KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 289
CRIV 50 PLEN 289
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
maandag
lundi
09-12-2002
09-12-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Sprekers:, Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie
Orateurs:, Yves Leterme, président du
groupe CD&V
ONTWERPEN EN WETSVOORSTEL
2
PROJETS ET PROPOSITION DE LOI
2
Ontwerp van programmawet 1 (2124/1 tot 32)
2
Projet de loi-programme 1 (2124/1 à 32)
2
- Wetsvoorstel van de heer Stefaan De Clerck,
mevrouw Trees Pieters en de heren Dirk Pieters,
Yves Leterme en Karel Pinxten tot wijziging van
artikel 67 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (941/1)
2
- Proposition de loi de M. Stefaan De Clerck,
Mme Trees Pieters et MM. Dirk Pieters, Yves
Leterme et Karel Pinxten modifiant l'article 67 du
Code des impôts sur les revenus 1992 (941/1)
2
- Ontwerp van programmawet 2 (2125/1 tot 11)
2
- Projet de loi-programme 2 (2125/1 à 11)
2
Regeling van de werkzaamheden
2
Ordre des travaux
2
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V
Algemene bespreking
5
Discussion générale
5
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Frieda Brepoels, voorzitter van
de VU&ID-fractie, Greta D'hondt, Joos
Wauters,
Claudine Drion, rapporteur,
Simonne Leen, rapporteur, Marie-Thérèse
Coenen, rapporteur,
Gérard Gobert,
rapporteur, Els Haegeman, rapporteur,
Michèle Gilkinet, rapporteur, Jef Valkeniers,
Jean-Jacques Viseur, Daniel Bacquelaine,
voorzitter van de MR-fractie, Muriel Gerkens,
voorzitter van de ECOLO-AGALEV-fractie,
Rik Daems, minister van Telecommunicatie
en Overheidsbedrijven en Participaties, Hugo
Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie,
Leen Laenens
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Greta D'hondt, Joos
Wauters,
Claudine Drion, rapporteur,
Simonne Leen, rapporteur, Marie-Thérèse
Coenen, rapporteur,
Gérard Gobert,
rapporteur, Els Haegeman, rapporteur,
Michèle Gilkinet, rapporteur, Jef Valkeniers,
Jean-Jacques Viseur, Daniel Bacquelaine,
président du groupe MR, Muriel Gerkens,
présidente du groupe ECOLO-AGALEV, Rik
Daems, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques,
Hugo Coveliers, président du groupe VLD,
Leen Laenens
BIJLAGE
41
ANNEXE
41
MEDEDELINGEN
41
COMMUNICATIONS
41
SENAAT
41
SENAT
41
O
VERGEZONDEN WETSONTWERPEN
41
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
41
E
VOCATIE
41
E
VOCATION
41
REGERING
41
GOUVERNEMENT
41
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2002
41
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2002
41
V
OORSTEL VAN RESOLUTIE
42
P
ROPOSITION DE RESOLUTION
42
VERSLAG
42
RAPPORT
42
C
ENTRALE
R
AAD VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
42
C
ONSEIL CENTRAL DE L
'E
CONOMIE
42
MOTIE
42
MOTION
42
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
MAANDAG
09
DECEMBER
2002
14:15 uur
______
du
LUNDI
09
DECEMBRE
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.18 heures par M. Herman De Croo, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Jean-Pierre Detremmerie, François Dufour, Raymond Langendries, Karel Van Hoorebeke, wegens ziekte /
pour raison de santé;
Jan Mortelmans, wegens begrafenis / pour funérailles;
Hagen Goyvaerts, verhinderd / empêché.
Collega's, ik zal beginnen met na te kijken wie aanwezig is. Er zijn een aantal verslaggevers. Is mevrouw
Leen aanwezig? Een aantal collega's zijn verslaggever maar ze zijn er op dit ogenblik niet. Mevrouw Leen
zie ik nog niet. Els Haegeman, mevrouw De Block, Anne Barzin, Claudine Drion, Marie-Thérèse Coenen,
Michèle Gilkinet, de heer Jan Peeters, Arnold Van Aperen, de heer Gobert en Geert Versnick ik heb
geen enkele verslaggever; ik heb niets.
Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben eigenlijk ook
op zoek naar de regering.
De voorzitter: Ja, ik ook.
Yves Leterme (CD&V): Ik stel voor dat we even onze
werkzaamheden opschorten zodat de regering ons kan vervoegen.
De voorzitter: De regering is er niet. De behandeling van de programmawet staat aan de agenda. We
zullen om 14.30 uur herbeginnen.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst om 14.19 uur.
La séance est suspendue à 14.19 heures.
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De vergadering wordt hervat om 14.38 uur.
La séance est reprise à 14.38 heures.
De vergadering is hervat.
La séance est reprise.
Ontwerpen en wetsvoorstel
Projets et proposition de loi
01 Ontwerp van programmawet 1 (2124/1 tot 32)
- Wetsvoorstel van de heer Stefaan De Clerck, mevrouw Trees Pieters en de heren Dirk Pieters,
Yves Leterme en Karel Pinxten tot wijziging van artikel 67 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (941/1)
- Ontwerp van programmawet 2 (2125/1 tot 11)
01 Projet de loi-programme 1 (2124/1 à 32)
- Proposition de loi de M. Stefaan De Clerck, Mme Trees Pieters et MM. Dirk Pieters, Yves Leterme
et Karel Pinxten modifiant l'article 67 du Code des impôts sur les revenus 1992 (941/1)
- Projet de loi-programme 2 (2125/1 à 11)
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
01.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vraag het
woord in verband met de regeling van de werkzaamheden.
Vooraleer de rapporteurs in stoet hun verslag zullen brengen en wij
de algemene bespreking in aanwezigheid van een eminent kenner
van de programmawet kunnen aanvatten, zou ik het even willen
hebben over de regeling van de werkzaamheden.
Het komt mij voor dat er zich met betrekking tot artikel 473 van de
programmawet, het nieuwe artikel 504, toch wel een fundamenteel
probleem voordoet. Dit vormde trouwens de aanleiding, denk ik, voor
het weliswaar laattijdig indienen van een amendement vorige week
door de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer.
Dit amendement werd ingediend en merkwaardig genoeg twee uur
nadien ingetrokken.
Wij hebben die teksten nog eens grondig doorgenomen, meer
bepaald artikel 473, ten derde. Ons lijkt het amendement van
mevrouw Durant enige zin te hebben. Wij denken in elk geval dat wij
dit artikel nog eens ten gronde in commissie zouden moeten
bespreken. Met uitvoering van artikel 71, 1, van ons Reglement stel
ik dan ook voor om het desbetreffende artikel met betrekking tot de
isolatie tegen lawaai in de omgeving van Brussel-Nationaal terug te
verwijzen naar de commissie.
01.01 Yves Leterme (CD&V): La
semaine dernière, Mme Durant a
déposé un amendement à l'article
473 de la loi-programme, l'article
504 dans la nouvelle
numérotation, avant de le retirer
deux heures plus tard. Cet
amendement, qui était opportun,
avait trait au programme
d'isolation prévu pour les
habitations situées à proximité de
l'aéroport. Cet article est important
et, à ce titre, il devrait faire l'objet
d'un débat de fond en
commission. Sur la base de
l'article 71, 1°, du Règlement, je
demande donc le renvoi de
l'article 504 en commission. La
Chambre pourrait-elle se
prononcer sur ma requête par
appel nominal?
De voorzitter: Het amendement van mevrouw Durant is donderdag in de late namiddag ingetrokken.
01.02 Yves Leterme (CD&V): Dat heb ik zopas gezegd.
De voorzitter: Ik heb te maken met een tekst. Ik weet niet welk artikel u juist viseert?
01.03 Yves Leterme (CD&V): Artikel 473 in het ontwerp, artikel 504
in de nieuwe tekst.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
De voorzitter: Het gaat om document 2124/32, op de bladzijde 232. In Hoofdstuk 3 gaat het om de
bepaling in verband met het akoestisch isolatieprogramma voor de woningen in de omgeving van de
luchthaven Brussel-Nationaal. Wat vraagt u juist?
01.04 Yves Leterme (CD&V): Die woningen, mijnheer de voorzitter,
worden sinds '99 steeds meer geteisterd door nachtlawaai. Ik vraag
ten gronde namens mijn fractie de terugzending van het
desbetreffende artikel naar de bevoegde commissie. Ik heb de indruk
dat er met de tekst van dit artikel een onwerkbare situatie ontstaat.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, ik ben geen expert in alle details van de programmawet. Wie zou dat
wel zijn? De tekst werd door de commissie goedgekeurd en vervolgens naar de plenaire vergadering
verzonden voor bespreking.
01.05 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, na het initiatief
van de vice-premier, dat weliswaar werd teruggetrokken dat komt
wel vaker voor vraag ik namens mijn fractie heel formeel, met
uitvoering van artikel 71, ten eerste van het Reglement, dat het
desbetreffende artikel 473 oude nummering, 504 nieuwe nummering
van de programmawet terug zou worden verwezen naar de
commissie. Ik vraag daar zelfs de hoofdelijke stemming over,
mijnheer de voorzitter.
01.06 Frieda Brepoels (VU&ID): Voorzitter, ik zou als lid van de
commissie voor de Infrastructuur het voorstel van collega Leterme
willen steunen, omdat wij donderdag na het ontvangen van het
amendement van de vice-premier vastgesteld hebben dat een aantal
aspecten van het isolatieprogramma, zoals die op het ogenblik in de
programmawet zijn ingeschreven, helemaal niet uitvoerbaar zijn. Ik
denk niet dat u het ons kan kwalijk nemen dat wij niet alle elementen
van elk artikel van deze zeer omvangrijke programmawet hebben
kunnen bestuderen. Ik moet u eerlijk toegeven dat ik zelf op dat
ogenblik in de commissie niet aanwezig kon zijn.
Ik denk dat de bezorgdheid van de Kamer in het algemeen, over de
partijgrenzen heen, zeker uitgaat naar een goede uitvoering van het
isolatieprogramma voor de woningen in Zaventem. De
aanpassingen, die de vice-premier voorstelde, zijn terecht en men
zou daar echt ten gronde over moeten kunnen praten. Vandaar dat ik
het voorstel van collega Leterme steun.
01.06 Frieda Brepoels (VU&ID):
En tant que membre de la
commission de l'Infrastructure, je
soutiens la proposition de M.
Leterme. Certains aspects du
programme d'isolation s'avèrent
en effet irréalisables et les
amendements présentés par la
ministre tendent à apporter des
adaptations justifiées. Les
membres n'ont tout simplement
pas eu le temps d'examiner en
détail tous les articles de cette loi-
programme.
De voorzitter: Ik geef vervolgens het woord aan de heer Wauters
om de zaken op punt te stellen?
In artikel 71, ten eerste, dat door collega Leterme werd aangehaald,
staat te lezen: "Beslist de Kamer dat er aanleiding is om het
amendement naar de commissie te verzenden, dan wordt de
beraadslaging over het betrokken artikel geschorst".
Hier betreft het evenwel geen amendement. Ik heb hier een artikel. U
vraagt mij artikel 504 terug te sturen naar de commissie. Ik kan dat
niet, dat is heel eenvoudig. Een amendement van mevrouw Creyf,
dat is een andere zaak. Maar u vraagt mij artikel 504 te verzenden,
maar dat gaat niet. Kom, mijnheer Leterme.
Le président: L'article 71 du
Règlement règle le renvoi d'un
amendement en commission. Il ne
s'applique pas à cet article car
aucun amendement n'a été
présenté. La requête de M.
Leterme n'est donc pas recevable
et il pourra la reformuler lorsque
nous examinerons l'article
concerné
01.07 Yves Leterme (CD&V): Voorzitter, u weet dat inzake de timing
ten aanzien van mevrouw Creyf, wij soms geconfronteerd worden
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
met problemen.
De voorzitter: Ja, ik ken mijnheer Tant zijn uitdrukking daarover.
01.08 Yves Leterme (CD&V): Vorige week donderdagnamiddag
bijvoorbeeld. Er is een amendement daarop, maar ik doe een
concreet voorstel van terugverwijzing.
De voorzitter: Ik zal niet zeggen wat mijnheer Tant mij gezegd heeft destijds.
01.09 Yves Leterme (CD&V): Heeft hij u privé iets toevertrouwd,
voorzitter?
De voorzitter: Het is goed geprobeerd, maar dat gaat niet. Ik kan geen artikel naar de commissie
terugsturen.
01.10 Yves Leterme (CD&V): Toch wel. Er zijn amendementen.
De voorzitter: Na het verslag moet ik daarmee vooruit. Als ik aan artikel 504 kom, zal ik met grote
aandacht uw amendementen bekijken, mevrouw Creyf.
01.11 Yves Leterme (CD&V): Voorzitter, wij vragen heel ernstig het
voorstel tot terugverwijzing van artikel 473 naar de commissie. Ik
vraag daarover een uitspraak van de Kamer. Ik heb er nog aan
toegevoegd dat ik een uitspraak vraag bij hoofdelijke stemming over
het voorstel van terugverwijzing van het artikel.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, uw vraag is niet ontvankelijk. Ik kan geen artikel naar de commissie
terugsturen. Dat gaat niet. Dat zou bijvoorbeeld wel gaan voor een amendement van mevrouw Durant,
maar die zijn ingetrokken.
01.12 Yves Leterme (CD&V): (...) te liggen daar.
De voorzitter: U kunt er zo vijfhonderd indienen en u mag dat doen. Het zou nog spijtig zijn.
01.13 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op basis
waarvan gaat u ons weigeren om van de Kamer een uitspraak te
vragen over ons voorstel van terugverwijzing?
De voorzitter: U kunt dat niet bekomen. Ik heb hier artikel 71 dat zegt: "Si la Chambre décide qu'il y a lieu
de renvoyer l'amendement à la commission, la délibération sur l'article concerné est suspendue". L'article
concerné, dat is echter binnen 3 tot 4 dagen. Ik ben nog niet zover.
01.14 Yves Leterme (CD&V): Er werden amendementen ingediend
door mevrouw Creyf?
De voorzitter: Wanneer ik bij 504 kom, het vroegere 473, zal ik u met gepaste aandacht aanhoren.
01.15 Yves Leterme (CD&V): Ik vraag daarover nu een uitspraak,
mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Neen.
01.16 Yves Leterme (CD&V): Ofwel na de verslaggeving. Maar
omtrent het tijdstip van het vragen van de Kamer om een uitspraak,
daarover staat er niets in het Reglement.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
De voorzitter: Neen, ik moet beginnen met de algemene bespreking. Als die afgelopen is, doen we de
artikelsgewijze bespreking. Dat principe is zo oud als het Parlement: amendementen worden besproken
ter gelegenheid van de bespreking per artikel.
01.17 Yves Leterme (CD&V): Waar staat dat in het Reglement?
De voorzitter: Het is zo. Punt.
01.18 Yves Leterme (CD&V): Waar staat in het Reglement dat wij
nu geen uitspraak van de Kamer kunnen krijgen?
De voorzitter: Het is zo.
01.19 Yves Leterme (CD&V): Waar staat dat in het Reglement?
De voorzitter: Het is al honderd jaar zo. Het gaat om een amendement. Dat is niet voor discussie
vatbaar. U zult iets anders moeten vinden. Kom.
01.20 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal dat
procedureel en reglementair laten natrekken, maar uiteraard nemen
wij uw laatste zinsnede als voorzitter als een uitdaging op.
De voorzitter: Hebt u een uitdaging nodig, mijnheer Leterme? Nee toch? Ik mag mij van tijd tot tijd toch
ook eens laten gaan, zeker bij het begin van zo'n lange week.
Algemene bespreking
Discussion générale
De voorzitter: Welke rapporteur neemt als eerste het woord?
Mevrouw Drion en mevrouw Coenen zijn aanwezig en mevrouw Drion is ingeschreven vóór mevrouw
Coenen.
Je suppose que Mmes Leen, Haegeman, De Block, Barzin, Gilkinet renvoient à leur rapport écrit.
Hetzelfde geldt wellicht voor de heren Peeters, Van Aperen en Versnick.
01.21 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wie zijn de
rapporteurs die verwijzen naar hun schriftelijk verslag?
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, ik heb die vraag gesteld, maar aangezien betrokkenen niet aanwezig
zijn kan ik niet weten wat zij wensen te doen.
01.22 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had graag
geweten wie verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
De voorzitter: Ik verwijs naar de afwezigheid.
Nadat de dames Drion en Coenen en de heer Gobert hun verslag zullen hebben uitgebracht zal ik, zodra
ik een van de andere rapporteurs zie, vragen wat zij wensen te doen.
01.23 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat wij
hier niet een hele week van 's morgens tot 's nachts hebben gezeten
om daarna vast te stellen dat het verslag niet interessant genoeg is.
01.24 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, u
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
zag mevrouw Leen over het hoofd. Zij is ook rapporteur en zij is
aanwezig.
De voorzitter: Inderdaad.
Ik merk, mijnheer Wauters, dat uw fractie vier rapporteurs telt.
01.25 Claudine Drion, rapporteur: Monsieur le président, chers
collègues, je vous ferai rapport des débats concernant la coopération
au développement et je me réjouis de la présence parmi nous du
secrétaire d'Etat. J'attire l'attention de mes collègues sur le fait que
les articles 437 et 438 figurant au rapport sont devenus les articles
458 et 459.
Ainsi, l'article 458 actuel évoque le taux de 0,7% du revenu national
brut. Cet article fut débattu en commission le 29 novembre dernier.
M. le secrétaire d'Etat nous a précisé que l'engagement de la
Belgique relatif à ce taux s'inscrivait dans le cadre d'engagements
pris par différents pays riches envers des pays en voie de
développement, engagements qui n'ont toutefois jamais été tenus. Il
nous a également signalé qu'un engagement ferme était intervenu en
Conseil des ministres, traduit dans cette loi. C'est ainsi que le
gouvernement remettra, chaque année, ce au plus tard jusqu'en
2010, une note précisant de quelle manière il entendait atteindre ces
0,7%.
M. Van Den Eynde, Mme Laenens et M. Goris ont pris la parole à ce
sujet. L'article fut adopté à l'unanimité.
L'article 459, quant à lui, porte sur la société belge d'investissements
pour les pays en voie de développement, BIO. Il a été adopté par 10
voix pour et une abstention.
01.25 Claudine Drion rapporteur:
De commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen heeft
de vroegere artikelen 437 en 438,
thans de artikelen 458 en 459,
met betrekking tot de
ontwikkelingssamenwerking,
besproken. Artikel 458 bepaalt dat
uiterlijk in 2010 0,7% van het
bruto nationaal inkomen naar
ontwikkelingssamenwerking moet
gaan, en dat de regering jaarlijks
verslag zal uitbrengen over de
mate waarin zij dat doel nadert.
Het artikel werd eenparig
aangenomen. Bij artikel 459 wordt
de wet tot oprichting van de
Belgische
Investeringsmaatschappij voor
Ontwikkelingslanden (BIO)
gewijzigd, met een aanpassing
van de statuten van BIO tot
gevolg. Het artikel werd
aangenomen met 10 stemmen en
1 onthouding.
01.26 Simonne Leen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, de
commissie voor de Landsverdediging heeft tijdens de vergadering
van 25 november 2002 de artikelen 439, 440 en 441 besproken in
verband met de toekenning van voordelen van buitenlandse
stagiairs.
De heer Pieter De Crem diende de amendementen nummers 1 en 2
in op artikel 439, die beide werden verworpen.
De artikelen 440 en 441 werden aangenomen met 9 stemmen tegen
een.
Artikel 439 werd aangenomen met negen stemmen tegen een.
01.26 Simonne Leen, rapporteur:
Le 26 novembre, les articles 439 à
441, relatifs à l'octroi de stagiaires
étrangers, ont été examinés en
commission et adoptés par neuf
voix contre une. Les
amendements de M. De Crem ont
été rejetés.
01.27 Marie-Thérèse Coenen, rapporteur: Monsieur le président, je
serai brève. La première partie de mon rapport concerne le secteur
postal et La Poste. Il vise une série d'articles portant sur les mesures
liées à la libéralisation du marché pour ledit secteur conformément
aux directives européennes, ainsi qu'à l'adaptation du nouveau statut
de La Poste, à l'ouverture par rapport à la TVA et à la suppression
d'une série de dispositions qui ne figurent plus dans le nouveau
contrat de gestion.
Sur le plan de la mobilité, il a été procédé à une nouvelle
01.27 Marie-Thérèse Coenen,
rapporteur: Een eerste gedeelte
van het verslag behandelt de
postsector, met name in het kader
van de Europese openstelling van
de markten. Wat de mobiliteit
betreft, werden de artikelen 492
en 493, die betrekking hebben op
de herfinanciering van de NMBS
en de overname van de schuld,
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
numérotation, comme chacun a pu le vérifier. Il s'agit des articles
492 et 493 portant essentiellement sur le refinancement de la SNCB
et sur la reprise de la dette. Ont également été examinés les articles
494 et 495. En fait, il s'agit ici d'un projet de loi portant sur les
rémunérations des administrateurs et la transparence de celles-ci. Il
a été intégré dans la loi-programme et sortira ses effets dès le vote
de celle-ci.
Enfin, l'article incriminé dans le cadre de l'amendement, mis à l'ordre
du jour de nos travaux en début de séance à la suite de l'intervention
de M. Leterme, concerne le programme d'isolation organisé par BIAC
aux environs de Zaventem.
vernummerd. Tevens werden de
artikelen 494 en 495, die handelen
over de bezoldigingen van de
bestuurders, besproken. Ten slotte
handelt het bewuste artikel
waarop het amendement
betrekking heeft over het
isolatieprogramma van BIAC ten
gunste van de omwonenden van
de luchthaven van Zaventem.
01.28 Gérard Gobert, rapporteur: Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, chers collègues, la commission des Finances a
examiné les articles de la loi-programme qui lui ont été soumis lors
des séances des 26 et 27 novembre 2002, ainsi que des 4 et 5
décembre 2002.
De manière générale, M. Leterme déplore la méthode de travail qui,
selon lui, vide la mission de contrôle du parlement de sa substance.
Pour M. Borginon, ce n'est pas un fait nouveau mais plutôt une
dérive du processus législatif initial.
Les dispositions de la loi-programme, examinées en commission des
Finances, portent sur 16 points, que je vais brièvement énumérer.
A Une harmonisation des statuts fiscal et social des conjoints
aidants.
B. Des dispositions fiscales relatives aux pensions complémentaires
des travailleurs indépendants.
C. Un encouragement fiscal à la recherche scientifique.
D. Des mesures fiscales visant à soutenir le secteur de la pêche en
mer.
E. Des mesures visant à donner une meilleure sécurité juridique au
nouveau service public fédéral des finances.
F. Une modification de la loi du 21 ventôse an 7 relative à la
conservation des hypothèques.
G. Une modification du Code des droits d'enregistrement et
d'hypothèque et de greffe ainsi que du Code des droits de
succession.
H. Des mesures d'encouragement à l'achat de PC privés.
I. Des mesures relatives aux centimes additionnels à l'impôt des non-
résidents.
J. Des mesures relatives au précompte professionnel imputable.
K. Des mesures relatives au délai d'investigation et de contrôle des
déclarations à l'impôt des sociétés.
01.28 Gérard Gobert, rapporteur:
De commissie voor de Financiën
heeft de artikelen van de
programmawet op 26 en 27
november en 4 en 5 december
besproken.
De heer Leterme betreurde de
gehanteerde werkmethode die de
controletaak van het Parlement
uitholt. Volgens de heer Borginon
moet vooral een historisch
misgroeid wetgevend proces
worden betreurd.
Er werden zestien punten
besproken: de harmonisering van
het fiscaal statuut van de
helpende echtgenoot, de fiscale
bepalingen betreffende het
aanvullend pensioen van de
zelfstandigen en betreffende het
wetenschappelijk onderzoek, de
maatregelen ten voordele van de
sector van de zeevisserij, de
maatregelen om de nieuwe
federale overheidsdienst financiën
meer rechtszekerheid te bieden,
een wijziging van de wet van 21
ventôse jaar VII betreffende de
bewaring van de hypotheken, een
wijziging van het Wetboek der
registratie-, hypotheek- en
griffierechten evenals van het
Wetboek der successierechten,
maatregelen om de aankoop van
PC's voor privé-gebruik te
stimuleren, maatregelen met
betrekking tot de opcentiemen op
de belasting van niet-inwoners,
betreffende de verrekenbare
bedrijfsvoorheffing, betreffende de
onderzoeks- en controletermijn
van de belastingaangiften bij de
vennootschappen, wijzigingen van
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
L. Des modifications de la loi du 26 mars 1999 relative au plan
d'action belge pour l'emploi.
M. Des mesures de régularisation des rémunérations et primes
imposables des membres du personnel de la police locale.
N. Des mesures relatives à l'adaptation de la composition du conseil
d'administration de l'Office du Ducroire.
O. Des mesures relatives au soutien à l'exportation dans le cadre de
Finexpo.
P. Des mesures relatives à la Loterie nationale.
L'ensemble des dispositions soumises à la commission, telles
qu'elles ont été amendées, ont été adoptées moyennant quelques
corrections techniques par neuf voix contre deux, à l'exception
toutefois de l'article 434 qui a été rejeté par six voix contre six. Je
vous remercie.
de wet van 26 maart 1999
betreffende het Belgisch actieplan
voor de werkgelegenheid,
regularisatiemaatregelen voor het
loon en de belastbare premies van
de personeelsleden van de lokale
politie, maatregelen om de
samenstelling van de raad van
bestuur van de Delcrederedienst
aan te passen en de export in het
kader van Finexpo te steunen en
ten slotte, maatregelen voor steun
aan de Nationale Loterij.
Na enkele technische correcties
werden alle geamendeerde
bepalingen, behalve artikel 434
dat met zes tegen zes stemmen
werd verworpen, met negen tegen
twee stemmen aangenomen.
01.29 Els Haegeman, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs
naar het schriftelijk verslag.
01.29 Els Haegeman rapporteur:
Je renvoie à mon rapport écrit.
De voorzitter: U verwijst naar uw verslag. Mevrouw De Block zie ik niet zitten en ik kijk nochtans goed.
Madame Barzin? Madame Gilkinet? Je vous en prie.
01.30 Michèle Gilkinet, rapporteur: Monsieur le président, je me
réfère au rapport écrit.
01.30
Michèle Gilkinet,
rapporteur: Ik verwijs naar mijn
schriftelijk verslag.
De voorzitter: Mijnheer Jan Peeters? Arnold Van Aperen? Geert Versnick? Ik moet u vertellen dat zij als
verslaggever nog op andere hoofdstukken het woord kunnen nemen. Dat weet u.
01.31 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u zegt dat zij
nog zullen interveniëren op andere hoofdstukken.
De voorzitter: Zij zijn nog verslaggever op andere hoofdstukken.
01.32 Greta D'hondt (CD&V): Ik wil alleen opmerken, mijnheer de
voorzitter, dat van de oorspronkelijke programmawet en niet
minder na de amendering of de ingediende amendementen van de
regering ruim de helft van al die artikelen in de commissie voor de
Sociale Zaken zijn besproken. Dat heeft toch wel wat inspanningen
gevraagd, van maandagmorgen tot vrijdagnacht. Ik vind dat het echt
niet kan dat die bespreking zonder verslag wordt afgedaan. Ik zal dus
verplicht zijn, mijnheer de voorzitter, om opnieuw zoals ik dat nog
eens heb gedaan met een programmawet, toen u zei dat het nooit
meer zou voorvallen zelf het verslag te lezen. Ik ben daartoe heel
graag bereid.
01.32 Greta D'hondt (CD&V):
Plus de la moitié des articles de la
loi-programme ont été examinés
en commission des Affaires
sociales, ce qui a exigé de
nombreux efforts. Aujourd'hui, le
rapport figure à l'ordre du jour. J'ai
annulé plusieurs réunions pour
être présente ici. Si les
rapporteurs ne présentent pas le
rapport aujourd'hui, je me verrai
contrainte d'en faire moi-même la
lecture et ce ne sera pas la
première fois.
De voorzitter: Mijnheer Wauters, u was verslaggever ad hoc van uw commissie. Er zijn natuurlijk een rij
verslaggevers.
01.33 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
was geen verslaggever.
De voorzitter: Wie was er verslaggever in uw commissie?
01.34 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Mevrouw De Block en
mevrouw Haegeman hebben die taak met elkaar gedeeld. Dat is in
alle duidelijkheid zo verlopen.
01.35 Els Haegeman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik had met
mevrouw De Block afgesproken om elk de helft te doen, maar wij
dachten dat het donderdag kon gebeuren. Dat is de reden waarom ik
het niet heb voorbereid en dat ik het verslag nu niet kan brengen.
01.35 Els Haegeman, rapporteur:
J'ai considéré que je ne
présenterais mon rapport que
jeudi si nous étions arrivés au
secteur des Affaires sociales. La
même observation s'applique à
Mme De Block.
De voorzitter: Dat kan ik begrijpen, want het is een beetje gepakt
stro, als ik het zo mag zeggen. Dan houd ik u in reserve met
mevrouw De Block. Het hoofdstuk is geprogrammeerd voor
donderdag en vrijdag. Ik kan dat begrijpen. Dat is normaal.
Le président: Dans ce cas, nous
réservons le rapport de Mme
Haegeman pour jeudi et vendredi,
lorsque la discussion du volet
consacré aux Affaires sociales
figurera à l'ordre du jour.
01.36 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik tracht het te
begrijpen, maar ik heb zoals iedereen daarom ben ik hier gelezen
dat deze namiddag alle verslagen worden gebracht. Zij staan
allemaal vermeld in de witte agenda. Daarom ben ik vandaag
gekomen en heb ik een aantal vergaderingen afgezegd. Ik wou hier
naar het verslag komen luisteren.
De voorzitter: Als u me dat had gevraagd, had ik u gezegd dat de bespreking van de materie van de
commissies voor Volksgezondheid en Sociale Zaken op donderdag en vrijdag is geprogrammeerd. U bent
te vlijtig.
01.37 Greta D'hondt (CD&V): Het staat erin. U bent te vlijtig met
ons op te roepen. Zo staat het hierin, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Mevrouw, in mijn voorbereiding heb ik telkenmale de hele rij van verslaggevers per sector
in mijn werkdocument genoteerd. Dat is normaal.
01.38 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb drie
opmerkingen.
Ten eerste, de suggestie die mevrouw Haegeman impliciet maakt om
telkens als het hoofdstuk aan de orde is, ook de verslagen over die
materie naar voren te laten brengen, is nog niet zo slecht. Dat is
eigenlijk geen slechte suggestie.
Ten tweede, ik wil toch iets opmerken. Het gaat om de
programmawet. Systematisch worden mensen van de meerderheid
aangeduid om verslaggever te zijn over dergelijke wetsontwerpen. Ik
weet niet waarom. Ik zie dat men er eigenlijk niets mee doet. In het
Reglement staat dat de rol van verslaggever evenredig wordt
verdeeld over alle fracties. Dat is misschien een aandachtspunt
waarop de commissievoorzitters moeten worden gewezen.
Ten slotte, op bladzijde 31 van het verslag van de heer Gobert, in de
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
eerste alinea, moet het begrip werknemer worden vervangen door
het woord werkgever.
De voorzitter: Wat de eerste vraag betreft hebt u gelijk, ik vind dat er moeite moet worden gedaan om
en ik probeer dit in de commissies waar ik actief ben verslaggevers van verschillende politieke kunne
aan te stellen.
On le fait, par exemple, pour les commissions d'enquête. Pour la commission Sabena, je crois que les
rapporteurs sont choisis dans la majorité et l'opposition. C'est une bonne habitude qu'il ne faut pas laisser
tomber, je vous donne raison sur le principe.
01.39 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik moet mijn
collega De Block verontschuldigen. Wij hebben een schema
gekregen van de werkzaamheden van de plenaire vergadering en
daarin staat: donderdag bespreking programmawet, sociale zaken en
volksgezondheid.
01.39 Jef Valkeniers (VLD): Le
calendrier prévoit que les secteurs
des Affaires sociales et de la
Santé publique de la loi-
programme seront traités jeudi. Je
dois excuser Mme De Block.
De voorzitter: Ik vind het ook maar normaal dat men de verslagen
geeft wanneer er een specifiek hoofdstuk komt. Men heeft verslag
gegeven van hetgeen vandaag kan voorkomen: een klein stukje
Financiën, herziening van de Grondwet en hervorming van de
Instellingen en Buitenlandse Betrekkingen.
Le président: Il est logique que le
rapport soit présenté si le point en
question figure à l'ordre du jour.
01.40 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wordt mijnheer
Versnick dan opgeroepen?
De voorzitter: Ik zal zien of de heer Versnick er is wanneer wij zover geraken. Wij beginnen nu met de
sprekers in de algemene bespreking.
Je vous prie d'excuser M. Langendries que M. Viseur remplacera au pied levé.
01.41 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, collega's, dit debat over de programmawet valt 3,5
jaar na het aantreden van eerste minister Guy Verhofstadt die in een
vorig leven de zelfverklaarde uitvinder was van de burgerdemocratie.
Dit debat valt ook 3,5 jaar na het afkondigen door een aantal
nieuwlichters sommigen met anciënniteit en andere zonder van
het tijdperk van de zogenaamde nieuwe politieke cultuur.
3,5 jaar na het aantreden van Guy Verhofstadt als de uitvinder van
de burgerdemocratie en 3,5 jaar nadat de heer Van der Maelen en
anderen zoals de heer Somers die van absenteïsme in het Parlement
geen last meer heeft we zien hem hier niet veel meer, ook vandaag
schittert hij door afwezigheid de nieuwe politieke cultuur hebben
afgekondigd staan we voor de bespreking van de programmawet die
er normaliter niet meer zou zijn. Op een bepaald moment heeft de
heer Vandenbroucke immers gezegd dat het moest gedaan zijn met
programmawetten.
Wat stellen we vast ten opzichte van hetgeen nu moet gebeuren?
Drie zaken. Ten eerste, iedereen de oppositie mag dat luidop
zeggen, de meerderheid met gedempte stem en ook het personeel
dat al veel gezien heeft is het erover eens dat het instrument van
de programmawet zo misbruikt werd om het wantrouwen tussen
regeringspartners en de onderlinge chantage tussen ministers en
partijen te verdoezelen. We staan niet ver van de situatie waarbij
01.41 Yves Leterme (CD&V): Ce
débat intervient 3,5 ans après
l'entrée en fonction du premier
ministre, l'inventeur de la
démocratie citoyenne. M. Van der
Maelen a assisté il y a 3,5 ans à
l'avènement d'une nouvelle
culture politique. Il ne devait plus
y avoir de loi-programme.
Or, on n'a jamais autant abusé de
la loi-programme pour dissimuler
le manque de confiance entre les
partenaires du gouvernement.
C'est un gros volume qui est
déposé deux fois par an. La
majorité l'approuve sans guère se
préoccuper du débat et profite
surtout de l'occasion pour se
mettre en avant dans les médias.
L'urgence non plus n'a jamais été
autant exploitée. L'année
dernière, elle a été requise pour
pas moins de 80 pour cent des
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
een- à tweemaal per jaar bij de begrotingsopmaak en bij de
begrotingscontrole een soort telefoonboek wordt ingediend zoals
deze programmawet met haar 487 artikelen waaraan een bespreking
en stemmingen worden gewijd. Bespreking is veel gezegd, ik kom
daar straks op terug. Alleen de oppositie spreekt. De leden van de
meerderheid wordt gevraagd zich 4 tot 5 uren ter beschikking te
houden om op de stemknop te drukken. Voor de rest moeten zij zich
niks aantrekken van parlementaire besprekingen. In het licht van de
nieuwe politieke mediacultuur moeten zij zich, mijnheer Van der
Maelen, voornamelijk bezighouden met zoveel mogelijk op te vallen
in de media en te zorgen dat ze daardoor als neofiet lijsttrekker
worden in bepaalde kieskringen.
De tweede vaststelling is dat nooit eerder in dit Parlement zoveel een
beroep op de urgentie gedaan werd als door deze regering. Nog nooit
werd zoveel misbruik gemaakt van het beroep op de urgentie om de
normale spelregels voor een zorgvuldige parlementaire bespreking
van wetteksten doelbewust uit te schakelen. In het weekend heb ik
het nagetrokken. Tijdens het laatste zittingsjaar vroeg men de
urgentie voor bijna 80% van de ontwerpen die werden ingediend. Dat
heeft niets te maken met de filevorming in het Parlement en de
hervormingsdrang zoals de eerste minister durft te beweren. Dat
heeft daar helemaal niets mee te maken. Het heeft alles te maken
met een regering die uiteindelijk een compromis vindt en wil
profiteren van een snelle behandeling om het compromis zo snel
mogelijk door de Kamer te jagen. Dat is geen goede manier om aan
wetgevend werk te doen.
De derde vaststelling is dat een meerderheid nog nooit zo passief
aan parlementaire werkzaamheden heeft deelgenomen als deze
meerderheid, als u collega's van de meerderheid de voorbije weken
bij de bespreking van een programmawet en nog nooit zo duidelijk
verzaakt heeft aan de fundamentele opdracht van elk kamerlid.
Het gaat om de fundamentele verantwoordelijkheid van elke
gekozene om minstens het debat te voeren, om minstens te
argumenteren. Ik heb ook nog twee jaar in de meerderheid gezeten.
In de meerderheid neemt men minstens deel aan het debat, probeert
men de confrontatie aan te gaan met de goede ideeën van de
oppositie en probeert men de argumenten van de oppositie te
counteren, te weerleggen. Welnu, nog nooit is de invulling van de
fundamentele minimumopdracht van elke gekozene zo nadrukkelijk
afwezig geweest.
Vergeef ons dan ook uiteraard de verbazing waarmee we de
jongste weken en maanden zien hoe verschillende collega's,
waarvan sommigen hier in de zaal aanwezig, met heel wat
ellebogenwerk en heel wat inspanningen aan het ijveren zijn om op
een goede plaats op de lijst te komen. Mijnheer de voorzitter van de
Kamer, ik bedoel de tweede plaats en niet de derde plaats. Als ik zie
hoe u en andere collega's passief blijven in de parlementaire
bespreking...
projets: le gouvernement veut
faire ainsi faire approuver le plus
rapidement possible un
compromis obtenu
laborieusement.
De surcroît, la majorité actuelle
fait preuve d'une passivité sans
précédent. Ses membres
manquent à leur mission
parlementaire qui est débattre des
décisions à prendre. Entre-temps,
ils jouent des coudes pour être
bien placé sur la liste électorale.
Au lieu de redevenir le centre
névralgique du pouvoir, la
Chambre traverse la plus grande
crise de son histoire. Les ministres
brillent par leur absence et le
débat sur Francorchamps a tourné
en bataille rangée entre les
membres de la majorité.
Aux termes de l'exposé des motifs
de la loi-programme, un tel travail
n'est réalisable que dans "une
atmosphère de confiance
réciproque forte au sein de la
coalition". La crainte pousse les
différents partenaires à lier des
projets et à présenter inopinément
des amendements qu'ils retirent
ensuite. L'atmosphère au sein de
la coalition est malsaine, la
méfiance règne et des menaces y
sont adressées.
De voorzitter: Misschien kunnen we op uw goede diensten nog een beroep doen. U hebt ook ervaring in
het plaatsen van lijsten, mijnheer Leterme.
01.42 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb
inderdaad zo'n vijftiental jaren ervaring met lijstvorming. Maar het
01.42 Yves Leterme (CD&V): Ce
gouvernement n'est plus en
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
punt waartoe ik wilde komen, des te meer met geloofwaardigheid
vanuit dát gegeven, is dat ik toch wel een enorm contrast vaststel
naar aanleiding van de strijd, het ellebogenwerk, in uw geval om
mevrouw Moerman in de gracht te duwen. Ik kan mij ook andere
situaties voor de geest halen, maar ik zal niet te pijnlijk worden voor
sommige collega's. Welnu, het contrast tussen, enerzijds, die drift om
een goede plaats op de lijst te krijgen en, anderzijds, het
onvoorstelbare mutisme, de passieve houding van die gekozenen
waarvan er ongeveer vijftien aanwezig zijn bij de bespreking van
die teksten. Het ging zelfs zo ver dat mevrouw D'hondt op een
bepaald moment aan een aantal Franstalige collega's moest
signaleren dat een aantal bladzijden van de programmawet
onleesbaar waren. Die mensen hadden dat zelfs niet opgemerkt, wat
toch bewijst dat er zeer weinig aandacht was voor de teksten.
Mijnheer de voorzitter, bij uw aantreden hebt u zich in heel wat
interviews en u hebt er nogal wat gegeven afgezet tegen wat u
noemde het Dehaene-tijdperk. Onder uw voorzitterschap zou de
Kamer ik citeer : "... het centrum van de democratie worden". Nu,
vandaag stellen wij vast, drie en een half jaar na uw aantreden als
kamervoorzitter, drie en een half jaar na de machtsgreep van uw
burgerpartij en drie en een half jaar na het aantreden van paars-
groen, dat de Kamer de diepste crisis ooit aan het beleven is, van de
ontelbare commissievergaderingen, waar wij als oppositie moesten
wachten tot een minister of de meerderheid in staat was of bereid
was om aanwezig te zijn of te blijven, tot de zes uren lang durende
scheldpartij over Francorchamps tussen leden van de meerderheid
afgelopen donderdag, die wij vanuit onze oppositiebanken
machteloos hebben beleefd en met stijgende verbijstering hebben
aanschouwd. Dat is de toestand waarin de Kamer zich vandaag
bevindt.
Collega's, in de memorie van toelichting bij deze programmawet
wordt beweerd dat ik citeer "een dergelijk werk maar mogelijk is
in een sfeer van sterk onderling vertrouwen binnen een coalitie".
Welnu, collega's, goede vrienden, wij zijn de voorbije weken
inderdaad in dit halfrond en in de commissievergaderingen getuige
geweest van die ik citeer "sfeer van sterk onderling vertrouwen."
Wij hebben gezien hoe de paars-groene partners mekaar bespieden,
hoe zij voortdurend proberen één of meer van hun partners het
voetje te lichten door onaangekondigd een amendement in te dienen
of aan te kondigen dat zij het niet eens zijn met bepalingen in het
ontwerp, hoe zij de goedkeuring van het ene ontwerp aan de
goedkeuring van het andere koppelen, omdat zij vrezen dat zij,
wanneer zij een voor de andere partner belangrijk ontwerp
goedkeuren, die partner hen wel eens in de kou zou kunnen laten
staan met een ontwerp dat hen dan na aan het hart ligt.
In elk geval, iedere objectieve waarnemer van wat zich hier in de
Kamer afspeelt, collega Wauters, zal vastgesteld hebben wat die
sfeer van onderling vertrouwen betekent. Herinner u het geroep van
afgelopen donderdag, in de nacht van donderdag op vrijdag, het
gezwaai van uw collega Vanoost. Ik heb hem nog op de televisie
gezien, vrijdag. Dat zijn toch niet echt symptomen van die sfeer van
sterk onderling vertrouwen. Als u het mij vraagt, heeft de burger voor
de collega's van de VLD, heeft de kameraad voor de collega's van de
SP.A, heeft de mens, wat ons betreft, hebben onze landgenoten al
lang de rekening gemaakt en stellen zij vast dat de sfeer in deze
mesure de mener la politique
résolue dont notre économie a
besoin. Celle-ci se porte mal mais
le premier ministre vient
seulement d'en prendre
conscience, sans toutefois
mesurer l'étendue du problème.
Lorsque nous mettons le doigt sur
ses échecs, il nous taxe de
négativisme. Mais on ne peut
continuer à nier la réalité.
Le premier ministre indique
encore et encore que le budget de
notre pays, à l'inverse de celui des
autres Etats, est en équilibre. Un
coup d'oeil sur la page 5 de
l'exposé général du budget
général des dépenses nous
apprend que l'Etat enregistre un
déficit de 28 milliards de francs.
Toute comparaison avec nos
voisins serait inopportune, car ils
ne sont pas confrontés à une dette
publique de l'ampleur de la dette
belge et peuvent se permettre un
déficit temporaire. L'économie
allemande est dans une impasse
car le gouvernement,
profondément divisé et qui ne
compte aucun démocrate chrétien
dans ses rangs, ne prend pas les
mesures appropriées.
Aux Pays-Bas, les chrétiens-
démocrates réparent les dégâts
causés par huit années de pouvoir
aux mains de la "coalition
violette".
Nos résultats économiques sont
mauvais, également par
comparaison avec les pays
limitrophes. Au cours des onze
premiers mois de 2002, on a
dénombré 6.605 faillites, le chiffre
le plus élevé en six ans. Ces
faillites ont entraîné 19.200
licenciements.
Le chômage évolue
défavorablement. En trois années
sous la coalition arc-en-ciel, le
nombre de chômeurs a augmenté
de 17.000 unités. Le chômage a
augmenté de 18,7% en Flandre,
de 5,4% en Wallonie et de 4,1% à
Bruxelles. Au cours de la période
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
meerderheid compleet verziekt is, dat het een sfeer is van wederzijds
wantrouwen en afdreiging. In elk geval is het, na wat wij hier de
jongste weken hebben meegemaakt, niet verwonderlijk dat deze
regering niet meer in staat is tot een krachtdadig beleid.
Nochtans en dit is de hoofdmoot van mijn betoog is een
krachtdadig beleid vandaag een absolute noodzaak, gezien de
economische toestand.
Dat het economisch niet goed gaat, zeggen wij en velen met ons al
lang. Alleen Guy Verhofstadt is pas vrij recent tot die vaststelling
gekomen. Zelfs nu, nu de knipperlichten op rood staan, blijkt de
eerste minister zich nog steeds niet bewust van het feit dat de
toestand ernstig is. Net zoals Vlaams minister-president Dewael
vorige week vlak voordat de sluiting van Philips Hasselt werd
aangekondigd wil de eerste minister de mensen doen geloven dat
de economie slechts in een dipje zit en dat onze economie en onze
regering het beter doen dan in de buurlanden. Dat wij zijn falen
blootleggen en zeggen dat hij puinhopen aan het opbouwen is,
presenteert de eerste minister als negativisme. Hij en zijn beleid
staan dan voor het positivisme dat ons land nodig heeft. Voor iemand
die drie tot vier jaar geleden "de Belgische ziekte" nog naar voren
schoof als een politiek gegeven van eerste orde, kan dit wel tellen
inzake mentale wendbaarheid.
Zelfs de intussen gekende Verhofstadt-methode, die zelfs
strafrechtelijke gevolgen blijkt te hebben, kan de realiteit niet langer
loochenen. De eerste minister, collega's, verwijst de laatste weken
steevast naar onze begroting, die zogezegd in evenwicht is, en naar
de begrotingstekorten die in het buitenland zouden bestaan. Wat de
begroting waarover wij volgende week een debat zullen houden en
waarvoor deze regering verantwoordelijk is betreft, is het voldoende
om bladzijde 5 van de algemene toelichting bij de algemene
uitgavenbegroting voor ogen te nemen om vast te stellen dat er in
het netto saldo van de begroting een deficit is van 28 miljard
Belgische frank en een netto te financieren saldo van 2,6 miljard
euro. Mijnheer de staatssecretaris, het is misschien een document
waarmee u niet zo goed vertrouwd bent.
De eerste minister vergeet niet alleen dat zijn eigen
begrotingsdocumenten op een deficit wijzen, hij vergeet er ook bij te
zeggen dat onze buurlanden zich tijdelijk een begrotingstekort
kunnen veroorloven, omdat hun overheidsschuld veel kleiner is dan
de onze. De vergelijking van de begrotingssituatie van ons land met
die van andere Europese landen behoudens Griekenland en Italië
gaat dus niet op.
Wanneer de eerste minister spreekt over de buurlanden, vergeet hij
er ook bij te zeggen dat Duitsland effectief in een crisis zit omwille
van een diepverdeelde regering zonder christen-democraten. Deze
diepverdeelde regering heeft nagelaten de nodige economische en
sociale hervormingen door te voeren, waardoor de Duitse economie
niet langer de motor van de Europese economie is. Wanneer de
eerste minister vergelijkingen maakt met de economische prestaties
van onze buurlanden vergeet hij er bij te zeggen dat in Nederland
precies door de christen-democraten het puin moet worden geruimd
van acht jaar paars beleid, vergelijkbaar met wat in dit land aan de
hand is.
1999-2002, notre économie a
enregistré une croissance de 5,2%
mais le nombre d'emplois n'a
augmenté que de 3,3%. Comparé
à celui d'autres pays européens,
ce résultat est mauvais.
L'avenir n'inspire guère confiance
aux Belges. En novembre, le
baromètre de la confiance des
consommateurs a baissé jusqu'à
moins quatre. En ce qui concerne
en particulier le chômage et les
possibilités réduites d'épargne, le
climat qui règne parmi la
population n'est pas au beau fixe,
c'est le moins qu'on puisse dire.
La croissance du chômage n'est
pas seulement due à la
détérioration de la conjoncture
internationale, elle est aussi
imputable à la faible compétitivité
des entreprises belges qui résulte
dans une large mesure du niveau
très élevé du coût du travail dans
notre pays. Le gouvernement n'a
pas mis en oeuvre la seconde
phase annoncée de l'abaissement
des charges sur le travail et il n'a
pas davantage mené à son terme
la réforme de la simplification
administrative.
Dans le classement des pays
capables d'affronter la
concurrence mondiale, la
Belgique a fait une chute
vertigineuse, passant subitement
de la dix-neuvième à la vingt-
cinquième place. Notre croissance
économique est inférieure à la
moyenne européenne et, en 2002,
elle descendra sous 1%. En 2003,
elle restera sous la barre des 2%.
Or, le Premier ministre nous
indiquait tout récemment encore
qu'il tablait sur une croissance de
3% en 2003, adressant ainsi à nos
concitoyens un signal erroné. On
ne mène pas impunément une
non-politique.
La Commission européenne
estime insuffisant l'équilibre
budgétaire et une réduction de 1
pour cent de la dette publique. Il
faut commencer par alléger la
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Collega's, onze economie doet het vandaag niet goed en doet het op
verscheidene punten minder goed dan die van onze buurlanden. Dit
heeft niets te maken met negativisme, maar alles met een aantal
objectieve vaststellingen. Zo dreigt het jaar 2002 werkelijk een
rampjaar op het vlak van de faillissementen te worden. In de eerste
elf maanden van dit jaar gingen 6605 bedrijven over de kop, het
hoogste aantal in zes jaar. November was goed van 648
faillissementen. Dat is 5,5% meer dan in november 2001. Het is
geleden van in 1995 dat er in november nog zoveel faillissementen
werden uitgesproken. Dit jaar verloren alleen al daardoor 19.200
werknemers hun job.
Tijdens de eerste elf maanden van vorig jaar waren dat er 24.000.
Dat was echter onder meer het gevolg van het faillissement van
Sabena in november van vorig jaar dat 7.845 mensen werkloos
maakte.
Een eerste belangrijke vaststelling in die vergelijking met andere
landen is dus dat ons land koploper is inzake faillissementen. Nog
nooit zijn er zoveel faillissementen uitgesproken. Tijdens de eerste
elf maanden van dit jaar zijn er 6.605 bedrijven over de kop gegaan.
Een tweede vaststelling is de negatieve evolutie op de arbeidsmarkt.
De werkloosheid is nu 17.000 eenheden groter dan drie jaar geleden.
Drie jaar geleden koos u voor deze meerderheid, collega's. Ik kijk
hierbij in het bijzonder naar de collega's van de SP.A. Als u de
situatie van toen vergelijkt met de situatie nu, na iets meer dan drie
jaar paars-groen beleid, dan zijn er nu 17.000 werklozen meer. De
werkloosheid is dus op drie jaar tijd 17.000 eenheden groter dan de
werkloosheid van drie jaar geleden. Vorige maand nog steeg de
werkloosheid met 33.558 personen op jaarbasis. Dat is 9,7%. In
Vlaanderen gaat het om een stijging van 18,7%. In Wallonië
bedraagt de toename 5,4%. In Brussel is die 4,1%. De
werkloosheidsgroei is dus in Vlaanderen sterker dan het nationale
gemiddelde. Ze is zelfs tot drie keer sterker dan deze in Wallonië en
in Brussel. De werkloosheidsgraad in België bedroeg eind november
2002 11,6%. Dat is een toename met 0,8 procentpunt. De
jeugdwerkloosheid heel in het bijzonder stijgt sneller dan de
algemene werkloosheid. Het aantal oudere werklozen steeg op
jaarbasis met 3,2% tot 167.000 personen.
Als men het dan toch heeft over internationale vergelijkingen: de
eerste jaren van de legislatuur 1999-2002 ging het ons land
economisch voor de wind. Tijdens deze eerste jaren hadden wij een
cumulatieve groei van 5,2%. Wij kenden echter inzake
arbeidsplaatsen maar een groei met 3,3%. De arbeidsintensiteit van
onze economische groei bleef dus achter. In vergelijking met andere
Europese landen is dit een slechte prestatie. Als de premier
vergelijkingen maakt, moet hij alle cijfers vergelijken.
Een derde vaststelling is dat de Belgen zelf blijkbaar nog maar
bijzonder weinig vertrouwen hebben in de toestand, in deze regering
en vooral in de algemene economische toestand. Meer nog dan
peilingen zegt de indicator van het Belgische
consumentenvertrouwen veel over het vertrouwen in dit beleid. De
indicator van het Belgische consumentenvertrouwen daalde in
november 2002 met 1 punt tot 4. Dat is het laagste peil van dit jaar,
dette avant de dépenser. Durant
quelques mois, les deux
semblaient compatibles mais il
s'agissait d'un leurre.
Les investissements des
entreprises sont en baisse
continue. La Belgique n'a jamais
obtenu d'aussi mauvais résultats
en la matière. Entre 1990 et 1994,
le volume d'investissements en
provenance des Etats-Unis a
baissé de 80 pour cent et même le
Luxembourg attire aujourd'hui plus
d'investisseurs américains que
notre pays.
Le gouvernement n'a pas été à la
hauteur non plus en ce qui
concerne la répartition des
richesses. Certes, la situation s'est
légèrement améliorée pour les
revenus les plus faibles et les plus
élevés mais l'important groupe
des citoyens vivant d'une
allocation moyenne n'a pas vu ses
revenus adaptés à l'évolution du
coût de la vie. La loi-programme
n'induit pas de changement
fondamental à cet égard. Ses
auteurs auraient dû prévoir des
mesures pour encadrer le budget
et renforcer ainsi l'économie mais
nous ne trouvons aucune mesure
allant dans ce sens dans cette loi-
programme.
La coalition actuelle a fait son
temps. Maintes idées sont lancées
mais toute mesure réfléchie,
créatrice de prospérité, fait défaut.
La loi-programme est à l'image du
gouvernement actuel:
incohérente, contradictoire et
conflictuelle. Nous continuerons à
nous opposer à cette majorité tout
en proposant des solutions de
rechange.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
zoals blijkt uit de gegevens van de Nationale Bank van België. De
gezinnen werden vooral pessimistischer over de vooruitzichten van
de werkloosheid en over de spaarmogelijkheden die ze zouden
hebben.
Een volgende vaststelling, collega's, is dat de stijging van de
werkloosheid niet alleen te maken heeft met de internationaal-
economische conjunctuur. Ik geef toe dat een land niet de grootste
impact op deze conjunctuur heeft. De stijging van de werkloosheid
heeft echter niet alleen te maken met de internationale conjunctuur.
Ze heeft ook te maken met de verslechtering van de
concurrentiepositie van de Belgische bedrijven in vergelijking met de
concurrentiepositie van de bedrijven in onze buurlanden. Dat heeft
alles te zien met de problematiek van de arbeidskosten. Dat heeft
alles te zien met het feit dat er geen tweede fase in de verlaging van
de sociale lasten is gekomen. Het heeft ten derde alles te maken met
het feit dat het verlagen van de administratieve lasten en de
administratieve vereenvoudiging maar niet van de grond komt. Meer
nog, 53% van de zelfstandigen vindt dat de administratieve lasten na
drie jaar Verhofstadt nog gestegen zijn.
Gegeven dit, mag het niet verwonderen dat de concurrentiepositie
van onze economie in het algemeen gedaald is. Wanneer we die
concurrentiepositie dan internationaal gaan vergelijken, zegt de
eerste minister dat we het beter doen dan andere landen. Het is dan
belangrijk om die internationale vergelijking te maken, mijnheer de
staatssecretaris. We zien dan dat ons land tijdens het laatste jaar
volgens de klassieke Davos-rangschikking de rangschikking van
het World Economic Forum inzake de concurrentiepositie op de
"hitparade" gedaald is van de negentiende plaats naar de
vijfentwintigste plaats. Dit is het tweede jaar op rij dat er een daling
is. Over twee jaar gezien is ons land nu met negen plaatsen gedaald.
Het mag gegeven al deze factoren dan ook niet verbazen dat de
groei van de economie in ons land dit jaar en volgend jaar beneden
het gemiddelde van de eurozone zal blijven. In 2001 bedroeg de
reële groei van het bruto binnenland product 1%. In 2002 zal de groei
van het BBP een stuk lager dan 1% uitvallen. Zeer eenvoudige
berekeningen tonen aan dat ook voor 2003 het lager dan 2% zal
uitvallen. Het Planbureau heeft trouwens zijn groeiramingen reeds
naar beneden aangepast.
Collega's, ik denk dat het belangrijk is om zich te herinneren hoe de
eerste minister van dit land deze zomer nog verklaarde dat er voor
2003 wel 3% economische groei zou zijn. Hij deed dit zelfs op zo'n
manier dat hij zowel naar de begrotingsopmaak als naar de
onderhandelingen voor een nieuw interprofessioneel akkoord de
verkeerde signalen uitzond.
Collega's, deze gegevens wijzen erop dat we op het vlak van de
slagkracht van onze economie heel fout bezig zijn. Het non-beleid
van paars-groen op dat vlak en het gebrek aan moed en aan cohesie
om krachtdadige maatregelen te nemen eist zijn tol. Wat het
begrotingsbeleid betreft, heeft de Europese Commissie trouwens
recent laten verstaan dat een begroting in evenwicht en een
vermindering van de schuld met amper 1% per jaar echt niet zou
volstaan. Landen met een overheidsschuld van 100% of meer van
het bruto binnenlands product moeten eerst hun schuld afbouwen
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
vooraleer ze consumeren. Paars-groen dacht dat deze twee konden
samengaan, meer consumeren en de schuld afbouwen. Dit scheen
enkele maanden te lukken, toen de economie werkelijk op volle
toeren draaide. Dit was echter alleen maar oogverblinding en wij
hebben daarvoor gewaarschuwd.
Collega's, ook de bedrijfsinvesteringen blijven aanzienlijk dalen. Ook
vanuit deze hoek zal de impuls niet komen. Dit is trouwens niet
verwonderlijk als we zien hoe de omliggende economieën evolueren
en hoe onze exportgerichte economie hier uiteraard alle gevolgen
van draagt. Weet u dat wat de buitenlandse investeringen betreft
België op dit moment ongeveer de slechtste plaats inneemt die het
ooit heeft ingenomen inzake het aantrekken van bijvoorbeeld nieuwe
Amerikaanse investeringen? Ons land weet nu minder dan 1% van
de Amerikaanse investeringen in het buitenland aan te trekken. Dit is
een halvering van ons aandeel in de periode van 1995 tot 1998. Dit
is een daling met 4/5, met 80%, tegenover de periode van 1990 tot
1994. Zelfs Luxemburg heeft ons ondertussen in absolute en in
relatieve cijfers voorbijgestoken. Het aandeel van de directe
investeringen vanuit de Verenigde Staten in het totaal van de
buitenlandse investeringen in ons land bedraagt slechts 12,7%. Dit
staat tegenover een gemiddelde van bijna 25% voor de andere
Europese landen. Met betrekking tot dit belangrijke land inzake het
verrichten van buitenlandse investeringen is onze positie in
vergelijking met onze buurlanden bijzonder sterk aan het dalen.
Inzake het aantrekken van investeringen uit de Verenigde Staten is
onze positie bijzonder sterk aan het dalen.
Dit was het wat de economische structuur en de economische kracht
betreft. Over het volgende zal ik hier maar een paar zinnen zeggen
omdat collega D'hondt bij de bespreking van de sociale luiken van de
programmawet er uitgebreider zal op ingaan. Laten we eens kijken
naar de herverdeling van de welvaart, naar het zorgen dat iedereen
meekan, dat degenen die moeten leven van een uitkering, een
pensioen, een ziekte-uitkering of een werkloosheidsuitkering
meekunnen. Als we naar dit beleid gaan kijken, stellen we vast dat er
wellicht op de minima het één en ander gebeurd is en dat door de
fiscale hervorming de maxima weliswaar wat profiteren, maar dat de
grote massa, de grote middenmoot, de grote middenbeuk van de
mensen die leven van een pensioen, een ziekte-uitkering of op een
andere wijze van de sociale zekerheid, er structureel op achteruit
gegaan zijn. Zij hebben welvaartsachterstand opgebouwd in plaats
van welvaartsachterstand te hebben ingelopen. Het is niet een
programmawet die gaat over het onder de huurwet plaatsen van het
verblijf in een stacaravan, het is niet een bepaling in de
programmawet over hoe verdienstelijk ook het sociaal statuut
van de kunstenaar, het zijn niet de wettelijke bepalingen hoe goed
ook met betrekking tot het kenniscentrum inzake gezondheidszorg
die een aantal zaken ten goede zullen keren.
Deze programmawet had een programmawet moeten zijn die in
bepalingen voorzag ter begeleiding van de begroting en die onze
economie opnieuw zou versterken. Niets daarvan echter, omdat de
cohesie in de coalitie ontbreekt.
Van ons voorstel met betrekking tot de contractualisering van de
werkloosheidsuitkering, de activering van de werklozen, niet alleen in
slogans want de actieve welvaartstaat is niet gerealiseerd , maar
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
in de praktijk en op basis van een klantgerichte, individueel en op
maat gesneden begeleidingspakket voor de werkzoekende met de
verplichting voor de werkzoekenden om op iedere aanvaardbare
werkaanbieding in te gaan, is niets terug te vinden.
De mobiliteitsproblemen worden niet aangepakt. Er is alleen de verre
verwijzing naar een overname van de schuld, ten vroegste begin
2005 en dan nog onder een aantal voorwaarden. De achterstand die
ons land de jongste drie à vier jaar heeft opgelopen inzake
investeringen in onderzoek en ontwikkelingen zal door de luttele
kleine fiscale bepalingen die in de programmawet terzake zijn
opgenomen, niet worden opgelost. Het zal zeker niet zijn door het
goedkeuren van wetsontwerpen rond de desactivering van de
kerncentrales zonder dat er een alternatief voorhanden is voor de
58% elektriciteit geproduceerd door de kerncentrales, zonder dat er
een alternatief voorhanden is voor de elektriciteitswinning zoals we
vorige week hebben meegemaakt , het zal zeker niet door dat soort
maatregelen zijn, dat het vertrouwen in onze economie en de
slagkracht van onze economie zullen worden hersteld.
De programmawet behelst veel bepalingen. Er waren er 487 en de
programmawet is nog wat aangegroeid. Datgene wat nodig was voor
ons land, staat er echter niet in. In die zin is de programmawet
misschien nog politiek belangrijker door wat er niet in staat dan door
het vele dat erin staat. Om een programmawet te hebben die echt
maatregelen omvat die niet alleen de begroting uitvoeren maar die
daarnaast impulsen geeft voor meer welvaartscreatie en een
versterking van het economisch draagvlak, is er een coalitie nodig.
Maar we weten reeds lang dat deze coalitie, uw regering, mijnheer de
staatssecretaris, compleet uitgeregeerd is. Deze programmawet is
naar het beeld gemaakt van wat uw coalitie oproept wanneer zij
ruziënd bijna door de Kamer rolt, en van de tegenspraken binnen uw
regering. De programmawet is een non-event en een gemiste kans
voor een toekomstgericht beleid.
Vandaar dat wij de komende uren met veel overtuiging deze
programmawet zullen blijven bekampen en alternatieven zullen
blijven aanbieden via amendement en ook via wetsvoorstellen die wij
reeds lang geleden hebben ingediend en die nooit de bespreking
hebben mogen halen. Wij zullen aantonen dat er een ander beleid
mogelijk is. Dat kan echter uiteraard niet met deze coalitie.
01.43 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur
le secrétaire d'Etat, chers collègues, nous sommes effectivement
dans le cadre de la discussion générale d'une loi-programme. La loi-
programme a sa raison d'être, elle a son économie propre, qui est de
traduire en textes légaux les prévisions budgétaires et donc d'être le
pendant du budget au niveau des textes. Les lois-programmes sont,
par nature, disparates puisqu'elles doivent couvrir une série d'aspects
divers. Mais ici, on peut bien dire qu'on est très loin de la loi-
programme au sens classique du terme. Bien sûr, dans notre
vocabulaire, nous avons les lois "mammouth", nous avons les lois
"fourre-tout" et puis nous avons les lois "n'importe quoi", et ceci est
vraiment un des exemples de lois "n'importe quoi, n'importe
comment".
Je pense qu'il faudra un jour qu'on fasse l'analyse de cette législature
sous le regard de l'abaissement du parlement car il arrive un moment
01.43
Jean-Jacques Viseur
(cdH): De bestaansreden van een
programmawet is het omzetten
van budgettaire vooruitzichten in
wetteksten. De programmawetten
zijn dus zeer uiteenlopend en
behandelen diverse aspecten.
Deze programmawet is echter
verre van een programmawet
stricto sensu. Deze wet is een
allegaartje. Door het Parlement
aanhoudend te kleineren is het
evenwicht zoek.
Terwijl in deze zittingsperiode
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
où, à force d'abaisser les choses, il n'y a plus du tout d'équilibre.
Alors qu'une législature devrait voir aboutir un certain nombre de
dossiers, représentant de véritables avancées sur le plan sociétal, le
gouvernement actuel handicape finalement cette logique de
construction de la loi par sa volonté de tout rassembler en un texte.
Ce faisant, il élude des débats précis, clairs et lisibles pour la
population.
Ainsi, on peut regretter que cette loi-programme soit le reflet
d'accords un peu bizarres au sein du gouvernement, qui débouchent
sur un texte qui n'a vraiment ni queue ni tête.
C'est d'autant plus malheureux que cette loi contient de bonnes
choses, qui eussent mérité que, jeudi, l'ensemble du Parlement
affirme clairement, au-delà de circonstances actuelles, au-delà d'un
simple budget, sa volonté de modifier positivement notre
ordonnancement.
Prenons deux exemples. Le premier concerne directement le
secrétaire d'Etat. Il est évident que l'article 458 de ce projet est
important. Nous affirmons, en effet, clairement que le gouvernement
doit réunir les moyens et doit expliquer la façon dont il les réunit pour
atteindre, au plus tard en 2010, une affectation de 0,7% du PIB en
matière de coopération et développement. Il est essentiel qu'un pays
tel que le nôtre affirme, face à l'Europe, à quel point nous nous
engageons dans ce programme. Il faudrait donc en féliciter le
gouvernement. Je ne peux cependant pas le faire car tout cela se
trouve dans une loi mal faite contre laquelle je devrai voter. Si ce
texte avait été isolé et adopté -il n'y avait d'ailleurs aucune raison de
ne pas le faire- à une très large majorité, sinon une unanimité, cela
aurait constitué plus qu'un signe. Il serait alors agi d'une espèce
d'engagement politique de nos partis démocratiques affirmant qu'en
matière de coopération et développement, nous ne pouvions pas
aller à reculons mais, au contraire, que nous devions nous affirmer
par rapport à l'Europe. Pourquoi, par conséquent, l'avoir mis dans la
loi-programme? Pourquoi l'avoir noyé dans la loi?
Le second exemple concerne la tutelle des mineurs. Malgré quelques
réserves sur le texte-même et les délégations qu'il contient, voilà
enfin un progrès indispensable. Mais que n'a-t-on isolé ce texte? Il y
a, dans la démarche du Parlement, une symbolique qui ne se réduit
pas à des votes pour ou contre, à des votes majorité contre
opposition. Au sein du cdH, nous sommes très à l'aise car, durant
cette législature, nous avons, à plusieurs reprises, transcendé cette
division pour apporter nos voix à la majorité. Dans ce cas-ci, le texte
exige un apport détaillé.
Je pourrais citer d'autres exemples car, effectivement, tout n'est pas
mauvais, mais tout est dans un fourre-tout.
J'appelle les partis de la majorité à réfléchir sur la méthode. Vous
avez accepté l'abaissement du Parlement car on ne traite pas de 505
articles de cette façon-là. Vous avez accepté qu'un certain nombre
de bonnes choses, dans lesquelles le Parlement aurait pu manifester
sa cohésion ou l'unanimité des partis démocratiques, ne soient pas
mises en évidence. Selon moi, il s'agit d'une erreur. Nous entrons
dans une période qui connaît un paradoxe: nos sociétés développées
ont de moins en moins confiance dans cet instrument central de la
echte maatschappelijke
doorbraken mogelijk waren, zijn
we nu gehandicapt omdat men
alles in één verwarde tekst heeft
willen onderbrengen, waarvan
geen degelijke bespreking
mogelijk is. Het is jammer want
deze wet bevat goede elementen.
Artikel 458, waarbij de regering
verplicht wordt de nodige
middelen bijeen te brengen om
uiterlijk vanaf 2010 0,7% van het
bruto nationaal product aan
ontwikkelingssamenwerking te
besteden, en de regeling
betreffende de voogdij over niet-
begeleide minderjarigen gaan een
beetje verloren in de enorme
massa tekst. Waarom heeft men
dat gedaan? Het zijn twee
maatregelen die ik op zich positief
vind, maar die in een
vergaarbakwet gestopt worden die
ik niet kan goedkeuren.
De symboliek van het Parlement
beperkt zich niet tot voor- of
tegenstemmen, noch tot een
stemming van meerderheid tegen
oppositie.
De meerderheid moet hier maar
eens goed over nadenken: ooit
komt de dag waarop men zal
zeggen dat het Parlement alleen
nog maar dient om de regering
het vertrouwen te schenken in het
begin van de zittingsperiode,
waarna het met vakantie mag.
De uitbreiding van de
kiesomschrijvingen geeft blijk van
hetzelfde gevoel van wantrouwen
ten aanzien van de democratische
instellingen. Straks staan er nog
alleen voetbalspelers en
schoonheidskoninginnen op de
kieslijsten.
Volmachten zouden doeltreffender
zijn geweest: ze worden door de
Raad van State gecontroleerd, ze
worden in de tijd beperkt, ze
worden tot welomschreven
materies begrensd en ze moeten
a posteriori worden bekrachtigd.
Wat was er zo hoogdringend dat
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
démocratie qu'est le Parlement. Et un jour, à force d'agir comme
vous le faites, les citoyens penseront que le Parlement ne sert plus
qu'à accorder la confiance au gouvernement en début de législature
et qu'il peut, ensuite, être mis en vacances jusqu'à la législature
suivante. Ce n'est pas de cette façon que nous pourrons renforcer la
démocratie. Je suis soucieux de voir à quel point une série de
législations, récemment adoptées, ont des effets pervers à cet égard.
Je mesure maintenant, à la dimension de ma province, ce que
représente l'élargissement des circonscriptions à la dimension
provinciale. Cela constitue un réel recul du contact démocratique
entre le citoyen et son parlementaire. Dans la mesure où seules ces
personnes glaneront des voix, nous n'aurons bientôt plus, sur nos
listes électorales, que des joueurs de football, des miss et d'autres
personnes qui apparaîtront comme des symboles de la société dite
civile.
On se demandera ensuite quoi faire de toutes ces personnes le jour
où elles seront élues, étant donné la présence que nécessite le
travail parlementaire rigoureux qui ne se fait pas sur la place
publique et pas toujours sous les spots. Cela participe de la même
logique que cette loi-programme. C'est une logique qui marque le
manque de confiance dans les institutions parlementaires et je pense
que ce n'est pas bon.
Personnellement, à l'égard de certains groupes qui ont été tellement
critiques envers le recours aux pouvoirs spéciaux, je trouve que les
pouvoirs spéciaux sont plus efficaces. Ils déterminent clairement un
champ d'application. Ils sont limités dans le temps. Ils demandent
d'abord un vote et ensuite une ratification par le parlement. Ils
donnent aux organes comme le Conseil d'État tout le poids qu'ils
peuvent avoir quant à l'examen de la compatibilité entre les arrêtés
d'exécution et la loi d'habilitation. Et, au moins, on ne dit pas
n'importe quoi dans n'importe quel domaine. Tant qu'à faire,
l'utilisation des pouvoirs spéciaux trouve une logique et l'on peut au
moins trouver une justification dans ce qu'il faut appliquer. Par
exemple, la dernière fois, il s'agissait de réaliser notre entrée dans
l'euro et de remplir les critères requis pour cette entrée dans l'euro.
Ici, je me demande toujours quelle urgence a présidé à ce que l'on
joue de cette façon-là. Plus les membres du gouvernement
continuent à dire qu'ils iront bien jusqu'au 15 juin, plus les pratiques
traduites dans cette loi-programme donnent un démenti à cette
logique. Mais on n'a jamais pris de pouvoirs spéciaux avec pour
seule justification la nécessité de mieux préparer le terrain électoral.
Je trouve donc que c'est un recul pour la démocratie et que cela
n'est bon ni pour la majorité ni pour l'opposition.
Je voudrais en venir, dans une discussion générale, à ce qui est la
loi-programme normale, c'est à dire la traduction légale de ce qui se
trouve dans le budget. Sur ce plan-là, il faut rappeler à quel point, au
niveau du contexte budgétaire, nous nous enfonçons de plus en plus
dans le brouillard. Une comparaison des divers états des prévisions
budgétaires montre que la plupart reposent sur un moment où l'on
touche le fond et on devrait y être, on devrait y avoir été en octobre
, c'est le moment où l'on touche le fond de la récession après quoi
l'on va remonter. Comme le disait un humoriste, lorsqu'on touche le
fond dans ces matières-là, on sent que le sol se dérobe sous nos
er op deze manier moest worden
gehandeld? De bijzondere
machten werden tenminste nooit
gebruikt om de verkiezingen voor
te bereiden.
De meeste
begrotingsvooruitzichten dateren
van een moment waarop we
geacht werden de bodem te
hebben bereikt. Maar sindsdien
zinken we verder weg. De
begroting en de programmawet
passen in het kader van een
kortzichtige logica en van een
verontrustende internationale
toestand die verband houdt met
de oorlogsvoorbereidingen van de
Verenigde Staten en die op de
internationale economische
toestand alsook op de
toekomstige olieprijzen weegt. Die
onzekerheid speelt niet in het
voordeel van het economisch
herstel.
Een groei van 2,1% voor de 12
komende maanden verwachten, is
dus een utopie. De verwachtingen
werden in 2002 al tot 0,7%
teruggeschroefd en voor het
eerste semester van 2003
voorspellen de experts een
stagnatie, zo niet een recessie.
Bovendien wijzen de economische
indicatoren van de maand
september er duidelijk op dat we
het dieptepunt nog niet hebben
bereikt. De programmawet zal
moeilijk stand kunnen houden tot
aan de volgende
begrotingscontrole, waaruit een
nieuwe kan voortvloeien die bij
deze achterblijft.
De vermeerdering, die minder
hoog is dan gepland, van de
sociale uitkeringen zal niet de
verwachte opleving van de vraag
van de privé-personen tot gevolg
hebben. Het Fonds voor
alimentatievorderingen, waarover
we nochtans een akkoord hadden
bereikt, wordt naar de
verkiezingsprogramma's
verwezen. Het investeringsplan
van de NMBS brengt ons in een
vicieuze cirkel en doet vrezen
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
pieds. Depuis qu'on a touché le fond, on ne cesse de s'enfoncer!
La remarque que l'on peut faire, c'est que dans le contexte
budgétaire que nous connaissons, autant le budget que la loi-
programme qui ouvre toute une série de nouvelles dépenses
s'inscrivent dans une logique qui est quand même celle de
l'imprévoyance. On se trouve face à une situation budgétaire difficile,
à une situation internationale extrêmement préoccupante. En effet,
plus les inspecteurs en Irak multiplient leurs constats, plus on a
l'impression qu'il pourrait peut-être y avoir des solutions à la crise
irakienne par la fourniture d'un certain nombre de documents, plus
les Etats-Unis font comme si tout cela n'existait pas et continuent à
préparer la guerre.
Or, l'incertitude règne dès maintenant et pour plusieurs mois encore
et accompagne cette espèce de détermination américaine nous
allons d'ailleurs connaître une répétition générale cette semaine
puisque de grandes manoeuvres se font au niveau du Qatar. On sent
que les Etats-Unis ne croient pas, par définition, qu'une solution autre
que guerrière existe en Irak et continuent dès lors à avancer.
Il est évident que l'incertitude joue sur deux plans. D'abord, de façon
globale, au niveau de la situation économique internationale.
Ensuite, de façon beaucoup plus précise, sur l'un des éléments
majeurs qui peut tuer tout espoir de reprise, à savoir les prix futurs
du pétrole. Nous nous trouvons donc dans un contexte qui, sur ce
plan, est extrêmement dangereux, incertain et qui comporte des
risques susceptibles non seulement de toucher le Moyen-Orient mais
aussi de porter un coup fatal à l'idée d'une reprise économique,
indépendamment d'autres considérations elles aussi très
importantes.
Par ailleurs, ce contexte général a une série d'incidences. Pour
preuve, je relèverai qu'United Airlines va sans doute tomber en
faillite si cela n'est fait aujourd'hui ; qu'à travers le monde entier le
tourisme est frappé un incident aussi dramatique que celui de
Mombasa a des retombées non seulement sur le tourisme kenyan
mais aussi sur le tourisme extérieur à l'Europe. Bref, nous sommes
dans un contexte international extrêmement dangereux parce
qu'incertain. Et sur le plan du développement économique,
l'incertitude pèse à elle seule sur la croissance économique.
Dans ce cadre-là, nous devons constater que les 2.1% de croissance
prévue pour les douze prochains mois relèvent d'une utopie
économique. Si, en 2002, on a ramené les prévisions à 0.7%, la
plupart des observateurs pensent que le premier semestre 2003 ils
ne parlent pas du deuxième semestre 2003, car ils sont incapables
de faire la moindre prévision en raison des circonstances
internationales pourrait accuser à nouveau une récession ou, en
tout cas, une stagnation au niveau européen. Inutile de rappeler que
chaque fois que l'on perd par rapport à des prévisions 1% de
croissance, cela signifie une diminution de 1,25 milliard d'euros dans
le budget de l'Etat. Les signes économiques tout récents ils datent
du mois de novembre -, comme par exemple le nombre
d'immatriculations automobiles, le degré de confiance des
consommateurs ou les recettes TVA, nous indiquent que nous
n'avons pas touché le fond et que les risques dans lesquels s'inscrit
cette loi-programme restent entiers. Par conséquent, cette loi-
voor een nieuw Sabena-verhaal.
Het zilverfonds krijgt onzekere en
niet-recurrente middelen
toegewezen.
Wat de analyse met betrekking tot
de uitvoering van de begroting
betreft, gaat de programmawet uit
van een te optimistische
inschatting van de
groeiverwachting en speelt zij niet
in op belangrijke maatschappelijke
uitdagingen.
Deze programmawet is
teleurstellend.
Zij komt in feite neer op een
verkiezingsprogamma. Zij bevat
zowel te veel als te weinig
maatregelen. Zij zal ter
gelegenheid van toekomstige
begrotingscontroles moeten
worden bijgestuurd en ik vrees dat
dat zal gebeuren ten koste van de
positieve maatregelen die zij
bevat en van de echte
maatschappelijke behoeften.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
programme aura beaucoup de mal à tenir jusqu'au prochain contrôle
budgétaire, qui pourrait d'ailleurs engendrer une loi-programme très
en retrait par rapport à celle-ci. Ce sont là des preuves
d'imprévoyance.
Par ailleurs, je dois bien constater que la majoration des allocations
sociales est moindre que ce qui avait été prévu. Or, on considérait
que c'était un élément qui pouvait aider sinon à relancer, en tout cas,
à maintenir la situation économique grâce à une augmentation de la
demande des particuliers.
Deuxième constatation: si l'on trouve de tout dans cette loi, il me
manque, en tout cas, un élément qui aurait pu s'y trouver, qui aurait
dû s'y trouver car l'attente est forte, c'est ce fonds de créances
alimentaires.
Je constate que certains partis sont à ce point désespérés qu'ils
reportent ce point dans leurs programmes électoraux, ce qui est
vraiment regrettable alors qu'on était pratiquement parvenus à un
accord.
Je constate aussi que les dépenses d'investissement ont été
chichement comptées. Ainsi, le plan d'investissement de la SNCB est
largement hypothéqué. Dans ses déclarations, M. Vinck dit bien que
la partie de ce plan à charge de la SNCB n'est pas supportable. Sur
ce point, nous restons vraiment dans l'incertitude la plus complète.
Nous allons entrer dans un cercle de plus en plus vicieux: en effet,
sans investissement, il n'y a pas de développement possible et sans
développement, il y a accroissement de la dette et entrée dans une
concurrence à laquelle nous avons peu de chance de faire face. Il ne
faudrait pas que le "S" de la SNCB ne subisse, comme un dessin
paru récemment dans un journal, le même sort que le "S" de la
Sabena. Pourtant, aucune réponse n'est donnée aujourd'hui à cette
question.
Le fonds de vieillissement était déjà institué. Il existe donc, fort
heureusement d'ailleurs. Les produits qui lui sont affectés restent
aléatoires et non-récurrents alors que nous nous trouvons face à des
impératifs. A cet égard, je rejoins la thèse du président du MR selon
laquelle, dans les années à venir, le budget concernant la sécurité
sociale, qu'il s'agisse des soins de santé ou des pensions, devra être
largement supérieur à la croissance du PIB. Pour cela, il faut des
moyens qui soient récurrents et non exceptionnels.
Si on procède à une analyse concernant la stricte application du
budget, on constate que cette loi-programme est incertaine, qu'elle
est trop optimiste par rapport à la croissance économique attendue et
qu'elle ne rencontre pas un certain nombre de points importants,
voire essentiels pour notre société. La loi-programme est donc
décevante sur ce plan car on y constate un certain nombre
"d'absences". Elle inclut déjà une logique électorale et, de ce fait, elle
ne tient pas compte d'un certain nombre de défis importants de notre
société.
Finalement, nous ne sommes pas en présence d'une loi-programme
mais d'un programme électoral, qui sont deux choses très
différentes. Autrement dit, il y a "trop" et "pas assez", ce qui est
l'essence même des programmes électoraux. Ces derniers
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
susciteront forcément un certain nombre de déceptions. En effet, il y
aura, hélas, à travers le contrôle budgétaire futur, des corrections
dont je crains qu'elles ne se fassent au détriment des éléments
positifs de cette loi et surtout au détriment de l'avenir de notre
société.
01.44 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, mes chers collègues, il est vrai que cette loi-
programme incite davantage à la segmentation qu'à la globalisation,
ce qui doit faire plaisir à certains! Mais vous comprendrez que je me
réjouisse que l'on aborde enfin une série de matières qui, il faut le
reconnaître, sont d'actualité depuis un certain temps déjà. On ne
peut pas considérer que nous ouvrons et que nous ramassons en une
seule loi, des matières tout à fait nouvelles dont nous n'aurions pas
parlé précédemment. Par exemple, le statut des artistes a fait l'objet
de très nombreuses discussions en commission, déjà dans le courant
de la législature précédente; il ne s'agit donc pas d'un sujet qui est
analysé de manière abrupte et qui serait voté en urgence, sans une
préparation en termes de réflexion préalable.
Je ne peux pas m'inscrire dans l'argumentation de ceux qui
prétendent que, tout d'un coup, on passe le turbo pour un certain
nombre de matières dont on n'aurait jamais discuté auparavant. Il ne
s'agit pas de cela même si j'en conviens la loi-programme,
comme toutes les lois-programmes depuis un certain nombre
d'années, rassemble une série de matières qui n'ont pas de lien entre
elles. Une loi-programme paraît donc toujours quelque peu disparate.
Elle traduit toutes les impulsions nouvelles qui ont été présentées
dans le cadre du budget 2003. Ces impulsions sont réelles malgré la
conjoncture que nous vivons, malgré les difficultés auxquelles tous
les pays d'Europe et d'ailleurs sont confrontés. Il est d'ailleurs sans
doute méritoire que, malgré cette conjoncture, nous ayons la
capacité d'aborder ces matières qui appellent, depuis très longtemps,
une solution.
En fait, nous faisons en quatre ans ce qui n'a jamais pu être fait en
quarante ans. Cette accélération des choses nécessite une
méthodologie nouvelle. L'urgence est parfois requise par la nécessité
de pallier les manquements de dizaines d'années antérieures. Nous
nous réjouissons, pour notre part, que des solutions soient enfin
apportées dans une série de matières qui nous ont toujours semblé
importantes, et qui le sont aux yeux de la population.
Cette loi est volumineuse. Elle traduit une ambition réformatrice du
gouvernement et de toute l'équipe arc-en-ciel. Très objectivement,
comme chacun le sait, nous sommes en fin de législature et nous ne
pouvons pas nous contenter de la lenteur ordinaire du processus
législatif pour arriver à dégager des solutions attendues par la
population.
Les parlementaires de mon groupe interviendront en fonction des
matières qui s'égrèneront tout au long de la semaine. Pour ma part,
je me contenterai de redire les quelques éléments de cette loi-
programme qui nous semblent les plus importants.
Il y a tout d'abord toute une série de mesures qui concernent les
indépendants et qui vont dans le sens de la réduction des
01.44 Daniel Bacquelaine (MR):
De programmawet stuurt eerder
aan op fragmentering dan op
globalisering.
Ik ben blij dat een aantal actuele
problemen aan bod komen. Die
maatregelen komen niet zomaar
uit de lucht vallen, zoals
sommigen beweren. Zo gingen er
aan het statuut van de
kunstenaars uitgebreide
besprekingen vooraf.
De programmawet is een
weergave van daadwerkelijke,
nieuwe initiatieven in het kader
van de begroting 2003.
Ondanks de heersende
conjunctuur zijn we erin geslaagd
een aantal problemen aan te
kaarten die al sinds tientallen
jaren op een oplossing wachten.
Deze omvangrijke wet is de
weerslag van de politieke wil van
deze paars-groene regering. Wij
kunnen geen voldoening nemen
met de gewone wetgevende
slakkengang.
Er werden belangrijke
maatregelen met betrekking tot de
zelfstandigen opgenomen in de
programmawet, meer in het
bijzonder inzake het statuut van
de meewerkende echtgenoot, de
vereenvoudiging van de sociale
zekerheid en de versterking van
de aanvullende pensioenen.
Het sociaal statuut van de
kunstenaars in na jaren van twijfel
eindelijk uit de impasse geraakt.
Zij worden opgenomen in een
efficiënt stelsel en zij zullen
kunnen kiezen uit drie statuten:
zelfstandige, loontrekkende of de
twee tegelijk (in geval van
bijberoep). Gelet op de realiteit
die door de kunstenaars wordt
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
discriminations dont les indépendants sont toujours les victimes dans
notre société par rapport aux autres catégories de travailleurs. A cet
égard, nous nous réjouissons des mesures qui concernent
notamment les conjoints aidants, la simplification de la structure des
cotisations sociales, la retraite anticipée des indépendants avec ce
fameux coefficient de 5% de pénalité et les pensions
complémentaires des indépendants qui sont largement renforcées.
Toutes ces matières qui touchent aux indépendants traduisent une
véritable volonté d'aller plus avant, plus loin dans la réduction des
discriminations dont sont victimes les travailleurs indépendants.
En ce qui concerne le statut social des artistes, le dossier se voit
enfin débloqué après, il faut en convenir, des années d'hésitation. En
cette matière, l'avancée nous semble intéressante et traduit une
volonté de se préoccuper de cette catégorie de la population, parfois
confrontée à une impossibilité de concilier son activité créatrice avec
notre législation sociale. A cet égard, nous nous réjouissons que,
après trois décennies d'insécurité juridique, deux décennies de
protection sociale imparfaite pour certains artistes et plus d'une
décennie d'impossibilité d'affiliation comme artiste de spectacle
indépendant, la présente loi-programme poursuive enfin l'objectif
d'intégrer les artistes dans un régime de sécurité sociale efficace.
Trois possibilités vont, désormais, s'offrir aux artistes: le régime des
travailleurs salariés, le régime des travailleurs indépendants ou les
deux pour les artistes qui exercent une activité indépendante
accessoire. Nous adhérons entièrement à ce projet, dès lors qu'il
rencontre les préoccupations d'une catégorie de personnes négligée
depuis longtemps. Notre mouvement a toujours soutenu qu'il était
impossible de ranger tous les artistes sous un seul statut social, vu la
spécificité des profils. En effet, certains artistes présentent leur
propre production de manière totalement indépendante, alors que
d'autres se trouvent sous les liens d'un contrat de travail.
Par conséquent, il fallait bien donner aux artistes le droit de choisir
leur statut social, à savoir soit le statut d'indépendant, soit le statut de
travailleur salarié tout en dépassant ce clivage salarié/indépendant
qui, dans le champ artistique, recouvre souvent des réalités
semblables. Voilà 30 ans que l'on tergiverse sur l'impossible statut
social des artistes. Ce gouvernement a su faire preuve de
détermination, de réalisme politique et de créativité pour mener à
bien cette indispensable réforme et nous nous en réjouissons.
J'aborderai d'autres domaines qui nous semblent également
importants, notamment la réforme des allocations majorées pour les
enfants atteints d'une affection lourde. C'est une revendication que
nous poursuivons également. Je rappelle que nous avons déposé
une résolution visant à mieux prendre en compte le drame humain
que vivent des familles confrontées à la tragédie d'un enfant
gravement malade. A cet égard, nous nous réjouissons que les
allocations soient majorées pour les enfants nés après 1996 et nous
souhaitons que l'on poursuive la réflexion pour les enfants plus âgés,
afin que les allocations soient majorées pour les enfants atteints
d'une affection lourde. Il convient de venir en aide aux familles qui
sont confrontées à un véritable drame humain.
De même, l'élargissement du fonds spécial de solidarité pour les
enfants gravement malades va dans le même sens et se situe dans
beleefd, is die keuze noodzakelijk.
De regeling inzake de verhoogde
kinderbijslag voor kinderen met
een ernstige aandoening spoort
met de strekking van een resolutie
die onze fractie had ingediend.
Het is een steunmaatregel ten
gunste van noodlijdende
gezinnen. De verhoogde bijslag
geldt enkel voor kinderen die na
1996 geboren werden, maar wij
hopen de maatregel later tot
oudere kinderen te kunnen
uitbreiden.
De
werkgelegenheidsbevorderende
maatregelen zijn zeer positief, en
strekken ertoe de activiteitsgraad
in ons land te verhogen. Er
worden middelen vrijgemaakt voor
startende zelfstandigen en de
harmonisering van de bijdragen bij
indienstnemingen.
Wij zijn in het bijzonder
ingenomen met twee fiscale
maatregelen. Een eerste
maatregel maakt het mogelijk dat
alle werknemers van een bedrijf
via een door de werkgever
georganiseerd plan een PC zullen
kunnen aankopen, wat de opmars
van de nieuwe technologieën, ook
bij de gezinnen, en van de
netwerken in de hand zal werken.
De tweede maatregel houdt een
vermindering van de
bedrijfsvoorheffing in op de
bezoldigingen van vorsers. Die
verlaging van de loonkosten komt
de werkgelegenheid ten goede en
zal ook het wetenschappelijk
onderzoek bevorderen.
Dankzij de verhoging van het
begrotingsfonds zullen voortaan
systematisch Europese
topconferenties in Brussel
georganiseerd kunnen worden met
meer veiligheidsvoorzieningen.
Wat de zelfstandigen betreft, ligt
deze programmawet in het
algemeen in de lijn van de MR-
filosofie. Vooral de situatie van de
meewerkende echtgenoot was
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
l'esprit de la résolution que nous avons déposée il y a peu.
En matière d'emploi, nous nous réjouissons de constater que nous
nous orientons vers une stimulation de la création d'activités en
dégageant des fonds, notamment pour celui qui se lance en qualité
d'indépendant, en simplifiant et en harmonisant les plans de
réduction des cotisations sociales pour l'embauche. Ces deux
mesures nous semblent aller dans le sens absolument nécessaire de
la stimulation et de l'augmentation du taux d'activité dans notre pays.
Deux mesures d'ordre fiscal nous paraissent extrêmement
bénéfiques. Il y a notamment la mesure fiscale en faveur de
l'acquisition de PC privés, dans le cadre des plans d'entreprise, pour
l'ensemble des travailleurs. Cette mesure nous semble efficace et de
nature sociale puisque tous les travailleurs sont concernés. C'est une
priorité du gouvernement et je tiens à la mettre en évidence car elle
vise à stimuler les nouvelles technologies et la constitution de
réseaux. Ce souci d'implanter les nouvelles technologies
informatiques vise non seulement la réalisation de cet objectif au
sein des entreprises mais aussi dans les familles elle-mêmes.
Sa mise en oeuvre est réalisée par la voie fiscale en prévoyant une
exonération d'impôt pour les travailleurs ayant la possibilité, grâce à
leur employeur, d'acheter une configuration informatique complète,
en ce compris une connexion et un abonnement à internet. Cette
intervention de l'employeur, limitée à 60% du prix d'achat hors TVA,
à 1250 euros, doit avoir lieu dans le cadre d'un plan appelé "PC
privé", organisé par l'employeur pour tous les travailleurs, ce qui
souligne son caractère éminemment social.
La deuxième mesure fiscale, particulièrement intéressante à nos
yeux, concerne les chercheurs scientifiques. Dans la déclaration de
politique fédérale du 8 octobre 2002, le gouvernement s'est engagé à
octroyer davantage de chance à la recherche scientifique en
Belgique. Plus précisément, il s'est agi de prendre des mesures
destinées à permettre l'augmentation du nombre d'emplois
disponibles pour des chercheurs scientifiques, en diminuant les
charges salariales par emploi. Pour atteindre cet objectif, il est
proposé de diminuer le précompte professionnel appliqué sur les
rémunérations des chercheurs scientifiques. Cet incitant pour
l'employeur lui donnera une plus grande capacité financière afin de
recruter davantage de chercheurs scientifiques ou d'augmenter le
budget consacré à sa propre recherche scientifique. Nous sommes
très satisfaits de cette initiative.
Nous nous réjouissons également de l'augmentation du fonds
budgétaire. Ce domaine nous paraît important dans le cadre de la
revalorisation de l'image de la Belgique à l'étranger. Il s'agit de la
possibilité d'organiser de manière systématique les sommets
européens à Bruxelles, en prévoyant les fonds budgétaires
nécessaires pour l'organisation, notamment en termes de sécurité,
de ces sommets européens dans notre capitale.
En matière de santé et d'affaires sociales, mon collègue Philippe
Seghin abordera la problématique des pharmaciens et des
médicaments. Pour ma part, j'aborderai, jeudi, dans le secteur des
affaires sociales, la responsabilisation médicale et le soutien aux
pratiques médicales, matières sur lesquelles nous aurons ainsi
zeer precair te noemen, en hun
economische inbreng werd niet
naar waarde geschat.
Wij verheugen ons over de
verbeterde wetgeving met
betrekking tot de meewerkende
echtgenoten en de
vereenvoudigingen op het stuk
van de bijdragen.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
l'occasion de revenir.
En ce qui concerne le secteur des indépendants, je reviens à mon
propos introductif. Il nous semble que cette loi-programme rencontre
une philosophie typiquement réformatrice et particulièrement
importante. Nous constatons que la principale innovation concernant
les conjoints aidants représente une catégorie de travailleurs
indépendants particulièrement exposés à la précarité en termes de
sécurité sociale. L'importance économique des conjoints aidants est
encore sous-estimée alors que, dans des secteurs comme
l'agriculture par exemple ou le commerce de détail, le travailleur
indépendant remplit une fonction tout à fait capitale. La précarité des
conjoints aidants est accrue par rapport à l'indépendant en cas de
rupture familiale, entraînant le plus souvent la rupture professionnelle
et la fin des droits sociaux qui y sont liés. Jusqu'à présent, l'affiliation
volontaire de conjoints aidants au secteur indemnités de l'assurance
maladie invalidité n'a pas réellement remporté un franc succès à tel
point que le Parlement européen a estimé en 1997 devoir se
prononcer en faveur d'un assujettissement obligatoire, ce que prévoit
la loi- programme selon un phasage s'étendant de 2003 à 2006. Sur
ce plan, c'est certainement une avancée qui nécessitait l'urgence.
Signalons également que, par cette loi-programme, le régime fiscal
des revenus attribués aux conjoints aidants est sensiblement
amélioré et que le nouveau statut social et fiscal du conjoint aidant
est étendu aux cohabitants légaux.
En ce qui concerne la simplification de la structure des cotisations
sociales, l'intégration du revenu brut et des cotisations forfaitaires
conduit à une plus grande transparence dans la structure des
cotisations. Au-delà de cette transparence, l'intérêt principal de cette
mesure pour l'indépendant est de pouvoir désormais calculer plus
aisément les cotisations à payer en fonction du développement de sa
propre activité.
Il est important de souligner que cette simplification s'opère en
respectant une quasi-neutralité financière, tant pour le régime que
pour les cotisants. Cette neutralité résulte d'une collaboration
efficace entre les services du ministère des Classes moyennes et
l'INASTI.
Nous nous réjouissons également de la mesure qui concerne,
toujours dans le secteur des indépendants, la retraite anticipée. Là
aussi, cela nécessitait une urgence et je me réjouis que l'opposition
ait compris la nécessité de l'urgence, enfin, après quarante ans
d'inaction en la matière.
(...): (...)
01.45 Daniel Bacquelaine (MR): Notamment, oui. Avec vous, il était
difficile d'obtenir des résultats importants en la matière. C'est plus
facile quand vous êtes dans l'opposition. En fait, on devrait peut-être
tenir compte de cela dans les quarante prochaines années.
(...): (...)
01.46 Daniel Bacquelaine (MR): Il y a des secteurs plus pénibles, 01.46 Daniel Bacquelaine (MR):
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
plus difficiles. Mais en ce qui concerne les travailleurs indépendants
de notre pays, il est clair que pendant des années, que nous soyons
dans l'opposition ou dans la majorité, nous avons revendiqué à juste
titre toute une série de mesures qui réduisent les discriminations.
Nous avons maintenant trouvé une majorité qui considère que la
notion même de discrimination est négative et qu'il convient
d'apporter des améliorations dans ces différentes matières.
La retraite anticipée des indépendants est un bon exemple et s'il
fallait n'en citer qu'un pour illustrer la différence de traitement entre
indépendants et salariés, c'est bien la pénalité qui frappe
l'indépendant qui anticipe sa retraite. Dans ce cas, la pension est
réduite de 5% par année d'anticipation, soit une réduction d'un quart
lorsque l'indépendant part à la retraite, par exemple, à 60 ans, c'est-
à-dire 5 ans avant l'âge de la pension légale. Rappelons alors que
lorsqu'un salarié anticipe d'un an son départ à la retraite, sa pension
est réduite d'1/45
ème
, soit 2,2%. Cette discrimination est d'autant plus
choquante quand on la compare à la pratique des prépensions dans
le secteur privé.
Dorénavant, l'indépendant qui compte une carrière complète dans les
différents régimes pourra bénéficier d'une pension complète au
moment de sa retraite anticipée et cette modification introduite par la
loi-programme s'inscrit, nous semble-t-il, dans la bonne direction.
Toutefois, des efforts complémentaires sont encore nécessaires dans
le sens d'un rapprochement avec le régime des salariés et nous
continuerons à plaider cette cause en espérant être rejoints dans
cette démarche, notamment par l'opposition et par toutes les
formations politiques.
Toujours en ce qui concerne les indépendants, nous nous réjouissons
des améliorations en termes de pensions complémentaires. A la suite
des revalorisations successives des pensions les plus faibles des
indépendants, décidées par le gouvernement, nous assistons
aujourd'hui à une réforme fondamentale du régime des pensions
complémentaires, à savoir le deuxième pilier.
D'une part, sous la pression des instances européennes on assiste à
l'ouverture à la concurrence de l'offre de pensions complémentaires.
D'autre part, les prestations sont revalorisées grâce au relèvement
du taux des cotisations et des plafonds. Les indépendants pourront
ainsi consacrer une plus grande part de leurs revenus à la
constitution d'une pension complémentaire, tout en bénéficiant de la
déduction fiscale au même titre que pour les cotisations sociales.
A l'heure où le vieillissement de la population représente un défi
majeur pour les générations futures mais aussi pour la population
active actuelle, il est effectivement primordial de prévoir des incitants
pour permettre aux travailleurs indépendants de se constituer une
pension complémentaire dans des conditions comparables à celles
des salariés. L'enjeu est d'autant plus crucial pour les travailleurs
indépendants que leurs pensions légales demeurent nettement
inférieures à celles de l'ouvrier ou de l'employé salarié.
J'aborderai avec le ministre Affaires Sociales, lorsqu'il sera présent
en séance jeudi, le volet de la loi programme concernant les
matières médico-sociales, notamment la loi sur la responsabilisation
et le soutien aux pratiques médicales.
Na veertig jaar getalm, zorgt deze
meerderheid eindelijk voor
vernieuwing op het stuk van het
vervroegd pensioen voor
zelfstandigen. De inspanningen
terzake moeten echter worden
voortgezet, zodat de kloof met het
stelsel van de loontrekkenden kan
worden gedicht. Wij verheugen
ons eveneens over de
maatregelen aangaande de
aanvullende pensioenen.
Ik zal hier donderdag, wanneer de
sociale zaken en de
volksgezondheid worden
behandeld, opnieuw het woord
nemen.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
01.47 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de programmawet bevat een aantal
belangrijke zaken en is een sluitstuk voor heel belangrijke punten
waarover wij gedurende jaren hebben gediscussieerd. Op
verschillende manieren werden deze punten in de commissie via
vragen en debatten behandeld.
Voorzitter, toch moet mij iets van het hart. Wij bespreken hier een
programmawet waarvan het duidelijk is dat het van het goede te veel
is en iedereen is het daarover eens denk ik. Er zijn belangrijke
ontwerpen die gemakkelijk in onze commissie hadden kunnen
worden besproken op voorwaarde dat we daarvoor genoeg tijd
kregen. Ik denk dat de parlementaire kalender daarmee iets te
maken heeft. Ik denk dat wij veel te laat starten. De tweede week van
oktober is niet goed. Wij krijgen daardoor ongewild zoveel op ons
bord. Na de begroting volgt de programmawet en daarnaast zijn er
nog veel belangrijke projecten.
Voorzitter, ik denk dat we ons erover moeten bezinnen om onze
werkzaamheden vroeger aan te vatten. Wij moeten in september,
een maand vroeger, beginnen. Op die manier krijgen we een goede
opeenvolging van beleidsbrieven, begroting, programmawet en dan
rest ons nog tijd voor belangrijke projecten. Wij werken graag heel
hard en de laatste weken werden grote inspanningen gedaan door
leden van zowel de meerderheid als de oppositie. Ik denk dat we
daarvoor respect moeten afdwingen. Wij zeggen al jaren ongeacht
de politieke meerderheid dat we telkens te veel worden
geconfronteerd met een te vol geladen programmawet. Ik denk dat
we er goed moeten over nadenken hoe we dit kunnen verhelpen
zodat de zenuwachtigheid niet verder op de proef wordt gesteld en
dat belangrijke ontwerpen niet worden ondergesneeuwd.
Er worden belangrijke beslissingen genomen, collega's. Ik denk aan
de harmonisatie van de banenplannen waar wij voorheen met 26
mogelijke variaties zaten. Dat was een van de belangrijke punten
van deze regering. Ik ben blij dat we er nu in slagen om duidelijke
kanalen te krijgen in deze banenplannen met duidelijke
lastenverminderingen voor de werkgevers wanneer zij inspanningen
doen voor jongeren, ouderen en langdurig werklozen.
Ik denk dat recente gebeurtenissen onder andere in verband met
Philips in Hasselt ons bewijzen dat wij alle aandacht aan de
werkloosheid moeten geven en er alle middelen voor moeten
inzetten. Ik denk dat een van de middelen inderdaad de
banenplannen zijn en de harmonisatie ervan. Er was inderdaad een
onderbenutting van de banenplannen door de werkgevers. Ik verwijt
hun dat niet, omdat zij zoals een kat haar jongen niet terugvindt, niet
meer wisten waar ze met alle mogelijke verminderingen aan toe
waren. Dat was de reden waarom zij in dezelfde trend bleven werken
en geen inspanningen meer leverden voor de werkgelegenheid. Met
de voorgestelde vereenvoudiging komt daar nu verandering in en het
is aan de werkgevers om daarvan gebruik te maken.
Ik betreur het ook een beetje dat we aan de sociale maribel in de
programmawet geen nieuw elan gegeven hebben. Dat had nochtans
gekund. Precies in de non-profitsectoren kunnen wij twee elementen
met mekaar verzoenen, namelijk hogere werkgelegenheid en tegelijk
01.47 Joos Wauters (AGALEV-
ECOLO): La loi-programme
permet de finaliser une série de
points de discussion en suspens
depuis des années.
Je dois toutefois reconnaître que
cette loi est quelque peu
pléthorique. Si nous avions
disposé de davantage de temps,
des projets de loi importants
auraient pu faire l'objet d'un débat
de fond au sein de cette
assemblée. Nous devrions peut-
être songer à avancer d'un mois le
début des travaux en séance
plénière.
Parmi les décisions prises,
l'harmonisation des plans
d'embauche il en existait 26 au
total est une mesure importante.
Les licenciements récents au sein
de la filiale de Philips à Hasselt
sont la preuve que nous devons
investir tous les moyens
disponibles dans la lutte contre le
chômage. Les plans d'embauche
étaient sous-exploités, mais cette
simplification pourrait bien
contribuer à renverser la situation.
Il est regrettable qu'un nouvel élan
n'ait pu être insufflé au Maribel
social. Je me réjouis de constater
que les secteurs non marchand et
public suivent les traces du
secteur privé mais une impulsion
supplémentaire aurait pu être
donnée. En l'occurrence, comme
sur le plan de l'amélioration de
l'aspect qualitatif du travail via
l'augmentation du crédit
d'assistance familiale ou du crédit-
temps, le gouvernement n'est pas
au bout de ses peines.
Le fait que le statut social des
artistes soit devenu une réalité est
historique. Tous les artistes, tant
les exécutants que les créateurs,
peuvent choisir entre le statut de
salarié ou d'indépendant.
Lorsqu'ils sont dans l'impossibilité
de faire un choix, ils sont
considérés comme salariés. Cette
présomption réfragable est une
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
betere zorg voor patiënten, betere zorg voor bejaarden, betere zorg
voor kinderen in de kinderopvangverblijven. Ik ben blij dat men dat
doet in de non-profitsector en de overheidssector. Ik ben er heel
tevreden over dat men daar ook nu het spoor trekt, wat in de privé-
sector al langer bestond. Men had hier evenwel nog een grotere
impuls kunnen geven, te meer omdat de werkloosheid opnieuw de
kop opsteekt.
Er waren altijd teveel werklozen en we gingen het aantal
terugdringen. We hebben dat aantal te weinig teruggedrongen, denk
ik. Ik denk dat de hoge werkloosheidsgraad een grote uitdaging is. Ik
denk dat de regering hier nog belangrijk werk op de plank heeft ten
aanzien van de sociale partners, die nu voor het loonoverleg aan de
tafel zitten. Voor ons moet het niet alleen een loonoverleg zijn, maar
ook een overleg over de kwaliteit van de arbeid, over de
verschillende systemen om mensen aan de slag te helpen, zoals het
tijdskrediet en het zorgkrediet, waarbij werknemers die willen zorgen
voor zieke familieleden of die er even uit willen stappen om zich bij
te scholen, worden vervangen. Ik denk dat de regering een
belangrijke opdracht heeft om het loonoverleg met het daaraan
verbonden kwaliteitsluik voort te ondersteunen en er een sluitstuk
van te maken.
Historisch belangrijk is ook dat we het statuut van de kunstenaars
rond hebben. Ik denk dat het belangrijk is dat we terzake een
consensus gevonden hebben en dat het van toepassing is op alle
kunstenaars, zowel de spektakelkunstenaars of uitvoerende
kunstenaars als de scheppende kunstenaars. Voortaan kunnen de
kunstenaars in het sociale zekerheidssysteem kiezen voor het statuut
van zelfstandige dan wel werknemer. Maakt een kunstenaar die
keuze niet, dan gaat men ervan dat hij of zij werknemer is, zodanig
dat die de daaraan verbonden rechten alsook de plichten kan
opnemen, respectievelijk vervullen. Dat men dus werkt met een
weerlegbaar vermoeden, is een goeie zaak. Ik denk dat we vele
mensen in het culturele veld hiermee een dienst bewijzen.
Ik denk dat daaraan een volgend sluitstuk moet worden aangebracht,
namelijk het fiscaal statuut van deze mensen op een goede manier
regelen.
Het verheugt mij dat wij inzake dit statuut een amendement hebben
kunnen laten goedkeuren, namelijk dat er een evaluatie komt van de
artistieke agentschappen, de zogenaamde tussenschakel tussen
degene die het spektakel aanbiedt en de kunstenaars zelf. Wij
hadden graag gehad dat die intermediaire rol eigenlijk niet
ambtshalve is voor alle kunstenaars en voor alle aanvragers van
spektakels. Wij denken dat het de beste structurering is in de sector
dat men daar een intermediair bureau zijn gang laat gaan voor alle
activiteiten die plaatsvinden. Natuurlijk moet dit niet voor de vaste
gezelschappen die immers met werknemers werken en hun eigen
programmatie hebben. Dat moet zo blijven en wij kunnen daaraan
niet tornen. Ik ben blij met het amendement omdat het ons de
gelegenheid zal geven om te zien hoe we die vorm die nu voor
occasioneel gebruik is, voor alle gebruik voor de kunstenaars moeten
openstellen.
Ook voor de onthaalouders komt een tijdelijke oplossing als
overgangsmaatregel. Dit zal de onthaalouders voor een aantal
bonne chose. Il faut à présent
s'atteler au statut fiscal des
artistes.
Je suis heureux que notre
amendement sur l'évaluation des
agences artistiques ait été adopté.
Cela permettra de vérifier si ces
agences sont davantage destinées
à un usage occasionnel ou si elles
doivent ouvrir leurs portes à tous
les artistes.
Une solution provisoire a été
élaborée pour les accueillantes.
La sécurité sociale interviendra
financièrement pour pallier un
certain nombre de leurs
problèmes. En prévoyant une
évaluation après un délai de deux
ans, nous avons voulu éviter que
cette mesure temporaire ne se
prolonge indéfiniment. Pour nous,
la solution définitive reste
l'instauration d'un statut de
travailleur à part entière.
Les allocations familiales des
enfants handicapés seront
majorées, ce qui représentera une
aide matérielle supplémentaire
pour les parents qui doivent veiller
quotidiennement et intensivement
au bien-être de leur progéniture
qui en a grand besoin. Nous
applaudissons également cette
mesure.
Nous nous réjouissons aussi de
l'instauration de la déclaration à
l'emploi immédiate et harmonisée,
dans le cadre du projet Dimona.
Cette nouvelle simplification
administrative, qui s'inscrit dans le
projet de la coalition arc-en-ciel,
marque une étape significative
dans les relations entre
employeurs et travailleurs.
Pour ce qui est du Centre du
Savoir, nous pensons qu'il serait
utile d'unir les différentes
compétences de l'administration
de la Santé publique et de
l'INAMI. Les débats ont été longs
sur ce point. Nous soutenons
pleinement l'option retenue.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
facetten maar niet voor alle van de sociale zekerheid een
oplossing bieden, zodat zij daar ook zekerheid krijgen. Dit is een
tussenoplossing. De definitieve oplossing zou zijn dat, vermits deze
onthaalouders in de verschillende diensten onder hun gezag, leiding
en toezicht werken, zij een werknemersstatuut hebben en zij als
zodanig ook zouden moeten worden betaald volgens de geldende
collectieve arbeidsovereenkomsten en de barema's die binnen dat
paritair comité worden gesloten.
Vandaar dat deze oplossing voor de onthaalouders zoals ze voorzien
werd, een definitieve oplossing dreigde te zijn. Wij hebben dankzij
ons amendement gedaan gekregen dat er een evaluatie komt binnen
afzienbare tijd; te weten na twee jaar werking van het systeem. Dan
zullen wij bekijken in welke mate er een proces ingezet wordt om een
verdere financiering te ontwikkelen, want het gaat hier over centen
en zelfs over veel centen om alle onthaalouders een waardig statuut
te geven. Samengevat: het was een goede stap, maar een tijdelijke
stap. Voor de onthaalouders moet er een definitieve oplossing
komen.
Wij zijn ook erg tevreden omdat een aantal van onze punten
gerealiseerd wordt door de verschillende maatregelen inzake de
verhoging van de kinderbijslag voor gehandicapten. Dat is een
belangrijke zaak. Ik denk dat wij zo inderdaad veel ouders een
ondersteuning geven in de zorgen die zij dagelijks verlenen, in de
bekommernissen die zij dagelijks hebben. Die verhoging is voor hen
een materiële steun en een materiële erkenning van het vele werk
dat zij doen. Ik meen dus dat dit een belangrijke zaak is.
Een andere belangrijke zaak is de onmiddellijke aangifte bij
tewerkstelling, het zogenaamde Dimona-project. Wij denken dat een
van de fundamenten van deze regering was dat wij alles
administratief op een goede manier gingen vereenvoudigen. Dat is
een fundamentele stap voor de sociale relaties tussen werkgevers en
werknemers. En ondertussen heeft minister Onkelinkx naar
aanleiding van die artikels in de programmawet nog bijkomende
ontwerpen ingediend, die wij ook al in de commissie hebben
behandeld, zodat er een uniformisering en een totaal pakket
totstandkomen waardoor de aangifte inzake tewerkstelling
vereenvoudigt. Ook de verhouding tussen werkgevers en weknemers
zal daardoor vergemakkelijken.
Collega's, het kenniscentrum is voor ons een belangrijke zaak. Er
werd lang over gediscussieerd, maar ik denk dat wij op een goede
manier hebben nagegaan op welke wijze de verschillende
deskundigheden en competenties bij de administratie van
Volksgezondheid en ook bij het RIZIV bijeengebracht konden worden
en hoe wij ze verder konden optimaliseren. Daarover werd lang
gedebatteerd. Er zijn veel vragen over gesteld in de commissie. Er
waren verschillende opties. Ik denk dat wij ons ten volle achter de
optie waarvoor nu gekozen is, kunnen scharen.
Wat het sociale hoofdstuk van deze programmawet betreft, denk ik
dat wij uitvoering geven aan een aantal afspraken die wij gemaakt
hebben en waar wij ten volle achterstaan.
Ten aanzien van de velen die deze sociale rechtvaardigheid in onze
samenleving willen, hebben wij alleszins ons best gedaan. Wij
La partie sociale de la loi-
programme englobe la mise en
oeuvre d'un certain nombre
d'accords qui satisferont les
personnes soucieuses d'équité
sociale. Je souligne que notre
motivation n'était pas d'ordre
électoral mais qu'elle est la
réalisation de notre engagement
au sein de ce gouvernement.
Nous maintenons ce cap. Je
déplore seulement qu'il faille
parfois, ici, traiter les choses de
cette manière.
Nous sommes très heureux que la
norme de 0,7% consacrée à la
Coopération au développement ait
été assurée jusqu'en 2010. Mmes
Laenens et Drion y ont
particulièrement oeuvré. C'est une
marque de notre solidarité avec
les pays en voie de
développement.
Cher président, j'espère que la
prochaine législature sera plus
sereine et que l'adoption à la
cravache d'une loi-programme
n'entravera pas l'examen de
bonnes mesures.
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
hebben dat ook zo met elkaar afgesproken. Dit is niet omwille van de
verkiezingen binnen zes maanden, maar omdat wij binnen de
meerderheid ons ertoe hadden geëngageerd ten aanzien van de
regering. Dat is de reden waarom alles nu vorm krijgt.
Dit is een aspect dat het onderstrepen waard is, want wij hebben het
tot een goed einde gebracht aangezien dit punt van de
programmawet werd gerealiseerd.
Wij hopen in de toekomst nog een en ander te kunnen realiseren. Er
liggen nog een aantal voorstellen klaar om te worden ingediend.
Mijnheer de voorzitter, ik onderstreep dat bepaalde belangrijke
sociale aangelegenheden in deze programmawet werden
gerealiseerd, maar ik betreur nogmaals de wijze waarop zulks moest
gebeuren. Men had een andere manier moeten vinden om bepaalde
zaken te bespreken.
Tot slot nog dit. Samen met de collega's die hard hebben gestreden
om dit doel te bereiken, ben ik trots op het feit dat in deze
programmawet de 0,7 zal worden verankerd in een realisatiepad naar
2010. Ik wens vooral de dames Laenens en Drion te danken voor hun
doorzettingsvermogen om hun voorstel te berde te brengen en om
uiteindelijk hun betrachting te realiseren. Daarnet had ik het over een
belangrijke realisatie op het vlak van onze solidariteit met de
werkenden in onze samenleving, maar dit is een belangrijke
realisatie op het vlak van onze solidariteit met de derdewereld.
Wij hebben werkelijk goed werk geleverd in deze programmawet.
Misschien hadden wij wat meer tijd moeten uittrekken met betrekking
tot de parlementaire besprekingen. In dat verband doe ik een beroep
op u, mijnheer de voorzitter, om tijdens een volgende legislatuur
dergelijke belangrijke ontwerpen en voorstellen rustig te bespreken,
zonder dat wij als het ware met de karwats worden gedwongen om
belangrijke maatregelen op een drafje af te behandelen. Dergelijke
belangrijke aangelegenheden verdienen beter.
De voorzitter: De huidige regering heeft wel wat ervaring met het verzet tegen met de karwats
behandelde ontwerpen. Herinner u toen minister Daems nog als volksvertegenwoordiger in de oppositie
zat.
Als de stroper boswachter wordt, moet hij nog wat stroperstreken overhouden.
Mme Gerkens sera la dernière oratrice dans la discussion générale. Nous passerons ensuite aux 3
chapitres que nous avons encore prévus pour cet après-midi.
01.48 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, je rejoindrai tous ceux qui se
sont exprimés avant moi pour dire que cette loi-programme
rassemble une série de projets de loi complémentaires à ce que doit
être une loi-programme dans sa finalité première. Il est vrai qu'une
certaine frustration réside à ce niveau. Pas mal de projets auraient,
en effet, mérité de longues discussions. D'un autre côté, nous ne
pouvons qu'exprimer notre satisfaction à voir certains projets enfin
réalisés.
C'est à ce niveau que se situe un des avantages des parlementaires
01.48 Muriel Gerkens (ECOLO-
AGALEV): Het is nogal frustrerend
om een programmawet te moeten
bespreken die een reeks
wetsontwerpen omvat, want bij
een aantal van die ontwerpen had
men gerust wat langer mogen
stilstaan.
Ik zal een aantal aspecten van de
programmawet belichten.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
faisant partie des groupes de la majorité. Ils sont souvent davantage
associés au développement de ces projets. Nous avons donc le
sentiment d'arriver à une finalisation de projets en cours plutôt qu'à
recevoir, par surprise, de nouveaux projets qui semblent ne sortir de
rien.
Je ne vais pas m'attarder sur l'entièreté de la loi-programme. Je vais
mettre en évidence différents aspects qui nous semblent importants.
Ils mériteront que l'on s'y attarde pendant les débats par section qui
vont avoir lieu dans les jours qui viennent.
Tout d'abord, à la suite d'une initiative parlementaire, cette loi-
programme va enfin instituer une base légale permettant la
protection juridique des mineurs non-accompagnés qui arrivent sur
notre territoire, via un système de tutelle. Cette base légale répondra
ainsi au besoin de se mettre en conformité avec les directives
européennes.
Nous sommes particulièrement heureux que l'ensemble des
parlementaires ait accepté de se joindre à cette démarche. En effet,
seuls les groupes de la majorité étaient cosignataires de la
proposition, mais lors des débats, nous avons senti qu'il y avait une
solidarité de l'ensemble des groupes politiques. Il est également vrai
que pendant cette discussion est apparue de manière encore plus
criante la nécessité de trouver des solutions rapides pour des
formules d'accueil pour ces enfants.
Nous insistons, auprès du ministre Vande Lanotte - ce dernier n'étant
pas présent, nous supposons que le ministre Daems lui transmettra
le message - pour qu'il convoque le plus rapidement possible une
réunion avec les Communautés pour mettre en oeuvre un accord de
coopération organisant l'accueil de ces enfants non-accompagnés qui
arrivent sur notre territoire. Cela fait plusieurs mois que cette
concertation doit se faire. Elle n'a pas encore été entamée. La mise
en place d'un système de tutelle nous obligera à agir rapidement.
J'espère que cela pourra se faire durant ces mois de décembre et
janvier.
Mes collègues interviendront de manière plus précise au sujet du
volet de la justice. Pour la première fois, nous considérons que le
budget Justice a été augmenté d'une manière significative, afin de
rencontrer toute une série de priorités et de préoccupations que nous
avons, même si nous savons que les besoins dépassent ce que la
réalité budgétaire a permis d'octroyer cette année.
Je rejoins M. Bacquelaine sur toute une série d'autres sujets qui sont
les indépendants, le conjoint aidant, le statut des artistes et les
gardiennes encadrées. Je me permettrai, même si c'est sans doute
faire preuve de trop de fierté, d'attribuer à la famille écologiste une
responsabilité importante dans le fait que ces dossiers soient arrivés
sur la table et aient abouti. Concernant les indépendants, cela fait
longtemps que nous demandions, dans des propositions déposées
ici, la fin de ce système de "brutage" qui ne permet pas aux
indépendants d'évaluer correctement les cotisations qu'ils ont à
payer. Cette simplification permettra à mon avis d'éviter pas mal de
redressements de trop faibles cotisations payées.
La suppression de la pénalité pour prise de pension anticipée est
Allereerst moeten we vaststellen
dat we dankzij die programmawet
een wettelijke grondslag hebben
kunnen leggen voor de voogdij
over niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen die in België
aankomen. Mag ik u erop
attenderen dat alle
parlementsleden met deze tekst
hebben ingestemd.
Wij dringen erop aan dat minister
Vande Lanotte ten spoedigste een
vergadering met de
Gemeenschappen belegt teneinde
via een samenwerkingsakkoord
met de Gemeenschappen
concrete opvangformules voor
deze jongeren uit te werken.
Daarnaast werd de begroting van
Justitie voor het eerst fors
opgetrokken om aan belangrijke
behoeften te kunnen voldoen, ook
al volstaan die middelen eigenlijk
nog niet.
Wat de zelfstandigen, de
meewerkende echtgenoten, de
kunstenaars en de erkende en
gesubsidieerde onthaalouders
betreft, sluit ik me aan bij het
discours van de heer Bacquelaine,
al moet ik er wel aan toevoegen
dat de groenen een niet
onaanzienlijk aandeel gehad
hebben in de totstandkoming van
die teksten. Wij zijn er meer
bepaald in geslaagd het sociaal
statuut van de zelfstandigen bij te
sturen, al is dat - toegegeven -
nog steeds vatbaar voor
verbeteringen en kan men daarbij
verder gaan dan wat de huidige
regering terzake heeft
gerealiseerd: het "bruteren" van
de bijdragetarieven (artikel 2), de
afschaffing van de strafbepaling
wegens vervroegde pensionering
en de democratisering van het
aanvullend pensioen.
Het statuut van de meewerkende
echtgenoot, dat ik als een
overwinning beschouw, kwam tot
stand in samenwerking met de
meewerkende echtgenoten, want
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
aussi une mesure qui répond à la simple équité vis-à-vis de ces
travailleurs. La démocratisation du système des pensions
complémentaires est aussi un outil qui permettra aux indépendants
d'organiser leur pension qui est, il est vrai, particulièrement mince.
Tout cela n'a de sens qu'en s'ajoutant aux diverses dispositions qui
ont déjà été prises sous ce gouvernement concernant l'augmentation
des pensions, comme d'ailleurs celle des revenus d'incapacité et
d'invalidité.
Le conjoint aidant est pour moi une véritable victoire. Il est vrai que
j'avais déjà déposé une proposition de loi en 2000 avec ma collègue
Simonne Leen, que nous avons organisé des auditions à la Chambre
regroupant des conjointes aidantes de médecins, de travailleurs de la
construction, des agriculteurs. Toutes ces femmes se sont mobilisées
et ont aidé à créer la dynamique nécessaire pour que ce statut existe
enfin. Je me permets de considérer que c'est toute cette dynamique
et le travail réalisé à la Chambre qui ont aussi poussé le
gouvernement à accepter de prendre des mesures rencontrant, au
début en tout cas, la résistance des indépendants qui pensaient qu'on
allait les plumer pour donner un statut à leur conjointe. Dans toutes
les enquêtes qui ont eu lieu, eux ne plaçaient jamais comme priorité
le statut de la conjointe aidante, mais il est vrai qu'on n'interrogeait
jamais les femmes des indépendants pour savoir si ce statut était à
organiser. Je reviendrai plus longuement sur ce sujet dans le volet
`'Affaires sociales''.
Même remarque pour les artistes, les débats au Parlement se sont
déroulés pendant de longues années et on aboutit enfin dans ce
dossier, suite à tout un travail collectif mené avec les représentants
des artistes. Le groupe Ecolo-Agalev a par exemple opté pour
l'organisation de forums pendant tous ces travaux, au sein du,
gouvernement sur le statut des artistes et nous avons pu confronter
les avancées qui avaient lieu au sein du gouvernement avec les
artistes. Nous avions invité à ces forums des représentants de tous
les ministres compétents en la matière, ce qui permettait un échange
riche.
Néanmoins, je suis particulièrement désolée qu'il n'y ait rien sur le
statut fiscal de l'artiste. C'est une matière complexe et il n'y a sans
doute pas une solution toute faite mais le droit d'auteur est à mon
avis une matière à réviser entièrement, ce qui va demander de la
créativité, un système respectant la solidarité et l'équité. Je regrette
vraiment qu'on n'ait pas profité de ce mouvement pour faire quelque
chose.
Les représentants du ministre Reynders étaient également présents
aux forums que nous avons organisés et nous devions regretter qu'il
n'ait pas de réponse à apporter aux interrogations des artistes.
En ce qui concerne les gardiennes encadrées, un premier pas est
réalisé dans la loi-programme. Sur ce point, je pense à nouveau que
ce projet s'inscrit dans les dimensions "femme" et "famille", à travers
le respect du droit au travail, le respect de la qualité de vie des
parents et de la famille en tant que telle. Nous sommes donc
particulièrement heureux que ces mesures soient reprises dans la loi-
programme.
Je voudrais maintenant aborder un point pour lequel notre collègue
de zelfstandigen waren er
aanvankelijk niet voor gewonnen.
Het is echter zo dat men zich bij
de de onderzoeken naar de
prioritaire behoeften altijd wendt
tot de zelfstandigen en nooit tot de
meewerkende echtgenoten.
Uiteindelijk is er ook een statuut
voor de kunstenaars uit de bus
gekomen, na heel wat overleg met
hun vertegenwoordigers. Ik
betreur wel dat er geen werk werd
gemaakt van een fiscaal statuut
voor de kunstenaars.
Voor de gesubsidieerde
onthaalouders werd een eerste
stap gezet, die onder de noemer
"vrouwen en gezin" van het
ontwerp valt, met het oog op een
verbetering van de
levenskwaliteit.
Er worden maatregelen genomen
om te voorkomen dat de mensen
zonder vaste verblijfplaats
ingevolge getouwtrek tussen de
OCMW's geen toegang zouden
hebben tot de sociale uitkeringen.
De in de programmawet gemaakte
keuze voor het OCMW van de
gekende woonplaats is niet ideaal.
Wij vonden het referentieadres
een betere keuze, maar dit is een
eerste stap en de minister heeft
zich akkoord verklaard met een
evaluatie. De termijn van 5 dagen
die de minister wordt opgelegd om
een beslissing te nemen is een
goede maatregel.
Dankzij de programmawet kan de
herfinanciering van de NMBS op
de sporen worden gezet en in het
bedrijfsplan zal een mechanisme
van schuldovername worden
opgenomen. Er komt openheid
over de bezoldiging van de
bestuurders. Wij zijn verheugd
over de geluidsisolatie van de
woningen in de buurt van de
luchthaven Brussel-Nationaal.
De ultieme doelstelling van 0,7%
van het BNP die aan
ontwikkelingssamenwerking wordt
besteed is nu in de wet
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
Michèle Gilkinet s'est beaucoup mobilisée: les mesures prises pour
éviter que des conflits de compétences entre des CPAS n'empêchent
des SDF d'avoir accès aux allocations sociales. Pendant longtemps,
il a fallu trouver un système qui permette de répondre à ce besoin.
La mesure apportée dans la loi-programme n'est, selon nous, pas la
meilleure puisqu'elle prévoit que c'est le CPAS du lieu de résidence
généralement connu de la personne sans domicile fixe qui sera
chargé d'assumer l'aide sociale pour cette personne. Nous aurions
préféré un système se basant sur l'adresse de référence. Cela dit,
ceci constitue un premier pas et le ministre a accepté d'entrer,
pendant toute la période de mise en place et pendant les premiers
mois de concrétisation, dans une processus d'évaluation et
d'approfondissement de la matière, qui le mènera, je pense, vers le
système de l'adresse de référence. Enfin, on instaure un délai
endéans lequel le ministre doit répondre en cas de conflit. Ce délai
de cinq jours nous semble effectivement être une bonne mesure.
Brièvement, trois derniers points: il y a évidemment, en politique de
mobilité, la SNCB. Cette loi-programme donne les moyens de
respecter les déclarations faites, notamment en ce qui concerne le
refinancement de la SNCB et l'instauration d'un mécanisme de
reprise de la dette, accompagné cela nous semble important de
mesures intégrées dans le plan d'entreprise pour, justement, créer
les outils de gestion de cette dette dans le temps. Cette manière de
faire permettra à la fois de responsabiliser les acteurs et d'éviter ces
fameux effets "boule de neige" que provoquent toutes les dettes. Un
autre aspect important est évidemment l'introduction de la
transparence des rémunérations des administrateurs et la mise en
place d'un programme d'isolation et de lutte contre les nuisances
sonores autour de l'aéroport de Bruxelles.
En ce qui concerne la coopération au développement sujet qui,
comme vous le savez, me préoccupe plus particulièrement , la loi-
programme inscrit dans la loi le mécanisme visant à consacrer 0,7%
du PNB à l'aide publique au développement, en fixant un objectif
ultime, 2010, pour atteindre ces 0,7% et un mécanisme permanent
demandant que, chaque année, une note de solidarité soit établie par
le gouvernement de manière à évaluer l'évolution.
Sur le plan fiscal, je retiendrai également les mesures prises en
faveur des chercheurs. On sait que le développement des PME et de
l'activité économique de notre pays dépend de notre capacité à
innover. On sait aussi que la manière dont nous considérons les
chercheurs et le peu de budget que nous consacrons à la recherche
sont un handicap important.
Or le financement public de la recherche est aussi une manière
d'orienter ou d'organiser une recherche qui rencontre les objectifs
relatifs au développement de société que nous souhaitons. Il est
donc important de pouvoir mettre en oeuvre des mécanismes qui
permettent cette créativité. Les mesures qui sont apportées
complètent d'autres mesures déjà adoptées l'année passée et qui ont
permis de mettre en place un mécanisme qui permet de faciliter ou
d'encourager le retour en Belgique des chercheurs qui étaient
installés à l'étranger. En effet, nous savons que, dans notre pays, les
salaires sont largement inférieurs. Des avantages ont donc été
offerts aux chercheurs qui acceptent de revenir chez nous.
vastgesteld en tevens wordt
voorzien in een permanent
mechanisme dat het mogelijk
moet maken die doelstelling te
halen.
Ten slotte verheugen wij ons over
de fiscale maatregelen ten
voordele van de vorsers ter
aanvulling van de maatregelen
van vorig jaar die bedoeld waren
om hun terugkeer naar België te
bevorderen.
Veel van die maatregelen zijn niet
eigen aan een programmawet,
maar ik ben blij dat ze erin
opgenomen zijn.
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Dans la loi-programme, on prend des mesures qui permettent de
diminuer le précompte professionnel de manière à augmenter les
capacités d'embauche des centres de recherche. Nous ne pouvons
considérer tous ces aspects que comme positifs.
Pour terminer, je dirai qu'un grand nombre de points que j'ai mis en
évidence ne sont pas propres à une loi-programme puisqu'il s'agit
des fameux projets annexes ajoutés, projets que je me réjouis
pourtant de voir figurer dans cette loi-programme.
Le président: J'en ai ainsi terminé avec la discussion générale portant sur les projets 2124/1 à 32 et
2125/1 à 11.
Ik heb een klein hoofdstukje in het document 2125 van het ontwerp van programmawet nr. 2, artikelen 1
tot 3. Je n'ai personne d'inscrit. Donc je considère la discussion générale et la discussion particulière
closes. J'ai traité les articles 1, 2 et 3 de la loi programme n° 2.
Dan ga ik over tot het derde punt van onze agenda.
Wij vatten de bespreking aan van de sector Buitenlandse Betrekkingen.
Nous entamons la discussion du secteur Relations extérieures.
Het gaat opnieuw over de programmawet die ik reeds heb aangehaald. Ik heb meerdere sprekers
ingeschreven. Ik heb collega Valkeniers, collega Lefevre en collega Leen Laenens genoteerd.
Mijnheer Valkeniers, wilt u beginnen?
01.49 Jef Valkeniers (VLD): Heeft het nog veel zin, mijnheer de
voorzitter? De staatssecretaris is verdwenen en we zouden het
hebben over ontwikkelingssamenwerking.
01.49 Jef Valkeniers (VLD): Cela
n'a guère de sens de développer
toute une argumentation en
l'absence du secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement
De voorzitter: Waar is de heer Boutmans naartoe?
01.50 Jef Valkeniers (VLD): Hij kan niet terugkomen. Hij heeft een
ontmoeting met de heer Kagame. Hij heeft mij dat gezegd.
01.50 Jef Valkeniers (VLD): Il ne
reviendra d'ailleurs pas car il a un
entretien avec M. Kagame.
01.51 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, de
staatssecretaris heeft op het ogenblik inderdaad een onderhoud met
de heer Kagame, dus hij kan om begrijpelijke redenen niet gelijktijdig
in de Kamer aanwezig zijn.
01.51 Rik Daems, ministre: C'est
exact.
De voorzitter: Ik weet dat het moeilijk is voor de regering en soms
ook voor de kamervoorzitter. Ik sprak collega Kagame daarstraks. Ik
ontmoet de heer De Winne voor de medaille van het Parlement over
enkele minuten. President Bouteflika van Algerije komt overmorgen.
De zaken zijn niet gemakkelijk.
Mijnheer Valkeniers, u bent ingeschreven voor dat hoofdstuk, alsook
mevrouw Leen Laenens en de heer Lefevre. Als ik kon toveren, zou
ik allang getoverd hebben.
Le président: M. Valkeniers est
inscrit comme orateur et je lui
donne donc la parole.
01.52 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, nu ontgoochelt
u mij.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
De voorzitter: Ik kan toveren, maar ik doe het hier niet. Voilà, mijnheer Coveliers.
01.53 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik weet wel dat onze minister Daems een all-
round man is, en dat hij ook een tijdje heeft verbleven in
ontwikkelingslanden, maar tussen dat en het staatssecretariaat voor
Ontwikkelingssamenwerking is wel een klein verschil. Het gaat
namelijk over de 0,7% van het BNP, waar we geleidelijk naartoe
moeten. Ik heb het daarnet persoonlijk aan de staatssecretaris
gezegd. Wij zitten nu ongeveer aan de helft of iets meer en het
personeel van DGIS heeft mij herhaaldelijk gezegd dat zij met alle
moeite van de wereld kunnen volgen. Ik wil dus graag onderstrepen
dat ik achter die verhoging sta, maar een van de voorwaarden is dat
er meer personeel moet bijkomen bij DGIS. Dat is een eerste
voorwaarde. Ik denk persoonlijk ook dat een deel van het werk
overbodig is, en ik ga zeggen waarom. Men is van projectfinanciering
overgegaan ik spreek nu over de NGO's naar
programmafinanciering. De bedoeling was dat er meer flexibiliteit
zou komen. Ik stel vast dat we juist de tegenovergestelde richting
uitgaan. Men heeft derhalve bij Coprogram de federatie van de
NGO's onlangs een lange nota uitgegeven waarbij men zijn
ontevredenheid heeft geuit over de manier waarop vandaag de
programma's worden bekeken en beoordeeld.
Ik denk dat de weg die reeds werd ingeslagen door de voorganger
van de huidige staatssecretaris, een moeilijke weg is. Men moet
namelijk eerst een programma indienen. Dan wordt dat programma
voorgelegd aan een jury die bestaat uit zogenaamde experts, die
zogezegd neutraal moeten zijn. Zij kunnen dat echter moeilijk zijn
want nadien treden zij zeer dikwijls op als evaluator van de projecten
die zij zelf hebben moeten goedkeuren. Daar is dus een ongezonde
sfeer vast te stellen. Het programma moet dus eerst worden
goedgekeurd en dan moet men een aantal maanden later een
actieplan voorleggen. Die actieplannen zijn de vervanging van de
vroegere projecten. Vroeger moest men de projecten indienen tot in
het kleinste detail over drie jaar, en dan wist men hoeveel men het
eerste, tweede en derde jaar kreeg.
De bedoeling was dan zogezegd dat die actieplannen meer
flexibiliteit gingen toelaten en minder detaillistisch zouden zijn.
Vandaag stellen we vast dat die even detaillistisch zijn. Het vraagt
heel veel inspanningen en heel veel werk wanneer men de prijs moet
weten van de laatste nagel die men gebruikt tot het laatste venster
dat men plaatst. Men moet dan ieder jaar zijn actieplannen
voorleggen, men weet dus nooit op voorhand over welk bedrag men
gaat beschikken.
(...)
Nee, mevrouw Drion, dat is niet waar. Ieder jaar opnieuw moeten de
actieplannen worden gesubsidieerd, wat niet normaal is. Vroeger was
men weg voor drie jaar en toen kon men ook veranderingen
aanbrengen. Als men vroeger vond dat een stuk in de tweede fase
moeilijk kon worden uitgevoerd en dan de derde fase verschoof, dan
werd dat aangenomen. Dat was dus ook een vorm van flexibiliteit.
De beloofde flexibiliteit is er niet, de beloofde zekerheid is er ook
niet, en de snelheid is er zeker niet want het duurt nog langer dan
vroeger.
01.53 Jef Valkeniers (VLD): Je
soutiens pleinement le projet
méritoire qui vise à porter à 0,7
pour cent du PIB le budget alloué
à l'aide au développement. Le
personnel de la Direction générale
de la Coopération internationale
(DGCI) n'est toutefois pas en
mesure de faire face aux
nombreux projets et requiert dès
lors rapidement des collaborateurs
supplémentaires.
Par ailleurs, une partie des
travaux sont superflus. Le
financement de projets a été
remplacé par le financement de
programmes, une formule censée
être plus flexible. Dans la
pratique, cette mesure a eu un
effet inverse. Le secteur critique
l'évaluation des programmes. Un
jury d'experts indépendants
évalue les propositions de
programmes mais ce sont les
mêmes personnes qui sont
chargées d'apprécier le suivi des
ces derniers; il s'agit d'une
situation malsaine. Un programme
qui a été adopté doit être
concrétisé par des plans d'action
annuels, particulièrement
détaillés, qui requièrent un travail
important. Dans la mesure où la
dotation est définie chaque année
sur la base de ces plans d'actions,
la sécurité financière n'existe
guère. Tous ces éléments ne
rendront pas les choses plus
flexibles ni plus rapides.
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Ik ga dus wel akkoord met 0,7 en ik verheug mij daarover. Hoe kunt
u echter meer rendement geven, als ik het zo mag zeggen, als de
formule om er te komen nog veel ingewikkelder, moeilijker en minder
hanteerbaar wordt, en men nog altijd meer personeel nodig heeft? Ik
vraag mij dus af, en dat is de reden waarom ik het woord heb
genomen maar spijtig genoeg is de staatssecretaris hier niet, of men
op die manier in staat zal zijn om de 0,7% te halen.
Voorzitter: Joos Wauters, ondervoorzitter.
Président: Joos Wauters, vice-président.
Tenzij men het voorbeeld van Nederland volgt. De staatssecretaris
die minister Pronk opvolgde vroeg zich luidop af of de administratie
van ontwikkelingshulp niet beter kon worden afgeschaft en de taken
niet beter konden worden doorgeschoven naar de
Wereldgezondheidsorganisatie, het IMF en de Wereldbank die over
experts beschikken en het werk beter kunnen uitvoeren. Op die
manier zou men in eigen land alleen een paar mensen nodig hebben
om de boekhouding te controleren. Dat is het meest recente
standpunt in Nederland.
Men kan ook alles overlaten aan de bilaterale hulp en de uitheemse
regeringen laten beslissen. Zonder in detail te treden, wil ik erop
wijzen dat men zich op die manier aan de willekeur van het
betrokken land overlevert dat zal beslissen wat er met het geld
gebeurt.
Men kan natuurlijk ook meer geven aan de multilaterale organisaties
die beslissen over de doelen waaraan het geld zal worden besteed.
In de multilaterale organisaties heeft België relatief weinig
vertegenwoordigers.
Een andere mogelijkheid is nog meer kwijtschelding van schulden.
Op die manier is het geld ook opgebruikt.
Collega's, ik heb het vooral over de hulp die verleend wordt via de
NGO's. Zonder blikken of blozen stel ik dat men het moeilijk zal
hebben om die stijging waar te maken tenzij men over meer
personeel beschikt en de procedure herbekeken wordt. Ik sta niet
alleen met mijn kritiek. Hij werd ook geuit door Coprogram en de
mensen van 11.11.11. Over een aantal punten moet, mijns inziens,
een grondig debat worden gevoerd. Ik geef een paar voorbeelden.
Moeten er meer ontwikkelingshelpers zijn? Moeten de jongeren een
kans krijgen? Hoe gaan we dat doen? Zullen kleine projecten een
mogelijkheid tot betoelaging behouden? Feit is dat het geld van de
gemeenschap komt. De gemeenschap moet het project gunstig
gezind zijn. Hoe zal de gemeenschap reageren als het aantal
vrijwilligers dat zich wil inzetten steeds meer beperkt wordt met
steeds minder mensen in de ontwikkelingssamenwerking. Waar
streeft men naar? Men streeft naar een beperkt aantal grote NGO's
met beroepspersoneel. De tienduizenden vrijwilligers die zich op het
terrein inzetten voor ontwikkelingswerk en onmiddellijk zien wat ze
presteren, hebben het op dit ogenblik moeilijk. Ik vrees dat men
bezig is de tak af te zagen waarop men zit zoals dit op dit ogenblik in
Nederland het geval is. Nederland overweegt de ontwikkelingshulp
terug te schroeven. Meer nog, de ongebonden politiek wordt in vraag
gesteld. Men vraagt zich af waarom de eigen bedrijven niet mogen
La flexibilité, la sécurité et la
rapidité promises sont
inexistantes. Je me demande
comment le rendement peut
augmenter si la formule est
rendue de plus en plus difficile à
mettre en oeuvre. Il sera difficile
d'accroître l'aide, à moins de
revoir la formule et de recourir à
du personnel supplémentaire. Des
organisations comme 11.11.11 et
Coprogram nous rejoignent dans
cette critique.
A l'heure actuelle, les Pays-Bas
remettent l'aide non liée en
question. Il y est même proposé
de supprimer toute l'administration
de la Coopération au
développement et de faire
directement don de l'aide à de
grandes organisations
internationales comme l'OMS, la
Banque mondiale et le FMI qui
possèdent davantage d'expertise.
Cet aspect des choses suscite
également de nombreuses
questions.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
profiteren van de ontwikkelingshulp.
Collega's, het is duidelijk dat ontwikkelingshulp een terrein is waar
heel wat vraagtekens worden geplaatst. België mag dan al een
voorbeeldfunctie vervullen, het voorbeeld moet kunnen worden
waargemaakt.
01.54 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, op gevaar af in herhaling te vallen
ik probeer dat niet te doen wil ik dieper ingaan op de reden waarom
dit artikel in de programmawet is opgenomen. Het is een 30 jaar oud
engagement. Het wordt tijd dat het wordt gevaloriseerd. Waarom?
Niemand minder dan Koffi Annan heeft in het fameuze jaar 2000 en
zijn millenniumverklaringen gesteld dat er 50 miljard dollars extra
nodig is om de millenniumverklaringen te kunnen realiseren.
Alle regeringsleiders hebben de millenniumdoelstellingen
goedgekeurd. Ik wil die even in herinnering brengen voor de mensen
die deze materie niet zo van dichtbij volgen. Het is snel gezegd maar
niet zo snel gerealiseerd. Dat zal al vlug blijken als ik ze opsom. De
absolute armoede en honger moeten gehalveerd zijn in 2015 ten
aanzien van 1990. De lagere school moet toegankelijk zijn voor
zowel jongens als meisjes in de gehele wereld. Sekseongelijkheid in
het lager en secundair onderwijs moeten weggewerkt worden tegen
2005 en op alle niveaus tegen 2015. Kindersterfte moet met
tweederde verminderen en moedersterfte met driekwart. De
verspreiding van aids, malaria en andere levensbedreigende ziektes
moeten een halt toegeroepen worden.
Daarnaast hebben ook de gebeurtenissen van 11 september eens te
meer aangetoond dat de strijd tegen terrorisme geen kans op slagen
heeft zonder gelijktijdig de strijd tegen de armoede op te voeren. Dat
is ook een van de redenen waarom de Europese ministers van
Ontwikkelingssamenwerking zich geëngageerd hebben in hun raad
van 8 november 2001 om hun budget te verhogen en aan te geven
binnen welke tijdspanne zij dat wenselijk zullen realiseren. De
Belgische regering heeft op 1 maart daaropvolgend beslist dat zij dat
uiterlijk tegen 2010 wilt doen en dat zij wilt dat die belofte deze
regering ook overstijgt, vandaar die wettelijke verankering.
De evolutieve verhoging van het budget is noodzakelijk, maar ik ben
het eens met collega Valkeniers dat erover gewaakt moet worden dat
die uitbouw van ontwikkelingssamenwerking zal gebeuren volgens
kwaliteitscriteria. Die kwaliteitscriteria hebben wij gezamenlijk
onderschreven en goedgekeurd in de wet betreffende de Belgische
internationale samenwerking van mei 1999. Daarvoor moet
geleidelijk aan voor een aantal dingen misschien niet alleen
geleidelijk, maar vooral ook versneld de noodzakelijke uitbouw van
mensen en middelen gerealiseerd worden. Ik ben het eens met
collega Valkeniers dat de aanwerving van de mensen die nodig zijn
om dat uit te voeren, soms op zich laat wachten.
Ik kom tot uw kritiek op de manier waarop de eerste keer want dit is
de eerste keer een opvolging of uitvoering van die wet de
vijfjarenprogramma's wordt bekeken. Iets wat een eerste keer
gebeurt, moet ook geëvalueerd worden en daaruit zullen uiteraard
lessen worden getrokken. Ik vind het toch belangrijk om dit eens aan
te halen, want een regering of een parlement keurt vele dingen goed.
01.54 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): L'engagement de 0,7%
en faveur de la Coopération au
développement existe depuis
trente ans; il est urgent de le
valoriser.
Kofi Ana a déclaré en 2000 qu'il
fallait 50 milliards de dollars
supplémentaires pour réaliser les
objectifs du nouveau millénaire.
Ceux-ci consistent notamment à
diminuer de moitié la pauvreté
d'ici à 2015, à dispenser un
enseignement primaire dans le
monde entier, à supprimer
l'inégalité fondée sur le sexe dans
l'enseignement à tous les niveaux
et à réduire la mortalité infantile. Il
est devenu patent que la lutte
contre le terrorisme ne peut être
remportée si l'on n'intensifie pas la
lutte contre la pauvreté.
Le gouvernement belge s'est
engagé à réaliser la norme de
0,7% au plus tard en 2010. Le
relèvement évolutif du budget est
une nécessité mais il faut lier un
certain nombre de critères
qualitatifs au renforcement de la
coopération au développement.
Ces critères sont énoncés dans la
loi du 25 mai 1999. Le Plan
fédéral de développement durable
a été adopté. Ce plan a intégré la
demande visant à réaliser la
norme de 0,7%. Chaque année,
une note de solidarité devra être
déposée avec l'exposé général du
budget, dans laquelle seront
énumérées toutes les mesures
projetées.
Si nous voulons respecter la loi du
25 mai 1999 ainsi que les
directives sur l'aide officielle au
développement, nous devons
offrir une aide non liée. La
coopération économique est une
tout autre chose et est dissociée
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
Zo is er ook een federaal plan Duurzame Ontwikkeling goedgekeurd.
In een van de actiepunten daaruit wordt precies aan de Belgische
regering gevraagd om die 0,7% nu eens effectief te realiseren. Er zal
een solidariteitsnota worden opgemaakt die jaarlijks bij de algemene
toelichting van de begroting moet worden ingediend. In die
solidariteitsnota moet worden uiteengezet in welke maatregelen de
regering zal voorzien voor het tijdspad. Dat moet een geleidelijke,
maar jaarlijks volgehouden stijging zijn en de middelen moeten niet
zomaar middelen zijn, maar wel middelen volgens de officiële
ontwikkelingshulp. ODA heeft richtlijnen uitgegeven om die te
besteden.
Collega Valkeniers, als wij de wet van 25 mei 1999 willen
respecteren en als wij de ODA-richtlijnen willen respecteren, dan is
het duidelijk dat dit ongebonden hulp is. Ik denk dat landen in het
zuiden ook behoefte hebben aan economische ontwikkeling via een
verhoogde samenwerking of een verhoogde investeringsgraad. Dit is
echter het economische beleid en dat is even noodzakelijk. Wij
moeten er ons echter vooral voor hoeden dat het specifieke van die
samenwerking overeind blijft via ongebonden hulp. Daarnaast
spreken wij van economische samenwerking, wat totaal iets anders is
dan gebonden hulp.
de l'aide au développement.
01.55 Jef Valkeniers (VLD): Ik lees hier: "En zoals wel vaker, de
VVD wil de hulp temperen" die zijn dus het tegenovergestelde van
ons , "en vooral ten goede laten komen van het eigen
bedrijfsleven". Zo is het in Nederland. Daar zegt men: "Besteed de
ontwikkelingshulp uit". Dat is een voorstel van de vorige
staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw
Herfkens.
01.55 Jef Valkeniers (VLD): Le
précédent secrétaire d'Etat
néerlandais à la Coopération au
développement a proposé de
réduire l'aide et de la consacrer en
priorité à l'économie nationale.
Les Pays-Bas sont des
précurseurs sur le plan de l'Aide
au développement.
01.56 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Zoals in elke democratie
zullen daarover ook in Nederland verschillende meningen bestaan.
01.57 Jef Valkeniers (VLD): (...)
01.58 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Laten we duidelijk zijn.
Wat we hier vandaag voorleggen met het akkoord van alle partijen
van de meerderheid en niet alleen van de meerderheid, want het is
in de commissie unaniem goedgekeurd , zijn duidelijke afspraken
over hoe we in België tegen 2010 de middelen niet alleen op een
coherente manier vooropstellen in de begroting, maar ook besteden.
Hopelijk kunnen wij daar in de commissie samen met u nog vele
debatten aan wijden.
01.58 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Le texte que nous vous
soumettons aujourd'hui et qui
bénéficie de l'assentiment de tous
les partis de la majorité, comporte
des décisions claires sur la façon
dont, en toute cohérence, les
moyens seront inscrits au budget
et dépensés d'ici à 2010 en
Belgique.
De voorzitter: Wij sluiten nu de bespreking van de sector Buitenlandse Betrekkingen. We zouden kunnen
starten met de bespreking van de sector Financiën. Voor dat onderdeel hebben de heren Leterme en
Pieters zich ingeschreven als sprekers. De heer Daems is hier om de opmerkingen door te spelen aan
minister Reynders. Als u aandringt op de aanwezigheid van de heer Reynders, mijnheer Leterme, dan zal
ik de vergadering moeten schorsen.
01.59 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter, collega Reynders 01.59 Rik Daems, ministre: M.
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
heeft mij via een medewerker laten weten dat hij normaal om 18.00
uur ter plaatse zou kunnen zijn. Hij is in het buitenland. Als dat nu
wat langer duurt, heeft dat alleen met transportredenen te maken. Ik
neem echter aan dat hij geen bezwaar heeft om zijn eigen deel
alsnog vandaag te behandelen.
Reynders a fait savoir qu'il
pourrait être présent à 18 h.
De voorzitter: Is dat dan om 18.00 uur?
01.60 Minister Rik Daems: Hij heeft via een medewerker laten weten
dat hij uit het buitenland komt en om 18.00 uur ter plaatse zou
kunnen zijn. Hij komt met het vliegtuig. Hou er dus rekening mee dat
er enige vertraging mogelijk is.
De voorzitter: Collega's, ik heb op dit moment twee ingeschreven sprekers. U weet dat minister Daems
op dit terrein ook uitermate beslagen is. Hij zou inderdaad deze boodschap ook kunnen overbrengen aan
minister Reynders. Vermits de regering vooral ook op dit moment een en ondeelbaar is, vooral ook op dit
moment ...
01.61 Minister Rik Daems: Ik heb er geen bezwaar tegen om als
vervanger voor minister Reynders op te treden.
01.62 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de regering
drijft het gebrek aan respect voor de Kamer zo ver dat ze bij de
bespreking van haar "telefoonboek" zelfs geen vice-eerste minister
afvaardigde naar de Kamer. Ik sta er bijgevolg op dat minister
Reynders vanaf 18.00 uur ter beschikking is om te antwoorden op
vragen die we eventueel zullen stellen. We zullen nog zien of we zelf
om 18.00 uur vrij zijn. In elk geval moet de zitting even worden
geschorst om de minister toe te laten hier aanwezig te zijn.
01.62 Yves Leterme (CD&V): Je
souhaite que le vice-premier
ministre soit présent lors de la
discussion de ce pavé.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, ik probeerde gewoon een overleg tot stand te brengen en te zien op
welke wijze we dit konden oplossen. Er is echter inderdaad geen enkel bezwaar. U mag met recht de
minister vragen stellen over deze gespecialiseerde materie. We zullen dus deze zitting beëindigen.
Le président: Nous attendrons donc l'arrivée de M. Reynders.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 16.58 uur. Volgende vergadering om 18.00 uur.
La séance est levée à 16.58 heures. Prochaine séance à 18.00 heures.
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
CRIV 50
PLEN 289
09/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
MAANDAG 09 DECEMBER 2002
LUNDI 09 DÉCEMBRE 2002
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
SENAAT
SENAT
Overgezonden wetsontwerpen
Projets de loi transmis
Bij brieven van 5 december 2002 zendt de
Senaat over, met het oog op de koninklijke
bekrachtiging, de volgende niet-geëvoceerde
wetsontwerpen:
Par messages du 5 décembre 2002, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, les
projets de loi suivants; le Sénat ne les ayant pas
évoqués:
- wetsontwerp tot invoeging van artikel 466bis in
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
en tot regeling van de toepassing van
artikel 244bis van hetzelfde wetboek op de
inwoners van Nederland (nr. 2062/3);
- projet de loi insérant l'article 466bis dans le
Code des impôts sur les revenus 1992 et
réglant l'application de l'article 244bis du même
code aux résidants des Pays-Bas (n° 2062/3);
- wetsontwerp tot wijziging van sommige
bepalingen betreffende de veiligheid en de
gezondheid van de gebruikers (nr. 1995/4).
- projet de loi modifiant certaines dispositions
relatives à la sécurité et à la santé des
utilisateurs (n° 1995/4).
Ter kennisgeving
Pour information
Evocatie
Evocation
Bij brieven van 3 december 2002 deelt de
Senaat mee dat op 3 december 2002, met
toepassing van artikel 78 van de Grondwet, tot
evocatie is overgegaan van de volgende
wetsontwerpen:
Par messages du 3 décembre 2002, le Sénat
informe de la mise en oeuvre, en application de
l'article 78 de la Constitution, le
3 décembre 2002, de l'évocation des projets de
loi suivants:
- wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van
strafvordering wat het verstek betreft en tot
opheffing van het artikel 421 van hetzelfde
Wetboek (nr. 651/6);
- projet de loi modifiant le Code d'instruction
criminelle en ce qui concerne le défaut et
abrogeant l'article 421 du même Code
(n° 651/6);
- wetsontwerp betreffende de aansprakelijkheid
van en voor personeelsleden in dienst van
openbare rechtspersonen (nr. 1736/5).
- projet de loi relatif à la responsabilité des et
pour les membres du personnel au service des
personnes publiques (n° 1736/5).
Ter kennisgeving
Pour information
REGERING
GOUVERNEMENT
Algemene uitgavenbegroting 2002
Budget général des dépenses 2002
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie over:
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:
- bij brief van 4 december 2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende
de FOD Binnenlandse Zaken;
- par lettre du 4 décembre 2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant
le SPF Intérieur;
09/12/2002
CRIV 50
PLEN 289
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
- bij brieven van 5 december 2002, drie lijsten
met herverdelingen van basisallocaties
betreffende het ministerie van Buitenlandse
Zaken en Buitenlandse Handel;
- par lettres du 5 décembre 2002, trois bulletins
de redistributions d'allocations de base
concernant le ministère des Affaires étrangères
et du Commerce extérieur;
- bij brief van 5 december 2002, twee lijsten met
herverdelingen van basisallocaties betreffende
de Internationale Samenwerking;
- par lettre du 5 décembre 2002, deux bulletins
de redistributions d'allocations de base
concernant la Coopération internationale;
- bij brief van 6 december 2002, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende
het ministerie van Sociale Zaken en
Pensioenen.
- par lettre du 6 décembre 2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant
le ministère des Affaires sociales et des
Pensions.
Verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget
Voorstel van resolutie
Proposition de résolution
Bij brief van 4 december 2002 zendt de
staatssecretaris voor Energie en Duuzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, zijn opmerkingen over
betreffende het voorstel van resolutie van
mevrouw Marie-Thérèse Coenen met
betrekking tot de uitvoering van het federaal
plan inzake duurzame ontwikkeling wat de
mobiliteit betreft (nrs. 1149/1 tot 3) dat de
Kamer op 23 mei 2001 heeft goedgekeurd.
Par lettre du 4 décembre 2002, le secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable,
adjoint à la ministre de la Mobilité et des
Transports, transmet ses observations
concernant la proposition de résolution de Mme
Marie-Thérèse Coenen relative à l'application
du plan fédéral de développement durable en
ce qui concerne la mobilité (n
os
1149/1 à 3) qui
a été adoptée par la Chambre le 23 mai 2001.
Verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven
Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques
VERSLAG
RAPPORT
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Conseil central de l'Economie
Bij brief van 4 december 2002 zendt de
voorzitter van de Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven het technisch verslag van het
secretariaat over de maximale beschikbare
marges voor de loonkostenontwikkeling (N)
over.
Par lettre du 4 décembre 2002, le président du
Conseil central de l'Economie transmet le
rapport technique du secrétariat sur les marges
maximales disponibles pour l'évolution du coût
salarial (N).
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar de commissie voor de
Sociale Zaken
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Recherche scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles
nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture et à la commission des Affaires
sociales
MOTIE
MOTION
Bij brief van 29 november 2002 zendt de
burgemeester van de gemeente Neupré een
door de gemeenteraad aangenomen motie over
betreffende de Grote Prijs Formule 1 van Spa-
Francorchamps.
Par lettre du 29 novembre 2002, le bourgmestre
de la commune de Neupré transmet une
motion, adoptée par le conseil communal,
concernant le Grand Prix de Formule 1 de Spa-
Francorchamps.
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing
Renvoi à la commission de la Santé publique,
de l'Environnement et du Renouveau de la
Société