IP355_FIN.doc

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Front National

Mouvement réformateur

Parti socialiste

cdH

centre démocrate Humaniste

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Berichten van verhindering

Excusés

HERZIENING VAN DE GRONDWET

RÉVISION DE LA

CONSTITUTION

Ontwerp van verklaring tot herziening van de
Grondwet (2389/1-4)

Projet de déclaration de révision de la
Constitution (2389/1-4)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
Titel III van de Grondwet om er een artikel
betreffende het referendum in te voegen (539/1-2)

- Proposition de déclaration de révision du
Titre III de la Constitution en vue d'y insérer un
article relatif au référendum (539/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
artikelen 99 en 104 van de Grondwet met het oog
op de invoeging van nieuwe bepalingen die ertoe
strekken een evenwichtige vertegenwoordiging
van vrouwen en mannen te waarborgen (624/1-2)

- Proposition de déclaration de révision des
articles 99 et 104 de la Constitution en vue
d'insérer des dispositions nouvelles visant à
assurer une représentation équilibrée des
femmes et des hommes (624/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 72 van de Grondwet (655/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 72 de la Constitution (655/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 142 van de Grondwet (767/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 142 de la Constitution (767/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 44, eerste lid, van de Grondwet (926/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 44, alinéa 1er, de la Constitution (926/1-
2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 180 van de Grondwet (1002/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 180 de la Constitution (1002/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van het
decreet nr. 5 van 24 november 1830 betreffende
de eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-
Nassau van enige macht in België (1113/1-2)

- Proposition de déclaration de révision du décret
n° 5 du 24 novembre 1830 portant exclusion
perpétuelle de la famille d'Orange-Nassau de tout
pouvoir en Belgique (1113/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 21 van de Grondwet (1115/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 21 de la Constitution (1115/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 9 van de Grondwet (1180/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 9 de la Constitution (1180/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 74, 1°van de Grondwet (1181/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 741 de la Constitution (1181/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 113 van de Grondwet (1473/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 113 de la Constitution (1473/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
artikelen 44, 45 en 46 van de Grondwet (1507/1-
2)

- Proposition de déclaration de révision des
articles 44, 45 et 46 de la Constitution (1507/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
artikelen 36, 37, 40, 44, 45, 46, 50, 63, 72, 74,
75, 78, 79, 87, 88, 89, 91, 93, 96, 102, 104, 105,
107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 151, 153,
160, 165, 167, 195, 197 et 198 van de Grondwet
(1605/1-2)

- Proposition de déclaration de révision des
articles 36, 37, 40, 44, 45, 46, 50, 63, 72, 74, 75,
78, 79, 87, 88, 89, 91, 93, 96, 102, 104, 105, 107,
108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 151, 153, 160,
165, 167, 195, 197 et 198 de la Constitution
(1605/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 63 van de Grondwet (1614/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 63 de la Constitution (1614/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
artikelen 66, 71 en 118bis van de Grondwet
(1639/1-2)

- Proposition de déclaration de révision des
articles 66, 71 et 118bis de la Constitution
(1639/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II van de
Grondwet met de bedoeling er een bepaling in te
voegen betreffende het opheffen van de
zogenaamde Kroonraad (1814/1-2)

- Proposition de déclaration de révision du
titre III, chapitre III, section II, de la
Constitutionen vue d'y insérer une disposition
relative à la suppression du Conseil de la
Couronne (1814/1-2)

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- Voorstel van verklaring tot herziening van
Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II van de
Grondwet (1848/1-2)

- Proposition de déclaration de révision du
titre III, chapitre III, section II, de la Constitution
(1848/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 195 van de Grondwet (1868/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 195 de la Constitution (1868/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
Grondwet, teneinde de stemgerechtigde leeftijd
voor de parlementsverkiezingen te verlagen tot
16 jaar (1952/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de la
Constitution, en vue d'abaisser le droit de vote à
16 ans pour les élections législatives (1952/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 44 van de Grondwet om het parlementaire
zomerreces te beperken tot vier weken (2093/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 44 de la Constitution en vue de limiter les
vacances parlementaires à quatre semaines
(2093/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van
artikel 156 van de Grondwet (2113/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de
l'article 156 de la Constitution (2113/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
Grondwet (2345/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de la
Constitution (2345/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
Grondwet om een artikel 28bis in te voegen
betreffende het gezaghebbend advies (2346/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de la
Constitution en vue d'y insérer un article 28bis
relatif à l'avis autorisé (2346/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
Grondwet (2347/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de la
Constitution (2347/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
Grondwet ter invoeging van een hoofdstuk I bis
om er het begrip "duurzame ontwikkeling" in op te
nemen (2380/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de la
Constitution en vue d'insérer un titre Ier bis y
introduisant la notion de "développement durable"
(2380/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
artikelen 10, 11, 26 en 27 van de Grondwet
(2381/1-2)

- Proposition de déclaration de révision des
articles 10, 11, 26 et 27 de la Constitution
(2381/1-2)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de
Grondwet (2386/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de la
Constitution (2386/1-2)

Hervatting van de algemene bespreking

Reprise de la discussion générale

Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Olivier
Maingain, Zoé Genot, Bart Laeremans,
Marie-Thérèse Coenen, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie

Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Olivier
Maingain, Zoé Genot, Bart Laeremans,
Marie-Thérèse Coenen, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

PLENUMVERGADERING

SÉANCE PLÉNIÈRE

van

WOENSDAG

APRIL

2003

18:10 uur

______

MERCREDI

AVRIL

2003

18:10 heures

______

De vergadering wordt geopend om 18.14 uur door de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 18.14 heures par M. Jean-Pol Henry, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Johan Vande Lanotte.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Berichten van verhindering
Excusés

Guy D'haeseleer, Marcel Hendrickx, André Schellens, wegens ziekte / pour raisons de santé;
Patrick Moriau, met zending buitenlands / en mission à l'étranger;
Karel Pinxten, familierouw / deuil familial;
Georges Clerfayt, Raad van Europa / Conseil de l'Europe.

Herziening van de Grondwet
Révision de la Constitution

01 Ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet (2389/1-4)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 57 van de Grondwet, teneinde de federale
wetgevende Kamers te verplichten een openbaar debat te organiseren als antwoord op een door
burgers ingediend verzoekschrift (538/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van Titel III van de Grondwet om er een artikel betreffende
het referendum in te voegen (539/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 99 en 104 van de Grondwet met het oog op
de invoeging van nieuwe bepalingen die ertoe strekken een evenwichtige vertegenwoordiging van
vrouwen en mannen te waarborgen (624/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 72 van de Grondwet (655/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 142 van de Grondwet (767/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 44, eerste lid, van de Grondwet (926/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 180 van de Grondwet (1002/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van het decreet nr. 5 van 24 november 1830 betreffende de
eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-Nassau van enige macht in België (1113/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 21 van de Grondwet (1115/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 9 van de Grondwet (1180/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 74, 1°van de Grondwet (1181/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 113 van de Grondwet (1473/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 44, 45 en 46 van de Grondwet (1507/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 36, 37, 40, 44, 45, 46, 50, 63, 72, 74, 75, 78,

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

79, 87, 88, 89, 91, 93, 96, 102, 104, 105, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 151, 153, 160, 165, 167,
195, 197 et 198 van de Grondwet (1605/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 63 van de Grondwet (1614/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 66, 71 en 118bis van de Grondwet (1639/1-
2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II van de Grondwet met
de bedoeling er een bepaling in te voegen betreffende het opheffen van de zogenaamde
Kroonraad (1814/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II van de Grondwet
(1848/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 195 van de Grondwet (1868/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet, teneinde de stemgerechtigde leeftijd
voor de parlementsverkiezingen te verlagen tot 16 jaar (1952/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 44 van de Grondwet om het parlementaire
zomerreces te beperken tot vier weken (2093/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 156 van de Grondwet (2113/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet (2345/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet om een artikel 28bis in te voegen
betreffende het gezaghebbend advies (2346/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet (2347/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet ter invoeging van een hoofdstuk I bis om
er het begrip "duurzame ontwikkeling" in op te nemen (2380/1-2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 10, 11, 26 en 27 van de Grondwet (2381/1-
2)
- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet (2386/1-2)

01 Projet de déclaration de révision de la Constitution (2389/1-4)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 57 de la Constitution en vue de créer dans le
chef des assemblées législatives fédérales l'obligation d'organiser un débat public en réponse à
une pétition adressée par des citoyens (538/1-2)
- Proposition de déclaration de révision du Titre III de la Constitution en vue d'y insérer un article
relatif au référendum (539/1-2)
- Proposition de déclaration de révision des articles 99 et 104 de la Constitution en vue d'insérer
des dispositions nouvelles visant à assurer une représentation équilibrée des femmes et des
hommes (624/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 72 de la Constitution (655/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 142 de la Constitution (767/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 44, alinéa 1

, de la Constitution (926/1-2)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 180 de la Constitution (1002/1-2)
- Proposition de déclaration de révision du décret n° 5 du 24 novembre 1830 portant exclusion
perpétuelle de la famille d'Orange-Nassau de tout pouvoir en Belgique (1113/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 21 de la Constitution (1115/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 9 de la Constitution (1180/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 741 de la Constitution (1181/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 113 de la Constitution (1473/1-2)
- Proposition de déclaration de révision des articles 44, 45 et 46 de la Constitution (1507/1-2)
- Proposition de déclaration de révision des articles 36, 37, 40, 44, 45, 46, 50, 63, 72, 74, 75, 78, 79,
87, 88, 89, 91, 93, 96, 102, 104, 105, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 151, 153, 160, 165, 167,
195, 197 et 198 de la Constitution (1605/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 63 de la Constitution (1614/1-2)
- Proposition de déclaration de révision des articles 66, 71 et 118bis de la Constitution (1639/1-2)
- Proposition de déclaration de révision du titre III, chapitre III, section II, de la Constitutionen vue
d'y insérer une disposition relative à la suppression du Conseil de la Couronne (1814/1-2)
- Proposition de déclaration de révision du titre III, chapitre III, section II, de la Constitution
(1848/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 195 de la Constitution (1868/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de la Constitution, en vue d'abaisser le droit de vote à
16 ans pour les élections législatives (1952/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 44 de la Constitution en vue de limiter les

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

vacances parlementaires à quatre semaines (2093/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de l'article 156 de la Constitution (2113/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de la Constitution (2345/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de la Constitution en vue d'y insérer un article 28bis relatif
à l'avis autorisé (2346/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de la Constitution (2347/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de la Constitution en vue d'insérer un titre Ier bis y
introduisant la notion de "développement durable" (2380/1-2)
- Proposition de déclaration de révision des articles 10, 11, 26 et 27 de la Constitution (2381/1-2)
- Proposition de déclaration de révision de la Constitution (2386/1-2)

(Wetsvoorstellen ingediend door / Propositions de loi déposées par:
- Daniel Bacquelaine, Charles Michel 538;
- Daniel Bacquelaine, Anne Barzin, Charles Michel 539;
- Jacqueline Herzet 624;
- Alfons Borginon 655;
- Olivier Maingain, Daniel Bacquelaine 767;
- Servais Verherstraeten 926;
- Alfons Borginon, Fientje Moerman, Dirk Pieters, Jean-Jacques Viseur 1002;
- Alexandra Colen 1113;
- Servais Verherstraeten, Yves Leterme 1115;
- Guy Hove, Willy Cortois, Hugo Coveliers, Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen 1180;
- Guy Hove, Willy Cortois, Hugo Coveliers, Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen 1181;
- Frieda Brepoels, Karel Van Hoorebeke 1473;
- Frieda Brepoels, Geert Bourgeois, Karel Van Hoorebeke, Danny Pieters 1507;
- Frieda Brepoels, Karel Van Hoorebeke 1605;
- Filip De Man 1614;
- Els Van Weert, Annemie Van de Casteele, Ferdy Willems 1639;
- Alexandra Colen 1814;
- Alexandra Colen 1848;
- Frieda Brepoels, Geert Bourgeois 1868;
- Zoé Genot, Kristien Grauwels 1952;
- Gerolf Annemans 2093;
- Jo Vandeurzen, Frieda Brepoels, Peter Vanhoutte, Peter Vanvelthoven, Jacques Germeaux 2113;
- Els Van Weert 2345;
- Dirk Pieters 2346;
- Koen Bultinck, Bart Laeremans, Gerolf Annemans, Filip De Man, Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts,
Guido Tastenhoye, Jaak Van den Broeck, Francis Van den Eynde, Alexandra Colen 2347;
- Dirk Van der Maelen 2380;
- Dalila Douifi 2381;
- Yves Leterme 2386)

Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale

De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.

01.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur

le ministre, chers collègues, tout à l'heure, M. Janssens nous a dit
qu'il prononçait son dernier speech. Moi, j'appartiens, comme
beaucoup d'autres, à cette catégorie plus dangereuse puisque nous
ne décidons pas si c'est notre dernier speech puisque c'est l'électeur
qui décidera pour nous. Je vais quand même essayer de faire mon
dernier speech de la législature en commençant par définir la
Constitution.

Le dictionnaire constitutionnel dit que la Constitution est l'acte par

01.01 Jean-Jacques Viseur

(cdH): In tegenstelling tot wat de
heer Janssens gezegd heeft, denk
ik niet dat wij het uur waarop wij
onze laatste speech houden, te
kiezen hebben. Die beslissing
neemt de kiezer.

Volgens het woordenboek van de
grondwettelijke terminologie is de

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

lequel les citoyens définissent les conditions d'exercice du pouvoir
politique car les gouvernants ne sont pas libres d'acquérir le pouvoir
d'y rester et de l'utiliser comme ils le veulent. Ils sont soumis au
respect des règles édictées par la Nation." Cette déclaration assez
solennelle qui définit la Constitution permet de dire que l'importance
de la Constitution dans un État est essentielle puisqu'elle organise
l'État et ses pouvoirs et elle permet le développement du droit. C'est
elle qui précise à quelles conditions une règle de conduite est
assortie d'un caractère contraignant et obligatoire. C'est elle qui
institue en droit protégé et en devoir sanctionné, ce qui ne serait
autrement que des droits naturels de l'individu et des préceptes de
morale sociale. C'est elle qui crée les organes chargés de dire le
droit en toutes matières. C'est elle qui fixe le statut des institutions
qui, telles les administrations, vont pourvoir par des mesures
concrètes à l'exécution des normes et des jugements. C'est dire
l'importance de la Constitution dans l'État de droit et l'extrême
prudence qu'il faut adopter avant de la modifier.

"Si une Constitution nouvelle ou rénovée ne peut manquer d'être le
reflet de son époque, elle doit s'en abstraire si elle veut faire oeuvre
utile et durable." Cette citation d'un éminent constitutionnaliste doit
inciter le pré-constituant à la réflexion. Pour régir correctement le
fonctionnement de l'État, mais aussi en préparer les évolutions, la
Constitution ne peut en aucun cas être modifiée dans la bousculade.

Il faut prendre le temps, se poser la question des limites matérielles à
apporter à toute révision de la Constitution et lui procurer une
stabilité. Bosquet Florian qui était un éminent auteur a dit, je cite:
"Rien ne contrarie plus le progrès régulier que des tentatives trop
souvent répétées d'améliorations".

Lorsqu'on voit le passé, on se rend compte qu'il faut toujours faire
preuve d'une certaine prudence. L'exemple nous en est donné par le
fait que la révision de la Constitution du 5 mai 1999 avait ouvert près
de 20 articles à révision et qu'il n'y a eu que six modifications
apportées au cours de cette législature.

Mais on a assisté à une évolution dangereuse, consistant à
considérer la Constitution comme un corset trop étroit et à essayer
de faire des lois qui sont, soit clairement anticonstitutionnelles on
peut citer l'exemple de la réforme électorale , soit qui nous placent
en permanence dans une logique évolutive tendant à dépasser la
Constitution et à considérer qu'elle est un corset inutile. Hier encore,
je reste convaincu qu'avec l'adoption du texte de la loi relative à la
compétence universelle, on a porté atteinte à un principe
fondamental de la séparation des pouvoirs, ce qui est une tentative
de détourner la Constitution.

La politique moderne a cette détestable habitude de trancher les
problèmes dans l'urgence et dans l'à peu près. La nécessité de
s'adapter rapidement à des situations nouvelles et imprévues rend de
plus en plus difficiles la prudence et le respect qu'il faut avoir à
l'égard du texte fondamental.

Ce n'est pas sans danger car la Constitution reste le contrat
fondamental entre les citoyens et l'Etat. L'ignorer, la bafouer ou la
transformer à tout bout de champ ne peut en définitive qu'affaiblir cet
Etat de droit auquel toute démocratie aspire. Le parlementarisme du

grondwet de akte waarin de
burgers de voorwaarden bepalen
waaronder de politieke macht
wordt uitgeoefend, voor zover de
bewindhebbers onderworpen zijn
aan de door de Natie
uitgevaardigde regels. Het
fundamentele belang van de
grondwet in een rechtsstaat staat
dan ook buiten kijf, en het weze
duidelijk dat voor elke wijziging
van de grondwet de grootste
voorzichtigheid moet worden
betracht. De goede werking van
de Staat moet correct
georganiseerd worden en elke
evolutie moet goed voorbereid
zijn; de grondwet mag niet
overhaast gewijzigd worden. Voor
grondwetswijzigingen moet de
nodige tijd worden uitgetrokken.

De ondervinding heeft ons geleerd
dat voorzichtigheid geboden blijft.
Toch hebben wij een gevaarlijke
evolutie gestalte zien krijgen,
waarbij men de grondwet is gaan
beschouwen als een te nauw of
zelfs overbodig geworden
keurslijf. Wat dat betreft meen ik
trouwens dat de goedkeuring van
de genocidewet een inbreuk is op
het principe van de scheiding der
machten, en dus een poging om
de grondwet te omzeilen.

De noodzaak om zich snel aan te
passen aan nieuwe situaties
maakt het moeilijker voorzichtig te
handelen en de grondwettelijkheid
van de wetteksten in acht te
nemen.

Men kan de verklaring tot
herziening niet bespreken zonder
het ook over artikel 195 te
hebben, waarin de regels met
betrekking tot de herziening
worden vastgelegd. Een
herziening van dat artikel houdt
vele risico's in, inzonderheid voor
de Franstaligen. Er dreigt immers
een logica te ontstaan waarin als
het ware manu

militari

herzieningen opgedrongen
worden.

De huidige herzieningslogica is

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

XXIème siècle s'alimente ainsi, non de certitudes mais de questions.

On ne peut pas parler de la déclaration de révision sans concentrer
l'attention sur ce fameux article 195 qui définit les règles de révision.
En souhaitant la révision de cet article, on aborde un certain nombre
d'éléments qui sont dangereux. D'abord dangereux pour les
francophones qui prennent le risque de voir la procédure rendue plus
souple et moins démocratique et de voir se substituer une logique de
révision qui est une logique de coup de force.

Actuellement, nous avons une révision que j'appellerais "prudente"
qui ressemble à une valse et qui se déroule en trois temps. Les
valses à trois temps sont des danses très correctes, très policées.
Elles amènent le premier temps: la déclaration de révision ...

een valse en trois temps, een
dans in driekwartsmaat. Eén is de
verklaring tot herziening ...

01.02 Olivier Maingain (MR): La valse à trois temps, c'est Jacques

Brel qui l'a chantée et ce n'est pas tout à fait cela!

01.02 Olivier Maingain (MR): La

valse à trois temps is een lied van
Jacques Brel.

01.03 Jean-Jacques Viseur (cdH): Ici, c'est une valse à trois temps

classique.

Premier temps: la déclaration de révision; deuxième temps: le rôle
de l'électeur qui, par son intervention, donne une série d'indications
importantes au Constituant; troisième temps: l'intervention de la
Constitution.

A cette valse, on substitue ce que j'appellerais la logique de la mêlée
en rugby. Si cet article 195 est révisé, on ouvre alors une première
porte et on va se trouver dans cette logique de la mêlée de rugby où
c'est la force pure qui fait qu'à certains moments, le ballon est capté
par l'un ou par l'autre. Il faut se rendre compte qu'à partir du moment
où on entre dans le rapport de force, on est dans une situation où
c'est le plus fort, celui qui est le mieux représenté, celui qui est
dominant, qui l'emporte sur le plus faible. Je dirais que c'est
extrêmement dangereux de procéder de la sorte dans un pays aussi
surréaliste que la Belgique, où on a instauré comme mode de
gouvernement ce qu'on appelle le compromis à la belge, c'est-à-dire
trois nuits blanches, et à l'issue de la nuit blanche, un compromis
évidemment boiteux où l'on échange des choses essentielles contre
des choses accessoires. C'est un peu le système dans lequel, par
exemple, pour l'abaissement de la TVA sur les sapins de Noël, on
vend un élément important de la Constitution.

Le grand mérite de la procédure telle que nous la connaissons
actuellement est de freiner les choses, d'empêcher que des textes
soient adoptés dans des rapports de force. C'est d'autant plus
important qu'il est un moment précieux et quasi unique dans une
législature, c'est la fin de la législature, le moment où le
gouvernement décide de la révision de la Constitution. A ce moment,
il y a une égalité totale entre les divers membres de la coalition
puisque les plus faibles peuvent s'opposer à l'inscription dans la
révision d'un certain nombre de textes constitutionnels car les plus
forts se trouvent devant un choix: soit celui de dire qu'il n'y a pas
accord dans le gouvernement et donc d'aboutir à la démission du
gouvernement, ce qui représente une défaite à la veille de l'élection;
soit celui d'accepter la loi du plus faible qui empêche que l'on

01.03 Jean-Jacques Viseur

(cdH): De wals waar ik het over
heb is een meer klassieke dans.
Eén: verklaring tot herziening.
Twee: de kiezer komt ten tonele
en geeft de grondwetgever de
nodige aanwijzigen. En drie: de
grondwet wordt gewijzigd.

Indien dit artikel wordt herzien, zal
deze wals ontaarden in een
worsteling, een ware krachtmeting
waarbij de zwakkeren het zullen
moeten afleggen tegen de
sterkeren.

Ik vind het ontzettend gevaarlijk
om aldus te werk te gaan in een
land als België, waar het
compromis een regeringsvorm is.

De verdienste van de huidige
procedure is dat zij verhindert dat
de teksten worden goedgekeurd
op grond van
machtsverhoudingen.Op het einde
van de regeerperiode is dit des te
belangrijker, voor zover de
coalitieleden volledig gelijk zijn.

In de periode voor de vergadering
van de regering hadden leden van
de meerderheid bevestigd dat zij
tegen de verklaring tot herziening
van artikel 195 zijn.

Ik zou de voorzitter van deze
Kamer, de voorzitter van de

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

s'engage dans des révisions hasardeuses.

A propos de cet article 195, il est clair que l'on s'engage dans une
logique où l'on rend aux plus fort ou aux plus nombreux une force
démesurée. Je prends pour exemple la manière dont cette
déclaration de révision a été arrêtée au sein du gouvernement.

Il y a eu la phase antérieure à la réunion du gouvernement où se sont
illustrés un certain nombre de membres éminents de la majorité qui
ont tous affirmé qu'ils étaient fermement opposés à la déclaration de
révision de l'article 195, ce qu'ils ont fait pour d'excellentes raisons.

Je peux citer le président de cette Chambre qui dit, en parlant de
l'article 195: "Je me méfie des crampes institutionnelles de la
majorité. Avant de procéder à d'importants changements législatifs
tels la révision de la Constitution, il faut toujours faire tomber la
fièvre du moment et ne jamais opérer à chaud. Donc, je suis contre".

On a vu le président du Sénat, qui a d'ailleurs confirmé sa position. Il
précise que "La volonté de réviser l'article 195 repose sur l'espoir de
ramener la Constitution au niveau d'une loi spéciale. C'est jouer aux
apprentis sorciers. Cela mènera à un système d'instabilité et
débouchera sur un climat de tensions communautaires permanent.
Permettre de détricoter la Constitution tous les trimestres serait
irresponsable, ce serait offrir aux Flamands la possibilité de réaliser
au pas de charge toutes les avancées institutionnelles".

Je ne vous citerai pas, M. Maingain car le rapport est rempli de
déclarations disant que la révision de l'article 195 se ferait sans eux
Elle se fera sans eux mais elle se fera, tandis que si votre parti avait
manifesté un minimum de résistance, ce n'eût pas été possible. Et M.
Moureaux qui disait "Face aux offensives flamandes, une certaine
raideur s'impose. Evitons les aventures, où l'on pourrait en une
législature faire basculer l'ensemble des dispositifs qui protègent les
francophones, en particulier Bruxelles et les facilités".

Je garde pour la bonne bouche M. Ducarme qui dit froidement,
clairement et de façon déterminée: "Je vous affirme que le MR n'est
pas favorable à la mise en révision de l'article 195 de la Constitution.
Dans le climat actuel" il n'a pas changé, la déclaration datant du 10
février dernier "tant au Nord qu'au Sud, il est préférable d'avoir
toutes ses garanties quant aux mécanismes de révision. Quant à une
révision assortie de mécanismes de sûreté, cela ne peut se faire sur
le coin d'une table à quelques mois d'une révision constitutionnelle".
Il parle là du retournement de situation depuis le 26 avril 2002. "Je
ne crois pas que l'on puisse parler de volte-face. Je fais simplement
passer l'intérêt des francophones au-dessus de toute autre forme
d'intérêt".

Dans cette valse à trois temps, la préparation du premier temps est
émaillée d'une série de déclarations extrêmement fermes,
extrêmement claires, où l'intérêt des francophones est en jeu, où
l'ensemble de la classe politique francophone doit se mobiliser. Un
observateur ferait des prévisions très simples. Le premier ministre,
proposera, en réunion du Conseil des ministres, la révision de cet
article 195. D'une seule voix ou presque, les ministres, en tout cas,
les socialistes et les libéraux faisant partie du gouvernement, vont y
opposer un refus. Et le premier ministre qui a le choix entre

Senaat, Mijnheer Maingain en
Mijnheer Ducarme kunnen citeren.
We stellen vast dat de eerste tijd
van die wals gepaard gaat met
een reeks straffe uitspraken. De
hele Franstalige politieke wereld
moet in het verweer komen.

Tijdens de vorige regeerperiode
wilde de heer Dehaene artikel 162
van de Grondwet herzien, de
Franstaligen hebben geweigerd en
die vraag ter zijde geschoven.

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

démissionner et/ou ne pas inscrire la révision de l'article 195,
privilégiera la seconde solution et ne révisera pas l'article 195. C'est
ce qui s'est produit sous la précédente législature.

A l'époque, M. Dehaene s'était présenté avec la volonté de réviser la
loi communale, à savoir l'article 162 de la Constitution. Les
francophones ont répondu simplement et calmement non à cette
demande, qui a été biffée de la déclaration de révision.

Ce qui s'est passé, c'est l'image même de ce qui se passe encore.

01.04 Olivier Maingain (MR): (...)

01.05 Jean-Jacques Viseur (cdH): Il a été contourné.

01.06 Olivier Maingain (MR): (...)

01.07 Jean-Jacques Viseur (cdH): On en reparlera. Il faut s'incliner

devant ce que dit la Cour d'arbitrage. Effectivement, il a été
contourné, et si, en plus, on dit que l'on prend les mesures pour que
l'on puisse plus facilement encore contourner ...

Il y a eu cette réunion du Conseil des ministres. Je reprends la
comparaison que j'ai présentée en commission. Les francophones
ont été exactement comme la chèvre de M. Seguin, sauf qu'ils ont
tenu une nuit et demie alors que la chèvre de M. Seguin n'a tenu
qu'une nuit! Ils ont été un tout petit peu plus résistants! Mais au bout
d'une nuit et demie, ils ont cédé! S'ils ont cédé dans ce premier
temps, que ne feront-ils pas lorsqu'il faudra en arriver, l'article étant
déclaré révisable, à la discussion réelle concernant la révision de cet
article?

Depuis lors ont fleuri toute une série de justifications qui paraissent
un peu surréalistes. On a reconnu que l'on avait cédé. C'est
accessoire. S'il fallait céder et s'il était tellement intéressant de
céder, on se demande pourquoi ils ont tenu une nuit et demie! C'est
un peu long pour dire que finalement on va accepter! On a ajouté
que, demain, on allait faire autre chose. On n'allait pas céder mais on
allait se battre. Demain, on va exiger que des majorités spéciales
existent pour que l'on ne puisse réviser aucun article de la
Constitution.

Tout cela est relativement dérisoire car on sait ce qui se passera une
fois que l'on sera dans un rapport de force en début de législature,
lorsque l'on sera au tout début du troisième temps; à ce moment-là,
comme dans la mêlée de rugby, la pression sera de plus en plus
forte! On peut déjà prédire ce qui va se passer, à savoir que
moyennant des concessions que l'on vendra trois fois au nord du
pays, on dira que l'on accepte de réviser cet article 195. On enlève
toutes les barrières qui peuvent nous protéger de ce dont je parlais
en commençant mon intervention, c'est-à-dire cette volonté, cette
légèreté qui permet de réaliser au pas de charge n'importe quel type
de révision.

Je vais vous donner deux exemples.

Le premier est vraiment lié à un fait que l'on a connu. Vous savez

01.07 Jean-Jacques Viseur

(cdH): Ik geef twee voorbeelden.
Ten eerste werd de gewijzigde
kieswet deels opgeheven door het
Arbitragehof, wat de eerste
minister ertoe aanzette dat besluit
te omzeilen. Ten tweede is er de
abortuswet. Indien artikel 195
gewijzigd was, had men de
bevoegdheden van de Koning
kunnen aanpassen. Destijds
reageerde men natuurlijk
voorzichtig, onder invloed van de
emoties die de stemming over die
wet deed oplaaien, maar vandaag
gaat de heer Bacquelaine
opnieuw in de aanval. Indien
artikel 195 voor herziening
vatbaar wordt verklaard, komen
de Franstaligen in een voor hen
zeer nadelige machtsverhouding
terecht en zal de Grondwet als
een vodje papier worden
beschouwd. Men heeft nu al te
vaak de neiging de Grondwet te
omzeilen. Door die weg in te
slaan maakt men het verzet tot op
zekere hoogte onmogelijk. Voor
ons is dat een zware fout.

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

que la loi électorale modifiée a fait l'objet d'une abrogation partielle
par la Cour d'arbitrage et la première réaction du premier ministre et
d'un certain nombre ministres a été de dire que l'on trouverait une
autre solution, que l'on contournerait l'avis de la Cour d'arbitrage.

Imaginons que l'article 192 ait été révisé, cette recherche d'un
quelque chose, d'une utilisation de textes différents peut très bien
aboutir à dire qu'on modifie la Constitution en ce qui concerne la
Cour d'arbitrage.

On a eu des exemples où on pourrait dire que face à l'attitude du
chef de l'Etat, on peut, en urgence, parce que l'article 195 aura été
changé, modifier dans l'émotion, dans des réactions spontanées ou
dans le développement de la démocratie que nous connaissons, les
pouvoirs du Roi. L'exemple qui a été donné et que Mme Genot citait,
est un exemple particulièrement intéressant.

(...)

On ne peut pas modifier les prérogatives constitutionnelles.

01.08 Olivier Maingain (MR): (...)

01.09 Jean-Jacques Viseur (cdH): Vous êtes trop pessimiste,

monsieur Maingain.

Cet arrêt est très mauvais. D'un autre côté, la Cour d'arbitrage
connaît chacun des dossiers avec une vision qui lui est particulière.

Prenons l'exemple de l'émotion qui était née à propos de cette loi sur
l'avortement. S'il y avait eu possibilité de révision de la Constitution,
il y avait, dans un certain nombre de groupes, la volonté de dire
qu'on pouvait profiter de la situation pour changer les choses. Que
s'est-il passé? Il n'était pas possible de changer parce qu'il y avait cet
article 195. Les passions sont retombées, la prudence est revenue et
finalement, deux ou trois législatures plus tard, on voit M.
Bacquelaine prendre une posture de commandeur pour dire: "oser
parler de cela".

Qu'est-ce que cela signifie?

Il a même traité un groupe de la majorité de "terroriste", ou du moins
que ce groupe faisait du terrorisme.

A ce propos, il a dit que ce groupe faisait du terrorisme. C'est cela la
réalité! Si l'on ouvre à la révision l'article 195, d'une part, les
francophones vont se retrouver dans une situation de rapport de
forces à des moments où ce rapport de forces va pouvoir s'exprimer
de façon très ferme et très dure et, d'autre part, la Constitution va
être traitée comme un chiffon de papier. En d'autres termes, parce
que cela ne plaît pas ou que cela ne correspond pas à une émotion
particulière du Parlement ou au désir de changer tel ou tel texte ou
telle ou telle disposition, on va modifier la Constitution.

Monsieur Maingain, vous avez raison. On a déjà tellement tendance
à contourner cette Constitution, à considérer qu'elle est un texte
vieillot, dépassé, ne correspondant pas au rythme que l'on veut
imprimer à la modification des lois, que, en mettant le doigt dans cet

01.09 Jean-Jacques Viseur

(cdH): Wat de andere bepalingen
betreft, zal ik mij beperken tot het
amendement van de heer
Maingain dat ertoe strekt in de
tekst die moet worden herzien, de
mogelijkheid in te schrijven om
het Hof van Cassatie het recht te
geven de financiering van niet-
democratische partijen in te
trekken. Wij hebben ons bij de
stemming daarover onthouden om
de wet van 12 februari 1999, een
duidelijke wet waarbij de Raad
van

State een welomlijnde

bevoegdheid verleend werd, niet
in het gedrang te brengen. De
uitvoeringsbesluiten voor die wet
werden echter nooit gepubliceerd
omdat de Franstaligen er niet in
geslaagd zijn hun
Nederlandstalige partners te
overtuigen.

Vandaag vertelt men ons dat er
via de herziening van de grondwet
een bepaling ingeschreven zal
worden waarbij het Hof van
Cassatie zal kunnen beslissen.
Dat noem ik grondwettelijke
zelfbevrediging. Gelooft u
misschien dat u hetgeen u niet
met een stemming bij eenvoudige
meerderheid kunt bereiken,
gemakkelijker zal

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

engrenage, on entre dans une logique où l'on baisse sa garde, où l'on
élimine un certain nombre d'éléments permettant de résister. Il ne
faudra pas se plaindre demain lorsque, par le rapport de forces, on
ne résistera pas vraiment!

Sur ce plan, il s'agit vraiment, pour nous, d'une faute grave par
rapport à ce contrat social qu'est la Constitution, que de modifier
l'article 195!

Je serai très bref sur les autres dispositions parce qu'au fond, à partir
du moment où l'article 195 est soumis à révision, la question se pose
de savoir s'il est vraiment très sérieux de dire, comme M.
Bacquelaine, qu'il y a plusieurs dispositions que l'on n'a pas mises en
révision. On s'est engagé dans une logique dans laquelle toute la
Constitution devient flottante.

Je me contenterai donc simplement de me prononcer sur un
amendement déposé par M. Maingain et qui amène un certain
nombre de considérations.

M. Maingain a déposé un amendement tendant à ce qu'on inscrive
dans les textes à réviser la possibilité d'attribuer à la Cour de
cassation le droit de supprimer le financement public à l'égard des
partis non démocratiques. Nous nous sommes abstenus sur cette
proposition parce que nous n'avons pas voulu consacrer par l'accord
que nous aurions donné la mort de la loi du 12 février 1999. Je
rappelle en effet que la loi du 12 février 1999, adoptée sous la
précédente législature, a attribué au Conseil d'État le soin de se
prononcer sur les demandes de suppression de financement public
pour les partis non démocratiques. C'était une bonne loi, qui était
claire, qui attribuait au Conseil d'État une compétence certaine.
Depuis lors, nous avons demandé à de multiples reprises par des
questions, des interpellations, des propositions que le gouvernement
prenne les arrêtés d'application de cette loi et qu'il l'applique. Nous
avons reçu de nombreuses promesses du ministre de l'Intérieur et
puis le gouvernement arc-en-ciel est resté totalement en défaut
d'adopter l'arrêté royal nécessaire pour mettre en oeuvre la loi de
1999.

C'est aussi une des faiblesses d'un système consistant à dire qu'il est
impossible d'adopter cela et qu'il est impossible d'appliquer une loi
qui a pourtant été votée par le Parlement. Comme j'interpellais M.
Bacquelaine, il m'a dit tout à l'heure que ce n'était pas facile et qu'ils
n'avaient pas réussi à convaincre leurs partenaires néerlandophones
du gouvernement de prendre l'arrêté d'application de cette loi du 12
février 1999. Donc, on n'a pas réussi à le faire au sein d'un
gouvernement, c'est-à-dire avec un problème de quorum et de
majorité qui est beaucoup plus faible qu'au Parlement, puisque le
gouvernement est soudé et prend ses décisions par consensus. On
n'est pas parvenu à appliquer la loi.

On nous dit aujourd'hui qu'on a échoué et on enterre cette loi du 12
décembre 1999. On cherche, et d'un côté on dit que c'est la Cour
d'arbitrage et de l'autre la Cour de cassation et on va, à travers une
déclaration de révision, inscrire une disposition qui va permettre à la
Cour de cassation de trancher le problème et de réussir à supprimer
le financement public des partis non démocratiques.

bewerkstellingen met een
stemming bij tweederde
meerderheid?

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

J'appelle cela, et vous me permettrez le terme, de l'onanisme
constitutionnel. Ce qu'on ne peut pas obtenir à l'intérieur d'un
gouvernement, croit-on sérieusement qu'on va l'obtenir en réunissant
une majorité de deux tiers dans un parlement comptant au moins 90
ou 91 parlementaires néerlandophones? Mais on se fait plaisir...

01.10 Olivier Maingain (MR): Monsieur Viseur, vous traitez cela

avec une légèreté juridique que je ne vous connaissais pas. Vous
savez très bien que lors du débat sur la loi du 12 décembre 1999, il y
a eu un débat sur la constitutionalité pour savoir quelle juridiction
devrait être compétente. On posait d'ailleurs la question, à un
moment donné, de savoir si ce n'était pas la Cour de cassation qui
devait être reconnue compétente et on n'a pas pu choisir la Cour de
cassation parce que, notamment sur base constitutionnelle, on ne
pouvait pas lui donner cette compétence. Fondamentalement, on a
trouvé un système sur lequel vous savez vous-même que le Conseil
d'Etat a exprimé une assez nette réserve et dont on sait très bien
qu'il sera contesté sur le plan constitutionnel, le jour où il devrait être
effectivement mis en oeuvre.

Il me semble qu'un bon juriste comme vous devrait à tout le moins
souhaiter qu'on donne un fondement constitutionnel, c'est-à-dire la
garantie de la sécurité juridique supérieure, pour permettre la mise
en oeuvre de mesures sur lesquelles il y a eu un assez large
consensus à l'époque pour les retenir et les organiser aux termes de
la loi. Donner un fondement constitutionnel à des dispositions légales
qui, à mon sens, devraient être adaptées par ailleurs, me semble
assurer une plus grande sécurité juridique. Et vous avez l'air
maintenant de considérer que le problème est strictement politique
alors que vous savez très bien que, lorsqu'on a élaboré la loi de
1999, il y avait des controverses notamment quant à la
constitutionnalité.

01.10 Olivier Maingain (MR): U

vat dit allemaal wel heel licht op,
mijnheer Viseur.

Tijdens de debatten over de wet
van 1999 heeft men een regeling
uitgedokterd waarvan men heel
goed wist dat ze de dag dat ze
zou worden toegepast, voor
problemen zou zorgen. Steviger
juridische garanties zijn dus
wenselijk, en een en ander moet
op een grondwettelijke basis
stoelen.

01.11 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Comme dirait une de mes

collègues, je ne suis pas une éminente juriste!

Par rapport au travail de terrain qu'ont essayé d'accomplir les juges,
vous savez très bien que le problème ne résidait pas seulement dans
l'absence d'arrêtés mais aussi dans le fait qu'aucun tribunal n'était
prêt à déclarer ce parti raciste. A un moment donné, un jugement
devait intervenir. Or, il n'est jamais intervenu. Je veux bien que l'on
prenne toute une série d'arrêtés, mais si on les avait pris, cela
n'aurait rien changé! Ou alors j'ai vraiment mal compris et vous allez
pouvoir m'expliquer.

01.11 Zoé Genot (ECOLO-

AGALEV): Bovendien wist u,
Mijnheer Viseur, dat geen enkele
rechtbank bereid was om deze
partij als racistisch te
beschouwen. Het uitvaardigen van
de besluiten in kwestie had dus
niets veranderd.

01.12 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, er

zijn een aantal versprekingen geweest, waarbij duidelijk werd waar
het hier om gaat. Het gaat helemaal niet om niet-democratische
partijen. Mijnheer Viseur heeft het zelf gezegd. Hoe wilt u die twee
derde realiseren wetende dat er hier 91 Nederlandstalige
parlementsleden zitten? Dan is het meteen duidelijk dat het om een
Nederlandstalige partij gaat. Welke partij wordt nu al zo lang
geviseerd? Dat is natuurlijk het Vlaams Blok. Men wil de Vlaamse
meerderheid, die er op dit moment is, breken. Kan men er 15
parlementsleden van aftrekken, dan zijn er nog maar 75 over en dan
zitten we in een totaal andere situatie. De Franstaligen staan dan
ineens veel sterker. Dat is de achterliggende bedoeling.

01.12 Bart Laeremans (VLAAMS

BLOK): J'ai entendu plusieurs
lapsus dans cet hémicycle. Il ne
s'agit plus en l'occurrence de
partis non démocratiques. Cette
Chambre compte 91 membres
néerlandophones et les
francophones veulent mettre cette
majorité à mal. Si 15 députés
néerlandophones devaient
disparaître, les francophones
constitueraient la majorité dans

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mevrouw Genot heeft het daarnet ook nog eens duidelijk gesteld.
Wanneer ze het heeft over `ce parti raciste', dan heeft ze het
duidelijk over ons. De rechtbanken slagen er niet in om "hen" te
veroordelen, dus moeten "we" andere middelen zoeken. Het is heel
duidelijk een wet die een bepaalde politieke partij, die 600.000
Vlamingen vertegenwoordigt, en een heel belangrijke stroming is bij
de mensen in Vlaanderen, die één derde van de Antwerpenaren
vertegenwoordigt en de grootste Vlaamse stad vertegenwoordigt,
gewoon wil uitschakelen. U weet niet wat u zegt. U beseft niet wat u
aan het doen bent. U bent hiermee de democratie aan het liquideren.
Besef dat maar eens goed!

cette Chambre. Mme Genot parle
de tribunaux impuissants à
condamner "ce parti raciste". Les
francophones se rendent-ils
effectivement compte de ce qu'ils
sont en train de faire? On veut
évincer un parti qui représente
600.000 électeurs. On veut
attenter à la démocratie.

01.13 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, je vais

répondre aux intervenants.

Monsieur Maigain, je pense que la légèreté n'est pas là où vous le
croyez. On n'a pas testé la constitutionnalité de la loi du 12 février
1999 car, si on l'avait appliquée, la Cour d'arbitrage saisie par le
Conseil d'Etat à travers une question préjudicielle aurait dit si elle
était ou non anticonstitutionnelle. La véritable légèreté réside dans ce
que vous venez de faire. Vous abandonnez un texte qui existe et
dont beaucoup d'entre nous souhaite l'application. Vous transférez
cette matière vers la Constitution mais nous n'avons pas la moindre
chance, dans la situation actuelle, d'obtenir les deux tiers. Si nous
avions cette chance, évidemment que je vous suivrais.

01.13 Jean-Jacques Viseur

(cdH): Mijnheer Maingain, de
lichtvaardigheid bevindt zich niet
daar waar u denkt. U heeft afstand
gedaan van een bestaande tekst
en

u heeft het probleem

overgeheveld naar de Grondwet.

01.14 Olivier Maingain (MR): Que faites-vous de la démocratie

dans cette assemblée?

01.15 Jean-Jacques Viseur (cdH): La démocratie dans notre

assemblée est largement tempérée par le fait que...

01.16 Olivier Maingain (MR): (...)

01.17 Jean-Jacques Viseur (cdH): J'espère qu'il y a bien plus que

deux tiers de démocrates ici et nous verrons cela demain, au
moment du vote.

Il y a une réalité. Vous reconnaissez vous-même qu'il a été
impossible, au sein du gouvernement, de trouver un accord - M.
Bacquelaine l'a confirmé tout à l'heure - pour appliquer la loi de 1999.
Or, c'est plus facile au sein du gouvernement qu'au sein d'une
assemblée. C'est plus facile à la majorité simple qu'à la majorité des
deux tiers. En agissant comme vous le faites, pour un rêve ou une
utopie, vous sacrifiez une réalité! Je ne peux pas trouver cela
autrement que léger.

01.17 Jean-Jacques Viseur

(cdH): Wij hebben echter niet de
minste kans om twee derde van
de stemmen te behalen voor deze
wijziging, en bovendien heeft u in
de regering geen akkoord bereikt
om de wet van 1999 toe te
passen.

01.18 Olivier Maingain (MR): Est-ce que les démocrates doivent

avoir peur de poser le débat en public dans l'assemblée
parlementaire? Ce qui n'aboutit pas au gouvernement dans des
caucus secrets pourrait peut-être aboutir devant une assemblée, en
séance plénière devant l'opinion publique, parce qu'il y a toujours le
regard de l'électeur qui est plus averti de ce qui se passe ici que dans
d'autres cénacles.

Donc, il y aurait peut-être lieu de permettre à tout le moins, monsieur

01.18 Olivier Maingain (MR):

Wat niet kan worden afgerond
binnen de regering, kan wel tot
een goed einde worden gebracht
binnen dit halfrond. De bespreking
zou moeten worden geopend en in
dit opzicht betreur ik uw
terughoudenheid ten aanzien van
de mogelijkheid van een steviger

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Viseur, en acceptant de voter le 147bis, d'ouvrir le débat. Ce que je
regrette, c'est votre frilosité, en refusant d'ouvrir le débat, de donner
un fondement constitutionnel à des dispositions légales qui, par
ailleurs, pourraient être contestées. Le jour où il y aura le fondement
constitutionnel, les dispositions légales ne pourront plus être
contestées.

Je constate que dans une quinzaine des pays membres du Conseil
de l'Europe au moins, des dispositions constitutionnelles existent
dans les Constitutions de ces Etats pour permettre des mesures, par
voie de décision de justice, à l'encontre des partis liberticides. Je
regrette votre frilosité.

grondwettelijke basis. Een
vijftiental landen binnen de Raad
van Europa hebben
grondwettelijke maatregelen
getroffen tegen de
ondemocratische partijen.
Waarom bent u zo terughoudend?

01.19 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur Maingain, s'il y a

quelqu'un de frileux dans cette affaire, c'est vous! Moi, je me réfère à
un texte de loi qui a été voté et nous disons: appliquons ce texte.
Vous lui donnez une assise constitutionnelle avec une logique qui
consiste à dire: moi, je suis capable de réunir les deux tiers et tant
que je ne les ai pas réunis, je n'applique pas la loi de 1999.

Si le gouvernement avait fait exécuter cette loi, nous aurions peut-
être un exemple de son application et, si elle avait été déclarée
anticonstitutionnelle, ce que je ne crois pas, nous aurions des
éléments, soit pour reprendre un autre texte, soit pour modifier la
Constitution. Mais en agissant ainsi, vous reportez aux calendes
grecques l'application d'une loi qui existe. Nous avons un texte qui ne
demande plus aucune majorité mais une simple application.

Madame Genot, je n'ai rien dit d'autre que ce qu'a dit M. Cheron. Il
tient le même raisonnement que le mien. Je pense que vous
confondez deux choses: la situation des tribunaux à l'égard de
l'application ou non de la loi Moureaux est une chose. Ici, la loi du 12
février 1999 crée une compétence particulière dans le chef du
Conseil d'Etat qui n'a jamais été saisi par les tribunaux de la situation
parce que les arrêtés d'application n'ont pas été adoptés.

Le problème en la matière, c'est qu'il faut efficacement appliquer ces
principes sur lesquels nous sommes évidemment d'accord.

Il faut les appliquer avec les instruments dont nous disposons
aujourd'hui, dont il faut tester s'ils sont ou non constitutionnels. Il ne
faut pas abdiquer avant même de les avoir utilisés.

C'est la raison pour laquelle, nous estimons que cela n'est pas
opportun, parce que cela tue une loi qui existe en faveur d'une très
hypothétique révision.

Demain, si on met l'article en révision en suivant votre amendement,
on va nous dire, tout au long de la prochaine législature, de ne plus
parler de la loi de 1999, mais d'attendre qu'il y ait une révision de la
Constitution.

01.19 Jean-Jacques Viseur

(cdH): U bent degene die
terughoudend is. In uw logica zou
men moeten nagaan of men wel
degelijk een twee derde
meerderheid heeft, anders zou de
wet niet mogen worden toegepast.

Laten wij eerst de wet ten uitvoer
leggen en vervolgens bepalen of
zij ongrondwettelijk is.

U wenst echter de toepassing van
een bestaande wet op de lange
baan te schuiven.

Mevrouw Genot, u verwart de
toestand van de rechtbanken ten
opzichte van de wet Moureaux en
die van de wet van 1999, die
terzake bevoegdheden verleent
aan de Raad van State, die niet
kan worden geadieerd zonder de
verwachte uitvoeringsbesluiten.

Wij dienen onze huidige middelen
te testen, alvorens we kunnen
uitmaken of zij al dan niet
grondwettelijk zijn.

01.20 Olivier Maingain (MR): Monsieur Viseur, vous être trop bon

juriste pour ignorer l'important arrêt de la Cour d'arbitrage qui a
quasiment réduit à peu de choses la portée réelle de la loi de 1999.
Cette loi a été attaquée devant la Cour d'arbitrage et l'interprétation
donnée par cette dernière est à ce point restrictive, qu'il n'y a plus
lieu quasiment de la mettre en oeuvre. Lisez l'arrêt de la Cour

01.20 Olivier Maingain (MR): U

heeft ongetwijfeld kennis
genomen van het belangrijke
arrest van het Arbitragehof, dat de
draagwijdte van de wet van 1999
aanzienlijk heeft beperkt. De

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

d'arbitrage.

Si vous connaissiez cet arrêt, vous comprendriez alors tout le sens
de ma démarche, car l'interprétation que fait la Cour d'arbitrage de
cette loi au regard des articles 10 et 11 de la Constitution est telle
que vous savez très bien que cette loi est malheureusement dénuée
maintenant de tout effet.

Si vous voulez que demain, il y ait des mesures efficaces qui
puissent être prises, sans être contestées, on a tout intérêt à donner
un fondement constitutionnel aux mesures légales qui permettront de
porter atteinte à la reconnaissance des partis liberticides, notamment
par la voie de la dotation financière ou par d'autres mesures.
L'objectif que je poursuis n'est pas uniquement la privation des
moyens financiers, mais c'est aussi la reconnaissance d'autres
avantages organisés par les lois.

interpretatie van het Hof is zo
beperkt dat de tenuitvoerlegging
van de wet geen enkel verschil
zou maken.

Toch zou het goed zijn een
grondwettelijke basis te geven aan
de wettelijke maatregelen tot
bestrijding van de
ondemocratische partijen, meer
bepaald door ze hun financiering
te ontnemen.

01.21 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur Maingain, nous

poursuivons le même but. Vous ne m'empêcherez pas de penser
qu'en utilisant les textes existant, il y a moyen d'être sûr d'obtenir,
pas grand chose, mais d'obtenir ce qu'on peut obtenir, tandis qu'en
reportant tout sur une révision de cet article, nous gelons toutes les
possibilités que nous avons pour le moment.

Voilà ce que j'avais à dire de cette proposition de révision de la
Constitution.

Nous restons convaincus qu'en soumettant à révision l'article 195, on
va ouvrir une boîte de Pandore et que toutes les mesures auxquelles
on songe, ne valent pas celles qui existent pour le moment.

Sur ce plan, nous sommes pessimistes. C'est ce pessimisme que
d'autres ont partagé jusqu'à cette nuit au cours de laquelle le
gouvernement a vu les Flamands convaincre les francophones. Je
pense que de ce point de vue, vous poserez un acte qui est le début
de la mise en péril de la protection des francophones qui est pourtant
tellement importante.

Parce que nous sommes encore sous le régime de l'article 195 de la
Constitution, il reste à l'électeur à se prononcer le 18 mai et à
intégrer dans sa décision ces éléments pour faire en sorte qu'il y ait
une impossibilité de réviser cet article 195 après le 18 mai. Je crois,
que pour la première fois depuis 1830, l'article 195 trouve sa pleine
application dans le débat électoral qui va se tenir, puisque chacun va
devoir se prononcer en mesurant les risques.

Du côté du cdH, nous considérons qu'on ne joue pas ce pacte
fondamental à la roulette russe, qu'on ne le révise pas ou qu'on ne le
soumet pas à révision de cette façon.

C'est la raison pour laquelle, nous ne voterons pas cet article à
réviser et que nous ne voterons pas le texte de proposition de
révision de la Constitution.

01.21 Jean-Jacques Viseur

(cdH): We kunnen ons doel
bereiken met de bestaande
middelen. Indien we de Grondwet
herzien, dreigen die te worden
bevroren.

Overigens opent u, met de
verklaring tot herziening van
artikel 195, de doos van Pandora.
Die beslissing stemt ons
pessimistisch, want ze zet de
bescherming van de Franstaligen
op de helling.

Blijft te hopen dat de kiezers
daarmee rekening zullen houden
wanneer ze op 18 mei hun stem
uitbrengen, zodat die herziening
er niet komt.

De cdH is van oordeel dat dat
fundamenteel pact niet mag
worden herzien. Je speelt geen
Russische roulette met artikel 195
van de Grondwet.

01.22 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, collega's, het debat over de herziening van de
Grondwet is voor ons telkens weer de aanleiding om de hele
Grondwet in herziening te stellen. Zoals u weet, kunnen wij ons

01.22 Bart Laeremans (VLAAMS

BLOK): Nous estimons que la
révision de la Constitution devrait
donner lieu à une révision de

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

principieel niet verzoenen met de Belgische Grondwet op zich, omdat
wij dit land niet erkennen als ons vaderland. Wij, en met ons steeds
meer inwoners, beschouwen België als een volkomen artificiële
constructie die er niet had mogen zijn en die ook zo snel mogelijk
moet worden opgedoekt.

Wij zijn natuurlijk niet de eersten die dat zeggen. In zijn beruchte
"Lettre au Roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre"
schreef Jules Destrée nog voor de Eerste Wereldoorlog het
volgende: "Er zijn geen Belgen, Sire. België is een politieke staat,
vrucht der diplomatie. Het werd kunstmatig samengesteld. Het heeft
geen nationaliteit. Welke antithese tussen Vlaanderen en Wallonië:
de aardbodem is verschillend, de mensen die deze streken bewonen,
zijn anders en hunne zielen" een beetje ouderwetse taal "zijn zo
verschillend als hunne landschappen. De Walen horen toe aan de
Latijnse beschaving en de Vlamingen aan de Germaanse cultuur. Er
zijn dus in België Walen en Vlamingen. Er zijn geen Belgen. In 1830
werd het evenwicht gebroken ten nadele der Vlamingen. De
omwenteling was ontstaan tegen Holland en versterkt door de steun
van Frankrijk. Haar bijzonderste bewerkers waren Walen." Dat is
geschreven voor de Eerste Wereldoorlog.

Vandaag zitten wij nog altijd met deze kunstmatige Staat
opgescheept. Weliswaar is hij sindsdien hervormd, maar dan wel op
die wijze dat de Vlaamse meerderheid in dit land met kluisters en
ketens gebonden ligt, op die wijze dat de democratie in dit land
goeddeels opzij is geschoven. De Vlaamse en Waalse autonomie is
op veel vlakken een schijnautonomie. Hefbomen van een volwaardig
economisch, sociaal en fiscaal beleid blijven verankerd op het
federale niveau, waardoor een gigantische en alsmaar groeiende
geldstroom van Vlaanderen in de richting van Wallonië in stand kan
worden gehouden. Hierdoor is België vandaag in belangrijkste
instantie een parasitaire Staat geworden, een Staat die als
voornaamste functie heeft dat de ene gemeenschap in grote mate
kan leven op de rug van de andere.

Ondanks die enorme geldstroom die, de schuldaflossing inbegrepen,
ongeveer 10 miljard euro per jaar bedraagt, moet worden vastgesteld
dat de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië niet wordt gedicht.
Integendeel, de jongste cijfers van het Vlaams Economisch Verbond
tonen aan dat de economische kloof tussen Vlaanderen en Wallonië
steeds groter wordt, dat Wallonië niet bijbeent ondanks deze enorme
steun. Het is dus niet in het Waalse belang dat deze situatie blijft
voortduren. Voor Vlaanderen is het vanzelfsprekend evenmin
interessant. Op termijn kan geen enkele natie het aan dat jaarlijks
10% van haar welvaart wordt afgeroomd.

Maar de belangrijkste reden waarom Vlaanderen een zelfstandige,
autonome natie moet worden, heeft natuurlijk te maken met het
totale immobilisme waarin dit land verkeert. In alle belangrijke
dossiers stellen wij dat vast. Dit land kan geen duidelijke keuzes
maken, omdat de visie van Vlamingen en Walen in zowat alle
belangrijke dossiers fundamenteel verschilt. Gisteren nog hebben wij
het debat gehad over de genocidewet, waaraan een zeer complexe
en juridisch en grondwettelijk zeer twijfelachtige oplossing is
gegeven. Bovendien moesten wij vaststellen dat de regering
helemaal geen kleur durfde te bekennen en de hete aardappel
doorschoof naar het Parlement.

l'ensemble du texte de la loi
fondamentale. Nous ne
reconnaissons pas la Belgique
comme notre patrie; il s'agit d'une
construction artificielle dont il faut
rapidement se débarrasser.

Avant la première guerre
mondiale déjà, Jules Destrée avait
écrit que les Belges n'existaient
pas et qu'il n'y avait que des
Flamands et des Wallons. Il avait
souligné la différence entre le
pays et le peuple. En 1830,
l'équilibre a été rompu aux dépens
des Flamands.

Cet Etat artificiel existe encore
aujourd'hui. Il a fait l'objet de
réformes mais la majorité
flamande ne dispose d'aucune
marge de manoeuvre, la
démocratie a été reléguée au
second plan. Un simulacre
d'autonomie a été instauré mais
les flux financiers de la Flandre
vers la Wallonie persistent. La
Belgique est devenue un Etat
parasitaire au sein duquel une
partie du pays vit aux crochets de
l'autre. Bien que les flux financiers
s'élèvent à 10 milliards d'euros
par an, ils ne suffisent pas à
combler le fossé économique
entre la Flandre et la Wallonie.
Cette dernière n'a pas intérêt à ce
que cette situation perdure et la
Flandre en subit également les
conséquences: aucun pays ne
peut tenir bon lorsque 10% de ses
richesses lui sont prélevés.

Outre les considérations
financières,

d'autres raisons

commandent que la Flandre
devienne une nation
indépendante. Ainsi, il faut mettre
un terme à l'immobilisme belge.
Ce pays n'est pas en mesure
d'opérer des choix étant donné
que, dans chaque dossier, les
conceptions flamande et wallonne
sont diamétralement opposées.
J'en veux pour preuve, une de
plus, la discussion menée hier au
sujet de la loi de compétence
universelle. Si la Flandre avait été
indépendante, la situation n'aurait

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

In een onafhankelijk Vlaanderen was het nooit zover gekomen.
Indien Vlaanderen op het internationale vlak de volheid van
bevoegdheden zou hebben gehad, was de zware diplomatieke en
economische averij die wij de laatste tijd hebben opgelopen, ook
wegens het onvoorstelbare geklungel van Louis Michel, ons
bespaard gebleven.

Zo gaat het op alle domeinen. Een ernstige aanpak van de
criminaliteit is niet mogelijk zolang dit land terzake wordt
gedomineerd door het Waalse laksisme, door de alles-kan-en-alles-
mag-mentaliteit, die in Wallonië heerst.

Mijnheer Fournaux, u vindt dat misschien geestig, maar u behoort
misschien niet tot die laksisten. Mevrouw Milquet behoort daar in
grote mate wel toe. U heeft zich in het verleden ook altijd laten
domineren door de Parti socialiste.

(...)

Een degelijk werkend snelrecht is hierdoor in dit land niet mogelijk.
Een hedendaags jeugdsanctierecht is hierdoor evenmin mogelijk. De
heer Verwilghen heeft er zijn tanden op stuk gebeten. Een regeling
voor spijtoptanten en dus een moderne aanpak van de
georganiseerde misdaad is hierdoor al evenmin mogelijk. Een ernstig
veiligheidsbeleid en een lik-op-stuk-beleid in onze grootsteden is
hierdoor evenmin mogelijk.

Ik gun het de Walen. Als zij op dat uitzichtloze pad willen
verdergaan, is dat hun probleem. Ik wil voor Vlaanderen en dus ook
voor Brussel een ander beleid kunnen voeren, dat wel
toekomstgericht is. Ik wil een beleid kunnen voeren, dat wel rekening
houdt met de belangen van de slachtoffers en de gewone mensen.

Collega's, volgend jaar treden tien nieuwe lidstaten toe tot de
Europese Unie, waarvan er maar liefst zeven Slovakije, Estland,
Letland, Litouwen, Slovenië, Cyprus en Malta minder en soms veel
minder inwoners hebben dan Vlaanderen. Al deze landen worden
met de grootst mogelijke égards behandeld. Zij komen op hetzelfde
niveau terecht als de grote Europese natiestaten. Ik geef toe dat ik
een gevoel van jaloersheid moeilijk kan onderdrukken. Waarom kan
dat wel voor hen en voor ons Vlamingen niet? Zij zijn nochtans
zoveel kleiner dan wij. Waar hebben wij het verdiend om nog steeds
opgescheept te zitten met een Waals blok aan ons been? Wat
verhindert ons om eindelijk mee te kunnen spelen in het grote
Europese verhaal, om met een rechtstreekse stem te kunnen
spreken, om rechtstreeks onze belangen te kunnen behartigen in de
grote Europese Unie en eindelijk de internationale erkenning te
krijgen, die voor elk volk en elke natie zo levensbelangrijk is?

Het antwoord op de vraag is snel gevonden. Het ligt in de eerste
plaats aan de Vlamingen en aan de Vlaamse politici zelf. Meer dan
ooit hebben we tijdens deze legislatuur kunnen vaststellen dat
Vlaamse partijen en politici kiezen voor het eigenbelang, voor de
partijbelangen en de particuliere profijtjes. Tegenover zich hebben zij
een eensgezind front van Franstalige partijen, die telkens weer het
collectieve belang vooropstellen, het algemeen Waals francofoon
belang naar voren schuiven, het eigen volk eerst in de praktijk

jamais dégénéré à ce point et
nous aurions évité de graves
problèmes diplomatiques et
économiques.

Aussi longtemps que le laxisme
wallon dominera le pays, nous ne
pourrons pas lutter efficacement
contre la criminalité. Une
procédure accélérée qui
fonctionne bien n'est pas possible,
pas plus que le droit sanctionnel
des jeunes, un règlement pour les
repentis, une politique de sécurité
sérieuse et une politique de
riposte immédiate.

Je laisse les Wallons choisir leur
propre voie, mais nous souhaitons
une autre politique pour la Flandre
et Bruxelles.

L'année prochaine, dix nouveaux
Etats membres adhèreront à
l'Union européenne. Sept d'entre
eux comptent moins d'habitants
que la Flandre. Ils occuperont
pourtant une place à part entière
au côté des grandes nations.
J'admets en être jaloux. Nous
traînons le boulet wallon, qui nous
empêche de jouer notre rôle en
Europe, de défendre directement
nos intérêts et de bénéficier d'une
reconnaissance internationale.
Pourquoi ces petits Etats y
parviennent-ils et pas nous?

La réponse se trouve chez les
responsables politiques flamands
eux-mêmes. Les partis flamands
optent pour leur intérêt personnel,
mais ils font face à un front wallon
et francophone solidaire qui
défend des intérêts collectifs. En
adoptant cette attitude résolue, ce
dernier tire la couverture à lui.

L'accord modifiant la loi électorale
constitue un bel exemple à cet
égard. En raison d'intérêts
particuliers, le VLD a voulu une
circonscription électorale
provinciale et la double éligibilité.
En contrepartie, les Wallons ont
posé plusieurs exigences: pas de
circonscription électorale du
Brabant flamand, le maintien

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

toepassen. Telkens opnieuw moeten we vaststellen dat de
Franstaligen precies door deze houding en eensgezinde, kordate
opstelling het laken volledig naar zich toehalen.

Dat kwam tijdens deze legislatuur op de meest frappante wijze tot
uiting bij het kieswetakkoord van vorig jaar. In ruil voor de
particuliere belangen van VLD dan heb ik het niet zozeer over
collega Coveliers dan wel over collega Somers , van Agalev en
vooral van SP.A met de grote boegbeelden à la Vande Lanotte hier
aanwezig, drie partijen die voordeel trachtten te halen uit de
provinciale kieskringen en uit de dubbele verkiesbaarheid, stelden de
Franstaligen de meest verregaande, de meest exuberante eisen. Het
toppunt was dat ze dan nog werden ingewilligd ook. Er kwam
helemaal geen provinciale kieskring in Vlaams-Brabant en de unitaire
kieskring werd verankerd. Gelukkig werd dat door het Arbitragehof
gedwarsboomd. De Franstaligen mochten meer mensen op hun
lijsten zetten dan de Vlamingen. Er kwamen extra financiële
middelen voor Brussel. Wat toch bijzonder vergaand was, was het
akkoord over een paritaire Senaat met belangrijke, grondwettelijke
bevoegdheden. Ten slotte zou Brussel worden verheven tot een
volwaardig derde Gewest zonder nog een greintje zeggenschap van
de Vlamingen over hun eigen hoofdstad en natuurlijk ook met
constitutieve autonomie. Brussel werd in het akkoord voorgoed
prijsgegeven aan een overweldigende, Franstalige meerderheid
aldaar.

We geven dus in één keer de Vlaamse meerderheid in dit land en het
parallellisme met Brussel op. De Walen worden voortaan op federaal
vlak veel beter beschermd dan de Vlamingen in de hoofdstad.
Tegelijk worden twee miljoen Vlamingen op de slachtbank gelegd.
Twee miljoen Vlamingen zullen in de toekomst niet meer
vertegenwoordigd zijn in de Senaat door die paritaire samenstelling.
Il faut le faire, dames en heren van Agalev, SP.A en VLD.

Zoals verwacht kon worden maken deze catastrofale toegevingen
een zeer belangrijk onderdeel uit van het regeringsvoorstel tot
herziening van de Grondwet. VLD, SP.A en Agalev gaan deze anti-
Vlaamse plannen dus daadwerkelijke doordrijven. Ze zijn niet te
beroerd om met dit nefast, met dit schandelijke stembusakkoord naar
de kiezer te trekken. Verhofstadt I rondt af op de wijze die deze
regering van meet af aan gekenmerkt heeft, in slaafse
onderdanigheid voor de Waals-francofone belangen.

Eén partij werd hierbij nog niet genoemd. Het spijt mij dat zij
ondertussen vertrokken is - misschien komt ze nog terug maar het
staat dan toch in de annalen - hoewel ze in de pijnlijke historie een
verpletterende verantwoordelijkheid draagt. Het is met name Spirit,
het kliekje van Bert Anciaux. De Spiritisten hebben hun mandaat,
hun politieke carrière te danken aan het onbaatzuchtige werk van
generaties onbaatzuchtige partijmilitanten. Uitgerekend diezelfde
Spiritisten doen vandaag het onmogelijke om die aftandse, stokoude,
uitgeleefde, ineengeschrompelde socialistische tante die meer dan
wie ook de heraut is van de Belgische en francofone belangen nieuw
leven in te blazen. Alles wordt daar bij Spirit aan opgeofferd. De
Spiritisten hadden de kans om de Vlaamse regering lam te leggen en
het kieswetakkoord op die wijze onmogelijk te maken. Ze deden
echter het tegenovergestelde. Ze gingen lopen hier in de Kamer,
ondanks bepaalde beloften die ze hadden gedaan, en gingen in

d'une circonscription électorale
Bruxelles-Hal-Vilvorde, davantage
de candidats francophones que
flamands, des moyens
supplémentaires pour Bruxelles,
un Sénat paritaire et une Région
bruxelloise à part entière. Le pire
est que ces exigences ont été
satisfaites sur toute la ligne.

Les partis de la majorité ont livré
Bruxelles aux francophones. Les
Wallons jouissent d'une meilleure
protection au niveau fédéral que
les Flamands de Bruxelles. A
cause du Sénat paritaire, pas
moins de deux millions de
Flamands ne seront plus
représentés. Je félicite Agalev et
le SP.A! Ces concessions
calamiteuses constituent un volet
important des projets du
gouvernement en ce qui concerne
la révision de la Constitution.
Forts de cet accord électoral
scandaleux, les partis s'apprêtent
sans vergogne à se présenter
devant l'électeur.

Spirit mérite également une
mention, lui qui aurait pu paralyser
le gouvernement lors de la
réforme électorale. Ce parti, qui a
vu le jour grâce aux efforts
déployés par les générations de
défenseurs de la cause flamande,
a conclu une alliance avec le
SP.A, cette formation dépassée,
vermoulue et hostile aux
Flamands, qui ne recule devant
rien pour plaire aux Wallons et
mettre en oeuvre la réforme
électorale. Bert Anciaux a enfin le
front progressiste dont il a toujours
rêvé. Les protestations de Mme
Van Weert au sujet du Sénat
paritaire et du règlement
concernant Bruxelles ne sont que
jacassements symboliques
destinés à apaiser la base.

De surcroît, cette révision
constitutionnelle ne répond
absolument pas aux souhaits du
Parlement flamand dans la
mesure où elle ne permettra
aucune des avancées suivantes:
l'autonomie fiscale, la scission de

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

collaboratie een verbond aan met de SP.A. Zij maakten de oude
droom van Bert Anciaux waar om eindelijk een rood front te
realiseren in Vlaanderen, hoe rampzalig dit ook wordt voor de
Vlaamse belangen.

Toen Els Van Weert tijdens de commissiebesprekingen haar
ongenoegen uitte over de pariteit en over de verheffing van Brussel
tot volwaardig derde gewest, wat ze vandaag ongetwijfeld als ze nog
aan het woord komt opnieuw zal doen, dan was dit gewoon pure
komedie, alleen maar om de restanten aan Vlaams-nationalisten in
haar achterban even te sussen en de schijn te wekken dat er nog
enige sporen van Vlaamsgezindheid bestaan in haar partij. In de
praktijk doet zij echter diametraal het tegenovergestelde van wat zij
zegt. Zij maakt die partij groter die alweer uit eigenbelang alles zal
doen om de Walen ter wille te zijn en dit stembusakkoord met grote
gedrevenheid uit te voeren.

Voor het overige is deze verklaring tot inherzieningstelling een maat
voor niets. Het is de bedoeling dat er hier en daar wat paars-groene
pulp aan de Grondwet wordt toegevoegd maar de sleutel om eindelijk
tegemoet te komen aan de unanieme verzuchtingen van het Vlaams
Parlement, verzuchtingen die daar ook gedeeld worden door de
meerderheidspartijen VLD, SP.A en Agalev maar die mensen
hebben blijkbaar in hun partijen niets te zeggen wordt niet
aangereikt. Artikel 35 dat de residuaire bevoegdheden regelt en de
bevoegdheden van de federale overheid wil opsommen wordt niet in
herziening gesteld. Ook de artikelen 1, 2 en 3 van de Grondwet
worden niet in herziening gesteld en ook de zo noodzakelijke fiscale
autonomie wordt niet mogelijk gemaakt, de splitsing of gedeeltelijke
splitsing van Justitie evenmin. Zelfs artikel 63 wordt niet gewijzigd,
ondanks de uitspraak van het Arbitragehof, opdat er diverse
keuzemogelijkheden zouden zijn om de kieskring Brussel-Halle-
Vilvoorde te splitsen. Vlaanderen staat met deze
grondwetsherziening dus geen stap verder, integendeel. Wanneer
het juist is dat er een geheim akkoord bestaat om de procedure tot
herziening van de Grondwet in de toekomst nog te verzwaren, met
name door voor elke wijziging een meerderheid in iedere taalgroep te
eisen, wordt het voor Vlaanderen zelfs een reuzenstap achteruit in
plaats van vooruit.

Want dat betekent dat de Vlaamse meerderheid in dit land, voor
zover ze nog bestond, helemaal buitenspel wordt gezet. Dit is dus,
mijnheer de minister, geen werkstuk om trots op te zijn. Collega
Coveliers, wij van onze kant hebben maar één verweerwapen en dat
is onze overtuigingskracht. Niet om u te overtuigen, leden van de
meerderheid, want daarvoor is het te laat en daarvoor bent u ook,
collega Coveliers, veel te cynisch geworden. Wij willen de kiezer
overtuigen om niet meer voor u te stemmen, om te helpen
verhinderen dat deze schandelijke plannen ooit gerealiseerd worden.

la politique en matière de justice,
un transfert de compétences de
l'Etat fédéral vers la Communauté
flamande, une scission de
l'arrondissement électoral de
Bruxelles-Hal-Vilvorde.

Cette révision constitutionnelle ne
fera pas progresser la Flandre
d'un pouce. Bien au contraire, elle
bâillonnera complètement la
majorité flamande. Il n'y a pas lieu
d'être fier du présent projet de loi.
Nous le combattrons avec notre
arme la plus efficace notre
pouvoir de persuasion pour
convaincre les électeurs de ne
pas donner leur voix aux partis de
la majorité actuelle, afin qu'à
l'avenir, nous puissions annihiler
ces infamants projets de
modification de la Constitution.

01.23 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le

vice-premier ministre, chers collègues, il est vrai que la déclaration
de révision de la Constitution a été arrêtée par le gouvernement,
avant même qu'il ne connaisse l'arrêt rendu par la Cour d'arbitrage la
semaine dernière dans les affaires ayant fait l'objet de recours pour
annulation de certaines dispositions des lois de réformes
institutionnelles de juillet 2001. Le gouvernement ne pouvait
évidemment pas sauf à être confiant dans sa thèse juridique

01.23 Olivier Maingain (MR): De

verklaring tot wijziging van de
Grondwet is door de regering
vastgesteld voor het Arbitragehof
zijn arrest velde. De regering kon
dus onmogelijk de draagwijdte
van het arrest voorspellen. Het
Hof is de mening toegedaan dat

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

préjuger de ce que serait la portée exacte de cet arrêt de la Cour
d'arbitrage.

Je me permets de revenir à cet arrêt car il n'est pas sans influence
sur le débat concernant la procédure de révision de la Constitution et
la portée d'une déclaration de révision de la Constitution. Je rappelle
le raisonnement qui a été validé par la Cour d'arbitrage au terme de
ces affaires. La Cour d'arbitrage considère, suivant en cela une
doctrine largement inspirée par le professeur Alen qui, de surcroît,
siège au sein de la Cour d'arbitrage , que pour toute disposition
constitutionnelle antérieure au 1

octobre 1980, en tout cas si l'on

retient la date fixée par le législateur spécial la Cour d'arbitrage
étant peu claire d'ailleurs sur la référence dans le temps , le terme
"loi" qui serait utilisé dans les dispositions constitutionnelles ne serait
pas une règle répartitrice de compétences entre l'Etat fédéral et les
entités fédérées mais serait tout simplement la confirmation de la
compétence du pouvoir législatif à l'exclusion du pouvoir exécutif.

Plus je l'analyse et plus je considère que ce raisonnement de la Cour
d'arbitrage est chargé de conséquences assez étonnantes et, pour
tout dire, invraisemblables. A titre d'illustration, prenons l'article 89 de
la Constitution. Cette disposition est bien antérieure à 1980
puisqu'elle est dans notre Constitution depuis son origine. Cet article
stipule que la liste civile du Roi est fixée par la loi. A suivre le
raisonnement de la Cour d'arbitrage, il faudrait comprendre que
demain, une loi spéciale modifiant, par exemple, la loi spéciale de
financement des Communautés et des Régions pourrait amener les
Régions à contribuer au financement de la liste civile du Roi, sans
révision préalable de la Constitution. Le législateur spécial pourrait
être facétieux et suggérer, par exemple, que chacun des
descendants du Roi soit pris en charge par une Région déterminée.
A la Région flamande, le prince héritier c'est la plus riche, elle peut
assurer le train de vie du prince héritier; à la Région wallonne, le
deuxième membre de la famille royale en ordre de succession; à la
Région de Bruxelles-Capitale, le troisième membre,... Ceci est
évidemment une plaisanterie mais, fondamentalement, si l'on suit le
raisonnement de la Cour d'arbitrage, il ne faudrait pas réviser la
Constitution pour que, demain, le mode de financement de la liste
civile du Roi puisse être déterminé par la loi spéciale, avec des
transferts de compétences vers les Communautés et les Régions.

De même, si l'on suit toujours le raisonnement de la Cour d'arbitrage,
il peut y avoir, en matière de justice, des transferts de compétences
au profit des Communautés et des Régions sans qu'il y ait eu à
réviser préalablement la Constitution. Je prends une disposition au
hasard: l'article 145 de la Constitution, qui nous dit que "les
contestations qui ont pour objet les droits politiques sont du ressort
des tribunaux, sauf les exceptions établies par la loi. Cette
disposition est dans notre Constitution depuis son origine, depuis
1831. Demain, le législateur spécial pourrait donner compétence aux
Communautés et aux Régions pour déterminer des exceptions à
l'article 145 de la Constitution.

Très curieusement - et c'est en cela que le raisonnement de la Cour
d'arbitrage est faux sur le plan juridique -, le même article 145 est
repris dans l'article 77 de la Constitution dans l'énumération des
dispositions qui font l'objet d'un bicaméralisme strict. Mais, à l'article
77, le terme "loi" est postérieur à 1980. Alors, quelle est la règle qui

voor elke grondwettelijke bepaling
van voor 1 oktober 1980 het
woord "wet" geen
bevoegdheidsverdelende regel
zou zijn maar de bevestiging van
de bevoegdheid van de
wetgevende macht. Die
redenering heeft onthutsende
gevolgen. Bijvoorbeeld wat artikel
89 betreft, zou een bijzondere wet
de Gewesten ertoe kunnen
brengen tot de financiering van de
civiele lijst bij te dragen zonder
grondwetswijziging. Hetzelfde
geldt inzake justitie waar
bevoegdheidsoverdrachten ten
voordele van Gemeenschappen
en Gewesten mogelijk zouden
zijn.

We worden dus met
tegenstellingen geconfronteerd,
zoals met betrekking tot het begrip
"wet" zoals bedoeld in artikel 145,
vóór 1980, en in artikel 77, na
1980.

Moeten we daarom het belang
van het debat rond artikel 195
negeren? Ik haal een citaat aan uit
de

Revue belge de Droit

constitutionnel van 2000, waarin
gesteld wordt dat de
herzieningsprocedure moet
worden verbeterd en dat men in
mechanismen moet voorzien die
dichter bij de wetgevende
procedure voor de bijzondere
wetten staan. Wat de heer
Delpérée de auteur van deze
bijdrage hier zegt staat haaks op
de brief die hij ons op 15 maart
2003 schreef.

U zal moeten toegeven dat de
nestor onder onze
grondwetspecialisten aan gezag
heeft ingeboet sinds hij in zich in
het politieke debat gemengd
heeft. Zelfs zijn trouwste
discipelen hangen zijn analyse
niet langer aan. In de krant Le
Soir van 19 maart verkondigen ze
dat artikel 195 in een procedure
zou moeten voorzien naar het
voorbeeld van de procedure voor
de bijzondere wetten, maar dan
met nog iets wezenlijks

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

prévaut? Celle du 145 où le terme "loi" est antérieur à 1980 et
pourrait donner lieu à des transferts de compétences sans révision
préalable de la Constitution ou celle de l'article 77, qui reprend
l'article 145 au titre du bicaméralisme strict, donc compétence
partagée entre la Chambre et le Sénat? Ce terme "loi" est postérieur
à 1980 et il faudrait comprendre qu'on ne pourrait pas transférer de
compétences en matière de justice aux Communautés et aux
Régions, en tout cas au regard de l'article 145.

Voilà les contradictions invraisemblables auxquelles conduit l'arrêt de
la Cour d'arbitrage. J'ai pris ces deux exemples mais je pourrais
prendre des articles dans le titre II de la Constitution sur les droits et
libertés où, pour un certain nombre de ces droits et libertés, des
exceptions peuvent être établies par la loi. Demain, les exceptions
pourraient être établies après transfert de compétences par un
décret, une ordonnance. Si je dis cela, c'est pour bien démontrer que
le débat sur la procédure de révision de la Constitution prend
évidemment une dimension moins forte, moins singulière depuis cet
arrêt de la Cour d'arbitrage. Faut-il pour autant évacuer l'importance
de ce débat sur la portée de l'article 195? J'ai toujours été très clair
sur le sujet et plus clair et plus constant peut-être que ceux-là même
qui aujourd'hui tentent de faire la leçon sur l'article 195. J'ai relu
attentivement la doctrine juridique en ce qui concerne l'article 195. Je
prends dans la "Revue belge de droit constitutionnel" de l'an 2000 un
passage intéressant sur la procédure de révision et je vous en lis un
extrait. L'auteur, dont je vous livrerai ensute l'identité, dit ceci: "Par
contre, les collectivités fédérées ne sont pas représentées telles
quelles dans le pouvoir constituant. Il est permis de se demander si
l'article 195 de la Constitution ne mériterait pas d'être corrigé sur ce
point et s'il n'y aurait pas lieu de concevoir des mécanismes plus
proches de ceux qui commandent l'élaboration des lois spéciales."
Qui écrit cela dans la "Revue belge de droit constitutionnel"? C'est le
professeur Delpérée qui écrit "Il est permis de se demander si l'article
195 de la Constitution ne mériterait pas d'être corrigé sur ce point et
s'il n'y aurait pas lieu de concevoir des mécanismes plus proches de
ceux qui commandent l'élaboration des lois spéciales". Je reconnais
le droit intellectuel du professeur Delpérée qui depuis a défendu une
thèse plus catégorique sur le 195. Il a même écrit à tous les
présidents de parti en date du 15 mars 2003 pour nous dire:
"Supposons un instant que l'article 195 soit soumis à révision,
supposons aussi qu'il soit modifié dès le début de la future législature
dans un sens proche de celui que préconise le premier ministre, plus
de déclaration de révision, plus de dissolution intermédiaire des
Chambres, avec peut-être ce qui sera présenté comme une
compensation: la majorité des suffrages devrait être recueillie dans
chaque groupe linguistique. Quelles conséquences s'attachent à une
telle opération? Elles sautent aux yeux: dès la révision de l'article
195, tous les articles de la Constitution, les communautaires et les
autres, seront immédiatement révisables."

Qui croire? Le professeur Delpérée qui a écrit l'article paru dans la
"Revue belge constitutionnelle" de 2000 ou le professeur Delpérée
qui a rédigé cette lettre du 15 mars 2003?

Je regrette que le parti qui a accueilli depuis le professeur Delpérée
ne puisse pas nous apporter quelques éclaircissements à ce propos.
Je suis plutôt convaincu que le doyen de nos constitutionnalistes
francophones a, malheureusement pour lui, perdu beaucoup de son

daarbovenop.

In dat verband val ik professor
Dumont bij, die in de Revue de
l'Administration publique een
oplossing voorstaat die over twee
zittingsperioden gespreid blijft. De
grondwet moet de meest starre
norm van het bestel blijven.
Hetgeen er bovenop komt is de
bijkomende stap in de procedure,
namelijk het behoud van een
herziening over twee
zittingsperioden. Dat schrijft Pierre
Wigny. En de MR staat achter die
idee.

Wij willen geen
grondwetswijziging die door
éénzelfde regering in de loop van
dezelfde regeerperiode wordt
doorgevoerd. Wij willen
integendeel de herziening van de
Grondwet over twee
regeerperioden spreiden zodat
over de draagwijdte van de
grondwetherziening in het land
een ruime consensus bestaat.

Ik deel de mening van Prof.
Dumont wanneer hij op de zwakte
van het huidige mechanisme van
artikel 195 wijst en zegt dat het
wijzer zou zijn dat de
grondwetgever tijdens één
regeerperiode tot een herziening
overgaat om vervolgens, na een
zekere wachttijd en na een nader
te bepalen procedure, de
draagwijdte van de
vooropgestelde herziening te
bevestigen.

Ik herinner eraan dat de
Grondwetgever nooit verplicht is
de plannen van de preconsituante
uit te voeren.

Hoofdzaak is mijns inziens het
vrijwaren van een procedure in
drie stappen, als het ware een
wals bestaande uit drie maten om
even Jacques Brel te citeren.

Wat de toekomst van de Senaat
betreft, herinner ik eraan dat de
pariteit van de Senaat een oude
Franstalige eis is. Toch ben ik niet

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

autorité et de sa force de persuasion depuis qu'il s'est engagé dans le
débat politique. J'en veux pour preuve les prises de position de
l'ensemble des autres constitutionnalistes francophones, dans un
article publié dans la tribune du journal "Le Soir" le 19 mars dernier,
où il faut bien reconnaître que, même les plus fidèles disciples du
professeur Delpérée, même ceux qui ont suivi son enseignement à
l'Université catholique de Louvain, ne rejoignent pas l'analyse faite
par le professeur Delpérée.

Ils disent une chose importante je cite -: "Toute réforme qui
permettrait de modifier la Constitution en deçà des garanties qui
entourent l'adoption de la loi spéciale constituerait un cruel échec.
Inversement, l'équation est claire: l'article 195 doit instituer une
procédure calquée sur la loi spéciale avec quelque chose d'essentiel
en plus qui permet à la Constitution de demeurer la norme la plus
rigide du système".

Après cela, ils expliquent leurs divergences. Qu'est-ce que c'est que
ce quelque chose d'essentiel en plus? Suffit-il d'avoir, comme pour la
loi spéciale, les mêmes majorités? Non, bien entendu. Il faut qu'il y
ait de surcroît une étape supplémentaire de procédure qui permette
de distinguer ce qui touche à la loi fondamentale et ce qui est requis
pour adopter des lois de réformes institutionnelles, des lois à majorité
spéciale au sens de l'article 4 de la Constitution.

Et là, je rejoins les constitutionnalistes, comme le professeur Dumont
qui, dans un remarquable article publié dans la "Revue de
l'administration publique", a défendu le maintien d'une procédure sur
deux législatures. Je redis ici très clairement - et le mouvement
réformateur a pris position dans ce sens - que nous n'envisagerons
jamais aucune procédure qui ne se déroule pas sur deux législatures
et ce, pour un motif essentiel.

Que ne voulons-nous pas? Nous ne voulons pas une révision
constitutionnelle qui soit menée par un seul et même gouvernement.
Nous ne voulons pas qu'au cours d'une même législature, le
gouvernement, qui bénéficie peut-être d'une majorité spéciale,
puisse embarquer, en une seule législature, même si on se donne six
mois ou un an de réflexion, la révision de la Constitution et les lois de
réformes institutionnelles, qui ne seront quand même jamais que des
lois d'application de révision de la Constitution, pour une part en tout
cas.

Il est vrai que nous voulons préserver ce que Pierre Wigny, un très
grand constitutionnaliste, de notre pays disait en son temps, à savoir
que la véritable garantie contre l'embardée constitutionnelle, c'est la
révision de la Constitution en deux législatures. C'est ce qu'il
convient de sauvegarder à tout prix, parce que la révision
constitutionnelle en deux législatures permet de vérifier si les
pulsions constitutionnelles éventuelles d'une majorité se trouvent
confirmées par une autre majorité. C'est la manière de s'assurer du
large consensus du pays autour de la portée de la révision
constitutionnelle.

Bien entendu, on peut rejoindre le professeur Dumont - et je le
rejoins - lorsqu'il dit qu'il y a une faiblesse dans le mécanisme actuel
de l'article 195; c'est la faiblesse liée à la portée réelle de la
déclaration de révision de la Constitution qui n'est jamais qu'une

naïef en kan er voor mij geen
sprake zijn van een Senaat die
weliswaar paritair zou zijn, maar
zonder inhoud. Daarom ben ik
voor

het behoud van het

tweekamerstelsel.

Zelf ben ik niet bereid de
herziening van artikel 77 goed te
keuren omdat dit artikel juist een
echt tweekamerstelsel met
belangrijke bevoegdheden
waarborgt. In parlementaire
democratieën biedt het bestaan
van een anders samengestelde
tweede Kamer de mogelijkheid
verschillende visies met elkaar te
confronteren. Met het debat over
de universele bevoegdheid is die
confrontatie duidelijk gebleken. In
een parlementaire democratie zal
niemand betreuren dat men de tijd
neemt om met de nodige afstand
wetgevend werk te verrichten.

Ten derde is er de wezenlijke
vooruitgang ten voordele van de
constitutieve autonomie voor het
Brussels Hoofstedelijk Gewest om
een behandelingsongelijkheid weg
te werken en om een flagrante
constitutionele onrechtvaardigheid
te verbeteren. Dat was een
vergetelheid maar wel een
gewilde vergetelheid.

Ik heb trouwens een amendement
ingediend zodat het beginsel
laïciteit in de Grondwet zou
worden opgenomen. De bedoeling
is zeker niet het gekrakeel uit het
verleden aan te wakkeren of een
simplistische antiklerikalisme ten
toon te spreiden.

Henri Pena-Ruiz stelde dat het
woord "laïciteit" verwijst naar wat
alle mensen verenigt. Het
beginsel laïciteit van de Staat kan
als volgt worden samengevat: de
Staat heeft de overhand op alle
andere vormen van godsdienstig
of filosofisch gezag.

Naar mijn mening zullen de
grondige veranderingen die de
moderne samenlevingen
ondergaan het debat over de

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

énumération d'articles, sans clarté quant aux intentions réelles du
pré-constituant ou alors ses intentions sont à ce point liminaires
qu'elles ne permettent pas de définir le mandat donné au
Constituant. Tous les bons constitutionnalistes savent d'ailleurs que
le Constituant n'est jamais lié par les intentions du pré-constituant.
Certes, il ne peut pas excéder les limites des articles soumis à
révision ou des articles ou alinéas que l'on se propose d'ajouter à
l'énumération existante.

Mais on sait très bien que quant au contenu même des dispositions à
réviser ou à introduire, le Constituant a les mains les plus libres.

Je rejoins le professeur Dumont, lorsqu'il dit: "Ne serait-il pas
beaucoup plus sage qu'au cours d'une première législature, le pré-
constituant ou le Constituant - première phase - procède à une
révision claire quant au contenu des articles qu'il souhaite voir être
modifiés et puis, après un temps d'attente, notamment parce qu'il
convient peut-être de permettre aux citoyens de donner leur avis, au
terme d'une procédure soit par élections soit par référendum,
confirmer, sous une deuxième législature, la portée de la révision
qu'on a adoptée dans un premier temps?" Je suis prêt à le rejoindre
sur ce point, mais je crois que l'essentiel revient à préserver une
procédure qui est, pour reprendre l'expression du professeur Dumont,
une valse à trois temps mais peut-être pas la valse à trois temps
évoquée par M. Viseur. C'est le professeur Dumont qui, reprenant
Jacques Brel disait: "La valse à trois temps est celle qui permet de
faire un temps le détour du côté de l'amour". Et il considérait que
l'amour, c'était la rencontre avec les citoyens pour leur expliquer la
portée de la révision constitutionnelle. Or, dans une démocratie
ouverte, expliquer aux citoyens quelle est la portée de la révision
constitutionnelle demande peut-être bien plutôt la méthode de
Jacques Brel que de tout autre constitutionnaliste. Si Jacques Brel
n'en était pas, il était peut-être tout aussi convaincant.

Qu'en est-il des autres dispositions qui sont soumises à révision? Je
retiens un débat important, celui de l'avenir du Sénat. C'est une
vieille revendication francophone d'avoir un Sénat paritaire. Trente
ans de réforme de l'Etat sans que cette revendication n'ait jamais été
rencontrée. Bien entendu, je ne suis pas dupe. Si c'est, pour demain,
avoir un Sénat qui n'est plus qu'une coquille vide, on nous aura
évidemment vendu une illusion. Je ne suis pas adepte de cette
illusion. Voilà pourquoi il convient de maintenir un bicaméralisme
significatif.

Je ne suis pas disposé, quant à moi, à voter les yeux fermés, la
déclaration pour soumettre à révision l'article 77. Cet article 77 a
sauvegardé un bicaméralisme réel au regard de compétences
importantes: tout ce qui a trait à la révision de la Constitution, tout ce
qui a trait aux lois de réformes institutionnelles aux lois de majorité
spéciale, tout ce qui a trait aux lois sur le Conseil d'Etat, tout ce qui a
trait à l'organisation des cours et tribunaux. Voilà des matières qui
doivent être sauvegardées, en tout cas, substantiellement dans un
système bicaméral.

De surcroît, soyons de bon compte, dans toute démocratie
parlementaire, le regard d'une deuxième chambre autrement
composée - pas uniquement une deuxième lecture, comme d'aucuns
le proposent, cela donne peu de résultats réels - permet d'avoir une

voorrang van het gezag in de
Staat opnieuw aan de orde stellen.

Ik ben van oordeel dat sommige
morele krachten het gezag van de
Staat mee ondermijnen en ik
weiger me bij een dergelijke
evolutie neer te leggen.

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

confrontation de projets, d'idées qui méritent d'être préservées.

Tout le débat que nous venons de vivre sur la compétence
universelle a démontré ce qu'était la confrontation éventuellement
des points de vue entre les deux chambres. Et le fait que le Sénat
soit peut-être à nouveau ressaisi permettra-il de faire encore mûrir le
projet, je ne sais. Mais fondamentalement, qui peut regretter que,
dans une démocratie parlementaire, on se donne le temps de
légiférer, non pas dans la précipitation mais avec le recul nécessaire
pour avoir la recherche du meilleur équilibre législatif?

Je souhaite, dès lors, que l'on préserve un bicaméralisme réel sous
peine de nous présenter un Sénat qui sera une coquille vide, je n'en
veux pas.

Troisième élément important, l'avancée essentielle en faveur de
l'autonomie constitutive pour la Région de Bruxelles. C'est
évidemment une exigence tout aussi fondamentale d'affirmer
Bruxelles à l'égal des autres Régions. C'était plus qu'un oubli, c'était
un oubli volontaire avec des conséquences politiques bien précises.
La Région de Bruxelles a montré toute sa capacité à se comporter en
Région respectueuse des droits de chacune des Communautés, tout
en veillant à s'affirmer comme une Région à part entière. Lui
accorder demain l'autonomie constitutive fera plus que rétablir une
égalité de traitement, ce sera la réparation d'une véritable injustice
constitutionnelle.

Derniers éléments pour lesquels je souhaite faire une plaidoirie
appuyée. J'ai déposé un amendement, que je redépose en séance
plénière, en faveur de l'inscription du principe de la laïcité de l'Etat
dans la Constitution. D'aucuns s'en émeuvent. D'aucuns y voient la
volonté de réveiller de vieilles querelles du passé. Loin de moi cette
idée. Mais d'abord, je veille à employer des termes justes, que
d'aucuns me suggèrent de choisir un peu moins provocants ou un
peu moins connotés. On me demande pourquoi je ne parle pas de la
neutralité de l'Etat, de l'impartialité de l'Etat. Certes, tous bons
principes, mais dont il faut bien reconnaître qu'ils n'ont ni la portée
historique ni la portée philosophique que traduit - en tout cas, pour
tous ceux qui connaissent l'histoire de la notion de laïcité - la portée
de la laïcité de l'Etat.

Faut-il y voir l'expression d'un anticléricalisme primaire? Non, bien
entendu. J'appelle à la rescousse un des meilleurs penseurs de la
laïcité de l'Etat, Henri Pena-Ruiz, dans un petit ouvrage passionnant.
Que dit-il? "Il faut souligner, pour évacuer toute confusion, que la
laïcité de l'Etat exclut aussi bien l'athéisme officiel que la religion
officielle. Ainsi entendue, la laïcité ne peut être définie de façon
négative, ni par simple opposition à quelque chose. Par essence elle
n'est pas anti-religieuse pour peu qu'on veuille bien distinguer le sens
d'un idéal et les luttes historiques qui ont mené à son avènement." Et
l'auteur de rappeler que le mot "laïcité" vient du grec ancien "laos",
dont l'étymologie renvoie à ce qui unit tous les hommes. La laïcité de
l'Etat est, dans la cité, dans la démocratie moderne ce qui unit tous
les hommes. La liberté de pensée radicale, l'égalité de traitement
devant la loi, le refus de se soumettre à une autorité autre, dans
l'espace public, dans le champ d'activité public, que celle de l'Etat.
C'est bien de cela qu'il s'agit. La laïcité de l'Etat, c'est affirmer la
primauté de l'Etat par rapport à toute autre autorité religieuse ou

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

philosophique. C'est refuser que dans le domaine de la vie publique,
ce qui fait la loi pour tous, une autorité, aussi respectable soit-elle
quant à son fondement moral, puisse interférer par rapport à la règle
communément admise. Voilà ce qu'est le principe de la laïcité de
l'Etat.

Vous me direz pourquoi, aujourd'hui, inscrire aussi ouvertement un
principe qui est admis implicitement ou en tout cas qui ne fait pas
l'objet de controverses? Je dis tout simplement qu'à bien y regarder,
à bien voir ce que sont les évolutions profondes et peut-être lentes -
sauf qu'elles connaissent des phénomènes d'accélération - de nos
sociétés modernes, nous reviendrons un jour au débat de savoir qui
exerce la primauté de l'autorité dans la cité. Car il y a, qu'on le
veuille ou non, des forces, religieuses ou autres, qui travaillent, par
une conception qui est fondée sur une conception morale propre à
ceux qui sont adeptes de cette religion, à miner l'autorité de l'Etat
comme autorité supérieure par rapport à l'autorité religieuse ou
philosophique.

Je me refuse quant à moi à me soumettre à une telle évolution.

01.24 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Monsieur

Maingain, je ne crois pas que nous règlerons cette question en cinq
minutes. J'ai envie de vous poser une vraie question: vous définissez
la laïcité, mais qu'est-ce que l'autorité de l'Etat quand on sait qu'en
Belgique, on a développé depuis deux siècles une subsidiarité très
forte? Où se situe la limite de l'Etat et où se situe la limite de
l'initiative privée subventionnée ou de l'entreprise subventionnée? Je
peux continuer comme cela en égrenant les différents secteurs où il
y a association de l'Etat et des acteurs civils, économiques et
sociaux.

01.24 Marie-Thérèse Coenen

(ECOLO-AGALEV): Ik wil hier niet
te diep op ingaan, maar zou graag
vernemen hoe u de Staat
definieert in een land waar het
subsidiariteitsbeginsel geldt en
waar een band bestaat tussen de
Staat en andere gesubsidieerde
maatschappelijke actoren.

01.25 Olivier Maingain (MR): Madame Coenen, vous élargissez

beaucoup la portée de mes propos. Le principe de la laïcité de l'Etat,
ce n'est évidemment pas le refus de voir celui-ci soutenir, par la voie
de la subsidiation ou tout autre mode d'intervention, un type d'activité
privée à finalité économique, sociale ou culturelle. C'est l'assurance
que l'autorité et la compétence de l'Etat ne sont pas conduites par un
partage entre autorités philosophiques ou religieuses.

Pour illustrer mes propos, je vous parlerai du débat que j'ai eu un
jour dans une école à Molenbeek. Se trouvaient là des représentants
des différentes communautés philosophiques et religieuses. C'était
une école de l'enseignement officiel et s'y déroulait un débat sur la
neutralité de l'enseignement officiel. A un moment donné, un des
intervenants dit: "ce qui n'est pas acceptable dans votre conception,
c'est que finalement l'école officielle n'est pas dirigée de manière
conjointe par les différentes autorités religieuses. L'école officielle,
c'est l'école pluraliste", me disait-il. Donc, d'après lui, l'école
pluraliste, c'est un pouvoir organisateur dans lequel devraient se
retrouver des représentants de chacun des courants philosophiques
ou religieux reconnus. Ces propos sont au coeur du débat sur la
laïcité de l'Etat.

Demain, peut-on accepter que, pour des secteurs importants de
l'activité publique - et l'enseignement officiel qui garantit l'égalité de
traitement en est un -, l'autorité décisionnelle soit partagée entre
différentes autorités? Je ne parle pas de l'enseignement libre qui

01.25 Olivier Maingain (MR): Dat

is een verregaande interpretatie.
Ik ben niet gekant tegen subsidies,
maar wens niet dat het gezag van
de Staat wordt gedeeld met
filosofische of religieuze
overheden.

Ter illustratie verwijs ik naar een
debat in een school in Molenbeek
waaraan ik deelnam. Een van de
sprekers zei me toen dat de
officiële school een pluralistische
school, is waarin de verschillende
filosofische of religieuze
stromingen vertegenwoordigd zijn.
Kan men aanvaarden dat de
beslissingsmacht wordt gedeeld
door verschillende overheden? Ik
vind dat bepaalde evoluties de
bestaande verworvenheden op de
helling kunnen zetten.

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

relève d'un pouvoir organisateur d'une conviction déterminée.

Le débat sera le même pour savoir si le statut personnel au terme de
la loi civile est un statut fixé sur base de la loi telle qu'élaborée par
les élus de la Nation ou s'il doit renvoyer au domaine de la vie privée
et permettre éventuellement l'intervention de l'autorité religieuse ou
philosophique. C'est un autre débat qui n'est pas indifférent, qui
certes nous paraît, depuis le Code napoléonien car je rappelle qu'il a
été la première grande oeuvre de la laïcisation de l'Etat, ne plus être
d'actualité, mais je dis qu'il y a des évolutions qui pourraient remettre
en cause les acquis d'aujourd'hui.

01.26 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Je poursuis votre réflexion: on

devrait aboutir alors à une école de la République. J'ai eu la chance
d'être scolarisée en France et personne ne suivait ni le cours de
morale laïque, ni le cours de religion, ni quoi que ce soit. Si vous
êtes cohérent avec vous-même, il faudra aboutir au fait que des
élèves pourraient ne fréquenter ni la morale laïque, ni le cours de
religion.

01.26 Zoé Genot (ECOLO-

AGALEV): Als je die redenering
doortrekt, kom je uit bij een school
van de republiek, waar de
leerlingen noch zedenleer noch
godsdienst mogen volgen.

01.27 Olivier Maingain (MR): Parfaitement, cela fait partie des

libertés individuelles.

01.27 Olivier Maingain (MR):

Inderdaad.

01.28 Johan Vande Lanotte, ministre: Quelqu'un a voulu faire cela

et le Conseil d'Etat a accepté.

01.28 Minister Johan Vande

Lanotte: Een arrest van de Raad
van State maakt dat onmogelijk.

01.29 Olivier Maingain (MR): C'est exact, il y a eu un arrêt du

Conseil d'Etat. Cependant, ce n'est pas légalement organisé. C'est
sur base d'un recours individuel qu'on se voit reconnaître cette
possibilité.

Sinon, les directions d'écoles font, si ce n'est des pressions, en tout
cas des recommandations pressantes pour s'inscrire à un cours de
morale ou de religion.

Bien entendu, je dis très franchement que je sais bien quel est
l'extrême aboutissement de cette logique dans un Etat comme la
France, notamment quant au refus de prendre en compte le
financement du culte. Je n'en déduis pas cette conclusion. Je crois
qu'on a dépassé une époque d'affrontements entre les athées et les
cléricaux, pour reprendre une expression d'une autre époque, et que
fondamentalement, le soutien à la reconnaissance de la liberté de
culte n'est pas en soi une atteinte à la laïcité de l'Etat, dès lors, qu'il y
a une stricte séparation entre ce qui relève du domaine de la loi
civile et de ce qui relève de la loi religieuse. Voilà ce qui consacre le
principe de la laïcité de l'Etat.

Je ne me fais guère de doutes quant aux suites qui seront réservées
à ma proposition, mais j'appelle ceux qui ont bien voulu prêter
attention à ce débat à faire preuve de liberté de pensée individuelle
en appuyant peut-être, par leur vote, l'idée de permettre que le débat
se tienne, je ne demande rien de plus, puisque nous n'en sommes
qu'au très dur préalable qui est d'inscrire le principe qu'on puisse,
demain, en parler au cours au sein d'une assemblée constituante.

Je serai très bref pour mon dernier plaidoyer car j'ai en effet répondu

01.29 Olivier Maingain (MR): Ik

weet waartoe die redenering in
Frankrijk, waar ze tot in het
extreme werd doorgetrokken,
geleid heeft. De clash tussen
atheïsten en klerikalen heeft men
echter overstegen, en door steun
te verlenen aan de erediensten
doet men geen afbreuk aan de
scheiding tussen Kerk en Staat.

Voorts vraag ik iedereen ermee in
te stemmen het debat over de
partijen die de vrijheden aan
banden willen leggen of zelfs
willen afschaffen, mogelijk te
maken en zich achter de idee te
scharen dat een grondwettelijke
basis nodig is om maatregelen
tegen dergelijke partijen te kunnen
treffen, temeer daar het huidige
juridische arsenaal niet toereikend
is. De jurisprudentie van het
Arbitragehof is inderdaad
restrictief. Wij hebben geen
enkele wettelijke poot om op te
staan om dat soort partijen andere
voordelen te ontnemen dan die
welke door de wet toegekend
worden, en het Arbitragehof heeft

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

amplement à M. Viseur à cet égard: un fondement constitutionnel
pour prendre les mesures à l'encontre des partis liberticides. Tout
cela paraît peut-être assez théorique, mais nous sommes, sur le plan
juridique, confrontés aujourd'hui à de multiples difficultés.

Nous sommes confrontés à de multiples difficultés, parce que nous
avons une jurisprudence de la Cour d'arbitrage particulièrement
restrictive quant à l'interprétation de la loi du 12 décembre 1999,
concernant le financement des partis politiques. Parce que nous
n'avons aucun fondement légal, sous réserve de ce que permet peut-
être le pacte culturel, pour priver ces partis d'autres avantages que la
loi accorde, notamment en termes de représentation dans un certain
nombre d'organismes consultatifs. Parce que nous avons une Cour
d'arbitrage qui vient encore - je crois que sur le plan juridique, c'était
à raison - de mettre à bas le mécanisme qui était conçu au sein des
institutions bruxelloises pour contrer la prise de majorité au sein d'un
seul groupe linguistique d'un parti liberticide.

Lorsque l'on fait aujourd'hui le bilan des instruments juridiques dont
nous disposons pour contraindre éventuellement ces partis, et non
pas peut-être pour les interdire, - je suis un partisan de l'interdiction
des partis liberticides - il existe des dispositions constitutionnelles
dans un certain nombre d'Etats, sans doute pour des raisons
historiques, qui permettent d'aller jusqu'à l'interdiction. On sait que le
contrôle de la Cour européenne des droits de l'homme est
particulièrement stricte, mais elle valide, dans un certain nombre cas,
elle a validé de telles dispositions constitutionnelles.

Je crois que ce débat pour l'interdiction des partis liberticides n'est
pas mûr chez nous.

Je pense qu'il faut se donner les moyens juridiques de priver ces
partis, à commencer par les moyens financiers, et de leurs influences
multiples qui leur permettent de développer leurs thèses et leur
idéologie inacceptable au regard des principes démocratiques. Une
démocratie qui se respecte doit se donner les moyens.

Et pour éviter toute contestation juridique, notamment au regard de
ce qu'est la jurisprudence de la Cour d'arbitrage qui, sur la base des
principes d'égalité consacrés par les articles 10 et 11 de la
Constitution, a limité considérablement la portée de la loi du 12
décembre 1999, il faut sans doute, dans la Constitution elle-même,
donner une assise aux législations qui permettront d'avoir ce type
d'effets.

Je me réjouis qu'en commission, il y ait eu une majorité pour
introduire l'article 147bis. J'ose espérer que la séance plénière
confirmera ce vote car si tel était le cas, cela pourrait amener le
Sénat à revoir sa décision en commission, puisque le Sénat n'a pas
retenu l'article 147bis tel que proposé ici dans sa liste. Mais le Sénat
votera après nous et on sait qu'il y a lieu de veiller à la concordance
entre les deux déclarations adoptées dans chacune des chambres.
Je souhaite vivement que le 147bis soit voté.

Pourquoi ai-je privilégié la Cour de cassation? Pas par esprit de
revanche à l'égard de la Cour d'arbitrage, même si je crains que la
Cour d'arbitrage soit moins armée sur le plan juridique que la Cour
de cassation pour rendre des jugements en toute impartialité, mais

onlangs de door de Brusselse
instellingen uitgewerkte
mechanismen met de grond
gelijkgemaakt.

De geesten zijn daar nog niet
klaar voor, maar we moeten wel al
zorgen voor de middelen om die
partijen hun financiële middelen
en invloed te ontnemen.
Maatregelen die daartoe strekken
moeten hun grondslag hebben in
de Grondwet. Ik hoop dat u mijn
standpunt zal steunen.

Waarom kiezen voor het Hof van
Cassatie? Omdat de
samenstelling van het
Arbitragehof, die niet dezelfde
waarborgen voor onpartijdigheid
biedt als het Hof van Cassatie,
zou kunnen worden aangevochten
en omdat de rechtspraak van het
Arbitragehof in verband met de
mogelijke intrekking van de
voordelen die die partijen krijgen,
te zwak is.

Ik hoop dat de democraten de
moed zullen hebben zich duidelijk
uit te spreken over die twee
amendementen en in deze
fundamentele strijd de kant van
de democratie zullen kiezen.

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

pour deux raisons. D'abord, parce qu'il faut bien reconnaître que la
composition de la Cour d'arbitrage, du fait qu'y siègent d'anciens
parlementaires, pourrait donner lieu demain, si la Cour d'arbitrage
devait être compétente pour prendre des mesures telles que la
privation des moyens de financement public, à des contestations de
ses décisions devant la Cour européenne. On pourrait considérer que
la Cour d'arbitrage n'offre pas les garanties d'impartialité suffisantes
eu égard à la décision qui est prise à l'encontre d'un parti, que ce
serait tout simplement, pour faire bref, un règlement de comptes de
partis démocratiques à l'égard d'un parti liberticide parce que la Cour
d'arbitrage compte en son sein des anciens parlementaires. La Cour
de cassation me semble offrir plus d'indépendance de ce point de
vue et est donc moins susceptible de critiques de la part de la Cour
européenne des droits de l'homme.

Ensuite, je dois bien constater que, sans doute pour des raisons
multiples, la Cour d'arbitrage a eu jusqu'à présent une jurisprudence
particulièrement faible dès qu'il s'agissait de mettre en cause des
avantages légaux reconnus à des partis que nous souhaitons tous
combattre. Instruit de cette jurisprudence, je suis bien amené à
considérer qu'il faut peut-être orienter la compétence vers la Cour de
cassation mais cette compétence ne peut être donnée à la Cour de
cassation que s'il y a un fondement constitutionnel. Sans cela, il y
aura une controverse juridique sans fin.

Voilà quels étaient les éléments essentiels de mon intervention. J'ose
espérer qu'à tout le moins sur ces deux amendements que j'ai
amenés et à coup sûr sur le deuxième- et contrairement à ce qu'a
voulu dire M. Viseur -, les démocrates n'auront pas peur de mener
dans la transparence ce débat essentiel pour l'avenir même de nos
institutions.

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Wij gaan over tot de bespreking van de bepalingen waarvan de herziening wordt voorgesteld.
Nous passons à la discussion des dispositions dont la révision est proposée.

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking van de bepalingen waarvan
de herziening wordt voorgesteld. (Rgt 66,4) (2389/4)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion des dispositions dont la révision est
proposée. (Rgt 66,4) (2389/4)

L'amendement n° 1 de M. Olivier Maingain tend à compléter la liste des dispositions dont la révision est
proposée par l'article 1

de la Constitution en vue d'y ajouter un second alinéa concernant le principe de la

laïcité de l'Etat. (2389/2)
Amendement nr. 1 van de heer Olivier Maingain wil de lijst van de voor herziening voorgestelde
bepalingen aanvullen met artikel 1 van de Grondwet, teneinde er een tweede lid aan toe te voegen, met
betrekking tot het beginsel van de laïciteit van de Staat. (2389/2)

De stemming over het amendement wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet, om een
nieuw artikel in een nieuwe titel Ibis in te voegen, betreffende de duurzame ontwikkeling als algemene

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

beleidsdoelstelling.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de la Constitution, en vue d'y insérer un
article nouveau dans un nouveau titre Ibis, relatif au développement durable comme objectif de politique
générale.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel II van de
Grondwet, om nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming moeten verzekeren van de rechten en
vrijheden gewaarborgd door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre II de la Constitution, en vue d'y
insérer des dispositions nouvelles permettant d'assurer la protection des droits et libertés garantis par la
Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel II van de
Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende de afschaffing van de doodstraf.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre II de la Constitution, en vue d'y
insérer un article nouveau relatif à l'abolition de la peine de mort.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel II van de
Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen dat de personen met een handicap het genot van de rechten
en vrijheden moet waarborgen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre II de la Constitution, en vue d'y
insérer un article nouveau permettant de garantir la jouissance des droits et libertés aux personnes
handicapées.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 10, tweede lid,
tweede zinsdeel, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 10, alinéa 2, deuxième membre
de phrase, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 22 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 22 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 22bis van de
Grondwet, om een lid toe te voegen betreffende de bescherming van aanvullende rechten van het kind.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 22bis de la Constitution, en vue
d'y ajouter un alinéa concernant la protection de droits supplémentaires de l'enfant.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 23 van de
Grondwet, om een lid toe te voegen betreffende het recht van de burger op een universele dienstverlening
inzake post, communicatie en mobiliteit.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 23 de la Constitution, en vue d'y
ajouter un alinéa concernant le droit du citoyen à un service universel en matière de poste, de
communication et de mobilité.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 25 van de
Grondwet, om een lid toe te voegen teneinde de waarborgen van de drukpers uit te breiden tot de andere
informatiemiddelen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 25 de la Constitution, en vue d'y
ajouter un alinéa permettant d'élargir les garanties de la presse aux autres moyens d'information.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 28 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 28 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 29 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 29 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel III, hoodstuk I, van
de Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende het aannemen van wetten na een tweede
lezing.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre III, chapitre I

, de la Constitution, en

vue d'y insérer un article nouveau relatif à l'adoption de lois après une deuxième lecture.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel III, hoofdstuk II,
van de Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende aanvullende exclusieve bevoegdheden
van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre III, chapitre II, de la Constitution, en
vue d'y insérer un article nouveau relatif à des compétences exclusives supplémentaires de la Chambre
des représentants.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel III van de
Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende de dienstgewijze decentralisatie.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre III de la Constitution, en vue d'y
insérer un article nouveau relatif à la décentralisation par service.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel III van de
Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen dat de gewesten toelaat een volksraadpleging in te voeren
en te organiseren in de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd zijn.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre III de la Constitution, en vue d'y
insérer un article nouveau permettant aux régions d'instituer et d'organiser une consultation populaire
dans les matières qui relèvent de leurs compétences.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 41, tweede en
vijfde lid, tweede volzin, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 41, alinéas 2 et 5, deuxième
phrase, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 43, § 2, van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 43, § 2, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 44, eerste lid,
van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 44, alinéa 1

, de la Constitution.

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 46, alinéa 4, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 54 van de
Grondwet, om een lid toe te voegen teneinde de procedure te specificeren in het licht van de hervorming
van de Senaat.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 54 de la Constitution, en vue d'y
ajouter un alinéa afin de spécifier la procédure compte tenu de la réforme du Sénat.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 56 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 56 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 57 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 57 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 63, §§ 1 tot 3,
van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 63, §§ 1

à 3, de la Constitution.

, 3°, de la

Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 65 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 65 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 67 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 67 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 68 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 68 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 69, 3°, van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 69, 3°, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 70 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 70 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 72 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 72 de la Constitution.

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

, 3°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, et 2, ainsi qu'en vue d'y ajouter un alinéa nouveau relatif

aux lois en matière d'imposition dans le cas où une majorité au sein de chaque groupe linguistique est
requise.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 78, tweede en
derde lid, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 78, alinéas 2 et 3, de la
Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 79, eerste lid,
van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 79, alinéa 1

, de la Constitution.

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 81, tweede tot
zesde lid, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 81, alinéas 2 à 6, de la
Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 82, tweede lid,
van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 82, alinéa 2, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 100, tweede lid,
tweede volzin, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 100, alinéa 2, deuxième phrase,
de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 111 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 111 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van het opschrift van
onderafdeling I van afdeling I van hoofdstuk IV van titel III van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'intitulé de la sous-section I

de la

section I

du chapitre IV du titre III de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 118, § 2, van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 118, § 2, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 119 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 119 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 123, § 2, van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 123, § 2, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 142 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 142 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 143, § 2, van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 143, § 2, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet, om een
artikel 147bis in te voegen, teneinde in de Belgische Grondwet te voorzien in de mogelijkheid dat het Hof
van Cassatie sommige bij wet bepaalde voordelen en ten minste hun financiering kan ontzeggen aan
politieke partijen die door hun eigen optreden dan wel ingevolge de door die partijen toegestane of
goedgekeurde handelingen van hun leden duidelijk en via meerdere overeenstemmende aanwijzingen

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

blijk hebben gegeven van hun vijandigheid ten opzicht van de principes van de democratie, zoals die
onder meer worden vermeld in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de la Constitution, pour introduire un article
147bis en vue d'inscrire dans l'ordre constitutionnel belge la possibilité pour la Cour de cassation de
prononcer la privation de certains avantages légaux et, à tout le moins, de leur financement des partis
politiques attestant par leur propre fait ou à travers la conduite de leurs membres qu'ils ont autorisée ou
approuvée de manière manifeste et à travers plusieurs indices concordants, leur hostilité envers les
principes de la démocratie tels qu'ils sont énoncés, notamment par la Convention européenne de
sauvegarde des droits de l'Homme et des libertés fondamentales.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 148, tweede lid,
van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 148, alinéa 2, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 149 van de
Grondwet, om een lid toe te voegen volgens hetwelke de wet afwijkingen kan voorzien op de verplichte
integrale voorlezing van vonnissen, door de rechter, in openbare zitting.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 149 de la Constitution, en vue d'y
ajouter un alinéa en vertu duquel la loi peut prévoir des dérogations à la lecture intégrale obligatoire des
jugements, par le juge, en audience publique.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 150 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 150 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 151, § 2, tweede
lid, tweede volzin, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 151, § 2, alinéa 2, deuxième
phrase, de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

CRIV 50

PLEN 355

02/04/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artike 152, tweede en
derde lid, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 152, alinéas 2 et 3, de la
Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel IV van de
Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende internationale rechtscolleges.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre IV de la Constitution, en vue d'y
insérer un article nouveau relatif à des juridictions internationales.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel IV van de
Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen om de Senaat de bevoegdheid te geven inzake de
instemming met de verdragen die niet uitsluitend betrekking hebben op de aangelegenheden waarvoor de
gemeenschappen of de gewesten door of krachtens de Grondwet bevoegd zijn en om het evocatierecht
van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de betrokken Gemeenschaps- en Gewestraden in deze
aangelegenheid te regelen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre IV de la Constitution, en vue d'y
insérer un article nouveau octroyant au Sénat la compétence en matière d'assentiment aux traités ne
portant pas exclusivement sur les matières qui relèvent de la compétence des communautés ou des
régions par ou en vertu de la Constitution et réglant en cette matière le droit d'évocation de la Chambre
des représentants et des Conseils de communauté ou de région concernés.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 167, § 2, tweede
volzin, van de Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 167, § 2, deuxième phrase, de la
Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 180 van de
Grondwet, om een lid toe te voegen krachtens hetwelk de wet bijkomende bevoegdheden aan het

02/04/2003

CRIV 50

PLEN 355

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Rekenhof kan toekennen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 180 de la Constitution, en vue d'y
ajouter un alinéa en vertu duquel la loi peut attribuer des compétences supplémentaires à la Cour des
comptes.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van artikel 195 van de
Grondwet.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision de l'article 195 de la Constitution.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel IX van de
Grondwet, om bepaling II op te heffen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre IX de la Constitution, en vue
d'abroger la disposition II.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel IX van de
Grondwet, om bepaling IV op te heffen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre IX de la Constitution, en vue
d'abroger la disposition IV.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van tite IX van de
Grondwet, om bepaling V op te heffen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre IX de la Constitution, en vue
d'abroger la disposition V.

Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observations? (Non)

De stemming over het ontwerp van verklaring wordt aangehouden.
Le vote sur le projet de déclaration est réservé.

Wij gaan over tot het onderzoek van het ontwerp van verklaring tot herziening van titel IX van de
Grondwet, om bepaling VI, §§ 1, 2, 4 en 5, op te heffen.
Nous passons à l'examen du projet de déclaration de révision du titre IX de la Constitution, en vue