Commissie voor Justitie

Commission de la Justice

 

van

 

Woensdag 11 juni 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 11 juin 2025

 

Après-midi

 

______

 

Le développement des questions et interpellations commence à 14 h 34. La réunion est présidée par M. Ismaël Nuino.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.34 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Ismaël Nuino.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het toekennen van elektronisch toezicht en de financiering van enkelbanden" (56005311C)

- Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De noodwet" (56005325C)

01 Questions jointes de

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'octroi d'une surveillance électronique et le financement des bracelets électroniques" (56005311C)

- Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La loi d'urgence" (56005325C)

 

01.01  Alain Yzermans (Vooruit): Ik wil eerst een stand van zaken geven over de actualiteit. De noodwet is uitgevaardigd, of beter gezegd, er zijn een aantal maatregelen getroffen. De Algemene Directie heeft ook een aantal nieuwe maatregelen aangekondigd in het kader van het paasakkoord, waarover enige onduidelijkheid bestond. Vandaag kampen we met meer dan 16.000 veroordeelden. Het aantal gedetineerden is intussen volgens kersverse cijfers opgelopen tot 13.021. Ook het aantal grondslapers is opnieuw licht gestegen tot 252, wat een respectabel aantal is. Bovendien zijn er 1.036 geïnterneerden. Er zijn eveneens een aantal gedetineerden zonder recht op verblijf.

 

Het kernkabinet heeft het licht op groen gezet voor de noodmaatregelen, maar na het advies van de Raad van State is er bijgestuurd. Mijn vraag is heel eenvoudig. Wat betekenen de getroffen maatregelen nu concreet? Hoe zal het elektronisch toezicht worden geprefinancierd?

 

01.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Yzermans, wij hebben inderdaad gewerkt aan een noodwet om de acute overbevolking aan te pakken en zelfs meer dan dat, zodat, zoals u terecht opmerkt, ook veroordeelden die nog niet werden uitgenodigd om zich aan te melden in de gevangenis, een plaats kunnen krijgen. Het voorontwerp van wet houdende maatregelen met het oog op de vermindering van de overbevolking in de gevangenissen omvat onder meer een aangepaste toekenningsprocedure via de strafuitvoeringsrechter voor strafuitvoeringsmodaliteiten voor veroordelingen met een straftotaal van drie jaar of minder. Dat gebeurt net om ervoor te zorgen dat de behandeling kan gebeuren door de strafuitvoeringsrechter en om een antwoord te bieden op de overbevolking.

 

Het voorontwerp van wet wordt momenteel binnen de regering besproken en zal zo spoedig mogelijk aan het Parlement worden voorgelegd. Uiteraard hebben wij dienaangaande advies ingewonnen bij de Raad van State, waarmee we rekening houden.

 

Inzake de prefinanciering aan de deelstaten is binnen de regering het volgende overeengekomen. Met het oog op de compensatie van de deelstaten wordt een impactanalyse uitgevoerd van de aangepaste noodmaatregelen. In het kader van die bijkomende opdracht aan de deelstaten wordt onderzocht op welke manier de prefinanciering aan de deelstaten op wettelijk correcte wijze kan worden uitgewerkt. Op basis van de resultaten van die impactanalyse aan de deelstaten zal worden onderzocht op welke manier de prefinanciering mogelijk zou kunnen worden gemaakt. De premier en de ministers van Begroting en Financiën zijn mede belast met het zoeken naar een oplossing.

 

U weet dat er in elk geval een financiering plaatsvindt voor de uitvoering van de opdracht in het kader van elektronisch toezicht voor de gemeenschappen. In feite hebben zij een prefinanciering gevraagd, want het is uiteraard moeilijk om op voorhand exact in te schatten hoeveel enkelbanden in omloop zullen moeten worden gebracht als gevolg van uitspraken van de strafuitvoeringsrechtbank. Vandaar de noodzaak van die impactanalyse.

 

Zoals ik eerder heb gezegd, is in onze bijzondere financieringswet een afspraak gemaakt over die dotatie. De vraag is dus op welke wettelijk correcte manier een verzoening mogelijk is tussen enerzijds de wens tot prefinanciering en anderzijds de afspraken die bestaan in het kader van de bijzondere financieringswet. In het kader van de procedure tot vastlegging van die noodwet hebben we ook een interministeriële conferentie gehouden op 23 mei met de verschillende gemeenschappen en alle bevoegde ministers.

 

Het probleem van de stock en de overbevolking in onze gevangenissen doet zich voor op het hele Belgische grondgebied. Enkele gevangenissen springen er in het bijzonder uit, bijvoorbeeld omdat ze een groter ressort beslaan, zoals in Brussel of Antwerpen. Onder meer in het kader van de Sky ECC-procedure en andere drugsgerelateerde onderzoeken vonden daar veel aanhoudingen plaats en dus is er veel vraag naar capaciteit. Maar ik denk niet dat er één gevangenis in ons land ontsnapt aan de overbevolking, noch dat er één ressort is waarin de stock van nog niet-uitgevoerde of niet-aangevangen gevangenisstraffen substantieel kleiner is dan in andere ressorts.

 

Ik zou zeggen: wordt vervolgd. Het is nodig om een wettelijk kader te vinden om de overbevolking aan te pakken, en niet met maatregelen zoals die in de vorige legislatuur zonder wettelijke basis genomen zijn.

 

01.03  Alain Yzermans (Vooruit): Mevrouw de minister, ik ben tevreden. Bedankt voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De personeelsformatie van de rechtbank van eerste aanleg Limburg" (56005364C)

02 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le cadre du personnel du tribunal de première instance du Limbourg" (56005364C)

 

02.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik verontschuldig mij dat ik wat later ben toegekomen, ik was hiernaast weerhouden voor een interpellatie over een asielcentrum in uw en mijn achtertuin.

 

Tijdens de bespreking van de Commissie Justitie van 21 mei jl. hebt u verklaard dat de personeelsformatie van de Rechtbank van eerste aanleg Limburg volledig is ingevuld.

Dit is manifest onjuist. 

In een mededeling heeft de Voorzitter van de Rechtbank in niet mis te verstane bewoordingen dit weerlegd:

“Er zijn 32 magistraten op het wettelijk kader van 40 beschikbaar. 2 plaatsen zijn reeds enige tijd vacant en 6 magistraten zijn (langdurig) afwezig wegens vnl. medische redenen. Daarnaast werkt 1 rechter halftijds wegens ouderschapsverlof.

De rechtbank wordt geconfronteerd met een groot aantal omvangrijke correctionele processen waarvoor het nodige menselijke kapitaal ontbreekt.

Het wettelijk kader is zelfs ontoereikend. Het tekort aan magistraten, in combinatie met het groot aantal omvangrijke processen die er in de beide afdelingen dienen verwerkt te worden, maakt een goede werking van de rechtbank onmogelijk.

Dringende materies dienen prioritair behandeld te worden zodat minder dringende zittingen dienen uitgesteld te worden.  De rechtszoekende is hiervan het slachtoffer.

Onze rechtbank kan enkel blijven draaien dankzij de uitzonderlijke inzet, flexibiliteit en collegialiteit van onze mensen."

 

Waarom heeft de minister manifeste onjuiste informatie medegedeeld?

Hebt u voorafgaandelijk de nodige informatie opgevraagd? 

Welke initiatieven gaat de minister nemen om er bij hoogdringendheid voor te zorgen dat het huidige wettelijke kader volledig wordt ingevuld?

Uit de mededeling blijkt ook dat het huidige kader absoluut onvoldoende is, gelet op o.m. een groot aantal omvangrijke correctionele processen. Gaat u de nodige initiatieven nemen om het kader uit te breiden, dit in het belang van de vermindering van de  werkdruk van de magistraten en om ervoor te zorgen dat alle dossiers tijdig kunnen worden behandeld?

 

02.02 Minister Annelies Verlinden: Collega Dillen, geen probleem dat u wat later bent toegekomen. U bent een trouwe bezoeker van deze commissie en ik begrijp dat er agendamoeilijkheden kunnen zijn.

 

Uw vraag gaat over de personeelsformatie. De kaderinvulling van de rechtbank van eerste aanleg Limburg werd mij aangereikt door de administratie. Deze was, uitgaande van de wettelijke kaders, wel degelijk correct. Het wettelijk kader van de rechtbank van eerste aanleg Limburg bedraagt 40 magistraten. Volgens de cijfers van 1 mei van dit jaar waren 38 magistraten benoemd, daarnaast is 1 magistraat aanwezig via een opdracht, 1 magistraat heeft de rechtsmacht verlaten voor een benoeming in een andere rechtbank op 30 april. Die laatste beweging was nog niet bekend bij het bezorgen van mijn vorig antwoord.

 

Daarnaast zijn er 6 magistraten afwezig, voornamelijk om medische redenen. Aangezien een magistraat voor het leven benoemd is, kan die niet worden vervangen en blijft die gedurende de volledige ziekteperiode aangerekend op het wettelijk kader.

 

Ik ben me ervan bewust dat de cijfers over de invulling van het kader niet noodzakelijk samenvallen met de precieze beschikbare capaciteit bij de rechtbank, vanwege de verschillende afwezigheden, zowel van korte als van langere duur. Om hieraan tegemoet te komen, alsook aan de werkdruk en de verdeling binnen elk van de hoven en rechtbanken, wordt in het regeerakkoord voorzien in een flexibilisering van de wettelijke kaders en een wettelijk geregeld allocatiemodel. Dat model geeft, aan de hand van bij wet vastgelegde objectieve parameters, waaronder de werklastmeting, aan bij welke rechtscolleges prioritair versterkingen moeten worden ingezet.

 

In afwachting hiervan komt het aan het College van hoven en rechtbanken toe om, binnen de wettelijke kaders en de beschikbare middelen, de prioriteiten te bepalen inzake de openstelling van de vacatures.

 

02.03  Marijke Dillen (VB): Ik dank u voor het antwoord, mevrouw de minister. De fout was, als ik het goed begrijp, te wijten aan verkeerde informatie die u van uw administratie hebt gekregen, maar de voorzitter was toch wel bijzonder scherp in zijn mededeling.

 

Ik begrijp uiteraard zijn bezorgdheid. Het wettelijke kader waarop men in Limburg vandaag een beroep kan doen, is immers absoluut ontoereikend. Als daar dan nog een aantal mensen, ik begreep dat het om zes personen gaat, langdurig afwezig zijn en, zoals u terecht opmerkte, niet kunnen worden vervangen en één van hen bovendien slechts halftijds werkt, dan wordt het bijzonder moeilijk om in een rechtsgebied dat regelmatig met omvangrijke correctionele processen wordt geconfronteerd, op een goede manier te kunnen functioneren. Veel van die zaken worden, zo blijkt uit de mededeling, regelmatig uitgesteld. Er wordt dan ook een pleidooi gehouden voor een uitbreiding van het kader. Ik hoop dat u daarvan in de toekomst werk zult maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het belangrijke tekort aan federale magistraten" (56005370C)

03 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'importante pénurie de magistrats fédéraux" (56005370C)

 

03.01  Marijke Dillen (VB): “In 2024 kampte het federale parket ononderbroken met een belangrijk tekort aan federale magistraten dat nog steeds niet is weggewerkt en werd het geconfronteerd met een permanent wijzigende geopolitieke toestand en criminaliteit. In 2025 zal het federale parket zich moeten afstemmen op het federaal regeerakkoord met eigen prioriteiten. Dit alles maakt dat het federaal parket met zijn actueel kader en niettegenstaande de hulp van magistraten van andere parketten en parketten-generaal, het moeilijk heeft om de strafvordering optimaal te blijven uitoefenen voor alle prioritaire misdrijven die zijn opgenomen in de prioriteitennota van het Openbaar Ministerie van 2021." Dit blijkt duidelijk uit het Jaarverslag van het federaal Parket 2024.

 

Kan de minister meer toelichting geven betreffende de invulling van het kader bij het federaal parket? Wat zijn de verschillende oorzaken van het belangrijk tekort aan federale magistraten?

Op welke wijze zal het federale parket zich moeten afstemmen op het federaal regeerakkoord met eigen prioriteiten? Graag volledige toelichting.

Het is duidelijk dat een uitbreiding van het actuele kader bij het federaal parket noodzakelijk is om de strafvordering optimaal te blijven uitoefenen. Welke initiatieven gaat de minister nemen om hieraan bij prioriteit aandacht te besteden? Het is immers belangrijk om ervoor te zorgen dat het federaal parket de strafvordering kan blijven uitoefenen voor alle misdrijven.

 

03.02 Minister Annelies Verlinden: Het wettelijke kader van het federaal parket bedraagt 35 magistraten. Momenteel zijn er 32 magistraten aangewezen. Voor de 3 vacante plaatsen bevindt de benoemingsprocedure zich in een eindfase. De verwachting is dat de benoemingsbesluiten tegen midden juli kunnen worden betekend. Dit zal het federale parket op een volledige invulling van het kader brengen voor wat betreft de magistraten.

 

Het federaal parket is een belangrijke actor in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en in de buitengerichte aanpak die in het regeerakkoord is vooropgesteld. Samen met de andere actoren binnen de keten zal het betrokken worden bij de uitwerking van de verschillende facetten die in het regeerakkoord zijn benoemd.

 

Bij de opmaak van de begroting 2025 is voorzien dat de besparing van 1,8 % op de personeelskredieten – zoals die voor andere departementen geldt – niet van toepassing is op veiligheidsdepartementen zoals Justitie. De regering heeft daarbovenop bijkomende budgettaire middelen voorzien voor een gerichte versterking van de rechterlijke orde in de vorm van een interdepartementale provisie. Deze middelen zullen, in samenspraak met de rechterlijke orde, worden toegewezen, zoals ik eerder al heb toegelicht.

 

Tot slot kan ik nog meedelen dat het Openbaar Ministerie heeft voorgesteld om, zoals in andere rechtsmachten, de mogelijkheid te voorzien om in het federaal parket plaatsvervangende magistraten aan te wijzen. Ik heb mijn administratie gevraagd om ter zake de nodige tekstaanpassingen voor te bereiden, die zullen worden voorgelegd aan deze commissie.

 

03.03  Marijke Dillen (VB): Bedankt, mevrouw de minister. U zult wel begrepen hebben dat ik deze vraag heb gesteld op basis van wat ik letterlijk gelezen heb in het jaarverslag van het federaal parket van 2024. Daarin staat letterlijk dat het federaal parket onafgebroken met een belangrijk tekort aan federale magistraten moet werken. Ik heb van u begrepen dat het tekort momenteel 3 magistraten bedraagt. Het kader voorziet immers in 35 magistraten, terwijl er op dit ogenblik 32 magistraten werkzaam zijn.

 

Ook hier wil ik een oproep doen, mevrouw de minister, om bijkomende magistraten te voorzien, gelet op de belangrijke opdracht die het federaal parket moet vervullen en gezien het geconfronteerd wordt met een permanent wijzigende geopolitieke situatie en criminaliteit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Aan de orde zijn de samengevoegde vragen nrs. 56005371C, 56005372C en 56005373C van mevrouw Dillen en nr. 56005721C van de heer Van Tigchelt.

 

03.04  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, de heer Van Tigchelt stelt momenteel nog een vraag in een andere commissie. Ik heb er geen bezwaar tegen om deze vragen wat later te stellen. Ik wil graag collegiaal zijn. Ik moet wel vroeger vertrekken, maar we zien wel.

 

De voorzitter: Ik zal deze vragen verschuiven naar het einde van de agenda.

 

04 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De aanzienlijke personeelsachterstand bij de CDBC" (56005398C)

04 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le manque criant de personnel à l'OCRC" (56005398C)

 

04.01  Marijke Dillen (VB): Iedere 5 dagen wordt er in ons land een onderzoek naar corruptie geopend. Sjoemelende politici en ambtenaren, corrupte politieagenten en magistraten, frauderende burgers en bedrijven, ze bestaan. In een goed functionerende rechtsstaat zouden ze snel ontmaskerd en vervolgd moeten worden. De Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie (CDBC), een dienst van de federale gerechtelijke Politie, voert de onderzoeken naar de belangrijkste corruptiedossiers. Maar door de toevloed van nieuwe dossiers, een stijging van 34% de laatste 5 jaar, dreigt deze dienst te verzuipen in haar werkzaamheden. Van de 61 speurders die zich voltijds inzetten zijn er na aftrek van zieken en mensen die halftijds werken, nog slechts 46 inzetbaar. Zij moeten samen 166 complexe dossiers opvolgen. Deze werkdruk is totaal onhoudbaar. Daarenboven weten we dat er de komende jaren vanuit Europa nog een nieuwe golf aan dossiers bovenop komt waarbij de vrees bestaat dat onderzoeken naar Belgische corruptiedossiers achteruit wordt geschoven. Dit is geen alleenstaand geval. Bijna alle onderzoeksdiensten binnen de FGP zijn onderbemand. De minister moet dringend haar verantwoordelijkheid nemen. Nog langer wachten zal het gevoel van straffeloosheid bij de criminelen alleen maar in de hand werken. Niets doen is schuldig verzuim. En is een gevaar voor de democratie.

 

Welke initiatieven, gekoppeld aan de nodige investeringen, gaat u bij hoogdringendheid nemen om de personeelsachterstand terug te dringen?

Een federaal magistraat heeft een lijvige nota van 41 bladzijden aan de minister overhandigd. Kan u volledige en gedetailleerde toelichting geven betreffende deze nota? Bent u bereid deze nota aan het parlement mede te delen?

 

04.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Dillen, wat uw eerste vraag betreft, de nood aan cijfers waarnaar wordt verwezen heeft betrekking op een situatie van vóór 2025. De federale politie heeft intussen en binnen het kader van de haar ter beschikking gestelde capaciteiten initiatieven genomen om het bestaande personeelskader zo volledig mogelijk in te vullen. Bijgevolg zijn er op dit moment 64 voltijdsequivalenten ingezet binnen het voorziene kader van 66. De federale politie zal zich uiteraard blijven inspannen om het personeelskader volledig in te vullen.

 

Wat uw tweede vraag betreft, het jaarverslag van de CDBC zal aan het Parlement worden bezorgd.

 

04.03  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De screening van jihadistische terreuraanslagen met drones" (56005433C)

05 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le screening des attentats terroristes jihadistes impliquant des drones" (56005433C)

 

05.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, in de week van 19 mei werd in Denemarken een aanslag verijdeld waarbij drones zouden worden ingezet. De verdachte heeft banden met Hamas en zou een jihadistische aanslag mogelijk ook buiten Denemarken hebben willen plegen.

 

Is hierover contact geweest met de Deense veiligheidsdienst? Was ook België een mogelijk doelwit?

 

In hoeverre houdt de regering rekening met aanslagen door Hamas of aan Hamas gelieerde groeperingen?

 

In hoeverre zijn we voorbereid op terreuraanslagen met behulp van drones? Welke maatregelen zijn of worden er genomen om terreuraanslagen met drones te voorkomen?

 

05.02 Minister Annelies Verlinden: De VSSE heeft op dagelijkse basis een intense samenwerking met haar internationale partners, waaronder ook de Deense partner, inzake dreigingsdossiers. Wegens operationele redenen is het echter niet mogelijk om in te gaan op individuele dossiers.

 

Algemeen kan worden gesteld dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten een aanslag door Hamas in België eerder onwaarschijnlijk achten.

 

Met betrekking tot het gebruik van drones door extremistische en terroristische actoren, dit fenomeen is tot nu toe weinig verspreid in België. In elk geval werkt het OCAD samen met de partners om de dreiging vanwege entiteiten, groepen en organisaties die drones zouden kunnen gebruiken te analyseren en te evalueren.

 

05.03  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, ik zou er toch op willen wijzen dat het dweilen is met de kraan wagenwijd open. Jihadistische terreuraanslagen proberen te vermijden is uiteraard broodnodig, maar uiteindelijk is dat alleen maar symptoombestrijding. Herinnert u zich nog het onderzoek waaruit bleek dat een op de vijf, oftewel 80.000, moslims in Vlaanderen begrip hebben voor Islamitische Staat? Als het gaat over begrip voor Hamas en diens genocidale jihadistische massaslachting van 7 oktober 2023, dan is het wellicht zelfs een veelvoud daarvan.

 

Mevrouw de minister, de vijfde colonne in ons land wordt elke dag groter en militanter. Het is dus hoog tijd dat deze regering dat eindelijk eens ten gronde beseft en actie onderneemt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het Europese arrestatiebevel tegen Majed al-Zeer" (56005454C)

06 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le mandat d'arrêt européen contre Majed al-Zeer" (56005454C)

 

06.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, met deze vraag blijven we in dezelfde sfeer als bij de voorgaande vraag.

 

Er is een Europees arrestatiebevel uitgevaardigd tegen Majed al-Zeer, een topman van Hamas in Europa. Naar verluidt zou die gevaarlijke moslimterrorist zich schuilhouden in Zweden.

 

Mevrouw de minister, vindt er over dat concreet geval contact plaats met de Zweedse en andere veiligheidsdiensten in Europa?

 

Is Hamastopman al-Zeer ooit op Belgisch grondgebied geweest? Kunt u uitsluiten dat hij momenteel in België is of zich op Belgisch grondgebied zou begeven?

 

Welke stappen worden gezet om die moslimterrorist zo snel mogelijk te arresteren?

 

06.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Van Rooy, de Veiligheid van de Staat heeft, zoals ik daarnet al zei, intensieve contacten met internationale partners, niet alleen met de Deense, maar ook met de Zweedse veiligheidsdiensten en niet alleen in algemene termen, maar ook over individuele dossiers. Ik kan echter geen informatie verstrekken over de acties van onze inlichtingendiensten met betrekking tot specifieke personen.

 

Verder wil ik toelichten dat indien een persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd op Belgisch grondgebied wordt aangetroffen, de wettelijk voorziene procedure uiteraard zal worden gevolgd.

 

06.03  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Terwijl de jihadisten van de Moslimbroederschap, van Hamas en Hezbollah, zonder probleem kunnen rondreizen binnen Europa en bovendien infiltreren in onze media, culturele instellingen, ons onderwijs en zelfs de politiek, houdt deze regering zich bezig met het bashen en sanctioneren van Israël. Ik begrijp dat mechanisme wel, mevrouw de minister, want Israël heeft wél de moed en de kracht om zich succesvol te verdedigen tegen de islamitische jihad, overigens zeer succesvol, wat bij velen uiteraard afgunst opwekt.

 

Dat gezegd zijnde, als België en bij uitbreiding West-Europa niet wordt zoals Israël, zal de jihad hier blijven woekeren en zal de islam uiteindelijk zegevieren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het verheerlijken van Palestijnse jihadterreur op een Brusselse school" (56005463C)

07 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'apologie du terrorisme djihadiste palestinien dans une école bruxelloise" (56005463C)

 

07.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, op de Brusselse school Marie Popelin in Evere werd op een schoolfeest door de kinderen Palestijnse jihadterreur verheerlijkt. Ik heb u de beelden daarvan bezorgd. Op die beelden ziet u jonge leerlingen getooid in een Arafatsjaal, het vestimentair symbool van de jihadistische kleptocraat Yasser Arafat. Ze dansen daarbij op een Arabisch lied dat de islamitische jihad verheerlijkt.

 

Dat is compleet verwerpelijk en gevaarlijk, want die kinderen worden daardoor gehersenspoeld en geradicaliseerd, zoals dat in Gaza en bij uitbreiding in de bredere islamitische wereld gebeurt.

 

Bovendien is dat een flagrante schending van de scheiding tussen kerk en staat, of, moeten we helaas stellen, tussen moskee en staat.

 

De video werd zelfs met instemming gedeeld door een lid van het Parlement, met name door de PS-voorzitter van de gemeenteraad van Evere, de heer Ridouane Chahid.

 

Mevrouw de minister, wat is uw reactie daarop? Bent u even verontwaardigd als ik?

 

Bent u het met mij eens dat hier sprake is van jihadistische hersenspoeling van kinderen die leidt tot antisemitisme en radicalisering?

 

Wat wordt ondernomen tegen die jihadistische hersenspoeling van schoolkinderen?

 

Tot slot, wat wordt ondernomen om te voorkomen dat het voornoemde leidt tot daden van antisemitisme en jihadterreur?

 

07.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Van Rooy, op de video op Instagram waarnaar u verwijst in uw vraag zijn kinderen te zien die een keffiyeh dragen en die een traditionele Midden-Oosterse dans uitvoeren. Het lied dat in de video te horen is, is een lied van Mohammed Assaf. In dat lied zou volgens mijn diensten helemaal niet worden aangezet tot terrorisme, jihadisme of antisemitisme.

 

De omschrijving van die video op Instagram die aangeeft dat in die video kinderen een lied zingen dat terrorisme verheerlijkt, zou dus niet in overeenstemming zijn met de lezing die de diensten aan de inhoud van de video geven. In die zin kan die omschrijving niet beschouwd worden als juiste informatie.

 

07.03  Sam Van Rooy (VB): Minister, ik heb de misselijkmakende beelden hier bij me. Bekijkt u ze toch nog eens.

 

(De heer Van Rooy toont de beelden.)

 

Dit is een school in Brussel, anno 2025. Vandaag is het dus al zover gekomen, wat uw diensten ook mogen beweren, dat niet alleen op straat en in culturele centra jihadistisch terrorisme wordt verheerlijkt, maar dus ook op scholen, zoals hier in Brussel.

 

We zijn geëvolueerd van een fase waarin leraren met de handen in het haar zaten over jihadistisch denken naar een fase met leraren die zelf jihadistisch denken stimuleren bij hun leerlingen. Op dat moment is de islamisering compleet.

 

Deze regering – u bevestigt het – staat erbij, kijkt ernaar en maakt zich bovendien ook nog eens zorgen over zogenaamde islamofobie. Proficiat.

 

Le président: Pour rappel, il n'est pas coutume de diffuser des vidéos ou des images pendant la séance de questions orales en commission.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Alexander Van Hoecke aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het Veilig Huis in Halle" (56005476C)

- Kristien Van Vaerenbergh aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het personeelstekort bij het parket Halle-Vilvoorde" (56005484C)

08 Questions jointes de

- Alexander Van Hoecke à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La Veilig Huis (refuge) à Hal" (56005476C)

- Kristien Van Vaerenbergh à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La pénurie de personnel auprès du parquet de Hal-Vilvorde" (56005484C)

 

08.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mevrouw de minister, veilige huizen zijn, zoals u weet, samenwerkingsverbanden waarin verschillende diensten zoals politie, justitie, hulpverlening en jeugdzorg samenwerken om hulp te bieden bij intrafamiliaal geweld. De samenwerking met het parket is daarbij bijzonder cruciaal. Zonder parket kunnen er geen nieuwe dossiers worden aangemeld, kan er geen toestemming worden gegeven om informatie te delen, kan er geen risico-inschatting worden gemaakt en kan er geen hulpverlening worden opgestart. De keten valt dan stil.

 

Het parket van Halle-Vilvoorde ziet zich echter genoodzaakt zich tijdelijk terug te trekken uit de werking van het Veilig Huis in Halle wegens een structureel personeelstekort en door de recente uitval van de laatste parketcriminoloog. Uw collega, Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir, gaf in het Vlaams Parlement aan dat zij die situatie onaanvaardbaar vindt en vraagt aan u, de federale minister van Justitie, om in te grijpen. De Vlaamse minister verwijst daarvoor naar het federaal regeerakkoord en wil dat er zo snel mogelijk extra parketcriminologen worden ingezet in Halle-Vilvoorde. Daarom heb ik drie vragen.

 

Eén, kunt u wat meer toelichting geven bij die situatie?

 

Twee, uw kabinet heeft laten weten op de hoogte te zijn van de situatie en die met spoed te zullen bespreken met procureur-generaal Van Leeuw. Heeft die bespreking inmiddels plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn de resultaten? Zo niet, wanneer wordt die bespreking gepland?

 

Tot slot, volgens Vlaams minister van Justitie Demir werden de parketten van Halle-Vilvoorde en Leuven tijdens de voorbije legislatuur over het hoofd gezien bij de toekenning van extra parketcriminologen. Toch zette het parket mankracht in en werden medewerkers van andere dossiers ingezet voor het Veilig Huis. Klopt die uitspraak? Graag wat meer toelichting daarbij.

 

08.02  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de minister, uit cijfers die ik eerder schriftelijk had opgevraagd, blijkt dat er sprake is van een sterk stijgend aantal strafzaken bij het parket van Halle-Vilvoorde, dat voornamelijk te wijten is aan de voortdurende bevolkingsgroei, aangewakkerd door de uitdijende hoofdstad. Bovendien blijkt uit een projectie van de bevolkingsevolutie door Statbel dat de verwachte bevolkingsgroei maar liefst 40 % bedraagt voor Halle-Vilvoorde. De criminaliteitscijfers zullen bijgevolg alleen maar toenemen. Het is dan ook aangewezen dat het parket van Halle-Vilvoorde versterkt wordt om de toestroom van de strafdossiers de baas te kunnen. In vergelijking met de andere parketten staat Halle-Vilvoorde immers helemaal onderaan qua capaciteit, met amper 1 magistraat voor ongeveer 28.000 inwoners.

 

Met betrekking tot de problematiek van het Veilig Huis heb ik u tijdens de begrotingsbespreking in de commissie voor Justitie ondervraagd. U hebt toen bevestigd dat er, in afwachting van structurele versterking voor het parket Halle-Vilvoorde, alvast met hoogdringendheid een parketcriminoloog zal worden aangeworven opdat het parket zo snel mogelijk zijn deelname aan het overleg binnen het Veilig Huis in Halle kan hervatten en zo de werking kan garanderen.

 

Kunt u verder in detail treden over de stand van zaken van de aanwerving van de parketcriminoloog? Welk budget is hiervoor vrijgemaakt en binnen welke termijn zal de parketcriminoloog aan de slag gaan? Hoe wordt de continuïteit van de multidisciplinaire aanpak van het intrafamiliaal geweld in het Veilig Huis in tussentijd gewaarborgd? Welke middelen worden vrijgemaakt voor het verbeteren van de werkomstandigheden van de parketmedewerkers, meer bepaald wat het vervallen gebouw te Asse betreft? Kunt u toelichten wat u precies bedoelt met structurele versterking voor het parket Halle-Vilvoorde? Welke middelen worden vrijgemaakt en welke profielen zullen worden aangeworven?

 

08.03 Minister Annelies Verlinden: Collega's, ik wil inderdaad eerst verwijzen naar mijn antwoord op vraag nr. 56004395C, behandeld in de commissie van 14 mei, waarin we het ook al over dit thema hadden.

 

Zoals toen aangekondigd, heb ik intussen het initiatief genomen om aan te sturen op een snelle oplossing voor het tijdelijk tekort aan criminologen in het parket Halle-Vilvoorde. Ik heb de administratie gevraagd om met hoogdringendheid een dossier te lanceren voor een tijdelijke versterking van het parket Halle-Vilvoorde met één parketcriminoloog met een contract van 12 maanden. De selectie voor deze betrekking werd intussen afgerond en heeft een laureaat opgeleverd. Het contract van de betrokkene is in opmaak bij de administratie, zodat de laureaat de functie op korte termijn kan opnemen.

 

De afgelopen jaren werden de parketten versterkt met parketcriminologen om de multidisciplinaire aanpak en projecten zoals veilige huizen te bevorderen. Het aantal parketcriminologen is verdubbeld ten opzichte van 2020. Het komt aan het College van het openbaar ministerie toe om te beslissen hoe de beschikbare personeelskredieten worden ingezet en welke parketten precies moeten worden versterkt.

 

Verder herhaal ik nogmaals dat de regering heeft beslist om, in tegenstelling tot andere departementen, geen lineaire besparing van 1,8 % toe te passen voor Justitie en dat er ook bijkomende kredieten ter beschikking zijn gesteld. In het kader van de taskforces die werden opgericht naar aanleiding van de acties van de magistraten wordt in samenspraak met de diverse actoren van Justitie en mede met het College van hoven en rechtbanken en het College van het OM bekeken op welke wijze die bijkomende middelen het best kunnen worden ingezet om ook zo de werkomstandigheden van magistraten en gerechtspersoneel te verbeteren.

 

Ik kan u vandaag nog geen detail geven over de exacte verdeling van deze bijkomende kredieten en de finaliteit van de initiatieven die zullen worden opgezet op het niveau van de personeels-, werkings- en investeringskredieten omdat de finale beslissing daarover het resultaat zal zijn van de werkzaamheden van die taskforces op de verschillende domeinen, zoals ik vorige week in de commissie ook heb toegelicht.

 

08.04  Alexander Van Hoecke (VB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord.

 

08.05  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben tevreden dat het contract in opmaak is en ik hoop dat de continuïteit en de samenwerking tussen het parket en het Veilig Huis zo kunnen worden gegarandeerd. We hebben vandaag nog in de krant gelezen hoe belangrijk het is dat dergelijke huizen bestaan om een oplossing te bieden aan intrafamiliaal geweld. Jammer genoeg doen zich maar al te vaak zeer pijnlijke situaties voor.

 

Verder blijf ik aandacht vragen voor de specifieke situatie van het parket van Halle-Vilvoorde, gelet op de bevolkingsgroei. Ik hoop dat uit het werk van de taskforces zal blijken hoezeer een versterking van belang is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De veiligheid van de Joodse gemeenschap na de dodelijke antisemitische jihadaanslagen in de VS" (56005493C)

09 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La sécurité de la communauté juive après les attaques djihadistes antisémites meurtrières aux USA" (56005493C)

 

09.01  Sam Van Rooy (VB): De dodelijke jihadistische terreuraanslag op een Joods koppel door een zogenaamde pro-Palestina-activist in Washington – intifada, weet u wel –, heeft uiteraard ook een weerklank in België, net als de "Free Palestine!" schreeuwende Mohamed Sabry Soliman, een illegale migrant uit Egypte, die in Boulder Colorado met een zelfgemaakte vlammenwerper een jihadaanslag pleegde op een vredevolle demonstratie voor de Israëlische gijzelaars. Gevolg: twaalf mensen gewond, waarvan enkele zwaargewond, waaronder nota bene een Holocaustoverlever. In Frankrijk werden dan weer Joodse restaurants en synagogen beklad met groene verf, de kleur van Hamas en van de islam. In Engeland, niet toevallig in Londonistan, vonden er Kristallnachttaferelen plaats, die hier wel groot nieuws zouden zijn, mochten de daders geen moslimfundamentalisten maar neonazi's zijn; dat terzijde.

 

Steeds meer van onze Joodse medeburgers voelen zich onveilig, bang, of op zijn minst zeer ongemakkelijk. Recentelijk werden huiszoekingen gedaan bij Palestijnse inwoners in de provincie Antwerpen. Het gaat om een terreurdossier, want onder andere op een Antwerpse eventlocatie vonden trainingen plaats die als doel het aanvallen van gebouwen zouden hebben. Uiteindelijk zou niemand aangehouden zijn. Wel werd digitaal materiaal in beslag genomen.

 

Mevrouw de minister, daaromtrent had ik graag meer toelichting.

 

Werd de Antwerpse politie daarbij betrokken?

 

Waar bevindt zich de locatie waar de vermeende terreurtrainingen plaatsvonden?

 

Wat is de stand van zaken in dat onderzoek?

 

Kwam er vanuit de federale politie of het OCAD veiligheidsadvies voor de Joodse gemeenschap in Antwerpen?

 

Tot slot, nu de verdachten kennelijk in vrijheid zijn gesteld, hoe worden zij opgevolgd zodat ze geen jihadistische terreurdaad kunnen plegen op de Joodse gemeenschap?

 

09.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Van Rooy, het komt mij als minister van Justitie niet toe om commentaar te leveren op een lopend gerechtelijk dossier.

 

In een gespannen geopolitieke context volgen de politiediensten, de inlichtingendiensten en het OCAD aandachtig de elementen op die een bedreiging vormen voor de Joodse gemeenschap in België. In samenwerking met het OCAD en het Nationaal Crisiscentrum zorgen de politiediensten voor de bescherming van gevoelige plaatsen en evenementen op ons grondgebied, waaronder evident ook de Joodse belangen. Zowel door de federale als door de lokale politie wordt een verhoogde waakzaamheid toegepast, onder meer door regelmatige patrouilles, en ook door ordediensten. In de zone Antwerpen, maar ook in bijvoorbeeld Brussel, staan de politie en de Joodse gemeenschap in nauw contact, onder meer via vaste aanspreekpunten. Indien nodig en uiteraard na verder overleg met het OCAD, het Crisiscentrum en andere veiligheidsdiensten, worden de veiligheidsmaatregelen, zoals uitgeoefend door de politie, aangepast.

 

09.03  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, allemaal goed en wel, maar de Joodse gemeenschap in dit land kreunt onder het dagelijks antisemitisme, zowel online als offline op straat. Dagelijks wordt die Jodenhaat gestimuleerd in het onderwijs, door de mainstreammedia, door ngo's en door talloze politici. Hersenloos of hatelijk als ze zijn, papegaaien ze de lasterleugens van Al Jazeera en Hamas, zoals ook nu weer met de Hamas- en Hezbollahboot van Greta Thunberg.

 

Tweeënzeventig procent van de Palestijnen staat achter de grootste slachting op Joden sinds de Holocaust. Veertig procent van de Palestijnen vindt zelfmoordaanslagen gerechtvaardigd. Toch blijft België op grote schaal Palestijnen en andere moslims binnenlaten, die de islamitische haat tegenover Joden en andere niet-moslims met de paplepel hebben meegekregen. Ik vind dat echt – ik zal dat hier blijven zeggen – crimineel beleid.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Jeroen Soete aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Gokreclame" (56005517C)

10 Question de Jeroen Soete à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La publicité pour les jeux de hasard" (56005517C)

 

10.01  Jeroen Soete (Vooruit): Mevrouw de minister, ik stel vast dat er onlangs op de website van de krant Het Nieuwsblad reclame werd gemaakt voor het kansspelplatform Circus Daily. Zoals u weet, zijn er vorig jaar nieuwe, strenge regels inzake gokreclame in werking getreden. Die regels zijn opgenomen in een koninklijk besluit. De hoofdregel is dat gokreclame verboden is, met een paar uitzonderingen, bijvoorbeeld voor reclame op de websites van gokbedrijven zelf.

 

Volgens dat besluit is reclame op een nieuwssite enkel toegelaten als het gaat over gepersonaliseerde reclame gericht aan personen van 21 jaar of ouder of aan mensen die hun toestemming hebben gegeven en beschikken over een spelersaccount bij het gokbedrijf. De banner op de website van Het Nieuwsblad lijkt mij een algemene banner, die wellicht niet alleen wordt getoond aan personen die aan al die strenge voorwaarden voldoen. Zo bereiken dergelijke advertenties mogelijks ook jonge en kwetsbare mensen, precies wat de nieuwe regels wilden voorkomen.

 

Bent u of is de Kansspelcommissie, die onder uw bevoegdheid valt, op de hoogte van deze specifieke gokreclame? Acht u deze vorm van reclame, zoals die op de website van Het Nieuwsblad, verenigbaar met de bepalingen van het koninklijk besluit? Kan er gegarandeerd worden dat deze reclame enkel gericht is tot meerderjarigen die expliciet toestemming hebben gegeven? Tot slot, welke concrete stappen zal de Kansspelcommissie onder uw toezicht zetten om deze situatie te onderzoeken? Indien een inbreuk wordt vastgesteld, welke maatregelen zullen dan worden genomen om de naleving van het koninklijk besluit over gokreclame te verzekeren en de consument te beschermen?

 

10.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Soete, uw vraag betreft reclame voor Circus Daily, een mediaplatform over sport, op de website van een dagblad. Zoals ik al zei tijdens de commissievergadering van 26 maart naar aanleiding van een vraag van collega Van Hecke, is de kwestie van afgeleide merknamen complex.

 

Aangezien in het koninklijk besluit van 27 februari 2023 tot bepaling van de nadere regels betreffende de reclame voor kansspelen niets is voorzien over reclame via socialemediaplatformen die gebruikmaken van afgeleide merknamen van operatoren, biedt het KB geen duidelijk antwoord op de vraag of dergelijke praktijken al dan niet toegelaten zijn.

 

De Kansspelcommissie is zich bewust van dit fenomeen en tracht het probleem het hoofd te bieden, rekening houdend met diverse factoren. Vooreerst gaat het bij inbreuken op het koninklijk besluit om strafrechtelijke inbreuken. Dat betekent dat de Kansspelcommissie de bepalingen restrictief moet toepassen. Ten tweede, de bestaande rechtspraak laat de Kansspelcommissie niet toe een sanctieprocedure op te starten louter wegens het gebruik van de merknaam en/of het logo, wanneer het aanbrengen daarvan niet bedoeld is om kansspelen te promoten of deelname aan dergelijke spelen aan te moedigen.

 

Op haar website publiceerde de Kansspelcommissie dat zij geen sanctieprocedure zal inleiden als de subbrand geen enkele verwijzing, link of vermelding bevat die verband houdt met kansspelen of weddenschappen of met websites waarop weddenschappen of kansspelen worden geëxploiteerd. In casu respecteert Circus Daily die voorwaarden. De Kansspelcommissie kan, gelet op onder meer voormelde elementen, niet sanctioneren.

 

Zoals u weet, bepaalt de wet dat de Kansspelcommissie haar opdracht in volledige onafhankelijkheid uitvoert. Bovendien staat in het huidige regeerakkoord dat de minister van Economie in de toekomst als enige verantwoordelijk zal zijn voor de materie.

 

Los daarvan en hoewel de controledienst van de Kansspelcommissie zwaar onderbemand is, heeft de Kansspelcommissie de controle op het koninklijk besluit inzake reclame opgenomen in haar actieplannen. De controledienst heeft al in januari alle betrokken operatoren aangeschreven en hen verzocht zich te conformeren aan haar standpunt over de afgeleide merknamen.

 

Aangezien het los van de juridische discussie niet wenselijk is om reclame voor de sub-brand te maken in de pers, heeft de Kansspelcommissie de betrokken operator toch verzocht om daarmee te stoppen, waarna hij zich vrijwillig heeft geconformeerd.

 

10.03  Jeroen Soete (Vooruit): Mevrouw de minister, ik ben vast lid van de commissie voor Economie. Ik weet dus dat de bevoegdheid voor de Kansspelcommissie en de hervormingen die in het regeerakkoord zijn opgenomen, zullen worden overgeheveld naar de minister van Economie. Gezien de complexiteit en de verschillen in interpretatie over de subbrands lijkt het mij zeer aangewezen om het debat heel spoedig na de overheveling ook binnen de commissie voor Economie voort te zetten.

 

Ik heb namelijk ook goed genoteerd dat de vorige ministers van Justitie duidelijk aangaven dat vanaf het moment waarop er een verwijzing is naar of een gelijkenis met de naam van de gokspeler, het volgens het koninklijk besluit en de wetgeving verboden zou zijn. Het debat is dus nog niet afgesloten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Gedetineerden die kledij van cipiers dragen" (56005545C)

11 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le port d'uniformes de gardien de prison par des détenus" (56005545C)

 

11.01  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, ik verwijs naar de schriftelijke voorbereiding.

 

Het Gevangeniswezen is een onderzoek gestart naar video's die op TikTok circuleren waarin gevangenen zich lijken voor te doen als cipiers.

 

Het gaat om verschillende video's waarin een aantal gedetineerden zichzelf filmen terwijl ze cipierkledij dragen en daarmee door het gebouw wandelen.

 

Dit roept tal van vragen op.

 

Kan de minister het bestaan en de authenticiteit van deze online video's bevestigen?

Hoe is het mogelijk dat gevangenen kledij van cipiers bemachtigen enerzijds, en er bovendien ook nog filmpjes worden gemaakt terwijl deze gevangenen de bemachtigde kledij dragen? Wat is de stand van het gevoerde onderzoek?

Wordt de uitrusting van cipiers bewaakt, al dan niet door camerabeelden? Waarom zijn de feiten waarvan sprake onopgemerkt gebleven?

In welke gevangenissen werden deze filmpjes gemaakt, en van wanneer dateren deze (meest recente) filmpjes?

Zullen de daders hiervoor worden gesanctioneerd?

Welke initiatieven gaat de minister nemen om ervoor te zorgen dat deze feiten zich in de toekomst niet meer kunnen voordoen?

De ene week komen er berichten dat er criminelen zijn die hun criminele organisatie verder kunnen aansturen vanuit de gevangenis. Nu is het dit nieuws. Wanneer gaat de minister eindelijk actie ondernemen tegen de aanwezigheid van smartphones in de gevangenis? Welke acties en wanneer kan er resultaat verwacht worden?

 

11.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Dillen, mijn administratie werd op 3 juni 2025 op de hoogte gebracht van de video's. De dienst Integrale Veiligheid heeft de video's kunnen opslaan en heeft de verwijdering ervan aangevraagd. De betrokken gedetineerde en penitentiair beambte konden worden geïdentificeerd.

 

Het intern onderzoek loopt nog en op dit ogenblik kan daarover niet meer informatie worden gegeven. Op 5 juni heeft de directeur van de gevangenis de betrokken beambte gehoord en de tuchtprocedure loopt. Het is niet opportuun om hier dieper in te gaan op dergelijke individuele dossiers.

 

In elke opleiding voor de penitentiair beambten worden lessen over deontologie en integriteit gegeven, alsook over het belang van professioneel handelen, het bewaren van het juiste evenwicht tussen afstand en nabijheid en betrokkenheid. Het is belangrijk dat medewerkers worden aangesproken op hun gedrag wanneer er daaromtrent problemen of bezorgdheden rijzen. Daarin zal blijvend moeten worden geïnvesteerd, want voorkomen en vroegtijdig ingrijpen bieden de meeste garanties dat de grenzen worden gerespecteerd.

 

Wanneer er zich toch problemen voordoen, moet daaraan een heel duidelijk gevolg worden gegeven. Zoals ik vermeldde, is een tuchtprocedure opgestart. Daarnaast is het een gegeven in België maar ook in andere landen dat gsm's worden binnengesmokkeld in gevangenissen. Ook dat moet worden aangepakt. Daarvoor voert de dienst Integrale Veiligheid screenings uit. Er zijn op verschillende plaatsen al gsm-jammers geïnstalleerd. Die technologieën worden geflankeerd door algemene controlemaatregelen zoals metaaldetectie en fouilles van lokalen en personen.

 

Er wordt echter ook in nieuwe technologieën geïnvesteerd. De administratie is bezig met het testen van kleine jammers om de signalen te verstoren. Als er positieve resultaten zijn, zullen ze binnen de grenzen van de budgettaire middelen worden geïmplementeerd.

 

Ook andere nieuwe technologieën worden ingezet, zoals mobiele detectiesystemen en geavanceerde bewakingssystemen om de toegangscontroles tot de gevangenissen te versterken.

 

We voeren eveneens gesprekken met de federale politie omtrent het eventueel inzetten van speurhonden die ICT-materiaal kunnen opsporen.

 

11.03  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw uitgebreide antwoord op deze vraag. U zult het met me eens zijn dat dat toch heel merkwaardige video's waren die in die gevangenis waren gemaakt. Ik noteer dat het tuchtonderzoek loopt. Ik weet niet wanneer de resultaten mogen worden verwacht, maar in elk geval stroken dergelijke handelswijzen niet met professioneel handelen en de deontologie, wat toch zou mogen worden verwacht.

 

In ieder geval zal ik dit dossier verder agenderen en u binnen afzienbare tijd verder ondervragen inzake de afsluitingsdatum van het dossier.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Marie Meunier à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les ressources humaines du parquet fédéral dans la lutte contre les cyberattaques" (56005559C)

12 Vraag van Marie Meunier aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De personele middelen van het federale parket in de strijd tegen cyberaanvallen" (56005559C)

 

12.01  Marie Meunier (PS): Madame la ministre, les cyberattaques contre nos institutions se multiplient. Celle qui a récemment frappé le Service public de Wallonie (SPW) en est un exemple parmi d’autres. C’est une problématique qu’il ne faut pas prendre à la légère.

 

Aujourd’hui, je veux attirer votre attention sur un point particulièrement préoccupant et dont vous êtes plus que probablement au fait: le parquet fédéral ne compte actuellement que deux magistrats spécialisés en matière de cybercriminalité, tous deux néerlandophones. Une recrue francophone est attendue prochainement mais nous restons bien loin de ce qui est mis en place chez nos voisins, alors que ces attaques ne sont pas en voie de diminuer.

 

Madame la ministre, que pensez-vous de ce manque dans un domaine aussi stratégique et sensible que la cybersécurité?

 

Quelles mesures concrètes entendez-vous prendre pour renforcer la capacité de notre justice à faire face aux menaces cyber?

 

Avez-vous étudié la possibilité de créer un pôle fédéral réunissant des magistrats spécialisés afin d’assurer une réponse plus efficace et mieux coordonnée aux attaques contre nos institutions?

 

12.02  Annelies Verlinden, ministre: Madame Meunier, le cadre légal du parquet fédéral prévoit 35 magistrats et, actuellement, 32 magistrats sont désignés. Pour les trois postes vacants, la procédure de nomination est en phase finale. Il est prévu que les arrêtés de nomination puissent être signifiés d'ici à la mi-juillet. Cela permettra au parquet fédéral d'atteindre un effectif complet en ce qui concerne le cadre des magistrats.

 

L'organisation du service au sein du parquet fédéral ainsi que l'attribution des différentes compétences relèvent bien entendu de la compétence du procureur fédéral. Compte tenu de l'évolution de la société, il est évident qu'un accent particulier doit être mis sur la lutte contre la cybercriminalité.

 

L'accord de gouvernement met en lumière cet enjeu en prévoyant la possibilité de créer des chambres spécialisées pour traiter les problématiques liées à la cybercriminalité et au cyberharcèlement. Sous le gouvernement précédent déjà, dans le cadre des moyens prévus pour le renforcement de la justice, des efforts avaient été entrepris pour le recrutement de magistrats. Le Collège des procureurs généraux veille évidemment au développement de la politique criminelle.

 

De manière générale, il est clair que la charge de travail au sein de l'Ordre judiciaire, en particulier au sein du parquet fédéral, est importante et ne peut être maîtrisée qu'au moyen de renforts ciblés et d'une gestion flexible des ressources humaines.

 

À cet égard, le gouvernement a l'intention de remplacer les cadres légaux de personnel par un modèle d'allocation légale dans lequel les moyens sont répartis selon des paramètres objectifs dans la mesure de la charge de travail.

 

Dans le cadre de l'élaboration du budget 2025, il a été prévu que l'économie de 1,8 % sur les crédits de personnel ne s'appliquerait pas aux départements de la sécurité tels que la justice. En outre, le gouvernement a prévu des moyens budgétaires supplémentaires pour un renforcement ciblé de l'Ordre judiciaire sous la forme d'une provision interministérielle. Des moyens doivent encore être formellement attribués.

 

12.03  Marie Meunier (PS): Merci madame la ministre pour vos différentes réponses. Nous serons attentifs à la suite et aux moyens qui seront alloués, manifestement spécifiquement sur ce volet cyber.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde interpellatie en vraag van

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De toenemende drugscriminaliteit in Antwerpen" (56000076I)

- Sophie De Wit aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het Europees drugsrapport 2025" (56005681C)

13 Interpellation et question jointes de

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'augmentation de la criminalité liée à la drogue à Anvers" (56000076I)

- Sophie De Wit à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le rapport européen sur les drogues 2025" (56005681C)

 

13.01  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, de magistraten hebben vorige week opnieuw aan de alarmbel getrokken. In de Antwerpse haven luidden op donderdag 5 juni de hoven en rechtbanken van Antwerpen en Limburg symbolisch de noodklok, niet toevallig om vijf voor twaalf. Met deze actie vragen ze dringende aandacht voor de toenemende drugscriminaliteit en het nijpende tekort aan middelen binnen Justitie om die aan te pakken. De georganiseerde misdaad woekert als een schaduwnetwerk door de samenleving met toenemend geweld, overvolle dossiers en een structureel personeelstekort.

 

Justitie kan de strijd tegen drugs onder de huidige omstandigheden onmogelijk winnen. Er zijn dringend meer personeelsleden en middelen nodig om de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit verder te kunnen voeren. De magistraten klagen over de vele drugsdossiers die ze sinds enkele jaren te verwerken krijgen. Zo behandelde de Antwerpse correctionele rechtbank vorig jaar 1.700 drugszaken, veruit het hoogste aantal in het land. Het aantal beklaagden steeg tot 7.400.

 

De Antwerpse procureur was bijzonder duidelijk, op vijf maanden tijd werden bij de federale gerechtelijke politie meer dan 60 feiten van ernstig drugsgerelateerd geweld geregistreerd. Het gaat daarbij niet om conflicten tussen gebruikers en drugsbendes onderling, maar om internationale handel en grote, georganiseerde criminele netwerken. De uitwassen van deze problematiek zijn overal voelbaar, niet alleen op het niveau van de georganiseerde misdaad, maar ook op het niveau van de gebruikers. Daarvoor moet u toch ook aandacht hebben, mevrouw de minister.

 

Ook de voorzitster van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen was scherp in haar kritiek. De Antwerpse cijfers voor jongeren onder toezicht zijn dramatisch gestegen, van 400 naar 500 jongeren per jeugdrechter op korte tijd. De impact van de georganiseerde criminaliteit is duidelijk zichtbaar. We zien minderjarige feitenplegers, uithalers van dertien jaar bijvoorbeeld, maar nog veel meer verontrustende opvoedingssituaties: jonge baby’s die onmiddellijk van hun moeder worden weggehaald omdat ze heroïneverslaafd is, kinderen van zes jaar die de ambulance bellen omdat hun moeder niet meer wakker blijkt te worden. We zien peuters op de spoeddienst verschijnen met vergiftigingsverschijnselen omdat ze wiet, die op tafel lag, in hun mond hebben gestopt. Dat zijn slechts enkele voorbeelden die de voorzitter gaf.

 

De procureur-generaal was snoeihard in zijn kritiek en liet weten dat ze aan het einde van hun krachten zijn. Ze werken namelijk met middelen die voor een groot deel bepaald werden in 1953 en bijgevolg niet voorzien zijn op de complexiteit van de criminaliteit van vandaag.

 

Mevrouw de minister, ik zal u niet moeten overtuigen van het gegeven dat de georganiseerde misdaad onze maatschappij ontwricht. De drugscriminaliteit is in onze samenleving geïnfiltreerd en de magistratuur heeft veel te weinig middelen om die misdaad te bestrijden. Daarom is een globale aanpak nodig. De procureur-generaal is duidelijk: “De georganiseerd criminaliteit vereist een bredere maatschappelijke aanpak. Dit is geen strijd die Justitie alleen kan voeren. Bij deze oefening is de hele samenleving betrokken, zeker als we kijken naar problemen die uit drugsgebruik voorvloeien. Denk ook aan een samenwerking met private partners, om bijvoorbeeld de georganiseerde misdaad in de haven tegen te gaan.”

 

Wat is uw antwoord op die niet mis te verstane noodkreet van de rechtbanken en parketten van Antwerpen en Limburg? De war on drugs wint aan belang. Het is onaanvaardbaar dat georganiseerde misdaad de samenleving kan blijven ontwrichten. Wat zult u op zeer korte termijn doen om hierop een antwoord te bieden?

 

De magistraten pleiten voor een pact voor Justitie met onder andere meer personeel, benoemingen op basis van de objectieve werklast, een coherent hr-beleid en structurele investeringen. Wat zult u doen aan de terechte vraag naar dat pact voor Justitie? Welke initiatieven zult u nemen om een bredere maatschappelijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit tot stand te brengen. Hebt u ter zake overleg gehad met de gemeenschappen die hierin een zeer belangrijke verantwoordelijkheid hebben? Is het ook niet de hoogste tijd om een Staten-Generaal met alle betrokken actoren te organiseren om op korte termijn een concreet plan van aanpak uit te werken, uiteraard gekoppeld aan de nodige financiële middelen?

 

13.02  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, mijn vraag is gekoppeld aan de voorgaande, maar ze gaat meer specifiek over het Europese Drugsrapport, dat onlangs verschenen is. Ik zou normaal gezien verwijzen naar mijn schriftelijk ingediende vraag, maar mevrouw Dillen heeft dat onderwerp niet echt aangekaart, dus ik zal mijn vraag, voor de collega's, kort en mondeling stellen. Ik heb geen vijf minuten nodig.

 

Het is een open deur intrappen te zeggen dat drugs een echte plaag zijn, mevrouw de minister, maar als we kijken naar het Drugsrapport 2025 van het Drugsagentschap van de Europese Unie, zien we toch een heel zorgwekkend beeld van het probleem in Europa en heel concreet, van het drugsprobleem in ons land.

 

In steden als Antwerpen en Brussel zien we een toename van het gebruik van synthetische drugs als meta-amfetamine, MDMA en amfetaminespeed. Die zijn heel populair. Dat waren ze al, maar ze zijn nog populairder geworden in het uitgangsleven. Het ziet ernaar uit dat cocaïnegebruik ook helemaal niet afneemt.

 

Als we het Drugsagentschap moeten geloven, wordt de Europese markt vandaag vooral van synthetische drugs voorzien door illegale labo's in Nederland, maar ook in België. De logistiek speelt daarbij natuurlijk een grote rol, mevrouw de minister. België is centraal gelegen, heeft een fijn vertakt wegennetwerk en heeft goede toegang tot havens als die van Antwerpen en Rotterdam. Ik vertel u geen geheimen, meen ik.

 

Een ander gevolg daarvan en dat heeft mevrouw Dillen wel aangekaart, is dat de drugscriminaliteit meer en meer infiltreert in de samenleving. Het is niet voor niets dat de magistratuur op dat punt aan de alarmbel trekt en meer mensen en middelen vraagt. Vandaar mijn vragen, mevrouw de minister.

 

Graag verneem ik hoe u de cijfers evalueert die recentelijk gepubliceerd zijn door het Drugsagentschap van de Europese Unie, in het bijzonder in het licht van de situatie in België en meer bepaald in steden als Antwerpen en Brussel?

 

Welke concrete maatregelen zijn reeds genomen, of worden op korte termijn gepland, om de productie en het gebruik van synthetische drugs en de nieuwe psychoactieve stoffen in te dijken?

 

Ik weet dat u nog niet zolang bezig bent, maar het is belangrijk dat de strijd niet stilvalt. Hoever staat u met de nultolerantie ten aanzien van drugshandel en met de meer kordate aanpak van drugsgebruikers? De zomer komt eraan. De festivals zijn bezig. Het is belangrijk dat daar controles plaatsvinden.

 

Beschikt u al over cijfers van de parketten, mevrouw de minister?

 

Hoe vermijden we dat dit vergif in ons land geproduceerd wordt?

 

In welke mate worden drones en andere technologie ingezet om drugslabo’s, met name in het grensgebied met Nederland, op te sporen?

 

Ook niet onbelangrijk is de volgende vraag. Het regeerakkoord voorziet ter zake in een taak voor onze drugscommissaris. Werden door de drugscommissaris al multidisciplinaire vergaderingen georganiseerd om de samenwerking tussen de ondersteunende departementen en de diensten van het repressieve luik te faciliteren? Indien ja, wat was het resultaat?

 

13.03 Minister Annelies Verlinden: Collega’s, ik dank u voor uw vragen en voor de interpellatie over een heel belangrijk thema.

 

De cijfers en vaststellingen van het Drugsagentschap van de Europese Unie, EUDA, bevestigen de trend van een wereldwijde toename in het synthetiseren van drugs. Daarbij is het belangrijk vast te stellen dat de productie van cocaïne in Colombia de voorbije jaren is verdubbeld. Colombia blijft met voorsprong het belangrijkste productieland. De cijfers van het Drugsagentschap van de Europese Unie moeten echter in de juiste context worden gelezen en vereisen duiding om tot een correcte interpretatie te komen.

 

Ons land komt in het rapport na Nederland inderdaad in beeld als productieland van de meest gebruikte synthetische drugs. De onmiddellijke nabijheid van Nederland is daarbij een belangrijke factor. Er is immers sprake van een verplaatsingseffect. Het is dus niet onlogisch dat in dat geval eerst de buurlanden van Nederland in beeld komen.

 

Ook de afvalwateranalyse vraagt om toelichting voor een correcte interpretatie. Voor steden als Antwerpen en Brussel kan inderdaad met zekerheid worden vastgesteld dat bepaalde drugs aanwezig zijn in het afvalwater. Die bevinding zegt echter niets over het aantal gebruikers of over de eventuele evoluties ter zake. Dat geldt eveneens voor de frequentie van het drugsgebruik en de zuiverheid van de producten.

 

Het rapport van het EUDA voorziet bijvoorbeeld niet in een doorgedreven analyse van verschillen in zuiverheid tussen de verschillende landen. Daarom is het belangrijk de resultaten te combineren met andere onderzoeksresultaten. Dat kan gaan om bevragingen van gebruikers of gedragsmetingen, teneinde het beeld op die manier te kunnen vervolledigen.

 

Antwerpen en Brussel zijn bovendien grootsteden die jaarlijks ontelbare mensen aantrekken voor zaken en toerisme. Ook dat geeft een vertekend beeld. Een recente studie van het rioolwater in tal van Vlaamse steden over het gebruik van ketamine, geeft aan dat dit probleem zich niet alleen manifesteert in Antwerpen en Brussel, maar ook in andere steden in ons land. De vlotte beschikbaarheid van synthetische drugs is een belangrijke factor in de toename van het gebruik ervan. Momenteel is er zelfs sprake van een overaanbod van verdovende middelen op de Belgische markt, met historisch lage prijzen tot gevolg.

 

Daarom zetten we in op de barrières die moeten worden opgeworpen in de logistieke keten. Als we het criminele organisaties logistiek moeilijk maken om hun drugs aan de man en vrouw te brengen, hebben we meteen ook een positieve impact op het drugsgebruik. Dat doen we door in elke logistieke hub een multidisciplinair veiligheidsplan op maat uit te rollen. De middelen uit het zogenoemde drugsfonds worden hiervoor actief en zeer gericht ingezet. Het gaat om het Stroomplan in Antwerpen, het veiligheidsplan van North Sea Port in Oost-Vlaanderen, het luchthavenplan in Zaventem, het veiligheidsplan voor de haven- en cargoluchthaven van Luik en het veiligheidsplan van Port of Limburg, om er maar enkele te noemen. In de haven van Antwerpen werpt het barrièremodel van het Stroomplan vruchten af.

 

We zien dat criminele organisaties steeds vaker een beroep doen op zeer jonge, kwetsbare uithalers om het risicovolle werk te doen, gelet op de veel hogere pakkans in de haven. Ook stellen we vast dat er meer en meer chemische procedures worden toegepast om drugs in bijvoorbeeld jeansstof of bouwmaterialen te verwerken, met de bedoeling deze zo onopgemerkt op het Europese vasteland te krijgen. De drugscriminelen zijn en blijven vindingrijk en gaan steeds op zoek naar de weg van de minste weerstand. Die tendensen worden door de vele verschillende betrokken diensten nauwgezet opgevolgd.

 

Het rapport van EUDA vestigt ook de aandacht op de rol van China. Wanneer daar meer controles worden uitgevoerd op de export van bepaalde chemicaliën, zien we een impact op de productie van bepaalde synthetische drugs in Europa. België beschikt over een belangrijke petrochemische en farmaceutische industrie, met legale toepassingen van ingevoerde precursoren. Daarom zijn we ook hier alert voor de ongewenste negatieve effecten van verstrengde controles op chemische grondstoffen uit China. Om die reden blijven we het illegaal gebruik van ingevoerde precursoren op zowel de Europese als de mondiale agenda plaatsen.

 

Er wordt ook ingezet op het traceren van chemicaliën. Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie tracht, met steun van het Drugsfonds, de oorsprong van inbeslaggenomen drugs in kaart te brengen om zo gezondheidsrisico’s in te dijken en belangrijke verbanden te leggen tussen inbeslagnames, productieplaatsen, laboratoria en het dumpen van afvalproducten.

 

Mevrouw Dillen, met betrekking tot uw vraag over de inzet van technologie kan ik u meegeven dat de federale politie in 2021 deelnam aan het project NarcoView. Dit is een Europees project, geïnitieerd door Nederland, met als doel een platform te ontwikkelen voor de grensoverschrijdende detectie en analyse van drugproductiesites en drugafvaldumpingen. Daarbij wordt gebruikgemaakt van satellietdata, artificiële intelligentie, remote sensing en drones. Het project heeft nog niet het verhoopte resultaat opgeleverd. Er werd vastgesteld dat er nog heel wat technische euvels zijn en dat criminelen ook van antidetectietechnieken gebruikmaken.

 

Wat de acties vanuit de rechterlijke orde betreft, nam ik de voorbije weken kennis van de bezorgdheden van verschillende magistraten en leden van het gerechtspersoneel over de hoge werkdruk, de infrastructuur, de ondersteuning en de arbeidsvoorwaarden. Ik heb die signalen vanaf mijn aantreden gehoord en vanaf dag een ernstig genomen. Daarom zijn we met de vertegenwoordigers in overleg gegaan. We hebben de beslissing genomen om thematische taskforces op te richten, om zo tot gedragen en haalbare voorstellen te komen. De thema’s daarbij zijn gebouwen, veiligheid, mensen en middelen en de aantrekkelijkheid van het beroep. Dit wordt verder toegelicht in eerder door mij beantwoorde vragen en komt ook vandaag in het antwoord op een aantal vragen aan bod.

 

We hanteren dus wel degelijk een holistische benadering. Er is tevens opvolging van het Drugscommissariaat. Er wordt ook gewerkt aan plannen om de follow the value-aanpak te volgen, zodat we de verdienmodellen van de criminelen daadwerkelijk kunnen breken.

 

13.04  Marijke Dillen (VB): Dank u voor uw uitgebreide antwoord, mevrouw de minister. Het zou niet correct zijn om te beweren dat er in het verleden nog niets is gebeurd of dat er tijdens deze legislatuur nog geen initiatieven zijn genomen.

 

U kent mijn standpunt over de taskforce, ik heb dat vorige week uitvoerig toegelicht in de plenaire vergadering, maar ik blijf er vragen bij hebben. Veel van die problemen zijn immers al lang bekend. In de plaats van jaren te studeren, zou het beter zijn om kordaat op het terrein aan de slag te gaan.

 

Mevrouw de minister, ik heb geen antwoord gekregen op de uitdrukkelijke vraag van de magistraten naar een pact voor Justitie, dat zij zelf zeer belangrijk vinden. Evenmin kreeg ik een antwoord op mijn vraag in verband met de staten-generaal. In het kader van de volledige aanpak van de drugscriminaliteit rust er immers niet alleen op u en uw collega van Binnenlandse Zaken, maar ook op de gemeenschappen een zeer belangrijke verantwoordelijkheid. Ik verwijs nogmaals naar de uitspraken van mevrouw de voorzitster van de rechtbank van eerste aanleg, in het kader van vaststellingen die almaar vaker gebeuren in de jeugdrechtbank – vaststellingen die overigens bijzonder dramatisch zijn.

 

Mevrouw de minister, ik vernam niets over de aanpak van gebruikers. U stelt – en het is een feit dat we regelmatig in de media lezen – dat er een overaanbod is en dat de prijs keldert. Toch worden de drugsbendes steeds agressiever. Uit de alarmkreet van de magistraten afgelopen donderdag blijkt dat het aantal drugsbendes zo sterk is toegenomen, dat de georganiseerde criminaliteit niet langer onder controle te houden is. Daarin dragen de gebruikers een zeer grote verantwoordelijkheid, want zij houden de drugscriminaliteit mee in stand. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. Hopelijk bent u bereid om na te denken over het organiseren van die Staten-Generaal.

 

Mijnheer de voorzitter, tot slot heb ik een motie.

 

13.05  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoorden. Het is een zeer belangrijke problematiek, die absoluut prioriteit verdient in het beleid dat u verder zult uitwerken.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen

en het antwoord van de minister van Justitie, belast met de Noordzee,

- overwegende dat de drugscriminaliteit in Antwerpen maar blijft toenemen;

- overwegende dat zowel de magistratuur als het Parket voor een zoveelste keer het tekort aan middelen om deze vorm van criminaliteit te kunnen bestrijden, hebben aangekaart;

- overwegende dat er bovendien op wordt gewezen dat een deel van de beschikbare middelen niet voorzien is voor de complexiteit van de criminaliteit zoals die vandaag is;

- overwegende dat er door de tijd heen vooral veel aankondigingen zijn gedaan teneinde aan deze situatie het hoofd te bieden;

- overwegende dat het meer dan tijd wordt dat de aankondigen ook worden gekoppeld aan daden en er tegemoetgekomen wordt aan de terechte verzuchtingen van onder meer de magistratuur en het parket;

vraagt de regering

- op korte termijn concrete initiatieven te nemen teneinde ervoor te zorgen dat de georganiseerde misdaad de samenleving niet langer kan blijven ontwrichten;

- werk te maken, zoals door de magistraten verzocht, van een 'pact voor Justitie', met onder andere meer personeel, benoemingen op basis van objectieve werklast, een coherent HR-beleid en structurele investeringen;

- de nodige initiatieven te nemen om, in samenspraak met de gemeenschappen, een bredere maatschappelijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit tot stand te brengen en hiervoor de nodige financiering te voorzien."

 

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de Mme Marijke Dillen

et la réponse de la ministre de la Justice, chargée de la Mer du Nord,

- considérant que le phénomène de la criminalité liée à la drogue ne fait que croître à Anvers;

- considérant que tant la magistrature que le parquet ont, pour la énième fois, indiqué qu'ils manquaient de moyens pour s'attaquer à cette forme de criminalité;

- considérant, par ailleurs, qu'il est relevé qu'une partie des moyens disponibles n'ont pas été prévus pour faire face à la complexité de la criminalité actuelle;

- considérant qu'au fil du temps, les initiatives visant à faire face à cette situation ont surtout consisté en un grand nombre d'annonces;

- considérant qu'il est plus que temps que les annonces soient suivies d'actes et que des réponses soient apportées face aux attentes légitimes exprimées notamment par la magistrature et le parquet;

demande au gouvernement

- de prendre des initiatives concrètes, à court terme, pour éviter que le crime organisé puisse continuer à déstabiliser la société;

- d'élaborer, comme le demandent les magistrats, un "pacte pour la Justice" prévoyant notamment davantage d'effectifs, des nominations fondées sur la charge de travail objective, une politique de RH cohérente et des investissements structurels;

- de prendre les initiatives nécessaires, en concertation avec les communautés, pour mettre en place une stratégie sociétale plus globale face au crime organisé et de prévoir le financement nécessaire à cet effet."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Leentje Grillaert.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Leentje Grillaert.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

14 Questions jointes de

- Sarah Schlitz à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'incendie mortel à la prison de Lantin et les sanctions disciplinaires envers trois détenus" (56005666C)

- Sarah Schlitz à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La gestion du personnel de la prison de Lantin" (56005675C)

14 Samengevoegde vragen van

- Sarah Schlitz aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De dodelijke brand in de gevangenis van Lantin en de tuchtsancties tegen drie gedetineerden" (56005666C)

- Sarah Schlitz aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het personeelsbeleid in de gevangenis van Lantin" (56005675C)

 

14.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, un grave incendie s'est déclaré le 29 mai dernier à la prison de Lantin, coûtant la vie à un pompier et en blessant trois autres, dont un très grièvement, ce dernier se trouvant encore aujourd'hui aux soins intensifs.

 

Les circonstances du drame sont plus qu'interpellantes. Vous avez déclaré en commission la semaine dernière: "Mon administration ne manquera pas d'examiner les procédures de sécurité incendie, non seulement dans la prison de Lantin, mais aussi dans l'ensemble des établissements pénitentiaires."

 

J'ai été quelque peu surprise de lire par ailleurs votre collègue Matz. Selon son avis, les procédures s'étaient déclenchées comme prévu. Je suis déjà interpellée par cet élément-là. Pourriez-vous nous éclairer sur la procédure d'évacuation des détenus qui aurait été enclenchée si l'incendie n'avait finalement pas été maîtrisé comme il a pu l'être? Cette procédure était-elle sur le point d'être activée?

 

Pendant l'incendie, de la fumée a commencé à entrer dans une cellule, empêchant ses occupants de respirer correctement. Ils se seraient manifestés bruyamment et auraient proféré des insultes dans le but que le volet de leur cellule soit ouvert, afin de dissiper la fumée. Actuellement, ils font l'objet d'une sanction disciplinaire lourde. Pouvez-vous nous indiquer les informations qui ont été communiquées aux détenus au moment de l'incendie? Quelles sanctions ont-elles été prononcées envers ces trois détenus? Quelle en est la justification? Quels objectifs sont-ils poursuivis à travers cette sanction? On a pu entendre, de la bouche de l'avocat des trois détenus en question, qu'on les aurait carrément accusés d'être responsables du décès du pompier. Confirmez-vous ces affirmations? Ce sont des affirmations graves alors que l'enquête est toujours en cours. Mettre le décès d'un pompier sur le dos de trois détenus qui essayaient de respirer dans leur cellule est grave. Le cadre légal permet-il de prononcer ces dix jours de cachot pour ce motif, si vous me confirmez que telle est bien la sanction qu'ils ont subie? Quels recours sont-ils à leur disposition? Pouvez-vous nous indiquer les conséquences psychologiques et physiques de la détention en isolement durant une si longue période? Enfin, une cellule psychologique est-elle mise à disposition des détenus et du personnel pour les accompagner suite à ce drame?

 

J'en viens à ma seconde question. Nous savons que le personnel pénitentiaire souffre depuis des années, notamment en raison des pénuries de personnel, des difficultés de recrutement et des fortes tensions au sein des prisons. Ces tensions sont liées non seulement à la question de la détention, mais également aux mauvaises conditions de détention et à la surpopulation carcérale, pour lesquelles la Belgique a été condamnée à de nombreuses reprises. À cela s'ajoutent les heures supplémentaires que ces agents doivent enchaîner, sans véritable perspective d'amélioration de leur situation.

 

Dans ce contexte, madame la ministre, pourriez-vous me dire quel est le cadre du personnel de la prison de Lantin? Est-il rempli? Le personnel est-il formé au plan d’intervention d’urgence de l’établissement? Le jour de l’incendie, les clés se trouvaient-elles à leur emplacement habituel? Les personnes présentes sur place avaient-elles connaissance de leur localisation? Théoriquement, combien de membres du personnel auraient-ils dû être présents ce jour-là? Combien l’étaient réellement? Ces agents avaient-ils été formés au plan d’intervention d’urgence? Combien de personnes savaient-elles exactement où se trouvaient ces clés?

 

14.02  Annelies Verlinden, ministre: Madame Schlitz, en réponse à vos questions concernant l’incident survenu à la prison de Lantin, je tiens à vous rappeler les éléments suivants. Les détenus ont été informés de la situation par les agents pénitentiaires et les unités de vie n’ont jamais été menacées par l’incendie. Par ailleurs, personne n’a dû être évacué et la sécurité des détenus n’a jamais été compromise mais cela n’empêche pas que de telles situations peuvent susciter une certaine inquiétude chez de nombreuses personnes. Par la suite, les détenus ont été invités à en parler avec les membres du personnel, qui pouvaient également les orienter vers d’autres services.

 

Si des détenus ont été sanctionnés, cela signifie évidemment qu’ils ont commis une infraction disciplinaire en vertu des dispositions de la loi de principes. Nous ne communiquons pas sur les dossiers individuels, par respect pour la vie privée des intéressés. La loi de principes prévoit que l’enfermement en cellule de punition peut être décidé pour une durée maximale de neuf jours en cas d’infraction de la première catégorie et pour une durée maximale de trois jours en cas d’infraction de la seconde catégorie. Tout détenu peut adresser une plainte auprès de la commission des plaintes concernant toute décision prise à son égard par le directeur ou au nom de celui-ci.

 

Un isolement a toujours des conséquences, qui sont différentes pour chaque individu. Il est important de souligner qu'il ne s'agit pas d'un isolement total. Des modalités sont prévues par la loi pour s'assurer du suivi de l'évolution du détenu. Tous les détenus reçoivent la visite quotidienne du directeur et du médecin. Ils ont également des contacts plusieurs fois par jour avec les agents pénitentiaires de section. Ils conservent le droit d'aller au préau individuel tous les jours et à la visite à carreau à partir du troisième jour. Ils peuvent aussi recevoir des livres.

 

Concernant votre question sur le soutien psychologique à la suite de ce type d'incident, je tiens à préciser que les détenus peuvent discuter de soutien avec les agents actifs dans les unités de vie. Ils peuvent s'adresser aux différents professionnels et, en particulier, au service psychosocial. Ce type d'accompagnement fait partie de leurs missions. Le personnel peut également demander une aide psychologique individuelle auprès de POBOS. Un débriefing collectif est aussi organisé au sein de la prison.

 

En ce qui concerne vos questions sur la gestion du personnel de la prison de Lantin, le cadre de la prison de Lantin s'élève à 609 équivalents temps plein dont 585,440 sont actuellement pourvus. Trois personnes qui ont été recrutées récemment entreront en fonction le 1er septembre.

 

S'agissant des procédures de recrutement pour la prison de Lantin, une procédure de sélection personnel de base de l'administration sera organisée début juillet pour la Région wallonne. Nous espérons combler les postes restants avec les lauréats de cette procédure. Pour obtenir des chiffres plus détaillés, je vous invite à introduire une question écrite.

 

La formation du personnel au plan d'intervention d'urgence fait partie des obligations réglementaires. Toutefois, les détails précis concernant la formation des agents présents le jour de l'incendie, le nombre exact d'agents qui auraient dû être ou étaient effectivement présents et la localisation des clés à ce moment-là font l'objet de l'enquête en cours. Il convient donc de ne pas interférer avec cette enquête à ce stade.

 

14.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci pour vos réponses, madame la ministre. Je reste assez frustrée par le manque d'implication du gouvernement dans cette affaire. J'entends que vous vous êtes rendue sur place, comme nous avons pu le voir dans les journaux, et que vos collègues étaient présents à l'enterrement.

 

Mais, aujourd'hui, il y a une véritable responsabilité à endosser dans ce qu'il s'est passé. Ce n'était pas un simple accident. Quand on lit dans les circonstances de cet événement dans la presse, de très nombreuses questions se posent.

 

Je suis étonnée que très peu de questions soient posées par mes collègues sur ce sujet. Je pense que, si c'était arrivé à Bruxelles, on en parlerait beaucoup plus. Il y avait deux questions, et pas de la N-VA.

 

Il faut mettre en place tout ce qui est en votre pouvoir pour faire en sorte que cela n'arrive plus jamais. Ici, des erreurs ont été commises, et la presse a cité des dysfonctionnements structurels et fonctionnels à la prison de Lantin. Nous verrons ce que l'enquête en dit. Il est essentiel que des actions rapides soient décidées pour faire en sorte que cela n'arrive plus jamais et que le fédéral assume ses responsabilités dans cette affaire.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Sophie De Wit aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De inbreuken op het dierenwelzijn naar aanleiding van het islamitische Offerfeest" (56005680C)

15 Question de Sophie De Wit à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les atteintes au bien-être animal à l’occasion de la fête musulmane du sacrifice" (56005680C)

 

15.01  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw Schlitz, sta me toe om nog kort te reageren, zonder een persoonlijk feit in te roepen. Wat in Lantin gebeurd is, vinden wij natuurlijk heel erg; dat staat buiten kijf. Ik zou niet graag hebben dat er een ander idee ontstaat. Over het islamitisch Offerfeest, het onderwerp van mijn mondelinge vraag, zullen door Ecolo vermoedelijk geen vragen worden gesteld, maar met zulke opmerkingen blijven we de bal heen en weer spelen.

 

Mevrouw de minister, heel recent is het islamitisch Offerfeest gevierd en in onze hoofdstad zijn opnieuw verschillende gevallen van dierenmishandeling vastgesteld. Zo zijn er in een luidruchtige autostoet twee levende schapen in beslag genomen. Vermoedelijk waren die bestemd voor het vreselijk lot van een illegale thuisslachting via een meststeek in de nek. Dergelijke praktijken zijn in strijd met zowel de Europese als de regionale regelgeving, die vereisen dat religieuze slachtingen plaatsvinden in erkende slachthuizen en met de nodige verdoving.

 

In Brussel is onverdoofd slachten helaas nog steeds mogelijk in het slachthuis van Anderlecht, maar thuisslachting is er wel verboden. We kunnen slechts vermoeden waarnaar die schapen onderweg waren. Ondanks de duidelijke regelgeving vinden er jaarlijks, met name tijdens het Offerfeest, talrijke inbreuken op het dierenwelzijn plaats, wat ook blijkt uit eerdere incidenten waarbij tientallen schapen in beslag werden genomen.

 

Dierenwelzijn is voor veel burgers nochtans een prioriteit in onze samenleving. Barbaarse praktijken zoals onverdoofde thuisslachting kunnen we gewoonweg niet meer tolereren.

 

Mevrouw de minister, hoeveel inbreuken werden er tijdens het voorbije Offerfeest vastgesteld, welke inbreuken en in welke arrondissementen?

 

Hebt u in de aanloop naar het Offerfeest overlegd met de gewesten en de politiezones, met name om hen op te roepen om streng toe te zien op de naleving van het dierenwelzijn tijdens die gevoelige periode? Zo nee, waarom niet?

 

Hoe wilt u aan dierenmishandeling een hogere prioriteit geven in het vervolgingsbeleid en de gerechtelijke macht bewuster maken van de effectiviteit van gepaste sancties?

 

15.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw De Wit, wat betreft de gedetailleerde statistische gegevens verzoek ik u om die schriftelijk op te vragen, zodat wij u die schriftelijk kunnen bezorgen. De meest recent beschikbare politiële criminaliteitsstatistieken reiken tot de eerste drie trimesters van 2024. De criminaliteitsstatistieken van de voorbije weken of maanden, in casu het meest recente Offerfeest, zijn momenteel nog niet beschikbaar.

 

Wat betreft handhaving en vervolging, worden al inspanningen geleverd om elke vorm van dierenmishandeling te vervolgen en te bestraffen. Zo kan worden verwezen naar de gemeenschappelijke omzendbrief COL 4/2019 van de minister van Justitie, het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep en de Vlaamse minister-president, bevoegd voor Justitie. In die omzendbrief werden de strafrechtelijke prioriteiten vastgesteld die op grond van de Vlaamse regelgeving gesanctioneerd kunnen worden. Dierenwelzijn is in die omzendbrief opgenomen als een van de feiten die op basis van de Vlaamse dierenwelzijnsregelgeving strafrechtelijk vervolgd en bestraft kunnen worden. Daarnaast wijs ik ook op de gemeenschappelijke omzendbrief COL 9/2023 van de minister van Justitie, het College van procureurs-generaal en de voor Justitie bevoegde Waalse minister-president, waarin de prioriteiten inzake het strafrechtelijk beleid betreffende leefmilieu en dierenwelzijn op grond van de Waalse regelgeving werden opgenomen.

 

Zoals bepaald in het regeerakkoord, zal de federale regering verdere inspanningen leveren om op het vlak van handhaving en vervolging van inbreuken tegen dierenwelzijn het regionaal beleid ter zake te versterken. Daarbij zal onder meer op vraag van de regionale overheden worden nagegaan hoe aan dierenmishandeling een hogere prioriteit in het vervolgingsbeleid kan worden toegekend. Dat kan bijvoorbeeld worden geconcretiseerd via de evaluatie en actualisering van voormelde omzendbrieven, maar die piste moet nog in detail worden bestudeerd voordat ik daar uitspraken over kan doen.

 

Daarnaast zal ook in overleg met de regionale overheden worden bekeken hoe het thema dierenwelzijn kan worden opgenomen in de nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid. Ook zullen vanuit de federale regering de nodige inspanningen worden geleverd om de samenwerking tussen de verschillende bevoegde federale en regionale diensten verder te bevorderen.

 

15.03  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik zal de cijfers opvragen. Het is inderdaad belangrijk om de vervolging van inbreuken tegen regionale regelgeving te versterken. Ik weet dat Justitie veel uitdagingen kent en dat is er een van.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Koen Metsu aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De invloed van de antidemocratische beweging Turkse Grijze Wolven" (56005682C)

16 Question de Koen Metsu à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'influence du mouvement antidémocratique des Loups gris turcs" (56005682C)

 

16.01  Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de minister, de organisatie bekend als de Grijze Wolven is gelieerd aan de extreemrechtse Turkse Partij van de Nationale Beweging en wordt in verscheidene Europese landen niet alleen als extreem nationalistisch, maar ook als antidemocratisch en zelfs gewelddadig beschouwd. In Frankrijk werd de beweging in 2020 zelfs officieel verboden wegens haar haatzaaiende en gewelddadige acties. Ze werd er beschouwd als een gevaar voor de openbare orde. Ook in Duitsland wordt de groep zeer actief opgevolgd door de binnenlandse veiligheidsdiensten.

 

In België zouden er aanwijzingen zijn dat leden of sympathisanten van de Grijze Wolven actief zijn binnen bepaalde gemeenschappen. Er circuleren rapporten over het verspreiden van nationalistische propaganda, het intimideren van andersdenkenden binnen de Turks-Belgische gemeenschap en zelfs het aanwakkeren van spanningen tussen etnische groepen. Dat baart uiteraard ernstige zorgen met betrekking tot de sociale cohesie, de democratische rechtsorde en onze openbare veiligheid.

 

Bent u op de hoogte van de aanwezigheid en de activiteiten van de Grijze Wolven in België?

 

Wordt die organisatie of worden aanverwante structuren momenteel gemonitord door onze veiligheidsdiensten?

 

Zijn er concrete signalen van inmenging of beïnvloeding van Belgische politieke of van bepaalde maatschappelijke structuren door deze organisatie? Ik denk dan bijvoorbeeld aan Diyanet en de Milli Görüs-moskeeën.

 

Acht u het opportuun om naar Frans voorbeeld te onderzoeken of een verbod op de Turkse Grijze Wolven ook in ons land aangewezen is?

 

Welke maatregelen worden genomen om jongeren en kwetsbare gemeenschappen te beschermen tegen radicalisering via dergelijke extreem nationalistische netwerken?

 

16.02 Minister Annelies Verlinden: De Grijze Wolven vormden de paramilitaire tak van de extreemrechtse Turkse partij MHP. De ideologie van die partij is gestoeld op het geloof in de radicale superioriteit van het Turkse volk. Volgens onze diensten bestaan de Grijze Wolven in België niet als een gestructureerde paramilitaire organisatie. Wel bestaat er in ons land een structuur van organisaties die gelinkt zijn aan de partij MHP. Die vallen onder de coördinatie van de Belçika Türk Federasyon (BTF). Dat is een koepelorganisatie waaronder elf lokale associaties ressorteren. De koepelorganisatie maakt op haar beurt deel uit van een Europese federatie die haar hoofdzetel in Duitsland heeft.

 

Individuen die verklaren een Grijze Wolf te zijn, bezoeken regelmatig de verenigingen die deel uitmaken van de BTF. Die sympathisanten handelen echter op een onafhankelijke manier.

 

Door het ontbreken van formele groeperingen en omdat de traditionele kentekens en symbolen van de Grijze Wolven, zoals de zogenaamde wolvengroet, reeds genormaliseerd zijn als uitingen van Turks nationalisme, is het moeilijk vast te stellen of iemand daadwerkelijk lid of aanhanger van de Grijze Wolven is.

 

In het algemeen en los van deze specifieke casus moet ik benadrukken dat organisaties of groepen die een dreiging voor de openbare veiligheid zouden kunnen vormen door de politie, de inlichtingendiensten en het OCAD worden opgevolgd. De veiligheids- en inlichtingendiensten communiceren niet openlijk over het al dan niet openen van dossiers met betrekking tot specifieke entiteiten of personen.

 

Wat de concrete signalen van inmenging of beïnvloeding van de Belgische politiek of bepaalde maatschappelijke structuren betreft, meldt de VSSE dat zij op dit moment niet over inlichtingen beschikt die bevestigen dat er directe buitenlandse inmenging plaatsvindt bij de steun of financiering van de Grijze Wolven.

 

Ook met betrekking tot de invloed van de Grijze Wolven beschikt de VSSE momenteel niet over inlichtingen die bevestigen dat de organisatie of haar leden zich schuldig maken aan directe inmenging of beïnvloeding van Belgische politieke of maatschappelijke structuren. Het is wel mogelijk dat sommige leden van de Turkse gemeenschap in België door het bredere Turks-nationalistische discours worden beïnvloed, waarvan onder meer de Grijze Wolven en de MHP deel uitmaken.

 

In het algemeen wordt in België de Strategie TER toegepast om radicalisering en daden van terreur tegen te gaan, ook voor jongeren. Die strategie steunt op diverse overlegplatformen die zowel in repressieve als preventieve opvolging kunnen voorzien, uiteraard ook voor jongeren.

 

16.03  Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de minister, ik durf niet te stellen dat het potentiële gevaar mogelijk miskend of onderschat wordt. Ik hoop alleen maar – en ik twijfel daar bijna niet aan – dat de VSSE het bij het rechte eind heeft.

 

Het volgende verontrust mij wel een beetje. U zegt dat die koepelorganisatie in Duitsland gevestigd is. In Duitsland staat zij dan ook op de radar. In Frankrijk werd de groepering reeds ontbonden. Wij daarentegen beschouwen de aanhangers min of meer als lone wolves. U zegt dat ze min of meer op onafhankelijke wijze handelen. Ik hoop wel dat er onderzoek naar gevoerd blijft worden. Uit de zaken die ik lees of via via opvang, blijkt dat er toch een netwerk zou zijn, ook hier in ons land. Ik kan me ook moeilijk inbeelden dat er geen buitenlandse inmenging zou zijn bij bijvoorbeeld de verkiezingen in Turkije.

 

Ik hoop dus dat de veiligheidsdiensten ook dat fenomeen, ook dat probleem, voortdurend monitoren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Question de Ismaël Nuino à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'accès aux bases de données spécialisées de Kluwer pour les magistrats des juridictions du travail" (56005696C)

17 Vraag van Ismaël Nuino aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De toegang tot de gespecialiseerde Kluwerdatabanken voor de arbeidsmagistraten" (56005696C)

 

17.01  Ismaël Nuino (Les Engagés): Madame la ministre, le mardi 20 mai 2025, les magistrats ont reçu un courriel, d'abord des éditions Kluwer puis de l'Institut de Formation Judiciaire (IFJ), leur indiquant la suppression de leur accès à SocialEye. La question fait actuellement grand bruit dans le secteur de la magistrature, spécifiquement dans les juridictions du travail.

 

SocialEye est la base de données de recherche la plus efficace et la plus performante en droit social aujourd'hui. Elle contient nombre d'analyses juridiques approfondies, de commentaires, de la jurisprudence parfois inédite, de la doctrine, des conventions collectives de travail consolidées, etc.

 

Non sans une pointe d’ironie, le courriel de l’IFJ renvoie les magistrats à l’utilisation d’un ouvrage papier dans les bibliothèques, le Compendium social.

 

Depuis le jeudi 22 mai 2025, donc depuis trois semaines, les accès ont commencé à être supprimés.

 

Il me revient que cette suppression est perçue comme une attaque ciblée visant un outil de travail indispensable aux magistrats des juridictions du travail. Certains d’entre eux, particulièrement les plus jeunes, ont été formés de manière plus assidue à l’utilisation des bases de données et travaillent quotidiennement avec ces outils. Il va sans dire que les cabinets d’avocats spécialisés en droit social ont bien entendu accès à cette base de données, dont sont à présent privés les magistrats.

 

Cette base de données constitue pour beaucoup de magistrats la manière la plus efficace d’effectuer des recherches juridiques en droit social de manière ciblée et rapide. J'ajoute que certaines informations ne sont disponibles par aucun autre biais; c’est le cas des commentaires pratiques en droit de la sécurité sociale, de la jurisprudence inédite et des conventions collectives de travail sectorielles consolidées. Les recherches "papier" représentent une perte de temps considérable et donc une diminution du rendement des magistrats des juridictions du travail.

 

Selon les explications qui m’ont été fournies, la suppression de cette base de données est intervenue dans le cadre de la renégociation récente des contrats avec les éditions Kluwer. Il m’a été rapporté que le coût de cette base de données pour l’ensemble des magistrats du pays représente moins de 160 000 euros par an. Des informations qui me reviennent, le budget consacré aux formations des magistrats n’a pas été suffisant pour maintenir cet abonnement.

 

Le fait de devoir utiliser le papier représente une grande perte de temps pour les magistrats, cela semble évident. L'accord de gouvernement prévoit aussi de rendre la justice plus efficace. Je pense que cette efficacité doit inévitablement passer par le fait de disposer des outils les plus efficaces. Nous pouvons discuter de ce monopole dont bénéficient aujourd'hui certains éditeurs, mais c'est une autre question.

 

Madame la ministre, confirmez-vous cette suppression d'accès? Confirmez-vous également le chiffre d'un coût de 160 000 euros pour cet accès spécifique? Le cas échéant, un coût de 160 000 euros par an, vu l'intérêt, me semble plutôt limité. Ne serait-il pas possible de revoir cette décision, particulièrement dans le contexte actuel, dans un souci d'efficacité de notre pouvoir judiciaire que, je n'en doute pas, vous partagez?

 

17.02  Annelies Verlinden, ministre:  Collègue Nuino, la base de données SocialEye est en effet un outil très utile et fort utilisé par les magistrats actifs en droit social. Elle permet de trouver les informations nécessaires et actualisées, notamment pour consulter les versions consolidées de toutes les conventions collectives de travail.

 

Depuis 2019, l'IFJ est responsable de la documentation juridique de l'ordre judiciaire et gère les contrats liés aux bases de données juridiques commerciales existantes, dont Strada lex, Jura, LexNow et SocialEye.

 

L'IFJ a voulu anticiper l'expiration des contrats existants et a donc lancé un marché public en vue de leur renouvellement. À l'ouverture des offres, il a toutefois été constaté que les prix de l'ensemble des éditeurs avaient significativement augmenté et dépassaient de loin les capacités budgétaires de l'IFJ. Le contrat avec Wolters Kluwer, dont relèvent Jura et SocialEye, expirait définitivement le 1er avril 2025 avec toutes les conséquences possibles.

 

Après les négociations, le montant annuel de SocialEye a été réduit dans la dernière proposition de Wolters Kluwer. Toutefois, cette offre restait à ce moment-là financièrement insurmontable pour l'IFJ, qui devait également veiller à ce qu'en plus de Jura, les autres bases de données systémiques générales de cas restent accessibles à l'ensemble du pouvoir judiciaire dans le cadre de son enveloppe financière.

 

Consciente qu'il ne s'agit pas d'un véritable remplacement de SocialEye, il faut préciser que les contrats actuels relatifs à la documentation juridique permettent la consultation, en ligne et sur papier via les bibliothèques, des sources importantes du droit social, comme le Compendium social via Jura et les Chroniques de droit social via LexNow.

 

Je suis cependant consciente de l'importance de la base de données SocialEye pour les magistrats actifs en droit social. Je suis donc en contact avec l'IFJ pour trouver une solution à ce problème, passant par une augmentation de leur budget de documentation, afin que cette base de données puisse à nouveau être mise à la disposition des magistrats dans de brefs délais.

 

17.03  Ismaël Nuino (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse détaillée. On est effectivement collectivement très conscient de la nécessité de cet accès à SocialEye. J'entends votre volonté de permettre de retrouver cet accès pour les magistrats des juridictions du travail par le biais d'une augmentation du budget, ce que je salue vraiment. C'est primordial pour ces magistrats et j'espère que cela pourra être fait dans les plus brefs délais.

 

Je n'hésiterai donc pas à vous reposer la question dans quelques semaines pour connaître le suivi. Je vous encourage dans cette démarche qui est vraiment importante pour garantir le travail le plus efficace de nos magistrats, dans l'ensemble du respect qui leur est dû.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het incident in de gevangenis van Mechelen" (56005697C)

18 Question de Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'incident à la prison de Malines" (56005697C)

 

18.01  Alain Yzermans (Vooruit): Ik kom even terug op de gebeurtenissen van vorige week, toen gedetineerden zich luidruchtig hadden verzet omtrent de werking van de gevangenis van Mechelen, onder andere doordat de avondwandelingen niet doorgingen.

 

Dat luidruchtig protest hangt ook samen met de grote overbevolking in die gevangenis. Er zijn 84 plaatsen, maar er zitten nu 146 gedetineerden, een overbevolking van ongeveer 74 %. Dat toont op zich aan dat u snel werk dient te maken – wat u ook doet – van die noodwet om daaraan enigszins tegemoet te komen, alhoewel er uiteraard regionale verschillen zijn.

 

De rust is er weergekeerd nadat drie gedetineerden werden overgeplaatst.

 

Een andere oorzaak is een onderbezetting van het personeelskader.

 

Mevrouw de minister, wat zult u doen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen?

 

Welke strategieën kunnen preventief worden ingezet met het oog op de voorspellingen van een lange, hete of moeilijke zomer?

 

Hoever staat het met de sociale onderhandelingen om onder andere het nijpend personeelstekort aan te pakken?

 

18.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Yzermans, om de omstandigheden van gedetineerden en personeelsleden te verbeteren, moet eerst en vooral de extreem hoge overbevolking naar beneden. Het wetgevend kader waaraan wordt gewerkt, is in dat opzicht van cruciaal belang. Daarnaast is het ook nodig dat we investeren in oplossingen om de gevangenispopulatie structureel en duurzaam te verminderen. U weet dat we daaromtrent aan actieplannen werken.

 

Wat het concrete incident betreft, werd een tuchtprocedure opgestart tegen de betrokken personen, gelet op de aangerichte schade, de ernstige verstoring van de orde en het feit dat dergelijk gedrag binnen een penitentiaire instelling niet kan worden getolereerd. Ik wens te onderstrepen dat de uitlokkende factor het schrappen van een tweede avondwandeling betrof. Het is dus niet juist dat de gedetineerden helemaal niet hebben kunnen wandelen, althans op de eerste dag. De onlusten hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat de daaropvolgende dag alle wandelingen werden geschrapt.

 

Wat betreft de personeelsbezetting in de gevangenis van Mechelen, bedraagt het kader voor bewaking en techniek momenteel 83 voltijdsequivalenten. Op dit moment zijn 84,10 voltijdsequivalenten ingevuld. Vijf bijkomende personeelsleden zijn reeds aangeworven en zullen binnenkort in dienst treden. De aanstellingsprocedure, zoals de veiligheidsscreening, het medisch onderzoek en dergelijke, is momenteel lopende.

 

Tot slot maakt de gevangenis van Mechelen momenteel deel uit van een lopende fastlaneprocedure voor aanwervingen. Die procedure werd in het verleden al meerdere keren toegepast voor die instelling en stelt ons in staat om sneller in te spelen op personeelstekorten. Het terugdringen van de overbevolking in combinatie met het aanvullen van het personeelskader zal hopelijk de gemoederen bedaren en stelt ons in staat om dat soort incidenten in de toekomst te voorkomen.

 

18.03  Alain Yzermans (Vooruit): Bedankt voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van Paul Van Tigchelt aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De zorgcentra na seksueel geweld" (56005723C)

19 Question de Paul Van Tigchelt à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les centres de prise en charge des violences sexuelles" (56005723C)

 

19.01  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik verwijs voor de efficiëntie naar de schriftelijke versie van mijn vraag.

 

Met de wet betreffende de Zorgcentra na Seksueel Geweld werden de ZSG's wettelijk verankerd. Dat is een belangrijke stap in de structurele ondersteuning van slachtoffers van seksueel geweld. Maar de uitvoering laat op cruciale punten nog vragen open.

 

Artikel 47 van de wet bepaalt dat de financiering van de ZSG's voortaan zal verlopen via het RIZIV, en dat de verdere procedure en voorwaarden vastgelegd worden bij koninklijk besluit, na overleg in de Ministerraad.

 

Daarom mijn vragen aan u:

 

Vanaf wanneer is voorzien dat het RIZIV de financiering overneemt? Wanneer ten laatste moet dit KB er zijn?

 

Wordt het KB momenteel voorbereid, en zo ja, wat is de stand van zaken? Is Justitie actief betrokken bij de onderhandelingen over dit KB? Indien niet, waarom niet?

 

Zal de voorziene RIZIV-financiering voldoende zijn om de uitrol en werking van de ZSG's over het hele land effectief te garanderen? Over hoeveel middelen spreken we?

 

In uw beleidsnota stelt u dat ook slachtoffers van niet-acuut of online seksueel geweld de nodige zorg moeten krijgen, al dan niet in een koppeling met de ZSG's, en dat hiervoor overleg wordt gepleegd met de gefedereerde entiteiten.

 

Hoe garandeert u dat Justitie, ondanks de overdracht van de structurele financiering aan het RIZIV, ook inhoudelijk betrokken blijft bij deze verbreding van het zorgaanbod en de uitbouw van de ZSG's?

 

19.02 Minister Annelies Verlinden: Collega’s, ik beaam dat de wet van 26 april 2024 een belangrijke rol speelt in de verdere uitrol van de zorgcentra na seksueel geweld over het hele land. Als minister van Justitie kan ik enkel de cruciale rol van die zorgcentra en de multidisciplinaire samenwerking van alle betrokken actoren bevestigen en onderstrepen.

 

De parketten doen al het mogelijke om constructief samen te werken. Volgens artikel 8 van de wet bevordert en faciliteert de procureur des Konings onder de in de voornoemde wet omschreven voorwaarden de werking van het zorgcentrum. Dat betekent echter niet dat Justitie bevoegd is voor de financiering van de zorgcentra.

 

De eerste drie vragen legt u dus best voor aan mijn collega van Volksgezondheid, minister Vandenbroucke. Zijn departement stelt onder zijn bevoegdheid het koninklijk besluit over de financiering van de zorgcentra bij het RIZIV op en is verantwoordelijk voor de timing. Dat heeft geen effect op de werking van Justitie in het zorgcentrum.

 

Inzake de laatste vraag kan ik u wel geruststellen. Justitie werkt beleidsmatig samen met andere departementen en bevoegdheidsniveaus met als doel het zorgcentraproject verder uit te dragen, te verfijnen en uit te rollen. Wij zijn vertegenwoordigd in en nemen actief deel aan de verschillende overlegfora die specifiek voor de zorgcentra worden gecoördineerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat onder de bevoegdheid valt van de minister van Gelijke Kansen, de heer Beenders.

 

19.03  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Mevrouw de minister, ik zal de vraag zeker stellen aan de minister van Volksgezondheid. Naar verluidt wordt als datum voor het KB over de financiering van de zorgcentra via het RIZIV 1 augustus 2025 of 1 januari 2026 vooropgesteld. Het belangrijkste is uiteraard dat de financiering gegarandeerd is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van Paul Van Tigchelt aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De erkenning van de Moslimraad van België" (56005725C)

20 Question de Paul Van Tigchelt à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La reconnaissance du Conseil Musulman de Belgique" (56005725C)

 

20.01  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Collega Van Hoecke zou vorige week dezelfde vraag hebben gesteld, dus mijn excuses dat ik in herhaling val.

 

In 2023 kreeg de Moslimraad van België, als voorlopige opvolger van de in diskrediet geraakte Moslimexecutieve, een erkenning als voorlopig representatief orgaan voor de islamitische eredienst. Deze erkenning loopt eind juni af.

 

Inmiddels vond een verkiezing plaats binnen de algemene vergadering van de Moslimraad, waar een nieuw bestuur werd verkozen en heeft de Moslimraad inmiddels officieel aan u de vraag gericht om definitief erkend te worden als representatief orgaan. Ten laatste op 25 juni moet er via koninklijk besluit een beslissing genomen worden.

 

Daarom heb ik de volgende vragen voor u:

 

Bent u van plan om het nieuw verkozen orgaan te erkennen als definitieve vertegenwoordiger van de islamitische eredienst?

 

Zult u daarvoor tijdig een Koninklijk Besluit nemen?

 

Zult u subsidies toekennen aan dit nieuw verkozen orgaan? En zo ja: hoeveel?

Indien u géén erkenning toekent of geen subsidies voorziet: waarom niet? En wat stelt u dan wél voor als alternatief?

 

20.02 Minister Annelies Verlinden: Dan kan ik ook verwijzen naar mijn antwoorden op de parlementaire vragen van collega’s Van Hoecke en Metsu over hetzelfde onderwerp.

 

U weet dat op 12 juni de Moslimraad bij koninklijk besluit door de toenmalige minister van Justitie werd erkend als voorlopig representatief orgaan voor een periode van twee jaar. Dat besluit belastte de Moslimraad met het verzekeren van de continuïteit van de openbare dienst inzake het beheer van de temporaliën. Daarnaast werd de Moslimraad belast met de voorbereiding en uitvoering van het proces dat moet leiden tot de erkenning van een nieuw, definitief representatief orgaan van de islamitische eredienst.

 

Sinds mijn aantreden heb ik overlegmomenten gehad met de Moslimraad. Ik heb rapportering gevraagd over de voortgang van de verschillende werven, gebaseerd op de bepalingen van het desbetreffende koninklijk besluit en de destijds gemaakte afspraken.

 

De huidige Moslimraad vraagt inmiddels om een definitieve erkenning. Hierover heb ik een schrijven ontvangen. Recentelijk ontving ik nog een nieuw schrijven van de Moslimraad als antwoord op mijn eerdere schriftelijke verzoeken om bijkomende informatie over het vernieuwingsproces en over de recente verkiezingen die door de Moslimraad werden georganiseerd. Die recent ontvangen informatie en het vernieuwingsproces worden momenteel geanalyseerd.

 

Vanzelfsprekend nemen we een eventuele definitieve erkenning niet licht op. In het belang van de rechtszekerheid wordt alles in het werk gesteld om tijdig een beslissing te nemen. Het representatief orgaan kan inderdaad een beroep doen op de gebruikelijke financiering. In 2024 bedroeg die, zoals u allicht weet, 626.000 euro.

 

20.03  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Ik kan alleen maar herhalen dat de moslims in ons land recht hebben op een volwaardig orgaan dat zo representatief mogelijk is, dat transparant werkt en professioneel is. De EMB, of de Moslimexecutieve, was dat niet.

 

De Moslimraad heeft in elk geval gedaan wat van hem werd gevraagd, namelijk verkiezingen organiseren, wat, als ik het goed heb, een tiental dagen geleden is gebeurd. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt. Zullen die verkiezingen en het definitieve orgaan dat eruit voortkomt, erkend worden door de overheid? Zal er effectief een nieuw koninklijk besluit worden genomen? Dat is belangrijk, we zullen dat blijven opvolgen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: L’agenda prévoyait la fin de la commission à 16 h 15. Madame la ministre, serait-il possible que vous restiez encore un moment afin de répondre aux trois dernières questions?

 

20.04  Annelies Verlinden, ministre: Mon agenda est fort chargé mais je veux bien répondre aux dernières questions. J'espère que cela facilitera les choses pour l'organisation des prochaines commissions.

 

21 Question de Sarah Schlitz à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La sonnette d’alarme tirée par les professionnels concernant le sous-financement de la justice" (56005731C)

21 Vraag van Sarah Schlitz aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De alarmbrief van de gerechtelijke actoren in verband met de onderfinanciering van de justitie" (56005731C)

 

21.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci pour votre flexibilité, madame la ministre.

 

En tant que parlementaire, nous recevons depuis maintenant des semaines des courriers alarmants du monde de la justice. Force est de constater que votre gouvernement semble résumer son action à un seul mot d'ordre: obliger les gens à faire toujours plus avec toujours moins, quoi qu'il en coûte. Le monde de la justice n'échappe pas à cette logique d'austérité permanente.

 

Aujourd'hui, la justice belge fonctionne avec un budget modique, à peine 0,22 % du PIB, un des taux les plus bas d'Europe. Nos magistrats sont 14,4 pour 11 000 habitants, loin de la moyenne européenne de 22. Cette sous-dotation chronique étouffe peu à peu un pouvoir pourtant fondamental de notre démocratie.

 

Le résultat est clair: les conditions de travail se dégradent, les vocations s'effondrent et les professionnels peinent à trouver des successeurs prêts à assumer des charges de plus en plus lourdes avec des moyens de plus en plus réduits. Les signaux se multiplient, les magistrats tirent la sonnette d'alarme depuis un moment et le 5 juin dernier, les 15 procureurs du Roi vous ont adressé une lettre ouverte pour dénoncer l'urgence de la situation.

 

Garantir une justice indépendante, efficace et accessible n'est pas un luxe, c'est un pilier de l'État de droit. Quand l'un des trois pouvoirs de l'État est privé des moyens de fonctionner, c'est son équilibre démocratique et les droits fondamentaux de tous qui vacillent.

 

Madame la ministre, où en êtes-vous dans la concertation avec magistrats? Allez-vous entendre leurs demandes? Allez-vous refinancer dignement la justice? Pensez-vous que le gouvernement finance de manière proportionnelle ce secteur aujourd'hui? Comment pouvez-vous nous assurer que les task forces thématiques que vous allez mettre en œuvre aboutiront à des solutions concrètes et budgétisées pour ce secteur à bout de souffle?

 

21.02  Annelies Verlinden, ministre: Madame Schlitz, je suis évidemment au courant des différentes actions entamées par l'Ordre judiciaire ces dernières semaines. J'ai pris connaissance des préoccupations exprimées par plusieurs magistrats et membres du personnel judiciaire concernant la charge de travail élevée, les infrastructures, le soutien et les conditions de travail au sein de la justice.

 

Toutes les expériences et inquiétudes ne sont pas les mêmes, mais il est important d'être à l'écoute de chaque signal. Je prends ces messages au sérieux, comme je l'ai déjà expliqué à plusieurs reprises à la commission. C'est pourquoi je suis en concertation avec des représentants de l'Ordre judiciaire. Nous avons décidé ensemble de créer plusieurs task forces thématiques dans le but de formuler des propositions concertées et réalisables afin d'améliorer les conditions de travail et les conditions d'emploi des magistrats et du personnel judiciaire. Ces task forces se pencheront sur quatre thématiques: bâtiments, sécurité, personnes et moyens, attractivité de la fonction. Les défis sont connus: un manque de personnel, des infrastructures vétustes ou inadaptées, une numérisation qui connaît des difficultés et des carrières sous pression.

 

Il est donc essentiel d'améliorer les conditions de travail dans un esprit de concertation avec du respect pour le rôle et la réalité de chacun. Pour la mise en œuvre, les moyens nécessaires seront dégagés là où c'est possible et nécessaire. De manière générale, il est clair que la charge de travail au sein de l'Ordre judiciaire est élevée et ne peut être maîtrisée que par des renforcements ciblés et une gestion flexible du personnel.

 

À cet égard, le gouvernement s'est engagé à rendre les cadres légaux de personnel plus flexibles et à implémenter un modèle d'allocation réglementé par la loi, dans lequel les ressources sont réparties selon des paramètres objectifs, y compris la mesure de la charge de travail. Lors de l'élaboration du budget 2025, il a été prévu que l'économie de 1,8 % sur les crédits de personnel applicables aux autres départements ne s'appliquera pas aux départements de la sécurité tels que la justice. En outre, le gouvernement a prévu des moyens budgétaires supplémentaires pour un renforcement ciblé de l'Ordre judiciaire sous la forme d'une provision interministérielle. Ces moyens doivent encore être formellement alloués.

 

Je suis actuellement en concertation avec les différents acteurs de la justice, notamment avec le Collège des cours et tribunaux et le Collège du ministère public, afin de déterminer de quelle manière les moyens supplémentaires peuvent être répartis de la manière la plus efficace.

 

21.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je connais votre sensibilité pour le secteur. Je vous remercie donc pour cette réponse raisonnable et constructive. C'est moins le cas de certains de vos collègues qui passent leur temps, dans la presse, à jeter l'opprobre sur certains secteurs en prétendant que ceux-ci touchent trop d'argent, qu'ils ne se mobilisent que pour défendre leurs petits droits, leur petit statut, leur petite pension et leur petite personne. Ici, il s'agit de personnes concernées qui ont décidé de choisir cette carrière par vocation et qui aujourd'hui n'en peuvent plus et tirent la sonnette d'alarme pour protéger l'ensemble de la société. C'est aussi le droit des justiciables à obtenir justice qui est en jeu.

 

Merci de continuer ce travail de concertation pour trouver des solutions viables qui ne visent pas uniquement à rapprocher le statut des fonctionnaires de celui du privé. Vous ne prendriez pas une bonne orientation si c'était le cas.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

22 Question de Sarah Schlitz à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le projet de détention de prisonniers au Kosovo" (56005732C)

22 Vraag van Sarah Schlitz aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het plan om gevangenen hun straf in Kosovo te laten uitzitten" (56005732C)

 

22.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, vous avez évoqué la possibilité pour la Belgique d’envoyer certains de ses détenus purger leur peine au Kosovo, rejoignant ainsi l’exemple du Danemark, qui d’ici 2027 louera des places carcérales dans ce pays. Vous avez confirmé étudier cette piste dans le cadre de la surpopulation carcérale persistante en Belgique. Si la gestion carcérale belge souffre en effet de graves tensions, notamment dans les établissements vétustes ou surchargés, cette externalisation soulève de nombreuses questions fondamentales.

 

Premièrement, le respect de la dignité humaine et des droits fondamentaux des personnes détenues. Le Kosovo ne fait pas partie de l’Union européenne. Malgré certains progrès récents, le pays reste confronté à des défis structurels en matière d’État de droit, d’indépendance judiciaire, de conditions de détention et de prévention de la torture. Amnesty International a encore récemment signalé des lacunes importantes.

 

Dès lors, comment le gouvernement belge peut-il garantir que les droits des détenus seront respectés dans un pays tiers, sans surveillance institutionnelle équivalente à celle de l’UE ou du Conseil de l’Europe? Quelle serait la base juridique encadrant cette externalisation, notamment en ce qui concerne les visites, les recours, ou la réinsertion à leur retour?

 

Deuxièmement, le coût financier de cette opération. Le modèle danois, pour lequel 300 places ont été louées au Kosovo pour 210 millions d’euros sur dix ans, suscite des interrogations: à près de 200 euros par jour par détenu, ce n’est pas un "bon marché" mais un poids financier qu’on pourrait utiliser pour remettre sur pieds notre justice.

 

À combien est ce que cette opération est-elle estimée pour la Belgique? Comment peut-on justifier ce coût face au secteur de la justice tirant la sonnette d’alarme à propos de leur sous-financement ici, en Belgique?

 

22.02  Annelies Verlinden, ministre: Madame Schlitz, l'ambition de louer ou de créer de la capacité pénitentiaire à l'étranger ne sera pas évidente, mais avec ma collègue en charge de l'Asile et de la Migration, Mme Van Bossuyt, j'ai l'intention d'effectuer à court terme des missions exploratoires dans un ou plusieurs États de droit européens avec lesquels des accords pourraient éventuellement être conclus pour la location, l'achat ou la construction de capacités carcérales à l'étranger. Afin de ne pas compromettre ces négociations, je ne citerai ici aucun pays nommément, mais je peux vous informer qu'une première mission est d’ores et déjà prévue cet été.

 

Par le passé, nous avons déjà loué des cellules, notamment aux Pays-Bas, mais nos pays voisins, y compris les Pays-Bas, sont aujourd'hui eux-mêmes confrontés à la surpopulation carcérale.

 

Il s'agira expressément de capacités destinées à accueillir les détenus condamnés ne disposant pas d'un droit de séjour, afin qu'ils puissent y purger leur peine en vue de leur retour dans leur pays d'origine.

 

Les droits humains des détenus restent au centre de nos préoccupations. Toutes les décisions prises seront examinées à la lumière de la Convention européenne des droits de l'homme et des autres obligations internationales en matière de droits humains. Vous comprendrez que nous ne pouvons pas agir à la légère en la matière.

 

Aucune négociation formelle n'est en cours actuellement avec quelque pays que ce soit. À ce stade, je ne pourrai donc pas vous fournir plus de détails sur des pays spécifiques ou l'impact budgétaire. En revanche, une analyse juridique a été lancée par le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) afin d'examiner en profondeur la faisabilité de telles formes de coopération. Cette analyse constitue une première étape indispensable sur la base de laquelle des décisions concrètes pourront être prises en ce qui concerne le calendrier, le budget et la mise en œuvre pratique. L'analyse porte notamment sur le cadre juridique, les garanties en matière de droits humains et la faisabilité pratique.  

 

22.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci pour cette réponse, madame la ministre.

 

Je pense que c’est une fuite en avant qui n'a aucun sens. Nous allons utiliser de l'argent public pour financer des prisons dans des lieux qui, ne faisant pas partie de l'Union européenne, ne permettent pas d'avoir des garanties quant au respect des droits humains comme vous le prétendez.

 

Vous devriez mener des missions exploratoires dans des pays qui n'ont pas de surpopulation carcérale et parviennent véritablement à mettre en place des alternatives à la prison. Cela existe. Nous le savons, madame la ministre.

 

Depuis des années, la Belgique affiche une volonté de faire en sorte que la prison soit le dernier recours. Or, en pratique, nous constatons une inflation carcérale, à la fois dans la réforme du Code pénal récente, dans l'accord de majorité Arizona, mais aussi dans l'application du Code pénal au niveau des cours et tribunaux. Cette inflation carcérale, qui s'accentue chaque année, est aujourd'hui incontrôlable.

 

Madame la ministre, il convient de prendre en compte cet aspect et d'explorer les alternatives à la prison dans notre pays. Ces alternatives, qui contribuent à limiter les récidives et à favoriser la réinsertion des personnes concernées, constituent une piste qu’il faut absolument investiguer.

 

Les montants communiqués par certains pays qui se sont déjà lancés dans cette aventure sont astronomiques. Je me réjouis donc d’obtenir des montants et des éléments plus précis sur le projet en question.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

23 Question de François De Smet à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'état préoccupant des prisons en Brabant wallon" (56005733C)

23 Vraag van François De Smet aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De zorgwekkende staat van de gevangenissen in Waals-Brabant" (56005733C)

 

23.01  François De Smet (DéFI): Madame la ministre, la Commission de surveillance des établissements pénitentiaires a rendu son rapport qui relève une augmentation de la capacité de la prison d’Ittre sans accroissement corrélatif du personnel, une consommation de drogues en augmentation significative, et la multiplication des duos de détenus qui entraîne une insécurité croissante.

 

À Nivelles, le dépassement de la capacité idéale est acté, l’absentéisme des gardiens est croissant, et le rapport dénonce une prison poubelle.

 

Le sujet a déjà été évoqué à plusieurs reprises en Commission mais ce nouveau rapport sonne comme un signal d’alarme, un de plus.

 

En conséquence, Mme la ministre peut-elle me faire savoir si elle a pris connaissance du rapport et si des mesures particulières sont envisagées pour ces deux établissements pénitentiaires situés en Brabant wallon?

 

23.02  Annelies Verlinden, ministre: Monsieur De Smet, ce rapport de la commission de surveillance ne nous a pas encore été envoyé. À ce stade, il n'est donc pas possible d'apporter une réponse aux questions et aux problématiques traitées dans ce document.

 

Dès que ce rapport nous aura été transmis, nous serons bien évidemment disposés à répondre aux questions qui y sont soulevées.

 

23.03  François De Smet (DéFI): Madame la ministre, votre réponse est un petit peu plus courte que ce que j'avais prévu. En effet, même sans avoir vu le rapport, vous n'avez pas pu échapper aux titres de presse qui, tant pour la prison de Ittre que pour la prison de Nivelles, sont extrêmement préoccupants, la seconde étant même qualifiée de prison poubelle. Pour la première, ce sont les trafics de drogue qui gangrènent visiblement l'établissement. Je pense dès lors qu'on pouvait espérer une réponse un peu plus développée de votre part.

 

Je vous reviendrai donc quand vous aurez reçu le rapport, sachant qu'on parle de difficultés qui sont de toute façon endémiques.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Les questions n° 56005556C de M. Patrick Prévot, n° 56005557C de Mme Désir et n° 56005600C de M. Cornillie sont considérées comme étant retirées en vertu de l'article 127.10 de notre Règlement. Les autres questions de Mme Marijke Dillen ont été reportées à sa demande.

 

La réunion publique de commission est levée à 16 h 27.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.27 uur.