B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE PLENAIRE VERGADERING
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA SÉANCE PLÉNIERE
VAN
DU
04-05-2000
04-05-2000
namiddag
après-midi
HA 50
PLEN 054
HA 50
PLEN 054
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
PLEN 054
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Donderdag 4 mei 2000, 14.15 uur
PLEN 054
BERICHTEN VAN VERHINDERING
7
MONDELINGE VRAGEN
7
- Mondelinge vraag van de heer Francis Van den Eynde
aan de eerste minister over
de aanwezigheid van uitge-
wezen Roma-zigeuners op een betoging
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Bin-
nenlandse Zaken)
7
- Mondelinge vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
de repatrie¨ring
van een overleden asielzoeker
8
- Mondelinge vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan
de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over
de vrijlating van Franc¸ois Lumumba en de
daarin door Belgie¨ gespeelde rol
9
- Mondelinge vraag van mevrouw Fientje Moerman aan de
vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over
de samenstelling van de vertegenwoordiging van de
federale overheid in de Raad van Bestuur van de Bel-
gische Dienst voor de Buitenlandse Handel
(Het antwoord werd verstrekt door de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken)
10
- Mondelinge vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over
de hongerstaking van een Tunesisch journalist
10
- Mondelinge vraag van de heer Danny Pieters aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
RSZ-
achterstallen van de Franse Gemeenschap
11
- Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
eerste minister over
de aankoop van een Falcon 900 B
door de Belgische regering
12
- Mondelinge vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan
de eerste minister over
het nieuwe veiligheidsplan
14
- Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan de minister
van Landbouw en Middenstand over
het retroactief op-
treden van sommige Landbouwinspecteurs
14
- Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Koen
Bultinck en Danny Pieters aan de minister van Landbouw
en Middenstand over
de gelijkschakeling van het
SZ-stelsel voor werknemers en zelfstandigen
16
- Mondelinge vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
minister van Justitie over
de mogelijke uitlevering van
Fehriye Erdal aan de Turkse overheid
17
Sommaire
Jeudi 4 mai 2000, 14.15 heures
PLEN 054
EXCUSE
´ S
7
QUESTIONS ORALES
7
- Question orale de M. Francis Van den Eynde au ministre
de l'Inte´rieur sur
la pre´sence de tziganes extrade´s lors
d'une manifestation
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de l'Inte´rieur)
7
- Question orale de M. Ludwig Vandenhove au ministre de
l'Inte´rieur sur
le rapatriement d'un demandeur d'asile
de´ce´de´
8
- Question orale de M. Daniel Bacquelaine au vice-premier
ministre et ministre des Affaires e´trange`res sur
la libe´ra-
tion de Franc¸ois Lumumba et le ro^le joue´ par la Belgique
a` cet e´gard
9
- Question orale de Mme Fientje Moerman a` la vice-
premie`re ministre et ministre de l'Emploi sur
la composi-
tion de la repre´sentation fe´de´rale au sein du conseil
d'administration de l'Office belge du commerce exte´rieur
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le vice-premier ministre et
ministre des Affaires e´trange`res)
10
- Question orale de Mme Claudine Drion au vice-premier
ministre et ministre des Affaires e´trange`res sur
la gre`ve
de la faim d'un journaliste tunisien
10
- Question orale de M. Danny Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur
les arrie´re´s ONSS
de la Communaute´ franc¸aise
11
- Question orale de M. Pieter De Crem au premier ministre
sur
l'achat d'un jet Falcon 900 B par le gouvernement
belge
12
- Question orale de M. Jean-Jacques Viseur au premier
ministre sur
le nouveau plan de se´curite´
14
- Question orale de M. Paul Tant au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur
l'intervention
re´troactive de certains inspecteurs de l'Agriculture
14
- Questions orales jointes de MM. Koen Bultinck et Danny
Pieters au ministre de l'Agriculture et des Classes moyen-
nes sur
l'ajustement des syste`mes de se´curite´ sociale
pour les travailleurs salarie´s et les inde´pendants
16
- Question orale de Mme Leen Laenens au ministre de la
Justice sur
la demande d'extradition e´ventuelle de Fe-
hriye Erdal par les autorite´s turques
17
HA 50
PLEN 054
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- Mondelinge vraag van mevrouw Magda De Meyer aan
de minister van Financie¨n over
de automatische terugbe-
taling van onterecht gei¨nde belastingen op vergoedingen
voor arbeidsongevallen en beroepsziekten
18
- Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol Poncelet aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties over
de verwachte inkomsten uit
UMTS-licenties
19
- Mondelinge vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
eerste minister over
de kostprijs van de regularisatie
berekend door het Planbureau
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Econo-
mie en Wetenschappelijk Onderzoek)
20
INTERPELLATIES
21
Samengevoegde interpellaties van :
- de heer Stefaan De Clerck tot de minister van Binnen-
landse Zaken over
de voortgang van de politie-
hervorming
(nr. 365)
- de heer Jean-Pol Poncelet tot de minister van Binnen-
landse Zaken en tot de minister van Justitie over
de stand
van de politiehervorming
(nr. 367)
- de heer Filip De Man tot de minister van Binnenlandse
Zaken over
de politiehervorming (nr. 372)
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de minister van
Binnenlandse Zaken over
het 1 april 2000-akkoord en het
Goede Vrijdag-akkoord
(nr. 374)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Bin-
nenlandse Zaken)
21
Sprekers : Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet,
voorzitter van de PSC-fractie, Filip De Man, Karel Van
Hoorebeke
, Hugo Coveliers, Antoine Duquesne, mi-
nister van Binnenlandse Zaken
Moties
34
INOVERWEGINGNEMING VAN VOORSTELLEN
36
URGENTIEVERZOEK
36
REKENHOF
36
VERZONDEN
WETSVOORSTEL
NAAR
EEN
ANDERE
COMMISSIE
36
HERDENKING VAN 8 MEI 1945
36
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
37
Schorsing
37
STEMMINGEN
37
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- Question orale de Mme Magda De Meyer au ministre des
Finances sur
le remboursement automatique des impo^ts
indu^ment perc¸us sur les indemnite´s d'accident de travail
ou de maladie professionnelle
18
- Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
les recettes escompte´es des licences
UMTS
19
- Question orale de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur
le cou^t de la proce´dure de re´gularisation
calcule´ par le Bureau du plan
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de l'Economie et
de la Recherche scientifique)
20
INTERPELLATIONS
21
Interpellations jointes de :
- M. Stefaan De Clerck au ministre de l'Inte´rieur sur
l'avancement de la re´forme des polices (n° 365)
- M. Jean-Pol Poncelet au ministre de l'Inte´rieur et au
ministre de la Justice sur
l'e´tat d'avancement de la
re´forme des polices
(n° 367)
- M. Filip De Man au ministre de l'Inte´rieur sur
la re´forme
des polices
(n° 372)
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Inte´rieur sur
l'accord du 1er avril 2000 et l'accord du Vendredi saint
(n° 374)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de l'Inte´rieur)
21
Orateurs : Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet,
pre´sident du groupe PSC, Filip De Man, Karel Van
Hoorebeke
, Hugo Coveliers, Antoine Duquesne, mi-
nistre de l'Inte´rieur
Motions
34
PRISE EN CONSIDE
´ RATION DE PROPOSITIONS
36
DEMANDE D'URGENCE
36
COUR DES COMPTES
36
RENVOI D'UNE PROPOSITION DE LOI A
`
UNE AUTRE
COMMISSION
36
COMME
´ MORATION DU 8 MAI 1945
36
ORDRE DES TRAVAUX
37
Suspension
37
VOTES
37
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
4
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
de heer Danny Pieters over
de fondsen voor bestaans-
zekerheid
(nr. 342)
de heer Filip Anthuenis over
de fondsen voor bestaans-
zekerheid
(nr. 358)
38
- Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de
heer Francis Van den Eynde over
een omzendbrief van
De Post over afzenders die automatisch als verdacht van
racisme moeten beschouwd worden
(nr. 341)
39
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
de heer Tony Van Parys over
de opmerkingen van het
college van procureurs-generaal op het ontwerp 'snel-
recht'
(nr. 340)
de heer Geert Bourgeois over
de uitspraken over en de
relatie van de minister van Justitie tot de magistratuur
(nr.
360)
40
Persoonlijk feit
41
- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 april 1995
houdende fiscale en financie¨le bepalingen (410/1)
41
- Wetsvoorstel van de heren Jo Vandeurzen, Servais
Verherstraeten en Tony Van Parys betreffende de gezins-
bemiddeling (nieuw opschrift) (67/12)
42
- Wetsvoorstel van de heer Geert Bourgeois tot opheffing
van artikel 150, tweede lid, van het Wetboek van strafvor-
dering (41/1)
42
- Enig artikel van het ontwerp tot herziening van artikel
147, tweede lid, van de Grondwet, om de woorden
be-
halve bij het berechten van ministers en leden van de
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
op te heffen
(overgezonden door de Senaat) (555/1)
42
GOEDKEURING VAN DE AGENDA
43
BIJLAGE
45
STEMMINGEN
45
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
45
INTERNE BESLUITEN
48
INTERPELLATIEVERZOEKEN
48
INGEKOMEN
48
VOORSTELLEN
48
INOVERWEGINGNEMING
48
TOELATING TOT DRUKKEN
51
INGETROKKEN
52
MEDEDELINGEN
53
COMMISSIE
53
VERSLAG
53
SENAAT
53
OVERGEZONDEN WETSONTWERP
53
M. Danny Pieters sur
les fonds de se´curite´ d'existence
(n° 342)
M. Filip Anthuenis sur
les fonds de se´curite´ d'existence
(n° 358)
38
- Motions de´pose´es en conclusion de l'interpellation de
M. Francis Van den Eynde sur
une circulaire de La Poste
concernant les expe´diteurs a` conside´rer automatiquement
comme racistes potentiels
(n° 341)
39
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
M. Tony Van Parys sur
les observations formule´es par le
colle`ge des procureurs ge´ne´raux au sujet du projet de loi
relatif a` la 'comparution imme´diate'
(n° 340)
M. Geert Bourgeois sur
les de´clarations et les relations
du ministre de la Justice avec la magistrature
(n° 360)
40
Fait personnel
41
- Projet de loi modifiant la loi du 4 avril 1995 portant des
dispositions fiscales et financie`res (410/1)
41
- Proposition de loi de MM. Jo Vandeurzen, Servais
Verherstraeten et Tony Van Parys relative a` la me´diation
en matie`re familiale (nouvel intitule´) (67/12)
42
- Proposition de loi de M. Geert Bourgeois abrogeant
l'article 150, aline´a 2, du Code d'instruction criminelle
(41/1)
42
- Article unique du projet de re´vision de l'article 147, aline´a
2, de la Constitution, en vue de supprimer les mots
sauf
le jugement des ministres et des membres des Gouver-
nements de communaute´ et de re´gion
(transmis par le
Se´nat) (555/1)
42
ADOPTION DE L'ORDRE DU JOUR
43
ANNEXE
45
VOTES
45
DE
uTAIL DES VOTES NOMINATIFS
45
DE
´ CISIONS INTERNES
48
DEMANDES D'INTERPELLATION
48
DEMANDES
48
PROPOSITIONS
48
PRISE EN CONSIDE
´ RATION
48
AUTORISATION D'IMPRESSION
51
RETRAIT
52
COMMUNICATIONS
53
COMMISSION
53
RAPPORT
53
SE
uNAT
53
PROJET DE LOI TRANSMIS
53
HA 50
PLEN 054
5
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
6
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
SE´ANCE PLE´NIE`RE
PLENAIRE VERGADERING
du
van
JEUDI 4 MAI 2000
DONDERDAG 4 MEI 2000
14.15 heures
14.15 uur
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de
heer Herman De Croo, Kamervoorzitter.
La se´ance est ouverte a` 14.16 heures par M. Herman De
Croo
, pre´sident de la Chambre.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de
ministers van de federale regering :
Ministres du gouvernement fe´de´ral pre´sents lors de
l'ouverture de la se´ance :
Didier Reynders, Marc Verwilghen.
De voorzitter : De vergadering is geopend.
La se´ance est ouverte.
Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in de
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.
Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.
Berichten van verhindering
Excuse´s
Yolande Avontroodt, wegens ambtsplicht / pour obligation
de mandat;
Jose´ Canon, Robert Denis, Karel Pinxten, wegens ziekte
/ pour raison de sante´;
Hubert Brouns, NATO / OTAN;
Simonne Creyf, Martine Dardenne, Jacques Lefevre,
Geert Versnick, Interparlementaire Unie / Union interpar-
lementaire;
Yvon Harmegnies, Pierre Lano, Andre´ Schellens, bui-
tenslands / a` l'e´tranger.
Mondelinge vragen
Questions orales
Mondelinge vraag van de heer Francis Van den
Eynde aan de eerste minister over
de aanwezigheid
van uitgewezen Roma-zigeuners op een betoging
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Binnenlandse Zaken)
Question orale de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Inte´rieur sur
la pre´sence de tziganes
extrade´s lors d'une manifestation
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de l'Inte´-
rieur)
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, eind
november begin december hadden wij het hier geregeld
over de uitwijzingen die in Gent en in Tienen plaatsvon-
den. U zult zich herinneren dat ik toen het feit heb
aangeklaagd dat de uitwijzingen niet helemaal correct
verliepen, aangezien personen die uitgewezen waren en
zelfs per vliegtuig gerepatrieerd, een goede week later al
opnieuw stonden aan te schuiven bij het OCMW van
Gent.
Gisteren was er in de Arteveldestad een betoging van
Roma-zigeuners en politieke medestanders tegen de
nieuwe uitwijzingen die op het getouw staan. Merkwaar-
dig genoeg - dat lees ik in De Morgen van vandaag die
HA 50
PLEN 054
7
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Francis Van den Eynde
wat dit betreft toch altijd zeer goed gei¨nformeerd is - blijkt
eens te meer dat zigeuners die enkele maanden geleden
zijn uitgewezen, terug in Gent zijn, opnieuw asiel hebben
aangevraagd en zelfs ostentatief in de betoging meelie-
pen.
Is dit waar of niet, mijnheer de minister ? Is dat niet waar,
dan hoor ik u dat graag bevestigen. Is het wel waar, dan
is dit toch wel zeer kras. Met veel poeha organiseert men
repatrie¨ringen. Met veel TV-camera's erbij worden de
uitgeprocedeerden per vliegtuig naar hun Heimat terug-
gebracht. Maar maanden later zijn die doodleuk bij ons
tegen uw beleid aan het betogen. Dit kan toch niet.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, j'ai personnellement signale´, a` cette
occasion, que sur les listes des personnes devant e^tre
renvoye´es figuraient deux Slovaques qui avaient de´ja` fait
l'objet d'un renvoi.
Je ne sais pas si ces personnes participaient a` la
manifestation a` laquelle vous faites allusion.
Quoi qu'il en soit, cela ne modifiera en rien la de´cision du
gouvernement. Les renvois auront lieu dans les meilleu-
res conditions humanitaires possibles avec la collabora-
tion des communes auxquelles je vais d'ailleurs envoyer
une circulaire, dans les prochains jours, pour en pre´ciser
les modalite´s.
Ces renvois sont ine´luctables. Il n'y a aucun acharne-
ment envers qui que ce soit.
Je souhaite que les retours soient volontaires. Les per-
sonnes qui, apre`s un renvoi, reviennent dans notre pays
n'ont manifestement pas encore compris notre politique
en la matie`re. Cependant, elles doivent s'attendre a` e^tre
a` nouveau renvoye´es dans leur pays.
Je re´pe`te qu'il n'y a dans mon chef aucun acharnement
envers quiconque. La politique du gouvernement est tre`s
claire. Tous ceux qui ont rec¸u un ordre de quitter le
territoire devront partir. Il en va, en effet, du respect de
l'Etat de droit. C'est ce qui donne son sens a` la proce´dure
d'asile, en vertu de laquelle l'asile est accorde´ dans
certain cas et refuse´ dans d'autres, et a` la proce´dure de
re´gularisation qui accorde ou non la re´gularisation.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de minister, u zegt kordaat dat u uw politiek van
uitwijzing zult voortzetten. Tegelijk geeft u toe dat perso-
nen die u een paar maanden geleden hebt laten uitwij-
zen, terug zijn en dat er vermoedelijk nog meer zijn. Even
kordaat beklemtoont u dat u hen zult terugsturen. U vindt
opnieuw het perpetuum mobile uit. Helaas heeft uw
beleid geen effect op het probleem van de massale
aanwezigheid van asielzoekers in onze steden. Het
systeem dat u hebt uitgebouwd, ziet er stoer uit, maar is
zo lek als een zeef. Het wordt tijd dat onze grenzen echt
beveiligd worden.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
il y a deux explications a` cet e´tat de choses.
Tout d'abord, la Slovaquie n'est pas situe´e au bout du
monde.
Ensuite, je n'ai jamais cache´ qu'il existe un proble`me en
matie`re de contro^le a` nos frontie`res. Ce dernier doit e^tre
renforce´. C'est d'ailleurs une des raisons pour lesquelles
nous avons re´tabli, pour les Slovaques, l'obligation du
visa jusqu'a` ce que la situation soit re´gularise´e.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de minister, ik noteer dat u toegeeft dat onze
grenzen lek zijn. Zolang onze grenzen in die mate lek zijn
heeft elk beleid terzake weinig zin. Dus, mijnheer de
minister, sluit onze grenzen voor illegalen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Ludwig Vandenhove
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
de
repatrie¨ring van een overleden asielzoeker
Question orale de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Inte´rieur sur
le rapatriement d'un demandeur
d'asile de´ce´de´
De heer Ludwig Vandenhove (SP) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, collega's, enkele weken
geleden is op vrij tragische manier in het stedelijk zwem-
bad van Sint-Truiden een Armeens jongetje om het leven
gekomen. Een van de eerste vragen die deze familie in
toch zeer moeilijke omstandigheden stelde, was hoe dat
jongetje ooit zou kunnen worden gerepatrieerd, mochten
zij ooit naar Armenie¨ of een ander land moeten terugke-
ren. Uit de contacten die wij hebben gehad met het
ministerie
van
Binnenlandse
Zaken,
een
aantal
bevolkingsdiensten en de dienst Vreemdelingenzaken,
blijkt tot mijn grote consternatie dat het repatrie¨ren van
levenden op een menselijke manier wordt geregeld - zij
krijgen zelfs een bonus -, maar dat er voor het repatrie¨ren
van lijken in geen regeling is voorzien, laat staan dat het
op een menselijke manier kan gebeuren.
Mijnheer de minister, in het kader van een globaal
asielbeleid wil ik u vragen of op korte termijn kan worden
onderzocht hoe dit kan worden geregeld. Het is natuurlijk
een bijzonder pijnlijke aangelegenheid.
8
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ludwig Vandenhove
Bent u zinnens op korte of lange termijn concrete maat-
regelen te nemen ?
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
cher colle`gue, l'e´ve´nement auquel vous faites allusion
est e´videmment dramatique. Ce type de situation est
toujours dramatique, qu'il s'agisse d'un demandeur
d'asile ou d'un e´tranger en ge´ne´ral. Il n'y a donc pas de
raison particulie`re de prendre des dispositions spe´cifi-
ques pour ce qui concerne la cate´gorie des demandeurs
d'asile.
Ce qui s'applique en l'espe`ce, ce sont les dispositions
ge´ne´rales applicables aux e´trangers, c'est-a`-dire la de´li-
vrance d'un certificat par le ministe`re de la Sante´ publi-
que, conforme aux re`gles IATA, ce qui permet le rapa-
triement par avion.
En ce qui concerne la prise en charge des frais, elle est
assure´e par la succession ou par toute autre personne
ou organisme qui aurait pris un engagement a` cet e´gard,
comme une compagnie d'assurances; a` de´faut, la com-
mune intervient.
De heer Ludwig Vandenhove (SP) : Mijnheer de minis-
ter, uw antwoord is uiteraard correct. U geeft de huidige
stand van zaken weer.
Over het globaal asielbeleid heeft de Senaatscommissie
een zeer goed rapport afgeleverd. De term menselijke
repatrie¨ring wordt erin gebruikt. Menselijke repatrie¨ring
zou eenzelfde regeling moeten inhouden, of het nu over
levenden gaat of over doden. Het is ongebrijpelijk dat
iemand die levend naar zijn land van herkomst of elders
wordt gerepatrieerd gratis gaat, of er zelfs een bonus
voor krijgt, maar dat voor het repatrie¨ren van een lijk
moet worden betaald.
Mijnheer de minister, ik wil er alleen voor pleiten dat in het
kader van een globaal asielbeleid hiervan serieus werk
wordt gemaakt bij het op punt stellen van een wetgeving.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de M. Daniel Bacquelaine au vice-
premier ministre et ministre des Affaires e´trange`res
sur
la libe´ration de Franc¸ois Lumumba et le ro^le joue´
par la Belgique a` cet e´gard
Mondelinge vraag van de heer Daniel Bacquelaine
aan de vice-eerste minister en minister van Buiten-
landse Zaken over
de vrijlating van Franc¸ois Lu-
mumba en de daarin door Belgie¨ gespeelde rol
M. Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, le 22 avril dernier, Fran-
c¸ois Lumumba a e´te´ arre^te´ et aucun motif ne lui a e´te´
communique´; manifestement, les droits de la de´fense
n'e´taient pas respecte´s.
Le gouvernement belge a re´agi de manie`re tre`s ferme
dans un communique´, mettant notamment en e´vidence
les contradictions entre une arrestation de ce type qui
viole les droits de l'homme et les liberte´s fondamentales,
et les engagements du Congo dans le cadre des accords
de Lusaka et du dialogue intercongolais. La fermete´ de
ce communique´ e´tait nette. Aujourd'hui, nous pouvons
nous re´jouir que Franc¸ois Lumumba ait e´te´ libe´re´ sans
condition, semble-t-il.
A cet e´gard, monsieur le ministre, je voudrais vous
entendre quant au ro^le que le gouvernement belge, la
Belgique et vous-me^me avez joue´ dans cette libe´ration
dont nous nous re´jouissons.
M. Louis Michel, ministre : Monsieur le pre´sident, cher
colle`gue, imme´diatement apre`s que la nouvelle de l'ar-
restation de Franc¸ois Lumumba a e´te´ connue des auto-
rite´s belges, j'ai demande´ a` notre ambassadeur a` Kins-
hasa d'entamer les de´marches et de condamner le fait.
Comme vous le savez, nous avons e´galement envoye´ un
communique´ de presse condamnant cet e´ve´nement qui
est incontestablement un acte politique parfaitement
contraire a` l'esprit, a` la lettre et aux engagements des
accords de Lusaka.
Depuis 48 heures, je suis tre`s re´gulie`rement en contact
avec les autorite´s congolaises pour stigmatiser et mettre
l'accent sur le caracte`re inacceptable de cette arresta-
tion. Cette nuit, j'ai e´te´ informe´ imme´diatement par les
autorite´s congolaises que Franc¸ois Lumumba e´tait libe´re´.
M. Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le vice-premier ministre, je voudrais
simplement me re´jouir de l'action de´termine´e du gouver-
nement en cette matie`re. Il me semble en effet capital
d'e^tre pre´sent a` tout moment important de la vie congo-
laise et de la vie en Afrique centrale afin de marquer notre
claire de´termination de participer a` la stabilisation de
cette re´gion.
Le pre´sident : J'aimerais que les GSM soient e´teints
dans cette enceinte.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van mevrouw Fientje Moerman
aan de vice-eerste minister en minister van Werkge-
legenheid over
de samenstelling van de vertegen-
woordiging van de federale overheid in de Raad van
Bestuur van de Belgische Dienst voor de Buiten-
landse Handel
HA 50
PLEN 054
9
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken)
Question orale de Mme Fientje Moerman a` la vice-
premie`re ministre et ministre de l'Emploi sur
la
composition de la repre´sentation fe´de´rale au sein du
conseil d'administration de l'Office belge du com-
merce exte´rieur
(La re´ponse sera donne´e par le vice-premier ministre
et ministre des Affaires e´trange`res)
Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, in nr. 16 van
Feiten
van 25 april 2000, lees ik een mededeling van de
beslissing van de Ministerraad over de samenstelling van
de federale vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur
van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel en
wat blijkt ? De zes vertegenwoordigers die door de
federale overheid werden aangeduid zijn allen van het-
zelfde geslacht. De jongste dagen en weken heeft de
regering ons gebombardeerd met allerhande op stapel
staande maatregelen, waarbij een minimale of paritaire
vertegenwoordiging van het andere geslacht wordt ge-
promoot, tot en met een grondwetswijziging toe om een
minimale aanwezigheid in de diverse executieven te
kunnen waarborgen. Nu worden wij overvallen door zo'n
beslissing !
Ik heb, rekening houdende met de hoedanigheid van de
diverse personen, geen redenen om te twijfelen aan hun
bekwaamheid, maar het lijkt mij toch moeilijk staande te
houden dat daaraan geen aandacht hoefde te worden
geschonken. Het gaat voornamelijk om personen die op
kabinetten zijn tewerkgesteld. Het was dus zeker niet
onoverkomelijk ook rekening te houden met een even-
wichtige of minimale vertegenwoordiging.
Ik vind het een beetje ongelukkig, mijnheer de vice-
eerste minister, dat u het antwoord zult geven, niet omdat
ik uw antwoord niet op prijs zal stellen, maar ik had deze
vraag specifiek aan mevrouw Onkelinx willen stellen.
Als minister bevoegd voor gelijke kansen heeft zij binnen
de regering uiteindelijk toch de rol van waakhond over
deze materie.
Minister Louis Michel : Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijn collega mevrouw Onkelinx biedt haar verontschuldi-
gingen aan. Zij kon hier vandaag onmogelijk aanwezig
zijn, vandaar dat ik haar antwoord zal voorlezen. De raad
van bestuur van de Belgische Dienst voor de Buiten-
landse Handel valt niet binnen het toepassingsgebied
van de wet van 20 juli 1990, gewijzigd door de wet van 20
juli 1990, ter bevordering van de evenwichtige aanwezig-
heid van mannen en vrouwen in organen met advise-
rende bevoegdheid. Het gaat hier immers niet om een
orgaan met adviserende bevoegdheid.
Ook de grondwetsherziening, zoals die onlangs werd
goedgekeurd door de Ministerraad, kan in dit geval niet
van toepassing zijn, vermits die de gelijke toegang be-
oogt van mannen en vrouwen tot door verkiezing verkre-
gen publieke mandaten, waarbij wordt gepreciseerd dat
elk geslacht moet vertegenwoordigd zijn binnen elk uit-
voerend orgaan.
Persoonlijk, zegt mevrouw Onkelinx, kan ik slechts be-
treuren dat onze samenleving noch in de politieke, noch
in de administratieve wereld, noch in het bedrijfsleven de
pariteit reeds heeft kunnen bereiken.
Tenslotte, het lijkt mij niet gepast om e´e´n welomlijnd feit
te stigmatiseren. Het zou volgens mij, zegt mevrouw
Onkelinx, meer aangewezen zijn om onze beleidsdaden
in globo te bekijken.
Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Mijnheer de minister,
het was helemaal niet mijn bedoeling om e´e´n enkel feit te
isoleren, maar om aan te klagen dat wat nu is gebeurd
volledig indruist tegen de geest van wat de afgelopen
dagen en maanden werd verklaard. Het gaat hier niet
over de pariteit, maar wel om het bereiken van een
absoluut minimum. Aangezien mevrouw Onkelinx haar
rol van waakhond blijkbaar niet heeft gespeeld, zal ik er
een sport van maken om dat in de komende maanden in
haar plaats te doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de Mme Claudine Drion au vice-
premier ministre et ministre des Affaires e´trange`res
sur
la gre`ve de la faim d'un journaliste tunisien
Mondelinge vraag van mevrouw Claudine Drion aan
de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over
de hongerstaking van een Tunesisch
journalist
Mme Claudine Drion (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, vous savez combien la
Tunisie se trouve au coeur de l'actualite´ ces derniers
mois a` cause d'une se´rie de violations des droits hu-
mains et notamment au niveau de la liberte´ d'expression.
Le journaliste Ben Brik est toujours en gre`ve de la faim,
me^me s'il est assiste´ me´dicalement. Il va probablement
obtenir un visa pour la France.
Dans ce cas pre´cis et de manie`re ge´ne´rale ensuite,
quelles seront les initiatives de notre gouvernement pour
faire en sorte que l'affirmation du respect des droits
humains en Tunisie soit clairement de´finie ? La semaine
dernie`re, en se´ance ple´nie`re, nous avons vote´ l'assenti-
ment a` l'accord entre l'Union e´conomique belgo-
10
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Claudine Drion
luxembourgeoise et la Tunisie. Je me suis abstenue en
faisant re´fe´rence a` la promesse que vous nous aviez
faite que nous de´battrions d'e´ventuelles sanctions en cas
de violation des droits de l'homme. Je voudrais savoir ou`
en est le gouvernement a` ce sujet.
M. Louis Michel, ministre : Monsieur le pre´sident, che`re
colle`gue, j'ai eu l'occasion en fe´vrier de soulever le
proble`me de la situation des droits de l'homme particu-
lie`rement dure en Tunisie, avec le secre´taire d'Etat aux
Affaires e´trange`res, M. Siout.
A cette occasion, j'ai pu lui parler de la situation de Mme
Boukris, prisonnie`re politique, et je lui ai aussi parle´ de
l'interdiction d'un journal belge, a` savoir le quotidien
Le
Soir
et de l'interdiction e´galement d'un journaliste de ce
me^me quotidien qui a e´crit des articles critiques a` l'e´gard
du re´gime tunisien.
Avec beaucoup d'insistance, j'ai mis l'accent sur notre
exigence de faire e´voluer les droits de l'homme dans ce
pays. J'ai demande´ a` M. Branders qui est notre ambas-
sadeur de Belgique a` Tunis de suivre de manie`re tre`s
pre´cise et tre`s insistante la situation de M. Ben Brik et de
m'en tenir informe´.
Je compte soulever le proble`me avec M. le charge´
d'affaires tunisien a` Bruxelles car la Tunisie n'a toujours
pas envoye´ son ambassadeur ici. De`s que l'ambassa-
deur tunisien sera pre´sent, je ne manquerai pas de
l'appeler pour lui faire part a` la fois de notre e´moi et de
notre plus ferme condamnation. Nous continuons donc
quotidiennement a` user de nos relations diplomatiques
pour tenter d'influer sur la situation des droits de l'homme
en Tunisie et pour faire pression sur les autorite´s tuni-
siennes.
Mme Claudine Drion (AGALEV-ECOLO) : Je remercie
le ministre pour sa re´ponse. De manie`re plus large, je
dirai que tous les journalistes tunisiens sont inquiets mais
aussi les leaders e´tudiants, les de´fenseurs des droits
humains et me^me les avocats qui e´taient d'ailleurs en
gre`ve cette semaine. J'encourage le ministre a` perse´ve´-
rer dans le sens de´fini.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Danny Pieters aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
RSZ-achterstallen van de Franse Gemeenschap
Question orale de M. Danny Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur
les arrie´re´s
ONSS de la Communaute´ franc¸aise
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik had graag van u vernomen wat er
gebeurd is sedert 2 december. Een aantal collega's en ik
hebben u toen vragen gesteld over een bedrag van 5,3
miljard frank dat de Franse Gemeenschap nog steeds
verschuldigd zou zijn aan de RSZ. U hebt toen geant-
woord dat u inzake een bedrag van 2,8 miljard frank zou
uitzoeken of het door de Franse Gemeenschap dan wel
door de federale overheid verschuldigd was aan de RSZ.
Het ging daarbij om de lonen van 1988-1989. Van een
bedrag van 350 miljoen frank hebt u gezegd dat het een
vaststaande schuld was en dat er normaal invordering
zou moeten komen. U was echter slechts sedert de
vrijdag ervoor, zes dagen tevoren, op de hoogte van dit
dossier en u zou dan ook nog zien wat u zou doen.
Intussen zijn we vijf maanden verder en binnen een week
zal de Kamer de onderwijsakkoorden behandelen. Ook
daar is er sprake van ettelijke miljarden. Toen reeds heb
ik erop gewezen dat een toestand die opheldering
vraagt - 5,3 miljard frank is immers niet weinig geld - toch
zou moeten worden uitgezocht.
Mijn vraag is dan ook heel simpel. Mijnheer de minister,
wat hebt u sedert 2 december 1999 gedaan om het
bedrag van 5,3 miljard frank aan de RSZ te laten
toekomen ? U hebt uw interventie toen besloten met te
stellen dat dit een belangrijk bedrag was dat de sociale
zekerheid werd onthouden. Kunnen we vernemen wat er
sindsdien gebeurd is ?
Minister Frank Vandenbroucke : Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik heb het dossier niet meer in detail kunnen
inkijken sinds de vraag werd gesteld. Dat hoefde echter
niet. Het gaat hier om twee aspecten. Het ene aspect
omvat de procedures voor de rechtbanken. De RSZ heeft
de Franse Gemeenschap immers gedagvaard. Ik kan u
meedelen dat de dagvaarding van de RSZ ten aanzien
van de Franse Gemeenschap op 16 maart bij de
arbeidsrechtbank van Brussel aan de orde kwam. Een
advocaat heeft voor de Franse Gemeenschap conclusies
ingediend. Die zijn uiteraard niet publiek. Vervolgens
werd de zaak opnieuw op de rol gezet. Dat kan ik u
meedelen over het juridische aspect.
De vraag is nu welke politieke actie ik intussen heb
ondernomen. In deze dossiers bestond nog steeds een
dispuut over het niet betalen van bijdragen op maaltijd-
cheques. De vorige regering had beslist op dit punt een
regularisatie door te voeren voor de jaren 1990-1992.
Men had echter zeer lang gewacht met het formuleren en
voor advies voorleggen van het koninklijk besluit ter
zake. Ik heb hierover een negatief advies ontvangen van
de Nationale Arbeidsraad. Op de vergadering van het
overlegcomite´ met de deelregeringen heb ik vervolgens
gezegd dat ik het koninklijk besluit ter regularisatie niet
HA 50
PLEN 054
11
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Frank Vandenbroucke
zal nemen. Men zal de bijdragen op de maaltijdcheques
1990-1992 dan ook betalen. Dat is een klein element uit
het dossier maar het is niet onbelangrijk omdat het mijn
opvattingen over een orthodoxe manier van optreden
weergeeft.
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de minister,
ik dank u voor de waardevolle informatie. Er blijven
echter vragen bestaan over het bedrag van 2,8 miljard
frank. De diensten van de regering zouden dit eigenlijk in
een juridische zaak moeten uitzoeken. Ik heb niet ge-
hoord wat u ter zake gedaan hebt in de afgelopen vijf
maanden. Dit bedrag heeft betrekking op de jaren 1988-
1989. U hebt gezegd dat dit uitgezocht moest worden. Is
men dat nu aan het uitzoeken of moet dat nog gebeu-
ren ? Hierover heb ik in uw antwoord niets over gehoord.
Bovendien zei u in december dat het bedrag van 350
miljoen frank een vaststaande schuld was. Nu zegt u dat
u dit via de arbeidsrechtbank invordert. Dat is echter iets
anders. Dit dossier was immers afgesloten. Is er terzake
iets gebeurd ? Heeft men bijvoorbeeld beslag gelegd ?
Minister Frank Vandenbroucke : Na het ontvangen van
uw vraag heb ik de RSZ gevraagd mij mee te delen wat
er terzake gebeurd is. Op dit ogenblik hebben zij mij die
informatie nog niet kunnen geven. Ik weet dus niet of er
iets concreets is gebeurd in dat dossier. Ik wil echter
herhalen wat mijn houding terzake is aangezien die
essentieel is.
Ik wil dat juridisch bekijken, niet als het onderdeel van
een of andere marchandage. Dat zal zo niet zijn. In e´e´n
dossier heb ik, omdat mijn politieke verantwoordelijkheid
werd ingeroepen, onmiddellijk een klare en duidelijke
houding aangenomen, hoewel er een politieke afspraak
bestond dat ik het niet-betalen van bijdragen op maaltijd-
cheques zou regulariseren. Deze politieke afspraak be-
stond in de vorige regering en is een aantal jaren blijven
bestaan. De Nationale Arbeidsraad heeft mij een negatief
advies op het koninklijk besluit gegeven en gezegd dat
de overheid als een private werkgever moet worden
behandeld. Dat is de lijn die ik volg. In het overige volg ik
een puur juridische lijn. Een aantal van deze zaken zijn
dus in dispuut.
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de minister, u
kunt formele stappen ondernemen maar het zou getui-
gen van elegantie om dit dossier uiteindelijk te behande-
len. Het gaat hier over 2,8 miljard. Na 5 maand is men
nog geen stap verder. U hebt vorige keer schamper
gereageerd over het feit dat het dossier er al 10 jaar lag.
Het zou goed zijn om het dossier nu geen 10 maand bij
u te laten liggen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de
eerste minister over
de aankoop van een Falcon
900 B door de Belgische regering
Question orale de M. Pieter De Crem au premier
ministre sur
l'achat d'un jet Falcon 900 B par le
gouvernement belge
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het is niet de eerste keer dat ik een
vraag stel omtrent de problematiek van de Falcon. Op
24 december 1999 heeft een vertegenwoordiger van
Dassault Aviation in Le Soir het volgende verklaard :
Le
gouvernement nous a presse´ et on a signe´ le contract
.
Zij verklaren dus onder druk van de regering een contract
te hebben getekend op 13 december 1999.
Mijnheer de eerste minister, naar aanleiding van mijn
vraag in de plenaire zitting van 16 december 1999
antwoordde u dat er geen verkoopovereenkomst was.
Hoe moet men deze 2 zaken aan elkaar koppelen ?
Enerzijds zegden de vertegenwoordigers van Dassault
dat er een overeenkomst was. Anderzijds zei u dat er
geen overeenkomst was. Deze zaak werd beraadslaagd
in de Ministerraad van 3 december 1999. Ik wil graag
vernemen wat er op 3 december 1999 in de Ministerraad
werd beslist. Kunt u ons inlichten over de inhoud van de
notificatie ? Naar aanleiding van de vraag die ik toen heb
gesteld, zijn wij in een eigenaardige logica terechtgeko-
men. De minister van Landsverdediging, hier aanwezig,
nodigde de voltallige commissie voor de Landsverdedi-
ging uit op zijn kabinet op 14 december 1999 en ver-
klaarde daar dat de Belgische regering gisteren een
Falcon 9000 B had gekocht en dat dit nieuwe vliegtuig
een stap zet in de richting van de vernieuwing van onze
vloot, ook in het vooruitzicht van het toekomstige Euro-
pese voorzitterschap. Op 15 december 1999, 2 dagen na
de betekening volgens de wet op de overheidsop-
drachten, bestaat het contract en wordt het genotificeerd.
Op 16 december 1999 verklaart u dat er geen verkoop-
overeenkomst was. Ik zie nog de reacties van de minister
van Landsverdediging die hiervan blijkbaar niet op de
hoogte was. De voorzitter van de commissie voor de
Defensie, de heer Henry viel uit de lucht. Wat is er
gebeurd tussen 16 december om 11 uur 's morgens en
het moment van uw verklaring om 2.15u waar u verklaart
dat er geen verkoopovereenkomst meer was ? Na mijn
interpellaties is er een intern juridisch onderzoek ge-
vraagd bij de aankoopdienst van het leger. Op 15 februari
2000 is er een rapport naar de regering teruggestuurd.
Waar is dat rapport en wat staat daarin ? Klopt het dat
men in het rapport spreekt over een grote wanprestatie
die door Dassault werd gemaakt, over de eenzijdige
verbreking van het contract en de claim tot schadeloos-
stelling, gekoppeld aan een ingebrekestelling, die de
Belgische regering bovendien onmiddellijk moet indie-
12
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
nen ? Het belangrijkste is wellicht de laatste aanbeveling
dat Dassault niet meer in aanmerking komt voor toekom-
stige
overheidsopdrachten
en
dat
alle
hangende
onderhandelingsprocedures tot stilstand moeten worden
gebracht.
Eerste minister Guy Verhofstadt : Mijnheer de voorzitter,
ik heb reeds geantwoord op het eerste deel van de vraag.
Ik kan enkel herhalen wat ik reeds op 16 december heb
geantwoord.
Ik zal mijn antwoord beginnen met de laatste vraag van
de heer De Crem. Ik ken niet alle rapporten van alle
departementen dus zou ik hem willen aanraden dit punt
in de vorm van een vraag of interpellatie aan te kaarten
bij de minister van Landsverdediging.
Wat het overige betreft, kan ik enkel herhalen wat ik
reeds op 16 december heb gezegd. Sta me toe uit het
verslag te citeren :
Landsverdediging had inderdaad het
voornemen om op basis van een beslissing van de
Ministerraad een Falcon 900-B van de groep Daewoo
aan te kopen
. Deze uitspraak was gebaseerd op de
notificatie van de Ministerraad die als volgt luidt, ik citeer :
L'acquisition d'un avion de type Falcon 900 sur le
marche´ d'occasion, en ve´rifiant s'il n'existe pas une
version de ce me^me type offrant une capacite´ d'une
vingtaine de places
waarover ik trouwens in de interpel-
latie heb gesproken.
Ik ga verder met mijn citaat :
Daarbij dient onderhandeld
te worden met de tussenpersoon die de Falcons ver-
koopt. Maar deze persoon, de heer Dassault met name,
weigerde het contract te ondertekenen
.
Mijnheer De Crem, het contract gaat dus niet door. Niet
omdat wij niet willen maar blijkbaar omdat de verkoper,
de heer Dassault, niet wil. Ik kan u enkel bevestigen dat
wij alle formele stappen willen zetten om een dergelijk
contract af te sluiten op basis van de notificatie van de
Ministerraad. De heer Dassault heeft evenwel geweigerd
dit contract te honoreren, uit te voeren en te onderteke-
nen.
Ondertussen zijn we op zoek naar toestellen met een
capaciteit van 20 tot 30 plaatsen. De Ministerraad heeft
een beslissing in die zin genomen. Er werd een publieke
aanvraag gelanceerd om een aantal toestellen aan te
kopen met een ruimere capaciteit.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
dit is een manifeste onwaarheid. De vertegenwoordiger
van Dassault zegt :
Le gouvernement belge nous a
presse´s et nous avons signe´ le contrat le 13
. Er is dus
wel degelijk sprake van een contract.
Er is echter meer, mijnheer de eerste minister, u hebt het
Parlement voorgelogen. U hebt hier gezegd dat er geen
contract bestond. Dat is
contempt of parliament, dat is
het voorliegen van het Parlement. In de Angelsaksische
traditie is dit eigenlijk een groot incident.
Mijnheer de eerste minister, dat
contempt of parliament
laat ik voor uw rekening en u zou daaromtrent eens uw
tweede Burgermanifest moeten herlezen. Wat gaat u
doen met de aanbevelingen van de Geschillendienst van
de Aankoopdienst van het leger. Die Geschillendienst
zegt, ik citeer :
Er kunnen geen toekomstige contracten
met Dassault meer afgesloten worden en er kunnen geen
onderhandelingen meer gevoerd worden
. Betekent dit
dat u voor alle toekomstige aankopen - en er staan er
heel wat op het programma - geen enkel contract zult
sluiten met Dassault ? Zult u aan uw minister van Lands-
verdediging de toelating geven dit advies te bespreken in
de commissie voor de Landsverdediging van de Kamer ?
Of zult u zoals vorige week uw kat sturen als interpella-
ties tot u worden gericht ? Wellicht past dit in het streven
naar een goede werking tussen Kamer en regering. Dit
incident werd trouwens op de Conferentie van Voorzitters
bijzonder betreurd en niet in het minst door een lid van
uw meerderheid die ook voorzitter is van een commissie.
Eerste minister Guy Verhofstadt : Mijnheer de voorzitter,
de interpellatie van mijnheer De Crem werd vier keer
ingediend. Ik ben vier keer aanwezig geweest terwijl de
heer De Crem vier keer verontschuldigd was. Ik wil de
zaken wat dat betreft wel even omkeren. De heer De
Crem had voor die afwezigheden misschien geldige
redenen maar hij moet de eerste minister dan niet
beschuldigen.
Ik heb nooit gezegd dat er geen contract was. Ik heb
gezegd dat het contract niet doorgaat.
Wat de juridische gevolgen betreft van het feit dat
Dassault weigerde te verkopen, stel ik de heer De Crem
voor dat hij die vraag stelt aan de minister van Landsver-
dediging.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, collega's, ik betwist formeel
dat ik vier keer niet aanwezig was. Ik was een keer
verontschuldigd wegens ziekte. De eerste minister heeft
geschitterd door zijn afwezigheid en niet alleen voor deze
vragen maar ook in verband met de problematiek van de
JSF waarin hij duidelijk niet door de meerderheid wordt
gevolgd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
HA 50
PLEN 054
13
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Question orale de M. Jean-Jacques Viseur au pre-
mier ministre sur
le nouveau plan de se´curite´
Mondelinge vraag van de heer Jean-Jacques Viseur
aan de eerste minister over
het nieuwe veiligheids-
plan
M. Jean-Jacques Viseur (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le premier ministre, nous connaissons les
avatars de ce plan fe´de´ral de se´curite´ qui doit e^tre
de´libe´re´ par le parlement pour la fin du mois de de´cem-
bre. Nous avons rec¸u un beau document pre´face´ par
vous-me^me. Il a souleve´ une tempe^te au sein de votre
majorite´. En effet, divers proble`mes se sont pose´s au
niveau des compe´tences entre l'Etat fe´de´ral, les commu-
naute´s et les re´gions. En outre, M. Di Rupo a qualifie´ ce
plan fe´de´ral de se´curite´ d'impraticable et d'
imbuvable.
La presse nous apprend qu'un accord serait intervenu le
week-end dernier et, selon M. Di Rupo, un revirement
significatif aurait e´te´ enregistre´. Ce revirement significatif
est-il accompagne´ d'une re´partition normale des compe´-
tences ? Les communaute´s ont-elles e´te´ consulte´es sur
les aspects les concernant ? En outre, le revirement
entrai^ne-t-il un changement des me´thodes utilise´es ? Le
plan nous sera-t-il pre´sente´ sous la forme d'un catalogue
comme l'a e´te´ le pre´-plan que nous avions rec¸u, ou une
se´rie de mesures d'exe´cution seront-elles prises au
travers des projets de loi ? Quelle sera la part accorde´e
a` la pre´vention dans ce plan ? Dernie`re question essen-
tielle : quand le parlement pourra-t-il enfin discuter de ce
plan fe´de´ral de se´curite´ ?
M. Guy Verhofstadt, premier ministre : Monsieur le
pre´sident, chers colle`gues, je vous confirme que le
gouvernement a re´solu tous les proble`mes politiques qui
peuvent se poser lors de la pre´paration d'un plan de
se´curite´. Ce plan de se´curite´ doit constituer l'instrument
par excellence permettant aux services de police, d'une
part, et a` la justice, d'autre part, de mener le combat
contre la criminalite´. Tel est le but du plan de se´curite´.
Comme l'a dit M. Viseur, des divergences de vue portant
sur diffe´rents domaines sont apparues, mais elles sont
normales dans une coalition comprenant diffe´rents partis
politiques. Elles ont toutefois e´te´ re´solues.
Actuellement, nous essayons d'introduire ces diffe´rents
points dans le plan initial qui a e´te´ introduit par le ministre
de la Justice. Nous re´serverons un chapitre important a`
la pre´vention, ainsi qu'a` la re´pression. D'autres the`mes
seront e´galement aborde´s sur la base des neuf priorite´s
reprises dans l'accord gouvernemental. Le ministre de la
Justice, le ministre de l'Inte´rieur et moi-me^me serons en
mesure de pre´senter ce plan a` la fin du mois de mai ou
au plus tard de´but juin. A ce moment-la`, les arbitrages qui
ont eu lieu le week-end passe´ auront e´te´ traduits dans le
texte. Il est e´vident que le texte du plan fe´de´ral de
se´curite´ devra d'abord e^tre approuve´ de´finitivement par
le Conseil des ministres avant d'e^tre pre´sente´ au parle-
ment.
M. Jean-Jacques Viseur (PSC) : Monsieur le pre´sident,
je remercie le premier ministre de sa re´ponse. Il est
e´vident qu'un plan fe´de´ral de se´curite´ constitue un e´le´-
ment essentiel de la politique en la matie`re. Je me re´jouis
que des convengences soient intervenues a` son e´gard.
J'attends avec impatience de pouvoir en discuter dans le
courant du mois de juin.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
het
retroactief
optreden
van
sommige
Landbouw-
inspecteurs
Question orale de M. Paul Tant au ministre de l'Agri-
culture et des Classes moyennes sur
l'intervention
re´troactive de certains inspecteurs de l'Agriculture
De heer Paul Tant (CVP) : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer de minister, collega's, een jaar en twee maanden na
datum wordt een aantal bedrijven uit mijn streek, voor-
namelijk broeierijen, geconfronteerd met processen-
verbaal van uw ambtenaren. U zult begrijpen dat deze
thematiek mij ter harte gaat. Die processen-verbaal wor-
den gelegitimeerd - zo wordt het toch voorgesteld - door
de niet-nakoming van de meldingsplicht die zij zouden
hebben gehad in het kader van de dioxineproblematiek.
Men baseert zich op ministerie¨le en koninklijke besluiten
die betrekking hebben op de strijd tegen zogenaamde
besmettelijke ziekten. Ik was op de hoogte van die
koninklijke en ministerie¨le besluiten. Ik heb ze destijds in
het kader van de onderzoekscommissie zelf onder de
aandacht gebracht. Ze zijn daar door de deskundigen
van onze commissie - maar ook door mensen van
Landbouw - van tafel geveegd als niet relevant, aange-
zien men niet was geconfronteerd met een besmettelijke
ziekte.
Ik zou van u ten eerste willen weten, mijnheer de
minister, of u op de hoogte bent van het optreden van die
ambtenaren. Wie heeft daartoe de opdracht gegeven en
om welke reden ? Wat beoogde men met dit optreden ?
Ten tweede, vormen de koninklijke en ministerie¨le beslui-
ten in kwestie wel een voldoende stabiele juridische
basis om dit optreden te legitimeren ? In mijn ogen is die
14
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Paul Tant
basis eerlijk gezegd vrij wankel. Ten slotte verontrust mij
het volgende. Het zal toch wel niet de perverse bedoeling
zijn om op die manier invloed uit te oefenenen op de
afhandeling van dioxineschadedossiers van voornamelijk
Vlaamse bedrijven ?
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, geachte
collega's, uiteraard was de hele ambtenarij ten tijde van
de dioxinecrisis in de eerste plaats bezig met het bestrij-
den van de crisis. Zodra die eenmaal onder controle is,
gaat het normale werk echter door. Dat normale werk
houdt in : onderzoeken en disciplinair optreden wanneer
dat nodig is. Dus, als het nodig is, moet het inderdaad
ook gebeuren. Ik vind dat de ambtenarij los van de
ministers een eigen deskundig onderzoek moet kunnen
voeren. Als dat onderzoek eenmaal is uitgevoerd, wordt
het uiteraard voorgelegd aan de minister en zullen er
gepaste conclusies uit worden getrokken. Dat is de
normale gang van zaken. We hebben destijds natuurlijk
voorrang moeten geven aan de dioxinecrisis maar
daarna gaat alles weer zijn gang, op basis van de
veterinaire reglementeringen die terzake gelden. U ver-
wijst terzake naar een besluit van 1970. U weet best dat
het niet alleen om dat besluit draait, maar over alle
besluiten inzake veterinaire reglementeringen. Uiteinde-
lijk komt het erop aan dat ook de eigenaars van pluim-
veehouderijen en de dierenartsen perfect weten hoe de
situatie is en dat we daarvan op de hoogte worden
gebracht. Dat is niet meer dan normaal.
U hebt het even gehad over de wankele juridische basis
van ministerie¨le of koninklijke besluiten. Als u het hebt
over koninklijke besluiten, dan zou ik graag weten welke
u precies bedoelt. Immers, in uw vragen wordt eigenlijk
alleen maar het ministerieel besluit van 1970 aange-
haald. Als u echter ook doelt op recente koninklijke
besluiten, dan zou ik graag weten welke dat zijn.
In uw derde en laatste vraag peilt u naar een verband
tussen wat er nu gebeurt en de afhandeling van de
dioxinecrisis en de uitbetaling van de economische scha-
devergoeding. Dat verband bestaat niet, om de eenvou-
dige reden dat de onderzoeken door alle inspecteurs en
dierenartsen moeten gebeuren. Uiteraard hebben zij hun
opdracht al gekregen voordat de wet op de economische
schadevergoeding zelfs was goedgekeurd.
Dit was vanzelfsprekend wel nadat de dioxinecrisis onder
controle was. In de inleiding heb ik het reeds gezegd :
first things first. Dat was ook hier zo. Als wij dat onder
controle hadden, deed de administratie wat zij in normale
omstandigheden hoort te doen. Het ene houdt met het
andere geen verband, maar wij willen wel dat duidelijke
controles worden uitgevoerd en dat de administratie haar
werk doet. Wij staan voor vragen naar de functionaliteit
van de administratie. Als de administratie dan optreedt,
heeft men daarop kritiek. Ik heb soms moeite om te
begrijpen wat men bedoelt.
De heer Paul Tant (CVP) : Mijnheer de minister, begrijp
mij niet verkeerd. Ik ben er niet tegen dat ambtenaren
doen wat zij moeten. Daarvoor worden zij betaald. Ik was
trouwens de eerste om in het kader van het onderzoek
van de dioxinecommissie de teksten in kwestie op tafel te
leggen. Men heeft toen nadrukkelijk gezegd dat die
terzake niet konden dienen. U zult echter wel willen
begrijpen dat bedrijven die reeds heel wat schade heb-
ben geleden door deze crisis, die opnieuw wat adem-
ruimte krijgen en dan worden geconfronteerd met feiten
op twijfelachtige juridische basis, het daar moeilijk mee
hebben. Bovendien komt dit meer dan een jaar na datum
als pijnlijk over. Het lijkt mij normaal dat ik daar even uw
aandacht voor vraag. Ik vrees dat de ministerie¨le en
koninklijke besluiten die hier worden gehanteerd, eigen-
lijk op iets anders betrekking hebben. Wij kunnen het
daar later nog grondiger over hebben.
Sta mij nog een opmerking toe. Als de mensen via de
media vernemen dat de hoofdrolspelers in de dioxine-
crisis, zoals dokter Destickere, vrijuit zouden gaan - ik
heb daarover deze week nog gei¨nterpelleerd in dit huis -
dan voelen zij zich des te meer gepakt, terwijl zij meer
dan wie ook het slachtoffer zijn geweest van de crisis.
De voorzitter : Mijnheer Tant, u gaat de u toegemeten
tijd te buiten.
De heer Paul Tant (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik moet
nog antwoorden op een vraag van de minister. Hij heeft
mij namelijk gevraagd op welke besluiten ik mij steun. Ik
zal ze snel vermelden; zij staan trouwens op de
processen-verbaal in kwestie. Mijnheer de minister, het
gaat over de toepassing van de diergezondheidswet van
24 maart 1987, over het koninklijk besluit van 12 juni
1970 en over het ministerieel besluit van 20 juli 1992. Ik
heb dus wel de veiligheid ingebouwd om zelf de juridi-
sche achtergrond te toetsen en vraag u om alert te blijven
als dit op uw bureau belandt.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer Tant, ik dank u voor
het verschaffen van de juiste koninklijke en ministerie¨le
besluiten die dateren van ten laatste 1992. Wij zullen zien
waarop men zich beroept om bepaalde procedures in te
stellen. Als u het hebt over dokter Destickere die vrijuit
gaat, moet ik toch wel duidelijk stellen dat de ambtenaren
van het departement Landbouw niets te maken hebben
met het IVK of aanverwanten. Onze mensen hebben hun
taken uitgevoerd zoals zij die moeten uitvoeren. Als
minister moeten wij het waarderen dat zij dat op correcte,
duidelijke en goede manier doen.
De heer Paul Tant (CVP) : Dat laatste is de vraag,
mijnheer de minister. U zegt dat Destickere niet verbon-
den is aan het departement Landbouw en dat weten u en
ik, maar voor de mensen gaat het over de overheid en
het optreden daarvan.
HA 50
PLEN 054
15
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Koen Bultinck en Danny Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over
de gelijkschakeling
van het SZ-stelsel voor werknemers en zelfstandi-
gen
Questions orales jointes de MM. Koen Bultinck et
Danny Pieters au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
l'ajustement des syste`mes
de se´curite´ sociale pour les travailleurs salarie´s et
les inde´pendants
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, tijdens het paasreces
deed uw collega van Sociale Zaken een aantal uitspra-
ken met betrekking tot de gelijkschakeling van de statu-
ten van werknemers en zelfstandigen. Ondertussen is er
ook, op vraag van de minister van Sociale Zaken, een
werkgroep opgestart die tegen november met concrete
voorstellen voor de dag zou moeten komen. In de Gazet
van Antwerpen van 2 mei 2000, stelde u in een interview
duidelijk dat er eerst een aantal discriminaties moeten
worden weggewerkt. Pas dan zou u bereid zijn te praten
over de globale gelijkschakeling van de bedoelde statu-
ten.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende :
Ten eerste, wil u inderdaad eerst een aantal discrimina-
ties wegwerken - ik denk bijvoorbeeld aan de kinderbij-
slag voor het eerste kind van een zelfstandige - vooraleer
u bereid bent te praten over een volledige gelijkschake-
ling van de statuten ?
Ten tweede, bent u als minister al dan niet bereid te
wachten op de resultaten van de werkgroep die tegen
november met concrete voorstellen voor de dag moet
komen ?
De minister van Sociale Zaken antwoordde op mijn vraag
in commissie op 26 april 2000, met betrekking tot de-
zelfde problematiek, het volgende, ik citeer :
Mijn ver-
klaring aan De Standaard heb ik afgelegd na rijp beraad
en ampel overleg met de eerste minister en minister
Gabrie¨ls. Dit gebeurde volkomen te goeder trouw
.
Mijnheer de minister, ik was ontroerd bij het aanhoren
van een dergelijk antwoord van uw collega Vanden-
broucke. Ik voel zo aan dat daar geen overleg was. Is er
inderdaad overleg geweest met de minister van Sociale
Zaken en bij uitbreiding met de voltallige regering ?
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal de zaak op een andere
manier benaderen, maar in grote lijnen komt het inder-
daad op hetzelfde neer.
Wij zijn heel verheugd van de minister te kunnen verne-
men dat hij inderdaad werk wil maken van het afschaffen
van een aantal minpunten van het sociaal statuut van de
zelfstandigen. Het sociaal statuut van de zelfstandigen
moet mijn inziens op eigen merites beschouwd worden
en niet altijd samen met het statuut van de werknemers.
U stelt dat gezondheidszorg en kinderbijslag niets te
maken hebben met een arbeidsstatuut. Daar zijn dus ook
geen verschillen verantwoord. U kondigt ook aan dat
men bijvoorbeeld vervroegd met pensioen zou kunnen
gaan, zonder verlies van rechten. U merkte toen zelf ook
op dat daar een prijskaartje aanhangt. U wil dit niet
verhalen op de bijdragen, maar wel uit meer geld dat er
zou zijn binnen de regering. Mijn eerste concrete vraag is
niet als polemiek bedoeld, maar ik wens toch te weten of
de regering dat geld al heeft. Of is dat een vrome wens
van u ? Is dat geld daarvoor al gereserveerd ? Ik stel vast
dat men op andere plaatsen blijkbaar nog steeds spreekt
van een gelijkschakeling van het statuut - wat daar dan
ook mee bedoeld wordt - op voorwaarde dat de zelfstan-
digen daarvoor mee betalen. Hebt u nu al de toezegging
van uw regering dat de kostprijs van die vier minimale
maatregelen die u aankondigt, gereserveerd wordt op de
federale begroting, zodanig dat er geen sprake kan zijn
van een bijdrage ?
Bent u het eens met uw collega van Sociale Zaken ? U
bent bevoegd voor het sociaal statuut van zelfstandigen.
Het is niet het belangrijkste dat uw collega van Sociale
Zaken daarmee akkoord gaat. Denkt u eraan om het
sociaal statuut op zijn eigen merites te gaan bestuderen,
om te kijken wat we daar kunnen verbeteren, of wil u
koste wat het kost gelijkheid met de werknemers berei-
ken ?
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, ik dank
de collega's voor hun concrete vragen, maar ik kan
uiteraard niet expliciet op elk detail ervan ingaan. Daar-
voor is de tijd hier te beperkt. Een interpellatie zou
daartoe beter geschikt zijn.
Zoals u weet streven wij naar een actieve welvaartsstaat,
waarin ongelijkheden worden weggewerkt. Dat moet ook
gebeuren in het stelsel van de zelfstandigen. Collega
Pieters gaf terecht aan dat de ongelijkheden in deze
groep niet zozeer arbeidsgebonden zijn, maar zich be-
vinden op andere niveaus zoals de kinderbijslag voor het
eerste kind en de benadeling bij vervroegd pensioen.
Op zeer korte termijn willen wij deze ongelijkheden
wegwerken. Het gaat niet langer op dat er in 1991 een
regeling tot stand is gekomen inzake het penaliseren van
de pensioenen voor de werknemers en dat de zelfstan-
digen daarvan nog altijd uitgesloten zijn.
16
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Vooraleer de globale discussie terzake plaatsvindt moe-
ten deze discriminaties worden weggewerkt. Zo niet
zullen wij er nooit nog toe komen. Het uitwerken van een
globaal kader vergt immers verschillende jaren. De toe-
nadering tussen de diverse stelsels moet worden bestu-
deerd. Wij moeten oog hebben voor het feit dat er
momenteel muren staan tussen de stelsels. Wij moeten
die muren slopen. Als dat niet gebeurt vertrekt men
ongelijk aan de startlijn. Dan is het alsof men in een
wielerkoers aan een zelfstandige een mountainbike zou
geven en aan de anderen een racefiets. Ik denk dat wij
iedereen een racefiets moeten geven, zodat ze op een-
zelfde wijze de eindstreep bereiken.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw ant-
woord. U hebt mij echter niet gezegd wat het menings-
verschil is tussen uw collega van Sociale Zaken en uzelf
als minister van Middenstand. Wij zijn het met u eens
over het principe. Uiteraard is het Vlaams Blok vragende
partij om de discriminaties ten aanzien van de zelfstan-
digen zo snel mogelijk weg te werken. Mijn politieke
conclusie is dat u als liberaal politicus begrijpelijkerwijs
enigszins zenuwachtig wordt als u vaststelt dat een
socialistisch minister plotseling naar middenstands-
stemmen hengelt.
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, misschien was mijn vraag te lang -
uw antwoord is het zeker. Ik heb u heel duidelijk ge-
vraagd of u de toezegging hebt van de regering dat u die
vier punten kunt financieren zonder een bijdrage-
verhoging. Hebt u al een sponsor gevonden ?
Minister Jaak Gabriels : Wat de maatregel tot het weg-
werken van de ongelijkheden in de pensioenen betreft,
komen de middelen voorlopig uit de kas van de zelfstan-
digen. Nadien zal dat worden gecompenseerd. Daar is
op dit ogenblik nog een kleine reserve, hoewel ik weet
dat er nog een schuldherschikking moet worden afgelost.
Dit debat moet ten gronde worden gevoerd, vooraleer wij
de discussie voeren over de toenadering tussen de twee
systemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Leen Laenens aan
de minister van Justitie over
de mogelijke uitleve-
ring van Fehriye Erdal aan de Turkse overheid
Question orale de Mme Leen Laenens au ministre de
la Justice sur
la demande d'extradition e´ventuelle
de Fehriye Erdal par les autorite´s turques
Mevrouw Leen Laenens (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, volgende week
spreekt de Kamer van Inbeschuldigingstelling zich uit
over de zaak van mevrouw Erdal, een vermeend lid van
een linkse Turkse organisatie.
Uiteraard is het niet aan ons om een uitspraak te doen
omtrent de schuld of de onschuld van betrokkene. Wat
mij, samen met heel wat burgers die terzake een petitie
ondertekenden, zorgen baart is de procedure die de
Turkse regering inleidde tot uitlevering.
Volgens mij bestaan er minstens een vijftal goede rede-
nen om niet in te gaan op het uitleveringsverzoek en
aangezien u terzake bevoegd bent, mijnheer de minister,
had ik graag uw mening gekend in dat verband.
Deze redenen zijn, samengevat, de volgende.
Ten eerste, in Turkije bestaat de doodstraf nog en de
zaak O
¨ calan bewees dat dit geen loze woorden zijn. Wij
leveren geen personen uit aan een land waar de dood-
straf nog wordt toegepast.
Ten tweede, de veiligheid in de Turkse gevangenissen is
niet gewaarborgd.
Ten derde, is het een uitzonderingsrechtbank voorgeze-
ten door een militaire rechter die mevrouw Erdal wil
verhoren.
Ten vierde, er is in ons land een asielprocedure aan de
gang voor mevrouw Erdal.
Ten vijfde, de wijze waarop in Turkije wordt omgespron-
gen met de mensenrechten is eveneens een goede
reden om de vraag tot uitlevering niet positief te beant-
woorden.
Welk is uw standpunt terzake, mijnheer de minister ?
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, op 22
december 1999 stuurde de Turkse overheid inderdaad
een uitleveringsverzoek aan de procureur-generaal van
Gent.
De uitleveringsprocedure kent haar normaal verloop en
op donderdag 11 mei aanstaande zal de zaak worden
behandeld door de Kamer van Inbeschuldigingstelling
van het hof van Beroep te Gent.
Nadien zal mij een advies worden overgemaakt met
betrekking tot de toelaatbaarheid van het uitleveringsver-
zoek en pas daarna zal de regering bij machte zijn
terzake een standpunt in te nemen. Dat is het normaal
verloop van de procedure en ik zie niet in waarom wij dat
thans zouden onderbreken.
HA 50
PLEN 054
17
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Verwilghen
Deze vraag is dus een beetje voorbarig, gelet op de
uitspraak die nog moet volgen en op het te verstrekken
advies. Bovendien diende mevrouw Erdal inmiddels een
asielverzoek in dat momenteel wordt behandeld door de
commissie voor de Politieke Vluchtelingen.
Mevrouw Leen Laenens (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de minister, wij hechten veel belang aan het voorzorg-
principe.
Voorts, mijnheer de minister, vroeg ik alleen om uw
standpunt terzake. Ik weet immers ook wel dat u niet kunt
vooruitlopen op de uitspraak die nog moet worden ge-
daan.
Voor ons - en velen delen onze mening - is het uitgeslo-
ten in te gaan op het uitleveringsverzoek van een land als
Turkije.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Magda De Meyer aan
de minister van Financie¨n over
de automatische
terugbetaling van onterecht gei¨nde belastingen op
vergoedingen voor arbeidsongevallen en beroeps-
ziekten
Question orale de Mme Magda De Meyer au ministre
des Finances sur
le remboursement automatique
des impo
^ ts indu
^ ment perc¸us sur les indemnite´s d'ac-
cident de travail ou de maladie professionnelle
Mevrouw Magda De Meyer (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in maart reeds vroeg ik wat er zou
gebeuren ingevolge het arrest van eind 1998 van het
Arbitragehof.
Hierop antwoordde u, mijnheer de minister, dat het arrest
wel degelijk zou worden uitgevoerd. Dat werd trouwens
bekrachtigd door de Ministerraad.
Inmiddels, mijnheer de minister, bestaat er bij mijn weten
nog geen enkele praktische modaliteit hieromtrent.
Het lijkt ons voor de hand te liggen dat de slachtoffers
van een ten onrechte gei¨nde belasting automatisch zou-
den worden gerestitueerd. Daar draait het om. Gaan die
mensen al dan niet worden verplicht om opnieuw een
bezwaarschrift in te dienen ? Wij vinden dat een totaal
overbodige procedure. In deze informatiemaatschappij
moet het toch perfect mogelijk zijn om de slachtoffers te
detecteren en een automatische terugbetaling van de
onterecht gei¨nde belastingen te realiseren. Dat is snel en
efficie¨nt bestuur.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter,
collega's, zoals u weet heb ik de regering voorgesteld om
de integrale afschaffing van de belasting op de rente op
de vergoeding van arbeidsongevallen en beroepsziekten
te realiseren. Omwille van budgettaire redenen en de
fiscale situatie in verband met de vervangingsinkomens,
heeft de regering een andere beslissing genomen.
Zij heeft besloten een minimale taxatie op zo'n renten te
heffen. Maar, zelfs een minimale taxatie kan veel proble-
men veroorzaken, zowel voor mijn administratie als voor
de belastingplichtigen. Daarom wil ik nu een ander
voorstel aan de regering doen.
Een eerste oplossing kan leiden tot een forfaitaire taxatie
op 10% van de rente. Maar, zelfs een dergelijke taxatie
kan tot bezwaarschriften van belastingplichtigen leiden.
We kunnen maximum 400 000 bezwaarschriften krijgen.
Daarom stel ik een andere oplossing voor. Ik wil terug-
keren naar mijn oorspronkelijke oplossing, met name de
integrale detaxatie. Ik heb wel een paar problemen om dit
te kunnen doen. Ik moet nog enkele argumenten ontwik-
kelen om iedereen te kunnen overtuigen, onder andere
op het gebied van Begroting en Sociale Zaken. Ik pleit
voor een dergelijke, eenvoudige oplossing : integrale
detaxatie zonder bezwaarschriften. Tot nu toe moet ik de
betrokkenen wel blijven aanraden om een bezwaarschrift
in te dienen. Dat is op dit moment de enige oplossing om
een terugbetaling te kunnen krijgen. Voor de 3 voorbije
jaren wil ik ook een automatische oplossing zoeken.
Daarvoor is wel een wet nodig. Ik zal misschien een
ontwerp van wet aan de regering voorleggen.
Mevrouw Magda De Meyer (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil pleiten voor een absolute
snelheid in deze zaak. Sinds de bekendmaking van het
arrest van het Arbitragehof en het standpunt van de
regering terzake, is er een lucratief handeltje op gang
gekomen. Allerlei prive´-maatschappijen en makelaars
zetten advertenties in lokale bladen om mensen aan te
sporen hun dossiers in verband met arbeidsongevallen
en beroepsziekten bij hen te laten regelen. Zij laten de
mensen een papiertje ondertekenen dat de vorm van een
bezwaarschrift aanneemt, waarvoor de mensen 500 tot
1000 frank moeten betalen. Aan deze schandalige prak-
tijken kan alleen een einde komen door een snel en
efficie¨nt optreden van de regering.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, me-
vrouw De Meyer, ik pleit voor een integrale afschaffing
van de taxatie op zo'n renten, maar ik heb nog enkele
moeilijkheden in de regering op budgettair vlak en met
een paar sociale departementen.
Ik herhaal dat ik voorstander ben van een integrale
afschaffing van die belasting. Dit is de meest eenvoudige
oplossing. Bovendien is het de enige manier om een
massaal indienen van bezwaarschriften te vermijden.
Met een minimale of een forfaitaire taxatie mogen we
18
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
honderdduizenden bezwaarschriften verwachten. Sa-
men met u ben ik voorstander van een integrale afschaf-
fing. De regering moet terzake nog een akkoord berei-
ken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au ministre
des Te´le´communications et des Entreprises et Parti-
cipations publiques sur
les recettes escompte´es
des licences UMTS
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol Poncelet aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over
de verwachte inkom-
sten uit UMTS-licenties
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, on parle, dans la plupart des pays
de l'Union europe´enne, des licences a` accorder pour la
ge´ne´ration suivante de la mobilophonie, connue sous le
nom de UMTS.
Il est singulier de constater qu'en Grande-Bretagne, ou`
cette proce´dure a de´ja` eu lieu, la mise aux enche`res a
de´gage´ une somme de l'ordre de 32 milliards d'euros,
qu'en Allemagne, ou` cette proce´dure doit encore interve-
nir, on e´value la recette potentielle entre 30 et 60 milliards
d'euros suivant les sources et qu'en Belgique, un bureau
spe´cialise´, en l'occurrence J.P. Morgan, estime qu'elle
serait de l'ordre de 7 a` 8 milliards d'euros pour le marche´
belge, ce que vous avez de´menti ou contredit en annon-
c¸ant qu'elle serait de 1 ou 1,5 milliards d'euros.
Si on applique la re`gle de trois, il y a une discordance
entre vos calculs et les estimations de J.P. Morgan.
Quelle est la logique qui a pre´valu dans votre chef pour
estimer a` une valeur aussi basse l'ensemble des licences
qui pourraient e^tre accorde´es ?
Cette question n'est pas a` dissocier d'un autre proble`me
qui s'est pose´, a` savoir l'e´valuation, par une banque
d'affaires, des actifs de la Sabena, qu'on a valorise´e il y
a quelques jours sur la base d'une seule estimation et qui
e´tait relativement faible e´galement selon de nombreux
points de vue.
De`s lors, y a-t-il deux poids, deux mesures ou d'une
manie`re ge´ne´rale, quelle est la logique que vous em-
ployez de telle sorte que la re`gle de trois ne soit pas
d'application pour la Belgique ?
Celle-ci est-elle a` ce point singulie`re que les recettes
escompte´es seraient 5 a` 6 fois moindres que dans les
deux grands pays voisins ?
M. Rik Daems, ministre : Monsieur le pre´sident, la re`gle
de trois s'applique lorsqu'on compare des pommes avec
des pommes. Elle ne s'applique plus lorsqu'on compare
des pommes avec des poires. Voila`, en toute simplicite´,
la raison que je peux vous apporter. Mais soyons plus
pratiques !
Les estimations que j'ai donne´es dans les quotidiens se
sont cantonne´es aux estimations en ma possession.
Qu'allons-nous faire ? Avoir recours a` un consultant, qui
nous affirmera sous quelles conditions on peut espe´rer
les meilleures recettes.
Il est vrai que si nous proce´dions a` une vente aux
enche`res, a` l'instar de la Grande-Bretagne, l'estimation
serait beaucoup plus e´leve´e, mais cela dit, c'est le
consultant, l'IBPT et moi-me^me, qui de´terminerons tre`s
clairement la proce´dure a` suivre. Ce n'est qu'a` partir de
celle-ci qu'on pourra obtenir une estimation exacte.
Par ailleurs, est-il logique que l'estimation soit plus
e´leve´e ? Bien entendu, mais pour l'instant, je ne saurais
donner de chiffres pre´cis, tout de´pendant de la proce´-
dure.
Suis-je favorable a` une vente aux enche`res ? Oui, car
c'est la fac¸on de proce´der la plus transparente a` l'heure
actuelle.
Cela dit, le marche´ belge est bien diffe´rent du marche´
britannique, parce que la pe´ne´tration est plus importante
sur ce dernier. De plus, il vaut 7 a` 8 fois plus que le
marche´ belge. Il importe donc de comparer les pommes
avec les pommes et les poires avec les poires.
Donc, si nous optons pour le syste`me de vente aux
enche`res, les sommes re´colte´es seront probablement
plus e´leve´es. Je me suis tenu a` cette logique, tout en
gardant en re´serve mes logiques budge´taires.
Par ailleurs, je ne de´sire pas que l'on commence a`
spe´culer, ni a` l'exte´rieur du gouvernement, me^me s'il
s'agit de centaines de milliards de francs belges, ni a`
l'inte´rieur du gouvernement. Imaginez que l'estimation
soit tre`s e´leve´e ! Je vous garantis qu'elle aurait de´ja`
suscite´ une discussion comme en Hollande.
Qu'allons-
nous faire de tout cet argent, etc. ?
De gra^ce, gardons
notre calme !
En ce qui concerne la Sabena, nous avons eu recours a`
une proce´dure transparente, a` savoir un appel d'offres
aupre`s de six banques d'affaires et de six ou sept
consultants strate´giques pour demander qui pourrait
nous aider. A cet e´gard, on a conserve´ ING Barings et
Boston Consulting, dans une proce´dure tre`s ouverte.
HA 50
PLEN 054
19
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
En ce qui concerne la valorisation des actifs de la
Sabena en 1995, elle e´tait de 7 milliards. Aujourd'hui, elle
est de l'ordre de 15, soit plus du double, base sur laquelle
on a passe´ l'accord avec Swissair. C'est donc une
re´ussite tant sur le plan financier qu'e´conomique.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident, je
remercie le ministre pour les pre´cisions qu'il m'apporte,
et notamment la confirmation de ce qu'il proce´dera a` une
mise aux enche`res des licences UMTS. Ce n'est
d'ailleurs pas une premie`re.
Il nous parle de manie`re tre`s image´e d'une comparaison
des pommes et des poires. Les pommes comptent
plusieurs varie´te´s et il y a me^me de bonnes poires. Mais
me^me au sein des pommes, il y a une comparaison a`
faire. Je reste donc sceptique sur la diffe´rence notoire
entre l'estimation que vous avez donne´e et la re´alite´ des
marche´s aujourd'hui. A la fin de votre re´ponse, vous
parlez de´ja` du double de ce qui a e´te´ obtenu pour la
Sabena. J'espe`re en tout cas que la valorisation sera la
plus satisfaisante possible pour l'Etat belge.
Je citerai pour votre bonne information ce qui nous a e´te´
explique´ lors de notre visite en Turquie, a` savoir que la
troisie`me licence de GSM a e´te´ valorise´e a` 2,5 milliards
de dollars. Le pre´sident peut en te´moigner. Cela va donc
au-dela` de toutes les pre´visions faites. J'espe`re pour nos
finances publiques qu'il en ira de me^me chez nous.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Gerolf Annemans aan
de eerste minister over
de kostprijs van de regula-
risatie berekend door het Planbureau
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek)
Question orale de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur
le cou^t de la proce´dure de re´gularisa-
tion calcule´ par le Bureau du plan
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de l'Econo-
mie et de la Recherche scientifique)
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, vorige week kwam aan
het licht dat het Planbureau de kostprijs van de
regularisatieprocedure heeft berekend. Er ontstond heel
wat commotie. Eerst was er de bijzonder snelle reactie
van de dienst Vreemdelingenzaken en het kabinet van
Binnenlandse Zaken om te wijzen op de inkomsten die
het systeem zal opleveren doordat de geregulariseerden
massaal aan het werk zullen gaan en sociale zekerheids-
bijdragen zullen betalen. Na concertatie werd deze reac-
tie bevestigd door het Planbureau. We zijn het er alle-
maal over eens dat het Planbureau een berekening heeft
gemaakt. De berekening was spectaculair. De cijfers
liggen in de buurt van 3,5 miljard frank voor 2001 voor
sociale kosten, bijdragen en uitkeringen zoals OCMW-
steun, kinderbijslagen en gezondheidszorg. Dit bedrag
zal nog toenemen en in 2005 reeds meer dan 5 miljard
frank bedragen.
Mijnheer de minister, zijn de cijfers correct ? Waarom
heeft het Planbureau de inkomsten niet berekend ? Het
Planbureau heeft de berekening immers gemaakt om
zicht te krijgen op de invloed die de regularisatie-
procedure heeft op de overheidsuitgaven en om de
cijfers te kunnen gebruiken bij de begrotingsopmaak.
Waarom heeft het Planbureau alleen de lasten berekend
en niet de weldadige inkomsten die werden gesugge-
reerd ?
Minister Charles Picque´ : Mijnheer de voorzitter, tot op
heden werd er geen enkele studie over de weerslag en
het effect van de regularisatie verricht. Het is moeilijk om
het aantal personen te bepalen die geregulariseerd zul-
len worden. Het Planbureau is bezig met een evaluatie,
maar de benadering steunt op een groot aantal werkhy-
pothesen. Hierbij denk ik aan het aantal personen, maar
ook aan het typeprofiel van de mensen. We hebben
echter weinig gegevens over het typeprofiel. We kennen
namelijk de leeftijd en de professionele kwalificaties van
die mensen niet.
Bovendien houden de cijfers die onlangs in de pers
verschenen geen rekening met de weerslag en met het
effect van de regularisatie op de economische activiteit
en op de ontvangsten voor de belastingen en de sociale
zekerheid. Het is dus een raming.
We mogen niet uit het oog verliezen dat veel van deze
personen zich al op ons grondgebied bevonden. Ik denk
hierbij aan de invloed op het verbruik en de invloed op de
sociale hulpverlening. We moeten dus heel behoedzaam
blijven ten aanzien van om het even welke vorm van
studie in die omstandigheden. We moeten heel voorzich-
tig blijven ten aanzien van deze studie over de weerslag
en het effect van de regularisatie.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw ant-
woord, maar het houdt niet veel in. Het is een schets van
wat we al wisten. Het regime en de partijen die een
coalitie hebben gevormd en hebben besloten om te
regulariseren, proberen nu om de studie van het Planbu-
reau op een al dan niet revisionistische manier te bena-
deren. Ze ontkennen dat ze bestaat of ze relativeren in
ieder geval dat ze goed zou zijn gebeurd.
Aanvankelijk zou het bij koninklijk besluit worden gere-
geld. Het Vlaams Blok heeft er toen echter op aan
gedrongen dat het Parlement en de democratie hun gang
20
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Gerolf Annemans
konden gaan. Wij hebben toen naar aanleiding van het
parlementair debat meermaals gewezen op het aspect
van de kostprijs van de regularisatieprodecure. Wij wer-
den toen door het regime, de politieke partijen en de
coalitie weggelachen. Wij werden gerelativeerd en zelfs
een beetje belachelijk genoemd omdat wij het woord
kostprijs en het effect op OCMW, gezondheidszorg en
kinderbijslagen durfden aan te halen.
Nu komt het Planbureau met cijfers naar voren. Wat
gebeurt er nu ? Het Planbureau wordt hetzelfde lot
beschoren als het Vlaams Blok hier in het Parlement. Het
Planbureau wordt gerelativeerd, belachelijk gemaakt en
het wordt in hoge mate naar de koelkast verwezen net
zoals de hele problematiek van de ree¨le maatschappe-
lijke kostprijs van de hele regularisatie. Wij betreuren dit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Interpellaties
Interpellations
Samengevoegde interpellaties van :
- de heer Stefaan De Clerck tot de minister van
Binnenlandse Zaken over
de voortgang van de
politiehervorming
(nr. 365)
- de heer Jean-Pol Poncelet tot de minister van
Binnenlandse Zaken en tot de minister van Justitie
over
de stand van de politiehervorming (nr. 367)
- de heer Filip De Man tot de minister van Binnen-
landse Zaken over
de politiehervorming (nr. 372)
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de minister van
Binnenlandse Zaken over
het 1 april 2000-akkoord
en het Goede Vrijdag-akkoord
(nr. 374)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Binnenlandse Zaken)
Interpellations jointes de :
- M. Stefaan De Clerck au ministre de l'Inte´rieur sur
l'avancement de la re´forme des polices (n° 365)
- M. Jean-Pol Poncelet au ministre de l'Inte´rieur et au
ministre de la Justice sur
l'e´tat d'avancement de la
re´forme des polices
(n° 367)
- M. Filip De Man au ministre de l'Inte´rieur sur
la
re´forme des polices
(n° 372)
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Inte´rieur
sur
l'accord du 1er avril 2000 et l'accord du Vendredi
saint
(n° 374)
(La re´ponse sera donne´e par le ministre de l'Inte´-
rieur)
De heer Stefaan De Clerck (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, collega's, mijns inziens is het
goed dat wij geregeld vragen stellen over de voortgang
van de politiehervorming, want
het dossier hobbelt en
hotst verder
, zegt professor Van Outryve in de Juristen-
krant, en dat de minister van Binnenlandse Zaken toe-
lichting komt geven.
Ik zal niet uitweiden over de verschillende voorberei-
dende fasen. In mei 1998 werd het belangrijk Octopus-
akkoord over de hervorming van de politie en de justitie
gesloten. Begin januari 1999, zes maanden later, werd
de desbetreffende wet gepubliceerd. We zijn nu mei
2000 : we hebben een wet, maar nog altijd geen gei¨nte-
greerde politie. Dat was de eerste fase.
De tweede fase begint in januari-februari van dit jaar
wanneer wij, de CVP, de Octopusonderhandelingen ver-
laten na een aanvankelijke bereidheid tot medewerking,
omdat wij niet werden gerespecteerd, wij niet voldoende
bij de uitwerking ervan werden betrokken, er onvol-
doende informatie werd verstrekt, er te veel onzekerheid
bleef en de versnelling van de uitvoering uitbleef. Wij zijn
eruit gestapt, omdat wij geen antwoord kregen op onze
vragen wanneer de regering de wet zou uitvoeren, wan-
neer zij verslag zou uitbrengen over de conclusies van de
verschillende werkgroepen, enzovoort.
Mijnheer de minister, herhaaldelijk hebben wij u terzake
gei¨nterpelleerd, maar uw antwoord luidde steeds :
Nous
allons faire le ne´cessaire dans le de´lai convenu
en Tout
va tre`s bien
. We hadden nog maar net die interpellaties
gehouden of plots, wellicht buiten uw wil om, worden er
pilootprojecten - er moest nu eenmaal enige visibiliteit
worden gegeven aan de op stapel staande politie-
hervorming - gelanceerd, overigens tot verrassing van
vele burgemeesters. Ik verwijs een eerste keer naar
Louis Tobback :
Ik kreeg plots een telefoontje en 's
anderendaags was het zo ver, we waren pilootstad
. Dit
was de tweede fase, waarin wij het overleg verlieten en
pilootprojecten werden gei¨mproviseerd.
In de derde fase is er het 1 april-akkoord en daarop
aansluitend het Goede Vrijdag-akkoord waarmee u de
sociale vrede hebt afgekocht, mijnheer de minister. Niet
alleen wij hebben daar veel kritiek op, maar ook aller-
hande deskundigen. Ik verwijs niet naar Cyril Fijnhaut of
Frank De Moor, waarvan u ongetwijfeld zult beweren dat
ze altijd negatief en bevooroordeeld zijn. Neen, ik verwijs
naar professor Van Outryve die in de Juristenkrant ver-
klaart :
De politiehervorming hobbelt en hotst verder.
HA 50
PLEN 054
21
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Stefaan De Clerck
Voorts is er het pleidooi van expert Denis - de man die
politiehervormingen her en der, onder andere in Gent,
heeft begeleid - om de politiehervorming uit te stellen.
Ook commandant Dewinne schaart zich achter die stel-
ling. Ik kan voor een tweede keer verwijzen naar de
kritiek van Louis Tobback die zegt dat het geen behoorlijk
werk is en dat hij naar de rechtbank trekt, omdat het voor
de stad Leuven een onaanvaardbare oplossing is. Ook
Johan Vande Lanotte heeft kritiek, met name dat de
politiehervorming te veel geld kost en dat de kostprijs de
8 miljard niet mag overschrijden.
De mooiste commentaar komt van de wetenschappelijke
medewerker van de eerste minister, de heer Bryce De
Ruyver, die - zo verneem ik -intussen wel alle politie-
mensen en chefs ontvangen heeft en nagaat hoe hij
mede de hervorming zal orie¨nteren. Hij luidt :
Voorlopig
zie ik niet goed hoe wij eruit geraken. Er wordt een loopje
genomen met de essentie¨le uitgangspunten van een
moderne organisatie
. Dat zegt de wetenschappelijke
adviseur van de eerste minister, de specialist in de
materie, open en bloot.
Dus zijn er vragen te stellen. Ik zal ze vandaag niet
allemaal opsommen, want het zijn er teveel.
Ten eerste, een eerste fundamentele vraag is de vraag
naar de werking van uw begeleidingsstructuur. U stelt
tien werkgroepen voorop, alsook diverse subgroepen,
een begeleidingsgroep die wekelijks zou samenkomen
en een pilootgroep. Komen die groepen werkelijk sa-
men ? Hoe regelmatig hebt u contact met die groepen ?
Waarom publiceert u die structuur niet ? Wij zien er niets
van, want er werd niets naar buiten gebracht.
Ten tweede, is de minister van Justitie daarbij aanwezig ?
Wat is de betrokkenheid van de minister van Justitie bij
die hervorming van de politie ? Ik zie of hoor hem er nooit
over. Hoe is de relatie tussen Binnenlandse Zaken en
Justitie ? Bestaat er een plan van aanpak ? Is er een
strategie uitgetekend ? Werd een kalender vastgelegd
voor het geheel van de politiehervormingen ? Wij horen
plots dat u uitbesteding overweegt. Is het juist dat een
extern adviesbureau wordt gepolst om die begeleiding
voor eigen rekening te nemen ? Zal dus een extern
adviesbureau
de
rol
overnemen
van
heel
dat
begeleidingssysteem ? Is dat juist of niet ?
Er is een werkgroep voor de financie¨n. De begeleiding
moet toch ook de rekening in het oog houden. Heeft dit
adviesbureau al berekeningen gemaakt ? Houden zij
rekening met de gevolgen van uw beslissingen ? Hier-
over bestaat toch veel onduidelijkheid.
U hebt het over een bedrag van 7,5 miljard. Daarvoor
was het 8 miljard. minister Vande Lanotte stelt een
bedrag van 8 miljard voorop voor de totale hervorming.
Wij vangen echter op dat 10 miljard moet worden be-
steed, alleen al aan het loonakkoord. Daarbij komen nog
de pensioenen, de infrastructuur en het uniform. Welke
berekeningen worden gemaakt vanuit die centrale struc-
tuur ?
Die structuur werkt volgens mij niet. Ik ontving vandaag
van een van de burgemeesters een kopie van een brief
die hij via de gouverneur van u mocht ontvangen. Daaruit
blijkt plotseling dat naast die begeleidingsgroep, piloot-
groep en alle andere werkgroepen, er nu ook nog een
federaal opvolgings- en ondersteuningsteam is opge-
richt. Ook deze equipe is anders samengesteld, met
andere mensen, anders dan die begeleidingsgroep en
die pilootgroep. Is er een verband ? Is er samenwer-
king ? De globale sturing vanuit die begeleidingsstructuur
is een globaal gegeven. U moet er duidelijkheid over
geven en het bekendmaken. Dit is fundamenteel.
Ten derde, toen wij uit de Octopusbesprekingen zijn
gestapt, was uw commentaar
Tout va tre`s bien. Daags
nadien hoorden wij de aankondiging van de eerste
minister :
Geen probleem, wij zullen nu onmiddellijk
enkele pilootprojecten opstarten
. Volgens mij werd u dat
opgedrongen. Volgens mij hebben de communicatie-
jongens u aangebracht te tonen dat u iets doet. U hebt
het moeten doen. Die pilootprojecten werden u opge-
drongen en u hebt meegespeeld. U hebt zich bereid
verklaard onmiddellijk een rondzendbrief op te stellen,
die midden maart op de banken zou liggen en op 15 april
zouden de pilootprojecten starten. Wij zijn nu begin mei
en die rondzendbrief is nog niet gepubliceerd. Er is wel
een ontwerp rondgestuurd, maar er kwam geen defini-
tieve versie. Die pilootprojecten werken niet. Ik citeer
reeds voor de derde keer Louis Tobback in zijn commen-
taar op die proefprojecten :
De proefprojecten voor de
interpolitiezones beginnen stilaan een running gag te
worden. Ik heb van Binnenlandse Zaken nog altijd geen
brief of circulaire gekregen die de samenwerking tussen
de rijkswacht en de politie moet regelen. Dat hou je toch
niet voor mogelijk !
Dit was de commentaar van de heer Tobback, opgeno-
men in een belangrijk Humo-interview. Dit geslaagde
citaat mag toch even worden geciteerd en daarbij maak
ik nog even publiciteit voor Humo ! Het is de running gag.
Dit is mooi gevonden, niet ? Het is een mooi woord. De
pilootprojecten als running gags zijn overal in Belgie¨
terug te vinden. Met andere woorden, zij functioneren
niet, zij zijn niet opgestart. U bent er dus niets mee. U
kunt er geen lessen uit trekken. Het is een maat voor
niets, het wordt een soort window-dressing. U doet wat
de communicatiespecialisten u vragen, maar u pakt het
niet efficie¨nt aan.
U hebt al veel tijd besteed aan een derde onderwerp, de
interpolitiezones. U hebt beslissingen genomen, maar
zijn die al gepubliceerd ? Neen, u hebt ze bekendge-
22
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Stefaan De Clerck
maakt. Zij staan op een website, maar zij werden niet
gepubliceerd. Maar dat is nu niet het probleem. De´
vraag - en ik citeer de heer Tobback nu al voor de vierde
keer - is wat er nu zal gebeuren, wat u nu zult doen op het
vlak van de proportionaliteit. Hoeveel rijkswachters ko-
men er per interpolitiezone ? Wij kennen nu de zones, wij
weten hoeveel politieagenten er per IPZ moeten worden
samengebracht, maar hoeveel rijkswachters zullen eraan
worden toegevoegd ? Op welke manier zal deze verde-
ling gebeuren ? Een louter geografische verdeling kan
niet. U zult dat verder moeten afwegen en u zult daarin
stelling moeten nemen, dezelfde stelling die tot de con-
clusie leidt dat Franssprekend Belgie¨ en Vlaanderen
anders denken over de samenwerking tussen rijkswacht
en gemeentepolitie. Ook wat de interpolitiezones betreft,
blijven de belangrijkste vragen onbeantwoord.
Dit is niet zonder belang, mijnheer de minister, want onze
gemeentebesturen bereiden hun begroting van volgend
jaar voor en zij moeten dus weten wat zij voor volgend
jaar moeten voorzien. Zij moeten hun rekening kunnen
maken. U moet hen dus instructies geven en bekendma-
ken welke proportie zal worden aangehouden. Dit is tot
op vandaag niet duidelijk. Geef ons alstublieft die ele-
menten, zodat de mensen op het terrein hun werk
kunnen doen.
Een vierde punt betreft het veiligheidsplan. U moet
weten, collega's, dat er verschillende veiligheidsplannen
bestaan. Er is het nationaal veiligheidsplan dat de minis-
ter van Binnenlandse Zaken moet opmaken in overleg
met Justitie in het kader van de politiewetgeving. Daar-
naast is er het federaal veiligheidsplan dat door minister
Verwilghen werd voorbereid en dat hier niet mocht wor-
den behandeld, maar wel zaterdag in Gent werd bespro-
ken. Mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, ik
veronderstel dat u daar aanwezig was. U was daar toch ?
Ja, u was daar aanwezig. Zaterdag laatstleden hebt u in
Gent over het federaal veiligheidsplan gesproken. Maar u
moet ook een nationaal veiligheidsplan maken. Wat is nu
het verband tussen die twee ? Gaat u de drugs-
problematiek, die uit het federaal plan werd gehaald,
opnemen in het nationaal veiligheidsplan ? Zult u nu de
wapens behandelen en waarop zult u zich baseren ? Ja,
u doet al teken. Dat zal ergens in worden opgenomen,
maar wat is nu het verband tussen het e´e´n en het ander,
hoe zult u dat oplossen ? Worden de burgemeesters bij
de gesprekken betrokken en grijpt er een behoorlijk
overleg plaats met de gemeentepolitie ? Dit veiligheids-
plan blijft een troebel gegeven en wij hebben duidelijk de
indruk dat het werk maar niet vooruit gaat.
Mijnheer de voorzitter, ik zal nu een aantal vragen
overslaan om de tijd in te korten, maar wij zullen - laten
wij het zo afspreken, mijnheer de minister - voortaan elke
week een interpellatieverzoek indienen. Wij willen over
vorming, over infrastructuur, over de informatieverwer-
king, over de functionele band, over voorzitterschappen,
over de aanduiding van directies vragen stellen. Er zijn
nog zovele materies waarover vragen moeten worden
gesteld dat wij deze aan afzonderlijke interpellaties willen
onderwerpen. De heer Vanpoucke heeft voor volgende
week al een eerste interpellatie ingediend en ik hoop,
mijnheer de voorzitter, dat u dat zult respecteren, want
het gaat om materies die ons allen aanbelangen.
De voorzitter : Als u het Reglement respecteert, zal ik
het ook respecteren, mijnheer De Clercq.
De heer Stefaan De Clerck (CVP) : Bij deze is mijn
betoog wat ingekort, maar wanneer u deze interpellaties
toestaat, denk ik dat de minister van Binnenlandse Zaken
ons heel wat nuttige informatie zal kunnen geven.
Twee vragen blijven centraal staan en ik wil daarop
vandaag graag een duidelijk antwoord.
Mijnheer de minister, ten eerste hebt u vroeger gezegd
dat u 1 januari 2001 als datum van inwerkingtreding zou
respecteren. Dat hebt u op de vorige interpellatie geant-
woord. Vroeger hebt u echter al andere dingen beweerd.
Zo zei u al dat het noodzakelijk zou zijn om dit te
veranderen. De begeleidingsgroep zei eveneens dat dit
moest veranderen. U stelt echter dat 1 januari 2001 als
datum behouden blijft. Mijnheer de minister, ik vraag u
vandaag zeer expliciet of 1 januari 2001 al dan niet als
datum behouden blijft. Zult u die datum respecteren ? Wij
steunen u daar in. Wij willen dat dit vooruit gaat en dat
alles op tijd wordt uitgevoerd.
Ten tweede, is er nu al dan niet een plan van aanpak ?
Bestaat er een sturing ? Is er een globale visie aanwe-
zig ? Ik vrees dat dit niet het geval is. Ik vraag u om
daarover vandaag expliciet duidelijkheid te verschaffen.
Ik neem er kennis van dat Lode De Witte, de gouverneur
van Vlaams-Brabant, u schrijft dat de wijze waarop zij
hierbij betrokken worden niet ernstig is. Hij zegt letterlijk :
Eigenlijk is het begeleidingscomite´ in mijn ogen een
marginale praatclub. In mijn ogen en wellicht in de ogen
van iedereen die vertrouwd is met de praktische voorbe-
reiding van de politiehervorming is een start vanaf
1 januari 2001 of zelfs vanaf 31 maart 2001 volstrekt
onrealistisch en volstrekt onmogelijk
.
Mijnheer de minister, als u toch meent te moeten door-
gaan tegen die datum, dan vraag ik u wat uw plan van
aanpak is en wat uw methode zal zijn om dat te bereiken.
Het gaat hier om een brief van iemand die wij zeer
hebben gewaardeerd als voorzitter van de ambtelijke
groep. Het enige besluit dat op tijd werd gepubliceerd,
betrof echter het afschaffen van die groep. Als Lode De
Witte dit schrijft, ben ik ervan overtuigd dat hij dat met
recht en reden doet. Hij stelt terechte vragen en formu-
leert terechte opmerkingen. Dit is toch een serieuze
waarschuwing.
HA 50
PLEN 054
23
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Stefaan De Clerck
Mijnheer de minister, ten eerste, respecteert u de voor-
opgestelde datum van 1 januari 2001 ? Ten tweede, zult
u ons inlichten over de sturing en het plan van aanpak ?
Wij hebben nauwelijks, om niet te zeggen geen, vertrou-
wen in wat er nu gebeurt inzake politiehervorming. Dit is
improvisatie en bij momenten is het de vlucht vooruit,
zoals met de pilootprojecten. Dat functioneert niet en het
heeft dus niet veel zin om het zo aan te pakken. Het
gebeurt bovendien zonder de minister van Justitie en er
is dus geen globale sturing. Dat moet fundamenteel
wijzigen. U sprak van 150 koninklijke besluiten die moes-
ten worden genomen. Dat zou allemaal op tijd gebeuren.
Er werden tot op vandaag echter nauwelijks een tweetal
koninklijke besluiten gepubliceerd. Dat is het bewijs van
het feit dat er geen tempo in de vernieuwing zit, dat de
juiste mentaliteit niet aanwezig is en dat de Octopus-
vernieuwing stilgevallen is.
Mijnheer de minister, bevestigt u de datum van 1 januari
2001 ? Zult u het plan van aanpak meedelen ? Wij zullen
terzake een motie indienen om dit ter stemming te
brengen. Ik ben ervan overtuigd dat alle collega's het
ermee eens zijn dat wij inzage krijgen in het plan van
aanpak. Zult u tot slot van deze interpellatie net als de
vorige keer zeggen :
Tout va tre`s bien, alles loopt
perfect
. Als dat opnieuw de conclusie is, zorg er dan
voor dat u dit met een goed plan van aanpak uitvoert
tegen 1 januari 2001. Wij zullen daarvan graag akte
nemen en zien wat ervan terechtkomt.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, als tien minuten spreektijd voor de heer De
Clerck uiteindelijk dertig minuten wordt, hoeveel wordt
het dan voor de overige sprekers ?
De voorzitter : De heer De Clerck heeft zijn spreektijd
overschreden. Ik zal de anderen ook wat meer tijd geven.
Dat is evident.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, chers colle`gues, ce n'est certes pas
la premie`re fois que nous parlons ici de la re´forme des
polices. Mais mettez-vous a` la place de l'opposition qui
cherche a` comprendre ce qui a e´te´ de´cide´ et a` mieux
cerner cette proble´matique ! De plus, reconnaissons - et
je pense que vous pourrez facilement le conce´der - que
le mini-de´bat, re´cemment tenu au sein de cette assem-
ble´e, nous a laisse´s sur notre faim et qu'il s'est re´sume´ a`
des re´ponses extre^mement sommaires de votre part.
Aussi demeure-t-il logique que nous continuions a` vous
poser des questions sur ce sujet. Quant a` moi, je
souhaiterais centrer mes interrogations essentiellement
sur deux points : d'une part, relativement au statut com-
mun de la nouvelle police inte´gre´e, et, d'autre part, en ce
qui concerne la de´limitation des futures zones de police.
Toutefois, ma toute premie`re interrogation porte sur le
statut de cet accord, dont on parle de´sormais et dont on
attend toujours la publication des e´le´ments les plus
importants. Sous quelle forme et dans quels de´lais cet
accord - qui, je l'espe`re et le suppose, be´ne´ficie du
soutien de tout le gouvernement - sera-t-il traduit concre`-
tement, et ce, au-dela` des arre^te´s individuels de´ja` e´vo-
que´s ?
Cela e´tant, dans le premier temps de mon intervention, je
de´sirerais vous poser une petite demi-douzaine de ques-
tions a` propos du statut commun de la nouvelle police
inte´gre´e qui a e´te´ approuve´ ou, a` tout le moins, propose´.
Ainsi, ma premie`re inquie´tude porte sur la logique bud-
ge´taire que vous poursuivez, puisqu'apparai^t tre`s nette-
ment - et on le confirme de tous les co^te´s - un accrois-
sement budge´taire par rapport a` l'enveloppe pre´vue il y a
un an. Aussi, monsieur le ministre, pourriez-vous enfin
nous pre´ciser quelle est l'ampleur exacte dudit accrois-
sement budge´taire et surtout pour quelles raisons celui-ci
se trouve justifie´ ? Est-ce le prix qu'il vous a fallu payer
pour faire passer la pilule a` certains, en augmentant les
salaires des policiers ? A-t-il e´te´ tenu compte de l'e´chelle
des allocations dans ce calcul ? A-t-on repris dans ce
calcul les allocations de tous les corps de police ou
seulement de certains ? Et d'une manie`re encore plus
concre`te, pour ceux d'entre nous qui assument la charge
de bourgmestre ou d'autres responsabilite´s dans des
communes, j'aimerais savoir si nous serons informe´s - au
moment d'e´tablir le budget de l'anne´e prochaine - de ce
dont nous devrons tenir compte, si des instructions nous
seront donne´es. En effet, qui va payer les cou^ts induits
par ce nouveau statut : les communes, le ministe`re de
l'Inte´rieur, un fonds spe´cial... ? Bref, toutes ces instruc-
tions dont auront besoin les autorite´s communales,
quand les recevront-elles ?
Deuxie`mement, a` la suite des remous cause´s au sein
des BSR par l'accord, j'aimerais savoir ce que pre´voit
l'accord pour permettre - et je reprends des termes qui
ont souvent e´te´ utilise´s -
une inte´gration harmonieuse,
mixte et sereine, des membres de la PJ et des gendar-
mes des BSR au sein de la future direction judiciaire
.
Nous savons tous, du reste, que la se´re´nite´ s'impose
pour e´viter des re´flexes de bloc entre les diffe´rents
corps - se´re´nite´ sans laquelle une telle re´forme des
polices ne pourra e^tre re´alise´e.
Ma troisie`me pre´occupation relativement a` ce statut
porte sur ce que cet accord pre´voit pour les chefs de
corps
de
toutes
les
polices
communales.
Ainsi,
qu'envisage-t-on pour leur permettre - et spe´cifiquement,
bien su^r, dans les re´gions rurales - de continuer a`
assumer des fonctions de responsabilite´ de tout type au
sein de la future police ? C'est une question a` propos de
laquelle, j'imagine, vous serez particulie`rement attentif,
monsieur le ministre. Un certain nombre de dispositions
nous sont annonce´es, que j'aimerais bien d'ailleurs vous
24
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
voir pre´ciser. Et singulie`rement, qu'est-il pre´vu pour les
agents brevete´s et les brevete´s-officiers qui ont suivi des
cours pendant deux ou trois ans et qui pourraient en
principe de ce fait postuler pour des places dans le cadre
moyen ou officier ?
Quatrie`mement, je m'interroge aussi relativement a`
l'acce`s aux postes a` responsabilite´s. Qu'envisage l'ac-
cord pour e´viter qu'un corps de police ne pre´domine dans
l'ensemble et, tout spe´cialement, au sommet de la nou-
velle structure ? Existera-t-il des quotas de re´partition
des postes entre les corps ? Et si oui, sur quoi porteront-
ils : sur l'ensemble des cadres ou seulement sur cer-
tains ?
Enfin, cinquie`mement, je tiens a` m'arre^ter un instant sur
la mise en place des projets pilotes, dont M. De Clerck a
e´galement parle´. On nous les a annonce´s avec grand
fracas. Mais s'est-on mis d'accord sur un minimum
d'hypothe`ses qui, justement si elles ne sont pas tran-
che´es, hypothe´queraient la pertinence de ces projets et
en feraient des mesures de tape-a`-l'oeil ? Je pense, par
exemple, a` l'organisation de la future police.
Voila` une demi-douzaine de questions tre`s pre´cises sur
le statut, a` l'e´gard des quelles j'aimerais avoir des
pre´cisions.
Le deuxie`me volet de mes pre´occupations, monsieur le
ministre, concerne les futures zones de police et la
de´limitation qui en aurait e´te´ fixe´e.
J'ai e´galement quelques questions pre´cises a` vous poser
a` cet e´gard.
La premie`re est e´videmment la raison pour laquelle, tout
a` coup, vous avez de´cide´ de constituer des zones de
police plus vastes que celles qui avaient e´te´ initialement
pre´vues. Y a-t-il eu des modifications a` ce point fonda-
mentales, au cours des dernie`res semaines et des
derniers mois, qui vous auraient fait changer d'avis et qui
feraient que des zones juge´es viables hier ne le seraient
plus aujourd'hui ? Que s'est-il donc passe´ qui aurait
conduit a` un tel changement ?
Deuxie`me question sur le me^me sujet. Combien de
communes regroupent en moyenne les zones ?
Croyez-vous qu'une zone de plus de 7 ou 8 communes
soit re´ellement ge´rable ? Permet-elle - ce qui devrait e^tre
un des objectifs - une re´elle proximite´ avec la popula-
tion ?
Et enfin, puisque vous ne m'avez pas apporte´ la pre´ci-
sion l'autre jour, je re´pe`te cette citation qu'on vous a
impute´e, ou` vous auriez qualifie´ les zones de police, in
tempore non suspecto,
de mastodontes qui ne connais-
sent rien des re´alite´s du terrain, couvrant une entite´
ge´ographique trop grande, sans e´gard aux besoins de la
population et e´chappant a` l'autorite´ communale pour la
composante communale
.
C'est le point de vue que la presse vous attribuait il y a
encore quelques semaines mais, bien entendu, dans une
vie ante´rieure, avant que vous ne soyez ministre de
l'Inte´rieur.
Une troisie`me pre´occupation lie´e a` la de´limitation
concerne la commune de Wemmel. Pourquoi avez-vous
de´cide´ de placer cette commune dans une zone pluri-
communale avec trois autres communes flamandes alors
que, par ailleurs, autre exemple, Fourons et Mouscron
sont constitue´es en zones monocommunales et que
vous auriez explique´ tre`s clairement en commission, le
23 fe´vrier dernier, que vous aviez opte´ pour faire de
Wemmel une zone monocommunale, ce qui d'apre`s mon
petit doigt, avait e´te´ confirme´ explicitement par vous au
bourgmestre de la commune de Wemmel ?
J'essaie de comprendre. Si les policiers appele´s a` inter-
venir sur le territoire de la commune de Wemmel doivent
pouvoir s'exprimer en franc¸ais, cela aura deux conse´-
quences. D'abord, au moment d'envoyer des policiers de
l'ensemble de la zone, il faudra de´terminer en priorite´ si
l'intervention se fera sur le territoire de Wemmel. Ensuite,
cela revient a` cre´er au sein de la police zonale un corps
de police spe´cifique pour cette commune, ce qui est
e´videmment en contradiction totale avec la lettre et
l'esprit de la re´forme.
Expliquez-nous, monsieur le ministre, le motif de cette
proce´dure et pourquoi vous e^tes revenu sur la promesse
explicite que vous aviez faite.
J'en arrive a` ma dernie`re question sur la de´limitation des
zones.
Pourriez-vous nous dire de manie`re synthe´tique quelles
ont e´te´ les re´actions des diverses communes apre`s ce
nouveau de´coupage ? Y a-t-il eu des proble`mes et,
surtout, quels sont les principaux arbitrages auxquels
vous avez du^ proce´der pour surmonter ce qui est incon-
testablement une se´rie de re´ticences communales a` cet
e´gard ?
De voorzitter : Mijnheer De Man, de heer Poncelet heeft
ook de helft van de spreektijd meer gekregen. Ik zal dit
ook voor u doen.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, collega's, men kan de laatste maanden en
zelfs de laatste jaren inzake de politiehervorming spre-
ken van een kakofonie. Iedereen schiet tegenwoordig op
de
arme heer Duquesne, maar nogal wat schutters
hebben zelf kilo's boter op het hoofd. Is de CVP bijvoor-
HA 50
PLEN 054
25
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
beeld vergeten dat zij sedert de onderzoekscommissie
over de bende van Nijvel tot vorig jaar onafgebroken in
de regering zat ? Mijnheer De Clerck, u zat 15 jaar in de
regering. Dit is te vergelijken met uw affiches over de
huwelijkstaks waarin u met scherp op paarsgroen schiet.
U bent inzake de huwelijkstaks echter verantwoordelijk
en zelfs de hoofdverantwoordelijke. U komt hier klagen
over de politiehervorming terwijl u medeplichtig bent
geweest tot en met de zomer van 1999 en zelfs nog
enkele maanden daarna toen u krampachtig wilde mee-
doen met de tweede Octopusronde.
Collega's, ik vestig uw aandacht op het feit dat de
socialisten 10 jaar lang het bewind hebben uitgemaakt op
het departement van Binnenlandse Zaken. Ik was ver-
baasd als de heer Tobback plots, een aantal weken
geleden, voorbehoud maakte bij de verdeling van de
brigaderijkswachters, terwijl het de heer Dehaene zelf
was die deze verdeling, deze wantoestand heeft georga-
niseerd. Mijnheer De Clerck, ook u klaagt terwijl u deel
uitmaakte van beide regeringen die deze onevenredig-
heid, met name de verdeling van de rijkswachters over
Wallonie¨ en Vlaanderen, hebben ingesteld. U bent dus in
de regeringen Dehaene I en II medeplichtig geweest aan
deze wantoestanden. De VLD is natuurlijk ook betrokken
bij de zaak. Zij hebben meegeregeerd toen het onder-
zoek naar de bende van Nijvel duidelijk had gemaakt dat
zowat alles vierkant draaide inzake de politiediensten. Ik
beklemtoon dit omdat daarin de oorzaak ligt van de
huidige wantoestanden.
Men weet al 15 jaar dat er een politie-oorlog aan de gang
is, dat de organisatie mank loopt, dat een aantal zaken
dringend moet worden gereorganiseerd. De drie traditio-
nele partijen hebben al die jaren gefaald. Het resultaat is
dat we nu op de straten meer blauw dan ooit zien, hoewel
dit niet op de gewenste manier is. De gerechtelijke politie
betoogt, de BOB betoogt, de politie-officieren van de
gemeentepolitie betogen, iedereen betoogt. Wij hebben
de laatste twee jaren nog nooit zoveel blauw op de
straten gezien. Proficiat aan de CVP, de SP en de VLD.
In het vooruitzicht van 8 oktober zijn een aantal zaken
natuurlijk bijzonder pijnlijk. De heer Verhofstadt heeft zijn
minister gedwongen om tegen 15 april 2000 pilootzones
op te starten. Dat is een mooie electorale zet. Maar,
mijnheer Duquesne, alles blijft in het honderd blijft lopen.
U hebt in de commissie voor de Binnenlandse Zaken
reeds een aantal maal gezegd dat u zich niet op een
timing laat vastpinnen en dat u alles
sur mesure, gra-
duellement
zult doen. Ondertussen blijft men zich echter
op het terrein afvragen hoe het verder moet. Wat is de
startdatum voor de pilootzones ? Wie voert daarover het
bevel ? Waar komt de gezamenlijke zetel ? Hoeveel
manschappen komen er in de pilootzones ? Hoe zit het
met de politie¨le informatica in de pilootzones ? Er zijn
namelijk veel informaticasystemen zoals PIP, Polis,
Telma, LBS, SIDS, CDB, die niet op elkaar zijn afge-
stemd. Niettemin zult u de rijkswacht en de gemeente-
politie versmelten. Dit geldt ook voor de communicatie.
Het veelgenoemde Astrid-systeem is nog niet operatio-
neel.
Het eerste Pinksterplan dateert van 1990. We zijn onder-
tussen tien jaar verder en er is nog steeds geen een-
gemaakte communicatie tussen de verschillende politie-
diensten. Toch gaat u de rijkswacht en de politie
binnenkort versmelten in 22 zones. Dit is geklungel zoals
we zelden hebben meegemaakt.
Mijnheer de voorzitter, zoals altijd is er ook een com-
munautair luik. De heer De Clerck heeft er daarnet op
gewezen, alhoewel hij terzake begiftigd is met een kilo
boter op zijn hoofd. Uit schriftelijke vragen, die dateren uit
de periode van 1995 tot 1996, blijkt dat de gemeentebe-
sturen in Henegouwen, Luxemburg, Luik en Namen
proportioneel over meer rijkswachters beschikken dan in
Vlaanderen. Ten tijde van minister Tobback kreeg Luik
evenveel rijkswachters als Antwerpen dat zomaar even-
tjes twee en een half keer groter is. Ten tijde van minister
Vande Lanotte werden aan Franstalige kant evenveel
rijkswachters ingezet als aan Nederlandstalige kant.
Ik zou van de minister willen vernemen of hij deze
benadeling wil aanpakken. Gaat hij dit onevenwicht tus-
sen Vlaanderen en Wallonie¨ aanpakken ? Of worden de
gierige Waalse gemeentebesturen beloond met extra
rijkswachters ? Wie gaat die rijkswachters in de piloot-
zones betalen, mijnheer de minister ?
Tenslotte is er het budget. Waar haalt de inspecteur van
Financie¨n het cijfer van 10 miljard Belgische frank ? Tot
nu toe werd steeds gesproken over 8 miljard frank of
zelfs 7,5 miljard frank. Het moet hier om een bijzonder
slechte inspecteur van Financie¨n gaan, want hij slaat de
bal met zomaar eventjes 2,5 miljard frank mis. Ik zou
willen weten waar dat verschil vandaan komt.
Mijnheer de minister, is de uitgave van 2,5 miljard frank
voor een nieuw uniform wel van prioritair belang ? Kan
men dat niet spreiden over de komende jaren ? Het lijkt
mij niet onoverkomelijk dat mensen met een verschillend
uniform samen op patrouille gaan. Ik neem aan dat het
belangrijk is dat dieven gepakt worden. Of dit dan ge-
beurt met iemand die een vest met vier of vijf knopen
draagt, maakt niet zoveel uit. Ik kijk uit naar de antwoor-
den.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, collega De
Clerck heeft inderdaad het lijstje overlopen van de kritie-
ken en commentaren die we de laatste weken hebben
mogen horen en lezen over de politiehervorming.
26
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
Commandant Dewinne had de moed zich te uiten. Hij zei
dat er einde moest komen aan de creatie van dit ge-
drocht.
Mijnheer de minister, professor Van Outryve heeft een
vernietigend krantenartikel geschreven dat wordt ver-
spreid onder de magistraten, politiemensen en advoca-
ten. Volgens de professor zal deze politiehervorming tot
niets leiden.
Er is ook het interview met professor De Ruyver in Knack.
Ondertussen werd professor De Ruyver expert-adviseur
op het kabinet van de eerste minister. De eerste minister
heeft dit gisteren verklaard in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken. Professor De Ruyver heeft gezegd
dat hij niet goed weet wat er met die politiehervorming
kan gebeuren.
Welnu, mijnheer de minister van Binnenlandse zaken, al
die commentaren komen van mensen die minstens even
verstandig zijn als u en zij zeggen dat het niet zal lukken.
We stevenen dus op een regelrechte catastrofe af. Wij
zijn daar misschien al van overtuigd, maar het ergste is
dat de bevolking, met haar hoge verwachtingen na de
Witte Mars en na het Octopusakkoord, het niet meer
begrijpt. Zij vraagt zich niet af of het nu gaat om 5 miljard,
7,5 miljard of 10 miljard. Voor de bevolking mag het best
wat kosten, zolang het maar goed werkt. Als ze echter
ziet dat de politiemensen zelf gaan betogen omdat ze
niet akkoord gaan, dan vraagt de bevolking zich af wat er
van die politiehervorming terecht zal komen. De mensen
voelen zich bedrogen in hun hoge verwachtingen. Het
Octopusakkoord was en is immers een goed akkoord.
Alleen de invulling die u er vandaag aan geeft is niet
goed. Daarover gaat het.
Namens de Volksuniefractie zeg ik u vandaag, mijnheer
de minister, u moet de politiehervorming zoals die van-
daag wordt gevoerd stopzetten en u moet opnieuw
beginnen. Desnoods moet u dat maar doen onder leiding
van professor De Ruyver, die als expert-adviseur door de
eerste minister is aangetrokken. U moet samen met
professor De Ruyver herbeginnen vanaf nul. Wat hebben
we immers gehad tot op vandaag ? Het 1 aprilakkoord
werd afgeschoten, mijnheer Tavernier. U bevindt zich nu
in een moeilijke positie. Ik weet dat. Er is het Goede
Vrijdagakkoord geweest, mijnheer de minister, dat welis-
waar door een aantal vakbonden is ondertekend, maar
onder andere de liberale vakbond, mijnheer Cortois,
heeft het akkoord niet ondertekend. Dat moet u toch na
aan het hart liggen ? Uw liberale vrienden van de politie-
diensten hebben het niet goedgekeurd. Er heerst ook
heel wat onvrede bij de gewone rijkswacht, die zich door
de rijkswachttop in de steek gelaten voelt. Het gewone
rijkswachtpersoneel
denkt
immers
dat
de
politie-
officieren, die vertegenwoordigd zijn op de onderhande-
lingen, in de eerste plaats aan zichzelf denken en niet
aan het gewone voetvolk, dat als kanonnenvlees wordt
opgeofferd.
Ik lees even voor hoe het eigenlijk had moeten zijn. Ik
citeer daarbij professor Lode Van Outryve in zijn artikel in
de Juristenkrant :
Er moest dus een stevig masterplan
worden opgemaakt, waarbij nauwkeurig wordt aangege-
ven hoe vanuit de bestaande toestand geleidelijk een
nieuwe wijze van functioneren kan worden bereikt. Maar
al wie weet heeft van de manier waarop men in andere
landen aan hervorming doet, al was het maar van e´e´n
lokaal politiekorps, weet hoe langdurig, omslachtig en
veeleisend dat is. Er komen veel doel- en middelen-
bepalingen, kostenramingen,
onderzoek, informatie-
campagnes, evaluaties en raadplegingen, binnen maar
ook buiten de politie, aan te pas
.
Wat gebeurt er bij ons, mijnheer de minister van Binnen-
landse Zaken ? Niets. Er is geen informatie. U bent nog
veel geslotener dan de vorige regering bij het Octopus-
akkoord. Samen met u, toen u nog voor de PRL bij de
onderhandelingen over het Octopusakkoord aanwezig
was, hebben we bij de toenmalige eerste minister en bij
de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken aange-
drongen op meer openheid. Vandaag krijgen we een nog
grotere geslotenheid dan toen.
U hebt bijvoorbeeld die IPZ's gevormd, niet in het belang
van de bevolking maar in het belang van de burgemees-
ters. De burgemeesters hebben die IPZ's eigenlijk ge-
vormd zoals zij dat willen, om hun macht te kunnen
handhaven. Er is het getouwtrek geweest tussen u en de
minister van Justitie omtrent het aantal speurders dat
minister Verwilghen wil om zijn gerechtelijke onderzoe-
ken op een behoorlijke manier te kunnen voeren. Het
was geen fraai beeld, nietwaar mijnheer Coveliers : de
minister van Justitie en de minister van Binnenlandse
Zaken die aan het twisten zijn over het aantal speurders
dat de minister van Justitie nodig heeft ? Dat is toch geen
goede manier van werken ?
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer Van Hoore-
beke, u vergist zich. Ik weet niet wat u als een fraai beeld
beschouwt, maar ik heb net zo graag dat er een discussie
ontstaat over de vraag in hoeverre de lokale politie - die
voor de globale politie moet zorgen - ook een deel
recherche moet waarmaken, tot in de kleinste compo-
nent. Het is inderdaad die discussie die is gevoerd en
daaruit is gebleken dat er inderdaad 550 speurders bij de
federale recherche zullen worden gevoegd en dat ook de
lokale recherche haar mogelijkheden blijft behouden. Ik
vind dat een schitterende discussie en dit bewijst dat men
veel opener is dan u beweert.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer
Coveliers, de laatste tijd worden de discussies tussen de
twee ministers gevoerd via de pers, omdat zij er niet in
slagen binnenshuis de discussie te voeren en een con-
sensus te bereiken. Dit is wat professor Van Outryve
zegt :
Dit vergt een groot overleg, een grote consensus
HA 50
PLEN 054
27
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
binnen de partijen, binnen de regering en tussen de
diverse bevoegde ministers
. Dat gebeurt niet. minister
Duquesne lanceert iets, minister Verwilghen heeft 500
speurders meer nodig, er is wat getwist, minister Duque-
sne geeft toe en het leven is mooi, het leven gaat voort,
alles komt in orde. Het zal echter niet in orde komen
tegen 1 januari 2002, want op die korte termijn kan men
dit niet meer oplossen.
Ik heb twee vragen daarbij, mijnheer de minister. Zult u
het Goede Vrijdagakkoord dat werd afgeschoten door
een deel van de vakbonden en dus van het personeel,
onverkort verder uitvoeren ? Of bent u bereid om onder
leiding van deskundigen als professor De Ruyver, zoals
gisteren ook met zoveel woorden door de eerste minister
toegegeven, van nul af te beginnen om een behoorlijke
politiehervorming tot stand te brengen ? Hebt u inder-
daad een masterplan waarin alle elementen zijn ontwik-
keld in verband met de politiehervorming ?
Ik zeg u, collega's : op 1 januari 2002 kunnen wij geen
performante politiehervorming in dit land hebben. Het zal
dan niet de VU-fractie zijn die zegt dat de bevolking zich
bedrogen voelt.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
mesdames, messieurs les de´pute´s, M. Poncelet m'a
demande´ de me mettre a` la place de l'opposition.
Ce n'est pas une chose que je fais volontiers aujourd'hui,
monsieur Poncelet, mais vous savez que j'en ai fait partie
pendant fort longtemps. (Interruption de M. Paul Tant) Et
je me souviens, monsieur Tant, si vous me permettez
d'aller jusqu'au bout de mon intervention que je viens
d'ailleurs a` peine de commencer, que lorsqu'il e´tait dans
l'opposition, mon groupe adoptait un tout autre compor-
tement que celui qui a e´te´ de mise cet apre`s-midi. En
effet, il me semble que certains ont oublie´ que le point de
de´part de la re´forme des polices est une profonde
inquie´tude de l'opinion et une volonte´ de voir mettre fin a`
des dysfonctionnements graves - vous vous en souvenez
certainement, monsieur De Clerck -, a` des guerres de
polices, a` une inefficacite´ et au sentiment que la se´curite´
n'e´tait pas assure´e.
Aujourd'hui, j'ai entendu beaucoup de
il n'y a qu'a` dans
la bouche des membres de l'opposition qui sont interve-
nus a` cette tribune. On bru^le ce que l'on a adore´ hier.
Apre`s avoir signe´ des accords, vote´ des lois ici dans ce
parlement, certains pre´tendent maintenant qu'il faut tout
recommencer.
Monsieur De Clerck, je ne ferai pas l'inventaire des
quelques sceptiques. Cela vous a pris un peu plus de dix
minutes. Je ne ferai pas non plus l'inventaire de tous
ceux, de plus en plus nombreux, qui, chaque jour, me
font part de leur volonte´ de contribution car ils souhaitent
que la re´forme des polices soit une re´ussite. A entendre
certains, j'ai le sentiment qu'ils espe`rent que la re´forme
voulue par la population et la quasi-unanimite´ du parle-
ment ne soit pas mene´e a` bon terme.
Je peux les assurer qu'en ce qui me concerne, ma
de´termination en la matie`re est totale et que la re´forme
sera mise en oeuvre. M. De Ruyver peut d'ailleurs acter,
chaque jour, les progre`s que mon colle`gue de la Justice
et moi-me^me engrangeons en ce qui concerne cette
re´forme.
Mon seul souci est de mettre en oeuvre la re´forme voulue
par le parlement et le gouvernement. Ma de´termination,
je le re´pe`te, est totale. Le timing sera respecte´. Je
rec¸ois - et cela me re´conforte - l'aide et l'assistance de
tous ceux qui se trouvent sur le terrain, qui sont
confronte´s aux proble`mes de se´curite´ et qui connaissent
l'e´norme attente du public. Ils ont pu constater que cette
re´forme e´tait l'occasion d'une grande re´conciliation entre
l'ensemble des services de police et la population.
(Interruption de M. Andre´ Smets)
Monsieur Smets, les interruptions permanentes et
bruyantes sont les arguments du faible. Permettez-moi
de poursuivre et de conclure mon intervention. Je com-
prends que mes propos vous de´rangent, mais laissez-
moi parler.
Monsieur le pre´sident, les interpellations de´veloppe´es
aujourd'hui et les questions pose´es appelant parfois des
re´ponses identiques, je vais re´pondre de manie`re globale
et par the`me.
En outre, il est possible que je reprenne des re´ponses
de´ja` donne´es ante´rieurement. En effet, il ne se passe
pas une semaine sans que de multiples questions me
soient pose´es de manie`re re´pe´titive a` propos de cette
matie`re.
Je rappelle que l'objectif de cette re´forme est double :
- ame´liorer la qualite´ et l'efficacite´ des services de police
en les rapprochant du citoyen;
- mettre fin aux diffe´rentes tensions, voire aux conflits
existant entre certains corps.
De tien werkgroepen ter voorbereiding van de politie-
hervorming, zetten hun werkzaamheden voort volgens
het opgelegde werkschema. De voortzetting van deze
werkzaamheden gebeurt in nauwe samenwerking met de
pilootgroep van mijn kabinet, die tevens regelmatige
verslagen ontvangt van de coaches van die tien groepen.
De coaches van de betrokken werkgroepen zijn opge-
roepen om in het federaal steun- en opvolgingsteam van
de pilootpolitiezones te zetelen. Ze worden door de
voorzitter uitgenodigd naargelang de dagorde. Dit staat
uitdrukkelijk in de circulaire over de pilootpolitiezone die
op 10 april werd verspreid.
28
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
Mon cabinet a e´galement de´termine´ un certain nombre
de priorite´s parmi lesquelles figure la de´termination des
standards de fonctionnement et d'effectifs pour les zones
de police. C'est a` ce moment que devra e^tre tranche´e la
question plus politique de la re´partition des effectifs
actuels des anciennes brigades de gendarmerie, lie´e au
proble`me du transfert de financement du fe´de´ral vers le
local.
Een wetsontwerp, dat het uitstellen van de inwerkingtre-
ding van de gei¨ntegreerde politie op 1 januari 2002 tot
doel heeft, staat niet op de lijst van de bezorgdheden van
de regering.
Le calendrier fixe´, que je vous ai remis, sera comple`te-
ment respecte´. Je vous remercie, monsieur De Clerck,
de l'appui que vous m'avez promis et que j'ai ressenti de
manie`re rigoureuse de`s aujourd'hui.
M. De Clerck, qui a pourtant e´te´ appele´ a` exercer de
hautes fonctions au sommet de l'Etat, me semble se
complaire
dans
des
conside´rations
aussi
ste´riles
qu'anecdotiques. Il me fait de plus en plus songer a` ces
hommes qui, pour e´viter de se trouver confronte´s aux
questions essentielles, consacrent toute leur e´nergie a`
s'occuper de proble`mes accessoires.
Gouverneur De Witte stuurde mij inderdaad op 23 maart
een brief, waarin hij zijn twijfels uit over de werking van
het begeleidingscomite´. Ik stel eens te meer vast dat u
over goede bronnen beschikt, gezien u in het bezit van
deze brief bent, waarop ik uiteraard een antwoord gaf.
Ik bevestigde de voortzetting van de werkzaamheden
van het begeleidingscomite´ aan de heer De Witte. Ik
herinnerde er echter aan dat dit comite´ als technisch
raadgever van de minister dient als er over moeilijkheden
van technische aard een beslissing genomen moet wor-
den en de zaak door de werkgroep zelf niet opgelost kan
worden.
De discussies van statutaire aard vallen onder de be-
voegdheid van de syndicale onderhandeling. De politieke
beslissingen vallen onder mijn verantwoordelijkheid, als-
mede onder die van de regering.
Le comite´ d'accompagnement fonctionne bien et conti-
nuera a` fonctionner, mais chacun exerce ses responsa-
bilite´s. M. De Witte est tre`s utile sur le plan technique.
C'est avec les syndicats que je discute du point de vue
statutaire et c'est au gouvernement que l'on prend les
de´cisions politiques qui s'imposent.
Le groupe 10, charge´ plus particulie`rement des mesures
transitoires accompagnant la re´forme et sa pre´paration, a
rec¸u mandat d'e´laborer un cahier des charges devant
nous permettre de passer un contrat avec une firme
prive´e. Elle sera charge´e de doter les futures autorite´s de
police d'instruments, et notamment sur le plan psycholo-
gique, a` me^me de les aider dans les difficulte´s que
rencontrerait le personnel de ces services qui sera
confronte´ avec cette profonde modification des structu-
res policie`res, des cultures policie`res, des habitudes
policie`res et des pratiques policie`res. Cette firme ne sera
donc pas la` pour m'assister dans le cadre de l'accompa-
gnement de la re´forme mais bien pour garantir le succe`s
du processus de changement aupre`s du personnel.
Quel est l'e´tat des ne´gociations syndicales ? Le 1er avril
dernier, le ministre de l'Inte´rieur a conclu un pre´accord
avec les principales organisations syndicales qui, par
rapport aux propositions du 31 janvier, innovait principa-
lement en ceci : une nouvelle approche en matie`re
d'insertion des personnels dans les nouveaux grades et
cadres en utilisant des logiques diffe´rentes selon les
cadres; une prise en compte pour l'insertion des person-
nels de leur anciennete´ pe´cuniaire et non plus de service;
une structure et un de´veloppement au niveau des e´chel-
les bare´miques, plafonne´s a` 25 ans, 2/3 des augmenta-
tions bare´miques octroye´es pendant la premie`re moitie´
de la carrie`re.
Le 5 avril, le Conseil des ministres a pris acte du rapport
du ministre de l'Inte´rieur relatif a` l'e´tat d'avancement de
la re´forme et du contenu de l'accord conclu avec les
organisations syndicales. Le Conseil des ministres a
e´galement conside´re´ que l'enveloppe budge´taire pre´vue
constituait un maximum absolu qui ne pouvait en aucun
cas e^tre de´passe´.
Le 7 avril, deux des cinq organisations syndicales ont
marque´ leur accord pour signer le texte, les autres
n'ayant pas encore obtenu l'accord de leur base.
Le 12 avril, le cabinet du ministre de l'Inte´rieur a fait de
nouvelles propositions aux cinq organisations syndicales
en restant dans l'enveloppe budge´taire pre´vue. Ces
propositions peuvent se re´sumer comme suit : la sup-
pression du cadre transitoire d'insertion pour les officiers;
la re´partition du personnel qui s'y trouvait entre le cadre
officiers, d'une part, et le cadre moyen, de l'autre; l'e´ta-
blissement d'un quota pour le passage du cadre de base
au cadre moyen re´serve´ aux plus anciens du cadre de
base, c'est-a`-dire avec 24 ans d'anciennete´; les correc-
tions techniques pour re´aliser une tension bare´mique
suffisante entre les e´chelles M5 et M7 et entre M7 et O4;
la garantie donne´e par le ministre de respecter le principe
de proportionnalite´ dans l'attribution des postes a` res-
ponsabilite´s.
Le 21 avril dernier, quatre des cinq organisations syndi-
cales ont signe´ officiellement l'accord du 1er avril ainsi
ame´nage´. Cet accord illustre parfaitement le caracte`re
irre´versible de la re´forme et lui donne a` nouveau une
visibilite´ importante. Il est de nature a` rassurer l'ensem-
ble des 40 000 policiers de la police de demain sur leur
futur statut et sur leur traitement.
HA 50
PLEN 054
29
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
L'enveloppe budge´taire maximale est de 8 milliards de
francs. Dans le cadre de cette enveloppe, les moyens
ne´cessaires aux autorite´s locales pour faire face au
surcou^t qu'entrai^nera cette re´forme statutaire seront
transfe´re´s vers les communes qui n'auront donc pas a` en
supporter le cou^t. Ce surcou^t re´sultant de l'accord signe´
le 21 avril s'e´le`ve a` 7,5 milliards, les allocations e´tant
comprises dans ce montant. Je dois vous dire que ce
sont des de´penses justifie´es parce que la se´curite´ a un
prix. Ces policiers exercent un me´tier difficile, dans des
conditions difficiles, en prenant des risques e´normes et
c'est donc sans proble`me qu'aujourd'hui, devant vous, je
me re´jouis de l'ame´lioration de leur situation.
En ce qui concerne les avis de l'IF, les choses allant vite,
il y a eu un malentendu corrige´. Les chiffres sont ac-
cepte´s par tout le monde, y compris par l'administration
du Budget. Ils ont e´te´ confirme´s par le gouvernement qui
a re´ite´re´ son accord sur cette enveloppe le 28 avril
dernier.
Les actuelles charges des autorite´s locales et fe´de´rales
en matie`re de frais de personnel, de fonctionnement et
d'investissement, resteront bien entendu assure´es, de la
me^me manie`re que des dotations seront servies aux
autorite´s locales pour couvrir les frais re´sultant du trans-
fert de gendarmes des brigades de gendarmerie vers les
polices zonales. Le transfert d'un gendarme entrai^ne des
charges au point de vue du traitement, de l'he´bergement
et de l'e´quipement ne´cessaire.
Les ne´gociations vont a` pre´sent se poursuivre, de ma-
nie`re telle que l'essentiel des textes re´glementaires
soient ne´gocie´s a` la fin de ce mois. Nous avons de´ja`
remis pre`s de 700 articles aux organisations syndicales.
Je me re´jouis qu'hier, elles aient de´ja` marque´ leur accord
sur plus de 200 d'entre eux. L'accord pre´voit que tous les
membres de la BSR appartenant au cadre de base
seront commissionne´s dans le cadre moyen, avec octroi
de la qualite´ d'officier de police judiciaire. Certains mem-
bres du cadre moyen de la BSR seront commissionne´s
au grade de commissaire, dans le respect des principes
de la proportionnalite´. Tous les membres de la BSR
recevront une allocation comple´mentaire de 8 000 francs
bruts par mois.
En matie`re d'uniformes, l'accord pre´voit de travailler avec
des tranches annuelles de 500 millions. Nous avons en
effet conside´re´ avec les organisations syndicales que la
priorite´ devait e^tre accorde´e aux hommes et aux femmes
de terrain, pluto^t qu'aux uniformes. Une marge de pre`s
de 5 ans sera donc pre´vue dans le temps : ceux qui sont
en fin de carrie`re ne seront pas dote´s d'un nouvel
uniforme. Il suffira de leur donner des caracte`res distinc-
tifs de leur nouvelle qualite´. Le nouveau personnel rece-
vra bien entendu un uniforme complet. Les autres le
recevront de manie`re progressive, en ayant de`s le de´part
tout ce qui est ne´cessaire pour les identifier.
L'accord apporte la garantie que les policiers, quel que
soit leur cadre, exerceront des fonctions, a` responsabilite´
ou non, identiques ou a` tout le moins analogues a` celles
exerce´es dans leur service de police actuel. Aucun
crite`re en matie`re de nombre d'effectifs pre´sents dans les
zones n'a e´te´ fixe´ pour de´terminer si les fonctions a`
responsabilite´ peuvent y e^tre postule´es par des officiers
ou des officiers supe´rieurs.
Les gardes-champe^tres en chef, monsieur Poncelet,
seront inse´re´s dans le cadre des officiers, avec le grade
de commissaire comme les commissaires des commu-
nes de la classe 12. Les grades de gendarmerie a` partir
de major sont inse´re´s dans le cadre des officiers supe´-
rieurs avec le grade de commissaire principal. Il n'a
jamais e´te´ envisage´, pas plus d'ailleurs que l'an dernier,
d'inse´rer les commissaires de police des communes de
classes 16 et 17 dans ce cadre.
L'accord pre´voit encore que le ministre de l'Inte´rieur
veillera a` ce que les emplois a` responsabilite´ soient
re´partis de manie`re proportionnelle entre les diffe´rents
corps. La re´partition proportionnelle des postes a` respon-
sabilite´ est inscrite dans la loi du 7 de´cembre 1998 pour
la constitution des corps de police locale. Aucun crite`re
relatif a` l'attribution d'un tel poste a` telle cate´gorie
d'officier ne figure ni dans la loi, ni dans l'accord. L'inser-
tion des officiers des services de police dans le cadre des
officiers supe´rieurs s'est toutefois faite en respectant une
re`gle proportionnelle, ce qui explique les diffe´rences par
rapport au document de mai 1999. Le re´sultat me semble
devoir encore e^tre affine´ au cours des ne´gociations a`
venir, et ce au be´ne´fice des officiers de la police commu-
nale.
Les brevets ne sont pas conside´re´s comme inexistants,
bien au contraire. Les efforts qui ont e´te´ faits pour les
acque´rir doivent e^tre reconnus. Il en sera tenu compte
lors de l'attribution de certains emplois par l'attribution de
dispenses lors d'e´preuves de promotion, ou encore de
cours de formation donnant acce`s a` un grade supe´rieur.
Dans les jours qui suivent, chaque policier recevra un
courrier qui lui expliquera en de´tail le contenu de l'accord
signe´ le 21 avril dernier avec les organisations syndica-
les.
En ce qui concerne les zones de police et les zones
pilotes, les zones de police sont ne´cessaires afin de
proce´der a` une simulation la plus pousse´e possible pour
tirer un maximum d'enseignements et apporter ainsi les
corrections qui s'imposeraient. Ces expe´riences seront
mene´es a` bien et permettront aux citoyens de constater
sur le terrain que la re´forme avance et se concre´tise dans
le sens souhaite´.
Le ministre de l'Inte´rieur a mis en place une structure de
soutien, tant sur le plan fe´de´ral que sur le plan provincial.
Une circulaire du 10 avril consacre´e a` ce sujet a e´te´
envoye´e aux autorite´s concerne´es. Les expe´riences pou-
30
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
vaient commencer de`s le 15 avril dernier. Nous avions
fixe´ cette date afin que les ne´gociations avec les organi-
sations syndicales soient suffisamment avance´es.
Les applications concre`tes ne s'observeront toutefois
que dans les prochaines semaines. Je ne dipsose donc
pas encore de feed-back, notamment quant a` l'occupa-
tion commune des ba^timents et a` l'organisation du com-
mandement. Les comite´s provinciaux de suivi et de
soutien des expe´riences viennent d'e^tre mis en place, le
25 avril dernier. Ils feront rapport au comite´ fe´de´ral, qui
me fera rapport a` son tour.
C'est en fonction des dispositions des actuelles polices
communales et brigades de gendarmerie en place, de la
rapidite´ avec laquelle les autorite´s concerne´es en vien-
dront a` pre´ciser les modalite´s de fonctionnement de
l'expe´rience pilote et de l'existence ou non d'autres
priorite´s en matie`re de se´curite´ - je prends l'exemple de
l'Euro 2000, qui va mobiliser Charleroi - que de´marreront
concre`tement ces expe´riences. Chaque zone de´cidera
elle-me^me du moment le plus opportun et j'espe`re que
toutes auront de´marre´ avant l'e´te´.
Toutes les informations que je rec¸ois me confirment
qu'un peu partout, il y a une grande animation et une
grande effervescence, que les bourgmestres se rencon-
trent, que les policiers communaux et les gendarmes se
rencontrent et qu'il y a une volonte´ de faire aboutir ces
expe´riences.
Les 196 zones de police ont e´te´ de´finies sur la base de
crite`res objectifs concernant les futures fonctions a` rem-
plir par les corps de police locale, apre`s consultation des
bourgmestres et des gouverneurs de province. Les zo-
nes de police ont e´te´ fixe´es sur la base de 12 fonction-
nalite´s, parce que ce qui est plus important que les
structures, c'est e´videmment le service qui sera rendu.
Ainsi que je l'ai de´ja` indique´, j'ai suivi leurs avis unanimes
et en l'absence d'unanimite´, j'ai suivi les avis majoritaires
des bourgmestres et, en effet, aucune difficulte´, ni de
proble`mes majeurs ne se sont pose´s.
Ces crite`res objectifs concernent des fonctions de base a`
assurer par chaque corps de police locale, de manie`re
autonome, et expliquent que des regroupements de
communes ou de zones interpolice ont du^ e^tre ope´re´s
afin de re´aliser des e´conomies d'e´chelle pour disposer
de suffisamment de personnel.
Le type de zones de police le plus repre´sente´ au sein des
zones pluricommunales comporte deux ou trois commu-
nes. Il y a 50 zones mocommunales et 146 zones
pluricommunales. La notion de proximite´, monsieur Pon-
celet, qui tient a` coeur au citoyen, n'a pas de rapport avec
l'e´tendue de la zone de police. La loi du 7 de´cembre 1998
pre´voit, en tout cas, le maintien d'un poste de police dans
chaque commune de la zone.
Ce qui est se´curisant pour le citoyen, c'est de savoir
qu'une e´quipe de policiers de la zone sera la` lorsqu'il en
aura besoin, pluto^t que de se reposer sur la simple
pre´sence au bureau jusqu'a` 16 heures du seul policier
que compte peut-e^tre actuellement sa commune.
En ce qui me concerne, et vous pouvez interroger le
gouverneur du Luxembourg, consulter les documents
officiels - le bourgmestre d'Arlon peut d'ailleurs vous le
confirmer -, j'ai toujours refuse´ d'entrer dans les zones
qui e´taient propose´es pour l'arrondissement de Marche,
parce que j'estimais qu'elles ne pouvaient re´pondre aux
exigences de fonctionnalite´ et j'ai toujours e´te´ partisan
d'une grande zone, qui recouvre l'entie`rete´ de l'arrondis-
sement de Marche, ce qui est bien le cas aujourd'hui.
La re´partition des gendarmes des brigades territoriales
dans les zones interviendra de`s que la norme minimale
d'effectifs par zone aura e´te´ fixe´e. Cela devrait intervenir
a` la fin du mois de juin ou au de´but du mois de juillet. Je
peux en tout cas vous dire que le nombre total de
gendarmes a` transfe´rer a e´te´ arre^te´ par le gouverne-
ment : il s'agit d'un peu plus de 7 500 hommes.
Quant a` la commune de Wemmel, celle-ci ne pouvant
constituer a` elle seule une zone monocommunale viable
puisqu'elle ne compte que sept policiers, elle est asso-
cie´e a` d'autres communes du me^me arrondissement
situe´es dans la me^me province. Les facilite´s linguistiques
a` Wemmel seront bien e´videmment garanties, comme ce
sera aussi le cas dans d'autres communes de la re´gion
de langue franc¸aise qui connaissent la me^me proble´ma-
tique.
En conclusion, je peux vous avouer qu'il s'agit en effet
d'un travail conside´rable. Certains ici ont me^me utilise´
l'expression de
travail titanesque. Tout doit e^tre pre´pare´
se´rieusement, car lorsque l'on pre´pare les choses se´rieu-
sement, elles n'avancent que d'autant plus vite - et ce, en
respectant toujours le timing pre´vu et en ne prenant de
de´cisions qu'au moment opportun. Il y a lieu de respecter
une logique, laquelle appelle maintenant a` la constitution
du Conseil consultatif des bourgmestres. En effet, les
zones e´tant de´sormais connues et la publication en ayant
e´te´ faite au Moniteur, l'appel aux candidats pour ce
Conseil est lance´. Son installation est importante, puis-
que ce Conseil devra donner des avis relativement a` tout
ce qui concerne les polices locales. Rappelons une fois
encore que sa constitution n'e´tait possible qu'apre`s la
de´limitation des zones.
Par ailleurs, les accords de principe sont atteints pour la
formation, la se´lection et le recrutement. Les textes
doivent seulement e^tre encore finalise´s. Les directions
ge´ne´rales de la police fe´de´rale seront mises en place
incessamment par le gouvernement. La proble´matique
de la formation e´volue bien. Les dossiers sont pre^ts pour
tout ce qui est relatif aux transferts, aux ba^timents et a`
l'e´quipement des personnels.
HA 50
PLEN 054
31
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
Maintenant, chacun peut et doit consacrer toute son
e´nergie a` l'e´volution des esprits, car ce dossier est
combine´ aux re´formes structurelles. Du reste, ce ne sont
pas les re´formes structurelles qui vont en soi changer les
choses : ce qui importe, c'est la mutation des esprits, la
volonte´ de se moderniser, de disposer d'une police plus
moderne, plus efficace et re´concilie´e avec les attentes
e´normes de la population.
Aussi, je me re´jouis de l'e´volution des choses. Biento^t, la
re´forme des polices sera une re´alite´ sur le terrain : une
police inte´gre´e a` deux niveaux pour un meilleur service a`
la population ! Oui, monsieur De Clerck, cela vous at-
triste, mais tout va tre`s bien !
De heer Stefaan De Clerck (CVP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mijnheer de minister, in mooie frasen hebt u een
overzicht gegeven van de politiehervorming, maar u hebt
weinig vragen beantwoord.
Collega Van Hoorebeke, u hebt gelijk als u zegt dat er
weinig overleg plaatsvindt tussen de ministers Duquesne
en Verwilghen. Wij merken dat dagelijks in de media. Ook
vandaag wordt hier bevestigd dat de communicatie
steeds meer zal verlopen via professor De Ruyver, die op
het kabinet van de eerste minister deze materie opvolgt
en de nodige contacten legt. Dat bewijst dat de departe-
menten van Binnenlandse Zaken en Justitie geen goede
tandem vormen, wat nochtans noodzakelijk is voor een
goede hervorming.
Mijnheer de minister, u zegt duidelijk dat u niet van plan
bent de datum waarop de politiehervorming wordt uitge-
voerd, te verschuiven. Het blijft 1 januari 2001. Ik noteer
dat. U neemt vandaag een grote uitdaging aan. Mijn
vraag was wat uw strategie is om tussen vandaag en
2001 deze hervorming te realiseren. U geeft een ruim
overzicht van de situatie maar u antwoordt niet op de
vraag of u terzake een actieplan hebt. Wat is uw visie ?
Wat zal wanneer gebeuren ? Welke communicatie is er ?
In welke psychologische begeleiding voorziet u ? Dit is
een bijzonder complexe zaak en een titanenopdracht,
maar u spreekt niet over de manier waarop u de zaken
gaat aanpakken. Het zal een probleem zijn om deze
hervorming binnen deze termijn te realiseren.
Wel hoor ik u verklaren dat u de prive´-sector hierbij zult
betrekken. Vooraleer u echter een prive´-consultant zult
hebben gevonden die uw plan zal hebben begrepen,
heeft omgezet in een strategie en gerealiseerd in de
politiediensten, zal 1 januari 2001 voorbij zijn. U zegt dat
u nog moet starten met een aanbesteding. Ik wens u
daarmee veel succes, maar het zal niet haalbaar zijn.
U hebt niet geantwoord op de vraag naar de werkwijze
van de diverse comite´s. U hebt gezegd niet echt gei¨nfor-
meerd te zijn over de pilootprojecten. Over de wijze
waarop de financie¨le tussenkomsten zullen gebeuren
hebt u niets gezegd, noch over het federale veiligheids-
plan. U hebt alleen gezegd :
Tout va tre`s bien.
Als alles zo goed gaat, dan begrijp ik niet waarom
gouverneur De Witte u op 23 maart een brief schreef
waarin hij kritiek formuleerde op deze hervorming. U hebt
die brief zomaar opzijgeschoven. U acht dat niet belang-
rijk en zegt dat hij toch meewerkt.
U wekt de indruk dat iedereen staat te popelen om mee
te werken. Dat is niet het geval. U merkt dat niet. U wordt
blijkbaar niet goed gei¨nformeerd, tenzij u nai¨ef bent en
niet snapt dat er iets misloopt. Ofwel liegt u en weet u dat
er problemen zijn, maar zegt u dat niet. Door onze
dagelijkse contacten voelen wij die problemen wel aan. U
veegt ze allemaal onder de mat.
Mijnheer de minister, u zegt :
Tout va tre`s bien. Morgen
zullen wij hier wellicht moeten komen zeggen :
Rien ne
va plus.
Dat zal echter uw probleem zijn, en vlugger dan
u denkt.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, je voudrais revenir sur quatre points
pre´cis que j'ai e´voque´s et auxquels le ministre n'a pas
re´pondu d'une manie`re satisfaisante. Toutefois, je ferai
pre´ce´der ces quatre points de deux remarques.
Premie`rement, j'ai envie de verser une larme sur la
situation dramatique du ministre de l'Inte´rieur, qui est mis
en cause par l'opposition et qui en appelle a` l'opinion
publique en disant :
regardez un peu ces vilains de
l'opposition qui me mettent en cause tandis que moi, j'ai
le souci de l'inte´re^t ge´ne´ral.
Je verse cette larme et je
l'essuie aussi, monsieur le ministre.
Vous pratiquez ce qu'on appelle de la de´magogie et
puisque vous avez fait re´fe´rence a` toutes sortes de
qualite´s, je ne crois pas que ce que vous nous avez livre´
ici ait les qualite´s d'une re´ponse. C'est peut-e^tre bien une
manie`re plaisante de faire valoir son point de vue, mais
cela ne fait malheureusement pas avancer la discussion.
Deuxie`mement, vous avez fait re´fe´rence a` la pe´riode ou`
vous vous trouviez dans l'opposition. Il est vrai qu'elle a
e´te´ longue; elle en est peut-e^tre d'autant plus me´ritoire.
Mais je note deux choses.
La premie`re, c'est que vous e^tes maintenant en train de
faire ce que vous aviez de´nonce´ alors que vous e´tiez
dans l'opposition, notamment au sujet de la taille des
zones de police. Combien de fois ne vous avons-nous
pas entendu critiquer cette taille de´mesure´e qui ne
correspondait pas aux besoins des populations ? Or,
vous avez encore accru cette taille par rapport a` ce qui
e´tait initialement pre´vu.
La deuxie`me concerne la proce´dure. A l'e´poque, il y a eu
une concertation entre la majorite´ et l'opposition, qui e´tait
informe´e afin qu'elle puisse pleinement jouer son ro^le.
Or, ce n'est a` l'e´vidence plus le cas. Nous avons
d'ailleurs e´te´ force´s d'abandonner cette proce´dure.
J'en viens maintenant aux quatre proble`mes de fond.
32
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
Primo, peut-e^tre ai-je e´te´ distrait, monsieur le ministre,
mais je ne vous ai pas entendu me re´pondre sur les
proble`mes d'inte´gration des BSR et de la police judi-
ciaire. Bien que la BSR ait fait la une de l'actualite´ au
cours des dernie`res semaines en exprimant son mal-
e^tre, je suppose que vous conside´rez que la` aussi, tout
va bien.
Secundo, le budget. Si j'ai bien compris, celui-ci s'e´le`ve a`
7,5 milliards. Pourriez-vous nous confirmer de manie`re
claire que ce budget est de´termine´ pour solde de tous
comptes et que toutes les autres suggestions que vous
avez faites en matie`re d'e´quipements et de fonctionne-
ment y sont incluses. Ce montant repre´sente-t-il le grand
total du cou^t de la re´forme ?
Tertio, je voudrais parler de la commune de Wemmel.
Entre parenthe`ses, je note que M. Maingain n'est plus
pre´sent; je suppose que cela ne le concerne plus. Vous
aviez annonce´ en commission que vous aviez de´cide´
d'en faire une zone monocommunale. Il n'en est rien.
Vous nous avez aussi parle´ de l'avis du bourgmestre; or,
il m'e´tonnerait qu'en l'occurrence, celui-ci cautionne vo-
tre de´cision. Vous avancez l'argument qu'une telle zone
ne serait pas viable parce qu'il n'y aurait la` que sept
policiers. A ma connaissance, le cadre organique de la
commune compte dix-huit policiers. Serait-ce le bourg-
mestre qui n'aurait pas satisfait aux exigences du cadre
organique ?
Pourquoi donc ne peut-on pas faire de Wemmel une
zone monocommunale, alors qu'a` Fourons, on en fait
une avec trois policiers ? Les situations sont-elles a` ce
point diffe´rentes ? Que vont faire les policiers des trois
communes
flamandes
qui
viendront
a`
Wemmel ?
Devront-ils apprendre le franc¸ais du jour au lendemain
pour pouvoir re´pondre en franc¸ais aux questions qui leur
seront adresse´es dans cette langue ? Un tel raisonne-
ment ne tient pas la route, tout comme la proposition que
vous avez faite. D'ailleurs, elle est contraire a` ce qui avait
e´te´ annonce´.
Enfin, quarto, a` propos des zones de police, vous nous
dites que la notion de proximite´ n'a rien a` voir avec la
taille de la zone. Cela est peut-e^tre vrai dans certaines
re´gions urbaines. Mais, monsieur le ministre, je vous
enjoint de trouver, dans le monde rural, ou` les zones font
des dizaines de kilome`tres de rayon, quelqu'un qui soit
d'accord avec un tel argument.
Pour paraphraser la fin de votre re´ponse, je dirai que si
tout va bien maintenant, tout n'ira pas tre`s bien a` l'avenir.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, op uw opmerking dat heel wat vragen u reeds in
de commissie werden gesteld, kan ik onmiddellijk repli-
ceren dat deze onbeantwoord bleven.
Uw antwoord van vandaag is evenmin bevredigend,
mijnheer de minister. De vragen over de manschappen,
de bevelvoering, de informatica, de communicatie beant-
woordde u niet of nauwelijks en wat het communautaire
aspect betreft maakte u er zich met een paar zinnen
vanaf.
Uiteraard was het te verwachten dat u, als PRL-FDF'er,
deze vragen liever niet beantwoordt. Bovendien bent u
het gewoon uw zin te krijgen en vooral meer te krijgen
dan de Vlamingen.
Toch, mijnheer de minister, zult u op de proppen moeten
komen met cijfergegevens omtrent de verdeling van de
7 500 brigaderijkswachters over Vlaanderen en Wallonie¨
en zult u moeten duidelijk maken wie dat zal betalen.
Immers, Vlaanderen draagt al jaren bij voor de extra-
rijkswachters in Wallonie¨, maar dat kan niet blijven duren
want uiteindelijk zal dit tot ernstige problemen leiden.
Wat het uniform betreft, verheugt het mij dat ik, een week
na het formuleren van mijn vraag dienaangaande, mijn
gelijk haal, in die zin dat het waanzinnig idee werd
opgegeven om in dat verband 2,5 miljard frank te beste-
den.
Vervolgens wijs ik erop, mijnheer de minister, dat het
Vlaams blok zich niet beperkt tot het uiten van kritiek in
de commissie voor de Binnenlandse Zaken, maar dat wij
ook constructief meewerken. In dat verband herinner ik u
aan het voorstel dat wij formuleerden in de herfst van
1996. Er werd evenwel gewacht tot de liberalen en de
VU'ers in 1998 een erg gelijkend voorstel indienden dat
tijdens de Octopusvergaderingen werd besproken.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, wens ik nog een opmer-
king te maken ten aanzien van de socialisten die tijdens
het hele debat geen kik gaven. Hieruit kan ik slechts
besluiten, dames en heren van de SP en de PS, dat u
beseft dat tien jaar socialisten op Binnenlandse Zaken
zonder meer tot een ramp leidde.
Mijnheer de voorzitter, samen met mijn collega de heer
Tastenhoye zal ik een motie indienen.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
minister, uw antwoord was voorspelbaar.
Volgens u verloopt de politiehervorming naar wens en
gaan de zaken vlot vooruit, zodat de timing zal worden
gerespecteerd. U antwoordde uitvoerig, maar wij kunnen
de inhoud van dat antwoord niet controleren. Momenteel
kunnen wij er slechts van uitgaan dat u gelijk hebt en
kunnen wij slechts aannemen dat alles inderdaad goed
zal verlopen, maar al onze twijfels kon u niet wegnemen.
Trouwens, in de Knack van deze week las ik het interview
met professor Senelle, toch een verstandig persoon, of
niet soms ?
HA 50
PLEN 054
33
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Geweest.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Met het ouder
worden vermindert de deskundigheid, mijnheer Cove-
liers ? Dan kan het voor u ook snel achteruitgaan.
Mijnheer de minister, volgens u wensen sommigen dat de
politiehervorming mislukt. Ik weet niet of u daarmee mijn
fractie bedoelt. In elk geval, wij blijven het Octopus-
akkoord steunen zoals het destijds werd uitgewerkt en
werd opgenomen in de wet van 1998. Het enige waarte-
gen wij ons verzetten is de huidige invulling ervan.
Het kan maar slagen als de 40 000 politiemensen, die op
het terrein zullen moeten samenwerken, zich goed kun-
nen voelen. Ik stel vast dat de BOB - volgens het Goede
Vrijdag-akkoord - wordt
ingeschaald onder de GPP.
Mensen die hetzelfde werk doen, willen op die vernede-
rende wijze in de toekomst niet meer werken. Ik zeg u dat
het op die manier niet zal lukken.
Het verheugt mij dat de voormalige minister van Justitie,
de heer De Clerck, mij is bijgetreden. Mijnheer de minis-
ter, uw politiehervorming kan maar slagen als er een
perfecte samenwerking is tussen de minister van Binnen-
landse Zaken en de minister van Justitie. Die samenwer-
king is er vandaag niet. Daarom verzeker ik u dat uw
politiehervorming op het terrein nooit zal slagen of vol-
doen aan de verwachtingen die wij met het Octopus-
akkoord hebben gecree¨erd.
De voorzitter : Tot besluit van deze bespreking werden
volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, des motions ont e´te´
de´pose´es.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Danie¨l Vanpoucke, Paul Tant en Pieter De Crem
en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellaties van de heren
Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet, Filip De Man en
Karel Van Hoorebeke
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken
- stelt vast dat de minister van Binnenlandse Zaken er
niet in slaagt te komen tot een systematische uitvoering
van de wet van 7 december 1998 inzake de organisatie
van een gei¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op
twee niveaus en dat hij zich integendeel er toe beperkt
enkele schijnregelingen tot stand te brengen die de
indruk moeten wekken dat met het dossier vooruitgang
wordt geboekt zonder dat dit effectief het geval is;
- vraagt aan de minister van Binnenlandse Zaken het
vertrouwen van de bevolking en van de politiemensen te
herstellen door een precies en concreet plan van aanpak
voor te leggen dat volgens een duidelijke timing aangeeft
dat de vooropgesteld ingangsdatum van de wet zal
worden gehaald en dat plan toe te lichten in het parle-
ment in aanwezigheid van de leden van het begeleidings-
comite´ dat verantwoordelijk is voor de implementatie van
de wet van 7 december 1998;
- vraagt aan de minister van Binnenlandse Zaken om bij
de hoogdringendheid duidelijkheid te brengen over het
aandeel dat de onderscheiden gemeentebesturen zullen
moeten dragen in de politiehervorming, teneinde hen toe
te laten hun begroting voor 2001 voor te bereiden en
goed te keuren.
Une premie`re motion de recommandation a e´te´ de´pose´e
par MM. Danie¨l Vanpoucke, Paul Tant et Pieter De Crem
et est libelle´e comme suit :
La Chambre, ayant entendu les interpellations de
MM. Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet, Filip De Man
et Karel Van Hoorebeke
et la re´ponse du ministre de l'Inte´rieur, - constate que le
ministre de l'Inte´rieur n'est pas en mesure de mettre
syste´matiquement en oeuvre la loi du 7 de´cembre 1998
en matie`re d'organisation d'un service de police inte´gre´,
structure´ a` deux niveaux, et qu'il se borne au contraire a`
arre^ter quelques re´glementations de pure forme, afin de
susciter l'impression que le dossier progresse sans que
cela soit effectivement le cas;
- demande au ministre de l'Inte´rieur de re´tablir la con-
fiance de la population et des fonctionnaires de police en
pre´sentant un plan d'action pre´cis et concret indiquant
sur la base d'un e´che´ancier pre´cis que la date fixe´e pour
l'entre´e en vigueur de la loi sera respecte´e, et d'exposer
ce plan au Parlement en pre´sence des membres du
comite´ d'accompagnement responsable de l'application
de la loi du 7 de´cembre 1998;
- demande au ministre de l'Inte´rieur de pre´ciser
d'urgence quelle sera la part des administrations com-
munales respectives dans le cou^t de la re´forme des
polices, afin de leur permettre de pre´parer et d'adopter
leur budget pour 2001.
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Jean-Pol Poncelet en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellaties van de heren
Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet, Filip De Man en
Karel Van Hoorebeke
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken, - verheugt er zich over dat de regering, na verloop
van bijna e´e´n jaar, eindelijk een standpunt over de
kwesties van de afbakening van de politiezones en het
toekomstig eenheidsstatuut heeft ingenomen;
34
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
- betreurt dat de oorspronkelijke grenzen van de zones
werden uitgebreid en dat de gemeente Wemmel bij drie
andere Vlaamse gemeenten werd gevoegd hoewel an-
dere mogelijkheden voorhanden waren;
- betreurt dat de aanpak waarvoor de minister van
Binnenlandse Zaken heeft gekozen de landelijke ge-
meenten benadeelt;
- betreurt dat het nieuwe statuut discriminaties tussen
politiemensen dreigt te veroorzaken en geen maximale
toegang tot de diverse functies dreigt te bieden. Dat is
met name het geval voor de chefs van de landelijke en
stedelijke politiekorpsen die zich in de toekomst niet allen
kandidaat zullen kunnen stellen voor gelijkwaardige of
soortgelijke functies dan degene die zij nu bekleden, en
met name voor de functies van zonechef of adjunct-
zonechef;
- betreurt dat niet alle voorwaarden werden vervuld om in
de toekomst een harmonieuze werking van de nieuwe
gerechtelijke directie mogelijk te maken;
- beveelt de regering aan zo spoedig mogelijk klaarheid
te scheppen met betrekking tot de financie¨le weerslag
van de hervorming voor de gemeenten en de diverse
elementen die daarmee verband houden;
- beveelt de minister aan te bevestigen dat er, overeen-
komstig het bij wet bepaalde beginsel, wel degelijk maar
e´e´n enkele gedeconcentreerde eenheid van de federale
politie voor het gerechtelijk arrondissement Brussel-
Halle-Vilvoorde zal zijn;
- beveelt de regering aan de hervorming sneller door te
voeren.
Une deuxie`me motion de recommandation a e´te´ de´-
pose´e par M. Jean-Pol Poncelet et est libelle´e comme
suit :
La Chambre, ayant entendu les interpellations de
MM. Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet, Filip De Man
et Karel Van Hoorebeke
et la re´ponse du ministre de l'Inte´rieur, - se re´jouit que le
gouvernement ait enfin pris position, apre`s pre`s d'un an,
sur les questions de la de´limitation des zones de police et
du futur statut unique;
- regrette que le trace´ initial des zones ait e´te´ e´largi et
que la commune de Wemmel ait e´te´ place´e avec trois
autres communes flamandes alors que d'autres options
e´taient possibles;
- regrette que l'approche retenue par le ministre de
l'Inte´rieur de´favorise les communes rurales;
- regrette que le nouveau statut risque de cre´er des
discriminations entre policiers et ne permette pas un
acce`s maximum aux diffe´rentes fonctions. Il en est
notamment ainsi des chefs de corps des polices rurales
et urbaines qui ne pourront pas tous se porter candidat,
demain, a` des fonctions e´quivalentes ou analogues a`
aujourd'hui, c'est-a`-dire postuler notamment pour des
fonctions de chef de zone ou d'adjoint de chef de zone;
- regrette que les conditions n'ont pas e´te´ re´unies pour
assurer un fonctionnement harmonieux futur au sein de
la nouvelle direction judiciaire;
- recommande au gouvernement de clarifier au plus vite
l'impact financier de la re´forme pour les communes et les
diffe´rents e´le´ments qui s'y rapportent;
- recommande au ministre de confirmer que conforme´-
ment au principe le´gal, il y aura bien une seule unite´
de´concentre´e de la police fe´de´rale pour l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde;
- recommande au gouvernement d'acce´le´rer le rythme
de la re´forme.
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Filip De Man en Guido Tastenhoye en luidt als
volgt :
De Kamer, gehoord de interpellaties van de heren
Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet, Filip De Man en
Karel Van Hoorebeke
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken, - dringt aan op een gedetailleerd overzicht van de
voorziene timing inzake de politiezones;
- dringt aan op een duidelijke verdeling van de 7 500
rijkswachters over de 196 politiezones.
Une troisie`me motion de recommandation a e´te´ de´pose´e
par MM. Filip De Man et Guido Tastenhoye et est libelle´e
comme suit :
La Chambre, ayant entendu les interpellations de
MM. Stefaan De Clerck, Jean-Pol Poncelet, Filip De Man
et Karel Van Hoorebeke
et la re´ponse du ministre de l'Inte´rieur, - demande un
aperc¸u de´taille´ du calendrier pre´vu pour les zones de
police;
- demande une re´partition pre´cise des 7 500 gendarmes
entre les 196 zones de police.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren
Daniel Bacquelaine, Charles Janssens, Hugo Coveliers
en Fred Erdman en mevrouw Ge´raldine Pelzer-Salandra.
Une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par MM. Daniel
Bacquelaine, Charles Janssens, Hugo Coveliers et Fred
Erdman et Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking
is gesloten.
HA 50
PLEN 054
35
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Le vote sur les motions aura lieu ulte´rieurement. La
discussion est close.
Inoverwegingneming van voorstellen
Prise en conside´ration de propositions
Aan de orde is de inoverwegingneming van een reeks
voorstellen waarvan de lijst als bijlage gaat.
Geen bezwaar ? (Nee)
De inoverwegingneming is aangenomen.
L'ordre du jour appelle la prise en conside´ration d'une
se´rie de propositions dont la liste est reprise en annexe.
Pas d'observation ? (Non)
La prise en conside´ration est adopte´e.
Urgentieverzoek
Demande d'urgence
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
ik vraag het woord voor een urgentieverzoek. Mijn
urgentieverzoek heeft betrekking op het document 622.
De tekst van 1997 bevat een aantal vergissingen. Dit is
onder meer gebleken bij de installatie van de Hoge Raad
voor de Justitie. Deze vergissingen moeten dringend
worden rechtgezet om de Raad de kans te geven te
functioneren.
De voorzitter : Geen bezwaar ? (Nee)
Pas d'observation ? (Non)
- Het urgentieverzoek wordt bij instemming aangenomen.
- La demande d'urgence est adopte´e par assentiment.
Cour des comptes
Rekenhof
Par lettre du 26 avril 2000, M. J. Van de Velde, premier
pre´sident de la Cour des comptes (Chambre ne´erlan-
daise), m'a fait connai^tre qu'il atteindra la limite d'a^ge
pre´vue par l'article 1er de la loi du 29 octobre 1846
relative a` l'organisation de la Cour des comptes le 6
novembre 2000. Il sollicite l'autorisation de faire valoir
ses droits a` une pension a` partir du 1er de´cembre 2000.
Bij brief van 26 april 2000 heeft de heer J. Van de Velde,
eerste voorzitter van het Rekenhof (Nederlandse Ka-
mer), mij medegedeeld dat hij de grensleeftijd bepaald in
artikel 1 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting
van het Rekenhof zal bereiken op 6 november 2000. Hij
verzoekt erom zijn rechten op een rustpensioen te mo-
gen doen gelden vanaf 1 december 2000.
Je vous propose de renvoyer ce point a` la Confe´rence
des pre´sidents.
Ik stel U voor dit punt naar de Conferentie van voorzitters
te verzenden. (Instemming)
Renvoi d'une proposition de loi
a` une autre commission
Verzonden wetsvoorstel
naar een andere commissie
A la demande de l'auteur, je vous propose de renvoyer a`
la commission des Affaires sociales la proposition de loi
de Mme Kathleen van der Hooft modifiant la le´gislation
relative a` la pension de retraite et de survie des tra-
vailleurs salarie´s et des travailleurs inde´pendants en ce
qui concerne le cumul d'une pension de survie et d'une
indemnite´ pour cause de maladie ou d'invalidite´.
Op aanvraag van de indiener stel ik u voor het wetsvoor-
stel van mevrouw Kathleen van der Hooft tot wijziging
van de wetgeving betreffende het rust-en overlevings-
pensioen voor werknemers en zelfstandingen wat de
cumulatie van een overlevingspensioen en een ziekte-en
invaliditeitsuitkering betreft (nr. 548/1) te verwijzen naar
de commissie voor de Sociale Zaken.
Cette proposition avait e´te´ renvoye´e le 6 avril 2000 aux
commissions re´unies des Affaires sociales et de la Sante´
publique, de l'Environnement et du Renouveau de la
Socie´te´.
Dit voorstel werd op 6 april 2000 verzonden naar de
verenigde commissies voor de Sociale Zaken en voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing. (Instemming)
Herdenking van 8 mei 1945
Comme´moration du 8 mai 1945
De voorzitter (voor de staande vergadering / devant
l'assemble´e debout)
: Waarde collega's, reeds lang ge-
denken we, op 8 mei, de overwinning op de nazistische
terreur.
36
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Geleidelijk aan is die datum dag van vrede geworden en
van de herdenking van de genocide op het joodse volk.
Het stilaan verdwijnen van de laatste overlevende van
die gruweldaad mag voor de mensheid evenwel geen
aanleiding zijn om de slachtoffers niet langer te geden-
ken. Er kan immers nooit genoeg worden op gewezen
dat een samenleving die democratische waarden en
beschaving uitdraagt, ook de bescherming van de men-
selijke waardigheid hoog in het vaandel voert.
Puissent les horreurs ge´nocidaires et les souffrances
engendre´es par les guerres et les terrorismes nous
inciter plus que jamais a` re´soudre tout conflit naissant par
le dialogue, l'e´coute et la re´flexion.
A la me´moire de toutes les victimes de ces affronte-
ments, je vous propose, chers colle`gues, d'observer une
minute de silence.
- La Chambre observe une minute de silence.
- De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
stel vast dat de Kamer vergadert zonder dat de regering
vertegenwoordigd is.
De voorzitter : Ik was een tekst aan het voorlezen, ik had
het niet gezien. Ik vraag dat minister Duquesne terug-
komt. Je ne sais pas a` la fois lire et surveiller le
va-et-vient des membres du gouvernement.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
voor mij hoeft het de heer Duquesne niet te zijn. Het mag
een ander lid van de regering zijn.
De voorzitter : Er zijn nog een zevental stemmingen. Ik
zou het op prijs stellen mocht er een regeringslid aanwe-
zig zijn. Als ik u nu laat weggaan, moet ik straks laten
bellen om u opnieuw binnen te roepen.
De vergadering is geschorst.
La se´ance est suspendue.
- De vergadering wordt geschorst om 17.15 uur.
- La se´ance est suspendue a` 17.15 heures.
- De vergadering wordt hervat om 17.40 uur.
- La se´ance est reprise a` 17.40 heures.
De voorzitter : Dames en heren, ik laat de minister van
Justitie wel opmerken dat het niet de gewoonte is dat de
regering de vergaderingen van de Kamer niet bijwoont.
Integendeel, het is de traditie dat zij hier steeds aanwezig
is. Ik betreur dat dit vandaag niet het geval was.
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, tradi-
ties moeten inderdaad worden gerespecteerd. Er was
afgesproken dat collega Daems de werkzaamheden in
de Kamer zou volgen. Er is echter - de media heeft er
nogal wat aandacht aan besteed - een virus binnenge-
drongen in enkele netwerken van bedrijven, waardoor ze
op het ogenblik niet meer functioneren. Vandaar dat hij
als minister van Telecommunicatie dringend is wegge-
roepen.
Was ik eerder op de hoogte gebracht van dit feit, dan zou
ik zeker hebben vermeden dat de parlementsleden op
een regeringslid moesten wachten.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, in
het kader van de constructieve oppositie die wij voeren,
wil ik de regering een leuke suggestie doen om dergelijke
jammerlijke incidenten te vermijden. Er is een simpele
oplossing. Wij stellen de benoeming voor van een rege-
ringscommissaris
belast met de aanwezigheid in het
parlement
. (Hilariteit op alle banken)
Wij doen daarover niet moeilijk. Dat kan best een van
onze collega's zijn die dan even in de uitvoerende macht
wordt opgenomen. Er zijn daarvoor voldoende preceden-
ten. De minister kan deze suggestie misschien meene-
men naar de eerste minister.
De heer Paul Tant (CVP) : Een regeringscommissaris
moet ten andere niets kennen of kunnen.
De voorzitter : Een regeringscommissaris heeft geen
zitting in het parlement. (Hilariteit op alle banken)
Votes
Stemmingen
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- M. Danny Pieters sur
les fonds de se´curite´ d'existence
(n° 342)
- M. Filip Anthuenis sur
les fonds de se´curite´ d'exis-
tence
(n° 358)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- de heer Danny Pieters over
de fondsen voor bestaans-
zekerheid
(nr. 342)
HA 50
PLEN 054
37
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
- de heer Filip Anthuenis over
de fondsen voor
bestaanszekerheid
(nr. 358)
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission des Finances et du Budget du
25 avril 2000.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting van 25 april 2000.
Deux motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/78) :
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
MM. Danny Pieters et Alfons Borginon;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par MM. Eric
van Weddingen, Jean-Pierre Viseur et Maurice Dehu qui
l'ont retire´e le me^me jour.
Twee moties werden ingediend (nr. 25/78) :
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Danny Pieters en Alfons Borginon;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren
Eric van Weddingen, Jean-Pierre Viseur en Maurice
Dehu. Deze werd dezelfde dag ingetrokken.
Je mets aux voix la motion de recommandation de
MM. Danny Pieters et Alfons Borginon.
Ik breng de motie van aanbeveling van de heren Danny
Pieters en Alfons Borginon in stemming.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, geachte collega's, de motie van
aanbeveling heeft tot doel de regering en meer in het
bijzonder de minister van Financie¨n op te roepen om
binnen de twee maand informatie te verzamelen om te
kunnen antwoorden op alle door mij gestelde vragen in
verband met de fondsen voor bestaanszekerheid.
Waarover gaat het heel concreet ? Het gaat over de
vraag welke belastingen de fondsen voor bestaans-
zekerheid betalen. Het gaat over de vraag voor welk
globaal bedrag de fondsen voor bestaanszekerheid be-
lastingen betalen. Het gaat over de vraag of die betaling
geleidelijk gespreid is, en of iedereen op eenzelfde
manier belastingen betaalt. Het gaat tevens over de
vraag over de aflevering van fiscale attesten door de
fondsen voor bestaanszekerheid over bedragen die zij
zelf uitbetalen aan mensen die voor hen werken of die
beheerder zijn bij hen.
Wij vragen minister Reynders de gegevens te verzame-
len die hij in zijn administratie bezit, om op deze vraag te
kunnen antwoorden. Deze vraag werd reeds driemaal
gesteld. De commissie voor de Financie¨n nam - naar ik
begreep - het eensgezind standpunt in om eindelijk de
regering te verplichten er informatie over te verzamelen,
zodat de Kamer voorgelicht is.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, voor
de derde maal op rij stemmen wij vandaag over een
motie met betrekking tot de fondsen voor bestaans-
zekerheid.
Toen het Vlaams Blok als eerste op 29 februari de
minister van Werkgelegenheid interpelleerde over moge-
lijke misbruiken binnen de fondsen voor bestaans-
zekerheid, kon inderdaad niemand vermoeden dat dit
een dergelijk cynisch vervolgverhaal zou worden. Uiter-
aard waren wij verheugd toen collega's van de VLD en de
Volksunie het Vlaams Blok volgden in zijn vraag naar
meer openheid bij de fondsen voor bestaanszekerheid.
Dat minister Onkelinx niet in staat blijkt ernstige antwoor-
den te geven, verwonderde ons niet. Ieder van ons zal
het ondertussen al doorhebben dat zij meestal niet
geremd wordt door enige dossierkennis. Mevrouw Onke-
linx houdt zich liever bezig met het lanceren van utopi-
sche pistes, zoals destijds haar oorspronkelijk Rosetta-
plan. Enkele dagen geleden volgde haar voorstel om de
35-urige werkweek in te voeren.
Ook de ministers Vandenbroucke en Reynders bleken
niet in staat echte antwoorden te geven op latere inter-
pellaties.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte
collega's, dit doet ons toch luidop de vraag stellen wat de
fondsen voor bestaanszekerheid eigenlijk te verbergen
hebben en waarom deze regering geen duidelijkheid wil
brengen in dit dossier. Vanuit het Vlaams Blok zijn wij
bijzonder benieuwd naar het stemgedrag van de
meerderheidsfracties vandaag. Toen de liberalen en de
groenen nog in de oppositie zaten, en dus niet besmet
waren door de arrogantie van de macht, waren ze altijd
mede vragende partij naar meer duidelijkheid. Zij kunnen
vandaag aantonen of er nog zoiets bestaat als een
consequente houding in hun politiek handelen. Wij vanuit
het Vlaams Blok zullen alvast met overtuiging de motie
van aanbeveling van de heer Pieters steunen.
De heer Filip Anthuenis (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
ook de VLD-fractie zal de motie steunen. Wij trachten al
geruime tijd die informatie te bekomen en wij zijn dan ook
verheugd dat in de commissie voor de Financie¨n een
meerderheid deze motie heeft gesteund. De VLD-fractie
steunt de motie zeker en vast.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, collega's, ter aanvulling van wat de VLD-
collega heeft gezegd, kan ik hier bevestigen dat in de
38
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jef Tavernier
commissie voor de Financie¨n een meerderheid voor een
grotere duidelijkheid en klaarheid was en de minister
heeft er zich toe verbonden de nodige opzoekingen te
doen en op basis daarvan de commissieleden de nodige
informatie te verstrekken.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 1)
Oui
133
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
1
Onthoudingen
Total
134
Totaal
En conse´quence, la motion de recommandation est
adopte´e.
Bijgevolg wordt de motie van aanbeveling aangenomen.
De heer Dirk Pieters (CVP) : Ik heb een stemafspraak
met de heer Andre´ Schellens.
De voorzitter : Mag ik mij veroorloven te zeggen dat, als
er eenparigheid is, een stemafspraak overbodig is. Mo-
gen wij het als een ja-stem beschouwen, mijnheer Pie-
ters ?
De heer Dirk Pieters (CVP) : Ja, natuurlijk.
De voorzitter : Geen bezwaar, mijnheer de fractieleider
van de SP ? (Nee) De heer Schellens zou waarschijnlijk
ook
ja gestemd hebben. Het is dus 134 stemmen op
134. Dat zal niet alle dagen gebeuren.
Motions de´pose´es en conclusion de l'interpellation de
M. Francis Van den Eynde sur
une circulaire de La
Poste concernant les expe´diteurs a` conside´rer automa-
tiquement comme racistes potentiels
(n° 341)
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de
heer Francis Van den Eynde over
een omzendbrief van
De Post over afzenders die automatisch als verdacht van
racisme moeten beschouwd worden
(nr. 341)
Cette interpellation a e´te´ de´veloppe´e en re´union publique
de la commission de l'Infrastructure, des Communica-
tions et des Entreprises publiques du 26 avril 2000.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare verga-
dering van de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven van 26 april 2000.
Deux motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/79) :
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
M. Francis Van den Eynde;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par MM. Bruno
Van Grootenbrulle, Michel Wauthier et Olivier Chastel.
Twee moties werden ingediend (nr. 25/79) :
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Francis Van den Eynde;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren
Bruno Van Grootenbrulle, Michel Wauthier en Olivier
Chastel.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ?
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
nous ne voterons e´videmment pas la confiance au gou-
vernement et l'ordre du jour pur et simple.
Puisqu'il s'agit d'une motion du Vlaams Blok, je tiens a`
rappeler une fois de plus que notre vote ne signifie
e´videmment pas le moindre soutien a` ladite motion du
Blok.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 2)
Oui
85
Ja
Non
47
Nee
Abstentions
2
Onthoudingen
Total
134
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent, la
motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt
de motie van aanbeveling.
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Ik heb een stem-
afspraak met de heer Marcel Bartholomeeussen.
De voorzitter : Er was nog een tweede onthouding, maar
die zegt niets.
HA 50
PLEN 054
39
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- M. Tony Van Parys sur
les observations formule´es par
le colle`ge des procureurs ge´ne´raux au sujet du projet de
loi relatif a` la 'comparution imme´diate'
(n° 340)
- M. Geert Bourgeois sur
les de´clarations et les relations
du ministre de la Justice avec la magistrature
(n° 360)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- de heer Tony Van Parys over
de opmerkingen van het
college van procureurs-generaal op het ontwerp 'snel-
recht'
(nr. 340)
- de heer Geert Bourgeois over
de uitspraken over en de
relatie van de minister van Justitie tot de magistratuur
(nr. 360)
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission de la Justice du 26 avril 2000.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor de Justitie van
26 april 2000.
Trois motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/80) :
- une premie`re motion de recommandation a e´te´ de´-
pose´e par M. Tony Van Parys;
- une deuxie`me motion de recommandation a e´te´ de´-
pose´e par M. Geert Bourgeois;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mme
Fauzaya Talhaoui et MM. Charles Michel, Peter Vanvel-
thoven et Guy Hove.
Drie moties werden ingediend (nr. 25/80) :
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Tony Van Parys;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Geert Bourgeois;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw
Fauzaya Talhaoui en de heren Charles Michel, Peter
Vanvelthoven en Guy Hove.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
De heer Tony Van Parys (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik wil even uw aandacht
vragen. Naar aanleiding van interpellaties is onomstote-
lijk komen vast te staan dat de minister van Justitie
tijdens de werkzaamheden rond het wetsontwerp inzake
snelrecht de commissie voor de Justitie niet correct heeft
ingelicht en haar belangrijke informatie heeft onthouden.
Collega's, deze belangrijke informatie betrof onder meer
een document van 59 bladzijden met opmerkingen van
het College van procureurs-generaal over het wetsont-
werp inzake snelrecht. Hieruit bleek onder meer dat een
eenvoudige advocatentruuk volstaat om het snelrecht
onmogelijk te maken, met name het vragen van de
verwijzing naar een kamer met drie rechters. Precies
omdat men de commissie dit document heeft onthouden,
zijn wij ernstig gehinderd in onze controlerende en wet-
gevende functie. Hierdoor werd een normaal debat on-
mogelijk gemaakt. Het is zonder meer duidelijk dat wij dat
als parlement niet mogen en kunnen aanvaarden. Als wij
onszelf ernstig nemen, dan moeten wij daartegen protes-
teren. Daarom hebben wij een motie van aanbeveling
ingediend waarin wij de handelwijze van de minister van
Justitie afkeuren. Tot mijn grote ontgoocheling hebben de
collega's Talhaoui en Vanvelthoven, die in vele interviews
de mond vol hadden van nieuwe politieke cultuur, een
eenvoudige motie ingediend. De heer Vanvelthoven ze-
telt trouwens zelfs in de commissie voor de Politieke
Vernieuwing. Door het indienen van een eenvoudige
motie hebben zij in feite de handelwijze van de minister
van Justitie, die het Parlement substantie¨le informatie
onthouden heeft, gelegitimeerd en afgedekt. Ik wil de
collega's dan ook vragen de eenvoudige motie in te
trekken, zo niet cree¨ren wij een precedent waarbij parle-
mentsleden zomaar wandelen kunnen worden gestuurd.
Collega's, ik vraag u in eerste instantie om de eenvou-
dige motie in te trekken. Als dat niet kan, vraag ik u om de
eenvoudige motie niet goed te keuren en de handelwijze
van de minister van Justitie af te keuren. Ik kan u
trouwens meedelen dat die handelwijze reeds gevolgd
werd door een nieuw incident. De minister van Binnen-
landse Zaken heeft naar aanleiding van een vraag over
de samenstelling van de commissie voor de Regularisa-
ties heel duidelijk onjuiste informatie verstrekt. Collega's,
als wij elkaar ernstig nemen, dan keuren we de eenvou-
dige motie af en nemen we de motie van aanbeveling
aan.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
ik denk dat ik de rechtzetting vanop mijn plaats kan doen.
De gewezen kabinetschef van de heer Van Parys, die
nadien tot procureur-generaal in Antwerpen is benoemd,
heeft een brief geschreven aan de minister van Justitie.
Deze brief heeft de heer Van Parys blijkbaar eerder
bereikt dan de minister van Justitie. In deze brief vergist
de dame zich inhoudelijk. Men kan wel degelijk met drie
rechters in het snelrecht zetelen.
Ik denk dat stilaan een ernstig probleem begint te rijzen
omtrent de loyauteit van bepaalde personen die be-
paalde informatie, die zij in het kader van hun functie aan
de minister van Justitie dienen te bezorgen, veeleer aan
derden overhandigen. Zij vergeten blijkbaar dat er een
40
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hugo Coveliers
andere minister van Justitie is. Ik zal de eenvoudige
motie samen met de meerderheid vol overtuiging goed-
keuren. Ik vestig de aandacht op het feit dat ik in de
toekomst strikt op deze loyauteit zal letten.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik ben verkozen in het arrondissement Antwer-
pen. Ik heb dit incident zien ontstaan. Ik heb gezien hoe
de minister van Justitie even heeft overlegd met zijn
fractievoorzitter achter hem. De fractievoorzitter stelde
vervolgens de procureur-generaal van het rechtsgebied
Antwerpen in beschuldiging of toch minstens in verden-
king van belangrijke professionele fouten die tuchtrech-
telijk zouden moeten worden bestraft. Ik vermoed dat de
minister van Justitie, indien hij de zienswijze van zijn
fractievoorzitter deelt, het nodige zal doen om de
procureur-generaal van het rechtsgebied Antwerpen tot
de orde te roepen. Ik denk dat een dergelijke belangrijke
beschuldiging in een openbare vergadering van de Ka-
mer van Volksvertegenwoordigers niet zonder gevolgen
kan blijven.
Persoonlijk feit
Fait personnel
De voorzitter : Er is geen debat. Ik vind dat de heer Van
Parys een persoonlijk feit evoceert. Klopt dat, mijnheer
Van Parys ?
De heer Tony Van Parys (CVP) : Inderdaad, mijnheer de
voorzitter. Mijnheer de voorzitter, collega's, de tussen-
komst van de fractievoorzitter van de VLD, die blijkbaar
door de minister van Justitie is ingefluisterd, is schaam-
teloos. Tijdens de interpellatie werd immers duidelijk
aangetoond dat de informatie die aanleiding gaf tot het
probleem, was meegedeeld naar aanleiding van de werk-
zaamheden van de commissie voor de Justitie van de
Senaat. Het secretariaat en de leden van de Commissie
voor de Justitie van de Senaat hebben de documenten
bezorgd, wat een perfect legale bron van informatie is. Ik
heb het document trouwens beschikbaar gesteld aan de
aanwezige leden van de Commissie voor de Justitie. Het
is schaamteloos om te insinueren dat deze informatie op
een onrechtmatige wijze bij mij zou zijn terechtgekomen,
vooral omdat dit door de minister van Justitie werd
ingefluisterd. Dit is een extra reden om deze eenvoudige
motie niet goed te keuren omdat wij in deze situatie ons
controlerecht, ons interpellatierecht zelf dreigen te ver-
nietigen. Het is niet mijn taak om te reageren of om de
nodige initiatieven te nemen ten aanzien van de uitlatin-
gen van de procureur-generaal van Antwerpen. Als de
procureur-generaal van Antwerpen in de commissie voor
de Justitie van de Senaat verklaringen aflegt, zal men het
parlement niet de mogelijkheid ontnemen om over deze
verklaringen in de Kamer te interpelleren.
Collega's, ik nodig u uit de eenvoudige motie niet goed te
keuren en de handelwijze van de minister van Justitie
uitdrukkelijk af te keuren, vooral ook gelet op het incident
dat wij daarnet hebben meegemaakt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 3)
Oui
82
Ja
Non
47
Nee
Abstentions
3
Onthoudingen
Total
132
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent,
les motions de recommandation sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg verval-
len de moties van aanbeveling.
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 april 1995
houdende fiscale en financie¨le bepalingen (410/1)
Projet de loi modifiant la loi du 4 avril 1995 portant
des dispositions fiscales et financie`res (410/1)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 4)
Oui
115
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
17
Onthoudingen
Total
132
Totaal
En conse´quence, la Chambre adopte le projet de loi. Il
sera transmis au Se´nat.
HA 50
PLEN 054
41
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal
aan de Senaat worden overgezonden. (410/3)
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Ik heb een stem-
afspraak met de heer Erik Derycke.
Proposition de loi de MM. Jo Vandeurzen, Servais
Verherstraeten et Tony Van Parys relative a` la me´dia-
tion en matie`re familiale (nouvel intitule´) (67/12)
Wetsvoorstel van de heren Jo Vandeurzen, Servais
Verherstraeten en Tony Van Parys betreffende de
gezinsbemiddeling (nieuw opschrift) (67/12)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 5)
Oui
115
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
17
Onthoudingen
Total
132
Totaal
En conse´quence, la Chambre adopte la proposition de
loi. Elle sera transmise en tant que projet au Se´nat.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal
als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden.
(67/15)
Proposition de loi de M. Geert Bourgeois abrogeant
l'article 150, aline´a 2, du Code d'instruction crimi-
nelle (41/1)
Wetsvoorstel van de heer Geert Bourgeois tot ophef-
fing van artikel 150, tweede lid, van het Wetboek van
strafvordering (41/1)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 6)
Oui
132
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
0
Onthoudingen
Total
132
Totaal
En conse´quence, la Chambre adopte la proposition de
loi. Elle sera transmise en tant que projet au Se´nat.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal
als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (41/3)
Enig artikel van het ontwerp tot herziening van artikel
147, tweede lid, van de Grondwet, om de woorden
behalve bij het berechten van ministers en leden
van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen
op te
heffen (overgezonden door de Senaat) (555/1)
Article unique du projet de re´vision de l'article 147,
aline´a 2, de la Constitution, en vue de supprimer les
mots
sauf le jugement des ministres et des mem-
bres des Gouvernements de communaute´ et de re´-
gion
(transmis par le Se´nat) (555/1)
Overeenkomstig artikel 195 van de Grondwet moet het
ontwerp tot herziening van de Grondwet door de bijzon-
dere meerderheid aangenomen worden.
Conforme´ment a` l'article 195 de la Constitution, le projet
de re´vision de la Constitution doit e^tre adopte´ a` la
majorite´ spe´ciale.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 7)
Oui
132
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
0
Onthoudingen
Total
132
Totaal
42
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Danny Pieters
Le quorum (100) est atteint. La majorite´ des 2/3 des
suffrages est atteinte.
Het quorum (100) is bereikt. De 2/3 meerderheid is
bereikt.
En conse´quence, la Chambre adopte le projet de re´vision
de l'article 147, aline´a 2, de la Constitution. Il sera soumis
a` la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het ontwerp tot herziening van
artikel 147, tweede lid, van de Grondwet aan. Het zal aan
de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (555/2)
Adoption de l'ordre du jour
Goedkeuring van de agenda
Nous devons nous prononcer sur le projet d'ordre du jour
que vous propose la Confe´rence des pre´sidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-
agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d'observation ? (Non) La proposition est adopte´e.
Geen opmerkingen ? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
La se´ance est leve´e.
De vergadering is gesloten.
- La se´ance est leve´e a` 18.05 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re mercredi 10 mai 2000 a` 14.15 heures.
- De vergadering wordt gesloten om 18.05 uur. Volgende
plenaire vergadering woensdag 10 mei 2000 om
14.15 uur.
HA 50
PLEN 054
43
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
44
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
ANNEXE
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
DONDERDAG 4 MEI 2000
JEUDI 4 MAI 2000
STEMMINGEN
VOTES
Detail van de naamstemmingen
Détail des votes nominatifs
De uitslag van elke naamstemming alsmede de verklaringen na
sluiting van de stemming worden vermeld in het corpus van het
Beknopt Verslag en van de Parlementaire Handelingen
Le résultat de chaque vote nominatif ainsi que les déclarations
après vote figurent dans le corps du
Compte rendu analytique
et des
Annales parlementaires
Vote nominatif n° 1 - Naamstemming nr. 1
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Annemans, Ansoms, Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels,
Bultinck, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Colen, Collard, Cortois, Coveliers, De Block, De Clerck, De
Crem, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, De Man, De Meyer, Derycke, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt,
Detremmerie, D'haeseleer, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Di Rupo, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fe´ret,
Fournaux, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Goutry, Goyvaerts, Grauwels, Hendrickx, Henry, Herzet, Hove, Janssens,
Laenens, Laeremans, Lahaye, Lalieux, Langendries, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Leterme, Maingain, Mayeur, Michel,
Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Mortelmans, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Danny,
Pieters Trees, Poncelet, Schalck, Schauvliege, Schoofs, Seghin, Sevenhans, Smets Andre´, Smets Tony, Somers, Spinnewyn,
Talhaoui, Tant, Tastenhoye, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Van den Broeck,
Van den Eynde, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van
Grootenbrulle, Van Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen,
Van Weert, Verherstraeten, Verlinde, Viseur Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Pieters Dirk.
Vote nominatif n° 2 - Naamstemming nr. 2
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard,
Cortois, Coveliers, De Block, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, De Meyer, Derycke, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt,
D'hondt Denis, Di Rupo, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Grauwels,
Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lalieux, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Michel,
Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Seghin, Smets Tony, Somers,
Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der
Hooft, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Viseur Jean-Pierre, Wauters,
Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Annemans, Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Bultinck, Colen, De Clerck, De Crem, De
Man, Detremmerie, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Fe´ret, Fournaux, Goutry, Goyvaerts, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Leterme,
Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´, Spinnewyn, Tant,
Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Hoorebeke, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van
Rompuy, Van Weert, Verherstraeten, Viseur Jean-Jacques, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Pieters Dirk, Van Eetvelt.
HA 50
PLEN 054
45
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Vote nominatif n° 3 - Naamstemming nr. 3
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard,
Cortois, Coveliers, De Block, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, De Meyer, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, D'hondt
Denis, Di Rupo, Douifi, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Grauwels, Henry, Herzet,
Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lalieux, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman
Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Seghin, Smets Tony, Somers, Talhaoui,
Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen,
Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Annemans, Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Bultinck, Colen, De Clerck, De Crem, De Man,
Detremmerie, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Fe´ret, Fournaux, Goutry, Goyvaerts, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Leterme,
Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´, Spinnewyn, Tant,
Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Hoorebeke, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van
Rompuy, Van Weert, Verherstraeten, Viseur Jean-Jacques, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Pieters Dirk, Tavernier, Van Eetvelt.
Vote nominatif n° 4 - Naamstemming nr. 4
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois, Brepoels, Burgeon, Cahay-Andre´,
Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, De Block, De Clerck, De Crem, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu,
Delize´e, De Meyer, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, Detremmerie, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Di Rupo, Douifi, Dufour,
Eeman, Eerdekens, Erdman, Fournaux, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Goutry, Grauwels, Hendrickx, Henry, Herzet,
Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lalieux, Langendries, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Leterme, Maingain, Mayeur,
Michel, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Dirk, Pieters Trees,
Poncelet, Schalck, Schauvliege, Seghin, Smets Andre´, Smets Tony, Somers, Talhaoui, Tant, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van
Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen,
Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Van Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven,
van Weddingen, Van Weert, Verherstraeten, Verlinde, Viseur Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Annemans, Bouteca, Bultinck, Colen, De Man, D'haeseleer, Fe´ret, Goyvaerts, Laeremans, Mortelmans,
Pieters Danny, Schoofs, Sevenhans, Spinnewyn, Tastenhoye, Van den Broeck, Van den Eynde.
Vote nominatif n° 5 - Naamstemming nr. 5
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois, Brepoels, Burgeon, Cahay-Andre´,
Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, De Block, De Clerck, De Crem, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu,
Delize´e, De Meyer, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, Detremmerie, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Di Rupo, Douifi, Dufour,
Eeman, Eerdekens, Erdman, Fournaux, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Goutry, Grauwels, Hendrickx, Henry, Herzet,
Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lalieux, Langendries, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Leterme, Maingain, Mayeur,
Michel, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Dirk, Pieters Trees,
Poncelet, Schalck, Schauvliege, Seghin, Smets Andre´, Smets Tony, Somers, Talhaoui, Tant, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van
Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen,
Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Van Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven,
van Weddingen, Van Weert, Verherstraeten, Verlinde, Viseur Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Annemans, Bouteca, Bultinck, Colen, De Man, D'haeseleer, Fe´ret, Goyvaerts, Laeremans, Mortelmans,
Pieters Danny, Schoofs, Sevenhans, Spinnewyn, Tastenhoye, Van den Broeck, Van den Eynde.
46
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Vote nominatif n° 6 - Naamstemming nr. 6
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Annemans, Ansoms, Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels,
Bultinck, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Colen, Collard, Cortois, Coveliers, De Block, De Clerck, De
Crem, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, De Man, De Meyer, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, Detremmerie,
D'haeseleer, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Di Rupo, Douifi, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fe´ret, Fournaux, Fre´de´ric, Genot,
Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Goutry, Goyvaerts, Grauwels, Hendrickx, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Laeremans,
Lahaye, Lalieux, Langendries, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Leterme, Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman
Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Mortelmans, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters
Trees, Poncelet, Schalck, Schauvliege, Schoofs, Seghin, Sevenhans, Smets Andre´, Smets Tony, Somers, Spinnewyn, Talhaoui, Tant,
Tastenhoye, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Van
Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen, Van Weert,
Verherstraeten, Verlinde, Viseur Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Personne - Niemand.
Vote nominatif n° 7 - Naamstemming nr. 7
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Annemans, Ansoms, Anthuenis, Bacquelaine, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels,
Bultinck, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Chastel, Clerfayt, Coenen, Colen, Collard, Cortois, Coveliers, De Block, De Clerck, De
Crem, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, De Man, De Meyer, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, Detremmerie,
D'haeseleer, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Di Rupo, Douifi, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fe´ret, Fournaux, Fre´de´ric, Genot,
Gerkens, Giet, Gilkinet, Goris, Goutry, Goyvaerts, Grauwels, Hendrickx, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Laeremans,
Lahaye, Lalieux, Langendries, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Leterme, Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman
Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Mortelmans, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters
Trees, Poncelet, Schalck, Schauvliege, Schoofs, Seghin, Sevenhans, Smets Andre´, Smets Tony, Somers, Spinnewyn, Talhaoui, Tant,
Tastenhoye, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Van
Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Parys, Van Peel, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen, Van Weert,
Verherstraeten, Verlinde, Viseur Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Personne - Niemand.
HA 50
PLEN 054
47
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
DONDERDAG 4 MEI 2000
JEUDI 4 MAI 2000
INTERNE BESLUITEN
DE´CISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Ingekomen
1. de heer Guy D'haeseleer tot de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over
de plannen om op
termijn de 35-urenweek in te voeren
.
(nr. 384 - verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken)
2. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over
de fascistische
dreiging in Italie¨
.
(nr. 385 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
VOORSTELLEN
Inoverwegingneming
1. Voorstel van verklaring (de heer Daniel Bacquelaine
en mevrouw Anne Barzin) tot herziening van titel III,
hoofdstuk I, afdeling I, van de Grondwet met het oog op
de uitbreiding van de coo¨ptatieregeling tot de Kamer van
volksvertegenwoordigers, nr.589/1.
Verzonden naar de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming der Instellingen
2. Voorstel van verklaring (de heer Daniel Bacquelaine
en mevrouw Anne Barzin) tot herziening van titel III,
hoofdstuk IV, afdeling I, onderafdeling I van de Grondwet
met het oog op de uitbreiding van de coo¨ptatieregeling tot
de Gemeenschaps- en Gewestraden, nr.590/1.
Verzonden naar de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming der Instellingen
3. Wetsvoorstel (de heren Luc Sevenhans en Jan
Mortelmans) tot wijziging van artikel 5 van de wet van
27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag
inzake de heffing van rechten voor het gebruik van
bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend
te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het
Koninkrijk
Belgie¨,
het
Koninkrijk
Denemarken,
de
DEMANDES D'INTERPELLATION
Demandes
1. M.
Guy D'haeseleer a` la vice-premie`re ministre et
ministre de l'Emploi sur
l'intention d'instaurer a` terme la
semaine des 35 heures
.
(n° 384 - renvoi a` la commission des Affaires sociales)
2. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre
des Affaires e´trange`res sur
la menace fasciste en Italie.
(n° 385 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
PROPOSITIONS
Prise en conside´ration
1. Proposition de de´claration (M. Daniel Bacquelaine et
Mme Anne Barzin) de re´vision du titre III, chapitre I
er
,
section I
e
` re
de la Constitution en vue d'e´tendre le sys-
te`me de la cooptation a` la Chambre des repre´sentants,
n°589/1.
Renvoi a` la commission de la Re´vision de la Constitution
et de la Re´forme des Institutions
2. Proposition de de´claration (M. Daniel Bacquelaine et
Mme Anne Barzin) de re´vision du titre III, chapitre IV,
section I
e
` re
, sous-section 1
e
` re
de la Constitution en vue
d'e´tendre le syste`me de la cooptation aux Conseils de
communaute´ et de re´gion, n°590/1.
Renvoi a` la commission de la Re´vision de la Constitution
et de la Re´forme des Institutions
3. Proposition de loi (MM.
Luc Sevenhans et Jan
Mortelmans) modifiant l'article 5 de la loi du 27de´cem-
bre1994 portant assentiment a` l'Accord relatif a` la per-
ception d'un droit d'usage pour l'utilisation de certaines
routes par les ve´hicules utilitaires lourds, signe´ a` Bruxel-
les le 9fe´vrier1994, entre les gouvernements de la Re´-
publique fe´de´rale d'Allemagne, du Royaume de Belgi-
48
HA 50
PLEN 054
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxem-
burg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering
van een eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van
25 oktober 1993, nr.591/1.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
4. Wetsvoorstel (de heer Joos Wauters, mevrouw Marie-
The´re`se Coenen en de heer Lode Vanoost) tot bevorde-
ring van de verkeersveiligheid door een beperking van
het vrachtverkeer, nr.592/1.
Verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven
5. Wetsvoorstel (mevrouw Els Van Weert) tot wijziging
van de artikelen 335 en 358 van het Burgerlijk Wetboek
inzake de gevolgen van de afstamming en de adoptie wat
de naam betreft, nr.593/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
6. Wetsvoorstel (de heren Francis Van den Eynde, Koen
Bultinck en Guy D'haeseleer) tot wijziging van artikel 52
van en tot invoeging van een artikel 59bis in de gecoo¨r-
dineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de
talen in bestuurszaken, nr.594/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
7. Wetsvoorstel (de heren Francis Van den Eynde,
Hagen Goyvaerts, Bert Schoofs en Filip De Man) tot
opheffing van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting
van een centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding, nr.595/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
8. Wetsvoorstel (de dames Magda De Meyer en Colette
Burgeon) tot aanvulling van de reglementering inzake de
sociale zekerheid der werknemers houdende invoering
van een statuut voor onthaalouders, nr.596/1.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
9. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten) tot
wijziging van de artikelen 7 en 10 van de wet van 15 juli
1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met
hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of pro-
ductiestimulerende werking, nr.597/1.
Verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid,
het Leefmilieu en de maatschappelijke Hernieuwing
10. Wetsvoorstel (de heren Jaak Van den Broeck, Roger
Bouteca, Koen Bultinck, Filip De Man en Hagen
Goyvaerts) tot aanvulling van de wet van 29 juli 1991
betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurs-
handelingen met een verplichting voor de besturen om
een ontvangstbewijs af te geven, nr.598/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
que, du Royaume du Danemark, du Grand-Duche´ de
Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas et instaurant
une
eurovignette,
conforme´ment
a`
la
directive
93/89/CEE du Conseil des Communaute´s europe´ennes
du 25 octobre 1993, n°591/1.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
4. Proposition de loi (M.
Joos Wauters, Mme Marie-
The´re`se Coenen et M. Lode Vanoost) promouvant la
se´curite´ routie`re en limitant le transport de marchandi-
ses, n°592/1.
Renvoi a` la commission de l'Infrastructure, des Commu-
nications et des Entreprises publiques
5. Proposition de loi (Mme Els Van Weert) modifiant les
articles 335 et 358 du Code civil relatifs aux effets de la
filiation et de l'adoption en ce qui concerne le nom de
l'enfant, n°593/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
6. Proposition de loi (MM. Francis Van den Eynde, Koen
Bultinck et Guy D'haeseleer) modifiant l'article 52 des lois
coordonne´es du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues
en matie`re administrative et inse´rant un article 59bis
dans ces lois, n°594/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
7. Proposition de loi (MM.
Francis Van den Eynde,
Hagen Goyvaerts, Bert Schoofs et Filip De Man) abro-
geant la loi du 15 fe´vrier 1993 cre´ant un Centre pour
l'e´galite´ des chances et la lutte contre le racisme,
n°595/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
8. Proposition de loi (Mmes Magda De Meyer et Colette
Burgeon) comple´tant la re´glementation relative a` la se´-
curite´ sociale des travailleurs en vue d'instaurer un statut
pour les gardiennes encadre´es, n°596/1.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
9. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten) modi-
fiant les articles 7 et 10 de la loi du 15juillet1985 relative
a` l'utilisation de substances a` effet hormonal, a` effet
anti-hormonal, a` effet be´ta-adre´nergique ou a` effet stimu-
lateur de production chez les animaux, n°597/1.
Renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´
10. Proposition de loi (MM. Jaak Van den Broeck, Roger
Bouteca, Koen Bultinck, Filip De Man et Hagen Goyvae-
rts) comple´tant la loi du 29 juillet 1991 relative a` la
motivation formelle des actes administratifs en vue d'y
pre´voir l'obligation pour les administrations de de´livrer un
accuse´ de re´ception, n°598/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
HA 50
PLEN 054
49
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
11. Voorstel van resolutie (de heren Francis Van den
Eynde, Koen Bultinck en Guido Tastenhoye) betreffende
het taalgebruik van de leden van de federale regering en
de taalkennis van de personen die door de federale
regering
worden
aangewezen
om
Belgie¨
te
ver-
tegenwoordigen
in
een
supranationale
organisatie,
nr.599/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
12. Wetsvoorstel (mevrouw Fientje Moerman en de he-
ren Aime´ Desimpel en Georges Lenssen) tot wegwerking
van de discriminaties tussen gehuwden en ongehuwd
samenwonenden op het vlak van de personenbelasting,
nr.600/1.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
13. Wetsvoorstel (de heren Gerolf Annemans, Bart Lae-
remans, Koen Bultinck en Guido Tastenhoye) tot wijzi-
ging van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse
institutionele hervormingen, nr.605/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
14. Wetsvoorstel (de heer Tony Smets) tot aanvulling van
artikel 19 van de nieuwe gemeentewet, nr.606/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
15. Wetsvoorstel (de heer Hugo Coveliers) tot wijziging
van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de
kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers,
nr. 618/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
16. Wetsvoorstel (de heren Geert Bourgeois en Karel
Van Hoorebeke) tot wijziging van artikel 276 van het
Burgerlijk Wetboek, nr. 619/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
17. Wetsvoorstel (de heren Geert Bourgeois en Karel
Van Hoorebeke) tot wijziging van artikel307bis van het
Burgerlijk Wetboek, nr. 620/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
18. Wetsvoorstel (de heren Hugo Coveliers, Jef Taver-
nier, Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Fred Erd-
man en Claude Desmedt) tot wijziging van sommige
artikelen van het Gerechtelijk Wetboek, van de wet van
22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen
van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking
tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en
aanwijzing van magistraten en tot invoering van een
evaluatiesysteem en van de wet van 15juni1935 op het
gebruik der talen in gerechtszaken, nr.622/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
11. Proposition de re´solution (MM.
Francis Van den
Eynde, Koen Bultinck et Guido Tastenhoye) relative a`
l'emploi des langues par les membres du gouvernement
fe´de´ral et aux connaissances linguistiques des person-
nes de´signe´es par le gouvernement fe´de´ral pour repre´s-
enter la Belgique dans une organisation supranationale,
n°599/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
12. Proposition de loi (Mme Fientje Moerman et MM.
Aime´ Desimpel et Georges Lenssen) e´liminant les discri-
minations entre personnes marie´es et cohabitants non
marie´s en matie`re d'impo^t des personnes physiques,
n°600/1.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
13. Proposition de loi (MM.
Gerolf Annemans, Bart
Laeremans, Koen Bultinck et Guido Tastenhoye) modi-
fiant la loi du 16 juin 1989 portant diverses re´formes
institutionnelles, n°605/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
14. Proposition de loi (M.
Tony Smets) comple´tant
l'article 19 de la nouvelle loi communale, n°606/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
15. Proposition de loi (M. Hugo Coveliers) modifiant la loi
du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les e´tablissements
de jeux de hasard et la protection des joueurs, n° 618/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
16. Proposition de loi (MM. Geert Bourgeois et Karel Van
Hoorebeke) modifiant l'article 276 du Code civil, n° 619/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
17. Proposition de loi (MM. Geert Bourgeois et Karel Van
Hoorebeke) modifiant l'article 307bis du Code civil,
n° 620/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
18. Proposition de loi (MM. Hugo Coveliers, Jef Taver-
nier, Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Fred Erd-
man et Claude Desmedt) modifiant certains articles du
Code judiciaire, de la loi du 22de´cembre1998 modifiant
certaines dispositions de la partie II du Code judiciaire
concernant le Conseil supe´rieur de la Justice, la nomi-
nation et la de´signation de magistrats et instaurant un
syste`me d'e´valuation pour les magistrats et la loi du
15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matie`re
judiciaire, n° 622/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
50
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
19. Wetsvoorstel (de dames Greta D'Hondt en Trees
Pieters)
inzake
administratieve
vereenvoudiging,
nr. 621/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Toelating tot drukken
Rgt art 64-2
1. Wetsvoorstel (de heren Yves Leterme en Jo Vandeur-
zen) tot invoeging van de artikelen 164 en 195ter in het
Wetboek van strafvordering, nr.608/1.
2. Wetsvoorstel (de dames Trees Pieters en Greta
D'Hondt) tot invoering van een uniek identificatienummer
voor niet-natuurlijke personen, nr. 609/1.
3. Wetsvoorstel (de heer Gerolf Annemans) tot wijziging,
wat de vergoeding van de geneesheren en kandidaat-
geneesheren in de spoedgevallendienst betreft, van ar-
tikel 130 van de gecoo¨rdineerde wet van 7 augustus
1987 op de ziekenhuizen, nr.616/1.
4. Wetsvoorstel (de heer Georges Lenssen) tot wijziging
van artikel 12 van de wet van 29juni1975 betreffende de
handelsvestigingen, nr.617/1.
5. Wetsvoorstel (de heer Hugo Coveliers) tot wijziging
van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de
kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers,
nr.618/1.
6. Wetsvoorstel (de heren Geert Bourgeois en Karel Van
Hoorebeke) tot wijziging van artikel 276 van het Burgerlijk
Wetboek, nr.619/1.
7. Wetsvoorstel (de heren Geert Bourgeois en Karel Van
Hoorebeke) tot wijziging van artikel307bis van het Bur-
gerlijk Wetboek, nr.620/1.
8. Voorstel van resolutie (de dames Greta D'Hondt en
Trees Pieters) inzake administratieve vereenvoudiging,
nr.621/1.
9. Wetsvoorstel (de heren Hugo Coveliers, Jef Tavernier,
Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Fred Erdman en
Claude Desmedt) tot wijziging van sommige artikelen van
het Gerechtelijk Wetboek, van de wet van 22 december
1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II
van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge
Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van
magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem
en van de wet van 15juni1935 op het gebruik der talen in
gerechtszaken, nr.622/1.
10. Wetsvoorstel (de heren Dirk Pieters en Yves Le-
terme) tot wijziging van artikel 20 van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992, nr.623/1.
19. Proposition de re´solution (Mmes Greta D'Hondt et
Trees Pieters) relative a` la simplification administrative,
n° 621/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
Autorisation d'impression
Rgt art 64-2
1. Proposition de loi (MM. Yves Leterme et Jo Vandeur-
zen) inse´rant les articles 164 et 195ter dans le Code
d'instruction criminelle, n° 608/1.
2. Proposition de loi (Mmes Trees Pieters et Greta
D'Hondt) instaurant un nume´ro d'identification unique
des personnes non physiques, n°609/1.
3. Proposition de loi (M. Gerolf Annemans) modifiant, en
ce qui concerne la re´mune´ration des me´decins et
candidats-me´decins des services d'urgence, l'article 130
de la loi sur les ho^pitaux, coordonne´e le 7 aou^t 1987,
n°616/1.
4. Proposition de loi (M. Georges Lenssen) modifiant
l'article 12 de la loi du 29 juin 1975 relative aux implan-
tations commerciales, n°617/1.
5. Proposition de loi (M. Hugo Coveliers) modifiant la loi
du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les e´tablissements
de jeux de hasard et la protection des joueurs, n°618/1.
6. Proposition de loi (MM. Geert Bourgeois et Karel Van
Hoorebeke) modifiant l'article 276 du Code civil, n°619/1.
7. Proposition de loi (MM. Geert Bourgeois et Karel Van
Hoorebeke) modifiant l'article 307bis du Code civil,
n°620/1.
8. Proposition de re´solution (Mmes Greta D'Hondt et
Trees Pieters) relative a` la simplification administrative,
n°621/1.
9. Proposition de loi (MM. Hugo Coveliers, Jef Tavernier,
Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Fred Erdman et
Claude Desmedt) modifiant certains articles du Code
judiciaire, de la loi du 22de´cembre1998 modifiant certai-
nes dispositions de la partie II du Code judiciaire concer-
nant le Conseil supe´rieur de la Justice, la nomination et la
de´signation de magistrats et instaurant un syste`me d'e´-
valuation pour les magistrats et la loi du 15 juin 1935
concernant l'emploi des langues en matie`re judiciaire,
n°622/1.
10. Proposition de loi (MM. Dirk Pieters et Yves Leterme)
modifiant l'article 20 du Code des impo^ts sur les revenus
1992, n°623/1.
HA 50
PLEN 054
51
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
11. Voorstel van verklaring (mevrouw Jacqueline Herzet)
tot herziening van de artikelen 99 en 104 van de Grond-
wet met het oog op de invoeging van nieuwe bepalingen
die ertoe strekken een evenwichtige vertegenwoordiging
van vrouwen en mannen te waarborgen, nr.624/1.
12. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten) tot
wijziging van de artikelen 30 en 34 van de wet van
1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalin-
gen, nr.625/1.
13. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten) tot
wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende
fiscale en andere bepalingen, nr.626/1.
Ingetrokken
De heren Charles Michel en Jean-Paul Moerman delen
mee dat zij hun wetsvoorstel tot verlening van strafrech-
telijke immuniteit aan spijtoptanten in het raam van de
strijd tegen de georganiseerde misdaad (nr. 463/1)
intrekken.
11. Proposition de de´claration (Mme Jacqueline Herzet)
de re´vision des articles 99 et 104 de la Constitution en
vue d'inse´rer des dispositions nouvelles visant a` assurer
une repre´sentation e´quilibre´e des femmes et des hom-
mes, n°624/1.
12. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten) modi-
fiant les articles 30 et 34 de la loi du 1eraou^t1985 portant
des mesures fiscales et autres, n°625/1.
13. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten) modi-
fiant la loi du 1
er
aou^t 1985 portant des mesures fiscales
et autres, n°626/1.
Retrait
MM. Charles Michel et Jean-Paul Moerman font savoir
qu'ils retirent leur proposition de loi accordant aux repen-
tis une immunite´ pe´nale dans le cadre de la lutte contre
le crime organise´ (n°463/1).
52
HA 50
PLEN 054
04-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
DONDERDAG 4 MEI 2000
JEUDI 4 MAI 2000
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIE
Verslag
Volgend verslag werd ingediend :
namens de commissie voor de Sociale Zaken,
- door mevrouw Annemie Van de Casteele, over het
wetsvoorstel van mevrouw Greta D'Hondt en de heer Luc
Goutry tot wijziging van de gecoo¨rdineerde wet van
14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, wat de een-
vormige toepassing van de wetgeving in heel het land
betreft (nr. 326/2).
SENAAT
Overgezonden wetsontwerp
Bij brief van 3 mei 2000 zendt de Senaat over, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet-
gee¨voceerde wetsontwerp tot wijziging van de wet van
21 juni 1985 betreffende het onderwijs en de wet van
4 augustus 1986 tot regeling van de oppensioenstelling
van de leden van het onderwijzend personeel van het
universitair onderwijs en tot wijziging van andere bepa-
lingen van de onderwijswetgeving (nr. 405/5).
Ter kennisgeving
COMMISSION
Rapport
Le rapport suivant a e´te´ de´pose´ :
au nom de la commission des Affaires sociales,
- par Mme Annemie Van de Casteele, sur la proposition
de loi de Mme Greta D'Hondt et M. Luc Goutry modifiant
la loi relative a` l'assurance obligatoire soins de sante´ et
indemnite´s, coordonne´e le 14 juillet 1994, en ce qui
concerne l'application uniforme de la le´gislation dans tout
le pays (n°326/2).
SE
´ NAT
Projet de loi transmis
Par message du 3 mai 2000, le Se´nat transmet, en vue
de la sanction royale, le projet de loi modifiant la loi du
21 juin 1985 concernant l'enseignement et la loi du 4 aou^t
1986 re´glant la mise a` la retraite des membres du
personnel enseignant de l'enseignement universitaire et
modifiant d'autres dispositions de la le´gislation de
l'enseignement;
le
Se´nat
ne
l'ayant
pas
e´voque´
(n°405/5).
Pour information
HA 50
PLEN 054
53
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000