KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 248
CRIV 50 PLEN 248
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
EANCE PLENIERE
dinsdag mardi
09-07-2002 09-07-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt
Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
WETSONTWERPEN EN WETSVOORSTEL
1
PROJETS ET PROPOSITION DE LOI
1
Ontwerp van programmawet (1823/1 tot 36)
1
Projet de loi-programme (1823/1 à 36)
1
- Wetsvoorstel van de heer Jos Ansoms tot
oprichting van een Belgisch Instituut voor het
spoorvervoer (29/1 en 2)
1
- Proposition de loi de M. Jos Ansoms créant un
Institut belge des transports ferroviaires (29/1 et
2)
1
- Wetsontwerp tot aanvulling van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992, wat de steun
aan de productie van audiovisuele werken betreft
(overgezonden door de Senaat) (1303/1)
1
- Projet de loi complétant le Code des impôts sur
les revenus 1992 en ce qui concerne le soutien de
la production d'oeuvres audiovisuelles (transmis
par le Sénat) (1303/1)
1
Regeling van de werkzaamheden
2
Ordre des travaux
2
Spreker: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie
Orateur: Yves Leterme, président du groupe
CD&V
Algemene bespreking
2
Discussion générale
2
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Daniël Vanpoucke, rapporteur,
Jean-Marc Delizée, Danny Pieters, André
Flahaut, minister van Landsverdediging,
Greta D'hondt, Alfons Borginon, Jef
Tavernier, Dirk Van der Maelen, voorzitter
van de SP.A-fractie, Pieter De Crem, Maggie
De Block, Pierrette Cahay-André, Jean-
Jacques Viseur, Gerolf Annemans,
voorzitter van de VLAAMS BLOK-fractie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Daniël Vanpoucke, rapporteur, Jean-
Marc Delizée, Danny Pieters, André
Flahaut, ministre de la Défense, Greta
D'hondt, Alfons Borginon, Jef Tavernier,
Dirk Van der Maelen, président du groupe
SP.A, Pieter De Crem, Maggie De Block,
Pierrette Cahay-André, Jean-Jacques
Viseur, Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK
BIJLAGE
33
ANNEXE
33
INTERNE BESLUITEN
33
DECISIONS INTERNES
33
COMMISSIES 33
COMMISSIONS
33
S
AMENSTELLING
33
C
OMPOSITION
33
INTERPELLATIEVERZOEKEN 33
DEMANDES
D'INTERPELLATION
33
I
NGEKOMEN
33
D
EMANDES
33
VOORSTELLEN 33
PROPOSITIONS 33
T
OELATING TOT DRUKKEN
33
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
33
MEDEDELINGEN
34
COMMUNICATIONS
34
SENAAT 34
SENAT 34
O
VERGEZONDEN WETSONTWERP
34
P
ROJET DE LOI TRANSMIS
34
A
ANGENOMEN WETSONTWERPEN
34
P
ROJETS DE LOI ADOPTÉS
34
G
EAMENDEERDE WETSONTWERPEN
34
P
ROJETS DE LOI AMENDÉS
34
REGERING 35
GOUVERNEMENT
35
V
ERSLAG
35
R
APPORT
35
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2002
35
B
UDGET GÉNÉRAL DES DÉPENSES
2002
35
O
MZETTING VAN DE
E
UROPESE RICHTLIJNEN
2001/12, 13
EN
14
35
T
RANSPOSITION DES DIRECTIVES EUROPEENNES
2001/12, 13
ET
14
35
ARBITRAGEHOF 35
COUR
D'ARBITRAGE
35
A
RRESTEN
35
A
RRÊTS
35
REKENHOF
37
COUR DES COMPTES
37
V
ERSLAG
37
R
APPORT
37
B
ESLISSING VAN DE
M
INISTERRAAD
37
D
ELIBERATION DU
C
ONSEIL DES MINISTRES
37
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DINSDAG
09
JULI
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
09
JUILLET
2002
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.08 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.08 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
André Flahaut, Laurette Onkelinx.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Karel Pinxten, Joos Wauters, wegens ziekte / pour raison de santé;
Charles Janssens, Guy Hove, Jacques Simonet, OSCE / OVSE;
Herman Van Rompuy, buitenslands / à l'étranger.
Bart Somers, wegens ambtsplicht / pour obligation de mandat
Wetsontwerpen en wetsvoorstel
Projets et proposition de loi
01 Ontwerp van programmawet (1823/1 tot 36)
- Wetsvoorstel van de heer Jos Ansoms tot oprichting van een Belgisch Instituut voor het
spoorvervoer (29/1 en 2)
- Wetsontwerp tot aanvulling van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de steun
aan de productie van audiovisuele werken betreft (overgezonden door de Senaat) (1303/1)
01 Projet de loi-programme (1823/1 à 36)
- Proposition de loi de M. Jos Ansoms créant un Institut belge des transports ferroviaires (29/1 et
2)
- Projet de loi complétant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne le soutien
de la production d'oeuvres audiovisuelles (transmis par le Sénat) (1303/1)
De commissie voor de Financiën en de Begroting stelt voor het wetsontwerp nr. 1303 zonder voorwerp te
beschouwen.
La commission des Finances et du Budget propose de considérer le projet de loi n° 1303 comme étant
sans objet.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De rapporteurs zijn de heren Peter Vanhoutte, Paul Timmermans, Jan Peeters, Daniël Vanpoucke, Arnold
Van Aperen, Ludo Van Campenhout, Jean Depreter, Jean-Marc Delizée, Jef Tavernier en mevrouw
Magda De Meyer.
Les rapporteurs sont MM. Peter Vanhoutte, Paul Timmermans, Jan Peeters, Daniël Vanpoucke, Arnold
Van Aperen, Ludo Van Campenhout, Jean Depreter, Jean-Marc Delizée, Jef Tavernier et Mme Magda De
Meyer.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
01.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, straks zullen
wij uitvoerig luisteren naar de veelvuldige rapporteurs.
De voorzitter: U bent daartoe niet verplicht.
01.02 Yves Leterme (CD&V): Natuurlijk niet, maar dat is een kwestie
van beroepseer, eer tegenover het mandaat, ook tegenover het
mandaat van rapporteur. Het gaat om de zinvolle organisatie van de
parlementaire werkzaamheden.
Ik veronderstel dat volgens de afspraak na de verslaggeving een
algemene bespreking zal volgen. Die bespreking is thematisch,
hoofdstuk per hoofdstuk.
01.02 Yves Leterme (CD&V): Je
voudrais insister pour qu'à la suite
du rapport, on entame une
discussion générale par chapitre
afin que chaque thème puisse être
traité séparément.
De voorzitter: U mag dat doen. Het is een "algemene" algemene bespreking.
01.03 Yves Leterme (CD&V): Vervolgens houden wij een algemene
bespreking per thema.
De voorzitter: In de Conferentie van voorzitters hebben wij
afgesproken een indeling van de gespreksstof te maken. Ik heb dat
donderdag geschreven. Eerst is er een globale algemene bespreking,
vervolgens het debat over Binnenlandse Zaken en Landsverdediging,
daarna Sociale Zaken, Financiën, gevolgd door nogmaals Sociale
Zaken en Financiën, vervolgens Volksgezondheid, Bedrijfsleven,
Handelsrecht en Infrastructuur.
Le président: C'est ce qui avait
été convenu en Conférence des
présidents. J'ai ici la liste des
thèmes qui seront abordés
successivement.
01.04 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben het
daarmee eens. Het is goed dat over de verschillende themata een
algemene bespreking wordt gehouden. Kan de volgorde eventueel
worden uitgedeeld? Vorige week heb ik het schema aan een aantal
collega's bezorgd. Misschien is het ook interessant voor collega's van
andere fracties. Sommige collega's vragen mij soms wanneer zij aan
bod komen.
01.04 Yves Leterme (CD&V): Le
président voudrait-il également la
transmettre aux groupes?
De voorzitter: Ik zal het schema waarover wij het eens zijn geworden laten bedelen, ook aan degenen
van de media die daarvoor belangstelling koesteren.
Je vais la faire distribuer aux membres.
Algemene bespreking
Discussion générale
De voorzitter: Mevrouw Magda De Meyer, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.
01.05 Daniël Vanpoucke, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, 01.05Daniël Vanpoucke,
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
mijnheer de minister, collega's, de commissie voor de Binnenlandse
Aangelegenheden heeft de artikelen 152 tot 165 en 179 van dit
ontwerp van programmawet besproken tijdens haar vergadering van
5 juni 2002. In de eerste plaats houdt deze programmawet een
wijziging in van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende
geneeskundige hulpverlening. Deze wetswijziging strekt ertoe alle
steden en gemeenten van een provincie een bijdrage te laten leveren
in de kosten van de 100-centra. Voorheen werden deze kosten
hoofdzakelijk gedragen door de gemeenten zelf die een 100-centrale
inrichten. Diverse leden van de commissie merkten tijdens de
bespreking op dat de werking van de 100-centrales eigenlijk een
algemene dienstverlening is die derhalve beter door de federale
overheid gefinancierd zou worden. De minister wees erop dat de
werking en subsidiëring van de 100-centrales het onderwerp zal
uitmaken van een dossier dat hij de regering ter behandeling zal
voorleggen. Tevens merkte de minister op dat de financiering van
deze diensten door de federale overheid niet vanzelfsprekend is en
dat het betreffende artikel in die zin net een verdeling van de lasten
over de aangesloten gemeenten voorstaat. De heer Smets stelde dat
het federale budget voor de werking van de brandweerdiensten
momenteel beperkt is tot 1 euro per inwoner. Hij klaagde tevens aan
dat de minister daar bovenop nog een budgetverlaging van 25% voor
deze begrotingspost heeft aanvaard. De minister verklaarde voor de
begroting van 2003 een budgetverhoging te zullen bepleiten.
In de tweede plaats is er een wijziging van de organieke wet
houdende de oprichting van begrotingsfondsen van 27 december
1999. De middelen die momenteel worden toegewezen aan dit fonds
voor beveiliging tegen brand en ontploffing blijken onvoldoende om
de financiering van de haar toegewezen uitgaven te dekken. De
wijziging is erop gericht in dit fonds de inkomsten te storten van de
operationele diensten van de civiele bescherming die afkomstig zijn
van bepaalde taken: ambulanceritten, haar optreden in geval van
milieuvervuiling en niet bij wet bepaalde opdrachten.
Vervolgens bevat deze programmawet ook een aantal maatregelen
met betrekking tot de politiehervorming. Dit ontwerp voorziet in een
aantal technische wijzigingen en een aantal aanvullingen van de
huidige wetgeving: de mogelijkheid voor het gemeentepersoneel om
hun oorspronkelijk statuut te behouden wanneer zij de overstap
maken naar het administratief en logistiek kader van de
politiediensten, het mogelijk maken van de heropneming van
voormalig gemeentepolitiepersoneelsleden die ontslag hebben
genomen vóór 1 april 2001, de mogelijkheid om hulpagenten met
een arbeidscontract op te nemen in de personeelsformatie, het
invoeren van het principe dat sommige uitkeringen en vergoedingen
gedurende 2 jaar en voor 2 indexsprongen niet aan de index worden
aangepast, de mogelijkheid invoeren om gemeentepersoneel ter
beschikking te stellen van de zone en aan de gemeenten en de
overheid wordt gedurende 10 jaar het recht op voorkoop verleend
voor die gebouwen en gedeelten van gebouwen en hun terreinen van
de staatslogementen en op administratieve en logistieke gebouwen
van de voormalige rijkswacht die niet aan de zones werden
overgedragen.
Tenslotte is er ook de oprichting van een commissie ter begeleiding
van de politiehervorming op lokaal niveau.
rapporteur: La commission de
l'Intérieur a examiné les articles
152 à 165 et 179 de la loi-
programme au cours de sa
réunion du 5 juin 2002.
La loi-programme tend
notamment à modifier la loi du 8
juillet 1964 relative à l'aide
médicale urgente. Aux termes de
la modification de la loi, toutes les
villes et communes doivent
supporter une partie des coûts du
central téléphonique "100". Cette
obligation ne s'applique dès lors
plus exclusivement aux
communes sur le territoire
desquelles ces centraux sont
établis.
Plusieurs membres ont fait
observer que le fonctionnement
des centraux "100" participe, en
définitive, du service universel et
devrait, par conséquent, être
financé par les autorités fédérales.
Le ministre a répliqué que ce
financement ne va pas de soi et
que, concernant l'octroi de
subventions aux centraux "100", il
va présenter un dossier au
gouvernement.
M. Smets a déclaré que le budget
fédéral alloué au fonctionnement
des services d'incendie se limite à
1 euro par habitant et que le
ministre a en outre accepté une
réduction budgétaire de 25 pour
cent. En réponse à cette
observation, le ministre a expliqué
qu'il plaiderait en faveur d'une
augmentation budgétaire pour
l'exercice 2003.
La loi-programme modifie
également la loi organique du 27
décembre 1999 instituant des
fonds budgétaires. A l'heure
actuelle, les moyens du fonds de
sécurité contre l'incendie et
l'explosion ne suffisent pas. Selon
la modification de la loi, des
recettes provenant de certains
services opérationnels de la
Protection civile alimenteront
également ce fonds.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Deze commissie heeft onder meer tot doel de financiering van de
lokale zones te begeleiden en advies uit te brengen over de
taakverdeling tussen het federale en het lokale niveau van de
politiediensten. Tijdens de bespreking merkte de commissie op dat
de terbeschikkingstelling van gemeentepersoneel aan politiezones,
enerzijds, een positieve stap kan zijn voor bepaalde zones.
Anderzijds, wijst een lid erop dat deze wetsbepaling nooit met de
bevoegde vakorganisaties werd besproken. Het lid vraagt zich
trouwens af of de minister van Binnenlandse Zaken nog wel bevoegd
is voor de terbeschikkingstelling van dat gemeentepersoneel, dan
wel de betrokken ministers van de gewesten. Voor deze kwestie
verwijst de minister naar het advies van de Raad van State, die
hieromtrent geen enkele opmerking heeft gemaakt.
De CD&V-fractie klaagt vervolgens de maatregel met betrekking tot
het opschorten van de indexering van bepaalde uitkeringen aan.
Volgens CD&V is deze maatregel niet meer dan een
doorschuifoperatie van belangrijke uitgaven, waardoor de regering
geen enkele besparing bewerkstelligt. De minister verdedigt deze
wetsbepaling door erop te wijzen dat het hier slechts een opschorting
van de welvaartspeilkoppeling voor sommige uitkeringen en
vergoedingen betreft, en dat de wedden nog steeds welvaartsvast
zijn. Nog volgens de minister is er een overgangsperiode nodig om
het eens te worden over de bijdrage van de federale staat in de
toekenning van bepaalde uitkeringen en vergoedingen.
Met betrekking tot de oprichting van de commissie ter begeleiding
van de politiehervorming op lokaal niveau stelt men in de commissie
de vraag of niet beter een van de reeds bestaande overlegorganen
die door de wet op de geïntegreerde politie werden opgericht, voor
die taken zou worden uitgebreid, dan wel of dit niet in de
Kamercommissie voor de Binnenlandse Zaken zou kunnen worden
behandeld. De minister ziet echter in de nieuwe commissie een
bestendiging van het overleg dat is ontstaan tussen de regering en
de verenigingen van steden en gemeenten en opteert dan ook voor
een nieuw op te richten commissie, waarin deze verenigingen
kunnen zetelen.
Tot slot, voorzitter, collega's, werd in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken ook het artikel behandeld met betrekking tot de
kanselarij en de algemene diensten.
Hierdoor wordt een fonds opgericht bestemd voor de financiering van
informatie- en communicatieopdrachten. Inkomsten, bijvoorbeeld
door de verkoop van publiciteitsmateriaal, die voorheen in het geheel
van de rijksmiddelen werden opgenomen, komen nu ten goede van
de externe communicatie. Tijdens de bespreking in de commissie
bleken heel wat leden zich vragen te stellen rond de oprichting van
een aparte post binnen de rijksbegroting voor de ontvangsten van
informatie- en communicatieopdrachten. Het was bijvoorbeeld
helemaal niet duidelijk voor wie de opdrachten zouden worden
uitgevoerd en wat de omvang van de ontvangsten zou zijn zodat er
een aparte begrotingspost voor opgericht moest zijn. Het uitvoeren
van opdrachten voor derden betekende voor sommige leden
trouwens een reden om te waarschuwen voor belangenvermenging.
De medewerker van de eerste minister verduidelijkte dat de
informatie- en communicatieopdrachten waarvan sprake in de eerste
Ensuite, la loi-programme contient
un certain nombre de mesures
concernant la réforme des polices.
Ainsi, le personnel communal peut
conserver son statut en cas de
transfert aux services de police.
Les membres du personnel
policier ayant démissionné avant
le 1
er
avril 2001 peuvent être
engagés à nouveau. Des agents
auxiliaires peuvent être recrutés
dans le cadre d'un contrat de
travail. Certaines allocations et
indemnités ne font pas l'objet
d'une indexation. Le personnel
communal peut être mis à la
disposition de la zone de police.
Pendant une période de 10 ans,
les communes et les pouvoirs
publics bénéficieront d'un droit de
préemption sur les bâtiments et
les terrains de l'ancienne
gendarmerie qui n'ont pas été
cédés aux zones de police. Une
Commission d'accompagnement
de la réforme des polices à
l'échelle locale sera mise sur pied.
Sa mission est d'encadrer le
financement et de fournir son avis
sur la répartition des tâches entre
les niveaux fédéral et local. La
mise à disposition de personnel
communal aux zones de police
constitue une solution pour
certaines zones. Toutefois, la
disposition légale à ce sujet n'a
jamais été négociée avec les
organisations syndicales. En
outre, on ne sait pas très bien qui
est compétent en la matière: le
ministre de l'Intérieur ou le
ministre régional concerné. Le
ministre indique que le Conseil
d'Etat n'a émis aucune
observation à ce propos.
Le groupe CD&V dénonce la
suspension de l'indexation de
certaines allocations. La mesure
prise semble n'être rien d'autre
qu'une opération de transfert de
dépenses importantes de telle
sorte qu'aucune économie n'est
réalisée. Le ministre défend la
disposition légale en disant qu'elle
ne serait qu'une suspension de la
liaison au niveau de bien-être
pour certaines allocations et
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
plaats betrekking hebben op het ter beschikking stellen van zowel
bestaande als zelf ontworpen documentatie aan Belgen die naar het
buitenland vertrekken. Bovendien zal de betrokken dienst moeten
fungeren als tussenpersoon bij het verlenen van technische steun
aan geïnteresseerden in het contact met de gespecialiseerde
overheidsdiensten, enerzijds en in de samenwerking met de
ondernemingen die op de communicatiemarkt actief zijn, anderzijds.
Het geheel van de aan de commissie voorgelegde artikelen werd
aangenomen met 10 stemmen tegen 2 en drie onthoudingen.
indemnités, et que les traitements
sont toujours adaptés à la
prospérité. Le ministre plaide pour
une période transitoire et pour un
débat sur la contribution de l'Etat
fédéral à certaines allocations et
indemnités.
