KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 200
CRIV 50 PLEN 200
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
23-01-2002 23-01-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail: alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail: aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
HERZIENING VAN DE GRONDWET
1
RÉVISION DE LA CONSTITUTION
1
Ontwerp van tekst houdende herziening van titel II
van de Grondwet, om een nieuw artikel in te
voegen betreffende het recht op gelijkheid van
vrouwen en mannen (overgezonden door de
Senaat) (1140/1 en 2)
1
Projet de texte portant révision du titre II de la
Constitution, en vue d'y insérer un article nouveau
relatif au droit des femmes et des hommes à
l'égalité (transmis par le Sénat) (1140/1 et 2)
1
- Ontwerp van tekst houdende herziening van titel
II van de Grondwet, met de bedoeling er een
bepaling in te voegen betreffende het recht van
de vrouwen en de mannen op gelijkheid en de
bevordering van de gelijke toegang tot door
verkiezing verkregen en openbare mandaten
(overgezonden door de Senaat) (1141/1 tot 5)
1
- Projet de texte portant révision du titre II de la
Constitution, en vue d'y insérer une disposition
relative au droit des femmes et des hommes à
l'égalité et favorisant leur égal accès aux mandats
électifs et publics (transmis par le Sénat) (1141/1
à 5)
1
Bespreking
1
Discussion
1
Sprekers: Fientje Moerman, rapporteur, Joke
Schauvliege, Laurette Onkelinx
, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid,
Marie-Thérèse Coenen, Guido Tastenhoye,
Koen Bultinck, Karine Lalieux, Els Van
Weert, Magda De Meyer, Kristien Grauwels,
Raymond Langendries
, voorzitter van de
PSC-fractie
Orateurs: Fientje Moerman, rapporteur, Joke
Schauvliege, Laurette Onkelinx
, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi,
Marie-Thérèse Coenen, Guido Tastenhoye,
Koen Bultinck, Karine Lalieux, Els Van
Weert, Magda De Meyer, Kristien Grauwels,
Raymond Langendries
, président du groupe
PSC
Bespreking van het enig artikel
27
Discussion de l'article unique
27
BIJLAGE
29
ANNEXE
29
INTERNE BESLUITEN
29
DECISIONS INTERNES
29
COMMISSIES 29
COMMISSIONS
29
S
AMENSTELLING
29
C
OMPOSITION
29
INTERPELLATIEVERZOEKEN 29
DEMANDES
D'INTERPELLATION
29
I
NGEKOMEN
29
D
EMANDES
29
VOORSTELLEN 31
PROPOSITIONS 31
T
OELATING TOT DRUKKEN
31
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
31
V
ERZOEK OM ADVIES VAN DE
R
AAD VAN
S
TATE
32
D
EMANDE D
'
AVIS AU
C
ONSEIL D
'E
TAT
32
MEDEDELINGEN
32
COMMUNICATIONS
32
COMMISSIES 32
COMMISSIONS
32
V
ERSLAGEN
32
R
APPORTS
32
REGERING 33
GOUVERNEMENT
33
I
NGEDIENDE WETSONTWERPEN
33
D
EPOT DE PROJETS DE LOI
33
I
NGETROKKEN WETSONTWERP
33
R
ETRAIT D
'
UN PROJET DE LOI
33
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2001
33
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2001
33
V
ERSLAG
33
R
APPORT
33
ARBITRAGEHOF 34
COUR
D'ARBITRAGE
34
A
RRESTEN
34
A
RRETS
34
P
REJUDICIËLE VRAGEN
35
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
35
JAARVERSLAGEN 35
RAPPORTS
ANNUELS
35
O
VERLEGPLATFORM INZAKE VOORWAARDELIJKE
INVRIJHEIDSTELLING
36
P
LATE
-
FORME DE CONCERTATION RELATIVE A LA
LIBERATION CONDITIONNELLE
36
VARIA 36
DIVERS
36
S
TATISTIEKEN
36
S
TATISTIQUES
36
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
23
JANUARI
2002
14:15 uur
______
du
MERCREDI
23
JANVIER
2002
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.32 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.32 heures par M. Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Laurette Onkelinx.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés

Jef Tavernier, wegens ziekte / pour raison de santé;
Georges Lenssen, John Spinnewyn, Geert Versnick, wegens ambtsplicht / pour obligation de mandat;
Gerolf Annemans, Georges Clerfayt, Mark Eyskens, Raad van Europa / Conseil de l'Europe.
Stef Goris, Westeuropese Unie / Union de l'Europe occidentale;
José Canon, Jean-Pierre Grafé, Marcel Hendrickx, Martial Lahaye, Patrick Lansens, Josée Lejeune, Mirella
Minne, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.
Herziening van de Grondwet
Révision de la Constitution
01 Ontwerp van tekst houdende herziening van titel II van de Grondwet, om een nieuw artikel in te
voegen betreffende het recht op gelijkheid van vrouwen en mannen (overgezonden door de Senaat)
(1140/1 en 2)
- Ontwerp van tekst houdende herziening van titel II van de Grondwet, met de bedoeling er een
bepaling in te voegen betreffende het recht van de vrouwen en de mannen op gelijkheid en de
bevordering van de gelijke toegang tot door verkiezing verkregen en openbare mandaten
(overgezonden door de Senaat) (1141/1 tot 5)
01 Projet de texte portant révision du titre II de la Constitution, en vue d'y insérer un article nouveau
relatif au droit des femmes et des hommes à l'égalité (transmis par le Sénat) (1140/1 et 2)
- Projet de texte portant révision du titre II de la Constitution, en vue d'y insérer une disposition
relative au droit des femmes et des hommes à l'égalité et favorisant leur égal accès aux mandats
électifs et publics (transmis par le Sénat) (1141/1 à 5)

Bespreking
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Discussion

De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.

Mevrouw Joëlle Milquet, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
Mme Joëlle Milquet, rapporteur, se réfère au rapport écrit.
01.01 Fientje Moerman, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, collega's, een grondwetswijziging is niets lichtzinnigs.
Daarom vind ik dat het niet betaamt te verwijzen naar het schriftelijk
verslag.

Op 12 december 2001 en op 8 januari 2002 besprak de commissie
voor de Herziening van de Grondwet twee door de Senaat
overgezonden ontwerpen tot herziening van titel II van de Grondwet
over het recht van gelijkheid van vrouwen en mannen en de
bevordering van de gelijke toegang tot door verkiezing verkregen en
openbare mandaten.

Mevrouw Onkelinx, vice- eerste minister en minister van
Werkgelegenheid besprak in haar inleiding de inhoud van de
ontwerpen en blikte terug op de bespreking ervan in de Senaat.
Tijdens die bespreking ging het niet zo zeer over de relevantie van de
bepalingen ­ volgens de minister zijn er tal van redenen om de
bepalingen te wijzigen zoals de objectieve vaststelling dat de
ongelijkheid tussen vrouwen en mannen blijft voortduren - maar over
technische aspecten zoals de formulering en de plaats die deze
wijzigingen in de Grondwet moesten krijgen.

Tijdens de algemene bespreking in de Kamercommissie nam collega
en historica Coenen ons mee naar het verleden. Zij wees erop dat het
gelijkheidsbeginsel dateert van de periode van het Nationaal Congres.
Het was bedoeld om een punt te zetten achter het ancien régime en
allerlei privileges af te schaffen. Het had geenszins betrekking op de
situatie van de vrouw. Deze herziening van de Grondwet maakt dan
ook komaf ­ aldus mevrouw Coenen - met de niet-integratie van de
vrouw en zet volgens haar de kroon op 150 jaar vrouwenstrijd.

Mevrouw Milquet, mederapporteur, bestempelde deze herziening als
een krachtige, symbolische daad maar beklemtoonde dat dit slechts
een algemeen beginsel is en dat er nog veel uitdagingen wachten om
de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te kunnen garanderen. De
reële situatie inzake lonen is daarvan een voorbeeld.

Mevrouw Van Weert, voorzitter van het Adviescomité voor
Maatschappelijke Emancipatie, zei verheugd te zijn met de grote stap
voorwaarts op weg naar een paritaire democratie en dus een betere
democratische besluitvorming.

Zelf heb ik tijdens de bespreking beklemtoond dat ik heel tevreden
ben over het initiatief en heb ik gewezen op de rol van het
Arbitragehof dat belast is met de toepassing van het
gelijkheidsbeginsel maar op dit ogenblik volledig uit personen van 1
geslacht bestaat als het dit gelijkheidsbeginsel moet interpreteren. In
de toekomst is het, ons inziens, onmogelijk dat de instantie die belast
is met de interpretatie van het gelijkheidsbeginsel volledig uit
personen van 1 geslacht bestaat.
01.01 Fientje Moerman,
rapporteur: Nous examinons
aujourd'hui un projet de révision
de la Constitution et cela mérite
amplement un bref rapport oral.
Lors de la discussion, Mme
Onkelinx a d'abord évoqué le
contenu du projet et le débat au
Sénat. L'inégalité entre hommes et
femmes perdure, ce qui justifie la
révision du titre II. Le Sénat s'est
surtout penché sur la place à
prévoir dans la Constitution et sur
la formulation.

Mme Coenen a retracé l'historique
du principe d'égalité. A son estime,
cette réforme couronne un siècle
et demi de lutte pour les droits de
la femme.

Mme Milquet considère que cette
réforme constitue un acte
symbolique fort mais elle estime
que de nombreux défis restent à
relever, certainement en ce qui
concerne la rémunération.

Mme Van Weert considère
également que cette réforme
constitue un grand pas en
direction d'une prise de décision
plus démocratique.

Personnellement, je me suis
félicitée de la présente initiative et
du rôle de la Cour d'arbitrage.
Cela me contrarie toutefois que
cette même Cour soit composée
exclusivement de personnes de
sexe masculin.

M. Danny Pieters s'interroge sur la
portée réelle de ce nouveau texte
constitutionnel.

Mme De Meyer est satisfaite mais
elle craint que ce texte puisse être
interprété de façon minimaliste.
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3

De heer Danny Pieters was van mening dat het veel belangrijker is
dat alle burgers in werkelijkheid gelijk zijn en dat het weinig uitmaakt
of het mannen of vrouwen zijn. Hij vroeg zich af welke juridische
gevolgen de inschrijving van de gelijkheid van vrouwen en mannen in
de Grondwet heeft. Concreet bestaat de enige nieuwigheid erin dat
positieve acties mogelijk worden. Hij vroeg zich ook af of de paritaire
democratie wel degelijk het uiteindelijk nagestreefde doel is.

Mevrouw Magda De Meyer verklaarde gemengde gevoelens te
hebben. Enerzijds, is de toestand in de realiteit heel erg en hoopt zij
dat er snel zou gestemd worden over dit beginsel van gelijkheid
tussen mannen en vrouwen. Anderzijds, vond ze dat de herziening
niet ver genoeg gaat omdat ze slechts op een minimalistische wijze
kan worden geïnterpreteerd. Dit kan ertoe leiden dat uiteindelijk
slechts 1 vrouw zitting heeft in een uitvoerend orgaan.

Door mevrouw Karine Lalieux werd de herziening bestempeld als een
bijzonder positief signaal voor de hele samenleving. Mevrouw Lalieux
brak een lans voor de paritaire democratie, die volgens haar bestaat
uit de omzetting van twee grondgedachten, namelijk dat een mens
niet geslachtsloos is en dat beide seksen, waaruit de democratie
paritair is samengesteld, van nature gelijk zijn. Het inpalmen van
macht en rijkdom door één sekse ten nadele van de andere, noemde
mevrouw Lalieux antidemocratisch.

Mevrouw Joke Schauvliege vroeg zich af of titel II van de Grondwet in
de nabije toekomst niet volledig moet worden herwerkt door een
catalogus van grondrechten te herschrijven op een samenhangende,
volledige en vooral eigentijdse manier. Zij zei zich in de huidige
herziening te kunnen terugvinden, maar stelde ook een aantal erg
concrete vragen over de formulering en de juridische meerwaarde van
sommige artikels.

De heer Koen Bultinck vroeg zich af wat de meerwaarde van de
ontwerpen was, aangezien de gelijkheid van alle Belgen al duidelijk is
gesteld. Die herziening bestempelde hij daarom als overbodig. Ook
zei hij de indruk te hebben dat wij ertoe willen komen de paritaire
democratie op te leggen. Net zoals mevrouw Schauvliege
formuleerde de heer Bultinck enkele technische opmerkingen.

Mijnheer de voorzitter, u was ook voorzitter van de bevoegde
commissie. U vroeg zich af of er geen problemen kunnen rijzen als
gemeenteraden of OCMW-raden alleen uit personen van hetzelfde
geslacht bestaan.

De vice-eerste minister Onkelinx herinnerde de commissieleden in
haar antwoord aan enkele cijfers om te wijzen op de ongelijkheid
tussen mannen en vrouwen voor hun inbreng in de besluitvorming.
Voor die cijfers verwijs ik naar het verslag, maar ik citeer wel één
frappant voorbeeld. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000
vertegenwoordigen de vrouwen 27% van de gemeenteraadsleden,
maar in een derde van de gemeenten bestaan de uitvoerende
organen, de colleges, nog altijd uitsluitend uit mannen. Ik was daarvan
zelf geschrokken. Die ongelijkheid bestaat ook nog altijd op
economisch, sociaal en cultureel vlak, aldus minister Onkelinx. De
vice-eerste minister beklemtoonde dat het niet de bedoeling is uit te
komen bij een samenleving die gebaseerd is op fifty-fifty-quota's of ­
Mme Lalieux souligne la valeur
démocratique de cette nouvelle
disposition alors que M. Bultinck
s'interroge sur la plus-value que
représente ce texte: la Constitution
affirme déjà l'égalité de tous les
Belges.

Mme Schauvliege estime qu'il
faudrait envisager une refonte
complète du titre II de la
Constitution. Il s'agirait d'y faire
figurer un catalogue des droits
fondamentaux.

Le président quant à lui se pose
des questions à propos de
conseils communaux et de CPAS
qui ne comprendraient que des
personnes du même sexe.

La ministre a également pointé du
doigt l'inégalité existante et elle a
cité un exemple frappant. Si les
conseils communaux se
composent en moyenne de 27%
de femmes, dans un tiers des
communes le conseil est toujours
composé exclusivement
d'hommes. L'objectif poursuivi est
certes d'en arriver à un règlement
prévoyant 50% d'hommes et 50%
de femmes.

Cette révision constitutionnelle
vise à permettre l'égalité en droit
et en fait. Cette égalité devrait
consolider la démocratie. Aussi
doit-elle se réfléter dans les
conseils consultatifs et les organes
communaux.

De plus, cette modification
constitutionnelle n'est qu'un cadre
auquel les pouvoirs publics doivent
donner un contenu.

Un certain nombre
d'amendements ont été rejetés et
ce projet de révision de la
Constitution a finalement été
adopté par 10 voix et 1 abstention.

J'en viens à présent à quelques
réflexions personnelles. Il n'y a
guère de divergences d'opinion à
propos de cette révision. Il y a
vingt ans, je pensais qu'il n'était
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
dit zijn mijn woorden ­ alles te gaan afwegen op een
apothekersweegschaal. Wel wil die grondwetsherziening de paritaire
democratie bewerkstelligen door de gelijkheid van mannen en
vrouwen uitdrukkelijk te garanderen, te voorzien in gemengde
uitvoerende organen en wetgevende gelijkheid in rechten en in feiten
mogelijk te maken.

Tot slot stelde de minister dat de ontwerpen voor de herziening
slechts een kader vormen die de overheden onverwijld zullen moeten
invullen om te bewijzen dat zij zelf de verandering tot stand kunnen
brengen die ze alle sociale actoren aanbevelen.

Mevrouw Milquet, de heer Pieters, de heer Leterme en mevrouw
Schauvliege dienden amendementen in die echter werden verworpen.

Uiteindelijk werd het ontwerp tot herziening van de grondwet om
artikel 11bis in te voegen, aangenomen met 10 stemmen en één
onthouding.

Mijnheer de voorzitter, ik zou graag mijn persoonlijke visie weergeven
ter afsluiting.

Collega's, ik meen dat er, over alle partijen heen, weinig
meningsverschillen tussen ons bestaan. Het ontwerp werd dan ook
eenparig aangenomen met een onthouding in de bevoegde
commissievergadering.

Ik wil graag de evolutie van mijn persoonlijke denkwijze weergeven.
Tot ruim twintig jaar geleden vond ik dat al die quota niet hoefden. Ik
deelde min of meer de mening die onze Kamervoorzitter al
publiekelijk en in de commissievergadering heeft vertolkt.

Voor mij waren ook de algemene gelijkheidsartikelen en de artikelen
die specifiek betrekking hebben op het waarborgen van onder andere
gelijk loon, gelijk werk en gelijke toegang tot een beroep, voldoende.
Men moest voor de rest, mijns inziens, maar zelf met gelijke wapens
vechten. Nu ik twintig jaar ouder ben en ik intussen zo'n vijftien jaar
actief in het politieke leven op de meest diverse niveaus ben geweest,
ben ik van mening veranderd.

Ik ben ervan overtuigd dat quota niet nodig zijn als het erom zou gaan
vrouwen op kieslijsten evenveel stemmen te laten halen als mannen.
Het verleden heeft uitgewezen dat zij dat kunnen en dat ze zelfs meer
kunnen halen. Kijken we even naar de cijfers die mevrouw Onkelinx in
verband met de gemeenteraadsverkiezingen aanhaalt. Bijna 30% van
de gemeenteraadsleden zijn vrouwen. De gemeenteraad is het
orgaan dat de burger democratisch en rechtstreeks verkiest.
Beschouwen we echter de organen die onrechtstreeks worden
samengesteld, zoals het College van burgemeester en schepenen,
het uitvoerend orgaan van het OCMW, de regeringen ­ hoewel het
daar nu in vele gevallen beter is gesteld ­ en sommige commissies,
ook hier in de Kamer, dan stellen we vast dat er steeds een getrapte
methode voor de aanstelling van kandidaten wordt gebruikt. Dat geldt
ook voor raden van bestuur en adviesraden. We zien dat vrouwen
ondervertegenwoordigd zijn in alle cenakels die mee onze
samenleving ordenen en die niet steeds even zichtbaar zijn als het
Parlement, maar wel deel uitmaken van de openbare functie.
pas nécessaire d'imposer des
quotas et que la législation
existante en matière d'égalité était
suffisante. J'ai changé entre-
temps d'avis. Cette révision n'est
certes pas nécessaire pour
permettre aux femmes d'obtenir
des voix: les femmes s'en sortent
tout à fait honorablement dans les
organes élus au suffrage direct.
Toutefois, on constate une sous-
représentation des femmes dans
les organes où les représentants
ne sont pas élus directement. La
semaine dernière, le
gouvernement a une fois de plus
accordé un sursis concernant la
représentation garantie des
femmes au sein des conseils
consultatifs. Les femmes doivent
avoir les mêmes chances d'être
élues que les hommes, mais la
composition des organes exécutifs
doit toutefois également refléter le
résultat des élections.

Le cas de la Cour d'Arbitrage est
mon cheval de bataille. Cette cour
n'est, en effet, composée que de
personnes du même sexe.
Comment cette cour peut-elle
donc se porter garante du principe
d'égalité?

Les juges affirment que de
nombreuses femmes travaillent
comme référendaires à la Cour
d'arbitrage et que celles-ci ont été
engagées à la suite d'examens
objectifs et difficiles. Mais pourquoi
ne siègent-elles dès lors pas
comme juges? La conclusion
suivante semble se dégager: les
procédures de recrutement par le
biais d'examens attirent
principalement des femmes, alors
que les procédures de
recrutement résultant d'accords
politiques conduisent uniquement
à l'engagement d'hommes.
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Mevrouw de vice-eerste minister, als ik mij niet vergis, heeft de
regering vorige week nog de regeling waardoor men op federaal
niveau tot een bepaalde minimumvertegenwoordiging van vrouwen in
allerhande adviesorganen moet komen, uitgesteld. Er kunnen wel
vrouwelijke kandidaten worden gevonden, maar men ziet ze
eenvoudig niet omdat de beleidsmensen meestal kijken met een
andere bril en alleen het spiegelbeeld van zichzelf zien.

Daarom ben ik na twintig jaar tot de constatering gekomen dat quota
wel nodig zijn. Wij moeten ervoor zorgen dat beide seksen gelijke
kansen krijgen om verkozen te worden. Daarvoor moeten ze gelijke
kansen krijgen op de lijsten. Eens de kandidaten verkozen zijn, moet
het niet aan een aantal oude partijgetrouwen worden overgelaten om
in het spreekwoordelijke achterkamertje van een café te beslissen wie
deel zal uitmaken van bijvoorbeeld het college. Wij moeten voorzien
in bepaalde minimumrechten en erover waken dat wat de burger heeft
beslist over de vertegenwoordiging in de gemeenteraad en het
Parlement, ook wordt weerspiegeld in de uitvoerende organen en in
alle openbare mandaten die onze samenleving helpen besturen. Dat
is het eerste punt.

Het tweede punt betreft ­ dit is zowat mijn stokpaardje - het
Arbitragehof. Het kan niet dat het Arbitragehof, ons grondwettelijk hof
belast met de interpretatie van het gelijkheidsbeginsel, uitsluitend
bestaat uit personen van één geslacht. Ik zal u een korte anekdote
vertellen die volgens mij ten overvloede bewijst hoe het hier werkt. Ik
zat laatst op de trein met een rechter van het Arbitragehof. Hij keek al
wat scheef naar mij, omdat hij natuurlijk gelezen had wat mijn
standpunt was. Prompt ging hij in de verdediging en zei dat het
Arbitragehof wel heel veel vrouwen telt. Op mijn vraag waar die dan
zaten, antwoordde hij dat bijna al hun referendarissen vrouwen zijn. Ik
vroeg hem hoe ze dan aan al die vrouwen kwamen, of die werden
opgevist uit de magistratuur. Ze bleken rechtstreeks na ongelooflijk
moeilijke examens te zijn aangeworven. Collega's, laten we die
redenering eens doortrekken. Als kandidaten worden benoemd na
objectieve en ongelooflijk moeilijke examens, wie worden het dan?
Vrouwen. Als kandidaten na politieke akkoorden en
benoemingsakkoorden in de magistratuur worden benoemd, wie
worden het dan? Mannen.
01.02 De voorzitter: Mevrouw Moerman, wij danken u voor het
verslag en voor uw inbreng in het debat.
01.03 Joke Schauvliege (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, collega's, eerst en vooral wil ik collega Moerman
bedanken voor het goede verslag dat een goede weergave is van het
debat in de commissie.

Ik wil beklemtonen dat in de Senaat grondig werk werd geleverd met
betrekking tot deze herziening van de Grondwet. Hetgeen hier voorligt
is eigenlijk meer het werk van de Senaat dan van de regering. Er is in
de Senaat nog heel wat verbeterd, er is nog heel wat legistiek werk
geleverd. Dit is de verdienste van de Senaat waardoor nogmaals is
aangetoond dat de Senaat nodig is en bijzonder nuttig werk kan
leveren. Dit staat toch wel in contrast met het plan van de regering om
de Senaat af te schaffen.

Mevrouw de minister, collega's, het is de bedoeling van deze
01.03 Joke Schauvliege (CD&V):
En ce qui concerne la réforme de
la Constitution, le Sénat s'est livré
à un travail en profondeur. Il a
ainsi prouvé qu'il peut encore être
utile.

L'objectif est de mettre en place la
démocratie paritaire et de réaliser
l'égalité entre hommes et femmes.
Il ne s'agit cependant que d'un
premier pas symbolique. Des
projets de loi permettront
d'instaurer une véritable
réglementation en la matière.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
herziening van de Grondwet om de paritaire democratie uit te
bouwen. Het is de bedoeling om concreet werk te maken van de
gelijkheid tussen man en vrouw en dit op alle vlakken. Deze
herziening kunnen wij dan ook ten volle steunen. Ik wens hier wel te
beklemtonen dat het eigenlijk maar een eerste stap is. De weg naar
de paritaire democratie is nog zeer lang en is nog zeker niet af.

Het is in feite ook maar een symbolische stap. In de praktijk zal er na
de goedkeuring nog niet zo veel gebeuren. Er moeten nog effectieve
wetgevende initiatieven volgen. De regering kondigt wetsontwerpen
aan die een effectieve regeling mogelijk moeten maken maar deze
hebben wij nog niet kunnen bespreken. Ik hoop dan ook dat daarvan
snel werk kan worden gemaakt.

Ik wil hier ook nog eens onderstrepen dat deze herziening van de
Grondwet mogelijk werd gemaakt door het vorige Parlement en de
vorige regering. In de verklaring tot herziening van de Grondwet,
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 mei 1999, staat
inderdaad dat het mogelijk moet zijn titel II van de Grondwet te
herzien en er daarvoor een nieuw artikel moet worden ingevoerd
betreffende het recht op gelijkheid van vrouwen en mannen.

Ik moet toch ook een aantal opmerkingen formuleren bij het legistieke
werk dat is gebeurd. Collega Moerman heeft dit in het verslag reeds
aangehaald. De Grondwet en de grondrechten werden dikwijls
fragmentair gewijzigd. Het was vooral de bedoeling alles te
actualiseren. Het resultaat van al deze losstaande wijzigingen is dat
de samenhang, de logica en dikwijls ook de relevantie van sommige
grondrechten zoek is. Daarom pleit ik in de marge van deze
herziening uitdrukkelijk voor een volledige herschrijving van de
catalogus van de grondrechten. Op die manier kan er een
samenhangend, volledig en eigentijds geheel worden uitgewerkt. Het
is te belangrijk en het is de bevestiging van de grondwaarden die voor
onze samenleving van belang zijn.

Ik wens hier ook nog eens te beklemtonen dat de gelijkheid tussen
mannen en vrouwen eigenlijk al impliciet ingeschreven is in de huidige
Grondwet in artikel 10. Het is in algemene termen en nu volgt er
eigenlijk een meer expliciet grondrecht.

Als we dan kijken naar de gevolgen van de herziening dan wens ik
toch ook te onderstrepen dat deze herziening ook een impliciete
wijziging inhoudt van de artikelen 96, 104 en 122 van de Grondwet.
Deze artikelen zijn niet voor herziening vatbaar. Het is volgens onze
Grondwet nog steeds de Koning die de benoemingen doet en dit is
een discretionaire bevoegdheid. Voor de gewestregering en de
gemeenschapsregering is het nog steeds de Raad die de
benoemingen doet. Het is toch goed om dit hier nog eens te
beklemtonen.

Het is toch wel een opmerkelijke vaststelling dat deze
grondwetsherziening zeer uiteenlopende gevolgen kan hebben. Eén
op een totaal van 11 regeringsleden vertegenwoordigt 9% van de
Vlaamse regering terwijl 1 op 3 regeringsleden in de Duitstalige
gemeenschapsregering meer dan
33% vertegenwoordigt. De
Duitstalige Gemeenschap heeft recent de mogelijkheid gekregen om
het aantal ministers uit te breiden tot maximum 5.

Cette révision a été rendue
possible par le précédent
gouvernement.

La Constitution a fait l'objet de
nombreuses modifications
fragmentaires, de sorte que sa
logique interne a souvent disparu.
Je préconise dès lors une nouvelle
rédaction.

L'égalité des sexes est déjà
implicitement consacrée par
l'article 10 de la Constitution. Elle
va à présent être explicitée.

Une des conséquences de la
révision est que certains articles
qui ne sont pas sujet à révision
seront modifiés implicitement,
comme les nominations qui
doivent être effectuées par le Roi.
Je songe à cet égard aux articles
96, 104 et 122.

Cette révision de la Constitution
risque d'avoir des conséquences
diverses et involontaires. C'est le
cas pour la Communauté
germanophone, où l'on pourrait
même arriver à une situation dans
laquelle le nombre de femmes
serait réduit. Dans les communes
comptant moins de 1.000
habitants, il y a une parité entre
hommes et femmes; à partir de
200.000, on ne relève que 10 pour
cent de femmes.

Je souhaite également avertir la
ministre: l'instauration des
arrondissements provinciaux peut
représenter une marche arrière
par rapport aux beaux principes de
ce projet.
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Wanneer we dan naar de schepencolleges van gemeenten met
minder dan duizend inwoners kijken, is het gevolg pariteit: 50% of één
schepen van elk geslacht. Voor gemeenten met meer dan 300.000
inwoners komen wij uit op slechts 10%. Het is opmerkelijk hoe
uiteenlopend de gevolgen zijn.

Ik betreur ook dat de minister mij in de commissie niet kon
antwoorden op de vraag of er al is nagedacht over het effect dat de
provinciale kieslijsten en de nationale kandidaatstelling zal hebben op
wat zij van plan is. Ik wil ervoor waarschuwen dat indien de provinciale
kieslijsten er komen, dit wel eens een grondige afvlakking van haar
nobele principes zou kunnen betekenen.
01.04 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik heb
daarop geantwoord!
01.05 Joke Schauvliege (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt
gezegd dat u hiermee rekening zou houden. Ik wil beklemtonen dat
het belangrijk is om dat te doen. Het zou er immers kunnen toe leiden
dat wij een stap achteruit zetten en dat er minder vrouwen in de plaats
van meer vrouwen zouden zijn.

Voorts doken nog tal van onduidelijkheden in de besprekingen in de
commissie op. Ten eerste, staat in de herziening van de Grondwet het
begrip openbare mandaten. Over welke openbare mandaten gaat het
hier? Ten tweede, wordt in de Grondwet een opsomming van
uitvoerende mandaten opgenomen. Het is bijzonder gevaarlijk om in
de Grondwet een opsomming op te nemen. Mevrouw de minister, u
hebt zelf bevestigd dat deze herziening ook voor politiecolleges geldt.
Zij komen echter niet in de opsomming voor. Legistiek gezien is het
gevaarlijk om een opsomming in de Grondwet op te nemen, omdat de
Grondwet niet zomaar kan worden gewijzigd. Ten derde, bestaat
grote onduidelijkheid over het feit of de Brusselse Hoofdstedelijke
Raad, die alleen uit mannen bestaat, ondertussen kan blijven
bestaan.

Tot slot, doe ik nog een oproep. Deze herziening staat of valt met de
afdwingbaarheid en de controle ervan. De minister geeft zelf toe dat
de afdwingbaarheid wel eens problematisch zou kunnen zijn. Ik dring
dan ook aan op snelle wetgevende initiatieven van de regering.

Wij kunnen het principe van deze herziening ten volle ondersteunen.
Wij streven ook naar de paritaire democratie. Dit is nog maar een
symbolische stap. Het echte wetgevende werk moet nog gebeuren.
De minister heeft beloofd snel werk te maken van wetgevende
initiatieven. Wij zullen afwachten, want belofte maakt schuld.
01.05 Joke Schauvliege (CD&V):
J'ai relevé également plusieurs
imprécisions. La lecture ne
permet, par exemple, pas de
déterminer de quels mandats
publics il s'agit, au juste. La
Constitution renferme désormais
également une énumération des
mandats exécutifs, ce qui est
dangereux; en cas de lacune, il est
impossible d'intervenir rapidement.
De plus, la plus grande
imprécision règne à propos du
gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale. Peut-il exister
dans sa composition actuelle?

La réussite de cette révision
dépend de son exigibilité et de son
contrôle. J'insiste sur les initiatives
législatives annoncées par le
gouvernement: nous attendons de
voir si elles vont effectivement
arriver.
01.06 De voorzitter: Het woord is aan mevrouw Coenen en daarna
aan de heer Bultinck. Ik tracht de taal alsook de sekse van de
sprekers af te wisselen, hoewel de interesse van de mannen terzake
beperkt is.
01.07 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, madame la première ministre, ... excusez-moi, j'anticipais
sur la future législature, car je suis convaincue qu'à la prochaine
législature nous aurons une femme comme première ministre. Ce
serait une expérience à tenter. Etant donné le public qui nous écoute
aujourd'hui en direct sur Internet, nous avons insisté pour que ce
01.07 Marie-Thérèse Coenen
(ECOLO-AGALEV): "De gelijkheid
van vrouwen en mannen is
gewaarborgd", dat is de zin die na
de Grondwetsherziening in de
Grondwet zal worden opgenomen.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
débat démocratique sur l'égalité des chances entre les hommes et les
femmes fasse l'objet d'une publicité un peu particulière.

L'égalité des hommes et des femmes est garantie. Voilà ce que nous
allons inscrire dans la Constitution. Pour certains, il s'agit d'un
pléonasme, étant donné que l'article 10 dit déjà que les Belges sont
égaux devant la loi; pour d'autres, la Constitution doit être un
ensemble de grands principes qu'il ne faut absolument pas charger
de détails, car ceux-ci risqueraient de rendre le texte
incompréhensible et inapplicable. L'égalité entre les hommes et les
femmes est-elle un détail?

En tant qu'historienne, je me suis longtemps préoccupée de la place
des femmes dans la société belge. Inscrire ces quelques mots dans
la Constitution est à la fois un aboutissement et un démarrage. En ce
qui me concerne, cela n'a rien d'anecdotique, c'est un moment
important dans ma vie politique de parlementaire, de femme députée
et de féministe militante que de pouvoir participer comme
représentante du peuple à ce débat et à ce vote.

Je constate que notre société a bien avancé sur le chemin de l'égalité,
un parcours long et difficile. Le concept d'égalité se charge d'histoire
au fur et à mesure des années; en 1831, il n'était pas le même
qu'aujourd'hui. Il me semble important de comprendre d'où nous
venons pour savoir où nous sommes et vers quoi nous nous
dirigeons. En 1831 ­ et je vous rappelle que cet article est issu
directement de notre Constitution du Congrès national de 1830 ­, le
concept même d'égalité ne considérait qu'une minorité d'hommes, et
excluait totalement les femmes. Eliane Dubin, une historienne du droit
des femmes, a fait un état assez complet de la situation de la femme.

Je vous rappelle que le Code Napoléon était en vigueur et qu'il
consacrait la suprématie de l'homme sur la femme. Le Code civil va
contaminer de manière significative le droit public. Considérée
comme incapable et comme mineure en permanence, la femme va
être exclue de la vie politique à tous les stades de l'exercice de la
citoyenneté, qu'il s'agisse de l'éligibilité ou du gouvernement. Alors
que dans les sociétés au XIXème siècle, les hommes sont partagés
en classes sociales, les femmes sont d'emblée rejetées comme une
catégorie définie par le sexe, et donc par la physiologie.

En 1830, il y a même une rupture par rapport à l'ancien régime, où les
femmes exerçaient des fonctions de souveraineté, alors que notre
Constitution ne reconnaissait que la filiation dynastique masculine.
Cela n'a été modifié que très récemment, lors de la dernière révision
de la Constitution.

Les inégalités issues de cette Constitution de 1831 vont très vite faire
naître des oppositions, mais les revendications pour l'égalité de
l'homme et de la femme vont être considérées comme contraires aux
bonnes moeurs et comme un danger pour la stabilité familiale et pour
l'ordre social.

Zoé Gatti de Gamond, ancienne féministe et belle figure de proue,
disait que les lois ne changeraient rien à cette situation de la femme,
et qu'il fallait d'abord faire évoluer les moeurs. John Stuart Mill ­ car le
mouvement d'émancipation des femmes comptera autant sur les
hommes que sur les femmes ­ dans un ouvrage qu'il écrit en 1867
Voor degenen die vinden dat het
artikel dat stelt dat alle Belgen
gelijk zijn voor de wet voldoende
is, betreft het een pleonasme.
Anderen beweren dan weer dat de
Grondwet niet met details mag
worden overladen omdat zij op die
manier onwerkbaar dreigt te
worden. Maar is die gelijkheid wel
een detail? Voor mijzelf, als
historica, is de toevoeging van dat
zinnetje aan de tekst van de
Grondwet zowel een eindpunt als
een nieuwe start. Als
volksvertegenwoordiger en
feministe ben ik blij aan deze
bespreking te kunnen deelnemen.
Onze samenleving heeft grote
vooruitgang geboekt op weg naar
meer gelijkheid.

Het gelijkheidsconcept van 2002
verschilt grondig van dat van 1831.
In 1831 ging het
gelijkheidsconcept uit van een
minderheid van mannen en sloot
het de vrouwen volledig uit.

Het Burgerlijk Wetboek heeft het
publiekrecht "aangestoken" en
heeft de vrouwen op alle niveaus
uitgesloten. Men kan zelfs stellen
dat er zich in 1831 een breuk heeft
voorgedaan ten aanzien van het
Ancien Régime, dat aan vrouwen
dynastieke rechten verleende. Ik
herinner u er aan dat men pas in
een vrij recent verleden de
Salische wet heeft afgeschaft.

Over het algemeen werd de
gelijkheid van mannen en vrouwen
als een gevaar voor de
gezinsstabiliteit en de
maatschappelijke orde
beschouwd. Voor Zoé Gatti de
Gamond moest men eerst de
zeden doen evolueren.

In 1867 schreef John Stuart Mill in
zijn werk The Subjection of
Women
dat het ingang doen
vinden van het principe van de
gelijkheid tussen mannen en
vrouwen de moeilijkste taak was
die hij zich in zijn leven ten doel
had gesteld, want daarvoor moest
danig tegen de stroom in geroeid
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
sur l'assujettissement des femmes, va reconnaître que ce sera
l'oeuvre la plus difficile de sa vie que de faire admettre que les
hommes et les femmes sont égaux.

Je vais vous faire une citation. "Je crois", écrit-il, "que les relations
sociales des deux sexes qui subordonnent un sexe à l'autre au nom
de la loi sont mauvaises en elles-mêmes et forment aujourd'hui l'un
des principaux obstacles qui s`opposent au progrès de l'humanité. Je
crois qu'elles doivent faire place à une égalité parfaite, sans privilèges
ni pouvoirs pour un sexe, comme sans incapacités pour l'autre. Voilà",
écrit-il, "ce que je me propose de démontrer, quelque difficile que cela
paraisse. Cette difficulté n'est pas autre que celle que doit affronter un
homme qui engage la lutte contre un sentiment général et puissant.
Nos sentiments sur l'inégalité des sexes sont pour bien des causes
les plus vivaces et les plus enracinés dans ceux qui entourent et
protègent les coutumes et les institutions du passé. C'est toujours une
lourde tâche que de s'attaquer à une opinion à peu près universelle."

Cette revendication pour l'égalité, cette affirmation de l'égalité entre
les hommes et les femmes va donc s'implanter lentement, très
lentement.

D'abord au niveau physiologique. Oui, le cerveau d'une femme a la
même capacité que le cerveau d'un homme.

Au niveau de l'éducation. Oui, le niveau d'expertise d'une femme est
égal à celui d'un homme quand elle suit la même formation.

Au niveau social. Oui, le travail d'une femme a la même valeur
économique que celui d'un homme dans les mêmes conditions et
dans les mêmes postes.

Je renvoie ici avec humour à un débat qui s'est tenu dans cette
Chambre, monsieur le président, en 1912, quand le ministre de
l'Education refusait l'égalité de salaire entre les instituteurs et les
institutrices sous prétexte que ces dernières avaient moins de besoins
et qu'elle géraient beaucoup mieux leur budget. Finalement, c'est en
1921 que cette égalité sera acquise.

Plus généralement, on constate à travers l'histoire que les qualités
des femmes sont en général traduites par des différences salariales
importantes. Aujourd'hui encore, madame la vice-première ministre,
dans les 21 points de priorités que nous a présentés hier le premier
ministre en matière économique et sociale, nous retrouvons une
volonté politique d'améliorer les classifications de fonctions comme
une des pistes pour permettre à cette égalité concrète de se
construire. Vous en avez d'ailleurs fait une priorité de votre
programme économico-social.

Aujourd'hui, pour beaucoup, l'égalité apparaît comme acquise. Si
vous interrogez un jeune homme ou une jeune fille de 21 ans ou
moins, l'un et l'autre vous diront qu'il n'y a pratiquement pas de
différence, sauf peut-être dans l'utilisation du temps libre et encore. Et
l'on constate que l'égalité de fait en matière d'éducation, de formation
va se traduire progressivement en inégalité dans la vie
professionnelle, quand on commence à parler de carrière ou quand
on construit une vie de couple avec le désir d'enfant. C'est alors que
des choix s'imposent, des choix qui reposent souvent sur des
worden.

Langzaam maar zeker is de idee
van de gelijkheid van mannen en
vrouwen ingeburgerd geraakt.
Geleidelijk aan werd erkend dat
vrouwen even intelligent en
deskundig zijn als mannen en dat
hun werk dezelfde waarde heeft
als dat van een man. In 1921 was
de gelijkheid eindelijk een feit.

Uit de geschiedenis blijkt dat de
ongelijkheid steevast vertaald
werd in een ongelijk loon.

Nu lijkt de gelijkheid voor velen
verworven, maar in het
beroepsleven moeten er keuzen
gemaakt worden, gestoeld op wat
de norm lijkt. De ongelijkheid is
nog steeds de wereld niet uit, en
men beseft dat het egalitaire
discours maar al te vaak een
realiteit verhult waar ongelijkheid
de regel is.

In dat verdere streven naar
gelijkheid lijkt de stap die we
vandaag zetten mij absoluut
noodzakelijk. Die paar woorden
die nu in de Grondwet
ingeschreven worden, zijn
werkelijk van het grootste belang.

In de galerij van bustes en
portretten van de voorzitters en
eerste ministers in dit
eerbiedwaardige Paleis der Natie
is nog geen enkele vrouw
vertegenwoordigd. Is het niet de
hoogste tijd dat daar verandering
in gebracht wordt?
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
préjugés, sur un manque de dialogue, sur ce qui apparaît comme la
norme, comme tout à fait légitime. Et toutes les enquêtes, tous les
indicateurs socio-économiques montrent que l'inégalité existe bel et
bien entre les hommes et les femmes. Et en matière de gestion du
temps, on se rend compte que le temps des femmes n'a pas la même
valeur que le temps des hommes. Derrière un discours égalitaire, se
cache en fait une réalité inégalitaire.

Pour rendre visible cette histoire de l'égalité entre les hommes et les
femmes, permettre à notre société d'aujourd'hui de regarder sa réalité
à l'aune du principe d'égalité, et non plus uniquement se contenter
d'une égalité formelle de principe, mais d'une égalité réelle à
construire au jour le jour, pour nous permettre, hommes et femmes
politiques, de nous inscrire dans cette politique d'égalité, je trouve qu'il
est essentiel d'inscrire dans la Constitution et de préciser, dans le
principe même d'égalité, le principe d'égalité entre les hommes et les
femmes.

Je considère que c'est un levier pour aller plus loin et pour pouvoir
dire aussi ce qui, jusqu'à présent, était implicite alors qu'on ne sait
pas vraiment ce que l'implicite veut dire quand on utilise ces mots.

Ces quelques mots insérés dans la Constitution vont donc permettre
aux juristes, aux politologues, à nos concitoyens et concitoyennes de
rendre de manière très visible cette face cachée de l'égalité entre les
hommes et les femmes. Par exemple, dans ce vénérable bâtiment
chargé d'histoire qu'est le Parlement, les nombreux visiteurs ne
peuvent quasiment jamais rencontrer les hommes et les femmes
politiques, si ce n'est quelques-uns dans une galerie de portraits de
laquelle les femmes politiques ont été exclues jusqu'à présent.

Je pense qu'il y a moyen de porter un nouveau regard sur ce
patrimoine et ce bâtiment pour voir s'il est possible, dans notre
histoire politique, de valoriser celles qui se sont engagées avant nous
pour s'inscrire dans cette étape de l'égalité.

Monsieur le président, je vous avais déjà interpellé à l'époque à ce
sujet et je me demande s'il ne serait pas temps d'accorder une place
à nos femmes politiques parmi le panthéon de nos premiers ministres
et de nos présidents pour permettre à tous nos concitoyens de les
voir. Puisqu'elles étaient dans des situations d'inégalité, il est
important maintenant de valoriser leurs places, vu leur courage de
s'engager dans une vie politique.
01.08 Le président: Madame Coenen, vous m'en avez parlé il y a
quelque temps. Je me souviens, au cours de mon histoire politique,
de la première femme à la Cour des comptes, de la première femme
au Conseil d'Etat, de la première femme ministre. Heureusement,
avant mon histoire politique, il y avait la première femme
parlementaire. C'est une excellente suggestion de faire une allusion
visible à leur égard. Je vous en remercie.
01.08 De voorzitter: Ik herinner
mij nog hoe de eerste vrouw haar
intrede deed in het Rekenhof, bij
de Raad van State en hoe België
vervolgens zijn eerste vrouwelijke
minister kreeg. Aan dit alles ging
vanzelfsprekend de intrede van
het eerste vrouwelijke
parlementslid vooraf. Ik steun uw
voorstel inzake de zichtbaarheid
van de vrouw volmondig.
01.09 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, vous n'êtes pas très vieux. Cela signifie qu'il est assez
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
récent que ces femmes soient les premières ...
01.10 Le président: Vous avez démarré un peu tard mais à quelle
vitesse!
01.11 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): J'entends et
j'enregistre. Je vous ferai donc des propositions: Lucie Dejardin,
Isabelle Blum, Alice Dejaer qui sont des députées. Je vous remercie.

J'en viens au deuxième volet de la réforme constitutionnelle: l'article
11bis qui sera inséré dans la Constitution. Je sais qu'on peut discuter
sur les normes etc., mais je crois qu'il faut inscrire des grands
principes et ainsi donner le ton et donner le sens. Désormais, aucun
exécutif ne pourra être composé de personnes de même sexe. Il n'est
pas question de quota ou de parité. Il est dit qu'il devient inacceptable
que des exécutifs ne soient pas composés d'hommes et de femmes.

J'espère que l'inscription claire de ce principe dans la Constitution,
principe élémentaire et naturel au regard de l'évolution de notre
société ­ et je finirai par croire que les moeurs vont plus vite que les
lois ­, donnera une impulsion et une balise. Je souhaite que les
exécutifs unisexes ne soient plus qu'une exception voire même un
anachronisme et cela très rapidement.

Je sais que beaucoup grincent des dents et que beaucoup
considèrent la dimension "genre", la dimension sexuée comme une
catégorie à part. Pourquoi ne pas également privilégier des quotas
jeunes et vieux, handicapés? D'une part, les frontières entre ces
catégories ne sont pas très claires et d'autre part, je vous ferai
remarquer que toutes ces catégories sont traversées par le genre.

Il est important ­ je ne suis pas la seule à le dire, des philosophes se
sont penchés sur la question ­ que l'universalisme de l'humanité,
l'universalisme du suffrage sont traversés par la dualité des genres de
l'humanité. Par conséquent, le genre humain est bien composé
d'hommes et de femmes. Il est donc important qu'ils soient
représentés en tant que tels.

J'espère que l'obligation qui est inscrite au niveau des exécutifs,
pourra s'étendre aux autres niveaux de pouvoir.

Je partage tout à fait la position de Mme Moerman quand elle dit que
cette représentation différenciée n'est pas appliquée dans des lieux
importants comme la Cour d'arbitrage.

Les comités d'avis nous ont permis d'avoir une loi disposant qu'un
certain pourcentage de personnes de sexes différents doit être
respecté. Je souhaiterais que cette loi soit réellement prise en
compte, qu'elle soit concrétisée et que le respect de cette
représentation sexuée de la société soit clairement imposé dans les
comités d'avis.

Madame la vice-première ministre, vous avez l'appui des verts dans
ce combat que vous devez encore mener.

Je vous rappelle que quand le secrétaire d'Etat a dû mettre en place
le comité d'avis de la CREG, il a laissé des sièges vides. En effet, la
représentation des femmes n'était pas acquise et aucune femme
01.11 Marie-Thérèse Coenen
(ECOLO-AGALEV): Ik neem nota
van uw verklaringen en zal
voorstellen doen om de strijd van
Isabelle Blum en haar
medestandsters op te waarderen.

Het in de Grondwet ingevoegde
artikel 11bis impliceert dat elk
uitvoerend orgaan voortaan uit
personen van beide geslachten zal
moeten bestaan. Dit is een
elementair principe.

Dankzij dit nieuwe artikel zullen
uitvoerende organen die geheel uit
leden van hetzelfde geslacht
bestaan, als anachronistisch
worden beschouwd.

Ik weet dat velen misnoegd zijn. Zij
vragen zich af waarom geen quota
voor jongeren, ouderen en
gehandicapten worden ingevoerd.
Maar al die groepen worden naar
geslacht opgedeeld!

Ik hoop dat de verplichting die de
uitvoerende organen wordt
opgelegd door de andere
bevoegdheidsniveaus zal worden
overgenomen. Mevrouw de vice-
eerste minister, de Groenen
steunen u in deze strijd.

Zal de nieuwe raad van bestuur
van de NMBS in zijn reglement
een bepaling opnemen die de
aanwezigheid van vrouwen
verplicht stelt?

Mannen en vrouwen moeten
samen aan de totstandkoming van
een nieuwe maatschappij werken.

Zoals onze voorzitter, de heer De
Croo, zo vaak zegt, gelet op het
aantal vrouwen en mannen in de
fractie Agalev-Ecolo, zouden bij de
Groenen de mannen eerder
moeten worden beschermd.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
n'avait été désignée pour participer à ce comité d'avis. Ces sièges
sont donc restés vacants.

Je vous rappelle également que le futur conseil d'administration de la
SNCB intègre dans ses critères de composition la présence équilibrée
d'hommes et de femmes. Or je sais pertinemment que pour certains,
cela posera question.

Ce sont des décisions politiques qui traduisent une volonté politique
de votre gouvernement et auxquelles vous avez donné un stimulant
important.

Je souhaite vraiment que l'exemple vienne d'en haut, du
gouvernement fédéral, que celui-ci fasse oeuvre pédagogique à tous
les niveaux de pouvoir et que cela permette une véritable
reconnaissance de la nécessité que les hommes et les femmes
oeuvrent ensemble à la construction d'une nouvelle société juste et
équitable.

Je sais que la législature précédente a ouvert la possibilité de réviser
la Constitution. Mais une volonté politique est nécessaire, aujourd'hui,
pour mettre ce chapitre à l'ordre du jour. En tout cas, madame la
ministre, les verts sont à vos côtés. Nous sommes d'ailleurs le parfait
contre-exemple et M. le président prend souvent plaisir à dire que
chez les écolos, ce sont les candidats masculins qu'il faut protéger. Il
dit également souvent ­ en ironisant, bien entendu ­ à M. Tavernier
"Stem voor Agalev, stem voor een man als je het nog kan!"
01.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
hoewel ik met belangstelling heb geluisterd naar de uiteenzetting van
mevrouw Coenen, toch hoorde ik haar niets zeggen over wat men zou
kunnen noemen op religieuze gronden gebaseerde achteruitstelling
van mannen of vrouwen.

In dat verband denk ik bijvoorbeeld aan het voorschrift in de
katholieke godsdienst volgens hetwelk het priesterschap uitsluitend
door mannen mag worden uitgeoefend. Hoe zal dat probleem worden
opgelost? Ik denk ook aan bepaalde loges, u niet onbekend, mijnheer
de voorzitter.
01.12 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mme Coenen
n'a pas parlé des discriminations
des hommes et des femmes pour
des motifs religieux, comme
l'accès inégal au sacerdoce.
01.13 De voorzitter: Die zijn mij totaal onbekend, mijnheer
Tastenhoye.
01.14 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Totaal onbekend,
mijnheer de voorzitter?
01.15 De voorzitter: Ja.
01.16 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Daarvan neem ik akte,
mijnheer de voorzitter.

Ik herhaal dus dat ik denk aan bepaalde loges die vrouwen niet
toelaten en aan andere loges waar mannen en vrouwen afzonderlijk
vergaderen. Ik kan ook het voorbeeld geven van wat zich recent in de
zwembaden van Antwerpen afspeelde, waar de moslimvrouwen erop
stonden dat hen aparte uren zouden worden toegewezen tijdens
dewelke zij konden zwemmen zonder dat er mannen aanwezig waren.
Ik verwijs eveneens naar bepaalde cafés in Antwerpen, die door
01.16 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je citerai aussi
l'exemple des loges qui se
réunissent séparément, des
séances de natation distinctes
pour les femmes musulmanes,
des cafés musulmans interdisant
l'accès aux femmes, de la
répudiation, des mariages forcés,
des mutilations sexuelles. Mme
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
moslims worden bezocht en waar vrouwen niet toegelaten zijn, alsook
naar de praktijk van verstoting, waarbij moslimmannen met hun
vrouwen terugkeren naar het land van herkomst om er hun vrouw
onder islamitisch recht te verstoten en daarna terugkeren naar België.
De Belgische overheid is verplicht dergelijke praktijken zonder meer
te gedogen. Ik kan ook nog het voorbeeld aanhalen van het
uithuwelijken van jonge meisjes van veertien of vijftien jaar, die in het
land van herkomst als het ware worden gekocht en daarna naar hier
worden gebracht om onder dwang een huwelijk aan te gaan. Ik denk
ook aan de praktijken van genitale verminking bij vrouwen.

Over al deze voorbeelden hoorde ik u niets zeggen, mevrouw
Coenen. Toch zult u consequent moeten zijn en dergelijke problemen
aanpakken. U kunt niet A zeggen zonder B te zeggen.
Coenen ne peut ignorer ces
problèmes. Elle doit aller au bout
des choses.
01.17 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, je suis pour la séparation de l'église et de l'Etat, de toutes
les églises, de toutes les religions et de l'Etat. Nous oeuvrons à la
révision d'une Constitution qui édicte les règles de l'Etat et non les
règles du privé qui touchent les religions et les croyances.
01.17 Marie-Thérèse Coenen
(ECOLO-AGALEV): Ik ben voor
een duidelijke scheiding tussen
Kerk en Staat. Wij ijveren in die
zin.
01.18 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-eerste minister, collega's, de bespreking van de
herziening van titel II van de Grondwet is het gevolg van de verklaring
tot herziening van de Grondwet die tijdens de vorige regeerperiode
werd goedgekeurd en die de inschrijving van gelijke rechten voor
mannen en vrouwen in de Grondwet beoogde.

Het voorstel bestaat uit twee delen. Ten eerste, stelt men voor om
artikel 10 aan te vullen met een bepaling waarbij de gelijkheid tussen
mannen en vrouwen wordt gewaarborgd. Ten tweede, wordt
voorgesteld een nieuw artikel 11bis toe te voegen, handelend over de
toegang tot de politieke besluitvorming, meer bepaald over de
samenstelling van de uitvoerende organen.

Mijnheer de voorzitter, om te beginnen wens ik, om elk misverstand te
vermijden, het principieel standpunt van mijn fractie duidelijk uiteen te
zetten.

Het Vlaams Blok is uiteraard voorstander van een beginsel van
gelijkheid en gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen. In het zog
hiervan pleiten wij eveneens voor een volstrekt gelijke behandeling
van vrouwen en mannen.

Men moet evenwel de moed aan de dag leggen om zich af te vragen
of de herziening van de Grondwet die ons thans wordt voorgelegd, de
meest aangewezen weg is om het principe van gelijkheid tussen
vrouwen en mannen concreet gestalte te geven.

De thans voorliggende grondwetswijziging lijkt ons overbodig. Ook nu
reeds bepaalt artikel 10 van de Grondwet dat alle Belgen gelijk zijn
voor de wet. Met andere woorden ­ en dat gaf de vice-eerste minister
toe in haar antwoord tijdens de commissiewerkzaamheden ­ het
beginsel van de gelijkheid van vrouwen en mannen is reeds impliciet
vervat in de teksten van de Grondwet.

Vandaar dat ik mij luidop durf af te vragen welke meerwaarde de
voorliggende ontwerpen bieden. Trouwens, waarom voert de regering
01.18 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Cette révision de la
Constitution ayant été rendue
possible sous le précédent
gouvernement, il ne fallait pas
s'attendre à une importante
opposition de principe. Le Vlaams
Blok est également attaché au
principe d'équivalence et d'égalité
de traitement. Cette révision
concrétise-t-elle véritablement ces
principes? L'article 10 de la
Constitution consacrait pourtant
déjà l'égalité de tous les Belges.
Quel plus ce projet de loi apporte-
t-il? On pourrait également y
insérer l'égalité entre les jeunes et
les personnes âgées.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
ook niet meteen de gelijkheid in tussen Vlamingen en Franstaligen,
tussen jongeren en senioren, tussen validen en mindervaliden?

In een cynische vlaag zou ik mij zelfs kunnen afvragen waarom de
regering weigert de gelijkheid tussen Vlaams Blok-kiezers en niet-
Vlaams Blok-kiezers in de Grondwet in te schrijven.

Op dat vlak rijst echt een probleem van discriminatie.
01.19 De voorzitter: Mijnheer Bultinck, de stemming is geheim.
01.20 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Uiteraard, mijnheer de
voorzitter, maar wij weten zeer goed dat in de concrete uitvoering op
dat vlak een aantal problemen rijzen. Als men toch een aantal
symbolische zaken wil aanpakken, dan zou het een gelijkwaardig
signaal zijn om, zoals vandaag met de inschrijving van het
gelijkheidsprincipe voor mannen en vrouwen, iets aan dat probleem te
doen.

Mijnheer de voorzitter, ik lig niet echt wakker van de Belgische
Grondwet omdat ik, als Vlaams nationalist, uitkijk naar een ontwerp
van Vlaamse grondwet. Toch durf ik de vraag stellen of wij de
Grondwet een goede dienst bewijzen door er een allegaartje van te
maken met de opname van allerlei bepalingen. Een goede grondwet
moet mijns inziens beperkt blijven tot een aantal essentiële
bepalingen met betrekking tot de rechten en vrijheden.

Trouwens, over alle partijgrenzen heen zal er allicht een consensus
bestaan over het feit dat in de politiek te weinig vrouwen actief zijn. De
vraag rijst echter of de voorgestelde oplossing terzake iets zal
veranderen. Moeten wij vandaag de vraag niet stellen of het wel
wenselijk is hun deelname bij wet op te leggen? Het antwoord van de
vice-eerste minister was duidelijk. Ik citeer uit het commissieverslag:
"De huidige grondwetsherziening wil de paritaire democratie
bewerkstelligen door uitdrukkelijk de gelijkheid van mannen en
vrouwen te garanderen, door te voorzien in gemengde uitvoerende
organen en wetgevende gelijkheid in rechten en feiten mogelijk te
maken. Het is niet de bedoeling uit te komen in een samenleving die
berust op fifty-fifty quota. Er wordt wel gestreefd naar de gelijkheid
van al haar burgers, ongeacht hun geslacht. Zo gezien is het instellen
van quota een middel waar men wellicht niet omheen kan". Wat
verder wordt de minister nog iets duidelijker. Ik citeer haar opnieuw:
"De teksten van de wetsontwerpen met betrekking tot de pariteit op de
kandidatenlijsten voor de verkiezingen zijn klaar en zullen worden
ingediend zodra deze herziening is aangenomen. Naar verwachting
zullen spoedig andere wetsvoorstellen of ontwerpen volgen, onder
meer over de samenstelling van het Arbitragehof".

Collega's, deze antwoorden van de vice-eerste minister hebben ten
minste de verdienste duidelijk te zijn. Mijnheer de voorzitter, ik wend
mij even tot u. Als het van de vice-eerste minister afhangt, denk ik dat
straks een aantal mannelijke collega's bij u zullen komen uithuilen
met de stelling: "Voorzitter, help, ik ben een man!".
01.20 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Il faut éviter de surcharger
la Constitution.

Peut-on imposer aux femmes de
participer plus activement à la vie
politique par le biais d'une loi? La
ministre plaide sans détour en
faveur des quotas.

Nous pouvons nous attendre aux
réactions négatives des hommes
qui viendront s'épancher sur
l'épaule du président parce qu'ils
ont perdu leur mandat.
01.21 De voorzitter: Ik heb niet goed begrepen waarom dat
sommigen tot huilen brengt.
01.22 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, zij 01.22 Koen Bultinck (VLAAMS
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
zullen komen uithuilen omdat een aantal van hen, die ons nu
vervoegen, ons zullen moeten verlaten als deze maatregel kracht van
wet krijgt.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, collega's, het
Vlaams Blok bevestigt nogmaals dat de aanwezigheid van beide
geslachten in de politiek nuttig en nodig is. Het aantal vrouwen is in
heel wat politieke vergaderingen nog steeds te gering. Het Vlaams
Blok is ervan overtuigd dat een verhoogde aanwezigheid van vrouwen
in het politieke landschap de politiek en alle partijen alleen maar ten
goede kan komen. Vrouwen leggen andere klemtonen, zij hebben
andere prioriteiten en vaak een andere benadering van de problemen.
Ook voor ons is het een terechte betrachting om in de politiek de
vrouwelijke aanwezigheid sterk te verhogen. Wij hebben echter wel
de moed de vraag te stellen of het huidige voorstel wel de goede wijze
is om een positieve gedachte in werkelijkheid om te zetten.

Ik zou collega De Meyer, die wat gepikeerd reageert op de
samenstelling van onze eigen fractie, van antwoord willen dienen.
Collega De Meyer, in uw fractie was geen enkele vrouwelijke
gekozene rechtstreeks verkozen. De vrouwelijke parlementsleden in
deze Kamer zijn er bij de SP.A alleen via opvolging gekomen op het
moment dat een aantal mensen om god weet welke reden werden
weggepromoveerd. De SP.A moet ons geen enkel lesje komen leren.
Laat dat duidelijk zijn.

Mijnheer de voorzitter, vooreerst kom ik tot de principiële vraag inzake
vrijheid. Voorzitter, u bent de enige liberale collega die in dit halfrond
aanwezig is, hoewel dit toch een thema is waarvoor de liberale
collega's gevoelig zouden moeten zijn.

Door een verplichting in de Grondwet in te schrijven via artikel 11bis
met betrekking tot de aanwezigheid van mensen van een verschillend
geslacht in allerlei verkozen raden en uitvoerende organen, heeft men
impliciet ook de basis gelegd voor andermaal een aanpassing van de
kieswet. Nu reeds wordt om een lijst te mogen indienen een verplichte
aanwezigheid van vrouwen erop vooropgesteld. Wordt aan de
voorgestelde quota niet voldaan -vroeger één vierde, nu één derde,
straks de helft, al dan niet gecombineerd met een ritssysteem ­ dan
wordt de lijst niet aanvaard en kan een partij ook niet opkomen. Dit
lijkt ons, eerlijk gezegd, een brug te ver.

Ook al worden hierdoor de partijen verplicht extra uit te kijken naar
politiek gemotiveerde vrouwen, toch komt het ons voor dat iedere
partij en ieder individu die willen opkomen, de volledige vrijheid
moeten hebben over het samenstellen van hun lijst. Terzake mag de
wetgever volgens ons niet tussenbeide komen.

Hoe correct de betrachting ook moge zijn om meer vrouwen actief in
de politiek te betrekken, toch blijven we bij ons standpunt dat de
wetgever niet het recht heeft in de samenstelling van lijsten in te
grijpen. Dit gaat immers in tegen de meest fundamentele vrijheid en is
bovendien antidemocratisch. Alleen de kiezer ­ en hij of zij alleen ­
moet zich uitspreken en een appreciatie uitdrukken voor een
bepaalde lijst en dat zeer duidelijk via het uitbrengen van stem laten
blijken.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, collega's,
BLOK): Le Vlaams Blok estime
que la présence de représentants
des deux sexes en politique est
utile et nécessaire. Une présence
accrue des femmes peut
influencer les choses positivement
dans la mesure où elles peuvent
mettre d'autres accents. Mais
nous nous demandons si cette
révision de la Constitution
représente le meilleur moyen pour
concrétiser cette idée.

En réaction au bougonnement de
Mme De Meyer, je souhaiterais
souligner qu'aucune femme élue
directement ne siège au sien du
groupe SP.A et qu'elle n'a dès lors
pas de leçon à donner au Vlaams
Blok en la matière.

En inscrivant cette obligation dans
la Constitution, on jette les bases
d'une énième adaptation de la loi
électorale. Aujourd'hui, il existe
déjà des quotas applicables aux
listes de candidats aux élections.
Nous pensons que tout individu
qui souhaite participer au scrutin
doit jouir de cette liberté
fondamentale. Nous estimons que
le législateur ne peut s'immiscer
dans la composition des listes de
candidats.

Un projet de loi comme celui-ci
donne l'impression que les
femmes ne peuvent réussir en
politique par leurs propres moyens
et qu'elles ont besoin d'une
discrimination positive. Ce n'est
pas une bonne chose pour l'image
de la femme. La femme semble
en effet devoir utiliser son
appartenance sexuelle pour
pouvoir se faire une place au soleil
dans le monde politique alors que
la compétence devrait être le seul
critère.

Le fait que les femmes ne sont
pas très intéressées par une
carrière politique est lié à l'image
négative de la vie politique. Les
femmes qui ont de l'ambition
optent pour une autre carrière, que
ce soit dans la magistrature ou
dans le monde des entreprises.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
vandaag durf ik luidop de vraag te stellen of de vrouwenbeweging met
de voorliggende wetgeving niet veeleer een nederlaag lijdt dan een
overwinning boekt. Met de aangekondigde maatregel zal meer dan
ooit de indruk worden gewekt dat vrouwen het niet op eigen kracht
kunnen, dat zij er enkel kunnen geraken via deze nieuwe vorm van
positieve discriminatie, dat zij hun zitje enkel daaraan te danken
hebben en niet aan de eigen bekwaamheid. Dit zal het aanzien van
onze vrouwelijke collega's niet ten goede komen.

De vrouwen die dit akkoord hebben afgedwongen, hebben vooral
aangetoond dat zij geen zelfvertrouwen hebben en niet geloven in het
eigen kunnen en de eigen strijdbaarheid. Wat men ons vandaag
vraagt goed te keuren is gebaseerd op de visie dat vrouwen niet over
de vereiste kwaliteiten zouden beschikken om hun positie te
verbeteren en daarom alleen op grond van geslacht plaatsen moeten
aangeboden krijgen.

Voor de vrouw zou ­ en wij onderschrijven deze thesis geenszins ­
eigenlijk het geslacht gelden als voornaamste verkiezingsvoorwaarde
en niet de competentie. Dergelijke wetten verstevigen de gedachte
dat vrouwen onvoldoende bekwaam zijn om aan politiek te doen en
dan maar moeten worden geholpen. Het slachtoffer hiervan is
niemand minder dan de vrouw zelf. Waar zij normaal haar plaats zou
moeten verwerven via haar kwaliteiten en daarvoor de nodige
waardering zou moeten krijgen, zal zij door een nieuwe tendens in het
politieke leven andermaal worden bekeken als degene die haar
geslacht moet gebruiken om uiteindelijk een plaats te kunnen
verwerven. Dit is op zich niet gezond en het zal het "sérieux" niet ten
goede komen.

We zouden ons beter de vraag stellen waarom zo weinig vrouwen in
de politiek aanwezig zijn. In de plaats van maatregelen op te dringen
om vrouwen een plaats op een lijst te geven, zou men beter zoeken
naar de oorzaak waarom zo weinig vrouwen in een politieke carrière
geïnteresseerd zijn. Heeft de regering zich trouwens die vraag al
gesteld? De echte oorzaken voor die afwezigheid moeten worden
weggenomen. Er moet worden gesleuteld aan het gebrek aan
motivatie wat aan verscheidene gegevens is te wijten en niet in het
minst aan het beeld van de politiek.

Vele burgers in dit land, niet alleen mannen, maar ook vrouwen,
hebben een absoluut negatief beeld over de politiek. De jongste jaren
is er een afnemende belangstelling en zelfs een afkeer gegroeid.
Waar in andere domeinen van ons maatschappelijk leven de vrouwen
er wel in slagen zich door te drukken en hun aanwezigheid te
verhogen, onder meer in de magistratuur en de bedrijfswereld waar
steeds meer vrouwen hun man staan, slagen zij er niet in dit in de
politiek te doen.

Ligt dit uitsluitend aan de politiek en de wijze waarop deze wordt
georganiseerd, of spelen andere factoren zoals afkeer of gebrek aan
interesse een niet onbelangrijke rol? Ik ben ervan overtuigd dat weinig
ambitieuze vrouwen zich geroepen voelen om deze ambities in de
politiek waar te maken. Zij kiezen voor andere domeinen.

Een andere oorzaak van het gebrek aan interesse is de organisatie
van ons politiek leven en dit op alle niveaus binnen en buiten al de
partijen. Het politieke bedrijf is niet gezins- en vrouwvriendelijk.
De surcroît, la vie politique est peu
conciliable avec une vie de famille
et une vie de femme.

J'ai délibérément choisi de ne pas
réitérer mes observations d'ordre
technique, mais d'aborder
immédiatement l'aspect politique
du dossier. Je ne me fais
cependant aucune illusion sur
l'effet de mon intervention sur les
membres présents. L'homme de la
rue ne se soucie guère du nombre
d'hommes et de femmes présents
sur les listes électorales. Il est
surtout préoccupé par les
problèmes économiques et par la
sécurité. C'est pourquoi mon
groupe ne participera pas à ce
nouveau jeu de la pensée politique
correcte.
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, collega's,
doelbewust heb ik ervoor gekozen mijn technische bemerkingen die ik
in de commissie heb gemaakt vandaag niet te herhalen. Doelbewust
heb ik ervoor gekozen vandaag naar de politieke kern van de zaak
door te stoten. Ik koester geen enkele illusie dat mijn betoog de ogen
zal openen van de traditionele politici. Andermaal geven zij blijk van
alleen met zichzelf bezig te zijn. De gewone man en vrouw in de straat
liggen niet wakker van het aantal vrouwen op de kieslijsten. Hij/zij
maakt zich zorgen over onder meer de economische situatie, de
veiligheid en het druggebruik. Alhoewel het Vlaams Blok gewonnen is
voor meer vrouwen in de politiek, vinden we dat we vandaag de moed
moeten hebben om te zeggen dat men met de voorliggende
wijzigingen overduidelijk gekozen heeft voor een mindere goede
manier om een terechte doelstelling te verwezenlijken. Uit respect
voor die vrouwen die op basis van hun bekwaamheid en kwaliteiten
en niet alleen op basis van hun vrouw-zijn in de politiek hun mannetje
staan, kiest het Vlaams Blok ervoor niet mee te spelen in deze
zoveelste episode van politiek correct denken.
01.23 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la vice-
première ministre, chers collègues, la consécration du droit à l'égalité
des hommes et des femmes dans la Constitution est un acte
fondamental. Le groupe socialiste s'en félicite et remercie la ministre
de l'Emploi et de l'Egalité des chances, les collègues présents dans
cette assemblée ainsi que les organisations féminines d'avoir, grâce à
leur ténacité, mené à bien ce projet. Cet acte fondamental joue
également un rôle de signal positif à l'ensemble de la société. En
effet, il est important que les intérêts d'une moitié de la population
soient représentés.

L'important est non seulement l'inscription de ce principe dans la
Constitution mais surtout l'obligation expresse de garantir l'égalité, en
ce compris par des mesures de discrimination positive. Ainsi, nous
pouvons lire dans le nouvel article 11bis visant à favoriser l'accès égal
des femmes et des hommes aux mandats électifs publics et à garantir
la mixité dans tous les organes exécutifs, une obligation de résultat
qui pourra notamment être atteinte si le projet de loi sur la parité des
listes électorales est rapidement déposé et débattu dans cette
enceinte.

Monsieur le président ­ c'est à vous que je fais appel ­, il faut, après
neuf mois d'attente, travailler avec rapidité sans pour autant nier le
débat si nous voulons que ces principes, bientôt inscrits dans notre
Constitution, soient applicables lors des prochaines élections
législatives. Je pense que c'est le souhait de beaucoup d'entre nous.
01.23 Karine Lalieux (PS): Het
verankeren van het recht op
gelijkheid van mannen en vrouwen
in de Grondwet is een
fundamentele daad, waar de PS-
fractie verguld mee is. Het is een
positief signaal naar de hele
samenleving toe, want het is erg
belangrijk dat de belangen van de
helft van de bevolking correct
vertegenwoordigd worden.

Al even belangrijk is de
uitdrukkelijk bepaalde verplichting
om de gelijkheid via positieve
discriminatie te waarborgen. Het
nieuwe artikel 11bis strekt ertoe
mannen en vrouwen een gelijke
toegang te gevent tot door
verkiezing verkregen mandaten en
openbare mandaten, en te zorgen
voor een gemengde samenstelling
van de uitvoerende organen. Er
hangt een resultaatsverbintenis
aan vast, en ik denk dat we snel
resultaten kunnen behalen als het
wetsontwerp betreffende de
pariteit op de kieslijsten nu snel
ingediend en besproken wordt. Er
moet dus stevig doorgewerkt
worden, al mag het debat
natuurlijk niet naar het tweede plan
geschoven worden.
01.24 Le président: Madame Lalieux, si nous votons ce texte demain
et si le Moniteur belge le publie avec une certaine diligence, je sais
que Mme la vice-première ministre nous a annoncé que pas mal de
choses étaient déjà en attente. Elles viendront rapidement au Sénat
01.24 De voorzitter: Wij zullen
morgen over de
grondwetsherziening stemmen.
Als die tekst aanstonds in het
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
ou à la Chambre, selon le choix du gouvernement et si les élections
n'ont pas lieu trop rapidement. Ces choses ont d'ailleurs été
morcelées pour mieux progresser.
Belgisch Staatsblad verschijnt en
deze zittingsperiode niet te snel
ten einde wil lopen, zullen wij nog
de gelegenheid krijgen een hele
reeks door mevrouw Onkelinx
voorbereide maatregelen in dit
halfrond te bespreken.
01.25 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je vous remercie
pour votre soutien. Nous n'hésiterons pas à vous le rappeler, le cas
échéant.

Nous serons également très attentifs à l'égard des autres exécutifs,
communautaires ou régionaux, pour que des décrets ou des
ordonnances soient déposés, débattus et, je l'espère, votés.

En effet, la revendication de la parité ou, comme je l'ai dit en
commission, la démocratie paritaire, est la mise en oeuvre de deux
idées fondamentales que Fientje Moerman a répétées ici: l'humanité
est sexuée et les deux sexes qui la composent paritairement sont de
nature égale. L'accaparement du pouvoir par l'un des deux sexes
"contre" l'autre est profondément antidémocratique.

Ces projets s'inscrivent donc, selon mon interprétation, dans une
logique égalitaire. Mais n'oublions pas que la parité en politique n'est
qu'un aspect d'une véritable égalité des sexes et qu'il nous reste
encore à conquérir celle-ci dans les domaines économique et socio-
professionnel, même si des efforts ont déjà été réalisés.

Madame la vice-première ministre, nous attendons donc avec
impatience le dépôt de vos prochains projets de loi.
01.25 Karine Lalieux (PS): Dat
verheugt mij!

De paritaire democratie streeft
naar de omzetting van twee
grondgedachten: de mensheid is
niet geslachtloos en beide seksen,
waaruit ze gelijkelijk is
samengesteld, zijn van nature
gelijk. Het inpalmen van macht of
rijkdom door één sekse ten nadele
van de andere, is
antidemocratisch. De pariteit in de
politiek is maar één aspect van de
volledige gelijkheid tussen de
seksen, die op vele gebieden nog
lang niet bereikt is, ook al hebben
we al een hele weg afgelegd.
01.26 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, vooreerst wil ik mijn tevredenheid uitspreken over
dit ontwerp tot herziening van Grondwet, dat meer waarborgen beoogt
voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Als voorzitter van het Adviescomité voor Maatschappelijke
Emancipatie kan ik de collega's verzekeren - ik betreur dat er zo
weinig andere leden in het halfrond aanwezig zijn - dat er nog tal van
dossiers zijn waarin er van de zogenaamde gelijkheid tussen al de
Belgen geen spraak is. De huidige formulering van artikel 10 van de
Grondwet heeft er tot op heden niet kunnen voor zorgen, in
tegenstelling tot de beweringen van de heer Bultinck, dat er een
feitelijke gelijkheid is. De bestaande waarborg volstaat niet. Op tal van
terreinen is er nog steeds sprake van discriminatie, directe of
indirecte. Zo maakten we een dossier op over de nog bestaande
fiscale discriminaties en bestudeerden we de ongelijke verloning
tussen mannen en vrouwen. De verschillen kunnen oplopen tot 20%
en meer, ook voor functies die in principe gelijkwaardig zijn. Als men
dit normaal vindt, is er echt iets mis. We stelden ook vast dat er nog
steeds sprake is van een duidelijke ondervertegenwoordiging van de
vrouwen bij de politieke besluitvorming, niet alleen in dit Parlement
maar ook op andere
besluitvormingsniveaus. De
ondervertegenwoordiging is het grootst bij de uitvoerende organen of
in die organen, zoals mevrouw Moerman terecht heeft doen
opmerken, waarvan de samenstelling getrapt georganiseerd is.
01.26 Els Van Weert (VU&ID): Je
me réjouis de cette révision de la
Constitution, qui offre des
garanties supplémentaires dans le
domaine de l'égalité des sexes.

En tant que présidente du Comité
d'avis pour l'Emancipation sociale,
je tiens à souligner que l'article 10
de la Constitution n'a pas abouti à
l'égalité de fait. Les inégalités
persistent au niveau des impôts et
des salaires. Elles se manifestent
par ailleurs par une sous-
représentation des femmes dans
le monde politique, en particulier
dans les organes exécutifs. Ceux-
ci devront désormais compter des
membres des deux sexes.

Si la révision ne sortira pas
immédiatement ses effets, il s'agit
tout de même d'un pas plus que
symbolique: à l'avenir, les organes
exécutifs devront comprendre des
membres des deux sexes. La
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Dus ook in de organen waar de echte stuurlui zitten.

De voorgestelde aanpassing van titel II van de Grondwet zal die
situatie niet van de ene op de andere dag veranderen. Daarvan zijn
wij ons bewust. Toch heeft ze meer dan een symbolische betekenis,
al was het maar omdat het dankzij de invoering van artikel 11 bis
binnen afzienbare tijd niet meer mogelijk is dat een uitvoerend orgaan
alleen uit mannen of alleen uit vrouwen bestaat. Die
grondwetswijziging zal dus wel degelijk iets veranderen op het terrein,
bijvoorbeeld in de meer dan tweehonderd gemeenten die nu nog
bestuurd worden door een uitsluitend mannelijk college. Het zal iets
veranderen in Oost-Vlaanderen, een van onze grootste provincies,
waar de deputatie exclusief mannelijk is samengesteld. Het zal dus
ook iets veranderen aan het beleid dat meer representatief zal worden
en de talenten van vrouwen én mannen op een evenwichtigere
manier zal aanwenden om de gemeente, de provincie, de deelstaat of
het land te besturen.

Ik wil toch ook waarschuwen. De wijziging van de grondwet moet de
aanzet zijn om via wetten en uitvoeringsbepalingen op het terrein de
participatie van vrouwen aan de besluitvorming en de gelijkheid
tussen mannen en vrouwen in het algemeen te concretiseren. In haar
repliek op vragen in de bevoegde commissie heeft de minister
meermaals verwezen naar de wet die eventuele problematiek moet
regelen. De pertinente opmerking van de kamervoorzitter over die
raden waarin geen vrouwelijke verkozenen zouden zetelen, kan
overigens ook niet zomaar worden genegeerd. Bestaan er zulke
raden? Ik weet niet of u dat ondertussen al hebt nagegaan. Wij
zouden dus eens moeten bekijken hoe de samenstelling van zulke
raden verbeterd kan worden.

De weg naar de paritaire democratie is nog lang en het gevaar
bestaat dat die grondwettelijke bepaling minimalistisch
geïnterpreteerd zou worden. "Tenslotte is één vrouwelijke schepen
voldoende, want het staat zo in de Grondwet," zou wel eens de
redenering kunnen worden. Voor sommige gemeenten is dat duidelijk
een stap achteruit.

Een stimulerend beleid van bij de kandidaatstelling voor verkiezingen
is nodig om de doorstroming van vrouwen naar alle
besluitvormingsniveaus te waarborgen en zodoende te komen tot een
vollediger en evenwichtiger beleid. Alleen zo kan de evolutie naar
gelijkheid op alle maatschappelijke domeinen worden vooruitgestuwd.

Wij verwachten snel de bespreking en de goedkeuring van de
aangekondigde ontwerpen over de pariteit op de kieslijsten en,
belangrijker nog, de rits aan de top van de lijsten. Wij verwachten ook
dat de minister erover waakt dat de aangekondigde hervorming van
de kieswetgeving met provinciale kieskringen en nationale lijsttrekkers
die intenties niet doorkruist en verkiezingen nog meer tot een
haantjesgevecht herleidt dan ze vandaag al zijn. Wij kijken met
belangstelling uit naar die discussie die voor de concrete situatie op
het terrein nog veel belangrijker zal zijn dan de huidige
grondwetsherziening.

Door enkele collega's zijn in de commissievergadering enkele
juridisch-technische opmerkingen gemaakt en vragen gesteld bij de
plaats die werd toebedeeld aan dat artikel. Ik ben op dat vlak geen
révision modifiera la composition
des collèges communaux et des
députations permanentes et offrira
des garanties supplémentaires en
matière de représentativité et
d'équilibre.

Mais je tiens à vous dire que cette
révision de la constitution n'est
que l'amorce d'un processus
visant à concrétiser l'égalité.
D'aucuns ont souligné que les
femmes brillent encore par leur
absence dans certains comités, ce
qui constitue un grave problème.
D'autres avaient déjà évoqué
l'éventualité de l'"approche
minimaliste", à savoir qu'une seule
femme suffirait, ce qui
constituerait une régression. Nous
escomptons donc un examen et
une approbation rapides des lois
qui doivent suivre cette
modification de la Constitution. De
même, nous espérons que les
circonscriptions électorales
provinciales ainsi que les listes
nationales n'interféreront pas avec
les effets de cette modification de
la Constitution.

La place attribuée à cet article
suscite également des questions
d'ordre technique. D'un point de
vue logistique, tout devrait se
dérouler correctement. Je souligne
que nous soutenons l'ajout à
l'article 10. Enfin, le dernier mot
n'a pas été dit non plus au sujet du
rôle de la Cour d'arbitrage.

Si l'amendement déposé par MM.
Pieters et Leterme m'a initialement
paru convaincant, les explications
de la ministre l'ont été davantage
encore. Lorsqu'il s'agit de
l'interprétation de la notion de loi,
la ministre doit suivre sa logique.

Il ne faut cependant pas abuser de
telles remarques technico-
juridiques pour freiner la
concrétisation de ce beau principe
de l'égalité. Quoi qu'il en soit, nous
approuverons le présent projet de
révision.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
specialist, maar leg er toch de nadruk op dat het in ieders belang is
om belangrijke politieke opties als deze ook juridisch correct en
coherent vertalen.

Ik zal niet op alle gemaakte opmerkingen ingaan, maar wens toch te
beklemtonen dat de toevoeging aan artikel 10 onze uitdrukkelijke
steun geniet omwille van de rol die het Arbitragehof ter zake kan
spelen en het gewicht dat de bepaling daardoor toebedeeld krijgt. De
opmerking, verwoord in het amendement van de collega's Leterme en
Pieters, over de wegvalling van de competentie van de federale
wetgever voor de provinciale en gemeentelijke aangelegenheden
deelde ik oorspronkelijk, maar uit de argumentatie van de minister
kon ik afleiden dat voor enkele deelterreinen, bijvoorbeeld voor de
politieraden, de wet nog meer aangepast wordt.

Mevrouw de minister, ik wil u vragen om de logica te volgen die wij
hebben gevolgd bij de wijziging van artikel 184 van de Grondwet over
de politie, waarbij wij een duidelijk standpunt hebben ingenomen over
de betekenis van het woord "wet", zeker in een nieuw
grondwetsartikel na de regionalisering. Graag hoorde ik van u de
bevestiging dat die logica ook daar volledig gevolgd wordt. Mij lijkt dat
evident, maar het zou toch interessant zijn als u mijn vraag positief
zou kunnen beantwoorden, zodat elke twijfel over dat punt helemaal
weggenomen wordt.

Ik kan mij echter niet van de indruk ontdoen dat sommigen zich
verschuilen achter deze juridisch-technische opmerkingen om hun
problemen ten gronde met deze nieuwe stap in de richting van
feitelijke gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verhullen. Voor
onze groep is het duidelijk. Wij wensen dat er echte stappen worden
gezet in de richting van een grotere gelijkheid tussen mannen en
vrouwen op het terrein van de politieke besluitvorming en op alle
andere maatschappelijke terreinen. Deze wijziging van de Grondwet
is een reële bijdrage daartoe en geniet dan ook onze volledige steun.
01.27 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, wij zijn als SP.A erg blij met het inschrijven van de
gelijkheid van mannen en vrouwen in de Grondwet. Zoals u weet en
zoals de verslaggeefster, mevrouw Moerman, ook terecht heeft
opgemerkt zaten wij met gemengde gevoelens over het tweede stukje
van de wijziging. Het ging met name om de formulering dat de
uitvoerende organen vanaf nu personen van verschillend geslacht
moeten tellen. U weet dat wij bang zijn voor een mogelijke
minimalistische interpretatie daarvan, waarbij men ervan zou kunnen
uitgaan dat het voldoende is als regeringen, schepencolleges en
deputaties één vrouw tellen. Dat mag volgens ons absoluut de
interpretatie niet zijn. Men zou dan immers een betonnering van de
"excuus-Truus" krijgen, wat zeker niet de bedoeling is.

De realiteit is vandaag zo schrijnend dat dit hoe dan ook een stap
vooruit betekent voor de vrouwen in de politiek. Als men weet dat een
derde van de schepencolleges geen enkele vrouw telt en als men
weet dat de Brusselse regering en de Duitse gemeenschapsregering,
getoetst aan deze nieuwe regeling, in één klap ongrondwettelijk
worden, dan is het belangrijk dat dit soort dingen gebeurt. Wij
stemmen dan voor één vogel in de hand.

Wij willen nu onmiddellijk de ontwerpen bespreken. Ik meen dat wij
01.27 Magda De Meyer (SP.A):
Le SP.A se réjouit de voir inscrite
dans la Constitution l'égalité entre
les hommes et les femmes.
Toutefois, nous redoutions que les
dispositions régissant cette égalité
ne fassent l'objet d'une
interprétation minimaliste sur le
plan de la composition des
organes exécutifs. Nous craignons
en effet que l'on se contente de
désigner quelques candidates
pour faire croire qu'on respecte la
loi. Le présent projet représente
certes un net progrès sur la voie
d'une représentation plus
équitable des femmes en politique.
Nous aurons bientôt à traiter des
projets portant les modalités
d'exécution de la loi pour ce qui
regarde la parité sur les listes et la
fermeture-éclair en tête de liste. Le
Vlaams Blok n'a pas de leçon à
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
ons op dat punt aansluiten bij de meeste sprekers. Mevrouw de
minister heeft in de commissie uitdrukkelijk de garantie gegeven dat
die ontwerpen nu ter tafel zullen komen. Deze ontwerpen zullen de
formele gelijkheid die in de Grondwet is ingeschreven in werkelijkheid
omzetten. Het gaat meer bepaald over het ontwerp inzake pariteit op
de lijsten en over het ontwerp met betrekking tot de rits bovenaan.
Een evaluatie van de recente gemeenteraadsverkiezingen toonde
trouwens aan dat op de lijsten die al aan deze beide principes
voldeden 40% vrouwen verkozen waren. Dat toont duidelijk aan dat
een dergelijke maatregel wel degelijk zinnig is. Ik ben dan ook wat
verwonderd en enigszins geërgerd door de kritiek van het Vlaams
Blok. In diezelfde zeer goede analyse van
de jongste
gemeenteraadsverkiezingen uitgegeven door het ministerie ­ een
onverdachte bron ­ staat immers uitdrukkelijk dat het Vlaams Blok in
het algemeen lijsten heeft die voor vrouwen ongunstiger zijn dan alle
andere partijen. Ik meen dan ook niet dat deze partij ons lessen moet
geven over vrouwvriendelijkheid in de politiek.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik heb absoluut
niets tegen mannen. Ik meen dat het VTM-journaal van gisteren dat
nog maar eens bewezen heeft. Ik wil wel eindigen met een bekend
citaat: "Een man hoeft voor mij zijn plaats in de tram niet af te staan,
ik ben al blij met zijn plaats in de raad van bestuur".
nous donner en matière de
promotion du statut des femmes.
Le rapport du ministère fait
apparaître que les listes Vlaams
Blok comptent parmi les listes les
moins féministes. Je n'ai rien
contre les hommes. Je ne suis pas
de celles qui estiment qu'ils
doivent leur céder leur place dans
les tramways. Je me contenterai
personnellement de prendre leur
place au sein des conseils
d'administration.
01.28 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw minister, collega's, ik wens een persoonlijke benadering te
geven van de voorliggende wetsontwerpen.

Ik wens te beginnen met te stellen dat ik kom uit een gezin waarin
gelijkheid tussen mannen en vrouwen een vanzelfsprekendheid was.
Mijn moeder was daarin een heel bepalende factor. Zij waakte over
gelijke behandeling en gelijke kansen alhoewel ze zelf uit een totaal
andere cultuur kwam. Ik kom uit een gemeente die door de Vlaamse
minister van Gelijke Kansen, mevrouw Vogels, werd uitgeroepen tot
de meest evenwichtige gemeente omdat er evenveel vrouwelijke als
mannelijke verkozenen zijn, er een vrouwelijke burgemeester is en er
een evenwichtig schepencollege is. Ik maak deel uit van een groene
fractie met meer vrouwelijke dan mannelijke parlementsleden. Onze
fractie wordt ook paritair geleid door een man en een vrouw. De
groenen leveren vier vrouwelijke ministers.

Waarom zeg ik dit allemaal, collega's? Ik wil ermee aantonen dat er
verschillende factoren zijn die meespelen om in de praktijk een gelijke
kansenbeleid te realiseren. Het is een kwestie van visie en
overtuiging. Het is een kwestie van mentaliteit. Het is een kwestie van
tijdsgeest maar ook van een politieke keuze.

Ik kom dan bij die politieke keuze. Sinds 1986 kent de groene fractie
in de praktijk het ritsprincipe op de lijsten. We passen dat consequent
toe en niet alleen voor de laatste plaatsen maar ook voor de
verkiesbare plaatsen. Het gevolg is dat vrouwen ook effectief worden
verkozen. Het gevolg is ook dat men in pre-electorale campagnes en
in de partijwerking vrouwen zoekt. Men is daar heel actief mee bezig.

Vrouwen moeten dikwijls uitdrukkelijker aangesproken worden om
zich kandidaat te stellen en zich te engageren in een politieke partij.
Dikwijls is dit het gevolg van een soort valse bescheidenheid en een
verantwoordelijkheidsgevoel. Men wil zich pas volledig engageren als
01.28 Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Dans ma
famille, l'égalité entre les sexes
allait de soi. Et dans ma
commune, le bourgmestre est une
femme et le collège des échevins
ainsi que le conseil communal
sont composés de manière
équilibrée. Enfin, mon groupe
politique compte plus de femmes
que d'hommes et mon parti
compte beaucoup de femmes
ministres.

L'égalité présuppose des choix
politiques. Les écologistes
appliquent le principe de la
fermeture-éclair depuis longtemps
déjà. Pour constituer nos listes de
façon équilibrée, nous devons
trouver des femmes que la
politique active intéresse, leur
parler et les motiver. Les femmes
sont certes ambitieuses et
instruites mais elles sont en même
temps trop modestes et ont un
trop grand sens des
responsabilités qui fait qu'elles ne
veulent pas négliger d'autres
tâches.

Dans la pratique, les mêmes lois
influencent différemment la vie
d'un homme ou d'une femme.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
daarvoor genoeg tijd overblijft. Vrouwen die zich kandidaat stellen
moeten ook gelijke kansen krijgen op verkiesbare plaatsen. Het is niet
om in verkiezingsperiodes tegemoet te komen aan een tendens dat
vrouwen op lijsten moeten staan. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat
ze verkiesbare plaatsen krijgen.

Ik ben dan ook blij met de getuigenis van Fientje Moerman. Zij
beklemtoonde dat, als vrouwen een rol willen spelen in de politiek,
men ze dikwijls niet ziet staan. Dit heeft niets te maken met ambitie of
slechte wil van mannelijke collega's, maar wel met een bepaalde
cultuur die al jarenlang bestaat en waarvan het moeilijk is die te
veranderen.

In principe gaan wij er allemaal van uit ­ ik hoor niemand het
tegendeel beweren ­ dat mannen en vrouwen gelijk zijn. In de praktijk
draaien dezelfde wettelijke maatregelen die men treft anders uit in het
leven van een man dan van een vrouw. Dat geldt vandaag ook nog, in
2002. Hoe kan men anders verklaren dat evenveel mannen als
vrouwen universitaire studies afmaken. Als men echter kijkt naar waar
zij doorgroeien in het bedrijfsleven of een federale administratie, dan
ziet men dat er nog weinig vrouwen aanwezig zijn. Hoe valt anders te
verklaren dat vooral vrouwen nu ook nog zorgverlof opnemen en zich
zorgtaken aantrekken, terwijl zij evengoed als hun mannelijke
collega's een dubbele dagtaak hebben?

Ik wil even ingaan op het voorstel van aanwezigheid van vrouwen in
de uitvoerende organen. Een vertegenwoordiger van een andere
sekse in uitvoerende organen is wel wat minimalistisch. Net als
mevrouw De Meyer vertrouw ik er dan ook op dat de minister snel
verder wil gaan om dat in de praktijk gerealiseerd te zien. Ik had zelf
twee jaar geleden al het voorstel gedaan om in het schepencollege en
in de deputatie minimum een derde vrouwen verplicht te stellen. Dat
zou eigenlijk een logisch gevolg moeten kunnen zijn van de nu al
geldende regel dat een derde op de kieslijst vrouwen moeten zijn.

Zijn al deze wettelijke regelingen wel nodig? Dat is een argument dat
dikwijls tegen ons wordt gebruikt. Ik ben overtuigd van wel. Enerzijds
­ het zal u misschien verwonderen ­ om ook de rechten van de
mannen veilig te stellen. Anderzijds omdat ik niet wil wachten op een
mentaliteitsverandering die is ingezet, maar zeer traag tot resultaten
leidt en zich heel traag vertaalt in politieke vertegenwoordiging.

Om af te sluiten: ik wens mijzelf een lang leven toe, om nog mee te
kunnen maken dat wij een vrouwelijke eerste minister en een
vrouwelijke parlementsvoorzitter hebben.
Autant d'hommes que de femmes
font des études universitaires mais
il y a sensiblement davantage
d'hommes que de femmes dans
les entreprises ainsi que dans
l'administration. Par ailleurs, ce
sont encore toujours les femmes
qui se chargent de l'intendance à
la maison et qui prennent congé
pour dispenser des soins.

En ce qui concerne la
représentation des femmes dans
les organes exécutifs, il n'y a rien
de plus minimaliste qu'une seule
représentante.

Il y a deux ans, j'avais déjà
proposé qu'un tiers des conseils
communaux soit obligatoirement
composé de femmes. Je suis
convaincue de la nécessité de
fixer ces quotas par le biais d'une
loi, notamment aussi pour
défendre les droits des hommes.

J'espère vivre suffisamment
longtemps pour pouvoir saluer un
premier ministre et un président de
la Chambre de sexe féminin.
01.29 Raymond Langendries (PSC): Monsieur le président,
madame la vice-première ministre, chers collègues, ce n'est pas
contraint et forcé que je me trouve à la tribune. Certains témoins au
sein de cette assemblée conviendront que je représente ici mon parti.
En l'occurrence, je souhaiterais excuser Mme Milquet qui, soit dit en
passant, est la seule femme présidente de parti, en tout cas à la
Chambre.
01.29 Raymond Langendries
(PSC): Mevrouw Milquet laat zich
verontschuldigen voor de
bespreking van vandaag. Ik hoef
er niet meer op te wijzen dat
mevrouw Milquet de enige
vrouwelijke partijvoorzitter is.
01.30 Le président: Il y en a eu d'autres!

(Contestation de Mme Claudine Drion)
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
01.31 Raymond Langendries (PSC): Chez nous, elle assume
complètement la présidence du parti. Et je puis vous assurer que
nous, les hommes, avons intérêt à nous battre pour occuper la place
qui nous revient.

(Contestations sur plusieurs bancs)

J'admets donc que notre parti n'est pas le seul exemple en la matière,
heureusement. Je ne dirai pas autre chose que ce que Mme Milquet
aurait voulu vous dire à cette tribune. Je n'ai pas voulu non plus vous
lire le texte qu'elle avait rédigé à votre intention, madame la vice-
première ministre. Quelques tournures de phrases n'auraient pas
convenu à la présence d'un homme à cette tribune. Mais en ce qui
me concerne, je pense qu'il faut avancer en la matière. Je citerai
quelques exemples concrets concernant la politique communale. Il
est évident que si l'on ne force pas les portes en prévoyant des
obligations ­ c'est l'une de vos préoccupations puisque vous
présentez ce projet au vote du parlement ­, nous n'arriverons jamais
à obtenir une véritable égalité en ce qui concerne la gestion publique.
C'est particulièrement vrai pour les communes puisque c'est à ce
niveau que tout commence.

Dans ma commune, la moitié des candidats inscrits sur la liste
communale étaient des femmes. Elles figuraient en alternance avec
les hommes. Malheureusement, seules deux femmes ont été élues
sur quatorze candidats. C'est peu. Il faut donc continuer à progresser
en la matière. Je n'ai rien contre les femmes, au contraire. Je tiens à
vous réaffirmer mon soutien et celui de mon groupe, à des degrés
divers sans doute puisque nous ne sommes pas tous sur la même
longueur d'ondes à ce niveau.

Le groupe PSC soutiendra donc cette proposition de modification.
01.31 Raymond Langendries
(PSC): In de PSC moeten de
mannen een echte strijd leveren
om hun rechtmatige plaats te
verdedigen.


Wat de gemeentepolitiek betreft,
vind ik dat terzake verplichtingen
moeten worden opgelegd. In mijn
gemeente was de kieslijst paritair
samengesteld, maar er werden
slechts twee van de veertien
vrouwen verkozen! Ik heb niets
tegen de vrouwen, wel
integendeel! De PSC-fractie zal
die voorstellen tot wijziging van de
Grondwet dan ook steunen.
01.32 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, permettez-moi d'abord de remercier Mme Moerman et
Mme Milquet pour leur rapport. Celui-ci démontre qu'après les travaux
approfondis qui ont été menés au Sénat, la commission de la
Chambre n'a éludé aucune question.

Je remercie également les orateurs et oratrices qui sont intervenus à
cette tribune pour éclairer les travaux de notre assemblée. Enfin, je
remercie le président de la Chambre d'avoir donné une impulsion
décisive pour rattraper le retard.
01.32 Minister Laurette Onkelinx:
Ik dank de dames Moerman en
Milquet voor hun verslag. Tijdens
de werkzaamheden in de Kamer
en de Senaat zijn wij geen enkele
vraag uit de weg gegaan. Ik dank
ook de diverse sprekers die hier
vandaag het woord hebben
gevoerd en zelfs de voorzitter, die
die discussie een definitieve
impuls heeft gegeven.
01.33 Le président: Quelle est cette réticence, madame la ministre?
Vous me connaissez mal!
01.33 De voorzitter: Van waar die
terughoudendheid? U kent mij
slecht!
01.34 Laurette Onkelinx, ministre: Chers collègues, l'histoire
démontre que si les femmes ont connu, au fil des siècles, des statuts
plus ou moins favorables, leur égalité de statut avec les hommes n'a
finalement jamais été complète. Pourtant, l'incontestable progression
réalisée depuis un siècle est là pour démontrer que l'inégalité n'est
pas une fatalité mais une histoire.

La question s'est encore posée aujourd'hui de savoir si la présence
d'une disposition garantissant expressément l'égalité des femmes et
01.34 Minister Laurette Onkelinx:
Er is altijd al een echte
ongelijkheid tussen mannen en
vrouwen geweest. Sinds een eeuw
is zij niet langer onvermijdelijk.
Ook vandaag nog is de vraag
gerezen of het opportuun is de
Grondwet in die zin te wijzigen,
rekening houdend met het bestaan
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
des hommes se justifiait.

Le principe de l'égalité de traitement des citoyens est, en effet, le
fondement de la démocratie et il s'accompagne de l'interdiction de
toute forme de discrimination, qu'elle soit directe ou indirecte. Le
respect de ce principe contient une dimension positive, c'est-à-dire
qu'il oblige à oeuvrer en faveur de l'égalité, et permet d'adopter des
mesures dites de discrimination d'actions positives sous certaines
conditions. Enfin, le principe de l'égalité des femmes et des hommes
est contenu, sans contestation possible, dans l'actuel article 10 de la
Constitution.

Cependant, il n'en demeure pas moins que des signes d'inégalité
continuent à être repérés dans tous les domaines de notre société,
plusieurs orateurs en ont parlé aujourd'hui.
Inégalité économique, perceptible sur le marché de l'emploi: les
femmes restent concentrées dans les secteurs à bas salaire, dans
certaines fonctions, dans les emplois atypiques: temps partiel,
emplois précaires. Malgré une progression constante, le taux d'emploi
n'atteint que 51,5% contre 69,5% chez les hommes. Le taux de
chômage est plus élevé pour les femmes, qui sont particulièrement
surreprésentées parmi les chômeurs de plus de 50 ans.

Le salaire moyen des femmes représente 84% du salaire moyen des
hommes et la lutte contre les disparités salariales injustifiées est
toujours d'actualité.

Pour leur part, les communautés et les régions se préoccupent de
l'accès des filles et des femmes à certaines filières de l'enseignement
et de la formation, inégalité socioculturelle qui résulte d'une
représentation stéréotypée des rôles sexuels.

Faut-il rappeler que l'essentiel des charges familiales incombe encore
aux femmes et que certaines formes de violence se tournent presque
exclusivement contre elles? Inégalité aussi par rapport à la prise de
décision et bien entendu aussi par rapport à la décision politique.

Je citerai à nouveau deux chiffres, à l'issue du scrutin du 13 juin 1999:
la proportion de femmes élues n'a atteint que 22,1% pour l'ensemble
des assemblées concernées. Après les élections du 8 octobre 2000,
un tiers des communes belges installait des collèges des
bourgmestre et échevins unisexes.
van artikel 10 ervan. Op tal van
gebieden, en dan vooral
economische, bestaan er nog vele
vormen van discriminatie: een
hoger werkloosheidspercentage bij
vrouwen, ongelijkheid op het stuk
van de bezoldiging, enz. Er is
tevens sprake van een sociaal-
culturele ongelijkheid wanneer
men vaststelt dat sommige
studierichtingen enkel meisjes
tellen.

Gemiddeld verdienen vrouwen
maar 84% van wat een man met
een identieke functie verdient.
Vrouwen staan in voor de meeste
huishoudelijke taken. Zij zijn vaak
het slachtoffer van geweld. Zij zijn
nog altijd ondervertegenwoordigd
in het besluitvormingsproces en de
politieke besluitvorming. Het aantal
verkozen vrouwen ligt nog altijd
uiterst laag, namelijk gemiddeld
minder dan 30%.
Er werden zeker al essentiële stappen gezet. Het beleid van gelijke
kansen tussen mannen en vrouwen dat sinds 1985 op federaal vlak
werd gevoerd, heeft resultaten geboekt. Er moet echter een nieuwe
dynamiek aan de zaak worden gegeven. België wil door de
voorgestelde herziening van de Grondwet echter een meer
voluntaristisch proces inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen
lanceren.

De voorgestelde alinea van artikel 10 heeft een uitdrukkelijke
draagwijdte inzake het positief recht dat de gelijkheid van vrouwen en
mannen moet verzekeren. De voorgestelde bepalingen in artikel 11bis
vloeien voort uit de wijzigingen opgenomen in artikel 10. De wetgever
op alle machtsniveaus moet de gelijke uitoefening van de rechten en
vrijheden van mannen en vrouwen garanderen, namelijk door een
gelijke toegang tot de wetgevende en publieke mandaten te
D'importantes initiatives ont déjà
été prises et la politique d'égalité
des chances menée depuis 1985
a déjà porté ses fruits. Les progrès
étaient toutefois si lents qu'il fallait
donner une nouvelle impulsion.
L'article 11bis découle de
l'adaptation de l'article 10. Il
convient de favoriser l'égal accès
aux mandats électifs et publics. Le
nouvel article 11bis contient, en
outre, des dispositions concernant
la composition des organes
exécutifs.
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
bevorderen. De zogenaamde maatregelen van positieve actie, die
voorkomen tussen de maatregelen die de gelijkheid in rechte kunnen
vertalen in gelijkheid in de feiten, zullen zo over een constitutionele
grondslag beschikken. Dit leek wenselijk en met het oog op de
maatregelen tot bevordering van de gelijke toegang tot wetgevende
mandaten noodzakelijk.

Tot slot, de hoop tot het nieuwe artikel 11bis een gemende
samenstelling van de uitvoeringorganen op alle niveaus van de
besluitvorming.

De goedkeuring van de voorliggende grondwetsherziening zal, zoals
ik reeds zei, een duidelijk signaal van verandering betekenen.

De herziening zal het mogelijk maken de verbintenissen na te leven
die België aanging op internationaal vlak. Het verzoek om een nieuw
artikel over het recht tot gelijkheid van vrouwen en mannen in de
Grondwet in te schrijven en om elke andere gepaste bepaling aan te
brengen, werd reeds opgenomen in de overeenkomst inzake de
afschaffing van alle vormen van discriminatie ten aanzien van
vrouwen die in 1979 tijdens de vergadering van de Verenigde Naties
werd goedgekeurd.

De teksten in voorbereiding liggen in de lijn van het verdrag tot
oprichting van de Europese Gemeenschap waarvan in artikel 2 wordt
bepaald dat de toepassing van het principe van gelijkheid tussen
mannen en vrouwen tot de opdracht van de Gemeenschap behoort
en waarvan in artikel 3 wordt gestipuleerd dat de Gemeenschap
ernaar streeft de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in al haar
acties te bevorderen.

Een andere belangrijke vraag betreft de bindende waarde van de
teksten in voorbereiding. De vraag of de controle waarvan sprake in
artikel 11bis door het Arbitragehof wordt uitgeoefend wegens het
bestaande verband tussen voornoemd artikel en artikel 10 lijkt mij
overbodig, daar een voorontwerp van bijzondere wet waardoor het
Arbitragehof moet toezien op de toepassing van titel II van de
Grondwet, in de Senaat werd voorgelegd.

Ten slotte bevestig ik de interpretatie van mevrouw Els Van Weert
van de teksten voor het Lambermont-akkoord.
Cette révision permet à la
Belgique de respecter ses
obligations internationales,
notamment celle imposée à la
suite de l'assemblée de l'ONU de
1979. Le traité créant la
Communauté européenne
contenait, par ailleurs, déjà une
disposition en matière d'égalité de
traitement entre les hommes et les
femmes.

De nombreux orateurs sont
intervenus au sujet de la mission
de contrôle de la Cour d'Arbitrage.
Dans ce cadre, un projet de loi
spéciale sera prochainement
déposé au Sénat.

Enfin, je souhaite répondre à Mme
Els Van Weert que je confirme son
interprétation en ce qui concerne
les conséquences de cette
révision pour les accords du
Lambermont.
Enfin, il a été souligné à juste titre que les projets de révision n'offrent
qu'un cadre qu'il convient de remplir rapidement.

L'alinéa
2 du projet d'article
11bis suppose, à l'égard des
gouvernements de communautés et de régions, en vertu de l'article
123, §1
er
de la Constitution, l'adoption d'une loi spéciale pour la mise
en oeuvre du principe au-delà de la seule interdiction d'exécutifs
unisexes. J'étudie ce point actuellement.

Parmi les priorités figure bien évidemment l'examen par votre
assemblée des projets de loi assurant une présence égale des
femmes et des hommes sur les listes de candidatures aux élections.
Une analyse des élections communales et provinciales du
8 octobre 2000, dirigée par des historiennes, Mmes Eliane Gubin et
Leen Van Molle, démontre que ces projets auraient un impact positif
sur le nombre de femmes élues. Pour les raisons que l'on peut bien
De ontwerpen tot herziening van
de Grondwet bieden slechts een
kader, dat ten spoedigste ingevuld
zal moeten worden.

Het nieuwe artikel 11bis, tweede
lid, met betrekking tot de
Gemeenschaps- en
Gewestregeringen, veronderstelt
de goedkeuring van een
bijzondere wet voor de toepassing
van het principe, los van het
verbod op uitsluitend uit leden van
hetzelfde geslacht samengestelde
uitvoerende organen.
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
comprendre, le gouvernement a, lors de sa dernière réunion, requis
l'examen de ces textes en urgence.

Mesdames et messieurs, je ne tiendrai pas ici la liste des chantiers
que la révision de la Constitution devra permettre d'ouvrir. Certaines
perspectives ont été présentées par le rapport. La promotion de l'égal
accès des femmes et des hommes aux mandats publics permet de
couvrir un vaste champ, puisqu'il est acquis que ces termes visent
tout mandat relevant d'une manifestation directe ou indirecte du
suffrage universel et, d'une manière générale, de tout organe public
nommé ou élu.

Le vote des projets de révision représentera également un
encouragement pour le gouvernement à avancer dans les voies qu'il
s'est tracées dans le cadre de sa politique en matière d'égalité des
femmes et des hommes: collaboration renforcée avec les entités
fédérées et les pouvoirs locaux, intégration de la perspective de genre
et d'égalité à tous les niveaux de la décision politique et dans les
pratiques des autorités publiques ou encore installation d'un institut
chargé de veiller au respect de l'égalité des femmes et des hommes.

Voilà, monsieur le président, mesdames et messieurs, ce que je
voulais vous dire aujourd'hui. Le sort réservé aux femmes de par le
monde traduit l'injustice, quand ce n'est pas l'intolérable. Nous avons
en tête de nombreux exemples de l'actualité qui démontrent que les
femmes sont les premiers otages des dictatures, les premières
victimes de la pauvreté et ravalées au rang d'instrument dans des
stratégies de guerre.

La Belgique a toujours adopté, dans le cadre de ses relations
internationales, une attitude particulièrement résolue sur la question
du respect des droits des femmes, qui sont partie intégrante des
droits humains. S'employer à faire respecter ici et sans la moindre
ambiguïté le principe de l'égalité des femmes et des hommes, c'est
donc renforcer notre capacité de convaincre dans le concert des
nations.
De bespreking door deze
assemblee van de wetsontwerpen
die een gelijke vertegenwoordiging
van mannen en vrouwen op de
kieslijsten moeten waarborgen, is
eveneens een prioriteit.
Gespecialiseerde historica's
hebben aangetoond dat deze
voorontwerpen een positief effect
zouden hebben op het aantal
verkozen vrouwen.

Het verslag omvat nog andere
perspectieven, zoals het
bevorderen van de gelijke toegang
voor mannen en vrouwen tot
openbare mandaten, waarmee
gedoeld wordt op "elk mandaat dat
valt onder rechtstreekse of
onrechtstreekse manifestatie van
het algemeen kiesrecht, en in het
algemeen, op elk benoemd of
verkozen publiek orgaan".

De goedkeuring van de ontwerpen
tot herziening van de Grondwet is
voor de regering een duwtje in de
rug in het kader van haar
gelijkekansenbeleid. Over de hele
wereld worden vrouwen nog
steeds onrechtvaardig behandeld.
Zij worden het hardst getroffen
door de dictatuur, de armoede en
de oorlog. België is steeds
vastberaden opgekomen voor de
rechten van de vrouw.

Als we het principe van de
gelijkheid van mannen en vrouwen
bekrachtigen, zal onze
overtuigingskracht des te groter
zijn in het concert der naties.
01.35 Raymond Langendries (PSC): Monsieur le président,
d'excellentes suggestions ont été formulées, notamment par la
représentante d'Agalev. Pour montrer sa bonne volonté, le PSC
pourrait assez rapidement entrer dans le cadre de ce qu'elle a
proposé, à savoir veiller à ce qu'on ait enfin une première ministre au
lieu d'un premier ministre.

Si un certain nombre de partis politiques ici présents le souhaitent,
nous sommes prêts à déposer une motion de méfiance constructive
et à proposer une première ministre à la nomination par le Roi. Si
vous le voulez, je peux même proposer un nom, mais je pense que ce
serait un peu indélicat.

Notez, monsieur le président, que je n'ai nullement parlé de la
présidence de la Chambre.
01.35 Raymond Langendries
(PSC): De PSC steunt het door
Agalev geformuleerde voorstel van
een vrouwelijke premier. We zijn
bereid om een motie in die zin in te
dienen, voor zover een voldoende
aantal parlementsleden die motie
steunen.
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
01.36 Le président: Je vous remercie de m'épargner!
01.37 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
ik kan niet nalaten om daarop te reageren. Ik droom ervan een lang
leven te hebben waarin ik dat kan meemaken, op een manier waarbij
dat heel vanzelfsprekend zal worden gevonden. Dan zullen wij
daaraan geen aparte besprekingen meer moeten wijden. Iedereen zal
het doodgewoon vinden. Ik hoop dat wij dat allemaal kunnen
meemaken.
01.37 Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): J'espère vivre
assez longtemps pour assister à
cela et j'espère qu'il viendra un
moment où ce sera la chose la
plus naturelle au monde.
01.38 Raymond Langendries (PSC): Ik wou alleen helpen.
01.39 De voorzitter: Collega's, wij hebben tien sprekers gehad,
waaronder acht vrouwen en twee mannen.

De bespreking is gesloten.
01.39 Le président: Dix orateurs
ont pris la parole: huit femmes et
deux hommes.
La discussion est close.
Bespreking van het enig artikel
Discussion de l'article unique

Wij vatten de bespreking van het enig artikel aan van het ontwerp nr. 1140. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1140/1)
Nous passons à la discussion de l'article unique du projet n° 1140. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1140/1)

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Enig artikel/Article unique
- 1: Koen Bultinck c.s. (1140/3)


De stemming over het amendement en het enig artikel wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article unique est réservé.

De bespreking van het enig artikel is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement alsook
over het ontwerp tot herziening zal later plaatsvinden.
La discussion de l'article unique est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur le projet de
révision aura lieu ultérieurement.

Wij vatten de bespreking van het enig artikel aan van het ontwerp nr. 1141. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1141/1)
Nous passons à la discussion de l'article unique du projet n° 1141. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1141/1)

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Enig artikel/Article unique
- 2: Yves Leterme (1141/3)


De stemming over het amendement en het enig artikel wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article unique est réservé.

De bespreking van het enig artikel is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement alsook
over het ontwerp tot herziening zal later plaatsvinden.
La discussion de l'article unique est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur le projet de
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
révision aura lieu ultérieurement.

Il est vrai, chers collègues, madame la ministre, que ce sera un moment important et, personnellement, j'y
suis très sensible.

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

La séance est levée à 16.09 heures. Prochaine séance jeudi 24 janvier 2002 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 16.09 uur. Volgende vergadering donderdag 24 januari 2002 om 14.15
uur.

CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
WOENSDAG 23 JANUARI 2002
MERCREDI 23 JANVIER 2002
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
COMMISSIES COMMISSIONS
Samenstelling Composition
Volgende wijziging werd door de PS-fractie
voorgesteld:
La modification suivante a été proposée par le
groupe PS:
Commissie voor de Justitie
Commission de la Justice
Plaatsvervangers
De heer André Frédéric vervangen door de heer
Yvan Mayeur.
Membres suppléants
Remplacer M. André Frédéric par M. Yvan Mayeur.
Volgende wijziging werd door de AGALEV-ECOLO-
fractie voorgesteld:
La modification suivante a été proposée par le
groupe AGALEV-ECOLO:
Commissie belast met de problemen inzake
Handels- en Economisch Recht
Commission chargée des problèmes de Droit
commercial et économique
Effectieve leden
Mevrouw Simonne Leen vervangen door de heer
Jef Tavernier.
Membres effectifs
Remplacer Mme Simonne Leen par M. Jef
Tavernier.
Volgende wijzigingen werden door het Vlaams Blok
voorgesteld:
Les modifications suivantes ont été proposées par
le Vlaams Blok:
Commissie voor de Herziening van de Grondwet
en de Hervorming van de Instellingen
Commission de Révision de la Constitution et
de la Réforme des Institutions
Effectieve leden
De heer Guido Tastenhoye vervangen door de heer
Bart Laeremans.
Membres effectifs
Remplacer M. Guido Tastenhoye par M. Bart
Laeremans.
Plaatsvervangers
De heer Bart Laeremans vervangen door de heer
Guido Tastenhoye.
Membres suppléants
Remplacer M. Bart Laeremans par M. Guido
Tastenhoye.
Commissie belast met de problemen inzake
Handels- en Economisch Recht
Commission chargée des problèmes de Droit
commercial et économique
Effectieve leden
De heer Bart Laeremans vervangen door de heer
Jaak Van den Broeck.
Membres effectifs
Remplacer M. Bart Laeremans par M. Jaak Van
den Broeck.
INTERPELLATIEVERZOEKEN DEMANDES
D'INTERPELLATION
Ingekomen Demandes
1. mevrouw Annemie Van de Casteele tot de eerste
minister over "het belangenconflict ten aanzien van
de Vlaamse initiatieven inzake tijdskrediet".
1. Mme Annemie Van de Casteele au premier
ministre sur "le conflit d'intérêts concernant les
initiatives flamandes en matière de crédit-temps".
(nr. 1073 ­ verzonden naar de commissie voor de
Sociale Zaken)
(n° 1073 ­ renvoi à la commission des Affaires
sociales)
2. de heer Geert Bourgeois tot de eerste minister
over "de nieuwe regeringsprioriteiten".
2. M. Geert Bourgeois au premier ministre sur "les
nouvelles priorités du gouvernement".
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
(nr. 1074 ­ zonder voorwerp)
(n° 1074 ­ sans objet)
3. de heer Tony Van Parys tot de minister van
Justitie over "het interview met Marc Dutroux".
3. M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"l'interview de Marc Dutroux".
(nr. 1075 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1075 ­ renvoi à la commission de la Justice)
4. de heer Geert Bourgeois tot de minister van
Justitie over "de beveiliging in de gevangenis van
Aarlen".
4. M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la sécurité à la prison d'Arlon".
(nr. 1076 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1076 ­ renvoi à la commission de la Justice)
5. de heer Yves Leterme tot de eerste minister over
"totstandkoming en inhoud van de zogenaamde
'prioriteitennota' van de regering-Verhofstadt".
5. M. Yves Leterme au premier ministre sur "la
confection et le contenu de la 'note de priorités' du
gouvernement Verhofstadt".
(nr. 1077 ­ zonder voorwerp)
(n° 1077 ­ sans objet)
6. de heer Francis Van den Eynde tot de eerste
minister over "de zogeheten prioriteitennota van de
regering".
6. M. Francis Van den Eynde au premier ministre
sur "la note de priorités du gouvernement".
(nr. 1078 ­ zonder voorwerp)
(n° 1078 ­ sans objet)
7. de heer Ferdy Willems tot de minister van Justitie
over "het bezoek van een senator en een journalist
aan Marc Dutroux".
7. M. Ferdy Willems au ministre de la Justice sur "la
visite rendue par un sénateur et un journaliste à
Marc Dutroux".
(nr. 1079 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1079 ­ renvoi à la commission de la Justice)
10. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de schadeloosstelling aan landbouwers die
werden getroffen door de dioxine-crisis in 1999".
10. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "l'indemnisation des
agriculteurs touchés par la crise de la dioxine en
1999".
(nr. 1080 ­ omgewerkt in mondelinge vraag)
(n° 1080 ­ transformée en question orale)
11. de heer Gerolf Annemans tot de minister van
Justitie over "de pedofilienetwerken".
11. M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice
sur "les réseaux pédophiles".
(nr. 1081 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1081 ­ renvoi à la commission de la Justice)
12. de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "de oprichting en de werking van
DAT+".
12. M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "la création et le fonctionnement de la société
DAT+".
(nr. 1082 ­ verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
(n° 1082 ­ renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)
13. de heer Josy Arens tot de minister van Justitie
over "het bezoek van een VTM-journalist in de cel
van Marc Dutroux".
13. M. Josy Arens au ministre de la Justice sur "la
visite d'un journaliste de VTM dans la cellule
occupée par Marc Dutroux".
(nr. 1083 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1083 ­ renvoi à la commission de la Justice)
14. mevrouw Joëlle Milquet tot de eerste minister
over "de prioriteitennota 2002-2003 van de regering
en de spanningen die daaromtrent binnen de
meerderheid zijn ontstaan".
14. Mme Joëlle Milquet au premier ministre sur "la
note de priorités 2002-2003 du gouvernement et les
tensions qu'elle a suscitées au sein de la majorité".
(nr. 1084 ­ zonder voorwerp)
(n° 1084 ­ sans objet)
15. de heer Hubert Brouns tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de uitspraak in het proces tegen
enkele veehandelaars".
15. M. Hubert Brouns à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le jugement prononcé dans le
cadre du procès contre certains marchands de
bétail".
(nr. 1085 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 1085 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
16. de heer Josy Arens tot de minister van Justitie
over "de organisatie en het verloop van het proces-
Dutroux".
16. M. Josy Arens au ministre de la Justice sur
"l'organisation du procès Dutroux".
(nr. 1086 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1086 ­ renvoi à la commission de la Justice)
17. de heer Filip De Man tot de minister van Justitie
over "de nakende wetswijziging en richtlijn inzake
drugsbezit en -gebruik".
17. M. Filip De Man au ministre de la Justice sur "le
projet de modifier la législation et d'établir de
nouvelles directives en ce qui concerne la
possession et l'usage de drogues".
(nr. 1087 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1087 ­ renvoi à la commission de la Justice)
18. mevrouw Simonne Creyf tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"het uitblijven van de maatregelen ten aanzien van
de jonge piloten en leerling-piloten".
18. Mme Simonne Creyf à la vice-première ministre
et ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'absence de mesures à l'égard des jeunes pilotes
et des élèves pilotes".
(nr. 1088 ­ verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
(n° 1088 ­ renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)
19. de heer Bart Laeremans tot de minister van
Justitie over "de zaak Dedecker".
19. M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"l'affaire Dedecker".
(nr. 1089 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1089 ­ renvoi à la commission de la Justice)
20. de heer Daniel Bacquelaine tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het ontwerp van koninklijk besluit
tot vaststelling van de normen voor de erkenning
van de verenigingen, groepskabinetten en diensten
voor thuiszorg".
20. M. Daniel Bacquelaine à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le projet
d'arrêté royal fixant les normes d'agrément des
associations, cabinets de groupe et services de
soins à domicile".
(nr. 1090 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 1090 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
21. de heer Ferdy Willems tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de internationale veetransporten".
21. M. Ferdy Willems à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les transports internationaux
de bétail".
(nr. 1091 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 1091 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
22. de heer Vincent Decroly tot de minister van
Justitie over "het interview met Marc Dutroux".
22. M. Vincent Decroly au ministre de la Justice sur
"l'interview de Marc Dutroux".
(nr. 1092 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1092 ­ renvoi à la commission de la Justice)
23. de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en tot de minister toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken, belast met
Landbouw, over "de dierentransporten".
23. M. Luc Sevenhans à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement et à la ministre adjointe au ministre
des Affaires étrangères, chargée de l'Agriculture,
sur "les transports d'animaux".
(nr. 1093 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 1093 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
1.
Wetsvoorstel (de heren Jan Peeters, Jos
Ansoms en Olivier Chastel, mevrouw Frieda
Brepoels en de heren Ludo Van Campenhout,
André Smets en Claude Eerdekens) tot afschaffing
van de verplichting om een reflecterende
autonummerplaat aan te brengen op 1 januari 2002
(nr. 1597/1).
1. Proposition de loi (MM. Jan Peeters, Jos Ansoms
et Olivier Chastel, Mme Frieda Brepoels et
MM.
Ludo Van Campenhout, André Smets et
Claude Eerdekens) supprimant l'obligation de munir
les véhicules automobiles d'une plaque
rétroréfléchissante au 1
er
janvier 2002 (n° 1597/1).
2. Wetsvoorstel (mevrouw Anne Barzin en de heren
Serge Van Overtveldt en Philippe Collard)
betreffende de informatiedoorstroming, in de
precontractuele fase, over contracten waarbij een
persoon aan een andere persoon het recht verleent
om een handelsactiviteit uit te oefenen (nr. 1599/1).
2. Proposition de loi (Mme Anne Barzin et MM.
Serge Van Overtveldt et Philippe Collard) sur
l'information précontractuelle concernant les
contrats par lesquels une personne accorde à une
autre le droit d'exercer une activité commerciale
(n° 1599/1).
Verzoek om advies van de Raad van State
Demande d'avis au Conseil d'Etat
Bij brief van 17 januari 2002 heeft de voorzitter van
de Kamer het advies van de Raad van State
gevraagd over de tekst van het wetsvoorstel van de
heer Hugo Coveliers c.s. houdende verticale
integratie van het openbaar ministerie en over de
amendementen nrs. 1 en 2 van de heer Hugo
Coveliers, ingediend op respectievelijk artikel 7 en 8
van het wetsvoorstel (nrs. 1559/1 tot 3­2001/2002).
Par lettre du 17 janvier 2002, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur le
texte de la proposition de loi de M. Hugo Coveliers
et consorts portant intégration verticale du ministère
public et sur les amendements n
os
1 et 2 de
M. Hugo Coveliers, introduits sur respectivement
l'article 7 et 8 de la proposition de loi (n
os
1559/1 à
3­2001/2002).
Ter kennisgeving
Pour information
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
COMMISSIES COMMISSIONS
Verslagen Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming van de Instellingen,
au nom de la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions,
-
door de dames Fientje Moerman en Joëlle
Milquet, over:
- par Mmes Fientje Moerman et Joëlle Milquet, sur:
. het ontwerp van tekst houdende herziening van
titel II van de Grondwet, om een nieuw artikel in te
voegen betreffende het recht op gelijkheid van
vrouwen en mannen (overgezonden door de Senaat)
(nr. 1140/2);
. le projet de texte portant révision du titre II de la
Constitution, en vue d'y insérer un article nouveau
relatif au droit des femmes et des hommes à l'égalité
(transmis par le Sénat) (n° 1140/2);
. het ontwerp van tekst houdende herziening van titel
II van de Grondwet, met de bedoeling er een
bepaling in te voegen betreffende het recht van de
vrouwen en de mannen op gelijkheid en de
bevordering van de gelijke toegang tot door
verkiezing verkregen en openbare mandaten
(overgezonden door de Senaat) (nr. 1141/5);
. le projet de texte portant révision du titre II de la
Constitution, en vue d'y insérer une disposition
relative au droit des femmes et des hommes à
l'égalité et favorisant leur égal accès aux mandats
électifs et publics (transmis par le Sénat) (n° 1141/5);
namens de commissie voor de Justitie,
au nom de la commission de la Justice,
-
door mevrouw Fauzaya Talhaoui, over het
wetsontwerp houdende overeenstemming van het
belgische recht met het verdrag tegen foltering en
andere wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing, aangenomen te New York
op 10 december 1984 (nr. 1387/6).
- par Mme Fauzaya Talhaoui, sur le projet de loi de
mise en conformité du droit belge avec la convention
contre la torture et autres peines ou traitements
cruels, inhumains ou dégradants, faite à New York le
10 décembre 1984 (n° 1387/6).
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
REGERING GOUVERNEMENT
Ingediende wetsontwerpen
Dépôt de projets de loi
De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
- wetsontwerp houdende regeling van economische
en individuele activiteiten met wapens (nr. 1598/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet);
- projet de loi réglant des activités économiques et
individuelles avec des armes (n° 1598/1) (matière
visée à l'article 78 de la Constitution);
-
wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen
inzake de persoonlijke verschijning van de
beklaagde en het artikel 421 van het Wetboek van
strafvordering (nr. 1600/1) (aangelegenheid zoals
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet);
- projet de loi modifiant les dispositions concernant
la comparution en personne du prévenu et l'article
421 du Code d'instruction criminelle (n° 1600/1)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution);
-
wetsontwerp houdende uitbreiding van de
mogelijkheden tot inbeslagneming en
verbeurdverklaring in strafzaken (nr.
1601/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet).
- projet de loi portant extension des possibilités de
saisie et de confiscation en matière pénale
(n° 1601/1) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
Ingetrokken wetsontwerp
Retrait d'un projet de loi
Bij brief van 21 januari 2002 deelt de minister van
Justitie mee dat hij zijn wetsontwerp tot interpretatie
en wijziging van sommige bepalingen van de wet
van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van
fiscale geschillen en van de wet van 23 maart 1999
betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken
(nr. 1329/1) intrekt.
Par lettre du 21 janvier 2002, le ministre de la
Justice fait savoir qu'il retire son projet de loi
interprétant et modifiant certaines dispositions de la
loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en
matière fiscale et de la loi du 23 mars 1999 relative
à l'organisation judiciaire en matière fiscale
(n° 1329/1).
Algemene uitgavenbegroting 2001
Budget général des dépenses 2001
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over:
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:
- bij brieven van 15 en 16 januari 2002, twee lijsten
met herverdelingen van basisallocaties betreffende
het ministerie van Financiën;
- par lettres des 15 et 16 janvier 2002, deux
bulletins de redistributions d'allocations de base
concernant le ministère des Finances;
- bij brief van 18 januari 2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende het
ministerie van Ambtenarenzaken;
- par lettre du 18 janvier 2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère de la Fonction publique;
- bij brief van 21 januari 2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende het
ministerie van Buitenlandse Zaken;
-
par lettre du 21
janvier
2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère des Affaires étrangères;
- bij brief van 21 januari 2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende de
Internationale Samenwerking.
- par lettre du 21 janvier 2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant la
Coopération internationale.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verslag Rapport
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Bij brief van 9 januari 2002 zendt het ministerie van
Ambtenarenzaken een verslag over betreffende een
adviesopdracht kwaliteit in de federale
overheidsdiensten.
Par lettre du 9 janvier 2002, le ministère de la
Fonction publique transmet un rapport relatif à une
mission de consultation sur la qualité dans la
fonction publique fédérale.
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
ARBITRAGEHOF COUR
D'ARBITRAGE
Arresten Arrêts
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
-
het arrest nr.
11/2002 uitgesproken op
16
januari
2002 over de prejudiciële vraag
betreffende artikel 444 van het Wetboek van
Koophandel (wet van 18 april 1851 op het
faillissement, de bankbreuk en de opschorting van
betaling), gesteld door de rechtbank van
koophandel te Charleroi bij vonnis van
10 oktober 2000 inzake A. Posilovic en I. Vausort
tegen de coöperatieve vennootschap P & V
Verzekeringen;
-
l'arrêt n°
11/2002 rendu le 16 janvier 2002
concernant la question préjudicielle relative à
l'article 444 du Code de commerce (loi du
18
avril
1851 sur les faillites, banqueroutes et
sursis), posée par le tribunal de commerce de
Charleroi par jugement du 10 octobre 2000 en
cause de A. Posilovic et I. Vausort contre la société
coopérative P & V Assurances;
(rolnummer: 2065)
(n° du rôle: 2065)
-
het arrest nr.
12/2002 uitgesproken op
16 januari 2002 betreffende de prejudiciële vragen
over artikel 5, § 6, 2°, van de wet van 22 april 1999
betreffende de beroepstucht voor accountants en
belastingconsulenten, gesteld door de bij artikel 7
van dezelfde wet opgerichte Commissie van beroep
bij beslissing van 5
december 2000 inzake
H. Hoogstraten;
- l'arrêt n° 12/2002 rendu le 16 janvier 2002 relatif
aux questions préjudicielles concernant l'article 5,
§ 6, 2°, de la loi du 22 avril 1999 relative à la
discipline professionnelle des experts-comptables
et des conseils fiscaux, posées par la Commission
d'appel instaurée par l'article 7 de la même loi par
décision du 5
décembre 2000 en cause de
H. Hoogstraten;
(rolnummer: 2093)
(n° du rôle: 2093)
-
het arrest nr.
13/2002 uitgesproken op
16 januari 2002 over de beroepen tot vernietiging
van:
.
de ordonnantie van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000
houdende goedkeuring van het
samenwerkingsakkoord van 13 april 1999 tussen de
federale Staat en de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie en de Franse
Gemeenschapscommissie inzake de begeleiding en
de behandeling van daders van seksueel misbruik,
.
de wet van 12 maart 2000 betreffende de
instemming met het samenwerkingsakkoord tussen
de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie, de Franstalige
Gemeenschapscommissie en de Federale Staat
inzake de begeleiding en behandeling van daders
van seksueel misbruik,
ingesteld door de VZW "Centre de recherche-action
et de consultations en sexo-criminologie" (CRASC);
-
l'arrêt n°
13/2002 rendu le 16 janvier 2002
concernant les recours en annulation de:

. l'ordonnance de la Commission communautaire
commune du 20 juillet 2000 portant approbation de
l'Accord de coopération du 13 avril 1999 entre l'Etat
fédéral et la Commission communautaire commune
et la Commission communautaire française
concernant la guidance et le traitement d'auteurs
d'infractions à caractère sexuel,

. la loi du 12 mars 2000 portant assentiment de
l'accord de coopération entre la Commission
communautaire commune, la Commission
communautaire française et l'Etat fédéral relatif à la
guidance et au traitement d'auteurs d'infractions à
caractère sexuel,
introduits par l'ASBL centre de recherche-action et
de consultations en sexo-criminologie (CRASC);
(rolnummers: 2119 en 2120)
(n
os
du rôle: 2119 et 2120)
CRIV 50
PLEN 200
23/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
-
het arrest nr.
14/2002 uitgesproken op
17 januari 2002 betreffende de prejudiciële vragen
over artikel 57, § 2, van de organieke wet van
8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd bij
artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, gesteld door
de arbeidsrechtbank te Kortrijk bij zes vonnissen
van 4, 11 en 25 oktober en 8 en 22 november 2000
inzake respectievelijk S. Amasihohu, M. Lindner,
M.
Doe, M. Robleh Reali, M. Benouadah en
M. Abderrahim tegen diverse OCMW's, gesteld
door de arbeidsrechtbank te Gent bij vonnis van
17 november 2000 inzake G. Do tegen het OCMW
van Gent en gesteld door het arbeidshof te
Antwerpen bij arrest van 13 december 2000 inzake
M. Rahaoui tegen het OCMW van Antwerpen;
-
l'arrêt n°
14/2002 rendu le 17 janvier 2002
concernant les questions préjudicielles relatives à
l'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique
des centres publics d'aide sociale, tel qu'il a été
modifié par l'article 65 de la loi du 15 juillet 1996,
posées par le tribunal du travail de Courtrai par six
jugements des 4, 11 et 25 octobre et 8 et
22 novembre 2000 en cause respectivement de
S. Amasihohu, M. Lindner, M. Doe, M. Robleh
Reali, M. Benouadah et M. Abderrahim contre
divers CPAS, posées par le tribunal du travail de
Gand par jugement du 17 novembre 2000 en cause
de G. Do contre le CPAS de Gand et posées par la
cour du travail d'Anvers par arrêt du
13 décembre 2000 en cause de M. Rahaoui contre
le CPAS d'Anvers;
(rolnummers: 2054, 2058, 2069, 2075, 2081, 2083,
2084 en 2100)
(n
os
du rôle: 2054, 2058, 2069, 2075, 2081, 2083,
2084 et 2100)
-
het arrest nr.
15/2002 uitgesproken op
17 januari 2002 betreffende de prejudiciële vragen
over artikel 57, § 2, van de organieke wet van
8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd bij
artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, gesteld door
de arbeidsrechtbank te Kortrijk bij vonnis van
7 februari 2001 inzake O. Mondjobe Mbuyi tegen
het OCMW van Ingelmunster, bij vonnis van
7
maart 2001 inzake M. Mahmood tegen het
OCMW van Kortrijk en bij vonnis van 18 april 2001
inzake A. Kluev tegen het OCMW van Kortrijk,
gesteld door het arbeidshof te Gent bij arrest van
27 april 2001 inzake M. Ahmeti tegen het OCMW
van Brugge en gesteld door het Hof van Cassatie bij
arrest van 10 september 2001 inzake het OCMW
van Hoei tegen N. Brajevic en R. Halilovic.
-
l'arrêt n°
15/2002 rendu le 17 janvier 2002
concernant les questions préjudicielles relatives à
l'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique
des centres publics d'aide sociale, tel qu'il a été
modifié par l'article 65 de la loi du 15 juillet 1996,
posées par le tribunal du travail de Courtrai par
jugement du 7
février
2001 en cause de
O. Mondjobe Mbuyi contre le CPAS d'Ingelmunster,
par jugement du 7 mars 2001 en cause de
M. Mahmood contre le CPAS de Courtrai et par
jugement du 18 avril 2001 en cause de A. Kluev
contre le CPAS de Courtrai, posées par la cour du
travail de Gand par arrêt du 27 avril 2001 en cause
de M. Ahmeti contre le CPAS de Bruges et posées
par la Cour de cassation par arrêt du
10 septembre 2001 en cause du CPAS de Huy
contre N. Brajevic et R. Halilovic.
(rolnummers: 2130, 2140, 2163, 2170 en 2245)
(n
os
du rôle: 2130, 2140, 2163, 2170 et 2245)
Ter kennisgeving
Pour information
Prejudiciële vragen
Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van de
prejudiciële vragen betreffende artikel 9 van de wet
van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse
bepalingen, gesteld door het arbeidshof te Luik bij
arrest van 4 december 2001 inzake B. Delhaye
tegen de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA)
en het Algemeen Christelijk Vakverbond; de
beschikking tot samenvoeging van deze zaak met
de zaak met rolnummer 2247.
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie les questions
préjudicielles relatives à l'article 9 de la loi du
20 juillet 1991 portant des dispositions sociales et
diverses, posées par la cour du travail de Liège par
arrêt du 4 décembre 2001 en cause de B. Delhaye
contre l'Office national de l'emploi (ONEm) et la
Confédération des syndicats chrétiens;
l'ordonnance de jonction de cette affaire avec
l'affaire portant le n° de rôle 2247.
(rolnummers: 2247 en 2299)
(n
os
du rôle: 2247 et 2299)
Ter kennisgeving
Pour information
JAARVERSLAGEN RAPPORTS
ANNUELS
23/01/2002
CRIV 50
PLEN 200
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Overlegplatform inzake voorwaardelijke invrijheidstelling
Plate-forme de concertation relative à la libération
conditionnelle
Bij brief van 9 januari 2002 zendt de voorzitter van
het overlegplatform inzake voorwaardelijke
invrijheidstelling de activiteitenverslagen 1999 en
2000 van het overlegplatform inzake
voorwaardelijke invrijheidstelling over.
Par lettre du 9 janvier 2002, le président de la plate-
forme de concertation relative à la libération
conditionnelle transmet les rapports d'activités 1999
et 2000 de la plate-forme de concertation relative à
la libération conditionnelle.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
VARIA DIVERS
Statistieken Statistiques
Bij brief van 14 januari 2002 zendt de "Conseil des
recteurs" de statistieken voor het jaar 2001 over
betreffende "les étudiants et le personnel des
institutions universitaires francophones de
Belgique".
Par lettre du 14
janvier
2002, le Conseil des
recteurs transmet les statistiques pour l'année 2001
relatives aux étudiants et au personnel des
institutions universitaires francophones de Belgique.
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture