KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 190
CRIV 50 PLEN 190
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
18-12-2001 18-12-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Peter
Vanhoutte, Francis Van den Eynde
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Peter
Vanhoutte, Francis Van den Eynde
BEGROTINGEN
5
BUDGETS
5
Ontwerp van Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2002 (1447/1 tot 6 en 1446/1)
5
Projet de budget des Voies et Moyens pour
l'année budgétaire 2002 (1447/1 à 6 et 1446/1)
5
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2002 (1448/1 tot 38)
5
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2002 (1448/1 à 38)
5
- Wetsontwerp houdende tweede aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (1524/1 en 2)
5
- Projet de loi contenant le deuxième ajustement
du budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001 (1524/1 et 2)
5
Algemene bespreking
5
Discussion générale
5
Sprekers: Jef Tavernier, rapporteur, Dirk
Pieters,
Jean-Jacques Viseur, Danny
Pieters, Johan Vande Lanotte, vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie, Jef Tavernier, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van de PRL FDF
MCC-fractie, Hagen Goyvaerts, Thierry Giet,
Hugo Coveliers, voorzitter van de VLD-
fractie, Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, André Smets, Gérard Gobert,
Guido Tastenhoye, Magda Aelvoet, minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu, Trees Pieters
Orateurs: Jef Tavernier, rapporteur, Dirk
Pieters,
Jean-Jacques Viseur, Danny
Pieters, Johan Vande Lanotte, vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l' Économie sociale, Jef
Tavernier, Daniel Bacquelaine, président du
groupe PRL FDF MCC, Hagen Goyvaerts,
Thierry Giet, Hugo Coveliers, président du
groupe VLD, Yves Leterme, président du
groupe CD&V, André Smets, Gérard Gobert,
Guido Tastenhoye, Magda Aelvoet, ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement, Trees
Pieters
BIJLAGE
69
ANNEXE
69
MEDEDELINGEN
69
COMMUNICATIONS
69
COMMISSIES 69
COMMISSIONS
69
V
ERSLAGEN
69
R
APPORTS
69
REGERING 71
GOUVERNEMENT
71
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2001
71
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2001
71
REKENHOF
71
COUR DES COMPTES
71
O
PMERKINGEN
71
O
BSERVATIONS
71
B
OEKEN VAN OPMERKINGEN
71
C
AHIERS D
'
OBSERVATIONS
71
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DINSDAG
18
DECEMBER
2001
14:15 uur
______
du
MARDI
18
DÉCEMBRE
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Herman De Croo, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
François Bellot, Joos Wauters, wegens ziekte / pour raison de santé;
Bart Somers, ambtsplicht / devoirs de mandat
Arnold Van Aperen, wegens familieaangelegenheden/ pour raisons familiales;
Magda De Meyer, buitenslands / à l'étranger.
Georges Clerfayt, Raad van Europa / Conseil de l'Europe.
Voor de algemene bespreking van deze namiddag zijn de volgende sprekers ingeschreven: de heer Danny
Pieters, de heer Alfons Borginon, de heer Hugo Coveliers, de heer Dirk Pieters, de heer Hagen Goyvaerts,
de heer Guido Tastenhoye, monsieur Gérard Gobert, de heer Jef Tavernier, monsieur Daniel Bacquelaine
et monsieur Jean-Jacques Viseur.
01 Regeling van de werkzaamheden
01 Ordre des travaux
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
vorige donderdag 13
december
2001 heb ik nog een aantal
amendementen ingediend op de begroting. Ik heb gemerkt dat die
nog altijd niet aan de leden bezorgd zijn en ook nu niet op de tafels
liggen.
01.01 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Les membres
n'ont pas encore reçu mes
amendements au budget, déposés
jeudi dernier.
01.02 De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, dat klopt.
01.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
wil u vragen om die amendementen zo snel mogelijk ter beschikking
te stellen van de leden. Enkele van die amendementen zijn toch nogal
fundamenteel. Ik zou ze graag ook verdedigen. Hoe kan ik ze echter
verdedigen als ze nog niet eens aan de leden bezorgd zijn?
01.03 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je demande
instamment que ce soit fait dans
les plus brefs délais car je
souhaite bien entendu défendre
ces amendements.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.04 De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, ik heb uw project van
amendementen als u die amendementen bedoelt voor mij liggen
op bladzijde 170. Het gaat over amendementen met betrekking tot de
dotaties aan de koninklijke familie. Andere amendementen heb ik van
u niet ontvangen. Ik weet dus niet of u nog andere amendementen
hebt ingediend.
Over de genoemde amendementen heb ik geoordeeld dat de
verantwoording niet paste. Ik heb uw amendementen dus niet
ontvankelijk verklaard.
01.04 Le président: A la page
170, je vois des amendements
signés de votre main qui
concernent la dotation royale. Je
les ai déclarés irrecevables sur la
base de leur justification.
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, u
hebt mijn amendementen niet ontvankelijk verklaard?
01.05 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Vous avez
déclaré mes amendements
irrecevables!
01.06 De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, ik kan de verantwoording
van uw amendementen niet aanvaarden. Als u die verantwoording
intrekt, kunt u die amendementen indienen.
01.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
dat klinkt nieuw. Volgens mij zorgt u daarmee voor een precedent.
01.07 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Vous créez là
un précédent.
01.08 De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, artikel 5 van het
Reglement van de Kamer staat mij dat toe. Als u uw amendementen
indient met een andere verantwoording, zal ik ze opnieuw bekijken.
01.08 Le président: Je ne fais
qu'appliquer l'article 5 du
Règlement. Il vous est loisible de
justifier votre amendement
autrement.
01.09 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
kan het wetsvoorstel over het vrijwillig in disponibiliteit stellen van
bepaalde militairen in dienst bij de Belgische krijgsmacht in de
Bondsrepubliek Duitsland ook worden besproken?
01.09 Peter Vanhoutte (AGALEV-
ECOLO): Serait-il possible de
traiter, avant la fin de cette
semaine, la proposition de loi
1386/5 relative à la mise en
disponibilité volontaire de certains
militaires belges en service aux
forces belges en Allemagne et de
la mettre aux voix jeudi? Elle n'a
posé aucun problème en
commission.
01.10 De voorzitter: Mijnheer Vanhoutte, bedoelt u document
nr. 1386/5? Wilt u dat document ook nog aanstaande donderdag ter
stemming voorleggen?
01.11 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ja, mijnheer de
voorzitter.
01.12 De voorzitter: Zijn er zo nog andere voorstellen? Ik merk dat
nu blijkbaar de parlementaire zak gauw wordt leeggemaakt voor het
begin van het reces.
Mijnheer Vanhoutte, is uw genoemd voorstel zonder betwisting en
eenparig goedgekeurd in de bevoegde commissie?
01.13 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ja, mijnheer de
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
voorzitter.
01.14 De voorzitter: Kunnen wij daarover een consensus bereiken?
Ik zal het wetsvoorstel wellicht op de agenda van morgen zetten. Het
gaat om het vrijwillig in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen in
dienst bij de Belgische krijgsmacht in de Bondsrepubliek Duitsland,
document 1386/5. De verslaggever is de heer Goris. Ik kan dat
voorstel pas morgen op de agenda zetten. Is iedereen het eens met
die wijziging van de dagorde? (Instemming)
01.14 Le président:Y a-t-il des
objections? (Non)
La modification de l'ordre du jour est adoptée par assentiment.
De wijziging van de agenda wordt bij instemming aangenomen.
01.15 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, over de regeling van de werkzaamheden wil ik twee punten
zeggen.
Ten eerste, u beroept zich op artikel 5 van het Reglement van de
Kamer voor de weigering van de amendementen van de heer
Tastenhoye.
01.15 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Le président
refuse les amendements
Tastenhoye en se fondant sur
l'article 5 du Règlement. Nous
allons adapter notre justification et
redéposer ces amendements.
01.16 De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, ik heb gezegd dat ik
de verantwoording heb geweigerd, niet de amendementen zelf.
01.17 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, laat mij uitspreken. Wat voor ons moeilijk is, is dat wij dat
nu pas vernemen.
01.18 De voorzitter: Ik heb ze ook laat ontvangen.
01.19 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, u zult begrijpen dat wij ons het recht voorbehouden ze
opnieuw in te dienen. We zullen desnoods een minder genereuze
verantwoording schrijven.
01.20 De voorzitter: U hebt mij begrepen.
01.21 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik heb nog een tweede opmerking. Ik kom net uit de
commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen waar een wetsontwerp
behandeld werd betreffende de instemming met het besluit van 29
september van de Raad van de Europese Unie met betrekking tot het
stelsel van de eigen middelen van de Europese gemeenschappen.
Dat is niet echt onbelangrijk. Naar verluidt hebt u de toestemming
gegeven omdat dit urgent was. Ik heb daar geen probleem mee. Ik
wens echter in de plenaire vergadering te onderstrepen dat ik daar
moest protesteren omdat de meerderheid niet in aantal was. Ik moest
een stemming vragen om het quorum te laten nagaan. Uiteindelijk
bereikte men dat toch. Ten tweede, het is veel erger dat deze zaak is
besproken en goedgekeurd in afwezigheid van de regering. De
regering werd vertegenwoordigd door de adjunct-kabinetschef van
Buitenlandse Zaken. Naar mijn mening kan men dit geen ernstig werk
meer noemen. Dat kan niet. Een adjunct-kabinetschef kan in theorie
zelfs het woord niet nemen in een commissie en draagt geen politieke
verantwoordelijkheid. Als het gaat om wetsontwerpen, is de minste
vereiste wel dat de regering aanwezig is. Als de minister van
Buitenlandse Zaken niet aanwezig kan zijn, zijn er twee
staatssecretarissen die verbonden zijn aan dit departement. Als zij
01.21 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Un projet
prétendument urgent a été
examiné et adopté en commission
des Relations extérieures alors
que le ministre n'était représenté
que par son chef de cabinet
adjoint. C'est inadmissible. Un
membre du gouvernement doit
être présent. Le président, M.
Chevalier, doit absolument y
veiller.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
ook niet aanwezig kunnen zijn, kunnen zij zich laten vervangen door
een andere minister. Ik wil er nu reeds op wijzen dat het niet door de
beugel kan dat de heer Chevalier ik noem een kat een kat en een
parlementslid een parlementslid zijn commissie laat functioneren en
wetsontwerpen laat goedkeuren zonder dat de regering erbij aanwezig
is. Binnenkort stuurt men ons in de commissie een derde klerk van
een of ander departement en zegt men dat de regering
vertegenwoordigd is en dat de commissie ermee akkoord gaat. Ik
moet een beroep doen op u als voorzitter van het Parlement om op
dat vlak orde op zaken te stellen.
01.22 De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, ik neem aan dat mijn
antwoord u tevreden zal stellen. Ik ben gedurende vier jaar in de
Senaat voorzitter geweest van de commissie voor de Buitenlandse
Zaken. Ik ben nooit aan een debat begonnen in afwezigheid van een
lid van de regering. Ik begrijp dat men het moeilijk heeft bij
Buitenlandse Zaken. Men moet afspraken maken. Als er echter een
belangrijk wetsontwerp aan de agenda staat, moet de commissie
ermee akkoord gaan dat iemand anders uitleg komt verschaffen.
Gewoonlijk worden deze zaken bij consensus geregeld.
01.22 Le président: Lorsque je
présidais la commission des
Relations extérieures du Sénat, j'ai
toujours exigé la présence d'un
ministre.
01.23 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik wil de vergadering niet ophouden maar als u het mij
toestaat, wil ik hier nog heel even op inpikken. Ik kan deze redenering
volgen als er iemand van de redering komt, om het even wie. Dit is
echter moeilijk aanvaardbaar. Ten tweede, wil ik er uw aandacht op
vestigen dat dit wetsontwerp bij mijn weten donderdag moet worden
goedgekeurd. Dat kan volgens mij niet.
01.23 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Un membre du
gouvernement doit donc être
présent. Il est question de mettre
ce projet de loi aux voix dès jeudi
prochain.
01.24 De voorzitter: Ik ben hier totnogtoe niet door gevat. Qui vivra,
verra.
01.25 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik moet erop aandringen dat dit opnieuw in de commissie
zou worden behandeld.
01.25 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je demande au
président de faire le nécessaire
pour le renvoyer en commission,
afin qu'il puisse y être examiné
dans des circonstances
appropriées.
01.26 De voorzitter: Dat zullen we op het gepaste moment zeggen.
Ik heb u mijn standpunt door mij eigen houding in de Senaat duidelijk
gemaakt.
01.27 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Bedankt.
01.28 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, u
hebt daarnet gezegd dat u de verantwoording van mijn amendement
waarmee ik kerstcadeautjes wil kopen voor de prinsjes en prinsesjes,
hebt verworpen. Wij zullen dit amendement straks opnieuw indienen.
01.28 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le président
rejette mon amendement
concernant l'achat de cadeaux de
Noël pour les princes et les
princesses. Je le représenterai
tout à l'heure avec une autre
justification.
01.29 De voorzitter: Dat is geen probleem. Ik heb niets tegen de
inhoud van het amendement maar ik meen dat u mij begrepen hebt.
01.29 Le président: Je n'ai rien
contre les textes proprement dits.
Vous m'avez compris.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
01.30 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
wij zullen de verantwoording aanpassen. Daarnaast waren er nog 4
amendementen ingediend.
01.30 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): J'avais par
ailleurs présenté quatre autres
amendements, dont trois jeudi
dernier et le quatrième hier matin.
01.31 De voorzitter: Ik heb die niet.
01.31 Le président: Je ne les ai
pas.
01.32 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik heb 3 van die
amendementen vorige week donderdag ingediend en het vierde
amendement heb ik gisterenochtend ingediend. Die amendementen
zijn blijkbaar nergens te bespeuren.
01.33 De voorzitter: Die amendementen zullen worden uitgedeeld,
het is een kwestie van nummering.
Begrotingen
Budgets
02 Ontwerp van Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 (1447/1 tot 6 en 1446/1)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 (1448/1 tot 38)
-
Wetsontwerp houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (1524/1 en 2)
02 Projet de budget des Voies et Moyens pour l'année budgétaire 2002 (1447/1 à 6 et 1446/1)
- Projet de budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2002 (1448/1 à 38)
- Projet de loi contenant le deuxième ajustement du budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001 (1524/1 et 2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 Jef Tavernier, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, het is
duidelijk dat niet de rapporteur, maar wel het verslag belangrijk is. Ik
wil heel beknopt de onderwerpen overlopen die ter sprake zijn
gekomen tijdens de bespreking van zowel de rijksmiddelenbegroting
voor het begrotingsjaar 2002, het ontwerp van algemene
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 als het wetsontwerp
houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting
van het begrotingsjaar 2001.
De bespreking in commissie begon met wat ik de traditionele
uiteenzettingen van zowel de minister van Begroting als de minister
van Financiën zou durven noemen. Beiden hebben het macro-
economisch kader geschetst waarin de begroting 2002 moet worden
bekeken. De minister van Begroting behandelde dit uiteraard wat
ruimer en beklemtoonde de uitgangspunten, terwijl de minister van
Financiën iets meer aandacht had voor de ontvangsten.
In de algemene bespreking kwamen slechts 9 leden aan het woord:
de heren Pieters, Viseur, Goyvaerts, Chabot, Van Campenhout,
Desimpel, Borginon, Gobert en ikzelf. De meest omvangrijke
uiteenzetting werd gehouden door de heer Pieters die de zaak in een
historisch perspectief plaatste. Hij had het over de evoluties vanuit het
02.01 Jef Tavernier, rapporteur:
L'examen en commission a
commencé par l'exposé des
ministres du Budget et des
Finances, qui ont esquissé le
contexte macro-économique. Neuf
membres seulement sont
intervenus dans la discussion. M.
Pieters a évoqué le cadre
historique et les prévisions de
croissance imprudentes retenues
lors de la confection du budget de
2002. Il a ensuite posé des
questions sur la vente des
entreprises publiques. Les
questions des autres membres ont
porté sur les prévisions
économiques dont ils craignent
qu'elles manquent de prudence.
Seul M. Chabot s'est montré
quelque peu plus optimiste,
estimant
que la croissance
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
verleden, de intrestlasten en uiteraard over het volgens hem
onorthodox budgettair beleid van de jongste jaren. Daarbij gaf hij de
nodige commentaar op de begroting 2001 en had hij het onder andere
ook over de onvoorzichtige groeiprognoses die door de regering
werden gehanteerd bij het opstellen van de begroting 2002.
Meer specifiek stelde hij ook een aantal vragen over de verkoop van
overheidsgebouwen en over de financieringsmechanismen van het
Gewestelijk ExpressNet. De heer Viseur stelde vragen inzake de
correctheid en accuraatheid van de schattingen van de economische
groei. Hij had het ook over de hervorming van de
vennootschapsbelasting en nog over het Zilverfonds. Dezelfde
thema's, zij het met eigen klemtonen en een eigen benadering,
werden zowat herhaald en hernomen door andere sprekers. Telkens
rezen dus vragen rond de economische prognoses, waarbij de
meeste leden zich voor de toekomst voorzichtig opstelden. Zij
dachten dat wij toch wel voorzichtig moesten zijn met de uitgaven. De
enige die misschien niet uit de band sprong maar toch wel een andere
toon zette, was de heer Chabot. Hij hoopte of ging ervan uit dat de
economische toestand en groei in 2002 misschien wel beter zouden
kunnen zijn dan de 1,3% die door de regering werd vooropgesteld. Hij
verheugde zich reeds op wat hij leuke verrassingen noemde.
Andere thema's die ter sprake kwamen waren onder andere de
doorgevoerde politiehervorming. Daarbij stelde de heer Van
Campenhout vast dat dit in de grootste stad van Vlaanderen eigenlijk
geen echte meerkosten voor de Antwerpse inwoners zou betekenen.
Hij dacht dat de belastingverlaging die op federaal niveau zou worden
doorgevoerd, ook ten volle zou doorstromen naar de inwoners van die
belangrijke stad. De heer Desimpel had het meer specifiek over de
vennootschapsbelasting en de hervorming die in het vooruitzicht werd
gesteld. Hij pleitte voor vrijstelling van de gereserveerde winsten. Ook
heel specifiek had de heer Borginon het over de weerslag van het
Lambermont-akkoord op de federale overheid en de dotaties aan
gewesten en gemeenschappen. Hij stelde nogal wat vragen ter
verduidelijking aan de minister van Begroting. De heer Gobert had het
verder over de vernieuwde begrotingsstructuur, vooral in verband met
kredieten die werden opgenomen voor de federale overheidsdiensten.
Uiteraard volgde op al die uiteenzettingen een uitvoerig antwoord,
hoofdzakelijk van de minister van Begroting. Hij gaf een aantal
antwoorden op de opmerkingen van het Rekenhof, ging de discussie
aan over de onzekere economische toestand en discussieerde over
de langetermijnevolutie van de begroting van de uitgaven. Ook had hij
het over de inflatie en gaf hij verduidelijking over op het eerste gezicht
tegenstrijdige cijfers die door hem op verschillende momenten werden
gegeven. Verder werd er nog gesproken over het Zilverfonds, over de
problematiek van Sabena, over de verkoop van overheidsgebouwen
en over de vertraging bij de uitvoering van de staatshervorming.
Naast de algemene bespreking van de begroting waren er natuurlijk
nog de specifieke besprekingen van de diverse departementen. In de
commissie voor de Financiën kwam meer bepaald de sectie over
financiën en over de rijksschuld ter sprake. Daarbij werd gesteld dat
de schuldratio inderdaad lichtjes hoger ligt dan in het scenario uit het
stabiliteitsprogramma 2001-2005.
Meer uitvoerig werd ingegaan op de problematiek van de aanpassing
pourrait être supérieure à la
prévision de 1,3 pour cent du
gouvernement. M. Desimpel a
évoqué l'impôt des sociétés.
M. Borginon a attiré l'attention sur
les incidences de l'accord du
Lambermont et a réclamé des
éclaircissements au ministre du
Budget. Un membre a ensuite
demandé des précisions sur la
structure du budget. Le ministre du
Budget a conclu par une réponse
détaillée à toutes ces questions.
Outre l'examen général du budget,
les différents départements ont été
abordés. La commission des
Finances a examiné la dette
publique. Elle a constaté que le
ratio de la dette était supérieur aux
prévisions du programme de
stabilité 2001-2005. Elle a traité de
l'aménagement des tableaux en
matière de précompte
professionnel. Elle a également
traité de la réforme fiscale de 2002
et de ses perspectives à long
terme. Elle a ensuite porté son
attention sur la réforme de l'impôt
des sociétés.
Dans le cadre de la deuxième
adaptation du budget des
dépenses générales de 2001,
nous avons entendu un exposé
sur la croissance économique de
l'année 2001, qui fut décevante.
Aucune question supplémentaire
n'a été posée en commission des
Finances concernant les rapports
sur les budgets des autres
commissions. La discussion a
donc rapidement pu être clôturée.
Le budget des voies et moyens
2002 a été adopté par 8 voix
contre 4. Le budget général des
dépenses 2002 a été approuvé par
8 voix contre 3. Le projet de loi
portant le deuxième ajustement du
budget général des dépenses de
l'année budgétaire 2001 a été
approuvé par 8 voix et 3
abstentions.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
van de tabellen van de bedrijfsvoorheffing. Bij de invoering daarvan
werd dieper ingegaan op de belastingshervorming 2002 en uiteraard
ook op de langetermijnperspectieven. De belastingshervorming stopt
immers niet in het jaar 2002, mijnheer Leterme, maar loopt over
verschillende legislaturen. Dit kwam, naast de hervorming van de
vennootschapbelasting, ter sprake.
Bij de discussie over de tweede aanpassing van de algemene
uitgavenbegroting voor het jaar 2001 hadden wij nog een bijkomende
uiteenzetting over de economische groei in het jaar 2001 met als
gevolg daarvan de tegenvallende ontvangsten van de BTW en de
voorafbetaling, de stijging van de uitgaven voor het RIZIV en het
vroeger dan oorspronkelijk verwachte overschrijden van de spilindex.
Daarna ontvingen wij in de commissie voor de Financiën de verslagen
van de verschillende commissies over de bespreking van hun eigen
begrotingsonderdelen. In de commissie voor de Financiën werden
daarover geen bijkomende vragen gesteld, zodat de bespreking vrij
snel was afgerond.
De rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 werd
goedgekeurd met 8 stemmen voor en 4
stemmen tegen. De
algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 werd
goedgekeurd met 8 stemmen voor en 3 stemmen tegen.
Ik moet daarbij wel opmerken dat in de tabellen een technische fout is
geslopen: op een bepaald moment werd namelijk een amendement
aanvaard voor de vermindering van onder andere de dotatie voor de
Kamer. Er wordt echter gesproken over een verlaging tot 90.522 euro.
Het moet duidelijk zijn dat het hier een verlaging tot 90.522.000 euro
betreft. Wij kunnen deze Kamer uiteraard niet de nodige kredieten
onthouden. Vandaar deze technische correctie.
Het wetsontwerp houdende de tweede aanpassing van de algemene
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 werd goedgekeurd
met 8 stemmen voor en 3 onthoudingen.
02.02 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, ik dank de rapporteur voor zowel zijn
mondelinge toelichting als zijn uitstekend schriftelijk verslag. Verder
dank ik ook de diensten van de Kamer voor hun uitmuntend werk.
Tijdens deze algemene bespreking zal ik hoofdzakelijk ingaan op de
krachtlijnen van het budgettair beleid, terwijl de andere collega's van
mijn fractie in de loop van de volgende dagen zullen interveniëren
inzake de sociaal economische toestand en de departementale
begrotingen en beleidsnota's.
Het uitgangspunt van mijn betoog is de wijze waarop eerste minister
Verhofstadt over de begroting spreekt, in die zin dat hij de neiging
heeft zich triomfalistisch uit te spreken over de historische
begrotingsresultaten wanneer hij een analyse maakt van de
begrotingsjaren 2000 en 2001 en vooruitblikt naar het budgettair jaar
2002. Vorige zondag nog, zei hij in een televisie-uitzending dat het
zich nog nooit had voorgedaan dat een regering drie jaar na elkaar de
begroting helemaal in orde houdt en uiteraard voegde hij het adjectief
historisch eraan toe. Men rekent erop om voor 2000, 2001 en 2002
een begrotingsevenwicht te realiseren.
02.02 Dirk Pieters (CD&V): Le
premier ministre, M. Verhofstadt,
s'exprime constamment en propos
triomphalistes sur les équilibres
budgétaires 2000, 2001 et 2002. Il
donne ainsi l'impression de
respecter une orthodoxie
budgétaire mais cette impression
est fausse car il reste muet sur la
nécessité de poursuivre le
démantèlement de la dette. Si
l'équilibre budgétaire est atteint
l'année prochaine, il ne s'agira
nullement d'un événement
historique mais bien d'une
réduction laxiste de l'excédent
initialement prévu.
Sous ce gouvernement, le solde
primaire recule chaque année de
0,4% du PIB alors que sous le
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Door te focussen op het begrotingsevenwicht schept de premier het
beeld daarin is hij zeer goed alsof een orthodox begrotingsbeleid
wordt gevoerd, daarbij inspelend op het vermoeden van de bevolking
dat de financiën wel goed zullen zijn beheerd wanneer de uitgaven de
ontvangsten niet overtreffen. Alsof de tering naar de nering wordt
gezet.
Alzo ontloopt de eerste minister het ware begrotingsdebat en
camoufleert hij waarover het ten gronde moet gaan, met name het
noodzakelijk aan te houden tempo van de verdere schuldafbouw. Dat
is het essentieel probleem. Dit tempo wordt tegenwoordig in België
niet meer aangehouden. De begrotingsdoelstellingen van het
stabiliteitspact worden verlaten, de lat wordt lager gelegd alzo kan
men er gemakkelijker over en de schuldafbouw wordt vertraagd.
Het is geenszins zeker of het begrotingsevenwicht in 2001 en 2002
zal worden behaald, maar zelfs al mocht het worden bereikt, dan kan
nog niet worden gezegd dat dit een historische realisatie is.
Integendeel, het bereiken van een begrotingsevenwicht is veeleer het
resultaat van een lakser begrotingsbeleid, aangezien de
doelstellingen van het stabiliteitspact 2001-2005 en de doelstellingen
conform de aanbevelingen van de Hoge Raad voor Financiën
ambitieuzer waren en in een overschot voorzagen.
Het historisch karakter van de regering Verhofstdt-Vande Lanotte
inzake de begrotingen is precies dat er zich een trendbreuk voordoet
ten opzichte van de regering Dehaene-Van Rompuy in de zin dat de
schuldafbouw tegen een trager tempo verloopt.
Ik zal aantonen dat tussen 1999 en 2003 het primair saldo het
begrotingsresultaat exclusief de rentelasten en gezuiverd van de
conjunctuureffecten jaarlijks met 0,4 van het BBP verslechtert,
terwijl het tussen 1993 en 1999 jaarlijks met 0,8% van het BBP
verbeterde. De woorden historische trendbreuk zijn aldus effectief op
hun plaats.
Bovendien wordt het macro-economisch begrotingsbeleid niet efficiënt
gevoerd. Tijdens de hoogconjunctuur van 1999 tot midden-2001,
werden veeleer expansieve impulsen gegeven, terwijl deze
begrotingscontrole vanaf begin 2002 noodgedwongen aanleiding zal
geven tot bijsturingen terwijl de reële groei naar stagnatie neigt. Met
andere woorden, het begrotingsbeleid is veeleer procyclisch dan
anticyclisch en wellicht is dat de reden waarom het IMF, vanuit een
macro-economische redenering, de lakse begrotingsdoelstellingen
voor 2002 nog kan aanvaarden.
Velen vragen zich wellicht af hoe een begrotingsbeleid laks kan
worden genoemd, wanneer de uitgaven de ontvangsten niet
overtreffen.
De regering speelt daarop in en ook in de contacten met de burger is
de kwestie niet gemakkelijk uit te leggen. Nochtans is het antwoord
niet zo moeilijk. Als de daling van de rentelasten niet wordt gebruikt
om het begrotingsresultaat te verbeteren, maar wel om de stijging van
de andere, primaire uitgaven mogelijk te maken, dan kan het
begrotingsresultaat ongewijzigd blijven. Dit ongewijzigd resultaat
verbergt wel dat het niet-rentelastendeficit of primair saldo is
gouvernement Dehaene, le solde
primaire affichait chaque année
une amélioration de 0,8%. Voilà le
véritable événement historique!
Du point de vue macro-
économique, la politique
budgétaire du gouvernement est
particulièrement inefficace dans la
mesure où elle ne tient pas
correctement compte de
l'évolution conjoncturelle. Il est fait
un usage à courte vue de la baisse
de la charge d'intérêts pour faire
face à l'augmentation des
dépenses primaires.
Je pensais que tous les experts en
droit budgétaire étaient convaincus
depuis longtemps de la nécessité
de démanteler rapidement la dette
de l'Etat. En 2000, la Belgique
avait toujours une dette de 111 %
de son PIB (contre 70 en moyenne
% dans la zone euro), ce qui a
engendré des charges d'intérêts
de 6,6 % du PIB (contre 3,9 %
dans l'UE). C'est la raison pour
laquelle la Belgique a un taux
relativement élevé de
prélèvements publics (49 % du
PIB) et des dépenses primaires
peu élevées (41,8 % du PIB).
Les Belges paient plus d'impôts
alors que les pouvoirs publics
dépensent moins. En se
concentrant sur le démantèlement
de la dette, on dégage des marges
qui autorisent à réduire la pression
fiscale et à accroître les dépenses
et qui permettent aussi de pallier
plus facilement le vieillissement de
la population car, entre 2000 et
2030, le nombre de pensionnés
augmentera de 40%. Le coût
budgétaire de ce vieillissement
augmentera de 3,4 % du PIB entre
2010 et 2030. Le fonds de
vieillissement ne pourra procéder
à des dépenses qu'à partir de
2010 et pour autant que le ratio de
la dette reste inférieur à 60 %.
Selon le pacte de stabilité 2002-
2005, ce résultat ne sera pas
atteint avant 2012-2013. Le
ministre partage-t-il cette analyse?
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
verslechterd. Dat is nu gebeurd.
Collega's, alles staat of valt met de overtuiging van de noodzaak de
overheidsschuld snel af te bouwen. Ik ga hier kort op in. De grootheid
van de interestlasten op de overheidsschuld heeft twee
determinanten: het peil van de overheidsschuld en de rente die
daarop impliciet wordt betaald. In België liggen de interestlasten zeer
hoog. Ze vertegenwoordigden eind 2000 6,6% van het BBP tegen
3,9% als gemiddelde voor de Eurozone. Dit is vrijwel uitsluitend het
gevolg van de hoogte van de overheidsschuld, die eind 2000 volgens
de Europese Commissie uitkwam op 111,2% van het BBP, terwijl het
gemiddelde voor de Eurozone 70% bedroeg. De gemiddelde rente ligt
bij ons slechts een tikkeltje hoger dan in de andere landen van de
Eurozone. Daaraan ligt het dus niet.
Door het hoge peil van de overheidsschuld vallen de intrestlasten in
België zeer hoog uit. Deze intrestlasten oefenen een opwaartse druk
uit op de overheidsheffingen de belastingen en een neerwaartse
druk op de primaire uitgaven. Als wij België vergelijken met de andere
landen van de Eurozone, stellen wij vast dat de overheidsheffing in
België relatief hoog uitvalt. We spreken over 49% van het BBP
tegenover 47,5% in de zeven meest ontwikkelde landen van de
Eurozone. De primaire uitgaven komen, met 41,8% van het BBP
tegenover 44,6% voor de zeven meest ontwikkelde landen in de
Eurozone, op een lager niveau uit. De Belgen betalen dus aanzienlijk
meer belastingen, terwijl de overheid afgezien van de rentelasten
minder uitgeeft. Het hoge niveau van onze overheidsschuld leidt ertoe
dat men minder kan uitgeven en meer belastingen moet heffen. Met
andere woorden, focussen op schuldafbouw en orthodoxie creëert de
marges om de belastingdruk te verlagen en de uitgaven, inclusief de
broodnodige investeringen in het economisch potentieel, te verhogen.
Als wij de overheidsinvesteringen van België vergelijken met de
andere landen in de Eurozone, moeten wij immers ook op dat vlak
veeleer lage cijfers vaststellen.
Bovendien moeten op termijn de kosten van de vergrijzing worden
opgevangen. De budgettaire uitdaging, veroorzaakt door de extra
kosten die de vergrijzing vanaf 2010 met zich zal brengen, is enorm.
De cijfers zijn even indrukwekkend als afschrikwekkend. Tussen 2010
en 2030 zal door de combinatie van de babyboom van destijds en de
langere levensduur het aantal gepensioneerden toenemen met maar
liefst 800.000 eenheden. Tussen 2000 en 2030 zal het aantal
gepensioneerden in de private en openbare sector samen met 40%
toenemen. Volgens het planbureau zal het percentage van de
pensioenen in het BBP tussen 2010 en 2030 met 2,9% toenemen. De
totale budgettaire kosten van de vergrijzing, de pensioenen
inbegrepen, zullen in dezelfde tijdspanne stijgen met 3,4% van het
BBP.
In de Zilverfonds-wet, meer bepaald het artikel 30, wordt uitdrukkelijk
bepaald dat het fonds alleen uitgaven kan verrichten vanaf 2010, op
voorwaarde dat de schuldratio beneden de 60% ligt. Maar in de
aangepaste beleidsstrategie, waartoe de regering zich in het nieuwe
stabiliteitspact 2002-2005 verbindt, wordt dit pas in 2012-2013 bereikt.
Wie daaraan twijfelt, moet de grafiek op bladzijde 23 van het
stabiliteitsprogramma 2002-2005 maar eens raadplegen. In haar
eigen documenten erkent de regering dus reeds dat de schuld a ratio
van 60% slechts met twee tot drie jaar vertraging zal worden bereikt.
Gouverner, c'est prévoir. Le
démantèlement de la dette en
constitue un élément essentiel. Le
gouvernement actuel réduit
l'incidence positive des efforts
déployés par les gouvernements
précédents. En effet, sa politique
consiste à baisser les impôts et à
augmenter les dépenses, ce qui
hypothéquera les marges futures.
Le pacte de croissance et de
stabilité 2001-2005 prévoit un ratio
de la dette de 101,4% en 2002.
Mais dans le budget 2002, ce
paramètre est ramené à 103,7%.
Et selon nos estimations, nous
n'atteindrons qu'un ratio de 105,7
%.
En 1999, le solde primaire s'élevait
à 6,5% du PIB et, en 2002, il a
chuté à 5,5%. La baisse des
charges d'intérêt a donc été
compensée par une baisse du
solde primaire.
Dans le budget 2001, on a
enregistré une baisse des
prestations de 40 milliards de
francs par rapport au pacte de
stabilité. Dans le budget 2002,
cette somme se monte déjà à 50
milliards de francs. L'alimentation
du fonds de vieillissement n'a pas
encore été fixée pour 2002. On ne
voit pas clairement d'où doivent
venir les crédits destinés au fonds.
Le ministre du Budget a admis
qu'il y a eu de nombreux
glissements qui ont pour effet
d'améliorer artificiellement les
dépenses visibles en 2001 et 2002
alors que les dépenses invisibles
apparaîtront dans les budgets
ultérieurs.
Lorsque ce budget aura été
adopté, le ministre devra pour
ainsi dire s'atteler à la confection
d'un nouveau budget pour 2002
qui devra déjà être traduit lors du
contrôle budgétaire du mois de
janvier 2002. Nous sommes donc
appelés à nous prononcer
aujourd'hui sur un simulacre de
budget d'ores et déjà obsolète.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
De vorige regeringen stelden een snelle schuldafbouw voorop om de
op ons afkomende vergrijzing op te vangen en de marges te creëren
voor lagere belastingen in de toekomst. Dat was een duidelijke
beleidskeuze. Deze regering zwakte die ambitie af. Ik herinner me
hoe men bij de installatie van de regering het beeld schetste dat
vroeger alleen werd gesaneerd om te saneren, blind vanuit een
orthodoxie om normen te halen van 3%, 0% maar zonder visie,
zonder beleid. Nu was het ogenblik aangebroken waarop een beleid
zou worden gevoerd. Er zouden marges zijn voor
belastingverlagingen, voor uitgavenverhogingen. Men heeft de
ambities afgezwakt om zogezegd wat ruimte te hebben voor een
nieuw beleid: de belastingen verlagen, de uitgaven verhogen.
Hierdoor wordt en werd op de marges voor later ingeteerd. De
essentie van goed besturen is nochtans vooruitzien.
Vergeef me dat ik op dit punt blijf hameren. België behoort samen met
Italië en Griekenland tot de landen met een overheidsschuld van meer
dan 100%; in de eurozone bedraagt het gemiddelde 70%. Indien wij
nu het gemiddelde van de eurozone reeds zouden hebben bereikt,
indien onze schuld 70% zou zijn, dan zou dit betekenen dat wij
jaarlijks niet minder dan 300 miljard minder intrestlasten zouden
moeten betalen. Wie in deze context eraan twijfelt dat schuldafbouw
essentieel is en de absolute prioriteit moet zijn en blijven, kan ik niet
volgen.
Collega's, ik wens u tijdens deze algemene bespreking niet te
overdonderen met gedetailleerd cijfermateriaal. Ik verwijs daarvoor
naar het verslag, waarin effectief met gedetailleerd en veelvuldig
cijfermateriaal onze stelling werd onderbouwd. Vandaag laat ik echter
het bewijsmateriaal achterwege; het bevindt zich in het verlag, alsook
in een bijlage die ik aan de tekst toevoeg.
Toch wens ik enkele harde feiten naar voren brengen. Ten eerste, in
het groei- en stabiliteitspact 2001-2005, wordt voor 2002 een
overheidsschuldratio vooropgesteld van 101,4%. In de begroting 2002
is de doelstelling verlaagd tot 103,7%. Volgens onze raming zal
slechts een ratio van 105,7% worden gehaald, behoudens de
correcties die zullen moeten gebeuren in de begrotingscontrole.
Uiteraard zal dat wij hopen dat althans een beter cijfer opleveren.
Er bestaat dus geen twijfel over dat in de begroting 2002, de cijfers
van de regering zelf, wordt afgestapt van het groei- en stabiliteitspact
2001-2005. Trouwens het nieuwe stabiliteitsplan 2002-2005 illustreert
ook voor 2002 dezelfde beweging naar het lager leggen van de lat.
Het primair saldo, het budget exclusief rentelasten, bedroeg in 1999,
6,5% van het bruto binnenlands product. Terzake verwijs ik naar
bladzijde 281 van de Algemene Toelichting. Dit is in 2002 gedaald tot
een getal dat we niet als dusdanig in de Algemene Toelichting
terugvinden. Op bladzijde 69 wordt wel 6% vermeld, maar toen was
men nog in de veronderstelling dat aan het stabiliteitspact werd
vastgehouden.
Mijnheer de voorzitter, op pagina 69 vinden wij het cijfer terug van 6%.
Het werd berekend in de veronderstelling dat er werd vastgehouden
aan het stabiliteitspact, met dus een te verwachten vorderingensaldo
van 0,3%. Volgens onze berekeningen bedraagt het primair saldo in
La détérioration du solde primaire
entre 1999 et 2002 est apparue au
cours d'une période de haute
conjoncture économique. Les
soldes corrigés des variations
conjoncturelles permettent de
comparer la politique actuelle à
celle des deux dernières
décennies. Les soldes primaires
ainsi corrigés, c'est-à-dire les
recettes totales réduites des
dépenses hors charges d'intérêts,
sont les plus indiqués pour
procéder à cette comparaison. Au
cours de la période 1982-1987,
période de redressement socio-
économique, le solde corrigé s'est
bonifié en moyenne de quelque
1,9 pour cent du PIB. Cette
période était caractérisée par une
politique d'orthodoxie budgétaire.
La période 1988-1992 a été celle
du statu quo. Au cours des années
1993-1998 des efforts
d'assainissement budgétaire ont
été déployés sur la base des
critères de Maastricht. Le solde
primaire corrigé s'est alors
amélioré de 0,8 pour cent du PIB
en moyenne.
Lorsque M. Verhofstadt a pris les
commandes en 1999, un
changement de cap s'est opéré
dans la politique budgétaire. En
moyenne, on a observé chaque
année une détérioration de 0,4
pour cent du PIB. L'avantage
généré par la diminution des
charges d'intérêt a été
complètement englouti. De même,
le solde primaire a régressé
chaque année et devrait même
passer sous la barre des 6 pour
cent censés garantir une
diminution rapide de la dette
publique au niveau des 60 pour
cent. Les budgets du
gouvernement Verhofstadt sont
les plus mauvais depuis vingt ans.
Le changement de tendance de la
coalition arc-en-ciel risque de nous
coûter cher si nous ne réagissons
pas. Le contrôle budgétaire offre
une première occasion de
redresser la barre et de limiter les
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
2002 echter 5,5%, wat neerkomt op een verslechtering van 1% tussen
1999 en 2002. Dat leidt niet tot een slechter begrotingsresultaat,
omdat de rentelasten dalen van 7,1% in 1999 naar 6,1% in 2002. Die
cijfers zijn terug te vinden in de Algemene Toelichting voor 1999 op
pagina 277 en voor 2002 op pagina 276. De daling van de rentelasten
werd, met andere woorden, gecompenseerd door een daling van het
primair saldo. De regering heeft de daling van de rentelasten gebruikt
om minder te ontvangen en/of meer uit te geven, in plaats van, zoals
ik heb betoogd, het primair saldo aan te houden op 6,5% en de
gedaalde rentelasten integraal naar de schuldafbouw te kanaliseren.
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste ondervoorzitter.
dégâts. Il faut se fonder sur des
hypothèses de croissance
extrêmement prudentes, donner
réellement forme au Fonds de
vieillissement et maîtriser les
dépenses, sans pour autant
chercher refuge dans des
mesures ad hoc, comme la vente
du patrimoine public. Maîtrisez les
dépenses, ni plus ni moins!
Président: Jean-Pol Henry, premier vice-président.
Ik zal nu een vergelijking maken tussen de begrotingsresultaten voor
2001 en 2002 en het oorspronkelijke stabiliteitspact en voeg de tekst
in bijlage toe, die ik tevens aan de minister bezorg. Daaruit blijkt dat
het resultaat van de begroting 2001 minstens 40 miljard Belgische
frank slechter uitvalt, terwijl dat voor de begroting 2002 minstens 50
miljard frank is. In de begrotingsdoelstelling voor 2002 wordt tevens
rekening gehouden met de middelen van het Zilverfonds, terwijl de
begrotingsdoelstelling van de tweede begrotingscontrole 2001
exclusief het Zilverfonds werd berekend. In feite wordt veeleer op een
verdoken tekort van 0,2% gemikt dan op een evenwicht.
Hoe het Zilverfonds in 2002 zal worden gestijfd, wordt nog niet
concreet vastgelegd. De opbrengsten die het Zilverfonds met
minstens 25 miljard frank moeten stijven, zijn nog niet bekend. We
zouden het zeker op prijs stellen indien de minister van Financiën in
plenaire vergadering de financiering van het Zilverfonds voor 2001 en
2002 nader toelicht, zowel wat de alimentatie ervan betreft als de
weerslag op het vorderingensaldo.
Bij de opmaak van de begrotingen 2001 en 2002 wordt voor
respectievelijk 9 en 19 miljard frank opbrengsten van de verkoop van
een deel van het overheidspatrimonium ingeschreven. Indien die
opbrengsten worden gehaald, verbetert het resultaat van de
begroting, maar niet op structurele wijze, integendeel. Die operaties
zullen latere begrotingen verzwaren ingevolge de aan te rekenen
huurgelden.
De minister van Begroting heeft in commissie zelf toegegeven ik
verwijs naar het verslag dat nogal wat verschuivingen zijn gebeurd
die de zichtbare uitgaven in 2001 en 2002 kunstmatig verbeteren,
terwijl de onzichtbare uitgaven pas in latere begrotingen zullen
verschijnen. Hij gaf daarbij het voorbeeld van De Post en dat van de
NMBS. Overigens, het bijblad Defensie voor 2001 behoeft nog een
grondigere toelichting.
Mijnheer de minister, wij voeren hier een virtueel en surrealistisch
debat. Wanneer de begroting donderdag, waarschijnlijk meerderheid
tegen minderheid wordt aangenomen, dan begint de minister van
Begroting aan een quasi nieuwe begroting voor 2002, die reeds in de
begrotingscontrole van begin januari 2002 haar beslag moet krijgen.
Ik weet niet of het ooit eerder is gebeurd dat het Parlement half
december een begroting goedkeurt, waarvan iedereen weet dat zij op
zand is gebouwd. Iedereen weet dat over enkele weken een nieuwe
begroting moet worden voorgelegd, omdat de hypotheses te
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
optimistisch en de doelstellingen te laks zijn. Eigenlijk wordt ons nu
gevraagd om ons uit te spreken over een nepbegroting.
Last but not least moet ook nog worden onderstreept dat de
verslechtering van het primair saldo tussen 1999 en 2002 zich heeft
voorgedaan in een periode van economische hoogconjunctuur.
Voor de jaren 1999-2002, noteren we een gemiddelde groei van het
BBP-volume van 2,35%. U kunt ook een ander getal nemen en de
periode beperken tot 2001, maar voor deze periode behalen we
globaal een groeiritme van vermoedelijk ongeveer 2,35%. Welnu, het
is interessant om in die context het thans gevoerde beleid af te wegen
tegen het begrotingsbeleid van de voorbije twee decennia. We doen
dit aan de hand van conjunctuurgezuiverde begrotingssaldi.
Iedereen die zich met publieke financiën bezighoudt, weet dat de
brutocijfers onvoldoende de oriëntatie van het budgettaire beleid
weerspiegelen, aangezien ze sterk worden beïnvloed door een aantal
factoren die buiten de
directe invloedsfeer van de
beleidsverantwoordelijken vallen. Het conjunctuurverloop hiervan is
de meest prominente factor. Een verbeterde conjunctuur doet
automatisch de ontvangsten toenemen, terwijl de uitgaven, behalve
deze die verband houden met de werkloosheid, er nauwelijks door
worden beïnvloed. In een hoogconjunctuur verwacht men een
spontane verbetering van het primaire saldo. Een opleving van de
conjunctuur verbetert op die manier automatisch de overheidssaldi en
een conjuncturele neergang betekent het omgekeerde. In een periode
van laagconjunctuur is het des te moeilijker om het primair saldo op
peil te houden, laat staan het te verbeteren. Het gevoerde
begrotingsbeleid wordt bij voorkeur getoetst aan de evolutie van de
conjunctuurgezuiverde saldi. Meest aangewezen zijn de
conjunctuurgezuiverde primaire saldi, met andere woorden, de totale
ontvangsten, min de uitgaven exclusief rentelasten, vermits algemeen
mag worden aangenomen dat de rentelasten, zeker op korte termijn,
als een exogene factor kunnen worden beschouwd. Een analyse van
de conjunctuurgezuiverde primaire saldi tijdens de periode 2001-2002
laat toe om het gevoerde budgettaire beleid gedurende de laatste
twee decennia in vier perioden onder te verdelen. De eerste periode,
1982-1987, is een periode van sociaal-economisch herstel, waarin het
conjunctuurgezuiverde saldo per jaar gemiddeld met 1,9% van het
Bruto Binnenlands Product verbeterde. Het was een tijd die werd
gekenmerkt door een orthodox begrotingsbeleid. Ondanks een
toename van de rentelasten met 2,3% van het BBP, noteerde men in
deze periode een verbetering van het globaal overheidstekort met
7,8% van het BBP. Dit heeft echter niet belet dat de
schuldontwikkeling zich fel heeft voortgezet.
In de tweede periode, 1988-1992, is er een status-quo. Er is geen
noemenswaardige verbetering van het primair saldo te noteren.
Conjunctuurgezuiverd ziet men zelfs een afkalving van het primair
saldo met 0,3% van het BBP per jaar. Tussen haakjes, toen deze
regering aantrad, en we voor het eerst over de begroting van deze
nieuwe regering konden debatteren, hebben we ervoor
gewaarschuwd niet in de fouten van de periode 1988-1992 te
vervallen. Ik vrees echter dat dit toch is gebeurd.
De jaren 1993-1998 vormen de volgende periode, die werd
gekenmerkt door budgettaire saneringsinspanningen, waarbij in de
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
aanloop tot deelname aan fase drie van de EMU, de Maastricht-
criteria het leidmotief vormden. Deze periode laat een gemiddelde
verbetering van het conjunctuurgezuiverd primair saldo optekenen
van 0,8% per jaar.
Dit brengt ons bij de laatste periode die aanvangt in 1999, de periode
waarin Verhofstadt het roer in handen neemt en het begrotingsbeleid
een trendbreuk kent. Er valt geen verbetering van het primair saldo
meer te noteren, integendeel. Volgens de recentste gegevens en
berekeningen is er conjunctuurgezuiverd zelfs gemiddeld elk jaar een
verslechtering van misschien wel 0,4% van het BBP te noteren.
De dalende intrestlasten, van 7,1% in 1999 naar 6,1% in 2002,
worden volledig opgesoupeerd. Het primair saldo kent een even groot
dalend verloop en zal in 2002 zelfs onder de 6% liggen. Die 6-
procentgrens werd destijds vooropgesteld als een waarborg voor een
voldoende snelle afbouw van de overheidsschuld in de richting van
60%. Het te pas en te onpas pochen met het, zogezegd, voor het
eerst in zovele jaren bereikte evenwicht inzake het vorderingensaldo
van de gezamenlijke overheid is eigenlijk geen doekje voor het
bloeden. De waarheid is dat de begrotingen van de regering-
Verhofstadt het slechtst scoren van alle begrotingen van de afgelopen
20 jaar.
Mijnheer de voorzitter, ik besluit. Alle indicatoren wijzen erop dat de
regering-Verhofstadt-Vande Lanotte in begrotingszaken inderdaad
een historische trendbreuk heeft veroorzaakt, maar dan wel een die
ons later zuur dreigt op te breken. De schade kan zeker nog worden
beperkt, maar dan is het nodig de trend opnieuw om te buigen. De
aanstaande begrotingscontrole biedt hiertoe een eerste gelegenheid,
zij het dat ze jammer genoeg het procyclisch effect zal versterken.
Mijnheer de minister, overtuig uw collega's. Steek als regering niet de
kop in het zand. Hanteer echt voorzichtige groeihypothesen. Draai uw
goudhamster geen rad voor de ogen en geef uw Zilverfonds een reële
invulling. Probeer niet met maatregelen ad hoc zoals de verkoop van
overheidspatrimonium de klus te klaren, terwijl u weet dat de
huurlasten ervan de toekomstige begrotingen zullen bezwaren.
Beheers echter de groei van de uitgaven, niet meer en niet minder.
02.03 Jean-Jacques Viseur (PSC): Monsieur le président, monsieur
le vice-premier ministre, chers collègues, l'exercice est évidemment
difficile, puisque chaque jour apporte un élément nouveau dans les
déterminants du budget. Par conséquent, nous parlons toujours du
budget comme s'il s'agissait d'une réalité, alors que de l'aveu même
du vice-premier ministre chargé du budget, l'élaboration réelle se fera
à partir du contrôle budgétaire de janvier prochain. C'est donc dire si
l'exercice auquel nous nous livrons aujourd'hui est par nature limité.
Je voudrais donc me concentrer sur quelques points qui me
paraissent essentiels quant à l'évolution budgétaire et à l'évolution de
la politique économique du pays.
Le premier point est plus que formel: il s'agit de l'abandon de la norme
du surplus primaire de 6% du PIB qui a, pendant quelques années,
été l'objectif avant d'être la raison d'être de la démarche budgétaire à
laquelle nous procédions.
02.03 Jean-Jacques Viseur
(PSC): De discussie van vandaag
strekt per definitie niet echt ver,
want de eigenlijke begroting zal
opgemaakt worden bij de
begrotingscontrole.
De norm van 6% van het primaire
overschot, waarvan nu wordt
afgestapt, had tot doel het
Europees stabiliteitspact na te
leven en rekening te houden met
de vergrijzing van de bevolking, en
moest het mogelijk maken een
aantal binnenlandse beleidslijnen
uit te stippelen.
Die norm was absoluut
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Rappelons que cette norme de surplus primaire de 6% poursuivait
tant des objectifs externes qu'internes. L'objectif externe était de
respecter complètement les critères fixés par le Pacte européen de
stabilité et de croissance, qui oblige les Etats membres de l'Union
européenne à présenter un solde budgétaire qui, à moyen terme, soit
en équilibre ou en excédent, c'est-à-dire qu'il sera structurellement en
équilibre. Cela signifie qu'il tiendra compte d'une marge de sécurité
suffisante pour résister aux retournements conjoncturels ainsi que du
ratio d'endettement public élevé et par extension de la vulnérabilité
aux variations de taux d'intérêt qui anticipe ces variations, élément
qui devrait permettre de construire une politique avec l'incidence
prévisible du vieillissement de la population.
A ces règles générales européennes qui ont amené la Belgique à se
fixer sur cette norme de surplus primaire de 6% correspondait
également un objectif interne: maîtriser la croissance réelle des
dépenses primaires afin de poursuivre la réduction des cotisations
sociales sur le travail qui contraignent le taux d'emploi, garantir la
durabilité de l'allégement fiscal, permettre la constitution progressive
d'une réserve destinée à assurer la viabilité des régimes de pension
légaux et financer la nécessaire modernisation de la Fonction
publique et des infrastructures économiques: réseaux de
télécommunication, mobilité, transports, recherche-développement,
etc.
Cette norme de surplus primaire exprimée en pourcentage du PIB
avait pour principal mérite de neutraliser complètement l'impact des
variations de la charge d'intérêt, alors que la dette publique était
largement supérieure à 100%, ainsi que l'impact des fluctuations du
taux de croissance. Elle évite aussi la double tentation procyclique
fatale de consommer les surplus en période de haute conjoncture et
de creuser les déficits en période de basse conjoncture.
La nécessité de cette norme de surplus primaire est d'autant plus
criante que, quelles que soient les théories retenues, en raison de
l'effet du choc démographique, les années 2010 à 2020 connaîtront
une augmentation importante du déficit public, et par conséquent le
retour à ces années difficiles pendant lesquelles il fallait à tout prix
tenter d'enrayer ce phénomène "boule de neige" qui auto-alimentait
les déficits publics.
A cet égard, il n'est pas inutile de rappeler que la différence entre le
maintien de l'équilibre budgétaire et la norme de solde primaire
conduit à des différences considérables. En effet, selon que l'on
estime le choc démographique à 2 ou à 5%, on s'aperçoit que dès
2015, si l'on se contente du maintien de l'équilibre budgétaire, la
remontée des déficits publics est assez rapide.
Elle aboutit, dès 2020, à un taux d'endettement de 100% du PIB pour
un choc démographique estimé à 2%. Le taux d'endettement grimpe
jusqu'à 120% si l'on prend en compte un choc démographique estimé
à 5% du PIB. Tandis qu'en maintenant la thèse et la norme du solde
primaire de 6%, on assiste, jusqu'en 2017, à une diminution du taux
d'endettement. La remontée de l'endettement des pouvoirs publics,
quant à elle, est beaucoup plus lente et n'atteint les 80% que vers
2027-2028.
Il n'est donc pas innocent d'abandonner la norme de surplus primaire
noodzakelijk, temeer daar de
impact van de rente op de
schuldenlast en de
schommelingen van de
economische groei erdoor
geneutraliseerd, en procyclische
ontsporingen verhoed werden. In
de periode 2010-2020 zullen de
overheidsfinanciën een aanzienlijk
tekort vertonen, en zullen we het
sneeuwbaleffect opnieuw onder
controle moeten zien te krijgen.
Het verschil tussen het vrijwaren
van het begrotingsevenwicht en
het respecteren van de norm met
betrekking tot het primaire saldo
leidt tot aanzienlijke verschillen,
afhankelijk van de demografische
evolutie van de bevolking, die
kunnen oplopen tot 2 à 5%.
In 2015 zal het tekort, afhankelijk
van de vergrijzing, min of meer
hoog opgelopen zijn, en als we de
norm niet respecteren zou de
schuld in 2020 al 100% van het
BBP kunnen bedragen.
Als we het primaire saldo op 6%
kunnen houden, zal de
schuldgraad teruglopen. De
overheidsschuld zal niet zo snel
meer aanzwellen, en we ramen ze
op 80% van het BBP in 2027-
2028. Als die norm evenwel
afgezworen wordt, dreigen we
door de conjunctuur vermalen te
worden en dreigt de overheid
tegen een tekort aan te kijken
waarvan de toekomstige
generaties de gevolgen zullen
moeten dragen.
Voorts zijn er een aantal
imponderabilia. Allereerst is er de
uitvoering van de begroting 2001,
die als uitgangspunt heeft gediend
voor de opmaak van de begroting
2002. Over 48 uur hebben we
uitsluitsel. We zullen zien hoe
hoog de voorafbetalingen voor het
vierde kwartaal 2001 zullen liggen.
De internationale context heeft een
vertrouwenscrisis veroorzaakt. De
recessie in de Verenigde Staten
heeft ook een weerslag op de
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
de 6%. C'est un des éléments qui, demain, peuvent nous ramener à
une période semblable à celle que l'on a connue dans les années
1970. L'abandon formel de cette norme ne nous met pas à l'abri des
accidents de conjoncture et nous en connaissons un pour le
moment , ni même de cette remontée du déficit des finances
publiques. Celui-ci n'affectera pas directement le gouvernement
actuel, ni même celui qui lui succédera; mais il pourrait réserver à la
génération suivante des lendemains très durs.
Le deuxième élément sur lequel je voudrais me pencher, ce sont les
incertitudes qui pèsent sur le budget, dont les principales peuvent se
résumer comme suit. Le premier problème réside dans l'exécution du
budget 2001. C'est un élément capital, étant la base de projection du
budget 2002. A cet égard, nous serons fixés dans quarante-huit
heures puisque c'est le 20
décembre que nous connaîtrons
l'importance des versements anticipés du quatrième trimestre de
l'année. Nous saurons à ce moment-là si le budget 2001 est ou non
en équilibre. C'est évidemment un élément important pour l'exécution
du budget 2002.
La deuxième incertitude découle de l'environnement international,
particulièrement trouble depuis quelques mois, qui s'est caractérisé
par une crise de confiance et une situation de récession aux Etats-
Unis. Cette situation se prolongera certainement durant le premier
trimestre 2002 et ne sera donc pas sans incidence sur l'Europe, et par
voie de conséquence sur la Belgique.
La troisième incertitude réside dans la propension des Belges à
épargner davantage en période de troubles. On a très clairement pu
remarquer l'augmentation du taux d'épargne en Belgique ces derniers
mois. Cela pourrait s'accroître avec la mise en circulation de l'euro et
la difficulté d'utilisation de la nouvelle monnaie. C'est un élément dont
il faut tenir compte. Le risque d'inflation paraît relativement faible,
mais à nouveau, l'apparition de l'euro et notre tendance naturelle à
arrondir les prix ne manqueront pas d'avoir des conséquences, aussi
immédiates que brutales, sur l'inflation.
Enfin, il reste un dernier élément, exogène à la Belgique: c'est la
question de savoir quelle sera, dans les semaines et les mois à venir,
la stratégie de l'OPEP en matière de fixation du prix du pétrole, dans
un contexte de grande instabilité au Proche-Orient. Je ne donnerai
qu'un seul exemple pour étayer mon propos: si demain, un obus tiré
par Israël tombait malheureusement sur l'immeuble occupé par M.
Arafat, il est clair que cela pourrait déclencher une série de réactions
brutales, influençant directement les prix du pétrole.
Ces incertitudes importantes porteront à conséquence. J'en veux pour
preuve l'évaluation des instituts de conjoncture à l'égard du taux de
croissance en 2002. Entre le taux de 1,3% retenu par le
gouvernement et celui de 0,6% préféré par la FEB, il y a une marge
importante, qui aura une influence directe sur l'exécution du budget.
A cet égard, une étude de la Banque nationale indique, par
comparaison aux crises précédentes des vingt dernières années, que
l'erreur de prévision en période de faible conjoncture est toujours
caractérisée, en valeur absolue, par une surestimation de la
croissance et est systématiquement plus élevée que l'erreur de
prévision en période de forte conjoncture. La Banque nationale
Europese en op de Belgische
situatie.
Derde onzekerheid, de tendens
om meer te sparen in crisistijd, wat
door de komst van de euro nog
kan worden aangewakkerd.
Het gevaar voor inflatie lijkt gering,
maar het is nog te vroeg om te
weten wat terzake het effect van
de euro zal zijn.
Voorts is het afwachten welke
strategie de OPEC inzake
olieprijzen in het licht van de
situatie in het Nabije Oosten zal
volgen.
De marge tussen de 0,6%
groeivooruitzichten van het VBO
en de groeiprognose van 1,3% van
de regering, is veelbetekenend.
Volgens de Nationale Bank zou
2002 gekenmerkt kunnen worden
door een zwakkere conjunctuur
dan deze die door de prognose-
instituten wordt voorspeld.
Het is alleszins duidelijk dat we
mijlenver van het beleid van de
goudhamster verwijderd zijn.
En dan is er de ontsporing van de
arbeidskosten waar de pers
gewag van heeft gemaakt. Die zou
2,2% bedragen ten opzichte van
onze voornaamste
handelspartners, namelijk
Frankrijk, Duitsland en Nederland.
Dat verschil zou voor de twee
komende jaren op 4% moeten
worden vastgesteld wat uiteraard
effecten sorteert op de
werkgelegenheid. De andere grote
pijler is die van het beheersen van
het concurrentievermogen van ons
land, wat vanuit het oogpunt van
de macro-economische regulering
essentieel is. De relatieve
arbeidskosten kunnen ook
gevolgen hebben voor de
verkoopprijzen. Als dat het geval
is, daalt de verkoop. Is dat niet het
geval, dan stijgt het
concurrentievermogen. Tussen
1960 en 2000 leidde de
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
conclut de la comparaison des crises de 1993 et de 1980 que l'année
2002 pourrait être caractérisée par une conjoncture plus faible que
celle anticipée par les prévisions des organisations internationales et
que le creux conjoncturel ne serait atteint qu'au troisième ou
quatrième trimestre 2002.
Pour rappel, le dernier sommet conjoncturel a été atteint au milieu de
l'an 2000, quelques mois après la formation du gouvernement. Nous
sommes actuellement dans une perspective où il faut considérer
qu'être pessimiste, c'est être réaliste. On peut se dire que gouverner,
c'est prévoir mais que, a fortiori, gouverner, c'est voir. L'aveuglement
semble volontaire. On est bien loin de la politique du hamster doré!
Le dérapage du coût du travail et ses conséquences sur la croissance
et l'emploi sont un autre élément dont on ne parle pas beaucoup mais
dont les conséquences seront certainement importantes dans les
prochains mois. La presse a récemment fait état d'un nouveau
dérapage du coût du travail en Belgique et au mois d'octobre dernier,
le Conseil central de l'économie, dans son rapport annuel, a déjà fait
état d'un dérapage de l'ordre de 1,2% par rapport à nos trois
principaux partenaires et concurrents: la France, l'Allemagne et les
Pays-Bas.
Des données plus récentes de l'OCDE conduisent à réestimer ce
dérapage et à le fixer à un taux de 2,4% pour les deux dernières
années. C'est une donnée essentielle pour le budget de l'année
prochaine. En effet, à côté de l'assainissement des finances
publiques et de la norme de 6% de surplus primaires, l'autre grand
pilier de notre politique a été et est la maîtrise de la compétitivité de la
Belgique. Après ce que notre pays a subi durant les années 70, ces
deux éléments sont devenus les préoccupations majeures des
pouvoirs publics en termes de régulation macro-économique.
En synthétisant, vu les liens entre compétitivité des entreprises,
croissance et emploi, le coût relatif du travail peut avoir des
répercussions sur les prix de vente ou ne pas en avoir. S'il en a, la
part de marché des entreprises belges diminue, entraînant une baisse
de la production et à terme, une diminution de l'emploi. S'il n'en a pas,
par contre, c'est la rentabilité qui s'effondre avec pour conséquences
la cessation d'activité et l'utilisation de l'investissement en capital et de
l'investissement de rationalisation, entraînant une baisse de l'emploi.
Le cercle vicieux!
En examinant le rapport entre le taux d'emploi et la part des salaires
dans la valeur ajoutée sur la période de 1960 à 2000, on se rend
compte que lorsque les salaires augmentent, c'est-à-dire lorsqu'il y a
dérapage, il y a immédiatement un rapport de diminution du taux
d'emploi. A partir de 1994, le taux d'emploi est effectivement remonté
de 70 à 76%.
La raison en est que, parallèlement, la part des salaires dans la valeur
ajoutée a été réduite et est passée de 74 à 70%. Nous constatons
que tout dérapage salarial et nous sommes en période de dérapage
salarial conjugué avec une moins-value des recettes publiques,
entraîne des conséquences sur l'emploi.
C'est d'autant plus préoccupant pour ces deux dernières années que,
d'après les analyses, les dérapages se sont concentrés dans deux
verhouding tussen de
tewerkstellingsgraad en het
aandeel van de lonen in de
toegevoegde waarde tot een
loonontsporing, met alle gevolgen
vandien op de
tewerkstellingsgraad.
De analyses tonen aan dat de
ontsporingen zich de jongste twee
jaar vooral hebben voorgedaan in
de sectoren van de dienstverlening
aan de ondernemingen, het
vervoer en de communicatie, ten
gevolge van het gebrek aan
arbeidskrachten.
Na een of twee trimesters zou het
concurrentievermogen kunnen
dalen, wat tot een vermindering
van de werkgelegenheid zal
leiden.
Uit deze begroting blijkt dat de
regering tweemaal heeft gefaald:
zij slaagt er niet in de norm van
6% van het primair overschot te
respecteren en kan evenmin de
ontsporing van de lonen in de
hand houden.
Men heeft de jongste twee jaar zo
vaak gezegd dat alles mogelijk zou
zijn, dat geen loonmatiging werd
toegepast: de lonen stijgen terwijl
de overheidsmiddelen afkalven.
De sociale partners zullen de
verminderingen van de sociale
bijdragen die zij in de komende
maanden zullen vragen, niet
krijgen omdat er onvoldoende geld
beschikbaar is.
De huidige situatie is te vergelijken
met die in de jaren '70. Men zal de
loonspiraal en de overheidsschuld
in de hand moeten houden. De
aangekondigde maatregelen zijn
goed voor 1% van het BBP in
2001, en voor 2,6% in 2006. Er is
geen armslag meer.
Het is niet normaal dat uitgaven
voor het jaar 2002 overgedragen
worden naar 2003. Hopen dat de
overheidsuitgaven niet hoger
zullen liggen dan 0,5%, terwijl die
norm nog nooit gehaald werd, is
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
secteurs qui ne font pas l'objet d'un encadrement conventionnel des
salaires: les services aux entreprises et les transports et
communications. Dans ces secteurs, le dérapage salarial est le reflet
de tensions sur le marché du travail, consécutives aux pénuries de
main-d'oeuvre qui se développent pour certaines professions et
qualifications. C'est une conséquence structurelle très lourde. L'on
pourrait donc, en raison de cette évolution, assister à une dégradation
rapide de la position compétitive des entreprises belges, ce qui se
traduit après un ou deux trimestres par des conséquences négatives
importantes, à la fois sur l'emploi et sur les finances publiques.
Sur les deux piliers de toute politique macroéconomique menée par le
gouvernement, on sent bien un échec par rapport au modèle imaginé.
Premier échec, on ne parvient pas à maintenir la norme de 6% de
surplus primaire; deuxième échec, on ne parvient pas à contenir le
dérapage des salaires; et le lien entre les deux tient à ce que,
contrairement à ce qui s'est passé aux Pays-Bas, le gouvernement
avait pensé que la réforme fiscale aurait un effet direct sur la
modération et sur les attentes salariales. Mais en réalité, l'optimisme
porté par le gouvernement durant les deux dernières années a été tel,
on a tellement dit que l'on pouvait tout faire, que l'on disposait de tous
les moyens pour redistribuer les surplus de croissance dans la
population, que l'on n'a pas du tout assisté à une modération
salariale. Dans ces secteurs moins contrôlés, on a connu des attentes
salariales importantes et une multiplication des augmentations
salariales, avec une conséquence extrêmement dangereuse en ce
sens que les salaires augmentent et les moyens des pouvoirs publics
diminuent. Ce qui a été, ces dernières années, la base du modèle
belge, à savoir que patrons, syndicats et gouvernement se sont
accordés pour permettre cette augmentation des salaires par la
diminution des cotisations sociales,
ce triangle assainissement
budgétaire/augmentation des salaires mais diminution des charges
sociales se trouve complètement bouleversé. Et dans les prochains
mois, le problème suivant va se poser. Les partenaires sociaux vont
demander à pouvoir bénéficier de nouvelles diminutions de
cotisations sociales, mais ils ne les obtiendront pas parce qu'il n'y
aura pas de moyens budgétaires suffisants pour les leur concéder.
Nous sommes aujourd'hui dans une situation qui ressemble très fort à
celle que nous avons connue dans le courant des années septante,
c'est-à-dire une situation dans laquelle, nécessairement, un plan
global ou une révision brutale par des mesures de redressement
prises par le gouvernement devra venir limiter le dérapage sur le plan
des salaires et des recettes de l'Etat, ce qui hélas, ne pourra se faire
sans une augmentation brutale du chômage et une réduction de
l'emploi.
Voilà ce que les incertitudes pesant sur le budget peuvent inspirer. Il
faut y ajouter, pour les finances publiques, l'impact à moyen terme
des mesures budgétaires déjà annoncées. Il convient de relever que
les mesures annoncées et exécutables en 2002 représentent 1% du
PIB, ce qui est une marge de manoeuvre dont l'Etat se prive.
Ce qui est plus grave, c'est qu'en 2000, il a été décidé toute une série
de mesures qui vont accaparer une part importante du PIB: si c'est
1% en 2002, ce sera 1,4% en 2003, 1,7% en 2004, 2% en 2005 et
2,6% en 2006, c'est-à-dire que les marges de manoeuvre pour faire
niet realistisch.
Er is het probleem van de sociale
zekerheid. Vanavond weten we
daar al meer over. Op dat gebied
is de regering, die de uitgaven
terzake heeft vastgesteld op 481
miljard, vrij voluntaristisch.
Tot zover de perspectieven met
betrekking tot deze begroting.
Onze regering heeft niet dezelfde
doortastendheid aan de dag
gelegd als de Nederlandse
regering, die het probleem van de
kosten van de vergrijzing, die op
8,75% van het BBP begroot
worden, waar men de komende
jaren mee geconfronteerd zal
worden, heeft voorzien. De
Nederlanders torsen een minder
zware schuld dan wij, hebben een
norm van 1,25% van het
begrotingsoverschot weten te
handhaven en hebben beslist de
daaruit voortvloeiende financiële
middelen bij het begrotingssaldo te
voegen. Bovendien berust hun
pensioenstelsel grotendeels op
een kapitalisatiesysteem.
De Nederlandse regering had de
minister van Begroting moeten
bezielen met de wil om de
staatsschuld te verminderen.
Zoals Odysseus bij de Sirenen had
men onverstoord koers moeten
houden. Helaas heeft u een Sirene
aan boord gelaten, zij zal u met
haar gezang verleiden en u te
pletter laten slaan op de klippen
van de besparingen die we al
destijds hebben ondergaan.
Waarom heeft u zich toch de oren
niet dichtgestopt, zoals de
Nederlandse regering wel heeft
gedaan?!
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
face à des variations conjoncturelles sont en train de complètement
disparaître.
Troisième réflexion, les sous-estimations des dépenses que contient
le budget. Je m'en suis longuement expliqué en commission. Il n'est
par exemple pas très normal de reporter sur 2003, dont on sait que
c'est une année qui posera des problèmes parce que personne ne
peut dire où nous serons au point de vue conjoncturel, une série de
dépenses relatives à l'exercice 2002 comme on le fait pour La Poste
ou pour la SNCB. Il n'est pas non plus très réaliste de croire que les
dépenses des autorités fédérales vont croître de 0,5% alors que dans
les années précédentes, on n'a pas pu descendre au-dessous de
1,2% d'augmentation de dépenses spontanées dans les
départements fédéraux. Ce sont des éléments que vous retrouverez
très vite au niveau de votre contrôle budgétaire et qui, évidemment,
vont limiter d'autant les marges face à la situation économique de la
fin du premier trimestre 2002.
Il y a aussi le problème particulier de la sécurité sociale. En ce qui
concerne les recettes 2001, nous serons fixés à partir du 21
décembre. En ce qui concerne la sécurité sociale, nous en saurons
déjà plus ce soir car c'est aujourd'hui que les partenaires de la
Médicomut feront des propositions et s'inscriront dans le cadre défini
pour davantage d'économies. Si je lis la presse de ce jour, je constate
que de l'aveu même des différents négociateurs, la perspective
d'aboutir est extrêmement mince, que la divergence de vues porte
notamment sur la répartition des économies à réaliser dans les
secteurs de la dialyse et de la biologie clinique et que sur ce plan, le
projet gouvernemental fixant les dépenses de sécurité sociale à 481
milliards est extrêmement volontariste et compte sur la participation
active des acteurs. Mais il est possible que les acteurs ne participent
pas du tout ou se contentent d'un accord formel qu'ils ne réaliseront
pas. Voilà les perspectives dans lesquelles s'inscrit ce budget.
Quand je compare avec les pays voisins, je peux dire que si en
France, le budget sera établi après les élections présidentielles et
législatives, je pense que ce qui manque à notre gouvernement est la
détermination dont fait preuve le gouvernement hollandais. Il est un
peu curieux que je cite le gouvernement hollandais puisqu'il est
composé d'une alliance entre le Parti socialiste, le Parti libéral et
"Démocratie 66" mais je dois reconnaître qu'en ce qui concerne
l'exécution de leur budget, les Pays-Bas ont une politique et font
montre d'une détermination dont on aurait dû largement s'inspirer. Ils
ont considéré, et c'est l'avis de leur conseil des Finances, que dans
les années à venir, le problème qui allait se poser était le coût du
vieillissement de la population. Ils pensent que ce coût du
vieillissement de la population entre 2000 et 2040 va entraîner des
dépenses supplémentaires de l'ordre de 8,75% du PIB, ce qui est
énorme.
Ce taux est énorme. Dans les pires prévisions, nous ne pensons pas
dépasser 5% de croissance du PIB lié au vieillissement de la
population.
Le gouvernement hollandais, cependant, bien que partant avec une
situation budgétaire largement inférieure à la nôtre, dans la mesure
où leur dette publique ne représente plus que 52,3% du PIB, a décidé
de s'en tenir à un surplus budgétaire. Leur logique étant largement
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
plus facile que la nôtre, ils ne parlent bien sûr pas de surplus primaire.
Selon ces derniers, il importe, d'une part, de maintenir une norme de
1,25% de surplus budgétaire. D'autre part, il importe de ne pas
consacrer l'argent résultant de ce surplus, de même que les
avantages qui en résultent, à des mesures de réduction d'impôt. Il
importe au contraire d'affecter totalement les mannes financières
résultant de ce surplus au solde budgétaire. Ils soulignent qu'il est
également nécessaire de maintenir un surplus budgétaire entre 1,25
et 1,75% du PIB. Selon eux, cette façon de procéder était la seule
manière de faire face à la situation particulière qu'induira le choc
démographique pour nos pays dans les années avenirs.
Rappelons qu'ils ne partent pas de plus de 100% de dette publique, ils
sont actuellement à la moitié de la dette publique belge. Par ailleurs,
leur système de pension est un système largement marqué par la
capitalisation plutôt que par la répartition. Ils ont donc tous les
éléments pour pouvoir dépenser. Mais leur logique consiste
cependant, au contraire, à prévoir une diminution de la dette publique
et à y affecter la totalité du surplus.
Vous l'aviez déjà partiellement fait à travers le "zilverfonds". Mais leur
volonté est encore bien plus nette.
Le gouvernement hollandais aurait dû vous inspirer, monsieur le
ministre. Puisque vous êtes originaire d'Ostende, les comparaisons
maritimes doivent vous plaire. La détermination budgétaire du
gouvernement hollandais a été placée sous l'image d'Ulysse de
l'Odyssée affrontant le détroit de Messine. La plupart des bateaux
circulant dans celui-ci allaient se jeter sur les récifs, le détroit étant
extrêmement dangereux et fréquenté par des sirènes. Les capitaines
étaient en effet attirés par le chant des sirènes. Mais Ulysse, en
homme politique malin et prudent, s'était fait attacher au mât de son
navire et s'était fait boucher les oreilles avec de la cire, lui permettant
ainsi d'éviter les chants des sirènes et de maintenir son cap.
A l'image de cette histoire, vous avez, dans votre cas, embarqué les
sirènes. Celles-ci étant à bord de votre bateau, vous allez non
seulement tanguer mais aussi, en acceptant une réforme fiscale qui
n'est pas directement liée à la croissance du PIB, être projeté, vous et
vos successeurs, contre ces récifs. Ceux-ci se traduisent, à l'image
de la période des années 80 et 90, par des plans d'austérité et des
plans d'assainissement allant à contre-courant de l'évolution
économique.
Que ne vous êtes-vous, comme votre collègue des Pays-Bas, fait
boucher les oreilles, pour rester sourd aux appels à des réductions
fiscales excessives et à des dépenses non justifiées? Dans ce cas,
vous auriez eu un navire, pareil à celui d'Ulysse, qui aurait pris la
route et aurait franchi le cap.
Dans les mois à venir, nous regretterons, sauf si vous faites preuve
de beaucoup d'autorité lors du contrôle budgétaire, les choix opérés
et nous risquerons de nous fracasser sur ces récifs.
02.04 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, één van de
oudste rechten van een vertegenwoordigend orgaan, het Parlement,
is het bepalen van de hoeveelheid centen die de Vorst ter beschikking
krijgt om zijn beleid te voeren. Dat was niet alleen een beveiliging van
02.04 Danny Pieters (VU&ID): Un
des droits les plus anciens des
organes représentatifs consistait à
déterminer combien d'argent était
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
de burgers zodat zij niet al te zeer zouden worden uitgeschud door de
belastinginners, maar het was gaandeweg ook een uniek moment om
te bespreken wat de Vorst met het geld zou doen en welk beleid er
zou worden gevoerd.
Vandaag leven wij in een parlementaire democratie. Nog steeds is de
bespreking van de begroting een belangrijk moment in een
parlementair jaar.
Vandaag bestaan echter nog tal van andere mogelijkheden om vanuit
de volksvertegenwoordiging het beleid van de regering te sturen. Zo
zijn er de State of the Union en de bespreking van beleidsbrieven van
de verschillende excellenties. We vermelden dan nog niet de talloze
ideeën en ideetjes, die nu eens door de ene excellentie, dan weer
door de andere meerderheidspartij worden gespuid om dan binnen de
dag door een andere regeringspartij naar de prullenmand te worden
verwezen. Nog nooit was onze taak als oppositie zo hectisch. Men
moet zich immers reppen om nog voor de collega-ministers of
collega-meerderheidspartijen een kritische noot te plaatsen bij deze of
gene minister, bij deze of gene verklaring van een meerderheidspartij.
Laten wij terugkeren naar de begroting. Is deze bespreking dan een
maat voor niets? Is deze bespreking dan een zoveelste keer dat het
beleid van deze regering besproken wordt? Is het een zoveelste keer
dat de leemten in dat beleid blootgelegd worden? Is het een zoveelste
keer dat de bespreking wordt afgerond met een stemming van de
meerderheid tegen de minderheid? Is het een zoveelste keer dat de
zo kritische leden van deze meerderheid braafjes op de groene knop
zullen drukken? Is het een zoveelste keer dat hoeraberichten door de
eerste minister de wereld zullen worden ingestuurd? Misschien, maar
misschien ook niet. De begrotingsbespreking is immers anders. Ze is
technischer en daarom wellicht minder mediatiek. Dat wordt ook
vandaag bewezen. Ze heeft ook een reëlere kant. Het gaat hier om de
centen en de verdeling ervan. Mooie verklaringen zijn goedkoop.
Gelukkig maar overigens, want met deze regering zouden wij anders
al een fortuin hebben verspeeld. Neen, hoeraberichten en euforische
beleidsintenties zijn gratis. Het moment van de waarheid komt als er
boter bij de vis wordt gevraagd, als er euro's op tafel moeten komen
om al dat beloofde lekkers te realiseren.
Dan is het moment van de waarheid aangebroken en meteen daarna
ook het moment waarop de rekeningen worden goedgekeurd.
Jammer genoeg krijgt dit laatste bitter weinig aandacht, wellicht omdat
het geheugen van de doorsnee politicus zeer slecht is een vorm van
zelfbescherming veronderstel ik. Maar goed, een
begrotingsbespreking is anders dan een algemene beleidsdiscussie.
Enerzijds is ze technischer, anderzijds reëler.
Tijdens de bespreking van de begroting doen we immers niets anders
dan nagaan hoe we de middelen van de Staat zullen spenderen.
Enerzijds, willen we dat het geld voor noodzakelijke en nuttige dingen
wordt aangewend, anderzijds, beseffen we dat de middelen ook
ergens vandaan moeten komen. We gaan dus ook na waar het geld
moet worden gehaald. Men moet echter altijd voor ogen houden dat
men genoeg moet spenderen, maar ook niet te veel. Een storend
element in dit alles is immers dat onze voorgangers systematisch
meer uitgaven dan ze hadden, zodat ze moesten lenen. Zoals u weet,
zit België dan ook met een enorme schuldenberg. Omdat deze
mis à la disposition du souverain,
dans le souci de protéger le
citoyen et de débattre de la
politique qui était menée.
Dans une démocratie
parlementaire, la discussion du
budget reste un moment
important, même si le discours sur
l'état de l'Union, les notes de
politique et les innombrables idées
politiques constituent autant
d'occasions de débattre de la
politique gouvernementale.
L'examen du budget est toutefois
plus technique et plus réel que les
discussions de politique générale.
Au cours de l'examen du budget,
nous devons nous demander si
l'on s'est fondé sur des prévisions
appropriées, si les moyens
financiers sont correctement
affectés et s'ils ont été collectés de
façon optimale. En l'espèce, la
réponse est trois fois "non".
Les prévisions sont pour l'instant
irréalistes. D'après les calculs de
la Banque Nationale, du FMI et du
Bureau du plan, les chiffres de
croissance seront décevants. Pour
cette année, une croissance de
1,1 pour cent est annoncée et,
pour l'an prochain, elle devrait être
de 1,3 pour cent. Ces chiffres
seront toutefois difficiles à tenir. Le
gouvernement n'est bien entendu
pas responsable de la récession ni
des opérations kamikazes contre
les tours du WTC, mais la
récession avait été annoncée dès
avant le 11 septembre, sans que
le gouvernement en tienne
compte. Même après le 11
septembre, il a continué à
dépenser, estimant qu'il y aurait
suffisamment d'argent pour
financer d'autres baisses des
charges et pour augmenter les
allocations sociales. Le comptable,
M. Vande Lanotte, devra opérer
les corrections qui s'imposent.
Selon Trends, les tableaux figurant
dans sa note budgétaire sont
également truffés d'imprécisions.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
schulden uiteraard moeten worden afgelost, moet de belastingbetaler
meer betalen dan nodig is om het beleid van vandaag in te vullen.
Om een en ander te kunnen becijferen, moeten we ook een aantal
prognoses maken. We moeten voorspellen hoe de economie en de
geldmarkten zullen evolueren. Gezien dit alles, liggen de parameters
voor de begrotingsbespreking vast en moet men drie vragen stellen.
Ten eerste, gaat men uit van de juiste prognoses? Men besteedt daar
immers heel wat tijd aan. Ten tweede, besteedt men het geld aan de
juiste zaken? Ten derde, verzamelt men de nodige gelden op een zo
goed mogelijke manier? Ik zal het antwoord op deze vragen reeds
verklappen. Op alle drie is het antwoord volgens ons negatief.
We zullen het eerst over de prognoses hebben. Een aantal
eerbiedwaardige instellingen, zoals de Nationale Bank, het IMF en het
Federaal Planbureau, berekenden dat de groeicijfers zullen
tegenvallen. Men berekende een groei van 1,1% voor dit jaar en van
1,3% voor volgend jaar. Dat is heel wat minder dan de groei van 2,4%
voor dit jaar en 2,8% voor volgend jaar, zoals men eerst had
aangekondigd. Die cijfers zijn wel volop in beweging; zo voorspelt het
VBO vandaag van een groei van 2,6% voor volgend jaar. Het Instituut
voor Nationale Rekeningen berekende intussen dat de groei dit jaar
1,3% had moeten bedragen, maar dat de Sabena-perikelen daar
0,2% van afpeuzelde. Tijdens de begrotingscontrole in de volgende
maanden zal men evenwel vaststellen dat men niet eens een groei
van 1,1% zal bereiken, laat staan van 1,3%.
Je kan de eerste minister uiteraard niet verantwoordelijk stellen voor
de recessie en nog minder voor de kamikazeacties op de WTC-
torens. Hij heeft trouwens zelf toegegeven dat hij geen vliegtuig kan
besturen. Vliegen zou hij daarentegen wel eens sneller kunnen doen
dan hem lief is.
Zijn de cijfers die de regering voorlegt onjuist, maar is de vergissing
verschoonbaar? Geenszins! De recessie werd al aangekondigd vóór
11 september 2001 en in plaats van de regels van het goed bestuur te
laten doorwegen, bleef deze regering kwistig geld uitgeven. Meer nog,
op 25 september 2001 na de aanslagen en nadat verschillende
instellingen er al op hadden gewezen dat de wereldeconomie zou
slabakken verkondigde de eerste minister dat de begroting zeker in
evenwicht zou worden afgesloten en dat er genoeg geld over zou
overblijven voor een verdere lastenverlaging en een verhoging van de
sociale uitkeringen. Dit is op zijn minst sterk te noemen.
De man die dat mag rechtzetten is onze nationale boekhouder en
vice-eerste minister, Johan Vande Lanotte. Deze cijferaar is echter
ook niet helemaal vrij van schuld. Het weekblad Trends wijst er
bijvoorbeeld op dat de tabellen in de begrotingsnota vol onjuistheden
staan. Als de journalisten echter naar het ministerie van de waarheid
bellen en om commentaar vragen, krijgen ze te horen dat de
discrepanties en cijfermatige onjuistheden te verklaren zijn doordat
"de vorige regeringen het ook zo deden".
02.05 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer Pieters, de heer
Borginon zal kunnen getuigen dat in de commissie een uitgebreid
gesprek over deze cijfers is gevoerd. Ik heb toen de correcte cijfers
gegeven en ik heb mij verontschuldigd voor de foute cijfers die men
eerder had gekregen.
02.05 Johan Vande Lanotte,
ministre: Une discussion a été
organisée à ce sujet en
commission et j'ai déjà rectifié un
certain nombre de chiffres. M.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
Borginon peut en témoigner.
02.06 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Ik wens hierbij aan te vullen
dat, ondanks de beknoptheid van mijn verslag, ik heb gewezen op het
feit dat we die discussie hebben gevoerd. Enerzijds heeft de minister
zich verontschuldigd en anderzijds moeten we ook in het oog houden
dat de cijfers, bij bepaalde verklaringen van de minister en op het
moment van discussie in de commissie, wel wat waren geëvolueerd.
U weet dat de minister van Begroting geregeld verklaringen aflegt en
zich aanpast aan de nieuwste cijfers en evoluties.
02.06 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): Le rapport fait
également état des corrections
que le ministre a apportées en
commission et de l'évolution des
chiffres dont il a tenu compte.
02.07 Danny Pieters (VU&ID): Daarom heb ik daarnet ook gezegd
dat het zo moeilijk is omdat deze materie blijft evolueren en een
aantal cijfers voortdurend worden vernieuwd. Het doet mij veel plezier,
mijnheer de vice-eerste minister, dat u blijkbaar luistert, waaraan
soms wel eens kan worden getwijfeld. De cijfers liggen de regering
niet altijd zo goed. In de beleidsverklaring zei de eerste minister dat
de primaire uitgaven dit zijn alle uitgaven exclusief de rentelasten
in de begroting in reële termen, maar met 0,5% zouden stijgen. In de
toenmalige begrotingsnota, de Belgische Overheidsfinanciën voor het
jaar 2002, werd te kennen gegeven dat de eerste minister het
blijkbaar niet bij het rechte eind had, want de primaire uitgaven
werden berekend op een stijging van 2,5%. Uit de begrotingsnota
blijkt ook dat de sociale bijdragen stijgen tegenover het BBP, van
12,4% naar 12,6%. Dit is natuurlijk wat merkwaardig, aangezien de
bijdrageverminderingen stijgen en voor het volgend jaar wordt
verwacht dat de werkgelegenheid minder zal stijgen dan het BBP. Nu
kan men hierbij toch de vraag stellen of de regering misschien
verwacht dat de reële loonmassa zal stijgen, want anders kan men
het plaatje niet vervolledigen. Het cijferwerk ligt hier toch wel wat
moeilijk.
Wil men in België spreken over de besteding van de gelden die we
met zijn allen opbrengen, dan moeten we spijtig genoeg, vóór enig
ander beleidsontwerp, handelen over de aflossing van onze schuld.
Een eerste interessante vaststelling is dat de uitgaven voor de
aflossing van de rijksschuld, in verhouding tot de totale begroting,
teruglopen tot 34,1%. In de oorspronkelijke begroting nam de
aflossing van de rijksschuld nog 36,2% van de totale begroting in; na
de begrotingsaanpassing werd dit cijfer op 36,9% gebracht. Het INR
spoorde de regering ertoe aan een overschot te houden van 0,2% op
de begroting. Deze reserve moest volgens het INR voldoende hoog
worden gehouden om de daling van de schuldenlast te versnellen. De
regering beloofde zich daaraan te houden. Wat stellen we nu vast? Er
zal een tekort zijn van 0,1%, in reële termen. Er is het geschuif met de
UMTS-veilingopbrengsten, die minder geld opbrachten dan verwacht.
Deze opbrengsten zou men eerst buiten de rekening houden, maar
zijn nu toch in de berekening van de begroting gebracht. Deze UMTS-
veilingopbrengsten dienden oorspronkelijk ter stijving van het
Zilverfonds. Aangezien we nu toch beland zijn bij het Zilverfonds, wil ik
toch even stellen dat de operatie Zilverfonds een grote show is
geweest en dat de bevolking beter af was geweest met een versnelde
afbetaling van de schulden. Ik weet dat men dit zo kan voorstellen,
maar dit is het eigenlijk niet. Welke betere sociale politiek kon worden
toegepast dan de aflossing van de staatsschuld? Dit is wellicht niet
mediatiek genoeg.
Nadat minister Verhofstadt er herhaaldelijk op heeft gewezen dat hij
02.07 Danny Pieters (VU&ID):
J'ai également souligné que cette
discussion était influencée par les
chiffres en constante évolution.
Quoi qu'il en soit, cette intervention
montre que le vice-premier
ministre écoute les débats, même
si cela ne semble pas toujours être
le cas.
Manifestement, le gouvernement
est brouillé avec les chiffres. La
note budgétaire fait apparaître une
croissance des dépenses
primaires de 2,5 % alors que, dans
sa déclaration gouvernementale,
le premier ministre avait annoncé
une augmentation de 0,5 %. Cette
note budgétaire montre également
que les cotisations sociales ont
connu une croissance étonnante
par rapport au PIB alors que les
réductions de cotisations se sont
accrues et que la croissance de
l'emploi est inférieure à celle du
PIB. Dans ces conditions, le
gouvernement escompte-t-il une
augmentation de la masse
salariale réelle?
En Belgique, lorsqu'il s'agit de
l'affectation des moyens
budgétaires, il faut
malheureusement songer en
premier lieu au démantèlement de
la dette. Premier constat
intéressant: par rapport au budget
total: ces dépenses-là seront
ramenées à 34,1 en 2002 %.
Le gouvernement s'était engagé à
conserver un excédent budgétaire
de 0,2%, comme l'avait préconisé
l'Institut des Comptes nationaux
(ICN) dans le but d'accélérer la
réduction de la charge de la dette.
Toutefois, on enregistrera un
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
de begroting met een evenwicht, of zelfs met een overschot, zou
afsluiten, moest de minister van Begroting toegeven dat er een
bijkomende som van 80 miljard frank moest worden gevonden om de
voorgestelde uitgaven te kunnen bolwerken. Het probleem is dat
zoveel geld niet zomaar voor het rapen ligt en dat men bijgevolg
alweer de trukendoos zou moeten bovenhalen. Dit getuigt van weinig
fundamentele oplossingen. Het is duidelijk dat er geen overschot
komt op de begrotingen, alleen een evenwicht, dat bekomen wordt
omdat men op een andere manier is beginnen rekenen. Hierbij blijft
de borstklopperij van de eerste minister, die fier verkondigt dat onze
gigantische staatsschuld vermindert van 115% tot 107% van het BBP.
Blijft dan natuurlijk de borstklopperij van Verhofstadt die fier
verkondigt dat onze gigantische staatsschuld vermindert van 115% tot
107% van het bruto binnenlands product. Dat lijkt mij schijn en wij
trappen niet in die val. Die vermindering van de staatsschuld van
gigantisch naar iets minder gigantisch, is er alleen gekomen doordat
de economie de laatste jaren opbloeide en niet door structurele
regeringsmaatregelen.
Verschillende instanties, zoals de Europese Commissie, hekelen het
feit dat de regeringsuitgaven te snel stijgen en dat de afbouw van de
overheidsschuld geen prioriteit is voor deze regering. Goed bestuur
lijkt mij iets anders. Ook het Internationaal Monetair Fonds komt in
haar periodieke doorlichting van onze economie tot een analoge
vaststelling. Volgens het Internationaal Monetair Fonds stijgen de
overheidsuitgaven dit en volgend jaar zelfs tweemaal sneller dan goed
is.
Geen wonder dat de regering dan opeens moet vaststellen dat de
tweede fase van de lastenverlaging er niet of moeilijk kan komen,
noch dat een verdere verhoging van de sociale uitkeringen meteen
mogelijk zal zijn. Als die maatregelen er al zouden aankomen in de
toekomst, dan worden ze verschoven naar een volgende legislatuur
en zo draait de oude Belgische carrousel rustig voort.
Slechte voorspellingen en een gebrekkige afbouw van onze
collectieve schuld past allemaal zo vreselijk slecht in de verhalen van
"goed bestuur", van "goed nieuws" en van "deze nieuwe bezem veegt
beter" van de groen-paarse regering. Dat afscheid van de goed-
nieuwsshow valt de regering en haar componenten zeer zwaar.
Steeds meer lijkt het erop dat groen-rood-blauw niet meer verkocht
kan worden als een regenboog, maar als bont en blauw, om de
woorden van een oud socialistisch voorman te gebruiken.
Vandaag gaat het er niet meer om elke excellentie zijn paradepaardje
te laten berijden maar deze en gene gelukkig te maken met een eigen
succesje. Vandaag moet deze regering onder ogen zien dat er
gesnoeid en bespaard moet worden. Dat valt zeer zwaar. Zelfs een
Slangen zou ervan beginnen sissen. Zullen de leden van de huidige
regering de moed hebben om voor de verandering eens de harde en
naakte waarheid te verkondigen? Het lijkt er niet naar. Integendeel,
deze regering lijkt er nog steeds een heel eigen visie van de
werkelijkheid op na te houden. Was er tot voor een jaar nog een heel
succesrijke economie en `boomde' het zowat overal, dan was dat in
België uiteraard weer een van de zegeningen verontschuldig mij
voor dat woord van de nieuwe groen-paarse coalitie. Nu het slechter
gaat, ligt de oorzaak volledig in het buitenland. Dat is zowat de gekke
déficit de 0,1%. Et encore est-il
tenu compte du produit de la vente
aux enchères des licences UMTS,
qui aurait également dû servir à
alimenter le fonds de
vieillissement, ce qui s'est
malheureusement avéré
impossible. Nous considérons,
quant à nous, que ce fonds n'est
destiné qu'à jeter de la poudre aux
yeux de nos concitoyens et que le
démantèlement de la dette de
l'Etat constitue la meilleure des
politiques sociales, dont le tort est
sans doute de ne pas être assez
médiatique. Après les propos
optimistes du premier ministre, le
ministre Vande Lanotte a bien dû
admettre qu'il manquait 80
milliards au gouvernement. Sans
doute va-t-on procéder à la vente
de quelques biens immobiliers, ce
qui ne résoudra évidemment rien.
On ne fera jamais qu'atténuer la
douleur, sans guérir le mal.
Le gouvernement réalise
prétendument l'équilibre
budgétaire mais il n'y parvient
qu'en additionnant les chiffres de
tous les niveaux de pouvoir. Quant
à la compression annoncée de la
dette publique, elle n'est
qu'apparence. Elle résulte de la
croissance économique, pas de
mesures structurelles. La politique
budgétaire belge est l'objet de
critiques de la part de diverses
instances. La bonne gestion, c'est
tout autre chose!
Il n'est pas étonnant que l'arc-en-
ciel ne soit pas en mesure
d'appliquer sa seconde phase de
baisse des charges ni
d'augmenter encore les allocations
sociales. Si ces mesures sont
prises un jour, ce sera sous un
autre gouvernement.
C'en est fini du festival de bonnes
affaires et c'est un coup dur pour
le gouvernement et ses
composantes. Il est de moins en
moins question d'une coalition arc-
en-ciel et de plus en plus d'une
véritable foire d'empoigne.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
logica: als er zonneschijn is, dan is de regering verantwoordelijk, maar
voor de regen is zij dat nooit. Misschien is dat wel een van de
slagzinnen van een mediacommunicatiehandboek van Slangen & Co,
maar weet dat de bevolking daarvan evenveel gelooft als van de
reclame voor een of ander waspoeder dat witter wast dan, wit.
Zeeppoeder, ja, zo riskeert men een soap te maken van het politiek
bestel!
Het minder goed lopend huwelijk van groene, socialisten en liberalen
wordt vaak doodgezwegen met termen als "opendebatcultuur". In
tijden van voorspoed wil de bevolking dat misschien nog slikken, maar
nu lijkt de maat wel enigszins vol. De eersten die dat beseften, zijn de
groenen. De ecologisten merken namelijk nu pas dat van hun
accenten nog niet zo gek veel is terechtgekomen, terwijl de liberalen
en socialisten schijnbaar kunnen bogen op een aantal
symbooldossiers, met name de lastenverlaging voor de enen en de
uitkeringsverhogingen voor de anderen. Als de liberalen en de
Vlaamse socialisten toch al samen met andere partners zouden
praten over bezuinigingen, dan zullen de liberalen erop aandringen
dat vooral de socialistische ministers een duit in het zakje doen. Zelf
hebben ze namelijk al moeten slikken dat de uitgaven voor de
ziekteverzekering met een aanzienlijke 1,5 miljard euro steeg. De
voorzitter van de Vlaamse liberalen reageerde daarop met de eis, die
wij best kunnen delen, dat de ziekteverzekering en andere pakketten
van de sociale zekerheid best gefederaliseerd worden. Zo'n splitsing
zou zowel de Walen als de Vlamingen ten goede komen. Dat wordt
niet alleen al jarenlang door ons verkondigd, maar blijkt nu ook uit een
aantal internationale rapporten, onder andere van het Internationaal
Monetair Fonds en de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling.
De groenen zijn echter helemaal niet de "goede huisvaders", zoals
een journalist ze vrijwel bestempelde. Zij zijn het ook helemaal niet die
nu zullen proberen de overheidsuitgaven onder controle te houden.
Integendeel, de heer Geysels en zijn Waalse evenknie panikeren
omdat zij bij eventuele vervroegde verkiezingen niets dan slecht
nieuws kunnen verkondigen aan hun achterban.
Toch is er eigenlijk maar één departement waarop de groenen,
althans voorlopig, fier kunnen zijn. Het gaat om
Ontwikkelingssamenwerking. Dat budget steeg namelijk nominaal
met ongeveer 13% en wellicht reëel met ongeveer 6%. Voor de goede
verstandhouding, wij hebben niets tegen Ontwikkelingssamenwerking,
integendeel. Toch lijkt hier een addertje onder het gras te zitten. Het
jongste Lambermont-akkoord bood, zoals u weet, de Vlamingen niet
veel soelaas. Wij besloten dan ook tegen te stemmen. Een stukje van
het compromis was de overdracht van de met de gemeenschaps- en
gewestbevoegdheden samenhangende delen van de
ontwikkelingssamenwerking naar de gewesten en de
gemeenschappen. Een commissie zou komen bepalen hoe de
huidige gelden van
Ontwikkelingssamenwerking worden
gespendeerd, te weten aan aangelegenheden die samenhangen met
de gemeenschapsaangelegenheden en gewestelijke
aangelegenheden dan wel met het federale budget. Wat zien we nu?
Ongeveer de helft van de stijging met 13% betreft gewoon de
overheveling uit andere begrotingsposten naar
Ontwikkelingssamenwerking. De rest is gewoon een stijging. Dat
betekent dat men in feite het beeld verdraait. Men probeert alsnog
Il nous faut à présent élaguer et
épargner. Les membres du
gouvernement auront-ils enfin le
courage de reconnaître la vérité? Il
semble que non. Lorsque tout
allait pour le mieux, on n'avait de
cesse de vanter les bienfaits de la
coalition arc-en-ciel. Maintenant
que tout va mal, les causes
seraient à chercher à l'étranger.
S'agit-il là de la recette de M.
Slangen?
Les premiers à avoir pris
conscience du fait que cette
situation est intenable sont les
verts. Des accents qu'ils auraient
voulu imprimer à la politique de ce
pays, rien ne s'est concrétisé,
alors que les libéraux et les
socialistes ont engrangé des
résultats dans les dossiers qui leur
tiennent à coeur, qu'il s'agisse de
la réduction des charges ou de
l'augmentation des allocations.
Après la hausse de 1,5 milliards
d'euros des dépenses en matière
d'assurance maladie, les libéraux
exigeront que les économies
viennent surtout du côté des
ministres socialistes. Selon M. De
Gucht, il vaudrait mieux scinder
l'assurance maladie et certains
volets de la sécurité sociale, ce
que les nationalistes flamands
réclament depuis longtemps. Il
ressort de rapports du FMI et de
l'OCDE que cette scission
profiterait tant aux Flamands
qu'aux Wallons.
Les verts ne sont pas les « bons
pères de famille » qui veillent à
l'équilibre des dépenses
publiques. En effet, ils paniquent à
l'idée de n'avoir rien à leur actif, en
cas d'élections anticipées. Ils ne
peuvent se féliciter que de leurs
réalisations dans le domaine de la
Coopération au développement,
dont le budget a été majoré de 13
pour cent. Une partie de cette
somme devrait être, selon les
accords du Lambermont,
transférée aux Communautés et
aux Régions. Une commission
devait déterminer quelles activités
correspondent à des compétences
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
aan het einde van dit jaar een beeld te creëren waarbij de verhouding
tussen bestedingen voor Ontwikkelingssamenwerking aan federale
posten en bestedingen aan gewestelijke aangelegenheden en
gemeenschapsaangelegenheden gunstiger komt te liggen voor het
federale niveau. Het spijt mij, maar dit gebeurt volstrekt buiten de
afspraken om die destijds waren gemaakt. Blijkbaar zijn zulke trucjes
nodig om ook een Boutmans braaf te houden en min of meer te laten
meewerken aan wat is afgesproken in verband met de overheveling
van bevoegdheden inzake Ontwikkelingssamenwerking.
Intussen worden de groenen in hun vraag naar een evaluatie van het
regeerakkoord gesteund door de PS die denkt zich broodnodig te
moeten profileren ten overstaan van PRL en Ecolo. Indien dit
bondgenootschap in zijn opzet slaagt, zullen de Vlamingen mogen
sidderen en beven want een nieuw regeerakkoord zal ons niet veel
soelaas brengen, integendeel. Intussen zijn ook de sociale partners
en de werkgevers niet opgezet met deze crisisbegroting. Zij moeten
immers vaststellen dat de geplande uitkeringsverhogingen en
lastenverlagingen niet eens een tweede fase zullen kennen. De
rijksoverheid-werkgever gedraagt zich dan weer bijzonder curieus. Op
het ogenblik dat het rijk zijn ambtenarenkorps grondig wil hervormen
met het Copernicus-plan Copernicus was iemand met goede ideeën
maar waarvan de boeken drie eeuwen op de index stonden ...
communautaires ou régionales et
peuvent donc être transférées.
L'augmentation des moyens il
s'agit en partie d'un transfert de
moyens qui étaient déjà consacrés
à la coopération au
développement gonflera
artificiellement le montant non
transféré. Nous avons déjà mis en
garde contre cette ruse grossière.
Il s'agit d'un subterfuge destiné à
calmer M. Boutmans.
Les verts et le PS réclament une
réévaluation de l'accord de
gouvernement. Si tel devait être le
cas, cela ne promettrait rien de
bon pour les Flamands. Ceux qui
cherchent de l'argent frais savent
que c'est chez les Flamands qu'il
faut aller le chercher!
Ce budget ne fait le bonheur ni
des partenaires sociaux, ni des
employeurs. En effet, la deuxième
phase des augmentations des
allocations et des réductions de
charges prévues ne se réalisera
jamais.
02.08 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Mijnheer Pieters, nu u
blijkbaar het groene hoofdstuk hebt afgesloten, zou ik eigenlijk enkele
vragen willen stellen over uw uiteenzetting. Uw eerste stelling was dat
de groenen helemaal niet de goede huisvaders zijn die ze voorgeven
te zijn. U geeft echter geen enkele verklaring of geen bewijs voor die
stelling. Integendeel, met betrekking tot wat u het bij uitstek groene
departement Ontwikkelingssamenwerking noemt, zegt u dat er een
stijging komt en dat u het daarmee eens bent. Ik ben het daar
uiteraard ook mee eens wat uw bemerking betreft. Dat is echter
helemaal geen teken van slecht huisvaderschap. Het is immers een
uitgave waarmee u het eens bent. Voor de rest geeft u voor geen
enkel zogenaamd groen departement aan dat wij onze job niet goed
doen of eigenlijk te veel uitgeven. Ten tweede zegt u terecht dat de
13% voor een deel bestaat uit een verschuiving van posten.
Tegelijkertijd is er echter in een krimpende begroting een reële
stijging die u trouwens toejuicht. Ik zie niet in hoe dat zou ingaan
tegen het Lambermont-akkoord. Integendeel, de zaken worden
uitgevoerd zoals afgesproken. De werkgroep komt er. Als ik het goed
voorheb, moeten de zaken afgerond worden tegen 2004. Ik zie dus
echt niet in hoe de zoals u tot mijn vreugde opmerkt te beperkte
stijging voor Ontwikkelingszaken zou kunnen ingaan tegen het
Lambermont-akkoord.
Trouwens, als we ooit het percentage van 0,7 willen behalen, zullen
we volgens mij zowel op federaal vlak als in de Gemeenschappen en
de Gewesten bijkomende inspanningen moeten leveren. Ik meen dat
we op dat vlak goed bezig zijn.
02.08 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): Les critiques de M.
Pieters à l'égard des verts ne sont
pas fondées. Il n'est nullement en
mesure de démontrer que les
ministres verts gèrent mal leur
budget.
Nous nous réjouissons de
l'augmentation du budget de la
Coopération au développement,
qui n'est pas en contradiction avec
l'accord du Lambermont, bien au
contraire.
Les verts ne veulent pas d'un
nouvel accord de gouvernement.
Nous estimons toutefois qu'il
pourrait être utile de se pencher à
nouveau sur le budget à la lumière
de la nouvelle situation, qui
découle d'un changement de la
conjoncture économique. Si ce
n'est pas une preuve de bonne
administration!
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Het laatste aspect van uw betoog hield verband met wat u "het nieuwe
regeerakkoord" noemt. U dringt erop aan dat er zeer snel, gelet op de
evoluerende economische situatie, wordt gekeken naar de laatste
gegevens om dan eventueel de begroting aan te passen. Op het
ogenblik dat politiek iets te maken heeft met cijfers en budgetten en
als het minder goed gaat, moet er een politieke discussie worden
gevoerd over de maatregelen die eventueel moeten worden
genomen. Iedereen is het ermee eens om deze discussie te laten
plaatsvinden in januari of februari van volgend jaar.
Wat kunt u daartegen hebben? Dit is toch een voorbeeld van het
voeren van een beleid als goede huisvader.
02.09 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik neem aan
dat u dit niet zegt als voorzitter maar als lid van die bank.
02.10 De voorzitter: Nee, ik luister met veel aandacht naar het
betoog van de heer Tavernier.
02.11 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, dat doen we
allemaal.
Wat het eerste deel betreft in verband met de politieke evaluatie, lijkt
het mij weinig zinvol om daarover een polemiek te starten.
Wat het laatste deel betreft, lijkt het mij duidelijk dat u de zaak nu
softer voorstelt dan u ze eigenlijk bedoelt. Ik meen dat de
heronderhandeling die door Ecolo-Agalev wordt gevraagd geen
betrekking heeft op een verdeling van de grotere schaarste maar wel
op het leggen van nieuwe prioriteiten zodat nieuwe beleidspunten
krachtiger tot uiting komen. Zo had ik in elk geval uw communiqués
begrepen of misschien was dat alleen maar voor de galerij. Wat u nu
zegt, het bijstellen op basis van nieuwe cijfers, is wel iets anders dan
wat in de communiqués staat en waarin sprake is van nieuwe
oriëntaties. Op dat vlak is uw opmerking volgens mij minder correct.
Ik wil even technisch ingaan op uw opmerkingen over Lambermont.
Voor zover ik weet, werd afgesproken een "foto" te nemen van de
middelen die nu aan ontwikkelingssamenwerking worden besteed.
Vervolgens zou men nagaan of die middelen worden besteed aan
federale bevoegdheden of aan bevoegdheden van de
Gemeenschappen, ik denk hierbij bijvoorbeeld aan onderwijs. Op
basis van die foto zou dan geld worden overgeheveld van het federale
niveau naar het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten. Wij
gaan er nog altijd vanuit dat men zich aan die deal houdt. Wij hebben
er destijds ook op gewezen dat hiervoor ook andere ingrepen nodig
zouden zijn.
Wat ik nu vaststel, is dat men die foto aan het verkleuren is. Ik heb er
helemaal niets op tegen dat er meer geld gaat naar
ontwikkelingssamenwerking. Dat men een aantal posten anders gaat
inschrijven, is misschien neutraal maar het vervalst wel de foto. Er
worden posten van andere departementen ingeschreven op de
begroting van ontwikkelingssamenwerking waardoor de foto wordt
verkleurd. Destijds is van Waalse kant berekend dat er ongeveer een
80/20-verhouding is waarbij de Gemeenschappen 80% voor hun
rekening nemen terwijl het aandeel van het federale niveau 20%
bedraagt. Als u sommige begrotingsposten overschrijft naar de
02.11 Danny Pieters (VU&ID): Je
n'engagerai pas la polémique sur
les bons et les mauvais points.
La renégociation demandée par
Agalev-Ecolo ne concerne pas le
partage des pénuries mais de
nouvelles orientations. Vous faites
à présent une description bien plus
édulcorée de la situation.
Dans les accords de Lambermont,
il avait été convenu que l'on
prendrait une photographie des
fonds de développement pour
examiner quels moyens sont
consacrés aux matières fédérales,
d'une part, et aux matières
communautaires et régionales,
d'autre part. Cette photographie
est à présent mise en couleur. Je
ne suis pas opposé à l'idée de
financer davantage la coopération
au développement mais on en est
arrivé aujourd'hui à inscrire les
fonds d'autres départements au
budget du département de la
Coopération au développement.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
begroting van ontwikkelingssamenwerking dan vervalst of verkleurt u
de foto die u had afgesproken voor de overheveling van
bevoegdheden en middelen. Dat kunt u moeilijk tegenspreken.
02.12 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Nu begrijp ik tenminste wat
u bedoelt. Ik denk dat er geen enkel echt bezwaar tegen is dat u de
foto volledig maakt. U zou gelijk hebben indien men bij
Ontwikkelingssamenwerking een aantal kredieten zou inschrijven die
met ontwikkelingssamenwerking op zich niets te maken hebben. Als u
er echter mee akkoord gaat dat het eigenlijk
Ontwikkelingssamenwerking is terwijl het vroeger bijvoorbeeld
thuishoorde onder Financiën ik denk nu onder andere aan
schulddelging dan heb ik er geen probleem mee dat het daar
inderdaad wordt geconcentreerd. Dat maakt de foto juist volledig in
plaats van partieel. Dat is voor een deel gebeurd. U ziet daar een
communautaire manoeuvre in, maar ik niet. Dat is een verschil in
appreciatie.
02.12 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): Je comprends à présent
ce que M. Pieters veut dire. Mais
rien ne s'oppose à ce que l'on
brosse un tableau exhaustif:
aucun moyen sans rapport avec le
budget de la Coopération au
développement n'a été inscrit à ce
dernier.
02.13 Danny Pieters (VU&ID): Men zal toch niet anders kunnen dan
beamen dat het oorspronkelijk in alle discussies ging over een
opdeling op basis van wat men binnen de begroting van
Ontwikkelingssamenwerking besteedde aan een en ander. Op dat
ogenblik heeft men er niet aan gedacht om naar alle begrotingsposten
te gaan zien wat er allemaal zou kunnen samenhangen met
ontwikkelingssamenwerking, dat in een korf te gooien en op basis
daarvan de foto te maken. Ik ben ook tevreden als u zegt dat de foto
alleen maar zal zijn gebaseerd op wat er ten tijde
van het Lambermont-akkoord
onder
ontwikkelingssamenwerking
ressorteerde. Dat hoorde ik echter evenmin zeggen. Dat is toch een
vertekening van wat werd afgesproken.
02.13 Danny Pieters (VU&ID): Il
n'a jamais été procédé de la sorte
par le passé. En outre, on nous
présente une image tronquée de
ce qui avait été annoncé lors des
discussions du Lambermont.
02.14 Minister Johan Vande Lanotte: Dat heeft geen negatief effect
op de middelen die naar Gemeenschappen of de Gewesten zouden
gaan. Men heeft honderd en men voegt er twintig bij. Vroeger was het
60-40. Als die twintig erbij komen vanuit andere posten omwille van
de coherentie, verandert dat niets aan wat naar Gemeenschappen en
de Gewesten zou gaan.
02.15 Danny Pieters (VU&ID): Toch wel.
02.16 Minister Johan Vande Lanotte: Maar nee. U redeneert in
procenten, maar zo werd niet geredeneerd. Het stuk van
Ontwikkelingssamenwerking dat naar de Gemeenschappen en de
Gewesten gaat, verandert niet.
02.17 Danny Pieters (VU&ID): Men moet het toch volgens die
percentages overhevelen.
02.18 Minister Johan Vande Lanotte: We werken niet met
percentages. De percentages zijn een afgeleide van wat we
vaststellen. Die komen daarachter. Het gaat erover wat betrekking
heeft op gemeenschappen en gewesten. Wij hebben nu een
coherente oefening gemaakt om onder Ontwikkelingssamenwerking
dingen bijeen te brengen die daarmee te maken hebben en die in het
verleden over verschillende plaatsen ware verspreid. Eigenlijk hebben
wij nu hetzelfde gedaan als toen wij de rijkswacht onder Binnenlandse
Zaken brachten. De rijkswacht zat bij Landsverdediging en werd
omwille van een coherent beleid overgeheveld naar Binnenlandse
02.18 Johan Vande Lanotte,
ministre: Ce sera sans incidence
négative sur ce qui sera transféré
aux Communautés et aux
Régions. Nous ne travaillons pas
sur la base de pourcentages. Les
postes "réaménagement de
dettes" et "mouvements
internationaux" ont été transférés
à la Coopération au
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Zaken. Iets soortgelijks gebeurt nu: alles wat schuldherschikking en
internationale bewegingen betreft werd onder
Ontwikkelingssamenwerking gebracht, om het coherent te maken.
