D:\wwwroot\Documents\pcri\html\50\ip009

HA 50

PLEN 009

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales

CVP

Christelijke Volkspartij

Front National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement

Parti socialiste

PSC

Parti social-chrétien

Socialistische Partij

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie & ID21

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e

DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +

législature, suivi du n° et dy n° consécutif

het nummer en het volgnummer

QRVA

: Question et Réponses écrites

QRVA

: Schriftelijke Vragen en Antwoorden

: Annales (Compte Rendu intégral)

: Handelingen (Beknopt Verslag)

CRA

: Compte Rendu Analitique

: Beknopt Verslag

PLEN

: Séance plénière

PLEN

: Plenum vergadering

COM

: Réunion de commission

COM

: Commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants

Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers

Commandes :

Bestellingen :

Place de la Nation, 1008 Bruxelles

Natieplein, 1008 Brussel

Fax : 02/549 82 60

Fax : 02/549 81 60

Tél. : 02/549 82 74

Tel. : 02/549 82 74

www.laChambre.be

www.deKamer.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be

e-mail : alg.zaken@deKamer.be

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Inhoud

Woensdag 13 oktober 1999, 10.00 uur

PLEN 009

BESPREKING VAN DE REGERINGSVERKLARING

Sprekers : Marc Van Peel, voorzitter van de CVP-
fractie, Jef Tavernier, voorzitter van de AGALEV-
ECOLO-fractie, Marc Verwilghen, minister van Justitie,
Andre´ Smets, Jean-Pol Poncelet, voorzitter van de
PSC-fractie, Francis Van den Eynde, Joe¨lle Milquet,
Greta D'Hondt, Yves Leterme, Servais Verherstrae-
ten, Claude Eerdekens, voorzitter van de PS-fractie,
Paul Tant, Bart Laeremans, Daniel Fe´ret

BIJLAGE

INTERNE BESLUITEN

COMMISSIES

SAMENSTELLING

INTERPELLATIEVERZOEK

INGEKOMEN

VOORSTELLEN

TOELATING TOT DRUKKEN

MEDEDELINGEN

REGERING

ALGEMENE UITGAVENBEGROTING 1999

REKENHOF

BUDGETTAIRE AANREKENINGEN

INZAGE- EN INFORMATIERECHT VAN DE PARLEMENTSLEDEN

Sommaire

Mercredi 13 octobre 1999, 10.00 heures

PLEN 009

DISCUSSION DE LA DE

´ CLARATION GOUVERNEMENTALE

Orateurs : Marc Van Peel, pre´sident du groupe CVP,
Jef Tavernier, pre´sident du groupe AGALEV-ECOLO,
Marc Verwilghen, ministre de la Justice, Andre´ Smets,
Jean-Pol Poncelet, pre´sident du groupe PSC, Francis
Van den Eynde, Joe¨lle Milquet, Greta D'Hondt, Yves
Leterme,

Servais

Verherstraeten,

Claude

Eer-

dekens, pre´sident du groupe PS, Paul Tant, Bart
Laeremans, Daniel Fe´ret

ANNEXE

´ CISIONS INTERNES

COMMISSIONS

COMPOSITION

DEMANDE D'INTERPELLATION

DEMANDE

PROPOSITIONS

AUTORISATION D'IMPRESSION

COMMUNICATIONS

GOUVERNEMENT

BUDGET GE

´ NE

´ RAL DES DE

´ PENSES 1999

COUR DES COMPTES

IMPUTATIONS BUDGE

´ TAIRES

DROIT DE REGARD ET D'INFORMATION DES PARLEMENTAIRES

HA 50

PLEN 009

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

SE´ANCE PLE´NIE`RE

MERCREDI 13 OCTOBRE 1999

PLENAIRE VERGADERING

van

WOENSDAG 13 OKTOBER 1999

10.00 heures

10.00 uur

De vergadering wordt om 10.00 uur geopend door de
heer De Croo, voorzitter.

La se´ance est ouverte a` 10.00 heures par M. De Croo,
pre´sident.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de
ministers van de federale regering :

Ministres du gouvernement fe´de´ral pre´sents lors de
l'ouverture de la se´ance :

Verhofstadt, Onkelinx, Michel, Vande Lanotte, Durant,
Duquesne, Vandenbroucke, Van den Bossche, Flahaut,
Gabriels, Verwilghen, Reynders, Demotte, Boutmans,
Deleuze.

De voorzitter : De vergadering is geopend.

La se´ance est ouverte.

Er zijn berichten van verhindering ingekomen van de
leden :

Les membres suivants sont excuse´s :

Canon, wegens ziekte / pour raison de sante´;

Chevalier, Daems, Desimpel, Versnick, buitenslands / a`
l'e´tranger;

Denis D'hondt, Henry, Lefevre, Interparlementaire Unie /
Union interparlementaire.

Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.

Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.

Discussion de la de´claration gouvernementale

Bespreking van de regeringsverklaring

Le pre´sident : L'ordre du jour appelle la discussion de la
de´claration gouvernementale.

Aan de orde is de bespreking van de regeringsverklaring.

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

De heer Marc Van Peel heeft het woord.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, dames en heren ministers,
collega's, ik wil dit debat over de beleidsverklaring starten
met gelukwensen aan het adres van de eerste minister.

Mijnheer de eerste minister, dit is uw eerste federale
beleidsverklaring - ik heb begrepen dat ze voortaan zo
zal worden genoemd - en wij feliciteren u daarvoor.
Bovendien feliciteren wij u ook nog met het feit dat de
vriend en tegenstrever van deze regering met mij zullen
moeten toegeven dat de eerste minister zich met hart en
ziel wijdt aan zijn haast onmogelijke opdracht om deze
bont en blauwe coalitie bij mekaar te houden. Ook dat
verdient onze waardering. Immers, u sukkelt nu al een
hele tijd van crisisberaad naar crisisberaad. Het patroon
is ondertussen klassiek. Wij zullen wellicht nog vele
malen met dat patroon worden geconfronteerd. ministers
maken ruzie over vrijwel alles. U trekt het probleem naar
u toe met uw

spindokters. U bent dan de sympathieke

communicator. Dat mislukt dan weer, zoals onder meer
met de dioxinezaak en het asielprobleem. Vervolgens
mag de betrokken minister het dan zelf opnieuw aan de
pers gaan uitleggen of doet u een beroep op de demo-
cratische oppositie. Dit is een stramien dat wij tot nu toe
hebben gezien en dat zich wellicht nog vele malen zal
herhalen.

HA 50

PLEN 009

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Marc Van Peel

Mijnheer de eerste minister, bovendien geeft u niet alleen
blijk van moed, maar ook van zelfopoffering, omdat u het
programma van uw partij dat u de voorbije jaren met
hand en tand hebt verdedigd, totaal ondergeschikt hebt
gemaakt aan de ware machthebbers van deze coalitie,
met name de PS en de PRL. Ondanks het feit dat ze
geen van beide grote overwinnaars waren bij de verkie-
zingen in Franstalig Belgie¨, slagen de PS en de PRL erin
om probleemloos hun wil op te leggen aan twee catego-
riee¨n in dit land : de groenen en de Vlamingen. Als men
dan, zoals de heer Boutmans, het ongeluk heeft om een
Vlaamse groene te zijn, is het hek helemaal van de dam.
Dan wordt er vanuit New-York door de heer Louis Michel
verklaard dat wij wel een minister van Ontwikkelingssa-
menwerking hebben, maar dat zijn departement eigenlijk
onder het buitenlands beleid ressorteert. Mijnheer Taver-
nier, de minister van Ontwikkelingssamenwerking heeft
wel een budget, maar de heer Michel heeft plots vastge-
steld dat het budget van Ontwikkelingssamenwerking
groter is dan dat van Buitenlandse Zaken. Bijgevolg moet
daaraan dringend iets gebeuren. De heer Boutmans
heeft de pech dat hij groen is e´n Vlaming en hij zal het
hebben geweten.

Ook de niet-Vlaamse groenen zitten in dat spoor. Rond
de heer Deleuze ontstond enige tijd geleden een conflict.
Men heeft dit opgelost door de heer Deleuze zekere
bevoegdheden te ontnemen. Dit is weinig of nooit ver-
toond in onze politieke geschiedenis. Ook dit stramien
zullen wij wellicht zien terugkeren. Men zou zich het
parcours van de regering de volgende vier jaar als volgt
kunnen voorstellen : telkens er een probleem is, worden
de bevoegdheden afgenomen en bijgevoegd aan ofwel
Louis Michel, ofwel de eerste minister. Zo gaan we naar
de finale eindstrijd die in de sterren staat geschreven
- zoals in Stars Wars -, met name de eindstrijd tussen
Michel en Verhofstadt nadat ze alle bevoegdheden heb-
ben opgestapeld. De groenen hebben dus de pech dat ze
groen zijn, de Vlamingen dat ze Vlaming zijn.

Wij hebben overigens de indruk, mijnheer Tavernier, dat
niet zozeer de regering maar wel de groenen door allerlei
trendbreuken worden geteisterd. Waar is de tijd - ik en
ook u hebben hem meegemaakt - dat de groenen
stormliepen tegen de HST, dat ze de HST afschilderden
als het grote zwarte beest dat de binnenlandse trein-
gebruiker zou verpletteren en verdrukken ? Ik lees nu,
mijnheer Wauters, dat de realisatie van de HST van
grens tot grens een beleidsprioriteit van deze regering is.
Proficiat ! Uw

regeringsfa¨higkeit is erop gegroeid.

Mijnheer Wauters, op dezelfde manier stellen wij vast dat
de eerste minister het woord

verkeersveiligheid niet

meer over de lippen krijgt, in de regeerverklaring van juli,
noch in deze van gisteren. Lichtvoetig stapt u daar
zomaar overheen. Bent u in slaap gevallen als het over
verkeersveiligheid gaat ? Weet u dat het aantal mensen

dat in het verkeer omkomt nog altijd een veelvoud is van
alle slachtoffers van criminaliteit samen ? Nochtans zien
wij niets met betrekking tot verkeersveiligheid. De heer
Ansoms vecht daarvoor al jaren. Hij heeft al heel wat
gerealiseerd, maar ook op dit vlak dicteren de Franstali-
gen het beleid. Voor hen is dat geen prioriteit, dus voor u
evenmin.

Mijnheer de eerste minister, gisteren hebt u lang gespro-
ken, maar u hebt tegelijkertijd veel en weinig gezegd.

(Onderbrekingen bij de leden van de CVP)

De voorzitter : Ik vraag de leden van de CVP de heer
Van Peel zijn speech te laten houden.

De heer Marc Van Peel heeft het woord.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de eerste
minister, ik heb u niets horen zeggen over de herziening
van de financieringswet. Daarover hangt zogenaamd een
waas. Er hangt echter helemaal geen waas over. Ook
hier heeft de heer Louis Michel, de ware machthebber
van deze regering, al duidelijk gedecreteerd wat er zal
gebeuren. Er gaat 2,4 miljard naar het Franstalig onder-
wijs. De eerste minister heeft gisteren, weliswaar niet in
dit halfrond maar aan de pers verklaard, dat dit niet zal
gebeuren door een extra imputatie op de federale begro-
ting. Dit betekent dus gewoon dat Vlaams geld voor het
Vlaams onderwijs naar het Franstalig onderwijs gaat. Zo
eenvoudig is dat. Onmiddellijk brak een brandje uit in uw
regering. Bijgevolg mocht daarover niet meer worden
gesproken. Maar wij weten hoe het zal worden geregeld.

Mijnheer de eerste minister, tijdens de regerings-
onderhandelingen ontkende u dat u toezeggingen had
gedaan over de financieringswet. Maar wij weten dat u
dat wel hebt gedaan. De geschiedenis herhaalt zich.
Toen u in 1991 gedurende een week formateur was - het
was toen wat korter dan nu - was dit het eerste wat u
onmiddellijk toegaf. De VLD is er dus aan voor de moeite.
Voorzitter De Gucht beweerde dat hij de discussie over
de centen van het Franstalig onderwijs in de Conferentie
over de staatshervorming zou gebruiken om de Fransta-
ligen mee achter - ik citeer -

onder meer een Vlaamse

belastingverlaging

te krijgen. Nadat een beslissing is

gevallen over het geld voor het Franstalig onderwijs en
na het njet van minister Reynders over de Vlaamse
belastingvermindering staat de VLD-voorzitter tweemaal
met lege handen.

Gisteren verklaarde de heer Vankrunkelsven, voorzitter
van onze collega-oppositiepartij in dit federale halfrond,
de Volksunie, in paniek over geen enkele troef meer te
beschikken op de Costa. De dominantie van PRL en PS,
mijnheer de eerste minister, bleek dit weekend ook uit de
schandelijke uitspraak van de ministers Michel en Onke-
linx over de Raad van State. Hier is alle welvoeglijkheid
overtreden. Die twee vice-premiers hebben een verwer-

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Marc Van Peel

pelijke, doch duidelijke opvatting over dit hoge rechtscol-
lege. Zij vragen niet dat de Raad van State in alle
onafhankelijkheid en op basis van de democratische
rechtsregels oordeelt; de Raad van State moet aan
politieke rechtspraak doen. Dat is duidelijk. Les cham-
bres flamingantes. Hoe is het mogelijk ! Gelukkig is er de
voorzitter

van

collega-oppositiepartij,

heer

Vankrunkelsven, die het ontslag van mevrouw Onkelinx
eist. Wij hebben dat goed genoteerd. Het ontslag van
mevrouw Onkelinx wordt gevraagd. Het is toch ondenk-
baar dat men de Costa, de Conferentie over de staats-
hervorming, zou gaan leiden terwijl mevrouw Onkelinx
nog in de regering zou zitten. Dit kan niet.

De uitspraken van mevrouw Onkelinx en de heer Michel
zijn niet alleen beledigend voor de rechtsstaat; ze zijn
bovendien beledigend voor de Vlamingen. Zoals men de
Gentse politie Vlaams-Blok-sympathiee¨n verwijt, verwijt
men eigenlijk onderduims de Raad van State ook
Vlaams-Blok-sympathiee¨n. Wij kennen de discussie over
de financiering van de politieke partijen en ik protesteer
ten stelligste tegen de diabolisering van de Vlamingen
door belangrijke mensen in uw regering. Op deze manier
bestrijdt u het Vlaams Blok niet; u helpt het voortdurend.

Mijnheer de eerste minister, u treedt niet op. U laat
begaan. Gelukkig is er nog minister Daems. Hij heeft
verklaard dat hij ontroerd is over de leiderschaps-
kwaliteiten van de eerste minister. Geweldig ! Er zijn
tijden geweest dat een regering werd geleid door een
loodgieter, die ervoor zorgde dat het water goed liep, dat
als er een lek was dat lek werd hersteld en die wist naar
waar het water moest stromen. Hij was een loodgieter. U
bent geen loodgieter. Een of andere krant heeft u die titel
ten onrechte toebedeeld. U bent een brandweerman.
Een brandweerman laat per definitie nadat de brand is
geblust het puin achter. Dat is zijn schuld niet; dat is zo.
Wij hadden een loodgieter als eerste minister, nu hebben
wij een pompier.

Uw regering, mijnheer de eerste minister, is na nauwe-
lijks drie maanden een haast onoverzichtelijk slagveld.
Haast dagelijks leggen ministers en staatssecretarissen
van deze regering tegenstrijdige verklaringen af. Dat is
goed voor de mediashow. Moest er ondertussen snel en
efficie¨nt worden bestuurd, dan zouden wij daarmee nog
kunnen leven. Helaas stapelen de flaters zich week na
week op. Er is al een heus blunderboek. De vorige
legislatuur hadden wij elk jaar een blunderboek van het
Rekenhof; wij houden nu het wekelijkse blunderboek van
deze regering bij.

Gelukkig heeft deze regering budgettaire ruimte. Ik zou in
dit verband Herman Van Rompuy kunnen citeren maar
het lijkt mij eerder aangewezen dat met de huidige
minister van Begroting, de heer Vande Lanotte, te doen :
Dat is de verdienste van de vorige regering. De socia-
listen zeggen af en toe nog iets goeds over de vorige

regering, zij het aarzelend. De vorige regering heeft het
begrotingstekort van 8% in 1992 tot 1% op dit ogenblik
teruggebracht. Wij zullen nog herhaaldelijk het verwijt
krijgen dat wij verantwoordelijk zijn voor alles wat fout
ging in het verleden maar wij zijn trots op het feit dat wij
ook verantwoordelijk zijn voor alles wat goed ging in het
verleden. Dat geldt zeker voor de begroting. Mijnheer de
eerste minister, om die begrotingsresultaten veilig te
stellen, hadden wij ons strenge normen opgelegd. De
Hoge Raad van Financie¨n werd gevolgd, niet omdat we
dat leuk vonden maar wel om de toekomst voor te
bereiden door ruimte vrij te maken voor het opvangen
van kosten voor de veroudering van de bevolking.

Zeker in tijden van economische voorspoed en dank zij
de levende krachten in dit land, waartoe ik de vorige
regering reken, zouden we de overheidsschuld sneller
kunnen afbouwen. Welnu, men doet dat niet. Dat is een
volstrekt gemiste kans. Gedurende drie jaar zal het deficit
niet afnemen en op een peil van ongeveer 1% blijven.
Het primair overschot neemt zelfs af van 6,7% in 1998 tot
6% in 2000, dit uitgerekend in een jaar van sterke
economische groei.

De adviezen van de Hoge Raad van Financie¨n worden
niet gevolgd. Collega's, de normen van de Hoge Raad
van Financie¨n worden wel gevolgd door de Vlaamse
regering. Het debat in het Vlaams Parlement ging over
het feit dat de vorige Vlaamse regering zichzelf een
strengere norm had opgelegd dan die van de Hoge Raad
van Financie¨n. Wij pleiten daar echter niet voor; wij
pleiten voor het volgen van de norm van de Hoge Raad
van Financie¨n. Hierdoor zou het tekort in 2000 0,3%
lager moeten liggen dan het jaar voordien. Dat zal nu niet
het geval zijn en het tekort zal waarschijnlijk zelfs groter
zijn dan het jaar voordien. Kortom, deze begroting is niet
ambitieus en de regering zal het waarschijnlijk niet ge-
makkelijk hebben om ze in Europa te verdedigen. Mijn-
heer de eerste minister, u zult het niet willen geloven
maar ik voorspel problemen. Er zijn u trouwens al heel
wat problemen voorspeld waarin u niet wou geloven en
die toch alle werkelijkheid zijn geworden. De regering
had de kans om de schuldenlast van vele miljarden die
rust op de schouders van de jongere generatie en die
door de vorige regering aanzienlijk werd verlicht in deze
tijd van economische groei sterker te verminderen en de
toekomst niet te hypothekeren. Deze regering doet dat
niet, zij kiest voor het verleden. De vorige regering koos
voor de toekomst, net het tegengestelde van wat men wil
doen geloven.

De concrete maatregelen raken de mensen erg weinig.
Er is er een die zeer duidelijk alle mensen bevoordeelt.
Mijnheer de eerste minister, u hebt deze maatregel,
namelijk het opnieuw indexeren van de belastingschalen,
gisteren dan ook triomfantelijk aangekondigd. Dit is ech-
ter een bevestiging van wat vroeger reeds werd beslist.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Marc Van Peel

Mijnheer de eerste minister, met deze begroting kiest u
voor uw eigen politieke overleving. Dat is normaal. Om
uw veelkleurige coalitie op de been te houden, werpt u
elke partij wat lekkers toe. Wij zouden de budgettaire
ruimte hebben gebruikt om enerzijds, de overheidsschuld
verder en sneller af te bouwen en anderzijds, een politiek
te voeren waarbij de fiscale discriminatie van gehuwden
ongedaan zou worden gemaakt. Met deze maatregel
waren we reeds in de vorige regering begonnen.

Over al wat gezins- of huwelijksvriendelijk is, rept u in uw
verklaring met geen woord, ik herhaal : met geen woord.
Ik moet u nochtans uitleggen dat dit niet meer uit de
mode is. Kiezen voor het gezin, kiezen voor het sociaal
weefsel, kiezen voor het sociaal kapitaal in een samen-
leving is niet meer uit de mode, mijnheer de eerste
minister. Uw grote voorbeelden Kok en Blair, die andere
sociaal-democraten, hebben het zonder enige schroom
uitdrukkelijk over een gezinspolitiek en een familiale
politiek, die zich ook moeten uiten in fiscale maatregelen.
Zij vinden dat belangrijk voor de samenleving. Zij maken
die keuze bewust, om zo vele kwalen in onze samenle-
ving te bestrijden. U doet dat niet, met geen woord rept u
daarover. Wij zullen daarvoor de nodige voorstellen
indienen.

Er is natuurlijk meer dan de begroting. Naast de begro-
ting wil de regering van dit land ook een modelstaat
maken. Wij zagen de modelstaat onmiddellijk starten met
persconferenties op veranda's. Wij zagen de modelstaat
starten met verklaringen van kabinetsleden over het feit
dat er op 23 juli 1999 een tweede besmettingsbron van
dioxine bleek te zijn, waardoor heel de sector op zijn kop
stond; 's avonds bleek er echter geen sprake van een
tweede besmettingsbron. Daarover hebt u ons niet ge-
hoord. Wij vonden dat de regering in een staat van
genade verkeerde en dat een fatsoenlijke oppositie als
de onze op al die slakken geen zout moest leggen. Dit
was zo tot uw regeringsleden in de dioxinezaak dan
begonnen met het uiten van allerlei beschuldigingen ten
aanzien van het buitenland. Het is ongelofelijk welke
buitenlandse voedselproducten volgens minister Ga-
brie¨ls allemaal besmet waren, in hoge mate dan nog, en
dus onderhevig moesten zijn aan dezelfde maatregel als
onze producten. Een voor een moesten die verklaringen
worden ingetrokken en moest men nederig verontschul-
digingen aanbieden aan nabuurlanden of aan de Euro-
pese instanties. Van behoorlijk bestuur gesproken, of van
een modelstaat !

In uw regeringsverklaring kondigde u het federale agent-
schap aan. U beloofde dat het ontwerp hiervoor in
september of per 1 oktober 1999 in het Parlement zou
worden ingediend. Gisteren hebt u dat nogmaals beves-
tigd, maar teksten hebben wij nog altijd niet gekregen. Als
dit moet ingaan op 1 januari 2000, lijkt mij dat haast
onmogelijk, niet omdat wij daarrond obstructie zullen

voeren, maar omdat het onmogelijk is in het kader van
een normale parlementaire procedure. Maar misschien
hoeven wij ons dat niet aan te trekken. Ik richt mij nu ook
tot mevrouw Aelvoet die heeft verklaard dat dit ontwerp
van wet eigenlijk een volmachtenwet betreft. De Raad
van State heeft daarop al uitvoerig gewezen. Toen men u
daarover ondervroeg, dacht ik terug te zijn in een vorige
periode van de geschiedenis. De journalist had dat ook
gezien en wees u erop dat dit een volmachtenwet was. In
zijn stem trilde wat verbazing : een groene die een
volmachtenwet indient, stel u voor. Gelukkig kwam er de
politiek correcte repliek van de minister dat dit een
kaderwet is. Een kaderwet, waar hebben wij dat nog
gehoord ? Het uitgewerkte wetsvoorstel - geen voorstel
tot volmachtenwet dus - van de heer Brouns inzake het
federale agentschap ligt klaar, is ingediend en wordt
besproken in de commissie. Wij willen de regering helpen
om dit zo vlug mogelijk in een wet om te zetten.

Wij gaven u in het begin een beetje de staat van genade.
Wij lieten u tijdens uw wittebroodsweken, bijna lijfelijk te
zien, hier kirrend en flirtend door de gangen gaan,
kussend voor de media. Wij wilden ons daarin niet
moeien. Drie maanden na uw aantreden mogen wij wel
een aantal vaststellingen doen. Deze regering voert geen
beleid - dat is tegenwoordig ook niet meer nodig - maar
doet aan communicatie. Dit is een communicatie-
regering.

In een reeks uitgebreide interviews en persconferenties
hebben de diverse excellenties ongelooflijk veel nieuwe
dingen aangekondigd. Ze beloofden een nieuw openbaar
ambt, een nieuw asielbeleid, een nieuw belastingstelsel,
een nieuw werkgelegenheidsbeleid, een nieuwe Afrika-
politiek, een nieuwe kieswetgeving, nieuwe regels voor
de overheidsbedrijven. Het is ongelooflijk wat er allemaal
op ons afkomt. Aan veel van die beloften waren data
gekoppeld die echter al lang verstreken zijn zonder dat er
iets van gerealiseerd is.

Deze regering en deze meerderheid functioneren als
volgt. De regering organiseert een persconferentie, ze
spreekt een aantal wijze woorden uit - denkt dat het
woord werkelijkheidsscheppend is, met andere woorden
zodra het is uitgesproken is het al realiteit - en een aantal
parlementsleden van die meerderheid gaat daartegen
ergens betogen. Ze reizen naar Slowakije en gaan daar
verklaren dat ze het met het beleid van hun regering niet
eens zijn zodat het debat terug wordt aangezwengeld.
Dat is de geweldige communicatie van deze meerder-
heid. Op de website van de CVP - de leden kunnen dat in
hun kantoor rustig bekijken - verschijnt dagelijks een
bijgehouden lijst van de beloften en intentieverklaringen
van deze regering.

Dan kwam eindelijk het moment waarop er een beleid
werd gevoerd. Men ging over van het stadium van het
woord naar de daad. minister Van de Lanotte lag daaraan

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Marc Van Peel

ten grondslag. Men stelde vast dat er aan de toestroom
van asielzoekers iets moest worden gedaan. Dat moeilijk
en ingewikkeld probleem bestaat al lang en was in Belgie¨
niet groter dan in de andere Europese landen. Na het
aantreden van deze regering, vooral na het aantreden
van de heer Duquesne, vanaf de maand juli verdubbelde
het aantal asielzoekers. Het doen voorkomen dat dit
fenomeen zich in alle landen voordoet, is dus maar de
helft van de waarheid. De andere helft is dat dit pro-
bleem, niet in het minst door de verklaringen van de heer
Duquesne, verdubbeld is. Dit probleem bestond hoe dan
ook, maar er werd pas een asielbeleid gevoerd nadat de
heer Van de Lanotte de heer Duquesne zwaar de mantel
had uitgeveegd. Dan werd er plots een beleid bepaald
dat moest worden uitgevoerd. Dat was nieuw. De me-
ningsverschillen tussen de coalitiepartners werden over-
brugd. Er werd hier en daar wat uitgewezen, een beetje
geregulariseerd, een beetje gerommeld in de administra-
tie en dat werd als

nieuw asielbeleid verkocht.

Op dat moment begon alles echter mis te lopen. De
ambtenaren die zwaar gedemotiveerd waren door het
bericht dat hun drie diensten op een onduidelijke manier
door elkaar zouden worden geklutst, waren totaal uit hun
lood geslagen. We hebben het spektakel van de regula-
risaties meegemaakt. Met de uitwijzingen verscheen de
grootste blunder. Hier maakte de regering een onver-
geeflijke fout.

Ik heb het over de uitvoering van dit beleid. Wij staan
achter een beleid van regularisaties en van uitwijzingen,
wij zijn voor een vereenvoudigde administratie, maar de
uitvoering van dit beleid loopt schandelijk mis. Het aller-
ergste in het uitwijzingsbeleid is het feit dat men de
enorme flater heeft begaan om e´e´n etnische groep te
viseren, collectief te misleiden en naar Gent te roepen en
ze dan samen uit te wijzen. Welnu, indien wij dat hadden
gedaan, was het gehuil op de banken van de Franstali-
gen, over het feit dat wij extreem-rechts zouden nalopen,
verschrikkelijk geweest. Schandelijk zou dat zijn ge-
weest. De minister van Binnenlandse Zaken gaat dus
maar zijn gang, diaboliseert dus maar de Vlamingen,
diaboliseert Gent, enzovoort.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
Van Peel, spreekt u zichzelf eigenlijk niet een beetje
tegen ? Ik ga ermee akkoord dat u spreekt over een soort
blunder - hoewel ik dat woord niet wens te gebruiken -
omdat men een bepaalde groep is gaan stigmatiseren. U
had echter daarnet bedenkingen bij het feit dat parle-
mentsleden van groene zijde zich kritisch uitlieten betref-
fende de uitvoering van bepaalde aspecten van dit
beleid. Ik denk dat het maar normaal is dat mensen, ook
vanuit de meerderheid, vrij duidelijk durven te zeggen dat
ze wel het beleid als concept goedkeuren, maar niet
achter alle aspecten van de uitvoering staan. Wij hebben
toen de CVP niet gehoord, maar nu komt u ons verwijten
dat wij een normale kritische rol speelden.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Tavernier, ik zal
u eens uitleggen hoe het er vroeger aan toe ging in een
meerderheidspartij. Vroeger - ik kan uit ervaring in mijn
partij spreken - waren er geregeld discussies tussen
ministers en parlementsleden, maar vond men het zeer
belangrijk de zaken grondig uit te praten. Als die minis-
ters dan een voorstel indienden, wisten ze dat ze erop
konden rekenen dat een meerderheid hun project
steunde. U moet dat nog leren - ik weet dat het moeilijk is
om in de regering te zitten - maar u moet in ieder geval
toegeven dat onze mening terzake niet werd gevraagd. U
vergeet dit misschien, maar het Parlement heeft geen
nota betreffende het asielbeleid gezien. De beslissing
van de regering was bij koninklijk besluit genomen en het
is op het moment dat het niet meer bij koninklijk besluit
kan gebeuren omwille van de kritiek van de Raad van
State dat de eerste minister, in al zijn grootmoedigheid,
een beroep doet op het Parlement voor een vlugge
afhandeling van dit wetsvoorstel samen met de demo-
cratische oppositie. Da´t zijn de feiten, mijnheer Tavernier.

Vrijdagmiddag werd nog snel en efficie¨nt gewerkt, mijn-
heer Verhofstadt, en twee dagen later was het traag en
inefficie¨nt, zoals het vroeger gebeurde. (Gelach) Traag
en inefficie¨nt, maar wat toen was beslist, werd uitge-
voerd. Nu is het traag en inefficie¨nt en er komt niets van
in huis, noch van de regularisaties, noch van de uitwij-
zingen en - ik verwittig u - noch van de hervorming van de
administratie.

Gelukkig zal het in de toekomst beter functioneren, want
er komt een groot project - de eerste minister heeft het
ons aangekondigd - over de modernisering van het
openbaar ambt. Meer nog, dit wordt geen modernisering
zoals het in vorige regeringen af en toe gebeurde, met
name met horten en stoten en traag. Integendeel, dat
wordt snel opgelost na een volksraadpleging. Waarover
die raadpleging wordt gehouden, is voor ons een vraag.
De vraagstelling zou bijvoorbeeld als volgt kunnen lui-
den :

Wil u dat er een betere administratie komt in dit

land ?

Een geweldige vraag. Of, Bent u, beste burger,

voor een behoorlijk bestuur ?

Wij kijken met spanning uit

naar de uitslag.

Een volgende vraag zou kunnen zijn of de burgers het
ermee eens zijn dat onze OCMW-administraties plots
worden overspoeld door werk omwille van het stuntelige
asielbeleid van deze regering en zich helemaal moeten
reorganiseren ?

Er moesten duidelijke vragen worden gesteld, die de
burger begrijpt. Welnu, een leuke vraag zou zijn of u vindt
dat op bepaalde tijdstippen evaluaties moeten plaatsvin-
den van hogere ambtenaren ? Leuker nog : vindt u dat de
vaste benoeming moet worden afgeschaft ? Vindt u dat
de ambtenarenpensioenen dringend moeten worden her-
zien ?

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Marc Van Peel

Dit waren slechts enkele suggesties, mijnheer Reynders,
vragen die kunnen worden gesteld tijdens een volksraad-
pleging die wellicht zeer nuttig zou zijn.

Gisteren had u het over doorgedreven depolitisering.
Maar tegelijk installeert u een parlementaire commissie
die zich moet bezighouden met de notificatie van de
topbenoemingen. In de commissie voor de Verkiezings-
uitgaven merken wij vaak hoe

gedepolitiseerd over

benoemingen wordt gesproken ! Voor mij is het een
miskleun.

En u, mijnheer Coveliers, u moet zwijgen ! Drie weken
geleden maakte u in een bijzonder boeiend weekblad
opmerkingen omtrent de uitstekende benoeming van de
minister, die conform alle adviezen verliep. Welnu, mijn-
heer Coveliers, ik kan er toch ook niet aan doen dat de
persoon die een goed advies kreeg toevallig christen-
democraat was ? Daaraan heb ik toch geen schuld ? Dat
is trouwens meestal het geval in dit land.

Hoe dan ook, mijnheer Coveliers, u viel de minister van
Justitie aan omdat hij een objectieve benoeming deed en
u verweet hem nai¨ef te zijn. U vroeg waar de blauwe
benoemingen bleven. Mag ik u bijgevolg verzoeken te
zwijgen over depolitisering ?

Uw voorganger, de heer Dewael, thans tot hogere amb-
ten geroepen, verklaarde in dit halfrond een jaar gele-
den :

Ik heb er ook meer dan genoeg van dat de PS

telkens opnieuw haar veto stelt inzake een dynamisch
economisch beleid en het land in een impasse stort

Welnu, hieraan wordt thans een einde gesteld. Immers,
dankzij de geweldige onderhandelingen die werden ge-
voerd, heeft de PS niets meer in de pap te brokken. Er is
waarlijk erg veel veranderd. En dat kan het best worden
gei¨llustreerd, mijnheer Coveliers, aan de hand van het
plan van mevrouw Onkelinx, dat erin bestaat alle bedrij-
ven met meer dan 25 werknemers te verplichten een
werkloze jongere in dienst te nemen. Bestaat er een
beter voorbeeld van een maatregel uit de oude, dirigisti-
sche socialistische doos ?

Een van de leukste TV-beelden werd genomen tijdens de
dag van de klant. De eerste minister zit in een schoen-
winkel, samen met de voorman van het NCRV, commen-
taar te leveren omtrent de hoogte van de schoenzolen en
een journalist vraagt hem naar zijn mening over het plan
van mevrouw Onkelinx, waarop de eerste minister even
verstoord opkijkt en antwoordt :

Het is nu niet het

moment om aan politiek te doen

. Mocht de eerste

minister eerlijk zijn geweest, dan kon hij bijvoorbeeld
hebben geantwoord dat hij, in zijn hoedanigheid van
liberaal en verantwoordelijk Staatsman, dat plan niet
alleen economische nonsens vond, maar dat het boven-
dien blijk gaf van totale onwetendheid over de toestand
van de arbeidsmarkt in dit land en in Vlaanderen en dat

het ten slotte voor de ondernemingen een lasten-
verhogend effect heeft in de plaats van een lasten-
verlagend en dat hij zulks niet aanvaardt. Dat kon een
duidelijk antwoord zijn geweest, maar dat kregen wij niet.

Mijnheer de eerste minister, in uw antwoord

vandaag

doen wij niet aan politiek

is slechts e´e´n woord te veel,

met name het woord

vandaag. Immers, politiek voeren

betekent keuzes maken en dat doet u niet.

Mijnheer de minister van Justitie, u kunt op onze volle-
dige medewerking rekenen inzake de uitvoering van het
Octopus-akkoord. Zoals het in de vorige legislatuur ge-
beurde, zouden wij daarbij evenwel graag, veel vlugger
dan momenteel het geval is, worden betrokken. Het
bevreemdt ons dat u veel wetsontwerpen hebt aange-
kondigd, maar er over het Octopus-akkoord heel weinig
sprake is. Wanneer wordt werk gemaakt van de snelle
installatie van de Hoge Raad voor de Justitie, de vertica-
lisatie van het openbaar ministerie, het federaal parket ?

Minister Marc Verwilghen : Mag ik u opmerkzaam ma-
ken op het feit dat drie werkgroepen werden aangeduid
door mijn voorganger, uw partijgenoot, maar dat zij hun
taak nog niet hebben volbracht ? Ik heb ze drie dagen
geleden opnieuw ontmoet en zij hebben mij beloofd hun
werk af te maken. Zolang dat niet het geval is, kan ik ook
niet vooruit.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de minister,
men zal mij weer arrogantie verwijten, maar ik moet u
toch even lessen geven uit het verleden, zoals ik dat ook
met de heer Tavernier heb moeten doen. In dit land is het
zo dat werkgroepen die functioneren onder het gezag
van een minister, werken op het tempo en onder het
gezag en de politieke verantwoordelijkheid van de minis-
ter. Het zijn niet de werkgroepen die moeten dicteren wat
de minister moet doen, maar omgekeerd. U kondigt tal
van studies aan in het kader van het veiligheidsplan. Dat
bevreemdt ons. Naast de belangrijkste veiligheids-
vragen, naast onze klassieke problemen zoals hooliga-
nisme, witteboordcriminaliteit, de problematiek van de
middenstand, de geldtransporten en de beveiliging van
de banken, zijn wij dringend toe aan een grootse operatie
om ook een veiligheidsplan voor de zelfstandigen uit te
werken. Daarvoor zijn volgens ons geen studies nodig;
het is een kwestie van maatregelen nemen. Wij zijn zeer
benieuwd welke dat zullen zijn.

Mijnheer de eerste minister, tot slot wil ik een aantal
concrete vragen stellen waarop ik graag een concreet
antwoord zou krijgen. Ten eerste, wie is in deze regering
bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking en met welk
budget ? Ten tweede, zult u uw minister van Financie¨n,
de heer Reynders, steunen als hij naar het Arbitragehof
wil gaan om de Vlaamse belastingverlaging tegen te
houden ? Ten derde, mijnheer Verwilghen, staat deze
regering eensgezind achter uw project om de wapenwet

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Marc Van Peel

te verstrengen ? Wij zullen u steunen, maar wij weten
niet wat de houding van de PS zal zijn. Daarmee hebben
wij helaas enige ervaring. Ten vierde, mijnheer de eerste
minister, betekent uw verklaring van gisteren over de
overheidsbedrijven, dat u volledig afstand neemt van de
verklaringen van mevrouw Durant die zei dat de spoor-
wegen opnieuw moesten worden genationaliseerd en
gepolitiseerd ? Ik wens daarop een duidelijk antwoord.
Ten vijfde, wat zijn uw intenties inzake de herziening van
de financieringswet ? Wat is de regeling betreffende het
Franstalige en het Nederlandstalige onderwijs ? Mijn
zesde vraag is ietwat trivialer, maar de beleidsdaden van
sommige van uw ministers zijn dat ook. Zullen de fede-
rale ambtenaren gratis openbaar vervoer krijgen ? Volgt
u de lijn-Vande Lanotte of de lijn-Durant ?

Mijnheer de eerste minister, uw regeringsverklaring heeft
jammer genoeg voor e´e´n primeur gezorgd. Voor het eerst
is namelijk in een tussentitel en de tekst van een officieel
document van de Belgische regering sprake van de
Belgische ziekte.

Dit is masochistische oppositietaal. Het is correct dat het
Franse bloedschandaal, de duizenden mensen die door
Spaanse olie werden vergiftigd en het Oostenrijkse wijn-
schandaal recente voorbeelden zijn van het falen van
een bepaalde sector en van een deel van het overheids-
apparaat. Frankrijk, Spanje en Oostenrijk waren echter
niet zo masochistisch om te spreken van de Franse,
Spaanse of Oostenrijkse ziekte. Uw uitspraken over de
Belgische ziekte zijn ronduit schandelijk.

Mijnheer de eerste minister, Belgie¨ is niet ziek. Belgie¨
prijkt op de vijfde plaats van de ontwikkelingsindex van
de Verenigde Naties en op de eerste plaats van de
landen van de Europese Unie. Dat is de staat waarin de
CVP het land heeft achtergelaten.

De CVP is bereid mee te werken aan de modernisatie en
verbetering van het bestuur. U moet echter het maso-
chisme achterwege laten dat honderdduizenden ambte-
naren demotiveert door hen de Belgische ziekte in de
schoenen te schuiven.

Mijnheer de eerste minister, in de plaats van te demoti-
veren zou u er beter aan doen uw regering te leiden.
Begin met uw herscholing tot loodgieter. Wanneer maakt
u van deze blunderende, over elkaar struikelende en zich
profilerende individualisten een ploeg die het land be-
stuurt ? Ga rond de tafel zitten en maak keuzes.

Honderden keren hebt u gewezen eerste minister De-
haene zijn boutade de problemen slechts op te lossen als
ze zich stellen voor de voeten geworpen. U doet het
anders. U cree¨ert voortdurend nieuwe problemen en
vergeet ze op te lossen. Van vooruitgang gesproken !

Als de vertoning van de voorbije drie maanden vernieu-
wing, vooruitgang en een modelstaat moeten voorstellen,
begrijp ik waarom u in een vroeger leven een pleidooi
hebt gehouden voor het recht van elke burger uit de Staat
te stappen !

Le pre´sident : La parole est a` M. Andre´ Smets.

M. Andre´ Smets (PSC) : Monsieur le pre´sident, je vou-
drais dire a` M. Van Peel que j'appre´cie le fait qu'il
rappelle tout ce que M. Dehaene a fait; j'appre´cie aussi
qu'on rappelle que la Belgique occupe la cinquie`me
place au niveau de l'indice de de´veloppement humain. Je
tiens en tout cas a` apporter mes encouragements a` la
majorite´ dans sa volonte´ de reconnai^tre davantage le
financement de l'enseignement francophone.

Le pre´sident : La parole est a` M. Jean-Pol Poncelet.

M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs
les ministres, pour la deuxie`me fois en trois mois, vous
nous assurez que votre gouvernement ouvre, pour notre
pays, la voie du XXIe sie`cle. Il s'agit certes d'une
ambition tre`s louable mais surtout d'un slogan qui,
comme vous le dites, voudrait conforter l'ide´e d'un nou-
veau de´part, d'un changement de cap, d'une rupture
radicale avec le passe´. Inutile de pre´ciser que nous ne
nous laisserons pas prendre au pie`ge des mots. En
matie`re de paroles, tous les nouveaux gouvernements
sont imbattables ! Le vo^tre ne fait pas exception. Pour
l'essentiel, vous nous re´pe´tez cette longue liste de pro-
positions et de promesses que nous avons de´ja` enten-
dues en juillet lors de votre de´claration d'investiture.

Qui plus est, comme je vais essayer de le montrer, le
changement annonce´ s'inscrit pour une bonne part dans
une grande continuite´. Que notons-nous ? En effet, le
de´ficit public sera ramene´ a` ze´ro en 2002, dans la ligne
de´finie par le gouvernement pre´ce´dent et en application
du pacte de stabilite´ qui scelle notre engagement a`
l'e´gard de l'Union europe´enne.

La re´duction des charges qui pe`sent sur le cou^t du
travail, de´ja` re´alise´e pour plus de 80 milliards de francs
depuis 1993, sera poursuivie et me^me intensifie´e. Lutte
contre les pie`ges a` l'emploi par rele`vement du salaire
minimum, encouragement financier a` la re´duction de la
dure´e du travail, activation des allocations de cho^mage,
rele`vement des pensions les plus basses : vos mesures
prolongent des initiatives ante´rieures pourtant alors bien
de´crie´es par des partenaires de l'actuelle coalition. Plus
fort encore, vous inscrivez a` votre cre´dit l'indexation des
bare`mes fiscaux qui, comme le colle`gue Van Peel l'a
montre´, a e´te´ transpose´e concre`tement depuis le 1er
avril, trois mois avant les e´lections, dans les taux du
pre´compte professionnel.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Jean-Pol Poncelet

Vous nous promettez des lendemains qui chantent, en
l'occurrence tout a` la fois l'avenir en vert, le temps des
cerises, le grand soir et la revanche du retour du coeur.
Monsieur le premier ministre, si on peut le´gitimement
espe´rer qu'un gouvernement est la` pour e´crire de nou-
velles pages de l'histoire, il n'est en tout cas pas la` pour
gommer ou effacer les pre´ce´dentes.

Or, je constate que le pre´sident a` peine e´lu du parti
socialiste se targuait cette semaine d'avoir re´alise´ tout
seul de 100 a` 150 milliards de francs d'e´conomie chaque
anne´e. Il oubliait que l'assainissement des finances
publiques a commence´ voici plus de quinze ans, bien
avant qu'il devienne ministre et donc bien avant qu'il
rejoigne l'e´quipe fe´de´rale.

S'il y a aujourd'hui un surplus primaire, des taux d'inte´re^t
re´duits, une inflation mode´re´e, un taux de croissance
soutenu, si, aujourd'hui, notre pays est bel et bien place´
en te^te sur les indicateurs dont le colle`gue Van Peel a
parle´ sur le plan du de´veloppement humain et social,
c'est e´videmment aussi et surtout gra^ce aux gouverne-
ments pre´ce´dents.

C'est en cela que votre de´claration et les annonces
budge´taires que vous faites constituent pour nous un
hommage tre`s clair rendu au gouvernement pre´ce´dent.

C'est un hommage a` sa politique budge´taire puisqu'elle
permet aujourd'hui de de´gager des marges de manoeu-
vre pour lancer des politiques nouvelles. Le bureau du
Plan les a e´value´es : 16 milliards en 2000, 96 milliards en
2004.

C'est un hommage a` la politique de l'emploi mene´e par le
gouvernement pre´ce´dent parce que c'est la croissance
soutenue de l'emploi qui assure la croissance des recet-
tes fiscales et des cotisations de se´curite´ sociale.

Le taux d'emploi, exprime´ par rapport a` la population
active, passera de 56,5% en 1996 a` 58,7% en 2000.
Vous admettrez qu'il est difficile d'y voir exclusivement le
re´sultat du travail re´alise´ par votre e´quipe ces trois
derniers mois.

Un hommage enfin aux principaux choix politiques du
gouvernement pre´ce´dent, ainsi que je viens de le de´mon-
trer en citant mes premiers exemples.

Vous dites que vous allez changer de cap. Et c'est vrai,
mais quand vous changez de cap, c'est malheureuse-
ment a` l'e´gard des recommandations du Conseil supe´-
rieur des Finances pour l'an 2000 et des tendances
budge´taires des dernie`res anne´es.

M. Van Peel en a parle´ et je m'en explique. Pour ce qui
concerne le besoin net de financement, le Conseil supe´-
rieur des Finances rappelle qu'il s'e´levait a` 1,3% du
produit inte´rieur brut en 1998 et a` 1% en 1999. Il
recommande, a` la page 33 de son rapport, un objectif de

maximum 0,7% en 2000, ce qui permettrait de re´duire le
poids de la charge des inte´re^ts de 7% a` 6,7% en 2000. Il
ajoute que

le solde primaire de l'ensemble des pouvoirs

publics devrait e^tre stabilise´ a` 6% du PIB au moins

. Or,

que faites-vous ? Vous limitez strictement le solde pri-
maire a` 6% et le besoin de financement est encore de
1%, c'est-a`-dire, comme l'a dit M. Van Peel, encore 0,3%
en-dec¸a` de la recommandation du Conseil supe´rieur des
Finances et moins bien qu'en 1999, alors que pour
l'anne´e 2000 vous be´ne´ficierez d'une bonne conjoncture.
Le moment aurait e´te´ bien choisi pour mettre a` profit ces
circonstances favorables et re´duire davantage notre en-
dettement qui reste extre^mement e´leve´. C'est d'ailleurs
l'essence me^me du pacte de stabilite´. En pe´riode de
haute conjoncture, un tiers de l'ame´lioration conjonctu-
relle doit e^tre affecte´ a` l'ame´lioration du surplus primaire
et me^me la totalite´ au-dela` d'une croissance de 2,7%. Je
suis pre^t a` parier que les autorite´s europe´ennes vont
rapidement vous mettre en garde a` cet e´gard. Si vous
appliquiez le pacte de stabilite´ d'une manie`re purement
orthodoxe, vous auriez retenu une norme de surplus
primaire de 6,2% du PIB et non 6%. Cela fait e´videmment
une marge de 20 millards de francs et je comprends que
vous ayez envie de les de´penser !

En re´alite´, vous tirez un che`que sur le budget du gouver-
nement pre´ce´dent. Et pourquoi en est-il ainsi ? C'est tre`s
simple : c'est le prix que vous payez a` vos partenaires
pour votre arrive´e au pouvoir. Souvenez-vous : nous
pouvons de´ja` faire appel a` votre expe´rience et a` certai-
nes re´fe´rences du passe´. C'est la re´plique de ce qui s'est
passe´ en 1988-1989 apre`s votre de´part des affaires et
les premie`res mesures de redressement. C'est de´ja` le
retour des cigales. A l'e´poque, les socialistes, a` peine
revenus au pouvoir, avaient monnaye´ leur pre´sence en
faisant l'impasse sur les fruits de votre travail avec nous.
Et puis la haute conjoncture s'est inverse´e et les promes-
ses

faites

ont

ruine´

les

efforts

de´ja`

supporte´s.

Aujourd'hui, rebelote avec en plus les e´cologistes. On
nous refait le coup du retour du coeur. Prenez garde :
apre`s, si la conjoncture s'inverse, on aura le retour des
larmes !

Vous changez de cap aussi quand vous laissez de co^te´,
dans vos pre´occupations, deux grands groupes sociaux :
les familles et les ge´ne´rations futures.

Le pre´sident : Chers colle`gues, je vous saurais gre´
d'e´couter l'orateur. Je vous conseille de ne pas tenir des
colloques singuliers. Si vous voulez avoir la parole, levez
le doigt et vous l'aurez. Respectez l'orateur : celui qui
respecte l'orateur se respecte lui-me^me. Poursuivez vo-
tre intervention, monsieur Poncelet.

M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Le groupe social qui nous
pre´occupe est diffus : ce sont les ge´ne´rations futures. Il
faut avoir la capacite´, ou le courage, de se projeter dans

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Jean-Pol Poncelet

le temps : pas seulement de se faire plaisir - et de nous
faire plaisir aujourd'hui - mais de re´pondre aussi de
manie`re anticipative aux de´fis de demain, au-dela` de la
le´gislature. Je parle notamment du vieillissement de la
population. Ou` y aura-t-il un espace budge´taire, des
pre´cautions, des provisions pour une re´serve de´mogra-
phique permettant de faire face aux proble`mes de pen-
sions, de sante´, de de´pendance ?

Votre changement de cap est donc tre`s se´lectif. De sorte
que votre navire - pour rester dans les me^mes images -
est de`s a` pre´sent confronte´ a` de tre`s se´rieux de´fis. Les
e´ve´nements des dernie`res semaines augurent tre`s mal
de votre capacite´ a` y faire face dans l'efficacite´ et la
se´re´nite´, tant est de´ja` grand le fosse´ entre vos intentions
et vos actes. Je voudrais faire re´fe´rence a` quelques
exemples : la politique d'asile, l'image de la Belgique a`
l'e´tranger, les proble`mes communautaires, le renouveau
politique.

Vous aviez annonce´ une politique d'asile a` la fois ferme
et humaine. Force est de constater que votre e´quipe a
accumule´ les be´vues, les erreurs et me^me les fautes.
Elle a organise´ une scandaleuse rafle de tziganes en les
attirant dans un traquenard a` Gand avant de les expulser
vers la Slovaquie. Ce seul geste inconside´re´ e´tait de´ja` de
nature a` freiner les de´marches des candidats de bonne
foi a` la re´gularisation tant attendue. He´las ! Vous y avez
ajoute´ l'ignorance inexplicable des recommandations de
la Cour europe´enne des droits de l'homme, puis le
de´saveu de vos textes par le Conseil d'Etat et une
de´stabilisation de plus en offrant de surcroi^t a` l'extre^me
droite une reconnaissance inattendue : ze´ro sur toute la
ligne !

Et pour ajouter encore au trouble des ministres e´cologis-
tes faisaient face aux gendarmes de M. Duquesne a`
Lie`ge, samedi dernier. Alors, dites-moi : de quel co^te´
sont-ils ?

Ces e´ve´nements nous e´chappent, feignons

d'en e^tre les instigateurs !

C'est ce que fait M. Ducarme

qui, lui, e´voque le

courage du gouvernement qui de´-

pose enfin un projet de loi devant le parlement. Fatale-
ment, il est dans les cordes par ses erreurs. C'e´tait la
seule possibilite´ qui lui restait.

Vous de´noncez, monsieur le premier ministre, ce que
vous appelez le mal belge. Vous dites que le gouverne-
ment pre´ce´dent ne savait re´pondre aux changements de
socie´te´ que - je cite - par des compromis flous, des
mesures d'exception et des formulaires supple´mentaires.
Je constate, avec regret, qu'en matie`re de politique
d'asile, votre gouvernement s'est caracte´rise´ par des
compromis flous, des mesures d'exception et des formu-
laires supple´mentaires.

Monsieur le premier ministre, il est temps de reprendre
en mains votre majorite´. Je vous ai e´coute´ : vous avez
fait appel a` l'opposition, a` sa contribution, a` son soutien

e´ventuel. Pour ce qui nous concerne, nous souhaitons,
depuis longtemps, une loi au sujet de la politique d'asile
et des re´gularisations. Nous ne freinerons donc pas le
travail parlementaire a` ce sujet quand vous aurez de´pose´
un texte. Mais nous e´valuerons point par point votre
projet et nous de´poserons tous les amendements ne´ces-
saires pour faire valoir notre point de vue. Nous verrons
alors tre`s rapidement si votre appel a` l'opposition ouvre
re´ellement une perspective de re´ciprocite´ ou si, a` l'image
du pie`ge gantois qui s'est referme´ sur les tziganes, vous
avez mis en place un nouveau traquenard.

Vous annoncez ensuite une nouvelle image de la Belgi-
que a` l'e´tranger, e´corne´e qu'elle est par la crise de la
dioxine et la de´signation de M. Busquin a` la Commission
europe´enne.

Mais vous cautionnez l'exportation de mate´riel nucle´aire
vers un pays notoirement prolife´rant, en vous abritant
sous le parapluie troue´ de l'Agence nucle´aire de Vienne
et du Traite´ de non-prolife´ration - et en retirant au
passage la compe´tence de M. Deleuze : une gifle de plus
pour les e´cologistes.

Et pour ajouter a` la honte, voila` que ce pays fait l'impasse
sur la de´mocratie en ramenant au pouvoir les militaires.
Tel est le partenaire avec lequel vous voulez contracter
commercialement dans un domaine aussi de´licat !

Ensuite, notre ministre de l'Agriculture, perturbe´ par la
dioxine, met injustement en cause les Pays-Bas, ajoutant
ainsi a` la confusion de nos relations avec l'Union euro-
pe´enne.

De plus, un ministre communautaire, libe´ral de surcroi^t,
va jeter le trouble au Canada sur nos intentions a` l'e´gard
de l'Afrique centrale.

Vous re´duisez notre pre´sence militaire sur le terrain
humanitaire en ex-Yougoslavie, notre meilleure carte de
visite au service de la paix a` l'e´tranger. Vous la rempla-
cez par celle de M. Michel sur le terrain protocolaire.

Quant a` l'augmentation syste´matique du budget de la
coope´ration, je note qu'il passe de 0,35 a` 0,37% du PIB.
C'est moins que l'augmentation intervenue l'anne´e der-
nie`re (de 0,32 a` 0,35%). Ici aussi, entre le discours et les
actes, il y a un fosse´.

Vous nous annoncez enfin, lyrique, que de´sormais, un
nouveau climat re`gne sur le pays en matie`re communau-
taire. Je partage l'avis de tous nos concitoyens qui se
re´jouissent de certains signes. Mais, je reste sceptique.
Si je vous comprends bien, c'est une sorte de nirvana.
Cela doit donc rendre possible, sans autre formalite´, ce
qui e´tait impossible jusqu'a` pre´sent en Belgique, alors
que c'e´tait e´vident pour toute l'Europe.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Jean-Pol Poncelet

En d'autres termes, il ne devrait plus y avoir le moindre
obstacle a` ce que notre pays, soucieux de sa nouvelle
image a` l'e´tranger, signe et ratifie, dans les meilleurs
de´lais, la convention sur la protection des minorite´s en
Europe. Voila` un geste qui pourrait donner un peu de
cre´dit a` votre discours sur le plan communautaire. Il en a
bien besoin : de´ja`, il est e´corne´ par l'usage que le
gouvernement flamand entend faire de l'autonomie fis-
cale dont il dispose. J'ai entendu M. Reynders brandir la
menace d'un recours devant la Cour d'arbitrage. J'aime-
rais vraiment comprendre par quelle magie, vous accor-
dez - selon les francophones de votre e´quipe - un surplus
de 2,5 milliards a` la Communaute´ franc¸aise, sans pour
autant re´duire l'enveloppe de la Communaute´ flamande -
ce que contestent, semble-t-il, le gouvernement flamand
et certains membres de votre e´quipe. La porte est-elle
grande ouverte a` un compromis supple´mentaire au de´-
triment de l'Etat fe´de´ral ? J'aimerais comprendre. Quel
est le truc ? Ou alors, quel est le prix du compromis et
surtout qui le paie ?

Par ailleurs, vous nous proposez un renouveau politique.
Vous annoncez un projet de loi relatif au vote en case de
te^te, a` la modernisation de la de´mocratie, la gestion des
conflits d'inte´re^t et des incompatibilite´s par une commis-
sion de de´ontologie.

Fort bien, mais pourquoi diable, commencez-vous en
proposant une re´forme aussi ridicule que la suppression
pour moitie´ de l'effet de´volutif de la case de te^te, sinon
parce que c'est sans doute le re´sultat d'un subtil com-
promis ?

C'est pour le moins un compromis boiteux, sans doute le
prix de divergences de vue au sein de votre coalition.

Vous parlez beaucoup de modernisation, monsieur le
premier ministre, et je m'en re´jouis personnellement tre`s
since`rement. Je me re´jouis tout spe´cialement de la porte
que vous ouvrez a` la mutation technique de nos services
publics dans le domaine des nouvelles technologies de
l'information. C'est, a` mon avis, un sujet dont on s'est
beaucoup trop peu pre´occupe´ dans le passe´.

Mais croire, comme vous le laissez entendre, que la
de´signation d'une espe`ce de gourou ou d'un expert - un
de plus ! - va re´ellement contribuer a` la solution des
proble`mes, c'est e´videmment jouer de l'exorcisme. Un
peu comme si une rencontre avec Bill Gates allait, par
miracle, changer la donne.

Je ne trouve pas dans vos intentions la prise en compte
de deux proble`mes majeurs qui handicapent concre`te-
ment notre pays dans ce domaine. Le premier, c'est le
retard conside´rable de notre droit, de tout notre syste`me
juridique a` l'e´gard des nouvelles technologies de l'infor-
mation. Il faut assurer la se´curite´ des e´changes, le
de´veloppement de la signature e´lectronique, la confiden-
tialite´ des messages, la protection des mineurs et des

plus faibles, la lutte contre la criminalite´ et le piratage,
l'acce`s de tous au progre`s. Un gigantesque travail juridi-
que est a` faire et je vous exhorte a` le prendre en charge
tre`s rapidement. Faute d'un tel effort le´gislatif et re´gle-
mentaire, on dira tre`s rapidement - comme vous le faites
vous-me^me aujourd'hui -

que la socie´te´ s'est profonde´-

ment modifie´e mais que nous avons cru pouvoir apporter
une re´ponse a` ces changements, avec nos structures,
lois et institutions existantes.

Le deuxie`me proble`me que je voudrais vous voir prendre
en charge, monsieur le premier ministre, c'est l'abus
manifeste que repre´sente en Belgique le monopole des
communications te´le´phoniques locales de l'ope´rateur
Belgacom. Plus d'un million et demi d'internautes dans
notre pays sont pris en otage dans une tarification
excessive et abusive, qui vient encore de s'accroi^tre
unilate´ralement de 50% par une de´cision de l'ope´rateur.
Monsieur le premier ministre, je vous demande avec
insistance de prendre en mains ce proble`me et, en
parlant de modernisation, de joindre sans de´lai les actes
a` la parole.

Je me re´jouis enfin de votre invitation faite au Parlement
de cre´er une commission de´ontologique charge´e de
sanctionner les conflits d'inte´re^ts. Nous proposerons, de`s
qu'elle sera constitue´e, d'y inviter imme´diatement
MM. Michel, Di Rupo et Picque´. Il s'agit en effet de trois
exemples frappants de ce qu'il ne faut pas faire, sauf a`
entretenir la confusion entre les inte´re^ts partisans et
l'exercice d'une fonction de responsabilite´ au service de
tous.

Monsieur le premier ministre, il y a trois mois, il aurait pu
e^tre le´gitime de se poser la question de savoir si vos
de´clarations d'intention pouvaient susciter ou non, de la
part de l'opposition, de l'inte´re^t et peut-e^tre me^me une
certaine sympathie. Aujourd'hui, me^me si plusieurs des
objectifs que vous annoncez continuent a` e´veiller notre
inte´re^t - et j'espe`re y avoir contribue´ -, le temps a passe´.
Il a leve´ un certain nombre d'he´sitations, tant est grand le
fosse´ creuse´ en trois mois entre certaines intentions et
les actes pose´s.

A une certaine nai¨vete´, compre´hensible et peut-e^tre
me^me acceptable, a fait place, a` plusieurs reprises, une
ve´ritable incompe´tence, ainsi qu'en te´moignent les sou-
bresauts de votre politique d'asile. Dans ces conditions,
votre catalogue d'intentions, renouvele´ et re´pe´te´, ne
nous inspire pas confiance.

Nous examinerons avec attention vos projets. Nous
participerons au travail le´gislatif dans la courtoisie et
avec un esprit constructif. Mais c'est a` vous de montrer
que votre appel a` l'opposition pourra e^tre autre chose
qu'un effet me´diatique.

En attendant, nous voterons re´solument contre ce pro-
gramme.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

De voorzitter : De heer Jef Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, misschien heb ik als eerste lid van een
meerderheidspartij het woord gekregen om onmiddellijk
een zekere onzekerheid bij de CVP of de PSC weg te
nemen. Ik kan de leden van die fracties geruststellen : de
groenen, zowel van Ecolo als van Agalev, zullen eenparig
het vertrouwen geven aan de eerste minister en de
regering. We hebben goed geluisterd naar de beleids-
verklaring en op basis van een waakzaam vertrouwen
weten wij dat zowel in de regeerverklaring als in de
federale beleidsverklaring belangrijke accenten worden
gelegd die wij met een gezonde kritische parlementaire
houding steunen. Ik heb de indruk dat sommigen moeite
hebben met de manier waarop het parlement en de leden
van de meerderheid mijns inziens zouden moeten kun-
nen werken. Ik meen dat dit moet gebeuren op basis van
een gezond vertrouwen en een kritische houding waarbij
aan de regering of bepaalde ministers signalen moeten
kunnen worden gegeven. Wanneer we het eens zijn,
moeten we het durven zeggen. In bepaalde gevallen
moeten we bereid zijn kritiek te uiten op een manke of
een in onze ogen eenzijdige uitvoering van een bepaald
akkoord.

Ik heb reeds verscheidene malen gezegd dat we het
akkoord over het asielbeleid in zijn geheel, met alle eraan
verbonden evenwichten, steunen. Leden van de Agalev-
Ecolofractie hebben duidelijke bedenkingen bij de uitvoe-
ring van bepaalde deelaspecten van dit akkoord. Wij
staan daarmee trouwens niet alleen. Het verheugt mij dat
de heer Van Peel mij nu op een aantal punten bijtreedt. Ik
heb dan ook een concrete vraag voor diegenen die zich
afvragen of ze het regeringsbeleid moeten steunen. Met
welke inhoudelijke punten van het regularisatiebeleid zijn
jullie het niet eens ? Als ik de heer Van Peel zojuist goed
heb verstaan, zegt hij dat zijn partij in grote lijnen achter
het uitgetekende asielbeleid staat en de criteria voor de
regularisatie. Ik zou eindelijk eens willen horen met welke
criteria de CVP en de PSC akkoord gaan en met welke
niet. Dit is mij nog altijd niet duidelijk aangezien beide
partijen rond de pot draaien.

De voorzitter : Mijnheer Tavernier, ik zie dat de heren
Van den Eynde en Van Peel en mevrouw Milquet u willen
onderbreken.

De heer Francis Van den Eynde heeft het woord.

De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, in tegenstelling tot wat ik bij de leden
bij de CVP hoor, verbaast het mij niet dat de heer
Tavernier, als vertegenwoordiger van een radicaal-linkse
partij, in de regering akkoord gaat met het huidige beleid
betreffende de illegalen. Men heeft 74 illegalen - voor de
show - teruggestuurd. Een deel daarvan is intussen terug

in Gent aangekomen. Men bereidt zich eveneens voor
om tienduizenden illegalen te legaliseren. Ik verwacht
bijgevolg geen kritiek van uwentwege op dit beleid, maar
wel van de rechtervleugel van de VLD die zich niet
gelukkig voelt met het huidige regeringsbeleid terzake.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Ik voel me
niet aangesproken door u, mijnheer Van den Eynde.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Elk goed asielbeleid
steunt op een regularisatie, een uitwijzingsbeleid en een
sneller werkende administratie. Het is niet moeilijk om dit
te bedenken. De regularisaties zouden op een normaal
tempo plaatsvinden, de uitwijzingen eveneens. Wat nu
wordt vertoond, is erg amateuristisch. Bij de bespreking
van het wetsontwerp zullen we duidelijk ons standpunt
naar voren brengen, ook in verband met de criteria. De
vraag betreft het uitwijzingsbeleid. Ik wens duidelijk uw
visie te kennen. Vindt u een collectief uitwijzingsbeleid
- gezien de grote aantallen illegalen - eventueel onder
dwang, een maatregel waar u als meerderheid achter
staat of niet ? Ik hoorde de heer Lozie gisteren op
televisie verkondigen dat af en toe een uitwijzing wel kon,
maar dat van collectieve uitwijzingen of dwang geen
sprake kon zijn. Vandaar mijn vraag naar uw standpunt.

Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.

Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : J'entends bien la fermete´
avec laquelle vous soutenez la politique d'asile. Je
voudrais savoir si vous soutenez e´galement la persis-
tance des centres ferme´s. Je vois des ministres et des
parlementaires qui manifestent. Et en commission de
l'Inte´rieur, je n'entends plus un seul des membres de la
majorite´ que j'ai vus a` la te´le´vision dans les manifesta-
tions oser poser des questions !

Continuez-vous a` soutenir la de´tention des enfants dans
les centres ferme´s ? J'ai entendu a` cet e´gard beaucoup
de choses dans les me´dias, beaucoup moins dans cet
he´micycle.

Soutenez-vous les expatriations collectives force´es qui
se sont de´roule´es dans des conditions aussi de´sastreu-
ses et touchant une population de´termine´e ? Soutenez-
vous le fait que ces expulsions ont eu lieu alors que la
cour internationale avait rendu un avis ? J'ai entendu a`
cet e´gard un communique´ d'Ecolo tre`s clair. Le lende-
main, il y a eu soutien. Confirmez-vous que les choses se
sont bien passe´es ainsi ? Nous souhaitons savoir claire-
ment ce que vous soutenez.

De voorzitter : De heer Jef Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Wat de uit-
drijvingen betreft, er is een duidelijk onderscheid tussen
uitwijzing en uitdrijving. De uitwijzingen zijn namelijk nooit
gestopt. Vorige week betrof het een uitdrijving. We heb-

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Jef Tavernier

ben duidelijk gezegd dat dit geen tweede maal mocht
gebeuren op die manier. Wat de opsluiting van minder-
jarigen betreft, deze horen niet thuis in gesloten centra.
Deze politiek werd gedurende tientallen jaren, uiteraard
door socialisten, gevoerd, maar de verantwoordelijkheid
van de christen-democraten was, als grootste partij, niet
onbelangrijk. De maximimumduur van vasthouding moet
zeker worden gerespecteerd. Deze werd door u in de
vorige legislatuur vastgelegd en mag zeker niet worden
overschreden. In de praktijk constateren we dat minder-
jarige asielzoekers niet altijd op een aangepaste manier
worden opgevangen. Het akkoord hieromtrent in de
regeringsverklaring is duidelijk : schoollopen, zelfs voor
uitgewezenen, wordt gegarandeerd. Er werden een aan-
tal zeer positieve maatregelen genomen. U hebt gestemd
voor de gesloten centra. Ik stel vast dat ze bestaan. De
termijn moet zoveel mogelijk worden verkort, minderjari-
gen mogen er niet in worden opgesloten en moeten alle
nodige begeleiding ontvangen.

Wat de uitwijzing betreft, stel ik vast dat men in Gent,
sinds het begin van het jaar, erin geslaagd is om zonder
geweld of enige dwang, meer dan 100 mensen te bege-
leiden naar hun land van oorsprong. Dit is een veel groter
getal dan het aantal dat vorige week werd uitgewezen.
Deze piste moet men volgen, maar er mogen geen
etnische groepen worden gestigmatiseerd. Ook in het
huidige beleid bestaan mogelijkheden om overtuiging als
invalshoek te gebruiken. Er moet steeds rekening wor-
den gehouden met de toestand van het land van oor-
sprong. De grote verdienste van de parlementairen die
naar Slovakije zijn gegaan, bestaat erin dat duidelijk werd
gemaakt dat als deze mensen naar hier vluchten dit een
begrijpelijke zaak is.

Als wij aan die toestand iets willen doen, dan zullen wij
grotere inspanningen moeten doen dan nu gebeurt,
zowel voor de ontwikkelingslanden als voor bepaalde
landen van Oost-Europa. Wij zullen de aanzetten die
daartoe werden genomen ten volle steunen. Wij consta-
teren evenwel dat de voorbije tien jaar de begroting voor
ontwikkelingssamenwerking voortdurend is afgenomen.
Ook in de verklaring van de eerste minister gisteren staat
heel duidelijk vermeld dat conflictpreventie in de wereld
gepaard moet gaan met een verhoging van de middelen
voor ontwikkelingssamenwerking, omdat wij anders die
conflicten niet kunnen beheersen. Die aspecten uit de
regeringsverklaring ondersteunen wij heel duidelijk.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Tavernier, uw
betoog is zeer duidelijk. Uw klaar en duidelijk standpunt
is dat Agalev in de loop van het jaar 2000 niet akkoord
kan gaan met collectieve uitwijzingen - geen etnische -,
het weze per bus of per militair vliegtuig.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
Van Peel, het moeten individuele dossiers zijn. Men
focust niet op een bevolkingsgroep. Uitwijzingen zoals
die van Gent kunnen voor ons niet.

De heer Marc Van Peel (CVP) : Ik zal deze duidelijke
vraag ook stellen aan uw liberale collega's.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, volgens mij is een parlementair debat, ook
binnen de meerderheid, enorm belangrijk. Dit debat moet
in het kader van een nieuw elan in dit parlement worden
aangegaan.

Ik heb al gesproken over de elementen van ontwikke-
lingssamenwerking. Ik denk bijvoorbeeld aan de verster-
king van het gemeenschappelijk en het openbaar vervoer
of aan een federaal agentschap voor voedselveiligheid,
een ander belangrijk aspect van de leefbaarheid van de
steden en het budget dat daarvoor is vrijgemaakt. Dat
zijn een aantal belangrijke punten, naast de zeer veel
belangrijke sociale punten, zoals meer aandacht voor de
chronische zieken, aandacht voor het optrekken van de
laagste pensioenen, niet alleen in intentie maar ook in
cijfers, of maatregelen voor de lagelonentrekkenden. Wij
kunnen die punten ten volle steunen.

Wij steunen ook de BTW-verlagingen op arbeidsinten-
sieve diensten. Mijnheer de minister van Financie¨n, zal
de

BTW-verlaging

ook

worden

toegepast

kringloopcentra ? Hierover heeft de heer Bonte reeds
wetsvoorstellen ingediend.

Een groot aantal zaken kan onze steun wegdragen, ook
al menen wij dat hier en daar nog aparte klemtonen
kunnen worden gelegd. Ik denk bijvoorbeeld aan de
plannen rond startbanen om jongeren aan het werk te
helpen. Toch mogen deze plannen niet worden beperkt
tot de jongeren die pas zijn afgestudeerd. Men moet ook
voldoende oog hebben voor jongeren die daarom niet
pas zijn afgestudeerd, maar toch in de werkloosheid zijn
terechtgekomen.

Mevrouw Greta D'Hondt (CVP) : Mijnheer Tavernier, als
u zegt tevreden te zijn met de geplande maatregelen in
het kader van de verhoging van de laagste inkomens,
dan laat ik de tevredenheid aan u. In de vorige legislatuur
heeft in de commissie voor de Sociale Zaken uw fractie
het door de CVP ingediende amendement tot instelling
van een vijfde categorie - bodemcategorie - in het stelsel
van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden mee
goedgekeurd. Waarom gaat u er nu mee akkoord dat
deze maatregel wordt uitgesteld, terwijl ik precies van uw
partij hoopte dat dit niet de platte politieke afrekening was
van dit CVP-voorstel van de heer Lenssens ?

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mevrouw
D'Hondt, excuseer mij, maar op deze punctuele vraag
kan ik niet antwoorden.

De voorzitter : Ik wil de collega's eraan herinneren dat
wij hebben afgesproken het aantal sprekers beperkt te
houden. Een beperkte lijst van sprekers is bekend en

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

voorzitter

werd aanvaard. Ik heb de Conferentie van voorzitters
meegedeeld dat korte onderbrekingen wel kunnen, tenzij
dit systematisch begint te gebeuren.

De heer Yves Leterme heeft het woord.

De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
zal het kort houden om u bij te treden. Ik heb een korte
vraag. Mijnheer Tavernier, u bent nogal snel over het
fiscale luik heen gegleden. Nog vorige week of de week
daarvoor hebben wij gelezen dat een lid van de regering
pleit voor het invoeren van een vermogenskadaster. Is
dat voor u ook een belangrijk agendapunt in de aange-
kondigde fiscale hervorming ?

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Ik kan u
daarin geruststellen. Ik vind dat alle elementen van
vermogensfiscaliteit een belangrijk punt zijn, dus onder
andere ook dat aspect. U hebt terdege en duidelijk
gezegd wat u hebt gelezen : men voorziet een globale
hervorming en zulke hervorming van dergelijke ingewik-
kelde materie moet grondig worden voorbereid. Wij zijn
van plan om daarin eigen accenten te leggen, of toch
minstens dat te proberen. Op dit moment staat er zeer
weinig in deze beleidsverklaring over fiscaliteit, omdat
een duidelijke afspraak werd gemaakt om dit door te
schuiven naar volgend jaar of over twee jaar.

Belangrijk voor ons en een belangrijk punt in de rege-
ringsverklaring is de lastenverlaging, waar wij achter
staan. Wij koppelen daaraan echter onmiddellijk een
engagement voor tewerkstelling. Belangrijk is dat wij na
twee jaar een grondige evaluatie van deze lasten-
verlaging zullen kennen. Het begrip

duurzame ontwik-

keling

komt volgens ons in de teksten als begrip en als

leidraad te weinig voor. Ik heb de indruk dat dit nog te
veel wordt begrepen vanuit een enigszins klassieke visie,
namelijk dat iets duurzaam is als het blijft duren. Dit
begrip is veel ruimer dan dat, mijnheer de eerste minister.
Het moet werkelijk worden gehanteerd als leidraad bin-
nen de randvoorwaarden waarbinnen de rest van het
beleid wordt gevoerd.

Het buitenlands beleid dan. Wij zijn zeer verheugd met
uw aandacht voor conflictpreventie, vooral waar u zegt
dat de middelen voor ontwikkelingssamenwerking, voor
steun aan een aantal landen, moeten worden opgevoerd,
omdat conflictpreventie anders vrij zinloos is. Wij denken
dat dit uitgangspunt juist is. Wij zien dit vooral gebeuren
in het kader van de Europese Unie en de Verenigde
Naties. Daarbij zijn mensenrechten zeer belangrijk en
een niet selectief te hanteren begrip.

Bijkomend werd ik aangenaam verrast door de aandacht
voor

verantwoordelijkheid

overheidsbedrijven,

overheidsadministraties en parastatalen. Het is duidelijk
dat er daar een nieuw concept moet komen. Het mag niet
zo zijn dat het apart organiseren van een deel van de

overheidstaken zou leiden tot een onverantwoordelijk
gedrag. Ik meen te kunnen vaststellen dat de benadering
er een wordt van verantwoordelijkheid ten opzichte van
de consument en van de maatschappij.

Vanuit al deze positieve punten die terug te vinden zijn in
de beleidsverklaring en waaraan wij nog een aantal eigen
klemtonen willen toevoegen, kunnen wij dit beleid globaal
steunen. Wij zullen proberen eigen klemtonen te leggen.

Ik denk bijvoorbeeld ook aan de gelijkberechtiging van
mannen en vrouwen. Het zal nu wel duidelijk zijn, vooral
gelet op de samenstelling van onze fractie, dat dit voor
ons een zeer belangrijk aandachtspunt is, dat in deze
beleidsverklaring echter nog te weinig aan de orde komt.
We zijn er echter van overtuigd dat we op dat vlak in een
gezonde democratie een gezond samenspel kunnen
krijgen tussen parlement en regering. Vanuit het geloof
dat de parlementsleden het regeringsbeleid in de goede
zin kunnen bei¨nvloeden, zullen de groenen deze rege-
ring steunen.

De voorzitter : De heer Servais Verherstraeten heeft het
woord.

De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Mijnheer de
voorzitter, ik neem akte van het standpunt van Agalev,
maar ik neem ook akte van de accenten. De heer
Tavernier legde ook tijdens het investituurdebat bepaalde
accenten. Hij sprak over een arbeidsduurverkorting van
30 tot 20 uur per week. Hij sprak over eco-fiscaliteit, over
stemrecht voor migranten. Hij sprak zich uit tegen de
uitverkoop van overheidsbedrijven. Waar vindt hij die
accenten in de huidige regeringsverklaring ?

De voorzitter : De heer Jef Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, ik denk dat de heer Verherstraeten niet goed
heeft geluisterd. Over de arbeidsduurverkorting ver-
klaarde de eerste minister dat er een ondersteuning komt
van de plannen voor arbeidsduurvermindering voor wie
deeltijds gaan arbeiden; er is het recht op

20% loopbaanonderbreking. Voor de fiscaliteit gaat de
voorkeur naar een algemene herziening. Inzake stem-
recht voor niet-Belgen is er duidelijk afgesproken dat er
vo´o´r 2000 niets kan gebeuren. Wij hebben die afspraak
niet gemaakt, de vorige coalitie heeft dit in de Grondwet
vastgelegd. Het debat kan maar vanaf 2001 worden
gevoerd. We gaan bijgevolg bij elke gelegenheid niet
telkens verklaren dat het debat vanaf 2001 zal worden
gevoerd.

Le pre´sident : La parole est a` M. Claude Eerdekens.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

M. Claude Eerdekens (PS) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs
les ministres, chers colle`gues, le groupe socialiste se
fe´licite de participer a` la concre´tisation des projets ambi-
tieux contenus dans la de´claration gouvernementale
de´veloppe´e le 15 juillet dernier, et a` laquelle notre groupe
avait apporte´ son soutien.

En cette occasion, les priorite´s socialistes avaient e´te´
clairement pre´cise´es.

Apre`s trois mois de fonctionnement gouvernemental, le
groupe socialiste profitera de votre de´claration, monsieur
le premier ministre, pour rappeler ses priorite´s, en parti-
culier a` la lumie`re des de´veloppements de ces trois
derniers mois et dans la perspective des e´ve´nements
des mois a` venir.

Je commencerai, monsieur le premier ministre, par rap-
peler que le gouvernement n'a pas e´te´ le seul a` sacrifier
au travail les belles journe´es de l'e´te´.

Conscients de l'immense de´sarroi dans lequel la popu-
lation a e´te´ plonge´e a` la suite de la crise alimentaire lie´e
a` la dioxine, c'est sans de´lai que notre assemble´e s'est
attele´e a` cerner et a` analyser les causes et les conse´-
quences exactes de cette crise en cre´ant en son sein une
commission d'enque^te parlementaire sous la pre´sidence
de M. Charles Janssens.

A partir des conclusions de cette commission, il nous - il
vous appartiendra de prendre toutes les mesures ne´ces-
saires pour qu'une telle crise ne puisse se reproduire et
pour que chacun ait acce`s a` une nourriture de qualite´.

Le groupe socialiste refuse que se de´veloppe une offre
alimentaire a` deux vitesses, re´servant les vertus d'une
alimentation saine aux nantis. Il se fe´licite donc de la
mise en place d'une Agence fe´de´rale de se´curite´ alimen-
taire qui permettra a` l'Etat de jouer un ro^le indispensable
de re´gulateur.

Le groupe socialiste se fe´licite cependant que le gouver-
nement ait d'ores et de´ja` retenu les premie`res lec¸ons de
cette crise : mettre en place, au-dela` du seul secteur
agro-alimentaire, une re´elle strate´gie de de´veloppement
durable, qui permette une e´mancipation de l'homme
sans pre´judicier son devenir. Ainsi, le groupe socialiste
veillera a` proposer et a` soutenir toute initiative de

rationalisation de l'e´nergie et de contro^le des labels
e´cologiques.

La mobilite´ retient a` ce titre toute notre attention et doit
selon nous, monsieur le premier ministre, e^tre le chantier,
a` l'instar du secteur agro-alimentaire, dans lequel s'ex-
prime ce souci de de´veloppement durable. Dans ce
cadre, le transport en commun doit e^tre une alternative
fiable et cre´dible, en termes de re´gularite´ et d'accessibi-
lite´, au de´placement par automobile, objectif que poursuit

le RER a` Bruxelles. Nous nous re´jouissons donc que
cette initiative, porte´e sous la pre´ce´dente le´gislature par
Michel Daerden, trouve une premie`re concre´tisation
dans

fixation

d'une

enveloppe

budge´taire

8,5 milliards BEF.

Une politique fiscale novatrice permettra e´galement de
promouvoir le recours au transport public, tandis que le
transport collectif en automobile doit e^tre encourage´.

Monsieur le premier ministre, c'est ensuite, aux e´ve´ne-
ments re´cents lie´s a` la politique de re´gularisation que le
groupe socialiste voudrait consacrer son intervention.

Le groupe PS tient a` exprimer son soutien total a` la
politique de re´gularisation initie´e par le gouvernement.

A ce titre, il veillera a` ce que le projet de loi du gouver-
nement visant a` consacrer le´galement les principes
contenus dans l'arre^te´ royal suspendu par le Conseil
d'Etat, soit adopte´ dans les plus brefs de´lais par la
Chambre et le Se´nat. Il y veillera a` deux titres.

D'abord, parce qu'une politique d'e´loignement stricte qui
ne prendrait en conside´ration que la lettre des textes ne
peut s'ave´rer que dramatique et inhumaine.

Il est faux, monsieur le premier ministre de croire qu'a` la
complexite´ - mille´naire - des flux migratoires, on ne
pourra opposer que les vertus rassurantes d'une exe´cu-
tion rigoriste de la loi sur l'acce`s au territoire, sans
prendre en conside´ration la diversite´, souvent dramati-
que, des situations des sans-papiers pre´sents sur notre
territoire.

La politique de re´gularisation permet d'appre´hender cette
diversite´ en accordant un droit au se´jour aux personnes
dont la situation personnelle rendrait le retour injuste.

Dans ce cadre, il va de soi que le groupe socialiste invite
le ministre de l'Inte´rieur a` garantir l'ope´rationnalite´ de la
mesure de re´gularisation, ce qui suppose ne´cessaire-
ment que d'une part, toute mesure d'e´loignement de
personnes re´gularisables soit exclue et que d'autre part,
un climat de confiance soit re´instaure´ : le groupe socia-
liste n'acceptera pas que la re´gularisation soit le pre´texte
a` de nouvelles souricie`res.

Ce n'est cependant pas la seule raison qui justifie
l'engagement ferme du groupe socialiste a` diligenter la
proce´dure d'adoption d'une loi de re´gularisation.

Par cette diligence, le groupe socialiste veut opposer une
fin de non-recevoir aux manoeuvres dilatoires de certains
groupes politiques non de´mocratiques qui empruntent
les couloirs des Cours et Conseils pour colporter leur
ide´ologie nause´abonde.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Claude Eerdekens

Sans doute, le vrai malheur, c'est la fac¸on dont la justice
a e´te´ rendue par le Conseil d'Etat. Sans doute, la faillite
, c'est que des juges n'aient pas barre´ la route a` des
extre´mistes, cre´ant ainsi un pre´ce´dent dangereux dans la
de´localisation de l'arbitrage des conflits politiques vers
des gens de robe.

Il appartient a` pre´sent a` l'ensemble des groupes parle-
mentaires de´mocratiques de de´montrer la vacuite´ de ces
manoeuvres et la nuisance de cette attitude.

M. Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Liquidez le Conseil
d'Etat !

M. Claude Eerdekens (PS) : Non, pas du tout. Nous
conside´rons que le Conseil d'Etat qui sie`ge de fac¸on
inde´pendante, a rendu son arre^t et qu'il convient d'en
tenir compte. Comme le gouvernement, nous respectons
cette de´cision de justice, mais nous regrettons la manie`re
dont elle a e´te´ rendue. C'est notre pouvoir d'appre´ciation
de ne pas e^tre a priori d'accord avec une de´cision devant
laquelle nous devons nous incliner.

Il revient maintenant a` l'ensemble des groupes parle-
mentaires de voter sans

de´semparer le projet de loi que de´posera le gouverne-
ment.

Par ailleurs, en ce qui concerne la politique d'asile, nous
la souhaitons a` l'avenir plus rapide et plus transparente
et nous souhaitons que soit exe´cute´ dans les plus brefs
de´lai l'accord de gouvernement pre´voyant une simplifi-
cation de la proce´dure de naturalisation, de fac¸on a`
permettre un acce`s plus facile a` la nationalite´ belge et
pour que la Chambre des repre´sentants n'ait plus par le
biais de la naturalisation qu'a` traiter des cas les plus
difficiles.

Il est important, monsieur le premier ministre, monsieur le
ministre de la Justice, de de´poser rapidement un projet
concre´tisant l'accord de gouvernement sur ce point pre´-
cis.

J'en viens a` pre´sent au volet socio-e´conomique de la
de´claration de politique gouvernementale, et en premier
lieu, au budget.

Concernant ce dernier, il y a, a` tout le moins, un
changement fondamental par rapport au passe´. En effet,
les discussions et les de´bats contradictoires portent sur
les marges de manoeuvre a` utiliser et non plus sur les
e´conomies a` re´aliser. En soi, c'est de´ja` re´jouissant ! Et
mieux encore, les hypothe`ses de croissance retenues
sont plus que prudentes. Il pourrait donc y avoir de
bonnes surprises.

Si l'auste´rite´ budge´taire n'est plus vraiment de mise a`
l'heure actuelle, il importe cependant de garder raison et
de veiller a` pe´renniser et a` intensifier les mesures
positives de redistribution des richesses de´cide´es.

De heer Paul Tant (CVP) : Mijnheer Eerdekens, u hebt
het over een versoepeling van de naturalisatieprocedure.
U weet dat wij bereid zijn om daaromtrent een eind mee
te gaan. Dat hebben wij in het verleden bewezen. Ik zou
dan echter heel graag zien dat de procedure ook wordt
toegepast zoals dat moet gebeuren. U, als voorzitter van
de commissie, moet ophouden niets anders te doen dan
sociaal dienstbetoon. U gebruikt het clie¨nteel van uw
commissie om in de eerste plaats uw eigen positie te
versterken. Voor u vraagt om de wet te wijzigen, moet u
ervoor zorgen dat ze behoorlijk wordt uitgevoerd.

De voorzitter : Mijnheer Tant, indien u dit verwijt wil
maken, dan had ik dat graag op de juiste plaats gehoord,
namelijk in de Conferentie van voorzitters. Dit is daarvoor
niet de gepaste plaats.

M. Claude Eerdekens (PS) : Monsieur le pre´sident, je
dois re´pondre a` ce fait personnel. La commission des
Naturalisations a adopte´ a` l'unanimite´ une jurisprudence.
Nous traitons un nombre conside´rable de dossiers. Nous
venons d'accepter plusieurs milliers de naturalisations et
il est du devoir de la Chambre ou du pre´sident de la
commission de re´pondre a` toute lettre qui lui est
adresse´e. Re´pondre au courrier d'une personne qui
s'inquie`te de l'e´tat d'avancement de son dossier ne peut
en aucun cas e^tre conside´re´ comme une politisation. Je
vous assure que j'appliquerai cette re`gle e´le´mentaire de
politesse jusqu'a` la fin de ma vie politique et je n'oppo-
serai jamais un me´pris souverain a` ceux qui s'adresse a`
une institution dont ils attendent une re´ponse. Les dos-
siers sont traite´s en toute se´re´nite´ par chacun des
membres de la commission des Naturalisations.

Je tiens a` fe´liciter le gouvernement pour son sens de la
responsabilite´ et la loyaute´ dont il a fait preuve dans la
re´solution de la proble´matique du financement de la
Communaute´ franc¸aise.

En ce jour de rentre´e parlementaire, les membres socia-
listes de cette Chambre tiennent a` souligner et a` rappeler
la dimension sociale et volontariste que notre gouverne-
ment s'est engage´ a` donner a` cette le´gislature.

Le de´veloppement de l'emploi et l'ame´lioration des
conditions de vie de nos concitoyens sont inde´niable-
ment les priorite´s essentielles de notre action pre´sente et
a` venir au sein du gouvernement comme au sein de
toutes les structures politiques de notre pays.

La proble´matique de l'emploi est une proble´matique
complexe pour laquelle aucune solution miracle n'existe,
et si l'on veut s'attaquer aux causes et prendre le mal a`
la racine, c'est aux difficulte´s rencontre´es par les jeunes
demandeurs d'emploi qu'il faut s'attaquer en premier lieu.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Claude Eerdekens

Tel est le sens de la premie`re ligne directrice europe´enne
pour l'emploi. C'est aussi ce que pre´voit l'accord gouver-
nemental, et nous nous en re´jouissons. Dans cette
optique, nous ne pouvons que saluer et soutenir la
rapidite´ avec laquelle Mme la ministre de l'Emploi et du
Travail, Laurette Onkelinx, a pris en charge cette proble´-
matique. Son plan pour un premier emploi jeune est un
projet d'envergure.

De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Mijnheer Eer-
dekens, u steunt mevrouw Onkelinx omdat zij snel ge-
reageerd heeft inzake tewerkstelling. Blijft u dan achter
de zeer stalinistische maatregel staan die bepaalt dat er
per 100 werknemers 4 jongeren in dienst moeten ko-
men ? In Vlaanderen is dat in de praktijk onmogelijk te
realiseren. Dit is puur stalinisme.

M. Claude Eerdekens (PS) : Peut-on parler de stali-
nisme lorsqu'on est repre´sentant d'un parti non de´mo-
cratique ? Je suis ouvert au dialogue. Le stalinisme, c'est
vous !

Le plan de Mme Onkelinx devra permettre, comme pre´vu
par l'accord de gouvernement, a` tous les jeunes, en-
de´ans les six mois de leur sortie de l'e´cole d'entrer sur le
marche´ de l'emploi, soit par l'interme´diaire d'un emploi a`
temps plein, soit par l'interme´diaire d'un mi-temps com-
ple´te´ par une formation, soit encore par l'interme´diaire
d'un contrat d'apprentissage ou d'insertion.

S'inscrivant dans le souci d'initialiser un de´veloppement
durable, attentif a` synchroniser les diffe´rents objectifs
gouvernementaux, ce plan devra permettre e´galement
aux pouvoirs publics de compter sur la participation
d'esprits jeunes aux divers projets d'utilite´ publique et
socialement prioritaires comme la se´curite´ ou encore
l'accueil des enfants. Il faudra bien entendu pour cela
s'assurer pre´alablement de la collaboration entie`re des
diffe´rents acteurs sociaux et des autorite´s locales.

Enfin, toujours a` propos de ce plan, nous entendons les
critiques venir du monde patronal concernant l'obligation
d'engagement. Mais comment pourrait-il en e^tre autre-
ment au regard de l'application peu scrupuleuse par le
patronat de l'obligation de´ja` contenue dans le stage
Onem ? Les socialistes sont d'avis que les re´ductions de
charges doivent rencontrer un double objectif :

Elles doivent d'abord permettre une diminution du cou^t
du travail et l'on peut s'accorder sur le fait que ce
dernier est sans doute trop lourd en Belgique. A cet
e´gard, le gouvernement, dans le cadre des discussions
budge´taires vient de faire un geste significatif.

Mais ces re´ductions doivent aussi et surtout e^tre un
incitant a` l'embauche, c'est-a`-dire un contrat entre l'Etat
et l'employeur pour encourager l'emploi. C'est l'objet de
la proposition du

plan jeune. A ce titre, l'obligation de

re´sultat doit e^tre assure´e.

La lutte contre le cho^mage est un de´fi de socie´te´ qui ne
pourra e^tre releve´ que gra^ce a` la participation de l'en-
semble des membres de notre socie´te´, c'est alors que le
concept de

citoyennete´ active prendra toute son am-

pleur.

Malheureusement, la solidarite´ n'e´tant pas un re´flexe
instinctif dans le chef de tous les acteurs de notre
socie´te´, il est parfois ne´cessaire de recourir a` l'obligation
comme moyen de participation.

Ces choix de lutte contre le cho^mage se re´ve´leront, nous
en sommes convaincus, les plus efficaces a` long terme.
Nous soutiendrons ces objectifs, nous soutiendrons cette
politique.

Mais l'efficacite´ de cette action ne pourra e^tre optimale
que si le combat contre le cho^mage est mene´ simulta-
ne´ment sur d'autres fronts.

De manie`re plus ge´ne´rale, c'est donc l'augmentation du
taux d'activite´ qui doit e^tre place´e en ligne de mire.

Notre taux d'activite´, relativement faible par rapport a` la
moyenne europe´enne, se caracte´rise par diffe´rents fac-
teurs : un cou^t du travail e´leve´, une inade´quation entre
l'offre et le profil des demandeurs d'emploi, un syste`me
de formation lacunaire.

Dans un avenir proche, notre attention devra se porter
avec un inte´re^t e´gal sur diffe´rentes proble´matiques : les
fins de carrie`res, les cho^meurs de longue dure´e, la
re´duction du temps de travail, les pie`ges a` l'emploi ou
encore la lutte contre le travail au noir.

Dans tous ces domaines, nous nous re´jouissons de voir
les engagements contenus dans la de´claration gouver-
nementale, nous nous fe´licitons de l'augmentation du
salaire minimum et nous attendons avec une certaine
impatience la suite des mesures concre`tes.

Mais dans ce domaine comme dans d'autres, nous
resterons particulie`rement vigilants a` ce que la fin ne
justifie pas les moyens, a` ce que les principes et droits
fondamentaux des travailleurs ne soient pas sacrifie´s au
pragmatisme ou a` l'urgence. Et nous le disons d'ores et
de´ja`, l'emploi ne pourra pas e^tre pre´carise´ et les revenus
syste´matiquement partage´s au nom du taux d'activite´.

Car si l'on souligne la ne´cessite´ d'une organisation plus
souple du temps de travail, il faudra aussi e´viter que cette
flexibilite´ ne vise que les groupes de travailleurs les plus
vulne´rables. Il conviendra donc de mettre l'accent sur
une plus grande

flexicurity afin d'obtenir un compromis

satisfaisant entre flexibilite´ et se´curite´.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Claude Eerdekens

La semaine des 4 jours, par exemple, ne devra pas
s'envisager comme un simple partage du travail et des
revenus disponibles, mais bien comme une formule qui
permettra a` la fois d'ame´liorer la qualite´ de vie des
travailleurs, de favoriser la cre´ation d'emploi et de per-
mettre de dynamiser les entreprises.

Enfin, le mai^tre mot d'une politique pour l'emploi efficace
est la cohe´rence. Les diffe´rentes mesures de´veloppe´es,
quels qu'en soient les auteurs, devront toutes e^tre en
ade´quation parfaite aussi bien en amont avec le proces-
sus de Luxembourg et les lignes directrices qui en
de´coulent, qu'en aval en s'assurant la collaboration et la
synchronisation de tous les niveaux de pouvoirs compe´-
tents en la matie`re. La porte´e budge´taire de toutes ces
politiques ne devra pas e^tre ne´glige´e et, lors de la
pre´sentation du budget, il faudra se donner les moyens
ne´cessaires de cette politique.

Face a` ces projets d'envergure, ambitieux mais respon-
sables et ne´cessaires, je peux affirmer, aujourd'hui, que
les membres socialistes de ce parlement seront non
seulement autant de relais efficaces dans la mise en
oeuvre de la politique gouvernementale, mais e´galement
autant d'acteurs a` part entie`re, cre´atifs et entreprenants,
loyaux, attentifs, et surtout en tout moment fide`les a` leurs
ide´aux de solidarite´ et de progre`s.

La vigilance du groupe socialiste sera e´galement toute
entie`re tourne´e vers la se´curite´ sociale.

La se´curite´ sociale du XXIe`me sie`cle doit amplifier son
ro^le de cohe´sion sociale. A ce titre, les principes essen-
tiels qui la re´gissent doivent e^tre re´affirme´s et renforce´s :
la se´curite´ sociale est un syste`me le´gal et fe´de´ral de
solidarite´ interpersonnelle, qui allie assurance et solida-
rite´. Elle offre une e´galite´ d'acce`s aux prestations socia-
les. Elle est un pilier essentiel a` notre cohe´sion sociale.

Sa pe´rennite´ est indissociable de son renforcement, tant
en termes de moyens qu'en termes de prestations. Les
mesures annonce´es sont encourageantes a` cet e´gard :

La pension minimum de quelque 450 000 pensionne´s va
e^tre sensiblement augmente´e; c'est encourageant quand
on sait que depuis 1991 exception faite de l'adaptation
au bien-e^tre octroye´e lors de la dernie`re le´gislature
aucune augmentation des pensions du prive´ et des
inde´pendants n'a e´te´ octroye´e.

Cependant, aujourd'hui, encore plus qu'auparavant, la
classe des

seniors pre´sente une he´te´roge´ne´ite´ qui fait

sa richesse : he´te´roge´ne´ite´ en matie`re de mobilite´, en
matie`re de sante´, en matie`re de revenus et me^me en
matie`re d'a^ge.

Face aux perspectives de´mographiques d'une part, et a`
l'accroissement de l'espe´rance de vie, d'autre part, il faut
poursuivre et intensifier une politique qui tienne compte
des spe´cificite´s et diversite´s des besoins de chacun. Si

l'augmentation du revenu des pensionne´s les plus vul-
ne´rables, socio-e´conomiquement parlant, est essentielle,
la politique fe´de´rale vis-a`-vis de nos seniors ne peut se
limiter a` ce seul aspect. C'est dans ce cadre que le de´bat
relatif a` l'assurance autonomie doit rapidement resurgir
et aboutir a` des propositions concre`tes et applicables a`
l'ensemble de la population belge dont l'autonomie a e´te´
fortement diminue´e.

Monsieur le premier ministre, l'accord de gouvernement
le mentionne clairement : plus de 11% des personnes de
plus de 65 ans connaissent aujourd'hui une perte d'auto-
nomie; il est donc urgent que nous apportions une
re´ponse et une aide a` ces personnes, et ceci au-dela` de
tout clivage communautaire.

Le budget de la Se´curite´ sociale pre´sente une agre´able
embellie : plus de 38 milliards de boni. C'est du presque
jamais vu ! Cependant, ce moment d'euphorie ne doit
pas nous faire perdre la te^te et vous faire perdre la te^te :
le budget de la Se´curite´ sociale est un outil qui doit e^tre
mis au service de la redistribution des revenus et de la
pre´servation de la cohe´sion sociale.

Pour ce faire, il est essentiel que cette situation de gra^ce
perdure et que les marges disponibles soient utilise´es a`
bon escient et de manie`re e´quilibre´e entre d'une part,
l'ame´lioration des prestations et, d'autre part, un alle´ge-
ment des charges pesant sur le facteur

travail. L'exer-

cice, pour l'anne´e 2000, est re´ussi; nous veillerons a` ce
qu'il en soit e´galement ainsi a` l'avenir.

Ce moment d'euphorie ne doit pas pour autant occulter le
de´bat sur l'assiette de financement de la Se´curite´ sociale
qui, si elle doit rester fonde´e, de manie`re durable, sur les
cotisations sociales, devrait e^tre e´largie, dans un souci
d'e´quite´ et de solidarite´, a` tous les revenus afin que cette
charge ne pe`se plus quasi exclusivement sur les revenus
du travail. Diverses pistes ont e´te´ aborde´es. J'espe`re que
nous y reviendrons durant cette le´gislature.

Dans le domaine des soins de sante´, nous sommes
heureux de constater que la norme de croissance a e´te´
augmente´e a` 2,5% permettant ainsi de disposer de
moyens non ne´gligeables. Cependant, nous craignons,
au vu des re´sultats partiels disponibles a` l'INAMI, pour
1999, que la croissance re´elle des de´penses n'atteindra
pas ce taux et que les marges de manoeuvre disponi-
bles, notamment pour les engagements pris en matie`re
d'acce`s aux soins, se re´duisent a` peau de chagrin. Nous
souhaitons qu'a` tout moment, vous soyez attentifs au
respect de ces engagements.

Paralle`lement, et e´tant donne´ le de´ficit structurel qui
handicape ce secteur depuis de nombreuses anne´es, il
nous semble essentiel d'entamer, rapidement, des dis-
cussions avec les acteurs de notre syste`me afin d'opti-
maliser les ressources disponibles, et ceci dans l'inte´re^t
du patient tout en respectant l'accessibilite´, la qualite´ des
soins et la liberte´ de choix.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Claude Eerdekens

Notre syste`me de se´curite´ sociale a de´montre´, a` de
multiples reprises, sa capacite´ d'adaptation aux change-
ments e´conomiques, de´mographiques et sociologiques
de notre socie´te´. Il est l'un des plus performants au
monde. Il doit le rester et nous y serons attentifs.

En ce qui concerne la fiscalite´, monsieur le premier
ministre, le groupe PS se re´jouis de la volonte´ du
gouvernement de diminuer la pression fiscale sur le
travail, ce qui ne peut qu'e^tre favorable a` l'emploi.
Toutefois, il est important de conserver les principes de
progressivite´ et de capacite´ contributive qui participent a`
la fonction de redistribution des revenus, ce qui demeure
une des fonctions essentielles a` l'impo^t.

Il va de soi que ce re´e´quilibrage de la fiscalite´ en faveur
de l'emploi doit s'inscrire dans le cadre de la poursuite
des efforts d'harmonisation fiscale au niveau europe´en. Il
est, en effet, primordial de re´tablir une e´quite´ dans la
taxation des diffe´rents revenus, notamment des revenus
mobiliers qui be´ne´ficient d'un re´gime fiscal plus favora-
ble, car ils ont l'avantage d'avoir une assiette plus mobile.

Je souhaite que la Belgique, profitant de sa pre´sidence
du Conseil de l'Union en 2001, adopte une politique
volontariste pour une juste taxation des revenus de
l'e´pargne et l'instauration d'une taxe C02.

Par ailleurs, toujours dans le souci de re´tablir une e´quite´
fiscale, il est essentiel d'intensifier et de poursuivre les
efforts pour combattre la fraude fiscale. En effet, il est tre`s
important de re´tablir la confiance des citoyens dans la
capacite´ de l'Etat de faire respecter les lois et re´glemen-
tations. Lutter contre la fraude fiscale, c'est aussi lutter
contre le travail

au noir et donc favoriser une politique

d'emploi. En outre, il ne faut pas oublier que la fraude
fiscale fausse les me´canismes de la saine concurrence,
ce qui nuit a` l'ensemble de la socie´te´ et aux entreprises
qui sont respectueuses des le´gislations sociale et fiscale.

J'insiste e´galement sur la ne´cessite´ de pourvoir rapide-
ment a` la nomination des juges fiscaux, sous crainte de
voir la re´forme de la proce´dure fiscale e^tre de´nue´e
d'effet. Il est juste dans un e´tat de droit que le citoyen
voie son litige traite´ dans un de´lai raisonnable par des
juges impartiaux.

Au sujet de l'impo^t des socie´te´s, je pense qu'il est
ne´cessaire, conforme´ment a` la de´claration gouverne-
mentale, de compenser une diminution du taux de l'I.Soc.
par une re´duction du nombre de possibilite´s de de´duc-
tions et ce dans un cadre budge´taire neutre.

Actuellement, ce sont surtout les grandes entreprises qui
ont recours a` l'inge´nierie fiscale be´ne´ficiant ainsi des
avantages fiscaux et qui peuvent de`s lors diminuer leur
impo^t.

Par ailleurs, je me re´jouis de l'intention du gouvernement
de re´duire les taux de TVA sur un certain nombre de
services a` haute intensite´ de main-d'oeuvre et ce, confor-
me´ment a` l'accord obtenu entre les Etats membres, lors
du Sommet de Turku.

Monsieur le premier ministre, sensible a` toute initiative
visant a` mener une politique concre`te d'e´galite´ des
chances, le groupe socialiste rappelle son attachement a`
l'ambitieux projet mis en place par le gouvernement en
matie`re de politique de la ville et qui l'a amene´ a`
consacrer un commissariat spe´cifique a` cet effet.

La ville est source de processus d'exclusion d'origines
diverses qui se renforcent mutuellement; le groupe so-
cialiste se fe´licite donc de l'adoption par le conseil des
ministres d'un plan global d'actions pour les quartiers en
crise.

Monsieur le premier ministre, le groupe socialiste se
fe´licite e´galement de l'ambitieux projet du gouvernement
visant a` dynamiser et a` valoriser l'appareil de l'Etat.

En tant que socialistes, nous sommes les de´fenseurs
naturels des services publics dont la mission est de
fournir les services collectifs ne´cessaires a` l'e´panouisse-
ment individuel tout en offrant des garanties d'accessibi-
lite´ et d'efficacite´.

La pre´ce´dente le´gislature a` de´montre´ le besoin de dia-
logue entre citoyens et institutions et le groupe socialiste
se fe´licite que le gouvernement ait e´te´ attentif a` cet appel,
en faisant de l'optimalisation de l'administration, de la
valorisation d'une de´mocratie citoyenne et de l'e´tablisse-
ment d'une socie´te´ su^re ses premie`res priorite´s.

Le pre´sident : La parole est a` M. Jean-Pol Poncelet.

M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Si M. Eerdekens - qui
parle avec beaucoup d'enthousiasme de sa satisfaction
et des services publics - le permet, j'aimerais lui poser
une question.

En tant que chef de groupe d'un parti de la majorite´,
pourriez-vous nous faire part de votre lecture de l'accord
intervenu sur le financement de la Communaute´ fran-
c¸aise, qui a de´ja` fait l'objet d'une discussion tout a`
l'heure ? Qu'en est-il exactement ? Combien la Commu-
naute´ franc¸aise recevra-t-elle ? Au de´triment de qui ? En
finale, qui paiera le prix de cette intervention ?

C'est le point de vue de la famille socialiste qui m'inte´-
resse a` propos de cette question extre^mement sensible.

M. Claude Eerdekens (PS) : Monsieur Poncelet, un de
vos e´quipiers a donne´ tout a` l'heure une interpre´tation,
mais la mienne consiste a` rappeler qu'il existe une loi et
qu'elle a e´te´ applique´e en toute loyaute´ fe´de´rale, effec-

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Claude Eerdekens

tivement de mise entre les communaute´s de notre pays.
Il suffit d'observer un minimum de bonne volonte´ pour
mettre au frigo les difficulte´s communautaires : il y a plus
important a` faire pour la Belgique que de se quereller a`
propos de telles matie`res.

M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
M. Eerdekens n'a pas cite´ le montant dont allait be´ne´fi-
cier la Communaute´ franc¸aise.

M. Claude Eerdekens (PS) : 2,4 milliards ! Il est donc
important, monsieur Poncelet, que les institutions ne se
perdent pas en ste´riles discordes communautaires, qui
ont comme seule conse´quence de lasser les citoyens et
de confisquer les de´bats ve´ritables sur l'optimalisation de
l'appareil de l'Etat.

Le groupe socialiste se fe´licite de la mise en place
prochaine de la Confe´rence intergouvernementale et
interparlementaire qui permettra la tenue de de´bats
sereins et constructifs sur l'ame´lioration du fonctionne-
ment des structures de l'Etat dans l'ensemble de ses
composantes, dans le respect des liens de solidarite´
interpersonnelle et des me´canismes de protection des
minorite´s.

Redonner confiance aux citoyens, c'est tout d'abord se
pre´occuper de la se´curite´ des personnes en garantissant
a` chacun a` un appareil judiciaire et policier accessible et
efficace.

En matie`re de justice, le groupe socialiste veillera a` ce
que le Parlement proce`de au plus vite a` la de´signation
des membres non-magistrats du Conseil supe´rieur de la
Justice, Conseil qui devra e^tre a` la base d'une profonde
redynamisation de l'appareil judiciaire et du renouement
du dialogue entre celui-ci et les justiciables.

Le groupe socialiste veillera e´galement a` ce que la
re´forme des polices devienne une re´alite´ tangible sur le
terrain au plus vite et invite a` cet e´gard le gouvernement
a` adopter les arre^te´s d'exe´cution le plus rapidement
possible. Il rappelle qu'a` cette occasion, il ne saurait e^tre
question de remettre en cause le principe de la respon-
sabilite´ politique des bourgmestres en matie`re de se´cu-
rite´ au niveau local, ce qui e´vitera des dilutions de
responsabilite´.

Notre groupe fait de la se´curite´ d'existence une de ses
priorite´s et re´clame a` ce titre l'exe´cution pleine et entie`re
des accords Octopus.

En incise, monsieur le premier ministre, j'ajouterai qu'il
faut s'accorder un temps de re´flexion avant de mettre en
place un projet de justice acce´le´re´e au pe´nal; il faut
surtout confronter ce qui s'est fait dans notre pays et
ailleurs et s'attaquer a` toutes les causes de l'arrie´re´
judiciaire.

Nous devons aussi dynamiser l'appareil administratif de
l'Etat. Le groupe socialiste soutient les initiatives du
gouvernement visant a` atteindre cet objectif, qui appa-
raissent dans votre de´claration.

Il prend bonne note de la volonte´ du gouvernement de
re´former le statut des fonctionnaires pour autant que la
priorite´ au statut soit garantie. Le groupe PS demande
que la formation et la mobilite´ des agents soient une des
priorite´s de cette re´forme.

Monsieur le premier ministre, l'Europe fait e´galement
partie des institutions dont l'acce`s et la lisibilite´ doivent
e^tre renforce´s. Nous espe´rons que la future pre´sidence
belge de l'Union permettra des avance´es significatives
en ce domaine.

Enfin, le groupe socialiste approuve la volonte´ de doter la
Belgique d'une politique exte´rieure dynamique. Nous
resterons attentifs a` toutes les entreprises du gouverne-
ment et du ministre des Relations exte´rieures. Nous
entendons faire e´tat de notre solidarite´ historique a`
l'e´gard de l'Afrique centrale.

Monsieur le premier ministre, en conclusion, il nous faut
e´voquer le passage au prochain mille´naire pour consta-
ter que cette date, riche de promesses, verra se re´unir le
Millenium Round. Pour le groupe socialiste, cela sera
l'occasion de plaider au niveau international pour la
de´finition d'un cadre de re´gulation du commerce mondial
capable de lutter contre la loi du plus fort, qui s'instaure
partout de fait, tout en privile´giant un de´veloppement
durable de notre plane`te et de ses composantes e´tati-
ques.

Par ailleurs, nous restons partisans d'une re´forme des
institutions de Bretton Woods. Tant le FMI que la Banque
mondiale doivent inscrire leur action dans une perspec-
tive de de´veloppement social. A terme, il s'agira de
mettre en place un ve´ritable Conseil de se´curite´ e´cono-
mique et social.

Le groupe socialiste s'e´tait fe´licite´ en juillet dernier de
l'intention du gouvernement d'enfin laisser une large
place au de´bat sur les proble`mes e´thiques et de confier
cette mission au Parlement. Le groupe socialiste veillera
a` ce que des de´bats essentiels tels que l'euthanasie, la
bioe´thique, la cohabitation le´gale ou la toxicomanie re-
c¸oivent des re´ponses le´gislatives adapte´es a` ces re´vol-
utions.

Enfin, notre groupe se re´jouit que le gouvernement ait
aussi pre´vu dans le budget 1999 des cre´dits en vue d'une
plus grande e´galite´ entre les hommes et les femmes.

En conclusion, monsieur le pre´sident, monsieur le pre-
mier ministre, tant ce Parlement que le gouvernement ont
incontestablement un fameux travail a` re´aliser.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Claude Eerdekens

A notre sens, il peut assure´ment e^tre passionnant de le
faire tous ensemble dans le cadre de l'expe´rience origi-
nale que constitue l'arc-en-ciel.

Comme nous retrouvons dans tout ce projet d'avenir,
dans la de´claration beaucoup de nos sensibilite´s, vous
pouvez e^tre assure´s, monsieur le premier ministre, mes-
dames et messieurs les ministres, de la confiance du
groupe socialiste.

Le pre´sident : Nous clo^turerons la se´ance de ce matin
avec M. Fe´ret. Je vous rappelle que, cet apre`s-midi, nous
entendrons MM. Coveliers, Bacquelaine, Van der Mae-
len, Annemans et Bourgeois, la re´ponse de M. le premier
ministre et les re´pliques. Puis-je demander que les
groupes me fassent connai^tre les noms de ceux qui
souhaitent re´pliquer ?

La parole est a` M. Daniel Fe´ret.

M. Daniel Fe´ret (FN) : Monsieur le pre´sident, monsieur
le premier ministre, mesdames et messieurs les minis-
tres, chers colle`gues, rien ne m'e´tonne dans une de´cla-
ration gouvernementale en forme de point d'orgue d'une
campagne d'intoxication me´diatique, orchestre´e avec
habilete´ a` de´faut de talent, interpre´te´e durant tout l'e´te´
sur toutes les chai^nes de radio et de te´le´vision par les
te´nors et les barytons du gouvernement, sur l'air telle-
ment connu qu'il pourrait devenir notre hymne national
de :

tout va tre`s bien, madame la marquise.

L'heure a sonne´ de l'optimisme, de´mesure´ jusqu'a`
l'euphorie. Vous avez, dites-vous, monsieur le premier
ministre, place´ la barre tre`s haut. Ce n'est pas une
nouveaute´, tous les gouvernements qui ont pre´ce´de´ le
vo^tre ont affirme´ la me^me chose et ils l'ont tous franchie
en passant dessous. A vous entendre, monsieur le
premier ministre, c'est a` votre gouvernement que les
Belges devront leur bonheur. Il ne faut plus dire
aujourd'hui les Belges mais les citoyens. Ils n'ont cepen-
dant rien a` voir avec les citoyens de la cite´ d'Athe`nes qui,
voici plus de 2500 ans, ont invente´ la vraie de´mocratie.
Dore´navant, sont citoyens ceux qui ont la nationalite´
belge parce qu'ils l'ont he´rite´e ou me´rite´e mais aussi les
Belges de papier et, demain, les sans papiers. Enfin,
nous l'avons compris, gra^ce a` vous les citoyens qui
vivent sur notre territoire connai^tront l'alle´gresse et la
fe´licite´ d'entrer dans le 21e`me sie`cle. Il faut croire que,
pour les Serbes gouverne´s par M. Milosevic et pour les
Congolais sous la houlette de M. Kabila, le temps sus-
pendra son vol.

Revenons un instant sur la politique d'immigration du
nouveau gouvernement. Vous affirmiez hier qu'il y aurait
encore des expulsions. Personnellement, je pre´fe`re par-
ler de rapatriement, terme qui me parai^t plus conforme
au respect que l'on doit a` l'e´tranger. Les couacs gouver-
nementaux qui ont e´gaye´ l'expulsion de quelques dizai-

nes de sympathiques tziganes slovaques - et je les
connais bien car en 1995, je leur rendais de´ja` visite - ont
fait beaucoup de bruit, un vrai tintamarre et, surtout, quel
magnifique show, quel cine´ma digne des meilleurs os-
cars hollywoodiens, un grand spectacle qui fit presque
oublier l'envers du de´cor. En re´alite´, durant les six
premiers mois de cette anne´e, notre pays a enregistre´
pas moins de 19 758 demandes d'asile, soit presque
autant que toute l'anne´e 1998. La solution propose´e par
votre gouvernement consiste a` organiser, dans la plus
grande pre´cipitation, la re´gularisation de 50 000 sans
papiers, pas moins.

Il est grand temps, je vous le conce`de, monsieur le
premier ministre, de reconside´rer la notion de droit
d'asile. Si tous les e^tres humains vivant sous

le joug d'un re´gime totalitaire peuvent pre´tendre a` ce
droit, 90% des Africains sont candidats. L'ange´lisme
humanitaire conduirait a` accueillir chez nous tous les
opprime´s du tiers monde. Monsieur le premier ministre,
ce n'est pas en important la mise`re qu'on la soulage.
Mener de front une politique de pre´fe´rence nationale, de
pre´fe´rence communautaire europe´enne et une politique
exte´rieure de coope´ration au de´veloppement positive,
privile´giant les peuples qui ne nous sont pas hostiles,
voila` une de´marche qui serait ambitieuse et de bon sens.

Dans votre de´claration, une phrase revient, martele´e
comme un slogan :

Le gouvernement veut changer de

cap

. Je pense qu'en se tournant vers le sud, le gouver-

nement perd le nord. Il y a, a` l'est, des pays europe´ens
ou` vivent des peuples qui ont souffert de 70 anne´es de
communisme, un communisme que j'ai combattu depuis
mon plus jeune a^ge quand il laissait indiffe´rents les
politiciens libe´raux d'occident. C'est vers ces peuples
que doit aller prioritairement notre sollicitude, eux qui
n'ont pas encore fini de souffrir et que nous faisons
patienter dans la salle d'attente de l'Union europe´enne,
au motif qu'ils ne sont pas assez riches pour rentrer dans
notre maison.

Belgique, coeur de l'Europe, disiez-vous. C'est une
conception bien e´trange de la ge´ographie, de l'anatomie,
mais surtout de la solidarite´ europe´enne.

Le temps de parole qui m'est accorde´ m'impose de faire
un inventaire, un peu a` la Pre´vert, des points aborde´s
dans la de´claration gouvernementale.

La crise de la dioxine a donc e´te´ re´solue en quelques
semaines : toute la responsabilite´ de ce drame est re-
jete´e sur le pre´ce´dent gouvernement et sa composante
SP que l'on retrouve dans la majorite´ d'aujourd'hui.

Au chapitre de la se´curite´ sociale, en particulier des soins
de sante´, on s'oriente vers

un usage plus rationnel des

me´dicaments

. Or, je suis bien place´ pour savoir que cinq

me´dicaments - je peux vous en fournir la liste -, indispen-

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

Daniel Fe´ret

sables pour le traitement efficace de certains cancers, ne
sont plus rembourse´s depuis le 1er aou^t. Quant a` la
diminution annonce´e des honoraires me´dicaux, elle vise
probablement

a` replacer le patient au centre d'une

nouvelle politique de la sante´

On nous annonce aussi que la criminalite´ dans les villes
va baisser. Mais comment le gouvernement libe´ral-
socialiste fera-t-il demain ce que les bourgmestres libe´-
raux et socialistes n'ont ni su, ni pu, ni voulu faire dans
des villes comme Bruxelles, Lie`ge, Namur ou Charleroi,
qui sont devenues, quoi qu'ils disent, de ve´ritables
coupe-gorges ?

Pour re´soudre les proble`mes communautaires, on nous
promet d'engager un dialogue constructif. Mais je ne suis
pas certain qu'un discours prononce´ en flamand par le
ministre-pre´sident de la Re´gion wallonne lors des fe^tes
de Wallonie suffise pour e´carter les menaces qui pe`sent
sur les facilite´s accorde´es aux francophones dans quel-
ques communes de la pe´riphe´rie bruxelloise.

Enfin, notre syste`me e´lectoral va connai^tre, non pas une
re´forme, mais une adaptation. Pourquoi notre nouveau
gouvernement, qui se targue d'avoir de grandes ambi-
tions, ne propose-t-il pas au parlement d'adopter le
re´fe´rendum d'initiative populaire, avec pouvoir de´cisoire
comme la votation, telle qu'elle existe en Suisse, pays
qui, plus que la Belgique, peut pre´tendre au titre de
mode`le de de´mocratie ?

La re´forme fiscale, c'est le supplice de Tantale.
Aujourd'hui, le Belge aura droit a` une

re´formette parce

que la conjoncture le permet. Monsieur le ministre des
Finances, vous avez une

veine peu commune. La

grande re´forme, c'est pour demain. Et demain, vous
invoquerez une conjoncture moins favorable pour justifier
votre e´chec. Le Belge est habitue´ a` ce genre de sup-
plice : chaque fois que les libe´raux ont pris une part du
pouvoir, on a ve´cu exactement le me^me sce´nario. Et
vous ne pouvez pas le nier, monsieur le ministre : j'ai une
assez bonne me´moire et j'ai e´te´ au parti libe´ral avant
vous !

Monsieur le premier ministre, vous avez de´clare´ la Bel-
gique malade. C'est un diagnostic tre`s impre´cis, mais il
est exact. Une meilleure appre´ciation de son e´tat, des
investigations plus pousse´es, le recours a` des avis de
spe´cialistes, pluto^t que de nommer des experts qui
reconnaissent eux-me^mes ne rien y connai^tre, voila` des
actes qui auraient pu e´viter l'erreur the´rapeutique. Le
peuple belge, dont le bon sens est le´gendaire, sait, lui,
que son pays a besoin de reconstituants, de vitamines,
de sels mine´raux, et vous lui administrez des neurolep-
tiques, des euphorisants jusqu'a` l'overdose.

Les gens ne veulent plus de tranquillisants. Cela fait trop
longtemps qu'on leur en fait avaler.

De´cide´ment, monsieur le premier ministre, dans ce pays,
non, non, rien n'a change´, tout, tout peut continuer.

A cet air d'ope´rette que les chai^nes de radio et de
te´le´vision nous diffusent a` toute occasion depuis trois
mois

tout va tre`s bien madame la marquise, je re´pon-

drai par un air moins connu, mais de circonstance

c'e´tait

pas la peine, c'e´tait pas la peine, c'e´tait pas la peine
assure´ment, de changer de gouvernement.

Le pre´sident : Mes chers colle`gues, la liste des orateurs
inscrits pour ce matin est clo^ture´e.

La se´ance est leve´e.

De vergadering is gesloten.

- La se´ance est leve´e a` 12.15 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re mercredi 13 octobre 1999 a` 14.15 heures.

- De vergadering is gesloten om 12.15 uur. Volgende
plenaire vergadering woensdag 13 oktober 1999 om
14.15 uur.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

ANNEXE

BIJLAGE

SEANCE PLENIERE

PLENAIRE VERGADERING

MERCREDI 13 OCTOBRE 1999

WOENSDAG 13 OKTOBER 1999

uCISIONS INTERNES

INTERNE BESLUITEN

COMMISSIES

Samenstelling

Volgende toevoegingen werden door de AGALEV-
ECOLO-fractie voorgesteld :

OMMISSION DE LA

´ FENSE NATIONALE

Plaatsvervangers

Mevrouw Leen Laenens toevoegen.

OMMISSIE VOOR HET

EDRIJFSLEVEN

HET

ETENSCHAPSBELEID

HET

NDERWIJS

DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE

NSTELLINGEN

IDDENSTAND EN DE

ANDBOUW

Vaste leden

Mevrouw Leen Laenens toevoegen.

OMMISSIE VOOR DE

UITENLANDSE

AKEN

Vaste leden

Mevrouw Leen Laenens toevoegen.

INTERPELLATIEVERZOEK

Ingekomen

de heer Olivier Maingain tot de minister van Binnenlan-
dse Zaken over

het verbieden van voetbalwedstrijden

wegens voetbalvandalisme en de maatregelen met het
oog op Euro 2000

(nr. 89 - verzonden naar de commissie voor de Binnen-
landse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt)

VOORSTELLEN

Toelating tot drukken

Rgt art 64-2

1. Wetsvoorstel (mevrouw Jacqueline Herzet) tot wijzi-
ging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de familie-
naamsverandering mogelijk te maken, nr. 131/1.

COMMISSIONS

Composition

Les ajouts suivants ont e´te´ propose´s par le groupe
AGALEV-ECOLO :

OMMISSIE VOOR DE

ANDSVERDEDIGING

Membres supple´ants

Ajouter Mme Leen Laenens.

OMMISSION DE L

CONOMIE

DE LA

OLITIQUE SCIENTIFIQUE

DUCATION

DES

NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES

NATIONALES

DES

LASSES MOYENNES ET DE L

GRICULTURE

Membres effectifs

Ajouter Mme Leen Laenens.

OMMISSION DES

ELATIONS EXTE

´ RIEURES

Membres effectifs

Ajouter Mme Leen Laenens.

DEMANDE D'INTERPELLATION

Demande

Olivier Maingain au ministre de l'Inte´rieur sur

l'interdiction de matches de football pour 'hooliganisme'
et les mesures a` prendre en vue de l'Euro 2000

(n°89 - renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique)

PROPOSITIONS

Autorisation d'impression

Rgt art 64-2

1. Proposition de loi (Mme Jacqueline Herzet) modifiant
le Code civil en vue de permettre la modification du nom
patronymique, n° 131/1.

HA 50

PLEN 009

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

2. Wetsvoorstel (de heren Hubert Brouns en Marcel
Hendrickx) tot wijziging van de artikelen 1 en 24 van de
wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de
lijkbezorging, nr. 132/1.

3. Wetsvoorstel (mevrouw Trees Pieters) tot wijziging van
artikel 52 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het
Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en
houdende diverse bepalingen, wat de dienstencheques
betreft, nr. 133/1.

4. Wetsvoorstel (de heer Jo Vandeurzen) tot wijziging van
artikel 365 van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de
wedden van de magistraten der rechterlijke orde en tot
aanvulling van de artikelen 90 en 171 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde de aanslag
te wijzigen inzake de inkomsten van de rechters in
handelszaken en de rechters in sociale zaken, nr.134/1.

5. Wetsvoorstel (de heer Daniel Bacquelaine) tot wijzi-
ging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het
verhandelen van de gifstoffen, slaapmiddelen en verdo-
vende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, nr.
135/1.

2. Proposition de loi (MM.

Hubert Brouns et Marcel

Hendrickx) modifiant les articles 1er et 24 de la loi du 20
juillet 1971 sur les fune´railles et se´pultures, n° 132/1.

3. Proposition de loi (Mme Trees Pieters) modifiant
l'article 52 de la loi du 26 mars 1999 relative au plan
d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des disposi-
tions diverses en ce qui concerne les che`ques-services,
n° 133/1.

4. Proposition de loi (M.

Jo Vandeurzen) visant a`

modifier l'article 365 du Code judiciaire relatif aux traite-
ments des magistrats de l'ordre judiciaire et a` comple´ter
les articles 90 et 171 du Code des impo^ts sur les revenus
1992 en vue de modifier l'imposition des revenus des
juges consulaires et sociaux, n° 134/1.

5. Proposition de loi (M. Daniel Bacquelaine) modifiant la
loi du 24 fe´vrier 1921 concernant le trafic des substances
ve´ne´neuses, soporifiques, stupe´fiantes, de´sinfectantes
ou antiseptiques, n°135/1.

HA 50

PLEN 009

13-10-1999

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000

SEANCE PLENIERE

PLENAIRE VERGADERING

MERCREDI 13 OCTOBRE 1999

WOENSDAG 13 OKTOBER 1999

COMMUNICATIONS

MEDEDELINGEN

REGERING

Algemene uitgavenbegroting 1999

In uitvoering van artikel 15 van de gecoo¨rdineerde wetten
op de Rijkscomptabiliteit zendt de vice-eerste minister en
minister van Begroting :

- bij brieven van 10, 14 september 1999 en 1 oktober
1999, drie lijsten van herverdelingen der basisallocaties
betreffende het ministerie van Sociale Zaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu;

- bij brief van 2 september 1999, een lijst van herverde-
lingen der basisallocaties betreffende het ministerie van
Landbouw en Middenstand;

- bij brief van 28 september 1999, een lijst van herver-
delingen der basisallocaties betreffende de diensten van
de eerste minister.

Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting

REKENHOF

Budgettaire aanrekeningen

Bij brief van 6 oktober 1999 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof de lijst over van de budgettaire aanre-
keningen die in de loop van de maand september op de
begroting van het Rekenhof zijn uitgevoerd voor het jaar
1999.

Ingediend ter griffie en verzonden naar de commissie
voor de Comptabiliteit

Inzage- en informatierecht van de parlementsleden

Bij brief van 6 oktober 1999 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof, in toepassing van artikel34 van het
Reglement van Orde van het Rekenhof van 5 februari
1998, het overzicht over van de door de parlementsleden
geraadpleegde dossiers en de daartoe gevoerde brie-
fwisseling van 22april1999 tot op heden.

Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting

GOUVERNEMENT

Budget ge´ne´ral des de´penses 1999

En exe´cution de l'article 15 des lois coordonne´es sur la
comptabilite´ de l'Etat, le vice-premier ministre et ministre
du Budget transmet :

- par lettres des 10, 14 septembre 1999 et 1er octobre
1999, trois bulletins de redistributions d'allocations de
base concernant le ministe`re des Affaires sociales, de la
Sante´ publique et de l'Environnement;

- par lettre du 2 septembre 1999, un bulletin de redistri-
butions d'allocations de base concernant le ministe`re de
l'Agriculture et des Classes moyennes;

- par lettre du 28 septembre 1999, un bulletin de redis-
tributions d'allocations de base concernant les services
du premier ministre.

Renvoi a` la commission des Finances et du Budget

COUR DES COMPTES

Imputations budge´taires

Par lettre du 6 octobre 1999, le premier pre´sident de la
Cour des comptes transmet le releve´ des imputations
budge´taires re´alise´es au cours du mois de septembre sur
le budget de la Cour des comptes pour l'anne´e 1999.

De´po^t au greffe et renvoi a` la commission de la
Comptabilite´

Droit de regard et d'information des parlementaires

Par lettre du 6 octobre 1999, le premier pre´sident de la
Cour des comptes transmet, en application de l'article 34
du Re`glement d'Ordre de la Cour des comptes du 5
fe´vrier 1998, le releve´ des dossiers consulte´s par les
membres de la Chambre ainsi que de la correspondance
y affe´rente pour la pe´riode du 22 avril 1999 a` ce jour.

Renvoi a` la commission des Finances et du Budget

HA 50

PLEN 009

KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE

1999

2000