CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 035
CRIV 51 PLEN 035
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mardi
dinsdag
16-12-2003
16-12-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
BUDGETS
1
BEGROTINGEN
1
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2004 (324/1-6) et (323/1)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2004 (324/1-6) en (323/1)
1
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2004 (325/1-37)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2004 (325/1-37)
1
- Projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2003 (382/1-3)
1
- Wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het
begrotingsjaar 2003 (382/1-3)
1
- Projet de loi contenant le troisième ajustement
du Budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2003 (381/1-3)
1
- Wetsontwerp houdende derde aanpassing van
de Algemene Uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2003 (381/1-3)
1
- Interpellation jointe de M. Bert Schoofs à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de
la consommation et du Développement durable
sur "l'extension de la loi relative à l'assurance
obligatoire contre les catastrophes naturelles"
(n° 138)
1
- Toegevoegde interpellatie van de heer Bert
Schoofs tot de minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
over "de uitbreiding van de wet op de verplichte
verzekering voor natuurrampen" (nr. 138)
1
- Interpellation jointe de Mme Simonne Creyf à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique et à la ministre de l'Environnement,
de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "l'assurance contre
les catastrophes naturelles" (n° 142)
1
- Toegevoegde interpellatie van mevrouw
Simonne Creyf tot de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en tot de minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "de natuurrampenverzekering"
(nr. 142)
2
Reprise de la discussion générale
2
Hervatting van de algemene bespreking
2
ANNEXE
71
BIJLAGE
71
COMMUNICATIONS
71
MEDEDELINGEN
71
GOUVERNEMENT
71
REGERING
71
Orateurs: Gerolf Annemans, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V, Guido De Padt,
Jean-Jacques Viseur, Luc Sevenhans,
André Flahaut
, ministre de la Défense, Jos
Ansoms, Johan Vande Lanotte
, vice-premier
ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques, Yves Leterme, Bert
Anciaux
, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale, Willy Cortois, Camille
Dieu, Annick Saudoyer, Inge Vervotte, Roel
Deseyn
Sprekers: Gerolf Annemans, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Guido De Padt,
Jean-Jacques Viseur, Luc Sevenhans,
André Flahaut
, minister van
Landsverdediging, Jos Ansoms, Johan
Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en
Overheidsbedrijven, Yves Leterme, Bert
Anciaux
, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie, Willy Cortois, Camille Dieu,
Annick Saudoyer, Inge Vervotte, Roel
Deseyn
D
EPOT DE PROJETS DE LOI
71
I
NGEDIEND WETSONTW ERPEN
71
C
OMMUNICATION INFORMELLE DE CONVENTIONS
DE PREVENTION DE LA DOUBLE IMPOSITION
72
I
NFORMELE MEDEDELING VAN OVEREENKOMSTEN
TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING
72
COUR D'ARBITRAGE
72
ARBITRAGEHOF
72
A
RRETS
72
A
RRESTEN
72
R
ECOURS EN ANNULATION
73
B
EROEPEN TOT VERNIETI GING
73
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
73
P
REJUDICIËLE VRAGEN
73
RESOLUTIONS
74
RESOLUTIES
74
P
ARLEMENT EUROPEEN
74
E
UROPEES
P
ARLEMENT
74
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
MARDI
16
DECEMBRE
2003
Après-midi
______
van
DINSDAG
16
DECEMBER
2003
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.30 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Johan Vande Lanotte.

Le président:
La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage bij
het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Guy Swennen, pour raisons de santé / wegens ziekte.
Budgets
Begrotingen
01 Budget des voies et moyens pour l'année budgétaire 2004 (324/1-6) et (323/1)
- Projet de budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2004 (325/1-37)
- Projet de loi ajustant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2003 (382/1-3)
- Projet de loi contenant le troisième ajustement du Budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2003 (381/1-3)
- Interpellation jointe de M. Bert Schoofs à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur "l'extension de la loi relative à l'assurance
obligatoire contre les catastrophes naturelles" (n° 138)
- Interpellation jointe de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique et à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur "l'assurance contre les catastrophes naturelles"
(n° 142)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 (324/1-6) en (323/1)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 (325/1-37)
- Wetsontwerp houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2003
(382/1-3)
- Wetsontwerp houdende derde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2003 (381/1-3)
- Toegevoegde interpellatie van de heer Bert Schoofs tot de minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling over "de uitbreiding van de wet op de verplichte
verzekering voor natuurrampen" (nr. 138)
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
- Toegevoegde interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en tot de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de natuurrampenverzekering" (nr. 142)

Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale

De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.

De voorzitter: Mijnheer Annemans, u bent de voorlaatste spreker in de algemene bespreking; ik geef u nu het
woord.

Entre-temps, je vais faire vérifier où est M. Viseur car, ce matin, en début de séance, il avait demandé à être
excusé.
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het zijn slechte dagen voor de coalitie.
Iedereen wist dat al. Het gaat niet goed met paars. Paars is iets helemaal
anders dan wat paars-groen geweest is. Het is een heel andere sfeer. Het
is een bipolaire sfeer die toch een heel andere machtsverhouding creëert
tussen de verschillende coalitiepartners. Het gaat niet goed. Je ziet dat
aan de krantenknipsels van vandaag die verslag doen van een VLD-
partijbureau dat tumultueus, in ieder geval onaangenaam, is verlopen. Een
echt opgewekte sfeer hing er gisterenmorgen niet op het partijbestuur van
de Vlaamse Liberalen en Democraten, zo staat in de kranten.

Mevrouw, u gaat dat misschien kunnen bevestigen. U zegt dat u er niet
was. Gelukkig voor u, zo schijnt het.

Het partijbestuur ontaardde in een bitse woordenwisseling tussen uw
partijvoorzitter en de heer Coveliers en zelfs de heer Verhofstadt had zich
in de strijd geworpen. Als u zulke publieke verklaringen en uitvoerige
lekken uit partijbureaus leest in de kranten, dan weet u dat het niet goed
gaat. Het gaat dan niet alleen niet goed in de partij, maar het gaat dan
ook niet goed in de coalitie. De coalitie die afhangt van de grootste partij
die dit moet meemaken, kan geen vrolijke tijden tegemoet gaan.

De tijden waren al minder vrolijk. Dat bipolaire systeem van paars is toch
helemaal iets anders dan paars-groen. Daar kon men nog de derde van
het partnerschap "kannibaliseren", wat door de verkiezingen van 18 mei
bevestigd is. De peiling van het weekeinde en de trauma's van het
vreemdelingenstemrecht hebben diepe wonden geslagen. De onderhuidse
spanningen in die coalitie zijn zichtbaar en worden met de dag
zichtbaarder.

De vraag die wij vandaag voor ons hebben, is of de begroting waarmee wij
in 2004 aan de regering opnieuw een cheque ­ geen blanco, maar een
genaamtekende en gedateerde cheque
­ uitdelen, nog in
overeenstemming is met wat de eerste minister hier in september is
komen verklaren. Die vergelijking moeten wij vandaag maken. Het is in die
vergelijking dat het wel passend is om een begrotingsuiteenzetting en een
begrotingsronde, zoals mijn fractie die zal laten houden in de komende
dagen, te starten met een overwegend verslechterend klimaat in de
onderhuidse spanningen in de coalitie.

Hoe men het ook draait of keert, een begroting blijft een geldkwestie. Ik
maak me ook op dat vlak helaas geen zorgen over mijn uitgangsstelling
dat het slecht gaat met paars. Ook daar stellen we immers vast dat de
problemen en spanningen vooral een geldkwestie zijn. De begroting
reflecteert wat er aan de hand is met die spanningen en hoe diep die deze
01.01
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): La coalition
violette vit des jours difficiles. Les
journaux se font aujourd'hui l'écho
d'une réunion tumultueuse du
bureau du VLD. Lorsque ce type
d'information paraît dans la presse,
c'est le signe qu'un parti mais
surtout une coalition se porte mal.
L'ambiance n'était déjà pas au beau
fixe en raison de la bipolarisation
de la coalition après la disparition
des verts. A cela s'ajoutent le
sondage d'opinion publié ce lundi,
le traumatisme généré par le droit
de vote des étrangers et, bien sûr,
la question Coveliers. Tout cela a
causé de profondes blessures.

Au cours de cette discussion, nous
allons devoir examiner si le budget
correspond encore à la déclaration
de gouvernement prononcée en
septembre par le premier ministre.
Bien entendu, les problèmes au
sein de la coalition concernent
dans une large mesure des
questions financières.

M. Devlies a donné un aperçu
assez complet des astuces
utilisées par le gouvernement pour
dissimuler ce manque d'argent. On
est en droit de se demander ce que
fera le gouvernement dans le cadre
d'un prochain budget lorsque toutes
les recettes issues des fonds de
pension et des privatisations auront
été épuisées, et donc que les
joyaux de notre patrimoine auront
été intégralement liquidés.

Le canevas idéologico-politique de
la coalition violette est déterminant
pour l'ensemble de ce budget 2004.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ingrijpen in de coalitie.

Ik zal de interventie van collega Devlies alleen algemeen in herinnering
brengen, maar ze zeker niet herhalen, want dat zou ik niet kunnen. Men
moet bescheiden zijn op dat vlak. Als openingsspreker gaf hij een vrij
goed inzicht ­ mijn fractiegenoten, de heer Goyvaerts en anderen, zullen
daarop ook wijzen ­ in de trucs die deze regering heeft gebruikt om de
begroting toch nog te kunnen presenteren aan het Parlement zonder
onmiddellijk van schaamte omver te moeten vallen.

Al zou ik in detail kunnen uitweiden over de trukendoos, toch zal ik er niet
op ingaan, hoewel men zich afvraagt welke trucs de regering voor een
volgende begroting zal gebruiken, nadat alle fondsen, alle kroonjuwelen,
alle Belgacomoperaties en privatiseringsoperaties achter de rug zijn.

Ik wens alleen maar te wijzen op de achtergrond, het canvas, het
grondstuk, de fundamenten van de wijze waarop die coalitie alsnog is
gekomen tot het presenteren van een begroting en er nog in slaagt verder
te strompelen. Dat ideologische canvas, die ideologische politieke lijn
weerspiegelt een bepaalde mentaliteit. Het is een mentaliteit die wortelt in
de sp.a-verkiezingsoverwinning.

Men moet beginnen bij de kern en bij de oorsprong van wat paars is. De
oorsprong van paars is niets meer dan de hergroepering van de linkerzijde
die leidde tot een dominante verkiezingsoverwinning die op psychologisch
vlak een zeer bijzondere situatie creëerde. Van de vele coalities die wij
tijdens de voorbije twintig jaar in deze Kamer zagen komen en gaan is dit
de eerste waarbij het verkiezingsresultaat zo dominant aanwezig blijft,
zelfs een jaar nadat de coalitie gestart is.

De techniek waarmee de sp.a de verkiezingen heeft gewonnen en
daarmee nadien de dominantie aan de liberalen is beginnen op te leggen,
is eigenlijk vrij simpel. Het is de gratispolitiek, een beetje het
biefstukkensocialisme van de vorige eeuw. Zij hebben dat
gereïntroduceerd en gemoderniseerd met de gratis tram en de afschaffing
van het kijk- en luistergeld en dergelijke meer. Die gratispolitiek wordt
vervolgens bekostigd door de belastingbetaler van de volgende
verkiezingen. Er wordt doorgeschoven.

Ik wil niet uitweiden over de wijze waarop Stevaert ook met andere
bedrieglijke voorspiegelingen de kiezer heeft gelijmd: het afschaffen van de
wet-Lejeune, het regionaliseren van de NMBS, ik laat het allemaal even
terzijde. De kern is dat hij de rekeningen van zijn eigen
belastingverlagingen en belastingafschaffingen heeft doorgeschoven naar
de belastingbetaler van na de volgende verkiezingen. De
verantwoordelijkheid daarvoor ­ een zeer speciale situatie! ­ ligt bij de
liberalen.

Wij hebben dat gezien bij de rel rond de Vlaamse regering en het niet
betalen van aannemers door de Vlaamse regering. De politieke rekening ­
de echte rekening komt altijd bij de belastingbetaler terecht ­ van de
tekorten die zijn ontstaan door de afschaffing van het kijk- en luistergeld,
de tekorten die zijn ontstaan door de gratispolitiek van Stevaert, is
gepresenteerd aan de VLD. Hoe plots kwamen Van Mechelen en Somers
in beeld en moesten zij uitleggen waarom er tekorten waren, waarom
aannemers niet konden betaald worden en waarom de doorschuifcultuur
eigenlijk hun schuld niet was! Zij konden het niet uitleggen, want het is
natuurlijk wel degelijk hun schuld.

Die doorschuifcultuur van Stevaert en van de sp.a is eigenlijk een
kenmerkend systeem geworden dat niet alleen politiek werkt, maar ook
financieel in een begroting zichtbaar wordt gemaakt. Verkiezingen winnen
intégralement liquidés.

Le canevas idéologico-politique de
la coalition violette est déterminant
pour l'ensemble de ce budget 2004.
Et le point de départ idéologique
est naturellement la très large
victoire électorale des socialistes
en mai dernier. La coalition s'en
trouve paralysée depuis toute une
année déjà. Les socialistes
dominent grâce à leur politique du
"tout gratuit". La facture est
systématiquement renvoyée au
contribuable d'après les élections
suivantes. On remporte donc des
élections en laissant des factures
impayées. Le VLD en paie lui les
conséquences sur le plan politique:
à lui d'expliquer l'origine des
déficits. Après les prochaines
élections, il faudra augmenter les
impôts puisque l'on aura postposé
le paiement des factures inhérentes
à la politique à courte vue des
petits cadeaux menée par M.
Stevaert. Voilà la culture budgétaire
de la coalition violette: nous n'avons
pas d'argent mais cela ne nous
empêche pas de le distribuer déjà.

La coalition violette a commencé
par gruger les électeurs et a
poursuivi sur sa lancée dans sa
déclaration gouvernementale. Elle
n'a pas abrogé la loi Lejeune et n'a
pas régionalisé la SNCB ni les
soins de santé. En revanche, elle a
arrêté un règlement ad hoc pour
Francorchamps et modifié
précipitamment la loi sur les
armes. Et elle poursuit ainsi cahin-
caha son petit bonhomme de
chemin jusqu'au jour où cette
stratégie du mensonge permanent
sera fatale au VLD.

La tromperie était déjà présente
dans le budget de 2003 qui, déjà,
n'était pas cohérent comme l'a
démontré le Bureau du Plan et
comme viennent de le prouver les
aménagements de la loi-
programme. Pendant la campagne
électorale, Verhofstadt a pris soin
de ne pas divulguer les chiffres du
Bureau du Plan. Ayant remporté le
scrutin en pratiquant le mensonge
à outrance, Verhofstadt II a
démarré sous de mauvais
auspices. L'atmosphère au sein de
la coalition ne saurait dès lors être
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
met openstaande facturen: dat is ongeveer het thema van deze paarse
coalitie. Verkiezingen winnen met facturen die niet betaald worden: dat is
de kern van de begrotingsdiscussie, ook vandaag. Het is trouwens een
gewoonte van heel de paarse coalitie. Ook de kamerrekeningen kloppen
niet en moeten doorgeschoven worden. Er wordt vakantiegeld uitgedeeld;
er worden ontslagvergoedingen uitgedeeld; de voorzitter zegt dat er 200
kamerleden zijn in plaats van 150. Men doet maar en nadien blijken de
rekeningen niet te kloppen en moet er geld gevonden worden. Dat wordt
allemaal doorgeschoven.

Dit is de cultuur van paars: het geld is er niet, maar we delen het al uit.
We delen het al uit, alhoewel het er niet is. Het valt niet op dat het er niet
is. Dat is voor na de volgende verkiezingen. Op deze manier zegt de heer
Somers ook tegen die aannemers: "Wacht, wacht. Ik kan u nu niet
betalen, maar ik zal u volgend jaar betalen. Ik zal u betalen met het geld
van volgend jaar". Hij kan echter niet uitleggen wat er volgend jaar gaat
gebeuren. De heer Van Mechelen kan het ook niet uitleggen. Het enige
wat zij weten, is dat er volgend jaar weer een verkiezingsjaar is.

De facturen zullen dus doorgeschoven worden. Ze zullen worden betaald
met geld dat volgend jaar geïnd wordt. Wat gaat er dan gebeuren? Een
klein kind kan zelfs zien wat er gaat gebeuren. Men zal na de volgende
verkiezingen ­ niet voor de volgende verkiezingen ­ de belastingen moeten
verhogen. Men zalt de factuur doorschuiven. Iedereen weet dat. Iedereen
voelt dat. Iedereen ziet dat men de factuur doorschuift naar de burger van
na 13 juni 2004. Tot die tijd wordt er geschoven. De verkiezingen worden
gewonnen, maar de facturen worden niet betaald. Dat is de cultuur van
paars. Dat is de cultuur van deze begroting. Dat is de grote
doorschuifcultuur van de paarse coalitie.

Hoe kon het ook anders? Het is allemaal begonnen met het
openingsbedrog, met name van de regeringsverklaring zelf. Dat werd
gevolgd door de zaak-Francorchamps, de rap rap goedgekeurde
wapenwet, het schrappen van alle voorzieningen en beloftes over de
regionalisering van de gezondheidszorg en dergelijke.

De regeringsverklaring, het openingsbedrog, was de bevestiging van het
kiezersbedrog. Er kwam geen afschaffing van de wet-Lejeune, geen
regionalisering van de spoorwegen, geen regionalisering van de
gezondheidszorg. Er kwam niets. Het was het openingsbedrog. Wat kan
men verwachten van een regering die met dat openingsbedrog slecht
begonnen is?

Het is evident dat de sfeer danig verslechtert wanneer men zo begint. De
sfeer is nu verslechterd. Wanneer we de krantentitels over het VLD-
partijbureau, dat toch maar een gevolg is van de sfeer binnen de coalitie,
lezen, weet men dat het evident is dat men na het openingsbedrog van de
regeringsverklaring, na de Francorchamps-wet en na de wapenwet, verder
strompelt. Men strompelt verder totdat het bedrog, dat steeds maar groter
wordt, de VLD de keel dichtknijpt tot de sfeer binnen de VLD dan niet
meer te harden zal zijn. Daar spant en wringt het schoentje.

Men was eigenlijk al begonnen met het begrotingsbedrog van de vorige
begroting. Ik heb het hier reeds aangehaald. De heer Verhofstadt wees
verkiezingsdebat na verkiezingsdebat met de vinger naar iedereen. Hij zei
dat hij sluitende begrotingen indiende, terwijl het Planbureau op dat
moment ­ op 18 mei ­ reeds rapporten in de schuif liggen had om te
bewijzen dat begroting voor 2003 niet klopte. Het stelde dat er een
programmawet zou nodig zijn en nadien nog een programmawet zou nodig
zijn om ze toch te doen kloppen. Ze kon alleen maar kloppen als er
doorschuifoperaties en bedrieglijke trucs aan te pas zouden komen. Ik
herhaal dat de heer Devlies ze hier allemaal op een rijtje gezet heeft. We
intégralement liquidés.

Le canevas idéologico-politique de
la coalition violette est déterminant
pour l'ensemble de ce budget 2004.
Et le point de départ idéologique
est naturellement la très large
victoire électorale des socialistes
en mai dernier. La coalition s'en
trouve paralysée depuis toute une
année déjà. Les socialistes
dominent grâce à leur politique du
"tout gratuit". La facture est
systématiquement renvoyée au
contribuable d'après les élections
suivantes. On remporte donc des
élections en laissant des factures
impayées. Le VLD en paie lui les
conséquences sur le plan politique:
à lui d'expliquer l'origine des
déficits. Après les prochaines
élections, il faudra augmenter les
impôts puisque l'on aura postposé
le paiement des factures inhérentes
à la politique à courte vue des
petits cadeaux menée par M.
Stevaert. Voilà la culture budgétaire
de la coalition violette: nous n'avons
pas d'argent mais cela ne nous
empêche pas de le distribuer déjà.

La coalition violette a commencé
par gruger les électeurs et a
poursuivi sur sa lancée dans sa
déclaration gouvernementale. Elle
n'a pas abrogé la loi Lejeune et n'a
pas régionalisé la SNCB ni les
soins de santé. En revanche, elle a
arrêté un règlement ad hoc pour
Francorchamps et modifié
précipitamment la loi sur les
armes. Et elle poursuit ainsi cahin-
caha son petit bonhomme de
chemin jusqu'au jour où cette
stratégie du mensonge permanent
sera fatale au VLD.

La tromperie était déjà présente
dans le budget de 2003 qui, déjà,
n'était pas cohérent comme l'a
démontré le Bureau du Plan et
comme viennent de le prouver les
aménagements de la loi-
programme. Pendant la campagne
électorale, Verhofstadt a pris soin
de ne pas divulguer les chiffres du
Bureau du Plan. Ayant remporté le
scrutin en pratiquant le mensonge
à outrance, Verhofstadt II a
démarré sous de mauvais
auspices. L'atmosphère au sein de
la coalition ne saurait dès lors être
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
zullen dat nog kunnen doen in de loop van de volgende dagen.

Het begrotingsbedrog van toen waarbij men verkiezingsdebatten en dus
uiteindelijk ook verkiezingen heeft gewonnen op basis van een leugen,
heeft zich doorgezet in een regeerakkoord, dat een kiezersbedrog is. Het
confronteert de kiezer met het feit dat alle beloftes nog niet eens half
werden ingelost. Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat men evolueert naar
een slechte sfeer wanneer men de verwevenheid van een regering ophangt
aan zoveel bedrog. Men eindigt dan werkelijk in een cultus van schone
schijn. Het is een cultus van bedrog. Paars is de cultus van het bedrog.

In een korte onderbreking heb ik vanochtend reeds gewezen op de globale
schuld. Vroeger onder Martens XXII of XXXII - ik weet niet meer de
hoeveelste Martens het was - ging het om 10.000 miljard.
bonne. La coalition violette soigne
son image mais le vernis aura tôt
fait de craquer.
01.02 Pieter De Crem (CD&V): Het einde van de tunnel was toen in
zicht.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Wilfried Martens voorspelde
ons toen het einde van de tunnel. Guy Verhofstadt heeft er een tunnel
aangebouwd, want hij is weer helemaal dicht. Wij zagen het einde van de
tunnel voor ons, maar een van de kernmerken van paars is echter dat zij in
staat zijn achter een tunnel een nieuwe tunnel te bouwen, zodat we
opnieuw het einde van de tunnel niet meer zien.

Collega De Crem, dat is goed samengevat waarover het begrotingsmatig
gaat. Het gaat nog steeds om die fameuze 10.000 miljard. Het zijn er
ondertussen bijna 11.000 miljard of meer geworden. Het gaat altijd om die
absolute cijfers waarvan men de burgers zal vragen ze af te betalen. Wij
dachten dat die schuldenberg aan het verminderen was.

Alles wordt nu gerelateerd aan de Maastricht-norm en alles wordt
procenten van het BNP. Het BNP kan echter snel evolueren. De absolute
cijfers zijn er. Ze zijn dominant, pregnant, indrukwekkend en ze zullen er
voor de volgende generaties nog altijd zijn. Het enige wat Verhofstadt heeft
kunnen doen, is niet die schuldenberg verminderen, maar hem wel laten
voortbestaan en de tunnel verlengd waarin wij en de volgende generaties
zullen zitten.

Het is evident dat, wanneer wij zaken als globale schuld in het debat
willen brengen, wij met de vinger worden gewezen. Dat is immers niet
politiek correct, niet conform de schone schijn die paars wil ophouden en
niet wat men verwacht van wie in de politiek gaat, met name "ja" knikken
en braafjes wachten op een uitnodiging voor de eerstvolgende tv-show om
wat onzinnige praatjes over het privé-leven uit te kramen. Aan politiek
doen wordt verboden in dit regime.

Het is evident dat aan een cultus van bedrog ook een cultus van schone
schijn te pas komt. De paarse cultus laat toe dat de VLD aan de kiezer
zegt dat er geen vreemdelingenstemrecht zal komen, dat zij er alles aan
zal doen om dat vreemdelingenstemrecht tegen te houden, terwijl het er
toch komt zonder dat de VLD het kan tegenhouden. Daarover zal ik straks
uitweiden.

Het is evident dat een oppositielid mag zeggen dat u de bevolking
bedrogen hebt als sp.a vóór de verkiezingen zegt dat zij de spoorwegen
zal regionaliseren en in Lier en in omstreken verkondigt dat er grote
tunnels en bruggen zullen komen om al die treinen stil te laten
voorbijrijden, want dat zij desnoods de regionalisering van de spoorwegen
zal vragen om dat te bekostigen, en zij er na de verkiezingen niets meer
aan doet.
01.03 Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): La dette globale
dépasse toujours les 10.000
milliards de francs. Verhofstadt a
continué à creuser le tunnel de
Martens et de Dehaene de sorte
que nous n'en voyons plus du tout
la fin. Entre-temps, la dette a
grimpé jusqu'à 11.000 milliards de
francs. Voilà des chiffres absolus
qui impressionnent. Sous le
gouvernement de Verhofstadt, les
dettes n'ont donc pas diminué.

Notre histoire n'est pas
politiquement correcte. La plupart
des hommes politiques opinent
sagement du bonnet et préfèrent
participer à des shows télévisés
plutôt que de démasquer ici les
fausses promesses électorales. Il
est évident qu'un citoyen qui se
rappelle les promesses du
gouvernement en matière de
régionalisation des chemins de fer
et constate aujourd'hui le résultat,
estime avoir été dupé.

Il en va de même pour les
promesses que ce même citoyen a
entendu formuler à propos de la
régionalisation des soins de santé
et d'une approche plus sévère de la
criminalité. La coalition violette
falsifie le budget, fausse le débat
politique et trompe la société.
Toute la culture de la tromperie de
la coalition violette ôte la dernière
once de confiance du citoyen.
Dans l'intervalle, le gouvernement
est dirigé par un parti titubant dont
le bureau est la risée de la presse,
un parti qui a perdu de vue son core
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Het is evident dat een oppositielid op het spreekgestoelte mag zeggen dat
u de bevolking hebt bedrogen als u aan het bedrog van de transfers in de
sociale zekerheid en de regionalisering van de gezondheidszorg enzovoort
na de verkiezingen noch in het regeerakkoord noch in uw beleid vorm
geeft.

Het is evident dat de bevolking voelt en weet dat u haar hebt bedrogen als
u, zoals de sp.a heeft gedaan, midden in de kiescampagne zegt dat u op
een kluitige manier iets aan de criminaliteit zal doen want dat u de wet-
Lejeune zal afschaffen, terwijl u zeer goed weet dat de druk van de kiezer
inzake de bestrijding van criminaliteit zeer groot is. Wanneer u die truc
gebruikt en na de verkiezingen doet alsof u dat nooit hebt gezegd, weet en
voelt de bevolking dat u haar hebt bedrogen.

Het is evident dat, wanneer u zoveel bedrog pleegt, u terechtkomt in die
paarse bedrogcultuur. Mijn punt is dat de gevolgen van heel die
bedrogcultuur niet alleen van financiële aard zijn. Die bedrogcultuur is niet
alleen verankerd, zoals we zullen zien en ook gezien hebben wat schone
schijn betreft, in uw begroting, maar ook in de geesten van de mensen
aan wie u het bedrog hebt opgesolferd. Dat is mijn punt. Het legt niet
alleen zoals begrotingsmatig werd aangetoond een financiële last op de
volgende generaties en op de kiezers, maar ook een mentale, politieke,
culturele en een als het ware ­ als u het mij toelaat ­ ideologische last op
de volgend generaties, omdat het alle vertrouwen dat de burgers zouden
kunnen hebben in gezagsdragers, in ijltempo wegzuigt.

Als het vertrouwen er ooit al is geweest, is het in ieder geval aan het
verminderen. De paarse regering, die met haar bedrogcultuur niet alleen
haar begrotingen maar ook het hele politieke debat vervalst, vervalst in
feite de hele samenleving. De gevolgen daarvan zullen zwaar zijn. Dat is
ons uitgangspunt. Dat is ook wat wij bij de start van de
begrotingsbespreking het meest aan de paarse regering verwijten, met
name dat de bedrogcultuur een cultus van het bedrog is geworden. Het zal
op termijn veel meer en veel ingrijpender maatschappelijke gevolgen
hebben dan alleen maar het feit dat de belastingbetaler nadien de
rekening zal moeten betalen.

Collega's, daarom is het vandaag goed om bij het begin van het
begrotingsdebat aan de hand van de gebeurtenissen in het VLD-
partijbureau, waarmee ik mijn uiteenzetting ben begonnen, even kort vast
te stellen wat er gebeurt wanneer een regering, die zou moeten worden
geleid door de grootste partij, zoveel bedrog in haar eigen wezen en
politieke bestaan verweeft. Het is dan begrijpelijk dat de grootste partij in
die regering partijbureaus houdt zoals dat van gisteren en aan het zwalpen
gaat, zoals de krantentitels getuigen. Deze partij, VLD, heeft moeten
slikken. Zo moest ze recent het dossier van de dienstencheques slikken.
Men kan natuurlijk, zoals de Vlaamse kranten hebben gedaan, vele
kolommen wijden aan het feit dat dat alles niet communautair was. Het
was natuurlijk wél communautair. VLD heeft de dienstencheques moeten
slikken, niet zozeer op vraag van de Franstalige partijen dan wel op vraag
van de PS. Ik heb daarnet reeds aangetoond op welke punten de VLD
heeft moeten slikken.

De VLD zwalpt ook trouwens. Ik weet niet of iemand het nog begrijpt.
Zelfs in verband met de core business van de partij hoor je Karel De Gucht
op 2 augustus 2003 heel droogjes pleiten voor bijkomende financiële
inspanningen. Hij noemde het geen nieuwe belastingen, maar zei wel dat
de regering, indien de economie in 2004 geen groeicijfer van 1,8 zou
behalen, bijkomende financiële inspanningen zou moeten vragen aan de
burger. Hij zei dat vóór de bespreking in de regering van de begroting die
thans ter stemming voorligt. Hij zei ook dat er daarrond geen doekjes
business et qui met servilement en
oeuvre l'agenda des autres.

Le président de parti, M. De Gucht,
qui ne jure que par les réductions
d'impôts à concurrence de
plusieurs milliards, a déclaré
publiquement cet été que si l'on
n'atteignait pas les 1,8 pour cent
de croissance économique, le
citoyen devra consentir de
nouveaux efforts financiers. Or la
croissance ne s'élève qu'à 1 pour
cent. Qu'en est-il des nouveaux
impôts? À l'approche des
élections, le même De Gucht ne
parle plus que de réductions
d'impôts. Tôt ou tard, un parti
erratique comme le VLD trébuchera
sur ses propres contradictions.

Lorsqu'il s'agit de jeux de pouvoir,
comme ce fut le cas lors de la
réforme électorale, le VLD est très
fort. Mais dans des dossiers de
fond, décisifs pour l'avenir du pays,
le parti est conditionné par l'agenda
de la gauche. Passons en revue
quelques exemples.

Dans le dossier communautaire
des titres-services, le VLD n'a pu
qu'acquiescer. Et le vote des
étrangers constitue peut-être
l'exemple le plus édifiant d'un
dossier dans lequel le VLD exécute
docilement le programme des
autres partis. Tout cela intervient au
moment où le ministre-président
Ducarme réclame sans la moindre
réaction de la presse un couvre-feu
pour les jeunes, une opinion qui, à
l'époque, avait valu au Vlaams Blok
de se couvrir d'opprobre.

M. De Gucht peut toujours
prétendre que le VLD se défendra
bec et ongles à la Chambre contre
le vote des étrangers, c'est de
l'esbroufe. Comment compte-t-il
d'ailleurs convaincre des opposants
au Parlement alors qu'il n'est même
pas en mesure de persuader ses
propres sénateurs? Croit-il que les
citoyens ne se rendent pas compte
qu'il ne prend pas de mesure contre
les dissidents Van Krunkelsven et
Van de Casteele mais bien contre
M. Coveliers, qui défend pourtant
docilement la position du parti?

Le citoyen voit clair dans cette
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
mochten worden gewonden. Welnu, de groeiprognoses bedragen
hoogstens 1%. Waar zijn nu die nieuwe belastingen?

Drie maanden later, op 10 november 2003, treedt een andere De Gucht
naar voren, die begint te beseffen dat de verkiezingen voor het Vlaams en
het Europees Parlement eraan komen en dus een heel ander toontje
aanslaat. Het is dezelfde De Gucht in persoon, maar een heel andere De
Gucht in woorden. Hij zegt bij die gelegenheid dat VLD de volledige
beleidsruimte voor fiscale autonomie wil benutten voor een bijkomende
verlaging van de personenbelastingen bovenop de federale
belastingverlaging. Hij zegt verder dat de volgende Vlaamse regering met
VLD een radicale belastingverlaging van 1,34 miljard euro zal toekennen.
Dat is 50 miljard oude Belgische frank. VLD wil dat doen in een tijdspad
van vier of vijf jaar, wat typisch is voor paars en trouwens ook voor paars-
groen. Het plan krijgt een tijdspad van vier of vijf jaar en zal pas in de
volgende regeerperiode, indien de burgers opnieuw voor paars hebben
gestemd, op kruissnelheid komen.

De VLD heeft dus niet enkel veel moeten slikken, maar zwalpt ook. De
partij spreekt eerst over belastingverhogingen, dan weer over
belastingverlagingen. VLD weet het niet meer, wat evident is. Immers, een
partij die zoveel bedrog aaneen heeft geweven, wordt uiteindelijk met haar
eigen contradicties geconfronteerd. Frank Vandenbroucke mag in de
regering onbelemmerd zijn frustraties ventileren over zijn lot, namelijk dat
hij werd weggehaald van Sociale Zaken. Hij mag dat zelfs doen ten
aanzien van de Allerhoogste, mevrouw Onkelinx. De VLD daarentegen
moet zwijgen en slikken.

Ook als ze zwalpt, moet ze slikken. De VLD speelt machtsspelletjes,
onder andere in verband met de kieshervorming. Daar heeft onze voorzitter
groot gelijk in, met zijn verklaring vandaag in de krant waarin hij zegt dat
de VLD zich niet met de vorm bezig moet houden, maar wat meer met de
inhoud. Hij heeft gelijk, maar waar de VLD goed in is, dat is in de vorm. Al
die machtsspelletjes rond de kieshervorming waarbij de VLD de groenen
de keel oversnijdt met het wegknippen, via een bijzondere wet in de
federale Kamer omwille van het effect in het Vlaams Parlement, van de
bepaling inzake de gewestelijke apparentering en waarin zij druk uitoefent
op de groenen om toch nog een kieshervorming richting provinciale
kieskringen te kunnen doorvoeren, al dat soort machtsspelletjes, daar is
de VLD goed in. In de eigenlijke programmatische bepaling van de
toekomst van ons land is de VLD volledig overgeleverd aan de agenda's
van anderen; daar moet zij de agenda's van anderen uitvoeren.

De zaak van het vreemdelingenstemrecht is heel typisch. Wij hebben het
hier weliswaar over een begroting, maar in een beschouwing naar
aanleiding van de algemene politieke lijn van deze regering kan de zaak
van het vreemdelingenstemrecht toch onmogelijk ontbreken, al was het
maar als illustratie van de wijze waarop de VLD de agenda's van anderen
moet uitvoeren.

Mevrouw Avontroodt, u bent de enige VLD'er ter zitting aanwezig. Of toch
niet, ik merk nog een aandachtige luisteraar van de VLD. Toegegeven, de
voorzitter vertegenwoordigt ook nog de VLD, samen met u twee. U mag de
zaal verlaten en het zou mij niet storen: dan weet ik ten minste zeker dat
de VLD niet luistert en dat alleen de bevolking luistert.

Het vreemdelingenstemrecht is een typisch voorbeeld, maar wel een zeer
sprekend voorbeeld hoe de VLD de agenda's van anderen laat uitvoeren en
niet in staat is zelf te sturen, terwijl Ducarme het zich kan veroorloven ­
horresco referens ­om in een belangrijk interview dat zelfs in de Vlaamse
kranten werd overgenomen, te pleiten voor een avondklok voor jongeren.
Stel u voor! Waar is de tijd, goede collega's van het Vlaams Blok, gering
comédie et sait parfaitement que le
dossier du vote des étrangers ne
représente plus rien pour le VLD.
Le citoyen sait que MM.
Verhofstadt, Dewael et De Gucht
ne voient aucune objection à ce
droit de vote. Le citoyen n'ignore
pas que le système belge est
malade et que la Flandre sera une
fois encore contrainte d'accepter
des mesures qu'elle n'a pas
demandées. Le citoyen sait qu'il
est gouverné par une majorité qui
tergiverse et qui trahit, une majorité
qui ne le représente pas. En
d'autres termes, dans la discussion
relative au droit de vote, c'est la
démocratie elle-même qui est mise
en cause.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
in aantal, maar volgende keer nog groter dan nu, dat het Vlaams Blok met
de mensenrechten en de sabel van pater Leman werd neergehakt en werd
bedreigd door de heer Eerdekens met een proces waarvoor wij ons nu
moeten verantwoorden, omwille van zaken zoals de avondklok voor
jongeren? Ondertussen kan Ducarme, met de elegantie van een
Franstalige liberaal, ongegeneerd dat item, dat paradepaardje van het
zeventigpuntenplan van het Vlaams Blok, mijnheer Van der Maelen,
verdedigen. Terwijl hij daarmee bezig is, moet de VLD zich in de zaak van
het vreemdelingenstemrecht ­ u zal de Vlaamse uitdrukking kennen,
mevrouw Avontroodt ­ een oor laten aannaaien. De VLD moet dulden dat
zij zich in de zaak van het vreemdelingenstemrecht moet beperken tot wat
gewauwel als zullen zij zich verzetten in het Parlement.

Het is heel charmant van de heer De Gucht te zeggen dat hij zich gaat
verzetten in het Parlement, maar ik roep de heer De Gucht op daar goed
over na te denken. Na Nieuwjaar gaan we daar aan beginnen, want dan
komt het hier in de Kamer. Dat zal wat anders zijn dan in de Senaat,
mijnheer de voorzitter, ik kan u dat voorspellen. Wij hebben hier geen
Coveliers en de zaken zullen misschien iets minder kleurrijk zijn, maar wij
zullen ervoor zorgen dat ze toch kleurrijk worden, nietwaar, collega's? Als
het vreemdelingenstemrecht in januari in de Kamer wordt besproken, dan
wil ik de heer De Gucht wel eens zien. De heer De Gucht wil nu de
tegenstanders overtuigen hier in het Parlement, maar hij kan niet eens zijn
eigen partijgenoten overtuigen! De Gucht gaat de tegenstanders in het
Parlement overtuigen, maar hij is niet eens in staat om zijn eigen VLD-
senatoren allemaal te overtuigen. Dat is dus komedie en De Gucht weet
dat.

Het enige wat ik een beetje bevreemdend vindt, is dat Karel De Gucht zelf
niet beseft dat ook de buitenwereld weet dat het komedie is. Hij denkt dat
de buitenwereld dat gelooft, maar de buitenwereld gelooft dat niet. De
buitenwereld weet zeer goed dat de VLD dat niet in het regeerakkoord
heeft gezet, dat zij dat over haar kant heeft laten gaan omdat De Gucht,
Dewael en Verhofstadt ervoor zijn en om geen enkele andere reden. Dat
de VLD niet ingrijpt tegen Vankrunkelsven wanneer hij zegt dat hij
voorstander ervan is en ook in die zin stemt, is omdat hij eigenlijk stemt
zoals ook zij zou moeten stemmen. Dat is de reden waarom er wordt
opgetreden tegen de enige die het partijstandpunt verdedigt, met name de
heer Coveliers. Denkt u dat de burgers dat verkeerd begrijpen? De burgers
begrijpen dat zeer goed. Zij begrijpen de essentie van wat er gebeurt, te
weten dat de VLD komedie speelt en het vreemdelingenstemrecht de
partij niets waard is.

Uit de analyse van het partijbureau, dat uit de hand is gelopen, wordt
afgeleid dat de achteruitgang in de peilingen wellicht te wijten is aan het
feit dat er werd gefilibusterd in de Senaat Dat is de wereld op zijn kop!
Terwijl iedereen zou verwachten dat de VLD in de peilingen de rekening
moet betalen voor haar zoveelste verraad, haar zoveelste bedrog in de
kwestie van het vreemdelingenstemrecht, wordt voorgehouden dat de VLD
de rekening moet betalen omdat zij heeft getoond dat sommigen van haar
leden tegen het vreemdelingenstemrecht zijn. Dat is totaal waanzinnig.

De heer De Gucht moet dus niet geloven ­ hij is niet aanwezig, maar zij
zullen het hem in januari zeker een paar keer kunnen zeggen ­ dat de
bevolking dat niet ziet of niet in staat is de politieke partij die daarvoor
verantwoordelijk is, aan te wijzen. Dat is met name de politieke partij die
als grootste in de coalitie doet alsof zij de coalitie moet domineren, alsof
zij de agenda bepaalt van de coalitie en alsof zij de verantwoordelijkheid
en de kracht van de coalitie uitmaakt. Als het erop aankomt echter, als
het gaat over het vreemdelingenstemrecht, dan heeft zij met de coalitie
niets te maken.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
De mensen kijken daar los doorheen. Zij weten echter dat Verhofstadt,
Dewael en De Gucht eigenlijk voor het vreemdelingenstemrecht zijn. In de
kastelen waar de regering werd gevormd hebben zij dat toegegeven dat dit
een parlementaire zaak mocht worden.

Mevrouw Avontroodt, doe de heer De Gucht de groeten. Wij wachten op
zijn parlementaire behandeling van dat thema en op de wijze waarop hij
zijn veelvuldige tegenstanders wil overtuigen, terwijl hij niet eens in staat is
Van de Casteele en Vankrunkelsven te overtuigen.

Denk maar niet dat de bevolking dat mechanisme niet doorheeft en niet
begrijpt waarover het in essentie gaat. Dat Belgische mechanisme is een
onrechtvaardig mechanisme dat het mogelijk maakte dat Vlaanderen,
waar zelfs geen schijntje van een meerderheid te vinden is voor het
vreemdelingenstemrecht, toch onder het vreemdelingenstemrecht zal
gebukt gaan. De burgers begrepen dat het, meer nog dan over het
vreemdelingenstemrecht zelf, gaat over het Belgische systeem waarin zij
worden geregeerd door personen die zij niet kunnen verkiezen, door
kandidaten die zij niet kunnen wegstemmen en door een meerderheid
waarvoor zijzelf in Vlaanderen niet verantwoordelijk zijn en niet willen zijn.
Meer nog dan het vreemdelingenstemrecht is het de democratie zelf die in
die zaak van het vreemdelingenstemrecht betrokken is.

De voorzitter: Mijnheer Annemans, de heer De Padt wenst u te onderbreken. Zo kunt u ook wat op adem
komen.
01.04 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, het verwondert mij
een beetje dat op het scherm begroting 2004 staat en niet VLD 2004. Ik
heb de indruk dat de heer Annemans zich voorstelt dat hij op een congres
van zijn partij aan het praten is. Ik denk dat hij aan het oefenen is voor die
speech, want ik zie niet goed in wat zijn betoog te maken heeft met de
begroting 2004.

(...)
01.04 Guido De Padt (VLD): Le
thème de ce débat n'est pas "Le
VLD 2004" mais "Le budget 2004".
Notre collègue Gerolf Annemans
voulait-il s'exercer avant son
prochain discours au congrès du
Vlaams Blok?
01.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat
collega De Padt er in de eerste plaats zou moeten in slagen om de
kinderkopjes op de muur van Geraardsbergen te verkopen. Laten wij
terugkomen tot de essentie van het debat, met name de begroting 2004.

Ik heb aan onze goede collega De Padt voorgesteld mij een aantal
kinderkopjes te koop aan te bieden, maar ik ontving nog steeds geen
aanbod. Ik maak dus van zijn interventie gebruik om nogmaals mijn vraag
aan hem te richten.
De voorzitter: Mijnheer Annemans, kunt u stilaan besluiten? Uw dertig minuten spreektijd zijn verstreken en dat
was de maximum vooropgesteld spreektijd.
01.06 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, u
moet de interventie van de heer De Padt daarvan wel aftrekken.
De voorzitter: Het is een korte blessuretijd.
01.07 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, de
heer De Padt bedroeft mij, want hij heeft in een halve minuut aangetoond
dat hij niet naar mij geluisterd heeft.

Ik had het enkel en alleen over het vreemdelingstemrecht omdat ik wil
illustreren hoe de cultus van het bedrog heel de paarse regeercultuur
bepaalt. Ik heb er verschillende voorbeelden van gegeven en het stelt mij
teleur dat de heer De Padt als enig lid van de VLD thans aanwezig in dit
01.07
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Ce qui s'est
passé dans le dossier de l'octroi du
droit de vote aux étrangers non
européens est tout de même la
parfaite l'illustration de la culture
politique de la coalition violette et
du culte qu'elle voue à la tricherie.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
halfrond - buiten mevrouw Avontroodt, maar zij heeft wel goed gevolgd ­
niet goed heeft geluisterd.

Ik maak mij geen enkele illusie over de vraag of wat ik gezegd heb ooit de
heer De Gucht zal bereiken. Wij wachten tot januari, dan zal hij het zeker
moeten beluisteren. Wij zullen het desnoods honderd keer herhalen. Ik
heb echter uitgelegd waarom het vreemdelingenstemrecht een perfecte
illustratie is van de wijze waarop de VLD zich door anderen agenda's laat
opleggen die de hare niet zijn en die zij niet kan bemeesteren. Dat is de
reden waarom ik het hier over het vreemdelingenstemrecht heb.

De begroting is een uitmuntend voorbeeld van de wijze waarop de VLD
niet in staat is om te tonen dat zij de grootste partij in deze regering is.
Immers, bij de VLD gaat men er mentaal van uit dat de sp.a de grootste
partij in deze regering is. Dat blijkt uit de begroting, uit het dossier over
het vreemdelingenstemrecht en uit alles wat er van de VLD nog overblijft.
Het spijt mij, mijnheer De Padt, dat u niet goed geluisterd hebt. Ik kom
terug tot mijn betoog.

Le VLD se laisse imposer des
programmes qui ne sont pas les
siens. Nous le constatons dans le
dossier du droit de vote des
immigrés et nous le constatons
également dans ce budget.
De voorzitter: U bedoelt wellicht tot uw conclusie, mijnheer Annemans.
01.08 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, dan
moet ik mij opnieuw inschrijven in het deel infrastructuur.
De voorzitter: Ik geef u dertig minuten spreektijd en die heeft u al overschreden.
01.09 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik merk tot mijn ontzetting
dat ik mij heb laten meeslepen door de aanwezigheid van de vice-premier
om met veel enthousiasme iets langer te spreken dan ik zelf had voorzien.
Ook de belangrijke aanwezigheid van de minister van Landsverdediging
heeft mij geïnspireerd.
De voorzitter: Mijnheer Annemans, had ik dat eerder geweten dan had ik de vice-eerste minister verzocht het
halfrond even te verlaten.

Collega's, de heer Annemans zal nu langzaam, maar zeker besluiten.
01.10 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Dat er nu geen VLD'ers in de
zaal zijn, is spijtig, maar daarom heb ik met des te meer vuur gesproken
in de hoop dat ik hen toch zou bereiken.

Ik rond af met een kort boogje. Dat mechanisme van onrecht, dat door de
grootste Vlaamse partij wordt begaan, zit ook in deze regering
ingebakken. Er zijn nog andere voorbeelden. Daarover zullen we het ook
nog hebben in januari, mevrouw Avontroodt. Er zijn andere voorbeelden
waar de VLD zich een agenda laat opdringen door anderen, die nochtans
door de burgers zeer goed wordt bekeken. Denk aan de financiering van
het Vlaams Blok. Dat is de agenda van de PS, die de VLD'ers met
hangende pootjes in de commissie moeten behandelen, waarin ze
eigenlijk geen zin hebben. Nu is het weer een tijdje uitgesteld, maar in
januari komt het toch terug. Ik zal daarover niet uitweiden.

De eigen agenda van de VLD is weg. Mijnheer De Padt, het is toch een
zeer belangrijke vaststelling in een begrotingsbespreking dat de eigen
agenda van de VLD weg is. De eigen-volk-eerst-agenda, die de Parti
socialiste uitvoert voor Wallonië, hebt u niet. Die zit daar in de vorm van 18
kamerleden, die misschien nog zullen aangroeien, om de VLD, CD&V en
iedereen in Vlaanderen eraan te herinneren dat er een eigen-volk-eerst-
politiek moet worden gevoerd, iets wat daar door de PS en de MR wordt
bedreven en in de politiek wordt omgezet. Maar die agenda is weg.
01.10
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Le VLD n'est
pas parvenu à démontrer qu'il était
le premier parti de Flandre. Il n'a
pas de programme «nos gens
passent avant!» que le PS et le MR
exécutent sans vergogne du côté
wallon. Boudewijn Bouckaert est
vraiment le seul qui conjure le parti
d'abandonner sa politique myope et
carriériste pour servir les intérêts
flamands.

Ce régime autocratique de la
coalition violette qui a engendré un
Etat tricheur au lieu d'un Etat
modèle me fait frémir. Que le
Vlaams Blok, qui est un parti
d'opposition démocratique, soit
combattu à coups de procès et de
cordon sanitaire est proprement
scandaleux. Et comme le montre
l'affaire Coveliers, il devient peu à
peu périlleux dans cette prétendue
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Mijnheer de voorzitter, ik zal afronden. Het wordt nog af en toe herhaald
door mensen als Boudewijn Bouckaert, die doorgaat voor de weliswaar
Vlaamsgezinde ­ een beetje hinderlijk als belgicistische partij ­ maar toch
filosofische grondslaggever van een partij als de VLD. Hij heeft zeker mee
aan de wieg gestaan van het concept waarmee Guy Verhofstadt de VLD
heeft opgericht toen hij van de PVV naar de VLD ging. Boudewijn
Bouckaert geeft de eigen-volk-eerst-agenda, die u voor de verkiezingen
nog aan de kiezers probeerde te slijten. Hij had deze week nog een
schitterende analyse, die op minder dan een klein kolommetje van uw
krant, mevrouw Avontroodt, samenvat waar het de VLD aan mangelt. Ik
zal het hier niet voorlezen om de voorzitter niet te ergeren.

Ik lees alleen de laatste zin voor. Ik citeer: "Het wordt tijd dat de VLD daar
werk van maakt," ­ ik laat de hele zin voor het overige voor wat hij is ­ "en
in plaats van zich te laten leiden door kortzichtigheid en carrièrezucht de
nek uitsteekt voor het algemeen Vlaams belang". Dat was het slot van zijn
betoog. Dat is de kern. Gij laat u mentaal, politiek en ideologisch een oor
aannaaien door de socialisten die op een onbeschaamde manier de eigen-
volk-eerst-politiek uitvoeren waarvoor in Vlaanderen een afzonderlijke partij
nodig is om ze nog op de politieke agenda te houden, omdat de VLD ze is
vergeten en omdat CD&V ze destijds was vergeten. Wij zijn gevormd en
wij zitten gebeiteld door het besef dat die grote Vlaamse regeerpartijen
vergeten wat het eigen volk eerst is.

Mijnheer de voorzitter, ik zou het daarbij voorlopig willen laten.

Ik had graag nog even een kleine slotpassage ingelast, mijnheer de
voorzitter. Ik huiver van het paarse regime. Ik huiver van het paarse regime,
want het is verworden tot een autocratisch regime dat zichzelf modelstaat
noemt, maar in feite iets is geworden waarvan men schrik moet hebben.
Het is een regime waarin het bedrog vooropstaat, met een 1-meiparade
waarop allemaal tanks verschijnen, terwijl er een krater van Sovjet-
armoede voor ons ligt, een krater van werkloosheid die met allerlei schone
schijn wordt bedekt. Men ziet dan dat op het Lenin-mausoleum van tijd tot
tijd iemand wordt geschrapt. Temsamani moet weg. Door wie wordt dat
beslist? Niemand die het weet.

Op het 1-mei-Lenin-mausoleum wordt naast de grote Manitoes plots een
Delathouwer vervangen door ik weet niet meer wie. Dat gebeurt zo
eensklaps uit de mouw van Stevaert. Ineens is ook Coveliers, verdwenen
van het mausoleum. Dat soort autocratisch regime waarbij de democratie
beperkt is tot de kracht die men heeft om in het VLD-partijbureau met de
armen te mogen zwaaien, daar huiver ik van. Het regime is gebaseerd,
mevrouw Avontroodt, op bedrog en op gevaarlijk opereren tegen een
oppositielid. Ik verwijs naar ons proces. Het is een schande dat een
democratische partij zich voor een correctionele rechtbank moet
verantwoorden, voor niets anders dan haar eigen ideeën. Het is een
schande dat ik op de bankjes, mijnheer Van de Maelen - u heeft er nog
nooit op gezeten -, van de carjackers en van de drugdealers moet zitten,
dat ik hun kauwgom onder mij voel, dat ik met mijn vingers in hun
kauwgom moet frutselen, omdat ik mij moet verantwoorden voor niets
anders dan voor de ideeën van mijn partij, die van het ene jaar op het
andere alsmaar meer kiezers krijgt. Dat is de schande van uw
autocratisch regime.

Ook het cordon sanitaire ­ waarover ik niet langer zal uitweiden ­ is een
schande van uw democratie, uw zogenaamde democratie, die niets
anders is dan een autoritair regime waar het gevaarlijk is om uw mening te
zeggen ­ kijk maar naar Coveliers ­ en waar het gevaarlijk is om oppositie
te zijn. Daarvan huiver ik en dus zullen wij de begroting afkeuren.

Door een stem tegen die begroting zullen wij onderstrepen dat wij
démocratie d'exprimer son opinion
personnelle. Nous ne cesserons
jamais de le dénoncer.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
oppositie zijn en blijven en dat we, wat u ook mag doen, blijven waar we
zijn en doorgaan.
01.11 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, monsieur le ministre, chers collègues, au fond, un
budget, au-delà de l'alignement des recettes et des dépenses, au-delà de
la détermination de certains axes politiques, c'est avant tout une question
de confiance. L'impression retirée, c'est que cette confiance n'existe
vraiment pas.

Premier élément: eu égard au gouvernement, la meilleure définition qui en
a été donnée l'a été par une vice-première ministre. Je cite: "C'est le fruit
d'une alliance contre nature", ce qui, si l'on s'en réfère à la mythologie, ne
sait produire que des monstres. J'ai l'impression que le fruit de ce
gouvernement, qu'est le budget, c'est en quelque sorte un minotaure,
c'est-à-dire un monstre, résultat d'une union contre nature, minotaure qui,
hélas, n'est pas accessible, à travers le dédale où il se trouve, par un fil
d'Ariane. En effet, on ne peut pas vraiment dire que les explications
données en commission permettent vraiment de détenir ce fil d'Ariane
pour le maîtriser.

On est en présence d'un gouvernement qui vit énormément de tensions
internes, qui ne sait pas dresser de synthèse. Donc, le budget traduit,
nécessairement, cette impossibilité de développer cette confiance interne.

En ce qui concerne la confiance du public, le dernier sondage publié hier
l'indique bien: jamais gouvernement, après une aussi courte période de
vie, n'a été taxé d'un tel degré de méfiance! Messieurs les ministres, vous
pouvez éprouver un certain nombre de satisfactions de ce sondage et je
vous félicite à propos des intentions de vote concernant vos deux partis,
mais en même temps, il faut noter à quel point il y a, dans le chef du
public, une méfiance profonde à l'égard de l'action gouvernementale, ce
qui n'est pas un bon signe pour mener un budget.

Deuxième élément: ce budget est intitulé "budget pour l'emploi". Or, Dieu
sait si cette notion même du budget pour l'emploi reste la préoccupation
majeure de nos concitoyens! La confiance qui devra accompagner une
série de mesures en faveur de l'emploi est largement minée par le fait que,
d'emblée, le premier ministre a annoncé la création de 200.000 emplois,
car, en faisant cet effet d'annonce, il a tué l'idée même que l'on pouvait se
faire d'une augmentation régulière et normale de l'emploi dans notre pays.

Donc, la confiance nécessaire est absente. En examinant en détail les
circonstances dans lesquelles s'inscrit ce budget, je suis frappé par trois
éléments. Premièrement, le pessimisme général, marqué à travers
l'attitude des consommateurs et des entrepreneurs. Le nombre
d'entrepreneurs qui estiment le niveau de leur stock trop élevé augmente
depuis trois ans. Deuxièmement, le recul des investissements. Vous le
citez dans l'exposé des motifs, il s'agit du recul des investissements
notamment en matière de logement, au niveau des entreprises. La
situation est telle que le recul des investissements dans le chef des
particuliers se marque au niveau des logements.

Il y a aussi le recul des investissements publics, nous sommes
maintenant très en dessous de la moyenne européenne, ainsi qu'un recul
d'autres types d'investissements au niveau des entreprises. Tout cela
n'est que la traduction du pessimisme.

Troisièmement, une dégradation de notre position compétitive. La mesure
de la position compétitive de la Belgique par le "World Economic Forum"
montre qu'en un an, nous avons rétrogradé de la 21
e
à la 27
e
place
01.11
Jean-Jacques Viseur
(cdH): Naast ontvangsten en
uitgaven is een begroting ook een
zaak van vertrouwen en ik kan me
niet van de indruk ontdoen dat dit
vertrouwen ontbreekt.

De vice-eerste minister heeft de
regering omschreven als "de vrucht
van een monsterverbond". Deze
begroting heeft ook veel weg van
een monster, van de Minotaurus
meer bepaald. Maar we beschikken
niet over de draad van Ariadne om
het monster te bedwingen. De
regering slaagt er niet in haar
interne spanningen te beheersen en
wekt geen vertrouwen.

De opiniepeilingen geven aan dat
ook de bevolking geen vertrouwen
heeft in de regering. Ook al gaat
het de meerderheidspartijen voor de
wind, toch wekt het
regeringsoptreden alleen maar
wantrouwen.

Deze begroting staat in het teken
van de werkgelegenheid waarover
de bevolking zich het meest zorgen
maakt. Maar door onmiddellijk de
creatie van 200.000 jobs naar voor
te schuiven heeft de eerste minister
verhinderd dat er aan een normale
en geleidelijke stijging van de
landelijke tewerkstelling kon
gedacht worden.

In de begroting vallen me drie
zaken op: Het veralgemeend
pessimisme dat zich uit in de
houding van de verbruikers en de
ondernemers, evenals de terugloop
in de investeringen; de
achteruitgang van onze
concurrentiepositie (in een jaar tijd
zijn we gezakt van de 21
e
naar de
27
e
plaats op de wereldranglijst); de
plaats die in de begroting wordt
ingeruimd voor de hervorming van
de personenbelasting die
gebaseerd is op een gemiddelde
groei van 2,5 percent terwijl de
werkelijke groei lager is dan 1 of 2
percent.

De groei en de maatregelen inzake
de personenbelasting liggen
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
mondiale. C'est un indicateur extrêmement important parce qu'il marque,
à travers une crise générale, une dégradation de la position particulière de
la Belgique.

Je ne rappellerai jamais assez le troisième élément qui obère la situation:
la réforme de l'impôt des personnes physiques - et accessoirement la
réforme de l'ISOC ­ a été fondée sur une croissance moyenne de 2,5%
pendant un certain nombre d'années. Nous n'y sommes pas, nous n'y
avons jamais été depuis que la réforme a été décidée, mais son entrée en
vigueur progressive fait que, chaque année, elle pèse de plus en plus sur
le budget; elle pèse d'autant plus lourd que la croissance est inférieure à 1
ou 2%. En tout cas, nous n'avons jamais atteint le degré de croissance
qui aurait pu accompagner cette réforme de l'impôt des personnes
physiques.

Cela se traduit par un transfert important des charges budgétaires,
diminuées au niveau de l'impôt des personnes physiques, vers les autres
éléments: les impôts indirects, les impôts régionaux et locaux. Sur ce
plan, ils sont moins justes puisqu'ils assurent moins la redistribution.

Chaque année qui passe, l'écart entre la croissance et l'effet des mesures
en faveur de l'impôt des personnes physiques rendra plus difficile non
seulement l'équilibre, mais aussi l'essence même du budget, c'est-à-dire
la capacité de mener des politiques, soit procycliques, soit
contracycliques, qui fassent que le budget soit un élément majeur dans la
création de l'emploi.

Quatrième élément constaté: ces derniers temps, on a vécu un report
constant de charges et j'espère que cela se terminera dans les années à
venir. Une bonne partie du budget 2004 devra absorber des charges
relevant normalement de l'exercice 2003. Ce n'est pas bon pour mener
une politique de relance, pourtant bien nécessaire.

Dernier élément inquiétant sur le plan macroéconomique: le surplus
budgétaire, hors dépenses liées à la dette, devient de plus en plus faible.
Je suis convaincu ­ c'était d'ailleurs l'enseignement du Conseil supérieur
des Finances et de tous les observateurs de la situation en Belgique
durant ces dernières années ­ que l'utilisation d'un surplus primaire de
6%, quelles que soient les circonstances économiques, était et reste le
meilleur garant d'une politique qui dégage des surplus.

Je rappelle que l'OCDE, dans cette perspective économique, souligne que
le gouvernement belge doit prendre les mesures nécessaires pour
maintenir l'équilibre du budget afin de préserver la confiance dans la
stratégie de réduction de la dette, dont l'un des principaux objectifs est de
préparer les finances publiques à faire face aux conséquences du
vieillissement démographique. Pour ce faire, c'est l'utilisation claire de
surplus primaires qui, au-delà de mesures "one shot", peut assurer
l'équilibre à terme du budget face aux conséquences démographiques
dont, pour cette année - et le budget le montre au niveau de la note sur le
vieillissement - on mesure que le poids sur les finances publiques va être
plus important que celui prévu initialement.

Voilà les éléments macroéconomiques qui incitent à considérer que ce
budget n'est pas à la hauteur des ambitions que l'on doit avoir. Il est un
autre aspect très inquiétant, c'est que ce budget est consolidé quasi
exclusivement par trois recettes "one shot". D'une part, l'opération
Belgacom, qui représentera 1,4 milliards d'euros au budget 2004; d'autre
part, les effets attendus de l'amnistie fiscale; enfin la poursuite de la vente
de biens, de propriétés immobilières de l'Etat, ventes immédiatement
suivies de prises en location.
zodanig uit elkaar dat de begroting
zijn rol van motor van het beleid
dreigt te verliezen.

De vierde vaststelling is dat een
groot deel van de begroting 2004
wordt uitgetrokken voor lasten die
normaal bij het begrotingsjaar 2003
horen.

Het laatste, op macro-economisch
vlak verontrustende element is dat
het begrotingsoverschot, zonder de
uitgaven om de schuld af te lossen,
steeds kleiner wordt.

Ik ben ervan overtuigd dat het
handhaven van
een primair
overschot van 6%, ongeacht de
economische omstandigheden, de
beste garantie was en blijft voor een
beleid om overschotten vrij te
maken.

De OESO onderstreept dat de
Belgische regering de nodige
maatregelen moet nemen om de
begroting in evenwicht te houden
zodat het vertrouwen in de
schuldverminderingsstrategie, met
als een van de voornaamste
doelstellingen de openbare
financiën voor te bereiden op de
gevolgen van de verouderende
bevolking, ongeschonden blijft. Om
dat doel te bereiken, zijn we voor
een begrotingsevenwicht op lange
termijn beter met een primair
overschot dan met one shot
maatregelen.

De begroting wordt nagenoeg
uitsluitend door twee one shot
inkomsten geconsolideerd:
enerzijds door de operatie
Belgacom die goed is voor 1,4
miljard euro van de begroting 2004,
en de verwachte gevolgen van de
fiscale amnestie en anderzijds door
de verkoop van onroerende
staatseigendommen, die
onmiddellijk weer worden gehuurd.

Die eenmalige ontvangsten
verbloemen echter de realiteit, ze
beletten dat werk wordt gemaakt
van een structurele sanering van de
overheidsfinanciën en van een
beleid om de demografische schok
op te vangen. Dat soort
begrotingstechnieken is deel gaan
uitmaken van het normale
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Je crois que ce type de recettes "one shot" présente un gros
inconvénient: il masque la réalité. D'abord, il pèse sur les budgets futurs
et il rend de plus en plus difficile l'équilibre budgétaire à l'horizon 2008,
2010 ou 2015, c'est-à-dire au moment où le vieillissement de la population
va commencer à faire peser très fort ses effets sur les recettes et les
dépenses de l'Etat. Donc, l'utilisation systématique de produits "one shot"
empêche un assainissement vraiment structurel des finances publiques et
une politique structurelle qui était indispensable pour faire face au choc
démographique ainsi que l'a régulièrement rappelé le Conseil supérieur
des Finances. L'utilisation de ces techniques qui pèsent sur les budgets
futurs est devenue maintenant le mode normal de gestion de l'Etat, ce qui
est un handicap pour les budgets futurs, ce qui rend les budgets 2005,
2006 beaucoup plus aléatoires encore, tout reposant finalement sur une
seule phrase: "la reprise est au coin de la rue et se manifestera
rapidement". Depuis trois ans, c'est ce que l'on entend partout en Europe
mais la reprise n'est toujours pas au bord du chemin.

J'ai quand même deux bons points à distribuer dans ce budget. Le
premier a trait à la prise en considération de la croissance et je pense que
1,8% d'hypothèse de croissance, c'est la moyenne des prévisions
économiques publiées.

Objectivement, les semaines qui nous séparent de l'établissement du
budget n'ont pas modifié l'orientation. Sur ce plan, il n'y a pas l'écart que
l'on pouvait craindre et que l'on retrouve dans les pays voisins. C'est un
bon point.

Le second bon point pour moi est celui des dépenses affectées à
l'entièreté du secteur des soins de santé. Un effort constant est fourni
dans ce domaine, en vue de couvrir un volet extrêmement important pour
nos concitoyens.

Mais à côté de cela, deux éléments du volet dépenses sont
particulièrement préoccupants. Ce sont, d'abord, tous les investissements
liés au fonctionnement des services publics. Ces investissements sont
plus faibles que la moyenne européenne. Ils sont à la limite du possible
par rapport à la détérioration générale de nos équipements et ils ne
permettent pas de mener, dans certains domaines, une politique
audacieuse.

Je prendrai pour seul exemple le budget de la Défense. En ce qui
concerne les investissements, nous réalisons le plus mauvais score des
19 pays membres de l'OTAN, après le Luxembourg, le Canada et
l'Espagne, soit 1,3% de moins que la moyenne des pays européens,
beaucoup moins que la France ou des pays comparables par la taille
comme la Norvège ou les Pays-Bas. C'est d'autant plus inquiétant qu'il
est certain que, dans un tel domaine, la diminution des investissements
est nuisible à une politique à long terme, mais au moment où, à juste
titre, la Belgique veut s'engager, avec d'autres pays, dans une coopération
renforcée en matière de défense, il est certain que nous arrivons à un taux
très largement inférieur à ce que recommande l'OTAN, mais encore
nettement inférieur à ce que devrait représenter, pour garantir son
indépendance, une véritable politique européenne de défense. Ce n'est
pas bon car cela reporte à beaucoup plus tard des efforts nécessaires, à
un moment où il faudra réaliser un arbitrage entre ces dépenses et celles
liées au vieillissement.

En conclusion, je dirai: mauvais budget, parce que gouvernement peu
stable et non uni dans les choix qu'il opère; mauvais budget, parce que
cette année - et nous sommes encore loin de ce que ce sera en 2005 ­
on enregistre un affaiblissement des recettes par le maintien envers et
contre tout de la réforme fiscale; mauvais budget, parce que ce qui devait
staatsbeheer.

Toch krijgt deze begroting ook twee
goede punten: er wordt rekening
gehouden met de groei en er
worden middelen toegekend aan de
sector gezondheidszorg.

In bepaalde domeinen is echter
geen ambitieus beleid mogelijk,
omdat de middelen bestemd voor
het functioneren van de
overheidsdiensten, niet toereikend
zijn.

Ik beperk me tot het voorbeeld van
Defensie, waar we op het vlak van
investeringen de slechtste prestatie
van de negentien NAVO-lidstaten
neerzetten.

Ik eindig met het besluit dat dit een
slechte begroting is. Er is heel wat
getouwtrek binnen de regering, de
inkomsten dalen en de
werkgelegenheid, toch een
sleutelelement van het
regeringsbeleid, beperkt de
speelruimte en blijft afhankelijk van
een heropleving van de conjunctuur.

Om die reden kunnen we in geen
geval dit ontwerp van begroting
goedkeuren.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
être un élément majeur de la politique ambitieuse de l'emploi annoncée se
révèle être, finalement, une mesure qui limite les moyens d'action en
investissements, qui limite les moyens d'action dans le fonctionnement de
l'administration et qui dépend exclusivement de l'espoir de voir la
conjoncture économique se redresser.

C'est la raison pour laquelle nous ne pouvons en aucun cas adhérer à ce
projet de budget.

De voorzitter: Dat was de laatste spreker in dit deel van de algemene
bespreking

Dan vatten wij thans het onderdeel Landsverdediging aan, waarvoor de
heren De Crem, Kelchtermans en Sevenhans als sprekers zijn
ingeschreven

Ik begroet de minister van Landsverdediging.
Le
président: La discussion
générale est close. Nous passons
à présent dans le cadre de ce
débat budgétaire à la discussion du
premier des secteurs, celui de la
Défense. Je salue le ministre de la
Défense. Trois orateurs sont
inscrits: MM. De Crem,
Kelchtermans et Sevenhans.
01.12 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal mijn uiteenzetting beperken tot die onderwerpen die
betrekking hebben op de begroting.

Mijnheer de voorzitter, u weet dat waarschijnlijk niet, maar wij hebben in
de commissie voor de Landsverdediging bijna twee weken geleden een
verrassingsaanval meegemaakt, zoals de minister dat ook noemde. Op
die fameuze dinsdag bezette de eerste minister, geflankeerd door de
minister van Landsverdediging ­ in vroegere termen de minister van Oorlog
­ de commissie. De commissieleden waren een beetje verbaasd. Wij
dachten dat er zich een minicoup voordeed.

Eigenlijk was het een ongelooflijk gebeuren. Plots zag ik de eerste
minister als een raket binnenkomen, gevolgd door de minister van
Landsverdediging die mij deed denken aan een flying fortress. Wij kennen
allemaal de vliegende forten uit onze jeugd, die na een landing in bezet
gebied terugkomen, net over de laatste haag binnenvallend, weliswaar
gehavend. Welnu, zo gedroeg de minister van Landsverdediging zich als
het ware. Als een bommenwerper kapotgeschoten in de flank, wat olie
verliezend en scheefgaand kwam minister Flahaut binnen. Het was
eigenlijk geen flying, maar een landing fortress. Hij vloog naar links, maar
dat is geen probleem, mijnheer Versnick. Het enige wat de minister van
Landsverdediging nog kon vertellen was dat hij zou terugkomen op 17
december, morgen dus. Strategisch gezien is dat een gigantisch
probleem, mijnheer de minister, omdat ik, in militaire termen gezegd, niet
wil interfereren in de uiteenzetting die u morgen zult houden.

Mijnheer de voorzitter, het was werkelijk een minitafereel. Eisenhower en
Patton! Het doet mij denken aan het beeld van de kleine soldaat die in
Tikrit Saddam Hoessein heeft gevonden en die met een ongelooflijke
overwinningstronie komt aankondigen: ja, wij hebben het gedaan!
01.12 Pieter De Crem (CD&V):
L'offensive surprise lancée
récemment par le premier ministre
en commission de la Défense était
un spectacle hallucinant. Tel un
putschiste, il a pris d'assaut la
commission sous l'oeil de la
caméra et sous le regard éberlué
du ministre Flahaut qui a employé
le premier l'expression «attaque
suprise». Socialiste francophone
dans l'âme, il ne pouvait
évidemment pas utiliser le terme de
Blitzkrieg.
De voorzitter: Dan moet u zwaar gewerkt hebben, want er werd over gesproken op de Conferentie de dag erna.
01.13 Pieter De Crem (CD&V): Dat was het uur erna, mijnheer de
voorzitter.
De voorzitter: Het uur daarna? Dat is nog erger.
01.14 Pieter De Crem (CD&V): Ik heb deze morgen in de krant gelezen
dat u zich nog goed voelt. Ik voel mij nog beter. Meer spinazie eten! Ik
herinner mij alles nog van uur tot uur. U herinnert zich nog alles van dag
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
tot dag. Het was een uur nadien.

De voorzitter: In de politiek volstaat van jaar tot jaar.
01.15 Pieter De Crem (CD&V): U probeert Popeye the sailorman te
spelen. In elk geval was het een uur nadien dat ik u heb gezegd dat
Eisenhower en Patton in de commissie voor de Landsverdediging waren
neergestreken. Het is natuurlijk spijtig dat collega de Donnea, die een
groot verdediger is van 's lands defensie ­ wij delen vaak dezelfde mening
­ dat niet heeft kunnen meemaken omdat hij geen lid is van de commissie
voor de Landsverdediging. We werden daar plots geconfronteerd met een
soort engelenkoor. Het was een soort vroegtijdig kersttafereel. Niet "Waar
de sterre bleef stillestaan", maar "Waar de sterren bleven stilzitten". De
eerste minister, de minister van Landsverdediging en de stafchef van de
regering hebben zich daar neergevleid. Het was echt als een soort
Eisenhower en Patton die zeiden: "Here we come". Ik moet zeggen dat ik
een déja vu-gevoel had. Ik had nog wat jeugdpuistjes uit te duwen toen ik
op het einde van de jaren '70 en in het begin van de jaren '80 Tejero en
Milans del Bosch op TV in het Spaanse Parlement zag komen. Het was
echt een comedy. Er was nog één persoon, de eerste minister, die toen
bleef rechtzitten. Dat was de heer Suárez. Al de rest had zich achter de
banken verschuild. Het was dus een echte verrassingsaanval.

Minister Flahaut heeft ook gesproken over een verrassingsaanval. Ik kan
begrijpen dat hij als lid van de PS een Latijnse zoon is die het woord
Blitzkrieg niet in de mond kan nemen. Dat is een psychologisch en
verbaal onvermogen om dat te doen. Het was een bijzonder interessant
gegeven om dat te mogen meemaken. Ik dacht echt dat het een
staatsgreep was. Niet om dat Herman De Croo mij nadien zei dat hij van
niets wist ­ want dat is niet de eerste keer -, maar wel ...
01.15 Pieter De Crem (CD&V):
J'ai vraiment cru assister en direct
à un coup d'Etat! Non parce que le
président De Croo a feint
l'ignorance - ce qu'il fait souvent -
mais bien parce que, visiblement, il
n'était pas au courant.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, ik heb de technologie om niet alles te zeggen.
01.16 Pieter De Crem (CD&V): ...omwille van het feit dat de koning van
het Parlement, namelijk Herman De Croo, niet op de hoogte was. Dat was
net als in Spanje in de tijd van Tejero en Milans del Bosch. De Koning
was toen niet op de hoogte en steunde de beweging dus niet.

Ik had een beetje een mengeling tussen The longuest day, D-Day, A
Bridge too Far, de Brug in Remagen, Où est-passé la septième
compagnie?, want het had een hoog hilarisch gehalte. Toen werd uit de
battle dress van Flahaut een document naar buiten gehaald. Hebt u
trouwens zijn koperen knopen al gezien vandaag? Hij is echt in battle
dress. Het document dat Flahaut te voorschijn toverde bracht in één
beweging de hervorming van het Belgisch leger met zich mee. De
triomfalistische blikken die ik daar heb gezien, waren een beetje in
tegenspraak met de blikken die ik zondagavond heb gezien, toen de
Belgische regering geconfronteerd werd met de vangst van Saddam
Hoessein. Ik heb vele staatshoofden van vele democratieën gezien die
opgelucht waren. Ik heb aan de lichaamstaal van de minister van
Buitenlandse Zaken van ons land gezien dat hij niet echt opgelucht was.

Het vinden van Saddam Hoessein heeft de eerste minister van België niet
vervuld van vreugde. Ik kom er straks nog op terug. Althans dat was niet
op zijn gelaat te zien. Ik kan dat begrijpen, want heel onze Irak-politiek is
daarmee in duigen gevallen. Ik zal het daarover echter niet hebben. Dat is
voor morgen.

Mijnheer de minister, er is ook goed nieuws. Ons gebed, onze zucht ­ als
we het rapport-Stasi volgen, mogen we binnenkort niet meer over gebed
spreken ­, onze bede ­ een meer geneutraliseerd, Nederlands woord voor
01.16 Pieter De Crem (CD&V):
Lorsque le ministre Flahaut a
exhibé comme par enchantement
le document sur la base duquel il
compte réformer l'armée d'un coup
de baguette magique, j'ai vu des
regards triomphalistes qui n'avaient
rien à voir avec ce que j'ai vu
dimanche soir. Les chefs du
gouvernement de la planète ont été
soulagés d'apprendre la capture de
Saddam Hussein mais pas le
ministre Louis Michel. J'ai déduit
de sa gestuelle qu'il n'éprouvait
aucun soulagement. Je peux le
comprendre car l'arrestation du raïs
met à mal toute la politique
irakienne de notre pays.

Il y a également des bonnes
nouvelles. Notre prière en faveur de
la modernisation de l'armée est
exaucée. Le premier ministre l'avait
déjà dit en juin 1999: il nous faut
une armée plus petite, mieux
équipée et plus efficace, en un mot
une armée qui connaît ses forces
et ses faiblesses. Le plan
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
gebed ­, wordt verhoord: het Belgisch leger moet worden gemoderniseerd.
Uiteindelijk krijgt eerste minister Guy Verhofstadt gelijk met zijn uitspraak
in juni 1999. We moeten een kleiner, beter, performant leger hebben. Ik
waande mij dus echt in november-december 1999. We moeten ook een
krachtige partner zijn. We moeten durven weten wat onze zwakheden en
onze sterke punten zijn.

Mijnheer de minister, ik moet toegeven dat uw plan een aantal
revolutionaire punten bevat. Als volgeling van het Charter van Quaregnon
moet u, die zich inspireert op de zoveelste internationale,
gemoderniseerde, aangepaste, laat-honderd-bloemen-bloeiende
moderniteit, natuurlijk weten dat er een aantal factoren meespelen. Ik geef
toe dat de modulewerking die u aanreikt, niet alleen moderniserend is. Ze
is zelfs revolutionair voor een leger als het Belgische leger. Wat dat
betreft, heeft u een goede zet gedaan.

Anderzijds en belangrijk is ­ we willen niet dat België een reus op lemen
voeten wordt, dat het equivalent van de demografische structuur van België
is ­ dat de instroming van jonge, nieuwe, goed opgeleide, goedbetaalde
krachten voor het eerst mogelijk wordt gemaakt.

Iedereen ­ ook ereadmiraal en stafchef Willy Herteleer, een onverdachte
bron, en stafchef Van Daele, die tot nader order nog altijd de grootste
krachten en machten en deugden van een maagd heeft, namelijk zijn
mutisme dat hij nog altijd niet doorbroken heeft ­ zegt eigenlijk hetzelfde,
namelijk dat er moet worden geïnvesteerd in de personeelsproblematiek
van het leger.

Uw hervorming staat of valt met de middelen. Het is een als-dan-gegeven.
Het is een soort relationeel gegeven. De middelen voor het leger zijn er
echter niet, tenzij de opbrengst van de fiscale amnestie ­ 800 miljoen euro
­ aan de hervorming van het leger wordt besteed.

800 miljoen euro is slechts 13% van het in het vooruitzicht gestelde
vermogen dat ooit zou kunnen terugkeren. Trouwens, mijnheer Versnick,
misschien bent u een voorstander van de fiscale amnestie die ooit werd
gepropageerd om zwart geld uit het buitenland wit te maken. Ik stel enkel
vast ­ u zult het ook vaststellen ­ dat het grondbeginsel van de fiscale
amnestie nu wordt dat zwart geld wit zal worden in het buitenland en daar
enorm veel tewerkstelling zal creëren. Dat weet u evengoed als ik. Mais
on est tous des Européens. Ik weet dat de huidige regering nooit heeft
gezegd: "On est tous des Américains". Voor u zullen we het houden bij:
"On est tous des Européens".

Tenzij de inkomsten van de fiscale amnestie naar het Belgisch leger gaan
of onze luchtmacht vanaf januari 2004 op water vliegt, heeft uw plan geen
waarde.

Dat is natuurlijk de essentie. Wij leven hier dus in de virtuele
werkelijkheid. U maakt een mooi plan ­ het heeft allemaal lang geduurd ­
maar eigenlijk raakt het kant noch wal. Ik zal straks trouwens terugkomen
op de investeringen die u in de verschillende strijdkrachten van het leger
wil doen. U probeert een mooi heldenverhaal te brengen, maar de mensen
­ en niet in het minst uw medewerkers ­ hebben wel door dat dit niet lukt.

Het spijt mij bijzonder dat de minister van Begroting niet meer aanwezig
is. Ik kan dat slechts vaststellen. Als heraut ­ herald ­ van het gebroken
geweertje had ik graag geweten wat hij vond van uw investeringsplan,
mijnheer de minister. Dat investeringsplan stelt vele investeringen uit.
Alleen is er een aantal investeringen op komst, op korte termijn, te weten
2004-2005, voor 90mm-raketten op kleine tanks. Ik had dus graag
geweten of dat werd afgewogen tijdens een regeringsbespreking.
stratégique adapté comporte des
aspects révolutionnaires, comme le
fonctionnement en modules. En
outre, l'entrée en service d'effectifs
jeunes et bien rémunérés est
rendue possible pour la première
fois.

Le plan de réforme du ministre
Flahaut est complètement tributaire
des moyens dont il disposera. Les
moyens sont inexistants, sauf si
les recettes de l'amnistie fiscale
étaient allouées à l'armée. Et
quand bien même, 850 millions
d'euros ne représentent que 13
pour cent des avoirs susceptibles
d'être rapatriés.

Le personnel de M. Flahaut n'est
pas dupe de son discours. Si M.
Vande Lanotte avait été présent, je
lui aurais demandé ce qu'il pense
du plan d'investissement. De
nombreux investissements sont en
effet différés. A court terme, les
seuls investissements concernent
des missiles de 90 millimètres
destinés à équiper de petits chars
d'assaut. Le gouvernement en a-t-il
du reste discuté?

Le gouvernement a décidé de
supprimer les compensations.
Cette décision est dramatique pour
l'industrie militaire belge, tant du
côté francophone que du côté
flamand. La répartition équitable ne
s'applique pas aux commandes
militaires. J'ai déposé une motion
de recommandation à ce propos en
commission.

Qu'en est-il de la force de défense
européenne? L'épisode de Tervuren
était une plaisanterie. C'est ce qu'a
confirmé le chancelier allemand en
soulignant que, dans la perspective
des prochaines élections en
Belgique, le premier ministre devait
se voir accorder ce Centre
européen à Tervuren.

Comment le ministre compte-t-il
redorer le blason de la Belgique en
tant que partenaire en matière de
défense, blason notamment terni
par l'attitude adoptée par notre
pays dans le dossier de l'Irak?

Quelle sont les chances de voir
partir des troupes belges en Irak?
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Een paars leger hebt u niet. Er is geen paars leger. Ofwel is er een leger
dat gerespecteerd is, goed omkaderd is, dat internationaal een rol kan
spelen, dat zijn internationale engagementen waarmaakt, dat een loyale
partner is van het Atlantische bondgenootschap; ofwel is er dus een blauw
leger, ofwel is er een rood leger; maar een paars leger hebt u niet. En dat
blijkt natuurlijk uit uw begrotingsdocument.

Deze morgen, mijnheer de minister, werd een bijzonder interessante
discussie gevoerd in de commissie voor het Bedrijfsleven ­ waarbij de
eerste minister ontbrak ­ over de compensaties. Dat is een aloud zeer. Ik
heb gezien dat de Belgische regering heeft beslist die compensaties af te
schaffen, dramatisch voor de Belgische militaire industrie, zowel aan
Franstalige als aan Vlaamse kant. Ik wil u trouwens nog zeggen dat de
eerlijke, billijke, rechtvaardige verdeling in al die dossiers niet van
toepassing is op de militaire bestellingen. Dat kan ook niet. Ik heb een
motie van aanbeveling ingediend en ik hoop daar nog een en ander rond te
kunnen doen.

Wat ik eigenlijk zou willen weten, mijnheer de minister, is hoe het nu zit
met de Europese defensiemacht? Dat is natuurlijk de belangrijkste zaak.
Het leger is in dienst van de natie. Ik wil niet polemiseren, maar ik zal
objectief zijn. "On est tous des Européens". Wij zijn allen Europeanen. U
zult hoe dan ook een inspanning moeten doen om onze strijdkrachten in
te schrijven in de logica van een Europese defensie. Ik merk dat dit u
maar matig interesseert hoewel dat een bijzonder belangrijk gegeven is.
Wat gebeurd is in Tervuren was een mop, een belachelijk verhaal. Uw
partijgenoot uit onze Oostgrenzen heeft het bevestigd: `Man sollte nun
begreifen dass der Erstminister von Begien ein Wah hatte in Mail'.

Het kwam er dus op neer dat men moet begrijpen dat de eerste minister
van België verkiezingen had in mei. Die kerel moest dus herverkozen
worden. Daarom moesten we hem een beetje gelijk geven in dat absoluut
belachelijke avontuur van een Europees centrum in Tervuren.

Mijnheer de minister, mijn vraag is nu hoe u het imago van ons land gaat
verbeteren. Ik spreek namens een meerderheid van de Belgen. Op dit vlak
durf ik het woord nog in de mond te nemen. Ik spreek namens een
meerderheid van de Vlamingen. Hoe gaat u het slechte imago verbeteren
dat wij in het buitenland hebben op het vlak van een betrouwbare en loyale
partner in defensie- en veiligheidsaangelegenheden? Hoe gaat u het
ongelooflijke deficit dat u hebt gemaakt, delgen? Het is een bijzonder
belangrijke zaak.

Ik durf niet te denken dat de Belgische regering het jammer vond dat
Saddam Hoessein alive and kicking gevonden is. De minister van
Buitenlandse Zaken heeft zich door externe omstandigheden slecht
gevoeld. Ik zag dat aan zijn lichaamstaal bij de vondst van deze dictator.
Die man was een bloedzuiger. Hij zal door internationale tribunalen
beoordeeld worden. Het gaat over de hele houding van België in het Irak-
dossier. Het is begonnen op 11 september 2002, toen mevrouw Aelvoet
als vice-eerste minister op de pui van Wetstraat 16 zei: "Na alles wat er is
gebeurd, is het goed wat er in de Verenigde Staten is gebeurd". Dit is
hopelijk de eindepiloog van deze schandalige houding die ons land heeft
aangenomen.

Mijnheer de minister, er zijn vragen die een onmiddellijke impact hebben
op uw begroting. Ik wens ze als volgt te stellen. Ten eerste, wat is de
impact van Belgische troepen in Irak? Mogen we daar nog aan meedoen?
Zullen we daar nog aan meedoen? Kunnen we daar nog aan meedoen?
Met betrekking tot de wederopbouw van Irak is het natuurlijk duidelijk.
Indien ik een Amerikaan was, dan zou ik het de Belgische nijverheid nooit
Pourrons-nous contribuer à la
reconstruction? Si j'étais
américain, je n'attribuerais aucun
investissement à l'industrie belge.
Le ministre dispose-t-il par ailleurs
de moyens pour contribuer, le cas
échéant, à la reconstruction de
l'Irak?

Dispose-t-on de moyens pour le
bataillon multinational de l'OTAN?

Qu'entend le ministre par une
armée au service de la Nation?
Pour lui, l'armée est une machine
pour l'emploi, dont le centre de
gravité se situe dans le sud du
pays. Cette situation est intenable
car elle va à l'encontre de la règle
non écrite des 60/40.

Le budget présenté par le ministre
ne constitue, en réalité, pas un
budget. C'est un document
provisoire, dans lequel les choix
sont différés. C'est pourquoi nous
ne l'approuverons pas.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
gunnen dat ze op een of andere manier kunnen investeren. Ik meen dat.
De houding die u hebt aangenomen in dit dossier was echt schandalig. Ik
vraag u nu of u op een of andere manier in middelen hebt voorzien om de
wederopbouw van Irak te helpen aansturen.

Ten tweede, het is een heel concrete vraag. Er is een multinationaal
bataljon dat in het kader van de NAVO in werking wordt gesteld. U weet
dat. Ik had u graag gevraagd of u daarvoor middelen hebt uitgetrokken.

Ten slotte; ik vraag u nog eens wat de invulling is van uw leger in dienst
van de natie. Het Belgisch leger is voor u immers nog steeds een
tewerkstellingsmachine. Het is een tewerkstellingsmachine met een
zwaartepunt in het Zuiden van het land. Het heeft een bureau in het
Noorden van het land. Het operationele gegeven zit echter in het Zuiden
van het land. Ik zeg u dat dit een onhoudbare situatie is. Er zijn in dit land
veel geschreven regels. Er is echter één ongeschreven regel en dat is de
60/40-verhouding.

Die 60/40-verhouding, die ongeschreven grondwetsregel, moet u
aanhouden. U moet die aanhouden in investeringen, in manschappen en
in positionering. Ik zal u daarover morgen meer vragen stellen. Ik zeg u
echter dat de begroting die u voorlegt eigenlijk geen begroting is. Het is
een tijdelijk document, een document van het uitstellen van keuzes.
Daarom zullen we het niet goedkeuren.

De voorzitter: Ik vermoed dat de heer Kelchtermans, die zich ingeschreven had, in dit deel niet meer het woord
zal nemen.
01.17 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik zal me vandaag beperken tot de algemene lijnen.
Morgen bespreken we immers het Stuurplan van de minister, een nieuw
plan dat de voorliggende begroting nog voor haar goedkeuring onderuit
haalt.

In tegenstelling tot Verhofstadt I heeft Verhofstadt II wel een bladzijde
besteed aan Landsverdediging. Of we ons hierover moeten verheugen is
een andere zaak. Landsverdediging is de voorbije vier jaar telkens een
sluikpost op de begroting. Onder deze regering zal er niets veranderen.
Nochtans heeft het er een tijdje hoopvol uitgezien. Minister Flahaut I was
de eerste om begin 2003, in volle euforie te proclameren dat er meer
middelen, meer geld dus moest worden besteed aan Landsverdediging. Ik
had er de verschillende partijprogramma's op nagelezen en moest
vaststellen dat alleen het Vlaams Blok op een duidelijke wijze een pleidooi
had gehouden voor een verhoging van het budget, weliswaar in het kader
van een Europese defensie. Op die Europese defensie kom ik later terug.
Ik was zeer verheugd en interpelleerde de vorige minister van
Landsverdediging, Flahaut I, begin maart 2003. Daaruit leerde ik dat de
minister bedoelde dat de volgende regering meer geld moest vrijmaken.
Door een speling van het lot hebt u zichzelf opgevolgd als Flahaut II. De
nieuwe regering heeft onmiddellijk de plannen van Flahaut I getorpedeerd.
We kregen een mooi werkstukje: een creatief en solidair België en nog
iets over zuurstof! Ik vermoed dat na het lezen van dit werkstukje vooral de
militairen zuurstof nodig hadden!

Mijnheer de minister, u blijft herhalen dat de soldaten het grootste
menselijke kapitaal vormen. Dat is correct. Ik kan me echter niet van de
indruk ontdoen dat de meeste militairen zich op dit ogenblik zeer
ongelukkig voelen omdat het hun ontbreekt aan de uitrusting, noodzakelijk
voor de uitvoering van de hun toevertrouwde taken. Het gaat zelfs zo ver in
het leger dat de nieuwe rekruten niet kunnen beschikken over hun
basisuitrusting. Vorige week hoorde ik nog vertellen dat er slechts voor 30
01.17 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): C'est devenu une tradition:
le département de la Défense est
traité en parent pauvre par les
gouvernements Verhofstadt. Lors
de la confection des budgets, et le
ministre Flahaut à beau réclamer
davantage de moyens, ce
département est, comme à
l'accoutumée, traité sans égard. Au
printemps 2003, le ministre a une
fois encore réclamé plus de
moyens pour son département
mais au moment de la répartition
des fonds, il est toujours le dernier
de la liste. Pourtant, en matière
d'équipement, la situation de notre
armée défie de plus en plus
l'imagination. Le matériel
actuellement disponible ne suffirait
même plus pour équiper les
nouvelles recrues!

Le Vlaams Blok désapprouve ce
budget de la Défense pour la
simple raison qu'il est mauvais. Le
ministre compétent lui-même
l'admet!

Le gouvernement avait pourtant
affiché ses ambitions dès le départ.
Au printemps, un véritable mini-
sommet européen de la Défense,
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
van de 60 rekruten materiaal beschikbaar is. De anderen moeten na
nieuwjaar terugkomen op het ogenblik dat de nieuwe budgetten er zijn. Zo
erg is het met ons leger gesteld.

Het zal u niet verbazen, mijnheer de minister, dat ik uw voorliggende
begroting niet zal goedkeuren. Ik heb daar een goede reden voor. U vindt
ze zelf niet goed. Waarom zou ik ze dan moeten goedkeuren? Ik mag het
echter zeggen, u niet. U moet zich als regeringslid solidair gedragen.

Nochtans waren er andere ambities. Einde april, in volle Irakcrisis en ook
wel in volle kiesstrijd, organiseerde Verhofstadt I een minidefensietop in
Brussel. Deze defensietop is de geschiedenis ingegaan als de pralinetop
en heeft, buiten enkele mooie foto's, weinig opgeleverd. Het waren mooie
groepsfoto's, ik zie ze nog voor mij: Jacques uit Parijs, Gerhard uit Berlijn
en, last but not least, Guy uit Gent. Dat was ongeveer de echte
verwezenlijking van die pralinetop, behalve uiteraard het Europees
hoofdkwartier voor Defensie dat ergens in Tervuren zou worden ingepland.
Het was een mooie droom. Het was zelfs de grote droom van deze
regering ooit te komen tot een Europese defensie. Mochten wij de
resultaten van de voorbije top eens grondig analyseren, dan konden wij
vaststellen dat de Europese defensie een mooie staatsiebegrafenis heeft
gekregen.

Europese defensie is iets moois. Het Vlaams Blok heeft met het oog op
een Europese defensie steeds gepleit voor een verhoging van het budget,
want dat is daar onlosmakelijk mee verbonden. Anders komen wij nooit tot
een geloofwaardige Europese defensie. De collega's weten het misschien
niet altijd, maar Amerika ­ de VS, de grote boeman voor ministers Michel
en Flahaut ­ geven ongeveer tweemaal zoveel uit als alle EU-landen
samen. Daar komt dan nog bij dat er met al die gezamenlijke legertjes vrij
veel overlappingen zijn. Eigenlijk beschikken wij maar over 10% van de
capaciteit van de Verenigde Staten. U weet wel, dat land aan de andere
kant van de grote plas, waarmee wij een paar kleine discussies hebben
gehad.

De pralinetop is enkele maanden voorbij. De Amerikanen hebben daarmee
eens goed gelachen en gaan terug over tot de orde van de dag. Trouwens,
iemand moet mij toch eens vertellen ­ u zult dat wel proberen, mijnheer
de minister ­ hoe wij al die mooie plannen, al die internationale
engagementen, al dan niet in Europees verband, zullen verwezenlijken
met nog eens minder militairen en nog eens minder geld. De vorige
regering had het aantal militairen al verminderd onder het motto van een
flexibeler, mobieler en beter uitgerust, maar weliswaar ook kleiner leger.
Enkel dat laatste punt, dat kleiner leger, dat is momenteel in uitvoering.

Ik lees ook dat er in deze begroting een verdubbeling zou komen voor de
internationale engagementen, de zogenaamde vredesoperaties. Dat is
uiteraard ook weer een staaltje van de turbotaal van deze regering.
Aangezien we in dit deel van het budget elk jaar een serieuze
overschrijding hebben, passen we gewoon de praktijk toe. Ook in de
voorbije budgetten hadden we al een verdubbeling en er is dus niets
nieuws onder de zon.

Het strategisch plan voor de modernisering van het leger 2000­2015, ook
wel eens het plan Flahaut de Iste genoemd, wordt dus voor de derde of
vierde keer geactualiseerd. Dat is geen probleem, want men moet op zijn
fouten durven terugkomen. Een week geleden mochten wij het meemaken
dat de heer Flahaut met een heuse armada in de commissie kwam
binnenvallen om het nieuwe plan voor te stellen. Het nieuwe plan, dat
noemt men in de politiek ook wel eens een eersteklasbegrafenis. De
doodsbrief kwam eigenlijk aan met het stuurplan. Ik vraag me enkel af wie
er aan het stuur staat, want daar heb ik wel mijn bedenkingen bij. Ook
appelé avec une certaine
condescendance le "Belgian
chocolate summit", avait même été
organisé à Bruxelles. La Belgique
rêvait tout haut d'une politique de
défense européenne mais ce fut
bien vite la douche froide. Le
dernier sommet européen de
Bruxelles a déjà enterré l'idée d'une
politique de défense européenne, y
compris celle du siège établi à
Tervuren.

Par rapport aux Etats-Unis, l'UE
néglige son budget de la Défense:
les Etats-Unis y consacrent deux
fois plus d'argent que tous les pays
de l'UE réunis! En raison des
nombreux chevauchements entre
les pays, la capacité militaire de
l'UE n'excède pas 10% de celle
des Etats-Unis.

Le plan stratégique du ministre
Flahaut fait constamment l'objet de
remaniements et d'adaptations.
Tous les discours concernant
l'augmentation des dépenses
belges en matière de défense pour
les porter au niveau européen ne
sont que des promesses sans
lendemain. A cet égard, le budget
2004 ne déroge pas à la règle.
Chaque année, la Belgique
dépense 5.800 euros par soldat. La
moyenne européenne s'élève à
18.000 euros. Le budget 2004 ne
permettra certainement pas de
résorber l'important retard pris en la
matière.

Il va sans dire que les petits pays
doivent coordonner leurs efforts
dans le domaine militaire et mettre
leurs points forts en exergue. La
Belgique jouit de longue date d'une
réputation certaine pour ses
dragueurs de mines. Or, le
gouvernement galvaude même à
présent cet atout. Il y a quelques
années, deux projets relatifs à des
dragueurs de mines ont été
envoyés par le fond, foulant ainsi
aux pieds les intérêts flamands. La
commande passée à la firme
anversoise SCK pour la
construction de dragueurs de
mines a été annulée alors qu'il
s'agissait en réalité de la
compensation flamande pour la
modernisation des F-16 par
l'industrie wallonne.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
daar werd weer eens gesproken over investeringen. Ik lees overal dat de
nodige militaire investeringen geleidelijk aan zullen worden opgetrokken
tot het Europees gemiddelde. Ik vraag mij af of men goed beseft wat dit
betekent. Investeren, dat betekent eigenlijk kopen of, met andere
woorden, geld ter beschikking stellen.

Als uw eerste minister wil dat de Franse president hem blijft aanspreken
met mon cher ami Guy, zal deze paragraaf echter letterlijk moeten worden
uitgevoerd. Onder Flahaut I is er eigenlijk niets geïnvesteerd behalve in
regeringsvliegtuigen. Voor de rest bleef alles liggen waar het lag, net zoals
onze geloofwaardigheid. Ook deze begroting vertoont weer geen enkele
ruimte voor investeringen. De aangekondigde optrekking van de huidige
8% naar 12,6% zal in de praktijk nooit worden gehaald. Die 8% is vorig
jaar dan ook nog eens in mekaar gestort waardoor we maar 3% hebben
gehaald. Het meest logische getal is 25%. Ik denk dat dit nog niet voor
deze eeuw zal zijn.

Het optrekken van de investeringen naar het Europese gemiddelde, zoals
aangekondigd in de regeringsverklaring, komt neer op een verdrievoudiging
van het investeringsgemiddelde per soldaat. Collega's, België investeert op
dit ogenblik ongeveer 5.800 euro per soldaat tegenover een Europees
gemiddelde van 18.000 euro. België kan met het ontwerp van begroting
voor het jaar 2004 onmogelijk daaraan iets veranderen. Wij het gemiddelde
halen? Laat ik niet lachen. Het staat echter wel zwart op wit in de
regeringsverklaring. Dat is er blijkbaar per ongeluk in geraakt. Ik zal u daar
vier jaar mee achtervolgen.

In plaats van investeringen zijn we wel goed in bezuinigingen. Vrijwel alle
Europese landen en zeker de kleinere zouden hun defensiebudgetten
beter kunnen gebruiken, mochten ze tot afspraken kunnen komen. Ik
denk hierbij aan afspraken over taakverdeling, samenwerking en
specialisatie. Niet elk Europees leger moet alles hebben. Tussen de
Belgische en de Nederlandse marine bijvoorbeeld zou het logisch zijn dat
er een taakverdeling zou komen. De Nederlanders zijn gespecialiseerd in
onderzeebootbestrijding en wij zouden ons kunnen specialiseren in het
mijnenjagen en mijnenvegen. Beide marines zouden zich kunnen
toeleggen op de opdrachten waarin zij de meeste ervaring hebben. De
core business van onze marine is altijd de mijnenbestrijding geweest.
Uitgerekend daarop gaan we dan bezuinigen.

Onze bezuinigingen druisen tegen alle logica in. In het jaar 2000 besliste
de regering-Verhofstadt namelijk het schrappen van twee projecten voor de
marine: de ontwikkeling van een nieuw mijnenveegsysteem en de bouw
van een kustmijnenveger. Die operatie had ook een anti-Vlaamse
dimensie. Het contract bij SKB was in 1994 nochtans toegezegd als een
Vlaamse compensatie voor de modernisering van de F-16's. Zoals u weet
collega's, zijn de economische compensaties er terug. Het thema is weer
actueel geworden. Die 9 miljard voor SKB is Vlaanderen kwijt. Minister
Anciaux zal er wel voor zorgen dat we die in het volgende dossier
terugkrijgen, neem ik aan.

Tegen alle logica in bezuinigt men juist op de taken waarin wij de grootste
expertise hebben. Het lijkt ongelooflijk maar zelfs bezuinigingen kosten
handenvol geld. Het schrappen van dit project leek op papier een
indrukwekkende bezuiniging.

Ik neem aan dat de ministers daarover bezig zijn. Men zal zich het
dossier nog herinneren.

Het is typisch voor het paarse project dat het allemaal maar mooie schijn
is. Er was in dit dossier reeds voor 28 miljoen euro geïnvesteerd. Dit is
bijna allemaal weggegooid geld. Het contract voor de schepen zelf was

L'annulation de cette commande ne
constituait nullement une
économie: 28 millions avaient déjà
été investis et le contrat était déjà
signé. Les dommages et intérêts
s'élèveront à pas moins de 37
millions d'euros. Voilà donc à quoi
sert l'argent du contribuable! La
Cour des comptes a d'ailleurs déjà
également critiqué cette décision
du gouvernement.

Quelque part, un navire de transport
ballotté par les flots risque de nous
coûter encore beaucoup d'argent.

Nous n'avons jamais estimé que
chaque franc consacré à l'armée
était un franc de trop. Si le Vlaams
Blok a toujours fortement critiqué le
caractère anti-flamand de l'armé, il
s'est toujours montré prêt à
défendre la cause des militaires
face aux projets d'économies
successifs. Nous observons que le
Vlaams Blok jouit à l'armée d'un
capital de sympathie en
augmentation.

Nous ne sommes pas des
utopistes. Le monde est une jungle
où règne la loi du plus fort. La
prospérité et l'indépendance
requièrent un pouvoir de défense
moderne. Qui veux la paix prépare
la guerre.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
ook al ondertekend. De Belgische Staat moest dan ook een flinke
schadevergoeding betalen aan het Antwerpse SKB.

Momenteel wordt er een bedrag geraamd van 37 miljoen euro. Verhofstadt
vestigt een nieuw record. Zelfs als hij bezuinigt, smijt hij nog fortuinen over
de balk.

Het Rekenhof stelde kort en kurkdroog vast dat uit de aan het Rekenhof
voorgelegde documenten niet blijkt dat aan de beslissing tot stopzetting
van het project een kosten-batenanalyse was voorafgegaan, een
commentaar die in al zijn beknoptheid vernietigend is, maar deze regering
leert er niet van.

Vanmorgen vernam ik van collega Vautmans, mijnheer de minister, dat
het Reki(...) dossier ook is afgelast. Het resultaat is uiteraard
voorspelbaar. Er worden weer enkele tientallen miljoenen euro over de balk
gesmeten. Dat klinkt allemaal niet veel, maar het is toch al vlug een
miljard Belgische frank meer of minder. Ondertussen dobbert er ook nog
ergens een transportschip rond, dat als een soort van vliegende Hollander
regelmatig opduikt en ons wellicht ook nog wel enkele tientallen miljoenen
euro zal kosten aan schadeclaims.

Voor het leger pleiten, betekent geld uitgeven. Nog steeds heel wat
mensen en partijen blijven geloven dat iedere frank voor het leger een frank
te veel is. Dat is nooit ons standpunt geweest, mijnheer Anciaux.
Misschien is het uw standpunt, maar niet het mijne.

Wij hebben uiteraard altijd scherpe kritiek gehad op de communautaire
wantoestanden bij de strijdkrachten en op het onrechtvaardige en anti-
Vlaamse beleid inzake benoemingen, bevorderingen, compensaties en
sluitingen van kazernes, maar langs de andere kant hebben wij altijd de
militairen verdedigd als zij het slachtoffer werden van kortzichtige en
destructieve bezuinigingen, waarbij veiligheid op lange termijn werd
opgeofferd om besparingen op korte termijn te verwezenlijken. Daardoor ­
en dat stoort de minister wel ­ groeit bij de militairen de sympathie voor
het Vlaams Blok.

Zoals alle met rede begaafde mensen zijn wij uiteraard voor vrede. Wij zijn
geen echte militaristen, maar we zijn ook niet naïef. Wij geloven niet in
utopieën. De wereld is geen vredig dorp. Dat kunnen we alle dagen
vaststellen. Het is een jungle, waarin helaas alleen het recht van de
sterkste geldt. Zonder goed gemotiveerde en modern bewapende
strijdkrachten kan geen enkel land zijn vrijheid, zijn welvaart of zijn
onafhankelijkheid behouden. Dat is helaas niet mogelijk. Een Hongaars
spreekwoord drukt het heel juist en bondig uit: ieder land moet een leger
onderhouden, het zijne of dat van een ander. Dat is uiteraard slechts een
variant op het oude Romeinse spreekwoord. Ik heb het vandaag vanbuiten
geleerd: Si vis pacem para bellum. Dat is vlot gegaan. Dat is de essentie.
Pleiten voor defensie is niet echt populair. Als wij ooit werkelijk willen
uitvoeren wat de ministers steeds overal gaan verkondigen over een
Europese defensie, zullen wij moeten investeren en zullen wij meer geld
moeten besteden aan defensie. Anders zijn het allemaal woorden in de
wind. Ik dank u.
01.18 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je vais me rallier à
votre suggestion, je donnerai ma réplique demain en commission puisque
nous avons pris les dispositions pour avoir une journée complète de
discussion. Comme je m'attends à avoir les mêmes questions et
observations demain, je préfère répondre une seule fois et ne pas faire
perdre son temps à l'assemblée.
01.18 Minister André Flahaut: Ik
zal morgen repliceren in de
commissie voor de
Landsverdediging, omdat ik
verwacht dat dezelfde bezwaren
zullen rijzen bij de bespreking van
het beleidsplan voor
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Landsverdediging van 3 december
jongstleden.
01.19 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat het
hier "Où est passé la septième compagnie?" was. Het is echter "Le
monde à l'envers" of "Les sous-doués". Ik heb het zelden meegemaakt
dat een minister tijdens een begrotingsbespreking zegt dat hij verwijst
naar zijn antwoord. Ik heb geen buik, maar als ik er één had, zou ik hem
vasthouden van het lachen.

Hetgeen we vandaag hebben gezien, zegt veel over de staat van de
democratie. (De micro valt uit)
01.19 Pieter De Crem (CD&V):
C'est le monde à l'envers. Il est
quand même inconcevable qu'un
ministre se réfère, dans le cadre de
la discussion du budget, à une
réponse qu'il donnera en
commission.
Wegens technische problemen met de geluidsinstallatie wordt de vergadering geschorst om 16.04 uur.
En raison de problèmes techniques affectant l'installation audio, la séance est suspendue à 16.04 heures.

De vergadering wordt hervat om 16.29 uur.
La séance est reprise à 16.29 heures.

De voorzitter: Collega's, na deze technische perikelen zetten we de bespreking voort.

Vous voyez que la technique l'emporte encore sur le fond. Il faut être reconnaissant à ceux qui nous gardent la
forme.

Mijnheer de minister, de vraag van de heer De Crem was of u al dan niet wilt antwoorden op de gegeven
opmerkingen.
01.20 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je constate que
tout fonctionne à nouveau!

J'avais annoncé que je répondrais demain en commission aux questions
qui me seront posées et qui seront sans doute les mêmes.

Mais en ce qui concerne les questions de M. De Crem sur l'Irak, je
préciserai simplement que nous avons pour l'instant un C-130 qui fait la
navette entre Amman, en Jordanie, et certaines villes irakiennes; pas vers
Bagdad puisque, il y a une quinzaine de jours, il y a eu une diminution
des activités à la suite d'attaques, notamment contre des avions civils. Un
C-130 tourne donc et nous sommes le seul pays à avoir mis un C-130
militaire en mouvement pour aider le programme alimentaire mondial,
dans le cadre de l'ONU.

En ce qui concerne notre attitude vis-à-vis de l'Irak, vous savez que le
gouvernement est très précis et attend une nouvelle intervention de l'ONU
dans ce dossier; cela a été dit tant par le ministre des Affaires étrangères
que par le premier ministre.

En ce qui concerne le département de la Défense, rien n'est prévu dans
ce cadre. Nous sommes présents en Afghanistan et nous allons sans
doute y augmenter encore notre présence prochainement. Nous avons
aussi une présence au Kosovo ainsi que des projets de participation à la
formation de la brigade intégrée au Congo. Pour un pays comme le nôtre,
avec les moyens qui sont les nôtres, étant donné la durée de notre
engagement, tout cela représente une participation assez sérieuse à des
efforts sur le plan international.

S'il devait y avoir une décision sur l'Irak, elle devrait être prise en Conseil
des ministres et il faudrait prévoir des budgets supplémentaires, malgré le
fait que les budgets prévus en 2004 pour les opérations à l'extérieur soient
multipliés par deux, conformément à la déclaration gouvernementale.
01.20 Minister André Flahaut:
Aan de heer De Crem antwoord ik
dat een van onze C130's tussen
Amman en een aantal Iraakse
steden heen en weer vliegt. We zijn
binnen de UNO het enige land dat
hulp biedt in het kader van het
wereldvoedselprogramma.

Voor Irak wachten we op een nieuw
initiatief van de UNO.

Onze troepen zijn aanwezig in
Afghanistan en in Kosovo en we
zijn betrokken bij de projecten rond
Congo. Voor een troepenmacht in
Irak zijn bijkomende middelen en
een beslissing van de Ministerraad
nodig.

Wat de geschreven en de
ongeschreven regels betreft, hecht
ik veel belang aan het respecteren
van de nodige evenwichten.

De heer De Crem bestempelt de
Top van de pralines onterecht als
zinloos: dankzij onze
onverzettelijkheid kwam er een
programma voor de Europese
defensie. Projecten en ideeën
kregen vorm.

Ik heb niet gezegd dat ik een
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
M. De Crem a aussi parlé des règles écrites et non écrites. J'accorde
beaucoup d'importance à l'équilibre qui doit exister. Aussi bien dans les
infrastructures que dans les investissements et dans le personnel, ces
équilibres sont respectés.

Monsieur le président, j'ai signé hier l'envoi du document sur la répartition
linguistique au sein des forces armées. Nous aurons l'occasion de
constater une fois de plus que ces équilibres sont respectés lorsque nous
en discuterons en commission.

En ce qui concerne le "Sommet des pralines", je trouve qu'il est injuste de
dire que ce sommet n'a pas été utile et d'ironiser à ce sujet.

Au contraire, si la défense européenne a pu progresser comme elle l'a fait
­ la seule progression d'ailleurs lors du Sommet de Bruxelles ­, c'est
sans doute dû à notre obstination. Dès avant notre présidence
européenne en 2001, nous avons mis sur la table toute une série de
projets et d'idées qui ont été concrétisés. Je pense à des techniques de
financement alternatif, je pense à l'Agence européenne de l'armement, je
pense aussi à des préoccupations comme un nouveau livre blanc, à des
préoccupations de santé, à la sensibilisation de l'opinion publique, mais
aussi à la II
e
Conférence de planification.


Le premier ministre avait écrit, en mai 2002, en France et en Allemagne
pour sensibiliser à la nécessité d'avancer dans la construction de la
défense européenne. A l'époque, certains avaient déjà ironisé en disant:
"de quoi ce petit pays se mêle-t-il"? Nous sommes restés cohérents avec
nous-mêmes. Nous nous sommes obstinés. Nous avons organisé le
"Sommet des pralines".

Si, aujourd'hui, vous examinez les résultats du Sommet de Bruxelles,
vous constaterez que sur les 7 points énumérés, pratiquement 6 ont été
rencontrés. Le septième ­ ce n'est effectivement pas le quartier général à
Tervuren ­ consiste en la mise en oeuvre de cellules tant à Mons que
dans le quartier général européen à Bruxelles. Tout cela va dans le sens
d'une participation croisée et d'un renforcement de la coopération.

Nous n'avons jamais dit, ni écrit que nous voulions construire une défense
européenne en opposition à l'OTAN. Nous avons tous toujours déclaré
qu'une Europe forte avait besoin d'une Europe de la Défense et qu'une
Europe de la Défense forte renforcerait le lien transatlantique et garantirait
une plus grande stabilité dans la zone.

Je voudrais également préciser à M. Sevenhans qu'en ce qui concerne les
chiffres, notamment d'investissements par militaire, il est vrai que l'on dit
que l'on va tendre vers la moyenne européenne, mais on n'a jamais
prétendu que l'on s'attellerait à cette tâche en 2004. Vous savez comme
moi que cela figure dans le plan. Si vous prenez le "stuurplan", vous
constaterez que des échéances sont prévues et que l'on arrive à ce
résultat vers 2015.

J'en viens à la spécialisation des tâches entre les marines. On reparlera
sans doute de cette problématique demain avec la question des frégates
et des chasseurs de mines. On pourra également parler des
spécialisations en matière de transport et d'avions de chasse.

Je voudrais maintenant évoquer la problématique des commandes
militaires et les compensations. Pour ces dernières, les choses doivent
être claires. Un arrêté a été adopté en 2001. Le protocole d'accord va être
exécuté. Cela peut très bien fonctionner. Nous respecterons ainsi des
impératifs militaires et de sécurité et des impératifs économiques, ce
Europese defensie wou opzetten
tegen de NAVO, wel dat een
Europese defensie het Atlantische
bondgenootschap kan versterken.

De heer Sevenhans antwoord ik dat
wij inzake militaire investeringen
rond 2015 het Europese
gemiddelde zullen halen.

Wat de kwestie van de
legeraankopen en de compensaties
betreft, zal het protocol-akkoord
worden uitgevoerd. Wij zullen aldus
rekening houden met militaire en
economische vereisten en daarbij
streven naar een goed evenwicht.

Het probleem van de wetgeving
betreffende de militaire
overheidsopdrachten schuilt in het
feit dat een en ander zeer lang
aansleept. Wanneer een dossier is
afgehandeld, is de algehele context
veranderd. Zo hebben wij aan
verscheidene opdrachten een einde
gemaakt alvorens het te laat was.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
dans un bon équilibre.

Le problème de la législation sur les marchés et notamment les marchés
publics militaires réside dans le fait que cela prend énormément de
temps. C'est une des raisons pour lesquelles, nous parlons de plus en
plus de commander le minimum suffisant et de le faire en coopération
avec les autres pays pour réduire le temps que cela représente,
l'élaboration du cahier des charges, etc. En effet, très souvent, on décide
de faire un investissement militaire et, au moment où le dossier arrive à
son aboutissement, le contexte global a changé. Passer un tel marché
serait consentir une dépense inutile. C'est ainsi que nous avons arrêté
certains marchés avant qu'il ne soit trop tard.

Voilà, monsieur le président, ce que je voulais répondre aux deux
intervenants.

Le président: Je vous remercie, monsieur le ministre. Je préfère que vous répondiez aussi aux intervenants en
séance plénière et que, demain, votre plan se développe comme le Parlement et vous-même le désirez. Je vais
donner raison à la remarque de M. De Crem.
01.21 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil toch nog
even benadrukken dat het eigenlijk onuitgegeven is dat wij een bespreking
hebben over de begroting, dat in die begroting een aantal fundamentele
zaken staan, maar dat wij die niet op een normale wijze kunnen
bespreken, zoals dat in een begrotingsdebat het geval hoort te zijn. Ik zie
dat de vice-eerste minister en minister van Begroting en de minister van
Mobiliteit hier zijn om hun begroting te bespreken. De minister van
Landsverdediging heeft via een hem opgedrongen manoeuvre bijna 14
dagen geleden hier een soort cross border moeten spelen, en daardoor
kunnen wij hier maar wat in de marge gaan doen. Wij noteren dat, maar
wij gaan daarmee niet akkoord. Collega Kelchtermans, ikzelf en de andere
collega's zullen dus morgen ­ het is morgen opnieuw geen aangenaam
tijdstip, omdat ook in het Europese Adviescomité...
01.21 Pieter De Crem (CD&V):
J'aimerais insister sur le fait que,
compte tenu des événements d'il y
a deux semaines, nous ne pouvons
discuter normalement du budget.
Nous manifestons notre désaccord
à ce sujet.
01.22 André Flahaut, ministre: Il y a quinze jours, il a été distribué.
Vous étiez alors surpris ­ cela vous arrive de temps en temps ­ "saisi"
comme on dit en wallon, d'avoir reçu ce document.

Vous avez dit que cela ne se faisait pas, que l'on ne pouvait pas travailler
comme cela. Quand on vous donne des informations, vous n'êtes pas
content; quand on ne vous en donne pas, vous n'êtes pas content! Quand
on discute ici, vous voulez discuter ailleurs; quand on discute ailleurs,
vous voulez discuter ici! Si c'est ainsi que vous envisagez le travail
parlementaire, je trouve cela regrettable et c'est une perte de temps
incroyable!
01.22 Minister André Flahaut:
Maar u heeft twee weken geleden
al een volledig document
ontvangen!
01.23 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er zijn eigenlijk
twee soorten verrassingen. Er is de verrassing op 's lands grondgebied.
Dat was de verrassing die de minister van Landsverdediging morgen
veertien dagen geleden, ten dele is gevallen, toen hij met de eerste
minister werd meegetroond naar de internationale zaal. Dat was de eerste
verrassing. Ik heb de minister vergeleken met de Flying Fortress die daar
neerplofte.

De tweede grote verrassing heeft zich zaterdag voltrokken, niet in België,
maar in Irak, toen de C-130 van de Belgische regering, die vliegt tussen
Aman en Irak, niet in Tikrit landde en niet dat hol onder de grond heeft
gevonden. Sadam Hoessein had nochtans lang gewacht op zijn bevrijding.
Het was niet "You have to call George Bush", maar "You have to call
André Flahaut". Dat was de tweede grote verrassing. Ik geef toe dat het
een regering vol verrassingen is. De grootste verrassing was toch dat de
01.23 Pieter De Crem (CD&V): Il
y a eu deux surprises: il y a quinze
jours, le ministre de la Défense
nationale a été entraîné par le
premier ministre à la salle
internationale et notre C130 qui
assure la liaison entre Amman et
l'Irak n'a pas atterri à Tikrit.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
C-130 die vliegt tussen Aman en Irak, niet in Tikrit is geland.

Slijt uw verhaal elders, maar niet hier, mijnheer de minister.
01.24 André Flahaut, ministre: On a donné le plan il y a quinze jours à
tous les parlementaires, membres de la commission. M. De Crem était
présent. On a suggéré aux parlementaires, membres de la commission,
de faire parvenir leurs questions. Je n'ai reçu aucune question de la part
de M. De Crem. Vous verrez que, demain, il va venir avec une série de
questions et se plaindre de ne pas obtenir de réponses complètes.
J'essaie d'améliorer le travail et les relations entre l'exécutif et le législatif.
Je constate que certains veulent jouer ce jeu; d'autres pas, je le regrette!
01.24 Minister André Flahaut: De
documenten werden aan alle
parlementsleden bezorgd. De heer
De Crem was erbij. Hij heeft mij
geen enkele vraag overgemaakt.
Het is mijn bedoeling de
betrekkingen tussen de uitvoerende
en de wetgevende macht te
verbeteren. Sommigen begrijpen
dat, anderen niet.
01.25 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is een absoluut
belachelijk verhaal. Het is een dialectisch verhaal. Dat is de nostalgie van
het denken van de heer Flahaut. Als voormalig hoofd van de studiedienst
Emile Vandervelde begrijp ik natuurlijk dat de vervreemding en aliënatie
tussen bovenbouw en onderbouw bijzonder groot zullen zijn. Ik heb
jarenlang geprobeerd met mijn fractie om een debat op gang te brengen
omtrent de hervorming van het Belgische leger. Ik heb gezegd dat er nu
een aanzet gegevens is. Ik geef de minister alle kansen om dat hier te
doen en we zullen dat morgen verder doen. Ik weet niet waarom de
minister zich opwindt. Volgens mij is hij nog altijd niet bekomen van zijn
eerste verrassing, namelijk dat hij bijna veertien dagen op een
dinsdagochtend is meegetroond door de eerste minister en de stafchef en
stars and stripes, "waar de sterren bleven stilzitten", om hier het verhaal te
brengen dat hij heeft moeten brengen. Daarmee sluit ik af.
01.25 Pieter De Crem (CD&V):
C'est grotesque! Mon groupe et moi
nous sommes efforcés des années
durant de participer à la réforme
des forces armées. Le ministre est
encore tout éberlué d'avoir été
embrigadé par le premier ministre il
y a quinze jours et d'avoir dû
raconter ce qu'il a raconté.
01.26 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, het
echte probleem zit in het feit dat het Stuurplan ­ zo heet het nieuwe plan
­ de begroting eigenlijk reeds onderuithaalt vooraleer de begroting wordt
goedgekeurd. Dat is eigenlijk iets eigenaardigs. Ik meen dat ook de heer
De Crem dat wou uitleggen. Dit is iets nieuws. De begroting moet toch
een visie geven op lange termijn, want daar wordt de aanzet gegeven van
wat we gaan doen op termijn. Het verandert alle dagen. Ik begrijp niet
goed de slechte timing. Wij moeten hier een bespreking houden over een
begroting die er eigenlijk al niet meer is. Dat is het probleem. Over het
Stuurplan zullen we morgen zonder twijfel een zeer interessante discussie
hebben. Het bevat echter niets concreets. Dat is ook het grote probleem.
Vragen stellen is heel mooi, maar ik begrijp de gang van zaken niet meer
bij Defensie. De heer Flahaut zelf ook niet hoor.
01.26 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): Le vrai problème, c'est que
le plan directeur porte un coup fatal
au budget avant même qu'il ne soit
adopté. Le calendrier fixé pour
l'exécution de ce plan n'était pas
bon. Nous sommes donc contraints
aujourd'hui d'examiner un budget
qui n'est plus d'actualité. Je ne
comprends plus ce qui se passe à
la Défense et je crois qu'il en va de
même pour le ministre.
De voorzitter: Dat is blijkbaar toch één gemeenschappelijk punt.

Wij vatten thans het hoofdstuk Infrastructuur aan. De ingeschreven
sprekers zijn: de heer Ansoms, Mme Dieu, Mme Saudoyer, de heer De
Padt en de heer Sevenhans.

Het woord is aan collega Ansoms.
Le président: Nous entamons à
présent la discussion de la partie
Infrastructure.
01.27 Jos Ansoms (CD&V): Ik ben blij dat we nu met de vakministers
kunnen voortgaan. Mochten er zich nog problemen voordoen, dan zullen
zij dadelijk bereid zijn om hier een helpende hand toe te steken. Ik ga
even blijven stilstaan bij het mobiliteitsbeleid van deze regering. Ik ben blij
dat de minister voor Mobiliteit zijn eerste assistent heeft meegebracht, de
vice-eerste minister die verantwoordelijk is voor de NMBS, want in een
normaal land waar de bevoegdheden in verband met mobiliteit op het
federale niveau al niet zo heel veel om het lijf hebben, zou men verwachten
dat de minister van Mobiliteit ook de verantwoordelijkheid heeft over dat
01.27 Jos Ansoms (CD&V): La
discussion entre le ministre
Anciaux et son premier assistant,
le vice-premier ministre Vande
Lanotte, illustre à merveille à quel
point la politique de la coalition
violette peut être confuse. Le
ministre de la Mobilité souhaite que
le ministre Vande Lanotte tienne
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
belangrijke instrument, de NMBS. Het was de heer Anciaux niet gegund
om daarover bevoegd te zijn, en wij moeten nu proberen te weten te
komen wat de minister van Mobiliteit denkt over bepaalde zaken en wat
zijn eerste assistent daar eventueel anders over denkt. Zo komen we tot
discussies, mijnheer Van der Maelen, waarbij de minister van Mobiliteit
zegt: "Ik vind dat het beheersplan met de NMBS eerst moet zijn en ik ben
daarvoor verantwoordelijk, en dan moet mijn assistent het bedrijfsplan
maar in functie van dat beheersplan uitwerken". "Neen", zegt de heer
Vande Lanotte de week daarna in een andere commissievergadering, "Ik
zal een beleidsplan maken voor de NMBS en dan moeten we maar zien
wat daarvan dan in het beheersplan kan overgenomen worden". Zo'n
discussies krijgen we dan en dat is illustratief voor de duidelijkheid van het
beleid van paars.

Ik ga dus proberen wat duidelijkheid te krijgen van beide ministers over
een aantal thema's en ik ga even blijven stilstaan bij de NMBS en de
problematiek van de schuldovername, het goederenvervoer, het lokale
treinverkeer en eventueel ook nog het gratis woon-werkverkeer. Dan zullen
we even dieper ingaan op de verkeersveiligheid.

Vooraf een kleine evaluatie. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat,
vergeleken met paars-groen, wij nu een minister hebben van
Overheidsbedrijven. We hebben een minister; we kunnen discussiëren
met een minister. Dat was vroeger met mevrouw Durant meestal niet het
geval. Nu hebben wij een minister. Betekent dat dat wij tevreden zijn over
de wijze waarop hij dit beleid voert? Neen, want hij vervalt in dezelfde
kwade gewoontes van paars-groen. Dat betekent dat over fundamentele
wijzigingen van de NMBS niet open gediscussieerd wordt, maar dat ze
worden weggemoffeld in programmawetten. Ik heb dat vorige week
duidelijk proberen te illustreren. Wij maken nu reeds de derde
herstructurering mee op tweeënhalf jaar tijd, en telkens in een
programmawet. Wij hebben nog steeds geen zicht op het feit wat er nu
eigenlijk aan overheidsdotaties gaat naar de NMBS, in wat er geïnvesteerd
wordt. Ook deze minister, die dan nog minister van Begroting is, maakt er
geen punt van om bijvoorbeeld eens een overzicht te geven van wat we dit
jaar aan de NMBS gegeven hebben en wat de NMBS er mee gedaan
heeft. Dat krijgen we ook nu niet, en hebben we de voorbije vier jaar ook
niet gekregen. Het is voor een parlement dan ook zeer moeilijk om daar
een juist oordeel over te vellen.

Verhofstadt I was de kampioen van de debutgettering. Men hoort dit niet
graag, maar men is inderdaad overgegaan tot de klassieke
spoorinvesteringen. Men investeert niet door middelen ter beschikking te
stellen van de NMBS, maar door flinke geldbedragen ter beschikking te
stellen van de HST. Een kapitaalverhoging van 150 miljoen in 2003
betekent gewoon dat men dit bedrag toevoegt aan de schulden. Dit zal
later bij een mogelijke schuldovername meegenomen worden. Dit gaat
gewoon door. Ook in 2004 wordt dezelfde techniek toegepast voor 25
miljoen euro. Dit bedrag wordt andermaal toegevoegd aan de latere
schuldovername. De factuur wordt gewoon doorgeschoven. Het Rekenhof
doet hierover erg schamper en stelt niet te beschikken over de nodige
informatie om een oordeel te kunnen vellen over de begroting van de
minister die verantwoordelijk is voor de NMBS.

Voor Paars is dit natuurlijk niet belangrijk. Volgens hen ligt de burger
hiervan niet wakker. Zij gaan ervan uit dat als zij op tijd enkele snoepjes
kunnen aanbieden, zij het wel zullen redden en weerom de goeden zullen
zijn op 13 juni van volgend jaar. Op die manier wordt doen wat men moet
doen, fundamenteel weggeschoven of weggemoffeld en doorgeschoven
naar diegenen die na u komen. Dat wordt dan die schuldovername. Met
schuldovernames hebben wij uiteraard geen probleem, wel integendeel.
Wij vragen dit reeds langer. De schuldovername was trouwens ook reeds
compte, dans l'élaboration du plan
de politique, du contrat de gestion.
Le ministre Vande Lanotte entend
tout d'abord élaborer un plan de
politique avant de considérer quels
éléments peuvent être intégrés au
contrat de gestion. Le seul progrès
par rapport à la coalition violette est
qu'aujourd'hui, nous disposons d'un
ministre des Entreprises publiques
auquel nous pouvons demander
des explications.

Cette distinction mise à part, rien
n'a changé: des modifications
fondamentales apportées aux
structures de la SNCB passent
toujours aussi discrètement le cap
du Parlement, noyées dans la loi-
programme. Nos excellences
échappent ainsi à un débat ouvert.
Nous ne savons toujours pas ce
qu'il en est exactement de la
dotation de la SNCB et nous ne
disposons toujours pas de chiffres
précis. La débudgétisation poursuit
son chemin. La Financière TGV est
priée de mettre des fonds à
disposition. En 2004, le montant
qui entre en ligne de compte pour
une reprise de la dette a ainsi été
augmenté de plusieurs millions
d'euros. La Cour des comptes
déclare très ironiquement qu'elle
n'est pas en mesure d'évaluer la
politique du ministre.

Le gouvernement ne fait pas ce
qu'on est en droit d'en attendre. Il
reporte les problèmes sans
vergogne. La reprise de la dette
aurait dû être un fait depuis
longtemps. Au début de
Verhofstadt I, c'eût été faire preuve
de vision à long terme que de
procéder directement à une reprise
de la dette mais la coalition arc-en-
ciel a préféré laisser la SNCB
péricliter. Le paradis ferroviaire que
l'on avait fait miroiter avant les
élections semble plus éloigné que
jamais. Quatre années durant, le
déficit d'exploitation n'a pas été
comblé. Il est scandaleux qu'une
entreprise qui emploie 14 000
travailleurs et emmène au travail
tant de concitoyens soit traitée de
la sorte!

La ministre Durant n'a tout
simplement pas obtenu les moyens
lui permettant de donner forme à sa
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
aangekondigd onder Verhofstadt I. Er zou een schuldovername komen, zij
het rijkelijk laat. Té laat voor dit bedrijf. Het had veel vroeger gekund indien
met de moed zou gehad hebben om in de eerste twee jaren van
Verhofstadt I op lange termijn te denken in plaats van op korte termijn.
Indien men vlugger aan schuldafbouw had gedaan, dan had men vroeger
kunnen beginnen met de schuldovername van de NMBS. Men heeft dit
echter niet gedaan en gekozen voor de optie op korte termijn gekozen.
Men heeft het tegenovergestelde gedaan en de NMBS eigenlijk financieel
verder laten verkommeren.

Natuurlijk heeft men een spoorparadijs beloofd in het vooruitzicht van de
verkiezingen van mei laatstleden. Deze belofte is echter als een pudding
in elkaar gestuikt. Er blijft niets van over en men heeft de schuldenlast nog
verder verhoogd. De minister van Begroting weet zeer goed dat men vier
jaar lang het jaarlijkse exploitatietekort van dit overheidsbedrijf niet
bijgepast heeft. Het gaat hier elk jaar om 75 miljoen euro. Ook dit jaar
wordt het exploitatietekort niet bijgepast. Dit wordt bij de schulden
gevoegd en wordt in diezelfde factuur opgenomen.

Het is een schande dat dit in de voorbije jaren gebeurd is in dit belangrijke
bedrijf met 42.000 werknemers waarvan de mobiliteit en het woon-
werkverkeer van 100.000 burgers afhankelijk is. Zo handelde paarsgroen in
het verleden en zo handelt paars op dit ogenblik met dit bedrijf.

Rekening houdend met wat de sp.a deed en nog steeds doet met de
groenen, wordt het duidelijk dat men gedurende vier jaar heeft geprobeerd
om mevrouw Durant dood te drukken en dat haar tijdens de
begrotingsbesprekingen met de vorige regering, de nodige middelen
werden ontzegd. Als groene minister moest mevrouw Durant afgaan als
een gieter omdat dit thema door de sp.a moest overgenomen worden, wat
trouwens ook gebeurde. Minister Durant mocht niet slagen en dat is de
reden waarom zij de nodige middelen niet kreeg. De vorige minister van
Begroting zorgde er vier jaar lang voor dat zij de middelen niet kreeg die
de NMBS nodig had en dit om politieke redenen.

Waarom? Om politieke redenen, om mevrouw Durant te doen struikelen
over dit dossier. Zij was te zwak om er tegen in te gaan en te eisen wat zij
moest opeisen ten voordele van dit bedrijf. En nu gaat men binnenkort ­
wanneer zullen wij wel zien ­ die schuld overnemen.

Vorige week heb ik er reeds voor gewaarschuwd dat dan een groot
probleem rijst voor Vlaanderen. Wij leven in Vlaanderen, wij leven in land ­
en dat is niet gemakkelijk ­ met een 60/40-verdeling qua investeringen,
hoewel men vanuit mobiliteitsoogpunt veeleer naar een 70/30-verhouding
zou moeten gaan, 70% van de middelen voor Vlaanderen en 30% voor
Wallonië. Wij leven al jaren met de 60/40-verdeelsleutel, die rigoureus
werd gevolgd, en wij wensen dat dit ook gebeurt ten aanzien van de
schuldovername. Want wat gaat hier gebeuren? Men gaat de volledige
schuld van de NMBS, ook de leningen die de NMBS heeft aangegaan voor
de uitvoering van de HST-werken in Wallonië en die daar veel hoger zijn
dan in Vlaanderen, toevoegen aan het totale schuldenpakket.

De 60/40-verhouding zal dan een 52/48-verhouding worden. Als de
schuldovername gebeurt door de federale Staat dan zal Vlaanderen
terugvallen naar slechts 52% van de middelen en 48% voor Wallonië.
Welnu, dat is voor ons onaanvaardbaar. Dat zeggen wij nu reeds en wij
blijven herhalen dat dit een schande zou zijn en onaanvaardbaar voor
Vlaanderen. Wij zeggen: als die schuldovername gebeurt ­ en ze moet
gebeuren en liefst zo vlug mogelijk ­, dan dient dit gepaard te gaan met
een inhaaloperatie voor Vlaanderen. Volgens onze berekening ­ en de
minister weet dit zeer goed ­ is dit een inhaaloperatie voor Vlaanderen van
1 miljard euro of 41 miljard oude franken. Dat moet gebeuren ten aanzien
politique. Elle a dû démissionner,
de sorte que le sp.a a pu reprendre
le dossier, et elle était trop faible
pour s'y opposer.

La Flandre tolère depuis longtemps
la clé de répartition 60/40 pour les
investissements de la SNCB, bien
que, du point de vue de la mobilité,
le rapport aurait dû être de 70/30. Il
doit en être de même en ce qui
concerne la reprise de la dette.
L'objectif est que les emprunts pour
les travaux du TGV soient eux
aussi comptabilisés dans la reprise
de la dette. La Wallonie a emprunté
bien plus que la Flandre, et une
comptabilisation de ces montants
dans la reprise de la dette équivaut
en réalité à parler d'une clé de
répartition de 52/48 pour cent. A
nos yeux, c'est tout à fait
inacceptable. La Flandre doit
obtenir une compensation. Elle a
besoin de moyens, notamment
pour la création d'une troisième et
d'une quatrième ligne entre Bruges
et Gand et pour le deuxième accès
au port d'Anvers.

Le gouvernement estime que le
transport de marchandises doit
augmenter de 50 pour cent.
M. Vinck se fonde sur une
diminution de 20 pour cent d'ici à
2007. Les deux parties ont
également un point de vue divergent
en ce qui concerne le transport de
personnes. M. Vinck considère
qu'il n'entre pas dans les tâches de
la SNCB de continuer à exploiter
les lignes locales. Le gouvernement
lui donne raison: le budget 2004 ne
prévoit pas de moyens
supplémentaires pour ces lignes.
Aussi demandons-nous à présent
la régionalisation de ces lignes
locales. La loi spéciale sur la
réforme de l'État ne doit, selon
nous, pas faire l'objet d'une
modification à cet égard. Le
transfert aux Régions doit se faire
sur la base de chiffres de
rendement clairs.

Le transport gratuit entre le
domicile et le lieu de travail ne
constitue que de la poudre aux
yeux avant les élections. Le choix
s'est porté sur cet élément en
raison des compétences exercées
précédemment par Steve Stevaert
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
van Vlaanderen en wij hebben daarover in het kader van de programmawet
een amendement ingediend, maar de Vlaamse meerderheidspartijen
hebben dat weggestemd.

Wij zullen hier echter op elk moment op terugkomen om duidelijk aan te
tonen dat hier een rechttrekking dient te gebeuren. Vlaanderen heeft die
middelen immers meer dan nodig om het mobiliteitsvraagstuk op te
lossen. Ik denk dan aan belangrijke investeringen in het derde en vierde
spoor tussen Brugge en Gent en een tweede spoortoegang tot de
Antwerpse haven. Het is immers niet waar dat de Antwerpse haven hier
niet langer behoefte aan heeft. Natuurlijk is de ondertunneling van de
Schelde nodig om de containers van de linkeroever naar de rechteroever te
brengen. Dit is de evidentie zelf, maar die miljoenen containers moeten
ook van de rechteroever kunnen weggevoerd worden. Welnu, hiervoor is
die tweede spoorverbinding er dringend nodig en het klopt niet dat men in
havenkringen vindt dat dit niet meer dringend zou zijn. Integendeel, het is
superdringend, anders zal al het verkeer rond Antwerpen de volgende jaren
vast lopen.

Als wij naar het MOVE-plan van Karel Vinck kijken, dan zijn wij bang dat
dit het scenario wordt. De regering zegt: onze doelstelling is tegen 2010
een stijging van minstens 50% voor het goederenvervoer. Wat zegt Vinck?
Voor 2007 een daling van het goederenvervoer van 58 miljoen ton tot 49
miljoen ton; dit is een vermindering van 20 miljoen ton.

Wie wordt hier bedrogen? De kiezer wordt bedrogen. De burger wordt
bedrogen. U zegt dat de doelstelling van paars een verhoging van 50
percent van het goederenvervoer is, terwijl de heer Vinck in zijn Move-plan,
daarin op een gegeven moment gesteund door de heer De Gucht, een
daling van 20 percent tegen 2007 vooropstelt. Wie houdt men in dit land
eigenlijk voor de gek?

Het is inderdaad dramatisch wat er inzake het goederenvervoer zal
gebeuren. Hetzelfde zal gebeuren bij het personenvervoer. Maak u daar
geen illusies over. Ook daarover staat in het Move-plan van de heer Vinck
dat het eigenlijk geen taak is voor de NMBS om de lokale lijnen voort te
exploiteren. Dat staat er in feite. Het liefst van al zou hij van die lokale
lijnen af geraken. Ook daarvoor wordt geen tegenwerking van de regering
getoond, want in de begroting voor 2004 worden geen extra middelen ter
beschikking gesteld om die lokale lijnen voort te exploiteren.

Er zijn in tegendeel reeds aanwijzingen ­ denk maar aan het sluiten van
de loketten in de kleine stations ­ van wat er te gebeuren staat. Daarom
zeggen wij vanuit CD&V duidelijk dat wij nu en niet later wensen dat de
lokale lijnen uitgebaat gaan worden door de gewestelijke
vervoersmaatschappijen. Wij wensen dus dat er nu zo vlug mogelijk een
eerste stap wordt gezet in de richting van een gedeeltelijke regionalisering
van de NMBS en wij vinden dat er niet alleen over een voorstadsvervoer in
Brussel gesproken moet worden, maar ook over een GEN in Gent en
Antwerpen. Dat is dus duidelijk. Wij kunnen dat en wij zijn er zelfs van
overtuigd dat daarvoor de bijzondere wet op de staatshervorming niet
herzien hoeft te worden. Er is bepaald dat de NMBS een federale
bevoegdheid is, maar er staat niet bij dat bijvoorbeeld het laten rijden van
treinen op lokale lijnen ­ een deelaspect van de NMBS ­ niet zou kunnen
gebeuren door andere operatoren. Het zou anders al te gek zijn dat in een
vrijgemaakte markt ­ en die komt eraan ­ buitenlandse bedrijven hier over
de sporen mogen rijden en dat De Lijn in Vlaanderen geen lokale lijnen
zou mogen uitbaten. Wij zijn zeer duidelijk op dat punt en wij wensen dat
daarmee vooruitgang geboekt wordt. De absolute voorwaarde daarbij, is
dat het gebeurt op basis van duidelijke rekeningen en duidelijke
rendementsrekeningen van de stations van de lokale lijnen, want wij willen
in Vlaanderen geen kat in een zak kopen wanneer wij daarvoor pleiten.
dans ce domaine.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

Vervolgens komen we bij het gratis woon-werkverkeer. De verkiezingen
komen eraan, dus ook de snoepjes moeten er weer zijn. Ik heb in de
commissie tegen de minister reeds gezegd: stel u voor dat de heer
Stevaert enkele jaren geleden minister van Landbouw geworden zou zijn;
dan hadden de kinderen in de scholen allemaal gratis melk en appels
gekregen. Als hij minister van Welzijn geweest was, dan hadden de jonge
moeders allemaal gratis pampers gekregen. Toevallig was hij echter
minister van Openbaren Werken en Energie. En wat zegt de
socialistische doctrine dan? Die zegt dat openbaar vervoer en energie dan
gratis moeten zijn.

Het had even goed iets anders kunnen zijn. Het hangt gewoon van het
toeval af wat de bevoegdheden waren van de heer Stevaert. De heer
Stevaert was toevallig bevoegd voor openbaar vervoer en energie, dus zegt
de socialistische doctrine dat het gratis moet.
01.28 Minister Johan Vande Lanotte: Bent u voor of tegen de heer
Stevaert?
01.29 Jos Ansoms (CD&V): Iedereen is voor Stevaert.
01.30 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is nooit te weten. Met de
verkiezingen was u er voor.
01.31 Jos Ansoms (CD&V): Het is toevallig gratis openbaar vervoer
geworden.
01.32 Minister Johan Vande Lanotte: U bent er tegen?
01.33 Jos Ansoms (CD&V): Het is gewoon per toeval. Ik wil daarmee
zeggen dat men er geen enkele ideologie achter moet zoeken. Het is
veeleer toevallig. Nadien heeft men dat ideologisch proberen in te kleden.
Dat wil ik alleen maar zeggen. Nu moet men die trend dat voortzetten en
moet de NMBS hetzelfde doen. De sp.a-minister zal het woon-
werkverkeer dus verder gratis maken, hoewel het aantal treingebruikers in
de periode 1997-2000, zonder snoepjes, met 11 procent steeg.
Wetenschappelijk onderzoek maakte duidelijk dat de kostprijs, zeker in
het woon-werkverkeer, niet de belangrijkste factor is om al dan niet de
trein te nemen. Ik verwijs daarvoor naar andere factoren, zoals capaciteit,
een goede service, snelheid enzovoort. Men heeft zelfs onderzoek gedaan
bij de gierige Nederlanders en hen gevraagd wat de belangrijkste reden is
om uit hun wagen te stappen en de trein te nemen. Slechts 15%
antwoordde dat het de kostprijs was, maar meer dan 50% antwoordde dat
het de dienstverlening en de service was en niet de kostprijs. Dat waren
de antwoorden van de zuinige Nederlanders.

Langs de andere kant hebben wij, en dat weet u even goed als ikzelf, in
ons land ­ ere wie ere toekomt, want daarvoor hebben heel wat mensen
geijverd en gevochten ­ een fantastisch systeem van sociale
abonnementen dat enig is ter wereld. Wij hebben dus zowat het
goedkoopste woon-werkverkeer in ons land, op Europees vlak gezien.

Men heeft geen geld. Men laat de NMBS voor alles en nog wat lenen en
de factuur wordt doorgeschoven, maar men heeft in de begroting 2004 wel
4 miljoen gevonden voor dat woon-werkverkeer. Dat wordt 8 miljoen in
2005 en 12 miljoen in 2006, maar het exploitatietekort betaalt men niet
voor dat bedrijf. Kunt u zich voorstellen dat een regering beslist om het
exploitatietekort van een overheidsbedrijf niet te betalen, terwijl men wel 4
miljoen geeft om wat uit te delen? Bij dat uitdelen kan men dus echt grote
vragen stellen of dat vanuit mobiliteitsoogpunt ­ daarover gaat het toch ­
01.33 Jos Ansoms (CD&V): Au
cours de la période 1997-2000, le
nombre de voyageurs a augmenté
de 11 pour cent, sans mesures
particulières. En outre, il ressort
d'une enquête que les utilisateurs,
du moins pour les déplacements
entre le domicile et le lieu de
travail, accordent moins
d'importance au coût qu'à la qualité
du service. D'ailleurs, nous
disposons d'un système
fantastique d'abonnements
sociaux, de sorte qu'en Belgique,
on se déplace entre le domicile et
le lieu de travail pour moins cher
que dans d'autres pays. Le
gouvernement consacre pourtant
quatre millions d'euros à ce type de
déplacement. Par contre, il
n'assume pas le déficit
d'exploitation. Actuellement, le
travailleur paie encore au maximum
40 pour cent du prix, si l'employeur
ne prend pas cette partie à sa
charge. A notre demande, la
ministre Durant a également
ramené les abonnements scolaires
à 40 pour cent. Bientôt, les parents
ne paieront que 20 pour cent, alors
que les enfants en paieront 40.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
inderdaad zo belangrijk is om meer mensen op de trein te krijgen. Wij
hebben daarover grote twijfels. Als u dat aan de eerste de beste professor
in vervoerseconomie vraagt, ben ik ervan overtuigd dat zij allemaal
hetzelfde zullen zeggen. Dat is niet de prioriteit, maar als men voor
verkiezingen staat en men kiest voor de korte termijn, dan moet men
dergelijke snoepjes aan de mensen aanbieden om toe te dekken dat men
niet doet wat men moet doen. Dat is duidelijk volksverlakkerij

Op dit ogenblik betaalt de werknemer voor het woon-werkverkeer ­ als hij
al betaalt, want er zijn veel bedrijven die dat in zijn plaats betalen ­ 40%
van de kosten. Onder druk van de CD&V heeft minister Durant destijds de
schoolabonnementen voor de studenten van de middelbare school ook op
40% gebracht. Voor de studenten uit het hoger onderwijs is het nog altijd
75%. Als het van de minister en van uw regering afhangt, dan zullen vader
en moeder bij wijze van spreke nog 20% moeten betalen, terwijl de
kinderen 40% of 75% zullen moeten betalen.
01.34 Minister Johan Vande Lanotte: (...)
01.35 Jos Ansoms (CD&V): Dat is dus de volgende stap? U kondigt die
nu aan? U hebt al meer aangekondigd. Ik zal er zo dadelijk op
terugkomen. Ik zal een opsomming geven van hetgeen u op die enkele
maanden reeds hebt aangekondigd.

Dat is al te gek en dat illustreert duidelijk dat men geen beleid heeft.

Ik kom nu tot de bevoegdheden van de echte minister van Mobiliteit, de
heer Anciaux. Hij is dus minister van Mobiliteit en van Verkeersveiligheid.
01.36 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil collega
Ansoms de kans geven wat water te drinken vooraleer te komen tot de
bevoegdheden van de heer Anciaux.

Ik verwijs naar de gedachtewisseling over de overname van de schuld van
de NMBS. De heer Ansoms weet beter dan ikzelf dat de 100% BBP
gecumuleerde schuld het moment is waarop men al of niet de NMBS-
schuld zal overnemen. Cruciaal daarbij is de schuldgraad zoals die wordt
aangepakt. Zo is er in het kader van de beslissingen van de regering van
de voorbije maanden de ALESH-operatie. Wij hebben het daarover
vanochtend gehad.

Toen ik de minister van Begroting daarover rond 12.00 uur ondervroeg, was
het belangrijkste element van zijn antwoord dat er een principeakkoord
was en nog een paar details, die eigenlijk geen punt meer waren. Ik wil
van de minister van Begroting horen of het Overlegcomité dat vandaag om
13.00 uur heeft vergaderd, effectief de kleine details heeft afgehandeld
waardoor er een akkoord zou zijn tussen de federale regering en de
gewestregeringen om het ontwerp van samenwerkingsakkoord te
voltooien.

Toen ik hem daarover vanochtend ondervroeg, verbaasde hij zich erover
dat ik mij daarover nog zorgen maakte en beweerde hij dat alles rond was.
Ik vang echter andere echo's op en richt mij tot de minister om meer te
vernemen.
01.36 Yves Leterme (CD&V): Il a
été dit que la reprise de la dette de
la SNCB ne pourra se faire que
lorsque le taux d'endettement aura
été ramené à 100 pour cent du PIB.
Ce matin, j'ai déjà questionné le
ministre sur l'opération du
FADELS. Le ministre a répondu
qu'il existait un accord de principe
avec les entités fédérées et que
seuls quelques détails devaient
encore être réglés. Le Comité de
concertation s'est réuni cet après-
midi. Le Comité est-il parvenu à
régler ces détails?
01.37 Minister Johan Vande Lanotte: (...) vijftig jaar geleden, daarop
moet u niet meer betrouwen. We hebben de vergadering van het
Overlegcomité vroegtijdig moeten onderbreken, omdat de werkzaamheden
hier voortliepen. We maakten een vrij goede vooruitgang en er is nog één
punt dat moet worden afgehandeld. Dat punt heeft te maken met de
meerwaarde voor de Huisvestigingsmaatschappij. Wij zullen dat
01.37 Johan Vande Lanotte,
ministre: Nous avons enregistré de
substantiels progrès. Il reste un
seul point à régler concernant la
plus-value pour la société de
logement. M. Leterme se trompe
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
donderdag rustig afwerken.

Er is één zaak waarin u zich vergist. Het cruciale moment is niet de 100%
schuldgraad. Het cruciale moment is het moment waarop de schuldgraad,
wanneer men de schuld van de NMBS erbij voegt, niet boven de 100%
komt. Dat is het belangrijke moment, niet de 100%, want dat is niet
genoeg. Men heeft altijd gezegd dat men door het toevoegen van de
schuld van de NMBS bij de globale schuldgraad niet opnieuw boven de
100% mag uitkomen. Dat is ook de reden waarom de regering altijd begin
2005 als het meest waarschijnlijke moment voor de schuldovername heeft
vooropgesteld.
toutefois en ce qui concerne le taux
d'endettement de 100 pour cent.
Nous avons dit que la dette sera
reprise lorsque la dette totale
cumulée avec la dette de la SNCB
ne dépassera pas 100 pour cent du
PIB, vraisemblablement début
2005.
01.38 Yves Leterme (CD&V): Wanneer het dan niet gaat over de 100%-
schuldgraad na de schuld van de NMBS, verwijs ik gewoon naar de
uitspraken van eerste minister Verhofstadt die het had over het historisch
moment waarop we onder de 100% BBP zaten.

Mijnheer de minister, ik stel vast dat na het antwoord dat u mij vanochtend
na mijn uiteenzetting gaf, met name dat er nog ergens een detail is, nu
blijkt dat er wel degelijk een probleem ten gronde is in het overlegcomité.
Het is niet enkel omdat de parlementaire werkzaamheden vannamiddag
werden hervat.

Ik stel vast dat die 1,4% BBP niet eens is verworven. Wat donderdag zal
gebeuren, is het volgende: ofwel gaat de Vlaamse regering door de
knieën, ofwel is er geen akkoord in het overlegcomité op basis van de
voorstellen die vandaag op tafel liggen. Het is het één of het ander. In het
tweede geval zit u met een probleem, niet alleen voor de schuldgraad,
maar ook voor de timing inzake de schuldovername van de NMBS.
01.38 Yves Leterme (CD&V): Il ne
s'agit pas uniquement de détails:
un problème fondamental se pose
au sein du Comité de concertation.
Nous constatons que le 1,4 pour
cent du PIB n' est pas encore
acquis. A moins que le
gouvernement flamand ne courbe
l'échine jeudi, il n'y aura pas
d'accord.
01.39 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de opdracht van
minister Anciaux is verkeersveiligheid. Hij heeft zopas een nieuw ballontje
opgelaten en wil de tussenkomst voor de schoolabonnementen verlagen.
Wanneer?
01.39 Jos Ansoms (CD&V): Le
ministre Anciaux vient encore de
lancer un ballon d'essai en
annonçant qu'il va réduire la part
personnelle dans le prix de
l'abonnement scolaire. Quand
compte-t-il mettre en oeuvre cette
mesure?
01.40 Minister Bert Anciaux: Op het ogenblik dat het ander probleem is
opgelost.
01.40 Bert Anciaux, ministre:
Lorsque l'autre problème sera
résolu.
01.41 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, als het
andere probleem is opgelost zal de prijs van het abonnement voor de
studenten dalen. Op die manier wordt beleid gevoerd! Het is een zoveelste
proefballonnetje....
01.42 Minister Bert Anciaux: (...)
01.43 Jos Ansoms (CD&V): Niet later. Wij hebben het anders gesteld.
01.44 Willy Cortois (VLD): (...)
01.45 Jos Ansoms (CD&V): Neen, u moet dat samen doen. U vindt dat
met de trein rijden te duur is. CD&V antwoordt dat u het samen moet
doen en geen onderscheid moet maken tussen het woon-werkverkeer en
de schoolabonnementen. Indien u denkt hiervoor geld veil te hebben ­ ik
weet echt niet waar u het moet gaan zoeken en vinden ­ antwoordt CD&V
dat deze middelen nu moeten beschikbaar worden gesteld en niet later én
niet alleen in het woon-werkverkeer maar aan alle gebruikers van de trein.
01.45 Jos Ansoms (CD&V): Les
déplacements entre le domicile et
le lieu de travail et l'abonnement
scolaire doivent être traités sur un
même pied; si l'on dégage des
fonds pour l'un, il en faut aussi pour
l'autre. Les ballons d'essai
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Dat is onze stelling.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik herhaal dat dit het zoveelste
proefballonnetje van minister Anciaux is. Hij heeft er reeds anderen de
lucht in gelaten. Denken we maar aan een gratis treinabonnement voor
iemand die zijn tweede wagen teruggeeft.
précédents n'ont guère donné de
résultats. Le ministre oublie qu'aux
yeux de la population, ses
déclarations ont en quelque sorte
force de loi.
01.46 Minister Bert Anciaux: (...)
01.47 Jos Ansoms (CD&V): U hebt dat gezegd, mijnheer de minister. Dat
vond u sympathiek klinken. Nadat u onze opmerking had gehoord dat
400.000 gezinnen in Vlaanderen zich geen auto kunnen permitteren of er
niet mee kunnen rijden, werd u minder enthousiast.

Een ander ballonnetje was de variabele snelheden. Op de autosnelweg
moest men sneller dan 120 km per uur kunnen rijden. Ik heb de teksten
bij de radio opgevraagd. Met deze uitspraak hebt u zichzelf een plaats
verzekerd in de galerij van andere illustere ministers van Verkeerswezen
zoals de heren De Croo, Coëme en Di Rupo. U hebt zich eveneens in het
rijtje gezet om nog eens te praten over de zone 30. U hebt mevrouw
Durant willen volgen om te kunnen aantonen hoe goed u wel bent als
minister van Verkeer.

Mijnheer de minister, ik heb het zeer moeilijk met dergelijke uitspraken.
Een minister van Verkeer moet dubbel voorzichtig zijn in zijn uitspraken
over dergelijke concrete punten. Voor de publieke opinie is een uitspraak
van een minister zoveel als een wet en een reglement. De publieke opinie
verwacht dat uw uitspraken ook uitgevoerd worden. Nog meer dan andere
ministers moet u opletten met het oplaten van allerlei proefballonnetjes.
Ofwel kent u de dossiers niet, ofwel is uw enige bedoeling op een
positieve manier in het nieuws te komen zonder u van de rest veel aan te
trekken. Ik vrees dat mijn tweede veronderstelling de juiste is. Zo ja, is dit
dubbel erg.

Volgende punt: de uitvoering van de verkeerswet. Mijnheer Van der
Maelen, u weet op welke manier de verkeerswet-Durant tot stand is
gekomen. We hebben daar drie jaar op gewacht. Eerst werd een staten-
generaal van de verkeersveiligheid bijeengeroepen. Waarom gebeuren er in
Vlaanderen meer ongevallen dan elders? Iedereen weet het antwoord.
Onze wegen zijn onveiliger; we leven met een ruimtelijke wanorde in
plaats van een ruimtelijke ordening en er worden geen of onvoldoende
controles uitgevoerd. Gevolg: men rijdt zo snel men wil. Dat zijn de
redenen waarom Vlaanderen meer ongevallen telt dan elders het geval is.
Men heeft drie jaar nodig gehad om tot deze bevindingen te komen. In de
staten-generaal die werd bijeengeroepen werden deze punten nog eens
herhaald. Wat was het antwoord van de vorige regering. Zij diende een
wetsontwerp in dat ertoe strekte de boetes te verhogen, maar aan de
gebrekkige controles en de afhandeling van de overtredingen niets
veranderde. Dat was het resultaat van drie, vier jaar beleid!

Mevrouw Durant had heel veel tijd gehad om de koninklijke besluiten op te
stellen en die waren dus allemaal klaar in maart 2003. Echter, er kwamen
verkiezingen aan en men maakte voor de verkiezingen niet graag die
superboetes bekend; vandaar dat alles werd doorgeschoven naar 1
november. Eerste uitstel.

Dan kwam Bert Anciaux die verklaarde er te zullen voor zorgen dat op 1
november alles in werking zou treden. Hij zou het allemaal uitvoeren, maar
zag ook al vlug in dat het allemaal niet zo mooi was wat er was
goedgekeurd. Dat hadden wij toen trouwens ook aangetoond. Hij zei dan
het te zullen laten ingaan op 1 februari. Nu is het half december. Een
01.47 Jos Ansoms (CD&V): Nous
avons attendu trois ans la loi
relative à la police de la circulation.
C'est l'anarchie en matière
d'aménagement du territoire et le
manque de contrôles qui font que le
nombre d'accidents est plus élevé
en Belgique que dans les pays
frontaliers. Après trois ans, il a
encore fallu organiser des états
généraux de la sécurité routière qui
sont arrivés à la même conclusion.
Mme Durant avait promis que les
arrêtés royaux seraient prêts en
mars 2003 mais, comme le
gouvernement ne voulait pas
instaurer les "amendes
faramineuses" avant les élections,
la mise en oeuvre a été reportée au
1
er
novembre. Le ministre Anciaux
a alors déclaré que des corrections
devaient être apportées et que les
mesures entreraient en vigueur au
1
er
février. Il semble toutefois que le
Conseil d'Etat formule certaines
objections. L'avis des Régions a-t-il
été sollicité au sujet de ce projet?
Faut-il dès lors soumettre au
Conseil d'Etat un nouveau projet,
accompagné de l'avis des Régions?
Le ministre menace à nouveau de
ne pas pouvoir respecter l'échéance
du 1
er
février, notamment parce que
la distinction entre les infractions
graves et les autres suscite une
nouvelle polémique au sein du
gouvernement. Quand la campagne
d'information devra-t-elle dès lors
débuter?

Que dit le Conseil d'Etat à propos
du projet? La date d'entrée en
vigueur est-elle maintenue au 1
er
février 2004? Même dans ce cas,
des améliorations pourraient encore
être apportées au projet.

De nombreuses communes sont
confrontées à des problèmes
financiers. Elles sont dépouillées
par les autorités fédérales et
régionales et espèrent que le
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
februari, mijnheer Anciaux, komt dichtbij. U hebt dan ook gezegd dat u
een ontwerp zou maken om de grootste stommiteiten van mevrouw Durant
op te lossen. Dat is ook nodig, maar ik zou graag een paar concrete
vragen stellen over dat ontwerp.

Er circuleren allerlei geruchten dat het met dat ontwerp niet zo goed zit.
Blijkbaar heeft de Raad van State daar fundamentele problemen mee. Is
dat zo? Heeft de Raad van State daar een negatief advies over gegeven?
Was het advies van de Gewesten bij dat wetsontwerp gevoegd? Of moet u
een volledig nieuw wetsontwerp maken, dat dan weer naar de Gewesten
gaat voor advies? Is het inderdaad het systeem van bevel tot betalen dat
door de Raad van State werd geviseerd? Dat is natuurlijk juist het zwakke
punt in de wet-Durant, waardoor de wet-Durant in feite niet kan worden
uitgevoerd. Als dat zo is ­ ik vraag u daar duidelijkheid over ­ dan vrees ik,
mijnheer Anciaux, dat u 1 februari niet zult halen. Ik hoor namelijk ook dat
wat wij in de commissie voor de Infrastructuur vorig jaar hebben
meegemaakt ­ het hevige debat tussen liberalen, socialisten en groenen
in het Parlement om te bepalen wat een zware overtreding is, waar zoveel
van afhangt ­ zich nu afspeelt binnen de regering. Weer zouden er blauwe
ministers zijn en Franstalige rode ministers die vinden dat eigenlijk de
boetes niet omhoog moeten. Dat heeft dan weer tot gevolg dat alle
gewone overtredingen ook gewone overtredingen moeten blijven.

Als ook dat debat nog bezig is, wanneer gaat u dan met uw groots
opgezette mediacampagne beginnen? Daar bent u sterk in: in
mediacampagnes. Paars is daar over het algemeen sterk in.

Ik stel nu duidelijk de vraag: hoe zit het met dat ontwerp? Wat zegt de
Raad van State daarvan? Gaat u de ingangsdatum van deze wet op 1
februari houden? Ook al zou u de datum van 1 februari aanhouden, iets
waaraan ik twijfel, maar dat we straks zullen vernemen, dan zitten er toch
nog heel wat andere zaken in die wet die dringend moeten worden
aangepakt en verbeterd. Ik geef een voorbeeld: het boetefonds. U weet dat
de gemeenten allemaal gebukt gaan onder financiële problemen, opgelegd
door de federale en de gewestregeringen.

Nooit in de geschiedenis van dit land werd een overheid dusdanig
financieel gepluimd door een andere overheid. Er waren de
politiehervorming, de verlaging van de personenbelasting en de vrijmaking
van de energiemarkt. De gemeentebesturen hebben geen geld om hun
begrotingen rond te krijgen. Dat is wat er op dit ogenblik gebeurt. Zij
hoopten op het boetefonds. Dat staat in de wet-Durant. Dat boetefonds
heeft eigenlijk niet veel om het lijf; het is gewoon de meerontvangst ten
opzichte van 2002 van de boetes die herverdeeld zou worden over de
Belgische gemeenten. Wij hebben ons daar radicaal tegen verzet, in de
eerste plaats omdat het veel te weinig is en bovendien moet men dat niet
in een federaal fonds steken om het over alle Belgische gemeenten te
verdelen want dat is weer een nieuwe transfer van Vlaanderen naar
Wallonië. In Vlaanderen wordt immers gecontroleerd en in Wallonië niet,
zo eenvoudig is dat. Wij wensten van bij het begin dat de helft van de
opbrengst van de boetes naar de politiezones zou gaan zodat zij daar hun
beleid mee kunnen voeren.

Mag ik vragen hoe ver het staat met dat boetefonds? In de begroting voor
2004 heb ik die post niet teruggevonden, zelfs niet pro memorie. Volgens
mij komt er helemaal geen boetefonds, ik zie daar niets van terug in de
begroting voor 2004. Mijnheer De Padt, ook die mogelijke ontvangst kunt u
dus op uw buik schrijven.
Fonds des amendes pourra les
soulager quelque peu. L'objectif du
fonds est de répartir entre les
communes les suppléments de
recettes des amendes réalisés par
rapport à 2002. Le CD&V s'est
toujours opposé à ce système
notamment parce qu'il renforce les
transferts de la Flandre vers la
Wallonie. Il aurait été préférable
d'affecter la moitié des recettes des
amendes directement aux zones
de police.

Où en est le Fonds des amendes?
Pour quelle raison n'est-il pas
inscrit au budget de 2004, même
pas pour mémoire?
De voorzitter: De micro gaat uitstekend maar wat men uit het oog verliest is het rode lampje links van mij.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
01.48 Jos Ansoms (CD&V): Mijn vraag is dus hoe het komt dat dit
boetefonds niet in de begroting staat? Het is toch al te gek dat men de
gemeenten belooft dat het boetefonds er gaat komen en dat men daarna
in de begroting voor 2004 kijkt en ziet dat het er niet instaat, ook niet pro
memorie.
01.49 Minister Johan Vande Lanotte: U bent er zeker van dat het er
gaat inkomen. Dat weet u heel goed. Er is een begrotingsfonds, het is
opgericht en het bestaat. Men mag het in de begroting inschrijven op het
moment waarop men weet hoeveel inkomsten men heeft. Als die
inkomsten er zijn is het geen probleem om ze in te voegen. Dat is een
element van een begrotingsfonds.
01.49 Johan Vande Lanotte,
ministre: Un fonds budgétaire a été
créé. Un montant ne peut être
inscrit que si les recettes sont
connues. Tant mieux si la
population commet moins
d'infractions mais les recettes
seront moindres.
01.50 Jos Ansoms (CD&V): We zullen zien.
01.51 Minister Johan Vande Lanotte: Als de mensen allemaal stoppen
met overtredingen te begaan, dan is dat mooi meegenomen, maar er gaat
dan wel minder geld binnenkomen. Er zullen dan wel minder overtredingen
zijn.
01.52 Jos Ansoms (CD&V): U hebt al uw voorzorgen genomen want u
hebt alle boetes verhoogd met minstens 10%. Als minister van Begroting
hebt u uw job goed gedaan in de vorige regering. U hebt ervoor gezorgd
dat alle boetes met 10% omhoog gegaan zijn. Er zijn er zelfs die
verviervoudigen of vervijfvoudigen. U hebt uw werk als minister van
Begroting dus goed gedaan. Op dat punt hebt u goed uw best gedaan.
Het boetefonds zal er echter hoogst waarschijnlijk niet komen en als het
er al komt, zal het niet veel soelaas bieden voor de Vlaamse gemeenten
en politiezones.

Tot slot is er nog een laatste puntje voor ik afrond, namelijk de verhoogde
controles. De regering zegt heel ferm dat ze de controles met 10%
verhoogt. De controles van de provinciale verkeerseenheden worden
verhoogd met 10%. Mijnheer de minister, als u weet dat de "zwaantjes",
de provinciale verkeerseenheden, slechts 10% van hun tijd mogen
gebruiken voor controles en u verhoogt die 10% met 10%, hoeveel procent
van hun tijd mogen ze dan snelheidscontroles uitvoeren?

Dat is 11%. Fantastisch! Ze mogen nu 11% van hun tijd gebruiken om
controles te doen en daarmee worden hele kranten volgeschreven,
daaraan worden geweldige mediacampagnes opgehangen en daarvoor
neemt men de pers mee naar de ring rond Brussel om aan te tonen
hoeveel controles er gebeuren.

Als er in Brussel controles gebeuren, gebeuren er wekenlang geen
controles elders in Vlaams-Brabant of de rest van Vlaanderen. Ook op dat
punt moet er eigenlijk nog van alles gebeuren in dit land indien men de
verkeersveiligheid wenst te verhogen. De beste illustratie is onlangs
gegeven in Frankrijk. Men heeft daar geen nieuwe wet gemaakt. Men heeft
daar de boetes niet verhoogd. Men is daar gewoon van het ene jaar op het
andere heel veel gaan controleren. Het aantal ongevallen is met 30%
gedaald. Zo eenvoudig is het eigenlijk maar dat is waarschijnlijk te
eenvoudig voor deze regering want de afgelopen vier jaar heeft men dit niet
gedaan.

Mijnheer de voorzitter, ik kan spijtig genoeg namens onze fractie niet
anders dan zeggen dat wij de begroting van de minister van Mobiliteit en
zijn eerste assistent, verantwoordelijk voor de NMBS, niet zullen
goedkeuren. Dit is het voortzetten van het non-beleid van de vorige vier
01.52 Jos Ansoms (CD&V): Vous
avez majoré les amendes de 10
pour cent et, en qualité de ministre
du Budget, vous avez donc fait du
bon travail. Mais le Fonds des
amendes ne verra probablement
pas le jour. Et même s'il est créé, il
ne sera pas d'un grand secours
pour les communes et les zones
de police flamandes.

Dernier point: l'augmentation de 10
pour cent des contrôles réalisés
par les unités provinciales de
circulation. Le ministre sait que la
police motorisée ne peut consacrer
que 10 pour cent de son temps aux
contrôles routiers. Si ces 10 pour
cent sont augmentés d'un dixième,
cela signifie que les contrôles
occuperont 11 pour cent du temps.
Il reste donc encore beaucoup à
faire. En France, les amendes n'ont
pas été majorées, mais le nombre
de contrôles a fortement augmenté.
Résultat: une réduction de 30 pour
cent du nombre d'accidents.

Je n'approuverai pas ce projet de
budget. Il tend en effet à la
poursuite d'une non-politique.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
jaar. Wij hadden nochtans gehoopt dat het beter zou zijn.
01.53 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, monsieur le ministre, je suis déjà intervenue de
nombreuses fois en commission et en séance plénière sur la SNCB et la
possibilité de créer un gestionnaire d'infrastructure, sur l'unicité du statut
des cheminots et sur l'avenir de leur commission paritaire, sur la reprise
de la dette de l'entreprise par l'Etat et j'ai déjà longuement évoqué aussi
la reprise du fonds de pension de Belgacom par l'Etat. J'ai également
analysé, à la dernière séance plénière, les différentes restructurations qui
vont toucher les entreprises publiques autonomes.

Permettez-moi aujourd'hui de changer de registre, je vais parler de La
Poste. Quand nous avons choisi de discuter de La Poste lundi matin, les
journaux ne titraient encore rien sur la tarification nouvelle des timbres.
Cela me permettra de parler des marchands de timbres plutôt que des
marchands de pampers et d'être moins bavarde que les marchands de
tapis!

J'ai été frappée, dans le rapport pour le budget 2004, de la différence de
ton que vous utilisez, monsieur le ministre, dans vos propos sur La Poste
et sur la SNCB. Pour la SNCB, vous commencez par dire: si la SNCB ne
doit pas nécessairement devenir bénéficiaire, elle doit cesser toutefois
d'être déficitaire. Nous sommes d'accord là-dessus.

Mais pour La Poste, vous n'y allez pas par quatre chemins. Vous affirmez
que, contrairement à la SNCB, La Poste doit devenir rentable. Nous en
prenons acte. Ainsi donc, il nous apparaît que cette entreprise doit non
seulement se retrouver en équilibre mais redevenir rentable! Je dirais:
Heureusement pour elle, elle n'est dans le rouge que depuis deux ans et
heureusement pour La Poste qui n'a pas la même structure
d'endettement que la SNCB! Alors, si j'apprécie les discours volontaristes
que vous tenez, les efforts du gouvernement pour donner corps à ces
volontés, je me permets néanmoins de souligner le fossé qui sépare vos
propos de ceux de monsieur Thijs que nous avons entendu récemment à
la commission Infrastructure. Il y a un fameux écart entre la volonté que
vous exprimez (la volonté de l'Etat) et les articles de presse qui relatent
quotidiennement l'avis de La Poste. Il suffit de se référer aux articles
parus hier et aujourd'hui.

Vous voulez un bilan équilibré en 2004. M.Thijs nous a dit que ses filiales
ne seraient en équilibre qu'en 2005 alors que, comme vous le savez, ces
filiales sont pour beaucoup dans les mauvais résultats de l'entreprise.
Vous nous annoncez que Taxipost doit être rentable en 2004. Pour y
parvenir, La Poste filialise cette "business unit" et cherche un partenaire
pour la renforcer. Vous affirmez que le réseau des bureaux sera renforcé
et La Poste parle encore de points de vente avec des services à grande
valeur ajoutée dans de beaux grands bureaux, à côté toutefois de services
minimaux dans d'autres petits bureaux. Vous évoquiez, il y a quelques
mois, la suppression du timbre Prior et aujourd'hui, La Poste se félicite de
celui-ci et annonce une augmentation de ses tarifs. J'ajouterai que cela ne
concerne pas seulement le timbre Prior.

Monsieur le ministre, bien que vous soyez présent à son chevet, nous
avons l'impression que La Poste se trouve toujours dans la tourmente et
qu'il n'y a pas de signe annonciateur d'une amélioration. Nous savons que
M. Thijs doit gérer l'héritage du passé et qu'il doit prendre la suite d'une
politique mégalomane de son prédécesseur mais la concurrence, elle, n'a
que faire de ces résultats. Nous savons que l'entreprise est autonome et
que votre marge de manoeuvre dans la gestion des affaires courantes s'en
trouve réduite. Cependant, je voudrais vous faire part de mon sentiment
01.53 Camille Dieu (PS): Ik heb
het vroeger reeds gehad over de
NMBS en de
infrastructuurbeheerder, over
Belgacom en de overname van het
Pensioenfonds, of nog over de
autonome overheidsbedrijven.
Vandaag wil ik het hebben over het
probleem van De Post. In het
verslag over de begroting 2004 valt
mij op dat de NMBS, die niet
noodzakelijk winstgevend dient te
worden en De Post, die wordt
aangemaand om rendabel te
worden, op een verschillende
manier worden behandeld. Gelukkig
heeft De Post niet dezelfde
schuldenstructuur als de NMBS.

Ik wil onderstrepen dat er een kloof
gaapt tussen deze verklaringen en
de krantenartikels die verslag
uitbrengen over het dagelijks reilen
en zeilen bij De Post. U streeft naar
een begroting in evenwicht voor
2004 terwijl volgens de heer Thijs
dit slechts in 2005 zal bereikt
worden. U verklaart dat Taxipost in
2004 winstgevend moet zijn terwijl
De Post een partner zoekt voor
deze business unit. U heeft het
over een uitbreiding van het
kantoornet, terwijl De Post spreekt
over een verhoging van het aantal
verkooppunten. U kondigde de
afschaffing van het priorsysteem
aan en De Post een verhoging van
haar tarieven.

We hebben de indruk dat De Post
het succes achterna holt. Het is
uiteraard moeilijk om deze erfenis
te beheren, maar de concurrentie
heeft geen boodschap aan deze
resultaten. We weten dat het om
een autonoom overheidsbedrijf
gaat. Ik zal u desondanks enkele
vragen stellen.

Doordat er met
dochterondernemingen gewerkt
wordt, vrezen de werknemers dat
de band met het moederbedrijf
verloren gaat. Men gaat op zoek
naar partners, De Post heeft al een
beroep gedaan op zelfstandigen in
haar dochterondernemingen, en
moedigt zelfs bijklussen aan. Is de
opdeling in dochterondernemingen
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
sur trois points.

Le premier est l'augmentation des tarifs, même si je ne savais pas encore
quand j'ai écrit ce texte que la concertation aurait lieu avec vous. Je me
disais qu'en cas d'augmentation avérée du timbre, il s'agirait d'une double
augmentation pour Prior puisqu'il constituait déjà une augmentation du
timbre. Voilà donc une nouvelle hausse des prix. Vous êtes tombé
d'accord avec La Poste: ce sera pour mai 2004. La situation est-elle si
dramatique pour que l'usager doive supporter une fois de plus une
augmentation tarifaire.

Deuxièmement, au sujet de la politique de filialisation, on a envie de dire
"une filiale de plus", même si on sait que ce n'est pas un morceau
rentable qui va sortir du giron de La Poste. Les postiers s'interrogent sur
la perte éventuelle du lien avec la maison mère. On va chercher un
partenaire extérieur; on sait que La Poste a déjà recouru à des
indépendants dans le passé, on sait aussi combien elle peut parfois
promouvoir les petits jobs d'appoint. Souvenez-vous du slogan de l'année
passée: "Voulez-vous arrondir vos fins de mois?" On a fait ainsi la
promotion des petits jobs, ce qui me dérangeait déjà beaucoup. D'une
manière plus générale, cette filialisation va-t-elle aboutir à une vente pure
et simple un peu à la fois?

Pourquoi vendrait-on Vicindo et pas Taxipost? Pouvez-vous me donner
des garanties à cet égard?

Enfin, le dernier point concerne la distribution. Vous parlez de
renforcement mais s'agit-il du renforcement du réseau de distribution ou
de celui des bureaux de poste? On a déjà évoqué plusieurs façons de
renforcer ceux-ci, par exemple en leur demandant de distribuer des cartes
d'identité électroniques. C'est tout de même autre chose que de permettre
à des grandes surfaces de vendre des timbres aux usagers.

Si nous nous dirigeons vers un renforcement du réseau de distribution,
c'est pour moi, une nouvelle fois, le citoyen qui verra diminuer la qualité
des services qu'il peut espérer.

A mon avis, améliorer le service postal ne peut pas se confondre avec la
vente de timbres par un grand magasin. Je vous avoue que je ne voudrais
pas avoir l'impression désagréable que les citoyens payent chaque fois
les errements de gestion des activités commerciales de La Poste.

Je vous remercie déjà des précisions que vous pourrez m'apporter.
niet de eerste stap naar het
afstoten van activiteiten?

Als u het heeft over een
"versterking", doelt u dan op het
distributienet of op het netwerk van
postkantoren? Als het distributienet
uitgebouwd wordt, zal de kwaliteit
van de dienstverlening
achteruitgaan. En ik wil niet de
onaangename indruk krijgen dat het
telkens de burger is die het gelag
betaalt voor het wanbeheer bij de
commerciële poot van De Post.
01.54 Johan Vande Lanotte, ministre: Madame Dieu, en matière de
rentabilité, je fais quand même la différence entre la SNCB et La Poste.
Ainsi; la libéralisation de La Poste est déjà beaucoup plus avancée en
termes de décisions. Les différentes étapes de libéralisation sont fixées et
sont beaucoup plus ambitieuses. Cela signifie que, sans rentabilité, la
concurrence avec les autres acteurs s'accentuera et posera de gros
problèmes pour La Poste.

En ce qui concerne la SNCB, la discussion, notamment sur le monopole
des passagers, est actuellement en cours. Une discussion a également
lieu au niveau européen. La pression subsiste bien entendu. Toutefois, il
faut savoir que la SNCB conserve une très grande partie de ses activités,
alors que La Poste n'en garde qu'une petite partie. C'est regrettable mais
c'est ainsi. Les décisions ont été prises. L'exigence de rentabilité est de
ce fait beaucoup plus claire.

En ce qui concerne votre question relative à Taxipost, nous diminuons
01.54 Minister Johan Vande
Lanotte: Er is een verschil tussen
de NMBS en De Post. Bij De Post
staat de liberalisering veel verder en
indien die onderneming niet
rendabel is, wordt de concurrentie
met de andere actoren op de spits
gedreven. De NMBS heeft nog
steeds het monopolie voor het
reizigersvervoer, dat een belangrijk
deel van haar activiteiten uitmaakt.
De monopoliepositie waarover De
Post nog beschikt, betreft slechts
een klein deel van haar activiteiten.

Het aantal dochterondernemingen
wordt verminderd. We streven voor
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
actuellement le nombre de filiales. M. Thijs et moi-même tendons vers un
même but: un équilibre budgétaire en 2004, même si certaines filiales
seront encore déficitaires. Pour 2004, on ne peut promettre un équilibre
budgétaire de toutes les filiales mais, pour La Poste elle-même, c'est ce
que nous souhaitons. Ce sera difficile, certes, mais c'est notre volonté
commune.

Le problème pour Taxipost, c'est qu'il ne relève pas du service universel,
c'est un service commercial. Etant donné que, pour l'instant, le déficit est
de 20 millions d'euros par année, si La Poste aide financièrement
Taxipost, nous risquons, comme d'autres pays, d'encourir une amende de
la part de la Commission européenne. En Allemagne, La Poste a payé
une amende de 600 millions d'euros parce qu'elle a soutenu son propre
service Taxipost pendant une trop longue période. Si nous voulons éviter
cette situation, Taxipost devra nécessairement être une entité qui ne
pourra plus recevoir de subsides de La Poste. Taxipost doit donc devenir
rentable. La Poste veut rester majoritaire dans ce secteur car le marché
des PME de Taxipost est important pour La Poste. Se dessaisir de
Taxipost signifie se dessaisir de ce marché. La Poste veut rester en
place, mais si nous voulons être en équilibre dans les années à venir, une
restructuration très importante s'avère indispensable, étant donné le déficit
de 20 millions d'euros. Il est impossible que ce montant soit payé par La
Poste. Par conséquent, un partenaire est nécessaire.

Sans cela, on ne peut pas garder l'équilibre. Soit, on supprime Taxipost;
soit, on restructure cette société comme filiale avec un partenaire tiers.
Ce sont les seules options encore envisageables. Les autres ne sont plus
réalistes. Par conséquent, ce n'est pas un choix, c'est une obligation. On
évite ainsi l'éventualité d'être condamné à une amende sensible. Même si
ce n'est pas 600 millions mais seulement 200 millions, ce serait un drame
pour La Poste de devoir payer une telle somme. L'Etat ne peut pas non
plus assumer cette amende; La Poste seule doit la supporter.

En ce qui concerne les augmentations possibles des timbres Prior et non-
Prior, je tiens d'abord à rappeler que ce n'est pas le ministre qui décide
des augmentations de prix. Légalement, il n'a rien à dire mais c'est une
autre discussion.

(...)
2004 een evenwicht na, ook al zal
een aantal dochterondernemingen
nog verlieslatend zijn. De heer Thijs
deelt die doelstelling.

Taxipost is een commerciële en
geen universele dienst. Indien men
hem blijft ondersteunen, loopt men
het risico door de Europese
Commissie te worden beboet. De
Duitse post diende een boete van
600 miljoen euro te betalen omdat
zij de Duitse Taxipost te lang had
ondersteund. Zelfs indien De Post
een lagere boete zou oplopen, zou
dit rampzalig zijn, omdat zij er zelf
voor zou opdraaien. Daarom mag
Taxipost niet langer "subsidies"
ontvangen en dient de dienst
rendabel te worden.

De Post wil in Taxipost blijven
(KMO-markt), maar als zij dit niet
langer kan betalen (20 miljoen
euro), blijven er slechts twee
oplossingen over: hetzij Taxipost
afschaffen, hetzij een betrouwbare
partner vinden die bereid is erin te
investeren!

Op dit ogenblik onderzoeken De
Post en de minister hoe zij in 2004
een evenwichtige begroting kunnen
verkrijgen. In januari zal duidelijk
worden wie wat doet. Nu is er geen
akkoord, maar men dient tot een
begrotingsevenwicht te komen.
01.55 Minister Johan Vande Lanotte: Non, il n'y a pas d'accord. Il y a
un processus selon lequel La Poste et le ministre de tutelle effectuent
toutes les recherches nécessaires pour arriver à un budget en équilibre en
2004. Différentes pistes sont étudiées pour l'instant, le but étant d'essayer
de clôturer cette analyse dans le courant du mois de janvier. A ce
moment, on verra qui fait quel effort. Avant cela, je ne puis pas vous
donner de réponse précise. Tout ce que je peux dire, c'est que, dans la
recherche d'un équilibre budgétaire 2004, il faut que les efforts soient
répartis entre les différentes partenaires possibles. C'est ce que l'on veut
faire au mois de janvier. En attendant, il n'y a d'accord sur rien, mais nous
essayons d'évaluer la situation et d'évoluer vers cet équilibre budgétaire,
ce qui est essentiel si l'on veut renouveler l'optimisme qui ne règne pas à
La Poste.
01.56 Camille Dieu (PS): J'ai bien lu et écouté M. Thijs quand il est
venu. Il est évident que l'on perd 10% du marché chaque année pour le
courrier et ce, pour toutes sortes de raisons "modernes", si je puis
m'exprimer ainsi. Par conséquent, si nous ne faisons pas preuve de
créativité, nous allons droit au mur.

Ce n'était pas une critique que je formulais mais je voulais entendre
01.56 Camille Dieu (PS): Omdat
het niet up to date is, verliest
Taxipost jaarlijks 10%
marktaandeel. Indien geen
creativiteit aan de dag wordt
gelegd, gaat het bedrijf ten onder.
Ik wil u niet ten gronde bekritiseren,
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
pourquoi certaines choses se passaient ainsi et pas autrement. Je crois
qu'un effort de communication est à faire à cet égard avec la presse.
maar ik meen dat er misschien een
gebrek aan communicatie bestaat.
01.57 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, heren ministers,
collega's, ik zal het niet hebben over de overheidsbedrijven, maar enkel
over het verkeersveiligheidsbeleid.

Wellicht trap ik een open deur in, maar België heeft een trieste reputatie
op het vlak van verkeersveiligheid. Iedereen is het erover eens dat we er
alles moeten aan doen om de doelstellingen, vooropgesteld door de
Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid, te realiseren. Dat betekent
30% minder dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2006 en 50% minder
slachtoffers tegen 2010.

De centrale vraag is of we op goede weg zijn. De wet van 7 februari 2003
houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid bevat volgens
ons zeker en vast een aantal cruciale aanzetten. We weten dat in 2004 de
wet concreet moet worden uitgevoerd. Echter, zoals we vandaag in de
pers konden lezen, levert de automobilistenvereniging Touring scherpe
kritiek op de nieuwe verkeerswet. De logica van de wet is volgens Touring
soms ver te zoeken. Ik heb in het antwoord van de minister gelezen dat hij
daarmee niet akkoord gaat.

Er moeten dringend een aantal accenten worden gelegd.

Ten eerste, een versnelde en vereenvoudigde aanpak van de
verkeersboetes ­ ik sluit mij op dat punt aan bij collega Ansoms ­ is
noodzakelijk. Naar verluidt vertoont het bevel tot betaling, zoals
oorspronkelijk ingevoerd, immers een aantal wettechnische gebreken. Een
wetswijziging zou de procedure performanter moeten maken. De VLD-
fractie zal erop toezien dat de aangepaste procedure daadwerkelijk
tegemoet komt aan de eis voor een snelle, eenvormige afhandeling van
verkeersboetes, zoveel mogelijk buiten de gerechtelijke keten om. Zoniet
zullen wij zelf een voorstel indienen.

In verband met de verkeersboetes en het handhavingsbeleid ­ ik heb het in
de commissie al aangegeven, maar wil het ook in de plenaire vergadering
nog eens doen ­ is het vermeldenswaard dat in vele politiezones geen
onmiddellijke inning van 25 euro wordt opgelegd voor de zogenaamde
lichte overtredingen. Er is daarover een circulaire van de procureurs-
generaal aan de parketten. Blijkbaar wordt de circulaire echter niet
uitgevoerd, of toch niet overal. Sommige parketten menen dat men
realistisch moet blijven en aanvaarden dat er andere prioriteiten kunnen
zijn. Volgens mij geeft men evenwel een verkeerd signaal aan de bevolking
door op sommige plaatsen ­ zoals bijvoorbeeld het gerechtelijk
arrondissement Brugge waar, behoudens in Oostende, geen lichte
overtredingen worden geverbaliseerd ­ toe te laten dat een bestuurder
straffeloos 17 km/u boven de snelheidslimiet mag rijden. Men mag in die
zones dus 67 km/u in de bebouwde kom rijden zonder het risico te lopen
daarvoor te worden beboet.

Dat arrondissement staat niet alleen. Ik heb vernomen dat ook in de
arrondissementen Leuven ­ met uitzondering van de politiezone Landen ­,
Marche-en-Famenne en Nivelles niet wordt opgetreden tegen deze lichte
overtredingen.

Waar dan wel lichte overtredingen worden geverbaliseerd, maar de
onmiddellijke inning niet wordt betaald door de overtreder zouden de
parketten de vervolgers niet benaarstigen. Dat komt in feite neer op
beloning van inciviek gedrag. Ik denk dat een en ander te wijten is aan het
gebrek aan mankracht, aan middelen en organisatie en ik denk, mijnheer
01.57 Guido De Padt (VLD): En
matière de sécurité routière, la
Belgique jouit d'une triste
réputation et nous devons donc
mettre tout en oeuvre pour atteindre
les objectifs des états-généraux de
la sécurité routière: 30% de tués en
moins d'ici à 2006 et 50% en
moins d'ici à 2010. La loi du 7
février 2003 constituait en quelque
sorte le début de cette campagne
de lutte contre l'insécurité routière.

Dans le contexte de l'exécution de
la loi, il conviendra en 2004 de
mettre l'accent sur le traitement
accéléré et simplifié des amendes.
Dans l'état actuel des choses, les
ordres de paiement sont encore
entachés d'imperfections d'ordre
légistique. Le VLD veillera à ce que
la nouvelle procédure se traduise
par un traitement rapide et uniforme
des amendes.

Mais il y a un autre problème:
l'amende de 25 euros due pour les
petites infractions n'est pas perçue
immédiatement dans tous les
arrondissements. Il n'est pas rare
que les petites infractions ne soient
même pas verbalisées, ce qui est
un mauvais signal adressé à nos
concitoyens à qui l'on dit qu'ils
resteront impunis s'il leur arrivait
d'en commettre une. Le
gouvernement a le devoir de pallier
le manque de personnel et de
moyens qui empêche actuellement
un fonctionnement optimal du
système.

En ce qui concerne le Fonds des
amendes de circulation, aucun
arrêté d'exécution n'a encore été
pris. Nous insistons pour que le
système des accords entre les
autorités fédérales et les zones de
police entre rapidement en vigueur.

Nous estimons également plus
logique d'adapter les limitations de
vitesse à l'environnement plutôt que
d'instaurer une limitation de 30
km/heure dans toute la zone
habitée. Le point relatif à la
limitation de vitesse reste
néanmoins vague. J'espère que le
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
de minister, dat op dat vlak de regering sturend kan en moet optreden.

Een ander aandachtspunt is daarnet ook reeds aangehaald, namelijk het
verkeersboetefonds dat meermaals werd aangekondigd, maar waarvan de
uitvoering voorlopig achterwege blijft. Wij moeten niemand ervan overtuigen
dat het verkeersboetefonds een ideaal instrument is om de lokale politie
aan te moedigen meer controles uit te oefenen. Tot op heden zijn er geen
uitvoeringsbesluiten beschikbaar met betrekking tot het boetefonds.

Gelet op de inspanningen op het vlak van de verkeershandhaving en de
daaraan verbonden kosten voor de lokale politie dringen ook wij aan om
het systeem van convenanten tussen de federale overheid en de
politiezones op korte termijn te implementeren. Wij zouden zelfs durven te
vragen om in afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe regeling
een overgangsregeling uit te werken die de zones de garantie geeft dat
een middelenstroom wordt vrijgemaakt in verhouding tot de sedert 1
januari 2002 geleverde inspanningen inzake verkeersveiligheid.

Ik heb ook nog enkele concrete bedenkingen, bijvoorbeeld in verband met
het herzien van de snelheidslimieten naar gelang van het type en de
inrichting van de wegen in plaats van het type omgeving is iets heel
anders dan een verplichte zone 30 in de bebouwde kom en zeventig
kilometer op gewestwegen, zoals breed werd uitgesmeerd in de pers.

Het punt van de snelheidsbeperking blijft vaag en misschien kan de
minister straks zijn beleid terzake toelichten. Wij denken dat het
bovendien raadzaam is om de handhaving eerst op punt te stellen alvorens
de reglementering fundamenteel te wijzigen.

Een andere bedenking is dat het vrachtvervoer vaak betrokken is in
meestal zeer zware verkeersongevallen en dat niet zelden de cruise
control hiervoor verantwoordelijk is. De beleidsnota spreekt zich ook niet
echt uit over concrete maatregelen terzake.

Los van de wet zien wij een aantal positieve evoluties. De beleidsnota
Binnenlandse Zaken toont een serieuze toename van het aantal controles
aan. In 2003 gaat het over een toename van de alcoholcontroles met 25%,
snelheidscontroles met 70% en zwaar vervoer met 31%. Dat heeft tot
gevolg dat het aantal doden op de snelwegen daalde met 13,4%, net als
het aantal zwaar-en lichtgewonden.

De cijfers van een VAB-evaluatie bewijzen dit. De VAB bevestigt nog dat
het aantal ongevallen drastisch daalt, met name ­90% tegenover 2001
sedert de aankondiging en geleidelijke invoering van de verstrengde
controles.

Dit betekent dat, los van de integrale uitvoering van de wet van 7 februari
2003, er nu reeds een mentaliteitswijziging bij de mensen gegroeid is.
Een tweede positieve evolutie is deze van de flitscamera's die bijdragen
tot een veiliger verkeer. In Frankrijk zou er sprake zijn van 30% minder
ongevallen tengevolge van onbemande camera's. Vergelijkbare
onderzoeken vertonen dezelfde tendens.

Ik heb zelf bij de politie de cijfers opgevraagd voor een gewestweg die
vroeger een slechte reputatie had. Meer bepaald gaat het hier over de N8
tussen Roosdaal en Dilbeek, de Ninoofse Steenweg, die bij velen gekend
was als een dodenweg. Verschillende mensen hebben daar op korte tijd
de dood gevonden in verkeersongevallen. Het aantal ongevallen was daar
zeer hoog. Een project tot snelheidshandhaving werd in 2002 uitgewerkt
en sedertdien controleren 13 onbemande camera's de snelheid en het
negeren van het rode licht. Flitspalen hebben daar hun effect en hun doel
niet gemist. Uit cijfers voor 2003 blijkt dat het aantal verkeersongevallen
ministre pourra nous fournir
quelques explications à ce sujet.

Il me semble que la note de
politique générale ne propose
aucune mesure concrète
concernant les problèmes du
transport de marchandises et du
cruise control. Or, les poids lourds
sont très fréquemment impliqués
dans des accidents graves.

L'augmentation sensible des
contrôles de vitesse et d'alcoolémie
constitue une bonne chose. Les
chiffres du VAB indiquent une
baisse significative des accidents.
L'installation de radars fixes
contribue également à renforcer la
sécurité routière. Très
concrètement, je songe à la
chaussée de Ninove dans ma
région. Depuis l'installation de
radars fixes, le nombre d'accidents
a sensiblement baissé.

Le traitement digital des procès-
verbaux dans différents
arrondissements constitue
également un progrès, tout comme
l'établissement d'un lien entre le
fichier centralisé des permis de
conduire et d'autres banques de
données.

Il convient à présent d'exécuter la
loi de 2003 aussi rapidement et
aussi efficacement que possible.
Grâce aux efforts déployés par le
précédent gouvernement, un
changement de mentalité s'opère
progressivement.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
met lichamelijk letsel nog minder dan de helft uitmaakt van de cijfers van
de jaren voor de plaatsing van de flitspalen.

Een andere conclusie is dat het aantal zwaargewonden veel lager ligt dan
voor de plaatsing van flitspalen. Het is dan ook verheugend vast te stellen
dat sedert de plaatsing van deze flitspalen, er geen verkeersdoden meer te
betreuren vallen op de N8 tussen Dilbeek en Roosdaal.

Dit neemt niet weg, en dit is toch ook een merkwaardige vaststelling, dat
er tussen oktober 2002 en oktober 2003 nog steeds 12.380
snelheidsovertredingen te noteren vielen. Dit zijn 34 overtredingen per dag
terwijl er in dezelfde periode nog 160 bestuurders door het rode licht reden
en dit ondanks deze flitspalen.

Dit betekent eveneens een positieve evolutie in verschillende gerechtelijke
arrondissementen waar een begin werd gemaakt met de digitale
verwerking van de processen-verbaal. Op die manier moeten de door de
politie opgestelde PV's niet opnieuw overgetikt worden op het niveau van
het openbaar ministerie. Het is duidelijk dat deze digitale overdracht een
enorme tijdswinst zal betekenen. Sommige parketsecretarissen kijken
reeds verlangend uit naar het ogenblik dat alle PV's op deze manier
verwerkt zullen kunnen worden.

Ten slotte vinden wij het positief dat in de beleidsnota Mobiliteit beloofd
wordt dat het centraal bestand van rijbewijzen zal worden gelinkt aan
andere gegevensbanken en dat op die manier beter gecontroleerd kan
worden op de uitvoering van een maatregel van verval van recht tot sturen.

Ter afronding nog zal 2004 in het teken staan van de uitvoering van een
reeks bepalingen uit de wet van 7 februari 2003. Dit betekent niet alleen
dat dit zo snel mogelijk moet gebeuren maar ook zo goed mogelijk. Halve
maatregelen die op het terrein nog tal van praktische problemen stellen,
helpen de verkeersveiligheid niet vooruit, wel integendeel. Ongeacht de
effectieve invoering van de nieuwe verkeerswet, stellen wij met
tevredenheid vast dat de mentaliteit van de mensen begint te wijzigen. Dit
is mede een gevolg van het feit dat de vorige regering van
verkeersveiligheid een topprioriteit heeft gemaakt. Het is aan de nieuwe
meerderheid om het even goed, zoniet beter te doen.

De voorzitter: Mijnheer Sevenhans, u bent de vervanger van de heer Mortelmans. U hebt het woord.
01.58 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, de
Kamer heeft blijkbaar ook een probleem met infrastructuur.

Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega's, deze rede zou normaal
worden gehouden door mijn collega Mortelmans. Hij had echter andere
politieke verplichtingen. Het Vlaams Blok wilde niet ontbreken in dit debat.
Daarom zal ik spreken in de plaats van collega Mortelmans. U kan mij
een beetje als Jan Mortelmans beschouwen.
De voorzitter: (...): U kent mekaar nog uit de tijd dat u bij de Volksunie was.
01.59 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Wij zijn inderdaad nog samen
Vlaams-nationalist geweest. Wij zijn nog samen gaan plakken.
De voorzitter: (...)
01.60 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Ik neem aan dat hij daarvan
nooit spijt gehad heeft.

Wij hebben in de commissie voor de Infrastructuur een grondige discussie
01.60 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): L'indépendance de la
Flandre ne résoudrait pas tous les
problèmes mais elle y contribuerait
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
kunnen voeren over de bevoegdheden van beide ministers. Ze zijn beiden
zo vriendelijk geweest om aanwezig te zijn. Het is de eerste keer dat we
in de commissie voor de Infrastructuur een beleidsnota voorgeschoteld
hebben gekregen. We kunnen dus moeilijk spreken over afrekenen. Het
lijkt ons echter toch wel noodzakelijk om nu reeds enkele bedenkingen
mee te geven voor de uitvoering ervan. Een beleidsnota presenteren is
heel mooi. Ze uitvoeren is echter nog iets anders.

Ten eerste, ik wil hier toch wel het standpunt van het Vlaams Blok
meegeven over de twee belangrijkste thema's, namelijk de
verkeersveiligheid en de NMBS. Het zal de komende vier jaar regelmatig
terugkomen. Als Vlaams-nationale oppositiepartij die een onafhankelijk
Vlaanderen nastreeft, kunnen we niet anders dan het volgende even naar
voren te brengen.

De Vlaamse onafhankelijkheid is ons streefdoel. Het is echter ook een
middel om veel problemen op te lossen. De heer Anciaux zal dat zeker
kunnen bevestigen. U zal ons zeker niet horen beweren dat er in een
onafhankelijke Vlaamse staat geen problemen zouden zijn. U zal ons ook
niet horen beweren dat de verkeersveiligheid drastisch zou toenemen of
dat het aantal doden zou dalen. U zal mij ook niet horen zeggen dat het
mobiliteitsprobleem opgelost zou worden.

Ik zeg dit omdat niemand kan ontkennen dat we in een land met twee
snelheden leven. De Franstaligen hebben een fundamenteel andere kijk op
verkeersveiligheid. Ik verwijs hierbij naar de problematiek van de flitspalen.
Vlaanderen moet dus een eigen beleid kunnen voeren. Het moet eigen
accenten kunnen leggen. Het moet zelf kunnen beslissen over de centen
die het wil besteden.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik lees het volgende in de beleidsnota van
de minister. "Oprichting van een forum waarbij de Gewesten en
Gemeenschappen betrokken zullen worden. Naast een
grondwetsherziening zal dit forum via wetsontwerpen voor verscheidene
problemen een oplossing onderzoeken en voorbereiden. Aldus wil men
bijdragen tot een grotere structurele samenhang van de verdeling van de
federale, gewestelijke en/of gemeenschapsbevoegdheden. In dit kader zal
het forum zich onder andere met het verkeersveiligheidsdossier
bezighouden."

Dit betekent uiteraard nog niet dat de verkeersveiligheid gedefederaliseerd
zal worden. We moeten het eerst zien en dan zullen we het geloven. Op
het forum zullen trouwens alleen de meerderheidspartijen aanwezig zijn.
Als het forum functioneert zoals de inmiddels beruchte Costa, dan hebben
we daarin uiteraard geen goed oog. We mogen nog zo veel maatregelen ­
ik heb er reeds enkele aangekaart ­ voorstellen en trachten te realiseren.
Als verkeersveiligheid en mobiliteit niet op het gewestelijk niveau
belanden, kan er geen sprake zijn van een geïntegreerd mobiliteitsbeleid.

Vlaanderen is bevoegd voor ruimtelijke ordening, economie, leefmilieu en
infrastructuur van het verkeer, maar het spoorwegbeleid, het luchtverkeer,
het vrachtvervoer en alles wat met het verkeersreglement te maken heeft,
blijft federaal. Op die manier is het moeilijk een geïntegreerd beleid te
voeren. Daarom pleiten wij ervoor dat in afwachting van die Vlaamse
onafhankelijke staat Vlaanderen volledig bevoegd wordt voor Mobiliteit.

Met de NMBS is het hetzelfde gesteld. Vlaanderen heeft duidelijk andere
­ trouwens volledig gesteund op objectief aantoonbare gronden ­ en veel
meer behoeften dan de 60/40-verdeling die jaarlijks wordt gehanteerd voor
het investeringsplan. Die 60/40-verdeling is uiteraard geen goede zaak
voor Vlaanderen. Dat is geen goede zaak voor de havens in het algemeen
of voor de Antwerpse haven in het bijzonder. Ik heb verschillende debatten
dans une large mesure. La
Belgique est un pays à deux
vitesses. Les francophones ont une
tout autre conception de la sécurité
routière. Il faut que la Flandre
puisse mener sa propre politique.

Le forum qui va se pencher sur une
répartition plus cohérente des
compétences des pouvoirs publics
régionaux et fédéraux va également
aborder la sécurité routière. Si ce
forum devait aller dans le sens de
la COREE, nous ne le
considérerions pas d'un bon oeil.
Aussi longtemps que la Flandre
n'obtient pas des compétences
plus larges, il, sera impossible de
mettre en oeuvre une politique de la
circulation intégrée.

Actuellement, c'est l'Etat fédéral
qui est compétent pour la SNCB, le
trafic aérien, le transport de fret et
la réglementation relative à la
circulation routière. En attendant
que la Flandre accède à son
indépendance, nous préconisons
qu'elle gère en toute autonomie les
problèmes de mobilité qui se
posent sur le sol flamand.

Tout le monde s'accorde à dire que
la règle des 60/40 appliquée aux
investissements ferroviaires est
défavorable à la Flandre et qu'il faut
l'adapter d'urgence. On nous avait
dit que ce thème serait abordé au
cours des négociations
gouvernementales mais, à ma
connaissance, il n'en a rien été. Le
Vlaams Blok exige que pour le
trafic de marchandises, on fixe
d'ores et déjà une clé de répartition
de 80/20 et que la réglementation
relative au trafic de passagers soit
également adaptée dans ce sens.

J'espère que le plan STOP ne
restera pas lettre morte. Le
gouvernement précédent a mené en
la matière une non-politique
pendant quatre ans.

Les ambitions du gouvernement
dans le domaine du travail à
domicile et du télétravail sont
limitées d'entrée de jeu à la mise
en place d'un groupe de travail qui
examinera les mesures qui
méritent d'être prises en
considération. Par rapport à
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
meegemaakt voor de verkiezingen. Ik heb zelf mee gedebatteerd over de
tweede spoorontsluiting, de IJzeren Rijn, en zowat alle collega's waren het
er voor de verkiezingen over eens dat de 60/40-verdeling nadelig was voor
Vlaanderen en moest worden aangepast. Wat meer is, men zou het zelfs
bij de regeringsonderhandelingen op tafel hebben gegooid. Ik heb daar
niets van gemerkt. Minister Anciaux waarschijnlijk ook niet. De toestand
momenteel is vrij nadelig voor Vlaanderen. Daarom ook blijft het Vlaams
Blok eisen dat van de 60/40-verdeling wordt afgestapt en wordt overgegaan
­ zeker op het vlak van goederenvervoer ­ naar een billijkere 80/20-
verdeling. Voor het personenvervoer kan de verdeling enigszins anders
zijn, maar voor het goederenvervoer zouden wij dit absoluut moeten
kunnen verkrijgen.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in de commissie is
een analyse van de beleidsnota van Mobiliteit gemaakt. Daarop kom ik
namens mijn collega, de heer Mortelmans, even op terug. De minister
heeft een antwoord gegeven op een vraag over het stopplan, een totaalplan
voor stappen, trappen, openbaar vervoer en personenwagens. Daar heeft
mijn collega de hoop uitgedrukt dat het niet bij intenties zou blijven. De
verwezenlijkingen van Verhofstadt I liggen nog vers in mijn geheugen. Na
vier jaar non-beleid ­ het enige noemenswaardige dat ik mij herinner was
de verkeersveiligheidwet en die werd ook niet gerealiseerd ­ is er blijkbaar
een nieuw plan. Dat plan begint van nul. Wij staan dus nog nergens, maar
wij zijn allemaal in blijde verwachting.

De regering wil ook het telewerk en het thuiswerk aanmoedigen. Deze
intentie wordt in punt 6, ten tweede, reeds afgezwakt tot het niveau van
een werkgroep die nog moet worden opgestart om de bevordering van
telewerk te bestuderen. In het regeerakkoord staat echter dat er statuten
en infrastructuur voor tele- en thuiswerk moeten komen. Telewerk werd
reeds in het regeerakkoord van 1999 vermeld als een prioriteit. Ik citeer:
"Er zal een geïntegreerd mobiliteitsbeleid worden gevoerd waarbij zowel
fiscale als structurele hefbomen zoals telewerk en glijdende uurregelingen
zullen worden aangewend". Het mag duidelijk zijn dat wij in de plaats van
vooruit achteruit gaan. De minister heeft dat in eigen woorden bevestigd.
Hij zegt dat de eerste stap is gezet en dat het onontbeerlijk is dat er eerst
een werkgroep wordt opgesteld. Weer maar eens een werkgroep!

Ook het carpoolen zou worden aangemoedigd. De Gewesten moeten
worden aangespoord om carpoolparkings te maken. In het regeerakkoord
van 1999 stond nog dat onder meer carpoolen en autodelen fiscaal zou
worden aangemoedigd. Dat fiscaal aanmoedigen is er blijkbaar niet meer
bij. Ik denk dan ook dat een belangrijke stimulans zal wegvallen.

Trouwens, wat die carpoolparkings betreft, dat hangt af van de Gewesten,
niet van het federale niveau. De minister heeft een eerlijk antwoord
gegeven inzake de daling van het aantal verkeersslachtoffers met 33%
tegen 2005 en 50% tegen 2010. Er is namelijk in de commissie
aangetoond dat louter statistisch gezien deze regering extra inspanningen
zal moeten leveren om aan die doelstelling te geraken. De minister heeft
dat beaamd en hij heeft gezegd dat die extra inspanningen er zullen
komen. Afwachten natuurlijk of dat ook daadwerkelijk zo zal zijn.

Ik lees in het regeerakkoord ook dat er een vergoedingsysteem voor de
NMBS komt voor sommige gevallen. In de regeringsverklaring van 1999
werd nog gewag gemaakt van een sanctiesysteem om vertragingen tegen
te gaan. In de opeenvolgende beleidsnota's van de vorige minister van
Mobiliteit en Vervoer was er ook reeds sprake van vergoedingen voor de
reizigers. Op dit moment, na vier jaar, staan wij nog niets verder maar wij
zijn in blijde verwachting.

Tot slot vind ik in de beleidsnota niets terug over de verlaging van tarieven
l'accord de gouvernement de 1999,
nous avons régressé car à ce
moment-là, c'était encore une
priorité politique.

En 1999, le gouvernement avait
encore l'intention d'encourager le
covoiturage par des mesures
d'incitation fiscale. Il a depuis
renoncé à cette idée.

Statistiquement, il ne fait aucun
doute que le gouvernement devra
fournir des efforts supplémentaires
pour atteindre ses objectifs en
termes de réduction du nombre de
victimes de la route.

En 1999, des sanctions avaient
déjà été prévues en cas de retards
à la SNCB. Dans une série de
notes de politique générale
successives, le gouvernement a
annoncé que les voyageurs, le cas
échéant, seraient également
dédommagés. Ces promesses ont
refait surface dans le présent
accord de gouvernement.

Dans le dossier du Rhin de Fer, on
s'en tiendra à nouveau à de belles
paroles. La Deuxième Chambre
des Pays-Bas a demandé au
gouvernement, eu égard au report
belge, d'arrêter les travaux et de
bloquer les budgets. Les
Néerlandais interprètent l'attitude
belge comme une remise en cause
fondamentale de l'ensemble du
projet. Je redoute également que le
dossier soit renvoyé aux calendes
grecques. Si le projet revêt une
telle importance pour la Belgique,
pourquoi le reporter indéfiniment?
Les Néerlandais ne comprennent
pas que notre clé de répartition
60/40 bloque tout le dossier.

La dette historique de la SNCB
explique pourquoi de nombreux
projets ne peuvent être mis en
oeuvre. Nous venons d'apprendre
que la reprise de la dette par l'Etat
est reportée de quelques années
encore. Je ne vois pas non plus où
l'on trouverait l'argent. Plus les
pouvoirs publics attendront, plus la
dette augmentera.

Le ministre annonce une fois de
plus un nouveau de contrat de
gestion avec la SNCB. Une
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
voor doelgroepen die was aangekondigd in het regeerakkoord van 2003.
De verlaging voor doelgroepen stond ook reeds in het regeerakkoord van
1999. De vraag is dus wat daarvan reeds werd uitgevoerd? In de
beleidsnota wordt wel aandacht besteed aan de IJzeren Rijn. Die luttele
regels zijn overgenomen uit de regeringsverklaring "Zuurstof voor het land."
Maar als de minister meent wat hij over de IJzeren Rijn schrijft, zal er
meer nodig zijn dan zuurstof. In de beleidsnota wordt wel aandacht
besteed aan de IJzeren Rijn maar veel meer is er ook niet, denk ik. Het
blijft almaar bij mooie woorden.

In het ondernemingsplan 2004-2007 van de NMBS staat ergens
verscholen op bladzijde 46 in een bundel van 95 bladzijden een waslijst
van een stuk of zestien dossiers die wegens budgettaire redenen niet
kunnen doorgaan. Het zal deze Vergadering wellicht opgevallen zijn dat de
nodige en dringende infrastructuurwerken naar goede gewoonte bijna
allemaal in Vlaanderen gesitueerd waren. Letterlijk staat in dat plan:
"Gelet op de onmogelijkheid voor de NMBS om het in het plan 2001-2002
opgenomen te financieren saldo te laste te nemen, kunnen de volgende
grote projecten voorzien in het plan 2001-2002 niet uitgevoerd worden en
niet geïntegreerd worden in het plan 2004-2007."

Moeilijke zinswendingen. In dat lijstje staat inderdaad het dossier IJzeren
Rijn. Dat is handig gecamoufleerd in het dossier maar wij hebben
vastgesteld dat onze Nederlandse vrienden niets in ontgaan. Begin juni
werd daarover in de Tweede Kamer een aantal vragen gesteld, niet alleen
door Groen-Links maar ook door CDA en VVD. De teneur was
gelijklopend: men wou gelet op onze beslissing om het project-IJzeren
Rijn te verdagen van de Nederlandse regering vernemen of zij bereid was
alle voorbereidende werken stil te leggen en alle budgetten te bevriezen.
Het was hen duidelijk opgevallen dat er bij ons een probleem was. De
Nederlanders leggen de verschuivingen in het dossier-IJzeren Rijn uit als
een twijfel aan Belgische zijde over de haalbaarheid of zelfs maar de
wenselijkheid van het project. Met andere woorden, ik denk dat van uitstel
afstel zal komen. De Nederlanders begrijpen uiteraard niet dat als een
project zo belangrijk is, men het zelf wenst uit te stellen.

Zij hebben er uiteraard geen boodschap aan dat de NMBS, door de
rampzalige 60/40-verdeling en het getreuzel van de regering om de
historische schulden van het bedrijf over te nemen, geen middelen heeft
voor Vlaanderen en haar belangrijkste haven. Hier geldt ook duidelijk het
principe "luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden".

Die historische schuld is uiteraard de reden waarom de NMBS een aantal
projecten niet kan uitvoeren. Ik heb daarnet ook gehoord van de minister
dat we nog wel enkele jaren mogen wachten op de intentie van de regering
om die schulden over te nemen. Ik heb begrepen dat nu is gebleken dat
het wellicht niet meer haalbaar zal zijn voor 2005. Ik zie echt niet in waar
het geld vandaan moet komen. De schuld bedraagt momenteel 7,4 miljard
euro, maar als ze in 2005 niet kan worden overgenomen, zal het een pak
meer zijn. Wanneer gaan we dan ooit onder de 100% van het BBP
komen? Dat zal wellicht ook iets voor de volgende regering zijn.

Wat de NMBS betreft, lezen we in de beleidsnota dat het derde
beheerscontract zo spoedig mogelijk moet worden gesloten. In de
commissie is aangetoond wat ook reeds in zowat alle vorige beleidsnota's
stond, met name dat er een nieuw beheerscontract moest komen. Dat
verneem ik al vijf jaar. Er was daarover blijkbaar nog een tegenspraak
tussen de ministers Anciaux en Vande Lanotte. Minister Anciaux vond dat
het bedrijfsplan moest passen in de filosofie en niet omgekeerd, terwijl
minister Vande Lanotte daarover een ander idee had.

Mijnheer de voorzitter, ik heb vastgesteld dat dit in het verslag niet tot
discussion a d'ailleurs été menée
avec M. Vande Lanotte sur la
question de savoir si le plan
d'entreprise devait être intégré au
contrat de gestion ou inversement.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
uiting is gekomen. Blijkbaar heeft minister Anciaux dus bakzeil moeten
halen, want in het verslag staat dat het bedrijfsplan van de NMBS moet
passen in de filosofie van het beheerscontract en omgekeerd. Dat waren
nochtans niet de bewoordingen in de commissie.
01.61 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, indien het
bedrijfsplan past in de filosofie van het beheerscontract en het
beheerscontract past in de filosofie van het bedrijfsplan, dan is er geen
enkel probleem, neem ik aan. Ik heb geen enkel probleem met het feit dat
het beheerscontract past in de filosofie van het bedrijfsplan. Ik zeg alleen
dat het voor mij vanuit mobiliteitsoogpunt vanzelfsprekend belangrijker is
dat het bedrijfsplan past in het beheerscontract.
01.61 Bert Anciaux, ministre:
Aucun problème ne se pose à cet
égard.
De voorzitter: U moet langzaam maar zeker proberen te besluiten.
01.62 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Het is natuurlijk wel belangrijk
dat u goed overeenkomt met de bevoegde minister. Ik ben blij dat er een
uitkomst is, maar het blijft nog bij woorden. We wachten nog steeds op
het resultaat, maar u kunt uiteraard ook niet alles op één dag doen. Ik
neem aan dat u nog een beetje tijd moet hebben, maar het is toch wel
duidelijk, met al die discussies, dat het voor de NMBS later is dan vijf voor
twaalf en dat we jammer genoeg nog niet ver staan.

Ik heb de vorige minister meegemaakt. Ik neem aan dat u ook wel zult
weten dat er nog heel wat erfenissen op u liggen te wachten.

Er moesten al zo lang een aantal zaken gerealiseerd zijn. Ook op het
investeringsplan zoals het er nu ligt, hebben we niet echt een goede kijk.
De vorige regering heeft er vier jaar lang mee getalmd en wij hebben
momenteel nog geen enkele aanwijzing waaruit zou blijken dat het deze
keer anders zou zijn. U hebt natuurlijk nog niet veel mogelijkheden
gekregen om iets aan te tonen.

Ik wens ook nog eventjes de aandacht te vestigen op de problematiek van
de motorrijders. De minister heeft gezegd dat er een werkgroep zal
worden opgericht. Er is al een heel lijstje met werkgroepen. Hopelijk blijft
het daar niet bij. Ik ben zelf namelijk ook motorrijder.

Wat betreft het enig loket voor de scheepvaart heb ik kunnen vaststellen
dat er nog niets werd gerealiseerd. Het enig loket stond reeds in de eerste
beleidsnota van de vorige minister van Mobiliteit, in 1999. Op mijn vraag
wist de minister te vertellen dat het enig loket is opgesplitst in vier
etappes waarvan de eerste nu concreet zal worden verwezenlijkt. Een
etappe op vier jaar tijd is natuurlijk niet echt bemoedigend. Aan dit tempo
is nog 12 jaar nodig.

Heren ministers, ik denk dat de commissie unaniem verbaasd was over de
problematiek van de 24-uren economie die in de beleidsnota was
geslopen. U hebt dit genuanceerd en zelfs toegegeven dat deze 24-uren
economie een negatieve impact kan hebben op onze samenleving. Ik denk
dat hierover nog enkele malen van gedacht zal moeten worden gewisseld.
De 24-uren economie heeft een bijkomend aspect voor de rust van de
betrokkenen. Ik denk aan de luchthaven van Brussel. Een 24-uren
economie zal daar anders worden geëvalueerd dan een 24-uren economie
in de haven van Antwerpen waar men wel vragende partij is.

Mijnheer de voorzitter, tot daar deze tussenkomst. Ik dank u voor uw
aandacht.
01.62 Luc Sevenhans (VLAAMS
BLOK): De petites divergences de
vues sont monnaie courante et
compte tenu de toutes les
discussions en cours, il ne faut pas
espérer de solution du jour au
lendemain. Mais le temps presse
pour la SNCB.

Après quatre années de
tergiversations du précédent
gouvernement, nous ne
connaissons toujours pas la teneur
du plan d'investissement de la
SNCB.

Pour les motocyclistes, un groupe
de travail sera créé, mais il faut
espérer qu'on n'en restera pas là.
Le guichet unique pour la navigation
aérienne n'a toujours pas vu le jour.

En ce qui concerne le projet
énoncé dans la note de politique de
1999, la première des quatre
étapes va seulement être franchie.

La commission a été unanimement
surprise par l'idée d'une économie
active 24 heures sur 24 évoquée
dans la note de politique. Le
ministre a lui-même nuancé ce
point en évoquant un possible effet
négatif pour la société. Les
réactions seront différentes à
Bruxelles, qui se situe à proximité
de l'aéroport, et à Anvers, où le port
est demandeur.
Le président: Mme. Saudoyer, vous avez la parole. Daarna mevrouw Vervotte en de heer Deseyn voor het luik
Infrastructuur. Mevrouw Vervotte, heeft u een lange tussenkomst? Ik had dit graag geweten voor de planning van
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
de namiddagzitting. Een tiental minuutjes? U mag zo lang praten als u wilt maar ik wil enkel weten wanneer ik
kan schorsen.
01.63 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, dans la partie "mobilité", j'axerai mon
intervention sur la sécurité routière et le développement du transport
ferroviaire belge. En matière de sécurité routière, les objectifs que vous
proposez, monsieur le ministre, rencontrent une grande partie de nos
préoccupations. Davantage de sécurité, une attention accrue aux usagers
les plus faibles, une réflexion sur les transports en commun, plus
d'encadrement des routiers, bref, globalement, nous apprécions les lignes
de force de la note de politique générale.

En premier lieu, les objectifs fixés pour la réduction des victimes de la
route, à savoir 33% en 2006, 50% en 2010, nécessitent de faire preuve de
créativité. Il a été décidé de postposer au 1
er
février 2004 l'entrée en
vigueur de la loi du 7 février 2003. Si celle-ci présente de graves lacunes,
cette décision est sage mais, vu l'importance des objectifs que le
gouvernement présente en matière d'amélioration de la sécurité routière,
l'urgence est de mise pour le suivi des projets d'arrêtés d'exécution.

Les mesures présentées dans la note et celles prises par les
gouvernements précédents se basent sur un changement de mentalité et
c'est tant mieux. Les pouvoirs publics doivent moduler les vitesses à
respecter sur base de zones-test en fonction du danger réel et de
l'infrastructure routière. Cette approche permettrait d'aboutir à des
solutions mieux comprises, mieux acceptées et surtout mieux respectées
par la population.

Nous devons tenir compte de l'évolution de la société. La technologie des
voitures change, l'environnement routier est plus complexe, les usagers
de la route sont nombreux et variés et c'est ceux-là dont nous devons
tenir compte, bien sûr, dans le souci de privilégier une mobilité durable.

À cet égard, la formation à la conduite constitue sans doute une piste des
plus efficaces. Cette formation permettrait que des jeunes ou des moins
jeunes appréhendent d'autres formes de conduite que la conduite
agressive et se familiarisent aux réactions du véhicule sur chaussée
humide ou glissante, sur le freinage d'urgence, sur l'évitement d'obstacles.

Au sujet du car-pooling, s'il est évident qu'il faut promouvoir ce genre de
système, il faut néanmoins éviter certains écueils comme, par exemple,
l'incapacité de certaines personnes de le pratiquer pour des raisons
d'incompatibilité horaire ou autre.

Un coup d'accélérateur doit être donné à l'examen de la transposition de
la directive européenne relative au principe de l'accès progressif au permis
de conduire; à l'introduction de la nouvelle catégorie de permis,
notamment pour les cyclomoteurs, ce qui éviterait également de laisser
des jeunes gens de 16 ans sur la voie publique sans aucune notion de
sécurité routière. Également, à l'harmonisation de la périodicité des
contrôles médicaux pour les conducteurs professionnels et aussi la
capacité pour les États membres de prévoir des examens médicaux lors
du renouvellement administratif du permis de conduire; à la formation à la
conduite, au renouvellement administratif obligatoire du permis de
conduire périodiquement, sachant que ces mesures ne doivent pas
concerner uniquement les jeunes conducteurs mais doivent aussi
répondre aux préoccupations de nos aînés, par exemple en instaurant des
cours obligatoires de recyclage à la conduite. On vit de plus en plus
longtemps, on conduit de plus en plus longtemps et les pouvoirs publics
sont tenus de prendre en compte cet aspect des choses.
01.63 Annick Saudoyer (PS): Op
het vlak van de verkeersveiligheid
sluiten de doelstellingen van de
regering nauw aan bij onze
bekommernissen.

Op de eerste plaats vereist het
voornemen om het aantal
verkeersslachtoffers te doen
afnemen enige creativiteit.

De inwerkingtreding van de wet van
7 februari 2003 werd uitgesteld tot 1
februari 2004. Het gaat om een
verstandige beslissing, maar gelet
op het belang van het voornemen
moeten de ontwerpen van
uitvoeringsbesluiten bij
hoogdringendheid worden
afgehandeld. De voorgestelde
maatregelen gaan uit van een
mentaliteitsverandering, wat een
goede zaak is. De maatregelen die
men aldus zal nemen zullen beter
begrepen, gemakkelijker aanvaard
en vooral beter nageleefd worden.

We moeten bovendien rekening
houden met de maatschappelijke
evolutie - nieuwe technologieën in
de automobielbouw, ingewikkelder
verkeerssituaties, toename van het
aantal weggebruikers en hun
diversiteit-­ om voorrang te geven
aan een duurzame mobiliteit.

Hiervoor vormt de rijopleiding een
erg efficiënte invalsweg.

Het systeem van carpooling moet
gepromoot worden. Maar daarbij
moet rekening gehouden worden
met mogelijke struikelblokken
zoals werkregelingen die niet op
elkaar zijn afgestemd zodat
sommige personen niet in het
systeem kunnen stappen.

Er moet ook snel werk gemaakt
worden van de bespreking van de
omzetting van de Europese richtlijn
inzake de stapsgewijze toegang tot
het rijbewijs, de invoering van
nieuwe categorieën van rijbewijs, de
harmonisatie van het periodiek
medisch onderzoek voor
beroepschauffeurs, de rijopleiding,
enz.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47

Ensuite, l'idée d'un forum qui regrouperait les Régions, les Communautés
et l'Etat fédéral, notamment sur la problématique de la sécurité routière,
est séduisante. En effet, cet organe sera chargé d'assurer une plus
grande cohérence structurelle de la répartition des compétences
fédérales, régionales et/ou communautaires. En termes clairs, ce forum
cherchera à voir si, oui ou non, il y a des incohérences insurmontables,
des incohérences qui devraient entraîner une révision de la Constitution ou
la rédaction de nouveaux textes de loi. Mais - le contrôle parlementaire
induit que l'on ose dire "mais" - il faudra que l'Etat fédéral veille à éviter
tout dérapage habilement maquillé en volonté d'harmoniser la situation
pour l'une ou l'autre Région.

Pour ce qui concerne le transport ferroviaire, la restructuration de la SNCB
doit faire régulièrement l'objet de débats en commission pour nous
permettre d'évaluer, le plus clairement possible, les répercussions de
celle-ci sur la qualité de notre mobilité.

Pour ce qui concerne la finalisation du contrat de gestion, le parlement
doit pouvoir donner son avis sur l'avenir du service public de la SNCB. Le
dossier de la fermeture des petites gares réclame également un suivi
parlementaire rigoureux parce que, s'il ne faut pas maintenir
artificiellement des gares déficitaires, les missions de service public ne
doivent pas être revues à la baisse, d'autant plus que votre note de
politique générale prévoit la possibilité de tendre vers une gratuité des
déplacements domicile/lieu de travail. A ce sujet, le système
d'indemnisation des voyageurs peut paraître intéressant mais, à mon
sens, il ne doit pas occulter l'objectif de départ qui est de fournir un
service de qualité qui fidélisera forcément la clientèle. A cela s'ajoute le
dossier RER; les récents événements causés par le blocage du viaduc
Herman-Debroux sont révélateurs de l'intérêt d'agir dans cette direction
également. A long terme, si l'on veut éviter un blocage total de la capitale,
des transports alternatifs doivent être mis en place.

Enfin, pour conclure mon intervention sur la note de politique générale
"Mobilité", j'évoquerai le télétravail et l'économie de 24 heures pour attirer
l'attention sur les risques de dérive de ce genre de système. Des études
socio-psychologiques ont montré que le télétravailleur pourrait souffrir d'un
sentiment d'isolement, sans compter que le fait de ne pas être sur son
lieu de travail peut faire rater des promotions. De plus, le management
des ressources humaines risque de se limiter à un contrôle perçu comme
arbitraire, tout cela sous couvert d'une soi-disant plus grande maîtrise de
son temps de travail. Répartir les besoins de mobilité sur 24 heures plutôt
que de 8 à 20 heures signifiera la mobilisation du personnel, dans le cadre
d'horaires difficiles, et donc le recours à davantage de flexibilité. Or, la
flexibilité ne doit pas être imposée mais négociée avec l'ensemble des
partenaires sociaux.

Bref, pour le parti socialiste, les objectifs de mobilité ne peuvent primer
sur la qualité des conditions de travail.

Deze maatregelen moeten zowel
voor jonge als oudere chauffeurs
gelden.

De organisatie van een forum met
de Gewesten, de
Gemeenschappen en de federale
overheid over de problematiek van
de verkeersveiligheid is een
aanlokkelijke gedachte. Ze beoogt
een grotere structurele samenhang
te brengen in de verdeling van de
verschillende bevoegdheden.
Nochtans moet elke ontsporing
onder het mom van de bedoeling
om de toestand ten gunste van het
ene of het andere gewest te
harmoniseren worden voorkomen.

Wat het spoorverkeer betreft moet
de reorganisatie van de NMBS op
geregelde tijdstippen besproken
worden zodat we kunnen nagaan
welke de weerslag ervan is op de
kwaliteit van onze mobiliteit.

Het dossier van de sluiting van de
kleine stationnetjes dient eveneens
strikt door het parlement gevolgd te
worden. De
opdrachten van
openbare dienstverlening mogen
immers niet teruggeschroefd
worden.

Wat het GEN-dossier betreft, dient
men alternatieve vervoermiddelen te
ontwikkelen indien men wil
voorkomen dat de hoofdstad
volledig dichtslibt.

Wat het telewerk ten slotte betreft,
hebben studies aangetoond dat de
werknemer zich geïsoleerd zou
kunnen voelen en een mogelijke
bevordering zou kunnen mislopen.

Flexibiliteit dient niet te worden
opgelegd, maar er dient met alle
sociale partners over te worden
onderhandeld.

Voor de socialistische partij mogen
mobiliteitsdoelstellingen niet de
bovenhand krijgen op de kwaliteit
van de arbeidsomstandigheden
Le président: Chers collègues, c'était le "maiden speech" de Mme
Saudoyer. Je vous félicite, madame!
(Applaudissements)

Nu heeft mevrouw Vervotte het woord, dan volgt de heer Deseyn en na de
De voorzitter: Namens u allen
feliciteer ik mevrouw Saudoyer met
haar maidenspeech (Applaus).
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
repliek van de minister sluit ik de namiddagvergadering.
01.64 Inge Vervotte (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-
premier, collega's, ik zal mijn uiteenzetting gelijkwaardig houden aan de
beleidsnota van de vice-premier, namelijk beperkt.

Ik kon het niet laten, ik heb toch de zinnetjes geteld die daarin staan over
de bedrijven die niet door collega Ansoms zijn behandeld. Zo heb ik
kunnen vaststellen dat in de beleidsnota over het belangrijk bedrijf De
Post, dat zich toch in een cruciale fase bevindt, welgeteld 17 zinnen
staan. Voor Belgacom geldt hetzelfde: 19 zinnen. Ik hoor u denken: het is
niet de kwantiteit die telt, maar uiteraard de kwaliteit. Ook daarin,
mijnheer de vice-premier, was ik echter teleurgesteld. Ik heb u al straffer
bezig gezien en gehoord. Ik hoopte dat dat ook in uw beleidsnota
weerspiegeld kon worden.
01.64 Inge Vervotte (CD&V):
Dans la note de politique, rien n'est
dit ou presque au sujet de la Poste
et de Belgacom. Cette note est fort
sommaire, quantitati-vement et
qualitativement.
01.65 Minister Johan Vande Lanotte: (...)
01.66 Inge Vervotte (CD&V): Dat is correct, dat hebben wij kunnen zien.

Ik heb vooral uw heldere visie over de liberalisering, die ik wel heb
teruggevonden in een aantal interviews, gemist. Ik kan mij overigens
volledig bij uw visie aansluiten wanneer u het hebt over de gevaren die u
daaromtrent ziet, de effecten op de lokale markt, de effecten op de loon-
en arbeidsvoorwaarden van de werknemers, de mogelijke gevaren van
prijsverhogingen, de risico's betreffende de veiligheid enzovoort. Daarover
heb ik zo goed als niets teruggevonden in de beleidsnota.
01.66 Inge Vervotte (CD&V): Je
n'y ai pas trouvé trace de la vision
d'avenir limpide que le ministre
avait exposée dans des interviews
où il dénonçait les dangers de la
libéralisation tels que ses effets sur
le marché local, sur les
rémunérations et les conditions de
travail des salariés, sur les
possibles augmentations de prix
qu'elle pourrait engendrer et sur les
risques pour la sécurité qu'elle
pourrait impliquer.
01.67 Jos Ansoms (CD&V): (...)
01.68 Inge Vervotte (CD&V): Wat collega Ansoms zegt, is een terechte
opmerking. Wij weten soms niet goed of wij hier de visie krijgen van de
minister die bevoegd is voor overheidsbedrijven of de persoonlijke visie.
Voor de mensen werkt het verwarrend wanneer zij een visie van u horen,
terwijl u ook de bevoegde minister bent. Het is nogal moeilijk voor de
mensen om daarin een onderscheid te maken. Men denkt dat men de
visie hoort van de minister van Overheidsbedrijven, maar het blijkt eigenlijk
een visie te zijn van uzelf.

Inhoudelijk wil ik even blijven stilstaan bij De Post. Volgens de beleidsnota
zijn de essentiële elementen die moeten gebeuren, de informatisering en
de invoering van Georoute. Dat is al voldoende in de actualiteit geweest.
Er moet nog meer duidelijkheid komen, maar ik denk dat we daarover in
de commissie nog wel voort doorpraten. Georoute is belangrijk, daarbij
sluit ik mij aan, maar er moet toch iets aan de hand zijn met het systeem,
aangezien het zoveel weerstand oproept bij het personeel. In het begin
wou ik nog meegaan in de redenering dat er weerstand is, omdat het gaat
over veranderingen. "Mevrouw Vervotte, u weet dat toch ook, veranderingen
brengen soms weerstand met zich mee".

Ik vraag mij steeds meer af of de weerstanden er nu net niet zijn omdat de
mensen niet in het systeem geloven. Misschien zijn er zaken in het
systeem die niet goed werken en waarmee men rekening moet houden.
Als ik dan hoor dat men voor de invoering, zoals bij het pilootproject in
Hasselt, tijdelijk nog mensen wil inschakelen om alles te kunnen
implementeren, stel ik toch de vraag of het systeem voldoende
geëvolueerd is. Heeft men bovendien wel voldoende rekening gehouden
01.68 Inge Vervotte (CD&V): Il
n'est pas aisé de savoir si M.
Vande Lanotte s'exprime ici en sa
qualité de ministre ou en son nom
personnel. L'automatisation de La
Poste et l'instauration du système
Georoute revêtent une importance
capitale.

Ce sytème Georoute est essentiel
mais il ne doit pas être à l'abri de
toute critique pour susciter une
telle levée de boucliers.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
met de wensen en noden van het personeel? Zo ja, waarvan komen de
weerstanden dan en zullen ze na verloop van tijd verdwijnen?
01.69 Minister Johan Vande Lanotte: Enerzijds is de weerstand tegen
de Georoute bij de mensen die de post uitreiken niet erg groot meer, om
niet te zeggen afwezig. Ik heb de afgelopen twee weken met een
honderdtal personen gesproken die met postuitreiking bezig zijn en heb,
een voor een, naar hun mening gepolst. Het Georoute-systeem voor de
postbode wordt op zich nauwelijks betwist. Het grote probleem is de
reorganisatie in de kantoren. De post uit een sorteercentrum komt binnen
en moet dan worden gesorteerd in twintig tot veertig ronden. Men is dat
gewoon. Dat is een bepaalde routine en men heeft twintig jaar lang op die
manier gesorteerd. Nu wordt dat hele systeem overhoop gegooid. Dat
zorgt op dit moment voor het grote probleem. Er zal in het begin dan ook
nog meer bijkomend personeel nodig zijn. Zelfs met bijkomend personeel
is het probleem evenwel niet opgelost. Het gaat om een nieuwe routine,
nadat men tien jaar lang de routine had te sorteren volgens de routes. Nu
moet men deze routine helemaal omgooien.

De weerstand komt dus niet van de postbodes zelf, die over het algemeen
­ dat hebben ze mij toch verteld ­ de Georoutes een eerlijk systeem
vinden. Het systeem heeft voor hen immers een aantal tekortkomingen,
maar ook een aantal grote voordelen. Iedereen wordt namelijk ongeveer
gelijk behandeld. Het probleem ligt in de stap tussen de binnenkomende
post uit de sorteercentra en de bedeling door de postbode. De verdeling in
ronden is helemaal nieuw. Bijvoorbeeld, de sorteerders hebben de
gewoonte om een brief voor een bepaalde straat in bakje 5 te gooien en nu
moeten ze de brief plots in bakje 8 gooien. Om de routine te veranderen
die de sorteerder tien jaar lang heeft gebruikt, is er veel tijd nodig. Men zal
de eerste weken nog meer bijkomend personeel moeten inschakelen.
Zelfs met veel personeel zal het aankweken van de nieuwe routine enkele
weken duren.
01.69 Johan Vande Lanotte,
ministre: Certains facteurs se
montrent moins réticents à l'égard
du logiciel Géoroute. D'autres l'ont
même accepté. La réorganisation
du système de distribution de
courrier en diverses tournées
constitue le problème majeur. Il
s'agit d'un bouleversement du
système actuel. Dans un premier
temps, il conviendra d'engager du
personnel supplémentaire. Mais il
faudra encore attendre quelques
années pour que le système
fonctionne à plein régime, comme
auparavant.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik ben vroeger als minister ook vijf jaar lang bevoegd geweest voor De Post.

Mevrouw Vervotte, u kent uw collega's goed.
01.70 Inge Vervotte (CD&V): Mijnheer de vice-eerste minister, ik hoop
echt dat u gelijk hebt. Voor mij is het immers een belangrijk punt. Immers,
als het omgooien van de routine het essentiële element van de hervorming
van De Post is, moet het minstens worden gedragen door het personeel.
Ik hoop dus dat u de problematiek niet onderschat. Ik hoop dat het
inderdaad te maken heeft met een kleine weerstand, die tijdelijk is en zal
worden opgelost. Ik hoef er u immers geen tekening bij te maken. Als in
een overheidsbedrijf, dat ook nog eens een groot overheidsbedrijf is, een
verandering niet wordt gedragen, vrees ik dat de efficiëntie en de bedoeling
van het project helemaal zullen wegvallen. Hopelijk heeft u gelijk en
onderschat u het probleem niet. Het zal immers essentieel zijn voor de
herstructurering en dus ook voor de toekomst en het behoud ervan.

Een ander element zijn de filialen en ik ga niet herhalen wat reeds is
gezegd. Toch wil ik beklemtonen dat ik het spijtig vind dat men eerst een
strategie heeft gehanteerd, een politieke keuze om filialen aan te kopen.
Nu stelt men vast dat dit de verkeerde strategie was en wil men terug naar
de core business en gaat men een aantal filialen afstoten. Ik hoop dan
ook dat de regering haar verantwoordelijkheid zal opnemen, want het
personeel is hier slachtoffer van een strategie die niet wordt verdergezet.

Een ander element waarover reeds verschillende keren van gedachten
werd gewisseld zijn de sorteercentra. Dit vind ik een zeer belangrijk punt
en u verwijst ernaar in verband met de herstructureringen en hervormingen
01.70 Inge Vervotte (CD&V):
J'espère que le ministre a raison.
Le système constitue effectivement
un élément clé de la réforme. Le
système ne portera ses fruits que
s'il est porté par le personnel. Il est
regrettable que le gouvernement ait
changé de stratégie concernant le
nombre de filiales.

Après avoir adopté une politique
d'expansion, le gouvernement doit
à présent faire marche arrière.
J'espère qu'il prendra ses
responsabilités.

Le front commun syndical
préconise le maintien de cinq
centres de tri et se demande si la
construction de quatre nouveaux
centres se justifie. Le spectre du
surinvestissement refait surface,
comme à l'époque de la Sabena.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
van De Post. Ik heb hier een pertinente communicatie van het
vakbondsfront die ik graag wil voorlezen want het is pertinent: "Voor wat
de problematiek van de sorteercentra betreft blijft het vakbondscomité bij
een eerder standpunt voor het behoud van vijf sorteercentra. De verdeling
van het postproduct, zijnde Antwerpen en Gent, namelijk 45%, Brussel en
Vlaams-Brabant zijnde 31%, Luik en Charleroi 24% is voor ons een
belangrijke factor in de te verwezenlijken investeringen. Wanneer wij
tevens rekening houden met de dalende trend van het product en de
slechte financiële situatie van het bedrijf vraagt het vakbondscomité zich af
of de geplande investeringen voor de bouw van vier nieuwe sorteercentra
alsnog verantwoord is. Wij zijn van oordeel dat een bijkomend onderzoek
noodzakelijk is teneinde niet te komen in een scenario van
overinvestering, hetgeen een vergelijkbare situatie zou zijn van het dossier
Sabena." Dixit de woorden van het vakbondsfront, dat twijfels blijft hebben
over de keuze van de bouw van deze vijf nieuwe sorteercentra. Ik heb
vernomen dat die vraag niet alleen in vakbondsmiddens, maar ook in de
raden van bestuur wordt gesteld.

Ik zou hiervoor de nodige aandacht willen vragen, want als wij inderdaad
moeten zorgen voor een daling van de kosten dan moet men er toch voor
zorgen de juiste investeringen te doen. De geschiedenis heeft immers
geleerd dat overinvestering soms vergaande gevolgen kan hebben.

Een ander belangrijk element kwam mij tot mijn verbazing vanmorgen ter
ore. De Post zou namelijk besloten hebben de prijzen te verhogen.
Daarnet zei u in de discussie dat u vindt dat dit niet uw
verantwoordelijkheid is, maar die van De Post. Ik vind dit niet. Ik vind dat
de consument in deze tijden goed moet worden "gesoigneerd ". De markt
is dalend en ik vind het maatschappelijk en economisch onverantwoord
dat voor een product in dalende tendens de prijzen worden opgetrokken. Ik
denk dat men nog sneller naar andere producten zal grijpen en ik hoop dat
hieromtrent onderzoek is gebeurd. Als het enkel en alleen is om de
inkomsten te doen stijgen, dan vrees ik dat men De Post op lange termijn
ondermijnt en dat de dalende tendens nog sneller zal gaan. Als de
prijsstijging wordt doorgevoerd zullen immers een aantal mensen vinden
dat de postzegel voor hen geen meerwaarde meer heeft.
Nous demandons aux membres du
gouvernement de suivre
attentivement ce dossier.

Je trouve inadmissible que le
ministre s'abrite derrière La Poste
lorsqu'il est interrogé à propos des
augmentations annoncées en
matière de tarifs. D'un point de vue
social et économique, cette
décision est en effet injustifiable. Il
serait préférable de "soigner" la
clientèle. Cette décision résulte-t-
elle d'une étude préalable? En effet,
si l'objectif était d'augmenter les
bénéfices, La Poste risque d'aboutir
au résultat inverse: l'augmentation
des tarifs pourrait très bien
accentuer la tendance à la baisse.
01.71 Jos Ansoms (CD&V): De belastingen zijn verlaagd, dus moeten de
postzegels duurder worden.
01.72 Inge Vervotte (CD&V): In elk geval, ik vraag dat, ten eerste, voor
de consument en, ten tweede, voor het economische leven in de
onderneming. Ik ben er niet van overtuigd dat de maatregel zal leiden tot
meer inkomsten voor het bedrijf en ik hoop dat het zelfs geen nadelig
effect zal hebben, want dan zal een aantal mensen dat de beslissing
maakt over te stappen op een ander product, misschien die beslissing
eerder nemen. En ik hoop niet in zo'n scenario terecht te komen.

Ik heb in de commissie ook ten zeerste de reactie op het interessante
debat dat wij gehad hebben met Johnny Thijs, betreurd. De gedelegeerd
bestuurder van De Post heeft zijn tijd genomen om toch een grondige
analyse te maken en om ons allen ervan te overtuigen ­ allen, daar heeft
hij de nadruk op gelegd ­ hoe dringend de problemen zijn van De Post en
hoe noodzakelijk het is dat wij alle hens aan dek roepen om te zorgen dat
het bedrijf kan overleven en dat het klaargestoomd kan zijn tegen de
liberalisering die aangekondigd is. Ik heb moeten vaststellen dat alle
noodkreten die Johnny Thijs in de commissie geuit heeft, tevergeefs waren
en dat weinig van de vragen die hij aan de politicie gesteld heeft, werden
overgenomen in de beleidsnota. Misschien gebeurt dat later. Enkele zijn
er behouden. Maar de fundamentele vragen, die maken dat De Post kan
beschermd worden en beter kan functioneren tegen 2006, die heb ik niet
01.72 Inge Vervotte (CD&V): Au
cours de l'intéressant débat mené
ici à la Chambre, M. Thijs a pris le
temps de convaincre chacun de
l'urgence des problèmes de La
Poste et je regrette que ses cris
d'alarme n'aient pas trouvé d'écho.
La note de politique générale ne
comporte aucune mesure destinée
à améliorer le climat financier d'ici
à 2006. Si le service continue de
régresser ou disparaît, le produit
perdra encore davantage de terrain.
Il n'y a par ailleurs aucun moyen
disponible pour les bâtiments, qui
sont dans un état lamentable.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
kunnen terugvinden in de beleidsnota.

Tot slot, wat de dienstverlening betreft, denk ik dat voor een
overheidsbedrijf, vooral wanneer het in herstructurering is of in
herstructurering komt, precies de klant soigneren belangrijk is. Ik vraag
dus ook de nodige aandacht voor die dienstverlening. De mensen krijgen
meer en meer weerstand tegen De Post, omdat hun post niet op tijd is,
omdat de projecten nadelige effecten hebben of omdat dat zo overkomt bij
de burgers. Bovendien moeten zij horen dat ook de pensioenuitreikingen
aan huis afgeschaft worden of toch afgebouwd worden, waarbij men de
mensen aanraadt anders te werken in de toekomst ­ ik geef toe: er is
daar een veiligheidsprobleem voor de postbodes. Het enige wat de
mensen horen is dat de dienstverlening ofwel slechter wordt ofwel
afgebouwd wordt, wat nog eens het effect zal versnellen van de dalende
interesse voor het product.

Daarbij komt de kreet die Johnny Thijs geuit heeft, te weten dat er geen
geld is voor de gebouwen, dat de gebouwen in een miserabele toestand
verkeren, dat men miljarden nodig heeft om een en ander goed te laten
functioneren. De mensen horen dat ook. De mensen zien de kantoren
sluiten, maar zij zien op dit moment nog geen alternatief. De marketing
die De Post op dit moment voert, zegt: op ons kan je rekenen, op ons kan
je vertrouwen, op ons kan je bouwen bij wijze van spreken. Als men dan
niets anders hoort dan dat de dienstverlening ofwel duurder wordt gemaakt
of afgebouwd enzovoort, denk ik dat dit geen vertrouwen schept bij de
consumenten.
01.73 Minister Johan Vande Lanotte: De Post heeft heel duidelijk
gemaakt dat de dienstverlening vrij spectaculair gestegen is. Dat moet u
er ook bij vermelden. De uitreikingen zijn zowel in oktober als november
beduidend stipter gebeurd. Dat was wel positief nieuws dat men gebracht
heeft. U zegt dat men alleen negatieve dingen hoort. U herhaalt die alleen
maar. Maar men heeft duidelijk benadrukt dat er 1% stijging was zowel in
oktober als in november. Dat moet u dan toch ook benadrukken. Dat is
een positief bericht.
01.73 Johan Vande Lanotte ,
ministre: La prestation de services
a enregistré une amélioration
spectaculaire en octobre et en
novembre. N'hésitez donc pas à
faire part aussi des bonnes
nouvelles.
01.74 Inge Vervotte (CD&V): Ik ben het daarmee eens, maar ik wilde
enkel de perceptie van de burger meegeven. De laatste tijd moeten wij
daar allen rekening mee houden: de perceptie en de realiteit. De perceptie
is zo. U moet er alle lezersbrieven in kranten en elders maar eens op
nalezen. Als er iets over De Post wordt geschreven, zijn het bij wijze van
spreken klachten. Dit is nefast in tijden waarin mensen net hun
onderneming moeten ondersteunen en moeten zeggen dat ze in hun
bedrijf geloven. Als de klant daarbij een negatief gevoel heeft, zal het nog
eens zo moeilijk zijn om veranderingen door te voeren.

BIAC dan. Ik ga daar kort over zijn. De discussie over de problematiek
rond de luchthaven zal verder nog wel worden gevoerd. Het enige wat ik
heb kunnen vaststellen is dat men daar ook opnieuw net dezelfde
redenering volgt, namelijk dat kosten die gemaakt worden of moeten
gemaakt worden, worden doorgerekend aan de consument. Ik heb daar
vragen over gesteld in de commissie. Het gaat over de prefinanciering van
het Diaboloproject. Ik ben het ermee eens dat dit hoogstnoodzakelijk is,
het had zelfs al eerder moeten gebeuren. Dit heeft heel grote gevolgen
voor de ontwikkeling van Zaventem en al wat daarmee te maken heeft.
Ook hier zien we opnieuw dat de keuze wordt gemaakt om de extra
kosten die men heeft omwille van de prefinanciering, door te rekenen aan
de consument, tenzij ik dat verkeerd heb gelezen.
01.74 Inge Vervotte (CD&V): Je
suis au courant. Mais je souhaitais
rendre ici l'impression du citoyen.
Si l'état d'esprit des clients est
négatif, vous éprouverez deux fois
plus de difficultés à opérer des
changements.

En ce qui concerne le
préfinancement du projet Diabolo
de BIAC, les coûts sont reportés
sur le consommateur, ce que je
déplore.
01.75 Minister Johan Vande Lanotte: Als we iets goedkoper maken,
vindt u dat het snoepjes zijn. Als we iets vragen, vindt u dat dit niet mag.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Dat is niet consistent.
01.76 Inge Vervotte (CD&V): Ik denk dat mijn collega iets anders
bedoelde!
01.77 Minister Johan Vande Lanotte: Als men hier zegt dat men het
voor de mensen naar Zaventem gemakkelijker zal maken en daarvoor een
bijdrage zal vragen, is dat slecht. Dat is niet consistent met wat wordt
gezegd. Mag het iets kosten? Mevrouw Vervotte zegt dat het niets mag
kosten. Dat is niet consistent.
01.77 Johan Vande Lanotte,
ministre: Lorsque nous simplifions
la vie des gens, on nous accuse de
jeter de la poudre aux yeux et
lorsque nous prenons des
mesures, cela ne va pas non plus.
01.78 Inge Vervotte (CD&V): Ik zeg dat daar waar de
verantwoordelijkheid bij de regering ligt, men op een gegeven moment
blijkbaar beslist om die verantwoordelijkheid door te schuiven naar de
consument. Dat is iets heel anders. Dat is een ander verhaal en dat heeft
te maken met indirecte belastingen die daar ingevoerd worden, omwille
van het feit dat men de kosten doorschuift.

Ik zou bijvoorbeeld nog over het Rampenfonds een aantal opinies kunnen
geven, maar ik denk dat we dan te ver zouden uitweiden. Dit is echter net
hetzelfde. Dit is het doorschuiven naar de consument. Dit lijkt wel geen
overheidsmaatregel, maar aan de finish maakt het dus wel dat de mensen
weer eens moeten opdraaien hiervoor en meer betalen.

Wat wij enorm hebben gemist bij BIAC is de visie die er zou zijn rond de
ontwikkeling van de luchthaven en hoe men dit verder ziet in de toekomst.
Wij weten dat het toch een belangrijke sector is. Voor deze regering was
de prioriteit: werk, werk, werk. Ik maak mij daar zorgen over. De
luchthaven is een belangrijke sector. We hebben het er net over gehad dat
ook logistiek een belangrijke sector is voor België. Wij vragen dan welke
visie men daaromtrent heeft over hoe men die bestaande cruciale sectoren
verder gaat ontwikkelen. Hoe gaat men die eigenlijk inpassen in de
economie? Hoe kan men daar de tewerkstelling ofwel behouden, ofwel
uitbreiden?

Over de privatisering heb ik niets teruggevonden, maar een week na de
bespreking van de beleidsnota las ik dat u zinnens was de operatie zo
snel mogelijk rond te krijgen. U wilde dat dit binnen de drie maanden rond
was.

Ik hoop dat alle betrokken partijen hierover hun akkoord kunnen geven. Ik
weet dat het voorstel met het personeel werd besproken. Zij weten wat
hen te wachten staat. Ik hoop dat we in de toekomst inzage zullen krijgen
onder meer inzake de garanties en de effecten op het bedrijf zelf.

Alles wat in de beleidsnota met Belgacom te maken had, draaide rond het
pensioenfonds. We hebben het daarover reeds herhaaldelijk gehad, ook in
diverse commissies. Het enige dat ik ervan onthoud is dat dit bedrijf een
aantal zware financiële lasten op zich zal moeten nemen. De CD&V heeft
reeds beklemtoond niet tegen de operatie te zijn omdat dit goed is voor
het bedrijf, maar wel tegen de financiële impact ervan. Het zal een
moeilijke periode worden. Men zal moeten uitmaken of men de
investeringen én de kosten inzake de overheveling van de lasten van het
pensioenfonds, zal kunnen dragen zonder de concurrentiepositie van
Belgacom in het gedrang te brengen. Ik hoop dat deze pistes allemaal
onderzocht werden.

Boven op de problematiek van het pensioenfonds worden we met allerlei
uitspraken geconfronteerd. In de commissie heb ik daarstraks minister
Van den Bossche ondervraagd over het sociaal tarief dat werd
01.78 Inge Vervotte (CD&V):
C'est autre chose. Reporter les
coûts équivaut à instaurer un impôt
indirect.

Les aéroports et la logistique sont
des secteurs importants en
Belgique. Il est urgent de
déterminer comment on pourra
continuer à les développer et à y
favoriser l'emploi.

Tout ce qui, dans la note de
politique, avait trait à Belgacom
concernait de près ou de loin le
fonds de pensions. Nous n'avons
rien contre cette opération en tant
que telle mais nous objectons à
l'incidence financière qu'elle aura
sur notre opérateur de télécoms.
Ces charges supplémentaires ne
nuiront-elles pas à sa
compétitivité? En commission, j'ai
interrogé la ministre Van den
Bossche sur le tarif social dont elle
a annoncé l'instauration mais dont
je ne trouve pas la traduction
budgétaire. J'ai prôné la tenue d'un
débat de fond sur les services
universels. Nous devons nous
garder de confier à Belgacom des
missions supplémentaires sans lui
attribuer des moyens accrus. Je
fais référence au débat sur la
Poste. Les instances européennes
ont refusé d'accepter telle quelle la
recapitalisation de l'entreprise à
hauteur de 300 milliards d'euros
mais considèrent cela comme des
arriérés de paiements.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
aangekondigd, maar waarvan ik geen weerslag in de begroting terugvind.
Ik kan dit alleen maar toejuichen. In de commissie heb ik, samen met
andere collega's, een lans gebroken om het debat over de universele
dienstverlening te openen. Het is, mijns inziens, geen goede handelwijze
een aantal zaken te lanceren zonder een globale visie te hebben. Men
moet geen zaken lanceren indien men niet eens weet hoeveel de
maatschappij in een bepaald project wilt investeren. Men kan de bedrijven
niet verplichten een aantal taken uit te voeren zonder de nodige financiële
middelen ter beschikking te stellen. Dit zou absoluut uit den boze zijn.
Discussie hierover is mogelijk. Op dat ogenblik kunnen we opnieuw de
discussie over De Post opdiepen. Ik verwijs naar een brief van Europa
waarin de herkapitalisatie van 300.000 miljoen euro niet als
herkapitalisatie werd aanvaard, maar als achterstallige betalingen werd
beschouwd. Dat is de motivatie van Europa.
01.79 Minister Johan Vande Lanotte: Europa heeft geoordeeld dat deze
kapitalisatie geen staatssteun was omdat het, gelet op de universele
dienstverlening die de voorbije jaren werd geleverd, logisch was. Men heeft
niet gezegd dat het geen kapitalisatie is. Men heeft het argument van de
universele dienstverlening gebruikt die vooral in het verleden meer gekost
heeft dan ervoor betaald werd. Daarom werd toegestaan het kapitaal te
verhogen zonder het als staatssteun te beschouwen. Dat is de redenering
die werd aangehouden. Europa beschouwt het bedrag als een inbreng in
kapitaal. Europa heeft eraan toegevoegd dat die steun als een
kapitaalsverhoging, als een uitgave in de begroting moest worden geboekt.
01.79 Johan Vande Lanotte,
ministre: La Commission
européenne a estimé que cette
capitalisation n'était pas un
subside étatique parce que, surtout
dans le passé, les services
universels ont coûté plus que le
prix demandé. La CE considère ce
montant comme un apport au
capital qui doit être comptabilisé
dans le budget à titre de dépense.
01.80 Inge Vervotte (CD&V): Kunt u mij zeggen welk bedrag Europa
daarop had geplakt?
01.80 Inge Vervotte (CD&V):
Mais qu'a dit l'Europe à propos de
l'ampleur du montant?
01.81 Minister Johan Vande Lanotte: Zij hebben geen exacte
berekening gemaakt. Zij hebben ook niet gezegd dat we in de toekomst
meer mochten geven. Als u het heel goed bekijkt, hebben zij ons gezegd
dat wij dit kunnen motiveren als we in het verleden kijken. Ze hebben ons
niet gezegd dat we in de toekomst meer mochten geven. Dat staat er niet
in.
01.81 Johan Vande Lanotte,
ministre: Aucun montant n'a été
défini et il n'a pas davantage été dit
que nous pourrions octroyer plus à
l'avenir. La motivation concernait le
passé et ne permet donc pas une
plus grande largesse à l'avenir.
01.82 Inge Vervotte (CD&V): Dat beweer ik niet. De redenering achter
de berekening die Europa maakt, is dat de universele dienstverlening en
de kosten die dat met zich meebrengt, meer zal kosten dan hetgeen de
regering vandaag geeft.
01.83 Minister Johan Vande Lanotte: In het verleden.
01.84 Inge Vervotte (CD&V): In het verleden. Dat is juist en dat is ook
de redenering die ik heb gevolgd. Ik heb trouwens een wetsvoorstel
neergelegd in opvolging van Europa en van de richtlijn.
01.85 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is de logica van die
redenering. Het feit dat in het verleden niet werd aangezuiverd, zorgt ervoor
dat Europa nu een kapitaalverhoging toelaat zonder die staatssteun. Dat
betekent dat als men het verleden aanzuiverde, men de kapitaalverhoging
niet mocht doorvoeren.
01.86 Inge Vervotte (CD&V): Het betreft hier bedragen waarop De Post
nog recht had. Mijn redenering is dat De Post recht heeft op meer. We
zijn hier echter terug beland in de hele discussie. Ik wou enkel zeggen dat
als men dan beweert dat men een universele dienstverlening belangrijk
vindt, men die bedrijven daarvoor ook correct zal moeten vergoeden.
01.86 Inge Vervotte (CD&V): La
Poste avait droit à ces moyens et,
à notre sens, à davantage encore.
Si le service universel est jugé
important, il faut doter les
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
Anders zal dit immers weer voor problemen zorgen en die problemen
kunnen deze bedrijven zich niet meer permitteren. Vroeger was de
context, de markt en de regelgeving anders dan vandaag is. Het is
belangrijk dat iedereen dat beseft. Dat heeft Johnny Thijs ook gezegd.

Ik heb vastgesteld dat heel veel mensen in de regering belang hechten
aan het wegwerken van de digitale kloof. Wij hechten daaraan ook veel
belang, maar wachten vol spanning af hoe dit zal worden uitgevoerd en
hoe men die digitale kloof in concreto zal wegwerken.

Ik vat samen. Ik vind het heel spijtig dat als ik de hele beleidsnota erop
nalees ­ en ik heb dat ook gezegd in de commissie ­ ik zo weinig kan
terugvinden over die universele dienstverlening. Het verheugt mij dat het
debat dat daaromtrent door verschillende commissieleden werd gevraagd,
is toegezegd. Het blijft immers mijn overtuiging dat dit de hefboom is om
te komen tot een gezonde situatie voor de bedrijven en een situatie die
voor de consument het beste is.

Ik ben echter geschrokken en teleurgesteld van het feit dat ik in de
beleidsnota vooral het discours vind van de rationalisering van de
economische activiteiten, het rendabel maken van de bedrijven. Als ik het
regeerakkoord erop nalees, zie ik dat daarin twee elementen zijn
opgenomen. De daarin opgenomen elementen zijn de volgende: de
economische rationaliteit en rationalisering die hoogst noodzakelijk zijn
om in die gewijzigde context te kunnen blijven overleven, maar ook het feit
dat de maatschappelijke relevantie in het debat zou worden gebracht
aangezien dit belangrijk was.

Ik stel echter vast dat we nu volledig te maken hebben met een discours
inzake de economische rationaliteit. Ik heb in elk geval nog geen concrete
elementen gekregen die mij toelaten te zeggen wat maatschappelijk
relevant is, hoeveel we ervoor zullen betalen en wat we met die bedrijven
zullen afspreken. Dat is het discours die ik het liefst zou horen. Ik wil
eerst het debat voeren over wat de regering maatschappelijk relevant vindt
en dan aan de maatschappij mee te delen wat we willen financieren en
kijken welke diensten men zal leveren.

Om de allerlaatste samenvatting te doen gebruik ik uw eigen woorden: "De
minister erkent dat hij in deze eerste beleidsnota het domein waar zijn
bevoegdheid zich over uitstrekt nog aftast. Vanaf volgend jaar zal de
beleidsnota ruimer zijn". Mijnheer de vice-eerste minister, ik ben er echt
van overtuigd dat u mij volgend jaar gaat verbazen. Ik vrees dat dit zal
gebeuren in de tweede helft van de regeerperiode, na 2004. Dat is wat ik
spijtig vind. Daarom was ik de discussie ook begonnen met te stellen dat
het voor de mensen heel moeilijk is om het onderscheid te zien tussen u
als de heer Vande Lanotte of u als minister bevoegd voor
overheidsbedrijven. Ik hoop dat, zoals u gezegd hebt, het debat zal volgen
en dat het debat geen verkiezingsstunt wordt. Ik hoop dat het debat ten
gronde zal worden gevoerd en dat er daaromtrent geen tijd zal worden
verloren. Zoals sommige mensen gezegd hebben verliezen we hier
kostbare tijd die we later meer dan hard nodig zullen hebben.
entreprises des moyens
nécessaires pour le mettre en
oeuvre. Les entreprises ne peuvent
se permettre aucun problème
supplémentaire. Je déplore que la
note de politique soit aussi
laconique en ce qui concerne le
service universel. Je me réjouis par
contre qu'un débat à ce sujet ait
été demandé et promis en
commission. L'accord de
gouvernement stipulait que deux
éléments seraient pris en
considération: la rationalité
économique et la pertinence
sociale. Je m'inquiète de voir que
seule la rationalité économique
semble encore retenir l'attention. Je
commencerais quant à moi par un
débat sur la pertinence sociale.

Le ministre a promis qu'il concevra
sa note de politique plus largement
dès l'année prochaine. J'espère
qu'un débat de fond pourra alors
être mené et qu'il ne s'agira pas
uniquement d'une manoeuvre
électorale.
De voorzitter: Collega's, ik geef eerst even de regeling van de werkzaamheden voor morgen. De heer Van Parys
had mij dat gevraagd.

Morgen beginnen we met de bespreking van het deel over Justitie. Ik heb de collega's die in het debat
ingeschreven zijn, ook verwittigd. De minister van Financiën zal dan rond 11.30 uur à 11.45 uur zijn deel horen
bespreken, dus na het deel Justitie.

Voorzitter: Geert Lambert,ondervoorzitter.
Président: Geert Lambert, vice-président.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
01.87 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
heren ministers, beste collega's, onder het gedeelte Infrastructuur valt ook
het telecombeleid. Ik heb in de commissie reeds de kans gekregen om
daarop zeer beknopt in te gaan. We hebben een punctuele analyse
gegeven van de beleidsnota in aanwezigheid van minister Moerman.
Sommige collega's vonden het punctueel ingaan op de zaken, ze wat
grondiger bespreken en daarvoor een klein uurtje tijd nemen, een rare
manier om aan politiek te doen. Ik verwijs even naar collega Bex. Zij
vonden het een vertragingsmanoeuvre.

Ik zal de beleidsnota niet in extenso overlopen. Het is trouwens jammer
dat de bevoegde ministers hier niet aanwezig zijn. Ik heb het dan over
Fientje Moerman en Freya Van den Bossche. Dat is natuurlijk het hele
probleem van het telecombeleid. Eigenlijk is er niemand echt
verantwoordelijk. Men schuift de zaken door aan mekaar. Als men er de
pers op naleest, hebben Fientje Moerman en Freya Van den Bossche het
hele telecombeleid de jongste tijd laten verwateren tot een soort ruzietje
tussen Gentse madammen.

Vanmiddag hebben we het nog kunnen meemaken in de commissie. Ik
denk ook even aan de rede van collega Vervotte over het dichten van de
digitale kloof. Het project dat gelanceerd werd door minister Van den
Bossche en staatssecretaris Vanvelthoven rond ADSL-light zou daartoe
kunnen bijdragen. We zien echter dat minister Moerman zegt dat het toch
beter is dat haar collega's niet zo maar losse flodders afschieten en zo
maar een ideetje lanceren. Voila, dat is dan meteen een beoordeling van
collega's uit de regering. Het is zeer symptomatisch voor het hele
telecombeleid. Er is zeer weinig afstemming en coördinatie, zodat er in
feite niet echt een beleid wordt gevoerd.

Ik zou nog veel voorbeelden kunnen geven. Ik denk aan de price-
squeezeproblematiek. Het is een belangrijk dossier. Minister Daems heeft
15 maanden zijn hoofd gebroken over de omzetting van de Europese
richtlijnen. We zien nu dat er een probleem is met de overdracht van de
dossiers. De opvolgers bakken er weinig van. Er is nog steeds niets
gebeurd. Minister Moerman zegt dat men er tegen eind december wel uit
zal zijn. We zien echter dat het bijna kerstreces is en er is nog maar
weinig van in huis gekomen.

Ik denk ook aan de strategieën rond breedband. Wij hebben als lidstaat
toch de verplichting van de Europese Unie om tegen 31 december zijn
breedbandstrategie in te dienen en toe te lichten aan de Europese Unie.
Er staat daarvan nog geen letter op papier. Naar het schijnt zou alles
echter klaar zijn tegen 31 december.

Het is al zo vaak uitgesteld. Ons land heeft reeds afwijkingen verkregen
van de Europese Unie, en niet alleen voor de omzetting van de richtlijn. Op
het vlak van breedbandstrategie doen we ons nog steeds voor als een
goede leerling. We zullen echter weer met de blaam geconfronteerd
worden. Het huiswerk geraakt hier maar niet klaar. Het mechanisme van
politieke controle dat ingebouwd is in de regering waarbij socialisten en
liberalen elkaar ook op telecomgebied goed moeten controleren, leidt tot
een feitelijke verlamming. Op het einde van de vorige legislatuur was ik vrij
verheugd met de aankondiging van toenmalig minister Daems dat er in de
volgende legislatuur zeker een aparte minister van Telecommunicatie zou
komen.

Het is voor een stuk losgekoppeld van overheidsbedrijven. Hijzelf is
weggepromoveerd tot fractieleider en wij zien dat het departement
verscheurd wordt tussen twee ministers die systematisch overleg zouden
moeten plegen, maar die blijkbaar niet alleen door persoonlijke problemen,
01.87 Roel Deseyn (CD&V): Les
ministres Moerman et Van den
Bossche sont compétentes pour
les télécommunications mais elles
ne parviennent pas à s'accorder de
sorte que la politique en la matière
est inconsistante. Nous en avons
encore eu l'illustration ce matin en
commission de l'Infrastructure à
propos de l'ADSL light comme
moyen de contribuer à résorber la
fracture numérique. La ministre Van
den Bossche était enthousiaste
mais Mme Moerman a dénigré la
formule. Le même phénomène se
produit dans d'autres dossiers.

Plusieurs directives européennes
doivent être transposées dans la
législation mais des problèmes se
posent concernant le transfert de
dossiers. la Belgique doit présenter
d'ici au 31 décembre une stratégie
en matière d'accès internet à large
bande, mais rien n'a encore été
couché sur le papier. Le
mécanisme par lequel une
excellence socialiste et une
excellence libérale doivent toujours
se contrôler mutuellement mène
donc à la paralysie.

Il y a ensuite le dossier I-Line relatif
à l'accès à internet pour les écoles,
les hôpitaux, les bibliothèques, etc.
Il n'est pas mentionné dans le
cadre du service universel. Il
convient de mener un débat à ce
sujet.

Depuis quelques années déjà, on
annonce le transfert de la
compétence de financement du
projet I-line aux Régions et aux
Communautés. Jusqu'à présent,
rien n'a changé. Il a d'ailleurs été
opté pour une construction étrange.
Dans le cadre de ce projet,
Belgacom est autorisée à prélever
11 millions d'euros sur les
dividendes de l'Etat.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
maar ook door andere praktische dossierproblemen hier niet toe komen.
Wij hebben op dit vlak niet echt een beleidsdaad gezien, maar alleen hoe
de ministers Moerman en Van den Bossche met hun mobieltje elkaars
kapsels aanschouwden. Dit was meteen de voornaamste daad die op het
gebied van Telecom werd gesteld.

U lacht, mijnheer de minister, maar het is eigenlijk eerder om te huilen dat
dit dossier niet uit de startblokken geraakt.

Aangezien beide voornoemde ministers afwezig zijn, had ik graag het
dossier I-line wat meer in detail toegelicht vermits wij geen bevredigend
antwoord hebben gekregen van minister Moerman in de commissie. I-line
is een discount voor internettoegang en breedbandtoegang voor scholen,
bibliotheken en ziekenhuizen. Ik denk dat het ook een bij uitstek sociaal
dossier is. Het betreft een dienst van openbaar nut, maar die geen deel
uitmaakt van de universele dienstverlening. Dit dossier toont meteen ook
het grote belang ervan aan en zoals collega Vervotte reeds zei, zouden wij
daar absoluut een debat moeten over voeren.

Wij moeten echter wel goed uitkijken collega Vervotte dat, indien wij
uitgebreider over deze materie spreken en over Telecom in het algemeen,
wij dan niet de banbliksems van collega De Coene over ons krijgen, want
volgens hem kosten deze discussies veel geld. Wij zullen daar dus zeer
rationeel en binnen afzienbare tijd moeten over vergaderen.

Laat ons echter nog eens even inzoomen op het Eyline-project. Wij zien
hier een vreemde constructie met een zeer belangrijk communautair luik.
De federale overheid poneert al een tijd dat de financiering van I-line zou
moeten overgeheveld worden naar de Gemeenschappen en de Gewesten.
Dat werd al gezegd voor 2003. Wij beschikten toen nog niet over de
technologie. Zeer concreet gaat het over de ADSL-technologie waarvan wij
op het terrein nog geen implementaties hadden. Ik vind het dus onterecht
om naar het verleden te verwijzen vermits het gaat om fondsen die pas
recent hiervoor werden aangeboord.

In 2001 en 2002 zei men dat het de laatste keer zou zijn en dat het
dossier in 2003 zou worden overgeheveld. Eind 2003 werd blijkbaar een
weinig transparante beslissing genomen.

Dan blijft er nog de vraag om parlementaire controle uit te oefenen.
Hoeveel middelen gaan hiermee gepaard?

Ik weet niet of de mensen zich hiervan goed bewust zijn, maar Belgacom
mag per jaar 11 miljoen euro van zijn winst aftrekken alvorens dividenden
uit te keren. Dit is het maximumbedrag dat werd vastgelegd.

Wat zien wij nu? De reële kost van het Eyline-project bedraagt ongeveer 8
miljoen euro. Is het boekhoudkundig correct om derwijze te handelen?
01.88 Minister Johan Vande Lanotte: (...)
01.89 Roel Deseyn (CD&V): De constructie op zich is toch een
merkwaardigheid en ik meen mij te herinneren uit vroegere
onderhandelingen dat u dit alles te duur vond.
01.90 Minister Johan Vande Lanotte: (...)
01.91 Roel Deseyn (CD&V): Het is wel vreemd dat u als voogdijminister
dergelijke constructies toelaat. Het project Eyline ter ondersteuning van
ADSL in scholen, bibliotheken en hospitalen, wordt zeer onconventioneel
gefinancierd. Met Belgacom werd immers afgesproken dat voor de
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
financiering van dit project maximaal 11 miljoen euro mag afgehouden
worden van het dividend dat aan de Staat verschuldigd is. Dit is strijdig
met alle boekhoudkundige regels. Interne compensaties zijn namelijk
verboden. Mocht dit toegepast worden in een gemeente, dan zouden de
bedrijfsleiders en gemeenteontvangers aangepakt worden. Het is zeer
belangrijk om dit onder de aandacht te brengen. Ook over de opportuniteit
en de invulling van het project kan men zeggen dat Belgacom er niet wel
bij vaart, maar het is zeker niet fijn ten aanzien van de andere operatoren.

Trouwens, ook op het gebied van de technologie is er een monopolie.
Breedbandtoegang via de kabel of via andere technologieën vallen er
immers niet onder. Men spreekt enkel over ADSL en ISDN. Dat is echter
de technische kant van de discussie.

Het gaat er eigenlijk over dat men onterecht pluimt en rare
boekhoudkundige trucs uithaalt.
01.92 Minister Johan Vande Lanotte: Ik ontken formeel wat hier wordt
gezegd.

Belgacom neemt een initiatief. Aangezien Belgacom het initiatief
belangrijk vindt voor zijn werking, heeft het project uiteraard ook een
impact op de winstopbouw. Aangezien het een impact heeft op de
winstopbouw, heeft het ook een impact op het aandeel en het dividend.
That's it. Meer is dat niet. Op dat vlak wil ik in de plenaire vergadering
duidelijk zeggen dat de manier waarop u de zaken voorstelt, niet juist is.
Vroeger heeft men dat zo gedaan. Nu is dat niet meer het geval. Het is
gewoon een initiatief dat Belgacom neemt. Niemand kan Belgacom
verbieden dat te doen. Niemand kan verbieden dat andere maatschappijen
dat zouden doen. Als een maatschappij een dergelijke actie onderneemt,
heeft dat een kostprijs en dat reflecteert zich in de winst. Wanneer het
bedrijf dat in zijn dividendenpolitiek laat weerspiegelen, kan de
aandeelhouder moeilijk zeggen dat het onterecht is.
01.92 Johan Vande Lanotte ,
ministre: Je démens formellement
ces informations. Cette décision a
été prise par Belgacom seule.
L'entreprise prend une initiative qui
se traduit dans les bénéfices et qui
influe donc sur les actions et les
dividendes. Un point c'est tout.
01.93 Roel Deseyn (CD&V): Belgacom doet dat inderdaad deels op
aangeven van de federale overheid. Toch zou u als bevoegd minister mee
de transfers naar Gemeenschappen en Gewesten kunnen bepleiten, net
omdat dit in het voordeel van het autonome overheidsbedrijf en van het
hele I-line-project zou zijn. Het gaat immers voornamelijk om projecten in
het onderwijs en in de zorgsector. Vroeger is er al veel discussie geweest
over de overheveling van de bevoegdheid. Anders zou Belgacom de
uitgaven niet hoeven te doen. Als het project niet zo vastgeroest en
gebetonneerd zou zijn in de monopolies, zou men het op een
concurrentiële manier kunnen opengooien voor de andere operatoren.

Mijn tweede vaststelling is dat het begrote bedrag in 2003 niet volledig
nodig zal zijn om de scholen en bibliotheken deze ondersteuning aan te
bieden. Ik heb daarnet de cijfers gegeven. Een bedrag van 6,5 tot 8
miljoen euro zou volgens de prognoses volstaan. De vraag is natuurlijk op
welke manier de controle door het BIPT gebeurt en hoe groot het
gecumuleerd overschot is dat Belgacom op die manier in kas heeft. Dat is
niet helemaal duidelijk. Misschien kan u op dat vlak enige toelichting
geven. Als men enkele jaren lang meer voorziet dan de reële kostprijs,
heeft men jaarlijks een overschot van 2 of 3 miljoen euro, die men dan
doorschuift naar de volgende boekjaren. De vraag is hoever men daarin
kan gaan.

Mijn derde vaststelling is de volgende. De Europese Commissie heeft
ernstige bedenkingen bij de marktverstoring die door de Belgische
overheid op deze manier wordt georganiseerd ten nadele van de
aanbieders van breedband via de kabel. Dat is opnieuw de technische
01.93 Roel Deseyn (CD&V): Ne
vaudrait-il pas mieux que le
ministre préconise un transfert aux
Communautés et aux Régions? En
outre, cette initiative laissera une
chance aux autres opérateurs.

En 2003, le coût de I-line a été
estimé entre 6,5 et 8 millions
d'euros. Belgacom prélève 11
millions d'euros. Que fait-elle de la
différence?

La Commission européenne a en
outre formulé des objections contre
cette perturbation du marché par le
gouvernement. Les autres acteurs
qui offrent une connexion à large
bande par le câble doivent
également avoir voix au chapitre.
Mme Moerman a dès lors déjà
annoncé des mesures en ce sens.
Elle veut obliger Belgacom à
également financer au moyen du
montant prélevé la large bande par
le câble pour les écoles.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
kant van de zaak. De betoelaging van de ADSL- en ISDN-technologie
houdt geen rekening met andere spelers en technologieën die in ons land
een bijzonder hoge penetratiegraad kennen. Minister Moerman heeft reeds
aangekondigd het probleem te zullen aanpakken. Ze wil Belgacom
verplichten met het bedrag ook breedband voor scholen, aangeboden via
de kabel, te financieren.

U doet het hier af alsof de discussie naast de kwestie is. Toch zou ik u
willen confronteren met de uitspraken van minister Moerman, die toch
echt hamert op het dossier. Dat is meteen ook de reden waarom wij het
hier nogmaals wensen te beklemtonen. Uiteraard is Belgacom niet happig
om dat project te financieren en duwt het op de rem. Dat is evident.

U merkt toch dat er bij de regering een probleem is, zeker als ik u nu
beluister.

Ik kom tot een vierde vaststelling. De minister van Begroting heeft gezegd
dat dit eigenlijk een uitgave is die ten laste van de Gemeenschappen zou
moeten komen. U keek daarnet heel verbaasd, maar als wij hier vroegere
verklaringen van 2001 erbij nemen, dan zei u dat het ten laste van de
Gemeenschappen zou moeten komen en dat de federale Staatskas het
volledige Belgacom-dividend zelf nodig heeft. Dat was, mijnheer Vande
Lanotte, een van uw argumenten in de onderhandelingen in de regering en
in een interkabinettenwerkgroep. Vanuit uw kabinet werd geponeerd dat
wij de winst nodig hebben, bekeken vanuit de overheidsfinanciën.

Afrondend wil ik u heel concreet enkele vragen stellen. Hoe zit het nu voor
2004? Wat zijn de sporen in de begroting? Zal opnieuw een stuk van het
Belgacom-dividend van de Staat door Belgacom aangewend mogen
worden om in scholen en bibliotheken gratis ADSL ter beschikking te
stellen? U hebt ja gezegd, maar zal het meer zijn dan dat? Hoe zal de
verrekening gebeuren van de saldi uit het verleden? Hoeveel bedragen die
saldi? Dat is zeer belangrijk, want het gaat toch om niet onaardige
bedragen. Vanaf wanneer zal ook breedband via de kabel gratis
aangeboden worden aan scholen en bibliotheken? Is er in de begroting,
zoals ze ons is voorgelegd, rekening gehouden met de voorafname op het
Belgacom-dividend voor de Staat? Is dat reeds in de begroting gebeurd? Is
er pas achteraf daarover een akkoord gekomen? Hoe is dit verwerkt in de
cijfers die voorliggen? Is dat zo gepland? U kijkt vertwijfeld.
Je rappelle au ministre du Budget
qu'il a déclaré que la I-Line doit
relever des exécutifs régionaux
parce que le gouvernement fédéral
a besoin de tout le budget de
Belgacom. Comment la situation
se présnte-t-elle pour 2004?
Belgacom va-t-elle prélever à
nouveau une partie des dividendes?
Comment sont calculés les soldes
pour le passé? Quand la large
bande sera-t-elle offerte par
l'entremise du câble aux écoles et
aux bibliothèques?
01.94 Minister Johan Vande Lanotte: U stelt voortdurend dezelfde
vraag, maar naar mijn oordeel bent u daarin verkeerd. U bent bezig over
kosten, saldo en overheveling. Er zijn op dit ogenblik geen kosten voor de
federale regering. Wij hebben gewoon een dividend, rekening houdend met
alle activiteiten die een maatschappij zoals Belgacom ontwikkelt.
01.94 Johan Vande Lanotte,
ministre: Ce que dit M. Deseyn
n'est pas exact. Actuellement, le
gouvernement n'a aucun coût à
supporter. L'opération I-Line n'est
pas comptabilisée dans le budget.
C'est une initiative exclusive de
Belgacom.
01.94 Roel Deseyn (CD&V): Maar Belgacom houdt er wel een bedrag
voor af van de dividenden van de Staat.
01.95 Roel Deseyn (CD&V): Mais
Belgacom prélève tout de même un
montant sur les dividendes de
l'Etat.
01.96 Minister Johan Vande Lanotte: Nee, dat is niet verrekend. U doet
mij dat zeggen, maar dat is niet juist. Een bedrijf neemt een bepaald
initiatief, Belgacom of gelijk welk ander bedrijf. Dat kan een positief of
negatief effect hebben op zijn winst. Dat heeft dus een positief of negatief
effect op zijn dividend. Meer is dat niet. Er was vroeger een budget in de
federale regering, in de begroting van vier jaar geleden. Dat budget is daar
niet. Er is geen onderhandeling geweest met Belgacom om te zeggen:
01.96 Johan Vande Lanotte ,
ministre: Mais non!
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
aangezien jullie dit doen, zal jullie dividend groter of kleiner zijn. Dat is niet
gebeurd.
01.97 Roel Deseyn (CD&V): (...) indien het zou gaan om een voorafname
op de totaliteit van de dividenden, maar het wordt precies afgenomen van
het dividend van de Staat. Het is heel verwarrend.
01.97 Roel Deseyn (CD&V): Selon
mes sources, si.
01.98 Minister Johan Vande Lanotte: U zegt dat, maar ik heb al drie
keer gezegd dat het niet gebeurt. Er is een bedrag afgesproken wat het
dividend betreft. Als men dat bedrag heeft vastgelegd, is er geen discussie
geweest die betrekking heeft op de elementen die u aanhaalt.
01.99 Roel Deseyn (CD&V): (...) aandeelhouders, als zij dan tenminste
nog eens duidelijk verwoord krijgen dat er een voorafname is op de
totaliteit en dat dan pas de verdeling gebeurt van de dividenden. De vraag
blijft: hoe is dit op een correcte wijze opgenomen in de uitgavenbegroting?
Wij vinden toch dat er daarvan sporen zouden moeten zijn in de begroting,
als het specifiek zou gaan over een dividend van de Staat. U betwist dat
echter en u gaat daarmee in tegen andere bronnen. Ik neem daarvan akte.
Het zal zeker een aanleiding vormen tot verder onderzoek.

Dat was slechts een van de vele punctuele dossiers die wij ook in de
commissie hebben behandeld, maar ik denk dat het geen zin heeft om
hier in extenso de zaken te herhalen, zeker in afwezigheid van de
bevoegde ministers. Er zijn er al twee, en nog is er geen een die zich
verwaardigt om verder te discussiëren over het telecombeleid.
De voorzitter: Heren ministers, wil iemand van u nog het woord nemen als antwoord?
01.100 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik wil heel kort
antwoorden.

Ten eerste, collega Ansoms slaagt er weer in om tegengestelde
gevoelens bij mij los te weken. Enerzijds, ben ik een beetje ontgoocheld
omdat steeds opnieuw hetzelfde plaatje wordt bovengehaald,
niettegenstaande het feit, collega Ansoms, dat we daarover al heel
uitgebreid samen hebben gesproken. Ik kan mij voorstellen dat u vindt dat
ik soms misschien te snel een aantal zaken vertel. Andere collega's
vragen mij hier vandaag om sneller een aantal zaken te beslissen of
sneller met een aantal voorstellen naar buiten te komen. Zij verwijten mij
dat het soms te lang duurt of dat er te lang in werkgroepen over wordt
nagedacht.

In ieder geval, ik kan u verzekeren dat ik met betrekking tot de toepassing
van de zone 30 rond de scholen, zoals ik steeds heb gezegd, in het
voorjaar van 2004 de nodige initiatieven zal nemen.

Met betrekking tot de uitvoering van de verkeerswet, de geruchten die u
hebt gehoord over het ontwerp en de beoordeling van de Raad van State,
kan ik u in ieder geval zeggen dat wij met het ontwerp twee zaken hebben
gedaan. Ten eerste, de dreigende straffeloosheid ­ daarmee bent u het
eens ­ voor de vaststellingen waarover nog geen uitspraak was gedaan,
zal van tafel worden geveegd. Dat zal worden opgelost. Ten tweede,
hebben we gepoogd ­ dat is ook een antwoord voor collega De Padt ­ een
vereenvoudiging en versnelde aanpak van de verkeersboetes te realiseren.

Mijnheer de voorzitter, ik moet dit even uitleggen. Een aantal van die
overtredingen zal worden gedepenaliseerd. Dat weten we allemaal. Voor al
de andere overtredingen zal het systeem van de onmiddellijke inning
worden toegepast, behalve, collega Ansoms, voor overtredingen die van
zodanige aard zijn dat in normale omstandigheden het rijbewijs wordt
01.100 Bert Anciaux, ministre: Je
suis déçu d'entendre M. Ansoms
nous rabâcher toujours la même
litanie.

Je m'engage à prendre des
initiatives au printemps 2004 en vue
de l'instauration de la zone 30 aux
abords des écoles.

Quant aux rumeurs concernant
l'introduction de la loi relative à la
police de la circulation routière, je
puis vous dire que le projet
remédiera au risque d'impunité
dans certaines affaires. Nous
tendrons vers une approche
simplifiée et accélérée des
amendes. La perception immédiate
sera toujours appliquée, sauf pour
les infractions qui donnent
normalement lieu au retrait du
permis de conduire.

Le Conseil d'Etat a formulé
certaines observations concernant
les cas qui ne sont pas réglés par
la perception immédiate ou qui ne
donnent pas lieu à la perception
immédiate et supposent dès lors
un ordre de paiement. L'intervention
du juge de police apportera un
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
ingetrokken. Daarvoor zal het systeem van de onmiddellijke inning niet
worden toegepast. Voor de zaken die niet via het systeem van de
onmiddellijke inning zouden worden opgelost of waarvoor geen betaling
gebeurt via de onmiddellijke inning, komen we in een tweede fase. Ik
spreek over drie vaststellingen, met name de alcoholproblematiek, het
rijden door het rood licht en de snelheidsovertredingen die door digitale
camera's werden vastgesteld. Dat is de afwijking. Daarover was inderdaad
een opmerking van de Raad van State. Dat ging dus over het bevel tot
betaling, waarover de Raad van State een aantal opmerkingen heeft
geformuleerd, maar waarop we in de regering ook onmiddellijk een
antwoord hebben. De inschakeling van de politierechter zal een deel van
de oplossing zijn, zij het dat het in de raadkamer zal gebeuren. In de
praktijk zal er in ieder geval een versnelde en vereenvoudigde aanpak zijn
voor het verwerken van de verkeersboetes. Slechts voor het laatste deel
van de hardnekkige koppigaards die de boete die hun is opgelegd niet
wensen te betalen door het systeem van onmiddellijke inning of door het
systeem van de vordering tot betaling, komen we bij de minnelijke
schikking ­ zoals we die vandaag kennen ­ en ten slotte bij de rechtbank
zelf.

Ik denk dat de problematiek die in het oude ontwerp was gerezen wel
degelijk door het nieuwe ontwerp opgelost wordt. Dit ontwerp wordt
eerstdaags ingediend bij de Kamer.

Wat de verhoogde controle betreft, hebt u natuurlijk deels gelijk dat de
controles nog lang niet zijn wat ze zijn. Als er echter een verhoging met
10% is, dan is er een verhoging met 10%. Het is een beetje flauw van uw
kant om te zeggen dat 10% van 10% 1% is en dergelijke meer. Er is wel
een verhoging met 10% ten opzichte van de situatie ervoor. Als men van
10% naar 11% gaat, dan is er een verhoging met 10%. Akkoord? Er is
een verhoging van de controles met 10% en in ieder geval zijn wij daarmee
niet tevreden, collega Ansoms. Wij zullen daarmee verder gaan en in
overleg met de politiediensten verhoogde controles realiseren. De
problematiek is eigenlijk dat we niet over voldoende cijfers beschikken.
Dat is de zwakte op dit ogenblik. Wij zijn een slechte leerling wat betreft
het vergaren van de cijfers. Dat is een oud zeer dat blijkbaar al vele
regeringen meegaat. Ik denk dat we daar nu echt inspanningen rond
moeten doen. Net als wat Frankrijk doet kunnen wij wellicht ook vrij snel
forse dalingen aankondigen, zij het dat wij nu achterop lopen en pas begin
2004 met de definitieve cijfers voor 2002 aankomen en dergelijke meer.
Dat is eigenlijk niet meer wat kan geduld worden.

De heer De Padt had het ook over de ondersteuning van de
verkeersveiligheid en heel de politiek die wij daarrond voeren, ook de
digitale verwerking van de processen-verbaal. In ieder geval maken wij daar
verder werk van.

Nog kort een antwoord voor collega Sevenhans in verband met het
stappenplan. Voor alle duidelijkheid, dit is een onderdeel van het plan voor
duurzame mobiliteit. De heer Sevenhans is hier momenteel niet maar ik
wil toch kort antwoorden. De IJzeren Rijn is wel degelijk een absolute
prioriteit en de financiële middelen zijn daarvoor uitgetrokken. Op dit
ogenblik is er een arbitrage tussen België en Nederland daarrond. Het is
absoluut geen afstel. Wel integendeel, door deze arbitrage gaan we
volgend jaar de uitwerking van het traject kunnen realiseren.

Misschien nog één opmerking in verband met de regionalisering. Ik heb
het nooit onder stoelen of banken gestoken dat het mijn bedoeling is om
binnen de meerderheid een akkoord te bekomen rond de regionalisering
van de verkeersreglementering. We zullen dan zien of dit versneld in de
Kamer kan worden behandeld.
élément de solution. Il ne faudra
recourir à la transaction ou à la
procédure en justice que pour les
récalcitrants.

Le nouveau projet règle les
problèmes qui se posaient dans le
cadre de l'ancien.

Une augmentation de 10 pour cent
du nombre de contrôles constitue
tout de même un progrès. Mais
nous irons plus loin. Le problème
est que nous ne disposons pas de
chiffres suffisants. Il faudra attendre
le début de 2004 pour disposer des
chiffres définitifs pour 2002.

Nous travaillons à des mesures
d'encadrement de la sécurité
routière et au traitement numérique
des procès verbaux.

Le plan échelonné est un volet du
plan de mobilité durable. Le Rhin
de Fer est une priorité pour laquelle
des moyens seront disponibles.
L'arbitrage nous permettra de
réaliser le trajet plus rapidement
l'année prochaine.

J'ai l'intention d'oeuvrer à un accord
en ce qui concerne la
régionalisation du Code de la route.
Nous verrons alors si nous pouvons
en accélérer la discussion à la
Chambre.

Une réforme de la formation à la
conduite est actuellement en
préparation. Le nombre de
candidats-automobilistes recourant
aux services d'une auto-école doit
augmenter. A cet effet, le prix de la
formation doit être réduit. A la
condition que la qualité des
formations soit garantie, il me
semble opportun de mettre un
terme au monopole des auto-
écoles.
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
Mijnheer de voorzitter, ik meen dat ik daarmee in grote mate heb
geantwoord op wat mij werd gevraagd. Er was nog een vraag van mevrouw
Saudoyer in verband met de rijopleiding. U weet dat we daar grondig mee
bezig zijn, zowel wat de professionele chauffeurs van autobussen en
vrachtwagens betreft als voor de gewone rijopleiding, het punt waar u het
vooral over had. We gaan daadwerkelijk ingrijpen zodat we meer mensen
kunnen aanzetten om via rijscholen te werken. Daarvoor moeten de
kosten van de rijscholen wel een stuk naar beneden en wellicht moeten
we het monopolie dat op dit ogenblik bestaat rond die rijscholen opheffen.

Veel argumenten zijn er volgens mij niet meer voor, tenzij de kwaliteit van
het aanbod van de rijopleidingen wordt gegarandeerd en gecontroleerd.
01.101 Inge Vervotte (CD&V): Mijnheer de minister, ik vond de
vergelijking die u maakte, in verband met de interventies, niet correct. Ik
heb geleerd van voorzitter De Croo dat het bedoeling is van een plenaire
vergadering om elementen die reeds aan bod zijn gekomen in de
commissie, hier opnieuw te vertellen. Ik moet vaststellen dat die bedoeling
wordt gemist want tijdens de besprekingen in dit halfrond zijn telkens
dezelfde leden aanwezig die de discussie in de commissie hebben
gevoerd. Dit ligt aan een slechte werking van de plenaire vergadering,
maar niet aan slechte betogen. De heer Ansoms houdt geen slecht
betoog, hij vervult alleen maar zijn taak, met name verslag uitbrengen van
de werkzaamheden in de commissie.
01.101 Inge Vervotte (CD&V):
Tout à l'heure, M. Ansoms a pris la
parole uniquement en qualité de
rapporteur.
01.102 Jos Ansoms (CD&V): Ik dank Inge voor haar steun. Is het niet
ontroerend dat een oude grijze man zo wordt gesteund?

Mijnheer de minister, u hebt niet geantwoord op bepaalde vragen waarop
ik graag een duidelijk antwoord zou krijgen.

Wat betreft uw ontwerp meen ik te hebben begrepen dat het advies van de
Raad van State negatief was. De Raad had een aantal serieuze
opmerkingen.
01.102 Jos Ansoms (CD&V): Le
Conseil d'Etat a-t-il émis un avis
négatif à propos du projet de loi
préparé par le ministre?
01.103 Minister Bert Anciaux: De opmerkingen van de Raad zijn altijd
serieus.
01.103 Bert Anciaux, ministre: Le
Conseil d'Etat a formulé des
observations.
01.104 Jos Ansoms (CD&V): Waren de opmerkingen van de Raad van
State van die aard dat u een nieuw ontwerp moet maken dat u vervolgens
opnieuw moet voorleggen aan de Raad van State? Moet u de Gewesten
om advies vragen over het ontwerp?
01.104 Jos Ansoms (CD&V): Des
observations justifiant un nouveau
projet de loi? L'avis des Régions
doit-il à nouveau être demandé?
01.105 Minister Bert Anciaux: Het advies dat wij aan de Gewesten
hebben gevraagd, gaat over het geheel. Ik denk niet dat er een nieuw
advies moet worden gevraagd.
01.105 Bert Anciaux, ministre:
L'avis des Régions porte sur
l'ensemble du projet de loi. Je ne
pense pas qu'un nouvel avis soit
nécessaire.
01.106 Jos Ansoms (CD&V): Was er een advies van de Gewesten op het
eerste ontwerp?
01.106 Jos Ansoms (CD&V): Les
Régions avaient-elles rendu un avis
sur le projet de loi initial?
01.107 Minister Bert Anciaux: Er is een advies op het eerste ontwerp.
01.107 Bert Anciaux, ministre:
Oui.
01.108 Jos Ansoms (CD&V): Er was geen advies.
01.109 Minister Bert Anciaux: Er is een advies.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
01.110 Jos Ansoms (CD&V): De Raad van State zegt in haar advies ...
01.111 Minister Bert Anciaux: Ik antwoord dat er een advies is.
01.112 Jos Ansoms (CD&V): De Raad van State zegt zelf in haar advies
dat onder andere het Waalse Gewest geen advies heeft uitgebracht.
01.112 Jos Ansoms (CD&V): Le
Conseil d'Etat précise toutefois que
la Région wallonne n'a pas encore
rendu son avis.
01.113 Minister Bert Anciaux: Voorzitter, ik stel vast dat het niet meer
gaat over geruchten omtrent wat de Raad van State zou hebben gezegd,
maar dat men het advies heeft. Ik heb daar geen probleem mee, maar dat
zijn dan geen geruchten meer.

Hoe dan ook, de opmerking van de Raad van State geldt voor het feit dat
er op dat moment geen advies was. Zoals we hier nogal hebben
meegemaakt, zal er op het moment van de stemming wel een advies zijn.
01.113 Bert Anciaux, ministre: Au
moment du vote, nous serons en
possession de cet avis.
01.114 Jos Ansoms (CD&V): Mag ik het zo begrijpen dat u dit ontwerp,
verbeterd dan, nodig hebt om de wet-Durant op 1 februari 2004 van kracht
te laten worden?
01.115 Minister Bert Anciaux: Dat is nodig om de wet-Durant op een
zinvolle wijze van kracht te laten worden.
01.116 Jos Ansoms (CD&V): U zegt dus dat u het ontwerp eerstdaags
gaat indienen. Eerstdaags betekent in de realiteit op 3 of 5 januari ­ of
wanneer beginnen wij opnieuw, voorzitter?
De voorzitter: Normaal gezien zullen wij in de loop van de week van 5 januari opnieuw beginnen. Maar u weet
dat die beslissing niet alleen mij toekomt.
01.117 Jos Ansoms (CD&V): Eerstdaags betekent dus dat wij op 5
januari ten vroegste geconfronteerd worden met dat wetsontwerp. Dat
moet dan nog behandeld worden in de commissie, in de plenaire
vergadering, in de Senaat. Toch blijft u volhouden dat de nieuwe wet-
Durant op 1 februari van kracht wordt?
01.117 Jos Ansoms (CD&V): Il
était prévu que la nouvelle loi sur la
circulation routière entre en vigueur
le 1
er
février 2004. Je pars dès lors
du principe que le projet de loi sera
déposé prochainement, soit au plus
tôt au cours de la première
semaine de janvier, au Parlement.
Comment croire, dans ce cas, que
le projet aura accompli l'ensemble
de la procédure législative avant le
1
er
février?
01.118 Minister Bert Anciaux: Ik zeg dat de nieuwe wet, de wet-Durant
aangepast door het ontwerp, zo snel mogelijk van kracht wordt.
01.119 Jos Ansoms (CD&V): Toch op 1 februari?
01.120 Minister Bert Anciaux: Zo snel mogelijk.
01.121 Jos Ansoms (CD&V): Hoe moet ik mijn vraag stellen om een
duidelijk antwoord te krijgen?
01.122 Minister Bert Anciaux: Ik kan daar geen...
01.123 Jos Ansoms (CD&V): U hebt aan de bevolking gecommuniceerd,
eerst dat de wet van kracht zou worden op 1 november 2003, daarna hebt
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
u gezegd: ik haal dat niet, er zitten te veel fouten en stommiteiten in. Dan
hebt u gezegd: wij moeten ook een media-actie hebben ­ terecht ­ en de
datum op 1 februari gebracht. Nu zegt u eigenlijk, in ministertaal, dat de
wet ook op 1 februari nog niet van kracht zal zijn?
01.124 Minister Bert Anciaux: Nee, dat zeg ik niet. Indien de koninklijke
besluiten op voldoende snelle wijze kunnen gepubliceerd worden ­ en zij
zijn allemaal klaar, ook op basis van dit ontwerp ­ kan de wet van kracht
worden, zo snel mogelijk. Het streefdoel is vanzelfsprekend 1 februari
2004. Indien 1 februari niet kan gehaald worden, zullen wij dat weten op
het moment dat de koninklijke besluiten gepubliceerd worden.
01.124 Bert Anciaux, ministre: Si
les arrêtés royaux relatifs à la loi
peuvent être publiés suffisamment
rapidement, l'entrée en vigueur au
1
er
février demeure notre objectif.
En tout état de cause, la nouvelle
loi entrera en vigueur dès que
possible.
01.125 Jos Ansoms (CD&V): Mijn conclusie is duidelijk: de wet zal niet
van kracht worden op 1 februari, ook al omdat er nog een brede
mediacampagne moet gebeuren vooraleer de wet van kracht wordt. Dat
kan dus niet op 1 februari zijn. Het is het zoveelste uitstel van het van
kracht worden van die wet.
01.125 Jos Ansoms (CD&V): La loi
relative à la police de la circulation
ne prendra pas effet le 1
er
février
2004, notamment parce elle doit
être précédée d'une campagne
médiatique.
01.126 Minister Bert Anciaux: Indien er een uitstel komt, is het een
gering uitstel, waar ik voor teken.
01.127 Jos Ansoms (CD&V): Dan komen wij weer dicht bij de
verkiezingen van 13 juni en zal het waarschijnlijk niet opportuun zijn de
wet van kracht te laten worden voor 13 juni?
01.127 Jos Ansoms (CD&V):
L'entrée en vigueur sera à nouveau
différée et nous approcherons alors
des élections. Dans quelques
mois, on dira peut-être qu'il est
inopportun de mettre une nouvelle
loi en oeuvre à la veille des
élections.
01.128 Minister Bert Anciaux: Ik noteer dat u ervan uitgaat dat deze wet
niet van kracht wordt voor de verkiezingen.
01.129 Jos Ansoms (CD&V): Ik vraag het u.
01.130 Minister Bert Anciaux: Ik stel vast dat u daarvan uitgaat.
01.131 Jos Ansoms (CD&V): Ik vraag het u.
01.132 Minister Bert Anciaux: Ik zeg u heel uitdrukkelijk dat dit absoluut
niet het geval zal zijn.
01.132 Bert Anciaux, ministre: Ce
scénario ne se produira en aucun
cas.
01.133 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, u hebt niet
geantwoord op mijn vragen inzake het boetefonds. De uitspraken van
minister Vande Lanotte terzake zijn helemaal niet correct. Ik heb het
nagekeken.

De ontvangsten van de meerboetes zijn als een ontvangst in de begroting
ingeschreven. Dat is normaal. Elke betaalde boete is eeb ontvangst voor
de overheid en staat bij de ontvangsten ingeschreven. Mijnheer de
minister, u stelt dat het boetefonds in de loop van 2004 in werking treedt.
Dit betekent dat er uitgaven komen.
01.133 Jos Ansoms (CD&V):
L'explication du ministre Vande
Lanotte n'était pas exacte. Les
recettes supplémentaires provenant
des amendes sont inscrites au
budget. S'il est prévu que le Fonds
des amendes fonctionne à partir de
l'année prochaine, le gouvernement
doit adapter le budget.
01.134 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Ansoms, ik heb op deze vraag
nog niet geantwoord.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
01.135 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, ik ging ervan uit dat
het boetefonds volgend jaar van kracht zou zijn.
01.136 Minister Bert Anciaux: Dat is mijn bedoeling.

In uitvoering van de wet op de verkeersveiligheid bestaat er een koninklijk
besluit dat specifiek handelt over het boetefonds. Op het ogenblik dat het
koninklijk besluit gepubliceerd is en de verkeerswet van kracht wordt, zal,
mijns inziens, een aanpassing van de begroting nodig zijn om het
boetefonds te kunnen laten functioneren. Die aanpassing zal moeten
worden uitgevoerd.

Zolang het koninklijk besluit inzake het boetefonds nog niet gepubliceerd
is, kan men, mijns inziens, met deze uitgaven nog geen rekening houden
in de begroting 2004.
01.136 Bert Anciaux, ministre:
Tout le travail de préparation en vue
de la mise en oeuvre de la loi sur la
police de la circulation, y compris
l'arrêté royal relatif au Fonds des
amendes, a déjà été effectué. Dès
l'entrée en vigueur de la nouvelle loi
sur la police de la circulation et le
démarrage du Fonds des amendes,
le gouvernement adaptera le
budget. Mais il faut pour cela
attendre la publication de l'arrêté
royal relatif au Fonds des
amendes.
01.137 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, zal het boetefonds in
werking kunnen treden?
De voorzitter: Mijnheer Ansoms, mag ik u vragen uw uiteenzetting af te ronden met de resterende vragen.
Daarna kan de minister antwoorden. Er volgen immers nog besprekingen.
01.138 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op dit ogenblik heeft
de regering niet het voornemen het boetefonds zo snel als mogelijk in
werking te laten treden. Dit leid ik af uit de begroting 2004 die geen
uitgaven heeft ingeschreven voor dit fonds. Mocht het fonds alsnog in 2004
in werking treden, zal een begrotingsaanpassing moeten worden
doorgevoerd. Men mag er, mijns inziens, van uitgaan dat een regering
haar doelstellingen inschrijft in de begroting.
01.138 Jos Ansoms (CD&V): Si le
gouvernement avait véritablement
voulu que le Fonds des amendes
soit opérationnel en 2004, il en
aurait tenu compte dans le budget
de 2004. J'en déduis que telle n'est
pas son intention.
01.139 Minister Bert Anciaux: Ja,
01.140 Jos Ansoms (CD&V): U hebt dat niet gedaan, mijnheer de
minister. Ik leid hieruit af dat er binnen de regering nog geen consensus
bestaat om het boetefonds zo snel als mogelijk in te voeren.
01.141 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kan u
meedelen dat er geen politieke discussie is over het boetefonds. We
zullen dit zo snel als mogelijk uitvoeren. We kunnen het fonds niet
installeren vooraleer de wet zelf van kracht is.
01.141 Bert Anciaux, ministre: Il
n'y a pas la moindre discorde
politique au sujet du Fonds des
amendes. Il est cependant
impossible d'en tenir compte dans
le budget, dès lors que la nouvelle
loi relative à la police de la
circulation routière n'est pas encore
entrée en vigueur.
01.142 Jos Ansoms (CD&V): Inderdaad, mijnheer de minister, dat gaat
niet.
01.143 Minister Bert Anciaux: Op het ogenblik dat het boetefonds zal
worden opgericht ­ dit zal zo snel als mogelijk gebeuren bij koninklijk
besluit ­ zal alles gedaan worden om dit fonds ook effectief in werking te
laten treden.
01.144 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, dat is flauwekul!!

Is de wet inzake de fiscale amnestie reeds goedgekeurd? Er staat echter
wel 850 miljoen euro in de begroting ingeschreven bij de ontvangsten!!
01.144 Jos Ansoms (CD&V):
L'amnistie fiscale n'avait pas encore
été approuvée que les recettes
escomptées étaient déjà
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
budgétisées.
01.145 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, men kan
inderdaad dingen in de begroting voorzien, maar het boetefonds bij
koninklijk besluit oprichten en in de begroting voorzien als het er is, is
misschien een andere weg. Het is op zijn minst een even duidelijke en
transparante wijze om in de begroting op te nemen. Op dit ogenblik heeft
men er immers geen duidelijk zicht op. Het gaat niet alleen om boetes die
in 2004 worden voorzien, het gaat over het verschil tussen 2004 en 2003
en dat moet eerst worden duidelijk gemaakt.
01.145 Bert Anciaux, ministre: La
démarche qui consiste à créer
d'abord le Fonds des amendes et à
le budgétiser ensuite est tout aussi
transparente et correcte. Il ne s'agit
du reste pas des recettes de
l'ensemble des amendes mais de
la différence entre le total des
amendes en 2003 et ce total en
2004. Vous conviendrez qu'il est
bien difficile de chiffrer ce montant
à l'avance.
De voorzitter:
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 19.14 uur. Volgende vergadering dinsdag 16 december 2003 om 19.30 uur.
La séance est levée à 19.14 heures. Prochaine séance le mardi 16 décembre 2003 à 19.30 heures.




16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66






CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
MARDI 16 DÉCEMBRE 2003
DINSDAG 16 DECEMBER 2003
COMMUNICATIONS
MEDEDELINGEN
GOUVERNEMENT
REGERING
Dépôt de projets de loi
Ingediend wetsontwerpen
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
De regering heeft volgende wetsontwerpen ingediend:
- projet de loi modifiant la loi du 22 janvier 2002 visant
à réduire de moitié l'effet dévolutif des votes exprimés
en case de tête et à supprimer la distinction entre
candidats titulaires et candidats suppléants pour
l'élection du Conseil flamand, du Conseil régional
wallon et du Conseil de la Région de Bruxelles-
Capitale et fixant le modèle du bulletin de vote pour
l'élection du Conseil de la Région de Bruxelles-
Capitale (n° 580/1) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution) pour lequel l'urgence a été demandée
par le Gouvernement conformément à l'article 51 du
Règlement;
- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
22 januari 2002 tot beperking met de helft van de
devolutieve kracht van de lijststemmen en tot
afschaffing van het onderscheid tussen de kandidaat-
titularissen en kandidaat-opvolgers voor de verkiezing
van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad en tot vaststelling
van het stembiljet voor de verkiezing van de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad (nr. 580/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
werd Regering gevraagd bij toepassing van artikel 51
van het Reglement;
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene zaken en het Openbaar Ambt
- projet de loi portant diverses modifications en
matière de législation électorale (n° 581/1) (matière
visée à l'article 77 de la Constitution) pour lequel
l'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 51 du Règlement;
- wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen in
de kieswetgeving (nr. 581/1) (aangelegenheid zoals
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet) waarvoor de
spoedbehandeling door de Regering werd gevraagd
bij toepassing van artikel 51 van het Reglement;
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene zaken en het Openbaar Ambt
- projet de loi organisant la répartition entre les
collèges électoraux du nombre de membres belges à
élire au Parlement européen (n° 582/1) (matière visée
à l'article 78 de la Constitution) pour lequel l'urgence
a été demandée par le Gouvernement conformément
à l'article 80 de la Constitution;
- wetsontwerp tot regeling van de verdeling tussen de
kiescolleges van het aantal in het Europees
Parlement te verkiezen Belgische leden (nr. 582/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
Regering werd gevraagd bij toepassing van artikel 80
van de Grondwet;
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene zaken en het Openbaar Ambt
- projet de loi spéciale modifiant diverses lois
spéciales (n° 583/1) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution) pour lequel l'urgence a été demandée
par le Gouvernement conformément à l'article 51 du
Règlement;
- ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van diverse
bijzondere wetten (nr. 583/1) (aangelegenheid zoals
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet) waarvoor de
spoedbehandeling door de Regering werd gevraagd
bij toepassing van artikel 51 van het Reglement;
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene zaken en het Openbaar Ambt
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
- projet de loi spéciale portant diverses modifications
en matière de législation électorale (n° 584/1)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution) pour
lequel l'urgence a été demandée par
le
Gouvernement conformément à l'article 51 du
Règlement.
- ontwerp van bijzondere wet houdende verschillende
wijzigingen van de kieswetgeving (nr. 584/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
werd Regering gevraagd bij toepassing van artikel 51
van het Reglement.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene zaken en het Openbaar Ambt
Communication informelle de conventions de
prévention de la double imposition
Informele mededeling van overeenkomsten tot het
vermijden van dubbele belasting
Dans le cadre de la nouvelle procédure de
communication informelle aux deux Chambres des
conventions préventives de la double imposition
signées par la Belgique, instaurée le
10 novembre 2003, les textes des Conventions
préventives de la double imposition avec l'Arménie et
l'Albanie, signées respectivement les 7 juin 2001 et
14 novembre 2002, sont communiqués à la Chambre
des Représentants pour information.
In het kader van de nieuwe procedure van informele
mededeling aan de beide Kamers van
overeenkomsten tot het vermijden van dubbele
belasting die door België werden ondertekend, die op
10 november 2003 ingesteld werd, wordt de tekst van
de Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele
belasting met Armenië en Albanië, respectievelijk
ondertekend op 7 juni 2001 en 14 november 2002, ter
informatie medegedeeld aan de Kamer van
Volksvertegenwoordigers.
Elles seront publiées prochainement sur le site web
du Service Public Fédéral Finances
(www.fiscus.fgov.be) en mentionnant que
l'assentiment des Chambres n'a pas encore été
donné et qu'elles ne sont donc pas encore en
vigueur.
Ze zullen binnenkort worden gepubliceerd op de
website van de Federale Overheidsdienst Financiën
(www.fiscus.fgov.be) waarbij zal worden vermeld dat
ze nog niet werden goedgekeurd door de Kamers en
dat ze dus nog niet in werking zijn getreden.
Renvoi à la commission des Relations extérieures et
à la commission des Finances et du Budget.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en de commissie voor de Financiën en
de Begroting.
COUR D'ARBITRAGE
ARBITRAGEHOF
Arrêts
Arresten
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- 'arrêt n° 158/2003 rendu le 10 décembre 2003 relatif
aux questions préjudicielles concernant l'article 29bis
de la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance
obligatoire de la responsabilité en matière de
véhicules automoteurs, tel qu'il a été inséré par la loi
du 30 mars 1994 et modifié par la loi du
13 avril 1995, posées par le tribunal de police d'Ypres
par jugement du 5 novembre 2002 en cause de
M. Vandersyppe et autres contre la SNCB et par le
tribunal de police de Turnhout par jugement du
24 février 2003 en cause de P. Vervloet et S. Van
Steen contre la SA "Bobbejaanland" et autres;
- het arrest nr. 158/2003 uitgesproken op
10 december 2003 betreffende de prejudiciële vragen
over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989
betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen,
zoals ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en
gewijzigd bij de wet van 13 april 1995, gesteld door
de politierechtbank te Ieper bij vonnis van
5 november 2002 inzake M. Vandersyppe en anderen
tegen de NMBS en door de politierechtbank te
Turnhout bij vonnis van 24 februari 2003 inzake
P. Vervloet en S. Van Steen tegen de NV
Bobbejaanland en anderen;
(n
os
du rôle: 2570 et 2638)
(rolnummers: 2570 en 2638)
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
- l'arrêt n° 159/2003 rendu le 10 décembre 2003
relatif à la question préjudicielle concernant
l'article 56bis, § 2, alinéa 2, des lois relatives aux
allocations familiales pour travailleurs salariés,
coordonnées par l'arrêté royal du 19 décembre 1939,
posée par le tribunal du travail de Louvain par
jugement du 27 novembre 2002 en cause de
R. Crabbe et M. Op de Beeck contre l'Office national
d'allocations familiales pour travailleurs salariés;
- het arrest nr. 159/2003 uitgesproken op
10 december 2003 betreffende de prejudiciële vraag
over artikel 56bis, § 2, tweede lid, van de bij
koninklijk besluit van 19 december 1939
gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag
voor loonarbeiders, gesteld door de arbeidsrechtbank
te Leuven bij vonnis van 27 november 2002 inzake
R. Crabbe en M. Op de Beeck tegen de Rijksdienst
voor Kinderbijslag voor Werknemers;
(n° du rôle: 2575)
(rolnummer: 2575)
- l'arrêt n° 160/2003 rendu le 10 décembre 2003
concernant le recours en annulation de la loi du
2 août 2002 relative à la surveillance du secteur
financier et aux services financiers, notamment les
articles 141, §§ 2 et 9, et 49, §§ 6 et 7, introduit par
la SCRL Deminor International et autres.
- het arrest nr. 160/2003 uitgesproken op
10 december 2003 over het beroep tot vernietiging
van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het
toezicht op de financiële sector en de financiële
diensten, onder meer de artikelen 141, §§ 2 en 9, en
49, §§ 6 en 7 ervan, ingesteld door de CVBA
Deminor International en anderen.
(n° du rôle: 2577)
(rolnummer: 2577)
Pour information
Ter kennisgeving
Recours en annulation
Beroepen tot vernietiging
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie le recours en annulation de la
loi du 12 mai 2003 concernant la protection juridique
des services à accès conditionnel et des services
d'accès conditionnel relatifs aux services de la
société de l'information introduit par le Gouvernement
flamand.
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van het beroep tot
vernietiging van de wet van 12 mei 2003 betreffende
de juridische bescherming van diensten van de
informatiemaatschappij gebaseerd op of bestaande
uit voorwaardelijke toegang, ingesteld door de
Vlaamse Regering.
(n° du rôle: 2841)
(rolnummer: 2841)
Pour information
Ter kennisgeving
Questions préjudicielles
Prejudiciële vragen
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- les questions préjudicielles concernant les
articles 146, alinéa 3, et 149, §§ 1
er
et 5, du décret
de la Région flamande du 18 mai 1999 portant
organisation de l'aménagement du territoire en ce qui
concerne la politique de maintien, tels qu'ils ont été
insérés ou remplacés par le décret du 4 juin 2003,
posées par le tribunal correctionnel de Gand et le
tribunal correctionnel de Termonde par jugement du
20 octobre 2003 en cause du ministère public contre
A. Vanacker et G. De Cauwer; l'ordonnance de
jonction de cette affaire avec l'affaire portant le n° du
rôle 2796;
- de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 146,
derde lid, en 149, §§ 1 en 5, van het decreet van het
Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het
handhavingsbeleid betreft, zoals ingevoegd of
vervangen bij het decreet van 4 juni 2003, gesteld
door de correctionele rechtbank te Gent en de
correctionele rechtbank te Dendermonde bij vonnis
van 20 oktober 2003 inzake het openbaar ministerie
tegen A. Vanacker en G. De Cauwer; de beschikking
tot samenvoeging van deze zaak met de zaak met
rolnummer 2796;
(n
os
du rôle: 2796 et 2839)
(rolnummers: 2796 en 2839)
- la question préjudicielle concernant
l'article 1675/13, § 3, du Code judiciaire, posée par le
juge des saisies au tribunal de première instance de
Gand par jugement du 18 novembre 2003 en cause
de G. De Fleurquin contre l'"AZ Maria Middelares
Sint-Jozef" et autres;
- de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13,
§ 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de
beslagrechter in de rechtbank van eerste aanleg te
Gent bij vonnis van 18 november 2003 inzake G. De
Fleurquin tegen het AZ Maria Middelares Sint-Jozef
en anderen;
(n° du rôle: 2849)
(rolnummer: 2849)
- la question préjudicielle concernant l'article 1465 du
Code civil, posée par le tribunal de première instance
de Louvain par jugement du 10 octobre 2003 en
cause de F. Ceusters contre L. Veny.
- de prejudiciële vraag betreffende artikel 1465 van
het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de rechtbank
van eerste aanleg te Leuven bij vonnis van
10 oktober 2003 inzake F. Ceusters tegen L. Veny.
16/12/2003
CRIV 51
PLEN 035
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
(n° du rôle: 2851)
(rolnummer: 2851)
Pour information
Ter kennisgeving
RESOLUTIONS
RESOLUTIES
Parlement européen
Europees Parlement
Par lettre du 11 décembre 2003, le secrétaire général
du Parlement européen transmet les textes de onze
résolutions adoptées par cette assemblée:
Bij brief van 11 december 2003 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten
over van elf resoluties aangenomen door deze
vergadering:
1. Résolution sur la communication de la
Commission: "Vers une stratégie thématique pour la
protection des sols".
1. Resolutie over de mededeling van de Commissie
"Naar een thematische strategie inzake
bodembescherming".
2. Position sur la proposition de décision du Conseil
approuvant l'adhésion de la Communauté européenne
à la Convention internationale pour la protection des
végétaux telle que révisée et approuvée par la
résolution 12/97 de la vingt-neuvième session de la
Conférence de la FAO de novembre 1997.
2. Standpunt inzake het voorstel voor een besluit van
de Raad tot goedkeuring van de toetreding van de
Europese Gemeenschap tot het Internationaal
Verdrag voor de bescherming van planten zoals
herzien en in november 1997 goedgekeurd bij
Resolutie 12/97 van de Negenentwintigste Zitting van
de FAO-Conferentie.
3. Résolution sur Euromed.
3. Resolutie over Euromed.
4. Résolution sur le rapport de suivi sur la directive
du Conseil 75/442/CEE (directive-cadre sur les
déchets).
4. Resolutie over het voortgangsverslag inzake
Richtlijn 75/442/EEG (kaderrichtlijn afval).
5. Position sur la proposition de décision du Conseil
concernant la conclusion, au nom de la
Communauté européenne, de la convention de
Stockholm sur les polluants organiques persistants.
5. Standpunt inzake het voorstel voor een besluit van
de Raad betreffende de sluiting namens de Europese
Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm
inzake persistente organische verontreinigende
stoffen.
6. Position sur la proposition de décision du Conseil
concernant la conclusion, au nom de la
Communauté européenne, du protocole de 1998 à la
convention sur la pollution atmosphérique
transfrontière à longue distance, de 1979, relatif aux
polluants organiques persistants.
6. Standpunt inzake het voorstel voor een besluit van
de Raad betreffende de sluiting namens de Europese
Gemeenschap van het Protocol van 1998 inzake
persistente organische verontreinigende stoffen bij
het Verdrag van 1979 betreffende
grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange
afstand.
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société et au
comité d'avis chargé de Questions européennes.
Verzonden aan de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing en aan het
adviescomité voor de Europese Aangelegenheden.
7. Résolution sur la communication "Investir dans la
recherche: un plan d'action pour l'Europe.
7. Resolutie over de mededeling van de Commissie
"Investeren in onderzoek: een actieplan voor Europa".
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au comité d'avis
chargé de Questions européennes.
Verzonden aan de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en
Culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw aan het adviescomité voor de Europese
Aangelegenheden.
8. Résolution sur les dispositions financières du
projet de traité établissant une Constitution pour
l'Europe.
8. Resolutie over de financiële bepalingen in het
ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor
Europa.
9. Résolution sur le 12
e
sommet UE-Russie du
6 novembre 2003 à Rome.
9. Resolutie over de 12
e
Top tussen de EU en
Rusland van 6 november 2003 in Rome.
10. Résolution sur l'Europe élargie ­ Voisinage: un
nouveau cadre pour les relations avec nos voisins de
l'Est et du Sud.
10. Resolutie over de grotere Europese nabuurschap:
een nieuw kader voor de betrekkingen met de
oostelijke en zuidelijke buurlanden.
11. Résolution sur le processus de stabilisation et
d'association en faveur de l'Europe du Sud-Est:
deuxième rapport annuel.
11. Resolutie over het stabilisatie- en
associatieproces voor Zuidoost-Europa: Tweede
jaarverslag
CRIV 51
PLEN 035
16/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
Renvoi à la commission des Relations extérieures et
au comité d'avis chargé de Questions européennes.
Verzonden aan de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en aan het adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden.