CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 034
CRIV 51 PLEN 034
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mardi
dinsdag
16-12-2003
16-12-2003
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
BUDGETS
1
BEGROTINGEN
1
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2004 (324/1-6) et (323/1)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2004 (324/1-6) en (323/1)
2
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2004 (325/1-37)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2004 (325/1-37)
2
- Projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2003 (382/1-3)
1
- Wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het
begrotingsjaar 2003 (382/1-3)
2
- Projet de loi contenant le troisième ajustement
du Budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2003 (381/1-3)
1
- Wetsontwerp houdende derde aanpassing van
de Algemene Uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2003 (381/1-3)
2
- Interpellation jointe de M. Bert Schoofs à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de
la consommation et du Développement durable
sur "l'extension de la loi relative à l'assurance
obligatoire contre les catastrophes naturelles"
(n° 138)
1
- Toegevoegde interpellatie van de heer Bert
Schoofs tot de minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
over "de uitbreiding van de wet op de verplichte
verzekering voor natuurrampen" (nr. 138)
2
- Interpellation jointe de Mme Simonne Creyf à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique et à la ministre de l'Environnement,
de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "l'assurance contre
les catastrophes naturelles" (n° 142)
1
- Toegevoegde interpellatie van mevrouw
Simonne Creyf tot de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en tot de minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "de natuurrampenverzekering"
(nr. 142)
2
Discussion générale
2
Algemene bespreking
2
Reprise de la discussion générale
2
Hervatting van de algemene bespreking
2
Orateurs: Pierre-Yves Jeholet, rapporteur,
Yves Leterme, Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques, Gerolf
Annemans, Claude Eerdekens
, président du
groupe PS, Bart Tommelein, Daniel
Bacquelaine
, président du groupe MR
Sprekers: Pierre-Yves Jeholet, rapporteur,
Yves Leterme, Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven, Gerolf
Annemans, Claude Eerdekens
, voorzitter van
de PS-fractie, Bart Tommelein, Daniel
Bacquelaine
, voorzitter van de MR-fractie
ANNEXE
33
BIJLAGE
33
DECISIONS INTERNES
33
INTERNE BESLUITEN
33
DEMANDES D'INTERPELLATION
33
INTERPELLATIEVERZOEKEN
33
D
EMANDES
33
I
NGEKOMEN
33
COMMUNICATIONS
33
MEDEDELINGEN
33
COMMISSIONS
33
COMMISSIES
33
R
APPORTS
33
V
ERSLAGEN
33
GOUVERNEMENT
34
REGERING
34
A
GENCE FEDERALE POUR LA
S
ECURITE DE LA
C
HAINE ALIMENTAIRE
34
F
EDERAAL
A
GENTSCHAP VOOR DE
V
EILIGHEID
VAN DE
V
OEDSELKETEN
34
C
OUR EUROPEENNE DES
D
ROITS DE L
'H
OMME
34
E
UROPEES
H
OF VOOR DE
R
ECHTEN VAN DE
M
ENS
34
RAPPORTS ANNUELS
35
JAARVERSLAGEN
35
C
OUR DES COMPTES DES
C
OMMUNAUTES
EUROPEENNES
35
R
EKENKAMER VAN DE
E
UROPESE
G
EMEENSCHAPPEN
35
C
ENTRE POUR L
'
EGALITE DES CHANCES ET LA
LUTTE CONTRE LE RACISME
35
C
ENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN
RACISMEBESTRIJDING
35
MOTIONS
35
MOTIES
35
DIVERS
35
VARIA
35
R
ESULTATS OFFICIELS DES ELECTIONS
LEGISLATIVES FEDERALES
­ C
ORRECTION
35
O
FFICIËLE RESULTATEN VAN DE FEDERALE
PARLEMENTSVERKIEZINGEN
­ C
ORRECTIE
35
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
MARDI
16
DECEMBRE
2003
Matin
______
van
DINSDAG
16
DECEMBER
2003
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 11.12 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 11.12 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Guy Swennen, pour raisons de santé / wegens ziekte.

De voorzitter: Collega's, ik heb contact gehad met vice-eerste minister en minister van Begroting Vande
Lanotte. Hij is onderweg. Je l'attends d'un moment à l'autre.

Zoals afgesproken op de Conferentie van voorzitters zullen we beginnen met een algemene bespreking van de
begroting. De heren Devlies, Tommelein en Annemans hebben zich ingeschreven voor de algemene
bespreking. MM. Viseur, Eerdekens et Bacquelaine se sont également inscrits dans la discussion générale.

Voor het luik Infrastructuur hebben mevrouw Vervotte, de heren Ansoms, De Padt, Mortelmans en Van den
Eynde zich ingeschreven. Mmes Saudoyer et Dieu interviendront également dans ce volet.

Voor Financiën heeft de heer Bogaert zich ingeschreven, ainsi que M. Massin.

Je ne sais pas jusqu'où nous pourrons aller aujourd'hui. Si nous pouvions terminer la discussion générale ce
matin, ce serait remarquable, mais j'ai quelques doutes à ce sujet car il est déjà 11.15 heures.
Budgets
Begrotingen
01 Budget des voies et moyens pour l'année budgétaire 2004 (324/1-6) et (323/1)
- Projet de budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2004 (325/1-37)
- Projet de loi ajustant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2003 (382/1-3)
- Projet de loi contenant le troisième ajustement du Budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2003 (381/1-3)
- Interpellation jointe de M. Bert Schoofs à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur "l'extension de la loi relative à l'assurance
obligatoire contre les catastrophes naturelles" (n° 138)
- Interpellation jointe de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique et à la ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du Développement durable sur "l'assurance contre les
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
catastrophes naturelles" (n° 142)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 (324/1-6) en (323/1)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 (325/1-37)
- Wetsontwerp houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2003
(382/1-3)
- Wetsontwerp houdende derde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2003 (381/1-3)
- Toegevoegde interpellatie van de heer Bert Schoofs tot de minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling over "de uitbreiding van de wet op de verplichte
verzekering voor natuurrampen" (nr. 138)
- Toegevoegde interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en tot de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken
en Duurzame Ontwikkeling over "de natuurrampenverzekering" (nr. 142)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

De voorzitter: Collega's, ik heb alles gedaan om op gepaste wijze van start te kunnen gaan. Bij afwezigheid
van de bevoegde minister, kan ik niet anders dan de vergadering te schorsen.

De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.

De vergadering wordt geschorst om 11.18 uur.
La séance est suspendue à 11.18 heures.

De vergadering wordt hervat om 11.24 uur.
La séance est reprise à 11.24 heures.

De voorzitter: Collega's, wij hervatten de vergadering. Ik begroet de vice-eerste minister en minister van
Begroting die mij uitlegde dat hij ter hoogte van de welbekende autostrade in Ternat enige
ophoudingsmomenten heeft beleefd. Hij heeft zich daarvoor nederig en ootmoedig verontschuldigd bij de
Kamer.

Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale

De algemene bespreking wordt hervat.
La discussion générale est reprise.

Collega Jeholet, eerst volgt uw rapport. Daarna is het de beurt aan de heren Devlies, Viseur, Tommelein en
Eerdekens. Dan zullen we zien hoever wij gekomen zijn. De heren Annemans en Bacquelaine volgen
misschien pas vanmiddag, misschien nog vanmorgen.
01.01 Pierre-Yves Jeholet, rapporteur: Monsieur le président, je vais
essayer de rattraper le temps perdu.

La commission des Finances et du Budget a examiné le budget de
l'Etat pour l'année budgétaire 2004, le budget des voies et moyens et le
budget général des dépenses, ainsi que les projets d'ajustement du
budget de l'Etat pour l'année budgétaire 2003 au cours de ses réunions
des 18 et 25 novembre, 2 et 8 décembre 2003.

La commission a, en outre, recueilli les avis des autres commissions
permanentes sur les programmes qui les concernent dans le budget
général des dépenses 2004 ainsi que dans les projets de loi contenant
le troisième ajustement du budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2003. Quant à ce, et en conformité avec le Règlement de la
01.01 Pierre-Yves Jeholet,
rapporteur: De commissie voor de
Financiën heeft de staatsbegroting
voor 2004 en de ontwerpen
houdende begrotings-aanpassingen
voor 2003 besproken. De
commissie heeft tevens het advies
van de overige vaste commissies
ingewonnen. De vice-eerste
minister en minister van Begroting
verklaarde dat de regering zich
gebaseerd heeft op de ramingen
van het Planbureau, en meer
bepaald is uitgegaan van een groei
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Chambre, je me réfère au rapport écrit pour toutes ces commissions.

Le vice-premier ministre et ministre du Budget a indiqué que le
gouvernement est parti, pour la confection du budget 2004, des
paramètres macro-économiques tels qu'établis par le Bureau du plan
qui estime la croissance économique pour l'année prochaine à 1,8%.
Le vice-premier ministre a également abordé la conjoncture
économique. Il a ensuite détaillé l'ensemble des recettes prévues en
2004.

Le ministre des Finances a fait un exposé en trois parties. La première
était consacrée à l'évolution conjoncturelle. Cette partie a traité des
aspects internationaux importants pour une économie ouverte comme
la nôtre, ainsi que des perspectives conjoncturelles en Belgique. Dans
la deuxième partie, le ministre a examiné l'évolution des recettes
fiscales des trois premiers trimestres de 2003, les recettes probables
pour 2003 et enfin, l'estimation initiale arrêtée pour 2004.

La troisième et dernière partie de son exposé a traité des besoins de
financement et de la dette publique. Je me réfère au rapport écrit pour
le détail de ces deux exposés.

Plusieurs membres de la commission ont fait part de leurs questions,
interpellations, commentaires et interprétations des différents chiffres
exposés, principalement les commissaires Bogaert, Devlies et Viseur.
Je me réfère également au rapport écrit pour tous ces commentaires.

Le vote de ce projet s'est soldé par 10 voix pour et 3 voix contre.

(Applaudissements sur tous les bancs)
van 1,8% voor 2004. Hij sprak ook
over de economische conjunctuur
en gaf een gedetailleerd overzicht
van de ontvangsten voor volgend
jaar.

De uiteenzetting van de minister
van Financiën bestond uit drie
delen. Hij behandelde de
conjunctuur en een aantal
internationale aspecten, evalueerde
de verwachte fiscale ontvangsten
voor 2003 en de ramingen voor
2004, en ging ten slotte in op de
financieringsbehoefte en de
overheidsschuld.

Verscheidene leden namen het
woord om hun opmerkingen te
formuleren, onder wie de heren
Bogaert, Devlies en Viseur.

De begroting werd aangenomen
met tien tegen drie stemmen.

(Applaus op alle banken)
De voorzitter: Collega's, ik heb het lijstje van de sprekers in de algemene bespreking reeds voorgelegd. De
heer Devlies bijt normaal gezien de spits af, maar eerst vraagt de heer Leterme het woord.
01.02 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb me niet
ingeschreven voor de algemene bespreking. Ik wens wel een aantal
vragen te stellen aan bepaalde ministers, onder meer de aan minister
Vande Lanotte. Hoe zal dit worden geregeld?
De voorzitter: Dit kan op het einde van de algemene bespreking.
01.03 Yves Leterme (CD&V): Mijn andere vragen kan ik stellen op het
ogenblik dat de bevoegde ministers aanwezig zijn.
De voorzitter: Collega's, minister Flahaut vraagt of de begroting van Landsverdediging voor de begroting van
Infrastructuur kan worden besproken. Ik zal de ingeschreven sprekers laten verwittigen.
01.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-
premier, collega's, bij het begin van een nieuwe legislatuur vindt men
het normaal dat een nieuwe regering hoge verwachtingen oproept.
Eigenaardig genoeg schijnt dit niet het geval te zijn met de regering-
Verhofstadt II. We hebben dit reeds kunnen vaststellen in de
beleidsverklaring. Tijdens de bespreking van deze begroting stellen wij
dit andermaal vast.

Wat is het grote verschil tussen Verhofstadt I en II? De regering
Verhofstadt I had ambitie. Er waren twee grote doelstellingen, enerzijds
de realisatie van de actieve welvaartsstaat en, anderzijds, de realisatie
van de modelstaat België. Beide doelstellingen dienden snel en efficiënt
gerealiseerd te worden.
01.04 Carl Devlies (CD&V): Le
gouvernement Verhofstadt I faisait
encore montre d'ambition et fondait
de grandes espérances. Il projetait
la mise sur pied de l'Etat social
actif et entendait faire de la
Belgique un Etat modèle.

Le gouvernement Verhofstadt II, à
l'inverse, ne nourrit plus guère
d'espoirs. Nous en avions déjà fait
le constat lors de la déclaration de
gouvernement et le scénario se
répète à l'occasion de cette
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Welnu, geachte collega's, die woorden durft men vandaag gewoon niet
meer uit te spreken. Ik heb ze tijdens de hele voorbereiding van de
begroting niet gehoord. Actieve welvaartsstaat? Er is een explosie van
de werkloosheid, er is een daling van de tewerkstellingsgraad en er is
een verkorting van de actieve loopbaan. Dat is het tegenovergestelde
van wat men betrachtte. Men plant nu brugpensioenen voor 48-jarigen,
wat natuurlijk erg aangenaam is voor de betrokkenen, maar wat
duidelijk onbetaalbaar is op termijn.

Wie spreekt er nog over de Belgische modelstaat? De fiscaliteit
bereikte in 2002 het hoogste niveau sedert 1830. Volgens de Lissabon-
index staan wij maar op de 11
de
plaats van de Europese landen.
Volgens de OESO gaat onze concurrentiekracht erop achteruit. Ook in
de rangschikking van het World Economic Forum krabbelt ons land
achteruit. Er wordt gewezen op een verslechtering van de kwaliteit van
onze overheidsinstellingen. Er is een slecht ondernemingsklimaat,
waardoor wij het kleinste aantal ondernemingen van Europa hebben.

Ik heb dan nog niet gesproken over de vergrijzingsgolf, die alsmaar
dichterbij komt en vanaf 2010 zal leiden tot een toename van
pensioenlasten, gezondheidszorg en publieke dienstverlening. Adviezen
van de Hoge Raad van Financiën, de Europese Commissie en zelfs het
IMF worden in de wind geslagen.

Heeft deze regering helemaal geen ambitie? Toch wel, deze regering
heeft één ambitie: het winnen van de regionale verkiezingen van 2004.
Dat is de grote ambitie. Bij de begrotingsopmaak 2004 hebben wij
vastgesteld dat deze hoofdzakelijk werd bepaald door de verkiezingen
die in aantocht zijn.

De regering wil het Parlement en vooral de bevolking doen geloven dat
de begroting 2003 in evenwicht is en dat dit eveneens het geval zou zijn
voor het jaar 2004. Daarenboven wil de regering de overheidsschuld
doen dalen tot minder dan 100 percent van het bruto binnenlands
product. De timing voor deze operatie is februari 2004, ideaal in de
aanloop naar de verkiezingscampagne. De champagne en het vuurwerk
staan al klaar.

Tegen de doelstelling op zichzelf heeft CD&V uiteraard geen bezwaar.
Wel hebben we een bezwaar tegen de technieken die gebruikt worden
en die meer dan creatief zijn en zeker misleidend voor het grote
publiek. Deze coalitie is wat dat betreft niet aan haar proefstuk toe.
Ook bij de parlementsverkiezingen van 2003 werden de cijfers
geflatteerd en is men erin geslaagd om het publiek maken van de
ontnuchterende analyses van de Nationale Bank en het Planbureau uit
te stellen tot de week na de verkiezingen.

Voor het bereiken van haar eerste doelstelling, met name een
evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven, maakt de regering gebruik
van eenmalige niet-recurrente maatregelen. Voor de begroting 2003
betreft het de verkoop van Credit B activa, 2,6 miljard euro, het
pensioenfonds van Belgacom, 3,6 miljard euro, het inruilen van
bankbiljetten, het extra dividend van Belgacom enzovoort.

Voor de begroting 2004 gaat het opnieuw over het pensioenfonds van
Belgacom ten bedrage van 1,4 miljard euro, en de verwachte opbrengst
van de fiscale amnestie, 850 miljoen euro. Daarenboven zijn er zeer
hypothetische ontvangsten die zouden moeten resulteren uit een aantal
maatregelen zoals de vereenvoudiging en de hervorming van de fiscale
procedurewet, convenanten en samenwerkingsakkoorden en een betere
benutting van bestaande informatie.
discussion budgétaire. Le chômage
est en hausse, le taux d'activité
régresse et la prépension,
contrairement aux déclarations
antérieures du gouvernement, met
un terme aux carrières de plus en
plus prématurément.

Et qui parle encore de l'Etat
modèle? La fiscalité n'a jamais été
aussi élevée qu'aujourd'hui, notre
compétitivité est en baisse, nous
dégringolons de plus en plus dans
les classements de l'OCDE et du
Forum économique mondial, la
qualité des institutions publiques
diminue et il règne chez nous un
climat morose, fort peu propice à
un regain de l'esprit d'entreprise. Et
il faut encore ajouter à ce tableau
très sombre le spectre du
vieillissement de la société. Mais le
gouvernement dédaigne tous les
avis qui lui ont été remis et qui
recommandent tous une politique
prévoyante.

Cette coalition ne nourrit qu'une
seule ambition: remporter les
élections régionales en 2004. La
confection du budget l'a clairement
démontré. Le gouvernement veut
nous faire croire que le budget 2003
est en équilibre et que ce sera
également le cas du budget 2004. Il
souhaite même faire passer le taux
d'endettement sous la barre des
100 pour cent du PIB. C'est
trompeur. Les chiffres ont
également été maquillés lors des
élections législatives de 2003. Les
analyses de la Banque nationale et
du Bureau du plan n'ont à l'époque
été divulguées que la semaine
précédant les élections.

Le gouvernement prend à nouveau
une série de mesures non
récurrentes. En 2003, il s'est agi de
la vente du Crédit B-activa, du
fonds de pension de Belgacom, de
la reprise des billets de banque et
du superdividende de Belgacom.
En 2004, le fonds de pension
intervient à nouveau, cette fois à
concurrence de 1,4 milliards
d'euros, et la déclaration libératoire
unique (DLU) doit rapporter 850
millions d'euros au Trésor.

Certaines recettes semblent
douteuses et plusieurs dépenses
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Een aantal ontvangsten lijkt mij gewoonweg twijfelachtig te zijn.
Anderzijds lijkt ook een aantal uitgaven mij aan de lage kant geraamd
te zijn.

Een andere door de regering aangewende techniek, is het verkopen van
overheidsgebouwen. Op zichzelf is dat nog geen slechte zaak. Maar
als men dan weet dat dezelfde overheidsgebouwen nadien opnieuw in
huur genomen worden, dan is dat toch wel een eigenaardige techniek.
Dit is werkelijk een voorbeeld van het flatteren van de begroting van het
eigen dienstjaar en van het verschuiven van lasten naar de toekomst.

Een andere techniek is het op de lange baan schuiven van
ordonnanceringen, waardoor op het einde van het jaar het netto te
financieren saldo op kasbasis wordt opgesmukt.

Daarnaast is er de techniek van de laattijdige inkohiering van de
personenbelasting waardoor zowel de belastingplichtigen die het teveel
aan gestorte bedrijfsvoorheffingen moeten terugkrijgen, als de
gemeenten worden benadeeld. Ook door deze techniek wordt het netto
te financieren saldo op kasbasis kunstmatig verbeterd.

Mijnheer de minister, we hebben al enkele malen de gelegenheid gehad
om over het Belgacom-pensioenfonds van gedachten te verwisselen. Ik
wil hierover nog het volgende kwijt.

Terwijl u onder meer in de commissie voor de Overheidsbedrijven
formeel bevestigde dat de opbrengst van het pensioenfonds van
Belgacom in aanmerking kwam voor aanrekening op de lopende
inkomsten van de begroting van 2004 blijkt dat hierover de grootste
twijfel bestaat. In elk geval gaat Eurostat hiermee niet akkoord en werd
vorige week de consultatieprocedure opgestart bij het Comité voor
Monetaire, Financiële en Betalingsbalansstatistieken. U hebt mij vorige
week uitgelegd dat er per land twee personen zijn die moeten
antwoorden en dat Eurostat nadien nog altijd vrij kan beslissen. Men
ging ervan uit dat er begin januari een advies zou zijn, maar dat de
definitieve beslissing er pas zou komen in de loop van de maand maart.
sont sous-estimées. La vente des
bâtiments publics qui sont ensuite
loués a pour effet de différer
systématiquement des charges. Le
report des crédits
d'ordonnancement maquille en fin
d'année le solde net à financer.
L'enrôlement tardif de l'impôt de
l'impôt des personnes physiques
lèse les citoyens et les communes.

En commission, le ministre a
déclaré que le fonds de pensions
de Belgacom serait comptabilisé
dans les recettes courantes de
2004. Mais on peut en douter vu la
réticence d'Eurostat. La procédure
européenne a été lancée. L'avis
sera rendu en janvier et, si l'on en
croit le ministre, la décision
tombera en mars.
01.05 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb nooit maart gezegd.
01.05 Johan Vande Lanotte,
ministre: En mars? Je n'ai jamais
dit ça.
01.06 Carl Devlies (CD&V): Dat staat in het verslag. Ik zal het u na
mijn uiteenzetting laten zien.

Wat is hier belangrijk? Dit betekent concreet dat het hier gaat over een
overdracht zonder fondsenvorming. Deze mening delen wij niet. Pas in
maart zal het duidelijk worden of de begroting 2003 met een evenwicht
afsluit en of de begroting 2004 al dan niet deficitair is. Het gaat hier
inzake de begroting 2004 om een bedrag van 1,4 miljard euro, wat
overeenkomt met 0,6% van het BBP. Het maakt het verschil uit tussen
een begroting in evenwicht of een groot deficit. Dat betekent concreet
dat wij niet weten waar wij naartoe gaan met de begroting 2003 en wij
weten nog minder waar wij naartoe gaan met de begroting 2004 en dit
anno eind december 2003.

Hoe dan ook staan ten opzichte van deze eenmalige inkomsten
jaarlijkse uitgaven voor de verdere levensduur van de Belgacom-
gepensioneerden en een belangrijk deel van de actieve personeelsleden
van Belgacom. Deze operatie staat model voor de gebruikte technieken
van lastenverschuiving naar de toekomst en toont aan dat voor de
begroting 2003 er een reëel tekort is van minimum 1% van het BBP en
01.06 Carl Devlies (CD&V): C'est
pourtant ce qu'on peut lire dans le
Compte rendu intégral. Quoi qu'il
en soit, ce 1,4 milliard d'euros du
fonds de pensions de Belgacom fait
toute la différence entre un budget
en équilibre et un budget en déficit.
Compte tenu de la position adoptée
par la Commission européenne,
nous n'avons aucune certitude, ni
concernant le budget 2003, ni
concernant le budget 2004. De
plus, à ces recettes uniques font
pendant une série de dépenses
pour les pensionnés et les actifs de
Belgacom de sorte qu'on peut bel
et bien parler d'un déficit réel en
2004. Par-dessus le marché, tant
la Banque Nationale que la
Commission européenne doutent
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
van 0,6% voor de begroting 2004.

Wat de geraamde opbrengst van de fiscale amnestie in de begroting
2004 betreft, wordt bovendien zowel door de Nationale Bank als door de
Europese Commissie het grootste voorbehoud gemaakt met betrekking
tot de haalbaarheid van het begrotingscijfer van 850 miljoen euro dat op
haar beurt opnieuw overeenkomt met 0,4% van het BBP.

Met betrekking tot het bereiken van de tweede doelstelling, namelijk het
terugschroeven van de overheidsschuld beneden de 100%, wordt
dezelfde creatieve boekhouding gebruikt. De overheveling van het
pensioenfonds van Belgacom heeft betrekking op een bedrag van 5
miljard euro, de Credibe-portefeuille op een bedrag van 2,6 miljard euro
en de laatste in de lijn, de overheveling van de verbintenissen van Alesh,
het amortisatiefonds van de leningen van de Sociale Huisvesting naar
de gewestelijke huisvestingsmaatschappijen op een bedrag van 4,4
miljard euro.

Voor Alesh gaat het om de overheveling van schuld naar een entiteit die
volgens de ESF-boekhouding buiten de overheidssector valt. Daardoor
bezwaart deze schuld niet langer de Maastrichtschuld. Op die wijze zal
de schuld met 4,4 miljard euro dalen. Dat betekent 1,6% van het bruto
binnenlands product.

Een schuldreductie kan in feite niet fictiever zijn. Voor de Belgische
belastingbetalers verandert er niets, aangezien de Gewesten verder de
aflossing van de schuld zullen moeten dragen via hun dotaties aan de
huisvestingsmaatschappijen. Door deze operatie, waarvan nog dient te
worden afgewacht of ze door Eurostat zal worden aanvaard, blijft de
belastingbetaler instaan voor de aflossing én de interesten.
que la recette de la DLU atteigne
850 millions d'euros.

Ce n'est qu'au prix d'une très
grande créativité comptable que le
gouvernement parviendra à ramener
la dette sous la barre des 100% du
PNB. Jouent un rôle dans ce
scénario Belgacom, Credit B et le
FADELS. Toutefois, le transfert du
FADELS- le Fonds
d'Amortissement des Emprunts du
Logement social - n'est pas inclus
dans la norme de Maastricht. Mais
Eurostat acceptera-t-il ce transfert?
Au demeurant, cette opération ne
rapportera pas un eurocentime aux
contribuables.
01.07 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik verontschuldig
mij tegenover mijn goede collega en vriend Carl Devlies dat ik hem
onderbreek.

Ik zou echter een eerste vraag willen stellen aan de minister van
Begroting.
De voorzitter: Mijnheer de minister, wil u even aandachtig zijn? U bent dat. Ik weet dat.
01.08 Yves Leterme (CD&V): Ik heb het parlementair stuk 15, nr. 10
van het Vlaams Parlement over de Vlaamse begroting doorgenomen.
Op blz. 91 van dat verslag lees ik een passage waarin Eric Van
Rompuy, eveneens een goede vriend en onze fractieleider in het
Vlaams Parlement, minister Van Mechelen ondervraagt over de Alesh-
operatie. De heer Van Mechelen zegt daarin dat er effectief overleg is
geweest met het kabinet van de minister van Begroting, de heer Vande
Lanotte, maar dat hij zijn akkoord nog niet heeft gegeven.

Mijnheer de minister, als ik goed ben ingelicht, is er vandaag nog
overleg over de operatie tijdens een bijeenkomst van een werkgroep van
het Overlegcomité.

Hierbij intrigeerden er mij enkele zaken.

Ten eerste, kan u het Parlement zeggen, op het ogenblik dat wij de
begroting gaan goedkeuren en aangezien Alesh een impact heeft op de
schuldgraad, wat de precieze stand van zaken is in het dossier? Wat
zijn de moeilijkheden en knelpunten bij de besluitvorming in het
Overlegcomité?
01.08 Yves Leterme (CD&V): Le
ministre Van Mechelen a déclaré
au Parlement flamand qu'une
concertation a eu lieu à cet égard
avec les pouvoirs publics fédéraux,
mais qu'il n'y a pas encore
d'accord. Le FADELS est inscrit à
l'ordre du jour d'aujourd'hui du
Comité de concertation. Quel est
l'état d'avancement du dossier? Le
ministre Van Mechelen a évoqué
les conditions auxquelles la
Flandre marquerait son accord à
propos de la prise en compte de
l'avantage fiscal. Qu'entendait-il par
là?
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Ten tweede, in het verslag lees ik dat minister Van Mechelen in zijn
antwoord op de vraag van collega Eric Van Rompuy allusie maakt op
het feit dat er door Vlaanderen een aantal voorwaarden werden gesteld
om in te stemmen met de operatie. Deze voorwaarden hebben onder
meer te maken met de verrekening van het fiscaal voordeel. Ik zou u
willen vragen waarop uw Vlaamse collega van Begroting, die daarover
overleg pleegt met uw kabinet, zich baseert.

Mijnheer de minister, ik zie u uw wenkbrauwen fronsen. Ik citeer
daarom minister Van Mechelen. Hij bevestigt dat er op het kabinet van
minister Vande Lanotte werkvergaderingen hebben plaatsgevonden om
te kijken of het technisch mogelijk is en, zo ja, onder welke
voorwaarden. Hij zegt dat Vlaanderen een aantal voorwaarden heeft
gesteld om te kunnen instemmen met dIe operatie, die onder meer te
maken hebben met de verrekening van het fiscaal voordeel. Ik ben een
eenvoudige, kleine jongen. Ik heb me afgevraagd waarop zijn woorden
zouden kunnen slaan, maar heb geen oplossing gevonden.

Ik zou u dus het volgende willen vragen. Ten eerste, wat is heel
concreet de stand van zaken in het dossier? Ten tweede, waarop slaat
de compensatie voor Vlaanderen met betrekking tot het fiscaal voordeel
van de operatie?

De voorzitter: Mijnheer de minister, voor de goede orde van zaken, geeft u straks een antwoord op alle
vragen of antwoordt u nu op de vraag van de heer Leterme?
01.09 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal
vlug antwoorden op de vraag van de heer Leterme.

In september 2003 werd er een principebeslissing genomen, die verder
wordt uitgewerkt. Vandaag proberen we de modaliteiten vast te leggen.
Ik denk dat het gaat om de verrekening van het budgettair voordeel en
niet van het fiscaal voordeel. In de hele operatie moet er immers ook in
2004 een storting gebeuren, die zal worden gebruikt voor een
kapitalisatie. Als het juist is wat minister Van Mechelen heeft gezegd,
kan ik u niet onmiddellijk antwoorden. Ik heb er immers geen weet van
dat er een fiscaal voordeel zou spelen. Het kan heel goed zijn dat het
om de verrekening van het budgettair voordeel gaat, met name het
gebruiken van code 8. Het is juist dat daarover de discussie nog aan de
gang is.
01.09 Johan Vande Lanotte,
ministre: La décision de principe a
été prise en septembre; on définit à
présent les modalités. Il s'agit d'un
avantage budgétaire, et non pas
fiscal. La discussion se poursuit.
01.10 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ten eerste, de
heer Van Mechelen spreekt twee of drie keer over een fiscaal voordeel.
Ten tweede, de minister zegt dat er in september een overleg is
geweest en dat er een principeakkoord was. Ik lees hier: "De Vlaamse
regering heeft dus geen akkoord gegeven". Dat zegt minister Van
Mechelen in het parlementair stuk 15, nummer 10 bladzijde 92; het
verslag van de bespreking in de commissie in het Vlaams Parlement.

Ik vind dit een heel belangrijk punt, collega's, omdat onder meer in het
advies van de Raad van State terecht gewezen was op het feit dat deze
operatie eigenlijk gesitueerd moet worden in het kader van de
financieringswet en dat een tweederdemeerderheid zou nodig zijn in het
Parlement om deze operatie door te voeren. Dat is het advies van de
Raad van State. Mijnheer de minister, u hebt verwezen naar het
precedent van 1984 of 1985, maar ik vind dat geen zwaarwegend
argument. Wij blijven op het standpunt dat dit normaal zou moeten
gebeuren in het kader van de besluitvorming die de financieringswet
heeft tot stand gebracht, en met dezelfde meerderheden.

Ik stel vast dat de Vlaamse liberale minister van Begroting in het
01.10 Yves Leterme (CD&V):
Dans sa réponse au Parlement
flamand, le ministre flamand Van
Mechelen s'est référé à plusieurs
reprises à un avantage fiscal
indiquant qu'aucun accord n'a été
obtenu. Le vice-premier ministre
affirme exactement le contraire
devant cette Assemblée. Selon
l'avis du Conseil d'Etat, toute
l'opération s'inscrit dans la loi de
financement et requiert donc une
majorité des deux tiers au
Parlement. Le ministre Vande
Lanotte renvoie à des précédents
mais ce ne sont pas, à mon sens,
des arguments pertinents.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Vlaams Parlement zegt dat er geen akkoord is. Deze minister zegt dat
er wel een akkoord is. Men spreekt ook op twee drie plaatsen over een
fiscaal voordeel in het Vlaams Parlement en de federale minister zegt:
neen, het is geen fiscaal, maar een budgettair voordeel. Ik zou toch
eens willen weten wat nu precies de juiste context is.
01.11 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ten
eerste, wat wij doen, is hetzelfde als wat door andere meerderheden is
gedaan zonder bijzondere meerderheid. Dat is een belangrijk argument.
Men heeft deze Alesh-schuld altijd buiten de financieringswet
gehouden, wij hebben dat niet meer gedaan dan anderen.

Ten tweede, ik benadruk dat wij ten minste het bestaan van de Alesh-
schuld niet ontkend hebben. Onze voorgangers hebben ze ontkend. Die
schuld is niet nieuw. Deze regering is de eerste geweest om dit in te
brengen. Ik heb geen kritiek op het feit dat men dat toen niet heeft
ingebracht, maar als zij die het toen niet hebben ingebracht, nu kritiek
geven omdat wij een ESER conforme manier van behandeling zoeken,
dan vind ik dat niet correct.

Ten derde, er is een principeakkoord - en het is pas volledig wanneer
het helemaal afgerond is ­ om een en ander te regelen in september.
Het definitief akkoord is er nog niet, dat is juist. Ik heb gezegd dat ik
het niet zeker wist of het een fiscaal voordeel is. Ik denk dat dit op dit
moment geen probleem is, het probleem ligt niet meer bij het fiscaal
voordeel, maar er is wel een discussie over het aanrekenen van de
eenmalige storting die ermee gepaard gaat.
01.11 Johan Vande Lanotte,
ministre: Par le passé, cette
mesure a toujours été réalisée en
dehors de la loi de financement. Il
s'agit par ailleurs d'une dette que
les démocrates chrétiens ont
dissimulée pendant dix ans et que
nous avons au moins l'honnêteté de
reconnaître aujourd'hui. Je trouve
donc inacceptable que le CD&V
m'attaque sur ce point.

Par ailleurs, je confirme que nous
avons conclu un accord de
principe, même s'il est vrai qu'il n'y
a toujours pas d'accord définitif. Je
ne pense pas qu'il soit question
d'un avantage fiscal mais je ne puis
me prononcer avec certitude. Quoi
qu'il en soit, le problème n'est plus
là. Une discussion est en cours à
propos de l'imputation du
versement unique qui y est lié.
01.12 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik verontschuldig
mij ten overvloede bij collega Devlies, maar ik kan zeggen dat ik
vandaag nog in het Vlaams Parlement dezelfde vraag zal doen stellen
aan minister Van Mechelen. Ik wil duidelijkheid daarover, want ik heb
van minister Vande Lanotte nog niet vernomen wat nu precies de
knelpunten zijn. Die zijn blijkbaar toch niet subliminaal, zij maken
vandaag het voorwerp uit van een overleg in het Overlegcomité.
01.12 Yves Leterme (CD&V): Je
ferai encore poser aujourd'hui la
même question au ministre Van
Mechelen au Parlement flamand.
Nous souhaitons des précisions à
cet égard et nous continuerons de
les demander au cours des débats
budgétaires à venir.
01.13 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de
vragen van de heer Leterme zeer terecht waren. Ik heb inderdaad dit
onderwerp aangeraakt. Ik stel vast dat de heer Leterme precieze vragen
stelt, maar de minister geeft geen antwoord op deze precieze vragen. Ik
hoop dan ook dat wij op dit onderwerp kunnen terugkomen in de loop
van dit begrotingsdebat en dat wij klare en duidelijke antwoorden zullen
krijgen op de vragen die hier gesteld zijn.
01.13 Carl Devlies (CD&V): Je
constate que le ministre ne peut
apporter de réponses claires à des
questions précises.
01.14 Minister Johan Vande Lanotte: Ik zeg erbij, omdat u het nu
polemisch stelt: dit is een schuld die tien jaar lang ontkend is. Ik zal
het uitentreuren blijven herhalen, telkens u kritiek hebt daarop: u hebt
die schuld tien jaar lang verstopt. Ik geef daarop geen kritiek, maar u
vergeet wat u gedaan hebt. Ik vergeet dat niet. Men heeft het toen niet
aangegeven, wij hebben het naar voren gebracht. Nu speelt u de heilige
maagd, maar u hebt dit tien jaar lang niet willen zien.
01.15 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wie mij kent
weet dat ik totaal geen ambitie heb om de maagd te spelen! In alle rust
heb ik de minister van Begroting een aantal vragen gesteld. In het
Vlaams Parlement verklaart minister Van Mechelen dat er een
probleem van fiscaal voordeel is. Minister Vande Lanotte ontkent dit.
Minister Vande Lanotte beweert dat hierover een principeakkoord werd
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
afgesloten in september. Van Mechelen zegt in het Vlaams Parlement
dat de Vlaamse regering haar akkoord niet heeft gegeven! Geef toe dat
ik recht heb op enige verduidelijking. Ik stel vast dat ik die duidelijkheid
hier niet krijg. We zullen de vraag stellen in het Vlaams Parlement. In
de loop van de twee begrotingsdebatten zullen we deze duidelijkheid
blijven vragen en hopelijk ooit bekomen.

De voorzitter: Laat de heer Devlies zijn betoog voortzetten.
01.16 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister van
Begroting bemoeilijkt het debat. Hij verwijt mij gedurende 10 jaar
verantwoordelijk te zijn geweest voor een aantal zaken!! Ik maak amper
slechts 6 maanden deel uit van dit Parlement! Op die manier kan men
niet ernstig discussiëren.

Ik zet de CD&V-visie over de begroting 2004 voort. We hebben
vastgesteld dat de federale overheid met succes druk heeft uitgeoefend
op de Vlaamse regering die tijdens de maand augustus een bedrag van
8,5 miljard euro kredieten heeft bevroren. Hierdoor hebben allerlei
uitgaven in verband met de financiering van de ziekenhuizen, de
gehandicaptensector, de bejaardensector, de kinderdagverblijven, de
onderwijsinstellingen, de toelagen aan universiteiten en
monumentenzorg vertraging opgelopen. Deze operatie had een dubbele
bedoeling: enerzijds het resultaat van de Vlaamse overheid op kasbasis
verbeteren door het uitstellen van betalingen naar het begrotingsjaar
2004 en, anderzijds het begrotingsresultaat van de Vlaamse regering
opsmukken.

Op het ogenblik dat de Vlaamse regering in moeilijkheden komt en
moet besparen, gebeurt dit in de eerste plaats ook bij de gemeenten.
De gemeenten zijn financiëel reeds zwaar getroffen door de
ondoordachte liberalisering van gas en elektriciteit, een krachttoer van
de Vlaamse socialisten onder leiding van Steve Stevaert. Ik merk dat de
heer Van der Maelen reeds op de vlucht geslagen is zoals hij dat ook
vorige week gedaan heeft tijdens het debat over de fiscale amnestie.
Vandaag blijkt dat er geen concurrentie mogelijk is in de energie. Er
moet eerst zwaar worden geïnvesteerd in hoogspanningsnetten
vooraleer men kan beginnen met een vrije markt. Ondertussen verliezen
de gemeenten hun inkomsten en stijgen de elektriciteitsprijzen. De
gemeenten worden geconfronteerd met de woordbreuk van de eerste
minister en zijn regering omdat ze slechts zeer gedeeltelijk financieel
gecompenseerd worden. Dit is een van de dossiers die symbool staan
voor paars!

Ik wens eveneens te wijzen op het asociaal karakter van het paarse
beleid. In Vlaanderen kunnen we dit vaststellen bij de zieken, de
gehandicapten, de bejaarden, de sector van de kinderdagverblijven, het
onderwijs. Dezelfde asociale trekken vinden we terug bij de federale
regering. Naar aanleiding van de bespreking van de programmawet
vorige week hebben we dat eens te meer ondervonden. Deze wet werd
in sneltreinvaart door Kamer en Senaat gejaagd.

Geen afschaffing van de fiscale discriminatie van bruggepensioneerden
en werklozen. Geen structurele oplossingen voor het einde van de
loopbaan. De tien miljoen euro in het Fonds voor de werkgelegenheid
van oudere werknemers is al een jaar in de pot blijven zitten, zonder dat
er initiatieven werden genomen of gestimuleerd. Geen toenadering van
de statuten van arbeiders en bedienden. Geen fundamentele
oplossingen voor de financiering van de sociale zekerheid. Geen echt
statuut voor onthaalouders, integendeel: het huidige statuut kan door de
complexiteit zelfs nauwelijks toegepast worden, waardoor veel
01.16 Carl Devlies (CD&V): Les
autorités fédérales ont semble-t-il
su faire pression sur le
gouvernement flamand, qui a gelé
8,5 milliards d'euros de crédits en
août. En conséquence, le
financement des hôpitaux, des
institutions pour handicapés, des
crèches, des écoles et des
universités, etc. a pris du retard.
L'objectif de cette opération était
double: améliorer le résultat en
base de caisse du gouvernement
flamand en reportant des
paiements à 2004, d'une part, et
améliorer le résultat budgétaire du
gouvernement flamand, d'autre part.
Si le gouvernement flamand doit
épargner, cela affecte également
les communes qui sont déjà
lourdement touchées aujourd'hui
par la libéralisation irréfléchie du
secteur du gaz et de l'électricité. La
coalition violette mange
éhontément sa parole!

Car il apparaît aujourd'hui
qu'aucune concurrence n'est
possible dans le secteur
énergétique si l'on n'investit pas
d'abord massivement dans
l'infrastructure. En attendant, les
prix de l'électricité grimpent.

La politique asociale de la coalition
violette s'exprime par la
précipitation avec laquelle la
Chambre a adopté la loi-
programme. Entre-temps, la
discrimination des prépensionnés
et des chômeurs n'est pas abolie,
aucune solution structurelle n'est
apportée au problème de la fin de
carrière, les statuts des ouvriers et
des employés ne sont pas
harmonisés, le problème du
financement de la sécurité sociale
n'est pas résolu, les gardiennes
encadrées n'ont pas obtenu de
statut, aucun moyen
supplémentaire n'est alloué aux
initiatives locales pour l'emploi,
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
onthaalouders zeer lang moeten wachten op de zogenaamde
ontvanguitkering. Geen extra budgettaire middelen voor lokale
tewerkstellingsinitiatieven. Geen veralgemening van de individuele
trajectbegeleiding. Geen indexering van arbeidsongeschiktheid tussen
16% en 19%. Geen opvraging meer mogelijk van kapitaal.

Met betrekking tot de ontwikkeling van de Rijksschuld werden aan de
commissie voor de Financiën twee tegengestelde documenten
overhandigd. Enerzijds de algemene beleidsnota van de federale
overheidsadministratie Financiën waar in verband met de nominale
cijfers van de overheidsschuld wordt gesteld dat deze over de jaren
2003 en 2004 samen met 5,6 miljard euro toenemen. Dit staat in
tegenstelling tot de algemene beleidsnota voor de Rijksschuld 2004,
waarin wordt gesteld dat de schuld over de jaren 2003 en 2004 met 9,4
miljard euro zou toenemen. Minister Reynders heeft ons meegedeeld
dat het document met betrekking tot de Rijksschuld het meest recente
was, wat betekent dat de nominale schuld in de jaren 2003 en 2004
verder blijft toenemen en dit met 9,4 miljard euro. Hierdoor loopt de
totale schuld van de federale overheid op tot 272,4 miljard euro, wat in
Belgische frank een stijging met 379 miljard Belgische frank betekent.
Dit brengt ons op het einde van 2004 op een totale schuld van de
federale overheid van 11.000 miljard Belgische franken. Hieraan dienen
uiteraard nog toegevoegd te worden de NMBS-schulden ten belope van
7,5 miljard euro.
l'accompagnement du parcours
individuel n'est pas généralisé,
l'incapacité de travail entre 16 et
19% n'est pas indexée, et j'en
passe.

S'agissant de l'évolution de la dette
de l'Etat, deux documents
contradictoires ont été adressés à
la commission des Finances :
selon la note de politique générale
du SPF Finances, la dette va
croître de 5,6 milliards d'euros en
2003-2004 alors que, selon la note
de politique générale, la dette de
l'Etat se chiffrerait en 2004 à 9,4
milliards d'euros. Le ministre des
Finances prétend que ce dernier
document contient les chiffres les
plus récents, ce qui signifie que la
dette nominale continue
d'augmenter et qu'en conséquence,
la dette totale du pouvoir fédéral se
monte à 272,4 milliards d'euros.
01.17 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): U zal mij niet
tegenspreken als ik zeg dat u daar een indrukwekkend cijfer noemt. Ik
herinner mij dat toen ik een jong Kamerlid was, dat cijfer geregeld
circuleerde. Onder Martens 12 of 22 ­ ik weet niet meer welke regering
­ was dat het cijfer. Dat cijfer is dus blijkbaar nog altijd niet gedaald,
collega.
01.17 Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Les chiffres que
vous citez datent de l'ère Martens!
01.18 Carl Devlies (CD&V): Inderdaad, dat cijfer is niet gedaald, het
is gestegen en het blijft stijgen. De huidige regering Verhofstadt II zal er
in slagen om in de eerste twee jaren van hun legislatuur de totale
overheidsschuld van de Belgische Staat te doen toenemen met 9,4
miljard euro. Dit is inderdaad een indrukwekkend cijfer.
01.19 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Men zag het einde van de
tunnel, maar we zijn terug achteruitgeboerd.
01.20 Carl Devlies (CD&V): Plus dat er bovendien een structurele
beweging gaande is, die negatief is en die deze situatie verergert.

Met betrekking tot de financiering van de sociale zekerheid voor
werknemers blijkt dat de inkomsten uit sociale bijdragen in de begroting
2004 toenemen met 2,23%, maar dat zulks ruimschoots onvoldoende
is om de stijging van de uitgaven te dekken. Financiering gebeurt vooral
met algemene middelen, die met 31,76% toenemen. De financiering
van de sociale zekerheid in het stelsel van de werknemers gebeurt voor
26,1% met algemene middelen, waarmee we staatstoelagen en
alternatieve financiering bedoelen.

Het stelsel van de zelfstandigen vertoont eenzelfde trend. De bijdragen
nemen er toe met 3,17%, maar de financiering via de algemene
middelen neemt toe met 13,04%. Ook daar is er een forse stijging van
de financiering met algemene middelen. Maar liefst 34,2% wordt via
algemene middelen gefinancierd. Dit zijn zorgwekkende cijfers. De
uitkeringen voor gezondheidszorg en kinderbijslagen worden thans voor
50% gefinancierd uit de algemene middelen. In dit verband verwijs ik
naar het standpunt van CD&V dat hier vaak wordt verwoord door collega
01.20 Carl Devlies (CD&V): La
situation empire même en termes
structurels!

En ce qui concerne le financement
de la sécurité sociale des
travailleurs et du régime des
travailleurs indépendants, il s'avère
que les dépenses augmentent bien
plus rapidement que les recettes
des cotisations, de sorte que les
dépenses sont de plus en plus
financées sur la base de moyens
généraux, ce qui est préoccupant.
Les prestations dans le cadre des
soins de santé et les allocations
familiales sont également financées
pour moitié par les moyens
généraux. Le CD&V a proposé à
cet égard de financer ces dépenses
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
D'hondt. Wij stellen voor de ziekteverzekering en de kinderbijslag niet
langer via sociale lasten op arbeid, maar via fiscale middelen te
financieren, omdat het om niet-arbeidsgebonden risico's gaat. Volgens
de studie van mevrouw De Wachter van de Nationale Bank zou dit in
bepaalde hypotheses kunnen leiden tot de creatie van 185.000 tot
400.000 laaggeschoolde jobs.

Inzake de financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel
vragen wij ons af of het de intentie is van deze regering om het
verhogingspercentage van deze transfers, dat tijdens de eerste regering
Verhofstadt was gestegen met gemiddeld 4,17% per jaar, voort te
zetten? Ik wens er toch op te wijzen dat dit percentage tijdens de
laatste regeerperiode-Dehaene meer dan 75% lager lag.

Wat zijn de plannen van de regering? Ik zie in elk geval dat de PS-
fractie er gerust in is. Uiteraard leidt dit voor de PS tot electoraal
succes. Als dit de doelstelling is van de regering dan heeft men dat in
elk geval bereikt.

In het kader van deze begrotingsbespreking lijkt het mij belangrijk te
verwijzen naar het jaarverslag van de Hoge Raad van Financiën. Wij
lezen in het verslag van de afdeling Financieringsbehoeften van de
overheid een interessante vergelijking tussen het begrotingsbeleid van
de regering-Verhofstadt I enerzijds en van de regering-Dehaene II
anderzijds. Uit die vergelijking blijkt dat het beleid onder de regering-
Dehaene II sanerend was voor de overheidsfinanciën terwijl het beleid
van de regering-Verhofstadt I daarentegen als laks kan worden
beschouwd. Zo blijkt uit dit verslag dat de verslechtering van het
structureel primaire saldo in de periode van 1999 tot 2003 opliep tot
0,8% van het BBP. In de periode van 1995 tot 1999 was er daarentegen
een verbetering van hetzelfde saldo met maar liefst 1,5%. Dit alles
ondanks de stijging van de belastingdruk onder de regering-Verhofstadt
I.

In datzelfde verslag wordt onderstreept dat de effectieve, conjuncturele
evolutie, die sedert 2001 duidelijk minder gunstig was dan bij het begin
van de regeringsperiode-Verhofstadt I, onverenigbaar is gebleken met
het gevoerde regeringsbeleid en dit gelet op de doelstelling om in 2003
te streven naar een begrotingsevenwicht.

Gelet op het feit dat we dit jaar zonder de Belgacom-operatie zouden
afstevenen op een tekort van ruim 1 percent van het BBP, kan deze
stelling enkel worden bijgetreden. Ook in 2004 zou het tekort zonder
overdracht van het Belgacom-pensioenfonds 0,5 percent van het BBP
bedragen. Ook voor het jaar 2005 wordt door het Planbureau een
begrotingstekort van 0,6 percent van het BBP voorspeld.

Nochtans voorzag de laatste versie van het stabiliteitsprogramma 2003-
2005 in een overschot van 0,5 percent. Deze structurele tekorten
bedreigen in ernstige mate de financiering van de te verwachten kosten
van de vergrijzing van de bevolking. De Hoge Raad van Financiën
waarschuwt ervoor dat het op korte en middellange termijn financieren
van het Zilverfonds via niet-fiscale en niet-recurrente ontvangsten,
weliswaar zal toelaten om tegen het jaar 2007 de doelstellingen inzake
kapitaalvorming van het Zilverfonds en inzake versnelde schuldafbouw,
zoals bepaald in het verdrag van Maastricht, te halen, maar dat
daardoor na 2007 het Zilverfonds ingevolge een tekort aan structurele
overschotten ondergefinancierd dreigt te geraken.

De Hoge Raad van Financiën is dan ook van oordeel dat die optie geen
duurzame oplossing biedt, omdat ze de lasten van de door te voeren
aanpassingen alleen maar naar de komende regeerperiodes
par l'impôt et non par les charges
salariales, car il s'agit de risques
non liés au travail. Les spécialistes
de la Banque nationale estiment
que 185 000 à 400 000 emplois peu
qualifiés pourraient ainsi être créés.

Sous le gouvernement Verhofstadt
I, les transferts de la Flandre vers la
Wallonie et Bruxelles ont en
moyenne augmenté de 4,17 pour
cent par an. Le gouvernement
Verhofstadt II entend-il poursuivre
dans cette voie? Sous le dernier
gouvernement Dehaene, les
transferts étaient inférieurs de 25
pour cent. Le PS doit son succès
électoral à cette politique.

Le rapport annuel du Conseil
supérieur des Finances compare,
dans sa section "Besoins de
financement des Pouvoirs publics",
la politique de Verhofstadt I à celle
de Dehaene II. Si le gouvernement
Dehaene a mené une politique
d'assainissement des finances
publiques, l'équipe Verhofstadt a
fait preuve de laxisme et a laissé
les Finances publiques déraper. La
dégradation du solde primaire
structurel s'est accentuée au cours
de la période 1999-2003 pour
atteindre 0,8 pour cent du PNB.
Sous Dehaene II, il s'était amélioré
de 1,5 pour cent au total!

Tout cela s'est produit malgré une
augmentation de la pression
fiscale. Dès 2001, l'évolution
conjoncturelle réelle s'est avérée
inconciliable avec la politique
menée par le gouvernement. Celui-
ci se proposait de réaliser
l'équilibre en 2003 mais, sans la
reprise du fonds de pension de
Belgacom, il serait confronté à un
déficit budgétaire de 1 pour cent.
Le risque d'un déficit menace
également en 2004 et en 2005,
alors que, selon le programme de
stabilité, il faudrait un excédent à
partir de 2004.

Les déficits structurels mettent en
péril le financement adéquat des
coûts liés au vieillissement. Le
Conseil supérieur des Finances
relève que nous pouvons recourir à
des artifices pour alimenter le
Fonds de vieillissement et
respecter la norme de Maastricht
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
doorschuift. De Hoge Raad voegt eraan toe dat enkel de opbouw van
overschotten en dus een netto nominale schuldafbouw een structureel
en vanuit intergenerationeel oogpunt billijk antwoord biedt voor de druk
van de toenemende uitgaven ingevolge de vergrijzing van de bevolking.

Mijnheer de minister, ik heb u in de commissie reeds ondervraagd over
de analyse. U hebt daar geen duidelijk antwoord op gegeven. U hebt
enkel gesteld dat, wanneer men uitgaat van een overschot van 0,3
percent, het dan vervolgens stelselmatig kan worden opgebouwd tot 1,5
percent in 2007, waarna het dient aangehouden te worden tot 2018.
Voor het overige stelde u dat ik mij maar beter kon baseren op de
cijfers van de Europese Commissie. Toen ik u signaleerde dat ook de
Europese Commissie en het Planbureau tekorten voorspellen voor de
komende jaren, meende u dat ook deze cijfers dienden gerelativeerd te
worden.

Eind november raakte een rapport bekend van het Internationaal
Monetair Fonds, waaruit blijkt dat onze regering de kosten van de
vergrijzing onderschat. Extra zorgwekkend is dat België in
internationale vergelijkingen slecht scoort op het gebied van
schuldgraad, fiscale druk en werkgelegenheid. Voeg daar nog de
belangrijke belastingverlagingen bij de meeste handelspartners van
België en de verhoogde competitieve druk na de Europese uitbreiding
aan toe en het verbeteren van de Belgische positie wordt een hele
uitdaging. Ook het IMF wijst erop dat het niet zo verstandig is dat de
regering voor 2007 slechts een klein begrotingsoverschot nastreeft.

Sterker nog, de aanbeveling van de Hoge Raad voor Financiën is voor
het Internationaal Monetair Fonds een absoluut minimum.

In de primaire uitgaven zal moeten worden gesnoeid. Komen de
besparingen er niet, dan wordt zelfs een minuscuul overschot moeilijk
haalbaar en zal de neiging tot ad hoc-maatregelen steeds meer
toenemen.

Volgens het IMF zal België in de komende jaren opnieuw kunstgrepen
moeten uitvoeren, zoals met het pensioenfonds van Belgacom, om een
evenwicht of licht overschot te kunnen bereiken. Deze kunstgrepen
verdoezelen dat er een structureel tekort is. Het IMF stelt dat de norm
op de primaire uitgaven een veel beter idee is, omdat een dergelijke
norm in combinatie met een beleid van lastenverlaging en
geconsolideerde doelstellingen voorkomt dat men in een economische
hoogconjunctuur structureel afglijdt. Deze structurele afglijding is er
duidelijk geweest in de periode 1999-2000, waarin de regering-
Verhofstadt I zware fouten heeft gemaakt en bijzonder zware
verantwoordelijkheden heeft genomen voor de toekomst.

De begroting biedt geen perspectieven voor de volgende, actieve
generatie. Ze biedt ook geen perspectieven voor de toekomstige, jonge,
tweeverdienende gezinnen, die gebukt zullen gaan onder zware lasten.
Ze legt een hypotheek op de toekomst van de sociaal zwakkeren, die
de eerste slachtoffers zullen zijn bij de implosie van de welvaartsstaat.
Ze is het product van een regering die zich concentreert op
gemakkelijk, electoraal gewin, maar duidelijk antisociaal, anti-Vlaams
en antigemeentelijk is. De regering mist ook respect voor het vrije
initiatief en voor het ondernemen, dat de basis is voor onze welvaart.
jusqu'en 2007 mais que des déficits
structurels menacent ensuite. Il
faut anticiper ces déficits
maintenant sans quoi on va
éhontément faire supporter par le
prochain gouvernement les
conséquences de la politique
erronée d'aujourd'hui.

Le ministre n'a pas grand-chose à
dire sur cette analyse. Il a mis en
doute la source, le Conseil
supérieur des Finances, et invoqué
des chiffres de la Commission
européenne. Mais la Commission
européenne, soutenue par le
Bureau du plan, prévoit également
des déficits. A cela s'ajoute à
présent un rapport du Fonds
monétaire international. On lit dans
ce rapport que le gouvernement
belge sous-estime les coûts du
vieillissement. Si l'on tient compte
en outre du taux d'endettement, de
la pression fiscale, de l'emploi en
régression, de la réduction des
charges chez la plupart de nos
partenaires commerciaux et de
l'augmentation de la concurrence
en raison de l'élargissement de
l'Europe, le maintien de la position
de la Belgique devient un véritable
défi.

Le FMI souligne que le
gouvernement doit prendre des
mesures structurelles pour 2007,
faute de quoi la tendance à prendre
des mesures ad hoc va s'amplifier.
Il faudra recourir à des artifices pour
dissimuler un déficit structurel.
Selon le FMI, une norme pour les
dépenses primaires constitue une
meilleure idée. Une telle norme
permet d'éviter le dérapage
structurel en période de haute
conjoncture, ce qui s'est
incontestablement produit sous le
gouvernement Verhofstadt I. Les
erreurs politiques graves
compromettent l'avenir. Les
générations futures, et en
particulier les jeunes ménages à
deux revenus, crouleront sous les
charges. Une hypothèque pèsera
sur les groupes sociaux les plus
défavorisés. Ce gouvernement se
concentre sur un gain électoral
facile, mais il est antisocial,
dessert les intérêts flamands et
communaux et ne témoigne guère
de respect pour les entreprises.
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
01.21 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, à l'ouverture de nos débats de cette
semaine, principalement consacrés à l'examen des projets de budget
2004 et incidemment des notes de politique générale de chaque
département, je ne ferai pas de trop longues considérations générales.
La discussion permettra d'envisager les perspectives et les
engagements du gouvernement et d'apprécier la cohérence de sa
politique. Cependant, sommairement dit, nous avons déjà tenu deux
débats de cette nature en moins de six mois, à l'occasion de la
formation du gouvernement et ensuite lors de la rentrée parlementaire,
à l'issue du conclave budgétaire de septembre et d'octobre derniers.

Personne n'en disconviendra, même si le plaisir n'est pas partagé par
tous, on peut constater que le gouvernement met ses engagements en
oeuvre et veut se donner les moyens de réaliser sa politique. Quelques
membres de mon groupe interviendront toutefois pour commenter les
politiques de chaque département, soit pour en saluer l'importance ­ je
pense notamment aux nouveaux moyens pour la justice ­ soit pour
rappeler quelques balises qu'à notre estime il ne faudrait pas franchir.
La politique de l'emploi, des finances, de la santé publique, du service
public, de l'économie mais aussi de la mobilité, de la protection du
consommateur, de la coopération au développement appelleront aussi
des commentaires spécifiques.

Pour ma part et brièvement, je voudrais m'attacher à deux questions
particulières à travers quelques remarques de principe. La première
question est directement liée à l'exercice budgétaire et à notre
obligation de le mettre en perspective par rapport à nos engagements
européens. Je dis volontairement "engagements européens" et non
"obligations européennes" et je veux de cette manière faire référence au
récent échec du Sommet de Bruxelles et aux raisons de cet échec. Le
respect du pacte de stabilité, que d'autres tentent de remettre en cause
à l'occasion de choix budgétaires internes, est un des éléments-clés
de ce budget. Il est évidemment le signe d'une rigueur de gestion dont
nous ne pouvons en aucune façon nous départir. Mais quelles que
soient les difficultés occasionnées, il s'agit aussi d'une rigueur par
rapport à nos propres exigences vis-à-vis de la construction
européenne. Les impératifs dictés par le pacte de stabilité doivent peut-
être aujourd'hui être revus à la lumière de situations nouvelles mais ils
ne peuvent l'être par des coups de force ou par le privilège absolu
donné à l'intérêt national.

La fidélité à l'égard de nos partenaires européens est tout à notre
honneur mais nous savons aussi qu'au-delà de cette fidélité, il y a pour
notre pays l'obligation de réduire encore et aussi rapidement que
possible la dette publique et de constituer des réserves afin de faire
face au choc du vieillissement de la population.

Dans ce contexte, la politique budgétaire relève d'un exercice périlleux.
À cet égard, je le répète, monsieur le ministre du Budget, le groupe
socialiste entend féliciter le gouvernement pour la qualité générale des
résultats obtenus à l'occasion de l'élaboration du budget. Cet
enthousiasme n'est cependant pas inconditionnel. Comme nous l'avons
répété à plusieurs reprises, la vigilance et la prudence critique restent
de mise. Il s'agira en effet de garantir la mise en oeuvre du budget et
particulièrement du budget des voies et moyens. Les recettes
attendues doivent arriver. À défaut, pour retrouver l'équilibre dont j'ai dit
qu'il était indispensable, c'est d'abord la question des recettes qu'il
faudra reposer et non celle des dépenses.
01.21 Claude Eerdekens (PS):
De bespreking van de ontwerp-
begrotingen 2004 biedt ons de
gelegenheid de door de regering
vooropgestelde vooruitzichten en de
door haar aangegane
verbintenissen te onderzoeken,
enerzijds, en de samenhang van
haar beleid te toetsen, anderzijds.

Bij de regeringsvorming en de
hervatting van de parlementaire
werkzaamheden werd dat soort van
debatten al gevoerd. Het lijkt erop
dat de regering werk maakt van de
verbintenissen die zij was
aangegaan en de nodige middelen
wil uittrekken om haar beleid uit te
voeren.

Enkele leden van mijn fractie zullen
commentaar geven bij het beleid
van elk departement. Ik zal bij twee
bijzondere kwesties blijven
stilstaan.

De eerste houdt rechtstreeks
verband met de begrotingsopmaak
en onze verplichting om een en
ander te zien in het licht van onze
Europese verbintenissen.

Ik zeg bewust "Europese
verbintenissen" en niet "Europese
verplichtingen", zinspelend op de
recente mislukking van de Top van
Brussel.

De naleving van het stabiliteitspact
is een van de hoekstenen van
voorliggende begroting en een
bewijs van het strakke beleid
waarvan wij niet mogen afwijken.
Het is eveneens een bewijs van
rechtlijnigheid met betrekking tot
onze eigen eisen ten aanzien van
de Europese eenwording.

Vandaag moeten de door het
stabiliteitspact opgelegde eisen
worden herzien, maar dat mag niet
gebeuren op een manier waarbij
uitsluitend het nationaal belang voor
ogen wordt gehouden.

Afgezien van de trouw aan onze
Europese partners, is het onze
plicht om de overheidsschuld te
verminderen en reserves aan te
leggen om de vergrijzing van de
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Celles qui sont prévues aujourd'hui sont indispensables pour faire face
à l'essentiel, notamment en matière de sécurité sociale. On y reviendra
dans l'examen des différents départements.

Après ces premières remarques générales, je voudrais m'attacher
brièvement à une question qui peut vous paraître marginale par rapport
à nos débats de ce jour mais qui, en vérité, devrait constamment rester
au centre de nos préoccupations politiques. Je veux parler ici de la
question des pouvoirs locaux, des communes en particulier mais aussi
des CPAS. En effet, des dispositions de plus en plus nombreuses liées
au budget ou à la politique des départements concernent les
communes. Généralement, il s'agit de charger celles-ci de mettre en
oeuvre une politique dont l'intérêt dépasse largement l'intérêt communal
et les limites de chacune de nos communes.

On doit se réjouir de mesures importantes en faveur des communes
comme la capacité d'engagement de 2.500 policiers supplémentaires
sur le terrain ou l'extension à trois ans de la durée des contrats de
sécurité et de prévention. Mais d'autres perspectives doivent nous
inciter à la prudence. Les coûts de certaines mesures, mal évaluées
lors de la confection du budget et que les pouvoirs locaux doivent alors
supporter, sont précisément de moins en moins supportables.

Je ne veux pas ici me transformer en porte-voix des communes mais je
voudrais attirer votre attention et celle de notre assemblée sur le rôle
considérable que jouent les communes dans ce pays. Elles sont le
point de contact le plus proche entre les citoyens et la gestion
publique. Elles peuvent s'occuper le plus directement et le plus
concrètement du quotidien des gens. En vérité, fragiliser les communes
parce que l'Etat a des difficultés budgétaires, c'est creuser le fossé que
l'on dénonce entre le pouvoir et la population; les renforcer, c'est, au
nom de l'intérêt général, redonner son sens à la gestion politique. Or,
les pouvoirs locaux, à défaut de moyens, exercent de plus en plus
difficilement leurs missions. Les coûts de certaines mesures que nous
prenons ici de bonne foi participent parfois gravement à ces difficultés
financières.

Je ne rappellerai que très brièvement la réforme des polices dont l'effet
se révèle désastreux budgétairement pour beaucoup de communes
sans une efficacité policière supérieure et une présence policière
suffisante sur le terrain. Mais la réforme des polices a nécessité et
nécessite encore de constants efforts budgétaires.

Je peux également citer l'exemple des cartes d'identité. On doit
désormais les renouveler tous les cinq ans. Le coût qui sera réclamé
passe pour les communes de 4 à 10 . Cela nécessite des moyens et
des effectifs supplémentaires. Cette question est quelque peu passée
sous silence.

Certains sont très désireux de nous voir passer au vote électronique, ce
qui permettrait de prendre plus rapidement connaissance des résultats
électoraux. Cette initiative entraîne des coûts importants pour les
administrations locales comme pour le pouvoir fédéral. Est-il vraiment
sage de consacrer 100 millions d'euros pour connaître, deux ou trois
heures plus tôt, le résultat des élections? Est-ce vraiment
indispensable, indépendamment de la polémique née sur la fiabilité ou
non du vote électronique qui est une autre question?

Je citerai encore la difficulté de compenser les pertes liées à la
libéralisation du marché de l'énergie. A cet égard, je voudrais rappeler
notre vigilance sur deux questions.
bevolking op te vangen.

In dat verband is de
begrotingsopmaak een hachelijke
onderneming en de PS-fractie
feliciteert de regering met de
kwaliteit van het door haar
geleverde begrotingswerk.

Waakzaamheid blijft echter
geboden en er moet worden
nagegaan of de verwachte
inkomsten wel degelijk worden
ontvangen. Is dat niet het geval,
dan zal men zich moeten buigen
over de kwestie van de inkomsten
en niet over die van de uitgaven.

Ten tweede zou ik het willen
hebben over de plaatselijke
besturen, de gemeenten en de
OCMW's. Krachtens tal van
begrotingsbepalingen worden de
gemeenten immers belast met de
uitvoering van beleidsmaatregelen
waarvan het belang zich niet tot de
gemeenten beperkt.

Indien men de positie van de
gemeenten verzwakt, creëert men
een kloof tussen de overheid en de
bevolking. Welnu, sommige kosten
worden ondraaglijk voor de
plaatselijke overheden: de
politiehervorming, waarvan de
resultaten de vereiste budgettaire
inspanningen niet rechtvaardigen;
de nieuwe identiteitskaarten, die
om de vijf jaar aan vervanging toe
zijn; de elektronische stemming,
waarbij men zich afvraagt of het de
moeite waard is 100 miljoen euro
uit te geven om de
verkiezingsuitslagen een paar uur
vroeger te kennen.

Door de vrijmaking van de
elektriciteitsmarkt lijden de
gemeenten verliezen die moeilijk
kunnen worden goed gemaakt. Men
dient bovendien te vermijden dat,
tengevolge van de
compensatiesystemen, de
verbruikers van het ene gewest de
plaatselijke overheden van het
andere gewest financieren. Men
mag ook niet afzien van de
compensaties onder het
voorwendsel dat de kostprijs van de
elektriciteit, omwille van de feitelijke
monopolies en niet van de
retributies, voor sommige bedrijven
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
D'une part, les systèmes de compensations mis sur pied au niveau
fédéral couplés aux compensations prévues par certaines Régions ne
pourront représenter, selon nous, une charge supplémentaire pour les
consommateurs de ces Régions, alors même que les communes ne
percevraient pas plus que ce qu'elles perdent en dividendes. En un mot,
il ne serait pas compréhensible que les consommateurs d'une Région
financent les pouvoirs locaux d'une autre.

D'autre part, nous restons attentifs à ce que les systèmes de
compensations soient bien mis en oeuvre et que l'on n'y renonce pas,
sous prétexte que le prix de l'électricité est déjà en forte augmentation
et deviendrait insupportable pour un certain nombre d'entreprises. Cette
situation est exacte mais elle n'est pas due aux redevances que
pourraient percevoir les pouvoirs publics. Elle est la conséquence des
monopoles de fait que masque la libéralisation et qu'une véritable
politique de contrôle des prix devrait maîtriser.

Mais si, demain, apparaissent des pertes - et nous le remarquons déjà
en Flandre puisque les communes flamandes perdent déjà pour l'heure
200 millions d'euros -, ces millions d'euros devront bien être trouvés
quelque part.

Par ailleurs, ne perdons pas de vue que tout le réseau électrique, qui
fonctionne bien chez nous, a été financé par les pouvoirs locaux. Dans
la mesure où ceux-ci n'ont pas la récompense de leurs
investissements, qui demain acceptera encore d'investir pour permettre
à ce réseau de répondre à tous les besoins de la population, industries
ou particuliers?

J'attire encore votre attention sur une disposition qui pourrait résoudre
certains problèmes budgétaires pour l'Etat que certains voudront sans
doute évoquer au moment des futurs contrôles et ajustements. Il s'agit
de la possibilité pour le gouvernement de reporter les charges sur les
employeurs du secteur public, si ceux-ci ne s'engagent pas
préalablement à se porter garants du financement de l'interruption de
carrière. Cette perspective pourrait demain se révéler très
problématique pour les communes, les CPAS et les structures qui en
dépendent, notamment les hôpitaux publics.

La voie est évidemment ouverte, depuis le vote de vendredi dernier de la
loi-programme, mais elle ne pourra être empruntée qu'à une condition.
Je rappelle à cet égard qu'un arrêté royal ne peut être adopté qu'en
accord avec tous les niveaux de pouvoir concernés, y compris les
associations représentatives des intérêts des villes et communes.

Du reste, nous avions déjà mis le gouvernement en garde sur les
conséquences budgétaires de la suppression de l'obligation de
remplacement et, pour les agents statutaires du service public, sur la
tentation politique d'opérer un transfert des charges vers les entités
fédérées et les pouvoirs locaux.

Vous devinez, monsieur le ministre, l'embarras des pouvoirs locaux sur
cette question. Pendant des années, les gouvernements qui se sont
succédé ont encouragé les pauses-carrière, ont invité les agents de la
Fonction publique locale à user de cette possibilité. On a donc poussé
les pouvoirs locaux à accepter cette solution en permettant à l'agent
qui entrait dans cette voie de bénéficier de la moitié de son salaire et
d'un complément à charge du fédéral. Il me paraît difficile de remettre
en cause ce qui a été convenu par le passé, parce que cela faisait
partie d'un contrat conclu somme toute entre l'Etat fédéral, les pouvoirs
locaux et les agents concernés.
ondraaglijk zou worden.

De programmawet maakt het
mogelijk de uitkeringen voor
loopbaanonderbreking door de
lokale overheden te laten
uitbetalen. Dat kan echter alleen
maar als er een oplossing
gevonden wordt in samenspraak
met alle betrokken beleidsniveaus.
Aangezien loopbaanonderbreking
een recht is, zouden de gemeenten
geneigd kunnen zijn die extra
lasten te compenseren door
personeel te laten afvloeien, wat
dan weer de goede werking van de
gemeentebesturen, de OCMW's en
de openbare ziekenhuizen in het
gedrang zou kunnen brengen.

Deze begroting is evenwel het
instrument van een evenwichtig
beleid, waarmee grote sprongen in
de goede richting gedaan worden.
Wij zullen deze begroting
goedkeuren omdat wij er geheel en
al achter kunnen staan, en vragen
de regering niet te dralen met de
uitvoering ervan.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Pour l'avenir, la discussion sera évidemment ouverte dans le cadre
d'une concertation avec les Régions, mais il faut éviter de placer les
pouvoirs publics locaux dans la tentation de récupérer ailleurs, en
économie de personnel, les charges qui pourraient leur être transférées
pour l'avenir, je tiens à le préciser. Il faut savoir qu'il n'y a désormais
plus obligation de remplacer les personnes qui prennent une pause-
carrière. Vous me répondrez que la voie est ainsi offerte aux pouvoirs
locaux, mais il faut pouvoir assumer la continuité du service et cela ne
peut se faire sans disposer de personnes en suffisance. Le problème
est donc réel, d'autant plus que les pouvoirs locaux n'ont pas ­ pour
autant que ce soit leur volonté ­ la possibilité de s'opposer à l'octroi
d'une pause-carrière, qui est un droit acquis pour le personnel dans
l'état de notre législation.

Je dois donc vous faire part de l'extrême embarras de tous les
municipalistes socialistes à l'égard d'une mesure qui, si elle devait être
adoptée, non seulement pourrait poser des problèmes budgétaires
considérables dans les budgets locaux, mais pourrait aussi entraîner
des problèmes dans le fonctionnement des services et de tout ce que
la population est en droit d'attendre des pouvoirs locaux: les villes et
communes, les CPAS ou les hôpitaux publics.

Ces quelques considérations émises, monsieur le ministre du Budget,
je ne serai pas plus long.

Pour conclure, je vous dirai que ce budget est l'instrument d'une
politique équilibrée, qui comprend et contient des avancées
considérables que d'autres collègues souligneront dans leurs
interventions. Nous avons, en effet, prévu qu'un nombre important de
représentants de notre groupe interviendront sur des points précis, non
dans le cadre de longues interventions mais plutôt d'interventions
ciblées.

Nous tenons donc à exprimer que nous voterons ce budget avec
détermination et en demandant au gouvernement de ne pas tarder à le
mettre en oeuvre dans ses aspects les plus importants pour l'ensemble
de la population de ce pays.

De voorzitter: Mijnheer Tommelein, ik heb de heer Leterme toegelaten enkele vragen aan de minister te
stellen, maar hij gaat het beknopt doen.
01.22 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer
Tommelein voor de kans die mij wordt geboden. Het kan dat ik naar
aanleiding van wat voorligt in een later stadium ook nog zal
interveniëren.

Ik wou het volgende element inbrengen in het debat. Ik heb daarstraks
akte genomen van de bewering van de minister dat er een
principeakkoord is.

Ten tweede, het antwoord van minister Van Mechelen in het Vlaams
Parlement dat er nog een betwisting zou zijn over het fiscale voordeel,
begrijp ik niet goed. Dat zal waarschijnlijk een vergissing zijn. Via een
gunstige wind ben ik in het bezit van een aantal nota's, waarvan op zijn
minst één de handtekening van de minister van Begroting draagt. Hierin
worden de problemen voor het overlegcomité nog eens omschreven. Het
gaat om een nota van 15 december 2003. Dat was gisteren. Vandaag is
er een overlegcomité. In de nota wordt vermeld dat er nog minstens drie
punten zijn waarover heel duidelijk discussie is.
01.22 Yves Leterme (CD&V): Le
ministre du Budget dit qu'il y a un
accord de principe. Je ne
comprends pas pourquoi M. Van
Mechelen, l'homologue de M.
Vande Lanotte à la Région
flamande, prétend que l'avantage
fiscal est encore aujourd'hui une
pomme de discorde. Il se trompe
peut-être.

Il ressort d'une note d'hier, signée
par le ministre, qu'au Comité de
concertation la discussion fait
encore rage sur au moins trois
points.
01.23 Minister Johan Vande Lanotte: (...)
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
01.24 Yves Leterme (CD&V): Het eerste punt heeft te maken,
mijnheer de minister, met de doorstorting van het AFV-voordeel, het
Aandelen Fiscaal Voordeel.
01.24 Yves Leterme (CD&V): Le
premier point concerne la
liquidation de l'Avantage Fiscal ­
Fiscaal Voordeel (AFV).
01.25 Minister Johan Vande Lanotte: (...)
01.26 Yves Leterme (CD&V): Minister Van Mechelen zegt dat er een
probleem is inzake de fiscale aspecten van het fiscaal voordeel.
01.27 Minister Johan Vande Lanotte: Dan zeggen we hetzelfde. Het
gaat om de aanrekening van het AFV in de begroting. Dat heb ik ook
gezegd.
01.27 Johan Vande Lanotte,
ministre: C'est un problème
budgétaire, cela n'a rien de fiscal.
01.28 Yves Leterme (CD&V): Ik kan er inkomen dat u hier een
verkeerd woordgebruik hebt gehanteerd, maar ik zou het volgende
willen, mijnheer de voorzitter. Deze operatie heeft een impact van 1,4
BBP-punt op de schuldgraad. Wij willen absolute duidelijkheid krijgen
wat de situatie is van het dossier voor het overlegcomité. Als ik de
nota's lees die de minister heeft ondertekend, maar die hij blijkbaar niet
toelicht ten aanzien van de Kamer, zie ik dat er ­ onder andere ­
sprake is van een betwisting over de impact van de doorstorting van het
AFV-voordeel aan de gewesten. Ik spreek over de impact op de
budgettaire norm die door de Gewesten moet worden gehaald in het
kader van het stabiliteitsprogramma.

Ten tweede zie ik een heel belangrijke betwisting over het hanteren van
ofwel de nominale waarde van de financiële schuld ofwel de
marktwaarde, wat een heel belangrijk verschil betekent, onder andere
voor de positie van het Waals Gewest ten aanzien van het dossier. Het
gaat om een budgettaire impact die rond een miljard euro kan worden
geraamd.

U schudt neen, mijnheer de minister, maar ik lees dat in de nota's van
uw eigen hand.
01.28 Yves Leterme (CD&V):
Nous réclamons la clarté sur ce
point car il a une incidence sur la
norme que les Régions doivent
respecter. Pour la Région wallonne,
il est très important de savoir si on
se réfère à la valeur nominale ou à
la valeur du marché de la dette
financière. Les autres Régions
demandent des compensations.
01.29 Minister Johan Vande Lanotte: Het gaat om het Vlaams
Gewest, niet om het Waals Gewest.
01.30 Yves Leterme (CD&V): Ten slotte, mijnheer de minister, lees ik
dat met name het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest compensaties vragen om akkoord te gaan met heel de
operatie. Daarstraks deed de minister nogal dilettant en freewheelend
over wat er nog aan betwistingen zou zijn. Het is vandaag
overlegcomité. Ik zou willen vragen dat we in het debat, desnoods
vanmiddag, een heel duidelijke uiteenzetting krijgen van de minister ­
even duidelijk als de nota's die op regeringsniveau circuleren ­ ten
aanzien van de Kamer als budgettaire autoriteit over de precieze
knelpunten.
01.30 Yves Leterme (CD&V):
Tout à l'heure, le ministre s'est
montré assez désinvolte au sujet
de contestations éventuelles. Mais
le Comité de concertation se réunit
aujourd'hui. J'espère donc que le
ministre nous dira clairement
quelles pierres d'achoppement
subsistent.
01.31 Minister Johan Vande Lanotte: Het is toch nogal evident dat
men de regering kan ondervragen als men dat overlegcomité heeft
gehad. Er is een overlegcomité gepland dat al dan niet een oplossing
zal vinden. Hetgeen de heer Leterme heeft gezegd, spreekt hetgeen ik
tot nu toe heb gezegd niet tegen.
01.31 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il va de soi que le
gouvernement sera interrogé sitôt la
réunion du Comité de concertation
terminée. Il n'y a aucune
contradiction entre les propos de
M. Leterme et ce que j'ai déclaré
jusqu'ici.
De voorzitter: U gaat toch een algemeen antwoord geven op de diverse betogen.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Mijnheer Leterme, ik heb u drie keer laten onderbreken. Als u op het einde van de algemene bespreking nog
wilt spreken, zult u het woord uiteraard krijgen, maar u moet ook de kans geven aan de andere sprekers. Ik
zal het woord geven aan de heren Tommelein, Bacquelaine, Annemans en Viseur. Ik zal zien waar we
uitkomen.
01.32 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega's, voor
de vierde keer op rij realiseert de regering-Verhofstadt een begroting
met een licht overschot. In 2000 bedroeg het overschot 0,2%, in 2001
0,6%, in 2002 0,1% en in 2003 zal het overschot 0,2% bedragen.

Onze fractie wil eraan herinneren dat in het oorspronkelijk
stabiliteitspact, nog gesloten onder Jean-Luc Dehaene, een
begrotingstekort was toegestaan tot 2001. Het begrotingsbeleid van
Verhofstadt is dus veel ambitieuzer. Er was immers reeds twee jaar
vroeger dan gepland door Dehaene-II een overschot.

De begrotingsprestaties zijn opmerkelijk, rekening houdend met de
uitzonderlijk lange periode van economische laagconjunctuur. In 2003
bedroeg de economische groei voor het derde jaar op rij minder dan
1%. In tegenstelling tot onze buurlanden en de andere landen van de
eurozone, blijft de begroting in ons land uit het rood en dit terwijl België
door zijn grote openheid bijzonder gevoelig is voor de economische
ontwikkeling bij de buurlanden.

In Nederland zal het tekort dit jaar oplopen tot meer dan 2%. Het
nieuwe kabinet-Balkenende moet de komende jaren 17 miljard euro
besparen om te vermijden dat het tekort verder afglijdt naar het
Europees maximum van 3% van het bruto binnenlands product. In de
andere buurlanden, Frankrijk en Duitsland, is de toestand nog veel
verontrustender. In beide landen zal het tekort volgend jaar voor de
derde opeenvolgende keer de 3%-norm overschrijden. Als economische
zwaargewichten tasten deze landen de geloofwaardigheid en de
stabiliteit van de eenheidsmunt verder aan. In de eurozone loopt het
gemiddeld tekort verder op tot 2,5%.

Collega's, België behoort samen met Spanje en Finland tot de weinige
landen die erin slagen de vooropgestelde doelstellingen van hun
geactualiseerde stabiliteitsprogramma's te realiseren. Met het lichte
overschot in 2003 doet de regering zelfs beter dan hetgeen werd
vooropgesteld in het stabiliteitsprogramma voor 2003.

Negen van de twaalf eurolanden slagen er niet in om hun beoogde
resultaten te bereiken. In deze landen varieert de afwijking van 0,9% tot
2,3% van het bruto binnenlands product. Deze voorbeelden illustreren
dat ons land de laagconjunctuur beduidend beter verteert dan onze
buurlanden en de eurozone en dit ondanks een groei die lager ligt dan
het Europees gemiddelde. België gaat als land steeds weer in tegen de
neerwaartse Europese begrotingstrend. Terwijl we tien jaar geleden nog
aan de staart bengelden van het Europees peloton, nemen we nu een
koppositie in. Daarop mogen we best trots zijn.

Ook voor 2004 is het de bedoeling om een evenwicht te realiseren.
Deze doelstelling is gebaseerd op de hypothese dat de economische
groei volgend jaar zou aantrekken tot 1,8%. Op dit ogenblik stellen we
vast dat deze groeihypothese, die werd gebruikt bij de
begrotingsopmaak van september, aan realiteitszin heeft gewonnen. De
economieën van onze belangrijkste handelspartners - Frankrijk,
Duitsland en Nederland - groeiden opnieuw in het derde kwartaal, nadat
ze in het tweede kwartaal waren gekrompen. Aangezien deze drie
landen ruim de helft van de eurozone vertegenwoordigen, staat het nu al
01.32 Bart Tommelein (VLD):
Pour la quatrième année
consécutive, le gouvernement
réalise un budget légèrement
excédentaire. En 2003, cet
excédent aura été de 0,2 pour cent.
Le pacte de stabilité initial
autorisait encore un déficit jusqu'à
2001. La politique budgétaire du
gouvernement Verhofstadt est donc
nettement plus ambitieuse.

L'excédent est d'autant plus
remarquable que la période de
basse conjoncture dure
exceptionnellement longtemps.
Pour le surplus, notre pays est
particulièrement sensible à
l'évolution économique de nos
voisins. Aux Pays-Bas, le déficit
budgétaire dépasse cette année 2
pour cent. En France et en
Allemagne, l'année prochaine, le
déficit dépassera pour la troisième
fois d'affilée la norme de trois pour
cent. Les deux pays contribuent à
détériorer la crédibilité et la stabilité
de l'euro. Le déficit moyen dans la
zone euro est de 2,5 pour cent.

Comme l'Espagne et la Finlande, la
Belgique parvient à réaliser et
même à dépasser les objectifs
actualisés des pactes de stabilité.
Les chiffres illustrent que notre
pays assimile la basse conjoncture
beaucoup mieux que ses voisins.
Nous connaissons cependant une
croissance inférieure à la moyenne
européenne. La Belgique se
démarque de plus en plus
nettement de la tendance
budgétaire européenne. A l'inverse
de ce qui se passait il y a dix ans,
nous occupons aujourd'hui une
place dans le peloton de tête.

Nous comptons également réaliser
un équilibre en 2004. Nous tablons
à cet effet sur une croissance
économique de 1,8 pour cent pour
l'année prochaine. Cette hypothèse
de croissance est de plus en plus
réaliste. En effet, au cours du
troisième trimestre, les économies
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
vast dat de heropleving van de Europese economie is begonnen.
Bovendien had de forse groei van de Amerikaanse economie en de
stijging van het Europese consumenten- en producentenvertrouwen al
gesuggereerd dat de internationale conjunctuur aan de beterhand is.

Wij hebben er bijgevolg veel vertrouwen in dat de begroting in 2004
daadwerkelijk opnieuw in evenwicht zal zijn. Het strakke financiële en
budgettaire kader uit het regeerakkoord moet voor ons gerespecteerd
worden. Binnen de begroting 2004 moet werk de absolute prioriteit voor
mijn fractie. Wij kunnen niet genoeg benadrukken dat de situatie op de
Belgische arbeidsmarkt bijzonder ernstig is en dat er dringend
structurele maatregelen moeten worden genomen. De volgende
vaststellingen illustreren dit.

Ten eerste, België was in 2002 een van de vijf EU-landen waar de
werkgelegenheid afnam, terwijl de werkgelegenheid in de globale
Europese Unie groeide met 0,4%. Ten tweede, de Belgische
werkgelegenheidsgraad bedroeg vorig jaar amper 59,9%, terwijl het
Europees gemiddelde 64,3% bedroeg. Bij de 15 tot 24-jarigen was dit
amper 29,4% en bij de 55-plussers 27%. De Belgische score op dat
vlak is, op drie landen na, de laagste van de hele Europese Unie.
Vooral bij de 55-plussers kampt België dus met een enorm probleem.
Amper 1 mens op 4 werkt hier nog, terwijl dat in Europa 4 op 10 is. De
gemiddelde uittredingsleeftijd bedraagt in België 57 jaar, in Europa is
dat 60 jaar en in de Scandinavische landen zelfs 62 jaar.

Ten derde, er zijn in België tussen 1997 en 2002 geen voltijdse jobs
bijgekomen. Enkel de deeltijdse jobs stegen met 7%. Ten vierde, 36%
van de bevolking op arbeidsactieve leeftijd is niet op zoek naar een
baan. In Europa is dat gemiddeld 30%. België beschikt dus over een
zeer grote stille arbeidsreserve. Meer jobs creëren en mensen langer in
het arbeidsproces houden, moeten de belangrijkste uitdagingen en
opgaven voor deze nieuwe legislatuur worden.

De paarse regering heeft in het regeerakkoord de ambitieuze
doelstelling geformuleerd om tijdens deze legislatuur 200.000 nieuwe
banen te scheppen, maar tewerkstelling wordt niet per wet afgekondigd.
Het zijn de sociale partners zelf die de krachten moeten bundelen om
de doelstelling te bereiken. De overheid moet haar bijdrage leveren door
de omgevingsfactoren te kneden en initiatieven te nemen. Zo werd op
uitnodiging van de regering de werkgelegenheidsconferentie
georganiseerd. Die heeft een pakket aan maatregelen opgeleverd om
tegen 2004 60.000 extra jobs te creëren.

De VLD is verheugd over het feit dat de besluiten van de
werkgelegenheidsconferentie integraal zijn overgenomen in de begroting
2004. Voor het begrotingsjaar 2004 werden middelen vrijgemaakt voor
een belangrijke lastenverlaging. Een deel wordt besteed aan de
verhoging van de algemene lastenverlaging, daarnaast is in bijkomende
lastenverlagingen voorzien voor specifieke doelgroepen. Andere
maatregelen zijn gericht op een aanmoediging van opleidingen, een
vereenvoudiging van het systeem van de dienstencheques en een
beperking van bepaalde overbodige administratieve formaliteiten.

De budgettaire impact van deze nieuwe maatregelen loopt op tot 533
miljoen euro voor 2004, waarvan 400 miljoen euro vermindering van de
sociale bijdragen, 91 miljoen euro voor investering in dienstencheques
en 42 miljoen euro voor de fiscale maatregel voor ploeg- en nachtarbeid.
Vanaf 2005 wordt het bedrag voor de bijdragevermindering opgetrokken
tot 840 miljoen euro en de fiscale maatregel tot 80 miljoen euro.

Op kruissnelheid zal bijna 1 miljard euro worden uitgetrokken voor
de nos partenaires commerciaux
que sont la France, l'Allemagne et
les Pays-Bas, ont connu une
hausse. Ces trois pays
représentant plus de la moitié de la
zone euro, la reprise semble
clairement amorcée. La forte
croissance de l'économie
américaine et le regain de
confiance en Europe sont de fort
bon augure.

Nous sommes confiants et
pensons que le budget 2004 sera à
nouveau en équilibre. Le cadre
budgétaire rigoureux prévu par
l'accord de gouvernement doit être
respecté. L'emploi est une priorité
absolue pour le VLD, mais le
marché belge de l'emploi a un
besoin urgent de mesures
structurelles.

En Belgique, l'emploi a diminué en
2002, contrairement à la tendance
observée en Europe, principalement
parmi les jeunes et les personnes
plus âgées. Une personne de plus
de 55 ans sur quatre seulement est
encore active, contre quatre sur dix
en Europe. Entre 1997 et 2002,
aucun emploi à plein-temps n'a été
créé. Trente-six pour cent de la
population active ne sont pas à la
recherche d'un emploi, pour 30
pour cent en Europe. Notre tâche
principale consiste donc à créer
davantage d'emplois et à maintenir
les gens plus longtemps dans le
circuit du travail.


Les partenaires sociaux devront
veiller à ce que le cap des 200.000
emplois soit atteint. Les autorités
doivent se charger des facteurs
environnementaux et organiser des
initiatives telles que la conférence
pour l'emploi. Du reste, le VLD se
réjouit que les décisions prises par
cette conférence figurent
intégralement dans le budget 2004.
En 2004, il sera procédé à une
réduction générale des charges
ainsi qu'à une réduction
supplémentaire des charges pour
des groupes cibles spécifiques.
D'autres mesures concernent les
titres-services, la promotion des
formations et la limitation des
formalités administratives.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
bijkomende lastenverlaging en aanverwante maatregelen. Deze
bijkomende lastenverlaging is voor mijn fractie absoluut noodzakelijk.
Ondanks de inhaalbeweging van de regering Verhofstadt I om een
substantiële loonkostenverlaging door te voeren, die in 2000 gemiddeld
zelfs 800 euro per werknemer bedroeg, blijft België geconfronteerd met
loonkosten die hoger liggen dan het gemiddelde van de drie
belangrijkste handelspartners. De loodzware schuldenlast uit het
verleden blijft de beleidsruimte hypothekeren zodat de
tewerkstellingsgraad in België nog niet ten volle mee evolueert in
vergelijking met de ons omringende landen. De totale
loonkostenverlaging zal in 2005 een kleine 4 miljard euro bedragen.

Samen met de maatregelen op het vlak van de werkgelegenheid is de
fiscale lastenverlaging voor de VLD de tweede belangrijke rode draad
doorheen de begroting 2004. Deze fiscale lastenverlaging waarvoor een
eerste aanzet werd gegeven onder Verhofstadt I zal in deze legislatuur
volop voelbaar worden bij de burgers. In 2006 zal deze
belastingverlaging op kruissnelheid in totaal 7,25 miljard euro bedragen.
Dit is de grootste lastenverlaging uit onze Belgische geschiedenis. In
vergelijking met 1998 betekent dit een daling met liefst 23,2%.

Ook dit jaar zal de fiscale druk gevoelig dalen met 0,9% van het BBP.
Het effect van de lokale eventuele lastenverhogingen die hooguit op 500
miljoen euro worden geschat, weegt geenszins op tegen de verlaging
van de fiscale druk die overeenstemt met 2,25 miljard euro.

De laagconjunctuur beïnvloedt niet alleen de begrotingssaldi, maar ook
de afbouw van de schuldgraad. Om ervoor te zorgen dat de schuldgraad
ondanks de mindere economische omgeving verder aan een
bevredigend tempo afneemt, zonder zware ingrepen in de ontvangsten
en/of uitgaven, heeft de regering enkele belangrijke operaties
doorgevoerd zoals de verkoop activa credere, de overname van het
pensioenfonds van Belgacom en de afspraken met de Gewesten over
de schulden van de sociale huisvesting. Dankzij deze operaties zal de
schuldgraad in 2004 onder de 100% dalen. Voor het eerst in meer dan
20 jaar zal de schuld dan ook kleiner zijn dan het bruto binnenlands
product. Op deze manier worden de overheidsfinanciën voorbereid op de
belangrijke uitdaging om op langere termijn de kosten van de vergrijzing
op te vangen.

Collega's, de begroting 2004 is de eerste begroting onder Verhofstadt II.
Van deze gelegenheid willen wij toch even gebruikmaken om af te
ronden met een korte vergelijking tussen het begrotingsbeleid onder
Verhofstadt I en dat onder Dehaene II. CD&V heeft de voorbije jaren al
verschillende keren onbezonnen verkondigd dat het begrotingsbeleid
onder Verhofstadt lakser zou zijn geworden. In tegenstelling tot de holle
slogans van CD&V baseren wij ons op de feiten. Het gemiddeld
primaire saldo onder Dehaene II bedroeg 6,1% terwijl dit onder
Verhofstadt I 6,4% bedroeg. De regering Verhofstadt I realiseerde dit
groter primair overschot ondanks een gemiddelde economische groei
van 1,7%, wat 0,8% lager was dan onder Dehaene II, die een
economische groei kende van 2,5%. Voor België neemt men aan dat
1% meer economische groei aanleiding geeft tot een verbetering van
het begrotingssaldo met 0,5%. Dit betekent dat de voorsprong van
Verhofstadt I op Dehaene II nog groter zou zijn geweest onder
gelijkaardige economische omstandigheden.

Uit de cijfers van de Europese Commissie blijkt bovendien dat het
conjunctureel gezuiverd primair saldo tussen 1999 en 2003 gestegen is
van 5,9% naar 6,4%. Deze evolutie is het ultieme bewijs om de door
CD&V vermeende afbouw van het primair surplus te ontkrachten.
L'incidence budgétaire s'élève à
533 millions d'euros. À partir de
2005, le montant de la réduction
des cotisations passera à 840
millions d'euros et la mesure
fiscale à 80 millions d'euros.

En vitesse de croisière, ce sera
près d'un milliard d'euros qui sera
réservé au budget pour financer des
réductions de charges
supplémentaires et des mesures
connexes. Ce nouveau train
d'abaissements de charges est
absolument nécessaire car, en
dépit de la manoeuvre de rattrapage
effectuée par le gouvernement
Verhofstadt, la Belgique reste
confrontée à des coûts salariaux
élevés.

Pour le VLD, la réduction des
charges fiscales est le second fil
rouge important du budget 2004.
En 2006, cette baisse de la
fiscalité se chiffrera au total à 7,25
milliards d'euros, ce qui représente
par rapport à 1998 une diminution
de pas moins de 23,2%.

Cette année aussi, la pression
fiscale diminuera de 0,9% du PIB,
soit 2,25 milliards d'euros.

La basse conjoncture actuelle
influe également sur la réduction du
taux d'endettement. Le
gouvernement a mené à bien une
série d'opérations majeures telles
que la vente des actifs de l'Office
du Ducroire, la reprise du fonds de
pensions de Belgacom et les
accords avec les Régions
concernant les dettes du logement
social. Grâce à ces opérations, le
taux d'endettement passera en
2004 sous la barre des 100 %, ce
qui permettra au gouvernement de
couvrir à long terme les coûts du
vieillissement.

Le CD&V a annoncé de façon
irréfléchie que, sous Verhofstadt, la
politique budgétaire était
prétendument devenue plus laxiste.
Or sous Dehaene II, le solde
primaire moyen se montait à 6,1 %
alors que sous Verhofstadt Ier, il
s'est élevé à 6,4 %. Et Verhofstadt
Ier a réalisé cet excédent primaire
plus important malgré une
croissance économique plus faible.
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Puur beleidsmatig, zonder rekening te houden met de economische
omstandigheden, is er van een ontsporing van de primaire uitbouw
zeker geen sprake, wel integendeel. Bij een lagere gemiddelde
economische groei bouwde de regering Verhofstadt I de schuldgraad af
met 14,9% terwijl de schuldafbouw onder Dehaene II 19,1% bedroeg.
Tijdens de bespreking in de commissie bleek evenwel dat de
schuldafbouw onder Dehaene II met een grove korrel zout moet worden
genomen. Zo werden de Alesh- en de CBHK-schuldposten door
Dehaene II nooit ingeschreven in de begroting. Het Instituut voor de
Nationale Rekeningen heeft bevestigd dat de schuldgraad tien jaar lang
onderschat is. Pas bij het aantreden van de regering Verhofstadt
werden beide posten ingeschreven, op vraag van de Nationale Bank van
België. Zonder deze schuldposten zou de schuldgraad toch 4% lager
zijn geweest.

Rekening houdend met deze correcties moeten wij concluderen dat
Verhofstadt I minstens evenveel inspanningen heeft geleverd inzake
schuldafbouw onder minder gunstige economische omstandigheden.
Het is dan ook volledig hypocriet om een regering die wel alle schulden
inbrengt onvoldoende schuldafbouw te verwijten.
Donc, l'avance de Verhofstadt Ier
sur Dehaene II aurait été encore
plus grande dans un contexte
économique équivalent.

Il apparaît en outre que le solde
primaire corrigé, c'est-à-dire calculé
après compensation des influences
conjoncturelles, est passé de 5,9
pour cent en 1999 à 6,4 pour cent
en 2003.

Face au tassement de la
croissance économique moyenne,
le gouvernement Verhofstadt I a
réduit le taux d'endettement de
14,9%. A titre de comparaison, la
réduction de la dette sous Dehaene
II s'élevait à 19,1%. Or, il est
apparu que ce dernier chiffre est à
interpréter avec une certaine
souplesse et que le taux
d'endettement a été sous-estimé
pendant dix ans. Ce n'est qu'avec
l'entrée en fonction du
gouvernement Verhofstadt que les
dettes du FADELS et de l'OCCH
ont été comptabilisées à titre de
poste débiteur.

Bref, l'effort fourni par Verhofstadt I
en matière de réduction de la dette
est au moins tout aussi important,
d'autant plus qu'il a fallu faire face à
une conjoncture économique moins
favorable. Il est dès lors hypocrite
de reprocher à ce gouvernement
d'avoir insuffisamment réduit la
dette.
01.33 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, mes chers collègues, en matière de croissance,
verrons-nous bientôt le bout du tunnel? La question est quelque peu
redondante, mais on peut raisonnablement l'espérer.

Selon le Fonds monétaire international, l'économie mondiale progresse.
Surtout aux Etats-Unis et en Asie, c'est vrai. En Europe, le
redémarrage de la croissance est plus timide: dans la zone euro, on
passerait seulement de 0,5% en 2003 à 1,9% en 2004. Il me semble
cependant que la Belgique fait mieux que ses voisins. Nous devrions
terminer l'année avec une croissance légèrement sous la barre de 1%.
On peut donc raisonnablement espérer une embellie conjoncturelle au
cours de l'année 2004.

Il faudra accompagner cette reprise. Aujourd'hui, les signes d'une
amorce de redressement de l'économie sont de plus en plus visibles.
La politique budgétaire peut et doit contribuer à ce redressement. Pour
ce faire, un équilibre doit être recherché entre deux éléments: d'une
part, des finances publiques saines sont essentielles pour créer des
conditions favorables à une stabilité des prix et à une croissance
durable, vecteur d'emplois; d'autre part, il convient de consentir des
01.33 Daniel Bacquelaine (MR):
Men mag hopen dat het einde van
de tunnel in zicht is. Volgens het
IMF gaat de wereldeconomie erop
vooruit. Vooral de Verenigde Staten
en Azië kennen een groei, België
doet het iets beter dan de rest van
de eurozone. De tekenen van een
economisch herstel worden steeds
beter zichtbaar. Het
begrotingsbeleid kan en moet tot
dit herstel bijdragen. Er moet een
evenwicht worden bereikt tussen
twee elementen: enerzijds,
gezonde overheidsfinanciën
en
anderzijds, de meest passende
besteding van de beschikbare
middelen om de economie te
ondersteunen en haar herstel te
bevorderen.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
efforts dans ce cadre strict en vue d'affecter au mieux des moyens
disponibles pour soutenir l'économie et favoriser la reprise.

C'est ainsi que, dans un environnement économique difficile, le
gouvernement est parvenu à maintenir l'équilibre budgétaire et à
poursuivre la réduction de la dette. Même si l'on retirait le 1,4 milliards
d'euros résultant du transfert de la deuxième tranche du fonds de
pension Belgacom, le budget afficherait seulement un déficit de 0,5%
du PIB. Il faut rappeler ici que ce versement de 1,4 milliards d'euros en
2004 par Belgacom sera affecté au fonds de vieillissement, contribuant
ainsi à faire passer le taux d'endettement sous les 100% du PIB dès le
premier trimestre 2004 et on pourrait même atteindre à la fin de l'année
un taux inférieur à 98%. C'est donc une nouvelle étape du
désendettement tout à fait significative.

Ce fonds de vieillissement est pour nous une clé de voûte de la
politique budgétaire à moyen terme. Tenant compte du fonds de
pension Belgacom, le capital du fonds de vieillissement augmentera
jusqu'à 9,5 milliards d'euros, soit 3,4% du PIB, c'est dire que l'objectif
initial de la déclaration gouvernementale d'arriver à 10 milliards à la fin
de la législature est tout à fait en ligne de mire.

Un mot sur la déclaration libératoire unique (DLU). Bien qu'elle ne soit
pas l'objet principal de ce débat, nous y reviendrons sans doute dès
que nous aurons reçu l'avis du Conseil d'Etat sur les amendements
déposés. Face à l'entrée en vigueur de la nouvelle directive sur
l'épargne prévue pour le 1
er
janvier 2005, il existe déjà une tendance
naturelle à rapatrier dans le pays du domicile des capitaux non
déclarés au fisc.

Avec d'autres pays - l'Allemagne, l'Italie, l'Irlande -, le gouvernement a
compris qu'il était opportun de lancer une opération unique par laquelle
les détenteurs de capitaux pourraient régulariser leur situation
spontanément.

En Italie, le "scudo fiscale" a permis de rapatrier, depuis sa mise en
oeuvre en octobre 2001, moyennant une amende de 2,5% perçus sur
les capitaux rapatriés, quelque 60 milliards d'euros sur un total de 360
milliards de capitaux placés à l'étranger. Cette masse financière
énorme est à nouveau disponible pour l'économie du pays, de l'Italie en
l'occurrence, et l'on prévoit une deuxième étape de ce rapatriement.
Elle est actuellement en vigueur depuis janvier 2003. L'amende a été
portée à 4%, assurant des régularisations de l'ordre de 15 milliards
d'euros sur un seul semestre. Le rendement obtenu de l'opération
s'élève à 1% du produit intérieur brut.

En France, tout récemment, le rapporteur général du budget à
l'Assemblée nationale, M. Gilles Carrez, a également envisagé la mise
en oeuvre d'une telle mesure avec une amende forfaitaire allant de 2,5 à
6%. Ces fonds rapatriés devraient en outre s'investir sur une durée à
fixer dans le financement de l'économie. Il estime que cette mesure,
associée à la suppression de l'impôt sur la fortune pourrait faire revenir
en France de nombreux entrepreneurs expatriés ainsi que plusieurs
dizaines de milliards d'euros, ce qui permettrait de développer à la fois
la croissance et l'emploi.

En Belgique, on compte sur des recettes de l'ordre de 850 millions
d'euros, soit 0,3% du produit intérieur brut. C'est l'hypothèse retenue
par la Banque nationale. L'estimation du rendement budgétaire attendu
paraît prudente si l'on considère que le chiffrage de la Banque nationale
s'est réalisé avant l'extension du champ d'application de la loi, aux
titres en coffre et à certaines formes d'assurances. J'ajoute que les 850
In een moeilijke economische
situatie is de regering erin geslaagd
het begrotingsevenwicht te
handhaven en de schuld verder af te
bouwen. Als we de ontvangsten uit
de overheveling van de tweede
schijf van het Belgacom-
pensioenfonds, ten bedrage van 1,4
miljard euro, buiten beschouwing
laten, bedraagt het begrotingstekort
slechts 0,5% van het BBP. Dat
geld zal in het Zilverfonds worden
gestopt, en moet ertoe bijdragen
dat de schuldgraad onder de 100%
van het BBP teruggedrongen wordt
in het eerste kwartaal van 2004.
Tegen het einde van het jaar moet
de schuldgraad onder de 98%
gezakt zijn.

Het Zilverfonds is de hoeksteen van
het begrotingsbeleid op
middellange termijn. Met het
Belgacom-pensioenfonds erbij loopt
het kapitaal van het fonds op tot
ongeveer 9,5 miljard euro, d.i. 3,4
procent van het BBP. Op die
manier wordt de vooropgestelde
doelstelling van 10 miljard perfect
haalbaar.

Nog een woordje over de eenmalige
bevrijdende aangifte. In het licht van
de nakende inwerkingtreding van de
nieuwe Europese spaarrichtlijn, die
per 1 januari 2005 van kracht moet
worden, ontstaat er een geheel
natuurlijke tendens om niet-
aangegeven kapitaal terug te
brengen naar het eigen land. Een
eenmalige operatie was thans
opportuun, dat heeft de paarse
regering goed begrepen. In Italië
werd dankzij een soortgelijke
operatie 60 miljard euro
teruggehaald, geld dat opnieuw in
de Italiaanse economie gepompt
kan worden.

In Frankrijk wordt een dergelijke
maatregel ook overwogen. De
gerepatrieerde fondsen zullen in de
economie worden geïnvesteerd.

Voor België verwacht men zich aan
inkomsten ten bedrage van 850
miljoen euro (0,3 procent van het
BBP), die voor de financiering van
de belastinghervorming en de
belastingverlaging zouden moeten
worden aangewend.
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
millions d'euros résultant de cette mesure serviront au financement de
la réforme fiscale ­ il est important de le rappeler ­ et à la baisse
d'impôts de ceux qui travaillent.

Enfin, comme le ministre des Finances, je pense que les Régions
n'éviteront pas à l'avenir un débat sur les droits de succession et leur
niveau trop souvent confiscatoire tant en ligne directe qu'en ligne
collatérale et surtout, évidemment, entre tiers. Le régime des droits de
succession devrait suivre l'évolution de la société, et particulièrement
l'évolution des choix de vie comme cela a déjà été réalisé, notamment,
au niveau fédéral dans le cadre de la réforme de l'impôt des personnes
physiques.

Chers collègues, le budget 2004 est également l'occasion de
progresser de manière significative dans la lutte contre le chômage. On
le sait, depuis la mise en place de la nouvelle majorité, l'emploi est la
priorité numéro 1 pour les quatre années à venir.

La Conférence nationale sur l'emploi réunissant l'ensemble des
partenaires sociaux a débouché sur des propositions très concrètes.
C'est le sujet-phare de l'année budgétaire et notre groupe s'associe
pleinement au gouvernement pour que cette année soit une réussite
majeure sur le plan de l'emploi.

Je dirais que les choses ont plutôt bien commencé puisque la loi-
programme que nous venons de voter contient déjà une série
impressionnante de mesures nouvelles en la matière. Je songe aux
dispositions en matière de convention de premier emploi, favorables
aux petites et moyennes entreprises, à l'importante réduction des
charges patronales, à la réforme des titres-services ou encore aux
mesures innovantes pour les entreprises en restructuration. Tout cela,
à peine un mois, il faut le rappeler, après la clôture de la Conférence
nationale pour l'emploi. Cela a donc été vite et bien et cela me paraît
être une bonne chose.

Mais la rapidité n'est évidemment pas tout, encore faut-il aborder la
problématique de l'emploi dans le bon sens. Je pense que c'est
indéniablement le cas dans le cadre du budget 2004: des moyens
conséquents ont été consacrés à la réduction des charges patronales.
Ce n'est pas que nous nous en réjouissions ou que nous soyons
fétichistes sur le sujet, mais nous sommes convaincus qu'il s'agit de la
voie la plus cohérente pour permettre la création d'emplois véritables.

Dans cette logique, le signal donné aux entreprises par le
gouvernement est très clair. Tous les salaires sont concernés via la
réduction structurelle des charges de 19 euros par trimestre au-delà de
l'indexation prévue pour 2004. De plus, une part importante des moyens
est consacrée aux secteurs d'activité dans lesquels nous souffrons
plus particulièrement de la concurrence étrangère; je pense notamment
aux emplois qualifiés et aux emplois de la connaissance. On peut
désormais parler de plafonnement partiel des charges dans ces
secteurs. C'était une de nos revendications; c'est désormais acquis et
nous sommes convaincus que les entreprises saisiront au bond cette
opportunité en s'inscrivant à nouveau sur le marché de l'emploi.

Chers collègues, tout n'est pas encore bleu. J'ai donc aussi quelques
petits regrets. Je crois que nous aurions pu et dû profiter de ces
premiers mois de la législature pour revenir sur un certain nombre de
pièges à l'emploi. Il y a encore en Belgique des cas de figure qui
incitent à rester au chômage plutôt qu'à prendre pied dans le marché
du travail. Le travail, pour nous, est émancipateur, il doit être
financièrement nettement plus attractif que le chômage. Il faudra tout
De Gewesten zullen tevens de
kwestie van de successierechten,
die vaak buitensporig hoog liggen,
moeten bekijken. Het stelsel van de
successierechten zou nauwer bij
de maatschappelijke evolutie en de
diverse samenlevingsvormen
moeten aansluiten.

Dank zij de begroting 2004 zal ook
de strijd tegen de werkloosheid
kunnen worden aangebonden.
Werkgelegenheid is de prioriteit van
de regering en wij steunen de
initiatieven terzake dan ook ten
volle.

Op dat gebied werd trouwens al
een prima aanzet gegeven,
aangezien de programmawet tal
van maatregelen ter zake bevat
(startbaanovereenkomsten,
vermindering van de
werkgeversbijdragen, hervorming
van de dienstencheques en
maatregelen voor ondernemingen in
herstructurering).

De werkgelegenheidsproblematiek
moet in de juiste zin worden
aangepakt: dat is het geval in
voorliggende begroting, waarin de
regering, via de vermindering van de
lasten, de begrenzing ervan in de
sectoren die blootstaan aan
buitenlandse concurrentie, ... een
duidelijk signaal aan de
ondernemingen afgeeft.

Maar er zijn ook pijnpunten,
bijvoorbeeld in de strijd tegen de
werkloosheidsvallen. Werken moet
immers financieel aantrekkelijker
zijn dan stempelen.

De maatregel van de werkbonus is
ook wat in de vergetelheid geraakt,
net zoals de begeleiding van de
werklozen. Op dat vlak moet er dus
nog heel wat gebeuren. We moeten
de ideologische taboes doorbreken
en over sociale fraude durven
praten.

Het probleem van het
loopbaaneinde werd jammer
genoeg ook opzij geschoven. Een
korte loopbaan en een gunstige
sociale bescherming gaan immers
niet samen. Je moet actief kunnen
blijven tot aan de pensioenleeftijd
en wie wil zelfs nog langer (door het
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
de même que l'on parvienne un jour à faire comprendre à certains - on
commencera par les plus progressistes bien entendu - que tout le
monde a intérêt à ce qu'il y ait demain, en Belgique, plus de personnes
au travail qu'aujourd'hui.

L'accord de gouvernement annonçait l'avènement d'une nouvelle
mesure, je pense au "bonus crédit d'emploi" que le premier ministre
avait doté d'un budget important. Je constate que ce point est un peu
sorti de l'actualité et j'espère qu'il la réintègrera prochainement, peut-
être dans le cadre de la discussion sur l'accompagnement des
chômeurs. Là aussi, il me semble qu'il reste beaucoup à faire.

Il faudra dépasser les blocages idéologiques sans doute et oser parler
de la fraude sociale. Je sais que la thématique a l'habitude de
déchaîner les passions. Cela avait encore été le cas dans l'antichambre
de la Conférence pour l'emploi, mais une certaine fraude sociale existe
bel et bien, même si ce n'est évidemment pas la règle. Elle ne doit pas
nécessairement être comparée avec d'autres comportements inciviques
pour qu'il soit permis de s'en offusquer.

Progrès aussi pour les fins de carrière. La question de la mise au travail
des tranches d'âge les plus élevées nous préoccupe grandement. Le
point avait été évacué des débats de la Conférence sur l'emploi.
Cependant, c'est également une des préoccupations du gouvernement.
On ne peut rêver plus longtemps d'avoir à la fois les carrières les plus
courtes, selon le ministre de l'Emploi et des Pensions, et le système
de protection sociale le plus favorable. Il doit être possible de rester
actif jusque l'âge légal de la pension. C'est une évidence économique
de même qu'une évidence sociale. C'est assurément un plus en termes
d'expérience et de formation pour les plus jeunes.

Au-delà de l'âge de la pension, nous défendons aussi, je le rappelle, la
possibilité pour ceux qui le souhaitent de rester actifs et nous
revendiquons la suppression complète des plafonds au-delà desquels le
travail n'est actuellement plus autorisé.

En ce qui concerne le budget des soins de santé, sous la précédente
législature, la norme de croissance des dépenses de santé, fixée à
2,5%, n'était ni tenable ni tenue. D'ailleurs, elle a été largement
dépassée. Sous cette législature, nous avons décidé de laisser croître
les dépenses de l'assurance maladie jusqu'à une norme de 4,5% par
an, majoré de l'indice santé. Cette norme constitue un effort important
pour le secteur de la santé. Pour l'année 2004, cela représente un
budget de 16 milliards 257 euros, soit 916 millions d'euros, donc près
de 1 milliard d'euros en plus par rapport à l'année 2003.

Qu'on le veuille ou non, sous peine de voir l'assurance maladie se
déliter dans une déconfiture financière, cette norme doit constituer, me
semble-t-il, le fil conducteur incontournable tant dans l'affectation des
moyens que dans leur utilisation!

Parallèlement à la croissance des moyens, plusieurs avancées sont
proposées dans divers secteurs répondant en cela à des besoins
socio-médicaux réels. Cette politique volontariste a un coût, bien
entendu, qui ira croissant dans un proche avenir, compte tenu des
besoins démographiques, de l'évolution sociétale et surtout de
l'évolution technologique. C'est dire si cette croissance doit être régulée
sur la base d'une utilisation optimale des moyens disponibles. En effet,
étant donné la forte augmentation des budgets, le devoir est d'autant
pus grand d'utiliser correctement les moyens disponibles.

C'est dire s'il est fondamental et justifié de mettre en application cette
plafond van de toegelaten arbeid af
te schaffen).

Wat de begroting van de
gezondheidszorg betreft, werd de
groeinorm van de uitgaven tijdens
de vorige zittingsperiode reeds met
2,5 procent overschreden. Nu heeft
de regering beslist dat die uitgaven
met 4,5 procent per jaar kunnen
stijgen, wat een aanzienlijke
inspanning ten gunste van de
sector inhoudt. Maar deze norm
moet de leidraad voor de uitgaven
zijn. Vooral omdat in verschillende
sectoren verscheidene voorstellen
werden gedaan om in medisch-
sociale behoeften te voorzien.

De zorgverstrekkers, de
verzekerden, de
verzekeringsinstellingen en de
staat, die de gepaste maatregelen
moet nemen, moeten op hun
verantwoordelijkheid worden
gewezen.

Een van de nieuwe
beleidsmaatregelen betreft de
herwaardering van het medisch
handelen: de raadpleging en het
huisbezoek komen op
respectievelijk 18 en 25 euro. Om
die herwaardering mogelijk te
maken, werd in aanzienlijke
financiële middelen voorzien.

Zonder die herwaardering dreigde
de eerstelijnszorg te verdwijnen.
Naar het voorbeeld van Frankrijk en
andere Europese landen, zouden
we het ereloon voor een raadpleging
op 20 en die voor een huisbezoek
op 30 euro willen brengen, waarbij
de toegang tot de geneeskunde
voor eenieder verzekerd moet
blijven.

Een van de doelstellingen van MR
is ook het recht op een
kwaliteitsvolle gezondheidszorg
voor iedereen te waarborgen. We
staan dan ook achter de
maatregelen die de geneeskunde
laagdrempeliger maken (zoals de
uitbreiding van de maximumfactuur
tot de kinderen tot 18 jaar, een
betere terugbetaling van de
tandverzorging en aandacht voor
een specifieke pijnbehandeling bij
kinderen).
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
fameuse responsabilisation dont on s'accorde à penser qu'elle est le
véritable moteur d'une politique budgétaire rationnelle. Je pense à la
responsabilisation des prestataires, qui est bien engagée, à celle des
établissements hospitaliers, mais aussi à celle des assurés et des
organismes assureurs - toujours évoquée, mais encore sans véritable
concrétisation. Enfin, je pense à l'Etat, qui se doit de promouvoir cette
responsabilisation à travers des mesures adéquates, choisies en vertu
de la seule promotion de la santé par le biais de l'utilisation optimale
des moyens et des choix.

Parmi les nouvelles politiques qui ont été décidées, je mettrai ici en
exergue un axe prioritaire: la revalorisation des actes intellectuels des
médecins, et plus particulièrement des généralistes. 45 millions d'euros
ont été prévus pour assurer les 18 et 25 euros pour les consultations et
visites dans le cadre de toute l'année 2004. Il n'est pas inutile de le
rappeler, car ces deux montants qui ont été décidés voici quelques
mois n'étaient pas acquis en 2004. Ils le sont maintenant. Le budget
libéré permet d'assurer la continuité de la progression de ces
honoraires. En outre, un montant supplémentaire de 40 millions en
base annuelle a été libéré pour le 1
er
octobre 2004.

Je rappelle que, cette nuit même, l'accord de majorité médico-
mutualiste a permis de confirmer cette revalorisation des honoraires.
Cela me semble être un progrès substantiel. Parce que, sans elle, cela
signifiait purement et simplement la disparition rapide de la médecine
de proximité. Or, chacun sait l'importance que revêt le médecin de
famille aux yeux de son patient. Je rappelle à ce titre une étude très
récente publiée par le groupe "Vers l'Avenir" qui indique très clairement
l'importance que la population - et tout particulièrement les malades -
attache à l'accessibilité de la médecine de première ligne, et
notamment la médecine générale.

Je pense donc que cet accord qui permet d'atteindre les 20 euros pour
la
consultation et les 30 euros pour la visite à domicile constitue
un progrès important. Nous y tenions, l'objectif est atteint pour le 1
er
décembre 2005. Cela permettra de renforcer la médecine de proximité
et de préserver l'accès aux soins pour tous, quelles que soient les
conditions de chacun.

C'est, je le signale, la plus forte augmentation d'honoraires depuis 40
ans, donc depuis la création du système actuel d'assurances médico-
sociales. Depuis 1964, c'est la seule véritable revalorisation qui soit
intervenue. Je pense que ce résultat doit être souligné.

Le droit aux soins de santé de qualité pour toute personne, quelle que
soit sa situation sociale et financière, est un droit fondamental auquel
le MR est particulièrement attaché. Dans cet esprit, nous approuvons
pleinement différentes mesures envisagées pour améliorer
l'accessibilité aux soins de santé. A titre d'exemples, je citerai
l'extension du maximum à facturer pour les enfants jusqu'à 18 ans, le
meilleur remboursement de certains soins dentaires ou encore la prise
en considération de la nécessité d'une approche spécifique de la
douleur chez les enfants.

Je terminerai sur des dossiers peu évoqués mais prioritaires pour nous,
toujours dans le même secteur. Tout d'abord, nous savons qu'une
situation conflictuelle persiste entre les médecins hospitaliers et les
gestionnaires d'hôpitaux. Cette situation sape le fonctionnement global
du système hospitalier. Ce litige est permanent quant au niveau et à la
justification des honoraires médicaux pour les prestations qui doivent
être affectées à la couverture des dépenses de l'hôpital: le gestionnaire,
excipant du coût croissant des techniques et des services; les
Tot slot wil ik het nog hebben over
dossiers die weinig aan bod zijn
gekomen.

Ten eerste ondergraaft het geschil
tussen de ziekenhuisartsen en de
ziekenhuisbeheerders met
betrekking tot de verantwoording
van de medische honoraria de
werking van het systeem. Wij
hebben een wetsvoorstel ingediend
om de relaties tussen de diverse
actoren beter te regelen.

Wij vragen ten slotte dat
vooruitgang zou worden geboekt op
het stuk van de kwestie van de
medische risico's en de juridisering
van de gezondheidszorg, want de
veiligheid van de patiënten en de
zorgverstrekkers staat op het spel.

Wat Justitie betreft, moeten de
tijdens de vorige zittingsperiode
goedgekeurde hervormingen thans
worden uitgevoerd. Het
departement krijgt meer middelen
(plus 35 miljoen in 2003, plus 154
miljoen in 2004) en dus kan een en
ander flink worden aangepakt.

Met de begrotingskredieten zal het
akkoord dat in de penitentiaire
sector werd bereikt en dat een
toename van de kredieten met 16
procent vooropstelde, worden
gefinancierd, en zal een
veiligheidskorps worden gecreëerd
dat zal instaan voor het
gevangenenvervoer. Het aantal
veiligheidsbeambten wordt
opgetrokken van 158 naar 318. De
160 extra agenten zullen in Brussel
worden ingezet.

Justitie is de behoeder van de
democratie. Zonder toegankelijke
justitie kan de democratie niet in
praktijk worden gebracht. De MR-
fractie verheugt zich dan ook over
de gratis eerstelijns rechtshulp
vanaf 2004 en over de toename van
de begrotingsmiddelen bestemd
voor de pro Deo advocaten.
Daarnaast zou echter ook de
inkomensgrens om een beroep te
kunnen doen op de tweedelijns
rechtshulp moeten worden
opgetrokken en zouden pro Deo
advocaten een raming van hun
vergoeding moeten kunnen geven.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
médecins s'inquiétant du coût réel de cette croissance et d'une
réduction ainsi progressive de leurs honoraires nets.

Dans ce contexte et dans un souci d'objectivité et d'une plus grande
transparence, il importe d'opérer un rééquilibrage dans les relations
entre les gestionnaires d'hôpitaux et les médecins hospitaliers. Nous
avons d'ailleurs déposé une proposition de loi allant dans ce sens.

In fine, nous demandons qu'on avance sur le problème des aléas
médicaux au-delà des intentions et des déclarations. Je rappelle que le
gouvernement s'est engagé très précisément sur ce point lors de la
précédente législature. Il a réaffirmé la chose dans le cadre de la
déclaration gouvernementale. Il me paraît qu'il y va de la sécurité des
patients et des prestataires de soins confrontés à la judiciarisation de
la pratique médicale.

Autre secteur: la justice. Il est indispensable de la repenser autrement.
C'est ce que nous avons dit dès 1999. Il convient de mettre l'accent sur
les besoins d'une administration de la justice plus rapide et plus
humaine, de mettre en place des réformes durables, efficaces et
volontaires. Aujourd'hui, le département de la Justice doit
prioritairement consacrer son budget à la mise en oeuvre de réformes
adoptées sous la précédente législature dont les effets se feront
ressentir dans les années à venir.

L'augmentation substantielle des moyens pour la justice doit permettre
à la ministre de la Justice d'aller de l'avant et d'amorcer de nombreuses
réformes. Le département disposera en 2004 d'une enveloppe
supplémentaire de 154 millions d'euros. Nous nous en félicitons. Il est
à noter que cet effort budgétaire s'ajoute à la croissance accordée sous
la précédente législature. En effet, le budget 2003 a lui-même déjà été
augmenté de 35 millions d'euros par rapport au budget initial. Des
moyens sont donc prévus; une enveloppe budgétaire existe. Elle doit
servir notamment à financer l'accord intervenu avec les organisations
syndicales du secteur pénitentiaire. Cet accord était indispensable. Il
concerne une augmentation de 16% de crédits pour les dépenses de
personnel dans ce secteur.

Cette enveloppe financera également la mise en place du corps de
sécurité chargé des transferts de détenus. Le nombre d'agents de
sécurité a été porté de 158 à 318. Les 160 agents supplémentaires
seront affectés à Bruxelles où la situation est particulièrement
préoccupante. Je citerai un conseiller près la cour d'appel de Bruxelles,
interrogé récemment par un journaliste de "La Libre Belgique", qui
disait: "ce sont des centaines d'heures qui sont ainsi perdues alors
même que se joue le sort des personnes souvent soupçonnées de faits
très graves et celui de leurs victimes présumées". Le problème n'est
pas neuf mais il a pris ces dernières années des proportions
ahurissantes et nous sommes las d'attendre que les mesures
annoncées se concrétisent. Il s'agit notamment d'audiences blanches,
c'est-à-dire qui n'ont pas pu se tenir suite aux insuffisances en matière
de transfert des détenus.

A l'heure d'aujourd'hui, cinquante agents viennent de terminer leur
formation et vont bientôt entrer en service, si ce n'est d'ailleurs déjà fait
dans certains arrondissements. Nous devons être particulièrement
attentifs à ce problème du transfert des détenus. Les enveloppes
budgétaires existent; elles doivent être bien utilisées.

La justice est appelée à réguler la démocratie. S'il n'y a pas d'accès à
la justice, il n'y a pas non plus d'exercice réel de la démocratie. Le
groupe réformateur se félicite que le gouvernement s'engage à ouvrir
Voorts wordt de gerechtelijke
achterstand verder teruggedrongen
en worden de
informatiseringsinspanningen
voortgezet.

Wat het instellen van een vordering
bij de arbeidsgerechten bij
verzoekschrift betreft, willen we
oproepen tot voorzichtigheid; eerst
dient een raming te worden
gemaakt van de globale kostprijs
van de procedure en voorts dient
deze aangelegenheid in
samenhang met het statuut van de
gerechtsdeurwaarders te worden
onderzocht.

Bij wijze van besluit kan ik stellen
dat de economische moeilijkheden
en een strikt begrotingsbeleid ons
niet beletten het voor ons land
noodzakelijk beleid te voeren. Er
zal een bijzondere aandacht
moeten besteed worden aan de
herwaardering van het sociaal
statuut van de zelfstandigen. De
Belgische resultaten inzake de
overheidsfinanciën doorstaan de
Europese toets. In 2002 werd er
voor de eurozone een tekort van
2,2% van het BBP opgetekend.
België sloot het jaar af met een
evenwicht. De belastinghervorming
wordt integraal uitgevoerd. De
belastingverlagingen die sinds 1999
werden doorgevoerd zullen in 2004
in totaal 4 miljard 444 miljoen euro
bedragen.

De begrotingen voor
ontwikkelingssamenwerking en
buitenlands beleid verheugen mij.
De regering en haar meerderheid
vangen drie vliegen in een klap: we
herinvesteren in de overheid, we
blijven de belastingdruk verlagen en
door een strikt financieel beheer
bouwen we onze schuld af en
zorgen we voor een
begrotingsevenwicht
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
l'accès à l'aide juridique à un plus grand nombre de personnes. En
2004, la gratuité sera organisée pour l'aide juridique de première ligne
et l'enveloppe budgétaire pour payer des avocats pro deo sera
augmentée de 2,5 millions d'euros. Il faudra cependant aller plus loin
dans cette réforme grâce à deux types de mesures. Tout d'abord,
augmenter les plafonds de l'aide juridique de deuxième ligne pour
permettre un accès aux personnes qui, sans être pour autant
démunies, éprouvent des réelles difficultés à assumer financièrement
les frais d'un procès. Ensuite, permettre aux avocats pro deo d'évaluer
le montant de leurs indemnités avant toute prestation mais aussi de
revoir l'organisation de l'attribution du nombre de points en fonction du
type de prestations accomplies par les avocats.

En matière d'arriéré judiciaire et d'informatisation, les efforts se
poursuivent également. Diverses mesures concourent à cet objectif; je
rappelle le projet Phénix, l'archivage électronique, la fourniture de 3.000
nouveaux PC aux justices de paix et de police, ainsi que la mise en
ligne des fixations en matière civile. La ministre de la Justice entend
également généraliser l'introduction d'actions devant les juridictions du
travail par le biais des requêtes. A cet égard, nous souhaiterions
émettre une réserve ou, à tout le moins, inciter à la prudence. Cette
réforme devra faire l'objet d'une étude approfondie sur l'incidence réelle
du coût global de la procédure et des garanties procédurales
nécessaires à l'instruction d'un litige. Il sera, en outre, nous semble-t-il,
nécessaire de lier cette question au statut des huissiers de justice.

Notre objectif reste donc immuable: restaurer l'Etat de droit. Il faut à la
fois que les pouvoirs publics protègent les citoyens de manière
adéquate et qu'un pouvoir judiciaire indépendant rende justice aux
citoyens si leurs droits ne sont pas respectés. Nous y veillerons et
mettrons en oeuvre une politique concourant à cet objectif.

En conclusion, monsieur le président, monsieur le vice-premier
ministre, mesdames et messieurs, mes chers collègues, les difficultés
économiques et une politique budgétaire stricte ne nous empêchent
pas, bien au contraire, de mettre en oeuvre des politiques dont notre
pays a besoin: je pense à l'emploi, à la relance de l'économie, à la
santé, à la justice.

Le gouvernement devra faire preuve de volontarisme dans ces différents
domaines mais également en faveur des indépendants. Une
revalorisation substantielle de leur statut social s'impose d'urgence, et
cela pour deux raisons que je synthétise rapidement. Les indépendants
jouent un rôle majeur en termes de création d'emplois et de croissance.

Il convient d'éviter que les risques inhérents à leur statut social ne
découragent ceux et celles qui sont tentés par cette noble aventure. La
deuxième raison est tout simplement de l'ordre de l'équité et de la
justice sociale. La Belgique est presque devenue une exception
européenne si on compare nos performances réalisées et nos
ambitions maintenues à celles de nos principaux partenaires. Je vous
rappelle que la France et l'Allemagne sont en situation de déficit
excessif ­ on en a suffisamment parlé dans le cadre du pacte de
stabilité -: moins 4,1% pour la France, moins 3,8% pour l'Allemagne,
sans perspectives de retour à la norme de 3% avant 2005. Notons au
passage que l'Italie est à moins 2,3%, le Portugal à moins 2,4% et les
Pays-Bas à moins 2,4%. Ils sont également dans le rouge en 2003.

C'est dire que le résultat de la Belgique en matière de finances
publiques résiste à l'examen européen. En 2002, la zone euro affichait
un déficit de 2,2% du produit intérieur brut. La Belgique faisait partie du
groupe des quatre pays seulement qui clôturaient l'année avec un
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
équilibre ou un excédent. Sur la base des prévisions 2003, la Belgique
continue à faire partie de ce groupe, qui est réduit à trois pays: la
Belgique, l'Espagne et la Finlande. Dans le même temps, la réforme
fiscale est intégralement exécutée pour le plus grand bénéfice des
citoyens. De nouvelles mesures vont d'ailleurs entrer en vigueur en
2004.

Pour les revenus du travail, il s'agit de la poursuite de l'adaptation des
taux d'imposition, pour les revenus moyens de l'augmentation du crédit
d'impôts. Pour ce qui est de la neutralité vis-à-vis des choix de vie,
c'est le décumul de tous les revenus autres que professionnels,
l'alignement de la quotité des mariés et des isolés, du nouveau calcul
de réduction d'impôts pour certains revenus de remplacement et enfin
de l'octroi du quotient conjugal aux cohabitants légaux. Rappelons que
le total des réductions d'impôts depuis 1999 s'élève, pour l'année 2004,
à 4,444 milliards d'euros.

Je me réjouis enfin, au nom de mon groupe, des budgets consacrés au
secteur de la coopération au développement et de la politique
étrangère. L'augmentation et la rationalisation des moyens alloués à
l'aide au développement étaient nécessaires. L'augmentation du budget
destiné à promouvoir l'image de la Belgique à l'étranger en matière de
relations internationales et commerciales, couplée à l'action de notre
ministre des Affaires étrangères donnent à notre pays le souffle
nécessaire à la juste expression de la place de la Belgique en Europe
et dans le monde.

Ce gouvernement et sa majorité réalisent, me semble-t-il, une triple
performance qu'il nous plaît de saluer:

1. Nous réinvestissons massivement dans l'Etat pour l'emploi, la santé,
la justice.
2. Nous poursuivons la décrue fiscale par une stricte gestion de nos
finances.
3. Nous réduisons notre dette et nous assurons l'équilibre budgétaire
qui nous permet de figurer parmi les bons élèves de la classe
européenne.

Voilà qui place l'année 2004 sous les meilleurs auspices possibles et
nous permettra de profiter rapidement de la reprise économique qui
s'annonce.

Le président: La séance est levée.
De vergadering is gesloten.

La séance est levée à 13.09 heures. Prochaine séance le mardi 16 décembre 2003 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 13.09 uur. Volgende vergadering dinsdag 16 december 2003 om 14.15 uur.



CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
MARDI 16 DÉCEMBRE 2003
DINSDAG 16 DECEMBER 2003
DECISIONS INTERNES
INTERNE BESLUITEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Demandes
Ingekomen
1. M. Geert Bourgeois au premier ministre sur "la
décision d'exiger de nouveau systématiquement des
compensations économiques dans le cadre d'achats
militaires".
2. de heer Geert Bourgeois tot de eerste minister
over "de beslissing om opnieuw stelselmatig
economische compensaties te eisen bij
legeraankopen".
(n° 148 ­ renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
(nr. 148 ­ verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
Instellingen, de Middenstand en de Landbouw)
2. M. Geert Bourgeois à la ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'impasse dans laquelle se
trouve le Conseil de la concurrence et la politique de
concurrence".
2. de heer Geert Bourgeois tot de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de impasse waarin de
Raad voor de Mededinging zich bevindt en het
mededingingsbeleid".
(n° 149 ­ renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
(nr. 149 ­ verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
Instellingen, de Middenstand en de Landbouw)
3. M. Luc Sevenhans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la défense
européenne".
3. de heer Luc Sevenhans tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Europese Defensie".
(n° 150 ­ renvoi à la commission des Relations
extérieures)
(nr. 150 ­ verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
4. Mme Marie Nagy à la vice-premier ministre et
ministre de la Justice sur "l'aide financière aux
victimes d'actes intentionnels de violence".
4. mevrouw Marie Nagy tot de vice-eerste minister en
minister van Justitie over "de financiële hulp aan de
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden".
(n° 151 ­ renvoi à la commission de la Justice)
(nr. 151 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
5. M. Stef Goris au ministre de la Défense sur
"l'accident impliquant deux avions F 16 qui s'est
produit au-dessus de Marche-en-Famenne et la
situation en ce qui concerne l'intégration au niveau
européen de la formation des pilotes de chasse".
5. de heer Stef Goris tot de minister van
Landsverdediging over "het ongeval met twee
F 16 vliegtuigen boven Marche-en-Famenne en de
stand van zaken betreffende een geïntegreerde
Europese opleiding tot jachtpiloot".
(n° 152 ­ renvoi à la commission de la Défense
nationale)
(nr. 152 ­ verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)
COMMUNICATIONS
MEDEDELINGEN
COMMISSIONS
COMMISSIES
Rapports
Verslagen
Les rapports suivants ont été déposés:
Volgende verslagen werden ingediend:
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
- par Mme Annemie Roppe, sur :
- door mevrouw Annemie Roppe, over:
CRIV 51
PLEN 034
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
. le projet de loi modifiant le Code de la Taxe sur la
Valeur ajoutée (n° 431/2);
. het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van
de Belasting over de Toegevoegde Waarde
(nr. 431/2);
. le projet de loi portant modification de la loi du
20 juillet 1979 concernant l'assistance mutuelle en
matière de recouvrement dans la Communauté
économique européenne, des créances résultant
d'opérations faisant partie du système de
financement du Fonds européen d'Orientation et de
Garantie agricole ainsi que des prélèvements
agricoles et des droits de douane, de la taxe sur la
valeur ajoutée et de certains droits d'accise
(n° 334/2);
. het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand
inzake de invordering van schuldvorderingen in de
Europese economische gemeenschap, die
voortvloeien uit verrichtingen, die deel uitmaken van
het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie-
en Garantiefonds voor Landbouw, alsmede van
landbouwheffingen en douanerechten, van de
belasting op de toegevoegde waarde en van bepaalde
accijnzen (nr. 334/2);
. le projet de loi modifiant l'article 215, alinéa 3, 4°,
du Code des impôts sur les revenus 1992 (n° 352/2);
. het wetsontwerp tot wijziging van artikel 215, derde
lid, 4°, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 352/2);
. le projet de loi relatif à la contribution de la Belgique
à la neuvième reconstitution des ressources du
Fonds africain de Développement (n° 304/2).
- het wetsontwerp betreffende de bijdrage van België
aan de negende wedersamenstelling van de middelen
van het Afrikaans Ontwikkelingsfonds (nr. 304/2).
GOUVERNEMENT
REGERING
Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen
Le ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique a transmis, conformément à l'article 12, § 2,
de la loi du 4 février 2000 relative à la création de
l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire, le rapport de l'Agence fédérale pour la
Sécurité de la Chaîne alimentaire pour la période
allant de janvier à juin 2003.
De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
heeft, overeenkomstig artikel 12, § 2, van de wet van
4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen,
het verslag van het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen voor de periode
januari ­ juni 2003 overgezonden.
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing
Cour européenne des Droits de l'Homme
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Par lettre du 11 décembre 2003, la vice-premier
ministre et ministre de la Justice informe que le
gouvernement belge est invité à présenter une liste
de trois candidat(e)s au Secrétariat du Conseil de
l'Europe afin de permettre à l'Assemble parlementaire
du Conseil de l'Europe de procéder à l'élection du
nouveau juge belge à la Cour européenne des Droits
de l'Homme lors de sa session qui se tiendra du 26
au 30 avril 2004.
Bij brief van 11 december 2003 deelt de vi ce-eerste
minister en minister van Justitie mee dat de
Belgische regering wordt verzocht aan het
secretariaat van de Raad van Europa een lijst van
drie kandidaten voor te leggen opdat de
Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
kan overgaan tot de verkiezing van een nieuwe
Belgische rechter bij het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens tijdens de zitting die van 26 tot
30 april 2004 wordt gehouden.
La vice-premier ministre et ministre de la Justice
transmet copie de la publication de l'appel aux
candidats au Moniteur belge du 5 décembre 2003.
De vice-eerste minister en minister van Justitie zendt
kopie van de bekendmaking van het oproep tot
kandidaten in het Belgisch Staatsblad van
5 december 2003 over.
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
RAPPORTS ANNUELS
JAARVERSLAGEN
Cour des comptes des Communautés européennes
Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 034
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Par lettre du 4 décembre 2003, le directeur de la
Cour des comptes des Communautés européennes
transmet le rapport annuel de la Cour des comptes
européenne relatif à l'exercice 2002 (le rapport sur
les activités relevant du budget général ainsi que le
rapport sur les activités relevant des 6
ème
, 7
ème
et 8
ème
Fonds européens de développement).
Bij brief van 4 december 2003 zendt de directeur van
de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen
het jaarverslag van de Europese Rekenkamer over
het begrotingsjaar 2002 (het verslag over de
activiteiten in het kader van de algemene begroting
alsmede het verlsag over de activiteiten in het kader
van het zesde, zevende en achtste Europese
Ontwikkelingsfonds) over.
Renvoi à la commission des Relations extérieures et
au Comité d'avis chargé de questions européennes
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le
racisme
Centrum voor gelijkheid van kansen en
racismebestrijding
Par lettre du 11 décembre 2003, la directrice adjointe
du Centre pour l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme transmet, conformément à
l'article 6 de la loi du 15 février 1993 créant un Centre
pour l'égalité des chances et la lutte contre le
racisme, le rapport annuel 2001-2002 "Plaidoyer pour
une approche intégrée, analyse de la législation et
de la jurisprudence" du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme.
Bij brief van 11 december 2003 zendt de adjunct-
directrice van het Centrum voor gelijkheid van kansen
en voor racismebestrijding, overeenkomstig artikel 6
van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding, het jaarverslag 2001-2002
"Pleidooi voor een integrale benadering, analyse
wetgeving en rechtspraak" van het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding
over.
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et distribution
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en
rondgedeeld
MOTIONS
MOTIES
Par lettre du 11 décembre 2003, le directeur de
l'Organisation de Producteurs dans le secteur de la
pêche belge transmet une motion concernant la
fixation des quotas de pêche par le Conseil européen
de la pêche.
Bij brief van 11 december 2003 zendt de directeur
van de Erkende Producentenorganisatie der
Belgische Reders ter Zeevisserij een motie over
betreffende het vastleggen van de visquota door de
Europese Visserijraad.
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture, à la commission des
Relations extérieures et au Comité d'avis chargé de
questions européennes
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw, naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
DIVERS
VARIA
Résultats officiels des élections législatives fédérales ­
Correction
Officiële resultaten van de federale
parlementsverkiezingen ­ Correctie
Par lettre du 3 décembre 2003, le SPF Intérieur
transmet les résultats officiels corrigés des élections
législatives fédérales du 18 mai 2003.
Bij brief van 3 december 2003 zendt de FOD
Binnenlandse Zaken de gecorrigeerde officiële
resultaten van de federale parlementsverkiezingen
van 18 mei 2003 over.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt