dat het recht om te huwen in de Grondwet kan worden verankerd. Het is echter jammer dat u als bevoegd minister dat niet in uw beleidsverklaring en evenmin in uw beleidsnota hebt opgenomen, wat mij de wenkbrauwen deed fronsen.

 

Daarom wilde ik nog eens expliciet de vraag stellen. Ik heb evenwel vernomen dat de hele regering achter het principe staat. Wij kijken dus uit naar de artikelen die voor herziening vatbaar zullen worden verklaard.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitster: Vraag nr. 56004566C van de heer Freilich vervalt.

 

03 Question de Hervé Cornillie à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "Les nouvelles formes de parentalité et leur impact sur l'égalité des enfants" (56005097C)

03 Vraag van Hervé Cornillie aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "De nieuwe ouderschapsvormen en de impact ervan op de gelijkheid van kinderen" (56005097C)

 

03.01  Hervé Cornillie (MR): Monsieur le ministre, je suis l'un des papas de Côme, un garçonnet de trois ans et cinq mois, né au Mexique par gestation pour autrui (GPA). J'ai réfléchi longtemps avant de vous poser cette question, car je ne souhaitais pas qu'elle fût interprétée comme étant d'intérêt purement personnel. Il n'en est évidemment rien. Elle vaut pour tous les autres qui ont envie d'être papa dans cette configuration et qui se heurteront sans doute à des problèmes similaires à ceux que nous avons pu connaître.  

 

Bien que je n'aie pas besoin de vous l'expliquer, la GPA est un mode de procréation médicalement assistée consistant à demander ou accepter qu'une femme extérieure aux auteurs du projet parental puisse porter un ou plusieurs de ses enfants. Elle est majoritairement pratiquée par des couples hétérosexuels (comme on l'ignore souvent) ne pouvant procréer, notamment en raison, par exemple, de la maladie dans le chef de la maman. C'est le cas classique du cancer, qui ne permet plus, malheureusement, de porter un enfant. Elle est de fait aussi accessible aux hommes homosexuels, en couple ou non. Cette méthode va leur permettre de fonder une famille, puisqu'il s'agit en réalité d'une question d'infertilité et d'égalité devant l'accès à la famille. C'est donc aussi un problème de santé.

 

La GPA est légalisée et encadrée dans un certain nombre de pays, pas en Belgique où il faut constater un vide juridique. C'est en soi un problème qui m'amène aujourd'hui devant vous.

 

Sur le terrain, des cas de figure se multiplient pourtant, parce que la société évolue et s'adapte à la réalité, entraînant malheureusement des traitements différents selon la commune des parents, alors que tous les enfants – car c'est d'eux qu'il s'agit – naissent dans le même droit en l'état et dans le même État de droit. C'est du moins ce que je pensais. Je vais étayer mon propos par quelques exemples.

 

Le bourgmestre de la commune de Y, en Région bruxelloise, dit aux parents d'aller s'installer dans la commune de X, toujours en Région bruxelloise, car son collègue sera moins "enquiquinant" pour l'inscription de l'enfant au registre de la population et pour l'octroi de documents d'identification. Pourtant, cela dépend d'une loi fédérale. Cela ne devrait-il donc pas être fait de façon homogène sur le territoire belge?

 

Les Régions ne sont pas en reste non plus, rassurez-vous. La prime de naissance est, en ce qui nous concerne, refusée. Oui, un enfant wallon n'est donc pas égal à un enfant wallon. Notez au passage qu'il a fallu plus de trois ans à l'administration wallonne pour dire non, la situation étant pourtant inchangée depuis sa naissance. Trois ans pour dire que mon fils est un sous-Wallon, je n'oserais pas dire Untermensch, car je ne maîtrise pas bien l'allemand.

 

J'en reviens au fédéral, même si je ne vous impute évidemment pas la responsabilité de cette question et ce n'est pas le sens de mon propos. Prenons le congé parental, par exemple, qui fait partie des congés thématiques auxquels les parents ont recours pour accorder un peu de temps à leur enfant et à leur famille. Eh bien, le co-papa n'y a pas droit, alors que la compagne d'une maman, oui.

 

Je suis évidemment très content pour les couples lesbiens de cette faculté de bénéficier du temps au début de la vie d'un enfant pour, justement, que ça se passe pleinement et de manière épanouissante. Mais il y a une inégalité entre les hommes et les femmes – un comble, je trouve! – qui semble être organisée institutionnellement par ce pays.

 

Monsieur le ministre, comment l'Arizona – et donc vous, pour le compte de l'Arizona – va-t-elle lutter contre ces inégalités de traitement et éliminer toute différence entre les enfants, peu importe la manière dont ils sont nés, qui sont tous des ressortissants de notre pays, où qu'ils vivent?

 

03.02  Rob Beenders, ministre: Merci beaucoup, monsieur Cornillie, pour votre question. Même si c'est une question personnelle, je la trouve très importante. Je vous remercie d'ailleurs de ce partage.

 

Ma réponse n'est pas très longue mais je vais essayer de fournir quelques explications. Tous les aspects ne relèvent pas de mes compétences.

 

Je reconnais complètement la nécessité d'un cadre légal autour de la gestation pour autrui. Cette absence de cadre légal fait que la gestation pour autrui n'est ni interdite ni juridiquement réglée, ce qui peut engendrer de la discrimination et d'autres pratiques peu souhaitables. Il est certain que toute discrimination à ce sujet doit être supprimée pour que les droits de toutes les parties prenantes, les parties d'intention, les enfants et les mères porteuses soient garanties et protégées. Des pratiques, telles que vous les énumérez, soulignent cette nécessité pour un cadre légal ainsi qu'un débat de fond. L'accord de gouvernement a déjà annoncé des travaux sur ce sujet pendant cette législature pour créer un cadre légal autour de la gestation pour autrui altruiste gestationnelle.

 

En ce qui concerne le congé parental, je reconnais que le manque d'un statut de coparent crée des problèmes et possibles discriminations. J'aborderai la question avec les ministres compétents et je peux vous assurer que nous avons des réunions régulières à ce sujet. J'espère vraiment pouvoir vous donner plus d'informations dans quelques mois.

 

03.03  Hervé Cornillie (MR): Merci pour vos éléments de réponse, monsieur le ministre. Je suis très heureux d'entendre que cette question est à l'ordre du jour de la feuille de route de l'Arizona. Des procès d’intention sont parfois faits à ce valeureux gouvernement. Vous voyez qu’il traite de questions aussi sensibles que celle-là, avec une volonté d’avancer dans l’intérêt des enfants.

 

Je ne plaide même pas ici pour le cadre général mais pour que tous sortent de cette situation juridique inconfortable qui les rend inégaux entre eux et qui les fragilise tout simplement. Ce n’est pas à un enfant de payer pour cela. Je crois que la Belgique s’honorerait à avancer en ce sens. Vous l’avez annoncé.

 

Je ne sais pas sous combien de mois nous pouvons espérer une évolution sur le sujet mais j’ai entendu avec bonheur que vous y travaillez ardemment avec vos collègues concernés.

 

Ne doutez pas un instant que je reviendrai sur le sujet car j’ai vraiment envie que cette question avance pour tous les autres.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Funda Oru aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "De structurele aanpak van gendergerelateerd geweld" (56005439C)

04 Question de Funda Oru à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "L'approche structurelle des violences basées sur le genre" (56005439C)

 

04.01  Funda Oru (Vooruit): Mijnheer de minister, toen ik enkele weken geleden mijn vraag indiende, werden kort na elkaar twee vrouwen vermoord door hun partner of ex-partner, namelijk Olivia in Etterbeek op 19 mei en Diana in Eeklo op 21 mei. Een paar dagen later, op 23 mei, werd een derde vrouw, Naskah uit Bonheiden, eveneens het slachtoffer van partnergeweld. Aanvankelijk dacht men dat zij in de brand was omgekomen, maar kort erna ontdekte men dat haar partner betrokken was bij de moord.

 

In uw beleidsnota, die we de afgelopen weken ook uitgebreid besproken hebben, maakt u heel duidelijk de keuze om gendergerelateerd geweld aan te pakken. De opeenvolgende tragedies tonen pijnlijk aan dat dat geweld nog steeds een schrijnend probleem is in onze samenleving, dat om onmiddellijke en structurele actie vraagt.

 

In de nota verwijst u naar de oprichting van een wetenschappelijk comité dat onder meer feminicides moet analyseren en opvolgen. Mijnheer de minister, hebt u al een zicht op de oprichting en de werking van dat comité?

 

Twee jaar geleden, in juli 2023, werd de feminicidewet in het leven geroepen. Zijn er sindsdien al concrete stappen gezet?

 

In het kader van de strijd tegen gendergerelateerd geweld wordt ook een koninklijk besluit over risicotaxatie-instrumenten voorbereid. Kunt u aangeven hoe ver het staat met de uitwerking en inwerkingtreding van dat besluit?

 

In de ingediende tekst van mijn vraag heb ik ook een aantal cijfers opgevraagd. U mag die vraag mondeling beantwoorden, maar ik ontvang die gegevens ook graag schriftelijk. Het gaat om gegevens over het aantal vrouwen dat slachtoffer is geworden van partnergeweld, en ook over het mobiel stalkingsalarm, waarvan in de beleidsnota wordt vermeld dat dat structureel verankerd zal worden. Hebt u al zicht op de werking ervan en op het aantal ingediende aanvragen?

 

04.02 Minister Rob Beenders: Dank u wel, collega, voor uw zeer pertinente vraag over een onderwerp dat de afgelopen weken helaas te weinig in de actualiteit aan bod kwam. De gebeurtenissen van de voorbije periode tonen aan dat de strijd tegen gendergerelateerd geweld en feminicide een absolute prioriteit moet zijn. Dergelijk geweld is niet altijd dodelijk, maar we moeten het maximaal proberen te voorkomen. Ik zal als minister mijn schouders blijven zetten onder de verdere implementatie van de maatregelen uit de feminicidewet.

 

Om te beginnen, zullen we het koninklijk besluit over risicotaxatie en risicobeheer uitwerken. Mijn administratie heeft reeds samengezeten met belangrijke stakeholders, zoals de politie, om de inhoud van het besluit af te toetsen. De juridisch-technische redactie ervan is lopende. De feminicidewet voorziet erin dat risicotaxatie gebeurt bij alle klachten, meldingen of procedures rond gendergerelateerd geweld, dus ook bij digitale meldingen. In de basisopleiding en de voortgezette opleiding van de politiediensten wordt specifiek aandacht besteed aan feminicides, gendergerelateerde dodingen en het mogelijk voorafgaande geweld. Risicotaxatie is een belangrijk mechanisme om gevaarlijke situaties van intrafamiliaal geweld te herkennen en laat toe sneller op te treden, sneller in te spelen en gepaste beleidsmaatregelen te nemen.

 

Het mobiel stakingsalarm is in situaties van levensbedreigend intrafamiliaal geweld een uiterst belangrijk mechanisme. Ik zal samen met de andere regeringspartners het systeem zo performant mogelijk maken.

 

Momenteel worden in België 240 personen door het mobiel stakingsalarm beschermd. Het parket kan beslissen om een mobiel stakingsalarm toe te kennen, als aan de toekenningsvoorwaarden voldaan wordt en als een risicotaxatie op een verhoogd risico op geweld wijst.

 

Weigeringen kunnen verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld het slachtoffer en de verdachte hebben nog vrijwillig contact met elkaar of een andere beschermingsmaatregel wordt als voldoende ingeschat. De inschatting gebeurt door het parket, in samenwerking met de politie.

 

Er wordt een wetenschappelijk comité opgericht dat feminicides en gendergerelateerde dodingen analyseert. De doelstelling is om uit die analyses te leren en aanbevelingen te formuleren, zodat dergelijke feiten kunnen worden voorkomen. Het wetenschappelijk comité beschikt reeds over een juridisch kader. Het voorzitterschap wordt opgenomen door het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek. Zodra de nodige aanwervingen zijn gebeurd, kan het comité van start gaan. Uiteraard zullen we die evolutie nauwgezet opvolgen. Dat zal na de zomerperiode zijn.

 

Tot slot voorzien we in een koninklijk besluit om statistieken over feminicide, gendergerelateerde dodingen en het geweld dat eraan voorafgaat, te verzamelen. Het KB moet het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen in staat stellen om vanaf 2026 jaarlijks statistieken over die vormen van geweld te publiceren.

 

Voor de huidige statistieken kunt u zich richten tot de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.

 

04.03  Funda Oru (Vooruit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord en voor uw duidelijk engagement. We zijn het Diana, Olivia, Naskah en alle slachtoffers van intrafamiliaal en gendergerelateerd geweld verplicht te blijven investeren in bescherming, preventie en een justitie die vrouwen en kwetsbaren beschermt. Wij blijven de problematiek samen opvolgen om elke vorm van geweld tegen kwetsbare mensen te voorkomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.37 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 37.