Dat heeft echter geen effect op de afspraken inzake het Lambermont-
akkoord. Ik denk niet dat er daar positieve of negatieve effecten aan
vasthangen.
développement afin de rendre la
politique plus cohérente.
02.19 Danny Pieters (VU&ID): Toch wel, want er zijn middelen die
met de federale noch met de gewestelijke doelstellingen
samenhangen. Die zullen worden verdeeld volgens hoe de rest wordt
overgedragen.
02.20 Minister Johan Vande Lanotte: Nee, dat is niet juist. Vroeger
was het ook niet zo. U fixeert zich op procenten die men in het hoofd
zou hebben, maar zo is het niet. Men ging stukken uit het beleid
bekijken en daarover praten en dat verandert niet. Als wij in
Lambermont hebben gepraat, kwam het aspect van de
schuldherschikking zelfs niet ter discussie. Het heeft ook geen effect.
Het is niet omdat er een grotere pot of een ander percentage is, dat er
meer of minder wordt overgeheveld. Dat is niet juist.
02.21 Danny Pieters (VU&ID): Ik vervolg mijn betoog. De
Sinterklaasperiode is voorbij en dat is aan de minister van Financiën
niet ongemerkt voorbijgegaan: hij heeft ook Sinterklaasneigingen
vertoond. Hij zal ervoor zorgen dat de koopkracht van de Belgen zo
heet dat in optimistische taal van 2,5% naar 4,2% zal stijgen. Dat is
natuurlijk een mooie manier om de zaak voor te stellen. Om dat in
toch wel moeilijke economische tijden te kunnen verantwoorden, zal
hij onder andere nagaan of er geen vastgoed kan worden verkocht.
Een groot deel van gronden van BIAC zou hiervoor eventueel in
aanmerking komen en andere operaties worden bedacht. Dat er nu
zestig miljard frank meer kan worden uitgegeven lees: dat er een
meerinkomen is voor alle burgers samen van ongeveer zestig miljard
frank lijkt leuk. Het gaat hier echter om een lineaire maatregel.
Het gaat echter om een lineaire maatregel. In mensentaal wil dat
zeggen dat de rijken er nog een beetje rijker van worden en de armen
een beetje minder arm. Hier is duidelijk een echte liberaal aan het
werk geweest, die concepten als progressieve belasting,
vermogensbelasting of sociale rechtvaardigheid niet echt genegen is.
Sterker nog, als er lineair 60 miljard frank minder belastingen worden
geïnd en tegelijkertijd een huizenhoge openbare schuld wordt
aangehouden, komt de hele operatie eigenlijk neer op een
herverdeling ten gunste van wie aan de Staat leent: de financiële
instellingen en degenen die zich de luxe kunnen permitteren om
staatsobligaties te kopen. Kunnen de socialisten en de groenen
verduidelijken hoe zij dat met hun sociale streven in overstemming
brengen? Natuurlijk worden de maatregelen voorgesteld alsof de
burger duizenden franken meer in de zak houdt, maar dat is een
vertekend beeld.
Voorts geeft de gulle minister van Financiën toe dat de herindexering
van de belastingschalen pas vanaf april 2002 in de bedrijfsvoorheffing
zal worden verrekend en niet, zoals eerder beloofd, vanaf januari
2002. Dat is nochtans wel, volgens de specialisten, een hefboom voor
een toenemende koopkracht. De reactie van de minister daarop was:
"Wij kunnen niet alles tegelijkertijd doen". Dat klopt, maar maak dan
02.21 Danny Pieters (VU&ID):
Entre-temps, le ministre Reynders
poursuit la distribution des
cadeaux: il veille à ce que le
pouvoir d'achat passe de 2,5% à
4,2%. En raison de la détérioration
de la conjoncture économique, il
doit se mettre en quête de biens
immobiliers pour les vendre. Ainsi,
d'importants terrains seront
vendus à BIAC même si l'Etat doit
encore les assainir.
Une telle dépense supplémentaire
de 60 milliards de francs
représente une mesure linéaire:
les riches deviennent plus riches
et les pauvres un peu moins
pauvres. Mais une diminution des
recettes de 60 milliards de francs
avec une dette aussi élevée
constitue un cas de figure surtout
intéressant pour ceux qui prêtent
de l'argent à l'Etat: les banques et
les détenteurs d'obligations d'Etat.
La réindexation des barèmes
fiscaux ne sera prise en compte
dans le calcul du précompte
professionnel qu'à compter du
mois d'avril 2002 au lieu du mois
de janvier de la même année.
Rien de plus facile que de formuler
des promesses coûteuses que l'on
ne pourra tenir.
Dans l'intervalle, les fantaisies du
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
ook geen dure beloftes aan de bevolking die achteraf niet kunnen
worden waargemaakt. De vraag rijst opnieuw: waar blijft het goed
bestuur?
De Franstalige liberalen doen het nog beter: door de fratsen van
minister Duquesne zullen de gemeenten er wellicht toe worden
gedwongen om hun gemeentebelastingen te verhogen. De
gemeenten klagen nu reeds steen en been dat zij nog nooit zo
moeizaam hun begroting konden afsluiten bij gebrek aan concrete
cijfers. Na een rondvraag door de Vereniging van Vlaamse Steden en
Gemeenten bleek dat amper 7% van de gemeenten tijdig een
concrete begroting kon opmaken. Waar is het goed bestuur hier?
De uitvlucht die de regeringspartners onlangs nog
gebruikten,
namelijk dat alleen oppositieburgemeesters vervelend doen, is een
karikatuur. Onder de ontevreden burgervaders bevinden zich immers
heel wat toonaangevende en morrende socialisten en liberalen. De
burgemeester van de mooiste stad van Brabant is hier niet de minste
van.
Sinds 21 november 2001 luidt het dat wel in kredieten zal worden
voorzien. Dat zal volgens mijn informatie in een latere
begrotingsaanpassing gebeuren. Overigens hoor ik ook niets over de
criteria voor de verdeling van de middelen voor de gemeenten. Dat is
ook een belangrijk aspect. Historisch is het zo gegroeid dat de
rijkswacht in Wallonië een toonaangevende rol speelde, terwijl de
Vlaamse gemeenten al vroeg in de lokale politie begonnen te
investeren. Het financieringssysteem voor de nieuwe politie is duurder
voor gemeenten die in het verleden weinig inspanningen voor hun
gemeentelijk politiekorps leverden, kortom, duurder voor het gros van
de Waalse gemeenten.
Het toeval wil dat heel wat PS-burgemeesters tot de meerderheid
behoren. Die burgemeesters, die hun gemeentelijke korpsen totaal
hebben verwaarloosd, zien een hoge factuur natuurlijk niet zitten
Daarom vragen zij uitstel van de hervorming. Ten koste van wie gaat
een dergelijk uitstel? Inderdaad, van de Vlaamse gemeenten, zoals
Gent en Leuven met SP-burgemeesters, die wel oog voor goed
bestuur hadden. Dat zegt ook de Vereniging van Vlaamse Steden en
Gemeenten. Zij hekelen het feit dat de kosten voor de
politiehervorming schromelijk zijn onderschat en dat minister
Duquesne zich door de politievakbonden heeft laten rollen. Inmiddels
beseft de regering dat ook en dringen de collega's van minister
Duquesne erop aan dat hij opnieuw over onderdelen van het statuut
onderhandelt. Het zal interessant zijn te zien hoe de vakbonden
hierop reageren.
De federale regering zal verplicht zijn om Vlaamse én Waalse
gemeenten financieel te helpen, zodat zij hun lokale politie kunnen
betalen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten voegt er
echter aan toe: het extra geld mag niet uitsluitend dienen om de
vooral Waalse gemeenten te helpen die de jongste jaren te weinig in
hun eigen korpsen hebben geïnvesteerd.
Ook de PS-eis om de hervorming desnoods uit te stellen, stuit op
hevige weerstand van de VVSG en de Vlaamse politiekorpsen. Een
dergelijk uitstel zou ten koste gaan van de jarenlange inspanningen
die werden geleverd om een degelijke politionele bescherming aan de
ministre Duquesne obligent les
communes à augmenter les
impôts communaux: jusqu'à
présent, seules 7% des
communes sont parvenues à
élaborer un budget concret.
Il n'y a pas que les bourgmestres
de l'opposition qui se plaignent
amèrement de cette situation. Le
bourgmestre de Louvain, M.
Tobback, a également formulé de
nombreuses critiques concernant
le financement de la réforme des
polices et les conséquences pour
les communes.
La réforme des polices coûte plus
cher pour les communes qui, par
le passé, ont investi moins
d'argent dans un corps de police
locale, c'est-à-dire essentiellement
les communes wallonnes. La
majorité des bourgmestres des
communes wallonnes, portant
essentiellement l'étiquette PS, ne
veulent pas de cette facture élevée
et souhaitent reporter la mise en
oeuvre de la réforme des polices.
Une fois de plus, une telle décision
serait prise au détriment des
communes flamandes qui
s'attachent à faire montre d'une
bonne administration, comme
Gand et Louvain par exemple.
Le gouvernement prend
soudainement conscience du fait
que le ministre Duquesne s'est
laissé duper par les syndicats de
police et il voudrait de nouvelles
négociations: voilà un bien bel
exemple de mauvaise
administration!
Pour l'association des Villes et
Communes flamandes (VVSG),
l'aide financière du pouvoir fédéral
ira principalement aux communes
wallonnes, telle que Mons, la
commune de M. Di Rupo, le
président du PS. La VVSG
dénonce cette situation et
s'oppose à tout report de la
réforme qui nuirait aux communes
flamandes qui ont investi des
années dans un corps de police
efficace.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
burger te bieden. De burger heeft namelijk recht op veiligheid. Hij zal
niet aanvaarden dat de PS hem ook hier weer schaakmat zet.
Het is voor ons zo klaar als een klontje dat de minister van
Binnenlandse Zaken heeft gefaald. Door de meerkosten voor de
gemeenten te onderschatten jaagt hij - terecht - het hele land tegen
zich in het harnas en niet in het minst zijn eigen collega's die met lede
ogen moeten vaststellen hoe voor hem nogmaals extra-middelen
een bijkrediet van 12 miljard worden vrijgemaakt in deze begroting.
De regering heeft het ook vaak over e-government, maar blijkbaar
worden hieraan weinig middelen besteed. Het aantal burgers in ons
land dat moderne computerapparatuur koopt neemt gestaag toe,
terwijl de uitgaven van de federale overheid op dit vlak blijken af te
nemen.
Bovendien rijzen er vragen omtrent de civiele lijst en de stijgende
dotaties die al bijna een half miljard bedragen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, tot hier beperken zich
mijn bedenkingen omtrent de diverse begrotingsonderdelen. Thans
zal ik het hebben over de evolutie sedert vorig jaar van de
verschillende begrotingsrubrieken. Deze oefening leidt tot
interessante vaststellingen. Zo wekt het op zijn minst verwondering
dat inzake een aantal domeinen waarvan de regering en haar leden
bij hoog en bij laag verklaren dat zij prioritair zijn, zij er dit jaar met een
kleiner stuk van de taart van departementale uitgaven vanaf komen.
Zo moet het o zo prioritaire Verkeerswezen het stellen met 3 promille
minder dan vorig jaar, wordt er 0,5 promille minder toegewezen aan
Binnenlandse Zaken en blijft het aandeel voor Justitie constant.
Overigens, wat Justitie betreft, werd het budget nog verminderd na de
begrotingsaanpassing 2001. Een beter justitieel systeem en een
betere rechtsbedeling waren nochtans zo belangrijk. Dat is allicht zo
in de woorden, maar wat de feiten betreft is het wat anders.
Voor de federale politie wordt evenwel 5 promille bijkomend
uitgetrokken, maar of deze middelen de politionele bescherming ten
goede komen is erg twijfelachtig.
Ik kom thans tot de transfers tussen de regio's. Op de politie en de
ontwikkelingshulp voor de deelgebieden werd reeds ingegaan. Dat er
niets kon worden gedaan inzake de transfers in de sociale zekerheid,
is genoegzaam bekend. De belastingen dalen, wat een goede
operatie voor Vlaanderen blijkt te zijn, ware het niet dat dit voordeel
ongedaan wordt gemaakt door de lauwe afbouw van de Rijksschuld.
Het heeft misschien weinig zin nog langer uit te weiden over deze
transfers. Wij weten immers dat deze regering weinig aandacht
schenkt aan de financiële verhouding tussen de deelstaten, althans
zolang Vlaanderen bereid is het leeuwendeel van de federale
rekeningen te betalen, rechtstreeks of onrechtstreeks. Inderdaad,
uitgaven die vallen onder de federale bevoegdheid worden doodleuk
doorgeschoven naar Vlaanderen. Gisteren gebeurde het zo inzake de
investeringen met betrekking tot het spoor, vandaag voor deze met
betrekking tot de luchthaven.
Laten wij evenwel duidelijk zijn: dit spel spelen wij alvast niet mee.
Wordt er een beroep gedaan op Vlaams geld, dan moet Vlaanderen
ook bevoegd worden, zowel inzake het spoor als inzake Zaventem.
En raison de sa gestion
calamiteuse, le ministre Duquesne
a besoin de davantage de fonds
que prévu pour financer sa
réforme. Il s'agit plus précisément
d'un crédit supplémentaire de 12
milliards, ce qui fait le désespoir
de ses collègues.
Le gouvernement parle
abondamment d'e-government
mais on observe globalement,
pour l'ensemble des départements
publics, une diminution de 650
millions de francs des dépenses
de fonctionnement et des
investissements dans le domaine
informatique. Comment expliquer
cela?
La réduction des investissements
vaut d'ailleurs également pour
d'autres domaines précédemment
qualifiés de prioritaires par le
gouvernement. Je songe
notamment au département des
Communications et de
l'Infrastructure et à celui de
l'Intérieur. La part réservée à la
Justice est demeurée inchangée
alors que le budget de la justice
avait été réduit lors de l'adaptation
budgétaire de 2001.
La gouvernement ne fait pas
grand-chose pour remédier au
problème des transferts. La
Flandre est toujours disposée à
payer la facture. Mieux, les coûts
relatifs à certains domaines de
compétences fédéraux, tels les
investissements dans les chemins
de fer et dans les aéroports, sont
mis à charge de la Flandre. Dès
lors qu'il est fait appel à des
moyens flamands, la Flandre
devrait être compétente pour les
domaines qu'elle finance: no
taxation without representation!
Autre exemple de régionalisation
indispensable: en Flandre, on
compte 17 caméras automatiques
permettant de dresser des procès-
verbaux. En Wallonie, il y a deux
caméras automatiques et aucune
de ces deux caméras ne permet
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
Immers, net als bij de aanvang van het parlementarisme, geldt no
taxation without representation, ook in deze materies.
Zodra men het heeft over Vlaams-Waalse geldzaken zijn er uiteraard
tal van andere dossiers waarin het geld weliswaar niet de kern van de
problemen uitmaakt, maar toch een belangrijk nevenaspect vormt.
Sta mij toe dit te illustreren aan de hand van het dossier van de
onbemande camera's. Momenteel zou Vlaanderen over ongeveer
zeventien verbaliserende onbemande camera's beschikken, terwijl
Wallonië over twee niet-verbaliserende onbemande camera's
beschikt. Op het vlak van de begroting is dat verschil niet belangrijk,
maar waar blijft de gelijke behandeling?
Economische problemen hebben wellicht ook
goede aspecten.
Zogenaamde staatshervormingen waarbij Vlaanderen rechtstreeks of
via de federale begroting betaalt voor elke morzel nieuwe
bevoegdheid, worden moeilijker. Nog niet zo lang geleden kregen wij
de Lombard- en Lambermont-akkoorden te slikken. Wij stemden er
evenwel tegen. In de loop van het voorbije half jaar zagen wij het gros
van de gevaren waarvoor wij waarschuwden werkelijkheid worden. Dit
is een voorbeeld. Vlaanderen wou de vennootschapsbelasting doen
dalen, maar op die eis kon jammer genoeg niet worden ingegaan.
Volgens de regeringspartijen was dat van ondergeschikt belang, maar
nu brengt de blauwe Vlaamse top een jeremiade terzake.
De economische kosten en de tewerkstellingsprijs van dit falen zijn
zeer groot, dames en heren van de VLD.
Iets of wat vertegenwoordiging van de Vlamingen in Brussel moest
worden afgekocht met een miljard aan federaal geld voor het Brussels
Gewest, te verdelen onder de gemeenten met een Vlaamse schepen.
Wij waarschuwden toen al voor nep-Vlamingen. De linguïstisch
transseksuelen van de PRL deden enkele weken geleden de kassa's
van hun gemeente rinkelen. Dit is boerenbedrog. Vlaanderen staat er
bij en kijkt er met lede ogen naar.
Dan zijn er nog de federale investeringen in het aan het gewest over
te hevelen vormingscentrum te Gembloux, terwijl het federaal geld
voor de aan het Vlaams Gewest over te hevelen evenknie achterwege
blijft. Dit is een voorbeeld van de traagheid waarmee sommige
bevoegdheidstransfers worden afgehandeld en de snelheid waarmee
de Franstalige gemeenschap vers geld krijgt. Nog belangrijker, de
Lambermont- en Lombard-akkoorden worden in de begroting zelf niet
serieus in rekening gebracht.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, wat
concluderen wij uit dit alles?
De regering is aangetreden op de puinhoop van een slecht beheerd
kippenschandaal, maar met deze regering zou het anders worden. De
hemel was blauw, de weide was groen en de kippen waren snel
vergeten. Ook het gegeven dat de socialisten deel uitmaakten van de
vorige regering was men vergeten. Met premier Verhofstadt zou een
nieuwe regeerstijl aanbreken. Communicatie en openheid waren het
parool. Het regeringswerk zou een open boek zijn. Voor een stuk
klopte dat laatste wel, maar snel bleek dat het open boek slechts uit
een kaft bestond. De inhoud was nihil. Die openheid gold ook voor de
zogenaamde debatcultuur. In mensentaal betekende dit dat elke
de dresser procès-verbal! Soit la
loi fédérale s'applique sur tout le
territoire, soit les Régions se
voient attribuer l'intégralité des
compétences en matière de
mobilité et de transports. Entre-
temps, les risques contre lesquels
nous mettions en garde au cours
des débats sur les accords du
Lombard et du Lambermont ont,
pour l'essentiel, été confirmés.
Quelques exemples: la Flandre
voudrait diminuer l'impôt des
sociétés, mais ce n'est pas
possible. Dans les communes
bruxelloises, des pseudo-
Flamands sont sollicités pour
devenir échevins flamands et ainsi
pouvoir faire main basse sur la
manne fédérale. Certains
transferts de compétences sont
réglés avec une lenteur
exaspérante, alors que l'on
recherche très promptement de
nouveaux fonds pour la
Communauté française.
Que conclure de tout cela? Ce
gouvernement est arrivé au
pouvoir à la suite de l'immense
pagaille qui a suivi le scandale du
poulet à la dioxine. Il allait
inaugurer un nouveau style de
gouvernement, basé sur la
communication et l'ouverture.
Cette ouverture, on devait
également la retrouver dans la
culture dite de débat ouvert. En
fait, chaque ministre lançait ainsi
ses petites idées, à bon ou à
mauvais escient. Tant qu'il y avait
de l'argent à profusion, cela se
passait sans trop de problèmes.
Après le 11 septembre, il est
toutefois devenu impossible de
continuer à sauver les
apparences. A présent que le
premier ministre ne peut plus
invoquer la présidence
européenne, il va devoir expliquer
comment remédier à la baisse des
recettes, comment il compte tenir
toutes les promesses faites,
quelles propositions son parti a à
opposer aux dictats du PS et
pourquoi il a fallu payer autant
pour si peu de résultats après les
négociations sur les accords du
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
excellentie en elke partij mocht zeggen wat hem of haar door het
hoofd schoot, liefst tegen een andere regeringspartner in en zonder
zich zorgen te maken over de kosten van een en ander. Tal van
initiatieven hebben zij in de media gebracht. Het is een andere vraag
of er iets werd gedaan, zolang er maar over wordt gesproken.
Zolang het economisch goed gaat en er geld over blijkt te zijn, kan dit
zootje ongeregeld worden samengehouden om het geld, dat er steeds
meer is, uit te geven. Iedereen krijgt wat lekkers. Helaas kunnen de
tijden veranderen. Dat was al voor 11 september het geval, maar dat
kon de regering voldoende verdoezelen. Na 11 september is dat niet
meer mogelijk. Gelukkig was er het Europees voorzitterschap om zich
aan het moeras van al te realistische besprekingen in eigen land te
onttrekken. Dit lijkt de premier toe te laten nog een beetje de dans te
ontspringen, maar weldra zal dit veranderen. Hij zal moeten uitleggen
dat wolken samentroepen boven het beleid. The sky is niet langer the
limit, zeker niet na de gebeurtenissen bij Sabena. Hij zal uit de doeken
moeten doen hoe de minderinkomsten zullen worden goedgemaakt
en hoe zijn veelkleurig gezelschap alle wilde beloften nog deze
legislatuur zal realiseren. Misschien legt hij de Vlamingen meteen uit
wat zijn zogenaamde Vlaamse partij nog tegen de lange reeks PS-
dictaten heeft in te brengen. Misschien legt hij ook uit waarom wij
zoveel moeten betalen voor zo weinig vooruitgang, na andermaal een
nachtje onderhandelen in de Lambermont.
De eerste minister kan het goed uitleggen. Rekenen doet hij minder
graag. Zolang het goed ging, kon ieder die het wilde zijn verhaal
geloven. Vandaag moeten er cijfers bij en dat wordt moeilijker uit te
leggen. Vandaag moeten de centen weer eens worden omgedraaid
alvorens ze uit te geven en moeten prioriteiten en posterioriteiten
worden bepaald. Dat ligt deze regering niet. Iedereen wil nog altijd
meer geld en iedereen wil op de eerste rij staan. In de media houden
ze dat nog wel een tijdje vol, maar democratie is iets anders. In een
democratie kunt u de bevolking niet eindeloos verhaaltjes wijsmaken,
maar zegt u waarop het staat. Als men tot over de oren in de schuld
zit en de tijden economisch bar zijn, zet men de tering naar de nering.
Daar is niets verkeerds mee. Het blijven voorspiegelen van
paarsgroene droombeelden is wel fout, want die riskeren op
nachtmerries uit te lopen.
Lambermont.
Aujourd'hui expliquer ne suffit
plus, il faut aussi calculer, et des
priorités doivent donc être définies.
Mais dans ce gouvernement, tout
le monde veut toujours plus
d'argent. En démocratie, on ne
raconte pas éternellement des
histoires au peuple. Quand
l'économie va mal, on s'arrange
pour vivre selon ses moyens. Les
rêves arc-en-ciel risquent de se
transformer en cauchemar pour la
Flandre et la démocratie.
02.22 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Monsieur le président,
monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, le groupe PRL
FDF MCC a déjà eu l'occasion d'apporter son soutien au
gouvernement dans le cadre de l'élaboration du budget 2002.
Nous avons également déjà pu remarquer que ce budget était à la
fois marqué par la prudence et le réalisme. Il a été élaboré dans
l'esprit du pacte de stabilité qui implique une limitation des marges de
manoeuvre du gouvernement, marges de manoeuvres limitées du fait
même de l'état de notre dette publique.
Assurer l'équilibre budgétaire en 2002 est sans doute un objectif mais
aussi et surtout un défi pour l 'équipe gouvernementale. Nous savons
que la tâche ne sera pas aisée.
Par prudence et responsabilité, le gouvernement à déjà décidé de
procéder à une analyse détaillée des comptes 2001 afin d'anticiper le
contrôle budgétaire, dès le début de l'année nouvelle.
02.22 Daniel Bacquelaine (PRL
FDF MCC): Mijn fractie verheugt
er zich over dat de regering zich
met betrekking tot de begroting
2002 aan het Stabiliteitspact heeft
gehouden. Wegens dat
Stabiliteitspact is de speelruimte
weliswaar beperkt, gelet op onze
grote overheidsschuld. Het
nastreven van het
begrotingsevenwicht in 2002 is
voor de regering zowel een doel
als een uitdaging. Dat wordt een
lastige opgave. De regering, die
getuigt van voorzichtigheid en
verantwoordelijkheidszin, heeft de
rekeningen van 2001 grondig
geanalyseerd ter voorbereiding
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
Le gouvernement a planché sur des chiffres de croissance
raisonnables. Il est vrai que la tendance économique actuelle
recommande la prudence. Notre pays, comme l'ensemble des pays
de l'Union, espère une reprise légère dès le premier semestre 2002 et
en tout cas une reprise certaine pour le deuxième semestre 2002.
En Belgique, les mesures décidées par le gouvernement en matière
de renforcement du pouvoir d'achat des travailleurs et des allocataires
sociaux devraient avoir un impact positif sur la reprise économique et
sur la croissance.
Les mesures prises sur le plan fiscal ou de la revalorisation des
allocations sociales ne sont pas statiques. Elles doivent, au contraire,
être considérées dans leur capacité dynamique de stimuler la
croissance.
Il ne saurait être question pour nous de remettre en cause cet acquis
essentiel de la réforme fiscale pour le citoyen et la santé économique
de notre pays.
Pour ceux qui douteraient de l'impact et de l'efficacité du
renforcement du pouvoir d'achat de nos concitoyens, il n'est pas
inutile de revenir un instant sur les effets concrets et tangibles, en
2002, pour le contribuable, des mesures prises par le gouvernement
dans le cadre de la loi du 10 août dernier. Le bénéfice global en
termes de pouvoir d'achat pour la seule année budgétaire 2002
s'élèvera à près d'un milliard et demi d'euros. Sur cette enveloppe
globale, déjà plus d'un milliard d'euros allégeront directement la
charge fiscale du contribuable via le précompte immobilier, le solde
venant par remboursements.
Les mesures 2002 concernent, je le rappelle, le démantèlement
progressif de la cotisation complémentaire de crise, le réindexation
des barèmes fiscaux et, bien entendu, la réforme fiscale à
proprement parler.
Nous pensons que les frais professionnels déductibles augmentés,
les 52% du taux marginal au lieu de 52,5% et 55%, l'exemption
supplémentaire pour enfant à charge des ménages monoparentaux,
le remboursement d'impôt octroyé aux ménages à faibles revenus, le
crédit d'impôt, tous ces éléments de la réforme fiscale auront donc
des effets très concrets pour l'ensemble des travailleurs.
C'est une réforme attendue par celles et ceux qui, des années durant,
ont fait littéralement "ceinture". Elle concernera chaque citoyen qui vit
de son travail et permettra, par rapport à la situation prévalant en
janvier 2001, des gains annuels allant de 5.000 à plus de 30.000
francs. Cela représente un pouvoir d'achat beaucoup plus important
qui indirectement contribuera à augmenter les recettes de l'Etat via la
consommation et via, bien entendu, la taxe sur la valeur ajoutée.
Outre les mesures qui touchent les consommateurs, le gouvernement
devra s'atteler en 2002 à une réforme annoncée de l'impôt des
sociétés dans le cadre d'une neutralité budgétaire. S'il est important
d'augmenter le pouvoir d'achat tant des travailleurs que des
allocataires sociaux pour stimuler la croissance, il est tout aussi
important à nos yeux de favoriser les investissements des
van de begrotingscontrole en is
uitgegaan van redelijke
groeivooruitzichten. De huidige
economische conjunctuur stemt
ons niet optimistisch, maar wij
hopen op een lichte heropleving
van de groei in de loop van de
eerste helft van 2002. De door de
regering genomen maatregelen ter
versterking van de koopkracht van
de werknemers en de sociale
uitkeringstrekkers zouden de
economische opleving en de groei
ten goede moeten komen. Het
totaalvoordeel voor het
begrotingsjaar 2002 zal oplopen
tot om en bij het anderhalf miljard
euro en zal de belastingdruk op de
belastingplichtigen via de
bedrijfsvoorheffing of in de vorm
van terugbetalingen verlichten.
De maatregelen voor 2002
behelzen de geleidelijke afbouw
van de crisisbelasting, de
herindexering van de
belastingschalen en de
belastinghervorming. Wat
laatstgenoemde betreft, gaat het
om een verhoging van de
aftrekbare beroepskosten, een
vermindering tot 52% van het
hoger marginaal tarief, de
bijkomende vrijstelling voor
kinderen ten laste van
eenoudergezinnen, de toekenning
van een terugbetaalbaar
belastingkrediet ten voordele van
de mensen met een laag inkomen,
enz.
De belastinghervorming zal
concrete gevolgen hebben voor
alle werknemers, die jaarlijks van
5.000 tot 30.000 frank minder
belastingen zullen moeten betalen.
De regering zal tevens de
vennootschapsbelasting
hervormen. Er moeten moeilijke
keuzes worden gemaakt, maar de
lat wordt hoog gelegd; het is
immers de bedoeling buitenlandse
ondernemingen aan te moedigen
om meer in ons land te investeren.
Een vermindering van de tarieven
en de invoering van een ruling-
systeem vormen het draagvlak
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
entreprises, et notamment des entreprises étrangères, dans notre
pays. A ce titre, la réforme de l'impôt des sociétés est primordiale. Là
non plus, les choix ne sont pas aisés mais l'objectif nous semble
ambitieux. Il est évident qu'un taux nominal trop élevé détourne les
investisseurs de notre marché; il faut donc abaisser ce taux et mettre
en place une série de techniques de "ruling" qui constituent l'assise
d'une réforme efficace en termes d'appel aux investisseurs.
Les petites et moyennes entreprises, qui sont les principaux vecteurs
d'emplois et de croissance, devront, elles aussi, bénéficier d'un
soutien légitime par un abaissement du taux et par une exemption
des bénéfices réservés à l'investissement. Ces engagements ont été
pris et sont réaffirmés dans la déclaration gouvernementale d'octobre
2001.
Nous serons attentifs à éviter, pour les petites et moyennes
entreprises et pour les indépendants, toute suppression de
déductibilité fiscale de frais réellement engagés qui serait contre-
productive sur le plan de la croissance.
En ce qui concerne le volet social et santé du budget 2002, je
souhaiterais insister sur le fait que la modernisation de la gestion de
la sécurité sociale me paraît être primordiale pour la continuité du
développement de l'Etat social actif. A cet égard, nous plaidons en
faveur d'une réalisation rapide des trois volets du projet de
modernisation, à savoir la généralisation de la déclaration immédiate
d'emploi, l'introduction de la déclaration ONSS électronique
multifonctionnelle et la simplification et l'informatisation de la
déclaration des risques sociaux. En effet, les employeurs demandent
et attendent depuis longtemps une simplification de leurs obligations
administratives.
Pour ce qui a trait au secteur des pensions, je me réjouis du
rehaussement des limites autorisées en matière d'activités
professionnelles à partir de l'âge de la pension. Cette mesure est trop
timide mais elle engendre un supplément de liberté. Elle évite aussi
une rupture trop forte des revenus quand on arrive à l'âge de la
pension. Certaines personnes arrivées à l'âge de la pension sont en
pleine forme et motivées; elles peuvent et veulent encore faire valoir
leur expérience. Cette mesure est bénéfique à l'égard des
indépendants retraités qui doivent se contenter d'une retraite
extrêmement modeste et ont le plus souvent besoin de revenus
complémentaires pour vivre. C'est la raison pour laquelle nous
plaidons pour une amplification de cette mesure.
Le groupe PRL FDF MCC regrette que les conclusions du groupe de
travail Bea Cantillon sur le volet pensions des indépendants ne soient
pas encore finalisées. Il nous semble urgent d'avancer rapidement en
matière de statut social des travailleurs indépendants. A ce sujet, les
prévisions budgétaires 2002 ne nous paraissent pas rencontrer
totalement les objectifs. En outre, si nous approuvons le projet de loi
"deuxième pilier" afin de responsabiliser chacun des acteurs face aux
échéances de l'avenir en évitant de reporter sur des générations plus
jeunes la totalité du poids du coût des retraites futures, nous insistons
fermement pour que soient améliorés concomitamment le contenu et,
plus précisément, les avantages de la pension libre complémentaire
des indépendants.
van die hervorming. De KMO's
zullen kunnen rekenen op een
vermindering van de tarieven en
een vrijstelling op de winst die voor
investeringen is bestemd.
De modernisering van het beheer
van de sociale zekerheid is van
primordiaal belang voor de
continuïteit van de uitbouw van de
actieve welvaartsstaat. In dat
opzicht pleiten wij voor de
veralgemeende invoering van de
onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling, de introductie van
de multifunctionele elektronische
RSZ-aangifte, de computerisering
van de aangifte inzake de sociale
risico's en een vereenvoudiging
van de administratieve
verplichtingen van de werkgevers.
Wij zijn blij dat de beperkingen
inzake de beroepswerkzaamheid
voor gepensioneerden worden
versoepeld, waardoor mensen
meer vrijheid krijgen en hun
inkomsten bij het bereiken van de
pensioenleeftijd niet plots
drastisch zullen zien dalen. Met
name voor gepensioneerde
zelfstandigen kan deze maatregel
uitkomst bieden.
Wij betreuren dat de werkgroep-
Cantillon over het sociaal statuut
van de zelfstandigen nog niet klaar
is met zijn conclusies.
Naast de tweede pijler pleiten wij
voor een opwaardering van de
voordelen van het vrije pensioen
van de zelfstandigen en voor meer
aandacht voor de DOSZ-
pensioenen.
Gezien het mislukken van de
onderhandelingen zijn de
resultaten van de werkgroep-Perl
op het gebied van de
gezondheidszorg helaas negatief.
Het schrappen van de lineaire
maatregelen is een goede
oplossing en een absoluut
noodzakelijke stap.
De maatregelen betreffende de
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Notre groupe demande également au ministre une attention
particulière à l'égard des pensionnés de l'OSSOM où, là aussi, une
modernisation de la réglementation est nécessaire.
En ce qui concerne le secteur de la santé, nous sommes attentifs aux
travaux du groupe de travail Perl. Malheureusement, les nouvelles qui
nous en parviennent à l'instant ne sont pas réjouissantes puisque la
réunion plénière du groupe placé sous la direction de M. Perl s'est
soldée par un échec des négociations. Nous émettons quelques
craintes quant à l'évolution des choses car, pour nous, le contrôle des
dépenses en matière de budget de l'assurance maladie-invalidité est
un des éléments essentiels de l'équilibre budgétaire de l'Etat. Si l'on
ne parvient pas à contrôler les dépenses de manière efficace,
autrement dit si l'on ne parvient pas à résoudre le problème d'une
allocation optimale des ressources en matière de budget des soins de
santé, nous nous préparons des lendemains difficiles sur le plan de
l'équilibre budgétaire.
A cet égard, nous savons que les négociations relatives au budget
des hôpitaux sont difficiles. Ce budget connaît une croissance tout à
fait exponentielle et il faut sans doute prendre des mesures quant à
son mode de financement. Je sais que M. Vandenbroucke a déjà pris
une série de mesures pour revoir la notion de concept hospitalier et a
imaginé un financement des hôpitaux basé sur l'activité justifiée plutôt
que sur le financement des structures agréées. C'est un premier pas
mais, manifestement, le conflit qui persiste aujourd'hui est celui d'un
rapport conflictuel entre les médecins et les hôpitaux. Les médecins
considèrent en effet qu'il n'est pas normal de continuer à financer des
hôpitaux de manière arbitraire et obligatoire et le conflit porte
essentiellement sur les honoraires médicaux. A cet égard, il faut donc
revoir la méthodologie du financement des établissements
hospitaliers.
Nous plaidons pour un dialogue renforcé entre tous les acteurs des
soins de santé et la responsabilisation de chacun de ces acteurs. Il
faut s'orienter vers la responsabilisation individuelle des
dispensateurs de soins plutôt que vers l'adoption de mesures linéaires
ayant des effets pervers et qui engendrent sans doute des dépenses
supplémentaires, tant chacun essaie de maintenir sa part dans
l'allocation des ressources. Il est évidemment indispensable de
passer à une phase de responsabilités individuelles. Il faudrait rester
attentif à ne pas mettre en concurrence les intérêts du patient et les
intérêts financiers du médecin, sous peine d'hypothéquer le service à
la population en termes de santé publique. C'est pourquoi nous
sommes très réticents par rapport aux formules de bonus qui
viendraient récompenser les sous-consommations médicales. Nous
pensons plutôt qu'il convient d'encourager la participation des
dispensateurs aux méthodes d'analyse et d'évaluation du coût des
soins de santé par des incitants financiers et bien
entendu sanctionner éventuellement les surconsommations qui ne
seraient pas justifiées après examen et monitoring de la pratique
médicale de ces dispensateurs.
J'attire une nouvelle fois l'attention du gouvernement sur la rage
normative qui prévaut dans le système des soins de santé
actuellement et qui engendre certainement une irresponsabilité en
matière de dépenses. Là aussi, il faudrait revoir les méthodes de
programmation pour responsabiliser chacun dans le cadre
individuele verantwoordelijkheid
van de verstrekker zullen ons wat
dichter bij de verwezenlijking van
die doelstelling brengen. Wel heb
ik mijn twijfels over het mogelijke
gebruik van financiële incentives
voor artsen die het spaarzaamst
voorschrijven. De dienstverlening
ten aanzien van de bevolking op
het gebied van de
gezondheidszorg mag niet in het
gedrang komen. Het normvirus
moet een halt toegeroepen worden
en er moet opnieuw nagedacht
worden over de programmatie van
diagnoseapparatuur. Aan de ene
kant de opwaardering van de
intellectuele handelingen
voorstaan, maar aan de andere
kant de indexering van de
honoraria uitstellen, getuigt niet
bepaald van een consequente
visie Als de minister van
Binnenlandse Zaken er is, zal ik
ook even ingaan op de
politiehervorming, die van kapitaal
belang is voor de veiligheid van
onze medeburgers.
Wij kunnen dit jaar besluiten met
een enthousiaste terugblik op het
werk dat volbracht werd in het
kader van ons EU-voorzitterschap.
In januari zal Europa weer iets
tastbaarder worden dankzij de
invoering van de euro. Op
nationaal niveau zou ons land in
2002 het Stabiliteitspact moeten
kunnen naleven. Tevens zou de
koopkracht van de mensen
moeten stijgen. Alles zal natuurlijk
ook afhangen van de
economische conjunctuur, maar
wij kunnen alvast rekenen op een
team dat alles in het werk zal
stellen om die doelstelling te
bereiken.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
d'enveloppes fermées, fixées par le pouvoir politique en fonction des
possibilités budgétaires.
Enfin, toujours dans le même secteur, le ministre et le gouvernement
ont sans cesse plaidé pour la revalorisation des actes intellectuels
dans le secteur des soins de santé, ce qui est une façon de faire des
économies sérieuses pour limiter les actes techniques. J'attire
l'attention du ministre Vandenbroucke sur l'incohérence totale qu'il y a
à prôner à la fois la revalorisation des actes intellectuels et à différer
l'indexation des honoraires justement sur ces prestations
intellectuelles, alors que les actes techniques sont indexés, ce qui est
évidemment un contresens total sur le plan intellectuel et sur le plan
de la juste et bonne allocation des ressources. C'est évidemment
antinomique et je voulais insister sur cette incohérence qu'il faudrait
redresser, d'autant plus que les médecins ont proposé une série
d'économies en termes de nomenclature qui permettent de retrouver
une certaine marge de manoeuvre au niveau de l'indexation des
visites et consultations.
Monsieur le président, je reviendrai à cette tribune dans le cadre de la
réforme des polices, dans le volet consacré au budget de l'Intérieur.
Cet aspect est essentiel dans le cadre du budget 2002. Je me
permettrai donc de reprendre la parole sur ce thème en présence du
ministre de l'Intérieur, ce soir ou demain matin.
Pour conclure, je voudrais dire à nouveau que la réussite de cet
équilibre budgétaire pour 2002 dépend d'une culture de l'optimisme et
de la confiance. Les mesures prises pour favoriser le pouvoir d'achat
des habitants de ce pays, travailleurs ou allocataires sociaux, pour
favoriser la croissance économique par l'investissement des
entreprises sont des mesures essentielles.
La nécessité du contrôle des dépenses l'est tout autant puisque, dans
le secteur des soins de santé et celui de l'assurance maladie-invalidité
de la sécurité sociale, il est essentiel de prendre une série de
mesures pour contrôler l'évolution des dépenses.
Il est un autre secteur qui nous paraît également essentiel, à savoir
l'image de marque de notre pays qui, à mon sens, est propice à la
croissance, à l'optimisme et à la confiance. A cet égard, je profiterai
de l'occasion pour féliciter tous les ministres de ce gouvernement qui,
sous la direction du premier ministre et du ministre des Affaires
étrangères, ont participé à la présidence belge de l'Union
européenne. Nous avons démontré la capacité de notre pays
d'appréhender les grands dossiers actuels. Cela participe sans aucun
doute aussi au retour d'une certaine croissance puisque l'optimisme
et la confiance sont retrouvés. Il était important de bien réussir cette
présidence européenne. C'est le cas puisque tous les observateurs
belges ou étrangers de la presse ou des milieux économiques et
sociaux le reconnaissent.
Nous avons achevé cette année sur une touche enthousiaste après le
travail accompli dans le cadre de la présidence belge. Dès le mois de
janvier, l'Europe sera encore plus concrète pour chacun d'entre nous
puisque nous connaîtrons l'arrivée de la monnaie européenne, ce qui
est aussi un facteur de croissance.
Sur un plan strictement national, l'année 2002 devra permettre à notre
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
pays de maintenir le cap du pacte de stabilité tout en offrant aux
citoyens des moyens supplémentaires en termes de pouvoir d'achat.
L'exercice ne sera pas nécessairement facile: tout dépendra de la
conjoncture économique. Mais nous savons que notre pays peut
compter sur une équipe gouvernementale qui mettra tout en oeuvre
pour favoriser la croissance et atteindre les objectifs qu'elle s'est
fixés.
02.23 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, op de keper beschouwd heeft de
bespreking van de begroting 2002 een bijzonder tijdelijk karakter en
dit om diverse redenen.
Ten eerste, in januari van volgend jaar dat is binnen welgeteld twee
weken staat er een eerste begrotingscontrole te wachten om de
budgettaire bres van tientallen miljarden in de begroting te dichten. Dit
alles is het gevolg van het feit dat de inkomsten als een sneltrein
blijven dalen en de economische achteruitgang van dit land voor
zover we het woord recessie niet mogen gebruiken zich met de dag
scherper aftekent.
Ten tweede, men zal oeverloos blijven discussiëren over de juiste
omvang van de terugval. De gehanteerde cijfers en prognoses door
allerlei instituten en planbureaus en door Nationale Bank zijn binnen
de kortste keren weer achterhaald. De enige vraag van betekenis is
welke voorzichtigheid deze regering aan de dag legt om met een
realistische begroting voor de dag te komen. In werkelijkheid toont
een reeks feiten ontegensprekelijk aan dat de toestand steeds maar
ernstiger wordt: bedrijven krijgen steeds minder bestellingen de
cijfers spreken van ruim 15% minder bestellingen ten opzichte van
vorig jaar en voor de bouwsector is de toestand nog dramatischer.
Het is dan ook logisch dat de bedrijven als gevolg van deze blijvende
economische achteruitgang hun productie moeten aanpassen, hun
strategie moeten herbekijken en hun investeringsplannen moeten
bijsturen. Zo blijven de cijfers van de industriële productie, ook deze
van de maand november, duidelijk aangeven dat de Vlaamse
economie zwaarder wordt getroffen dan de Waalse. Dit vertaalt zich in
hogere werkloosheidscijfers.
Wat doet deze regering? Ik stel vast dat een paar vrouwelijke
ministers zich nogal intensief bezighouden met het homohuwelijk, dat
de communicatieadviseur van de eerste minister de ene slangenkuil
na de andere opzet, waarbij ministers per klasse worden
gerangschikt. Zo stel ik vast dat de minister van Overheidsbedrijven
aanvankelijk probeerde de indruk te wekken dat Sabena een project
was met toekomst, maar toch crashte de maatschappij. Zo stel ik vast
dat de NMBS een onontwarbaar kluwen van politieke inmenging en
onkunde blijft en dat de Post de ene beleidsfout na de andere maakt.
Denken we maar aan de invoering van de "early post" die
ondertussen reeds is afgevoerd, of aan de intentie tot het afschaffen
van 400 postkantoren.
Men durft het al eens te vergeten, maar het was de eerste minister
himself die einde augustus meedeelde dat de meeste
overheidsbedrijven geherstructureerd waren. Vandaag de dag, amper
vier maanden later, wordt precies het tegengestelde bewezen,
namelijk chaos alom.
02.23 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Le budget ne
connaîtra sous sa forme actuelle
qu'une existence éphémère. En
effet, un premier contrôle
budgétaire aura déjà lieu en
janvier 2002 dans le but de
boucher les trous. Les recettes de
l'Etat sont en baisse et l'économie
est en récession. La question est
de savoir dans quelle mesure le
gouvernement fera preuve de
prudence afin de confectionner un
budget réaliste. La situation ne
cesse de s'aggraver, en effet. Les
entreprises doivent revoir leur
production à la baisse. L'économie
flamande est plus durement
touchée que l'économie wallonne,
ce qui induira une croissance du
chômage en Flandre.
Et que fait le gouvernement? Il
envisage d'instaurer le mariage
homosexuel, il couve une vipère
en son sein par la personne de M.
Slangen interposée en créant
différentes catégories de
ministres, il laisse la Sabena
s'écraser au sol après avoir
proclamé que c'était une
entreprise d'avenir, il laisse la
SNCB se transformer en un
véritable cloaque où se mêlent
ingérence et incompétence
politiques et il laisse La Poste
accumuler les erreurs de
management. Le premier ministre
lui-même annonçait encore à la fin
du mois d'août que la plupart des
entreprises publiques avaient été
restructurées. Or, aujourd'hui,
c'est le chaos.
La réforme des services de police
est l'objet de vives critiques,
également de la part de
bourgmestres de la majorité. Le
gouvernement éprouve des
difficultés à mettre en place sa
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
Vervolgens is er nog de politiehervorming die voortdurend tegenwind
krijgt, ook van de burgemeesters uit de paarsgroene meerderheid. De
Justitiehervorming komt maar niet op gang; het hele debat met de
daaraan gekoppelde hervorming van de sociale zekerheid komt er
niet of veel te laat, zodat inmiddels de uitgaven tijdens de afgelopen
twee jaar met 100 miljard zijn gestegen. Ook de grote kloof inzake
uitgavenpatronen tussen Wallonië en Vlaanderen blijft een pijnpunt.
Tal van de door mij zo-even opgenoemde dossiers zitten bovendien
verstrengeld in een communautaire tweespalt, of zijn dossiers waar
keizer Elio zijn veto tegen stelt. Ondertussen blijft de miljardenstroom
van Vlaanderen naar Wallonië versterkt doorgaan.
Eerst kwamen er extra miljarden voor het Franstalig onderwijs en nu
vloeit er in het kader van de politiehervorming opnieuw een flink pak
geld van Vlaanderen naar Wallonië. In dat verband wil ik toch even
verwijzen naar een analyse die professor Senelle, een onverdachte
bron terzake, een tijdje geleden maakte, meer precies in een interview
van 31 oktober jongstleden. Professor Senelle is een man die blijft
hameren op die transfers, omdat hij van oordeel is dat de cijfers
verbijsterend zijn en zij door de politieke leiders worden
weggemoffeld. In 1999 bereikten de transfers van Vlaanderen naar
Wallonië in het kader van de openbare financiën zowat 200 miljard
frank. Uitgedrukt in percentage van het Vlaams primair inkomen
bestaat zo'n overdracht in geen enkel ander federaal land en is zo'n
overdracht nergens bespreekbaar, noch aanvaardbaar. De Vlamingen
kunnen niet langer dulden dat een aanzienlijk deel van de welvaart die
zij hebben gecreëerd en van de financiële middelen die zij nodig
hebben voor hun beleid, op die manier wordt afgeroomd, dixit
professor Senelle. Het door deze regering zo geroemde nieuwe
communautaire klimaat is bijgevolg de zoveelste politieke leugen, een
leugen waarvoor eerste minister Verhofstadt verantwoordelijk is. Wij
zouden hem beter de animator van het leugenpaleis noemen. En zo
regeert deze paars-groene regering al kibbelend voort,
niettegenstaande het feit dat dit land ondertussen economisch
nagenoeg in brand staat.
Uzelf, mijnheer de minister van Begroting, hebt een aantal weken
geleden alle remmen dicht gegooid en het alarm op rood gezet, toen
u bekend maakte dat de budgettaire bres aan de inkomstenzijde
hoogstwaarschijnlijk 60 miljard frank bedraagt en bij nog meer
tegenwind, zou het tekort mogelijkerwijze 80 miljard frank bedragen.
U hebt daarmee, gewild of niet, een abrupt einde gemaakt aan de
voortdurende goed-nieuwsshow van paars-groen. Het doet mij een
beetje denken aan de sfeer bij de afloop van een feestje, waarbij plots
een domper op de feestvreugde wordt gezet wanneer één of andere
hofnar een onheilspellende, maar niettemin realistische boodschap
brengt. Het feestje en dus naar analogie daarvan de goed-
nieuwsshow van de regering is nu wel echt afgelopen. De stoelen
worden op de tafels gezet en de genodigden strompelen naar buiten,
met een zwaar hoofd, de donkere nacht in. Wat niemand van deze
regeringsleden voor mogelijk achtte, is dan toch gebeurd. Er is weer
geldtekort en sommigen spreken al over nieuwe belastingen. De
verlaging van de loonlast wordt één groot vraagteken. Er zal opnieuw
moeten worden gesnoeid in wat u noemt "levensnoodzakelijke
uitgaven".
politique en matière de justice,
cependant que la réforme de la
sécurité sociale se fait toujours
attendre. En attendant, les
dépenses augmentent et le fossé
entre la Flandre de la Wallonie ne
cesse de s'élargir.
Bon nombre de dossiers se
trouvent enlisés dans des
querelles communautaires ou se
heurtent à un refus du président
du PS. Les transferts financiers du
nord au sud se poursuivent. Le
prétendu renouveau politique
constitue le énième mensonge de
la coalition arc-en-ciel.
Le ministre du Budget a rompu
avec l'optimisme forcé de la
coalition. Confronté à une nouvelle
pénurie de moyens, notre pays
entre à nouveau dans une ère de
restrictions. Qu'adviendra-t-il des
stimulants fiscaux qu'il juge
indispensables? Je devine, dès à
présent, la réponse du ministre du
Budget qui va me parler de la
réduction de l'impôt des sociétés.
Une telle mesure équivaudrait
pourtant à une opération de vases
communicants dont, s'il faut en
croire le VEV, les petits
indépendants et les PME feront les
frais.
A présent que l'argent est épuisé,
la cohésion au sein du
gouvernement s'effrite. Une telle
évolution était prévisible.
Depuis début août, six bâtiments
publics importants ont été mis en
vente. A cet égard, la tour des
finances, dont la vente devrait
rapporter 13 milliards de francs,
constitue le cas le plus
spectaculaire. La vente de ce
bâtiment contraindrait sans doute
l'Etat à verser un loyer annuel de
400 millions de francs.
Outre l'augmentation des taxes
communales qui leur sera
imposée, les citoyens voient
s'amonceler les nuages.
L'expression «Plus dure sera la
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
We kunnen ons terecht afvragen wat er nu van die fiscale stimuli zal
terechtkomen, zoals door deze regering beloofd of aangekondigd, om
de economie nieuw leven in te blazen. Ik hoor het u zal zeggen: de
verlaging van de vennootschapsbelasting. Deze operatie mag de
overheid niks kosten en wordt bijgevolg een vestzak-
broekzakoperaktie van zowat 48 miljard frank, waar de regering met
de ene hand geeft wat zij met de andere hand neemt. De hamvraag
blijft: waarmee gaat de regering dit project financieren en wie zal
hiervoor als melkkoe worden gebruikt? Een eerste analyse door het
Vlaams Economisch Verbond leert ons dat het spijtig genoeg de
kleine zelfstandigen en de KMO's zullen zijn die het gelag betalen. Er
worden nogal wat proefballonnetjes opgelaten, zoals de fiscale
aanpak van de bedrijfswagens, het afschaffen van de degressieve
afschrijvingen enzovoort. Ik vrees dat de roes snel over zal zijn, te
meer daar de regering met de verlaging van de
vennootschapsbelasting alleen haar psychologisch imago in het
buitenland wil opfrissen, om zo de toets met de buitenlandse tarieven
te kunnen doorstaan. De Engelsen hebben daar een perfect woord
voor, window dressing. Ondertussen blijft dit land koploper in Europa
wat de gezamenlijke belastingdruk betreft en blijft de staatsschuld
torenhoog, 10.000 miljard frank en met een jaarlijkse rente, zonder
schuldaflossing, van 650 miljard frank.
Daar staan nu de heren en dames ministers, met wonderboy Guy
Verhofstadt op kop, met hun nieuwe economische en budgettaire
politiek en hun actieve welvaartstaat. Het doet me een beetje denken
aan de tijd toen Wilfried Martens eerste minister was. Ook hij had het
steeds over besparen, saneren en inleveren. Nu zien we die
begrippen in verschillende discussies opnieuw opduiken. De heer
Martens had het echter steeds over het licht aan het einde van de
tunnel, maar deze regering rijdt met de vaart van een sneltrein in een
tunnel zonder licht.
Het stond bij wijze van spreken in de sterren geschreven. Iedereen
en de man in de straat heeft het ondertussen goed begrepen wist
dat wanneer het geld zou zijn uitgedeeld, het feestje was afgelopen en
dat bijgevolg de cohesie, het cement binnen deze regering, zou
wegvallen en dat de tegenstellingen binnen paars-groen aan de
oppervlakte zouden komen. Het politieke gekibbel van de afgelopen
weken heeft dit duidelijk aangetoond.
Ik kom nog even terug op de budgettaire bres aan de inkomstenzijde.
Plots haalt men het wondermiddel bij uitstek uit de kast, met name de
verkoop van overheidsgebouwen. Al sinds begin augustus staan er
zowat zes overheidsgebouwen te koop met de Financiëntoren als
grootste blikvanger. Gisteren mochten we in de pers lezen dat de
verkoop van die toren ongeveer dertien miljard zou opbrengen. Men
mag echter niet vergeten dat de kantoren straks zullen worden
gehuurd voor een slordige 400 miljoen per jaar en dit voor de
volgende decennia. Waar is de tijd dat de VLD vanuit de
oppositiebanken fulmineerde tegen dergelijke sale-and-lease-back-
operaties? De fameuze actieve welvaartstaat is aan het verglijden
naar een passieve crisisstaat. De man in de straat heeft dit al lang
begrepen. Hij ziet allerlei budgettaire inleveringen op zich afkomen en
wordt daarenboven via allerlei verhoogde belastingen door de lokale
besturen gepluimd. Komt hoogmoed dan toch voor de val? We
nemen akte van de uitspraak van Louis Michel, de ware eerste
minister van dit land, waarbij hij heeft verklaard dat nu het Europees
chute!» aurait-elle donc un fond de
vérité?
Dans l'intervalle, alors que la
présidence européenne s'achève,
M. Louis Michel, le véritable
premier ministre de ce pays, a
annoncé qu'il entamait dès à
présent les préparatifs des
prochaines élections. Voilà qui
promet.
Pour notre part, nous avons cessé
d'y croire. Le hamster doré, la
mascotte personnelle du ministre,
est bel et bien mort. Il ne reste
plus qu'à lui offrir un enterrement
de première classe.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
voorzitterschap ten einde is, voor hem de verkiezingscampagne vanaf
1 januari begint. Het beloven dan toch nog spannende weken te
worden. (...)
Mijnheer de minister, de kerstman gelooft misschien nog in uw paars-
groen project en de voorliggende begroting van 2002, maar wij zijn
realistisch genoeg om hier er meer in te geloven. We hebben het dan
ook opgegeven. De goudhamster van deze regering, uw persoonlijke
mascotte, sterft een stille dood. Er blijft nog slechts een ding over,
met name een eersteklas begrafenis.
02.24 Thierry Giet (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, chers collègues, le budget 2001 avait promis, grâce
au dégagement de marges budgétaires, d'offrir à tous ceux et toutes
celles qui ont souffert de l'austérité, une amélioration de leur pouvoir
d'achat et un mieux-être. En somme, ce budget avait permis de
rendre les moyens à nos concitoyens, en commençant par les plus
faibles d'entre nous.
Dans un contexte économique difficile, aggravé par les attentats du
11 septembre dernier, le gouvernement nous présente aujourd'hui un
budget prudent, marqué par un souci de cohérence et de continuité.
Différents organismes internationaux prévoient un ralentissement de
la croissance de l'économie. L'heure est au réalisme budgétaire et ce
ralentissement a été intégré, tout en excluant de revenir sur des
décisions antérieures, qu'il s'agisse de réductions fiscales ou
d'augmentations d'allocations sociales.
Aussi notre groupe se réjouit-il de pointer, entre autres, comme
acquis:
- la sauvegarde de notre système de soins de santé;
- le respect intégral des engagements pris envers les allocataires
sociaux;
- les mesures de la réforme "emplois" permettant de concilier vie
professionnelle et vie privée. Elles seront bientôt une réalité;
- la mise en oeuvre des mesures de la réforme fiscale en faveur des
travailleurs;
- les nouvelles initiatives en faveur de l'emploi des jeunes et des plus
âgés;
- le renforcement du système du dialogue social en cas de conflit
collectif en mettant fin aux requêtes unilatérales devant les tribunaux;
- et enfin, la revue à la baisse de l'impôt des sociétés sans coûts pour
l'Etat et avec une attention particulière consacrée aux PME.
La politique budgétaire du gouvernement est donc basée sur la
prudence et la stabilité. Devant l'incertitude actuelle, la gestion de
l'Etat doit permettre de maintenir tous les systèmes de protection
sociale et de redistribution des revenus. C'est la raison pour laquelle
le gouvernement souhaite poursuivre la politique budgétaire prudente
des années passées.
Le gouvernement estime qu'au cours de l'année 2002, une forte
reprise économique pourrait avoir lieu. Des taux d'intérêt bas à la
suite d'une réaction rapide et adéquate des autorités monétaires ainsi
qu'une évolution favorable des prix de l'énergie devraient, selon nous,
permettre un rétablissement solide de l'activité économique. Avec un
rétablissement conjoncturel fort, la croissance réelle du PIB pourrait
02.24 Thierry Giet (PS): In het
kader van de begroting 2001 had
men ons een verbetering van de
koopkracht en een groter welzijn
beloofd. Nu de economische
situatie minder rooskleurig is, pakt
de regering uit met een
voorzichtige begroting.
Tot tevredenheid van mijn fractie
bevat de begroting enkele
socialistische verworvenheden:
vrijwaring van ons stelsel van
gezondheidszorg, naleving van de
verbintenissen aangegaan ten
aanzien van de sociale
uitkeringstrekkers, maatregelen
voor een hervorming inzake
werkgelegenheid, de
belastinghervorming, nieuwe
initiatieven om jongeren en
ouderen aan een baan te helpen,
verdere uitbouw van het systeem
voor sociaal overleg en
vermindering van de
vennootschapsbelasting.
Dank zij de lage interestvoeten en
de gunstige evolutie van de
energieprijzen zou er in 2002 een
forse economische opleving
kunnen plaatsvinden. De reële
groei van het BBP zou dan op
1,5% kunnen worden geraamd. De
regering is uitgegaan van een
groeicijfer van 1,3%, cijfer
waarmee mijn fractie kan
instemmen. Mocht er in 2002
inderdaad een echte opleving
komen, dan zullen wij erop toezien
dat de middelen die daardoor
vrijkomen ook voor de sociale
sector zouden worden bestemd.
Ik voeg er nog enkele algemene
opmerkingen aan toe. De politieke
prioriteiten van de PS zullen
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
être estimée à 1,5%, chiffre qui s'inscrit dans la perspective des
prévisions de diverses institutions financières réputées pour leurs
compétences au niveau des prévisions macroéconomiques.
Cependant, le gouvernement a fondé son budget sur une croissance
de 1,3%.
Au vu des considérations que je viens d'évoquer, je tiens à faire part
au nom de mon groupe de notre satisfaction quant à ce choix. Je
garde néanmoins l'espoir que le taux de croissance de 1,3% s'avère
trop prudent et qu'au cours de l'année 2002, on assiste à une réelle
relance. Dans cette hypothèse, nous serons particulièrement attentifs
quant à l'utilisation des moyens supplémentaires qui seraient alors
dégagés. Nous veillerons à ce qu'une partie significative de ces
moyens soit affectée aux travailleurs, aux plus démunis et au secteur
social en général.
Ces différents aspects seront plus largement développés par notre
collègue Chabot dans son intervention. Le volet Affaires sociales et
Emploi sera développé par notre collègue Van Grootenbrulle. Pour
ma part, je me limiterai à quelques réflexions générales.
Tout d'abord, la priorité politique des socialistes francophones
s'ébauchera sur la base des conclusions des tables rondes de la
solidarité sociale en fonction, bien entendu, des marges budgétaires
disponibles, mais en n'occultant pas la nécessité impérieuse
d'adapter notre modèle social au sens le plus large à l'évolution de la
société. Une protection efficace doit être offerte à chacun et nous
réclamons une véritable programmation avec, à la clef, des
enveloppes budgétaires significatives.
En 2002, 10 milliards seront affectés au relèvement des allocations
sociales, dont presque la moitié pour le secteur du chômage. Un
processus est engagé. C'est un bon début, mais il conviendra de le
mener à son terme.
En ce qui concerne l'emploi, le groupe socialiste tient à saluer le
travail remarquable effectué par la ministre de l'Emploi qui, à la mi-
législature, a déjà rempli une partie substantielle de son programme.
Les défis étaient énormes et de nombreux acquis, et non des
moindres, ont été engrangés. Que ce soit en matière de premier
emploi, de réduction du temps de travail, de développement des
emplois de proximité, de pièges à l'embauche ou d'outplacement, la
rupture avec la politique du passé est manifeste et se résume en trois
mots: détermination, transparence et efficacité.
Le gouvernement a pris conscience, dès le début de cette législature,
du fait que l'augmentation du taux de l'emploi était largement
conditionnée par l'amélioration de la qualité de l'emploi. C'est aussi
une innovation par rapport à une politique axée uniquement sur le
quantitatif, innovation qui s'inscrit d'ailleurs pleinement dans les
objectifs de la présidence belge de l'Union.
Le travail n'est évidemment pas terminé. Pour l'année 2002, il faudra
non seulement affiner et consolider les acquis mais également
poursuivre le mouvement en replaçant davantage encore le débat sur
le terrain qu'il n'aurait jamais dû quitter: celui de la qualité de l'emploi
et de la qualité de la vie.
worden uitgestippeld aan de hand
van de besluiten van de ronde
tafelconferenties over de sociale
solidariteit. Daarbij dient elkeen
een degelijke bescherming te
genieten. In 2002 zal tien miljard
worden uitgetrokken voor een
verhoging van de sociale
uitkeringen.
Wat de werkgelegenheid betreft,
wil de PS-fractie de vice-eerste
minister in het zonnetje zetten
omdat zij uitstekend werk heeft
verricht. De trendbreuk met het
beleid in het verleden kan
worden geschetst aan de hand
van drie woorden:
vastberadenheid, doorzichtigheid
en doeltreffendheid. Men zal in
2002 op de ingeslagen weg
moeten voortgaan en de
discussie meer toespitsen op de
kwaliteit van de arbeid,
enerzijds, en de kwaliteit van het
leven, anderzijds.
De sector van de gezondheidszorg
kan als de barometer van de
sociale rechtvaardigheid worden
beschouwd. Een goed beheer
vereist dat de uitgaven in de hand
worden gehouden. De regering
heeft voor die sector een bedrag
van 581,4 miljard uitgetrokken.
Dit cijfer geeft weer hoe
dringend de structurele
hervorming is van een systeem
dat een van de meest efficiënte
is van de Europese Unie en dat
zowel maximale kwaliteit als
grote toegankelijkheid nastreeft.
De vooruitzichten op besluiten
waartoe de werkgroep-Perl dient
te komen zijn bemoedigend. Uit
het tussentijds verslag blijkt dat
er verandering is en dat de
artsen het principe van de
individuele verantwoordelijkheid
aanvaarden. Dat verslag bevat
verscheidene beginselen en
richtsnoeren die tot
vernieuwende veranderingen
zullen leiden. Een ander
bemoedigend teken is het feit
dat er nu mechanismen worden
onderzocht die zowel het
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Le secteur des soins de santé est incontestablement le baromètre de
la justice sociale. Chaque année, la valse des chiffres mis sur la table
des négociations pour la fixation de l'objectif budgétaire fait l'objet de
multiples polémiques et donne vertiges et sueurs froides aux
gestionnaires et aux acteurs du système.
Cela ne cesse pas de nous inquiéter, mais pour nous, la maîtrise des
dépenses n'est pas une fin en soi; c'est une exigence de bonne
gestion. Elle constitue une nécessité économique, une obligation
sociale et une responsabilité politique.
Le gouvernement a tranché pour un budget de 581,4 milliards; un
chiffre conforme à celui qui a été proposé par les partenaires sociaux,
mais aussi un chiffre qui reflète l'urgence de poursuivre les réformes
structurelles afin d'assurer la pérennité d'un système qui toutes les
études le démontrent est l'un des plus performants de l'Union
européenne. Comme leur nom l'indique, ces mesures de portée
fondamentale doivent être à même de structurer notre système de
production de soins en adjoignant à la volonté de maîtrise des
dépenses, deux impératifs: s'inscrire dans un processus de haute
qualité et assurer une accessibilité maximale.
Les perspectives des conclusions, encore partielles, du groupe de
travail Perl sont ou étaient, en fonction de ce que M. Bacquelaine
vient d'annoncer encourageantes. Et nous remercions le ministre
des Affaires sociales d'avoir privilégié le modèle qui occupe une place
centrale au sein de notre assurance soins de santé, en donnant aux
acteurs concernés la possibilité de prendre leurs responsabilités. A ce
propos, le rapport intermédiaire esquissait déjà divers principes et
axes de changement innovants, témoins pour la première fois de
l'acceptation par les représentants du monde médical du principe de
la responsabilisation individuelle. Un pas important serait donc
franchi. Et nous rappelons que la question de savoir si une région ou
une sous-région gaspille ou profite est hors de propos ici. Il s'agit de
comprendre des écarts en sens divers et d'ampleur variable qui
reflètent la très grande hétérogénéité des pratiques médicales et de
prendre les mesures qui s'imposent afin que cessent, à terme, les
trop faciles mesures linéaires, pénalisantes pour tous et surtout
décourageantes pour les plus consciencieux de la profession.
L'autre signe encourageant est celui de l'examen des mécanismes
qui devraient garantir l'équilibre budgétaire des hôpitaux et les
revenus des médecins, tout en épargnant à ceux-ci les pressions
collectivistes. Ici aussi, un esprit de partenariat créatif doit animer les
négociations.
Pour conclure cette partie, j'ajouterai encore un mot sur les pensions.
Si entre 2000 et 2010, ce sont 100.000 personnes supplémentaires
qui atteindront l'âge de la retraite, dans la période 2010 2030, cet
accroissement sera de l'ordre de 800.000 personnes. Et le degré de
dépendance aura atteint les 45% en 2030. Le Fonds de vieillissement
est donc d'une importance cruciale pour le devenir de notre société. Il
nous faudra faire preuve d'une discipline responsable, résolument
axée sur le futur, afin que cette réserve ne soit pas une coquille vide
lorsque nous serons confrontés au grand défi du XXIème siècle.
Cet impératif budgétaire en rejoint un autre: celui de l'adaptation
régulière des pensions légales à l'augmentation du niveau de vie. Si
budgettair evenwicht van de
ziekenhuizen als het inkomen
van de artsen moeten
waarborgen zonder hen echter
bloot te stellen aan de druk de
productiviteit op te voeren.
Ook op dit gebied worden de
onderhandelingen gevoerd in een
sfeer van creatief partnerschap.
In de periode 2010-2030 zullen
800.000 mensen de
pensioengerechtigde leeftijd
bereiken en in 2030 zal de
"afhankelijkheidsgraad" 45%
bedragen. Het Zilverfonds is dus
essentieel voor de toekomst van
onze samenleving.
Dat budgettair voorschrift gaat
gepaard met een andere
verplichting, te weten de
regelmatige aanpassing van de
wettelijke pensioenen aan de
verhoging van de
levensstandaard. Als dat gegeven
jarenlang wordt verwaarloosd, is
een ernstige verstoring op het
niveau van de inkomensverdeling
onafwendbaar.
De regering, die terdege beseft
wat er op het spel staat, verdient
onze lof, maar wij vragen haar
voort te werken zonder op "pieken"
te wachten en tegen 2010 een
echt meerjarenplan uit te werken.
Mijn partijgenoten Frédéric en
Depreter zullen ook nog het woord
nemen, evenals onze fractieleider.
Op het stuk van de
telecommunicatie beklemtoont
en stimuleert de regering de
evolutie van onze samenleving
naar een digitale samenleving,
waarin iedereen toegang heeft
tot informatie. Hier vermelden wij
de uitermate loffelijke
inspanningen op het stuk van e-
government, die een heuse
technische en administratieve
revolutie teweeggebracht
hebben in de betrekkingen
tussen de burger en de
overheid.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
ce facteur est négligé trop longtemps, nous assisterons à de graves
perturbations au niveau de la répartition des revenus. Un tel
phénomène est incompatible avec une société viable, et ce d'autant
plus que le nombre de retraités augmente inévitablement. En soi, cela
deviendrait un facteur de limitation de la croissance parce que les
pensionnés seraient de moins en moins en mesure de prendre une
part active à la vie de notre société. Le gouvernement a compris cet
enjeu; nous nous en félicitons, mais nous demandons que l'on
travaille sans attendre et que l'on établisse un véritable plan
pluriannuel d'ici 2002.
Notre collègue André Frédéric traitera du développement des contrats
de sécurité et de prévention, de la réforme annoncée de la sécurité
civile, de la volonté d'élargir l'utilisation du vote automatisé et enfin de
l'état actuel de la politique d'asile et d'accueil des étrangers. Notre
chef de groupe, quant à lui, redira l'inquiétude que lui inspire toujours
l'état actuel de la réforme des polices, ainsi que la réorganisation des
services d'incendie et de la protection civile. Et pour sa part, notre
collègue Depreter développera les points suivants: économie et
infrastructure.
En matière de télécommunications, il est à souligner que le
gouvernement privilégie et accentue l'évolution de notre société vers
une société digitale garantissant un accès pour tous au savoir, moteur
de développement économique, certes, mais aussi de développement
social. On saluera également les efforts réalisés et en cours en
matière d'e-government, véritable révolution technico-administrative
dans les relations entre le citoyen et l'Etat.
Présidente: Jacqueline Herzet, doyenne d'âge.
Mag ik u met betrekking tot de
overheidsbedrijven de
belangrijkste bepalingen van het
regeerakkoord in herinnering
brengen: aanbieden van een
gelijkwaardige of betere
dienstverlening dan wat Belgische
of buitenlandse overheids- of
privé-bedrijven bieden, inperken
van de administratieve tot stand
brengen van de actieve
welvaartsstaat, uitwerken
papierwinkel, van een strategisch
plan, modernisering van de
overheidsbedrijven, partnerships
van overheids- en privé-sector en
werknemersparticipatie.
De Post moet gemoderniseerd
worden, zij het met behoud van
haar opdracht als openbare dienst,
met inbegrip van de verplichtingen
op het stuk van de universele
dienstverlening.
Voorzitter: Jacqueline Herzet, oudste lid in jaren.
A propos des entreprises publiques, il me semble judicieux, à ce
stade, de rappeler les principales dispositions de l'accord
gouvernemental: service d'un niveau égal ou plus élevé que celui
d'une entreprise publique ou privée, belge ou étrangère, diminution de
la surcharge administrative, déploiement d'un Etat-providence actif,
établissement d'un plan stratégique en collaboration avec chaque
entreprise publique, modernisation des entreprises publiques,
partenariat public-privé et participation du personnel.
En ce qui concerne la problématique inhérente au secteur postal, je
veux insister sur le double objectif que nous devons poursuivre à
savoir une nécessaire modernisation de notre opérateur historique en
raison de la libération du marché et la préservation des missions de
service public en ce compris les obligations en matière de service
universel que nous devons privilégier dans l'intérêt de nos
concitoyens.
Il est également important de mettre en exergue la volonté de notre
gouvernement d'améliorer la protection sociale des indépendants
dans le respect d'un équilibre à trouver entre les situations de salariés
et d'indépendants. Nous tenons à nous réjouir de la poursuite de la
politique de lutte contre le surendettement et de l'intensification des
actions et mesures relatives à la protection du consommateur prises
par le ministre de Affaires économiques.
Au sujet de la réforme en matière de justice, nous ne pouvons que
Tevens moet de wil van de
regering onderstreept worden om
de zelfstandigen een betere
sociale bescherming te geven,
teneinde een evenwicht te vinden
tussen het statuut van
loontrekkende en dat van
zelfstandige.
Wij zijn blij dat de
schuldenoverlast verder wordt
aangepakt en dat de maatregelen
ter bescherming van de
consument die de minister van
Economie genomen heeft, nog
geïntensiveerd worden.
Wat de hervorming van Justitie
betreft, loven wij de intentie van de
minister om verder te werken aan
een beter functionerend gerecht,
want het gerechtelijk apparaat is
de afgelopen jaren maar al te vaak
onder vuur komen te liggen.
Ondanks de middelen die ervoor
werden uitgetrokken voldoet ons
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
nous réjouir de la volonté affichée du ministre de poursuivre les
travaux entrepris en vue d'améliorer le fonctionnement de notre
justice trop souvent critiquée ces dernières années. Les efforts
financiers ne nous ont pas permis encore de disposer d'une justice
répondant aux besoins de la société du XXI
ième
siècle. Le groupe
socialiste estime en effet qu'il faut essayer de répondre à deux
problèmes fondamentaux, d'apparences contradictoires, que sont le
manque de confiance du citoyen dans ce service public et
l'encombrement de nos juridictions dû à une judiciarisation croissante
de notre vie quotidienne.
Le PS est particulièrement préoccupé par l'accès à la justice et son
amélioration première étape du processus de rapprochement du
citoyen et de l'institution judiciaire. C'est donc avec satisfaction que
nous constatons la volonté du ministre de concrétiser cette réforme
essentielle qu'est le principe de mutualisation du risque judiciaire.
Mais il faudra néanmoins être attentif à la technique envisagée; en
cas de choix du mécanisme d'assurance, la prévision d'un volet
"'solidarité" est indispensable. L'Etat doit garder le contrôle sur le
système d'assurance judiciaire et tenter de couvrir la plus grande part
possible de la population.
Améliorer l'accès à la justice c'est aussi porter le fer dans la plaie de
l'arriéré judiciaire, mal endémique malgré les efforts importants déjà
fournis. Nous nous réjouissons de la volonté du ministre de prendre
diverses mesures dans le cadre de l'organisation judiciaire. Il est de
plus indispensable de réfléchir à la judiciarisation croissante, aux
modes alternatifs aux procédures contentieuses et se préserver du
danger de privatisation de la justice.
En matière de politique pénitentiaire, nous saluons les initiatives
prises dans la lutte contre la surpopulation des prisons et
l'amélioration de la situation sociale du personnel des établissements
pénitentiaires ainsi que la volonté du ministre d'initier un débat sur la
question de la détention préventive afin d'aboutir à des propositions
concrètes. A cet égard, nous continuerons à défendre le
développement de sanctions alternatives à l'emprisonnement comme,
par exemple, le travail d'intérêt général qui nous paraît facteur de
responsabilisation et d'éducation.
Nous sommes conscients que l'ampleur de la tâche n'est pas des
moindres mais un bon fonctionnement de la justice est une condition
essentielle à la démocratie et nous y veillerons. Par ailleurs et enfin,
nous apportons bien entendu notre soutien global aux notes de
politique générale et aux divers budgets présentés par le ministre des
Affaires étrangères, le ministre de la Défense nationale, le secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement, partie plus spécifiquement
développée par notre collègue Moriau.
L'élargissement de l'Union européenne constituera une étape majeure
dans un avenir proche. Suite à sa présidence et au regard de son
passé européen, la Belgique aura un rôle considérable à jouer pour
l'émergence d'une identité forte basée sur le partage de valeurs
communes. L'ensemble des relations internationales sera encore
conditionné par l'impact des événements dramatiques du
11
septembre dernier. Une politique de concertation et de
collaboration internationale pour lutter contre les fléaux du terrorisme
est indispensable.
gerecht nog altijd niet aan de
behoeften van de samenleving van
de XXIe eeuw. De PS meent dat
een antwoord moet worden
geformuleerd op twee
fundamentele en schijnbaar
tegenstrijdige kwesties: het gebrek
aan vertrouwen in de openbare
dienst bij de burger, en de
overbelasting van het gerecht
tengevolge van een toenemende
juridisering van het dagelijkse
leven.
Omdat de PS ijvert voor een vlotte
toegang tot justitie, stelt onze partij
met voldoening het streven van de
minister vast om concreet gestalte
te geven aan een essentiële
hervorming, namelijk het invoeren
van een stelsel van onderlinge
verzekering voor het dekken van
gerechtelijke risico's. Daarbij moet
de nodige aandacht worden
besteed aan de aangewende
techniek. Als geopteerd wordt voor
het verzekeringsmechanisme,
dient de Staat de controle te
bewaren over het gerechtelijk
verzekeringssysteem dat een zo
groot mogelijk deel van de
bevolking moet dekken. Een
vlottere toegang tot justitie
betekent ook dat men de strijd
aanbindt tegen het sluipend gif van
de gerechtelijke achterstand. Wij
zijn verheugd dat de minister
diverse maatregelen neemt in het
kader van de rechterlijke
organisatie. Nagedacht moet ook
worden over de toenemende
juridisering van onze samenleving,
de alternatieve werkwijzen, de
procedures voor het beslechten
van geschillen en de noodzaak om
het gevaar voor privatisering van
justitie af te wenden. Inzake
penitentiair beleid begroeten wij de
initiatieven die genomen worden
om de overbevolking in de
gevangenissen tegen te gaan, de
verbetering van de sociale situatie
van het personeel van de
strafinrichtingen, alsook het
voornemen om een debat aan te
gaan over de preventieve
gevangenisstraf. In dat opzicht zijn
wij voorstander van alternatieve
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Il nous est également donné la possibilité, via divers instruments dont
la coopération au développement, de combattre les causes de cette
violence et de l'éradiquer. Notre attention doit particulièrement être
portée vers la résolution de problématiques telles que la pauvreté,
l'injustice, l'analphabétisme, le nationalisme ou le fanatisme religieux.
Comme nous l'avons fait précédemment, nous ne pouvons que
soutenir les entreprises diplomatiques notamment la diplomatie
préventive menée dans le cadre de nombreux dossiers pour le moins
délicats.
La Belgique et l'Union européenne ont pris diverses initiatives leur
permettant d'occuper une place non négligeable dans le monde. Deux
exemples: la situation dans la région des Grands Lacs et le conflit du
Moyen-Orient qui semble avoir atteint son paroxysme.
La politique menée par le ministre de la Défense nationale a notre
entière approbation, d'autant plus que l'année budgétaire 2002 est
essentielle puisqu'il s'agit de la première année de mise en application
effective du plan stratégique de modernisation des Forces armées
2000-2015. Nous nous réjouissons de ce que la note de politique
générale et les budgets sont le résultat d'une politique de concertation
menée par le ministre en vue de cette modernisation. La ligne forte en
est la gestion moderne du personnel, supposant une plus grande
prise en compte du capital humain et militaire.
Soulignons également l'émergence de synergies entre l'armée, les
autres départements fédéraux et la société civile. Saluons aussi les
perspectives européennes de la note de politique générale. Celle-ci
s'inscrit dans le concept de convergence au sein de la Défense
européenne. La constitution d'une armée européenne efficace et
efficiente n'en constitue pas moins un défi majeur pour l'Union
européenne.
Quelques mots encore concernant la coopération au développement.
Nous exprimons notre satisfaction quant à l'augmentation
substantielle de l'aide bilatérale. Cet accroissement est amplement
justifié par la réforme de la coopération au développement et par la
modernisation de cet instrument. L'essence même de la coopération
au développement doit, par ailleurs, nous conduire à réfléchir à un
autre type de mondialisation. Nous resterons cependant vigilants pour
que l'application de cette coopération se fasse en faveur des
populations et de leurs besoins prioritaires.
Enfin, il convient de se questionner quant à la problématique de
l'annulation de la dette qui reste un fardeau. Celle-ci augmente en
moyenne de 12% par an et atteint aujourd'hui la somme globale de
350 milliards de dollars. L'allègement de cette dette dépendra
notamment de la mise en oeuvre de réformes économiques,
monétaires et politiques des pays concernés, en adaptant les
législations aux conditions de libéralisation des marchés, c'est-à-dire
en leur favorisant l'accès aux capitaux, ce qui n'est guère possible
dans l'état actuel.
En conclusion, monsieur le président, madame et monsieur les vice-
premiers ministres, chers collègues, le groupe socialiste se réjouit
que les feux rouges du présent budget soient axés sur deux maîtres
mots: la loyauté car aucune des promesses faites à nos concitoyens
sancties ter vervanging van de
opsluiting. Een optimale werking
van justitie vormt een essentiële
voorwaarde voor de democratie,
waar wij beslist op zullen toezien.
Daarnaast verlenen wij graag onze
algehele steun aan de
beleidsnota's en aan de
begrotingen van Buitenlandse
Zaken, Landsverdediging en
Ontwikkelingssamenwerking. De
uitbreiding van de Europese Unie
vormt ongetwijfeld een cruciale
fase in de nabije toekomst. Er is
voor België een aanzienlijke rol
weggelegd op het stuk van de
totstandkoming van een sterke
Europese identiteit, gebaseerd op
het delen van gemeenschappelijke
waarden. Een beleid van overleg
en internationale samenwerking in
de strijd tegen het terrorisme is
zonder meer onmisbaar.
Diverse instrumenten, waaronder
de ontwikkelingssamenwerking,
staan tot onze beschikking om de
oorzaken van dat geweld te
bestrijden en uit te roeien. Wij
moeten bepaalde problemen zoals
de armoede, de
onrechtvaardigheid, het
analfabetisme, het nationalisme en
het religieus fanatisme oplossen.
Voorts steunen wij de diplomatieke
inspanningen die in tal van
delicate dossiers, zoals dat van de
Grote Meren en van het Midden-
Oosten, worden geleverd.
Wat Landsverdediging betreft, is
het begrotingsjaar 2002 van
essentieel belang, aangezien het
het eerste jaar betreft waarin het
strategisch plan 2000-2015 voor
de modernisering van de
krijgsmacht werkelijk wordt
uitgevoerd. De krachtlijn van de
beleidsnota en van de begroting is
een modern personeelsbeleid, wat
betekent dat in grote mate
rekening moet worden gehouden
met het menselijk en militair
kapitaal. Wij wijzen tevens op het
ontstaan van
samenwerkingsverbanden tussen
het leger, de overige federale
departementen en de civiele
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
n'a été remise en question, la prudence car dans une conjoncture
prévisionnelle instable, la gestion de l'Etat doit permettre de maintenir
en place le système de protection sociale et de redistribution de tous
les revenus. Quoi qu'on en dise, pour nous aussi, la création par le
biais fiscal d'un pouvoir d'achat supplémentaire a une dimension
éminemment sociale.
Nous restons confiants et optimistes vis-à-vis du futur contrôle
budgétaire, tout en y apportant une attention particulière et
déterminée car il y va de notre devoir et de notre responsabilité
envers tous nos concitoyens, auprès desquels nous nous sommes
engagés.
maatschappij.
Wij verheugen ons eveneens in de
Europese perspectieven van de
beleidsnota, die kadert in de
convergentie van de Europese
defensie.
Inzake
ontwikkelingssamenwerking zijn
wij blij met de verhoging van de
bilaterale hulp. Men moet er toe
komen een ander soort
mondialisering te overwegen en er
blijven op toezien dat de
ontwikkelingssamenwerking in de
eerste plaats de bevolking ten
goede komt. De schuld, die
oploopt tot 350 miljard dollar, kan
enkel worden verlicht door het
kapitaal toegankelijk te maken
voor de betrokken landen, wat in
de huidige stand van zaken niet
mogelijk is.
Tot slot verheugt de PS er zich
over dat de begroting stoelt op
loyaliteit, omdat geen enkele
belofte ter discussie werd gesteld,
alsook op een voorzichtige
aanpak, aangezien de sociale
bescherming en de herverdeling
van de inkomens worden
gehandhaafd. Het creëren van
extra koopkracht, via de fiscaliteit,
heeft voor ons een sociale
dimensie.
Wij blijven optimistisch en
waakzaam met betrekking tot de
nakende begrotingscontrole.
Président: Jean-Pol Henry, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste ondervoorzitter.
02.25 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, dames en
heren, de bespreking van de begroting krijgt iets van een ritueel
waarin wij allen een rol spelen. Ik zal daar aan meedoen, maar ik
denk dat men misschien toch even moet gaan nadenken over de
methode. Is dit de aangepaste methode om een begroting te
bespreken? Ik wil hier geen kleine verwijten richten tot wie hier niet is.
We moeten de oorzaak ervan zoeken. In de commissies is deze
begroting vrij ernstig en langdurig besproken. In hoeverre is het nog
zinvol om dit ritueel hier op te voeren? Ik herhaal: wij spelen hierin
mee. Ik maak daar deel van uit, maar wij moeten er mijns inziens over
nadenken of wij onze werkwijze kunnen wijzigen. Wegens
omstandigheden hebben wij het onderdeel Justitie vroeger moeten
bespreken. Die bespreking was veel levendiger, korter. Het heeft de
02.25 Hugo Coveliers (VLD): La
discussion du budget ressemble à
un rituel où chacun tient son rôle.
La question est de savoir si cette
méthode est la bonne et si ce
rituel est encore nécessaire après
le débat approfondi qui a eu lieu
en commission. Le chapitre justice
a été discuté anticipativement en
raison de certaines circonstances,
ce qui a rendu le débat plus
animé.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
eventuele luisteraar meer opgebracht dan het huidige debiteren van
een aantal monologen. Ik zal mij trachten te onthouden van
gedetailleerde opmerkingen. Hoewel de meeste opmerkingen reeds
in de commissies werden gemaakt en het weinig zin heeft om ze te
herhalen, kunnen ze wellicht nog aan bod komen in dat stuk ritueel
waarin het gaat om de specifieke begrotingen.
Mijnheer de minister, ik denk dat de opmaak van de begroting voor
het jaar 2002 niet erg gemakkelijk was omdat de hoogconjunctuur al
een tijd achter de rug is en we worden geconfronteerd met de harde
realiteit van een groeivertraging. Extra voorzichtigheid is hier dus
zeker op haar plaats.
Ik wil echter van in het begin komaf maken met onterechte uitlatingen
als zou men tijdens de eerste twee jaren van deze legislatuur niet
voorzichtig zijn geweest. Integendeel, het komt mij voor dat in deze
regering voorzichtigheid steeds het basisprincipe van de begroting
heeft gevormd. De toepassing van het goudhamsterprincipe heeft
ervoor gezorgd dat het gecumuleerde begrotingsresultaat over de
jaren 1999, 2000 en 2001 liefst 250 miljard frank beter is dan
de doelstellingen van het eerste stabiliteitsprogramma van december
1998. Na tweeëneenhalf jaar paars-groen beleid valt de
overheidsschuld al 250 miljard frank gunstiger uit.
La période de haute conjoncture
ayant pris fin, la confection du
budget 2002 n'a pas été chose
aisée. Contrairement à ce que
d'aucuns prétendent, le
gouvernement a fait preuve de
prudence lors de l'élaboration des
budgets au cours de ces deux
dernières années. Grâce au
principe du hamster doré, le
résultat budgétaire cumulé pour
les années 1999, 2000 et 2001
affiche un résultat qui dépasse de
250 milliards de francs les
estimations établies dans le
premier pacte de stabilité de 1989.
02.26 Yves Leterme (CD&V): U spreekt over het begrotingsresultaat
van 1999, 2000 en 2001. Wat is dan het begrotingsresultaat voor
2001, waar u rekening mee houdt?
02.26 Yves Leterme (CD&V):
Quel résultat budgétaire pour 2001
M. Coveliers prend-il en
considération?
02.27 Hugo Coveliers (VLD): Dat is het aangekondigde resultaat,
waarover de minister reeds heeft gezegd dat men aan het einde van
november nog steeds het niveau van de begroting haalt. Ik neem aan
dat dat op het einde van december ook het geval zal zijn.
02.27 Hugo Coveliers (VLD): J'ai
pris en compte la situation de
novembre 2001, qui est très
probablement toujours d'actualité.
02.28 Yves Leterme (CD&V): Hoeveel van de 250 miljard frank komt
uit het jaar 2001?
02.28 Yves Leterme (CD&V):
Quelle est la part du budget 2001
dans les 250 milliards de francs
cités par M. Coveliers?
02.29 Hugo Coveliers (VLD): Ten gevolge van de daling van de
groei neem ik aan dat het het kleinste deel zal zijn. Ik kan u het exacte
cijfer niet geven.
02.30 Yves Leterme (CD&V): U spreekt over een niet onbelangrijke
som, 250 miljard frank. Ik had graag de verdeling over die drie jaren
gekend.
02.31 Hugo Coveliers (VLD): Collega, ik ken die verdeling niet, maar
ik zal ze opvragen bij de auteur van deze tekst en u bezorgen.
02.32 Yves Leterme (CD&V): Dat wilde ik horen!
02.33 Hugo Coveliers (VLD): Met een groeihypothese van 1,3% van
het BBP voor het begrotingsjaar 2002 zit de regering nog steeds op
dezelfde golflengte als de meeste prognoses. Na verschillende
neerwaartse herzieningen onderschrijft de Europese Commissie
dezelfde groei, terwijl er ten aanzien van de raming van de OESO nog
steeds een kleine buffer overblijft. Veel zal uiteraard afhangen van de
02.33 Hugo Coveliers (VLD): Je
poserai cette question à l'auteur
de ce texte.
Le gouvernement se fonde sur les
même prévisions que la majorité
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
evolutie van de economische situatie in de komende maanden. Het is
niet de taak van dit Parlement om te debatteren over hypothetische
groeipercentages en begrotingsresultaten. Dat lijkt mij koffiedik kijken,
daar zelfs de meest gereputeerde instellingen er moeite mee hebben
om de evolutie bij te benen en om accurate voorspellingen te doen.
Zowat elke indicator die bepalend is voor de situatie van onze
staatskas is op dit ogenblik aan schommelingen onderhevig.
Vooraleer ik aan de meer inhoudelijke bespreking begin, geef ik
daarom twee voorbeelden ter illustratie van de onzekere situatie
waarin de begroting voor 2002 tot stand moest komen.
Ten eerste, in september, toen de begrotingsonderhandelingen nog
volop aan de gang waren, kende het ondernemersvertrouwen een
forse daling. De eerste enquêteresultaten na de tragische
gebeurtenissen van 11 september 2001 waren toen reeds verwerkt.
Amper één maand later en tegen alle verwachtingen in bleek de
conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België zich voor de
maand oktober reeds in lichte mate te herstellen. De kentering sloeg
ook over op de beurs, die traditioneel vooruitloopt op het economisch
herstel. Na de minicrash die volgde op de aanslagen, werden in
minder dan drie maanden al koerswinsten opgetekend van 20% en
meer, al moet ook hier worden gewaarschuwd voor overdreven
optimisme.
Ten tweede, net voor de federale beleidsverklaring begin oktober
raakte bekend dat de economische activiteit in het tweede kwartaal
voor het eerst in tweeëneenhalf jaar was gedaald ten opzichte van het
vorige kwartaal. De achteruitgang was zelfs de grootste sinds de
recessie van 1993. Voor velen was dit het uitgelezen moment om
luidkeels te verkondigen dat onze economie opnieuw regelrecht
afstevende op een zware recessie. Uit de meest recente gegevens
van het Instituut voor de Nationale Rekeningen blijkt evenwel dat de
economische activiteit in het derde kwartaal van 2001 stabiliseerde,
hoewel het vertrouwen van de consument en daarvoor hoeft men
geen econoom te zijn nog steeds erg klein is.
Met deze voorbeelden wil ik de onzekerheid van deze tijden
illustreren. Tegenwoordig lanceert iedereen hier oproepen. Zo heb ik
vorige week de schitterende oproep van de heer Van Parys gehoord
en zelfs mee ondersteund en zo doe ik nu zelf een oproep! Ik vraag u
allen de nodige bescheidenheid en verantwoordelijkheidszin aan de
dag te leggen en niet zomaar toe te geven aan de verleiding om puur
hypothetische doemscenario's over de toestand van de Belgische
economie en staatskas de wereld in de sturen. Dit kan het vertrouwen
van de bevolking alleen schaden.
De ministers van Financiën en Begroting houden de evolutie van de
inkomsten en uitgaven zeer nauwlettend in de gaten. Bovendien staat
nu reeds vast dat er begin januari een vervroegde begrotingscontrole
zal plaatsvinden. Door te anticiperen op eventuele economische
tegenvallers zal de impact van de bijsturingen op het regeringsbeleid
zo klein mogelijk worden gehouden. Ik verwijs naar de bespreking van
de begroting voor Justitie. Een aantal mensen heeft terecht gesteld
dat bijsturingen in 2002 in geen enkel geval een vermindering van de
begroting van Justitie mogen veroorzaken, integendeel. (...)
Hij zal dat wel lezen in het verslag. Als de minister wil praten, dan
des institutions qui établissent de
telles prévisions. Nous disposons
même encore d'une faible marge
par rapport aux prévisions
réputées de l'OCDE. A l'heure
actuelle, il n'est cependant pas
facile d'avancer avec certitude des
théories budgétaires. Le climat est
trop incertain. Quelques exemples
à ce sujet: notre baromètre
conjoncturel a enregistré une
variation sensible au cours de la
deuxième moitié du mois de
septembre. La situation s'est
redressée dès le mois d'octobre,
ce qui a immédiatement eu des
répercussions positives sur les
résultats boursiers.
Juste avant la déclaration de
politique générale, début octobre,
l'activité économique avait reculé
par rapport au trimestre précédent.
Au troisième trimestre, la situation
s'était déjà stabilisée mais la
confiance du consommateur
restait faible.
En pareilles circonstances,
j'appelle à la modestie. Il n'y a pas
lieu de verser dans le scénario
catastrophe. En janvier, nous
procéderons à un contrôle
budgétaire anticipé afin de revoir,
au besoin, nos copies. Je pense,
moi aussi, que nous ne pouvons
nous permettre de réaliser des
économies sur le budget de la
Justice et que nous devrions
même revoir celui-ci à la hausse à
l'occasion du contrôle budgétaire,
de sorte que les engagements
essentiels qui ont été pris puissent
être tenus.
Le gouvernement est parvenu, en
ces temps incertains, à déposer
un budget en équilibre, qui laisse
une marge suffisante pour
poursuivre la réduction de la dette.
Les marges budgétaires sont
assurément limitées, car les
dépenses doivent faire l'objet d'un
contrôle sévère. L'objectif d'aller
de l'avant dans la réduction de la
pression fiscale et parafiscale en
2002 reste entier.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
praat hij. Ik stoor mij daar niet aan. Hij is op de hoogte van de
ontwikkelingen en hij is het met mij eens dat de begroting van Justitie
volgend jaar zeker niet kan worden verminderd. Integendeel, aan de
hand van de begrotingscontrole moet worden nagegaan of deze
begroting niet kan worden verhoogd, vooral om een aantal gedane
beloftes te honoreren. Het lijkt me moeilijk aanvaardbaar dat men
door het inkrimpen of door het minder verhogen van een begroting
bepaalde naar mijn mening essentiële beloften niet zou kunnen
houden.
Nochtans moet men toegeven dat de regering er in dit klimaat van
grote onzekerheid, erin is geslaagd een begroting in evenwicht in te
dienen. We weten dat ondertussen allemaal, aangezien de eerste
minister het reeds verscheidene malen heeft verkondigd. Het blijft
echter een prestatie dat in tegenstelling tot enkele andere West-
Europese landen, de Belgische regering een begroting in evenwicht
kan indienen. Dit evenwicht biedt de noodzakelijke ruimte voor een
verdere daling van de overheidsschuld. Voor deze opmerkelijke
prestatie kan men diverse redenen aanhalen.
Eerst en vooral zullen de budgettaire marges, die de meerderheid
door dit evenwicht ter beschikking krijgt, uiterst beperkt zijn. Het is de
evidentie zelve dat een voorzichtige groeiprognose en het resoluut
afwijzen van ieder tekort, ervoor zorgen dat de uitgaven strikt onder
controle worden gehouden. Dit is een bewuste keuze die niet zo
evident is als men soms wil voorstellen. Men zou, zoals in het
verleden wel eens gebeurde, onder vergelijkbare economische
omstandigheden, gemakshalve zijn toevlucht kunnen nemen tot het
verhogen van de belastingen om de continuïteit van de coalitie niet in
het gedrang te brengen. Ofwel roeit men met de riemen die men heeft
en legt men de nodige slagkracht en eensgezindheid aan de dag om
er iets van te maken met de schaarse middelen die men heeft. Tot
onze grote tevredenheid heeft de regering resoluut voor de tweede
optie gekozen. Ons streefdoel om de totale fiscale en parafiscale druk
ook in 2002 verder af te bouwen, blijft hierdoor rotsvast overeind.
02.34 Yves Leterme (CD&V): Collega Coveliers zegt dat de fiscale
druk ook in 2002 verder wordt afgebouwd. Waarop slaat "ook"?
02.35 Hugo Coveliers (VLD): Omdat hij ook in 2001 is gedaald.
02.36 Yves Leterme (CD&V): De fiscale druk? De eerste minister
heeft erkend dat de fiscale druk in 1999, 2000 en 2001 juist is
toegenomen, hierbij verwijzend naar een recent OESO-rapport.
02.36 Yves Leterme (CD&V):
Pourquoi M. Coveliers déclare-t-il
que la pression fiscale diminuera
également en 2002? Le ministre
lui-même n'a-t-il pas admis que la
pression fiscale n'avait absolument
pas diminué l'année passée?
02.37 Hugo Coveliers (VLD): De afbouw van de fiscale druk is zeer
duidelijk begonnen met onder meer de goedkeuring van een aantal
wijzigingen en het belastingplan. Het is niet omdat de gevolgen
daarvan nog niet merkbaar zijn ten gevolge van het systeem van het
innen van de belastingen, dat aan de essentie hiervan is geraakt. Men
heeft de wetten goedgekeurd en de mogelijkheden gecreëerd.
Normaal gezien zal die vermindering vanaf januari 2002 voelbaar
moeten worden voor de burger, onder meer in de bedrijfsvoorheffing.
De bedrijfsvoorheffing zal dus kleiner zijn dan voordien. Daarop slaat
02.37 Hugo Coveliers (VLD): Les
conséquences de la réforme
fiscale ne sont pas encore
tangibles. Ce sera le cas à
compter du mois de janvier 2002,
par le biais du précompte
professionnel. On assistera alors
concrètement à la baisse de la
pression fiscale.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
die "ook".
02.38 Yves Leterme (CD&V): Dit is hier niet op zijn plaats omdat
men de laatste jaren telkens sprak van een verhoging van de fiscale
druk. De heer Coveliers heeft gelijk wanneer hij zegt dat het effect van
de beperkte genomen maatregelen uit het plan tot hervorming van de
personenbelastingen pas merkbaar zal zijn vanaf januari 2002. Dit
weegt echter niet op tegen de stijging van de fiscale druk de
voorgaande jaren.
02.38 Yves Leterme (CD&V):
C'est exact mais cette diminution
n'annulera pas l'augmentation de
la pression fiscale au cours des
années précédentes. L'une ne
compense certainement pas
l'autre.
02.39 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer Leterme, ik ben blij dat u mij
al gedeeltelijk gelijk geeft, want dat bewijst dat er wel degelijk een
daling is geweest en dat ik het woord "ook" bijzonder terecht heb
gebruikt.
Al bij al zullen de primaire uitgaven in de begroting 2002 dus maar
0,5% in reële termen groeien. Dat is bijna een vol% minder dan de
groeiprognose van 1,3% die gehanteerd wordt. Voor ons is dat het
ultieme bewijs dat het bindmiddel van deze meerderheid veel meer is
dan enkele procenten economische groei.
Ten tweede, België vervult binnen de Europese Unie een
benijdenswaardige rol op het vlak van de begrotingsresultaten. Onder
invloed van de tegenvallende conjunctuur kiezen vele andere landen
voor een versoepeling van hun budgettair beleid met oplopende
begrotingstekorten tot gevolg. Rekening houdend met de torenhoge
overheidsschuld zou het voor de Belgische overheidsfinanciën zeer
nefast zijn om opnieuw in dezelfde val uit het verleden te lopen. Wij
vinden dan ook, samen met de regering, dat evenwicht de doelstelling
voor 2002 is en moet blijven. Zelfs al zou het Internationaal Monetair
Fonds in zijn jaarlijks rapport een klein tekort voor België gezien de
verslechterende omstandigheden gerechtvaardigd vinden, toch
moeten wij aan dat evenwicht houden. De Belgische
overheidsfinanciën lopen daarmee twee jaar voor op de
aanbevelingen van de Europese Commissie, die wil dat de
begrotingen van alle lidstaten uiterlijk tegen 2004 in evenwicht zijn.
Binnen het klimaat van onzekerheid en afbrokkelend vertrouwen is
het volgens de VLD van groot belang om van overheidswege met een
minimum aan middelen een maximale impuls te geven aan de
terugvallende economie. Wij zijn erover verheugd dat de geplande
belastinghervorming binnen het strakke budgettaire keurslijf onverkort
en integraal zal worden uitgevoerd. Een open economie als de
Belgische is extra gevoelig voor de wereldwijde groeivertraging,
waardoor het op peil houden van de binnenlandse koopkracht de
belangrijkste uitdaging vormt. Met die maatregel zullen de nodige
structurele hefbomen in werking worden gezet die ervoor moeten
zorgen dat de economische groei vanaf midden 2002 opnieuw kan
aanzwengelen. Een gezonde economische basis blijft immers de
basis voor een goed overheidsbeleid. Meer welvaart zorgt ervoor dat
heel wat uitgaven vanzelf overbodig worden. Concreet zullen in 2002
de crisisbelastingen met 16 miljard Belgische frank worden
afgebouwd en komt de verlaging van de personenbelasting met 10
miljard Belgische frank op kruissnelheid. Zo zal de maximale
aanslagvoet voor de eerste keer worden verlaagd tot 52% en zal de
aftrek voor forfaitaire beroepskosten worden verhoogd evenals de
fiscale aftrek voor kinderen.
02.39 Hugo Coveliers (VLD): Je
me réjouis déjà de constater que
M. Leterme me donne
partiellement raison.
En ce qui concerne les résultats
budgétaires, notre pays occupe
une position plus enviable que la
majorité des Etats membres de
l'UE: nous sommes un des rares
pays à avoir présenté un budget
en équilibre pour 2002. Nous
anticipons même de la sorte une
obligation qui sera imposée à
partir de 2004 à tous les Etats
membres.
Les autorités doivent relancer
l'économie avec un minimum de
moyens et stimuler le pouvoir
d'achat intérieur. Il faut poursuivre
la réforme fiscale en réduisant
l'impôt de crise et l'impôt des
personnes physiques. L'impôt des
sociétés doit également faire
l'objet d'une révision sous la forme
d'une diminution du taux
d'imposition de 40,17 à 34 pour
cent.
Le ruling fiscal se fera dans la
transparence.
Le taux d'imposition des PME est
réduit de 28,84 à 25 pour cent. Les
PME pourront donc investir les
bénéfices réservés sans que ces
derniers ne soient imposés.
Le deuxième point qui requiert
notre attention concerne la
politique de l'emploi qui doit, d'une
part, permettre de concilier la vie
de famille et le travail et, d'autre
part, favoriser l'activation des
chômeurs âgés. Le VLD insiste
pour que les plans d'emplois
soient harmonisés ce qui se
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
Naast de personenbelasting zal ook de vennootschapsbelasting
grondig worden hervormd. Om ons land aantrekkelijker te maken voor
buitenlandse investeerders, zal het tarief van de aanslagvoet worden
verlaagd van 40,17% naar 34%, deels gefinancierd door de fiscale
vereenvoudiging en deels door de afschaffing van enkele
aftrekposten. Fiscale ruling tussen de fiscus en bedrijven zal in alle
transparantie worden ingevoerd.
Parallel met de verlaging van de aanslagvoet van de
vennootschapsbelasting zal het tarief voor de kleine en middelgrote
ondernemingen worden verlaagd van 28,84% naar 25%
Gereserveerde winsten zullen voor hen voortaan ook belastingvrij
kunnen worden geïnvesteerd.
Een tweede belangrijk aandachtspunt in de begroting 2002 betreft het
tewerkstellingsbeleid. 2002 zal een belangrijk jaar worden voor de
implementatie van een aantal goedgekeurde maatregelen,
inzonderheid de combinatie tussen gezin en arbeid en de activering
van oudere werklozen. De vooruitzichten inzake creatie van nieuwe
werkgelegenheid zijn in vergelijking met de voorgaande jaren erg
bescheiden. Het zal er dus op aan komen om volgend jaar de
voorhanden zijnde middelen op een efficiënte manier in te zetten.
Op dat vlak wil de VLD de regering een drietal belangrijke
opmerkingen of eventueel aanbevelingen meegeven. Ten eerste
dringt de VLD aan op een snelle uitvoering van de harmonisatie van
de banenplannen, dit om twee redenen. Die harmonisatie draagt bij
tot de administratieve vereenvoudiging, wat op zichzelf reeds een
besparing betekent voor de ondernemingen. Bovendien zou de
lastenverlaging automatisch van toepassing worden zonder dat
ondernemingen ze dienen aan te vragen.
Anderzijds is de harmonisatie een ietwat schrale troost voor
ondernemingen nadat de tweede fase van de structurele
lastenverlaging niet werd doorgevoerd. Wat het uitblijven van die
lastenverlaging betreft, heeft de VLD begrip voor de minder gunstige
economische conjunctuur. Wij blijven echter vragende partij voor de
tweede fase van de lastenverlaging, zodra daar budgettaire ruimte
voor is. De inspanningen die de regering zich nu heeft getroost door
een extra budget van ongeveer 9 miljard frank te voorzien,
beschouwen wij niet als een alternatief maar als een complement of
een minimaal voorschot. De loonkostenhandicap van de
ondernemingen in vergelijking met de ondernemingen in onze drie
belangrijkste handelspartners blijft immers bestaan.
Overigens kan de lastenverlaging niet los worden gezien van de
verhoging van de sociale uitkeringen. Indien er onvoldoende
budgettaire middelen zijn voor een algemene loonkostenverlaging,
kan er ook geen sprake zijn van een algemene verhoging van alle
uitkeringen. Ook hier moeten prioriteiten worden gesteld, rekening
houdend met de laagste inkomens en met het oog op het voorkomen
van nieuwe financiële werkloosheidsvallen. Blijkens een recent
rapport zijn die werkloosheidsvallen weggewerkt, althans voor
voltijdse werknemers.
Daarenboven moeten ook de middelen voor de sociale uitkeringen
doelmatig worden aangewend. Dat impliceert een gelijke toepassing
in alle delen van het land.
traduirait par une simplification
administrative et une réduction
automatique des charges.
Au demeurant, cette
harmonisation serait une maigre
consolation pour les entreprises
qui ne bénéficient pas des
réductions structurelles de
charges préconisées. Je
comprends les raisons pour
lesquelles cette harmonisation ne
se fait pas. Je ne considère
toutefois pas les mesures
actuelles comme une solution de
rechange mais plutôt comme une
avance.
Entre-temps, le handicap des
charges salariales, qui grève nos
entreprises par rapport à leurs
concurrents dans d'autres Etats
membres, reste une réalité. Il faut,
sans relâche, s'efforcer de
résorber ce retard. Il en va de
même pour l'activation des
travailleurs âgés. Dans ce
domaine, notre pays est à la
traîne: notre taux d'activation est
particulièrement bas. Cette
nécessaire remise au travail des
sans-emplois devrait aussi valoir
pour les autres catégories de
chômeurs. Ici aussi, il faut des
résultats concrets. Ainsi, une
politique d'activation plus
performante pourrait rendre
superflue la mesure relative à la
suspension des chômeurs de
longue durée. Le VLD estime
qu'un débat à ce sujet s'impose.
Les propositions relatives à des
mesures en matière d'emploi
doivent toujours être formulées
avec la plus grande
circonspection. Nul n'a à gagner
de mesures irréalistes qui ne
tiennent pas suffisamment compte
de la réalité économique.
Il faut être attentif au problème de
la violence au travail mais il ne faut
pas qu'il en résulte des coûts
supplémentaires ou des
tracasseries administratives pour
l'employeur. Nous attendons
impatiemment le projet de loi
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
Ten tweede, naast de lastenverlaging baart ook de activering van
oudere werknemers ons zorgen. We verwijzen naar een RVA-rapport
waarin openlijk de haalbaarheid van de doelstellingen van Lissabon
50% van de 55-plussers nog aan het werk, dan toch niet in het
onderwijs wordt betwist. Het afgelopen jaar werden
eindeloopbaanregelingen uitgewerkt, onder meer het recht op
halftijdse loopbaanonderbreking voor 50-plussers, de
lastenvermindering voor de indienstneming van oudere werknemers
en de activering van werkloosheidsuitkeringen. Het komt er volgend
jaar op aan een voldoende intensief activeringsbeleid te voeren en,
waar nodig, enige druk uit te oefenen op oudere werknemers en
werkgevers. Concreet betekent dat een correcte uitvoering van de
regeringsbeslissing om werklozen tussen 50 en 55 jaar beschikbaar
te houden voor de arbeidsmarkt. Het begrip "passende
dienstbetrekking" wordt voor hen weliswaar terecht flexibel
geïnterpreteerd, maar dat mag geen aanleiding vormen om de
maatregel de facto uit te hollen.
De activering geldt ook voor alle andere werkzoekenden. Vandaag
worden er teveel werklozen vrijgesteld als werkzoekenden. Hoe kan
men mensen activeren als ze niet beschikbaar zijn voor de
arbeidsmarkt? De PWA-vrijstelling is een van de voorbeelden die de
doorstroming van werklozen bemoeilijkt. Denkpistes van sommige
collega's om artikel 80 te versoepelen of zelfs af te schaffen, zijn wat
de VLD betreft dan ook niet bespreekbaar. Integendeel, het is onze
opdracht om het artikel met betrekking tot de schorsing van langdurig
werklozen overbodig te maken. Dat kan door een geslaagd
activeringsbeleid.
Wanneer de financiële middelen schaarser worden, moeten er nog
meer dan anders compromissen worden gesloten. Het is van belang
dat het sociaal klimaat hierdoor niet verzuurt. Een dergelijke verzuring
hoeft niet alleen een geldkwestie te zijn. Daarom vragen wij de
minister van Werkgelegenheid om rekening te houden met de
economische context wanneer een aantal wetsontwerpen voorbereid
worden die ingrijpen in de arbeidsorganisatie.
Onlangs las ik een artikel over een voorstel van de minister nadien
bleek het om een voorstel van de administratie te gaan om twee
keer een kwartier rustpauze in te lassen voor werknemers die hun
werk rechtstaand uitoefenen. Dergelijke wereldvreemde voorstellen
worden de werkgevers aangepraat en men jaagt ze daarmee
nodeloos in de gordijnen. Het zal de compromisbereidheid zeker niet
doen toenemen en het resultaat van de voorstellen is twijfelachtig.
Dezelfde vrees bestaat inzake het voorstel met betrekking tot het
geweld op het werk. Niemand heeft er uiteraard een probleem mee
om iets te doen aan geweld op het werk. Dit moet dan wel op een
dergelijke manier gebeuren dat er geen te hoog prijskaartje of
bijkomende administratieve rompslomp voor de werkgever aan vast
hangt. Dit zou in tegenspraak zijn met het regeerakkoord dat precies
spreekt van kostenverlaging en administratieve vereenvoudiging.
Zo wordt uiteraard ook met een vrij grote aandacht gekeken naar het
wetsontwerp van de minister over de sociale conflicten. Wij
beschouwen wat in de beleidsbrief van de minister staat over deze
problematiek als een loutere denkpiste. Het is van belang dat in al
relatif aux conflits sociaux. A notre
estime, il faut obtenir l'assentiment
de tous les partenaires sociaux.
Nous aborderons plus tard les
matières ressortissant à l'Intérieur.
Le gouvernement compensera le
surcoût généré par le statut
découlant de la réforme des
polices. Mais il ne faut pas que les
communes saisissent le prétexte
pour augmenter leur fiscalité pour
d'autres raisons.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
deze kwesties de stem van alle sociale partners wordt gehoord. Voor
deze problematiek en vooral voor het oplossen van sociale conflicten
is het voor de VLD van belang dat voorstellen van de minister kunnen
rekenen op de instemming van zowel werknemers- als
werkgeversorganisaties. Bovendien is het de essentie van een
compromis dat beide partijen water in de wijn moeten doen.
Later op de dag zal de problematiek van onder meer Binnenlandse
Zaken worden besproken. Ik wil daarover slechts enkele woorden
zeggen. Wij horen zeer vaak beweren door vooral een aantal lokale
verantwoordelijken dat ten gevolge van de politiehervorming de lokale
begrotingen moeten worden aangepast, waardoor er hogere
belastingen moeten worden geïnd. Ik meen dat voldoende is
aangetoond dat de regering heeft bevestigd dat zij de meerkosten
voor de gemeenten, die voortvloeien uit het statuut, zal vergoeden.
Het lijkt mij dan ook niet erg correct om dit argument als drogreden te
gebruiken om de belastingen te verhogen.
Dit neemt uiteraard niet weg dat er sterk moet worden op gelet dat de
posten in deze politiehervorming, die de oorzaak zijn van de
kostenverzwaring ik denk daarbij aan de vrij kleine politiezones, ...
02.40 André Smets (PSC): Monsieur Coveliers, vous semblez
banaliser les problèmes financiers engendrés par la réforme des
polices pour les communes. Je tiens à témoigner, comme le ferait M.
Eerdekens, que je fais partie des 46 bourgmestres en révolte. Nous
sommes fin décembre et nous sommes encore toujours incapables
de dresser un budget fiable parce que les données nous manquent.
C'est la première fois depuis 31 ans que je suis conseiller communal,
que je connais pareille situation. Je trouve tout à fait extraordinaire
que, dans le cadre notamment du ministère de l'Intérieur qui devrait
être au service des communes, l'on soit incapable d'assurer de façon
claire et nette que l'opération sera équilibrée. Si le ministre avait
d'abord employé ce terme plutôt que celui d'opération blanche,
j'aurais peut-être cru qu'elle pouvait être équilibrée, avec des efforts
raisonnables à tous les niveaux. Je trouve vraiment extraordinaire que
des communes soient pratiquement acculées à voter des budgets en
retard parce que les données ne sont pas livrées par le ministère de
l'Intérieur.
Par ailleurs, vous dites également que ce sont des prétextes pour
augmenter les impôts. Dans le budget sécurité civile des services
d'incendie, je pensais qu'après les attentats du 11 septembre aux
Etats-Unis, face à la période d'insécurité dans laquelle nous vivons,
aux difficultés importantes connues et traduites par le nombre
d'incendies volontaires, je m'attendais à un effort conséquent en aide
matérielle d'équipement pour les services d'incendie, qu'ils soient
professionnels ou volontaires. Je constate que le budget matériel, loin
de connaître une augmentation permettant de rencontrer des besoins
réels, achat d'auto-échelles ou rénovations, reçoit 25% de moins.
Si je prends le cas de la commune dans laquelle je suis conseiller
communal, ils nous ont passé le rachat d'une auto-échelle pour 23
millions, l'ancienne est de 79 et il n'y a pas un franc d'intervention
prévu par le ministère. Trouvez-vous cela normal? Trouvez-vous
normal qu'à l'heure actuelle, dans un climat d'insécurité, il y ait une
réduction d'intervention de 25% en matériel et équipement des
services de secours?
02.40 André Smets (PSC): De
heer Coveliers is het financiële
probleem dat de politiehervorming
voor de gemeenten doet rijzen,
aan het bagatelliseren.
Voor het eerst in 31 jaar verkeer ik
in de onmogelijkheid de begroting
van mijn gemeente op te maken,
en ik ben wat dat betreft in het
goede gezelschap van 46 andere
vertoornde burgemeesters.
Bovendien dacht ik dat de grote
moeilijkheden na 11 september
aanleiding zouden geven tot
aanzienlijke materiële steun, maar
die post wordt dan weer met 25%
ingekrompen. Vindt u dat
normaal?
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
02.41 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
denk dat de heer Smets gedeeltelijk gelijk heeft als hij beweert dat
sommige zaken, zoals richtlijnen inzake begroting en sommige
schalen, wat laattijdig komen en daardoor wat problemen worden
veroorzaakt bij het opstellen van gemeentebegrotingen en
begrotingen van politiezones. Tegelijkertijd moet ik vaststellen dat
door een aantal gemeenten en burgemeesters toch wel
"fantaisistische" cijfers worden gelanceerd. Zelf heb ik enkele weken
geleden in een middelgrote gemeente meegemaakt dat een
burgemeester/voorzitter van een interpolitiezone sprak van een tekort
voor de eigen gemeente van nu eens dertig miljoen frank, dan weer
zevenendertig miljoen frank. Wat bleek na enige vragen? Hij kwam tot
een tekort van dertig miljoen frank indien men overging van een kader
van zevenenveertig politiemensen naar eenenzestig. Met alle
elementen die wij kennen en met alle nieuwe taken zo maar overgaan
van zevenenveertig politiemensen naar eenenzestig, dat is
"fantaisistisch". Een begroting die op dergelijke basis wordt opgesteld,
is "fantaisistisch". Dat neemt niet weg dat er snel duidelijkheid moet
komen over de normen die men moet hanteren.
Voorzitter: Herman De Croo, voorzitter.
02.41 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): M. Smets a en partie a
raison: les communes sont
confrontées à des incertitudes
budgétaires dues notamment au
fait que le gouvernement tarde à
faire connaître certaines
directives.
Mais de nombreuses
administrations communales
semblent en profiter pour
présenter un budget fantaisiste.
Or, le déficit budgétaire auquel
certaines communes craignent
d'être confrontées l'année
prochaine repose souvent sur des
bases erronées.
Président: Herman De Croo, président.
02.42 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, het was zeer
zeker niet mijn bedoeling de problematiek te banaliseren. Als dat zo
zou zijn overgekomen, dan is dat toch niet zo bedoeld. Het is evident
dat dit een belangrijke historische operatie is. Voor het eerst in 207
jaar gebeurt een dergelijke gigantische operatie. U hebt volgens mij
enerzijds gelijk als u zegt dat men de gemeenten niet in de
onzekerheid had mogen laten. Anderzijds is er de verzachtende
omstandigheid dat men iets dergelijks maar een keer om de zoveel
jaren meemaakt. De regering heeft beloofd dat de meeruitgave
ingevolge het statuut zal worden vergoed. Ik heb het later nog over de
brandweer, waarover terechte opmerkingen worden gemaakt.
Een ander punt is dat men eens zou moeten nadenken over de vraag
waaruit die meerkosten voortvloeien. Men moet vragen durven
stellen. Zijn de zones wel optimaal qua geografische en sociale
inplanting? Moeten wij misschien niet proberen een aantal functies die
deze zones allemaal afzonderlijk uitoefenen, collectief te laten
uitoefenen omdat ze niet constant nodig zijn? Dat zou een
vermindering van de kosten betekenen. Ik ben het daarin volledig met
u eens. Ik denk dat u mij zal bijtreden als ik stel dat de regering haar
beloften moet nakomen en de meerkosten uit het statuut moet
vergoeden aan de gemeenten.
Een punt waarop u perfect gelijk hebt is de problematiek van de
brandweer en eigenlijk ook van de civiele bescherming. Er is een
interessant debat daarover te voeren en het wordt nu gedeeltelijk
gevoerd in het licht van wat men het kerntakendebat noemt. De vraag
is waar men de taak van de brandweer precies moet situeren. Ik
verdedig de optie noch val ik ze aan, maar sommige mensen
beschouwen het provinciale niveau als aangewezen voor al die
functies inzake veiligheidsdiensten. Ik bedoel niet de politie, maar wel
brandweer en civiele bescherming en eventueel ook de medische
urgentieteams. In Antwerpen excuseer dat ik daarover spreek; ik
weet dat dit hier slecht overkomt, maar het is de enige provincie waar
02.42 Hugo Coveliers (VLD): Je
ne banalise pas le problème. Je
pense au contraire qu'il s'agit
d'une opération historique. Certes,
le gouvernement n'aurait pas dû
laisser les communes aussi
longtemps dans l'incertitude mais il
l'a fait pour des raisons
exceptionnelles. Nous devons
nous interroger sur l'origine des
coûts supplémentaires. La
délimitation des zones est-elle
bien fonctionnelle? Ne pourrait-on
pas mieux répartir les tâches des
services d'ordre?
Les tâches des services d'incendie
et de la Protection civile sont
évoquées dans le cadre du débat
sur les missions de première
nécessité. D'aucuns préconisent
de confier ces tâches, ainsi que
les services d'urgence médicale,
aux provinces. Je partage la
préoccupation de M. Smets. Il faut
soigner certaines maladies
infantiles de la réforme des polices
et tenir les promesses faites.
Il semble que le secteur des soins
de santé posera également des
problèmes à l'avenir. Tout d'abord,
je préconise l'objectivation des
options politiques. En politique, il
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
ik de toestand ken probeert men nu tot eenheid te komen.
Misschien is dat een mogelijkheid. Telkens men een bepaald deel van
het administratieve niveau een taak geeft die eigenlijk te zwaar is,
gaat men natuurlijk onrechtvaardigheden creëren. Bepaalde kleinere
gemeenten moeten dan immers grote uitgaven doen, die eigenlijk niet
onmiddellijk nodig zijn. Daar zit natuurlijk het probleem. De vraag is
dan hoe men zal zorgen voor de vertegenwoordiging binnen de raad
van die brandweer en dergelijke meer.
U hebt echter gelijk. Het gaat om een niet onbelangrijk probleem dat
misschien in het kader van het kerntakendebat kan worden opgelost.
Dat probleem raakte in de politiehervorming op de achtergrond. De
brandweer heeft immers niets met de politie te maken. Het is echter
belangrijk dat de bevolking ook tegen rampen en branden is
beschermd.
Ik deel uw bekommernissen terzake. Daarvoor moet een oplossing,
misschien op provinciaal niveau, worden gezocht. Uw onderbreking
heeft mij doen inzien dat u daarin gelijk hebt. We zullen alvast nog
lang moeten remediëren aan een aantal kinderziekten van de
politiehervorming. De beloftes daaromtrent moeten in ieder geval
worden nagekomen.
Ik heb nog een aantal bedenkingen inzake een zorgwekkende
evolutie in de gezondheidssector.
Ten eerste moeten wij op een grotere objectivering van de
besluitvorming aandringen. Ondanks dat men over zeer veel
gegevens beschikt die op een eenvoudige manier voor iedereen ter
beschikking kunnen worden gesteld, wordt daar geen werk van
gemaakt. Vandaar dat de gegevens slechts door enkele groepen
worden gebruikt.
Ik besef dat de begroting voor de ziekteverzekering nooit voldoende
zal zijn om alle mogelijke prestaties optimaal terug te betalen. Daarom
moeten keuzes worden gemaakt. De uitgaven zullen wellicht blijven
stijgen. Dat is te wijten aan de grote vooruitgang op medisch vlak, aan
de vergrijzing en aan de grote verwachtingen van de bevolking en de
medische sector. Er worden ook wel keuzes gemaakt, maar het is niet
altijd duidelijk op grond van welke argumenten die worden gemaakt.
Daardoor wordt het moeilijk na te gaan of ze wel verantwoord zijn.
Wij menen dan ook dat moet worden gezocht naar methodes om de
keuzes te objectiveren. Dat betekent dat een antwoord moet worden
gezocht op de vraag hoe de middelen op de beste manier kunnen
worden ingezet om de belangrijkste gezondheidswinst te boeken. Met
keuzes wordt zowel de opstelling van de begroting op het
macroniveau als de beslissing om prestaties of producten al dan niet
terug te betalen op microniveau bedoeld. De methodologie moet
toelaten na te gaan wat de erkenning van een prestatie, techniek of
product teweegbrengt inzake gezondheidswinst, kostprijs binnen de
deelsector, minderkosten in andere deelsectoren, en dit zowel op
korte als op lange termijn. Dankzij zo'n methode kunnen middelen
worden ingezet op basis van de toegevoegde waarde van de
prestatie, techniek of product in het kader van het zorgproces. Eens
een dergelijke methode is ontwikkeld, blijft het noodzakelijk politieke
keuzes te maken, omdat de beschikbare middelen altijd beperkter
zullen zijn dan de noden, maar de keuzes zullen dan op een objectief
faut opérer des choix mais le
fondement qui permet de les
motiver n'est pas toujours clair.
C'est pourquoi il faut pouvoir
évaluer objectivement la valeur
ajoutée qu'apportera réellement un
produit donné après son
agrément. Sinon, on parle dans le
vide.
Le point suivant concerne
l'adaptation du comportement des
prestataires de soins en fonction
du meilleur traitement médical
possible. Pour le VLD, il n'est pas
question de porter atteinte à la
liberté du choix thérapeutique
mais cette liberté doit toujours aller
de pair avec le respect des
résultats scientifiques les plus
récents dans une branche
médicale donnée.
Une telle approche garantit une
plus grande efficacité et permet
d'évaluer l'intervention du médecin
sur la base des directives. Cette
matière peut être débattue au sein
des groupes de qualité locaux.
Dans les hôpitaux, il peut être
procédé à une comparaison entre
les données cliniques et
financières. Les profils des
médecins peuvent être examinés
dans les groupes de qualité locaux
et un éventuel dépassement de
normes devrait être assorti de
mesures. La comparaison entre
les données cliniques et
financières permet de mettre en
évidence et de sanctionner les
différences en matière de
consommation médicale entre les
Communautés.
Le VLD votera avec conviction ce
budget qu'il juge honnête et
réaliste. Nous adhérons aux choix
qui ont été effectués parce que
nous pouvons nous rallier à leur
justification. Notre vote favorable
ne constitue donc pas un acte
purement rituel mais l'expression
de notre appui à ce budget.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
rapport gebaseerd zijn dat duidelijk de opties met hun gevolgen
schetst.
Een tweede noodzakelijk aspect betreft de afstemming van de
praktijkvoering van de arts en de zorgverstrekkers op de richtlijnen
inzake de goede medische praktijkvoering. In België is de keuze van
de zorgverstrekker, de arts en de therapie vrij. De VLD wil die vrijheid
bewaren, maar is van mening dat de vrijheid van therapie
onderworpen is aan wat wetenschappelijk verantwoord is. Wij pleiten,
met andere woorden, voor wat evidence based medicine wordt
genoemd.
Wij vragen dus dat intensief werk zou worden gemaakt van het
formuleren van richtlijnen voor goede praktijk. Die richtlijnen bevatten,
gelet op de stand van de wetenschap en de praktijk, de beste
behandeling voor een bepaalde pathologie. Dat laat toe tot een groter
efficiëntie te komen, omdat ze een belangrijke bijdrage levert tot de
kwaliteit van de geneeskunde. Tegelijkertijd kan hierdoor het optreden
van de arts of de zorgverstrekker bij de behandeling van een
pathologie worden getoetst aan de richtlijnen.
De discussie hierover tussen de zorgverstrekkers zal plaatsvinden
binnen de lokale kwaliteitsgroepen, wat uiteraard betekent dat zij
toegang moeten krijgen tot de nodige gegevens. De confrontatie van
de richtlijnen met de praktijk in de ziekenhuizen, is tegenwoordig
mogelijk omdat minimale klinische gegevens kunnen worden
gekoppeld aan de minimale financiële gegevens. Via deze
confrontatie kan voor elk ziekenhuis worden nagegaan in welke mate
de richtlijnen worden gerespecteerd en waarom eventueel ervan
wordt afgeweken. De gegevens die uit deze controle voortvloeien
mogen niet vrijblijvend zijn. Voor de individuele zorgverstrekker
moeten de profielen door de profielencommissie afzonderlijk
opgesteld voor elke zorgverstrekking, worden gesitueerd in de lokale
kwaliteitsgroepen en zij moeten leiden tot gevolggeving.
De vraag over welke gevolggeving het gaat is moeilijk te
beantwoorden. Trouwens bij elke vraag omtrent de bestraffing voor
het niet naleven van bepaalde normen ligt de moeilijkheid wellicht bij
de norm zelf. Mochten wij ooit ontdekken hoe personen ertoe kunnen
worden aangezet de norm te respecteren, dan zouden er
vermoedelijk heel wat normen kunnen worden afgeschaft, wat
gemakkelijker zou zijn voor de maatschappij.
Ik wil mij hierover evenwel niet uitspreken. Ik zeg alleen dat de
profielen op de ene of de andere manier moeten leiden tot
gevolggeving.
De koppeling van de minimale klinische gegevens met de minimale
financiële gegevens laat tegelijk toe de bestaande verschillen in
medische consumptie tussen de gemeenschappen zeer precies te
detecteren en te bestraffen. Met betrekking tot dit laatste werkwoord
geldt uiteraard dezelfde opmerking als daarnet.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, de
VLD zal deze begroting met overtuiging goedkeuren, omdat rekening
werd gehouden met de inbreng van de VLD en vooral omdat het een
eerlijke en realistische begroting is waarbij de werkelijkheid niet moet
worden verdoezeld en waarbij duidelijke keuzes werden gemaakt en
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
verantwoord. Wij houden ons aan deze keuzes omdat wij akkoord
gaan met de verantwoordingen.
Vandaar dat wij na dit lange ritueel dat wellicht nog een belangrijk
gedeelte van deze week in beslag zal nemen, niet alleen een rituele
stem zullen uitbrengen, maar ook met overtuiging deze begroting
zullen goedkeuren.
02.43 De voorzitter: Collega's, twee uur geleden ontving ik de
Algerijnse president Bouteflika die ons de eer betuigde gedurende die
tijd aanwezig te blijven.
02.44 Gérard Gobert (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la vice-première ministre, monsieur le ministre, chers
collègues, le budget 2002 a été construit autour de grandes zones
d'incertitude. Tout d'abord le taux de croissance qui a été retenu est
prudent, mais vu les circonstances, la prévision est peu fiable à
moyen terme. Ensuite, les prévisions macroéconomiques connues à
ce jour sont parfois fort contradictoires. Enfin, les données de base de
2001, et notamment les recettes, ne sont pas définitivement connues
et resteront de toute façon affectées par les événements du 11
septembre.
Au-delà de ces incertitudes, le groupe Ecolo-Agalev souhaite
souligner dans le cadre du présent débat budgétaire, d'une part les
éléments d'espoir qu'il perçoit pour 2002 et d'autre part les domaines
particuliers dans lesquels il exercera toute sa vigilance.
Le premier dossier que je souhaite évoquer est la réforme attendue
de l'impôt des sociétés. Préalable incontournable pour nous, cette
réforme de l'impôt des sociétés doit se réaliser dans un cadre
budgétaire neutre. Deux éléments viennent ensuite en conséquence
de ce cadre budgétaire neutre.
Il s'agit tout d'abord de mettre clairement des balises autour de ce qui
nous est annoncé comme des "ruling". Il est, pour nous, tout à fait
exclu que l'on rentre dans une logique du moins offrant fiscal qui
pourrait déboucher sur une forme de dumping. Il faut absolument que
le cadre général reste l'égalité des entreprises devant l'impôt et
d'autre part que la transparence totale soit de rigueur quant aux
accords conclus.
Un deuxième élément qui découle de cette neutralité budgétaire c'est
que nous souhaitons une très sérieuse évaluation des mesures de
compensation qui sont prévues. Parmi ces mesures de
compensation, certaines vont pour nous dans le bon sens. Ainsi, nous
approuvons l'idée de renforcer les contrôles et les conditions de
déduction des revenus définitivement taxés.
De même, il paraît logique que les impôts payés aux régions par les
entreprises ne puissent plus être déduits. Nous approuvons
également la volonté du gouvernement de lutter contre les abus de la
personnalité morale ainsi que contre les pratiques des sociétés de
liquidités. L'encouragement de l'autofinancement des PME s'inscrit
également dans le cadre d'un développement économique endogène
et durable que nous approuvons.
Enfin, dans les mesures sectorielles, je souhaiterais pointer
02.44 Gérard Gobert (ECOLO-
AGALEV): De begroting 2002
stoelt op vele onzekere gegevens.
Al is het weerhouden
groeipercentage voorzichtig, de
voorspellingen zijn weinig
betrouwbaar. De macro-
economische vooruitzichten
verschillen van elkaar en spreken
elkaar soms tegen. De
basisgegevens voor 2001 en met
name de ontvangsten zijn nog niet
helemaal bekend en zullen door
de gebeurtenissen van 11
september verder worden
beïnvloed.
Afgezien van die onzekerheden wil
onze fractie de nadruk leggen op
de elementen van hoop die zij voor
2002 verwacht, en op de
specifieke terreinen waarin zij
bijzonder waakzaam zal zijn.
Binnen het raam van de
hervorming van de
vennootschapsbelasting is de
budgettaire neutraliteit geboden.
We moeten ook oppassen voor
mogelijke ontsporingen van de
'ruling' en tot een ernstige
evaluatie van de compenserende
maatregelen overgaan. In dat
opzicht moeten we ons ervoor
hoeden bepaalde sectoren en met
name die van de
landbouwcoöperatieven, te
bestraffen.
Wij staan achter de verscherping
van de controles en van de
aftrekbaarheidsvoorwaarden voor
de DBI's. Het lijkt ook logisch dat
de bedrijven niet meer de
mogelijkheid hebben de
belastingen die zij aan de
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
positivement le soutien aux secteurs audiovisuel et
cinématographique via la mise en place d'un "shelter tax". Le cinéma
belge a démontré toutes ses qualités et mérite à coup sûr un soutien
accru, d'autant plus que d'importantes retombées économiques et en
termes d'image, c'est le cas de le dire, sont tout à fait prévisibles.
Quant au taux vers lequel nous nous orientons, nous lisons que dans
un premier temps, de même que pour l'année 2002, nous passerions
d'un taux de 39 à 33%. Mais à terme, nous devrions nous orienter
vers un taux de 30%. Nous demandons de façon explicite qu'une fois
le taux de 33% atteint, une analyse fine soit faite pour évaluer les
effets retour. Cela permettra de voir si un gain d'attractivité de notre
économie est effectivement obtenu grâce à cette première baisse des
taux. Si ce n'était pas le cas, il n'y aurait aucune raison de poursuivre
la baisse proposée.
En ce qui concerne la réforme de l'IPP, l'année 2002 verra une baisse
effective de l'impôt des personnes physiques et ce par trois biais:
1. l'indexation des barèmes fiscaux;
2. la diminution de la cotisation complémentaire de crise;
3. la mise en oeuvre d'une partie de la réforme votée à l'initiative du
présent gouvernement.
Nous nous réjouissons de voir la pression fiscale globale sur le travail
diminuer. Nous sommes également très attentifs à ce que le coût de
cette réforme ne se réalise pas au détriment des plus bas revenus.
De notre point de vue, les personnes qui se trouvent dans les
situations les plus précaires doivent être les premiers bénéficiaires de
cette réforme. Dans cet esprit, le crédit d'impôt remboursable qui
entre partiellement en vigueur en 2002 va dans ce sens. Plus
globalement, nous espérons que la réforme fiscale, en augmentant le
salaire "poche", aura un effet positif sur une forme de consommation
durable qui, en conséquence, pourrait générer de nouveaux emplois.
Parmi ceux qui ne bénéficient pas de la réforme IPP car ils ne
paient pas d'impôt se trouvent les plus démunis. Conformément à la
déclaration de 1999, les moyens d'existence des plus démunis vont
être revalorisés cette année. Une augmentation de 4% du minimex
est d'ores et déjà décidée. Le ministre l'a clairement annoncé en
séance plénière ainsi que devant divers organismes dont l'association
des CPAS wallons.
Cependant, l'objectif à atteindre pour parvenir à un revenu décent est
une augmentation de 10%. Le gouvernement s'y est engagé. Il s'agit,
pour nous, d'une priorité absolue. Dès le printemps 2002, des
négociations doivent débuter pour la mise en oeuvre de cette
deuxième phase de l'augmentation du minimex au 1
er
janvier 2003.
En parallèle, il serait également nécessaire de revaloriser les salaires
les plus bas de façon à éviter les pièges à l'emploi créés par un trop
faible différentiel entre les allocations sociales et les salaires de base.
Les plus démunis existent chez nous. Mais une fracture entre le Nord
et le Sud de notre planète existe aussi. Notre préoccupation tient
également compte de ceux qui, au sud de la planète, ne bénéficient
pas des mêmes conditions de vie que les nôtres. Nous notons avec
satisfaction une augmentation importante du budget de la coopération
au développement. Celle-ci s'inscrit dans un calendrier qui permettra
d'atteindre prochainement le niveau des 0,7% du PIB.
gewesten betalen, af te trekken.
Wij onderschrijven ook de plannen
van de regering met het oog op
het bestrijden van de misbruiken
van de rechtspersoonlijkheid en
van de vennootschappen in
vereffening.
Het aanmoedigen van de
zelffinanciering van de KMO's
kadert eveneens in een endogene
en duurzame ontwikkeling.
Er moet werk worden gemaakt van
een ondersteuning van de
audiovisuele en cinematografische
sector door middel van een
"shelter tax".
De belasting zal van 39 tot 33 %,
en ten slotte tot 30 %, dalen. Men
zal het terugverdieneffect van de
hervorming grondig moeten
evalueren om te weten of ze tot
resultaten leidt.
In 2002 zal de personenbelasting
dalen, maar wij zullen erop toezien
dat de verlaging van de
belastingdruk op arbeid, die wij
toejuichen, de lagere inkomens
niet benadeelt.
De zwakste bevolkingsgroepen
moeten daar als eerste voordeel
uit halen. Het terugbetaalbaar
belastingkrediet is een stap in die
richting.
Wij hopen dat de fiscale
hervorming via duurzame
consumptie tot nieuwe banen leidt.
Naast de reeds toegekende
verhoging met 4% is het optrekken
van het bestaansminimum met
10% voor ons een prioriteit. De
regering heeft zich ertoe
verbonden, en de
onderhandelingen over de tweede
fase van de verhoging, die voor
2003 is gepland, zullen in 2002
van start gaan.
Tegelijk moeten ook de laagste
lonen omhoog, al was het maar
om de werkloosheidsval te
ontlopen.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
59
Revenons aux aspects fiscaux en signalant une bonne nouvelle: les
écobonis. L'année 2002 verra en effet la mise en oeuvre, dès le 1
er
mars, du régime des écobonis. Le système est ingénieux car, sans
accroître la pression fiscale, les écobonis, en créant un différentiel de
prix, incitent le consommateur à opter pour des produits plus
respectueux de l'environnement.
C'est à la fois astucieux et je n'en doute pas efficace en termes de
fiscalité incitative.
D'autres domaines de la fiscalité nous tiennent aussi particulièrement
à coeur comme la fiscalité énergétique et la taxe de type Tobin. Dans
ces deux dossiers, il faut le reconnaître, la présidence belge n'a pas
débouché sur des résultats suffisamment concrets et satisfaisants.
En matière de fiscalité énergétique, il appartient donc maintenant au
gouvernement belge de reprendre le flambeau à titre personnel et
d'engranger des résultats tangibles.
En ce qui concerne la taxe de type Tobin, nous attendons, bien
entendu, les résultats de l'étude de faisabilité commandée par la
Commission européenne, à la suite desquels le gouvernement belge
pourra se positionner et, nous l'espérons, jouer un rôle moteur et
pionnier.
Une proposition a été déposée aujourd'hui par un parti de la majorité.
Fort bien! Nous déplorons cependant ce cavalier-seul médiatique qui
pourrait nuire à l'efficacité de la démarche.
Une proposition concertée et cosignée par tous ceux qui travaillent
ensemble depuis des mois à l'avancement du projet aurait un impact
bien plus important. Mais chacun a sa stratégie.
En ce qui nous concerne, nous continuons à faire progresser l'idée
dans une dynamique collective qui seule peut réussir.
Comment évoquer le budget 2002 sans évoquer le passage à l'euro.
L'euro est là et, dans moins de trois mois, le franc belge aura
définitivement disparu de nos portefeuilles et de nos porte-monnaie.
Les gens sont inquiets. Ils craignent des fraudes. Ils craignent de ne
pas s'y retrouver. Ils craignent des augmentations de prix. Il est vrai
que le choc sera important pour nous tous. Il faudra recréer notre
échelle de valeur de prix. Il faudra mémoriser les nouveaux prix. Il
faudra nous habituer à de nouveaux billets et à de nouvelles pièces.
Les pouvoirs publics et le secteur associatif ont bien joué leur rôle
jusqu'à présent. L'un et l'autre doivent poursuivre leur
accompagnement vigilant pour rassurer le public, pour détecter les
fraudes et pour éviter toute augmentation de prix insidieuse.
Un autre dossier qui connaîtra sans nul doute d'importants
développements en 2002 est celui des entreprises publiques
autonomes.
Pour le développement de ces outils importants, nous privilégions
trois pistes:
1. la piste du renforcement du service public, c'est-à-dire le service au
Wij zijn blij met de verhoging van
de begroting voor
Ontwikkelingssamenwerking, die
ons een stap dichter brengt bij de
vooropgestelde 0,7% van het BBP.
De ecoboni worden per 1 maart
2002 van toepassing. Zonder dat
de belastingdruk zal stijgen, zullen
deze incentives de consument
ertoe aanzetten milieuvriendelijker
te consumeren.
Het Belgische EU-voorzitterschap
heeft geen bevredigende
resultaten opgeleverd op het stuk
van de belasting op energie, de
regering zal hier de fakkel moeten
overnemen, noch op het stuk van
de Tobintaks, waarover de
regering een standpunt zal kunnen
innemen zodra de
haalbaarheidsstudie is afgerond.
Wij vrezen dat de eigenzinnige
demarche van een naar media-
aandacht hengelende
meerderheidspartij, die op eigen
houtje een wetsontwerp heeft
ingediend betreffende de
Tobintaks, de doeltreffendheid van
een bredere en al maandenlang
aangehouden inspanning in het
gedrang zal brengen.
Over nog geen drie maanden zal
de Belgische frank definitief
verdwenen zijn - en de mensen
zijn ongerust omdat zij vrezen voor
frauduleuze praktijken, schrik
hebben er niet wijs uit te geraken,
beducht zijn voor mogelijke
prijsverhogingen... Inzake prijzen
moet onze waardenschaal als het
ware worden herijkt, moeten we
nieuwe prijzen leren onthouden,
moeten wij gewend geraken aan
nieuwe bankbiljetten en
muntstukken. Tot dusver heeft de
overheid deze materie uitstekend
beheerd; thans echter is
waakzaamheid geboden om de
bevolking gerust te stellen,
eventuele fraudes op te sporen en
sluikse prijsverhogingen te
voorkomen.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
60
public. Le service public, c'est la qualité des services. Ce sont aussi
des tarifs accessibles à tous et c'est, bien sûr, le maintien de l'emploi
qui seul, en étant suffisant, peut garantir la qualité de ce service;
2. la piste du service universel qui consiste à assurer pour tous un
ensemble de services correspondant à ce qui est indispensable à
l'intégration sociale dans une société moderne comme la nôtre;
3. la piste relative à la gestion interne pour laquelle il faut absolument
prévoir la bonne gouvernance. Dans ce domaine, plusieurs
propositions de loi seront prochainement finalisées. Elles concernent,
par exemple, le statut des administrateurs publics, la redéfinition du
contenu des contrats de gestion ou encore le contrôle des entreprises
publiques par la Cour des comptes.
Un budget, c'est aussi, bien entendu, des recettes. Pour augmenter
les recettes, une des options proposées est de vendre des actifs de
l'Etat.
On pense, entre autres, aux bâtiments qui abritent certains
ministères. Bien sûr, on génère du cash à court terme mais à moyen
ou long terme, cela nous semble poser problème. Par exemple,
quelle charge locative devra supporter l'Etat pour occuper la Tour des
Finances relookée et désamiantée? S'agit-il bien d'une gestion
durable? On peut se poser la question de l'opportunité politique de
ces ventes et relocations.
Des recettes fiscales doivent, bien entendu, être récoltées pour arriver
dans les caisses de l'Etat. Et le gouvernement s'est engagé dans un
plan d'action qui propose la mise en place d'une nouvelle culture
fiscale. Il est vrai que le paiement d'un impôt reconnu comme juste
par le citoyen contribue à un certain civisme fiscal et génère une
attitude positive du contribuable. La nouvelle culture fiscale, c'est
aussi s'engager, avec détermination, dans la lutte contre la grande
fraude fiscale. Il faut rappeler que les coûts des moyens humains et
matériels investis dans ce domaine sont, en fait, autoporteurs
puisqu'ils génèrent très vite des recettes nouvelles qui les couvrent.
Autre aspect. Sans entrer dans une logique de judiciarisation de
l'administration fiscale, il nous semble que le fait d'accorder la qualité
d'officier de police judiciaire à un certain nombre d'agents du fisc
contribuerait à une meilleure lutte contre la fraude; nous pensons
notamment aux agents de l'ISI.
Plus globalement, ce sont les moyens humains et matériels de
l'administration fiscale qu'il faut renforcer. Des efforts ont été faits et le
seront encore en 2002 mais il faudra faire face au départ à la retraite
de milliers d'agents à partir de 2003. Au-delà des discours, il faut que
concrètement, dans chacun des bureaux de l'administration fiscale
sur le terrain, l'administration des Finances entre réellement dans le
XXI
ème
siècle. Et il faut lui en donner les moyens.
Je suis parti au début de mon exposé sur cette idée que nous étions
dans un budget d'incertitude. J'en arrive donc logiquement à ce qui va
nécessairement se produire au début 2002, c'est-à-dire la reprise de
l'épure budgétaire.
De deux choses l'une. Ou bien les signaux économiques sont positifs;
dans ce cas, pour nous, c'est la priorité au social. Ou bien les signaux
économiques restent préoccupants; dans ce cas, il n'est pas question,
Wat de autonome
overheidsbedrijven betreft, opteren
wij voor drie krachtlijnen. Eerst en
vooral, dient de openbare
dienstverlening, dit zijn de
diensten verstrekt aan het publiek,
te worden versterkt. Vervolgens
dient de universele dienstverlening
te worden gewaarborgd, wat erop
neerkomt dat een waaier van
diensten die onmisbaar zijn voor
de sociale integratie in een
moderne samenleving, wordt
aangeboden. Ten slotte is er de
noodzaak van een behoorlijk
bestuur; desbetreffend wordt
momenteel de laatste hand gelegd
aan een reeks wetsvoorstellen.
Wat de mogelijkheid betreft om de
inkomsten te verhogen, bestaat de
optie om activa van de Staat te
verkopen. Men denkt bijvoorbeeld
aan gebouwen waarin sommige
ministeries zijn gehuisvest. Dit
levert op korte termijn baar geld
op, maar zorgt voor problemen op
middellange en lange termijn.
De regering heeft een actieplan
vooropgesteld voor de geleidelijke
invoering van een nieuwe fiscale
cultuur. Die nieuwe fiscale cultuur
strekt er ook toe de strijd tegen de
grote belastingfraude krachtdadig
aan te vatten. De kosten voor de
mensen en middelen die in deze
strijd worden ingezet zijn in korte
tijd terugverdiend. Ook het
toekennen van de hoedanigheid
van officier van gerechtelijke
politie aan bepaalde
belastingambtenaren is een
krachtig wapen in deze strijd tegen
de fraude.
Meer algemeen moet de
belastingadministratie meer
middelen en meer mensen krijgen.
Er werden al inspanningen gedaan
op dat vlak, en die inspanningen
zullen ook in 2002 worden
voortgezet, maar eerst zal de
pensionering van duizenden
ambtenaren vanaf 2003 het hoofd
moeten worden geboden.
Begin 2002 zullen wij de begroting
bijsturen en bijschaven. Een van
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
61
pour nous, de toucher aux acquis sociaux. Si nécessaire, nous
estimons qu'un certain déficit budgétaire peut être accepté; on
pourrait éventuellement étaler la suite de la mise en oeuvre de la
réforme de l'impôt des personnes physiques en fonction de critères
liés au niveau de revenus et de façon à générer des recettes
suffisantes.
beide: ofwel zijn de economische
signalen positief, en dan moet wat
ons betreft het sociale bovenaan
het prioriteitenlijstje staan, ofwel
zijn de vooruitzichten somber en
dan mag er hoe dan ook niet
getornd worden aan de sociale
verworvenheden. Wij achten een
licht begrotingstekort
aanvaardbaar. Eventueel zou de
verdere hervorming van de
personenbelasting op grond van
criteria met betrekking tot het
inkomenspeil meer gespreid
kunnen worden uitgevoerd,
teneinde op die manier de
noodzakelijke ontvangsten binnen
te halen.
02.45 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
zal proberen zeer kort te zijn. Ik heb u dat beloofd en ik zal woord
houden. De sociaal-economische analyse van deze begroting heeft
mijn collega Hagen Goyvaerts al gemaakt en ik ga dat verhaal niet
overdoen. Ik zal mij beperken tot een korte toelichting van enkele
amendementen die ik heb ingediend en die, mijns inziens, niet zonder
belang zijn.
Amendement nr. 28 strekt ertoe het bedrag dat in de begroting is
gereserveerd voor de repatriëring van illegalen, zeer gevoelig op te
trekken. Al twee jaar trekt deze regering daarvoor slechts een
peulschil uit, meer bepaald 159 miljoen frank of 3.949 euro. Mijnheer
de voorzitter, met zo'n peulschil kan geen repatriëringbeleid, die naam
waardig, worden gevoerd. Daarom stellen wij voor om het bedrag van
159 miljoen frank op te trekken tot 100 miljoen euro of ongeveer 4
miljard frank om een versnelde repatriëring van illegalen en
afgewezen asielzoekers door te voeren. Wij zijn ervan overtuigd dat
dit bedrag op termijn zeer gemakkelijk voor de staatskas zal worden
teruggewonnen omdat de tienduizenden illegalen en afgewezen
asielzoekers die hier rondhangen de staatskas en de samenleving
veel meer kosten dan de 4 miljard waarin wij voor hun repatriëring
voorzien. Wij hopen dat ons voorstel op de instemming van de Kamer
zal kunnen rekenen.
Mijn tweede amendement is ook zeer actueel. Amendement nr. 29
strekt ertoe een bedrag van 25 miljoen euro of ongeveer 1 miljard
frank in de begroting in te schrijven om voor onze havens versneld
superscanners aan te kopen. Hiermee zouden wij vrachtwagens en
containers kunnen controleren op illegale smokkelwaar zoals drugs,
sigaretten en alcohol en daarnaast zouden wij illegalen kunnen
opsporen. Ik herinner de Kamer eraan dat ik anderhalf jaar geleden,
vlak na het Dover-drama, in de Kamer de eerste was om op de
aanschaf van deze superscanners aan te dringen. Even later is de
commissie voor de Binnenlandse Zaken van de Senaat naar
Zeebrugge gegaan, waar de douane- en politiediensten haar van de
noodzaak van die superscanners hebben overtuigd. De
commissieleden hebben daarop aangedrongen in hun rapport over de
mensenhandel en de heer Reynders heeft de aankoop van de
scanners toen toegezegd. Ik heb ondertussen herhaaldelijk aan de
02.45 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je souhaite
commenter mes amendements
qui ne sont pas sans importance.
L'amendement n° 28 tend à
augmenter sensiblement le budget
de rapatriement pour le porter à 4
milliards de francs. Un
rapatriement accéléré des
personnes en situation illégale est
impossible sans les moyens
financiers requis.
Par notre amendement n° 29,
nous demandons qu'un milliard de
francs soit dégagé pour l'achat à
bref délai de super scanners qui
permettraient de mieux contrôler
les poids-lourds et les conteneurs.
Combien de drames impliquant
des personnes en situation illégale
faudra-t-il encore pour que le
ministre Reynders tienne sa
promesse?
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
62
heer Reynders gevraagd om deze scanners aan te kopen, maar tot
op de dag van vandaag anderhalf jaar na het Dover-drama
beschikt dit land nog altijd niet over deze toestellen, met uitzondering
van enkele handscanners die de rijkswacht gebruikt en waarvan De
Morgen vandaag zegt dat ze niet veel meer waarde hebben dan
wichelroedes.
Bijgevolg dring ik nogmaals aan om voor onze havens, meer bepaald
Antwerpen, Zeebrugge en Oostende, zeker vaste scanners aan te
kopen, alsook mobiele scanners om ook vrachtwagens op onze
autosnelwegen te controleren.
02.46 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil
gebruikmaken van de aanwezigheid van de minister van
Volksgezondheid om te vragen of men er absoluut zeker van is dat de
scanners die men nu zal aankopen, ook bruikbaar zijn bij het
detecteren van menselijke aanwezigheid en dat er geen normen
worden overschreden op het vlak van de volksgezondheid.
02.46 Yves Leterme (CD&V): Le
scanner dont on envisage
l'acquisition ne présente-t-il pas de
risques pour la santé d'éventuels
réfugiés?
02.47 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de voorzitter, daarop kan ik
niet antwoorden. Ik zou daaromtrent informatie moeten inwinnen. Ik
ben echter van mening dat het materiaal dat wordt aangekocht veilig
en betrouwbaar moet zijn. De vraag is dus tweeërlei: ten eerste, kan
met het materiaal worden vastgesteld wat moet worden vastgesteld
en ten tweede, veroorzaakt het bedoelde materiaal geen
nevenwerkingen? Ik meen dat dit de essentie van uw opmerking is.
02.47 Magda Aelvoet, ministre:
Je suppose que cet appareil
n'occasionne pas d'effets
secondaires néfastes pour les
êtres humains. Je dois vérifier ce
point.
02.48 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mij is ter ore
gekomen dat het scannen van containers en vrachtwagens die in een
douanezone komen en het scannen op bepaalde soorten goederen in
andere omstandigheden en met andere afstandsregels gebeurt dan
het scannen op menselijke aanwezigheid.
Mijn vraag is of de apparatuur die de overheid zich nu aanschaft ook
kan worden gebruikt voor het detecteren van eventuele menselijke
aanwezigheid in containers en vrachtwagens en dit met inachtneming
van de normen inzake volksgezondheid.
02.48 Yves Leterme (CD&V): Les
marchandises seraient scannées
de plus près que les êtres
humains. De quelles garanties
disposons-nous que ces scanners
fonctionnent correctement et qu'ils
ne produisent pas d'effets
néfastes pour la santé?
02.49 De voorzitter: Ik ben geen voorstander van een debat in het
debat, maar ik begrijp dat het hier om een verduidelijking gaat. Ik
vraag thans aan de minister te antwoorden op de vraag van de heer
Tastenhoye en van de heer Leterme.
02.50 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal
daarop bondig antwoorden. Er zijn terzake zeer weinig voorbeelden in
het buitenland. Er is in Nederland een zeer grote scanner, maar in
tegenstelling tot wat men denkt wordt die scanner niet ingezet om
mensen op te sporen. Hij wordt uitsluitend gebruikt voor
douanedoeleinden, dus om fiscale redenen. Hij wordt ook niet ingezet
voor mensenhandel.
Toen het dossier werd besproken tussen de kabinetten werd daarom
geopteerd voor de aankoop van de mobiele scanner, waarvan men
aanneemt dat hij makkelijker kan worden ingezet én voor fiscale
zaken én voor het opsporen van menselijke aanwezigheid. Er is
afgesproken dat deze scanner zal worden aangekocht, omdat wij
denken dat hij daarvoor effectief kan worden gebruikt. Ik herhaal dat
dergelijke scanner bijna altijd wordt aangekocht voor
02.50 Johan Vande Lanotte,
ministre: Les exemples d'utilisation
de ces appareils à l'étranger sont
peu nombreux. Le scanner fixe
des Pays-Bas n'est utilisé que
pour scanner des marchandises.
C'est la raison pour laquelle nous
avons décidé d'acheter un
scanner mobile. Après évaluation,
nous pourrions décider d'en
acquérir un deuxième. Le scanner
mobile peut également être utilisé
pour détecter des étrangers et de
la drogue. Vous demandez des
garanties que je ne suis pas en
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
63
douanedoeleinden en niet omwille van mensenhandel.
De afspraak is dat, wanneer de eerste scanner zal zijn aangekocht, hij
zal worden geëvalueerd en dat eventueel ook een tweede mobiele
scanner zal worden gekocht indien hij effectief bruikbaar lijkt. Er zijn al
wat testen gebeurd en wij menen dat het kan. In dat geval zou er een
tweede mobiele scanner worden aangekocht in de plaats van een
statische installatie.
U vraagt mij of ik er zeker van ben dat het apparaat in het kader van
de bestrijding van de mensenhandel kan worden gebruikt. Ik ben daar
niet zeker van maar wij hebben indicaties dat het mogelijk moet zijn.
Wij baseren ons ook op testen in het buitenland. Vanzelfsprekend zal
de eerste evaluatie gebeuren nadat hij een drietal maanden in gebruik
is. Het is belangrijk te weten dat de overschakeling van de vaste naar
de mobiele scanner gebeurde omwille van het feit dat hij zowel voor
de bestrijding van de mensenhandel als voor het opsporen van drugs
en andere zaken kan worden ingezet. Dat is de echte reden van de
switch en dit is in het proces-verbaal opgenomen.
mesure de vous fournir. Nous
procéderons à une évaluation
après deux ou trois mois.
02.51 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn toelichting. Ik voeg eraan toe dat in
Nederland en Frankrijk, waar die scanners al worden gebruikt, de
praktijk heeft aangetoond dat de aankoop van deze scanners al snel
gecompenseerd wordt door het feit dat de illegale smokkel van drugs,
sigaretten en alcohol kan worden opgespoord. Het gaat immers om
enorme bedragen die de Staat moet derven aan fiscale inkomsten. Dit
zal geld opleveren voor de Staatskas. Dat daarmee ook illegalen
kunnen worden opgespoord, is mooi meegenomen.
Mijnheer de minister, met dit amendement wordt in een bijkomend
budget van 25 miljoen euro voorzien, dus ongeveer één miljard frank,
voor de aankoop van de nodige apparatuur in de zeer nabije
toekomst. Ik hoop dat het door de regering zal worden gesteund.
Ik wens er trouwens uw aandacht op te vestigen dat de scanners de
normale, klassieke scanners en de tunnelscanners die nu worden
gebruikt werken op röntgenstralen. Ik ben geen specialist terzake,
maar heb onlangs in de pers gelezen dat de Amerikanen, die in de
bergen van Tora Bora op zoek waren naar Bin Laden, er apparatuur
gebruiken die reageert op warmte. Misschien is apparatuur die
reageert op warmtestraling minder schadelijk voor de menselijke
gezondheid. Dit zou best eens onderzocht worden. Zo komt men
allicht ook tegemoet aan de bezorgdheid van de heer Leterme.
02.51 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Aux Pays-Bas
et en France, la pratique a
démontré que la détection de
marchandises illégales permettait
un amortissement rapide des
scanners. Et tant mieux si ces
appareils permettent également de
mettre la main sur des clandestins.
M. Leterme s'inquiète des effets
des rayons X sur la santé des
êtres humains. Les Américains
utilisent un dispositif qui réagit au
rayonnement calorifique pour
rechercher Ben Laden. Ne serait-
ce pas une idée à suivre?
02.52 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, zeer
efficiënt is die apparatuur niet gebleken. De realiteit gebiedt te zeggen
dat wat men ook doet, vaste apparatuur een minpunt blijft vertonen,
omdat de flexibiliteit vermindert. Het is niet zo dat men in Amsterdam
of Rotterdam zomaar doorheen die scanners rijdt. Zij zijn
geïnstalleerd op een terrein van acht tot tien hectaren, waar de
vrachtwagens naartoe moeten rijden. Men test er ongeveer 1% van
het toekomend vrachtverkeer en er wordt nooit op de aanwezigheid
van mensen getest, omdat dit hen niet interesseert. Zij hebben
daarmee 1,7 miljard frank terugverdiend, wat geen immense som is.
Wij hebben er op dit moment in elk geval geen weet van dat deze
apparatuur niet zou mogen worden gebruikt omwille van de
volksgezondheid. Wij menen dat de mobiele installaties wel degelijk
02.52 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'équipement américain
ne s'est pas avéré si efficace...
Un appareillage fixe réduit la
flexibilité. Le scanner mobile
néerlandais n'a pas été utilisé pour
repérer des êtres humains mais je
présume qu'une telle application
peut être envisagée.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
64
nuttig kunnen zijn bij het onderscheppen van mensen die in een of
andere lading zijn opgesloten.
02.53 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
ben verheugd dat de minister bevoegd voor Maatschappelijke
Integratie is komen opdagen, want mijn volgende amendement nr. 30
strekt ertoe om in de begroting hogere budgetten in te schrijven voor
het inrichten van meer gesloten centra voor de opvang van illegalen
en afgewezen asielzoekers. De heer Coveliers heeft vorig jaar in een
berucht kerstinterview zwaar aangedrongen op de bouw van meer
gesloten centra. Welnu, mijnheer Coveliers, wij komen graag
tegemoet aan uw vraag en met ons amendement voorzien wij in de
begroting in een extra bedrag van 25 miljoen euro.
Het amendement nr. 31 waarvoor ik de aandacht van de regering
vraag, gaat over het personeel van de regularisatiecommissie die
binnen enkele dagen haar taak beëindigt. Als ik goed ben ingelicht
werken daar ongeveer driehonderd contractuelen. Deze
personeelsleden hebben een grote expertise opgebouwd, op een
ogenbik dat er enorme achterstanden moeten worden weggewerkt bij
het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen, waar nog meer
dan 40.000 oude dossiers voor asielaanvragen op behandeling
wachten. Ik stel voor om het personeel van de regularisatiecommissie
over te hevelen naar het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen. Het personeel zou er een korte opleiding kunnen
krijgen en dan kunnen worden ingezet bij het wegwerken van de
enorme achterstanden. Dit is een zeer constructief voorstel. In de
begroting van dit jaar was een bedrag van 5 miljoen euro of ongeveer
200 miljoen frank uitgetrokken voor het contractuele personeel van de
regularisatiecommissie. Wij vragen deze 500 miljoen euro over te
hevelen naar het budget van het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen. Wij hopen dat dit zeer constructieve voorstel op de
goedkeuring van de regering kan rekenen.
Ten slotte heb ik nog een amendement dat ertoe strekt om en dat
zal enige verbazing wekken de koninklijke dotatie op te trekken.
Mijnheer de voorzitter, u hebt bij het begin van de discussie gezegd
dat u de verantwoording van mijn amendement niet ontvankelijk kon
verklaren. Ik moet me natuurlijk aan uw wijsheid onderwerpen: ik heb
dan ook mijn oorspronkelijke verantwoording geschrapt en vervangen
door een nieuwe die wellicht wel uw goedkeuring zal wegdragen. Over
teksten mag u natuurlijk oordelen, maar op het spreekgestoelte heerst
nog altijd het recht op vrije meningsuiting.
Daarom licht ik nu graag toe waarom ik de dotaties voor Zijne
Koninklijke Hoogheid prins Filip en voor Zijne Koninklijke Hoogheid
prins Laurent, met 125 euro, zijnde 5.000 frank wil verhogen. De
dotatie voor Hare Koninklijke Hoogheid prinses Astrid wens ik met
500 euro te verhogen. In de kerst- en nieuwjaarsperiode mogen de
minderbedeelden onder ons immers niet worden vergeten, en zeker
de kindjes niet. De koningskinderen in België komen volgens mij
nauwelijks rond met de miljoenen dotatie die hun jaarlijks door het
Parlement wordt verleend. De kleine prinsjes en prinsesjes mogen
daar toch niet het slachtoffer van worden. Dat zou immers blijk geven
van enige hardvochtigheid. Daarom stel ik dus voor om de dotatie van
prins Filip met 125 euro te verhogen, zodat met dat geld een
kerstcadeautje kan worden aangekocht voor de kleine Elisabeth. Ook
voor de vier kinderen van prinses Astrid en aartshertog Lorenz wordt
02.53 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mon
amendement n° 30 vise à inscrire
au budget une augmentation des
sommes prévues pour la création
de centres fermés pour
demandeurs d'asile. Nous
prévoyons à cet effet un montant
de 25 millions d'euros.
L'amendement n° 31 tend au
transfert des membres du
personnel de la commission de
régularisation au commissariat
général aux réfugiés. Après une
brève formation, ces derniers
pourraient rapidement contribuer à
la la résorption de l'arriéré accusé
par l'examen des demandes
d'asile introduites de longue date.
Le budget 2001 prévoit 5 millions
d'euros pour le personnel de la
commission de régularisation.
Nous proposons de transférer
cette somme au commissariat
général.
Il me reste encore un
amendement tendant à
l'augmentation de la dotation
royale, dont j'ai modifié la
justification initiale qui n'avait pas
l'heur de plaire au président.
J'espère que ce dernier
m'autorisera à prendre la parole
quelques instants. Je souhaiterais
octroyer aux princes et aux
princesses un montant
complémentaire de 5.000 francs.
Cette somme devrait permettre à
ces défavorisés d'offrir, en cette
période de Noël, un cadeau à
leurs enfants, ce que la dotation
annuelle de plusieurs millions de
francs que leur octroie la Chambre
ne leur permet manifestement pas
de faire.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
65
telkens 125 euro meer ingeschreven, zodat de dotatie van prinses
Astrid in totaal met 500 euro stijgt. Tot slot, aangezien de Kamer van
volksvertegenwoordigers "van wanten" moet weten en dus "clement"
dient te zijn, wordt er ook voor prins Laurent een extra bedrag van 125
euro uitgetrokken, bovenop de 282.000 euro die wij hem dit jaar
hebben toegekend. Hij zal dat bedrag te gelegener tijd wel op de
gepaste manier weten te benutten.
02.54 De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, ik stel vast dat u meteen
uw amendementen hebt verdedigd.
Het is juist dat vanop het spreekgestoelte alles mag worden gezegd,
en soms gebeurt dat ook.
02.54 Le président: Votre
intervention constitue une preuve
de plus que la liberté d'expression
à la tribune de notre Assemblée
est bien réelle.
02.55 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer en mevrouw de vice-eerste
minister, ik maak van uw aanwezigheid gebruik om een misverstand
uit te klaren dat leeft bij honderden boeren. U zult zich herinneren dat
alvast de blauwe en groene component van de coalitie mee aan de
macht zijn gekomen op de kap van heel wat economisch, menselijk
en sociaal leed, nadat er paniek was gezaaid rond wat nu de
dioxinecrisis wordt genoemd.
In het verlengde van de machtsovername zijn er onder andere aan de
landbouwers, inzonderheid de veeboeren, beloftes gedaan over de
vergoeding van de economische schade in het algemeen en de
concrete schade door de afslachting van hun dieren op bevel van de
overheid als gevolg van de dioxinecrisis.
Hier in het halfrond hebben de eerste minister, toenmalig
regeringscommissaris Willockx en toenmalige minister van Landbouw
Gabriels plechtig beloofd dat de schade voor de sector, inzonderheid
de veeboeren, volledig zou worden vergoed, terecht trouwens. Daar
was de schade inbegrepen die de boeren hadden geleden door de
afslachting van hun dieren op bevel van de overheid. Herhaaldelijk
hebben de toenmalige regeringscommissaris en de minister van
Landbouw, niet van de minsten, een volledige schadevergoeding
gegarandeerd. Op onze vraag of inderdaad de schade wel voor 100%
zou worden vergoed, kwam steeds heel duidelijk een bevestigend
antwoord.
Op een bepaald moment werd 80% uitgekeerd. Dat was bij wijze van
spreken een voorschot op het totale bedrag van de
schadevergoeding. Er is toen wat animo ontstaan onder de
landbouwers omdat de resterende 20% uitbleef. Een hele tijd lang
bleef daarover verwarring bestaan. Onder andere collega Trees
Pieters heeft de bevoegde minister van Landbouw herhaaldelijk
gevraagd waar de resterende 20% bleef en het antwoord luidde
steeds dat alles in orde zou komen.
Dat duurde tot vorige zomer toen het bericht kwam dat de regering
eigenlijk niet meer van plan was om die laatste 20% te vergoeden.
Blijkbaar is het dossier op een bepaald moment aan de Ministerraad
voorgelegd en is er overeengekomen om geen beslissing ten gunste
van de veeboeren te nemen. Dat gaf aanleiding tot commotie. Ook
voormalig regeringscommissaris Willockx en minister Gabriels
betoonden zich ten zeerste verontwaardigd. Zij vonden dat de
regering haar beloftes brak en haar toezegging niet respecteerde.
Inmiddels zijn wij dat in de nieuwe politieke cultuur wat gewend
02.55 Yves Leterme (CD&V): Des
centaines d'agriculteurs estiment
que les engagements
spectaculaires contractés par le
gouvernement en ce qui concerne
l'indemnisation complète des
conséquences financières de la
crise de la dioxine devraient être
respectés. Les indemnités versées
ne couvrent que quatre-vingts pour
cent des dommages subis par les
agriculteurs. En ce qui concerne
les vingt pour cent restants, il est
apparu clairement l'été dernier
qu'ils ne seraient jamais versés.
Ce constat a suscité un vif émoi.
Que la nouvelle culture
politique équivaut au non-respect
des engagements contractés ne
constitue guère une surprise à nos
yeux. Mais le ministre de
l'Agriculture de l'époque, M.
Gabriëls, et le commissaire du
gouvernement, M. Willockx, ont
exprimé leur indignation et parlé
de rupture de promesse. Des
mauvaises langues prétendent
aujourd'hui que les ministres
Vande Lanotte et Aelvoet
refuseraient délibérément de
verser les montants qui restent
dus. Je demande que la situation
soit clarifiée: les vingt pour cent
restants seront-ils ou non versés
aux agriculteurs?
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
66
geraakt. In ieder geval, de heren Willockx en Gabriels onderstreepten
dat zo'n handelwijze niet correct was, zelfs schandalig was en dat de
laatste 20% vergoed moest worden. Ik zal het woordgebruik van
Willockx niet herhalen, maar het ging vrij ver. Het kabinet van minister
Aelvoet liet dan weer een andere klok horen.
Kortom, er heerst heel wat verwarring. Uiteindelijk is daar blijkbaar
nog niets van aan. Volgens het ministerie van Landbouw waarvan
collega Trees Pieters geregeld de aandacht vestigt op het dossier, is
er goed nieuws op komst. Kwatongen, zo noem ik ze voorlopig,
beweren evenwel dat de vice-eerste ministers Vande Lanotte en
Aelvoet daarom maak ik van hun aanwezigheid gebruik om mijn
vragen in dat verband te stellen - heel bewust weigeren om hun
goedkeuring te geven aan de uitbetaling van die laatste schijf van
20% schadevergoeding. Nochtans hebben de boeren er recht op en
het was hen ook formeel beloofd. Ik grijp de bespreking van de
begroting voor 2002 aan om vóór het einde van 2001 hierin
duidelijkheid voor de boeren te kunnen brengen Komt er nog wat van
of komt er niets meer van?
02.56 De voorzitter: Dat lijkt mij een normale vraag.
02.57 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer Leterme, de regering
heeft terzake inderdaad beslist. Op een bepaald moment is er
voorgesteld om de schadevergoeding ten belope van 80% op te
trekken tot een schadevergoeding a rata van 100%. Dat voorstel werd
niet goedgekeurd door de regering. Het is dus geen beslissing van de
ene of de andere minister. De regering heeft beslist dat niet te doen.
Volgens de oorspronkelijke regeling was er 100% schadevergoeding
voor de slachting van zeugen, die van groot belang zijn voor een
veeboer, maar niet voor andere dieren. Van in het begin is er steeds
gezegd dat 80% van de schade zou worden vergoed. Daar werd
steeds aan toegevoegd dat die regeling niet zou worden uitgebreid.
De redenering was dat, als beslist werd om 100% van de
economische schade, wat daar ook de oorzaak van is, te vergoeden,
dat als een precedent kon worden gebruikt. Op die manier zou de
overheid telkens iemand economische schade lijdt waarvoor hij niet
verantwoordelijk is en ook de overheid niet trouwens, een
schadevergoeding ten belope van 100% moeten betalen.
De regering heeft zich aan dat principe gehouden. Er zijn twee
categorieën van mensen slachtoffer van deze maatregel geworden,
enerzijds, de landbouwers zelf en, anderzijds, de leveranciers.
Voor de landbouwers is de impact niet zo groot, omdat zij na de
dioxinecrisis al een jaar hebben gekend waarin de prijzen vrij
behoorlijk waren, al horen we dat zelden door iemand zeggen. Ik
misgun hun dat uiteraard niet, maar u zegt altijd dat we zeer zuinig en
streng moeten zijn. Als dus het ene jaar slecht was en het andere
goed, dan menen wij dat het slechte jaar niet voor 100% moet worden
vergoed. Onze beslissing is dus rechtvaardig.
Een kleinere groep die het evenwel moeilijker heeft, is die van de
leveranciers. Zij leveren enkel goederen en hebben zelf geen dieren,
zodat zij niet een zelfde goed jaar hebben kunnen genieten. Ook zij
zijn door de firma Verkest in de problemen gebracht en ondervinden
daar nog steeds de moeilijkheden van. Aan hen hebben wij beloofd
02.57 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le gouvernement a
décidé de rejeter la proposition
visant à indemniser chacun à
100%. D'emblée, il a été
clairement stipulé qu'une
indemnisation à 100% ne serait
accordée que pour les truies. La
justification de cette décision est
qu'à chaque dommage pour lequel
la personne en question n'est pas
responsable, l'indemnisation
devrait être de 100%. Il serait
déraisonnable que les pouvoirs
publics aient à indemniser
intégralement les dommages
chaque fois que l'année aura été
mauvaise. L'indemnisation ne sera
pas non plus totale pour les
fournisseurs.
Je puis m'imaginer que cette
mesure posera des problèmes à
certains mais elle me paraît
équitable.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
67
80% te betalen. Ik kan niet tegenspreken dat dit voor sommige
mensen een probleem is, maar wij hebben nu eenmaal een principe
aangenomen. Ik meen dat deze maatregel rechtvaardig is.
02.58 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wat u nu vertelt, verbaast mij in hoge mate. Wij hebben
zowel de regeringscommissarissen als de vorige en de nieuwe
minister van Landbouw gevraagd naar de stand van zaken in het
dossier van de schadevergoeding van 100%. Hun antwoord was altijd
positief. Naar aanleiding van de begroting en de beleidsnota voor
Landbouw hebben we de minister er opnieuw naar gevraagd. Ik citeer
uit het voorlopig verslag: "Wat de uitbetaling van de resterende 20%
van de schadevergoeding ten gevolge van de dioxinecrisis aangaat,
zijn de besprekingen met het kabinet voor Begroting aan de gang".
Men kan hier op geen enkele manier uit afleiden dat er een beslissing
is genomen.
Wanneer u dit een verstandige beslissing noemt, mijnheer de
minister, krijg ik echt maagkrampen. In de eerste plaats was het een
valse crisis, die door bepaalde mensen uit de meerderheid is
uitgelokt. Er is een dioxinewet tot stand gekomen...
02.58 Trees Pieters (CD&V): Je
m'étonne de la réponse du
ministre. Bien que plusieurs
questions aient été posées au
ministre de l'Agriculture de
l'époque, M. Gabriëls, il a toujours
été répondu formellement que le
dommage économique subi serait
intégralement remboursé. Le
ministre déclare à présent avoir
pris une décision équitable mais je
ne partage pas son point de vue.
02.59 Minister Johan Vande Lanotte: U bent blijkbaar al vergeten
dat uw partij toen ook deel uitmaakte van die meerderheid!
02.60 Trees Pieters (CD&V): Neen, neen, ik heb het over de nieuwe
meerderheid. Ik beklemtoon dat dit een valse crisis was, waar de
boeren zeer hard onder hebben geleden. Voortdurend werd hen
beloofd dat hun economische schade volledig zou worden vergoed,
maar dat blijkt nu anders en u noemt dat zelfs een verstandige
beslissing! Dit is niet rechtvaardig, te meer daar de huidige minister
van Landbouw veertien dagen geleden nog een antwoord gaf dat alle
mogelijkheden voor een volledige vergoeding openliet.
02.61 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de waarheid
kwetst. Het is belangrijk voor de lezer van het Integraal Verslag dat hij
weet dat op dit ogenblik de banken van de VLD-fractie helemaal leeg
zijn. Er waren periodes dat leden van de VLD plezier maakten op de
kap van het leed van de boeren en bij hen rondgingen met beloften
om stemmen te ronselen voor de verkiezing van 1999. Nu het erop
aankomt woord te houden en die mensen te geven wat hen toekomt,
is hier geen enkele VLD-volksvertegenwoordiger te zien.
Dit is niet anders dan een gebroken woord en ik kan u zeggen,
mijnheer Vande Lanotte en mevrouw Aelvoet, dat u hen, die u nu
onrecht aandoet, nog op uw weg zult tegenkomen.
02.61 Yves Leterme (CD&V): Le
groupe VLD est actuellement le
grand absent de la séance. Lors
des élections de 1999, il avait
multiplié les promesses aux
agriculteurs. Que reste-t-il de ces
propos au moment de passer à
l'acte? Le VLD renie ses
engagements. Le ministre
retrouvera un jour sur son chemin
les personnes qu'il lèse
aujourd'hui.
02.62 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb de gewoonte om te
antwoorden telkens men mij iets vraagt. Ik woon in een regio waar
veel zulke mensen wonen. Zij hebben mij gevraagd of er nog een
kans was op 100%. Ik heb hen geantwoord dat het niet zo was. De
regering heeft hieromtrent tweemaal beslist, eenmaal in 1999 en
eenmaal in 2001. Zo zal het ook blijven, omdat wij vinden dat het een
moeilijke maar rechtvaardige beslissing is. Het is gemakkelijk om te
zeggen dat alles moet worden vergoed. Dat kan iedereen zeggen. De
regering heeft tweemaal duidelijk beslist en wij kunnen daar niet op
terugkomen, dat is de realiteit. Ik heb dit ook aan de mensen van de
landbouwsector uitgelegd en zij beseffen dit zeer goed. Ik weet ook
02.62 Johan Vande Lanotte,
ministre: J'ai toujours fait preuve
d'honnêteté envers les
agriculteurs. Le gouvernement a
pris une décision difficile mais
équitable. Depuis l'entame du
débat, le CD&V nous reproche
notre prodigalité mais nous
demande à présent de dégager
davantage de moyens au bénéfice
d'un seul groupe.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
68
dat er dan met de vinger wordt gewezen naar Begroting. Ik heb daar
geen problemen mee. Mijn verantwoordelijkheid is om de nodige
uitgaven te doen en onnodige uitgaven te vermijden. Ik stel vast dat u
de hele dag hebt gezegd dat de regering te veel geld uitgeeft. Ik stel
ook vast dat, wanneer de mensen vragen om iets extra te doen, u dan
vlug op de kar springt om electorale redenen.
02.63 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het gaat hier
niet om electorale redenen. Het gaat hier om een gebroken belofte.
Die mensen hebben recht op dat geld; er is een openstaande schuld
tegenover hen. Ik heb dan nog meer respect voor uw houding,
mijnheer de minister, en voor die van collega Aelvoet, omdat u hier
ten minste bent en de waarheid vertelt. Nu blijkt dat én de
regeringscommissaris én de toenmalige minister van Landbouw én
blijkbaar ook de huidige minister van Landbouw dit kunnen we
afleiden uit wat mevrouw Pieters net zegde , die boeren en kwekers
een leugen hebben voorgehouden. Dit vind ik ronduit schandalig.
02.63 Yves Leterme (CD&V): Le
gouvernement a manqué à sa
promesse! Je respecte néanmoins
le ministre du Budget qui a, au
moins, le courage de fournir une
réponse honnête. On ne peut pas
en dire autant des ministres de
l'Agriculture et de la Santé
publique.
02.64 De voorzitter: De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Hierbij sluit ik de middagzitting. Over enkele minuten vatten wij de
avondvergadering aan. Minister Michel, die vaak afwezig is, wacht
reeds drie uren in de koffiekamer en wij zullen dan ook snel met zijn
departement beginnen. Ik heb mevrouw Pieters beloofd ook
Landbouw te bespreken. (...) Vermits u niet meer dan 10 minuten
nodig hebt, mevrouw Pieters, zal ik u als eerste het woord geven en
daarna zullen we Buitenlandse Zaken bespreken.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 18.38 uur. Volgende vergadering dinsdag 18 december 2001 om 18.45
uur.
La séance est levée à 18.38 heures. Prochaine séance le mardi 18 décembre 2001 à 18.45 heures.
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
69
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DINSDAG 18 DECEMBER 2001
MARDI 18 DÉCEMBRE 2001
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
COMMISSIES COMMISSIONS
Verslagen Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
- door de heer Jef Tavernier, over:
- par M. Jef Tavernier, sur:
. de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2002 (nr. 1447/4);
. le Budget des Voies et Moyens pour l'année
budgétaire 2002 (n° 1447/4);
. het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2002 (nr. 1448/38);
. le projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2002 (n° 1448/38);
. het wetsontwerp houdende tweede aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (nr. 1524/2);
. le projet de loi contenant le deuxième ajustement du
budget général des dépenses de l'année budgétaire
2001 (n° 1524/2);
Namens de commissie voor de Sociale Zaken,
au nom de la commission des Affaires sociales,
-
door de heer Paul Timmermans, over het
wetsontwerp tot wijziging, wat de onmiddellijke
aangifte van tewerkstelling betreft, van de wet van
3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
(nr. 1439/2);
- par M. Paul Timmermans, sur le projet de loi
modifiant la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats
de travail en ce qui concerne la déclaration
immédiate de l'emploi (n° 1439/2);
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
- door de heer Tony Smets, over het wetsontwerp tot
wijziging van artikel 24 van de wet van 20 juli 1971 op
de begraafplaatsen en de lijkbezorging, met
betrekking tot de verklaring over de asbestemming
(overgezonden door de Senaat) (nr. 1444/3);
- par M. Tony Smets, sur le projet de loi modifiant
l'article 24 de la loi du 20 juillet 1971 sur les
funérailles et sépultures, en ce qui concerne la
déclaration de destination des cendres (transmis par
le Sénat) (n° 1444/3);
Namens de commissie voor de Landsverdediging,
au nom de la commission de la Défense nationale,
- door de heer Stef Goris, over het wetsvoorstel van
de heer André Schellens c.s. betreffende het
vrijwillig in disponibiliteit stellen van bepaalde
militairen in dienst bij de Belgische krijgsmacht in de
Bondsrepubliek Duitsland (nr. 1386/4);
- par M. Stef Goris, sur la proposition de loi de M.
André Schellens et consorts relative à la mise en
disponibilité volontaire de certains militaires en
service aux forces belges en République fédérale
d'Allemagne (n° 1386/4);
- door mevrouw Mirella Minne, over het wetsontwerp
houdende vierde aanpassing van de algemene
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001
(nr. 1551/2);
- par Mme Mirella Minne, sur le projet de loi
contenant le quatrième ajustement du budget général
des dépenses pour l'année budgétaire 2001
(n° 1551/2);
namens de commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing,
au nom de la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société,
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
70
- door mevrouw Anne-Mie Descheemaeker, over het
wetsvoorstel van de heren Jan Peeters en Jean-
Marc Delizée, de dames Maggie De Block en
Pierrette Cahay-André en de heer Joos Wauters tot
invoering van de kosteloze geneeskundige
verzorging van alle oud-strijders en
oorlogsslachtoffers die een periode van erkenning
genieten van in totaliteit tenminste één jaar in één of
meerdere statuten van nationale erkentelijkheid
(nr. 1192/3);
-
par Mme Anne-Mie Descheemaeker, sur la
proposition de loi de MM. Jan Peeters et Jean-Marc
Delizée, Mmes Maggie De Block et Pierrette Cahay-
André et M. Joos Wauters instaurant la gratuité des
soins de santé pour tous les anciens combattants et
victimes de guerre qui comptent une période de
reconnaissance totale d'au moins un an dans un ou
plusieurs des statuts de reconnaissance nationale
(n° 1192/3);
namens de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven,
au nom de la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques,
- door mevrouw Marie-Thérèse Coenen, over:
- par Mme Marie-Thérèse Coenen, sur:
. het voorstel van de heren Daniel Bacquelaine,
Hugo Coveliers, Claude Eerdekens, mevrouw
Muriel Gerkens, de heren Raymond Langendries,
Yves Leterme, Jef Tavernier, Dirk Van der Maelen
en Karel Van Hoorebeke tot instelling van een
parlementaire onderzoekscommissie belast met het
onderzoek van de omstandigheden die hebben
geleid tot het faillissement van Sabena, de bepaling
van de eventuele verantwoordelijkheden en de
formulering van aanbevelingen voor de toekomst
(nr. 1514/2);
. la proposition de MM. Daniel Bacquelaine, Hugo
Coveliers, Claude Eerdekens, Mme Muriel Gerkens,
MM. Raymond Langendries, Yves Leterme, Jef
Tavernier, Dirk Van der Maelen et Karel Van
Hoorebeke visant à instituer une commission
d'enquête parlementaire chargée d'examiner les
circonstances qui ont conduit à la mise en faillite de
la Sabena, de déterminer les éventuelles
responsabilités et de formuler des
recommandations pour l'avenir (n° 1514/2);
. het voorstel van de heren Gerolf Annemans,
Francis Van den Eynde, Jan Mortelmans, Filip De
Man, Bart Laeremans, Hagen Goyvaerts en Luc
Sevenhans tot oprichting van een parlementaire
onderzoekscommissie over de werking van de
beheersstructuren van Sabena en de besteding van
het in Sabena gedurende de periode 1975-2001
geïnvesteerde overheidsgeld met het oog op de
vaststelling van de verantwoordelijkheid van de
opeenvolgende Belgische regeringen voor de
mogelijke disfuncties (nr. 1491/2);
. la proposition de MM. Gerolf Annemans, Francis
Van den Eynde, Jan Mortelmans, Filip De Man, Bart
Laeremans, Hagen Goyvaerts et Luc Sevenhans
visant à instituer une commission d'enquête
parlementaire sur le fonctionnement des structures
gestionnaires de la Sabena et sur l'attribution des
moyens financiers investis par l'Etat durant la
période 1975-2001, visant la détermination de la
responsabilité des gouvernements belges
successifs pour d'éventuels dysfonctionnements
(n° 1491/2);
. het voorstel van de heer Karel Van Hoorebeke tot
instelling van een parlementaire
onderzoekscommissie belast met het onderzoek
naar de oorzaken voor het falend beleid in het
overheidsbedrijf Sabena (nr. 1493/2);
. la proposition de M. Karel Van Hoorebeke visant à
instituer une commission d'enquête parlementaire
chargée de rechercher les causes de la mauvaise
gestion de l'entreprise publique Sabena (n° 1493/2);
. het voorstel van de heer Raymond Langendries,
mevrouw Joëlle Milquet en de heren Yves Leterme
en Servais Verherstraeten tot instelling van een
parlementaire onderzoekscommissie belast met het
onderzoek van de omstandigheden die hebben
geleid tot het faillissement van Sabena, de bepaling
van de eventuele verantwoordelijkheden en de
formulering van aanbevelingen voor de toekomst
(nr. 1494/2);
. la proposition de M. Raymond Langendries, Mme
Joëlle Milquet et MM. Yves Leterme et Servais
Verherstraeten visant à instaurer une commission
d'enquête parlementaire chargée d'examiner les
circonstances qui ont conduit à la mise en faillite de
la Sabena, de déterminer les éventuelles
responsabilités et de formuler des
recommandations pour l'avenir (n° 1494/2);
CRIV 50
PLEN 190
18/12/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
71
. het voorstel van mevrouw Marie-Thérèse Coenen
en de heer Lode Vanoost tot instelling van een
parlementaire onderzoekscommissie belast met het
onderzoek naar de oorzaken van en de
verantwoordelijkheden in het mislukken van
de
internationale alliantiepogingen en in het
faillissement van de Belgische naamloze
vennootschap tot exploitatie van het luchtverkeer
(Sabena) (nr. 1506/2).
. la proposition de Mme Marie-Thérèse Coenen et
M. Lode Vanoost visant à instituer une commission
d'enquête parlementaire chargée d'examiner les
causes et responsabilités dans l'échec des
tentatives d'alliances internationales et dans la
faillite de la Société anonyme belge de navigation
aérienne (Sabena) (n° 1506/2).
REGERING GOUVERNEMENT
Algemene uitgavenbegroting 2001
Budget général des dépenses 2001
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie, bij brieven van 14 december 2001, drie
lijsten over met herverdelingen van basisallocaties
betreffende het ministerie van Landbouw en
Middenstand.
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet, par lettres du 14 décembre 2001, trois
bulletins de redistributions d'allocations de base
concernant le ministère de l'Agriculture et des
Classes moyennes.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
REKENHOF
COUR DES COMPTES
Opmerkingen Observations
Bij brief van 12 december 2001 deelt het Rekenhof
mede dat het een afschrift heeft ontvangen van de
beraadslaging nr. 3185 die de Ministerraad op
30
november 2001 heeft genomen en waarbij
machtiging wordt verleend tot het vastleggen, het
ordonnanceren en het betalen van uitgaven ten
belope van een bedrag van 296.430.000 BEF,
bestemd voor het beleid in de strijd tegen het
bioterrorisme en het chemisch terrorisme, boven de
kredieten geopend in de aangepaste algemene
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001,
voor het nieuwe programma 26.62.0 luidend "Plan
bioterrorisme chemisch terrorisme".
Par lettre du 12 décembre 2001, la Cour des
comptes fait connaître qu'elle a reçu copie de la
délibération n° 3185 du Conseil des ministres du
30
novembre 2001 autorisant l'engagement,
l'ordonnancement et le paiement de dépenses pour
un montant de 296.430.000 francs, destinés à la
politique de lutte contre le bioterrorisme et le
chimioterrorisme, au-delà des crédits ouverts au
budget général des dépenses ajusté de l'année
budgétaire 2001, pour le programme nouveau
26.62.0 libellé "plan bioterrorisme
chimioterrorisme".
Zijn College heeft, wat de aanwending betreft van
de procedure voorzien in artikel 44 van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, in
het onderhavige geval geen opmerkingen te
formuleren.
Son Collège n'a pas de remarque à formuler
concernant le respect, par cette délibération, des
conditions prévues à l'article 44 des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat.
Ter kennisgeving
Pour information
Boeken van opmerkingen
Cahiers d'observations
Bij brief van 12 december 2001 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof, in uitvoering van artikel
180 van de Grondwet, het deel IIA (bijvoegsel) van
het 153e boek van opmerkingen over.
Par lettre du 12 décembre 2001, le premier
président de la Cour des comptes transmet, en
exécution de l'article 180 de la Constitution, le
fascicule IIA (complément) de son 153ème cahier
d'observations.
18/12/2001
CRIV 50
PLEN 190
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
72
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek en
verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Dépôt au greffe et à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget
Bij brief van 12 december 2001 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof, in uitvoering van artikel
180 van de Grondwet, het deel IIA van het 155e
boek van opmerkingen over.
Par lettre du 12 décembre 2001, le premier
président de la Cour des comptes transmet, en
exécution de l'article 180 de la Constitution, le
fascicule IIA de son 155ème cahier d'observations.
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek en
verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Dépôt au greffe et à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget