KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
PLEN 315
CRIV 50
PLEN 315
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
vrijdag
vendredi
17-01-2003
17-01-2003
18:00 uur
18:00 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
INTERPELLATIES EN VRAGEN
1
INTERPELLATIONS ET QUESTIONS
1
Samengevoegde interpellaties en vragen van
1
Interpellations et questions jointes de
2
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de oorlogsdreiging tegen Irak" (nr. 1512)
1
- M. Karel Van Hoorebeke au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les menaces de guerre contre l'Irak" (n° 1512)
2
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "de doorvoer via de Antwerpse
haven van Amerikaans legermateriaal" (nr. 1543)
1
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur
"le transit de matériel militaire américain par le
port d'Anvers" (n° 1543)
2
- de heer Jacques Simonet tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het standpunt van de Belgische regering
betreffende de situatie in Irak" (nr. 1516)
1
- M. Jacques Simonet au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la position
du gouvernement belge concernant la situation
irakienne" (n° 1516)
2
- de heer Dirk Van der Maelen tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van de Belgische regering met
betrekking tot de situatie in Irak" (nr. 1523)
1
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur "l'attitude
du gouvernement belge en ce qui concerne la
situation en Irak" (n° 1523)
2
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de oorlogsdreiging in Irak" (nr. 1524)
1
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les menaces de guerre en Irak" (n° 1524)
2
- de heer Francis Van den Eynde tot de eerste
minister over "de oorlogsdreiging in Irak"
(nr. 1541)
1
- M. Francis Van den Eynde au premier ministre
sur "les menaces de guerre en Irak" (n° 1541)
2
- de heer Vincent Decroly tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de Belgische bijdrage tot de voorbereidselen die
de Verenigde Staten treffen voor een oorlog in
Irak" (nr. 1527)
1
- M. Vincent Decroly au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la
contribution belge aux préparatifs de guerre des
Etats-Unis contre l'Irak" (n° 1527)
2
- de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "de aanwezigheid van Amerikaanse
militairen op het grondgebied van België en de
houding van de regering hieromtrent" (nr. 1530)
1
- M. Pieter De Crem au premier ministre sur "la
présence de militaires américains sur le territoire
belge et la position du gouvernement à ce sujet"
(n° 1530)
2
- de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "de houding van de regering ten aanzien van
de oorlogsdreiging in Irak" (nr. 1540)
1
- M. Pieter De Crem au premier ministre sur
"l'attitude du gouvernement en ce qui concerne
les menaces de guerre en Irak" (n° 1540)
2
- mevrouw Greta D'hondt aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en
aan de minister van Landsverdediging over "de
Amerikaanse aanwezigheid in en rond de kazerne
'Westakkers' in Sint-Niklaas" (nr. A699)
1
- Mme Greta D'hondt au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères et au ministre de
la Défense sur "la présence américaine dans
l'enceinte et autour de la caserne 'Westakkers' à
Saint-Nicolas" (n° A699)
2
- mevrouw Leen Laenens aan de minister van
Landsverdediging over "de militaire transporten
van materiaal en manschappen via de Antwerpse
haven" (nr. A705)
1
- Mme Leen Laenens au ministre de la Défense
sur "les transports de troupes et de matériel
militaire transitant par le port d'Anvers" (n° A705)
2
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van België inzake de oorlogsdreiging
in Irak" (nr. 1532)
1
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la position
de la Belgique par rapport aux menaces de
guerre en Irak" (n° 1532)
2
- de heer Patrick Moriau tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"een mogelijke Amerikaanse militaire interventie
in Irak" (nr. 1538)
2
- M. Patrick Moriau au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "une possible
intervention militaire américaine en Irak"
(n° 1538)
2
- de heer Mark Eyskens tot de eerste minister
over "de houding van de regering in verband met
de ontwikkelingen in Irak en de tegenstrijdige
verklaringen van leden van de meerderheid"
(nr. 1545)
2
- M. Mark Eyskens au premier ministre sur "la
position du gouvernement concernant la situation
en Irak et les déclarations contradictoires de
certains membres de la majorité" (n° 1545)
2
Ordemotie
2
Motion d'ordre
2
Sprekers: Raymond Langendries
, voorzitter
van de cdH-fractie
, Karel Van Hoorebeke,
Orateurs: Raymond Langendries
, président
du groupe cdH
, Karel Van Hoorebeke,
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen
,
voorzitter van de SP.A-fractie
, Francis Van
den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De
Crem, Greta D'hondt, Leen Laenens, Ferdy
Willems, Gerolf Annemans, Patrick Moriau,
Mark Eyskens, Guy Verhofstadt
, eerste
minister
, Claudine Drion, Pierre Chevalier
Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen
,
président du groupe SP.A
, Francis Van den
Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem,
Greta D'hondt, Leen Laenens, Ferdy
Willems, Gerolf Annemans, Patrick Moriau,
Mark Eyskens, Guy Verhofstadt
, premier
ministre
, Claudine Drion, Pierre Chevalier
Moties
49
Motions
49
BIJLAGE
53
ANNEXE
53
INTERNE BESLUITEN
53
DECISIONS INTERNES
53
INTERPELLATIEVERZOEKEN
53
DEMANDES D'INTERPELLATION
53
I
NGEKOMEN
53
D
EMANDES
53
MEDEDELINGEN
53
COMMUNICATIONS
53
REGERING
53
GOUVERNEMENT
53
I
NGEDIEND WETSONTWERP
53
D
EPOT DE PROJET DE LOI
53
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
VRIJDAG
17
JANUARI
2003
18:00 uur
______
du
VENDREDI
17
JANVIER
2003
18:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 18.00 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 18.00 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Louis Michel, Guy Verhofstadt.
De
voorzitter
: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés
Alexandra Colen, André Schellens, Luc Sevenhans, wegens ziekte / pour raison de santé;
Peter Vanhoutte, met zending / en mission.
Interpellaties en vragen
Interpellations et questions
01 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de oorlogsdreiging tegen Irak" (nr. 1512)
- de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste minister over "de doorvoer via de Antwerpse haven
van Amerikaans legermateriaal" (nr. 1543)
- de heer Jacques Simonet tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het standpunt van de Belgische regering betreffende de situatie in Irak" (nr. 1516)
- de heer Dirk Van der Maelen tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van de Belgische regering met betrekking tot de situatie in Irak" (nr. 1523)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de oorlogsdreiging in Irak" (nr. 1524)
- de heer Francis Van den Eynde tot de eerste minister over "de oorlogsdreiging in Irak" (nr. 1541)
- de heer Vincent Decroly tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Belgische bijdrage tot de voorbereidselen die de Verenigde Staten treffen voor een oorlog in Irak"
(nr. 1527)
- de heer Pieter De Crem tot de eerste minister over "de aanwezigheid van Amerikaanse militairen
op het grondgebied van België en de houding van de regering hieromtrent" (nr. 1530)
- de heer Pieter De Crem tot de eerste minister over "de houding van de regering ten aanzien van
de oorlogsdreiging in Irak" (nr. 1540)
- mevrouw Greta D'hondt aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en aan
de minister van Landsverdediging over "de Amerikaanse aanwezigheid in en rond de kazerne
'Westakkers' in Sint-Niklaas" (nr. A699)
- mevrouw Leen Laenens aan de minister van Landsverdediging over "de militaire transporten van
materiaal en manschappen via de Antwerpse haven" (nr. A705)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de
houding van België inzake de oorlogsdreiging in Irak" (nr. 1532)
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
- de heer Patrick Moriau tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "een
mogelijke Amerikaanse militaire interventie in Irak" (nr. 1538)
- de heer Mark Eyskens tot de eerste minister over "de houding van de regering in verband met de
ontwikkelingen in Irak en de tegenstrijdige verklaringen van leden van de meerderheid" (nr. 1545)
01 Interpellations et questions jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les
menaces de guerre contre l'Irak" (n° 1512)
- M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur "le transit de matériel militaire américain par le
port d'Anvers" (n° 1543)
- M. Jacques Simonet au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la position
du gouvernement belge concernant la situation irakienne" (n° 1516)
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'attitude
du gouvernement belge en ce qui concerne la situation en Irak" (n° 1523)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les
menaces de guerre en Irak" (n° 1524)
- M. Francis Van den Eynde au premier ministre sur "les menaces de guerre en Irak" (n° 1541)
- M. Vincent Decroly au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
contribution belge aux préparatifs de guerre des Etats-Unis contre l'Irak" (n° 1527)
- M. Pieter De Crem au premier ministre sur "la présence de militaires américains sur le territoire
belge et la position du gouvernement à ce sujet" (n° 1530)
- M. Pieter De Crem au premier ministre sur "l'attitude du gouvernement en ce qui concerne les
menaces de guerre en Irak" (n° 1540)
- Mme Greta D'hondt au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et au ministre de
la Défense sur "la présence américaine dans l'enceinte et autour de la caserne 'Westakkers' à
Saint-Nicolas" (n° A699)
- Mme Leen Laenens au ministre de la Défense sur "les transports de troupes et de matériel
militaire transitant par le port d'Anvers" (n° A705)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la position de
la Belgique par rapport aux menaces de guerre en Irak" (n° 1532)
- M. Patrick Moriau au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "une possible
intervention militaire américaine en Irak" (n° 1538)
- M. Mark Eyskens au premier ministre sur "la position du gouvernement concernant la situation
en Irak et les déclarations contradictoires de certains membres de la majorité" (n° 1545)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de eerste minister.)
(La réponse sera fournie par le premier ministre.)
02 Motion d'ordre
02 Ordemotie
02.01
Raymond Langendries
(cdH): Monsieur le président, je
demande la parole par motion d'ordre, dans le but de simplifier
quelque peu les travaux et dans la logique de mes déclarations d'hier
à cette tribune.
D'abord, comme je l'ai dit, on pouvait deviner que le vendredi à 18
heures n'était pas nécessairement le meilleur moment. Ensuite, nous
avons appris que le premier ministre avait eu je ne sais comment
appeler cette rencontre une conférence de presse ou en tout cas un
contact avec la presse au sujet de l'Irak. A cette occasion, il a
apporté un certain nombre de réponses à des questions que le
parlement aurait souhaité lui poser, réponses que j'ai lues
entièrement.
Enfin, je tiens à répéter que je ne participerai pas et le cdH non
plus à ce que je considère comme un simulacre de débat
parlementaire. Monsieur le président, vous avez donc un
02.01
Raymond Langendries
(cdH): Ik herhaal in aansluiting op
mijn opmerking van gisteren, dat
vrijdag 18 uur niet het geschikte
ogenblik voor een debat is.
Bovendien heeft de Eerste
Minister gisteren in de loop van de
namiddag contact met de pers
gehad en heeft hij reeds op een
aantal vragen die het Parlement
hem wilde stellen geantwoord.
De cdH zal dus niet deelnemen
aan wat het beschouwt als een
parlementair schijndebat.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
interpellateur de moins.
Le
président
: Monsieur Langendries, je vous signale qu'aucun interpellateur cdH ne figure sur ma liste.
M. Lefevre a retiré son interpellation dans le courant de l'après-midi et a demandé à M. Fournaux
d'intervenir mais M. Fournaux a également retiré son interpellation.
Il faut dire les choses comme elles sont! Je ne sais pas pourquoi ils les ont retirées mais c'était assez tôt
dans l'après-midi!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02.02
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik wil
mijn betoog beginnen met mij aan te sluiten bij het protest van de
heer Langendries.
Mijnheer de minister, we hebben uw strategie duidelijk door. Gisteren
hebt u geweigerd in te gaan op de vraag om het debat te voeren en
na de Ministerraad deze morgen een standpunt in te nemen en naar
de pers te brengen. U wist dat u hierover vandaag in het Parlement
zou ondervraagd worden. Het zou het gemakkelijkst en het meest
aangenaam voor u, mijnheer de eerste minister, als we allemaal
zouden weggaan. Op die manier zou u van deze last van vanavond
verlost zijn. Ik meen echter dat het aangewezen is u vanavond over
deze ernstige problematiek te ondervragen.
Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Buitenlandse
Zaken, ik heet u van harte welkom in dit Parlement, vooral u
mijnheer de eerste minister. Uw houding ten aanzien van dit
Parlement is een houding waarbij u liefst zoveel mogelijk wegblijft als
het gaat over belangrijke aangelegenheden. Als u dan toch moet
komen, zwijgt u liefst zo veel mogelijk. Daarom zijn we verheugd
door uw aanwezigheid. U weet dat we nog altijd in een parlementaire
democratie leven en dat het de opdracht van dit Parlement is om de
regering te controleren en te ondervragen. Vanavond zult u daar niet
onderuit kunnen en zult u moeten antwoorden op de concrete
vragen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de
minister van Buitenlandse Zaken, collega's, alvorens in te gaan op
de zoveelste verdeeldheid van deze paars-groene regering, wil ik het
eerst hebben over de Amerikaanse militaire transporten en de
onwaarheden die deze regering en alle meerderheidspartijen
daaromtrent verspreid hebben.
Collega's, het is bekend dat België momenteel wordt doorkruist door
VS-materieel, dat moet worden verscheept via de Antwerpse haven.
Afgelopen weekend reageerden de regering en alle
meerderheidspartijen met de mededeling dat onze regering hierover
niets te zeggen heeft en dat het allemaal zomaar kan dat een andere
mogendheid zij het een NAVO-bondgenoot 250 treinwagons met
militair materieel over het Belgische grondgebied vervoert. Volgens
de meerderheidspartijen, en bovenal volgens Agalev en de SP.A,
was er geen sprake van enige steun aan de op til zijnde oorlog tegen
Irak en was er geen vuiltje aan de lucht. Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, collega's, ik zeg u hier en vandaag dat
er grote vragen rijzen over de onrechtstreekse steun van de
Belgische regering aan de oorlog tegen Irak.
02.02
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je me joins aux
protestations de M. Langendries.
Nous ne sommes pas dupes de la
stratégie du premier ministre.
Hier, il a refusé la tenue d'un
débat sérieux, pour pouvoir
exposer son point de vue à la
presse aujourd'hui, à l'issue du
conseil des ministres, avant
même de venir à la Chambre!
Evidemment, il serait assurément
plus facile pour lui que nous
partions tous sans poser de
questions. Il serait alors libéré d'un
réel fardeau. L'attitude du premier
ministre consiste à éviter autant
que possible de venir au
Parlement lorsqu'il s'agit d'affaires
importantes et à en dire le moins
possible lorsqu'il consent à nous
rendre visite. Or, nous vivons
encore dans une démocratie
parlementaire et, ce soir, il faudra
bien que le premier ministre
réponde aux questions des
membres de la Chambre qui
exercent leur mission de contrôle.
Les partis de la majorité ont
énoncé beaucoup de contre-
vérités à l'égard des transports
militaires américains qui transitent
sur notre territoire. Ils ont prétendu
n'avoir aucun pouvoir à cet égard.
Aux dires d'Agalev et du SP.A, il
ne s'agit d'ailleurs pas d'une
quelconque forme de soutien à la
guerre en Irak: pour eux, tout va
pour le mieux dans le meilleur des
mondes.
Ces transports militaires
américains soulèvent toutefois
des questions essentielles à
propos d'un appui indirect à la
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Mijnheer de eerste minister, om uw houding ten opzichte van de
Amerikaanse transporten te verantwoorden, hebt u verwezen naar de
SOFA-verdragen van 1951. Wij hebben de moeite gedaan om dat
verdrag eens duidelijk te analyseren en te doorgronden. Ik lees u
graag artikel III, §2, van het SOFA-verdrag voor. Dit artikel handelt
specifiek over het transport van troepen van een NAVO-partner, al
dan niet in NAVO-verband. Het artikel somt de documenten op die
de vreemde troepen in hun bezit moeten hebben om het grondgebied
van een verdragspartner te mogen betreden. Het is in het Engels,
omdat ik de Nederlandse vertaling van het SOFA-verdrag niet heb
ontvangen. U zult echter begrijpen dat mijn Engels even goed is als
uw Frans. Het zal dus zeker begrijpelijk zijn. Ik citeer: "The following
documents only will be required in respect of members of a force.
They must be presented on demand: A. a personal identity card
issued by the sending state showing names, birth, rank and number,
service and photograph.
B. Individual or collective movement order, in the language of the
sending state and in the English or French languages, issued by an
appropriate agency of the sending state or of the North Atlantic
Treaty Organization and certifying to the status of the individual or
group as a member or members of a force and to the movement
ordered".
Dan kom ik aan de belangrijkste passage van het artikel, mijnheer de
eerste minister. Luistert u zeer goed.
"The recieving state may require a movement order to be
countersigned by its appropriate representative".
Welnu, mijnheer de eerste minister en mijnheer de minister van
Buitenlandse Zaken, iedereen die dat leest, komt tot het besluit dat
elke staat die vreemde troepen ontvangt, steeds de mogelijkheid
heeft om een tegenhandtekening te eisen voor het transport en
zodoende een eigen vetorecht kan uitspreken tegen dat
troepentransport.
Mijnheer de eerste minister, ik vraag u: is de interpretatie die ik aan
het artikel dat ik heb voorgelezen geef de juiste interpretatie? Of hoe
leest u dat artikel dan en hoe leest u dan dat soort van verdrag? Ik
zal graag naar uw uitleg daaromtrent luisteren.
Daarenboven zal ik u confronteren met nog een ander citaat, dat
komt uit een analyse van de heer Max Johnson, juridisch adviseur
van de Shape, die hij heeft gehouden ter gelegenheid van een
internationaal colloquium dat heeft plaatsgevonden in september
2001. De titel van zijn bijdrage luidt: "Legal aspects regulating foreign
military presence including permanent military bases and temporary
exercises". Die expert, juridisch adviseur van de Shape, bespreekt de
reikwijdte van de SOFA-verdragen. Ik citeer nogmaals uit zijn tekst,
in het Engels: "Neither the NATO nor the SOFA-treaty permits a
party to unilaterally send armed forces to the territory of another
party. The SOFA merely facilitates admittance by virtue of
constituting a given set of rules if" mijnheer de eerste minister
"consent is given. Consent is always required, but that consent can
take various forms." Hij besluit met het volgende: "So" luister maar
even, specialisten van het leger "that there can be no doubt, it
guerre contre l'Irak.
L'accord SOFA de 1951 énumère
les documents dont doivent être
en possession des troupes
étrangères lorsqu'elles se
déplacent sur le territoire d'un
autre Etat signataire.
(M. Van
Hoorebeke cite un extrait de
l'accord en anglais)
. Il y est
notamment explicitement
mentionné que l'Etat qui accueille
les troupes étrangères est en droit
d'exiger un
movement order
.
L'Etat qui accueille les troupes
étrangères peut donc exiger une
contre-signature pour le transport
et dispose
de facto
d'un droit de
veto. Le premier ministre souscrit-
t-il à cette interprétation?
J'ai sous la main une autre
citation encore, datant de
septembre 2001 cette fois: M.
Max Johnson, conseiller juridique
du SHAPE, dit que ni l'OTAN ni la
SOFA n'autorisent une partie à
procéder unilatéralement à des
mouvements de troupes sur le
territoire d'une autre partie mais
qu'au contraire l'accord de cette
autre partie est toujours requis. Si
on lit le traité SOFA en connexité
avec l'analyse de M. Johnson, on
ne peut que conclure que le
premier ministre pouvait
empêcher le transit des troupes
américaines sur notre sol. Mais le
gouvernement, Agalev et SP.A
compris, n'a pas voulu adopter
une telle attitude.
De deux choses l'une: soit le
gouvernement a donné son
assentiment et, dans ce cas, le
Premier ministre nous ment
depuis un bon bout de temps, soit
il a oublié de vérifier s'il ne lui
était pas éventuellement possible
de refuser ce transit et, dans cette
hypothèse, il a commis une
négligence grave. Agalev et le
SP.A marquent leur opposition
verbalement mais lorsqu'ils sont
en position d'agir vraiment, ils
détournent les yeux. Le Premier
ministre nie-t-il qu'il pouvait
empêcher ces transports de
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
warrants reiterating that while pre-existing SOFA's readily facilitate
the sending and receiving of forces, there is no unilateral right to
send those forces or obligation to accept them without consent on the
part of the receiving state."
Mijnheer de eerste minister, als u het SOFA-verdrag samen met de
analyse die deze expert heeft gemaakt leest, dan denk ik dat u niet
kunt ontkennen dat u de mogelijkheid had om de toestemming al dan
niet te weigeren. Wij kunnen dus niet anders dan besluiten dat de
Belgische regering minstens het recht heeft, mijnheer de eerste
minister, om de doorgang van de Amerikaanse militaire troepen te
weigeren. Uw regering met Agalev en SP.A heeft het vertikt om de
Amerikaanse militairen ook maar één strobreed in de weg te leggen.
Er zijn dan twee mogelijkheden: ofwel hebt u wel toestemming
gegeven aan de Amerikaanse troepen om hier materieel te
verschepen en dan hebt u ons sedert zaterdag en zondag compleet
en constant blaasjes wijsgemaakt; ofwel hebt u nagelaten na te gaan
of u al dan niet de mogelijkheid had om al dan niet toelating te geven
en dan hebt u een grove nalatigheid en een zware fout in die zin
begaan, mijnheer de eerste minister.
Agalev en SP.A verzetten zich enkel met woorden tegen de
Amerikaanse oorlog tegen Irak, maar wanneer het aankomt op
daden, wanneer ze over de macht beschikken om het Amerikaanse
legertransport te verhinderen, doen ze alsof hun neus bloedt. Na
Nepal wentelen Agalev en SP.A zich ook nu weer in de hypocrisie.
Wanneer ze echt iets kunnen doen tegen de opbouw van de
Amerikaanse oorlogsmacht, dan kijken ze de andere kant uit.
Mijnheer de minister, wat is uw concreet antwoord op deze vraag:
ontkent u dat de Belgische regering het transport van de
Amerikaanse troepen kon verhinderen of daartoe al dan niet
voorafgaandelijk toelating moest verlenen? Wij verwachten daarop
een klaar en duidelijk antwoord.
De Nieuw-Vlaamse Alliantie is beschaamd te moeten vaststellen dat
zij de enige partij is die elke deelname of steun aan de oorlog tegen
Irak rechtlijnig afwijst. SP.A en Agalev wringen zich in alle bochten
en laten in hun antwoorden allerlei achterpoortjes open. "Wanneer de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een resolutie goedkeurt om
tot militaire actie over te gaan," en ik citeer Jos Geysels in De
Standaard : "dan rijst voor ons een groot probleem. Op dat moment
moet er een evaluatie binnen de regering gebeuren". Het is duidelijk,
collega's, dat na drie jaar in de regering Agalev al een volleerde
hypocriete taal spreekt. Bent u nu voor of tegen de oorlog in Irak of
bent u enkel voor een oorlog tegen Irak wanneer een of andere
internationale instelling zegt dat u voor moet zijn?
De Nieuw-Vlaamse Alliantie biedt Agalev en SP.A vandaag de
mogelijkheid om hun standpunt duidelijk te stellen. Na de interpellatie
en het antwoord van de eerste minister zullen wij een motie indienen
met de oproep dat België onder geen enkel beding en op geen
enkele wijze, mijnheer de eerste minister, zelfs niet logistiek, steun
verleent aan oorlogshandelingen tegen Irak en in de regio.
De federale regering moet al haar politieke en diplomatieke macht
aanwenden om ook de andere Europese partners te overtuigen om
verdere oorlogsvoering te verhinderen en niet deel te nemen aan een
troupes ou qu'il devait donner son
autorisation à cet effet?
Le N-VA est le seul parti à adopter
une attitude cohérente dans son
refus de la guerre. Tant le SP.A
qu'Agalev se ménagent toujours
une série d'issues de secours. Le
langage hypocrite n'a plus de
secrets pour Agalev après trois
années passées au pouvoir. Les
Verts sont-ils finalement pour ou
contre la guerre?
Nous devons mettre en oeuvre
tous les moyens politiques et
diplomatiques pour éviter la
guerre. Le N-VA espère que le
SP.A et Agalev soutiendront la
motion que nous allons déposer.
Quelle est en fin de compte
l'attitude précise du gouvernement
en ce qui concerne une guerre
contre l'Irak? Si la Belgique devait
y participer d'une façon ou d'une
autre, en quoi consisterait son
soutien: l'envoi de troupes, un
appui logistique ou la mise à
disposition de notre territoire? Le
gouvernement ou un membre du
gouvernement ont-ils déjà pris
certains engagements en cas de
conflit?
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
militaire invasie. Collega's van Agalev en SP.A, ik doe uitdrukkelijk
een oproep naar u. De Nieuw-Vlaamse Alliantie verwacht van u dat u
deze motie mee zult ondersteunen.
Tot slot, mijnheer de eerste minister, ik heb nog twee concrete
vragen na de concrete vraag over het troepentransport over ons
grondgebied. Ten eerste, wat is het standpunt van de federale
regering tegenover een oorlog tegen Irak? Indien de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties instemt met een oorlog tegen Irak, zal
België dan wel of niet meedoen? Zo ja, zal dit gebeuren met inzet
van troepen, het verlenen van logistieke steun of het ter beschikking
stellen van het Belgische grondgebied? Ten tweede, mijnheer de
eerste minister, heeft uw regering via de minister van Buitenlandse
Zaken of Defensie in om het even welk orgaan van de NAVO reeds
toezeggingen gedaan over de steun van België in geval van een
gewapend conflict?
Dit zijn, mijnheer de eerste minister, de vier concrete vragen die wij u
vanavond willen stellen. Wij hopen dat u hierop een concreet en
duidelijk antwoord zult willen geven.
02.03
Jacques Simonet
(MR): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, chers collègues, nous sommes un peu surpris du
débat qui s'est amorcé ce soir car, dans le cadre des travaux de la
commission des Affaires étrangères qui s'est tenue le 2 décembre
2002, nous avions déjà eu l'occasion de prendre connaissance, par la
bouche du vice-premier ministre Michel, de la position du
gouvernement belge concernant la situation en Irak.
Il faut bien constater que, sans réelle justification, sans élément
nouveau à ajouter au dossier, dans l'attente du rapport des
inspecteurs en désarmement devant le Conseil de sécurité des
Nations unies le 27 janvier prochain, un certain nombre
d'intervenants, de qualité d'ailleurs fort variable, ont émis des avis
parfois très contradictoires sur ce que devait être la position ou
l'attitude de la Belgique devant tel ou tel développement de la
situation en Irak.
Nous pensons que la position du gouvernement belge sur des
dossiers de politique étrangère aussi sensibles que celui-ci ne doit en
tout cas pas faire l'objet de polémique politicienne, de
positionnement médiatique comme cela a été le cas ou
d'interventions discordantes de personnes n'ayant pas les
informations nécessaires pour exprimer une opinion pertinente.
Dès lors, clairement, le groupe MR considère que la Belgique doit
parler d'une seule voix, à la fois sur le plan externe mais aussi vis-à-
vis de nos concitoyens et cette voix je m'excuse de le dire c'est
celle du ministre qui est fonctionnellement compétent, en
l'occurrence le ministre des Affaires étrangères.
L'action de la communauté internationale dans ce dossier-ci se base
sur les termes de la résolution 1441 du Conseil de sécurité des
Nations unies. Pour nous, l'engagement qui a été pris par chacun des
Etats de passer par la voie de la sécurité collective, donc la voie des
Nations unies, nous fixe très clairement le cap. Cet objectif, c'est le
désarmement de l'Irak et les moyens utilisés pour obtenir ce
désarmement, ce sont les inspections.
02.03
Jacques Simonet
(MR):
Het debat van vanavond verbaast
ons enigszins. In de Commissie
voor de Buitenlandse
Betrekkingen van 2 december
jongstleden hebben wij immers al
het standpunt van de Belgische
regering bij monde van de heer
Michel gehoord. Zonder werkelijke
rechtvaardiging, zonder nieuwe
elementen en zonder het verslag
van de inspecteurs af te wachten
hebben sommige sprekers
diametraal tegenovergestelde
meningen vertolkt over het
standpunt dat de regering ten
aanzien van Irak zou moeten
aannemen. Voor ons kan in geen
geval rekening worden gehouden
met bekrompen politieke
verklaringen of tegenstrijdige
uitlatingen van mensen die niet
eens over de noodzakelijke
informatie beschikken. België
moet zowel ten aanzien van zijn
eigen bevolking als de
internationale gemeenschap met
een stem spreken, namelijk die
van onze minister van
Buitenlandse Zaken.
De Staten moeten zich houden
aan de VN-resolutie 1441. Elke
Staat heeft zich ertoe verbonden
bij te dragen tot de
georganiseerde collectieve
veiligheid binnen het kader van de
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
L'Irak, bien évidemment de son côté doit faire montre à nos yeux
d'une coopération entière et active en fournissant tous les éléments
nécessaires au bon accomplissement des inspections.
Ces inspections permettront de faire la lumière sur les questions
restées, jusqu'à présent, sans réponse. A cet égard, monsieur le
président, M. Blix et M. El-Baradei sont intervenus devant le Conseil
de sécurité, il y a quelques jours, le 9 janvier, pour faire le point sur
l'état d'avancement des travaux. Ils ont indiqué que si les inspections
se déroulaient sans incident et à un rythme soutenu à ce jour, en
revanche, la déclaration de l'Irak du 8 décembre sur ses programmes
d'armement de destruction massive laissait sans réponse un certain
nombre de questions techniques sur lesquelles je ne m'appesantirai
pas. Il faut donc très clairement que les inspecteurs puissent
poursuivre leur travail pour faire la lumière sur ces questions qui
aujourd'hui restent sans réponse.
A cet égard, incontestablement à nos yeux, la date du 27 janvier est
une échéance importante, puisqu'elle permettra d'examiner le rapport
qui sera fait par M. Blix et M. El-Baradei. Il convient, selon nous, à
chaque étape, d'accroître les chances et la capacité d'efficacité de la
communauté internationale, et donc de tirer les leçons que nous
fournira ce rapport d'étape. Il faut avancer, chaque fois davantage à
nos yeux, vers ce qui reste l'objectif principal: le désarmement de
l'Irak, dans le cadre, je le répète, de l'action collective et nous devons
donner toutes ses chances à la paix dans le cadre d'un système de
sécurité collective qui fonctionne.
Tant que la logique des inspections, cette logique de coopération
choisie par la communauté internationale peut être mise en place, il
n'y a pas de raison, à ce jour, de choisir d'autres moyens. Si, en
revanche, cette logique devait montrer ses limites à la suite, par
exemple, d'une absence de coopération de l'Irak ou si les inspections
devaient démontrer des violations patentes par l'Irak de ses
engagements tels que contenus dans la résolution 687du Conseil de
Sécurité du 3 avril 1991, c'est-à-dire précisément la destruction de
ses armes de destruction massive et de ses missiles balistiques à
longue portée, alors le Conseil de Sécurité des Nations unies
arrêterait une nouvelle résolution, qui pourrait prévoir une
intervention militaire. Mais, répétons-le, l'usage de la force ne pourra
être considéré, de toute manière, qu'en dernier recours.
En conclusion, monsieur le président, j'insisterai sur un certain
nombre de points qui nous paraissent particulièrement importants.
Le désarmement de l'Irak est une obligation, non seulement pour le
Moyen-Orient mais également pour le monde entier. C'est un
problème de paix, je le répète, et un problème de sécurité collective.
Nous devons donc le résoudre collectivement. Et le cadre prévu pour
cette résolution collective, c'est le cadre des Nations unies, c'est le
cadre du Conseil de sécurité. C'est le seul qui soit légitime, c'est le
seul qui encadre le recours à la force par le droit international et
donc, sous peine d'être discréditée, l'action internationale ne peut pas
s'affranchir des principes sur lesquels elle se fonde: le respect du
droit, la responsabilité, l'équité.
La communauté internationale ne saurait donc recourir à la guerre
VN, en die verbintenis is bepalend
voor de te varen koers. De
inspecteurs hebben de stand van
zaken van hun werkzaamheden
toegelicht. De verklaringen van
Irak van 8 december geven geen
antwoord op bepaalde vragen. De
VN-wapeninspecteurs hebben
meer tijd nodig om hun opdracht
te volbrengen. 27 januari is een
belangrijke datum: dan zullen we
kennis kunnen nemen van het
rapport van de inspecteurs. Via
collectieve veiligheid moeten we
de vrede alle kans van slagen
geven. Dat is op dit moment het
geschikte instrument. Als dat niet
zou volstaan, zal de VN-
Veiligheidsraad een nieuwe
resolutie goedkeuren.
Het gebruik van geweld moet de
ultieme stap, het laatste redmiddel
zijn. Irak moet ontwapend worden,
dat zijn we de hele wereld
verplicht. Dit probleem heeft alles
te maken met de collectieve
veiligheid, en moet collectief
worden opgelost. Dat moet binnen
het kader van de VN gebeuren.
Het is ook het enige legitieme
kader waarbinnen dat kan
gebeuren. Het internationale
optreden jegens Irak moet de
principes waarop de VN gestoeld
zijn, respecteren, zoniet wordt de
organisatie in diskrediet gebracht.
Tegelijk moet de boodschap voor
de Irakese leiders duidelijk zijn.
Laten we die boodschap dus
vooral niet vertroebelen. De
internationale gemeenschap moet
alles in het werk stellen om de
vrede te bewaren. Zoals Malraux
al schreef, komt de overwinning
toe aan diegenen die oorlog
gevoerd hebben omdat het moest,
niet omdat ze het wensten.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
qu'en dernière extrémité, une fois que toutes les autres options
auront été épuisées. Et bien évidemment, l'éventuelle décision
d'utiliser la force doit être explicite et être prise par le Conseil de
sécurité de l'ONU, sur base d'un rapport motivé des inspecteurs.
Dans le même, temps, et ce sera ma conclusion, monsieur le
président, monsieur le premier ministre, chers collègues, le message
adressé aux responsables irakiens doit être clair. De grâce, ne le
brouillons pas par certaines déclarations malencontreuses. Une
dernière chance est offerte et proposée à ces responsables irakiens
de désarmer dans la paix et j'ose croire que personne au sein de
cette assemblée, même si, je le répète, la guerre n'est pas écrite, ne
mettra en cause le principe selon lequel la communauté
internationale doit être unie et déterminée pour assurer la paix et la
sécurité.
Pour conclure, je citerai les mots d'André Malraux au lendemain de
la seconde guerre mondiale: "Il est juste, mes chers collègues, que la
victoire appartienne à ceux qui ont fait la guerre sans l'aimer".
02.04
Dirk Van der Maelen
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de eerste minister, collega's, wij in de SP.A-fractie zijn bang dat we
afstevenen op een oorlog. Wij stellen vast dat dag na dag de militaire
opbouw in de Golf voortgaat. Wij zijn bang dat er een bijna
onomkeerbare situatie gecreëerd wordt, dat we stap voor stap
meegezogen worden in een militaire machine. Wij kennen de
machtsverhoudingen in de Verenigde Staten tussen het State
Department, het Pentagon en de raadgevers van Bush. Ik herinner
me uit 1991 het vorige Golfconflict dat er een soort van
bewustzijnsvernauwing ontstaat op zo'n moment. Om dit te beletten,
wil ik toch nog even onder de aandacht brengen welke risico's een
oorlog inhoudt.
Ik ben echt bang, en samen met mij mijn collega's, omwille van het
ontbreken van een echte risico-analyse. Laten wij niet vergeten dat
een oorlog vele slachtoffers zal maken. Laten wij niet vergeten dat
een oorlog het Midden-Oosten in brand kan zetten. Laten wij niet
vergeten dat er een onherstelbare schade aan het vredesproces in
het Midden-Oosten kan aangebracht worden. Laten wij niet vergeten
dat er repercussies kunnen zijn tot op ons eigen continent wat betreft
interne veiligheid. Laten wij niet vergeten dat er zware economische
gevolgen kunnen zijn. Laten wij niet vergeten dat de kostprijs enorm
is. Volgens ramingen gaat de kostprijs van een oorlog van vijftig
miljard US $ tot 1.900 miljard US $. Veel andere en betere zaken
zouden met dit geld kunnen gedaan worden.
Naast het ontbreken van die risicoanalyse wil ik toch even
benadrukken dat ik bang ben dat de echte uitdaging, het echte risico
waar de internationale gemeenschap voor staat, met name het
gevaar van het terrorisme, door dit conflict teruggedrongen wordt en
dat het zeker geen bijdrage levert tot een meer efficiënte strijd tegen
het terrorisme. Integendeel, ik vrees dat een oorlog zal leiden tot een
aangroei van Bin Ladens in de rest van de wereld en dat we met
meer problemen zullen worden geconfronteerd.
Laatste punt dat ik op een volgende interpellatie volgende week zal
ontwikkelen: laten wij niet vergeten dat achter dit conflict wel eens
een Amerikaanse poging zou kunnen schuilgaan om een eerste keer
02.04
Dirk Van der Maelen
(SP.A): Notre groupe craint que
nous ne nous acheminions vers
une guerre. La présence militaire
dans le Golfe s'étoffe de jour en
jour. Nous risquons d'être
emportés par cette machine
militaire. Lors de la crise
précédente dans le Golfe, en
1991, nous avons pu constater
une sorte de perte du sens des
réalités. Pour éviter un tel
phénomène, il faut attirer
l'attention sur les risques d'une
guerre.
Il n'y a pas de véritable analyse
des risques. Une guerre pourrait
faire de nombreuses victimes. Elle
pourrait embraser le Moyen-
Orient. Les conséquences
économiques seraient lourdes. Il y
a en outre le facteur coût: les
estimations concernant le coût
d'une guerre éventuelle
s'échelonnent entre 50 et 1900
milliards de dollars. Le véritable
danger auquel la communauté
internationale est confrontée
celui du terrorisme
ne
disparaîtra certainement pas par
ce conflit, bien au contraire. A cet
égard, je crains qu'une guerre ne
nous expose à davantage de
problèmes encore. N'oublions pas
par ailleurs que ce conflit pourrait
bien dissimuler une tentative
américaine d'appliquer pour la
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
het concept van de preventieve oorlog the preventive strike de
eerste keer toe te passen.
Wij in de SP.A zijn bang dat we afstevenen op een oorlog. Wat
denken wij dat we kunnen en moeten doen om een oorlog te
voorkomen? Wij denken in de eerste plaats dat er verder via de VN
een actief diplomatiek offensief moet worden ingezet om een oorlog
te voorkomen. Cruciaal om te beletten dat we komen tot een oorlog,
een unilaterale oorlog opgezet door de VS, hebben wij nood aan een
Europees eensgezind standpunt. De standpunten van de
verschillende Europese regeringen in de laatste weken bekijkend,
denk ik dat we een consensus kunnen bereiken en dat als we met de
15 daar gaan achter staan, wij voldoende gaan kunnen wegen op het
verder verloop van het conflict. Wat kan die consensus zijn? Die
consensus lijkt mij te kunnen worden dat er meer tijd moet gegeven
worden aan de VN en aan de VN-wapeninspecteurs om hun werk te
doen.
De recente vondst van de VN-wapeninspecteurs bewijst dat het
mogelijk is via dit kanaal te onderzoeken of Saddam Hoessein en
zijn regime nog in het bezit zijn van massavernietigingswapens. Dat
is de Europese consensus die we hierover moeten zoeken.
Ten tweede, het standpunt van de SP.A is dat de wapeninspecties
moeten kunnen doorgaan. Men moet Unmovic de tijd laten en de
mogelijkheid bieden de bevoegdheden uit te putten die zij kreeg door
alle genomen resoluties. Niet alleen door resolutie 1441, maar ook
door resolutie 1284 van 1999 die onder meer Hans Blix de
bevoegdheid geeft om uiterlijk op 27 maart een rapport neer te
leggen over de houding en de gedragingen van het regime en
eventueel bijsturingen te doen van de sancties die gelden ten
aanzien van dat regime.
Het derde punt van onze stelling is dat er op grond van de rapporten
van de VN-inspecties een debat moet komen in de Veiligheidsraad.
Dit debat moet in eerste instantie, als het leidt tot een nieuwe
resolutie, niet noodzakelijkerwijs direct leiden tot een resolutie
waarbij geweld wordt toegestaan. Een eerste resolutie die na de
bespreking van de rapporten zou volgen, kan een resolutie zijn
waarbij wij een strenger en aangepast regime opleggen aan Saddam
Hoessein en aan Irak om een nog betere werking van de VN-
inspecties toe te laten.
Ten vierde, het spreekt voor zich dat er maar sprake kan zijn van
een legitieme oorlog indien er een nieuwe VN-resolutie komt. Die
nieuwe resolutie moet steunen op duidelijke bewijzen van de
aanmaak en het bezit van vernietigingswapens. Indien men een
nieuwe resolutie aanneemt die niet steunt op bewijzen, heb ik
persoonlijk grote twijfels over het gerechtvaardigd zijn van een
oorlog.
Het vijfde punt betreft de formele vraag van de Verenigde Staten aan
de NAVO. Ik denk dat wie de zaken correct bekijkt en vertrekt van
het gegeven waarover er volgens mij een kamerbrede consensus
bestaat, namelijk dat de VN hierin richtinggevend moet zijn en dat
een gewapend conflict slechts mogelijk is na een tweede resolutie,
enkel maar tot de vaststelling kan komen dat de vraag van de
Verenigde Staten aan de NAVO nu nog niet door België kan worden
première fois le concept de guerre
préventive.
Comment pouvons-nous éviter
une guerre? Nous devons
poursuivre l'offensive
diplomatique active par
l'intermédiaire de l'ONU. L'Europe
doit également adopter une
position commune. Il me paraît
possible de parvenir à un
consensus au niveau européen
sur la nécessité d'accorder
davantage de temps aux
inspecteurs des Nations Unies
présents en Irak.
Un débat doit être mené au sein
du Conseil de sécurité sur la base
du rapport des inspecteurs de
l'ONU. Ce débat ne doit pas
nécessairement déboucher sur
une résolution impliquant le
recours à la violence mais peut
également donner lieu à une
résolution imposant à Saddam
Hussein un régime sévère adapté.
Il est clair que la légitimité d'une
guerre éventuelle ne pourra être
garantie que sur la base d'une
nouvelle résolution de l'ONU
reposant sur des preuves
incontestables de la présence
d'armes de destruction massive
en Irak.
En ce qui concerne la demande
formelle adressée par les Etats-
Unis à l'OTAN, il est évident qu'il
ne pourra y être répondu que
lorsque la position de l'ONU sera
connue.
En fin de compte, nous nous
réjouissons que l'ensemble des
partis politiques se soient
prononcés contre un engagement
militaire actif de la Belgique dans
une guerre contre l'Irak.
Notre groupe déterminera sa
position en fonction non de
George Bush mais de Kofi Annan
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
beantwoord. Wij kunnen die vraag slechts beantwoorden als we
weten wat het standpunt van de VN is. Enkel op dat moment kunnen
we met kennis van zaken, als we weten of dit een legitiem conflict is,
een antwoord geven op die vraag.
Ik stel ten slotte met genoegen vast dat inmiddels vrijwel alle partijen
zich hebben uitgesproken tegen een militair actief engagement van
België. De SP.A-fractie had dit als eerste reeds in de kerstvakantie
gevraagd. Wij zijn van oordeel dat Belgische militairen niet actief
horen te zijn in dit conflict.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af. Ik wil ons standpunt in één zin
samenvatten. Voor de SP.A-fractie is het niet George Bush, maar
Kofi Annan die zal dienen als richtpunt voor onze houding en onze
positie in dit conflict.
02.05
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, het gaat hier over vrede of
oorlog. Wat dat laatste betreft, hebt u, mijnheer de eerste minister,
gisteren en vandaag minstens één zaak bewezen, te weten dat
indien de Amerikanen ooit nood hebben aan specialisten inzake
torpederen, zij op u een beroep kunnen doen. Zij zouden op niemand
beter een beroep kunnen doen, want u hebt gisteren zeer deskundig,
snel en efficiënt, het parlementaire debat over deze belangrijke
materie totaal getorpedeerd. Of ik u daarvoor moet feliciteren, is een
andere zaak.
Subtiel hebt u het nochtans niet aangepakt, mijnheer de eerste
minister. Voorstellen dat men over zo'n belangrijke zaak een
minidebat zou houden, toont aan dat u met de mening van het
Parlement niet veel rekening wil houden. U was nog minder subtiel
toen u gisterenmiddag heel eventjes hier binnenwipte. Toen de heer
Leterme en de heer Annemans aan de voorzitter het woord vroegen
om u te vragen waarom u gisteren niet antwoordde op de
interpellaties, zat u vanop uw plaats te roepen: "Neen, neen,
stemmen!" Alsof u bevelen kon uitdelen aan het Parlement. Hier
werd nog maar eens aangetoond dat in tegenstelling met wat in een
democratie geldt, de uitvoerende macht in ons land zich zeer weinig
gelegen laat aan de wetgevende macht. Toch waren in tegenstelling
met wat de heer Simonet daarnet zei toen hij verwees naar een
interpellatieronde op 2 december 2002, bijna twee maanden geleden
de vragen en de interpellaties absoluut op hun plaats.
De heer Simonet is ons komen vertellen dat België met één stem
moest spreken. Het spijt mij: ik heb de jongste weken met veel
aandacht het debat over het komende conflict met Irak gevolgd en ik
heb enkel kunnen vaststellen dat de regeringspartijen niet met één
stem spraken, maar integendeel zorgden voor een totale kakofonie.
De groenen lieten bij monde van onder meer staatssecretaris
Boutmans weten dat België niet mocht deelnemen aan die oorlog,
zelfs indien de UNO daartoe de toestemming gaf. Dat werd met veel
klem benadrukt. Ondertussen reed het Amerikaanse
oorlogsmateriaal gezapig door ons land en werd het heel deskundig
verscheept vanuit Antwerpen.
De PS bakte het zo mogelijk nog bruiner. Het is nog geen tien dagen
geleden dat de heer Di Rupo het had over "de schurkenstreken van
Bush." Ik hoorde hem bijna zeggen: Bush, salot, le PS aura ta peau.
02.05
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): La paix ou la
guerre, telle est la question. Le
premier ministre nous a d'abord
proposé d'organiser un mini-
débat. Il a ensuite refusé de
répondre aux questions du
Parlement pour finalement
imposer le silence aux membres
et enjoindre ceux-ci de passer
immédiatement au vote de l'ordre
du jour. Voilà le spectacle auquel
nous avons assisté hier. Tout cela
témoigne d'un mépris profond à
l'égard du pouvoir législatif.
Entre-temps, les partis de la
coalition s'expriment dans la
presse en sens divers. Alors que
le matériel de guerre américain
transite sans entraves par notre
territoire et qu'il est embarqué à
Anvers, les Verts annoncent, par
la voix du secrétaire d'Etat
Boutmans, que, même dans le
cadre d'un mandat de l'ONU, la
Belgique ne peut participer à ce
conflit, Elio Di Rupo se lance dans
une tirade sur les mauvais tours
joués par Bush et le SP.A
souhaite encore réfléchir un peu.
Et alors que le ministre Michel
annonce que la Belgique
représente pour les Américains le
plus virulent opposant à la guerre,
ce qui risque certainement de
faire perdre le sommeil au
président Bush, le gouvernement
refuse de prendre position devant
le Parlement.
Le gouvernement a déclaré
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Maar ondertussen reed ondanks het feit dat de PS deel uitmaakt
van de regering het Amerikaanse oorlogsmateriaal gezapig door
Vlaanderen om er ingescheept te worden in Antwerpen.
De SP.A nam ongeveer dezelfde houding aan, al moet ik zeggen dat
ik vanmorgen plots hoorde dat de SP.A, indien de Verenigde Naties
het licht op groen zetten, over de zaak nog wilde nadenken.
Ik dacht dat men in de politiek altijd moest nadenken, vooral als het
gaat over oorlog en vrede, maar de SP.A gaat nu nadenken.
Inmiddels bereikte het Amerikaanse oorlogsmateriaal Antwerpen en
werd het daar ingescheept.
Onze minister van Buitenlandse Zaken spande de kroon. Inderdaad,
eergisteren nog verklaarde hij in Het Laatste Nieuws, ik citeer: "De
Amerikanen weten zeer goed dat van alle Europese landen België de
hardste tegenstander is van een oorlog". Ze liggen er zeker van
wakker, in Washington! Ik zie Bush al, bij het slapengaan, tegen zijn
vrouw zeggen: "Belgium, Belgium, what a problem, Belgium!".
Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, zouden wij niet
beginnen met wat nederiger te worden? Het is niet de eerste keer dat
u Jerommekes-taal gebruikt. Ik herinner mij nog dat u bij de
verkiezing van de Amerikaanse president aankondigde dat u liever
zijn tegenspeler aan de macht had zien komen. Ik denk dat Bush
daarvan ook wakker heeft gelegen. Ik hoop het voor u.
Ondertussen evolueert de zaak en weigert de regering in het
Parlement standpunten in te nemen. Deze namiddag kwam er dan
eindelijk een boodschap, maar niet voor het Parlement. Immers,
mijnheer de voorzitter, zoals gisteren reeds werd voorspeld, was dit
debat vandaag in feite op voorhand al uitgespeeld, aangezien wij
zeer goed wisten dat deze namiddag omstreeks 15.00 uur het
antwoord zou komen. Hoe dan ook, er werd iets medegedeeld.
Eerst en vooral werd er medegedeeld dat wij geen soldaten zouden
sturen. Daarvan was evenwel nooit sprake. Niemand heeft dat ooit
gevraagd. De regering had het nog straffer kunnen uitspelen door
aan te kondigen dat er geen duikboten en geen vliegtuigschepen
zouden worden ingezet.
Voorts werd medegedeeld dat er wordt gewacht op een tweede
resolutie van de UNO en dat men wil handelen in NAVO-verband.
Wat horen wij, mijnheer de voorzitter? Wij horen geen protest meer
van de PS, noch van de SP.A en nog veel minder van de groenen.
Die partijen hebben duidelijk een bocht genomen om, als soldaatjes,
mooi in het gelid te gaan staan en zij hebben, samen met de eerste
minister, een wazige verklaring afgelegd zonder veel inhoud, tenzij
dat zij wel tegen deze oorlog zijn, maar dat zij er toch niet echt zullen
tegen ingaan.
Bijgevolg meen ik, mijnheer de voorzitter, dat het Parlement al
sedert twee dagen wordt belachelijk gemaakt om ten slotte een
verklaring af te leggen met slechts een doel, met name de regering
overeind te houden en iedereen een klein beetje in het gelid te doen
marcheren. Dat de groenen en de socialisten dit voor hun deel
nemen dat is hun zaak, maar het zal wellicht niet worden
aujourd'hui que la Belgique
n'enverra pas de soldats et qu'il
attendra une deuxième résolution
de l'ONU. Le PS et le SP.A font
alors subitement volte-face et
déclarent que, même s'ils sont
toujours opposés à la guerre, ils
n'entreprendront rien pour
l'empêcher. La déclaration de
gouvernement n'a clairement
servi qu'à maintenir le
gouvernement en place et à
resserrer les rangs de la majorité.
Si l'on se moque du Parlement
depuis quelques jours, c'est
uniquement pour permettre au
gouvernement de se traîner
jusqu'aux élections.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
geapprecieerd door hun achterban.
02.06
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, la
première demande d'interpellation sur le sujet qui nous réunit ce soir,
je l'ai déposée ici-même au Parlement le 18 septembre 2002 pour
parvenir, après huit longues semaines, à un débat sur cette
interpellation en commission des Relations extérieures peu après
l'adoption par les Nations unies de la résolution 1441, le 12
novembre 2002 seulement, pour obtenir encore plus tard, le 21
novembre, un petit débat en séance plénière de la Chambre et un
vote. Une nouvelle fois, toutes les communications politiques du
monde, toutes les émissions télévisées et même toutes les
manifestations pacifistes ne vaudront jamais les votes que nous
émettons dans notre Assemblée, qu'il s'agisse de pour, de contre ou
d'abstentions.
Cher monsieur Van der Maelen, vous qui vous targuiez il y a un
instant d'avoir été le premier parti à vous distancer de cette guerre,
le 21 novembre 2002, votre parti, celui des socialistes francophones,
les députés des Verts, Ecolo et AGALEV, ont eu à évaluer
l'opportunité d'appuyer une motion de recommandation. Je voudrais
vous la relire car elle tient en deux points très brefs: `'La Chambre
demande au gouvernement de s'abstenir de tout signal politique et a
fortiori de toute décision de soutien logistique ou opérationnel à la
guerre préparée par les États-Unis contre l'Irak; de militer pour la
levée de l'embargo contre l'Irak et le démantèlement de toutes les
armes de destruction massive stationnées au Proche-Orient,
conformément à la résolution 687 de l'ONU.''
C'est intéressant, les déclarations, les articles de presse, les
délégations devant le ministère des Affaires étrangères il y a
quelques jours, madame Laenens, c'est très intéressant, mais c'est
tout de même dommage qu'ici, concrètement, un jour comme le 21
novembre, lorsque vous êtes confrontés à une recommandation
aussi simple et aussi claire, on ne trouve aucun d'entre vous, ni chez
les socialistes francophones et néerlandophones ni chez les Verts,
pour la soutenir. Tous, vous l'avez rejetée et vous l'avez fait pour des
raisons qui me paraissent aujourd'hui toujours aussi floues. En effet,
la réponse du ministre des Affaires étrangères que vous soutenez, en
commission des Relations extérieures, pouvait se résumer
finalement, en ce qui concerne les préparatifs de guerre évidents, à
une mauvaise foi persistante face au revirement de position de
Bagdad, par exemple en matière d'accès au territoire pour les
inspections onusiennes. Ce discours de M. Michel tenait
essentiellement en une position du type: `'Nous ne sommes ni pour ni
contre.''
Ainsi, on pouvait entendre M. Michel indiquer sur sa gauche qu'il y
avait de bonnes raisons de croire qu'il y avait effectivement un
agenda caché dans la manière dont M. Bush était en train de
planifier depuis plusieurs mois ce qui se préparait, notamment en
matière d'accès et de contrôle de certaines ressources énergétiques.
On pouvait l'entendre dire, toujours sur sa gauche, qu'il éprouvait
divers malaises et ensuite, sur sa droite, dire qu'il ne pouvait pas
néanmoins faire ce que je lui demandais, c'est-à-dire se distancier
dès cet instant de tous ces préparatifs dans la mesure où, je le cite
textuellement: `'Je ne souhaite pas émettre un signal contre-productif
à l'égard de l'Irak qui doit se soumettre de bonne foi à ces
02.06
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Ik had op 18
september een
interpellatieverzoek ingediend. Op
12 november werd dan eindelijk
gedebatteerd in de commissie
voor Buitenlandse Betrekkingen
en op 21 november hadden we
een kleine bespreking gevolgd
door een stemming in plenum.
Mijnheer Van der Maelen, u gaat
er prat op dat de sp.a de eerste
partij was die zich distantieerde
van de voorbereidselen die met
het oog op de oorlog in Irak
werden getroffen maar de dag van
de stemming, namelijk 21
november, hebt u de motie van
aanbeveling in dit verband niet
gesteund.
Zowel de sp.a als de PS en
Ecolo/Agalev hebben tegen de
motie gestemd. Hun
beweegredenen waren niet
duidelijk.
Minister Louis Michel blies tijdens
zijn antwoord in de commissie
zowel koud als warm. Enerzijds
stelde hij dat Bush inderdaad een
verborgen agenda kon hebben en
anderzijds wilde hij zich niet
distantiëren van de
troepenontplooiing omdat dat ten
aanzien van Irak een
"contraproductief signaal" zou zijn.
Het signaal is het groen licht dat
de preventieve verdediging tegen
Irak verantwoordt. Ik vraag u de
recente informatie te bevestigen
dat de Shape in Bergen en de
Navo in Brussel zouden
functioneren als centra voor in
Afghanistan gevoerde acties en
dat de Antwerpse infrastructuur
zou worden gebruikt als
doorvoerhaven voor militair
materieel van de Verenigde
Staten naar de Golf. Ik citeer
generaal Thomson van de United
Trade Transportation Command
uit zijn dankwoord tot de
Europeanen: "De Europeanen
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
inspections et vis à vis de qui le maximum de pressions
internationales doit être maintenu le plus longtemps possible''. C'était
le discours de M. Michel.
Évidemment, le problème, c'est que `'le signal contre-productif'' n'est
peut-être pas émis vis à vis de Saddam Hussein, mais il est émis
selon moi vis à vis de M. Bush qui, lui, continue et qui le considère
manifestement comme un feu vert à son aventure vers ce qu'il
appelle la légitime défense préventive vis-à-vis de l'Irak.
Aujourd'hui, je voudrais quand même demander formellement à M. le
ministre des Affaires étrangères et à M. le premier ministre de
confirmer, infirmer ou nuancer des informations qui nous sont
revenues. Pour ce qui concerne plus spécifiquement des évolutions
récentes perceptibles à partir du territoire belge, il semble que les
quartiers généraux du Shape à Mons et de l'OTAN à Bruxelles
fonctionneraient désormais comme principaux centres de
commandement pour les opérations menées en Afghanistan. On aide
les Américains à délester le front afghan pour leur permettre de
mieux se reconcentrer vers leur prochaine priorité irakienne. Par
ailleurs, plus concrètement, les infrastructures du port d'Anvers
seraient substantiellement mises à contribution pour acheminer vers
la région du Golfe d'importantes quantités de matériel militaire des
Etats-Unis.
Dans un discours prononcé à Anvers justement, le 27 avril 1999, le
lieutenant général Thomson du United States Transportation
Command nous dit dans un discours vibrant adressé aux
Européens pour les remercier de leur aide logistique lors de la
première offensive contre l'Irak et je le cite, "vous en Europe, vous
avez massivement soutenu les efforts de transport de bien des
manières. Des compagnies de bus ont aidé à amener nos troupes sur
les aéroports; vos ports d'Europe septentrionale ont été remplis
d'équipements militaires et de munitions; le Rhin est devenu une
véritable autoroute pour des milliers de tonnes de matériel militaire à
acheminer; vos voies de chemin de fer ont été mises également à
contribution et parce que nous avions tant et tant de nos véhicules
pleinement utilisés ou envoyés en Arabie Saoudite, les armées des
Pays-Bas, de France, de Belgique et de Grande-Bretagne ont mis
leurs camions à disposition et leurs unités pour nous aider. De
même, les procédures de vérification frontalière ont été accélérées
pour permettre à nos convois et à nos trains de passer plus
rapidement. Vos aéroports et vos lignes aériennes ont aussi
contribué". Voilà ce que l'on disait peu après l'opération Desert Storm
pour remercier les Européens. Je voudrais savoir si, aujourd'hui,
d'après les indices répétés que nous pouvons maintenant détecter,
les Américains disposent des mêmes facilités dans ces domaines.
Monsieur Van der Maelen, pour terminer, vous dites qu'il ne faut pas
envoyer un seul soldat ni un navire belge dans cette guerre. C'est
évidemment un souci que je partage. Mais croyez-vous franchement,
au niveau du perfectionnement technologique atteint par les Etats-
Unis, qu'ils se soucient de votre soutien en hommes, frégates ou que
sais-je? Ce n'est pas de cela dont ils ont besoin. Ils ont besoin et
c'est d'ailleurs en train de devenir la mission essentielle de l'OTAN
du soutien diplomatique des Européens, y compris la Belgique, d'un
soutien politique par rapport à ce qui est en train de se préparer et de
votre passivité, de votre neutralité perméable par rapport à toute la
hebben veel inspanningen
geleverd om ons te helpen bij het
transport. Er werd gebruik
gemaakt van de havens,
autobussen, transport over zee en
per spoor. De Nederlanders, de
Fransen, de Belgen en de Britten
hebben hun vrachtwagens en
eenheden ter beschikking gesteld
om ons te helpen."
Hebben de Amerikanen
momenteel dezelfde faciliteiten
gekregen? Hebben de Verenigde
Staten uw logistieke steun nodig?
Neen, ze hebben uw politieke
steun nodig en uw
onverschilligheid. Via de haven
van Antwerpen wordt een
gigantische hoeveelheid materieel
getransporteerd. Het is de
handigste haven van heel Europa.
België heeft ondertussen de
reputatie van de meest gelaten
medewerker.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
logistique dont leur victoire dépend quasiment exclusivement.
Si vous ne voulez pas de guerre, il y a une chose à faire: vous
départir dès à présent, et en tout cas tant que l'on n'a pas plus
d'indications sur ce qui est en train de transiter par Anvers. Il est clair
que c'est par Anvers, considéré par les Américains comme l'un des
ports les plus sûrs ou les plus pratiques d'Europe, que transite une
masse importante de matériel. La Belgique a donc bien non pas le
statut d'opposant le plus ferme à la guerre, que vous dites craindre,
mais le statut de collaborateur le plus résigné.
A l'issue de ce débat et en fonction de la réponse du ministre, je
déposerai éventuellement une motion de recommandation.
02.07
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, collega's, het feit dat hier gisteren een convocatie
plaatsvond voor deze interpellaties waarvan ik er al één vorige
week zaterdag had ingediend is eigenlijk echt symptomatisch voor
de toestand van de regering en het Parlement. Wij hebben gisteren
een rotstreek meegemaakt in de parlementaire geschiedenis. Ik ga er
niet verder bij blijven stilstaan. Collega Leterme heeft dat gisteren
ten overvloede gedaan.
Mijnheer de eerste minister, u bent zo wijs geweest om een
verkiezingsdatum vast te leggen om de groenen te kunnen
ontwapenen. U wist perfect welke problemen op u zouden afkomen.
Een mogelijke deelname aan een conflict in Irak is wellicht het
belangrijkste. Een actieve deelname zou wellicht het vertrek van de
groenen uit uw regering met zich hebben gebracht. U hebt hun dat
drukkingsmiddel ontnomen, maar ondertussen worden nog steeds
tegenstrijdige berichten de wereld ingestuurd. Zowel de mensen in de
straat de burgers als onze internationale bondgenoten hebben
menen wij het recht te weten welke positie België zal innemen. Wij
interpelleren u vandaag om te weten wat de exacte positie is van de
regering, waarvan de groenen en de socialisten tot nu toe nog steeds
deel uitmaken.
Ik heb uw mededeling gehoord en gelezen. Er is goed nieuws. De
regering heeft gepoogd zichzelf terug te vinden, maar weet nog altijd
niet waar Irak ligt. Spaar ons in uw antwoord een beschouwing over
serene debatten. Uw lichaamstaal gisteren en uw fysieke houding in
dit debat heeft eigenlijk de sereniteit doorbroken. De burgers van dit
land hebben het allemaal kunnen zien. Het was een weinig fraaie
bedoening. Het deed me soms denken aan het Sabena-dossier, maar
daarover zal ik het niet hebben.
Zeg in uw antwoord niet dat de oppositie misbruik zou willen maken
van een internationaal conflict, want daar gelooft geen luis in België
iets van. Lardeer uw betoog niet met verwijzingen naar het verleden.
Kom niet af met langvervallen pleisters en injectienaalden. Kom met
verwijzingen naar uw regeringsverklaring bij de aanvang van paars-
groen en verwijs naar de volgende zin. Ik citeer: "Het internationaal
aanzien van ons land moet worden hersteld". In al uw ijver om België
opnieuw een plaats op de wereldbol te geven, meen ik dat we
riskeren om met veel lawaai van diezelfde wereldbol af te vallen, in
de eerste plaats omdat de coalitie van groen, rood en blauw u en
Louis Michel niet steunt in uw internationaal project. Zo veel is
duidelijk. Wij hebben de verklaring van de minister van Buitenlandse
02.07
Pieter De Crem
(CD&V):
La convocation pour les
interpellations qui avaient été
déposées dès samedi dernier
nous est parvenue hier seulement.
Voilà qui est symptomatique du
profond mépris dont fait preuve le
gouvernement vis-à-vis du
Parlement. Ce qui s'est passé hier
était un véritable coup bas, du
jamais vu dans l'histoire
parlementaire.
En fixant la date des élections, le
premier ministre a privé d'armes
les verts. Une participation active
de la Belgique à une intervention
en Irak aurait en effet conduit au
départ des verts du
gouvernement. En fixant une date
pour les élections, le premier
ministre a privé les écologistes de
ce moyen de pression.
Toujours est-il que des sons de
cloche particulièrement
contradictoires nous sont
parvenus depuis les hautes
sphères de l'arc-en-ciel. Quelle est
en fin de compte la position de la
Belgique face à la question
irakienne? Il ressort du
communiqué du premier ministre
que la majorité retrouve peut-être
ses marques mais ne sait toujours
pas situer l'Irak sur une carte.
Quoi qu'il en soit, M. Verhofstadt,
après l'arrogance dont il a été fait
preuve hier, peut nous épargner
ses leçons sur la sérénité des
débats et sur l'opposition qui tire
profit d'un conflit interne.
Au lieu de se référer au passé, le
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Zaken vorig weekend gehoord. Hij zei eigenlijk "J'en ai marre". Wat
de groenen doen; is volgens hem misdadig.
Mijnheer de eerste minister, u kunt zich niet zo gemakkelijk afmaken
van het feit dat er een consensus zou zijn en dat de toekomst die de
regering heeft uitgestippeld voor de rest van haar dagen nieuw zou
zijn. Ik wil u herinneren aan een aantal verklaringen van een aantal
leden van uw regeringscoalitie en van een aantal mensen die toch de
dienst uitmaken in uw regering. Ik spreek over verklaringen van
Boutmans, Geysels, Dubié, Onkelinx en niet in de geringste mate
van Elio Di Rupo.
Wat zegt de heer Di Rupo? Ik citeer: "Neen, wij doen niet mee aan
de moorddadige schurkenstreken van Bush". Dat zegt de
woordvoerder van een belangrijke meerderheidspartij. Hij is wellicht
vergeten wat er vanaf 1944 tussen Arromanches en Berlijn is
gebeurd. Wat zegt hij ter rechtvaardiging? Ik citeer: "Bien sûr nous
n'aimons pas le régime Irakien, comme nous n'aimons pas le régime
nord-coréen ou celui de la Birmanie".
Dat is de
rechtvaardigingsgrond van de voorzitter van de Waalse socialisten
als hij het heeft over de positionering van onze regering.
premier ministre ferait mieux de
relire la déclaration de
gouvernement. Il y est stipulé qu'il
faut redorer le blason de notre
pays sur la scène internationale.
Mais en raison de l'attitude
actuelle du gouvernement, la
Belgique risque plutôt d'être rayée
de la carte du monde.
Il est clair que tous les partenaires
de la majorité ne soutiennent pas
le premier ministre. Plusieurs
dirigeants des partis de la
coalition et membres du
gouvernement ont fait des
déclarations en ce sens.
Elio Di Rupo a ainsi indiqué que
nous ne pouvions pas nous faire
les complices des aspirations
meurtrières du président Bush.
Jos Geysels, nummer 1 en politiek secretaris van Agalev, zei over
het scenario dat de VN-veiligheidsraad een resolutie goedkeurt om
tot actie over te gaan, "dan rijst er voor ons een groot probleem".
Eigenlijk zegt Geysels dat zelfs wanneer er een nieuwe UNO-
resolutie komt een resolutie die komt na 1441 zij niet meedoen.
Eigenlijk heeft Geysels door zijn verklaring, en ik veronderstel dat hij
spreekt namens de groenen, de handtekening van België onder het
UNO-handvest van San Francisco in 1945 uitgegomd; wij schikken
ons niet meer naar de verdragsrechtelijke internationale bepalingen
die voortvloeien uit het UNO-handvest.
Eddy Boutmans, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
en tot nader order lid van de regering, zei: "België moet zich binnen
de NAVO verzetten tegen de ondersteuning door het
bondgenootschap". Hij ging nog verder; hij voegde er immers aan
toe: "wij moeten een "coalition of non-willing", wij moeten een coalitie
van actief verzet tegen om het even welke stap in Irak op gang
brengen".
Collega Van de Maelen, daarin gesteund door vice-premier Vande
Lanotte, zei dat de Belgische regering luid en duidelijk moet laten
horen dat ze tegen de Amerikaanse aanpak is en dat er geen
verrechtvaardigingsgrond kan zijn. De heer Stevaert heeft gezegd:
"België mag zich niet desolidariseren van de Verenigde Naties".
Zo kan ik nog een aantal mensen citeren, onder andere minister
Flahaut, die zegt dat de vraag om deel te nemen niet aan de orde is.
Flahaut heeft zich vermomd in madame Blanche, want hij maakt een
grote voorspelling. Ik kan wel al zeggen, zegt hij, dat dit niet het
geval zal zijn.
Dan komt minister Michel, die wij vandaag in ons midden
verwelkomen: "Het standpunt van de groenen is demagogisch en
electoraal geïnspireerd, het verzwakt de diplomatieke inspanningen.
Welke reden kan Irak nog hebben om de VN-resoluties uit te voeren,
Il ressort des propos de Jos
Geysels que les Verts ne
souhaitent pas participer à une
intervention militaire même si une
éventuelle résolution des Nations-
Unies devait légitimer une telle
intervention. Je crois pourtant me
souvenir qu'en son temps, la
Belgique avait signé la charte des
Nations-Unies. Le secrétaire
d'Etat Boutmans estime que la
Belgique doit refuser que l'OTAN
apporte son soutien à une
opération militaire et qu'il faut
mettre sur pied une coalition des
opposants. Les exemples de ce
type sont légion.
Louis Michel a qualifié les
déclarations des verts de propos
démagogiques et inspirés par des
motifs électoraux. Si l'Europe
désavoue ouvertement des
résolutions condamnant l'Irak, il
s'agit, selon ses propres dires,
pour Sadam Hussein, de l'alibi
rêvé pour ignorer les résolutions
en question.
Nous estimons qu'il faut tout
mettre en oeuvre pour éviter un
conflit armé. Il ne faut toutefois
pas être naïf. Le régime irakien
joue depuis plusieurs années déjà
un jeu perfide avec la
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
als het regime weet dat er Europese landen zijn die in geen enkel
geval de Verenigde Staten steunen?"
Mijnheer de voorzitter, collega's, het standpunt van de christen-
democraten is duidelijk. Wij vinden dat er een wanverhouding is
tussen het doel en de middelen. Daarom moeten alle mogelijke
politieke en diplomatieke middelen worden aangewend om een
gewapend conflict te vermijden en moet de resolutie 1441 worden
gevolgd door een nieuwe, die eventueel een duidelijk mandaat aan
de UNO zou kunnen geven. Dat echter wetende en daarvan
uitgaande, zeggen wij heel duidelijk dat Saddam en zijn kliek geen
koorknapen zijn, dat de dreiging die uitgaat van Bagdad en het
regime in Irak reëel is, dat het regime in Bagdad al 12 jaar kat en
muis speelt met de internationale gemeenschap en dat dit spel moet
ophouden.
communauté internationale.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, u moet besluiten.
Le
président
: M. De Crem, je
vous prie de mettre un terme à
votre intervention.
02.08
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag
aan de eerste minister een aantal vragen stellen. De eerste vraag is
(...)
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, houdt u aan de tijd zoals iedereen.
02.09
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij
af wat wij in dit Parlement nog komen doen.
02.09
Pieter De Crem
(CD&V):
Je me demande ce que nous
faisons encore ici finalement.
De
voorzitter
: Er is een Reglement voor iedereen, ook voor u.
Le
président
: Le temps de parole
réglementaire s'applique
également pour vous.
02.10
Pieter De Crem
(CD&V): Ik heb een interpellatie bij urgentie
ingediend.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, ik vraag u te besluiten. De spreektijd geldt voor iedereen. Wij hebben in
het begin zo afgesproken, ik zal mij daaraan houden.
02.11
Pieter De Crem
(CD&V): Neem mij dan het woord af.
02.11
Pieter De Crem
(CD&V):
Dans ce cas, M. le président,
enlevez-moi la parole.
De
voorzitter
: Als u niet besluit, neem ik het u af.
Le
président
: Je n'hésiterai en
effet pas à le faire si vous ne
terminez pas immédiatement
votre discours.
02.12
Pieter De Crem
(CD&V): Ik zou aan de premier willen vragen
welk engagement door België is aangegaan op de top van 21
november, want daar is een politieke verklaring over Irak geweest.
02.12
Pieter De Crem
(CD&V):
Quels engagements a pris la
Belgique lors du sommet du 21
novembre? Il a été question de
l'Irak à cette occasion.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, wilt u besluiten?
Le
président
: Concluez
maintenant, sans délai!
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
02.13
Pieter De Crem
(CD&V): Neen, ik wil niet besluiten.
02.13
Pieter De Crem
(CD&V):
Non.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, ik vraag u formeel te willen
besluiten en u aan de afgesproken tijdslimiet te houden. Doet u dat
of doet u dat niet?
Le
président
: Concluez et quittez
la tribune. Voilà plus de 8 minutes
que vous avez la parole.
02.14
Pieter De Crem
(CD&V): Neen, mijnheer de voorzitter, ik wil
de eerste minister mijn vragen kunnen stellen.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, ik ontneem u het woord en vraag u het spreekgestoelte te verlaten.
02.15
Pieter De Crem
(CD&V): Ik vind dat bijzonder erg.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, u hebt bijna 8 minuten gesproken. Het is 5 minuten voor iedereen. Dat
was afgesproken. Ik vraag u te besluiten en het spreekgestoelte te verlaten.
02.16
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal
besluiten.
(
De heer Annemans moedigt de heer De Crem aan voort te gaan met
zijn betoog
)
De
voorzitter
: Mijnheer Annemans, u hebt het woord niet. Ga op uw plaats zitten.
Mijnheer De Crem, ik verzoek u te besluiten.
02.17
Pieter De Crem
(CD&V): Als dit de modelstaat is, mijnheer de
voorzitter!
De
voorzitter
: Dat is geen modelstaat. Dat is het Reglement. Het Reglement telt voor iedereen. Wilt u
eindelijk besluiten!
02.18
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil weten
welk engagement de regering heeft genomen op de top van Praag.
Het was een actief engagement. De eerste minister is dat
engagement aangegaan en de regering heeft het ondertekend. Is de
regering hiervan ingelicht of niet? Welk engagement werd
aangegaan?
Ten tweede, er is een onderhoud geweest tussen de Amerikaanse
ambassadeur en de eerste minister onder 4 ogen. Mijnheer de eerste
minister, wat werd u gevraagd? Welke engagementen en welke
toezeggingen hebt u gedaan in het licht van voorbereidingen van het
conflict?
Ten derde, wat de Amerikaanse transporten over Belgisch
grondgebied betreft, zijn er twee mogelijkheden. De heer Van
Hoorebeke...
02.18
Pieter De Crem
(CD&V):
Qu'a promis le Premier ministre à
Prague? A-t-il informé le
gouvernement des promesses
qu'il a faites dans la capitale
tchèque où il s'est entretenu entre
quatre yeux avec l'ambassadeur
américain? Quelles demandes
celui-ci a-t-il adressées à M.
Verhofstadt? A quelles requêtes
américaines le Premier ministre a-
t-il accédé?
Puis il y a la question du transit
des troupes américaines sur notre
territoire.
De
voorzitter
: Neen, mijnheer De Crem.
02.19
Pieter De Crem
(CD&V): Het gaat hier niet over...
De
voorzitter
: U weet toch ook wel wat we in het begin gezegd hebben! U moet besluiten, mijnheer De
Crem.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
02.20
Pieter De Crem
(CD&V): Als we de tijd niet meer krijgen...
De
voorzitter
: U had 5 minuten de tijd. U wist dat. Ik vraag u om
onmiddellijk te besluiten.
Le
président
: Je vous demande
de conclure.
02.21
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb 2
interpellaties.
De
voorzitter
: Neen, mijnheer De Crem, het is 5 minuten voor
iedereen.
Le
président
: Chacun dispose
d'un temps de parole de cinq
minutes. Tout à l'heure, vous
aurez encore un peu de temps
pour répliquer
02.22
Pieter De Crem
(CD&V): Alsjeblief zeg voorzitter.
De
voorzitter
: Gaat u eindelijk besluiten, mijnheer De Crem?
02.23
Pieter De Crem
(CD&V): Neen, mijnheer de voorzitter, ik stop
er niet mee. Ik wil nog een kleine vraag stellen.
Ik heb 2 interpellaties ingediend.
De
voorzitter
: Ik laat u niet voortdoen. U hebt straks nog een repliek.
02.24
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
interpellatieverzoek ingediend over de aanwezigheid van
Amerikaanse soldaten en een over.....
De
voorzitter
: Neen. Ik vraag u ermee te stoppen. Ja of neen? Het is voorbij en ik zet de microfoon af
voor de heer De Crem.
(
De voorzitter zet de microfoon af
)
Ik geef het woord aan mevrouw D'hondt.
02.25
Greta D'hondt
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, mijnheer de minister, collega's, het debat over een
dreigende oorlog heeft dan toch geen sekse. Blijkbaar stellen niet
alleen mannen vragen.
Oorlog heeft de geur van angst en de kleur van bloed. Dat is de
reden waarom ik een vraag heb ingediend met betrekking tot de
gebeurtenissen in de kazerne Westakkers in Sint-Niklaas. Begin
vorige week streken in hotel Beveren, gelegen in de nabijheid van de
kazerne Westakkers, ongeveer 40 Amerikaanse soldaten neer. Dat
zou wellicht in alle stilte gepasseerd zijn, mocht het stadsbestuur van
Sint-Niklaas geen faxbericht hebben ontvangen met de vraag om te
zorgen voor extra politiebescherming in de buurt van de kazerne
Westakkers. Wat bleek? De 40 logees in het hotel Beveren waren
slechts de voorhoede van 700 militairen die, zo zei men, voor een
drietal dagen een zogenaamd transitkamp zouden oprichten op het
oefenterrein van de kazerne Westakkkers in Sint-Niklaas. Hiervoor
zou toelating verleend zijn geweest door minister Flahaut die het
transport van Amerikaanse soldaten en materiaal vanuit Duitsland
via de kazerne Westakkers en de haven van Antwerpen naar de Golf
en naar nergens anders beschouwde als een normale, perfecte
02.25
Greta D'hondt
(CD&V):
Une quarantaine de soldats
américains sont descendus à
l'hôtel Beveren, à deux pas de la
caserne Westakkers de Saint-
Nicolas. Cela aurait pu se passer
dans la plus parfaite discrétion si
l'administration communale de
Saint-Nicolas n'avait pas été priée
de fournir une protection policière
supplémentaire. On prévoit
l'arrivée prochaine de sept cents
militaires U.S. qui durant trois
jours devraient installer un camp
de transit sur le terrain d'exercice
de la caserne.
Le ministre Flahaut aurait donné
son autorisation et considère que
ce transport de militaires
d'Allemagne vers le Golfe en
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
routineaangelegenheid.
Ook de minister van Buitenlandse Zaken heb ik enkele dagen
geleden op de radio horen spreken over een normale
troepenbeweging. Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister,
mijn concrete vragen zijn de volgende.
Ten eerste, was de regering of een van haar ministers ervan op de
hoogte dat 40 Amerikaanse militairen gingen inkwartieren in hotel
Beveren, en zo ja, wanneer?
Ten tweede, van wanneer was de regering of een van haar ministers
ervan op de hoogte dat 700 Amerikaanse militairen een transitkamp
zouden oprichten op de terreinen van de kazerne Westakkers in Sint-
Niklaas? Werd het verlenen van die toelating door minister Flahaut
voorgelegd op de Ministerraad, en zo ja, wanneer?
Ten derde, waarom werd het stadsbestuur van Sint-Niklaas niet
verwittigd van wat ik niet een normale troepenbeweging kan
noemen? Waarom werd het stadsbestuur van Sint-Niklaas niet
verwittigd van een dergelijke aanwezigheid op zijn grondgebied?
Ten vierde en dit is mijn laatste vraag , de aanwezigheid van die
40 Amerikaanse soldaten hebben we met onze ogen kunnen
vaststellen, maar zijn die 700 Amerikaanse soldaten nu nog in dat
transitkamp? Zijn die al weg of moeten die nog komen? Wat hebben
wij wat dat betreft in de streek van Sint-Niklaas nog te verwachten?
transitant par "Westakkers" et
Anvers est une affaire de routine.
Le ministre des Affaires
étrangères a également parlé d'un
mouvement de troupes ordinaire.
Le gouvernement ou l'un de ses
membres avaient-ils connaissance
de l'arrivée des quarante militaires
américains? Le gouvernement
était-il au courant de l'organisation
du camp de transit pour sept cents
militaires? Le ministre Flahaut a-t-
il demandé l'assentiment du
Conseil des ministres avant de
donner son autorisation? Dans
l'affirmative, quand l'a-t-il fait?
Pour quelle raison l'administration
communale de Saint-Nicolas n'a-t-
elle pas été informée? Les sept
cents soldats américains
séjournent-ils encore sur place,
doivent-ils encore arriver ou ont-
ils déjà quitté les lieux?
De
voorzitter
: Mevrouw Van Weert heeft haar interpellatie
ingetrokken. Mevrouw Laenens heeft het woord. Ik vraag u uw
spreektijd te respecteren, zoals iedereen.
Le
président
: Mme Van Weert a
retiré sa demande d'interpellation.
02.26
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, mijnheer de vice-eerste minister,
collega's, preventieve oorlogslogica is onaanvaardbaar en doet ons
huiveren. Daarvan distantiëren wij ons en distantieert de regering
zich. Ook de meerderheid van de bevolking distantieert zich ervan.
Wie is niet tegen oorlog?
Het respect voor het internationaal recht moet wel onze basishouding
zijn. Dat zou toch de essentie moeten zijn van het onderwerp van dit
debat van vandaag. In het kader van het respect voor het recht had
ik graag duidelijkheid gekregen van de regering over de verdragen
die aan de basis liggen van de huidige militaire transporten. Waarom
heeft minister Flahaut op 14 november aan senator Malcorps het
volgende geantwoord? Ik citeer het in het Frans, omdat het antwoord
in het Frans werd gegeven: "En aucun cas une utilisation d'un port
belge par les autorités américaines ne peut se faire sans accord du
gouvernement. Aucune demande en ce sens n'a été formulée à ce
jour. Vos autres questions sont donc pour l'instant sans objet." Maar
tussen 14 november en 14 januari is er heel wat gebeurd.
Ik heb ook kennis genomen van de SOFA-akkoorden, maar ik had
graag geweten of de huidige transporten daaronder vallen. Zijn er
misschien andere akkoorden of verdragen waarin deze activiteiten
kunnen passen? Spreken wij hier over een gevraagde toelating of
volstaat een melding? En indien er een melding is geweest, wanneer
was dat en werd daarin ook het aantal manschappen, de aard van
02.26
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Il est inacceptable
d'entrer dans une logique de
guerre préventive. Quant à nous,
à savoir le gouvernement et la
majorité de la population, nous
nous en distancions. Les règles du
droit international doivent être
respectées. La clarté doit être
faite en ce qui concerne les traités
sur la base desquels ce transport
est organisé. Le 14 novembre, le
ministre Flahaut a répondu ceci à
M. Malcorps, sénateur: "en aucun
cas une utilisation d'un port belge
par les autorités américaines ne
peut se faire sans l'accord du
gouvernement. Aucune demande
en ce sens n'a été formulée à ce
jour. Vos autres questions sont
donc pour l'instant sans objet".
Entre le 14 novembre et le 14
janvier, il s'est toutefois passé
beaucoup de choses. Les
transports actuels entrent-ils dans
le champ d'application des
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
het materiaal en een mogelijke uiteindelijke bestemming vermeld?
Zoals reeds een aantal keer door lokale mandatarissen en
verantwoordelijke burgemeesters werd gevraagd, wie is er
gemachtigd om controle uit te oefenen op deze transportactiviteiten,
zowel op het Belgisch grondgebied als, meer bepaald, in de
Antwerpse haven?
Ten gronde zal collega Willems in naam van Agalev de problematiek
die hier vandaag ter discussie ligt, voort ontwikkelen.
accords SOFA ou autres? La
Belgique devait-elle donner son
autorisation ou devait-elle
simplement être informée? Quand
la Belgique a-t-elle été avertie et
de quoi l'a-t-on précisément
informée? Qui est habilité à
effectuer des contrôles sur le
territoire belge et plus
particulièrement dans le port
d'Anvers?
De
voorzitter
: Mijnheer Willems, het spijt me, maar u wint daarmee geen tijd. U hebt het woord voor het
ontwikkelen van uw interpellatie binnen de normale tijd waarin het Reglement voorziet.
02.27
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijn eerste
vraag handelde over de evaluatie van de actuele situatie.
Collega's, in het Midden-Oosten dreigt een ramp. De VS valt Irak
aan, Irak valt Israël aan, Israël valt de rest van de Arabieren aan en
wij zitten in de clash of civilisations. De islamitische bevolking is daar
zeer gefrustreerd bij. Die dreiging ondergaan zij. Zij doen niet mee in
het discours. Het gaat nochtans over hun land. Gevolg: zij worden
meer dan ooit anti-Amerikaans, nog opgezweept door uitlatingen als
"kruistochten", "as van het kwaad" enzovoort.
Bovendien gaan op die manier de fundamentalisten onder de
Islamieten nog gelijk krijgen ook in hun stelling dat de Westers
gezinde regeringen marionettenregeringen zijn. Tevens ontstaat het
gevaar dat de draagkracht voor het terrorisme vergroot. Een aanval
op Irak zal het terrorisme pas voorgoed werkelijkheid maken. Zie de
dreigementen naar onze troepen in Afghanistan, zie de dreigementen
in Europa, hier in Brussel en in Kleine Brogel.
Twee islamitische landen verdienen aandacht. Saudi-Arabië dat is
hier nog niet gezegd is traditioneel bondgenoot van de VS. De
kroonprins van Saudi-Arabië stelt kort en goed: "Een aanval op Irak
is een aanval op de islam". Dat is niet niks. Juist daarom zal de VS
Irak aanvallen, om de bondgenoot niet meer nodig te hebben. Het
tweede land dat de aandacht verdient, is Turkije. Er is een enorm
conflict tussen de bevolking en de legertop. Wat wij juist hebben
gehoord op de radio, een uur geleden, was dat ook Turkije een
tweede resolutie eist en voor een land dat een democratie aan het
worden is merkwaardig een beslissing van het parlement.
Bovendien dreigt Turkije en dat is hier ook nog niet gezegd het
noorden van Irak kort en goed te bezetten. Zij houden 20.000
soldaten klaar om Irak aan te vallen. Zij maken een studie van de
verdragen van 1929 om Noord-Irak te annexeren. Daarover zal ik
dinsdag verder vragen stellen aan de minister van Buitenlandse
Zaken.
(De heer Annemans luistert via de speaker van zijn telefoon naar de
nieuwsberichten, waarin de minister het woord voert. Hij gesticuleert
naar de minister.)
02.27
Ferdy Willems
(VU&ID):
Le Moyen-Orient est proche de la
catastrophe. Si les Américains
attaquent l'Irak, l'Irak attaquera
Israël qui, à son tour, s'en prendra
aux autres pays arabes. La
population musulmane vit dans la
frustration. Elle développe des
sentiments anti-américains
exacerbés. Les fondamentalistes
auront raison de prétendre que les
gouvernements pro-occidentaux
sont des gouvernements
fantoches. L'assise du terrorisme
s'en trouvera renforcée.
Les pays islamiques doivent
retenir toute notre attention. Le
prince héritier saoudien affirme
sans détours qu'attaquer l'Irak
revient à s'en prendre à l'islam. En
Turquie, la population est en
conflit avec les dirigeants de
l'armée. La Turquie exige une
deuxième résolution et une
décision du Parlement. Elle
menace également d'occuper le
nord de l'Irak. Vingt mille de ses
soldats sont massés à la frontière
et elle étudie les traités de 1929.
De
voorzitter
: Mijnheer Annemans, u bent naar de radio aan het luisteren via de telefoon. Dat gaat zo
niet.
Mijnheer Willems, u kunt best wat luider spreken, want men hoort u ook niet goed. Doet u eens een
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
inspanning als u wilt.
02.28
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zal een
inspanning doen.
Mijn tweede vraag...
De
voorzitter
: Mijnheer Annemans, komaan. Als u naar het nieuws wilt luisteren, gaat u buiten luisteren.
Mijnheer Willems, u hebt het woord.
02.29
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijn tweede vraag ging over de
Belgische initiatieven. Ik verwijs naar de initiatieven van
Griekenland, Turkije en Saudi-Arabië. De Belgische regering heeft
een unieke kans om aan te dringen op een Europees standpunt. Er
zijn niet minder dan vier Europese bondgenoten in de
Veiligheidsraad. Dat is een unieke kans om een Europese inbreng te
hebben.
(De heer Annemans luistert nog steeds naar de radio via zijn telefoon,
die luidop staat.)
02.29
Ferdy Willems
(VU&ID):
Avec quatre alliés européens au
sein du Conseil de sécurité, une
opportunité unique s'offre à la
Belgique de plaider pour une
position européenne forte, ce qui
servirait également la cause des
opposants américains à la guerre.
De
voorzitter
: Mijnheer Annemans, dat wordt niet gedaan. De heer Willems is hier het woord aan het
voeren. Uit respect voor de Kamer vraag ik u...
02.30
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Uit respect voor de
Kamer! (...)
De
voorzitter
: ... om naar de heer Willems te luisteren. Luistert u naar de heer Willems! (...)
Mijnheer Tastenhoye!
Mijnheer Willems, doet u maar verder.
02.31
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, kleuters
kunnen ook niet luisteren omdat ze maar kleuters zijn.
Uiteindelijk is de oppositie in de VS tegen een aanval op Irak gediend
met een krachtig Europees standpunt. Dat verwacht zij van ons.
Zopas, via de radio, vernamen wij dat de regering eigenlijk haar
standpunt van 6 september 2002 bekrachtigt. Maximale diplomatieke
inspanningen blijven geleverd.
Er komt geen actieve militaire steun. Op 6 januari nog konden wij in
De Morgen lezen dat Louis Michel het volgende stelt: "Nergens is er
een reden om een aanval te steunen of zelfs maar te begrijpen." Het
kan niet radicaler. Een discussiepunt dat blijft is wat te doen als er
een tweede resolutie komt, een tweede resolutie die een oorlog wel
billijkt. Wij blijven onderstrepen dat voor ons een tweede VN-
resolutie noodzakelijk is, maar geen voldoende voorwaarde is voor
een oorlog. Ik heb vroeger reeds verwezen naar de economische
koehandel de woorden zijn van Dirk Van der Maelen die in de
Veiligheidsraad wordt gevoerd. Het gaat dan over de oliedeals die
daar gesloten worden.
Wat we dan wel eisen zijn drie dingen. Ten eerste, eisen we bewijzen
02.31
Ferdy Willems
(VU&ID):
Le gouvernement belge confirme
la position adoptée le 6
septembre, à savoir qu'il mettra
en oeuvre tous les moyens
diplomatiques possibles mais qu'il
n'apportera pas un soutien
militaire. Le point de discussion
reste de savoir ce qu'il adviendra
si une deuxième résolution de
l'ONU venait à légitimer une
guerre. Quoi qu'il en soit, Agalev
estime qu'une deuxième
résolution est indispensable mais
qu'elle ne suffit pas. Nous
estimons que la présence d'armes
doit être démontrée et que les
Nations-Unies doivent agir
conformément à leur propre
charte énumérant trois conditions
qui doivent être remplies pour
légitimer une action militaire:
l'autodéfense, la protection d'un
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
dat er wapens zijn, waarbij er een verschil wordt gemaakt tussen
nucleaire wapens en chemische wapens. Het moet ook mogelijk zijn
dat als die wapens gevonden zijn, ze kunnen worden ingeleverd of in
beslag genomen en worden vernietigd.
Ten tweede, bedoelen wij daarmee dat er vanwege de Verenigde
Naties conformiteit moet zijn te aanzien van haar eigen VN-charter.
Ik verklaar dit, want dit is belangrijk. Een VN-aanval is alleen
mogelijk op drie voorwaarden: ten eerste, ter zelfverdediging wat nu
niet van toepassing is aangezien geen enkel NAVO-land en geen
enkel land wordt aangevallen; ten tweede, ter verdediging van een
zwak land dat zich niet kan verdedigen en ten derde, ter verdediging
van een bevolking die door haar eigen regering uitgemoord wordt.
Geen van deze voorwaarden is op dit moment aanwezig. Deze
voorwaarden zijn voor ons essentieel.
Een nieuw element is dat wij de regering verzoeken om bij de VN te
vragen dat het Internationaal Gerechtshof van de VN zelf een
eventuele aanval billijkt. Wij vragen dit omdat dit gerechtshof bestaat
uit juristen en niet uit politiek gemandateerden. In verband met het
uitmoorden van de eigen bevolking sta ik even stil bij het feit dat de
sancties die vandaag gelden meer slachtoffers hebben gemaakt in
Irak dan de oorlog. De VN wilt deze sancties nog versterken, zelfs
voor geneesmiddelen. Het feit dat de VS zich verzet tegen het
tweede rapport van de inspecteurs is hier ook nog niet vermeld. Het
tweede rapport zou er einde maart moeten komen. Hierin zou staan
welke voorwaarden er voor Irak nodig zijn om die sancties eindelijk
op te heffen.
Ik kom dan tot mijn laatste vraag die ik vooraf had geformuleerd. Zijn
er intussen vragen vanwege de VS? Ik kon ook niet weten dat die er
vandaag zouden zijn. Op 6 januari zei de vice-premier nog dat als er
een vraag van de NAVO kwam, we deze zouden onderzoeken. Ik
vraag u om essentieel met het volgende rekening te houden. Een
NAVO-beslissing moet een legitieme basis hebben. Een militair en
economisch overwicht van de VS is dat in mijn ogen niet. Er is niet
onbelangrijk om weten een precedent dat ooit zulke vragen
geweigerd zijn. In 1956 werd Groot-Brittannië steun geweigerd in het
Suez-conflict door de VS, door president Eisenhower. Er is vandaag
geen NAVO-land aangevallen. Integendeel, Irak kan zelfs stellen dat
het zich bedreigd weet door Turkije.
pays vulnérable qui n'est pas en
mesure de se défendre ou la
défense d'un peuple massacré par
son propre gouvernement. Il n'est
satisfait pour l'heure à aucune de
ces trois conditions. Nous
souhaitons que le gouvernement
demande à l'ONU que la Cour
pénale internationale donne son
assentiment à une attaque
éventuelle.
Dans l'intervalle, les sanctions ont
fait davantage de victimes que la
guerre. Les conditions pour une
levée de ces sanctions n'ont pas
été rendues publiques.
Les Etats-Unis ont-ils exprimé
certaines demandes? Le 6 janvier,
le vice-premier ministre a déclaré
que si une demande émanait de
l'OTAN, celle-ci serait examinée.
Une décision de l'OTAN doit être
légitimée. La suprématie militaire
et économique des Etats-Unis
n'est pas un critère. Un refus est
possible: en 1956, les Etats-Unis
ont refusé de soutenir la Grande-
Bretagne lors du conflit du Canal
de Suez. Aucun pays de l'OTAN
n'est attaqué. Par contre l'Irak
pourrait se sentir menacé par la
Turquie.
De
voorzitter
: Mijnheer Willems, u moet besluiten.
02.32
Ferdy Willems
(VU&ID): Ik kom tot mijn besluit. Ik vernam in
de nota van de regering dat men een beslissing terzake wenst uit te
stellen tot er een rapport komt van de inspecteurs. Dit rapport komt
er waarschijnlijk niet op 27 januari. Het zal waarschijnlijk, bijna zeker
later zijn. We vernemen zopas vanuit de States dat er in maart een
rapport zou komen. Men is in die zin aan een consensus aan het
werken. Mijn vraag is of u dit kunt bevestigen. Kunt u bevestigen dat
men bij de NAVO-ambassadeurs in de VS inderdaad in die richting
denkt?
Een laatste bedenking die ik u meegeef is de volgende. Weet dat bij
een NAVO-beslissing elk land in wezen een vetorecht heeft.
02.32
Ferdy Willems
(VU&ID):
La note du gouvernement
témoigne de la volonté de reporter
la décision jusqu'à ce qu'un
rapport ait été publié par les
inspecteurs de l'ONU. Ce rapport
ne sera pas rendu avant le 27
janvier. Il ne le sera peut-être pas
avant le mois de mars. Le premier
ministre peut-il nous confirmer
cela? Enfin, je souhaiterais ajouter
une dernière chose : chaque pays
membre de l'OTAN dispose d'un
droit de veto lorsqu'une décision
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
doit être prise.
02.33
Patrick Moriau
(PS): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, s'il est vrai que
quels que soient les propres choix du gouvernement concernant
l'Irak, choix jusqu'ici exprimant clairement une saine réticence, voire
une hostilité à l'encontre d'une participation à une action militaire
contre le régime de Saddam Hussein, la Belgique se doit de
rencontrer les droits et devoirs vis-à-vis d'un allié. Il n'en reste pas
moins que l'inquiétude quant à une participation militaire belge dans
les éventuelles opérations sur le terrain reste bien présente dans
l'esprit de chacun.
Nous devons clarifier notre position en refusant toute logique de
guerre ou toute dérive sécuritaire et en militant plutôt pour une réelle
solidarité internationale, profondément ancrée dans les valeurs de
droit, de légalité internationale et pourvoyeuse de solutions
diplomatiques et démocratiques et aller jusqu'au bout de toutes les
voies pacifiques.
Le seul concept de guerre préventive ne peut à lui seul cacher les
réels objectifs américains dont le manichéisme simpliste n'a d'égal
que la mauvaise foi affichée. On commence à s'en apercevoir.
Au regard de ces considérations, il est souhaitable que nous
continuions à privilégier la recherche de solutions diplomatiques aux
situations de crise au sein des Nations unies.
L'ONU est l'enceinte où le problème doit être débattu. Soutenir les
initiatives belliqueuses de certains reviendrait à mettre à mal les
principes fondateur de la charte des Nations unies, soit celui de la
collégialité et du non-recours à la force, tel que mentionné en son
article 1
er
. Dire cela ne relève pas de l'antiaméricanisme, au
contraire. Même si des manipulations médiatiques de M. Bush,
comme de nombreux faits incontestés en attestent, doivent être
dénoncées, on attend, par exemple, toujours ces fameuses preuves
dont l'existence ne faisait aucun doute avant les missions
d'inspection.
Le problème irakien ne porte que sur une question de désarmement
dans le domaine des armes de destruction massive et constitue le
contentieux qui concerne la paix et la sécurité internationales.
S'il advenait que l'Irak possède des armes de destruction massive,
celles-ci devraient être éliminées parce qu'elles représentent un
danger pour un ensemble d'autres pays.
La résolution 1441 doit être appliquée et les inspecteurs doivent avoir
toute liberté pour agir. Si cette liberté devait être compromise, seul le
Conseil de sécurité serait habilité à prendre de nouvelles décisions.
Dans tous les cas, la légalité internationale est essentielle si nous
voulons assurer un minimum de stabilité internationale.
Dans ce cadre, l'ONU, qui a réussi à imposer la visite sans conditions
des inspecteurs, puis la résolution 1441 ne pourrait-elle imposer un
processus démocratique en Irak? A cet égard, le rôle de la diplomatie
européenne et le vôtre, monsieur le vice-premier ministre, peuvent
être déterminants, j'en suis convaincu.
02.33
Patrick Moriau
(PS):
België moet zijn verbintenissen
jegens een bondgenoot nakomen,
maar dat neemt niet weg dat men
wel degelijk beducht is voor een
militaire interventie. Wij moeten
een duidelijk standpunt innemen,
en daarbij ijveren voor een echte,
in de rechtsregels en de
democratie verankerde
internationale solidariteit, en alles
in het werk stellen om langs
vreedzame weg tot een oplossing
te komen.
De zogenaamde "preventieve
oorlog" kan de echte Amerikaanse
bedoelingen niet verhullen. Er
moet in de eerste plaats naar
diplomatieke uitwegen binnen het
kader van de VN gezocht worden,
en wij mogen het oorlogszuchtige
discours van sommigen niet
onderschrijven. En wie dit zegt,
vervalt niet in anti-amerikanisme,
wel integendeel.
Indien zou blijken dat Irak over
massavernietigingswapens
beschikt en dat is nu net waar
het bij de Irakese crisis om gaat
moeten die wapens vernietigd
worden, want ze vormen een
gevaar voor de internationale
gemeenschap. De VN-resolutie
1441 moet toegepast worden, en
de VN-wapeninspecteurs moeten
kunnen gaan en staan waar ze
willen. Kunnen de VN Irak niet
verplichten zich aan de
democratische spelregels te
houden? De Europese en de
Belgische diplomatie zouden
daarbij een beslissende rol
kunnen spelen.
Ik vraag de minister duidelijk aan
te geven wat onze militaire
verplichtingen ten aanzien van de
Verenigde Staten bij operaties in
oorlogstijd concreet inhouden.
Als Europa deelneemt aan een
oorlog met als doel een
betrouwbaardere en goedkopere
bevoorrading van aardolie en een
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Au vu des éléments précités, mais également au vu de l'usage de
nos infrastructures par l'armée américaine, je souhaiterais, monsieur
le ministre, que vous nous redessiniez les réels contours de nos
engagements et de nos accords d'exécution conclus dans le domaine
militaire, et plus exactement lors d'opérations menées en temps de
crise ou de conflit avec les Etats-Unis.
Les objectifs stratégiques concrets, telle la recherche d'un
approvisionnement pétrolier sûr et à prix plus que raisonnable, telle
la recherche d'un équilibre des forces dans le Golfe davantage
favorable aux Etats-Unis, 112 milliards de barils en réserve d'un
pétrole le moins cher et de la meilleure qualité du monde, cela
prévaut sur toutes les considérations morales. Là est le problème. La
stratégie mouvante des Etats-Unis durant ces vingt dernières années
le démontre clairement, comme le développait hier le lieutenant-
général Briquemont dans la Libre Belgique.
En outre, si tel était le cas, vous me permettrez de constater un peu
cyniquement qu'il serait curieux de voir les Etats européens participer
à une guerre qui vise avant tout à éliminer économiquement et
stratégiquement de la région l'influence qu'ils y exercent encore.
Personne n'est dupe. L'enjeu en Irak n'a rien à voir avec la lutte
contre le terrorisme ou pour les droits de l'homme. Par ailleurs, toute
guerre contre le terrorisme n'est pas une valeur absolue, a fortiori
quand le "double standard" devient la règle absolue, privilégiant les
relations avec certains Etats pourtant bien plus dangereux ou moins
respectueux des règles internationales que d'autres sur lesquels le
silence est prodigieux.
Les droits fondamentaux acquis au cours des luttes démocratiques
de ces deux derniers siècles reposent sur un socle de valeurs qui
limite l'usage de la force, en ce compris dans le combat contre le
terrorisme. C'est pour la défense des libertés publiques et des droits
de l'homme que nous combattons les organisations intégristes. Cet
objectif interdit d'accorder un blanc seing à la force. Il convient donc
de ne pas se laisser emporter par une quelconque dérive de guerre
morale. A cet égard, l'appel des 150 spécialistes de droit international
paru ce jour sous le titre "Le recours unilatéral à la force est interdit
par le droit international" est éloquent.
Que se passerait-il, en outre, après une intervention militaire? Nous
sommes en droit de redouter qu'une intervention sur les terres
irakiennes ne provoque une situation bien plus grave que celle qui
prévaut actuellement pour la population irakienne, le Moyen-Orient et
la sécurité internationale car les risques de recrudescence du
terrorisme international sont bien évidemment immenses.
Selon un rapport récent des Nations unies, il faudrait s'attendre à
500.000 victimes et à 1.500.000 réfugiés, dont 1.000.000 hors d'Irak.
Là doit être notre première préoccupation, a fortiori quand il s'agit
d'une population exsangue après dix ans d'un embargo odieux dont
notre communauté internationale, qu'elle le veuille ou non, assume la
responsabilité.
Monsieur le ministre pourrait-il également me confirmer que la
position belge dans ce dossier ne risque pas de fluctuer sous la
evenwichtige machtsverdeling in
de Golf, waar de Verenigde Staten
nog meer baat bij hebben, verliest
het de invloed die het in die regio
nog heeft.
Niemand trapt hierin, het gaat hier
niet om de naleving van de
mensenrechten of de strijd tegen
het terrorisme, wat immers de
redenen zijn waarom wij de
fundamentalistische organisaties
bestrijden en waarom wij de
macht geen vrij spel kunnen
geven.
Een militair optreden zou de
toestand in de regio net zo zeer
als in Irak, dat al op stervensna
dood is door een schandalig
embargo dat reeds tien jaar
aansleept, alleen maar
verergeren. Waarschijnlijk zullen
er 500.000 slachtoffers vallen en
zullen er anderhalf miljoen
vluchtelingen zijn.
Zal België onder Amerikaans druk
zijn houding niet herzien? Ik blijf
ervan overtuigd dat wij binnen het
kader van de internationale
instellingen moeten blijven
werken. Afgezien van de
stemmentrekkende intenties
moeten wij ook het Europees
ideaal van gerechtigheid, vrede
en humanisme verdedigen.
Laten we neen zeggen aan de
oorlog en niet toestaan dat onze
soldaten kunnen deelnemen aan
deze kruistocht als die zou
plaatsvinden.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
simple pression de l'administration américaine? J'ose encore espérer
en une solution diplomatique et pacifique. Je sais que nous sommes
capables d'user à bon escient de votre capacité de dialogue,
monsieur le vice-premier ministre.
Il importe de générer une volonté diplomatique commune sur la
scène internationale. Je reste persuadé que l'on doit continuer à
oeuvrer au sein des enceintes internationales pour que soit épuisé
l'ensemble des voies de recours possibles avant d'envisager
l'épreuve de force.
Au-delà des musculations préélectorales ou des gesticulations
politiciennes, ayons à l'esprit que d'autres enjeux de cette guerre sont
l'existence même des Nations unies, sa viabilité, sa crédibilité, mais
aussi l'idéal de l'Europe construite sur des valeurs de paix, de justice
et d'humanisme déjà mises à mal lors de la guerre en ex-
Yougoslavie.
Monsieur le ministre, en conclusion, je me permettrai d'insister sur le
fait que nous devons dire "non" à la guerre et donc en refusant
fermement d'envisager que des soldats belges puissent participer à
la croisade irakienne si elle devait se produire.
02.34
Mark Eyskens
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken,
collega's, de eerste minister heeft het standpunt van de regering
deze namiddag wereldkundig gemaakt en ons daarbij een
voorafspiegeling aangeboden van de Grondwet die hij wil wijzigen en
waarin een artikel zou worden opgenomen, na het afschaffen van
artikel 195, dat als volgt luidt: "De wetgevende macht in het federale
België bestaat één, uit de media, twee, uit de Wetgevende Kamers
samen met de Koning". Wij nemen u dat zeer kwalijk, mijnheer de
eerste minister.
Ten gronde, ik heb hier de tekst die door het agentschap Belga is
vrijgegeven. Daarin zegt u dat als er een tweede resolutie komt wij
eventueel zullen vragen om de hulp één na één te bekijken. Met
zoveel woorden betekent dat het is een vorm van Orwelliaanse
new speak dat u niet zal steunen maar wel zal helpen. U kan
natuurlijk geen afstand nemen van artikel 43 van het Handvest van
de Verenigde Naties en dat artikel is zeer duidelijk. U moet het lezen
in combinatie met artikel 42. Laat in godsnaam die twee artikelen
eens afdrukken in de elektronische versie van het Staatsblad van
morgen, aan het adres ook van de groenen en van sommige
socialisten die terecht zoals wij de vrede verdedigen in de wereld.
Artikel 43 zegt zeer expliciet dat alle lidstaten, als de veiligheid het
bevolen heeft omdat de vrede in gevaar is of omdat de internationale
veiligheid in gevaar is, zich ertoe verbinden militaire steun, andere
steunmaatregelen en faciliteiten te verlenen aan de actie van de
Veiligheidsraad. Dat is het. Dan zegt u in die tekst dat u op een
tweede resolutie wacht. Maar mijnheer de eerste minister, u bent
even goed ingelicht als ik, u weet dat de diplomaten in de
Veiligheidsraad momenteel werken, de Duitsers met de Fransen, de
Britten, de Amerikanen, de Russen en de Chinezen, aan een
oplossing die geen tweede resolutie vereist maar die gebruik maakt
van het procédé dat reeds is gebruikt in het verleden, van een
verklaring van de voorzitter van de Veiligheidsraad. Het is een
interpretatieve verklaring die gewoon resolutie 1441 expliciteert. En
02.34
Mark Eyskens
(CD&V):
Cette après-midi, le premier
ministre a rendue publique la
position du gouvernement par
l'intermédiaire de la presse. Nous
lui reprochons vivement cette
attitude.
Selon le communiqué de l'agence
Belga, il a déclaré qu'en cas de
deuxième résolution, nous
examinerions les éventuelles
demandes d'aide au cas par cas.
En d'autres termes, nous ne
soutiendrons pas, nous aiderons.
Il ne peut naturellement pas
ignorer l'article 43 de la Charte
des Nations unies, qui doit être lu
en connexité avec l'article 42.
L'article 43 stipule clairement que
tous les Etats membres, si la paix
ou la sécurité internationale est
menacée, s'engagent à mettre à
la disposition du Conseil de
sécurité les forces armées,
l'assistance et les facilités
nécessaires au maintien de la
paix. Nous attendons une
deuxième résolution. Or, la
solution à laquelle oeuvrent
actuellement les diplomates ne
demande pas de deuxième
résolution, elle a recours au
procédé déjà utilisé par le passé,
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
dan? Wat gaat u dan doen? Wat gaat u doen als dat consequenties
heeft voor de NAVO waar u in Praag een tekst hebt goedgekeurd die
duidelijk verwijst naar de UNO, gelukkig maar. U hebt de groenen
gepaaid met new speak. Erger, collega's van de groene beweging,
wat wordt uw toestand na de ontbinding van dit Parlement? Welk
drukkingsmiddel hebt u nog na 4 april als dan de Iraakse crisis zou
uitbreken? Wat kunt u nog doen? Parlementaire druk? Helemaal niet.
U kan ontslag nemen uit de regering, weggaan en in de kiesstrijd
gaan staan zonder ministers en zonder kabinetten. Dat kan u. Dan is
de regering-Verhofstadt ontslagnemend. So what? De continuïteit
van de Staat staatsrechtelijke theorie maakt het perfect mogelijk
dat de ontslagnemende regering ook onze internationale
verplichtingen gestand doet.
Ten gronde, zeer kort, voorzitter. Wij zijn legalisten. Wij zijn gekant
tegen het Amerikaans unilateralisme. Amerika is veel macht en
weinig diplomatie. Wij betreuren dat. Europa is veel diplomatie en
weinig macht. Wij betreuren dat. Dat maakt juist deze Atlantische
tegenstrijdigheid in zekere zin complementair. Wij zijn voor meer
blauw in de straten van ons land. Ik hoor dat hier ongeveer elke
week. De veiligheid moet worden bevorderd en gehandhaafd. Wij
zijn als christen-democraten voor meer blauw in de straten van het
werelddorp.
Willen we deze wereld min of meer beschaafd maken, moet de
internationale orde niet alleen juridisch worden gerespecteerd via de
bestaande instellingen, maar moet op bepaalde ogenblikken, goede
collega's, ook worden opgetreden met macht en kracht tegen
degenen die de internationale orde en de vrede in gevaar brengen.
Mijnheer de minister van Buitenlandse Betrekkingen, u mag niet
laten zeggen wat ik steeds meer hoor in onze media, namelijk dat de
UNO een oorlogsmachine is en dat de UNO oorlog gaat voeren. Het
is politioneel optreden onder het UNO-mandaat, het is peace making.
Als onze politie in onze straten optreedt om gangsters te bestrijden,
kunnen we ook niet zeggen dat de politie een burgeroorlog voert. Wij
mogen de UNO niet laten degraderen en dat moet ook onze houding
zijn tegenover de Verenigde Staten van Amerika. Dat is een
essentieel punt in uw beleid.
Ten slotte, mijnheer de minister, er is misschien een oplossing
mogelijk. Het is zeer de vraag of men BC-wapens zal ontdekken in
Irak. Ik denk het niet. Atoomwapens zal men misschien wel
ontdekken, maar zeker geen BC-wapens. In een schoendoos kan
men voldoende zenuwgas verbergen om heel New York en heel
Brussel uit te roeien en die schoendoos kan bij wijze van spreken
worden verborgen onder het bed van Saddam Hoessein. Laten we de
inspecteurs hun werk doen, als het moet maandenlang en eventueel
zelfs een jaar of meer. Zo plaatsen we Saddam Hoessein onder
voogdij; hij kan niet meer bewegen. Hij kan zijn oppositie niet
massaal uitroeien en uitmoorden wanneer daar die UNO-inspecteurs
rondlopen en over het land vliegen met hun helikopters. Dat is de
veiligheidsmaatregel. Plaatsen we Saddam Hoessein onder voogdij,
in de hoop dat dan het regime van binnenuit zal imploderen. Dat is
een essentieel punt.
Mijn tijd is om, mijnheer de minister, maar u weet zo goed als ik dat
het verdwijnen van het regime van Saddam Hoessein in Irak en een
à savoir une déclaration
interprétative de la résolution
1441 par le président du Conseil
de sécurité. Quelle sera la
réaction du premier ministre si
cette déclaration a des
répercussions pour l'Otan? A
Prague, il a adopté un texte
faisant référence aux Nations
unies. Il a leurré les verts. Quel
moyen de pression auront-ils
encore après le 4 avril? Ils
peuvent démissionner. Au nom de
la continuité de l'Etat, il est tout à
fait possible qu'un gouvernement
démissionnaire continue à
assumer les obligations
internationales du pays.
Nous nous inscrivons en faux
contre l'unilatéralisme américain.
La position des Etats-Unis se
résume à beaucoup de force et
peu de diplomatie. En Europe, ce
serait plutôt "beaucoup de
diplomatie et peu de force". Nous
déplorons ces deux attitudes.
Nous sommes en faveur d'une
présence accrue de la police dans
la rue. A l'échelle mondiale, notre
raisonnement est identique.
L'ordre international doit aussi être
respecté. Les Nations unies ne
sont pas une machine de guerre;
nous parlons d'une intervention
policière sous mandat de l'ONU.
Je ne pense pas que l'on trouvera
des armes bactériologiques et
chimiques en Irak. Celles-ci
occupent peu de place. Nous
devons permettre aux inspecteurs
de travailler aussi longtemps que
nécessaire. Nous plaçons ainsi
Saddam Hussein sous tutelle,
dans l'espoir d'une implosion du
régime.
L'Iran, l'Irak et l'Arabie Saoudite
doivent être guidées sur la voie de
la démocratie. A cette condition
seulement une solution pourra
être trouvée au conflit palestino-
israélien.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
democratische evolutie in Iran en Saoedi-Arabië de voorwaarden zijn
om het smartelijke probleem van Palestina en Israël op te lossen. Wij
begaan een foute redenering wanneer wij zeggen dat eerst het
probleem tussen Israël en Palestina moet worden opgelost en pas
dan het probleem in Irak. Neen, het is omgekeerd. Men moet eerst
die drie landen op het pad zetten van elementaire eerbiediging van
de mensenrechten en democratisering en dan kan men eindelijk
komen tot een constructief vredesbeleid tussen Palestijnen en
Israëli's. Dat zou uw beleid moeten zijn.
Dat is mijn besluit, mijnheer de voorzitter.
02.35 Eerste minister
Guy Verhofstadt
: Mijnheer de voorzitter, als ik
de verschillende interpellaties, die ik samen met de minister van
Buitenlandse Betrekkingen vandaag heb aanhoord, samenvat, dan
kom ik op drie soorten vragen. Er zijn een aantal interpellaties waarin
werd gevraagd naar de houding van de Belgische regering in het
dossier-Irak. Mijnheer de voorzitter, dit sluit uiteraard nauw aan bij
wat ik vanop het spreekgestoelte in mijn federale beleidsverklaring
van oktober heb aangekondigd. Ik zal hier straks verder op ingaan.
Andere collega's wensen te weten wat de vraag is die door de
Verenigde Staten werd gesteld aan de NATO, wat de aard ervan is,
waarover het gaat en wat de houding terzake van de Belgische
regering zal zijn.
Een derde reeks vragen had meer betrekking op het transport. Hoe is
dat in zijn werk gegaan; zijn daartoe de nodige toelatingen verleend
en dergelijke meer.
Als u mij toestaat, zal ik mijn antwoord in die volgorde geven. Ik hoop
mijn spreektijd niet te overschrijden, mijnheer de voorzitter, want u
bent vandaag in een nogal strenge bui. Die indruk heb ik althans.
02.35
Guy Verhofstadt
, premier
ministre: Dans le cadre des
interpellations, trois types de
questions ont été posées. Une
première série portait sur l'attitude
de la Belgique dans le dossier
irakien, une deuxième sur la
nature de la demande adressée
par les Etats-Unis à l'OTAN et la
réaction de notre pays face à cette
demande et une troisième sur le
transport de matériel militaire.
De
voorzitter
: U hebt twintig minuten, normaal gezien.
02.36 Eerste minister
Guy Verhofstadt
: Op die manier zou ik
daarop willen antwoorden.
02.36 Eerste minister
Guy
Verhofstadt
:
Je répondrai en trois parties.
1. Quelle est l'attitude de la Belgique sur le fond du dossier?
2. Quelle est la demande introduite par les Etats-Unis auprès de
l'OTAN et quelle est notre réaction?
3. Quels sont tous les éléments relatifs au transport?
Je précise d'abord que ce n'est pas la première fois qu'on parle de
cela au sein de l'OTAN. J'ai déjà rencontré beaucoup
d'ambassadeurs, entre autres l'ambassadeur américain, au sujet de
ce dossier, en vue de la préparation de la conférence de Prague. Elle
s'est tenue le 22 novembre 2002 et au moins 50 pays ont été
consultés avant cette date sur le dossier irakien. Suite à cela, l'OTAN
a pris position à Prague quant au fond du dossier, à savoir aider à
faire respecter les décisions de l'ONU. Voilà la décision de Prague.
Elle correspond à la position de base de notre gouvernement et de
notre pays.
Met mijn antwoord zal ik op drie
vragen ingaan: onze houding ten
aanzien van de grond van de
zaak, het verzoek van de
Verenigde Staten binnen het
kader van de NAVO, en informatie
over de transporten.
Bij de voorbereiding van de
conferentie van Praag van 22
november werden vijftig landen
over het dossier Irak
geraadpleegd om het NAVO-
standpunt te bepalen, namelijk:
ertoe bijdragen dat de VN-
besluiten nageleefd worden. Die
optie spoort met het principiële
standpunt van ons land.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Deze basisstelling wil ik nog even kort herhalen in een aantal
stellingen, mijnheer de voorzitter. Eerst en vooral is het ons
uitgangspunt, het uitgangspunt van ons land, dat we met alle
middelen elke oorlog absoluut willen vermijden. Ik denk dat ons
verleden, met de vele slachtoffers die wij in onze contreien en in ons
land hebben gekend in vele oorlogen, ons tot zo'n houding heeft
gedreven. Dus: met alle middelen trachten een oorlog te vermijden.
Wij weten genoeg in België, in de Lage Landen, in Europa wat oorlog
betekent, om niet voortdurend te ijveren voor het vermijden van
oorlog.
Ten tweede onze tweede richtlijn, het tweede deel van onze houding.
Ik wil die ook heel duidelijk maken. Ik heb dat ook gedaan bij de
federale beleidsverklaring, maar ik wil het nog eens expliciteren. Het
feit dat we oorlog willen vermijden en het feit dat we dus onze
diplomatie en diplomatieke kanalen vooral willen gebruiken om het
probleem Irak op te lossen, hypothekeert in niets onze mening over
dat regime. Het regime van Bagdad en Saddam Hoessein ik denk
dat het mijnheer Eyskens is geweest die het hier heeft gezegd
waren degenen die in 1988 5.000 inwoners van hun eigen land
hebben laten vermoorden met een gasaanval. Hij heeft in het
verleden al dergelijke wapens gebruikt. Saddam Hoessein is mij het
meest bijgebleven ik weet niet hoe dat zit voor andere collega's
hier in het Parlement als degene die ik mij vooral herinner van de
laatste reportages die op de televisie zijn verschenen, waar men ons
de voorbije weken opnieuw aan herinnert. Dat is de jonge Saddam
Hoessein die de leiding neemt van de Baath-partij het waren
zwartwitbeelden op tv en die zelf aanduidt onder zijn eigen
vrienden wie moet verdwijnen en wie dus, met andere woorden, niet
meer in de samenleving mag terugkeren. Ik vond, mijnheer de
voorzitter, die beelden die ik op tv nu opnieuw heb gezien de voorbije
weken en al een aantal maanden geleden, die al twee keer getoond
zijn, de meest ijzingwekkende beelden die ik ooit van een politiek
"leider", van een dictator heb gezien. Er werd geen fysiek geweld
getoond op die beelden. Er werd geeneens fysiek geweld getoond. Er
was niks te zien van fysiek geweld. Er was alleen Saddam Hoessein
te zien met zijn zakdoek voor zich, die zei: ik moet hier die en die en
die aanklagen. Zij werden weggevoerd naar kampen waaruit ze nooit
zijn teruggekomen in de jaren nadien.
Ons tweede uitgangspunt is dat wij hopen op een ander regime in
Irak en in Bagdad. Wij hopen dat daar in de nabije toekomst een
samenleving kan komen, gestoeld op meer democratie, op respect
voor de mensenrechten en op het pluralisme van de verschillende
interne gemeenschappen die er in Irak zijn. Het gegeven van deze
verschillende gemeenschappen is trouwens een groot probleem voor
de Iraakse samenleving en een van de grote punten van het Iraakse
dossier.
Dat is het tweede punt. Het eerste punt van ons beleid is met alle
middelen oorlog vermijden. Het tweede punt is absoluut geen
sympathie integendeel ten aanzien van dat regime. Wij hopen
dat daar zo snel mogelijk een ander regime kan totstandkomen.
Mijnheer Eyskens, het derde punt van onze houding is dat het
wereldgebeuren, de wereldzaken, geen Far West is. Er bestaan
daarvoor regels die moeten worden gerespecteerd. Die regels zijn de
Nous partons du principe que
nous voulons éviter la guerre dont
notre pays ne connaît que trop
bien les conséquences.
Le fait que nous cherchions à
éviter la guerre par les canaux
diplomatiques n'hypothèque pas
notre attitude à l'égard de Saddam
Hussein. Par le passé, celui-ci a
déjà utilisé des armes de
destruction massive contre sa
propre population et a désigné lui-
même, au moment de son
accession au pouvoir, ceux qui
devaient être éliminés. Pour l'Irak,
nous espérons un autre régime et
une société fondée sur la
démocratie, le respect des droits
de l'homme et des différentes
communautés.
La politique internationale n'est
pas un western. Elle est régie par
des règles qui doivent être
respectées. A cet effet, un cadre
multilatéral les Nations Unies et
le Conseil de sécurité a enfin
été mis en place. C'est dans ce
cadre que le problème de l'Irak
doit être résolu.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
regels die door de Verenigde Naties en door de Veiligheidsraad
worden vastgelegd. Het internationaal wereldgebeuren is in het
verleden te veel een eenzijdigheid geweest van deze of gene die
meende zijn wil te kunnen opleggen. De voorbije jaren is het
wereldgebeuren gelukkig geëvolueerd naar een multilateraal kader
van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad. Hierna laat ik het
woord aan de heer Eyskens die blijkbaar de aandrang voelt daaraan
iets toe te voegen. Wij wensen in elk geval het probleem-Irak op te
lossen binnen dat multilaterale kader en niet binnen het kader van
een unilaterale of eenzijdige actie, door wie dan ook ondernomen.
02.37
Mark Eyskens
(CD&V): Mijnheer de eerste minister, dat
betekent toch dat binnen de UNO-legitimiteit, artikel 43 peace
making in bepaalde gevallen moet gebeuren met inzet van militaire
actiemiddelen en dat alle lidstaten worden verondersteld dat te
steunen naar hun godsvrucht en vermogen. Dat moet worden
uitgelegd want sommigen begrijpen dat blijkbaar niet.
02.37
Mark Eyskens
(CD&V):
Dans ce cadre, le rétablissement
de la paix doit donc parfois être
imposé militairement et, si le
Conseil de sécurité le décide, cela
doit être appuyé par tous les
membres.
02.38 Eerste minister
Guy Verhofstadt
: Als u mij toestaat, kom ik
daar onmiddellijk op. Dat was ook een van de punten van het
standpunt dat wij zullen innemen.
Mijnheer Eyskens, eerst en vooral, een probleem als Irak is geen
conflict tussen de Verenigde Staten van Amerika en Irak of dat mag
het in elk geval niet zijn. Het probleem-Irak is ook in eerste instantie
geen regimewissel, hoezeer wij ook hopen dat er daar zo snel
mogelijk een regimewissel komt en er een democratisch regime kan
totstandkomen. Het probleem-Irak is een probleem van de
internationale gemeenschap, multilateraal. Het gaat over vrede en
veiligheid en over het mogelijke bestaan van
massavernietigingswapens in Irak die eventueel zouden worden
geproduceerd en gebruikt. Daarover gaat het en over niets anders.
Collega's, dat is het probleem. Het standpunt van de Belgische
regering is dat dit in multilateraal verband, binnen de VN, binnen de
resoluties, met de Veiligheidsraad en met alle consequenties
daaraan verbonden zoals de heer Eyskens ons terecht heeft
herinnerd moet worden opgelost.
Wat is nu het vierde onderdeel van de houding van de Belgische
regering? Wij zeggen dat, als er iets wordt ondernomen met
betrekking tot Irak, dat dan op basis van een klaar en duidelijk
mandaat moet zijn van de Verenigde Naties. Wij hebben daartoe al
een eerste basis, namelijk de resolutie 1441. Wij moeten ons
daaraan houden en ook aan de procedure die daarin staat. Die
procedure zegt dat wij met inspectieteams ervoor proberen te zorgen
dat in elk geval de massavernietigingswapens worden vernietigd.
Ons vijfde standpunt is dat wanneer wij resolutie 1441 van de VN-
veiligheidsraad goedkeurden, wij natuurlijk de wapeninspecteurs de
kans moeten geven hun rol te vervullen. Dat betekent concreet,
collega's, dat de wapeninspecteurs ongehinderd hun werk moeten
kunnen doen in Irak. Ik wil even de woorden herhalen die Hans Blix
gisteren nog hier in Brussel naar voren gebracht heeft en die ook het
standpunt vertolken van de Belgische regering, te weten dat Irak
meer inspanningen moet doen en de wapeninspecteurs moet helpen
om te kunnen komen tot de identificatie en de vernietiging van die
wapens. Het is voor ons ook duidelijk dat de wapeninspecteurs meer
02.38
Guy Verhofstadt
, premier
ministre: Le conflit ne peut être un
conflit entre les Etats-Unis et
l'Irak. Il s'agit de la paix et de la
sécurité ainsi que de la
neutralisation des armes dont
dispose l'Irak et qui constituent
une menace. Les conséquences
qu'y lie M. Eyskens sont correctes.
Si une intervention doit avoir lieu,
elle doit se faire sous mandat de
l'ONU. C'est la raison d'être de la
résolution 1441. La procédure
consiste à envoyer des équipes
d'inspection chargées de
superviser la destruction des
armes de destruction massive.
Nous devons laisser aux
inspecteurs la possibilité de
remplir leur mission. Rien ne doit
entraver leur travail. L'Irak doit
faire davantage d'efforts. Les
inspecteurs doivent disposer d'un
délai plus long pour mener à bien
leur mission. Cela ne sera pas
possible avant le 24 janvier mais
ces inspections ne doivent pas
non plus devenir des inspections
de routine qui perdurent pendant
des années.
Si toutes ces mesures s'avèrent
infructueuses ou s'il existe des
armes de destruction massive,
une deuxième résolution des
Nations unies sera nécessaire
avant de passer à l'action.
L'Europe devra intervenir dans le
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
tijd moeten krijgen om hun opdracht te voltooien, meer tijd dan zij tot
nu toe hebben gekregen, te weten tot 27 januari.
Dat betekent niet dat men moet vervallen, zoals sommigen vrezen,
in een jarenlange aaneenschakeling van routine-inspecties die toch
niets zouden opleveren. Ook dat mag niet gebeuren, want dat zou
ook geen oplossing bieden aan het conflict. Wel moeten wij alles ter
beschikking stellen, voldoende tijd, voldoende middelen en
voldoende medewerking, om er ervoor te zorgen dat de
wapeninspecties op een degelijke en efficiënte manier kunnen
gebeuren. Ik zeg dat zonder mij nu te willen binden aan een datum
en hoeveel tijd er concreet moet bijkomen.
Ten slotte, indien het allemaal niets oplevert, indien men duidelijk op
onwil van Irak stuit en men aangetoond heeft dat er
massavernietigingswapens zijn en dat die niet verwijderd worden, dat
die nog worden aangemaakt of dat dit gevaar bestaat, en indien men
beslist tot een operatie, dan zeggen wij dat daarvoor een tweede,
duidelijke VN-resolutie in elk geval noodzakelijk is om dat te doen.
Bij het totstandkomen van zo'n resolutie en dat heb ik vandaag te
weinig gehoord in de interpellaties, collega's is er in eerste instantie
een Europees optreden noodzakelijk, een Europees gezamenlijk
optreden. Wij zullen maar tot een degelijke oplossing van het conflict
komen wanneer ook Europa zijn verantwoordelijkheid opneemt.
Vandaag zetelen er vier Europese leden in de Veiligheidsraad:
Spanje, Duitsland en uiteraard de twee permanente leden, Frankrijk
en Groot-Brittannië. Het is met andere woorden een unieke
gelegenheid om via de Raad Algemene Zaken zowel de nodige
informatie als de nodige druk en het nodige coherente standpunt te
verkrijgen. Dat gebeurt niet vaak in internationale aangelegenheden
in de Europese Unie, om niet te zeggen dat het bijna nooit gebeurd
is. Wij mogen toch wel zeggen, mijnheer Leterme, dat naar
aanleiding van de terroristische aanslagen van 11 september 2001
Europa vrij eensgezind en vrij snel al waren er ook toen kleine
aparte vergaderingetjes tot een aantal gezamenlijke standpunten is
gekomen in de strijd tegen het terrorisme. Ook hier moet dat
gebeuren. Wij denken dat de Raad Algemene Zaken daarvoor het
geschikte forum is.
cadre de l'élaboration de cette
résolution. Quatre Etats
européens, l'Espagne,
l'Allemagne, la Grande-Bretagne
et la France, sont membres du
Conseil de sécurité. Le Conseil
Affaires générales est un forum
approprié pour aboutir à une
position commune, comme cela a
été le cas également après le 11
septembre.
Telle est notre position, une position qui, selon moi, est très claire.
C'est celle que nous avons adoptée depuis octobre, depuis la
déclaration de politique fédérale, que j'ai explicitée devant le
Parlement et dont nous avons discuté avec le ministre des Affaires
étrangères à de multiples reprises, ces dernières semaines et ces
derniers mois. Elle peut se résumer comme suit:
- éviter la guerre;
- espérer un autre régime à Bagdad offrant davantage de
démocratie, de respect des droits de l'homme et respect des
différentes minorités et populations qui y vivent;
- agir absolument dans le cadre multilatéral, parce que c'est dans ce
cadre qu'il faut résoudre ces problèmes et le seul cadre multilatéral
existant est celui des Nations unies; c'est donc sur la base des
résolutions et de mandats délivrés par les Nations unies qu'il faut
essayer de détruire ces armements;
- intervenir à la suite d'un mandat clair émis par les Nations unies et
non de façon unilatérale;
- donner toutes les chances aux inspecteurs en désarmement de
faire leur travail, leur donner davantage de temps que maintenant
Ons standpunt, dat reeds in de
regeringsverklaring in oktober
werd uiteengezet, is altijd zeer
duidelijk geweest. Wij hebben
hierover uitvoerig gediscussieerd
met de minister van Buitenlandse
Zaken, en dat standpunt is niet
veranderd. Een oorlog moet
voorkomen worden. We moeten
hopen op een machtswissel in
Bagdad, op een democratischer
regime dat de mensenrechten
eerbiedigt en minderheden
respecteert. Er moet opgetreden
worden binnen het enige
multilaterale kader dat er bestaat,
dat van de Verenigde Naties, op
grond van resoluties en
mandaten. Geen unilateraal
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
avec la date limite du 27 janvier;
- et enfin, en cas d'opération, si l'Irak refuse totalement de faire quoi
que ce soit après les constats, il faut une deuxième résolution,
laquelle nécessite pour sa préparation, afin de disposer de
l'information nécessaire et du bon contenu, une action de l'Union
européenne beaucoup plus solide, beaucoup plus intense maintenant
que quatre pays de l'Union européenne sont membres du Conseil de
Sécurité.
ingrijpen, maar een duidelijk
mandaat van de Verenigde
Naties. De VN-wapeninspecteurs
moeten meer tijd krijgen om hun
werk af te maken, opdat hun
opdracht alle kans van slagen zou
hebben. Als er dan toch besloten
wordt tot operaties, moet de VN-
Veiligheidsraad een tweede
resolutie goedkeuren. Daar er
momenteel vier EU-lidstaten in
die VN-Veiligheidsraad zitting
hebben, zijn wij voorstander van
een hechter en krachtdadiger
Europees optreden.
Dit brengt mij tot het tweede punt van mijn betoog.
Als dat de klare en duidelijke positie is van de Belgische regering, die
wij op alle fora verdedigen, die zowel door de minister van
Buitenlands Zaken als door zijn collega van Landsverdediging wordt
verdedigd en die door onze ambassadeurs wordt uitgebracht, hoe
staan wij dan tegenover de vraag die de Verenigde Staten tot de
NAVO hebben gericht?
Sta mij toe het eerst even te hebben over de inhoud van die vraag
die door de Verenigde Staten van Amerika bij de NAVO werd
ingediend en waarover ik alle mogelijke verhalen lees. Het is in elk
geval geen vraag tot deelname aan de operatie in Irak. De vraag die
de Verenigde Staten van Amerika bij de NAVO hebben ingediend is
een vraag om te komen tot wat men noemt een voorzichtige planning
in defensief opzicht. Dat betekent een planning van mogelijke
veiligheidsmaatregelen. Ik herhaal, beveiligingsmaatregelen die
zouden moeten worden genomen en die kunnen worden gepland
door de NAVO indien zich een conflict met Irak zou voordoen.
In tegenstelling tot wat ik hier en daar las, is het geen vraag om het
verlenen van directe steun aan een operatie. Ik zou zelfs niet durven
zeggen dat het een vraag is om het verlenen van indirecte steun aan
een operatie. U weet dat de NAVO een verdedigingsorganisatie is en
de vraag die werd ingediend gaat over "prudent planning" of
"voorzichtige planning" van beveiligingsmaatregelen indien zich een
conflict met Irak zou voordoen. Het is volgens mij volkomen normaal
dat zo'n vraag uiteindelijk terechtkomt bij de NAVO. Wat houdt deze
vraag concreet in? Het gaat om de volgende elementen. Ten eerste,
beveiliging, onder meer van bewaking van de toegangen tot de
Middellandse Zee. Ten tweede, een hele reeks defensiemaatregelen
ter bescherming van Turkije, zowel in de lucht als op de grond. Ten
derde, bescherming van de VS-installaties buiten de Verenigde
Staten. Ten vierde, de uitbreiding van de aanwezigheid in de Balkan.
Dat zijn de verschillende beveiligingsmaatregelen die in deze vraag
zijn opgesomd. Er is wel nog een andere vraag die volgens mij iets
verder reikt dan een loutere beveiligingsmaatregel, met name de
vraag naar humanitaire hulp en vredeshandhaving na een eventueel
conflict. Ziehier de inhoud van de vraag naar "prudent planning" of
"voorzichtige planning", die thans werd ingediend bij de NAVO. Ik
herhaal dus dat het gaat om beveiligingsmaatregelen in geval van
C'est une attitude que nous
défendons dans tous les forums.
La demande adressée par les
Etats-Unis à l'OTAN n'est pas une
demande de participation à une
opération contre l'Irak mais de
planification prudente (
prudent
planning
) dans une perspective
défensive. Il s'agit de mesures de
sécurité et de sécurisation si un
conflit devait éclater avec l'Irak. Il
s'agit-là d'une requête tout à fait
normale mais pas d'une demande
d'appui. L'objectif est de surveiller
les accès à la Mer Méditerranée,
de prendre des mesures
défensives pour renforcer la
sécurité de la Turquie, de protéger
les installations américaines
basées à l'étranger, d'étendre la
présence militaire dans les
Balkans et d'organiser, à plus long
terme, l'aide humanitaire et le
maintien de la paix
après
le
conflit. Nous avons répondu que
nous examinerions cette demande
et que nous nous concerterions
avec les autres Etats membres de
l'OTAN et, en premier lieu, avec
les Etats européens. Nous
souhaitons cependant attendre la
publication du premier rapport des
inspecteurs de l'ONU avant de
voir si nous optons pour ce
scénario.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
conflict, hoofdzakelijk met betrekking tot VS-installaties, de
aanwezigheid in de Balkan en Turkije dat een gemeenschappelijke
grens heeft met Irak.
Onze reactie bestond erin dat verzoek te onderzoeken en vooral,
zoals ik daarnet reeds zei, overleg te plegen met andere NAVO-
lidstaten, voornamelijk de Europese, om te komen tot dat ene
standpunt waarover ik reeds sprak. Ook al gaat het om een vraag tot
planning en niet tot deelname aan een operatie in Irak, toch was
onze reactie dat het beter zou zijn het eerste rapport van het VN-
wapeninspectieteam aan de Veiligheidsraad af te wachten alvorens
deze planning zelfs al is ze louter defensief op gang te brengen.
Ik meen dat dit een voorzichtig standpunt is, waarbij men eerst wil
weten hoe ver men staat, ook al en ik herhaal het nogmaals gaat
het om een voorzichtige planning in defensief opzicht.
Je vous répète très clairement qu'il ne s'agit pas d'une demande de
soutien à une opération en Irak. C'est une demande, qui est
introduite auprès de l'OTAN, d'une planification prudente et de
mesures défensives. Par exemple des mesures concernant la
Turquie qui, paraît-il, aurait demandé ces mesures spécifiques ou
encore la protection des installations américaines ou la présence de
troupes américaines dans les Balkans. Ensuite, et cela va peut-être
un peu plus loin, il est question d'aide humanitaire et de maintien de
la paix à l'issue d'un éventuel conflit.
Chers collègues, notre réaction a été d'analyser ces demandes, de
nous concerter avec d'autres pays européens membres de l'OTAN.
J'estime personnellement, et cela a été confirmé aujourd'hui
lorsqu'on en a parlé avec les collègues du gouvernement, qu'il faut
peut-être attendre le rapport de M. Blix, le 27 janvier, avant de nous
lancer dans de tels préparatifs, même s'il ne s'agit que d'une
planification prudente de mesures défensives qui n'ont rien à voir
avec une participation active au conflit en Irak.
Het gaat hier niet om steun aan
operaties, maar om een verzoek
aan de NAVO met het oog op een
voorzichtige planning van de
defensieve maatregelen,
bijvoorbeeld met betrekking tot
Turkije, Amerikaanse installaties,
of de vervanging van
Amerikaanse troepen in de
Balkan, of nog het sturen van
humanitaire hulp en troepen met
een vredeshandhavingsmissie na
het einde van een eventueel
conflict. Wij zullen die verzoeken
van de Amerikanen analyseren en
overleg plegen met de andere EU-
lidstaten die ook deel uitmaken
van de NAVO. In de eerste plaats
wachten wij echter het rapport van
de heer Hans Blix af, dat op 27
januari bekend gemaakt wordt.
Ik kom thans tot het derde deel van mijn betoog, met name de transit
die plaatsvond en die nog zal plaatsvinden, dat voeg ik er meteen
aan toe.
Quid met deze transit van Amerikaanse troepen vanuit Duitsland,
niet alleen naar Antwerpen overigens want hiervoor worden drie
havens aangedaan, namelijk Bremershaven, Rotterdam en
Antwerpen?
Mijn antwoord in dit verband bestaat uit drie elementen en bovendien
maak ik gebruik van een nota van minister Flahaut die zich trouwens
verontschuldigt, maar die deelneemt aan een missie in het
buitenland. Op een vrij eenvoudige, maar overzichtelijke manier
vermeldt hij hierin de verschillende data over het toekomen van de
aanvraag en van de toezegging, legt hij uit hoe alles in zijn werk is
gegaan, en geeft hij uitleg over de transit en over akkoorden
waarover ik het aanstonds zal hebben. Het lijkt mij trouwens
interessant, na mijn betoog, de nota van minister Flahaut, die een
volledig gedetailleerd overzicht geeft van de transit, over te maken
aan de leden van deze assemblee.
En ce qui concerne les transports
de matériel militaire de
l'Allemagne vers les ports
d'Anvers, Rotterdam et
Bremershaven, j'ai reçu une note
détaillée du ministre Flahaut, que
je distribuerai aux membres dans
un instant.
La base légale des transports est
la loi de 1962 qui, en vertu de
l'article 185 de la Constitution,
autorise le transit des transports
de l'Otan sur notre territoire. En
exécution de cette loi, un accord
bilatéral a été conclu en 1971 par
le ministre de l'époque, M.
Harmel. Les détails techniques et
administratifs sont décrits dans un
J
oint Communication Plan
au
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
Ik wil drie punten behandelen. Ten eerste, wat is eigenlijk de
wettelijke basis voor dergelijke transits? Ten tweede, werden de
regels gevolgd? Die vraag werd toch ook gesteld, dacht ik. Dat klonk
zeker door in een aantal betogen. Ten derde, waaruit bestaan die
transittransporten?
Ten eerste, wat is de wettelijke basis? Het is eigenlijk een Belgische
wet van 11 april 1962, die de basis legt voor de uitvoering van artikel
185 van de Grondwet en daarmee de transit van Navo-troepen door
ons land mogelijk maakt. Het is dus die wet van 11 april 1962 die van
toepassing is en niet SOFA. Het gaat om het Host Nation Support
Agreement, een akkoord dat bilateraal, op basis van de wet van
1962, werd gesloten door de toenmalige minister van Buitenlandse
Zaken, Pierre Harmel, in het jaar 1971. Het is dus dat bilateraal
akkoord, op basis van de wet en het artikel 185 van de Grondwet, die
de zaak regelt. Ter uitvoering van dat akkoord van 1971 werden er
technische en administratieve aspecten ingevuld in het US-Belgium
Joint Communication Plan, dat dateert uit 1983 en in 1994 werd
vernieuwd en dat werd gesloten op het niveau van het US-leger en
het Belgisch leger. Dat plan regelt de uitvoering van het bilateraal
akkoord dat door Harmel is gesloten en dat de uitvoering is van de
wet van 1962 die dat mogelijk maakt.
Ik zal niet spreken over de antecedenten van het artikel in de
Grondwet. Waarom moesten wij in de Grondwet bepalen dat ook
vreemde troepen op Belgisch grondgebied zouden komen? Dat heeft
te maken met de eventuele steun die wij aan Frankrijk zouden
hebben gevraagd, mochten de Nederlanders toch nog gedacht
hebben aan een groot verenigd Nederland. Dat is de origine van dat
artikel in de Grondwet.
Mijnheer de voorzitter, de afspraken die ik heb opgesomd, regelen
het transport van personeel en goederen in normale en in crisistijd.
Laat ik de afspraken even samenvatten om u te zeggen hoe het in
feite functioneert. Het gaat om een beperkt of relatief beperkt
transport, zoals er trouwens tientallen per jaar plaatsvinden gelet op
het aantal troepen dat in Europa is gelegerd. Dat zult u wel van mij
willen aannemen. Wij hebben daar ook lijsten van. Als het gaat om
een beperkt of relatief beperkt transport, gebeurt dat door een
mondelinge of schriftelijke kennisgeving aan Landsverdediging,
volgens de regels die ik daarjuist heb opgesomd. Gaat het om het
openen van een kamp daartoe wat hier dus het geval is in
Haasdonk , dan is ook de toestemming van de minister van
Landsverdediging nodig. Gaat het om een veel grotere en ruimere
verplaatsing van troepen en materieel, dan moet er een zogenaamde
communicatielijn worden geopend tussen het Amerikaanse
commando en het Belgisch commando. Voor zo'n communicatielijn
wordt de toestemming gegeven op het niveau van Landsverdediging
of op het niveau van Buitenlandse Zaken. Het verschil tussen het
ene en het andere hangt af van het soort wapens waarover het gaat
in het transport.
Ziedaar het kader. Het gaat dus niet om SOFA, maar om de wet van
1962, het bilateraal akkoord van 1971 dat daaruit is voortgevloeid en
de praktische richtlijnen van 1983 vernieuwd in 1994 die tussen
beide legers werden afgesproken ter uitvoering van dat akkoord en
de vele bevestigingen daarvan in de NATO.
niveau de l'armée, conclu en 1983
et renouvelé en 1994. Ce
document règle le transport de
personnel et de biens. Lors de
transports restreints, une
communication orale ou écrite au
département de la Défense suffit.
Lorsqu'un camp est ouvert,
comme c'est le cas actuellement,
le ministre de la Défense doit
marquer son accord et lors de
transports plus importants, une
ligne de communication
permanente doit être ouverte
entre les commandements
américain et belge et l'autorisation
du ministère de la Défense
nationale ou des Affaires
étrangères est requise, en fonction
de la nature du transport. La base
légale n'est donc pas l'accord
SOFA.
Les règles ont été
scrupuleusement suivies. Le 6
janvier, nous avons été informés
oralement du fait que ces
transports auraient lieu et le 8
janvier, une demande écrite
détaillée nous est parvenue.
L'armée belge a informé le
ministre de la Défense. Il a donné
son autorisation; la création d'une
life support area
à Haasdonck
était prévue dans cette
autorisation.
Ces transports de troupes en
transit participent d'un glissement
important du
Europe Command
vers le
Central Command
de
l'armée américaine.
Le premier transport comportait
une équipe de reconnaissance qui
est arrivée à Saint-Nicolas le 10
janvier, un train d'essai ainsi qu'un
transport de dix trains qui est
arrivé chez nous aux alentours du
14 janvier. Le second transport,
composé de dix-neuf trains et de
deux embarcations fluviales, est
en cours et sera terminé ce week-
end. Il comprend notamment
quarante-quatre hélicoptères qui
gagneront le golfe Persique en
passant par Anvers et vingt-deux
hélicoptères qui transiteront par
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Ik kom tot het tweede punt van het laatste deel van mijn betoog. De
regels die daarin staan, werden strikt gevolgd. U zult dat merken in
de nota die ik straks uitdeel. In de eerste plaats wordt daarin
aangekondigd dat wij op 6 januari vanwege onze Amerikaanse
partners mondeling zijn ingelicht over het geplande transport. Op 8
januari hebben wij van de Amerikaanse brigadegeneraal die
daarvoor instaat, een gedetailleerde schriftelijke aanvraag gekregen
vanwege het Amerikaans commando.
Uiteraard heeft het Belgisch leger de minister van Defensie daarvan
op de hoogte gebracht. Het is overigens ook de minister van
Defensie die in diezelfde toelating toestemming heeft gegeven voor
het oprichten van een "life support area", namelijk in Haasdonk. Voor
meer details verwijs ik naar de nota van de heer Flahaut.
Ik kom tot de inhoud van deze transittransporten. Het zal uiteindelijk
gaan, mijnheer de voorzitter, om drie transittransporten, die in hun
geheel een vrij belangrijke verschuiving van materieel uitmaken van
het Europe Command van het Amerikaanse leger naar het Central
Command. Ik vertel daarover nog iets meer. Het Europe Command
van het Amerikaanse leger, dat is Europa. Dat is vrij duidelijk. Het
Central Command van het Amerikaanse leger is vrij groot. Dat loopt
van Tunesië naar Zuidelijk Afrika en zo naar het Midden-Oosten, tot
voorbij Afghanistan. Irak is daar inderdaad ook bij. Er zullen dus drie
havens worden gebruikt: Bremen, Rotterdam en Antwerpen.
Wat is de stand van uitvoering? Voor een eerste transittransport,
waarvoor wij mondeling op 6 januari en schriftelijk op 8 januari de
nodige toelatingen via ons leger en ons ministerie hebben gegeven,
kwam er inderdaad op 10 januari een verkenningsploeg aan in Sint-
Niklaas. Dat hebben wij ondertussen allemaal wel verstaan. Het
betrof toen 1 proeftrein en 10 treinen waarvan de operatie plaatsvond
rond 14 januari. Een tweede transport met 19 treinen en 6
binnenschepen is nu aan de gang en zal dit weekend afgewerkt zijn.
Omdat de heer Willockx niet opnieuw zou bellen en zeggen dat hij nu
een helikopter in de lucht ziet vliegen, wil ik toch ook iets zeggen
over helikopters, want hij zal daarvoor zeker attent zijn. In die tweede
transportbeweging zit ook het overbrengen van 44 Amerikaanse
helikopters van Duitsland naar Antwerpen, waarvan de minister van
Landsverdediging u volgende week alle types kan geven, en
omgekeerd, het overbrengen van 22 helikopters die nu
binnengekomen zijn in Antwerpen, naar Bosnië. Er zal dus een
dubbele beweging zijn: 44 helikopters zullen van Duitsland naar
Antwerpen gaan, en omgekeerd zullen er per schip 22 naar Bosnië
gaan.
Ten slotte, dan eindig ik en kan mevrouw D'hondt onmiddellijk
tussenkomen zal er ook nog een derde transport zijn, mijnheer de
voorzitter, namelijk een transport waarvoor de life support area in de
kazerne van Haasdonk waar 400 tot maximaal 700 mensen zullen
kunnen worden gelegerd daadwerkelijk zal worden gebruikt. Over
dat derde transport verwachten wij eerstdaags alle informatie:
wanneer, hoe en de inhoud ervan. Ik heb aan de minister van
Landsverdediging gevraagd om eventueel de commissie voor de
Militaire Operaties ik weet dat dit niet in de Kamer, maar in de
Senaat is daarover alle informatie te geven. Mijn aanbod is om de
komende weken en maanden zeker die commissie te gebruiken als
Anvers également pour aller en
Bosnie. Je devrai disposer sous
peu d'informations détaillées en
ce qui concerne le troisième
transport dans le cadre duquel
entre quatre cents et sept cents
soldats seront casernés à
Haasdonk. Je ferai parvenir ces
informations à la commission des
opérations militaires du Sénat.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
een medium waar wij alle praktische, gedetailleerde informatie over
die operaties kunnen meedelen.
02.39
Greta D'hondt
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen
aan de premier zeggen dat de onrust bij de bevolking, maar ook de
vraagstelling daaromtrent in de regio Sint-Niklaas en rond de kazerne
Westakkers, iets meer om het lijf heeft dan burgemeester Willockx
die een helikopter ziet voorbijvliegen.
02.40 Eerste minister
Guy Verhofstadt
: Dat neem ik wel aan, maar
het was eigenlijk een boutade. Misschien is ze mislukt, ik excuseer
mij daarvoor.
02.40 Eerste minister
Guy
Verhofstadt
:
Pour terminer, monsieur le président, et pour le troisième volet de
ma réponse, je crois avoir amplement illustré qu'il existe des règles
que nous avons appliquées et quelle est l'ampleur de l'opération de
transit en cours.
Dans le cadre de ce dossier, le gouvernement va continuer à suivre
une ligne claire que j'ai déjà explicitée en octobre et que j'ai répétée
ici aujourd'hui. Nous allons travailler dans ce sens en étroite
concertation avec nos pays voisins car je crois que c'est une
nécessité d'avoir avec Paris, avec Berlin et les autres pays de l'Union
européenne des contacts directs sur ce dossier. Ce sont notre
ministre des Affaires étrangères et notre ministre de la Défense qui
sont responsables. Je puis vous répéter que nous allons procéder
avec sang-froid et loin de tout esprit de surchauffe préélectorale.
Wij hebben de regels toegepast.
Nu kent u de omvang van de
doorvoer. De regering zal een
duidelijke lijn blijven volgen, in
nauw overleg met Parijs, Berlijn
en de andere buurlanden. Onze
minister van Buitenlandse
Zaken is hiervoor samen met de
minister van Landsverdediging
verantwoordelijk. Wij zullen het
hoofd koel houden in dit dossier
en ons niet door kieskoorts van
slag laten brengen.
02.41
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, u stelt dat het SOFA-verdrag niet van
toepassing is omdat het gaat over troepen die in het andere land
blijven. Op dit punt wil ik u volledig tegenspreken. Artikel 1 van het
SOFA-verdrag stelt uitdrukkelijk, ik citeer: "The receiving state
means the contracting party in a territory of which the force of civilian
components located whether it will be stationed there or passing in
transite". Mijnheer de eerste minister, dit SOFA-verdrag is van
toepassing op transittransporten en bewegingen. Meer nog, het
SOFA-verdrag is niet in strijd met de wet van 1962 en het bilateraal
verdrag. Uit uw antwoord is immers gebleken dat men volgens het
bilateraal verdrag moet ingelicht worden en toelating moet geven.
Dat zegt het SOFA-verdrag ook. Het verdrag laat toe dat er
troepentransporten zijn mits er toestemming wordt verleend.
Mijnheer de eerste minister, u hebt toegegeven dat op 6 januari een
aanvraag is binnengekomen die op 8 januari schriftelijk werd
bevestigd. U hebt de aanvraag onderzocht en hebt toestemming
gegeven. Mijnheer de eerste minister, ik verwijs naar mevrouw
D'hondt. Waarom bent u op 8 januari niet naar het Parlement
gekomen om ons in te lichten over het verzoek en uw antwoord
erop? Waarom hebt u gewacht tot 17 januari 19.30 uur om te
antwoorden op de vragen of er een aanvraag was geweest en of de
regering toestemming heeft verleend?! Mijn verwijzing naar het
SOFA-verdrag was volledig correct!
Ten tweede, u stelt dat het regime van Saddam Hoessein vreselijk is.
Dat is correct. Persoonlijk zou ik ook liever Saddam Hoessein zien
verdwijnen. Uw argumenten dat hij een dorp met 5000 inwoners heeft
uitgemoord, is echter zwak. De feiten zijn afschuwelijk. Zijn er echter
02.41
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): En dépit de ce que
prétend le premier ministre, il
ressort du premier article de
l'accord SOFA que celui-ci
s'applique aussi aux troupes en
transit. Il est en cela conforme à la
loi de 1962 et au traité bilatéral.
Les mouvements de troupes sur le
sol belge sont autorisés à
condition que les informations
nécessaires aient été fournies au
préalable et que les autorités
belges aient donné leur
assentiment. Pour l'opération en
question, le premier ministre a
reçu une demande le 6 janvier
2003, confirmée par écrit le 8
janvier. Cette demande a été
examinée et approuvée. Reste à
savoir pourquoi le gouvernement
n'a pas fourni d'explications à ce
sujet le 8 janvier au Parlement et
a attendu la date d'aujourd'hui,
soit neuf jours plus tard. La clarté
aurait dû être faite beaucoup plus
tôt. Le régime de Saddam
Hussein est cruel et inhumain. Moi
aussi, je préférerais le voir
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
geen andere landen waar dergelijke feiten ook gebeuren? Wat is er
gebeurd toen Rusland de Tsjetsjenen aanviel? Wat gebeurt er in
Turkije waar de Koerden worden uitgemoord? Wat gebeurt er in
Afrika waar zovele burgeroorlogen bezig zijn en waar Europa, de VN
en de hele wereld niet naar omkijkt! Dit is geen argument, mijnheer
de eerste minister.
Ten derde, u stelt dat er een tweede rapport van Blix moet komen en
een tweede VN-resolutie. Mijnheer de eerste minister, denkt u echt
dat Amerika dat reeds zoveel troepen heeft verscheept naar die
landen en zoveel middelen ter beschikking heeft gesteld in de regio
rond Irak, zal wachten op een tweede VN-resolutie en het tweede
rapport-Blix dat binnen een jaar klaar zal zijn? Neen, u gelooft dat
niet. De oorlogsmachine is in gang gezet en zal niet meer kunnen
teruggekeerd worden.
Mijnheer Eyskens, ik volg u als u zegt dat we onze verplichtingen
hebben. We staan hier echter voor een sluipende besluitvorming.
Amerika zal de VN uiteindelijk zo ver krijgen dat een resolutie of
verklaring Amerika de toestemming geeft om op te treden. Als
partner van de NAVO zal België moeten volgen.
Mijnheer de voorzitter, ik kom tot een besluit. Mijnheer de eerste
minister, wij betreuren dat minister Flahaut op 8 januari, of iets later,
niet naar het Parlement is gekomen om open kaart te spelen. U hebt
in uw regering een opendebatcultuur, maar u hebt zeker geen
opencommunicatiecultuur tegenover het Parlement. Vandaag stelt u
deze nota te onzer beschikking, op 17 januari, terwijl de onrust al
rond nieuwjaar was toegenomen en wij reeds op dat ogenblik het
recht hadden te worden ingelicht.
Mijnheer de voorzitter, ik dien een motie in waarin ik de regering
oproep al het mogelijke te doen om ervoor te zorgen dat noch
rechtstreeks, noch onrechtstreeks steun wordt verleend aan de
oorlogshandelingen tegen Irak en de hele regio. Mijnheer de eerste
minister, ik vraag u ook dat u met uw Europese partners zou
proberen om via diplomatieke middelen al het mogelijke op te
lossen. Mijnheer de voorzitter, deze motie dien ik thans in.
disparaître. Ce constat s'applique
toutefois à de nombreux autres
régimes, desquels nul ne semble
se soucier. Voilà qui infirme un
argument important du premier
ministre. Le Premier ministre
propose de conditionner toute
intervention militaire contre l'Irak
au dépôt d'un second rapport de
Hans Blix et à l'adoption d'une
seconde résolution par le Conseil
de sécurité de l'ONU. Personne
n'aura la naïveté de croire que les
Etats-Unis attendront que ces
procédures soient accomplies
pour passer à l'action. Une
dynamique de guerre est
enclenchée et, en vertu de nos
engagements internationaux, nous
serons contraints de suivre le
mouvement. Le processus de
décision progresse
insidieusement: les Etats-Unis
persuaderont sans doute les
Nations Unies d'adopter une
seconde résolution sur l'Irak et, en
tant que membre de l'OTAN, la
Belgique sera bien obligée
d'apporter son soutien à une
opération militaire. Je le répète: je
déplore qu'un gouvernement qui a
fait de la communication dans la
transparence son cheval de
bataille n'ait pas joué cartes sur
table depuis le début et ait laissé
croître inutilement l'inquiétude.
Nous déposerons une motion
dans laquelle nous lançons un
appel au gouvernement pour qu'il
ne prête pas son concours à une
guerre contre l'Irak et pour qu'il
milite en faveur d'une solution
diplomatique à l'échelon
européen.
De
voorzitter
: Mijnheer Van Hoorebeke, ik zal er het uur op zetten.
02.42
Dirk Van der Maelen
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de eerste minister, ik heb erop gestaan nogmaals het woord te
voeren om duidelijkheid te verschaffen over mijn persoonlijke
inzichten met betrekking tot de vraag van de Verenigde Staten tot de
betrokkenheid van de NAVO. De eerste minister heeft dat heel goed
en voorzichtig omschreven.
Regeren is vooruitzien. Met betrekking tot die vraag zouden wij wel
eens in een zeer moeilijke positie kunnen terechtkomen. Als ik het
politiek-juridisch vertaal, komen wij daarbij voor de volgende vraag te
staan: welke draagwijdte en welk gevolg geven wij enerzijds, aan een
02.42
Dirk Van der Maelen
(SP.A): Gouverner, c'est prévoir.
La Belgique pourrait fort bien se
retrouver dans une situation très
inconfortable. Jusqu'à quel point
souhaitons-nous honorer nos
obligations onusiennes? Et nos
engagements otaniens? Il
convient d'examiner tous les
scénarii au cas par cas. Si l'ONU
adopte une seconde résolution sur
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
NAVO-verplichting, waarvoor wij onder meer verdragen hebben
ondertekend en anderzijds, aan onze VN-verplichtingen?
Als er een tweede resolutie van de VN komt en als er een vraag
komt om iets te doen in NAVO-verband, zullen wij dat geval per
geval moeten bekijken. Ik denk dat wij het niet kunnen uitsluiten dat
wij in dat geval iets zullen doen. Ik ben het immers eens met Mark
Eyskens: ik steun de VN.
Daarstraks heb ik gezegd dat wij nu nog geen antwoord kunnen
geven op die vraag, omdat in mijn achterhoofd een bepaalde situatie
zit. Ik denk met name dat het zeer moeilijk is om daarop met ja te
antwoorden, zeker met betrekking tot de meeste geciteerde
voorbeelden. Ik verduidelijk me. Als de Verenigde Staten buiten het
VN-kader, dus zonder een tweede VN-resolutie, beslist om er alleen
voor te gaan, en als dan de vraag wordt gesteld die nu wordt gesteld,
kunnen we volgens mij daarop niet met ja antwoorden.
Zoals ik heb gezegd, moet het voor de SP.A-fractie duidelijk zijn dat
Kofi Annan en de VN voor ons de weg uittekenen. Op die weg zullen
wij gaan. Maar als wij niet op die weg staan en als wij gestand willen
houden aan een volgens mij kamerbrede consensus, moet er een
tweede VN-resolutie zijn, vóór een oorlog en vóór een betrokkenheid
en deelname van België. Als die er niet is, kan er geen
betrokkenheid zijn. Dat wou ik even zeggen, nadat ik het debat
aandachtig heb gevolgd.
l'Irak et que l'OTAN demande à la
Belgique de participer, de l'une ou
de l'autre manière, à une
intervention armée, nous ne
pouvons exclure une participation
belge car la Belgique est et
demeure membre de l'ONU.
Toutefois, il est impossible de
répondre dès à présent à la
question de savoir quelle attitude
nous adopterons exactement à
l'avenir. En revanche, si les Etats-
Unis décident d'entrer en action
seuls et sans que cette action soit
légitimée par une résolution de
l'ONU, j'estime que notre pays ne
doit en aucun cas prêter main-
forte à Washington. Pour le SP.A,
c'est Kofi Annan qui doit tracer la
voie. Je considère que l'adoption
d'une seconde résolution par
l'ONU est la condition sine qua
non d'une participation belge à
une guerre contre l'Irak.
02.43
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, collega's, heren ministers, uit dit debat en uit het antwoord
van de regering onthoud ik twee zaken.
Ten eerste, bij de zogenaamd linkse partijen die deze
regeringscoalitie steunen, hebben sommigen er zich in
gespecialiseerd open deuren in te stampen. Ik hoorde de heer Moriau
namens de PS hier, met bijna een krop in de keel, verklaren dat er
geen soldaat naar Irak mocht gaan of naar dat front mocht gaan. Ik
wil toch herhalen dat daarvan nooit sprake geweest is en dat de
eerste minister dat bovendien deze namiddag al bevestigd had.
Zulke eisen stellen, mijnheer Moriau, doet mij denken aan een
Franse uitdrukking: "arriver comme les carabiniers d'Offenbach" Dat
is een eerste zaak.
Ten tweede, er is hier nog altijd de indruk gewekt, zowel door de
zogenaamd linkse regeringspartijen als door de eerste minister, dat
dit land in het conflict, dat zeker aan het ontstaan is maar waarvoor
de tijd nog niet helemaal rijp is, nog altijd een neutrale houding
aanneemt. Niets is uiteraard minder waar. Op het ogenblik dat wij,
voor allerlei redenen, toelaten dat troepen die deel uitmaken van de
toekomstige oorlogvoerende mogendheid openlijk door ons land
trekken om aan dat conflict deel te nemen, zijn wij niet meer
neutraal, heren en dames pacifisten van links. U maakt zich
begoochelingen indien u dat zou geloven. Dat dit het geval is, dat zij
inderdaad bij ons intrekken en voorttrekken om naar dat
conflictgebied te gaan om deel te nemen aan de oorlog, is voor
niemand een geheim. Want nu mag de eerste minister hier met klem
komen betogen dat het niet alleen Antwerpen is dat gebruikt wordt
als haven, maar ook Bremerhaven en Rotterdam, voor zover ik goed
ingelicht ben is het alleen van Antwerpen dat de Amerikanen gewag
02.43
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Les partis dits
de "gauche" ne font rien d'autre
qu'enfoncer des portes ouvertes.
Le PS ne veut pas qu'un seul
soldat belge parte pour l'Irak. Mais
cela n'a jamais été envisagé. Les
carabiniers d'Offenbach viennent
toujours en retard.
Le premier ministre et ses partis
de gauche au gouvernement
continuent de donner l'impression
que la Belgique adopte une
attitude neutre dans ce conflit en
gestation. Rien n'est moins vrai,
car les troupes qui prendront part
au conflit transitent ouvertement
par notre pays. Les Américains
affirment d'ailleurs sans détours,
dans leur revue de l'armée
Stars
and Stripes,
qu'ils utilisent le port
d'Anvers. Agissent-ils de la sorte
pour nous impliquer également?
Il est tout à fait possible que le
premier ministre ne puisse ou ne
veuille pas empêcher tout cela
mais, dans ce cas, il doit
l'admettre au Parlement. Il doit
avoir le courage de dire la vérité à
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
gemaakt hebben in het informatieblad van hun leger, "Stars and
Stripes", en daarin met nadruk gezegd hebben dat zij troepen en
materieel naar het toekomstig frontgebied versturen via "a Belgian
port".
Geef toe, collega's, dat een legeroverheid zomaar bekend maakt
langs waar zij haar troepen verscheept, is niet normaal. Ik heb zo de
indruk dat de Amerikanen dat gedaan hebben om een aantal partijen
uit deze regering, die zo graag doen alsof ze tegen dat conflict zijn,
eventjes met de waarheid te confronteren.
Mijnheer de eerste minister, het is best mogelijk dat u, op basis van
allerlei verdragen of doodgewoon op basis van de
machtsverhoudingen in Europa, dat niet kunt tegenhouden.
Het is zelfs best mogelijk dat u dit niet wilt tegenhouden. Zeg dit dan.
Vertel dit aan het Parlement en vertel dit op tijd. Wacht niet tot op
het ogenblik dat wij via het tijdschrift van het Amerikaans leger
moeten vernemen dat via ons land troepen naar het Midden-Oosten
worden gestuurd. Na lang aandringen van onzentwege komt u ons
dan wat informatie daaromtrent meedelen.
Collega's, het verhaal van wij de Belgische Staat zijn nog ver van
dit conflict verwijderd, klopt dus niet. Men probeert ons dit wijs te
maken. Voor de mensen die beweren dat zij alleen maar de vrede op
het oog hebben, is dit iets dat zij moeten durven inzien. Dat zij nu
vinden dat men oorlog tegen Saddam mag voeren of niet, ze moeten
tenminste de waarheid aan de bevolking en aan het Parlement
durven vertellen.
la population.
02.44
Vincent Decroly
(indépendant): Chers amis Verts et chers
amis socialistes, il est assez comique de vous voir ici bomber le
torse en disant: "Pas un soldat, pas un navire, pas un avion dans le
Golfe!" Mais qui vous demande cela? Quand en a-t-il été question?
Ce qu'on vous demande, ce que M. Bush vous demande, monsieur
Van der Maelen, pas M. Kofi Annan mais bien M. Bush, et jusqu'à
présent vous avez dit oui, c'est ce que M. Verhofstadt qualifie
pudiquement de "prudent planning" pour des mesures de défense.
Enfin, vous voulez rire? "Prudent planning", ce n'est pas du tout de
cela qu'il s'agit, monsieur Verhofstadt. Il s'agit de remplacer les
troupes US à différents endroits où elles sont actives aujourd'hui pour
leur permettre de se concentrer en vue de l'opération qui se prépare
contre l'Irak. Il s'agit encore de les laisser passer partout où elles
demandent de pouvoir acheminer leurs soldats et leur matériel
militaire et en particulier, vous l'avez bien confirmé, à Anvers. Il
s'agit aussi de gérer les dégâts collatéraux, selon l'expression
consacrée, et on sait qu'il y en aura, les dégâts collatéraux militaires,
politiques et humanitaires que l'opération qui se prépare ne
manquera pas d'occasionner.
Je vous entends dire, vous aussi de façon très virile: "Pas
d'intervention unilatérale!". Enfin, monsieur le premier ministre, chers
amis Verts et socialistes, vous semblez désormais être à peu près
les seuls au monde à ne pas vous être encore aperçus que
l'intervention unilatérale a déjà commencé. Ce n'est pas en disant ici
de manière un peu magique "pas d'intervention unilatérale" que vous
confirmez qu'elle ne serait pas engagée dans la réalité. Elle avait
déjà commencé avant le revirement du régime irakien sur la question
02.44
Vincent Decroly
(onafhankelijke): De reactie van
de socialisten is bespottelijk. Ze
zetten een hoge borst op, zo van:
geen Belgische soldaten in de
Golf! Maar daar is hoegenaamd
geen sprake van. Wat premier
Verhofstadt "prudent planning"
noemt, is eigenlijk: het legeren
van Amerikaanse troepen, hen
overal doorgang verlenen, meer
bepaald dan in Antwerpen, en het
puin ruimen van de militaire,
politieke en humanitaire "collateral
damage" van de operatie die
thans voorbereid wordt.
Het verwondert me ook dat er
volgens u geen unilaterale
interventie zal plaatsvinden. U
bent dan waarschijnlijk de enige
die niet heeft opgemerkt dat die
unilaterale interventie reeds
begonnen is. Daar was al sprake
van sinds het Iraakse regime een
andere houding ten aanzien van
het UNO-onderzoek heeft
aangenomen. Overigens heeft het
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
des inspections onusiennes en désarmement, qui est quand même
un fait politique incontestable et important. Elle a continué, cette
intervention unilatérale que vous persistez à ne pas voir, depuis ce
revirement et elle se poursuit et s'amplifie en dépit du fait que ces
fameuses armes de destruction massive dont on disait qu'elles
étaient détenues par le dictateur de Bagdad, on n'en a toujours pas
trouvé de traces très probantes jusqu'ici. Certaines agences
internationales ont d'ailleurs fait part très officiellement de leurs
doutes à ce sujet; je parle de l'Agence internationale de contrôle de
l'énergie atomique.
Alors vraiment, s'il vous plaît, sortez de ce discours, de cette espèce
de volontarisme ou de méthode Coué sur le thème "pas de soldats
belges en Irak". Personne ne vous le demande. On n'a pas besoin de
vous pour ça. C'est pour d'autres choses qu'on a besoin de vous et
là, vous dites oui. Sortez de cette idée qu'il n'y aura pas
d'intervention unilatérale alors qu'elle se prépare, qu'elle a déjà
commencé et qu'elle se poursuit depuis des mois, et reconnaissez
que ce qui est en jeu, c'est un retour en arrière, d'un demi-siècle
peut-être, comme si tout ce qui avait été accumulé au niveau
onusien depuis 40 ou 50 ans n'existait plus, c'est un retour à la
possibilité pour chaque État de notre planète d'évaluer lui-même les
risques de sécurité auxquels il doit éventuellement faire face et
d'utiliser unilatéralement les moyens, y compris militaires, qu'il aura
jugé nécessaires pour faire prévaloir ce que lui seul estime être son
droit ou ses intérêts en fonction de sa représentation du monde.
Voilà ce qui se prépare, voilà ce qui va probablement se jouer dans
les jours et les semaines qui viennent! Et je regrette de vous voir,
face à ce danger qui se profile de plus en plus nettement, toujours
aussi indolents et incapables d'un constat de réalité pourtant
élémentaire, que beaucoup de spécialistes et toute la population
belge font aujourd'hui: il va y avoir une guerre en Irak. Et cette
intervention unilatérale a commencé depuis longtemps.
C'est la raison pour laquelle je déposerai une nouvelle motion de
recommandation, très proche de celle que j'avais déjà déposée lors
de mon interpellation du mois de novembre, demandant au
gouvernement de revenir sur cette décision de soi-disant neutralité
mais, en réalité, de coopération très perméable avec M. Bush pas
du tout avec M. Annan et avec les demandes qu'il nous formule.
Cette motion de recommandation sera soumise probablement la
semaine prochaine, si tout se passe comme il est d'usage, à votre
vote, monsieur Van der Maelen, à votre vote, monsieur Moriau, à
votre vote également, madame Drion, au vote de ceux qui nous
disent depuis des mois qu'il n'y a pas d'intervention unilatérale en
préparation et qu'en tout cas il n'en faut pas. Vous aurez ainsi
l'occasion, face à cette motion de recommandation, de dire
clairement et par un vote plutôt que par des discours faciles dans la
rue ou à la télé ce que vous voulez et d'avouer ce que vous ne
voulez pas ou ce que vous n'avez pas le courage de vouloir.
Internationaal Agentschap voor
atoomenergie vraagtekens
geplaatst bij de aanwezigheid van
dergelijke wapens in Irak.
U moet afstappen van de idee dat
de interventie in Irak niet eenzijdig
zal zijn. U moet ook toegeven dat
de klok daardoor een halve eeuw
wordt teruggedraaid. Vandaag
heeft elke staat immers de
mogelijkheid individueel de
risico's waaraan hij blootstaat te
beoordelen en de volgens hem
rechtmatige middelen te
gebruiken om zijn belangen te
doen zegevieren. Hiervan zijn wij
nu getuige.
Ik zie dat u bij deze vaststelling
apathisch blijft en dat u niet in
staat bent de elementaire realiteit
onder ogen te zien.
Ik zal dus een nieuwe motie van
aanbeveling indienen.
Mevrouw Drion, mijnheer Moriau,
en jullie allemaal die nu al
maanden lang het hoge woord
voert, op jullie stem doe ik een
beroep.
02.45
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij,
samen met onze collega's, na het antwoord van de eerste minister af
waarom we dit gisteren niet hebben kunnen doen. Ik denk dat de
vraag stellen ze ook beantwoorden betekent. Er moest eerst binnen
de regering daaromtrent nog wat gebakkeleid worden.
02.45
Pieter De Crem
(CD&V):
Je me demande pourquoi nous
n'avons pu mener ce débat hier.
Les partenaires de la coalition
devaient probablement encore se
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
Mijnheer de eerste minister, het valt ons in de discussie op dat er een
beetje een bagatellisering van een bijzonder groot probleem is. Er
wordt gesproken over het notaatje van minister Flahaut. U maakt een
intellectuele oefening, die wij tot op bepaalde hoogte wel kunnen
volgen. Er zijn een aantal factoren in uw intellectuele oefening die er
niet bijhoren. Dat is natuurlijk de participatie, de deelname aan de
voorbereiding van het conflict zoals deze zich nu heeft voltrokken
met al hetgeen reeds is gebeurd in de haven van Antwerpen.
Uw element van de prudent planning de voorzichtige planning is
toch wel een beetje overruled. U pint zich daar op vast alsof we nu
nog steeds in de voorlopige planning zitten. Het is echter toch heel
duidelijk dat we eigenlijk veel verder zitten. We zitten in een actieve
participatie bij de voorbereiding van het conflict. Dat kan ook niet
anders. Het verdrag waarnaar u heeft verwezen, heeft immers te
maken met de vraag om een actieve participatie. Wat meer is, die
actieve participatie is niet alleen via een kennisgeving gegaan,
collega Wauters. Die actieve participatie, via het fameuze
gastlandverdrag het host nationverdrag heeft het voorwerp
uitgemaakt van een goedkeuring zoals het ook in artikel 5 van het
verdrag is vastgesteld. U kan dus niet zeggen dat u aan deze
maatregelen in Antwerpen uw goedkeuring niet heeft gegeven. U
probeert dat altijd te doen, maar uw groene ministers in de regering
hebben, zoals het verdrag gerechtelijk vastgelegd is in artikel 5, hun
goedkeuring gegeven.
Dit is het statement. Dit is de vaststelling van vandaag. De groenen
en de SP.A hebben hun goedkeuring gegeven aan militaire
transporten, overslag en doorstroming van goederen en diensten.
Dat is zo en dat weten de mensen. Er is geen luis in dit land die
gelooft dat dit niet het geval is.
Mijn derde vaststelling: c'est la valse à deux temps. De regering
walst een beetje rond onder de stolp van de prudent planning.
Ondertussen gaat de opbouw van de logica door. De eerste minister
zal woensdag een eerste stap moeten zetten in zijn dans. Hij moet
dan een antwoord geven aan secretaris-generaal Robertson. De
vraag wordt woensdag gesteld op de NAVO-raad. Hoe gaat België
participeren? Ik hoor collega Wauters zeggen dat dit noch passief,
noch actief kan zijn. Dat staat echter volledig haaks op wat de eerste
minister heeft gezegd. Hij zegt wel dat we gaan wachten op een
tweede resolutie en dat die tweede resolutie er moet komen. Wat als
er een actie wordt ondernomen op basis van een verklaring van de
Ministerraad, zoals collega Eyskens heeft gezegd? Wat als ze wordt
ondernomen op basis van een gemeenschappelijke actie van een as
tussen Washington en Londen, mijnheer de eerste minister? Vele
NAVO-landen zullen zich daar automatisch aan linken. U zit dan
reeds vast wanneer u de eerste pas in uw dans heeft gezet.
Tweede pas is natuurlijk 27 januari. Op 27 januari komt het verslag
van de voorzitter van het onderzoeksteam, de heer Blix, die wellicht
nu reeds zal komen met de bevestiging dat niet alleen wapens en
aanmaakcapaciteit zich op het grondgebied bevinden maar ook de
ballistische capaciteit en dat het gevaar niet is geweken op Iraakse
bodem. U maakt eigenlijk van het verhaal dat een beetje begon als
een soort bagatellisering een potpourri en u wil als het ware de
woonkamer wat afkoelen door de deur van de ijskast open te zetten.
quereller à ce sujet.
Nous sommes frappés par le fait
qu'une question d'une telle gravité
soit traitée avec autant de
légèreté. Le premier ministre se
retranche derrière le
prudent
planning
mais cela fait longtemps
que la planification provisoire n'est
plus d'actualité. L'article 5 du
"traité du pays hôte" prévoit une
participation active au conflit. Les
ministres écologistes et socialistes
ont ainsi approuvé le mouvement
de troupes qui s'opère
actuellement sur le territoire
belge.
Le premier ministre déclare
attendre une deuxième résolution
de l'ONU mais que répondra-t-il
mercredi lorsque le secrétaire
général de l'OTAN, M. Robertson,
lui demandera quelle forme
prendra la participation belge?
Que se passera-t-il si Washington
et Londres décident
d'entreprendre une action
commune?
Le rapport de M. Blix, qui
confirmera sans aucun doute la
présence d'armes, de la capacité
à fabriquer des armes et de la
capacité balistique, sera déposé le
27 janvier. Comment la Belgique
y réagira-t-elle?
Le conflit est en train de
s'installer. Le premier ministre
s'attaque à ce dossier difficile
avec de piètres moyens. Les
démocrates chrétiens estiment
que tout doit être mis en oeuvre
pour éviter le conflit mais que
nous ne pouvons refuser des
demandes qui nous sont
adressées dans le cadre de traités
internationaux. Ce n'est pas le
discours que tiennent les Verts au
sein du gouvernement. Dans le
contexte actuel, le premier
ministre est dans l'impossibilité de
mener une politique cohérente en
cette matière. Peut-être un
changement de pouvoir en
Belgique interviendra-t-il avant
l'installation d'un nouveau régime
en Irak.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
Als u een beetje dicht bij de ijskast zit, zullen sommigen in uw
regering wel de indruk hebben dat het minder warm is in de
woonkamer. In elk geval is het conflict zich aan het voltrekken. Ik
herhaal nogmaals ons standpunt. Wij zeggen dat alle middelen
moeten worden aangewend om het conflict te vermijden maar dat
wanneer op ons een beroep wordt gedaan in het kader van de
internationale verdragen wij dat niet kunnen weigeren. Dat, premier,
zeggen de groenen in uw regering niet. U kunt met de stand van
zaken en de biotoop en de sfeer in uw coalitie onmogelijk zoals
collega Eyskens heeft gezegd, een coherente politiek hieromtrent
volgen. Ik ben ervan overtuigd dat deze regering het daarmee heel
moeilijk zal hebben. Misschien dat een regimewissel in Bagdad er
niet komt maar dat dit wel een regimewissel in België op gang zal
brengen. Enig gelijkenis: het begint ook met een B.
02.46
Greta D'hondt
(CD&V): Mijnheer de eerste minister, was de
heer Slangen gaan skiën de tweede week van januari? Het lijkt er
eigenlijk op want de informatie en de communicatie naar dit
Parlement en naar de bevolking waren in de periode waarin het
noodzakelijk was onbestaande. Nu krijgen we hier ter zitting het
briefje met alle data op vanwege de heer Flahaut, op het ogenblik
waarop wij u tegen uw goesting verplicht hebben om naar dit
Parlement te komen. Mijnheer de eerste minister, de vraag blijft ook
na uw antwoord waarom u niet op 8 januari of onmiddellijk daarna
naar deze Kamer, naar dit Parlement bent gekomen. Dan waren veel
onrust, veel twijfel en veel vragen bij de bevolking ondervangen
geweest. Eigenlijk ook deze avond, vandaag, toen u met de knijper
op de neus naar het Parlement moest komen, hebt u niet kunnen
nalaten om dit eerst via de media kond te maken vooraleer u het
Parlement kwam zeggen wat u te zeggen had. Wij kunnen u alleen
maar vragen en oproepen, omwille van de onrust die er bij de
bevolking leeft rond dit dreigend conflict, om in tegenstelling tot uw
gewoontes in overleg te blijven met het Parlement, ook in de
eerstkomende moeilijke dagen en weken.
02.46
Greta D'hondt
(CD&V): Le
mode de communication mis en
oeuvre au cours des dernières
semaines par ce gouvernement
pour informer le Parlement et la
population s'est révélé
catastrophique. Même après avoir
entendu la réponse du premier
ministre, je ne comprends toujours
pas pourquoi celui-ci a mis la
patience du Parlement
à
l'épreuve. Aujourd'hui encore, il
n'a pu s'empêcher de s'épancher
dans les médias avant de venir se
présenter, forcé et contraint,
devant notre Assemblée. Le
Parlement a le droit d'être
informé, un droit qui a déjà été
foulé aux pieds à de multiples
reprises.
02.47
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de premier, mijnheer de vice-eerste minister, het is duidelijk
dat de militaire activiteiten die zich nu ontplooien niet passen in het
kader van de voorliggende vraag van de NAVO, want u heeft
daarover gezegd dat het mogelijke veiligheidsmaatregelen zijn indien
zich een conflict voordoet. Het is ook duidelijk dat ze niet passen in
de SOFA-akkoorden maar een uitvoering vormen van de wet van 11
april 1962. Ik heb die wet hier bij mij. Een artikel bepaalt, ik citeer:
"De troepen van de staten met België door het Noord-Atlantisch
Verdrag verbonden, mogen het nationaal grondgebied doortrekken of
er gestationeerd zijn binnen de grenzen en onder de voorwaarden
voor elk geval vastgesteld in met de betrokken regeringen te sluiten
uitvoeringsakkoorden". Daar is het mij precies om te doen. U hebt
geciteerd dat die akkoorden van 1971, 1983 en 1994 zijn. Er is ook
gezegd dat die akkoorden de transporten regelen in normale tijden.
Daar is het mij om te doen. We zien dat de laatste bijstelling van
1994 en we moeten er ons dan ook voor hoeden dat we ons niet in
het kader van oude verdragen laten binden. Ik blijf bij wat u aan het
begin van uw betoog hebt gezegd: met alle middelen trachten de
oorlog te vermijden. Wij willen dit benadrukken: met alle middelen
trachten de oorlog te vermijden.
02.47
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Les activités militaires
déployées ne s'inscrivent pas
dans le cadre des actions de
l'OTAN, ni dans celui des accords
SOFA. La loi du 11 avril 1962, qui
prévoyait la libre circulation des
troupes des autres Etats membres
de l'OTAN sur le territoire d'un
Etat membre, a été adaptée à
plusieurs reprises. Il n'empêche
qu'elle est dépassée, sa dernière
modification datant de 1994. La
prudence est donc de rigueur
lorsqu'il s'agit d'appliquer cette loi.
Il faut en effet mettre tout en
oeuvre pour éviter la guerre. Les
verts apporteront leur entière
collaboration à la réalisation de
cet objectif. Espérons que le bon
sens l'emporte. Dans le cas
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Het is ook merkwaardig dat niet alle wetten, verdragen en afspraken
aan het Parlement worden voorgelegd. De verdragen waarnaar u
verwijst, kunnen wij als parlementslid niet raadplegen.
Wij willen de komende weken al onze politieke middelen aanwenden
om een oorlog te helpen voorkomen en zo uiting te geven aan onze
vredeswil. Wij rekenen erop dat het gezond verstand misschien toch
nog zal zegevieren. Mogen de diplomaten en politici in België,
Europa en de Verenigde Staten blijven werken aan een uitweg uit de
huidige escalatie. Alle stappen moeten transparant zijn. Zowel het
Parlement als de bevolking hebben er recht op te kunnen vaststellen
dat alle mogelijke initiatieven genomen worden om conflicten te
voorkomen. Uiteraard moet dit alles gebeuren met respect voor het
internationaal recht en binnen de uitvoering van het VN-charter.
contraire, toute démarche
entreprise devra l'être dans la
transparence, et il faudra
respecter scrupuleusement la
charte des Nations Unies.
02.48
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, een aantal
elementen in het betoog van de heer Eyskens sterkten mij eigenlijk in
de overtuiging dat beroep doen op het Internationaal Gerechtshof
van de VN zelf, meer dan zin heeft. Mijn vraag is dus: wil België dat
doen? Want inderdaad, de internationale orde is in deze wereld
bedreigd. Ik noem een paar landen die de internationale orde zeer fel
bedreigen: Israël, de nucleaire staten India en Pakistan, Noord-
Korea. Niemand minder dan Kofi Annan, toch een onverdachte bron,
heeft ooit gezegd dat de grootste bedreiging voor de wereldvrede en
de internationale orde de VS zelf zijn.
Respect voor UNO-resoluties? Daarin treed ik collega Van
Hoorebeke bij. Vraag het eens aan de Palestijnen. Vraag het eens
aan de Tsjetsjenen. Vraag het eens aan de Tibetanen. Vraag het
eens aan de Koerden. Vraag het eens aan de Sarawi's. Vraag het
eens aan de Congolezen. Zij zullen u antwoorden wat die
internationale orde is.
Ik treed u niet bij, collega Eyskens, wanneer u het hebt over eerst
Irak regelen en dan Israël dat aan de beurt komt. Wij zien het net
omgekeerd. Wij hebben de grootste twijfels, als de woorden van
presidentieel veiligheidsadviseur Reece waar worden, wat er dan
gaat gebeuren met de Palestijnen. Ik lees wat ze zegt: "First we deal
with Saddam, then we focus again on the Palestinians". Het begrip
cynischer kan ik het niet zeggen van de Amerikanen voor de
ellende van de Palestijnen, geeft mij weinig hoop.
Ik richt mij nu tot de premier. Inderdaad, Saddam is een gruwel. Ik
heb met evenveel gevoelens van ijselijke kilte gekeken naar die
televisie-uitzending. Ik heb die ook gezien. Mijnheer de premier, ik
was in Sulimaniyah. Ik heb daar de klinieken gezien van de
slachtoffers van de splinterbommen die de Amerikanen hebben
uitgestrooid en die kinderen vastgepakt: handjes af, ogen uit, voeten
kwijt. Dat vergeet je nooit meer. Ik was in Halabja. Ik heb daar
gesproken met de burgemeester. Ik heb daar de slachtoffers gezien.
Maar ik heb onlangs ook zeer ijzingwekkende dingen gezien over
Kissinger, over Kennedy, waarbij men moorden beraamde en soms
ook heeft uitgevoerd in Chili en in Cuba. Men wilde Castro
vermoorden. Men kwam tussen in Venezuela en nog een aantal
andere landen als Nicaragua. Als ik dat zie, dan word ik ook
ijzingwekkend koud. Ik word even bewogen en ijzingwekkend koud
als ik zie hoe heel deze oorlogsdreiging gaat over olie: daar gaat het
over. Maak een landkaartje van de conflicthaarden in deze wereld en
02.48
Ferdy Willems
(VU&ID): Il
serait judicieux de faire appel à la
Cour internationale de Justice. La
Belgique souhaite-t-elle le faire?
A l'heure actuelle, l'ordre
international est fortement
menacé, non seulement par
Saddam, mais aussi par des pays
comme l'Inde et le Pakistan,
Israël, la Corée du Nord et selon
les dires de Kofi Annan
également les Etats-Unis. Le
respect des résolutions de l'ONU
est très relatif, de nombreuses
minorités et de nombreux peuples
allant des Palestiniens aux
Congolais en passant par les
Tchétchènes
peuvent en
témoigner.
Selon M. Eyskens, il faut d'abord
résoudre le problème de l'Irak, et
seulement après celui d'Israël.
Nous ne partageons pas cet avis.
Comme l'a déclaré le premier
ministre, Saddam Hussein est un
bandit. Mais, en réalité, les Etats-
Unis n'ont rien à lui envier. Ils ont
causé des massacres dans de
nombreux pays: le Chili, Cuba, le
Venezuela, le Nicaragua. Toute
cette guerre, nappée d'une sauce
éthique, a pour véritable enjeu le
pétrole. Depuis des années, les
Irakiens sont victimes de leur
dictateur, mais celui-ci n'a jamais
été aussi fort à l'intérieur de son
pays. Ce sont les Etats-Unis qui
l'ont grandi. Il ne faut pas laisser
les mains libres aux tyrans, mais
pousser un dictateur dans ses
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
leg dat naast de oliebelangen van de Amerikanen en u weet de
congruentie daarvan.
Wat mij dan helemaal stoort is dat men dat allemaal overgiet met
een moreel sausje.
Niemand minder dan Solana heeft gezegd dat het grote verschil
tussen de VS en Europa is dat de VS de buitenlandse politiek vooral
vanuit een religieus standpunt bekijkt. Zij voegen daaraan echter niet
toe dat ze de bijbel of de koran die ik allebei heb gelezen
eigenlijk niet eens verstaan of die taal niet begrijpen.
Saddam is een schurk die weg moet. De Irakezen zijn al jarenlang de
grote slachtoffers van binnenlandse terreur en van buitenlandse
oorlogen met Koeweit en Iran. Saddam bracht alleen ellende. Wat is
de paradox? Hij is nooit sterker geweest in zijn binnenlandse situatie
dan vandaag. Wie heeft hem gemaakt? Dat is ook een paradox. De
VS heeft hem gemaakt. Ze hadden hem nodig tegen Iran.
Ik ken ook de woorden si vis pacem, para bellum. Ik weet ook 1938,
München, het verraad. Ik weet ook dat men tirannen niet mag laten
doen. U weet echter ook dat, wanneer men een tiran in het nauw
drijft, hij dan pas heel gevaarlijk wordt.
Ik deel de visie van de heer Van Hoorebeke niet wanneer hij zegt dat
de oorlog niet meer te stoppen zal zijn. Waarom niet? Die oorlog zal
veel meer geld kosten dan het terugsturen van de troepen die nu
hoe angstwekkend ook werden vervoerd. Dat weten de
Amerikanen ook. Het zal de VS soldaten kosten. In Afghanistan zijn
de VS reeds op een kater gestoten. Ze zijn daar helemaal niet
gelukkig. Bush weet heel goed dat een president een oorlog kan
winnen en kort nadien een verkiezing kan verliezen. Hij weet dat zeer
goed. Die president was immers zijn vader en die oorlog was de
Golfoorlog.
Ik herhaal nogmaals dat een oorlog nooit verloopt zoals men het van
bij het begin heeft gepland. De Eerste Wereldoorlog zou een paar
dagen of weken duren. Men trok met de fanfare op. De oorlog duurde
uiteindelijk vier jaar met slijk en bloed. De Tweede Wereldoorlog
begon zoals hij is begonnen, maar eindigde met atoombommen. Ik
vrees voor een derde wereldoorlog.
Mijnheer de eerste minister, ik treed uw visie over Europa wel bij.
Eindelijk heeft het verdeelde Europa een kans. Hoe evolueert onze
visie dat een tweede resolutie een noodzakelijke, maar geen
voldoende voorwaarde is? Ik blijf u herinneren aan de voorwaarden
die wij wel stellen: congruentie, samenhang met de eigen regeling
van de UNO, bewijzen en juridische onderbouw vragen door het
Internationaal Gerechtshof.
In verband met de NATO wil ik u eraan herinneren en ik zal dat
dinsdag in de commissie vragen dat Turkije ook dreigende taal
spreekt ten aanzien van Irak. Het rapport is een precedent in de
Suez. Zal er een maatstaf zijn vooraleer wij een beslissing nemen?
Zoals ik het u heb gesignaleerd, is men in de VS bezig
overeenkomsten te sluiten opdat dit definitieve rapport er pas in
maart komt. Betekent dat dus dat we daarvoor pas in maart ons fiat
derniers retranchements ne le
rend que plus dangereux.
Je ne partage pas le point de vue
de M. Van Hoorebeke, qui estime
la guerre inévitable. Le retrait des
troupes coûtera toujours moins
cher que la guerre, parce qu'une
guerre ne se déroule jamais tout à
fait comme prévu. Sans oublier le
coût en souffrances et en vies
humaines.
Le premier ministre a raison
lorsqu'il dit qu'une chance
historique est offerte ici à l'Europe
partagée. Une deuxième
résolution constitue une condition
nécessaire, mais insuffisante à
une intervention militaire. Nous
demandons des preuves tangibles
de la présence d'armes de
destruction massive en Irak, et
une base juridique fournie par la
Cour internationale de Justice. Le
rapport des inspecteurs en
désarmement sera le critère
décisif pour toute décision. Il
faudra attendre le mois de mars
pour disposer du rapport définitif,
ce qui nous accorde quelque répit.
En outre, notre pays dispose d'un
droit de veto au sein de l'OTAN.
S'il le faut, nous devrons nous en
servir.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
geven? Ik hoop het.
In elk geval wens ik u eraan te herinneren dat ons land zoals elk
land bij de Nato-ambassadeurs een vetorecht heeft. Dit is een niet-
onbelangrijk gegeven dat ik u toch wil meegeven.
Al deze maatregelen, al deze visies zijn precies onze vredeswil en
wij willen die bij deze nadrukkelijk bevestigen.
02.49
Patrick Moriau
(PS): Monsieur le président, je voudrais
simplement dire à ceux qui m'ont interpellé que je n'ai pas l'habitude
d'être en retard. Au contraire, vous le savez, j'ai sans doute été l'un
des premiers à me préoccuper de ce dossier quand il n'intéressait
pas grand monde.
Sans doute, m'a-t-on mal compris ou voulu mal comprendre mon
intervention, ce n'est pas grave puisque "seuls les actes décident de
ce que l'on a voulu" disait déjà Jean-Paul Sartre.
Monsieur le premier ministre, nous vous soutenons dans l'orientation
prise par le gouvernement quant à placer la position du
gouvernement belge et son orientation dans le cadre de l'ONU. Mais
je vous engage néanmoins à plus de prudence dans l'argumentation
dont vous usez.
Déjà en octobre, j'avais souligné, monsieur le premier ministre, que
dénoncer le concept de guerre préventive, ce n'est pas faire preuve
d'antiaméricanisme. Dénoncer l'occupation de la Palestine, ce n'est
pas de l'antisémitisme. Si je peux, comme en octobre dernier,
accepter votre position de prudence et de bon sens, avec quelques
nuances néanmoins, je ne peux accepter votre manichéisme sur la
question, manichéisme qui dessert d'ailleurs votre argumentation.
Vous avez parlé des massacres de 1988 dans le cadre de la guerre
Iran-Irak. Monsieur le premier ministre, tout horrible qu'il soit, ce fait,
vous le savez, a été perpétré avec des hélicoptères américains, avec
du gaz américain. Le général responsable de ce forfait fait d'ailleurs
partie du gouvernement d'opposition en exil, soutenu encore une fois
par les Américains. Vous savez très bien que le problème n'est pas
le régime de Saddam Hussein. Jusqu'en 1991, vous parliez d'images
d'avant 1991. Il était le grand allié, bénéficiait de grandes largesses.
Ce sont les mêmes dirigeants qui sont au pouvoir aujourd'hui. Le
problème n'est pas la démocratie dans la région. Il n'en existe
aucune. Va-t-on déclarer la guerre à tous les régimes déplaisants de
la planète? Ce n'est pas sérieux! C'est de l'hypocrisie. En fait, ce
sont des justifications qui me font penser aux guerres coloniales
quand on partait souvent joyeusement massacrer des populations,
mais c'était pour leur apprendre à s'aimer les uns les autres. On le
sait désormais, les mobiles étaient tout autre.
Monsieur le premier ministre, au risque de me répéter, je ne suis pas
du tout convaincu que le problème soit le régime irakien. Mais même
si tel était le cas, mettons en oeuvre tous les moyens diplomatiques,
pacifiques et je suis sûr qu'il en existe encore au sein des instances
internationales -, afin d'imposer un processus démocratique pour les
Irakiens avant de mettre en oeuvre des moyens guerriers pour les
massacrer.
02.49
Patrick Moriau
(PS): Wij
steunen de Eerste Minister en de
koers die hij heeft gevaren in het
kader van de VN, maar wij raden
hem aan zijn betoog wat te
nuanceren. Zijn zwart-wit
benadering op dit vlak is
onaanvaardbaar. Een preventieve
oorlog hekelen is geen anti-
amerikanisme.
Het probleem is niet Saddam
Hoessein. Voor 1991 werd hij nog
door de Amerikanen gesteund.
Het probleem is niet de
democratie. Die bestaat toch niet
in die regio. En zelfs al zou die
bestaan, dan nog! Laten we alle
mogelijke vreedzame middelen
inzetten om de democratisering
van Irak op gang te brengen.
We moeten ervoor zorgen dat de
UNO haar rol kan spelen.
Er werd voorgesteld de
Amerikaanse soldaten door
Belgische soldaten te vervangen.
Na Joegoslavië zullen wij Bagdad
bezetten terwijl de rijkswachter
van de wereld zijn volgende
kruistocht voorbereidt!
Om te voorkomen dat de wereld
een jungle wordt volstaat het het
Handvest van de UNO na te leven
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Monsieur le premier ministre, en l'état actuel, votre prudente réponse
nous satisfait, je le répète. Et je rejoins l'attitude de mon collègue
Van der Maelen. Nous serons donc vigilants quant au rôle de l'ONU
qui doit être prépondérant.
En ce qui concerne la demande formulée par les Etats-Unis dans le
cadre de l'OTAN, consistant à remplacer là où ils sont les soldats
américains par des soldats belges, qu'on le veuille ou non, c'est se
rendre complice!
Ainsi, après l'occupation de la Yougoslavie qui a déjà tellement
souffert je connais bien la région nous irons sans doute les
remplacer en Afghanistan. Et puis, je suppose qu'après l'invasion de
l'Irak, nous irons occuper Bagdad pour que le gendarme du monde
puisse préparer la prochaine invasion au nom de ses seuls intérêts.
Non! Il faut que le Conseil de sécurité cautionne, c'est la moindre des
choses! Et nous ne voulons pas être complices. Tout est dans la
Charte fondamentale des Nations unies, si nous voulons tout
simplement que notre planète ne se transforme pas tout à fait en
jungle.
02.50
Mark Eyskens
(CD&V): Mijnheer de eerste minister, in
artistiek omfloerste bewoordingen hebt u gezegd wat wij allang
wisten, te weten dat de steun aan de Verenigde Staten krachtens de
gesloten verdragen en de gemaakte afspraken en de door ons
Parlement goedgekeurde wetten bezig is, begonnen is. Ik daag
mevrouw Laenens uit die het uiteraard zeer goed bedoelt uit te
leggen aan de Belgische publieke opinie die twee of drie keer per
week op televisie de treinen ziet rijden over onzen ijzeren weg, die
treinen der traagheid zijn, maar volgestouwd met tanks en kanonnen
met opgeheven lopen, met daarop de stars and stripes uitgestald en
uitgesmeerd, dat dat geen steun is aan de Verenigde Staten van
Amerika. Laten wij ophouden met die hypocrisie!
Ik zeg zeer duidelijk, mijnheer de eerste minister, dat het uw
verantwoordelijkheid is de verdragen die wij hebben ondertekend, toe
te passen. Maar laten wij in godsnaam onze publieke opinie niets
wijsmaken en bovendien de groenen met een kluitje in het riet
sturen. Ik vrees dat de uitleg die zij eerlang zullen moeten geven aan
hun kiezers, niet gemakkelijk zal zijn.
Natuurlijk wachten wij op een legale verpakking, mijnheer de eerste
minister, en het valt op dat u in uw antwoord tot driemaal toe hebt
gesproken over de absolute noodzaak van een tweede resolutie.
Welnu, op Belga is er net een bericht verschenen, een verklaring van
de VS-ambassadeur in Moskou, bevestigd door Colin Powell tijdens
een toespraak vanmiddag in München. Wat zegt de ambassadeur
van de Verenigde Staten in Moskou? "De Verenigde Staten menen
dat de bestaande VN-resoluties over de kwestie-Irak voldoende basis
bieden om een eventuele aanval te verrechtvaardigen". Dat zei de
Amerikaanse ambassadeur, Alexander Vershbow. Volgens hem is
een nieuwe resolutie dan ook niet nodig, indien mocht blijken dat Irak
zich niet heeft gehouden aan de bepalingen van de bestaande
uitspraken van de Veiligheidsraad.
Ik herhaal het nog eens: de Amerikanen zijn niet van gisteren, dames
en heren. Zij zullen natuurlijk niet eenzijdig optreden. Zo dom zullen
02.50
Mark Eyskens
(CD&V): Le
premier ministre, M. Verhofstadt,
a déclaré ce que nous savions
déjà: le conflit est en cours et la
Belgique y participe pleinement
par le biais de l'appui qu'elle
apporte aux Etats-Unis. Cessons
donc de jouer à des jeux
hypocrites vis-à-vis de la
population. Celle-ci voit aussi
passer les trains frappés de la
bannière étoilée. Je comprends
évidemment que les Verts aient
des difficultés à expliquer ce fait à
la population qui devra bientôt
juger les actes que les écologistes
auront posés au sein de ce
gouvernement.
Nous n'attendons plus que la mise
en place d'un cadre légal. C'est la
raison pour laquelle le premier
ministre a répété à trois reprises
qu'une nouvelle résolution de
l'ONU constituait une condition
absolue. Je signale que
l'ambassadeur américain à
Moscou a indiqué tout récemment
que les résolutions existantes
suffisaient pour passer à l'action!
Pour mettre sur pied une coalition
la plus large possible, le président
du Conseil de sécurité donnera
une interprétation de la résolution
1441 tout à fait adaptée à la
situation afin de légitimer une
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
zij niet zijn. Zij zoeken naar een maximale coalitie en zij zoeken naar
een formule in de Veiligheidsraad, bijvoorbeeld de formule van een
verklaring die wordt voorgelezen door de voorzitter die een
interpretatie geeft van resolutie 1441. En dan zal de NAVO zeggen
dat dat volstaat, dat dat beantwoordt aan de verklaringen en aan de
besluitvorming van de top in Praag, die u hebt goedgekeurd. Immers,
op 21 november was in Praag nergens sprake van een nieuwe
resolutie.
En dan zult u uw verplichtingen ook nakomen. Dat zal gebeuren. En
als inmiddels het Parlement ontbonden is, als puntje bij paaltje komt
na 4 april, hebben uw groene coalitiepartners geen enkel
drukkingmiddel. Dan staan zij volledig in de kou. Zij verdienen
vandaag reeds bibbergeld.
En dan zie ik al een prachtige kop voor onze schrijvende pers na 4
april: "Verhofstadt gijzelt Geysels." Mooi gedaan, mijnheer de eerste
minister.
action. L'OTAN indiquera ensuite
que cela répond aux décisions
prises au sommet de Prague où il
n'a pas été question d'une
deuxième résolution.
Et la Belgique suivra. Nous
respecterons nos engagements et
après le 4 avril, quand le
Parlement sera dissous, les
écolos qui n'auront plus aucun
moyen de pression se trouveront
devant un fait accompli. Et nous
pourrons lire dans les journaux:
"Verhofstadt prend Geysels en
otage". Bravo pour le premier
ministre.
02.51
Claudine Drion
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le premier ministre, monsieur le vice-premier ministre,
chers collègues, Ecolo est d'accord avec vous quand vous dites qu'il
est essentiel de rassembler toutes les forces qui oeuvrent dans le
cadre du droit international afin d'éviter la guerre parce que la guerre
est dangereuse et qu'elle serait la pire des solutions. Elle risquerait
de plonger tout le Proche-Orient dans le chaos. En outre, elle aurait
également des répercussions chez nous. Enfin, des bombardements
sur l'Irak feraient des victimes parmi les populations civiles déjà
victimes de l'embargo et utilisées comme bouclier par le dictateur
Saddam Hussein.
Que devons-nous dire fermement tant à George Bush qu'à Saddam
Hussein?
Nous devons dire à George Bush qu'une guerre préventive est
illégale du point de vue du droit international, que l'administration
américaine ne peut pas prendre le Conseil de sécurité en otage et
que si l'Europe suivait aveuglément les Etats-Unis, nous marquerions
notre accord sur un unilatéralisme qui ne mènera pas à un monde
meilleur, ni plus équitable.
Nous devons dire à Saddam Hussein que l'Irak doit effectuer son
désarmement dans le cadre de la résolution 1441.
Nous ne pensons pas que la demande de George Bush à l'OTAN soit
opportune. Elle est prématurée. C'est un problème qui doit se régler
dans un cadre onusien uniquement à ce stade, et pas dans un cadre
"otanesque"; c'est l'ONU qui est chargée de la sécurité internationale.
Nous pensons que les problèmes du Moyen-Orient sont liés entre
eux et qu'il faut faire respecter le droit international également dans
le conflit israélo-palestinien.
Enfin et pour conclure, je pense qu'il faut laisser le temps aux
inspecteurs de l'ONU de faire leur travail de manière approfondie et
de façon à permettre, à ce moment-là, au Conseil de sécurité
d'apprécier la situation sur base de leur rapport. Hans Blix, le chef de
la mission des inspecteurs et par ailleurs le directeur de l'Agence
02.51
Claudine Drion
(ECOLO-
AGALEV): Ecolo is het ermee
eens dat alles in het werk gesteld
moet worden om een oorlog te
voorkomen. Dat is het
belangrijkste. Wij moeten George
Bush te kennen geven dat de
preventieve oorlog onwettig is, en
dat Europa daarmee niet kan
meegaan zonder dat het
medeplichtig wordt. Saddam
Hoessein moeten wij duidelijk
maken dat de ontwapening van
Irak moet worden voortgezet in
het kader van VN-resolutie 1441.
Het verzoek van George Bush is
voorbarig. Het dossier moet
worden geregeld binnen het VN-
kader.
Hans Blix wil meer tijd voor de
wapeninspecteurs. De regering
moet een duidelijk signaal geven.
We mogen ons niet blind staren
op de deadline van 27 januari. Als
wij erin slagen dat tijdsbegrip te
relativeren, hebben we al
gewonnen. Want we moeten
andere scenario's hanteren om
Irak te ontwapenen.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
internationale sur l'énergie atomique, demande plus de temps pour
effectuer cette mission. Ils l'ont dit hier aux autorités européennes. Ils
l'ont dit aujourd'hui à Jacques Chirac et à Tony Blair.
Comme Jacques Chirac l'a dit ce matin, je pense aussi que le
gouvernement doit envoyer un signal clair, dire que les inspecteurs
ont effectivement besoin de plus de temps et que la date du 27
janvier, fixée initialement pour un premier rapport d'étape, ne doit
pas être une date fétichiste.
Selon moi, si nous construisons un consensus européen par rapport
à cette nécessité de temps, nous aurons gagné car ce temps
permettra aussi de démontrer que la guerre n'est pas la seule option,
que d'autres scénarios sont à construire pour obtenir le désarmement
de l'Irak.
(...)
02.52
Pierre Chevalier
(VLD): Dank u, mijnheer De Crem. Ik stel
vast dat u mij een verkiezing toewenst.
De
voorzitter
: Mijnheer Chevalier, u vergist zich; het was de heer Leterme die een opmerking maakte.
02.53
Pierre Chevalier
(VLD): Inderdaad, mijnheer de voorzitter.
Hoe is het mogelijk dat ik mij vergis tussen twee eminente leden van
de oppositie die ik overigens wens te danken, want het zijn de leden
van de oppositie die ons de gelegenheid gaven om dit debat, dat ik
niet anders als sereen kan kwalificeren, in plenaire vergadering te
houden, hetgeen mij ook nog eens toelaat vanop deze tribune te
spreken. Stel dat dit debat in de commissie werd gevoerd, mijnheer
Leterme, dan had ik als voorzitter moeten optreden en als het ware
moeten zwijgen, wat mij niet echt goed ligt.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de
minister van Buitenlandse Zaken, zoals een aantal sprekers reeds
hebben gezegd, dit is geen eenvoudig debat. Het is een complex
debat en dat kan niet voldoende worden herhaald. Men kan ook niet
genoeg de nadruk leggen op de zeer complexe en explosieve situatie
in het Midden-Oosten. Er werd al op gewezen dat dit geen zaak is
van wijziging van regime, maar van wapenbeheersing. Dat moeten
wij steeds onder ogen houden
De VLD is het eens met de krachtlijnen uitgetekend door de regering,
namelijk geen sympathie voor dat regime, het feit dat wereldzaken
multilateraal moeten worden opgelost en dat wij tot elke prijs een
oorlog moeten vermijden.
Dat is de lijn die door de Belgische regering en door het Parlement
moet worden gevolgd. Wij moeten er eveneens voor zorgen binnen
het kader van de legaliteit en van de Verenigde Naties te blijven.
Daar kom ik later nog op terug.
Mijnheer Leterme, ik was een beetje teleurgesteld. Inderdaad,
ingevolge de aandrang waarmee u gisteren vroeg om dit debat zo
snel mogelijk te kunnen voeren, dacht ik hier vandaag een
spectaculair standpunt vanwege uw partij te zullen horen. Ik stel
zelfs, eerlijk gezegd, een grote consensus vast, vermits u het in grote
02.53
Pierre Chevalier
(VLD):
Nous avons mené un débat en
toute sérénité ce soir. Il le fallait,
car il ne s'agit pas d'un
quelconque régime criminel, mais
d'un sérieux dossier de contrôle
des armements. Il s'agit de la
situation complexe et explosive au
Moyen-Orient.
Le VLD souscrit aux lignes de
force du gouvernement. Nous
n'éprouvons aucune sympathie
pour le régime irakien régime
que M. Decroly n'a au reste à
aucun moment condamné. En
outre, nous plaidons en faveur
d'une approche multilatérale des
problèmes qui se posent à
l'échelle mondiale, et nous
souhaitons que tout soit mis en
oeuvre pour éviter la guerre. Il faut
agir dans le cadre de l'ONU.
Il n'y a pas eu de prise de position
spectaculaire du CD&V. C'est que
les chrétiens-démocrates doivent
se retrouver dans les orientations
du gouvernement. Ils se sont donc
amusés à faire enrager les verts,
et ils ont essayé, en vain, de
dévoiler de prétendues
dissensions au sein du
gouvernement.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
lijnen eens bent met de regering. De heer De Crem kondigde zelfs
aan bereid te zullen staan indien dat nodig is. Het enige wat u doet
en het is jammer dat het de heer Eyskens was dit dat deed is de
groenen wat jennen en per se willen aantonen dat er enige
onenigheid zou bestaan tussen de regeringspartners.
Welnu, mijnheer De Crem, ik heb dat al meegemaakt. In dat verband
denk ik terug aan het debat dat wij voerden tijdens de uitzending "De
Zevende Dag", waar u per se wou aantonen dat er onenigheid
bestond tussen de heer Boutmans en mijzelf en tussen de heer
Boutmans en de overige leden van de regering. Toch hoorde u de
heer Boutmans daar letterlijk verklaren dat hij er geen enkel
probleem mee had dat wij, binnen het kader van de Verenigde
Naties, van de legaliteit en van de resoluties, onze verplichtingen
nakwamen.
Ik vind het spijtig dat mevrouw Brepoels nu weg is. Ik vind het een
beetje jammer dat men de heer Van Hoorebeke het voorbeeld
van Centraal-Afrika heeft aangehaald als zijnde een theater waarbij
de internationale gemeenschap afzijdig zou blijven. Ik meen dat dit
verwijt niet aan de Belgische regering kan worden gericht. Ik heb de
heer Decroly uiteraard geen woord kritiek horen geven op het regime
van Saddam Hoessein.
Mijnheer Van den Eynde, ik heb met aandacht geluisterd naar uw
eerste betoog en naar uw repliek, maar ik ben op geen enkel
ogenblik te weten gekomen wat u eigenlijk wil. Bent u voor de
oorlog? Bent u tegen die oorlog? Bent u tegen het Amerikaanse
imperialisme, dat u zo graag omschrijft? Of staat u misschien ik
durf het niet te denken op de lijn van het Front National, van de
door u zo bewonderde heer Le Pen, die de beste vriend is van
Saddam Hoessein? Ik denk ook om een ander voorbeeld te geven
aan Jorg Haider, die op de schoot van Saddam Hoessein gaat
zitten. Ik heb niets gehoord van uw kant.
Et que veut le Vlaams Blok en fin
de compte? Embrasse-t-il
maintenant ce qu'il qualifie lui-
même continuellement
d'impérialisme américain? Ou se
sent-il plutôt proche des idées de
MM. Le Pen et Haider, tous deux
connus pour être de bons amis de
Saddam Hussein?
Ik zou willen weten wat hij daar nu werkelijk van denkt.
02.54
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer
Chevalier, wanneer wij worden geconfronteerd met een regering die
dermate haar beleid wil camoufleren, die niet in het Parlement wil
verschijnen en alle trucjes ook de meest lage uithaalt om een
parlementair debat te saboteren, dan is het de eerste plicht van een
democratische oppositie om dat aan te klagen.
Wat ons standpunt is over de oorlog, mijnheer Chevalier, hebt u al
kunnen horen in de commissie die u voorzit naar aanleiding van het
debat waarop de heer Simonet daarstraks heeft gealludeerd. Naar
onze mening is dat niet onze oorlog. Ik denk, mijnheer Chevalier, dat
we het op dat vlak eens zijn met meer dan 90% van onze
medeburgers in dit land. Ik meen dat dit ook de meest gezonde
manier is om deze problematiek te benaderen.
Mijnheer Chevalier, Saddam Hoessein is waardeloos. Saddam
Hoessein is een tiran. Saddam Hoessein is een dictator, maar ook
Fidel Castro is een dictator en uw minister van Buitenlandse Zaken
gaat daar op bezoek. Laten we dan alle dictaturen aanvallen.
02.54
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Aujourd'hui, j'ai
tout d'abord considéré qu'il était
de mon devoir démocratique de
faire la clarté ainsi que de
démasquer et de dénoncer
l'hypocrisie du premier ministre.
Mais si vous voulez vraiment
connaître le point de vue du
Vlaams Blok que nous avons
d'ailleurs déjà exprimé en
commission nous estimons que
cette guerre n'est pas la nôtre. Je
suis convaincu que la majorité des
citoyens partagent cet avis. En
outre, nous estimons qu'il est
scandaleux que l'on ne s'attaque
pas à d'autres dictateurs ou qu'on
aille même jusqu'à leur rendre
visite.
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
02.55
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je
répète à M. Chevalier que je n'ai aucune espèce de sympathie pour
la dictature de Bagdad que j'ai nommément définie comme telle tout
à l'heure. Il n'y a aucune forme d'ambiguïté ou d'équivoque à ce
sujet.
02.55
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Ter attentie van
de heer Chevalier herhaal ik dat ik
geen greintje sympathie heb voor
de dictatuur van Bagdad, een
regime dat ik daarnet ook
onverbloemd een dictatuur heb
genoemd.
02.56
Pierre Chevalier
(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zal
besluiten want het is bijna 9 uur. Ik wens te besluiten met het
volgende. Mijnheer Van den Eynde, u beweert dat 99% van de
publieke opinie geen oorlog wil. Niemand wil oorlog. Niemand in dit
land wil een zekere oorlog voor een onzekere dreiging. Wij moeten
dus absoluut zeker zijn, voor 100%, dat er een opbouw is van
massavernietigingswapens. Dat heeft niets te maken met anti-
Amerikaans imperialisme. De publieke opinie zal dat wel beoordelen.
Mijnheer Eyskens heeft daarop even allusie gemaakt. Men kent de
dubbelzinnige houding die Verenigde Staten ook ten opzichte van
Noord-Korea aannemen. Ik zal mij daarover niet uitlaten. Niemand in
dit land wil echter oorlog.
Wanneer ik ga spreken met laatstejaarsscholieren in het kader van
debatten over Europa, en dat gebeurt geregeld, wordt daar telkens
de vraag gesteld, ook deze namiddag nog: gaan wij nu oorlog voeren
of niet? Dan leg ik uit dat het standpunt van deze regering, en ik stel
vast van een zeer grote meerderheid in dit Parlement, is dat wij de
diplomatieke middelen moeten aanwenden tot het laatste en dat wij
tezelfdertijd de druk moeten opvoeren. Diplomacy can only work if it
bites. Ze kan alleen werken als ze tanden heeft, als ze toont dat ze
desnoods tot het uiterste zal gaan. Als men die druk niet aanhoudt,
lost men de druk op de ketel en dreigt men nooit tot een oplossing te
komen.
Voor ons, laat dat zeer duidelijk zijn, is binnen het kader van de VN
een tweede resolutie nodig. Het zal niet volstaan, mijnheer Eyskens,
dat wij met een simpele verklaring van de voorzitter van de
Veiligheidsraad die tweede resolutie kunnen verkrijgen. Wij hopen
echter dat het nooit zover komt, dat het zal voorkomen worden en
dat wij naar vreedzame oplossingen kunnen gaan.
02.56
Pierre Chevalier
(VLD):
Personne ne préfère la certitude
de la guerre à une menace
incertaine. En revanche, nous
voulons être fixés quant à la
présence éventuelle d'armes de
destruction massive. Dans
l'intervalle, tous les moyens
diplomatiques doivent être mis en
oeuvre, et la pression doit être
accentuée, car la diplomatie doit
montrer les dents si elle veut avoir
une chance de réussir. Pour le
surplus, une deuxième résolution
des Nations Unies constitue une
condition nécessaire; à nos yeux,
l'une ou l'autre déclaration du
président du Conseil de Sécurité
ne suffit pas.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Yves Leterme, Pieter De Crem en Mark
Eyskens en mevrouw Greta D'hondt en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau en Mark
Eyskens
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt de regering
- alle diplomatieke initiatieven te ondernemen binnen de EU, de NAVO en de VN die kunnen bijdragen tot
het vreedzaam oplossen van het conflict met Irak;
- zich niet te desolidariseren met de NAVO en de VN in de uitvoering van resoluties van de
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;
- transparante communicatie omtrent de verdere besluitvormingsprocedure onverwijld in het parlement ter
kennis te brengen."
Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Yves Leterme, Pieter De Crem et Mark
Eyskens et Mme Greta D'hondt et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau et Mark Eyskens
et la réponse du premier ministre,
demande au gouvernement
- d'entreprendre au sein de l'UE, de l'OTAN et de l'ONU toutes les démarches diplomatiques pouvant
contribuer à un règlement pacifique du conflit avec l'Irak;
- de ne pas se désolidariser de l'OTAN et de l'ONU dans le cadre de l'exécution des résolutions adoptées
par le Conseil de Sécurité des Nations unies;
- de communiquer au parlement, sans délai et dans la plus grande transparence, toute information relative
à la poursuite du processus décisionnel dans ce conflit."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Karel Van Hoorebeke en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau en Mark
Eyskens
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt de regering
- ervoor te zorgen dat België onder geen enkel beding en op geen enkele wijze zelfs logistiek steun
verleent aan oorlogshandelingen tegen Irak en in de regio;
- al zijn politieke en diplomatieke macht aan te wenden om de andere Europese partners te overtuigen om
verdere oorlogsvoering te verhinderen en niet deel te nemen aan een militaire invasie."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Karel Van Hoorebeke et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau et Mark Eyskens
et la réponse du premier ministre,
demande au gouvernement
- de veiller à ce que la Belgique, sous aucune condition et en aucune manière, ne fournisse un appui,
même logistique, aux opérations de guerre menées contre l'Irak et dans la région;
- d'user de toute son influence politique et diplomatique pour convaincre les autres partenaires européens
d'empêcher la poursuite des manoeuvres de guerre et de ne pas participer à une invasion militaire."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Francis Van den Eynde, Gerolf
Annemans, Guido Tastenhoye, Jan Mortelmans, Hagen Goyvaerts en Roger Bouteca en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau en Mark
Eyskens
en het antwoord van de eerste minister,
stelt vast dat deze laatste het belangrijk debat omtrent het al dan niet deelnemen aan de
krijgsverrichtingen tegen Irak deskundig getorpedeerd heeft en dringt er bijgevolg op aan dat de regering
in de toekomst aan het parlement de kans niet zou ontnemen om zijn controleopdracht ten opzichte van
het beleid te kunnen uitoefenen. Een en ander is immers essentieel voor het instandhouden van de
democratie."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par MM. Francis Van den Eynde, Gerolf
Annemans, Guido Tastenhoye, Jan Mortelmans, Hagen Goyvaerts et Roger Bouteca et est libellée
comme suit:
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau et Mark Eyskens
et la réponse du premier ministre,
constate que ce dernier a habilement empêché la tenue d'un débat important relatif à la participation ou
non à des opérations de guerre contre l'Irak et insiste dès lors pour qu'à l'avenir, le gouvernement ne prive
pas le parlement de la possibilité d'exercer sa mission de contrôle à l'égard de la politique
gouvernementale, mission de contrôle essentielle pour la sauvegarde de la démocratie."
Een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Vincent Decroly en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau en Mark
Eyskens
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt de regering
- geen enkel politiek signaal te geven noch passief noch actief, rechtstreeks of onrechtstreeks logistieke of
operationele steun te verlenen aan de oorlog tegen Irak die de Verenigde Staten voorbereiden;
- meer bepaald de samenwerking met het Amerikaanse leger op te schorten met betrekking tot
transporten van manschappen en militair materieel door ons land, waarbij gebruik wordt gemaakt van
infrastructuur op Belgisch grondgebied, inzonderheid via de haven van Antwerpen;
- en te ijveren voor de opheffing van het embargo tegen Irak en voor de ontmanteling van alle
massavernietigingswapens in het Midden-Oosten, conform VN-resolutie 687."
Une quatrième motion de recommandation a été déposée par M. Vincent Decroly et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Karel Van Hoorebeke, Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen,
Francis Van den Eynde, Vincent Decroly, Pieter De Crem, Ferdy Willems, Patrick Moriau et Mark Eyskens
et la réponse du premier ministre,
demande au gouvernement
- de s'abstenir de tout signal politique et de tout soutien logistique ou opérationnel, passif ou actif, direct
ou indirect à la guerre préparée par les Etats-Unis contre l'Irak;
- en particulier, de suspendre sa collaboration avec l'armée des Etats-Unis au niveau du transit d'hommes
et de matériel militaire par toute infrastructure située sur le territoire belge, singulièrement par le port
d'Anvers;
- de militer pour la levée de l'embargo contre l'Irak et le démantèlement de toutes les armes de
destruction massive stationnées au Proche-Orient, conformément à la résolution 687 de l'ONU."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen, Joos
Wauters, Stef Goris en Patrick Moriau en mevrouw Claudine Drion.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jacques Simonet, Dirk Van der Maelen, Joos Wauters,
Stef Goris en Patrick Moriau et Mme Claudine Drion.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 21.04 uur. Volgende vergadering donderdag 23 januari 2003 om 14.15
uur.
La séance est levée à 21.04 heures. Prochaine séance le jeudi 23 janvier 2003 à 14.15 heures.
17/01/2003
CRIV 50
PLEN 315
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
CRIV 50
PLEN 315
17/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
VRIJDAG 17 JANUARI 2003
VENDREDI 17 JANVIER 2003
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
Ingekomen
Demandes
1. de heer Hans Bonte tot de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
concentratie van nachtvluchten boven de
noordrand van Brussel".
1. M. Hans Bonte à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
concentration des vols de nuit au-dessus de la
périphérie nord de Bruxelles".
(nr. 1546) verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1546) renvoi à la commission de l'Intérieur,
des Affaires générales et de la Fonction publique)
2. de heer Richard Fournaux tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de situatie in Irak".
2. M. Richard Fournaux au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la situation en
Irak".
(nr. 1547) verzonden naar de plenaire
vergadering)
(n° 1547) renvoi en séance plénière)
(nr. 1548) verzonden naar de commissie voor de
Sociale Zaken)
(n° 1548) renvoi à la commission des Affaires
sociales)
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
REGERING
GOUVERNEMENT
Ingediend wetsontwerp
Dépôt de projet de loi
De regering heeft volgend wetsontwerp ingediend:
Le gouvernement a déposé le projet de loi suivant:
wetsontwerp houdende wijziging van de wet van
11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van
het financiële stelsel voor het witwassen van geld
(nr. 2230/1).
projet de loi modifiant la loi du 11 janvier 1993 relative
à la prévention de l'utilisation du système financier
aux fins du blanchiment de capitaux (n° 2230/1).
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
De spoedbehandeling werd door de Regering
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.
L'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget