IP343_FIN.doc

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Front National

Mouvement réformateur

Parti socialiste

cdH

centre démocrate Humaniste

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Berichten van verhindering

Excusés

Mededeling van de voorzitter

Communication du président

Sprekers: Vincent Decroly, Yves Leterme,
voorzitter van de CD&V-fractie, Frieda
Brepoels, voorzitter van de VU&ID-fractie

Orateurs: Vincent Decroly, Yves Leterme,
président du groupe CD&V, Frieda Brepoels,
présidente du groupe VU&ID

Regeling van de werkzaamheden

Ordre des travaux

ONTWERPEN EN VOORSTELLEN

PROJETS ET PROPOSITIONS

Ontwerp van programmawet (2343/1-26)

Projet de loi-programme (2343/1-26)

- Wetsvoorstel betreffende de organisatie van het
woon-werkverkeer met bedrijfsvervoerplannen
(240/1-2)

- Proposition de loi relative à l'organisation des
déplacements entre le domicile et le lieu de
travail par l'établissement de plans de transports
d'entreprise (240/1)

- Wetsvoorstel betreffende het verplicht opstellen
van bedrijfsvervoerplannen (350/1-2)

- Proposition de loi relative à l'établissement
obligatoire de plans de transports d'entreprise
(350/1)

- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 16 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(428/1-2)

- Proposition de loi modifiant l'article 16 du Code
des impôts sur les revenus 1992 (428/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
24 december 1993 betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten
voor aanneming van werken, leveringen,
goederen en diensten wat betreft het opnemen
van sociale, ethische en ecologische criteria in
het bestek (2332/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du
24 décembre 1993 relative aux marchés publics
et à certains marchés de travaux, de fournitures
et de services, en ce qui concerne l'inclusion de
critères sociaux, éthiques et écologiques dans le
cahier des charges (2332/1-2)

- Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet
van 24 december 1993 betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten
voor aanneming van werken, leveringen en
diensten (2333/1-3)

- Proposition de loi modifiant la loi du
24 décembre 1993 relative aux marchés publics
et à certains marchés de travaux, de fournitures
et de services (2333/1-3)

Algemene bespreking

Discussion générale

Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Greta D'hondt, Anne-Mie
Descheemaeker, rapporteur, Thierry Giet,
Daniel Bacquelaine, voorzitter van de MR-
fractie, Frank Vandenbroucke, minister van
Sociale Zaken en Pensioenen, Vincent
Decroly, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid

Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Greta D'hondt,

Anne-Mie

Descheemaeker, rapporteur, Thierry Giet,
Daniel Bacquelaine, président du groupe
MR, Frank Vandenbroucke, ministre des
Affaires sociales et des Pensions, Vincent
Decroly, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi

BIJLAGE

ANNEXE

INTERNE BESLUITEN

DECISIONS INTERNES

INTERPELLATIEVERZOEKEN

DEMANDES D'INTERPELLATION

NGEKOMEN

EMANDES

VOORSTELLEN

PROPOSITIONS

OELATING TOT DRUKKEN

UTORISATION D

IMPRESSION

MEDEDELINGEN

COMMUNICATIONS

SENAAT

SENAT

VERGEZONDEN WETSONTWERPEN

ROJETS DE LOI TRANSMIS

ANGENOMEN WETSONTWERPEN

ROJETS DE LOI ADOPTES

EAMENDEERD WETSONTWERP

ROJET DE LOI AMENDE

REGERING

GOUVERNEMENT

NGEDIENDE WETSONTWERPEN

EPOT DE PROJETS DE LOI

LGEMENE UITGAVENBEGROTING

2002

ERVERDELING DES BASISALLOCATIES

UDGET GENERAL DES DEPENSES

2002

EDISTRIBUTION DES ALLOCATIONS DE BASE

REKENHOF

COUR DES COMPTES

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

PLENUMVERGADERING

SÉANCE PLÉNIÈRE

van

WOENSDAG

MAART

2003

16:00 uur

______

MERCREDI

MARS

2003

16:00 heures

______

De vergadering wordt geopend om 16.04 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.04 heures par M. Herman De Croo, président.

De voorzitter:
De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Berichten van verhindering
Excusés

Guy Hove, Patrick Moriau, André Schellens, wegens ziekte / pour raisons de santé;
Koen Bultinck, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;
Ludo Van Campenhout, verhinderd / empêché.

01 Mededeling van de voorzitter
01 Communication du président

De voorzitter: Dames en heren, ik heb een paar niet onbelangrijke mededelingen te doen. In de
Conferentie van voorzitters werd eenparig besloten om een platform op te richten dat zich met de
gevolgen van en de ontwikkelingen in Irak zou inlaten. Ik moet de Kamer eraan herinneren dat er
precedenten zijn. Ik heb dit laten opzoeken.

La Chambre a voté le 29 avril 1999 une résolution instaurant une sorte de commission pour le Kosovo.

Dat was ongeveer een week voor de ontbinding in 1999. We hebben toen de ontbinding gehad op 5 mei
1999 en we hebben een Kosovo-resolutie gesteund op 29 april. Mutatis mutandis zou ik u voorstellen een
platform ik heb geen andere naam voor Irak op te richten. Ik heb de fracties gevraagd mij een lid per
fractie voor te stellen. Ik heb de namen van alle fracties ontvangen: het zijn de heer Chevalier, de heer
Danny Pieters, de heer Annemans, M. Bacquelaine, de heer Leterme, M. Langendries, M. Henry et Mme
Gerkens. Deze collega's zouden dus nu met de collega's van de Senaat die in deze bijzondere commissie
voor de wapen- en legerproblemen aanwezig zijn reeds een eerste maal vergaderen op vrijdag om 16 uur.

Si j'ai bien compris, M. le premier ministre donnera des explications notamment sur les accords qui, dans
le cadre de l'OTAN, lient la Belgique aux Etats-Unis et réciproquement le fameux accord de 1971 et
sur d'autres questions.

Het doel is dat men ook na de ontbinding van de Kamers een soort platform zou hebben waar uittredende
parlementsleden met de regering contact zouden kunnen opnemen zoals wij dat gedaan hebben in 1999.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Dat is de consensus die ik vandaag meedeel.

01.01 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, je

suppose que la présidente du groupe Ecolo-Agalev ne vous a pas
communiqué mon nom pour participer aux travaux de cette plate-
forme. Aussi, je me permets de vous demander de pouvoir y prendre
part et par ailleurs de faire une autre suggestion. Il s'agit d'un autre
aspect qui n'est, toutefois, pas éloigné de notre objet. Nous en avons
souvent discuté avec M. Michel et Mme Neyts en commission des
Relations extérieures et nous sommes à un moment crucial d'un
autre débat en matière de relations internationales: le débat sur
l'accord général sur le commerce des services, qui a déjà été entamé
au Parlement.

La question s'est posée plusieurs fois de savoir si nous ne mettrions
pas en place, à propos de cet accord général sur le commerce des
services, un nouveau dispositif à inventer qui permettrait que,
pendant l'intermède électoral, il puisse y avoir communication
d'informations sur ce genre d'enjeu. Cette plate-forme ne pourrait-
elle être élargie?

01.01

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Aangezien ik
veronderstel dat de voorzitter van
de Agalev-Ecolo-fractie mij niet
als kandidaat heeft opgegeven,
ben ik zo vrij u te vragen aan die
werkzaamheden te mogen
deelnemen. Voorts, gelet op de
belangrijke internationale
gebeurtenissen die zich
momenteel afspelen - ik denk aan
de GATS-akkoorden - stel ik voor
dat de mogelijkheid zou worden
besproken om een regeling in te
stellen waarbij tijdens de periode
van ontbinding van het Parlement
informatie over de evolutie van
dat dossier zou kunnen worden
verstrekt.

Le président: Je soumettrai votre demande à la toute prochaine
Conférence des présidents. En général, il s'agit d'opérations délicates
pour lesquelles j'essaie d'obtenir un consensus maximal, mais je
soumettrai votre question, soyez-en persuadé.

De voorzitter: Ik zal uw voorstel
op de volgende vergadering van
de Conferentie van voorzitters ter
tafel brengen.

01.02 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zoals gezegd

in de Conferentie van voorzitters, heb ik waardering voor het initiatief
van de eerste minister. Onze fractie zal eraan meewerken. Wij
vinden dat het initiatief heel wat vroeger genomen kon zijn, maar
goed, het is nu wat het is. Ik dank collega Langendries dat hij de
aanzet heeft gegeven tot de wijziging in de houding van de eerste
minister. De heer Langendries heeft er goed aan gedaan om daarop
aan te dringen. Om misverstanden te vermijden, wil ik er wel aan
toevoegen dat het initiatief om, zoals u zegt, een platform te creëren
voor overleg tussen meerderheid en oppositie over een probleem dat
ons land niet zozeer moet verdelen maar zou moeten verenigen, niet
mag noch kan uitsluiten dat de normale initiatieven als invulling van
de parlementaire controle op de handelingen van de regering, dus de
normale hefbomen, instrumenten en initiatieven, hun volle
draagwijdte moeten blijven uitoefenen en dit tot de ontbinding van
het Parlement.

01.02 Yves Leterme (CD&V):

Mon groupe tient à exprimer la
satisfaction que lui inspire
l'initiative du premier ministre à
laquelle il apportera sa pleine
contribution. Je remercie tout
particulièrement M. Langendries
qui a su convaincre le premier
ministre de prendre cette
initiative. Cela ne signifie bien
entendu pas que le contrôle
parlementaire normal ne pourrait
pas jouer.

De voorzitter: Tot 8 april, dat is vanzelfsprekend. Het is vooral een
manier om de uittredende kamerleden en senatoren toe te laten
aanwezig te zijn bij de behandeling door de regering van delicate
materies.

président: Jusqu'à la

dissolution.

01.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zou even

willen onderlijnen, zoals ik daarstraks ook in de Conferentie heb
gezegd, dat het mij tot tevredenheid stemt dat de eerste minister het
voorstel dat collega Danny Pieters reeds vorige week aan alle
fracties bezorgd heeft overgenomen en de praktische organisatie
ervan is komen toelichten in de Conferentie van voorzitters. Wij zijn
inderdaad van mening dat op dit ogenblik en zeker ook in de loop
van de volgende weken het Parlement verder moet worden

01.03 Frieda Brepoels (VU&ID):

Je me félicite tout particulièrement
que le premier ministre ait fait
sienne la proposition de M. Danny
Pieters. Nous espérons rester
informés de l'évolution de la
guerre en Irak pendant la
dissolution.

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

geïnformeerd over heel veel aspecten en onduidelijkheden van de
Iraakse oorlog. Wij hopen dat wij over de partijgrenzen en de fracties
heen tot aan de verkiezingen op een correcte manier zullen worden
geïnformeerd over de stappen die de regering in dit dossier
eventueel nog zal zetten.

De voorzitter: Het is evident dat vanaf de ontbinding van de Kamers
op 8 april tot de vermoedelijke convocatie van de nieuwe Kamers op
5 juni, de regering een voorzichtige houding moet aannemen. Door
het inrichten van dit systeem is de regering met de uittredende
kamerleden tot een consensus gekomen, tenminste naar de vorm.
De commissie zal met gesloten deuren vergaderen, maar de
besprekingen zouden niet aan de geheimhouding zijn onderworpen.

Le président: Cela se fera donc
par l'entremise de la plate-forme
du 8 avril au 5 juin. La
commission se réunira à huis-clos,
mais ne sera pas tenue au secret.

02 Regeling van de werkzaamheden
02 Ordre des travaux

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze voormiddag stel ik voor
volgende wetsontwerpen op onze agenda van donderdag namiddag in te schrijven.

1. Ontwerp van bijzondere wet tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de
responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector (nr. 2338/1);

2. Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor
werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan
(nrs 2260/1 en 2);

3. Wetsontwerp betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en
voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales (nrs 2238/1 tot 4);

4. Wetsontwerp betreffende de juridische bescherming van diensten van de informatiemaatschappij
gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang (nrs 2153/1 tot 6);

5. Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige
aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid (nrs 1892/1 tot 3);

6. Wetsontwerp houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het
begrotingsjaar 2003 (nr. 2363/1).

Alle verslagen van deze wetsontwerpen werden rondgedeeld.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose d'inscrire les projets
de loi suivants à l'ordre du jour de la séance de jeudi après-midi

1. Projet de loi spéciale instaurant un nouveau mode de calcul de la contribution de responsabilisation à
charge de certains employeurs du secteur public (n° 2338/1);

2. Projet de loi modifiant diverses dispositions relatives à la pension de retraite des travailleurs salariés et
des indépendants compte tenu du principe de l'unité de carrière (n° 2260/1 et 2);

3. Projet de loi sur les provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la
gestion de matières fissiles irradiées dans ces centrales nucléaires (n°s 2238/1 à 4);

4. Projet de loi concernant la protection juridique des services à accès conditionnel et des services d'accès

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

conditionnel relatifs aux services de la société d'information (n°s 2153/1 à 6);

5. Projet de loi modifiant la loi du 20 juillet 1990 visant à promouvoir la présence équilibrée d'hommes et
de femmes dans les organes possédant une compétence d'avis (n°s 1892/1 à 3);

6. Projet de loi contenant le deuxième ajustement du Budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2003 (n° 2363/1).

Les rapports de ces projets de loi sont tous distribués.

Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze morgen, stel ik u eveneens voor
op de agenda van de plenaire vergadering van morgennamiddag in te schrijven:

- het wetsvoorstel van de heren Guy Hove en Hugo Coveliers en mevrouw Fientje Moerman tot wijziging
van de artikelen 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek (nr. 1586/1);

- het wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 173, 182 en 185 van het Gerechtelijk Wetboek
(nr. 2048/1);

- het wetsontwerp houdende overeenstemming van het Belgische recht met het Internationaal Verdrag
tegen de aanwerving, het inzetten, de financiering en de opleiding van huurlingen, aangenomen te New
York op 4 december 1989 (nr. 2331/1).

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose également d'inscrire
à l'ordre du jour de la séance plénière de demain après-midi:

- la proposition de loi de MM. Guy Hove et Hugo Coveliers et Mme Fientje Moerman modifiant les
articles 1017 et 1022 du Code judiciaire (n° 1586/1);

- le projet de loi modifiant les articles 173, 182 et 185 du Code judiciaire (n° 2048/1);

- le projet de loi de mise en conformité du droit belge avec la Convention internationale contre le
recrutement, l'utilisation, le financement et l'instruction de mercenaires, adoptée à New York le
4 décembre 1989 (n° 2331/1).

Mondeling verslag zal uitgebracht worden.
Rapport oral sera fait.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.

Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze morgen, stel ik u ook voor op de
agenda van de plenaire vergadering van morgennamiddag in te schrijven:

- het wetsontwerp houdende de samenstelling en werking van de commissie voor financiële hulp aan
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden (geamendeerd door de Senaat) (nr. 625/13);
(zonder verslag)

- het wetsvoorstel van de heer D'hondt en c.s. tot wijziging van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van
een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening, teneinde een verplichte sluitingstijd
voor dancings in te stellen (nr. 2231/1).

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose encore d'inscrire à
l'ordre du jour de la séance plénière de demain après-midi:

- le projet de loi portant composition et fonctionnement de la commission pour l'aide financière aux
victimes d'actes intentionnels de violence (amendé par le Sénat) (n° 625/13);
(sans rapport)

- la proposition de loi de M. D'hondt et consorts modifiant la loi du 24 juillet 1973 instaurant la fermeture
obligatoire du soir dans le commerce, l'artisanat et les services en vue d'instaurer une fermeture
obligatoire des dancings (n° 2231/1).

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.

Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.

Ontwerpen en voorstellen
Projets et propositions

03 Ontwerp van programmawet (2343/1-26)

- Wetsvoorstel betreffende de organisatie van het woon-werkverkeer met bedrijfsvervoerplannen
(240/1-2)
- Wetsvoorstel betreffende het verplicht opstellen van bedrijfsvervoerplannen (350/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 16 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(428/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten
en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen, goederen en diensten wat
betreft het opnemen van sociale, ethische en ecologische criteria in het bestek (2332/1-2)
- Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 24 december 1993 betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en
diensten (2333/1-3)

03 Projet de loi-programme (2343/1-26)

- Proposition de loi relative à l'organisation des déplacements entre le domicile et le lieu de travail
par l'établissement de plans de transports d'entreprise (240/1)
- Proposition de loi relative à l'établissement obligatoire de plans de transports d'entreprise (350/1)
- Proposition de loi modifiant l'article 16 du Code des impôts sur les revenus 1992 (428/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains
marchés de travaux, de fournitures et de services, en ce qui concerne l'inclusion de critères
sociaux, éthiques et écologiques dans le cahier des charges (2332/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains
marchés de travaux, de fournitures et de services (2333/1-3)

(Ingediend door / Déposées par: Jos Ansoms 240; Hans Bonte, Daan Schalck 350; Yves Leterme
428; Frieda Brepoels 2332; Dirk Van der Maelen, Dalila Douifi, Magda De Meyer - 2333)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

De voorzitter: De rapporteurs mevrouw Moerman, mevrouw Laenens en de heren Baille, Smets,
Vanhoutte en Vanoost verwijzen naar hun schriftelijk verslag.

03.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik weet dat ik

mij terzake illusies maak, maar ik heb nog altijd de hoop dat we

03.01 Yves Leterme (CD&V): Ce

projet de loi comporte 300 articles.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

vroeg of laat kunnen komen tot een zinvolle bespreking, zelfs op het
einde van een legislatuur, van een ontwerp dat toch wel een kleine
200 artikelen bevat. Ik vind de aanloop van dit debat, waar
verslaggevers die zijn aangeduid omdat ze op een bepaald moment
kandidaat waren om verslaggever te zijn, systematisch verwijzen
naar een schriftelijk verslag, hoewel ze dat hier zelfs niet doen, want
ze zijn hier niet aanwezig, op een uitzondering na. Ik vind het jammer
dat met uitzondering van mevrouw Descheemaeker de andere
rapporteurs systematisch verwijzen naar hun schriftelijk verslag. Dit
is geen goeie manier om een debat dat enig belang zou kunnen
hebben in te leiden. Ik heb vastgesteld dat men zelfs teksten niet
leest, dat men niet deelneemt aan debatten en hier ook al in plenaire
zitting het debat niet wenst te voeren vanuit de meerderheid. Ik
betreur dit ten stelligste.

On était dès lors en droit d'espérer
qu'un débat de fond serait
organisé à ce sujet au Parlement.
Quasiment tous les rapporteurs
renvoient à leur rapport écrit, ce
qui exclut tout débat. Je le déplore

De voorzitter: Mijnheer Leterme, van monsieur Baille en mijnheer Tony Smets heb ik een uitdrukkelijke
vraag gekregen. Ik heb dan de vraag gesteld aan de andere collega's, die wellicht hun fractieleiders de
boodschap hebben overgemaakt.

Mevrouw D'hondt u hebt een vraag?

03.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, gezien de

snelheid waarmee ook weer deze programmawet door de
commissies gejaagd is en gezien wij zelfs onder die omstandigheden
geprobeerd hebben om toch in de commissie, waar ik de
werkzaamheden gevolgd heb, ernstig werk te leveren, vind ik het
meer dan betreurenswaardig dat nu geen verslag gegeven wordt. Er
zijn in die commissie belangrijke zaken gezegd en het kan altijd zijn
dat iemand zich in de fysische of psychische onmogelijkheid bevindt
om een verslag hier op de tribune te debiteren. Ik verzoek u dan ook
om het recht en de tijd om straks het verslag van onze commissie
aan de Kamer kond te kunnen maken.

03.02 Greta D'hondt (CD&V):

Comme à l'accoutumée, le projet
de loi-programme est examiné en
toute discrétion et à la hussarde
par le Parlement. En commission,
nous avons tenté de réaliser un
travail de fond. Le rapporteur nous
a malheureusement fait faux
bond. Je suis disposée à vous
faire rapport sur nos travaux.

De voorzitter: Bent u de rapporteur mevrouw D'hondt?

03.03 Greta D'hondt (CD&V): Neen, maar ik wil die rol rustig

overnemen.

De voorzitter: U kunt veel overnemen. Dat is juist. U hebt daar de
kranigheid en de sterkte voor, maar ik zal straks eens kijken. Laat
ons het probleem behandelen als het probleem daar is.

Mevrouw Descheemaeker, u gaat meneer Leterme een plezier doen.
U hebt het woord voor uw verslag.

Le président: Vous n'êtes pas
rapporteur, madame D'Hondt. Je
donne donc la parole à Mme
Descheemaeker pour son rapport.

03.04 Anne-Mie Descheemaeker, rapporteur: Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in de commissie werden
slechts drie artikelen besproken. Die artikelen strekken tot wijziging
van de wet betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke
oorsprong. Het artikel 149 stelt dat bloed en bloedderivaten moeten
worden toegediend volgens de regels van goede praktijkvoering die
worden bepaald door de minister van Volksgezondheid op voorstel
van de Hoge Gezondheidsraad. Het artikel 150 strekt tot de
verhoging van de hoeveelheid plasma die per zitting mag worden
afgenomen, overeenkomstig de aanbevelingen door de Raad van
Europa. Het artikel 151 machtigt de Koning de maximumhoeveelheid
afgenomen plasma aan te passen aan de evolutie van de

03.04

Anne-Mie

Descheemaeker, rapporteuse: La
commission de la Santé publique
a examiné trois articles. Il s'agit de
modifications de la loi relative au
sang et aux dérivés du sang
d'origine humaine. Premièrement,
le sang et ses dérivés doivent être
administrés suivant les règles de
bonne pratique. Deuxièmement,
une quantité plus importante de
plasma peut désormais être

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

wetenschap, zodat dat niet telkens aan het Parlement moet worden
voorgelegd.

In de algemene bespreking vraagt mevrouw Gilkinet of de Hoge
Gezondheidsraad over voldoende personele en budgettaire middelen
beschikt. Zij vraagt zich tevens af of het naast elkaar bestaan van
zowel de Hoge Gezondheidsraad als de transfusiecomités in de
ziekenhuizen niet tot verwarring kan leiden. De transfusiecentra
dringen ook aan op een prijsverhoging om de toenemende tests op
bloed te financieren. De heer Leterme spreekt uitgebreid over wat hij
het misbruik noemt van de techniek om via programmawetten te
werken. Hij betwist het verband met de begrotingsdoelstellingen. De
heer Mayeur vraagt een ruime consensus met de
gezondheidswerkers over de goede praktijkvoering en wijst eveneens
op de te lage prijs van een bloedzakje. Ook mevrouw Avontroodt
vraagt dat alle actoren worden betrokken bij de regels van goede
praktijkvoering.

De minister antwoordt dat de inspectie van Financiën een
doorlichting hield waarvan het advies werd doorgezonden aan de
minister van Sociale Zaken, ten einde de prijs van het bloed te
verhogen. Daarnaast wordt ook de hoeveelheid afgenomen bloed
verhoogd, wat de afnamekosten vermindert. De minister verklaart
dat bij de Hoge Gezondheidsraad een business process
reengineering werd uitgevoerd en dat die raad over voldoende
deskundigheid beschikt. De minister betwist de uitspraak van de heer
Leterme dat het niet correct zou zijn de hoeveelheid bloed per
afname te verhogen om de kostprijs te drukken. Die maatregel
voldoet immers aan een goede praktijkvoering en aan de
aanbevelingen van de Raad van Europa.

Bij de bespreking van de artikelen dient de heer Mayeur een
amendement in op artikel 151, waarbij het volume plasma,
bloedplaatjes en/of rode bloedlichaampjes in totaal niet meer dan
600 milligram mag bedragen. Hiermee wenst de spreker een leemte
te verhelpen en de terugbetaling van een bepaald product door het
RIZIV mogelijk te maken. Dat amendement werd aangenomen. Maar
tijdens een later gehouden vergadering verzoekt mevrouw Gilkinet
om de heropening van de bespreking van artikel 151, omdat het
aangenomen amendement verder gaat dan de aanbevelingen van de
Raad van Europa. De heropening wordt unaniem aanvaard. Mevrouw
Avontroodt herinnert er tevens aan dat het artikel 151 voldoende
waarborgen biedt voor een goede praktijkvoering. Mevrouw Gilkinet
dient zelfs een amendement in om de oorspronkelijk staat van artikel
151 te herstellen. Dat amendement wordt aangenomen met 7
stemmen en 2 onthoudingen. De andere artikelen werden
aangenomen met 9 stemmen en 3 onthoudingen.

prélevée à chaque fois chez un
donneur. Troisièmement, le Roi
est habilité à adapter la quantité
de plasma qui est prélevée en
fonction de l'évolution de la
science, sans que l'intervention du
Parlement soit nécessaire à
chaque fois.

Mme Gilkinet a remis en cause le
budget du Conseil supérieur
d'hygiène et souligne la confusion
que suscite l'existence simultanée
de ce Conseil et des comités de
transfusion dans les hôpitaux. M.
Leterme estime que ces articles
n'ont rien à voir avec le budget et
qu'ils n'ont donc pas leur place
dans une loi-programme. M.
Mayeur et Mme Avontroodt
demandent un large consensus
avec les professionnels de la
santé sur le respect des
recommandations de bonnes
pratiques.

Le ministre a fait part à son
collègue des Affaires sociales de
la suggestion de l'Inspection des
Finances d'appliquer une
augmentation de prix. Il souligne
également que les coûts de
prélèvement diminuent en raison
de la quantité de sang qui peut
être prélevée. Cette mesure
s'inscrit dans le contexte d'une
recommandation de bonnes
pratiques et de la
recommandation du Conseil de
l'Europe, et répond ainsi à la
critique de M. Leterme. Le
ministre a également déclaré que
le Conseil supérieur d'hygiène
possède suffisamment
d'expertise.

Un amendement de M. Mayeur à
l'article 151, qui avait été adopté
initialement, a de nouveau été
remis en discussion
ultérieurement par Mme Gilkinet,
car il allait au-delà des
recommandations du Conseil de
l'Europe. Selon Mme Avontroodt,
l'article 159 offre suffisamment de
garanties pour une bonne
pratique. Le texte initial a été
rétabli par 7 voix et 2 abstentions.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Les articles 149 et 150 ont été
adoptés par la commission par 9
voix et 3 abstentions.

03.05 Thierry Giet (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,

je remercie mes collègues de bien vouloir me permettre de prendre
la parole dans un ordre un peu inhabituel dans le cadre d'un débat
sur une loi-programme.

Monsieur le président, monsieur le ministre, mes chers collègues, je
souhaiterais vous faire part de quelques commentaires du groupe
socialiste à propos de cette loi-programme qui, par nature, comporte
de nombreuses dispositions concernant l'ensemble des
départements.

Tout d'abord, en matière fiscale, je tiens à souligner le fait que la loi-
programme implique la prise d'arrêtés d'exécution. Le groupe PS
insiste auprès du ministre des Finances pour que ces arrêtés soient
pris avant la fin de la législature et plus particulièrement, pour la
partie sur la politique des grandes villes. L'objectif de cette dernière
est d'améliorer, par des mesures fiscales, le cadre de vie et l'habitat
des zones urbaines défavorisées. A cet égard, ces initiatives
rencontrent, bien évidemment, notre soutien.

En ce qui concerne les mesures relatives à la promotion de l'accueil
de la petite enfance, qui autorise des personnes physiques ou des
sociétés à déduire, à titre de frais professionnels, les sommes
qu'elles versent à des structures d'accueil agréées, nous remarquons
que le dispositif fiscal repris dans la loi-programme est celui qu'en
définitive, notre collègue Burgeon avait déjà proposé dans un texte
déposé en décembre dernier. Par conséquent, nous nous réjouissons
de ce coup de pouce fiscal qui, nous l'espérons, permettra
d'augmenter le nombre de places dans les structures d'accueil de la
petite enfance. Néanmoins, je voudrais insister sur la convention
avec les Communautés, relative aux dispositions de déductions
fiscales. Il serait en effet souhaitable que cette convention prévoie
une protection pour l'employé bénéficiaire qui perdrait son emploi.

Enfin, un fonds pour l'économie sociale et durable est créé afin
d'encourager les placements éthiques. Nous ne pouvons que nous
réjouir de cette initiative qui constitue un pas supplémentaire dans
une société plus solidaire et plus responsable.

En ce qui concerne la justice, la loi-programme modifie une série de
dispositions de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard. Je
voudrais attirer l'attention du gouvernement sur la nécessité d'éviter
un recul par rapport à ce qui a été approuvé en 1999. En effet, si
effectivement, comme on le constate dans le texte qui nous est
proposé, on peut comprendre la préoccupation de certains
exploitants de jeux, il importe de garder à l'esprit les situations de
surendettement possible de nombreux joueurs. Je rappelle que ce
sont d'abord et surtout les classes défavorisées qui pâtissent de
l'élargissement de certaines dispositions ou possibilités en matière de
jeux de hasard. A tout le moins, me paraît-il, cette matière devrait
faire l'objet d'une évaluation au cours de la prochaine législature.

Dans le cadre de ce dernier projet de loi-programme, je voudrais

03.05 Thierry Giet (PS): Ik zal

enkele opmerkingen van de
socialistische fractie bij het
ontwerp van programmawet
toelichten.

Op fiscaal vlak, vragen we de
minister van Financiën met
aandrang de besluiten tot
uitvoering van de programmawet
voor het einde van de
regeerperiode te nemen, vooral
voor wat het hoofdstuk over het
grootstedenbeleid betreft, dat de
leefomgeving in achtergestelde
stadsbuurten moet verbeteren.
Wij zijn verheugd over het fiscaal
duwtje in de rug voor de
kinderopvang, een maatregel die
werd overgenomen van een
wetsvoorstel van mevrouw
Burgeon. Wij zijn ook blij met de
oprichting van het Kringloopfonds
dat ethische beleggingen moet
aanmoedigen.

Inzake Justitie wordt de wet op de
kansspelen aangepast. We
moeten ervoor zorgen dat die
aanpassing geen achteruitgang
betekent ten aanzien van de wet
van 1999. De bezorgdheid van de
kansspelsector is begrijpelijk,
maar we moeten ook rekening
houden met de overmatige
schuldenlast, die vooral de
kansarme bevolkingsgroepen
dreigt te treffen.

Op het vlak van de
werkgelegenheid zijn we verheugd
over de boete die kan worden
opgelegd wanneer de werkgever
bepaalde verplichtingen in het
kader van de sluiting van een
onderneming niet naleeft. De wet
van 1998 regelde enkel de
naleving van een aantal
vormvereisten in verband met de
gevolgen van een economische
beslissing. Zij werkt niet
"stroomopwaarts", op het ogenblik
waarop de beslissingen die de

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

encore retenir quelques points qui nous paraissent essentiels.

Tout d'abord, en ce qui concerne l'emploi, pour ce qui est du chapitre
visant à assortir d'une sanction financière le non-respect de certaines
obligations de l'employeur en cas de fermeture d'une entreprise,
nous avons toujours dit que la loi de 1998 ne réglait que le respect
des formalités portant sur les conséquences d'une décision
économique. Certains ont même parlé d'une "loi pour délocaliser
dans la décence", puisque le dispositif ne fait que retarder une
échéance en permettant que le contrat de travail et la rémunération
des travailleurs soient maintenus tant que les procédures de
licenciement collectif n'ont pas été appliquées à la lettre. Si cette loi
a bien sûr une utilité, elle n'agit cependant pas en amont, c'est-à-dire
au stade où sont envisagées des modifications de structure
d'entreprises susceptibles d'affecter, de manière profonde, l'emploi
existant.

La possibilité d'imposer le remboursement des aides accordées ne
visait que le non-respect des formalités relatives aux conséquences
sociales d'une décision économique, par ailleurs déjà prise.

Avec ce projet de loi, le gouvernement a choisi une autre voie pour
les sanctions, en se référant explicitement à l'article 11 de la
convention collective de travail n° 9. Nous nous en félicitons car cet
article, capital à nos yeux, ne se limite pas aux répercussions sur
l'emploi et sur les mesures à prendre, afin d'éviter ou de limiter les
licenciements, mais impose également que le conseil d'entreprise
soit informé et consulté préalablement à la décision de fermeture de
l'entreprise. On ne peut donc que souscrire à la sanction prévue en
cas de non-respect de ces formalités et nous voulons ici saluer
l'initiative courageuse de la ministre compétente qui complète, en
quelque sorte, la loi de 1998.

Avec une telle mesure, certains diront, et disent déjà que les
investisseurs étrangers potentiels y regarderont à deux fois avant de
venir dans notre pays. A l'époque de la fermeture de l'usine Renault
à Vilvoorde, on nous avait déjà opposé l'argument de l'attractivité
des investissements. Je voudrais m'inscrire en faux contre cette
affirmation. Il est clair qu'une entreprise n'investit jamais en prévision
d'une fermeture éventuelle. Le nouveau dispositif Renault n'a, dès
lors, pas pour vocation, comme on a pu l'entendre ça et là, de mettre
des bâtons dans les roues des entrepreneurs mais il entend rappeler
que si les entreprises ont des impératifs économiques légitimes, elles
ont aussi une responsabilité sociale et une responsabilité vis-à-vis
des pouvoirs publics dont la mission est de gérer au mieux les
deniers de la collectivité. Lorsqu'une entreprise prend la
responsabilité de rompre un contrat de confiance qui la liait à ses
travailleurs mais aussi à l'ensemble de la collectivité, il est normal
qu'elle soit amenée à rendre des comptes. Est-il tolérable qu'une
entreprise se serve, pendant des années, des sacrifices de ses
travailleurs en termes de flexibilité, d'heures supplémentaires, de
modération salariale, qu'elle se serve des largesses de l'Etat et des
efforts de la sécurité sociale, pour annoncer froidement, du jour au
lendemain, qu'elle plie bagage au nom de ce qu'elle appelle des
exigences d'échelle imposées par le marché? La réponse est non,
bien évidemment.

D'autres mesures qui nous tiennent particulièrement à coeur dans ce

bestaande werkgelegenheid
kunnen beïnvloeden, worden
genomen. De regering kiest in de
toekomst voor een andere weg,
die verwijst naar artikel 11 van
CAO nr. 9; deze schrijft voor dat
de ondernemingsraad moet
worden geraadpleegd vooraleer
wordt beslist de onderneming te
sluiten. Wij juichen dit moedige
initiatief van de minister toe. Wie
denkt dat deze maatregel
buitenlandse bedrijven zal
ontmoedigen zich in ons land te
vestigen, antwoord ik dat een
bedrijf nooit investeert in het
vooruitzicht van een mogelijke
sluiting. Die nieuwe 'Renault'-
bepaling wil de bedrijven geen
stokken in de wielen steken, maar
hun sociale verantwoordelijkheid
benadrukken waar het gaat om de
aanwending van overheidsgeld
dat ze ter beschikking kregen.

De maatregelen tot uitvoering van
het sociaal onderdeel van de
aanbevelingen van de
onderzoekscommissie Sabena
liggen ons na aan het hart. Van
twee aanbevelingen is al concreet
werk gemaakt, maar een andere
aanbeveling zorgt voor een
polemiek: de PS-fractie is
voorstander van het principe dat
alle werknemers een premie
moeten kunnen krijgen wanneer
hun onderneming de deuren sluit,
maar het komt de regering niet toe
in de plaats te treden van de
sociale partners, die ertoe
gemachtigd zijn dat soort
maatregelen te treffen. De PS is
gekant tegen elk initiatief dat zou
neerkomen op een ultimatum ten
aanzien van het sociaal overleg.

Er zullen wachtuitkeringen worden
toegekend aan jonge
werkzoekenden die niet aan de
voorwaarden voldoen maar die
een wachtuitkering zouden
ontvangen vanaf het ogenblik dat
zij een beroepsopleiding zouden
volgen. Die afwijkende maatregel
zou door het Tewerkstellingsfonds
moeten worden gefinancierd.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

projet de loi sont celles qui visent à exécuter le volet social des
recommandations de la commission d'enquête Sabena. Nous tenons
à remercier le gouvernement pour la diligence avec laquelle il a bien
voulu répondre à certaines demandes formulées par cette
commission. Deux recommandations sont dès à présent
concrétisées. Il en est une autre, par contre, qui soulève quelque
polémique et sur laquelle nous serons très clairs: le groupe PS est
favorable au principe selon lequel tous les travailleurs doivent
pouvoir bénéficier d'une prime en cas de fermeture de leur
entreprise, que ces travailleurs soient occupés dans le marchand ou
le non-marchand ou que l'entreprise compte plus de 20 travailleurs
ou moins de 20 travailleurs.

La notion d'entreprise a évidemment évolué depuis 1948, le paysage
économique a changé et la théorie de l'offre surabondante sur le
marché du travail local est relativement dépassée par rapport à la
forte mobilité professionnelle d'aujourd'hui. Cependant, il n'appartient
pas au gouvernement de se substituer aux partenaires sociaux qui
sont habilités à régler ce type de mesures, et ce n'est qu'en cas de
carence que le gouvernement pourra agir. Comme les partenaires
sociaux ne se sont pas encore penchés sur la question, nous devons
donc attendre le résultat avant de prendre des dispositions. La
recommandation Sabena ne dit d'ailleurs pas autre chose. Par
conséquent, les socialistes francophones s'opposeront à toute
initiative qui s'apparenterait à un ultimatum donné à la concertation
sociale.

Quelques mots sur les allocations d'attente et la formation
professionnelle des jeunes demandeurs d'emploi. Permettre à ces
jeunes, qui ne répondent pas à l'une des conditions requises pour
être admis au bénéfice des indemnités d'attente, de les percevoir dès
qu'ils suivent une formation individuelle en entreprise, est un
stimulant important et permettra aux Communautés et Régions de
dégager davantage de moyens pour ce type de formations.

Il serait paradoxal que le financement d'une mesure dérogatoire aux
conditions classiques pour obtenir les allocations se fasse via le
budget de la sécurité sociale. Le financement par le Fonds pour
l'emploi paraît donc tout à fait adéquat dès lors que ces jeunes, au
regard des conditions qu'ils devront remplir, peuvent être considérés
comme faisant partie des groupes à risque.

En Santé publique, le chapitre 10 de la loi-programme a pour objectif
l'introduction de recommandations de bonne pratique relatives à
l'administration du sang; le rapporteur vient d'en parler.
Actuellement, il n'existe pas de structure scientifique qui soit habilitée
à rédiger et à diffuser des recommandations de bonne pratique. Ce
manquement a été justement comblé puisque le Conseil supérieur
d'hygiène possède l'expertise nécessaire pour fixer ces
recommandations. Mais ces normes doivent aussi être établies par
les praticiens de façon consensuelle et être validées par les
professionnels de la santé les plus importants en termes de
consommation: les oncologues, les chirurgiens, les anesthésistes,
etc. C'est, en tout cas, notre souhait.

Pour ce qui est de l'intervention INAMI dans les conditions de
remboursement, il s'agira d'être prudent à l'avenir pour ne pas aboutir
à un système de contrôle lourd que les services de transfusion n'ont

Wat de volksgezondheid betreft,
strekt hoofdstuk 10 van het
ontwerp van programmawet ertoe
aanbevelingen in te stellen voor
een goede praktijkvoering op het
stuk van de toediening van bloed.
De Hoge Gezondheidsraad
beschikt over de nodige
deskundigheid om die
aanbevelingen vast te stellen,
maar er zal ook rekening moeten
worden gehouden met het advies
van de gezondheidswerkers. Wat
de rol van het RIZIV met
betrekking tot de
terugbetalingsvoorwaarden
betreft, zal voorzichtigheid in de
toekomst geboden zijn om te
voorkomen dat men zou vervallen
in een voor de transfusiediensten
te omslachtig controlesysteem.

De maatregelen tot uitvoering van
het sociaal onderdeel van de
aanbevelingen van de
onderzoekscommissie Sabena
liggen ons na aan het hart. Van
twee aanbevelingen is al concreet
werk gemaakt, maar een andere
aanbeveling zorgt voor een
polemiek: de PS-fractie is
voorstander van het principe dat
alle werknemers een premie
moeten kunnen krijgen wanneer
hun onderneming de deuren sluit,
maar het komt de regering niet toe
in de plaats te treden van de
sociale partners, die ertoe
gemachtigd zijn dat soort
maatregelen te treffen. De PS is
gekant tegen elk initiatief dat zou
neerkomen op een ultimatum ten
aanzien van het sociaal overleg.

Er zullen wachtuitkeringen worden
toegekend aan jonge
werkzoekenden die niet aan de
voorwaarden voldoen maar die
een wachtuitkering zouden
ontvangen vanaf het ogenblik dat
zij een beroepsopleiding zouden
volgen. Die afwijkende maatregel
zou door het Tewerkstellingsfonds
moeten worden gefinancierd.

Wat de volksgezondheid betreft,
strekt hoofdstuk 10 van het
ontwerp van programmawet ertoe

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

pas les moyens de mettre sur pied. A titre comparatif, il faut rappeler
que la poche de sang en Belgique connaît un remboursement moitié
aussi important que la poche en France, pour la même qualité de
prestation. Une modification a été apportée afin de prévenir le déficit
en plasma, d'en diminuer le prix de revient sans pour autant mettre la
santé du donneur en danger.

Enfin, l'amendement "Mayeur-Burgeon" relatif aux quantités de
plasma à prélever n'a pas été retenu. Nous n'en comprenons toujours
pas les raisons puisque cet amendement ne faisait que valider les
indications de la huitième édition du "Guide pour la préparation,
l'utilisation et l'assurance de qualité des composants sanguins"
proposé par le Conseil de l'Europe.

Pour ce qui est des matières économiques, afin de favoriser la
création et le développement d'entreprises indépendantes et de
PME, il a été donné au Fonds de participation la possibilité de se
doter d'une filiale de financement dénommée "Fonds Starter". Ce
fonds sera chargé de récolter de l'argent auprès du public, par
exemple par le moyen d'emprunts obligataires. Un transfert de
liquidités au Fonds Starter, d'un montant égal à celui récolté, sera
ensuite effectué par le Fonds de participation.

En dehors des aspects très techniques des articles relatifs à cette
disposition, j'aimerais insister sur le rôle éminemment important du
Fonds de participation dans le redéploiement économique du pays,
notamment au niveau de l'économie sociale. De nombreux porteurs
de projets d'économie sociale font appel à cet organisme et utilisent,
par exemple, le système du prêt de lancement destiné aux
demandeurs d'emploi inoccupés désireux de créer leur propre
emploi. Ces demandeurs d'emploi qui osent lancer les entreprises
doivent malheureusement souvent faire face à des risques plus
élevés entraînant des charges d'intérêt plus élevées. La difficulté
d'accès au financement reste l'un des principaux obstacles au
développement des entreprises. L'objectif visé par le Fonds de
participation est la constitution d'une enveloppe annuelle de
10.000.000 pendant cinq ans pour les prêts "création et
transmission" et de 3.000.000 par an pendant cinq ans pour le prêt
de lancement.

La modification de la loi du 27 février 2002 visant à promouvoir la
production socialement responsable constitue également un élément
important de cette loi-programme. En effet, cette loi permet
d'attribuer un label aux produits dont l'ensemble de la chaîne de
production respecte les huit conventions de base de l'Organisation
Internationale du Travail.

L'entreprise qui demandera un label pour un de ses produits devra
apporter la preuve que comme elle-même, les sous-traitants et les
fournisseurs ayant participé à la production respectent ces
conventions. La modification reprise dans le texte de la loi-
programme vise donc à optimiser l'effet de la loi, à rendre le contrôle
effectif et à donner une base légale à la prise en charge par les
entreprises concernées des frais engendrés par celui-ci.

En infrastructure, le chapitre concernant l'organisation de
l'établissement d'un diagnostic des déplacements des travailleurs
entre leur domicile et leur lieu de travail, pour les entreprises

aanbevelingen in te stellen voor
een goede praktijkvoering op het
stuk van de toediening van bloed.
De Hoge Gezondheidsraad
beschikt over de nodige
deskundigheid om die
aanbevelingen vast te stellen,
maar er zal ook rekening moeten
worden gehouden met het advies
van de gezondheidswerkers. Wat
de rol van het RIZIV met
betrekking tot de
terugbetalingsvoorwaarden
betreft, zal voorzichtigheid in de
toekomst geboden zijn om te
voorkomen dat men zou vervallen
in een voor de transfusiediensten
te omslachtig controlesysteem.

Er wordt een wijziging
doorgevoerd om het tekort aan
plasma te voorkomen en de
kostprijs ervan te doen dalen,
zonder gevaar voor de donoren.
We begrijpen echter niet waarom
het amendement Mayeur-
Burgeon, met betrekking tot de
hoeveelheden plasma, niet werd
aangenomen.

We komen tot het economische
hoofdstuk. Het Participatiefonds
krijgt de mogelijkheid een
financieringsfiliaal op te richten,
dat zal instaan voor het inzamelen
van het geld bij het publiek. Ik wil
de uiterst belangrijke rol van het
Participatiefonds in de
economische herstructurering van
het land benadrukken, meer
bepaald wat de sociale economie
betreft, via het systeem van de
startlening voor werkzoekenden
die een eigen bedrijf willen
beginnen.

Ook de wijziging van de wet van
27 februari 2002, die ertoe strekt
de sociaal verantwoorde productie
te bevorderen door de toekenning
van een label voor de naleving
van de basisovereenkomsten van
de IAO, is van het grootste
belang, want ze zal de werking
van de wet optimaliseren, ze zal
leiden tot een daadwerkelijke
controle op de
toekenningsvoorwaarden van het

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

occupant cent travailleurs et plus, a suscité d'importants débats en
commission. Il faut avouer que ce chapitre faisait l'objet d'un projet
de loi spécifique pour finalement se retrouver en bout de liste des
dispositions diverses de la loi-programme.

Fondamentalement, il est essentiel de privilégier une collaboration
positive entre les pouvoirs publics, les éléments générateurs de trafic
et les utilisateurs si l'on veut favoriser une modification des
comportements, afin de réduire le recours à la voiture individuelle et
générer des transferts vers des modes de transport moins polluants.
C'est pourquoi nous approuvons la démarche du gouvernement
quant à la mise en place des plans de gestion de la mobilité. En ce
qui concerne les déplacements domicile-lieu de travail, ces plans se
réaliseront en deux phases. Dans un premier temps, il y a lieu
d'établir un diagnostic fiable et régulièrement actualisé de ce type de
déplacements, afin qu'il soit possible dans un second temps
d'appliquer un plan de gestion de la mobilité cohérent et adapté aux
spécificités complexes observées sur le terrain.

On soulignera une nouvelle fois la logique de concertation sociale à
la base du texte qui permettra d'impulser la dynamique nécessaire
aux changements de mentalités. Par ailleurs, la banque de données
centrale améliorera la coordination des entreprises, des pouvoirs
publics et des opérateurs de transports en commun. Il sera possible
d'analyser les informations trans-régionales et de coordonner les
initiatives à tous les niveaux, à savoir celui de l'entreprise, de la
commune, de la zone de déplacement et de la Région. Les
entreprises et les services publics échangeront leurs données contre
des mesures facilement applicables et adaptées à leurs besoins. Un
bémol, cependant, à propos de la notion de véhicule de société, dont
l'importance dans ce pays impose une réflexion approfondie en
raison notamment des implications fiscales inhérentes à ce type
d'avantages.

Je terminerai par l'importance de l'évaluation du dispositif de collecte
de données, afin de valider sa pertinence et d'encourager une
véritable politique publique en matière de gestion de la mobilité.

En conclusion générale, monsieur le président, monsieur le ministre,
chers collègues, pour notre groupe, cette dernière loi-programme
comporte des mesures sociales significatives et parachève dans le
bon sens le travail qui a été accompli tout au long de cette
législature.

label en ze geeft een wettelijke
basis aan de kosten die de
betrokken bedrijven in rekening
brengen.

Wat de bepalingen over
Infrastructuur betreft, heeft het
verzamelen van gegevens over
de verplaatsingen van de
werknemers voor het woon-
werkverkeer tot lange debatten in
commissie geleid.

Wij staan achter de
regeringsinitiatieven inzake het
invoeren van
mobiliteitsbeheersplannen. De
woon-werkverplaatsingen moeten
echter eerst worden opgetekend in
een betrouwbaar en op
regelmatige tijdstippen
geactualiseerd overzicht.

Wij benadrukken nogmaals dat
deze tekst, die meerdere
interessante elementen bevat, tot
stand kwam na sociaal overleg.
Toch een kleine nuance wat de
bedrijfsvoertuigen betreft. Gezien
hun belang in dit land zou daar
ernstig moeten worden over
nagedacht, rekening houdend met
de fiscale gevolgen ervan.

Wat onze fractie betreft, wil ik om
te besluiten zeggen dat deze
laatste programmawet belangrijke
sociale maatregelen bevat en dat
ze de kroon is op het werk van de
hele zittingsperiode.

De voorzitter: Welke leden van CD&V vroegen het woord in de algemene bespreking? (...)

Op mijn sprekerslijst heb ik de heer Valkeniers, M. Bacquelaine, M. Decroly. Wie nog het woord wenst te
voeren in ce que je nomme de façon cavalière la "discussion générale générale", gelieve dat te melden.

Wij zullen de materie per hoofdstuk bespreken.

03.06 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, chers collègues, le projet de loi-programme que notre
assemblée examine aujourd'hui est le dernier projet de loi du genre
de cette législature. Comme chacun le sait, une loi-programme est
un subtil équilibre de mesures pour lesquelles une majorité se met
d'accord, mesures qui traduisent une politique gouvernementale, la
nôtre. Le présent projet de loi-programme comprend plus de 160

03.06 Daniel Bacquelaine (MR):

Een programmawet is een subtiel
evenwicht van bepalingen
waarover de meerderheid het
eens is. Voorliggend ontwerp
bevat een groot aantal bepalingen
die technische aanpassingen

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

articles.

Il faut cependant reconnaître qu'un grand nombre de dispositions
n'ont trait qu'à des aménagements plus ou moins techniques de
différentes législations et aménagements qui n'appelleront aucun
commentaire de ma part cet après-midi.

Dans le cadre de ce débat, mon groupe n'interviendra qu'une seule
fois par mon intermédiaire, pour évoquer quelques points forts et
importants de ce texte de loi-programme, parmi lesquels l'ensemble
du volet fiscal constituera la plus grande partie et la conclusion de
mon intervention.

En matière sociale, depuis le 1

janvier 2000, le système de

réduction des cotisations sociales à charge des travailleurs a été mis
en place par le gouvernement, le but étant de garantir un salaire net
plus élevé pour les travailleurs qui ont un bas salaire, sans pour
autant augmenter les charges pour les entreprises, donc sans
augmenter le salaire brut.

Le gouvernement a décidé de rehausser une nouvelle fois le montant
de la réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale pour
les travailleurs à bas revenus. C'est ainsi que l'article 11 de la loi-
programme exécute cette volonté, en procédant au relèvement du
plafond annuel de réduction des cotisations. Ce faisant, la réduction
passe à partir du 1

janvier 2003 à 1140 euros au lieu de 982 euros.

Rappelons que la réduction de cotisations de sécurité sociale à
charge des travailleurs fait évidemment partie des mesures qui sont
prises dans le cadre de la lutte contre les pièges à l'emploi. Couplée
avec d'autres mesures, cette réduction doit rendre plus attractive la
reprise du travail par des chômeurs. Il s'agit d'une formule simple et
l'avantage est directement perceptible pour le travailleur. Nous nous
en réjouissons.

En matière de pensions, nous savons qu'une retenue de l'ordre de
3,55% est opérée, afin d'alimenter les ressources de l'assurance
maladie-invalidité. Cette retenue ne peut avoir pour effet de réduire
le total des pensions ou avantages à un montant inférieur au
plancher fixé par le Roi. Cependant, à la suite d'une revalorisation
des pensions que nous avons nous-mêmes décidée, il importait de
rehausser ce plancher afin que ces revalorisations ne soient pas
absorbées par la retenue. Nous nous trouvions, en effet, dans un
système tout à fait paradoxal, dans lequel les petites pensions
avaient été augmentées mais où, parallèlement, en vertu de cette
augmentation, le plancher était dépassé, ce qui engendrait le
prélèvement d'une cotisation, diminuant ainsi le montant de la
pension perçue, alors que l'idée de départ était de l'augmenter. Il est
important que nous soyons tout à fait cohérents en cette matière en
ne reprenant pas d'une main, et même davantage, ce que nous
donnons de l'autre.

J'aborderai à présent un chapitre qui a retenu toute l'attention de
notre commission des Affaires sociales, à savoir l'exécution des
recommandations de la commission d'enquête parlementaire sur la
faillite de la Sabena.

Le titre IV du projet consacré à l'emploi comporte un chapitre portant

behelzen. Ik zal namens de MR-
fractie enkel het woord nemen om
enkele krachtlijnen ervan aan te
halen.

Op sociaal vlak werd een regeling
uitgewerkt om de sociale
bijdragen ten laste van de
werknemers te verminderen
teneinde de werknemers met een
laag loon een hoger nettoloon te
garanderen, zonder de lasten voor
de ondernemingen te vergroten.
In het kader van de strijd tegen de
werkloosheidsvallen is het de
bedoeling het aantrekkelijker te
maken voor werklozen om
opnieuw aan de slag te gaan. De
regering heeft beslist het bedrag
van de vermindering nogmaals op
te trekken. Wij verheugen ons
daarover.

Inzake pensioenen komt er een
inhouding om de inkomsten van
het RIZIV te spijzen. Zij mag niet
tot gevolg hebben dat het totaal
van de pensioenen of van de
voordelen lager komt te liggen
dan het door de Koning
vastgestelde minimumbedrag.
Naar aanleiding van een
opwaardering van de pensioenen
moest dat minimumbedrag
worden opgetrokken om te
voorkomen dat die opwaardering
teniet zou worden gedaan door de
inhouding.

Wat de uitvoering van de
aanbevelingen van de
parlementaire
onderzoekscommissie inzake het
faillissement van Sabena betreft,
krijgen twee van de vijf
aanbevelingen op het stuk van de
sociale wetgeving, minder dan
twee maand na hun goedkeuring,
reeds vaste vorm: de
schuldvorderingen van de
werknemers worden door de
curator prioritair behandeld en de
aanvullende vergoedingen inzake
brugpensioen worden opgenomen
in de bevoorrechte
schuldvorderingen. De wetgever
erkent de personeelsleden dus als
slachtoffer van het faillissement

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

sur l'exécution de ce volet social des recommandations de la
commission d'enquête parlementaire sur la faillite de la Sabena.
Moins de deux mois après l'approbation par la Chambre des
recommandations de la commission d'enquête, trois des cinq
recommandations en matière de législation sociale se concrétisent,
monsieur Langendries.

Il nous semble qu'il était important de faire en sorte que le curateur
traite prioritairement les déclarations de créances des travailleurs et
de considérer la reprise des indemnités complémentaires en matière
de prépension parmi les créances privilégiées. En imposant au
curateur une obligation de collaboration active et prioritaire à la
détermination des créances déclarées par les travailleurs, le
législateur reconnaît les membres du personnel comme de véritables
victimes de la faillite de l'entreprise dans laquelle ils travaillaient.

Sans cette modification de la loi sur les faillites, on risquait de voir se
répéter des situations aussi angoissantes que chaotiques dans
lesquelles les travailleurs, sous le choc de la faillite de leur
entreprise, ne parviennent pas à faire valoir efficacement leurs droits
du fait même que leur employeur ne leur fournit pas les documents
nécessaires.

Dans le même ordre d'idées, il faut également considérer la reprise
des indemnités complémentaires en matière de prépension à charge
de l'employeur parmi les créances privilégiées comme une mesure
de protection des victimes des faillites. Les prépensionnés sont en
effet dans une situation d'autant plus précaire qu'en cas de perte de
l'indemnité de prépension, ceux-ci ne peuvent facilement trouver un
emploi susceptible de leur procurer un complément de revenu. La
modification de la loi traduit donc la volonté d'assurer aux anciens
travailleurs de l'entreprise faillie le paiement de ce qui leur est dû.

D'autres sujets ont été abordés lors des réunions de la commission
des Affaires sociales sur la mise en oeuvre des recommandations de
la faillite de la Sabena. Certaines voix se sont fait entendre pour
réclamer que la loi-programme aille plus loin dans la mise en oeuvre
des recommandations de cette commission d'enquête. J'apprends
aujourd'hui que nous avons à prendre en considération la proposition
de M. Langendries qui concerne les pilotes.

Nous insistons d'abord sur le fait que le gouvernement a tenu compte
de la situation économique fragile du moment et qu'il a inséré dans
son projet de loi-programme des dispositions qui ne nécessitent pas
comme on vient de le dire des engagements budgétaires
nouveaux et une augmentation des cotisations sociales.

Le travail législatif dans le cadre de ce projet doit rester réaliste.
L'influence du calendrier électoral ne doit pas nous conduire, me
semble-t-il, à prendre des mesures que nous aurions beaucoup de
difficultés à mettre en oeuvre par la suite. Certes, il est tentant de
proposer, de temps à autre, par voie d'amendements, de généreuses
mesures, sans se préoccuper de la manière de les financer.

La politique du "demain, on rase gratis" me paraît quelque peu
irresponsable dans une période telle que celle que nous connaissons
actuellement, où tous les efforts doivent se concentrer en priorité sur
les moyens d'éviter les faillites, plutôt que de se contenter de traiter

van de onderneming. Herhaling
van uiterst verontrustende
situaties waarin de werknemers er
niet in slagen efficiënt hun rechten
te doen gelden omdat de
werkgever hun niet de nodige
documenten geeft, kan aldus
worden vermeden

De overname van de aanvullende
vergoedingen inzake
brugpensioen is een maatregel die
de slachtoffers van
faillissementen beschermt.

Sommigen hadden liever gezien
dat de programmawet verder ging.
De bepalingen in dit ontwerp van
programmawet vereisen echter
geen bijkomende budgettaire
vastleggingen en evenmin een
verhoging van de sociale
bijdragen.

De regering heeft zich niet laten
beïnvloeden door de op til zijnde
verkiezingen. In dat verband
meen ik dat het de voorkeur
verdient de nieuwe wet op de
sluiting van ondernemingen niet te
wijzigen en de bedrijven met
gunstige voorwaarden voor
investeringen in ons land aan te
trekken.

Wat de toekenning van
sluitingspremies aan werknemers
uit bedrijven met minder dan
twintig werknemers betreft,
beperkte de aanbeveling zich
ertoe de regering te vragen dat ze
daarop zou aandringen bij de
sociale partners en dat ze
rekening zou houden met de
bijdrageverhoging die daaruit
voortvloeit. Die aanbeveling werd
goedgekeurd in februari, terwijl
twee weken later een
wetswijziging werd voorgesteld.

Ik van mijn kant ben van oordeel
dat de regering haar
verantwoordelijkheid op zich heeft
genomen door rekening te houden
met de aanbevelingen van de
onderzoekscommissie.

Aangaande de

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

les conséquences des faillites. Bien sûr, il faut le faire quand la
faillite survient mais il vaut mieux prévenir que guérir et, en cette
matière, il faut évidemment éviter toute surenchère en voulant
modifier la loi relative aux fermetures d'entreprises, qui a moins d'un
an d'existence.

Il est préférable d'attirer dans notre pays des entrepreneurs et d'offrir
à ceux qui s'y sont implantés des conditions qui les conforteront dans
leur décision d'investir en Belgique. C'est dans cette perspective
volontariste que s'est inscrite la réforme de l'impôt des sociétés.

Rappelons qu'en ce qui concerne l'octroi de primes de fermeture aux
travailleurs occupés dans les entreprises de moins de 20 travailleurs,
la recommandation de la commission d'enquête se limitait à
demander au gouvernement d'insister auprès des interlocuteurs
sociaux pour résoudre ce problème en tenant compte de
l'augmentation des cotisations pouvant en résulter. Rappelons aussi
que la loi du 26 juin 2002 sur les fermetures d'entreprises habilite le
Roi à abaisser le seuil de 20 travailleurs sur avis, soit de la
commission paritaire, soit du Conseil national du travail. La
recommandation ayant été approuvée début février, il aurait été
difficile de proposer, quinze jours plus tard, une modification de la loi
retirant, en fait, aux partenaires sociaux leur pouvoir de décision en
la matière. Certains pourront y voir peut-être une tentative
d'exploitation quelque peu électoraliste mais, pour ma part, je trouve
inconvenant de détourner de sa finalité une recommandation qui
tendait à apaiser le choc émotionnel provoqué par la faillite de la
Sabena.

Comme je l'ai déjà souligné, le gouvernement a pris sa responsabilité
et nous propose une solution sage, rencontrant les recommandations
de la commission d'enquête, qui n'implique pas de cotisation
supplémentaire.

Les entreprises se plaignent souvent du manque de qualification des
demandeurs d'emploi. Chers collègues, nous avons, de l'autre côté,
des personnes en attente d'un emploi qui regrettent de ne pas avoir
plus de possibilités de formation sur le terrain. Ce chapitre qui
concerne la formation professionnelle individuelle en entreprise,
aujourd'hui rendue plus attractive par des dispositions de notre loi-
programme, me paraît également particulièrement intéressant.

Les demandeurs d'emploi qui ne possèdent pas de diplôme de
l'enseignement supérieur et qui n'ont pas encore droit à une
allocation de chômage ou d'attente pourront percevoir, à l'avenir, une
allocation d'attente s'ils suivent une formation en entreprise.

Il est en effet prouvé que les personnes les moins qualifiées
constituent l'une des catégories les plus fragiles de la population.
Elles éprouvent beaucoup plus de mal à s'insérer sur le marché du
travail et de ce fait, dans la société en général. Il est prouvé aussi
que les mesures de formation professionnelle individuelle en
entreprise mises en oeuvre par les régions et les communautés
offrent la quasi garantie d'un emploi à l'issue de la formation.

La promotion de ces formations est donc bénéfique pour tout le
monde. En outre, les entreprises auront le loisir de former les
travailleurs à leurs propres techniques de travail et bénéficieront

beroepsopleidingen ben ik blij dat
de bepalingen van het ontwerp
van programmawet zo
aantrekkelijk zijn. Ze zijn bedoeld
voor de werkzoekenden die geen
diploma van hoger onderwijs
hebben en die nog geen recht op
werkloosheidsuitkering of
wachtgeld hebben. De
maatregelen die de Gewesten en
de Gemeenschappen hebben
genomen garanderen na afloop
van de opleiding nagenoeg altijd
een job.

Het tweede element van dit
onderdeel betreft de toekenning
van betaald educatief verlof aan
werknemers die minstens 45 jaar
oud zijn en aan werknemers die
het slachtoffer zijn van een
bedrijfssluiting. Gezien de
technologische ontwikkeling en de
noodzaak tot omscholing die de
sluiting van een onderneming met
zich meebrengt, blijkt dat het
noodzakelijk is een specifiek
beleid uit te stippelen om de
werkgelegenheidsgraad voor
mensen ouder dan 45 jaar te
verbeteren.

Wat de fiscaliteit en de financiën
betreft, wil ik drie vernieuwende
maatregelen van dit ontwerp van
programmawet onderstrepen.

Eerst en vooral de invoeging van
een artikel 52bis in WIB 92 om de
opvang van kinderen jonger dan 3
jaar aan te moedigen. Meerdere
onderzoeken tonen aan dat de
vraag naar plaatsen groot is in de
sector van de kinderdagverblijven
en dat er niet aan kan worden
voldaan omdat er te weinig
plaatsen zijn. De toename van het
aantal beschikbare plaatsen zou
vrouwen kunnen aanmoedigen
een beroepsloopbaan uit te
bouwen, waardoor mannen en
vrouwen gelijke kansen krijgen
inzake toegang tot de
arbeidsmarkt. De federale
regering heeft zich er tijdens de
Europese top in Barcelona toe
verbonden het aanbod van
plaatsen voor kinderopvang tegen

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

d'une main d'oeuvre sur mesure. Les demandeurs d'emploi, quant à
eux, seront davantage motivés par le suivi d'une formation en
sachant qu'à terme, un contrat d'embauche les attend, permettant
ainsi leur insertion sur le marché du travail et dans la société.

Monsieur le président, le deuxième élément du volet "Emploi" sur
lequel je voudrais insister est l'octroi du "congé- éducation" payé. Je
suis très favorable à cet octroi accordé aux travailleurs âgés de 45
ans au moins et aux travailleurs concernés par une fermeture
d'entreprise. Il n'y a en effet pas d'âge pour compléter sa formation,
se familiariser avec les nouvelles technologies ou opérer carrément
une réorientation professionnelle totale.

En outre, suite aux sommets européens de Lisbonne et de
Stockholm, notre pays s'est engagé, comme les autres Etats
membres de l'Union européenne, à tendre vers une société du plein
emploi, attentive à faire progresser le modèle social européen.

Pour cela, l'adoption de politiques spécifiques à faire augmenter le
taux d'emploi des personnes de plus de 45 ans est nécessaire,
surtout dans notre pays où nous savons que le taux d'activité des
personnes âgées de plus de 45 ans est relativement faible par
rapport aux autres pays de l'Union européenne.

Il est peut-être effectivement dommage de se passer de l'expérience
de personnes les plus expérimentées. Ce serait là une erreur. Or, de
plus en plus, certains de ces travailleurs se disent tout à fait
dépassés par l'évolution constante et très rapide des techniques. Le
"congé-éducation" permettra aux travailleurs de plus de 45 ans de
prendre connaissance des évolutions dans différents secteurs
professionnels et il offrira une possibilité de reconversion
professionnelle aux travailleurs concernés par la fermeture de leur
entreprise.

J'aborde maintenant le chapitre qui concerne la fiscalité et les
finances. J'aborderai trois mesures que je qualifierais de novatrices
et qui constituent l'essence du dispositif fiscal de cette loi sociale et,
me semble-t-il, l'élément essentiel de celle-ci.

Tout d'abord, l'introduction d'un article 52bis dans le Code des impôts
permettra de promouvoir, par le biais de la fiscalité, l'accueil
d'enfants de moins de 3 ans. Le but consiste à favoriser
l'accroissement du nombre de places disponibles dans les milieux
d'accueil de la petite enfance, c'est-à-dire des enfants qui ne sont
pas encore en âge de scolarité.

Quels ont été les constats établis et les engagements pris par le
gouvernement? Dans des études consacrées aux pièges à l'emploi,
l'attention a été attirée sur le fait que le prix et l'offre de places dans
les milieux d'accueil de la petite enfance constituent sans conteste
des éléments déterminants pour l'accès au marché du travail, surtout
pour les femmes.

D'un point de vue économique et sociologique, la demande de places
est forte dans le secteur de l'accueil de jour, sans être satisfaite
parce que l'offre s'avère trop réduite. A ce titre, un accroissement du
nombre de places disponibles pour l'accueil d'enfants de moins de
trois ans aiderait les femmes à envisager une carrière

2010 met 23 tot 33% te doen
stijgen.

Om die toestand te verhelpen
heeft de regering een
overlegsysteem met de
Gemeenschappen ontwikkeld. De
privé-partners worden
aangemoedigd de toename van
de beschikbare plaatsen financieel
te steunen door aftrek van de
bedragen die in het kader van een
partnerschap worden gestort.
Deze fiscale maatregel werd
uitgewerkt in het kader van een
overeenkomst tussen de federale
regering en de drie
gemeenschappen. De
desbetreffende sommen mogen
maximaal 5250 euro per nieuwe
plaats bedragen terwijl de
gevolgen van de maatregel in een
jaarverslag zullen worden
opgenomen en om de vijf jaar
worden beoordeeld.

De regering stelt vervolgens een
gunstige fiscale maatregel voor
voor investeringen in beveiliging
ter aanvulling van de actie van de
politie. De investeringen in
veiligheid zijn duur en de
voorgestelde maatregel breidt het
toepassingsgebied van de
verhoogde aftrek voor
investeringen uit, overeenkomstig
de aanbevelingen van de
technische preventie-adviseur.

De belastingvoordelen uitgewerkt
in het kader van het beleid van de
grote steden strekken ertoe de
levenskwaliteit en de
woonomstandigheden in de
minstbedeelde stedelijke gebieden
te verbeteren. Artikel 110 -
vroeger artikel 108- van het
wetsontwerp maakt een
belastingvermindering mogelijk
ten voordele van de
belastingplichtige die
renovatiewerken laat uitvoeren. In
artikel 109 van het ontwerp wordt
trouwens voorgesteld de
inwerkingtreding van de verhoging
van het kadastraal inkomen die
voorspruit uit een herwaardering,
met zes jaar uit te stellen.

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

professionnelle, ce qui assurerait en la matière une égalité d'accès
des hommes et des femmes au marché de l'emploi.

Le gouvernement fédéral s'est engagé au dernier Sommet européen
de Barcelone à accroître de 23 à 33% le taux de couverture des
places d'accueil pour 2010. Cet engagement implique la création,
entre 2004 et 2010, de 10.000 nouvelles places d'accueil dans
l'ensemble du pays. Pour pallier cette situation, le gouvernement a
mis en place un système, en concertation avec les Communautés.
Le nouveau système prévu par le projet de loi-programme incite les
partenaires privés à soutenir financièrement l'accroissement du
nombre de places d'accueil disponibles. L'incitant est de caractère
fiscal. Il consistera en la déduction, à titre de frais professionnels, des
sommes versées dans le cadre d'un partenariat.

La disposition fiscale a été élaborée dans le cadre d'une convention
entre le gouvernement fédéral et les trois Communautés afin de
permettre la déduction à titre de frais professionnels des sommes
que les exploitants, les titulaires de professions libérales, charges ou
offices ou d'autres occupations lucratives et les sociétés versent en
vue de participer au financement de certains milieux d'accueil
collectif de la petite enfance. Les sommes pouvant être considérées
comme des frais professionnels il faut bien une limite ne pourront
pas dépasser, par période imposable, 5.250 par nouvelle place
créée ou maintenue. Cette somme sera indexée chaque année. Les
effets de cette disposition feront l'objet d'un rapport annuel des
Communautés et seront évalués conjointement avec le
gouvernement fédéral tous les cinq ans.

Dans un tout autre domaine, j'aborderai ensuite la mesure fiscale
favorable aux investissements de sécurisation et rappellerai à cet
égard que le but de la mesure consiste à compléter l'action policière
par des mesures de prévention et de sécurisation. Vous le savez, la
sécurité est évidemment une priorité. Elle constitue la première de
nos libertés; nous avons déjà eu l'occasion de le dire souvent. Il me
semble que l'outil fiscal est ici mis avantageusement à profit pour
permettre à notre société d'évoluer vers davantage de sécurité.

Face au phénomène des attaques violentes commises contre les
petites et moyennes entreprises je vise par là également les
commerçants et les professions libérales et en dépit des efforts des
services de police, il faut bien constater que l'action policière, aussi
efficace soit-elle, ne suffit pas en soi. Afin de compléter cette action
et donc de s'orienter davantage vers la prévention, il est primordial
que les précités commerçants, professions libérales, PME soient
incités à consentir eux-mêmes, en prenant leurs responsabilités, des
efforts afin de garantir la sécurité des biens et des personnes. Or,
vous le savez, ces investissements en matière de sécurité sont
évidemment onéreux et peuvent grever la bonne marche de ces
activités commerciales ou indépendantes.

Le gouvernement a donc décidé de stimuler ce type
d'investissements dans la mesure où de tels dispositifs de protection
constituent effectivement un instrument de dissuasion efficace. Pour
atteindre cet objectif, le dispositif étend le champ d'application de la
déduction pour investissements majorée aux investissements
réalisés en matière de sécurité sur les immobilisations corporelles de
sécurisation de locaux professionnels pour les sociétés PME,

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

conformément aux recommandations du conseiller en techno-
prévention. Pour l'octroi de ladite déduction, il faut que l'installation
tende à une meilleure sécurisation des locaux professionnels et que
celle-ci soit recommandée et approuvée par le fonctionnaire,
conseiller en techno-prévention, dont la compétence s'étend à une
zone de police.

Je terminerai mon intervention sur le volet fiscal de la loi-programme
en évoquant les avantages fiscaux élaborés dans le cadre de la
politique des Grandes Villes. Comme le mentionnait l'accord du
gouvernement de juillet 1999, le gouvernement s'est engagé à faire
le maximum d'efforts en vue d'améliorer le cadre de vie et l'habitat
dans les zones urbaines défavorisées, notamment par le biais de
mesures fiscales visant à rendre les quartiers en question plus
attrayants et en faire des endroits où il fait bon vivre et travailler. La
loi-programme concrétise cette volonté.

L'article 108 du projet de loi-programme contient une mesure relative
aux dépenses faites en vue de la rénovation, avec ou sans emprunt
hypothécaire, d'une habitation située dans une zone d'action positive
de la politique des Grandes Villes. Par cet incitant, le contribuable qui
a fait exécuter un ou plusieurs travaux de rénovation dans son
habitation, va bénéficier d'une réduction d'impôt. Ce droit n'est
accordé qu'une fois par exercice d'imposition pour l'habitation dont le
contribuable est propriétaire, possesseur d'emphytéose, du droit de
superficie ou usufruitier.

Une étude scientifique élaborée par une de nos institutions
universitaires définit la zone d'action positive des Grandes Villes
comme étant une commune ou une partie délimitée d'une commune
pour laquelle des améliorations à l'habitat et/ou au cadre de vie
doivent être apportées par des mesures spécifiques. C'est un arrêté
royal délibéré en conseil des ministres qui va donc déterminer ces
zones d'action positive des Grandes Villes. La durée de validité de la
qualification d'une telle zone portera sur un délai de six ans, ce qui
veut dire que les zones délimitées maintiendront leur statut
spécifique pendant cette période. Avant l'expiration de la durée de
validité, une nouvelle étude scientifique devra permettre d'identifier à
nouveau ces zones. Il y a donc, en cette matière, un processus
d'évaluation. La réduction d'impôt correspond à 15% des dépenses
réellement faites et ne pourra là aussi, une limite était nécessaire
excéder 500 euros par habitation.

Par ailleurs, afin de stimuler les rénovations d'immeubles situés dans
les zones d'action positive des Grandes Villes, il est proposé par la
loi-programme de différer de six ans l'entrée en vigueur
d'augmentation du revenu cadastral résultant d'une réévaluation.
Cette période de six ans prend fin immédiatement lors de la
prochaine péréquation cadastrale. C'est aussi une mesure incitative à
la rénovation des logements tout à fait intéressante.

Toutes ces mesures fiscales fondamentales viennent, à mon sens,
compléter utilement les mesures fiscales qui ont été mises en oeuvre
par notre gouvernement. On a souvent parlé de la réforme de l'impôt
des personnes physiques, de la réforme de l'impôt des sociétés.
Nous avons aujourd'hui l'occasion, par le biais de cette dernière loi-
programme, de compléter cet arsenal de réductions d'impôts par des
réductions plus spécifiques visant des domaines importants que sont

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

la possibilité de maintenir un habitat de qualité dans nos grandes
villes, la possibilité de prévenir l'insécurité et donc d'augmenter la
sécurité des personnes et des biens, et également la possibilité de
développer une action sociale en matière d'accueil de l'enfance.

En terminant la législature par cette loi-programme, la majorité
prouve qu'elle a de la suite dans les idées et qu'elle considère que
les mesures fiscales qui auront marqué cette législature touchent en
fait tous les domaines d'activités et ne doivent pas être limitées
simplement à réduire l'impôt sur les revenus. C'est plus que cela,
c'est aussi dynamiser une société dans laquelle le confort de vie peut
s'améliorer, ce qui est aussi un objectif à poursuivre.

03.07 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, dit is de laatste keer dat de Kamer door deze
paars-groene regering kan worden gedwongen om op deze wijze
over een programmawet te stemmen.

Dat ook dit voorstel van programmawet weer niet op tijd ingediend
werd in het Parlement, deert deze meerderheid al lang niet meer.
Maar, mijnheer de voorzitter, dat zelfs u dat tot de laatste fase van
deze legislatuur hebt getolereerd, zal deze legislatuur en dit
kamervoorzittersschap niet verheffen tot de betere van de
parlementaire democratie. Een nieuwe stemapparatuur en
geluidsinstallatie of de herinrichting van de koffiekamer hoe
dankbaar wij u daarvoor ook zijn zal dit natuurlijk niet vergoelijken.
Ik kan het eigenlijk ook niet rauwer, maar ook niet juister zeggen, dan
Louis Tobback het gisteren deed bij de voorstelling van het boek
over de Kamer. Ik citeer hem: "Parlementaire procedures moeten
gerespecteerd blijven. Men kan niet sollen met wetten en
voorschriften, zonder het systeem zelf op losse schroeven te zetten.
De opendebatcultuur van paars-groen is moordend voor de
parlementaire democratie. Een parlementslid ", zei Louis Tobback,
"is vrij om moedig te stemmen. Als dat niet gebeurt, is dat omdat
parlementsleden daar te laf voor zijn, of omdat zij het de strijd niet
waard vinden". Tot zover Louis Tobback, geen CD&V'er, geen
oppositielid, gisteren, bij de voorstelling van het boek over de
werking van de Kamer. Ik zou het niet beter gezegd kunnen hebben.

Die uitspraak van Louis Tobback staat in schril contrast met wat wij
hier de voorbije jaren niet mochten, maar moesten beleven. Het staat
in schril contrast met de wijze waarop hier in de Kamer de
programmawet moest worden behandeld. Ik kan niet veel collega's
ter getuige oproepen: ten eerste, er zijn al niet veel aanwezig en ten
tweede, er is maar één eminent lid van de Commissie voor de
Sociale Zaken aanwezig. Maar, wat wij in de Commissie voor de
Sociale Zaken hebben meegemaakt bij de behandeling van deze
programmawet was vanuit de regering, zonder pardon, het buitenspel
zetten van de commissie en van het Parlement. Wat wij het laatst
hebben meegemaakt tijdens de behandeling van de programmawet
in de Commissie voor de Sociale Zaken het is niet aangenaam om
zelfs vanuit de oppositie en vanaf de zijlijn dat te kunnen vaststellen
was een pure en openlijke afrekening tussen de partijen van de
meerderheid. De inhoud van deze programmawet komt voor het
grootste deel neer op een reparatiewet. Als deze programmawet ooit
de geschiedenis ingaat, zal zij als reparatiewet de geschiedenis
ingaan.

03.07 Greta D'hondt (CD&V):

C'est la dernière fois que nous
sommes contraints par la majorité
d'examiner une loi-programme de
cette manière. Le fait que le projet
ait été, une nouvelle fois, déposé
tardivement n'embarrasse plus
guère la majorité, mais le fait que
le président de la Chambre
l'autorise ne contribue pas au
prestige de cette institution. Je ne
puis qu'approuver les propos
tenus par M. Tobback hier, lors de
la présentation du livre sur
l'histoire de la Chambre: la
"culture du débat ouvert" tue la
démocratie. Les procédures et les
règles doivent être suivies. On ne
peut jouer avec les lois et les
prescrits sans remettre en
question le système-même. Ce
sont les termes utilisés par M.
Tobback, membre de la majorité.

Cette situation offre un contraste
criant avec la manière dont cette
loi-programme est examinée à la
Chambre. La seule chose que
nous ayons faite en commission
des Affaires sociales lors de
l'examen de ce projet a consisté à
mettre le Parlement hors-jeu.
Même pour l'opposition, le
spectacle du dérapage du débat
en commission, qui s'est mué en
un règlement de compte pur et
simple entre les partis de la
majorité, n'avait rien d'agréable.

Le contenu de cette loi se limite
principalement à des
améliorations. Cette loi-
programme entrera donc dans
l'histoire comme une loi de
réparation. La Constitution attribue

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mijnheer de voorzitter, onze Grondwet legt voorlopig nog ik weet
niet of paars-groen dit ook wil veranderen, net zoals men het
Rekenhof en de Raad van State wil veranderen het centrum van de
politieke macht bij de Kamer. Toch bleek in de Commissie voor de
Sociale Zaken dat de echte macht bij de regering ligt. Zij wil dat over
de programmawet zo snel mogelijk, in onveranderde vorm, wordt
gestemd. Het ging zelfs zover, mijnheer de minister, dat u uw eigen
amendementen introk.

U vreesde er immers voor dat er een advies van de Raad van State
er zijn toch geen journalisten aanwezig zou worden gevraagd.

encore provisoirement le centre
du pouvoir politique à la Chambre,
mais le véritable pouvoir
appartient au gouvernement. La
majorité veut approuver cette loi
le plus rapidement possible. Le
ministre Vandenbroucke est
même allé jusqu'à retirer son
propre amendement.

03.08 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,

mevrouw D'hondt, ik denk dat ik dat heel openhartig heb gedaan.

Ik kon het probleem van nogal technische aard op twee manieren
regelen. Ik kon het regelen via een amendement in de
programmawet. Ik kon ook een autonoom wetsontwerp indienen. Ik
wou geen wanorde scheppen door op het laatste ogenblik een
amendement in te dienen. U was zo redelijk om te zeggen dat er
voor u geen advies van de Raad van State hoefde te worden
gevraagd. Het was een heel redelijk standpunt van u. Ik denk dat ook
andere leden van de commissie hetzelfde standpunt hadden. Ik
wenste echter niet een soort wanorde in de besprekingen te
veroorzaken door op het laatste ogenblik nog een debat te beginnen
dat aanleiding zou hebben gegeven tot allerlei andere amenderingen.
Ik heb dus gezegd dat ik het amendement liever niet indiende, als ik
het gevoel had dat het aanleiding zou geven tot een wanordelijke
discussie. Ik zou het probleem door de Kamer laten bespreken via
een autonoom wetsontwerp. Het bewuste wetsontwerp werd
ondertussen reeds door de regering goedgekeurd. Eerstdaags zal het
bij de Kamer worden ingediend.

Ik ben er dus heel openhartig over geweest. Normaal worden
dergelijke zaken achter de coulissen geregeld. Ik heb het besproken
in samenspraak met de oppositie. Dat was geen enkel probleem. Ik
denk dat het heel openhartig was van mij.

03.08 Frank Vandenbroucke,

ministre: J'avais le choix, pour
régler une question relativement
technique, entre un amendement
dans la loi-programme ou un
projet de loi autonome. Mme
D'hondt a eu la sagesse de ne pas
solliciter l'avis du Conseil d'Etat à
ce sujet. Je tenais toutefois a
éviter en commission une
discussion chaotique qui aurait
déclenché une salve
d'amendements et j'ai, dès lors,
opté pour le dépôt d'un projet de
loi autonome à la Chambre. Il sera
disponible dans un délai très bref.
J'en ai discuté en toute ouverture
en commission.

03.09 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u. Ik heb

niet gezegd dat u niet openhartig was. Ik zeg hier ook openhartig hoe
een en ander is verlopen. Uit vrees voor een procedureslag hebt u
een belangrijk, interessant amendement ingetrokken. Er was evenwel
geen enkele grond om te menen dat wij over het amendement een
proceduredebat zouden voeren. Ik had u immers mijn woord
gegeven dat wij dat niet zouden doen. Tot nader order hebben wij
ons gegeven woord altijd gehouden. Wij hebben in de commissie
trouwens ook over een amendement betreffende de kruispuntbank
ons woord gegeven. Het amendement werd ook behandeld. Waarom
zou het ook niet worden behandeld? Ik vond het belangrijk.

Mijnheer de minister, het punt gaat over de rolstoelen. Over dit punt
ben ik echt bekommerd. Wellicht deelt u mijn bezorgdheid. Bijgevolg
stel ik al een paar jaar regelmatig vragen over de kwestie. Ik wil zo
helpen de zaak vooruit te laten gaan. Ik wil de zaak zo ook een
betere erkenning laten krijgen. Ik wil terugbetaling verkrijgen van de
aanschaf van rolstoelen, vooral voor kinderen met
hersenverlamming. Voor deze kinderen betekent het bezit van een
rolstoel immers enige autonomie.

03.09 Greta D'hondt (CD&V):

Vous n'aviez aucune raison de
craindre que nous lancerions un
débat de procédure. Nous avons
toujours tenu parole. Il s'agit en
l'occurrence du remboursement
des fauteuils roulants. Je réclame
cette mesure depuis des années,
surtout pour les enfants souffrant
de lésions cérébrales. Le ministre
annonce le dépôt d'un projet de loi
en la matière.

M. Mayeur, membre d'un parti de
la majorité, a été contraint de
retirer son amendement relatif aux
honoraires en cas de séjour
d'enfants gravement malades en
milieu hospitalier. Nous refusons
de nous livrer à des petits jeux

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Het heeft echter niet mogen zijn. U zegt dat er nu een wetsontwerp is
ingediend. U weet natuurlijk dat onze dagen in de Kamer geteld zijn.
Wij zullen dus niet nalaten om u verder te helpen. Wij zullen over dit
probleem derhalve zelf een amendement indienen. Zodoende kunt u
er zeker van zijn dat wij geen procedurespelletjes rond deze kwestie
zullen spelen.

Ik betreur trouwens nog altijd een bepaald moment in de bespreking,
toen de meerderheid bang was van zijn eigen schaduw. Mijnheer de
minister, ik zeg u dat ook heel openhartig. Collega Mayeur moest
onder vrij zware druk een amendement intrekken. Het was nochtans
een heel goed amendement dat een verbetering wou aanbrengen
aan de regeling van de ereloonsupplementen bij het verblijf van heel
zwaar zieke kinderen in het ziekenhuis. Ook bij dit feit zullen wij ons
heel grootmoedig gedragen. Ik zal het voorstel van de heer Mayeur
opnieuw opnemen. Ik wil zo nogmaals bewijzen dat wij geen
spelletjes spelen met zieke kinderen. Ook met de financiële situatie
van gezinnen met zieke kinderen spelen wij geen spelletjes.

Wat de kwaliteit van de wetgeving betreft, moet iets mij bij deze
laatste programmawet nogmaals van het hart. Ik heb het op deze
tribune de voorbije jaren ook regelmatig gezegd.

Ik buig nederig voor de eminente juristen van de Kamer. Ik ben geen
jurist, laat staan een eminent jurist. Het ergert mij ten zeerste dat wij
hier worden verplicht wetgevend werk te leveren, waarvan wij op het
moment van de behandeling en de stemming weten dat het geen
goed wetgevend werk is. In dit ontwerp van programmawet gebeurt
dat opnieuw: er worden aangelegenheden bij wet geregeld die
eigenlijk bij koninklijk besluit zouden moeten worden geregeld.
Daarnaast worden er koninklijke besluiten door wetten gewijzigd. Hier
worden instrumenten gehanteerd waar het niet nodig is. Op sommige
momenten probeert men met bokshandschoenen vliegen te vangen
en tegelijk aan overacting te doen. Alle opmerkingen van de Raad
van State en onze amendementen ten spijt, werden de fouten op het
vlak van de legistiek in de voorliggende tekst gehandhaafd.

Ik heb nog altijd de fierheid van verantwoordelijk parlementslid. Ik
kan dus niet anders dan hier in de plenaire vergadering opnieuw te
vragen deze artikelen via amendementen te schrappen. Ik zal dat zo
dadelijk toelichten bij de bespreking van de amendementen en de
artikelen. Tegen beter weten in hoop ik dat een aantal collega's of
een meerderheid omwille van de geloofwaardigheid van het
parlementair werk deze amendementen zou steunen.

Mijnheer de minister, om redenen die u in de commissie hebt
uitgelegd maar die mij zeker niet hebben overtuigd, wil de regering
aangelegenheden bij wet regelen die eigenlijk bij koninklijk besluit
moeten worden geregeld. Daarom kan men zich vragen stellen over
het vertrouwen dat de coalitiepartijen in elkaar hebben. Dat is
wetgevende overacting, die geen andere verklaring kan hebben dan
dat men zeker wil zijn, omdat het wel eens anders zou kunnen
aflopen dan men had gedacht. Dat wantrouwen hebben wij in de
voorbije weken en maanden kunnen vaststellen, tot scha en schande
van de meerderheid, van het Parlement en van de politiek in haar
brede betekenis. Wij hebben dat ook kunnen vaststellen in de
commissie bij de behandeling van de Sabena-amendementen. Dat

politiques aux frais des enfants
malades et nous redéposerons,
dès lors, l'amendement de M.
Mayeur sous la forme d'un projet
de loi.

Pour le reste, c'est surtout la
qualité du travail législatif qui
laisse à désirer.

Je m'irrite de ce qu'au moment de
l'examen et du vote de certains
projets, nous sachions
pertinemment qu'il s'agit d'un
travail législatif de piètre qualité.
Des matières qui devraient
normalement être réglées par
arrêté royal font l`objet d'une loi et
des arrêtés royaux sont modifiés
par une loi! Voilà qui aboutit à une
sorte de «surlégislation». En dépit
des observations formulées par le
Conseil d'Etat, les erreurs
juridiques ne sont pas corrigées.
Je me vois dès lors contrainte
d'amender le texte en vue de
supprimer du projet une série
d'articles de moindre importance
sur le plan légistique.

Si la majorité règle par une loi des
matières ressortissant
normalement à un arrêté royal,
c'est qu'elle souhaite assurer ses
arrières et que la méfiance règne
au sein de la coalition. Notre
groupe perçoit cette méfiance
depuis des mois, comme ce fut
notamment le cas au sein de la
commission Sabena. La rapidité
du travail législatif a toujours
primé sa qualité. Dans le cadre de
l'examen de la précédente loi-
programme, notre groupe avait
fait observer que si cette loi était
adoptée telle quelle, de
nombreuses corrections devraient
rapidement être apportées. Les
faits nous donnent à présent
raison. Les articles 41 à 45 relatifs
au conjoint aidant de chefs
d'entreprise constituent des
exemples de telles corrections. Il
s'agit d'ajouts qui avaient fait
l'objet de discussions lors de
l'examen de la précédente loi-
programme.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

was werkelijk geen fraai schouwspel. Daarop kom ik zo dadelijk nog
terug.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, tijdens deze
hele legislatuur en bij deze programmawet heeft de snelheid
geprimeerd op het kwalitatief wetgevend werk. Nog in november en
december, bij de behandeling van de vorige programmawet in de
commissie en in de plenaire vergadering dus amper drie maanden
geleden , hebben wij erop gewezen dat er veel reparaties zouden
nodig zijn als die programmawet werd goedgekeurd zoals zij toen
voorlag. Toen ik dat op dit spreekgestoelte zei, werd daarover zeer
smalend gedaan. Het blijkt dat wij gelijk hadden, maar het is een
triest gelijk. Drie maanden nadien worden wij immers opnieuw
geconfronteerd met besprekingen van een programmawet in
commissie en in plenaire vergadering. Destijds werd onze opmerking
smalend genegeerd, maar nu moeten wij wetgevend werk verrichten
om een en ander recht te zetten.

Ik geef enkele voorbeelden van de reparaties die wij nu al moeten
doen, drie maanden na de vorige programmawet. Er is het statuut
van de meewerkende echtgenoot, artikelen 41 tot 45. Met betrekking
tot de echtgenoten van de bedrijfsleiders, expliciet uitgesloten, komt
er nu een terminologische verbetering en een opheffing van het
artikel, omdat de bepaling niet in het koninklijk besluit terzake moest.

Eigenlijk zijn dit reparaties of toevoegingen die het voorwerp van
gesprek waren bij de behandeling van de vorige programmawet. Was
men toen niet zo snel geweest en had men minstens met dergelijke
bedenkingen, ook van onze kant, rekening gehouden, dan was dit
hier thans niet nodig geweest.

Ik kom thans tot de verjaring van de kinderbijslag, behandeld in de
artikelen 9 en 10 in deze programmawet. Destijds heb ik erop
gewezen, mijnheer de minister, dat de verjaring die toen werd
geregeld in de programmawet van december, werd verhoogd van
drie tot vijf jaar volgens de bepalingen van het eerste lid van het
artikel dat u tijdens de bespreking van de vorige programmawet
wijzigde. Deze wijziging werd evenwel niet logisch doorgetrokken, in
die zin dat andere artikelen niet werden gewijzigd. Maar ja, de
programmawet moest worden goedgekeurd en met gesloten ogen, de
vingers in de neusgaten, ging men al fluitend voort. Thans moet deze
fout worden rechtgezet via de artikelen 9 en 10.

Wat betreft de aanpassing van Belgische franken naar euro's, die
eigenlijk al werd geregeld in de wet van 26 juni 2000, het volgende.
Tijdens een van de voorbije commissievergaderingen, waar alles
nogal snel moest verlopen, zei u, mijnheer de minister, dat er een
nieuw element werd opgenomen in het artikel. Welnu, ik ben
nagegaan of dat inderdaad klopte, maar ik heb vastgesteld dat dit
alleen geldt voor artikel 5, maar niet voor de artikelen 6 en 7 die dus
eigenlijk overbodig zijn. Ik blijf bij mijn verklaringen in de commissie.
U zei dat dit alles gebeurde ten voordele van de transparantie,
waarop ik u antwoordde dat er volledige bossen zouden moeten
worden omgehakt om dat allemaal op papier te zetten. De
transparantie is niet nodig en na lezing van uw antwoord en van de
artikelen, bevestig ik nogmaals dat de artikelen 6 en 7 overbodig zijn.

Het artikel in verband met het federaal kenniscentrum werd in de

En ce qui concerne la prescription
des allocations familiales, j'avais
déjà fait observer lors de la
discussion de la loi-programme
précédente que le relèvement de
trois à cinq ans ne s'appliquait
pas, comme il eût été logique, aux
autres articles mais il fallait faire
approuver cette loi d'urgence. Les
articles 9 et 10 de cette loi-
programme sont censés corriger
cette anomalie. De même, la
transposition des francs belges en
euros devait à la hâte. Le ministre
a fait référence à un nouvel
élément dans ces articles et il a
parlé de transparence nécessaire
mais cela ne vaut que pour
l'article 5 de sorte que les articles
6 et 7 sont superflus.

Dans la loi-programme
précédente, le statut du Centre
fédéral d'expertise a été modifié à
deux reprises mais, étant donné
qu'un article abrogeait l'autre,
cette anomalie-là devait elle aussi
être corrigée dans la présente loi-
programme.

Pour ce qui regarde la loi INAMI,
on s'est aperçu qu'un
aménagement important était
inexécutable, sauf à réaliser
d'autres aménagements encore.

Cinq parties importantes de cette
loi-programme sont donc au fond
des corrections de la loi-
programme que notre Parlement a
adoptée à la hussarde et à son
corps défendant il y a trois mois,
des corrections d'erreurs, donc,
que l'opposition avait pourtant
signalées clairement.

Qui plus est, la présente loi-
programme est également
entachée, essentiellement dans le
volet des affaires sociales,
d'erreurs législatives qui devront
être corrigées par un
gouvernement suivant.

Lorsque nous nous penchons sur
le contenu de cette loi-programme
et en particulier sur les points
touchant à l'emploi, force est de

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

vorige programmawet tweemaal gewijzigd, maar omwille van een
verschillende datum van publicatie heft het ene artikel het andere op.
Dat moet thans ook opnieuw worden rechtgezet in deze
programmawet of in deze reparatiewet.

Tot slot nog een woord over de RIZIV-wet. Er werden twee
aanpassingen uitgevoerd in de vorige programmawet, maar de ene
bleek niet uitvoerbaar te zijn, waardoor ook de andere nu opnieuw
moet worden aangepast.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, minstens vijf belangrijke
onderdelen van deze programmawet zijn de rechtzetting van de
programmawet die wij amper drie maanden geleden in de Kamer
tegen heug en meug, onder die vorm moesten goedkeuren.
Nochtans, vanuit de oppositie werd constructief gewezen op de
fouten die deze programmawet inhield.

Ook wat deze programmawet betreft volhardt de paars-groene
meerderheid in de boosheid. In de commissie wezen wij erop dat de
onderdelen in verband met sociale zekerheid en tewerkstelling
andermaal wetgevende fouten inhouden. Een van de eerste zaken
die de nieuwe samengestelde Kamer zal moeten doen, is de fouten
herstellen die in deze programmawet staan. Zeg evenwel niet dat wij
hiervoor niet hebben gewaarschuwd!

Ik kom thans tot de inhoudelijke punten van de programmawet,
alsook tot de punten omtrent werkgelegenheid.

Mijnheer de voorzitter, ik heb het bij de vorige programmawet ook op
deze tribune bij mijn analyse gezegd. Ooit sprak deze regering van
een actieve welvaartstaat. Dit werd door paars-groen echter nooit
waargemaakt. De eerste minister die zich in de eerste jaren van deze
legislatuur forceerde om in iedere zin minstens twee keer de actieve
welvaartstaat te kunnen vermelden, schuwt deze term al sinds de
State of the Union van oktober 2002. Dit is waarschijnlijk niet ten
onrechte, want ook vandaag is er in de laatste grote oefening van
deze regering niet zo heel veel over een verbetering van onze
welvaart te vinden. Mijnheer de minister van Sociale Zaken, ik weet
dat de actieve welvaartstaat een van uw geesteskinderen is. Die
actieve welvaartstaat en de vertaling van de zogenaamde derde weg
zijn dood en begraven nog voor zij levensvatbaar waren.

constater que le gouvernement
n'a jamais tenu sa promesse d'un
Etat social actif. La prospérité n'a
pas été beaucoup améliorée. Dès
lors, l'Etat social actif ou ce qu'on
a appelé la troisième voie est mort
et enterré. Le Premier ministre lui-
même n'emploie plus cette
expression, c'est tout dire.

03.10 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,

mevrouw D'hondt, ik wil voor de honderdduizendste keer nogmaals
het volgende zeggen opdat het zou worden genoteerd: de actieve
welvaartstaat is niét de vertaling van de derde weg.

03.10 Frank Vandenbroucke,

ministre: Je vous le répète une
fois encore: l'Etat social actif n'est
pas la traduction de la "troisième
voie"!

03.11 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik ga daarop

niet ingaan. Misschien was mijn woordkeuze niet helemaal juist toen
ik sprak van de vertaling, maar de derde weg heeft toch mee de
actieve welvaartstaat geïnspireerd. Het doet er echter niet toe, want
hij is toch nooit van de grond gekomen.

Ik heb maar één grote hoop en samen met mij heel veel
landgenoten, heel veel Vlamingen. Die hoop is dat wij geen tweede
keer een paars-groene regering moeten meemaken die ons
sprookjes zal vertellen. Een tweede paars-groene regering zou

03.11 Greta D'hondt (CD&V): Ma

formulation était peut-être
malheureuse mais cela n'a
aucune importance étant donné
que le projet n'a pas abouti.
J'espère simplement que les
électeurs ne devront pas avaler
une seconde fois les couleuvres
de l'arc-en-ciel.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

immers de draagkracht van dit land meer dan te boven gaan. Ik ben
daarvoor echter niet bevreesd. Ik vertrouw immers op de inwoners
van dit land en op het gezond verstand van de Vlaamse bevolking
om te weten dat, waar wij nu de laatste weken vaststellen dat de
meerderheidspartijen met mekaar aan het afrekenen zijn, de kiezer
dat op 18 mei zal doen.

Wat de werkgelegenheid betreft, wordt in deze programmawet een
Rosetta-bis ingevoerd. Ik ga hier niet meer ingaan op alle kritieken
die ik de voorbije twee jaar heb geformuleerd op Rosetta-1. Nu wordt
Rosetta-bis ingevoerd. Mijn analyse vat ik als volgt samen. Wat
hierin staat, is niet genoeg. Wij hebben zelf ook voorstellen
geformuleerd rond wat wij de contractualisering noemen. Dat gaat
veel verder dan wat met Rosetta-bis kan worden gerealiseerd. Het
goede dat in Rosetta-bis is vervat, komt veel te laat.

Sta mij toe nogmaals vanop deze tribune de ernst van de situatie
inzake de werkgelegenheid te onderstrepen. Mijnheer de minister,
eind februari waren er 398.309 uitkeringsgerechtigde volledig
werklozen. Dat zijn er 34.211 meer dan 12 maanden voordien. De
werkloosheidsgraad in ons land bedraagt volgens de officiële cijfers
11,8%. Dat is 1% meer dan een jaar voordien. De jeugdwerkloosheid
stijgt zienderogen: met 12,5% ten overstaan van februari 2002.
Collega's, realiseren wij ons wel voldoende dat de jeugdwerkloosheid
sterker stijgt dan de gewone werkloosheid?

Het totaal aantal niet werkende werkzoekenden bedroeg in ons land
einde februari 517.091 mensen. Dat zijn er 42.404 meer dan een jaar
voordien. Het aantal oudere werklozen niet bruggepensioneerden,
maar oudere werklozen daarvan tellen we er op dit ogenblik
165.877. Ook hier is er geen verbetering merkbaar. Mijnheer de
minister, in 1999 waren er 132.816 oudere werklozen, nu 165.877 of
een stijging met 25%. Als er al sprake zou zijn van de actieve
welvaartstaat, is die aan de jongeren en aan de ouderen
voorbijgegaan.

De eerste minister heeft mij vroeger al geantwoord nu komt hij niet
meer dat we het zo slecht niet doen, dat het allemaal aan de
internationale conjunctuur ligt. Ik permitteer mij, mijnheer de minister,
om dit op deze tribune te bestrijden. Het is inderdaad internationaal
een economisch moeilijke periode. Het is inderdaad internationaal
een economische crisis. Dat doet echter niets af van het feit dat wij
op een heel aantal punten niet zo goed scoren als de eerste minister
zo graag zegt als het niet kan worden tegengesproken, als hij niet in
het Parlement is, als hij voor de media staat. Hij zegt zo graag dat wij
het beter doen. Ik zeg dat hier op deze tribune en ik vraag dat men
met mij het tegensprekelijk debat aangaat dat dit niet zo is. Wat
betreft de evolutie van de werkloosheid doet België het internationaal
bekeken slecht. Men kan tegen mij zeggen, en dat is juist, dat onze
werkloosheidsgraad lager ligt dan in andere landen. Maar wat ik hier
zeg, mijnheer de minister, is dat de stijging van onze werkloosheid
verhoudingsgewijze sneller gaat, hoger ligt dan in de ons omringende
landen. Zelfs al is de werkloosheidsgraad inderdaad nog lager, wij
halen onze achterstand met meer dan bekwame spoed in, als men
dat zo mag zeggen. Terwijl de meeste landen van Europa ik baseer
mij nu op geverifieerde Europese gegevens tussen december 2000
en december 2002 een groei van een vol procentpunt kenden, zaten
wij daar onder. Er zijn slechts drie landen waar de werkloosheid in die

En matière d'emploi, ce projet de
loi-programme instaure une sorte
de plan Rosetta-bis mais il est
bien trop tard. En effet, la situation
est extrêmement grave.

A la fin février, on comptait
398.309 chômeurs indemnisés,
soit 34.211 de plus que l'année
précédente. Le taux de chômage
est passé de 10 à 11,8%. Le taux
de chômage des jeunes s'élève à
12,5% et s'accroît plus fortement
encore que le taux de chômage
général. Le nombre total de
demandeurs d'emploi s'élève à
517.000, soit 42.404 de plus que
l'année précédente. A l'heure
actuelle, on compte 165.877
chômeurs âgés. En, 1999 ce
chiffre s'élevait 132.816 unités. Il
s'agit donc d'une augmentation de
pas moins de 25%.
Quoi qu'il en soit, l'Etat social actif
a laissé les jeunes et les
chômeurs âgés sur la touche.

Je dois contredire le premier
ministre lorsqu'il affirme que nous
ne nous en tirons pas mal et que
tout est imputable à la
conjoncture. En ce qui concerne
l'évolution du chômage, la
Belgique s'en sort très mal. Si
notre degré de chômage est
inférieur, la hausse est supérieure
à celle des pays voisins. Le
chômage a augmenté de 0,3%
dans les 15 pays voisins, contre
0,5% dans la zone euro mais 1%
en Belgique. En ce qui concerne
le degré d'emploi, nous faisons du
sur place, comme l'a déjà indiqué
la Commission européenne.

De plus en plus, on aspire à
disposer d'un bon plombier plutôt
que d'un premier ministre qui
pense encore qu'on peut colmater
une brêche dans une digue avec
un peu de plâtre.

Sur le plan du contenu, la loi-
programme est un amalgame de
mesurettes. L'amendement relatif
à la modification de la Banque
carrefour, que notre groupe a
soutenu, constitue la seule

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

periode met een vol procentpunt is gestegen. Een van die drie zijn
wij, spijtig genoeg. De werkloosheid steeg in die periode met 0,3
procentpunt in de vijftien landen van de EU en met een half
procentpunt in de eurozone. Wij waren bij die drie slechte leerlingen:
wij hadden een procentpunt stijging.

De geharmoniseerde cijfers van de Europese Commissie, mijnheer
de minister, tonen ons aan dat de werkgelegenheidsgraad in België
opnieuw aan het dalen is en dat wij in plaats van op te klimmen naar
de normen van Lissabon, eigenlijk negatief ter plaatse trappelen.

exception. Il permettra aux
citoyens vulnérables d'également
accéder à l'information et aux
réductions.

België doet het dus helaas niet goed, dit ondanks alle beweringen
van de eerste minister die naar ik meen zijn eigen wensdromen wel
eens teveel voor werkelijkheid neemt. Samen met mij, mijnheer de
minister, denk ik dat steeds meer en meer mensen in dit land veel
heimwee hebben naar een goede loodgieter en niet naar een
regering en een eerste minister die gelooft dat men een bres in de
dijk van de economie, de werkgelegenheid en het sociale in dit land
kan dichten met wat ze in ons dialect een "roustinneke" noemen om
uw veloband te plakken als de wind eruit gaat. Een bres in een dijk
dicht men niet met een "roustinneke" voor een veloband, maar dat is
eigenlijk wat er gebeurt in deze paars-groene regering.

Inhoudelijk is deze programmawet ook een amalgaam van regeltjes
en maatregeltjes. Eén schiet eruit, mijnheer de minister, het
amendement dat u ingediend hebt op de wijziging van de
kruispuntbank. Dat hebben wij met groot enthousiasme gesteund
omdat het mensen rechten geeft, dikwijls mensen uit de zwakkere
groepen die niet altijd toegang hebben tot informatie die hen in staat
stelt om kortingen waarop ze recht kunnen laten gelden aan te
vragen. Onkunde, niet over voldoende kennis beschikken is bij die
groepen in onze bevolking er dikwijls de aanleiding toe dat wie arm is
nog armer wordt, gewoon omdat men de weg niet kent of door de
paperassen niet de juiste weg vindt naar bepaalde kortingen of
andere voordelen waarop men recht kan hebben. Ik ben dus enorm
blij dat deze vereenvoudiging van de administratieve rompslomp
voor de inwoners van dit land en in de eerste plaats voor de
zwaksten toch nog geregeld wordt aan het einde van deze
legislatuur. Er zou zelfs gesanctioneerd kunnen worden als men
mensen nog eens de informatie waarover men al beschikt zou
vragen om een recht te kunnen laten gelden.

Ik betreur, mijnheer de minister, dat u niet ingegaan bent op ons
aandringen om wij hebben dat nog gedaan en ik heb dat nu
opnieuw geprobeerd een betere situatie tot stand te brengen voor
de mensen met een overlevingspensioen en om voor de cumulatie
van het overlevingspensioen met een inkomen uit arbeid deze
mensen minstens dezelfde verhoging toe te kennen van het inkomen
dat zij naast hun overlevingspensioen mogen verdienen als de
gewone gepensioneerden, dus diegenen met een rustpensioen. Voor
deze laatsten zijn de bedragen die men mag bijverdienen vorig jaar
verhoogd. Ik vind dit heel spijtig, temeer omdat daarnaast nog een
tweede discriminatie bestaat die wij willen opheffen. Wij hebben
opnieuw voor de zoveelste keer geprobeerd u te overtuigen dit te
doen. Het gaat erom dat de mensen die deeltijds werken naast hun
overlevingspensioen en die binnen hun deeltijds werk getroffen
worden door tijdelijke werkloosheid of door ziekte in verhouding tot
hun arbeidsrooster ook werkloosheidsvergoedingen zouden moeten

Je suis très heureuse qu'il soit
enfin mis un frein aux tracasseries
administratives et même qu'une
possibilité de sanction existe pour
le cas où l'administration réclame
une nouvelle fois certaines
informations dont elle dispose
déjà.

Je regrette cependant que le
ministre n'ait pas accédé à la
demande du CD&V visant à
améliorer la situation des
personnes qui combinent leur
pension de survie avec des
revenus professionnels. Pour ceux
qui bénéficient d'une pension de
retraite, les montants des revenus
d'appoint ont récemment été
augmentés. Cela n'a toutefois pas
été le cas pour les personnes qui
bénéficient d'une pension de
survie. Nous souhaitons par
ailleurs que les personnes qui,
outre leur pension de survie,
travaillent à temps partiel,
puissent également prétendre, en
cas de chômage temporaire, à
des allocations de chômage
temporaire.

Deux des recommandations de la
Commission Sabena ont été
insérées dans

cette loi-

programme, mais deux autres
pas. Il est proprement hallucinant
de devoir constater comment le
gouvernement a notamment
torpillé l'excellente proposition de
loi de M. Bonte, membre de la
majorité, qui voulait faire mettre
en oeuvre toutes les
recommandations et qui jouissait
du soutien d'une large majorité.
Pour certains ministres, tous les
moyens de pression, jusqu'aux
propos injurieux, semblaient bons

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

kunnen krijgen.

Maar goed, het heeft niet mogen baten. Dat zal trouwens een van de
punten zijn die wij, waar wij ook na 18 mei zullen uitkomen, ofwel
tijdens de onderhandelingen ter tafel zullen leggen, ofwel vanuit de
oppositie met de grootste nadruk opnieuw zullen indienen.

Ik kom tot de aanbevelingen van de Sabena-commissie. In dat
ontwerp van programmawet zijn er twee aanbevelingen van de
Sabena-commissie opgenomen. Die twee aanbevelingen gaan over
de werknemers, getroffen door een sluiting van hun onderneming.
Twee andere maatregelen worden niet uitgevoerd. Wij kunnen dus
kiezen of wij zeggen dat het glas halfleeg is of halfvol. Als ik zie wat
wel opgenomen is en wat niet opgenomen is, dan denk ik dat het glas
halfleeg gebleven is, hoe belangrijk die twee opgenomen punten ook
zijn.

Een zeer breed gedragen wetsvoorstel eigenlijk bijna Kamerbreed
gedragen gaf vertaling aan de vier aanbevelingen van de Sabena-
commissie. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het een van de meest
hallucinante belevenissen gevonden heb uit de twee legislaturen die
ik nu al in de Kamer mag doorbrengen, hoe in de commissie voor de
Sociale Zaken is omgesprongen met die aanbevelingen van de
Sabena-commissie en met het breed gedragen wetsvoorstel,
waarvan Hans Bonte hoofdindiener was en ik medeondertekenaar.
Het was een echt politiek spel, met "spel" in de pejoratieve betekenis
van het woord. Wat er allemaal uitgevonden is om dat toch maar niet
te moeten goedkeuren! Die verhalen zijn niet voor herhaling vatbaar.
Ik heb ministers parlementsleden zien opzoeken met de bede om
toch maar naar de commissie te komen om dat voorstel weg te
stemmen. Ik heb ministers parlementsleden van de meerderheid
horen uitschelden om "het gebroken woord", omdat die
parlementsleden zich ertoe hadden geëngageerd om dat weg te
stemmen. Dat zijn zaken waarop je, als je daar bij bent, staat te
kijken. Met grote droefenis stel ik vast dat het politieke bedrijf op die
manier dieper en dieper in het moeras zinkt. Louis Tobback heeft
gelijk als hij zegt dat een parlementslid "vrij is om moedig te
stemmen. Als dat niet gebeurt, is het omdat parlementsleden
daarvoor te laf zijn of omdat ze het de strijd niet waard vonden".
Morgen zal blijken of iedereen, met de fracties, dat wetsvoorstel van
collega Bonte, ondertekend door verschillende collega's uit diverse
fracties, de strijd niet waard vinden of te laf zijn om dat goed te
keuren. Een zaak is zeker: zoals dat behandeld werd in de
commissie, worden de parlementsleden vazallen van de regering.

Er wordt gesold met de Sabena-commissie. Ik herhaal hier op het
spreekgestoelte wat ik in de commissie gezegd heb: iedereen hier
heeft de aanbevelingen van de Sabena-commissie gesteund, hopend
dat daarmee de bui zou overtrekken, hopend dat daarmee hun
ministers uit de wind gezet zouden worden. Op het ogenblik dat men
moet uitvoeren wat men hier goedgekeurd heeft, wil men echter niet
meer. Dat is het Parlement onwaardig.

Maar goed, wij hebben alle mogelijkheden uitgeput. Ik betreur heel
erg dat de commissie voor de Sociale Zaken de Nationale
Arbeidsraad (NAR) misbruikt heeft om het gebrek aan moed en de
interne verdeeldheid van de meerderheid te camoufleren. Men heeft
de NAR opnieuw om advies verzocht over iets waarover die twee

pour amener des commissaires à
ne pas approuver la proposition.
Je rappellerai les sages propos de
Louis Tobback qui disait qu'un
parlementaire est libre de voter
courageusement. S'il ne le fait
pas, c'est qu'il est trop lâche ou
juge que l'enjeu n'en vaut pas la
peine. Ce qu'il est advenu des
recommandations de la
Commission Sabena fait des
parlementaires les vassaux du
gouvernement pour lequel éluder
certaines responsabilités est plus
important que se soucier de
l'avenir des travailleurs de la
Sabena touchés par la faillite.

Je regrette, en outre, que la
commission des Affaires sociales
se soit prêtée à la manipulation du
Conseil national du travail. Pour
dissimuler un manque de courage,
on a demandé à cet organe un
avis qui avait déjà été rendu voici
deux ans.

J'aimerais que le gouvernement
me dise s'il est exact que toutes
les mesures qui ont été prises lors
de la fermeture de la RTM il y a
quelques années restent
applicables à tous les anciens
travailleurs, où qu'ils soient
aujourd'hui. Les pouvoirs publics
prendront-ils à leur charge la
prépension des 13 anciens
travailleurs de la RTM qui entrent
en ligne de compte à cet effet?

Le spectacle auquel j'ai assisté
ces dernières semaines en
commission des Affaires sociales
concernant l'examen de cette loi-
programme était affligeant.
L'énorme pression exercée par le
gouvernement

sur les

commissaires de la majorité pour
les convaincre de retirer certains
amendements ou même certaines
propositions de loi liées à la loi-
programme a suscité chez moi un
étonnement qui est allé
crescendo.

Ce sont tout de même des
pratiques inacceptables! C'est
heureusement la dernière fois que

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

jaar geleden al advies had uitgebracht. Men neemt niet alleen een
loopje met het Parlement maar men neemt ook een loopje met een
van de belangrijkste sociale instituten van dit land, de Nationale
Arbeidsraad. Die moet dienen als schaamlapje voor het gebrek aan
moed en om de interne verdeeldheid van de meerderheid te
camoufleren.

Mijnheer de minister, er zitten ook tegenstrijdigheden in de nieuwe
wetgeving. Ik zeg dat tegen u want de minister van Werkgelegenheid
is hier niet. Er is een tegenstrijdigheid doordat de diplomabeperking
wordt opgeheven voor het alternerend werken. Ik zal niet zeggen dat
dit goed of slecht is, maar ze wordt opgeheven voor het alternerend
werken terwijl zij voor Rosetta-bis opnieuw wordt ingevoerd.
Jongeren die een diploma van hoger onderwijs hebben en geen werk
vinden, kunnen dus niet genieten van Rosetta-bis. Als Rosetta 1 ons
iets geleerd heeft, is het wel dat het cascadesysteem het kiezen
tussen hoger geschoolden en lager geschoolden; wel mensen uit dit
arrondissement maar niet uit dat arrondissement contraproductief
is. Ik geef u het voorbeeld, mijnheer de minister, van mijn
arrondissement. Daar mocht men op nul komma zoveel procent na
geen Rosetta-werknemers aannemen. Het arrondissement ernaast
mocht dat wel. Hetzelfde geldt voor de randgemeenten. Wij leven
niet op eilanden. In Vlaanderen, waar de transportmogelijkheden
goed zijn, mag men blijkbaar wel mensen uit de naaste gemeente
aanwerven maar niet uit de eigen gemeente. Men volhardt ook daar
weer in de boosheid. Nochtans weet men dat dit voor het Rosetta-
plan contraproductief geweest is.

Wij hadden in de programmawet ook graag voorstellen voor de ex-
RMT-werknemers gezien. Een aantal statutaire werknemers van de
voormalige RMT werd niet ingezet door Hoverspeed. Zij werden
ofwel overgeheveld naar andere openbare diensten of ter
beschikking gesteld van ondernemingen. Nu, wanneer het sociaal
plan opnieuw geactiveerd wordt voor de ex-RMT-werknemers die bij
Hoverspeed terechtgekomen zijn, ontstaat er ons inziens een vorm
van ongelijkheid ten opzichte van de andere werknemers, waarvan
een heel aantal trouwens gesolliciteerd heeft om aan de slag te
kunnen gaan bij Hoverspeed.

Mijnheer de minister, ik hoop dat u er bij uw collega Onkelinx op zult
aandringen om tegen de replieken en vóór de stemming van morgen
een aantal zaken na te kijken. Naar verluidt werd bij de sluiting van
RMT in de Ministerraad afgesproken dat alle maatregelen op alle
betrokken werknemers zouden worden toegepast, ongeacht de plaats
waar ze na de sluiting zouden terechtkomen. Mijnheer de minister,
het zou me verheugen mocht u dat willen natrekken. Mensen van het
terrein melden me dat een deel van de problemen via deze
programmawet geregeld wordt, maar dat dit punt toch nog een open
vraag blijft. Vóór de eindstemming zou ik hierover graag meer
duidelijkheid hebben.

Een tweede zaak is de vraag of de minister van Werkgelegenheid zal
ingaan op het verzoek van de sociale partners in het dossier van de
ex-RMT-werknemers om het brugpensioen van de 13 werknemers
die hiervoor in aanmerking komen, ten laste te nemen. Blijkbaar was
dit een onderdeel van het sociaal overleg. Het zou mij en vooral de
werknemers nog meer verheugen op dit punt een duidelijk antwoord
te krijgen. Er bestaan terzake precedenten, onder meer het

nous devons débattre à la tribune
d'un projet de loi-programme
déposé par ce gouvernement.

En guise de conclusion, je dirai
que l'Etat social actif, dont le
gouvernement nous a tellement
rebattu les oreilles, finira par
n'être qu'un Etat social vide de
toute substance.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

brugpensioen van de werknemers die hun job verloren in 1992 bij de
opening van de grenzen van de EEG-landen.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik besluit. De commissie
voor de Sociale Zaken heeft een raar soort bedrijvigheid
meegemaakt van druk en "trukken" om de commissieleden van de
meerderheid te dwingen hun amendementen op de programmawet in
te trekken, idem dito voor de wetsvoorstellen die gekoppeld werden
aan de programmawet, onder meer ter uitvoering van de
aanbevelingen van de Sabena-commissie inzake sluitingspremies
voor werknemers in kleine ondernemingen, en het wetsvoorstel van
de heer Wauters inzake het rouwverlof. Het was nochtans breed in
de pers uitgesmeerd dat het rouwverlof eindelijk eens geregeld zou
worden tijdens deze legislatuur. We hebben moeten vaststellen dat
leden van de meerderheid zeer goede amendementen moesten
intrekken. We hebben moeten meemaken dat aan de programmawet
gekoppelde wetsvoorstellen van leden van de meerderheid werden
ingetrokken. We hebben moeten meemaken, mijnheer Bonte, dat
bepaalde wetsvoorstellen door sommige coalitiepartners werden
weggestemd. Dit brengt leden van de meerderheid in een situatie die
ik wil typeren met een Vlaamse uitdrukking. Wegens de censuur die
u zult toepassen voorzitter, zal ik de uitdrukking niet helemaal zal
uitspreken. Collega's, dergelijke handelwijze gaf me het gevoel dat
de leden van de meerderheid in hun bloot ...

De voorzitter: Drie puntjes.

03.12 Greta D'hondt (CD&V): Tot zoiets laag en plat ik zeg het

ronduit zou ik mij, of ik deel uitmaakte van de meerderheid of van
de oppositie, zou men mij nooit kunnen bewegen.

Mijnheer de voorzitter, het zal wellicht de laatste keer zijn dat ik het
spreekgestoelte heb beklommen om een programmawet te
becommentariëren. Bij het aantreden van deze regering heb ik
gezegd dat zij donuts aan het verkopen was. Ik rond af met een
andere voedselvergelijking. In de etalages van de bakkerijen
beginnen paaseieren op te duiken. Grote paaseieren met een
prachtige strik en verpakt in ritselende plastiekfolie ogen leuk.

Hebt u het echter ook al eens meegemaakt dat u na een heel mooie,
zonnige lentedag 's anderendaags voorbij die etalage passeert en de
zon onbarmhartig een heel groot gat in dat ei heeft gebrand? Wat
ziet men dan? Dat ei is leeg en hol. Ik denk dat de actieve
welvaartsstaat afscheid zal nemen als een holle welvaartsstaat.

03.13 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, est-il

prévu que Mme Onkelinx nous rejoigne au cours de la soirée? Dans
la négative, j'interviens maintenant. Dans l'affirmative, je préfèrerais
intervenir en sa présence, parce que c'est surtout à elle que je
souhaiterais poser des questions précises. Je préfère parler dans une
heure à un ministre qui peut entamer un dialogue ou répondre à
certaines questions que, maintenant, à quelqu'un qui ne peut
probablement pas le faire.

03.13

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Als Mevrouw
Onkelinx van plan is te komen,
wacht ik liever tot zij hier is. Zo
kan ik mijn vragen, die
hoofdzakelijk voor haar zijn
bestemd, rechtstreeks stellen en
zo misschien een debat doen
ontstaan. Zoniet, zal ik
onmiddellijk het woord nemen.

Le président: A la demande de M. Leterme et d'autres collègues, j'ai ouvert la discussion générale. Mais

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mme D'hondt m'avait demandé de pouvoir préciser son intervention. Si je vous ai bien compris, vous
voulez poser une question précise dans un certain secteur. J'essaie d'organiser le débat.

03.14 Vincent Decroly (indépendant): Oui, mais Mme Onkelinx

viendra-t-elle aujourd'hui ou non?

03.14

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Dan zal ik op
haar wachten.

Le président: On me signale qu'elle va arriver. Dès lors, il vaut peut-être mieux attendre qu'elle soit là.
Vous ne vouliez pas intervenir dans le cadre de la discussion générale mais sur une question précise.

Ik open nu de bespreking van het hoofdstukje Volksgezondheid, de artikelen 149 tot 151.

(...)

03.15 Greta D'hondt (CD&V): Hebt u al nieuws van onze

rapporteurs?

De voorzitter: De rapporteurs hebben daarnet gezegd met uitzondering van mevrouw Descheemaeker
dat ze verwezen naar hun geschreven verslag. Ik heb dat aangehaald.

03.16 Greta D'hondt (CD&V): De heer Baille heeft bijna een

voltijdse bezigheid gemaakt van de verslaggeving van onze
commissie. Dat kan toch niet!

De voorzitter: De heer Baille heeft mij getelefoneerd en gemeld dat hij verwijst naar zijn geschreven
verslag. De heer Tony Smets heeft dat ook laten weten. Ik heb dat allemaal gezegd in het begin van de
bespreking. Alleen mevrouw Descheemaeker heeft hier haar verslag naar voren gebracht. Dat is voorbij.
De heer Baille verkeerde in de mening dat het vanmorgen aan de orde was en had een probleem voor
deze namiddag.

03.17 Greta D'hondt (CD&V): Hij is bezig met zijn campagne.

De voorzitter: Een goed politicus is altijd op campagne.

Er zijn geen sprekers ingeschreven voor het luik Volksgezondheid.

Ik kom aan het luik Sociale Zaken. De heer Baille heeft naar zijn verslag gewezen. Mevrouw D'hondt, ik
denk dat u daarnet reeds een deel van dit werk hebt willen afhandelen. Wenst u nog het woord te nemen
voor de artikelen 1 tot 40 en 46 tot 88 in het luik Sociale Zaken?

03.18 Greta D'hondt (CD&V): Ik neem het woord nog voor mijn

amendement.

De voorzitter: Dat komt later. Ik kom later tot de amendementen. Ik probeer de hoofdstukken af te
handelen. Daarna komt de bespreking van de amendementen, zoals wij dat gewoonlijk doen. Ik ga eens
nakijken of ik geen amendementen heb overgeslagen. Ze komen straks. U weet dat de artikelsgewijze
bespreking zal lopen van artikel 1 tot en met 168. We bespreken de amendementen dan wanneer ze
worden aangehaald.

Ik sluit de algemene bespreking voor het hoofdstuk Sociale Zaken. Ik open ze voor het luik Infrastructuur.
De heer Ansoms is ingeschreven.

Mevrouw Onkelinx is er. De heer Decroly heeft een vraag voor mevrouw Onkelinx.

Kunnen we nu het hoofdstuk Infrastructuur afhandelen? Wenst u het woord te nemen, mijnheer Ansoms?
Anders gaan we nu verder met de materie waarvoor mevrouw Onkelinx bevoegd is.

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

03.19 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wanneer is de

problematiek van artikel 1 aan de orde? Ik heb een amendement op
artikel 1.

De voorzitter: Artikel 1 in Sociale Zaken? Wij bespreken eerst alle hoofdstukken. Als dat gedaan is, volgt
de artikelsgewijze bespreking met de amendementen. Het is de klassieke werkwijze, zoals ik aan
mevrouw D'hondt heb uitgelegd.

La parole est à M. Decroly.

03.20 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, je

voudrais d'abord m'associer aux remarques de Mme D'Hondt, voici
quelques instants, ainsi qu'à celles de M. Jean-Jacques Viseur à la
mi-décembre 2002, à propos de la méthode des lois-programmes
comme nouveau mode de gouvernement de plus en plus fréquent
puisque nous en sommes à la deuxième en quatre mois.

Vous-même, monsieur le président, avez eu des mots très durs dans
le quotidien "De Morgen" du 16 décembre 2002, non pas pour le
gouvernement mais pour l'assemblée que vous présidez. Vous disiez
au journaliste qui vous interviewait, je cite: "Je vous le dis la main sur
le coeur, si vous pouvez trouver 10 députés, parmi les 150, qui ont lu
je dis bien lu, il n'est pas nécessaire qu'ils aient compris - tous les
articles de cette loi qui va être votée sous peu, je vous offre le
champagne!"

Monsieur le président, pour ce qui est du champagne, j'aurais plutôt
envie de l'offrir au président de la Chambre qui refuserait, un jour, de
se laisser imposer ou de laisser imposer à notre assemblée, deux
fois en quatre mois, ce mode infect de travail parlementaire que sont
les lois-programmes, qui sont des lois de rattrapage, des lois de
réparation pour ministres cow-boys et gouvernement brouillon.

Cela dit, je voudrais intervenir plus spécifiquement sur la
problématique des articles 47 à 51 et 59 à 64 du projet de loi-
programme, c'est-à-dire sur des questions qui ont trait
essentiellement aux restructurations d'entreprises.

En 2001, au sein de l'Europe des Quinze, on a enregistré plus de
600.000 licenciements collectifs au sens strict. En Belgique
aujourd'hui, le chômage augmente beaucoup en Flandre et il se
maintient à un niveau significativement élevé à Bruxelles comme en
Wallonie. Le sentiment général est un sentiment d'insécurité sociale
qui devient permanent, un véritable sentiment d'urgence. La
Confédération européenne des syndicats, dans le livre vert sur la
responsabilité sociale des entreprises qu'elle a édité, constate, elle,
que les restructurations n'atteignent pas les objectifs fixés par la
direction de l'entreprise elle-même dans un nombre considérable de
cas. Ainsi, il y a eu des fusions-acquisitions à hauteur de 8.239
expériences de ce type en 1991 et ce chiffre est passé à 12.796 en
1999. Il est démontré que ces fusions-acquisitions n'augmentent
donc pas toujours ni la productivité, ni l'innovation, ni la richesse
produite par ces entreprises. Dans plus de 50% des cas, les
recherches diagnostiquent un échec de la fusion-acquisition, avec
une diminution de la part de marché et une diminution de l'innovation
ou de la Recherche et Développement dans l'entreprise concernée.

03.20

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Ik sluit mij aan
bij de opmerkingen van mevrouw
D'Hondt, die al eerder door de
heer Jean-Jacques Viseur werden
geformuleerd, met betrekking tot
de gehanteerde methode van de
programmawetten als nieuwe
manier van besturen. Er worden
almaar vaker programmawetten
ingediend; het is immers al de
tweede in vier maanden tijd.

Uzelf mijnheer de Voorzitter, was
zeer kritisch voor onze assemblee
in De Morgen. U beloofde de
journalist een fles champagne te
zullen betalen als hij tien
parlementsleden op 150 zou
vinden die alle artikelen van een
ter bespreking voorliggende wet
zouden hebben gelezen. Ik zou
veeleer een fles champagne
betalen aan de voorzitter van de
Kamer die het zou aandurven om
te weigeren dat die verwerpelijke
manier van werken via
programmawetten, inhaalwetten
voor ministers die als ware
cowboys te werk gaan en een
slordige regering, voor de tweede
maal in vier maanden tijd aan
onze assemblee wordt
opgedrongen.

Ik wil het woord nemen in verband
met de artikelen 47 tot 51 en 59
tot 64 van de programmawet, die
voornamelijk betrekking hebben
op de herstructurering van
ondernemingen.

In 2001 registreerde men in het
Europa van de Vijftien meer dan
600.000 collectieve ontslagen.
Vandaag stijgt de werkloosheid
fors in Vlaanderen en handhaaft

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

C'est donc la preuve et c'est là une remarque liminaire qu'il faut
s'émanciper à tout prix de la rationalité économique dominante qui
est aujourd'hui celle des firmes privées, pour remettre à l'honneur
une rationalité économique centrée sur la restauration d'un sentiment
de sécurité minimal dans les domaines de l'emploi et du travail,
sentiment de sécurité qui, aujourd'hui, me paraît clairement avoir
disparu.

Sur ces questions de restructurations d'entreprises qui font le
chapitre I du titre IV de la loi-programme, on n'est malheureusement
pas, madame la vice-première ministre, à la première tentative. J'ai
même l'impression que l'on est face à une succession d'actes
manqués depuis qu'on parle de ce type de réglementation dans notre
assemblée.

Ainsi, si nous retournons à l'exposé des motifs de la loi du 13 février
1998, en son chapitre 7 consacré, je cite explicitement le titre, ce qui
n'est pas sans importance, "aux licenciements collectifs", on peut
lire...

zij zich op een hoog peil in
Brussel en Wallonië. Aldus
ontstaat een permanent gevoel
van maatschappelijke
onzekerheid, een ware
noodsituatie.

03.21 Laurette Onkelinx, ministre: Là, je n'étais pas nommée.

C'était Mme Smet, c'était l'ancien gouvernement. Vous ne suivez
plus l'actualité.

03.22 Vincent Decroly (indépendant): Non, je dois déjà être un petit

peu dépassé. Voyant à plusieurs endroits "la ministre", je n'ai pensé
qu'à vous. Cela doit être une déformation. Ainsi, la ministre de
l'époque disait: "Ce chapitre sur le licenciement collectif comporte
plusieurs modifications relatives à la réglementation sur le
licenciement collectif. Les dispositions de ce chapitre ont pour
objectif d'améliorer l'efficacité des dispositions qui garantissent le
droit à l'information et à la consultation des travailleurs et de leurs
représentants en cas de licenciement collectif et de fermeture
d'entreprise." J'ai l'impression que cette présentation générale
pourrait être reprise à peu près mot pour mot pour présenter la ligne
générale du projet qui nous est soumis aujourd'hui en matière de
licenciements collectifs.

Il est vrai qu'il y a eu beaucoup de tentatives dans ce domaine-là. Il
faut remonter à 1972, à la convention collective de travail n° 9 du 9
mars 1972, qui a été suivie par une directive européenne 129 du 17
février 1975 révisée en 1992 et encore en mars 2002, il faut aussi
remonter à la convention collective de travail n° 24 du 2 octobre
1975 ou encore à l'arrêté royal du 24 mai 1976 pour trouver les
sources des différentes tentatives de réglementation ou de limitation
des dégâts en la matière.

De façon générale, l'impression qui se dégage de ces diverses
sources et tentatives est que la protection est trop faible. C'est
évident, ne serait-ce qu'empiriquement au vu des derniers dégâts
enregistrés à Vilvorde, à la Sabena ou ailleurs. La protection est trop
faible parce que les dispositifs sont insuffisamment dissuasifs, la
violation de ces dispositifs et des procédures n'entraînant pas en
général l'invalidation du licenciement programmé. Par ailleurs, les
amendes sont de trop faible incidence sur le budget d'une société,
notamment lorsqu'il s'agit d'une société transnationale, le recours à
l'emprisonnement apparaissant comme une option tout à fait
théorique.

03.22

Vincent Decroly

(indépendant): Het Europees
Vakverbond heeft vastgesteld dat
met de herstructureringen in een
groot aantal gevallen niet de
vooropgestelde doelstellingen
worden bereikt. Dat is het beste
bewijs dat men moet afstappen
van de overheersende
economische logica, die van de
particuliere ondernemingen, en
moet redeneren vanuit een andere
logica, die ertoe strekt
werkzekerheid in te voeren. In
verband met die kwesties is men
jammer genoeg niet aan zijn
proefstuk toe. Er is veeleer sprake
van een opeenvolging van
mislukkingen. Uit de memorie van
toelichting van de wet van 13
februari 1998 blijkt dat er vooral
naar gestreefd werd de
bepalingen met betrekking tot de
informatie van de werknemers in
geval van collectief ontslag te
verbeteren. Men zou dezelfde
formulering kunnen overnemen bij
de voorstelling van het ontwerp
dat thans voorligt. Er werden vele
initiatieven met die strekking
genomen. Over het algemeen
ontstaat de indruk dat de
bescherming te zwak is omdat de
regeling waarin werd voorzien

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mais revenons-en, si vous le voulez bien, à cette loi du 13 février
1998 qui ciblait quand même très clairement les licenciements
collectifs comme enjeu. C'est ce qu'on trouve aux pages 13 et 23 du
rapport de l'époque rédigé par Mme Greta D'hondt. C'est même le
titre du chapitre 7 de la loi du 13 février 1998. Là où je me pose les
premières questions, c'est dans le fait que le libellé des articles 46 à
50 ou désormais 47 à 51 du projet tel qu'adopté en commission,
restreint, comme votre exposé des motifs, le champ d'application de
la loi. On a l'impression que les délocalisations sont exclues sous
prétexte, selon vous, que "le phénomène semble en pratique souvent
difficile à déterminer et à établir". Vous indiquez aussi que "cela irait
à l'encontre des principes du droit européen".

onvoldoende afschrikt en niet tot
een nietigverklaring van de
geplande ontslagen leidt. De wet
van 13 februari 1998 was bedoeld
om collectief ontslag tegen te
gaan. De artikelen 47 tot 51 van
voorliggend ontwerp, zoals ze
thans zijn geformuleerd, beperken
het toepassingsgebied van de wet
door de delokalisaties ervan uit te
sluiten, met als argument dat het
verschijnsel moeilijk te
omschrijven valt en dat het
gevaar bestaat dat een en ander
strijdig met het Europees recht
zou zijn.

03.23 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Decroly, je ne vous

laisse pas terminer, car tout ce que vous dites est totalement inexact.

Je ne peux que souscrire au constat qu'il faut un travail permanent
dans le sens d'une plus grande sécurité des travailleurs. Mais vous
confondez deux choses.

Vous confondez tout le travail de sécurité juridique autour des
notions de licenciement collectif et de fermeture d'entreprise.

Je l'ai dit en commission, avec, je crois, l'accord de tous les
commissaires: avec la notion de fermeture d'entreprise, vous
pourrez, au contraire, mieux protéger les travailleurs victimes de
délocalisation, non seulement dans l'entreprise, mais aussi d'une
partie de l'entreprise.

03.23

Minister

Laurette

Onkelinx: Wat u zegt, klopt niet.
U haalt alles door elkaar! Wij
willen de werknemers beter
beschermen wanneer een bedrijf
geheel of gedeeltelijk wordt
gedelokaliseerd.

03.24 Vincent Decroly (indépendant): En effet mais, dans votre

exposé des motifs, vous indiquez et je cite en ce qui concerne les
délocalisations: "Le phénomène semble en pratique souvent difficile
à déterminer; cela irait à l'encontre des principes du droit européen".
Cela me paraît une reconnaissance relativement lucide du fait
qu'effectivement, ce droit européen, basé sur la libre circulation des
capitaux, des services, des travailleurs et des personnes ne sert pas
fondamentalement les intérêts de stabilité minimum des travailleurs.

Cependant, je regrette, et je sais que les ministres socialistes ont
vraiment le "chic" pour faire ce genre de choses qu'on rejette sur le
droit européen ou sur des instances européennes des responsabilités
qui sont au moins partiellement celles des mêmes ministres
socialistes qui ont été à la source, au cours des dix dernières années,
de la construction de ce droit européen.

03.24

Vincent Decroly

(onafhankelijke): In de memorie
van toelichting zegt u evenwel dat
het verschijnsel van de
delokaliseringen moeilijk te
omschrijven valt en u verwijst
naar het Europees recht, alhoewel
u heel goed weet dat het de
werknemers niet dient. De
Europese instellingen zijn voor u
een alibi.

03.25 Laurette Onkelinx, ministre: Citez ma phrase dans son

contexte!
Vous mélangez tout, vous ne connaissez pas le dossier. Je ne vous
en veux pas. On ne peut pas être spécialiste en tout. Vous n'avez
pas participé à la discussion en commission si bien que vous ne
connaissez pas les nuances.

Tout ce que j'ai dit, c'est que nous devons, au contraire, être à

03.25

Minister

Laurette

Onkelinx: U kent het dossier niet.
We hebben op Europees niveau
het voortouw genomen, waar we
de wet-Renault als richtlijn hebben
kunnen doorduwen. Ik heb in de
commissie uitgelegd dat, dankzij
een nieuwe omschrijving van het

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'avant-garde.

Comme vous ne le savez peut-être pas, quand nous avons été à la
présidence de l'Union européenne, au niveau social, nous avons
imposé la loi "Renault" comme une directive de protection des
travailleurs et elle s'applique maintenant partout en Europe.

Nous sommes constamment à l'avant-garde.

Ce que j'ai expliqué en commission, c'est la différence de notion
entre licenciement collectif et fermeture d'entreprise et j'ai dit que,
grâce à la nouvelle notion, nous allions pouvoir véritablement
protéger les travailleurs que nous voulons protéger, c'est-à-dire ceux
qui sont victimes de délocalisation, en précisant que ce n'est pas
seulement pour les entreprises, les sièges centraux mais également
pour des unités d'exploitation ou de production. C'est vraiment le
contraire de ce que vous dites.

begrip delokalisering,

werknemers die er slachtoffer
dreigen van te worden, beter
beschermd zullen zijn.

03.26 Vincent Decroly (indépendant): C'est ce que vous voudriez

que l'on croie, madame la vice-première ministre.

03.27 Laurette Onkelinx, ministre: Il suffit de lire le texte, Monsieur

Decroly.

03.28 Vincent Decroly (indépendant): Ce n'est pas du tout ce qui est

dans le texte et c'est là que je veux en venir, si vous me permettez
de continuer.

03.28

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Dat kunnen we
niet uit de tekst opmaken.

03.29 Laurette Onkelinx, ministre: Ce n'est pas à moi de vous

permettre de continuer, c'est au président de la Chambre. Je tiens
simplement, pour le rapport, à constater que vous dites des choses
qui vont à l'encontre de la vérité.

03.29

Minister

Laurette

Onkelinx: Dat zijn loze
beweringen.

03.30 Vincent Decroly (indépendant): Madame la vice-première

ministre, vous dites aussi, toujours dans la justification de vos projets
que légiférer en matière de délocalisation de façon plus précise dans
l'esprit de 1998 pourrait aussi effrayer les futurs investisseurs en
Belgique. C'est écrit! Ce ne sont pas des ministres VLD ou des
parlementaires de droite qui ont avancé ce type d'objection. Il vient
de votre texte ou de votre bouche en commission!

03.30

Vincent Decroly

(onafhankelijke): U heeft in de
commissie gezegd dat een
preciezere wetgeving
investeerders in België zou
kunnen afschrikken.

03.31 Laurette Onkelinx, ministre: Mais non! Je vais reprendre...

03.32 Vincent Decroly (indépendant): Vous pouvez peut-être

maintenant prétendre qu'il n'en est pas ainsi mais je lis les rapports
de la commission...

03.33 Laurette Onkelinx, ministre: Vous ne savez pas de quoi vous

parlez! C'est gênant pour une discussion importante sur un sujet
important pour lequel les partenaires sociaux et les organisation
syndicales ont été plus que contents. S'il y a bien un processus de
sécurisation des travailleurs, c'est aussi grâce à notre modèle social,
au travail avec les partenaires sociaux que nous pouvons y arriver.
Eux, en tout cas, estiment que c'est un bon projet!

03.33

Minister

Laurette

Onkelinx: U weet niet waarover
het gaat! De sociale partners
vonden dit een goed ontwerp.

03.34 Vincent Decroly (indépendant): Madame la ministre, en page

20 du document 2343 projet de loi-programme déposé le 10 mars

03.34

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Ik verwijs naar

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003 devant notre assemblée , vous écrivez la chose suivante. Je
vous cite intégralement car il ne faut quand même pas user
d'arguments d'autorité ici. Vous pouvez peut-être le faire avec un
parlementaire néophyte de quelques mois mais pas avec un
parlementaire qui siège depuis 8 ans. "On pourrait opter pour
élaborer une réglementation dans laquelle le terme délocalisation est
défini de manière restrictive et est sanctionné". Personnellement,
j'estime qu'une telle solution serait bonne. Vous ajoutez et ce n'est
pas M. Verwilghen ou M. Daems qui parle , je continue à vous citer,
"Mais ce phénomène semble, en pratique, souvent difficile à
déterminer et à établir". Cela, je ne le nie pas mais vous ne m'avez
même pas laissé continuer mon raisonnement. "En outre, une telle
réglementation irait assurément à l'encontre des principes du droit
européen en ce qui concerne le marché intérieur (libre circulation des
capitaux, des biens, des services, des travailleurs) et à la
concurrence sévère menée au niveau européen. Une telle
réglementation pourrait aussi effrayer les futurs investisseurs en
Belgique".

bladzijde 20 van het verslag. U
schrijft daar dat men zou kunnen
kiezen voor een restrictieve
omschrijving van de
delokalisering. U zegt dat de
delokalisering moeilijk vast te
stellen is, wat ik niet zal
ontkennen. Ik betreur echter dat u
denkt dat dit soort reglementering
strijdig is met het Europees recht
inzake de interne markt en dat ze
het concurrentievermogen
schaadt, wat investeerders zou
kunnen afschrikken.

03.35 Laurette Onkelinx, ministre: Quel est notre but avec ce projet

de loi? Vous le savez, c'est essayer d'imposer le respect des
travailleurs, particulièrement dans des moments où l'acteur
"employeur" veut procéder à une restructuration ou une
délocalisation. Le projet vise à permettre de considérer les
travailleurs comme étant le premier partenaire: d'abord l'informer
plutôt qu'il l'apprenne par la presse , négocier avec lui une
alternative et, si l'ensemble des conditions ne sont pas respectées,
imposer à l'employeur, non seulement les sanctions de 1998, mais
aussi celles qui étaient prévues à l'époque mais qui n'ont jamais été
inscrites dans le droit. D'accord?

03.35

Minister

Laurette

Onkelinx: Dit ontwerp strekt ertoe
de naleving van de rechten van
de werknemers af te dwingen,
wanneer de werkgever een bedrijf
wil herstructureren of
delokaliseren. De werknemer staat
centraal in dit ontwerp en, indien
zijn rechten niet worden
nageleefd, gelden de
strafbepalingen van de wet van
1998 en andere.

03.36 Vincent Decroly (indépendant): Imposer les sanctions de

1998? Vous supprimez l'article 70, nous allons y venir! Il y a quand
même des jeux de substitution et des questions qui se posent à ce
sujet.

03.36

Vincent Decroly

(onafhankelijke): U heeft toch
artikel 70 geschrapt?

03.37 Laurette Onkelinx, ministre: Je termine ma phrase! On retire

l'article 70 parce que, au contraire, on l'insère dans la loi. Cette loi-ci
est enfin l'exécution de ce qui était prévu en 1998.

03.37

Minister

Laurette

Onkelinx: Om het in de wet in te
voegen! Ik wil niet langer met u
discussiëren. U bent incompetent
en u zegt alsmaar: "U moet
maar...", terwijl u niet wil onder
ogen zien welke weg wij al hebben
afgelegd.

03.38 Vincent Decroly (indépendant): Non!

Président: Joos Wauters.

Voorzitter: Joos Wauters.

Madame la ministre, je vais vous dire ce que vous supprimez dans la
loi de 1998. Parfois, vous le remplacez ici. Mais, nous pourrons
poursuivre le dialogue.

03.39 Laurette Onkelinx, ministre: Avec quelqu'un qui ne connaît

pas le dossier, qui est incompétent, c'est une gageure!

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

03.40 Vincent Decroly (indépendant): Les arguments d'autorité et le

"wishful thinking" de la propagande arc-en-ciel, je connais. Et "je
peux là contre!"

03.41 Laurette Onkelinx, ministre: Un parlementaire qui ne connaît

pas le dossier et qui dit des grands mots creux, cela ne vaut pas non
plus la peine!

03.42 Vincent Decroly (indépendant): Non, non, non! Je ne dis pas

des mots creux! Je vous cite textuellement à la page 20 du
document 2343.

03.43 Laurette Onkelinx, ministre: Je suis bien obligée de vous

écouter mais je ne discute pas avec quelqu'un qui ne connaît rien! Je
vous écoute parce que j'y suis obligée, mais ...

03.44 Vincent Decroly (indépendant): Document 2343 qui est votre

texte.

03.45 Laurette Onkelinx, ministre: ...il est pénible de travailler dans

ces circonstances.

03.46 Vincent Decroly (indépendant): Non, mais gardez vote calme!

03.47 Laurette Onkelinx, ministre: Cela me permet de vous écouter

mais pas de vous répondre. Cela n'en vaut pas la peine.

03.48 Vincent Decroly (indépendant): Prenez un peu d'eau afin que

nous puissions continuer avec le minimum de convivialité qui
s'impose entre gens sérieux!

03.49 Laurette Onkelinx, ministre: Ce n'est pas un manque de

sérieux! C'est que cela me pose des difficultés.

03.50 Vincent Decroly (indépendant): Ecoutez quand même ce que

j'ai à vous dire...

03.51 Laurette Onkelinx, ministre: Non! Je suis obligée d'être là,

mais je ne veux pas vous écouter.

03.52 Vincent Decroly (indépendant): ...parce qu'un certain nombre

de travailleurs qui pourraient être ici occupés à vous écouter auraient
...

03.53 Laurette Onkelinx, ministre: (...) et mon travail. Vous, de

votre banc, vous ne savez que dire "Il n'y a qu'à, il n'y a qu'à, il n'y a
qu'à, il n'y a qu'à", tandis qu'il existe des gens sérieux qui, eux, font
avancer les choses.

03.54 Vincent Decroly (indépendant): Au bénéfice des travailleurs?

Mais ils ont fait l'expérience, au cours des dernières années
notamment, d'un certain nombre de reculs et de compromis qui
n'étaient pas toujours à leur avantage. Ils savent qu'en partie, ils
vous le doivent ainsi qu'au parti socialiste.

03.54

Vincent Decroly

(indépendant): Ik ben het met u
eens dat

het begrip

"delokalisering" moeilijk te
omschrijven valt. Temeer daar
sluitingen van ondernemingen

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mais, je vais poursuivre. Sur votre première objection, au maintien
de la notion de délocalisation et tout ce qui tourne autour de ce que
vous appelez la difficulté à déterminer et à établir cette notion. Il est
vrai, je vous l'annonçais il y a cinq minutes, que des fermetures sont
le plus souvent travesties en faillites. Il est vrai aussi que l'aspect
chronologique du processus est souvent important. Par exemple, si
on remplace un amortissement programmé sur 8 ans par un
amortissement programmé sur 3 ans, le remboursement des
capitaux prêtés et des intérêts va évidemment subitement grever
dangereusement les résultats de l'entreprise.

Par ailleurs, aujourd'hui, des filiales sont de plus en plus souvent
mises délibérément en faillite par des maisons-mères ou des
donneurs d'ordre vis-à-vis desquels elles sont dans une relation de
dépendance commerciale totale ou très grande. C'est notamment le
cas lorsque le principal client d'une entreprise est aussi son
actionnaire principal.

Je voudrais citer deux exemples qui me paraissent particulièrement
illustrer ce type de mécanisme qui fausse, en fait, la réalité d'une
faillite et qui crée une espèce de sentiment de fatalité face à des
annonces de restructuration. Pourtant, il n'y a pas fatalité si on prend
la peine d'analyser ce type de mécanismes et la manière dont ils
agissent. Je voudrais vous parler d'une entreprise de Hal qui
s'appelle Break et qui est organisée en un centre de profit et un
centre de coûts. Le centre de profit s'appelle Break Invest et le centre
de coûts Break S.A.

Le premier est propriétaire des machines et des outils, des bâtiments
et du terrain sur lequel l'entreprise développe ses activités, alors que
le second paie les salaires, loue les machines et les bâtiments au
premier.

Un autre exemple, c'est la pratique des prix de cession interne dans
le cadre de marchés internes. Concrètement, une entreprise
automobile, VW-Allemagne par exemple, vend des pièces
surfacturées à VW-Forest. Des bénéfices peuvent ainsi être
subrepticement rapatriés vers la maison-mère. Cela a pour
conséquence, dans le cas de l'organisation respective en centre de
profits et en centre de coûts comme dans le cas de la technique des
prix de cession interne, de toujours maintenir certaines filiales "juste
ce qu'il faut" la tête hors de l'eau et de créer, au sein de ces filiales,
une espèce de climat de survie ou de quasi-survie qui permet aux
directions d'entreprise de refuser toute amélioration locale aux
travailleurs, notamment en matière de réduction du temps de travail,
et, à terme, de légitimer comme inévitables des restructurations.

C'est face à cette forme de gangstérisme social et économique que
l'on se trouve à l'heure actuelle. C'est face à cela qu'il faudrait
certainement, à mon avis, intégrer bien davantage aujourd'hui le
facteur spatial, et vous voyez que je rejoins à cet égard certaines de
vos préoccupations. Il s'agit de la nécessité d'intégrer, dans
l'évaluation du caractère "justifiable" d'une faillite, une évaluation de
la situation globale du groupe et pas seulement de la filiale ou de la
division concernée, une évaluation du caractère réel des difficultés
financières ou, au contraire, de leur caractère "construit" parfois tout
à fait artificiellement. Dans certains cas, une entreprise ferme à un
endroit donné de la planète alors que d'autres divisions de la même

vaak plaatsvinden onder het mom
van een faillissement.

Vooreerst is het chronologisch
aspect van het proces belangrijk,
wanneer men bijvoorbeeld een op
8 jaar geplande afschrijving
vervangt door een afschrijving op
drie jaar en dat leidt tot een
onverwachte terugbetaling van het
geleende kapitaal, wat de
resultaten negatief zal
beïnvloeden.

Voorts laat men almaar vaker
dochterondernemingen bewust
failliet gaan, bijvoorbeeld wanneer
de belangrijkste klant van de
onderneming ook de grootste
aandeelhouder is.

Geconfronteerd met de sociale
maffia zou men ook rekening
moeten houden met de ruimtelijke
factor om tot een allesomvattende
evaluatie van een groep en van
haar werkelijke financiële
moeilijkheden te kunnen komen.

Wanneer men vaststelt hoeveel
de delokaliseringen aan de Staat
kosten, kan men zich afvragen of
u niet wat meer inspanningen had
kunnen leveren om dat begrip te
objectiveren. Uw regering heeft
bakzeil gehaald.

De regering heeft wel haar best
gedaan om de sociale bijdragen
voor de ondernemingen te
verminderen en om 41 bilaterale
investeringsovereenkomsten te
ratificeren. U kan de investeerders
meedelen dat u ze echt heeft
bevoordeeld en dat u hen in
voorliggend ontwerp veel meer
garanties geeft dan de
werknemers.

Uit uitstekende studies blijkt dat er
geen verband is tussen
mededinging en nieuwe jobs; de
steun die wordt verleend is een
geschenk voor de werkgevers
waarmee de winst op peil wordt
gehouden en aan de
aandeelhouders dividenden
kunnen worden betaald.

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

entreprise ailleurs sont parfaitement rentables.

Oui, madame la vice-première ministre, ce genre de phénomène est
parfois difficile à objectiver, je vous le concède sans aucune forme
d'hésitation. Mais face à la note qui est extrêmement lourde au
niveau européen je rappelais quelques chiffres assez effrayants en
début d'intervention , face au fait surtout que c'est le monde du
travail ou les caisses publiques de sécurité sociale et de chômage
entre autres, qui assument les conséquences, quand ce ne sont pas
des collectivités locales ou régionales, par exemple quand il s'agit
d'assainir ou de dépolluer un site d'entreprise disparue, face à ce
genre de factures qui sont toujours à payer, soit par les pouvoirs
publics, soit par les travailleurs eux-mêmes, un effort d'objectivation
ne méritait-il pas d'être réalisé au-delà de ce qui a été tenté?

L'impression qui est donnée par votre texte comme par le dispositif
proposé dans le projet de loi-programme, c'est qu'au fond, face à la
difficulté, votre gouvernement bat en retraite et limite le champ
d'application, non pas aux licenciements collectifs et aux
délocalisations, mais aux seules fermetures d'entreprises.

Alors vous allez me dire ou en tout cas, pour ne pas relancer de
polémique avec vous, votre texte de la page 20 du document 2343
va me dire: "Oui, mais les investisseurs, la compétitivité, l'attractivité
de notre pays au regard des autres économies". D'abord, il faut se
demander s'il est bien normal qu'un investisseur, au moment de
réaliser un investissement, au moment où il s'installerait en Belgique
par exemple, pense déjà aux conditions du désinvestissement. Il y a
là déjà un problème de logique voire, si une pareille hypothèse
devait se vérifier, un problème de morale.

Votre gouvernement arc-en-ciel n'a-t-il pas fait suffisamment d'efforts
au profit des investisseurs depuis quelques années en matière de
réduction de cotisations sociales des investisseurs ou des entreprises
ou encore, pour revenir sur un sujet qui me tient particulièrement à
coeur dans le contexte actuel de mondialisation, en matière d'accords
bilatéraux sur l'investissement qui ont été votés avec un zèle inédit
par votre majorité? Il y a eu 41 accords bilatéraux sur
l'investissement votés entre 1999 et 2003, 43 si j'y ajoute ceux qui
sont au menu de notre assemblée pour la semaine prochaine, alors
qu'une bonne septantaine seulement ont été signés ces 30 dernières
années. Cette rage ratificatoire peut donner le vertige. Vous pouvez
franchement dire aux investisseurs que vous avez fait tous les efforts
possibles et imaginables en leur faveur, en faveur d'une plus grande
déréglementation, d'une plus grande ouverture à la délocalisation,
d'une meilleure possibilité pour les sociétés transnationales de
projeter leurs capitaux et de rapatrier leurs dividendes comme elles
l'entendent ou de bouger plus facilement en fonction des
réglementations sociales et environnementales entre lesquelles elles
ont pris l'habitude de slalomer. Je pense vraiment que dans la
manière dont votre gouvernement a travaillé depuis quatre ans, il y a
vraiment, de ce point de vue, bien plus de garanties pour les
propriétaires, les investisseurs et les chefs d'entreprise que pour les
travailleurs.

Vous allez encore dire: "Oui, mais qu'en est-il de l'attractivité de la
Belgique pour les investisseurs?" Certaines études produites sur le
sujet me semblent particulièrement intéressantes: elles démontrent

De werkgevers willen niet weten
van de Rosetta-plannen die
nagenoeg niets kosten, omdat een
daling van de arbeidskost
modernisatie, vernieuwing en
automatisatie in de weg staat. De
arbeidskost verminderen leidt niet
tot nieuwe banen.

Ook de buurlanden doen aan
loonmatiging,

hoe kan de

concurrentiepositie van België dan
worden verbeterd? Er doet zich
een harmonisatie naar beneden
voor.

Mijn eerste kritiek betreft de
beperking van het
toepassingbereik van de
wetgeving die bedoeld is om
daden die van sociale wreedheid
getuigen, te bestraffen of te
voorkomen. De tweede kritiek
luidt dat u, aangezien artikel 49
van de programmawet artikel 70
van de wet van 13 februari 1998
vervangt, van een stelsel van
administratieve straffen overgaat
naar een stelsel van gerechtelijke
straffen.

Betekent dit dat de straffen
slechts van toepassing zullen zijn
in geval van sluiting en niet langer
in geval van collectief ontslag in
de zin van de artikelen 62 tot 70
van de wet van 1998?

Waarom geeft u de voorkeur aan
de uitspraak van een rechter
boven de evaluatie van de
administratie?

Minister Picqué daarentegen
bereidt administratieve straffen
voor waar de gemeenten gebruik
van zouden kunnen maken om
bepaalde overtredingen te
bestraffen. Waarom kan niet voor
de bescherming van de sociale en
economische orde wat kan voor
de bescherming van de openbare
veiligheid? Waarom kan een
werkloze die een overtreding heeft
begaan een administratieve straf
krijgen en een werkgever niet?
Waarom gaat u ervan uit dat de

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

que le vieil adage "investissement d'aujourd'hui égale profit de
demain égale emploi d'après-demain" n'est pas du tout justifié
scientifiquement, pas plus qu'il n'est vérifié empiriquement.
Scientifiquement parlant, ce genre de postulat est au contraire
démonté par le professeur Plasman de l'ULB qui a démontré que
bien des cadeaux aux entreprises, notamment fiscaux, servent
essentiellement à maintenir le taux de profit à bon niveau et à
alimenter les dividendes redistribués aux actionnaires.
Empiriquement, il s'avère de plus en plus clair c'est de notoriété
publique aujourd'hui que même dans les entreprises en bonne
santé économique et financière, on n'est pas à l'abri de certaines
restructurations et de certains licenciements, même collectifs.

Par ailleurs, l'augmentation des salaires, couplée avec une réduction
du temps de travail, stimule l'innovation et la modernisation et
permet une avancée en matière d'automatisation, ce qui peut être
tout à fait productif et intéressant.

Si la création d'un environnement attractif suffisait pour amener les
chefs d'entreprises à embaucher, je pense que cela se saurait. Le
plan "Rosetta" aurait alors eu beaucoup plus de succès qu'il n'en a
eu.

En fait, réduire le coût du travail ne crée pas d'emploi à court terme.

Voici donc ma première question, madame et monsieur les ministres.
La Belgique applique, comme la plupart de ses pays voisins, une
politique d'emploi axée sur la réduction du coût salarial. Le fait que la
plupart des pays voisins fassent la même chose n'est-il pas de nature
à neutraliser l'effet positif attendu de ce genre de politique?
Comment cette politique pourrait-elle apporter un "avantage
concurrentiel" à notre pays, à ses entreprises et à ses travailleurs?
Au niveau des entreprises, comment cela pourrait-il se réaliser,
puisque tous les pays font la même chose?

C'est la première des huit questions que je voudrais vous poser. Je
pense qu'il y a là une espèce de pétition de principe, de postulat
selon moi éminemment discutable, surtout dans la mesure où,
comme les autres pratiquent de la même manière, au bilan, cela ne
peut mener qu'à une spirale vers le bas et à une harmonisation à la
baisse des conditions auxquelles les travailleurs doivent faire face.

Voici donc ma première critique, et c'est à cela que je veux résumer
la première partie de mon intervention. Vous pouvez, madame la
ministre me démentir, mais sur texte et non sur vos intentions ou vos
souhaits ou ce que vous pensez utile et nécessaire. Sur base du
texte, tout se passe comme si le champ d'application de la législation
censée réprimer ou prévenir ces actes de barbarie sociale que sont
les délocalisations et les licenciements collectifs, était désormais
restreint au seul cas de figure de la fermeture d'entreprise, ce qui est
effectivement peut-être plus "objectivable" et plus net à établir et à
déterminer, mais qui n'est qu'une sous-catégorie de l'ensemble des
situations prises en compte par la loi de 1998.

De ce point de vue, sauf si vous me démentiez, texte en main, je ne
pourrais que diagnostiquer un premier recul dans la proposition qui
nous est faite.

administratie per definitie
tendentieuze beslissingen neemt?

U neemt weer eens genoegen met
minder, u sluit uw ogen voor de
problemen en wast uw handen in
onschuld.

Waar het sinds meer dan een jaar
om gaat is dat wij geconfronteerd
worden met herstructureringen,
afdankingen, sluitingen en dus
een stijgende werkloosheid. Is het
zich beperken tot straffen over
procedure-aangelegenheden
daarop een afdoend antwoord? Er
is de wet van 1998, maar wanneer
de procedure wordt
gerespecteerd, kan nog worden
afgedankt zonder dat de
werkgever wettelijk aansprakelijk
wordt gesteld. Men houdt het bij
vergoedingen, brugpensioen, of
reconversiecellen. Volgens
sommigen zijn de
verbrekingsvergoedingen meer en
meer verdacht.

Bij Sabena zijn 17200
arbeidsplaatsen verloren gegaan;
volgens het Belgisch Federaal
Planbureau zullen 13.000 daarvan
in 2005 definitief verloren zijn
gegaan. De sociale schokken
worden dus niet opgevangen.
Zelfs de werkloosheidsuitkeringen
beschermen niet meer tegen
verarming! Waarom zou men de
bedrijven niet meer
verantwoordelijkheidszin
bijbrengen met betrekking tot het
scheppen of handhaven van
werkgelegenheid?

Zou de verplichting om degelijke
informatie te verstrekken niet
betrekking moeten hebben op de
groep, de moederonderneming of
de belangrijkste opdrachtgever?

Zouden we er niet beter aan doen
om net als in Duitsland aan de
vakbonden een vetorecht toe te
kennen tegen de kwalijke
gevolgen van de economische
oorlog? Moet men de werkgevers
er niet toe verplichten aan de
vakbonden een plan ter

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

La deuxième critique que je voudrais adresser est la suivante. Même
là où vous conservez un dispositif de sanctions, vous passez de la
notion de sanction administrative qui me paraît une notion déjà
existante à la notion de sanction judiciaire. Cela ne me paraît pas
du tout une évolution neutre que cette évolution inscrite à l'article 48
du projet de loi-programme. Je crois qu'après adoption en
commission, c'est maintenant le n° 49. Cet article 49 supprime et
c'est ce que je voulais modestement vous signaler l'article 70 de la
loi du 13 février 1998.

Je voudrais rapidement vous lire l'article 70 car il me paraît valoir
son pesant d'or: "Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des
ministres, imposer le remboursement des aides accordées par le
gouvernement fédéral aux employeurs lorsque ceux-ci procèdent à
des licenciements collectifs" on est bien dans ce cadre-là au sens
de l'article 62,5° "sans respecter les conditions imposées par
l'article 66, §1, alinéa 2. Le Roi détermine la période sur laquelle
portent ces remboursements. Ces derniers ne peuvent excéder le
montant des aides afférentes aux 5 années civiles qui précèdent
celle au cours de laquelle a débuté la période de 60 jours visée à
l'article 62, 5°".

On voit que, lorsque le législateur veut préciser les choses et garantir
le maximum de clarté dans son texte, il est capable de réaliser des
choses intéressantes.

Je poursuis ma lecture de cet article: "Le Roi détermine ce qu'il faut
entendre par "aides accordées par le gouvernement fédéral". Il
détermine également les modalités du remboursement. Avant
d'exercer les pouvoirs qui Lui sont conférés par le §1

, le Roi prend

l'avis du Conseil national du travail".

Cet article 70 est abrogé. Il disparaît en vertu de l'article 48 de ce
projet de loi-programme. Pourriez-vous m'éclairer je ne demande
qu'à être informé sur la signification exacte de cette abrogation de
l'article 70 de la loi de février 1998, contenue dans l'article 48 de la
loi-programme? C'est ma deuxième question parce qu'on se
demande si, par hasard, le résultat de cela ne serait pas une
suppression de la possibilité de sanctions en tout cas à ce niveau, en
cas de licenciement collectif?

Vous n'allez pas me dire que la notion de licenciement collectif est
vague. Elle est extrêmement bien précisée dans l'article 62 de la loi
que je viens de citer. On y définit de manière très précise ce qu'est
un licenciement collectif au point 5°: "Tout licenciement pour un ou
plusieurs motifs non inhérents à la personne du travailleur qui
affecte, au cours d'une période de 60 jours, un nombre de
travailleurs au moins égal à 10 dans les entreprises occupant en
moyenne plus de 20 et moins de 100 travailleurs, représentant au
moins 10% du nombre de travailleurs dans les entreprises occupant
en moyenne au moins 100 et moins de 300 travailleurs, au moins
égal à 30 dans les entreprises occupant en moyenne au moins 300
travailleurs, chaque fois pendant l'année civile précédant le
licenciement".

La notion est claire, elle est définie par 9 articles de la loi de 1998,
les articles 62 à 70. Je pense qu'il serait important que vous précisiez
si, oui ou non, cette notion de licenciement collectif, au lendemain de

bescherming van de
werkgelegenheid voor te leggen?
Als men zich niet aan de
procedure houdt, waarom worden
de ontslagen dan niet nietig
verklaard, zoals dat in Frankrijk
het geval is?

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'adoption par notre assemblée de cette loi-programme, restera dans
le champ d'application des sanctions éventuelles pour non-respect
des procédures d'information et de consultation?

Ma troisième question vous m'avez vu venir est la suivante.
Cette évolution de la notion de sanction administrative à la notion de
sanction judiciaire me paraît discutable. Je ne vois pas en vertu de
quoi on préfère le verdict d'un juge à l'évaluation par votre
administration et par le gouvernement de la réalité et des données
concrètes vérifiables d'une situation de fermeture ou, si cela tombe
encore sous le champ d'application de la loi, de licenciement collectif
ou de délocalisation?

(La ministre est au téléphone)

Vous êtes toujours parmi nous, madame la ministre?

03.55 Laurette Onkelinx, ministre: Oui, j'ai deux oreilles.

03.56 Vincent Decroly (indépendant): Je vous pose des questions et

je trouve que...

Monsieur le président, dois-je continuer à parler seul avec le
téléphone de Mme la ministre pour interlocuteur? Les choses
peuvent-elles se poursuivre comme cela pendant une demi-heure ou
pouvons-nous peut-être avoir une confrontation, peut-être dure mais
au moins productive, du point de vue parlementaire?

03.57 Laurette Onkelinx, ministre: Je n'ai pas envie de me lancer

dans une confrontation qui aurait dû avoir lieu en commission.
D'ailleurs, la plupart des questions que vous posez ont déjà été
posées en commission et ont déjà fait l'objet d'un débat et ont trouvé
réponse.

Le président: Continuez, monsieur Decroly.

03.58 Vincent Decroly (indépendant): Merci monsieur le président,

mais je demande quand même à Mme la ministre d'écouter
attentivement, avec l'oreille qui lui reste, les questions que j'ai à lui
poser car je pense que beaucoup de personnes seraient intéressées
par les réponses, les détails et éventuellement les clarifications
rassurantes qu'elle pourra apporter à notre assemblée.

Je pense donc que ce passage de la notion de sanction
administrative à celle de sanction judiciaire est très discutable. Vous
voyez que je ne veux pas polémiquer et je ne vais prendre comme
arguments que des arguments qui viennent de votre camp. Les
arguments de M. Picqué qui, pour le moment, se fait le promoteur
zélé dans notre assemblée, et en toute extrême urgence de fin de
législature, d'un projet de loi instaurant des sanctions administratives,
précisément, qui pourront être prises au niveau des communes pour
réprimer certaines infractions.

Quand on écoute M. Picqué et ceux qui promeuvent ce genre
d'évolution, qu'entend-on? Ils disent qu'il existe des sanctions
judiciaires, des arbitrages à faire par des magistrats, mais, ajoutent-
ils, reconnaissons quand même que c'est peu efficace et très lent,

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

qu'il y a un problème d'arriéré judiciaire qui n'est pas résorbable très
facilement et que ces sanctions administratives sont le seul remède
contre le sentiment d'impunité. Ce qui me paraît intéressant là-
dedans, c'est que, finalement, si on juxtapose les argumentations de
M. Picqué pour créer des sanctions administratives et le point de vue
du gouvernement, que vous répercutez, pour les supprimer par
l'article 48 qui abroge l'article 70, la synthèse de tout cela, c'est qu'en
matière de défense ou de protection de l'ordre public au sens
sécuritaire et pénal, les sanctions administratives ont du bon pour
votre gouvernement. Il s'en fait un promoteur tout à fait actif en cette
fin de législature alors que les sanctions administratives en matière
de ce qu'on pourrait appeler l'ordre public social et économique,
elles, sont soudain dévalorisées ou considérées comme moins
intéressantes.

En tout cas, je ne peux pas interpréter autrement, à moins que vous
ne me démentiez, l'abrogation, par l'article 48, de l'article 70 que j'ai
rappelée il y a un instant.

Par ailleurs, toujours à propos de ces sanctions administratives,
pourquoi un chômeur qui commet une infraction constatée, par
exemple, lors d'un contrôle de l'Office national de l'Emploi est-il
passible, à ma connaissance, de sanctions administratives alors
qu'un patron qui, lui, ne respecte pas les conditions minimales de
consultation et d'information des travailleurs avant de procéder à un
licenciement qui pourrait s'avérer comme éminemment contestable
peut-il avoir droit à des sanctions sur le mode judiciaire avec
procédure, magistrats, avocats de la défense, report de dossiers,
etc.?

Pourquoi préjuger du fait, madame la ministre, que seul dans notre
organisation étatique, un magistrat serait en mesure d'apprécier en
toute équité, en bon sens et en rationalité juridique une situation,
alors que l'administration, par contre, ferait l'objet d'une suspicion
légitime a priori d'arbitrage tendancieux?

Personnellement, je ne partage pas cette impression. En tout cas,
sur ce point de la suppression de l'article 70, mon impression mais
vous allez peut-être me démentir est que vous lâchez du lest, que
vous renoncez à une prérogative du politique au profit du judiciaire.
A mon avis, cela relève davantage de la politique de l'autruche et de
celle de Ponce-Pilate que d'une politique responsable. Il y a une
responsabilité sociale des entreprises, encore que ce concept soit
éminemment discutable, mais ce dont je suis certain, c'est qu'il y a
aussi et d'abord une responsabilité sociale des pouvoirs publics que
vous représentez.

Un troisième ordre de critique plus fondamental concerne l'enjeu de
ce dont nous discutons. Depuis plus d'un an, nous connaissons en
Belgique une série de restructurations, de licenciements collectifs, de
fermetures. Je le répète: dans notre pays comme dans d'autres, le
chômage tend à nouveau à augmenter. Il s'avère que ces emplois
perdus ne pourront pas renaître très rapidement ailleurs.

La disponibilité des postes de travail mais aussi la nécessité de se
former, de se reconvertir pour occuper ces postes, même s'ils
existaient en nombre suffisant, sont autant de problèmes réels. Là,
de nouveau, une critique de fond est celle consistant à se limiter à

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

des sanctions éventuelles qui seront dorénavant placées sous
arbitrage judiciaire, à des sanctions très probablement tardives pour
les mêmes raisons. Pourquoi se limiter à des sanctions de ce type
sur des questions de procédure? Est-ce réellement à la hauteur de
l'enjeu?

Le drame social de Renault Vilvorde en 1998 accouche de la loi sur
laquelle nous travaillons aujourd'hui. Mais au lendemain du drame
Sabena qui était sans commune mesure par rapport à la catastrophe
de Vilvorde, notre Parlement et votre gouvernement risquent de
n'accoucher que d'une petite réforme dont l'objectif avoué est
simplement de rendre la loi de 1998 plus effective, ce qui, je le
répète, reste à prouver. Je pense qu'on n'est pas à la hauteur. Au
fond, nous travaillons sur l'exigence que soit respectée une
procédure. Et alors? Si la procédure est respectée, que trouve-t-on à
la clef? Un licenciement. Mon problème à moi, c'est qu'à la lecture
de votre texte, ce licenciement pourra encore se faire sans obligation
ni responsabilité légale du patron au niveau reclassement,
sauvegarde du volume de l'emploi ou encore maintien des salaires.

On en reste à une procédure dans laquelle le temps c'est
l'expérience qui le montre joue malheureusement en faveur du
patron et l'incertitude contre les travailleurs, ces derniers finissant
même souvent par préférer une certitude au rabais, avec une
situation où l'on arrache les indemnités pour s'en sortir, à une
solution à conquérir de haute lutte.

On en reste donc finalement, même avec votre projet, à un dispositif
indemnitaire alors que finalement, dans la plupart des cas, il ne s'agit
pas seulement de ruptures de contrat mais de vies et de familles qui
sont brisées par ce genre d'événement grave. On en reste à des
solutions de prépension qui contredisent les lignes directrices
adoptées à Lisbonne sur l'employabilité. On en reste à des solutions
de type cellules de reconversion, qui font ce qu'elles peuvent mais
dont il faut bien reconnaître qu'elles sont généralement amenées à
intervenir dans un contexte où les gens sont psychologiquement et
économiquement à l'agonie.

Certes, il y a des pénalités, mais je ne peux pas me départir de
l'impression que, souvent, le patron peut se payer ce luxe des
indemnités. Finalement, il peut même les déduire anticipativement
de l'enveloppe sociale qu'il serait, malgré tout, amené à concéder. Et
encore! On entend aujourd'hui et je ne dis pas que c'est vous qui le
dites au sein de votre gouvernement ou dans les organes proches
de certaines factions de votre gouvernement comme la FEB, que les
indemnités de rupture ne devraient être mises que progressivement
à la disposition des travailleurs alors qu'ils y ont droit; on les
maintient ainsi en position basse, en position de demandeurs sur le
marché du travail. De plus, à propos de ces indemnités de rupture,
on dit, du côté de la FEB, qu'on devrait les activer, c'est-à-dire les
transformer en primes à l'embauche au profit d'employeurs qui
réengageraient des victimes de licenciements collectifs. C'est assez
énorme!

Dans les faits aujourd'hui, les gens de 35 à 50 ans restent le plus
souvent longtemps sur le carreau. Le Bureau fédéral du plan, à
propos de la Sabena, pronostiquait, il y a peu de temps, que sur un
total de 17.200 personnes ayant perdu leur emploi, en prenant

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'ensemble des emplois y compris les sous-traitants et ceux qui
agissaient en amont et en aval immédiat de la Sabena,
malheureusement 13.000 personnes n'auront pas retrouvé d'emploi à
l'horizon 2005; 13.000 sur 17.200, c'est quand même une proportion
extrêmement préoccupante!

Je veux d'ailleurs rappeler ici que cette majorité a refusé, à deux
reprises, la création d'un fonds social spécial pour l'aéronautique de
même qu'un moratoire européen sur la déréglementation dans ce
secteur. En France, où ce genre de données est recoupé, 60%
environ des licenciés sont toujours sans emploi trois ans après leur
licenciement. Il n'y a donc pas d'amortissement des chocs sociaux;
même les allocations de chômage remplissent de moins en moins
cette fonction puisqu'elles ne prémunissent plus contre la
paupérisation.

Ma quatrième question: pourquoi votre projet fait-il l'impasse sur
l'idée promue par beaucoup de responsabiliser plus réellement et
concrètement les entreprises quant à la création d'emplois ou, au
moins, quant au maintien de l'emploi existant pendant une période
donnée, avec des critères de ce type pour l'octroi d'aides publiques
ou inversement pour leur récupération forcée, même lorsque la
délocalisation, le licenciement collectif ou la fermeture sont décidés
dans le respect de la procédure. Pourquoi n'irait-on pas plus loin
dans la restauration d'un minimum de sécurité dans le champ de
l'emploi et du travail dans notre société?

J'en arrive à ma cinquième question. Face à la toute-puissance des
sociétés transnationales et de leur stratégie à l'échelle internationale
comme sur le court, le moyen et le long terme, le devoir
d'information valable devant être rempli par le chef d'entreprise ne
devrait-il pas porter non seulement sur la division ou l'unité
concernée à l'échelle locale, mais aussi sur l'ensemble du groupe, y
compris dans ses ramifications internationales, sur la maison-mère,
sur la santé du donneur d'ordre principal?

Ma sixième question, et j'en termine, a trait au sujet suivant. Au lieu
de limiter la concertation sociale à une simple consultation en temps
utile, ne serait-il pas intéressant d'instaurer un droit de veto contre les
méfaits de la guerre économique, au profit des organisations
syndicales? Et pourquoi avez-vous fait l'impasse sur ce type d'option
dans ce projet de loi-ci? Cela me paraît intéressant. En Allemagne,
par exemple, cela existe. Vous allez peut-être me dire que cela va
nuire à l'attractivité de notre pays mais pas, en tout cas, vis-à-vis des
investisseurs qui réfléchiraient à un investissement en Allemagne.
D'un point de vue comme celui-là, nous sommes plutôt, sur le plan
des conditions de concurrence et de compétitivité, un concurrent
déloyal vis-à-vis de nos voisins allemands.

Septième question, obliger l'employeur à présenter un véritable plan
de sauvegarde de l'emploi en définissant le contenu que ce plan doit
avoir, obliger cet employeur à présenter ce plan aux organisations
syndicales avec, par exemple, des mesures en matière de réduction
du temps de travail, en matière de reclassement interne des
personnes licenciées ou de reclassement dans le groupe, en matière
de mesures d'aide à la formation à la reconversion, en matière de
maintien des salaires et du contrat, en tout cas tant que le travailleur
n'a pas été reclassé, pourquoi ce type de piste est-il négligé dans

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

votre projet?

Enfin, si la procédure n'est pas respectée, pourquoi n'agissons-nous
pas comme en France vous voyez, je suis soucieux des conditions
de concurrence avec nos principaux pays voisins et nos principaux
partenaires commerciaux où les licenciements sont purement et
simplement annulés? Je pense que ce n'est pas une perspective folle
et débridée, je vous répète qu'en France, c'est le cas.

En 1992, par exemple, lorsque la Commission européenne a proposé
la révision de la directive de 1975, à laquelle je faisais allusion pour
commencer, le principe de cette annulation des licenciements si la
procédure n'est pas respectée figurait dans le texte.

Voilà, madame la ministre, une contribution au débat de notre
assemblée. Je ne sais pas si nous aurons beaucoup de débats sur
cette question puisqu'à l'heure qu'il est, nous sommes quatre
parlementaires, mais je pense que les questions et surtout les
réponses que vous voudrez bien leur apporter, intéresseront
beaucoup de monde, surtout par les temps qui courent.

03.59 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, en

général, je me définis comme quelqu'un de modeste et de volontaire.
Je ne dis pas et je ne fais pas des promesses disant que je peux tout
changer en profondeur, par un coup de baguette magique. Par
contre, j'essaye, dans le cadre de mes compétences, de faire
avancer notamment le droit, pour permettre aux travailleurs d'être
beaucoup plus sécurisés dans leur emploi.

Monsieur le président, M. Decroly a posé des questions qui ont déjà
été discutées en commission. Vous êtes président de cette
commission, vous le savez, vous pouvez en témoigner.

Je vais simplement rappeler quelques petites choses qui sont peut-
être importantes.

M. Decroly dit qu'il est terrible qu'on ne prévoie plus de sanctions
administratives et il fait un laïus sur la comparaison avec la situation
des personnes vivant en chômage. Je voudrais simplement rappeler
que, d'abord, nous avons dû introduire dans le texte de la loi, et
conformément à ce que voulait le Conseil d'Etat, une mesure
permettant d'éviter le "non bis in idem".

Le Conseil d'État dit que nous ne pouvions pas prévoir en même
temps une sanction administrative et une sanction judiciaire. Cela
étant dit, si le processus judiciaire n'est pas enclenché soit par les
victimes soit par l'auditeur lui-même, la loi du 30 juin 1971 relative
aux amendes administratives permet de lancer, lorsqu'un processus
judiciaire n'est pas entamé, le processus de sanctions
administratives. Cela permet, d'une part, de ne pas avoir le principe
du "non bis in idem" et, d'autre part, d'avoir en quelque sorte un droit
de substitution de la sanction administrative vis-à-vis de la sanction
judiciaire si celle-ci n'est pas permise faute d'une action introduite.

Par ailleurs, pour la loi du 13 février 1998, cet article important
disposait que "par un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres,
pris après avis préalable du Conseil national du Travail, le
remboursement des aides publiques accordées par le gouvernement

03.59

Minister

Laurette

Onkelinx: Ik doe geen beloften
die ik niet kan waarmaken. Ik
tracht, in het kader van mijn
bevoegdheden, rechtsbegrippen
te introduceren die de situatie van
de werknemers moeten
verbeteren.

U zegt "er zijn gen administratie
sancties meer". Ik herinner eraan
dat wij in de tekst van de wet een
maatregel hebben ingevoerd die
het mogelijk maakt een bis in
idem te voorkomen. De wet van
30 juni 1971 maakt het mogelijk
administratieve sancties in te
leiden. Wij hebben artikel 70 van
de wet van 13.2.1998 opgeheven
waarin een bepaling staat die niet
als zodanig kan worden toegepast.
Wij hebben het vervangen door
een terugvordering van de
verleende steun aan de hand van
forfaitaire vergoedingen wanneer
de bedrijven de wet Renault niet
naleven. De sociale partners zijn
het niet eens geworden, ik heb de
regering bijgevolg voorgesteld het
principe van de wet Renault toe te
passen.

Met betrekking tot de sluiting van
ondernemingen en de collectieve
afdankingen deelt mijn bestuur mij
mede dat onmogelijk met
laatstgenoemd begrip kan worden

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

fédéral peut être imposé aux employeurs qui ont procédé à un
licenciement collectif sans avoir respecté les quatre conditions
relatives à la procédure d'information et de consultation". Cette
disposition n'était pas applicable en tant que telle. En effet, les
remboursements des aides publiques fédérales concernent
uniquement les réductions de charges structurelles dont ont pu
bénéficier ces entreprises. Comme je l'ai exposé en commission, les
autres aides publiques sont généralement des aides régionales et il
faut donc un processus régional pour pouvoir les récupérer. Pour les
aides publiques fédérales, c'est l'ONSS qui doit pouvoir récupérer
toutes les réductions de charges dont les entreprises ont pu
bénéficier. On ne pouvait pas organiser par un arrêté royal le fait que
l'ONSS soit partie à la cause pour récupérer les aides.

Nous avons donc supprimé l'article 70 mais pour le remplacer
évidemment c'est notamment l'objet des articles dans la loi
programme par un processus de récupération au moyen
d'indemnités forfaitaires des aides accordées lorsque les entreprises
ne respectent pas la loi dite "Renault". Je signale que conformément
au voeu des partenaires sociaux, nous avons laissé du temps à ceux-
ci pour régler ce problème. Tout le monde était conscient que nous
ne pouvions pas le faire par arrêté royal. Les partenaires n'ont pas pu
arriver à un accord et j'ai dès lors proposé au gouvernement d'aller
de l'avant en permettant enfin une application du principe repris dans
la loi "Renault".

Depuis des mois, mon administration me signale qu'il est presque
impossible de travailler avec cette notion de licenciement collectif.
En effet, on peut procéder à un licenciement collectif en travaillant
par "petits morceaux". En licenciant petit à petit, on a un
licenciement collectif dans les faits mais on ne l'a pas en droit. Donc,
sur proposition de l'administration qui était dans l'incapacité d'agir à
cause du flou de la notion et des dates incertaines du début d'un
processus de licenciement collectif, on devra travailler autour de la
notion de fermeture d'entreprise. Cette notion vaut tant pour la
fermeture de l'ensemble de l'entreprise que d'une de ses divisions,
ce qui permet comme je l'ai dit tout à l'heure de protéger également
des unités d'entreprises qui pourraient faire l'objet d'une
délocalisation. En outre, cette notion de fermeture d'entreprise
couvre la cessation d'une activité principale même si l'employeur
maintient des activités accessoires.

Dans ce cadre-là, on peut mieux prendre en compte le phénomène
qui nous intéresse pour le contrecarrer, à savoir des délocalisations
de tout ou partie de l'entreprise, avec un texte clair qui permet d'agir.

Enfin, pour ce qui concerne l'Allemagne, d'abord, je préfère être
travailleur en Belgique plutôt qu'en Allemagne. Je ne sais si vous le
savez, là-bas, la notion de salaire minimum n'existe pas, mais c'est
un autre débat.

Cela dit, pour ce qui concerne le droit de veto dont parlait M.
Decroly, si mes informations sont exactes, cela concerne simplement
le droit de veto dont disposent les organisations syndicales dans
quelques très grosses entreprises qui sont passées sous le système
de la co-gestion, et le droit de veto s'exerce dans le cadre de la co-
gestion, ce que nos organisations syndicales refusent ici en Belgique.

gewerkt.

Zelfs wanneer de afdankingen
"opgesplitst" worden, is er sprake
van een collectief ontslag in feite
maar niet in rechte. Wij moeten
dus werken met het begrip
"sluiting van ondernemingen"
waardoor het mogelijk wordt niet
enkel de bedrijven, maar ook de
gedelokaliseerde bedrijfsentiteiten
te beschermen. Dit begrip dekt het
stopzetten van de hoofdactiviteit,
zelfs al worden de bijactiviteiten
behouden. Op die manier kan het
verschijnsel delokalisatie beter
worden gecontroleerd.

Ten slotte wat Duitsland betreft -
een land waar het begrip
minimumloon niet bestaat -, daar
wordt, indien mijn inlichtingen juist
zijn, het vetorecht waarover de
heer Decroly het heeft,
uitgeoefend door de
vakverenigingen in de grote
bedrijven die hebben geopteerd
voor medebeheer, een stelsel dat
onze vakbonden verwerpen.

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

BIJLAGE

ANNEXE

PLENUMVERGADERING

SÉANCE PLÉNIÈRE

WOENSDAG 26 MAART 2003

MERCREDI 26 MARS 2003

INTERNE BESLUITEN

DECISIONS INTERNES

INTERPELLATIEVERZOEKEN

DEMANDES D'INTERPELLATION

Ingekomen

Demandes

1. de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "de houding van de Belgische regering in de
Irak-crisis, in het bijzonder met betrekking tot de
geheime akkoorden en de nieuwe houding van een
regeringspartner in dit dossier".

1. M. Pieter De Crem au premier ministre sur
"l'attitude du gouvernement belge en ce qui
concerne la crise irakienne et plus particulièrement
en ce qui concerne les accords secrets et l'attitude
nouvelle d'un partenaire gouvernemental dans ce
dossier".

(nr. 1632 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)

(n° 1632 renvoi à la commission des Relations
extérieures)

2. de heer Yves Leterme tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand over "het
frequentieplan radio's en de houding en de werking
van het BIPT".

2. M. Yves Leterme au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes sur "le plan des fréquences radio et
l'attitude et le fonctionnement de l'IBPT".

(nr. 1633 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)

(n° 1633 renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)

3. mevrouw Muriel Gerkens tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de initiatieven die België neemt in de Irak-crisis".

3. Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les initiatives
de la Belgique dans la crise irakienne".

(nr. 1634 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)

(n° 1634 renvoi à la commission des Relations
extérieures)

VOORSTELLEN

PROPOSITIONS

Toelating tot drukken

Autorisation d'impression

1. Wetsvoorstel van de heer Frederik Erdman tot
wijziging van artikel 145 van het Burgerlijk
Wetboek (nr. 2388/1);

1. Proposition de loi de M. Frederik Erdman
modifiant l'article 145 du Code civil (n° 2388/1);

2. Wetsvoorstel van de heer Yvan Mayeur tot
wijziging van de voorafgaande titel van het
Wetboek van strafvordering met het oog op
burgerlijke-partijstelling van de Staat tot herstel van
de schade veroorzaakt door de niet-inning van
belastingen en toebehoren ten gevolge van
strafbare wanprestaties (nr. 2399/1);

2. Proposition de loi de M. Yvan Mayeur modifiant
le titre préliminaire du Code de procédure pénale
en vue de permettre à l'Etat de se constituer partie
civile afin d'obtenir la réparation du dommage que
lui cause la non perception des impôts et de leurs
accessoires en raison de comportements fautifs et
pénalement punissables (n° 2399/1);

3. Wetsvoorstel (de heren Jan Peeters en Ludwig
Vandenhove) met betrekking tot de aanwerving
van administratief en logistiek personeel van de
lokale politie (nr. 2401/1);

3. Proposition de loi (MM. Jan Peeters et Ludwig
Vandenhove) relative au recrutement de personnel
administratif et logistique à la police locale
(n° 2401/1);

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

4. Voorstel van verklaring (mevrouw Frieda
Brepoels en de heren Geert Bourgeois, Karel Van
Hoorebeke en Danny Pieters) tot herziening van de
Grondwet (nr. 2402/1);

4. Proposition de déclaration (Mme Frieda Brepoels
et MM. Geert Bourgeois, Karel Van Hoorebeke et
Danny Pieters) de révision de la Constitution
(n° 2402/1);

5. Wetsvoorstel van de heer Geert Bourgeois tot
wijziging van artikel 259ter van het Gerechtelijk
Wetboek (nr. 2404/1).

5. Proposition de loi de M. Geert Bourgeois
modifiant l'article 259ter du Code judiciaire
(n° 2404/1).

Ter kennisgeving

Pour information

MEDEDELINGEN

COMMUNICATIONS

SENAAT

SENAT

Overgezonden wetsontwerpen

Projets de loi transmis

Bij brief van 20 maart 2003, zendt de Senaat, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geëvoceerde wetsontwerp over betreffende de
normalisatie (nr. 2245/3).

Par message du 20 mars 2003, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi relatif
à la normalisation, le Sénat ne l'ayant pas évoqué
(n° 2245/3).

Ter kennisgeving

Pour information

Bij brieven van 20 maart 2003, zendt de Senaat,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, de
volgende niet geamendeerde wetsontwerpen over:

Par messages du 20 mars 2003, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, les projets de loi
suivants, le Sénat ne les ayant pas amendés:

- wetsontwerp tot invoeging van een artikel 328bis
en tot wijziging van de artikelen 328 en 331bis van
het Strafwetboek (nr. 2053/5);

- projet de loi insérant un article 328bis et modifiant
les articles 328 et 331bis du Code pénal
(n° 2053/5);

- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
30 november 1998 houdende regeling van de
inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel
259bis van het Strafwetboek (nr. 2059/5).

- projet de loi modifiant la loi du 30 novembre 1998
organique des services de renseignements et de
sécurité et l'article 259bis du Code pénal
(n° 2059/5).

Ter kennisgeving

Pour information

Bij brieven van 25 maart 2003, zendt de Senaat,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, de
volgende niet-geëvoceerde wetsontwerpen over:

Par messages du 25 mars 2003, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, les projets de loi
suivants, le Sénat ne les ayant pas évoqués:

- wetsontwerp inzake de tenuitvoerlegging van de
door de Raad van de Europese Unie goedgekeurde
beperkende maatregelen ten aanzien van Staten,
sommige personen en entiteiten (nr. 2210/3);

- projet de loi relatif à la mise en oeuvre des mesures
restrictives adoptées par le Conseil de l'Union
européenne à l'encontre d'Etats, de certaines
personnes et entités (n° 2210/3);

- wetsontwerp tot wijziging van artikel 36 van de wet
van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee
niveaus (nr. 2236/3).

- projet de loi modifiant l'article 36 de la loi du
7 décembre 1998 organisant un service de police
intégré, structuré à deux niveaux (n° 2236/3).

Ter kennisgeving

Pour information

Aangenomen wetsontwerpen

Projets de loi adoptés

Bij brieven van 20 maart 2003 zendt de Senaat,
zoals hij ze in vergadering van die datum heeft
aangenomen, de volgende wetsontwerpen over:

Par messages du 20 mars 2003, le Sénat transmet,
tel qu'il les a adoptés en séance de cette date, les
projets de loi suivants:

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- wetsontwerp houdende instemming met het
Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het
Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en de
financiering van de bodemsanering van tankstations,
afgesloten te Brussel op 4 februari 2003 (nr. 2393/1);

- projet de loi portant assentiment à l'Accord de
coopération entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la
Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale
relatif à l'exécution et au financement de
l'assainissement du sol des stations-service, conclu à
Bruxelles le 4 février 2003 (n° 2393/1);

Verzonden naar de commissie

voor de

Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing

Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société

- wetsontwerp houdende instemming met het
Internationaal Verdrag inzake de hulpverlening,
opgemaakt te Londen op 28 april 1989 (nr. 2394/1);

- projet de loi portant assentiment à la Convention
Internationale sur l'assistance, faite à Londres le
28 avril 1989 (n° 2394/1);

Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen

Renvoi à la commission des Relations extérieures

- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Regering van de Republiek
Zambia inzake de wederzijdse bevordering en
bescherming van intesteringen, gedaan te Lusaka op
28 mei 2001 (nr. 2395/1);

- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et le
Gouvernement de la République de Zambie
concernant l'encouragement et la protection
réciproques des investissements, fait à Lusaka le
28 mai 2001 (n° 2395/1);

Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen

Renvoi à la commission des Relations extérieures

- wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag
tussen de Regering van het Koninkrijk België en de
Regering van de Republiek Polen inzake de
bestrijding van de georganiseerde criminaliteit,
ondertekend te Brussel op 13 november 2000
(nr. 2396/1);

- projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République de Pologne relative
à la lutte contre la criminalité organisée, signée à
Bruxelles le 13 novembre 2000 (n° 2396/1);

Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen

Renvoi à la commission des Relations extérieures

- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Republiek Hongarije
inzake luchtvervoer, en met de Bijlage, ondertekend
te Boedapest op 22 mei 2001 (nr. 2397/1);

- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République de Hongrie relatif au
transport aérien, et à l'Annexe, signés à Budapest le
22 mai 2001 (n° 2397/1);

Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen

Renvoi à la commission des Relations extérieures

- wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag
met betrekking tot de maatregelen die moeten worden
genomen om de ongeoorloofde invoer, uitvoer en
overdracht van eigendom van cultuurgoederen te
voorkomen, aangenomen te Parijs op
14 november 1970 (nr. 2398/1).

- projet de loi portant assentiment à la Convention
concernant les mesures à prendre pour interdire et
empêcher l'importation, l'exportation et le transfert de
propriété illicites des biens culturels, adoptée à Paris
le 14 novembre 1970 (n° 2398/1).

Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen

Renvoi à la commission des Relations extérieures

Bij brief van 20 maart 2003 meldt de Senaat dat hij
in vergadering van die datum het wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de
beperking en de controle van de
verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de
federale Kamers, de financiering en de open
boekhouding van de politieke partijen, en van het
Kieswetboek, heeft aangenomen (nr. 2270/6).

Par message du 20 mars 2003, le Sénat fait
connaître qu'il a adopté en séance de cette date le
projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989
relative à la limitation et au contrôle des dépenses
électorales engagées pour les élections des
Chambres fédérales, ainsi qu'au financement et à
la comptabilité ouverte des partis politiques, et
modifiant le Code électoral (n° 2270/6).

Ter kennisgeving

Pour information

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Bij brief van 20 maart 2003 meldt de Senaat dat hij
in vergadering van die datum het wetsontwerp tot
wijziging van het Gerechtelijk Wetboek aangaande
de territoriale bevoegdheid van de rechter inzake
bewarende beslagen en middelen tot
tenuitvoerlegging, heeft aangenomen (nr. 1436/8).

Par message du 20 mars 2003, le Sénat fait
connaître qu'il a adopté en séance de cette date le
projet de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui
concerne la compétence territoriale du juge en
matière de saisies conservatoires et de moyens
d'exécution (n° 1436/8).

Ter kennisgeving

Pour information

Bij brief van 20 maart 2003, zendt de Senaat, zoals
hij het in vergadering van die datum heeft
aangenomen, het wetsontwerp betreffende de
onvatbaarheid voor beslag van de bedragen
waarvan sprake is in de artikelen 1409, 1409bis en
1410 van het Gerechtelijk Wetboek wanneer die
bedragen op een bankrekening zijn gestort, over
(nr. 2403/1). Overeenkomstig artikel 81 van de
Grondwet, neemt de Kamer een beslissing binnen
een termijn die 60 dagen niet te boven mag gaan.

Par message du 20 mars 2003, le Sénat transmet,
tel qu'il l'a adopté en séance de cette date, le projet
de loi relatif à l'insaisissabilité des montants prévus
aux articles 1409, 1409bis et 1410 du Code
judiciaire lorsque ces montants sont versés sur un
compte bancaire (n° 2403/1). Conformément à
l'article 81 de la Constitution, la Chambre se
prononce dans un délai ne pouvant dépasser 60
jours.

Verzonden naar de commissie

voor het

Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
instellingen, de Middenstand en de Landbouw

Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture

Geamendeerd wetsontwerp

Projet de loi amendé

Bij brief van 20 maart 2003, zendt de Senaat, zoals
het in zijn vergadering van die datum werd
geamendeerd, het wetsontwerp terug houdende de
samenstelling en werking van de commissie voor
financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden (nr. 625/13).

Par message du 20 mars 2003, le Sénat renvoie,
tel qu'il l'a amendé en séance de cette date, le
projet de loi portant composition et fonctionnement
de la commission pour l'aide financière aux victimes
d'actes intentionnels de violence (n° 625/13).

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

Renvoi à la commission de la Justice

REGERING

GOUVERNEMENT

Ingediende wetsontwerpen

Dépôt de projets de loi

De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:

Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:

- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand
inzake de invordering van schuldvorderingen in de
Europese economische gemeenschap, die
voortvloeien uit verrichtingen, die deel uitmaken
van het financieringsstelsel van het Europees
Oriëntatie- en Garantiefonds voor Landbouw,
alsmede van landbouwheffingen en
douanerechten, van de belasting op de
toegevoegde waarde en van bepaalde
douanerechten (nr. 2390/1), (aangelegenheid zoals
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet), waarvoor
de spoedbehandeling door de Regering werd
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet;

- projet de loi portant modification de la loi du
20 juillet 1979 concernant l'assistance mutuelle en
matière de recouvrement dans la Communauté
économique européenne, des créances résultant
d'opérations faisant partie du système de financement
du Fonds européen d'Orientation et de Garantie
agricole ainsi que des prélèvements agricoles et des
droits de douane, de la taxe sur la valeur ajoutée et de
certains droits d'accise (n° 2390/1), (matière visée à
l'article 78 de la Constitution), pour lequel l'urgence
a été demandée par le Gouvernement conformément
à l'article 80 de la Constitution;

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
14 december 2000 tot vaststelling van sommige
aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in
de openbare sector (nr. 2391/1), (aangelegenheid
zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet),
waarvoor de spoedbehandeling door de Regering
werd gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet;

- projet de loi modifiant la loi du 14 décembre 2000
fixant certains aspects de l'amènagement du temps
de travail dans le secteur public (n° 2391/1), (matière
visée à l'article 78 de la Constitution), pour lequel
l'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution;

Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique

- wetsontwerp houdende maatregelen inzake
gezondheidszorg (nr. 2392/1), (aangelegenheid
zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet).

- projet de loi portant des mesures en matière de
soins de santé (n° 2392/1), (matière visée à l'article
78 de la Constitution).

Verzonden naar de commissie

voor de

Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing

Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société

Algemene uitgavenbegroting 2002 Herverdeling des

basisallocaties

Budget général des dépenses 2002 Redistribution des

allocations de base

In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie bij brief van 20 maart 2003 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties over voor het
begrotingsjaar 2002 betreffende de FOD Mobiliteit
en Vervoer.

En exécution de l'article 15, 2

ème

alinéa, des lois

coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet par lettre du 20 mars 2003, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Mobilité et Transport pour l'année budgétaire
2002.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

REKENHOF

COUR DES COMPTES

Inzage- en informatierecht van de parlementsleden

Droit de regard et d'information des parlementaires

Bij brieven van 24 maart 2003 zendt de voorzitter
van het Rekenhof een kopie over van het antwoord
op de vraag om informatie die het Rekenhof heeft
ontvangen van:

Par lettres du 24 mars 2003, le président de la
Cour des comptes transmet une copie de la
réponse à la demande d'information que la Cour
des comptes a reçue de:

- de heer Raymond Langendries met betrekking tot
de erelonen van advocaten die in 2000, 2001 en
2002 zijn betaald door de Algemene Directie van
de Wetgeving en van de Nationale Instellingen van
de FOD Binnenlandse Zaken;

- M. Raymond Langendries concernant les
honoraires d'avocats payés par la Direction
générale de la législation et des institutions
nationales du SPF Intérieur, au cours des années
2000, 2001 et 2002;

- de heer Servais Verherstraeten met betrekking tot
de uitgaven 2001 en 2002 lastens het
begrotingsartikel 40-11-1250 van het ministerie van
Justitie;

- M. Servais Verherstraeten concernant les
dépenses 2001 et 2002 à chargé de l'allocation de
base 40-11-1250 du ministère de la Justice;

- de heer Servais Verherstraeten met betrekking tot
de controle van de kabinetsuitgaven 2002 van de
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand;

- M. Servais Verherstraeten concernant le contrôle
des dépenses de cabinet 2002 du ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes;

26/03/2003

CRIV 50

PLEN 343

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- mevrouw Joke Schauvliege met betrekking tot de
vastlegging van 15.125 EUR op
basisallocatie 51.03.31.05 van de begroting van het
ministerie van Middenstand en Landbouw voor het
begrotingsjaar 2002;

- Mme Joke Schauvliege concernant l'engagement
de 15.125 euros à charge de l'allocation de
base 51.03.31.05 du budget de ministère des
Classes moyennes et de l'Agriculture pour l'année
budgétaire 2002;

- mevrouw Fientje Moerman met betrekking tot de
controle van de kabinetsuitgaven van de gewezen
minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met
het beleid van gelijke Kansen voor mannen en
vrouwen (1995-1999) en van de twee gewezen
ministers van Justitie (1995-1999).

- Mme Fientje Moerman concernant le contrôle des
dépenses de cabinets de l'ancienne ministre de
l'Emploi et du Travail, chargée de la Politique de
l'égalité des chances entre hommes et femmes
(1995-1999) et des deux anciens ministres de la
Justice (1995-1999).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

Legeraankopen

Commandes militaires

Bij brief van 19 maart 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof een afschrift over van
de brief gericht aan de voorzitter van de commissie
"Legeraankopen" betreffende de mededeling van
het antwoord dat de minister van Landsverdediging
heeft verstrekt op een opmerking betreffende het
programma kustmijnenveger (KMV).

Par lettre du 19 mars 2003, le premier président de
la Cour des comptes transmet copie de la lettre
adressée au président de la commission "Achats
militaires" concernant la communication de la
réponse que le ministre de la Défense nationale a
donnée à une observation relative au programme
des dragueurs de mines côtiers.

Verzonden naar de commissie "Legeraankopen"

Renvoi à la commission "Achats militaires"

JAARVERSLAGEN

RAPPORTS ANNUELS

Algemene Richtlijnen van de Schuld

Directives générales applicables à la gestion de la Dette

Bij brief van 3 maart 2003 zendt de minister van
Financiën de jaarlijke evaluatie van de Algemene
Richtlijnen van de Schuld voor het jaar 2002 over.

Par lettre du 3 mars 2003, le ministre des Finances
transmet l'évaluation annuelle des Directives
générales applicables à la gestion de la Dette pour
l'année 2002.

Verzonden naar de subcommissie "Rekenhof"

Renvoi à la sous-commission "Cour des comptes"

MOTIES

MOTIONS

Indiening van een motie

Dépôt d'une motion

Bij brief van 21 maart 2003 zendt de burgemeester
van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe een door de
gemeenteraad aangenomen motie over
betreffende het verzoek aan het College van
burgemeester en schepenen om elke bijdrage of
elk overleg teneinde één of meerdere scholen van
Sint-Pieters-Woluwe toe te laten les te geven in de
beide talen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
in te wijden.

Par lettre du 21 mars 2003, le bourgmestre de la
commune de Woluwe-Saint-Pierre transmet une
motion, adoptée par le conseil communal,
concernant la demande au Collège des
bourgmestre et échevins d'initier toutes
collaboration et concertation en vue de permettre à
une ou plusieurs écoles de Woluwe-Saint-Pierre de
dispenser des cours dans les deux langues de la
Région de Bruxelles-Capitale.

Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw

Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture

ADVIEZEN

AVIS

CRIV 50

PLEN 343

26/03/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Nationale Arbeidsraad

Conseil National du Travail

Bij brief van 20 maart 2003 zendt de voorzitter van
de Nationale Arbeidsraad het advies over met
betrekking tot het voorontwerp van wet tot wijziging
van artikel 30 van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsonvereenkomsten

verlenging van het rouwverlof van 3 tot 7 dagen.

Par lettre du 20 mars 2003, le président du Conseil
National du Travail transmet l'avis concernant
l'avant-projet de loi modifiant l'article 30 de la loi du
3 juillet 1978 relative aux contrats de travail
prolongation à 7 jours du congé de deuil de 3 jours.

Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken

Renvoi à la commission des Affaires sociales

VARIA

DIVERS

Opmerkingen betreffende een wetsontwerp

Observations concernant un projet de loi

Bij brief van 20 maart 2003 zendt de voorzitter van
de Nationale Hoge Raad voor personen met een
handicap opmerkingen over met betrekking tot het
wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving
betreffende de bescherming van de goederen van
personen die wegens hun lichaams- of
geestestoestand geheel of gedeeltelijk onbekwaam
zijn die te beheren (stuk nr. 107/15 B.Z. 1999).

Par lettre du 20 mars 2003, le président du Conseil
supérieur national des personnes handicapées
transmet des observations concernant le projet de
loi modifiant la législation relative à la protection
des biens des personnes totalement ou
partiellement incapables d'en assumer la gestion
en raison de leur état physique ou mental (doc. n°
107/15 S.E. 1999)

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

Renvoi à la commission de la Justice

Rode Kruis Vlaanderen Internationaal Humanitair

Recht

Rode Kruis Vlaanderen - Droit humanitaire international

Bij brief van 18 maart 2003 zendt het Rode Kruis
Vlaanderen een cd-rom Internationaal Humanitair
Recht over. Deze cd-rom bevat de officiële
Nederlandstalige teksten van de IHR-verdragen die
door België werden geratificeerd tijdens de periode
1948-2002.

Par lettre du 18 mars 2003, la "Rode Kruis
Vlaanderen" transmet un cd-rom Droit humanitaire
international. Ce cd-rom contient les textes officiels
en néerlandais des traités de droit humanitaire
international qui ont été ratifiés par la Belgique au
cours de la période 1948-2002.

Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen

Renvoi à la commission des Relations extérieures