La commission s'est en outre
demandé s'il convient bien de
créer une Commission
d'accompagnement de la réforme
des polices sur le plan local. Un
des organes de concertation
existants ne pourrait-il pas être
élargi ou la commission de
l'Intérieur ne pourrait-elle pas
assumer cette mission?
Cependant, le ministre demeure
convaincu de la nécessité de
créer une nouvelle commission au
sein de laquelle les diverses
Unions de Villes et Communes
pourraient siéger.
Enfin, la commission a examiné
l'article concernant la Chancellerie
et les Services généraux aux
termes duquel il sera procédé à la
création d'un fonds destiné à
financer les missions d'information
et de communication. Des
recettes qui étaient auparavant
versées dans les caisses de l'Etat
seront désormais affectées à la
communication externe. Eu égard
à l'absence d'informations
précises sur le montant des
recettes et sur l'identité des
personnes à qui ces missions
seraient confiées, certains
membres se sont interrogés sur la
création d'un poste budgétaire
spécifique pour les recettes
afférentes aux missions
d'information et de
communication. Plusieurs
membres ont mis en garde contre
le risque de confusion d'intérêts
que pourrait entraîner la fourniture
de services à des tiers. Le
ministre a précisé qu'il s'agirait
surtout de documentation à
l'intention de Belges en partance
pour l'étranger. Le service devrait
faire office d'intermédiaire entre
les services publics spécialisés et
les personnes intéressées et entre
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
les pouvoirs publics et les
entreprises opérant sur le marché
de la communication.
L'ensemble des articles soumis à
la commission a été adopté par 10
voix contre 2 et 3 abstentions.
Le président: Je constate que nos collègues Vanhoutte, qui me l'a demandé expressément, et De Meyer
également, renvoient à leur rapport mais je constate que MM. Timmermans, Peeters, Van Aperen, Van
Campenhout, Depreter, Delizée et Tavernier y renvoient aussi . Monsieur Delizée, excusez-moi, vous êtes
là, vous renvoyez aussi à votre rapport écrit?
01.06 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, dans la
tendance générale, je vais en faire de même. Je vous remercie.
De voorzitter: De heer Pieters heeft mij gevraagd om eerst het woord te mogen voeren omdat hij namens
de Kamer een verplichting heeft in de Europese Conventie. Heeft iemand daartegen bezwaar? (Nee) De
heer Pieters heeft het woord.
01.07 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik van de
gelegenheid misbruik maken om de collega's van de Vlaamse
meerderheidspartijen welgemeend uitgebreid te verwelkomen? De
collega's van de VLD, de SP.A en Agalev zullen jammer genoeg
later in het integraal verslag moeten lezen dat ik hen heb
verwelkomd, maar namens mijn fractie wens ik dat toch te doen. Ik
wil er met zeer veel nadruk op wijzen dat hun gehechtheid aan het
regeringsbeleid opnieuw blijkt uit hun massale, enthousiaste
medewerking aan de werkzaamheden in de Kamer.
03.02 Yves Leterme (CD&V): Je
souhaite la bienvenue à tous les
membres de la majorité par
l'entremise du compte rendu
puisque je ne puis m'adresser
directement à eux en raison de
leur absence. Voilà une nouvelle
illustration de l'engagement et de
l'enthousiasme que le travail
législatif inspire au gouvernement
De voorzitter: Zij zullen dat lezen.
01.08 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, geachte
collega's, de algemene bespreking van een programmawet is een
enigszins merkwaardige onderneming. Programmawetten zijn zoiets
als vuilnisbakwetten, bedoeld om een aantal eerder technische
wetsaanpassingen snel en zonder al te veel discussie jaarlijks door
het parlement te loodsen. Vaak is de verleiding dan ook groot om er
nog een schepje bovenop te doen en ook substantiële
wetgevingsaanpassingen met een programmawet erdoor te rammen.
Dat is zeker geen habitus die de regering alleen kenmerkt, maar met
de huidige regering zouden zulke ondemocratische praktijken
verdwijnen, zo werd ons gezegd. Met de nieuwe meerderheid zou het
anders worden: "de nieuwe politieke cultuur oblige", maar van meer
respect voor degelijk wetgevend werk is geenszins sprake.
Integendeel, niet alleen misbruikt de regering het instrument van de
programmawet om hele dossiers van grote wetgevingsgehelen
erdoor te sleuren, daarenboven desorganiseert men het wetgevend
werk zodanig dat menig parlementaire kat of kater er zijn of haar
jongen niet meer in terugvindt. De farce opgevoerd door de regering,
die zich verplicht ziet teksten amper enkele dagen tevoren
ingediend te amenderen, is hiervan zeker een illustratie. Het
achterhouden van een advies van de Raad van State, met name op
01.08 Danny Pieters (VU&ID):
Traditionnellement, la loi-
programme est une loi à laquelle il
est abusivement recouru pour que
le Parlement adopte au pas de
charge des modifications
législatives d'ordre technique de la
loi, voire parfois même de lois tout
entières. Promesse nous avait été
faite, nouvelle culture politique
oblige, qu'il serait mis fin à cette
pratique antidémocratique sous ce
gouvernement. Mais on ne voit
guère de traces de ce grand
respect pour un travail législatif de
qualité. Non seulement des
dossiers entiers font l'objet d'un
examen expéditif au Parlement,
mais le travail législatif est
fragmenté et désorganisé à un
point tel que les arbres finissent
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
mevrouw Onkelinx' amendement in verband met de invoering van de
beroepsinlevingscontracten, is er een andere illustratie van. De taal
waarin menige tekst is opgesteld een onleesbaar en bij wijlen
onbegrijpelijk Nederlands kan tevens worden betreurd, maar heeft
toch het grote voordeel om plastisch duidelijk te maken wie de pen
heeft vastgehouden en van waar de ideeën komen.
Mijnheer de voorzitter, collega's, sta mij toe aan de hand van een
zestal deeldomeinen van deze programmawet aan te tonen dat het
voorgestelde vaak ondoordacht is en geenszins getuigt van visie, dat
het niet zelden de vloer aanveegt met het algemeen Vlaams belang
en garant staat voor heel wat juridische problemen later.
Premier Verhofstadt had het bij zijn ambtsaantreden, drie jaar
geleden, graag over de "modelstaat" die hij van België zou maken.
Nu, drie jaar later, spreekt hij daar minder over. Maar, nu begrijp ik
meer en meer dat wij zijn woorden altijd verkeerd hebben begrepen.
Hij gebruikte wellicht het woord "model" zoals in de samenstelling
"modelbouw", waarbij hij door het aaneenplakken van verschillende
deeltjes, probeert een miniatuurvliegtuig of -trein te bouwen. Maar,
na drie jaar, weten we dat de premier niet zoveel afweet van
vliegtuigen of van treinen, niet van grote en evenmin van kleine
modelexemplaren.
Thans kom ik tot zes deeldomeinen om nader te bekijken.
Ten eerste, de sociale zaken. Minister Vandenbroucke wil aan de
kinesisten de mogelijkheid verlenen uit het beroep te stappen in ruil
voor een som geld. Om dit mogelijk te maken wordt door de wet de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging aangepast
door een artikel 55bis in te lassen. Dit geeft dan de mogelijkheid om
het RIZIV te belasten met de kosten voortvloeiend uit een
begeleidings- of uittredingsplan.
De minister deelde mee dat het participatiefonds zo'n 37 miljoen euro
zal vrijmaken. Volgens de minister, heeft dit geen enkele financiële
repercussie op de begroting van dit jaar. Dat zal wellicht juist zijn,
maar de last zal duidelijk wel wegen op de begroting van 2003 en de
daaropvolgende jaren. Ook dat moet worden gezegd.
Onze partij heeft twee ernstige bedenkingen bij het plan van minister
Vandenbroucke inzake de kinesisten. Ten eerste, het plan dat ons
wordt voorgelegd getuigt van een zeer gefragmenteerde beleidsvisie.
Nu worden de problemen van kinesisten aangepakt en wordt er
voorzien in financiële afkoopsommen om een ander beroep te gaan
uitoefenen. Andere gelijkaardige beroepsgroepen met problemen
kennen vooralsnog geen dergelijke regeling.
Ten tweede, het is toch onzinnig mensen studies van kinesitherapie
te laten beginnen, zonder dat hen duidelijk wordt gemaakt dat de
kansen om aan de bak te komen met een diploma van kinesist, er
alles behalve rooskleurig uitzien.
Op het ogenblik investeren de gemeenschappen nog steeds geld in
de opleiding van kinesisten waarvoor in de toekomst wellicht geld
moet worden vrijgemaakt om hen ervan te overtuigen geen
kinesitherapie uit te oefenen. Met de gemeenschapsoverheden zou
een overeenkomst moeten worden bereikt om op dit punt tot een
par cacher la forêt. J'en veux pour
preuve les amendements du
gouvernement à des textes qu'il a
lui-même déposés quelques jours
auparavant ainsi que la
dissimulation pure et simple d'un
avis du Conseil d'Etat. En outre, la
plupart des textes sont rédigés
dans un néerlandais abscons.
Je me propose de montrer par
quelques exemples que la loi-
programme est souvent
inconséquente et manque de
vision, qu'elle ne tient pas compte
de l'intérêt général de la Flandre
et qu'elle ne manquera pas de
générer ultérieurement de
nombreux problèmes juridiques.
Le ministre des Affaires sociales,
M. Vandenbroucke, souhaite par
exemple permettre aux
kinésithérapeutes de quitter la
profession en échange d'une
somme d'argent. L'INAMI prendra
en charge les coûts du plan de
sortie. Selon le ministre, le Fonds
de participation dégagera à cet
effet 37 millions d'euros. Il affirme
que ce système n'aura aucune
répercussion sur le budget 2002.
Même si cela se confirme, il
pèsera toutefois sur les budgets à
venir. En outre, ce plan me
semble traduire une approche très
fragmentée: on s'attaque aux
problèmes de tel groupe
professionnel mais pas de tel
autre. Par ailleurs, il est absurde
de permettre à des jeunes de
suivre une formation onéreuse à
charge des Communautés pour
les convaincre ensuite de quitter
la profession, ce qui entraîne de
nouveaux coûts!
Un article élargit le groupe
d'institutions ayant accès aux
données grâce à ou par
l'intermédiaire de la Banque-
carrefour. Il s'agit de services
externes de prévention et de
protection sur le lieu de travail.
Avant tout nouvel élargissement
du réseau, il conviendrait de
définir une politique pro-active
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
betere beroepskeuzeoriëntering te komen. Dit betekent betere
voorlichting, alsook de vrijheid om toch voor kinesitherapie te kiezen
maar zonder de garantie dat aan het einde van de rit en met een
diploma op zak dit beroep ook daadwerkelijk kan worden
uitgeoefend. Zo gek is dat niet. Als men rechten studeert heeft men
evenmin de garantie dat men voldoende inkomen zal genereren als
advocaat. Voor mijn fractie is het allerergste dat men mensen betaalt
om een beroep dat ze geleerd hebben niet uit te oefenen. Heel wat
andere beroepscategorieën, heel wat anders-opgeleiden zullen dit
met lede ogen aanschouwen.
Het sociaal luik bevat eveneens een artikel tot uitbreiding van de
groep instellingen die toegang krijgen tot de gegevens van of via de
kruispuntbank. Dit is onder meer het geval voor de externe diensten
van preventie en bescherming op het werk. Ik wil er sterk op
aandringen dat er eindelijk werk wordt gemaakt van een pro-actief
niet van een passief beleid inzake controle van de bescherming
van het privé-leven door de instellingen van het netwerk alvorens het
netwerk van de kruispuntbank open te stellen voor nieuwe
instellingen. Het is mij alles behalve duidelijk of er pro-actief wordt
nagegaan of de verschillende, voornamelijk perifere instellingen bij
het consulteren van data wel degelijk de privacy respecteren.
Ik kom tot een volgend rampgebied, in casu de werkgelegenheid. Ik
ga in op het voorstel inzake PWA en de fameuze beroepsinlevings-
overeenkomst. De PWA's worden door de programmawet in staat
gesteld om bovenop hetgeen ze op dit ogenblik doen en nuttig doen
zich eveneens te kunnen opstellen als werkgever bij de ontwikkeling
van buurtdiensten. Minister Onkelinx heeft dat duidelijk gesteld
tijdens de bespreking in de commissie.
Een en ander is wel merkwaardig wanneer we de vroegere
verklaringen van de regering erop nalezen. Ik verwijs naar de
beslissing van de Ministerraad op 16 juni 2000: "Men wil een
alternatief bieden voor dit soort werk in het zwarte circuit en het werk
in het kader van PWA's. Het systeem van de PWA's plaatst de
uitkeringstrekkers immers in een situatie van uitkeringsgerechtigde
werkloosheid". Ik zal u er niet mee bezwaren, maar zo is er een
aantal citaten waarin telkens duidelijk wordt gemaakt dat "het
scheppen of ontwikkelen van professionele economische activiteiten
in de sectoren van de buurtdiensten moet worden bevorderd". Lees:
niemand mag in de werkloosheid worden gelaten.
De uiteindelijke erkenning van firma's om de kwaliteit van de
verrichte diensten te waarborgen, zal gebeuren door de gewesten via
een samenwerkingsakkoord. Dat samenwerkingsakkoord staat nog
steeds op de agenda van het Vlaams Parlement en het is nog niet
van kracht als dusdanig. In dat samenwerkingsakkoord is trouwens
nergens sprake van de PWA's, maar duidelijk wel van
handelsvennootschappen, met name dienstverleningsfirma's.
De regionale werkgeversorganisaties, zowel uit het noorden als uit
het zuiden, en het VBO pleitten er op 14 februari 2001 duidelijk voor
om de buurtdiensten te laten verzorgen door het commerciële circuit,
en zeker niet te kaderen in het PWA-stelsel. Volgens hen belemmert
een parallelle PWA-werking de uitbouw van een volwaardige
diensteneconomie en wat veel belangrijker is zet zij de deur
wagenwijd open voor de beruchte werkloosheidsval. Het VEV
pour protéger les données
personnelles des assurés sociaux
de manière satisfaisante.
L'emploi constitue un autre
domaine sinistré. La loi-
programme autorise les agences
locales pour l'emploi, en plus des
activités auxquelles elles se
livrent déjà actuellement, à agir
en tant qu'employeur dans le
cadre du développement de
services de proximité. Voilà qui
est étonnant à la lumière de la
décision du Conseil des ministres
du 16 juin 2000. Celui-ci avait en
effet décidé d'offrir une solution
de rechange aux agences locales
pour l'emploi car ces dernières
maintiennent les chômeurs
indemnisés dans un système de
chômage indemnisé. Des firmes
privées seraient chargées du
développement des services de
proximité. Les Régions
concluraient un accord de
coopération avec ces firmes pour
garantir la qualité. Cet accord
figure à l'ordre du jour du
Parlement flamand et n'est donc
pas encore en vigueur. Il ne fait
pas mention d'ALE mais de
sociétés commerciales. Les
organisations patronales FEB,
VEV, UEB, UWE demandent
également de ne pas confier les
services de proximité aux ALE
mais de recourir au circuit
commercial. Les services ALE
favorisent les pièges du chômage
car l'on ne contacte plus les
travailleurs ALE pour un emploi
vacant sur le marché du travail
ordinaire. Le gouvernement
flamand est d'ailleurs également
partisan de démanteler le système
des ALE plutôt que de l'étendre.
Le gouvernement flamand a fini
par approuver l'accord de
coopération, malgré la pression
exercée par le VEV. Le Parlement
flamand par contre ne l'a toujours
pas ratifié. Le ministre flamand,
M. Landuyt, a exprimé à plusieurs
reprises son opposition à
l'exclusion des entreprises privées
du système des chèques-services.
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
verwijst ook naar het buitenland, waar buurtdiensten succesvol
worden verzekerd door dienstverleningsfirma's. Tot slot wees het
Vlaams Economisch Verbond op de voordelen van een commerciële
dienstverlening, die volgens hem bestaat uit een geselecteerd en
goed opgeleid personeel, de creatie van werkgelegenheid binnen de
marktsector en aangepaste lonen.
Het VEV bleef druk uitoefenen, nu vooral op de Vlaamse regering,
om het samenwerkingsakkoord niet goed te keuren. Uiteindelijk heeft
de Vlaamse regering dat wel gedaan, maar het Vlaams Parlement
heeft nog steeds het samenwerkingsakkoord niet goedgekeurd. Het
is wel merkwaardig dat ook minister Landuyt, Vlaams minister van
Werkgelegenheid, duidelijk een aantal verklaringen heeft afgelegd
waaruit blijkt dat volgens hem de privé-sector niet uit de
dienstensector moet worden geweerd. Die verklaringen staan ook
haaks op de maatregelen die nu worden genomen.
Wat er ook van zij, zo'n "renversement de jurisprudence" waarbij
zowel mevrouw Onkelinx als de heer Lambert vandaag via een
programmawet iets doorvoeren dat haaks staat op hun uitspraken
van gisteren, is een ombuiging van beleid die niet via een
programmawet dient te gebeuren, maar wel het voorwerp moet zijn
van een heuse parlementaire behandeling.
Het tweede luik van het sociale aspect omvat de
beroepsinlevingsovereenkomsten. In dat dossier getuigt de minister
weerom van een afkeer van het normale parlementaire werk, voor de
federale staatsopbouw en voor het sociaal overleg. Die
beroepsinlevingsovereenkomsten zouden de arbeidsrechtelijke
aspecten moeten vastleggen van de zogenaamde stagiairs, die in het
kader van hun opleiding bepaalde vaardigheden verwerven bij hun
werkgever. Begin mei uitten de Vlaamse parlementsleden van onze
partij hun bedenkingen al in de commissie voor het Onderwijs van
het Vlaams Parlement. Het gehele systeem van stageplaatsen en
stagiairs maakt in ruime zin deel uit van vorming en is dus
onlosmakelijk een gemeenschapsbevoegdheid. Ook de Unizo en het
VEV spraken van een duidelijke bevoegdheidsoverschrijding in de
plannen van de minister. Vlaams onderwijsminister Vanderpoorten
deelde de bedenkingen over de bevoegdheidsverdeling en
verklaarde een eventueel wetsontwerp nauwlettend in het oog te
zullen houden, zodat "de gemeenschapsbevoegdheden en de
Vlaamse onderwijsvisie niet geschonden zouden worden", zoals zij
letterlijk zei.
Over de bevoegdheidsvraag is er intussen al veel te doen geweest.
Het Vlaams Parlement rolde de spieren. De leeuw klauwde even,
riep een belangenconflict in, maar werd later gesommeerd braaf
terug in zijn kooi te kruipen. Exit het belangenconflict. Waarom?
Omdat er wat lippendienst bewezen wordt aan het protest van
Vlaanderen, meer niet. Maar ja, ook dat is kenmerkend voor de
manier waarop het federale en het Vlaamse paars-groene gebeuren
met mekaar omgaan.
Dat de Raad van State inderdaad brandhout maakte van het voorstel
van beroepsinlevingscontracten, maar niet primair of alleen wat de
bevoegdheid betreft, ligt gewoonweg aan het feit dat het voorstel van
minister Onkelinx inhoudelijk zo vaag is en zo rammelde, dat het
moeilijk is definitieve uitspraken over bevoegdheidszaken te doen
Il est dès lors étonnant que cette
loi-programme mette en oeuvre
des mesures que les ministres
Onkelinx et Landuyt
condamnaient encore tout
récemment. J'estime que ce sujet
mérite un débat parlementaire à
part entière .
Avec les conventions d'immersion
professionnelle, le gouvernement
veut instaurer une réglementation
légale pour les stagiaires qui
acquièrent certaines compétences
auprès d'un employeur dans le
cadre d'une formation. Cette
initiative a suscité bien des
remous. La ministre flamande,
Mme Vanderpoorten, le groupe N-
VA en commission de
l'enseignement du Parlement
flamand, le VEV et Unizo estiment
tous qu'il s'agit d'une matière qui
concerne en fait la formation et
qui relève, par conséquent, des
compétences de la Communauté
flamande. Le Parlement flamand
a soulevé un conflit d'intérêts mais
on l'a fait taire. Si le Conseil d'Etat
a démoli les conventions
d'immersion professionnelle, ce
n'est pas au motif d'une violation
de compétences, mais parce que
les plans du gouvernement sont
tout simplement trop vagues pour
que l'on puisse se prononcer à
leur sujet. Quoi qu'il en soit, à la
suite de l'instauration d'un salaire
et d'un contrat de travail, les
entreprises ne seront plus tentées
d'engager des stagiaires alors
qu'on manque cruellement de
places de stages. En Flandre, un
accord a été conclu à ce sujet.
Tout ce qui le modifiera doit être
réglé au niveau flamand.
Le gouvernement envisage en
outre l'instauration de tax shelters
pour le secteur audiovisuel. En
principe, c'est une initiative
louable. Le Conseil d'Etat s'est
toutefois demandé si l'autorité
fédérale était bien compétente
pour prendre une telle initiative.
Le gouvernement peut certes
prendre des mesures fiscales qui,
selon la Cour d'arbitrage, ne
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
voor wie eigenlijk niet weet wat erin staat. Daar ligt de oorzaak.
In ieder geval, door de invoering van een loon en van een
arbeidscontract, wordt hier een signaal gegeven dat stagiairs in de
zin van de beroepsinlevingsovereenkomsten goedkope werkkrachten
zijn.
Erger nog, veel bedrijven zullen wellicht afhaken om stageplaatsen
aan te bieden wanneer ze verplicht worden een loon uit te betalen.
Dit zou uiterst spijtig zijn gezien de absolute nood aan stageplaatsen
in ons bedrijfsleven.
In het Vlaamse onderwijslandschap bestaan reeds regelingen
omtrent stageovereenkomsten waarin de rechten en plichten van de
betrokken partijen worden uiteengezet. Elke verbetering die hieraan
kan en wellicht ook moet worden aangebracht is welkom maar moet
en zal op het Vlaamse niveau worden geregeld.
Ik kom thans tot een derde deeldomein, met name de financiën. Sta
mij toe even in te gaan op de zogenaamde taxshelters. Hiermee
worden een aantal fiscale gunstmaatregelen bedoeld die in dit geval
ten voordele van de audiovisuele sector worden genomen. Niemand
zal betwisten dat dergelijke maatregelen nuttig zijn. De Amerikaanse
filmindustrie kan prat gaan op meer geld, betere promotie en
marketing en uiteindelijk op een wijd verspreide verdeling. Het is nog
altijd zo dat men in Griekenland veeleer een slechte Amerikaanse
film zal te zien krijgen dan een goede Finse. Om die globale culturele
handicap te verhelpen werd onder meer een Vlaams Audiovisueel
Fonds in het leven geroepen met als intendant Luckas Vandertaelen.
In de interview met de FET zette hij de pijnpunten nog eens haarfijn
op een rijtje. Ook een vorige regering besloot reeds op twee
Ministerraden een voorontwerp goed te keuren met fiscale
maatregelen voor de sector.
Uiteraard staan wij achter het principe van het verdedigen en
bevorderen van het cultureel erfgoed, ook op audiovisueel vlak. Wat
ons en anderen echter niet zint is de federale recuperatie. In zijn
advies bij de programmawet opent de Raad van State met de vraag
of er niet dient te worden onderzocht of de federale overheid wel
bevoegd is fiscale maatregelen te nemen in de audiovisuele sector
aangezien culturele aangelegenheden onder de bevoegdheid van de
Gemeenschappen vallen.
De Raad van State heeft zich in een eerder advies met betrekking tot
deze materie al duidelijk uitgesproken. Toen ging het over een
voorontwerp van wet betreffende fiscale maatregelen bestemd voor
de bevordering van de audiovisuele productie. In dat advies
onderscheidde men fiscale bevoegdheid en materiële bevoegdheid.
Uit de rechtspraak van het Arbitragehof blijkt duidelijk dat, wanneer
de wetgever zijn belastingbevoegdheid uitoefent, hij niet in
hoofdzaak een gevolg mag beogen dat, gezien de hem toegewezen
bevoegdheid, dit parlement niet vermag na te streven.
Kortom, hoewel de federale overheid zeker bevoegd is inzake
fiscaliteit, beschikt ze niet over de materiële bevoegdheid inzake de
audiovisuele sector. Het lijkt er dan ook sterk op dat deze regering
hier haar boekje te buiten gaat. Nu heeft de Raad van State wel
peuvent toutefois servir
exclusivement un objectif pour
lequel il n'est pas compétent. Le
secteur audiovisuel est une
matière culturelle et relève à ce
titre des Communautés. Le
Conseil d'Etat a indiqué, dans
l'avis urgent qu'il a été appelé à
rendre, que l'exercice des
compétences communautaires ne
posait pas de problème. Un autre
avis, pour lequel le Conseil d'Etat
disposera de davantage de temps,
débouchera sans doute sur
d'autres conclusions. Pour nous, il
est clair que la politique culturelle
doit être intégralement définie à
un seul niveau, le niveau
communautaire.
Une autre mesure de la loi-
programme vise à introduire
l'anglais pour certaines matières
enseignées dans le cadre des
formations de l'Armée. Il faut
veiller rigoureusement à ce que le
français et le néerlandais soient
remplacés dans les mêmes
proportions. Il serait inadmissible
que les formations dispensées en
néerlandais soient remplacées
dans une large mesure par des
formations en anglais cependant
que les formations en français
resteraient inchangées. Nous ne
faisons guère confiance à l'actuel
ministre pour ce qui est du respect
de notre langue.
L'armée intervient également au
bénéfice de tiers et ces
prestations génèrent chaque
année 25 millions d'euros. En
dehors d'une disposition
récurrente dans la loi-programme,
il n'existait jusqu'à présent aucun
fondement juridique pour justifier
cette pratique, ce que la Cour des
comptes a dénoncé. Le
gouvernement a donc comblé
cette lacune. M. Flahaut a indiqué
que les paiements de ces
prestations sont soumis au
contrôle d'une cellule d'audit
interne. Depuis le 1
er
janvier 2002
toutefois, le ministre ne parle plus
d'une cellule mais d'un groupe de
travail. Qu'en est-il exactement?
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
afgesloten met een zeer diplomatische zin: "Op korte termijn zien wij
hier geen graten in", maar wij zijn er vrij zeker van dat de Raad van
State en zeker het Arbitragehof bij nader onderzoek hier wel degelijk
een bevoegdheidsprobleem zullen erkennen. De grond van de zaak
is dat wij inzake cultuurbeleid één niveau moeten hebben waarop
maatregelen kunnen worden genomen. Dat zeggen wij niet alleen.
Dat zegt ook het Franstalige "Collectif 2001" dat diverse
beroepsverenigingen van de filmsector groepeert en in juli 2001 al
pleitte voor een duidelijke bevoegdheidsafbakening in deze sector.
Ik kom tot een vierde domein in de programmawet, met name
Landsverdediging. Een artikel van de programmawet wil het gebruik
van het Engels bij het leger mogelijk maken. In de toelichting lezen
wij, ik citeer: "Materies die wegens hun aard of wegens hun
professioneel gebruik de kennis en het gebruik van het Engels
noodzakelijk maken, kunnen aan de militairen in deze taal
onderwezen worden. De overhoringen en examens over deze
materie kunnen eveneens in deze taal gebeuren. De minister van
Landsverdediging stelt de bedoelde materies vast. De Raad van
State stelt in haar advies dat een uitzondering op het gebruik van de
officiële talen aanvaardbaar is, maar niet mag leiden tot een
veralgemeende toepassing die verder reikt dan de aangegeven
rechtvaardigingsgrond". De minister heeft daarmee enigszins
rekening gehouden door het woord "maatschappelijk" door
"professioneel" gebruik te vervangen.
Een aantal zaken moeten hier duidelijk zijn. Ten eerste, als het
Engels in de plaats van het Frans en het Nederlands zou komen en
dit voor dezelfde domeinen, kan er geen sprake van zijn dat het
Nederlands zou worden vervangen door Engelstalig onderwijs of
examens en het Frans onderwijs in het Frans zou blijven. Mijnheer
de minister, ik neem aan dat u hiermee akkoord gaat?
Ten tweede, wij hebben volstrekt geen vertrouwen in de persoon van
de huidige minister van Landsverdediging, zeker niet wanneer het
erom gaat respect te tonen voor onze taal en voor onze overtuiging.
Elke delegatie van bevoegdheid aan de minister stuit bij ons dan ook
op grote achterdocht.
Voorts wordt in de programmawet werk gemaakt van een begin van
regeling van de prestaties aan derden door het leger. Het Belgisch
leger levert nu en dan prestaties ten voordele van derden. Dat zou
jaarlijks 25 miljoen opleveren. Het probleem is dat daarvoor nu geen
wettelijke basis bestaat. Er is nu geen afdoende basis om zulke
inningen te doen. Er moet dus in een wettelijke regeling worden
voorzien.
Ik wil daarover enkele opmerkingen maken. Destijds werd gezegd dat
het probleem de facto zou worden opgelost door de oprichting van
een interne auditcel. Die zou de inning en investering van de
middelen controleren. Sinds 1 januari 2002 wordt echter in de
antwoorden van de minister geen gewag meer gemaakt van een
interne auditcel, maar enkel nog van een werkgroep. Bestaat die
interne auditcel om toezicht te houden op de middelen die door het
leger worden geïnd voor prestaties aan derden nu eigenlijk? Bestaat
er een interne auditcel of slechts een werkgroep?
01.09 Minister André Flahaut: Ja, natuurlijk, in de directie Budget en 01.09 André Flahaut, ministre: Il
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Financiën bestaat er een permanente controle.
existe une cellule de contrôle
permanente à la direction des
Finances. En outre, la Cour des
comptes contrôle ces recettes.
01.10 Danny Pieters (VU&ID): Het gaat dus om een cel en geen
werkgroep?
01.11 Minister André Flahaut: Ja.
01.12 Danny Pieters (VU&ID): Sinds 1 januari 2002 hebt u echter
steeds gesproken van werkgroepen en niet van een interne auditcel.
Een auditcel veronderstelt een onafhankelijkheid.
01.13 Minister André Flahaut: Er is ook controle van het Rekenhof
op dat gebied. Er is geen probleem. Er is ook controle van het
Rekenhof op alle instellingen zoals ASBL.
De voorzitter: Mijnheer Pieters, vergeet uw afspraak om 11.00 uur niet.
01.14 Danny Pieters (VU&ID): Ik weet het, mijnheer de voorzitter,
maar ook al zit ik aan de goede kant, bilocatie kan ik ook nog niet
realiseren. U bent mij toch niet liever kwijt dan rijk, mijnheer de
voorzitter?
De voorzitter: Misschien ziet men u elders graag komen.
01.15 Danny Pieters (VU&ID): Elders ziet men mij inderdaad soms
liever.
Voor de overheidsbedrijven zou ik mij willen beperken tot de klucht
rond de verkoop van de Biac-gronden. Eind 2001 boekte de regering
een begrotingsoverschot van 0,2%. Daartoe werd in zeven haasten
een aantal gronden aan Biac verkocht. Men dacht dat dat nodig zou
zijn. Achteraf bleek het onnodig. Men heeft het vervolgens geboekt
voor het jaar 2002.
De Biac-gronden die eind december in sneltreintempo werden
verkocht, leverden 205 miljoen euro op. Heel wat kritische stemmen
vroegen toen onder andere of dat wel de juiste prijs voor het
verkochte goed was.
Er zijn toen schatters aan te pas gekomen en er kwam een hele
rechtvaardiging. Ik wil daar niet op terugkomen. Ik wil wel ingaan op
wat er nu gebeurt in de programmawet. In de programmawet van
december 2001 staat in artikel 161 "aan Biac worden alle en niet
minder dan alle onroerende goederen verkocht". Met de huidige
programmawet wordt een kleine maar niet onbelangrijke
zinsverandering aangebracht. Artikel 138 van de programmawet stelt
dat het moet worden "alle of een deel van". Waarom deze wijziging?
In de toelichting lezen we dat bij de voorbereiding van de lijst van de
gronden die het voorwerp van verkoop uitmaakten tevens gronden
werden opgenomen die zich buiten de luchthaven bevinden en
waarvan men het bestaan niet kende op het ogenblik van het
totstandkomen van de programmawet van december 2001. Dit zet
onze kritiek van destijds nog eens duidelijk in de verf. Hoe kan men
03.05 Danny Pieters (VU&ID): Je
m'en réjouis.
En ce qui concerne les entreprises
publiques, je me bornerai à la
farce de la vente des terrains de
la BIAC. A la fin de l'année
dernière, le gouvernement a
cherché, vite fait bien fait, à
enjoliver le budget au moyen des
recettes tirées de la cession de
ces terrains. Il s'est avéré a
posteriori que ce n'était pas
nécessaire, de sorte que ces
recettes ont été comptabilisées en
2002. Je ne reviendrai pas sur la
question de savoir si le prix de
205 millions d'euros était bien
correct. Initialement, il avait été
prévu de vendre tous les terrains.
Dans l'actuel projet de loi, il est
prévu que tous les terrains ou une
partie seront vendus. Fin 2001, en
effet, l'existence de certains
terrains en dehors de l'aéroport
n'était pas connue. Voilà qui est
illustratif du bricolage auquel on
s'est livré et du bien-fondé de nos
critiques. La BIAC a donc aussi
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
bijvoorbeeld komen tot een rechtvaardiging van de koopprijs
wanneer men niet weet wat men verkocht heeft? Ik vraag mij af wat
die schatters destijds gedaan hebben. Blijkbaar gaat de regering
holderdebolder te werk en vindt ze het niet eens nodig om na te gaan
waarover het eigenlijk gaat als ze zo'n bepaling in december 2001 in
de programmawet zet. Hoe dan ook, luchthavenuitbater Biac heeft
eind december blijkbaar niet alleen gronden aangekocht voor de
exploitatie van de luchthaven maar ook enkele stukjes
landbouwgrond. Begrijpe wie begrijpen kan. Toen minister van
Overheidsbedrijven Rik Daems hierover ondervraagd werd in de
commissie kon hij alleen met een brede glimlacht mille excuses
aanbieden. Verder kon de minister we zijn intussen een half jaar
verder nog steeds geen concrete antwoorden geven op de vragen
of er al een materiële verkoopakte is, of de exacte verkoopsom
gekend is en wat de juiste afmetingen van de verkochte gronden zijn.
Is dit het goed bestuur waarover men sprak?
Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn zesde en laatste
aandachtsveld. Ik neem aan dat dit iets is dat u ter harte gaat omdat
het gaat om het openbaar vervoer en met name de NMBS. Een
bepaling in de programmawet verleent de regering volmachten om
de desbetreffende richtlijnen van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie om te zetten in Belgisch recht. Ondanks
het feit dat de bevoegde minister laat uitschijnen dat het hier om
technische aangelegenheden gaat, behelst het artikel van de
programmawet een groot deel van de toekomst van ons spoor. De
minister staat uiteraard onder druk aangezien de Ministerraad haar
op 7 juni uitdrukkelijk vroeg om nog voor het zomerreces de teksten
voor te leggen. Dit zou uiteraard best gebeuren zonder te veel
parlementaire inmenging. Waarvoor zou dat goed zijn? Waar gaat
het hier om? Het gaat om de liberalisering van het vrachtvervoer per
spoor over het internationaal net. De markt wordt op 15 maart 2003
volledig opengegooid. Dat is uiterst belangrijk en het stelt de NMBS
ongetwijfeld voor belangrijke uitdagingen. Toch heeft het parlement
nog altijd geen kennis kunnen nemen van de omzettingsplannen van
de minister. Het argument dat de bepalingen van de programmawet
dienaangaande "techniciteiten" zijn is vals. Trouwens, niet alleen de
oppositie hekelt deze gang van zaken. Ook de Raad van State heeft
zware bedenkingen bij het toekennen van volmachten als de
bevoegdheden nergens worden afgebakend. Wat ons betreft, is
daarbij van belang dat de keuze van de regering om de
spoorweginfrastructuur en -exploitatie in handen te laten van de
NMBS waardoor de 60/40-verhouding voor investeringen in de
infrastructuur behouden blijft, hierdoor nogmaals bevestigd wordt. De
pleidooien van de pseudo-neoflamingante SP-excellenties en van
menig VLD'er om bij een volgende regeringsonderhandeling de
regionalisering aan de agenda te plaatsen klinken dan ook wel erg
hol. Als het om zo'n belangrijke zaak gaat, delegeert men niet aan
een federaal minister. Belangrijke hervormingen worden op zijn minst
in het federaal Parlement besproken, zeker in het zicht van een
mogelijke overgang.
Mijnheer de voorzitter, collega's, als conclusie neig ik ertoe de
programmawet toch relevanter te vinden dan ze op het eerste zicht
lijkt.
De wet spreekt eigenlijk over de echte politiek van het concrete
leven, veel meer dan menig ronkende beginselverklaring. Ze
acheté quelques terrains agricoles
dans les Ardennes. Le ministre
Daems n'a en fait pas pu répondre
à cette observation, pas plus qu'à
nos questions concernant la
superficie vendue, le prix, etc.
Le projet de loi actuel prévoit
également que le gouvernement
sera mandaté pour transposer
dans la législation belge la
directive européenne relative aux
chemins de fer. Il n'est pas
question de sous-estimer
l'importance de cette disposition
pour l'avenir de la SNCB. Le 15
mars 2003, le transport de
marchandises par voie ferrée sera
complètement libéralisé. C'est un
défi énorme pour la SNCB. Le
Parlement n'a toutefois pas été
informé de la manière dont Mme
Durant envisage de réaliser cette
libéralisation et dont elle y
préparera la SNCB.
L'argument selon lequel les
dispositions de la loi-programme
relatives au "modèle de
conversion" de la SNCB ne sont
que des détails techniques, n'est
pas fondé. Le Conseil d'Etat
fustige lui aussi l'octroi de
pouvoirs illimités sans délimitation
des compétences.
Enfin, les plaidoyers des
excellences du SP.A et de
nombreux membres du VLD en
faveur de la régionalisation de la
SNCB lors de la prochaine
législature sont des paroles en
l'air: le cadre nécessaire à cet
effet aurait déjà dû être créé dès
aujourd'hui.
La loi-programme révèle donc
surtout l'inefficacité et la
maladresse d'une majorité par
trop prolixe. Les gouvernements
précédents étaient probablement
plus hypocrites que la coalition
actuelle: l'unité qu'ils affichaient et
le respect qu'ils témoignaient pour
le Parlement étaient certainement
feints. Le présent gouvernement a
dépassé le stade de la honte, il ne
prend même pas la peine de
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
confronteert ons met de realiteit van het meerderheidsbeleid: een
regering die niet efficiënt is maar breedsprakerig, niet bekwaam maar
klungelt in nagenoeg elk dossier; Vlaamse partijen uit de
meerderheid die de Vlaamse helden spelen in een gebouw wat
verderop, maar hier een heel ander liedje komen zingen; een
regering die de adviezen van de Raad van State systematisch aan
haar laars lapt; een regering die in de parlementariërs van de
oppositie niet de partners voor een betere wetgeving wil zien, maar
wel de hinderpalen op de weg naar het eigen groot gelijk.
Vorige regeringen in ons land waren wellicht hypocrieter dan de
huidige, althans in hun relaties met het parlement. Ze deden zich
beter voor dan ze werkelijk waren. Ze deden zich eendrachtiger voor.
Ze deden zich voor alsof ze meer respect hadden voor het
parlement. In de werkelijkheid was dat toen niet echt het geval. Nu is
het anders: de huidige regering is minder hypocriet. Ze probeert zich
zelfs niet voor te doen op een betere manier dan ze is voor het
parlement. Ze is de schaamte voorbij. Wat zou een meerderheid zich
inspannen in debatten met de politieke tegenstanders over toch
weinig telegenieke onderwerpen. Nee, voor de meerderheidspartijen
is het belangrijker hun mannetjes en vrouwtjes op het beeldscherm te
krijgen, een oneliner te plaatsen, het levensverhaal van de ene of de
andere te etaleren of gewoon sympathiek over te komen in een of
ander spelprogramma.
En als dat geen voldoening schenkt, organiseert men binnen de
meerderheid maar een relletje. Kwestie van de twee protagonisten,
beiden van de meerderheid, wat meer mediabelangstelling te geven.
Dit alles is deze meerderheid veel meer waard dan een debat in dit
parlement. Als ik voor mij kijk, zie ik daar alleen maar de bevestiging
van.
Het zij duidelijk: wij zullen niet afhaken. Wij zullen de inspanning
blijven doen om de Vlamingen, de burgers van de VLD, ernstig te
blijven nemen en ze te blijven uitleggen dat deze regering
bijvoorbeeld in een vuilbakwet een hele reeks belangrijke
maatregelen aan een grondige parlementaire behandeling onttrekt.
Wij zullen blijven uitleggen dat deze regering mensen wil betalen om
hun job stop te zetten, een job waarin men geld blijft stoppen om
nieuwe mensen daarvoor op te leiden. Wij zullen blijven uitleggen
dat deze regering steeds meer organismen toegang geeft tot hun
sociale privé-gegevens zonder dat er pro-actief en preventief wordt
gecontroleerd of de instellingen die nu al toegang hebben daarvan
geen misbruik maken. Wij zullen blijven uitleggen dat deze regering
werklozen liever werkloos houdt dan kleine dienstenbedrijven
werklozen werk te zien verschaffen, dat deze regering stages in
bedrijven tegenwerkt terwijl iedereen aanvoert dat deze juist zo nuttig
zijn. Wij zullen blijven uitleggen dat inzake het spoor volmachten
worden gegeven aan de minister die vooralsnog niet echt heeft
uitgeblonken in bekwaamheid. Tenslotte zullen wij ook blijven
uitleggen dat deze regering gronden verkoopt en iedereen verzekert
dat de betaalde prijs juist is maar eigenlijk pas nadien weet over
welke gronden het eigenlijk ging.
Als we dit blijven uitleggen zullen de meeste Vlamingen straks
misschien snappen dat wat Vlaanderen nodig heeft voor zichzelf en
voor het federale niveau, een nieuwe regering is.
débattre de sujets peu
télégéniques et organise au
besoin des échauffourées au sein
même de la majorité, dans le seul
but d'occuper l'avant de la scène
médiatique.
Notre parti n'a nullement
l'intention de cautionner
passivement cette attitude et
continuera d'avertir les citoyens
des dysfonctionnements de la
politique de leurs pays. Les
Flamands finiront par comprendre
que la Flandre et la Belgique
méritent un autre gouvernement.
(Applaudissements sur les bancs
du CD&V)
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
De voorzitter: Mijnheer Pieters, ik wens u goed werk op de conventie.
01.16 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik moet
uiteraard eerst en vooral rapporteur Vanpoucke bedanken voor het
uitstekend verslag dat hij in tegenstelling tot zijn collega-rapporteurs
wel degelijk heeft gebracht.
Mijnheer de minister, collega's, andere fractiegenoten zullen in de
loop van de dag en morgen ingaan op de inhoud van de
programmawet. Ik wil mij beperken tot een aantal algemene
beschouwingen bij de wijze waarop de programmawet in dit huis
werd behandeld. Ik zal proberen daarbij niet al te zeer in herhaling te
vallen ten opzichte van collega Pieters ook al zijn een aantal
accenten gelijklopend, gelet op de realiteit die niet valt te loochenen.
Collega's, met deze programmawet heeft de regering en deze
meerderheid een nieuw dieptepunt bereikt inzake de zinnigheid van
het wetgevende werk. Het spijt mij dat ik terzake in herhaling moet
vallen. Zes maanden geleden kon ik reeds vaststellen dat van alle
dure beloften in verband met het anders omgaan met
programmawetten niets in huis was gekomen. Zes maanden geleden,
collega's, dachten wij dat het niet slechter kon. Vandaag moeten wij
echter vaststellen dat deze meerderheid "plus est en vous" de
grenzen aan het verleggen is en dat zij erin is geslaagd er een nog
grotere knoeiboel van te maken dan voor mogelijk werd gehouden.
Nochtans was het veelbelovend begonnen.
Twee maanden geleden werd deze programmawet in het parlement
ingediend, relatief tijdig dus. Men had wel een spoedadvies moeten
vragen aan de Raad van State. Gelukkig voor de regering ging het
om een spoedadvies, want zo kon de Raad van State niet diep
ingaan op de juridische coherentie van de voorgestelde bepalingen.
Ondanks het relatief tijdig indienen dus, heeft de bespreking van de
programmawet toch geleid tot minstens een vijftal grensverleggende
prestaties uit hoofde van de meerderheid.
De eerste innoverende prestatie, de eerste vernieuwing, of wellicht
het eerste element van politieke vernieuwing, de eerste
grensverleggende prestatie van deze regering was dat tot 27 juni
2002, tot na de beëindiging van de bespreking in de commissie,
sommige leden van de regering en blijkbaar zonder medeweten van
hun collega's uit diezelfde regering erin geslaagd zijn om
amendementen te blijven indienen op hun eigen teksten. Sommige
ministers wensten blijkbaar snel nog hun laden leeg te maken of
kwamen tot de ontdekking dat er nog heel wat fout liep in hun
bevoegdheidsdomein. Het is jammer dat minister Onkelinx het
parlement ondertussen weer is ontvlucht, maar sommige ministers
schaamden zich er ook niet voor om amendementen in te dienen
zonder het Parlement te informeren over het advies van de Raad
van State. Nochtans hadden zij dat krachtens de beslissing van de
Ministerraad zoals beschreven in de notificatie daarvan, moeten
inwinnen. Het vernietigende advies van de Raad van State over
bijvoorbeeld de beroepsinlevingsovereenkomsten, werd maar vlug in
de kast gestoken in de hoop dat niemand daar iets van zou merken.
Het is slechts dankzij speurwerk van de oppositie dat de waarheid
aan het licht kwam.
01.16 Yves Leterme (CD&V):
Cette loi-programme est un
nouveau fiasco dans le parcours
de ce gouvernement, en dépit de
débuts plutôt prometteurs: la loi a
été déposée dans les délais et
l'avis du Conseil d'Etat a été
demandé, même s'il s'agit d'un
avis d'urgence, forcément
superficiel.
Or, par cinq fois, ce projet a
échoué.
D'abord, pour certains membres
de ce gouvernement, cette loi
était un prétexte pour vider leurs
tiroirs en toute hâte et présenter
maints amendements. D'aucuns
sont même allés jusqu'à présenter
un amendement sans informer le
Parlement de l'avis- destructeur -
du Conseil d'Etat.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
01.17 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn
fractieleider zal mij deze onderbreking hopelijk niet kwalijk nemen,
maar ik vind het jammer dat wij in verband met de passage die hier
nu wordt aangesneden, verstoken zijn gebleven van het verslag van
de commissie voor de Sociale Zaken. Eigenlijk zou dit hebben
weergegeven op welke wijze dit ik wik mijn woorden
amendement tot stand is gekomen. Gezien de werkzaamheden in de
genoemde commissie, vind ik het toch wel spijtig dat dit hier voor het
Parlement niet in een duidelijk verslag is weergegeven.
01.17 Greta D'hondt (CD&V):
Nous avons été privés du rapport
des travaux de la commission des
Affaires Sociales et ignorons, dès
lors, la genèse de cet
amendement, ce que je déplore
profondément.
De voorzitter: Mevrouw, daar zal ik het morgen op de Conferentie van voorzitters over hebben. Ik heb
enigszins tegenstrijdige informatie ontvangen met wat de heer Leterme nu vermeldt. Het blijkt zo te zijn
dat geen advies werd gevraagd over het wetsvoorstel, hoewel dat op een zeker ogenblik per brief anders
werd gemeld. Het betreft dan het voorstel dat de vier amendementen had vervangen.
Je porte ce point à l'ordre du jour de la Conférence des présidents de demain.
01.18 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, om u voor te
lichten en bij te dragen tot uw instructie in dit dossier, even wat uitleg.
Het is soms immers moeilijk om volgen.
De voorzitter: Dat geef ik graag toe.
01.19 Yves Leterme (CD&V): De beroepsinlevingsovereenkomst
van mevrouw Onkelinx passeert "stoemelings" langs de Ministerraad
en mag worden ingediend mits advies van de Raad van State te
vragen. Quod non. Het advies wordt gevraagd, maar is vernietigend
terecht trouwens, dat zou mevrouw D'hondt nog beter dan ik
kunnen toelichten. Het wetsontwerp wordt als amendement ingediend
en dan volgt de hele procedure met belangenconflict enzovoort. Het
punt waar u het over hebt, wilde ik net aanraken. Dat betreft het
amendement dat plots door minister Aelvoet op tafel werd geworpen
na afronding van de werkzaamheden in de commissie voor de
Volksgezondheid met betrekking tot het IVK. Later heeft dat zijn
beslag gekregen in de vorm van een wetsvoorstel, waarvoor dan
vorige week vrijdag het advies van de Raad van State niet
voorhanden was volgens de minister. Het was echter wel
voorhanden, maar werd niet aan de commissie overgezonden. Het is
goed dat u hier de nadruk op legt en dat wij morgen in de Conferentie
van voorzitters bij dat punt en in het algemeen bij het punt van de
zogenaamde bio's even kunnen stilstaan. Ook hier is de prestatie
van de regering weer grensverleggend, nu manifest blijkt dat men het
Parlement voorliegt. Mevrouw Onkelinx voert niet uit wat de
Ministerraad beslist.
Dat is haar verantwoordelijkheid. Dat wijst op de grote mate van
vertrouwen die men in de regering mag hebben wanneer men zo'n
besluiten treft. Dat is echter de verantwoordelijkheid van de ministers
onderling. Maar het feit dat mevrouw Aelvoet vrijdag in de commissie
zegt dat er ofwel over het wetsvoorstel ofwel over het amendement
geen advies van de Raad van State is, terwijl dit er wel is, is
grensverleggend in de omgang met het Parlement.
De tweede prestatie in de loop van de bespreking van deze
programmawet is het feit dat de Vlaamse meerderheidspartijen in
een deelstaatparlement, meer bepaald in het Vlaams Parlement, op
aangeven van collega Johan Sauwens van de CD&V-fractie voor het
eerst het belangenconflict inriepen tegen een wetsontwerp rond
01.19 Yves Leterme (CD&V): Il
s'agit, en fait, de deux cas
distincts. Le Conseil des ministres
avait estimé que Mme Onkelinx
devait obtenir un avis favorable
du Conseil d'Etat à propos de la
convention d'immersion
professionnelle. Tel ne fut pas le
cas mais la ministre a néanmoins
décidé de présenter le texte sous
la forme d'un amendement. Il y va
donc de sa propre responsabilité.
Selon la ministre Aelvoet, l'avis
rendu par le Conseil d'Etat sur un
amendement déposé à la dernière
minute concernant l'Institut
d'expertise vétérinaire (l'IEV)
n'était pas disponible, alors que ce
n'était pas le cas. Il est positif que
nous puissions discuter ici de ce
type de problème. Le
gouvernement berne en effet le
Parlement.
Deuxièmement, tous les partis du
Parlement flamand (y compris les
partis flamands de la majorité au
sein du gouvernement fédéral) ont
invoqué un conflit d'intérêts relatif
aux dispositions relatives aux
conventions d'immersion glissées
subrepticement dans cette loi-
programme par un amendement
gouvernemental, à l'insu du VLD.
Mais les partis flamands de la
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
beroepsinlevingsovereenkomsten dat weliswaar via een
amendement op dit ontwerp van programmawet was ingediend en
aldus in de wetgeving werd binnengeloodst.
De bedoeling van mevrouw Onkelinx was om de VLD voor schut te
zetten. Mevrouw De Block heeft ons vervoegd en ik heet haar
hartelijk welkom in onze fractie. Deheer Borginon vertegenwoordigt
hier op dit moment in zijn eentje de hele VLD-fractie. Hij doet dit
trouwens op een schitterende wijze. Mijnheer Borginon, de bedoeling
van mevrouw Onkelinx mijnheer De Croo, ik kan mij ook tot u
richten, alhoewel u een stuk aseksualiteit moet betrachten en dat ook
doet was om achter de rug van de VLD-ministers ervoor te zorgen
dat die vereenvoudiging van de banenplannen in het ontwerp van
programmawet zou binnensluipen. Welnu in het Vlaams Parlement is
dan op aangeven van Johan Sauwens die een aantal slapende
mensen moest wekken, een belangenconflict ingeroepen.
Wat bleek? De Vlaamse meerderheidspartijen leverden in deze,
hoewel hoop was ontstaan rond hun houding, bij uitstek opnieuw het
bewijs dat zij geen enkele Vlaamse reflex meer hebben. Want nog
voor het overleg overeenkomstig artikel 32bis van de wet van 9
augustus 1980 was opgestart en zijn beslag kreeg, trokken zij reeds
hun staart in om een beeld te gebruiken. Zij keurden toen reeds een
motie goed om te zeggen dat er wat hen betrof helemaal geen reden
was om te amenderen. Dan kwam men tot een amendement dat
inhoudelijk wezenlijk niets veranderde aan de tekst van mevrouw
Onkelinx. Dat moest dan maar volstaan om ook de Vlaamse
volksvertegenwoordigers van de meerderheid hun bocht te laten
nemen, zonder een beroep te moeten doen op hun politieke
veiligheidsgordel.
Amper 1 week na de indiening van het belangenconflict door een
unaniem Vlaams Parlement, waar voor één keer een aantal Vlaamse
collega's, ook van partijen die federaal en Vlaams tot de meerderheid
behoren, hun communautaire spierballen lieten rollen en zeiden dat
ze op hun rechten gingen staan, trokken de parlementsleden van de
meerderheid hun staart in. Dit was een nederlaag van formaat,
vooral voor de VLD ten aanzien van mevrouw Onkelinx.
Het
resultaat is dat de beroepsinlevingsovereenkomsten van
mevrouw Onkelinx inzake vereenvoudiging van de banenplannen
mevrouw Greta D'hondt zal hierop straks met meer deskundigheid
terugkomen politiek gezien geen 1-0 voor mevrouw Onkelinx
opbrachten, maar 3-0, 5-0. Het was een overwinning met forfaitscore
van de PS ten aanzien van de VLD en een kaakslag voor de VLD. Ik
denk dan vooral aan het onderstrepen van het feit dat de VLD een
grote mond opzet ten aanzien van de tribune
het zijn
tribunespelers maar dat als puntje bij paaltje komt en er moet
worden beslist zij in de feiten niet meer dan meelopers zijn in dit
beleidsdomein. De parlementsleden die dat beleidsdomein opvolgen
krijgen hier eigenlijk de rekening gepresenteerd dat zij van nul en
generlei waarde zijn. Hun gewicht in deze coalitie is van nul en
generlei waarde. De PS dicteert de wet en alle grote beschouwingen
moeten aan de kant worden geschoven wanneer het echt op
beslissen aankomt.
Een derde belangrijke prestatie met betrekking tot deze
programmawet is de volgende. Er is altijd wat desinteresse geweest
van deze meerderheid in het regeringswerk. Ik zie momenteel slechts
majorité, pour une fois unis par
leurs préoccupations
communautaires, se sont rétractés
après une semaine à peine. On a
abouti à un amendement donnant
gain de cause à Mme Onkelinx, le
VLD n'a pas bougé et le PS
continue à dicter sa loi.
Troisième exploit: l'incroyable
manque d'intérêt pour le travail
législatif dont témoignent les
membres de la majorité. La
réunion de la commission de
l'Economie a dû être reportée à
six reprises, la majorité n'étant
pas en nombre. Qu'est-il advenu
de l'enthousiasme politique
d'autrefois? Personne ne semble
vouloir revendiquer la paternité de
cette loi-programme.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
een vijftal aanwezigen van de in totaal 90 leden uit de meerderheid.
Maar deze keer heeft men de grenzen verlegd.
Collega's, waar is het enthousiasme? Ik zie dat mevrouw Coenen uit
de Ecolo-fractie, die deel uitmaakt van de meerderheid zonder het
vaak te beseffen, hier bevestigt dat het schandelijk is dat de
commissie voor het Bedrijfsleven zes keer moest worden
samengeroepen en zes keer onverrichter zake uiteenging omdater
niet voldoende leden van de meerderheid waren om de discussie aan
te vatten. Dat is schaamteloos ten aanzien van het Parlement.
Mijnheer de voorzitter, u draagt het Parlement een warm hart toe,
maar dit is pas blijk geven van een gebrek aan respect voor het
Parlement. Al uw lovenswaardige inspanningen om de
geloofwaardigheid van de Kamer te versterken, vallen in het niets als
wij vaststellen dat zes keer een vergadering moet worden
bijeengeroepen voordat er negen mensen uit de meerderheid worden
gevonden die zich verwaardigen om de besprekingen bij te wonen.
Gelukkig weet het publiek daar niet teveel van. Collega's, waar is de
fierheid voor het eigen mandaat? Waar is het enthousiasme voor
deze wet en voor het regeringsbeleid? Deze programmawet wordt op
deze wijze echt een bastaard waarvan niemand dat is de laatste
weken gebleken het vaderschap wenst op te eisen.
Mijnheer de voorzitter, ik heb de indruk dat de heer Borginon mij als
transfer wil onderbreken. Hij zit nog altijd in de Volksunie-fractie,
maar we moeten wel even aan historiografie doen. De heer Borginon
zit fysiek in de Volksunie-fractie, maar ik vermoed dat hij een betoog
zal houden om de eer van de meerderheid en de eer van de VLD
in het bijzonder te bepleiten.
Mijnheer de voorzitter, ik kan uiteraard niet voorspellen welke positie
de heer Borginon volgend jaar zal innemen, maar ik ga met u
akkoord dat we even moeten genieten van wat collega Borginon in
het derde jaar van de legislatuur, gezeten op de banken van de
Volksunie ons kond zal doen met betrekking tot deze
programmawet.
De voorzitter: Laten wij dan genieten, mijnheer Leterme.
01.20 Alfons Borginon (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
heb in het verleden, op andere momenten, een beetje de eer van
een aantal collega's verdedigd. Als u in de notulen laat opnemen dat
er verschillende problemen zijn geweest met het samenkomen van
commissies en het bereiken van het aantal, hebt u gelijk, maar dan
moet u ook de hele waarheid vertellen. Heel veel commissies vinden
tegelijkertijd plaats. Uit de ervaring mij te verplaatsen van de ene
kant naar de andere kant van dit Parlement, moet ik bekennen dat
het een hele opgave is permanent een meerderheid te
bewerkstelligen als heel veel commissies tegelijkertijd plaatsvinden.
Ik vraag u in welke mate u het debat niet doodt door telkens opnieuw
in commissies een aanwezigheidsgegeven op te kloppen, terwijl het
misschien soms boeiender zou zijn om met een aantal mensen
minder toch het inhoudelijke debat te voeren. Dat is uw keuze en het
is uw recht om de aanwezigheid te vragen, maar als u een fatsoenlijk
debat wil voeren over tal van onderwerpen, verloopt dat meestal
goed in die commissies waarin men, zowel aan de kant van de
meerderheid als aan de kant van de oppositie, mensen vindt die
01.20 Alfons Borginon (VU&ID):
Les commissions ont, en effet eu
des difficultés à atteindre le
quorum. Cette situation s'explique
cependant par le nombre
important de réunions de
commissions organisées
simultanément. Ce n'est dès lors
pas une sinécure que d'atteindre
en permanence le quorum. Cela
dit, il est parfaitement possible de
mener un débat parlementaire sur
le fond avec moins de personnes,
sans qu'on exige à chaque fois
que le quorum soit atteint.
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
bereid zijn over inhoudelijke zaken te praten en niet het
procedurespel willen spelen.
De voorzitter: Er zijn deze voormiddag trouwens zes commissies aan de gang.
En ce moment même d'ailleurs, six commissions sont réunies.
01.21 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er zijn
inderdaad zes commissies aan de gang. Wij betreuren dat. Hier
wordt een programmawet besproken, maar de meerderheid in de
Conferentie van voorzitters vindt dat blijkbaar niet belangrijk genoeg
om ervoor te zorgen dat de collega's hier aanwezig kunnen zijn.
Mijnheer Borginon, ik veronderstel dat u namens de Volksunie-fractie
het woord hebt genomen.
Mijnheer Borginon, ik wil erop wijzen dat het aantal leden van de
meerderheid schommelt tussen 90 à 95. U zult dat niet weten omdat
uw positie een beetje hangende is en u zich tussen hangen en
wurgen bevindt. Ik ken u als lid van de commissie voor de Financiën
en u kunt dus tellen. Wat de bespreking van de programmawet
betreft, werden gelijktijdig hooguit 5 commissies samengeroepen.
Het quorum voor een commissie is 9; 9 maal 5 is 45. De
meerderheid telt meer dan 90 leden. Die kleine rekenoefening toont
onomstotelijk aan dat uw argument belachelijk en zielig is, zeker uit
uw mond.
Mijnheer Borginon, wat is de kern van de zaak? De CD&V-fractie en
een aantal leden van andere oppositiepartijen vinden dat elementair
respect voor het mandaat en voor de kiezer die ons naar het
Parlement heeft afgevaardigd vergt dat wij minstens aanwezig zijn
wanneer de besprekingen worden aangevat. Daar slaagt de
meerderheid niet in. De commissie voor het Bedrijfsleven moest tot
zesmaal toe worden bijeengeroepen! U stelt dat het inhoudelijk debat
primeert. Stel dat wij omwille van dat inhoudelijk debat waarnaar we
smachten, het niet bereiken van het quorum naast ons zouden
neerleggen. U moet echter eerlijk zijn. U mag zelfs spreken als lid
van de VLD waartoe u intellectueel reeds behoort en ook materieel
de volgende jaren zult behoren. Wees eerlijk! Geef een voorbeeld
van een sterke inhoudelijke discussie inzake onderhavige
programmawet. Heel wat collega's van de meerderheid hebben
tijdens het debat inzake de programmawet behoudens om te
geeuwen hun mond niet open gehad! Laten wij het argument van
inhoudelijk debat aan de kant schuiven. Er is geen interesse en geen
inhoudelijk debat over de programmawet.
01.21 Yves Leterme (CD&V):
Nous le regrettons. Pourquoi des
commissions doivent-elles se
réunir pendant l'examen de la loi-
programme?
La majorité compte plus de 90
collègues. C'est largement
suffisant pour fournir le quorum en
commission. La présence de la
majorité relève du respect
élémentaire du mandat. Pour ce
qui est de la loi-programme, il n'y
a jamais eu de débat sur le fond.
Personne ne semble s'intéresser à
cette loi-programme. Certains
membres n'ont ouvert la bouche
que pour bâiller.
01.22 Alfons Borginon (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik wil een
heel concreet voorbeeld geven. De commissie voor het Handelsrecht
heeft eerst een robbertje uitgevochten inzake procedures. Met een
ruime aanwezigheid van meerderheid en oppositie hebben we daar
veel tijd aan besteed. Dat heeft veel energie gekost, maar weinig
inhoud opgeleverd. De commissie werd opnieuw bijeengeroepen op
een vrijdagmiddag. De meerderheid was aanwezig en ook de CD&V-
fractie was vertegenwoordigd. Tijdens die vergadering hebben we op
een volwassen manier, meerderheid tegenover oppositie,
gedebatteerd en gezocht naar goede wetgeving om in de
programmawet in te schuiven. De inhoudelijke inbreng van de heer
Van Rompuy werd ingeschoven in het debat.
01.22 Alfons Borginon (VU&ID):
Voici un exemple concret: à la
suite d'une bataille de procédure
un vendredi après-midi au sein de
la Commission chargée des
problèmes de Droit commercial,
les nombreux membres présents
ont débattu et cherché à mettre au
point un texte légal efficace avec
la participation de M. Van
Rompuy. Il est bien entendu
permis d'invoquer sans cesse le
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Mijnheer Leterme, het is uw recht steeds de procedure te willen
spelen en met het Reglement te staan zwaaien. Denken dat daarmee
de kwaliteit van het parlementair debat wordt opgevoerd, is, mijns
inziens, een zware vergissing. Het is uw recht om daar anders over
te denken.
Règlement, mais cela n'améliore
pas la qualité du débat.
01.23 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
wil de heer Leterme niet volledig tegenspreken. Ook ik vind dat heel
wat parlementsleden van demeerderheid of de oppositie, het maakt
niet uit zeker van de meerderheid veel te weinig aanwezig zijn en
zeker veel te weinig inhoudelijk bezig zijn met hun ambt als
parlementariër en met de agendapunten die besproken worden. Ik
treed de heer Leterme bij dat inzake het voeren van het inhoudelijk
debat de voorbije jaren van deze legislatuur geen vooruitgang werd
geboekt. Een eerste vereiste is de aanwezigheid. Dat is echter niet
voldoende.
Mijnheer Leterme, uw kritiek inzake de inhoudelijke discussies is niet
helemaal terecht. Een goede discussie is er een waar men ideeën
uitwisselt en met elkaar confronteert. Dat is op de eerste plaats de
taak van de oppositie. Zij staat kritischer uiteraard zou ik eraan
toevoegen tegen regeringsontwerpen dan leden van de
meerderheid.
Op dat ogenblik moet echter ook de meerderheid ten minste de
indruk hebben dat de discussie inhoudelijk wordt gevoerd. Vooral de
voorbije weken stellen wij vast dat men vooral een procedureslag wil
voeren, dat men gedurende uren het woord neemt om te herhalen
wat al gezegd is en dat men daarna iemand anders stuurt om nog
maar eens dezelfde opmerkingen te herhalen. In plaats van een
debat te voeren, wordt dan het debat gedood. Ik verwijs naar de
bespreking in commissie voor de Binnenlandse Zaken, want
vanmorgen bespreken wij normaal de sector Binnenlandse Zaken. Ik
begrijp de leden van de commissie voor de Binnenlandse Zaken die
vannacht tot 3 uur hebben vergaderd en die vanmorgen niet
aanwezig zijn. Het debat in die commissie is immers gedood door de
ellenlange uiteenzettingen onder meer van u en uw fractie, mijnheer
Leterme. Ik zeg gedood, want op de duur voert haast niemand nog
het woord. In plaats van een debat te voeren over essentiële punten
werden er urenlange uiteenzettingen gehouden.
Gelukkig zijn er inderdaad uitzonderingen geweest. Ik verwijs niet
alleen naar de discussie in de commissie voor het Handelsrecht,
maar ook naar de recente discussie over de financiële markten, een
thema waarover wij morgen zullen spreken. Mede dankzij één
bepaald lid van de oppositie is dat boeiend geweest. Er werd een
dertigtal amendementen op het oorspronkelijk wetsontwerp
aangenomen. Er zijn dus lichtgevende voorbeelden, maar het debat
wordt zeer dikwijls gedood. Men kan dan ook het resultaat zien, voor
zover het resultaat aan de media-aandacht kan worden gemeten. De
discussie over de kieswetgeving heeft de media niets opgeleverd,
omdat het geen discussie was; de bespreking nam alleen maar tijd in
beslag. Eigenlijk werden de leden van de meerderheid er gepest: ze
hadden maar aanwezig moeten zijn om te luisteren, maar dat hebben
zij op de duur uiteraard niet meer gedaan.
01.23 Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO): Le nombre de membres
présents est peut-être insuffisant
mais l'on se préoccupe également
trop peu du débat de fond. Les
critiques ne sont pas totalement
justifiées: un débat sérieux
implique un échange de vues.
Voilà qui constitue, certes, la
mission première de l'opposition
mais la majorité doit avoir
l'impression qu'il s'agit d'un débat
sur le fond. Or, l'opposition mène
une bataille de procédure en
monopolisant la parole pendant
des heures durant, rendant tout
débat impossible. Cette nuit, la
commission de l'Intérieur s'est
réunie jusqu'à 3 heures en raison
des interventions interminables du
CD&V; je comprends, dès lors,
l'absence de certains membres de
cette commission aujourd'hui. Des
exceptions existent
heureusement, comme le débat
sur les marchés financiers mené
au sein de la commission chargée
des problèmes de Droit
commercial. Par contre, la
discussion relative à la loi
électorale n'a pas suscité
beaucoup d'intérêt dans la mesure
où les intervenants n'ont fait que
parler dans le vide.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, laten we daarop niet te lang ingaan en terugkeren naar de inhoud.
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
01.24 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ga uiteraard
dieper in op wat collega Borginon en vooral collega Tavernier
hebben aangevoerd. Ik gehoorzaam uiteraard ook niet aan wat u mij
probeert op te dringen. Dat is uw rol niet. Hoogstens een wenk zou u
kunnen geven, maar zelfs die wenk is licht misplaatst.
Ik ga even in op wat de heer Tavernier heeft gezegd. Mijnheer
Tavernier, ik heb oprecht een gevoel van plaatsvervangende
schaamte. Ik roep onder meer collega Vanpoucke tot getuige. Samen
met mij heeft hij tot 3 uur gedebatteerd in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken over een voorstel tot wijziging van het
Kieswetboek. Hoewel de meerderheid daarvoor de urgentie niet had
gevraagd, wou ze per se tot diep in de nacht een ontwerp van 43
artikelen bespreken, die toch de essentie van onze representatieve
democratie aanbelangen, omdat ze het door het Parlement wou
jagen.
Mijnheer Tavernier, ik richt mij vooral tot u. Dat gevoel van
plaatsvervangende schaamte overvalt mij immers vooral, omdat u
hier met uw klassiek vermanend vingertje en niet gehinderd door
veel feitelijke dossierkennis, probeert een waardeoordeel uit te
spreken. Mijnheer de voorzitter, ik vind het belangrijk dat dit aan het
integraal verslag wordt toegevoegd. Er is trouwens ook een
vertegenwoordiger van de geëerde pers aanwezig. Mijnheer
Tavernier, u zegt dat de debatten in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken door de oppositie werden gedood. Alstublieft
zeg, u hebt een grenzeloze pretentie. Als mede-indiener van een
wetsvoorstel pakt u in de vooravond uw valies en gaat u naar huis. U
was zelfs niet meer aanwezig bij de bespreking van het voorstel.
U kent er natuurlijk niets van, want de regering heeft dat wetsvoorstel
geschreven. U hebt wel de eer gehad om er uw "krabbel" onder te
zetten. De dag nadien was onder meer de heer Vanpoucke tot 3.00
uur 's nachts aanwezig om de programmawet te bespreken en mee
te debatteren. In tegenstelling tot u, rapporteurs, was hij wel hier om
zijn uiteenzetting te houden. U slaat ons nu op uw gekende manier
om de oren met de bewoordingen dat wij het debat doodden. U was
zelf echter niet aanwezig. Mijnheer Tavernier, u was zelfs niet
aanwezig toen wij vannacht gestemd hebben over een wetsvoorstel
dat mee uw naam draagt. Toch spreekt u ons belerend aan over de
inhoudelijke draagwijdte van het debat.
U bent overigens niet de enige. De heer Van der Maelen heeft ooit
de zelfverklaarde profeet van de politieke vernieuwing mogen
spelen. Toen dat eenmaal in de kranten uitgemolken was en de
aandacht van de kranten wat verminderd was uw zijsprong na het
gebrek aan media-aandacht is inderdaad freudiaans , nam hij ook
niet meer deel aan het debat. Hij heeft wel het wetsvoorstel mee
ingediend, maar nam geen enkele keer het woord. Dat soort mensen
wijst ons hier terecht over het zogenaamde fnuiken van het debat.
Mijnheer Tavernier, ik ken u ondertussen wel. Ik had het van u
aanvaard dat u in de commissie voor de Binnenlandse Zaken een
uiteenzetting zou houden in de bespreking van dat wetsvoorstel dat
mee uw naam draagt, als u minstens de verantwoordelijkheidszin en
het plichtsbesef zou hebben gehad om bij die bespreking aanwezig te
zijn tot aan de stemming. Ik heb de gewoonte misschien is dat een
01.24 Yves Leterme (CD&V):A
entendre les propos de M.
Tavernier, j'ai honte pour lui. Il
ignore tout du dossier et émet un
jugement de valeur sur le débat
en commission de l'Intérieur alors
que, co-auteur, il était déjà rentré
chez lui en début de soirée.
J'aurais admis la critique de M.
Tavernier s'il avait assisté au
débat mais, en l'occurrence, cela
m'est impossible. Trop souvent,
nous observons que seule
l'opposition discute en
connaissance de cause, alors que
les membres de la majorité, qui
ignorent tout du sujet, veulent
malgré tout avoir ensuite leur mot
à dire. La coalition arc-en-ciel
dispose comme chacun sait d'une
large majorité et elle ne manque
pas de culot en cherchant à
imputer à l'opposition la
responsabilité des anicroches
dans le cadre de la loi-
programme.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
slechte gewoonte om niets te zeggen over dingen waarvan ik niets
ken. Ik wil niet pretentieus doen. Over die stelregel moet u misschien
eens nadenken.
Mijnheer Borginon, ik dank u ervoor dat u de bespreking in de
commissie voor het Handelsrecht zinvol noemt. Bij nalezing van het
verslag zou u weten waarom die bespreking zinvol was. De oppositie
had namelijk een amendement ingediend dat werd overgenomen
door een lid van de meerderheid. Het is nog nodig geweest om even
tussenbeide te komen om ervoor te zorgen dat de discussie niet
ontspoorde. Een collega van de meerderheid, de heer Lano, had
blijkbaar dermate goed het amendement gelezen dat hem vanuit het
kabinet van minister Daems werd voorgelegd, dat hij op een bepaald
moment tegen zijn eigen amendement begon te pleiten en aan mijn
amendement de voorkeur gaf. Als er dus ooit inhoudelijk zinvol werd
gedebatteerd in het kader van de behandeling van de
programmawet, is dat op initiatief van de oppositie en deels bij
gebrek aan tegenspelers of partners in de meerderheid. Daardoor
zijn de debatten op heel weinig uitgelopen.
Mijnheer de voorzitter, ik rond mijn repliek op de interruptie van de
heren Borginon en Tavernier af.
Mijnheer Borginon, ik veronderstel dat u deze keer sprak als VLD-
kamerlid en niet namens de Volksunie, ID of Spirit.
Het begrip paars-groen begint gruwelijke proporties aan te nemen in
het besef van ons volk, want het krijgt een bijzonder negatieve
weerklank. De mathematische zekerheid is dat paars-groen over een
zeer ruime meerderheid beschikt. Als er iets fout loopt in de
behandeling van de programmawet, dan getuigt het van nogal wat
toupet, grenzeloze lef, om de schuld daarvoor bij de oppositie te
leggen. Il faut le faire, mijnheer Tavernier. Het is vooral erg dat u
voorbeelden noemt uit de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
waar u in de vooravond uw tas hebt genomen en weigerde om verder
fysiek aanwezig te zijn bij de behandeling van een wetsvoorstel dat u
zelf mee hebt ingediend. Alstublieft, zeg!
Collega's, de vierde, belangrijke prestatie die wij meemaakten in de
bespreking van deze programmawet, staat op het reeds goed
gevulde palmares van minister Isabelle Durant. Ik weet niet of
iedereen zich minister Durant herinnert.
01.25 Greta D'hondt (CD&V): Ik herinner mij haar handtas! Zo
groot!
01.26 Yves Leterme (CD&V): Minister Durant kan een
indrukwekkend palmares voorleggen over drie jaar aanwezigheid in
de regering waarvan zij deel uitmaakt zonder het altijd goed te
beseffen. Dat laatste is althans onze indruk.
De prestatie van minister Durant is de volgende.
Het is misschien een detail, maar het is kenschetsend voor de
mentaliteit van de paars-groene meerderheid en van de paars-
groene regering. Mevrouw Durant heeft het gepresteerd na drie jaar
deelname aan het beleid aan het Parlement volmachten te vragen
om de implementatie te verzekeren van de Europese richtlijnen
01.26 Yves Leterme (CD&V): On
a, une nouvelle fois, touché le
fond lorsque la ministre Durant,
après trois ans de participation au
pouvoir, a demandé au Parlement
de lui permettre de transposer la
directive européenne relative à la
libéralisation du rail. Ce texte
existe déjà et a été approuvé en
Conseil des ministres.
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
2001/12, 2001/13 en 2001/14 inzake de liberalisering van het
spoorwegvervoer. Drie jaar reeds draagt zij de volledige
verantwoordelijkheid. Recent heeft ze nog een wetsontwerp laten
goedkeuren waarvan uiteindelijk de enige bedoeling was de heer
Schouppe buiten te krijgen. Zij had de kans de herstructurering van
het spoorwegbedrijf en de herinrichting van de spoorwegmarkt in ons
land door te voeren. Mevrouw Durant heeft het echter gepresteerd
ter gelegenheid van de programmawet via het vroegere artikel 142
volmachten te vragen aan de Kamer. Wat innoverend is waar het die
volmachten betreft want men kan net als vroeger ook heel wat
andere kritiek geven: de opdracht is niet omschreven, de termijn is
niet omschreven, enzovoort , is dat mevrouw Durant volmachten
vraagt voor de goedkeuring van teksten die reeds bestaan. Wat is
immers de realiteit? Drie weken geleden is terzake aan de
Ministerraad een nota overgelegd.
Mijnheer de voorzitter, ik wens mijn betoog toch even te onderbreken
en met zeer veel eerbied de heer Van der Maelen te verwelkomen.
Het is nu 11.20 uur en collega Van der Maelen, mede-indiener van
het wetsvoorstel ter hervorming van het Kieswetboek die gisteren
afwezig bleef tijdens de besprekingen en dus niet aan de
besprekingen heeft deelgenomen, komt nu de zaal binnen. Ik vind
dat belangwekkend genoeg om uiting te geven aan mijn
uitzonderlijke genoegen dat wij collega Van der Maelen hier kunnen
begroeten.
Ik herneem mijn betoog, tenzij collega Van der Maelen mij wil
onderbreken?
De voorzitter: De heer Van der Maelen had gehoord dat u aan het woord was en is stante pede naar de
vergaderzaal gekomen.
01.27 Dirk Van der Maelen (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mag ik u
wijzen op de heer De Crem, die wij in de commissie nog niet gezien
hebben, maar die hier nu wel aanwezig is?
01.28 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de heer De
Crem wenst blijkbaar ook iets te zeggen.
01.29 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer Van der Maelen, het kan
zijn dat u bij de commissievergadering aanwezig was. Maar als u er
was, heb ik u zeker niet gehoord. Uw verbale onvermogen als
indiener van het wetsvoorstel zal blijken uit het verslag.
01.30 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer De Crem, ik moet u
corrigeren. Dat overkomt ons niet vaak. Wij hebben een heel goede
verstandhouding, maar ik moet u in deze corrigeren. U was gisteren
met zending namens de Kamer. Gisteren heeft de heer Van der
Maelen duidelijk hoorbaar, als mede-indiener van het wetsvoorstel
inzake de hervorming van de kieswetgeving, om een koffie verzocht.
Ik denk dat dat rond 17 uur moet geweest zijn tijdens de vergadering
van de commissie voor de Binnenlandse Zaken.
De voorzitter: Collega's, terzake graag.
01.31 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik weet dat dit
niet zozeer met de inhoud te maken heeft, maar ik wil daar toch even
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
op ingaan, precies omdat wij daarnet met de vinger gewezen werden
door collega Tavernier. Als mede-indiener van het wetsvoorstel bleef
de heer Van der Maelen afwezig. Hij nam niet alleen niet deel aan de
bespreking van zijn wetsvoorstel. Hij was niet eens aanwezig.
Wanneer men hier dan moraliserend met de vinger begint te wijzen
naar de oppositie...
De voorzitter: Mevrouw De Block, ik laat u nog even kort aan het woord. Daarna laten we de heer
Leterme zijn werk afmaken.
01.32 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, als ik mij niet
vergis, zijn wij hier bezig met de algemene bespreking van de sociale
programmawet, maar ik heb de aanwezigheid of de afwezigheid
horen opnoemen van tal van leden van de meerderheid en van de
minderheid in de commissie voor de Binnenlandse Zaken gisteren. Ik
vind dat allemaal heel interessant, maar om ons allemaal tijd te
besparen, stel ik voor dat de heer Leterme daarover een
perscommuniqué verspreid. Het staat hem vrij dat te doen. Dan
kunnen wij nu overgaan tot de orde van de dag.
01.32 Maggie De Block (VLD):
Les listes des présences de la
commission de l'Intérieur sont
sans intérêt dans le cadre de la
discussion générale d'une loi-
programme sociale. Je demande
qu'on se tienne à l'ordre du jour.
De voorzitter: Een debat is een debat. Het kan onderbroken worden door reacties. Laten wij voortwerken.
01.33 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het behoort tot
het leerproces van collega De Block en tot onze pedagogische
opdracht dat wij haar even wijzen op het feit dat hier geen sprake is
van een sociale programmawet. Er zijn soorten programmawetten.
Het klopt, mevrouw De Block, dat er veel programmawetten tot stand
gekomen zijn met de huidige meerderheid. Maar ik moet u
corrigeren. U hebt een kleine vergissing gemaakt: het gaat hier niet
om een sociale programmawet. Er staan zelfs heel asociale
maatregelen in, maatregelen die dreigen heel asociale gevolgen te
hebben. Ik moet u dus terechtwijzen: het gaat hier niet om een
sociale programmawet, maar gewoon over een programmawet. Maar
ik begrijp dat u na drie jaar in het Huis terzake geen volledige kennis
kunt hebben.
01.33 Yves Leterme (CD&V): Je
me dois de rectifier: il ne s'agit
pas d'une loi sociale, mais d'une
loi-programme qui comporte
nombre de mesures asociales.
01.34 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als ik geen
voorbeeld over Binnenlandse Zaken mag geven, kan ik ook het
verhaal vertellen over de aanwezigheid in de commissie voor de
Sociale Zaken. U mag het aftrekken van mijn spreektijd vanmiddag.
03.16 Greta D'hondt (CD&V): Je
pourrais vous en dire long sur les
présences en commission des
Affaires sociales.
De voorzitter: Doe dat straks als het uw beurt is. Ik dank u voor uw bereidwilligheid, maar stel dit even uit.
Het woord is aan de heer Leterme voor het voortzetten van zijn betoog.
01.35 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil inderdaad
doorgaan met mijn betoog. De collega's leiden mij al te veel af.
Ik was gekomen aan de vierde grensverleggende prestatie van de
paars-groene meerderheid, meer bepaald door de zeer sympathieke,
zeer interessante, goed aangeschreven staande mevrouw Durant die
het presteert om in artikel 142 van de oorspronkelijke tekst van het
wetsontwerp een volmacht te vragen voor een tekst waarvan de
principes reeds in de Ministerraad werden goedgekeurd. Twee weken
geleden wordt op de Ministerraad een nota met betrekking tot de
03.17 Yves Leterme (CD&V):
Mme Durant a donc formulé une
demande à propos d'un texte déjà
adopté et réussit ensuite le tour de
force de ne pas accéder à la
demande du Parlement de
disposer du document.
On a également touché le fond
avec l'incident qui s'est produit en
commission de la Santé publique,
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
implementaties van de Europese richtlijnen tot liberalisering van de
spoormarkt geagendeerd en goedgekeurd. Dan vraagt men een
volmacht omdat er zogezegd geen tijd is om nog een wetsontwerp in
te dienen, hoewel de principes reeds in de Ministerraad zijn
goedgekeurd. Als wij in de commissie aan mevrouw Durant om dat
document dat in perskringen wijd circuleert vragen, is het
antwoord neen. Mevrouw Durant toont daar een groot gebrek aan
respect voor het Parlement, mijnheer Van der Maelen. Een bedrijf
met meer dan 40.000 werknemers wordt gereorganiseerd. Mevrouw
Durant vraagt een volmacht aan de regering om dat te doen, terwijl
zij twee geleden reeds de principes in de Ministerraad heeft laten
goedkeuren. Zij deelt daarover een nota rond aan iedereen die er
een wil krijgen, maar als de parlementsleden vragen om deze nota te
krijgen, krijgen wij een nul op het verzoek. Zwijg in het vervolg als lid
van deze meerderheid dus over het respect voor het Parlement.
Een vijfde, grensverleggende prestatie van deze meerderheid zijn
natuurlijk de spijtige incidenten waartoe de bespreking van de
programmawet twee weken geleden aanleiding heeft gegeven in de
commissie voor de Volksgezondheid. De essentie van onze
parlementaire democratie inzake het evenwicht tussen uitvoerende
en wetgevende macht en de taakverdeling tussen deze machten,
namelijk het grondwettelijk amenderingsrecht, werd gefnuikt. Het
recht om de gekozenen van het volk toe te laten teksten die van de
Koning komen te wijzigen, werd met geweld gefnuikt in de commissie
voor de Volksgezondheid. Bij de bespreking van deze
Programmawet wens ik dit historisch dieptepunt niet onderbelicht te
laten. In de commissie voor de Volksgezondheid op
donderdagavond, meer bepaald bij de bespreking van artikel 145 dat
de inwerkingtreding van diverse bepalingen van de Programmawet
behandelt, is het grondwettelijk amendementsrecht van het
Parlement, van elk parlementslid, gefnuikt. Mijn fractie, ook de
vrouwelijke leden ervan, betreurt het bijzonder dat bij die
gelegenheid de meerderheid niet heeft geaarzeld om gewag te
maken van fysieke agressie tegenover de voorzitter van de
commissie voor de Volksgezondheid die zelf haar vrouw-zijn meende
te moeten gebruiken in dit debat.
lorsque le droit d'amendement a
été violemment bafoué. Je
déplore que la majorité ait parlé
de violence physique à l'encontre
de la présidente.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, u weet dat ik de commissie heb laten samenkomen om dat te regelen.
J'ai par la suite convoqué la commission pour régler ce problème.
01.36 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het zou er nog
aan ontbreken dat men tot de orde van de dag zou overgaan nadat
het grondwettelijk amendementsrecht in de commissiebespreking
werd tekortgedaan. Hoor ik insinueren dat dit tot de mogelijkheden
behoort...
De voorzitter: Neen, mijnheer Leterme.
01.37 Yves Leterme (CD&V): ...en dat dit misschien een volgende
keer zal worden toegepast en dat wij alleen op uw goedgunstigheid
een beroep hebben kunnen doen om de commissie...
De voorzitter: Ik ben hier om het Reglement, de Grondwet en de wet te respecteren.
01.38 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is goed dat 03.18 Yves Leterme (CD&V):
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
u daaraan proprio motu om uw geliefd taalgebruik aan te halen
herinnert, anders zou ik u gevraagd hebben om dat te doen.
Vijf grensverleggende prestaties uit hoofde van de regering en van
paars-groen.
Het zijn vijf dieptepunten in het parlementaire werk van deze
meerderheid.
Mevrouw De Block, over de inhoud van de programmawet zullen
mijn collega's spreken. Ik wil wel al enkele punten aanstippen die te
maken hebben met het gedachtegoed dat u probeert te verdedigen.
Waar is in deze programmawet sprake van administratieve
vereenvoudiging?
Cela fait partie de vos attributions.
Après avoir évoqué les cinq
manquements graves qui ont
entaché la discussion de la loi-
programme, j'évoquerai aussi le
contenu de celle-ci, ainsi que l'a
demandé Mme De Block.
De voorzitter: Mevrouw De Block is geen minister.
01.39 Yves Leterme (CD&V): Er komt geen antwoord.
Mevrouw De Block, waar in de programmawet is er sprake van een
inperking van het aantal tewerkstellingsplannen, banenplannen?
Waar is er sprake van bijkomende middelen voor de
gemeentebesturen om de politiehervorming te betalen? Collega's
burgemeesters van mijn fractie, er zijn minder politieagenten op
straat voor meer geld. Waar is er sprake van maatregelen om de
gedelegeerd bestuurder van de NMBS in staat te stellen het bedrijf
met vrije hand te leiden? Die maatregelen horen thuis in een actuele
programmawet. Die drie, vier elementen, die uw fractie zogezegd
pretendeert te zullen realiseren, zijn nergens in de programmawet
terug te vinden. Mevrouw De Block, er zijn inderdaad redenen om te
zwijgen wanneer u daarover rechtstreeks vragen worden gesteld.
01.39 Yves Leterme (CD&V):
Qu'en est-il de la simplification
administrative? De la limitation du
nombre de plans d'embauche?
Des moyens supplémentaires qui
doivent permettre aux
administrations communales de
financer la réforme des polices?
Des mesures censées permettre à
l'administrateur délégué de la
SNCB d'assumer sa mission?
De voorzitter: Mevrouw De Block, u moet zich niet geroepen voelen om daarop te antwoorden.
01.40 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik ben zeer
vereerd te worden ondervraagd door de heer Leterme. Ik ben echter
de minister niet. Ik ziet hier eenvoudigweg als lid van mijn fractie, als
lid van de meerderheid, als een vrouw die naar hem luistert. Ik stel
voor dat hij vragen stelt over de inhoud en niet over wat hij er in zijn
dromen graag in had zien staan.
01.40 Maggie De Block (VLD):
Je ne suis pas la ministre. Je
propose que M. Leterme se limite
aux questions sur le fond de la loi-
programme et qu'il cesse de se
perdre dans des considérations
sur la loi-programme de ses
rêves.
01.41 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb
mevrouw De Block drie of vier inhoudelijke vragen gesteld. Samen
met mijn collega's en de hele publieke opinie stel ik vast dat
mevrouw De Block geen enkel inhoudelijk argument aanvoert voor
het ontbreken van enige maatregel vanuit het VLD-gedachtegoed. Er
zijn geen maatregelen inzake administratieve vereenvoudiging; er is
geen inperking van het aantal banenplannnen; er zijn geen
maatregelen om het justitie- en veiligheidsbeleid mogelijk te maken;
de NMBS kan niet worden geleid als een echt bedrijf, et cetera.
Mevrouw De Block voert geen inhoudelijke antwoorden aan. Zij
spreekt namens haar fractie. De heer Borginon behoort fysiek tot de
VU-fractie. Mevrouw De Block, als enig lid van haar fractie aanwezig,
slaagt er niet om ook maar één antwoord te formuleren.
01.41 Yves Leterme (CD&V): Je
ne cesse de poser des questions
sur le fond, mais je n'obtiens
aucune réponse relative au
contenu de la politique du
gouvernement. Dans cette loi, je
ne retrouve aucune mesure
justifiant la présence du VLD au
sein du gouvernement.
Mme De Block est la seule
parlementaire du VLD qui occupe
effectivement les bancs réservés
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Ik besluit. De onvrede over de manier waarop de paars-groene
coalitie het Parlement behandelt, was reeds in 2001 de aanleiding
voor een brief van de voorzitter aan de eerste minister. De voorzitter
waarschuwde de regering dat een dergelijke handelswijze niet voor
herhaling vatbaar zou zijn. Ik citeer: "Het is de laatste keer dat een
dergelijke
handelswijze wordt getolereerd." Tegen een
vertegenwoordiger van de regering, staatssecretaris Boutmans, hebt
u dat in plenaire vergadering herhaald en dat siert u. Ik weet niet of
alle collega's zich staatssecretaris Boutmans herinneren. Hij heeft in
dat dossier een historische rol gespeeld. U zei hem dat u het niet
meer nam dat het Parlement bij de bespreking van
programmawetten op dergelijke wijze werd geschoffeerd.
Staatssecretaris Boutmans sprak toen de historische woorden: "Ik
heb de boodschap goed begrepen. De leden van de regering zullen
hun uiterste best doen om volgend jaar wat beter en sneller op de bal
te spelen." Het wereldkampioenschap voetbal is afgelopen, maar van
spelen op de bal hebben wij niets gemerkt. De kamervoorzitter
voegde er vorig jaar aan toe dat het voorzitterschap van de Europese
Unie geen excuus mocht zijn voor het opnieuw in gebreke blijven van
de regering. Wij waarderen het dat de voorzitter van de Kamer
voortdurende inspanningen wil leveren om de centrale functie van de
Kamer en haar geloofwaardigheid te versterken.
Hij was fier dat hij er anderhalf jaar geleden bij de bespreking van de
programmawet op kon wijzen dat de verdienstelijke diensten van de
Kamer voor een document hadden gezorgd waarin de wetten waren
opgenomen die door de programmawet werden gewijzigd teneinde
ons bij de bespreking in plenaire vergadering in staat te stellen onze
werkzaamheden beter uit te oefenen. Onze opdracht zou er immers
in de eerste plaats in moeten bestaan om betere wetgeving tot stand
te brengen.
Mijnheer de voorzitter van de Kamer, ook op dat vlak is er een stap
achteruit gezet. U lijdt eigenlijk onder het juk van paars-groen. U hebt
goede intenties en u wilt het respect voor het Parlement en de functie
van de Kamer versterken, niet alleen door de vernieuwing van de
gordijnen en de bestrating, maar ook door ervoor te zorgen dat wij in
goede omstandigheden wetgevend werk kunnen verrichten. Wij
stellen vast dat uw inspanningen anderhalf jaar geleden beloond
werden door het goede initiatief om ons een gecoördineerde versie
van de door de programmawet gewijzigde artikelen en wetten voor te
leggen. Dit jaar stellen we vast dat we gelet op het verloop van de
werkzaamheden op dat vlak een stap achteruit hebben moeten
zetten. Ik herinner u nog even aan uw verklaring destijds dat
daarmee een eerste stap in de goede richting werd gedaan en dat de
volgende stap erin zou bestaan dat de regering bij de indiening zelf
van de programmawet een document zou voegen van de
zogenaamde moedertekst samen met de voorgestelde wijzigingen,
opdat de parlementsleden van bij de ontvangst van het ontwerp van
programmawet duidelijk zouden kunnen zien waarover de
behandeling zou gaan.
Mijnheer de voorzitter, een Vlaams spreekwoord zegt dat de weg
naar de hel met goede voornemers geplaveid is. Mijnheer de
voorzitter, ik wens uw ambities wat het hiernamaals betreft niet voort
te laten ontwikkelen. Dat behoort u persoonlijk toe. Een jaar later wil
à son groupe politique.
L'an dernier, le président avait
adressé au premier ministre un
courrier sur l'examen de la loi-
programme, lui signifiant qu'à
l'avenir il ne tolérerait plus que
l'on travaille dans la précipitation.
Le secrétaire d'État, M. Boutmans,
avait répondu à l'époque que le
message était bien passé et que
les ministres s'efforceraient de
travailler plus rapidement. Le
président avait estimé que la
présidence européenne ne pouvait
servir de prétexte.
Or aujourd'hui on fait marche
arrrière: il n'existe plus de version
coordonnée des articles modifiés
par la loi-programme, ce qui, aux
yeux du président, ne constituait
qu'un premier pas. En effet, les
textes de base auraient dû être
joints également. Le président
semble avoir été contaminé par la
maladie dont souffre le
gouvernement arc-en-ciel
puisque, à ses yeux également,
c'est l'intention qui compte. Le
gouvernement Verhofstadt
n'arrête de bafouer le Parlement
et au bout de trois ans il est
parvenu à dévaloriser la
Chambre.
Pour illustrer ces propos, je
voudrais évoquer le cas d'un
collègue d'un parti de la majorité
qui estime que la coupe est
pleine. M. Paul Timmermans
quitte la Chambre. Il quitte la
Chambre, écoeuré par l'attitude
de l'arc-en-ciel. Il estime ne plus
pouvoir travailler dans de bonnes
conditions. Ce départ devrait, plus
encore que mon intervention,
amener le gouvernement à
réfléchir.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
ik dat beeld toch gebruiken, omdat wij moeten vaststellen dat wij er
niet op vooruit zijn gegaan, ondanks het feit dat u wellicht van goede
wil bent. Integendeel, wij zijn erop achteruitgegaan.
Noodzakelijkerwijze begint u noodgedwongen te lijden aan het
essentiële euvel en de misvorming van paars-groen, namelijk grote
beloften doen die niet door daden worden gevolgd. Dat was
uitsluitend het handelsmerk van paars-groen totnogtoe. Wij stellen
vast dat door de disfuncties van paars-groen en de meerderheid
stilaan ook uw voorzitterschap op sommige punten dreigt te worden
gekenmerkt door beloften die niet door daden worden gevolgd.
Ik betreur dus dat we geen stap vooruit hebben gezet. Ik kan niet
anders dan hieruit concluderen dat de regering-Verhofstadt geen
respect opbrengt voor het Parlement. Dat is geen nieuwe
vaststelling. Wat wij hebben meegemaakt, bevestigt, verduidelijkt en
verergert die trend. Dat is betreurenswaardig.
Collega's, tot slot wil ik verwijzen naar een collega die ons binnenkort
zal verlaten. Ik moet de aanwezigheid van mevrouw Coenen
onderstrepen, omdat zij als enig lid van de groene fractie nog
aanwezig is. Het gaat met name om de heer Paul Timmermans. Ik
wil niet polemiseren wanneer ik stel dat de heer Timmermans een
goede collega is en was. Ik meen dat oprecht. De collega's van de
commissie voor de Sociale Zaken zullen wellicht meer contact met
hem hebben gehad. Ik heb hem even leren kennen tijdens de
besprekingen in de commissie voor de Sociale Zaken. Toen heb ik
kunnen vaststellen dat hij bij de bespreking van een wetsvoorstel dat
ik samen met mevrouw D'hondt had ingediend en dat uiteindelijk
werd goedgekeurd, uitstekende intenties had. Wellicht had dat mee
te maken met de achtergrond van waaruit hij verkozen is in de
Kamer.
De heer Timmermans gaat ons verlaten. Mijnheer de voorzitter, de
heer Timmermans gaat de Kamer verlaten en niet zomaar om een
externe reden. De heer Timmermans zegt bijzonder ontgoocheld en
verbitterd te zijn over de praktijken van paars-groen. Mocht de
regering nog wat ruimte hebben gelaten, mocht er in de meerderheid
een cultuur zijn van respect voor het Parlement waarin hij als
parlementslid zijn job zou kunnen doen en zinvol kan werken, dan
zou hij zijn gebleven. Daarvan is volgens hem evenwel geen sprake.
Om die reden verlaat hij het Parlement.
Collega's van de paars-groene meerderheid, het vertrek van de heer
Timmermans moet u, misschien veel meer nog dan mijn betoog, dat
door collega Tavernier daarstraks voor een deel werd beaamd, tot
nadenken stemmen. Drie jaar paars-groen hebben het Parlement
gedevalueerd en de programmawet is daarvan een perfecte
illustratie.
01.42 Alfons Borginon (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik wil
gewoon uiting geven aan mijn gevoel van vreugde dat ik vanmorgen
de uiteenzetting van collega Leterme heb kunnen aanhoren. Ik heb
immers kunnen vaststellen dat de nieuwe generatie leiders van
CD&V inderdaad blijk geeft van een goede parlementaire reflex, een
verlangen om het Parlement in zijn waardigheid te erkennen. Bij mij
geeft dit een gevoel van hoop omdat ik mij herinner dat ik als jong
parlementslid nog vóór u hier was, collega Leterme op een
bepaald moment in de lift stond in het doorluchtige gezelschap van
01.42 Alfons Borginon (VU&ID):
Je sens sourdre en moi un
sentiment de joie. Les nouveaux
dirigeants du CD&V ont l'ambition
de revaloriser le Parlement! C'est
une heureuse nouvelle. Je me
souviens que, jeune
parlementaire, je m'étais trouvé
un jour dans l'ascenseur avec le
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
de voormalige eerste minister, die ik overigens ten zeerste
respecteer en waardeer, de heer Jean-Luc Dehaene. In zijn eigen,
onvervalste stijl snoof hij mij toe: "En? Wanneer gaat dat hier in dat
Parlement eens wat minder een praatbarak zijn en wat rapper gaan?
Zorg maar dat dit hier wat rapper begint te werken".
Ik was toen als jong parlementslid enigszins geschokt over het
dédain waarmee de toenmalige eerste minister het Parlement
bejegende en ik ben erg blij dat de nieuwe generatie CD&V-leiders
blijkbaar een andere houding tegenover het Parlement heeft.
premier ministre Dehaene qui
s'était demandé quand le
Parlement cesserait d'être un
vaste parloir et quand il irait enfin
de l'avant. Je confesse que ces
propos m'avaient choqué.
De voorzitter: Een van de straffen is dat de heer Dehaene levenslang en voor de eeuwigheid
"geborstbeeld" staat in het Parlement.
01.43 Alfons Borginon (VU&ID): Volkomen terecht, overigens.
01.44 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
zeker gevoel van empathie voor de positie waarin collega Borginon
zich bevindt. Bij gebrek aan argumenten moet men het klassieke
argument van het verleden aanhalen. Ik dank hem voor de
lofbetuiging. Indien hij voor de tweede of derde keer van politieke
horizon zou willen veranderen, zou ik hem evenwel willen vragen om
dit in alle openheid te doen zonder tot acrobatieën te worden
veroordeeld zoals dit voor hem nu het geval is. Ik neem opnieuw met
vreugde akte van zijn verklaringen.
01.44 Yves Leterme (CD&V):
J'éprouve une certaine empathie
pour M. Borginon: à défaut
d'arguments, il se croit obligé de
ressasser le passé.
01.45 Pierrette Cahay-André (MR): Monsieur le président, je crois
qu'il et difficile de fonctionner comme nous l'avons fait ces derniers
jours. Mais je pense qu'il y a aussi, dans nos commissions et je suis
en Affaires sociales où il y a beaucoup à dire , des paroles pour ne
rien dire. Quand on parle deux heures de choses qui n'ont rien à voir
avec le sujet, et bien, je vous assure que cela est très frustrant pour
les personnes qui respectent leurs collègues et qui disent ce qu'ils
ont à dire d'une manière concise et précise. Je crois que si chacun
s'autodisciplinait, nous aurions peut-être un travail de meilleure
qualité.
01.45 Pierrette Cahay-André
(MR): In de commissie voor de
Sociale Zaken heeft men veel
gepraat om niets te zeggen. Met
wat meer zelfdiscipline had men
kwaliteitsvoller werk kunnen
leveren.
01.46 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, je vais
essayer de m'autodiscipliner. Comme l'exercice de la loi-programme
est le type même de loi où l'exposé général paraît un peu accessoire
puisque c'est une addition de points, je voudrais simplement dire que
malgré tout, à travers cette loi, il y a deux éléments qui
transparaissent et qui posent effectivement, comme l'a dit M.
Leterme, tout le problème des relations dans une démocratie
parlementaire entre le gouvernement et le parlement.
Je dirais que les dernières semaines, nous n'avons pas donné
l'exemple d'un respect des règles. Je pense que les étudiants en droit
auront un jour à réfléchir sur, par exemple, la loi santé où tous les
débats se déroulent sans que l'on sache s'il y a un projet de loi ou s'il
n'existe pas, si le Roi a signé ou s'il ne l'a pas fait. Le pragmatisme
devenant la règle, on nous expose benoîtement que si l'on veut que
les choses fonctionnent, il vaut mieux discuter sur un document qui
n'existe pas que de respecter les règles. Cet éternel débat entre le
fond et la procédure tient quand même à ce que toute procédure est
instituée pour protéger une institution et qu'à partir du moment où l'on
dit qu'on ne respecte pas les procédures au nom du pragmatisme,
01.46 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Uit die wet komen twee
elementen naar voren die het
probleem van de betrekkingen
tussen de regering en het
Parlement duidelijk doen
uitkomen. De jongste weken is in
het kader van verschillende
besprekingen gebleken dat de
regels fors met voeten werden
getreden. Als de inhoud en de
procedure tijdens een debat met
elkaar in botsing komen, is het
uiteindelijk de instelling die wordt
geschaad. Het almaar toenemend
aantal delegaties van
bevoegdheden dreigt het
evenwicht tussen de machten in
het gedrang te brengen en in dat
verband zal ik stilstaan bij acht
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
c'est l'institution qui est dégradée.
Mais je voudrais, en ce qui concerne la loi-programme, relever une
tendance générale dangereuse dans l'équilibre des pouvoirs: c'est
l'élargissement de plus en plus grand des délégations au mépris d'un
système fondé sur un véritable équilibre des pouvoirs. J'ai relevé huit
éléments qui, dans cette loi-programme, élargissent au-delà du
raisonnable et le Conseil d'Etat considère en tout cas que c'est au-
delà du raisonnable les délégations et donc transforment de plus en
plus le parlement en une chambre de pur entérinement, les décisions
lui échappant totalement.
Je prends un premier exemple en matière sociale. L'article 33 donne
au Roi toutes les compétences pour mettre en oeuvre le plan social
en ce qui concerne les kinés. Nous sommes dans une matière
politique qui relève de l'appréciation générale et de la loi en général.
Une délégation comme celle-là est l'exemple type d'un transfert pur
et simple de compétences.
Je prends un deuxième exemple en matière d'emploi, le problème
des conventions d'insertion professionnelle. A ce propos, une
explication s'impose car nous avons le ministre de l'Emploi qui
intervient par le biais d'amendements et qui à travers ceux-ci,
dépose en réalité un véritable projet de loi d'une dizaine d'articles
sans l'avis du Conseil d'Etat, ni du CNT. Comme justification, on
évoque le fait qu'entre 1994 et 1997, il y a donc plus de cinq ans, le
CNT a discuté de ces problèmes. La motivation de l'urgence, qui
justifie que l'on ne respecte pas la procédure normale d'un projet de
loi à l'égard d'un texte comme celui-là, c'est qu'il faut que tout cela
entre en vigueur à la rentrée scolaire de septembre 2002.
Cela laisse rêveur lorsque l'on sait que ce type de réflexion dure au
moins depuis 10 ans et qu'en parlant du simple problème des
compétences, la même ministre, mais en charge de l'Enseignement
de la Communauté française, avait fait un projet similaire mot pour
mot en 1997, dans le cadre des compétences qu'elle exerçait au sein
de ladite Communauté française. On est en présence de situations
qui ne respectent pas le type de démocratie parlementaire sociale
que nous avons institué.
Un troisième exemple en Intérieur: la réforme des polices nourrit un
débat qui nous occupe semaine après semaine. Quelle est la
proposition formulée à travers l'article 127? C'est une commission
d'accompagnement auprès du gouvernement et non au sein du
parlement alors que celui-ci était le lieu naturel de rencontre entre les
différentes personnes directement ou professionnellement
intéressées en la matière.
Au sujet de la politique des transports, on glisse sur une délégation
particulière sous la forme d'un texte de pouvoirs spéciaux permettant
à la ministre d'organiser la libération du fret ferroviaire d'ici le 15
mars 2003. Par nature, je ne suis pas opposé aux pouvoirs spéciaux
dans la mesure où ils sont justifiés dans un cadre bien défini. Dans le
cas de la libéralisation du fret ferroviaire, la matière ne présente pas
d'urgence telle que la ministre puisse s'accommoder de pouvoirs
spéciaux. De plus, le débat est essentiel dans ce domaine. Les
groupes politiques sont agités, et ce à juste titre, par l'idée que cette
matière touche à la vie économique, à la vie sociale d'un pays.
significante elementen die van het
Parlement een loutere Kamer van
bekrachtiging maken. In de eerste
plaats is er artikel 33, waarbij aan
de Koning alle bevoegdheden
worden verleend met betrekking
tot het sociaal plan voor de
kinesitherapeuten. Het betreft een
echte overdracht van
bevoegdheden!
Betreffende de
beroepsinlevingsovereenkomsten
stelt de minister van
Tewerkstelling amendementen
voor die een echt wetsontwerp
waardig zijn, maar die noch aan
de Raad van State, noch aan de
NAR werden voorgelegd, onder
het voorwendsel dat de NAR deze
ontwerpen al tussen 1994 en 1997
heeft besproken. De procedure
werd niet nageleefd omdat de
tekst in september 2002 van
kracht moet worden terwijl hier al
10 jaar lang over wordt
gediscussieerd. Dit zijn
toestanden die niet stroken met
het soort van sociale
parlementaire democratie die we
hebben ingesteld.
Wat Binnenlandse Zaken betreft,
voorziet artikel 127 in een
begeleiding door de regering en
niet door het parlement.
Voor het transportbeleid is in een
bijzondere delegatie voorzien. Om
de liberalisering van het
goederentransport per spoor te
organiseren, krijgt de minister
bijzondere bevoegdheden
toevertrouwd. Ik heb er geen
bezwaar tegen als duidelijk wordt
bepaald in welk kader die
delegatie plaatsvindt. Maar in dit
geval is er geen sprake van
dringende noodzaak die deze
bijzondere bevoegdheden
rechtvaardigt en is het debat
daarentegen essentieel.
Aangaande Belgacom zien we
een combinatie van een
onsamenhangende agenda van
minister Daems en een
permanente
bevoegdheidsoverdracht. In 2001
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
L'utilisation de pouvoirs spéciaux dans les circonstances que nous
connaissons, alors que la configuration politique actuelle n'est pas
stable au niveau des grands principes à dégager de la libéralisation
et de la non-libéralisation, est typiquement le signe de l'abaissement
du parlement au profit du gouvernement.
L'exemple de Belgacom montre la conjonction d'un agenda
totalement incohérent dans le chef du ministre Daems et de cette
logique de délégation permanente. Il faut rappeler que le 25 juin
2001, le gouvernement a déposé en extrême urgence un projet de loi
ayant pour but d'autoriser l'Etat à céder les actions qu'il détient dans
cette société et d'autoriser le Roi à prendre toute mesure utile afin de
modifier, sur le plan légal, le statut juridique de Belgacom et de
régler les relations de travail entre Belgacom et son personnel. La
justification et l'exposé des motifs étaient très clairs: cela devait se
faire dans les quelques jours qui suivaient. Le Conseil d'Etat a
clairement critiqué, à ce moment-là, la précipitation dans laquelle se
prenaient ces décisions et la justification qui était faite de ces
pouvoirs spéciaux parce que c'était excessif. Rien ne s'est fait. Ces
dispositions venaient à expiration le 30 juin 2002. On pouvait alors
penser que le ministre Daems avait été inspiré par les critiques
démontrant que la précipitation n'était pas la bonne solution. Que
fait-il alors? Il demande la prolongation de cette prérogative jusqu'au
30 juin 2003. Cette disposition aurait dû durer quelques semaines!
L'ultimatum est repoussé. L'urgence invoquée en 2001 n'est
évidemment plus de mise mais l'habitude est prise et on se trouve à
nouveau avec des transferts de compétences.
Ne parlons pas de la Régie des bâtiments où le Conseil d'Etat dit, à
juste titre que pareille délégation non encadrée est contraire à tous
nos principes. De nouveau, c'est la violation du rôle du législateur
dans ces matières.
J'en viens à deux derniers exemples. C'est d'abord le secteur du
diamant où le gouvernement s'arroge véritablement un droit absolu,
fort critiqué par le Conseil d'Etat quant à son étendue, et tellement
élargi qu'un petit virage a quand même été opéré. Mais il n'y a pas
de réponse fondamentale aux critiques déterminantes du Conseil
d'Etat quant à la méthode de transfert de responsabilités.
Et enfin, huitième et dernier exemple, en matière d'intégration
sociale, l'on assiste véritablement à un système qui ne relève plus du
tout d'un régime parlementaire puisque les articles 143 et 144
autorisent le ministre de l'Intégration sociale à distribuer
pratiquement sans aucun contrôle toutes subventions dans un
domaine aussi large que celui de l'intégration sociale. Il est ainsi
proposé au parlement de renoncer à exercer sa mission naturelle de
législateur.
Un projet de loi-programme est souvent la traduction des dérives les
plus importantes dans les relations entre gouvernement et parlement.
Je crois qu'avec ce projet, l'on atteint un niveau de délégation, de
transfert de responsabilités faisant que l'on se pose de plus en plus la
question: à quoi servons-nous?
M. Leterme avait raison d'invoquer tout à l'heure le départ de notre
collègue Timmermans qui a véritablement marqué ces trois
dernières années par la qualité de ses interventions et de la
heeft de regering een wetsontwerp
ingediend dat dringend moest
worden behandeld om de
Belgacom-aandelen van de
Belgische staat te verkopen en de
betrekkingen tussen Belgacom en
zijn personeel te regelen. Als
reden werd aangevoerd dat er in
de komende dagen moest worden
gehandeld. Hierop volgde een
duidelijke kritiek van de Raad van
State, die vond dat de bijzondere
bevoegdheden niet
gerechtvaardigd waren wegens
overhaasting. Daarna is er niets
gebeurd. En nu beperkt minister
Daems zich ertoe uitstel te vragen
tot juni 2003. De dringende
noodzaak van 2001 is hier
duidelijk niet meer op zijn plaats,
maar het is een gewoonte
geworden.
Voor de Regie der Gebouwen
werd het kader van de delegatie
ook niet gepreciseerd. De Raad
van State merkt op dat deze
praktijk in strijd is met alle
principes.
Betreffende de diamantsector
eigent de regering zich een
absoluut recht toe, waarvan de
omvang zwaar door de Raad van
State werd bekritiseerd.
Het systeem dat werd ingesteld
voor de sociale integratie strookt
echt niet meer met het
parlementair stelsel, want de
minister heeft de bevoegdheid om
bijna ongecontroleerd subsidies uit
te delen. Het parlement wordt als
het ware verzocht afstand te doen
van zijn natuurlijke taak.
Een ontwerp van programmawet
is vaak een uiting van het
ontsporen van de betrekkingen
tussen parlement en regering. De
mate waarin hier
verantwoordelijkheden worden
overgedragen zet ons aan tot
nadenken over het nut van onze
instelling. De verbittering van de
heer Timmermans en diens
vertrek zijn een waarschuwing.
Opeenvolgende ontsporingen en
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
réflexion. Je pense que son amertume à l'égard du fonctionnement
de nos institutions reste à la fois une leçon par ce regard critique
posé par quelqu'un qui a vécu notre système, mais c'est aussi une
mise en garde. De dérive en dérive, on arrive finalement à ce que
l'on change de régime et d'orientation et à ce que le parlement qui
est pourtant un élément majeur d'équilibre, que le Conseil d'Etat
élément majeur de l'équilibre de nos textes, que la Cour des
comptes, que le CNT en matière sociale, que tous ces instruments
en soient finalement réduits à un rôle d'accessoires et que la
prédominance totale du gouvernement aboutisse à l'absence de
garde-fous. Or, dans une démocratie, ce sont ces garde-fous qui
permettent de construire une société meilleure. Le danger d'un
déséquilibre des pouvoirs aboutit toujours au choc en retour d'un
désintérêt pour les institutions. Rappelons une fois de plus que le
désintérêt pour les institutions et notamment pour l'institution
parlementaire débouche, là où le vote n'est pas obligatoire vers une
montée importante de l'abstention, et là où le vote est obligatoire,
vers une course aux extrêmes, ce dont ni vous ni nous ne voulons.
Voilà les considérations générales que l'on peut formuler à l'égard
d'une loi-programme qui illustre bien cette dérive des pouvoirs.
uitwassen zullen uiteindelijk tot
een ander regime leiden. Een
onevenwichtige verdeling van de
bevoegdheden dreigt te leiden tot
desinteresse voor de instellingen
en toevlucht tot extremen.
De voorzitter: Mevrouw De Block, ik weet niet hoe lang u het woord wenst te voeren. U moet gedurende
de middag aanwezig zijn in een commissie voorgezeten door de heer Delizée.
01.47 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, om 12.00 uur
komen de verenigde commissies voor de Sociale Zaken en de
Volksgezondheid bijeen voor de tweede lezing inzake de
programmawet. Ik vrees dat ik dus niet tijdig meer zal kunnen
spreken.
De voorzitter: Over het algemeen vraagt men dat de werkzaamheden van de commissies zouden worden
opgeschort voor de plenaire vergadering. Als ik het goed heb begrepen, vraagt men hier het omgekeerde.
01.48 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): (...)
De voorzitter: S'ils ne sont pas ici, c'est qu'ils sont ailleurs, disait M. Van Acker.
Dat zei de heer Van Acker. Men verweet hem toen ook het absenteïsme. Met grote Brugse allure deed hij
toen die uitspraak.
Mevrouw De Block, u en de heer Delizée moeten dus naar de commissievergadering.
Vous êtes les deux derniers inscrits de ce matin. Je n'ai qu'une solution, c'est d'arrêter maintenant et de
commencer à 14.15 heures.
A 14.15 heures, l'on entendra d'abord Mme De Block et puis M. Delizée; ils seront brefs tous les deux.
Ensuite, l'on abordera les secteurs Défense nationale et Intérieur.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 11.55 uur. Volgende vergadering om 14.15 uur.
La séance est levée à 11.55 heures. Prochaine séance à 14.15 heures.
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DINSDAG 09 JULI 2002
MARDI 09 JUILLET 2002
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
COMMISSIES COMMISSIONS
Samenstelling Composition
Volgende wijzigingen werden door de SP.A-fractie
voorgesteld:
Les modifications suivantes ont été proposées par
le groupe SP.A:
Commissie voor de Naturalisaties
Commission des Naturalisations
Effectieve leden
De heer Daan Schalck vervangen door mevrouw
Dalila Douifi.
Membres effectifs
Remplacer M. Daan Schalck par Mme Dalila
Douifi.
Plaatsvervangers
De heer Peter Vanvelthoven vervangen door de
heer Daan Schalck.
Membres suppléants
Remplacer M. Peter Vanvelthoven par M. Daan
Schalck.
INTERPELLATIEVERZOEKEN DEMANDES
D'INTERPELLATION
Ingekomen Demandes
1. de heer Jos Ansoms tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de kortzichtigheid van
de federale politie en van het paarsgroene beleid
met betrekking tot de organisatie van effectieve
controles op de rij- en rusttijden bij vrachtwagens
en autocars en op de ADR-transporten".
1. M. Jos Ansoms au ministre de l'Intérieur sur
"l'imprévoyance de la police fédérale et de la
politique de l'arc-en-ciel en ce qui concerne
l'organisation de contrôles effectifs du temps de
conduite et de repos des conducteurs de camions
et d'autocars, ainsi que des transports ADR".
(nr. 1348 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1348 renvoi à la commission de l'Intérieur,
des Affaires générales et de la Fonction publique)
2. de heer Guy D'haeseleer tot de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de nieuwe maatregelen om het dumpen van
asielzoekers door de OCMW's tegen te gaan".
2. M. Guy D'haeseleer au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale sur "les nouvelles mesures en
vue d'éviter que certains CPAS ne se débarrassent
des demandeurs d'asile en les envoyant dans
d'autres communes".
(nr. 1349 verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 1349 renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Voorstel van bijzondere wet (mevrouw Joëlle
Milquet en de heer Jean-Jacques Viseur) tot
wijziging van de bijzondere wet van
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse
instellingen teneinde hun de bevoegdheid te
verlenen voortaan decreten uit te vaardigen, die
kracht van wet hebben (nr. 1909/1).
Proposition de loi spéciale (Mme Joëlle Milquet et
M. Jean-Jacques Viseur) modifiant la loi spéciale
du 12
janvier
1989 relative aux institutions
bruxelloises en vue de leur conférer le pouvoir
d"adopter dorénavant des décrets ayant foce de loi
(n° 1909/1).
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
SENAAT SENAT
Overgezonden wetsontwerp
Projet de loi transmis
Bij brief van 4 juli 2002 zendt de Senaat over, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet-
geëvoceerde wetsontwerp tot bekrachtiging van het
koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de
erkenning van beroepsorganisaties van
beoefenaars van een niet-conventionele praktijk of
van een praktijk die in aanmerking kan komen om
als niet-conventionele praktijk gekwalificeerd te
worden (nr. 1698/3).
Par message du 4 juillet 2002, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi portant
confirmation de l'arrêté royal du 4 juillet 2001 relatif
à la reconnaissance des organisations
professionnelles de praticiens d'une pratique non
conventionnelle ou d'une pratique susceptible
d'être qualifiée de non conventionnelle; le Sénat ne
l'ayant pas évoqué (n° 1698/3).
Ter kennisgeving
Pour information
Aangenomen wetsontwerpen
Projets de loi adoptés
Bij brief van 4 juli 2002 zendt de Senaat het
ontwerp van tekst houdende herziening van
artikel 157 van de Grondwet over, zoals hij het in
vergadering van die datum heeft aangenomen
(nr. 1914/1).
Par message du 4 juillet 2002, le Sénat transmet,
tel qu'il l'a adopté en séance de cette date, le projet
de texte portant révision de l'article 157 de la
Constitution (n° 1914/1).
Verzonden naar de commissie voor de Herziening
van de Grondwet en de Hervorming van de
Instellingen
Renvoi à la commission de la Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions
Bij brief van 4 juli 2002 zendt de Senaat het
wetsontwerp tot wijziging van artikel 219 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 over,
zoals hij het in vergadering van die datum heeft
aangenomen.
Par message du 4 juillet 2002, le Sénat transmet,
tel qu'il l'a adopté en séance de cette date, le projet
de loi modifiant l'article 219 du Code des impôts
sur les revenus 1992.
Overeenkomstig artikel
81 van de Grondwet,
neemt de Kamer een beslissing binnen een termijn
die 60 dagen niet te boven mag gaan.
Conformément à l'article 81 de la Constitution, la
Chambre se prononce dans un délai ne pouvant
dépasser 60 jours.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Bij brief van 4 juli 2002 meldt de Senaat dat hij in
vergadering van die datum het ontwerp van
bijzondere wet tot waarborging van een gelijke
vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de
kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de
Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad en van
de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, heeft
aangenomen (nr. 1680/6).
Par message du 4
juillet 2002, le Sénat fait
connaître qu'il a adopté en séance de cette date le
projet de loi spéciale assurant une présence égale
des hommes et des femmes sur les listes de
candidats aux élections du Conseil régional wallon,
du Conseil flamand et du Conseil de la Région de
Bruxelles-Capitale (n° 1680/6).
Ter kennisgeving
Pour information
Geamendeerde wetsontwerpen
Projets de loi amendés
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Bij brieven van 4 juli 2002 zendt de Senaat terug,
zoals hij ze in zijn vergadering van die datum heeft
geamendeerd, de volgende wetsontwerpen:
Par messages du 4 juillet, le Sénat renvoie, tel qu'il
les a amendés en séance de cette date, les projets
de loi suivants:
1. wetsontwerp betreffende de minnelijke
invordering van schulden van de consument
(nr. 223/9);
1. projet de loi relatif au recouvrement amiable des
dettes du consommateur (n° 223/9);
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
instellingen, de Middenstand en de Landbouw
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture
2. wetsontwerp houdende wijziging van het
Wetboek van vennootschappen alsook van de wet
van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van
belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde
vennootschappen en tot reglementering van de
openbare overnameaanbiedingen (nr. 1211/17).
2. projet de loi modifiant le Code des sociétés et la
loi du 2 mars 1989 relative à la publicité des
participations importantes dans les sociétés cotées
en bourse et réglementant les offres publiques
d'acquisition (n° 1211/17).
Verzonden naar de commissie belast met de
problemen inzake Handels- en Economisch Recht
Renvoi à la commission chargée des problèmes de
Droit commercial et économique
REGERING GOUVERNEMENT
Verslag Rapport
Bij brief van 24 juni 2002 zendt de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken het
activiteitenverslag 2001 van het ministerie van
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Internationale Samenwerking over.
Par lettre du 24 juin 2002, le vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères transmet le
rapport d'activités 2001 du ministère des Affaires
étrangères, du Commerce extérieur et de la
Coopération internationale.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Algemene uitgavenbegroting 2002
Budget général des dépenses 2002
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over:
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:
- bij brief van 5
juli
2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende het
ministerie van Economische Zaken;
- par lettre du 5
juillet
2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère des Affaires économiques;
- bij brief van 5
juli
2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende het
ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu.
- par lettre du 5
juillet
2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère des Affaires sociales, de la Santé
publique et de l'Environnement.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Omzetting van de Europese richtlijnen 2001/12, 13 en 14
Transposition des directives européennes 2001/12, 13 et
14
Bij brief van 3
juli
2002 zendt de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer de
nota voor de Ministerraad over betreffende de
omzetting van de europese richtlijnen 2001/12, 13
en 14.
Par lettre du 3
juillet
2002, la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
transmet la note au Conseil des ministres relative à
la transposition des directives
européennes 2001/12, 13 et 14.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures
et au Comité d'avis chargé de Questions
européennes
ARBITRAGEHOF COUR
D'ARBITRAGE
Arresten Arrêts
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
- het arrest nr.
117/2002 uitgesproken op
3 juli 2002 betreffende de prejudiciële vraag over
artikel 17, § 1, van de wet van 6 februari 1987
betreffende de radiodistributie- en
teledistributienetten en betreffende de
handelspubliciteit op radio en televisie, gesteld
door het hof van beroep te Brussel bij arrest van
31
januari
2001 inzake de VZW Belgische
Vereniging van de Dagbladuitgevers tegen de
"Radio-Télévision belge de la Communauté
française (RTBF)";
- l'arrêt n° 117/2002 rendu le 3 juillet 2002 relatif à
la question préjudicielle concernant l'article 17,
§ 1
er
, de la loi du 6 février 1987 relative aux
réseaux de radiodistribution et de télédistribution et
à la publicité commerciale à la radio et à la
télévision, posée par la cour d'appel de Bruxelles
par arrêt du 31 janvier 2001 en cause de l'ASBL
Association belge des éditeurs de journaux contre
la Radio-Télévision belge de la Communauté
française (RTBF);
(rolnummer: 2126)
(n° du rôle: 2126)
- het arrest nr.
118/2002 uitgesproken op
3 juli 2002 betreffende de prejudiciële vraag over
artikel 115bis van het Wetboek van registratie-,
hypotheek- en griffierechten, zoals ingevoegd bij
de wet van 30
maart
1994, gesteld door de
rechtbank van eerste aanleg te Charleroi bij vonnis
van 1 maart 2001 inzake de NV "Résidence Le Bon
Séjour" tegen de Belgische Staat;
- l'arrêt n°
118/2002 rendu le 3
juillet 2002
concernant la question préjudicielle relative à
l'article
115bis du Code des droits
d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, tel
qu'il a été inséré par la loi du 30 mars 1994, posée
par le tribunal de première instance de Charleroi
par jugement du 1
er
mars 2001 en cause de la SA
Résidence Le Bon Séjour contre l'Etat belge;
(rolnummer: 2138)
(n° du rôle: 2138)
- het arrest nr.
120/2002 uitgesproken op
3 juli 2002 betreffende de prejudiciële vraag over
artikel 164, derde lid, van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op
14 juli 1994, gesteld door de arbeidsrechtbank te
Brugge bij vonnis van 4
mei
2001 inzake de
Landsbond der Christelijke Mutualiteiten tegen de
BVBA Apotheek Beuselinck en anderen;
- l'arrêt n° 120/2002 rendu le 3 juillet 2002 relatif à
la question préjudicielle concernant l'article 164,
alinéa 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire
soins de santé et indemnités, coordonnée le
14 juillet 1994, posée par le tribunal du travail de
Bruges par jugement du 4 mai 2001 en cause de
l'Alliance nationale des mutualités chrétiennes
contre la SPRL "Apotheek Beuselinck" et autres;
(rolnummer: 2175)
(n° du rôle: 2175)
- het arrest nr.
121/2002 uitgesproken op
3 juli 2002 betreffende de prejudiciële vraag over
artikel 29bis van de wet van 21 november 1989
betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake
motorrijtuigen, zoals gewijzigd bij de wet van
19 januari 2001, gesteld door de politierechtbank te
Antwerpen bij vonnis van 17 mei 2001 inzake de
Landsbond der Christelijke Mutualiteiten tegen de
NV Nationale Maatschappij der Belgische
Spoorwegen (NMBS);
- l'arrêt n° 121/2002 rendu le 3 juillet 2002 relative
à la question préjudicielle concernant l'article 29bis
de la loi du 21
novembre
1989 relative à
l'assurance obligatoire de la responsabilité en
matière de véhicules automoteurs, tel qu'il a été
modifié par la loi du 19 janvier 2001, posée par le
tribunal de police d'Anvers par jugement du
17 mai 2001 en cause de l'Alliance nationale des
mutualités chrétiennes contre la SA Société
nationale des chemins de fer belges (SNCB);
(rolnummer: 2186)
(n° du rôle: 2186)
CRIV 50
PLEN 248
09/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
- het arrest nr.
122/2002 uitgesproken op
3 juli 2002 over de prejudiciële vraag betreffende
artikel 6 van de wet van 27 december 1994 "tot
goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van
rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door
zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op
9
februari
1994 door de Regeringen van het
Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de
Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom
Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en
tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig
richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 25 oktober 1993", gesteld
door het hof van beroep te Antwerpen bij arrest van
12 juni 2001 inzake L. Demanet tegen de Belgische
Staat en anderen;
- l'arrêt n° 122/2002 rendu le 3 juillet 2002 relatif à
la question préjudicielle concernant l'article 6 de la
loi du 27 décembre 1994 "portant assentiment de
l'Accord relatif à la perception d'un droit d'usage
pour l'utilisation de certaines routes par des
véhicules utilitaires lourds, signé à Bruxelles le
9 février 1994, entre les Gouvernements de la
République fédérale d'Allemagne, du Royaume de
Belgique, du Royaume du Danemark, du Grand-
Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-
bas et instaurant une Eurovignette, conformément
à la directive
93/89/CEE du Conseil des
Communautés européennes du 25 octobre 1993",
posée par la cour d'appel d'Anvers par arrêt du
12 juin 2001 en cause de L. Demanet contre l'Etat
belge et autres;
(rolnummer: 2201)
(n° du rôle: 2201)
- het arrest nr.
123/2002 uitgesproken op
3 juli 2002 betreffende de vordering tot schorsing
van de wet van 22 maart 2002 houdende wijziging
van de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische
overheidsbedrijven, in het bijzonder van artikel 7,
§§ 5 en 7, van voormelde wet van 22 maart 2002,
ingesteld door de Algemene Centrale der
Openbare Diensten.
- l'arrêt n° 123/2002 rendu le 3 juillet 2002 relatif à
la demande de suspension de la loi du
22 mars 2002 portant modification de la loi du
21
mars
1991 portant réforme de certaines
entreprises publiques économiques, en particulier
de l'article 7, §§ 5 et 7, de la loi du 22 mars 2002
précitée, introduite par la Centrale générale des
services publics.
(rolnummer: 2410)
(n° du rôle: 2410)
Ter kennisgeving
Pour information
REKENHOF
COUR DES COMPTES
Verslag Rapport
Bij brief van 3 juli 2002 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof het verslag in verband met de
tenuitvoerlegging van de taken van openbare
dienst door de vennootschap van publiek recht
"Belgische Technische Coöperatie" tijdens het
boekjaar
2001, opgesteld ter uitvoering van
artikel
30, § 3, vierde lid, van de wet van
21 december 1998 tot oprichting van de Belgische
Technische Coöperatie in de vorm van een
vennootschap van publiek recht.
Par lettre du 3 juillet 2002, le premier président de
la Cour des comptes transmet le rapport relatif à la
mise en oeuvre des tâches de service public par la
Société de droit public "Coopération Technique
Belge" durant l'exercice 2001, établi en application
de l'article
30, § 3, alinéa
4, de la loi du
21
décembre
1998 portant création de la
Coopération Technique Belge sous la forme d'une
société de droit public.
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Relations extérieures
Beslissing van de Ministerraad
Délibération du Conseil des ministres
Bij brief van 3 juli 2002 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof, ter uitvoering van de
artikelen 14 en 17 van de organieke wet van
29 oktober 1846, een uiteenzetting alsmede een
afschrift over van de beslissing nr. 310 die de
Ministerraad op 23 mei 2002 heeft genomen in
vervand met het geschil tussen zijn college en de
minister van Pensioenen met betrekking tot het
rustpensioen van mevrouw Cécile Vlaemminck.
Par lettre du 3 juillet 2002, le premier président de
la Cour des comptes transmet, en exécution des
articles
14 et 17 de la loi organique du
29 octobre 1846, un exposé ainsi qu'une ampliation
de la délibération n° 310 prise par le Conseil des
ministres le 23 mai 2002, au sujet du différend
survenu entre son Collège et le ministre des
Pensions concernant la pension de retraite de
Madame Cécile Vlaemminck.
09/07/2002
CRIV 50
PLEN 248
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget