CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 010
CRIV 51 PLEN 010
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mardi
dinsdag
29-07-2003
29-07-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE

































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
Communication
1
Mededeling
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi-programme (102/1-14)
1
Ontwerp van programmawet (102/1-14)
2
- Proposition de loi de MM. Yves Leterme,
Hendrik Bogaert et Carl Devlies modifiant la loi
ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever la
structure fédérale de l'Etat et la loi-programme
du 8 avril 2003 (91/1-2)
1
- Wetsvoorstel van de heren Yves Leterme,
Hendrik Bogaert en Carl Devlies tot wijziging van
de gewone wet van 16 juli 1993 ter vervollediging
van de federale staatsstructuur en de
programmawet van 8 april 2003 (91/1-2)
2
Ordre des travaux
2
Regeling van de werkzaamheden
2
Orateur: Pieter De Crem, président du groupe
CD&V
Spreker: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie
Discussion générale
3
Algemene bespreking
3
Orateurs: Hendrik Bogaert, rapporteur,
Annelies Storms, rapporteur, Pieter De
Crem
, président du groupe CD&V, Francis
Van den Eynde, Frank Vandenbroucke
,
ministre du Travail et des Pensions, Paul
Tant, Carl Devlies, Raymond Langendries
,
président du groupe cdH, Didier Reynders,
ministre des Finances, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques, Hagen
Goyvaerts, François-Xavier de Donnéa,
Claude Eerdekens
, président du groupe PS,
Inge Vervotte, Jan Mortelmans, Rik Daems
,
président du groupe VLD, Daniel
Bacquelaine
, président du groupe MR, Jos
Ansoms, Gérard Gobert, Denis Ducarme,
Bart Tommelein, Dirk Van der Maelen
,
président du groupe sp.a-spirit, Servais
Verherstraeten
Sprekers: Hendrik Bogaert, rapporteur,
Annelies Storms, rapporteur, Pieter De
Crem
, voorzitter van de CD&V-fractie, Francis
Van den Eynde, Frank Vandenbroucke
,
minister van Werk en Pensioenen, Paul Tant,
Carl Devlies, Raymond Langendries
,
voorzitter van de cdH-fractie, Didier Reynders,
minister van Financiën, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven, Hagen
Goyvaerts, François-Xavier de Donnéa,
Claude Eerdekens
, voorzitter van de PS-
fractie, Inge Vervotte, Jan Mortelmans, Rik
Daems
, voorzitter van de VLD-fractie, Daniel
Bacquelaine
, voorzitter van de MR-fractie, Jos
Ansoms, Gérard Gobert, Denis Ducarme,
Bart Tommelein, Dirk Van der Maelen
,
voorzitter van de sp.a-spirit-fractie, Servais
Verherstraeten
Discussion des articles
77
Bespreking van de artikelen
77
Orateurs: Raymond Langendries, président
du groupe cdH, Servais Verherstraeten
Sprekers: Raymond Langendries, voorzitter
van de cdH-fractie, Servais Verherstraeten
Application de l'art. 51 du Règlement
79
Toepassing van art. 51 van het Reglement
79
ANNEXE
81
BIJLAGE
81
VOTES
81
STEMMINGEN
81
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
81
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
81
DECISIONS INTERNES
81
INTERNE BESLUITEN
81
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
81
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
81
D
ECISIONS
81
B
ESLISSINGEN
81
COMMISSIONS
82
COMMISSIES
82
C
OMPOSITION
82
S
AMENSTELLING
82
PROPOSITIONS
82
VOORSTELLEN
82
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
83
T
OELATING TOT DRUKKEN
83
COMMUNICATIONS
83
MEDEDELINGEN
83
COMMISSIONS
83
COMMISSIES
83
R
APPORTS
83
V
ERSLAGEN
83
GOUVERNEMENT
84
REGERING
84
D
EPENSES FAITES EN MARGE DU BUDGET
84
U
ITGAVEN GEDAAN BUITEN DE BEGROTING
84
COUR DES COMPTES
84
REKENHOF
84
D
ROIT DE REGARD ET D
'
INFORMATION DES
PARLEMENTAIRES
84
I
NZAGE
-
EN INFORMATIERECHT VAN DE
PARLEMENTSLEDEN
84
AVIS
85
ADVIES
85
C
ONSEIL
C
ENTRAL DE L
'E
CONOMIE
85
C
ENTRALE
R
AAD VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
85
P
ARQUET PRES LA COUR D
'
APPEL D
'A
NVERS
85
P
ARKET BIJ HET HOF VAN BEROEP TE
A
NTWERPEN
85
RECOMMANDATIONS
85
AANBEVELINGEN
85
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
C
ONSEIL DE L
'E
UROPE
85
R
AAD VAN
E
UROPA
85
DIVERS
85
VARIA
85
C
ONSEIL
C
ENTRAL DE L
'E
CONOMIE
85
C
ENTRALE
R
AAD VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
85
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
MARDI
29
JUILLET
2003
Après-midi
______
van
DINSDAG
29
JULI
2003
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.23 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Didier Reynders.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Martine Payfa, Frieda Van Themsche, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Filip De Man, Marie Nagy, à l'étranger / buitenslands.
01 Communication
01 Mededeling

Par lettre du 25 juillet 2003, le ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale communique qu'une
concertation a été organisée avec les gouvernements régionaux au sujet de l'article 33 du projet de loi-
programme (doc. 51 102/1)

Bij brief van 25 juli 2003 deelt de minister van Mobiliteit en Sociale Economie mee dat een overleg werd
georganiseerd met de gewestregeringen aangaande het artikel 33 van het ontwerp van programmawet (stuk 51
102/1)

Tous les gouvernements régionaux ont émis un avis favorable.

Alle gewestregeringen hebben een gunstig advies verleend.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
02 Projet de loi-programme (102/1-14)
- Proposition de loi de MM. Yves Leterme, Hendrik Bogaert et Carl Devlies modifiant la loi ordinaire
du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat et la loi-programme du 8 avril 2003
(91/1-2)
02 Ontwerp van programmawet (102/1-14)
- Wetsvoorstel van de heren Yves Leterme, Hendrik Bogaert en Carl Devlies tot wijziging van de
gewone wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale staatsstructuur en de
programmawet van 8 april 2003 (91/1-2)
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Les rapporteurs sont: Mmes Corinne De Permentier, Françoise Colinia, Karine Lalieux, Valérie Deom et
Annelies Storms et M. Hendrik Bogaert.

Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
02.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het gaat over
de werkzaamheden. We gaan nu de programmawet bespreken.
Wanneer voorziet u de aanvang van het vervolg?
02.01 Pieter De Crem (CD&V):
Qu'en est-il de l'ordre des travaux?
De voorzitter: In het kort, we hebben op onze agenda voor deze
namiddag de programmawet. Daarna hebben wij het wetsontwerp in
verband met ernstige schendingen van het internationaal humanitair
recht. Op een bepaald ogenblik moeten wij stemmen over de urgentie
voor wat van de Senaat komt. Als de Senaat gestemd heeft ­ wat
wellicht over enkele tijd zal gebeuren ­ zouden de commissies zoals
voorzien kunnen samenkomen om het werk af te maken, zowel voor
wat men het wetsontwerp-Francorchamps noemt als voor het
wetsontwerp inzake wapenhandel. Ik geef hier niet de juiste
benamingen maar u weet waarover het gaat.
Le président: A l'issue de la
discussion de la loi-programme,
nous aborderons la loi de
compétence universelle. Après le
vote au Sénat et l'octroi de
l'urgence, les commissions
pourront terminer leurs travaux
relatifs à la loi Francorchamps et à
la loi sur le commerce des armes.
Les votes sur la loi-programme et la
loi de compétence universelle
interviendront dans le courant de la
soirée.
Cela dépendra de la discussion générale et de la discussion des articles.

Misschien zullen we rond zes of zeven uur kunnen stemmen, misschien eerst over de urgentie om daarmee
komaf te maken en dan over de wetsontwerpen zelf.

Tout dépendra de la longueur des débats.
02.02 Pieter De Crem (CD&V): Alles hangt af van het debat maar het
perspectief van de agenda is dat vandaag over de programmawet en
over de genocidewet wordt gestemd?
De voorzitter: Wij kunnen de twee discussies achter elkaar houden en dan globaal stemmen. Dat is
misschien gemakkelijker.

Je constate que le président Langendries acquiesce. Il vaut mieux examiner le tout en une fois.
02.03 Pieter De Crem (CD&V): We stemmen globaal dus hebben we
eerst de bespreking van de programmawet, nadien de urgentie, daarna
worden de commissies samengeroepen, nadien bespreken we de
genocidewet en vervolgens zullen we stemmen over de ontwerpen die
we vandaag zullen hebben behandeld.
De voorzitter: Als u denkt dat de commissies kunnen vergaderen en wij hier... Als ik mij goed herinner gaat
het, tenminste voor de commissie voor de Grondwetsherziening, alleen om de eindstemming.

Je ne sais pas exactement où en est la commission de la Santé publique. Celle-ci doit encore, semble-t-il,
procéder au vote du projet de loi et à l'approbation du rapport de Mme Dominique Tilmans. Les discussions
sont-elles également terminées, madame Burgeon? (Oui)

Misschien moeten wij daarvoor onderbreken, we zullen zien. Ik zal de Kamer raadplegen. Als u het daarmee
eens bent, wil ik de stemmingen liever groeperen. Gaat iedereen daarmee akkoord? Als dit gedaan is,
behandelen we de genocidewet of daartussen de urgentie. Als er geen probleem is, moet ik daarover geen
stemming houden. Ik probeer iedereen rustig aan zijn trekken te laten komen bij de stemming. Zijn we het
eens? Dank u wel.

Discussion générale
Algemene bespreking
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.04 Hendrik Bogaert, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, waarde collega's, ik breng verslag uit van de commissie
voor de Financiën. Onze commissie telt 13 mannen en slechts 4
vrouwen. Nochtans wordt het meeste geld in de gezinnen beheerd door
de vrouwen. We zullen in de commissie toch ons best doen.

Aan de commissie voor de Financiën werden de artikelen 1 tot 25 van
de programmawet toebedeeld. Deze artikelen bevatten verschillende
hoofdstukken, onder meer het uitstellen van de inwerkingtreding van 2
wetten uit de vorige legislatuur: het uitstel van de inwerkingtreding van
de ecotakswetgeving tot 1 januari 2004 en het uitstel van de
inwerkingtreding van de wet tot oprichting van een dienst
Alimentatievorderingen bij de FOD Financiën tot 1 september 2004.

Beide bepalingen gaven aanleiding tot een ruime discussie in de
commissie. Diverse leden betreurden het uitstel van de inwerkingtreding
van het alimentatiefonds en wezen op de nadelige gevolgen voor 10.000
gezinnen. De minister stelde dat hij de voorkeur gegeven had aan een
uitstel bij wet met 1 jaar om een en ander te kunnen bespreken tijdens
de bespreking van de begroting 2004. Er zullen daartoe beslissingen
moeten worden genomen met betrekking tot verschillende kwesties,
onder meer het al dan niet behouden van de voorschottenregeling
wanneer de alimentatieplichtige zich in het buitenland bevindt en of de
voorschotten gehandhaafd blijven voor alle inkomenscategorieën. De
minister bevestigde dat de administratie klaar is om de dienst op te
richten maar dat het debat hoofdzakelijk van budgettaire aard blijft. De
minister betreurde de vertraging doch stelde dat de armsten ook na 1
september 2003 zullen kunnen worden geholpen met de door het
OCMW verstrekte voorschotten.

Verder is er ook het bekrachtigen van een resem koninklijke besluiten
met betrekking tot BTW, accijnzen en belastingschalen inzake
voorheffing sedert 1998 en een beperkt aantal technische correcties als
gevolg van een arrest van het Arbitragehof en in het kader van de
integratie van de Controledienst voor de Verzekeringen in de
Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Deze artikelen gaven
geen aanleiding tot commentaar in de commissie.

Er zijn ook een aantal fiscale bepalingen inzake energie, meer bepaald
wijzigingen aan de energiebijdragen - met name een verhoging voor
stookolie, motorbrandstoffen en elektriciteit en een verlaging voor
aardgas - en de jaarlijkse verhoging van accijnzen op benzine en diesel
voor de komende 4 jaar via een ingewikkeld systeem dat inhoudt dat de
verhoging zal plaatsvinden telkens wanneer, als gevolg van de
schommelingen van dollar of aardolieprijs, er een prijsdaling van
toepassing zou zijn, gelet op het programmacontract. De helft van deze
verlaging zal niet ten goede komen van de verbruiker maar zal opgaan
in de accijnsverhoging.

Er is de geleidelijke vermindering van de accijnscompenserende
belasting. Dit zal tot een vermindering van de opbrengsten van de
accijnscompenserende belasting op dieselvoertuigen leiden met
respectievelijk 10% in 2004, 20% in 2005, 40% in 2006 en 70% in
2007. De belasting zal pas volledig afgeschaft worden in 2008.

Er is de belastingvermindering voor sommige energiebesparende
investeringen met als doel het gebruik van zonne-energie en
warmtepompen te stimuleren. De minister legde uit dat de regering
hiermee, volgens haar, belangrijke eerste stappen zet om uitvoering te
kunnen geven aan het Kyoto-protocol in ons land. Diverse
02.04 Hendrik Bogaert,
rapporteur: Je présente ce rapport
au nom de la commission des
Finances qui vient d'examiner les
articles 1 à 25 de la loi-programme.
La loi-programme comporte deux
reports d'entrée en vigueur
importants. L'entrée en vigueur de
la loi sur les écotaxes est reportée
au 1er janvier 2004, celle de la loi
sur le fonds des créances
alimentaires au 1er septembre
2004. De nombreux membres
déplorent que 10.000 familles aient
à subir les effets du report de la loi
sur le
fonds des créances
alimentaires. Le ministre attribue le
report à des implications
budgétaires. Il souligne que les
CPAS continueront entre-temps à
verser des avances.

Une série d'arrêtés royaux relatifs à
la TVA, aux accises et aux
barèmes fiscaux ainsi que
quelques corrections techniques
résultant d'un arrêt de la Cour
d'arbitrage ont été adoptés sans
commentaire.

Il y a d'autre part une série de
dispositions fiscales: des
augmentations d'accises pour le
gasoil de chauffage, le carburant
pour moteurs et l'électricité, et une
baisse sur le gaz naturel. Mais la
moitié de cette baisse de prix ne
profitera pas aux consommateurs
pour la bonne et simple raison
qu'elle sera absorbée dans
l'accroissement des accises.

Il faut évoquer aussi la réduction
graduelle de la taxe compensatoire
des accises, qui n'aboutira à une
suppression totale qu'en 2008.

Il y a également la réduction fiscale
pour investissements qui
permettent une économie
d'énergie. Si l'on en croit le premier
ministre, il s'agit d'un premier pas
sur la voie de l'exécution du
protocole de Kyoto. Toutefois,
plusieurs commissaires n'ont
considéré cela que comme une
mesure budgétaire, reprochant au
Premier ministre de ne pas en avoir
parlé pendant sa campagne
électorale. Ils ont d'autre part
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
commissieleden waren het met die zienswijze niet eens en stelden dat
de maatregelen op de eerste plaats een budgettaire doelstelling
hebben. Zij hekelden het feit dat de regeringspartijen over deze
lastenverhoging niet gesproken hadden tijdens de voorbije
verkiezingscampagne.

Een aantal leden deden de minister suggesties inzake maatregelen
met een groter effect ten aanzien van de Kyoto-doelstellingen. De
lineaire verhoging van de energiebijdrage op elektriciteit belast immers
ook milieuvriendelijke energieopwekking. Groene stroom zou volgens
hen aantrekkelijker moeten worden gemaakt. Diverse leden vroegen
eveneens uitleg over de gelijkwaardige behandeling van aardgas en
stookolie omdat vele inwoners geen keuzemogelijkheid hebben. Het
stimuleren van het vervangen van de oude stookolieketels zou alzo een
directer effect hebben ten aanzien van de Kyoto-doelstelling dan het
louter verhogen van de belastingen. De minister stelt dat de burger een
keuzevrijheid heeft en via het bijsturen van zijn gedrag kan ontsnappen
aan de belastingverhoging. Het gaat hier volgens de minister niet om
een automatische belastingverhoging.

Een ander lid ging dieper in op de gevolgen van de accijnsverhogingen
voor de sector van het vrachtvervoer. Deze sector voelt zich bedreigd in
zijn voortbestaan en dreigt met acties. De sector zal dan ook vragen
hebben bij de realisatie van de beloften die in de herfst van 2000 door
de regering werden gemaakt naar aanleiding van de blokkades die op
dat ogenblik werden opgericht. De spreker wijst eveneens op de
incoherentie van de regeringspolitiek. Bij de NMBS worden de
investeringen en het goederenvervoer immers afgebouwd. De minister
antwoordt dat de professionele diesel zal worden ingevoerd. De minister
had dit voorstel reeds twee jaar geleden gedaan. Op dat ogenblik
bestond er echter geen consensus over binnen de regering. De minister
pleit voor de gelijktijdige invoering van deze professionele diesel met de
invoering van een kliksysteem dat zal leiden tot de voorziene
accijnsverhogingen. De minister kondigde eveneens een aanpassing
aan van het stelsel van het eurovignet. Naar verluidt zouden de
vervoerders voorstander zijn van een heffing, proportioneel aan het
aantal afgelegde kilometers in plaats van een forfaitaire heffing voor
iedereen. De betrokken bepalingen werden door de commissie
aangenomen met 12 stemmen voor en 4 tegen.

Ik kom tot de verhogingen van de taks op de materiële aflevering van
effecten aan toonder en op de collectieve beleggingsinstellingen. Vooral
de verhoging van de taks op de collectieve beleggingsinstellingen roept
bij de leden veel vragen op. Zij drukken de vrees uit dat, als gevolg van
deze verhoogde taks, deze beleggingsinstellingen wel eens naar het
buitenland zouden kunnen verdwijnen met een verlies van honderden
arbeidsplaatsen in Brussel als gevolg. Een lid vindt dat deze maatregel
vooral de kleine spaarder treft. Hij twijfelt aan de opbrengst voor de
staatskas, gelet op de dreigende delokalisatie van de
beleggingsinstellingen. Verschillende leden stellen met genoegen vast
dat de minister verklaart mogelijke alternatieven voor de voorgestelde
maatregelen te overwegen. De minister legde uit dat de bedoeling van
de voorgestelde maatregelen er op de eerste plaats in bestaat de fraude
te bestrijden en, ten tweede, een evenwicht te herstellen tussen de
belastingdruk op inkomsten uit werk, energie en kapitaal. De minister
geeft toe dat de verhoging van het tarief op roerende waarden steeds
delicaat is omdat dit vaak een delokalisatie van de roerende waarden
tot gevolg heeft. Hij herhaalt dat over deze voorstellen nog verder
onderhandeld kan worden indien zou blijken dat ze niet het beoogde
resultaat bereiken. De minister zegt eveneens dat de inwerkingtreding
van deze maatregel door de Koning zal bepaald worden. Het is de
bedoeling dat deze maatregel een geheel zal vormen met het geheel
proposé une série de mesures plus
efficaces telle que celle qui vise à
rendre attrayante l'électricité
écologique. Ils ont également
demandé des explications au sujet
du traitement équivalent du gaz
naturel et du gasoil de chauffage
étant donné que les
consommateurs ne disposent pas
d'une vraie liberté de choix. Le
ministre a déclaré que les citoyens
conserveraient leur liberté de choix
et pourraient ainsi échapper à la
majoration fiscale.

Le secteur du transport de
marchandises se sent lui aussi
menacé par les augmentations
d'accises et il s'interroge sur les
promesses que le gouvernement lui
a faites lorsqu'il a organisé des
actions de blocage des axes de
circulation. Le ministre a répondu
qu'il allait instaurer le diesel
professionnel, en même temps
qu'un système d'avertissement. Il a
également annoncé une adaptation
de l'eurovignette. Il me revient que
le secteur du transport serait
partisan d'un prélèvement
proportionnel au nombre de
kilomètres.

Les dispositions concernées ont
été adoptées par 12 voix contre 4.

Ensuite, il faut parler des
augmentations de taxes sur les
titres au porteur et les institutions
collectives de placement. Certains
commissaires craignaient qu'un
certain nombre de ces institutions
s'expatrient. Un membre a déclaré
que cette mesure toucherait surtout
les petits épargnants et a émis des
doutes à propos des recettes pour
le Trésor public. Plusieurs
commissaires se sont réjouis de ce
que le gouvernement accepte
d'envisager aussi des mesures
d'autre nature. Le ministre a
précisé qu'il entendait surtout lutter
contre la fraude fiscale et restaurer
l'équilibre entre la pression fiscale
sur les revenus du travail et celle
pesant sur l'énergie et les capitaux.
Il a admis qu'une augmentation
tarifaire en matière de biens
mobiliers était très délicate mais
que les propositions y afférentes
pouvaient encore être débattues.
Ces dispositions ont-elles aussi été
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
van maatregelen over de zogenaamde repatriëring van kapitalen. Ook
deze bepalingen en het geheel van de bepalingen die aan de
commissie werden voorgelegd, werden goedgekeurd met 12 stemmen
voor en 4 tegen.

Het toegevoegde wetsvoorstel van de heer Leterme over de
ecotakswetgeving werd verworpen met 12 stemmen, 2 onthoudingen en
2 stemmen voor.

Het commissieverslag werd maandag door de commissie unaniem
goedgekeurd. Ik stel er prijs op de commissievoorzitter en de diensten
te danken voor de efficiëntie waarmee dit verslag ondanks de beperkte
beschikbare tijd is tot stand gekomen.
adoptées par 12 voix contre 4.

La proposition de loi de M. Leterme
sur la législation des écotaxes a
été rejetée par 12 voix, 2
abstentions et 2 voix pour.

Le rapport de commission a été
adopté à l'unanimité.
(Applaudissements)
Le président: Je voudrais à présent consulter les différents rapporteurs pour la partie qui les concerne.
Madame De Permentier, vous m'avez dit que vous renvoyiez à votre rapport.
02.05 Corinne De Permentier, rapporteur: Oui, je m'en réfère à mon
rapport écrit, monsieur le président.
02.05 Corinne De Permentier,
rapporteur: Ik verwijs naar mijn
schriftelijk verslag.
Le président: Madame Lalieux?
02.06 Karine Lalieux, rapporteur: Je m'en réfère à mon rapport écrit,
monsieur le président.
02.06 Karine Lalieux, rapporteur:
Ik verwijs naar mijn schriftelijk
verslag.
Le président: Madame Colinia?
02.07 Françoise Colinia, rapporteur: Moi également, monsieur le
président.
02.07 Françoise Colinia,
rapporteur: Ik verwijs naar mijn
schriftelijk verslag.
Le président: Madame Deom, renvoyez-vous également à votre rapport écrit?
02.08 Valérie Deom, rapporteur: Oui, monsieur le président.
02.08 Valérie Deom, rapporteur:
Ik verwijs naar mijn schriftelijk
verslag.
De voorzitter: Ik denk dat mevrouw Storms haar verslag wil uitbrengen. Ik geef haar het woord voor haar deel
van het verslag.
02.09 Annelies Storms, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's,
de commissie voor de Sociale Zaken heeft de artikelen 26 tot 30 van
het ontwerp van programmawet besproken. De staatssecretaris voor
Gezin en Personen met een handicap, mevrouw Simonis, heeft
toegelicht dat deze bepalingen ertoe strekken het begrip "wagentje" in
de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, op te nemen. Meer bepaald beoogt artikel 28
de oprichting van een technische raad belast met de wagentjes. Het
doel van deze bepalingen is het Belgisch recht in overeenstemming te
brengen met de Europese regels inzake het vrij verkeer van goederen.

Op vraag van mevrouw Cahay-André heeft mevrouw Simonis bevestigd
dat de begrippen "wagentje" en "rolstoel" door elkaar mogen worden
gebruikt. Mevrouw D'hondt heeft nog opgemerkt dat de aan de
commissie voorgelegde bepalingen ertoe strekken de fouten te
verbeteren die in de programmawet van 24 december 2002 waren
geslopen. Zij betreurde deze manier van werken en wees er ook op dat
ze de besproken artikelen van het ontwerp maar kan goedkeuren voor
zover deze in overeenstemming zijn met een officieus meegedeelde
02.09 Annelies Storms,
rapporteur: Lors de l'examen des
articles 26 à 30 en commission des
Affaires sociales, la secrétaire
d'Etat, Mme Simonis, a indiqué
que ces dispositions visent à définir
la notion de « voiturette» et à
l'insérer dans la loi AMI. L'article 28
prévoit la création d'un conseil
technique chargé de ces
voiturettes. La législation belge est
ainsi mise en conformité avec les
règles européennes relatives à la
libre circulation. Les termes de
chaise roulante et de voiturette
peuvent effectivement être utilisés
l'un pour l'autre.

Notre collègue, Mme Greta
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
versie van het ontwerp.
De commissie was het erover eens dat een technische verbetering
moest worden aangebracht in de inleidende zin van artikel 30.
Wat de stemming betreft, zijn zowel de artikelen op zich als in het
geheel eenparig door de commissie aangenomen.
Tot zover mijn verslag.
D'hondt, a regretté que ces
dispositions servent à corriger les
erreurs figurant dans la précédente
loi-programme. L'introduction à
l'article 30 a également fait l'objet
d'une amélioration d'ordre
technique.

Les articles ont ensuite été
adoptés à l'unanimité.
(Applaudissements)

02.10 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er is een
belangrijk onderdeel in de programmawet dat betrekking heeft op
mobiliteit en op overleg met de gewesten. Daarover is heel wat te doen
in de commissiebespreking. Het vooraf vereiste antwoord werd nadien
toegestuurd door de verschillende ministers-presidenten, onder anderen
door de minister-president van Vlaanderen de heer Bart Somers die niet
alleen zijn goedkeuring heeft gegeven aan de vooropgestelde
maatregelen, maar die daarbij een niet onaanzienlijke
opmerkingenbundel heeft laten toevoegen uitgaande van bepaalde
regeringspartners in de Vlaamse regering, namelijk van de Agalev-
ministers. Dit zijn niet zomaar een aantal bijkomstigheden. Het zijn
fundamentele opmerkingen over de regeringsmaatregelen die in de
programmawet worden voorgesteld.

Langs deze weg ­ en ik zal dat ook schriftelijk doen ­ vorder ik de
aanwezigheid van de bevoegde minister, de heer Anciaux, tijdens deze
bespreking.
02.10 Pieter De Crem (CD&V):
Un des chapitres importants de la
loi-programme concerne la mobilité
et les Régions. S'il approuve les
mesures proposées, le ministre-
président, M. Somers, a fait part
d'une série d'observations
fondamentales dont la plupart
émanaient des ministres verts de
son gouvernement. C'est pourquoi
je souhaite requérir la présence du
ministre Anciaux.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, vier of vijf dagen geleden ontving ik een brief van u, waarna ik een vraag
voorlegde aan onze juridische dienst. U weet dat. De nota die ik van deze dienst ontving heb ik overgemaakt
aan u, alsook aan de eerste minister en aan minister Anciaux. Daarna ontving ik een document dat ik voorlas
bij de aanvang van deze plenaire vergadering. Net als ik heeft u trouwens ook kunnen lezen dat minister-
president Bart Somers, ministre-président Jean Claude van Cauwenberghe en ministre d'Etat Daniel Ducarme
verklaarden dat de raadplegingen hebben plaatsgevonden en dat de adviezen die u overigens ook kent als
gunstig werden bestempeld, zulks uiteraard op hun verantwoordelijkheid.

Vervolgens heeft minister Anciaux aan het Bureau van de Kamer schriftelijk medegedeeld dat hij in het
buitenland zou zijn. Ik herinner mij zelfs dat de heer Van den Eynde had gevraagd of er vragen zouden worden
gesteld over aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van minister Anciaux. Ik kan minister Anciaux
ons bijgevolg moeilijk laten vervoegen, aangezien hij zich tijdig en geldig voor de Kamer heeft verontschuldigd.

Ainsi que je vous l'ai fait savoir par écrit, après avoir recueilli un avis juridique, je ne puis requérir la présence
du ministre Anciaux qui se trouve à l'étranger et qui s'est fait préalablement et légalement excuser.

Mijnheer Van den Eynde, dat heb ik twee dagen geleden medegedeeld.
02.11 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit kan toch
niet. We bespreken aangelegenheden waarbij belangrijke maatregelen
worden genomen, terwijl de bevoegde ministers niet aanwezig zijn. Dit
kunt u toch niet toelaten, als behoeder van de werkzaamheden in deze
Kamer die de enige wetgevende kamer is waar wordt beslist over
bijzonder ingrijpende maatregelen, onder andere op het vlak van
fiscaliteit en van mobiliteit.

Meer nog. Ik kan u mededelen dat minister Anciaux in het binnenland
is. Ik meen te weten dat hij zich in Center Parcs bevindt. Voor zover ik
weet is de maximale afstand tot een van de etablissementen genaamd
Center Parcs, 129 kilometer. Er bevinden er zich een paar in de
02.11 Pieter De Crem (CD&V):
Le ministre compétent se trouve en
Belgique, dans une division de
Center Parks à moins de 120
kilomètres de la capitale.
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Kempen verspreid over de provincies Antwerpen en Limburg.

Ik vraag namens mijn fractie en namens al diegenen, ook van de
meerderheid, die de behoeders zijn van de goede parlementaire
werkzaamheden dat u, voorzitter De Croo, contact opneemt met de
minister die bevoegd is voor dat deel van de programmawet, opdat hij
zich spoorslags vanuit de "waterwervelbaan" naar Brussel zou begeven.
Ik vraag u dat met aandrang.

De voorzitter: Mijnheer De Crem, ik weet niet waar de heer Anciaux vertoeft. U bent beter geïnformeerd dan
ikzelf. Mijnheer Van Parys, ik geef u de feiten, wat trouwens mijn taak is.
02.12 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): (...)
02.13 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, hij heeft zelf
gezegd dat hij zich in Center Parcs bevindt. Wij zijn zelfs niet op
zoektocht moeten gaan. Het kan niet zijn dat in de 48 uur dat de
Kamer nog moet beraadslagen over zo'n belangrijke zaak, de bevoegde
minister niet aanwezig is. In dat geval stel ik voor dat de ministers
Reynders, Moerman, Jamar, Vandenbroucke en Simonis zich
terugtrekken, zodat wij met u en een paar vertegenwoordigers van de
meerderheid een gezellige babbel houden in afwachting van het pakken
van onze koffers.

Mijnheer de voorzitter, ik herhaal dat wij de minister van Mobiliteit,
bevoegd voor dat aspect van de zaak alsmede inzake het overleg met
de Gemeenschappen en de Gewesten, voor deze vergadering
opvorderen. Anders wordt deze vergadering niet voortgezet! (Applaus bij
CD&V en Vlaams Blok)
02.13 Pieter De Crem (CD&V):
Nous exigeons qu'il nous rejoigne
au plus vite. En d'autres termes,
nous réclamons sa présence.
(Applaudissements du CD&V et du
Vlaams Blok)
02.14 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik wil mij daarbij aansluiten.

Ten eerste, wil ik u eraan herinneren dat toen dat gedeelte van de
programmawet ter sprake kwam in de commissie voor de Infrastructuur,
de bevoegde minister ­ het woordje `bevoegd' is het juiste woord, neem
ik aan; ik zeg dat in alle neutraliteit ­ zich blijkbaar niet bewust was van
het feit dat hij de betrokken artikels had moeten voorleggen aan de
gewestregeringen. Dat is intussen halsoverkop gebeurd. Dat behoort
inderdaad tot hun verantwoordelijkheid, maar het getuigt toch niet van
een heel sterke bevoegdheid van de minister.

Ten tweede, mijnheer de voorzitter, is het Parlement op dit ogenblik nog
in zitting omwille van bepaalde afspraken in de schoot van de regering.
De regering heeft het Parlement doen werken tot eind juli. De
parlementsleden zijn dus eigenlijk opgevorderd door de regering omwille
van een aantal dringende aangelegenheden ­ voor de regering althans ­
maar wij moeten vaststellen dat een van de ministers die bepaalde
week met vakantie is. Als ik als voorzitter van de commissie voor de
Infrastructuur deze week een vraagzitting wil organiseren, dan blijkt dat
niet mogelijk te zijn. De parlementsleden moeten aanwezig zijn, maar
de regering is er niet; de regering is met vakantie. Welnu, buiten alle
legistieke opmerkingen, is dit op ethisch vlak onaanvaardbaar.
02.14 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je me rallie à
cette exigence.

Pour illustrer la compétence de M.
Anciaux, je vous rappellerai que,
lors de l'examen de la loi-
programme en commission de
l'Infrastructure, il est apparu que le
ministre n'était pas au courant de
l'obligation de soumettre les
articles aux gouvernements
régionaux. Il a fallu pallier cet oubli
en toute hâte.

Je tiens également à signaler que
si le Parlement est toujours à pied
d'oeuvre, c'est parce que le
gouvernement entend encore régler
certains dossiers urgents avant les
vacances. Il est dès lors
inconvenant qu'un ministre soit déjà
parti en voyage. En commission, je
n'ai même pas pu inscrire des
questions à l'ordre du jour parce
que M. Anciaux n'était pas
disponible.
De voorzitter: Ik zal laten telefoneren. Ik weet niet waar de minister is.
02.15 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, het
hoeft geen betoog dat de regering hier aanwezig is. Zij kan ook
02.15 Minister Frank
Vandenbroucke:, ministre:
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
antwoorden op elke vraag die in dit verband wordt gesteld. Collega
Anciaux is inderdaad betrokken geweest bij het debat in de commissie,
waarvan ik trouwens een verslag gekregen heb. Ik denk dat het debat in
de commissie is beslecht. U heeft er zelf nog mededeling van gegeven.

Het argument van de fractieleiders van de oppositie is dus eigenlijk een
heel formalistisch argument. Het hele debat is gevoerd. De heer
Anciaux heeft zijn verantwoordelijkheid opgenomen. Hij heeft gevolg
gegeven aan opmerkingen die in de Kamer zijn gemaakt. Hij doet op
dat ogenblik zijn job. Hij is hier vandaag niet, maar hij heeft eigenlijk al
een antwoord gegeven op de inhoud van de kwestie. Als er nog andere
punten van discussie zijn, dan zijn we altijd bereid daarop in te gaan.
De regering is hier aanwezig, als u het mij vraagt zelfs in groten getale.
Plusieurs membres du
gouvernement sont présents et
pourront répondre à toutes les
questions. M. Anciaux a participé
activement au débat en
commission. Les arguments de
l'opposition sont d'ordre purement
formaliste.
02.16 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik handhaaf
mijn vraag tot vordering.
02.16 Pieter De Crem (CD&V):
Je maintiens ma demande.
De voorzitter: Ik heb zopas een brief gekregen van collega De Crem. Hij roept artikel 5 van het
Kamerreglement in. Hij heeft, zoals bepaald in het Reglement, schriftelijk het volgende gevraagd: "Ik vraag de
Kamer dat zij de aanwezigheid zou vorderen van de minister van Mobiliteit, gelet op de belangrijke elementen
die de minister na de bespreking in de commissie nog aan de Kamer heeft laten geworden en die in
tegenspraak zijn met ...". - Ik weet niet wat -. Hij vervolgt echter: "Deze elementen vergen een bespreking in
aanwezigheid van de minister". Het speelt nu geen rol. Het gaat hier over de toepassing van artikel 5 van het
Kamerreglement.

Dans une lettre, M. De Crem invoque l'article 50 du Règlement de la Chambre pour exiger la présence du
ministre.
02.17 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou ter attentie
van vice-eerste minister Vandenbroucke toch willen doen opmerken ...
02.18 Minister Frank Vandenbroucke: ...
02.19 Paul Tant (CD&V): Dat is waar. Ik ga één stap te ver. Dat is
voor de volgende regering.

Mijnheer de voorzitter, ik zou minister Vandenbroucke willen doen
opmerken dat het de Kamer toebehoort om zelf uit te maken met wie
ze een dialoog voert in het kader van een debat.

Mijnheer Vandenbroucke, u zegt dat dit debat formalistisch is. Mijnheer
de voorzitter, ik zou graag hebben dat men het volgende ernstig neemt.
Ik verwijs u naar de brief van de heer Bart Somers, minister-president.
In de tekst van zijn brief laat hij blijken dat de Vlaamse regering zou
hebben "gestatueerd" over de vraag betreffende het overleg. Ik meen te
weten dat er geen enkele vergadering is geweest van de Vlaamse
regering, noch op 24 juli 2003 noch op 25 juli 2003. Het zou dus de
moeite zijn om dit na te trekken. De beste manier om het na te trekken
is er de bevoegde minister bijvragen. Het behoort hem immers toe
ervoor te zorgen dat, wanneer hij ons stukken bezorgt, ze ook
authentiek zijn. Verontschuldig mij de uitdrukking. Ik vrees echter dat
de opmerking terecht is. Mijnheer de voorzitter, wij hebben dus alle
reden om de aanwezigheid van de betrokken minister te vorderen.

Ten slotte, wie de stukken opvraagt bij zijn fractieleider, zal kunnen
lezen dat er een ­ weliswaar heel beknopte ­ brief is. In de brief laat de
heer Somers blijken ­ maar ook niet meer dan dat ­ dat er overleg zou
zijn geweest binnen de Vlaamse regering. De heer Somers verwijst
echter tegelijkertijd naar een afwijkende houding van de Agalev-
ministers. Ik zal u de lezing van de tekst onthouden. In de tekst staat
echter onder meer, ik citeer woordelijk: "De vraag van de federale
02.19 Paul Tant (CD&V): La
Chambre choisit ses interlocuteurs.
Nos arguments ne sont absolument
pas formalistes. Je me réfère à un
courrier du ministre-président
flamand, M. Somers, dans lequel
celui-ci affirme qu'il y a bien eu une
concertation. À ma connaissance,
aucune réunion n'a toutefois été
organisée le 24 ou le 25 juillet. La
meilleure manière de découvrir la
vérité est d'interroger le ministre
compétent. Cela lui permettra par
la même occasion d'expliquer
l'attitude de rejet des ministres
Agalev au sein du gouvernement
flamand.
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
overheid om bij hoogdringendheid het advies te vragen van de Gewesten
na de Vlaamse Ministerraad getuigt van weinig behoorlijk bestuur. Het
is wenselijk dergelijke vragen te behandelen in een overlegcomité". Dat
is nog maar de aanvang van de standpuntbepaling van leden van de
Vlaamse regering.

Ik dacht dat die regering tot nader order een collegiaal orgaan was en
ook op die wijze besliste. Wij staan hier voor precedenten, voorzitter. U
kan dit niet over uw kant laten gaan. Ik durf het woord valsheid in
geschrifte niet in de mond nemen, maar het zweemt ernaar, nietwaar.

De voorzitter: Ik laat nakijken waar de minister is en ik zal nazien of we hem kunnen bereiken en hem vragen
of hij niet te ver is om technisch hierheen te kunnen komen. Ik ben bezig dit na te kijken. In afwachting zou ik
de bespreking verder laten gaan. Binnen dit en een half uur kom ik daar nog op terug. Is dat goed? Mijnheer
Vandenbroucke, hebt u hem gevonden?
02.20 Minister Frank Vandenbroucke: Ik heb mij even verder
bevraagd en ik verneem dat mijn collega vice-premier Johan Vande
Lanotte Bert Anciaux formeel vervangt. Hij heeft dat ook gisteren
gedaan bij een bespreking. Johan Vande Lanotte is meteen bereid om
hierheen te komen. Hij vervangt hem.
02.20 Minister Frank
Vandenbroucke ,ministre: Le
ministre Vande Lanotte, qui
remplace officiellement le ministre
Anciaux, est prêt à nous rejoindre.
De voorzitter: Laat mij mijn contacten nagaan. Ik kom op de zaak terug binnen dit en enkele minuten of een
kwartiertje. Ik moet eerst weten waar hij is, mijnheer Van Parys.
02.21 Pieter De Crem (CD&V): Het spelletje van piepkeduik! Eerst is
de minister er niet: hij is buitenlands, maar blijkt binnenlands te zijn.
Dan wordt er plots in vervanging voorzien. Wij houden onze vraag aan.
Deze regering zegt van zichzelf dat ze symfonieën schrijft, maar
blijkbaar kent niemand de partituur daarvan. Ik vraag hier namens mijn
fractie de aanwezigheid van minister Anciaux. Ik wil daarover
uitsluitstel. Wij gaan mee met u: de hoofdstukken waarvan de minister
aanwezig is, kunnen worden behandeld. Het hoofdstuk mobiliteit ­ het
stuk Anciaux ­ moet in zijn aanwezigheid worden besproken.
02.21 Pieter De Crem (CD&V):
Nous maintenons notre demande.
De voorzitter: Ik heb hier een aantal sprekers dat aangeduid heeft over mobiliteit te willen spreken, onder
meer de heer Ansoms. Ik zal nu het debat verder laten gaan en zodra ik contact heb ­ mondeling althans -
kom ik terug naar de Kamer. Ik doe een voorstel inzake de lijst van sprekers. Ik zou beginnen met collega
Devlies, puis le président Langendries, dan de heer Goyvaerts als hij er is, puis monsieur de Donnéa, puis
Dirk Claes en dan madame De Permentier. Ik zal zien waar ik dan ongeveer ben. Dan ben ik nog niet aan de
mobiliteit. Mijnheer Tant, ik had u nog niet ingeschreven, maar ik zal u ook inschrijven. Collega Devlies heeft
het woord et puis le président Langendries.
02.22 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, in
mijn korte aanwezigheid hier in de Kamer heb ik aangevoeld dat men
het vooral vanop de regeringsbanken belangrijk vindt om positief te zijn
en te reageren. Daarom zal ik graag van start gaan met een positieve
noot. Deze programmawet telt slechts 41 artikelen, verspreid over
slechts 20 pagina's. Ze omvat een aantal maatregelen die voornamelijk
betrekking hebben op het bijsturen van de begroting. Ze is zodoende
een echte programmawet. In het verleden gebeurde het reeds vaak dat
programmawetten werden misbruikt om substantiële wetgevingsgehelen
door het Parlement te rammen. Hierdoor werd het wetgevend werk
gedesorganiseerd en werd het Parlement miskend. Het resultaat was
een allesbehalve coherente wetgeving en een teloorgang van de
rechtszekerheid voor zowel de burgers, voor de bedrijven als voor de
instellingen.

Wat de inhoud van deze programmawet betreft, stellen we vast dat ze
voor het grootste gedeelte handelt over belastingverhogingen. Dat is wel
verrassend wegens het feit dat de partijen die thans de meerderheid
02.22 Carl Devlies (CD&V):
Commençons par une note
positive : la loi-programme qui nous
est soumise est succincte et le
gouvernement n'en abuse pas pour
faire adopter au Parlement une
série de lois fondamentales. Elle
comporte principalement des
mesures destinées à ajuster le
budget et annonce essentiellement
des hausses d'impôts. Ce dernier
constat a de quoi surprendre dans
la mesure où, au cours de la
campagne électorale, les partis
actuellement au gouvernement
avaient précisément annoncé, au
cours des élections, un éventail de
réductions et un budget en
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
uitmaken enkele weken geleden tijdens de verkiezingscampagne nog
de mond vol hadden over begrotingen in evenwicht, nieuwe
belastingverlagingen en loonkostenverlagingen.

Enkele weken na de verkiezingen blijft hiervan niets over. Integendeel,
er wordt gesproken over een deficitaire begroting. Dat zal waarschijnlijk
niet zo belangrijk zijn. Als we immers de regeringsnota bekijken, dan
zien we dat er slechts één pagina voorbehouden is aan het financiële
beleid van deze regering voor de periode 2003-2007. We stellen vast dat
er dag na dag nieuwe belastingverhogingen worden aangekondigd. Er
worden aan de bevolking pijnlijke besparingen opgelegd, zoals het
uitstellen van de start van het Alimentatiefonds.

Ik had bij de aanvang van de legislatuur eerlijk gezegd een daadkrachtig
optreden van deze nieuwe regering verwacht om de concurrentiepositie
van onze bedrijven ­ en dus ook de tewerkstelling ­ veilig te stellen. Dit
is overigens ook de enige manier om onze publieke financiën op lange
termijn in evenwicht te houden. Het aantal werkende Belgen daalt. De
werkloosheid stijgt spectaculair. De loonkostenhandicap blijft in
vergelijking met de ons omringende landen stijgen en situeert zich
duidelijk boven 10%. Vooral onze productiebedrijven die geconfronteerd
worden met de concurrentie van de internationale markt, kreunen.

Twee weken geleden, tijdens de debatten over de regeringsverklaring,
werden soortgelijke bemerkingen hier afgedaan als doemdenken en
strijdig met het positieve gedachtegoed. Een week later, dat was dus
vorige week, werden wij geconfronteerd met de harde realiteit. Dat
gebeurde naar aanleiding van de alarmkreet uit de textielsector. In het
jaar 2003 zullen hier opnieuw 2000 productieve jobs verdwijnen. De
bedrijfsherstructureringen, met het afvloeien van personeel en de
delokalisaties gaan onverminderd verder in alle sectoren van de
productie. Dat gebeurt zelfs in de hoogtechnologische sectoren. Dit
gebeurt onder de grootste onverschilligheid. Het is te wijten aan de
internationale conjunctuur en er komt een verbetering in de tweede helft
van het jaar.

Ik geef toe dat de conjunctuur meespeelt, maar spijtig genoeg gaat het
niet alleen om conjuncturele problemen, maar ook en niet in het minst
om structurele problemen, zoals de voor de productiebedrijven
ondraagbare loonkosten, de overdaad aan regelgeving en de snelle
veroudering van onze bevolking. Deze programmawet is een gemiste
kans. De regering had moeten aantonen dat men de negatieve spiraal
wil keren, niet alleen met woorden en optimistische kreten, maar ook
met daden. Ik vrees dat ieder uitstel de schade zal vergroten. De enige
maatregelen die nu worden genomen, zijn belastingverhogingen die op
korte termijn het gat in de begroting zullen helpen dekken, maar die de
koopkracht van de bevolking afroomt en de lasten van de bedrijven
verzwaren.

Namens onze fractie formuleer ik graag enkele bedenkingen over Titel II
van de programmawet met fiscale en financiële bepalingen. De
inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de wet van 30 december
2002 betreffende de milieutaksen en ecoboni wordt andermaal
uitgesteld. Onze fractie blijft principieel tegenstander van deze
wetgeving en dit op basis van de volgende overwegingen.

Ten eerste, er werden in België uitstekende resultaten behaald op het
vlak van de recyclage. Inzake drankverpakking behoren wij tot de
koplopers van Europa. Dit zal door de voorgestelde maatregelen volledig
worden ondermijnd. Ten tweede, er kan niet eenduidig worden
aangetoond dat eenmalige drankverpakkingen schadelijker zijn voor het
milieu dan herbruikbare verpakkingen. Er wordt op een dogmatische
équilibre. Or, voilà qu'on nous dit
que le budget est déficitaire et que
des économies sont nécessaires.
Jour après jour, les majorations et
les mesures d'économie se
succèdent, comme le report du
Fonds des créances alimentaires.

Je m'attendais à davantage de
dynamisme, dans le souci de
préserver la compétitivité de nos
entreprises et la sécurité d'emploi.
Le chômage connaît une hausse
spectaculaire et le handicap
salarial de nos entreprises reste
beaucoup trop important. La
semaine passée, nous avons
encore été confrontés à la dure
réalité dans le secteur du textile,
où 2000 emplois disparaîtront cette
année de nos unités de production.

La conjoncture joue certes un rôle
mais des problèmes structurels se
posent également : hauteur des
coûts salariaux, complexité de la
réglementation et vieillissement de
la population. La loi-programme
constitue une occasion manquée.
En outre, plus le gouvernement fait
traîner les choses, plus notre
économie en souffre. Le
gouvernement se borne à
augmenter les impôts, ce qui
portera davantage encore atteinte
au pouvoir d'achat du citoyen et à
la compétitivité des entreprises.

L'entrée en vigueur de la loi du 30
décembre 2002 sur les écotaxes et
les écoboni est à nouveau reportée.
Notre groupe est opposé à cette
loi. La Belgique est à la pointe en
matière de recyclage, une position
que la nouvelle loi va menacer.
L'affirmation que les emballages
perdus nuiraient plus à
l'environnement que les emballages
réutilisables n'est pas étayée
scientifiquement. De plus, le
Conseil d'Etat confirme que
certains aspects fondamentaux de
la loi sont contraires à la législation
européenne. Dans les régions
frontalières, les consommateurs
s'approvisionneront davantage
encore à l'étranger. Cette loi est
fondamentalement asociale et
n'influera aucunement sur le
comportement des
consommateurs.
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
wijze gekozen voor het promoten van herbruikbare verpakkingen zonder
dat er een wetenschappelijke, objectieve analyse aan de basis ligt van
de voorgestelde maatregelen. Ten derde, essentiële aspecten van de
wetgeving zijn strijdig met de Europese wetgeving, wat trouwens
expliciet door de Raad van State werd bevestigd. Ten vierde, de
invoering van een verpakkingsheffing zou een nadelige invloed hebben
op de grenshandel en zal de koopvlucht verder doen toenemen. Ten
vijfde, de voorgestelde regeling heeft een asociaal karakter. Vooral
oudere mensen, kroostrijke gezinnen, alleenstaanden en de lagere
inkomensklasse kopen hun drank in eenmalige verpakkingen. Op grond
van de voorgestelde maatregelen zal de consument zijn gedrag niet
wijzigen. Het gedragssturend effect is duidelijk verwaarloosbaar.

Tijdens de commissiebesprekingen heeft de minister ons meegedeeld
dat er verdere besprekingen worden gevoerd met de Europese
Commissie alsook met de vertegenwoordigers van de betrokken
federale overheidsdiensten en dat het niet uitgesloten is dat er een
aantal, zelfs belangrijke wijzigingen zullen worden ingevoerd en dat er in
het najaar een grondige bijsturing zal worden opgenomen in een nieuw
ontwerp van programmawet. Dit betekent dat de rechtszekerheid
opnieuw volledig zoek is. Wij menen dat er maar één goede oplossing
bestaat. Schaf het systeem van ecotaksen en ecoboni volledig af en
doe dit zo snel mogelijk zodat een einde kan worden gemaakt aan de
rechtsonzekerheid waarmee de betrokken economische actoren
momenteel worden geconfronteerd.

Alvorens over te gaan tot de bespreking van de belastingverhogingen
zou ik er willen op wijzen dat van de 26 koninklijke besluiten die het
Parlement ter bekrachtiging worden voorgelegd er 24 laattijdig zijn.
Volgens de Raad van State zijn alleen de koninklijke besluiten van 22
april 2003 en 7 juli 2003 tijdig. Dit betekent dat het nieuwe Parlement
moet stemmen over maatregelen die de vorige regering genomen heeft.
De wetgeving over de bekrachtiging is formeel: zowel de BTW -wet als
de algemene wet inzake douane en accijnzen stellen uitdrukkelijk dat
deze koninklijke besluiten onmiddellijk zo de Kamers in vergadering
zijn, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zittingstijd als ontwerp
van wet dienen voorgelegd te worden. Het niet tijdig voorleggen van
deze koninklijke besluiten is een ongrondwettelijke handelwijze en
miskent de opdracht van het Parlement. Bovendien wordt de
rechtszekerheid in gevaar gebracht, daar betwistingen mogelijk zijn over
de bindende kracht van deze koninklijke besluiten. Ik verwijs hier naar
een zeer recent arrest van het Arbitragehof van 17 juli 2003 waar het
Hof een koninklijk besluit van 15 oktober 2000 vernietigt waarin een
bijdrage werd opgelegd aan de veevoedersector in het fonds voor de
schadeloosstelling van landbouwbedrijven getroffen door de
dioxinecrisis. Hetzelfde lot zou 24 van de koninklijke besluiten die nu
bekrachtigd worden kunnen treffen. Dit zou verstrekkende gevolgen
hebben voor de staatsfinanciën.

Wat mij het meest stoort is dat de regering speelt met de
rechtszekerheid van de belastingplichtige door maatregelen uit te
vaardigen die duidelijk gebouwd zijn op drijfzand.

Een volgend onderdeel van de programmawet heeft betrekking op de
belastingverhogingen op benzine, diesel, stookolie, elektriciteit
enzovoort, dit onder het mom van het bereiken van de Kyoto-
doelstellingen. Het was in de commissie snel duidelijk dat noch de
minister, noch de commissieleden van de meerderheid een
wetenschappelijk onderbouwde verantwoording konden geven voor de
zogenaamde milieumaatregelen en de beoogde gedragswijzigingen. Op
basis van het verslag van de Inspectie van Financiën blijkt dat het na
aftrek van de compenserende maatregelen gaat over een netto
Le ministre a déclaré en
commission que la loi pourrait être
adaptée à l'issue des discussions
avec la Commission européenne et
les services publics fédéraux. Il en
résulterait un nouveau projet de loi-
programme. En attendant, la
sécurité juridique fait une fois de
plus défaut. Selon nous, il n'y a
qu'une solution : la suppression
des écoboni et des écotaxes et,
par-là même, la levée de
l'insécurité juridique.

24 des 26 arrêtés royaux à
confirmer sont présentés
tardivement. Le nouveau parlement
doit voter sur des mesures prises
par le gouvernement précédent. La
présentation tardive d'arrêtés
royaux est anticonstitutionnelle, ce
qui remet en question la force
obligatoire des arrêtés royaux. Par
le passé, le Conseil d'Etat a déjà
annulé un arrêté royal et 24 des 26
arrêtés royaux pourraient subir le
même sort, ce qui peut avoir des
conséquences graves pour les
finances publiques et la sécurité
juridique de tous les acteurs
concernés.

Les mesures en matière
d'environnement visant a atteindre
les objectifs de Kyoto qui figurent
dans la loi-programme ne reposent
pas sur une assise scientifique.
Après déduction des mesures de
compensation, cette augmentation
d'impôt devrait permettre
d'engranger 550 millions d'euros par
an en vitesse de croisière. Le trafic
ne diminuera pas d'un kilomètre et
la consommation de mazout ne
baissera pas d'un litre. L'homme de
la rue subira par contre les
conséquences de cette mesure.

Il faut en matière d'environnement
prendre un ensemble de mesures
cohérentes, comme les
encouragements à une production
écologique et les investissements
pour le rail, mais le gouvernement
réduit précisément les
investissements dans les chemins
de fer. Les mesures actuelles
constituent une menace pour le
secteur des transports. Le ministre
reste très vague au sujet du gasoil
professionnel.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
belastingverhoging van 550 miljoen euro per jaar eens op kruissnelheid
gekomen. Zoals onder meer door de Vlaamse Automobilistenbond
gesteld, zal er ingevolge deze maatregelen geen kilometer minder
worden gereden. Er zal ook geen liter stookolie minder worden
verstookt. Wel zal de gewone man worden getroffen in zijn
gezinsbestedingen. Als we van het milieu werk willen maken, moet er
een geheel van coherente maatregelen worden genomen, zoals onder
meer investeren in het vervoer te water, investeren in nieuwe
milieuvriendelijke technieken en investeren in het spoor, waar de
regering de budgetten terugschroeft, dit zowel voor het reizigersvervoer
als voor het goederenvervoer. Neem een voorbeeld aan Zwitserland,
waar vrachtwagens op internationale doortochten op de trein worden
geplaatst. Men zou dit perfect kunnen doen tussen de Kanaaltunnel en
het Ruhrgebied.

Voor de Belgische transportsector, die het door de loonkostenhandicap
reeds bijzonder moeilijk heeft, zijn deze maatregelen bijzonder
bedreigend. Over de invoering van de professionele diesel kon de
minister ons bijzonder weinig informatie geven. Ook voor de andere
bedrijven leiden deze belastingverhogingen tot een kostenstijging.

De meest onrechtvaardige verhoging die wordt doorgevoerd is deze op
de stookolie, waarbij ten onrechte de gelijke fiscale behandeling van
stookolie en gas wordt doorbroken en waar de regering er blijkbaar van
uitgaat dat iedere burger de vrije keuze heeft tussen gas en stookolie.
Dit is duidelijk niet het geval. Er zijn heel wat gebieden waar geen
gasbedeling gebeurd. Soms gaat het over hele gemeenten, zoals de
gemeente Voeren. Bovendien kan het zijn dat men pas geïnvesteerd
heeft in een nieuwe stookinstallatie, of dat men zich bevindt in een
situatie van huurder of van bewoner van een appartementsgebouw. In
elk geval verwarmt 43% van de bevolking zich met stookolie, hetgeen
overeenkomt met 1,7 miljoen gezinnen. Als men hier milieumaatregelen
wil treffen moet men zich in de eerste plaats concentreren op het
vervangen van de verwarmingsinstallaties door condensatieketels en
lage temperatuurbranders. Momenteel functioneren in België 850.000
stookinstallaties ouder dan 15 jaar. Alleen reeds het vervangen van
deze installaties zou leiden tot een minder verbruik van minimum 30%.

Een tweede maatregel is het promoten van de groene stookolie of
"stookolie-extra" zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 3
oktober 2002, die een milieuvriendelijker product brengt waarin
bijvoorbeeld het zwavelgehalte 40 maal lager ligt dan bij de traditionele
stookolie. Ons voorstel is om deze "stookolie-extra" dezelfde reductie
toe te kennen als gas. Wij hebben trouwens in die zin een
amendement ingediend.

Andere belastingmaatregelen hebben betrekking op de verdubbeling van
de taks op de fysieke levering van kasbons, obligaties en fondsen en de
verdrievoudiging van de belasting op de Belgische beleggingsfondsen.
Dit zijn maatregelen die volgens de Inspectie van Financiën 151 miljoen
euro zullen opbrengen. Gezien op korte termijn is dit wellicht een
interessante operatie voor deze regering op zoek naar financiële
middelen, maar op langere termijn zullen deze maatregelen leiden tot
een belangrijk verlies aan interesse voor Belgische beleggingsproducten
en een verhuis van financiële jobs naar onze buurlanden. Deze
maatregelen lijken mij ook volledig tegengesteld te zijn aan de
betrachting van de regering om Belgische kapitalen te repatriëren vanuit
het buitenland. Deze heffingen zullen ongetwijfeld schade toebrengen
aan het vertrouwensklimaat dat noodzakelijk is om een dergelijke
operatie op te zetten. Ik heb begrepen dat de minister zal
onderhandelen met de banksector alvorens de beslissingen uit te
voeren. Ik denk dat dit absoluut noodzakelijk is. Ik kan misschien de
La mesure la plus injuste est
l'augmentation des accises sur le
gasoil de chauffage, qui a pour effet
que le gasoil de chauffage et le gaz
sont traités différemment. Le
gouvernement considère que
chaque citoyen a le choix entre le
gaz et le gasoil. Qu'en est-il dans
les zones non approvisionnées en
gaz, des personnes qui viennent
d'investir dans une installation au
gasoil de chauffage, des locataires
ou des habitants d'immeubles à
appartements ? Quarante-trois pour
cent de la population se chauffent
au gasoil. 850.000 installations au
gasoil de chauffage datent de plus
de 15 ans. Le seul remplacement
de ces dernières se traduirait par
une baisse de 30 pour cent de la
consommation. La promotion du
gasoil de chauffage `vert' constitue
une autre mesure possible. Ce type
de gasoil, qui présente une teneur
en soufre nettement inférieure,
devrait bénéficier de la même
réduction que le gaz : c'est ce que
nous argumentons dans un
amendement.

L'augmentation de la taxe sur la
délivrance physique de bons de
caisse et de fonds d'investissement
devrait rapporter 151 millions
d'euros au gouvernement. A terme,
toutefois, l'intérêt pour les
placements va s'amenuiser et les
emplois financiers vont se déplacer
à l'étranger. Cette évolution est
contraire à
l'objectif du
gouvernement de rapatrier les
capitaux belges actuellement à
l'étranger. Le ministre doit encore
se concerter avec le secteur
bancaire et c'est une bonne chose.
Peut-être pourrait-il aborder
d'emblée la question des frais de
gestion élevés afférent aux
comptes-titres.

Le report de la création du Fonds
des créances alimentaires
constitue une autre promesse
électorale non tenue. Ce report est
très décevant pour tous les
intéressés et risque de mettre
10.000 ménages en difficulté. Des
informations détaillées avaient
pourtant déjà été diffusées à ce
sujet. Pour limiter les dommages,
notre collègue Verherstraeten a
déposé des amendements. Ce
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
minister suggereren om in die onderhandelingen ook een gesprek op
gang te brengen over de hoge kostprijs die door de banken wordt
aangerekend voor het beheer van effectenrekeningen.

Ten slotte wens ik nog even te wijzen op het uitstel van de oprichting
van de dienst voor alimentatievorderingen, een besparing die te
rangschikken valt onder de uitgebreide categorie van de gebroken
verkiezingsbeloftes. Samen met de gezinsbond betreuren wij dat
10.000 gezinnen hierdoor in moeilijkheden komen. Nochtans was er
reeds een vlotte communicatie gebeurd, want daarin is men natuurlijk
bijzonder sterk. Er waren reeds mooie brochures uitgebracht waarin de
maatregelen werden toegelicht.

De ontgoocheling bij veel gezinnen die het reeds moeilijk hebben om
het hoofd boven water te houden, is dan ook bijzonder groot. Door
collega Servais Verherstraeten worden een aantal amendementen
ingediend om toch de ergste nood te lenigen. Bovendien is dit uitstel
een bijkomende last voor de OCMW's. De terugbetaling van de niet-
gerecupereerde voorschotten wordt door de federale overheid beperkt
tot 90%, weer een bijkomende uitgave ten laste van het OCMW en dus
ten laste van de gemeenten. Het is duidelijk dat de gemeentes ­ zoals
dat ook op het Vlaamse niveau het geval is ­ verder beschouwd worden
als de melkkoe voor de federale overheid. Er wordt dan ook een
amendement ingediend om dit percentage op 100% te brengen. Tot
zover, mijnheer de voorzitter, collega's, enkele bemerkingen bij Titel II
van de Programmawet.
report accroît en outre la pression
sur les CPAS et les communes,
qui restent les vaches à lait de
l'autorité fédérale. Nous avons
déposé un amendement tendant à
porter à 100 pour cent le
remboursement des avances non
récupérées. (Applaudissements sur
les bancs du CD&V)

De voorzitter: De heer Devlies heeft zijn maidenspeech gehouden Je félicite Monsieur Devlies pour sa
première intervention. (Applaudissements). Ik wil hem daarvoor feliciteren en ik zeg erbij dat ik ook de beste
herinneringen heb aan zijn overleden vader die hier lang in de Kamer heeft gezeten en die ik goed heb gekend.
Het woord is nu aan de heer Langendries.
02.23 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, monsieur
le vice-premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, la
précipitation avec laquelle le gouvernement fraîchement installé s'est
entendu sur quatre projets à soumettre au vote des assemblées, avant
les départs en vacance, pourrait être un indice de la capacité de
décision et d'action dans le chef de la nouvelle majorité. Rapidement,
en effet, des sujets de tension qui ont empoisonné l'arc-en-ciel pendant
ses quatre années de vie sont ainsi désamorcés: la publicité pour le
tabac, le Grand Prix de Francorchamps, les conditions d'octroi des
licences d'exportation d'armes, la loi dite "de compétence universelle"
font incontestablement partie de cette catégorie de dossiers minés
dont il est bon de se débarrasser rapidement, quitte à improviser
quelque peu pour mieux forcer le passage. J'avoue que nous en
regrettons d'autant plus les grands absents de l'accord
gouvernemental, comme le droit de vote des étrangers ou la ratification
de la convention-cadre sur la protection des droits des minorités.

La loi-programme, dont nous discutons cet après-midi, a été ficelée en
quelques heures et relève, elle, d'une autre catégorie. Nous pourrions
croire, comme ce fut souvent le cas dans le passé, qu'elle permet de
traduire des décisions budgétaires afin que l'impact en soit maximisé
rapidement. Ce n'est qu'accessoirement le cas, puisque s'il s'agit bien
de lever des taxes nouvelles, avec prise d'effet prévue dès la semaine
prochaine, il est aussi question de postposer l'entrée en vigueur
d'autres mesures. Effectivement, à peine les écologistes sont-ils de
retour dans l'opposition, que le régime des écobonis est gelé pour six
mois, le gouvernement étant incapable de gérer les demandes de
certification de 3.000 opérateurs. Quant au report de l'entrée en vigueur
du service des créances alimentaires ­ j'espère, je suppose que notre
02.23 Raymond Langendries
(cdH): De houding van de nieuwe
regering vind ik laakbaar.

Om te beginnen gaat ze overhaast
te werk, op het geïmproviseerde af,
om uiterst brisante dossiers door
het Parlement te jagen, zoals daar
zijn de wet op de tabaksreclame,
de regeling omtrent de Grote Prijs
Formule 1 van Francorchamps, de
voorwaarden voor de toekenning van
wapenexportlicenties en de
genocidewet.

Terwijl Verhofstadt I de
ministerkabinetten wilde afschaffen,
haast deze regering zich om de
wetten op het gebruik van de talen
in bestuurszaken te wijzigen om
van de beleidsvoorbereidende cellen
gepolitiseerde, taalkundig
allesbehalve evenwichtig
samengestelde en tussen de
administraties niet als dusdanig
herkenbare ministerkabinetten te
kunnen maken

Voorts heeft zij een programmawet
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
chère collègue Karine Lalieux nous entend - au 1
er
septembre 2004, il
faut avouer que c'est un véritable scandale politique et une honte
sociale, sur laquelle je reviendrai.

De véritables décisions budgétaires, en ce qui concerne la maîtrise des
dépenses en particulier, il n'en est nullement question. Pour rappel,
nous ne savons toujours rien de la bonne exécution du budget 2003, si
ce n'est que des experts autorisés - le Bureau du plan en premier -
estiment que le dérapage avoisinerait les 0,8% du PIB. Et en ce qui
concerne la possibilité de contenir la croissance des dépenses
primaires sous une norme de 1,2 par an, nous en savons moins
encore. Par contre, il y a, cachée parmi des dispositions diverses, une
petite modification apparemment insignifiante, mais qui en dit long sur
les pratiques politiciennes du gouvernement violet. Je veux parler de la
modification des lois sur l'emploi des langues en matière administrative
afin que les cellules stratégiques ne soient pas prises en compte pour
l'établissement des cadres linguistiques. Rappelons-nous qu'en
théorie, Verhofstadt Ier voulait supprimer les cabinets ministériels ou,
en tout cas, fortement les réduire. Lors des négociations préalables à
la formation du gouvernement socialiste-libéral, Verhofstadt II ou "Violet
I", il a été décidé de revenir en arrière: les cellules stratégiques
dépendront directement du ministre et non plus du président du comité
de direction. C'était le premier pas vers la transformation pure et simple
des cellules en cabinet politique devant côtoyer le secrétariat personnel
du ministre. Une fois ce premier pas accompli, il était logique que la
répartition linguistique au sein des cellules politiques n'influence pas la
répartition des emplois entre les francophones et les néerlandophones,
au sein du service public fédéral des Finances. Ceci nous montre, si
besoin en était encore, que les cellules stratégiques sont bien des
cabinets ministériels, politisés, linguistiquement déséquilibrés et
masqués au sein des administrations.

Durant les quatre années du gouvernement arc-en-ciel, le mot d'ordre
était "réforme fiscale et diminution des impôts". Le gouvernement violet
est en place depuis quinze jours à peine et déjà le slogan change: "les
taxes sont de retour". En effet, la nouvelle majorité socialiste-libérale
est appelée à voter, avant de partir en vacances, de nouveaux impôts
avec entrée en vigueur dès le 4 août: augmentation de la cotisation sur
l'énergie, augmentation des accises sur le prix des carburants auto
chaque fois que le prix à la pompe diminue. Ces mesures a priori
impopulaires et antisociales seront votées en plein été. Est-ce un
hasard? Elles seront adoptées au nom du développement durable.
"Plus une énergie coûte cher, moins elle sera consommée", c'est le
slogan du gouvernement.

Le gouvernement fait ainsi l'hypothèse que tous les consommateurs ont
la possibilité de changer leurs comportements, à savoir moins utiliser
leur véhicule et davantage les transports en commun, même en zone
rurale.

Anticiper le changement de véhicule, mais à quel prix? Changer de
chaudière, alors qu'un million de familles n'ont pas accès au gaz
naturel, ou chauffer moins leur habitation? Ce même gouvernement qui
se targue de Kyoto et de développement durable, c'est en leur nom qu'il
lève les taxes. La vérité est que ce sont des opérations purement
budgétaires. Premièrement, elles ne sont pas budgétairement neutres,
le produit net sert à équilibrer les comptes de l'Etat. Deuxièmement,
les recettes supplémentaires pour le budget de l'Etat ne sont affectées
ni à l'amélioration de la qualité de l'environnement ni à la diminution du
coût du travail, contrairement à ce que recommandent les organisations
spécialisées en matière de développement durable. Troisièmement, les
études et l'expérience montrent que la panoplie de mesures est
ingediend die geacht wordt een
invulling te zijn van de
begrotingsbeslissingen. Die wet
rept echter met geen woord over de
beheersing van de uitgaven en stelt
de inwerkingtreding van geplande
maatregelen, zoals de ecoboni, uit.

Terwijl de vorige regering enkel de
mond vol had van
belastinghervormingen en
belastingverlagingen, staan nu de
belastingen weer hoog op de
agenda met de inwerkingtreding, op
4 augustus, van de verhoging van
de bijdragen op de energie en de
verhoging van de accijnzen op
autobrandstof telkens wanneer de
prijs aan de pomp vermindert.

Die maatregelen, die zogenaamd
tot doel hebben de duurzame
ontwikkeling te bevorderen, worden
louter uit begrotingsoverwegingen
genomen. De bijkomende
ontvangsten dienen om de
rekeningen van het Rijk in
evenwicht te brengen, en zullen
noch voor de verbetering van de
kwaliteit van het milieu noch voor
een vermindering van de loonlasten
worden aangewend. Bovendien zijn
die maatregelen, die helemaal geen
rekening houden met de regionale
en sociale dimensie, ontoereikend
om een rationeler energiegebruik te
bewerkstelligen.

Intussen blijven voor de bevolking
belangrijke dossiers zoals het
antitabaksfonds, het Fonds voor
alimentatievorderingen en het
Zilverfonds aanslepen.
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
insuffisante pour induire une utilisation effectivement plus rationnelle de
l'énergie et modifier ainsi en profondeur les comportements.
Quatrièmement, aucune dimension régionale ou sociale n'est prise en
considération alors que, par exemple, la Wallonie n'a pas, en raison de
la nature de son territoire, le même accès que la Flandre à la
distribution de gaz naturel. Cinquièmement, certaines dispositions,
comme l'avantage donné au gaz naturel pourtant coûteux sur le plan de
l'incidence environnementale de l'approvisionnement international, et
certaines exceptions tendent à démontrer que l'environnement est un
alibi plutôt qu'une finalité.

C'est le même gouvernement qui impose des taxes nouvelles,
injustement réparties sur une population qui n'a pas la possibilité
d'adapter son comportement et qui fait en sorte qu'un fonds anti-tabac
indépendant des producteurs de cigarettes n'est toujours pas créé, que
le fonds des créances alimentaires ne fonctionne toujours pas, que le
fonds de vieillissement qui doit garantir le paiement futur des pensions
n'est toujours pas structurellement alimenté.

Gouverner, c'est prévoir, c'est aussi veiller à ce que les impôts soient
prélevés avec équité et que rien de leur produit ne soit gaspillé. C'est
pourquoi le cdH ne peut cautionner une telle politique.

Revenons-en aux créances alimentaires, cher objet de l'ensemble des
groupes démocratiques de cette assemblée.
02.24 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais
intervenir sur la partie fiscale de l'intervention de M. Langendries au
sujet des créances alimentaires. J'ai essayé, en commission, de
comprendre ce qu'on aurait pu faire d'autre. Vous avez évoqué, et c'est
logique, les critiques que vous pouviez avoir sur des mesures qui
concernent essentiellement une "variabilisation" des coûts en matière
énergétique: diminution des coûts fixes, notamment pour les véhicules
automobiles, et augmentation d'un certain nombre de coûts variables.

J'avais interrogé M. Viseur de votre groupe qui relève très souvent la
thèse fiscale. J'ai découvert - mais je ne sais si c'est la thèse du
groupe - que, interrogé par la presse sur la déclaration
gouvernementale, il proposait trois choses. Je le cite: "Nous aurions
proposé un étalement de la réforme de l'impôt des personnes
physiques; la CSG a notre faveur; elle a fonctionné à l'étranger et nous
en aurions proposé une en Belgique, tout comme une taxe sur
l'énergie."

Je ne sais pas si c'est bien cette logique mais si je comprends bien,
votre groupe aurait souhaité que l'on étale, c'est-à-dire que l'on reporte
la diminution de la fiscalité sur le travail, que l'on ajoute une nouvelle
fiscalité essentiellement sur le travail, la cotisation sociale généralisée
dont tout le monde sait qu'elle porte essentiellement sur les revenus du
travail et ensuite une taxe sur l'énergie. Je ne comprends pas bien
pourquoi, dans ce qui est sur la table aujourd'hui, alors qu'il n'y a pas
d'étalement de la réforme fiscale, qu'il n'y a pas de cotisation sociale
généralisée, vous critiquez fortement cet équilibre nouveau qui se met
en place en matière énergétique. J'essaie de comprendre, mais je
voudrais surtout savoir si c'était toujours bien cette logique, si à la
place de ce qui se trouve dans la loi-programme, vous auriez préféré un
étalement de la réforme de l'impôt des personnes physiques et une
cotisation sociale généralisée.
02.24 Minister Didier Reynders:
In de commissie stelde de heer
Viseur voor de hervorming van de
personenbelasting te spreiden, en
een algemene sociale bijdrage
alsook een energieheffing in te
voeren. Hanteert uw fractie nog
altijd diezelfde logica ?
02.25 Raymond Langendries (cdH): Je n'ai pas les extraits sous les
yeux mais, pendant la campagne électorale et en attendant la
02.25 Raymond Langendries
(cdH): Wij volgen al heel lang
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
formation du gouvernement, on a entendu un certain nombre de
propositions faites à la fois en télévision, à la radio ou via la presse par
le ministre Reynders. Maintenant que le gouvernement est formé, nous
serions très surpris de savoir ce qu'il reste, par exemple, de la nouvelle
réforme fiscale annoncée à grands renforts de cris et de slogans par
l'intéressé au cours de la campagne électorale.

Pour ce qui nous concerne, nous restons dans la ligne que nous
défendons déjà depuis de longues années. Effectivement, nous
pensons qu'il est important de pouvoir réfléchir à une cotisation sociale
généralisée. Nous disons cela depuis très longtemps et, contrairement
à ce que vous dites, il ne s'agit pas pour nous d'une nouvelle fiscalité
mais bien d'une nouvelle répartition en ce qui concerne la fiscalité sur
les revenus. Il est faux de dire, comme vous l'annoncez, monsieur le
ministre, qu'il s'agit d'une nouvelle fiscalité sur les revenus du travail.

Il s'agit pour nous de faire en sorte d'élargir le champ des appoints à la
sécurité sociale pour permettre qu'un fonds de vieillissement se mette
en place, tel que convenu. C'est donc bien différent de ce que vous
dites, maintenant, depuis votre banc. La cotisation sociale généralisée,
comme nous l'entendons, comme peuvent l'entendre un certain nombre
de groupes ou de parlementaires dans cette assemblée, n'est pas du
tout ce que vous venez d'annoncer.

Quant à ce dont vous voulez discuter avec M. Viseur, vous voudrez bien
attendre son retour. Mais il n'y a pas de difficulté par rapport à cela.
Simplement, je voulais souligner qu'entre ce qu'on dit pendant une
campagne électorale, y compris vous, et ce qui arrive après la
formation d'un gouvernement, on est parfois surpris des différences que
l'on peut retrouver. Cela vaut pour les uns comme pour les autres.

J'en reviens aux créances alimentaires. La loi du 21 février 2003, toute
récente donc et quasiment à la fin de la législature précédente, est le
résultat d'un consensus - rarement trouvé dans cette assemblée au
cours des quatre années précédentes - entre les partis de la majorité et
de l'opposition. Ce consensus fut trouvé sous l'impulsion, faut-il le
reconnaître, de notre collègue Karine Lalieux. Cette loi, c'est comme si
elle n'existait pas! On vient d'en justifier le report d'une année pour la
faire entrer en vigueur, via le service des créances alimentaires, au 1
er
septembre 2004 au lieu du 1
er
septembre 2003. On nous susurre à
l'oreille qu'il s'agit d'une responsabilité du vice-premier ministre, M.
Vande Lanotte, mais c'est à lui de dire s'il en est le seul responsable
ou pas. Je ne crois pas, c'est une responsabilité collective du
gouvernement, en ce compris les ministres socialistes. C'est très bien!

Si le report peut être justifié par des difficultés budgétaires en 2003,
pourquoi le retarder jusqu'au 1
er
septembre 2004? S'il s'agit de
difficultés administratives, il semble qu'un délai de quelques mois après
l'adoption de la loi, par exemple une mise en place au 1
er
janvier 2004,
devrait largement suffire.

Cela vaut pour autant que toutes les autorités politiques ainsi que le
corps des fonctionnaires fassent preuve de bonne volonté. Pour rappel,
le ministre des Finances a déclaré, je cite, "techniquement, tout est
prêt aux Finances pour faire fonctionner le fonds". Personne ne peut le
mettre en doute, tout est prêt aux Finances pour faire fonctionner le
fonds.
dezelfde beleidslijn. Met een
algemene sociale bijdrage zouden
de belastingen evenwichtiger
gespreid worden over alle
categorieën van inkomsten en niet
alleen op de inkomsten uit arbeid
drukken.

Ik stel echter vooral vast dat uw
verkiezingsbeloften en de in deze
programmawet voorgestelde
maatregelen mijlenver uit elkaar
liggen.

Zo bepaalt de programmawet dat
de inwerkingtreding van de dienst
voor alimentatievorderingen
uitgesteld wordt tot 1 september
2004. Is dat een collectieve
regeringsbeslissing, of een
beslissing van minister Vande
Lanotte? Gaat het om een
administratief probleem, of om een
budgettair impediment ?
02.26 Didier Reynders, ministre: Monsieur Langendries, je ne veux
pas simplement citer des extraits de presse. Quand il arrivera tout à
l'heure, vous interrogerez M. Viseur sur ce qu'il nous a dit en
02.26 Minister Didier Reynders:
Niemand trekt dat in twijfel, en de
heer Viseur heeft het nagekeken:
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
commission des Finances à ce sujet, et je l'en remercie d'ailleurs. Il a
félicité, non pas le ministre ­ je ne le demandais pas - mais les
services des Finances parce qu'il a vérifié lui-même les programmes
informatiques, les équipes de personnel, les bâtiments et que tout est
prêt. Personne ne met d'ailleurs cela en doute sur le plan politique.
Qu'il y ait des débats syndicaux, c'est normal en la matière. Ce qui a
été débattu, c'est l'aspect budgétaire lié aux avances elles-mêmes. Sur
le caractère opérationnel du fonctionnement des services, je n'ai même
pas eu besoin d'intervenir en commission. C'est M. Viseur qui est venu
témoigner lui-même du fait que, renseignements pris, tout était
effectivement en place aux Finances. Je saisis d'ailleurs l'occasion pour
remercier à nouveau ceux et celles au sein du département qui ont
permis d'aller dans ce sens. Je crois qu'il n'y a pas de problème de ce
point de vue. Par contre, le budget des avances est un autre problème.
alles is klaar. Het enige probleem
ligt bij de voorschottenbegroting.
02.27 Raymond Langendries (cdH): Merci d'en rajouter un peu à
mon argumentation: il s'agit donc purement d'une justification
budgétaire et de rien d'autre. Je demande donc au ministre Vande
Lanotte si c'est bien lui qui a fait en sorte que le service des créance
alimentaires se voie reporté au 1er septembre 2004 plutôt qu'au 1er
septembre 2003. Je vois qu'il est assis juste à côté de la secrétaire
d'État à la Famille. Je trouve cette composition très intéressante à ce
moment du débat. Peut-on savoir si c'est M. Vande Lanotte oui ou non
qui a fait en sorte qu'on ne puisse pas démarrer ce service des
créances alimentaires?
02.27 Raymond Langendries
(cdH): De verantwoording is dus
zuiver budgettair. Wat zegt de heer
Vande Lanotte ervan?
02.28 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est une habitude, si
quelque chose tourne mal, c'est le ministre du Budget qui est
responsable; si tout va bien par contre, c'est le ministre de tutelle qui
en est la cause. C'est normal, c'est la vie. Mais c'est le gouvernement
qui a pris collectivement une sage décision, permettant ainsi de mieux
exécuter ce qui a été voté. L'amélioration de la méthodologie de travail
demandera un peu de temps. Nous sommes en train de réfléchir à
cette question. Je suis persuadé que ce délai supplémentaire que nous
nous accordons aura pour résultat que les choses iront mieux.
02.28 Minister Johan Vande
Lanotte: Als het slecht gaat, is het
de fout van de minister van
Begroting; als het goed gaat, is het
dankzij de bevoegde minister.

De regering heeft een wijze
beslissing genomen die enig uitstel
biedt, zodat één en ander beter kan
functioneren.
02.29 Raymond Langendries (cdH): Avez-vous bien écouté le
ministre des Finances quand il est intervenu, juste avant moi, pour
nous expliquer que, comme je viens de le dire, "techniquement, tout
est prêt aux Finances pour faire fonctionner le fonds"? L'avez-vous
entendu en rajouter? Et vous demandez des délais supplémentaires
pour permettre de mieux faire fonctionner le service. Ne me dites pas
alors que tout est prêt, c'est l'un ou c'est l'autre.
02.29 Raymond Langendries
(cdH): Volgens de minister van
Financiën is alles klaar om het
Fonds in werking te laten treden,
maar volgens de minister van
Begroting is het goed om wat meer
tijd te hebben, opdat alles beter
zou kunnen functioneren. Het is het
één of het ander!
02.30 Johan Vande Lanotte, ministre: Je n'ai pas dit que ce n'était
pas prêt mais que cela pouvait être amélioré.
02.31 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le ministre des
Finances, c'est une pierre dans votre jardin. M. Vande Lanotte vient de
dire que ce n'est pas tout à fait prêt et que vous avez besoin de temps.
Je veux simplement dire qu'il s'agit d'un retard inacceptable. Vous l'avez
dit vous-même: tout est prêt, sauf si vous dites bien que c'est pour une
raison budgétaire que vous acceptez un retard d'un an. J'invite les
socialistes à bien réfléchir. Ce ne sera pas la première et la dernière,
vous aurez encore à avaler des couleuvres de ce genre quand nous
discuterons ensemble dans ce parlement des difficultés budgétaires qui
s'annoncent. Vous allez en avoir plein la vue!
02.31 Raymond Langendries
(cdH): Deze achterstand is in ieder
geval onaanvaardbaar. Het lot van
de eenoudergezinnen baart ons
zorgen, te meer daar het systeem
van voorschotten via de OCMW's
heel wat minder gevallen dekt dan
dat van de nieuwe dienst.

29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Ce retard est inacceptable car c'est le sort de familles monoparentales
qui doit nous inquiéter tous! Une chose est de créer un poste de
secrétaire d'Etat à la Famille ­ et je vous en félicite, madame, c'est la
première occasion que j'ai de le faire ­, c'en est une autre de mettre en
oeuvre une politique effectivement favorable aux familles.
02.32 ...: ...
02.32 ...: ...
02.33 Raymond Langendries (cdH): Vous savez que je vais l'aider
beaucoup plus que vous. Quand il s'agira de défendre un certain
nombre de propositions cdH que la secrétaire d'Etat à la Famille
estimera être bonnes et utiles pour notre société, j'aime autant vous
dire que tout le groupe sera derrière elle, plus facilement que vous, qui
avez décidé de reporter la mise en place du service dont nous parlons
pour l'instant. Le maintien du système des avances via les CPAS
couvre bien moins de cas que les avances via le nouveau service. Il faut
vous rendre compte de cela! L'année de retard que vous prenez va
poser des tas de problèmes à des tas de gens!

Le drame est donc que ce report laisse sur le carreau à la fois des
enfants qui ne peuvent bénéficier des avances du CPAS mais aussi les
époux et les cohabitants légaux qui devront attendre une année
supplémentaire.

Et dire que le gouvernement violet se targuait d'améliorer le droit des
victimes... Sur la voie de l'humanisme et de la protection des plus
faibles, vous avez encore du chemin à faire! Sauf, monsieur le vice-
premier ministre, si vous acceptez de prendre en compte un
amendement que nous venons de déposer, visant à pouvoir mettre en
oeuvre le service au 1
er
janvier 2004 plutôt qu'au 1
er
septembre 2004. Je
coupe la poire en deux. D'une part, je considère que ce qu'a dit M. le
ministre des Finances est vrai, c'est-à-dire que tout est prêt à faire
fonctionner le fonds. D'autre part, je prends en compte votre thèse qui
veut qu'il y a moyen de l'améliorer. Si cela est vrai, coupons la poire en
deux et au lieu de prévoir la mise en oeuvre du service au 1
er
septembre
2004, faisons-la au 1
er
janvier 2004. Cela fera plaisir à beaucoup de
monde et surtout à ceux qui en ont besoin!
02.33 Raymond Langendries
(cdH): Op het vlak van
menselijkheid en bescherming van
de allerzwaksten heeft de paarse
regering nog een lange weg af te
leggen. Met de goedkeuring van
ons amendement dat een
compromis voorstelt, met name om
de dienst van start te laten gaan op
1 januari 2004 in plaats van 1
september 2004, zou de regering
reeds een stap in de goede richting
kunnen zetten (Applaus bij cdH en
CD&V)
.
02.34 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de staatssecretaris, heren ministers, collega's, met
betrekking tot het hoofdstuk Financiën voert de voorliggende
programmawet van Verhofstadt II een aantal belastingverhogingen in en
stelt ze twee wetten uit de laatste maanden van de vorige, paarsgroene
legislatuur uit, met name de wet op de ecotaksen en ecoboni en ook de
wet betreffende de oprichting van een dienst voor
alimentatievorderingen.

In het droevige verhaal van de aangekondigde chaos rond de
ondertussen onwerkbare wet betreffende de ecotaksen en ecoboni is de
impasse stilaan compleet. Nadat de wet, onder andere als gevolg van
de opmerkingen van de Europese Commissie, tot een lege doos is
verworden omdat de consument helemaal niet meer kan vaststellen of
hij te doen heeft met een product waarop een ecobonus van toepassing
is, wordt via deze programmawet de inwerkingtreding voor de zoveelste
keer verdaagd naar 1 januari 2004, zogezegd om te vermijden dat
bedrijven uit de sector een concurrentienadeel zouden ondervinden. De
waarheid is, mijnheer de minister, dat de betrokken sector momenteel
al vele maanden in rechtsonzekerheid verkeert en dat we bovendien nog
moeten zien of u in het najaar niet met een aangepast ontwerp naar de
Kamer komt om de bestaande slechte wetgeving nog verder uit te
hollen zodat er tegen 1 januari 2004 helemaal niets meer van overblijft.
02.34 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Les dispositions
contenues dans le chapitre
Finances de la loi-programme
entraîneront des augmentations
d'impôt ainsi que le report de la loi
sur les écotaxes et les écobonis
ainsi que de la loi sur le service des
créances alimentaires.

En ce qui concerne la loi sur les
écotaxes et les écobonis,
l'impasse est totale. Après que la
Commission européenne a formulé
ses observations, cette loi a été
vidée de sa substance. En effet, le
consommateur est dans
l'impossibilité de savoir si un
produit tombe ou non sous
l'application de cette loi. Son entrée
en vigueur est une nouvelle fois
reportée, cette fois jusqu'au 1
er
janvier 2004. Le secteur est
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Zoals ik tijdens de bespreking van de regeringsverklaring al dikwijls heb
moeten aankondigen, is het mijns inziens teleurstellend als dat het
beste is wat liberalen en socialisten konden verzinnen.

Een andere wet die in de coalitie van blauw en rood opnieuw ter
discussie staat, is deze van de alimentatievergoedingen. Ik ben er nog
niet van overtuigd dat dit uitstel met een jaar ­ van 1 september 2003
tot 1 september 2004 ­ louter en alleen afhankelijk is van de
budgettaire implicaties. Ik stel vast ­ en dat zullen wij in de komende
maanden bij nog andere wetten uit de vorige legislatuur kunnen
vaststellen ­ dat de politiek-ideologische uitgangspunten van deze wet
opnieuw ter discussie staan. Uit de lange discussies in de vorige
legislatuur hebben we tot op het laatste moment kunnen vaststellen dat
de minister van Begroting, de socialist Johan Vande Lanotte, nooit een
groot voorstander is geweest van deze wet. Tot op vandaag is dat het
geval. Als het van hem afhangt, wordt deze wet fors gereduceerd ofwel
volledig begraven.

De administratie van de minister van Financiën daarentegen ­ met
opgeleid personeel, computers en programmatuur ­ mag dan wel klaar
zijn of nagenoeg klaar zijn om de 160.000 dossiers van het OCMW over
te nemen, er blijft de fundamentele discussie of het Alimentatiefonds,
nu een taak van de OCMW's, bij de Federale Openbare Dienst
Financiën moet worden ondergebracht en dus van de ene begroting
moet worden onttrokken om bij de andere begroting te worden
toegevoegd. Ook voor deze wet verwacht ik mij aan aanpassingen in
het najaar. Dan zal bovendien nog moeten blijken of er tegen september
2004, mijnheer de minister, nog centen zullen zijn om dit
Alimentatiefonds te stijven. Zoals ik al eerder zei, als dat het beste is
wat liberalen en socialisten konden verzinnen, dan is dat mijns inziens
teleurstellend.

Ondertussen dreigen zowat 10.000 mensen ­ als we ons baseren op
de analyse die de Gezinsbond heeft gemaakt ­ in financiële
moeilijkheden te geraken. Bovendien werd de afgelopen maanden een
informatiecampagne door de overheid opgezet, met brochures en alles
erop en eraan, om duidelijk te maken hoe de betrokkenen aan het extra
geld van het beloofde fonds kunnen geraken. Heel wat mensen hebben
inmiddels hun hoop op die extra inkomsten gesteld, maar nauwelijks
één maand voor de inwerkingtreding wordt alles met een jaar uitgesteld.
Dit is voor ons ongehoord, mijnheer de minister, om het woord
kiezersbedrog niet te moeten gebruiken.

Collega's, niettegenstaande de massale roep om vrouwen in de politiek
rijst de vraag waar nu de Fientje Moermannen en de Magda De Meyers
onder de vrouwelijke parlementsleden zitten, die van deze wet een
erezaak hebben gemaakt en die over deze verwezenlijking tijdens de
afgelopen verkiezingsdebatten amper konden zwijgen?
Niettegenstaande al uw lovende woorden over geen verder uitstel,
mijnheer de minister, is het ondertussen toch zo ver: 1 september 2004
staat in de teksten van de programmawet, waarschijnlijk als eerste
bocht om deze wet "en stoemelings" af te voeren.

Ondertussen danken betrokkenen u, mijnheer de minister, maar vooral
de vrouwen, die mee aan de onderhandelingstafel bij de
regeringsvorming zaten of inmiddels minister zijn geworden, en dit
vanwege hun moedige houding. Van geloofwaardigheid gesproken.
Nogmaals, als dat het beste is wat liberalen en socialisten konden
verzinnen, dan is dat, mijns inziens, teleurstellend.

Nog iets over de belastingverhogingen. Hoe moeten wij die
accijnsverhoging op diesel, benzine en stookolie, de energieheffing op
confronté depuis des mois à
l'insécurité juridique et je m'attends
au dépôt, à l'automne, d'un projet
adapté qui vide davantage encore
cette loi de son contenu.

L'application de la loi sur les
pensions alimentaires est reportée
au 1
er
septembre 2004, un an après
la date initialement prévue. Je me
demande toutefois si les raisons de
ce report sont uniquement d'ordre
budgétaire. J'ai l'impression que les
hypothèses politico-idéologiques
de départ font l'objet de nouvelles
discussions. Au cours de la
législature précédente, on a déjà pu
constater que le ministre Vande
Lanotte n'était pas partisan de
cette loi. L'administration est prête
à reprendre les dossiers du CPAS
mais on n'a pas encore déterminé
de quel budget les dépenses seront
à charge. Dispose-t-on encore
d'argent pour alimenter le Fonds
des créances alimentaires en
septembre 2004? Le report de cette
loi va confronter 10.000 personnes
à des difficultés financières. Les
pouvoirs publics avaient également
déjà mené une campagne
d'information. Le report de cette loi
équivaut donc à tromper l'électeur.

Des majorations d'impôts sont
également prévues. Les taxes sur
l'essence, le diesel, le gaz,
l'électricité et les titres au porteur
vont en effet subir une
augmentation. M. De Gucht a déjà
admis que la réduction des
cotisations sociales serait
partiellement financée par
l'augmentation des accises sur le
carburant.

Quelle est la situation des finances
publiques? Bien que le parlement
doive exercer une fonction de
contrôle, le ministre ne met aucune
donnée chiffrée à notre disposition.
Nos seules informations
proviennent des journaux, ce qui
entraîne un manque flagrant de
transparence.

Il est faux d'affirmer que la pression
fiscale diminuera pendant cette
législature. Il ressort clairement des
données d'Eurostat que la Belgique
se trouve dans le peloton de tête
des pays européens en matière de
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
elektriciteit, de verdubbeling van de taks op de aflevering van effecten
aan toonder en de verdrievoudiging van de taks op de
beleggingsfondsen anders noemen, collega's? Niettegenstaande de
liberalen de newspeak, om het in termen van George Orwell te zeggen,
rond de belastingverlaging blijven rondbazuinen, was het toch wel Karel
De Gucht in eigen persoon die op 15 juli jongstleden ­ nog maar 14
dagen geleden, collega's! ­ vanop dit spreekgestoelte eerlijk kwam
bekennen dat de vermindering van de sociale bijdragen voor een stuk
gefinancierd zou worden door de accijnsverhogingen op brandstof. Hoe
u het ook draait of keert, mijnheer de minister, het blijven
vestzak/broekzakoperaties. Die bekentenis van de liberale
partijvoorzitter zal hem, maar waarschijnlijk ook u, mijnheer de minister,
ongetwijfeld nog een tijdje blijven achtervolgen.

Trouwens, hoe staat het met de staatsfinanciën, mijnheer de minister?
U vraagt ons via deze programmawet bijkomende belastingen goed te
keuren. Hoe staat het met de inkomsten? We zijn momenteel al acht
maanden gevorderd in 2003, maar blijkbaar is het voor uw departement
en voor dat van uw collega van Begroting, minister Vande Lanotte, een
onoverkomelijke opdracht om naar dit Parlement te komen met cijfers
over het tekort in de staatsboekhouding. Ik meende te weten dat het
Parlement de begrotingsautoriteit bij uitstek was, maar ondertussen
moeten we alles uit de krant halen, of wordt er gedeeltelijk
gecommuniceerd via de Hoge Raad voor Financiën, of via een bezoek
van de gouverneur van de Nationale Bank aan de formateur. Daarmee
moeten we het dan stellen. Geen overzicht, geen cijfers, geen
prognoses, geen vooruitzichten, niks, nul komma nul.

Deze gang van zaken betreur ik ten zeerste. Precies omwille van de
afwezigheid van die transparantie blijft er natuurlijk een rookgordijn
hangen rond de financiële toestand.

Tijdens de bespreking van de regeringsverklaring heb ik reeds gewezen
op de blijvende fabel van de verlaging van de belastingdruk. De cijfers
voor 2001 van Eurostat die midden juni werden bekendgemaakt,
toonden aan dat dit land zich nog steeds aan de kop van het Europees
peleton bevindt met de op twee na hoogste belastingdruk ­ na Zweden
en Denemarken ­ van 46% van het BBP en een belastingheffing op
arbeid van 43,8%, wat ruim boven het Europees gemiddelde van 37%
ligt. De voorbije dagen is daar dan nog het cijfer bijgekomen voor het
jaar 2002 en komt er nog eens bijkomend 0,3% bij, om uit te komen op
een totale belastingdruk van 46,3%.

Ik zou zeggen:proficiat, maar het verwondert ons helemaal niet. Het is
trouwens de bevestiging van de stelling van de Leuvense
economieprofessor en gewezen VLD-senator Paul De Grauwe die reeds
eerder het blauwe ballonnetje doorprikte door te bewijzen dat onder de
leiding van liberalen de belastingen niet dalen, maar stijgen. Hij was
trouwens ook de man die beweerde dat onder een liberale regering er
nooit een centrumrechtse, maar eerder een centrumlinkse politieke
koers wordt gevaren. Dat hebben we ook tijdens de vorige legislatuur
aan den lijve kunnen ondervinden.

Zo dwaas is die man mijns inziens dus niet.

In de hele discussie rond de energie hanteert deze regering, en
bijgevolg dus de blauwrode partners, het discours van Kyoto, enerzijds
en het liberale credo van de keuzevrijheid van de burger, anderzijds. Het
is merkwaardig dat sinds Agalev door de Vlaamse kiezer werd begraven
en Ecolo verwaarloosbaar klein is geworden, rood en blauw nog nooit
zo groen zijn geweest. Niet dat zij het zo oprecht menen, maar Kyoto
is ondertussen het perfecte glijmiddel geworden om de kleine man te
pression fiscale. Avec 46 % du PIB
et un impôt sur le travail de 43,8 %,
la pression fiscale en Belgique est
largement supérieure à la moyenne
européenne.

Sous le règne des libéraux, les
impôts augmentent et la politique
menée est plutôt une politique de
centre-gauche que de centre-droit.

Le rouge et le bleu n'ont jamais eu
une coloration aussi verte que
depuis la défaite d'Agalev et
d'Ecolo. Mais le gouvernement ne
pense pas réellement ce qu'il
affirme. Kyoto n'est qu'un mauvais
prétexte pour amener le pauvre
citoyen à renflouer les caisses de
l'Etat. Comment le gouvernement
pourrait-il autrement expliquer le fait
que le prix du LPG ait doublé en
l'espace de cinq ans et qu'aucune
campagne de promotion n'est
menée pour encourager son
utilisation? Au vu des objectifs de
l'accord de Kyoto, comment le
gouvernement peut-il expliquer que
l'essence soit toujours plus chère
que le diesel, pourtant plus
polluant? Le gouvernement se
trompe s'il pense diminuer le
recours à la voiture en augmentant
le coût de l'utilisation de ce moyen
de transport. Les exemples de la
cigarette et de l'électricité sont là
pour en témoigner. La
consommation domestique
d'électricité continue à augmenter,
notamment compte tenu de
l'éventail de plus en plus large
d'appareils consommant de
l'électricité.

Le critère de la liberté de choix est
un leurre. De nombreux travailleurs
ne peuvent emprunter les
transports en commun parce que
l'emplacement de leur lieu de travail
ou leur horaire ne le leur permettent
pas. Par ailleurs, la plupart ne
disposent ni d'un véhicule
d'entreprise, ni d'une carte de
carburant payée par la société. Les
personnes qui se chauffent à
l'électricité ont déjà compris
qu'elles vont devoir rembourser les
subsides qui leur ont été alloués
autrefois. Reste à savoir si le
gouvernement respecte le principe
d'égalité à l'égard des personnes
qui se chauffent au gasoil de
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
laten opdraaien voor het gat in de staatskas en om het tekort in de
overheidsfinanciën te stijven.

Mijnheer de minister, uw argument dat, indien de burger dat wilt, de
staat nog minder ontvangsten zal hebben indien hij zijn auto laat staan
of wat minder verlichting gebruikt of niet meer rookt, is gemakkelijker
gezegd dan gedaan. Het blijft natuurlijk een vreemde gedachte dat
iemand een auto zou aanschaffen om die in zijn garage te laten staan
of gewoonweg om er niet mee te rijden. Op LPG rijden, zult u dan
zeggen. Mij ook goed. Ik stel alleen vast dat de prijs van LPG in de
afgelopen vijf jaar is verdubbeld. Een gekeurde LPG-installatie kost nog
steeds tussen de 2.000 en de 3.000 euro per voertuig. Bovendien,
iemand die op LPG rijdt, moet bovenop de verkeersbelasting nog eens
89 tot 208 euro bijbetalen, zonder dan nog te spreken over de weinige
tankstations waar men LPG kan tanken en het feit dat ondergrondse
parkings momenteel nog steeds verboden terrein zijn voor auto's op
LPG. Het was toch u, mijnheer de minister, die voor de camera's
gezegd heeft dat de autogebruiker die weinig verbruikt, zal worden
beloond? Ik neem aan dat u niet bedoelde dat hij zijn wagen in de
garage moest laten staan.

Wat de accijnsverhoging betreft, zou ik bovendien wel eens willen
weten in welke mate er rekening is gehouden met de
milieuschadelijkheid van de verschillende brandstofsoorten. Ik stel vast
dat benzine duurder blijft dat diesel, waardoor benzinerijders zullen
overschakelen naar diesel, dat in feite toch het meest milieubelastend
is. Terwijl de accijnscompenserende belasting op dieselwagens wordt
afgeschaft, stel ik vast dat dit voor de aanvullende LPG-
verkeersbelasting niet het geval is, zodat dieselwagens aantrekkelijker
blijven ten opzichte van een LPG-wagen. Hoe ik dat met de Kyoto-
doelstellingen moet rijmen, is voor mij een volledig raadsel. Bovendien
gelooft natuurlijk geen kat dat iemand minder met de wagen zal rijden
indien de benzineprijs met een paar cent verhoogd zal worden. Dat
hebben de eerdere forse verhogingen op de prijs van de tabak in het
verleden trouwens aangetoond. Bij de invoering van een prijsverhoging
kent men een tijdelijke daling van het sigarettenverbruik, om na twee
weken op het oude niveau terug te keren en verder te blijven groeien. De
grote vraag zal bijgevolg zijn of de consument na de invoering van de
accijnsverhoging überhaupt zijn energiegebruik zal aanpassen, in dit
geval verminderen. Als er iets is waaraan de verschillende
beleidsniveaus de laatste twintig jaar iets hebben proberen te doen, dan
is het wel de consument aanzetten tot rationeel energiegebruik, echter
met weinig of geen succes. Alle campagnes en initiatieven ten spijt,
blijft het huishoudelijk gebruik van elektriciteit gestaag toenemen.
Daarnaast heeft het modern comfort ervoor gezorgd dat nagenoeg voor
alles elektriciteit nodig is, al was het maar om de garagepoort te
openen of te sluiten, of om de alarmcentrale operationeel te houden.
Het argument, dat u rekent op minder inkomsten voor de Staat door
een consequent consumentengedrag, zal nog niet voor morgen zijn,
vrees ik, alleszins niet op de manier waarop u de voorliggende
maatregelen wenst in te voeren.

Het criterium van de keuzevrijheid heeft mijns inziens een al even vals
als ongeloofwaardig karakter. Hoeveel werknemers hebben geen keuze
in vervoermiddel om zich naar hun werkplaats te begeven? Dat zal in de
praktijk wel de overgrote meerderheid zijn, vrees ik. Velen kunnen geen
gebruikmaken van de trein of de bus vanwege de onbereikbaarheid van
hun bestemming met het openbaar vervoer of vanwege het
werkuurrooster, waardoor de wagen het enige alternatief is.

Bovendien hebben velen niet de luxe om over een bedrijfstankkaart te
beschikken of over een bedrijfsvoertuig. Zij hebben slechts een
chauffage parce que leur habitation
n'est pas raccordée au réseau de
gaz. Pourquoi le remplacement des
anciennes installations fonctionnant
au gasoil de chauffage par d'autres
permettant une consommation plus
rationnelle de l'énergie n'est-il pas
stimulé fiscalement ?

La teneur de la loi-programme
contraste singulièrement avec celle
des programmes électoraux de la
coalition violette. Les habitants de
ce pays vont se sentir floués. Pour
ces raisons, nous voterons contre
la loi. (Applaudissements sur les
bancs du Vlaams Blok)
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
mogelijkheid, collega's, dat is een gaatje laten bijmaken in hun
broeksriem. Dat is het enige wat overblijft.

Het zal u bovendien maar overkomen dat u uw huis gebouwd hebt in de
jaren dat de regering aanraadde om te verwarmen met elektriciteit
omdat dit toen de minst vervuilende energiebron was. Deze mensen
hebben toen kunnen genieten van een subsidie maar beseffen nu maar
al te goed ­ mijns inziens terecht ­ dat zij dit voordeel zullen
terugbetalen door de heffing op het elektriciteitsgebruik. Of u wil
omschakelen van stookolie op gas voor de verwarming maar uw
intercommunale ­ nochtans ook een politiek samengesteld orgaan ­
ziet geen brood in het aanleggen, zelfs niet in de komende jaren, van
een toevoerleiding in uw wijk of in uw straat. En dan spreekt men van
keuzevrijheid. Dat hebben ook de inwoners van Voeren, de idyllische
Vlaamse gemeente, de Vlaamse enclave in uw Luikse provincie, goed
begrepen. Ik ben trouwens zeer benieuwd of met het invoeren van de
extra belasting op stookolie het gelijkheidsprincipe gestand blijft.

Waarom daarnaast ­ om positief te blijven, collega's, want u weet dat
de eerste minister ons daartoe heeft opgeroepen ­ geen fiscale
stimulansen geven om uw oude stookolieketel te vervangen door een
modern en een energie-efficiënt exemplaar? Met de vervanging van de
honderdduizenden bestaande installaties ­ collega Devlies had het
zojuist over een getal van 850.000 oude stookolie-installaties ­ door
een energie-efficiënte installatie zou men gemakkelijk een
minderverbruik van 30% halen en ook de uitstoot van
verbrandingsgassen zou evenredig dalen. Als dat de klimaatdoelstelling
niet ten goede komt dan begrijp ik het niet meer. Die oplossing zal
waarschijnlijk te simpel zijn en bijgevolg komt ze voor deze regering
niet in aanmerking.

Mijnheer de voorzitter, wat in deze programmawet is neergeschreven,
staat in schril contrast met de vele beloften die in de kiescampagne van
enkele weken geleden stonden te lezen en dan vooral met de new
speak van de VLD en de sp.a. Alle verkiezingsretoriek ten spijt,
collega's van de meerderheidspartijen, zullen de inwoners van dit land
zich opnieuw bedrogen voelen en bekocht zijn. Om aan dat
kiezersbedrog uiting te geven, zullen wij deze programmawet niet
goedkeuren.
02.35 François-Xavier de Donnéa (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, j'interviendrai essentiellement
sur certains aspects financiers et fiscaux de la loi-programme.

Tout d'abord, le report au 1
er
janvier 2004 de l'entrée en vigueur de la
partie de la loi sur les écotaxes relative aux emballages de boissons
est une bonne mesure. Elle était réclamée par les producteurs et
distributeurs de boissons. Ceux-ci étaient, en effet, dans l'impossibilité
matérielle de déposer, dans les délais, leurs dossiers de demande
d'exonération de la cotisation d'emballage.

Comme l'a souligné à juste titre le ministre, sans report, il y aurait eu
distorsion de concurrence. En effet, il était impossible à l'organisme de
contrôle AIB-Vinçotte agréé le 13 juin dernier de traiter, en temps voulu,
toutes les demandes d'exonération de la cotisation d'emballage.

Les chapitres 2, 3 et 4 de la loi-programme portent ratification d'une
série d'arrêtés royaux relatifs à la TVA, aux accises et au précompte
professionnel. Je me réjouis de la diligence de l'actuel gouvernement à
confirmer ces arrêtés, tranchant ainsi avec de mauvaises habitudes
prises dans le passé, comme en témoigne le fait que des arrêtés TVA
02.35 François-Xavier de
Donnea (MR): Ik zal ingaan op
bepaalde fiscale en financiële
aspecten van de programmawet.

Eerst en vooral heeft de regering
een goede maatregel getroffen door
het gedeelte van de wet inzake de
milieutaksen op de
drankverpakkingen pas in werking
te laten treden op 1 januari 2004,
vermits producenten en verdelers
van dranken hun aanvraag tot
vrijstelling van de verpakkingsheffing
onmogelijk binnen de
vooropgestelde termijn hadden
kunnen indienen.

Overigens verheugt het mij dat de
regering zo snel een aantal
koninklijke besluiten heeft
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
de 1998 et début 1999 figurent encore dans le lot confirmé.

D'autre part, la traduction rapide dans la loi des arrêtés de 2001, 2002
et 2003 relatifs au précompte professionnel confirment solennellement,
à mes yeux, l'engagement du gouvernement à réduire sans retour en
arrière ni tergiversation la charge fiscale pesant sur le travail.

L'importance de la mise en oeuvre du protocole de Kyoto constitue un
enjeu majeur. Notre pays et nos Régions ne peuvent se soustraire à
leurs engagements en la matière. A cet effet, le gouvernement a raison
de s'appuyer, notamment, sur le mécanisme des prix pour inciter les
ménages à recourir aux énergies propres plutôt qu'à des produits plus
polluants. Le gouvernement respecte ainsi la liberté de choix du
consommateur, tout en l'encourageant financièrement à réorienter ses
comportements dans un sens plus respectueux de l'environnement.

Certes, pour l'heure, nombre de ménages sont captifs à plus ou moins
court terme de certains types d'énergie pour tel ou tel usage. Mais à
plus long terme, peu de gens resteront réellement captifs. Cette
modulation des prix relatifs des différentes formes d'énergie en fonction
de leur caractère plus ou moins polluant doit toutefois reposer sur des
études analysant le bilan global de leur utilisation pour l'environnement,
en général, et l'effet de serre, en particulier.

Le gouvernement doit aussi être attentif à ne pas provoquer de hausse
de prix tellement brutale qu'elle mettrait en danger la compétitivité
internationale de certains secteurs économiques ou aurait des
conséquences sociales insupportables pour tout ou partie des
ménages. Tel ne semble pas être le cas pour les adaptations de la
cotisation sur l'énergie et des accises prévues dans la loi-programme,
lesquelles s'inscrivent d'ailleurs dans la philosophie de l'Union
européenne en la matière.

Cela dit, la politique visant à rendre la possession d'un véhicule moins
onéreuse tandis que son utilisation devient plus coûteuse doit être
saluée. La possession d'un véhicule est, en effet, un facteur de liberté
de l'individu. A charge cependant pour ce dernier de prendre
conscience des conséquences pour l'environnement de l'usage de son
véhicule et de l'utiliser à bon escient.

A cet égard, monsieur le ministre, j'aimerais savoir si le gouvernement
a l'intention d'aller plus avant dans ce sens, par exemple en supprimant
ou en réduisant la taxe de mise en circulation des véhicules.

Monsieur le ministre, chers collègues, permettez-moi de faire encore
une réflexion toute personnelle en marge de cette problématique que je
viens d'évoquer. Je pense, en effet, que des mesures fiscales
complémentaires devraient être prises pour permettre une réduction
significative du prix des courses en taxi, sans porter atteinte aux
revenus des exploitants et des chauffeurs.

Je suis en effet persuadé que des taxis meilleur marché favoriseraient
l'utilisation des transports en commun, réduisant ainsi encore la facture
énergétique du pays.

Je ne peux également qu'approuver les mesures fiscales favorisant les
installations solaires et géothermiques qui viennent compléter les
déductions instaurées par la réforme fiscale pour les investissements
dans des dispositifs moins énergivores.

J'évoquerai encore le report de l'entrée en vigueur de la loi du 21 février
2003 créant un service de créances alimentaires au sein du service
bevestigd inzake de BTW, de
accijnzen en de bedrijfsvoorheffing,
waarvan sommige al dateren van
1998 en 1999. Bovendien bevestigt
de snelle omzetting van bepaalde
besluiten in wetteksten dat de
regering zich ertoe engageert de
fiscale druk op arbeid te
verminderen.

Wat betreft de uitwerking van het
protocol van Kyoto, doet de
regering er goed aan het
prijsmechanisme te gebruiken om
de gezinnen ertoe aan te zetten
schone energiebronnen te
verkiezen boven vervuilende. Aldus
eerbiedigt de regering het principe
van de vrije keuze van de
consument.

De prijsschakeringen van de
verschillende energiebronnen
dienen echter te zijn gestoeld op
studies die de globale impact op
het milieu en de bijdrage tot het
broeikaseffect van het gebruik ervan
analyseren, zonder daarom te
leiden tot al te abrupte stijgingen.

Het beleid dat tot doel heeft het
bezit van een wagen goedkoper en
het gebruik ervan duurder te
maken, dient te worden gesteund.
Heeft de regering de bedoeling om
de belasting op de inverkeerstelling
van voertuigen te verlagen of af te
schaffen?

Om het gebruik van het openbaar
vervoer te bevorderen zouden
bepaalde aanvullende fiscale
maatregelen moeten worden
getroffen om de prijs van een taxirit
aanzienlijk te verlagen zonder het
inkomen van de uitbaters en de
bestuurders aan te tasten. Ten
slotte kan ik de fiscale maatregelen
ten gunste van geothermische en
zonne-energiesystemen alleen
maar toejuichen.

Wat het uitstel van de
inwerkingtreding van de wet tot
oprichting van een dienst voor
alimentatievorderingen betreft, heb
ik begrepen dat technisch gezien
bij Financiën alles in gereedheid
was om die dienst te laten
functioneren. Ik vraag met aandrang
dat men dit dossier, dat heel wat
gezinnen en kinderen die in
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
public fédéral des Finances. J'ai noté avec satisfaction en même temps
que le ministre, au cours de notre discussion en commission, qu'au
plan technique, contrairement à ce que d'aucuns ont voulu faire croire,
tout est prêt aux Finances pour faire fonctionner ce service. En vue de
faire face à cette nouvelle mission, le service fédéral des Finances a
veillé à mettre immédiatement en place un système informatisé de
traitement intégré des demandes. Par ailleurs, le caractère de
proximité qui doit être convivial pour l'introduction des demandes a été
sauvegardé puisque les quelque 220 bureaux de l'enregistrement feront
office d'antennes d'accès à la disposition du public.

J'ai noté que le dossier financement du Fonds ainsi que la question
déjà débattue en commission d'un régime transitoire ou d'une
cohabitation provisoire entre les deux systèmes, feront l'objet d'un
réexamen à l'occasion des prochaines discussions budgétaires. Je
voudrais insister sur la nécessité d'aboutir aussi rapidement que
possible dans ce dossier qui concerne de nombreuses familles et
enfants se trouvant en situation précaire. J'ajouterai que sa mise en
place effective revêt une importance toute particulière, dans la mesure
où elle devrait, à terme, permettre aux CPAS de se recentrer sur leurs
missions de base, grâce aux économies induites que cela suppose,
dès que le relais administratif et financier sera pris par le service des
créances alimentaires. Rappelons que celui-ci est, dès à présent,
parfaitement à même techniquement de suivre efficacement les
récupérations de créances auprès de débiteurs récalcitrants mais
solvables.

J'en terminerai, monsieur le ministre, en évoquant brièvement la
question de la livraison des titres aux porteurs, mesure renforcée du fait
de l'article 20 du projet de loi-programme ainsi que celle de la taxation
sur les OPC.

La première mesure me semble opportune puisque tout en constituant
un frein à certaines fraudes ou évasions fiscales, elle contribue à
pousser les investisseurs à une gestion plus efficace et plus moderne
de leurs avoirs mobiliers à travers l'utilisation préférentielle de comptes-
titres virtuels dont les avantages, nombreux en termes de sécurité et de
confort, sont régulièrement vantés à juste titre par les institutions
financières de notre pays.

Quant au triplement de la taxe d'inventaire sur les SICAV, je m'interroge
sur sa pertinence économique lorsque je la compare au taux de la taxe
d'abonnement luxembourgeoise de 0,05% sur les mêmes produits
financiers.

J'ai toutefois pris bonne note, lors de la discussion en commission, que
cet aspect était lié au dossier de la fixation des modalités de
rapatriement des capitaux de l'étranger, actuellement en cours de
traitement au sein du gouvernement.

Le ministre nous a heureusement précisé qu'une concertation avec le
secteur aura lieu tout prochainement, concertation qui prendra en
compte les conséquences d'une telle mesure pour l'emploi, notamment
sur la place financière de Bruxelles.

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le groupe
MR votera la loi-programme telle qu'elle a été adoptée en commission.
bestaansonzekerheid leven,
aanbelangt, zo vlug mogelijk zou
afronden.

Wat de levering van de effecten aan
toonder betreft, dijkt de maatregel
waartoe de regering besliste
bepaalde vormen van
belastingfraude en ­ontwijking in;
daarnaast zet hij de beleggers er
ook toe aan te kiezen voor een
efficiënter en moderner beheer van
hun roerend vermogen door het
gebruik van virtuele
effectenrekeningen, waarvan de
voordelen terecht worden geprezen
door de financiële instellingen van
ons land, te bevoordelen.

Ik heb vragen bij de economische
impact van de verdrievoudiging van
de taks op de inventariswaarde van
Beveks, rekening houdend met het
tarief van de Luxemburgse "taxe
d'abonnement"
(abonnementsbelasting) van 0,05 %
op diezelfde financiële producten. Ik
heb er evenwel nota van genomen
dat dat aspect samenhangt met
een ander dossier, namelijk dat van
de vaststelling van de voorwaarden
waaronder buitenlands kapitaal
naar België kan worden
teruggebracht en dat op dit
ogenblik door de regering wordt
behandeld. Bovendien zal op korte
termijn overleg met de sector
plaatsvinden.

De MR-fractie zal de
programmawet goedkeuren zoals
ze in commissie werd
aangenomen. (Applaus op de
banken van de meerderheid)
02.36 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, heren ministers,
collega's, ik wil het over slechts één artikel van de programmawet
hebben en wel artikel 38 dat een wijziging inhoudt van de wetten op het
02.36 Paul Tant (CD&V): Je me
limiterai à l'article 38 du projet de
loi, qui vise à modifier la loi sur
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
gebruik van talen in bestuurszaken. Dat is een vrij tere materie die naar
mijn gevoel toch een precedent creëert waarvoor ik de aandacht van de
Kamer zou willen vragen.

Op het eerste gezicht lijkt dat artikel niet eens zo belangrijk maar ik wil
de collega's van de meerderheid verwittigen dat als zij het goedkeuren,
zij dreigen een belangrijk precedent te creëren wat de toepassing van
de taalwetgeving betreft. Het kan in beide richtingen gelden. Wat wil
men immers met dat artikel doen? Men wil met artikel 38 de
zogenaamde beleidsvoorbereidende cellen aan de taalwetgeving
onttrekken. Voor degenen die een kort geheugen hebben: de
beleidsvoorbereidende cellen zijn eigenlijk uitgevonden in het kader van
de nomenclatuur rond de hele Copernicus-hervorming. Omdat nu
eenmaal de nieuwe politieke cultuur moest worden geïnstalleerd, heeft
de vorige regering onder impuls van minister Van den Bossche het
initiatief genomen de kabinetten af te schaffen en in hun plaats, binnen
de administratie, zogenaamde beleidsvoorbereidende cellen te
installeren.

Overigens, ik wil de Kamer even in herinnering brengen, mijnheer de
vice-eerste minister, dat bij de start van de vorige regering, zij het nodig
achtte een volksraadpleging te organiseren, of hoe ik het moet noemen
weet ik niet. Sommigen zeggen dat het helemaal geen volksraadpleging
is, maar dat zijn wij ondertussen gewoon: onder de regering Verhofstadt
is eigenlijk niets wat het lijkt. Het is klaarblijkelijk helemaal niet de
bedoeling de kabinetten te herinstalleren, of in elk geval, zo men het
wel doet, mag dat niet uit de terminologie blijken. Wat doet men dan,
collega's, in de feiten? Nadat men eerst de bevolking had
geconsulteerd, de bevolking die haar zegen had gegeven ­ zei men,
maar er is nadien weinig belang aan gehecht en er is weinig
gepubliceerd over de resultaten van die zogenaamde volksraadpleging ­
bleek zeer nadrukkelijk dat het de wens was van de bevolking zo vlug
mogelijk de kabinetten af te schaffen. Zulks gebeurde ook. De eerste
minister heeft op zeer korte termijn zijn kabinetten afgeschaft, of
althans de benaming ervan gewijzigd. Omdat schijn belangrijker is dan
zijn, collega's, zijn de titularissen echter dezelfden gebleven. Zij zijn
allemaal op post gebleven. Eigenlijk was het een operatie die men
alleen omwille van de schone schijn heeft gevoerd. Wat erger is, de
nieuwe regering is aangetreden en niet alleen willen de nieuwe
ministers zich voorzien van het nodige personeel aan hun zijde,
bovendien moet dat gebeuren op een manier waarbij zij zelf beslissen
over wie zal worden aangesteld, zonder tussenkomst van Selor. Dat is
een eerste aspect waarvoor ik uw aandacht vraag.

Wanneer groepen personeelsleden gerekend worden tot de globale
administratie, mijnheer de minister, is het de normaalste zaak van de
wereld dat bij hun aanwerving Selor een doorslaggevende rol speelt.
Hier onttrekt men een deel van de administratie aan de toepassing van
de normale wetgeving die onder meer bij aanwerving van toepassing is,
te weten de onderwerping ervan aan Selor. Daar volstaat het echter niet
mee. Bovendien, collega's die nog een greintje ernst over hebben
inzake het statuut van de ambtenaren, voorziet men er voor diezelfde
groep van ambtenaren in dat op hen de taalwetgeving niet meer van
toepassing zal zijn.

Dit is een bijzonder belangrijk precedent. Voor een deel van de
administratie stelt men nadrukkelijk dat wat hen betreft de
taalwetgeving niet meer gerespecteerd moet worden. Indien een
ambtenaar op basis hiervan naar het Arbitragehof stapt, ben ik ervan
overtuigd dat het Hof niet anders kan dan de wet in deze te vernietigen.
Waarom? Men creëert immers een fundamentele ongelijkheid tussen
leden van eenzelfde administratie: voor sommigen wordt de
l'emploi des langues en matière
administrative. L'adoption dudit
article risque de créer un important
précédent. Le gouvernement entend
soustraire les cellules stratégiques
à l'application de la législation
linguistique.

La réforme Copernic prévoyait la
création de cellules stratégiques
dépendant de l'administration et
censées remplacer les cabinets.
De manière générale, le paraître
semble avoir pris le pas sur l'être.
A la Chancellerie, par exemple,
tous les collaborateurs ont
conservé leur poste. Bien qu'une
sorte de « consultation populaire»
ait été organisée pour la réforme
Copernic, le gouvernement opte à
nouveau pour la mise en place de
cabinets, même si cette
dénomination n'est plus de rigueur.
Les ministres nomment leur
personnel en toute autonomie et
sans l'intervention du Selor. Les
membres du personnel disposent
d'un statut spécial et l'article 38 de
la loi-programme pourrait
désormais les soustraire à la
législation linguistique.

Chaque fonctionnaire est libre de
s'adresser à la Cour d'arbitrage
pour demander l'annulation d'une
loi ayant pour effet une inégalité
fondamentale de la sorte. Tous les
fonctionnaires d'une même
administration ne sont pas
nécessairement soumis à la
législation linguistique. Certains
sont recrutés via le Selor et
d'autres non. Il aurait été plus
simple de réinstaurer le système
traditionnel des cabinets, mais le
gouvernement se devait de sauver
les apparences.

En somme, l'adoption de l'article en
question créerait un précédent en
ce qui concerne le statut
administratif du fonctionnaire et
l'application de la législation
linguistique.

En outre, la loi prescrit que le
Comité permanent de contrôle
linguistique doit être consulté pour
toute adaptation de la législation
relative à l'emploi des langues en
matière administrative. Cette
formalité n'est pas respectée. La
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
taalwetgeving en de wetgeving inzake aanwerving Selor toegepast, voor
anderen is dit niet langer het geval. Men had dit eenvoudiger kunnen
oplossen, mijnheer de minister. Men had kunnen beslissen opnieuw
een beroep te doen op kabinetten. De schijn moest echter hoog
gehouden worden. Het moest voorkomen alsof de nieuwe politieke
cultuur haar ingang had gevonden. Daarom moest het principe van de
beleidsvoorbereidende cel verder blijven bestaan als integrerend deel
van de administratie. Ik dring er bij de leden op aan nog eens ernstig na
te denken over het door mij geschetste probleem. Men creëert een
precedent in twee richtingen zowel inzake het administratieve statuut
van de ambtenaar als inzake de toepassing van de taalwetgeving.

Mijnheer de voorzitter, ik vraag nogmaals de aandacht voor datzelfde
artikel, maar ook voor het naast zich neerleggen van een aantal
"pleegvormen" die normaliter in acht moeten worden genomen indien
een deel van de taalwetgeving wordt gewijzigd. Artikel 61, paragraaf 2
van de wet op het gebruik van talen in bestuurszaken bepaalt immers
dat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht moet geraadpleegd worden
voor alle zaken van algemene aard die de toepassing van deze
gecoördineerde wetten, in casu de wetgeving op het gebruik van talen in
bestuurszaken, betreffen. De wet die de Vaste Commissie installeert
zegt zeer nadrukkelijk dat deze commissie moet worden geraadpleegd
indien men wijzigingen wil aanbrengen aan de wetgeving inzake
bestuurszaken. In de commissie heb ik de minister hierop gewezen. Zij
had geen antwoord. Ik heb haar gevraagd of ze de Vaste Commissie
geconsulteerd had en of ze voor de plenaire vergadering hierover een
briefing kon geven. Ik stel vast dat er niets is gebeurd. Men kan zonder
verpinken zeggen dat op dit punt artikel 38 niet beantwoordt aan een
noodzakelijke vormvereiste. Wie consequent is zal bijgevolg moeten
akkoord gaan met de weglating van dit artikel uit de programmawet.

Artikel 58 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van talen in
bestuurszaken bepaalt letterlijk, ik citeer: "Alle administratieve
handelingen en verordeningen die naar vorm of inhoud strijdig zijn met
de bepalingen van deze gecoördineerde wetten zijn nietig. Deze
nietigheid kan worden vastgesteld op verzoek van elke
belanghebbende". Dit betekent dat een verzoek van eender welke
ambtenaar die aantoont belang bij deze kwestie te hebben en die de
vernietiging vraagt van deze bepaling niet anders dan ingewilligd kan
worden.

Bovendien lijkt het artikel 38 van de programmawet mij, zoals gezegd,
makkelijk vatbaar voor vernietiging door het Arbitragehof. Het volstaat
dat een ambtenaar van de Federale Overheidsdienst naar het
Arbitragehof stapt met als reden dat artikel 38 van de programmawet
een schending inhoudt van het gelijkheidsbeginsel. Het artikel houdt
een schending van het gelijkheidsbeginsel in omwille van het feit dat op
sommige ambtenaren voortaan de taalwetgeving van toepassing zal
zijn, terwijl dat voor anderen niet het geval zal zijn hoewel zij ook lid zijn
van dezelfde globale administratie. Hetzelfde geldt eigenlijk, wat de
regels betreft, voor het optreden in deze van Selor.

Noch in de memorie van toelichting, noch bij de bespreking in de
commissie heeft de minister een redelijke verantwoording gegeven op
de vraag waarom de beleidsvoorbereidende cellen worden onttrokken
aan de taalwetgeving.

Ik wil iedereen nog eens herinneren aan het volgende en ik richt mij in
het bijzonder tot sommige collega's die destijds deelnamen aan het
debat, toen dit stukje taalwetgeving dat in het verlengde lag van de hele
Copernicushervorming, zowel in de commissie als in de plenaire
vergadering werd besproken. Ik heb vastgesteld dat collega's op diverse
ministre n'a pas non plus répondu à
l'observation que j'ai formulée à ce
sujet au cours de l'examen en
commission. L'article 38 ne
satisfaisant pas à une condition
requise, il doit être supprimé de la
loi-programme. Conformément aux
règles de la législation linguistique,
il sera d'ailleurs annulé à la
demande de n'importe quel
intéressé.

Le gouvernement n'a pas trouvé de
justification acceptable au fait de
n'avoir pas prévu de cellule
stratégique pour la législation
linguistique. Les membres Spirit du
Parlement se plaisent à répéter
qu'ils comptent renforcer la
législation linguistique. Ce
gouvernement ne parvient même
pas à appliquer correctement la
législation existante. Si les
membres qui ont un jour fait partie
de la Volksunie éprouvaient un
minimum de respect pour eux-
même et pour leur histoire, ils
n'adopteraient pas cet article.
Hélas, l'opportunisme prend
souvent le dessus.
(Applaudissements sur les bancs
du CD&V et du Vlaams Blok)
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
banken, niet in het minst de collega's op de VU ­ of moet ik zeggen
Spiritbanken ­ inspanningen hebben gedaan om de wetgeving in deze
kwestie strikter te maken. Ik heb een regen van amendementen weten
in te dienen door mevrouw Van de Casteele, voor wie het allemaal niet
strikt en streng genoeg kon zijn. Ik stel vast dat men nu een draai van
180° maakt. In plaats van ervoor te zorgen dat de bestaande
taalwetgeving behoorlijk wordt toegepast, stelt men nu om redenen van
louter partijpolitieke opportuniteit ­ om de vrienden te kunnen
benoemen in de kabinetten en nadien in de administraties ­ een stuk
van de taalwetgeving buiten werking. Zo is het.

Men moet goed weten waaraan men begint. Ik beschouw dit als een
precedent. Wellicht is dat de mening van velen. Bij de meerderheid is
het nu echter zo dat men een strikt christelijk principe toepast. Men
moet namelijk de familie volgen, zelfs in moeilijke omstandigheden. Ik
hoop dat men dat deze keer niet doet, zonder toch eens even na te
denken en zonder zich vooral de eigen voorgeschiedenis te herinneren.
Ik richt mij in het bijzonder tot de zittende leden van Spirit. Als u nog
een greintje rest van het zelfrespect dat destijds het uwe was en als u
wil zorgen voor een behoorlijke toepassing van de taalwetgeving, dan
kan u dit niet mee goedkeuren, tenzij natuurlijk ­ en dat hebben we al
lang begrepen ­ in deze kwestie de opportuniteit zwaarder weegt dan
om het even welk principe.
02.37 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, messieurs les
ministres, mes chers collègues, dans ce débat sur la loi-programme
qui nous est soumise par le gouvernement, j'interviendrai brièvement au
nom du groupe socialiste. En effet, dans une large mesure, le débat a
déjà eu lieu lors de la discussion sur la déclaration gouvernementale.

Je ferai d'emblée deux brèves considérations. La première, pour
remercier le gouvernement et plus particulièrement le ministre de la
Mobilité, d'avoir retiré du projet de loi-programme des dispositions
imparfaites ou en tout cas contestables parce qu'insuffisamment
étudiées. Cette attitude est manifestement très sage.

La seconde considération porte sur la possibilité qui sera offerte aux
communes de nouer des contrats avec La Poste pour la délivrance des
cartes d'identité. Je suis à cet égard extrêmement satisfait des textes
adoptés en commission qui précisent les modalités de rémunération de
La Poste, celle-ci devant être fixée par arrêté royal et ne pouvant
entraîner aucun coût excédentaire ni pour les communes, ni pour La
Poste elle-même. Il importe en effet que celle-ci puisse continuer à
remplir toutes ses missions de service public, sans que de nouvelles
missions viennent encore fragiliser ce qui aujourd'hui n'a déjà pas l'air
d'être tellement assuré.

Je voudrais maintenant évoquer une question qui préoccupe
particulièrement le groupe socialiste. Il s'agit du report de l'entrée en
vigueur de la loi créant un service des créances alimentaires. Ce report
est bien entendu acquis et nous prenons acte que le gouvernement le
motive par le fait qu'il a besoin d'une évaluation précise des moyens
humains et financiers nécessaires à la création du service, d'une part,
et à l'octroi d'avances, d'autre part. Je voudrais néanmoins me faire
insistant à cet égard. Le groupe PS considère en effet que cette
évaluation doit être réalisée dans les plus brefs délais. Il importe de
savoir quels sont les coûts exacts et les moyens qu'il faudra mobiliser
avant la confection définitive du budget 2004.

La meilleure réponse que l'on pourra donner à ceux qui critiquent le
report de l'entrée en vigueur de la loi est une assurance que le 1
er
02.37 Claude Eerdekens (PS): Ik
dank de regering ­ en meer in het
bijzonder de minister van Mobiliteit
­ dat ze een aantal bepalingen die
niet echt voldeden, uit de
programmawet gehaald heeft. Dat
was een wijze houding.

In verband met de mogelijkheid die
de gemeenten krijgen om
contracten te sluiten met De Post
voor de afgifte van
identiteitskaarten, ben ik tevreden
met de in de commissie
aangenomen teksten, waarin
gestipuleerd wordt dat die
bepalingen geen extra kosten
mogen meebrengen, noch voor de
gemeenten, noch voor De Post. De
positie van De Post mag immers
niet nog wankeler worden.

De PS-fractie is bijzonder
verontrust over het uitstel van de
inwerkingtreding van de wet tot
oprichting van de dienst voor
alimentatievorderingen. Daartoe is
beslist omdat eerst nog moet
worden nagegaan in hoeveel
middelen en mensen er voorzien
zal moeten worden. Die evaluatie
moet vóór de definitieve opmaak
van de begroting 2004 gebeuren,
opdat de wet zeker per 1
september aanstaande van kracht
kan worden.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
septembre 2004 au plus tard, celle-ci pourra entrer en vigueur.
Aujourd'hui, la seule manière de donner cette assurance, c'est
d'inscrire les moyens nécessaires dans le budget initial 2004.

Cette demande très précise d'une évaluation m'amène à une autre
considération. J'ai dit en effet que la loi devait entrer en vigueur au plus
tard le 1
er
septembre de l'année prochaine. C'est d'ailleurs ce que nous
allons voter tout à l'heure. Mais s'il s'avère, une fois l'évaluation réalisée,
que les moyens peuvent être dégagés pour faire entrer la loi en vigueur
à une date plus rapprochée, il serait du devoir du gouvernement
d'organiser cela. Rien n'empêcherait en effet qu'une nouvelle date soit
choisie et que la loi soit à nouveau modifiée pour ce qui concerne son
entrée en vigueur à l'occasion de la loi-programme qui accompagnera
très certainement l'adoption du budget 2004.

Je ne voudrais pas que l'on considère que je fais ici de vaines
affirmations. Le délai d'un an me semble raisonnable pour avoir toutes
les assurances et toutes les évaluations requises. Ce délai est
raisonnable mais il n'est peut-être pas nécessaire. Rien donc
n'empêcherait, le cas échéant, de le raccourcir. Je veux formuler cette
demande de manière très claire. Je veux la formuler de manière aussi
claire que nous l'avons été lorsque, tous ensemble, nous avons adopté
la loi et que nous nous sommes engagés devant tant de femmes à
rencontrer leurs problèmes!

C'est la raison pour laquelle, en marge du vote que nous émettrons tout
à l'heure et en prolongation de celui-ci, le groupe socialiste déposera
une proposition de résolution dont nous aimerions débattre dès la
rentrée pour que la Chambre tout entière puisse formuler au
gouvernement la demande que je lui adresse aujourd'hui.

Je crois d'ailleurs qu'il est de notre intérêt commun de trouver
rapidement une solution à ce problème.

Au-delà de ces considérations particulières et de ce sujet important, je
conclurai brièvement. Au début de cette législature et de votre travail,
cette loi-programme est, en tout cas, le témoignage, messieurs les
ministres, que le gouvernement se retrousse les manches et que vous
ne souhaitez pas traîner pour vous consacrer à l'essentiel. Je le dis
bien évidemment en sachant que, pour beaucoup d'entre nous mais
pour vous aussi, l'essentiel aujourd'hui c'est, peut-être d'ici 48 heures,
de pouvoir bénéficier de vacances méritées à l'approche d'une rentrée
gouvernementale et parlementaire qui s'annonce sans doute
particulièrement chargée.

C'est donc avec l'espoir de ce repos prochain mais aussi avec l'attente
de tout le travail à accomplir que le groupe PS votera la loi-programme
de juillet 2003.
Als na de evaluatie blijkt dat er
middelen kunnen worden
vrijgemaakt om de wet sneller uit te
voeren, moet de regering daar
rekening mee houden want niets
staat de inkorting van het uitstel
met een jaar in de weg.

Voor alle duidelijkheid, de PS-
fractie zal in de marge van de
stemming die dadelijk zal
plaatsvinden een voorstel van
resolutie indienen opdat de
voltallige Kamer bij de opening van
het parlementair jaar de regering de
vraag zou kunnen stellen die ik
haar vandaag stel.

Als bewijs dat de regering niet zal
talmen met de uitvoering van de
essentiële punten zal de PS-fractie
deze programmawet van juli 2003
goedkeuren
(Applaus bij de
socialisten).
02.38 Inge Vervotte (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega-volksvertegenwoordigers, ik ga het enkel hebben over
het hoofdstukje aangaande de overheidsbedrijven. Het rommelt in de
overheidsbedrijven. Bijna elke dag kunnen wij de ongerustheid van het
personeel lezen in de krant en ook voelen door de verschillende
stakingen die reeds plaatsvonden en die, vrees ik, ook zullen blijven
duren.

Waar gaat het naartoe met De Post? Wat gaat er gebeuren met
Belgacom? Wat zijn de plannen van de regering met betrekking tot
BIAC? In de programmawet lezen wij dat er in de toekomst een
mogelijkheid zal zijn om identiteitskaarten via de postkantoren te
02.38 Inge Vervotte (CD&V): Le
secteur des entreprises publiques
est en ébullition. De jour en jour,
son personnel est gagné par une
inquiétude croissante. Quel sera
l'avenir de La Poste, de Belgacom
et de la BIAC ?

La loi-programme prévoit la
possibilité de confier dorénavant à
La Poste la distribution des cartes
d'identité. Mais cette distribution
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
verdelen. Volgens de minister van Overheidsbedrijven zou dit op verzoek
zijn van de minister van Binnenlandse Zaken. Dit is tevens de reden
waarom dit werd besproken in de commissie voor de Binnenlandse
Zaken en niet in de commissie voor de Overheidsbedrijven.

Sta mij toe om daar toch enkele opmerkingen rond te formuleren. Het
verschaffen van een identiteitskaart lijkt een simpele aangelegenheid.
De praktijk leert ons echter dat daar meer komt bij kijken, niet het
minst omdat er moet gewerkt worden met het rijksregister, dat
persoonlijke informatie bevat en dus nooit in handen kan komen van
commerciële aangelegenheden.

Vandaag is De Post een openbaar bedrijf, maar kan de minister ons
garanderen dat dit bijvoorbeeld in 2007 ­ met de verdere vrijmaking van
de markten ten gevolge van een Europese richtlijn ­ ook nog het geval
zal zijn? Zullen andere commerciële dienstverlenende bedrijven ook niet
al te graag al die mensen zien passeren in hun zaak? Zullen zij
misschien bereid zijn om daarvoor juridische stappen te ondernemen,
omdat zij dit zullen aanvoelen als concurrentievervalsing, en misschien
ook nog deze zaak winnen?

De fundamentele vraag blijft echter: wie wordt daarvan nu beter? De
burger? Die heeft waarschijnlijk meer boodschap aan minder
administratieve rompslomp, aan minder over en weer te moeten voor
zijn identiteitskaart. Wat er echter ook van zij, er zal sowieso met De
Post onderhandeld moeten worden over de openingsuren. Wordt De
Post er dan beter van? Hier dienen wij de vraag te stellen of de opdracht
een meerwaarde zal betekenen voor het bedrijf. Dit alles zal afhangen
van hoeveel geld de overheid hiervoor wil betalen. Blijkbaar zal het geld
van de federale overheid komen. Hoeveel? Daarvan hebben wij niets
teruggevonden, noch in het regeerakkoord, noch in de programmawet.

Hoeveel investeringen dienen er eerst te gebeuren vooraleer zoiets
operationeel wordt? Dan hebben wij het nog niet gehad over de vereiste
vorming voor het personeel en de kosten die ook dat met zich zal
meebrengen. Met al deze elementen in het achterhoofd aanvaarden wij
dan ook niet dat men toch een kerntaak van de gemeenten wenst weg
te trekken. Met wat als doel, met wat als meerwaarde? Ik ben door
deze maatregel in elk geval helemaal niet gerustgesteld over de
toekomst van De Post. Een probleem kan je niet oplossen door er een
ander te creëren.

Er is al veel geschreven en gezegd geweest over de kapitaalsverhoging
van 300 miljoen euro. Dat geld komt er nu eindelijk. Geen dag te vroeg,
zou ik zeggen, aangezien het eerst voorzien was voor 15 januari 2003
en het bedrijf dit geld meer dan nodig heeft.
implique d'utiliser le Registre
national, lequel contient des
données à caractère personnel qui
ne peuvent tomber entre les mains
de sociétés commerciales. Or à
l'heure où je parle, La Poste est
encore une entreprise publique.
Mais quelles sont les intentions du
gouvernement concernant son
avenir ? Et d'autres entreprises ne
considéreront-elles pas qu'il s'agit
là d'une concurrence déloyale ?

En outre, on peut se demander à
qui profitera cette mesure ? Aux
citoyens, à La Poste elle-même ?
Tout dépendra du montant que
l'autorité publique souhaitera
investir. Mais j'ai eu beau chercher,
je n'ai rien trouvé à ce sujet dans
l'accord de gouvernement ni dans
la loi-programme.

Cette mesure n'offre aucune plus-
value et elle ne donne pas non plus
la moindre certitude concernant
l'avenir de La Poste.

Eigenlijk was dit geld bestemd voor de noodzakelijke modernisering. De
vraag zal zijn hoeveel van dit geld nog netto zal overschieten om
werkelijk gebruikt te kunnen worden voor die hoogstnoodzakelijke
modernisering. Gaat het geld opgezogen worden door de lopende
operationele kosten, die in verhouding met de inkomsten steeds groter
en groter worden? Ik vrees dat De Post op dit moment andere
problemen heeft dan al de problemen die de implementatie van de
verdeling van de identiteitskaarten met zich zal meebrengen, zonder
enige garantie voor een meerwaarde voor het bedrijf. Ik vrees dan ook
dat er meer nodig zal zijn om de problemen van De Post op te lossen.
Daarvan hebben wij spijtig genoeg niets teruggevonden, noch in de
programmawet, noch in het regeerakkoord.

Belgacom is de beste leerling van de klas, maar er is een probleempje.
Een minderheidsaandeelhouder heeft in verschillende buitenlandse
Le gouvernement va enfin investir
les 300 millions d'euros promis par
le biais d'une augmentation de
capital, mais ce montant était en
fait destiné à la modernisation de
La Poste. Qu'en restera-t-il à cet
effet ?

La Poste est confrontée à d'autres
problèmes que la mise en oeuvre de
la nouvelle mesure, mais l'accord
de gouvernement ou la loi-
programme sont muets à ce sujet.

Chez Belgacom, les actionnaires
minoritaires commencent à
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
kranten te kennen gegeven dat hij zich liever wenst terug te trekken. In
een financieel dagblad lezen wij dan weer dat de
minderheidsaandeelhouders met hun belang naar de beurs willen, maar
daarvoor staat het pensioenfonds van het personeel ten belope van 3,3
miljard euro nog in de weg. Dat bedrag is niet voldoende, want er dient
volgens de ramingen van het bedrijf zelf 4,9 miljard euro in te zitten om
volstort te zijn. De regering verklaarde dit fonds te zullen overnemen als
het volstort is. Er dient dus nog een serieus verschil ingevuld te worden.
Vanwaar moet dat geld dan komen? De klokt tikt en de
minderheidsaandeelhouders worden meer en meer zenuwachtig.

Tijd, maar vooral de in de tijd geplande opeenvolging van elementen,
zullen bepalen of dit project voor Belgacom zal lukken. Voor mij is het
vandaag alleszins onvoldoende duidelijk of dit project de juiste strategie
is voor de toekomst van het bedrijf, wat betreft profilering en
marktprovisie. Op korte termijn werd in een krant al een schrapping van
800 banen vermeld. Wij zijn niet alleen bevreesd voor de mensen die
daar tewerkgesteld zijn, maar ook voor de beschikbaarheid en de
betaalbaarheid van de diensten voor de bevolking. Mensen moeten
kansen krijgen om mee te kunnen in de informatiemaatschappij. Hier
kunnen geen compromissen geduld worden. Het deed mij dan ook
plezier de minister te horen verklaren dat hij deze diensten, waarop de
mensen minimaal recht zullen hebben, wil vastleggen. Wij zullen de
minister daarin zeker helpen. Het is alleen jammer dat deze diensten
niet uitgewerkt en gespecificeerd werden, en gegarandeerd in
bijvoorbeeld een regeerakkoord.

Met de programmawet werd dus opnieuw de deur opengezet voor de
beursgang van Belgacom, zonder voorwaarden, een blanco cheque.
Kan de minister ons verduidelijken welke garanties er zullen worden
ingebouwd voor het personeel en de dienstverlening van het bedrijf? Hoe
ziet hij dit te realiseren en vooral met welke timing?

De overheidsbedrijven zijn te belangrijk, zowel voor iedere burger als
voor iedere werknemer die daar is tewerkgesteld. Daarom verdienen
deze bedrijven een correcte, professionele, eerlijke en vooral sociale
hoofdaandeelhouder. Ik dank de enkele democratische collega's voor
hun aandacht.
s'agiter. Un actionnaire a manifesté
sa volonté de se retirer, d'autres
souhaitent aller en bourse, mais le
fonds de pension du personnel se
chiffrant à 3,3 milliards d'euros
constitue encore un obstacle à
cette fin. Ce fonds doit, s'il est
entièrement `libéré', s'élever en fait
à 4,9 milliards. Le gouvernement
affirme qu'il reprendra le fonds
lorsqu'il sera entièrement libéré.
Quand cette reprise interviendra-t-
elle et d'où viendra l'argent ?

Le temps nous dira si la stratégie
suivie dans le dossier Belgacom
porte ses fruits. Le ministre a
assuré qu'il sécurisera le service.
Mais quelles sont les garanties
pour le personnel ? En tout état de
cause, 800 emplois seront
supprimés à court terme. Le
ministre peut-il préciser les
garanties spécifiques qui seront
prévues pour le personnel et le
service ?
02.39 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président,
messieurs les ministres, chers collègues, je limiterai mon intervention à
la portée de l'article 35 du projet de loi-programme. Cet article n'a l'air
de rien mais il m'interpelle en tant que bourgmestre attachée au
principe de l'autonomie communale et attentive aux répercussions
budgétaires des décisions prises à un autre niveau de pouvoir. Cet
article s'inscrit dans la volonté annoncée par le ministre de l'Intérieur de
généraliser l'usage de la carte d'identité électronique pour 2007, "et ce
sans que cette opération ne génère de surcoût pour les communes",
pour reprendre les termes exacts de l'accord gouvernemental. Le
gouvernement propose de prévoir une base légale permettant à une
commune de déléguer la délivrance de la carte d'identité à La Poste. La
rémunération des prestations de La Poste sera à charge de l'État
fédéral.

Nous pouvons nous réjouir de la volonté du gouvernement de réduire le
délai dans lequel la carte d'identité électronique sera généralisée.
Néanmoins, comme je l'ai relevé en commission de l'Intérieur, nous
sommes en droit de nous interroger sur l'impact de cette décision au
niveau communal. En effet, l'article 35 confie à La Poste une mission
qui relève entièrement du pouvoir communal. La délivrance des cartes
d'identité a toujours été une mission relevant des administrations
02.39 Corinne De Permentier
(MR): Artikel 35 van het ontwerp
van programmawet kadert in het
streven om de elektronische
identiteitskaart tegen 2007 te
veralgemenen, zonder meerkosten
voor de gemeenten.

De regering stelt voor in een
wettelijke grondslag te voorzien
waardoor een gemeente De Post
ertoe kan machtigen
identiteitskaarten uit te reiken. De
federale Staat zal De Post voor die
prestaties vergoeden. Volgens de
minister van Binnenlandse Zaken
behoren de gemeenten te beslissen
of zij al dan niet een beroep willen
doen op De Post voor de afgifte van
de identiteitskaarten. Maar wanneer
een gemeente beslist om daar zelf
voor in te staan, moet zij dan ook
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
communales. Je crois pouvoir vous dire que le système actuel de
délivrance par la commune fonctionne parfaitement. Certaines
communes ont d'ailleurs pris des mesures particulières pour aider les
plus faibles. Par exemple, dans ma commune, des fonctionnaires sont
habilités à se rendre au domicile des personnes âgées ou handicapées
afin de les aider dans leurs démarches administratives. Nous avons
instauré, au sein de l'hôtel de ville, un guichet de délivrance rapide pour
les personnes âgées qui souhaitent se rendre sur place ou pour les
femmes enceintes.

Dans son exposé introductif, le ministre de l'Intérieur a indiqué qu'il
n'est pas dérogé à l'autonomie des communes. Il appartiendra à la
commune de décider si oui ou non elle veut faire appel à La Poste pour
délivrer les cartes d'identité. Ce propos doit être nuancé. En effet, la
disposition en projet ne prévoit une indemnisation que pour les
communes qui font appel aux services de La Poste. Se pose alors une
question pour quiconque se montre attentif aux finances communales:
si une commune décide d'assumer elle-même la délivrance des cartes
d'identité et donc de ne pas déléguer ses services à La Poste, devra-t-
elle en supporter elle-même les surcoûts? Je n'irai pas jusque là, mais
dans le cadre de l'examen de cette disposition, certains y ont vu la
volonté du fédéral de faire indirectement pression sur les communes
pour qu'elles abandonnent une partie de leurs compétences. On peut
se demander s'il s'agit véritablement d'un libre choix.

Dans un premier temps, le ministre a rassuré les municipalistes en
annonçant que le gouvernement réfléchirait à la manière d'indemniser
les communes qui décideraient de prendre en charge elles-mêmes la
délivrance des cartes d'identité électroniques. Dans un deuxième
temps toutefois, mes inquiétudes ont été ravivées par des déclarations
du ministre de l'Intérieur, qui a annoncé qu'un stimulant serait accordé
aux communes qui choisiraient de déléguer la délivrance des cartes
d'identité à La Poste et que le pouvoir fédéral examinerait la formule la
plus intéressante au niveau des coûts. En réponse à cette affirmation,
j'ai rappelé que le gouvernement s'était engagé à ce que l'introduction
de la carte d'identité électronique n'entraîne aucun surcoût pour les
communes. J'ai en outre exigé que les communes reçoivent une aide
financière dans le cas où elles décident de garder cette mission. Pour
seule réponse, on m'a dit que le précédent ministre de l'Intérieur ne
s'était pas engagé formellement, ce que je ne pense pas, et je conclus
donc que la question reste pleinement ouverte.

D'autres questions le sont d'ailleurs tout autant. La suppression de
plusieurs bureaux de poste a engendré de nombreuses files d'attente
dans certains bureaux. Pour les zones rurales, la suppression d'une
série de bureaux de poste pose également le problème de la facilité
d'accès: La Poste est-elle la solution la plus adaptée? Quand nous
constatons aujourd'hui les problèmes que nous rencontrons dans la
délivrance de nos courriers, ainsi que les grèves multiples, je crois qu'il
y a un certain nombre de lacunes à relever dans les services de La
Poste. Si par exemple, nous confions la distribution des cartes
d'identité aux facteurs, quelle sera leur responsabilité? Le recours aux
facteurs n'est-il pas préférable aux longues files d'attente des bureaux
de poste? Toutefois, je souhaite attirer l'attention sur le problème des
nombreuses attaques subies par les facteurs bruxellois. Des consignes
de sécurité strictes devront être données à La Poste afin d'éviter
d'éventuels vols. Cela paraît être l'évidence même. Mais alors il s'agira
d'éviter les incidents qui se sont malheureusement déjà produits. Des
mesures devront être prises quant à l'information de nos concitoyens.
Cette mesure risque en effet de créer la confusion auprès des citoyens,
qui vont se demander pour quel motif ils doivent aller au bureau de
poste dans une commune et à l'administration communale dans une
voor de kosten ervan opdraaien?

De minister heeft vooreerst de
verdedigers van de
gemeentebelangen gerustgesteld
door te stellen dat de regering zou
nadenken over de manier waarop
die gemeenten zouden worden
vergoed. Nadien heeft men mij
gezegd dat hij op dat stuk geen
enkele verbintenis is aangegaan.

Die vraag blijft dus onbeantwoord
en dat geldt ook voor de vragen met
betrekking tot de lacunes bij De
Post, de aansprakelijkheid van de
postbode die die identiteitskaarten
zou uitreiken, de veiligheid van de
postdiensten en de informatie ten
behoeve van de burgers. Wie zal
bevoegd zijn in geval van een
adreswijziging? Zal de burger zich
in dat geval zowel tot het
gemeentebestuur als tot De Post
moeten wenden?

De hele discussie over de uitvoering
van artikel 35 van het wetsontwerp
moet dus nog plaatsvinden.

Ik dring er echter op aan dat die
operatie geen meerkosten zou
meebrengen voor de gemeenten,
overeenkomstig de verbintenis
zoals die in het regeerakkoord is
opgenomen.

De gemeenten die beslissen om
zelf voor de afgifte van de
elektronische identiteitskaarten in
te staan, moeten daarvoor een
gelijkwaardige financiële vergoeding
ontvangen.

29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
autre. Parlons-nous toujours de simplification administrative? Par
exemple, qui sera compétent en matière de changement d'adresse? Le
citoyen devra-t-il se rendre aussi bien à l'administration communale que
dans son bureau de poste?

Comme nous pouvons le constater, de nombreuses questions restent
ouvertes. L'article 35 du projet de loi-programme ne vise qu'à donner
une base légale à la possibilité pour les communes de faire appel au
service de La Poste dans le cadre de la délivrance des cartes d'identité
électroniques. Toute la discussion relative à son exécution doit encore
avoir lieu.

Permettez-moi toutefois d'insister, monsieur le ministre, pour que cette
opération soit neutre budgétairement pour les communes. Cet
engagement figure dans l'accord gouvernemental. L'utilisation de la
carte d'identité électronique sera généralisée d'ici à l'année 2007,
toujours dans le souci d'améliorer le service au citoyen client, sans que
cela ne génère des coûts supplémentaires pour les communes. Je
vous réitère donc fermement ma demande: les communes doivent
recevoir une aide financière équivalente au cas où elles décideraient
d'assurer elles-mêmes la délivrance des cartes d'identité électroniques.

De voorzitter: Ik zou de zaak van de vraag van de heer De Crem willen
uitklaren. Ik heb het dossier opgevraagd. Mijnheer de Crem, ik heb u de
documenten bezorgd. Ik moet u melden dat minister Anciaux op een
correcte manier aan de Koning de toelating heeft gevraagd om tussen
25 juli en 1 augustus in het buitenland te mogen zijn. Hij heeft dit ook in
een brief van 24 juli aan de eerste minister meegedeeld. Daarin staat
ook dat hij zich laat vervangen door vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven Johan Vande Lanotte. De dag daarna
heeft hij dit aan mij laten weten met een officieel schrijven waarvan hij
een kopie heeft gestuurd aan vice-eerste minister Dewael die, zoals u
weet belast is met de contacten met de Kamer. In die omstandigheden
kan ik de vordering van de heer Anciaux niet ontvankelijk verklaren
omdat hij officieel vervangen is. Dat kan ook met andere collega's
gebeuren. De reden van zijn afwezigheid moet ik niet beoordelen.
Mijnheer Tant, ik zeg alleen maar dat een minister die in opdracht,
afwezig of in het buitenland is, en de plichtsregels die daarvoor bestaan
naleeft, zich officieel kan laten vervangen. Ik zou dus vragen dat u niet
insisteert om geen precedenten te scheppen.
Le président: Je dispose à présent
de plus amples informations
concernant l'absence de M.
Anciaux. Le ministre a demandé au
Roi l'autorisation officielle de
s'absenter pendant une semaine à
partir du 25 juillet. Il a fait part de
ses projets au premier ministre le
24 juillet. M. Vande Lanotte a été
désigné pour le remplacer
officiellement dans ses fonctions.
J'en ai moi-même été informé le 25
juillet. Je n'ai pas à juger des motifs
de l'absence de M. Anciaux.
Toutes les règles de procédure ont
été respectées, et M. Anciaux est
officiellement remplacé pour la
durée de son absence. La
demande visant à requérir la
présence de M. Anciaux est dès
lors irrecevable.
02.40 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb
kennisgenomen van de niet ondertekende brieven van de heer Anciaux.
Hij heeft die gericht aan het staatshoofd en de eerste minister. Ik breng
hulde aan het optimismefonds als u zegt dat minister Anciaux dat op
een correcte manier heeft gedaan. Het zou er nog aan mankeren dat hij
dat niet op een correcte manier heeft gedaan. Ik denk dat alle
parlementsleden die hier aanwezig zijn zich ook correct van hun taak
kwijten. Zij zijn namelijk gevorderd door de regering die het nuttig heeft
geacht, omdat zij niet op tijd klaar was voor 21 juli, er nog even vier
ontwerpen door te sassen. Wij als oppositie kwijten ons van onze taak.
Ik vind het allesbehalve dat zoiets mogelijk is. Een minister kan op
buitenlandse verplaatsing zijn, hij kan op dienstverplaatsing zijn, maar
dit is geen dienstverplaatsing. Ik lees dat minister Anciaux zegt dat hij
naar Nederland wil vertrekken voor een vakantie met zijn gezin. Ik vraag
aan de aanwezige leden in dit halfrond wie niet graag vakantie wil
nemen met zijn gezin, vandaag 29 juli. Wij moeten natuurlijk geen
toelating vragen aan de Koning.
02.40 Pieter De Crem (CD&V):
Je prends connaissance des
courriers envoyés par M. Anciaux.
Le président de la Chambre estime
que celui-ci a respecté les règles,
mais personnellement, je juge son
absence inacceptable. Il doit venir
se justifier devant cette assemblée.
Le ministre se permet de partir en
vacances pour une semaine, au
moment même où la Chambre
examine la loi-programme, dont
une série d'articles relèvent de sa
compétence. C'est intolérable ! Le
gouvernement réquisitionne le
parlement pour adopter plusieurs
projets de loi, et il me semble que
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33

Wat zien de burgers, de kiezers in dit land? Kussende eerste ministers
op de Champs Elysées. Ik vroeg mij eigenlijk af of Armstrong de koers
had gewonnen dan wel Guy Verhofstadt. Het speeksel liep bijna uit
mijn televisiescherm. Ik denk dat minister Anciaux door de vlooien
gebeten is en dat hij ergens in een zwembad met chloor moet gaan
rondzwemmen. Ik zie dat hij veel tijd heeft om in statige fauteuils zijn
résidence in de Wetstraat 65 op de gevoelige plaat te laten vastleggen,
maar dat hij blijkbaar geen tijd heeft om in deze weliswaar iets minder
statige fauteuils uitleg te komen geven over beslissingen die hem
aanbelangen.

Mijnheer de voorzitter, ik vind dat het echt niet kan. Wanneer een
regering haar parlementaire meerderheid vordert om een aantal
ontwerpen te laten goedkeuren, moeten de bevoegde ministers hier
aanwezig zijn.

Ik vind dat u dat ook moet laten weten aan de heer Dewael. Het gaat
inderdaad om verlofredenen. Ik vraag naar de appreciatie van de
parlementaire meerderheid. Zij kan nog niet op verlof vertrekken met het
gezin, met vrienden of met beiden. Dat is soms ook een groot
probleem. Daarom stel ik voor dat we daarover stemmen. Ik vraag de
stemming. Ik vraag of de parlementaire meerderheid ermee akkoord
gaat dat minister Anciaux hier afwezig blijft.
les ministres se doivent d'être
présents. Je demande un vote afin
de savoir ce que pense la majorité
parlementaire de l'absence de M.
Anciaux.

De voorzitter: U hebt recht op 5 minuten per fractie. Dat staat in artikel 48, 1, 6°. Elke fractie heeft dus dat
recht.
02.41 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, als
gezinspartij kunnen het Vlaams Blok en ikzelf uiteraard begrip
opbrengen voor het feit dat een minister vakantie neemt met zijn gezin.
De minister wist echter dat er nog één week werk was. De minister wist
dat hij hier nog één dag moest zijn. Ik heb hiervoor dus geen enkel
begrip. Ik lees in het regeerakkoord dat de regering van plan is om het
parlementair verlof in te korten. Ik ben daar een bijzonder groot
voorstander van. Ik vind dan echter dat iedereen hier moet aanwezig zijn
als er geen parlementair verlof is. Dat geldt dus ook voor de minister.
Wij sluiten ons uiteraard aan bij de vraag van collega De Crem.
02.41 Jan Mortelmans (VLAAMS
BLOK): Le Vlaams Blok étant un
parti qui défend la famille, nous
comprenons que le ministre Bert
Anciaux prenne des vacances mais
il n'était pas sans savoir qu'il nous
restait une semaine de travail
parlementaire et qu'il devait y
prendre part. Tout le monde doit
être présent en dehors des
vacances parlementaires. Aussi
nous rallions-nous à la demande de
M. De Crem.
De voorzitter: Ik heb geprobeerd te voorkomen dat hierover zou worden
gestemd om precedenten te vermijden. Ik oordeel niet over de reden van
afwezigheid. Het is niet aan mij om dat te doen. De reden van
afwezigheid moet ik niet beoordelen.
Le président: Le ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale
n'a pas enfreint le règlement et il ne
m'appartient pas de porter un
jugement sur le motif de son
absence. Pour moi, procéder à un
tel vote n'est pas une bonne idée.
02.42 Paul Tant (CD&V): Als dit de houding van de paarse
meerderheid is, dan stel ik voor analoge brieven al op voorhand op te
maken voor alle excellenties
02.42 Paul Tant (CD&V): Si telle
est la position adoptée par la
majorité violette, je propose de
rédiger à l'avance des lettres
similaires à l'intention de toutes les
éminences.
De voorzitter: Mijnheer Tant, ik kan alleen maar vaststellen dat de minister hier "volgens het boekje" heeft
gehandeld. Hij is vervangen door een collega. Die collega is ­ laten wij zeggen ­ belast met zijn vervanging. Ik
zou u willen vragen om geen stemming te vragen gelet op de omstandigheden en het argument dat naar de
vorm pertinent is. Als u insisteert zal ik dat natuurlijk niet weigeren. Mijnheer Van Parys, het argument is
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
pertinent naar de vorm.

Anders ga ik laten bellen voor de stemming.
02.43 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik handhaaf
mijn vraag voor een stemming. Als dit de houding is van paars ...

(...): En van de voorzitter.
02.43 Pieter De Crem (CD&V):
J'exige le vote nominal.

02.44 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, Ik houd het
voorlopig op de houding van paars, van rood-blauw. Als dat de houding
is, dan stel ik voor dat de analoge brieven nu reeds vermenigvuldigd
worden, niet ondertekend worden en dat de namen van de excellenties
reeds op voorhand worden ingevuld. Ik zeg het u dus in alle kalmte. Dit
gaat niet. Ik zal het punt ook aan de orde van de Conferentie van
voorzitters brengen. Zo lang het Parlement niet in reces is en de
regering ontwerpen ter stemming legt, moeten de ministers in het land
zijn en blijven. Het zijn haar wetsontwerpen, niet de onze. Het zijn geen
wetsvoorstellen. Het zijn wetsontwerpen van de regering. (Applaus, ook
vanop de tribunes voor het publiek
)
02.44 Pieter De Crem (CD&V):
Je ferai aussi inscrire ce problème
à l'ordre du jour de la Conférence
des présidents. Tant que le
Parlement n'est pas en vacances,
les ministres doivent être dans le
pays.
De voorzitter: Mag ik het publiek in de tribunes erop wijzen dat het verboden is om opinies te uiten. Ik dring
hierop aan, maar slechts één keer, want een volgende keer moet ik u de tribunes laten verlaten. U kent de
regels.

Mijnheer Tant, ik zal toch laten stemmen.
02.45 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zijn er in dat verband
precedenten? Ik heb het nog nooit weten gebeuren dat het Parlement
de aanwezigheid van een minister vordert en dat die minister nadien
laat weten dat hij aan de Koning verlof gevraagd heeft. Dit zou
betekenen dat het staatshoofd bepaalt wie in het Parlement moet
verschijnen en wie niet. U moet goed weten waaraan u begint.
02.45 Paul Tant (CD&V): Des
précédents existent-ils à cet égard
? Le Parlement requiert la présence
du ministre. Ce dernier a par la
suite indiqué qu'il avait demandé
l'autorisation au Roi. Ainsi, celui-ci
fixe les présences des ministres au
Parlement.
De voorzitter: Wanneer men officieel en volgens de geplogenheden ten eerste, weg is, ten tweede, de
premier heeft verwittigd en zich ten derde laat vervangen dan beschouw ik dat als full-fledged.

U wilt daarover laten stemmen. Dat is geen goede procedure. Ik laat echter over uw vraag stemmen.

Nous passerons au vote mais je vous le répète, à mon estime, il ne s'agit pas d'une bonne idée.

De heer Van Parys is officieel wettelijk afwezig en vervangen. De heer Louis Michel is in Congo. Hij laat zich
vervangen door een vice-premier. Moet ik hem misschien met een vliegtuig laten terugkomen? Ik oordeel niet
over de motieven en ik zeg mijn mening.
02.46 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u weet wellicht
evengoed als ik dat verloven van ministers in de vaderlandse
geschiedenis vaak worden aangegrepen om verschrikkelijke daden te
laten stellen door hun vervangers. In dat verband verwijs ik naar de
executie van uw streekgenoot Vindevogel.
02.46 Pieter De Crem (CD&V):
Ce n'est pas la première fois qu'un
ministre se fait remplacer pour
cautionner des abominations. Je
vous renvoie, Monsieur le
Président, à ce qu'il est advenu de
M. Vindevogel, originaire de votre
région! (Applaudissements de M.
Van den Eynde)

De voorzitter: Wordt de vraag tot naamstemming door ten minste acht leden gesteund?
La demande de vote nominatif est-elle soutenue par huit membres au moins?

(Huit membres se lèvent)
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
(Acht leden staan recht)
02.47 Rik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, kunt u zeggen welke
stemming wat betekent.
De voorzitter: Wij stemmen over de vraag van collega De Crem die, in omstandigheden waar minister
Anciaux volgens het boekje wettig afwezig is, zijn aanwezigheid eist. Dit kan volgens het Kamerreglement. Ik
heb gevraagd of wij bij zitten en opstaan kunnen stemmen. Men heeft een naamstemming gevraagd. Acht
collega's zijn opgestaan.
02.48 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, nous
regrettons également l'absence de M. le ministre de la Mobilité mais,
par contre, nous apprécions la présence du ministre Vande Lanotte qui
non seulement est présent, remplit ses obligations mais accepte aussi
de remplir temporairement celles de son collègue. Nous allons donc
voter en confiance vis-à-vis du gouvernement et pour la présence de M.
Vande Lanotte.
02.48 Daniel Bacquelaine (MR):
Ook wij betreuren de afwezigheid
van de minister van Mobiliteit
(Gelach op de oppositiebanken),
maar we stellen de aanwezigheid
van minister Vande Lanotte op
prijs. Hij verdedigt immers niet
alleen wat tot zijn bevoegdheden,
maar ook wat tot die van de heer
Anciaux behoort. Wij zullen dus
voor de regering stemmen
Le président: J'explique le déroulement du vote. Ceux qui ne veulent pas requérir la présence du ministre
votent non, les autres votent oui.

Zij die de minister wensen te vorderen stemmen ja, de anderen stemmen neen of onthouden zich.

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1)
Ja
0
Oui
Nee
78
Non
Onthoudingen
4
Abstentions
Totaal
82
Total

En conséquence, La demande est rejetée.
Bijgevolg wordt de vraag verworpen.
02.49 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal
dan maar in afwezigheid van de bevoegde minister spreken over artikel
33. Ik betreur dit ten zeerste. Ik ben al meer dan 20 jaar lid van deze
Kamer. Ik heb al heel veel meegemaakt, maar ik heb het nooit
meegemaakt dat een nieuwe, kersverse minister bij het begin van de
werkzaamheden van een nieuwe regering ­ schijnbaar is het zelfs een
sterkhouder van deze regering ­ niet de moeite doet om hier aanwezig
te zijn bij de bespreking van het eerste ontwerp van deze nieuwe
regering, meer bepaald de programmawet. Ik heb zoiets nog nooit
meegemaakt.

Wij, gewone volksvertegenwoordigers, weten wat deze man de
afgelopen dagen heeft gedaan om in de actualiteit te komen. Hij heeft
journalisten uitgenodigd naar zijn kabinet om te laten zien welke zetels
daar staan en welke schilderijen daar hangen. Hij heeft van alles en nog
wat verzonnen om in de actualiteit te komen - zo kennen wij toch
allemaal Bert Anciaux -, maar vandaag, wanneer het gaat over een
belangrijk artikel uit de programmawet waarin hij een cruciale rol speelt,
gaat mijnheer op vakantie. Ik begrijp zoiets niet en ik vind dat de
publieke opinie ook maar eens moet weten op welke lichtzinnige wijze
02.49 Jos Ansoms (CD&V): Je
déplore l'absence du ministre
Anciaux. Qu'un ministre
fraîchement désigné n'assiste pas
à l'examen de la loi-programme,
c'est du jamais vu ! Pour inviter les
journalistes, en revanche, Monsieur
Anciaux a amplement le temps. Il
appartient à l'électeur de juger de la
légèreté avec laquelle Monsieur
Anciaux assume sa charge.
(Applaudissements du CD&V et du
Vlaams Blok)

L'article 33 règle la suppression de
la taxe d'immatriculation des
véhicules. Le ministre Anciaux a dû
l'intégrer dans la loi-programme
comme compensation déguisée de
l'augmentation d'impôt. Cet article
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
deze man zijn job uitoefent.

Ik kan mij niet voorstellen dat in de kleinste gemeente van Vlaanderen
waar een nieuwe gemeenteraad of een nieuw schepencollege
geïnstalleerd wordt, de nieuwe burgemeester of een van de nieuwe
schepenen op de eerste vergadering met vakantie zou gaan. Kunt u
zich dat voorstellen?

Bovendien is hier vandaag een belangrijke discussie gepland, want de
heer Anciaux heeft van de regering een artikel in de programmawet
moeten schrijven over de afschaffing van de inschrijvingstaks op de
nummerplaten voor de auto. Dit is het schaamlapje dat moet aantonen
dat de accijnsverhoging geen echte belasting is, maar een
variabilisering van de autokosten. Hij heeft dit moeten verdedigen ook al
weet hij dat dit eigenlijk onwettig is. In de commissie hebben wij
immers een discussie gehad waarin wij zeer duidelijk hebben
aangetoond dat er voor dit artikel 33 een voorafgaand overleg had
moeten plaatsvinden met de Gewesten. Bert Anciaux, de grote Bert
Anciaux, voormalig Vlaams minister, moest een artikel in de
programmawet verdedigen dat niet voorafgaandelijk werd overlegd met
het Vlaams Gewest. Kunt u zich dat voorstellen? Hij heeft dit gedaan in
zijn gekende stijl, met tranen in de ogen. Hij heeft ons niet kunnen
overtuigen, mijnheer de voorzitter, van zijn gelijk. Hij heeft proberen
aantonen dat er geen overleg nodig was. Wij hebben de heer Anciaux
gewezen op deze fout en hem gezegd dat hij beter zou moeten weten.
Er is voor dit artikel wel degelijk voorafgaand overleg nodig.

Hij wilde dat niet geloven en heeft zijn collega's, vooral van sp.a-spirit,
ter hulp geroepen om de werkzaamheden toch voort te zetten, hoewel u
zeer goed wist, mijnheer Schalck, met uw kennis als
volksvertegenwoordiger, dat wat de minister zei niet juist was. Er was
wel degelijk voorafgaandelijk overleg nodig. Wij werden door de
meerderheid aldus verplicht om de discussie voort te zetten. Achteraf is
dan gebleken, uit een nota van de diensten van onze voorzitter, de heer
De Croo, dat voorafgaandelijk overleg duidelijk noodzakelijk was. Op 24
juli, 's anderendaags, heeft de heer Anciaux zich daarbij neergelegd en
vooralsnog een formalistisch overleg georganiseerd. Ik zal dadelijk,
mijnheer de plaatsvervanger van de heer Anciaux, even inhoudelijk
ingaan op dit overleg.

Er zou dus overleg zijn geweest, sinds 24 juli. Waarover gaat het,
collega's? Over de afschaffing van de inschrijvingstaks op de autoplaten
vanaf 2006. Vanaf 2004 zal het de helft bedragen en wordt 31 euro
teruggegeven aan de burger. Dat is iets meer dan het bedrag dat
mevrouw Durant vorig jaar aan diezelfde burger gevraagd heeft voor de
reflecterende nummerplaten. Dat bedrag wordt dus teruggegeven. In
2006 wordt nogmaals een bedrag van 31 euro teruggegeven, ter
compensatie van de accijnsverhoging.

Daarover dient overleg plaats te vinden en volgens de diensten van onze
voorzitter ­ af en toe ook wel de voorzitter van de meerderheid ­ moet
aan drie voorwaarden worden voldaan, mijnheer Vande Lanotte, opdat
men zou kunnen spreken over voorafgaandelijk overleg. Ten eerste
moeten de Gewestregeringen hierbij betrokken worden voor de
eindstemming van de Kamer, die normaal vandaag plaatsvindt. Ten
tweede kan de procedure schriftelijk of mondeling verlopen, maar best
wordt er een bewijs bewaard in de vorm van briefwisseling of de notulen
van een vergadering. Ten derde moeten de Gewestregeringen akkoord
gaan met deze uitzonderingsprocedure. Als aan die voorwaarden
voldaan wordt, zou het kunnen dat het Arbitragehof dit artikel niet
schorst of verbreekt.
n'a toutefois pas sa place dans ce
texte de loi. D'après Monsieur
Anciaux, point n'était besoin de
concertation. Le CD&V a dû
l'obtenir à l'arraché, le ministre
ayant finalement organisé une
concertation formaliste en
catastrophe. On aurait pu
s'attendre à mieux de la part d'un
ancien ministre flamand !

Aux termes de l'article, le citoyen
récupérera 32 euros en 2004 et 31
en 2006. Pour qu'il puisse être
question de concertation avec les
Régions, trois conditions doivent
être remplies : les gouvernements
régionaux doivent être consultés,
les preuves de la concertation
doivent être conservées et les
gouvernements régionaux doivent
se mettre d'accord.

Le gouvernement régional wallon a
approuvé les textes lors d'une
réunion fortuite. M. Ducarme, le
ministre-président de la Région de
Bruxelles-Capitale, indique dans un
courrier que son gouvernement est
d'accord, à la condition que les
articles 2, 3, 4 et 30 de la loi de
février 2003 soient modifiés. Le
gouvernement accepte-t-il cette
condition ? Dans un courrier
adressé à M. Anciaux, le ministre-
président flamand, M. Bart Somers,
émet un avis favorable, et il y ajoute
que le ministre peut prendre
connaissance des positions des
ministres Agalev en annexe. Ces
positions sont claires : les
ministres flamands d'Agalev
déclarent que le fait de prendre une
telle décision après le dernier
conseil des ministres flamands,
sans réunion du comité de
concertation, n'est pas conforme
aux principes de bonne
administration. Il faut en déduire
que ce dossier n'a pas été abordé
au conseil des ministres, et que la
troisième condition de la
concertation n'a pas été remplie.
Cela veut donc dire que l'article ne
pourra être adopté. Si la Chambre
l'adopte quand même, toute plainte
déposée auprès de la Cour
d'arbitrage entraînera l'annulation de
l'article, et dans ce cas, le
gouvernement devra demander au
citoyen de restituer les 31 !
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Laten wij de drie zogenaamde adviezen over de betrokkenheid van de
Gewesten even overlopen. Op de eerste plaats is er een schrijven van
de heer Van Cauwenberghe, gericht aan de heer Verhofstadt. Zij
hadden een beetje geluk, want net op 24 juli hield het Waals Gewest
een Ministerraad. Dit punt werd vlug op de agenda geplaatst en het
Waals Gewest ging akkoord met artikel 33. Vervolgens ontvingen wij
een kopie van het schrijven van de heer Ducarme, minister van Staat,
waarin hij aan minister Anciaux mededeelt dat de Brusselse regering
zich ook akkoord heeft verklaard met dit artikel, maar in de tweede
alinea voegt hij er voorwaarden aan toe. Nu kom ik tot minister
Ducarme, die vandaag de bevoegdheid terzake uitoefent en die
mededeelt dat zij akkoord gaan met de inhoud van artikel 33, op
voorwaarde evenwel dat de regering ­ uw regering, mijnheer Vande
Lanotte ­ de artikelen 2, 3, 4 en 30 van de wet van 7 februari 2003 of de
wet-Durant, wijzigt. Dat is een voorwaarde. Mijn vraag aan de regering
is dus of zij ermee instemt om de artikelen 2, 3, 4 en 30 van de wet van
7 februari 2003 te wijzigen?

Want als de regering niet akkoord gaat met de wijziging van die vier
artikels, gaat het Brussels Gewest niet akkoord met artikel 33. Ik
vermoed, ik hoop dat u zo dadelijk zal antwoorden wat het standpunt
van de regering is over de artikelen 2, 3, 4 en 30. Of kunt u daarop nu
misschien al antwoorden?

(...)

Straks.

U kunt aan de Kamer misschien ook uitleggen wat die artikels 2, 3, 4
en 30 van die bewuste wet inhouden. Dan kan de Kamer met kennis
van zaken oordelen over de vraag of er genoegdoening gegeven wordt
door de regering.

Vervolgens wil ik het hebben over de bewuste brief van de Vlaamse
minister-president, de heer Somers. De heer Somers heeft ook een
brief geschreven aan de heer Anciaux. Ik lees die brief letterlijk voor; hij
is niet zo heel lang: "Betreft: het advies met betrekking tot de vroegere
artikels 36, 37, nu artikel 33, 34, van het ontwerp programmawet. In
antwoord op uw faxbericht van 24 dezer deel ik u mee dat de Vlaamse
regering gunstig advies verleent met betrekking tot de genoemde
artikels van het ontwerp programmawet. Met oprechte groeten, Bart
Somers, Minister-president"

Daarbij is geschreven ­ ik ken het handschrift van de heer Somers niet,
maar ik denk dat het zijn handschrift is: "Gelieve als bijlage de
inzichten van de Agalev-ministers te vinden." Dat staat erbij
geschreven. Ik vermoed dat de heer Somers dat er zelf, eigenhandig,
bijgeschreven heeft.

Wat zien wij dan? In die nota, die bij die brief gevoegd is, lezen wij wat
dat zogenaamde inzicht is van de Agalev-ministers. Ik lees letterlijk
voor: "Ten eerste, de vraag van de federale overheid om bij
hoogdringendheid het advies te vragen van de Gewesten na de laatste
Vlaamse Ministerraad, getuigt van weinig behoorlijk bestuur. Het is
wenselijk dergelijke vragen te behandelen in een overlegcomité."

Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is de volgende. Hier wordt duidelijk
aangetoond dat er geen Ministerraad heeft plaatsgevonden van de
Vlaamse regering. De Agalev-ministers schrijven zelf, en de heer
Somers voegt dat aan zijn brief toe, dat dit advies gegeven wordt ná de
jongste Ministerraad. Is met een dergelijke brief van drie regels voldaan
aan de voorwaarde die uw juridische diensten vooropstellen, namelijk
Devrons-nous aujourd'hui vraiment
adopter un article dont nous
sommes quasiment certains qu'il
sera annulé ? Qu'en pense le
Président de la Chambre ?

Le ministre a participé au débat en
commission et il a entamé une
concertation formelle le 24 juillet. Il
savait donc qu'il allait être débattu
de cette question aujourd'hui. Dès
lors, comment ose-t-il partir en
vacances? En conséquence, nous
allons adopter aujourd'hui un article
qui sera annulé ultérieurement par
la Cour d'arbitrage. Il s'agit d'un
précédent pour cette Chambre.

Cet article a pour but de faire croire
à la population qu'il n'est nullement
question d'une augmentation
d'impôt parce que des
compensations sont prévues. M.
Anciaux affirme que le
remboursement en 2006 s'élève à
93 millions d'euros mais le rapport
de l'Inspection des Finances
mentionne le montant de 83
millions d'euros. Lorsqu'on le
questionne sur les conséquences
de l'augmentation des accises, le
ministre sort de sa manche
quelques chiffres qui ne
correspondent pas davantage aux
chiffres figurant dans le rapport.
Voilà donc la légèreté avec laquelle
le ministre traite le Parlement.
Nous ne pouvons qu'en conclure
que le ministre de la mobilité à
manqué son départ et a encore
beaucoup à étudier.

Il ne s'agit pas ici d'une véritable
variabilisation des coûts de
l'automobile, mais d'un alibi destiné
à convaincre les citoyens qu'ils
bénéficieront de compensations
pour les augmentations des
accises. Nous soutenons l'idée
d'une réelle variabilisation, mais il
doit exister des solutions de
rechange, c'est-à-dire une meilleure
offre en matière de transport
ferroviaire. Le plan Vinck vise à
augmenter le nombre de voyageurs
de 25 %, mais il ne prévoit aucun
investissement dans des trains à
double étage et fait baisser de 15
% les investissements dans le
transport de marchandises.

Le gouvernement tente de
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
dat er notulen moeten zijn van de vergadering en dat de
Gewestregeringen akkoord moeten gaan met die
uitzonderingsprocedure? Ik denk dat hier zeer duidelijk, met de
handtekening van de Vlaamse minister-president, aangetoond is dat er
niet voldaan is aan de derde voorwaarde die de eigen diensten hier
vooropstellen om dat artikel 33 hier te kunnen goedkeuren. Als wij dat
toch zouden doen, dan ben ik er 100% zeker van ­ mijnheer de
voorzitter, ik denk dat u mij gelijk moet geven ­ dat de eerste de beste
burger die naar het Arbitragehof gaat, een vernietiging van dat artikel 33
verkrijgt. Dat schijnt een slechte gewoonte te zijn van de wetgeving van
deze regering. Maar kunt u zich voorstellen dat binnen een bepaald
aantal maanden, in de loop van de zomer van 2004, het Arbitragehof dat
artikel vernietigt? Dan moet die 31 euro teruggeëist worden of op een of
andere manier teruggevorderd worden van degenen die dat dan niet
meer moeten betalen, of ik weet niet wat.

Ik zou dus zeer graag weten, zowel van de voorzitter van de Kamer als
van de minister, of er met die procedure voldaan is aan de drie
voorwaarden die er zeer duidelijk in de nota van de wetgevende diensten
van onze Kamer neergeschreven zijn. Ik zou daarop graag een
antwoord weten.

Mijnheer de voorzitter, u kunt ons toch niet verplichten om hier een
artikel goed te keuren, waarvan wij dan toch met 100% zekerheid weten
dat het achteraf door het Arbitragehof vernietigd zal worden. Dat wilde ik
zeggen in verband met de procedure.

Als u sterkhouder van de regering is, als u minister van de regering is,
als u het debat in de commissie hebt meegemaakt, als u de dag na de
commissievergaderingen, op 24 juli 2003, een formalistisch overleg
heeft opgestart op basis van een nota van de diensten van het
Parlement, hoe durft u dan op vakantie te gaan naar Center Parcs, of
waar is het? Ik heb de krant niet gelezen.

U moet toch maar durven om zoiets te doen als u weet dat hier
vandaag een debat over dat onderwerp zal plaatsvinden en als u bijna
met 100% zekerheid weet dat wij hier, wanneer er geen duidelijke
antwoorden op de vragen komen, een artikel zullen goedkeuren dat
achteraf door het Arbitragehof zal worden vernietigd, met alle gevolgen
van dien. Op een dergelijke manier wordt invulling gegeven aan het
hoogste ambt in dit land, namelijk minister van de Koning. Ik begrijp dat
gewoon niet. Ik heb dat nog nooit meegemaakt tijdens mijn twintigjarige
loopbaan in de Kamer.

Nu wil ik naar de grond van de zaak gaan.

Het artikel is een heel belangrijk artikel voor de regering. Het is het
schaamlapje om aan de bevolking aan te tonen dat er geen
belastingverhoging komt en dat de accijnsverhoging voor benzine en
diesel wordt gecompenseerd. Dat was het immers. Men heeft het zo
proberen uit te leggen aan de bevolking van dit land. Intussen is de
regering wel tot de vaststelling gekomen dat het niet is gelukt. Ze heeft
vastgesteld dat de Belgen, zowel Vlamingen, Brusselaars als Walen,
slimmer zijn en niet geloven dat er een compensatie is. Zij geloven niet
dat de kosten van de verhoging van de benzine- en dieselprijs variabel
zijn gemaakt.

Ik wil alleen aantonen met welke lichtzinnigheid een dergelijk ontwerp
wordt behandeld in de commissie. Leden die geen deel uitmaken van
de commissie weten dat op die manier dan ook eens.

Mijnheer Anciaux zegt dat de terugbetaling van de inschrijvingstaks, die
présenter cette mesure comme une
mesure environnementale. Mais
grâce à une expérience similaire
menée par la seconde coalition
violette aux Pays-Bas, nous savons
que les citoyens ne réduisent pas
le nombre de kilomètres parcourus
et se bornent à payer les frais
supplémentaires en maugréant.

Nous demandons donc des
éclaircissements sur la
concertation avec les Régions,
sinon cette mesure sera annulée
par la Cour d'arbitrage. Nous
souhaitons également savoir si le
gouvernement est disposé à
répondre aux conditions de la
Région Bruxelles-Capitale et donc
à adapter les articles 2, 3, 4 et 30
de la loi Durant. (Applaudissements
sur les bancs du CD&V et du
Vlaams Blok)

CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
wel te verstaan pas in 2006 ingaat terwijl de accijnsverhoging volgende
week al ingaat, 93 miljoen euro bedraagt. Dat zegt de minister aan ons,
gewone kamerleden. Wij willen immers wel graag weten wat de
terugbetaling betekent. Het verslag van de Inspectie van Financiën
wordt achteraf meegestuurd met het commissieverslag. Wij krijgen het
verslag van de Inspectie niet vooraf. Ik lees nu in het verslag van de
Inspectie van Financiën dat de terugbetaling maar 83 miljoen euro
bedraagt. De bevoegde minister van Mobiliteit praat dus uit zijn nek. Hij
zegt immers in de bevoegde commissie dat het om 93 miljoen euro
gaat. U kan het nalezen in het verslag van mevrouw Lalieux. Ik lees in
het verslag van de Inspectie van Financiën dat het om 83 miljoen euro
gaat. Dat is een verschil van 10 miljoen euro. Dat is toch nog altijd
400 miljoen Belgische frank. Dat wordt zomaar gezegd.

Ik vraag aan dezelfde minister wat de accijnsverhoging tot gevolg heeft.
Hij telefoneert dan. U heeft het meegemaakt. Hij zegt ook een paar
cijfers, die niet in het verslag staan. Het is maar goed ook dat ze niet in
het verslag staan. De cijfers die hij heeft genoemd, stemmen immers
ook niet overeen met de opbrengsten die wij lezen in het verslag van de
Inspectie van Financiën.

Op dergelijke lichtzinnige manier wordt er omgegaan met de Kamer. Ik
kan er maar één conclusie uit trekken. De bevoegde minister van
Mobiliteit heeft in elk geval zijn start gemist. Hij is tijdens zijn vakantie
misschien aan het studeren. Dan is het goed. Hij zal nog heel wat
moeten studeren om op een verantwoorde manier om te gaan met de
Kamer en op de juiste manier te antwoorden op de vragen van de
volksvertegenwoordigers.

Het is dus geen variabilisering van de autokosten. Ik weet niet wat het
juiste bedrag is, maar in 2008 gaat het over 400 miljoen euro ten
opzichte van eventueel 83 miljoen euro. Het is dus geen variabilisering
van de autokosten. Het is gewoon een schaamlapje om de indruk te
wekken dat men iets teruggeeft aan de burger.

Zelfs al zou het een variabilisering van de autokosten zijn, dan zijn we
er op dit ogenblik niet mee akkoord, want onze fractie is voorstander
van de variabilisering van autokosten op het ogenblik dat er
alternatieven zijn. Als men inderdaad de kosten van het autorijden gaat
verhogen, maar er zijn geen alternatieven voor de burger voorhanden,
wat moet die man of vrouw dan doen? Hij kan eens vloeken, hij kan
kwaad worden, maar hij zal zijn duurdere benzine en diesel betalen en
verder moeten rijden met zijn auto, want er zijn geen alternatieven. In de
aanzet van deze regering vinden wij ook geen alternatieven,
integendeel.

Nu kom ik bij de NMBS. Het enige waar wij hier federaal kunnen over
oordelen is de NMBS. Wat lezen we in het plan-Vinck? Er wordt
gezegd dat het aantal personen dat moet vervoerd worden per trein met
25% moet stijgen, maar wij lezen in het plan-Vinck dat bijvoorbeeld de
investering voor dubbeldeksrijtuigen niet zal doorgaan. Hoe kan je dan
meer personen gaan vervoeren? Wat lezen we in het plan-Vinck wat het
goederenvervoer betreft? Dat dit met 15% achteruitgaat. Hoe kan je dan
vrachtwagens van de weg halen ten voordele van het spoor? Het plan-
Vinck is door deze regering niet tegengesproken en er wordt vooralsnog
door de regering geen alternatief gegeven. Dit is voor ons een absolute
voorwaarde is om nog maar te kunnen spreken over variabilisering van
autokosten.

Een tweede wijze om dit te verkopen was het voor te stellen als een
milieumaatregel. Ik ga hier niet veel over zeggen. Als u het verslag van
de Inspectie van Financiën leest, dan weet iedereen dat dit gewoon
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
flauwe kul is en niets te maken heeft met Kyoto en dat er niemand zijn
gedrag zal wijzigen omwille van deze accijnsverhogingen. U moet
trouwens maar, mijnheer Vande Lanotte, kijken wat Kok gedaan heeft,
het beruchte of beroemde kwartje van Kok in paars 2 in Nederland die
ook een accijnsverhoging heeft doorgevoerd in de laatste regering van
paars. Dat was ongeveer dezelfde verhoging als die die u nu gaat
toepassen. Daar heeft men proefondervindelijk vastgesteld dat er
niemand, maar dan ook niemand minder kilometers met zijn auto
gereden heeft. Ze hebben allemaal morrend die verhoogde benzine- en
dieselprijs betaald, maar niemand heeft zijn gedrag gewijzigd.

Ik concludeer, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat er voorafgaandelijk
aan de stemming straks duidelijkheid moet gegeven worden omtrent
het overleg met de Gewesten, of er voldaan is aan de nota die door
onze diensten is opgesteld en of dit voldoende is. We moeten anders
stemmen over een artikel dat achteraf gaat vernietigd worden door het
Arbitragehof. Dit kan niet. Ik zou graag van de regering vernemen of u
ze bereid is om te voldoen aan de voorwaarden die de Brusselse
regering stelt aan haar gunstig advies en of de regering de artikelen 2,
3, 4 en 30 van het wetsontwerp-Durant of -Verhofstadt, hoe moet ik het
tegenwoordig noemen, zal gewijzigd worden.
02.50 Gérard Gobert (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, chers collègues, j'ai suivi avec beaucoup d'intérêt
les contorsions intellectuelles du chef de groupe socialiste au sujet du
dossier des créances alimentaires. Il a évoqué les délais raisonnables
mais qui ne seraient peut-être pas nécessaires, il a évoqué le dépôt
d'une résolution en septembre...
02.50 Gérard Gobert (ECOLO):
Ik heb de intellectuele
acrobatentoeren van de
socialistische fractieleider rond het
Fonds voor alimentatievorderingen
met veel aandacht gevolgd.
02.51 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, je ne
souhaite pas interrompre les travaux mais je croyais que nous allions
continuer à discuter de cet article spécifique pour lequel j'ai préparé ma
réponse. Vous évoquez maintenant un autre aspect. Je préfère d'abord
répondre aux questions spécifiques avant d'entamer la discussion
suivante.
02.51 Minister Johan Vande
Lanotte:
Ik dacht dat ik
verondersteld werd de specifieke
vraag van de heer Ansoms te
beantwoorden, voordat we een
ander onderwerp aansnijden.

De voorzitter: U kunt ook globaal antwoorden, anders zal het gekapt stro zijn. Vous pourrez donner une
réponse globale tout à l'heure.
02.52 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, dat was
ook de vraag van de heer Ansoms.

(...)

Non, pas du tout. La question explicite de M. Ansoms était de fournir
une réponse claire sur ce point et il me semble normal que je le fasse.
De voorzitter: Mijnheer de minister, er zijn nog drie sprekers en ik stel voor dat u daarna de vragen van alle
collega's beantwoordt naar godsvrucht en vermogen.
02.53 Gérard Gobert (ECOLO): Monsieur le président, j'évoquais ce
dossier des créances alimentaires et je signalais que j'avais suivi avec
beaucoup d'intérêt les contorsions de M. Eerdekens, chef de groupe
socialiste, dans ce dossier.

Il a évoqué des délais raisonnables mais qui ne seraient peut-être pas
nécessaires. Il a évoqué une résolution qui viendrait en septembre, pour
demander au gouvernement de mettre en oeuvre ce qu'on pourrait
demander tout de suite, j'imagine. Monsieur Eerdekens, je comprends
votre malaise. Il est bien clair que c'est une défaite évidente pour les
02.53 Gérard Gobert (ECOLO):
De heer Eerdekens had het over
redelijke termijnen ­ die echter
misschien niet echt noodzakelijk
zijn ­ en over een resolutie die op 1
september zou worden ingediend.
Ik begrijp dat hij op zijn ongemak
is, want dit uitstel is een nederlaag
voor heel wat behoeftige gezinnen.
De meerderheid heeft echter een
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
nombreuses familles les plus démunies. Je le répète, je comprends
votre véritable malaise dans ce dossier. Mais soit, la majorité a fait son
choix et, comme membre de la majorité, vous l'assumez, cela fait
partie aussi d'une forme de loyauté.

Dans ce dossier, trois choses me paraissent évidentes.

Premièrement, la décision de report de l'entrée en vigueur est
absolument inacceptable. Nous avions, au cours de la législature
précédente, véritablement construit un accord pluriel dépassant
l'ancienne majorité. Nous avions vraiment obtenu un accord qui tenait la
route, qui était bien construit, autour d'un consensus. Nous nous
retrouvons devant le report de cet accord dans un délai anormalement
long. Cela me semble tout à fait inacceptable, non pas pour nous
hommes et femmes politiques, mais pour toutes celles et tous ceux
qui se sont battus pour résoudre ce problème de précarisation des
femmes et des familles.

Deuxièmement, le délai de cinq mois qui nous sépare maintenant du
1er janvier 2004, est très largement suffisant pour mettre en place le
service des créances alimentaires au sein du service public fédéral
Finances, étant donné que l'administration - le ministre des Finances
l'a rappelé - a déjà réalisé un travail de préparation fort important.

Troisièmement, au niveau du débat budgétaire, c'est évidemment
pendant le débat budgétaire 2004, donc pendant les mois d'octobre,
novembre et décembre 2003, que nous allons dégager ou pas les
moyens financiers nécessaires pour alimenter ce fonds. C'est pourquoi
il me semble que la date du 1
er
septembre 2004 est inutilement
éloignée. La solution du bon sens me paraît être celle qui privi légie la
mise en oeuvre du service des créances alimentaires à la date du 1
er
janvier 2004. C'est l'objet d'un amendement que j'ai déposé. Je ne suis
pas le seul, ni à la Chambre, ni au Sénat d'ailleurs, à déposer ce type
d'amendement. Dès lors, il semble qu'il y ait une certaine convergence
sur cette date du 1
er
janvier 2004. Peut-être que, dans un sursaut
ultime, la majorité pourrait s'y rallier, en réalisant que la date du 1
er
septembre 2004, c'est après les élections régionales.

Nous proposons donc, au nom du groupe écologiste, la date du 1
er
janvier 2004, comme étant réalisable et faisable.
keuze gemaakt en u moet de
gevolgen daarvan dragen.

De beslissing de inwerkingtreding
van die wetgeving uit te stellen is
onaanvaardbaar, aangezien er een
brede meerderheid voor bestond.
Het uitstel is onaanvaardbaar voor
de vrouwen én de mannen die
hebben gestreden tegen de
bestaansonzekerheid waarin
sommige vrouwen en hun gezin
terecht komen.

Bovendien was een termijn van
slechts vijf maanden voldoende,
aangezien de FOD Financiën zegt
klaar te zijn voor die operatie.

Tot slot zal er op het einde van dit
jaar een begrotingsdebat
plaatsvinden, waarbij men de
nodige middelen zal moeten
vrijmaken om dat Fonds te spijzen.
De datum van 1 september 2004 is
dus onnodig veraf en de
inwerkingtreding op 1 januari 2004
verdient de voorkeur. Zoals anderen
heb ik een amendement in die zin
ingediend; misschien zou de
meerderheid zich daarbij kunnen
aansluiten. (Applaus op de banken
van de oppositie)
02.54 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
sluit me aan bij het betoog van de heer Ansoms over de afwezigheid
van minister Anciaux bij het begin van deze legislatuur. De ministers
vorderen wel het Parlement op maar blijven zelf afwezig. Dat is een
schandalige manier van werken.

Vooraleer tot de essentie te komen, wens ik de rapporteur en de
diensten van de Kamer te danken voor het geleverde werk inzake de
programmawet.

Mijnheer de voorzitter, u zult het me evenmin kwalijk nemen dat ik mijn
ongenoegen laat blijken met betrekking tot de wijze waarop de
werkzaamheden in dit Parlement zijn gestart. De meerderheid van de
parlementsleden heeft slechts de ochtend van de bespreking de
teksten in hun briefwisseling gevonden. Een nieuwe collega, niet van
mijn partij, vroeg me of dit de normale gang van zaken was in dit huis.
Ik heb moeten antwoorden dat dit wel vaker het geval was. Ik stel vast
dat de regering het niet al te nauw neemt met dit Parlement en het
gewoonweg beschouwt als een noodzakelijk kwaad.
02.54 Jan Mortelmans (VLAAMS
BLOK): Je me joins bien
évidemment à la réprobation de M.
Ansoms au sujet de l'absence du
ministre Anciaux.

J'ai d'ailleurs d'autres observations
à formuler à l'occasion du début
des travaux de ce Parlement.
D'emblée, on nous soumet une loi-
programme dont nous n'avons reçu
les textes par la poste que le jour
où ils devaient être discutés. J'ai dû
expliquer à un nouveau collègue
que cela n'a hélas rien
d'exceptionnel. Une loi-programme
peut être considérée comme le
moyen de faire approuver
rapidement et subrepticement
certaines mesures par le
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Een ander teken aan de wand is dat dit kersverse Parlement reeds een
programmawet moet bespreken. Als ik me niet vergis was dit de vorige
legislatuur niet het geval, alleszins niet bij het begin van de legislatuur.
Een programmawet is goed om op een snelle en vooral sluikse manier
allerlei zaken door het Parlement te jagen. Of dit ook de meest
efficiënte methode is, is zeer de vraag. Ik zal onmiddellijk aantonen dat
dit in dit geval niet het geval is. Minister Anciaux heeft toegegeven dat
een programmawet niet de meest elegante manier is om van start te
gaan. Een programmawet kan maar alleen voor bepaalde technische
kwesties, voor aanpassingen, voor verbeteringen maar niet om
belangrijke punten in onder te brengen. Dit soort punten heeft nood aan
echt wetgevend werk en aan een degelijk parlementair debat. Dit is nu
niet mogelijk.

Mijnheer de voorzitter, er is reeds heel wat te doen geweest over de
bevoegdheidsverdeling van de ministers en de staatssecretarissen. De
vaststelling dat de regering er niet in geslaagd is binnen haar midden
sterk aan vereenvoudiging te doen doet mij vragen stellen bij de
administratieve vereenvoudiging die zou moeten worden doorgevoerd in
heel het staatsapparaat. De commissieleden hebben hiervan reeds een
mooi staaltje gekregen tijdens de commissievergaderingen vorige week.
De minister van Begroting en Overheidsbedrijven is bevoegd voor de
NMBS maar was niet bevoegd voor De Post, een punt dat werd
besproken in de commissie voor de Binnenlandse Zaken. Ik kan voor
deze regeling nog enigszins begrip opbrengen omdat het een afspraak
was tussen beide ministers. Wat problemen kan veroorzaken is de
uitspraak van de minister van Mobiliteit minus de NMBS en van Sociale
Economie die doodleuk verklaart dat hij ook bevoegd is voor de NMBS.
Laat het duidelijk zijn. Voor het Vlaams Blok is een minister van
Mobiliteit voldoende. Voor ons is dat de Vlaamse minister. Alles wat
met mobiliteit te maken heeft had reeds lang naar de Gewesten, voor
ons naar Vlaanderen moeten zijn overgeheveld. De traditionele politici
van de traditionele partijen hebben elkaar voor de verkiezingen de loef
afgestoken om om ter Vlaamst te doen. Vandaag moeten we
vaststellen dat daar weinig of niets is van terechtgekomen.

Dat is bijzonder jammer voor het mobiliteitsbeleid in dit land. Dat is
bijzonder jammer voor de investeringen in Antwerpen en voor de rest
van Vlaanderen. Dat is ook bijzonder jammer voor de klanten van de
NMBS, hetzij voor het goederenvervoer, hetzij voor het personenvervoer.
De discussie die er voor, tijdens en na de verkiezingen is losgebarsten
over het al dan niet aanhouden van bepaalde investeringen was
overbodig geweest als de politici hun woord van voor de verkiezingen
inzake bijvoorbeeld de 60/40 verdeling hadden gehouden. Als men
woord had gehouden dan stond geen enkele investering op de tocht,
maar dit volledig terzijde.

Wij hebben dus nu een Vlaamse minister voor Mobiliteit, een federale
minister voor Overheidsbedrijven, waaronder de NMBS, en een federale
minister bevoegd voor mobiliteit, zonder de NMBS, maar toch met een
beetje NMBS. Dat is hetgeen zich vandaag voordoet. Minister Anciaux
beweert namelijk dat hij bevoegd is voor de NMBS in zover dit slaat op
het beheerscontract tussen de overheid en de NMBS. Het beheer van
de NMBS daarentegen...
Parlement. Le ministre Anciaux a
admis que la nouvelle législature ne
démarre pas de la manière la plus
élégante qui soit. Normalement,
une loi-programme ne devrait
comporter que de petites
modifications techniques et ne pas
se substituer au travail
parlementaire.

Si l'on examine la répartition des
compétences des ministres et des
secrétaires d'Etat, on ne peut
certainement pas parler de
simplification. C'est ainsi par
exemple que le ministre du Budget
et des Entreprises publiques est
compétent pour la SNCB, mais pas
pour La Poste. Le Vlaams Blok
estime qu'un seul ministre de la
Mobilité suffit et que ces
compétences doivent être
transférées au gouvernement
flamand. En raison du
morcellement actuel, les
investissements dans le cadre de
la politique de mobilité sont gelés à
Anvers et dans l'ensemble de la
Flandre. Il y pour l'instant un
morcellement des compétences en
ce qui concerne la SNCB.
02.55 Paul Tant (CD&V): (...)
02.56 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Het beheer van de NMBS
daarentegen, waartoe de opstelling van een ondernemingsplan behoort,
valt volgens minister Anciaux onder de bevoegdheid van de minister van
Overheidsbedrijven. De minister zei dat hij daarover de nodige afspraken
02.56 Jan Mortelmans (VLAAMS
BLOK): Ainsi, le contrat de gestion
de la SNCB relève de la
compétence du ministre Anciaux,
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
zou maken. Ik wil alleszins hieromtrent meer duidelijkheid verkrijgen,
want wat in een ondernemingsplan staat, heeft mijns inziens invloed op
het beheerscontract en omgekeerd. Het al dan niet aankopen van
dubbeldektreinen, mijnheer de minister, is iets wat in het
ondernemingsplan ongetwijfeld aan bod zal komen en wat ook zijn
invloed heeft op het beheerscontract.

Wie trouwens dat beheerscontract heeft gelezen ­ ik heb dat deze
week eens grondig doorgenomen ­ komt tot de vaststelling dat dit
bijzonder omvattend is. Mijnheer de minister, wij hebben ondertussen
vier jaar verloren op het vlak van het mobiliteitsgebeuren. Ik hoop dat de
bevoegdheidsverdeling die er nu is tussen beide ministers geen stokken
in de wielen zal steken. De NMBS op het vlak van het beheer kan mijns
inziens niet los gezien worden van de NMBS op het vlak van het
mobiliteitsgebeuren. Woog minister Anciaux niet zwaar genoeg om de
problemen voor de NMBS op te lossen?

Het wordt allemaal nog onduidelijker als men gaat kijken naar de
webstek van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Als ik
mij niet vergis is minister Anciaux daarvoor nog steeds bevoegd, maar
als men die webstek aanklikt, mijnheer de minister, dan krijgt men daar
als verantwoordelijke minister mevrouw Onkelinx. Het zegt natuurlijk
bijzonder veel over de gang van zaken en over de ware machthebbers in
dit land. Dat zijn dus niet de federale Vlaamse ministers van
Overheidsbedrijven of zeker niet de heer Anciaux, die hier verstek laat
gaan.

Mijnheer de voorzitter, wat de grond van de zaak betreft, met betrekking
tot de afschaffing van de retributie op de nummerplaten zijn de
wetgeving terzake en de Raad van State duidelijk. Het ontwerpen van
regels van de algemene politie en de reglementering op het verkeer en
vervoer, alsook van de technische voorschriften, moet in overleg
gebeuren met de Gewestregeringen. De minister heeft dat op dat
ogenblik niet gedaan en wil daaraan een heel eigen interpretatie geven
door te stellen dat het hier niet gaat om zaken van verkeersveiligheid,
maar louter om een technische aangelegenheid.

Ik ben niet verantwoordelijk voor de wetgeving terzake, maar zo staat
het er alleszins niet. Als het van ons zou afhangen dan gebeurt het
overleg ­ zoals ik daarstraks zei ­ over mobiliteit in het algemeen en
verkeersveiligheid in het bijzonder in de schoot van de Vlaamse regering
en moet niemand anders zich daarmee nog bemoeien.

Ondanks het advies van de Raad van State bleef de minister in zijn
boosheid volharden. Het is pas nadat commissievoorzitter Van den
Eynde formeel via de voorzitter van deze Kamer het advies van de
juridische diensten heeft gevraagd dat de bevoegde minister laat
uitschijnen dat hij overleg zou hebben georganiseerd. Dat is natuurlijk ­
wij hebben het ondertussen gezien en wij hebben ook de heer Ansoms
gehoord ­ allemaal flauwekul. Er is helemaal geen overleg gepleegd. Ik
vind deze manier van werken niet alleen een vorm van onbehoorlijk
bestuur, maar gewoonweg ontoelaatbaar. Dit is lachen met de
parlementaire instellingen.

Dan kom ik terug op het gebruik van het instrument van de
programmawet. Als de minister in september of oktober met een wet
naar het parlement was gekomen, dan was wellicht deze hele heisa
overbodig geweest, in de veronderstelling natuurlijk dat de heer Anciaux
tegen dan het overleg niet was vergeten. Dat is de reden waarom het
gebruik van een programmawet niet altijd wenselijk is. Nu zitten we dus
met de kans ­ en die kans blijft bestaan ­ dat het Arbitragehof deze
bepaling alsnog zou kunnen vernietigen. Daarbij komt dan nog dat de
mais pas la gestion de cette
société. N'y a-t-il donc aucune
interaction entre le plan d'entreprise
et le contrat de gestion? Quatre
années ont déjà été perdues avec
Mme Durant. Va-t-on encore à
présent perdre plus de temps en
raison du morcellement des
compétences?

Le gouvernement a l'intention de
supprimer la redevance sur les
plaques minéralogiques dès 2006.
La législation et l'avis du Conseil
d'Etat sont très clairs et établissent
qu'une telle mesure ne peut être
prise qu'en concertation avec les
gouvernements des Régions. Le
ministre a expédié l'ensemble de
cette affaire comme s'il ne
s'agissait que d'une question
purement technique. Il a fallu
insister pour qu'il accepte
d'organiser une concertation. Nous
sommes néanmoins convaincus
que cette concertation n'a pas eu
lieu. Nous trouvons ces procédés
inacceptables.

Le gouvernement aurait pu éviter le
recours à une loi-programme en
présentant simplement une loi au
Parlement à l'automne. Cela aurait
rendu inutile tout ce tintouin et
nous n'aurions pas couru le risque
de voir la Cour d'arbitrage annuler
ces dispositions.

Bien que le gouvernement ne veuille
pas présenter cette suppression
comme une compensation de
l'augmentation d'autres taxes, c'est
clairement là l'objectif poursuivi. En
soi, la suppression d'une redevance
représente une mesure
appréciable. On a toutefois
annoncé à la population que la taxe
de mise en circulation serait
supprimée, alors que seule la
redevance sur les plaques
minéralogiques sera supprimée en
2006. Il s'agit en effet d'un
glissement des frais fixes vers des
frais variables, mais cela n'aura
aucune influence sur la question de
la mobilité ou sur l'environnement. Il
est hypocrite d'affirmer que cette
réglementation est élaborée dans le
contexte du protocole de Kyoto.
Comment peut-on alors expliquer
que la taxe sur le LPG ne sera pas
supprimée? Ces mesures ont pour
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
minister in de commissie zei dat de regering deze maatregel absoluut
niet wil voorstellen als een compensatie voor de accijns- en andere
verhogingen die de bevolking worden opgedrongen. Door deze
maatregel nu te nemen in plaats van in september of oktober met een
wet te komen geeft men natuurlijk wel de indruk dat men dit als een
compensatie wil voorstellen.

De afschaffing van de retributie op de nummerplaten is op zich
natuurlijk toe te juichen. In dit land worden de mensen op de meest
onvoorstelbare manieren geconfronteerd met onvoorstelbare
vergoedingen, kosten, belastingen en retributies. Het zijn weliswaar
allemaal kleine vergoedingen, kosten, belastingen en retributies die zij
moeten betalen maar als die allemaal bij elkaar worden opgeteld is dat
echter een bijzonder zware last. De afschaffing op zich is dus een
goede maatregel. Laten we echter wel wezen, de bevolking werd in
eerste instantie voorgehouden ­ nog zo'n zaak ­ dat de belasting op de
inverkeerstelling zou worden afgeschaft. De verwarring, bewust of
onbewust gecreëerd, was zelfs zo groot dat men er in het Vlaams
Parlement vragen over ging stellen. Het gaat dus om de afschaffing van
de retributie op nummerplaten in 2006. De facto is dat inderdaad een
variabilisering, een verschuiving van de vaste kosten naar de variabele.
Het zal de staatskas inderdaad beïnvloeden maar niet het
mobiliteitsvraagstuk. Dat zou de bedoeling geweest moeten zijn. Deze
maatregel plaatsen in heel dat Kyoto-gedoe is al helemaal te gek. Ik
kan dan gerust verwijzen naar de aanvullende LPG-belasting die niet
wordt afgeschaft.

Voorzitter, collega's, heren ministers, de minister van Mobiliteit heeft
een valse start genomen. De Vlaams Blok-fractie zal dan ook
consequent tegen deze programmawet stemmen.
seul but de servir les intérêts
financiers de l'Etat.

Le Vlaams Blok votera donc
résolument contre.
(Applaudissements)
02.57 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, messieurs les
ministres, la loi-programme traduit de manière concrète la volonté
d'action du gouvernement. Un secteur d'activité n'est pour l'instant que
peu concerné, et indirectement d'ailleurs, par certaines modifications
fiscales concernant la commercialisation d'eaux minérales.

Ce secteur est celui de l'horeca. Ce secteur d'activité économique est
important. Il est à haute intensité de main-d'oeuvre puisqu'il emploie à
ce jour 114.000 personnes, soit 5% des travailleurs du secteur privé et
que 21.454 employeurs, pour la plupart des indépendants, activent le
secteur pour le développement de zones touristiques et la vie d'un
grand nombre de quartiers de nos villes. Il suffit, en outre, d'évoquer les
milliers d'emplois indirects qui dépendent de l'horeca pour en établir
l'importance pour l'économie et pour l'emploi dans notre pays. Les
difficultés rencontrées ne sont pas nécessairement la conséquence de
l'affaiblissement conjoncturel. Certes, la diminution sensible de la
consommation des ménages belges dans le secteur de l'horeca peut
être assimilée à un effet de la mauvaise conjoncture. Cependant,
personne ne peut nier que le secteur est malmené en termes de
compétitivité fiscale puisque la petite taille de notre pays fait que le
toujours proche voisin restaurateur, qu'il soit allemand, hollandais,
français ou luxembourgeois jouira d'un taux de TVA moindre, 16% pour
l'Allemagne, 6% pour les Pays-Bas, 19,6% pour la France, 3% pour le
Luxembourg. C'est un taux qui permettra à nos voisins de proposer un
produit final à un prix plus compétitif. En outre, le client belge
bénéficiera d'une déductibilité fiscale plafonnée à 50% avec un taux de
TVA de 21%, alors qu'elle est de 100% chez nos voisins.

Il faut réagir et le gouvernement l'a déjà fait lors de la dernière
législature. Lâchons un peu de lest aux restaurateurs dans le cadre du
02.57 Denis Ducarme (MR): De
horecasector is erg arbeidsintensief
en speelt dan ook een sleutelrol in
de economie en voor de
tewerkstelling. De sector heeft te
kampen met moeilijkheden die niet
alleen toe te schrijven zijn aan de
conjuncturele toestand, maar
evenzeer aan zijn stiefmoederlijke
behandeling op het vlak van fiscale
concurrentiekracht.

De restauranthouders in de
buurlanden kunnen inderdaad
rekenen op een lager BTW -tarief en
een fiscale aftrekbaarheid van
100%, wat hen aantrekkelijker
maakt. Er dient ingegrepen te
worden. De vorige regering heeft dit
reeds gedaan, maar haar
inspanningen volstaan niet. Het
concurrentievermogen van de
horecasector moet worden
hersteld. In de regeringsverklaring
wordt een duidelijk standpunt
ingenomen aangezien een
aanzienlijke verlaging van het BTW -
tarief wordt aangekondigd. Wij
verheugen ons eveneens over het
feit dat de Europese Commissie
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
travail occasionnel, rencontrant ainsi quatre objectifs essentiels: une
diminution des charges sociales et une simplification administrative
pour l'employeur, un avantage financier pour le travailleur, une
diminution de l'activité du travail au noir pour les deux, une dernière
mesure qui va dans le sens d'une plus grande déontologie pour le
secteur, souhaitée par les employés comme par les employeurs.

Mais c'est insuffisant, il faut rendre au secteur horeca sa compétitivité,
sachant qu'après une stabilisation, le nombre de faillites est aujourd'hui
en augmentation. La déclaration gouvernementale, sur la base de
laquelle le gouvernement a obtenu sa confiance, prend une position
affirmée puisqu'il s'engage en faveur d'une diminution importante du
taux de TVA, dans le cadre de la révision de ce taux par l'Union
européenne.

Dès à présent, nous pouvons nous réjouir que la Commission
européenne reprenne les services de restauration comme une des
catégories pouvant bénéficier d'un taux réduit de TVA au sein des
Quinze, tel que présenté dans sa proposition de directive au Conseil du
23 juillet dernier.

Il convient que la nouvelle directive européenne permette au
gouvernement de revoir l'arrêté royal du 18 janvier 2000, afin d'y faire
figurer le secteur horeca dans les plus brefs délais. Cette mesure
s'insérant dans l'effort voulu et qui concerne aussi l'horeca pour ce qui a
trait à la réforme fiscale, la baisse des charges sociales, le statut
social des indépendants, le travail occasionnel ou encore la
simplification administrative ne peut produire qu'une dynamisation du
secteur, tant sur le plan de l'emploi qu'au niveau des prix à la
consommation et doper les investissements.

Il s'agit d'un ensemble de mesures prises par notre gouvernement qui
ne pourront d'ailleurs être ressenties que comme un signal
extrêmement positif par ceux qui portent le secteur et croient en son
avenir. Le nombre d'enseignants et d'étudiants de l'horeca n'a eu, en
effet, de cesse d'augmenter ces dernières années.

En conclusion, je me permettrai d'encourager le gouvernement à
poursuivre les efforts engagés sous la dernière législature en faveur de
la réduction du taux de TVA, en attirant particulièrement l'attention sur
la nécessité d'un taux nous plaçant en position concurrentielle avec les
pays voisins.
het restaurantbedrijf opneemt in de
categorie van sectoren die een
verlaagd BTW -tarief kunnen
genieten.

De toepassing van de nieuwe
Europese richtlijn moet ertoe leiden
dat de horeca zo snel mogelijk
wordt opgenomen in het koninklijk
besluit van 18 januari 2003.

Ik wens tevens dat de regering
verder sleutelt aan een verlaging
van de BTW -tarieven.
02.58 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, heren
ministers die nog niet in zwembroek staan ­ ik ben blij dat u er nog
steeds bent ­ waarde collega's, ik zou als nieuw kamerlid willen starten
met het bedanken van de werknemers van de Kamer voor het werk dat
zij hier verrichten. Mijnheer de voorzitter, het is mij de laatste weken
opgevallen dat de werknemers van de Kamer al het werk met heel veel
vriendelijkheid en toewijding verrichten. Ik had graag gehad dat u mijn
dankbaarheid zou overbrengen aan die mensen. Het is mij echt
opgevallen.
De voorzitter: Ik zal dat doen. Ik dank u.
02.59 Hendrik Bogaert (CD&V): We worden hier in het Parlement
dus in de watten gelegd. De bevolking heeft eigenlijk maar één vraag.
Die ene vraag is, of men nu al dan niet tot de meerderheid behoort, of
wij ons werk kunnen doen, namelijk het volk vertegenwoordigen. In die
context was ik deze week bijzonder kwaad. Ik was bijzonder kwaad
omdat essentiële informatie niet ter zitting werd overhandigd aan de
02.59 Hendrik Bogaert (CD&V):
La population a une seule et unique
demande, à savoir être
représentée. C'est pourquoi je me
suis irrité de devoir constater que le
rapport de l'Inspection des
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
leden van de commissie voor de Financiën. Deze informatie was
namelijk het verslag van de Inspectie van Financiën.

De minister verklaart ­ ik citeer het verslag ­ dat "er toch wel andere
manieren zijn om aan die informatie te geraken". De minister die geen
gebrek aan bekwaamheid heeft, wil ter verontschuldiging in de
commissie alleen maar zeggen dat het lang geleden nog slechter was.
Mijnheer de minister, dat het lang geleden nog slechter was, maakt
eigenlijk mijn zaak niet uit. Het maakt al helemaal de zaak van de
bevolking niet uit. Ik ben ook niet bevoegd om te oordelen of het vroeger
slechter was dan vandaag. Het is absoluut niet aan mij om dat te
zeggen.

Ik kan alleen maar in alle objectiviteit zeggen dat wat er hier deze week
en vorige week gebeurd is, de norm niet is. Het is niet de norm in het
buitenland. Het is niet de norm in het bedrijfsleven. Kunt u zich
voorstellen, mijnheer de minister, dat een bedrijf dat zeven maanden ver
is in het boekjaar nog steeds geen verslag heeft voorgelegd aan de raad
van bestuur van dat bedrijf? Kunt u zich voorstellen dat er nog steeds
geen resultatenrekening is? U weet toch ook dat tegenwoordig zelfs in
de kleinste KMO elke maand gerapporteerd wordt op het vlak van
financiën.

De minister antwoordt hierop dat het Parlement niet de raad van
bestuur, maar de algemene vergadering is. Laten we even nadenken
wat dat zou betekenen. Als het Parlement de algemene vergadering is,
mijnheer de voorzitter, dan betekent dit dat wij slechts om het jaar een
keer ingelicht zouden worden over de financiële toestand van het land.
Dat kan toch niet de norm zijn. We zullen ons dan ook verzetten tegen
dat soort van praktijken.

Mijnheer de kamervoorzitter, u kent het kamerreglement. Ik heb het niet
zelf opgesteld. Artikel 107 § 2 vraagt en voorziet erin dat de
kamervoorzitter de bevoegde ministers om uitleg vraagt wanneer er
tegen 30 april nog steeds geen aanpassing van de begroting is
ingediend en rondgedeeld. Mijnheer de voorzitter, ten tweede voorziet
artikel 113 van het kamerreglement erin dat het Rekenhof in de loop van
de maand mei ook verplicht is om die cijfers te geven aan de Kamer.
Finances n'avait pas été
communiqué aux membres de la
commission et que certaines
informations essentielles avaient
dès lors été passées sous silence.
Ce genre de pratique n'est pas
d'usage à l'étranger ni dans les
entreprises, où il est impensable,
même dans les plus petites PME,
de ne pas informer chaque mois le
conseil d'administration de la
situation financière de la société.
Le ministre a répondu en
commission que le Parlement est
une assemblée générale et non pas
un conseil d'administration. Cela
signifierait que les données
financières ne devraient être
communiquées qu'une fois par an.
Les articles 107, §2, et 113 du
Règlement de la Chambre
contredisent les affirmations du
ministre.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, ik zou u even willen onderbreken. U
hebt mij daarover geschreven. Het zijn twee brieven, één van gisteren
en één van eergisteren. Ik heb deze brieven aanstonds laten
behandelen door de diensten. Het antwoord is ongeveer het volgende. Ik
zal het u trouwens overzenden. Ik heb het antwoord nu pas gekregen.
Wanneer de Kamer ontbonden wordt begin april en de regering ergens
in de maand juli gevormd wordt, dan zijn de punten van 30 april niet
haalbaar. Dat is juist. Ik zal ook in die richting antwoorden. Moest het
een normale legislatuur geweest zijn, waarbij de regering voltijds aan de
slag was geweest op deze datum, dan had men kunnen antwoorden.
Ziet u een ontslagnemende regering antwoorden in een Kamer die niet
bestaat? De situatie was zo.
Le président: J'ai communiqué
votre courrier à ce propos aux
différents services de la Chambre
qui soulignent que la Chambre a
été dissoute début avril et que le
gouvernement n'a été constitué que
début juillet. Les dates fixées pour
l'ajustement budgétaire n'ont donc
pas pu être respectées.
02.60 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is grappig
wat u zegt. U weet toch wel dat de oppositie niet gevraagd heeft om de
verkiezingen te vervroegen. U weet toch ook dat de verkiezingen werden
vervroegd voor de studenten, omwille van de examenperiode. Dat had
helemaal niets te maken met het achterhouden van cijfers en ervoor
zorgen dat er niet moest worden gerapporteerd op 30 april. Of vergis ik
mij?
02.60 Hendrik Bogaert (CD&V):
Si je ne me trompe, il a été décidé
d'anticiper les élections pour tenir
compte des étudiants et de leurs
examens, et non pour dissimuler
les chiffres.
02.61 Paul Tant (CD&V): Ik wil bovendien erop wijzen dat men een 02.61 Paul Tant (CD&V): Le
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
programmawet voorlegt zonder dat ook maar enige mededeling te doen
over de begroting. Normaal is een programmawet ter uitzondering van
de begroting. Nu is er zelfs geen begroting en gaan wij met onze ogen
toe over een aantal maatregelen stemmen waarvan wij de budgettaire
consequenties niet kennen.

Mijnheer de voorzitter, u was het in de geest met mij eens omtrent mijn
wetsvoorstel waarin werd bepaald dat een programmawet slechts kon
worden gedoogd in de mate dat zij aan de begroting is gerelateerd.
(...)

Ik mag toch gebruik maken van mijn interruptierecht, of niet soms? Is
dat misschien vervelend voor u?
gouvernement nous présente une
loi-programme sans rien nous dire
de son incidence budgétaire.
De voorzitter: De heer Tant heeft een voorstel van reglementswijziging gedaan op het einde van de vorige
legislatuur.
02.62 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij waren het in de
Conferentie van voorzitters en in de commissie voor het Reglement in
principe erover eens om geen programmawetten te maken zonder dat
ze minstens inhoudelijk aan de begroting zijn gerelateerd. Wat gebeurt
er dan in de daaropvolgende maanden? Dan komt men aandraven met
een programmawet zonder dat men een woord rept over de begroting.
Dat is dus de nieuwe stijl. Het Parlement, met of zonder aanwezige
ministers, neemt teksten aan zonder te weten waartoe die leiden,
zonder de budgettaire consequenties daarvan te kennen. Dat is een
nieuwe vorm van behoorlijk bestuur die ik evenwel niet begrijp, maar dat
zal wel aan mij liggen.
02.62 Paul Tant (CD&V): Or une
loi-programme n'est acceptable que
si elle contient la facture budgétaire
des mesures qui y sont proposées.

02.63 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mag ik de heer
Tant verzoeken zijn jongere en nieuwe collega de gelegenheid te geven
om uit te spreken.

U moet de heer Bogaert niet onderbreken, mijnheer Tant. Die jongen is
voor de eerste keer aan het woord en u komt tussenbeide. Als u mij
straks onderbreekt is dat goed, maar laat hem uitspreken.
De voorzitter: Dat is een goede manier om ervaring op te doen. Mijnheer Bogaert kan dat wel aan.
02.64 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer Tommelein, uw medeleven
ontroert mij. Er zal zeker een wederdienst komen, alleen weet ik nog
niet wanneer.

Ik ga akkoord met de heer Tant. Als nieuw kamerlid verbaast het mij
dat u nog niet in actie was gekomen, mijnheer de voorzitter. Het
verwondert mij dat u moet wachten tot er een nieuw kamerlid komt dat
zegt dat het reglement van de Kamer moet worden toegepast en om
uitleg vraagt aan de ministers. Dat is eigenlijk uw taak als voorzitter van
dit Parlement. Als de cijfers er op 30 april er niet zijn, is het uw taak
om ze aan de regering te vragen. Dat klopt toch. De cijfers worden dus
niet doorgegeven, dames en heren. De cijfers worden aan het
Parlement achtergehouden en dus aan de bevolking. De vraag is of dat
te maken heeft met een gebrek aan intelligentie van de minister van
Financiën. Ik meen echter van niet. Ik zal even wachten tot hij de krant
volledig heeft gelezen.
02.64 Hendrik Bogaert (CD&V):
Il incombait au président de la
Chambre de demander les chiffres.
Pour quelle raison ne l'a-t-il pas fait
?
02.65 Minister Didier Reynders: Mijnheer Bogaert, ik heb uw eerste
verslag gehoord. Is dit uw tweede verslag?
De voorzitter: De rapporteur heeft zijn verslag gegeven en daarna intervenieert hij als spreker van zijn fractie.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
02.66 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik wou u zelfs
een compliment geven. Mijn vraag was of het te maken heeft met een
gebrek aan intelligentie van de minister van Financiën dat wij deze
cijfers nog niet tot onze beschikking hebben. Neen, als we de bevolking
in een curve zouden opnemen, zou er wellicht een extra percentiel
nodig zijn om u daarin op te nemen, mijnheer de minister.

De vraag is met wat het dan wel te maken heeft? Waarom houdt men
die cijfers achter? Zou het kunnen dat u selectief bent in het
verstrekken van informatie?

Mijnheer de voorzitter, dames en heren, op vrijdag 16 mei, 's morgens
om kwart voor tien, stuurt de minister van Financiën een mailtje naar
zijn personeelsleden ­ de werknemers van zijn administratie ­ om te
melden dat hij goed nieuws heeft. Ik citeer: "Ik heb het genoegen u mee
te kunnen delen dat uw vakantiegeld op vrijdag 16 mei 2003 uitbetaald
werd", getekend Didier Reynders. Er is dus soms een enorm goede wil
om positieve informatie bijzonder snel te verstrekken aan wie die
informatie nodig heeft.
02.66 Hendrik Bogaert (CD&V):
Pourquoi ne nous transmet-on pas
les chiffres ? Le ministre nous
communique-t-il des informations
sélectives ? Le 16 mai dernier, il
était pourtant en mesure d'informer
ses collaborateurs par courrier
électronique que leur pécule de
vacances leur avait été versé.
02.67 Minister Didier Reynders: Er waren dus twee goede
nieuwsberichten. Ten eerste, was er de betaling, die op 16 mei is
verricht en, ten tweede, zijn er e-mailadressen bij Financiën. Er is dus
ook een modernisering bij Financiën.
02.68 Hendrik Bogaert (CD&V): Daar twijfel ik niet aan, maar het
punt is natuurlijk dat u twee dagen voor de verkiezingen wel in staat
bent om heel snel informatie te verschaffen en dat wij als Parlement
nog altijd niet weten hoe groot het deficit is op de begroting. U houdt
het verslag van de Inspectie van Financiën gewoon achter aan het
Parlement en dus ook aan de bevolking. Dat is mijn punt.

Mijnheer de voorzitter, ik doe dus een oproep aan u om de bewuste
desinformatie van ons Parlement ­ en dus van de bevolking ­ die ik de
jongste weken heb meegemaakt, te doen stoppen. Ik meen dat het
achterhouden van essentiële cijfers niet kan in een democratie. Het
bewust omzeilen van het parlementair debat in de commissie voor de
Financiën moet dringend stoppen.

Er is namelijk iets helemaal anders aan de hand. Bij de bespreking van
het regeerakkoord komt hetzelfde punt naar voren. Ik heb toen aan de
eerste minister en de minister van Begroting gevraagd of er een
spreadsheet was te verkrijgen over pagina 69 van het regeerakkoord,
mijnheer Tommelein, die enkele financiële normen naar voren brengt. U
kent een spreadsheet? Dat zegt u iets? Ik heb van de premier tot nu
toe nog altijd geen antwoord gekregen.

(...)
02.68 Hendrik Bogaert (CD&V):
Il est donc bel et bien capable de
fournir rapidement des informations
mais nous ne disposons toujours
pas des chiffres précis. Je
demande qu'il soit mis un terme à
cette politique délibérée de
désinformation du Parlement et de
la population.
02.69 Minister Didier Reynders: Ik moet aanwezig zijn. Dat is het
geval. Ik moet heel veel dingen horen, niet in verband met de
programmawet, maar in verband met de zaak op 16 mei en op 30 april.
Ik ben bereid om dat te aanhoren. Ik heb alles gehoord, maar ik zal
geen antwoord geven in verband met 30 april en 16 mei. Zult u nu aan
de programmawet toekomen?
02.70 Pieter De Crem (CD&V): ... dat u op vakantie vertrekt!
De voorzitter: Het zal goed zijn als we allemaal op vakantie kunnen gaan op een zeker ogenblik.
02.71 Hendrik Bogaert (CD&V): Bij de bespreking van de begroting 02.71 Hendrik Bogaert (CD&V):
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
komt hetzelfde naar voren. Ik heb toen aan de eerste minister en ook
aan de minister van Begroting gevraagd of er een mogelijkheid was een
spreadsheet te verkrijgen ter ondersteuning van de bewuste pagina 69.
Van de premier heb ik nog steeds geen antwoord ontvangen, maar van
de minister van Overheidstekort heb ik wel een antwoord ontvangen. Hij
heeft mij gezegd dat er verschillende pogingen zijn geweest om tot die
politiek goedgekeurde spreadsheet te komen. Die pogingen zijn mislukt
en er is dus geen politiek goedgekeurde spreadsheet die het
regeerakkoord ondersteunt.

Op mijn vraag wat dit dan betekent voor de maatregelen in het
regeerakkoord antwoordde hij dat deze enkel zullen worden uitgevoerd
als er geld is. Met andere woorden, het zogenaamde regeerakkoord is
helemaal geen akkoord. Het is een soort verslag van een brainstorming
die men gedurende een aantal weken heeft gedaan. Er is eigenlijk geen
politieke relevantie van welke maatregel dan ook omdat het allemaal
hypothesen zijn.

Collega's, sommigen vragen ons om te luisteren naar de mooie muziek
op het dek van de Titanic. Ze vragen ons mee te komen luisteren naar
die mooie muziek. Wees niet verzuurd, zeggen ze, laten wij positief
zijn. Wie zich afvraagt of er onder de waterlijn misschien een gat is van
1,6 miljoen euro, die zal wellicht overboord worden gezet zonder
reddingsboot. Dat is de zuurtegraad van deze regering. We hebben
daarnet ook gemerkt dat de zuurtegraad van deze regering die van een
glas karnemelk ruimschoots overtreft.

Voor wij ons een oordeel moeten vormen over deze programmawet
moeten wij ons dan ook afvragen waar we na vier jaar paars staan op
het vlak van de belastingdruk. Dames en heren, de belastingdruk is in
België na vier jaar paars de hoogste van West-Europa, mijnheer
Tommelein. Van elke 100 euro die in het land wordt verdiend, gaan er
ondertussen 46,3 naar de Staat. Enkel in de Scandinavische landen ­
Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland ­ is het nog meer. De
gemiddelde belastingdruk over de laatste vier jaar bedroeg 46,05% van
het bruto binnenlands product. Dit betekent dat de belastingdruk van
deze regering de hoogste belastingdruk aller tijden is in dit land en de
hoogste belastingdruk na de Tweede Wereldoorlog.

Mijnheer de minister, dit is mijn link naar de programmawet. Gelet op
die hoogste belastingdruk aller tijden en gelet op de hoogste
belastingdruk van heel West-Europa, mijnheer Tommelein, is het
onverantwoord om nog meer lasten op te leggen aan deze bevolking.
Met de belastingverlaging van paars is het zoals met de ufo's: veel
mensen spreken erover, maar er zijn bijzonder weinig mensen die al
iets hebben gezien. Ufo's noemt men in de volksmond ondertussen dan
ook unidentified fiscal objects. Mijnheer Tommelein, als u op die manier
voortdoet, gaat men u in de straten van Oostende niet meer mijnheer
Tommelein, maar wel mijnheer De Tollenaer noemen.

In alle grote buurlanden is de belastingdruk ondertussen gedaald in de
periode 1999 tot 2002.
J'ai demandé un tableau
électronique de la page 69 de
l'accord de gouvernement dans
lequel sont consignées des normes
financières. Selon le ministre
Vande Lanotte, ces normes n'ont
toujours pas été adoptées sur le
plan politique en dépit de plusieurs
tentatives. Par ailleurs, selon lui,
les mesures ne seront mises en
oeuvre que si les moyens existent.
L'accord de gouvernement est donc
un document nullement
contraignant et qui ne revêt aucun
intérêt politique. Dans l'intervalle, le
gouvernement nous invite à écouter
jouer l'orchestre du Titanic. Si nous
osons affirmer qu'un trou budgétaire
de 1,6 million d'euros a éventré la
coque du navire sous la ligne de
flottaison, nous sommes traités
d'aigris et jetés par dessus bord.

Après quatre années de coalition
violette, la Belgique connaît la
pression fiscale la plus élevée de
son histoire. Sur 100 euros, 46,3
vont à l'Etat. Ce chiffre est
uniquement plus élevé dans
quelques pays scandinaves. Il est
irresponsable d'instaurer encore
des impôts supplémentaires. Il a
été souvent question de la
réduction d'impôt du gouvernement
précédent mais nous ne l'avons pas
beaucoup vue dans les faits,
comme il en est des ovnis. Mais la
pression fiscale a diminué dans
tous les grands pays voisins.
02.72 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik vraag het
woord voor een persoonlijk feit.
De voorzitter: Leer dat niet te vlug aan. Het is niet omdat men uw naam vernoemt dat het een persoonlijk feit
is. U bent niet van dezelfde stad?
02.73 Bart Tommelein (VLD): Neen. Hij verwijst naar de stad
Oostende waar ik zou moeten rondlopen. De CD&V is momenteel
02.73 Bart Tommelein (VLD): A
Ostende, le CD&V participe au
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
mede aan het bestuur in die stad en daar heeft men de belastingen
inderdaad zwaar verhoogd, mijnheer Bogaert.

(Onderlinge gesprekken)
pouvoir et les impôts ont fortement
augmenté. (Tumulte)
02.74 Minister Didier Reynders: Moet ik ook blijven voor de begroting
van Oostende?
02.75 Hendrik Bogaert (CD&V): Het is niet mijn bedoeling om over
de begroting van Oostende te beginnen, maar het is wel een feit dat
een huisvuilzak daar 1,4 euro kost.

(...)
De voorzitter: Wij missen inderdaad de vice-eerste minister.

Collega's, ik heb gevraagd de heer Bogaert niet meer te onderbreken.
02.76 Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, in alle grote
buurlanden is de belastingdruk ondertussen gevoelig gedaald tussen
1999 en 2002, maar niet in België. Een voorbeeld: in het Verenigd
Koninkrijk is de belastingdruk met 0,7% gedaald van 37,4 naar 36,7%.
In Nederland is hij gedaald met 2,3% van 41,7 naar 39,4%. In Duitsland
is hij gedaald met 2,3% van 42,9 naar 40,6%. En ook in Frankrijk
daalde hij met 1,3% van 45,5 naar 44,2%. En België? België verliest de
tijdrit grandioos en eindigt laatste met een verhoging van de
belastingdruk van 46 naar 46,3%. Wanneer de Belgische belastingdruk
zou worden toegepast worden op de begroting van de buurlanden dan
resulteert dit in gigantische overschotten. De overheid in België is
verplicht om jaarlijks enorme bedragen te onttrekken aan onze
economie. Het argument van de premier als hij zegt dat we 4 miljard
zullen pompen in deze economie klopt aan geen kanten. Tenware het
is dat wij ook dit jaar 19 miljard euro zullen onttrekken aan onze
economie in vergelijking met Nederland.

Ondanks het feit dat we de hoogste belastingdruk hebben van West-
Europa en de hoogste belastingdruk aller tijden, toch is er nog geld te
kort. Je moet het maar doen. En hoeveel geld is er tekort? Paars 1 zal
in dit jaar 2003, volgens de Hoge Raad van Financiën voor 640 euro
schulden maken per gezin. Om de pensioenen te kunnen betalen
moest er geen tekort zijn maar een overschot. Er moest een overschot
zijn van 750 euro per gezin en er zal een tekort zijn van 640 euro.

Ondertussen blijkt in de commissie voor de Financiën dat het groene
discours overgenomen is door de VLD. Men wil koste wat het kost
bewijzen dat de programmawet geen belastingverhogingen inhoudt.
Men wil koste wat kost bewijzen dat het om milieumaatregelen gaat.
Wie gelooft dat nog? Men zou op den duur inderdaad beginnen geloven
dat de VLD nog groener is geworden, mijnheer Tommelein, dan een
krop biologische veldsla. Zo groen is ondertussen de VLD-groep
geworden als ik jullie commentaar hoor in de commissie voor de
Financiën.

Ondertussen is er een belastingverlaging gepland op vlak van de
personenbelasting van 1,25 miljard euro. Deze programmawet zal een
derde terugschroeven van het voordeel dat de mensen is voorgeschoteld
op het vlak van de personenbelasting. Vandaar dat ik zo lang stilsta bij
begroting en belastingdruk De terugschroeving bedraagt 300 miljoen
euro wat betreft het netto-effect van de eco-fiscaliteit, 98 miljoen euro
verhoging of een verdriedubbeling van de taks op beleggingsfondsen en
nog eens 53 miljoen euro voor de verdubbeling van de taks op de
02.76 Hendrik Bogaert (CD&V):
La Belgique accuse du retard. La
pression fiscale augmente et les
pouvoirs publics privent notre
économie de sommes
considérables, à n'en pas douter,
en comparaison avec les pays
voisins. Quoi qu'il en soit, le
gouvernement manque encore
toujours d'argent. En 2003, des
dettes pour un montant de 640
euros par ménage seront créées,
alors qu'il aurait fallu un excédent
de 750 euros par ménage, étant
donné l'augmentation rapide des
charges des pensions.

La préoccupation écologique du
VLD est également édifiante : on
tente de prouver avec acharnement
que les charges sont augmentées
pour sauver l'environnement et non
en raison d'un déficit de caisse
béant.

Le gouvernement violet I est à
l'origine de la pression fiscale la
plus élevée de tous les temps. Le
gouvernement violet II projette une
diminution d'impôt mais, par le
biais de la loi-programme, il réduit
en quelques jours le bénéfice de la
réforme de l'impôt des personnes
physiques d'un tiers.
(Applaudissements sur les bancs
du CD&V et du Vlaams Blok
)
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
kasbons.

Ik besluit, voorzitter. Paars I is de regering geweest met de hoogste
belastingdruk aller tijden in België, terwijl de grote buurlanden er wel in
geslaagd zijn de belastingdruk naar beneden te halen. Ondertussen
schroeft Paars II in de programmawet, om de belastingdruk naar
beneden te halen waarvoor zij ons medeplichtig wil maken, een derde
van het voordeel terug van de geplande personenbelasting, en dat op
enkele dagen tijd. Ik denk dat het dan ook gerechtvaardigd is dat ik zeg
dat op het vlak van de belastingen in dit land bijzonder veel blabla wordt
verkocht maar dat er bijzonder weinig boemboem is.

De voorzitter: Dan is het nu de beurt aan de heer Tommelein en daarna aan de heer De Crem. Daarna volgen
de antwoorden van de regering, de artikelsgewijze bespreking en de amendementen.
02.77 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, tijdens de vorige legislatuur engageerden
de regeringspartijen er zich toe de hoge fiscale en parafiscale druk in
het algemeen en de belasting op arbeid in het bijzonder, gestaag te
verlagen tot op het niveau van de ons omringende landen. Onmiddellijk
bij haar aantreden heeft de vorige regering beslist de belastingschalen
te herindexeren en stapsgewijs de crisisbelasting af te schaffen. Nadien
heeft zij ook het startschot gegeven voor een aanzienlijke hervorming
van de personenbelasting. De hervorming van de personenbelasting
wordt stapsgewijs doorgevoerd over de aanslagjaren 2002 tot en met
2005.

Die hervorming is opgebouwd rond vier grote pijlers. Ik som ze even op:
de vermindering van de fiscale druk op de inkomsten uit arbeid, de
neutraliteit van de fiscaliteit ten aanzien van de samenleefvorm, de
grotere fiscale aandacht voor de kinderlast binnen het eenoudergezin en
de vergroening van de fiscaliteit. De VLD is zeer verheugd over het feit
dat deze regering de hervorming van de personenbelasting tijdens de
huidige legislatuur onverkort verder zal uitvoeren. Het huidige
meerjarenplan ter hervorming en verlaging van de personenbelasting
moet bijdragen tot meer tewerkstelling en verbruik en zal de
ondernemingsgeest verder aanwakkeren. Tevens zal het een einde
maken aan de belangrijkste discriminaties, mijnheer De Crem, tussen
gehuwden en samenwonenden.

Deze regering bevestigt bovendien haar voornemen de fiscale handicap
die de inkomsten uit arbeid bestraft verder te verminderen. De invoering
van een werkbonus zal een financieel voordeel creëren voor de lage
inkomens, boven op het normale netto-uurloon. Zo zal iemand die werkt
voor een laag loon altijd meer ontvangen dan iemand die werkloos blijft.
Voor onze fractie is dat van uitermate groot belang. Teneinde het
scheppen van banen in 2004 een extra impuls te geven zal de regering
op de werkgelegenheidsconferentie ook een nieuwe verlaging van de
lasten op arbeid voorstellen. De bedoeling daarvan is door een
vermindering van de sociale bijdragen de kosten van een aantal
specifieke banen sterk te doen dalen. De globale omvang van die daling
zal oplopen tot 800 miljoen euro op jaarbasis. In ruil voor die belangrijke
bijdrage vraagt de regering wel concrete inspanningen van de sociale
partners op het vlak van werk en vorming.
02.77 Bart Tommelein (VLD): Le
gouvernement précédent s'était
proposé de ramener la pression
fiscale au niveau de celles des
pays voisins. Il a réindexé les
barèmes fiscaux, supprimé la
cotisation complémentaire de crise
et réformé l'impôt des personnes
physiques. Cette réforme est étalée
sur la période 2002-2005 et le
présent gouvernement entend en
poursuivre la mise en oeuvre afin de
stimuler la confiance des
consommateurs et, partant, la
consommation.

Le gouvernement peut en outre se
prévaloir de certaines réalisations,
notamment en matière de
neutralité fiscale pour toutes les
forme de vie commune, de charge
d'enfants au sein de familles
monoparentales et d'une fiscalité à
caractère écologique plus
prononcé. L'actuel gouvernement
entend poursuivre la réalisation de
ces projets. Il va également
instaurer un bonus crédit d'emploi,
offrir un avantage fiscal aux revenus
les plus modestes pour faire en
sorte que les travailleurs gagnent
toujours davantage que les
chômeurs et appliquer une
réduction des cotisations sociales
pour des emplois déterminés. Cette
réduction pourra atteindre jusqu `à
800 millions d'euros par an. En
échange, les employeurs seront
tenus de consentir des efforts dans
le domaine de la formation.
02.78 Pieter De Crem (CD&V): (...)
02.79 Bart Tommelein (VLD): Daar kom ik straks op, mijnheer De
Crem. Ik geef even een korte inleiding. Dit is mijn eerste speech, u
moet mij niet onderbreken.
02.79 Bart Tommelein (VLD): La
pression fiscale globale est
aujourd'hui comparable à celle des
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52

Ik wil u alleen maar even herinneren aan een aantal dingen die jullie
blijkbaar vergeten en doelbewust verkeerd voorstellen.

Uitgaande van de vaststelling dat de fiscale druk die in ons land op de
vennootschappen weegt, vergelijkbaar is met deze die men in de
belangrijkste buurlanden aantreft, maar dat ons land lijdt onder een
nominaal tarief dat beduidend hoger is dan het gemiddelde, voerde de
vorige regering ook een belangrijke hervorming van de
vennootschapsbelasting door. In deze hervorming werden ook een
aantal specifieke maatregelen getroffen in het voordeel van de KMO's.
De VLD is ervan overtuigd dat deze hervorming tegemoetkomt aan de
belangrijkste bekommernis om de fiscale druk op de ondernemingen
verder te verlagen en dit binnen een internationale context. De VLD is
dan ook van mening dat de ingeslagen weg van de belastingverlaging
moet worden voortgezet en is uitermate tevreden met het feit dat in het
regeerakkoord de aanzet wordt gegeven voor het treffen van een aantal
belangrijke maatregelen in dit verband.

Naast het verbeteren van het sociaal statuut van de zelfstandigen,
hetgeen nodig is om het zelfstandig ondernemen ook vanuit sociaal
oogpunt aantrekkelijk te maken, zal de regering immers een aantal
maatregelen nemen om de financiële omgeving van de ondernemingen
te verbeteren. Indien in de loop van de komende jaren blijkt dat de
doorgevoerde hervorming van de vennootschapsbelasting leidde tot
meer economische activiteit en belastinginkomsten, zal werk worden
gemaakt van onder meer een verdere vrijstelling van
investeringsreserves voor KMO's en van nieuwe mogelijkheden voor
particulieren om kapitaal in KMO's te beleggen die het verlaagd tarief
genieten en die volledig in handen zijn van natuurlijke personen. Indien
de budgettaire ruimte het zou toelaten, pleit de VLD naast de in het
regeerakkoord ingeschreven maatregelen voor een verdere verlaging van
de tarieven van de vennootschapsbelasting, alsook voor de afschaffing
van de crisisbelastingen voor bedrijven.

Tijdens de bespreking van de programmawet in de commissie voor de
Financiën is gebleken dat de CD&V-oppositie zich blijkbaar ernstige
zorgen maakt omtrent de evolutie van de fiscale druk. Nochtans is deze
bezorgdheid totaal ongegrond. Het is inderdaad zo dat de ratio die de
verhouding weergeeft tussen het geheel van fiscale ontvangsten,
mijnheer Bogaert, en het BBP, toeneemt. Maar hieruit afleiden dat de
fiscale druk in ons land dramatisch zou verhogen, geeft blijk van een
totaal gebrek aan inzicht over de wijze waarop de fiscale druk wordt
berekend. Wie alleen de macro-economische grootheden vergelijkt,
komt algauw tot verkeerde conclusies. De verhoging in BBP-termen van
de ratio's directe belastingen en sociale bijdragen, betekent immers
niet dat wie werkt automatisch meer afdraagt, maar wel dat er dankzij
lastenverlagingen meer actieven zijn die hun steentje bijdragen. In feite
hebben we te maken met het spiegelbeeld van de logica die verklaart
waarom in de jaren negentig de collectieve lastendruk ondanks de rage
taxatoire van Dehaene vrij stabiel bleef. Belastingverhogingen
ontmoedigen immers de economische activiteit, doden jobs en
daarmee ook de belastbare basis. Belastingverlagingen doen net het
omgekeerde. De cijfers bewijzen dan ook dat de bedoeling van de
vorige regering om via een verlaging van de fiscale en parafiscale lasten
het sociaal-economische draagvlak te verbreden, zeker geslaagd is,
mijnheer De Crem. Het is de macrobudgettaire vertaling van de
vaststelling dat de binnenlandse tewerkstelling in 2002 een 180.000
eenheden hoger ligt dan in 1998.

Dit fenomeen wordt nog versterkt door de positieve resultaten van het
regeringsbeleid dat werd gevoerd om de fiscale fraude beter te
pays voisins, mais notre pays est
victime du taux nominal élevé de
l'impôt des sociétés. C'est la
raison pour laquelle l'impôt des
sociétés a également été réformé
et qu'il nous faut prendre des
mesures particulières pour les
PME, de manière à alléger la
pression fiscale sur les entreprises.

Nous sommes satisfaits de l'accord
de gouvernement qui prévoit tant
l'amélioration du statut social des
indépendants que des mesures
visant à améliorer l'encadrement
financier des entreprises. Cette
politique conduira à une reprise de
l'activité économique et une
augmentation des revenus fiscaux.

Outre une nouvelle diminution de
l'impôt des sociétés, le VLD plaide
également pour la suppression de
la contribution de crise, si le budget
le permet.

Le CD&V s'inquiète de l'évolution
de la pression financière. Ces
craintes ne sont toutefois pas
fondées et démontrent seulement
un manque de compréhension des
calculs. Le ratio du rapport entre
les recettes fiscales et le PIB
augmente en effet, mais cela
n'entraîne aucune augmentation de
la pression. La réduction des
charges permet en effet une
augmentation du nombre d'actifs
qui cotisent. Au contraire, une
augmentation des impôts tue
l'emploi et mine l'activité
économique.

En outre, la lutte contre la fraude
fiscale et une meilleure perception
de l'impôt permettent d'enregistrer
des recettes plus élevées.

Le rapport annuel de la Banque
nationale ne mentionne nullement
une augmentation de la pression
fiscale pour les particuliers.
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
bestrijden en de inning van de belastingen verder te verbeteren. Dat
heeft eveneens tot een verhoging van de ontvangsten geleid.

De gevolgen voor de particulieren van de door de verschillende
beleidsniveaus genomen structurele fiscale maatregelen blijken
duidelijk uit de gegevens die vervat zijn in tabel 24 op blz. 79 van het
jongste jaarverslag van de Nationale Bank van België. Mijnheer Bogaert,
ik stel voor dat u dat verslag eens leest. Uit de tabel blijkt dat de
gecumuleerde vermindering van de ontvangsten ingevolge de getroffen
maatregelen, uitgedrukt in procenten van het bruto binnenlands product,
0,1% bedraagt in 2001. Ze bedraagt 0,7% in 2002 en 0,8% in 2003. Als
u dat uitdrukt in% van het beschikbaar inkomen van de particulieren,
gaat het respectievelijk om 0,1%, 1,0% en 1,3%.

Mijnheer Bogaert, deze gegevens komen van een totaal onverdachte
bron. U zult het daarover toch met me eens zijn. Ze tonen, in
tegenstelling tot wat sommige straffe oppositieleden beweren,
overduidelijk aan dat de fiscale druk in ons land helemaal niet is
gestegen.
02.80 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
uiteenzetting van de heer Bart Tommelein is op humoristisch vlak
werkelijk grensverleggend.

Ik heb drie punten.

Mijn eerste punt gaat over de belastingdruk. Het is natuurlijk zo dat je
altijd een oneindige discussie kan beginnen door landen te vergelijken.
Welk land heeft een vermogensbelasting, welk land heeft er geen?
Welke belasting wordt er wel geheven, welke belasting wordt er niet
geheven in bepaalde landen?

(...)

Ik heb de heer Tommelein laten uitspreken. Ik zou ook graag even
uitspreken.

Daarom is het natuurlijk belangrijk om een norm te nemen die objectief
is en niet wordt gecontesteerd. Dat is ook de reden waarom de norm op
blz. 69 van het regeerakkoord staat. Er staat: "De belastingdruk,
uitgedrukt als een percentage van het bruto binnenlands product, zal
gestaag dalen". Het geeft aan dat de norm, die ik heb gebruikt tijdens
mijn uiteenzetting, wel degelijk een politiek aanvaarde norm is.
Trouwens, in alle landen wordt deze norm aanvaard om de
belastingdruk te meten. Dat is één punt.

Ten tweede, u spreekt over de fiscale amnestie. Ik zou dan graag van
de sp.a-fractie willen weten of het inderdaad zo is dat zij haar
verkiezingsprogramma wil laten vallen, in die zin dat zij geen
voorstander meer is van de vermogensbelasting. Heel veel mensen in
het land vrezen immers dat er een luik A en een luik B is. Luik A zou
dan fiscale amnestie betreffen. Luik B zou een vermogensbelasting
inhouden, die net erna zou komen. Ze vrezen dat omdat de premier in
zijn toespraak heeft gezegd dat de taboes in dit land moeten vallen.
Voor de socialisten was het duidelijk taboe dat er fiscale amnestie zou
komen. Dat taboe is dus al gevallen. Als we het evenwicht ­ zeg maar
de wafelijzerpolitiek van de eerste minister ­ volgen, dan zal er
misschien ook uit volgen dat de vermogensbelasting er aankomt. Ik zou
dus graag van de heer Van der Maelen horen of hij dat taboe al dan niet
zal laten vallen.
02.80 Hendrik Bogaert (CD&V):
En ce qui concerne la pression
fiscale, il importe de se fonder sur
une norme objective, sous peine de
voir les discussions se prolonger
indéfiniment. Dans l'accord de
gouvernement, il est question de la
pression fiscale exprimée en
pourcentage du PIB. La norme sur
laquelle je me base est donc bel et
bien acceptable.

Je m'adresse à présent au sp.a. Le
tabou de l'amnistie fiscale est
tombé. Lèvera-t-on également à
présent l'opposition à l'impôt sur la
fortune afin que les tabous tombent
de manière équilibrée?

Le CD&V déposera un
amendement pour que les recettes
des taxes écologiques excédant
les réductions d'impôts puissent
être restituées à la population. Il
s'agit là pour nous d'un test décisif
sur le plan politique.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
Ten derde, mijnheer Tommelein, wij zullen een amendement indienen.
De politieke lakmoesproef komt eraan als het u inderdaad te doen is
om de ecologie. Laten we even aannemen dat het u en uw fractie te
doen is om de ecologie. Stel dat de Staat uitsluitend uit de ecologische
aspecten van de voorliggende programmawet meer ontvangsten heeft
dan er belastingverlagingen worden ingevoerd en de burger dus meer
zou moeten bijdragen dan hij ontvangt uit de ecofiscaliteit. Voor dat
geval hebben we een amendement gemaakt dat ervoor zorgt dat dit
geld terug aan de burger zou worden gegeven. Dat is de politieke
lakmoesproef om te testen of het al dan niet waar is wat u zegt.
02.81 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp de
onderbreking van collega Bogaert, die blijkbaar goed op voorhand is
ingestudeerd, maar ze staat los van hetgeen ik zeg, want ik heb het
over fiscale amnestie niet eens gehad. Dat staat trouwens ook niet in
de programmawet, mijnheer Tant. (...) Het staat er niet in.

Mijnheer Bogaert, ten tweede stelt u vragen aan mijn collega's van sp.a-
spirit, maar goed.

Collega's, in tegenstelling tot wat de oppositie beweert met betrekking
tot voorliggend ontwerp van programmawet, bevat dat geen loutere
belastingverhogingen. Het gaat veeleer om keuzes die gemaakt moeten
worden om het gedrag van de burger te sturen. Dat betekent dat de
belastingplichtige door het maken van juiste keuzes perfect kan
remediëren. Op die manier tracht de regering het bewustzijn van de
belastingplichtige ten aanzien van het milieu en het energiegebruik te
stimuleren. Door de ratificatie van het Kyoto-protocol in mei 2002 heeft
België er zich toe verbonden tegen 2010 de uitstoot van
broeikasgassen te verminderen met 7,5% tegenover het peil van 1990.

(...)

Momentje, mijnheer De Crem, ik kom nog aan een belangrijke passage
voor u.

Die uitdaging is bijzonder groot, omdat de uitstoot van broeikasgassen
intussen nog toenam. In 2000, het jaar met het meest recente
gevalideerde cijfer, lag het niveau van de uitstoot ongeveer 6% hoger
dan in 1990. Vandaag ligt dat cijfer waarschijnlijk nog hoger.

De VLD steunt dan ook volmondig het voorstel van de regering om twee
sporen te bewandelen teneinde de noodzakelijke vermindering van
broeikasgassen te realiseren. Enerzijds, zal zij maatregelen nemen die
de diverse actoren ertoe aanzetten over te stappen op meer energie-
efficiënte technologieën. Dat houdt in dat op diverse terreinen een
vergroening van de fiscaliteit zal worden ingevoerd. Anderzijds, zal zij
de in het protocol ingeschreven zogenaamde flexibele mechanismen
aanwenden om de verplichtingen van ons land inzake de terugdringing
van broeikasgassen om te zetten in een ecologisch verantwoorde
ontwikkeling van minder welvarende naties.

Het protocol van Kyoto dateert van 1997, mijnheer De Crem. Het is een
uitvloeisel van het verdrag van Rio uit 1993. De doelstelling van min
7,5% ten opzichte van het uitstootniveau van 1990 is onderhandeld door
de laatste regering-Dehaene en werd bijzonder slecht onderhandeld.
België, en Vlaanderen in het bijzonder, is namelijk, ten gevolge van zijn
energie-intensieve industrie, bijzonder kwetsbaar voor die maatregelen.
Daarmee had men rekening moeten houden bij die onderhandelingen.
Dat is echter niet gebeurd. De laatste regering-Dehaene is klakkeloos
met de door Europa opgelegde voorstellen akkoord gegaan en heeft
02.81 Bart Tommelein (VLD):
Ceci n'entre pas dans le cadre de
mon propos. L'amnistie fiscale
n'est même pas évoquée dans la
loi-programme.

La loi-programme ne se contente
pas d'introduire une augmentation
d'impôt, mais vise à inciter le
citoyen à poser des choix
écologiques délibérés.

Dans le cadre du protocole de
Kyoto, la Belgique doit réduire ses
émissions de Co
2
de 7,5% d'ici à
2010 par rapport à 1990. Des
mesures seront prises afin
d'encourager les différents acteurs
à opter pour des technologies
permettant une utilisation plus
rationnelle de l'énergie, ce qui
implique une fiscalité plus
écologique. En outre, des
mécanismes flexibles seront mis
en oeuvre afin que nos obligations
contribuent à un développement
écologiquement responsable de
nations moins prospères.

Le traité de Kyoto date de 1997,
mais a été mal négocié par le
gouvernement Dehaene. Les
directives européennes ont été
adoptées telles quelles, sans tenir
compte de la vulnérabilité de
l'industrie flamande. A présent, l'on
tente d'induire un changement de
comportement. Les options
écologiques seront moins
coûteuses que celles qui portent
atteinte à l'environnement. Telle est
la contribution du consommateur à
Kyoto. L'alternative serait une taxe
sur le Co
2
qui ne tiendrait pas
compte de l'origine de l'énergie et
qui pénaliserait durement
l'industrie.

Le VLD adhère sans aucun
problème à l'idée d'une imposition
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
verder niets meer ondernomen om ze uit te voeren.

De voorgestelde fiscale maatregelen hebben dan ook als doel een
gedragswijziging teweeg te brengen en leveren een bijdrage om de
doelstellingen van Kyoto te realiseren. Uiteraard zijn die maatregelen an
sich niet voldoende, maar hier gaat het om de bijdrage die de
consument kan leveren aan het geheel. De verhogingen en verlagingen
van de tarieven zijn dan ook niet los te zien van de gedragssturende
beleidsoptie die erop gericht is milieuvriendelijke alternatieven
goedkoper te maken en milieuonvriendelijke duurder. Het zijn dus zeker
geen belastingverhogende maatregelen, integendeel.

Het alternatief is het invoeren van een algemene klassieke CO
2
-taks op
alle energiegebruik, die geen rekening houdt met de oorsprong van de
energie en daarenboven onze industrie dubbel zo zwaar zou treffen.
Men hoeft dus de voorgestelde maatregelen niet zomaar te ondergaan
indien men kiest voor een milieuvriendelijk alternatief. Wij begrijpen ook
dat Rome niet in één dag werd gebouwd. Deze maatregelen dienen dan
ook beschouwd te worden als een eerste aanzet tot een algemene
gedragswijziging in onze samenleving. Het regeerakkoord bepaalt dat
om een vermindering van het energiegebruik in woningen te verkrijgen er
een graduele aanpassing moet komen van de bijdrage op energie
overeenkomstig het al dan niet vervuilend karakter van de gebruikte
energiesoort. Deze strategie past perfect in de VLD-visie om
milieuvriendelijke brandstoffen lager te takseren. Deze wijzigingen
passen dan ook zowel het energiegebruik in woningen als van
motorbrandstoffen aan. Onze fractie vraagt echter duidelijk, mijnheer de
minister, om na te gaan of men geen differentiatie kan doen voor het
verhogen van het tarief voor elektriciteit. De lineaire verhoging van de
bijdrage op elektriciteit houdt immers geen rekening met de wijze van
de opwekking ervan. Nochtans wordt meer dan 60% van onze
elektriciteit geproduceerd door kerncentrales met een nuluitstoot CO
2
.
Daarenboven wordt op deze manier ook de zogenaamde groene stroom
getroffen die wordt opgewekt met hernieuwbare energie en op
gesubsidieerde wijze op het net wordt overgebracht. Het regeerakkoord
stelt dan ook dat er een verschuiving moet komen van de vaste kosten
naar de variabele kosten van het autogebruik. Om dit te realiseren moet
het effect van de vermindering van de brandstofprijzen gedeeltelijk
worden geneutraliseerd door de aanpassing van de accijnzen. Zo zal
volgende week reeds een verhoging van de bijzondere accijnzen ten
belope van 50% van de prijsdaling op ongelode benzine worden
doorgevoerd. Voor de volgende vier jaar wordt hetzelfde voorzien voor
ongelode benzine en diesel. De accijnscompenserende belasting op
dieselwagens wordt verminderd ­ u hoort het goed, verminderd ­ of
zelfs afgeschaft. Daar zwijgt u als oppositie natuurlijk echter in alle
talen over. Reeds jaren stelt de VLD dat men pas een gedragswijziging
kan krijgen...
moindre des combustibles
respectueux de l `environnement
afin d'en promouvoir l'utilisation,
tant en ce qui concerne les
carburants pour véhicules que la
consommation énergétique dans
les habitations. Nous demandons
toutefois au ministre d'étudier la
possibilité d'instaurer une
différentiation des tarifs d'électricité
tenant compte du mode de
production de l'électricité.

En ce qui concerne les véhicules,
l'accord de gouvernement prévoit un
glissement des frais fixes vers les
frais variables. Aussi les effets
d'une diminution du prix des
carburants doivent-ils être
neutralisés par une adaptation des
accises. La taxe compensatoire
des accises pour les véhicules
diesel est réduite, voire supprimée.
De voorzitter: Mijnheer Tommelein, mag de heer Goyvaerts u onderbreken?
02.82 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer Tommelein, ik
heb uw discours aangehoord maar het komt eerlijk gezegd niet echt
overtuigend over. Als het de bedoeling zou zijn om iets te doen voor het
milieu, waarom schaft u de accijnscompenserende belasting op lpg-
wagens dan niet af? U doet dat wel voor de dieselwagens maar niet
voor lpg. Wat is daar uw motivering? Bij de maatregelen die deze
regering en dus uw partij heeft genomen stel ik vast dat de benzine
duurder blijft dan de diesel. U weet ook dat zolang dit prijsverschil blijft
bestaan, men met dieselwagens blijft rondrijden. Men zal dus met een
meer milieuvervuilende brandstof blijven rondrijden. Waarom schaft men
dan de accijnscompenserende taks af op diesel en niet op lpg? Dat is
02.82 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Si c'est le souci
de préserver l'environnement qui
anime le gouvernement, pourquoi
ne supprime-t-il donc pas la taxe
compensatoire des accises sur le
GPL ? Pourquoi le prix de
l'essence demeure-t-il plus élevé
que celui du diesel ?
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
mijn vraag.
02.83 Bart Tommelein (VLD): Reeds jaren stelt de VLD dat men pas
een gedragswijziging kan krijgen indien men niet het autobezit maar
wel het autogebruik meer belast. Wie de wagen meer gebruikt,
veroorzaakt milieukosten. Het zijn die laatste kosten die hij vergoedt via
een maatregel die ertoe zou moeten aanzetten minder kilometers te
rijden en dit liefst te doen met een milieuvriendelijke motor die draait op
milieuvriendelijker brandstoffen.

De maatregelen die hier worden voorgesteld zijn daartoe een goede
aanzet. Het afschaffen van de vaste kosten op het autogebruik zou
ertoe moeten leiden dat de fabrikanten hierop kunnen inspelen met het
op de markt brengen van hoogrenderende motoren, met
milieuvriendelijke brandstoffen zodat ons wagenpark op termijn een veel
lagere vervuiling zal veroorzaken.

In het licht van de hervorming van de personenbelasting wordt een
nieuwe belastingvermindering doorgevoerd voor de uitgaven gemaakt
door de eigenaar van een woning die een of meer welomschreven
energiebesparende werken laat uitvoeren. De VLD verheugt zich erover
dat de regering voorstelt deze belastingvermindering vanaf het
aanslagjaar 2005 uit te breiden tot de uitgaven voor de plaatsing van alle
andere uitrustingen voor solaire en geothermische energieopwekking.

Mijnheer de voorzitter, collega's, als fractie wenst de VLD nogmaals te
benadrukken dat zij ten zeerste verheugd is over het feit dat deze
regering de ingeslagen weg van de verdere verlaging van de lasten op
arbeid onverkort zal voortzetten. Dit beleid wordt via deze
programmawet aangevuld met een aantal maatregelen die absoluut
noodzakelijk zijn om de milieudoelstellingen van Kyoto te halen, maar
waarbij de burger zijn eigen keuzes zal kunnen maken.
02.83 Bart Tommelein (VLD): On
ne modifie les comportements
qu'en taxant l'utilisation plutôt que
l'acquisition d'un véhicule. La
suppression des frais fixes devrait
en outre inciter les constructeurs
automobiles à commercialiser des
moteurs à haut rendement et des
carburants non polluants.

En ce qui concerne la réforme de
l'impôt des personnes physiques, il
est procédé à une nouvelle
réduction. Le gouvernement
propose d'étendre, dès 2005, la
réduction d'impôts sur les travaux
effectués aux habitations en vue de
permettre la réalisation
d'économies d'énergie à tous les
investissements relatifs aux
installations solaires et
géothermiques.

Nous nous réjouissons de la
réduction plus avant des charges
sur le travail. Parallèlement, le
gouvernement met en oeuvre des
mesures tendant à la réalisation de
la norme de Kyoto, tout en
garantissant la liberté de choix des
citoyens (Applaudissements sur
les bancs du sp.a-spirit, du VLD et
du MR
)
De voorzitter: Dit was de maidenspeech van de heer Tommelein. Ik feliciteer hem daarvoor.
Je félicite M. Tommelein pour son « maiden speech » (Applaudissements)
02.84 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik
heb de heer Tommelein niet willen onderbreken. De heer Bogaert heeft
echter een vraag gesteld over de fiscale regularisatie. Ik zal niet alles
herhalen wat ik gezegd heb tijdens de bespreking van het
regeerakkoord. Mijnheer Bogaert, sp.a-spirit is voorstander van een
fiscale regularisatie op voorwaarde dat er een billijk procent wordt
bepaald. Ik vermoed dat u me zult vragen wat een billijk procent is. De
2 tot 2,5% die uw collega's christen-democraten zoals Berlusconi van
Forza Italia in Italië hebben opgelegd, is voor de sp.a geen billijk
procent. Het kan zijn dat dit een billijk procent is voor CD&V. Dit is het
echter niet voor de sp.a!
02.84 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): M. Bogaert s'est
enquis de notre point de vue à
propos de la régularisation fiscale.
Nous en sommes partisans à la
condition qu'un pourcentage
équitable soit fixé. Ainsi, le sp.a
considère que les 2 à 2,5 pour cent
instaurés par les démocrates
chrétiens en Italie ne sont guère
équitables.

02.85 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
der Maelen, ik heb me niet uitgesproken over de opportuniteit van
fiscale amnestie. Mijn vraag aan de sp.a-fractie was: bent u bereid uw
standpunt inzake de vermogensbelasting te laten vallen indien er fiscale
amnestie komt? Houden jullie vast aan jullie standpunt inzake de
vermogensbelasting of niet? Dat is mijn concrete vraag aan de sp.a is.
Ik heb geen vraag gesteld over de fiscale amnestie.
02.85 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je souhaitais savoir si le sp.a
renonce à sa position relative à
l'impôt sur le patrimoine en cas
d'amnistie fiscale.

02.86 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): U hebt gesproken over 02.86 Dirk Van der Maelen
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
taboes die moesten vallen. U sprak over het fiscale taboe. Ik zeg u dat
dit voor de sp.a geen taboe is op voorwaarde dat er een billijke
vergoeding aan verbonden is.

Ik stel vast dat u lijdt aan fiscale obsessie. U spreekt niet anders dan
over belastingen en verhogingen en verlagingen. Taboes in de politiek
hebben voor ons niet alleen te maken met fiscale aangelegenheden.
Het is correct dat in het regeerakkoord en de afspraken die werden
gemaakt een aantal taboes zijn gevallen. Die taboes situeren zich
echter ook op andere terreinen dan het fiscale.
(sp.a-spirit): Pour le sp.a, ce point
ne constitue pas un tabou à la
condition que l'on instaure un
pourcentage équitable.
Apparemment, le CD&V souffre
d'une obsession fiscale. D'autres
tabous que les tabous fiscaux ont
été brisés au cours des
négociations en vue de la
constitution d'un gouvernement.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, uw fractieleider krijgt als laatste het woord.

Ik wens u nog mede te delen dat de Senaat...

Mijnheer Bogaert, de heer De Crem krijgt het woord. U niet. Houd u toch een beetje aan de regels! Ieder op
zijn beurt. (Hevig protest)

Mijnheer De Crem, alvorens u het woord te geven wens ik de volgende mededeling te doen.

De Senaat meldt mij zopas het volgende.

Le Sénat a voté la loi sur le tabac ainsi que la loi sur la réforme des institutions. Je fais distribuer ces
documents sur tous les bancs et je demande aux commissions compétentes de se réunir pendant
l'interruption de cette réunion plénière.

Collega's, dit was slechts een mededeling.
02.87 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb de
gelegenheid gehad om samen met de andere collega's in de
commissies en in de plenaire vergadering de bespreking van de
programmawet mee te maken. Het is mijn negende jaargang in dit
Parlement. Ik geef toe dat we niet volledig zonder zonden waren toen
de christen-democraten in de regeringen zaten. Inzake miskenning van
het Parlement heb ik echter zelden zo'n staaltje meegemaakt als
vandaag. Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even zeggen dat ik de
afwezigheid van minister Anciaux morgen op de Conferentie van
voorzitters zal aanbrengen. Ik wil dat u daarrond in elk geval iets doet.

Mijnheer de voorzitter, we hebben het gehad over de
accijnsverhogingen. De VLD volhardt en tekent. Ze zeggen dat de
accijnsverhogingen belastingverlagingen zijn. We hebben het gehad
over vele andere zaken. We hebben het ook gehad over het uitstel van
het alimentatiefonds. Ik zie tot mijn grote spijt dat mevrouw Lalieux ons
verlaten heeft. Ik had gehoopt om even de degens te kunnen kruisen
met haar. Mevrouw Moerman heeft ons ook verlaten. Ze heeft dat
wellicht tijdelijk gedaan voor een post in de federale regering. Ik ging
echter aan mevrouw Lalieux vragen waar haar trillende stem, geveinsde
emotie, haar tranerige parool en stroperige houding die ze heeft
aangenomen over het alimentatiefonds waren. Dat laatste deed ze nog
voor de verkiezingen.

Collega's, het is jammer dat we niet in de teletijdmachine van professor
Barabas kunnen springen om ons te verplaatsen naar maart en april van
dit jaar. Mevrouw Lalieux is er. We hebben hier in dit Parlement
eigenlijk nogal wat meegemaakt. Dat alimentatiefonds was zo
belangrijk dat het bijna een nieuw artikel in de Grondwet moest worden.
Het was zo belangrijk. We hebben hier heroïsche gevechten
meegemaakt. Mevrouw Lalieux, nu zien we dat het alimentatiefonds is
uitgesteld. De eenoudergezinnen en hun kinderen, die het echt nodig
hebben en waarvan ook wij vinden dat ze het nodig hebben, zien hun
02.87 Pieter De Crem (CD&V):
Les chrétiens démocrates n'étaient
pas exempts de tout reproche en
matière de lois-programmes mais
je n'ai encore jamais assisté à une
telle expression de mépris pour le
Parlement.

Le VLD affirme injustement que les
augmentations d'accises
constituent en réalité des
réductions d'impôts. Il doit être bien
pénible pour Mmes Lalieux et
Moerman de se résoudre au report
de la création du fonds des
créances alimentaires. Les familles
monoparentales et leurs enfants
sont abandonnés à leur sort alors
que l'augmentation des accises est
une réalité.

Le gouvernement annonce des
mesures destinées à ramener en
Belgique l'argent placé à l'étranger.
Les SICAV seront toutefois
soumises à des taxes
supplémentaires. Le droit d'entrée
sera porté de 0,06 à 0,18. Au lieu
de contribuer au rapatriement du
capital en Belgique, cette mesure
le chasse vers le Luxembourg. Elle
visait à créer de l'emploi en
Belgique mais elle profitera en
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
geld niet. Ze zijn uitgeteld. De maatregel is uitgesteld. De
rechthebbenden zijn uitgeteld. Mevrouw Lalieux en al degenen die
daaromtrent hebben gevochten met u, ik zou zeggen dat het woorden,
woorden, woorden, paroles, paroles, paroles zijn. U hebt aan dit
probleem echter niets veranderd. De accijnzen zijn wel verhoogd, maar
uw alimentatiefonds is uitgesteld. We zullen het u helpen onthouden.

Mevrouw Lalieux, was het eigenlijk niet zo erg en vrijblijvend, dan
zouden we de zomerhit van deze zomer aan u kunnen opdragen, "Il y a
des problèmes avec l'alimentation, pourquoi cela ne pousse pas?". In
het licht van de ernst van dit dossier kan ik u in elk geval zeggen dat
zovele mensen zingen: "On est seul ce soir avec nos rêves", want
achter onze alimentatie kunnen we fluiten.

Ik kom tot de beleggingsfondsen en de problematiek van de BEVEK's.
Dit is toch wel het meest ongelooflijke dat kan gebeuren. De regering
kondigt maatregelen aan om het geld dat in het buitenland, in
Luxemburg, staat te laten overkomen. "Kom terug! Kom over! Dat is
geld dat we moeten gebruiken om het gat in de staatskas te dichten!"
Het volgende gebeurt. De fondsen die hiervoor van toepassing zijn, de
BEVEK's, worden extra belast. Ze gaan van 0,06 naar 0,18 als
inschrijvingsrecht. In plaats van kapitaal naar België te brengen,
mijnheer de minister van Financiën, brengt u kapitaal naar Luxemburg.
U wilde hierdoor jobs creëren, maar eigenlijk creëert u jobs in
Luxemburg.

Dat is de teneur. Uw maatregelen creëren jobs in Luxemburg. Wat
gebeurt er immers? Het is niet alleen het geld dat getransfereerd wordt.
De hele problematiek van de inschrijving, de problematiek van de
fondsenbewaring en de problematiek van de administratie zal zich nu in
Luxemburg bevinden. Het is ongelooflijk dat u dat hier sans gêne en
zonder vrees kan komen vertellen.

Op dit spreekgestoelte riep de eerste minister twee weken geleden uit:
laat u niet verlammen. Herinnert u zich die oproep. Misschien is de
heer Anciaux in het bubbelbad en in de sauna van Center Parcs in
Nederland al wat Vlaamse burgers tegengekomen. Verhofstadt riep:
laat u niet verlammen. De mensen zeggen: wij laten ons niet vangen,
want zij zijn gevangen. U hebt hen opgeroepen om voor u te stemmen
omdat de belastingen gingen verlagen. Plots ziet u dat er een
economische crisis is en dat het geld op is en worden de lasten
verhoogd. Dat weet iedereen en dat weten Jan en Katrien ook.

Jan en Katrien hebben mij deze morgen opgebeld. Zij wonen een klein
jaar in een woning, want ze woonden in de Verhofstadtstraat in een
nieuwe verkaveling in de Limburgse gemeente Steevast. Zij zijn modale
tweeverdieners. Zij hebben twee auto's nodig om naar hun werk te
gaan. Jan werkt in ploeg en Katrien is verpleegster. Zij komen terug na
een vakantie in het zuiden van Frankrijk en zij lezen nog wat kranten.
Zij zien dat er een nieuwe regering is gevormd: Iedereen Gelukkig II. Zij
lezen in de krant dat de energieheffing op benzine en diesel is
verhoogd. De auto van Jan rijdt op diesel en de auto van Katrien rijdt op
benzine. In 2007 zal Jan 3 frank en Katrien 7,22 frank per liter meer
betalen aan de pomp. Dat is wat de maatregelen van de regering hen
opbrengen. Zij hebben uitgerekend dat zij 15.000 kilometer per jaar
doen. Het grootste deel daarvan is de woon-werkverplaatsing. Dat wil
zeggen dat zij 8.000 en 3.000 frank meer zullen moeten betalen. Zij
hebben natuurlijk ook een stookolie-installatie en de bestelling van
3.000 liter stookolie aan een zomertarief, kost hen met de
energieheffing 750 frank extra. Ondanks het feit dat zij in de Limburgse
gemeente Steevast wonen, hebben zij geen aardgasaansluiting in hun
straat. Dat is een levensgroot probleem. Er komt een belasting bij op
réalité à l'emploi luxembourgeois.

Les taxes supplémentaires
contrastent singulièrement avec les
promesses préélectorales. Le
citoyen moyen paiera son essence
et son gasoil plus cher. Le prix du
gasoil augmente mais bon nombre
de citoyens n'ont pas accès au
chauffage au gaz moins polluant
pour la bonne raison que toutes les
localités ne sont pas encore
équipées de conduites de gaz ou
de possibilités de raccordement. Le
prix de l'assurance incendie va
également augmentera parce que
les compagnies vont répercuter
leurs cotisations pour les services
de secours.

Voilà le message d'optimisme de
Verhofstadt II. Le citoyen moyen
aura compris dès à présent que ce
gouvernement sera celui des taxes
nouvelles. Le CD&V entend suivre
une voie honnête et ouverte pour
assainir les finances publiques par
des mesures durables.

CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
de brandverzekeringspolis. De minister van Binnenlandse Zaken is niet
op deze vergadering aanwezig. Wat gebeurt er? Voor een aantal
overheidstaken zoals de brandweer, de civiele bescherming, de
ambulance, de 101, de dringende medische hulpverlening, zal een
bijkomende taks moeten worden betaald. De verzekeraars moeten die
betalen, maar wat zal er gebeuren, mijnheer de minister van Financiën
en mijnheer de minister van Begroting en mevrouw de staatssecretaris
voor het Gezin hier afwezig? Jan en Katrien zullen 1.000 frank per jaar
moeten bijbetalen omdat hun verzekeringspremie in de lucht zal gaan.
Dat is de optimistische boodschap die u brengt.

Hoe u het ook wil draaien of keren, Verhofstadt II is een taksenregering
en dat hebben de mensen door. Jan en Katrien met hun drie kinderen
staan model voor het modale gezin van Vlaanderen: mensen die
moeten werken, mensen die het geluk hebben nog een job te hebben,
die niet gevangen zijn door reorganisaties, die zich naar hun werk
moeten verplaatsen.

Zij doen dat met twee auto's en sluiten levensverzekeringen als
spaarproducten en zij zijn degenen die door u ­ door socialisten en
liberalen ­ worden belast. Ik herhaal dat dit de ingeslagen weg is.

De heer Tommelein heeft ons verlaten, wellicht omdat hij erachter is
gekomen dat vele van zijn toelichtingen niet stroken met de
werkelijkheid. Een zaak staat vast, met name dat de ingeslagen weg
van de VLD en de sp.a, van paars, de onze niet is. Wij willen een
andere, eerlijke en open weg. Wij willen de weg van een echte
gezondmaking van de overheidsfinanciën, van de aflossing van de
schuld en echte duurzame maatregelen. Nogmaals. Verhofstadt II ­
Paars, roodblauw ­ is een taksenregering, het zal altijd een
taksenregering blijven en wij zullen er u altijd aan blijven herinneren.
02.88 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal
antwoorden op de vragen in verband met artikel 33, eerst en vooral door
te bevestigen wat ook de heer Anciaux heeft gezegd. In mijn opinie ­ in
tegenstelling tot wat de diensten zeggen ­ is een betrokkenheid van de
gewesten niet nodig. Dat is mijn fundamentele stelling. De bijzondere
wet bepaalt dat de gewesten worden betrokken bij het overleg als het
gaat over verkeersveiligheid en de verkeersreglementering.

Ik ben het ermee niet eens ­ hoewel we er ons bij neerleggen ­ dat het
afschaffen van een retributie voor een dienstverlening, ook al heeft die
betrekking op het gebruik van een wagen, behoort tot wat in de
bijzondere wet de verkeersreglementering wordt genoemd. Het is niet
omdat het in de wet op de verkeersreglementering staat, dat het
noodzakelijkerwijze zo is. Ik herinner u aan wat de Raad van State ooit
heeft gezegd over de gemeentewet, in een eerste advies, met name dat
als het in de gemeentewet staat, het behoort tot de materie die met
betrekking tot de voogdij is geregionaliseerd. In een later advies werd
bepaald dat het formalistisch argument dat het in een bepaalde wet
staat, niet voldoende was.

Welnu, ik herhaal dat. Wanneer er ooit een procedure zou zijn voor het
Arbitragehof, zal het ook het standpunt van de regering zijn dat deze
betrokkenheid niet nodig is. Dat is het eerste gegeven. Ik heb gezegd
dat dit het advies is van de Raad van State en tot nader order heeft de
regering het recht in het Parlement te zeggen dat zij denkt dat het
advies niet de juiste manier is en dat het voor het Arbitragehof onze
verdediging kan zijn.
02.88 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'association des Régions
en ce qui concerne l'article 33 n'est
en fait pas nécessaire.
Conformément à la loi spéciale,
cette association est nécessaire
lorsqu'il s'agit de modifications du
Code de la route et dans le
domaine de la sécurité. La
suppression d'une rétribution pour
un service ne relève pas des
matières visées dans la loi
spéciale. Tel sera le cas échéant
notre système de défense en cas
de procédure devant la Cour
d'arbitrage: l'association des
Régions n'était pas nécessaire.

02.89 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de 02.89 Francis Van den Eynde
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
voorzitter, mijnheer de minister, ik apprecieer het feit dat u ingaat op de
argumentatie van de Raad van State en dat u zegt het niet eens te zijn
met de interpretatie van de Raad van State.

Toch vestig ik u aandacht erop dat er niet alleen dat advies van de Raad
van State is, maar ook het advies van de juridische dienst van deze
Kamer. Dat zijn al twee totaal gelijklopende, parallelle adviezen. Dat u
twijfelt aan de interpretatie van het ene en het andere samen, is uw
recht, maar ik heb toch de indruk dat u nu een nogal gedurfde stelling
inneemt door het tegenovergestelde te beweren.
(VLAAMS BLOK): Le ministe a
bien sûr le droit de contester l'avis
du Conseil d'Etat. Le service
juridique de la Chambre a toutefois
formulé un avis similaire. Que le
ministre ose mettre en doute l'avis
de deux services indépendants est
plutôt osé.
02.90 Minister Johan Vande Lanotte: Het is natuurlijk zo dat als de
Kamer daarover een advies vraagt dan heeft men aan de Kamer
gevraagd hoe de Raad van State dit advies kon uitbrengen. Dat was
eigenlijk de juiste draagkracht van het advies.

Desalniettemin is dit de fundamentele, inhoudelijke opmerking die ik
heb gemaakt. De Gewesten moeten volgens mij inderdaad betrokken
worden bij de verkeersreglementering. Ik heb er echter mijn twijfels over
of die wet van toepassing is bij het al dan niet aanpassen van een
retributie die een vertaling is van een verleende dienst door de federale
overheid. De regering heeft gezegd die wet toch te zullen toepassen.
Als er sprake is van een betwisting ontneem ik ons echter niet het
recht om te zeggen dat we het er niet over eens zijn.

Ik kom dan bij de toepassing. Ten eerste, als men dit toepast, moet
men de Gewesten informeren. Dit is gebeurd. Ik was daar bij toen men
dit heeft gedaan. De Gewesten moeten hun opinie laten kennen. Ik wil
opmerkzaam maken dat er geen akkoord moet zijn. We zitten hier niet
in de akkoordprocedure. We zitten in de procedure van betrokkenheid
waarbij op een genuanceerde manier een advies kan worden gegeven.
De Waalse regering heeft gezegd dat zij akkoord ging. Daarover is dan
ook geen betwisting of discussie. De Brusselse regering heeft gezegd
dat zij akkoord ging. Zij heeft gezegd, ik citeer: "De Brusselse regering
grijpt niettemin de gelegenheid aan om de beslissing van het
Overlegcomité van de federale regering en de regeringen van de
Gemeenschappen en de Gewesten, van 4 april 2003 in herinnering te
brengen." De Brusselse regering herinnert ons aan de beslissing van
het Overlegcomité, waarin de wijziging van artikel 234 van de wet van 7
februari 2003 wordt voorzien.

Op 4 april 2003 is er in het Overlegcomité bij consensus, zoals altijd,
inderdaad een beslissing genomen om een viertal artikelen te wijzigen.
Het gaat hierbij onder andere over de artikelen die gemeenteraden
machtigen om aanvullende reglementen vast te stellen, de wetgeving
met betrekking tot de exploitatiekosten van de maatschappijen voor
gemeenschappelijk vervoer, omtrent de bebouwde kommen, enzovoort.
U kent die artikelen beter dan ik. Er bestaat een akkoord om die
artikelen te wijzigen. Het Brussels Gewest zegt niet dat haar advies
daaraan is gebonden. Zij herinneren gewoon aan het akkoord. De
regering zal de beslissing van het Overlegcomité effectief uitvoeren
anders zouden we niet akkoord zijn gegaan. We zijn akkoord gegaan
met een aanpassing van die 4 artikelen. De discussies daarover zullen
worden gevoerd. We zullen dit ook honoreren zoals reeds op 4 april
2003 was voorzien.

De Vlaamse regering heeft bij monde van de minister-president haar
akkoord gegeven. Er vond geen Ministerraad plaats, maar wel een
consultatie door de regeringsleider van de verschillende leden van de
regering. De regering kan op die manier werken. Er is geen enkele
procedure die een dergelijke werkwijze verbiedt. De verschillende leden
02.90 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'avis est attaquable. Les
Régions doivent être impliquées
mais pas dans cette matière. C'est
pourtant ce que vient de faire le
gouvernement. Les Régions ont été
informées. Elles devaient donner
leur avis, ce qu'elles ont fait. Il n'est
nullement prévu qu'elles doivent
marquer leur accord.

La Région wallonne a purement et
simplement marqué son accord,
tout comme le gouvernement
bruxellois qui a saisi l'occasion
pour rappeler une décision du
Comité de concertation du 4 avril
2003 relative à la modification de
quatre articles de loi. Le
gouvernement n'a toutefois pas lié
ces modifications à l'accord sur
l'article 33. Le gouvernement
flamand a marqué son
assentiment. Il ne l'a pas fait dans
le cadre l'issue d'une réunion du
gouvernement mais aucun texte ne
prévoit qu'il doit en être ainsi. Le
ministre-président a organisé une
consultation qui a débouché sur un
accord après que deux ministres
ont formulé quelques observations.
Ces observations sont précisément
la preuve qu'il y a bien eu
consultation.

CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
van de regering hebben daarbij te kennen gegeven dat zij akkoord
gingen. Twee ministers hebben een opmerking geformuleerd. Het feit
dat die opmerkingen werden gemaakt na de laatste Ministerraad is
overigens het bewijs dat de verschillende ministers werden
geconsulteerd. Dit akkoord van de Vlaamse regering is, gelet op de
opmerkingen in bijlage, misschien ongewoon qua vorm, maar het steunt
wel degelijk op een akkoord binnen de Vlaamse regering.

De drie regeringen gaan dus akkoord hoewel dat niet nodig is.
02.91 Paul Tant (CD&V): Ik lees u woordelijk de brief van de minister-
president van de Vlaamse regering voor, die zegt dat de Vlaamse
regering gunstig advies verleent. Dat wil dus zeggen dat de Vlaams
regering als dusdanig en als geheel daarover beraadslaagd heeft.
02.91 Paul Tant (CD&V): Le
raisonnement du ministre est
pertinent mais M. Somers indique
dans sa lettre que le
"gouvernement flamand" marque
son accord, ce qui n'est
apparemment pas le cas.

02.92 Minister Johan Vande Lanotte: Juist, maar daarvoor hoeven ze
niet bijeen te komen. Ook de federale regering kan dat doen.
02.93 Paul Tant (CD&V): Maar enfin!
02.94 Minister Johan Vande Lanotte: Dat gebeurt geregeld. Mijnheer
Tant, ik heb een aantal regeringen meegemaakt. Dit is de derde waar ik
lid van ben. Het is niet de eerste regering waar dat gebeurt en het zal
niet de laatste zijn. Wanneer de minister-president zegt dat de
Vlaamse regering akkoord gaat en je ziet over het bewijs dat één van
de groepen opmerkingen had en dus daadwerkelijk geraadpleegd is,
dan is daar niets tegen in te brengen, tenzij één van de leden van de
Vlaamse regering zou zeggen dat hij het er niet mee eens is. Dan is er
een politiek probleem voor de Vlaams regering. Maar dan is het een
juiste interpretatie dat de Vlaamse regering akkoord gaat. Na de laatste
vergadering van de regering zouden ze geconsulteerd zijn want anders
zouden ze geen opmerkingen hebben gegeven.
02.94 Johan Vande Lanotte,
ministre: Si. Les ministres ne
doivent pas se réunir. Ils ont été
consultés et ont décidé de marquer
leur accord. Ce n'est pas parce que
certains ministres ont formulé des
observations qu'il est impossible de
trouver un accord. Si un ministre en
particulier avait eu des objections
fondamentales à formuler, il l'aurait
fait savoir à M. Somers.
02.95 Paul Tant (CD&V): U zegt dat er geen vergadering moet zijn.
Dan zou er zoiets moeten bestaan als een briefwisseling gericht aan
elk van deze ministers.
02.95 Paul Tant (CD&V): Un
courrier aurait tout de même dû
être envoyé aux différents
ministres.
02.96 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is niet juist.
02.97 Paul Tant (CD&V): Hoe lost u dat praktisch op?
02.98 Minister Johan Vande Lanotte: Dat betekent dat de minister-
president met andere leden spreekt.
02.99 Paul Tant (CD&V): U verwijst naar een praktijk in de federale
regering die erin bestaat dat men de kans krijgt om schriftelijk te
reageren nadat men daartoe uitgenodigd is.
02.100 Minister Johan Vande Lanotte: Maar neen, dat is gewoon niet
zo.
02.101 Paul Tant (CD&V): Waar is die uitnodiging dan?
02.102 Minister Johan Vande Lanotte: Excuseer, mijnheer Tant, dit
is de derde regering waar ik lid van ben. Er zijn belangrijke beslissingen
02.102 Johan Vande Lanotte,
ministre: Tant de décisions
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
in dit land genomen zonder dat er daarvoor zelfs een schriftelijke
procedure was. Men heeft de verschillende ministers geconsulteerd die
zo een akkoord bereikten. Als u denkt dat dit nu de eerste keer is dat
zoiets gebeurt, dan valt u hier, in alle eerlijkheid, uit de lucht. Ik zal niet
zeggen welke belangrijke beslissingen zo genomen zijn. Een regering
kan bijeenkomen of een schriftelijke procedure volgen. Het belangrijke
is of er bij de verschillende leden van de regering daarover een
consensus is. De minister-president stelt vast dat er een consensus is
over het geven van een positief advies en stuurt overigens een stuk van
het bewijs mee dat er over gediscussieerd is, want hij geeft de
opmerkingen.

De opmerking hoe die regering moet werken is trouwens onze
bevoegdheid niet. Dat moeten ze in het Vlaams Parlement desnoods
nog bediscussiëren. Er is geen enkele regel die zegt dat dit schriftelijk
moet gebeuren. Dat is absoluut niet zo.

Er is dus, nadat ze geïnformeerd zijn, van de drie Gewesten een
positief advies gekomen. Het moet niet noodzakelijk positief zijn. Voor
de eindstemming in de Kamer is volgens de nota van het federale
parlement, waar we nu dus zijn, deze procedure correct verlopen. Ik
herhaal dat ze niet nodig was, maar wel correct verlopen is.
importantes ont déjà été prises
sans que la procédure écrite soit
appliquée. Ce qui importe, c'est de
savoir s'il y a un consensus. La
procédure était en fait superflue
mais elle a été suivie correctement.
02.103 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat u met
mij akkoord gaat dat de normale gang van zaken zou geweest zijn dat
over deze aangelegenheid overleg zou zijn gepleegd in het
Overlegcomité. Dat is de normale gang van zaken.
02.103 Jos Ansoms (CD&V): La
concertation aurait dû se dérouler
au sein du Comité de concertation.
02.104 Minister Johan Vande Lanotte: Niet in het Overlegcomité.
02.105 Jos Ansoms (CD&V): In de bijzondere wet staat duidelijk dat
de politie voor het wegverkeer stof is voor het Overlegcomité. Dat is
door uw collega de heer Anciaux met zoveel woorden gezegd in de
commissie. Hij heeft trouwens gezegd dat hij dat overleg ging
organiseren voor de wet in werking treedt, dus voor 1 januari 2004. Dus
hij ging ermee akkoord dat er een normaal overleg zou zijn in het
Overlegcomité, wat ook de Raad van State zegt en wat ook de diensten
van deze Kamer zeggen.

Als dat de normale procedure is, dan kan men daar van afwijken. Men
kan het overleg dus ook schriftelijk voeren, maar dan staat er wel bij dat
de Gewesten het eens moeten zijn om dergelijke manier van overleg te
voeren.

Wat lees ik echter?
02.105 Jos Ansoms (CD&V): M.
Anciaux a confirmé en commission
qu'il organisera une concertation
avant le 1
er
janvier 2004. Il peut être
dérogé à la procédure écrite mais
alors, tous les membres des
gouvernements régionaux doivent
marquer leur accord à cet égard et
ce ne fut pas le cas.
02.106 Minister Johan Vande Lanotte: Dat zij akkoord gaan, want
anders...
02.107 Jos Ansoms (CD&V): Zij gaan niet akkoord. Er is geen
beslissing van de Vlaamse regering. Er is geen Vlaamse
regeringsbeslissing geweest. Twee leden van de Vlaamse regering
zeggen dat het wenselijk is dergelijke vragen te behandelen in het
Overlegcomité. Zij gingen dus niet akkoord met de
uitzonderingsprocedure.
02.107 Jos Ansoms (CD&V): : le
gouvernement flamand n'a pas pris
de décision et deux de ses
membres ont estimé qu'il était
souhaitable qu'une discussion ait
lieu au sein du Comité de
concertation.
02.108 Minister Johan Vande Lanotte: U neemt uw wensen voor
werkelijkheid.

Ten eerste, stel dat de Gewesten niet akkoord gaan met de procedure.
02.108 Johan Vande Lanotte:
ministre: Si tel était le cas, le
ministre-président n'aurait pas
rédigé de lettre comportant un avis
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
Dan schrijven zij geen brief met een positief advies maar dan zeggen zij
dat zij niet akkoord gaan met de procedure. Als iemand in de procedure
instapt met een positief advies, gaat hij akkoord met de procedure. Dat
is daar inherent aan.

Ten tweede, het is niet via het Overlegcomité gebeurd. Het overleg
tussen de ministers verloopt normaal ­ dit is niet de normale weg,
daarin hebt u gelijk ­ tussen de bevoegde ministers, niet in het
Overlegcomité. Het komt in het Overlegcomité wanneer er een
probleem is. Normaal gezien, wanneer er in een bijzonder overleg
voorzien is, gebeurt dat tussen de functioneel bevoegde ministers. Dat
wordt vertaald doordat de regeringen de beslissing officieel overzenden.
Hier is dat niet de normale procedure. Het is niet de meest elegante,
daarover ben ik het met u eens, maar wettelijk gezien is het volledig in
orde. Want uit de brief blijkt duidelijk dat zij akkoord gaan met de
procedure. Anders zouden zij het gezegd hebben.

Ten derde, blijkt uit de brief dat de drie regeringen er niet alleen bij
betrokken zijn, maar zelfs een positief advies geven.
favorable. Nous n'avons peut-être
pas suivi la voie normale, mais la
voie que nous avons choisie était
parfaitement acceptable.

Le président: Avant de passer la parole au ministre, je souhaite rappeler aux membres que je consulterai la
Chambre sur l'urgence à accorder à d'autres projets. Je vous demande donc de ne pas quitter l'hémicycle
lorsque nous aurons terminé la discussion des articles.
02.109 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je ne vais pas revenir très longuement sur les débats qui se
sont déroulés cet après-midi en séance plénière. Nous avons eu
l'occasion, je crois, d'avoir des échanges approfondis en commission.

Je voudrais simplement revenir sur quelques éléments. Le premier
concerne les priorités du gouvernement en matière fiscale.
Evidemment, je voudrais confirmer que lorsque nous nous penchons
sur la politique économique et sociale, deux éléments nous paraissent
prioritaires. Le premier concerne la diminution de la charge fiscale ou
parafiscale qui pèse sur le travail. Ceci est de nouveau affirmé non
seulement dans la déclaration que le premier ministre a lue devant
cette chambre, mais également dans les premiers textes qui sont
présentés au Parlement. Le second a trait à l'augmentation des
dépenses en matière de soins de santé. Nous savons que de ces deux
côtés, la politique est pratiquement obligatoire. Il est évident que nous
devons aller vers une réduction des charges sur le travail: quatre
milliards d'euros sont à nouveau prévus pendant cette législature et une
augmentation des dépenses en soins de santé.

Dans le cadre de la loi-programme, que fait-on concrètement en
matière fiscale?
02.109 Minister Didier Reynders:
In het fiscale kader, op het stuk van
het economisch en sociaal beleid,
zijn twee elementen voor de
regering prioritair : de vermindering
van de fiscale en parafiscale druk
op arbeid en de verhoging van de
uitgaven voor gezondheidszorg.
Daar kunnen wij niet omheen.

Welke concrete fiscale
maatregelen nemen wij in het kader
van de programmawet?
Eerst en vooral gaan wij verder in de vermindering van de fiscaliteit op
arbeid, te beginnen met de bekrachtiging van een reeks koninklijke
besluiten.

Misschien is dat een groot aantal koninklijke besluiten in verband met
accijnzen en BTW, maar ook in verband met de personenbelasting.
Wat de personenbelasting betreft, is het een bekrachtiging van,
bijvoorbeeld, de herindexering van de fiscale barema's, de afschaffing
van de anticrisisbijdrage of een aanpassing van de verschillende
barema's, maar eerst en vooral misschien een vermindering van alle
barema's voor iedereen. Dit was het geval met verschillende koninklijke
besluiten wat de bedrijfsvoorheffing betreft. Wij gaan nu naar een
bekrachtiging van de koninklijke besluiten in dat verband.
Outre les accises et la TVA, les
arrêtés royaux règlent également la
question de l'impôt des personnes
physiques. Ainsi, la réindexation
des barèmes fiscaux est confirmée,
la cotisation complémentaire de
crise est supprimée et les barèmes
sont abaissés pour l'ensemble des
contribuables.

Il faut poursuivre sur la voie de la
réforme fiscale engagée en 2001,
afin de créer une déductibilité
complémentaire pour les
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
We moeten nog verder gaan met een eerste aanpassing van de fiscale
hervorming van 2001 om een aanvullende aftrekmogelijkheid te creëren
voor energiebesparingen. Het is dus al een tweede fase, vanaf juli 2003,
in de fiscale hervorming. Het is zeer klaar en duidelijk: wij gaan verder
in de vermindering van fiscaliteit op arbeid. Dat zal nog het geval zijn
vanaf 1 januari 2004 met de laatste fase van de hervorming van de
personenbelasting, met de afschaffing dus van alle discriminaties
tussen alleenstaanden, samenwonenden en gehuwde koppels, en eerst
en vooral misschien voor de gepensioneerden.
économies d'énergie. Il est clair
que nous irons plus loin encore
dans la réduction des impôts sur le
travail. La dernière phase de la
réforme de l'impôt des personnes
physiques va tout à fait dans ce
sens, avec la suppression des
discriminations entre personnes
isolées, personnes mariées et
cohabitants et la réforme de la
fiscalité pour les retraités.
A côté de cela, nous introduisons un certain nombre d'autres
orientations en matière fiscale qui laissent un choix au contribuable. On
sait qu'en matière de fiscalité sur le travail, on n'a pas toujours le choix
d'obtenir un emploi, mais quand on en a un, la fiscalité sur le travail
s'applique de manière tout à fait obligatoire sans que l'on puisse
beaucoup y échapper, même si nous continuons à lutter contre la
fraude en la matière.

Par contre, dans d'autres secteurs, le choix est beaucoup plus grand.
C'est vrai pour l'énergie, c'est vrai pour le tabac. L'orientation prise en
matière de tabac ne se traduit même pas dans un texte. Nous
continuons à augmenter le prix du tabac, comme cela a été fait au
début de cette année, de 40 centimes d'euro, 2 fois 20 centimes sur
les paquets de 25 cigarettes. C'est un peu la même logique en matière
d'énergie: permettre de manière beaucoup plus importante à chacune
et à chacun d'acquérir par exemple un véhicule automobile. On sait que
pour certains déplacements, ce véhicule est obligatoire et nécessaire.
D'abord, permettre cette acquisition par une baisse des coûts fixes,
cela se traduit dans la loi-programme à travers plusieurs dispositifs
dont certains avaient déjà été critiqués devant la Cour d'arbitrage.
Ensuite, une augmentation progressive des coûts variables selon un
système assez simple, consistant pour chaque diminution de prix à la
pompe, tant du diesel que de l'essence, à répartir cette diminution de
prix entre le consommateur et l'Etat. Les prix diminuent, 50% de la
diminution va vers l'Etat, 50% vers le consommateur. En fonction du
choix de ce consommateur, nous aurons ou non une augmentation de
recettes fiscales.

Il est évident que nous poursuivons un objectif de préservation de
l'environnement en matière d'énergie mais aussi, si les comportements
restent inchangés, d'augmentation des recettes, mais nous assumons
le risque du changement de comportement des consommateurs, des
contribuables. C'est la même philosophie dans d'autres domaines. Je
pense qu'il est sain que l'on intervienne beaucoup plus dans la fiscalité
lorsque le consommateur, le contribuable a un choix que lorsqu'il n'en a
pas.
Er bestaan andere fiscale
beleidslijnen die de
belastingplichtige de keuze laten,
bijvoorbeeld op het gebied van
energie of tabak. De prijs van een
pakje sigaretten wordt in een jaar
opnieuw met 40 cent verhoogd.

Wat de aankoop van een wagen
betreft, beogen verscheidene
bepalingen een daling van de vaste
kosten, andere een stijging van de
variabele kosten. Zo zal iedere
prijsdaling aan de pomp worden
verdeeld tussen de staat en de
consument.

Kortom, de fiscale inkomsten
zullen toenemen in functie van de
keuzes die de consument maakt.

Onze doelstellingen bestaan erin
de inkomsten te verhogen en
milieubewust op te treden. Er is
echter een risicofactor aan
verbonden: de gedragsverandering
van de belastingplichtige.
Ik heb alternatieven laten onderzoeken. Ik heb de verschillende
commentaren van de leden in de commissievergadering gehoord. Altijd
ging het om een verhoging van de belasting op arbeid, altijd. Het was
zogezegd een vertraging in de hervorming van de personenbelasting.
Het is altijd mogelijk om die hervorming met een of twee jaar uit te
stellen. Maar het is dus een verhoging van de belasting op arbeid. Er
zijn ook algemene stelsels met verschillende namen, met altijd
dezelfde repercussie, namelijk 1, 2, 3, 4 of 5% van meerbelastingen op
arbeid, en eerst en vooral op arbeid.
J'ai examiné plusieurs solutions de
rechange mais elles aboutissent
toujours à une augmentation des
charges sur le travail.
Je l'ai signalé tout à l'heure à M. Langendries. Je le répète: lorsqu'on
envisage une cotisation sociale généralisée, j'ai beau lire toutes les
propositions qui sont sur la table, cette cotisation, pour l'essentiel,
De algemene sociale bijdrage wordt
in de eerste plaats geheven op
inkomsten uit arbeid. Ik heb de
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
frappe les revenus du travail. Il est dit que nous allons également
frapper d'autres revenus, mais si j'examine les propositions soi-disant
alternatives, elles ne font rien d'autre que pénaliser le travail. Or, je
rappelle que la première de nos priorités est de diminuer la fiscalité sur
le travail.
voorstellen bekeken, mijnheer
Langendries, en het zijn de
werknemers die mogen betalen.
Wij willen de belastingen op de
inkomsten uit arbeid net verlagen.
02.110 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, je ne
peux de toute évidence pas contrarier le ministre dans ses propos
relatifs à la cotisation sociale généralisée. Actuellement, qui cotise
pour la sécurité sociale? Qui? Exclusivement les revenus du travail.
02.110 Raymond Langendries
(cdH): Maar wie draagt er bij voor
de sociale zekerheid ? De
werknemers.
02.111 Didier Reynders, ministre: Non, pas du tout!
02.112 Raymond Langendries (cdH): Aussi, lorsqu'on parle de
cotisation sociale généralisée, il ne s'agit pas d'une nouvelle taxe sur le
travail, c'est un système dans lequel nous essayons de faire en sorte
qu'on l'élargisse à l'ensemble des revenus.

Nos points de vue ne sont pas divergents en la matière. Simplement, il
ne faut jamais oublier de donner la deuxième partie de la cotisation
sociale généralisée!
02.112 Raymond Langendries
(cdH): Met de algemene sociale
bijdrage kan de heffing nu tot alle
inkomsten worden uitgebreid.
02.113 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je rappelle
à M. Langendries que la sécurité sociale n'est pas exclusivement
financée à travers les revenus du travail. Le financement alternatif qui
s'est développé amène des recettes liées à la consommation; je pense
notamment à la TVA. Depuis cette année, ces recettes ont augmenté
fortement, qui provi ennent notamment des accises sur le tabac. Ce
sera davantage le cas dans les mois et les années à venir.

Lorsqu'on cherche un financement complémentaire pour la sécurité
sociale, j'ai proposé d'augmenter la part de recettes provenant, par
exemple, de la consommation de tabac et ce, de manière importante.
Je suis d'ailleurs ravi que le gouvernement et la majorité aillent dans ce
sens. Cependant, les propositions alternatives trouvent l'essentiel de
leurs moyens sur le travail. En la matière, je ne peux pas vous suivre.
Au moment où nous mettons en oeuvre une importante réforme de la
fiscalité sur le travail, je ne peux imaginer que l'on remette cette
réforme en cause, à travers notamment une cotisation sociale
généralisée qui, tout en élargissant le champ de l'assiette, prélève
avant tout, à l'instar de l'impôt de crise, une recette complémentaire sur
le travail.

Tel est le cas. Vous pouvez examiner la situation sous tous les angles.
Lorsqu'il est question, aujourd'hui, de taxer les revenus de 1, 2 ou 3%,
il s'agit, pour l'essentiel des revenus qui seraient soumis à cette
cotisation, des revenus du travail.

Par conséquent, nous faisons un autre choix, à savoir de prélever sur
d'autres bases, d'autres assiettes (la consommation d'énergie, la
consommation de tabac, etc.) en laissant pour une bonne part le choix
au contribuable. Certes, ce choix n'est pas absolu, mais on peut
toujours consommer moins ou mieux en matière énergétique, par
exemple.
02.113 Minister Didier Reynders:
De sociale zekerheid wordt mee
gefinancierd door de ontvangsten
uit de BTW en de accijnzen op
tabak. Laatstgenoemde accijnzen
kunnen trouwens ook verhoogd
worden als er alternatieve
financieringsbronnen gezocht
moeten worden. Er zijn andere
keuzes en andere maatstaven van
heffing mogelijk; we hoeven extra
ontvangsten niet noodzakelijk uit de
inkomsten op arbeid te halen !
02.114 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, le
ministre des Finances s'escrime à vouloir convaincre que la cotisation
sociale généralisée est un impôt supplémentaire sur les revenus du
travail. Non! S'il faut en discuter sérieusement, prenons le temps de le
faire. Je pense que d'autres parlementaires appartenant à d'autres
formations politiques seraient disposés à mener une discussion de fond
02.114 Raymond Langendries
(cdH): U blijft maar proberen ons
ervan te overtuigen dat de
algemene sociale bijdrage een
bijkomende belasting op arbeid is.
Neen ! Het is een
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
à ce sujet.

En ce qui concerne les cotisations sur les revenus du travail, ce n'est
pas un plus, c'est un remplacement. On élargit le champ en touchant
d'autres revenus que ceux du travail. Ne me faites donc pas croire que
la proposition de cotisation sociale généralisée, c'est encore 2 ou 3%
de plus sur les revenus du travail. Ce n'est pas cela du tout. Je
conviens qu'il ne s'agit pas d'en discuter maintenant pendant des
heures mais je veux mettre les choses au point.
vervangingsmiddel, een formule die
ook andere inkomsten betreft dan
die uit arbeid. We zouden hierover
een discussie moeten voeren in de
commissie teneinde een en ander
tot klaarheid te brengen, en
misverstanden en onwaarheden uit
de wereld te helpen.
02.115 Didier Reynders, ministre: Monsieur Langendries, je suis
heureux d'entendre cette mise au point. Cela signifie qu'il va falloir revoir
drastiquement à la baisse les évaluations que votre présidente cite
régulièrement et qui portent sur un pourcentage appliqué aussi aux
revenus du travail.

Si vous considérez qu'on sort les revenus du travail de la cotisation
sociale généralisée parce qu'il y a compensation par une diminution de
l'impôt sur le travail, il ne reste plus grand-chose. Il restera un tout petit
prélèvement complémentaire et j'ignore ce que vous en ferez. Je pense
que nous irons plus loin à travers nos propositions sur le tabac ou sur
l'énergie. Mais j'essaie simplement de vous comprendre.
02.115 Minister Didier Reynders
Het zou me verheugen hierover een
wetsvoorstel van uw fractie te
kunnen lezen.
02.116 Raymond Langendries (cdH): Cette discussion mérite un
plus large débat que celui que nous menons aujourd'hui à l'occasion de
la loi-programme. Si le ministre en convient, nous pourrions avoir une
discussion à ce sujet, dans le cadre d'une réunion de la commission
des Finances et du Budget. Cela nous permettrait de clarifier les avis
des uns et des autres. Il faut qu'on arrête de faire croire à des choses
qui ne sont pas vraies, d'un côté comme de l'autre, j'en conviens.
02.116 Raymond Langendries
(cdH): Ik zou er liever een debat
over houden, want een wetsvoorstel
van onzentwege maakt geen enkele
kans aangenomen te worden.
02.117 Didier Reynders, ministre: Monsieur Langendries, relisez les
chiffres. Je ne comprends plus très bien votre philosophie. J'ai lu avec
attention les chiffres émanant de votre formation politique. On cite
chaque fois un pourcentage de cotisation sociale généralisée qui
correspond à un rendement dont l'essentiel provient des revenus du
travail. Si vous me dites qu'on enlève cette part des revenus du travail,
je veux bien imaginer alors que l'on pense à autre chose. Mais il n'y a
pas de miracle en la matière: on ne peut pas avoir à la fois le
rendement de la cotisation et enlever les trois quarts de la base
taxable.
02.117 Minister Didier Reynders:
Als ik het goed heb begrepen zal er
dus geen wetsvoorstel worden
ingediend. Nochtans zouden we zo
kunnen kennis nemen van uw
standpunt. Ik heb de heer Viseur
horen spreken over een uitstel en
een spreiding van de verlaging van
de belasting op de arbeid.
Le président: La proposition de M. Langendries me semble bonne. Il serait intéressant de mener ce débat en
commission.
02.118 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, je
pense que d'autres parlementaires sont intéressés.
02.119 Didier Reynders, ministre: Je serais heureux de lire une
proposition de loi de votre groupe en la matière.
01.72 Minister Didier Reynders:
Het zou me verheugen hierover een
wetsvoorstel van uw fractie te
kunnen lezen.
02.120 Raymond Langendries (cdH): Cela ne sert à rien, elle n'a
aucune chance de passer! Je préfère un débat. Je reconnais ne pas
avoir la science infuse. Je ne pense pas que nos propositions soient
toujours bonnes. Simplement, pourrions-nous en débattre?
01.73 Raymond Langendries
(cdH): Ik zou er liever een debat
over houden, want een wetsvoorstel
van onzentwege maakt geen enkele
kans aangenomen te worden.
02.121 Didier Reynders, ministre: Je constate déjà qu'il n'y aura pas
de proposition de loi.
01.74 Minister Didier Reynders:
Als ik het goed heb begrepen zal er
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
dus geen wetsvoorstel worden
ingediend.

02.122 Raymond Langendries (cdH): Vous pourriez en avoir une
mais vous savez comme moi que, venant de l'opposition, elle n'a
aucune chance d'être votée.
02.123 Didier Reynders, ministre: Elle aurait au moins le mérite de
clarifier votre point de vue. Il serait intéressant de connaître exactement
vos intentions en la matière et ce serait peut-être intéressant aussi
pour les contribuables. Comme je vous l'ai dit tout à l'heure, j'ai cherché
un certain nombre d'alternatives.

J'ai entendu les propos tenus par M. Viseur à ce sujet: report ou
étalement de la réforme fiscale, donc de la diminution des impôts sur le
travail, cotisation sociale généralisée, taxation générale sur l'énergie. Je
ne vois pas très bien comment nous avancerions dans cette voie. Je
suis personnellement très heureux que la majorité ait en tout cas évité
de reprendre la voie de la fiscalité sur le travail.
02.123 Minister Didier Reynders:
Nochtans zouden we zo kunnen
kennis nemen van uw standpunt.Ik
heb de heer Viseur horen spreken
over een uitstel en een spreiding
van de verlaging van de belasting op
de arbeid.
De effecten van de fiscale
hervorming zullen zichtbaar worden
in januari en de regeringsverklaring
bevat een oproep om nog verder te
gaan.
02.124 Raymond Langendries (cdH): Personnellement, je ne
m'avancerais pas trop loin dans la problématique de la réforme fiscale,
vous serez peut-être obligé d'en discuter au sein de votre majorité.
Vous devrez peut-être, un jour, parler de l'étalement. Par conséquent,
soyez prudent sur ce point, monsieur le ministre.
02.124 Raymond Langendries
(cdH): U zal het ooit over de
spreiding ervan moeten hebben uit
voorzichtigheidsoverwegingen.

02.125 Didier Reynders, ministre: J'ai toujours imaginé beaucoup de
choses, monsieur Langendries, mais la réforme fiscale sort ses effets.
Elle les sortira définitivement le 1
er
janvier prochain. Je vous signale
d'ailleurs que l'on avait beaucoup entendu, notamment dans votre
groupe, que c'était pour très loin dans le temps au cours de la
prochaine législature! C'est tellement loin, que ce sera le 1
er
janvier
prochain!

Par la suite, il n'y aura plus de mesure de la réforme fiscale devant
encore sortir ses effets.
02.125 Minister Didier Reynders:
De variabiliteit geldt ook voor de
belasting op de inverkeerstelling en
de verkeersbelasting. De Gewesten
nemen de rol van het federale
niveau ter zake over en zullen deze
belastingen aanpassen aan de
keuzen van de gebruikers.
De BTW zal dalen in de horeca als
er een Europees akkoord komt. Ze
zal ook in andere domeinen zoals
gas en elekriciteit dalen.
02.126 Raymond Langendries (cdH): ...
02.127 Didier Reynders, ministre: Comme je l'ai dit, on en discutera
à partir des revenus de 2005. La déclaration gouvernementale prévoit
qu'il faut aller plus loin dans la diminution de la charge sur le travail.
Cela me paraît assez logique. Je pense que personne ne conteste cela
en Belgique.

Monsieur le président, pour terminer, je voudrais répondre aux
questions précises qui ont été posées sur deux volets spécifiques.
Peut-on imaginer aller dans le même sens que la "variabilisation" des
coûts pour d'autres types d'impôts en matière d"énergie? Je pense à la
taxe de mise en circulation ou à la taxe de circulation. C'était déjà le
choix du gouvernement, des textes en la matière ont été préparés
mais, comme vous le savez, la compétence a été transférée aux
Régions. Celles-ci ont accepté de reprendre le relais. On avance dans
la voie d'une adaptation des taxes de mise en circulation et de
circulation en fonction de la consommation, notamment des véhicules
automobiles. La "variabilisation" pourra donc jouer en cette matière. M.
de Donnéa a évoqué la diminution possible des coûts de certains types
de transport professionnel. C'est le cas des taxis notamment. Il est vrai
que des mesures seront prises d'abord à travers le gasoil professionnel
02.127 Minister Didier Reynders:
Ik eindig met een antwoord op de
gestelde vragen. De variabiliteit
geldt ook voor de belasting op de
inverkeerstelling en de
verkeersbelasting. De Gewesten
nemen de rol van het federale
niveau ter zake over en zullen deze
belastingen aanpassen aan de
keuzen van de gebruikers.
De BTW zal dalen in de horeca als
er een Europees akkoord komt. Ze
zal ook in andere domeinen zoals
gas en elekriciteit dalen.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
mais peut-être aussi des mesures complémentaires pour aller dans ce
sens.

Dans le domaine de la TVA, je confirme que les intentions du
gouvernement vont effectivement ­ M. Ducarme l'évoquait tout à l'heure
­ vers la diminution de la TVA dans le secteur de l'horeca si nous
obtenons un accord européen sur le sujet. Comme plusieurs
parlementaires l'ont évoqué ­ M. Eerdekens y est revenu également ­,
en matière de TVA, d'autres diminutions sont prévues dans d'autres
domaines. Je sais que le gaz et l'électricité, par exemple, font partie
des préoccupations de plusieurs groupes. Nous aurons ce débat
puisque la Commission ouvre la porte en la matière.

We zullen ook verdergaan met de onderhandelingen met verschillende
sectoren. Dat is een vraag die de heer Van der Maelen al in commissie
heeft gesteld. Het was een herhaling van de vraag die verschillende
leden in de plenaire vergadering hadden gesteld. We zullen verdergaan
met de onderhandelingen met verschillende sectoren over enkele
nieuwe maatregelen voor milieuvriendelijke producten. Bijvoorbeeld, wat
elektriciteit betreft, is het mogelijk om een verschil te maken tussen de
verschillende bronnen voor elektriciteitsproductie. Dezelfde redering
geldt voor andere producten. Ik ben dus bereid om verder te gaan met
de onderhandelingen met verschillende sectoren om aanpassingen te
maken. Ik denk dat het mits aanpassingen mogelijk zal zijn om naar
een betere aanpak te gaan.
Les négociations engagées avec
les différents secteurs sur les
nouvelles mesures en faveur des
produits non polluants se
poursuivent. Des adaptations
peuvent aboutir à une meilleure
approche du dossier.
Pour certains types de produits, on pourrait introduire des incitants
concrets. Au-delà de l'électricité que je citais, se pose évidemment le
problème du gasoil de chauffage. Nous avons commencé une
discussion avec le secteur, parce qu'il serait opportun, comme cela a
été fait pour certains produits pétroliers, d'instaurer des incitants
fiscaux. Cela peut se faire en corrigeant la cotisation d'énergie qui se
trouve dans cette loi-programme, pour ce qui concerne, par exemple, le
gasoil de chauffage qui aurait des qualités intrinsèques meilleures en
matière de protection de l'environnement, ce qu'on appelle des "gasoil
plus" ou des "benzo plus". Nous devrions nous orienter dans cette voie.
C'est une première négociation qui doit être menée d'ici la rentrée.

L'autre porte, bien entendu, sur les dispositifs concernant les fonds
communs de placement, c'est-à-dire cette disposition qui a
effectivement prévu une augmentation sensible de la taxe. J'ai annoncé
à plusieurs reprises et je confirme à présent que nous menons en la
matière des négociations avec les secteurs concernés afin d'examiner
la possibilité d'élargir l'assiette fiscale avec, dès lors, l'application d'un
taux plus bas. Voilà, monsieur le président, les éléments qui sont sur
la table aujourd'hui.

L'analyse budgétaire comporte évidemment un risque. Si le
comportement des consommateurs, des contribuables, se modifie au fil
du temps, les recettes de l'Etat pourraient diminuer. Etant donné que
les diminutions sont certaines, les suppressions d'impôts sont
certaines ­ elles figurent dans le texte et sont donc programmées ­,
les majorations de recettes proviendront de décisions éventuelles et
surtout du comportement des contribuables.

Enfin, je conclurai en revenant sur le dossier des créances alimentaires
et en confirmant quelques éléments avancés en commission.

Premièrement, je confirme que, dans le chef de l'administration des
Finances, les services sont prêts, que ce soit dans le domaine
informatique, de la mise à disposition de personnel ou des locaux. Tout
est prêt. Le problème ne se pose pas de cette façon. C'est logique
Voor bepaalde producten dient men
in concrete stimulansen te
voorzien. Wij hebben een discussie
over stookolie aangevat waarbij wij
ervan uitgingen dat de ecologische
kwaliteit ervan beter moet worden.
Over de bepalingen met betrekking
tot de instellingen voor collectieve
belegging in effecten, met name
een duidelijke verhoging van de
belasting, voeren wij
onderhandelingen met de betrokken
sectoren om te zien of het niet
mogelijk zou zijn de fiscale
grondslag te verruimen via de
toepassing van een lagere voet.

Een dergelijk begrotingsanalyse
houdt uiteraard een risico in,
namelijk dat de consumenten zich
anders kunnen gedragen waardoor
de ontvangsten van de Staat
zouden dalen.

Het staat vast dat er een nieuwe
belastingvermindering komt.
Daarentegen zullen de ontvangsten
stijgen tengevolge van mogelijke
beslissingen en vooral door een
gewijzigd verbruikspatroon van de
belastingplichtigen.

Weer in verband met de
alimentatievorderingen bevestig ik
dat binnen de administratie van
financiën alles klaar is. Alles zou
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
puisque tout devait entrer en vigueur le 1
er
septembre de cette année.

Deuxièmement, le problème est de nature budgétaire en ce qui
concerne les avances. Disposerons-nous des moyens suffisants? Les
évaluations sont très diverses en matière d'avances. Nous devons donc
trancher ce point à l'occasion de l'élaboration du budget 2004 en
aménageant ou non le système mais en tout cas, en remettant en
place l'intervention des CPAS dès le 1
er
septembre prochain, sous
peine de nous retrouver dans un vide en termes d'aide, surtout à l'égard
des plus démunis.

A quelle date va-t-on remettre le système en place? Le report au 1
er
septembre 2004 est assez logique en ce qui concerne la position de
départ, mais je confirme, comme je l'ai dit en commission, il est assez
logique, car il ne faut pas imaginer de laisser planer un doute très
longtemps sur la date d'application. Si, dans la préparation du budget
2004, nous pouvons dégager un accord sur l'évaluation des besoins
pour payer les avances et également sur les modalités ­ je pense, par
exemple, à la situation des débiteurs qui sont à l'étranger: maintient-on
le même système lorsqu'un débiteur est à l'étranger et que le
recouvrement devient particulièrement compliqué? L'administration a fait
une remarque à cet égard ­, si nous pouvons parvenir à un accord en la
matière, je suis favorable à l'avancement de cette date.

Vous comprendrez que je préférerais revenir après la préparation du
budget 2004 avec une réponse certaine sur la capacité, non seulement
des services mais aussi budgétaire, de faire fonctionner le service des
créances alimentaires à une date anticipée plutôt que de prévoir,
comme proposé dans certains amendements, une date dès aujourd'hui
et dont nous n'avons pas la garantie. C'est d'ailleurs un débat que nous
avons déjà eu au sein du gouvernement. Je confirme que l'objectif,
comme M. Eerdekens l'évoquait tout à l'heure, est de le faire au plus
tard au 1
er
septembre 2004. Ce sera le débat budgétaire. J'espère que
nous aurons le soutien de l'ensemble des groupes, et pas seulement
de la majorité, pour aller dans cette voie. Nous verrons s'il est possible
de le faire de manière anticipée.
per 1 september van dit jaar in
werking moeten treden.

De bedoeling blijft dat de wet
uiterlijk op 1 september 2004 zou
worden toegepast. Indien we, bij de
voorbereiding van de begroting
2004, tot een akkoord komen over
zowel de voorschotten als het
probleem van de schuldenaars in
het buitenland, dan kan dat vroeger.
02.128 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, sur ce point,
je comprends tout à fait la réponse du ministre des Finances. Je dois
signaler que, pour notre part, nous ne sommes pas surpris qu'il y ait
certaines difficultés. M. Maingain doit se souvenir que lorsqu'il présidait
la commission des Finances sous la précédente législature, un certain
nombre de collègues, essentiellement féminines, avaient obtenu, avec
beaucoup d'ardeur, de bon sens et de bonne volonté, le principe de voir
ces créances alimentaires payées par les CPAS. Un certain nombre de
municipalistes dont j'étais, et M. Mayeur en tant que président du
CPAS de Bruxelles, avaient fait remarquer qu'on avait peut-être sous-
estimé l'ampleur de la dépense. Je me souviens qu'à l'époque, tant le
ministre du Budget que vous-même disiez qu'on pourrait finalement
contenir les dépenses dans des limites raisonnables, ce dont les
municipalistes n'étaient pas vraiment convaincus. Lorsque tout le
monde a considéré que les créances alimentaires devaient, à l'avenir,
être payées par le ministère des Finances, tout le monde a applaudi.
Et nous avons obtenu un vote quasiment unanime. Mais, en tant que
municipalistes, nous savions où nous allions si nous adoptions le
système initial que défendaient certaines de nos collègues. Nous
allions vers une catastrophe pour les finances locales au travers des
dépenses des CPAS.

Nous ne sommes donc pas surpris qu'il y ait un impact dans le cadre
du budget 2003 ou 2004. C'est la conséquence logique d'un
02.128 Claude Eerdekens (PS):
De alimentatievorderingen doen
betalen door de OCMW's zou
alleen maar tot problemen hebben
geleid, die trouwens door
verscheidene collega's in de
commissie Financiën werden
onderschat. Anderzijds moet de
wetgeving zo vlug mogelijk worden
toegepast om de bestaande sociale
nood te lenigen.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
élargissement des bénéficiaires de ces mesures.

Je réponds ici à M. Gobert qui nous agressait que nous étions
d'accord, sous la précédente législature, dans la mesure où tout le
monde disait que c'était possible. Mais, à l'époque, nous n'avons pas
été avares d'une certaine prudence dans l'expression oratoire.

Nous souhaitons que cela se fasse le plus vite possible car cela
correspond à un besoin social évident. Et je ne doute pas de la bonne
volonté du gouvernement et du ministre des Finances d'avancer, si
possible, la date d'entrée en vigueur de la loi, tant l'attente est
importante.
02.129 Gérard Gobert (ECOLO): Monsieur le président, on se trouve
dans une situation un peu surréaliste quand le ministre des Finances
vient défendre une logique selon laquelle la date va être anticipée. De
quoi s'agit-il? Il s'agit d'une loi-programme qui prévoit le report d'un an.
On nous vend les choses à la tribune en nous disant qu'on va faire tout
son possible pour anticiper cette date. C'est une majorité qui fait de la
communication avant tout, alors qu'elle n'a pas les moyens de la
politique qu'elle a décidée.
02.129 Gérard Gobert (ECOLO):
Dat de minister het nu heeft over de
mogelijkheid de datum van
inwerkingtreding te vervroegen
terwijl de programmawet die juist
met een jaar uitstelt, kadert in een
aankondigingseffect, dat moet
verhullen dat voor het beleid dat
men heeft uitgestippeld niet de
nodige middelen beschikbaar zijn.
02.130 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil
daar nog even op voortgaan. Tijdens de besprekingen in de commissie
hebt u gezegd dat dit budgettair nog eens diende te worden bekeken.
Tegen de begroting van 2004 zou men misschien al meer kunnen zien
en dan zouden mogelijkerwijze de loonbarema's toch moeten worden
ingevoerd omdat men niet zo ver zou kunnen gaan als de wetgever in
de vorige legislatuur heeft gedaan en dan zou men desnoods de wet
aanpassen. Als u de ambitie hebt om uw uitstel achteraf nog een stuk
opnieuw te vervroegen, dan zou ik voorstellen om het voorlopig te laten
zoals het is, of om het uit te stellen met twee of drie maanden zodanig
dat u uw begroting voor 2004 kunt opmaken en op basis daarvan kunt
beslissen. U hoeft dan geen twee of drie keer aan de wetgeving te
morrelen.
02.130 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je propose que soit le
ministre laisse les choses en l'état,
plutôt que de devoir le cas échéant
réduire ultérieurement le délai de
report initial, soit il propose d'ores
et déjà un report de deux à trois
mois, ce qui éviterait de devoir
modifier la législation à plusieurs
reprises.
02.131 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, wij wachten
sinds bijna dertig jaar op zo'n dienst. Er waren enkele pogingen bij
Justitie, Sociale Zaken en andere departementen om iets te doen. We
hebben nu een oplossing, met een interventie van het ministerie van
Financiën. Het ministerie van Financiën staat ter beschikking om dat te
doen, met alle nodige middelen qua personeel, informatica en
gebouwen. Er is echter een begrotingsprobleem voor de voorschotten
zelf. Dat is het probleem. Tijdens de onderhandelingen over de
begroting voor 2004 moeten we een bespreking voeren om te kijken of
we een bedrag hebben voor het ganse jaar of niet. We zullen zien. Het
is de start van een nieuw proces. Vanaf 1 september of vroeger, dat
zullen we nog zien, is het ook een begrotingsprobleem.
02.131 Didier Reynders, ministre:
Cela fait déjà 30 ans que nous
attendons ce service. Nous
disposons à présent d'une solution
qui comprend également une
intervention des Finances. Un
problème budgétaire se pose
toutefois concernant les avances
proprement dites.
Je voudrais dire à M. Eerdekens que nous avons déjà eu cette
discussion et que le débat est sur la table depuis très longtemps.

Nous avons trouvé la bonne formule en ce qui concerne la mise à
disposition d'un service pour le recouvrement des créances
alimentaires. C'est d'abord de cela qu'il s'agissait. Il ne faut pas oublier
que le service chargé de cette matière au sein des Finances sera à la
disposition de tout le monde, pas seulement pour des avances mais
aussi pour récupérer le principal et notamment les arriérés des
créances alimentaires. C'est une solution excellente pour tous les
Het is een goede formule waardoor
de dienst ter beschikking staat van
iedereen, zowel wat betreft de
voorschotten als de achterstallen.
Het systeem via de OCMW's dient
te worden behouden voor de
allerzwaksten.

De wet beoogt het systeem te
verbeteren, zowel wat betreft de
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
acteurs.

En matière d'avances, la solution trouvée pour l'année à venir est de
maintenir le système des avances par les CPAS, ce qui concerne - on
le sait- les personnes les plus défavorisées, celles qui en ont le plus
besoin. Cela me paraît évidemment le minimum à assurer. Tout le
monde est d'accord pour dire qu'il faut améliorer le système et c'est ce
que la loi a voulu faire: augmenter les avances mais également leur
champ d'application en fonction des bénéficiaires potentiels.

Nous aurons le débat suivant dans le cadre de l'élaboration du budget
2004: maintient-on ce qui se trouve aujourd'hui dans la loi en termes de
champ d'application et de montants et à partir de quand? Quand on a
parlé du 1
er
septembre 2004, c'est en partant de l'idée que, pour la
première année budgétaire de mise en oeuvre, si l'on commence au 1
er
septembre, le coût est un peu plus faible que si l'on commence au 1
er
juillet et ainsi de suite jusqu'au début de l'année.

Ce que je ne veux pas aujourd'hui, c'est laisser apparaître l'idée qu'on
pourrait sans difficulté imaginer de couvrir l'ensemble de l'année 2004.
Nous verrons bien. Il s'agit d'un débat budgétaire à mener lors de la
confection du budget 2004, mais je confirme qu'on tentera de revenir à
une date plus rapprochée.

M. Gobert déclare qu'il est regrettable de travailler de la sorte. Je lui
répondrai que j'essaie en général d'être assez réaliste. J'ai passé
tellement de temps voici quelques mois dans cette assemblée, à
essayer de convaincre un de mes anciens collègues au gouvernement
que, pour les écobonis, on n'y arriverait pas au 1
er
juillet, que je ne vais
évidemment pas recommencer. Je ne vais pas vous suivre en avançant
la date au 1
er
janvier pour devoir revenir devant vous en décembre et
déclarer qu'on n'y arrivera pas!

Aujourd'hui, je connais l'ampleur du problème budgétaire ainsi que les
positions des différents partenaires dans la majorité qui veulent trouver
une solution. Je pense que tout le monde est de bonne volonté à ce
sujet. La date du 1
er
septembre me paraît tout à fait réaliste, une date
avant le 1
er
septembre me paraît aussi praticable mais nous en
débattrons

Je peux comprendre que l'on regrette et je le regrette aussi, comme
tout le monde, que l'on doive encore vivre un temps, peut-être un an au
maximum, avec le système actuel avant de pouvoir l'étendre. Si nous
arrivons, dans l'année qui vient, à mettre en place le système tel qu'il a
été conçu et éventuellement avec des aménagements, nous aurons fait
oeuvre utile par rapport à un débat qui est mené dans cette assemblée
depuis trente ans.
voorschotten als het
toepassingsgebied. Als ik
realistisch ben, kan ik echter geen
tenuitvoerlegging ervan
vooropstellen vóór september 2004.
Indien wij het systeem op dat
ogenblik toepassen zoals het wordt
opgevat in de wet, zullen wij een
oplossing hebben gevonden voor
een fundamenteel probleem
waarover reeds dertig jaar wordt
gedebatteerd.
02.132 Gérard Gobert (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, si vous aviez mis la même énergie pour mettre en oeuvre les
écobonis ou le fonds de créances alimentaires que celle dont vous
faites preuve pour vendre d'autres projets, qui eux vous tiennent
vraiment à coeur, on serait très vite arrivé à respecter les délais, dans
un cas comme dans l'autre.
02.132 Gérard Gobert (ECOLO):
Mocht u zich op dezelfde manier
hebben ingezet voor de ecoboni en
de alimentatievorderingen als voor
andere dossiers, dan zou u de
vooropgestelde termijnen hebben
gehaald.
02.133 Didier Reynders, ministre: Monsieur Gobert, je n'ai pas
l'habitude d'évoquer ce genre de choses moi-même et je ne le ferai pas
dans ce dossier. Demandez à un certain nombre de parlementaires
encore présents dans cette assemblée, ce que mon département a dû
faire et ce que personnellement j'ai dû faire pour que ce projet
02.133 Minister Didier Reynders:
Uw beweringen stroken geenszins
met de werkelijkheid : zowel mijn
administratie als ikzelf hebben daar
heel sterk voor geijverd.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
aboutisse et vous verrez alors que vos propos sont largement décalés
par rapport à la réalité.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, § 4) (102/9)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 85, § 4) (102/9)

Le projet de loi compte 40 articles.
Het wetsontwerp telt 40 artikelen.

Amendements déposés:
Ingediende amendementen:

Art. 6
- 2: Hendrik Bogaert cs (102/5)
Art. 19
- 7: Gérard Gobert (102/15)
- 8: Raymond Langendries cs (102/15)
- 3: Servais Verherstraeten cs (102/5)
Art. 19bis(n)
- 4: Servais Verherstraeten cs (102/5)
Art. 19ter(n)
- 5: Servais Verherstraeten cs (102/5)
Art. 25bis(n)
- 6: Hendrik Bogaert (102/15)

- De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
- Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

De voorzitter: Op artikel 6 werd een amendement ingediend door de heren Bogaert, De Crem en Devlies. Het
amendement werd reeds verdedigd. De stemming over het amendement en het artikel is aangehouden.

- De artikelen 7 tot 18 worden artikel per artikel aangehouden.
- Les articles 7 à 18 sont adoptés article par article.

A l'article 19 un amendement n° 7 a été déposé par M. Gobert. L'amendement n° 8 a été déposé par MM.
Langendries, Smal et Wathelet.
02.134 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, j'hésite
tant à le défendre qu'à le maintenir maintenant que je sais qu'une
proposition de résolution émanera du groupe socialiste, dont les termes
rejoignent ceux de l'amendement que j'ai déposé, à savoir utiliser le
terme "dans les meilleurs délais" plutôt que le terme "janvier".
Le président: Que décidez-vous?
02.135 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, je le
maintiens.
Le président: Le vote sur l'amendement et l'article est réservé.
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
Ook de heer Verherstraeten heeft een amendement ingediend op het artikel 19. Het amendement werd reeds
verdedigd. De stemming over de amendementen en het artikel wordt aangehouden.

De heer Verherstraeten heeft nog twee amendementen ingediend tot invoeging van een artikel 19(bis) en
19(ter). Wenst u deze amendementen te verdedigen, mijnheer Verherstraeten?
02.136 Servais Verherstraeten (CD&V): Wat die drie amendementen
tesamen betreft, mijnheer de voorzitter, kan ik zeer kort zijn. Wat de
twee eerste betreft, ga ik niet dieper in op de discussie. Het was een
voorstel om de barema's waarover gestemd werd, nu reeds toepasselijk
te maken. Wat amendement nummer 5 betreft, wil ik mij eigenlijk
richten tot de PS-fractie en meer in het bijzonder tot collega
Eerdekens.

Collega Eerdekens kon zich de debatten in de vorige legislatuur met
betrekking tot het alimentatiefonds nog goed herinneren. Collega
Eerdekens, u hebt toen inderdaad gezegd dat de ampleur wel wat
groter kon zijn dan vermoed, maar verder hebt u ook gesteld dat het
niet kon zijn dat de OCMW's hier verder in moesten investeren voor,
eigenlijk, een federale activiteit. Vandaar dat de regel van 90% hoe dan
ook moest worden beëindigd. U hebt daarnet gezegd, zoals u dat ook
deed tijdens de vorige legislatuur in de commissie, dat u een
municipalist bent. U kan dit bewijzen. De OCMW's zullen nu een jaar
langer die taak op zich moeten nemen en zullen slechts 90%
terugbetaald krijgen. U kan nu minstens in de zeer lage barema's die
op dit ogenblik toepasselijk zijn, de OCMW's 100% vergoeden voor
datgene wat zij voorschieten.
02.136 Servais Verherstraeten
(CD&V): M. Eerdekens, qui lors
des débats en commission a
déclaré que les CPAS devraient
arrêter d'investir dans des activités
fédérales, a maintenant l'occasion
de faire en sorte que les CPAS se
voient restituer pour le moins
l'intégralité des avances non
récupérables, ce à quoi tend
l'amendement n° 5 à l'article 19ter.
De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, u hebt dus de amendementen nr. 3 op artikel 19, nr. 4 tot invoeging
van een artikel 19(bis) en nr. 5 tot invoeging van een artikel 19(ter) verdedigd. De stemming over de
amendementen wordt aangehouden.

- De artikelen 20 tot 25 worden artikel per artikel aangenomen.
- Les articles 20 à 25 sont adoptés article par article.

De heer Bogaert heeft een amendement nr. 6 ingediend tot invoeging van een artikel 25(bis). De stemming
over het amendement wordt aangehouden.

- De artikelen 26 tot 40 worden artikel per artikel aangenomen.
- Les articles 26 à 40 sont adoptés articles par article.

Le vote sur les amendements et les articles est réservé,
De stemming over de amendementen en artikelen wordt aangehouden,

Les articles 1 à 5, 7 à 18, 20 à 40 avec corrections de texte sont adoptés article par article.
De artikelen 1tot 5, 7 tot 18, 20 tot 40 met tekstverbeteringen worden artikel per artikel aangenomen.

Aan de nieuwe collega's wil ik zeggen dat ik elk artikel moet vermelden, want over elk artikel kan een vraag
worden gesteld en een stemming worden gevraagd.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen
en over het geheel zal later plaatsvinden.
Application de l'art. 51 du Règlement
Toepassing van art. 51 van het Reglement

Le Sénat a adopté et transmis les projets de loi suivants:
- projet de loi modifiant la loi du 10 décembre 1997 interdisant la publicité pour les produits du tabac en créant
un Fonds de lutte contre le tabagisme (n° 128/1)
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
- projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles (n° 129/1).
De Senaat heeft volgende wetsontwerpen aangenomen en overgezonden:
- wetsontwerp tot wijziging van de wet van 10 december 1997 houdende verbod op de reclame voor
tabaksproducten en tot oprichting van een Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik (nr. 128/1);
- ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen (nr. 129/1).

En application de l'article 51, 2, du Règlement, M. Daems, président du groupe VLD, demande l'urgence pour
ces 2 projets.
Overeenkomstig artikel 51, 2, van het Reglement, vraagt de heer Daems, voorzitter van de VLD-fractie, de
urgentie voor deze 2 ontwerpen.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Pour ce qui concerne le projet de loi modifiant la loi du 10 décembre 1997 interdisant la publicité pour les
produits du tabac en créant un Fonds de lutte contre le tabagisme (n° 128/1). (Assentiment)
Voor wat betreft het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 10 december 1997 houdende verbod op de
reclame voor tabaksproducten en tot oprichting van een Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik
(nr. 128/1). (Instemming)

Pour ce qui concerne le projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes
institutionnelles (n° 129/1). (Assentiment)
Voor wat betreft het ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen (nr. 129/1). (Instemming)

Dans ce cas, je convoque les commissions. Monsieur Mayeur, vous serez à la salle n° 3. Monsieur Giet,
ayez la gentillesse de me remplacer à la commission de la Révision à la salle Internationale, tout de suite,
avec vote final et approbation du rapport.

Ik zal dan nu de namiddagvergadering sluiten. Dan beginnen wij opnieuw om 20.30? De avondvergadering
begint om 20.30 uur, is dat goed? Dank u voor uw geduld en uw aandacht. Smakelijk eten.

De vergadering wordt gesloten om 19.18 uur. Volgende vergadering om 20.30 uur.
La séance est levée à 19.18 heures. Prochaine séance à 20.30 heures.


CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
MARDI 29 JUILLET 2003
DINSDAG 29 JULI 2003
VOTES
STEMMINGEN
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

Naamstemming - Vote nominatif: 001
Ja
000
Oui


Nee
078
Non

Anthuenis, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli,
Chabot, Chastel, Chevalier, Colinia, Collard, Courtois, De Bue, De Clercq, De Croo, De Gucht, Dehu, Delizée,
De Meyer, Deom, De Padt, Detiège, Dierickx, Douifi, Ducarme, Eerdekens, El Khadraoui, Galant, Giet, Goris,
Henry, Hove, Jeholet, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lansens,
Lejeune, Lenssen, Libert, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Monfils, Moriau, Muls,
Neyts-Uyttebroeck, Pécriaux, Peeters, Perpète, Roppe, Saudoyer, Schalck, Storms, Taelman, Tilmans,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van der Maelen, van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van
Overtveldt, Van Weert, Vautmans, Versnick
Onthoudingen
004
Abstentions

Arens, de Donnea, Féret, Maingain


DECISIONS INTERNES
INTERNE BESLUITEN
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
Décisions
Beslissingen
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission parlementaire
de concertation prévue à l'article 82 de la Constitution
et modifiant les lois coordonnées sur le Conseil d'Etat,
la commission parlementaire de concertation a pris la
décision suivante en sa réunion du 23 juillet 2003:
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet van
6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire
overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de
Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State, heeft de parlementaire
overlegcommissie in haar vergadering van 23 juli 2003
volgende beslissing genomen:
- conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée et
en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur le projet de loi-
programme (n° 51 102/1), pour lequel le gouvernement
a demandé l'urgence.
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de voormelde wet
en met toepassing van artikel 80 van de Grondwet,
heeft de commissie de termijnen bepaald waarbinnen
de Senaat zich moet uitspreken over het ontwerp van
programmawet (nr. 51 102/1), waarvoor de regering de
spoedbehandeling heeft gevraagd.
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation à
5 jours et le délai d'examen à 15 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 15 dagen vast te
stellen.
Pour information
Ter kennisgeving
COMMISSIONS
COMMISSIES
Composition
Samenstelling
Les modifications suivantes ont été proposées par le
groupe CD
&
V:
Volgende wijzigingen werden door de CD
&
V-fractie
voorgesteld:
Commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des
Classes moyennes et de l'Agriculture
Commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Membres effectifs
Remplacer Mme Simonne Creyf par M. Paul Tant.
Effectieve leden
Mevrouw Simonne Creyf vervangen door de heer Paul
Tant.
Membres suppléants
Remplacer M. Paul Tant par Mme Simonne Creyf.
Plaatsvervangers
De heer Paul Tant vervangen door mevrouw Simonne
Creyf.
Les modifications suivantes ont été proposées par le
groupe VLD:
Volgende wijzigingen werden door de VLD-fractie
voorgesteld:
Commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des
Classes moyennes et de l'Agriculture
Commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Membres effectifs
Remplacer M. Alfons Borginon par M. Guy Hove.
Effectieve leden
De heer Alfons Borginon vervangen door de heer Guy
Hove.
Commission des Finances et du Budget
Commissie voor de Financiën en de Begroting
Membres effectifs
Remplacer M. Alfons Borginon par M. Stef Goris.
Effectieve leden
De heer Alfons Borginon vervangen door de heer Stef
Goris.
Membres suppléants
Remplacer M. Pierre Lano par M. Alfons Borginon.
Plaatsvervangers
De heer Pierre Lano vervangen door de heer Alfons
Borginon.
Commission de la Justice
Commissie voor de Justitie
Membres effectifs
Remplacer M. Guy Hove par M. Alfons Borginon.
Effectieve leden
De heer Guy Hove vervangen door de heer Alfons
Borginon.
Membres suppléants
Remplacer M. Alfons Borginon par M. Guy Hove.
Plaatsvervangers
De heer Alfons Borginon vervangen door de heer Guy
Hove.
Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Zaken
Membres suppléants
Remplacer M. Alfons Borginon par M. Pierre Lano.
Plaatsvervangers
De heer Alfons Borginon vervangen door de heer Pierre
Lano.
PROPOSITIONS
VOORSTELLEN
Autorisation d'impression
Toelating tot drukken
1. Proposition de loi (M. Jos Ansoms) réformant la
formation à la conduite (n° 112/1).
1. Wetsvoorstel (de heer Jos Ansoms) tot hervorming
van de rijopleiding (nr. 112/1).
2. Proposition de loi (M. Jos Ansoms) modifiant
l'article 2 des lois relatives à la police de la circulation
routière, coordonnées le 18 mars 1968 (n° 113/1).
2. Wetsvoorstel (de heer Jos Ansoms) tot wijziging
van artikel 2 van de op 18 maart 1968 gecoördineerde
wetten betreffende de politie over het wegverkeer
(nr. 113/1).
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
3. Proposition de loi (Mme Karine Lalieux) modifiant la
loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines
entreprises publiques économiques (n° 114/1).
3. Wetsvoorstel (mevrouw Karine Lalieux) tot wijziging
van de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische
overheidsbedrijven (nr. 114/1).
4. Proposition de loi (Mme Joëlle Milquet et M. Jean-
Jacques Viseur) modifiant le Code des impôts sur les
revenus 1992 afin de permettre la déductibilité des
frais d'études dans l'enseignement supérieur
(n° 115/1).
4. Wetsvoorstel (mevrouw Joëlle Milquet en de heer
Jean-Jacques Viseur) tot wijziging van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 om de aftrek
mogelijk te maken van de studiekosten in het hoger
onderwijs (nr. 115/1).
5. Proposition de loi (M. Yvan Mayeur et Mmes
Colette Burgeon et Magda De Meyer) modifiant la loi
du 4 janvier 1974 relative aux jours fériés et l'arrêté
royal du 18 avril 1974 déterminant les modalités
générales d'exécution de la loi du 4 janvier 1974
relative aux jours fériés en vue d'instaurer un jour férié
légal le 8 mai (n° 116/1).
5. Wetsvoorstel (de heer Yvan Mayeur en de dames
Colette Burgeon en Magda De Meyer) tot wijziging van
de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen
en het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling
van de algemene wijze van uitvoering van de wet van
4 januari 1974 betreffende de feestdagen, teneinde van
8 mei een wettelijke feestdag te maken (nr. 116/1).
6. Proposition de loi (Mme Karine Lalieux) visant à
ouvrir la fonction publique fédérale aux ressortissants
étrangers (nr. 117/1).
6. Wetsvoorstel (mevrouw Karine Lalieux) tot
openstelling van federale overheidsbetrekkingen voor
buiten-landse onderdanen (nr. 117/1).
7. Proposition de loi (Mme Magda De Meyer et MM.
Jean-Marc Delizée et Hans Bonte) modifiant
l'article 406 du Code pénal en vue de sauvegarder le
droit de grève (n° 118/1).
7. Wetsvoorstel (mevrouw Magda De Meyer en de
heren Jean-Marc Delizée en Hans Bonte) tot wijziging
van artikel 406 van het Strafwetboek ter vrijwaring van
het stakingsrecht (nr. 118/1).
8. Proposition de loi (Mme Magda De Meyer et MM.
Hans Bonte, Jean-Marc Delizée et Daan Schalck)
modifiant la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats
de travail en vue d'instaurer une suspension du délai
de préavis pendant une grève (n° 119/1).
8. Wetsvoorstel (mevrouw Magda De Meyer en de
heren Hans Bonte, Jean-Marc Delizée en Daan
Schalck) tot wijziging van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op
de invoering van een schorsing van de
opzeggingstermijn tijdens een staking (nr. 119/1).
9. Proposition de loi (Mme Magda De Meyer)
modifiant l'article 127 de la loi relative à l'assurance
obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée
le 14 juillet 1994, en vue d'interdire la publicité pour la
fourniture d'implants mammaires (n° 120/1).
9. Wetsvoorstel (mevrouw Magda De Meyer) tot
wijziging van artikel 127 van de gecoördineerde wet
van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, met het
oog op de invoering van een verbod van reclame voor
het verstrekken van borstimplantaten (nr. 120/1).
COMMUNICATIONS
MEDEDELINGEN
COMMISSIONS
COMMISSIES
Rapports
Verslagen
Les rapports suivants ont été déposés:
Volgende verslagen werden ingediend:
au nom de la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société,
namens de commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing,
- par Mme Françoise Colinia, sur le projet de loi-
programme (n° 102/6);
- door mevrouw Françoise Colinia, over het ontwerp
van programmawet (nr. 102/6);
au nom de la commission des Affaires sociales,
namens de commissie voor de Sociale Zaken,
- par Mme Annelies Storms, sur le projet de loi-
programme (n° 102/7);
- door mevrouw Annelies Storms, over het ontwerp van
programmawet (nr. 102/7);
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
- par Mme Corinne De Permentier, sur le projet de loi-
programme (n° 102/10);
- door mevrouw Corinne De Permentier, over het
ontwerp van programmawet (nr. 102/10);
au nom de la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques,
namens de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven,
- par Mme Karine Lalieux, sur le projet de loi-
programme (n° 102/11);
- door mevrouw Karine Lalieux, over het ontwerp van
programmawet (nr. 102/11);
au nom de la commission des Finances et du Budget, namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
29/07/2003
CRIV 51
PLEN 010
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
78
- par M. Hendrik Bogaert, sur:
- door M. Hendrik Bogaert, over:
. le projet de loi-programme (n° 102/12);
. het ontwerp van programmawet (nr. 102/12);
. la proposition de loi de MM. Yves Leterme, Hendrik
Bogaert et Carl Devlies mofifiant la loi ordinaire du
16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de
l'Etat et la loi-programme du 8 avril 2003 (n° 91/2);
. het wetsvoorstel van de heren Yves Leterme, Hendrik
Bogaert en Carl Devlies tot wijziging van de gewone
wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale
staatsstructuur en de programmawet van 8 april 2003
(nr. 91/2) ;
au nom de la commission de la Justice,
namens de commissie voor de Justitie,
- par M. Stef Goris, sur:
- door de heer Stef Goris, over:
. le projet de loi relatif aux violations graves du droit
international humanitaire (n° 103/3);
. het wetsontwerp betreffende ernstige schendingen
van het internationaal humanitair recht (nr. 103/3);
. la proposition de loi de M. Pieter De Crem modifiant
la loi du 16 juin 1993 relative à la répression des
violations graves du droit international humanitaire
(n° 26/2);
. het wetsvoorstel van de heer Pieter De Crem tot
wijziging van de wet van 16 juni 1993 betreffende de
bestraffing van ernstige schendingen van het
internationaal humanitair recht (nr. 26/2);
. la proposition de loi de M. Geert Bourgeois modifiant
la loi du 16 juin 1993 relative à la répression des
violations graves du droit international humanitaire
(n° 56/2);
. het wetsvoorstel van de heer Geert Bourgeois tot
wijziging van de wet van 16 juni 1993 betreffende de
bestraffing van ernstige schendingen van het
internationaal humanitair recht (nr. 56/2);
. la proposition de loi de MM. Gerolf Annemans et
Bart Laeremans et Mme Gerda Van Steenberge
abrogeant la loi du 16 juin 1993 relative à la répression
des violations graves du droit international humanitaire
(n° 87/2);
. het wetsvoorstel van de heren Gerolf Annemans en
Bart Laeremans en mevrouw Gerda Van Steenberge
tot afschaffing van de wet van 16 juni 1993 betreffende
de bestraffing van ernstige schendingen van het
internationaal humanitair recht (nr. 87/2);
. par Mme Valérie Déom, sur le projet de loi-
programme (n° 102/13).
- door mevrouw Valérie Déom, over het ontwerp van
programmawet (nr. 102/13).
GOUVERNEMENT
REGERING
Dépenses faites en marge du budget
Uitgaven gedaan buiten de begroting
Par lettre du 25 juillet 2003, le premier ministre
transmet, en exécution de l'article 44, § 1
er
, alinéa 2,
des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées le
17 juillet 1991, des exemplaires de la délibération
n° 3192 prise par le Conseil des ministres, relative à
des dépenses faites en marge du budget.
Bij brief van 25 juli 2003 zendt de eerste minister, in
uitvoering van artikel 44, § 1, lid 2, van de wetten op
de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991,
exemplaren over van de beraadslaging nr. 3192 door
de ministerraad getroffen betreffende uitgaven gedaan
buiten de begroting.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
COUR DES COMPTES
REKENHOF
Droit de regard et d'information des parlementaires
Inzage-en informatierecht van de parlementsleden
Le premier président de la Cour des comptes
transmet par lettre du 16 juillet 2003, une copie de la
demande d'information qu'elle a reçue de M. Pieter De
Crem concernant les engagements et les dépenses
effectués, au cours des années 2002 et 2003, à la
charge de l'allocation de base 53.41.3522 du budget
du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et
Coopération au développement, ainsi que de la
réponse de la Cour des comptes à M. Pieter De
Crem.
De eerste voorzitter van het Rekenhof zendt bij brief
van 16 juli 2003, een kopie van de vraag om informatie
over die het Rekenhof heeft ontvangen van de heer
Pieter De Crem betreffende de vastleggingen en
betalingen over de jaren 2002 en 2003 ten laste van
basisallocatie 53.41.3522 van de begroting van de
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking, alsmede een afschrift
van het antwoord van het Rekenhof aan de heer Pieter
De Crem.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
AVIS
ADVIES
CRIV 51
PLEN 010
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
79
Conseil Central de l'Economie
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Par lettre du 23 juillet 2003, le président du Conseil
Central de l'Economie transmet l'avis relatif au projet
d'arrêté royal transposant la directive 2003/3/CE
modifiant le projet d'arrêté royal limitant la mise sur le
marché et l'usage de certaines substances et
préparations dangereuses ("colorant bleu").
Bij brief van 23 juli 2003 zendt de voorzitter van de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven het advies over
betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot
omzetting van richtlijn 2003/3/EG tot wijziging van het
koninklijk besluit tot beperking van het op de markt
brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke
stoffen en preparaten ("blauwe kleurstof").
Renvoi à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Parquet près la cour d'appel d'Anvers
Parket bij het hof van beroep te Antwerpen
Par lettre du 25 juillet 2003, le procureur général près
la cour d'appel d'Anvers transmet un avis concernant
l'avant projet de Code de procédure pénale.
Bij brief van 25 juli 2003 zendt de procureur-general bij
het hof van beroep te Antwerpen een advies over
betreffende het voorontwerp van Wetboek van
strafprocesrecht.
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
RECOMMANDATIONS
AANBEVELINGEN
Conseil de l'Europe
Raad van Europa
Par lettre du 14 juillet 2003, la direction de l'égalité
des chances du ministère de la Communauté
française transmet une recommandation du Comité
des Ministres du Conseil de l'Europe aux Etats
membres sur "La participation équilibrée des femmes
et des hommes à la prise de décision politique et
publique" adoptée le 12 mars 2003.
Bij brief van 14 juli 2003 zendt de directie van gelijke
kansen van het ministerie van de Franse
Gemeenschap een aanbeveling van het Comité van
Ministers van de Raad van Europa aan de Lidstaten
over betreffende "La participation équilibrée des
femmes et des hommes à la prise de décision
politique et publique", goedgekeurd op 12 maart 2003.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor Binnenlandse
Zaken, Algemene Zaken en Openbaar Ambt
DIVERS
VARIA
Conseil Central de l'Economie
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Par lettre du 22 juillet 2003, le secrétaire de la
Commission Consultative Spéciale Alimentation du
Conseil Central de l'Economie transmet un rapport sur
l'évolution économique de l'industrie alimentaire au
cours de l'année 2002 et du premier semestre 2003.
Bij brief van 22 juli 2003 zendt de secretaris van de
Bijzondere Raadgevende Commissie Voeding van de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven een verslag over
betreffende de economische ontwikkeling in de
voedingsindustrie tijdens het jaar 2002 en de eerste
helft van 2003.
Renvoi à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw