KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
PLEN 236
CRIV 50
PLEN 236
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET VERTALING
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC TRADUCTION
BUITENGEWONE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
EXTRAORDINAIRE
donderdag
jeudi
30-05-2002
30-05-2002
17:00 uur
17:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
Centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Telegram van Zijne Majesteit de Koning
1
Télégramme de Sa Majesté le Roi
1
Telegram van de Senaat
2
Télégramme du Sénat
2
Telegram van de Raad van de Duitstalige
Gemeenschap
2
Télégramme du Conseil de la Communauté
germanophone
2
Toespraak van de voorzitter
2
Allocution du président
2
Hulde aan de heer Mark Eyskens
3
Hommage à M. Mark Eyskens
3
Hulde aan de heer Georges Clerfayt
6
Hommage à M. Georges Clerfayt
6
Hulde aan de heer Jean-Pierre Grafé
8
Hommage à M. Jean-Pierre Grafé
8
Toespraak van de eerste minister
10
Allocution du premier ministre
10
Dankwoord van de heer Mark Eyskens
13
Remerciements de M. Mark Eyskens
13
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
BUITENGEWONE
PLENUMVERGADERING
SEANCE PLENIERE
EXTRAORDINAIRE
van
DONDERDAG
30
MEI
2002


HULDEBETOON
naar aanleiding van hun vijfentwintig en dertig
jaar parlementair mandaat, aan de heren

Mark Eyskens
Georges Clerfayt
Jean-Pierre Grafé

De vergadering wordt geopend om 17.13 uur. In de
regeringsbanken heeft plaatsgenomen de heer
Guy
Verhofstadt,
eerste minister.

De jubilarissen worden door de voorzitter van het
College van Quaestoren, de heer Yvon Harmegnies,
de vergaderzaal binnengeleid onder het levendige
applaus van de vergadering en nemen plaats op de
stoelen in het midden van het halfrond.

De heer
Herman De Croo
, voorzitter van de Kamer,
zit de vergadering voor.
du
JEUDI
30
MAI
2002


HOMMAGE
à l'occasion de leurs vingt-cinq et trente
années de mandat parlementaire, à MM.

Mark Eyskens
Georges Clerfayt
Jean-Pierre Grafé

La séance est ouverte à 17.13 heures. A pris place
au banc du gouvernement M.
Guy Verhofstadt
,
premier ministre.

Introduits par le président du Collège des Questeurs,
M. Yvon Harmegnies, les jubilaires font leur entrée
dans la salle sous les vifs applaudissements de
l'assemblée et prennent place dans les fauteuils qui
leur sont réservés au centre de l'hémicycle.

M.
Herman De Croo
, président de la Chambre,
préside la séance.
01 Telegram van Zijne Majesteit de Koning

De
voorzitter
: Alvorens in uw aller naam hulde te
brengen aan onze drie jubilarissen, wens ik u
voorlezing te doen van een telegram van Zijne
Majesteit de Koning:

"Ik sluit mij van harte aan bij de hulde die de Kamer
vandaag brengt aan de heren Jean-Pierre Grafé en
Georges Clerfayt naar aanleiding van hun dertigjarig
parlementair mandaat en de heer Mark Eyskens voor
zijn vijfentwintigjarig parlementair mandaat.


Het is mij een bijzonder genoegen, om samen met
de blijken van sympathie die hen betuigd worden,
mijn beste wensen aan te bieden voor hun geluk, hun
gezondheid en hun vruchtbare inzet ten dienste van
het land".

(Getekend) Albert II



01 Télégramme de Sa Majesté le Roi

Le
président
: Avant de rendre hommage au nom de
vous tous à nos trois jubilaires, je désire vous donner
lecture d'un télégramme de Sa Majesté le Roi:


"Je m'associe bien volontiers à l'hommage que la
Chambre rend aujourd'hui à Messieurs Jean-Pierre
Grafé et Georges Clerfayt à l'occasion de leurs trente
ans de mandat parlementaire ainsi qu'à M. Mark
Eyskens à l'occasion de ses vingt-cinq ans de
mandat parlementaire.

Il m'est très agréable de joindre aux marques de
sympathie qui leur sont témoignées mes vives
félicitations et mes meilleurs voeux pour leur santé,
leur bonheur et une activité féconde au service du
pays".

(Signé) Albert II



30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
02 Telegram van de Senaat
De
voorzitter
: Ik heb eveneens van de heer Armand
De Decker, voorzitter van de Senaat, volgend
telegram ontvangen:

"Samen met alle senatoren sluit ik mij van harte aan
bij deze hulde van de Kamer van
volksvertegenwoordigers aan de heren Jean-Pierre
Grafé en Georges Clerfayt voor hun dertig jaar
parlementair mandaat en aan de heer Mark Eyskens
voor zijn vijfentwintig jaar parlementair mandaat.

Aan elk van hen wens ik bijzondere hulde te brengen
voor hun heel persoonlijke en waardevolle bijdrage tot
het politieke leven van ons land tijdens deze cruciale
periode van onze geschiedenis.

Tevens wens ik hen nog vele boeiende en gelukkige
jaren in de politieke bedrijvigheid".

(Getekend) Armand De Decker, voorzitter van de
Senaat
02 Télégramme du Sénat

Le
président
: J'ai également reçu de M. Armand De
Decker, président du Sénat, le télégramme suivant:


"De concert avec tous les sénateurs je m'associe de
tout coeur à cet hommage de la Chambre des
représentants à Messieurs Jean-Pierre Grafé et
Georges Clerfayt pour leur trente ans de mandat
parlementaire et à M. Mark Eyskens pour ses vingt-
cinq ans de mandat parlementaire.

Je désire rendre un hommage tout particulier à
chacun d'eux pour leur contribution personnelle et
précieuse à la vie politique de notre pays durant
cette période cruciale de notre histoire.

En outre, je leur souhaite encore de nombreuses et
heureuses années d'activité politique."

(Signé) Armand De Decker, président du Sénat

03 Telegram van de Raad van de Duitstalige
Gemeenschap

De
voorzitter
: Ik heb eveneens een telegram
ontvangen van de secretaris-generaal en van de
voorzitter van de Raad van de Duitstalige
Gemeenschap, de heer Alfred Evers:

"Die Kammer ehrt heute drei Ihrer Mitglieder, die auf
eine 30-jährige beziehungsweise 25-jährige
Parlamentarierlaufbahn zurückblicken können.
Im Namen des Rates der deutschsprachigen
Gemeinschaft möchten wir Sie höflichtst bitten, den
Geehrten, den Herren Abgeordneten Jean-Pierre
Grafé, Georges Clerfayt und Mark Eyskens die
herzlichsten Glückwünsche unseres Parlaments zu
ihrem Jubiläum übermitteln und ihnen für ihre Arbeit
zum Wohle unseres Landes unseren Dank
aussprechen zu wollen."

(Getekend)
Manfred Beckers, secretaris-
generaal van de Raad van de Duitstalige
Gemeenschap
Alfred Evers, voorzitter van de Raad
van de Duitstalige Gemeenschap
03 Télégramme du Conseil de la Communauté
germanophone

Le
président
: J'ai également reçu un télégramme du
secrétaire général et du président du Conseil de la
Communauté germanophone, M. Alfred Evers:


"Die Kammer ehrt heute drei Ihrer Mitglieder, die auf
eine 30-jährige beziehungsweise 25-jährige
Parlamentarierlaufbahn zurückblicken können.
Im Namen des Rates der deutschsprachigen
Gemeinschaft möchten wir Sie höflichtst bitten, den
Geehrten, den Herren Abgeordneten Jean-Pierre
Grafé, Georges Clerfayt und Mark Eyskens die
herzlichsten Glückwünsche unseres Parlaments zu
ihrem Jubiläum übermitteln und ihnen für ihre Arbeit
zum Wohle unseres Landes unseren Dank
aussprechen zu wollen."

(Signé) Manfred Beckers, secrétaire général du
Conseil de la Communauté germanophone
Alfred Evers, président du Conseil de la
Communauté germanophone
04 Toespraak van de voorzitter

Dames en heren,

Geachte collega's en genodigden,

Ik verklaar de huldezitting ter ere van drie collega's
die vijfentwintig en dertig jaar mandaat in ons
Parlement tellen voor geopend.

04 Allocution du président

Mesdames et messieurs,

Chers collègues et invités,

Je déclare ouverte la séance d'hommage en l'honneur
de trois collègues qui comptent vingt-cinq et trente
ans de mandat dans notre Parlement.

CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
05 Hulde aan de heer Mark Eyskens

De
voorzitter
: Beste collega Mark Eyskens, u bent
een man van vele talenten. We kennen u niet alleen
als een briljant politicus, maar ook als hoogleraar
economie, filosoof, schrijver en kunstschilder.


Wie zich aan een surfsessie op uw webstek waagt,
kan meteen de meest uiteenlopende domeinen
aanklikken. Die veelzijdigheid voedt uw ideeën, uw
zienswijzen en uw wereldvisie. De samenleving is zo
complex geworden dat we nergens meer staan
zonder een multidisciplinaire aanpak. U hebt dat al
lang ingezien en dankt die visionaire kijk op het lot
der mensheid ongetwijfeld aan uw openheid en aan
uw interesse voor de diverse uitdrukkingsvormen van
de menselijke geest.

In uw denkwijze vloeien economie, filosofie en
ethische waarden samen tot een harmonisch geheel.

Zingeving is voor u een fundamentele queeste.

In 1998 diende u in onze assemblee een origineel
wetsvoorstel in, dat ons ­ zoals u stellig weet ­ aan
het denken heeft gezet. Uw voorstel behelst de
oprichting van een Waardenoverleg- en
adviescentrum, dat tot doel moet hebben een
gestructureerde en voortdurende reflectie en dialoog
tot stand te brengen over de belangrijkste
toekomstvraag: "Hoe de om zich heen grijpende,
alom oprukkende veranderingen omzetten in
menselijke vooruitgang?"

De commentatoren ondervinden vaak de grootste
moeite om u in een ideologisch hokje te plaatsen. Zij
die zich er snel van af willen maken, brengen u onder
in de conservatieve vleugel van uw partij.

U bent weliswaar gesteld op orde en pleit voor het in
bedwang houden van de menselijke passies, net
zoals u zeer gehecht bent aan de waarden waaraan
de letter "C" in de naam van uw partij uitdrukking
geeft. Hebben die waarden niet steeds uw gaan en
staan in de politiek bepaald? Niettemin bent u ook
een open en tolerant mens, wat onder andere tot
uiting komt in uw pleidooi voor migrantenstemrecht.
Volgens u staat de multiculturele samenleving in de
sterren geschreven. Wie respect heeft voor de
menselijke waarde, kleeft automatisch een
universele levensvisie aan. Die les heeft u uit de
wereldgeschiedenis getrokken.

Kortom, u bent vrij van geest, onafhankelijk,
origineel en wars van traditionele denkpatronen.

Trouwens: zelf situeert u zich rechts van het linkse
spectrum en links van het rechtse spectrum. Voor
uw kritische geest is niets vanzelfsprekend. Daarom
05 Hommage à M. Mark Eyskens

Le
président
: Cher collègue Mark Eyskens, vous
êtes un homme aux multiples talents. Au-delà de
votre parcours politique brillant, nous connaissons
aussi le professeur d'économie, le philosophe,
l'homme de lettres ou encore l'artiste peintre.

Une visite sur votre site internet entraîne le visiteur
dans ces domaines très variés. Tous ces aspects
sous-tendent votre pensée et participent à votre
perception et à votre conception du monde. La
complexité de nos sociétés actuelles nécessite une
approche pluridisciplinaire. Nul doute que votre
intérêt et votre ouverture vers les multiples facettes
de l'expression de l'esprit humain participent à vos
conceptions visionnaires de nos destins.


Votre pensée intègre science économique,
philosophie et valeurs éthiques.

La recherche du sens est pour vous une quête
fondamentale.
Ainsi, au sein de notre assemblée, vous avez
déposé en 1998 ­ et il ne vous étonnera point que
nous y réfléchissions depuis ­ une proposition de loi
originale, visant à créer un Centre de concertation et
d'avis sur les valeurs, ceci afin d'initier une réflexion
et un dialogue structuré et permanent au sujet de la
question primordiale qui se pose pour notre avenir :
« Comment transformer en progrès humain les
changements tous azimuts et profonds qui affectent
tous les domaines de la vie en société ? ».

Les commentateurs ont souvent eu de la peine à
vous cerner idéologiquement. Certains, soucieux de
vous qualifier rapidement vous classent dans la
tendance conservatrice de votre parti.

Certes vous êtes un homme d'ordre, prônant le
contrôle des passions humaines, profondément
attaché aux valeurs qu'incarne la lettre C de votre
parti, valeurs qui ont toujours été le fondement de
votre action en politique. Mais vous êtes aussi
homme de large ouverture et tolérance, et
notamment partisan de l'octroi du droit de vote aux
populations immigrées. La multiculturalité vous paraît
inscrite dans les astres. L'humanité tend vers
l'universalité, c'est un enseignement de l'histoire.




Bref, vous êtes un esprit libre, indépendant, original
qui échappe aux étiquettes traditionnelles.

Vous affirmez d'ailleurs vous-même vous situer à la
droite de la gauche et à la gauche de la droite. Esprit
critique pour qui rien n'est évident, vous mettez en
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
trekt u ook van leer tegen simplistische opvattingen,
vooral inzake buitenlands beleid, omdat de
democratisering van de wereld in uw ogen niet kan
berusten op het universeel exporteren van één enkel
model.

Gedurende tal van decennia hebt u een academische
loopbaan uitgebouwd als hoogleraar economie aan
de Katholieke Universiteit Leuven.

Uw lessen op zaterdagochtend waren bijzonder
populair. Uw studenten ervoeren ze als causerieën.

Tevens bent u een letterkundige. Zodra uw woelige
openbare leven het ook maar toeliet, gaf u zich over
aan uw passie voor de filosofie en de futurologie. U
heeft een dertigtal werken gepubliceerd: romans,
essays en bespiegelingen die u nu eens in het
Nederlands, dan weer in het Frans op papier heeft
gezet. U jongleert met woorden. Uw pen verkent
lichtvoetig nieuwe horizonten, uw taalgebruik is
geraffineerd en bloemrijk. Oók wanneer u in het
Frans schrijft, waardoor u de taal van de andere
gemeenschap passend eer bewijst. Ter illustratie
enkele van uw titels: "Democratie tussen spin en
web", waarin u een aantal pistes uittekent om de
democratie nieuw leven in te blazen, "De reis naar
Dabar", in het Frans vertaald als "L'affaire Titus", een
multidimensionele metaroman waarin u alle literaire
registers bespeelt teneinde onze samenleving beter
te doorgronden, of nog "De grote verjaring - Van de
twintigste eeuw naar het derde millennium" in het
Frans vertaald als "Le fleuve et l'océan - Du 20
e
siècle au 3
e
millénaire". U heeft altijd een "Boontje"
gehad voor science fiction. Als kind was u dan ook
gefascineerd door de boeken van Herbert George
Wells.

Toch was uw kindertijd nog het meest doordrongen
van de politiek. Uw vader is een grote naam uit onze
geschiedenis ­ een monument. Hij wijdt u in in de
geheimen van de staathuishoudkunde, die u aan zijn
zijde tot in de kleinste details uitpluist. U behoorde
tot het kransje van Belgische en internationale politici
die destijds de wacht uitmaakten. Doordat u in staat
bent de gebeurtenissen met enige afstand in
ogenschouw te nemen, heeft u zichzelf wel eens
afgeschilderd als "een idealist zonder illusies", wat
zeker de voorkeur verdient boven "een illusionist
zonder idealen".

In het voetspoor van uw vader wordt u op een dag
eerste minister en later minister van Staat. De
"Eyskens-dynastie", bloklettert de pers. En
inderdaad: in een democratie gebeurt het zelden dat
een vader en daarna ook zijn zoon een regering
leiden. U bent lid geweest van diverse
bewindsploegen, als Vlaams gewestminister van
Economische Aangelegenheden, als nationaal
minister van Ontwikkelingssamenwerking, Financiën,
Economische Zaken en Buitenlandse Zaken. In die
hoedanigheid moet u het hoofd bieden aan
garde contre les idées simplistes, surtout en matière
de politique étrangère car la démocratisation du
monde ne repose pas sur l'exportation universelle
d'un modèle donné.


Durant plusieurs décennies, vous avez assumé une
carrière académique en qualité de professeur
d'économie à la Katholieke Universiteit Leuven.

Vos cours du samedi matin étaient très populaires;
vos auditeurs les percevaient comme des causeries.

Vous êtes aussi homme de lettres. Profitant des
moments de répit que vous réservent les aléas de la
vie publique, vous renouez régulièrement avec votre
goût pour la réflexion et la prospective. Vous avez
publié une trentaine d'ouvrages : romans, essais,
méditations, tant en langue néerlandaise qu'en
langue française. Vous jonglez avec les mots. Votre
plume est vagabonde et allègre, votre langue raffinée
et fleurie dans les deux idiomes, bel hommage à la
culture de l'autre communauté.

« Democratie tussen spin en web » où vous formulez
des pistes pour revitaliser la démocratie, « L'affaire
Titus » métaroman multidimensionnel où vous
orchestrez tous les genres littéraires possibles pour
mieux décoder notre société, ou encore « Le fleuve
et l'océan ­ Du 20è siècle au troisième millénaire ».
La vision du futur, la science fiction ont toujours
hanté votre esprit. Herbert George Wells figurait
parmi vos lectures d'enfance favorites.





Mais c'est surtout de politique que votre prime
enfance a été imprégnée. Votre père est un grand
nom de notre histoire, un monument. Il vous initie
aux arcanes de la science d'État que vous explorez
avec lui dans ses plus fines subtilités. Vous côtoyez
le personnel politique belge et international de
l'époque. Avec le recul face aux événements qui est
le vôtre, vous vous êtes parfois défini comme un
idéaliste sans illusion, ce qui est certes préférable à
un illusionniste sans idéaux.



Comme votre père, vous serez un jour Premier
ministre puis Ministre d'État. La presse parlera de
« dynastie Eyskens » tant il est vrai qu'il est rare
dans une démocratie de voir père et fils présider un
gouvernement. Vous avez participé à de
nombreuses équipes ministérielles et assumé la
responsabilité de l'Économie régionale flamande, de
la Coopération au développement, des Finances, des
Affaires économiques et des Affaires étrangères. A
ce poste vous affronterez la crise du golfe,
Maastricht, la transformation du paysage politique
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
gebeurtenissen als de Golfcrisis, Maastricht, de
herverkaveling van het Europese politieke landschap
na de val van het IJzeren gordijn, ...

Voorts is het alom geweten dat u een fervent
voorstander bent van de Europese eenmaking. U
bent de pleitbezorger van een Europa van de
waarden, waarin ook plaats is voor tolerantie en
openheid. Een Europa dat garanties biedt voor een
"pax europeana".


Beste collega Mark Eyskens, een kwarteeuw lang
heeft ons halfrond op uw uitzonderlijke kwaliteiten
kunnen rekenen. We weten dat het parlementaire
leven u altijd na aan het hart heeft gelegen,
inzonderheid de besprekingen in de commissies. U
bent één van degenen die zorgen voor sfeer in het
parlement, gedreven als u bent door loyauteit en een
hang naar consensus. Wat een verschil met andere
landen ­ soms niet eens veraf ­, waar het politieke
klimaat maar al te vaak verglijdt naar een latente
burgeroorlog. Sommigen staan verbaasd van de
veelheid en de complexiteit van onze instellingen.
Maar die kenmerken weerspiegelen net ons streven
naar een democratische dialoog. Of om het met uw
woorden te zeggen: "ondanks onze communautaire
spanningen is er nooit bloed gevloeid, zever des te
meer."

Het gerucht gaat dat u van plan bent ons na het
parlementair reces te verlaten, maar het lijkt ons wel
voorbarig nu al uw verscheiden aan te kondigen zoals
in het geval van Mark Twain, die in de krant zijn
verdrinkingsdood moest vernemen. De politiek zal
één van zijn boegbeelden verliezen. Uiteraard zal u
altijd een beetje tussen ons aanwezig blijven: op
onze weg naar de vergaderzalen kruist ons telkens
de blik van uw borstbeeld. U had die buste trouwens
liever in chocolade dan in brons gegoten willen zien.
Zodat onze bezoekers er in het voorbijgaan een likje
van konden nemen en zich verheugen over het feit
dat België ooit zo'n "excellente" premier heeft gehad!

Beste Mark, iedereen is het erover eens dat u het
land uitstekende diensten bewezen hebt.

Binnenkort neemt u andere functies op. Zo wacht u
het voorzitterschap van de Koninklijke Vlaamse
Academie van België voor Wetenschappen en
Kunsten. U keert in zekere zin terug naar uw roots:
de wetenschap. Bij wijze van boutade denkt u
eindelijk de tijd te zullen hebben met politiek bezig te
zijn en na te denken over de grote maatschappelijke
vraagstukken.

We wensen u alle geluk toe bij het schrijven van uw
volgende levenshoofdstuk.

(Quaestor Yvon Harmegnies overhandigt de
erepenning van de Kamer aan de heer Mark
Eyskens.)
européen après la chute du rideau de fer....



Chacun connaît également vos profondes
convictions européennes . Vous prônez une Europe
des valeurs qui intègre les dimensions de tolérance
et d'ouverture. Une Europe qui garantit une « Pax
europeana » démocratiquement organisée dans une
perspective de progrès économique et de bien-être
social accru.

Cher collègue Mark Eyskens, pendant un quart de
siècle, notre enceinte a pu profiter de vos dons
exceptionnels. Nous savons que vous avez toujours
apprécié la vie parlementaire, plus particulièrement
les débats en commission. Vous êtes l'un de ceux
qui contribuent à l'atmosphère de notre parlement,
empreint de beaucoup de bonne volonté et de souci
du consensus, alors qu'ailleurs, dans d'autres
nations parfois proches, le climat politique est trop
souvent celui d'une guerre civile latente. Certains
s'étonnent de nos institutions multiples et
complexes. C'est l'expression de notre souci de
dialogue démocratique. Ainsi que vous le
commentez : chez nous, si le sang ne coule pas, la
salive d'autant plus.



Une rumeur vous prête l'intention de nous quitter
après les vacances parlementaires, même si à
l'instar de Mark Twain apprenant sa noyade dans les
journaux du lendemain, l'annonce de votre décès
pourrait être prématurée. Le paysage politique perdra
l'un de ses sages. Bien sûr, nous vous garderons
toujours un peu parmi nous. Lorsque nous
rejoindrons nos salles de réunion, votre buste
croisera nos regards. Vous aviez d'ailleurs souhaité
le voir réalisé non pas en bronze mais en chocolat
afin que nos visiteurs puissent vous faire la lèche au
passage et s'exclamer ravis : « Quel excellent
premier ministre ! ».

Très cher Mark, chacun s'accorde à reconnaître que
vous avez rendu d'éminents services à notre pays.

Bientôt, vous assumerez d'autres fonctions. La
présidence de la section néerlandaise de l'Académie
des sciences et des arts vous attend. Vous
retournez en quelque sorte à vos origines, le milieu
scientifique. En guise de boutade, vous considérez
que vous aurez enfin le temps de vous occuper de
politique et de réfléchir aux grands problèmes de
société.

Dans cette nouvelle page de votre vie, tous nos
voeux de bonheur vous accompagnent.

(M. le questeur Yvon Harmegnies remet la médaille
d'honneur de la Chambre à M. Mark Eyskens.)
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

(Levendig applaus)

(Vifs applaudissements)
06 Hulde aan de heer Georges Clerfayt

De
voorzitter
: Geachte heer Clerfayt, beste collega,
u hebt het levenslicht gezien op 23 april 1935, in het
Noord-Franse plaatsje Colleret. Maar uw jeugd hebt u
in Bergen doorgebracht.

U loopt er school in het Collège Saint-Stanislas, die
kweekvijver van prominenten. Daar maken wij voor
het eerst met elkaar kennis en vanop de
schoolbanken brengen we samen de nodige kleur in
een aantal lessen. Achteraf zijn we dat overigens
blijven doen, maar dan vanuit dit halfrond. Uw
universitaire studie doet u in Namen en in Leuven.
Naast een licentiaatsdiploma in de rechten behaalt u
er ook een diploma in de politieke wetenschappen en
in de economische wetenschappen.

Internationale betrekkingen en het Europese project:
dát zijn uw stokpaardjes. Het is dan ook
vanzelfsprekend dat u mee opgaat in de euforie die
in die periode in de universiteitsstad omtrent Europa
heerst.

De padvinderij is uw favoriete vrijetijdsbesteding. Bij
de scouts krijgt u fundamentele waarden mee als
idealisme, zin voor menselijke relaties en een loyale
geestdrift voor een nobel doel. Die waarden zullen
later een leidraad vormen voor uw politiek
engagement.

In 1963 laat u definitief het universitaire leven achter
u, nadat u assistent bent geweest van professor
Dupriez, de toekomstige rector van het I.C.H.E.C..

Van 1963 tot 1971 werkt u als ambtenaar bij de
Bankcommissie.

Ondertussen spreidt u uw pedagogische talenten
tentoon in het toen nog Brusselse Institut Cardijn en
aan de universiteit van Namen, waar u Economie
doceert.

François Persoons ­ de drijfveer achter de groep La
relève ­ zal uw politieke mentor worden. In 1970
treedt hij tegelijk met u toe tot de fonkelnieuwe FDF.
Onder impuls van François Persoons komt u tijdens
de gemeenteraadsverkiezingen op voor de lijst
Démocratie bruxelloise, in Sint-Genesius-Rode. In
die gemeente wordt u op 5 april 1971 de eerste
Franstalige schepen van de Brusselse Rand.

Mede dankzij uw lidmaatschap van de FDF,
waarbinnen u de hoogste functies uitoefent
(secretaris-generaal van 1977 tot 1980 en voorzitter
van 1984 tot 1995), krijgt u op 7 november 1971
toegang tot het halfrond van de Kamer.
06 Hommage à M. Georges Clerfayt

Le
président
: Cher monsieur Clerfayt, cher collègue,
vous êtes né le 23 avril 1935, à Colleret, dans le Nord
de la France, mais c'est à Mons que vous passez
votre jeunesse.

Après des études entreprises à ce creuset de
grandes personnalités qu'est le Collège Saint-
Stanislas, où nous nous sommes connus et avons
animé ensemble certains cours sur les bancs de
l'école comme ce fut le cas, plus tard, sur les bancs
de cet hémicycle, vous effectuez votre curriculum
universitaire à Namur et à Louvain où vous
décrochez, outre votre licence en droit, une licence
en sciences politiques et une licence en sciences
économiques.

Manifestant un vif intérêt pour les relations
internationales et le projet européen, vous participez
tout naturellement à l'engouement européen qui
règne à ce moment dans la cité universitaire.


Vous consacrez vos loisirs au scoutisme où l'on
vous inculque des valeurs aussi fondamentales que
l'idéalisme, le sens des relations humaines et le
dévouement généreux à une cause, qui guideront
plus tard votre action politique.


C'est en 1963, après avoir été l'assistant du
professeur Dupriez, futur recteur de l'I.C.H.E.C., que
vous quittez définitivement la vie universitaire.

Vous êtes nommé fonctionnaire à la commission
bancaire de 1963 à 1971.

Entre-temps, vous exercez vos talents pédagogiques
à l'Institut Cardijn de Bruxelles ainsi qu'aux Facultés
universitaires de Namur où vous enseignez
l'économie.

François Persoons, principal animateur du groupe de
«La Relève» sera votre mentor en politique. Entré en
même temps que vous au sein du tout nouveau FDF
en 1970, François Persoons vous encourage à vous
présenter sur la liste « Démocratie bruxelloise» aux
communales de Rhode-Saint-Genèse où vous
devenez le premier échevin francophone de la
périphérie bruxelloise le 5 avril 1971.

Le FDF, au sein duquel vous exercerez les plus
hautes fonctions en tant que secrétaire général de
1977 à 1980 et en tant que président de 1984 à
1995, vous permet de faire votre entrée à la Chambre
le 7 novembre 1971.
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
In 1974 zit u de Kamercommissie voor de Europese
Aangelegenheden voor en in 1975 doet u uw intrede
in het Europees Parlement.

In Straatsburg levert uw inzet voor de Palestijnse en
de Arabische zaak u de bijnaam de "Palestijn uit de
Rand" op. U verdedigt er actief de idee van een
federalistisch Europa en ijvert er voor de
minderheden en de eerbiediging van de
mensenrechten.


Gedurende uw dertigjarige aanwezigheid in de Kamer
werpt u zich op als een vurig verdediger van Brussel
en de francophonie. U valt op door uw
openhartigheid, uw originele interventies, uw
directheid en uw vastberadenheid. Uw doorslaande
en soms ook écht doorslaggevende standpunten in
de recente, grote institutionele debatten hebben
aangetoond ­ alsof daar nog behoefte aan was! ­ dat
u de nodige strijdlust en kordaatheid kunt opbrengen
om uw politieke idealen te dienen. Ook uw
onverwoestbare wilskracht en uw
overredingsvermogen zijn voor ons geen geheim
meer...

In 1993 maken we de geboorte mee van de federatie
PRL-FDF. De idee daarvoor komt van Jean Gol en
van uzelf. Beiden wilt u de politieke realiteit die
Franstalig België is, vorm geven via een programma
ter verdediging van de Franse Gemeenschap en de
belangen van de Franstalige Brusselaars in de Rand.
Bij het overlijden van uw collega Jean Gol, in 1995,
toont u zich geschokt.

Al bent u wat minder vaak in ons halfrond, u doet veel
van u spreken in Straatsburg. Uw rol in de
parlementaire assemblee van de Raad van Europa
heeft u zo mogelijk nóg populairder gemaakt bij uw
kiezers. Was u immers niet degene die twee
Zwitserse deskundigen hebt uitgenodigd om onze
instellingen tegen het licht te houden en om, zoals
sommigen beweren, problemen te vinden voor onze
oplossingen.

Uw lange strijd voor de ondertekening, door België,
van het Kaderverdrag voor de Bescherming van
Nationale Minderheden is opzienbarend, al valt ­ dat
is bekend ­ tussen de lepel en de mond veel pap op
de grond.

U bent er tevens in geslaagd het virus van uw
strijdvaardigheid op uw zoon Bernard over te dragen.
Op lokaal en regionaal niveau verdedigt hij nu
geestdriftig uw politieke ideaal.

Tot besluit nog dit: onlangs was ik persoonlijk
getuige van een uitzonderlijke gebeurtenis die
aantoonde hoezeer u, na dertig jaar zitting te hebben
gehad in het parlement, bent uitgegroeid tot een
uiterst wijs man. Op 20 december 2001 had ik
namelijk de eer de vergadering voor te zitten van het
Vous présidez la Commission des Affaires
européennes de la Chambre en 1974 et faites votre
entrée au Parlement européen en 1975.

A Strasbourg, votre engagement politique pour la
cause palestinienne et arabe vous vaudra le surnom
de «Palestinien de la périphérie». Vous y défendez
activement l'idée d'une Europe fédéraliste et oeuvrez
en faveur des minorités et pour le respect des droits
de l'homme.


A la Chambre, pendant ces trente années de
mandat, en tant qu'ardent défenseur de Bruxelles et
de la francophonie, vous vous distinguerez par votre
franc-parler et vos interventions originales, directes et
résolues. Vos prises de position déterminées et
parfois déterminantes, dans les grands débats
institutionnels récents ont confirmé, si besoin en
était, votre pugnacité, votre détermination à servir vos
idéaux politiques et votre volonté inébranlable de
convaincre vos interlocuteurs.




En 1993, la fédération PRL-FDF naît de la volonté
commune de Jean Gol et de vous-même de forger la
réalité politique de la Belgique francophone en y
intégrant le programme de défense de la
Communauté française et des intérêts des Bruxellois
de la périphérie. Vous vous direz affecté par la
disparition prématurée de votre collègue Jean Gol en
1995.

Même si vous êtes moins présent au sein de notre
hémicycle, vous êtes remuant à Strasbourg. Votre
rôle au sein de l'assemblée parlementaire du Conseil
de l'Europe vous a rendu encore plus populaire
auprès de vos électeurs. N'avez vous pas invité deux
experts suisses à venir indaguer nos institutions, et
certains diront à trouver des problèmes à nos
solutions.


Toujours est-il que votre long combat pour la
signature par la Belgique de la convention-cadre sur
la protection des minorités connut un épilogue
retentissant, même si nous savons qu'il y a loin de la
coupe aux lèvres.

Ce virus de la combativité, vous avez réussi à
l'inoculer à votre fils Bernard qui défend ardemment
votre idéal politique aux niveaux local et régional.


Enfin, je fus récemment et personnellement témoin
d'un fait exceptionnel qui démontre le haut degré de
sagesse que vous avez atteint après trente années
de mandat parlementaire. Lors de la réunion du
Comité d'avis chargé de Questions européennes du
20 décembre 2001 que j'ai eu l'honneur de présider
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
adviescomité voor de Europese Aangelegenheden,
die was gewijd aan de resultaten van de Europese
Top van Laken. Met een aanstekelijk enthousiasme
heeft u toen de regering bedankt voor de wijze
waarop zij het voorzitterschap van de Europese Unie
heeft geleid.

Als we uw eigen woorden mogen geloven, was het de
eerste maal in uw carrière als parlementslid dat u
een regering zo hartelijk geluk hebt gewenst.

Na dit alles mag ik u wel in alle vriendschap
toevertrouwen, beste collega, dat we uw engagement
en uw verknochtheid aan uw politieke idealen
gedurende heel uw politieke carrière hebben kunnen
appreciëren. Uit de grond van ons hart wensen wij dat
u uw politieke strijd nog jaren kunt voortzetten en dat
het leven u nog veel geluk zal brengen.

(Quaestor Yvon Harmegnies overhandigt de
erepenning van de Kamer aan de heer Georges
Clerfayt.)

(Levendig applaus)
et qui était consacrée aux résultats du Conseil
européen de Laeken, vous avez remercié ­ avec un
enthousiasme qui faisait plaisir à voir ­ le
gouvernement pour la conduite de la Présidence
belge de l'Union européenne.


Ce fut ­ à vos dires ­ la première fois durant vos
trente années de carrière parlementaire que vous
félicitiez aussi chaleureusement un gouvernement.

Ceci dit en toute amitié, je vous prie de croire, cher
collègue, que nous avons pu apprécier votre
engagement et votre dévouement à vos idéaux
politiques tout au long de votre carrière. Nous vous
souhaitons de tout coeur de poursuivre de longues
années encore votre combat politique et de connaître
beaucoup de bonheur.

(M. le questeur Yvon Harmegnies remet la médaille
d'honneur de la Chambre à M. Georges Clerfayt.)


(Vifs applaudissements)
07 Hulde aan de heer Jean-Pierre Grafé

De
voorzitter
: Als volgend personage in onze
portretgalerij is thans een onversaagde Luikenaar
aan de beurt die met zijn kaarsrechte, rijzige
gestalte en zijn eeuwige glimlach op de lippen
waaraan constant een blauwe gauloise bungelt, al
bijna onheuglijk lang bij ons rondwaart.


U zult in dit vluchtige schetsje ongetwijfeld meteen
onze goede collega Jean-Pierre Grafé hebben
herkend.

De banden en de diepste wortels van onze jubilaris
liggen ­ dat is bekend ­ in het Prinsbisdom. Zijn
wieg stond in de Maasstad die hij immens liefheeft.


Waarde collega, u bent opgegroeid in een groot
gezin. Als zoon van een advocaat, liep u tijdens uw
klassieke humaniorastudie aan het Collège Saint-
Barthélemy al zeer vlug in de kijker door uw
taalvaardigheid en uw belangstelling voor de politiek.


Reeds tijdens uw rechtenstudie aan de Luikse
universiteit bent u een actief militant in diverse
studentenverenigingen. In 1953/1954 bent u
voorzitter van de christen-democratische studenten.
Aansluitend daarop bent u van 1954 tot 1958 tevens
ondervoorzitter van de "Jeunes sociaux chrétiens".
Uw werklust zal u echter niet beletten ook een notoir
nachtbraker te worden in de vermaarde Luikse
uitgaansbuurt "le Carré". Nog in uw studententijd
ontmoet u daar trouwens op een avond, in een kroeg
07 Hommage à M. Jean-Pierre Grafé

Le
président
: Le personnage suivant de notre galerie
de portraits d'aujourd'hui est un valeureux Liégeois
qui, depuis bien longtemps déjà, promène parmi
nous sa haute silhouette, droit comme un cierge,
flanqué de son éternel sourire et de son paquet de
Gauloises bleues dont il fait une consommation
effrénée.

Déjà vous avez reconnu notre cher collègue Jean-
Pierre Grafé.


Nous savons que les attaches et les racines les plus
profondes de notre jubilaire sont principautaires. La
Cité mosane est son berceau, et il lui voue une
immense affection.

Votre enfance, cher collègue, se déroule au sein
d'une famille nombreuse. Fils d'avocat, vous vous
distinguez très vite durant vos humanités classiques
au Collège Saint Barthélemy où vous affirmez votre
facilité d'élocution et votre intérêt pour l'engagement
politique.

Vous entamez ensuite des études de droit à
l'Université de Liège. Dès cette époque, vous militez
activement dans diverses associations étudiantes.
En 1953/1954, vous êtes président des étudiants
sociaux chrétiens. Par la suite, vous serez
également de 1954 à 1958 vice-président des Jeunes
sociaux chrétiens. Votre sérieux à la tâche ne vous
empêchera jamais d'être aussi un couche-tard
renommé dans ce quartier bien connu des Liégeois
qu'est le « Carré ». C'est là d'ailleurs, qu'encore
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
aan de Pont d'Avroy, de lofzanger van de "belgitude",
Jacques Brel. Die avond ontstaat een hechte
vriendschap die zal duren tot het vertrek van "le
grand Jacques" naar zijn eiland in de Stille Zuidzee.
Zijn heengaan laat een immense leegte achter. Maar,
om de meester even te citeren: "Veux-tu que je te
dise, gémir n'est pas de mise aux Marquises"...U
zult zijn raadsman worden alsook die van andere
grote namen uit de Belgische showbusiness.


In 1954 wordt u advocaat-stagiair aan het Hof van
beroep te Luik.

Kort daarop moedigt minister van Staat Pierre
Harmel, die had gemerkt dat u onder de Luikse
universiteitsstudenten een uitblinker was, u aan om
in de politiek te gaan. Hij neemt u op in de teams van
de diverse ministeriële kabinetten waarvan hij van
1958 tot 1961 de leiding had.

Op 27-jarig leeftijd wordt u gemeenteraadslid van Luik
en vervolgens schepen van Sociale Zaken.


Uw ambities reiken echter verder dan de oevers van
de Maas.

Na een gewichtige rol te hebben gespeeld in de
gemeentepolitiek van Luik, ruilt u de Vurige Stede in
voor de Wetstraat, nadat u op 7 november 1971 werd
verkozen tot lid van de Kamer van
volksvertegenwoordigers.

In 1972 stapt u in de regering waar u eerst minister
van Waalse Aangelegenheden en daarna minister
van Franse Cultuur wordt.

Vervolgens bekleedt u diverse ambten in de
Cultuurraad van de Franse Gemeenschap, waarvan u
van 1985 tot 1988 de Raad voorzit.

In februari 1988 wordt u dan in de Executieve van die
Gemeenschap minister van Onderwijs, Sport,
Toerisme en Internationale Betrekkingen.


In 1995 ten slotte, bent u in de Waalse regering
minister van Openbare Werken. U bedenkt originele
financieringsmethodes om de voltooiing te
bespoedigen van grote civieltechnische kunstwerken
(Cointe, de A8-snelweg, Strépy,...). Ook
kleinschaliger werken zoals de aanpassing van
rotondes en de heraanleg van kruispunten krijgen uw
aandacht.

Mijn beste Jean-Pierre Grafé, uw loopbaan is die van
een onverwoestbaar politiek dier. U gaat al
onvoorstelbaar lang mee. Uw tegenstrevers duchten
u als ongeëvenaard stemmentrekker die met name
bakken vol voorkeurstemmen weet te oogsten.
étudiant, vous rencontrez un soir dans un bistrot du
Pont d'Avroy ce chantre de la belgitude qu'était
Jacques Brel. De ce jour naîtra une profonde amitié
qui vous unira jusqu'au départ du grand Jacques pour
les cieux pacifiques. Sa disparition laisse un bien
grand vide. Mais pour le citer : « Veux-tu que je te
dise, gémir n'est pas de mise aux Marquises ! »

Vous serez son avocat ainsi que celui d'autres
grands noms du show-business belge.

Dès 1954, vous êtes avocat stagiaire à la Cour
d'Appel de Liège.

Peu après, le ministre d'Etat Pierre Harmel, qui avait
décelé vos talents parmi ses étudiants à l'Université
de Liège, vous encourage à vous lancer dans l'arène
politique. Il vous intègre dans l'équipe des divers
cabinets qui l'entouraient lorsqu'il était aux affaires
de 1958 à 1961.

Vous fûtes conseiller communal de Liège à 27 ans,
et par la suite chef du groupe PSC, puis échevin des
services sociaux.

Mais vos ambitions ne se limitent pas aux berges de
la Meuse.

Après vous être imposé au niveau de la politique
communale de la Cité Ardente, vous montez au
National, comme l'on disait jadis, et vous accédez à
la Chambre des représentants le 7 novembre 1971.


Dès 1972 vous entrez au gouvernement où vous sont
confiées les Affaires wallonnes puis la Culture
française.

Par la suite, vous occupez diverses fonctions au
Conseil culturel de la Communauté française, avant
de présider de 1985 à 1988 le Conseil de la
Communauté française, puis d'être appelé en février
'88 à l'Exécutif de cette même Communauté comme
ministre de l'Enseignement, des Sports, de la
Promotion du tourisme et des Relations
internationales.

Enfin en 1995 vous êtes ministre des Travaux
Publics du gouvernement wallon. Vous concevez des
formules originales de financement pour accélérer
l'achèvement des grands travaux (Cointe, l'autoroute
A8, Strépy...). Vous vous attachez aussi aux travaux
de proximité : vous faites aménager les ronds points,
les carrefours,...


Mon cher Jean-Pierre Grafé, votre carrière est celle
d'un indestructible animal politique. Votre longévité
est exceptionnelle. Vous adversaires redoutent la
locomotive électorale que vous représentez,
notamment en termes de voix de préférence.
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
U bent een onvermoeibare werker die de zaken
uiterst nauwgezet, ordelijk en methodisch aanpakt
en die zijn dossiers steeds met grote
plichtsbetrachting en bekwaamheid heeft beheerd.
Uw public relations onderhouden is voor u een
tweede natuur en u cijfert zich helemaal weg ten
dienste van een trouw en talrijk kiezerspubliek. Uw
ruime ervaring paart u aan praktisch vernuft.

Ook uw olifantengeheugen is legendarisch.


Uw politieke tegenstrevers erkennen u als een
gewiekste, hardnekkige en taaie onderhandelaar. Zij
kunnen het zeer waarderen dat u zich houdt aan het
eenmaal gegeven woord en dat u de gesloten
akkoorden loyaal uitvoert.Voorts zijn zij beducht voor
uw behendigheid om hen van de wijs te brengen,
voor uw berekende zwijgzaamheid of voor de rake
verbale bliksemschicht. "Altijd paraat als het moet"
is uw lijfspreuk. Al tijdens uw padvindersjaren ging
uw totemnaam "vink" trouwens vergezeld van het
adjectief "gedienstige".

Beste collega, u die met grote toewijding de
commissie belast met de problemen inzake
Handels- en Economisch Recht voorzit, sta me toe u
onze dankbaarheid en warme sympathie te betuigen
en u nog veel gelukkige jaren toe te wensen.


(Quaestor Yvon Harmegnies overhandigt de
erepenning van de Kamer aan de heer Jean-Pierre
Grafé.)

(Levendig applaus)
Travailleur infatigable, très pointilleux, ordonné,
méthodique, vous avez toujours géré vos dossiers
avec sérieux et compétence. Vous avez un sens
inné des relations publiques et une énorme
disponibilité vis-à-vis d'un électorat fidèle et
nombreux. Vous mettez votre vaste expérience au
service d'une intelligence pratique.


Vous êtes également réputé pour votre mémoire
d'éléphant.

Vos partenaires politiques reconnaissent en vous le
négociateur habile, obstiné et coriace. Ils apprécient
votre respect des accords passés et votre loyauté
dans leur exécution.

Ils redoutent également votre art de déconcerter
l'interlocuteur, votre sens du silence calculé ou de la
flèche opportune. Toujours là quand il le faut, telle
est la devise que vous proclamez. Il est vrai que
durant votre adolescence scoute votre « quali » était
déjà « Pinson serviable ».

Cher collègue qui présidez avec conviction la
commission chargée des problèmes de droit
commercial et économique, permettez-moi de vous
adresser l'hommage de notre gratitude ainsi que
toute notre sympathie et de vous souhaiter encore
beaucoup d'années de bonheur.

(M. le questeur Yvon Harmegnies remet la médaille
d'honneur de la Chambre à M. Jean-Pierre Grafé.)


(Vifs applaudissements)
08 Toespraak van de eerste minister

Heren volksvertegenwoordigers,
Mijnheer de voorzitter,
Geachte collega's,

Zonder de laudatio's van de voorzitter van onze
Kamer te willen herhalen, wil ik er natuurlijk op
wijzen dat de gehuldigden van vandaag een erg
verschillend politiek profiel vertonen. Toevallig of niet
komen zij uit de drie gewesten van het land: met hun
wortels in het Brabantse Leuven, in Luik en in zowel
Frans- als Belgisch Henegouwen vertegenwoordigen
zij op wat ik bijna zou durven noemen een
exemplarische manier de verscheidenheid van onze
gewesten en gemeenschappen. Tegelijkertijd,
toevallig of niet, vertegenwoordigen zij drie
uiteenlopende politieke families in ons Parlement.


Het blijven natuurlijk ook, mijnheer de voorzitter,
geachte collega's, drie erg verschillende politieke
profielen en carrières. Jean-Pierre Grafé, rijzig en
rustig, met een inmiddels lange loopbaan als
08 Allocution du premier ministre

Messieurs les députés,
Monsieur le président,
Chers collègues,

Je ne vais pas répéter les éloges prononcés par le
président de notre Chambre mais je tiens bien
évidemment à souligner que les Membres auxquels
nous rendons hommage aujourd'hui se distinguent
par un profil politique très contrasté. Fortuitement ou
non, ils sont issus des trois Régions du pays : ils ont
leurs racines à Louvain, ville du Brabant, à Liège et
dans le Hainaut tant français que belge. Ils
représentent dès lors ce que je n'hésite pas à définir
comme la diversité exemplaire de nos Régions et de
nos Communautés. En même temps, est-ce le
hasard, ils appartiennent à trois familles politiques
différentes dans notre Parlement.

Bien entendu, monsieur le président, les membres
que nous fêtons aujourd'hui n'en présentent pas
moins trois profils et carrières politiques très
contrastés. Jean-Pierre Grafé, silhouette élancée et
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
minister van Wallonië en van de Franse
Gemeenschap. Georges Clerfayt, eeuwig onrustig en
altijd parlementslid. Mark Eyskens, gewezen eerste
minister, vijftien jaar lang federaal minister, daarnaast
nog hoogleraar, boekenschrijver, filosoof en toch ook
en bovenal magistraal woordkunstenaar in en buiten
het Parlement. Tezelfdertijd viel het mij in de
laudatio's nochtans op hoeveel zaken zij met elkaar
gemeen hebben. Mijn eigen ervaring kan dat alleen
maar bevestigen. Alle drie studeerden zij rechten, al
deden Eyskens en Clerfayt daar ook enkele andere
diploma's bij. Alle drie hadden zij ook iets met
onderwijs: Eyskens en Clerfayt als hoogleraar of
docent, Grafé als minister van Onderwijs. Alle drie,
mag ik dat toch even zeggen, delen zij ook hun
passie voor Europa en voor onze internationale
relaties en betrekkingen. Als premier in het
moeilijkste regeringsjaar na 1950, namelijk in 1981,
was het lot Mark Eyskens niet gunstig gezind. Zelf
noemde hij trouwens die negen maanden in 1981 ooit
"geen zwangerschap, maar een miskraam". Allen
herinneren wij ons Eyskens als minister van
Buitenlandse Zaken in de meest boeiende jaren van
de voorbije decennia: de jaren dat de Berlijnse Muur
viel, gevolgd door de implosie van het communisme,
de explosie van de toenmalige Sovjet-Unie, de
hereniging van Duitsland, het verdrag van Maastricht
en de Golfoorlog.







De jaren dat de heer Eyskens naar eigen zeggen, en
ik citeer: "Bijna elke dag een historische gebeurtenis
mocht meemaken".

Bovenal, mijnheer de voorzitter, collega's, zal de
politieke geschiedenis van deze periode in ons land ­
die uiteraard nog moet worden geschreven ­
gelardeerd blijven met citaten van Mark Eyskens. Ik
wil deze gelegenheid dan ook niet laten voorbijgaan
zonder er enkele naar voren te brengen.

"De Russen zijn gebelgd en de Belgen zijn gerust",
of "Europa is een economische reus, een politieke
dwerg en een militaire worm", of nog "De enige
winstgevende onderneming is de vzw" en ten slotte
"Het Belgisch economisch stelsel is noch Belgisch
noch economisch en zeker geen stelsel". Ik zou zo
nog een tijdje kunnen doorgaan, maar de voorzitter
heeft mij een beperkte spreektijd toegemeten.


Van Georges Clerfayt herinneren wij ons vooral dat
hij mee aan de wieg stond van het FDF en
secretaris-generaal en voorzitter van die partij is
geweest, maar ook dat hij samen met de betreurde
Jean Gol de grondlegger van de PRL-FDF-federatie
is.
esprit serein, a connu une longue carrière en qualité
de ministre de la Wallonie et de la Communauté
française. Georges Clerfayt, éternel inquiet, est
parlementaire de très longue date. Mark Eyskens,
ancien premier ministre et ministre fédéral pendant
quinze ans, a mené une carrière de professeur,
d'écrivain, de philosophe et aussi, et surtout, de
manieur de mots hors pair au Parlement et en
dehors de celui-ci. Mais en entendant prononcer les
éloges dont ils sont l'objet, je me dis qu'ils ont aussi
bien des choses en commun. Fort de ma propre
expérience, je ne puis que confirmer ces similitudes.
Ils ont étudié le droit, même si MM. Eyskens et
Clerfayt ont par ailleurs décroché plusieurs autres
diplômes. Ils ont assumé des responsabilités dans
l'enseignement : MM. Eyskens et Clerfayt comme
professeurs ou chargés de cours, M. Grafé comme
ministre de l'Enseignement. J'ajouterais que tous les
trois partagent une même passion pour l'Europe et
pour nos relations internationales. En devenant
premier ministre en 1981, assurément l'année de
gouvernement la plus difficile de l'histoire politique de
la Belgique après 1950, Mark Eyskens n'aura guère
été servi par le destin. Il n'a du reste pas hésité à
qualifier lui-même ces neuf mois non pas de
grossesse mais de fausse couche. Nous gardons
tous en mémoire l'image de Mark Eyskens
assumant la charge de ministre des Affaires
étrangères au cours des années les plus
passionnantes des dernières décennies, celles qui
virent la chute du Mur de Berlin et l'implosion du
communisme, l'explosion de l'ancienne Union
soviétique, la réunification de l'Allemagne, le traité de
Maastricht et la guerre du Golfe.

Ces années dont M. Eyskens dira lui-même qu'elles
lui ont permis de vivre presque quotidiennement un
événement historique.

Et surtout, Monsieur le président, chers collègues,
l'histoire politique de notre pays au cours de cette
période ­ qui doit évidemment encore être écrite ­
sera balisée par des citations de Mark Eyskens. Je
voudrais saisir l'occasion qui m'est offerte pour en
mettre quelques-unes en exergue.

«De Russen zijn gebelgd et de Belgen zijn gerust »,
« L'Europe est un géant économique, un nain
politique et un lombric militaire », ou encore « La
seule entreprise lucrative est l'asbl ». Et enfin « Le
système économique belge n'est ni belge ni
économique et ce n'est même pas un système ». Et
je pourrais continuer longtemps encore si le
président ne m'avait imparti un temps de parole
limité.

De Georges Clerfayt, nous nous rappelons
principalement l'homme qui co-présida à la création
du FDF, qui en assuma les fonctions de secrétaire
général et de président mais également l'homme,
aux côtés du regretté Jean Gol, de la fédération PRL-
FDF.
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12

In zijn huldebetoon onderstreepte de voorzitter, in
mijn ogen terecht, dat Georges Clerfayt, hoewel hij
inderdaad minder bekend is in Vlaanderen, als lid
van de parlementaire assemblee van de Raad van
Europa en van de West-Europese Unie als geen
ander geboeid is door de internationale betrekkingen
en de Europese dimensie hem na aan het hart ligt.


Ik denk dat Georges Clerfayt ons nog heel wat kan
bijbrengen.

Jean-Pierre Grafé mag dan al wat discreter zijn dan
de flamboyante Mark Eyskens en Georges Clerfayt,
maar dat doet niets af aan zijn uitzonderlijke
verdiensten als parlementslid en minister in diverse
regeringen van het Waals Gewest en de Franse
Gemeenschap, waar hij onder meer bevoegd was
voor de Franse cultuur, het onderwijs, de sport, het
toerisme, de internationale betrekkingen en de
openbare werken.

Van alle PSC-ministers die ik heb gekend, blijft
Jean-Pierre Grafé ontegensprekelijk de meest
minzame en de hardste werker, behept met een
sterke teamgeest die sterk neigt naar altruïsme en
een grote discretie. Enkel zijn vrienden weten dat
achter die beminnelijkheid een gedreven Luikenaar
schuilgaat die inderdaad weet wat hij wil en op welke
manier hij zijn politieke doelstellingen kan bereiken.

Mijnheer de voorzitter, bij een huldebetoon zoals dat
van vandaag kunnen wij altijd "twee vliegen in één
klap slaan". Wij brengen niet enkel hulde aan
uitstekende parlementsleden maar tevens aan de
instelling zelf en ook dat mag eens in de verf worden
gezet. Instellingen kunnen niet functioneren zonder
personen en het zijn de individuen die van de
instellingen maken wat ze zijn : dat is een vaak
gehoorde opmerking, maar dat is maar de halve
waarheid. Men vergeet immers al te vaak dat die
instellingen terzelfder tijd een doorslaggevende rol
spelen.

Ik kan niet nalaten hier vandaag, in het kader van dit
huldebetoon, een uitspraak te citeren van Gaston
Eyskens die duidelijk aangeeft wat een politiek
mandataris van een staatsman onderscheidt: "Een
staatsman heeft het voortbestaan van de Staat voor
ogen". Een uitspraak die denk ik van niemand
anders dan Gaston Eyskens kan komen.

Jarenlang heb ik maar moeilijk kunnen doorgronden
wat hij daarmee precies bedoelde. Als eerste
hervormer van de Belgische Staat sinds 1830,
bedoelde Gaston Eyskens met het gebruik van de
term "voortbestaan" niet dat een Staat eeuwig is. Hij
bedoelde daarmee wellicht dat de grondslagen
waarop de Staat berust eeuwigdurend zijn, dat de
Staat gegrondvest is op instellingen die wij te allen
prijze moeten vrijwaren en die van essentieel belang

Dans son hommage, le président a néanmoins
souligné à juste titre, je crois, l'action de Georges
Clerfayt, moins connu en Flandres, il faut le dire, d'un
homme passionné comme nul autre par les relations
internationales et pris par la dimension européenne
par exemple, en tant que membre de l'assemblée
parlementaire du Conseil de l'Europe et de l'Union de
l'Europe occidentale.

Je pense que ce Georges Clerfayt a encore
beaucoup de choses à dire.

Que Jean-Pierre Grafé soit plus discret que le
flamboyant Mark Eyskens et Georges Clerfayt n'ôte
rien à ses mérites exceptionnels en tant que
parlementaire et ministre au sein de divers
gouvernements wallons et de la Communauté
française, chargé de la culture française, de
l'enseignement, du sport, du tourisme, des relations
internationales et des travaux publics.


De tous les ministres PSC que j'ai connus, Jean-
Pierre Grafé demeure assurément le travailleur le
plus affable et le plus assidu, fort d'un esprit
d'équipe, confinant à l'altruisme et à la discrétion.
Seuls ses amis savent également que derrière cette
bienveillance, se cache un ardent Liégeois qui sait
effectivement ce qu'il veut et comment il peut
atteindre ses objectifs politiques.

Monsieur le président, un hommage tel que celui que
nous rendons ici permet toujours de faire "d'une
pierre, deux coups". Nous saluons non seulement
des parlementaires de valeur mais également
l'Institution même et je tiens également à le
souligner. Il n'existe pas d'institutions sans
personnes: les individus font les institutions, c'est
une remarque souvent entendue mais ce ne sont que
des demi-vérités. Nous oublions trop souvent que
dans un même temps, ces institutions jouent un rôle
prépondérant.


A l'occasion de cet hommage, je m'en voudrais de ne
pas citer dans cet hémicycle un morceau de phrase
prononcé par Gaston Eyskens pour opérer une
distinction claire entre un mandataire politique et un
homme d'Etat: "L'homme d'Etat a à l'esprit la
pérennité de l'Etat." Une déclaration dont je crois que
seul Gaston Eyskens pouvait la faire.

Pendant de nombreuses années, j'ai eu grand peine
à en saisir le sens. En tant que premier réformateur
de l'Etat belge depuis 1830, Gaston Eyskens ne
pouvait vouloir dire, en utilisant ce terme "pérennité",
qu'un Etat serait éternel. Il a très probablement voulu
indiquer ainsi que les fondements de l'Etat sont
éternels, que l'Etat repose sur des institutions que
nous devons préserver à tout prix et que ces
institutions demeurent essentielles pour notre avenir
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
blijven om onze toekomst te verzekeren. De
geschriften van Mark Eyskens indachtig, mijnheer de
voorzitter, betekent zulks echter niet dat wij de Staat
en onze instellingen niet mogen hervormen. Ten
aanzien van de heer Eyskens wil ik toch nog enkele
dialectische opmerkingen maken. Net als Gaston
Eyskens blijf ik ervan overtuigd dat wij niet kunnen
behouden wat wij niet bereid zijn te vernieuwen. Zij
die daarentegen elke hervorming afwijzen, zullen
uiteindelijk uitgerekend datgene verliezen wat zij
wilden behouden. Dat geldt eveneens voor onze
instellingen en voor deze assemblee als essentiële
instelling van ons politiek bestel. Enkel door onze
instellingen te vernieuwen, kunnen wij trouw blijven
aan de waarden die de grondleggers van onze Staat
ons hebben meegegeven.

Ik feliciteer de drie parlementsleden, die ik wil eren
voor die trouw, van ganser harte. Ik wens hen
eveneens een zeer actief en zeer gelukkig
loopbaaneinde toe.

(Levendig applaus)
à tous. Cela ne signifie cependant pas, monsieur le
président, que nous ne pouvons pas réformer l'Etat
et nos institutions, en gardant à l'esprit les écrits de
Mark Eyskens. Je puis à son égard me livrer à
quelques réflexions dialectiques. Tout comme
Gaston Eyskens, je demeure convaincu que nous ne
pouvons conserver que ce que nous sommes
disposés à rénover. Celui qui, en revanche, rejette
toute réforme perdra finalement ce qu'il voulait
précisément conserver. Cela vaut également pour
nos institutions et pour cet hémicycle en tant
qu'institution fondamentale de notre système
politique. Ce n'est qu'en rénovant nos institutions
que nous demeurons fidèles à ce que nos pères
fondateurs nous ont transmis.


Qu'il me soit donc permis de féliciter les trois
parlementaires salués pour cette fidélité. Qu'il me
soit également permis de leur souhaiter une fin de
carrière très active et très heureuse

(Vifs applaudissements)
09 Dankwoord van de heer Mark Eyskens

Mijnheer de voorzitter,
Mijnheer de eerste minister,
Geachte collega's,

Wij zijn vandaag erg in de watten gelegd. Ik ben
namens mijn twee collega's, de voorzitter en de
eerste minister bijzonder dankbaar. Dat u ook mijn
vader in herinnering hebt gebracht, heeft mij zeer
getroffen.

Ik wil, zoals ik zei, ook een dankwoord uitspreken
namens mijn twee collega's, mijn twee beste
collega's, desalniettemin goede vrienden, Jean-Pierre
Grafé en Georges Clerfayt, die vandaag ons
gezamenlijk gelukkig lot delen, tenzij wij ons lot
veeleer als een noodlot dienen te bestempelen.

U hebt over ons de loftrompet afgestoken, mijnheer
de voorzitter, mijnheer de eerste minister,
klaroenschallend en hoogst vriendelijk.


Lofbetuigingen zijn beschromend om aan te horen
(zelfs op onze leeftijd), maar aangenaam om te
beluisteren. En het is beter ze te vernemen tijdens
zijn leven (zeker gezien de leeftijd die de onze is).

Wij waarderen uw waardering voor ons en uw
onderstreping van onze goede kanten, na 25 tot 30
jaar politiek leven, tijdens dewelke wij hebben geleerd
dat niets zo goed bewaart als een slechte reputatie.
Wij zijn met z'n drieën, als de drie musketiers die,
zoals iedereen weet, met vieren waren. De vierde in
dit geval bent uzelf, mijnheer de voorzitter. U hebt
een lengte voorsprong op ons vermits u reeds 33 jaar
09 Remerciements de M. Mark Eyskens

Monsieur le président,
Monsieur le premier ministre,
Chers collègues,

Nous sommes véritablement choyés aujourd'hui. Au
nom de mes deux collègues, je tiens à remercier tout
particulièrement le président et le premier ministre.
L'hommage que vous avez rendu à la mémoire de
mon père m'a également profondément touché.

Ainsi que je l'ai dit, je souhaiterais associer à ces
quelques mots de remerciement mes deux
collègues, mes deux chers collègues, néanmoins
amis, Jean-Pierre Grafé et Georges Clerfayt, en ce
jour, mes compagnons de fortune, à moins que nous
ne soyons plutôt des compagnons d'infortune.

Monsieur le président, monsieur le premier ministre,
c'est un véritable panégyrique que vous venez de
prononcer, un éloge retentissant et combien
aimable.

Les éloges sont gênants à écouter, mais agréables à
entendre et mieux vaut les entendre de son vivant,
particulièrement à nos âges.


Nous apprécions l'estime que vous nous portez, et la
manière dont vous avez mis en exergue de nos
qualités. En 25 ou 30 années de vie politique, nous
avons appris que rien ne conserve mieux qu'une
mauvaise réputation. Nous sommes trois, à l'instar
des trois mousquetaires qui, comme chacun sait,
étaient quatre. En l'occurrence, M. le président, vous
êtes ce quatrième. Vous avez même une longueur
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
in dit Parlement zetelt en u de bedoeling hebt tot uw
100
ste
jaar deze vergadering voor te zitten. Dat is nog
eens 36 jaar om vervolgens, na een kortstondig
overlijden, al dan niet gekloond, naar de Senaat over
te stappen. Dat is een doorslaggevende reden voor
de eerste minister om de Hoge Vergadering niet te
ontmantelen, maar integendeel te versterken, in
afwachting dat de heer De Croo er zich installeert, en
attendant De Croo à ne pas confondre avec Godot.



U hebt nog een ander voordeel, mijnheer de
voorzitter, dat te maken heeft met het feit dat u te
paard rijdt. Aldus krijgt u de gelegenheid vanuit de
hoogte de wereld te aanschouwen en het politieke
landschap te domineren, van Michelbeke tot aan de
Atlantische oceaan in het westen en van Michelbeke
tot aan de Oeral in het oosten, daarbij Brussel
doorkruisend en de VLD in het centrum.

Ooit verklaarde u dat u zo vaak als mogelijk te paard
door de velden struint, omdat er, naar u meent, meer
verstand schuilt in twee hoofden dan in één.

Ieder van ons drieën echter bezit evenwel slechts
één hoofd, waarmede we het hebben moeten stellen
tijdens de afgelopen 25 à 30 jaren, waarvoor onze
welgemeende excuses.

Terugblikkend op ons politiek verleden, kan ik wat
mezelf betreft stellen dat mijn geëngageerd
observeren van het Parlement, wegens familiale
omstandigheden, ten minste een halve eeuw
teruggaat. Ik heb hier als student nog vanaf de
tribune meegemaakt de viering van het vijftigste
ambtsjubileum in de Kamer van Frans Van
Cauwelaert en Kamiel Huysmans, broederlijk
verenigd waar wij daarnet zaten. Het is natuurlijk
vandaag een onbereikbaar ideaal, behalve voor de
heer De Croo.


Een goede collega zei me daarnet in de koffiekamer
zei me, herinnerend aan de belangrijke wet die we
nauwelijks één uur geleden hier hebben
goedgekeurd, met de uiteindelijke gelijkberechtiging
van man en vrouw wanneer ze politiek aantreden:
"Indien we de wet 25 jaar geleden hadden
goedgekeurd, zouden we hier niet met z'n drieën
hebben gezeten en zouden er ook een paar dames
bij geweest zijn. Mijnheer de voorzitter, we zijn dus
net op tijd geboren, wat niet wil zeggen dat we die
wet niet op tijd hebben goedgekeurd!

We hebben kolossale veranderingen meegemaakt in
die 25 à 30 jaar, en meestal ten goede. We hebben
geleerd dat de enige constante van de geschiedenis
de verandering is. We hebben als het ware het hijgen
van de geschiedenis in onze nek gevoeld.

Een eerste belangrijke verbetering betreft het
d'avance sur nous, puisque vous siégez depuis
maintenant 33 ans dans cette assemblée et que
vous avez bien l'intention de la présider jusqu'à votre
100
ème
anniversaire. Il vous reste donc encore 36
ans, après quoi, le temps de décéder furtivement,
vous passerez au Sénat, cloné ou pas. Voilà bien
une raison majeure, M. le premier ministre, de ne
pas démanteler la Haute Assemblée mais bien au
contraire de la conforter, en attendant que M. De
Croo y prenne ses quartiers. En attendant De Croo: à
ne pas confondre avec Godot.

Vous avez un autre avantage sur nous, monsieur le
président, c'est que vous faites du cheval, ce qui
vous permet de prendre de la hauteur et de dominer
le paysage politique de Michelbeke à l'Atlantique à
l'Ouest, de Michelbeke à l'Oural, à l'Est, en passant
par Bruxelles et par le VLD au centre.



Un jour, vous déclarâtes que vous vous baladiez à
cheval tant que faire se peut car, disiez-vous, il y a
plus d'intelligence dans deux têtes que dans une.

Chacun de nous trois n'en possède qu'une. Nous
avons dû faire avec durant les 25 ou 30 années
écoulées, une carence que nous vous prions
modestement de bien vouloir excuser.

En contemplant rétrospectivement notre parcours
politique, je puis affirmer en ce qui me concerne, que
mon observation engagée du Parlement remonte, vu
mes antécédents familiaux, à un demi siècle au
moins. J'étais encore étudiant lorsque j'ai assisté,
depuis la tribune, à la cérémonie rendue en
hommage aux cinquante ans de mandat à la
Chambre de Frans Van Cauwelaert et de Camille
Huysmans, fraternellement unis à l'endroit même où
nous siégions il y a un instant encore. Aujourd'hui,
pareille longévité relève bien entendu de l'utopie.
Sauf pour M. De Croo.

Un excellent collègue me disait tout à l'heure à la
buvette, en songeant à la loi importante que nous
avons approuvée dans cette enceinte il y a une heure
à peine, une loi qui consacre enfin l'égalité de
traitement entre les hommes et les femmes qui
embrassent la carrière politique: "Si nous avions
adopté cette loi il y a 25 ans, nous n'aurions pas
siégé ici à trois et quelques dames nous auraient
côtoyés". M. le président, nous sommes donc nés
au bon moment, ce qui ne signifie nullement que
nous ayons approuvé la loi au moment opportun!

Au cours de ces 25 ou 30 années, nous avons vécu
des mutations colossales, pour la plupart positives.
Nous avons appris que le changement est la seule
constante de l'histoire. Nous avons littéralement
perçu le souffle de l'histoire dans le dos.

Une première amélioration importante aura été
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
toegenomen comfort en de doelmatigheid van onze
werkzaamheden, in grote mate te danken aan het
beleid van een aantal verlichte kamervoorzitters,
waaronder last but not least, voorzitter Herman De
Croo.


Toen ik hier kwam 25 jaar geleden, hadden we geen
individuele kantoren, geen secretaresse - nadien heb
ik er een halve gekregen ­, geen medewerkers, geen
gelagzaal. De zakelijke deskundigheid die vandaag
heerst in de commissievergaderingen, is zeer
aanzienlijk toegenomen, wellicht met als
schaduwzijde dat in de plenaire vergadering veel
minder retorisch vuurwerk wordt afgeschoten en de
parlementaire welsprekendheid helaas in grote mate
is opgedroogd, behalve een paar uitzonderingen,
waartoe ik uiteraard onze eerste minister reken.

Daarbij komt dat het gewicht van de uitvoerende
macht en dus van de regering voort is toegenomen
en het beleid, ook in zijn wetgevend aspect, voor de
meeste burgers onverstaanbaar, ondoorzichtig en
vaak ontoepasbaar is geworden. De gevolgen van de
wetgevende overproductie, die zien we zo en ze zijn
duidelijk. In Frankrijk geldt als stelregel dat wat niet
verboden is, toegelaten is en in Duitsland, dat wat
niet toegelaten is, verboden is. In België is het echter
vaak zó dat wat verboden is, ook toegelaten is.


Het beleid is zeer onpersoonlijk geworden, ook al zijn
de gezichten van de meeste politici elke avond op
het scherm te bewonderen. Men bestuurt. Men
regeert, ook al heet hij Verhofstadt. Men is het
meest onpersoonlijke voornaamwoord aller
voornaamwoorden. Er heerst algemene "vermenning",
een nieuwsoortige aliënatie die weinige sociologen
hebben voorzien maar wel de hoofdoorzaak is van het
om zich heen grijpende populisme.


Er gaapt helemaal geen kloof tussen de burger en de
politicus. Als mandatarissen zijn wij immers dag en
nacht beschikbaar en kunnen steeds onder de arm
worden genomen door een of andere vertwijfelde
burger. Er gaapt wel een afgrond van onbegrip,
veroorzaakt door onbegrijpelijkheid tussen de burger
en de politiek en zelfs tussen de politicus en de
politiek. Ook voor ons, allemaal min of meer
opgesloten in onze specialismen, is de politiek zeer
complex en zeer ondoorzichtig geworden.



Pedagogie lijkt alvast veel nuttiger dan demagogie.
Dit is onze conclusie na 30 of 25 jaar. Demagogie
kan op korte termijn soms rendabel zijn. Op lange
termijn is het de pedagogie.


De kloof met de burger is erg paradoxaal. De
l'accroissement du confort et le renforcement de
l'efficacité qui préside au déroulement de nos
travaux, et que nous devons pour une large part à la
politique mise en oeuvre par plusieurs présidents
éclairés de la Chambre, parmi lesquels le président
Herman De Croo n'est pas le dernier.

Lorsque je suis entré dans cette, il y a 25 ans, nous
n'avions à notre disposition ni bureaux individuels, ni
secrétaires ­j'en ai obtenu une demie par la suite­ ni
collaborateurs, ni buvette. La compétence
professionnelle qui préside aujourd'hui à nos
réunions de commission s'est considérablement
accrue, le possible corollaire étant que les feux
d'artifices rhétoriques en séance plénière se font
rares et que l'éloquence parlementaire s'est hélas
largement tarie, à quelques exceptions près, et je
songe, il va sans dire, à notre premier ministre.

J'ajoute que le poids du pouvoir exécutif, et donc
celui du gouvernement, n'a cessé de s'accroître et
que la politique, notamment dans sa forme
législative, est devenue incompréhensible, obscure
et souvent inapplicable pour la plupart des citoyens.
Les effets de cette surproduction législative sautent
aux yeux. En France, la règle est que ce qui n'est
pas interdit est autorisé cependant qu'en Allemagne,
ce qui n'est pas autorisé est interdit. En Belgique, on
est souvent amené à constater que ce qui est
interdit est aussi autorisé.

La politique a pris un tour très impersonnel, même si
l'on peut contempler les visages de la plupart des
responsables politiques tous les soirs, sur le petit
écran. ON gère. ON gouverne, même s'il s'agit de
Verhofstadt. "ON" est le pronom impersonnel par
excellence. Son utilisation se généralise, comme
une aliénation d'un genre nouveau que bien peu de
sociologues avaient prédite mais qui n'en est pas
moins la source d'un populisme toujours plus
envahissant.

Il est faux de prétendre qu'un gouffre sépare les
citoyens des décideurs politiques. Notre qualité de
mandataire fait de nous des êtres disponibles de jour
et de nuit. Nous sommes à chaque instant
susceptibles d'être interpellés par quelque citoyen
désorienté. Mais il existe toutefois un gouffre
d'incompréhension, généré par le haut degré de
complexité que la politique revêt aux yeux du citoyen,
voire des responsables politiques eux-mêmes. Pour
nous aussi, qui sommes plus ou moins enfermés
dans nos spécialités, la politique est devenue très
complexe et très opaque.

La pédagogie paraît toujours préférable à la
démagogie. Telle est la conclusion que nous
inspirent nos 25 ou 30 ans de carrière. A court
terme, la démagogie peut s'avérer payante. Mais à
long terme, rien ne remplacera la pédagogie.

Le gouffre qui nous sépare du citoyen a quelque
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
communicatiemogelijkheden zijn nooit zo groot
geweest. Dan treedt de volgende paradox op: over-
informatie leidt tot desinformatie. De wanverhouding
tussen het kenbare en het gekende, tussen wat we
moeten of zouden kunnen kennen, enerzijds en wat
we in feite kennen, anderzijds neemt toe. We
tuimelen allemaal in de kenniskloof.


Een andere grote mutatie die wij gedurende de
jongste decennia hebben meegemaakt, onthutst dat
ze zo snel kwam , maar opgelucht dat ze zich zo
vreedzaam voltrok, was de beëindiging van de koude
oorlog, waarvan wij de kinderen en de oud-strijders
zijn. Onze generatie is onbetwistbaar ontsnapt aan
een 'nucleaire bijna-dood-ervaring', en dit heeft zeker
sporen nagelaten in ons onderbewustzijn.


Tegelijkertijd beleefden wij een formidabele
Europeanisering en internationalisering, gepaard
gaande met de constatering dat de regeringen te
klein zijn geworden voor de grote problemen en te
groot voor de kleine.


Dit brengt mij tot een volgende vaststelling. Tijdens
al die jaren, dank zij de opeenvolgende
Staatshervormingen, zijn de communautaire
spanningen in ons land sterk afgenomen. Dat staat
vast. De huidige strubbelingen tussen onze
gemeenschappen zijn onvergelijkbaar pietluttig in
vergelijking met de communautaire implicaties van
de koningskwestie, de discussies over de taalgrens,
van de kwestie Leuven, de reacties op de
eenheidswet, de perikelen rond de Voerstreek, de
controverse rond het staaldossier en andere.

Alles bij elkaar hebben ons land, zijn volk en zijn
leiders, hun eigen eeuwenoude multiculturaliteit op
een beschaafde wijze weten te beheren. Schatten
van politiek vernuft zijn geïnvesteerd in onze federale
instellingen, die ook deels unitaire en confederale
trekken vertonen, zodat art. één van onze Grondwet
beter zou worden gewijzigd in: 'België is een enige en
hybride Staat sui generis'. Dat alles is misschien niet
steeds eshetisch, mijnheer de eerste minister, maar
gelukkig, zoals de voorzitter in herinnering heeft
gebracht, is het bloed hier nooit om communautaire
redenen gevloeid; de zever des te meer, zelfs van
deze tribune.


De communautaire pacificatie heeft vanzelfsprekend
ook zijn prijs gehad in budgettaire termen en soms
is onze staatsschuld erdoor toegenomen.


De communautaire consensus draait keer op keer
om de ondraaglijke lichtheid van onze wederzijdse
onvoldaanheid. Uiteindelijk kan iedereen zichdaarbij
aansluiten. Zelfs de republikeinen onder ons hebben
chose de très paradoxal: jamais par le passé, les
outils de communication n'ont été aussi développés.
Et cela mène à un second paradoxe: la
surinformation génère la désinformation. Le décalage
entre le « connaissable » et le connu, entre ce que
nous devrions ou pourrions apprendre et ce que nous
savons réellement, ne cesse de s'amplifier. Nous
basculons tous dans le gouffre de la connaissance.

Une autre mutation profonde que nous avons vécue,
abasourdis par sa soudaineté, mais soulagés par
son caractère pacifique, fut la guerre froide dont nous
sommes, tous les trois, les enfants et quelque peu
les anciens combattants. Notre génération a
incontestablement échappé à une expérience de
« presque mort nucléaire » -- a nuclear near-death
experience
-- ce qui a sans aucun doute marqué
notre subconscient.

En même temps, nous avons vu se produire une
formidable européanisation et internationalisation de
notre environnement traditionnel, suscitant le constat
aveuglant que désormais les gouvernements sont
trop petits pour les choses importantes et trop
grands pour les choses qui le sont moins.

Cela m'amène à une autre observation. Tout au long
de ces années, grâce à nos successives réformes
de l'Etat, les tensions communautaires ont fortement
diminué dans notre pays. C'est là la vérité. Les
actuelles bisbilles à caractère communautaire sont
incomparablement plus anodines que les
implications communautaires de la question royale,
les discussions concernant la fixation de la frontière
linguistique, l'affaire de Louvain, les réactions à la Loi
Unique, les péripéties fouronnaises, les controverses
au sujet de l'avenir de la sidérurgie, et j'en passe.

Tout compte fait, notre pays, son peuple et ses
dirigeants ont su gérer leur multiculturalité séculaire
d'une manière civilisée. Des trésors d'inventivité
politique ont été investis dans la conception de nos
institutions dites fédérales, qui présentent aussi des
caractéristiques unitaires et confédérales -- ce qui
devrait nous inciter à modifier l'article 1
er
de notre
Constitution en un autre libellé : « La Belgique est un
Etat unique et hybride sui generis. » Cela n'est peut-
être pas toujours esthétique, monsieur le premier
ministre ; mais au moins, comme l'a rappelé le
président, le sang n'a jamais coulé pour des motifs
communautaires ; la salive d'autant plus, même de
cette auguste tribune.

Bien entendu, la pacification communautaire requiert
que l'on paie un prix en termes budgétaires et, dès
lors, parfois en termes de croissance de notre dette
publique.

Le consensus communautaire s'articule chaque fois
autour de l'insupportable légèreté de nos
insatisfactions réciproques. Tout le monde finit par
s'y retrouver. Même les républicains parmi nous,
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
waar voor hun geld gekregen want België is vandaag
ook een republikeins koningdom, aangezien de
gewestministers geen ministers des konings zijn en
hun decreten niet door het staatshoofd worden
gepromulgeerd. België blijft alvast een boeiend
institutioneel laboratorium, zeer nuttig voor de
toekomstige inrichting van Europa. Maar het spreekt
vanzelf dat zal moeten gewaakt worden over de
coherentie van de ons aangereikte communautair
spitstechnologische oplossingen.


Ik wil graag een kapitaal aspect onderstrepen, dat
evenwel aan de aandacht van de meeste van onze
landgenoten ontsnapt. Dames en heren, Brussel is
tijdens de afgelopen kwarteeuw belangrijker
geworden dan België. Brussel is de hoofdstad van
een Europese Unie van weldra 25 en overmorgen 30
of 35 lidstaten en de zetel van 2.000 internationale
instellingen en ondernemingen. Met zijn 60.000
geaccrediteerde diplomaten en 15.000 lobbyisten is
het na Washington de tweede belangrijkste
diplomatieke hoofdstad ter wereld geworden.



Voor onze Vlaamse en Franse gemeenschappen is
Brussel een ware Olympos, van waarop ze kunnen
uitstralen over de wereld die ons dorp is geworden,
zich kunnen laten kennen en gelden, zich
inschakelen in het Europese culturele en
intellectuele leven. Dat Brussel ook hun politieke
hoofdstad is, is van onschatbare waarde. Een
gemeenschap die uit ontmoediging, of uit
autonomistische dagdromerij, zou besluiten te
breken met Brussel, zou zichzelf verminken en haar
toekomst op fatale wijze aantasten.

Een andere belangrijke mutatie die we hebben
meegemaakt ­ ik wil het bondig maken, mijnheer de
voorzitter ­ heeft te maken met de technologische
vooruitgang en de ontwikkelingen van de
wetenschap. Wij beleven het ontstaan van een nieuw
sociaal-economisch systeem, dat ik het
informatisme zou willen noemen. Dat is iets heel
anders dan zeg maar het socialisme van het verleden
en het liberalisme van het verleden. Dat informatisme
is bezig de politieke landkaart en ons politieke
denken volkomen overhoop te halen en te
veranderen. Dat beseffen we ook onvoldoende.

Wat ik hier de voorbije vijfentwintig jaar heb
meegemaakt, zeker tijdens de jaren '80, was de
ontwikkeling van een kolossale middelpuntzoekende
kracht; iedereen wou naar het centrum. De
socialisten zegden: "Wij zijn de partij van de
gelijkheid, maar we zijn eigenlijk de partij van meer
gelijkheid"; dat noem ik "gelijkerheid". En de liberalen
zegden: "Wij zijn de partij van de vrijheid, maar
eigenlijk van meer vrijheid"; dat noem ik "vrijerheid".
Tussen "gelijkerheid" en "vrijerheid" zijn syntheses te
maken, des te meer omdat de christen-democraten
voorstander zijn van beide tegelijk.
puisqu'aussi bien la Belgique est aujourd'hui une
monarchie républicaine dans la mesure où les
ministres régionaux ne sont plus les ministres du Roi
et que les décrets ne sont pas promulgués par le
chef de l'Etat. La Belgique demeure un passionnant
laboratoire institutionnel, utile également au
développement de l'Union européenne. Mais il va de
soi qu'il faudra de plus en plus veiller à la cohérence
et à l'efficacité des solutions que nous élaborons
grâce à notre technologie de pointe communautaire.

Je voudrais souligner un élément qui, pour être
capital, n'en échappe pas moins à l'attention de la
majorité de nos compatriotes. Mesdames et
messieurs, au cours du dernier quart de siècle,
Bruxelles a dépassé la Belgique en importance.
Bruxelles est devenue la capitale d'une Union
européenne qui comptera prochainement 25 et plus
tard même 30 ou 35 Etats membres. Elle est le
siège de 2.000 institutions et entreprises
internationales. Avec ses 60.000 diplomates
accrédités et ses 15.000 lobbyistes, elle est
devenue, après Washington, la deuxième capitale
diplomatique au monde.

Bruxelles est devenue pour nos Communautés,
française et flamande, un véritable Olympe d'où elles
peuvent rayonner sur le monde devenu notre village,
se faire connaître, se faire valoir, s'intégrer à la vie
culturelle et intellectuelle européenne. Que Bruxelles
soit également leur capitale politique constitue un
atout inestimable. Une communauté qui, par
découragement ou par utopie autonomiste, déciderait
de prendre ses distances avec Bruxelles,
commettrait un acte d'automutilation et
hypothéquerait irrévocablement son avenir.

Une autre mutation d'envergure dont nous avons été
les témoins ­je serai bref, monsieur le président­
est le corollaire des progrès technologiques et des
développements de la science. Nous assistons à
l'avènement
d'un nouveau système socio-
économique, que je qualifierais d'informatisme. Ce
système se distingue très sensiblement du
socialisme d'autrefois ou du libéralisme d'antan, pour
citer ces deux exemples L'informatisme est en passe
de bouleverser notre paysage et notre pensée
politiques. C'est une autre évolution dont nous
n'avons pas suffisamment conscience.

J'ai assisté au cours de vingt-cinq années de
présence sur ces bancs, en particulier au cours des
années 80, au développement d'une force centrifuge
colossale, chacun voulant se rapprocher du centre.
Les socialistes affirmaient: "Nous sommes le parti
de l'égalité mais, en réalité, nous sommes le parti de
plus d'égalité". C'est ce que j'appelle "la surenchère
égalitaire". Et les libéraux de répondre: "Nous
sommes le parti de la liberté mais, en réalité, de
plus de liberté". C'est ce que j'appelle "la surenchère
libérale". Il faut faire la synthèse de ces deux
tendances, d'autant que les démocrates chrétiens
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18


Aldus ontstond een tweestromenland, centrumlinks
en centrumrechts, dat zich evenwel uitstortte in een
gemeenschappelijke monding.


Die monding bedraagt ongeveer 75 à 80% van het
politieke spectrum. Coalitieregeringen tussen
centrumlinks en centrumrechts hebben het tientallen
jaren volgehouden. Dat is een consensusdemocratie
waarvan ik voorstander ben, want die brengt
evenwicht. Dat beleid was en is wijs, maar het is
soms grijs in onze spektakelmaatschappij die een
hang heeft naar glamour en glitter. Dat beleven wij
vandaag.

Wat hoor ik nu? Ik hoor dat linkse of zogenaamd
linkse partijen zichzelf niet links genoeg vinden en
zeggen dat ze meer naar links moeten.
Centrumrechtse partijen vinden, de schaamte voorbij,
dat ze meer naar rechts moeten. Men ontvlucht het
centrum. Er ontstaan middelpuntzoekende krachten.
Het centrum loopt leeg en wordt een groot zwart gat.
Welnu, ik voorspel dat het geen vijf jaar duurt
vooraleer er weer ruimte is in het centrum voor
partijen die een evenwichtig beleid wensen, voor een
partij van algemeen welzijn dat steunt op
samenwerking van iedereen in onze samenleving.


De laatste erg diepgaande verandering die wij
mochten beleven betreft het toenemend
multiculturele karakter van onze Europese
samenlevingen. De grote uitdaging zal erin bestaan
tijdens de eerstvolgende decennia de multiculturele
samenleving om te smeden tot een interculturele
samenleving, liefst door een gemeenschapelijk
Europees beleid. Dergelijk beleid zal veel moed,
voorlichting en handigheid vereisen maar nog meer
medemenselijkheid en erbarmen, ondanks een
aantal ontgoochelingen.

Hopelijk zal de parabel van de barmhartige
Samaritaan op de partijbureaus van al onze politieke
partijen steeds weer opnieuw worden gelezen, wat
vandaag blijkbaar niet altijd het geval is.
Interculturaliteit hoeft geenszins identiteitsverlies te
betekenen. Integendeel, om de andere in zijn
eigenheid te erkennen is het goed eerst de eigen
identiteit scherp aan te voelen. De taal is duidelijk
een essentieel kenmerk van de identiteit, maar het
is niet omdat we een vremde taal aanleren dat we
daarom de eigen taal verleren, wel integendeel. Ik
ben er trouwens van overtuigd dat de aankomende
technologische doorbraken op het gebied van de
vertaaltechnologie veel taalkundige hinderpalen
zullen wegnemen. En dan kunnen universalisme,
dankzij het begrijpen van alle talen, particularisme,
behoud en ontwikkeling van elke taal worden
verzoend.
sont partisans des deux thèses à la fois.

Ainsi donc, le paysage politique de notre pays s'est
scindé en deux courants, l'un de centre-gauche et
l'autre de centre-droit, qui ont finalement conflué pour
n'en former plus qu'un.

Ce courant recouvre quelque 75 à 80 pour cent du
spectre politique. Les gouvernements de coalition
entre le centre-gauche et le centre-droit ont tenu le
haut du pavé pendant des dizaines d'années. Il s'agit
d'une démocratie de consensus dont je suis partisan
en raison de l'équilibre qu'elle génère. Cette politique
était et reste raisonnable mais peut paraître insipide
dans notre société-spectacle qui privilégie ce qui
brille, ce qui pétille.

Or, qu'entends-je ? La gauche, ou plutôt les partis
qui se réclament de la gauche, jugent leur politique
in suffisamment orientée à gauche et souhaitent
radicaliser leurs points de vue. Les partis de centre
droit, toute honte bue, estiment à présent devoir
s'afficher plus résolument comme partis de droite.
Les partis politiques fuient le centre. Des
mouvements centripètes se dessinent. Le centre se
vide, devient un trou noir. Mais je suis convaincu qu'il
ne faudra pas cinq ans avant que le centre se
repeuple de partis qui se revendiqueront d'une
politique équilibrée, de partis soucieux du bien-être
général, fruit de la collaboration de tous.

Le dernier changement que je me permets de
soumettre à votre attention concerne l'extension du
caractère multiculturel de nos sociétés européennes.
Le grand défi des prochaines décennies consistera à
transformer la société multiculturelle en une véritable
société interculturelle, de préférence grâce à une
politique européenne concertée. Une telle tâche
exigera beaucoup de courage, de sens
psychologique, de force persuasive mais encore plus
de générosité et de compassion nonobstant les
échecs et les déceptions.

J'espère, chers collègues, que la parabole du bon
Samaritain ne cessera point d'être lue et relue,
particulièrement au sein des bureaux de nos partis
politiques respectifs, ce qui aujourd'hui n'est pas
toujours le cas. Interculturalité ne va pas
nécessairement de pair avec perte d'identité. Au
contraire, pour reconnaître l'autre dans son identité,
mieux vaut avoir un sens aigu de sa propre identité.
La langue est apparemment une caractéristique
identitaire essentielle mais ce n'est pas parce que
l'on apprend une langue étrangère que l'on perd la
connaissance de la sienne. Que du contraire ! Je
suis, en outre, convaincu que dans un avenir
rapproché, les nouvelles percées technologiques en
matière de traduction simultanée vont lever la
dernière barrière qui existe entre les humains à
savoir la différenciation linguistique. Dès ce moment,
universalisme, grâce à la compréhensibilité de
chaque langue, particularisme, maintien et
CRIV 50
PLEN 236
30/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19



Wat ons betreft was het een voorrecht jarenlang te
mogen dienen in een multiculturele Kamer van
Belgische volksvertegenwoordigers. Toen ik hier
toekwam 25 jaren geleden bestonden er wellicht
meer interculturele contacten tussen Vlamingen en
Franstaligen. Deze achteruitgang kan ik enkel
betreuren.

Tot bevordering van de interculturaliteit tussen de
federale kamerleden, zal U mij wellicht veroorloven
een droomballonnetje op te laten, Mijnheer de
voorzitter? Is het denkbaar dat we hier in dit huis de
simultaanvertalingen zouden afschaffen omdat we er
zouden van uitgaan dat federale
volksvertegenwoordigers, die de ambitie hebben dit
ambt te bekleden voor de hele natie, ook heel snel
erin zouden slagen de taal van de andere
gemeenschap te verstaan en ze dus passief te
kennen? De voortreffelijke taalcursussen in dit huis
georganiseerd zouden hier heel sterk aan kunnen
bijdragen.

Voor ieder van ons komt vroeg of laat het moment
van het afscheid; voor ons drieën steeds te vroeg
want wij zijn hier graag, hebben hier veel geleerd en
hebben een aantal doeleinden mogen realiseren wat
ons vult met grote voldoening en dankbaarheid.


Men zegt dat de politiek een hard bedrijf is, maar er
heerst hier als balsem op de wonde, veel meer dan in
buitenlandse parlementen, grote collegialiteit en
vriendschappen, over de partijgrenzen heen.
Vanzelfsprekend zijn er dwarsliggers nodig, want
anders rijdt de trein niet, maar er zijn evenveel
bruggenbouwers vereist want anders rijdt de trein in
de afgrond. Om beurt dienen wij trouwens beide
rollen te spelen, nu eens bruggenbouwer en dan
dwarsligger. Geen gemakkelijke rolverdeling, die ons
verplicht tot voldoende zelfrelativering en
verdraagzaamheid.



Het is mijn ervaring, goede vrienden, dat vooral
mensen met een diepe persoonlijke overtuiging het
zich daardoor juist kunnen veroorloven een groot eind
van de weg met andersdenkenden af te leggen,
andersdenkenden die niet noodzakelijkerwijze
verkeerddenkenden zijn. Wij moeten in een
pluralistische en competitieve democratie vaak
mekaars ideeën bestrijden. Wij moeten mekaar niet
bestrijden. Wij moeten steeds opnieuw pogen te
strijden zonder te slaan, ook al krijgt dit minder
applaus. Wij dienen te beseffen dat niet wordt
gezaaid met de gebalde vuist.

Radicalisme, extremisme, intolerantie en allerlei
vormen van isolationisme verbergen vaak
développement de chaque langue pourront être
conciliés.

Pour chacun de nous, ce fut un privilège insigne de
pouvoir servir dans une Chambre des Représentants
multiculturelle. Nous le sommes. Quand je suis
arrivé ici, monsieur le président, il y a un quart de
siècle, il y avait probablement plus de contacts
interculturels entre francophones et flamands et je ne
puis que regretter le recul intervenu.

Afin de promouvoir l'interculturalité des rapports entre
membres de notre chambre fédérale, vous me
permettrez, monsieur le président, de lâcher un petit
ballon d'essai un peu utopique. Est-ce concevable
que dans cette maison l'on supprime les traductions
simultanées partant de l'axiome que des députés
fédéraux ayant l'ambition de représenter la Nation
connaissent et parviennent très rapidement à
comprendre la langue de l'autre communauté, ne fût-
ce qu'en en acquérant une connaissance passive?
Les excellents cours de langues de notre parlement
devraient pouvoir y contribuer effectivement.


Tôt ou tard, chacun d'entre nous fera ses adieux;
pour nous trois, ce moment viendra toujours trop
tôt ? Car nous nous plaisons à occuper fonction
dans laquelle nous avons beaucoup appris et qui
nous a permis de réaliser des objectifs qui nous
comblent de satisfaction et de gratitude.

On dit souvent que la politique est un dur métier
mais, en Belgique, il règne une confraternité et
amitié bienfaisantes entre les partis politiques, bien
plus que dans les parlements étrangers. Certes, les
obstructionnistes sont nécessaires pour faire
avancer les choses mais il faut aussi jeter des ponts
pour éviter au train d'avoir à s'arrêter en rase
campagne. Du reste, il nous faut remplir ces deux
fonctions alternativement et donc nous afficher
tantôt comme obstructionnistes, tantôt comme
bâtisseurs de ponts. Cette distribution des rôles
n'est pas facile à assumer: elle exige des acteurs
qu'ils témoignent d'un sens suffisant de l'autocritique
et de la tolérance.

Chers amis, mon expérience m'a enseigné que les
personnes animées de convictions personnelles
profondes sont précisément les plus à même de
parcourir un bout de chemin avec ceux qui pensent
autrement mais dont les idées ne sont pas
forcément erronées. Dans une démocratie pluraliste
et compétitive, nous sommes fréquemment amenés
à combattre les idées des autres sans pour autant
user de violence, à lutter sans frapper, même si
cette pratique recueille moins d'applaudissements.
Nous devons comprendre qu'on n'obtient rien par la
force.

Le radicalisme, l'extrémisme, l'intolérance et toutes
les formes d'isolationnisme dissimulent souvent
30/05/2002
CRIV 50
PLEN 236
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
wankelmoedigheid, angst en
minderwaardigheidscomplexen. Wij beseffen ook dat
democraten het recht hebben zich te vergissen.
Enkel dictaturen van de geest of van de macht
verklaren zichzelf onfeilbaar. In een democratie dient
het overigens tot niets alleen gelijk te hebben, men
moet ook nog gelijk krijgen. Het ergste is natuurlijk
dat men, ingevolge slinkse demagogie, erin slaagt
gelijk te krijgen ook al heeft men ongelijk. Bovendien
moeten wij in alle openhartigheid durven te erkennen
dat wij ons soms allemaal tegelijk vergissen, dat wij
allemaal tegelijk ongelijk hebben omdat wij bepaalde
maatschappelijke evoluties volkomen fout hebben
ingeschat.

Het behoort tot de grootheid van de democratie haar
kleine kanten, haar tekortkomingen en haar
kwetsbaarheden te erkennen. Haar verdediging is
dan ook een nooit aflatende taak. Als wij ooit dit
Parlement verlaten zal het zijn met gevoelens van
ontroostbaarheid, evenwel in het besef dat afscheid
geen afscheiding betekent. Bij wijze van boutade zou
u kunnen zeggen dat een door de wol geverfde
politicus, die na meer dan een kwarteeuw het
Parlement verlaat, eindelijk de tijd zal vinden om aan
politiek te doen. De gevoelens die ons bewonen
werden reeds door Shakespeare beschreven, met
name in zijn onvolprezen toneelstuk Richard the
Second, waarin hij een abdicerend vorst laat zeggen:
"My care is loss of care". Mijn zorg is geen zorgen
meer te hebben. Dit zou wat ons betreft echter een
zeer egoïstisch standpunt zijn, want wij zullen ons
kunnen blijven inzetten voor de zorgen van anderen
en daarvoor moet u niet ver reizen: de hoek van de
straat volstaat. Wij zijn u allen bijzonder dankbaar
voor deze intense en voor ons zeer stichtende en
andermaal zeer leerrijke zitting.


(Luid en langdurig applaus bij alle leden)
l'indécision, la peur, le complexe d'infériorité. Nous
savons également que les démocrates ont droit à
l'erreur. Seuls les dictatures de l'esprit ou du pouvoir
se disent infaillibles. Au demeurant, dans un régime
démocratique, il ne suffit pas d'avoir raison, encore
faut-il que l'on vous donne raison. Le pire est bien
entendu d' avoir raison alors qu'on a tort, en
recourant à des subterfuges démagogiques. Par
ailleurs, nous devons oser reconnaître en toute
franchise que nous sommes parfois tous dans
l'erreur, pour avoir totalement méconnu certaines
évolutions de la société.



L'une des grandeurs de la démocratie consiste
précisément à reconnaître ses faiblesses, ses
manquements et ses lacunes. La défense de la
démcratie est dès lors une tâche de tous les
instants. Si nous quittons un jour cette assemblée,
ce sera avec un sentiment de désolation. Mais
"départ" ne veut pas dire "séparation". En guise de
boutade, l'on pourrait dire qu'un homme politique
retors qui quitte le parlement après plus d'un quart de
siècle, va enfin trouver le temps de s'adonner à la
politique. Les sentiments qui nous habitent,
Shakespeare les a déjà décrits dans son oeuvre
théâtrale incomparable "Richard II" . Un roi en passe
d'abdiquer déclare : "My care is loss of care". J'ai
pour souci de ne pas avoir de soucis. En ce qui nous
concerne, il s'agirait toutefois d'un comportement
très égoïste car il nous sera toujours loisible de nous
préoccuper encore et toujours des problèmes de nos
semblables. Pour cela, il ne faudra pas aller très loin
puisque les problèmes courent les rues. Nous vous
sommes particulièrement reconnaissants pour cette
séance riche en émotions, et, en ce qui nous
concerne, édifiante et très enrichissante.

(Applaudissements nourris de tous les membres)
De
voorzitter
: Ik nodig de jubilarissen, hun families
en de leden uit om de receptie ter ere van onze drie
collega's-jubilarissen bij te wonen.


De huldevergadering is gesloten.
Le
président
: Je convie à présent les jubilaires,
leurs familles et les membres à la réception qui est
offerte en l'honneur de nos quatre collègues
jubilaires.

La séance d'hommage est levée.
De huldevergadering wordt gesloten om 18.10 uur.
Volgende gewone vergadering donderdag 6 juni 2002
om 14.15 uur.
La séance d'hommage est levée à 18.10 heures.
Prochaine séance ordinaire jeudi 6 juin 2002 à 14.15
heures.